Hogeschool Zuyd, Sittard Opleiding: Niveau: Croho: Varianten:
Commerciële Economie hbo bachelor 34402 voltijd
Visitatiedatum:
26 en 27 september
© Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2007
2/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
Inhoud
3
Deel A: Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per facet en onderwerp
5 7 8 8 9 10
Deel B: Facetten Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6
13 15 17 26 29 32 35
Deel C: Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5:
Doelstelling van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Resultaten
39 40 46 50 52 53
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Deskundigheden panelleden Bezoekprogramma Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal Domeinspecifieke competenties
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
3/54
4/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
Deel A:
Onderwerpen
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
5/54
6/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
1.1
Voorwoord
Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Commerciële Economie(CE) van de Hogeschool Zuyd heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in augustus 2007, toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding gevisiteerd op 26 en 27 september 2007, samen met de opleiding Small Business and Retail Management (SB&RM). Het panel bestond uit: De heer drs. R.E. de Graaff (voorzitter, domeinpanellid CE); De heer prof. mr. drs. J.Th. Degenkamp (domeinpanellid SB&RM); De heer drs. J.W.G. van Scheerdijk (domeinpanellid SR&RM); Mevrouw S. van Schaik (studentpanellid CE); Mevrouw drs. M.E. Voorthuis (NQA-auditor), Mevrouw E.J. Stolp (NQA-junior auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen.
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
7/54
1.2
Inleiding
Op 1 januari 2001 is de Hogeschool Zuyd ontstaan uit een fusie tussen de Hogeschool Limburg en de Hogeschool Maastricht. Hogeschool Zuyd biedt 50 bacheloropleidingen en 6 masteropleidingen aan, verdeeld over zes sectoren: economie, gezondheidszorg, kunst, onderwijs, gedrag & maatschappij en techniek. Deze opleidingen zijn geclusterd in 19 faculteiten met locaties in Heerlen, Maastricht en Sittard. De faculteiten worden door diverse hogeschoolbrede diensten ondersteund. De hogeschool telt circa 13.000 studenten en 1350 medewerkers. De opleiding Commerciële Economie (CE) in Sittard maakt deel uit van de faculteit Commercieel Management van de Hogeschool Zuyd. De opleiding heeft alleen een voltijd variant. De opleiding beschikt over 15,2 fte aan vaste medewerkers. De gemiddelde jaarlijkse instroom in de voltijdse opleiding is 150 studenten. Gelijktijdig met de visitatie van CE is de opleiding SB&RM gevisiteerd, waarvoor een tweede rapportage verschijnt. In de marge is de nieuwe opleiding Commercieel Management (CM) onderzocht. CM is een Brede Bachelor waarin de huidige opleidingen CE en SB&RM alsook de reeds geaccrediteerde opleiding Food & Business middels een planningsneutrale conversie worden opgenomen. In september 2007 is de nieuwe opleiding van start gegaan. Vanaf dat moment worden de huidige opleidingen afgebouwd. 1.3
Werkwijze
De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens bereidden de panelleden zich in augustus en september 2007 inhoudelijk voor op het bezoek dat plaatsvond op 26 en 27 september 2007. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel voorbereid.
8/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel, dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleiding heeft in november 2007 een concept van het totaalrapport, dat wil zeggen het onderwerprapport (deel A) en het facetrapport (deel B) voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn wijzigingen aangebracht. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in december 2007 en ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4
Oordeelsvorming
In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices .
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
9/54
In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het Facetrapport. 1.5
Oordelen per facet en onderwerp
Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet
Opleiding Commerciële Economie voltijd
Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau bachelor 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Totaaloordeel Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing Totaaloordeel Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO 3.2 Kwantiteit personeel 3.3 Kwaliteit personeel Totaaloordeel Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding Totaaloordeel Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen tot verbetering 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Totaaloordeel Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau 6.2 Onderwijsrendement Totaaloordeel
10/54
© NQA
voldoende goed goed Positief goed goed goed voldoende goed voldaan goed voldoende Positief goed voldoende goed Positief goed voldoende Positief goed voldoende voldoende Positief goed goed Positief
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
Doelstellingen opleiding Het facet 1.1 Domeinspecifieke eisen wordt met een voldoende beoordeeld, De facetten 1.2 Niveau bachelor, 1.2 en 1.3 Oriëntatie HBO-bachelor worden met een goed beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp Doelstellingen opleiding is derhalve positief. Programma De facetten 2.8 Beoordeling en toetsing en 2.4 Studielast worden met een voldoende beoordeeld. De facetten 2.1 Eisen HBO, facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma, 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma en 2.5 Instroom beoordeelt het panel met een goed. Het facet 2.6 Studieduur wordt met voldaan beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp Programma is derhalve positief. Inzet van personeel De facetten 3.1 Eisen HBO en 3.3 Kwaliteit personeel beoordeelt het panel met een goed. Het facet 3.2 Kwantiteit personeel wordt met een voldoende beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp Inzet van personeel is derhalve positief. Voorzieningen Het facet 4.1 Materiële voorzieningen beoordeelt het panel met een goed. Facet 4.2 Studiebegeleiding beoordeelt het panel met een voldoende. Het oordeel over het onderwerp Voorzieningen is derhalve positief. Interne kwaliteitszorg Het facet 5.1 Evaluatieresultaten beoordeelt het panel met een goed. De facetten 5.2 Maatregelen tot verbetering en 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld beoordeelt het panel met een voldoende. Het oordeel over het onderwerp Interne kwaliteitszorg is derhalve positief. Resultaten Het facet 6.1 Gerealiseerd niveau en facet 6.2 Onderwijsrendement beoordeelt het panel met een goed. Het oordeel over het onderwerp Resultaten is derhalve positief. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat de opleiding op de zes de onderwerpen positief scoort, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleiding positief is.
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
11/54
12/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
Deel B:
Facetten
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
13/54
14/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
Onderwerp 1
Facet 1.1
Doelstelling van de opleiding
Domeinspecifieke eisen
Voldoende
Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het landelijke opleidingsoverleg Commerciële Economie heeft in 1998 het beroepsprofiel Commerciële Economie geformuleerd en vastgesteld. Het is beschreven in het document: Nieuw profiel Commerciële Economie (1998). Het profiel is voorgelegd aan het landelijke werkveld en is naar aanleiding van de uitkomsten daarvan aangescherpt. In het beroepsprofiel zijn de landelijke eindkwalificaties van een beginnend commercieel econoom vastgelegd. In 2002 is het beroepsprofiel geactualiseerd en heeft de conversie plaatsgevonden naar het competentieprofiel. Dit betekent dat de eindkwalificaties zijn geactualiseerd tot een samenhangend geheel van 21 competenties (Landelijk competentieprofiel Commerciële Economie, 2002). In het document is ervoor gekozen om in de 21 competenties aandacht te schenken aan de internationale dimensie. Het panel mist de uitwerking hiervan binnen deze opleiding. Naast deze 21 competenties onderscheidt de opleiding een aantal persoonlijke kwaliteiten, die nodig zijn om de competenties met succes te kunnen hanteren. Deze persoonlijke kwaliteiten zijn samengevat onder de verzamelnaam "persoonlijke effectiviteit". Ten aanzien van de competenties hanteert de opleiding twee ordeningsprincipes. Deze zijn weergegeven in één matrix. Op de horizontale as staan de vier functiedomeinen: marketing, sales, organisatie en communicatie en op de verticale as de drie handelingsniveaus: het strategische, tactische en operationele niveau. De matrix is tevens opgenomen in het landelijk competentieprofiel Commerciële Economie (2002). Het panel stelt vast dat de 21 eindkwalificaties van de opleiding zijn gebaseerd op de landelijk vastgestelde eindkwalificaties en gevalideerd zijn door het werkveld. Het panel mist een (inter)nationale profilering en positionering van de opleiding en komt daarom tot het oordeel voldoende op dit facet.
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
15/54
Facet 1.2
Niveau bachelor
Goed
Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft een koppeling gemaakt tussen de Dublin-descriptoren en de landelijke competenties Commerciële Economie. Tevens is een relatie gelegd met de generieke kernkwalificaties van de commissie Fransen. De vijf Dublin-descriptoren komen in het curriculum als volgt aan bod. De kern- en ondersteunende vakken bieden de student relevante kennis en vaardigheden (descriptor 1), die hij vervolgens toepast (descriptor 2) tijdens projecten en stageperiodes. Voor elk project moet de student relevante informatie analyseren om het project goed te kunnen uitvoeren (descriptor 3). Descriptor 4 vindt plaats in de projectgroep, waarmee de student gezamenlijk een project uitvoert en in de stageperiodes. Tot slot laat de student zijn leervaardigheden (descriptor 5) zien door de koppeling te maken tussen opgedane kennis, vaardigheden en inzichten binnenschools en de projecten en de stages die deels buitenschool worden uitgevoerd. In een matrix wordt per Dublin-descriptor aangegeven welke generieke kernkwalificaties van de commissie Fransen van toepassing zijn en in welke programmaonderdelen deze aan bod komen. Een voorbeeld is de Dublin-descriptor: Het toepassen van kennis en vaardigheden . Hieraan gekoppeld zijn de kernkwalificaties van de commissie Fransen: Probleemgericht werken, (wetenschappelijke) toepassing en creativiteit en complexiteit in handelen: de afgestudeerde is toegerust met actuele en multidisciplinaire kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden teneinde de taken van een beginnend beroepsbeoefenaar zelfstandig te kunnen uitvoeren . Deze kwalificaties worden getraind in de projecten, waaraan de student in elk thema werkt. Dit biedt de mogelijkheid om de opgedane kennis direct toe te passen in verschillende probleemsituaties, die door interne en externe opdrachtgevers zijn aangereikt. Ook de afstudeerstage biedt studenten de mogelijkheid om kennis en vaardigheden toe te passen en te integreren.
Facet 1.3
Oriëntatie HBO bachelor
Goed
Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is.
16/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Zoals al vermeld bij facet 1.1 maakt de opleiding gebruik van het landelijke beroepsprofiel Commerciële Economie uit 2002, dat is gevalideerd door het werkveld. De opleiding heeft een netwerk van contacten met relevante vertegenwoordigers uit de nationale en internationale beroepspraktijk. Zij neemt deel aan het landelijke Domeinoverleg Bachelor of Commerce en voert overleg met vertegenwoordigers van de beroepspraktijk via onder andere de werkveldadviescommissie, die vijf maal per jaar bij elkaar komt en de bedrijfsmentoren van de stageverlenende organisaties. De opleiding leidt de student op tot breed inzetbare generalisten en CE-professionals, die als beginnend beroepsbeoefenaar in een breed scala van relevante organisaties in een diversiteit aan relevante functies van start kan gaan. Functies waarvoor studenten worden opgeleid zijn onder andere productmanager, brandmanager, accountmanager, manager in de binnen- en buitendienst en inkoopmanager. Diegenen die starten in een juniorfunctie groeien meestal door naar een seniorfunctie, waarbij zij steeds meer managementverantwoordelijkheid krijgen en het accent verschuift van werkzaamheden op operationeel niveau via het tactische niveau naar het strategische niveau en van beleidsondersteunende functies naar beleidsbepalende functies. Afgestudeerden komen zowel terecht in functies in de profit en non profit sector, het groot-, midden- en kleinbedrijf, zowel op regionaal, nationaal als internationaal niveau en de industriële en zakelijke dienstverlening.
Onderwerp 2
Facet 2.1
Programma
Eisen HBO
Goed
Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het studieprogramma is thematisch ingericht, rond de functies waarin een afgestudeerde CE er terecht kan komen. In elk thema staat een groepsopdracht centraal. Deze is gebaseerd op een actuele situatie uit de beroepspraktijk. Studenten komen hierdoor direct vanaf het begin van de opleiding in aanraking met een externe opdrachtgever.
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
17/54
In de eerste twee jaar van de opleiding verwerft de student praktijkgerichte kennis en beroepsvaardigheden. Hij doet dit via de kern- en ondersteunende vakken. Naarmate de studie vordert, wordt de complexiteit hiervan groter en worden meer vakken aan een thema gekoppeld. In de groepsopdracht past de student de kern- en ondersteunende vakken toe. Binnen de thema's worden ook gastdocenten ingezet. Tevens worden excursies georganiseerd. De opleiding maakt binnen elk thema gebruik van relevant, actueel en aan de praktijk ontleend studiemateriaal en wordt hierbij passende vakliteratuur gezocht. Docenten zijn verantwoordelijk voor de actualiteit van hun thema s en de actualiteit van de literatuur. Het panel heeft de literatuur bestudeerd en vindt deze van een voldoende niveau en voldoende actueel. Naast Nederlandstalige literatuur wordt beperkt gebruik gemaakt van Engelstalige literatuur. Twee docenten participeren in een kenniskring, één in de kenniskring Innovatief ondernemen en Risicomanagement en één in de kenniskring Toerisme en cultuur . Zij dragen hiermee bij aan het actueel houden van het curriculum. Voor elk thema is een studiewijzer beschikbaar, waarin informatie is opgenomen over de vereiste voorkennis, de themadoelen, de leerinhouden, de werkvormen, de opbouw van het thema, de wijze van toetsen en beoordelen en de informatiebronnen/leermiddelen, die binnen het thema worden gehanteerd. In de eerste helft van het derde jaar volgt de student een beroepsopleidende stage. Deze heeft een oriënterend karakter. Er zijn acht beroepscompetenties geformuleerd, die in de stage aan bod moeten komen. Deze spelen mee bij de beoordeling van de stage. De opleiding besteedt aandacht aan toegepast onderzoek in onder andere het eerste thema van het tweede jaar. De student leert een eenvoudig marktonderzoek op te zetten en uit te voeren. In de tweede helft van het laatste studiejaar doet de student de afstudeerstage. Hierin voert hij een afstudeeropdracht uit, die resulteert in een afstudeerwerkstuk. In dit werkstuk laat de student zien dat hij een probleemstelling kan definiëren, een onderzoek kan opzetten, relevante onderzoeksinstrumenten kan vinden, beoordelen en toepassen, onderzoekresultaten kan analyseren en interpreteren, op een methodische wijze tot een oplossing c.q. advies kan komen, hieraan conclusies en aanbevelingen kan verbinden en kan rapporten over de gevolgde werkwijze. De opleiding huurt regelmatig gastsprekers in. Bij 90% van de thema s worden één of meer gastsprekers uitgenodigd en/of is een bedrijfsbezoek geprogrammeerd. De studenten met wie het panel heeft gesproken waren van mening dat zij door de stage en de projecten in voldoende mate in aanraking komen met de praktijk. Echter, zij zouden nog meer gastdocenten en bedrijfsbezoeken wenselijk vinden. Uit de Studentenmonitor 2007 blijkt dat studenten de actualiteit van de opleiding beoordelen met score 6,4. De afstemming op de beroepspraktijk scoort 6,2. De tijd die beschikbaar is voor praktijkoefeningen is eveneens 6,2.
18/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
Facet 2.2
Relatie doelstellingen en inhoud programma
Goed
Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De basis van het studieprogramma wordt gevormd door de leerdoelen van de thema's, de kern- en ondersteunende vakken, de groepsopdrachten en de stages. De leerdoelen zijn beschreven in de studiewijzers, zo heeft het panel vastgesteld. Alle thema's zijn getoetst aan de landelijke competenties en worden weergegeven in een matrix. Uit deze curriculummatrix blijkt dat alle landelijke competenties op meerdere plaatsen in de opleiding terugkomen. Het eerste jaar van de opleiding bestaat uit een gemeenschappelijke propedeuse met de opleiding Management, Economie en Recht (MER). Dit jaar is met name een oriëntatiejaar. In het derde kwartaal wordt een oriëntatiemodule gegeven en in het laatste kwartaal wordt een specifiek CE-thema behandeld. In het tweede jaar komen vier thema s aan de orde. Deze zogenoemde functiegerichte thema s zijn de kapstok, waaraan de kern- en ondersteunende vakken en de groepsopdracht worden opgehangen. Het derde jaar begint met een stage. Tijdens de stage werkt de student aan de acht beroepscompetenties en aan een aantal persoonlijke competenties. Het vierde jaar start met het thema Internationaal Marketeer. Het daarna volgende kwartaal kan de student invullen vanuit zijn persoonlijke interesses, ambities en capaciteiten. Hij kan kiezen uit drie thema's: Customer relationship Management , Leisure management en Exportmanager . De student sluit de opleiding af met de afstudeerstage. De studenten met wie het panel heeft gesproken, waren van mening, dat ondanks het feit dat in de eindkwalificaties geen aandacht wordt besteed aan internationale aspecten, de opleiding mogelijkheden tot internationalisering biedt, bijvoorbeeld door een stage in het buitenland te lopen. Ook kent het programma onderwijs in een vreemde taal. In het derde thema wordt international culture management behandeld. De alumni met wie het panel heeft gesproken, waren van mening dat zowel de opbouw (van breed naar smal) als de inhoud van het programma het goed mogelijk maken om de competenties te verwerven. Zo noemden de aandacht voor de theorie en de praktijk in de opleiding goed met elkaar in evenwicht.
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
19/54
Het panel geeft in een overzicht de leerdoelen, die voor de verschillende onderdelen zijn geformuleerd en een koppeling ervan met de eindkwalificaties. Door het hele programma heen wordt studenten de mogelijkheid geboden om zowel de beroeps- als de algemene competenties te realiseren, zo heeft het panel op basis van dit overzicht vastgesteld.
Facet 2.3
Samenhang in opleidingsprogramma
Goed
Criteria - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De samenhang van het programma wordt gerealiseerd door de thema s en daaromheen geprogrammeerde kern- en keuzevakken, waardoor sprake is van een integratie en samenhang van theorie en praktijk. Binnen elk kwartaal staat een thema centraal. In de eerste twee jaar zijn de thema's met name operationeel en tactisch van aard. In de laatste twee jaar worden er meer strategische thema's aangeboden. In elk thema werkt de student aan een groepsopdracht, die aansluit bij het betreffende thema en die is afgestemd op de beroepspraktijk van een commercieel econoom. In het derde en vierde jaar wisselen het binnen- en buitenschools leren elkaar af door de stage en het afstudeerproject. Om studenten inzicht te bieden in het programma, wordt bij de start van elk blok een inleiding over het betreffende thema gegeven, over de plaats van het thema in het totale studieprogramma, het waarom en belang van het thema, een globale doelomschrijving, de vakken die aan bod komen en de werkwijze die wordt gehanteerd. Voorafgaand aan de stage wordt een stagevoorbereidingsmodule. gegeven. Hierin leert de student onder andere zichzelf presenteren en te solliciteren. Het panel beoordeelt de opzet en de inhoud van het programma als overzichtelijk en samenhangend. Er is een duidelijke lijn van breed naar smal in te herkennen. De complexiteit van de opdrachten neemt zichtbaar toe. De studenten met wie het panel heeft gesproken ervaren het programma als samenhangend. Uit de Studentenmonitor 2007 komt een score van 6,2 wat betreft de samenhang tussen de vakken en programmaonderdelen.
Facet 2.4
Studielast
Voldoende
Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen.
20/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De studielast van de opleiding is evenredig verdeeld over vier jaar (60 EC per jaar). Binnen een studiejaar is de studielast weer evenredig verdeeld over vier kwartalen (15 EC per kwartaal). Een kwartaal bestaat uit 10 weken, opgebouwd uit acht lesweken, een toetsweek en een hertentamenweek. Roosters voor de toetsing worden volgens de opleiding tijdig bekend gemaakt. Binnen sommige vakken wordt gebruikt gemaakt van deeltoetsen, die meetellen in de eindbeoordeling van het desbetreffende vak. De deeltoetsen dienen ervoor te zorgen dat de student minder uitstelgedrag vertoont, de studielast evenredig wordt gespreid over een kwartaal en de slaagkans per kwartaal toeneemt. Er zijn jaarlijks twee herkansingsmogelijkheden. Vierdejaars studenten hebben in juni een extra toetsmogelijkheid voor maximaal twee (vierdejaars)toetsen. Uitslagen van schriftelijke toetsen moeten binnen vijftien werkdagen na de toetsafname bekend worden gemaakt, zo is in het OER vastgelegd. Echter, uit de Studentenmonitor 2007 blijkt dat studenten dit item beoordelen met een 4,4 (op een tienpuntsschaal). De opleiding hanteert een Bindend Studie Advies. De norm is dat een student aan het einde van het eerste jaar van inschrijving 42 EC moet hebben behaald. Deze norm geldt ook voor de instromende VWO- en MBO-studenten, die een verkort studietraject van 3,5 jaar doorlopen. Aan het einde van het tweede jaar van inschrijving wordt een Bindend Afwijzend Studieadvies gegeven, indien de student (ongeacht zijn vooropleiding) minder dan 60 EC voor het propedeutische studieprogramma heeft behaald. In dit geval dient de student de opleiding te verlaten. Voor studenten met een lichamelijke of visuele handicap dan wel functiebeperking is er hogeschoolbreed een zogenaamde "Routeplanner" ontwikkeld met informatie over mogelijke regelingen en oplossingen om studievertraging te voorkomen. De opleiding biedt bijvoorbeeld speciale deficiëntieprogramma's met betrekking tot faalangst en dyslexie. De studenten en alumni met wie het panel heeft gesproken noemden de opleiding goed te doen. Het aantal contacturen is in de propedeuse 19 uur per week en in de hoofdfase 15 uur per week. Studenten besteden, zo blijkt uit de Keuzegids 2006 gemiddeld 25 uur per week aan hun studie. Uit de Studentenmonitor 2007 blijkt dat studenten de studie goed te doen vinden in de tijd die ervoor staat (score 6,7).Uit de Keuzegids 2006 blijkt, dat studenten CE van Hogeschool Zuyd de studeerbaarheid beoordelen met 7,0. Alumni van de opleiding met wie het panel heeft gesproken noemden kwantitatieve methoden een struikelvak. De mate waarin dat het geval is, hangt echter af van de vooropleiding. Het Bureau Onderwijs is verantwoordelijk voor het tijdig door de docent aanleveren van de cijfers. Indien een docent zich niet houdt aan de termijn van vijftien werkdagen, wordt dit gerapporteerd aan het faculteitsmanagement. Studenten beoordelen de herkansingsmogelijkheden met een 6,4. De studenten met wie het panel heeft gesproken, toonden zich tevreden over de studeerbaarheid van het programma. Bij dreigende vertraging worden flexibele oplossingen gevonden. Door de onvrede van een studenten over het tijdig bekend maken van tentamenresultaten, zoals blijkt uit de Keuzegids 2006 en het gesprek van de studenten met het panel, komt het panel tot het oordeel voldoende.
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
21/54
Facet 2.5
Instroom
Goed
Criteria - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft een brochure, waarin informatie wordt gegeven over de inhoud van het programma, de wijze van aanmelding, de toelating en de inschrijving. Vier maal per jaar organiseert de opleiding een open dag voor potentiële studenten. Tijdens deze dagen wordt informatie gegeven over de functiedomeinen en - typen, waarvoor de opleiding opleidt en functies waarin een afgestudeerde CE er terecht kan komen. Tevens komt de wijze van werken, de opzet en de inhoud van het studieprogramma aan bod. Ook organiseert de opleiding tweemaal per jaar meeloopdagen voor potentiële studenten. In het eerste jaar worden vertegenwoordigers uit het beroepenveld uitgenodigd om een presentatie over de werkomgeving van de toekomstige CE- dan wel MER student. Ook worden ouderejaars studenten uitgenodigd om over hun ervaringen in de opleiding te vertellen. Om toegelaten te worden tot de opleiding, dient de student een HAVO of VWO diploma te hebben of een MBO diploma op niveau vier. Voor havisten en VWO ers gelden de profielen Economie en maatschappij of Cultuur en maatschappij. Studenten met andere profielen worden ook toegelaten, mits zij Economie 1 hebben gedaan. Zo niet, dan kunnen zij een toelatingstoets Economie 1 doen. Deze bestaat uit een mondelinge toets van maximaal 45 minuten. Getoetst worden de eindtermen van Economie 1 op HAVOniveau. De toets dient met een voldoende resultaat te zijn afgesloten, voordat de student het eerste tentamen in de propedeuse mag afleggen. Voor instromende VWO- of MBOstudenten is een verkorte leerroute van 3,5 jaar. Zij krijgen vrijstellingen voor de eerste helft van de propedeuse. Voor VWO-instromers, die het verkorte traject gaan volgen is er een opstapmodule. MBO ers met een commerciële, administratieve of juridische opleiding hebben ook de mogelijkheid om een verkorte leerroute te volgen. Zij krijgen een vrijstelling voor de beroepsopleidende stage uit het derde studiejaar. Zowel de instromende VWO- als de instromende MBO-studenten volgen een deficiëntieprogramma wiskunde. Diegenen die met succes de schakelopleiding verkort HEAO van het Leeuwenborgh ROC hebben doorlopen, ontvangen 60 EC aan vrijstellingen. Zij volgen aldus een verkorte leerroute van drie jaar. Vrijstellingen voor de groep hebben betrekking op het eerste semester van de propedeuse en de beroepsopleidende stage uit het derde studiejaar. Ook voor andere instromende studenten, die een vrijstelling wensen betreffende een bepaald kern- of ondersteunend vak, een thema, een groepsopdracht of stageperiode, is een procedure beschikbaar, die is beschreven in het OER 2006/2007. Uitgangspunt bij het verlenen van een vrijstelling is de vraag of de leerstof van het reeds
22/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
behaalde getuigschrift gelijkwaardig is qua inhoud, niveau en studiebelasting van het vak, thema, project dan wel stageperiode, waarvoor de vrijstelling wordt aangevraagd. Het verzoek om een vrijstelling te krijgen moet schriftelijk worden ingediend bij de voorzitter van de Examencommissie en dient voorzien te worden van relevante bewijsstukken. Uit de resultaten van de Studentenmonitor 2006 komt naar voren dat studenten de informatie over de opleiding, voordat zij ermee begonnen, beoordelen met score 5,8. De aansluiting van de opleiding op hun vooropleiding of werkervaring beoordelen zij met een 6,2. Studenten met wie het panel heeft gesproken, bleken tevreden over de begeleiding bij de start van de opleiding, alhoewel zij moesten wennen aan het competentiegerichte onderwijs. De Hogeschool Zuyd heeft de Code of Conduct ondertekend.
Facet 2.6
Duur
Voldaan
Criteria - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding duurt vier jaar en heeft een totale omvang van 240 EC. Elk jaar omvat 60 EC. De verkorte leerroutes voor instromende VWO- en MBO-studenten omvatten eveneens 240 EC.
Facet 2.7
Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Goed
Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De kern van het onderwijsconcept is beschreven in het Programmadocument Opleiding Commercieel Management (Faculteit Commercieel Management, Hogeschool Zuyd, Sittard, juni 2007) en wordt gevormd door functiegerichte thema's, die een afspiegeling vormen van de functies waarin een afgestudeerde terecht kan komen. Zelfsturing en zelfverantwoordelijkheid zijn belangrijke aspecten van het concept.
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
23/54
In elk kwartaal staat één functiegericht thema centraal. Hieraan wordt een groepsopdracht gekoppeld, die is afgestemd op de actuele beroepspraktijk. Parallel aan en ter voorbereiding op de groepsopdracht worden kern- en ondersteunende vakken onderwezen (in het vakgerichte curriculum), waarin de student zowel functie- en praktijkgerichte kennis en een aantal vaardigheden ontwikkelt. In het vakgerichte deel van het curriculum wordt het concentrische principe gehanteerd. Dat wil zeggen dat de vakken in de loop van de opleiding specifieker, complexer, diepgaander en omvangrijker worden. De thema's worden in de loop van de opleiding steeds strategischer van aard. Keuzemogelijkheden voor de student zijn er vooral in de beroepsopleidende stage en afstudeerstage, maar ook in het keuzethema in het vierde studiejaar. Volgens de Studentenmonitor 2007 waarderen de studenten de keuzemogelijkheden in het programma met 6,2. De opleiding hanteert een mix aan werkvormen om de theoretische en inhoudelijke kennis en de praktijkgerichte vaardigheden te trainen. De gehanteerde werkvormen zijn hoorcolleges, werkcolleges, instructiecolleges, groepsopdrachten en practica. De studenten waarderen de mate waarin het thematische studentgecentreerde studieprogramma hen stimuleert tot zelfstandig denken en een kritische instelling volgens de Studentenmonitor 2007 met de score 6,6. De mate waarin het programma zorgt voor een uitdagende leeromgeving wordt gewaardeerd met een 6,0. De keuzemogelijkheden in het studieprogramma beoordelen de studenten met de score 5,7. Uit de Keuzegids 2006 komt naar voren dat de studenten de keuzeruimte in het programma waarderen met een 6,0 en de gehanteerde werkvormen met een 6,5. Het panel is te spreken over het door de opleiding gehanteerde didactische concept van competentiegericht onderwijs, waarin in toenemende mate een beroep wordt gedaan op de zelfverantwoordelijkheid en zelfsturing van de studenten. Het panel is van oordeel dat de opleiding er goed in is geslaagd om hiervoor de juiste werkvormen te kiezen. Voldoende aandacht wordt besteed aan de kenniscomponent enerzijds en aan de vaardighedencomponent anderzijds.
Facet 2.8
Beoordeling en toetsing
Voldoende
Criteria - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding streeft ernaar om leren en toetsen continu zo veel mogelijk af te wisselen. Zij vindt dat kennis en vaardigheden zowel los van elkaar als geïntegreerd moeten worden getoetst. De opleiding gebruikt verschillende toetsvormen. In de kern en de ondersteunende vakken leert de student functie- en praktijkgerichte kennis en vaardigheden. De beroepskennis wordt getoetst met behulp van schriftelijke kennistoetsen met open of gesloten vragen. De betreffende docenten maken de toetsen. De borging van de
24/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
kwaliteit van de toetsen (de aansluiting op de leerdoelen, de leerstof, de werkvorm, het niveau en de kwaliteit van de vragen) gebeurt door middel van intercollegiale toetsing. Hiervoor is een registratieformulier voorhanden. Bij de beoordeling van de toetsen wordt een antwoordsleutel gebruikt. Voor studenten zijn er voorbeeldtoetsen beschikbaar. Groepsopdrachten worden met behulp van een standaardformat beoordeeld. In het derde en vierde jaar worden deze beoordeeld aan de hand van de competenties, die in het betreffende project centraal staan. Per competentie is een normniveau vastgesteld, dat de student minimaal dient te behalen: 5,5. Elke competentie dient met een voldoende te zijn behaald. Er is geen compensatie tussen competenties mogelijk. De opleiding probeert meeliftgedrag zoveel mogelijk te voorkomen, door de opdrachten zoveel mogelijk door individuele studenten en een groepje van studenten (maximaal drie) te laten uitvoeren. Tevens heeft de presentatie van de opdracht onder andere de functie om individuele studenten te kunnen bevragen. Ook wordt de individuele bijdrage geborgd door het correctiegedrag van de studenten onderling. De beroepsopleidende stage in het derde jaar wordt beoordeeld aan de hand van de acht beroepscompetenties en de persoonlijke competenties. Hiervoor is een stagebeoordelingsformulier beschikbaar. De ingevulde beoordelingsformulieren worden in een gesprek tussen de student, de docentbegeleider en de bedrijfsmentor besproken. Ook wordt de student beoordeeld op de kwaliteit van de door hem uitgevoerde opdracht en het stageverslag. Er zijn ook richtlijnen opgesteld voor de verslaglegging over de stage. De docentbegeleider stelt het eindoordeel vast. De stageplek wordt voorafgaand getoetst met behulp van een werkplekscan. De afstudeerstage wordt evenals de stage beoordeeld aan de hand van de acht beroepscompetenties en de persoonlijke competenties. Ook hiervoor is een beoordelingsformulier aanwezig. De uitkomsten worden evenals bij de stage besproken in een gesprek tussen de student, de begeleider en de bedrijfsmentor. Tijdens dit gesprek wordt de student ook beoordeeld op de kwaliteit van het afstudeerwerkstuk. Richtlijnen voor de verslaglegging van het afstudeerwerk zijn beschreven in de Afstudeerhandleiding. De student rondt de opleiding af met een eindgesprek van een half uur, waarin hij moet laten zien dat hij alle competenties beheerst en als commercieel econoom in de beroepspraktijk aan de slag kan gaan. De Examencommissie van de faculteit CM speelt een belangrijke rol bij het beoordelen van toetsen. Zij is onder andere verantwoordelijk voor het vaststellen van toetsuitslagen en vrijstellingen, het toekennen van extra herkansingen dan wel compensatieopdrachten en het vaststellen van invulling van de vrije keuzeruimte et cetera. De opleiding heeft voor studenten met taalproblemen of studenten met een visuele of lichamelijke handicap aangepaste toetsen. Deze studenten kunnen speciale toetsing aanvragen bij de Examencommissie. Het panel heeft tijdens het bezoek een aantal toetsen bekeken. Het panel vindt deze van een voldoende niveau. Hogeschool Zuyd bewaart alle schriftelijke examen- en tentamen(werk)stukken of andere bewijsstukken 60 dagen. Daarna worden deze aan de student teruggegeven of vernietigd. In het geval er sprake is van een beroepsprocedure wordt de bewaartermijn verlengd (Standaard Onderwijs- en Examenregeling). Het panel
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
25/54
heeft dus geen gemaakte toetsen kunnen inzien. Het panel vindt de criteria, die gebruikt worden bij de beoordeling van de toetsen niet erg duidelijk. Uit de resultaten van de Studentenmonitor 2007 komt naar voren dat de studenten de aansluiting van toetsen op de te bestuderen leerstof waarderen met een 6,4. Ook de herkansingsmogelijkheden beoordelen zij met 6,4. De studenten met wie het panel heeft gesproken, toonden zich tevreden over de toetsen. Het panel vindt dat de opleiding niet overtuigend heeft kunnen aantonen dat de individuele beoordeling van studenten in de groepsopdrachten voldoende is gewaarborgd. Tevens vindt het panel de beoordelingscriteria, die bij de toetsen worden gehanteerd niet erg helder. Het panel komt op basis van deze argumenten tot het oordeel voldoende.
Onderwerp 3
Facet 3.1
Inzet van personeel
Eisen HBO
Goed
Criteria - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Docenten komen op verschillende manieren in contact met het beroepenveld. De meeste docenten begeleiden studenten tijdens de stages in de bedrijven. Zij bezoeken als stagebegeleider minimaal twee keer per stage het bedrijf. De opleiding streeft bij het aannemen van nieuwe docenten ernaar om docenten met praktijkervaring aan te nemen. Regelmatig worden gastdocenten uit de beroepspraktijk ingezet. De betreffende vakdocent is verantwoordelijk voor de werving van de gastdocent. Eén van de docenten is lid van de kenniskring "Toerisme en Cultuur" en participeert in onderzoeken, die in het werkveld worden uitgevoerd. Het panel heeft de CV s van de docenten bestudeerd en heeft geconstateerd dat een aanzienlijk aantal van hen ervaring heeft in de beroepspraktijk. De opleiding organiseert elk jaar voor de vierdejaars studenten een bedrijvencontactdag. Hier presenteren organisaties zich. Docenten zijn op deze dag aanwezig om te netwerken. Tevens nemen zij ook deel aan de hogeschoolbrede manifestatie Kennis in Bedrijf . Ook deze manifestatie is bedoeld om opleidingen en vierdejaars studenten in contact te brengen met het werkveld.
26/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
Facet 3.2
Kwantiteit personeel
Voldoende
Criteria - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Binnen de faculteit CM wordt naast een vaste formatie gewerkt met een flexibele formatie. Deze flexschil heeft een omvang van maximaal 20% van het totaal aantal fte, dat de faculteit in dienst heeft en bestaat uit de inzet van externen om het onderwijzend personeel in staat te stellen voor een tijdelijke periode een specifieke rol te gaan vervullen of invulling geven aan een specifiek takenpakket. De omvang van de vaste staf aan docenten is 21 docenten, met een omvang van 10,2 fte. De docent-student ratio is gebaseerd op de vaste staf en bedraagt 1:32. Het panel vindt deze staf-student ratio aan de hoge kant, zeker gelet op het door de opleiding gehanteerde didactische concept. Naast de vaste staf huurt de opleiding nog 5,0 fte aan flexibel personeel in, vanwege hun specifieke expertise. Het management is van mening dat de vaste staf samen met de 5 fte aan flexibele docenten voldoende is om kwalitatief goed onderwijs te verzorgen. Verder beschikt de opleiding over twee personeelsleden voor ondersteunende taken, samen 1,8 fte. De verhouding tussen mannen en vrouwen is 2:1 en de gemiddelde leeftijd is 47 jaar. Het ziekteverzuim van de docenten is rond de 4%. Voor de verdeling van de beschikbare uren van een docent hanteert de faculteit CM de volgende normering: 80% onderwijstaken (onderwijscontacttijd, de ontwikkeling, de voorbereiding, de toetsing en revisie in het kader van kwaliteitszorg van bijvoorbeeld een blok), 10% deskundigheidsbevordering en 10% organisatietaken. Het doen van onderzoek binnen een kenniskring en het werken aan een specifiek project wordt apart genoemd in de taakbelasting. De opleiding heeft een zogenoemd "functiehuis" voor onderwijsgevenden. Dit functiehuis kent een achttal verschillende functies en loopt van tutor via docent naar senior-docent. Hogeschoolbreed is een functieboek aanwezig, waarin de functies met bijbehorende resultaatgebieden staan beschreven. Het merendeel van de docenten is werkzaam in de functie van docent. Studenten beoordelen de beschikbaarheid van de docenten met een 5,8 op een tienpuntsschaal. Het panel komt vanwege de staf-student ratio van 1:32 (betrekking hebbend op de vaste staf) tot het oordeel voldoende. Hierbij weegt het panel ook de score van studenten over de beschikbaarheid van de docenten mee.
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
27/54
Facet 3.3
Kwaliteit personeel
Goed
Criteria - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De faculteit CM en de opleiding volgen met het personeelsbeleid de doelen en uitgangspunten van de hogeschool. In het document 'Stand van zaken notitie personeelsbeleid faculteit CM' (december 2006) zijn de speerpunten van dit beleid beschreven, waaronder kenniscirculatie en het werken aan de onderzoeksvaardigheden van medewerkers door een bijdrage te leveren aan de kenniskringen. Kenniscirculatie vindt onder meer plaats binnen het expertisecentrum 'Ondernemen'. In een pilot 'Accountmanagement' (2006/2007) wordt geëxperimenteerd met het inpassen van vragen uit de markt naar voor studenten en docenten interessante projectopdrachten. Daarnaast levert de faculteit verzoeken tot kennisontwikkeling aan het expertisecentrum, die omgezet worden in maatwerkonderwijs. In 2006 is door het SKO de gezamenlijke aanvraag van drie faculteiten, waaronder CM, voor het lectoraat Innovatief Ondernemen en Risicomanagement gehonoreerd. Op het niveau van de hogeschool zijn zes kerncompetenties benoemd, waarover elke medewerker moet beschikken: resultaatgerichtheid, klantgerichtheid, samenwerking, omgevingsbewustzijn, materiedeskundigheid en veranderingsgerichtheid. In de toekomst zullen deze kerncompetenties nog worden uitgebreid met ondernemerschap en coaching. De faculteit CM is in 2006 gestart met een nulmeting rondom de kwalitatieve personeelsformatie. Hiervoor zijn de hogeschoolbreed vastgestelde kerncompetenties het uitgangspunt. Bij het bepalen in welke ontwikkelingsstap de medewerker per kerncompetentie zit, kan hij gebruik maken van het competentiewoordenboek, waarin voorbeelden van gedrag per ontwikkelingsstap en kerncompetentie zijn beschreven. Docenten van de opleiding CE moeten verder eveneens beschikken over relevante en actuele kennis op de vier functiedomeinen: marketing, sales, organisatie en communicatie. Belangrijke kwalificaties zijn: het zelfstandig kunnen vormgeven en uivoeren van een (deel van een) thema c.q. vak, inclusief het schrijven van bijbehorende studiewijzer en het ontwikkelen van een relevante toets. Ook dienen docenten actief deel te nemen aan (team)overleggen, studiedagen en het coördineren van werkzaamheden. Tussen de faculteitsdirecteur, de opleidingscoördinator en de medewerkers wordt jaarlijks (sinds 2006-2007) een zogenoemd driehoeksgesprek gevoerd. Hierin wordt gesproken over inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische kwalificaties van de medewerkers en staat hun functioneren centraal. Conclusies en afspraken die naar aanleiding van het jaargesprek worden getrokken dan wel gemaakt, worden schriftelijk vastgelegd en zowel door de faculteitsdirecteur als de medewerkers ondertekend. Elke medewerker beschikt over een CV, dat in heel Europa kan worden gebruikt. In aanvulling op dit CV heeft elke medewerker een zogenoemd verdieping CV. Hierin staat
28/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
aanvullende informatie vermeld. Het panel heeft de CV s van de docenten bestudeerd en heeft geconstateerd dat een aanzienlijk deel een WO-opleiding heeft genoten. Daarnaast hebben zij veel ervaring in de praktijk. De opleiding biedt scholing en deskundigheidsbevordering aan de docenten. Hiervoor is 10% van de aanstellingsomvang voor elke medewerker gereserveerd. Gemiddeld gebruikt een medewerker van de faculteit CM 6 à 10% van zijn jaartaak voor scholing. Vanuit de faculteit wordt 10% van de loonkosten van de medewerker hiervoor geoormerkt. In 2007 wordt voor alle medewerkers vanuit de hogeschool een tweetal trainingen aangeboden, op het gebied van coaching en assessment. Hierdoor worden de medewerkers voorbereid op hun veranderende rol binnen de nieuwe brede bachelor CM. Voor nieuwe medewerkers is er een introductieprogramma beschikbaar, ook worden zij gecoacht door een collega. Elke onderwijsmedewerker dient in bezit te zijn van een pedagogische didactisch getuigenschrift. Indien de docent nog niet over dit getuigschrift beschikt, dient hij het in het eerste of tweede jaar van de aanstelling te halen. Dit is een voorwaarde voor een vast dienstverband. Studenten beoordelen volgens de Studentenmonitor 2007 de inhoudelijke deskundigheid van het onderwijzend personeel met een 6,7. De studenten waarderen de mate waarin de docenten zich aan de gemaakte afspraken houden met een 6,3. Ook de studenten met wie het panel heeft gesproken, toonden zich tevreden over de kwaliteit van de docenten.
Onderwerp 4
Facet 4.1
Voorzieningen
Materiële voorzieningen
Goed
Criteria - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding is gehuisvest in het gebouw aan de Havikstraat in Sittard. De opleiding deelt dit gebouw met andere opleidingen van de faculteit CM, alsmede met de faculteiten HEAO Financieel Management, Personal Business Management en ICT. Collegezalen zijn voorzien van presentatiemiddelen zoals beamers, laptops, overheadprojectors en video/dvd-spelers. Het gebouw heeft ruime openingstijden, ook in de avond. Er zijn 250 werkplekken met een computer beschikbaar. Bij een studentenpopulatie van 1500 studenten, is dat één computer op zes studenten. Ook is het mogelijk met een laptop in te loggen op het netwerk van de hogeschool. Er is een ICT helpdesk voor
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
29/54
vragen op gebied van de ICT-faciliteiten. Per 2007/2008 zal de opleiding ook over een draadloos netwerk beschikken. In het gebouw zijn ondersteunende diensten beschikbaar, zoals het bewonersservicepunt, het Bureau Onderwijs voor de roostering, organisatie van tentamens en cijferregistratie en een reproafdeling waar blokboeken, readers en kopieerkaarten worden verkocht. De repro is echter niet beschikbaar voor printopdrachten voor studenten. Het panel vindt dit een gemis. De werkplekken van zowel het onderwijzend als het ondersteunend personeel zijn gecentreerd op één verdieping, dat het onderlinge contact bevordert. De opleiding beschikt over een studielandschap, c.q. mediatheek. Hierin kan de student informatie opvragen (nationale en internationale vakliteratuur), tijdschriften en (buitenlandse) kranten. Deze zijn volgens het panel relevant en actueel. Ook heeft de student toegang tot andere landelijke bibliotheekcollecties en specifieke databanken. Ten behoeve van de vraaggestuurde blokken uit het derde leerjaar beschikt de mediatheek over een website met relevante informatiebronnen, die de student voor de betreffende blokken kan raadplegen of gebruiken. Om de beschikbaarheid van studieboeken zoveel mogelijk te garanderen is uitleen slechts beperkt mogelijk. Uit de Studentenmonitor 2007 blijkt dat studenten matig tevreden zijn over de verschillende faciliteiten. De computerfaciliteiten beoordelen zij met 5,1 (op een tienpuntsschaal), Blackboard met een 6,0, de collegezalen en de les- en werkgroepruimtes scoort 6,9. Echter, om de piekbelasting van computerfaciliteiten midden op de dag op te vangen is er binnen de faculteit de mogelijkheid gecreëerd om eerstejaars studenten (van de nieuwe opleiding CM) via de hogeschool een laptop te laten aanschaffen. Studenten en docenten hebben een onbeperkte toegang tot Internet en Infonet. Infonet is een belangrijke informatiebron, die onder andere wordt gebruikt om de studiegids, roosters en examenreglementen beschikbaar te stellen. Via Infonet kunnen studenten tevens hun studieboeken en/of handleidingen bestellen, studieresultaten opvragen en zich digitaal inschrijven voor toetsen. Elke student en docent heeft een persoonlijk e-mail adres, waarop zij ook thuis kunnen inloggen.
Facet 4.2
Studiebegeleiding
Voldoende
Criteria - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten.
30/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Studieloopbaanbegeleiding heeft als doel de student inzicht te geven in zijn persoonlijke competenties en de student te leren trainen in communicatieve vaardigheden. Daarnaast dient de studieloopbaanbegeleiding de student vertrouwd te maken met het onderwijsconcept en hem te begeleiden naar zijn specifieke leerweg en -stijl. De opleiding heeft een speciaal trainingsprogramma, waarin onder andere aandacht wordt besteed aan de leer- en communicatiestijl van de student, de teamrollen en andere aspecten die binnen het thematische studentgecentreerde onderwijsconcept worden toegepast. In de propedeuse heeft de student vier individuele gesprekken met zijn SLB-coach. Hierin wordt naast zijn studievoortgang ingegaan op de sterke en minder sterke persoonlijke competenties van de student. De student maakt van elk coachingsgesprek een reflectieverslag, dat hij opneemt in zijn persoonlijke digitale portfolio. Voor deze gesprekken is een kwartier in de tien weken beschikbaar. Docenten vinden dit te weinig, zo hebben zij het panel tijdens het bezoek laten weten. Ook de studenten vinden dit te weinig, zo blijkt uit het gesprek met het panel en zouden een uitbreiding van de hiervoor beschikbare tijd willen zien. Het panel is met de docenten en de studenten van oordeel dat vijftien minuten in de tien weken weinig is. Hierdoor zijn deze gesprekken te vrijblijvend en komt er te veel verantwoordelijkheid bij de student te liggen, zo is het panel van mening. In de hoofdfase is de studieloopbaanbegeleiding in hoofdzaak gericht op de competentieontwikkeling van de student, in relatie tot de beroepspraktijk, waarvoor hij wordt opgeleid. In zijn POP neemt de student activiteiten op, waarmee hij zijn persoonlijk groei kan bewijzen. In de hoofdfase vinden ook individuele coachingsgesprekken plaats. De begeleiding tijdens de beroepsopleidende stage en de afstudeerstage is in handen van de bedrijfsmentor en de docentbegeleider. De laatste bezoekt de student minimaal twee maal op zijn stageadres. Het panel heeft van studenten gehoord, dat de stagebegeleiders regelmatig langskomen op de stageplek. Tijdens de stageperiode is er ook elke twee weken een terugkoppeling naar de docent. De studenten met wie het panel heeft gesproken, toonden zich tevreden over de begeleiding tijdens de stage en het afstuderen. Wat betreft de studiebegeleiding en de informatievoorziening zijn er locatiebreed twee studentendecanen, die de student onder andere informeren over studentzaken zoals studiefinanciering, studentenverzekeringen en zijn rechten en plichten. Ook persoonlijke problemen kunnen worden besproken met een decaan. Daarnaast voert een decaan een exitgesprek met elke student die de opleiding vroegtijdig verlaat. Tevens beschikt de locatie over een vertrouwenspersoon, bij wie de student vertrouwelijk met klachten terecht kan. De opleiding heeft gekozen voor het studievolgsysteem Osiris, dat hogeschoolbreed is ingevoerd. Via infonet kan de student op elk willekeurig moment en vanaf elke willekeurige plaats zijn studieresultaten bekijken en zo zijn studievoortgang volgen. Eénmaal per jaar ontvangt de student een schriftelijk overzicht van zijn behaalde studieresultaten. Resultaten van toetsen dienen binnen drie weken bekend gemaakt te worden en moeten binnen vier weken na bekendmaking op infonet zijn geplaatst.
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
31/54
Uit de resultaten van de Studentenmonitor 2007 komt een gemiddelde score van 6,9 naar voren wat betreft de tevredenheid over de inhoud van Infonet. De studiebegeleiding en informatievoorziening was in 2005 5,5 en het tijdig bekend zijn van de tentamenresultaten scoort 4,4. Op basis van deze scores en de geringe hoeveelheid tijd, die in de propedeuse beschikbaar is voor de begeleiding, komt het panel tot het oordeel voldoende.
Onderwerp 5
Facet 5.1
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten
Goed
Criteria - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De faculteit CM stelt een meerjarenplan op, waaruit jaarlijks een jaarplan wordt afgeleid. De Audit & Control-groep van de hogeschool toetst het plan op de meetbaarheid van de te bereiken resultaten, de mate van consistentie met de hogeschoolkaders en de verbeterdoelstellingen op grond van (externe) evaluaties. De Audit & Control-groep heeft in 2006 in voorbereiding op de visitatie een interne audit uitgevoerd. Deze audit heeft inzicht gegeven in de sterke punten en de aandachtspunten van de opleiding en kan aldus worden beschouwd als meting van de stand van zaken. Het panel heeft tijdens het bezoek het verslag van de laatst uitgevoerde audit in 2006 ingezien. Met betrekking tot de kwaliteitszorg op hogeschoolniveau wordt een aantal instrumenten gebruikt. Zo wordt de tevredenheid van de medewerkers gemeten met behulp van een schriftelijke vragenlijst. Thema's die hierin aan de orde komen zijn: leiderschap van de faculteitsdirectie, inhoud en omvang van het takenpakket, materiële randvoorwaarden, maar ook onderwijsgerelateerde aspecten, zoals het toetsbeleid, het niveau en de mate van beroepsgerichtheid van de opleiding. Studenten worden bevraagd over de kwaliteit van de opleiding met behulp van de Studentenmonitor. Hierin komen aan de orde: de opbouw en structuur van het opleidingsprogramma, de didactische werkvormen, de deskundigheid van de docenten, de wijze van toetsen en beoordelen, de studielast, de voorzieningen en de organisatie van de roostering. De respons van de Studentenmonitor 2006 was volgens de opleiding te laag om oordelen op te baseren. Dit is de belangrijkste reden dat de monitor in 2007 weer op papier afgenomen. Op faculteitsniveau wordt de kwaliteitszorg beschreven in het document: Procedure Verbetercycli Overzichten (Faculteit Commercieel Management, juni 2007). In het document wordt uiteengezet op welke wijze het systeem van kwaliteitszorg zal gaan werken, welke doelen zijn geformuleerd en wie verantwoordelijk is voor welke evaluatie(s). In een matrix wordt aangegeven op welke wijze de verbetercyclus wordt gehanteerd. Tevens heeft het panel het document: Procedure Jaarplannen Faculteit
32/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
Commercieel Management (15 november 2007) gezien. Ook hierin zijn doelen en verantwoordelijkheden beschreven en wordt de PDCA-cyclus van de faculteit in een overzicht weergegeven. Aanvullend op de hogeschoolevaluaties worden op het niveau van de opleiding ook evaluaties uitgevoerd. Zo wordt na elk thema een schriftelijke evaluatie gehouden, waarin de student wordt gevraagd zijn mening te geven over de inhoud van de kern- en ondersteunende vakken in het betreffende thema, de samenhang met de groepsopdracht, de kwaliteit van de participerende docenten, de studiewijzer, de studielast en de inhoud en het niveau van de toetsen. De procedure is beschreven in het document: Procedure Thema evaluaties (15 november 2006). Na afloop van het stage- en afstudeertraject wordt eveneens een schriftelijke evaluatie afgenomen. Met behulp van een elektronische vragenlijst vraagt de opleiding de mening van de afgestudeerden. Het werkveld van de opleiding wordt niet bevraagd over de kwaliteit door middel van een enquête. Wel is deze commissie betrokken bij de opleiding door de vertegenwoordiging in de werkveldadviescommissie (een gezamenlijke commissie voor zowel CE als SBRM). In de opleidingscommissie worden de resultaten van bovengenoemde evaluaties besproken. De opleiding hanteert een streefwaarde van 70% tevredenheid of een gemiddelde score van 7,0 op een 10-puntsschaal. Wanneer minder dan 60% tevreden is over een aspect, wordt er direct actie ondernomen. Hetzelfde geldt voor een score onder de 6,0 op een 10-puntsschaal. Indien de score tussen de 6,0 en 7,0 bedraagt, vindt een nadere analyse plaats en wordt er verbeteracties ondernomen.
Facet 5.2
Maatregelen tot verbetering
Voldoende
Criteria - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het rapport dat wordt samengesteld na een interne audit (zie facet 5.1), wordt besproken in het managementteamoverleg. Op basis hiervan wordt er een actieplan met aandachtspunten geformuleerd. Zoals al vermeld bij facet 5.1 heeft het panel een verslag van de Interne audit 2006 gezien. Hierin wordt aangegeven wie de actiehouder is, wie het uitvoert, wanneer en de status van de uitvoering. De resultaten van de Personeels- en Studentenmonitor worden besproken in de algemene vergadering van de faculteit CM en in de opleidingscommissie. Onvoldoende scores worden verder geanalyseerd. De resultaten van thema-evaluaties worden besproken in het themaoverleg met alle betrokken docenten. Gezamenlijk wordt bepaald aan welke verbeteracties wordt gewerkt.
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
33/54
Ingevulde vragenlijsten worden naar aanleiding van de stage en afstudeerstage verzameld door het faculteitsbureau. De resultaten van de stage-evaluaties worden centraal in Heerlen of door een CE-student in het kader van de vrije studieruimte verwerkt, geanalyseerd en gebundeld in een rapportage. Deze resultaten worden vervolgens besproken. De stagecoördinator is verantwoordelijk voor de uitvoering van het verbeterplan. Uit het verslag van de Interne audit 2006 blijkt dat de opleiding aan de slag is gegaan met verbeteracties. Uit het verslag blijkt dat een aantal verbeteracties al afgehandeld is, terwijl aan een aantal andere verbeteracties nog wordt gewerkt. Het eerste voorbeeld van een verbeteractie, die is afgerond is de koppeling van de Dublin-descriptoren aan de eindkwalificaties. Het tweede voorbeeld betreft het vaststellen van streefnormen van de opleidingsduur van geslaagden en studiestakers en het propedeuserendement. De vorige visitatie heeft plaatsgevonden in 2002. De visitatiecommissie concludeerde toen dat de opleiding geen expliciet en inhoudelijk beargumenteerd selectie- en verwijzingsbeleid had, dat de begeleiding van de student onvoldoende systematisch gebeurde, dat het personeelsbeleid onvoldoende expliciet was, dat er onvoldoende adequate faciliteiten aanwezig waren en dat het kwaliteitssysteem dat de opleiding hanteert onvoldoende functioneerde. De opleiding heeft ervoor gekozen om de meest majeure verbeteringen naar aanleiding van deze punten door te voeren in de nieuwe opleiding CM. Dit geldt bijvoorbeeld voor het personeelsbeleid en de kwaliteitszorg, die nog niet in expliciet beleid zijn beschreven. De opleiding heeft wel in een beknopt document de stand van zaken van de verbeteracties beschreven. Het panel heeft zich enigszins verbaasd over het feit dat de documenten met betrekking tot het personeelsbeleid en de kwaliteitszorg nog niet gereed zijn. Immers, de nieuwe opleiding CM is dit jaar (2007-2008) van start gegaan. Het panel komt met name op basis van deze laatste argumenten tot een voldoende oordeel op dit facet.
Facet 5.3
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld
Voldoende
Criteria - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Medewerkers van de opleiding worden betrokken bij interne kwaliteitszorg via de Personeelsmonitor, de thema- en de stage-evaluaties en de Interne audit. Tevens kunnen zij hun mening geven binnen of via de opleidingscommissie, de deelraad, de centrale medezeggenschapsraad, tijdens het teamoverleg en het jaargesprek. Studenten worden via de Studentenmonitor, de thema- en stage-evaluaties en het accreditatietraject betrokken bij de interne kwaliteitszorg. Tevens is een aantal studenten lid van de opleidingscommissie, de deelraad en de centrale medezeggenschapsraad.
34/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
Alumni ontvangen een schriftelijke vragenlijst, waarin naar hun mening over de aansluiting tussen de opleiding en de arbeidsmarkt, de relevantie van de competenties, et cetera wordt gevraagd. Tevens wordt er aan alumni gevraagd of zij kritisch het zelfevaluatie rapport willen lezen. Hogeschoolbreed is er een alumniwebsite, waarop alumni en de opleiding contact kunnen onderhouden en van gedachten kunnen wisselen over de opleiding. De opleiding heeft een werkveldcommissie, die minimaal twee keer per jaar bij elkaar komt. Deze werkveldcommissie bestaat uit vertegenwoordigers uit het beroepenveld en de opleidingscoördinator van de opleiding. Tijdens deze bijeenkomsten worden naast onderwijsinhoudelijke zaken ook de recente ontwikkelingen in de beroepspraktijk besproken. Ook worden vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk gevraagd het zelfevaluatierapport in het kader van het zelfevaluatietraject kritisch te bestuderen en deel te nemen aan de (proef)visitatie. Een minpunt vindt het panel, dat de opleiding nog maar één jaar een werkveldadviescommissie heeft. Het panel is van oordeel dat de opleiding hiervoor veel eerder zorg had kunnen en moeten dragen, zeker gelet op het feit dat het werkveld ook niet wordt bevraagd met behulp van een enquête. Het panel komt op basis van het laatste argument tot het oordeel voldoende.
Onderwerp 6
Facet 6.1
Resultaten
Gerealiseerd niveau
goed
Criteria - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Studenten sluiten de opleiding af door middel van een afstudeerstage in het tweede semester van het vierde jaar. Hierin worden de theoretische kennis aan de praktijk getoetst, evenals het kunnen toepassen ervan. De student maakt zelfstandig een afstudeerwerkstuk, dat de vorm heeft van een kwantitatief onderzoek. Hij formuleert een probleemstelling en zoekt in het kader van zijn onderzoeksopzet relevante bronnen en geschikte onderzoeksinstrumenten. Hij verzamelt vervolgens gegevens, dient deze te interpreteren en te analyseren en conclusies en aanbevelingen te formuleren. Tijdens de afstudeerstage dient de student aan te tonen dat hij aandacht besteedt aan de acht door de opleiding nagestreefde beroepscompetenties, waarop hij vervolgens wordt beoordeeld. De afstudeerprocedure staat beschreven in de Informatiebrochure Afstudeerstage 2007. Hierin zijn ook de criteria beschreven. Het panel heeft tijdens het bezoek ook nog het Formulier tussentijdse beoordeling ten behoeve van de stage bestudeerd. Competenties kunnen worden behaald op niveau 1, 2 of 3. De opleiding hanteert niveau 3 als normniveau. Een onderscheid wordt gemaakt in vakinhoudelijke competenties, omgevingsbewustzijn, taakgerichte competenties, communicatieve
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
35/54
competenties, ICT competenties en persoonlijke en algemene competenties. In het Eindbeoordelingsformulier worden dezelfde competenties onderscheiden. In het eindgesprek over de afstudeerwerken dient de student aan te tonen dat hij over alle competenties beschikt en als beginnend commercieel econoom aan de slag kan gaan. Bij het gesprek zijn de begeleidende docent en een vertegenwoordiger uit de beroepspraktijk, die mede het eindniveau van de student bepaalt, aanwezig. Deze extern deskundige is bij meerdere gesprekken aanwezig, zodat hij het niveau van verschillende afstudeerwerken kan vergelijken. Voor de beoordeling van het eindgesprek is ook een formulier beschikbaar, waarin een oordeel wordt gegeven over het afstudeerwerkstuk en het eindgesprek. Hierin zijn 21 competenties opgenomen. Het panel heeft voorafgaand aan het bezoek tien afstudeerwerken bestudeerd. Aandachtspunten hierbij waren: de opzet en structuur, de probleem- en vraagstellingen en de relevantie ervan voor het werkveld, de gebruikte methodes, de gebruikte literatuur, de opbouw en de leesbaarheid en de beoordeling door de docent. Het panel is te spreken over de kwaliteit van de afstudeerwerken. Op een enkele uitzondering na beoordeelt het panel de bovengenoemde criteria voldoende tot goed gerealiseerd. In enkele producten vindt het panel de opzet en structuur niet helder. Ook vindt het panel, dat in enkele afstudeerwerken matig gebruik is gemaakt van de literatuur. In alle door het panel bestudeerde afstudeerwerken is een goede probleemstelling geformuleerd. In bijna alle producten is het panel het eens met de gegeven oordelen. Geen enkele scriptie is volgens het panel van onvoldoende kwaliteit. Kortom: alle afstudeerwerken zijn volgens het panel van een voldoende tot goed HBO-niveau. De werkveldvertegenwoordigers met wie het panel heeft gesproken, toonden zich tevreden over zowel de kenniscomponent als de vaardigheden van de afgestudeerden. Ook de alumni vertelden het panel dat zij tevreden zijn over hun startkwalificaties. Zij hebben de aansluiting op de praktijk als goed ervaren. En ook zij toonden zich tevreden over de balans tussen de kennis en vaardigheden. Een kleine kanttekening betrof hun kennis van de Franse en de Spaanse taal. Hieraan had volgens de alumni wat meer aandacht mogen worden besteed. Ondanks deze kleine kanttekening komt het panel tot het oordeel goed op dit facet.
Facet 6.2
Onderwijsrendement
Goed
Criteria - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers.
36/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding streeft naar een propedeuserendement van gemiddeld 45% (na maximaal twee jaar van inschrijving) en een diplomarendement na vijf jaar van eveneens 45%. Het panel vindt deze streefrendementen niet erg ambitieus. Uit de rendementgegevens komt naar voren dat het propedeuserendement na twee jaar van cohort 2005 30,1% was. Van cohort 2004 was dit beter, namelijk 53,0% en van cohort 2003 was dit 52,6%. Uit de cijfers blijkt dat studenten met een VWO-diploma het hoogste rendement behalen. De opleiding voldoet met de cijfers voor de cohorten 2003 en 2004 aan haar streefnorm van 45%. Het panel vraagt zich af welke verklaring er is voor het lage rendement van 30,1% van cohort 2005. Het opleidingsrendement van de cohort 2001 was na 5 jaar 51,5%. Van cohort 2000 was dit 41,5% en van 1999 48,1%. Voor de cohorten 1999 en 2001 voldoet de opleiding aldus aan haar streefnorm van 45%. De voor deze cohorten gerealiseerde rendementen liggen boven het landelijke gemiddelde voor CE opleidingen van 38,9%. De opleiding beschikt niet over betrouwbare cijfers en streefcijfers betreffende de gemiddelde studieduur van studiestakers, vanwege het feit dat op hogeschoolniveau hiervoor geen stuurgetallen zijn geformuleerd.
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
37/54
38/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
Deel C:
Bijlagen
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
39/54
Bijlage 1:
40/54
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
41/54
42/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
43/54
44/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
45/54
Bijlage 2:
Deskundigheden panelleden
Opleidingen Commerciële Economie en Small Business and Retail Management, Hogeschool Zuyd
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
X
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X
X
Onderwijsdeskundigheid
X
X
Studentgebonden deskundigheid Visitatiedeskundigheid
Panellid NQA: Mevrouw E.J. Stolp
Panellid: De heer drs. J.W.G. van Scheerdijk
X
Panellid NQA: Mevrouw drs. M.E. Voorthuis
Panellid De heer prof.mr.drs. J.Th. Degenkamp
Relevante werkvelddeskundigheid
Student panellid: Mevrouw S. van Schaik
Panellid domein: De heer drs. R.E. de Graaff
Deskundigheid cf. Protocol VBI s; 22 augustus 2005
X
X
X
X
X X
X
Nadere informatie over de achtergronden van de panelleden:
Panellid de heer drs. R.E. de Graaff De heer De Graaff is ingezet vanwege zijn werkvelddeskundigheid. Hij heeft veel ervaring in commerciële economie door verschillende functies bij nationale en internationale ondernemingen. Daarnaast heeft de heer De Graaff ervaring als examinator NIMA Sales. De heer De Graaff heeft door zijn werkervaring kennis van de accreditatiesystematiek. Voor deze visitatie is hij aanvullend individueel geïnstrueerd over het accreditatieproces in het hoger onderwijs en de werkwijze van NQA. Opleiding: 1972 1977 1977 1981 1985 1992
46/54
Stichting Leraren Opleiding Utrecht, geschiedenis 2de graad en geografie 3de graad Universiteit Utrecht, geschiedenis Management Centre Europe: Finance for non-financial people, Lateral thinking for management, Marketing for non-marketeers
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
1985
1996
2000
2006
Diverse cursussen: Understanding and developing leadership, Problem solving and decision making, Presentation skills, Positive negotiations, Time management, Teamwork skills en diverse verkooptrainingen Diverse congressen en seminars gevolgd op het gebied van projectmatig werken
Werkervaring: 1982 1984 Cosinta b.v., opzetten distributiekanaal in België 1984 1992 Apple Computer b.v., logistiek- en distributiemedewerker voor Nederland en in België, Dealer-manager, Account-manager, Business unit manager education 1992 1993 Interleaf Benelux, accountmanager 1993 1994 LBC b.v, marketing & verkoop, trainer 1994 1999 NEC b.v., verkoopmanager Benelux 2000 heden Primavera Nederland, verkoopmanager Benelux
Panellid de heer drs. J.W.G. van Scheerdijk De heer Van Scheerdijk is ingezet als panellid vanwege zijn werkvelddeskundigheid op het gebied van Small Business and Retail Management. Na zijn opleiding Bedrijfseconomie aan de Universiteit van Tilburg met als afstudeerrichting Services- en Retailmarketing is de heer Van Scheerdijk gaan werken als medewerker marketing en verkoop bij R&M. De heer Van Scheerdijk is voor deze visitatie individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1992 1998 1998 2004
VWO (Atheneum) Universiteit van Tilburg: Bedrijfseconomie, afstudeerrichting Services- en Retailmarketing
Werkervaring: 04/03 09/03 Interpolis: afstudeerstage en scriptie over kansen voor zelfbediening voor de Alles in één Polis 05/04 0405 R&M: medewerker marketing en verkoop 12/04 02/05 Marketingplan geschreven voor STIBA, de brancheorganisatie voor autodemontagebedrijven (naast baan bij R&M) 05/05 heden Consultant bij Retail Management Center
Panellid de heer prof.mr.drs. J.Th. Degenkamp De heer Degenkamp is ingezet als panellid vanwege zijn vakdeskundigheid, zijn onderwijsdeskundigheid en zijn internationale deskundigheid op het gebied van bestuurskunde/overheidsmanagement, juridische opleidingen en de opleiding management, economie en recht. De heer Degenkamp heeft daarnaast relevante werkvelddeskundigheid, is vertrouwd met de meest recente ontwikkelingen en met lesgeven, beoordeling en toetsing op het gebied van fiscale economie, commerciële economie en bedrijfseconomie. De heer Degenkamp heeft Recht gedoceerd aan een economische faculteit. Daarnaast heeft de heer Degenkamp zich verdienstelijk gemaakt bij allerlei activiteiten om de relatie universiteit-maatschappij stevig te houden, onder meer in het voorzitterschap van de stichting Ondernemend Groningen en bij het geven van cursussen op het gebied van het starten van een eigen bedrijf in de jaren tachtig. De heer Degenkamp heeft de NQA
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
47/54
auditortraining Hoger Onderwijs gevolgd en is daarnaast aanvullend individueel geïnstrueerd voor deze visitatie. Opleiding: 1954 HBS-b examen 1956 1961 Doctoraal economie 1961 1965 Doctoraal rechten Werkervaring: 1961 1963 1963 1967 1963 1970 1971 1997 1970 1999 1999 2001 1990 2006 1980 2006 1997
Organisatieadviseur Econoom bij de Raad van State Wetenschappelijk medewerker UvA Hoogleraar rechtswetenschap RUG Voorzitter examencommissies Recht NIVRA Hoogleraar rechtswetenschap Nyenrode Lid geschillencommissie HBO Lid Commissie van Toezicht Faculteit Economie en Management, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen heden Mediator/arbiter
Panellid student mevrouw S. van Schaik Mevrouw Van Schaik is ingezet als student panellid. Zij is derdejaars student Commerciële Economie aan de Avans Hogeschool te Breda. Daarvoor heeft zij Management, Economie en Recht gestudeerd. Mevrouw Van Schaik beschikt over studentgebonden deskundigheid met betrekking tot studielast, onderwijsaanpak, voorzieningen en kwaliteitszorg bij opleidingen Commerciële Economie. Zij is qua leeftijd en vooropleiding representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding. Mevrouw Van Schaik is individueel geïnstrueerd over het proces van accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 2004 heden Commerciële economie, Avans Hogeschool te Breda 2002 2004 Management, economie en recht, Avans Hogeschool te Breda (niet voltooid) 1998 2002 HAVO, Cambreur college te Dongen Werkervaring: 2003 heden The Gant Store te Breda, Verkoopmedewerker; verkoop van luxe herenkleding 2003 Xelling, Callcentermedewerker. Verkoop van Pensioenfondsen en Hotelbon 2001 2003 HCN Het Callcenter Netwerk te Tilburg, Callcentermedewerker, in- en outbound projecten Diversen: 2006 heden Voorzitter Damesdispuut Chique 2006 heden Voorzitter Commissie Studentzaken Avans Medezeggenschapsraad 2005 heden Student-lid Avans Medezeggenschapsraad 2005 heden Student-lid academieraad van Avans Hogeschool 2006 Vice-voorzitter Damesdispuut Chique 2006 Penningmeester introductiecommissie BSF Maurits 2004 Secretaris Damesdispuut Chique
48/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
49/54
Mevrouw Drs. M.E. Voorthuis Mevrouw Voorthuis beschikt zowel door haar opleiding als door haar werk over een brede onderwijskundige kennis van en ervaring met het onderwijs. Zij heeft een groot aantal jaren gewerkt als senior-adviseur en -onderzoeker op het terrein van met name het hoger onderwijs en de bve sector en hierover gepubliceerd. Voor het hoger onderwijs voerde zij een groot aantal onderzoeken en adviestrajecten uit. Deze hadden onder andere betrekking op de implementatie en evaluatie van tal van onderwijskundige vernieuwingen, alsook op kwaliteitszorg. Andere terreinen waarop zij onderzoek deed en adviestrajecten uitvoerde zijn studiebegeleiding en studieloopbanen, studiekeuzeprocessen en de positie van allochtone studenten in het hoger onderwijs. Daarnaast was zij gedurende een aantal jaren projectleider van een monitorproject van management- en verkooptrainingen bij een gerenommeerd internationaal bedrijf voor managementtrainingen. Als auditor heeft zij ruime ervaring binnen verschillende domeinen in zowel het hoger beroepsonderwijs, als het universitaire onderwijs. Opleiding: 1973 1985 1989
Werkervaring: 1973 - 1977 1985 - 2002 2002 - 2004 2004 - heden 2005
Diploma Pedagogische Academie Doctoraal Pedagogische Wetenschappen, met het hoofdvak Onderwijskunde en de bijvakken Organisatiesociologie en Bestuurskunde Leergang Modulair Onderwijs bij het Nederlands Studie Centrum Cursus Gegevensverwerking met Data Entry en SPSS/PC+ Training Krauthammer International Cursus Vergelijking ATLAS/ti-Nvivo
Basisonderwijs SCO-Kohnstamm instituut van de Universiteit van Amsterdam HBO-raad, afdeling Kwaliteitszorg Netherlands Quality Agency Vanuit NQA gedetacheerd bij de Quality Assurance Netherlands Universities (QANU)
Panellid mevrouw E.J. Stolp (NQA auditor) Mevrouw Stolp is ingezet als NQA-auditor. Zij is bekend met het proces van accreditatie in het hoger onderwijs en is verder ingewerkt binnen de werkwijze van NQA. Mevrouw Stolp heeft vanuit haar opleiding en ervaring kennis van organisatorische, didactische en onderwijskundige processen. Opleiding: 1999 2003 2003 2005
Eerstegraads Docent Beeldende Vorming Autonome Beeldende kunst
Werkervaring: 2001 2006 SKON, Groepsleidster naschoolse opvang; beleidvorming opvang van 7plusser en projectleider Implementatie van beleid bij collega-vestigingen. 2005 2006 Zelfstandige beroepspraktijk voor beeldende kunst. 2007 heden NQA, junior auditor
50/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
Bijlage 3:
Bezoekprogramma
VISITATIE CE, SB&RM en CM Dag 1: woensdag 26 september 2007 Tijd
Activiteit
11.15 uur
Ontvangst visitatiepanel (A007) Materiaalbestudering/ paneloverleg Gesprek met het opleidingsmanagement
11.30
13.15 uur
13.15
14.15 uur
14.15 14.30
14.30 uur 15.15 uur
Pauze Gesprek met studenten CE
15.15
16.00 uur
Gesprek met docenten CE
Wie Ans van der Klauw Visitatiepanel Ans van der Klauw Harold Limpens Suzanne Wagener (lj 2) Dré Hendriks (lj 2) Geertje Wanders (lj 3) Ryanne Maessen (lj 3) Pim van Noorden (lj 4) Marcella van Weert (lj 4) Loek Swelsen Bert Jorritsma Vivianne Theunissen Peter Frambach Ilja Castermans Mario Zotti George Meijer
16.00
17.15 uur
17.15
18.15 uur
18.15 18.45
18.45 uur 19.45 uur
Materiaalbestudering/ paneloverleg Gesprek met alumni en werkveld CE
Snack Gesprek met alumni en werkveld SB&RM
Opmerkingen/ bijzonderheden Faculteitsdirecteur
Opleidingscoördinator
Post propedeuse Post propedeuse, studieloopbaanbegeleiding Post propedeuse, Lid kenniskring Innovatief Ondernemerschap & Risk Management Post propedeuse, stagecoördinator Post propedeuse, Lid kenniskring Toerisme & Cultuur Post propedeuse, lid werkveldcommissie Post propedeuse, vz examencommissie
Visitatiepanel Bob Engels (alumnus) Ruud Ruijl (alumnus) Joep Loop (alumnus) Rik Houtman (werkveld) Ger Smith (werkveld) Leo Mengelers (werkveld)
Voor meer informatie zie bijlage
Niels Wetzels (vt alumnus) Aimée Gorter (vt alumnus) Luke Manders (du alumnus) Robert Ruiter (werkveld) Chiel van Rijn (werkveld) Roger Kleijnen (werkveld) Lonneke Scheijvens (werkveld) Trudy van Twuijver (werkveld)
Voor meer informatie zie bijlage
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
51/54
Dag 2: donderdag 27 september 2007 Tijd
Activiteit
Wie
09.00 uur
Ontvangst visitatiepanel
Ans van der Klauw
09.00
11.00 uur
Visitatiepanel
11.00
11.45 uur
Materiaalbestudering/ paneloverleg Gesprek met studenten SB&RM
Hugo Geurtjens (vt lj 2) Annyk Nelissen (vt lj 2) Dieu Frissen (vt lj 2) Kristel Folie (vt lj 3) Michiel Elshout (vt lj 3) Bjorn Nievergeld (vt lj 4) Rianne Muris (vt lj 4) Johan Schouten (vt lj 4) Gerard Biesmans (du lj 2) Freddy Wittelings (du lj 3)
11.45
12.30 uur
Gesprek met docenten SB&RM
12.30 13.30
13.30 uur 14.15 uur
lunch Rondleiding door gebouw
13.30
14.15 uur
Gesprek met ontwikkelaars en uitvoerders CM
Harry Elshout Linda Hendriks Wiel Hotterbeekx Stephan Benedik Annelies Falk Armand Odekerken
14.15
16.30 uur
Paneloverleg
Visitatiepanel
16.30
17.15 uur
2 gesprek opleidingsmanagement
Ans van der Klauw Harold Limpens
17.15
17.45 uur
Afsluitend paneloverleg
Visitatiepanel
52/54
de
© NQA
Jos Maas Tamara Mayer Hans Koenraad Jeannie Teeuwen Rob Knaapen Jan van der Put
Opmerkingen/ bijzonderheden Faculteitsdirecteur
Lid opleidingscommissie
Coach Coach Coach Coach Coach Coach, lid opleidingscommissie
Kristel Folie Jos Maas Coach, lid werkveldcommissie Coach Coach, vz examencommissie Coach Coach Coach Faculteitsdirecteur Opleidingscoördinator
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
Bijlage 4:
Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
Materiaal Beleidsdocumenten (op opleidings- en hogeschoolniveau) kwaliteitszorg organisatie personeelsbeleid (o.a. functie- en kwalificatieprofielen, documentatie over functioneren en professionaliseren) onderwijsbeleid en toetsbeleid rendementsbeleid Evaluatierapporten/ -resultaten (zowel intern als extern onderzoek) Inclusief de meetinstrumenten Onderwijs- en examenregeling Beoogde eindkwalificaties Beroepsprofiel of vergelijkbaar document Studiegids Overzicht van het programma (voor elke variant en locatie) inclusief studiepunten Overzicht van personeel (kwalificaties van docenten) Kengetallen Curriculummateriaal: modulehandleidingen stage/afstudeerhandleidingen boekenlijst projectopdrachten deficiëntieprogramma s studieboeken readers Toetsen, portfolio s en assessments, inclusief beoordelingen Afstudeerproducten, inclusief beoordelingen Stageverslagen, inclusief beoordelingen
© NQA - Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)
Onderwerp/facet 5
3 2 5, 6 2, 3.3, 4, 5, 6.2 1 1 2, 4.2 2 3.1 6.1 2
2.8, 6.2 6.2 2.8
53/54
Bijlage 5:
Domeinspecifieke competenties
Zie de website van de HBO-raad: www.hbo-raad.nl
54/54
© NQA
Hogeschool Zuyd; hbo bacheloropleiding Commerciële Economie (vt)