Hogeschool Zuyd, Sittard Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo-bachelor; Varianten: voltijd en deeltijd Visitatiedatum: 19 september 2006
© Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2006
2
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
Inhoud
3
Deel A:
Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per onderwerp 1.6 Schematisch overzicht oordelen 1.7 Totaaloordeel
5 7 7 8 10 10 12 12
Deel B:
Facetten Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6
13 15 17 25 28 30 32
Deel C:
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4
Doelstellingen van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Resultaten
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Deskundigheden panelleden Bezoekprogramma Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
35 36 42 46 49
3
4
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
Deel A: Onderwerpen
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
5
6
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
1.1
Voorwoord
Dit rapport is het verslag van het panel de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening van de Hogeschool Zuyd heeft onderzocht in opdracht van NQA. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen en is feitelijk gestart in juni 2006, toen de opleiding haar zelfevaluatierapport bij NQA heeft aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek was er op 19 september 2006 een panelbezoek aan de opleiding. In het panel hebben de volgende personen zitting genomen: De heer mr. H.J.L.M. van de Luytgaarden (voorzitter en domeinpanellid); De heer P. Ph. Voorhoeve (domeinpanellid); De heer P. van Achteren (studentpanellid); Mevrouw drs. R. van Empel (NQA-auditor); Mevrouw I.J.M. de Jong (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document ‘Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties’ van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid, vakdeskundigheid –zowel wat betreft de meest recente ontwikkelingen als wat betreft lesgeven en beoordeling op het betreffende onderwijsniveau en de oriëntatie-, onderwijs- en visitatiedeskundigheid en studentgebonden deskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: • Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens is hier het eindoordeel geformuleerd. • Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. • Deel C, met alle relevante bijlagen. 1.2
Inleiding
De Hogeschool Zuyd is in 2001 ontstaan uit een fusie van de Hogeschool Limburg en de Hogeschool Maastricht. De hogeschool heeft een tweelagenstructuur, met 20 Faculteiten, aangestuurd door faculteitsdirecties die onder het College van Bestuur ressorteren. De hogeschool heeft circa 13.000 studenten en zo’n 1600 medewerkers (2006). De hogeschool verzorgt 53 bacheloropleidingen en drie masteropleidingen in de sectoren economie, gezondheidszorg, onderwijs, sociaalagogisch en techniek. Vestigingsplaatsen van de hogeschool zijn Heerlen, Maastricht en Sittard.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
7
De faculteitsdirecteuren zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de werkzaamheden van hun faculteit. Dit betreft zowel de organisatie als de inhoud en structuur van het onderwijs. Daarnaast verricht de hogeschool toegepast onderzoek in ongeveer 10 kenniskringen. De opleiding SJD Sittard maakt onderdeel uit van de Faculteit Arbeid en Recht van de Hogeschool Zuyd. De opleiding SJD is per 1 september 2006 geconverteerd tot een nieuwe opleiding Hogere Juridische Opleidingen (HJO). Deze nieuwe opleiding combineert de eindkwalificaties SJD met die van HBO-Rechten. In september 2006 is deze nieuwe opleiding van start gegaan. Mettertijd zullen de studenten van deze nieuwe opleiding in hun derde jaar een voorlopige keuze maken voor een afstudeerrichting die meer juridisch is georiënteerd (deze opleiding wordt aangeboden als eindopleiding dan wel als doorstroomopleiding naar de universiteit) of juist meer sociaalagogisch. Bij de keuze ‘sociaalagogisch’ zullen de afgestudeerden een kwalificatieprofiel hebben dat sterke overeenkomsten vertoont met het huidige SJD-profiel. De visitatie SJD betreft in 2006 dan ook een opleiding in afbouw, of ‘ombouw’ tot afstudeerrichting van de opleiding HJO. In 2001 is de opleiding eerder gevisiteerd. Het panel heeft kennis genomen van de conclusies van de visitatiecommissie uit 2001. Kort samengevat betroffen de aanbevelingen van de toenmalige commissie SJD voor de opleiding in Sittard: actualisatie van het beroepsbeeld, verdere ontwikkeling van het kwaliteitszorgplan en uitwerking geven aan verbeterplannen (vooral scholingsplan) op het gebied van personeel. De opleiding SJD heeft de volgende instroomcijfers: Cohort 2001 2002 2003 2004 2005 2006 (HJO)
1.3
Instroom Voltijd
Instroom Deeltijd 84 104 84 84 85 133
16 15 23 31 17 13
Werkwijze
De beoordeling van de opleiding door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. De visitatie vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase.
8
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
De voorbereidingsfase In juni 2006 heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid - de informatieanalyse - en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Nadat het zelfevaluatierapport met de bijlagen in orde was bevonden, heeft de auditor met de opleiding tezamen besproken welke facetten of welke thema’s naar verwachting de meeste aandacht moeten krijgen tijdens het bezoek van het panel aan de opleiding. Daardoor konden de opleiding en het visitatiepanel zich op adequate wijze voorbereiden op dit bezoek. In juli, augustus en september 2006 hebben de panelleden zich inhoudelijk op het bezoek voorbereid. Daartoe hebben zij het zelfevaluatierapport (en bijlagen) bestudeerd en formuleerden zij hun voorlopige oordelen in een beoordelingsformat op basis van argumenten. Ook formuleerden zij vraagpunten. De panelleden gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor, die na een analyse hiervan de kernpunten en de prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken inventariseerde. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel concreet voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement. Verder is gesproken met docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek is ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel zogenaamde ‘schakelmomenten’ ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport wordt door de opleiding accreditatie aangevraagd bij de NVAO. In het facetrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. NQA heeft de opleiding de mogelijkheid gegeven om te reageren op conceptrapporten voor een check op feitelijke onjuistheden. Deze reactie van de opleiding heeft geleid tot enkele aanvullingen en wijzigingen in de tekst. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in november 2006; het rapport is in idezelfde maand ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
9
1.4
Oordeelsvorming
In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt en het domeinspecifieke kader. In de oordelen per onderwerp (paragraaf 2.5) wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten. De (uitgebreide) argumentatie is weergegeven in het facetrapport. Aangezien de situatie, het oordeel en de argumentatie voor de beide varianten voor nagenoeg alle facetten gelijk is, is in het facetrapport steeds één oordeel vermeld. Alleen bij facet 6.2 was de situatie voor de beide varianten verschillend: bij dit facet zijn er twee oordelen vermeld, met daarbij de argumentatie. 1.5
Oordelen per onderwerp
1.5.1 Doelstellingen opleiding Alle facetten binnen het onderwerp ‘Doelstellingen van de opleiding’ zijn beoordeeld met ‘goed’. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleidingen voltijd en deeltijd SJD daarom positief. 1.5.2 Programma Alle facetten binnen het onderwerp ‘Programma’ zijn beoordeeld met ‘goed’. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleidingen voltijd en deeltijd SJD daarom positief. 1.5.3 Inzet van personeel Alle facetten binnen het onderwerp ‘Inzet van personeel’ zijn beoordeeld met ‘goed’. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleidingen voltijd en deeltijd SJD daarom positief. 1.5.4 Voorzieningen Alle facetten binnen het onderwerp ‘Voorzieningen’ zijn beoordeeld met ‘goed’. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleidingen voltijd en deeltijd SJD daarom positief. 1.5.5 Interne kwaliteitszorg Alle facetten binnen dit onderwerp zijn minimaal met een ‘voldoende’ beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleidingen voltijd en deeltijd SJD daarom positief.
10
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
1.5.6 Resultaten Alle facetten binnen dit onderwerp zijn minimaal met een ‘voldoende’ beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleidingen voltijd en deeltijd SJD daarom positief.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
11
1.6
Schematisch overzicht oordelen
Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau bachelor 1.3 Oriëntatie hbo bachelor Totaaloordeel Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen hbo 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing Totaaloordeel Onderwerp 3 Inzet van Personeel 3.1 Eisen hbo 3.2 Kwantiteit personeel 3.3 Kwaliteit personeel Totaaloordeel Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding Totaaloordeel Onderwerp 5 Interne kwaliteitzorg 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen tot verbetering 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Totaaloordeel Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerde niveau 6.2 Onderwijsrendement Totaaloordeel
1.7
Opleiding SJD Voltijd
Opleiding SJD Deeltijd
Goed Goed Goed Positief
Goed Goed Goed Positief
Goed
Goed
Goed Goed Goed Goed Goed Goed Goed Positief
Goed Goed Goed Goed Goed Goed Goed Positief
Goed Goed Goed Positief
Goed Goed Goed Positief
Goed Goed Positief
Goed Goed Positief
Goed Goed
Goed Goed
Voldoende Positief
Voldoende Positief
Goed Goed Positief
Goed Voldoende Positief
Totaaloordeel
Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5 waaruit blijkt dat de opleidingen op de zes de onderwerpen positief scoren, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleidingen POSITIEF is.
12
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
Deel B: Facetten
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
13
14
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
Onderwerp 1
Facet 1.1
Doelstelling van de opleiding
Domeinspecifieke eisen
Goed
Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De eindcompetenties SJD Sittard (voltijd en deeltijd) zijn ontwikkeld en vastgesteld in samenwerking met de andere hbo-opleidingen SJD binnen het Landelijk Opleidings Overleg-SJD (LOO-SJD). De eindcompetenties van de opleiding sluiten aan bij deze landelijk vastgestelde eindcompetenties. • De eindcompetenties SJD zijn door vertegenwoordigers van de beroepspraktijk gevalideerd in 1998 en opnieuw in 2002 in een landelijke legitimeringsconferentie. Door het LOO-SJD wordt eind 2006 een volgende landelijke legitimeringsconferentie georganiseerd over de eindcompetenties SJD. • De eindcompetenties van de Sittardse opleiding SJD zijn in november 2005 afgestemd met de werkveldcommissie SJD Sittard. Het panel heeft verslagen gezien, waarin de werkveldcommissie een positief advies uitspreekt. • De huidige voltijdopleiding SJD telt 24 competenties, voor de deeltijdopleiding zijn er 23 competenties. De ontbrekende competentie bij deeltijd wordt geacht in eerdere werk- of levenservaring te zijn verworven. Dit wordt bij de instroom in de opleiding na ampele toetsing vastgesteld per deeltijdstudent. • De opleiding heeft contacten met Fachhochchulen en Hogescholen in respectievelijk Duitsland en België. Dit zijn onder meer: Katholische Fachhochschule Nordrhein Westfalen, Abteilung Aachen (D), XIOS Hogeschool Limburg, Hasselt (Be), Haute Ecole HEMES Liege (Be), Haute Ecole Charlemagen, Liege (Be). Een vergelijkbare opleiding is er echter niet in het buitenland, omdat de kern van de opleiding, het sociale stelsel en wetgeving in ons land, specifiek nationaal is. • Het panel is van oordeel dat de eindcompetenties SJD-Sittard aansluiten bij de beroepspraktijk van SJD’ers. • In het Landelijk Domeinoverleg Bachelor of Laws (LLB) hebben de opleidingen SJD en HBO-Rechten zeven domeincompetenties Law geformuleerd en vastgesteld (oktober 2005). Deze zijn vanaf september 2006 de basis van de recentelijk ingestelde bachelor HJO (zie inleiding in het onderwerprapport). • De eindcompetenties zijn gebaseerd op de tien algemene HBO competenties (HBO-raad, 2001), de zeven domeincompetenties Law en de zes kerncompetenties SJD. De competenties zijn per studiefase uitgewerkt. In de documenten Fasedoelen en eindcompetenties SJD, januari 2006 (voltijd en deeltijd), is de verdeling van competenties per studiefase inzichtelijk weergegeven.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
15
Facet 1.2
Niveau bachelor
Goed
Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • In het landelijke SJD-document Kerncompetenties 2003 zijn de Dublin descriptoren weergegeven, gerelateerd aan de tien algemene HBO competenties (2001). Deze algemene HBO competenties zijn in ditzelfde document gekoppeld aan de eindcompetenties SJD. Het panel heeft het document bestudeerd en concludeert dat deze eindcompetenties SJD de Dublin descriptoren dekken. Met name de competenties betreffende ethiek en de doorgroeicompetenties zijn duidelijk herkenbaar in de opleidingsdoelstellingen. • Het panel concludeert dat de nagestreefde eindcompetenties aantoonbaar aansluiten bij de Dublin descriptoren en daarmee bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor.
Facet 1.3
Oriëntatie hbo bachelor
Goed
Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Bij dit facet worden de argumenten van de facetten 1.1 en 1.2 meegenomen. • De relatie opleidingsdoelstellingen-werkveld is landelijk gewaarborgd. Via het LOO-SJD wordt een landelijke werkveldcommissie in november 2006 wederom gevraagd de eindcompetenties te valideren. • De opleiding onderhoudt contact met de werkveldcommissie SJD Sittard, die drie tot vier maal per jaar bijeenkomt. De werkveldcommissie is vanaf de start van de opleiding betrokken geweest. In de commissie zijn diverse instellingen en organisaties op het brede terrein van de sociaal juridische dienstverlening vertegenwoordigd. De werkveldcommissie geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het opleidingsmanagement. Daarnaast denken de leden mee over de eindcompetenties van de opleiding, zij informeren de opleiding over recente en actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk en bespreken evaluaties en veranderingen in het onderwijs. Het panel stelt op basis van het gesprek met vertegenwoordigers uit het werkveld vast dat de werkveldcommissie betrokken wordt bij de vormgeving van competenties in het onderwijs. Dit blijkt ook uit de notulen van de werkveldcommissie.
16
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
•
•
•
De opleiding SJD leidt op voor een breed werkveld. De SJD-bachelor kan in beginsel dienstverlenend werken daar waar wet- en regelgeving en de belangen van burgers, overheden en organisaties elkaar raken. Daarbij kunnen SJD-ers zowel aan de zijde van het private belang als aan de zijde van het publieke belang werken. De organisaties zijn niet altijd vergelijkbaar, maar de werkzaamheden van SJD ‘ers binnen de organisaties hebben een sterke overlap. De accenten in de opleiding liggen daarom steeds op de sociaal-juridische aspecten qua taakstelling van de organisatie. Daarbij speelt op de achtergrond het ruimere kader van de zich steeds veranderende samenleving een belangrijke rol. De SJD-bachelor kan werkzaam zijn bij zowel non-profitorganisaties als profitorganisaties: gemeentelijke sociale diensten m.b.t. werk en inkomen (sociale diensten, schuldhulpverlening), uitvoeringsinstanties werknemersverzekeringen, CWI, vakbonden, juridisch loket en sociaal raadsliedenwerk, consumentenorganisaties, woningbouwcorporaties, bewindvoering notariaat en/ of schuldhulpverlening, organisaties voor arbeidsreïntegratie, aan het strafrecht gelieerde organisaties als reclassering, bureau Halt en penitentiaire inrichtingen, slachtofferhulp, verslavingszorg, overheidsdiensten justitie (IND), sociale zaken en advocatenkantoren. Ook andere, meer commercieel georiënteerde organisaties, komen in toenemende mate in aanraking met het sociale recht, de regulering van overheidswege en de mondigheid van de consument/burger. De opleiding SJD heeft een aantal instrumenten waarmee geborgd wordt dat de eindcompetenties het niveau hebben dat beginnende beroepsbeoefenaars nodig hebben. Zo voert de opleiding een alumnionderzoek uit waarbij SJD-ers worden geënquêteerd die één jaar eerder afgestudeerd waren. De werkveldcommissie wordt drie tot vier maal per jaar om advies gevraagd specifiek over dit aspect.
Onderwerp 2
Facet 2.1
Programma
Eisen hbo
Goed
Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding maakt zowel bij de voltijd- als bij de deeltijdopleiding gebruik van de meest recente vakliteratuur op hbo-niveau. Elk jaar wordt de laatste druk van vakliteratuur in de verplichte boekenlijsten opgenomen. Het panel heeft de boekenlijsten ingezien en
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
17
•
•
•
•
•
•
•
18
oordeelt hierover positief. In de mediatheek zijn relevante vaktijdschriften beschikbaar voor de studenten. Er is een procedure voor het op peil houden van de mediatheek: de contactpersoon bibliotheek heeft tot taak om vakliteratuur te screenen en aan te schaffen. Via het kwartaaloverzicht van de bibliotheek kunnen docenten zich op de hoogte stellen van recent aangeschafte vakliteratuur. Verschillende teamleden onderhouden banden met het werkveld door nevenactiviteiten. In het gesprek met het panel noemen docenten onder andere meeloopdagen bij overheidsinstanties, het geven van externe teamtrainingen en stage- of afstudeerbegeleiding. Docenten gebruiken deze ervaringen in de lessen en bij de ontwikkeling van het studiemateriaal. Het panel heeft in het materiaal een actuele en beroepsgerichte invulling van de programmaonderdelen waargenomen. De opleiding doet regelmatig een beroep op deskundigen uit de beroepspraktijk. Dit betreft gastdocenten, maar ook zijn er deskundigen uit de beroepspraktijk betrokken bij het vervaardigen en reviseren van studiemateriaal, de onderwijsuitvoering en de toetsing van eindexamens en stages /praktijk. Op grond van het curriculumoverzicht heeft het panel kunnen vaststellen dat de studenten in iedere fase van hun opleiding in aanraking komen met de beroepspraktijk. Praktijkervaring (buitenschools leren voltijd of praktijktijd deeltijd) wordt in alle studiefasen ingezet voor het ontwikkelen van de benodigde competenties. In de voltijdse variant staat studiejaar 1 in het teken van een beroepsoriënterende stage (3ec), studiejaar 2 heeft een beroepsvoorbereidende stage van 6 EC’s en in studiejaar 3 voert de student een beroepsopleidende stage uit van 52 EC’s. Het laatste jaar staat in het teken van het uitvoeren van een praktijkgericht onderzoek of project in de beroepspraktijk in het kader van het afstuderen (24 EC’s). In de deeltijdse variant moeten studenten per studiejaar minimaal 672 uur (24 EC’s) werken op een niveau dat past bij hun studiefase. De eisen aan de aard van de praktijkplaats en aan de praktijkbegeleiding in de organisatie of instelling liggen vast in de Nota Praktijktijd Deeltijdopleidingen, 2005-2006. In het laatste studiejaar (fase 4) doen de studenten praktijkgericht onderzoek of een afstudeerproject in de beroepspraktijk (24 EC’s). De stageplaatsen en de praktijktijd-deeltijdplaatsen worden vooraf onderzocht op geschiktheid. Dit gebeurt aan de hand van een aantal vastgelegde criteria. De stagecoördinator stelt na een bezoek aan de praktijkplaats vast of de aangeboden praktijkplaats geschikt is. De opleiding heeft stagedocumenten ontwikkeld als richtlijn voor de stage, zoals stagenota’s, een stagewerkboek en de Nota praktijktijd deeltijdopleidingen. Aan het eind van het studiejaar wordt de praktijkplaats geëvalueerd. Met ingang van studiejaar 2006-2007 wordt er binnen de opleiding gewerkt met een projectbureau, dat in nauwe relatie staat met de beroepspraktijk. Het Bureau verwerft ook afstudeerprojecten en -onderzoeken voor studenten. Onderzoeksvaardigheden komen aan de orde in het afstudeertraject (zie ook 6.1). De basisvaardigheden voor het doen van toegepast wetenschappelijk onderzoek worden gehanteerd en getoetst. Er is volgens het panel zeker sprake van het voldoen aan het minimumvereiste voor een hbo-afgestudeerde. Soms stijgt het afstudeeronderzoek van
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
•
•
een individuele student uit boven dit niveau, de opleiding voorziet daarbij in goede begeleiding. De studenten waarderen het curriculum van SJD als goed in de Studentenmonitor 2006, een tevredenheidsonderzoek van Hogeschool Zuyd. Ook vinden zij de studiestof up-todate (score 7.4). En vinden dat het onderwijs goed is afgestemd op de beroepspraktijk, (score 7.2). Uit de tevredenheidscijfers uit Choice Data Ranking 2005 blijkt dat studenten tevreden zijn over de inhoud van het curriculum (score Voltijd 7.1, Deeltijd 7.5). In het gesprek met het panel tonen studenten zich tevreden over de praktijkgerichte inhoud van het programma. De opleiding SJD is primair gericht op het Nederlands recht. Daarnaast biedt de Hogeschool Zuyd studenten de mogelijkheid om studie of stage in het buitenland te volgen, zoals Socrates-Erasmus (stage/studie in Europa), Leonardo da Vinci (stage in Europa) en Fullbright voor studie of stage in de Verenigde Staten. Het panel heeft vastgesteld dat studenten gebruik maken van de mogelijkheid om in het buitenland stage te lopen: in het studiejaar 2005-2006 waren er drie studenten met een buitenlandse stage.
Facet 2.2
Relatie doelstellingen en inhoud programma
Goed
Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Van de eindcompetenties worden fasedoelen afgeleid, waarbij wordt bewaakt dat alle competenties meerdere keren aan de orde komen. Van deze fasedoelen zijn de leerdoelen per onderwijseenheid afgeleid. Deze leerdoelen zijn in de studiehandleidingen duidelijk weergegeven. In de studiehandleidingen wordt systematisch het volgende beschreven: inleiding, hoe de readers te gebruiken, plaats van de module in de opleiding, studiebelasting, doelomschrijving, beginniveau, werkwijze, hulpmiddelen/literatuur, toetsing en beoordeling. Het panel heeft studiehandleidingen ingezien en stelt vast dat het programma de eindcompetenties SJD dekt. • In de curriculumoverzichten is per fase aangegeven welke competenties in de verschillende studieonderdelen verkregen kunnen worden. • In het voltijd- en deeltijdprogramma worden dezelfde competenties behaald, waarbij er verschillen zijn in de studiefase waarin de studenten werken aan de competenties.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
19
Facet 2.3
Samenhang in opleidingsprogramma
Goed
Criteria - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De structuur van de studiejaren is veranderd met ingang van het studiejaar 2006-2007. Vanaf studiejaar 2006 - 2007 is er bij alle fasen, voltijd en deeltijd, sprake van een indeling in vier onderwijsleerperioden van elk 15 EC’s. Daaraan voorafgaand waren er in het voltijdprogramma, tot september 2006, in jaar 1 t/m 3 steeds drie onderwijsleerperioden van elk 20 EC’s; in fase 4 ging het om vier onderwijsleerperioden met een studielast van elk 15 EC’s. Bij de deeltijdopleiding was er tot september 2006 in de gehele studie een verdeling in drie perioden per fase, van elk 20 EC’s. • Voor de opbouw van de programma’s worden zogenoemde opleidingslijnen gehanteerd. In de studiegids is een curriculumoverzicht opgenomen waarin inzichtelijk is gemaakt in welke periode aan welke opleidingslijn wordt gewerkt. De opleidingslijnen geven de opbouw weer van en de samenhang tussen de programmaonderdelen. De opleiding hanteert de volgende opleidingslijnen: 1) Integratielijn, 2) Elementaire beroepsvaardigheden, 3) Recht en juridische vaardigheden, 4) Gedrag en maatschappij, 5) Methodiek, 6) Persoonlijke professionele ontwikkeling (PPO), 7) Buitenschools leren, 8) Differentiatie en 9) Diversen. • Gedurende de opleiding worden in opklimmende moeilijkheidsgraad de benodigde beroepsvaardigheden verworven. Het panel heeft in het studiemateriaal de opbouw in complexiteit waargenomen. • In het gesprek met het panel hebben de studenten aangegeven een duidelijke samenhang in hun studie te ervaren. Dat geldt voor de onderwijseenheden onderling en voor de samenhang tussen stage en opleiding. Studenten geven aan dat tijdens supervisie casussen uit de stagepraktijk worden behandeld en dat zij de geleerde theorie kunnen toepassen in de praktijk. • Uit de Studentenmonitor 2006 blijkt dat studenten tevreden zijn over de samenhang in het programma, score 7.2. In de Choice Data Ranking 2005 geven studenten een 7.3 (deeltijd) en 7.2 (voltijd) op het criterium Samenhang.
Facet 2.4
Studielast
Goed
Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen.
20
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Voor elk programmaonderdeel is een Programmahandleiding beschikbaar met informatie zoals de beoogde studiebelasting, werkvormen, toetswijze et cetera. • Als instrument om de studeerbaarheid te vergroten hanteert de opleiding na het propedeusejaar een Bindend studieadvies. De regels omtrent het bindend studieadvies zijn vastgelegd in het Onderwijs- en Examenreglement (OER). Studenten moeten 52 EC’s van de 60 EC’s behaald hebben om door te mogen stromen naar het tweede jaar. In het tweede jaar moeten studenten hun propedeuse behaald hebben, anders volgt alsnog een bindend negatief studieadvies. • Studenten geven in het gesprek met het panel aan tevreden te zijn over de studeerbaarheid van de opleiding, zij ervaren geen belemmeringen. • De studievoortgang van de studenten wordt bewaakt via de studiebegeleiding: mentoraat, decanaat, docenten. • Studenten geven in het gesprek met het panel aan dat belemmeringen in studievoortgang snel en adequaat door de opleiding worden opgepakt. • De studielast wordt jaarlijks gemeten via de studentenmonitor, zowel op het niveau van het programmaonderdeel, als op dat van de opleidingslijn aan de hand van de periodieke evaluaties. • Uit de Studentenmonitor 2006 blijkt dat studenten SJD vinden dat het studieprogramma te doen is in de tijd die ervoor staat, score 7.3. Studenten zijn redelijk tevreden over de ‘kleine kwaliteit’: Organisatie van roosters score 6.2, Organisatie tentamens score 6.2, Verkrijgen studiemateriaal score 5.5. In de Choice Data Ranking geven studenten op het criterium Studeerbaarheid opleiding de volgende scores: Deeltijd (2004): 7.3 en Voltijd (2005): 7.4.
Facet 2.5
Instroom
Goed
Criteria - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De Hogeschool Zuyd en de opleiding SJD geven studievoorlichting op toeleverende middelbare scholen in de regio. Ook is twee keer per jaar een algemene voorlichtingsdag van de Hogeschool. Voor belangstellende aankomende studenten zijn er meeloopdagen, met de bedoeling hen een realistisch beeld van de opleiding te geven. Daarnaast worden er kennismakingsmiddagen en -avonden georganiseerd voor belangstellenden.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
21
•
•
•
• •
•
De volgende diploma's geven toelating tot het programma SJD: - VWO-diploma. - HAVO-diploma. - MBO-getuigschrift dat toelating geeft tot het hbo (niveau 4). - Propedeuse getuigschrift. - Een door de minister aangewezen getuigschrift dat gelijkwaardig is aan a, b of c. - Een getuigschrift dat naar het oordeel van de examencommissie tenminste gelijkwaardig is aan a, b of c. In samenwerking met aanleverende mbo-opleidingen in de regio is er een doorstroomprogramma ontwikkeld voor mbo-studenten Sociaal Juridisch Medewerker (SJM) en Sociaal Juridisch Medewerker Sociale Zekerheid (SZ) niveau 4. Deze studenten kunnen de opleiding in een driejarig traject afronden. De instroomcoördinator van de opleiding begeleidt de niet-reguliere instroom in de voltijd, zij-instroom en instroom in de deeltijd, dit gebeurt via een intakegesprek. Zonodig komt er een voorstel voor een aangepaste leerroute, die aan de examencommissie van de opleiding ter goedkeuring wordt voorgelegd. Voor niet direct toelaatbare studenten biedt de opleiding maatwerk, onder andere met behulp van competentiegerichte intake-assessments. Er is een procedure voor studenten om vrijstellingen verkrijgen op basis van EVC’s. Daartoe moet de betreffende student een aanvraag voorbereiden voor de examencommissie, in overleg met de mentor of de instroomcoördinator. Onderdeel van die aanvraag is voor welk studieonderdeel de vrijstelling wordt aangevraagd, met daarbij documenten die aantonen dat de student de betreffende competenties al heeft verworven. De examencommissie van de opleiding beslist hierover. Uit de Studentenmonitor (2006) blijkt dat studenten tevreden zijn over de informatie die zij vooraf van de opleiding ontvangen (score 6.4). In het gesprek met het panel geven studenten aan geen aansluitingsproblemen te hebben ervaren.
Facet 2.6
Duur
Goed
Criteria - De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: hbobachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd:De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het programma van een hbo-bachelor: 240 EC’s. De 240 EC’s zijn verdeeld over vier studiefasen van elk 60 EC’s. • De vrijstellingen worden op individuele titel, beargumenteerd, verleend door de Examencommissie.
22
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
Facet 2.7
Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Goed
Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Studenten van de opleiding SJD Sittard worden competentiegericht opgeleid, daarbij zijn de didactische vormen aangepast aan de fase van het leerproces van de studenten. De kernwoorden daarbij zijn: leren-leren en studentgerichtheid. De curriculumstrategie van SJD is als volgt te typeren: - Het competentiegericht leren een combinatie van kennis, houding en vaardigheden is nodig om een bepaald beroep uit te oefenen; - De toenemende zelfstandigheid van studenten (van sturing naar zelfsturing); - Het leren-leren door middel van de stappen: oriënteren-oefenen-reflecteren, met het oog op doorgroeicompetenties; - Het werken op basis van doelgerichte leeractiviteiten van studenten; - De leeractiviteiten zijn gekoppeld aan fasedoelen die zijn afgeleid van de eindcompetenties; - Er zijn negen opleidingslijnen, zie facet 2.3. Daarnaast heeft het curriculum als kenmerken: een opklimmende moeilijkheidsgraad, vier opleidingsfasen (beroepsoriënterend, beroepsvoorbereidend, beroepsopleidend en beroepsverdiepend) en aandacht voor de psychologische ontwikkelingslijn van de student. • De opleiding hanteert een scala aan werkvormen met diverse doelstellingen: - Hoorcollege: oriëntatie. - Werkcollege: oefenen / toepassen vaardigheden en reflectie. - Responsiecollege: reflectie. - Methodische en juridische training: oefenen (toepassen) - demonstreren vaardigheden en reflectie. - Onderwijsgroep met tutor: procesbegeleiding bij oefenen-demonstreren en reflectie. - Onderwijsgroep met mentor: gericht op ontwikkelingsgerichte en procesgerichte begeleiding. - Mentor /coachgesprek: gericht op individuele ontwikkelingsrichting en procesgang. - Zelfstandig uit te voeren taken (individueel/in groep): oriëntatie (zelfwerkzaamheid, zelfinstructie, zelfcontrole) en/of toepassing / demonstratie. Zelfstandig en samenwerkend leren. - Coaching in het kader van stage / praktijk, ppo-lijn en afstuderen: toetsen of de gekozen route past binnen het voorgenomen kader. - Presentatie: demonstreren. - Consultatie: toetsen of opgedane ervaringen/vaardigheden sporen met doelstellingen programmaonderdeel. - Intervisie: studenten bespreken onderling werkmodellen, de daarmee bereikte resultaten en reflecteren hierop.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
23
-
•
•
•
Supervisie: koppeling tussen persoonlijke en professionele ontwikkeling van de student. De oriëntatie van de studenten op hun doorgroeicompetenties krijgt vooral in de PPO-lijn zijn beslag, met onder meer als werkvorm ‘onderwijsgroep met mentor en het mentor / coachgesprek’. In deze studieonderdelen reflecteren de studenten onder meer op het verloop van hun leerproces, de eigen leerstijl (metacognitief) en ontwikkeling in relatie tot de volgende studiefase en de verworven competenties in relatie tot de fasedoelen of eindcompetenties. De producten die studenten daarbij maken, zijn onder meer het portfolio, Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) en Persoonlijk Activiteiten Plan (PAP). Uit de Studentenmonitor (2006) blijkt dat het programma een kritische instelling en zelfstandig denken stimuleert (score 7.5). In de Choice Data Ranking waarderen studenten voltijd de verschillende werkvormen met een 7.1 en studenten deeltijd met een 7.2. Het panel heeft na bestudering van de documentatie over de onderwijsaanpak kunnen vaststellen dat de opleiding een duidelijke onderwijsvisie heeft die in lijn is met de doelstellingen. Het panel is dan ook van oordeel dat de werkvormen goed aansluiten bij het gekozen didactisch concept.
Facet 2.8
Beoordeling en toetsing
Goed
Criteria - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De regels voor het toetsen zijn vastgelegd in de OER SJD. Daarin zijn ook taak en functie van de examencommissie vastgelegd. De OER bevat een apart hoofdstuk gewijd aan fraudepreventie en het voorkomen van meeliften. • Onder eindverantwoordelijkheid van de Examencommissie SJD worden centrale toetsen met een externe surveillant georganiseerd door het Bureau Onderwijs; de overige toetsen worden ingeroosterd door de faculteit Arbeid en Recht. Docenten voeren onderling overleg over toetsing, beoordeling en cesuur, waarbij de betreffende blokcoördinator verantwoordelijk is. Het panel heeft bovenstaande procedure in het gesprek met docenten bevestigd gekregen. • In de jaarplanning zijn voor de deeltijdstudenten toetsweken vastgesteld. Voor de voltijdstudenten worden de toetsen zowel gedurende de onderwijsperiode als aan het einde ervan afgenomen. De toetsmomenten zijn opgenomen in de programmahandleiding van de studieonderdelen. In de programmahandleidingen zijn toetsvorm, toetseisen, inlevertermijnen van producten, organisatie, tijdsduur van de toets, beoordelingscriteria en weging van de toetsen vermeld.
24
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
•
• •
•
•
Het panel heeft de Nota Toetsbeleid van de opleiding bestudeerd. De opleiding past verschillende toetsvormen toe, aangepast aan de inhoud van de leerstof en passend bij het didactisch concept. De opleiding past onderstaande toetsvormen toe: - Kennistoetsen: meerkeuzetoets; toets met open vragen. - Vaardigheidstoetsen en simulatietoetsen: simulatietoets; rollenspel; casustoetsing; presentatie; aftekenkaart (bij vaardigheidstoets); assessment. - Praktijktoetsen: praktijkverslag; praktijkopdracht; supervisieverslag; reflectieverslag; (proces)toetsing met behulp van checklist / observatielijst. - Toetsen waarin verslaglegging een rol speelt: werkstuk; logboek(producten); verslag; opdracht; portfolio. - Integrale toetsen. - Diversen: ICT test; mondelinge toets; taalvaardighedentest; leerstijlentest; maatwerktoetsing in het kader van vraagsturing. Het panel heeft toetsmateriaal inzien en is van oordeel dat de toetsen adequaat zijn. De leerstof wordt getoetst met passende toetsvormen. Feedback op de toetsen is op aanvraag mogelijk. Er is gelegenheid voor herkansingen. Dit is vastgelegd in de OER van de opleiding. Studenten moeten op kernvakken minimaal een 6.0 scoren om de EC’s toegekend te krijgen. Zij krijgen de mogelijkheid om de onderwijseenheid in het volgende jaar opnieuw te volgen en het tentamen te herkansen. Bij de beoordelingen voor stage/praktijk zijn de praktijkbegeleiders uit het werkveld betrokken. Bij de beoordeling van afstudeerproducten zijn externe deskundigen betrokken, zij geven na de eindpresentaties feedback op de kwaliteit van het afstudeerproduct. De verantwoordelijkheid voor de beoordeling ligt bij de opleiding. Het gehanteerde toetsbeleid wordt door de studenten in de Studentenmonitor 2006 als volgt gewaardeerd: - De aansluiting van de toetsen op de bestudeerde stof : 7.3 - Aantal mogelijkheden om te herkansen : 6.7 - Het snel genoeg bekend zijn van de uitslagen van tentamens : 6.6 - De spreiding van de tentamens door het studierooster : 6.6
Onderwerp 3
Facet 3.1
Inzet van Personeel
Eisen hbo
Goed
Criteria - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Op grond van de CV’s van het docententeam heeft het panel kunnen vaststellen dat een aanzienlijk deel van het team afkomstig is uit de relevante beroepspraktijk en daarmee nog regelmatig contact onderhoudt.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
25
•
•
•
•
•
•
•
Docenten begeleiden afstudeerprojecten en -onderzoeken die door studenten in de beroepspraktijk worden uitgevoerd. Zij bezoeken en beoordelen de stageplaatsen voorafgaand aan de stages. In 2006-2007 is invoering van docentstages in de beroepspraktijk gepland. Uit het gesprek met docenten is gebleken dat een aantal docenten deze stages al in eigen tijd uitvoert om de ontwikkelingen in de beroepspraktijk te volgen. Studenten geven daarbij aan dat de docenten veel casuïstiek inbrengen in de lessen. De opleiding zet, naast het vaste docententeam, ook freelancers, uurdocenten en gastdocenten in bij het onderwijs (verder te noemen gastdocenten). Deze gastdocenten brengen voortdurend actuele ontwikkelingen uit de beroepspraktijk mee. Gastdocenten worden zowel ingezet bij (vak- of beroepsspecifieke) expertise als bij vervanging. Een aantal gastdocenten komt uit de werkveldcommissie SJD. De opleiding kan putten uit een bestand van zo’n vijftig gastdocenten. Bij de Hogeschool Zuyd wordt 7% van de jaartaak van teamleden gereserveerd voor deskundigheidsbevordering in de vorm van praktijkgerichte cursussen, bijscholingsactiviteiten door middel van studiedagen, seminars, congressen en dergelijke. Uit gesprekken met het panel blijkt dat docenten hiervan gebruik maken. Bij seminars en studiedagen die voor studenten rond een bepaald thema georganiseerd worden, worden veelvuldig vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk betrokken. Vertegenwoordigers uit het werkveld lieten in het gesprek met het panel weten dat zij regelmatig betrokken zijn bij deze studiedagen op de opleiding. Door deelname van een teamlid aan de kenniskring Centre of Expertise in Comparative European Social Research and Theory wordt een relatie tussen beroepspraktijk en onderwijs gelegd. Jaarlijks volgt een aantal teamleden de cursus Onderzoeksvaardigheden onder leiding van een lector.
Facet 3.2
Kwantiteit personeel
Goed
Criteria - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het personeelsbestand van SJD heeft per 1 januari 2006 een omvang van 15,5 fte. Dit is inclusief 1,2 fte onderwijsondersteuning. Daarmee is de docent-studentratio 1:23,7 en ftestudent ratio 1:21,8. In haar Zelfevaluatierapport schrijft de opleiding dat haar doel is om een fte-student ratio te behalen van 1 : 21. • De faculteitsdirecteur is verantwoordelijk voor strategie, aansturing en resultaten van het faculteitsbeleid op het gebied van personeelszaken. De opleidingscoördinator bepaalt jaarlijks wat de takenpakketten zijn, met daarbij een plan van inzet van de teamleden, op basis van het curriculum, de mogelijke inzet van teamleden en de financiële randvoorwaarden. Deze inzet van teamleden wordt in het teamoverleg besproken.
26
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
• •
• •
Het streven van de opleiding is een ziekteverzuimpercentage bij de opleiding van minder dan 4%; in 2005 was dit percentage1,58. Uit het Medewerkertevredenheidsonderzoek (Personeelsmonitor 2005) blijkt dat docenten vinden dat er voldoende personeel ingezet wordt om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen (score 6.5). Docenten ervaren hun werkbelasting als goed (score 72%). In het gesprek met docenten kwam naar voren dat zij de werkdruk aan de hoge kant vinden, maar dat zij dit niet als problematisch ervaren. Uit de Studentenmonitor (2006) blijkt dat docenten, volgens de studenten, afspraken nakomen (score 6.6). Dit beeld werd bevestigd in het gesprek met studenten. De opleiding analyseert informatie uit de Studentenmonitor 2006: studenten lijken matig tevreden te zijn over de bereikbaarheid van docenten. Deze informatie is niet in overeenstemming met signalen die de opleiding via andere kanalen van de studenten ontvangt. Ook het panel heeft, tijdens haar bezoek, niet van de studenten gehoord dat de docenten matig bereikbaar zouden zijn.
Facet 3.3
Kwaliteit personeel
Goed
Criteria - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Jaarlijks wordt het Personeelsplan bijgesteld door de faculteitsdirecteur. Met alle teamleden wordt een jaargesprek gevoerd door de faculteitsdirecteur en de opleidingscoördinator. • In 2005 is door de Hogeschool Zuyd per functieomschrijving een set van medewerkerscompetenties vastgesteld. De opleiding SJD werkt aan het implementeren van deze competenties, onder meer met de volgende activiteiten: - Vanaf 2006 wordt in de jaargesprekken de stand van zaken in relatie tot de vastgestelde competenties besproken. De teamleden hanteren deze competenties bij het jaarlijks bijstellen van hun Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP). - In functionerings- en beoordelingsgesprekken is realisatie van het vereiste competentieniveau steeds het centrale onderwerp. - Doelen met betrekking tot het bereiken van het vereiste competentieniveau worden in samenspraak met betreffende teamleden door de faculteitsdirecteur geformuleerd. - Aan deze ontwikkelpunten wordt gewerkt, bijvoorbeeld via coaching, intervisie, specifieke deskundigheidsbevordering et cetera. • Alle teamleden die in vaste dienst zijn, hebben een didactische aantekening, zo blijkt uit de CV’s van de docenten. • Alle teamleden kunnen, zonder voorafgaande toestemming, deelnemen aan scholingsactiviteiten tot 500 euro; daarboven is overleg nodig met de faculteitsdirecteur. In de begroting is ongeveer 2% gereserveerd om deskundigheidsbevordering te faciliteren in de vorm van 'out of pocket money'.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
27
•
•
•
•
Binnen de opleiding worden verschillende vormen voor deskundigheidbevordering toegepast in het team: overleg tussen tutoren over de procesbegeleiding binnen programmaonderdelen, intervisieoverleg over supervisie door de supervisoren van de opleiding, mentoren voor nieuwe docenten en faculteitstudiedagen. Voor een aantal taken zijn er zogeheten ontwikkelteams, waarin meerdere teamleden samenwerken aan revisie of ontwikkeling van programmaonderdelen. Binnen deze teams vindt er onderlinge deskundigheidsbevordering plaats. In de jaartaak van teamleden is 7% deskundigheidsbevordering meegenomen (zie ook facet 3.1). In de jaartaak van teamleden wordt jaarlijks 10% besteed aan innovatie van het onderwijs. Zo heeft het team de laatste jaren een nieuwe opleiding ontwikkeld, de Hogere Juridische Opleiding. Uit de Studentenmonitor (2006) blijkt dat studenten tevreden zijn over de kwaliteit van docenten (score 7.6). Studenten hebben in het gesprek met het panel bevestigd dat zij de docenten inhoudelijk deskundig vinden. Het panel kan deze conclusie na ontmoeting met een afvaardiging van de docenten bevestigen. Uit de Personeelsmonitor 2005 blijkt dat docenten de sfeer binnen de opleiding goed vinden (score 7,5) en het werk als een uitdaging ervaren (score 7.5).
Onderwerp 4
Facet 4.1
Voorzieningen
Materiële voorzieningen
Goed
Criteria - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding SJD valt onder de Faculteit Arbeid en Recht en is gevestigd op de locatie Sportcentrumlaan in Sittard. De locatie beschikt over onderwijslokalen, trainingslokalen, tutorlokalen en collegezalen. Tevens beschikt het gebouw over 200 studentwerkplekken, 160 met computer, 40 zonder computer. In het gebouw is verder een centrale ontmoetingsruimte, catering, een audio/video-uitleenpunt, een afgiftepunt voor moduleboeken/readers en een bibliotheek aanwezig. • Iedere opleiding in het gebouw maakt gebruik van de bibliotheek. Het panel trof relevante en actuele literatuur aan. Daarnaast waren relevante tijdschriften voor SJD aanwezig. Vanuit de opleiding is er een aandachtsfunctionaris die de aanschaf van nieuw materiaal coördineert. Studenten hebben door middel van een SJD portal toegang tot een grote hoeveelheid dagbladen, tijdschriften en juridische websites. Tevens bestaat de mogelijkheid voor studenten om materiaal uit de bibliotheek van de Universiteit van Maastricht en andere bibliotheken in de regio aan te vragen.
28
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
•
•
•
Studenten en medewerkers hebben de mogelijkheid vanuit thuis in te loggen op het intranet van de opleiding. Daar kunnen zij informatie vinden over de studievoortgang, boekenbeurs, inzage in roosters, inschrijven voor tentamens en e-mail. Het panel heeft een introductie gehad in deze digitale omgeving en is onder de indruk van de gebruiksvriendelijkheid en de volledigheid ervan. Uit de Studentenmonitor (2006) blijkt dat studenten tevreden zijn met de voorzieningen die de opleiding biedt. Zij zijn tevreden met de bibliotheekfaciliteiten (score 6.5), de onderwijsruimten (score 7.2) en de examenruimten (score 6.7). Studenten zijn matig tevreden met de hoeveelheid computers (score 5.2), in de gesprekken met het panel is dit niet als klacht naar voren gekomen. Tijdens het bezoek heeft het panel vastgesteld dat er een groot aantal computerwerkplekken vrij was op het traditionele ‘spitsuur’ van drie uur dinsdagmiddag. Het panel heeft een rondleiding in het gebouw gehad en is van oordeel dat de voorzieningen toereikend zijn om de opleiding SJD te verzorgen.
Facet 4.2
Studiebegeleiding
Goed
Criteria - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Studenten hebben diverse aanspreekpunten binnen de opleiding voor informatie. Zoals secretariaat, mentor/mentoraat, blokcoördinator en opleidingscoördinator • Studenten hebben een eigen e-mailaccount dat ook extern toegankelijk is. Veel opleidingscommunicatie gaat via e-mail, zoals studenten in het gesprek met het panel aangaven. Daarnaast heeft elke klas een eigen postvak en is er per jaargroep een prikbord met algemene informatie, roosters en roosterwijzigingen. • Alle studenten SJD hebben toegang tot het Infonet systeem. Dit systeem is zowel intern als extern toegankelijk; het biedt onder meer toegang tot informatie over de studieloopbaan, e-mail en keuzevakken. • Via het geautomatiseerde studievoortgangregistratie- en analysesysteem (Osiris) zorgt het Bureau Onderwijs voor verwerking van alle studieresultaten en voor vaststelling van de studievoortgang van studenten. De studenten en de examencommissie SJD kunnen het systeem rechtstreeks raadplegen. Daarnaast zorgt Bureau Onderwijs één keer per jaar voor toezending (in hardcopy) van de behaalde studieresultaten. • Uit de Studentenmonitor (2006) blijkt dat studenten tevreden zijn over de inhoud van Infonet (score 7.0) en de wijze waarop de opleiding de studenten informeert over roosterwijzigingen (score 6.6).
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
29
•
•
•
•
•
In het zelfevaluatierapport heeft de opleiding vier vormen van begeleiding uitgewerkt, te weten; begeleiding bij studie (inhoudelijk), leerprocesbegeleiding (persoonlijke ontwikkeling), studieloopbaanbegeleiding (studievoortgang) en studentbegeleiding (individueel). Bij elke vorm van begeleiding zijn de doelen van de begeleiding en de mogelijk verschillende rollen van de begeleiders geformuleerd. De intensiteit van de begeleiding neemt, naarmate het programma vordert, af. Er is sprake van docentsturing via begeleide sturing naar studentsturing. Bij de deeltijdse variant heeft de sturing een andere vorm dan bij de voltijdse variant aangepast aan de andere instroom. Bij buitenschools leren (stage / praktijkplaats) zijn de vorm en de intensiteit van de begeleiding en van de supervisie / intervisie vastgelegd in programmahandleidingen of opleidingsdocumenten. Studenten worden tijdens hun stage-/ praktijkperiode bezocht door de stagebegeleider vanuit de opleiding. Uit de Studentenmonitor (2006) blijkt dat de studiebegeleiding aansluit bij de behoeften van de studenten (score 6.2). Daarnaast vinden studenten dat de opleiding aandacht heeft voor problemen en klachten (score 6.2). Uit gesprekken met het panel blijkt dat studenten tevreden zijn over de begeleiding die zij van de opleiding ontvangen.
Onderwerp 5
Facet 5.1
Interne kwaliteitzorg
Evaluatie resultaten
Goed
Criteria - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het panel heeft het Handboek Kwaliteitszorg SJD Sittard (dd oktober 2005) bestudeerd. In dit Handboek is vastgelegd hoe de Faculteit Arbeid en Recht het onderwijs evalueert en, indien noodzakelijk, maatregelen vaststelt voor verbeteringen. In het Handboek is per (INK) onderwerp beschreven wat de streefcijfers zijn voor de opleiding. Deze streefcijfers heeft de opleiding overgenomen van de richtlijnen voor de gehele Hogeschool Zuyd. • In het Jaarplan van de Faculteit Arbeid en Recht worden specifieke aandachtspunten in het kader van kwaliteitsverbetering van het onderwijs en van de onderwijsorganisatie beschreven. Het rendement van de uitgevoerde acties wordt bewaakt en geëvalueerd. • In het zelfevaluatierapport heeft de opleiding in een schema het jaaroverzicht van evaluaties weergegeven. Daarin is opgenomen: soort evaluatie, organisator, frequentie, focus, instrument en deelnemers. • De Hogeschool heeft een systeem van periodieke interne audits, waar ook de opleiding SJD bij betrokken is.
30
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
•
•
SJD-studenten worden jaarlijks bevraagd in verband de Studentenmonitor van Hogeschool Zuyd. Daarnaast wordt per onderwijsperiode op opleidingsniveau een evaluatie afgenomen, de PPO-lijn wordt drie keer per jaar geëvalueerd, de praktijkstage wordt geëvalueerd, jaarlijks wordt het onderwijsprogramma geëvalueerd. Medewerkers van de Hogeschool Zuyd vullen jaarlijks de Personeelsmonitor in. De opleiding SJD heeft sinds 2003 een eigen Kwaliteitszorgmedewerker.
Facet 5.2
Maatregelen tot verbetering
Goed
Criteria - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding hanteert de volgende verbetercyclus: De evaluatiegegevens worden besproken in het coördinatieteam van de faculteit, vervolgens worden de gegevens besproken in het teamoverleg. De opleidingscoördinator schrijft bij gebleken noodzaak revisieopdrachten voor de betreffende docenten. Kleine bijstellingen in het programma worden rechtstreeks uitgevoerd. Grotere aanpassingen die leiden tot organisatorische of logistieke wijzigingen worden door de coördinator beheerszaken uitgevoerd. Het panel heeft een overzicht van verbeterplannen gezien. • Naar aanleiding van de vorige visitatie in 2001 zijn drie verbeterpunten geformuleerd: actualisatie van het beroepsbeeld, verdere ontwikkeling van het kwaliteitszorgplan en uitwerking geven aan verbeterplannen (vooral scholingsplan) op het gebied van personeel. Het panel stelt vast dat de opleiding SJD aan deze verbeterpunten heeft gewerkt. Het beroepsbeeld is in 2002 geactualiseerd en wordt eind 2006 opnieuw bekeken. Het kwaliteitszorgplan is in werking. De opleiding heeft een personeelsbeleidsplan, waaronder het scholingsplan valt, opgesteld en voert dit ook uit. • In het gesprek met het panel hebben studenten en docenten aangegeven zich gehoord te voelen als zij klachten hebben die de opleiding aangaan. De communicatielijnen zijn kort en de studenten merken verbeteringen. • Vooral de korte communicatielijnen en de directe actiebereidheid van het management op verbeterinitiatieven geven het panel het vertrouwen dat het oordeel ‘goed’ rechtvaardigt.
Facet 5.3
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld
Voldoende
Criteria - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
31
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Medewerkers worden bij de kwaliteitszorg van de opleiding betrokken door middel van de Personeelsmonitor die jaarlijks door Hogeschool Zuyd wordt afgenomen. Daarnaast hebben docenten wekelijks teamvergaderingen waarin verbetermaatregelen worden besproken. • Studenten vullen jaarlijks de Studentenmonitor van de Hogeschool Zuyd in, daarnaast vullen zij periode-evaluaties in en evalueren zij de stage en het onderwijsprogramma. Studenten zijn tevens vertegenwoordigd in een opleidingscommissie die jaarlijks met de faculteitsdirecteur overlegt over onder andere het jaarverslag. • Het afnemend beroepenveld is vertegenwoordigd in de werkveldcommissie, die drie tot vier maal per jaar bij elkaar komt. In de bijeenkomsten wordt het programma en de eindcompetenties besproken. • De opleiding heeft in december 2005 een Nota Alumnibeleid ontwikkeld. In deze nota worden de mogelijke rollen die alumni bij de opleiding kunnen spelen beschreven. Het panel oordeelt positief over de voornemens, maar heeft niet kunnen vaststellen dat de alumni daadwerkelijk bij de opleiding betrokken zijn.
Onderwerp 6
Facet 6.1
Resultaten
Gerealiseerde niveau
Goed
Criteria - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding borgt het niveau van de nagestreefde eindkwalificaties door: 1) de beoordeling van afstuderen door twee docenten en de opdrachtgever vanuit het werkveld te laten uitvoeren, 2) bij eindgesprekken structureel externe deskundigen te betrekken die zelf minimaal hbo-niveau hebben en tevens beschikken over relevante werkervaring en 3) het afstudeertraject gedetailleerd te beschrijven en criterialijsten voor beoordelingen te gebruiken. • Eindwerkstukken in het kader van afstuderen zijn praktijkgerelateerd: studenten studeren af met toegepast onderzoek of met een praktijkproject. In het afstudeerwerk worden actuele ontwikkelingen vertaald naar de beroepspraktijk. • Het panel heeft tien afstudeerwerkstukken inclusief beoordeling bestudeerd. De werkstukken liepen qua beoordeling uiteen van een zes tot een negen. Het panel stelt vast dat de afstudeerwerkstukken het niveau van een hbo-bachelor weergeven. De beoordelingscriteria zijn helder en het beoordelingscijfer komt overeen met wat het panel terecht vindt. De probleemstelling is passend voor SJD en de wijze waarop de studenten zich in de materie hebben verdiept is goed. Het gebruik van de Nederlandse taal laat bij
32
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
• •
•
enkele studenten te wensen over, de opleiding heeft dit zelf herkend en biedt intussen ondersteunende modules Nederlands aan voor afstuderende studenten. In het gesprek met het panel geven afgestudeerden aan dat zij goed zijn voorbereid op hun loopbaan, zowel in het werkveld als in het universitaire onderwijs. Uit de Studentenmonitor 2006 blijkt dat studenten tevreden zijn over de opleiding als geheel (score 7.0) en dat zij de het niveau van de opleiding op hbo-niveau vinden liggen (score 7.6). Studenten geven in Choice Data Ranking 2005 voor de voltijdopleiding een 6.9 en voor de deeltijdopleiding een 6.8 op het criterium ‘Voorbereiding op loopbaan’.
Facet 6.2
Onderwijsrendement
Voltijd: Goed Deeltijd: Voldoende
Criteria - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Er zijn streefcijfers voor voltijd en deeltijd geformuleerd. Voor de voltijdopleiding worden die cijfers behaald, voor de deeltijdopleiding worden ze nagenoeg behaald. De opleiding heeft de cijfers geanalyseerd, heeft de belangrijkste geïdentificeerd en heeft actie ondernomen. Zo is enkele jaren geleden een beleid van intensieve afstudeerbegeleiding ingevoerd voor verlate afstudeerders. Daarnaast is vorig jaar voor de deeltijdopleiding het bindend studieadvies in het eerste jaar ingevoerd, waardoor een scherpere selectie in de propedeuse wordt verwacht. • In vergelijking met andere SJD-opleidingen in Nederland blijkt dat SJD Sittard in het gemiddelde rendement na 5 jaar ruim boven het nationale gemiddelde (44.3%) ligt, namelijk 54,4%. De opleiding heeft in de voltijdvariant na 5 jaar een van de hoogste rendementen en bij de deeltijdopleiding ligt dit rendement in de laagste regionen van het landelijk gemiddelde. Voor de voltijdvariant gelden de volgende argumenten: • De gemiddelde studieduur van gediplomeerden van cohort 2002 is 3.9 jaar. Dit is in overeenstemming met het gestelde doel (kleiner dan 4,5 jaar). • De gemiddelde studieduur van studiestakers is van cohort 2003 1.4 jaar. Vanaf cohort 2000 (1.7 jaar) is de studieduur van studiestakers steeds verminderd. Cohort 2003 heeft het streefcijfer (kleiner dan 1.5 jaar) gehaald. • Het propedeuserendement na 2 jaar was voor cohort 2003 60%, dit is net onder de streefnorm van 65%.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
33
•
•
Het opleidingsrendement na 4 jaar is voor cohort 2001 44%. De opleiding haalt haar streefcijfer (50%) net niet, voor cohort 2000 geldt een rendement van 58%. Dit is ruim boven het streefcijfer. Het opleidingsrendement na 5 jaar is voor cohort 2000 61%. De opleiding behaalt hiermee haar streefcijfer van 60%. De onderwijsvraagfactor is al twee jaar boven de 1.0, te weten voor 2004 1.195 en voor 2005 1.079. De opleiding streeft naar een onderwijsvraagfactor die groter is dan 1.0.
Voor de deeltijdvariant gelden de volgende argumenten: • De gemiddelde studieduur van gediplomeerden bedroeg voor cohort 2001 3.5 jaar, daarmee voldoet de opleiding aan de gestelde norm van minder dan 4 jaar. • De gemiddelde studieduur van studiestakers bedroeg voor cohort 2004 2.4 jaar, de opleiding voldoet hiermee niet aan de gestelde streefcijfers, kleiner dan 2 jaar. • Het propedeuserendement na 2 jaar besloeg voor cohort 2003 36%, in 2002 was dit nog 43%. De opleiding voldoet nagenoeg aan de streefcijfers (40%). • Het opleidingsrendement na 4 jaar was voor cohort 2001 41%, waarmee het streefcijfer (40%) behaald is. Het opleidingsrendement na 5 jaar was voor cohort 2001 42%. De opleiding haalt hiermee het streefcijfer (45%) net niet. • De onderwijsvraagfactor was voor cohort 2004: 0.892 en voor cohort 2005: 0.855. De opleiding voldoet hiermee net niet aan het gestelde doel van 0.9.
34
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
Deel C:
Bijlagen
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
35
Bijlage 1:
36
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
37
38
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
39
40
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
41
Bijlage 2:
Deskundigheden panel
Opleidingen Sociaal Juridische Dienstverlening
Relevante werkvelddeskundigheid
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X
Panellid NQA Mevrouw I.J.M. de Jong
X
Onderwijsdeskundigheid
X
Studentgebonden deskundigheid Visitatiedeskundigheid
Panellid NQA mevrouw drs. R. van Empel
Panellid student De heer P. van Achteren
Panellid de heer P.Ph. Voorhoeve
Panellid: De heer mr. H.J.L.M. van de Luytgaarden
Deskundigheid cf. Protocol VBI’s; 22 augustus 2005
X X
X
X
De panelleden hebben een onafhankelijkheidsverklaring ondertekend. Nadere informatie over de achtergronden van de panelleden: Panellid de heer mr. H.J.L.M. van de Luytgaarden De heer Van de Luytgaarden is ingezet vanwege zijn deskundigheid op het gebied van juridisch onderwijs. Hij werkt als lector aan de Hogeschool Utrecht bij de faculteit Maatschappij en Recht, waar opleidingen SJD, HBR en GDW worden verzorgd. Daarnaast is hij organisatieadviseur bij het Nederlands Pedagogisch Instituut in Zeist en gasthoogleraar aan de International University of Entrepreneurship. De heer Van de Luytgaarden is domeindeskundig op Juridisch, maatschappelijk en organisatiekundige gebied, daarnaast heeft de heer Van de Luytgaarden een zeer grote onderwijservaring zowel op universitair als op hbo niveau. De heer Van de Luytgaarden is vertrouwd met de meest recente ontwikkelingen, ook in internationaal opzicht, op het gebied van juridische opleidingen. Daarnaast beschikt de heer Van de Luytgaarden over vakdeskundigheid op het gebied van antroposofische gezondheidszorg, pedagogiek en maatschappelijk werk en dienstverlening.
42
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
Opleiding: 1975 – 1981 1981 – 1982 1982 – 1983 1987 1986 – 1987 1998
Middelbare school: Ichthus College te Drachten, Atheneum A Propaedeuse psychologie Rijksuniversiteit Groningen Propaedeuse rechtsgeleerdheid Rijksuniversiteit Groningen Doctoraal Nederlands recht Rijksuniversiteit Groningen afstudeerrichting: publiek recht Studie wijsbegeerte Rijksuniversiteit Groningen Basiskwalificatie universitair onderwijs
Werkervaring: 1985 – 1987 Student-assistent staatsrecht, algemene staatsleer, vergelijkend staatsrecht, rechtsfilosofie en grondrechten, vakgroep staatsrecht, Rijksuniversiteit Groningen (RUG) 1987 – 1990 Assistent in opleiding Nederlands Instituut voor Sociaal en Economisch Recht, Universiteit Utrecht (UU) 1990 – 2000 Universitair docent rechtsfilosofie/encyclopedie, Universiteit Utrecht 1990 – 1996 Gastdocent bestuursrecht en mensenrechten voor het Nederlands Helsinki Comité in Polen en Bulgarije 1993 – 1997 Visiting professor philosophy of human rights and constitutionalism aan het Phronesis Applied Ethics Centre, Karelsuniversiteit Praag (Tsjechische Republiek) 1996 – 2003 Rechter-plaatsvervanger Arrondissementrechtbank Leeuwarden sector handelsrecht 1994 – 2004 Rechter-plaatsvervanger Arrondissementsrechtbank te Amsterdam sectoren bestuurs- en ambtenarenrecht 2000 – 2003 Gastdocent juridische discipline aan de faculteit bestuurs- en organisatiewetenschappen Universiteit Utrecht 2000 – heden Directeur-eigenaar en adviseurbij/van NPI Instituut voor organisatieontwikkeling te Zeist 2004 – heden Lector beroepsuitoefening juridische bachelors Hogeschool Utrecht 2006 – heden Gasthoogleraar International University of Entrepreneurship
Panellid de heer P.Ph. Voorhoeve De heer Voorhoeve is ingezet als panellid vanwege zijn kennis van het werkveld. De heer Voorhoeve heeft relevante werkvelddeskundigheid door zijn ruime en lange ervaring in Sociaal Juridische Hulpverlening. De heer Voorhoeve heeft voor deze visitatie individueel instructies ontvangen. Opleiding: 1988 – 1990 1990
HBO Maatschappelijk Werk, De Horst, Driebergen Diploma
Werkervaring: 1989 – heden Rechtsvoorgangers Cumulus welzijn, Cumulus Welzijn
Panellid student de heer P. van Achteren Panellid de heer Van Achteren is vierdejaars student Sociaal Juridische Hulpverlening aan de Hogeschool van Utrecht. Hij is voorzitter studentenfractievoorzitter van de Opleidingscommissie Sociaal Juridische Dienstverlening. Daarnaast is de heer Van Achteren meerdere jaren betrokken binnen de studentenraad. De heer Van Achteren beschikt over studentgebonden deskundigheden met betrekking tot de studielast, de onderwijsaanpak, de voorzieningen en de kwaliteitszorg bij
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
43
opleidingen. Qua leeftijd is hij representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding. De heer Van Achteren heeft individueel instructies gekregen voor deze visitatie. Opleiding: 1995 – 1999 1999 – 2001 2001 – 2002 2002 – 2006
Mavo Havo Management, Economie en Recht Sociaal Juridische Dienstverlening
Werkervaring: 2004 – 2005 Tweede Kamerfractie D66 2004 – heden Voorzitter opleidingscommissie SJD
Panellid NQA mevrouw drs. R. van Empel Mevrouw van Empel is ingezet als NQA-auditor. Zij heeft vijf jaar ervaring met visiteren in vrijwel alle sectoren van het HBO en heeft auditdeskundigheid op grond deze werkervaring en op grond van auditcursussen gevolgd bij Lloyd’s. Opleiding: 1969 – 1975
Doctoraalstudie Sociologie/Planologie Universiteit Utrecht
Cursussen: 1975 en 1978 Postdocs bestuurskunde Erasmus Universiteit (Rosenthal en Van Schendelen), Rotterdam 1975 – 1980 diverse bedrijfscursussen, o.m. Inspraak en Voorlichting, projectmanagement, beleidsadvisering, Utrecht 1990 Gebouwde omgeving, Informeel Toezicht en Kleine Criminaliteit, Geoplan 1985 – 1996 diverse bijscholingen op het gebied van sociale volkshuisvesting, NCIV, NWR, Aedes 1998 Starterscursus eigen onderneming, KvK Utrecht 1998 2001/2002 ‘Persoonlijke Effectiviteit’, De Baak 2003 Competentiegericht toetsen, SBO NQA/Lloyd’s training auditor opleidingen hoger onderwijs Maart 2003 Thymos verzakelijkingstraject Dec. 2003 Thymos Adviesvaardigheden Sept. 2004 Training Auditor Hoger Onderwijs, NQA i.s.m. Lloyds Register Werkervaring: 1972 – 1974 Studentassistent bij hoogleraar Sociologie, Rijksuniversiteit Utrecht 1975 – 1980 Beleidsmedewerker/stafmedewerker gemeentesecretarie Utrecht, afdeling Ruimtelijke Ordening en stadsontwikkeling/-vernieuwing 1980 – 1992 Landelijk consulent/extern adviseur Stichting Ruimte/LANS (Rotterdam/Utrecht): gemeentelijk en regionaal beleid bij jeugdwelzijn en –voorzieningen 1993 – 1996 Diverse privé-opdrachten van kleine gemeenten en (welzijns)instellingen, o.a.adviezen over locatiekeuze, planning en beheer welzijnsaccommodaties, organisatie studiedagen/congressen 1997 Ondersteuning Afdeling Scheikunde Universiteit Utrecht bij beoordeling onderwijskwaliteit wetenschappelijk personeel (WP-flow ’97) 1997 – 1999 Panelsecretary Dutch Validation Council
44
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
2001 – 2004 Secretaris visitatiecommissies HBO-raad 2004 – heden Beleidsmedewerker en auditor NQA Overig: 1985 – 1997 1982 – 1985
Bestuurslidmaatschap Woningbouwvereniging Juliana, Utrecht Bestuurslidmaatschap Stedelijke Stichting Welzijnsbevordering Utrecht
Panellid mevrouw I.J.M. de Jong Mevrouw De Jong is ingezet als NQA-auditor. Zij heeft ervaring als NQA-auditor bij meerdere visitaties. Mevrouw De Jong heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining Hoger Onderwijs. Opleiding 2000 – 2004
Educatie- en Kennismanagement in de Groene Sector aan de Stoas Hogeschool te Den Bosch.
Werkervaring 2000 – 2004 2003 – 2004
Diverse stages in het Middelbaar Beroepsonderwijs als docent en lesstofontwikkelaar. Afstudeerstages: Onderzoek naar de adviesbehoefte van stagebieders binnen de bloemenbranche. Uitkomsten in een onderzoeksrapport gepresenteerd aan Aequor. Nieuwe structuur aangebracht in avondopleiding voor Dutch Flower Arranger en de daarbijbehorende docenten- en studentenhandleidingen geschreven. 2004 – 2005 Essent, dossieranalist, afdeling debiteuren en incasso. Sogeti Nederland B.V., administratief medewerker, afdeling offerteafhandeling. 2005 – heden Netherlands Quality Agency
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
45
Bijlage 3:
Tijdstip 08.30 – 10.00
Bezoekprogramma
Dinsdag 19 september 2006 Programma ten behoeve van de visitatie opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening Lokatie Deelnemers 0.52 Panel Ontvangst leden visitatiepanel 1. Dhr. Mr. H.J.L.M. van de Luytgaarden 2. Mw. R. van Empel (NQA auditor) 3. Mw. I. de Jong (junior auditor NQA) 4. Dhr. P.M. Voorhoeve (Onderwijspanellid) 5. Dhr. P. van Achteren (studentpanellid)
10.00 – 10.45
2.49
Opleidingsmanagement
Gesprek met: Dhr. mr.drs.bc. Jac Stevens Mw. mr.bc. Margo Ploemen Dhr. bc.bc. Peter van Lierop
10.45 – 11.15
0.52
Panel
Bestuderen materiaal
11.15 – 12.00
2.49
6 Studenten
Mw. Stephanie de Bruijn Mw. Jolanda Huijts Dhr. Chahoub Nabil Dhr. Rik van Rijzingen Mw. Evelien Takken Mw. Martine Vader
1e jaars vto 2e jaars dto 2e jaars vto 2e jaars dto 2e jaars vto 2e jaars dto
12.00 – 12.45
2.49
8 Studenten
Dhr. Dilek Havur Mw. Koenti Coblijn Dhr. Tarik Elkhayati Dhr. Samir Toub Mw. Merel de Graef Johan Kreugel Anita Suijkerbuijk Liliane Okoelskaja
3e jaars dto 3e jaars vto 3e jaars vto 4e jaars vto 4e jaars vto 3e jaars dto 4e jaars dto 4e jaars dto
12.45 – 13.30
0.52
Werklunch panel
13.30 – 14.15
2.49
8 Docenten
Gesprek met groep docenten
14.15 – 15.00
2.49
Leden WVC
Dhr. Paul Munnix Mw. Erica Smits Mw. Willy van der Kaap Dhr. Nico Mulder Dhr. Toes Huijnen
Stagebegeleiding Werkgever
46
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
Tijdstip 15.00 – 15.45
Lokatie 0.52
Deelnemers Panel
15.45 – 16.15
16.15 – 17.00
Intern overleg Rondleiding met proefvisitatiepanel: Mw. M. Geraud Dhr. D. Haster
2.49
6 Alumni
Mw. Petra Valkenberg
Student vto 4 SJD Sittard Docent opleiding SJD Sittard Afgestudeerd vto 4; 2004
Dhr. Wouter Geertsen
Afgestudeerd vto 4: 2005
Mw. Sandra Mlekuz
Afgestudeerd dto 4: 2005
Dhr. Jan Veugen
Afgestudeerd dto 4: 2005
Mw. Maril v.d. Perre
Afgestudeerd vto 4: 2006
Dhr. Zerat Mohammed
Afgestudeerd vto 4: 2006
17.00 – 17.30
0.52
Panel
Overleg
17.30 – 18.00
2.49
Opleidingsmanagement
Gesprek met: Dhr. mr.drs.bc. Jac Stevens Mw. mr.bc. Margo Ploemen Dhr. bc.bc. Peter van Lierop
18.00 – 18.30
0.52
Panel
Afsluitend overleg
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
47
48
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
Bijlage 4:
Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
Materiaal Beleidsdocumenten (op opleidings- en hogeschoolniveau) kwaliteitszorg organisatie personeelsbeleid (o.a. functie- en kwalificatieporofielen, documentatie over functioneren en professionaliseren) onderwijsbeleid en toetsbeleid rendementsbeleid Evaluatierapporten/ -resultaten (zowel intern als extern onderzoek) Inclusief de meetinstrumenten Onderwijs- en examenregeling Beoogde eindkwalificaties Beroepsprofiel of vergelijkbaar document Studiegids Overzicht van het programma (voor elke variant en locatie) inclusief studiepunten Overzicht van personeel (kwalificaties van docenten) Kengetallen Curriculummateriaal: modulehandleidingen stage/afstudeerhandleidingen boekenlijst projectopdrachten deficiëntieprogramma’s studieboeken readers Toetsen, portfolio’s en assessments, inclusief beoordelingen Afstudeerproducten, inclusief beoordelingen Stageverslagen, inclusief beoordelingen
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
Onderwerp/facet 5
3 2 5, 6 2, 3.3, 4, 5, 6.2 1 1 2, 4.2 2 3.1 6.1 2
2.8, 6.2 6.2 2.8
49