Hogeschool Zuyd, Maastricht Opleiding: Croho: Varianten:
Muziek; hbo-bachelor 34739 voltijd/deeltijd/duaal
Visitatiedatum:
4 juni 2009
© Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2009
2/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
Inhoud Inhoud
3
Deel A: Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per facet en onderwerp
5 7 7 8 10 11
Deel B: Facetten Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6
13 15 18 29 32 34 38
Deel C: Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5:
Doelstelling van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Resultaten
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Deskundigheden panelleden Bezoekprogramma Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
41 42 47 52 55 57
3/57
4/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
Deel A: Onderwerpen
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
5/57
6/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
1.1
Voorwoord
Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Muziek van Hogeschool Zuyd heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in april 2009, toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding gevisiteerd op 4 juni 2009. Het panel bestond uit: Mevrouw P.F.P.C. De Groote (voorzitter, domeinpanellid); De heer M. Prchal MA (domeinpanellid); De heer P.F.D. Boons (studentpanellid); Mevrouw P. Göbel (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (oktober 2007). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: • Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. • Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. • Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2
Inleiding
De Hogeschool Zuyd telt ruim veertig bachelor- en tien masteropleidingen verdeeld over zes sectoren: economie, gedrag & maatschappij, gezondheidszorg, kunsten, onderwijs en techniek. De Hogeschool Zuyd telt ruim 13.000 studenten en zo’n 1350 medewerkers die zijn geclusterd in negentien faculteiten, en met locaties in Heerlen, Maastricht en Sittard.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
7/57
Het Conservatorium Maastricht maakt deel uit van de Hogeschool Zuyd, en wordt vanuit organisatorisch perspectief beschouwd als een zelfstandige faculteit. Het conservatorium is een naar Nederlandse maatstaven een middelgrote muziekvakopleiding, met directe lijnen naar directie en medewerkers en telt in 2008 440 studenten in de opleiding Muziek en 48 studenten in de opleiding Docent Muziek. Het conservatorium kent vier croho-geregistreerde opleidingen: Muziek, Docent Muziek, Master of Music en Master Kunst en Educatie. De beide laatste opleidingen zijn ondergebracht in de Stichting Hogeschool voor de Kunsten van Fontys en Zuyd. De opleiding Muziek kent twee afdelingen: klassiek en jazz/pop die geleid worden door een afdelingshoofd. Elke afdeling wordt ondersteund door studieloopbaanbegeleiders, die tevens lid zijn van het vaste docententeam. De afdelingshoofden en het hoofd onderwijs bereiden het beleid voor en zijn verantwoordelijk voor de uitvoering. Zij ontwerpen tevens het concrete afdelingsprogramma. De directeur en de afdelingshoofden worden ondersteund en geadviseerd door het hoofd onderwijs en vormen samen het managementteam. De visie van het Conservatorium Maastricht wordt samengevat in het motto Moving Music. Muziek emotioneert en beweegt; het Conservatorium Maastricht emotioneert en beweegt. Het Conservatorium Maastricht is: • gericht op de emotionerende en bewegende kracht van muziek • studentgericht • kwaliteitsbewust • verankerd in de internationale beroepspraktijk • verankerd in de maatschappelijke omgeving De opleiding Muziek baseert het onderwijs op de volgende uitgangspunten: • de opleiding gaat uit van te behalen kwalificaties vertaald in leerdoelen die uitgewerkt zijn in de programmaonderdelen, met werkvormen, toetsvormen en beoordelingscriteria. • de student staat centraal in het leerproces. De opleiding organiseert onderwijs, studieloopbaanbegeleiding en diverse toetsvormen. Er zijn veel gevarieerde onderwijsactiviteiten: de individuele les, groepsles, kamermuziek, orkest, koor, opera, combo, band, projecten, repetities, voordracht, masterclass, workshop en practica. • het onderwijs is praktijkgestuurd en taakgericht waarbij de mate van zelfsturing gedurende de opleiding toeneemt. 1.3
Werkwijze
De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase.
8/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens bereidden de panelleden zich in mei 2009 inhoudelijk voor op het bezoek d.d. 4 juni 2009. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke en Europese beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleiding heeft in augustus 2009 een concept van het Facetrapport (deel B) voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het Onderwerprapport (deel A) wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in oktober 2009 voor een controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in oktober 2009. Het visitatierapport is uiteindelijk in november 2009 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
9/57
1.4
Oordeelsvorming
In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: • weging van de oordelen op facetniveau; • benchmarking; • generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; • bepaalde accenten respectievelijk ‘best practices’. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport.
10/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
1.5
Oordelen per facet en onderwerp
Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau bachelor 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Totaaloordeel Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing Totaaloordeel Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO 3.2 Kwantiteit personeel 3.3 Kwaliteit personeel Totaaloordeel Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding Totaaloordeel Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen tot verbetering 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Totaaloordeel Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau 6.2 Onderwijsrendement Totaaloordeel
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
Opleiding Muziek Goed Goed Goed Positief Voldoende Goed Goed Goed Goed Voldaan Voldoende Voldoende Positief Goed Goed Goed Positief Voldoende Goed Positief Goed Goed Goed Positief Goed Voldoende Positief
11/57
Doelstellingen opleiding De drie facetten zijn door het panel als ‘goed’ beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Programma Het panel heeft drie facetten als ‘voldoende’ beoordeeld, vier als ‘goed’ en één als ‘voldaan’. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Inzet van personeel De drie facetten zijn door het panel als ‘goed’ beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Voorzieningen Het panel beoordeelt één facet als ‘voldoende’ en één als ‘goed’. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Interne kwaliteitszorg De drie facetten zijn door het panel als ‘goed’ beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Resultaten Het panel heeft één facet als ‘goed’ en één als ‘voldoende’ beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat de opleiding op de zes onderwerpen positief scoort. De conclusie is dat het totaaloordeel over de opleiding positief is.
12/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
Deel B: Facetten
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
13/57
14/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
Onderwerp 1
Facet 1.1
Doelstelling van de opleiding
Domeinspecifieke eisen
Goed
Criterium - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het Conservatorium Maastricht is lid van het Netwerk Muziek, het overlegorgaan van de Nederlandse conservatoria, dat in 2002 het landelijke opleidingsprofiel Muziek heeft beschreven. Het profiel is tot stand gekomen volgens de procedures van de HBO-raad en is vastgelegd in Opleidingsprofiel Muziek (HBO-raad, 2002). • Het Conservatorium Maastricht heeft de in het opleidingsprofiel beschreven kwalificaties gebruikt als eindkwalificaties voor de opleiding Muziek en deze als vertrekpunt genomen voor de ontwikkeling en opbouw van het opleidingsprogramma. Hierbij is ook rekening gehouden met de Polifonia-versie van de Dublin descriptoren (Distinctive Characteristic, Modes of Learning and Learning Outcomes, 1st and 2nd Cycle in Higher Education Professional Music Training, Association Européenne des Conservatoires (AEC)) en met de in het Netwerk Opleiding Muziek geformuleerde visie (Nederlandse Conservatoria, Visie, Missie en Strategie, HBO-raad Netwerk Opleiding Muziek, 2008). • De werkveldcommissie is een extern klankbord van de opleiding die bestaat uit vertegenwoordigers uit de muziek-culturele wereld (Limburgs Symfonieorkest; Provincie Limburg: afdeling Kunst en Cultuur en Onderwijs en Arbeidmarkt; Pinkpop; Theater aan het Vrijthof, het Directeurenoverleg Culturele en Kunstzinnige vorming Limburg en de Limburgse Koepelorganisatie Huis voor Kunsten Roermond). De directeur, de afdelingshoofden en het hoofd onderwijs nemen deel aan de beraadslagingen van de commissie. De werkveldcommissie adviseert twee maal per jaar over strategie en beleid, profilering van de opleiding, het onderwijsprogramma en ontwikkelingen in het muziekvakonderwijs. • De opleiding gebruikt volgens het zelfevaluatierapport de contacten met vakorganisaties en vakgenoten om de eigen eindkwalificaties te toetsen en/of af te stemmen op de (inter) nationale eisen: AEC, Netwerk Opleiding Muziek, European League of Institutes of Arts (ELIA), Vereniging voor Muziektheorie, Directeurenoverleg Culturele en Kunstzinnige vorming Limburg, International Association for Jazz Education. • De opleiding Muziek kent twee hoofdrichtingen: klassiek en jazz/pop. Kenmerkend voor beide richtingen is het gegeven dat alles in het onderwijs gericht is op de individuele student, op kwaliteit en op de maatschappelijke omgeving. Het Conservatorium Maastricht streeft ernaar dat de bacheloropleiding muziek door haar vakmatige ambities een internationale uitstraling heeft. Zowel het personeelsbestand (20 procent) als de studentenpopulatie (meer dan 60 procent) zijn voor een groot deel internationaal samengesteld.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
15/57
•
•
•
•
•
De opleiding Muziek onderscheidt zich van andere opleidingen door haar infrastructurele inbedding in Maastricht (met een orkest en een operahuis) en in de euregio. De opleiding heeft een eigen visie op het muziekvakonderwijs zoals blijkt uit de inhoud van de muziekgeschiedenis en in de op analyse gebaseerde muziektheoretische vorming (auditieve analyse, theoretische analyse en modellen en vaardigheden). Het Conservatorium Maastricht werkt hier op structurele basis samen met de andere kunstopleidingen van de Hogeschool Zuyd in Maastricht, de Toneelacademie Maastricht en de Academie voor Beeldende Kunsten Maastricht, in het kader van de CAT-academy: Creative Art team Academy. De CAT-academy is een meerjarig interfacultair project waar interdisciplinaire projecten ontwikkeld en uitgevoerd worden door teams van studenten beeldende kunst, theater en muziek die in hun afstudeerfase zitten. De opleiding Muziek werkt met nationale en internationale gastdocenten, gerenommeerde dirigenten, componisten en solisten. De opleiding heeft (uitwisselings-) contracten afgesloten met opleidingen van conservatoria van bijvoorbeeld Riga, Leipzig, Keulen, Brussel, Antwerpen, Graz en Wenen. De alumni geven aan alle 22 opleidingskwalificaties relevant te vinden voor hun functie (gemiddelde score 2,6 op de driepuntsschaal; scores tussen 2,3 en 2,8) Zij geven aan dat zij die kwalificaties ook beheersen (gemiddelde score 4,4 op de vijfpuntsschaal; scores tussen 3,3 en 4,5) (Alumni-onderzoek opleiding Muziek, IOWO 2008). Hoewel de opleiding geen expliciete vergelijking met (inter)nationale opleidingen maakt, is het panel van mening dat de internationale component in voldoende mate in de opleiding aanwezig is, mede gezien de euregionale inbedding, de betrokkenheid bij de AEC en de uitwisselingscontacten.
Facet 1.2
Niveau bachelor
Goed
Criterium - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het ERASMUS Thematisch netwerk voor muziek Polifonia heeft de Dublin descriptoren vertaald naar begrippen die beter aansluiten bij de realiteit van het muziekvakonderwijs. De opleiding heeft in het zelfevaluatierapport in een schema de twee beschrijvingen met elkaar vergeleken waaruit blijkt dat de AEC-Polifonia-Dublin-descriptoren overeenkomen met de originele Dublin descriptoren. • In het zelfevaluatierapport heeft de opleiding een schema opgenomen om de relatie aan tussen de eindkwalificaties en de Dublin descriptoren aan te geven. In het document Overzicht van de relatie eindkwalificaties en leerdoelen – AEC Polifonia Dublin descriptoren (z.j.) zijn de kwalificaties verder in leerdoelen uitgewerkt. • De eindkwalificatie ‘visie en creativiteit’ (de musicus is artistiek gedreven en is in staat om opvattingen en overtuigingen op het eigen vakgebied te verwerven en die te communiceren in de muzikale beroepspraktijk) kan gerelateerd worden aan de
16/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
•
descriptoren ‘kennis en inzicht’, ‘toepassen van kennis en inzicht’ en aan ‘oordelen’. De kwalificatie ‘ondernemerschap’ (de musicus kan zelfstandig vorm geven aan een professioneel bestaan binnen de muziekwereld) valt onder ‘toepassen van kennis en inzicht’, ‘oordelen’ en ‘communiceren’. De eindkwalificatie ‘methodisch en reflectief handelen (de musicus is in staat om methodisch en professioneel te handelen, kan hierop reflecteren en is zelfstandig, en met en voor anderen, in staat tot terugkoppeling) valt onder de descriptoren ‘communiceren’ en ‘lerend vermogen’. De opleiding heeft volgens het panel overtuigend aangetoond dat de eindkwalificaties van de opleiding Muziek het niveau van een hbo-bachelor weerspiegelen.
Facet 1.3
Oriëntatie HBO bachelor
Goed
Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De argumenten bij de facetten 1.1 en 1.2 gelden ook voor facet 1.3. • De opleiding Muziek voert regelmatig overleg met de werkveldcommissie over de ontwikkelingen binnen de opleidingen en het beroep en de consequenties hiervan voor de eindkwalificaties. Het panel heeft uit de verslagen afgeleid dat de werkveldcommissie in 2007 actief is geweest, in 2008 niet bijeen is gekomen en in 2009 de draad weer heeft opgepakt. Van vertegenwoordigers van het werkveld heeft het panel vernomen dat naast de genoemde commissie er meer contacten zijn, bijvoorbeeld met Opera Zuid, Intro InSitu, Musica Sacra en Theater aan het Vrijthof. • Uit het onderzoek in 2008 onder alumni van 2004-2006 blijkt dat zij binnen verschillende contexten en op verschillende posities werkzaam zijn als orkest-/koormusicus, kamermusicus, in een theater- of operagezelschap, als solist, musicus in een combo, dirigent, componist/arrangeur, instrumentaal/vocaal docent, manager of directeur van muziekschool, culturele organisaties, beleidsmedewerker of als programmeur. Veel afgestudeerden combineren de uitvoerende praktijk met een docerende praktijk. • Zeventig procent van de alumni geeft aan op hbo-niveau te werken.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
17/57
Onderwerp 2
Programma
De opleiding Muziek heeft programma’s ontwikkeld voor de studierichtingen instrumentaal klassiek, vocaal klassiek, jazz/pop, compositie klassiek, componeren/arrangeren jazz en theorie der muziek. Alle programma’s bestaan uit een majordeel, een majorspecialisatie en een minor. In het majordeel van alle programma’s krijgen studenten les in het hoofdvak, muziektheoretische vorming, onderzoeksvaardigheden, cultureel ondernemerschap en studieloopbaanbegeleiding. Daarnaast zijn er specifieke programmaonderdelen per richting. Hetzelfde geldt voor de majorspecialisatie. De minor bestaat bij alle richtingen uit een vrije minor. Bij instrumentaal en vocaal klassiek en bij jazz/pop kan ook voor de minor docentschap worden gekozen.
Facet 2.1
Eisen HBO
Voldoende
Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Kennisontwikkeling komt in vrijwel alle programmaonderdelen aanbod. Dit geldt in het bijzonder voor (muziek)theoretische onderdelen, pedagogische onderdelen en elementaire onderzoeksvaardigheden. De opleiding maakt gebruik van actuele vakliteratuur, zoals het panel heeft vastgesteld. • De opleiding houdt ontwikkelingen bij en implementeert die zonodig in het onderwijs. Zo is er meer aandacht voor multidisciplinariteit gekomen (Creative Art Team in samenwerking met de Toneelacademie Maastricht en de Academie voor Beeldende Kunst Maastricht) en gaat in het studiejaar 2009-2010 een programma elementaire onderzoeksvaardigheden van start. De muziektheoretische vorming is volgens de opleiding geïnnoveerd door het invoeren van een pragmatische werkwijze binnen een pakket van thematisch op elkaar afgestemde vakken. In de diverse auditieve en theoretische disciplines wordt een teveel aan abstractie vermeden, maar neemt daarentegen de partituur en de analyse in samenhang met de uitvoeringspraktijk een centrale plaats in. Hierdoor is de invloed van analyse ook bij het hoofdvak aanwezig, zoals met name in het derde jaar blijkt. Het panel vindt de aanpak interessant, maar voor een echte integratie is verdere doorontwikkeling nodig. • Docenten van de opleiding participeren in relevante lectoraten. Een docent is verbonden aan de kenniskring van het lectoraat Toerisme en Cultuur. Hij houdt zich bezig met cultureel ondernemen in de directe omgeving. Hieruit is bijvoorbeeld het
18/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
•
•
•
•
•
•
programmaonderdeel cultureel ondernemerschap voortgekomen. Een andere docent participeert in het lectoraat Openbaarheid en autonomie in de kunsten, waarin hij onderzoek doet naar de hybriditeit in eigentijdse muziek. De resultaten van dit onderzoek zijn terug te vinden in de vernieuwde muziektheoretische vorming. Aangezien de meeste docenten in de beroepspraktijk op diverse terreinen actief zijn, worden actuele ontwikkelingen via deze kanalen ingebracht. De opleiding is vertegenwoordigd in het HBO-raad Netwerk Muziek, Nederlandse Vereniging voor Muziektheorie, de jaarlijkse bijeenkomst voor internationaliseringsmedewerkers van de AEC, in de Bologna-werkgroep van het Erasmus Netwerk voor Muzierk Polifonia, gecoördineerd door de AEC en het AEC-pop&jazzplatform. Voor het actueel houden van haar programma maakt de opleiding gebruik van de input van de werkveldcommissie en het directeurenoverleg Culturele en Kunstzinnige vorming Limburg. De opleiding heeft samenwerkingsovereenkomsten met diverse culturele instellingen en organisaties, bijvoorbeeld Opera Zuid, Intro InSitu, Musica Sacra en Theater aan het Vrijthof. Het studiemateriaal dat in het hoofdvak en bij samenspel wordt gebruikt, is ontleend aan de (inter)nationale uitvoeringspraktijk. In het muziektheoretische en onderwijskundige programma worden opdrachten uitgevoerd aan de hand van het repertoire/materiaal uit de relevante beroepspraktijk. De opleiding nodigt regelmatig gastdocenten uit om een specifiek programmaonderdeel extra aandacht te geven of om de actualiteit en trends van de muziek- en muziekonderwijswereld in te brengen. Door de gastdocenten worden studenten geconfronteerd met (inter)nationale normen uit de beroepspraktijk. Daarnaast is het voor docenten een goede manier om intensief met collega’s uit binnen- en buitenland samen te werken. Studenten ontwikkelen hun beroepsvaardigheden langs diverse wegen. De docent hoofdvak draagt zorg voor de realisering van de competenties die het werkgebied van studenten vraagt. Studenten nemen deel aan projecten (kamermuziek, orkest en opera), zodat zij vertrouwd raken met de eisen van musiceren in samenspel. Samen met de conservatoria van Tilburg en Gent worden kamermuziek- en orkestprogramma’s gerealiseerd, hoewel deze meer voor masterstudenten zijn. Het beroepsauthentieke leren is het meest aanwezig in stageprojecten die onderdeel zijn van samenwerkingsverbanden met diverse professionele concerthuizen, het Limburgs Symfonie Orkest (vaak als remplacant) en Opera Zuid. Voor studenten jazz regelt de opleiding diverse podia waar zij kunnen optreden. Het onderdeel cultureel ondernemerschap bereidt studenten voor op de professioneel-maatschappelijke aspecten van het beroep. Daar de meeste kunstenaars hun loopbaan zullen starten in een gemengde beroepspraktijk, kunnen zij zich via de minor docentschap op dit werkgebied voorbereiden. Naast de ervaringen in de stages doen veel studenten ook ervaring op via lessen aan muziekscholen, aan medestudenten en in een eigen lespraktijk. Het panel heeft vastgesteld dat de stagemogelijkheden voor studenten zich meer ontwikkelen in de richting van algemene stageplaatsen. De opleiding heeft een goede regionale inbedding. Uit evaluaties onder studenten blijkt dat zij tevreden zijn over de actualiteit van het programma, de gebruikte vakliteratuur en het studiemateriaal.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
19/57
• •
Het panel heeft tijdens het bezoek de vakliteratuur en het studiemateriaal bekeken en heeft dat in orde bevonden. Het betreft voornamelijk de standaardliteratuur. Het panel komt tot het oordeel ‘voldoende’ op grond van het feit dat de onderzoeksvaardigheden en daaraan gekoppeld het gebruik van literatuur nog meer uitgewerkt en geïmplementeerd moeten worden.
Facet 2.2
Relatie doelstellingen en inhoud programma
Goed
Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • In Programmabeschrijving opleiding Muziek 2008/2009 heeft de opleiding een schema opgenomen waarin de competenties zijn uitgewerkt in leerdoelen. Per programmonderdeel wordt vervolgens inhoud, werkvormen en toetsing beschreven. • De opleiding Muziek kent twee afdelingen, klassiek en jazz/pop met een programma dat bestaat uit een major, een majorspecialisatie en een vrije minor of een minor instrumentaal/vocaal docentschap. • De major is de kern van de opleiding waarin de vaktechnische en artistiek professionele ontwikkeling centraal staat. De major omvat het hoofdvak, de projecten, de muziektheoretische vorming, oriëntatie op de specialisaties en de minor, en een aantal specifieke hoofdvakgerelateerde programmaonderdelen. De major wordt gerealiseerd in studiejaar één tot en met vier en omvat 204 EC. • De majorspecialisatie is een verdieping van de major en is specifiek op het toekomstige beroep gericht. De majorspecialisatie is in het curriculum opgenomen in studiejaar drie en vier en omvat per jaar 9 EC. De invulling ervan is beroepsgerelateerd. De opleiding kent de volgende specialisaties: - Klassiek instrumentaal: solospel, orkestspel en kamermuziek - Klassiek Vocaal: opera en concertzang - Jazz Instrumentaal en vocaal: jazz en pop De afstudeerrichtingen compositie, componeren en arrangeren, theorie der muziek, en de directieopleidingen kennen geen specialisatie maar een thematische verdieping van het hoofdvak ( twee keer 9 EC). • Binnen de opleiding moet de student in het derde en vierdejaar een keuze maken tussen de vrije minor of de minor instrumentaal/vocaal docentschap. In de vrije minor kan de student naar eigen inzicht, in overleg met hoofdvakdocent, studieloopbaanbegeleider en na instemming van de examencommissie, verder intern of extern vorm geven aan zijn studieloopbaan. De invulling van deze minor moet gerelateerd zijn aan het hoofdvak of
20/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
•
• •
de latere beroepsuitoefening. Als de student kiest voor de minor instrumentaal/vocaal docentschap krijgt hij een pedagogisch-didactisch programma, inclusief stage, aangeboden dat hem voorbereidt op de kwalificaties die nodig zijn voor het ontwikkelen en realiseren van onderwijs in de amateuristische muziekbeoefening. Beide minoren omvatten 18 EC. Studenten gaven in het gesprek met het panel aan dat zij goed geïnformeerd worden over de mogelijkheden om de minoren te kiezen of de vrije ruimte in te vullen. Binnen het conservatorium kan gemakkelijk iets bij een andere afdeling gekozen worden. Moeilijker wordt het wanneer een student bij bijvoorbeeld de opleiding Theater voor zijn minor onderdelen wil volgen. Een aantal studenten volgt een tweede major hetgeen door de opleiding wordt gefaciliteerd. Het panel is positief over de flexibiliteit en de ondersteuning die de opleidingen studenten biedt. Uit evaluaties onder studenten blijkt dat zij positief over het programma en de te realiseren eindkwalificaties zijn. Het panel is van mening dat met de programma’s voor de diverse richtingen de studenten in staat zijn om zich de eindkwalificaties eigen te maken.
Facet 2.3
Samenhang in opleidingsprogramma
Goed
Criterium - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het onderwijsprogramma van de opleiding Muziek is gebaseerd op vier vormingsgebieden: - de artistieke en vaktechnische vorming - de (muziek)theoretische vorming - de pedagogisch-didactische vorming - vorming met behulp van authentieke beroepssituaties (projecten, orkest, koor, opera, kamermuziek, combo, practica, interdisciplinaire projecten en stage) • Binnen het programma heeft de opleiding ruimte ingebouwd voor het volgen van een eigen studieroute (keuze van de majorspecialisatie en de minor). • De artistieke en vaktechnische vorming van de student is de kern van het onderwijsprogramma. Deze wordt voornamelijk gerealiseerd in het hoofdvak en de programmaonderdelen behorende bij het hoofdvak. Daarnaast dient de student kennis en vaardigheden te verwerven ter verbreding en verdieping van deze artistieke en vaktechnische ontwikkeling. Deze worden gerealiseerd in de programmaonderdelen (muziek)theoretische vorming (algemene muziekleer, auditieve (jazz)analyse, theoretische (jazz)analyse, modellen en vaardigheden, (jazz en pop) muziekgeschiedenis, percussie en puls, en onderzoeksvaardigheden (vanaf 2009-2010) en de pedagogisch-didactische vorming (oriëntatiemodules docentschap in jaar één en twee, algemene en vakspecifieke methodiek, werkveldrepertoire, arrangeren, instrumentkunde, bandcoaching, pianobegeleiding ).
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
21/57
•
•
•
•
•
• •
Verbanden tussen verschillende leerinhouden en vaardigheden van de drie vorminggebieden worden gelegd in brede, programmaonderdeeloverstijgende, activiteiten. Deze worden voornamelijk gerealiseerd door praktijkgericht onderwijs in de authentieke beroepssituatie van kamermuziek, combo, koor en opera, orkest, stage en in diverse practica zoals slagtechniek en arrangeren, en opleidingsoverstijgende projecten in de afdeling klassiek en jazz/pop. De opleiding heeft ervoor gekozen om het programma in de eerste twee studiejaren meer taakgestuurd in te richten om studenten elementaire kennis, inzicht en vaardigheden aan te leren. In de laatste twee jaren van de studie is het programma meer gericht op de zelfverantwoordelijkheid van de student en is er meer ruimte voor een beroepsgerichte specialisatie (major) en differentiatie (minor). De student verwerft op deze manier verdieping van inzicht en vaardigheden en richt actief zijn blik op de toekomst als professional of op zijn vervolgstudie in de masteropleiding. In de artistieke en vaktechnische vorming wordt de inhoud van het hoofdvakonderwijs en de opdrachten door de docent zodanig gekozen dat er sprake is van een toenemende complexiteit in het te studeren repertoire. In de (muziek)theoretische en de pedagogisch-didactische programmaonderdelen wordt het onderwijs over de studiejaren voornamelijk taakgericht aangeboden. De programmaonderdelen zijn zo ingericht dat de student steeds gecompliceerdere en complexere informatie moet verwerken en integreren in zijn artistieke en vaktechnische ontwikkeling. Uit de gesprekken die het panel heeft gevoerd, blijkt dat studenten positief zijn over de wijze waarop bijvoorbeeld het onderdeel analyse ondersteunend voor het hoofdvak werkt. Studenten zijn tevreden over de opbouw van het programma. Uit evaluaties blijkt dat de studenten en docenten tevreden zijn over zowel de horizontale als verticale samenhang in de studie. Het panel concludeert dat de opleiding aandacht heeft voor samenhang tussen en integratie van programmaonderdelen.
Facet 2.4
Studielast
Goed
Criterium - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding Muziek is een vierjarige opleiding: een propedeusejaar en een driejarige hoofdfase. De studielast is gespreid over de vier studiejaren, 60 EC per studiejaar. Binnen elk studiejaar is de studielast verdeeld over vier onderwijsperiodes voor de muziektheoretische vorming en in twee onderwijsperiodes voor de praktische vakken, inclusief het hoofdvak.
22/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
•
•
•
•
•
•
•
•
De student besteedt volgens de opleiding reële uren aan alle programmaonderdelen behalve de programmaonderdelen met betrekking tot de artistieke, ambachtelijke vorming. Deze is niet altijd in een aantal uren uit te drukken. Training en het creatieve proces verlopen niet binnen een planbare tijdshoeveelheid. Studenten kunnen veel studielast zelf plannen en indelen. Het hoofdvakonderwijs, de corepetities, en het samenspel kunnen studenten in overleg met medestudenten en begeleider inplannen en afstemmen op de planning van de grote samenspelprojecten en producties. De toetsen zijn evenwichtig verdeeld over het studiejaar en de (werk-)presentaties zijn individueel te plannen. Er zijn twee herkansingsmogelijkheden per cursusjaar. De eerste vindt plaats in de tweede onderwijsperiode, de tweede in de laatste week van het cursusjaar (Opleidingsregeling 2008/2009 opleiding Muziek, juli 2008). Het aantal contacturen in het eerste jaar bedraagt voor klassiek 322 (9 contacturen per week) en voor jazz/pop 453 (13 contacturen per week) volgens overzichten die in het zelfevaluatierapport zijn opgenomen. In het tweede jaar zijn er 442 contacturen (13 per week) voor klassiek en 486 (14 per week) voor jazz/pop. In het derde en vierde jaar is het aantal contacturen klassiek afhankelijk van specialisatie en minor en ligt op ruim 300 uur. Bij jazz/pop ligt het aantal contacturen in het derde jaar op 345 en in het vierde op 127 uur. In de zomervakantie ontvangen de studenten het jaarprogramma en de jaarplanning, de indeling in orkesten en projecten, het lesrooster en de docentenindeling. In de laatste week van augustus en de eerste twee weken van september is er gelegenheid het lesrooster te wijzigen als (studie-)activiteiten elkaar beconcurreren. Bovendien is er gedurende het hele jaar een spreekuur ingericht ten behoeve van lesroosterproblemen en lesroosterwijzigingen. Het panel heeft van studenten begrepen dat zij de opleiding goed te doen vinden in de tijd die ervoor staat, zich gesteund voelen door de opleiding. Er zijn volgens hen geen onoverkomelijke struikelvakken. Toch blijkt dat ongeveer veertig procent van de studenten de opleiding voortijdig verlaat (zie 6.2). Uit evaluaties blijkt dat de studenten tevreden zijn over de studielast en toetsmomenten, deze voldoende gespreid vinden, het aantal contact- en zelfstudie-uren goed vinden, dat er weinig overlap in het programma zit en dat de opleiding te doen is in de tijd die er voor staat. Het panel is van mening dat de opleiding een programma aanbiedt met voldoende spreiding en eigen planmogelijkheden voor studenten.
Facet 2.5
Instroom
Goed
Criterium - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
23/57
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De student wordt toegelaten tot de opleiding als hij voldoet aan de volgende voorwaarden: - de juiste algemene, wettelijke vooropleiding; - geslaagd voor alle onderdelen van het toelatingsexamen; - volledig beschikbaar voor alle onderdelen in de studie, ongeacht woonplaats of nevenactiviteiten. Dit is van wezenlijk belang voor de les- en activiteitenplanning en voor de deelname in projecten; - beheersing van de Nederlandse of Engelse taal (TOEFL, IELTS of aparte taaltoets) (Brochure Conservatorium Maastricht, website). • Wanneer een student aan bovenstaande voorwaarden voldoet, wordt hij ingeschreven en ontvangt hij een inlogcode en een e-mailadres van de ICT-afdeling van Hogeschool Zuyd. Volgens studenten die het panel gesproken heeft, krijgen zij gerichte informatie over het toelatingsexamen waardoor zij zich goed konden voorbereiden. • Het conservatorium probeert in het voorlichtingsmateriaal (in het Engels en Nederlands) voor aankomende studenten een zo realistisch mogelijk beeld te geven over de in-, dooren uitstroom van de opleiding Muziek, het arbeidsperspectief, de moeilijkheid en de zwaarte van de opleiding. Hiervoor worden de volgende media ingezet: website, brochures, open dag van de jazz/popafdeling, meeloopdagen en informatieavonden in het voortgezet onderwijs. Kandidaten met een specifieke vraag kunnen een individueel gesprek aanvragen. • In zes plaatsen in Limburg biedt het Conservatorium Maastricht een vooropleiding aan in samenwerking met het voortgezet onderwijs (VOCO). Deze in het reguliere lesprogramma van het voortgezette onderwijs ingerichte vooropleiding bereidt leerlingen voor op de toelating voor het hoofdvak, de muziektheoretische vorming en samenspel (alleen voor jazzafdeling). Leerlingen die geselecteerd zijn als jong talent komen in aanmerking voor individuele artistieke vorming en coaching door docenten van de opleiding. • Studenten die in principe toelaatbaar zijn tot de propedeuse, maar een deficiëntie hebben in de artistieke of muziektheoretische ontwikkeling, kunnen naast hun opleiding in het voortgezet onderwijs, toegelaten worden tot de voorbereidende klas voor de duur van maximaal twee jaar om deze deficiënties weg te werken. • De opleiding heeft in haar beleidsnotitie over vrijstellingen en het erkennen van verworven competenties beschreven wat zij onder EVC verstaat, voor wie de vrijstellingsen EVC-procedure bedoeld is en hoe de procedure verloopt (EVC-beleid Conservatorium Maastricht). De procedure wordt vooral toegepast wanneer buitenlandse studenten zich melden die al een opleiding in eigen land hebben gevolgd en is daarmee vooral gericht op het vaststellen van vrijstellingen, zoals het panel heeft geconstateerd. • De Hogeschool Zuyd heeft de Code of Conduct getekend. Er studeren ongeveer 200 buitenlandse studenten aan het conservatorium, van wie ongeveer 40 uit niet-EU-landen afkomstig zijn. • Uit evaluaties blijkt dat de studenten over de voorlichting en selectieprocedure en over de aansluiting van opleiding en vooropleiding tevreden zijn.
24/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
Facet 2.6
Duur
Voldaan
Criterium De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • In het zelfevaluatierapport heeft de opleidingen overzichten opgenomen van studieonderdelen en het aantal EC. Daaruit blijkt dat het totaal aantal studiepunten 240 EC bedraagt. 60 per studiejaar (Opleidingsregeling 2008/2009 opleiding Muziek, juni 2008).
Facet 2.7
Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Voldoende
Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding hanteert de volgende didactische uitgangspunten (Onderwijsvisie, didactisch concept, curriculumstructuur en toetsbeleid in de Opleiding Muziek, 2008): - het onderwijs is taakgestuurd en praktijkgericht en verschuift van docent/leerstofsturing naar zelfsturing; - de ontwikkeling van de ambachtelijk-artistieke vermogens voortbouwend op de instapsituatie van de student; - het onderwijs is permanent gericht op het functioneren in het beroepenveld; - kennisverwerving tijdens de hoofdvakles, de muziektheoretische, muziekgeschiedenis, educatie en cultureel ondernemerschap wordt toegepast in de specifieke beroepscontext (concerten, muziekeducatieve voorstellingen, projecten, presentaties, lessen); - leeromgeving en werkvormen worden aangepast aan de eigen muzikale mogelijkheden en ambities; - reflectie, bijvoorbeeld ten behoeve van de keuze voor de majorspecialisatie en de invulling van de vrije minor. • In de eerste twee studiejaren wordt er voornamelijk taakgestuurd geleerd. Door het uitvoeren van handelingen en het maken van opdrachten demonstreert de student dat hij de beoogde eindkwalificaties bereikt heeft. Vanaf het derde en vierde studiejaar wordt er hoofdzakelijk praktijkgericht geleerd. De beroepspraktijk is vertrekpunt van het leerproces en is zichtbaar in het hoofdvak en in de samenhang tussen het hoofdvak en de muziektheoretische vorming, en in het cultureel ondernemerschap. • De opleiding hanteert de volgende onderwijs- en werkvormen om de didactische uitgangspunten te realiseren:
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
25/57
-
• •
De meester-gezelverhouding: de student wordt al doende en langdurig geïntroduceerd en geoefend in alle facetten van het beroep. In de meeste gevallen speelt de student in de les voor en reageert de docent daarop met aanwijzigen. De verantwoordelijkheden van de docent verschuiven gedurende het leerproces. De student krijgt steeds meer verantwoordelijkheden en ontwikkelt een eigen visie op het beroep. Omdat de interacties tussen docent en student van relatief korte duur zijn, moet de student zelfstandig studeren en werken. Het proces van waarnemen, nadoen, zelfdoen, voordoen is een individueel traject dat zich zelfstandig zal moeten voltrekken, wil een student een zelfstandig musicus kunnen worden. De docent geeft input en de student moet in staat zijn snel zaken op te pakken. - Cursorisch onderwijs: cursussen waarbij het leertraject volgens een vaste systematiek ontworpen is. De studenten krijgen deze programmaonderdelen gedurende een bepaalde periode op vaste tijdstippen aangeboden (bijvoorbeeld algemene muziekleer, (jazz)muziekgeschiedenis, theoretische analyse, dramatische expressie, ritmische solfège, auditieve (jazz)analyse, arrangeren, modellen en vaardigheden, Italiaans, percussie en puls). Het onderwijs is niet gebonden aan een bepaalde didactische werkvorm en kan zowel individueel als in groepsverband (groepsles, hoor- en werkcollege) plaatsvinden. - praktijkgericht onderwijs: integratie van kennis en vaardigheden, en van theorie en praktijk vindt vooral plaats in de samenspelsituatie bij kamermuziek, orkest, koor, opera, en combo-onderwijs en projecten en in opleidingsoverstijgende projecten/producties (opera en internationale jazzprojecten). De studenten tonen zich in evaluaties positief over het didactisch concept en de gebruikte werkvormen, die ze zinvol achten voor het bereiken van de leerdoelen. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding een variatie aan werkvormen hanteert die aansluiten bij de didactische uitgangspunten. Tijdens de gesprekken werd veel gesproken over de competentiegerichtheid van het programma beschreven in leeruitkomsten. Het panel is van mening dat er weliswaar onderdelen in het programma aansluiten bij een competentiegericht curriculum (bijvoorbeeld de toepassing in beroepssituaties), maar dat dit nog niet voor het gehele curtriculum geldt en docenten nog beter op de nieuwe werkwijze voorbereid moeten worden. Verder kunnen leeruitkomsten nog meer worden gehanteerd. Op grond hiervan komt het panel tot het oordeel ‘voldoende’.
Facet 2.8
Beoordeling en toetsing
Voldoende
Criterium - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding heeft haar toetsbeleid beschreven in Onderwijsvisie, didactisch concept, curriculumstructuur en toetsbeleid in de Opleiding Muziek (2008). Naast summatieve
26/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
•
vormen van toetsing is er ruimte voor formatieve evaluatie, zodat studenten regelmatig feedback krijgen over hun functioneren waardoor het leerproces gestuurd kan worden. De opleiding hanteert de volgende toetsvormen: Vaardigheidstoetsen: - overgangstentamens (inclusief propedeuse-examen) en afsluitend examen: de student toont aan over de gewenste bekwaamheid te beschikken ofwel kan demonstreren dat hij bepaalde beroepsvaardigheden correct en adequaat kan uitvoeren. Bij deze toetsen gaat het om artistieke kwalificaties (visie en creativiteit, communicatie en vermogen tot samenwerking) en vaktechnische kwalificaties (het ambacht). De student wordt beoordeeld door een commissie van deskundigen. Naast de voorzitter bestaat de commissie uit de hoofdvakdocent(en) van de student en tijdens het afsluitend examen één externe vakcollega. Aan het programma worden eisen gesteld aan de tijdsduur, het niveau, de opbouw en de genres. Ook worden eisen gesteld aan de organisatie en de presentatie. Er zijn duidelijke criteria geformuleerd ten aanzien van ambachtelijk en interpretatief vermogen. Consensus wordt bereikt op basis van intersubjectiviteit. De voorzitter van de beoordelingscommissie leidt de bespreking en maakt tevens het verslag. Het panel heeft tijdens de gesprekken begrepen dat niet in alle gevallen meer docenten van dezelfde discipline bij de overgangstentamens aanwezig zijn. Dit betreft vooral de kleine vakgebieden. De opleiding geeft aan dat in dergelijke gevallen een collega uit een andere vakgroep in de beoordelingscommissie zit. - Techniek tentamens: de student wordt getoetst op vakspecifieke technische vaardigheden. - In diverse muziektheoretische en pedagogisch-didactische programmaonderdelen vinden vaardigheidstoetsen plaats. Opdrachten - Elementaire onderzoeksvaardigheden (vanaf 2009-2010). - Schriftelijke en mondelinge opdrachten en werkstukken worden gemaakt voor cultureel ondernemerschap. theoretische analyse, modellen en vaardigheden, muziekgeschiedenis, SLB en programmaonderdelen behorende bij de minor docentschap. Hierbij wordt getoetst of de student de verworven kennis, begrip, inzicht kan toepassen in specifieke beroepssituatie en/of artistieke ontwikkeling. Refereraat - De student geeft een presentatie over een bepaald onderwerp (muziektheoretische vorming inclusief muziekgeschiedenis, cultureel ondernemerschap, elementaire onderzoeksvaardigheden, methodiek en stage). Kennistoets - Kennisvragen, begripsvragen en/of denkvragen komen in kennistoetsen aan bod (algemene muziekleer, theoretische (jazz)analyse, modellen en vaardigheden, (jazz/pop)muziekgeschiedenis, instrumentkunde, Italiaans). - Met het essay wordt getoetst of de student in staat is te reflecteren op een bepaald onderwerp en vervolgens zijn mening helder en samenhangend op schrift kan communiceren (bijvoorbeeld in minor instrumentaal/vocaal docentschap).
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
27/57
•
•
•
•
•
Projecten, workshops en practica. - De projecten, workshops en practica variëren van orkest-, koor- en kamermuziekprojecten, opleidingsoverstijgende projecten, operaproducties, tot deelname aan workshops, masterclasses en practica plaats. De examencommissie is een college van personen dat belast is met het afnemen van examens en met de organisatie en coördinatie van toetsing. De commissie bestaat uit drie leden inclusief voorzitter en secretaris. Zij neemt beslissingen met betrekking tot onder meer vrijstellingen (EVC), goede gang van zaken tijdens examens, persoonlijk opleidingsplan, studieadviezen en vaststellen van geslaagden. De examencommissie wijst de examinatoren aan (STOER 2008-2009, Opleidingsregeling 2008-2009). De opleidingscoördinatoren zijn verantwoordelijk voor de procedurele kant van toetsing en dragen als zodanig zorg voor planning en organisatie, administratie en controle van de studiedossiers, registreren van de resultaten in het studievoortgangregistratiesysteem. De examencommissie is verantwoordelijk voor de inhoud en kwaliteitsbewaking van de toetsen. Tijdens het bezoek heeft het panel diverse toetsen bekeken en heeft vastgesteld dat de inhoud relevant is en aansluit bij de leerstof. Het panel is van mening dat er correct en kritisch is beoordeeld. Opdrachten en toetsen mogen ook in het Engels of in het Duits worden gemaakt, maar de vraagstelling is altijd in het Nederlands. Het panel merkt op dat bij de essays de literatuurverwijzingen beperkt zijn of ontbreken. Van studenten klassiek heeft het panel begrepen dat de duidelijkheid over criteria, inhoud en planning van voortgangsexamens per hoofdvak verschilt. Ook de mondelinge en schriftelijke beoordelingen blijken soms erg beknopt te zijn. Docenten gaven aan dat studenten te allen tijde feedback kunnen vragen. Bij jazz/pop is duidelijk waaraan studenten bij examen moeten voldoen. Deze studenten zijn positief over de boordelingen en de feedback. Docenten refereren altijd aan de vorige boordeling. Uit evaluaties blijkt dat studenten zich positief over de toepassing van de beoordelingscriteria, de aansluiting van de toetsing op de kwalificaties en onderwijs uitlaten. Ook zijn ze tevreden over de spreiding en de herkansingsmogelijkheden. Het panel is van mening dat de opleiding de studenten op adequate wijze toetst op hun voortgang, kennis en inzicht en de toepassing in beroepssituaties. Wel zou de opleiding de beoordelingscriteria bij klassiek duidelijker kunnen formuleren en beoordelingen en feedback consequenter kunnen vastleggen. Het panel is zich ervan bewust dat toetsing in het kunstvakonderwijs niet altijd eenvoudig is, maar dat onderstreept het belang van inzichtelijke criteria en goede feedback. Het panel komt daardoor tot het oordeel ‘voldoende’.
28/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
Onderwerp 3
Facet 3.1
Inzet van personeel
Eisen HBO
Goed
Criterium - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het personeelsbeleid van het Conservatorium Maastricht is gericht op de borging van een breed scala van expertise ten behoeve van de onderwijs- en organisatierealisatie en is beschreven in het personeelsplan (Personeelsplan Conservatorium Maastricht 20082013, 2009, Protocol functionerings- en beoordelingsgesprekken Hogeschool Zuyd, 2007). Hierin is vastgelegd dat docenten dienen te beschikken over uitstekende kwaliteiten op hun specifieke vakgebied en verbindingen moeten kunnen leggen met de relevante beroepspraktijk van de musicus. • De opleiding stemt het onderwijs nadrukkelijk af op de beroepspraktijk. Dit betekent dat de opleiding werkt met een kernteam van eigen docenten met relevante beroepservaring in het muziekvakgebied en/of onderwijsgebied en met gastdocenten die actualiteit, vakkennis en beroepservaring kunnen inbrengen. • Bijna alle docenten zijn (inter)nationaal werkzaam als uitvoerend kunstenaar waardoor een verbinding tussen de opleiding en de (inter) nationale muzikale beroepspraktijk gelegd wordt. Velen werken als solist /dirigent/leader in of met gerenommeerde orkesten/ensembles/bands, op festivals, geven masterclasses en/of maken tournees. • De diversiteit van de beroepspraktijk blijkt uit het feit dat docenten ondermeer werkzaam zijn als (gast)docent, dirigent, componist, arrangeur, begeleider, programmeur, artistiek adviseur, artistiek directeur, jurylid diverse concoursen, bestuurslid muziekgerelateerde organisaties, coördinator, onderwijs- en onderzoeksontwikkelaar, projectcoördinator Creative Art Teams, lid kenniskring lectoraat of als auteur. • Verschillende docenten zijn betrokken bij netwerken, concoursen en/of festivals (Koningin Elisabeth Concours, Charles Hennen Concours, Stichting Limburg Geïmproviseerde Muziek, Jazz Festival Maastricht, Jazz Hoeilaart (België), Bilzen Jazz Night (België), Programmacommissie WMC, Werkgroep TEFAF, Festival Transeuropénnes Rouen (Frankrijk), Prinses Christinaconcours, Grachtenfestival, Festival Praag, Nederlands Jeugd Orkest, diverse festivals zoals Pro Organo, Kunstfactor, Musica Sacra, orgelpark Amsterdam, London Harp Competition, Stichting Jong Muziektalent Nederland. • Docenten zijn verbonden aan of lid van de adviescommissie Nederlandse MuziekprijsFonds voor de Podiumkunsten, jury Meistersängerwettbewerb Nürnberg, Luisa Todi Lissabon, Adviserende Contacten Impressariaten, EPTA, Deutsche Kommponistenverband, Compositione Turocco internazionale di musica Roma, diverse koorwedstrijden, NATS-National Association of Yeachers of Singing (USA), IAJE, AEC, Belgian Composer Ligue, Israeli Composers Ligue, EPRIM (Europoean Institute of
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
29/57
•
•
Pianistic research Maastricht), GENECO, Stichting Limburgse Componisten, Vereniging voor Muziektheorie, BUMA/STEMRA, IAML, artistiek adviseur Banff Centre of the Arts (Canada), KNTV. Zes docenten blijken deelgenomen te hebben uitwisselingen in het kader van het Erasmusprogramma. Hun reacties zijn positief. Het panel vindt het jammer dat niet meer gebruik wordt gemaakt van deze mogelijkheid om de deskundigheid van docenten te bevorderen. Uit evaluaties blijkt dat studenten de bijdrage van de vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk aan het onderwijs positief waarderen.
Facet 3.2
Kwantiteit personeel
Goed
Criterium - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het aantal FTE dat de opleiding Muziek tot haar beschikking heeft, is van voldoende omvang om het opleidingsprogramma met de gewenste kwaliteit te verzorgen. De opleiding heeft 98 docenten in vaste en tijdelijke dienst, 28,6 fte vast en 10,0 fte tijdelijk. Het aantal studenten bedraagt ruim 300. De student-docentratio bedraagt 7,4:1. • De vaste docenten hebben een aanstelling in het specifieke vakgebied, waarbinnen hun primaire uitvoerende onderwijstaak ligt. Naast onderwijsuitvoering is een aantal docenten ook bezig met ondermeer onderzoek binnen de kenniskring van diverse lectoraten, studieloopbaanbegeleiding, kwaliteitszorg, internationalisering, het leiden van kamermuziekensembles en de coördinatie van ensembles, vooropleiding en dergelijke. • Binnen het Conservatorium Maastricht wordt het verzuimbeleid van de Hogeschool Zuyd Ziek…. En nu? uitgevoerd. Het ziekteverzuim onder docenten bedroeg op 1 januari 2008 2,29 procent (streefpercentage Hogeschool Zuyd is vijf procent). Er wordt actief HRMbeleid gevoerd om het ziekteverzuim te verlagen: functioneringsgesprekken, het opstellen van ontwikkelingsplannen, scholing en andere relevante deskundigheidsbevordering. Op hogeschoolniveau kunnen medewerkers gebruik maken van Zuydkompas, het loopbaancentrum van de Hogeschool Zuyd (coaching, hulp bij het opstellen van scholingsplannen, balans werk en privé). Met betrekking tot het verschijnsel RSI, een risicofactor voor musici, bestaat een preventiecursus RSI, in samenwerking met het Academisch Ziekenhuis Maastricht. Deze is toegankelijk voor docenten en studenten. • Studenten zijn tevreden over de bereikbaarheid van docenten.
30/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
Facet 3.3
Kwaliteit personeel
Goed
Criterium - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding heeft een personeelbestand dat voldoende breed van samenstelling is en beschikt over zowel inhoudelijke (vakspecifiek), onderwijskundige (methodisch, didactisch, onderwijskundig) als organisatorische (coördinatie, planning) kwaliteiten. In het portfolio-overzicht is bij de kwalificaties en deskundigheid bij iedere docent zichtbaar gemaakt over welke specifieke, voor de opleiding relevante, kwaliteiten hij beschikt. • Het conservatorium voert een personeelsbeleid waarin medewerkers de mogelijkheid krijgen zich te ontwikkelen. Deskundigheidsbevordering is daarbij een belangrijk element. In het personeelsplan is een scholingsplan opgenomen. Het opleidingsmanagement prioriteert de onderwerpen inzake deskundigheidsbevordering. Zeven personeelsleden zijn inmiddels geschoold als studieloopbaanbegeleider en in het gebruik van het studievoortgangsregistratiesysteem Osiris. Alle methodiek- en muziektheoriedocenten zijn geschoold in het gebruik van het content managementsysteem in Blackboard. • Hogeschool Zuyd biedt in de periode tot 2010 managementtrainingen op het niveau van leidinggeven, projectmanagement en specifiek aan de functiegerelateerde managementcursussen en toetsing en assessment aan. De scholing wordt afgestemd op de opleiding en op de individuele behoefte of vraag van de medewerker. Het conservatorium maakt ook gebruik van het scholingsaanbod van Kunstenaar & Co, op het vlak van projectmanagement en leidinggeven. Scholing en deskundigheidsbevordering zijn vast agendapunt voor de functioneringsgesprekken. (Personeelsplan Conservatorium Maastricht 2008-2013, 2009). • Jaarlijks vinden er jaargesprekken of functioneringsgesprekken plaats op basis van een persoonlijk ontwikkelingsplan waarin met elke medewerker resultaatafspraken worden gemaakt. De beoordelingsgesprekken worden gevoerd door de directeur, de functioneringsgesprekken door de directeur, het hoofd onderwijs en de drie afdelingshoofden aan de hand van een formele gespreksagenda. Het gesprek en bijbehorende afspraken worden vastgelegd in een verslag en worden meegenomen in het beoordelingsgesprek en het volgende functioneringsgesprek (Protocol functioneringsen beoordelinggesprekken Hogeschool Zuyd, 2007). • Het panel heeft het portfolio-overzicht van het docerend personeel ingezien en stelt vast dat alle docenten gekwalificeerde professionals in hun discipline zijn. Veel docenten zijn, naast hun docentschap in de opleiding Muziek, werkzaam in diverse functies in verschillende beroepssituaties. Dat betreft zowel de beroepspraktijk van de uitvoerende, scheppende als de docerende muziekbeoefening. Het merendeel van de docenten heeft een conservatoriumopleiding als achtergrond. Zes docenten hebben een wetenschappelijke opleiding gevolgd. • Uit evaluaties blijkt dat studenten vinden dat hun docenten voldoende op de hoogte zijn van de beroepspraktijk en dat ze inhoudelijk deskundig zijn.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
31/57
Onderwerp 4
Facet 4.1
Voorzieningen
Materiële voorzieningen
Voldoende
Criterium - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het programma wordt uitgevoerd op twee locaties in Maastricht. Op beide locaties zijn er les- en studielokalen, studieplekken voor studenten en werkplekken voor docenten. Beide locaties beschikken over een bibliotheek met toegang tot relevante wetenschappelijke nationale en internationale publicaties en tijdschriften. Er zijn computerfaciliteiten, ruimtes voor concerten, uitvoeringen en repetities en een studio. • Aan de Bonnefantenstraat zijn er twee concertzalen, bij de dependance één. Voor de concerten van de grote ensembles kan het conservatorium structureel terecht in de concertzaal van het Theater aan het Vrijthof. Er wordt voor de orgellessen gebruik gemaakt van de Onze Lieve Vrouwe Basiliek en de Sint Servaes Basiliek. • De openingstijden van het hoofdgebouw zijn maandag tot en met vrijdag 8.00 - 22.00 uur, zaterdag 9.00 - 17.00 uur. De dependance kent iets kortere openingstijden en is op zaterdag gesloten. Het panel heeft van studenten jazz/pop begrepen dat de openingstijden van de dependance voor hen te beperkt zijn, met name het feit dat er in het weekend niet gerepeteerd kan worden, zien zij als een nadeel. Ook het feit dat Klassie en Jazz in verschillende gebouwen zitten vinden studenten niet positief. • De Willem Hijstekconcertzaal is uitgerust met twee Steinway concertvleugels en een Flentroporgel. In de les- en studielokalen staan in totaal 33 vleugels (voornamelijk Steinway), zes piano's, een Flentroporgel, clavecimbels en een spinet. De slagwerkstudio is volledig uitgerust met melodisch en ritmisch slagwerk. In de dependance zijn aanwezig: 19 vleugels en electronische toetsinstrumenten (piano’s en synthesizers), zes volledig ingerichte combolokalen met comboapparatuur (p.a., versterkers en drumstellen). De lokalen zijn voorzien van een opname-unit, waarmee studenten zelf opnamen kunnen maken. • De hal op de derde etage van het hoofdgebouw is voorzien van pc-werkplekken ten behoeve van studenten. In de dependance zijn pc-werkplekken en is een lokaal volledig ingericht als informaticalokaal voor het onderwijs in muziek- en informatietechnologie, het computerpracticum en de digitale muzieknotatie. • De bibliotheek is gevestigd in het hoofdgebouw. Daarnaast kunnen studenten gebruik maken van de bibliotheekvoorzieningen van de instellingen die deelnemen aan Infostructuur Hoger Onderwijs Limburg (IHOL). Dit zijn onder andere alle kunstopleidingen van de Hogeschool Zuyd, en de Stads- en Universiteitsbibliotheek. De bibliotheek is aangesloten op het voluit NCC/IBL-systeem. Via interbibliothecair leenverkeer kunnen studentenmaterialen aanvragen van alle andere Nederlandse openbare, universiteits- en conservatoriumbibliotheken. De materialen (behalve
32/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
•
• •
orkestmateriaal) zijn opgenomen in de geautomatiseerde catalogus die online, ook van thuis uit, raadpleegbaar is. Het panel heeft de voorzieningen bekeken en in het algemeen in orde bevonden. Het heeft begrepen dat Hogeschool Zuyd de komende jaren middelen beschikbaar stelt om het instrumentarium te renoveren of te vervangen. Het panel vindt de bibliotheek enigszins beperkt, zeker met het oog op het doen van onderzoek. Deze zou uitgebreid mogen worden, maar het panel realiseert zich dat informatie meer en meer via internet en online-systemen beschikbaar is. Uit evaluaties blijkt dat studenten de faciliteiten positief waarderen. Het panel komt tot het oordeel ‘voldoende’ vanwege de beperkte openingstijden van de dependance en de bibliothecaire voorzieningen.
Facet 4.2
Studiebegeleiding
Goed
Criteria - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding Muziek heeft de begeleiding van studenten vastgelegd in het document Studieloopbaanbegeleiding Opleiding Muziek (2008). Het doel van studieloopbaanbegeleiding en informatievoorziening is het bevorderen van de zelfsturing van de student van zijn leerproces, het minimaliseren van studie-uitval en studievertraging, het begeleiden van studenten bij kritische keuze- en beslismomenten, en het voorzien in adequate en tijdige informatievoorziening. • Studiebegeleiding vindt in alle studiejaren plaats door de studieloopbaanbegeleiders, al dan niet samen met de bij het onderwijs betrokken docenten. Elke student krijgt een studieloopbaanbegeleider toegewezen. • De taken van de studieloopbaanbegeleider (SLB) bestaan uit kennismaking met nieuwe studenten, begeleiding en advies naar aanleiding van het bindend studieadvies en de verlengde propedeuse, hulp en advies bij de keuze van de majorspecialisatie en de invulling van de vrije minor, controleren van de studievoortgang, en advies en hulp bij de voorbereiding op de opleiding Master of Music. De SLB’ers voeren deze taken uit in overleg met de hoofdvakdocent van de student. • De studievoortgang van de student wordt geregistreerd en gecoacht. De studenten en de studieloopbaanbegeleiders kunnen op elk moment de studievoortgang inzien. Indien nodig vinden op basis daarvan begeleidingsgesprekken plaats. • De informatievoorziening aan studenten gebeurt langs schriftelijke en langs digitale weg. Studiegidsen, studiehandleidingen, opleidingsregelingen en andere informatie over het programma ontvangen studenten via de postvakken. Meer en meer echter zal de
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
33/57
• •
informatie de student langs digitale weg bereiken. Zo is de website van het conservatorium voorzien van links met externe relevante informatie. Het panel heeft van studenten begrepen dat zij tevreden zijn over het feit dat zij met de SLB’ers een afspraak kunnen maken. Uit evaluaties blijkt dat studenten de informatieverstrekking over de inhoud van de opleiding, de regels en procedures, de studievoortgang, de studiebegeleiding, het lesrooster en de lesroosterwijzigingen en het toetsrooster positief waarderen. In verhouding zijn studenten iets minder positief over het signaleren van studieproblemen. De hoofden van de afdelingen klassiek en jazz zullen dit punt bespreken in de studentenraad om vervolgens met de SLB’ers te kijken welke verbetermaatregel getroffen moet worden.
Onderwerp 5
Facet 5.1
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten
Goed
Criterium - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het Conservatorium Maastricht heeft het kwaliteitszorgsysteem voor de opleiding Muziek uitgewerkt in de Handleiding kwaliteitszorg Conservatorium Maastricht 2008-2012. Het Conservatorium Maastricht volgt de planning- en controlcyclus van de Hogeschool Zuyd. • De handleiding voorziet in een planmatige en systematische kwaliteitsbeoordeling, -evaluatie, -analyse en verbetering. Kwaliteitszorg is procesmatig beschreven in termen van legitimatie, borging en bijstelling. Er wordt cyclisch gewerkt aan kwaliteitsverbetering op basis van streefdoelen. Hiermee wordt aangegeven welke kwaliteit wordt beoogd en mede aan de hand van de meetinstrumenten wordt systematisch nagegaan of het beleid effectief is geweest. In de handleiding zijn kwalitatieve streefdoelen opgenomen. Voor de onderwijskwaliteit zijn de volgende streefdoelen geformuleerd: - de opleidingen hebben een eigen missie en visie - de opleidingen beschikken over een heldere toetssystematiek - de opleidingen beschikken over eindkwalificaties die in samenspraak met het beroepenveld tot stand zijn gekomen; - het afnemende beroepenveld heeft waardering voor de kwalificaties van de uitstromende musici en muziekdocenten. - de opleidingen beschikken over een personeelsbeleidsplan, incl. scholingsplan; - de opleidingen dragen zorg voor een goed functionerend alumninetwerk; - de opleidingen dragen zorg voor structurele contacten met het beroepenveld en hebben goed functionerende werkveldcommissies;
34/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
-
•
•
•
•
De opleidingen actualiseren hun missie en kwalificaties minstens eenmaal per zes jaar. (Handleiding kwaliteitszorg Conservatorium Maastricht 2008-2012). De opleiding onderneemt acties wanneer de uitkomsten van evaluaties gelijk of lager zijn dan 1,5 (driepuntsschaal), 3,0 (vijfpuntsschaal), 5,5 (tienpuintsschaal). De opleiding kent drie cycli waarin deze streefdoelen worden getoetst: accreditatiecyclus, jaarlijkse planning- & controlcyclus en de periodieke cycli. In een schema geeft de opleiding aan welke aandachtsgebieden per cyclus bekeken worden. De opleiding gebruikt voor het kwaliteitssysteem een kader dat overeenkomt met de opzet van het NVAO-kader. In de handleiding is opgenomen wie verantwoordelijk is voor de verschillende activiteiten in het kader van kwaliteitszorg. Tot 2007 werden opleidingsinterne evaluaties niet structureel afgenomen bij alle studenten. Sinds 2007-2008 werkt de opleiding met een evaluatiekalender voor alle opleidingen. Alle evaluaties waarvan de opleidingen gebruik maken zijn in kaart gebracht, voorzien van het doel ervan, de frequentie en het jaar van afname, de uitvoerder en de doelgroep. De opleiding gebruikt de volgende evaluatie-instrumenten: zelfevaluatie, jaarplan en jaarverslag, studentenmonitor, interne audit, alumnionderzoek, personeelsmonitor, schriftelijke jaarevaluaties onder studenten, panelgesprekken met studenten en docenten, programma-evaluatie op basis van uitkomsten panelgesprekken, systematische evaluatie, afstudeerevaluatie, stage-evaluatie, analyse studiemateriaal, exitonderzoek, portfolio-onderzoek, functionerings- en beoordelingsgesprekken, rendementsanalyse, klachten analyse en evaluatie kwaliteitszorg Jaarlijks stelt de directeur het jaarplan op, waarin hij zijn ambities beschrijft aan de hand van de hoofdlijnen van het beleid van Hogeschool Zuyd, de daaraan gekoppelde stuurvariabelen, de voorgenomen (verbeter)activiteiten voor het lopende kalenderjaar en de indicaties voor de volgende drie jaren. In de halfjaarlijkse rapportage wordt de stand van zaken aangegeven en eventuele afwijkingen van het jaarplan toegelicht. In het jaarverslag wordt aangegeven in hoeverre de opleiding haar ambities en voorgenomen activiteiten heeft kunnen realiseren.
Facet 5.2
Maatregelen tot verbetering
Goed
Criterium - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De uitkomsten van evaluaties worden geanalyseerd. Bij tegenvallende resultaten (zie 51. voor de norm) wordt nader onderzoek gedaan naar de oorzaken van de gevonden kwaliteitsproblemen en wordt een realistisch verbeterbeleid opgesteld en uitgevoerd. • Kwaliteitszorg valt onder eindverantwoordelijkheid van de algemeen directeur. In het conservatorium is kwaliteitszorg gemandateerd aan het hoofd bureau onderwijs, die verantwoordelijk is voor het laten uitvoeren van alle evaluaties in het conservatorium.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
35/57
•
•
•
Hierbij geldt de evaluatiekalender als richtsnoer voor het inzetten van de verschillende evaluatie- instrumenten. De afdelingshoofden voeren uit naam van het hoofd bureau onderwijs de evaluatiekalender uit, analyseren de resultaten en vatten de onderwerpen samen die onvoldoende scoren en maken een integrale analyse, waarbij rekening is gehouden met resultaten van andere metingen. Het analyserapport wordt besproken in het managementteam, dat ook verantwoordelijk is voor de opstelling van smartgeformuleerde verbeteractiviteiten. Zonodig wordt het verbeterplan voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. De afdelingshoofden koppelen de resultaten van verbeteracties terug aan het managementteam. Feedback gaat naar studenten, medewerkers en andere geledingen. Het managementteam houdt zonodig bijeenkomsten of studiedagen voor docenten in het kader van het verbeterbeleid. Het verbeterplan wordt opgenomen in het jaarplan en vorderingen worden door de directeur van het conservatorium in het jaarverslag gemeld aan het College van Bestuur. De opleiding heeft op basis van kwaliteitsanalyses bijvoorbeeld de volgende verbeteringen aangebracht. - De opleidingsdoelen zijn verankerd in een conservatoriumbrede visie: Moving Music. De opleiding heeft daarop het programma afgestemd dat recht doet aan de specialisaties en aan de individuele keuzemogelijkheden van de student. - Op basis van de uitkomsten van evaluaties en monitoring van externe ontwikkelingen hebben curriculumwijzigingen plaatsgevonden in de majorspecialisaties en de minor instrumentaal/vocaal docentschap. Er is meer aandacht voor multidisciplinariteit gekomen (Creative Art Team – community arts). Er is een programma voorbereidende onderzoeksvaardigheden ontwikkeld, de opzet en inhoud van de muziektheoretische vorming en de muziekgeschiedenis is herzien. De twintigsteeeuwse muziek wordt geaccentueerd in de jaarlijkse festivals en in de kamermuziek. - Er is een portfolio-overzicht van het docerend personeel dat jaarlijks wordt geactualiseerd. De cyclus van beoordelings- en functioneringsgesprekken wordt uitgevoerd en hieruit voorkomende bijscholingsactiviteiten gerealiseerd. De opleiding maakt, o.a. in samenwerking met het Fontys Conservatorium Tilburg, gebruik van gastdocenten. De opleiding heeft een document Verbeteracties vanaf de aanvullende visitatie in oktober 2004 (2009) opgesteld waarin zij de veranderingen op basis van de vorige visitatie beschrijft. Zo heeft het Conservatorium Maastricht een visie ontwikkeld samengevat in het motto Moving Music (Onderwijsvisie, didactisch concept, curriculumstructuur en toetsbeleid in de Opleiding Muziek, 2008). De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de algemene kenmerken van het hbo-bachelorniveau, de internationale geaccepteerde Dublin descriptoren, de hierop gebaseerde Polifonia Learning Outcomes van de AEC, en het landelijke opleidingsprofiel muziek. De eindkwalificaties zijn vertaald in doelen per programmaonderdeel inclusief gehanteerde werkvormen en toetsing (Opleidingsprofiel Muziek, HBO-raad, 2002, Nederlandse Conservatoria, Visie, missie, strategie, HBO-raad Netwerk Opleiding Muziek, 2008, Overzicht van de relatie eindkwalificaties en leerdoelen – AEC Polifonia Dublindescriptoren, z.j., Koppeling van de eindkwalificaties, programmaonderdelen klassiek en jazz/pop i/v en de onderwijsvormen, 2008). In overleg met de beroepspraktijk heeft het conservatorium haar onderwijs
36/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
•
geflexibiliseerd, individuele leerroutes mogelijk gemaakt en de zelfsturing door de student vergroot (Onderwijsvisie, didactisch concept, curriculumstructuur en toetsbeleid in de Opleiding Muziek, juni 2008). Het panel heeft van studenten en docenten begrepen dat de lijnen binnen het conservatorium kort zijn, waardoor zaken snel onder de aandacht van directeur of afdelingshoofd kunnen worden gebracht. De ervaring is dat er ook actie op wordt ondernomen.
Facet 5.3
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld
Goed
Criterium - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding betrekt belanghebbenden op verschillende wijze bij de interne kwaliteitszorg. • De werkveldcommissie wordt twee keer per jaar gevraagd de directie te adviseren over strategie en beleid, profilering en positionering opleiding, opleidingsprogramma, maatschappelijke, culturele en beroepsmatige ontwikkeling in het kunstdomein, muziek en het muziekvakonderwijs. • Studenten worden periodiek bevraagd over hun tevredenheid ten aanzien van diverse aspecten van onderwijs en onderwijsuitvoering. Onder studenten die de opleiding voortijdig verlaten vindt een exitonderzoek plaats om de redenen van studiestaking te achterhalen. • Medewerkers geven in evaluaties aan hoe tevreden zij over bepaalde zaken zijn. • Via het driejaarlijkse alumnionderzoek worden afgestudeerden gevraagd naar de relevantie en de beheersing van de eindkwalificaties. In 2008 is een begin gemaakt met het actief benaderen van de alumni van de opleiding met een zogenaamd profielonderzoek. De opleiding is bezig een alumninetwerk op te zetten. • De opleidingscommissie adviseert over de inhoud van de opleidingsregeling, over de wijze van uitvoering van de opleidingsregeling. Desgevraagd of uit eigen beweging kan zij advies uitbrengen aan de directie over alle aangelegenheden betreffende het onderwijs in de opleiding. Naast de formele Opleidingscommissie bestaat er binnen de opleiding Muziek ook een Studentenraad die een informeel karakter heeft. • De examencommissie adviseert over het toetsbeleid en de vormgeving van toetsen in het algemeen. Zij bewaakt werkprocessen, spreiding van toetsen, kwaliteits- en niveauborging van toetsen. De examencommissie stelt het jaartoetsrooster op, evenals de beoordelingsformulieren en het beoordelingsprotocol.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
37/57
Onderwerp 6
Facet 6.1
Resultaten
Gerealiseerd niveau
Goed
Criterium - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding toetst of de gerealiseerde eindkwalificaties wat niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen betreft voldoen aan de nagestreefde eindkwalificaties. Zij heeft hiervoor een toetssysteem voor het betrouwbaar en valide meten van gerealiseerde kwalificaties en leerdoelen ontwikkeld (Onderwijsvisie, didactisch concept, curriculum en toetsbeleid van de opleiding Muziek, 2008). De borging hiervan vindt plaats via kwaliteitszorgprocedures (Handleiding Kwaliteitszorg 2008-2012). • In de afstudeerfase worden de kwalificaties van de student tweemaal getoetst aan de hand van een recital: een presentatie in januari en een afsluitend examen in mei of juni. Bij de beoordeling van het openbare, afsluitend examen van het hoofdvak maken externe beoordelaars deel uit van de beoordelingscommissie om zo de intersubjectiviteit te vergroten. • Om te verifiëren of de student de beoogde kwalificaties heeft behaald toetst de opleiding deze aan de hand van de volgende beoordelingscriteria: ambachtelijk vermogen (technische vaardigheden, uitvoeringspraktijk (instrumentaal /vocaal klassiek), improvisatie/creativiteit ( instrumentaal/vocaal pop/jazz), podiumpresentatie), en interpretatief vermogen (muzikale zeggingskracht (artisticiteit), persoonlijke visie (originaliteit)). • Het panel heeft voorafgaand aan het bezoek dvd’s ontvangen met daarop voorbeelden van het toelatingsexamen, het propedeutische examen en het afsluitende examen. Van het afsluitende examen heeft het panel zeven dvd’s materiaal ontvangen met daarop het eindexamen van studenten van verschillende hoofdvakken. Tijdens de bezoekdag heeft het panel een afsluitend examen klassiek en een afsluitend examen jazz/pop bijgewoond. Het panel is aanwezig geweest bij de bespreking van de kandidaat door de beoordelaars. In beide gevallen blijkt dat er naar het oordeel van het panel een correcte beoordeling wordt gegeven. De beoordeling komt op een intuïtieve, holistische wijze tot stand en wordt vervolgens onderbouwd. De voorzitter noteert de argumenten op het beoordelingsformulier. Het panel stelt vast dat de procedures goed worden gevolgd. • Het panel is van mening dat afgestudeerden het niveau laten zien dat van een hbobachelor afgestudeerde in muziek verwacht mag worden. Het panel baseert dit oordeel op de dvd’s en de twee examens, de positieve waardering van afgestudeerden door het werkveld en het feit dat de meeste afgestudeerden werk in de muzieksector minimaal op het niveau van een bachelor muziek. Volgens het panel is het niveau vergelijkbaar met dat van afgestudeerden van andere conservatoria.
38/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
•
•
Het werkveld is in het gesprek met het panel positief over de kwaliteit van de afgestudeerden. De afgestudeerden van de afdeling jazz/pop blijken breed inzetbaar te zijn. Ze zijn ondernemend. De opleiding heeft in 2007/2008 een onderzoek onder afgestudeerden in de jaren 2004/2005 en 2005/2006. Alle alumni hebben gereageerd. Uit het onderzoek blijkt dat 65 procent van de alumni (afgestudeerd tussen juni 2002 en september 2005) betaald werk heeft. Hiervan is 95 procent werkzaam in de muzieksector, 81 procent is werkzaam op hbo-niveau (76 % op hbo-masterniveau). Het onderzoek laat zien dat de afgestudeerden alle domeinspecifieke opleidingskwalificaties (scores tussen 3.3 en 4.5 op de vijfpuntsschaal) en de generieke kernkwalificaties (scores tussen 2.3 en 2.8 op de driepuntsschaal) in voldoende mate beheersen (Alumni-onderzoek, opleiding Muziek, IOWO 2008).
Facet 6.2
Onderwijsrendement
Voldoende
Criteria - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding hanteert de volgende streefnormen: - Totaal aantal instromende studenten > 100 - Totaal aantal ingeschreven studenten > 300 - Diploma behaald na 5 jaar > 60 % - Gemiddelde studieduur geslaagden < 4 jaar - Gemiddelde studieduur studiestakers < 1, 5 jaar • De opleiding streeft ernaar voortijdige uitval zo veel mogelijk te beperken tot het eerste jaar van inschrijving, zodat uitval na de propedeuse klein is. Voor de fase na de propedeuse streeft de opleiding naar 90 procent uitstroom met behaald diploma. Het beleid voor doorstroom, van de propedeutische naar de hoofdfase, en uitstroom is vastgelegd in de Opleidingsregeling. • De opleiding hanteert voor de propedeuse een bindend negatief studieadvies. Wie na een jaar een voorlopig afwijzend advies heeft gekregen en de propedeuse niet in twee jaar haalt, moet de opleiding verlaten. Dit laatste geldt niet als er sprake is van bijzondere omstandigheden, waardoor (nog) geen bindend negatief studieadvies gegeven kan worden. • Uit het zelfevaluatierapport blijkt dat het aantal instromende studenten rond de 100 schommelt. Het aantal ingeschreven studenten bedraagt de laatste jaren ruim 300. De opleiding voldoet daarmee aan haar streefnorm. • Van het cohort studenten van 2003-2004 heeft 54 procent de opleiding na vijf jaar met een diploma verlaten, 43 procent blijkt zonder diploma vertrokken te zijn. Van het cohort 2004-2005 heeft 48 procent na vier jaar de opleiding afgerond, 55 procent na vijf jaar.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
39/57
•
•
•
37 Procent heeft de opleiding zonder diploma verlaten. De opleiding voldoet hiermee niet aan haar streefnorm. De gemiddelde studieduur van afgestudeerden bedraagt 3,66 jaar en van uitvallende studenten 2,45 jaar. In het eerste geval voldoet de opleiding aan haar streefnorm, in het tweede geval niet. De opleiding hoopt het opleidingsrendement te vergroten door de volgende genomen maatregelen: - de oriëntatie op studie en beroep wordt nadrukkelijker bij de voorlichting en intake te betrokken; - de inhoud van de oriëntatiemodules is herzien, zodat de student bewuster zijn majorspecialisatie kan kiezen; - de op de beroepspraktijk gerichte majorspecialisaties zijn geactualiseerd in studiejaar drie en vier in samenhang met aanpassing van de studieloopbaanbegeleiding; - er is een verplichte taalcursus Engels voor buitenlandse studenten die het Nederlands of Engels niet voldoende beheersen. Het panel komt tot het oordeel voldoende op grond van het feit dat de opleiding nog niet aan haar streefcijfers voldoet, maar wel probeert door gerichte maatregelen het rendement te verbeteren.
40/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
Deel C: Bijlagen
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
41/57
Bijlage 1:
42/57
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
43/57
44/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
45/57
46/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
Bijlage 2:
Deskundigheden panelleden opleiding Muziek, Hogeschool Zuyd
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X
X
Onderwijsdeskundigheid
X
X
X
X
Studentgebonden deskundigheid
Visitatiedeskundigheid
Panellid NQA: Mevrouw drs. P. Göbel
Panellid: De heer M. Prchal
Relevante werkvelddeskundigheid
Panellid student: De heer P.F.D. Boons
Panellid: Mevrouw P.F.P.C. de Groote
Deskundigheid cf. Protocol VBI’s
X
X
X
X
Nadere informatie over de achtergronden van de panelleden:
Panellid mevrouw P.F.P.C. de Groote Mevrouw De Groote is ingezet vanwege haar domeindeskundigheid. Zij is op dit moment hoofd van en lector aan het Koninklijk Conservatorium van de Artesis Hogeschool Antwerpen. Zij heeft veel ervaring, zowel in lesgeven als in coördinatie van voorstellingen en opleidingscurriculae. Mevrouw De Groote heeft bijdragen geleverd aan tijdschriften als Forum, OVSG-nieuws en Tijdschrift Jeugd & Dans. Zij heeft uit opleiding en werkervaring kennis van de accreditatiesystematiek en is actief op het vlak van kwaliteitszorg als extern deskundige voor Dans bij de doorlichtingen van het DKO sinds 2003 en als lid van internationale visitatiecommissies voor opleidingen Dans, Muziek en Drama. Voor NQA heeft zij deelgenomen aan verschillende visitatiepanels, voor deze visitatie is zij aanvullend individueel geïnstrueerd.
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
47/57
Opleiding: 1980 – 1985 1985 – 1987 1991 – 1993 1994 – 1995 1995 – 1999 1999 – 2001
Rijksuniversiteit Gent: Burgerlijk ingenieur - Natuurkunde Rijksleergangen voor Danspedagogie Antwerpen: Leraar klassieke dans en bewegingsleer Hoger Instituut voor Dans en Danspedagogie Antwerpen, later Lier: Dansmeester Hoger Instituut voor Dans Lier: Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap Graduaat dans Universiteit Gent: Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap, Licentie Kunstwetenschappen – Theater Universiteit Gent: Doctoraat Kunstwetenschappen
Werkervaring: 1986 – 1998 Danseres en soliste in Compagnie Aimé de Lignière, in meer dan 50 creaties vanaf 1991 Dansmeester voor Compagnie Aimé de Lignière, het HID, KJT, NTG, Jeugd en Dans en losse producties 1987 – 1990 Docent Algemene Artistieke Bewegingsleer, Klassieke dans, Artistieke Training en Dans en Muziek) aan de Akademie voor Muziek, Woord en Dans van Gent 1988 – 1991 Leraar Klassieke basistechniek, Placement, Dansnotatie, Dansanalyse, Didactiek Klassieke dans, Stagebegeleiding, Productiepraktijk, Dansgeschiedenis, Hoger Instituut voor Dans 1997 – 1999 Gastdocent voor studiedagen en bijscholing georganiseerd door Jeugd en Dans en het OVSG 1999 – 2001 Mentor in het Orpheusinstituut (Posthogeschoolvorming-Muziek) vanaf 1999 Gastprofessor (Dansgeschiedenis) in de specialisatieopleiding (nu ManaMa) Theaterwetenschap aan de Universiteit Antwerpen 1990 – 1995 Ondervoorzitter en later voorzitter van het Pedagogisch College van het Hoger Instituut voor Dans 1997 – 2001 Algemeen coördinator Hoger Instituut voor Dans 1999 – 2002 Coördinator Kwaliteitszorg van het Departement Dramatische Kunst, Muziek en Dans van de Hogeschool van Antwerpen 2001 – heden Departementshoofd Koninklijk Conservatorium (vroeger Departement Dramatische Kunst Muziek en Dans), van de Artesis Hogeschool Antwerpen 2008 – heden Vice-president van de Association Européenne des Conservatoires
De heer M. Prchal De heer Prchal is ingezet als panellid vanwege zijn domeindeskundigheid, zijn onderwijsdeskundigheid en zijn auditdeskundigheid. De heer Prchal heeft een ruime ervaring in het werkveld als musicus. Over onderwijsdeskundigheid beschikt hij door zijn ervaring in verschillende functies als coördinator en beleidsmedewerker bij de HKU en Conservatoria in Den Haag en Groningen. In zijn huidige functie van directeur van de Europese Vereniging van Conservatoria (AEC), dat een Europees evaluatiekader voor conservatoria heeft ontwikkeld, heeft hij auditdeskundigheid opgedaan bij diverse evaluaties en accreditaties in binnen- en buitenland. Voor deze visitatie is de heer Prchal aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.
48/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
Opleiding: 1972
Eerste cellolessen bij vader Jiří Prchal op de Gemeentelijke Muziekschool te Leeuwarden 1982 – 1985 Vooropleiding cello op Muziekpedagogische Academie te Leeuwarden. Leraar: Marius van Delden. 1979 – 1985 Stedelijk Gymnasium Leeuwarden: diploma Gymnasium A (gemiddeld cijfer: 8). 1985 – 1986 Studie aan de Virginia Commonwealth University in Richmond, Virginia (U.S.A). Hoofdvak cello bij Prof. František Smetana. 1986 – 1990 Studie aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, faculteit muziek. Hoofdvak cello bij Elias Arizcuren. Juni 1990 Examen Docerend Musicus (cijfer: 10) 1986 – 1992 Diverse (zomer)cursussen cello en kamermuziek in binnen- en buitenland bij Heinrich Schiff, Karine Georgian, Lynn Harrell, Miloš Sádlo, Dimitri Ferschtman, Josef Chuchro, William Pleeth, Milan Škampa, Orlando Cole, Saša Večtomov, Jascha Brodsky, Yehuda Hanani, Eli Goren, Viktor Liberman, Zvi Maschkovski, Philip Hirschhorn en Charles-André Linale. 1990 – 1992 Studie aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, faculteit muziek. Hoofdvak cello bij Elias Arizcuren. Juni 1992 Examen Uitvoerend Musicus (cijfer: 9) 1990 – 1993 Studie aan de Rijksuniversiteit Utrecht, Faculteit der Letteren, studierichting muziekwetenschap, specialisatie kunstbeleid en -management. 1992 – 1994 Vervolgstudie cello bij William Pleeth in London mogelijk gemaakt door een VSBbeurs. Augustus 1993 Doctoraalexamen ‘met veel genoegen’ muziekwetenschap aan de Rijksuniversiteit Utrecht, specialisatie kunstbeleid en -management. Onderwerp doctoraalscriptie: "Europa en het Muziekvakonderwijs: tijd voor veranderingen? - EGonderwijsprogramma’s en het muziekvakonderwijs". Werkervaring: 1986 – 1992 Optredens als solist met (semi-)professionele orkesten in celloconcerten van Dvořak, Haydn, Saint-Saëns, Martinů and Boccherini 1991 – 1992 Student-assistent internationale betrekkingen faculteit muziek, Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. 1992 – 1998 2e cellist van het ‘European Union Chamber Orchestra’. Tournees door Europa, ZuidAmerika, Azië en Afrika. 1992 – 1999 Medewerker internationale betrekkingen faculteit muziek, Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU). In deze functie nauw betrokken bij de coördinatie van diverse projecten in de Europese uitwisselingsprogramma’s SOCRATES, ERASMUS en TEMPUS. 1995 – 1999 Cellist in ‘Salzburg Chamber Soloists’. Concerten in diverse Europese landen. 1996 – 1999 Coördinator Afdeling Jong Talent, Faculteit Muziek HKU 1999 – 2001 Beleidsmedewerker internationalisering Noord Nederlands Conservatorium Groningen 1999 – 2001 Beleidsmedewerker internationalisering Koninklijk Conservatorium Den Haag 1999 – 2002 Coördinator Voorziening voor Excellerende Jonge Musici Koninklijk Conservatorium Den Haag 2001 – heden Directeur van de AEC (Europese Vereniging van Conservatoria – www.aecinfo.org)
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
49/57
Diversen: • Lid bestuur OAQ (Zwitsers accreditatieorgaan) • Institutional Auditor QAA (Groot-Brittannië) • Oprichter ‘AEC Institutional and Programme Review Scheme’ • Lid expert panels in diverse Europese landen • Lid Steering Group EUA-project ‘Quality Assurance in a Higher Education Change Agenda – QAHECA’ • Observer accreditatieprocedures in de US door de National Association of Schools of Music • Artikel ‘Quality Assurance and Accreditation in the European Higher Education Area: Music as a Case Study’ gepubliceerd in publicatie European Quality Assurance Forum 2007
De heer P.F.D. Boons De heer Boons is ingezet als studentpanellid. Hij is derdejaars conservatoriumstudent Klassiek Contrabas en heeft een groot deel van de minor onderwijskunde gevolgd, welke specifiek gericht is op les geven in muziek. Naast zijn studie is de heer Boons voorzitter van de opleidingscommissie. Hij is representatief voor de primaire doelgroep van muziekopleidingen en beschikt over studentgebonden deskundigheden met betrekking tot de studielast, de onderwijsaanpak, de voorzieningen en de kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein. Voor deze visitatie is de heer Boons individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1996 – 2001 2001 – 2005 2005 – 2006 2006 – heden
VWO, Theresialyceum Tilburg TU/e Scheikundige technologie, propedeuse gehaald Fontys Conservatorium, Vooropleiding Contrabas Klassiek Fontys Conservatorium, Contrabas Klassiek
Werkervaring: 2004 – 2005 TU/e Spinoza instituut 2007 – heden Voorzitter Opleidingscommissie Fontys Conservatorium
Mevrouw drs. P. Göbel Mevrouw Göbel is ingezet als NQA-auditor. Zij heeft ruime ervaring met visiteren in bijna alle sectoren van het hbo. Ze heeft bij Lloyd’s auditcursussen gevolgd. Verder heeft zij twintig jaar ervaring met ontwikkelen van onderwijsprogramma’s, lesgeven en beoordelen van studenten en met management in het hoger beroepsonderwijs in uiteenlopende sectoren. Opleiding: 1971 – 1976 1976 – 1979
Tweedegraads lerarenopleiding: Nederlands en Engels Rijksuniversiteit Utrecht, Nederlandse taal- en letterkunde
Werkervaring: 1980 – 1993 Docent taalbeheersing bij de sector Economie Saxion Hogeschool Enschede 1987 – 1993 Studentendecaan en vertrouwenspersoon bij de sector Economie Saxion Hogeschool Enschede 1993 – 1995 Studentendecaan en vertrouwenspersoon bij de sectoren Welzijn en Arbeid, Lerarenopleiding Basisonderwijs en Conservatorium
50/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
1994 – 1997 1997 – 2000 2000 – 2004 2004 – heden
Directeur van het instituut Welzijn en Arbeid bij de Saxion Hogeschool Enschede Projectleider bij de afdeling Onderwijszaken van de Saxion Hogeschool Enschede Medewerker kwaliteitszorg bij de HBO-raad Auditor NQA
Overig: 2006 – heden lid hoofdbestuur VVAO
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
51/57
Bijlage 3:
Bezoekprogramma
Opleiding Docent Muziek: woensdag 3 juni; Locatie Franciscus Romanusweg 90 (dependance), Opleiding Muziek: donderdag 4 juni Locatie Bonnefantenstraat 15 (hoofdgebouw) Tijd
Doelgroep
Muziek – donderdag 4 juni
09.00-11.00
Visitatiepanel
11.00-11.45
Opleidingsmanagement
11.45-12.30
Studenten
Ontvangst en materiaalbestudering Harrie van den Elsen (directeur) Jan Rademakers (hoofd onderwijs) Jan Formannoy (hoofd jazz/pop) John Slangen ( hoofd klassiek Jazz/pop Stien Carlier (saxofoon 1) Theo Kosmidis (gitaar 2) Jacobs Ruud (piano 3) Sven Heinze (componeren/arrangeren 4) Klassiek: Janne Sars ( viool 1) Jean Hommel (contrabas 2) Anna Zhitnukhinu (fluit 3) Jaime Domenech (cello 4) Dianna Estaban (hoorn 4 en piano 4) Martine Wijers (viool 4 en piano 2)
12.30-13.15
Lunchpauze
13.15-14.00
Docenten
Jazz/pop: Sabine Kühlich (zang) Joep van Leeuwen (gitaar) Luc Jakobs (muziektheoretische vorming) Frans Gulikers (studieloopbaanbegeleiding,cu ltureel ondernemerschap, creative art team) Klassiek: Ludo Claesen (koordirectie) Axel Everaert (solozang en opera)
52/57
Docent Muziek – woensdag 3 juni Ontvangst en materiaalbestudering Harrie van den Elsen (directeur) Jan Rademakers (hoofd onderwijs) Mark Rutten (hoofd docent muziek) e
Laurence Hendriks (1 j.) Twan Cox (1e j.) Elijah Versteegh (2e j.) Joyce Killaars (2e j.) Bart Verhagen ( 3e j.) Charlotte Franzen (3e j.) Eva van Eekeren (4e j.) Marsha Matton (4e j.)
Miriam Stuyts (orthopedagogiek en onderzoek) Jan Gooren (zang en cultuureducatie) Maria Speth (muziek en beweging, stage, studieloopbaanbegeleiding) Rob van den Berg (didactiek, stage, studieloopbaanbegeleiding) Luc Jacobs (muziektheoretische vorming) Frans Gulikers (gitaar,
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
14.00-15.00
Beroepenveld (inclusief eventueel alumni)
15.15-17.00
Examen kandidaten (bijwonen van 2 examens)
17.00-17.30 17.30-18.00
Opleidingsmanagement Visitatiepanel
Jan Ezendam (muziektheoretische vorming,lid kenniskring, roosterplanning) Carlo Machione (gitaar) Andre Seerden (methodiek, stage, kamermuziekcoördinatie) Peter Steyvers (hobo) Richard Loomans (Opera Zuyd) John Floore (voormalig directeur Limburgs Symponie Orkest) Jan Tuinstra (muziekschool directeur Kumulus) Heleen van Rosmalen (VocoValuas College Venlo) Wim Smeets (Maastricht, poppodium Muziekgieterij) Jean Pierre Poesen (Bilzen België, Cultureel centrum de Kimpel) Jean Haesen (Jazz Maastricht) Jazz/pop: Locatie: dependance concertzaal Joël Heyard (drums) Klassiek: Locatie hoofdgebouw Willem Hijstekzaal Ioana Tautu (zang) 2e gesprek en terugkoppeling Afsluitend paneloverleg
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
cultureel ondernemerschap) Wim Vluggen (koordirectie)
Martin Gerards (muziekdocent VMBO/HAVO) Frans Feron (hoogleraar neuropsychologie en GGDarts) Felix Havenith (muziekdocent HAVO en internationale projecten) Dieke Ruwhof (Theatergroep Het Vervolg) Sielke Smeets (muziekdocent mytylschool Franciscusoord) Bart Verbeek ( muziekdocent)
Ango Hofmans (totale portfolio van zijn studie)
2e gesprek en terugkoppeling Afsluitend paneloverleg
53/57
54/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
Bijlage 4:
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
Titel Opleidingsprofiel Muziek, HBO raad, 2002 Koppeling van de eindkwalificaties, de programmaonderdelen klassiek en jazz/pop i/v en de onderwijsvormen AEC Polifonia- Dublindescriptoren en Learning Outcomes Nederlandse Conservatoria, Visie, Missie en Strategie, HBO-raad Netwerk Opleiding Muziek,2008 Alumnibeleid Conservatorium Maastricht 2009-2013 Alumni-onderzoek opleiding Muziek, IOWO 2008 Overzicht van de relatie eindkwalificaties en leerdoelen- AEC Polifonia Dublindescriptoren Overlegverslagen Conservatorium Maastricht – Directeurenoverleg Culturele en Kunstzinnige vorming Limburg 2008 Opleidingscommissie Werkveldcommissie Muziek, inclusief de overlegverslagen van 2007-2009 Personeelsmonitor Hogeschool Zuyd 2007, Conservatorium Maastricht Opleidingsregeling Muziek 2008/2009 Programmabeschrijving opleiding Muziek 2008-2009 Documentatiemap Conservatorium Maastricht 2006/2007 en 2007/2008 (ter inzage) Portfolio-overzicht medewerkers opleiding Muziek 2008/2009, inclusief docentenlijst Personeelsplan Conservatorium Maastricht 2008-2012 Gastdocentenbeleid Conservatorium Maastricht inclusief gastdocentenoverzicht 2008/2009 Jaarevaluatie studenten opleiding Muziek, IOWO 2008 Stage-evaluatie studenten opleiding Muziek, IOWO 2008 Studentenmonitor Hogeschool Zuyd 2008, Conservatorium Maastricht, opleiding Muziek Brochure Conservatorium Maastricht (ter inzage) Studieloopbaanbegeleiding opleiding Muziek, 2008 EVC-beleid Conservatorium Maastricht Onderwijsvisie, didactisch concept, curriculumstructuur en toetsbeleid van de opleiding Muziek Protocol functionerings- en beoordelingsgesprekken Hogeschool Zuyd Handleiding Kwaliteitszorg 2008-2012 Update Internationaliseringsbeleid 2006-2010 Conservatorium Maastricht Kennisontwikkeling Jaarverslagen examencommissie 2005/2006, 2006/2007 en 2007/2008
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
55/57
56/57
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
Bijlage 5:
Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
Het domeinspecifieke referentiekader is te vinden op de website van de HBO-raad: www.hbo-raad.nl
© NQA - visitatie Hogeschool Zuyd, hbo-bacheloropleiding Muziek (vt/dt/du)
57/57