Deel 3 van het Opleidingsstatuut (OS): Beschrijving van het onderwijs van de bacheloropleiding tot leraar basisonderwijs van HAN Pabo op de locatie Nijmegen (voltijdopleiding). In dit document zijn een aantal documenten uit het opleidingsstatuut opgenomen uit het OS die horen bij de Onderwijs- en examenregeling (OER). Hierin wordt het onderwijs van de opleiding tot leraar basisonderwijs (voltijdopleiding) in 2015-2016 op HAN Pabo, locatie Nijmegen, nader uitgewerkt. De beschrijving van de voltijdopleiding in het eerste en vierde studiejaar is voor 2015-2016 voor de voltijdopleiding van HAN Pabo gemeenschappelijk voor beide locaties. De beschrijvingen betreffen het majordeel van de opleiding (210 studiepunten). Het minordeel (30 studiepunten) het deel van de opleiding waarin je keuzes maakt om je te verbreden of verdiepen om je in jouw beroepsuitoefening te kunnen profileren is hier niet opgenomen. De belangrijkste en ook het grootste deel betreft de beschrijving van de inhoud van de onderwijseenheden (OWE’s) van de bacheloropleiding tot leraar basisonderwijs (de voltijdopleiding) op HAN Pabo locatie Nijmegen. Dit geeft je een gedetailleerd beeld van de inrichting van de opleiding. Ze beschrijven de vier studiejaren zoals ze in het studiejaar 2015-2016 zijn ingericht. Je kunt hier ook zien welke prestaties in 2015-2016 moeten worden verricht om voldoendes te behalen voor de tentamens in deze opleiding. Enkele tentamens dragen het predicaat integrale toets. Dit zijn tentamens waarin de student aantoont dat hij de onderlinge samenhang van onderwijsinhouden begrijpt en kan hanteren in het praktische handelen. Over de gehele opleiding leg je in totaal drie keer een integrale toets af. Deze integrale toetsen zijn ook opgenomen in het overzicht van de onderwijseenheden. Inhoud Hoofdstuk 1 Curriculumoverzichten HAN Pabo 2015 - 2016 ............................................................ 2 Hoofdstuk 2 Gegevens onderwijseenheden propedeutische fase HAN Pabo Voltijd 2015 -2016 4 Hoofdstuk 3 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase HAN Pabo locatie Nijmegen Voltijd 2015 - 2016 .............................................................................................................. 48
Hoofdstuk 1 Curriculumoverzichten HAN Pabo 2015 - 2016 Curriculumopbouw HAN Pabo, Propedeuse voltijd Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
Jaar 1
OWE Instapeis taal en rekenen
propedeuse
OWE 1
OWE 5
OWE 8
OWE 11
Leraar Primair Onderwijs (2,5 stp)
Ontwikkeling zien (5 stp)
Zicht op cultuur (7,5 stp)
Cultuurbewust leraar zijn (7,5 stp)
OWE 2 Ontwikkelingspsychologie (5 stp) OWE 3
OWE 6
OWE 9
Communiceren en leiding geven 1 (2,5 stp)
Stage (ts beoord. 2,5stp)
Masterclasses (2,5 stp)
OWE 4
OWE 7
OWE 10
OWE 12
Psychologie van het leren (5 stp)
Verdiepen in rekenontwikkeling (7,5 stp)
Verdiepen in taalontwikkeling (7,5stp)
Opleidings-bekwaam (IT- 5 stp)
Stage
Stage Studieloopbaanbegeleiding
Curriculumopbouw HAN Pabo locatie Nijmegen, Voltijd - kernfase en afstudeerfase Periode 1 Jaar 2 Kernfase VT + DT Jaar 3 Kernfase
2.1 Ontwikkeling van kinderen in kaart brengen (7.5 stp) 2.2 Taal: denken en werken vanuit leerlijnen (7.5 stp)
Periode 2 2.3 Beschouwen,geloven, vieren (7.5 stp) 2.4 Rekenen: denken en werken vanuit leerlijnen (7.5 stp)
2.8 Lesgeven aan kinderen met specifieke onderwijsbehoeften (15 stp) Integrale toets
VT + DT
2.9 Wereldwijs bewegen met kinderen (7.5 stp)
Jaar 4
3.1 Integraal junior leraar zijn
Afstudeerfase
3.2 Praktijkgericht onderzoek doen
VT + DT
3.3 Denken en werken vanuit een professioneel werkconcept (PWC) 3.4 Meesterproef 3.5 Integrale toets Afstudeerfase
2.10 Professional zijn in een groter geheel (7.5 stp) Integrale toets
Periode 3
Periode 4
2.6 Onderwijs afstemmen op ontwikkeling van kinderen (15 stp)
2.5 Leren door samen hardop te denken (7.5 stp) Minor (30 stp)
2.7 Thematisch onderwijs ontwerpen (7.5 stp)
Hoofdstuk 2 Gegevens onderwijseenheden propedeutische fase Voltijd 2015 -2016
Curriculumopbouw HAN Pabo, Propedeuse voltijd Periode 1 Jaar 1 propedeuse
OWE Instapeis taal en rekenen OWE 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
OWE 5 Ontwikkeling zien (5 stp)
OWE 8 Zicht op cultuur (7,5 stp)
OWE 11 Cultuurbewust leraar zijn (7,5 stp)
Leraar Primair Onderwijs (2,5 stp) OWE 2 Ontwikkelingspsychologie (5 stp) OWE 3
OWE 6 Stage (ts beoord. 2,5stp)
Communiceren en leiding geven 1 (2,5 stp) OWE 4 OWE 7 Psychologie van het leren (5 stp) Verdiepen in rekenontwikkeling (7,5 stp) Stage
OWE 9 Masterclasses (2,5 stp) OWE 10 Verdiepen in taalontwikkeling (7,5stp)
Studieloopbaanbegeleiding
Stage
OWE 12 Opleidings-bekwaam (IT- 5 stp)
Titel onderwijseenheid (OWE)
OWE 1 Leraar Primair onderwijs, PAB-P01
1.
Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs
2.
Doelgroep
Propedeuse voltijd HAN Pabo
3.
Beroepstaak/beroepstaken Lesgeven Begeleiden van lerende(n)
4.
Centrale beroepstaak
5.
(Beroeps)Producten
6.
Studiepunten/studielast
2,5 stp = 70 SBU
7.
Samenhang met andere OWE’s
In deze onderwijseenheid oriënteren studenten zich op het beroep van leraar primair onderwijs. Ze maken hier kennis met het beroep d.m.v. actuele onderwijsthema’s en een oriëntatiestage. De aspecten van het beroep en opleiding worden verder in het jaar uitgediept. Het betreffen hier zowel kennis als vaardigheden en attitude aspecten. In OWE 3 leren studenten feedback geven en ontvangen en wordt gewerkt aan de presentatievaardigheden. Het geleerde uit OWE 3 wordt in OWE 1 toegepast.
8.
Ingangseisen
n.v.t.
9.
Algemene omschrijving
Studenten onderzoeken in kleine groepen actuele thema’s (1 per groep) naar keuze die leven in het werkveld, zoals Leren met ICT, Opbrengstgericht werken, Passend Onderwijs, Opvoeding tot verantwoordelijk burgerschap, Internationalisering en TTO (tweetalig onderwijs). Ze worden hierbij ondersteund door onderwijsactiviteiten die worden verzorgd door experts uit opleiding en het werkveld. De onderwijseenheid wordt afgesloten met een groeps-posterpresentatie over een actueel onderwijsthema. Samenwerkingsvaardigheden worden betrokken in het eindoordeel.
10. Competenties
Voorbereiding introductieles voor in de stage middels ICT
SBL-competenties op niveau 1: Pedagogisch competent Competent in samenwerken met collega’s Vakinhoudelijk en didactisch competent Competent in reflectie en ontwikkeling Relatie met de kennisbasis: GKB A.1.2. GKB A.3.1.2 GKB A.3.1.3
GKB A.3.2.4 GKB C.1.2 GKB C.2.1 KB Engelse taal. 11. Beoordelingscriteria
Deeltentamen 1 Groepspresentatie actueel onderwijsthema (Inclusief peerfeedback)
De student toont zich actief, nieuwsgierig en onderzoekend ten opzichte van het beroep van leraar primair onderwijs; hij vindt gevarieerde bronnen om één actueel thema te doorgronden en verwerkt de gevonden informatie kritisch. De student werkt constructief samen met medestudenten om met vergelijkbare inspanning een goed resultaat neer te zetten. De student kan hierbij ICT-middelen doelgericht inzetten bij de presentatie ( kennisclip, poster, dia-slide, mini docu). De student heeft basiskennis over actuele ontwikkelingen in het onderwijs en heeft zich minimaal in één thema verdiept.
Deeltentamen 2 Toets Engels eigen vaardigheid 12. Tentaminering
De student heeft Engels B1 niveau.
Toetsvorm
aantal examinat oren
cijfer / Cesuur (niet) voldaan
weging
minimaal periode resultaat afname en herkansing
compensatie
Toegestane hulpmiddelen
geen
n.v.t.
Periode 1, geen herkansing periode 2 of 3
n.v.t.
Deeltentamen 1 Groepspresentatie, code PRE001 Groepspresent 1 atie
cijfer
55% van het totaal aantal te behalen punten (de gemeten validiteit kan nog invloed uitoefenen op het eindcijfer).
Presentat 5,5 ie: 75% Peerfeed back: 25%
Periode 1, herkansing periode 2
Deeltentamen 2 Toets Engels EV, code ENG001 Kennistoets
1
(niet) voldaan
55% van het totaal 0% aantal te behalen punten (de gemeten validiteit kan nog invloed uitoefenen op het eindcijfer).
Voldaan
13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur
OWE-reader (digitaal) Donk, C. van der & Lanen, B. van (2009). Praktijkonderzoek in de school Suggesties voor e sites voor search: http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ocw#ref-minocw https://www.onderwijscooperatie.nl/ http://www.passendonderwijs.nl/ http://www.poraad.nl/ www.leraar24.nl www.teded.com
15. Software
Prowise/ Gynzy Han applicaties: Scholar, DPF, Alluris.
16. Overig materiaal
-
Kijkwijzer tijdens de meeloopdagen Beoordelingsformulier posterpresentatie
17. Activiteiten
-
Beroepsoriëntatie: (Gast)colleges actuele thema’s PO Twee oriëntatie stagedagen Blended arrangementen, samenwerking met werkveld qua vragen; inventariseren van insteken voor verdieping actuele thema’s. Werkcolleges : studenten werken aan (onder)zoekvaardigheden/ bronnenonderzoek en het gebruik van het digibord. Leerateliers: studenten werken aan het onderzoek van het actueel onderwijsthema
18. Werkvormen
Gastcolleges, leerateliers, werkcolleges, hoorcollege, 2 daagse oriëntatiestage met een derdejaars student, online samenwerking, feedbacksessies.
19. Les-/contacturen
Stage: 18 uur (=6 uur contacturen) Tentamen: 3 uur Lesuren: 25,5 uur Contacturen: 34,5 Subtotaal SBU: 46,5 Zelfstudie: 23,5 uur Totaal: 70 SBU
20. Onderwijsperiode
Periode 1
21. Maximum aantal deelnemers
Hoorcollege/gastcollege: 125 studenten Werkcollege: 30 studenten Leeratelier: 60 studenten
Titel onderwijseenheid (OWE)
OWE 2 Ontwikkelingspsychologie, PAB-P02
1.
Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs
2.
Doelgroep
Propedeuse voltijd HAN Pabo
3.
Beroepstaak/beroepstaken
Begeleiden van lerende(n)
4.
Centrale beroepstaak
Begeleiden van lerende(n)
5.
(Beroeps)Producten
-
6.
Studiepunten/studielast
5 stp = 140 SBU
7.
Samenhang met andere OWE’s
In deze onderwijs eenheid verdiepen studenten zich in het ontwikkelende (schoolgaande) kind. Hier wordt een basis gelegd voor de parallel OWE’s: OWE 1, OWE 3 en OWE 4. In de volgende periode leren de studenten de opgedane kennis herkennen bij het leren zien van ontwikkeling van kinderen (OWE 5).
8.
Ingangseisen
n.v.t.
9.
Algemene omschrijving
In deze onderwijs eenheid verdiepen studenten zich in het kind in ontwikkeling. Ze maken kennis met theorieën en concepten uit de ontwikkelingspsychologie op verschillende terreinen. Aan bod komen onder andere de sociale ontwikkeling, fysieke groei en motorische ontwikkeling, de ontwikkeling van het brein, emotionele ontwikkeling en morele ontwikkeling. Studenten gaan zich daarnaast bezinnen op hun eigen ontwikkelingsproces. In de volgende periode leren de studenten de opgedane kennis herkennen bij het kijken naar kinderen.
10. Competenties
SBL-competenties op niveau 1: Pedagogisch competent Interpersoonlijk competent Relatie met de kennisbasis:
GBK A.1.1
11. Beoordelingscriteria
Tentamen Kennistoets ontwikkelingspsychologie
12. Tentaminering
De student heeft basiskennis van de ontwikkeling van kinderen van nul tot ongeveer dertien jaar.
toetsvorm
aantal cijfer / examinato (niet) ren voldaan
cesuur
weging minimaal periode resultaat afname en herkansing
compensatie Toegestane hulpmiddelen
Tentamen Kennistoets ontwikkelingspsychologie, code PED001 Kennistoets
1
cijfer
55% van het totaal 100% aantal te behalen punten (de gemeten validiteit kan nog invloed uitoefenen op het eindcijfer).
5,5
Periode 1, geen herkansing periode 2 of 3
13. Verplichte literatuur
Keenan, T. & Evens, S. (2009). An introduction to Child Development. Londen: Sage H1, H2, H4, H5, H6, H7, H9, H10, H11, H12 (223 pagina’s Engelstalige literatuur)
14. Aanbevolen literatuur
Actuele literatuur via scholar
15. Software
Zie www. sagepub.co.uk/keenan
16. Overig materiaal
Actuele links, videofragmenten via scholar
nvt
17. Activiteiten 18. Werkvormen
Hoorcolleges ontwikkelingspsychologie, aangevuld met enkele werkcolleges, waarbij embodied learning de manier van leren is: ervaren, voelen en op die manier reflecteren op ontwikkeling.
Blended learning: thuis filmpjes bekijken ter voorbereiding hoorcolleges
19. Les-/contacturen
Tentamen: 1,5 uur. Lesuren: 22,5 uur Contacturen: 24 Subtotaal SBU: 24 Zelfstudie = 116 SBU Totaal: 140 SBU
20. Onderwijsperiode
Periode 1
21. Maximum aantal deelnemers Hoorcollege/gastcollege: 125 studenten
Werkcollege: 30 studenten Leeratelier: 60 studenten
Titel onderwijseenheid (OWE)
OWE 3 Communiceren en leiding geven, PAB-P03
1.
Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs
2.
Doelgroep
Propedeuse voltijd HAN Pabo
3.
Beroepstaak/beroepstaken
Begeleiden van lerende(n)
4.
Centrale beroepstaak
Begeleiden van lerende(n)
5.
(Beroeps)Producten
Voorbereidingsformulieren lessen en activiteiten
6.
Studiepunten/studielast
2,5 stp. = 70 SBU
7.
Samenhang met andere OWE’s
De kennis en vaardigheden uit OWE 3 past de student toe in OWE 6 (Stage) en OWE 12 (Opleidingsbekwaam).
8.
Ingangseisen
n.v.t.
9.
Algemene omschrijving
In deze onderwijseenheid staat de interpersoonlijke competentie binnen adaptief onderwijs centraal. Thema’s die aan bod komen zijn: interactiemodellen, gedragsbeïnvloeding, groepsdynamica, feedback geven en ontvangen en basiscommunicatie. De student kan de thema’s verbinden aan het concept van adaptief onderwijs en kan uitleggen waarom deze inhouden relevant zijn binnen adaptief onderwijs. De student oefent met de inhouden van de thema’s binnen de opleiding en in de stage.
10. Competenties
SBL-competenties op niveau 1: Interpersoonlijk competent Pedagogisch competent Competent in reflectie en ontwikkeling. Relatie met de kennisbasis: GKB: A.1.2.1 Interactiemodellen GKB: A.1.2.2 Gedragsbeïnvloeding GKB: A.2.1.3 Communicatietheorieën
GKB: A.2.2.1 Groepsdynamica GKB: B.1.2.a Motivatietheorieën 11. Beoordelingscriteria
Deeltentamen Performance assessment
12. Tentaminering
De student kan kennis toepassen d.m.v. het geven van een minilesje aan medestudenten . De student begrijpt en hanteert de principes van basiscommunicatie.
Toetsvorm
aantal cijfer / examinato (niet) ren voldaan
cesuur
weging
minimaal periode resultaat afname en herkansing
compensatie Toegestane hulpmiddelen
100%
5,5
geen
Deeltentamen Performance assessment, code ASS001 Performance assessment (in tweetallen).
2 (1x logopedie)
cijfer
55% van het totaal aantal te behalen punten.
Periode 2, herkansing periode 3
13. Verplichte literatuur
Adaptief onderwijs Dijkstra, R. (2009). Krachtig leren; adaptief onderwijs. APS. Onderwijs maak je samen. Te vinden op: http://www.onderwijsmaakjesamen.nl/thema/inspirerend-onderwijs/krachtig-leren-adaptief-onderwijs
14. Aanbevolen literatuur
OWE-reader (digitaal) met de volgende artikelen: Adaptief onderwijs
n.v.t.
Sipman, G., (2014). Professioneel pedagogisch handelen. Bussum. Coutinho (pagina 123 – 145)
Communicatietheorieën en Gedragsbeïnvloeding Woltjer, G., & Janssen, H. (2014). Hoe ga je om met kinderen op school en met hun ouders? Groningen: Noordhoff Uitgevers. Communicatievaardigheden (pagina 101-110, 117-128, 137-145, 180-189). Feedback geven en ontvangen Remmerswaal, J. (2013). Handboek Groepsdynamica. Amsterdam: Boom/Nelissen. Hoofdstuk 10: Feedback in groepen (pagina 279-290). -
Feedback geven en ontvangen: https://www.youtube.com/watch?v=d_Tsq7qvgW0 Joharivenster: https://www.youtube.com/watch?v=duJV2v0WUNE
Groepsdynamica, Leiderschapsstijlen en Interactiemodellen
Klaver-Hoogma, M. (2012). Klassenmanagement. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Hoofdstuk 4 (pagina 75-97) Groepsdynamica en leiderschapsstijlen (ondersteunend materiaal) -
Werkvormen bij hoofdstuk 4: http://hoadd.noordhoff.nl/sites/7699/7699-webpage5-2-0.htm Toolbox groepsdynamiek en communiceren: http://hoadd.noordhoff.nl/sites/7699/7699-webpage1-2.htm Groepsfasen signalering: http://hoadd.noordhoff.nl/sites/7699/7699-webpage4-2-1.htm Test Roos van Leary: http://www.testjegedrag.nl/
Groepsvorming filmpjes leraar24 -
Groepsvorming deel 1: fases van groepsvorming (forming, storming, norming, performing, termination) https://www.leraar24.nl/video/3581#tab=0 Groepsvorming deel 2: (kennismaken met jou en met elkaar, kennismakingsspelletjes, energizers, voorbeeldgedrag, leerkracht maakt groepjes (samenwerken), klassenregels samen maken, https://www.leraar24.nl/video/3582#tab=0 Tikboksen (ruimte geven en ruimte nemen). Leraar24 https://www.leraar24.nl/video/2838#tab=0 Klimaatschaal. Leraar24 https://www.leraar24.nl/video/1646#tab=0
Leiding geven aan een groep Visser, Y. (2005). Leraar worden. Heeswijk-Dinther: Esstede. Hoofdstuk 7 Motivatietheorie www.motivatiebinnenstebuiten.nl
Samenwerken in groepen Alblas, G. & Vos, W. (2014). Inleiding Groepsdynamica. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers (pagina 114-133) 15. Software
n.v.t.
16. Overig materiaal
n.v.t.
17. Activiteiten
Activiteiten die de studenten uitvoeren: Samenwerkingsactiviteiten Trainingsactiviteiten Theorie bestuderen als voorbereiding op hoorcolleges Voorbereiding op het performance assessment en de stage Leerdoelen opstellen m.b.v. de methode WISH Feedback geven (aan medestudenten) en ontvangen (van medestudenten en docenten) Zelfstudie
18. Werkvormen
Hoorcolleges Werkcolleges Trainingsactiviteiten
19. Les-/contacturen
Tentamen: 1,5 uur. Lesuren: 24 uur Contacturen: 25,5 Subtotaal SBU: 25,5 Zelfstudie: 43 uur Totaal: 70 SBU
20. Onderwijsperiode
Periode 1
21. Maximum aantal deelnemers Hoorcollege/gastcollege: 125 studenten
Werkcollege: 30 studenten Leeratelier: 60 studenten
Titel onderwijseenheid (OWE)
OWE 4 Psychologie van het leren, PAB-P04
1.
Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs
2.
Doelgroep
Propedeuse voltijd HAN Pabo
3.
Beroepstaak/beroepstaken
Lesgeven Begeleiden van lerende(n)
4.
Centrale beroepstaak
Begeleiden van lerende(n)
5.
(Beroeps)Producten
Mogelijke beroepsproducten: Voorbereidingsformulieren, ingevulde enquête.
6.
Studiepunten/studielast
5 stp = 140 SBU
7.
Samenhang met andere OWE’s
Deze OWE sluit vooral aan op OWE 1 Leraar worden, OWE 2 Ontwikkelingspsychologie en OWE 6 Stage. Beide OWE’s worden aangeboden in de eerste periode.
8.
Ingangseisen
n.v.t.
9.
Algemene omschrijving
Deze onderwijseenheid gaat over hoe je zelf leert en hoe kinderen leren (basis). De student wordt zich bewust van zijn sterke kanten als lerende en van mogelijke blinde vlekken en valkuilen en kan alternatieve manieren inzetten om het leren van zichzelf en kinderen te bevorderen. Hij leert wat het begrip kennis inhoudt en wat de betekenis hiervan is voor het functioneren als leraar. De verschillende onderdelen van het voorbereidingsmodel worden besproken en de student leert aan de hand van voorbeelden doelen en beginsituatie helder omschrijven. Bovendien begrijpt hij wat computational thinking is en hoe hij deze vaardigheid kan inzetten bij zijn lesgeven. Bij ICT-lessen maakt de student kennis met de HAN scholar omgeving.
10. Competenties
SBL competenties op niveau 1 Competent in reflectie en ontwikkeling Vakinhoudelijke en didactische competentie Relatie met de kennisbasis GKB: A1.1 Theorieën en concepten – cognitieve ontwikkeling GKB: B1 leerfuncties
GKB: C1 professionele ontwikkeling 11. Beoordelingscriteria
Tentamen Kennistoets leerpsychologie
De student weet waarom het belangrijk is eerder opgedane ervaringen en geleerde kennis bewust en actief te koppelen aan nieuwe ervaringen en nieuwe kennis. De student kan theorie koppelen aan zijn ervaringen.
12. Tentaminering
De student weet dat hij tijdens de opleiding zal veranderen qua opvattingen, (levens)houding, kennis en vaardigheden en kan dit koppelen aan het verschijnsel ‘fixed’ en ‘growth’ mindset. De student kan in eenvoudige leersituaties adequaat gebruik maken van de begrippen reproductief en betekenisgericht leren, toepassen en ervaren, oppervlakte- en diepteverwerking, afhankelijk en onafhankelijk leren, intuïtieve kennisbasis, denkactiviteiten, sturing van het leren, het voorstellingsvermogen, de rol van gevoelens en emoties bij het leren, waarneming, misconcepties en zelfvertrouwen. De student kan verschillende denk- en regulatieactiviteiten opnoemen, zowel voor zijn eigen leren als dat van kinderen. De student is zich bewust van de “triggers” die hem blokkeren of juist stimuleren in zijn leerproces en kan hiermee zijn eigen ontwikkeling en studievoortgang bewaken. De student begrijpt de verschillende onderdelen van het voorbereidingsmodel en kan in een al ingevuld model onderscheiden in welke mate een doel en een beginsituatie helder is omschreven.
Toetsvorm
aantal cijfer / examinato (niet) ren voldaan
cesuur
weging
minimaal periode resultaat afname en herkansing
compensatie Toegestane hulpmiddelen
Tentamen Kennistoets leerpsychologie, code PED002 Kennistoets
13. Verplichte literatuur
1
Cijfer
55% van het 100% totaal aantal te behalen punten (de gemeten validiteit kan nog invloed uitoefenen op het eindcijfer).
5,5
Periode 1, Geen herkansing periode 2 of 3
Geen
Oosterheert, I. (2007). Leren over leren. Noordhoff Uitgevers. Keenan, T. & Evens, S. (2009). An introduction to child development. Londen. Sage. Hfst 8. Spee, B. (2012). Breinleren. In Ruijters, M. & Simons, R. (red.). Canon van het leren, 50 concepten en hun grondleggers. (pp 103 – 110). Kluwer, Deventer. Te vinden op scholar. Prevaas, B. (2012). Mindset. In Ruijters, M. & Simons, R. (red.). Canon van het leren, 50 concepten en hun grondleggers. (pp 399 – 405). Kluwer, Deventer. Te vinden op scholar.
14. Aanbevolen literatuur
http://www.han.nl/lib/data/pub/tips-en-tricks-van-de-student/#/88/
http://onderzoekonderwijs.net/2015/02/21/neurokwatsch/ http://www.lerenzichtbaarmaken.nl/leren-zichtbaar-maken#effectgroottes http://www.andrebaars.com/2010/09/laten-we-spelen.html http://www.andrebaars.com/2014/04/oogkleppen.html https://www.youtube.com/watch?v=pN34FNbOKXc#t=131 15. Software
n.v.t.
16. Overig materiaal
n.v.t.
17. Activiteiten
Diverse activiteiten zoals: Literatuur bestuderen, kennis delen, eigen leren in kaart brengen, enquêtes invullen, voorbereidingsformulier maken, zelfstudie.
18. Werkvormen
Hoorcolleges, werkcolleges en responsiecollege
19. Les-/contacturen
Tentamen: 1,5 uur Lesuren: 19,5 uur Contacturen: 21 Subtotaal SBU: 21 Zelfstudie: 119 totaal: 140 SBU
20. Onderwijsperiode
Periode 1
21. Maximum aantal deelnemers Hoorcollege/gastcollege: 125 studenten
Werkcollege: 30 studenten Leeratelier: 60 studenten
Titel onderwijseenheid (OWE)
OWE 5 Ontwikkeling zien, PAB-P05
1.
Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs
2.
Doelgroep
Propedeuse voltijd HAN Pabo
3.
Beroepstaak/beroepstaken
Lesgeven Begeleiden van lerende(n)
4.
Centrale beroepstaak
-
5.
(Beroeps)Producten
beeldmateriaal, observatieverslag,
6.
Studiepunten/studielast
5 stp = 140 SBU
7.
Samenhang met andere OWE’s
Het herkennen van opgedane kennis vanuit periode 1 in de praktijk: ontwikkelingspsychologie, leerpsychologie en communiceren (gesprek aan kunnen gaan met leerlingen over leerlingen). Deels voorbereidend op verdiepen in rekenontwikkeling en taalontwikkeling.
8.
Ingangseisen
n.v.t.
9.
Algemene omschrijving
In deze OWE gebruikt de student de aangeboden kennis met betrekking tot leren en ontwikkeling om ontwikkeling te zien bij leerlingen in de basisschoolleeftijd en herkent hoe in de praktijk van de stageschool ontwikkeling gestimuleerd wordt. Student creëert situaties (kleine activiteiten) waarin hij gericht een kind of een groepje kinderen kan observeren. Dit wordt onder andere gedaan met behulp van beeldopnamen die de student in zijn stage maakt. Deze beeldopnamen worden tijdens de lessen op de Pabo gebruikt. De eerder opgedane kennis met betrekking tot leren en ontwikkeling wordt herordend vanuit algemene didactische uitgangspunten vanuit OJW en Bewegingsonderwijs. Er wordt kennis verworven over en geoefend met observeren en het trekken van verantwoorde conclusies uit het beeldmateriaal. Toepasbare kernbegrippen: ontwikkeling van geografisch besef, de ontwikkeling van de ruimtelijke oriëntatie en kaartvaardigheid op verschillende schaalniveaus (eigen omgeving, Nederland, Europa, Wereld), ontwikkeling van tijdsbesef, ontwikkeling van historisch besef, conceptuele ontwikkeling en misconcepties, rijke leeromgeving, leren met concreet materiaal, onderzoekend leren, ontwerpend leren. Motorische ontwikkeling in relatie tot cognitieve ontwikkeling. Inrichten van een schoolplein, sociaal emotionele ontwikkeling in relatie tot bewegingsonderwijs, beweegtussendoortjes, groene spelen en vakkenintegratie in de praktijk
10. Competenties
SBL-competenties op niveau 1: pedagogisch vakinhoudelijk en didactisch reflectie en ontwikkeling Relatie met de kennisbasis: GBK A.1.1 AK: 1.1, 1.2, 2.1, 3.1 GES:1.1, 1.2, 2.1, 3.1
NOTE:1.1, 1.2, 2.1, 3.1 BEW 11. Beoordelingscriteria
Tentamen ontwikkeling zien
12. Tentaminering
De student toont aan dat hij kennis heeft van observeren. Hij weet wat observeren is, waarom je dat als leraar doet, en op welke manieren je dat kunt doen. Hij kan verantwoorde conclusies trekken uit de verzamelde gegevens en daarover met anderen communiceren. De student toont aan dat hij kennis heeft van inhouden & kernconcepten OJW/bewegingsonderwijs voor het jonge kind en het oudere kind en kan vertellen hoe kinderen hier op school mee in aanraking (kunnen) komen. De student toont aan dat hij kennis heeft van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van ontwikkeling van OJW en Beweging, geografisch besef, de ontwikkeling van de ruimtelijke oriëntatie en kaartvaardigheid ontwikkeling van tijdsbesef, ontwikkeling van historisch besef, conceptuele ontwikkeling en misconcepties, onderzoekend leren, motorische ontwikkeling en daarbij relaties legt met leer- en ontwikkelingsprocessen van kinderen. De student kan kenmerken van bewegende jonge kinderen en oudere kinderen op beeld herkennen en benoemen vanuit de theorie.
toetsvorm
aantal cijfer / (niet) examinatoren voldaan
cesuur
weging minimaal periode compensatie resultaat afname en herkansing
Toegestane Hulpmiddelen
Tentamen ontwikkeling zien, code PED003 Kennistoets (open 1 vragen).
13. Verplichte literatuur
cijfer
5,5
Periode 2, geen herkansing periode 3
E. de Vaan & J. Marell (2012). Praktische didactiek voor natuuronderwijs. Bussum: Coutinho ISBN 978 90 469 0301 8 ‘Leren kun je observeren’ (Boog, Janson & Memelink, 2012) Hoofdstuk 2 te vinden op Scholar
OWE-reader (digitaal) 14. Aanbevolen literatuur
55% van het 100% totaal aantal te behalen punten (de gemeten validiteit kan nog invloed uitoefenen op het eindcijfer).
Bron: Website; www.lerenkunjeobserveren.nl
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overig materiaal
n.v.t.
17. Activiteiten
Verzamelen beeldmateriaal, voorbereidingsformulier invullen, zelfstudie, OJW activiteit voor één kind of groepje kinderen voorbereiden en uitvoeren en hierbij het kind observeren/in beeld brengen
18. Werkvormen
Hoorcolleges en werkbijeenkomsten
19. Les-/contacturen
Stage: 34 uur (11,3 contacturen) Tentamen: 1,5 uur Lesuren: 33 uur Contacturen: 45,8 Subtotaal SBU: 68,5 Zelfstudie: 71,5 totaal: 140 SBU
20. Onderwijsperiode
Periode 2
21. Maximum aantal deelnemers Hoorcollege/gastcollege: 125 studenten
Werkcollege: 30 studenten Leeratelier: 60 studenten
Titel onderwijseenheid (OWE)
OWE 6 Stage: tussenbeoordeling, PAB-P06
1.
Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs
2.
Doelgroep
Propedeuse voltijd HAN Pabo
3.
Beroepstaak/beroepstaken
Lesgeven Begeleiden van lerende(n) Ontwerpen van leerarrangementen Bijdragen aan de schoolorganisatie
4.
Centrale beroepstaak
Begeleiden van lerende(n)
5.
(Beroeps)Producten
Stagemap met daarin observaties van de mentor en voorbereidingsformulieren met evaluaties.
Zelfevaluatie 6.
Studiepunten/studielast
2,5 stp = 70 SBU
7.
Samenhang met andere OWE’s
Deze OWE heeft een samenhang met OWE 3, 4, 5 en 7 of 10. In OWE 3 krijgt de student kennis over interactiemodellen, gedragsbeïnvloeding, groepsdynamica, feedback geven en ontvangen en communicatietheorieën. De student oefent met deze inhouden binnen de opleiding en in de stage. OWE 4 bereidt de student voor op het leren leren van kinderen en het formuleren van een beginsituatie en het stellen van doelen bij de voorbereiding van (les)activiteiten. Vanuit OWE 5 gebruikt de student de aangeboden kennis met betrekking tot leren en ontwikkeling om ontwikkeling te zien bij leerlingen in de basisschoolleeftijd en herkent hij hoe in de praktijk van de stageschool ontwikkeling gestimuleerd wordt. OWE 7 of OWE 10 worden in deze OWE niet getoetst, maar leveren wel reken- en taalactiviteiten die in de stage worden uitgevoerd.
8.
Ingangseisen
n.v.t.
9.
Algemene omschrijving
In deze onderwijseenheid staan de activiteiten in de beroepspraktijk centraal. De student past de opgedane kennis toe en voert minimaal ieder dagdeel een stageopdracht of –activiteit uit. De student oefent met het geven van lessen binnen verschillende leergebieden. De stageopdracht vanuit OWE 7 of OWE 10 voert de student in de thuisklas uit. De student vraagt de mentor minimaal twee maal feedback op zijn communicatievaardigheden (m.b.v. de kijkwijzer basiscommunicatie). In een zelfevaluatie kan de student reflecteren op zijn ontwikkeling, zijn praktijkervaringen koppelen aan theorie en nieuwe leerwensen formuleren.
10. Competenties
SBL-competenties op niveau 1 Interpersoonlijk competent Pedagogisch competent Competent in reflectie en ontwikkeling Relatie met de kennisbasis: GKB A2.1.3 GKB A2.2.1 GKB A3.1.3 GKB A3.2 GKB B2.2 GKB C1.2
11. Beoordelingscriteria
Tentamen tussenbeoordeling stage
De student toont enthousiasme voor het beroep leraar. De student stemt in zijn basiscommunicatie op een plezierige en professionele wijze af op leerlingen.
12. Tentaminering
De student geeft binnen eenvoudige contexten leiding aan een groep leerlingen. De student gebruikt de feedback van leerlingen, zijn mentor en andere professionals bij zijn ontwikkeling.
Toetsvorm
aantal cijfer examinato ren
Cesuur
weging
minima periode al afname en resultaa herkansing t
100%
6,0
compens Toegestane atie hulpmiddelen
Tentamen tussenbeoordeling stage, code STA001 1 Gesprek 30 minuten o.b.v. schriftelijke presentatie. Stagebeoordeli ng gebaseerd op oordeel mentor, stagebegeleider en zelfevaluatie student
cijfer
4* van de 8 punten= 6,0 * Wanneer minimaal één van de rubrics met 0 punten wordt beoordeeld, wordt het cijfer voor de tussenbeoordeling een 5, ongeacht het totaal aantal punten.
13. Verplichte literatuur
n.v.t.
14. Aanbevolen literatuur
Stageboek
15. Software
n.v.t.
16. Overig material
n.v.t.
17. Activiteiten
Uitvoeren van Stageopdrachten, stageactiviteiten en reflecteren
18. Werkvormen
Nader te bepalen
19. Les-/contacturen
Stage: 67 uur (22,3 contacturen) Lesuren: 3 uur Contacturen: 25,3 Subtotaal SBU: 70
Periode 2, geen (indien onvoldoend e dan is tweede toetskans bij eindbeoordeling )
n.v.t.
Totaal: 70 SBU
20. Onderwijsperiode
Periode 2
21. Maximum aantal deelnemers n.v.t.
Titel onderwijseenheid (OWE)
OWE 7 Verdiepen in rekenontwikkeling, PAB-P07
1.
Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs
2.
Doelgroep
Propedeuse voltijd HAN Pabo
3.
Beroepstaak/beroepstaken
Lesgeven
4.
Centrale beroepstaak
Lesgeven
5.
(Beroeps)Producten
Meetkunde/OJW : Groepspresentatie van een zelf ontworpen meetkunde/OJW wandeling. De meetkunde/OJW wandeling is ICT-rijk, theoretisch onderbouwd en met leerlingen uitgevoerd. Meten/OJW: a. Groepspresentatie van een geconcretiseerde leerlijn meten, ondersteund door OJW. b. Een in een studiegroep ontworpen practicumopdracht OJW waarin de onderzoekende houding bevorderd wordt. De practicumopdracht wordt ondersteund door het rekendomein meten en peerfeedback is onderdeel van het ontwerpproces. Hele getallen: Twee lesvoorbereidingen bij twee voorgestructureerde rekenactiviteiten. De (les)activiteiten worden uitgevoerd met (een groepje) leerlingen en na uitvoering geëvalueerd.
6.
Studiepunten/studielast
7,5 stp = 210 SBU
7.
Samenhang met andere OWE’s
Deze OWE sluit aan op OWE 4 psychologie van het leren en OWE 5 Ontwikkeling zien. OWE 7 verdiepen in rekenontwikkeling en OWE 10 Verdiepen in taalontwikkeling worden gelijktijdig aangeboden in periode 2 en 3. De studenten volgen een van beide OWE’s per periode.
8.
Ingangseisen
n.v.t.
9.
Algemene omschrijving
In de OWE wordt specifiek ingezoomd op rekenontwikkeling en –didactiek binnen drie domeinen. De compacte en diepe verkenning in deze OWE doet een beroep op leer- en studievaardigheden die in de eerste periode bij de OWE ‘Psychologie van het leren’ zijn aangereikt en geoefend. Door een eerste vakverbinding te maken (rekenen/wiskunde en OJW), ervaart de student leerzame en in het dagelijks leven vanzelfsprekende verbindingen tussen vakgebieden. Deze OWE appelleert aan en bevordert de onderzoekende houding van de student.
10. Competenties
SBL-competenties op niveau 1 Interpersoonlijk competent Vakinhoudelijk en didactisch competent Organisatorisch competent
Competent in reflectie en ontwikkeling Relatie met de kennisbasis: KB Rekenen/Wiskunde: 2. Hele getallen/ 4. Meten/ 5. Meetkunde KB Aardrijkskunde: 4.3 KB Geschiedenis: 4.2 KB Natuur en techniek: 1.1 / 2.1 / 3.1/4.2/4.3 11. Beoordelingscriteria
Deeltentamen 1 Kennistoets rekenen/wiskunde over domeinen hele getallen, meten en meetkunde (open vragen en meerkeuzevragen)
De student kent de domeinen en kenmerkende (vak)concepten binnen het vakgebied rekenen/wiskunde en geeft er voorbeelden bij. De student herkent de domeinen en kenmerkende (vak)concepten binnen het vakgebied rekenen/wiskunde globaal in methodes en andere leermiddelen, waaronder veelgebruikte ICT-programma’s. De student verkent de didactiek van de domeinen en oefent hiermee in de stage. De student weet welke materialen (waaronder ICT-middelen) en modellen ingezet kunnen worden binnen de domeinen en kent hun functie. De student weet dat kinderen verschillende strategieën hanteren bij het oplossen van reken/wiskunde opgaven, kan deze herkennen en benoemen.
Deeltentamen 2 Groepspresentatie meetkunde/OJW 12. Tentaminering
De student verkent de Pabo omgeving en onderzoekt meetkundige aspecten. De student maakt een betekenisvolle verbinding tussen de vakgebieden rekenen/wiskunde en OJW en ontwerpt van daaruit een ICT-rijke, theoretisch en didactisch onderbouwde meetkunde/OJW wandeling in de omgeving van een stageschool. De student laat een onderzoekende houding zien en weet deze op te roepen bij kinderen. De student evalueert het ontwerp en uitvoering van de wandeling met medestudenten en presenteert zijn bevindingen. De student kan beide ontwerpen verantwoorden vanuit de aangedragen (vak)concepten en didactische benaderingen uit beide leergebieden.
toetsvorm
aantal cijfer / examinat (niet) oren voldaan
cesuur
wegin minimaal periode afname en g resultaat herkansing
compensatie Toegestane hulpmiddelen
Deeltentamen 1 Kennistoets rekenen, code REK002 Kennistoets (open en gesloten vragen)
1
Cijfer
70% 55% van het totaal aantal te behalen punten (de gemeten validiteit kan nog invloed uitoefenen op het eindcijfer).
5,5
Periode 2, herkansing in periode 3 (klaprooster: voor de helft van de groepen in Nijmegen wordt deze toets voor het eerst in periode 3 aangeboden met herkansing in periode 4)
geen
n.v.t.
5,5
Periode 2, herkansing in periode 3 (klaprooster: voor de helft van de groepen in Nijmegen wordt deze toets voor het eerst in periode 3 aangeboden, met herkansing in periode 4)
geen
n.v.t.
Deeltentamen 2 Groepspresentatie meetkunde/OJW, code REK003 Schriftelijke presentatie
13. Verplichte literatuur
1
Cijfer
30% 55% van het totaal aantal te behalen punten (de gemeten validiteit kan nog invloed uitoefenen op het eindcijfer).
Brom-Snijders, P. van den, Bergh, J. van den, Hutten, O., en Zanten, M. van (2014). Hele getallen Reken-wiskundedidactiek. Amersfoort: Thieme Meulenhoff. ISBN: 9789006955361 Galen, F. van en Jonker , V. (2013). Experimenteren in de rekenles. Gedownload op 9 april 2015, van: http://www.fisme.science.uu.nl/experimentereninderekenles/documents/experimenteren_in_de_rekenles.pdf
Hutten, O., Bergh, J. van den, Brom-Snijders, P. van den en Zanten, M. van (2014). Meten en Meetkunde Reken-wiskundedidactiek. Amersfoort: Thieme Meulenhoff. ISBN: 9789006955385 Vaan,E. de & Marell, J. (2012). Praktische didactiek voor natuuronderwijs. Bussum: Coutinho ISBN 978 90 469 0301 8 14. Aanbevolen literatuur
Volgens Bartjens
15. Software
Diverse apps/ toepassingen afhankelijk van leerdoel/ doelgroep, ingebracht tijdens bijeenkomsten
16. Overig material
Eigen device is raadzaam (Tablet, smartphone en/ of laptop)
17. Activiteiten
Onderwijsactiviteiten ontwerpen en uitvoeren, literatuur bestuderen, presenteren, kennis delen.
18. Werkvormen
Hoorcolleges, werkcolleges/ practica en leerateliers
19. Les-/contacturen
Stage: 34 uur (11,3 contacturen) Tentamen: 1,5 uur Lesuren: 30,75 uur Contacturen: 43,55 Subtotaal SBU: 64,75 Zelfstudie: 143,75 Totaal: 210 SBU
20. Onderwijsperiode
De helft van de jaarlaag periode 2, de andere helft van de jaarlaag periode 3.
21. Maximum aantal deelnemers Hoorcollege/gastcollege: 125 studenten
Werkcollege: 30 studenten Leeratelier: 60 studenten
Titel onderwijseenheid (OWE)
OWE 8 Zicht krijgen op cultuur, PAB-P08
1.
Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs
2.
Doelgroep
Propedeuse voltijd HAN Pabo
3.
Beroepstaak/beroepstaken
Begeleiden van lerende(n) Bijdragen aan de schoolorganisatie
4.
Centrale beroepstaak
-
5.
(Beroeps)Producten
Verslag probleemverkenning, handschriftontwikkeling
6.
Studiepunten/studielast
7,5 stp = 210 SBU
7.
Samenhang met andere OWE’s
Met OWE 11 Cultuurbewust leraar zijn: de kennis uit OWE 8 wordt in OWE 11 gebruikt om de eigen culturele beginsituatie te analyseren en te beschrijven.
8.
Ingangseisen
n.v.t.
9.
Algemene omschrijving
In deze OWE wordt de student zich bewust van zijn culturele, maatschappelijke en levensbeschouwelijke geschiedenis en van de invloed die deze achtergrond heeft op zijn huidige ideeën, opvattingen, normen, waarden, vanzelfsprekendheden en voorkeuren (over onderwijs). Vanuit een aantal kapstokken over de relatie tussen onderwijs, cultuur en samenleving, leert de student vervolgens kritisch kijken naar authentieke beroepssituaties die hieraan raken: “Wat speelt er op een school en met welke dilemma’s heeft een leraar te maken?”. De student maakt dus kennis met de complexe positie van de leraar in de klas, de school en de samenleving en wordt gevraagd zich hier actief toe te verhouden. Het product van de OWE is een verslag van een probleemverkenning. De student onderzoekt en beschrijft in tweetallen een voor het beroep relevant probleem of vraagstuk. Schrijven is een grafisch-instrumentele vormgevende vaardigheid, waarbij cultureel bepaalde tekens worden gebruikt, bedoeld om schriftelijke communicatie mogelijk te maken. Het schrift is de basis van de westerse culturele ontwikkeling. De student is zich bewust van het belang een goed verzorgd handschrift t.b.v. zijn werk/uitstraling als leraar in de klas en bij de communicatie naar ouders. De student beseft dat het aanleren van een goed handschrift bij de leerlingen alleen kan gebeuren door iemand die deze vaardigheid zelf op een evident hoger niveau beheerst.
10. Competenties
SBL-competenties op niveau 1: Interpersoonlijk competent Pedagogisch competent Competent in het samenwerken met de omgeving Competent in reflectie en ontwikkeling
11. Beoordelingscriteria
Deeltentamen 1 Probleemverkenning Inhoudelijke ontwikkeling
De student is in staat in de basisschool actuele vraagstukken binnen het thema ‘Cultuurbewust leraar zijn’ te herkennen. De student kan het gekozen vraagstuk vanuit verschillende inhoudelijke invalshoeken in samenhang overzien en analytisch belichten; d.w.z. met elkaar in verband brengen en kritisch beschouwen. De student is bekwaam in het formuleren van eigen aan de theorie gekoppelde standpunten aangaande actuele vraagstukken binnen het thema ‘Cultuurbewust leraar zijn’ De student kan concepten als cultuur, cultuurverschillen, culturele diversiteit, multiculturaliteit, en acculturatie aan de hand van voorbeelden relateren aan de pedagogische en (wereld)burgerschapsvormende opdracht van de school. De student zet zijn kennis van de culturele dimensies in om vraagstukken in het onderwijs te duiden en zijn eigen actuele situatie en positie te ontdekken.
Schrijven/onderzoeken
De student kan een probleemverkenning uitvoeren betreffende een zo mogelijk in de stageschool actueel vraagstuk binnen het thema ‘Cultuurbewust leraar zijn’ en daar helder over schrijven. De student kan het gekozen vraagstuk vanuit verschillende inhoudelijke invalshoeken overzien en analytisch belichten; d.w.z. met elkaar in verband brengen en kritisch beschouwen. Hij maakt hierbij gebruik van hiervoor genoemde inhoudelijke invalshoeken en concepten. [De student komt tot een eigen genuanceerd standpunt aangaande het vraagstuk.] Van de minimaal 4 geraadpleegde bronnen zijn minimaal 30% internationaal (Engelstalig). De probleemverkenning is minimaal 2000, maximaal 3000 woorden, de bronvermelding is volgens APA-normen. Correcte, zorgvuldige en heldere taal (spelling, zinsbouw). Hoofd- en bijzaken goed onderscheiden. Samenhangende tekst, duidelijke opbouw in het betoog.
Deeltentamen 2 Handschriftontwikkeling 12. Tentaminering
De student kan drie soorten schrift hanteren: methodisch schrift zowel op papier als bord (digitaal schoolbord en whiteboard); lerarenschrift en blokschrift op papier. De student hanteert een goede pengreep.
toetsvorm
aantal cijfer / examinato (niet) ren voldaan
cesuur
Deeltentamen 1 Probleemverkenning, code OND001
weging
minimaal periode resultaat afname en herkansing
compensatie
Toegestane hulpmiddele n
Schriftelijke Presentatie (in tweetallen)
1
cijfer
55% van het totaal aantal 100% te behalen punten (de gemeten validiteit kan nog invloed uitoefenen op het eindcijfer).
5,5
Periode 3, herkansing in periode 4
geen
5,5
Periode 3, herkansing in periode 4
geen
Deeltentamen 2 Handschriftontwikkeling, code SCH001 Schriftelijke toets 1
13. Verplichte literatuur
cijfer
Alle onderdelen moeten worden afgesloten met een voldoende.
0%
Gripper t.b.v. pengreep
Voor Cultuurbeschouwing: Teune, R. (2011). Een klas vol kleur. Omgaan met culturele diversiteit. Amersfoort: Kwintessens.
Voor Handschriftontwikkeling: Methodisch werkboekje groep 3. 14. Aanbevolen literatuur
OWE-reader (digitaal) Beneker, T., Stalborch, M. van, & Vaart, R. van der. (2009). Vensters op de wereld. Rapport van de commissie Canon voor Wereldburgerschap. NCDO / Faculteit Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht. Te vinden op: http://www.wereldburgerschap.nl/wpcontent/uploads/2014/05/Canon-voor-wereldburgerschap.pdf Berding & Pols (2006).Schoolpedagogiek. Deel 4: H13 De school: tussen gezin en maatschappij & H14 De basisschool en opvoeding tot burgerschap Biesta, G. (2008). Good education in an age of measurement: on the need to reconnect with the question of purpose in education. Te vinden op: http://ejanson.wikispaces.com/file/view/Good+Education+in+an+Age+of+Measurement_+Biesta.pdf Biesta. G. (2012). Goed onderwijs en de cultuur van het weten. Den Haag: Boom/Lemma. Claes, M.-T., & Gerritsen, M. ( 2011). Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief. Bussum: Coutinho. [Relevant: Hoofdstuk 2: Cultuur categoriseren: Basiswaarden]
Cornelis, A. (2000). Logica van het gevoel. Filosofie van de Stabiliteitslagen in de Cultuur als Nesteling der Emoties. Amsterdam. Te vinden op: http://home.hccnet.nl/pbl.smit/arnold_cornelis_logica_van_het_gevoel_stabiliteitslagen.html#top Couwenberg, S.W. (z.d.). Wat is onze culturele identiteit. Digitaal Archief Trouw: http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/article/detail/2519880/2000/10/14/Wat-is-onze-culturele-identiteit.dhtml Covey. S. (2010). De 7 eigenschappen van effectief leiderschap. Business Contact. Hoeven, M. van der, Sluijsmans, L., Vorle, R. van de, & Heusden, B. van. (2014). Cultuur in de spiegel in d epraktijk. SLO - Rijksuniversiteit Groningen. Te vinden via: http://www.slo.nl/downloads/2014/cultuur-in-de-spiegel.pdf/ [Relevant: hoofdstuk 2] Heusden, B. van (2010). Cultuur in de spiegel, naar een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen. Te vinden op: http://canoncultuurcel.be/sites/default/files/1_1_1_sm.pdf
Onderwijsraad (2011). Onderwijs vormt. Den Haag: Onderwijsraad. Te vinden op: http://www.onderwijsraad.nl/upload/documents/publicaties/volledig/onderwijs-vormt.pdf Onderwijsraad (2011). Verder met burgerschap in het onderwijs. Den Haag: Onderwijsraad. Te vinden op: http://www.onderwijsraad.nl/upload/documents/publicaties/volledig/verder-met-burgerschap-in-het-onderwijs.pdf Palet Multicultureel (z.d.). Culturele verschillen: enkele dimensies. Te vinden op: http://ou.content-e.nl/content-e/pub_RDMC/Palet_Multicultureel_1213127502051/index.htm Sharpe, B. (2014). Three Horizon: a way of working with change. APF Compass, pp. 6-8. Verhagen, S. (2008). Identiteit en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Migrantenstudies, no. 3, pp. 199-206. Te vinden op: http://www.migrantenstudies.nl/wp-content/uploads/MS-2008-NR3-P199-206.pdf 15. Software
n.v.t.
16. Overig materiaal
n.v.t.
17. Activiteiten
O.a. internationale uitwisseling
18. Werkvormen
Hoorcolleges, werkcolleges, leerateliers
19. Les-/contacturen
Stage: 126 uur (42 contacturen) Tentamen: 1,5 uur Lesuren: 31,5 uur Contacturen: 75 Subtotaal SBU: 159 Zelfstudie: 51 totaal: 210 SBU
20. Onderwijsperiode
Periode 3
21. Maximum aantal deelnemers Hoorcollege/gastcollege: 125 studenten
Werkcollege: 30 studenten Leeratelier: 60 studenten
Titel onderwijseenheid (OWE)
OWE 9 Masterclasses, PAB-P09
1.
Opleiding tot leraar basisonderwijs
Opleiding
2.
Doelgroep
Studenten propedeuse voltijd HAN Pabo
3.
Beroepstaak/beroepstaken
Ontwerpen van leerarrangementen
4.
Centrale beroepstaak
Ontwerpen van leerarrangementen
5.
(Beroeps)Producten
Mogelijke beroepsproducten hangen af van de inhoud van de masterclass.
6.
Studiepunten/studielast
2,5 stp = 70 SBU
7.
Samenhang met andere OWE’s
Student kan op basis van voorgaande OWE’s een bewuste keuze maken voor specifieke masterclasses. In OWE’s 5, 7 en 10 is een begin gemaakt met didactiek van verschillende leergebieden. Die kan in deze OWE verbreed of verdiept worden, afhankelijk van de keuze van de masterclass.
8.
Ingangseisen
Je mag enkel aan de masterclass deelnemen als je je hiervoor hebt ingeschreven. Schrijf je op tijd in, want vol = vol.
9.
Algemene omschrijving
In de masterclasses leert de student van vak- en vormingsspecialisten uit verschillende leergebieden op welke wijze hij leerlingen kan activeren en daarbij nieuwe inzichten toe kan passen. De masterclasses bestaan telkens uit 2 bijeenkomsten van 90 minuten. De eerste bijeenkomst is een inspirerend, verdiepend, vakgericht aanbod met veel ruimte voor ter plekke oefenen en experimenteren. De tweede bijeenkomst bestaat uit het delen van de leeropbrengsten en het optillen van individuele leerervaringen tot een collectief leermoment. In periode 3 en 4 kunnen studenten na intekening de bijeenkomsten volgen. Ingetekend betekent verplicht aanwezig zijn en participeren. Registratie vindt plaats in Alluris.
10. Competenties
SBL-competenties op niveau 1: Vakinhoudelijk en didactisch competent Interpersoonlijk competent Organisatorisch competent Competent in reflectie en ontwikkeling
11. Beoordelingscriteria
Vier deeltentamens Masterclass 1, 2, 3 en 4 Verplichte aanwezigheid. Student krijgt voor elke masterclass een beoordeling gebaseerd op drie beoordelingscriteria:
De student laat een actieve, kritische en nieuwsgierige houding zien ten aanzien van de praktijk van het lesgeven en ten aanzien van zichzelf als leraar-in-opleiding. De student kan feedback constructief en respectvol ontvangen en geven. Hij zoekt de dialoog op met medestudenten, docenten en mentoren om zo tot kennisdeling te komen. De student is niet louter aan het imiteren maar zoekt creatief naar eigen invullingen.
12. Tentaminering
toetsvorm
aantal cijfer / cesuur examin (niet) atoren voldaan
weging minimaal periode resultaat afname en herkansing
compensat Toegestane ie hulpmiddelen
Deeltentamen Masterclass 1, code MAS001 Performance 1 assessment
cijfer
25% Verplichte aanwezigheid. Voor elk beoordelingscriterium kunnen 1 t/m 3 punten worden behaald. 1 punt: onvoldoende 2 punten: voldoende 3 punten: goed Student krijgt 1 punt voor de aanwezigheid met daarbij de punten voor elk beoordelingscriterium en haalt dus minimaal een 4, maximaal een 10.
6
Periode 3 en geen 4
n.v.t.
6
Periode 3 en geen 4
n.v.t.
Deeltentamen Masterclass 2, code MAS002 Performance 1 assessment
cijfer
25% Verplichte aanwezigheid. Voor elk beoordelingscriterium kunnen 1 t/m 3 punten worden behaald. 1 punt: onvoldoende 2 punten: voldoende 3 punten: goed Student krijgt 1 punt voor de aanwezigheid met daarbij de punten voor elk beoordelingscriterium en haalt dus minimaal een 4, maximaal een 10.
Deeltentamen Masterclass 3, code MAS003
Performance 1 assessment
cijfer
25% Verplichte aanwezigheid. Voor elk beoordelingscriterium kunnen 1 t/m 3 punten worden behaald. 1 punt: onvoldoende 2 punten: voldoende 3 punten: goed Student krijgt 1 punt voor de aanwezigheid met daarbij de punten voor elk beoordelingscriterium en haalt dus minimaal een 4, maximaal een 10.
6
Periode 3 en geen 4
n.v.t.
6
Periode 3 en geen 4
n.v.t.
Deeltentamen Masterclass 4, code MAS004 Performance 1 assessment
13. Verplichte literatuur
n.v.t.
14. Aanbevolen literatuur
n.v.t.
15. Software
n.v.t.
16. Overig materiaal
n.v.t.
cijfer
25% Verplichte aanwezigheid. Voor elk beoordelingscriterium kunnen 1 t/m 3 punten worden behaald. 1 punt: onvoldoende 2 punten: voldoende 3 punten: goed Student krijgt 1 punt voor de aanwezigheid met daarbij de punten voor elk beoordelingscriterium en haalt dus minimaal een 4, maximaal een 10.
17. Activiteiten
Tijdens twee bijeenkomsten per masterclass: inspiratie opdoen, oefenen met nieuwe inzichten, delen van de leeropbrengsten. Tussen de twee bijeenkomsten mogelijkheid om nieuwe inzichten toe te passen tijdens de stage.
18. Werkvormen
Werk- en hoorcolleges, afhankelijk van de masterclass.
19. Les-/contacturen
Lesuren: 12 uur Contacturen 12 uur. Zelfstudie: 58 uur. Totaal: 70 SBU
20. Onderwijsperiode
Periode 3 en 4
21. Maximum aantal deelnemers Afhankelijk van de masterclass
Titel onderwijseenheid (OWE)
OWE 10 Verdiepen in taalontwikkeling, PAB-P10
1.
Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs
2.
Doelgroep
Propedeuse voltijd HAN Pabo
3.
Beroepstaak/beroepstaken
Lesgeven
4.
Centrale beroepstaak
Lesgeven
5.
(Beroeps)Producten
De ontwerpen van taalactiviteiten waarin de verbinding gelegd wordt met kunsten (drama, muziek en beeldende vorming).
6.
Studiepunten/studielast
7,5 stp = 210 SBU
7.
Samenhang met andere OWE’s
Deze OWE sluit aan op de OWE 4 Psychologie van het leren. De algemene leerpsychologie krijgt hier de toepassing in concrete didactiek voor taalontwikkeling. OWE 7 Verdiepen in rekenontwikkeling en OWE 10 Verdiepen in taalontwikkeling worden gelijktijdig aangeboden in periode 2 en 3. De studenten volgen een van beide OWE’s per periode.
8.
Ingangseisen
n.v.t.
9.
Algemene omschrijving
In deze OWE wordt taal in bredere zin (als expressie- en communicatiemiddel) verkend. In de OWE wordt specifiek ingezoomd op taalontwikkeling binnen de domeinen jeugdliteratuur, woordenschat en mondelinge taalvaardigheid. Door een eerste vakverbinding te maken (taal en kunsten) ervaart de student net als in het primair onderwijs de voor leerlingen leerzame en in de werkelijkheid vanzelfsprekende verbindingen tussen vakgebieden. Domeinen: jeugdliteratuur, woordenschat en mondelinge taalvaardigheid.
10. Competenties
SBL-competenties op niveau 1: Vakinhoudelijk en didactisch competent. Relatie met de kennisbasis: KB Nederlands: 6.1, 6.2, 6.7 KB Beeldend onderwijs: 1.2, 4.2, 4.3
11. Beoordelingscriteria
Deeltentamen 1: kennistoets taal
De student heeft kennis van het taalverwervingsproces, van taalontwikkeling en de taalkundige niveaus. De student beschikt over de kenniselementen van de taaldomeinen jeugdliteratuur, woordenschat en mondelinge taalvaardigheid zoals vastgelegd in de kennisbasis Nederlands.
Deeltentamen 2: praktijkdossier Tentaminering
De student realiseert zich dat kinderen taal leren op een natuurlijke manier. De taalontwikkeling wordt gevoed door de omgeving en school op allerlei manieren (met taal, met muziek, beeldend, etc.). Taal is overal. De student past de communicatieve en expressieve betekenis van beelden, muziek en drama toe in een taalactiviteit. De student laat zien te weten hoe jeugdliteratuur, woordenschatontwikkeling en mondelinge taalvaardigheid bijdragen aan de taalontwikkeling. De student kan activiteiten voorbereiden, uitvoeren en deze evalueren binnen de taaldomeinen jeugdliteratuur en woordenschat of mondelinge taalvaardigheid op basis van kennis van het leerproces en de didactiek. De student benut de expressieve functie van taal en de toepassingsmogelijkheden daarvan in het basisonderwijs. De student kan inhouden van kunstvakken inzetten met als doel de taalontwikkeling te stimuleren en illustreert dit met voorbeelden. De student kan ICT-toepassingen betekenisvol inzetten. De student geeft de taaldocent inzicht in het leerproces dat hij deze periode heeft doorlopen.
toetsvorm
aantal cijfer / examinato (niet) ren voldaan
cesuur
weging
minima periode afname en compensatie Toegestane al herkansing hulpmiddelen resultaa t
70%
5,5
Deeltentamen 1 Kennistoets taal, code TAA002 Kennistoets (QMP)
1
Cijfer
55% van het totaal aantal te behalen
Periode 3, herkansing in
geen
n.v.t.
punten (de gemeten validiteit kan nog invloed uitoefenen op het eindcijfer).
periode 4 (klaprooster: voor de helft van de groepen in Nijmegen wordt deze toets voor het eerst in periode 2 aangeboden met herkansing in periode 3)
Deeltentamen praktijkdossier, code TAA003 Schriftelijke presentatie op DPF.
1
Cijfer
30% 55% van het totaal aantal te behalen punten (de gemeten validiteit kan nog invloed uitoefenen op het eindcijfer).
5,5
Periode 3, herkansing in periode 4 (klaprooster: voor de helft van de groepen in Nijmegen wordt deze toets voor het eerst in periode 2 aangeboden met herkansing in periode 3)
geen
n.v.t.
13. Verplichte literatuur
Paus, H., e.a. (2014). Portaal. Praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs. Bussum: Coutinho. Hoofdstuk 1 §1.1, Hoofdstuk 2, Hoofdstuk 3, Hoofdstuk 4, Hoofdstuk 8.
14. Aanbevolen literatuur
Kemmeren, C. e.a. (red.) (2006). Aan de slag met kinderboeken, een programma leesbevordering ten behoeve van Pabo studenten. Leidschendam: Biblion Nooij, H. de (2012). Kijk op spel. Groningen: Noordhoff uitgevers Noordam, L. & Lei, R. van der (2009). Eigenwijs. Stichting ter bevordering van muzikale vorming
Nulft, D. van den & Verhallen, N. (2010). Met woorden in de weer. Bussum: Coutinho. Roozen, I. (2009). In gesprek met het beeld en met elkaar. Enschede: SLO (Te downloaden via www.slo.nl) Smegen, I. (2012). Speel je wijs. Theater, drama en spel voor taalontwikkeling op de basisschool. Assen: Van Gorcum. Smegen, I. (2014). Speel je wijs. Woordenschat. Assen: Van Gorcum. 15. Software
n.v.t.
16. Overig materiaal
www.lesintaal.nl www.metwoordenindeweer.com www.laatmaarleren.nl (online methode voor beeldend onderwijs en creatief schrijven, via koppeling op Scholar)
17. Activiteiten 18. Werkvormen
Werkcolleges, hoorcolleges, leerateliers
19. Les-/contacturen
Stage: 34 uur (11,3 contacturen) Tentamen: 1,5 uur Lesuren: 30,75 uur Contacturen: 43,55 Subtotaal SBU: 66,25 Zelfstudie: 143,75 Totaal: 210 SBU
20. Onderwijsperiode
De helft van de jaarlaag periode 2, de andere helft van de jaarlaag periode 3.
21. Maximum aantal deelnemers Hoorcollege/gastcollege: 125 studenten
Werkcollege: 30 studenten Leeratelier: 60 studenten
Titel onderwijseenheid (OWE)
OWE 11 Cultuurbewust leraar zijn, PAB-P11
1.
Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs
2.
Doelgroep
Propedeuse voltijd HAN Pabo
3.
Beroepstaak/beroepstaken
Lesgeven
Begeleiden van lerende(n) Ontwerpen van leerarrangementen Bijdragen aan de schoolorganisatie 4.
Centrale beroepstaak
Ontwerpen van leerarrangementen
5.
(Beroeps)Producten
Leerarrangement over een cultureel onderwerp.
6.
Studiepunten/studielast
7,5 stp = 210 SBU
7.
Samenhang met andere OWE’s
Deze OWE is een voortzetting van OWE 8 ‘Zicht krijgen op cultuur’. In deze OWE heeft de student vanuit meerdere perspectieven zich verdiept in een authentieke culturele’ beginsituatie van een school. De kennis die is opgedaan in OWE 8 gebruiken studenten om hun eigen culturele beginsituatie te analyseren. De OWE is ook een voortzetting van de didactische lijn die aangezet wordt in OWE 4 (psychologie van het leren), OWE 7 (Rekenontwikkeling) en OWE 10 ( taalontwikkeling).
8.
Ingangseisen
n.v.t.
9.
Algemene omschrijving
In deze OWE leren studenten wat het belang is voor een leraar basisonderwijs om cultuurdrager en cultuuroverdrager te zijn. De studenten verdiepen zich in de betekenis en het belang van cultuuronderwijs. Deze OWE doet ook een beroep op een nieuwsgierige grondhouding gebaseerd op fundamentele menselijke neigingen zoals het willen weten, kritisch zijn, begrijpen, innoveren, bereiken, delen. Dit komt tot uiting in het toepassen van ontwerpend leren waarmee generieke (21ste-eeuwse) vaardigheden worden aangesproken. De student voert twee opdrachten uit: 1.
Cultureel ontwerp. De student ontwerpt samen met medestudenten ( 3 a 4 studenten) een krachtig leerarrangement voor een groep basisschoolleerlingen en voert dit uit op een stageschool. De student laat zich voeden en inspireren door een cultureel onderwerp op locatie. In (klein) groepsverband kiest de student een locatie die hem fascineert. Zijn eigen locatiefascinatie vertaalt hij naar een cultureel leerarrangement voor een groep basisschoolleerlingen (minimaal vijf, maximaal hele klas). De student verdiept zich in didactiek van de kunstvakken en OJW en past deze toe in het ontwerp. Het ontwerp, de uitvoering en de evaluatie, inclusief peerfeedback worden schriftelijk gepresenteerd.
2.
Het cultureel zelfportret. Hierbij reflecteert de student op zijn eigen culturele achtergrond. In het cultureel zelfportret verbeeldt/ verwoordt/ vertelt de student hoe zijn eigen culturele achtergrond en ervaringen bepalend zijn voor zijn huidige normen en waarden en beeld van goed onderwijs. De student gaat te werk volgens de vier culturele basisvaardigheden: waarnemen, verbeelden, conceptualiseren en analyseren. De student is onderzoekend te werk gegaan en heeft zichzelf en zijn culturele achtergrond beschouwend geanalyseerd. In het cultureel zelfportret is de
persoon zichtbaar, het is een persoonlijk document. De student gaat in dialoog met medestudenten over ieders culturele achtergrond en doet dat op een open, betrokken en respectvolle manier. 10. Competenties
SBL-competenties op niveau 1: Interpersoonlijk competent Vakinhoudelijk en didactisch competent Organisatorisch competent Competent in samenwerken met collega’s Competent in samenwerken met de omgeving Competent in reflectie en ontwikkeling Relatie met de kennisbasis: Muziek : 1.1 / 1.2 / 2.2 / 3.2 / 3.3 / 4.2 Dans en Drama: 1.1 / 1.2 / 1.4 / 2.1 / 3.2 / 4.2 Beeldend onderwijs: 1.1 / 1.2 / 1.4 / 2.1 / 3.2 / 4.1 Aardrijkskunde: 1.1 / 2.1 / 4.1 Geschiedenis: 1.1 / 2.1 / 4.1
Natuur en techniek: 1.1 / 2.1 / 4.1\ 11. Beoordelingscriteria
Deeltentamen 1 Cultureel ontwerp
De student kan in (klein) groepsverband een cultureel onderwerp vertalen in een krachtig leerarrangement voor een groep basisschoolleerlingen, waarin kinderen actief en onderzoekend leren en waarbij ICT-middelen doelgericht worden ingezet. De student kan in dit leerarrangement vakken in samenhang aan de orde laten komen en leerdoelen op generieke en vak gebieden beschrijven. De student kan zijn inhoudelijke en didactische keuzes binnen dit arrangement verantwoorden in het licht van de beginsituatie en kenmerken van leerlingen en zichzelf, waaronder kenmerken van de culturele beginsituatie. De student werkt resultaatgericht, constructief en prettig samen met medestudenten en draagt eraan bij dat iedereen zich optimaal inzet vanuit eigen kwaliteiten.
Deeltentamen 2 Cultureel zelfportret
De student kan aangeven hoe zijn eigen culturele achtergrond en ervaringen bepalend zijn voor zijn huidige normen en waarden en beeld van goed onderwijs. De student realiseert zich dat dit voor ieder mens geldt en communiceert van daaruit respectvol. De student kan aangeven hoe zijn eigen normen en waarden zich ontwikkelen door in dialoog te gaan met anderen.
12. Tentaminering
toetsvorm
aantal examinatoren
cijfer / cesuur (niet) voldaan
weging
minimaal resultaat
periode afname en herkansing
compensatie
Toegestane hulpmiddelen
5,5
Periode 4, herkansing in augustus
geen
n.v.t.
voldaan
Periode 4, herkansing in augustus
geen
n.v.t.
Deeltentamen 1 Cultureel ontwerp, code CUL001 Schriftelijke presentatie
1 (docent Kunsten of OJW)
Cijfer
55% van het totaal 100% aantal te behalen punten (de gemeten validiteit kan nog invloed uitoefenen op het eindcijfer).
Deeltentamen 2 Cultureel zelfportret, code CUL002 Mondelinge presentatie
1 (opleidingsdocent) (niet) voldaan
55% van het totaal aantal te behalen punten (de gemeten validiteit kan nog invloed uitoefenen op het eindcijfer).
13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur
OWE-reader (digitaal) Gootjes-Klamer, L. & Nieuwenhuizen, M. (2011) Basisboek cultuuronderwijs. Groningen: Noordhoff. Heusden, B. van (2010). Cultuur in de spiegel. SLO - Rijksuniversiteit Groningen.
Actuele vakliteratuur muziek/drama/bv/ojw komt op Scholar. 15. Software
n.v.t.
16. Overig materiaal
www.entoen.nu www.laatmaarleren.nl online methode voor beeldend onderwijs en creatief schrijven (via koppeling op Scholar)
17. Activiteiten
Presenteren, Leren op locatie, uitvoering stage
18. Werkvormen
Hoorcollege, werkcollege, excursie, zelfstandig werken, individueel en in groepjes
19. Les-/contacturen
Stage: 72 uur (24 contacturen) Lesuren: 27 uur Contacturen: 51 Subtotaal SBU: 99 Zelfstudie: 111 totaal: 210 SBU
20. Onderwijsperiode
Periode 4
21. Maximum aantal deelnemers Hoorcollege/gastcollege: 125 studenten
Werkcollege: 30 studenten Leeratelier: 60 studenten
Titel onderwijseenheid (OWE)
OWE 12 Opleidingsbekwaam, PAB-P12
1.
Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs
2.
Doelgroep
Propedeuse voltijd HAN Pabo
3.
Beroepstaak/beroepstaken
Lesgeven Begeleiden van lerende(n) Ontwerpen van leerarrangementen Bijdragen aan de schoolorganisatie
4.
Centrale beroepstaak
-
5.
(Beroeps)Producten
Pwc met 3 “pareltjes” (onderwijsactiviteiten/arrangementen) met spreiding over de verschillende OWE’s uit de propedeutische fase.
6.
Studiepunten/studielast
5 stp =140 SBU
7.
Samenhang met andere OWE’s
Alle OWE’s dienen als bron voor de IT.
8.
Ingangseisen
Voor deeltentamen Integrale toets, gesprek n.a.v. PWC: Student heeft de landelijke taaltoets en rekentoets (Wiscat) behaald en minimaal 30 studiepunten.
Voor deeltentamen Basale gecijferdheid: Student heeft de landelijke rekentoets (Wiscat) behaald. 9.
Algemene omschrijving
Deze OWE is de integrale afsluiting van de propedeuse. Studenten laten het beste van hun kunnen zien van wat het afgelopen jaar is geleerd en bewijzen hiermee dat ze opleidingsbekwaam zijn. De OWE bestaat uit drie deeltentamens: een gesprek met de student en twee assessoren naar aanleiding van het pwc, de stagebeoordeling en de toets basale gecijferdheid.
10. Competenties
SBL-competenties op niveau 1 Interpersoonlijk competent Pedagogisch competent Vakinhoudelijk en didactisch competent Organisatorische competentie Competent in samenwerken met collega’s Competent in samenwerken met de omgeving Competent in reflectie en ontwikkeling
11. Beoordelingscriteria
Deeltentamen 1 Integrale toets, gesprek naar aanleiding van het professioneel werkconcept (pwc) Competent in reflectie en ontwikkeling
De student verwoordt zijn motivatie voor het beroep en laat daarin zien dat hij er een realistisch beeld over heeft. De student verwoordt zijn motivatie voor de opleiding en laat zien dat hij er een realistisch beeld heeft over zijn ontwikkelingsmogelijkheden. De student beschrijft zichzelf als lerende en benoemt zijn sterke kanten en ontwikkelpunten. De studieverwachting en zelfbeeld van de student passen bij de getoonde kwaliteiten en prestaties in het afgelopen jaar. De student beschrijft planmatig hoe hij in het tweede jaar van de opleiding aan zijn professionele ontwikkeling gaat werken. De student verwoordt zijn opvattingen over goed onderwijs en onderbouwt deze vanuit de theorie. De student gebruikt hierbij (online) bronnen en beoordeelt deze op betrouwbaarheid.
Vakinhoudelijke en didactische competentie, interpersoonlijke competentie
De student gebruikt de in het eerste jaar aangeboden begrippen en vaktermen. De student verantwoordt keuzes in een lesontwerp vanuit theoretische/(vak)didactische noties. De student gebruikt feedback van medestudenten, vakdocenten, de mentor en leerlingen om een lesontwerp te evalueren en op basis daarvan beargumenteerd te verbeteren. De student toont aan dat hij de kwalificaties leren en lesgeven met ICT op niveau 1 beheerst.
Deeltentamen 2 Stage eindbeoordeling
De student toont in de interactie met kinderen enthousiasme voor het beroep leraar.
De student stemt in zijn basiscommunicatie op een plezierige en professionele wijze af op kinderen. De student geeft, binnen eenvoudige contexten, leiding aan een groep leerlingen. De student gebruikt de feedback van leerlingen, zijn mentor en andere professionals bij zijn ontwikkeling.
De student kan gedrag van kinderen verklaren omdat hij zich verdiept in zowel hun ontwikkelingsverloop als culturele achtergrond. De student laat in zijn voorbereidingen en handelen zien dat hij zich heeft verdiept in de beginsituatie en basisbehoeften van de kinderen in relatie tot de te bereiken doelen. De student gebruikt op een functionele manier ICT in zijn onderwijsactiviteiten. De student is in staat om de reken- of taalontwikkeling van kinderen te stimuleren.
De student toont met diverse activiteiten binnen verschillende leeftijdsgroepen een onderzoekende houding. De student maakt gebruik van theoretische bronnen. De student krijgt zicht op nieuwe ontwikkelingen en werkwijzen binnen het onderwijs van de school door in gesprek te gaan met het team. De student experimenteert, in goed overleg met zijn mentor, met nieuwe vormen van onderwijs.
De student is in staat om een heldere instructie te geven waarmee hij toont boven de leerstof te staan. De student blikt in gesprekken met zijn mentor terug op momenten van een stagedag, waarbij hij nieuwe aandachtspunten voor zijn ontwikkeling benoemt. De student kan in gesprekken en evaluaties zijn eigen handelen verantwoorden waarbij hij gebruik maakt van zowel zijn ervaringen uit de praktijk als de theorie.
Deeltentamen 3 Basale gecijferdheid 12. Tentaminering
Beheerst eigenvaardigheid rekenen op het niveau van groep 8+.
toetsvorm
aantal cijfer / examinato (niet) ren voldaan
cesuur
weging minimaal periode compensatie resultaat afname en herkansing
Toegestan e hulpmiddel en
Deeltentamen 1 Integrale toets, gesprek naar aanleiding van het professioneel werkconcept (pwc), code INT001 Gesprek 30 minuten o.b.v. schriftelijke presentatie
2
cijfer
55% van het totaal aantal te behalen punten (de gemeten validiteit kan nog
50%
6,0
Periode 4, geen herkansing in augustus
n.v.t.
invloed uitoefenen op het eindcijfer). Deeltentamen 2 Stage eindbeoordeling, code STA002
Gesprek 30 minuten o.b.v. schriftelijke presentatie.
cijfer
4* van de 8 punten= 6,0
50%
6,0
Periode 4
geen
n.v.t.
0%
6
Elke periode, twee toetskanse n per studiejaar.
Als de student bij de landelijke rekentoets (Wiscat) een score van 140 of hoger heeft behaald is daarmee tevens de toets basale gecijferdheid voldaan.
liniaal
* Wanneer minimaal één van de rubrics met 0 punten wordt beoordeeld, wordt het cijfer voor de beoordeling een 5, ongeacht het totaal aantal punten.
Stagebeoordeling gebaseerd op oordeel mentor, stagebegeleider en zelfevaluatie student
Deeltentamen 3 Basale gecijferdheid, code REK004 Schriftelijke toets
cijfer
Minimaal 32 van de 44 punten
.13. Verplichte literatuur
Alle verplichte literatuur van de OWE’s 1 tot en met 11
14. Aanbevolen literatuur
n.n.t.b. professioneel schrijven, zelf gevonden/ gekozen bronnen
15. Software
n.v.t.
16. Overig materiaal
n.v.t.
17. Activiteiten
n.v.t.
18. Werkvormen
(Werk)colleges ter ondersteuning m.b.t. rekenen, stage,
19. Les-/contacturen
Stage: 72 uur (24 contacturen) Tentamen: 2 uur Lesuren: 24 uur (+9 uur facultatief) Contacturen: 59 uur Subtotaal SBU: 98 Zelfstudie: 42 totaal: 140 SBU
20. Onderwijsperiode
Periode 4
21. Maximum aantal deelnemers n.v.t.
Titel onderwijseenheid (OWE)
Instapeis taal en rekenen, PAB-P13
1.
Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs
2.
Doelgroep
Propedeuse voltijd HAN Pabo
3.
Beroepstaak/beroepstaken
Begeleiden van lerende(n)
4.
Centrale beroepstaak
Begeleiden van lerende(n)
5.
(Beroeps)Producten
-
6.
Studiepunten/studielast
geen
7.
Samenhang met andere OWE’s
Een voldoende taal- en rekenniveau is een voorwaarde om de opleiding te kunnen volgen. Inhoudelijk hangt deze OWE vooral samen met OWE Verdiepen in rekenontwikkeling en OWE Verdiepen in taalontwikkeling.
8.
Ingangseisen
n.v.t.
9.
Algemene omschrijving
Met de landelijke Cito taal- en rekentoets wordt vastgesteld of eerstejaars pabostudenten voldoen aan de landelijk vastgestelde norm voor taal en rekenen. De Taaltoets-pabo bestaat uit 150 opgaven die het schriftelijk taalgebruik van de studenten op indirecte wijze meten. De eigen vaardigheid wordt getoetst op het gebied van spelling toepassen, formuleren, interpunctie en basisgrammatica. De Rekentoets-pabo wordt afgenomen met de computergestuurde adaptieve toets Wiscat. De eigen vaardigheid wordt getoetst op het gebied van hoofdrekenen, basisvaardigheden, breuken, procenten, verhoudingen, meten en meetkunde, informatieverwerking.
10. Competenties
SBL-competenties op niveau 1
Vakinhoudelijk en didactisch competent 11. Beoordelingscriteria
Deeltentamen 1 landelijke taaltoets
Spelling toepassen Formuleren Interpunctie Basisgrammatica
Deeltentamen 2 landelijke rekentoets: Wiscat 12. Tentaminering
Hoofdrekenen Basisvaardigheden Breuken, procenten, verhoudingen Meten en meetkunde Informatieverwerking
toetsvorm
aantal cijfer / examinato (niet) ren voldaan
cesuur
weging
minima periode afname en compensatie Toegestane al herkansing hulpmiddelen resultaa t
50%
5,5
De toets moet n.v.t. binnen 1 studiejaar behaald zijn. Er zijn drie kansen.
n.v.t.
50%
5,5
De toets moet n.v.t. binnen 1 studiejaar behaald zijn. Er zijn drie kansen.
Liniaal
Deeltentamen 1 landelijke taaltoets, code TAA001 kennistoets
1
cijfer
113 (75,3%) van de 150 opgaven moeten goed zijn
Deeltentamen 2 landelijke rekentoets, Wiscat, code REK001 kennistoets
1
cijfer
103 van de 200 punten.
13. Verplichte literatuur
-
14. Aanbevolen literatuur
Weerdt, H. de. (2008) De Taaltoets pabo haal je zo. Bussum: Coutinho. E. Moor de, W. Uittenbogaard, S. Kemme (2013). Basisvaardigheden Rekenen voor de pabo. Noordhoff Uitgevers
15. Software
-
16. Overig materiaal
Meer informatie is te vinden op de site van Cito: http://www.cito.nl/onderwijs/hoger%20onderwijs/ho_toetsen_pabo
17. Activiteiten
Zelfstudie
18. Werkvormen
Er is een ondersteuningsaanbod waar studenten aan kunnen deelnemen, vooral in de vorm van werkcolleges.
19. Les-/contacturen
Verspreid over het studiejaar is er een ondersteuningsaanbod.
20. Onderwijsperiode
Periode 1 t/m 4.
21. Maximum aantal deelnemers 30
Hoofdstuk 3 deel 3 OS, conform OER artikel 6.1 lid 2 Gegevens onderwijseenheden postpropedeutische fase Voltijd 2015 - 2016
Curriculumopbouw HAN Pabo locatie Nijmegen, voltijd programma 2015 - 2016: Periode 1 Jaar 2 kernfase
Jaar 3 kernfase
Jaar 4 afstudeerfase
Periode 2
2.1 Ontwikkeling van 2.3 Beschouwen,geloven, kinderen in kaart brengen vieren (7.5 stp) (7.5 stp) 2.2 Taal: denken en 2.4 Rekenen: denken en werken vanuit leerlijnen werken vanuit leerlijnen (7.5 (7.5 stp) stp) 2.8 Lesgeven aan kinderen met specifieke onderwijsbehoeften (15 stp) Integrale toets
Periode 3
Periode 4
2.6 Onderwijs afstemmen op ontwikkeling van kinderen (15 stp)
2.5 Leren door samen hardop te denken (7.5 stp) Minor (30 stp)
2.9 Wereldwijs 2.10 Professional zijn in bewegen met kinderen een groter geheel (7.5 stp) (7.5 stp) Integrale toets 3.1 Integraal junior leraar zijn 3.2 Praktijkgericht onderzoek doen 3.3 Denken en werken vanuit een professioneel werkconcept (PWC) 3.4 Meesterproef 3.5 Integrale toets Afstudeerfase
Groen = generiek, Donkerblauw = deels specialisatie / deels generiek, Lichtblauw = specialisatie
2.7 Thematisch onderwijs ontwerpen (7.5 stp)
Titel OWE
OWE 2.1 Ontwikkeling van kinderen in kaart brengen
code
PAB-VD2.1
1. Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs HAN Pabo locatie Nijmegen
2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. (Beroeps)Producten 6. Studiepunten / studielast: Contacttijd / Onderwijstijd
Kernfase voltijd ; afstudeerrichting JK en OK (generiek) Begeleiden van lerende(n)
7. Samenhang met andere OWE’s
Deze OWE vormt samen met de integrale toets en de andere OWEs van de kernfase een cyclisch geheel. Handelingsgericht en opbrengstgericht werken wordt in deze periode aangezet. Het vormt op die onderwerpen het fundament voor de kernfase.
8. Ingangseisen m.b.t. tentamens 9. Algemene omschrijving
-
10. Competenties
√ Pedagogisch competent
Begeleiden van lerende(n) p&o presentatie ‘visie evaluatie en toetsing’, logopedietoets 7,5 stp / 210 sbu Contacttijd: 51 uur (hoor en werkcolleges, inclusief 4 gastsprekers)
Onderwijstijd (zelfstudie): 159 uur
Het onderwijs dient zo te worden ingericht en vormgegeven dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het onderwijs moet afgestemd worden op mogelijkheden en ontwikkelingskenmerken van individuele leerlingen. Deze afstemming vraagt om een nauwkeurig beeld van de ontwikkeling van kinderen. De student gaat aan de slag met de eerste fasen van het model van handelingsgericht werken ( waarnemen en begrijpen) met bijdragen vanuit de vakken pedagogiek & onderwijskunde (p&o), statistiek, ict en logopedie. Bij het vak pedagogiek en onderwijskunde wordt ook aandacht besteed aan visievorming met betrekking tot evaluatie en toetsing in het basisonderwijs. √ Vakdidactisch en vakinhoudelijk competent √ Organisatorisch competent √ Competent in samenwerking met de omgeving √ Competent in samenwerking met collega’s
11. Beoordelingscriteria
√ Competent in reflectie en ontwikkeling In het overzicht van de tentamenstof, zoals opgenomen in de beroepstaakwijzer, staan de doelen en de beoordelingscriteria van deze OWE-toetsing geformuleerd. Kennistoets Ik kan in mijn uitleg de volgende begrippen adequaat, onderscheidend en in samenhang gebruiken: afstemmen, talentontwikkeling, management, ouders & samenleving, handelingsgericht werken, werken in een team en leerlingvolgsysteem. Ik kan de basisstructuur van een groepsplan en kan deze invullen en interpreteren. Ik kan onderscheid maken tussen methodegebonden toetsen en methodeongebonden toetsen kan aangeven wanneer en met welk doel ze gebruikt worden en wat ze meten. Ik kan eenvoudige beschrijvende statistiek toepassen bij het interpreteren van toetsgegevens. -
Voor de presentatie p&o zijn de beoordelingscriteria onder andere De leden zijn allen duidelijk ‘expert’.
-
Visie en kern van het thema helder geschetst. Juist gebruik van relevante termen. Goede inhoudelijke argumenten. In de presentatie aandacht voor verschillende posities / standpunten/ kritische vragen.
Een van de criteria voor de toets logopedie is: Ik kan de meest voorkomende spraak- en taalproblemen signaleren en mijn handelen als leerkracht hierop afstemmen. Toetsvorm
Aantal examinatoren
Cijfer / (niet) voldaan
Cesuur
12. Tentaminering (deel)toetsen
11. Beoordelingscriteria
p&o-presentatie
De leden zijn allen duidelijk ‘expert’. Visie en kern van het thema helder geschetst. Juist gebruik van relevante termen. Goede inhoudelijke argumenten. In de presentatie aandacht voor verschillende posities / standpunten/kritische vragen.
Mondelinge presentatie
1
(niet) voldaan
6 van de 10 punten
Kennistoets p&o, statistiek en ict
Kennis over de bestudeerde literatuur, inhoud van de lessen en gastlessen
Kennistoets
1
Cijfer
Logopedietoets
60% van het totaal te behalen punten (100) 60% van het totale aantal punten
13. Verplichte literatuur
Weging
Min. vereist resultaat
Frequentie
compen-
-
voldaan
2 pogingen per studiejaar
nvt
Powerpoint Hand-out
100%
6,0
2 pogingen per studiejaar
nvt
nvt
satie
toegestane hulpmiddelen
2 voldaan Kennistoets 1 (niet) nvt nvt Een koppeling maken tussen de bestudeerde theorie en herkenning van pogingen voldaan spraaktaalproblemen. per De diverse begrippen benoemen en herkennen als fonologie, studiejaar morfologie, semantiek, pragmatiek en syntaxis. Verschillende taal- en articulatieproblemen benoemen en herkennen en een koppeling leggen naar het leerkrachthandelen in de klas De relatie leggen naar de minimum spreeknormen en het handelen hierop afstemmen. Pedagogiek & onderwijskunde en statistiek: Artikelen die tijdens de bijeenkomsten worden uitgedeeld. Pameijer, N., Beukering, T van & Lange S. de (2011), “Handelingsgericht werken: een handreiking voor het schoolteam” Leuven/Den Haag: Acco. Uit dit boek: Het Woord vooraf, hoofdstuk 1 en van hoofdstuk 3 de paragrafen 3.1 tot en met 3.6. Eijkeren, van M. (2013). Werken in het basis onderwijs. Utrecht: ThiemeMeulenhoff. Hoofdstuk 2, 3 en 12. Eijkeren, van M. (2013). Pedagogisch-didactisch begeleiden. Utrecht: ThiemeMeulenhoff. Hoofdstuk 1, 8.2.1 tot en met 8.2.4, 9.3 tot en met 9.3.3 en 5.3 tot en met 5.3.3.
CITO, DLE hoe zit het daarmee?, http://www.cito.nl/~/media/cito_nl/Files/Primair%20en%20speciaal%20onderwijs/cito_dle_flyer.ashx
Hollenberg, J,. & Lubbe, M.van der (2011). Toetsen op school PO. Arnhem: Cito. Hoofdstuk 1, 3 en 5. Te downloaden via site Cito: http://www.cito.nl/~/media/cito_nl/Files/Onderzoek%20en%20wetenschap/cito_toetsen_op_school_po.ashx
Logopedie: C.Lindenberg-Meijerman ( 2007), Logopedie en leerkracht, Wolters-Noordhoff Groningen-Houten, Hoofdstuk 5, 6, 7, 8 en 10. ict: Een digitaal klassenboek. Opbrengsten van een digitaal leerlingvolgsysteem voor het ontwikkelingsgericht onderwijs. van Kennisnet onderzoeksreeks – Ict in het onderwijs, te downloaden of te bestellen (gratis) via http://onderzoek.kennisnet.nl/naar-de-onderzoeken/onderzoeksreeks
.
14. Aanbevolen literatuur
Opbrengstgericht werken doe je zo! 9 Schoolportretten (2009) PO raad, Utrecht
15. Software
Cito Leerling- en onderwijsvolgsysteem
16. Overig materiaal
Werkmateriaal
17. Activiteiten
In de lessen pedagogiek en onderwijskunde gaan de studenten met coöperatieve werkvormen aan het werk met bestudeerde literatuur. Een aantal keren zijn er gastsprekers uitgenodigd. Een aantal lessen hebben het karakter van hoorcolleges. In de slb-bijeenkomsten is er aandacht voor het Persoonlijk OpleidingsPlan (POP), er wordt kennis gemaakt met het lesvoorbereidingsmodel niveau 2 en de studenten worden voorbereid op de stage. Bij statistiek gaan de studenten in drie bijeenkomsten dieper in op getalsmatige gegevens en de representatie ervan en er wordt relevante beschrijvende statistiek bestudeerd. Bij logopedie wordt theorie en praktijk gekoppeld door te kijken naar filmpjes van kinderen met de meest voorkomende spraaktaalproblemen. Ook wordt er geoefend met het kijken naar en interpreteren van een taalbeeld; De studenten denken na over de vraag: Wat zeggen deze gegevens mij als leerkracht en welke acties moet ik ondernemen? Bij ict wordt gewerkt met het Cito Volgsysteem primair onderwijs (LOVS). Bij bewegingsonderwijs worden tijdens de lesbijeenkomsten stimulerende en inspirerende voorbeelden van contextactiviteiten met elkaar uitgevoerd. Er is aandacht voor verdieping en nuancering. Klassikale bijeenkomsten, bijeenkomsten basisgroepen en gastcolleges. Deze OWE omvat 34 blokken van 1,5 uur. Zie verder punt 6. Periode 1, 7 weken Klassengroep, maximaal 30 studenten
18. Werkvormen 19. Les- / contacturen 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers
Titel OWE code
OWE 2.2 Taal; denken en werken vanuit leerlijnen PAB-VD2.2
1. Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs
2. Doelgroep
Kernfase voltijd (Afstudeerrichting JK en OK – Generiek) HAN Pabo locatie Nijmegen
3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. (Beroeps)Producten
Lesgeven Begeleiden van lerende(n) Huiswerkopdrachten.
6. Studiepunten / studielast: Contacttijd / Onderwijstijd
7,5 stp / 210 sbu Contacttijd: 43 uur
7. Samenhang met andere OWE’s
Onderwijstijd: 167 uur
Deze OWE hangt inhoudelijk samen met het onderdeel ‘mondelinge taalontwikkeling’ in beroepstaak 2.5, met het onderdeel `opbrengstgericht werken met taal’ in OWE 2.6 en met het onderdeel `thematisch ontwerpen’ in OWE 2.7. In OWE 2.5, 2.6 en 2.7 worden de hier verkregen kennis en inzichten toegepast in onderwijsontwerpen.
8. Ingangseisen m.b.t. tentamens 9. Algemene omschrijving
In deze beroepstaak worden drie aspecten van taalonderwijs onder de loep genomen: De ontwikkeling van geletterdheid bij kinderen van 0 tot 12 jaar Didactieken voor het werken aan geletterdheid op de basisschool Het leren van Engels op de basisschool, inclusief eigen vaardigheid. Hierbij komen ook overeenkomsten en verschillen tussen eerste, tweede en vreemde talenonderwijs en de kennisbasis Nederlandse taal voor leraren basisonderwijs aan de orde.
10. Competenties
√ Vakdidactisch en vakinhoudelijk competent √ Organisatorisch competent √ Competent in samenwerking met collega’s
11. Beoordelingscriteria 12. Tentaminering (deel)toetsen Kennistoets taal/Engels
√ Competent in reflectie en ontwikkeling In het overzicht van de tentamenstof, zoals opgenomen in de Beroepstaakwijzer staan de doelen en de beoordelingscriteria van deze OWE-toetsing geformuleerd. Beoordelingscriteria
Relevante vakdidactische begrippen kennen en adequaat hanteren in de context van een geschetste praktijksituatie zowel voor Nederlands als het vakgebied Engels. Kunnen uitleggen wat essentieel is in het proces van leren lezen en schrijven (aanvankelijk lezen en spellen, voortgezet technisch lezen, begrijpend lezen en stellen), welke plaats dit heeft in het onderwijs en hoe daar didactisch vorm aan wordt gegeven. Kunnen benoemen wat taalbewustzijn is en welke rol dit speelt in het lees- en schrijfonderwijs. De referentieniveaus voor lezen en schrijven en de bijbehorende tussendoelen Taal in het basisonderwijs kunnen toelichten en concreet maken aan de hand van voorbeelden.
toetsvorm
Aantal examinatoren
Kennistoets, bestaande uit:
- 57 digitale vragen
1
- 2 open vragen ttd
1
- 1 open vraag Engels
1
cijfer / (niet) voldaan
Cesuur
Weging
Min. vereiste resultaat
Frequentie
Compensatie
toegestane hulpmiddelen
cijfer
60% van het maxim um aantal punten .
100%
6,0
2 pogingen per studiejaar
nvt
nvt
Verdeling als volgt:
50%
30%
20%
Vaardigheidstoets Engels
13. Verplichte literatuur
14. Aanbevolen literatuur 15. Software 16. Overig materiaal 17. Activiteiten
18. Werkvormen 19. Les- / contacturen 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers
Student beheerst luistervaardigheid en leesvaardigheid Engels op minimaal niveau B1 van het Europees Referentie Kader (het niveau Opleiding tot leraar basisonderwijs).
Vaardigheidstoets (digitaal)
voldaan
2 pogingen per studiejaar
nvt
nvt
Hoorcollege, informatieoverdracht klassikaal, opdrachten in tweetallen of in kleine groepen, responsiecollege. Deze OWE omvat voor 13 blokuren van 1,5 uur en samen met Engels een opening en afsluitende bijeenkomst. Daarnaast voor Engels 5 blokuren van 1,5 uur en 4 slb bijeenkomsten. Periode 1 Klassengroep, maximaal 30 studenten
code
PAB-VD2.3 Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs
Doelgroep
Kernfase voltijd – HAN Pabo locatie Nijmegen; afstudeerrichting Jonge Kind / Oudere Kind (JK/OK)
3.
Beroepstaak/ beroepstaken
Ontwerpen van leerarrangementen Bijdragen aan de schoolorganisatie
4.
Centrale beroepstaak (Beroeps)Produ cten
-
5.
-
Engels: Bodde-Alderlieste, M. & Schokkenbroek, J. (2011). Engels in het basisonderwijs. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Aanvullende artikelen kunnen op Scholar geplaatst worden. www.lesintaal.nl n.v.t. Lessen op de pabo: klassikaal en werken in groepen Zelfstudie en maken van huiswerkopdrachten n.a.v. bestudeerde stof
OWE 2.3 Beschouwen, geloven, vieren
2.
B1 niveau
Taal en taaldidactiek: Huizenga, H. (2010). Aanvankelijk en technisch lezen, Groningen: Noordhoff. Förrer, M. & Mortel, K. van de (2010), Lezen…denken…begrijpen! Handboek begrijpend lezen in het basisonderwijs, Amersfoort: CPS. Reader ttd 0506 Didactiek tekstschrijven
Titel onderwijseenheid (OWE)
1.
(niet) voldaan
Lessenserie inclusief een viering Kunstzinnig product Visieverslag
6.
7. 8. 9.
Studiepunten/st udielast
Samenhang met andere OWE’s Ingangseisen Algemene omschrijving
10.
Competenties
11.
11. Beoordelingscri teria
Reflectieverslag
7.5 stp / 210 sbu Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor individuele en groepszelfwerkzaamheid Stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Deze OWE is een vervolg op OWE 1.2. Expressie en communicatie. Verdere verdieping vindt plaats tijdens OWE 2.9. Wereldwijs bewegen.
44 80 86 210 uur
Studenten ontwikkelen antennes voor levensbeschouwelijke aspecten in het leven en leren nadenken over onderwijs en opvoeding in de hedendaagse samenleving vanuit een cultuurbeschouwelijk perspectief. Op kindniveau leren studenten leerlingen begeleiden in hun levensbeschouwelijke ontwikkeling en ontdekken ze hoe het leren van kinderen ondersteund kan worden op een creatieve en veelzijdige manier. Studenten werken met kinderen aan basisvertrouwen in het leven en bevorderen de ontwikkeling van heel het kind. Studenten zullen aandacht hebben voor zowel hun hoofd en handen alsook hun hart en ziel. Studenten zien in dat opvoeding en onderwijs cultuurbepaald zijn. De studenten kunnen de fasen uit het cultuurmodel van Van Peursen herkennen in artikelen over samenleving, opvoeding en onderwijs. Studenten ervaren de kracht van de kunstvakken in relatie tot leren met hoofd, hart, handen en ziel. Inter-persoonlijk competent Pedagogisch competent Vakdidactisch en vakinhoudelijk competent Competent in samenwerking met collega’s Competent in reflectie en ontwikkeling deeltentamen 1: Cultuur beschouwen Student:
laat zien dat en hoe opvoeding en onderwijs cultuurbepaald zijn. De student onderbouwt dit met diverse voorbeeldden. onderbouwt zijn argumentatie met behulp van het cultuurmodel van Van Peursen. laat zien te reflecteren op zijn persoonlijke en professionele ontwikkeling in relatie tot de cultuurbepaaldheid van zijn ideeën en standpunten m.b.t. opvoeding en onderwijs.
deeltentamen 2: Creatief levensbeschouwelijk leren Student:
beschrijft in een visieverslag zo concreet mogelijk elementen die van invloed zijn op de persoonlijke levensbeschouwelijke vorming onderbouwt de beschrijving met heldere argumentatie schrijft het visieverslag op inhoudelijk coherente en consistente wijze met adequate verwijzingen naar bronnen (APA) laat een breed perspectief op levensbeschouwing en op levensbeschouwelijk leren en vieren zien benoemt leeropbrengsten uit vaklessen, het maken van een kunstzinnig product, stage en vakliteratuur en beschouwt deze in samenhang met de eigen (visie)ontwikkeling. (knock-out criterium) participeert aan groepsgesprek, daagt anderen uit tot verkenning en verantwoording van opgedane ervaringen, kennis en standpunten.
12.
Tentaminering
laat een breed perspectief op levensbeschouwelijk leren en vieren zien. laat zich door docentvragen aan het denken zetten en tot verdere exploratie uitdagen.
toetsvorm
aantal
Beoordeling = cijfer
examinatoren
/ (niet) voldaan
cesuur
weging
minimaal resultaat
periode afname
compensatie
en herkansing =
toegestane hulpmiddelen
frequentie
deeltentamen 1: schriftelijke presentatie Cultuur beschouwen schriftelijke presentatie (op DPF)
1
Cijfer
66,6% van het totaal aantal te behalen punten, het eerste criterium = knockout
30%
6,0
2x per jaar
nvt
nvt
70%
6,0
2X per jaar
nvt
nvt
Deeltentamen 2: schriftelijke en mondelinge presentatie Creatief levensbeschouwelijk leren Schriftelijke presentatie+ mondelinge presentatie
13.
Verplichte literatuur
14.
Aanbevolen literatuur
15. 16.
Software Overig materiaal Activiteiten
17.
2
Cijfer
75% van het totaalaantal te behalen punten, het eerste criterium = knockout
RLV:
Berg, Bas van den, (2013) Geloof je het zelf?! Levensbeschouwelijk leren in het primair onderwijs. Bussum: Coutinho. Artikelen op Scholar. Bronnenboek RLV kernfase pabo 2
Cube: Bronnenboek Cultuurbeschouwing BT.2.3 RLV: Schepper, Jef de (2006), Levensbeschouwing ontwikkelen. Didactiek voor godsdienst/levensbeschouwing in het primair onderwijs, Kwintessens. Methodes en projecten Godsdienst/levensbeschouwing basisonderwijs. Raamleerplan voor Godsdienst/Levensbeschouwing op Katholieke Basisscholen, NKSR, 1999. www.coutinho.nl/student/webondersteuning/geloofjehetzelf
De student participeert actief in de lessen en verricht de nodige voorbereiding voorafgaand aan de lessen. De student voert zowel praktische als theoretische als reflectieve opdrachten
18.
Werkvormen
19.
Les/contacturen Onderwijsperio de Maximum aantal deelnemers
20. 21.
Titel OWE
uit. De student werkt zowel aan visie ontwikkeling, als aan ontwikkeling van het handelen in de praktijk met kinderen. Theorielessen met activerende werkvormen Zelfstudie: verdiepen in aangegeven literatuur Ateliers Praktijkonderwijs ( stage) Zie punt 6. 2 30
OWE 2.4 Rekenen; denken en werken vanuit leerlijnen
code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. (Beroeps)Producten 6. Studiepunten / studielast: Contacttijd / Onderwijstijd
7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen m.b.t. tentamens 9. Algemene omschrijving
PAB-VD2.4
Opleiding tot leraar basisonderwijs (HAN Pabo locatie Nijmegen) Kernfase voltijd , deels specifiek en deels generiek afstudeerrichting Jonge Kind (JK )en Oudere Kind (OK) Lesgeven Begeleiden van lerende(n)
Groepsonderzoek en daarop afgestemde lessen rekenen-wiskunde 7,5 stp / 210 sbu Contacttijd: Onderwijstijd, incl stage: JK: 162 uur BT 2.4 JK: 48 uur BT 2.4 OK: 36 uur OK: 174 uur Deze OWE vormt samen met de integrale toets en de andere OWEs van de kernfase een cyclisch geheel. Student leert denken en werken vanuit leerlijnen rekenen-wiskunde o.a. onder andere door het opzetten en uitvoeren van een groepsonderzoek rekenen-wiskunde met ondersteuning vanuit pedagogiek en onderwijskunde. Daarnaast ontwerpt student enkele lesactiviteiten op basis van de bevindingen en voert deze uit in de stagegroep. Student laat zo zien dat hij onderwijs kan afstemmen op de groep. Vanuit een helder zicht op de schoolgroep ontwerpt student 3 samenhangende activiteiten of lessen behorende bij één van de rekendomeinen. Voor het oudere kind: hele getallen of in overleg kommagetallen, voor het jongere kind maakt student een keuze uit de domeinen (hele getallen, meten en/of meetkunde). Belangrijk hierbij is dat student laat zien zicht te hebben op de groep en de interventies dus kan afstemmen op de groep, denkend en werkend vanuit leerlijnen en andere verzamelde gegevens. Student beschouwt en handelt vanuit: theorieën over ontwikkelingen en leren, geconcretiseerd voor rekenen-wiskunde
de visie op het werken met leerlijnen en differentiëren van de school waar student stage loopt. Student richt zich op alle kinderen in de groep en houdt rekening met de gedetailleerde informatie over 5 kinderen. Vanuit pedagogiek en onderwijskunde wordt aandacht besteed aan de relatie tussen schoolvisie op onderwijs en het eigen handelen in de klas. Verder worden behandeld: leerstrategieën en leervoorwaarden als werkhouding, motivatie en attributie. 10. Competenties
11. Beoordelingscriteria
Interpersoonlijk competent Pedagogisch competent Vakdidactisch en vakinhoudelijk competent Organisatorisch competent Competent in samenwerking met collega’s Competent in reflectie en ontwikkeling In het overzicht van de tentamenstof, zoals opgenomen in de Beroepstaakwijzer staan de doelen en de beoordelingscriteria van deze OWE-toetsing geformuleerd. Een selectie van de beoordelingscriteria staan hieronder per deeltoets vermeld.
12. Tentaminering (deel)toetsen
11. Beoordelingscriteria (selectie per deeltoets)
toetsvorm
Aantal examinatoren
cijfer / (niet) volda an
Cesuur
Weging
Kennistoets Rekenen en wiskunde & Pedagogiek onderwijskunde
Rekenen en Wiskunde: Kennis van wat essentieel is in het domein van de gehele getallen, welke plaats deze heeft in het onderwijs en hoe daar didactisch vorm aan wordt gegeven. Kennis van wat essentieel is in het domein verhoudingen, breuken, procenten en kommagetallen, welke plaats deze heeft in het onderwijs en hoe daar didactisch vorm aan wordt gegeven. Kunnen pendelen tussen de globale theorie van rekenen-wiskunde en de hierboven genoemde twee domeinen. Weten dat kinderen verschillende strategieën hanteren bij het oplossen van rekenen-wiskunde opgaven, deze herkennen, benoemen en het onderwijs erop afstemmen. Bedenken met behulp van welke (grote of kleinere) interventies het betreffende kind een stapje verder kan komen. Pedagogiek en onderwijskunde: Kennis en inzicht van de relatie tussen schoolvisie op onderwijs en eigen handelen in de klas Kennis en inzicht met betrekking over leerstrategieën Kennis en inzicht met betrekking tot leervoorwaarden als werkhouding, motivatie en attributie
Kennistoets
1
cijfer
60 %
33 %
𝟏 𝟑
Min. vereiste resulta at
Frequentie
Compensatie
toegestane hulpmiddelen
6,0
2 pogingen per studiejaar
-
-
Groepsonderzoek
13. Verplichte literatuur
14. Aanbevolen literatuur
𝟐 2 pogingen 6,0 Schriftelijke 1 cijfer 60% Een groepsonderzoek kunnen doen voor de thuisklas en op basis 66 % 𝟑 per presentatie daarvan leerinhouden (met name op het gebied van studiejaar (op dpf) rekenen-wiskunde) en interventies afstemmen op de groep of een groepje kinderen. Doelen (van de activiteiten) zijn verantwoord vanuit het vooronderzoek en correct geformuleerd. De doelen hebben een rekendidactisch component. Feedback van medestudenten en mentor op het vooronderzoek is zichtbaar verwerkt. In de opzet van de lesactiviteiten is didactiek/theorie verwerkt en verantwoord vanuit het vooronderzoek . De begeleidingsinterventies zijn gebaseerd op de theorie/didactiek. In de reflecties wordt met behulp van de theorie/didactiek teruggeblikt en voornemens gemaakt ten aanzien van het eigen handelen en het rekenen van de kinderen. Feedback en tips van de mentor worden zichtbaar in gezet. Jonge Kind: In de voorbereiding en de begeleiding van kinderen laat de student zien rekening te houden met specifieke ontwikkelingspsychologische kenmerken en het leren van jonge kinderen. Literatuur Rekenen en wiskunde Zanten, M., Bergh van den, J. (2014). Verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen. Amersfoort: Thieme Meulenhoff ISBN 978 90 06 95537 8 Alleen indien je voor jongere kind gekozen hebt: Oonk, W. (2014) Rekenen-wiskunde in de praktijk Onderbouw. Groningen: Noordhoff Uitgevers, ISBN 97890-01-83281-0 Literatuur pabo 1 wordt bekend verondersteld en zo nodig opgehaald (Zanten, van M et al. (2010) Meten en Meetkunde en Van Zanten M. (2007) Hele getallen) Aangevuld met in de bijeenkomsten uitgereikt materiaal en relevante websites. Literatuur Pedagogiek en Onderwijskunde Hoofdstuk 8.3, 9.1, 10.1, 10.2, 10.3 in Ontwikkelingspsychologie, Feldman R., (2011) Amsterdam: Pearson Education Hoofdstuk 4 in Leren over leren, Oosterheert I. (2007). Groningen: Noordhoff Uitgevers Hoofdstuk 2,3 in Handelingsgericht werken; een handreiking voor het schoolteam, Pameijer, N., Beukering, T. en Lange S., (2009), Leuven: Acco Hoofdstuk 3 in Leerlingenzorg in de basisschool, Maas A., (2007). Heeswijk-Dinther: Esstede (wordt uitgereikt in de les) Jansen H., Werkhoudingsproblemen, afstemmingsstrategie, uitgedeeld artikel, op hoofdlijnen bestuderen Hoofdstuk 1 en 2 in Kiezen voor het jonge kind, H. Brouwers, Bussum: Countinho maart 2012 Enkele documenten op Scholar Jongere Kind: Slenders, M. , van Roosmalen-Noppen, Hilhorst M., Van Schijndel-Boel I.(2009). Spelend Rekenen. Drunen: Delubas
Oudere kind:
15. Software 16. Overig materiaal 17. Activiteiten 18. Werkvormen 19. Les- / contacturen
20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers
Titel onderwijseenheid (OWE) code 1.
Oonk, W. e.a. (2011). Rekenen-wiskunde in de praktijk, Kerninzichten. Groningen: Noordhoff Uitgevers
Aanbevolen: abonnement op: Volgens Bartjens Opzetten en uitvoeren van groepsonderzoek, op basis van dit onderzoek lesactivitieten ontwerpen en uitvoeren. Hoorcolleges, generieke lessen, bouwspecifieke lessen, werk/feedback-bijeenkomsten. Deze OWE omvat: 14 x rekenen-wiskunde waarvan 5 generieke bijeenkomsten, 9 bijeenkomsten Oudere kind, 9 bijeenkomsten Jongere kind 2 x rekenen-wiskunde: voorbereiding op kennisbasistoets 3x P & O generiek 4 x P &O Jongere kind 2 x SLB 5 x Bew, alleen specialisten JK Periode 2, 8 weken inclusief 1 stageweek Klassengroep, maximaal 30 studenten
OWE 2.5 Leren door samen hardop te denken. OWE code 1415 2.5 V PAB-VD2.5
Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs (HAN Pabo locatie Nijmegen)
Doelgroep
Kernfase voltijd (Afstudeerrichting Jonge Kind en Oudere Kind – deels specifiek en deels generiek)
3.
Beroepstaak/ beroepstaken
Begeleiden van lerende(n)
4.
Centrale beroepstaak
Begeleiden van lerende(n)
5.
(Beroeps)Producten
6.
Studiepunten/studiela st
2.
Film: gesprek in de stageklas Lesvoorbereiding Verantwoording Reflectie Collegiaal feedback: filmpje
7.5 stp / 210 sbu Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor individuele en groepszelfwerkzaamheid Stage
40 84 86
7. 8. 9.
Samenhang met andere OWE’s Ingangseisen Algemene omschrijving
10.
Competenties
11.
Beoordelingscriteria
Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 210 uur Binnen deze OWE maakt de student kennis met verschillende gespreksvormen en werkt hij aan zijn eigen vaardigheden om een gesprek te (bege)leiden. Deze gesprekken en deze vaardigheden kunnen in iedere onderwijssetting ingezet worden om bij te dragen aan de onderwijsdoelen. In deze onderwijseenheid komen de volgende gespreksvormen aan de orde: ‘Dialogic talk’ bij natuuronderwijs Kunstbeschouwende gesprekken Onderwijsleergesprekken Filosofische gesprekken Vanuit taaldidactiek leert de student daarnaast wat ‘taalontwikkelende gesprekken’ zijn. Hij leert hoe je ervoor kunt zorgen dat binnen alle gespreksvormen kinderen worden uitgedaagd hun mondelinge taalvaardigheid maximaal in te zetten en verder te ontwikkelen. Al die gesprekken hebben tot doel leerlingen zelf na te laten denken en hun gedachten te laten verwoorden en hierover met medeleerlingen in gesprek te gaan. De leerlingen raken daarmee meer thuis in bepaalde onderwerpen of vakgebieden, scherpen hun denken en worden steeds taalvaardiger. Het is de taak van de leerkracht dit proces te stimuleren en het gesprek zodanig te begeleiden dat de leeropbrengst optimaal is. √ Interpersoonlijk competent √ Pedagogisch competent √ Vakdidactisch en vakinhoudelijk competent √ Organisatorisch competent √ Competent in reflectie en ontwikkeling competent in samenwerking met collega's deeltentamen 1: Schriftelijke presentatie (op DPF) Leren door samen hardop te denken Student: Geeft belang aan van waarom ‘samen hardop denken’ voor het leren van kinderen belangrijk is. Kan onderbouwde uitspraken doen over de wijze van toepassen van diverse gespreksvormen. Kan taalontwikkelende gespreksvaardigheden adequaat inzetten in gespreksvormen zoals hierboven genoemd. Kan in dit licht ingeleverde werk van een medestudent kritisch en fair beoordelen.
12.
Tentaminering
toetsvorm
aantal
Beoordeling = cijfer
examinatoren
/ (niet) voldaan
cesuur
weging
minimaal resultaat
periode afname
compensatie
en herkansing = frequentie
deeltentamen 1: Schriftelijke presentatie (op DPF) Leren door samen hardop te denken schriftelijke presentatie (op DPF)
13.
Verplichte literatuur
1
Cijfer
60 % van het totaal aantal te behalen punten
100 %
6,0
Aerts, E. van. (2007) CultuurInzicht, Amersfoort: Thieme Meulenhoff, par. 2.4 H. Keulen van, I. Oosterheert (2011) Wetenschap en techniek op de basisschool. Groningen: Noordhoff.
2x per jaar
n.v.t.
toegestande hulpmiddelen
14. 15. 16. 17.
Aanbevolen literatuur Software Overig materiaal Activiteiten
18.
Werkvormen
19. 20. 21.
Les-/contacturen Onderwijsperiode Maximum aantal deelnemers
Titel OWE code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. (Beroeps)Producten
6. Studiepunten / studielast: Contacttijd / Onderwijstijd
7. Samenhang met andere OWE’s
Vaan, E de & J. Marell (2006) Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs, Bussum: Coutinho. Reader: Leren door samen hardop te denken (zie: bt-wijzer) Zie bronnen op Scholar Videobewerkingsprogramma n.v.t. De lessen bestaan uit korte informatieoverdracht, zelf gesprekken voeren met medestudenten om een gespreksvorm te ervaren en elkaar feedback geven. In de ICT lessen krijgt de student tevens ondersteuning bij het bewerken van de video-opnamen. De kennis over de vier benaderingen verkrijgt de student vooral door zelfstudie om zo optimaal van de lessen te kunnen profiteren. In de stage oefent de student na bestudering van de theorie en oefening op de pabo met de gespreksvormen. Uiteindelijk krijgt de student een gespreksvorm toegewezen om op te nemen voor de beroepstaakopdracht. Hoorcolleges Werkcolleges Stage Zie punt 6. Periode 3 Klassengroep, maximaal 30 studenten
OWE 2.6 JK Onderwijs afstemmen op de ontwikkeling van kinderen (JK) PAB-VD2.6JK Opleiding tot leraar basisonderwijs Kernfase voltijd –afstudeerrichting Jonge Kind (JK specifiek) HAN Pabo locatie Nijmegen Lesgeven Begeleiden van lerende(n) Ontwerpen van leerarrangementen Lesgeven Begeleiden van lerende(n) Beroepstaakopdracht Opbrengstgericht werken met taal Beroepstaakopdracht Afstemmen bij het jongere kind Beroepstaakopdracht Engels geven aan het jonge kind Kennistoets Natuur en techniek niveau 2 Beroepstaakopdracht Bewegingsonderwijs Stage tussenevaluatie 15 stp / 420 sbu Contacttijd: 100,5 uur onderwijsgroep
Onderwijstijd: 199,5 uur zelfstudie 120 uur stage Deze OWE vormt samen met de integrale toets en de andere OWEs van de kernfase een cyclisch geheel.
8. Ingangseisen m.b.t. tentamens 9. Algemene omschrijving
10. Competenties
In de OWE ‘ Onderwijs afstemmen op de ontwikkeling van kinderen’ ontwikkelt de student de vaardigheid om in zijn onderwijs rekening te houden met de verschillen in ontwikkeling tussen kinderen. Het accent ligt daarbij op het ontwikkelen van vaardigheden om organisatorisch en didactisch te differentiëren. In deze periode staan daarbij Kunsten (muziek, beeldend en drama), Natuuronderwijs en Techniek (NoTe), Sociale wereldoriëntatie (SWO) en Pedagogiek & onderwijskunde (integratie – kind – ontwikkelingsgebieden) centraal. Bij basiscommunicatie/beeldbegeleiding analyseert de student zijn eigen manier van leiding geven aan een groep aan de hand van videobeelden. √ Interpersoonlijk competent √ Pedagogisch competent √ Vakdidactisch en vakinhoudelijk competent √ Organisatorisch competent √ Competent in samenwerking met de omgeving √ Competent in samenwerking met collega’s
11. Beoordelingscriteria 12. Tentaminering (deel)toetsen ‘Opbrengstgericht werken met taal’
√ Competent in reflectie en ontwikkeling Hieronder volgen de beoordelingscriteria per (deel)toets 11. Beoordelingscriteria (selectie per deeltoets)
Afstemmen bij het jongere kind
toetsvorm
Aantal examinatoren
cijfer / (niet) voldaan
Cesuur
Weging
Min. vereiste resultaat
Frequentie
Student past de inzichten uit het Protocol Leesproblemen en dyslexie toe in zijn begeleiding. Aan het einde van de begeleidingsperiode kan de student benoemen wat het werken met het handelingsplan heeft opgeleverd voor zowel de kinderen als hemzelf
Schriftelijke presentatie op digitaal portfolio
1
cijfer
60% van het totaal aantal te behale n punten
20%
6,0
2 pogingen per studiejaar
In de gekozen voorbeelden laat de student zien dat hij zijn onderwijs bewust en op een activerende wijze afstemt op de leer en ontwikkelingsbehoeften van de leerlingen in zijn groep De student heeft kennis van de voor een leraar relevante aspecten van het schoolleven van het jongere kind, zijn leef- en belevingswereld en zijn ontwikkelingskenmerken. Hij benut deze kennis bij het afstemmen van mijn onderwijs. De student geeft onderwijs vanuit voldoende zicht op de actuele beginsituatie van leerlingen. Op basis daarvan bepaalt de student concrete doelen rekening houdend met verschillen tussen kinderen in interesse, leerstijl en niveau. De student kiest bewust voor een didactische werkwijze om de beoogde doelen en de differentiatie die daarbij wordt beoogd, te realiseren. Hij kijkt terug naar het verloop van de activiteiten en wat er geleerd is in relatie tot zijn pedagogisch/didactisch handelen.
Mondelinge presentatie
1
cijfer
60% van het totaal aantal te behale n punten
30%
6,0
2 pogingen per studiejaar
Compensatie
Toegestane hulpmiddelen
De student analyseert zijn/haar manier van leiding geven aan de groep aan de hand van opgenomen filmmateriaal van de student waarop te zien is dat de student aan het lesgeven is.
Engels geven aan het jonge kind
De student: laat zien dat hij activiteiten weet te ontwerpen die passen bij het doel en de uitgangspunten van Engels voor groep 1 t/m 4. De student reflecteert op zijn vaardigheid in het vormgeven en uitvoeren van Engels voor het jongere kind en formuleert voornemens voor de verdere ontwikkeling daarvan
Kennistoets Natuuronderwijs en techniek niveau 2
De kennistoets “natuur en techniek” gaat over eigen kennis van natuur en techniek. De inhoud van deze toets betreft de kennisbasis natuurwetenschap en techniek zoals deze landelijk is vastgesteld.
Bewegingsonderwijs
De student: is op de hoogte van ontwikkelingsverschillen tussen kinderen uit groep 1 en 2 en kan globaal ontwikkelingslijnen benoemen. kan verschillende organisatievormen in het bewegingsonderwijs benoemen en onderkent voor- en nadelen van zowel vrije lessen, groepjeslessen als klassikale lessen. kan verschillende vormen van leerhulp binnen een les bewegingsonderwijs benoemen en is in staat om differentiatiemogelijkheden in bewegingssituaties aan te geven. onderkent opbouw- en volgorde problematiek in bewegingsthema’s. is in staat om verschillende visies op bewegingsonderwijs te benoemen en kan leerdoelen concretiseren. kan aangeven wat zorgverbreding in het bewegingsonderwijs inhoudt en onderkent de eigen rol hierin. De student kan aangeven wanneer externe deskundigen worden ingeschakeld.
Schriftelijke presentatie op digitaal portfolio
1
cijfer
60% van het totaal aantal te behale n punten
10%
6,0
2 pogingen per studiejaar
Kennistoets
1
cijfer
60% van het totaal aantal te behale n punten
10%
6,0
2 pogingen per studiejaar
Mondelinge presentatie
1
cijfer
60% van het totaal aantal te behale n punten
10%
6,0
2 pogingen per studiejaar
Tussenbeoordeling stage
De student: Laat een onderzoekende houding zien. Neemt initiatief om gebruik te maken van de mogelijkheden in de stage om nieuwe kennis op te doen en om zijn handelingsrepertoire uit te breiden. Probeert zo goed mogelijk af te stemmen op de onderwijsbehoefte van zowel individuele kinderen als de groep. Kent de essentie van de leer- en vakgebieden. Kan kinderen plaatsen op de leerlijn van de verschillende leer en vakgebieden. Wordt door de leerlingen gerespecteerd. Neem deel aan meso-activiteiten. Communiceert effectief met collega's
13. Verplichte literatuur
Voor alle vakken De in de lessen gemaakte aantekeningen en de verstrekte hand-outs. Taal Nederlands Handleiding van (lees)methode. Leesmethode (toetsen geletterdheid), groep 3 en 4. LVS van de stageklas. Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Literatuur en collegestof van OWE 2.2. www.expertisecentrumnederlands.nl Engels: Literatuur wordt aan het begin van de periode opgegeven.
Stage (tussen)beoordeling
2
cijfer
60% van het totaal aantal te behale n punten
20%
6,0
In overleg
OJW Natuuronderwijs en techniek kennistoets niveau 2: · Kersbergen C. & Haarhuis A. (2009). Natuuronderwijs Inzichtelijk. Bussum: Coutinho. Hfst 4 t/m 7.1 · Soortenlijst niveau 2: http://digibordpabo.yurls.net/nl/page/676586 · Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (2014) Natuur en Techniek - kennistoets niveau 2. Nijmegen: Pabo Groenewoud.
Natuuronderwijs en techniek didactiek: Vaan, E. de & Marell, J.(2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs. Bussum: Coutinho. 7e herziene druk. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (2015) Natuur- en Techniekonderwijs, afstemmen op de ontwikkeling van kinderen. Nijmegen: HAN Pabo SWO: Blokhuis, J. (2009). Aardrijkskunde en Didactiek: bronnenboek. Groningen: Noordhoff. Bruin, R. de, & Bosua, M. (2009). Geschiedenis Geven. Assen: Van Gorcum. Reader, Oriëntatie op jezelf en de wereld - Geschiedenis niveau 1 en 2. Nijmegen: Pabo Groenewoud. blz. 13 t/m 37; ontwikkeling van tijdsbesef groep 3 en 4: blz 38 t/m 52 Reader, Bronnenboek oriëntatie op jezelf en de wereld - AK en GS. Nijmegen: Pabo Groenewoud.
Kunsten: Beeldende vorming Onna, J. van, & Jacobse, A. (2008). Laat maar zien. Groningen Noordhoff. Muziek Haverkort, F. Lei, R. van der, & Noordam, L.(2010). Eigenwijs liedbundel voor het basisonderwijs (inclusief cd-rom). Bron: SMV. Haverkort, F., & Lei, R. van der (2010). Muziekmeester. Amsterdam Thieme Meulenhof. Reader Muziek specialisatie jongere kind . Nijmegen, Pabo Groenewoud (zie bt wijzer). Drama Nooij, H.de (2012). Kijk op spel, drama voor de PABO. Groningen : Noordhoff. P&O Brouwers, H. (2010). Kiezen voor het jonge kind. Bussum: Uitgeverij Coutinho Eijkeren, M. van. (2008). Pedagogisch- didactisch begeleiden. Zutphen: ThiemeMeulenhoff. Feldman, R.S. (2013) Ontwikkelingspsychologie (5e editie). Amsterdam: Pearson Benelux B.V. Kallenberg, T., Koster, B., Onstenk, J. & Scheepsma, W. (2007) Ontwikkeling door Onderzoek. Zutphen: ThiemeMeulenhoff. o H. 4 'Data verzamelen', informatie over verschillende manieren om data te verzamelen o Skillsheets (handvat bij onderzoek doen) D22 Hoe observeer je leerlingen? p. 207 - 208 D23 Hoe observeer je zo objectief mogelijk? p. 209 - 210 D25 Hoe houd je een interview? p. 215 - 217 Oosterheert. I. (2011). Leren over leren (2e druk). Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff. Aanvullende artikelen op Scholar Bewegingsonderwijs Hazelebach C. e.a. (2011) Bewegingsonderwijs in het speellokaal deel 1 t/m 6 Publicatiefonds ’t Web. Bronnenboek 960; Bewegingsonderwijs niveau 2 SVIB:
Visser , Y. e.a (2005), Leraar worden, een competentiegerichte aanpak, Heeswijk-Dinter: Esstede bv. Brons, C., (2000), De klas in beeld + DVD, Heeswijk-Dinther: Esstede bv. Geel, V. van, (1997), Lichaamstaal,praktijkboek voor de leraar, Baarn, HB uitgevers Woltjer , G. (2006), Hoe ga je om met kinderen op school,Competenties in de praktijk, Groningen WN 14. Aanbevolen literatuur 15. Software 16. Overig materiaal 17. Activiteiten 18. Werkvormen
19. Les- / contacturen
Zie bronnen op scholar n.v.t. n.v.t. Student ontwerpt didactisch en organisatorisch gedifferentieerde lessen en geeft deze lessen tijdens de stage. Theorielessen met activerende werkvormen Samenwerking in duo’s Bijhouden mindmap afstemming Zelfstudie: verdiepen in aangegeven literatuur Deze OWE omvat 63,5 blokuren van 1,5 uur naast 2 stagedagen per week Daarnaast 4 bijeenkomsten rekenen-wiskunde: voorbereiding op kennisbasistoets ( 2 in periode 3 in periode 4). Zie verder punt 6.
20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers
Titel OWE code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. (Beroeps)Producten 6. Studiepunten / studielast: Contacttijd / Onderwijstijd
7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen m.b.t. tentamens 9. Algemene omschrijving
Periode 3 en 4, 14 lesweken en 1 stageweek (onder voorbehoud) Klassengroep, maximaal 30 studenten
OWE 2.7 JK Thematisch ontwerpen (JK) PAB-VD2.7JK Opleiding tot leraar basisonderwijs Kernfase voltijd –afstudeerrichting Jonge Kind (JK specifiek) HAN Pabo locatie Nijmegen Ontwerpen van leerarrangementen Ontwerpen van leerarrangementen Presentatie thematisch werken Presentatie bewegingsonderwijs: contextmodule 7,5 stp / 210 sbu Geprogrammeerde contacttijd: 51,5 uur onderwijsgroep
Geprogrammeerde onderwijstijd 86,5 uur zelfstudie 72 uur stage Deze OWE sluit aan op OWE 2.6. Op basis van het in OWE 2.6. beschreven groepsproces en beschreven mogelijkheden tot afstemming op verschillen tussen kinderen wordt in OWE 2.7 een eigen thematisch ontwerp gemaakt, uitgevoerd en geëvalueerd. In de OWE Thematisch Ontwerpen ontwikkel je de vaardigheid om meerdere ontwikkelings- en leergebieden te integreren in betekenisvol thematisch onderwijs en om de resultaten daarvan te herkennen en te gebruiken voor evaluatie en bijstelling. Jouw reflectie op deze werkwijze verwerk je in jouw visie op opvoeding en onderwijs. In de beroepstaakopdracht werk je nauw samen met jouw mentor en een medestudent. Je kiest een thema of werkt vanuit een thema dat al gepland is. Je gebruikt jouw groepsportret en jouw inzichten en voornemens met betrekking tot afstemmen om het thema (verder) uit te werken. Sleutelwoorden zijn ‘betekenisvol’, ‘activeren’ ‘verbinden’ ‘variëren’ ‘afstemmen’ en ‘evalueren’. Het afstemmen geef je mede vorm vanuit de talenten die je in jouw leerlingen herkent.
10. Competenties
√ Interpersoonlijk competent √ Pedagogisch competent √ Vakdidactisch en vakinhoudelijk competent √ Organisatorisch competent √ Competent in samenwerking met de omgeving √ Competent in samenwerking met collega’s √ Competent in reflectie en ontwikkeling
11. Beoordelingscriteria 12. Tentaminering (deel)toetsen
De beoordelingscriteria zijn per deeltoets aangegeven 11. Beoordelingscriteria
Presentatie thematisch ontwerpen
De student Ontwerpt en geeft activerend en betekenisvol thematisch onderwijs waarin hij meerdere leer- en ontwikkelingsgebieden integreert. Zet werkvormen, samenwerkingsvormen, leermiddelen (inclusief ICT) en didactieken in die passen bij de -vanuit kennis van leerlijnen- gestelde doelen. Stemt af op, en stimuleert verschillende talenten, interesses en verwerkingsniveaus van de kinderen. Maakt duidelijk hoe hij werkt aan (delen van) de volgende competenties van de eindkwalificaties leren en lesgeven met ICT: instrumentele vaardigheden, informatievaardigheden, pedagogisch-didactisch gebruik van ICT, evalueren in ict-rijke leerprocessen en ontwerpen van ICT-rijke leerarrangementen. Zet ICT op meerdere plekken in het leerproces van de leerlingen in en verantwoordt de keuze daarvoor. Maakt duidelijk welke (didactische) keuzes hij maakt bij de inzet van ICT en wat de gevolgen zijn voor het eigen lesgeven. Is in staat om spel te benutten als ontwikkelingsinstrument. Kan vooraf, tijdens en na afloop van het thema op verschillende manieren gegevens verzamelen over de ontwikkeling van kinderen en registreert die om aan te kunnen geven wat het effect is van zijn aanbod en begeleiding. Voert gesprekken met kinderen die ervoor zorgen dat het thematisch werken voor hen boeiend en uitdagend blijft. Oriënteert zich op verschillende manieren met collega’s en kinderen op de keuze, inhoud en vormgeving van het thema. Vertaalt zijn ervaringen met thematisch werken in ideeën die hij heeft over kinderen, over opvoeding en onderwijs en ontwikkelt op deze manier zijn persoonlijk werkconcept. Zorgt voor samenhang in inhoud en voor variatie in werkvormen. Speelt in op talenten, interesses en verwerkingsniveaus van kinderen .Brengt de opbrengst van zijn thematisch werken in beeld. Heeft een duidelijke visie op thematisch werken
toetsvorm
Aantal examinatoren
cijfer / (niet) voldaan
Cesuur
Weging
Min. vereiste resultaat
Frequentie
Compensatie
Toegestane hulpmiddelen
Mondelinge presentatie
4
cijfer
60% van het totaal aantal te behalen punten
60%
6,0
2 pogingen per studiejaar
-
-
Kennistoets Aardrijkskunde niveau 2
De kennistoets “aardrijkskunde niveau 2” is een uitbreiding van de eigen kennis van aardrijkskunde op onderbouwniveau van het voortgezet onderwijs. Kennis van geografische begrippen. Kennis van begrippen, feiten en plaats kunnen toepassen in een context van een gebied.
Kennistoets Geschiedenis niveau 2
De kennistoets “geschiedenis niveau 2” gaat over eigen kennis van de geschiedenis op brugklas niveau. De toets toetst van 1500 tot nu. Kennis van historische feiten en jaartallen Plaatsen van ontwikkelingen in de tijd, het bepalen chronologische volgorde van personen en gebeurtenissen (her)kennen van de belangrijkste kenmerken van de eerste 5 tijdvakken.
Mondelinge presentatie Bewegingsonderwijs
De student Kan een speelterrein zo inrichten dat eenvoudige bewegingsactiviteiten (brede context activiteiten) effectief kunnen worden uitgevoerd en begeleid.
13. Verplichte literatuur
Kan eenvoudige bewegingsactiviteiten voor groep 3 t/m 8 snel en effectief kunnen introduceren a.d.h.v. plaatje, praatje en daadje..
Kan eenvoudige bewegingsactiviteiten voor groep 3 t/m 8 begeleiden op “loopt het” en”lukt het”problemen.
Kan bewegingsactiviteiten die geschikt zijn voor diverse bewegingscontexten selecteren op basis van de volgende 5 criteria: o
te realiseren door alle kinderen;
o
alle kinderen kunnen tegelijk actief bewegen;
o
eenvoudig te begeleiden;
o
uitnodigen tot zelfstandig herhalen door de kinderen; verwantschap kunnen geven met wat in gewone lessen bewegingsonderwijs aangeboden wordt.
Kennistoets
1
cijfer
60% van het totaal aantal te behalen punten
20%
6,0
2 pogingen per studiejaar
-
-
Kennistoets
1
cijfer
60% van het totaal aantal te behalen punten
20%
6,0
2 pogingen per studiejaar
-
-
Mondelinge presentatie
1
(niet) voldaan
60% van het totaal aantal te behalen punten
-
voldaan
2 pogingen per studiejaar
-
-
Voor alle vakken De in de lessen gemaakte aantekeningen en de verstrekte hand-outs. Taal Beek, W. van & Verhallen, M. (2004). Taal, een zaak van alle vakken. Bussum: Coutinho. OJW, Note: H. Keulen van, & Oosterheert, I. (2011). Wetenschap en techniek op de basisschool Groningen: Noordhoff. Vaan, E. de & Marell,J. (2006). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs (PDN), Bussum Coutinho.
SWO: Blokhuis, J. (2009). Aardrijkskunde en Didactiek: bronnenboek. Groningen: Noordhoff. Bruin, R. de, & Bosua, M. (2009). Geschiedenis Geven. Assen: Van Gorcum. Reader, Oriëntatie op jezelf en de wereld - Geschiedenis niveau 1 en 2. Nijmegen: Pabo Groenewoud. blz. 13 t/m 37; ontwikkeling van tijdsbesef groep 3 en 4: blz 38 t/m 52 Reader, Bronnenboek oriëntatie op jezelf en de wereld - AK en GS. Nijmegen: Pabo Groenewoud. Kennistoets geschiedenis niveau 2 Bruin, R. de, .Bosua, M.(2009 ).Geschiedenis geven. Assen: Van Gorcum. 5.4 De 10 tijdvakken 6.2 Tijd van regenten en vorsten (1600‐1700) 7.2 Tijd van pruiken en revoluties ( 1700‐1800) 8.2 Tijd van burgers en stoommachines (1800‐1900) 9.2 Tijd van de wereldoorlogen ( 1900‐1950) 10.2 Tijd van televisie en computer (1950‐heden Kennistoets aardrijkskunde niveau 2 Blokhuis, J. (2009). Aardrijkskunde en Didactiek: bronnenboek.Groningen: Noordhoff. deel 3 (hfst. 5‐6‐7) deel 4 (hfst. 8‐9). Kunsten: Beeldende vorming (BV) Onna, J. van. 2008, Laat maar zien. Groningen: Wolters Noordhoff, Hoofdstuk 1 t/m 11 Muziek Haverkort, F. Lei, R. van der, & Noordam, L.(2010). Eigenwijs liedbundel voor het basisonderwijs (inclusief cd-rom). Bron: SMV. Haverkort, F., & Lei, R. van der (2010). Muziekmeester. Amsterdam Thieme Meulenhof. Bronnenboek “Jonge kind” 0708, 8 artikelen over muziek Drama Nooij, H.de, (2012) Kijk op spel, drama voor de PABO; P&O
14. Aanbevolen literatuur 15. Software 16. Overig materiaal
Brouwers, H. (2010) Kiezen voor het jonge kind. Bussum: Uitgeverij Coutinho Eijkeren, M. van. (2008). Pedagogisch- didactisch begeleiden. Zutphen: ThiemeMeulenhoff. Feldman, R.S. (2013) Ontwikkelingspsychologie (5e editie). Amsterdam: Pearson Benelux B.V. Onderwijs afstemmen op de ontwikkeling van kinderen - Jongere kind. (beroepstaak 2.6 jk). (2013) Nijmegen:Pabo Groenewoud. Oosterheert. I. (2011). Leren over leren (2e druk). Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff. Artikelen op Scholar (Bronnen Pedagogiek/Onderwijskunde Jonge Kind)
Bewegingsonderwijs Reader. Bewegen in brede context. Nijmegen: Pabo Groenewoud Zie bronnen op scholar n.v.t. n.v.t.
17. Activiteiten 18. Werkvormen
19. Les- / contacturen 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers
Titel OWE code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. (Beroeps)Producten
6. Studiepunten / studielast: Contacttijd / Onderwijstijd
7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen m.b.t. tentamens 9. Algemene omschrijving
In nauwe samenwerking met de mentor en een medestudent ontwerpt student thematisch onderwijs. Daarbij integreert student meerdere ontwikkelings- , leer – en kennisgebieden waaronder de kennisbases van taal, rekenen, geschiedenis en aardrijkskunde. Theorielessen met activerende werkvormen Samenwerking in duo’s Zelfstudie: verdiepen in aangegeven literatuur Deze OWE omvat 34 lesblokken van 1,5 uur. Daarnaast lopen de studenten 2 dagen per week stage. Zie verder punt 6. Periode 4, 7 lesweken en 1 stageweek. Klassengroep, maximaal 30 studenten.
OWE 2.6 OK Onderwijs afstemmen op de ontwikkeling van kinderen (OK) PAB-VD2.6OK Opleiding tot leraar basisonderwijs Kernfase voltijd –afstudeerrichting Oudere Kind (OK specifiek) HAN Pabo locatie Nijmegen Lesgeven Begeleiden van lerende(n) Ontwerpen van leerarrangementen Lesgeven Begeleiden van lerende(n) Beroepstaakopdrachten voor de leergebieden OJW (NOTE en SWO), Kunsten en Taal Kennistoets Note niveau 2 Tussenbeoordeling stage eind Pabo 2 15 stp / 420 sbu Geprogrammeerde contacttijd: 96 uur Onderwijsgroep
Geprogrammeerde onderwijstijd, incl stage: 204 uur zelfstudie 120 uur stage In deze OWE gaat de student de kennis en inzichten uit voorafgaande beroepstaken toepassen in het afstemmen op de ontwikkeling van kinderen met aandacht voor opbrengstgericht werken. Hij oefent met vakinhouden en vakdidactiek en ontwerpt lessen waarin hij adaptief op de behoeften van de leerlingen kan inspelen. In OWE 2.1 heeft de student kennis gemaakt met een aantal mogelijkheden om de ontwikkeling van kinderen te analyseren, registreren en te volgen. In OWE 2.2 is specifiek ingegaan op de ontwikkeling van geletterdheid en in OWE 2.4 op die van gecijferdheid en de mogelijkheden om interventies af te stemmen op individuele kinderen of op groepjes met een specifieke onderwijsbehoefte. In deze OWE ontwikkelt de student de vaardigheid om af te stemmen bij SWO, Kunsten, Note, Taal en Engels, op het niveau van de klas, groepjes en individuele kinderen, in geplande en spontane situaties. Student maakt opnames in stage van deze lesactiviteiten om de leidinggevende capaciteiten in kaart te brengen e verder te ontwikkelen. Bij OJW en Kunsten verkent de student de mogelijkheden om af te stemmen vanuit vakdidactiek en vakinhoud. Bij Taal leert de student hoe hij opbrengstgericht kan werken. Bij Engels experimenteert de student met activiteiten die een positieve houding ten opzichte van het spreken van Engels ontwikkelen.
10. Competenties
√ Interpersoonlijk competent √ Pedagogisch competent √ Vakdidactisch en vakinhoudelijk competent √ Organisatorisch competent √ Competent in samenwerking met de omgeving
11. Beoordelingscriteria 12. Tentaminering (deel)toetsen Presentatie Opbrengstgericht werken met taal
√ Competent in samenwerking met collega’s √ Competent in reflectie en ontwikkeling In het overzicht van de tentamenstof, zoals opgenomen in de Beroepstaakwijzer staan de doelen en de beoordelingscriteria van deze OWE-toetsing geformuleerd. Hieronder volgen de beoordelingscriteria per (deel)toets. toetsvorm Aantal cijfer / Cesuur Weging Min. Freque CompenToegestane 11. Beoordelingscriteria (selectie per deeltoets)
Presentatie Vakdidactisch afstemmen Engels
De student past de opgedane kennis van de tussendoelen gevorderde geletterdheid toe in de begeleiding van kinderen. De student geeft planmatig onderwijs vanuit voldoende zicht op de actuele beginsituatie van leerlingen. Op basis daarvan bepaalt hij concrete doelen, activiteiten en methodieken en stelt een handelingsplan op. De student kijkt systematisch terug op het verloop van de activiteiten en wat er geleerd is en stelt zo nodig het handelingsplan bij. De student stemt de begeleiding af op de behoeftes van kinderen. Hij past de inzichten uit het Protocol Leesproblemen en Dyslexie toe in de begeleiding. De student plaatst op basis van de beginsituatie (een groepje) kinderen op de leerlijnen. De student bepaalt vanuit de beginsituatie wat de kinderen in het onderwijsarrangement gaan leren. Vanuit eigen beginsituatie en stagecontext bepaalt de student eigen leerkrachtdoelen. De student benoemt en verantwoordt hoe hij afstemt op kinderen in de leer- en werkomgeving. En hij laat zien dat hij de (vak)didactiek volop betrekt. De student benoemt en verantwoordt wat hijzelf en de kinderen geleerd hebben en maakt daarmee het leerproces van zichzelf en de leerlingen expliciet. De student analyseert zijn/haar manier van leiding geven aan de groep aan de hand van opgenomen filmmateriaal van de student waarop te zien is dat de student aan het lesgeven is. De student ontwerpt en voert lessen Engels uit. Het vierfasenmodel en TPR staan centraal in het ontwerp.
examinatoren
(niet) voldaan
Schriftelijke presentatie
1
cijfer
Schriftelijke en mondelinge presentatie
1
cijfer
60% van het totaal aantal te behalen punten
60% van het totaal aantal te behalen punten
vereiste resultaat
ntie
satie
hulpmiddelen
30%
6,0
2 poginge n per studieja ar
nvt
nvt
10%
6,0
2 poginge n per studieja ar
nvt
nvt
Presentatie Vakdidactisch afstemmen Kunsten
Presentatie Vakdidactisch afstemmen NoTe
Presentatie Vakdidactisch afstemmen SWO
De student plaatst op basis van de beginsituatie (een groepje) kinderen op de leerlijnen. De student bepaalt vanuit de beginsituatie wat de kinderen in het onderwijsarrangement gaan leren. Vanuit eigen beginsituatie en stagecontext bepaalt de student eigen leerkrachtdoelen. De student benoemt en verantwoordt hoe hij afstemt op kinderen in de leer- en werkomgeving. En hij laat zien dat hij de (vak)didactiek volop betrekt. De student benoemt en verantwoordt wat hijzelf en de kinderen geleerd hebben en maakt daarmee het leerproces van zichzelf en de leerlingen expliciet. De student analyseert zijn/haar manier van leiding geven aan de groep aan de hand van opgenomen filmmateriaal van de student waarop te zien is dat de student aan het lesgeven is. De student ontwerpt en voert lessen Kunsten uit. De student plaatst op basis van de beginsituatie (een groepje) kinderen op de leerlijnen. De student bepaalt vanuit de beginsituatie wat de kinderen in het onderwijsarrangement gaan leren. Vanuit eigen beginsituatie en stagecontext bepaalt de student eigen leerkrachtdoelen. De student benoemt en verantwoordt hoe hij afstemt op kinderen in de leer- en werkomgeving. En hij laat zien dat hij de (vak)didactiek volop betrekt. De student benoemt en verantwoordt wat hijzelf en de kinderen geleerd hebben en maakt daarmee het leerproces van zichzelf en de leerlingen expliciet. De student analyseert zijn/haar manier van leiding geven aan de groep aan de hand van opgenomen filmmateriaal van de student waarop te zien is dat de student aan het lesgeven is. De student ontwerpt en voert lessen NoTe uit. De student plaatst op basis van de beginsituatie (een groepje) kinderen op de leerlijnen. De student bepaalt vanuit de beginsituatie wat de kinderen in het onderwijsarrangement gaan leren. Vanuit eigen beginsituatie en stagecontext bepaalt de student eigen leerkrachtdoelen. De student benoemt en verantwoordt hoe hij afstemt op kinderen in de leer- en werkomgeving. En hij laat zien dat hij de (vak)didactiek volop betrekt. De student benoemt en verantwoordt wat hijzelf en de kinderen geleerd hebben en maakt daarmee het leerproces van zichzelf en de leerlingen expliciet. De student analyseert zijn/haar manier van leiding geven aan de groep aan de hand van opgenomen filmmateriaal van de student waarop te zien is dat de student aan het lesgeven is.
Schriftelijke en mondelinge presentatie
1
cijfer
Schriftelijke en mondelinge presentatie
1
cijfer
Schriftelijke en mondelinge presentatie
1
cijfer
60% van het totaal aantal te behalen punten
60% van het totaal aantal te behalen punten
60% van het totaal aantal te behalen punten
10%
6,0
2 poginge n per studieja ar
nvt
nvt
10%
6,0
2 poginge n per studieja ar
nvt
nvt
10%
6,0
2 poginge n per studieja ar
nvt
nvt
De student ontwerpt en voert lessen SWO uit.
Kennistoets Natuuronderwijs en techniek niveau 2
De kennistoets “natuur en techniek” gaat over eigen kennis van natuur en techniek. De inhoud van deze toets betreft de kennisbasis natuurwetenschap en techniek zoals deze landelijk is vastgesteld.
Kennistoets
1
cijfer
Tussenbeoordeling stage eind Pabo 2
De student: laat een onderzoekende houding zien. neemt initiatief om gebruik te maken van de mogelijkheden in de stage om nieuwe kennis op te doen en om zijn handelingsrepertoire uit te breiden. communiceert tijdig en open over zijn leerproces. geeft aan waar verbeterpunten liggen. probeert zo goed mogelijk af te stemmen op de onderwijsbehoefte van zowel individuele kinderen als de groep. kent de essentie van de leer- en vakgebieden. kan kinderen plaatsen op de leerlijn van de verschillende leer en vakgebieden. weet leerlingen te boeien. wordt door de leerlingen gerespecteerd. speelt qua vorm en inhoud flexibel in op wat leerlingen inbrengen. neemt deel aan meso-activiteiten. communiceert effectief met collega's. communiceert met ouders over de ontwikkeling van hun kinderen. is in staat om op een verantwoorde wijze een dagdeel onderwijs te verzorgen.
Mondelinge en schriftelijke presentatie
2
cijfer
13. Verplichte literatuur
Taal: 1. Huizenga, H. (2010). Aanvankelijk en technisch lezen. Groningen/Houten: Noordhoff. 2. Druenen, M. van (2012). Leesproblemen en dyslexie in het basisonderwijs – Handreiking voor aankomende leerkrachten. Nijmegen: Expertisecentrum downloaden) www.expertisecentrumnederlands.nl
60% van het totaal aantal te behalen punten 60% van het totaal aantal te behalen punten
10%
6,0
2 poginge n per studieja ar
nvt
nvt
20%
6,0
In overleg
nvt
nvt
Nederlands. (dit boek kopen of
OJW Natuuronderwijs en techniek kennistoets niveau 2: · Kersbergen C. & Haarhuis A. (2009). Natuuronderwijs Inzichtelijk. Bussum: Coutinho. Hfst 4 t/m 7.1 · Soortenlijst niveau 2: http://digibordpabo.yurls.net/nl/page/676586 · Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (2014) Natuur en Techniek - kennistoets niveau 2. Nijmegen: Pabo Groenewoud. Natuuronderwijs en techniek didactiek: 1. Vaan, E de & J. Marell, (2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs, Bussum: Coutinho. 2. Reader NoTe – Natuur- en techniekonderwijs OK. Afstemmen op de ontwikkeling van kinderen. Nijmegen: Pabo Groenewoud. Aardrijkskunde: 1 Blokhuis, J. (2009) Aardrijkskunde en Didactiek: bronnenboek, Groningen: Noordhoff. 2 Reader Bronnenboek oriëntatie op jezelf en de wereld - AK en GS. Nijmegen: Pabo Groenewoud. 3. Verheij J.K., Notté, H. e.a. (2007). Aardrijkskunde is overal. Rosmalen: Cantal Uitgeverij. 4. www.vakdidactiekaardrijkskunde.nl Geschiedenis: 1. Bruin, R. de, & Bosua, M.(2009 )Geschiedenis geven. Assen: Van Gorcum. 2. Reader Bronnenboek oriëntatie op jezelf en de wereld - AK en GS. Nijmegen: Pabo Groenewoud. 3. Reader Oriëntatie op jezelf en de wereld - Geschiedenis niveau 1 en 2. Nijmegen: Pabo Groenewoud. Drama: 5.
Nooij, H. (2012) Kijk op spel: Drama voor de pabo. Groningen: Wolters-Noordhoff.
Muziek: 1. Lei, R.van de, F. Haverkort en L.Noordam (2007) Muziek Meester!, Amersfoort: ThiemeMeulenhoff. Beeldende Vorming: 1. Onna, J. van, A. Jacobse (2008) Laat maar zien. Groningen:Wolters Noordhoff. Engels: 1. Bodde-Alderlieste, M. en J.Schokkenbroek, 2011, Engels in het basisonderwijs, kennisbasis vakdidactiek. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers. P&O: 1. RLV: 1.
Feldman, R. (2012). Ontwikkelingspsychologie. Benelux: Pearson.
Bronnenboek Religie en Levensbeschouwelijke vorming, Pabo 2 (kernfase).
Rekenen: 1. M. van Zanten e.a., (2011) Gebroken getallen. ThiemeMeulenhoff 2. M. van Zanten e.a. ,(2007) Hele getallen. ThiemeMeulenhoff 3. M. van Zanten e.a. , (2011) Meten en meetkunde. ThiemeMeulenhoff 4. M. van Zanten e.a.,(2009) Verhoudingen en procenten. ThiemeMeulenhoff
14. Aanbevolen literatuur 15. Software 16. Overig materiaal 17. Activiteiten 18. Werkvormen 19. Les- / contacturen 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers
ICT: 1.
Wordt in bijeenkomst 1 medegedeeld.
SVIB: 1. 2. 3. 4.
Visser , Y. e.a (2005), Leraar worden, een competentiegerichte aanpak, Heeswijk-Dinter: Esstede. Heijkant, C. van den, (2000), De klas in beeld + DVD, Heeswijk-Dinther: Esstede . Geel, V. van, (2013), Lichaamstaal,praktijkboek voor de leraar, Baarn: ThiemeMeulenhoff Boves, T. (2008) Contact maken, communicatieve vaardigheden voor leerkrachten, Assen: Gorcum
Zie bronnen op scholar n.v.t. Leerlingvolgsysteem stageklas Student ontwerpt didactisch en organisatorisch gedifferentieerde lessen en geeft deze lessen tijdens de stage. Klassikale lessen, feedbacklessen, zelfstudie Deze OWE omvat 55 blokuren van 1,5 uur naast 2 stagedagen per week Daarnaast 4 x rekenen-wiskunde: voorbereiding op kennisbasistoets. 2 x in periode 3 en 2 x in periode 4 Periode 3 en 4, 15 lesweken en 1 stageweek Klassengroep, maximaal 30 studenten
Titel OWE code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. (Beroeps)Producten 6. Studiepunten / studielast: Contacttijd / Onderwijstijd
7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen m.b.t. tentamens 9. Algemene omschrijving
10. Competenties
OWE 2.7 Thematisch ontwerpen oudere kind (OK) PAB-VD2.7OK Opleiding tot leraar basisonderwijs Kernfase voltijd –afstudeerrichting Oudere Kind (OK specifiek) HAN Pabo locatie Nijmegen Ontwerpen van leerarrangementen Ontwerpen van leerarrangementen 1 thematisch ontwerp Beroepstaakopdracht bewegingsonderwijs 7,5 stp / 210 sbu Geprogrammeerde contacttijd: 51,5 uur
Geprogrammeerde onderwijstijd: 86,5 uur zelfstudie 72 uur stage De OWE thematisch ontwerpen bouwt voort op de vakinhoudelijke en vakdidactische ervaringen van de student uit de beroepstaak Afstemmen op de ontwikkeling van leerlingen (OWE 2.6). De student gaat een betekenisvol en activerend leerarrangement ontwerpen, gebaseerd op de beginsituatie van de leerlingen. De student leert hoe hij allerlei leersituaties in samenhang kan ontwerpen, uitvoeren en evalueren. De student ontwerpt in deze periode een thematisch leerarrangement voor zijn stageklas. Hij onderzoekt welke meerwaarde thematisch onderwijs biedt, zowel in theorie als in de praktijk. Om richting te bepalen stelt de student van te voren duidelijke doelen voor zichzelf en voor de groep, en bedenkt hoe hij de opbrengst hiervan gaat vaststellen. Hij is in staat om de keuzes die hij maakt te verantwoorden. Hij voert het thematische ontwerp uit om de waarde ervan te testen, de opbrengst te evalueren en te zoeken naar mogelijke doorontwikkeling. De student is 2 tot 4 dagdelen in zijn stageklas actief, zodat het thema zichtbaar gaat ‘leven’ in de groep. In het leerarrangement past de student alle kennis en vaardigheden toe, die hij opgedaan heeft in het afstemmen op het oudere kind (BT 2.6). Hij bouwt voort op zijn kennis van de beginsituatie van de stageklas voor de verschillende leergebieden; laat in het ontwerp zien dat hij de vakdidactiek beheerst. Het thematisch ontwerp is zijn meesterproef qua vakinhoudelijke en vakdidactische vaardigheden. De student ontwikkelt zich met name op interpersoonlijk, pedagogisch, didactisch en organisatorisch vlak. Naast het ontwerpen van een thematisch leerarrangement zijn twee kennistoetsen ingepland voor aardrijkskunde en geschiedenis die de eigen vaardigheden op niveau 2 toetsen. √ Interpersoonlijk competent √ Pedagogisch competent √ Vakdidactisch en vakinhoudelijk competent √ Organisatorisch competent √ Competent in samenwerking met de omgeving √ Competent in samenwerking met collega’s
11. Beoordelingscriteria 12. Tentaminering (deel)toetsen
√ Competent in reflectie en ontwikkeling De beoordelingscriteria zijn per deeltoets aangegeven 11. Beoordelingscriteria (selectie per deeltoets)
toetsvorm
Aantal examinatoren
cijfer / (niet) voldaan
Cesuur
Wegi ng
Min. vereiste resultaat
Frequentie
Compe nsatie
Toegestane hulpmiddelen
presentatie Thematisch ontwerpen
Kennistoets Aardrijkskunde niveau 2
Kennistoets Geschiedenis niveau 2
Mondelinge presentatie Bewegingsonderwijs
De student oriënteert zich op verschillende manieren met collega’s en kinderen, inhoudelijk op de keuze van een thema. De student ontwerpt en geeft activerend en betekenisvol thematisch onderwijs waarin hij meerdere leer- en ontwikkelingsgebieden integreert. De student kan gemaakte keuzes verantwoorden en verbinden aan leerlijnen van leer- en vakgebieden. De student zet werkvormen, samenwerkingsvormen, leermiddelen en didactieken in die passen bij de te bereiken doelen. De student daagt kinderen uit door gevarieerde manieren van leren aan te bieden en stimuleert diverse talenten, interesses en verwerkingsniveaus van kinderen. De student voert gesprekken met kinderen die ervoor zorgen dat het thematisch werken voor hen boeiend en uitdagend blijft. De student vertaalt zijn ervaringen met thematisch werken in ideeen die de student heeft over kinderen, over opvoeding en onderwijs en ontwikkelt op deze manier zijn persoonlijk werkconcept. Vooraf tijdens en na afloop van het thema verzamelt de student op verschillende manieren gegevens over de ontwikkeling van kinderen en registreert hij die om aan te kunnen geven wat het effect is van zijn aanbod en begeleiding. De kennistoets “aardrijkskunde niveau 2” is een uitbreiding van de eigen kennis van aardrijkskunde op onderbouwniveau van het voortgezet onderwijs. Kennis van geografische begrippen. Kennis van begrippen, feiten en plaats kunnen toepassen in een context van een gebied. De kennistoets “geschiedenis niveau 2” gaat over eigen kennis van de geschiedenis op brugklas niveau. De toets toetst van 1500 tot nu. Kennis van historische feiten en jaartallen Plaatsen van ontwikkelingen in de tijd, het bepalen chronologische volgorde van personen en gebeurtenissen (her)kennen van de belangrijkste kenmerken van de eerste 5 tijdvakken. - De student kan een speelterrein zo inrichten dat eenvoudige bewegingsactiviteiten (brede context activiteiten) effectief kunnen worden uitgevoerd en begeleid. - De student kan eenvoudige bewegingsactiviteiten voor groep 3 t/m 8 snel en effectief introduceren a.h.v. plaatje, praatje, daadje. - De student kan eenvoudige bewegingsactiviteiten voor groep 3 t/m 8 begeleiden op “loopt het” en”lukt het”problemen. - De student kan bewegingsactiviteiten die geschikt zijn voor diverse bewegingscontexten selecteren op basis van de volgende 5 criteria:
Naar keuze: mondelinge of schrfitelijke presentatie
1
cijfer
60% van het totaal aantal te behalen punten
60%
6,0
2 pogingen per studiejaar
nvt
nvt
Kennistoets
1
cijfer
60% van het totaal aantal te behalen punten
20%
6,0
2 pogingen per studiejaar
nvt
nvt
Kennistoets
1
cijfer
60% van het totaal aantal te behalen punten
20%
6,0
2 pogingen per studiejaar
nvt
nvt
Mondelinge presentatie
1
(niet) voldaan
60% van het totaal aantal te behalen punten
-
voldaan
2 pogingen per studiejaar
nvt
nvt
1. te realiseren door alle kinderen; 2. alle kinderen kunnen tegelijk actief bewegen; 3. eenvoudig te begeleiden; 4. uitnodigen tot zelfstandig herhalen door de kinderen; 5. verwantschap kunnen geven met wat in gewone lessen bewegingsonderwijs aangeboden wordt 13. Verplichte literatuur
P&O: Bronnenboek Thematisch ontwerpen (pabo) + bronnen op Han scholar beroepstaak 2.7 OK –bronnen Aardrijkskunde: Blokhuis, J. (2009) Aardrijkskunde en Didactiek: bronnenboek, Groningen: Noordhoff Geschiedenis: Bruin, R. de, .Bosua, M. (2009 ). Geschiedenis geven. Assen: Van Gorcum
Natuuronderwijs en techniek:Vaan, E de & J. Marell, (2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs, Bussum: Coutinho Reader NoTe – Natuur- en techniekonderwijs OK. Afstemmen op de ontwikkeling van kinderen. Nijmegen: Pabo Groenewoud,
Drama: Nooij, H. (2012) Kijk op spel: Drama voor de pabo. Groningen: Wolters-Noordhoff. Muziek: Van der Lei (2007) Muziek Meester, ThiemeMeulenhoff Beeldende Vorming: Onna, J. van, Jacobse, A. (2008) Laat maar zien, Wolters-Noordhoff. Bewegingsonderwijs: Reader Bewegingsonderwijs (reader nr. 172) ICT: 14. Aanbevolen literatuur 15. Software 16. Overig materiaal 17. Activiteiten 18. Werkvormen 19. Les- / contacturen 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers
wordt in bijeenkomst 1 meegedeeld Zie bronnen op scholar n.v.t. n.v.t. Student ontwerpt thematisch onderwijs. Daarbij integreert student meerdere ontwikkelings- , leer – en kennisgebieden waaronder de kennisbases van taal, rekenen, geschiedenis en aardrijkskunde. Klassikale lessen, feedbacklessen, zelfstudie Deze OWE omvat 26 blokuren van 1,5 uur naast 2 stagedagen per week en 1 stageweek Periode 4, 7 lesweken en 1 stageweek Klassengroep, maximaal 30 studenten
Titel OWE
OWE 2.8 Integrale toets ‘Lesgeven aan kinderen met specifieke onderwijsbehoeften’
code
PAB-VD2.8
1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. (Beroeps)Producten 6. Studiepunten / studielast: Contacttijd / Onderwijstijd
7. Samenhang met andere OWE’s
8. Ingangseisen m.b.t. tentamens 9. Algemene omschrijving
Opleiding tot leraar basisonderwijs Kernfase voltijd (Afstudeerrichting JK en OK – deels specifiek en deels generiek) Lesgeven Begeleiden van lerende(n) Ontwerpen van leerarrangementen Twee kindportretten pedagogisch didactisch groepsplan, uitvoering in de praktijk en reflectie 15 stp / 420 sbu Contacttijd: BT 2.8 JK: 58 uur BT 2.8 OK: 58 uur
Onderwijstijd, incl stage: 304 uur (incl. 100 uur stagetijd)
Deze OWE vormt samen met de andere OWEs van de kernfase een cyclisch geheel. In de kernfase is kennisgemaakt met het belang van het uitdragen van de visie van school op onderwijs in je dagelijks handelen. De student weet dat er verschillende systemen zijn om leerlingen te volgen in hun ontwikkeling en onderkent het belang hiervan voor het geven van goed onderwijs (2.1). De student heeft leren denken en werken vanuit leerlijnen (rekenen/wiskunde en taal), weet zicht te krijgen op de actuele beginsituatie van leerlingen en kan de doelen voor leerlingen en zijn onderwijsaanbod hier op afstemmen. (2.2, 2.4, 2.6) De student kan hierbij rekening houden met verschillen tussen kinderen in interesse, leerstijl en niveau. Ook wordt kennis van het schoolleven van het oudere/jongere kind, zijn leef- en belevingswereld en zijn ontwikkelingskenmerken benut. De student is in staat om de betekenis van spel te herkennen en te benutten als ontwikkelingsinstrument. Hij zorgt voor een leer- werkomgeving waarin kinderen gestimuleerd worden onderzoekend te leren en kan dit leren begeleiden. De student speelt doelbewust in op spontane vragen en activiteiten van leerlingen. Hij zet werkvormen, samenwerkingsvormen (inclusief zelfstandig werken), leermiddelen (met gebruik van ICT) en didactieken in die passen bij de te bereiken doelen. De student past activerende didactiek toe en houdt daarbij rekening met instructie- , begeleiding- en feedbackbehoeften van verschillende leerlingen in de groep. De student leert in deze OWE dit alles toe te passen en te verdiepen voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften en weet een passend onderwijs- en ondersteuningsaanbod te creëren voor alle leerlingen in zijn (stage)groep. Hierbij wordt cyclisch gewerkt met het opstellen en uitvoeren van een groepsplan en worden de onderzoeksvaardigheden die aangezet zijn en uitgebreid worden in 2.9 en 2.10 toegepast. Ook de landelijke kennisbases Rekenen en Taal worden getoetst. Propedeuse behaald. De student doorloopt tijdens deze onderwijseenheid de volledige cyclus van handelingsgericht werken (HGW) voor de hele groep met accent op het tegemoetkomen aan specifieke onderwijsbehoeften van twee leerlingen. Deze OWE wordt ondersteund vanuit de deskundigheidsgebieden Taal en taaldidactiek, Rekenen en Wiskunde en Pedagogiek en Onderwijskunde (P&O). De student brengt de onderwijs- en zorgvisie van je stageschool in kaart. Hij vormt hier op basis van actuele maatschappelijke ontwikkelingen een mening over. Hij brengt de beginsituatie van de klas in kaart, op het gebied van rekenen/ wiskunde en taal waarbij hij ook klassenmanagement, interactie en instructie verwerkt. Vanuit een goed zicht op leerlijnen en doelen vorm hij zich een goed beeld van de onderwijsbehoeften van de hele groep. Hierbij maakt hij de keuze voor het leergebied Rekenen en wiskunde of Taal/Lezen. De student brengt specifieke instructie- en ondersteuningsbehoeften van de kinderen (proactief) in kaart. Met behulp van een groepsplan (Rekenen en Wiskunde of Taal/Lezen) creëert de student ruimte om adaptief onderwijs te verzorgen aan kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. Hierbij worden twee leerlingen gedetailleerd gevolgd. Op deze manier geeft de student handen en voeten aan professionele opvattingen met betrekking tot onderwijs en zorg van de stageschool en van zichzelf. Hij laat in de dagelijkse praktijk zien dat hij vanuit (nieuw) verworven kennis met betrekking tot het lesgeven aan en ondersteunen van kinderen met specifieke onderwijsbehoeften zijn handelen proactief en preventief kan sturen.
10. Competenties
Interpersoonlijk competent
11. Beoordelingscriteria 12. Tentaminering (deel)toetsen Deeltoets Beschrijven schoolvisie
Pedagogisch competent
Vakdidactisch en vakinhoudelijk competent
Organisatorisch competent
Competent in samenwerking met collega’s
Competent in reflectie en ontwikkeling In het overzicht van de tentamenstof, zoals opgenomen in de Beroepstaakwijzer staan de doelen en de beoordelingscriteria van deze OWE-toetsing geformuleerd. toetsvorm Aantal cijfer / Cesuur Weging Min. Frequen11. Beoordelingscriteria
Deeltoets Kindportretten
Deeltoets Reflectie op handelingsgericht werken
De student beschrijft relevante gegevens over de wijk, buurt, ligging van de school. De student geeft aan een heldere beschrijving van de organisatie van en visie op zorg en onderwijs in de stageschool en stagegroep waarbij de items uit de beschrijving van de opdracht verwerkt zijn. De student beschrijft zijn/haar persoonlijke opvattingen t.a.v. zorg. De student relateert deze aan relevante maatschappelijke ontwikkelingen (minimaal 2). De student beschrijft de effecten van deze ontwikkelingen op het onderwijs op de school en in zijn/haar groep De student maakt een nadere analyse van de beginsituatie van de twee volgleerlingen. De student maakt hierbij gebruik van verschillende factoren die van invloed zijn op het gedrag en de ontwikkeling van het kind. De student benoemt of deze factoren protectief of belemmerend zijn. De student verwijst naar relevante theorie bij de beschrijving van de specifieke behoeften van de twee volgleerlingen De student reflecteert op zijn/haar inzicht in handelingsgericht werken en zijn/haar bekwaamheid om handelingsgericht te werken. De student onderbouwt dit met enkele (minimaal 2) concrete voorbeelden waarin hij/zij laat zien de handelingsgericht werken uitgangspunten van handelingsgericht werken hebt toegepast. Hij/Zij benoemt concrete bekwaamheden die je op het terrein van handelingsgericht werken nog wilt ontwikkelen. Hij/zij benoemt concreet een effect van het gebruik van bronnen ( literatuur/ deskundigen) op zijn/haar ontwikkeling in handelingsgericht werken.
Ontwikkeling visie
De student geeft aan hoe deze beroepstaak zijn/haar visie op leerlingenzorg heeft beïnvloed, waarbij hij/zij terugkijkt naar je
examinatoren
(niet) voldaan
Schriftelijke presentatie DPF
1
(niet) voldaan
Alle items min. voldoen de
Schriftelijke presentatie DPF
1
(niet) voldaan
Schriftelijke presentatie DPF
1
(niet) voldaan
Compensatie
Toegestane hulpmiddelen
Max 2 pogingen per jaar
nvt
nvt
voldaan
Max 2 pogingen per studiejaar
nvt
nvt
voldaan
Max 2 pogingen per studiejaar
vereiste resultaat
tie
-
voldaan
Alle items min. voldoen de
-
Alle items min. voldoen de
-
Deeltoets kennistoets P&O
Deeltoets Groepsplan; Opzet, uitvoering en didactische reflectie
visieverslag van het vooronderzoek en aangeeft hoe hij/zij visie zijn/haar zich ontwikkeld heeft De student: Heeft kennis van kan passende differentiatievormen en werkvormen Heeft kennis van aanwijzingen, aanpakken en richtlijnen die speciaal zijn ontwikkeld voor specifieke pedagogische behoeften. Heeft kennis van leerprocessen Heeft kennis van leerstijlen Heeft kennis van de cyclus HandelingsGericht Werken (HGW) en kan de uitgangspunten herkennen en toepassen in praktijksituaties De student: Heeft de pedagogische en didactische (taal en rekenen) beginsituatie van de groep in kaart gebracht. Dit is aantoonbaar en navolgbaar gebaseerd op gesprekken, waarnemingen en andere bronnen waaronder het leerlingvolgsysteem van de school. Toont aan dat het groepsoverzicht en de kindportretten voldoende bieden basis om een groepsplan te maken. Benoemt de doelen (didactisch en pedagogisch) gericht op specifieke onderwijsbehoefte op groepsniveau voor deze periode. Benoemt de (specifieke) onderwijsbehoeften van de groep en de volgkinderen Signaleert kinderen met specifieke behoeften Maakt een groepsplan op basis van een gedegen vooronderzoek Verantwoordt de indeling in subgroepen Heeft aangegeven wanneer en hoe je evalueert. Heeft het plan besproken met mentor of IB-er. Laat zien dat hij/zij het plan kan uitvoeren in tijd en in organisatie. De doelen voor de groep, subgroepen en de twee volgleerlingen zijn aanwijsbaar opgenomen in vijf samenhangende betekenisvolle activiteiten. Komt zichtbaar tegemoet aan specifieke vakinhoudelijke en vakdidactische en pedagogische behoeften in het licht van de doelen. Jonge kind: Spel / spelen is als werkvorm opgenomen in het groepsplan. Realiseert het groepsplan Laat zien dat je uitvoering volgens een cyclisch proces verloopt.
Kennistoets
1
cijfer
60% van het totaal te behalen aantal punten
30%
6,0
Max 2 pogingen per studiejaar
nvt
nvt
Schriftelijke presentatie DPF
1
cijfer
Alle items min. voldoen de
40%
6,0
Max 2 pogingen per studiejaar
nvt
nvt
Deeltoets eindgesprek stage
Kennisbasistoets rekenen/wiskunde
Zet passende differentiatievormen, werkvormen en klassenmanagement in passende bij tegemoet komen aan speciale onderwijsbehoeften Past doelen aan waar nodig Kan werken vanuit de visie van de school. Evalueert het groepsplan Beschrijft globaal de leeropbrengst van het werken met het groepsplan op de ontwikkeling van de hele groep en de twee volgkinderen. Geeft hierbij concreet aan wat de invloed van zijn/haar vakdidactische handelen en begeleidingsinterventies hierbij geweest is Herkent de wisselwerking tussen jezelf de omgeving, de resultaten en het gedrag van een van de twee volgkinderen De student: Laat een onderzoekende houding zien. Neemt initiatief om gebruik te maken van de mogelijkheden in de stage om nieuwe kennis op te doen en om zijn handelingsrepertoire uit te breiden. Probeert zo goed mogelijk af te stemmen op de onderwijsbehoeften van zowel individuele kinderen als de groep. Kent de essentie van de leer- en vakgebieden. Kan kinderen plaatsen op de leerlijn van de verschillende leer- en vakgebieden. Wordt door de leerlingen gerespecteerd. Neem deel aan meso-activiteiten. Communiceert effectief met collega's. De kennisbasis toets rekenen/wiskunde toetst het onderdeel professionele gecijferdheid van de landelijk kennisbasis rekenen/wiskunde voor de pabo’s
Mondelinge presentatie (stage – eindgesprek )
2
cijfer
voldoen de
30 %
6,0
1 maal eind van de periode.
nvt
nvt
Kennistoets (digitaal)
1
cijfer
Landelij ke norm
-
6,0
2 pogingen per studiejaar
nvt
nvt
Kennistoets (digitaal)
1
cijfer
Landelij ke norm
-
6,0
2 pogingen per studiejaar
nvt
nvt
Kennisbasistoets taal
De kennisbasistoets ‘taal’ gaat over eigen kennis van taal. De inhoud van deze toets betreft de kennisbasis taal zoals deze landelijk is vastgesteld.
13. Verplichte literatuur
Pedagogiek en onderwijskunde Algemeen: Hoofdstuk 1 t/m 3 (herhaling), Hoofdstuk 4, Hoofdstuk 5, Hoofdstuk 7 in Pameijer, N. & Beukering, T. van, e.a (2010). Handelingsgericht werken een handreiking voor schoolteams. .Den Haag: Acco Leuven Diverse artikelen integraal geplaatst of via link op scholar JK: Brouwers, H. (2010). Kiezen voor het jonge kind’. Bussum: Coutinho Artikelen op scholar OK: Oosterheert, I. (2011). Leren over leren. Groningen: Noordhoff Uitgevers Artikelen op scholar Rekenen & wiskunde
Algemeen: Hoofdstuk 4. Groenestijn M. e.a.,( 2011). Protocol ernstige RekenWiskunde problemen en dyscalculie. Assen: Van Gorcum. ISBN 9789023247630 . Download van website: http://www.volgens-bartjens.nl/ En literatuur uit Pabo 1 en 2 (Boeken Thieme), uitgereikte literatuur in de lessen en artikelen op site http://www.volgens-bartjens.nl Literatuur uit pabo 1 en 2. Mortel, K. van der, Förrer, M. “Lezen, denken, begrijpen”, CPS, 2010 Diverse artikelen integraal geplaatst of via link op scholar.
14. Aanbevolen literatuur
15. Software 16. Overig materiaal 17. Activiteiten 18. Werkvormen
19. Les- / contacturen 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers
Titel OWE code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. (Beroeps)Producten
Ten behoeve van de landelijke kennisbasistoetsen Rekenen en Taal: alle eerder in de opleiding bestudeerde bronnen. Oonk, W., Keijzer, R., Lit, S., Barth, F. (2013). Rekenen-wiskunde in de praktijk. Verschillen in de klas. Noordhoff Uitgevers ISBN 978900182036-7 Indien Rekenen gekozen wordt : Notte, C. (2014). Leren rekenen, ook als het moeilijk wordt. Assen: Van Gorcum Taal & taaldidactiek n.v.t. artikelen en materiaal uit de lessen op scholar en tijdens bijeenkomsten uitgereikt Hoorcolleges,generieke lessen, bouwspecifieke lessen, (werk/feedback)bijeenkomsten, stage Hoorcolleges, lessen, werkcolleges. Naast generieke P&O-lessen en slb-bijeenkomsten zijn er zowel in periode 1 als 2 twee bijeenkomsten ter voorbereiding op de kennisbasitoets rekenen-wiskunde. Daarnaast zijn er generieke en specifieke (JK of OK) lessen rekenen en taal. Zie punt 6 Periode 1 en periode 2, 16 weken inclusief 1 stageweek Klassengroep, maximaal 30 studenten
OWE 2.9: Wereldwijs bewegen met kinderen PAB-VD2.9 Opleiding tot leraar basisonderwijs Kernfase voltijd –afstudeerrichting JK / OK (deels generiek - deels specifiek) Begeleiden van lerende(n) Bijdragen aan de schoolorganisatie Onderwijsarrangement 7,5 stp / 210 sbu
6. Studiepunten / studielast: Contacttijd / Onderwijstijd
7. Samenhang met andere OWE’s
8. Ingangseisen m.b.t. tentamens 9. Algemene omschrijving
10. Competenties
12. Tentaminering (deel)toetsen
Contacttijd: Onderwijstijd, incl stage: Onderwijsgroep 33 uur 137 uur (incl. 56 uur stagetijd) Excursie/veldwerk 7,5 uur Gastcolleges 10 uur Hoorcolleges 4,5 uur Werkbijeenkomsten 18 uur Totaal 73 uur Deze OWE bouwt voort op OWE 1.1 (met daarin het onderwijsverhaal), OWE 1.2 (waarin bezinning op vieren en identiteit plaatsvindt) en op OWE 2.3 (waarin aandacht voor onderwijs en samenleving, voor levensbeschouwing en voor de identiteit van de leraar). Nu wordt de focus verbreed naar de pluriforme samenleving en de rol die de school daarin speelt. De thema’s identiteit, diversiteit, kinderrechten en duurzaamheid worden uitgediept. OWE 2.9 legt een duidelijke relatie met de onderzoekslijn en schrijflijn. Studenten worden gestimuleerd een grondige theoretische verkenning te doen binnen een gekozen thema . Er is verband met de PWC-lijn en de doorgaande lijn ‘cultuurdrager/overdrager’. De persoonlijke bezinning van de student op zijn werkconcept (PWC) vindt in de afstudeerfase zijn afronding, gekoppeld aan een levensbeschouwelijke afstudeervariant. In deze OWE vertrekken we vanuit het concept wereldburgerschap en openen meerdere vensters op de wereld. De student verdiept zich in het thema kinderrechten en werkt dit uit in een onderwijs arrangement. Vanuit een globaal geformuleerde probleemstelling komt de student tot een theoretische verkenning van een thema. Hij legt een relatie met het concept wereldburgerschap en enkele vensters van wereldburgerschap. Hij verkent de culturele en religieuze diversiteit van zijn omgeving en wordt zich ervan bewust dat hij als toekomstige leerkracht een belangrijke rol heeft als cultuurdrager en cultuuroverdrager. Hij ontwikkelt zijn visie op onderwijs in de globaliserende samenleving. De student verwerkt zelfstandig de kennis en didactiek van Kunsten niveau 2 en didactiek OJW niveau 2. SBL-competenties:
vakinhoudelijk en didactisch competent
competent in samenwerking met de omgeving
competent in samenwerking met collega's
competent in reflectie en ontwikkeling. 11. Beoordelingscriteria
toetsvorm
Didactiek- en kennistoets Kunsten niv. 2
De student kent de didactiek en vakinhouden kunsten niveau 2.
Kennistoets (QMP)
Didactiektoets OJW niv. 2
De student kent de didactiek van OJW niveau 2.
Kennistoets (QMP)
Aantal examinatoren
cijfer / (niet) voldaan cijfer
cijfer
Cesuur
60% van het totaal aantal te behale n punten 60% van het totaal aantal te behale
Weging
Frequentie
10%
Min. vereiste resultaat 6
10%
6
2 pogingen per studiejaar
2 pogingen per studiejaar
Compensatie
Toegestane hulpmiddelen
n punten
Kinderrechten-week
Beroepstaak-opdracht Wereldwijs bewegen (deel A en B)
13. Verplichte literatuur
De student toont aan bekend te zijn met de universele verklaring van de rechten van het kind. Hij verwerkt deze actuele kennis in een ICT- rijk onderwijsleerarangement.
Deel A 1. Vanuit een globale themakeuze rond wereldburgerschap komt de student tot een grondige theoretische verkenning binnen het gekozen thema.Knock‐out‐criterium 2. De student doorloopt adequaat de eerste stappen van de onderzoekscyclus, resulterend in een verslag van een probleemverkenning. 3. De student beschrijft de probleemverkenning beknopt vanuit verschillende perspectieven waarbij verwijzingen naar bronnen geïntegreerd zijn in een eigen authentieke tekst. 4. Het taalgebruik is helder, bondig en adequaat voor een zakelijke tekst.
Schriftelijke presentatie
Schriftelijk presentatie
Deel B: 1. De student heeft gevarieerde bronnen (vaklessen, literatuur, excursies, presentaties, kennisdeling ed) gebruikt en inhoudelijk correct verwerkt bij de beschrijving van zijn eyeopeners. Knock‐out criterium. 2. De student toont zich bewust van zijn rol als wereldburger en het wereldwijs maken van kinderen in het primair onderwijs en kan kernachtig formuleren wat dat betekent voor zijn visie op onderwijs. 3. De student kan de betekenis van zijn eye‐openers voor zichzelf als wereldburger en cultuur(over)drager benoemen in termen van gedrag, voornemen(s), oordelen, activiteiten. 4. De student besluit met een slotwoord over het belang van wereldburgerschap in het basisonderwijs Bij de vaklessen Wereldburgerschap algemeen: Artikelen op scholar Cultuurbeschouwing: Artikelen op scholar RLV Berg, Bas van den (2007), Geloof je het zelf?! Bussum: Coutinho. Hoofdstuk 6.
Jury kinder rechten week
(niet) voldaan
2
cijfer
--
--
voldaan
1 poging per jaar, bij onvoldoend e actieve participatie; vervangende opdracht
1 criteriu m mag onvoldo ende zijn, alleen niet het eerste.
Deel A: 50% Deel B: 30% Voor zowel deel A als deel B: Criterium nummer 1 onvoldoende is een 5; één criterium onvoldoende is een 6; 1‐2 keer goed is een 7; 3 keer goed is een 8; 4 keer goed een 9.
6
2 pogingen per studiejaar
Bronnenboek RLV pabo 3 Educaties Reader Kunsten en SWOAerts,E. e.a. (2007),Cultuur inZicht,Utrecht: Thieme Meulenhoff. Hoofdstuk 3. Aardrijkskunde (onder voorbehoud; zie bt wijzer voor definitieve lijst) Verheij J. K. en H. Notte (2007), Aardrijkskunde is overal. Rosmalen: Cantal. * paragraaf 2.1. De schoolomgeving. * paragraaf 1.2.1. Kijken op verschillende schaalniveaus * paragraaf 1.2.3. Kijken vanuit verschillende invalshoeken * paragraaf 1.3 Trends en educaties Kunsten kennis en didactiektoets niveau 2 Drama Nooij, H. de (2012), Kijk op spel, drama voor de Pabo. Groningen: Wolters Noordhoff. Hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 Beeldende vorming Didactiek en basiskennis Onna, J. van en A. Jacobse (2013), Laat maar zien, een didactische handleiding voor beeldend onderwijs, 4e druk 2008, Groningen: Wolters-Noordhoff. Gehele boek. Kunsteducatie Aerts, E., Hendriks.A.,lavoir,N van de, Tuit.J., Tongeren, C.van, Cultuur InZicht, eerste druk, 2007, Thieme Meulenhoff H 1 t/m 4 Roozen, I. (2009), In gesprek met het beeld en met elkaar: Beschouwen en reflecteren met kinderen, Enschede: SLO. (deze brochure is te downloaden en is een samenvatting van het boek Ogen Open, beeld beschouwen met kinderen uit groep 1 t/m 8) Onderzoek Van der Donk, C., & Van Lanen, B. (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Muziek Muziek Meester (3e druk 2010)
Ondersteuningspakket 119 : hoofdstuk 6,7 en 8 Ondersteuningspakket jonge kind (reader pabo): alle artikelen
Muziek Meester ( 3e druk, 2010) Hoofdstuk 3 : Luisteren : pag.61-83 Hoofdstuk 5 : Muziek lezen en noteren : pag. 119-141 Hoofdstuk 7 : Vorm : pag. 168-181 Hoofdstuk 8 : Betekenis :pag. 184-200 Hoofdstuk 9 : Muziekonderwijs en opvoeding : pag. 204 -225
Hoofdstuk 10: Muziek in de onderbouw Thema B:Muziek in midden- en bovenbouw: Thema D : Multicultureel muziekonderwijs:
www.muziekmeester.nl www.muziekmeester.nlDidactiektoets OJW niveau 2
Aardrijkskunde: Verheij, J. (2007) Aardrijkskunde is overal. Rosmalen: Cantal. Inzoomen en uitzoomen blz. 27 t/m 32 Regionale beeldvorming blz. 121 t/m 127 Didactische werkvormen blz. 70 t/m 107 Omgevingsonderwijs blz. 53 t/m 69 Trends en educaties blz. 44 t/m 51 Reader 210, Bronnenboek oriëntatie op jezelf en de wereld - AK en GS . Nijmegen: Pabo Groenewoud. Geschiedenis: Bruin, R. de, Bosua, M.(2009). Geschiedenis geven. Assen: Van Gorcum. 2.1 De lessencyclus, invalshoeken 8.1 Omgevingsonderwijs 9.1 Het begrensde beeld
Reader 155, Oriëntatie op jezelf en de wereld - Geschiedenis niveau 1 en 2 . Nijmegen: Pabo Groenewoud. o Beeldvorming van het verleden,p.76-98 o De Tien Tijdvakken, p.105-107 o Canon van Nederland en Kerndoelen, p. 108-116 o Ontwikkeling van tijdsbesef bij jonge kinderen, p.13-38
Reader 210, Bronnenboek oriëntatie op jezelf en de wereld - AK en GS. Nijmegen: Pabo Groenewoud. Reader 223 OJW Omgevingsonderwijs, Cultureel erfgoed. Nijmegen: Pabo Groenewoud.
Natuuronderwijs en techniek didactiek: Vaan, E. de & Marell, J.(2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs. Bussum: Coutinho. 7e herziene druk. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (2015) Natuur- en Techniekonderwijs, afstemmen op de ontwikkeling van kinderen. Nijmegen: HAN Pabo Educaties: Reader 224 OJW Educaties. Nij megen: Pabo Groenewoud. Vaan, E de & Marell, J. (2012) Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs. Bussum: Coutinho. o hfdst. 18. Coutinho, Bussum 14. Aanbevolen literatuur 15. Software 16. Overig materiaal
Op Scholar wordt elk studie jaar een actuele literatuurlijst gepubliceerd n.v.t. In bijeenkomsten uitgereikt materiaal en besproken websites.
17. Activiteiten
Studenten kiezen een thema uit de inhouden van deze periode en verdiepen zich door een theoretische probleemverkenning. De verkenning resulteert in een verslag. Belangrijke eyeopeners die deze periode zijn opgedaan worden verwerkt in een visieverslag.
18. Werkvormen
19. Les- / contacturen 20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers
Excursies Vensterbijeenkomsten (directe onderzoeksbegeleiding) Klassikale lessen Hoorcolleges Presentaties Zie punt 6 Periode 1 Klassengroep max. 30 studenten
Titel OWE
OWE 2.10 Professional zijn in een groter geheel
code 1. Opleiding 2. Doelgroep 3. Beroepstaak/ beroepstaken 4. Centrale beroepstaak 5. (Beroeps)Producten
6. Studiepunten / studielast: Contacttijd / Onderwijstijd 7. Samenhang met andere OWE’s 8. Ingangseisen m.b.t. tentamens 9. Algemene omschrijving
10. Competenties
PAB-VD2.10 Opleiding tot leraar basisonderwijs Kernfase voltijd –afstudeerrichting JK en OK (generiek) Bijdragen aan de schoolorganisatie Drie beroepsproducten: Onderzoeksopzet Schoolorganisatie in het groter geheel, keuze uit: a. Voorlichtingsfilm b. Minidocumentaire c. Lesvoorbereiding en uitvoering d. Eigen vorm Sollicitatiebrief 7,5 / 210 sbu Contacttijd: 38 uur Deze OWE hangt samen met : OWE 2.8 Lesgeven aan kinderen met speciale onderwijsbehoeften OWE 2.9 Wereldwijs bewegen Propedeuse behaald.
Onderwijstijd, incl stage: 172 uur (incl. 56 uur stagetijd)
Vanuit een gezamenlijke visie wordt in een school in teamverband systematisch gewerkt aan het verbeteren van het onderwijs. De leraar is onderdeel van en voelt zich medeverantwoordelijk voor dit continu veranderende geheel. Er wordt respectvol met elkaars kwaliteiten en meningen omgegaan. Onderzoekend leren maakt hier deel van uit. In deze OWE verken je de school als organisatie, de actoren en hun rollen, invloeden op de school en je onderzoekt de visie van de school. Je doorloopt de eerste stappen van de onderzoekscyclus tbv een vraagstuk waar de school mee bezig is. Je levert de school een gedegen en onderbouwde onderzoeksopzet waar zo mee kan worden gewerkt. Je rondt af met een sollicitatiegesprek met een echte directeur, waarin je laat zien voldoende zicht te hebben op de basisschool als organisatie en jouw plaats in dit geheel.
interpersoonlijk competent
11. Beoordelingscriteria 12. Tentaminering (deel)toetsen
competent in samenwerking met de omgeving
competent in samenwerking met collega's
competent in reflectie en ontwikkeling In het overzicht van de tentamenstof, zoals opgenomen in de Beroepstaakwijzer staan de doelen en de beoordelingscriteria van deze OWE-toetsing geformuleerd. De beoordelingscriteria staan hieronder vermeld. toetsvorm Aantal cijfer / Cesuur Weging Min. FrequenCompenToegestane 11. Beoordelingscriteria (selectie)
1.
Integrale toets: ‘Professional zijn in een groter geheel’ 2. 3.
4.
5. 6.
De student laat zien dat hij in staat is op vanuit een probleemstelling een probleemverkenning te maken, gericht op schoolontwikkeling. Hij gebruikt hierbij relevante actoren, literatuur en andere bronnen. De student laat zien dat hij vanuit een probleemverkenning kan komen tot een onderzoeksvraag. De student laat zien dat hij vanuit een onderzoeksvraag kan komen tot een daarbij passend onderzoeksplan inclusief onderzoeksinstrumenten. Het verslag informeert dermate helder en concreet over de achtergronden, het belang en de mogelijke opzet van het onderzoek dat het onderzoek door de school uitgevoerd kan worden. Aan de hand van bovenstaande 4 indicatoren laat de student zien onderzoek te kunnen verrichten op niveau afstudeerbekwaam. De student benoemt zijn kwaliteiten en leerpunten bij het omgaan met ouders en relateert dit aan eigen ervaringen.
Mondelinge en schriftelijke presentaties
examinatoren
(niet) voldaan
2
cijfer
Voldoende indien: Indicator 5 minimaal voldoende en indicatoren 6 t/m 12 allen voldoende.
100%
7.
13. Verplichte literatuur 14. Aanbevolen literatuur
De student noemt argumenten die voor hem van belang zijn om ouders als partners in de opvoeding te zien. 8. De student kan kenmerken van een professionele cultuur benoemen en kan uitleggen hoe hij zich ertoe verhoudt. 9. De student gaat respectvol om met meningen en kwaliteiten van anderen 10. De student heeft de diverse actoren die een rol spelen in het PO in beeld gebracht en kan deze benoemen. 11. De student kan aangeven welke rol hij zelf heeft binnen het grotere geheel; op microniveau en mesoniveau. 12. De student heeft relevante literatuur verwerkt. In bijeenkomsten uitgereikt materiaal en besproken websites.
Bolks, Tonis (2011) Professioneel communiceren met ouders. Den Haag: Boom Lemma. Doornenbal, J. van Oenen, S., Pols, W. (2012) Werken in de brede school, een pedagogische benadering. (eerste druk) Bussum: Coutinho.
vereiste resultaat
tie
satie
hulpmiddelen
6,0
2 pogingen per studiejaar
nvt
nvt
15. Software 16. Overig materiaal 17. Activiteiten
18. Werkvormen
19. Les- / contacturen
20. Onderwijsperiode 21. Maximum aantal deelnemers
Eijkeren, M. van (2005) Werken in het basisonderwijs. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff. Emst, A. (2002). Professionele cultuur in onderwijsorganisaties. Utecht: APS/Edukern. Jutten, J. (2007) De systeemdenker in actie; leidinggeven in een lerende school. Schinnen: Natuurlijk leren. Jutten, J.(2003) Natuurlijk leren: systeemdenken in een lerende school. Sittard: Consent. Kallenberg, T. (2010) Ontwikkeling door onderzoek. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff. Meijer, S ,(2010) De basisschool, een handboek voor ouders en professionals. Amsterdam: SWP Uitgeverij. Munnik, C. de & Vreugendenhil, K. (2008) Kennis over onderwijs. (tweede druk) Groningen: Noordhoff Uitgevers. Munnik, C. de & Vreugendenhil, K. (2012) Ontwerpen van onderwijs. (vierde druk) Groningen: Noordhoff Uitgevers. Pameijer, N. & Beukering, T. van, e.a. (2010) Handelingsgericht werken in de klas. Den Haag/Leuven Leuven. Van der Donk, C., & Van Lanen, B. (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Vijlder, F. de Van klassieke professionals naar excellente organisaties (online). Vries, P. de (2007) Handboek ouders in de School. CPS Uitgeverij. Wolsing, J. (2011) Schakels in de school. Bussum: Couthino.
In bijeenkomsten uitgereikt materiaal en besproken websites. Onderzoeksopzet in relatie tot schoolontwikkeling maken Maken van een opdracht om zicht te krijgen op de schoolorganisatie en de actoren daarbinnen Leren communiceren met ouders en onderzoeken van de ouderbetrokkenheid op de school Oefenen van het voeren van een sollicitatiegesprek. Schrijven van een sollicitatiebrief. Presenteren van beroepsproducten aan medestudenten Zelfstudie Colleges, deels met externe deskundigen Werkbijeenkomsten Rollenspel waarbij communiceren met ouders wordt geoefend Onderwijsleergesprek Simulatie 5 x pedagogiek en onderwijskunde met externe deskundigen 4 x slb Beroepstaakopening. 1 x oriëntatie op de beroepstaak (periode eerder) tijdens de beroepstaakopening van 2.8. 2 hoorcolleges en 4 werkcolleges over onderzoek raadpleging 2 175 in collegezaal, 30 in leslokaal
OWE 3.1 Integraal junior leraar zijn Titel onderwijseenheid (OWE)
Integraal junior leraar zijn
1.
Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs
2.
Doelgroep
Studenten afstudeerfase voltijd, deeltijd (Jonge Kind of Oudere Kind) HAN Pabo
Beroepstaak/ beroepstaken
Lesgeven Begeleiden van lerende(n) Ontwerpen van leerarrangementen Bijdragen aan de schoolorganisatie
4.
Centrale beroepstaak
-
5.
(Beroeps)Producten
Afstudeerplan Stage logboek Voortgangs- en eindverslag
6.
Studiepunten/studielast
22,5 stp / 630 sbu
3.
PAB-VD3.1
Geprogrammeerde contacttijd: leergroep, contact met stagebegeleider Geprogrammeerde onderwijstijd voor individuele en groepszelfwerkzaamheid: simulatieschool Stagevoorbereiding en stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd
voltijd 10 uur 40 uur 580 uur 630 uur
deeltijd 10 uur 620 uur 630 uur
7.
Samenhang met andere OWE’s
Deze OWE vormt samen met OWE 3.2 Praktijkgericht onderzoek doen, OWE 3.3 Denken en werken vanuit een professioneel werkconcept en OWE 3.4 Meesterproef, het geheel waarbinnen de student werkt aan zijn doorgroei naar startbekwaamheid.
8.
Ingangseisen
Minimaal alle (deel)tentamens van propedeuse en kernfase zijn behaald op één na: ofwel de landelijke kennisbasistoets rekenen/wiskunde ofwel de landelijke kennisbasistoets taal (beide uit de kernfase). Een goedkeuring van het afstudeerplan is een voorwaarde om aan de afstudeerstage te beginnen. Tijdens de opleiding loopt de student op minimaal drie verschillende scholen stage. Dat betekent dat voor de afstudeerstage de student rekening houdt met deze ingangseis.
9.
Algemene omschrijving
Tijdens de afstudeerstage ontwikkelt de student zich tot startbekwame leerkracht, dat wil zeggen dat de student voldoet aan de SBL-competenties. Tijdens de stage houdt de student een logboek bij, schrijft een voortgangsverslag en een eindverslag. Onderdeel van deze OWE is verder het schrijven van een afstudeerplan en (alleen voor voltijd studenten) deelname aan de simulatieschool.
10.
Competenties
Alle zeven SBL-competenties interpersoonlijk competent pedagogisch competent vakinhoudelijk en didactisch competent organisatorisch competent
11.
Beoordelingscriteria
competent in samenwerking met de omgeving competent in samenwerking met collega's
competent in reflectie en ontwikkeling
Deeltentamen 1: Afstudeerplan
Leerdoelen vloeien voort uit sterkte-/zwakteanalyse. Stageactiviteiten zijn gerelateerd aan de leerdoelen en de zeven SBL-competenties. In afstemming met de school is minimaal het onderwerp en het doel van het afstudeeronderzoek bepaald en is een eerste schets van het onderzoeksvoorstel opgenomen. De contouren van de meesterproef zijn duidelijk en de beginsituatie van de leerlingen in relatie tot de beoogde doelen. De student heeft zich inhoudelijke georiënteerd op de verdere ontwikkeling van het professioneel werkconcept. De student heeft zich inhoudelijk verdiept ten behoeve van het werken aan de vier beroepstaken (professioneel werkconcept, stage, afstudeeronderzoek en de meesterproef. De beoordelingscriteria zijn meer gedetailleerd opgenomen in de Opleidingswijzer
Deeltentamen 2: Afstudeerstage Interpersoonlijk competent: De student: ziet wat er gebeurt in de klas op individueel en groepsniveau en kan hier adequaat op reageren stemt zijn manier van communiceren met kinderen af op het ontwikkelingsniveau van de kinderen kan verantwoorden hoe hij met de groep en individuele kinderen omgaat stimuleert gewenst gedrag en spreekt leerlingen aan op ongewenst gedrag geeft op een positieve en effectieve manier leiding aan een groep kinderen communiceert open over dat wat hem opvalt in de school Pedagogisch competent: De student: speelt flexibel in op wat leerlingen inbrengen creëert een veilige leeromgeving heeft zichtbaar plezier in het omgaan met en lesgeven aan kinderen en weet hen te boeien sluit aan bij de leef- en belevingswereld van kinderen heeft een beeld van het sociaal klimaat in de groep en het welbevinden van de kinderen verdiept zich in ontwikkelingsproblemen van kinderen uit zijn groep kan omgaan met ontwikkelingsproblemen van kinderen uit zijn groep verdiept zich in gedragsproblemen van kinderen uit zijn groep kan omgaan met gedragsproblemen van kinderen uit zijn groep draagt bij aan het collegiale gesprek vanuit actuele kennis over ontwikkeling en leren Didactisch en vakinhoudelijk :
De student: sluit aan bij de onderwijsbehoeften van kinderen sluit aan bij het ontwikkelingsniveau van kinderen plaatst kinderen op leerlijnen van leer- en vakgebieden en werkt van daaruit opbrengstgericht aan hun ontwikkeling beheerst de leerinhouden van de vak- en vormingsgebieden zet doelgericht verschillende werk- en groeperingvormen in bespreekt met kinderen op positieve wijze hun werk om samen na te gaan hoe iets beter of anders kan draagt bij aan het collegiale gesprek vanuit actuele kennis over inhoud en vakdidactiek
Organisatorisch: De student: heeft zijn klassenmanagement op orde is consequent in het hanteren van regels en afspraken wordt door de leerlingen gerespecteerd en heeft overwicht plant tijd en ruimte in om zich doelgericht verder te bekwamen Samenwerken met collega’s: De student: communiceert open en respectvol met collega’s werkt constructief samen met collega’s in verschillende vormen van overleg functioneert als volwaardig beginnend teamlid toont zich nieuwsgierig naar wat er in de school gaande is toont betrokkenheid op het leren van alle leerlingen in de school Samenwerking omgeving: De student: communiceert open en respectvol met ouders communiceert goed voorbereid met ouders over de ontwikkeling van hun kind past verkregen handelingsadviezen toe en raadpleegt deskundigen om zijn onderwijs te optimaliseren Reflectie en ontwikkeling: De student: stelt zich begeleidbaar op evalueert, reflecteert en leert continu van zijn ervaringen bij de uitvoering van het onderwijs reflecteert op de (onbedoelde) effecten van verbeterprocessen op zijn eigen ontwikkeling en de ontwikkeling van leerlingen. Verdiept zich op eigen initiatief in nieuwe onderwerpen 12.
Tentaminering
toetsvorm
aantal Beoordeling = examinatore cijfer / (niet) n voldaan
cesuur
weging
minimaal resultaat
periode afname en herkansing = frequentie
compensatie
Toegestane hulpmiddelen
Deeltentamen 1: Afstudeerplan Schriftelijke presentatie
1
(niet) voldaan
Alle beoordelingscri teria voldoende
voldaan
2 kansen per studiejaar
n.v.t.
n.v.t.
cijfer
100 % Alle competentiedo meinen gemiddeld een voldoende, dan een 6.
6,0
2 kansen per studiejaar
n.v.t.
n.v.t.
Deeltentamen 2: Afstudeerstage Schriftelijke en mondelinge 1 presentatie
13.
Verplichte literatuur
-
14.
Aanbevolen literatuur
-
15.
Software
-
16.
Overig materiaal
-
17.
Activiteiten
Deelname aan de simulatieschool Stage Voortgangsgesprekken en eindgesprek stage Intervisie tijdens SLB-bijeenkomsten
18.
Werkvormen
Stage, werkcolleges, intervisie tijdens SLB, individuele gesprekken
19.
Les-/contacturen
Oriënteren en voorbereiden stage op de stageschool: 1 - 1,5 dag per week gedurende gemiddeld 2 maanden. Uitvoeren van de stage gedurende 5 maanden (3 dagen per week) bij goedgekeurd afstudeerplan. Deeltijdstudenten lopen 2 aaneengesloten dagen stage tijdens de uitvoering. Vier contactmomenten met stagebegeleider Pabo (4 uur) Simulatieschool alleen voor voltijd studenten. Intervisie (7,5 uur) Zie verder punt 6.
20.
Onderwijsperiode
Semester 1 en 2
21.
Maximum aantal deelnemers
-
OWE 3.2 Praktijkgericht onderzoek doen Titel onderwijseenheid (OWE)
Praktijkgericht onderzoek doen PAB-VD3.2
1.
Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs
2.
Doelgroep
Studenten afstudeerfase voltijd, deeltijd (Jonge Kind of Oudere Kind) HAN Pabo
3.
Beroepstaak/beroepstaken
Bijdragen aan de schoolorganisatie
4.
Centrale beroepstaak
Bijdragen aan de schoolorganisatie
5.
(Beroeps)Producten
Onderzoeksrapportage praktijkgericht onderzoek Presentatie van het onderzoek op de stageschool
6.
Studiepunten/studielast
15 stp / 420 sbu Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor individuele en groepszelfwerkzaamheid Stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd
29,5 293 97,5 420 uur
7.
Samenhang met andere OWE’en
Deze OWE vormt samen met OWE 3.1 Integraal junior leraar zijn, OWE 3.3 Denken en werken vanuit een professioneel werkconcept en OWE 3.4 Meesterproef, het geheel waarbinnen de student werkt aan zijn doorgroei naar startbekwaamheid.
8.
Ingangseisen
Voor het volgen van de lessen: studenten locatie Arnhem: minimaal 75 studiepunten van de kernfase behaald. studenten locatie Nijmegen: maximaal één (deel)tentamen uit de kernfase is nog niet behaald. Voor de toetsing: 150 sbu (propedeuse en kernfase zijn afgerond)
9.
Algemene omschrijving
De student voert een praktijkgericht onderzoek uit in en ten behoeve van de stageschool. Het onderzoek omvat alle stappen van een onderzoekscyclus tot en met de onderzoeksrapportage. De rapportage voldoet aan huidige eisen van een HBO afgestudeerde.
10.
Competenties
11.
Beoordelingscriteria
competent in reflectie en ontwikkeling
De werkwijze van de student is systematisch en transparant zonder spelfouten en andere taalfouten. Tentamen: onderzoeksverslag De student toont aan dat hij: een praktijkrelevant vraagstuk kan beantwoorden met behulp van onderzoek. data kan verzamelen en gebruiken in zijn werk als professional.
12.
Tentaminering
een praktijkrelevant vraagstuk kan plaatsen in een bredere context. zowel bestaande als eigen inzichten en werkwijzen ter discussie stelt. kan beargumenteren hoe zijn keuzen in het onderzoekproces tot stand komen. alle belanghebbenden betrekt bij het onderzoeksproces. zich aan de beroepsethische gedragsregels voor onderzoek kan houden. onderzoekresultaten kan vertalen naar toepassingen in de praktijk. een consistente en navolgbare werkwijze hanteert.
toetsvorm
aantal cijfer / (niet) examinatore voldaan n
cesuur
weging
minimaal resultaat
periode afname en herkansing = frequentie
compensatie
2
54 punten van de 90 punten (60%)
100%
6,0
2 kansen per n.v.t studiejaar
toegestane hulpmiddelen
Tentamen: onderzoeksverslag Schriftelijke presentatie
cijfer
n.v.t.
13.
Verplichte literatuur
Van Lanen, B. & van der Donk, C. (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Couthino.
14.
Aanbevolen literatuur
Boeie, H. (2014) Analyseren in kwalitatief onderzoek: denken en doen. Den Haag: Boom/Lemma Baarda, B., van der Hulst, M., & de Goede, M. (2007). Basisboek interviewen. Groningen: Noordhoff
15.
Software
-
16.
Overig materiaal
-
17.
Activiteiten
De student formuleert een heldere probleemstelling uitgaande van de context van de stageschool, op basis waarvan hij zich verder verdiept in theorie en de praktijksituatie van het praktijkprobleem. De onderzoeksvragen die voortvloeien uit de probleemverkenning geven vervolgens richting aan het onderzoeksplan, dat de student hanteert om data te verzamelen en te analyseren. In het onderzoeksverslag beschrijft de student de resultaten en de conclusies van de dataverzameling en -analyse en beschrijft hij in de discussie wat de waarde van het onderzoek is, welke aanbevelingen hij kan doen en welke vervolgvragen het onderzoek oproept. Gedurende het onderzoek stemt de student het onderzoek regelmatig af met de stageschool en de onderzoeksbegeleider. Als het onderzoek is afgerond wordt het onderzoek gepresenteerd op de stageschool aan de belanghebbenden. Tenslotte voegt de student een kritische reflectie toe als bijlage bij het onderzoeksverslag op het doen van onderzoek in relatie tot de ontwikkeling tot junior leraar.
18.
Werkvormen
Hoorcolleges, werkcolleges, peer-feedback, expert feedback, formatieve toetsing van onderzoeksvoorstel en onderzoeksplan, individuele gesprekken.
19.
Les-/contacturen
Hoorcolleges en werkcolleges Individuele begeleiding (inclusief formatieve feedback en feedback op documenten) Zie verder punt 6.
20.
Onderwijsperiode
Het onderzoek wordt uitgevoerd tijdens de afstudeerstage. De voorbereiding, uitvoering en verslaglegging vindt plaats gedurende vier periodes. Aan het begin van elk semester is het mogelijk om te starten.
21.
Maximum aantal deelnemers
150 studenten voor hoorcolleges. 15 studenten voor werkcolleges per groep. Aantal groepen onbeperkt.
OWE 3.3 Denken en werken vanuit een professioneel werkconcept Titel onderwijseenheid (OWE)
Denken en werken vanuit een professioneel werkconcept PAB-VD3.3
1.
Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs
2.
Doelgroep
Studenten afstudeerfase voltijd, deeltijd (Jonge Kind of Oudere Kind) HAN Pabo
3.
Beroepstaak/beroepstaken
Begeleiden van lerende(n) Bijdragen aan de schoolorganisatie
4.
Centrale beroepstaak
-
5.
(Beroeps)Producten
Visiestuk van 4000 woorden met eventueel bijlagen als bewijslast.
6.
Studiepunten/studielast
7,5 stp / 210 sbu Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor individuele en groepszelfwerkzaamheid Stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd
12 uur 90 uur 108 uur 210 uur
7.
Samenhang met andere OWE’s
Deze OWE vormt samen met OWE 3.1 Integraal junior leraar zijn, OWE 3.2 Praktijkgericht onderzoek doen en OWE 3.4 Meesterproef, het geheel waarbinnen de student werkt aan zijn doorgroei naar startbekwaamheid.
8.
Ingangseisen
Voor het volgen van de lessen: studenten locatie Arnhem: minimaal 75 studiepunten van de kernfase behaald. studenten locatie Nijmegen: maximaal één (deel)tentamen uit de kernfase is nog niet behaald. Voor de toetsing: 150 sbu (propedeuse en kernfase zijn afgerond)
9.
Algemene omschrijving
De student beschrijft vanuit welke visie en inzichten hij straks aan de slag wil gaan en waarom. Hij beantwoordt vragen en verantwoordt grondig – vanuit diverse bronnen en eigen ervaringen – vragen zoals: Wat voor leraar ben ik en wil ik zijn? Hoe verhoud ik mij tot ontwikkelingen in de samenleving en in het onderwijs in het bijzonder? Waarover heb ik al een visie ontwikkeld, en waar ben ik nog volop mee bezig? Wat zijn mijn kwaliteiten en waar liggen mijn uitdagingen?
De student motiveert eveneens de (eventuele) keuze voor een extra verdieping in een levensbeschouwelijke variant. 10.
Competenties
Alle zeven SBL-competenties interpersoonlijk competent pedagogisch competent vakinhoudelijk en didactisch competent organisatorisch competent competent in samenwerking met de omgeving competent in samenwerking met collega's competent in reflectie en ontwikkeling
11.
Beoordelingscriteria
De werkwijze van de student is systematisch en transparant zonder spelfouten en andere taalfouten. Tentamen: professioneel werkconcept (PWC)
12.
Tentaminering
Begripsverheldering: de student biedt een samenhangende verheldering van begrippen en benaderingen die in zijn visie centraal staan. Brongebruik: de student gebruikt gevarieerde bronnen en voldoende relevante literatuur. Opvattingen en overtuigingen komen navolgbaar voort uit een meer perspectivische verkenning en onderbouwing. Relatie denken - handelen: de student maakt de relatie tussen zijn handelen en de onderliggende gedachten, opvattingen en waarden expliciet. Hij maakt dit concreet aan de hand van diverse voorbeelden uit de eigen praktijk. Oordeelsvorming over de eigen ontwikkeling: de student benoemt de essentie in de ontwikkeling van zijn ervaringen, kennis en beelden over leraarschap en onderwijs. Hij laat hierbij regelmatig constructief kritische distantie zien en weegt meerdere perspectieven af. De hieruit getrokken conclusies zijn navolgbaar en worden kritisch beschouwd.
toetsvorm
aantal cijfer / (niet) examinatore voldaan n
cesuur
weging
minimaal resultaat
periode afname en herkansing = frequentie
compensatie
toegestane hulpmiddelen
6,0
2 kansen per studiejaar
n.v.t
n.v.t.
Tentamen: professioneel werkconcept (PWC) Schriftelijke presentatie op het DPF
1
cijfer
Als aan ingangseisen niet 100% is voldaan, dan stoppen met beoordelen = 4; Eén keer onvoldoende = 5; Vier voldoende = 6; Drie keer voldoende en één keer goed = 7; Twee keer voldoende en twee keer goed = 8; Eén keer voldoende en drie keer goed is 9; Vier keer goed = 9, of 10 na overleg.
13.
Verplichte literatuur
In overleg
14.
Aanbevolen literatuur
In overleg
15.
Software
-
16.
Overig materiaal
-
17.
Activiteiten
In de vier bijeenkomsten ligt het accent op het inhoudelijk ingaan op de vier dimensies: informatieverwerking, leren denken, leren verbinden en samen leren.
18.
Werkvormen
Werkcolleges
19.
Les-/contacturen
Zie punt 6.
20.
Onderwijsperiode
Periode 1 en 2
21.
Maximum aantal deelnemers
Onbeperkt aantal groepen.
OWE 3.4 Meesterproef Titel onderwijseenheid (OWE)
Meesterproef
1.
Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs,
2.
Doelgroep
Studenten afstudeerfase voltijd, deeltijd (Jonge Kind of Oudere Kind) HAN Pabo
3.
Beroepstaak/beroepstaken
Ontwerpen van leerarrangementen
4.
Centrale beroepstaak
Ontwerpen van leerarrangementen
5.
(Beroeps)Producten
Zelfontworpen leerarrangement voor alle kinderen van de groep uit de afstudeerstage
6.
Studiepunten/studielast
10 stp / 280 sbu Geprogrammeerde contacttijd (4x vakdidactische kring, 4x leergebied leerking, 1x bijeenkomst ICT en 1x Hoorcollege Meesterproef) Geprogrammeerde onderwijstijd voor individuele- en groepszelfwerkzaamheid en raadpleeguren (6x ateliers) Geprogrammeerde onderwijstijd voor voorbereiding en elektronische leeromgeving (3u per week) Geprogrammeerde onderwijstijd voor verslaglegging Stage Totaal geprogrammeerde onderwijstijd
7.
Samenhang met andere OWE’s
PAB-VD3.4
15 uur 18 uur 103 uur 75 uur 69 uur 280 uur
Deze OWE vormt samen met OWE 3.1 Integraal junior leraar zijn, OWE 3.2 Praktijkgericht onderzoek doen en OWE 3.3 Denken en werken vanuit een professioneel werkconcept, het geheel waarbinnen de student werkt aan zijn doorgroei naar startbekwaamheid.
8.
Ingangseisen
Voor het volgen van de lessen: studenten locatie Arnhem: minimaal 75 studiepunten van de kernfase behaald. studenten locatie Nijmegen: maximaal één (deel)tentamen uit de kernfase is nog niet behaald. Voor de toetsing: 150 sbu (propedeuse en kernfase zijn afgerond) en afstudeerplan goedgekeurd.
9.
Algemene omschrijving
De student laat in de Meesterproef het beste van zijn kunnen zien in een zelfgekozen en zelfontworpen leerarrangement voor alle kinderen van zijn groep. De meesterproef richt zich op het aantonen van de interpersoonlijk, pedagogisch, vakdidactisch en organisatorisch competentiedomeinen in voorbereiding, uitvoering en evaluatie. Daarnaast voldoet het ontwerp en de verantwoording daarvan aan een selectie uit de professionele standaard niveau 3 (m.n. kennis toepassen en oordeelsvorming) en toont de student kwalificaties 5, 6 en 8 aan van de Eindkwalificaties Leren en lesgeven met ICT (deze worden benoemd in toetscriterium 4 onder punt 11).
10.
Competenties
√ √ √ √
11.
Beoordelingscriteria
De werkwijze van de student is systematisch en transparant zonder spelfouten en andere taalfouten.
Interpersoonlijk competent Pedagogisch competent Vakdidactisch en vakinhoudelijk competent Organisatorisch competent
Tentamen 1: Meesterproef Beoordelingscriteria: Doelen en beginsituatie: concreet en haalbaar, logische samenhang tussen beginsituatie van leerlingen en doelen. Creatief en planmatig afstemmen op de onderwijsbehoeften van leerlingen: activiteiten en interventies zijn afgestemd op onderwijsbehoeften van de groep leerlingen. De relatie met de beschreven beginsituatie en de te bereiken doelen is helder en ‘Leren met ICT’ heeft een passende plaats. Theoretische verantwoording: de ontwerpkeuzes worden theoretisch verantwoord, met adequate gebruikmaking van relevante begrippen, bronverwijzingen en concretisering hiervan naar het ontwerp. Eindkwalificaties leren en lesgeven met ICT: ICT-geletterdheid is bij het leerarrangement en de presentatie op het niveau van de Eindkwalificaties Leren en Lesgeven met ICT. In het ontwerp is weloverwogen gebruik gemaakt van ICT, gekoppeld aan pedagogische en didactische doelen, de inhoud en de eigen visie. Omgaan met praktijkproblemen: eventuele problemen bij het ontwerp en de uitvoering worden geanalyseerd. De gekozen oplossing wordt verantwoord. Uitvoering van het ontwerp:,met de uitvoering van het ontwerp laat de student zien dat hij interpersoonlijk, pedagogisch, didactisch en organisatorisch startbekwaam is. Communiceren met collega’s en/of ouders: communicatie en samenwerking met collega’s en/of ouders vinden aantoonbaar op adequate wijze plaats. Evalueren: verbanden worden gelegd tussen leeropbrengsten, doelen, beginsituatie en aanpak. De student geeft aanbevelingen voor een herontwerp. Het eigen handelen en het kennisniveau komt zelfkritisch ter sprake, evenals aandachtspunten voor zijn verdere ontwikkeling. De student geeft blijk van een realistisch beeld van zijn functioneren als ‘Meester’ in deze proef. 12.
Tentaminering
toetsvorm
Tentamen: Meesterproef
aantal cijfer / (niet) examinatore voldaan n
cesuur
weging
minimaal resultaat
periode afname en herkansing = frequentie
compensatie
toegestane hulpmiddelen
Schriftelijke presentatie op het DPF
1
cijfer
100% - Stoppen beoordeling = 4; - 1 keer of meer onvoldoende = 5; - Alles voldoende = 6; - Voldoende samen met 1 keer goed = 6; - Voldoende samen met 2/3 keer goed = 7; - Voldoende samen met 4/5 keer goed = 8; - Voldoende en 6/7 keer goed = 9; - Alles goed = 9, of 10 na overleg
6,0
13.
Verplichte literatuur
Naar keuze
14.
Aanbevolen literatuur
Bepaald door het gekozen leergebied van de student (zie scholar leren onder de leergebiedleerkringen).
15.
Software
Naar keuze van de student.
16.
Overig materiaal
Naar keuze van de student.
17.
Activiteiten
Ontwerp afstemmen op stagegroep en binnen de schoolcontext. Ontwerp theoretisch verantwoorden. Uitvoeren leerarrangement op stage. Schrijven van een verslag voor eindbeoordeling.
18.
Werkvormen
Hoor- en werkcolleges. Individuele- en groepszelfwerkzaamheid en raadpleeguren binnen de ateliers.
19.
Les-/contacturen
Zie punt 6, studielast.
20.
Onderwijsperiode
Verdeeld over drie onderwijsperiodes; periode 1 hoorcolleges, periode 2 en 3 werkcolleges en ateliers
21.
Maximum aantal deelnemers
25 studenten
OWE 3.5 Integrale toets Afstudeerbekwaam Titel onderwijseenheid (OWE)
Integrale toets afstudeerbekwaam PAB-VD3.5
1.
Opleiding
Opleiding tot leraar basisonderwijs
2.
Doelgroep
Studenten afstudeerfase voltijd, deeltijd (Jonge Kind of Oudere Kind) HAN Pabo
Twee kansen geen per studiejaar
n.v.t.
3.
Beroepstaak/beroepstaken
4.
Centrale beroepstaak
Lesgeven Begeleiden van lerende(n) Ontwerpen van leerarrangementen Bijdragen aan de schoolorganisatie -
5.
(Beroeps)Producten
-
6.
Studiepunten/studielast
5 studiepunten / 140 sbu Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde onderwijstijd voor individuele en groepszelfwerkzaamheid Totaal geprogrammeerde onderwijstijd
1 uur 139 uur 140 uur
7.
Samenhang met andere OWE’s
In deze OWE rondt de student de doorgroei naar startbekwaamheid af door de integratie van theorie en praktijk. Deze OWE bouwt voort op OWE 3.1 Integraal junior leraar zijn, OWE 3.2 Praktijkgericht onderzoek doen, OWE 3.3 Denken en werken vanuit een professioneel werkconcept en OWE 3.4 Meesterproef.
8.
Ingangseisen
150 sbu (propedeuse en kernfase zijn afgerond) OWE 3.1, 3.2, 3.3 en 3.4 (55 studiepunten) uit de afstudeerfase zijn behaald. Een aantal verplichte documenten op het DPF moet in orde zijn, daarna vindt de beoordeling plaats. Het betreft de volgende documenten: - Sterkte/zwakteanalyse - Afstudeerplan - Beoordeling afstudeerplan - Ondertekend stagecontract - Eindevaluatie stage en eindbeoordeling stage OWE 3.1 - Beoordeling onderzoek OWE 3.2 - Beoordeling PWC OWE 3.3 - Beoordeling meesterproef 3.4 Wordt na de eerste check vastgesteld dat niet voldaan is aan alle verplichte documenten, dan stopt de beoordeling. De beoordelaar mailt de student om binnen 2 dagen de documenten in orde te maken. Zodra de student dit heeft gedaan mailt hij de beoordelaar. Na deze email wordt de check opnieuw uitgevoerd. De student weet theorie en praktijk met elkaar te verbinden en toont (mede daardoor) aan, aan de eisen van professionele standaard op niveau 3 te voldoen.
9.
Algemene omschrijving
10.
Competenties
Alle zeven SBL-competenties interpersoonlijk competent pedagogisch competent vakinhoudelijk en didactisch competent organisatorisch competent competent in samenwerking met de omgeving competent in samenwerking met collega’s competent in reflectie en ontwikkeling
11.
Beoordelingscriteria
Tentamen: startbekwaam leraar zijn: eindgesprek
Professionele standaard niveau 3: Verbanden leggen tussen eigen ontwikkeling en eigen praktijk(leer- en onderzoeksvaardigheid) Koppelen handelen aan visie en beleid. (kennis verwerven en kennis toepassen) Mondelinge vaardigheid (communiceren en presenteren) Sterkte/zwakte analyse en POP (leer- en onderzoeksvaardigheid) Reflecteren (oordeelsvorming, kennis verwerven en kennis toepassen). 12.
Tentaminering
toetsvorm
aantal examinatoren
cijfer / (niet) voldaan
De student kan verbanden leggen tussen stage, onderzoek, PWC en Meesterproef en zijn eigen ontwikkeling. De student kan visie en beleid vertalen naar concreet handelen in de praktijk en andersom. Hij onderbouwt gemaakte keuzes en relateert deze aan zijn opvattingen. De student kan zich mondeling, helder, correct, zorgvuldig en gestructureerd uitdrukken. De student kan in een gedetailleerde en gestructureerde sterkte-/zwakteanalyse aangeven waar de grenzen en uitdagingen van zijn handelingsbekwaamheid liggen. De student maakt van vrijwel elke ervaring een leerervaring door er – als gewoonte – op te reflecteren en erover te communiceren met anderen. cesuur
weging
minimaal resultaat
periode afname en herkansing = frequentie
compensatie
toegestane hulpmiddelen
100%
6,0
2 kansen per
n.v.t.
n.v.t.
Tentamen: startbekwaam leraar zijn: eindgesprek Mondelinge toets
2
cijfer
Eén keer of meer onvoldoende = 5; Vijf keer voldoende = 6; Vier keer voldoende en één goed = 6; Drie keer voldoende en twee keer goed = 7; Twee keer voldoende en drie keer goed = 8; Eén keer voldoende en vier keer goed = 9: Vijf keer goed = 9, of 10 in overleg.
13.
Verplichte literatuur
-
14.
Aanbevolen literatuur
-
15.
Software
-
16.
Overig materiaal
Naar keuze
17.
Activiteiten
Mondeling gesprek met twee examinatoren
18.
Werkvormen
Gesprek
19.
Contacturen
20.
Onderwijsperiode
30 minuten 7 keer per jaar: september – november – januari – maart - mei – juni – augustus
21.
Maximum aantal deelnemers
-
studiejaar