VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 36 NUMMER 1 15 januari 2010
Website volledig vernieuwd Foto: Jan van Teeffelen
Het is zover: de website van het UMC St Radboud is volledig vernieuwd. Op 21 januari wordt de nieuwe site gelanceerd. Vooral voor patiënten is informatie veel sneller en makkelijker te vinden. Daarnaast biedt de site tal van nieuwe functionaliteiten. En uiteraard is de uitstraling stevig opgefrist. G i j s M u nn i c h s
De nieuwe website haakt in op de trend dat patiënten steeds meer vóór het ziekenhuisbezoek informatie opzoeken op het internet. De site is daarom afgestemd op het zoekgedrag van de gebruiker. ‘Op de oude site moest je als patiënt eindeloos zoeken naar informatie’, zegt ICT-adviseur Mark de Bruin. ‘Nu kun je zoeken op ziektebeeld, op afdeling, op behandeling of op het onderzoek dat je krijgt. Iemand met een huidaandoening kan de afdeling Dermatologie nemen als vertrekpunt, maar ook zoeken op bijvoorbeeld de aandoening psoriasis. Mensen komen zo veel sneller bij de informatie terecht die voor hen belangrijk is.’
Digitale visitekaartje Op het nieuwe digitale visitekaartje van het UMC St Radboud krijgen alle klantgroepen de informatie aantrekkelijker aangeboden. De website bestaat uit drie delen: zorg, onderwijs en research. Het zorgdeel bevat alle informatie van de afdelingen voor patiënten. ‘De teksten zijn volledig vernieuwd en in
Pagina 4 Nieuwjaarstoespraak: Grijp uw kansen
Pagina 5 Radboudpenning voor René Bindels
heldere, begrijpelijke taal geschreven’, vertelt communicatieadviseur Kyonne Leyser. ‘Mooi kleurgebruik en actuele foto’s helpen om de informatie goed over te brengen. Ook zullen er steeds meer video’s op worden vertoond. Verder zijn de testimonials nieuw, waarin te lezen is welke ervaringen patiënten hebben in het Radboud. Het Kinderziekenhuis heeft een eigen ‘look and feel’ gekregen. Kinderen kunnen bijvoorbeeld via 360-graden-beelden alvast een kijkje nemen in het ziekenhuis.’ Bij de ingang ‘onderwijs’ vind je het complete opleidingsaanbod voor studenten, medici, verpleegkundigen en paramedici. Onder ‘research’, het Engelstalige deel van de site, presenteren de onderzoeksinstituten zich. Ook andere doelgroepen worden bediend op de website. Zo zijn er speciale links voor verwijzers en journalisten. ‘Bepaalde bezoekersgroepen kunnen via de site op een afgeschermd deel komen’, zegt ICT-adviseur Krijn Schuurman. ‘Straks kunnen bijvoorbeeld huisartsen en andere verwijzers zo bij specifieke informatie terecht. Ook biedt de nieuwe website toegang tot de (toekomstige) digitale poli’s.’
Nooit af De productgroepen ICT en Communicatie hebben samen de nieuwe site opgezet. ‘De website is echter nooit af’, zegt Leyser. ‘De basis ligt er om het komende jaar de vernieuwingen verder uit te rollen. Dit kunnen tools zijn om meer interactie met patiënten te krijgen, zoals discussieplatforms of enquêtes.’ Ook wordt de site in de nabije toekomst gekoppeld aan diverse sociale media. Zo zijn nu al via YouTube en iTunes video’s en vodcasts te bekijken van het Radboud. Ook beschikte het Radboud als een van de eerste ziekenhuizen over een eigen twitteraccount, dat de meeste volgers heeft van de twitterende UMC’s. n
Pagina 8 Fietsen in je slaap
Pagina 13 Filmgesprekken menslievende zorg
3QHEXLIXSQ QIRWIRKEEX ‘Elkaar zien staan’ is een initiatief van de Werkgroep
radb o d e 1 - 2 0 1 0
inhoud 3
10
Beleid Klachtenbemiddeling Loes Velzeboer en Paula van der Sande zijn 4 januari begonnen als nieuwe klachtenbemiddelaars. Zij gaan klachten minder formeel en klantvriendelijk aanpakken.
5
Interview Radboudpenning voor prof. René Bindels Behalve een toponderzoeker op het gebied van de werking van de nier, is Bindels ook een veel gevraagde (en gewaardeerde) voorzitter van tal van overlegorganen.
7
8
agenda
Patiëntenzorg Verpleegafdeling A10 door de molen Op verpleegafdeling A10 (Cardiothoracale Chirurgie en Longziekten) is het afgelopen jaar ongeveer alles wat er gebeurt tegen het licht gehouden. ‘Een aanrader voor andere afdelingen’, vindt hoofdverpleegkundige Jolanda ter Sluysen.
Reportage Fietsen in je slaap Een aantal patiënten op de Intensive Care van het UMC St Radboud wordt vroeg gemobiliseerd, zelfs als zij in diepe slaap zijn en nog aan de beademing liggen. Goed voor de spieren en het brein.
OECU M E N ISCHE VIE R I N G E N 10.00 uur personeelsrestaurant: zondag 17 januari, voorganger Richart Huijzer, zondag 24 januari Ans Bertens en zondag 31 januari Els Groeneveld.
Onderzoek Jonge Academie KNAW Joost Hoenderop (Fysiologie) is onlangs gekozen tot nieuw lid van de Jonge Academie van de KNAW. Mihai Netea loopt er al een tijdje mee: ‘Het lidmaatschap is een enorme verrijking.’
15
PAOG-Heyendael Voor nadere info: www.paogheyendael.nl.
18 en 19 februari Cursus ‘Revalidatie bij gewrichtsziekten, klinisch onderzoek bewegingsapparaat’, bestemd voor revalidatieartsen en revalidatieartsen in opleiding.
19 februari
Opinie Obducties Willeke Blokx en Peter Bult van Pathologie vinden dat behandelend specialisten en dienstdoende artsen bij overlijden nabestaanden vaker toestemming moeten vragen voor een obductie.
En verder... Agenda Nieuwsladder Samen maken we het Radboud veiliger Het moment In bedrijf, ingezonden Ethiek Bacteriekweken nu volautomatisch, prijzen/benoemingen Snel beslissen bij ernstige traumapatiënten Mensen, IM Toon Berns HRM info Radbode-debat: Raymond Koopmans versus Anouchka van Miltenburg
2 3 4 5 6 7 11 13 14 15 16
Aanvang cursusreeks ‘Gedragskunde bij dementie’, bedoeld voor psychologen, ergotherapeuten, verplegenden, verzorgenden en activiteitenbegeleiders. Plaats: campus UMC St Radboud. Inschrijven voor 5 februari.
12 maart Workshop ‘mediastinale lymfeklier diagnostiek’. Een interactief en praktisch gericht programma met live casus demonstraties en ‘hands on’ workshop, bestemd voor longchirurgen, cardiothoracaal chirurgen en longartsen. Plaats: CWZ en afdeling anatomie van het UMC St Radboud. Inschrijven voor 14 februari.
Sectie Bijscholing, Radboud Zorgacademie Sectie Bijscholing van de Radboud Zorgacademie verzorgt bij- en nascholing voor medewerkers van het UMC St Radboud en voor externe klanten. Informatie scholingsaanbod: www.umcn.nl/sv, kies ‘Bijscholing’ en daarna ‘Scholingen’.
12 februari (module 2) Scholing ‘Ziekenhuisbrede basisscholing voor werkbegeleiders’ over alle ins en outs van het begeleiden van studenten van initiële opleidingen. Bestemd voor (verpleegkundig) werkbegeleiders. Sluitingsdatum: 4 weken voor start scholing.
OVE R I G
kunst
18 januari NCMLS Seminar ‘Angiogenesis in rheumatoid arthritis: focus on a novel endothelial antigen’. Sprekers: Prof. Alisa Koch, Frederick G.L. Huetwell en William D. Robinson, M.D. Professor of Rheumatology, University of Michigan Medical School, Department of Internal Medicine, USA. Tijd: 15.00 tot 16.00 uur in de Colloquiumkamer op de 8e verdieping van het NCMLS gebouw, route 289. Informatie: www.ncmls.eu.
1 februari
Foto: Jan van Teeffelen
Het doet voor sommigen misschien enigszins onwennig aan zeven graffitiwerken (plus een groot dergelijk schilderij) in de Refter van het Studiecentrum Medische Wetenschappen aan te treffen, en dit niet voor eventjes maar bedoeld als aankleding van de ruimte. Aan dit laatste was al langer behoefte maar het is pas sinds de studenten van de Medische Faculteits Vereniging Nijmegen met een voorstel bij Cor de Haardt aanklopten dat er schot in de zaak is gekomen. Zij stelden graffiti als kunstvorm voor en droegen het collectief Graffitinetwerk uit Amsterdam aan om dergelijke aankleding te realiseren. De Commissie Beeldende Kunst werd erbij betrokken en zag er de kans in om dat ene grote graffitikunstwerk dat tot de UMC collectie hoort, van Quik, een zekere context te geven. Dat de studenten voor graffiti kozen, komt doordat het kunst is die relatief dicht bij hen staat. Niet de oorspronkelijke ruwe soms agressieve, illegale gespoten taferelen op alle mogelijke plekken in de openbare ruimte, maar de recentere creatieve variant die vrijheid,
daadkracht en multiculturaliteit uitstraalt en daarmee een ruime maatschappelijke acceptatie heeft gevonden. In de opdracht aan Graffitinetwerk werden zeven situaties waar de medische studenten mee te maken hebben, geformuleerd. Bijgevolg geven de zeven tableaus op canvas gespoten, uitdrukking aan de leefwereld van studenten – gaande van studie tot vertier. Het voordeel van Graffitinetwerk als collectief is dat in die groep diverse mensen zich hebben gespecialiseerd, de een in het vormgeven aan letters, de andere meer landschappelijk of architecturaal. En allen hebben ze een bijzondere kleurgevoeligheid ontwikkeld. Door hun hechte samenwerking weten zij aan de door hen gemaakte tableaus een optimale uitstraling te geven. De zeven graffitiwerken, gecompleteerd met Go Ahead, Be An Artist! werden op dinsdag 12 januari 2010 ingehuldigd. Daan Van Speybroeck
2
Engelstalige lezing ‘Ethics and palliative care for persons with dementia’, onderdeel van de Advanced European Bioethics Course ‘Suffering, Death and Palliative Care’ en de Erasmus Mundus Master of Bioethics programma. Spreker: Prof.dr. Julian C. Hughes, Consultant in Old Age Psychiatry and Honorary Professor of the Philosophy of Ageing, Northumbria Healthcare NHS Trust and the Institute for Ageing and Health, Newcastle University, UK. Tijd: 17.30 – 18.45 uur, Lammerszaal, route 86. Bijwonen van de lezing is gratis, aanmelden verplicht:
[email protected] of 024-3615320.
8 februari NCMLS Seminar ‘The role of inflammation in betacell loss in type 1 diabetes’. Spreker: Prof. Decio Eizirik, Laboratory of Experimental Medicine, Medical Faculty, University Libre de Bruxelles (ULB), Belgium. Tijd: 12.00 tot 13.00 in de Colloquium kamer op de 8e verdieping van het NCMLS gebouw, route 289. Informatie: www.ncmls.eu.
10 februari Scholingsavond met als thema ‘Kindertraumatologie’. Tijd:19.00-21.30 uur. Plaats: Auditorium (route 296). Deelname is gratis, inschrijving noodzakelijk. Informatie www.azo.nl.
radb b eleid ode 1 - 2010
Klachtenbemiddeling: minder formeel en klantvriendelijk Loes Velzeboer en Paula van der Sande zijn 4 januari begonnen als nieuwe klachtenbemiddelaars en er komt binnenkort nog een derde persoon bij. Zij gaan de klachtenbemiddeling laagdrempeliger en klantvriendelijker aanpakken. Patiënten met een klacht kunnen tijdens kantooruren voortaan vrijwel direct in contact komen met één van de klachtenbemiddelaars.
nieuwsladder Symposium Acute Zorg Anders Acute Zorgregio Oost organiseert op 11 maart het symposium Acute Zorg Anders voor onder meer meldkamercentralisten, ambulanceverpleegkundigen, SEH-, CCU- en MMT-verpleegkundigen en verloskundigen. Het symposium geeft een dwarsdoorsnede van het werkveld en nieuwe inzichten en methodes om de acute zorg te verbeteren. Twee presentaties, over de aanslag in Apeldoorn en over tv-programma’s rond acute zorg, verdienen spe ciale aandacht. Drie betrokken hulpverleners vertellen over hun ervaringen bij de aanslag op het Koninklijk Huis. De presentatie over de ‘camera aan de brancard’ behandelt vragen zoals: zijn deze programma’s ethisch verantwoord, belemmert de camera de zorg en wat is de meerwaarde van deze ‘gluurcultuur’? Ethicus Gert Olthuis en programmamaker Alberto Stegeman (Radboud Spoed, Undercover in Nederland) laten ieder hun kant van het verhaal zien. Info en inschrijving voor het symposium: www.azo.nl/symposium.htm.
Grote Gift voor Energy4All
De nieuwe klachtenbemiddelaars Paula van der Sande (links) en Loes Velzeboer: ‘Medewerkers ervaren klachten vaak als lastig, terwijl je er juist voor moet openstaan.’ Foto: Frank Muller
Jann i e M e u s s e n
‘Ik was hier net een dag binnen, toen een medewerker van het Voorlichtingscentrum mij belde dat er een enorm boze man aan de balie stond. Een dag later zat ik met deze patiënt en zijn hulpverlener aan tafel. Na het gesprek was de lucht geklaard en schudden ze elkaar de hand’, zegt de nieuwe klachtenbemiddelaar Paula van der Sande. ‘Door betrokken partijen snel bij elkaar te brengen is het probleem vaak al opgelost. Patiënten willen vooral dat we hen serieus nemen en dat we naar hen luisteren.’ ‘We benaderden de klachtenafhandeling te procedureel’, vertelt Wilma Boeijen, directeur van het Instituut Waarborging Kwaliteit en Veiligheid (IWKV). ‘Mensen moesten een brief schrijven. Telefonisch contact zoeken mocht alleen bij dringende zaken, zo stond het in de voorlichtingsfolders. Het aantal van 250 klachten op jaarbasis is weinig in vergelijking met andere ziekenhuizen. Geen bewijs dat we het goed doen, maar dat de drempel hier hoog ligt om onvrede te uiten.’ ‘En dat is jammer’, vult Van der Sande aan, ‘want patiënten gaan ontevreden naar huis en uiten dat in hun omgeving. Als zij de klacht wél hadden uitgesproken, hadden de betrokken zorgverleners er bovendien iets van kunnen leren. En bij zichtbare trends in klachten kan het tot een verbeterslag voor de hele organisatie leiden.’
Kennismakingsronde De nieuwe klachtenbemiddelaars zijn begonnen met een kennismakingsronde met afdelingshoofden. ‘Maar we willen ons gezicht straks vaker laten zien op afdelingen. Medewerkers ervaren klachten vaak als lastig, terwijl je er juist voor moet openstaan. Dan kun je het handelen immers verbeteren. In de vorige ziekenhuizen waar ik werkte, legden wij casussen voor tijdens afdelingsoverleggen. Daarop volgden vaak boeiende discussies’, vertelt Van der Sande. ‘Dat willen we hier introduceren. En we gaan ook participeren in de opleiding aan bijvoorbeeld studenten en arts-assistenten.’ Daarnaast benadrukt Velzeboer het belang van een goede registratie. Niet voor niets zijn de klachtenbemiddelaars ondergebracht bij de sectie Patiëntgerichtheid van het IWKV. ‘Het uiteindelijke doel is natuurlijk de kwaliteit en veiligheid van de zorg te verbeteren. Door goed te registreren worden trends zichtbaar. Door ze te koppelen aan informatie uit bijvoorbeeld de interne audits en de bevindingen uit de Decentrale Incidenten Meldingen (DIM) van afdelingen, kun je komen tot verbeteracties.’
Ruime ervaring De nieuwe klachtenbemiddelaars nemen ruime ervaring mee. Voor Paula van der Sande is het Radboud een thuiskomen. Ze werkte hier 15 jaar geleden nog als stafmedewerker Medische Zaken. Daarna heeft ze in diverse ziekenhuizen in het land gewerkt als klachtenbemiddelaar en was ze voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Klachtenfunctionarissen in de Gezondheidszorg. ‘Eenderde van de klachten gaat veelal over zorginhoudelijke zaken, eenderde over bejegening en communicatie en eenderde over organisatorische problemen. Vaak heeft het te maken met bedrijfsblindheid. In het vorige ziekenhuis waar ik werkte, kwamen bijvoorbeeld veel klachten binnen vanuit de afdeling Kortdurende opnamen. Patiënten voelden zich een nummer, vonden de bejegening te zakelijk. Het was een eyeopener voor de medewerkers. Die dachten: “De patiënt is hier zo kort, daar kunnen we geen relatie mee opbouwen.” Met relatief eenvoudige aanpassingen was het probleem uit de wereld.’ Klachtenbemiddelaar Loes Velzeboer komt uit de hotelwereld. ‘Het Radboud wil klant- en servicegerichter werken. Daar is in de hotelbranche veel aandacht voor. Die ervaring willen we meer vertalen naar de zorgsector.’ ‘Niet alleen patiënten maar ook hulpverleners mogen een beroep op ons doen’, benadrukt Velzeboer. ‘Stel dat ze een moeilijk gesprek hebben met een ontevreden patiënt waar ze enorm tegen opzien. Zorgverleners worden steeds vaker intimiderend benaderd. Wij kunnen tijdens zo’n gesprek aanschuiven. We hebben meer afstand en sturen de wijze van vragen stellen zo, dat de kern ook daadwerkelijk wordt geraakt. Wij maken een kort verslag van elk gesprek en sturen dit naar zowel de zorgverlener als de klager. En dat willen we sneller gaan doen, niet binnen drie maanden maar in maximaal zes weken.’ ‘In de Kerstvakantie begonnen we te “piepen” toen mijn dochter en ik met twee volle tassen de Bijenkorf uitliepen’, vertelt Boeijen. We werden meegenomen naar een zijkamertje, mijn dochter had het schaamrood op de kaken staan. Van één kledingstuk was de beveiligingsclip niet verwijderd. Met een “sorry voor het ongemak” zaten we even later aan een gratis kop koffie, Fanta en gebak in het restaurant. Dát is klantvriendelijk, dacht ik. Daar zouden wij van kunnen leren.’ n
3
De Stichting Energy4All is de winnaar geworden van de Grote Gift (50.000 euro) van het 3M fonds. De stichting helpt kinderen met een stofwisselingsziekte. Maar liefst 84 goede doelen hadden zich aangemeld. Energy4All is dolgelukkig met het geldbedrag. ‘Met de 50.000 euro wordt een extra impuls gegeven aan het onderzoek naar een medicijn voor kinderen met een energiestofwisselingsziekte’, aldus prof.dr. Jan Smeitink van het UMC St Radboud en leider van het onderzoeksprogramma.
5 mei Eens per vijf jaar is 5 mei een nationale feestdag. De overheid heeft hier aan toegevoegd dat het aan de CAO partijen is of dat ook een vrije dag is. In onze CAO, CAO UMC, is bepaald dat 5 mei géén vrije dag is. Zie artikel 6.1, lid 3 van de CAO. De Raad van Bestuur heeft 5 mei 2010 ook niet als vrije dag aangewezen (wel de vierdaagse vrijdagmiddag). Op het bedrijfsportaal staat meer informatie over de collectieve vrije dagen/feestdagen, onder: Services, Feestdagen en collectief vakantieverlof.
Prijswijziging restaurants, koffiecorners Met ingang van 1 januari 2010 zijn de (personeels) prijzen van het restaurant, de koffiecorners, de brug en de catering met 8 procent verhoogd. De verhoging is conform de jaarlijkse CBS prijsindex voor bedrijfskantines. De afleverkosten blijven gelijk aan die van 2009: 15,00 euro. De prijs van een warme maaltijd is nu 3,32 euro (was 3,07 euro). Meer informatie: zie onder mededelingen bedrijfsportaal.
b e l e i d
Grijp uw kansen De nieuwjaarsreceptie van vorige week bracht opnieuw veel mensen op de been. Medewerkers die even na vieren dachten nog een plekje te veroveren in het Auditorium hadden het mis: de zaal zat al vroeg stampvol. Maar desondanks was voor de “buitenwacht” de speech van de voorzitter van de Raad van Bestuur te volgen op grote videoschermen. In zijn nieuwjaars toespraak gaf Emile Lohman een gevarieerd beeld van het Radboud anno 2009, waarin hij de vele positieve ontwikkelingen benoemde, maar ook de moeilijke kanten niet onbesproken liet.
N e l l e k e D i nn i s s e n
Begint Emile Lohman zijn speech met een weemoedig tintje, direct daarna bewierookt hij de schoonheid van het werken in een ziekenhuis: ‘Heilige grond, waar gevochten wordt tegen mensonterende pijn en waar tegen de dood wordt ingeleefd. Dit is een huis van mensen, vóór mensen.’ Vervolgens bezingt hij de lof over menslievendheid, een begrip dat in het Radboud steeds meer gemeengoed wordt. Hij meent dat iedere medewerker hieruit zijn inspiratie moet putten en dat het een kernwaarde moet zijn waarop de cultuur van het Radboud gestoeld moet zijn en waarop alle veranderingen mogen worden getoetst. De voorzitter benoemt de vorderingen die gemaakt zijn in “Beter Worden”. Tegelijkertijd beseft hij welke risico’s een omvormingsproces met zich meebrengt. Hij doelt onder andere op de transitie van het Servicebedrijf en
Tijdens zijn nieuwjaarstoespraak benoemde Lohman de vele positieve ontwikkelingen, maar hij besprak ook de moeilijke kanten. Foto: Jan van Teeffelen de argumenten om dat in één keer te doen: ‘Wachten had kunnen leiden tot frustraties over tempoverlies en een nog langere periode van onzekerheid.’ Lohman bestempelt 2009 als een jaar waarin een flinke stap voorwaarts is gemaakt. En hij verwacht dat het hele veranderingsproces nog vóór de zomer kan worden afgerond, dankzij de tomeloze inzet van honderden medewerkers, die hij daarvoor dankt.
Hobbels
De nieuwjaarsreceptie werd druk bezocht.
Foto: Jan van Teeffelen
Hij spreekt openlijk over de tegenslagen en de pijnlijke hobbels die de Raad van Bestuur moest nemen: een aantal leidinggevenden moest immers hun mandaat inleveren. Lohman beseft dat dit voor onrust heeft gezorgd, maar vindt dat het begrip “onveiligheid” dat door medewerkers in de mond werd genomen niet past bij de zorgvuldigheid en de legitimiteit waarmee beslissingen zijn genomen. ‘Ik kan u oprecht verzekeren dat hier geen mensen onnodig uit hun functie worden gezet.’ Lohman laat ook het stoppen van de kinderhartchirurgie niet onbesproken. ‘Het heeft diepe wonden geslagen… Ik beschouw het als de grootste, ook persoonlijke, teleurstelling van de afgelopen drie jaar.’ Maar hij vindt ook dat we de hand in eigen boezem moeten steken en er lering uit moeten trekken. En natuurlijk komt ook de financiële paragraaf aan bod. 75 procent van het bedrijf is financieel gezond, maar er
moet nog wel wat gebeuren om dit het komende jaar zo te houden. Hij beklemtoont dat er geen sprake is van financiële rampspoed, afbraak en kaasschaven, maar dat er gerichte actie nodig is om de financiële positie van het Radboud te verbeteren. Vervolgens passeren alle successen en parels (erkenningen, prijzen, onderscheidingen en subsidies) de revue, en vanuit deze positieve geluiden drukt hij eenieder nog eens op het hart dat het Radboud een top universitair medisch centrum wil zijn, dat toonaangevend en vernieuwend is en daarvoor zal elke medewerker het lef moeten hebben zichzelf te bekritiseren. Lohman schudt ook de sombermannen nog even wakker, want wie pessimistisch is over zijn ontwikkelingskansen sluit zijn ogen voor de realiteit, want een academisch ziekenhuis heeft een schat aan mogelijkheden in zich. ‘Zie ze en grijp die kansen’, maant hij eenieder. Tot slot laat hij nog even doorklinken dat niemand meer om marktwerking heen kan. ‘Sta dus met beide benen op de grond en kijk naar buiten. Het zal nooit meer worden zoals het was.’ Hij rondt af met een lijst van initiatieven in 2009. De grote, maar ook de kleine projecten laat hij niet onberoerd. Een lijst waar hij zelf met bewondering naar heeft gekeken. ‘Wat hebben we ontzettend veel gedaan met z’n allen.’ n De hele toespraak kunt u vinden op intranet.
‘Samen maken we het Radboud veiliger’ Het UMC St Radboud is een open organisatie, die voor iedereen toegankelijk is. Als ziekenhuis moet en wil je dat zo houden. Toch blijkt dat er zich met enige regelmaat ongewenste voorvallen voordoen. Welke rol speelt de Beveiligingsdienst in het voorkomen hiervan? En welke rol heeft de medewerker zelf in de beveiliging van collega’s en patiënten?
G i j s M u nn i c h s
In ziekenhuizen kunnen zich allerlei onveilige situaties voordoen. Ongewenste personen kunnen op UMCterrein of in de gebouwen komen. Daarnaast kan personeel te maken krijgen met verbale en fysieke agressie, bedreiging of stalking. Ook vindt overlast plaats, zoals vandalisme, vechtpartijen, dronkenschap, maar ook verkeerd geparkeerde voertuigen. Tot slot worden er regelmatig spullen gestolen.
Vuistregels Momenteel voert het Radboud de campagne ‘Veiligheid. Onze gezamenlijke zorg’. In december kregen alle medewerkers een informatiefolder over beveiliging op de deurmat. Daarin staat ook wat medewerkers zelf kunnen doen om de veiligheid te bevorderen. ‘Als we met zijn allen deze vuistregels toepassen, wordt het Radboud een stuk veiliger. Voor onszelf en voor patiënten’, zegt Will Graven, stafmedewerker Beveiliging. ‘Onbedoeld sluipen er gedragspatronen in die onveilige situaties uitlokken. Juist die gewoontes moet je veranderen. Het is ieders verantwoordelijkheid dat onbevoegden niet in het UMC komen. Sluit alles goed af als je de werkplek verlaat. Laat spullen of gegevens van patiënten niet onbewaakt achter. Spreek collega’s erop aan als ze dat niet doen. Maar ook: draag je personeelsbadge als je in het UMC bent. Dan weten mensen dat ze met een medewerker van doen hebben.’ In de folder staan ook vuistregels voor beveiliging van informatie en brandpreventie. ‘Wat betreft het laatste: houd alle doorgangen vrij en plaats hier geen fietsen of spullen’, zegt Graven. Onlangs is het vernieuwde beleid over fysieke beveiliging vastgesteld. Een van de speerpunten is dat de beveiligingsdienst zich meer in huis gaat profileren. ‘Tijdens onze 24-uurs surveillancerondes zullen we steeds meer ín de gebouwen komen’, zegt Graven. ‘Op verzoek bezoeken we bepaalde locaties extra vaak, omdat daar meer bedreigende situaties zijn
4
gemeld. Daarnaast adviseren we ook hoe afdelingen zelf zorgen voor een veiligere omgeving. Op verzoek komen we tijdens het werkoverleg voorlichting geven.’
Signalerende functie Sinds 2007 vormt de meldkamer en de ambulante beveiliging samen de afdeling Beveiliging. In november 2009 is daar Sleutelbeheer (zij geven onder meer de sleutels uit van de gebouwen en autoriseren de personeelsbadges) bij gekomen. ‘Door onder één paraplu te werken, worden werkwijzen nog beter op elkaar afgestemd’, vertelt Graven. ‘Er is nu bijvoorbeeld één registratiesysteem om incidenten in te melden. Echt alles registreren we hierin: diefstal, dronkenschap, agressie, roken in gebouwen enzovoorts. Als zich ergens vaker incidenten voordoen, zullen we daar extra alert zijn.’ Medewerkers hebben zelf ook een signalerende functie. ‘Zie je bijvoorbeeld iemand die zich agressief of verdacht gedraagt, meld dat dan’, benadrukt Graven. ‘Er zijn twee telefoonnummers die elke medewerker moet weten. Het centrale alarmnummer (55555) voor onveilige situaties met een spoedkarakter (zoals agressie en brand). Binnen een paar minuten zijn we ter plaatse. En er is een algemeen beveiligingsnummer (19000) om niet-spoedeisende situaties te melden. Bij twijfel over een situatie, altijd bellen! Een veilig Radboud is immers onze gezamenlijke verantwoordelijkheid.’ n Informatie over de veiligheidscampagne, zie de button op intranet.
i radb nterview ode 1 - 2010
Radboudpenning voor René Bindels Tijdens de nieuwjaarsreceptie, vorige week donderdag, kreeg prof. René Bindels, hoogleraar Fysiologie, door de voorzitter van de Raad van Bestuur Emile Lohman de Radboudpenning overhandigd. Behalve een toponder zoeker op het gebied van de werking van de nier, is Bindels ook een veel gevraagde (en gewaardeerde) voorzitter van tal van overlegorganen. M ar t e n D o o p e r
Natuurlijk, het fundamentele onderzoek naar de werking van de nier en de vele nieuwe inzichten die dit heeft opgeleverd, heeft de groep van Bindels de afgelopen twee decennia regelmatig in het nieuws en aan de internationale wetenschappelijke top gebracht. Dat laatste werd vorig jaar onderstreept door het feit dat Bindels maar liefst drie zeer prestigieuze prijzen uit zijn vakgebied ontving, een ongekende prestatie. Hieronder in oktober de Homer W. Smith Award van de American Society of Nephrology, de hoogste eer die nieronderzoekers te beurt kan vallen. ‘Maar’, stelt Bindels, ‘minstens zo belangrijk vind ik het dat het ons in Nijmegen in de afgelopen jaren gelukt is een grote, goed draaiende afdeling Fysiologie op te zetten. Daarmee gaan we dwars in tegen de ontwikkelingen elders,
een zeer futuristisch en ambitieus project dat binnen het UMC vorm krijgt door een intensieve samenwerking tussen de afdelingen Fysiologie, Farmacologie/Toxicologie, Kindergeneeskunde en Nierziekten. Ons streven daarbij is een goed werkende kunstnier te maken met behulp van biologisch materiaal, onder andere met gekweekte niercellen. Het in kweek houden van niercellen is al mogelijk, maar we hebben nog een lange weg te gaan voordat we hiermee een werkende nier kunnen maken. Allereerst gaan we onderzoeken hoe we die niercellen op een organische drager kunnen kweken zodat er een ruimtelijke structuur ontstaat waarin de cellen op de juiste manier kunnen samenwerken. Enkele jaren geleden werd dit nog voor zo goed als onmogelijk gehouden. Inmiddels zijn er genoeg mensen die er wel in geloven. Samen met onder andere de TU Twente, de TU Eindhoven en het UMC Groningen gaan we dit ambitieuze project de komende jaren aanpakken.’
Bindels: ‘Het is ons gelukt alle legosteentjes van de afdeling goed in elkaar te laten passen.’ waar de afdelingen Fysiologie meer en meer opgaan in andere afdelingen. Ik prijs mij gelukkig dat wij in staat zijn gebleven de fysiologie, het onderzoek naar de functie van moleculen, organen en weefsels, in zijn volle breedte te kunnen blijven beoefenen. Van groot, bijvoorbeeld het mensgebonden inspanningsonderzoek van prof. Maria Hopman, tot klein, zoals het onderzoek van dr. Peter Deen en dr. Joost Hoenderop naar moleculen die in de menselijke cellen functioneren als water- of ionkanaal. In een eerder interview heb ik wel eens gezegd dat we bij het nieronderzoek proberen alle legosteentjes van de nier te identificeren om na te gaan hoe ze precies in elkaar passen. Diezelfde beeldspraak kan ik ook voor de afdeling Fysiologie gebruiken: het is ons gelukt alle legosteentjes van de afdeling goed in elkaar te laten passen tot een goed functionerend geheel. Daarbij investeren we veel tijd en energie om de mensen die verbonden zijn aan de afdeling een carrièreperspectief te bieden.’
Bio-kidney De komende tijd wil Bindels nog meer disciplines gaan inbouwen in het onderzoek. ‘We gaan bijvoorbeeld nauw samenwerken met de afdeling organische chemie van de NW&I faculteit. Onderzoekers daar hebben de kennis en kunde om specifieke moleculen te maken die wij bij ons onderzoek goed kunnen gebruiken.’ Nog breder van opzet wordt het project dat uiteindelijk moet uitmonden in de zogeheten bio-kidney. Bindels: ‘Dit is
Foto: Frank Muller
Algemeen belang René Bindels vervult ook een groot aantal voorzitterschappen. Zoals dat van de UMC-Raad, van de NCMLS fellow-commissie, de Principal Investigators-selectiecommissie en de jury Kwaliteitsbevordering Onderzoek. ‘Ja, ik word veel gevraagd als voorzitter’, beaamt Bindels. ‘Misschien komt dat doordat ik als voorzitter nogal gestructureerd te werk ga. Ik wil namelijk altijd met een resultaat naar huis gaan.’ Behalve deze taken binnen de interne organisatie draagt Bindels het UMC St Radboud ook extern met verve uit. Natuurlijk binnen zijn eigen vakgebied, bijvoorbeeld via zijn vele internationale wetenschappelijke voordrachten, als editor van the European Journal of Physiology en als lid van de Academia Europeae. Maar ook vertegenwoordigt hij het UMC in de ZonMw TOP commissie en de commissie voor de NWO ALW projectsubsidies. En op de dag dat hij de Radboudpenning ontving gaf Bindels ’s ochtends nog in Driebergen een workshop tijdens de Winterschool van de Nierstichting, een jaarlijks terugkerende vierdaagse cursus voor jonge onderzoekers op het gebied van de nierziekten. ‘Al dat werk kost natuurlijk wel tijd. Tijd die je niet kunt besteden aan het feitelijke onderzoek op de afdeling. Maar ik voel wel de verplichting om een deel van mijn tijd te besteden aan deze taken met een meer algemeen belang. Bovendien komen de contacten die je zowel nationaal als internationaal opbouwt via deze activiteiten vaak het onderzoek op de een of andere manier wel weer ten goede.’ n
5
het moment In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring die verband houdt met hun werk in het UMC St Radboud. Dit keer een verhaal van Buitenlandse Assistent in Opleiding (Baios) kindergeneeskunde Annelies Zwitserloot.
Ontmoeting ‘Ik liep stage op de afdeling Kinderoncologie en al in de eerste week kreeg ik de zorg over een kind dat een paar weken oud was. Na zeven weken moest ik naar een andere afdeling. Ik had inmiddels een vertrouwelijke band opgebouwd met de ouders en die was toch anders dan anders. Dit kind en deze ouders raakten mij. Zij vertrouwden mij van alles toe. Ook toen ik hun arts niet meer was, kwamen ze nog regelmatig even bij mij binnenlopen om hun verhaal te doen. Het waren niet alleen arts-patiëntgesprekken, maar vaak ook persoonlijke gesprekken. En dat was wederzijds. Af en toe zocht ik ook hun kindje nog even op.
‘Ik besefte ineens hoe belangrijk het is voor ouders om een band te voelen met de ar ts’ Vlak voor oud en nieuw namen we afscheid omdat ik in het nieuwe jaar voor mijn opleiding in Duitsland zou gaan werken. De ouders hadden gehoopt tegelijk met mij het Radboud te kunnen verlaten, maar helaas was dit niet mogelijk. Toch namen ze vol goede moed afscheid en beloofden me enthousiast dat ik een uitnodiging zou krijgen voor de babyborrel, zodra hun zoontje uit het ziekenhuis zou zijn ontslagen. In het Duitse ziekenhuis kreeg ik een paar weken later een mailtje van mijn supervisor uit het Radboud met het bericht dat het kind was overleden. Zjj vond dat ze mij dit persoonlijk moest vertellen. Enkele uren later kreeg ik ook een berichtje van de ouders. Normaal gesproken ga ik niet naar een begrafenis, omdat je niet teveel verstrikt wilt raken in allerlei emoties. Een zekere professionele afstand bewaren is beter, maar dit keer kon en wilde ik dat niet en ben ik wel gegaan. De begrafenis was heel indrukwekkend. Toen ik een paar maanden later vanuit het Duitse ziekenhuis een kind overplaatste naar het Radboud, hoorde ik opeens: hé Annelies, wat doe jij hier? Het waren de ouders die voor een nagesprek kwamen. Ik was perplex: ik was nog geen tien minuten binnen en zij stonden daar. De ouders schoten helemaal vol en ook ik had het moeilijk, maar ik vond dat ik mijn emoties in bedwang moest houden, we stonden daar midden op de gang. Bovendien kwam ook net de moeder van het kindje aanlopen dat ik had binnengebracht. Een onhandige en heftige samenloop van omstandigheden. Wat ik nu zo bijzonder vond, was dat deze ouders ondanks al hun verdriet zo ontzettend geïnteresseerd waren in mij. Echte interesse, dat je dat dan nog hebt. Ik besefte ook hoe belangrijk het is voor ouders van patiënten een band te voelen met de arts. En ik realiseerde me eens en te meer waarvoor ik het allemaal doe. Maar ik voelde ook hoe wankel de scheidslijn is tussen professional en gewoon mens zijn. En waarom professionele afstand nemen zo belangrijk is. Zo’n intens gebeuren moet je niet te vaak meemaken, anders hou je het niet vol als arts.’ Nelleke Dinnissen
i n b e dr i j f
Op de foto van links naar rechts: Ruud Verreussel (bestuurder Maasziekenhuis Pantein), Emile Lohman en Ton Kessels (voorzitter Raad van Bestuur Pantein).
Boxmeer
Samenwerking bekrachtigd Op 16 december hebben bestuurders van Maasziekenhuis Pantein in Boxmeer en van het UMC St Radboud hun handtekening gezet onder de nieuwe samenwerkingsovereenkomst. Deze samenwerking heeft onder meer tot gevolg dat patiënten uit de regio in de nabije toekomst ook in Boxmeer terecht kunnen voor specifieke zorg en behandelingen, zoals dialyse en bestraling. Heen en weer rijden naar Nijmegen is dan niet meer nodig. Direct naast het nieuwe Maasziekenhuis, dat begin 2011 open gaat, komt bijvoorbeeld een nieuw gebouw met onder meer een dialysecentrum en een oncologisch centrum voor de behandeling van kankerpatiënten. Maar ook op het gebied van intensive care en vaatchirurgie gaan de beide ziekenhuizen intensiever met elkaar samenwerken. Andere voordelen van de samenwerking zijn: snellere doorverwijzing, kortere wachttijden en snellere onderzoeks- en behandelmogelijkheden.
Wie bevalt op de afdeling Verloskunde krijgt sinds kort een kartonnen koffertje met een slabbertje cadeau.Op de foto poseert baby Eefje Schrauwen. Ze is geboren op 14 december 2009 om 14.27 uur.
Expositie
Nieuwe richtlijn
Queens of Fantasy
Voorkomen van valincidenten
‘Help, wie is mijn dokter?
Gastvrij
Parkeerplekken voor patiënten Patiënten en bezoekers die met de auto naar het Radboud komen, moeten hun auto snel én dicht bij de ingang van het ziekenhuis kwijt kunnen. Het komt echter geregeld voor dat de parkeergarage en de parkeerplekken op het UMC-terrein vol staan. Mensen moeten dan hun auto bij de universiteit parkeren. Vooral voor degenen die slecht ter been zijn, is dat erg vervelend. Een patiëntvriendelijker parkeerbeleid staat hoog op de agenda. Er zijn daarom bij ingang Oost van het UMC 65 extra plekken vrijgekomen voor patiënten en bezoekers. Dat gaat niet ten koste van de plekken voor personeel, want aan de overzijde van de Heyendaalseweg, onder
Slabbertje
In de periode 2003-2007 vielen er jaarlijks 160 tot 230 patiënten in het UMC St Radboud, aldus de cijfers van het MIP. Het daadwerkelijke aantal zal hoger zijn, omdat het bekend is dat niet alles gemeld wordt. Om het aantal valincidenten in het ziekenhuis terug te brengen, is de nieuwe UMC-brede richtlijn Valpreventie opgesteld. ‘Vooral op de verpleegafdelingen hebben we te maken met patiënten die risico hebben om te vallen’, zegt verpleegkundig expert Anke Persoon. ‘In de richtlijn staat hoe je ervoor zorgt dat de afdeling een veilige omgeving is waar de kans op vallen minimaal is. Dat betekent bijvoorbeeld dat er geen obstakels zijn en dat alles wat een patiënt nodig heeft binnen handbereik is. De richtlijn helpt ook om risicopatiënten te identificeren.’ ‘Met name oudere patiënten (75+) hebben verhoogd risico op vallen’, zegt klinisch geriater Yvonne Schoon. ‘Er zijn acht risicofactoren die je in de gaten moet houden. Deze staan in de richtlijn. Ook staat er in bij welke patiënten je welke maatregelen moet nemen.’ Persoon: ‘De richtlijn is multidisciplinair, wat inhoudt dat de arts, verpleegkundige, paramedicus en medewerker allemaal hun rol hebben in het voorkomen van valincidenten.’
Nieuwe regeling
Patiënten die zijn opgenomen in het ziekenhuis zien soms een hele stoet artsen voorbijtrekken aan hun bed. Vaak hebben zij geen idee bij wie ze met welke vraag terechtkunnen en wie de regie heeft. Maar ook voor zorgverleners kan het soms onduidelijk zijn wie waarvoor op welk moment verantwoordelijk is. Een nieuwe ziekenhuisbrede regeling brengt daar verandering in. De “Regeling Verantwoordelijkheden hoofdbehandelaar-, medebehandelaar-, consulent- en waarnemerschap” is er op aandringen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Deze maant ziekenhuizen dringend om afspraken te maken over de samenwerking tussen medisch specialisten. In het Radboud pakte een ziekenhuisbrede werkgroep onder voorzitterschap van prof.dr. Gert Jan. Scheffer deze uitdaging op. Er ligt nu een regeling die is goedgekeurd door de Raad van Bestuur. Medewerkers zijn verplicht zich hieraan te houden. Binnen de regeling is er wel ruimte om eigen accenten te leggen, maar dit kan alleen als dit besproken is met alle betrokken zorgverleners. Ook moet het afwijken worden gemotiveerd en gedocumenteerd. In de nieuwe regeling worden de verantwoordelijkheden van betrokken hulpverleners op een rijtje gezet, zodat een goede afstemming in de zorg mogelijk is. Ook krijgt de patiënt een medisch specialist als hoofdbehandelaar en aanspreekpunt toegewezen die eindverantwoordelijk is voor de kwaliteit, coördinatie en continuïteit van de zorg. Gaat een patiënt naar een andere afdeling of ondergaat hij meerdere behandelingen, dan kan het hoofdbehandelaarschap verschuiven. FvdB De regeling kan worden ingezien via intranet (Kwint).
Verloskunde
het studentencomplex Sterrenbosch, zijn 65 parkeerplekken gereserveerd voor medewerkers. Deze zijn sinds januari beschikbaar. Medewerkers kunnen er kosteloos, overdekt én gegarandeerd parkeren, op maar 5 minuten loopafstand van Oost. Hoe je een parkeerpas hiervoor kunt krijgen, staat op intranet, onder services ‘Parkeren onder Sterrenbosch’. ‘In de toekomst moeten er meer parkeerplekken komen voor patiënten’, vertelt John van de Haterd, medewerker Vastgoed & Infrastructuur. ‘Dat is deels te realiseren als meer mensen op de fiets naar het werk komen. Daarnaast moeten medewerkers die een parkeerpas hebben, deze plek ook gebruiken en niet alsnog hun auto elders op UMC-terrein parkeren. Dit komt helaas wel voor. Zo houden ze feitelijk twee plaatsen bezet.’ Ook komt het voor dat medewerkers overdag - het gaat weliswaar om een kleine groep - hun auto in de bezoekersgarage bij de hoofdingang parkeren. ‘Dit gaat ten koste van de parkeerruimte voor patiënten en bezoekers. Deze medewerkers verzoeken we om de auto bij de universiteit te parkeren, zodat de parkeergarage vrij blijft voor onze patiënten en bezoekers. Zo kunnen we pas écht een gastvrij ziekenhuis zijn.’ GM
In samenwerking met Stichting Doe een Wens en het UMC St Radboud organiseert de Stichting Vrienden van het Radboud Kinderziekenhuis de expositie Queens of Fantasy. Taníka, een meisje van net 18 met een ernstige spierziekte, heeft fantastische modecreaties ontworpen. Niet alleen voor gezonde modellen, maar ook voor mensen in een rolstoel, de zogenaamde Pijnlijn. Op 12 december ging Taníka’s wens in vervulling. Modellen “op benen” en “op wielen” showden haar mooiste mode-ontwerpen op de catwalk. De creaties worden ook tentoongesteld in het UMC St Radboud. Op maandag 18 januari om 15.00 uur komt Taníka haar expositie openen. Plaats: entree naar het Q-gebouw, begane grond, richting routenummer 786, nabij kiosk de Broodtrommel.
ingezonden Fietskluisjes Tot mijn grote verbazing las ik onlangs over het nieuwe parkeer- en fietsbeleid van het UMCN het volgende: omdat er bij ingang Oost te weinig parkeerplaatsen voor patiënten zijn worden parkeerplaatsen van medewerkers hiervoor opgeofferd. Dat vind ik geheel terecht. Het is niet acceptabel dat patiënten geen parkeerplaats kunnen vinden of ver moeten lopen wanneer zij een afspraak in het ziekenhuis hebben. Om de verloren parkeerplaatsen voor werknemers te compenseren worden er in het Sterrenbosch complex 65 parkeerplaatsen beschikbaar gesteld voor medewerkers die minimaal drie dagen met de auto komen en door hun woonplaats ook alleen met de auto kunnen komen. Voor fietsers is het volgende geregeld: omdat veel medewerkers hun fiets op hun
6
Waarom is het belangrijk dat valincidenten voorkomen worden? ‘Vallen kan behoorlijk letsel veroorzaken bij de patiënt’, aldus Schoon. ‘Denk aan hoofdletsel of het breken van een heup. Hierdoor moeten patiënten onnodig langer in het ziekenhuis blijven. Dat is vooral vervelend voor de patiënt, maar het brengt ook kosten voor de zorg met zich mee. Het is dus in meerdere opzichten belangrijk om het vallen terug te dringen.’ De UMC-brede richtlijn is te vinden op KWINT via de zoekterm Valpreventie. ‘Elke verpleegafdeling moet zelf het initiatief nemen om valincidenten te voorkomen.’ Voor advies, neem contact op met verpleegkundig consulent Jan Oudenes, tel. 68282,
[email protected]. GM
eigen afdeling stallen (omdat er in de fietskelders helaas veel accessoires van fietsen en zelfs fietsen verdwijnen) is het nu mogelijk een fietskluis te huren. Let wel: dit kost de medewerker een bepaald bedrag per maand. Ik kom zelf elke dag vanuit Renkum naar het UMCN met de fiets (28 kilometer enkele reis). Het was voor mij niet mogelijk om een kledingkluisje te krijgen bij ingang Oost, waardoor mijn kleding nu gedwongen op onze gedeelde werkkamer uithangt en ik in mijn fietsoutfit de ziekenhuisgangen doormoet. Ik kreeg van het servicebedrijf het advies om zelf een kledingkluisje te kopen bij Thema. Helaas zijn ook al heel wat fietslampjes van mijn fiets verdwenen dus zou ik ook graag een afsluitbare fietskluis willen hebben. Maar begrijp ik het nu goed dat ik, omdat ik fiets, moet betalen voor een fietskluis en kledingkluis? Ik denk dat ik toch maar met de auto kom, dan krijg ik een gratis parkeerplaats… Nicole Voet Artsassistent Revalidatiegeneeskunde
radb pa t i ë n t e nz o rg ode 1 - 2010
‘Door met een patiënt mee te lopen zie je de blinde vlekken’ bijvoorbeeld door een verpleeghulp of secretaresse kunnen worden overgenomen.’
Elf verbeterpunten
Er wordt vaak over het hoofd van de patiënten heen gepraat in voor hen onbegrijpelijke taal. Op verpleegafdeling A10 (Cardio-thoracale Chirurgie en Longziekten) is het afgelopen jaar ongeveer alles wat er gebeurt tegen het licht gehouden. Niet van boven- maar van onderaf, door de medewerkers zelf. ‘Een aanrader voor andere afdelingen. Niet alleen de patiënten, ook de medewerkers worden er beter van’, vertelt hoofdverpleegkundige Jolanda ter Sluysen enthousiast.
Jann i e M e u s s e n
‘Wij van de longen en zij van de thoracale, zo praatten we lang over elkaar,’ vertelt seniorverpleegkundige Linda Smulders. Ruim twee jaar geleden voegden de specialismen Cardio-thoracale Chirurgie en Longziekten zich op verpleegafdeling A10 samen. ‘We hebben een teambuildingstraject doorlopen om er één club van te maken. Na een jaar stonden de neuzen redelijk dezelfde kant op en werd er weer gelachen op de gang’, vertelt hoofdverpleegkundige Jolanda ter Sluysen. Begin vorig jaar werd de vervolgstap ingezet. ‘We zijn indertijd vanuit de bestaande organisaties verder gegaan. Daardoor lopen logistieke lijnen door elkaar: verschillen in opnameplanning, in tijdstippen van visite lopen, in wijze van rapporteren. We voelden dat het beter en efficiënter kon. En hebben het maar meteen rigoureus aangepakt. Alles binnen A10 is door de medewerkers zelf, met ondersteuning van de afdeling Procesverbetering en –Innovatie (PVI) van het Servicebedrijf, kritisch tegen het licht gehouden.’ Meten is weten, was het motto. Een aantal artsen en verpleegkundigen zijn een dag met een patiënt meegelopen (shadowing). Verpleegkundigen hebben met een palmtop op zak elke tien minuten geturfd waar ze mee bezig waren
ethiek
(tijdsbestedingsonderzoek). En de tevredenheid van patiënten, de werklast van medewerkers en de excellente zorg zijn onderzocht.
Dijk aan informatie Dat heeft een dijk aan informatie opgeleverd. ‘Door met patiënten mee te lopen, zie je de blinde vlekken’, vertelt verpleegkundige Mirjam Kolkman. ‘“Wat weegt u, heeft u allergieën?” Het wordt telkens opnieuw gevraagd. “Ik kom zo bij u” loopt vaak uit tot een half uur wachttijd. We gebruiken veel afkortingen die voor de patiënt abracadabra zijn’, somt ze wat voorbeelden op. ‘Ook het visite lopen kan beter. Er wordt vaak over het hoofd van de patiënten heen gepraat in voor hen onbegrijpelijke taal. Het is heel leerzaam door de ogen van de patiënt te kijken. Je draait toch vaak op routine en denkt vanuit je eigen perspectief. We beseffen ons te weinig wat het betekent om als patiënt in dat bed te liggen.’ Ruim 200 patiënten vulden na ontslag uit het ziekenhuis een enquête in, de afdeling scoorde een acht. ‘Maar het kan altijd beter’, vertelt verpleegkundig expert Odiel Witjes. ‘Ze zijn tevreden over de deskundigheid, maar ervaren weinig regie. Patiënten hebben soms geen idee wat de dag hen brengt. Wij betrekken hen daar te weinig bij.’ Ook de analyse van tijdsbesteding van verpleegkundigen leverde opmerkelijke cijfers op. ‘We staan bijvoorbeeld maar anderhalf uur daadwerkelijk aan het bed van de patiënt, waarvan gemiddeld 15 minuten aaneengesloten. We zijn veel met voorwaardenscheppende taken bezig: met medicijnen uitzetten, rapporteren, met nieuwe opnames of het regelen van nazorg. Als opleidingsafdeling begeleiden we ook veel studenten. En we doen bovendien veel oneigenlijke taken die
‘Verkoopt u ook losse zorgminuten?’ ‘Ja, maar dan bent u uiteindelijk wel duurder uit.’ ‘Dat is geen probleem. Ik heb voldoende koopkracht.’ ‘Juist, ja.’ ‘Zo kan ik ook bepalen of de door u geleverde zorg mij
De zorgwinkel ‘Goedemiddag.’ ‘Goedemiddag.’ ‘Ik wil graag zorg inkopen.’ ‘Dan bent u aan het juiste adres. Had u een speciaal soort zorg in gedachten?’ ‘Neen, dat nog niet.’ ‘Ik kan u incidentele zorg leveren, maar ook ketenzorg of een compleet zorgpakket’ ‘Oh, wat een mogelijkheden’ ‘Wat zeggen uw zorgaanbieder of zorgverzekeraar ervan?’ ‘Die vinden dat ik dat als zorgconsument zelf moet uitzoeken’. ‘Nou, dat treft, zoals gezegd heb ik een ruim assortiment aan zorg.’
Foto: Frank Muller
bevalt. Geeft u trouwens garantie?’ ‘Dat is afhankelijk van het soort zorg dat u koopt. Op lichamelijke zorg zit 2 jaar garantie en op geestelijke zorg 1 jaar.’ ‘Dat is mij duidelijk’. ‘Waarom hebt u eigenlijk zorg nodig, als ik vragen mag?’ ‘Ik beschik over onvoldoende zelfzorg.’
7
In december zijn de bevindingen aan alle medewerkers van de afdeling gepresenteerd. Longarts Yvonne Heijdra: ‘De resultaten waren voor iedereen herkenbaar. Maar objectief vastgelegd, kun je er concreet mee aan de slag gaan. We hebben een top elf van verbeterpunten opgesteld, waarvan we er het komend jaar een aantal oppakken. Eén daarvan is het visite lopen. We gaan de rollen en verantwoordelijkheden beter beschrijven. En bijvoorbeeld eerst alle uitslagen met elkaar doornemen, voordat we naar de patiënt gaan. Nu vinden visites verspreid over de dag plaats, dat is inefficiënt, die gaan we meer clusteren.’ En hoofdverpleegkundige Ter Sluysen vult aan: ‘We willen ook de nazorg verbeteren. “In het ziekenhuis voel je je een hele Piet, maar thuis zitten we met de gebakken peren”, zo formuleerde een patiënt het treffend. Ze gaan vijf dagen na een zware ingreep vaak al naar huis, zijn onzeker en hebben nog allerlei vragen.’ En ze vertelt dat de zorgzwaarte voor verpleegkundigen wordt aangepakt. ‘Nu is er een enorme piekbelasting tussen 08.00 en 10.00 uur. We gaan werkzaamheden waar mogelijk meer spreiden en bijvoorbeeld betere afspraken maken over het gebruik van de werkmobielen. Nu worden artsen en verpleegkundigen vaak
‘We beseffen ons te weinig wat het betekent om als patiënt in dat bed te liggen’
onnodig gestoord voor niet dringende zaken. We hopen dat verpleegkundigen zo meer tijd overhouden voor de directe patiëntenzorg.’ Longarts Heijdra kan het andere afdelingen aanbevelen, zo’n verbeterslag. ‘Het is goed om met alle disciplines samen kritisch naar je werkprocessen te kijken. Je krijgt meer oog voor elkaars problemen. En de samenwerking met de mensen van Procesverbetering en Innovatie was ook geweldig. Zij hebben meer afstand, kunnen ons een spiegel voorhouden en belangrijke handvatten aanreiken om met z’n allen beter te worden.’ n
‘Hebt u soms last van suikerziekte, bronchitis of een hart- of vaatziekte?’ ‘Dat zou ik niet weten.’ ‘Tja, dat is lastig. Ik zou u dan een zorgbureau aanbevelen.’ ‘Is de zorg dan beter?’ ‘Neen, maar zorgmanagers kunnen voor u zorg inkopen. Zij weten het juiste zorgloket. Ik zou u dan wel een bureau met een keurmerk adviseren.’ ‘Dat lijkt mij een goed idee.’ ‘Wellicht kunt u via zo’n bureau bij de groothandel nog een aardige korting bedingen.’ ‘Ja, laat ik dat maar eens proberen. Zo’n manager heeft er per slot voor geleerd.’ ‘Kan ik nog iets anders voor u doen?’ ‘Neen, dank u wel. U heeft mij reuze geholpen.’ ‘Goedemiddag.’ ‘Goedemiddag.’ (vrij naar Jiskefet’s Dierenwinkel en geïnspireerd door recente berichten over (frauduleuze) handel in zorg)
Wim Dekkers
r e p o r t ag e
Fietsen in je slaap Een astronaut moet na een reisje naar de maan opnieuw wennen aan de zwaartekracht; lopen gaat niet meer als vanouds. Voor een patiënt die een tijd op de Intensive Care ligt geldt eigenlijk hetzelfde, zelfs rechtop zitten is niet meer vanzelfsprekend: de rompbalans is zoek. En nog erger: zijn spiervolume is drastisch verminderd. Daarom wordt een aantal patiënten op de Intensive Care van het UMC St Radboud vroeg gemobiliseerd, zelfs als zij in diepe slaap zijn en nog aan de beademing liggen. Goed voor de spieren en voor het brein. N e l l e k e D i nn i s s e n
Op de Intensive Care ligt meneer Janssen in diepe slaap. Zwaar ademend, met behulp van een beademingsapparaat, lijkt hij totaal niets mee te krijgen van zijn omgeving. Maar zeker weten doen de hulpverleners het niet. Daarom raken ze hem altijd even aan voordat ze een handeling verrichten. ‘Het kan zijn dat een patiënt die in coma ligt of in diepe slaap wordt gehouden, schrikt als je aan hem komt’, legt hoofdverpleegkundige Ste phanie Kaalberg uit. ‘Hulpverleners vertellen ook altijd wat ze gaan doen.’ Meneer Janssen ligt sinds vijf dagen op de IC vanwege een zeer ernstige infectie. Hij is buiten bewustzijn en toch gaat hij deze ochtend fietsen. In bed weliswaar. ‘Vroeger was dat echt not done. Iedereen was huiverig om iets met zo’n patiënt te doen’, legt longartsintensivist Leo Heunks uit. ‘Tegenwoordig denken we daar anders over. En dat is maar goed ook, want de spiermassa en de conditie van IC-patiënten nemen in korte tijd dramatisch af.’
Discussie Heunks is als longarts al heel lang geboeid door spieratrofie en weet dat mensen met longaandoeningen door een beperkte lichaamsbeweging kampen met ernstig spierverlies. Dan moet dat voor mensen op een IC nog veel erger zijn, dacht Heunks. ‘Op de IC houden ze mensen vaak in diepe slaap, totdat de onderliggende ziekte onder controle is. Sedatie noem je dat. De duur varieert van een paar dagen tot soms weken. Langdurig
liggen heeft een enorme impact op de spiermassa. Een gezond mens die zes weken platligt, heeft al een verlies van 25 procent.’ In de Verenigde Staten is het vroeg mobiliseren van IC-patiënten die comateus zijn ofwel diepslapende worden gehouden al een tijd in zwang, weet Heunks. De resultaten liegen er niet om: mensen zijn sneller van de beademing af, omdat ze de ademhalingsspieren oefenen; de conditie verbetert; de opnameduur is korter en een groot aantal patiënten hoeft geen revalidatietraject in, maar kan meteen na ontslag naar huis (zie kader). ‘Natuurlijk zijn er hulpverleners die twijfels hebben bij vroegmobilisatie van IC-patiënten’, weet Heunks. ‘Als eerste denk je: die patiënt heeft al genoeg aan zijn hoofd. Veel hulpverleners vinden het gevaarlijk en durven het niet aan. Die menen dat de patiënt al zijn energie nodig heeft voor het herstel. Maar in een grote studie van de VS zijn de resultaten heel gunstig. Momenteel loopt er bij ons op de IC H20 een pilot, waarbij we patiënten die hiervoor geschikt zijn vroeg en intensief mobiliseren.’ Maar hoe weet je van een patiënt die in coma (ofwel diepe slaap) is of hij er geen hinder van ondervindt? ‘Een patiënt die het niet prettig vindt of pijn heeft trekt een grimas. En als hij er echt last van heeft, dan gaat de bloeddruk omhoog’, legt Kaalberg uit. ‘Er is altijd een verpleegkundige bij die de vitale functies goed in de gaten houdt.’ Niet iedere patiënt komt in aanmerking voor vroegmobilisatie. Er is een protocol met criteria. Kaalberg: ‘We sluiten bijvoorbeeld patiënten met instabiele fracturen, met ernstig neurologisch letsel en patiënten met een acuut hartinfarct uit.’
Op de IC wordt een aantal patiënten vroeg gemobiliseerd, zelf In het protocol staat ook het oefenprogramma omschreven. Het is afhankelijk van de conditie van de patiënt, maar hoe wakkerder en beter hij is, hoe meer de zwaarte van het programma wordt opgevoerd. Van bedfietsen, naar zitten, staan en lopen.
Bedfiets Meneer Janssen gaat deze ochtend fietsen op de zogenoemde motomed. Fysiotherapeut Marijke Berens legt samen met IC-verpleegkundige Laura van Dieten de benen in de fietsschalen. Maar voordat ze dit doet roept ze luid: ‘Meneer Janssen we gaan fietsen, we leggen uw benen vast in de fiets’. Meneer Janssen lijkt het allemaal best te vinden. Berens stelt het bijbehorende computertje in op twintig omwentelingen per minuut. De patiënt hoeft zelf niets te doen, de motor doet het werk. De fiets begint te draaien, maar houdt er al snel mee op. ‘De patiënt vertoont weerstand’, legt Berens uit. ‘De fiets stopt en gaat vanzelf achteruit draaien om het spasme (weerstand) tegen te gaan.’ Er is dus weerstand, maar meneer Janssen vertrekt geen spier. De parameters op de computerschermen geven geen bijzonderheden aan. ‘Hij wordt er ook niet echt moe van, anders zou de hartfrequentie wel omhoog gaan’, merkt Van Dieten op.
Geprogrammeerd brein
‘Langdurig liggen heeft een enorme impact op de spiermassa. Een gezond mens die zes weken platligt, heeft al een verlies van 25 procent.’
8
Na een aantal pogingen draaien de benen van meneer Janssen gewillig mee. Bij elkaar duurt het slechts enkele minuten. Daar zal de patiënt niet echt spiermassa mee opbouwen, maar fysiotherapeut Peter-Paul Mazure ziet het belang er wel van in. ‘Sowieso is het goed om dagelijks armen en benen van IC-patiënten te buigen en te strekken. Dat doen wij bij alle IC-patiënten, want bewegingen en houdingen van spieren, gewrichten, zenuwen en kapselbanden zijn in het brein geprogrammeerd. Worden die niet geprikkeld dan kalft die informatie af.’ ‘Ook al liggen mensen aan de spierverslappers en zijn ze buiten bewustzijn, dan nog kun je door bewegen het brein voeden’, vult Berens aan. ‘Bewegen of aanraken is van invloed op het herkennen van bewegingen.’ ‘Iedereen weet onbewust precies wat de eindstand is van een gewricht of hoe ver hij een been kan strekken of buigen’, weet Mazure. ‘Heb je een pijnlijke knie dan zegt jouw brein: tot zover en niet verder. De hersenen sturen alles aan.’
radb o d e 1 - 2 0 1 0
Uitkomsten Amerikaans onderzoek bij patiënten met vroegmobilisatie • Inspanningscapaciteit bij wandelen: patiënten die drie weken op de IC hebben gelegen, halen nog geen eenderde van de prestatie van gezonde mensen. Na een jaar is hun inspanningscapaciteit 66 procent. Het kost dus enorm veel tijd om de achterstand in te halen. • Patiënten liggen gemiddeld twee dagen korter op de IC. • Patiënten hebben gemiddeld 2 1/2 dag minder beademing nodig. • Patiënten kunnen eerder zelfstandig eten, aankleden en stukjes lopen. • Van de controlegroep kon 24 procent na ontslag meteen naar huis in plaats van naar een revalidatieopvang. Van de patiënten die vroegmobilisatie kregen kon maar liefst 43 procent direct naar huis.
Zaphyros Johannis, die al weer thuis is, is hier een prachtig voorbeeld van. ‘Ik was drie weken onder zeil geweest en kon niet meer op mijn benen staan. Ik lag nog aan de beademing, maar ik was zo blij dat de fysiotherapeuten met die fiets kwamen. Eindelijk kon ik wat doen, ik werd gek van dat liggen. Ik kreeg ook weer het gewone gevoel in mijn benen terug. Die waren heel onrustig. Ik was verbaasd dat ik niet meer zomaar rechtop kon zitten. Ik werd daar heel moe van. Kortom: ik was niks meer waard. Toen ik in coma lag, heb ik ook gefietst, dat heb ik niet gemerkt. Maar toen ik bij bewustzijn was, was dat fietsen voor mij een feestje. Ik ben na het ontslag heel snel hersteld. Maar daar heeft de familie ook hard voor gebeden.’
Cultuuromslag
fs als zij in diepe slaap zijn en nog aan de beademing liggen. Op de foto verpleegkundige Laura van Dieten. Foto’s: Jan van Teeffelen naar links bewegen?’ Meneer Derx doet het, maar haakt al snel af. Achteraf zegt hij: ‘Ik vond het eng, ik heb zo lang gelegen. Het is heel vermoeiend.’
Feestje Sommige patiënten die al wat meer wakker zijn vinden het prettig als ze iets kunnen doen. Kaalberg: ‘Logisch want ze liggen de hele dag naar het plafond te staren. Zelf meewerken aan je herstel doet zoveel met de psyche.’
Leo Heunks, de initiatiefnemer, weet dat het vroeg mobiliseren van IC-patiënten om een cultuuromslag vraagt. ‘Wij hebben een werkgroep ingesteld, om deze aanpak over de verschillende IC’s uit te rollen. In een nieuw door ons ontwikkeld protocol staat niet alleen de fysieke training beschreven, maar wordt ook via zorgvuldig gekozen criteria gekeken welke patiënten wel en niet mee kunnen doen. Evident is dat wij alle veiligheidseisen in acht nemen. Met de pilot die nu loopt kunnen we ook de kinderziektes uit de nieuwe aanpak halen. En natuurlijk zullen we twijfels die over vroegmobilisatie bestaan wegnemen.’ n De namen van de heer Derx en Janssen zijn gefingeerd.
Leo Heunks (rechtsboven) en fysiotherapeut Peter-Paul Mazure met patiënt. Bij alle IC-patiënten komen de fysiotherapeuten na vijf dagen opname één keer per dag armen en benen bewegen. Vroegmobilisatie begint echter al binnen 72 uur, twee keer per dag. Bovendien gaat de patiënt fietsen. Het is dus veel intensiever, dan het normale programma.
Eng Meneer Derx ligt al vier weken op de IC en is sinds kort weer bij kennis. Hij krijgt nog wel beademing en heeft tijdens de sedatie ook al wat fietsoefeningen gedaan. Vandaag is hij met een tillift in een speciale IC-stoel gezet. Fysiotherapeut Berens haalt de voetensteun weg en vraagt hem met zijn bovenlichaam naar voren te komen. Hij vindt het doodeng. ‘Ik sta voor u, u kunt echt niet voorover vallen’, verzekert Berens. Heel langzaam komt meneer los van de rugleuning. De romp hangt als een slappe wiebelende zak op zijn heupen. Zijn ogen staan wijd open, hij weet niet wat hem overkomt. Hij is zijn hele rompbalans kwijt. ‘Het heeft alles te maken met zwaartekracht, evenwicht en spieren van romp en nek die ervoor zorgen dat je rechtop blijft zitten’, verklaart Mazure. ‘Bovendien zakt het middenrif uit en wordt de longcapaciteit ineens 20 procent meer’, aldus Heunks. ‘Maar ook de bloeddruk en de saturatie (zuurstofopname) veranderen.’ Berens vraagt de patiënt de handen op de knieën te leggen. Ook dat is een mijl op zeven. Trillend legt hij zijn handen op de knieën. ‘Kunt u nu een beetje van rechts
Fysiotherapeut Marijke Berens vraagt de patiënt om met zijn bovenlichaam naar voren te komen. Hij vindt het doodeng.
9
o nd e rz o e k
Joost Hoenderop lid van Jonge Academie KNAW Dr. Joost Hoenderop (afdeling Fysiologie) is onlangs gekozen tot nieuw lid van de Jonge Academie van de KNAW. Hij is na prof. dr. Mihai Netea (algemene interne geneeskunde) de tweede onderzoeker uit het UMC St Radboud die deze eer te beurt valt. M ar t e n D o o p e r
Hoenderop kijkt al uit naar 18 maart, de dag dat hij – samen met negen andere Nederlandse onderzoekers – officieel zal worden geïnstalleerd als nieuw lid van de Jonge Academie van de KNAW. ‘Dat wordt een bijzondere gebeurtenis’, weet Netea al. ‘Het is immers de eerste keer dat er niet alleen nieuwe leden worden geïnstalleerd, maar dat er ook een groep van 40 leden afzwaait. Zij zijn nu vijf jaar lid, de maximale termijn.’ Waar Hoenderop nog met enige spanning afwacht wat het lidmaatschap voor hem zal gaan brengen, heeft Netea inmiddels drie jaar ervaring. ‘Het lidmaatschap is een enorme verrijking’, stelt hij vast. ‘Je leert allerlei mensen uit andere wetenschappelijke disciplines kennen en je maakt via de regelmatige lezingen en andere activiteiten die de Jonge Academie organiseert kennis met vakgebieden waar je anders niet zo snel mee in aanraking zult komen. Soms levert dat voor je eigen onderzoek nieuwe gezichtspunten op. Zoals die keer dat ik met een microbioloog en een astronoom in discussie raakte over buitenaardse aminozuren. Dat heeft geleid tot een project waarin we gaan onderzoeken hoe het menselijk afweersysteem reageert op niet-natuurlijke aminozuren.’
Wetenschapseducatie De Jonge Academie is echter meer dan een club onderzoekers die leuke dingen voor elkaar organiseert. ‘De Jonge Academie kent drie aandachtsgebieden’, legt Netea uit. ‘Wetenschapsbeleid, Wetenschap en Maatschappij en Inhoud en Interdisciplinariteit. Ieder lid wordt geacht zich voor minstens één van die gebieden actief in te zetten. Zo houd ik me onder andere binnen Wetenschap en Maatschappij bezig met wetenschapseducatie voor schoolkinderen. Nederland is een van de zeer weinige landen waar op de basisschoolleeftijd geen structurele aandacht is voor wetenschap. Terwijl jonge kinderen juist barsten van de vragen over hoe de wereld in elkaar zit en hoe dingen werken. Om de wetenschappelijke belangstelling op die leeftijd verder te stimuleren hebben we onder andere het project DJA on Wheels gestart en de website www.dejongsteacademie.nl opgezet. Bij DJA on Wheels bezoeken we met een bus middelbare scholen waarbij we uitleggen wat wetenschappelijk onderzoek inhoud en wat daar leuk aan is. Op de website stimuleren we basisschoolkinderen tot het doen van allerlei onderzoekjes.’
De Jonge Academie KNAW De Jonge Academie is in 2005 opgericht als onderdeel van de KNAW (Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen). Jaarlijks worden er tien nieuwe leden benoemd. In aanmerking hiervoor komen jonge onderzoekers die minder dan tien jaar geleden zijn gepromoveerd en inmiddels hun sporen in de wetenschap ruimschoots hebben verdiend. Doel van het lidmaatschap is onder andere de leden actief in contact te brengen met vakgebieden buiten het eigen specialisme, hen aan te moedigen een visie te ontwikkelen op de toekomst van het eigen vakgebied en dat van wetenschap(sbeleid) in het algemeen en hen te stimuleren wetenschappelijke inzichten actief uit te dragen in de maatschappij. De Jonge Academie geeft gevraagd en ongevraagd advies aan onder andere het ministerie van OC&W. Het lidmaatschap duurt vijf jaar. Van de in totaal 90 leden van de Jonge Academie zijn er 13 verbonden aan de Radboud Universiteit, waarvan 2 (Joost Hoenderop en Mihai Netea) aan het UMC St Radboud.
Extra status ‘Ik moet me nog gaan oriënteren op de activiteiten waar ik me vanuit de Jonge Academie mee bezig ga houden’, zegt Hoenderop. ‘In ieder geval wil ik aandacht vragen voor de instroom van buitenlandse onderzoekers. Kijken hoe de bestaande procedures voor het aanstellen van buitenlandse postdocs en promovendi verbeterd kunnen worden. Ook kunnen uitwisselingprogramma’s voor talentvolle studenten tussen Nederlandse universiteiten en andere buitenlandse instituten leiden tot een goede kennisuitwisseling en
Dr. Joost Hoenderop (rechts) is onlangs gekozen tot nieuw lid van de Jonge Academie van de KNAW. Hij is na prof. dr. Mihai Netea (links) de tweede onderzoeker uit het UMC St Radboud die deze eer te beurt valt. Foto: Flip Franssen
10
radb o d e 1 - 2 0 1 0 een uitbreiding van het aanbod van goede onderzoekers. Daarnaast wil ik me graag storten op de manier waarop in Nederland grote wetenschappelijke initiatieven worden ontplooit. Dat verdient extra aandacht. Soms moet je als onderzoeker op zeer korte termijn daarvoor plannen indienen waardoor niet alle onderzoekers worden bereikt. Enfin, het lijkt me mooi om via de Jonge Academie je ideeën te kunnen aankaarten bij de mensen die daadwerkelijk iets met die ideeën kunnen doen.’ ‘Niet dat je het nu meteen voor het zeggen hebt’, weet Netea, ‘maar de mening van de Jonge Academie telt wel degelijk mee. Zo heeft de Jonge Academie enkele jaren geleden meegewerkt aan een succesvolle campagne voor het behoud
Prijzen en benoemingen
van de Veni-, Vidi, Vici-beurzen.’ Behalve dat het voor de onderzoekers zelf een eer is om verkozen te worden tot lid van de Jonge Academie, betekent dit extra status voor henzelf en de afdeling waar zij werken, heeft Netea ervaren. ‘De KNAW heeft internationaal een zeer goede naam. Dat straalt ook af op de Jonge Academie en haar leden. Ik heb gemerkt dat mensen toch wel een beetje tegen je gaan opkijken als je lid bent van de Jonge Academie.’ ‘Dat ook de universiteit er belang aan hecht, blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat de voorzitter van het College van Bestuur van de Radboud Universiteit in zijn nieuwjaarsrede expliciet melding maakte van de twee nieuwe Nijmeegse leden van de Jonge Academie’, vult Hoenderop aan. n
John Körver De Nijmeegse AIOS John Körver, heeft de derde plaats bereikt in de Dermatology Excellence Course. De cursus is georganiseerd onder auspicien van de European Dermatology Forum. 148 AIOS werden geselecteerd op basis van het CV uit 20 landen. De cursisten werden bij elke voordracht getoetst middels een power vote systeem.
Bacteriekweken nu volautomatisch
D r. R a f a e l l a L ’ h o m m e Tijdens de laatste FIGON dagen is bekend gemaakt dat de prijs voor het beste proefschrift van 2008 op het gebied van de klinische farmacologie is toegekend aan dr. Rafaella L’homme, voorheen apotheker-onderzoeker bij de afdeling Apotheek/ Klinische Farmacie. Haar proefschrift had als titel ‘North-South collaboration in clinical pharmacological research in HIV treatment’. De prijs zal worden uitgereikt op 16 april tijdens de Voorjaarsvergadering van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Farmacologie & Biofarmacie.
D r. A r n o l d v a n d e r M e e r Dr. Arnold van der Meer, Laboratoriumgeneeskunde/ Lab. Medische Immunologie, is door de Stichting voor Opleiding tot Medisch-Biologisch Wetenschappelijk Onderzoeker (SMBWO) benoemd tot Opleider aan de RUN voor het aandachtsgebied ‘Immunologie’. De SMBWO is de koepelorganisatie voor postdoctorale opleidingen op medisch en medisch-biologisch onderzoeksgebied in Nederland en is opgericht om de kwaliteit van deze opleidingen te bewaken.
Sander Koëter Orthopedisch chirurg Sander Koëter is winnaar van de jaarlijkse MSD-prijs voor het beste Nederlandse proefschrift op het gebied van sportgeneeskunde. Het proefschrift waarop hij bij prof. Albert van Kampen is gepromoveerd, gaat over de behandeling van patellofemorale klachten en is volgens de vakjury ‘van zeer groot belang voor de behandeling van sporters’. De door de Nederlandse Vereniging van Sportgeneeskunde beschikbaar gestelde prijs bestaat uit een oorkonde en een geldbedrag. De nieuwe apparatuur neemt veel van het oude handwerk over.
Foto: Flip Franssen
Promoties, oraties, afscheidsredes* Als eerste ter wereld heeft de afdeling Medische Microbiologie deze maand een apparaat in gebruik genomen waarmee het bacteriologisch kweken volautomatisch verloopt. Met deze efficiënte manier van werken bereidt de afdeling zich voor op de ‘vrije markt’.
van de platen gemaakt. Voor het beoordelen van de platen hoeft de analist daardoor geen contact meer te hebben met de platen. Dat gebeurt nu aan de hand van de foto’s op beeldschermen in een aparte ruimte.’
Als een modelspoorlijn lopen twee groene transportbandjes in strakke, evenwijdige lijnen door de laboratoriumruimte. Vanaf de plaats waar de verschillende typen kweekplaten in voorraad staan, via de unit waar het monster op de kweekplaten wordt opgebracht, door naar de stoven en vervolgens naar de module die op gezette tijden foto’s maakt van de platen. En dat alles volautomatisch, aangestuurd door een computer systeem. Alleen het opbrengen van het te onderzoeken monster gebeurt nog handmatig. ‘De bacteriologie is altijd een vak gebleven met veel handwerk’, vertelt afdelingshoofd prof. Paul Verweij. ‘Eigenlijk is de manier van kweken niet veel veranderd sinds Pasteur en Koch.’ De firma Kiestra Lab Automation uit Drachten heeft hier nu verandering in gebracht. ‘Zij hebben apparatuur ontwikkeld die veel van het oude handwerk overneemt’, vult Yvonne Poort, hoofd beheerszaken, aan. ‘Het enige dat de analist nu moet doen is in de computer aangeven op welke soorten platen het monster gekweekt moet gaan worden. Het systeem haalt deze platen uit de voorraad, voorziet ze van een barcode en transporteert ze naar de plaats waar het monster wordt opgebracht. Anders dan in het verleden hoeft de analist het monster alleen maar op de plaat aan te brengen. Ook het gelijkmatig of in een bepaald patroon verspreiden van het monster over de plaat gebeurt dankzij een ingenieus mechaniek nu automatisch. Vervolgens transporteert het systeem de platen naar de juiste kweekstoven. Tijdens de kweek worden er op vooraf aangegeven tijden digitale foto’s
‘Al met al betekent dit een veel efficiëntere manier van werken’, stelt Verweij. ‘Minder handelingen voor de analisten en minder heen en weer lopen tijdens het werk. “It’s the sample that moves”, luidt niet voor niets het motto waarmee de fabrikant het apparaat promoot. In vergelijking met de oude werkwijze kunnen we nu in dezelfde tijd bijna driemaal zoveel kweken verwerken. De digitale foto’s, gemaakt onder verschillende belichtingen, maken het mogelijk het resultaat van de kweek nauwkeuriger te beoordelen. En om de foto’s desnoods op een werkplek elders op te roepen en te beoordelen. Daarnaast legt het systeem allerlei gegevens over de kweken automatisch vast. Bijvoorbeeld welke bacteriekolonie op een plaat gebruikt is voor verder onderzoek. Ook dat betekent kwaliteitswinst.’ De kwaliteitswinst en grotere efficiëntie die de nieuwe manier van werken oplevert wil de afdeling gebruiken om in de komende tijd een stevige plaats te veroveren op de ‘vrije markt’. Verweij: ‘Ook in de wereld van het bacteriologisch kweken voor medische doeleinden komt de concurrentie op gang. Het is niet meer vanzelfsprekend dat ieder ziekenhuis zijn eigen kweken doet. Zo mogen de afdelingen in ons eigen ziekenhuis vanaf volgend jaar zelf kiezen bij wie ze het bacteriologisch onderzoek laten verrichten. Door te investeren in deze automatisering verwachten wij een goede positie te kunnen veroveren op deze markt. We zijn klaar om te groeien: we gebruiken nu minder dan de helft van de maximale capaciteit van het kweekapparaat.’ MD
Goede positie veroveren
11
• Promotie dhr. V.E. Kisilevski, dinsdag 19 januari om 13.30 uur. Titel: Surgical management of otosclerosis and congenital stapes ankylosis • Oratie mw. prof. dr. N. Hoogerbrugge, hoogleraar Erfelijke Kanker, donderdag 21 januari om 15.45 uur. Titel rede: Dokter, krijg ik nu ook kanker? Herkennen, behandelen en voorkomen van erfelijke kanker • Promotie mw. drs. E. Kaplan, vrijdag 22 januari om 10.30 uur. Titel: Experimental myocardial regeneration with stem cell therapy • Promotie dhr. drs. J. Trip, vrijdag 22 januari om 13.30 uur. Titel: Redefining the non-dystrophic myotonic syndromes. Phenotypic characterisation based on genetic testing • Promotie dhr. drs. G.J. Hasselaar, dinsdag 26 januari om 10.30 uur. Titel: Medical and ethical aspects of palliative sedation practice in the Netherlands: from controversy to guideline and beyond • Promotie mw. drs. H.H. Arts, woensdag 27 januari om 13.30 uur. Titel: Genetics and molecular biology disorders • Promotie mw. ing. L.T. de Jonge, vrijdag 29 januari om 13.00 uur. Titel: Electrosprayed organic – inorganic coatings for bone implantology * Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2, tenzij anders vermeld Voor een volledig overzicht en korte inhoud van alle promoties, oraties en afscheidsredes, zie www.umcn.nl, ingang ‘scientist’, doorklikken op ‘science agenda’
fase 1 verkocht - wegens succes fase II in verkoop 5NIEKE HERENHUIZEN ✒ UNIEKE HISTORISCHE LOCATIE IN DE )NDISCHE BUURT
✒ INGANG AAN DE !RCHIPELSTRAAT IN HET CENTRUM VAN .IJMEGEN
✒ EXCLUSIEVE ARCHITECTUUR ✒ ROMANTISCH BINNENHOF ✒ VOLDOENDE PARKEERGELEGENHEID ✒ DICHTBIJ OPENBAAR VERVOER XXXUXFFEOM
EN WINKELCENTRUM
✒ KEUZE UIT GESCHAKELDE WONINGEN TWEEKAPPERS EN VRIJSTAANDE VILLA¥S VANAF ¤ VON
Kijk op www.hestia.nl KAAIJ ADVOCATEN
Taalcursussen voorjaar 2010
1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37
Vanaf 1 maart starten de volgende cursussen: • Chinees • Duits • Engels • Frans • Italiaans
Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
• Marokkaans Arabisch • Russisch • Spaans • Nederlands voor anderstaligen
UCCZ Dekkerswald: een hectisch 2009, een uitdagend 2010
Snelle en doelgerichte cursussen op verschillende niveaus, met hoogwaardige voorzieningen.
startin to understand
Voor de persoonlijke aanpak
In haar nieuwjaarsspeech van 6 januari blikte Karin Pol, bedrijfsleider van Universitair Centrum voor Chronische Ziekten Dekkerswald (UCCZ), terug op een hectisch jaar. Een samenvatting van haar woorden. ‘De overgang naar een nieuwe tijd, een nieuwe aanpak, een nieuwe organisatie verloopt zelden zonder slag of stoot. Dat weten de medewerkers van het UMC St Radboud en dat hebben ook alle betrokkenen van Dekkerswald het afgelopen jaar gemerkt. Om te beginnen zijn we in zee gegaan met nieuwe zorgpartners en hebben we onze activiteiten uitgebreid, waardoor we meer patiëntengroepen kunnen bedienen. We hebben nieuwe routes uitgestippeld, nieuwe doelstellingen geformuleerd en zijn een uitvoerig organisatieverandertraject gestart om leidinggevenden en medewerkers te motiveren en enthousiasmeren voor de nieuwe aanpak. We zijn klaar voor de toekomst en hebben 2009 - na tal van investeringen en bezuinigingen - financieel gezond afgesloten. Met trots concludeer ik dan ook dat we met z’n allen een centrum hebben neergezet dat nu al naar behoren draait en waar de ambitie voelbaar is om te groeien en om als voorbeeld te dienen voor nieuwe instellingen voor chronische ziekten. Het UCCZ is een volle dochter van het UMC St Radboud, met een eigen karakter. We werken nauw samen met onze founding fathers, de afdelingen Kindergeneeskunde, Longziekten, Algemeen Interne Geneeskunde, Anesthesie en Geriatrie en zien ook afdelingen als Cardio logie en Neurologie als bijzonder belangrijke partners. Daarnaast zoeken we actief het contact op met huisartsen en andere zorgpartners buiten het UMC St Radboud, winnen we advies in bij patiënten en patiëntenverenigingen en stimuleren we onze medewerkers om hun deskundigheid en creativiteit met elkaar te delen. Al het goede van de huidige organisatie zetten we uiteraard onveranderd voort. Want Dekkerswald is trots op haar wendbaarheid, korte lijnen, betrokkenheid, verantwoordelijkheidsgevoel en de enorme inzet van alle medewerkers. We hebben een mooie en uitdagende toekomst voor de boeg, die we vol vertrouwen en met beide handen aanpakken.’ JvdB
Inschrijven en informatie: zie onze website
www.radboudintolanguages.nl
Feesten in de 16e eeuws wijnkelders van OLD CAVE Met de nostalgie van toen en het comfort van nu Nieuwjaarsborrels, promoties, afdelingfeesten, themafeesten etc.
0481-465898 WWW.OLDCAVE.NL 12
radb o nd e rw i j s ode 1 - 2010
Snel beslissen bij ernstige traumapatiënten Stel: er komt op de Spoedeisende Hulp iemand binnen die is getroffen door een explosie, steekpartij of schotverwonding, dan moet wel snel de juiste beslissing genomen worden. In het Radboud is in december een internationale masterclass verzorgd aan chirurgen en anesthesiologen over de levensreddende zorg voor deze ernstig gewonde traumapatiënten.
G i j s M u nn i c h s
Overreden worden door een vrachtwagen, ernstige bloedingen door explosies of schietverwondingen, het zijn levensbedreigende situaties. ‘De toestand van de patiënt kan zo slecht zijn dat hij een ingrijpende complete operatie niet overleeft’, aldus Tan. ‘Er moet dan gekozen worden voor een verkorte levensreddende operatie. Het voornaamste doel is om de levensbedreigende situatie van de patiënt onder controle te krijgen, en niet meteen na te streven het letsel definitief te herstellen. Eerst moeten de bloedingen worden gestopt, dan wel verergering worden voorkomen. Daarna gaat de patiënt naar de IC om het interne systeem te stabiliseren: zijn temperatuur, de stolling, de zuurgraad van het bloed enzovoorts. Je kunt pas daarna opnieuw opereren.’
Heetst van de strijd Hoe maak je de juiste beslissingen in het heetst van de strijd? Hoe voer je operaties uit bij mensen die getroffen zijn door bijvoorbeeld kogels of steekpartijen? Dat hebben 22 chirurgen uit binnen- en buitenland geleerd in december in het UMC St Radboud tijdens de cursus Definitive Surgical Trauma Care. Parallel is de masterclass Definitive Anaesthetic Trauma Care gegeven aan 25 anesthesiologen over ernstige traumapatiënten. ‘Het is uniek dat we deze cursussen gecombineerd hebben’, zegt Tan. ‘Een wereldwijde primeur. Het staat internationaal op de agenda om de traumaopvang van ernstig gewonde patiënten te verbeteren. Met deze internationale masterclass dragen we daar vanuit het Radboud aan bij. Ook zorgt de cursus ervoor dat onze eigen chirurgen en anesthesiologen elkaar beter begrijpen en beter met elkaar communiceren. Dat komt de topklinische zorg in het Radboud voor zwaargewonde patiënten natuurlijk alleen maar ten goede.’
In december volgden 22 chirurgen en 25 anesthesiologen de internationale masterclass.
Foto: Jan van Teeffelen
De chirurgen hebben tijdens de masterclass operatievaardigheden bij ernstige traumapatiënten geoefend op proefdieren en op stoffelijke overschotten van mensen. Tan heeft door zijn uitzending als chirurg naar Afghanistan veel ervaring met ernstige verwondingen bij oorlogsslachtoffers. ‘Ik heb deze cursus enkele jaren geleden gevolgd en als heel zinvol ervaren. Cursisten geven ons dat ook terug. Deze masterclass is inmiddels
verplicht voor militaire chirurgen en anesthesiologen die door Defensie worden uitgezonden. “Normale” chirurgen en anesthesiologen krijgen doorgaans maar zelden te maken met verwondingen door explosies of door schietverwondingen. Het is daarom heel belangrijk dat je je vaardigheden blijft oefenen, zodat je, als de situatie zich wél voordoet, weet wat je moet doen.’ n
De zorg is ‘bedrijfsmatiger’ geworden. Daarmee dreigen medewerkers uit het oog te verliezen waar het wezenlijk om gaat in hun werk. ‘Dat willen wij hen weer laten voelen en aanraken. Dat is onze doelstelling’, zegt Jorke de Witte van de werkgroep Menslievendheid. De werkgroep start en stimuleert met ‘Elkaar zien staan’ allerlei activiteiten op het gebied van menslievendheid. Waaronder een serie filmgesprekken, waarvan de eerste op donderdag 21 januari plaatsvindt. Niet uitsluitend bedoeld voor mensen in de directe patiëntenzorg. ‘Elkaar écht zien staan, geldt immers ook voor de contacten naar collega’s, naar studenten en bij de gerichtheid van wetenschappelijk onderzoek speelt evengoed het belang van het menselijk welzijn. Iedereen is dus welkom.’
verslagen gemaakt. Maar hebben ze hun patiënten ook echt zien staan? Hebben ze gezien hoe ze erbij zaten, hebben ze echt contact met ze gemaakt?’
Elkaar zien staan
3QHEXLIXSQ QIRWIRKEEX ‘Elkaar zien staan’ is een initiatief van de Werkgroep Menslievendheid. Kijk voor meer informatie op het bedrijfsportaal > organisatie > projecten > elkaar zien staan
‘Ik voelde me zo ziek die nacht, ik baadde in het zweet. Een verpleegkundige had al een keer mijn bed opnieuw opgemaakt. Ik kan dat niet nog eens vragen, dacht ik. Maar ze kwam uit zichzelf, schudde de kussens nog eens op. Dat deed me zo enorm goed.’ Een ervaring van een patiënt. ‘Het zit zo in de kleine dingen’, benadrukt Jorke de Witte. ‘Tijdens de opening van onze dag behandelingsunit Inwendige Geneeskunde hebben we ex-patiënt Tim Schoonhoven laten voordragen uit zijn boek “Gewoon een ander jaar”. Daarin vertelt hij onder meer wat het met hem deed dat de verpleegkundigen hem op zijn verjaardag kwamen toezingen. Zo simpel, maar zo belangrijk. Een verpleegkundige stond met tranen in de ogen en zei: “Daar doen we het dus voor.” Wij hebben het idee dat medewerkers, door de verzakelijking van de zorg, hun wezenlijke doel uit het oog verliezen. Ze komen thuis en hebben zich de hele dag rot gerend: medicijnen gedeeld, opnames geregeld,
13
De werkgroep menslievendheid, met een brede afvaardiging uit huis, wil medewerkers inspireren en bewust maken van waar ze mee bezig zijn. ‘Daarvoor starten we onder meer een serie filmgesprekken. De eerste film, Inspiratie en verzakelijking, is een compilatie van zorgscènes uit de documentaires De Zorgfabriek en Hospital. Geriater Marcel Olde Rikkert leidt de avond in. Gespreksleider is Hans Schilderman (theoloog Radboud Universiteit Nijmegen), want het is wel de bedoeling dat we er op doorpraten. We hebben op het bedrijfsportaal ook een site gelanceerd: ‘Elkaar zien staan.’ Met onder meer een interactieve discussiepagina ‘meepraten menslievendheid’ en een meldpunt waarop medewerkers complimenten van patiënten en collega’s, troostende woorden en praktijkervaringen kunnen plaatsen. Ook andere initiatieven op dit gebied kunnen we opnemen in het portaal. We willen stimuleren dat er over menslievendheid gesproken wordt en dat medewerkers deze wezenlijke onderwerpen durven te delen met elkaar.’ Het stafconvent (van medisch specialisten) wijdt in maart een themabijeenkomst aan het onderwerp. En ook de Verpleegkundige Advies Raad (VAR) heeft menslievendheid hoog op de agenda gezet. JM Eerste filmgesprek, donderdag 21 januari, van 18.30 tot 22.30 uur in de Hippocrateszaal, route 77. Kaartjes zijn verkrijgbaar bij de receptie hoofdingang. Meer informatie op het bedrijfsportaal onder organisatie/ projecten/elkaar zien staan.
radb m ensen ode 10 - 2009
mensen Robert Evers Op 1 december 1984 is Robert Evers zijn loopbaan begonnen als Meldpost-medewerker bij het ‘Bedrijfsbureau’ van de Technische Dienst. Van 1994 tot 2002 heeft hij bijgedragen aan de ontwikkeling van het Ruimtebeheer binnen het UMC St Radboud. Vervolgens maakte Robert de overstap naar het Tekeningenbeheer als coördinator, waar hij een digitaal tekeningenbeheer heeft opgezet. Een prettige omgang met collega’s en buitenfirma’s zijn voor Robert belangrijke uitgangspunten in zijn werk. Hij heeft een kritische kijk op de dagelijkse zaken, waardoor belangrijke details behouden blijven en worden opgenomen in het tekeningenbeheer. We kennen Robert als een betrokken medewerker met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. We willen hem dan ook hartelijk danken voor zijn inzet, kundigheid en betrokkenheid gedurende de afgelopen 25 jaar. Ing. M. Schuringa, Manager Vastgoed & Infrastructuur
Murial van Steenveldt Op 16 januari is Murial van Steenveldt hier 25 jaar in dienst. Een enthousiaste en trouwe medewerker, flexibel en meeveranderend in onze organisatie. Destijds gestart op de afdeling Fysische therapie als fysiotherapeut assistent maar door veranderingen binnen de organisatie en eigen functie heeft Murial besloten zich na 12½ jaar om te laten scholen tot administratief mede werker en kon hiermee op haar eigen afdeling aan de slag. Een keuze die haar nog steeds goed bevalt. Murial kennen we als een vast en vertrouwd gezicht aan de balie van de afdeling fysiotherapie. Ze is altijd behulpzaam en ondanks de vele, verschillende wisselingen op de balie, één van de pilaren waar we op kunnen rekenen en bouwen. Mede namens de afdeling wil ik Murial van harte feliciteren. Steven van Moorsel, Hoofd Fysiotherapie centraal/ Orthopedie
Tiny van der Weerden-Nabuurs Op 1 januari is het 25 jaar geleden dat Tiny van der WeerdenNabuurs in dienst kwam van het UMC St Radboud. Zij werkt al gedurende lange tijd op OK KNO/ MKA met bijzondere interesse in de Mond-, Kaak-en Aangezichtschirurgie. Zij werkt consciëntieus en levert een goede bijdrage aan de dagelijkse werkzaamheden rondom en in het primaire proces. We hopen nog lang samen te werken met Tiny! Justin Bitter, operationeel manager OK KNO/MKA a.i.
Marlous Brok-Hamer Marlous Brok-Hamer gaat per 1 februari genieten van haar pensioen. Zij werkte meer dan 40 jaar als vaatlaborant voor de afdelingen Dermatologie, Hartthorax centrum en de afdeling Vaatfunctie van Heelkunde. Betrokken, nauwkeurig, bewogen, accuraat, toegewijd en vol aandacht voor de patiënt en andere betrokken collega’s. Met haar willen we stilstaan bij zoveel jaren inzet ten behoeve van de patiëntenzorg en de plezierige samenwerking op de Vaatfunctie afdeling! Graag nodigen wij u, mede namens Marlous, uit voor een informeel afscheid op 25 januari, van 11.00 – 13.30 uur op de afdeling VFO, routenummer 380. Namens collega’s van de Vaatfunctie afdeling Heelkunde Dr. Daan van der Vliet,Vaatchirurg
Carola van de Berg Op 16 januari 2010 is het 25 jaar geleden dat Carola van de Berg in dienst kwam van het UMC St Radboud. Zij is begonnen als OK-assistente en stond daarna aan de wieg van de Polikliniek voor Kinderen en Jeugdigen. Hier werkt zij tot op de dag van vandaag met veel plezier en enthousiasme als doktersassistente. Vooral het contact met kinderen en ouders is heel belangrijk voor Carola. Veel patiëntjes en hun ouders kennen haar van de onderzoeken die zij verricht. Bij de medewerkers is Carola alom berucht en geliefd vanwege het opzetten van het labcodeboek om het digitaal aanmelden te vergemakkelijken. Zij is altijd bereid collega’s in te werken en te assisteren. Met name op de prikkamer is ze niet te overtreffen. Daarnaast is Carola ook altijd in voor een geintje en gezelligheid. Carola kiest ervoor haar 25-jarig jubileum met haar collega’s op de Polikliniek voor Kinderen en Jeugdigen te vieren. M. van der Doelen verpleegkundig werkplekmanager P. Bot, medisch werkplekmanager
In m e m o r i am Nico Karssemeijer Op 1 januari is Nico Karssemeijer hier 25 jaar in dienst. Bij zijn promotieonderzoek in het instituut voor medische fysica en biofysica aan de Radboud Universiteit ontstond zijn passie voor de gecomputeriseerde analyse van medische beelden. Sinds 1989 heeft hij bij Radiologie een succesvolle groep op het gebied van computer aided diagnosis (CAD) opgebouwd met een uitstekende internationale reputatie. Nico’s pionierswerk op het gebied van de automatische detectie van borstkanker op mammografieën heeft tot de ontwikkeling van software geleid die wereldwijd op grote schaal wordt gebruikt. Zijn werk heeft ook grote invloed gehad op de manier waarop radiologen tegenwoordig borstkankerscreeningonderzoeken lezen en evalueren. Nico Karssemeijer is sinds 2009 Principal Investigator en wordt het komende jaar benoemd tot hoogleraar biofysica met onderwerp CAD. Hij is een bescheiden, maar gedreven persoonlijkheid, die vol ideeën zit en zijn energie op zijn werk en zijn groep focust. We bedanken hem voor zijn inzet, kundigheid en betrokkenheid en wensen hem succes met zijn toekomstige uitdagingen. Namens de afdeling Radiologie, prof. dr. Mathias Prokop
Ria Dellepoort Vanaf 1 januari is Ria Dellepoort met FPU. Zij heeft 29 jaar met veel plezier op verschillende kinderafdelingen binnen het UMC St Radboud gewerkt. Zij heeft op de polikliniek voor Kinderen en Jeugdigen veel expertise opgebouwd en uitgedragen. Voornamelijk binnen de kinderoncologie en de laatste jaren ook voor het chronisch zieke kind. Kinderen met stofwisselingsstoornissen hebben haar speciale aandacht. Zij heeft er dan ook voor gekozen de bijdrage van haar afscheidscadeau te schenken aan de stichting ‘Energy4all’. Op dinsdag 22 december hebben wij in huize Heijendael koninklijk afscheid genomen van een zeer gewaardeerde en enthousiaste collega. M. van der Doelen, Verpleegkundig werkplekmanager P. Bot, Medisch werkplekmanager
Annelies Bloebaum Op 1 februari vieren we het 40 jarig jubileum van Annelies Bloebaum. Zij is radiodiagnostisch laborante. We kennen haar als een plezierige en betrokken collega, die zeer loyaal is aan de afdeling. Zij weet stabiliteit en rust te combineren met flexibiliteit. Haar grote inzet voor de afdeling Radiologie is al eens beloond met een Radboud Pluim. Voor degenen die haar persoonlijk willen feliciteren organiseert de afdelingsleiding op 1 februari een lunch van 12.00 tot 13.30 uur. Namens de afdeling Radiologie, prof.dr. Mathias Prokop
Toon Berns Op 19 december overleed op 78 jarige leeftijd Toon Berns. Toon trad in 1958 in dienst bij de Faculteit der Geneeskunde, en vervulde tot aan zijn pensionering in 1996 diverse functies (studieadviseur, secretaris van de examencommissies en affiliatiecoördinator coassistentschappen). De laatste 10 jaar ondersteunde hij het coassistentschap ‘buiten het ziekenhuis’. Zijn jarenlange betrokkenheid bij de studenten verschafte hem een unieke entree bij Nijmeegse alumni. Hiermee legde hij een sterke basis voor het UMC netwerk met huisartspraktijken, verpleeghuizen en instellingen voor sociale geneeskunde. Toon werd gedreven door een grote trouw aan het UMC St Radboud, die op heel bijzondere wijze naar voren kwam, toen hij in die laatste functie betrokken raakte bij het EU Socrates programma ‘primary health care’: alhoewel hij zich nooit eerder van de Engelse taal had hoeven te bedienen, maakte hij zich die vaardigheid snel eigen, en bouwde een internationaal netwerk op. Dit tekende zijn markante persoonlijkheid, en zijn toewijding aan de kwaliteit voor het onderwijs. Ook na zijn pensioen bleef hij tot kort voor zijn overlijden sterk betrokken – onder meer als secretaris van de Stichting Vrienden Anatomisch Museum en van de Frans Huygen Stichting. Wij gedenken Toon Berns met groot respect. Pieter Monté en Prof. dr. Chris van Weel
Henk Gerrits
Paul Spauwen Officier in de Orde van Oranje-Nassau
Op 1 februari neemt Henk Gerrits na een dienstverband van ruim 35 jaar afscheid van het UMC St Radboud. Hij maakt gebruik van de FPU regeling. Henk is in oktober 1974 begonnen op de afdeling Cardiologie en heeft daarna gewerkt op achtereenvolgens de Hartbewaking, Neurochirurgie/Traumatologie en Verkoeverkamers. De langste tijd heeft hij zich ingezet als anesthesiemedewerker op het OK complex. Hij voerde zijn werk op de operatiekamers op een originele manier uit met ruime interesse voor hetgeen in zijn omgeving plaatsvond. Henk heeft in zijn werk niet alleen veel aandacht gehad voor de patiënten maar ook voor het personeel van het ziekenhuis. Hij is al jaren lid van de OC, de laatste jaren als voorzitter en OR- lid. Daarnaast is hij coördinator UMCN/Defensie, LSO Vierdaagse/UMCN en tenslotte is hij lid van de redactieraad Radbode. Wij wensen hem en zijn vrouw alle goeds toe en verwachten niet dat hij lang stil zal zitten thuis! Namens de anesthesiemedewerkers Ton Eikmans OK / Anesthesiemedewerkers
Plastisch chirurg prof. dr. Paul Spauwen is benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Hij kreeg deze koninklijke onderscheiding voor zijn wetenschappelijke verdiensten op het gebied van de reconstructieve chirurgie. Spauwen ontving dit eerbetoon uit hanFoto: Frank Muller den van burgemeester Thom de Graaf. Dit gebeurde op 18 december, de dag dat Spauwen afscheid nam van het UMC St Radboud. Prof. dr. Paul Spauwen was sinds 1991 verbonden aan het UMC St Radboud. Zijn wetenschappelijk werkgebied lag in het bijzonder bij biomaterialen en aangeboren afwijkingen. Spauwen vervulde een prominente rol bij de behandeling van schisis (hazenlip). Door zijn inhoudsdeskundigheid en organisatorisch talent heeft Nijmegen zich gevormd tot het nationale centrum voor de behandeling van patiënten met schisis. Spauwen was bijzonder actief als voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Schisis en Craniofaciale Afwijkingen en als voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie.
Mia Gasseling Op 1 februari gaat Mia Gasseling met pensioen. Na een dienstverband van bijna 30 jaar is 28 januari haar laatste werkdag bij het UMC St Radboud. Mia is werkzaam als senior secretaresse bij het Servicebedrijf op het secretariaat van de afdeling Logistiek. Wij kennen haar als een zeer warme en betrokken collega met een groot gevoel voor humor. Mia heeft ervoor gekozen haar afscheid in kleine kring te vieren. Mia, ga met volle teugen genieten van je vrije tijd. Wij wensen je nog veel gelukkige en gezonde jaren toe. Jaap Riemens, Manager Logistiek
14
Colofon Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud. Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen (eindredactie) en Gijs Munnichs. Aan dit nummer werkten mee: Femke van de Berg, Jolanda van den Braak, Marten Dooper, Flip Franssen, Ad den Held, Frank Muller, Piet-Hein Peeters, Eugenie van Schaik (rubrieken), Daan Van Speybroeck en Jan van Teeffelen. E-mail:
[email protected], telefoon: 024-3613538 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Productgroep Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, Henk Gerrits, mr. æmiel Kerckhoffs. prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat Vormgeving en lay-out: Puntkomma Nijmegen Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023-5714745, e-mail:
[email protected] Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen 024-3615442. De volgende Radbode verschijnt vrijdag 29 januari.
radb o pinie ode 1 - 2010
HRM-info Nieuwe rubriek! HRM INFO is een nieuwe rubriek in de Radbode. Met deze rubriek wijzen wij u op HRM-informatie die voor u interessant kan zijn. Wij bieden een gevarieerd aanbod van actuele berichten, handige tips of wetenswaardigheden en aankondigingen. Ook wijzen wij u op de veelheid aan HRM-informatie die op het intranetportaal te vinden is. HRM INFO zal elke eerste Radbode van de maand verschijnen.
Nieuwe opleidingenpagina op het bedrijfsportaal De opleidingen staan sinds kort fraaier en logischer op het bedrijfsportaal. Er is een startpagina met alle opleidingsaanbieders bij elkaar. Daarmee is het brede aanbod van opleidingen beter in beeld en kan gemakkelijker gezocht worden. Met een klik op het logo van de aanbieder wordt het aanbod gepresenteerd. De opleidingsaanbieders zijn: HRM, ICT en zorgautomatisering, Zorgacademie, Han Fortmann Centrum en PAOG Heyendaal. Kijk voor de vernieuwde site op het Intranetportaal ➔ Organisatie ➔ Opleidingen. Wellicht inspireert het u voor een keuze vanuit het Persoonlijk Budget!
Vaker toestemming vragen voor obductie In het UMC St Radboud worden de laatste jaren steeds minder obducties uitgevoerd. Terwijl obducties een waardevol kwaliteitsinstrument zijn en bovendien van wezenlijk belang voor een adequate opleiding van co-assistenten en AIOS pathologie. Chef de clinique dr. Willeke Blokx en coördinator van de obductieafdeling dr. Peter Bult van de afdeling Pathologie dringen er dan ook bij alle behandelend specialisten en dienstdoende artsen op aan om bij een overlijden vaker toestemming te vragen voor een obductie.
Ad den Held
patiënten een obductie worden uitgevoerd. Bij wijze van kwaliteitsinstrument. Daar moest je als ziekenhuis aan voldoen. Dat criterium is uiteindelijk losgelaten. Maar als we opnieuw een minimum percentage zouden invoeren, zitten we al meteen weer ruim boven de 140 obducties van vorig jaar.’
Het aantal lichaamsobducties is in de afgelopen jaren sterk teruggelopen. Dit geldt overigens niet alleen voor het Radboud, maar is ook een nationale en internationale tendens. Patholoog dr. Peter Bult herinnert zich uit de periode van zijn assistentschap in het UMC St Radboud, nu 20 jaar geleden, nog aantallen van meer dan 400 per jaar. Terwijl het aantal uitgevoerde lichaamsobducties in 2009 bleef steken op een schamele 140. Bult en chef de clinique van de afdeling Pathologie dr. Willeke Blokx denken dat de oorzaak van deze terugloop is te wijten aan het feit dat er minder vaak om toestemming wordt gevraagd voor een obductie. Sommige behandelaars hebben moeite met de vraag om obductie aan de familie. Maar soms wordt er ook gewoon niet aan gedacht. Een ander argument om geen
Vaker en eerder vragen
In de CAO-UMC 2008-2011 is het Persoonlijk Budget (PB) geïntroduceerd. Iedere medewerker, geboren vanaf 1950 (bent u werkzaam in de directe patiëntenzorg, dan vanaf 1953) bouwt een PB op. In 2008 was de opbouw 0,25%, in 2009 0,5% en in 2010 is dit 1 % over het bruto salaris. Uw opbouw aan PB staat in euro’s vermeld op de salarisspecificatie. Het PB is gereserveerd voor uitgaven ten behoeve van ontwikkeling in 2010. U overlegt met uw leidinggevende wat u wilt gaan doen. Er kunnen tussen leidinggevende en medewerker afspraken gemaakt worden om het budget pas na 2010 voor ontwikkeling aan te wenden. Heeft u een keuze gemaakt, dan kunt u de kosten declareren via het speciaal daarvoor bestemde declaratieformulier. U betaalt dus eerst zelf. Of uw keuze belastingvrij kan worden vergoed, hangt af van verschillende factoren. U vindt hierover informatie op de website. Er komt ongeveer halverwege dit jaar een informatiemarkt voor medewerkers over het Persoonlijk Budget. We zullen u hierover tijdig informeren via deze rubriek en de website. Meer informatie over dit onderwerp, en het benodigde formulier, vindt u op het Intranetportaal ➔ Services ➔ Persoonlijk Budget.
– ADVERTENTIE –
Volgens NEN 2767 BOUWKEURMEESTER KEURT UW WONING
Foto: Flip Franssen
Aanwending Persoonlijk Budget in 2010
‘Zeer opvallend’ noemen Willeke Blokx en Peter Bult de scherpe daling van het aantal lichaamsobducties in het afgelopen jaar: van 200 naar 140. toestemming voor obductie te vragen is de opkomst van steeds betere diagnostische technieken, zoals MRI en CT. Daardoor zou tegenwoordig zóveel te zien zijn van een patiënt, dat een obductie nauwelijks nog zin heeft. Maar dit laatste argument berust op een misvatting, laat Blokx weten. Zij verwijst daarvoor naar recent Amerikaans onderzoek waar uit blijkt, dat die nieuwste onderzoekstechnieken tóch geen 100 procent zekerheid bieden. ‘Want bij 1 op elke 4 obducties worden nog steeds belangrijke, nieuwe feiten over de gezondheid en/of het ziekteverloop van de patiënt ontdekt. Terwijl er bij 1 op elke 10 obducties zaken aan het licht komen, die zelfs consequenties zouden hebben gehad voor de behandeling van de patiënt.’ Deze cijfers van nieuwe relevante bevindingen bij obductie blijven constant, ondanks de nieuwe technieken om voor overlijden afwijkingen vast te stellen.
Terug naar criterium
Een pand kopen of verkopen? Schakel bouwkeurmeester Toon Peters in voor:
UÊ>«ÊiÕÀ}i
UÊ ÊiÕÀ}i
UÊ6iÀ«ÊiÕÀ}i
UÊ"«iÛiÀ}i
UÊii«ÊiÕÀ}i
UÊëiVÌiÃ
Meer informatie of een oriënterend gesprek? Bel Toon Peters!
Met kwaliteitsgarantie ISO 9001:9002 certificering TUV!
Sprokkelveld 52 6596 DM Milsbeek T (0485) 516 775 I www.petersbouwadvies.nl E
[email protected]
Bult onderstreept het belang van een groter aantal obducties per jaar. ‘En niet alleen voor nabestaanden, die daardoor een beter inzicht krijgen in mogelijk erfelijke factoren van een ziekte. Maar meer obducties komen ook de kwaliteit van ons medisch onderwijs ten goede. AIOS pathologie moeten minimaal 150 obducties hebben bijgewoond voordat zij zich patholoog mogen noemen en ook co-assistenten moeten uiteraard hebben gezien hoe een obductie in z’n werk gaat.’ Volgens Bult kan het jaarlijkse aantal lichaamsobducties met een betrekkelijk simpele maatregel weer worden verhoogd: het opnieuw instellen van een criterium voor het aantal obducties per jaar. ‘Vroeger moest bij minimaal 40 procent van alle in het ziekenhuis overleden
15
Maar minstens zo belangrijk voor het vergroten van het aantal obducties is, volgens Blokx en Bult, het vragen van toestemming door de behandelend specialisten en de dienstdoende artsen. Dat is een moeilijke vraag, erkent Blokx. ‘Zeker wanneer een patiënt in diensttijd overlijdt en de dienstdoende arts de familie niet goed kent. In zo’n geval kan de behandelend specialist zo’n verzoek de volgende dag zelf voorleggen aan de nabestaanden.’ Aan de andere kant toont de ervaring van beide pathologen, dat er bijna altijd toestemming wordt gegeven voor obductie wanneer er bij de nabestaanden veel twijfel en onduidelijkheid bestaat rond de oorzaak van overlijden. Zeker bij onverwacht overlijden van relatief jonge personen. Volledigheidshalve kan eventueel nog worden aangegeven, dat er tijdens de opbaring niets van de obductie is te zien. Daarnaast kan ook voor overlijden obductie al met patiënt en familie worden besproken. Blokx: ‘Wij zien steeds vaker bij patiënten met heel bijzondere ziektebeelden dat er al in het voortraject, al geruime tijd vóór het overlijden, toestemming wordt gevraagd én gegeven voor een obductie. Soms geeft zo’n patiënt dan zelf al aan: Als ik overlijd, dan wil ik graag in het kader van toekomstig onderzoek dat er bij mij obductie wordt gedaan.’ In beide gevallen wordt dan in de status vermeld: ‘eventuele obductie al besproken’. Als alternatief oppert Blokx nog de mogelijkheid van een gedeeltelijke obductie. ‘Bijvoorbeeld een onderzoek van alleen de longen wanneer de patiënt een specifiek longprobleem had. Dat maakt zo’n vraag aan nabestaanden al meteen minder beladen.’
Budget voor ‘Zeer opvallend’ noemen Blokx en Bult de scherpe daling van het aantal lichaamsobducties in het afgelopen jaar: van 200 naar 140. Beide pathologen zien een mogelijk verband tussen die daling en de vorig jaar gewijzigde financieringssystematiek. Bult: ‘Sinds vorig jaar moeten alle afdelingen zelf hun broek ophouden. Met als gevolg dat elke afdeling die een obductie aanvraagt, daar voortaan zelf de rekening van gepresenteerd krijgt. Dus de financiën zouden een struikelblok kunnen vormen bij het aanvragen van een obductie. Daarom denken wij dat het voor de kwaliteit van de zorg eveneens belangrijk is, dat de Raad van Bestuur een speciaal budget beschikbaar stelt voor obducties. Zodat obducties straks onafhankelijk van begrotingsperikelen kunnen worden aangevraagd en uitgevoerd.’ Chef de clinique Blokx ondersteunt dit voorstel van harte. ‘In feite gaat het bij obductie ook voor een belangrijk deel om de borging van kwaliteit in de gezondheidszorg. Dat staat bij ons ziekenhuis hoog in het vaandel. Daar moet je toch niet op willen bezuinigen?’ Voor het beschikbaar stellen van een speciaal budget voor obducties ligt, volgens Peter Bult, een taak bij de Raad van Bestuur. Deze zou een goede financiering kunnen afstemmen met de zorgverzekeraars. ‘Eventueel samen met andere academische ziekenhuizen, zouden we de zorgverzekeraars dan kunnen bewegen dat de verzekering niet ophoudt bij het overlijden van de patiënt maar pas na een obductie.’ n
radb a ctueel ode 1 - 2010
Radbode-debat:
Ouderenzorg: niet alleen een probleem van politiek en zorgverleners Anouchka van Miltenburg vs Raymond Koopmans
Foto’s: Piet-Hein Peeters
UMC-hoogleraar Raymond Koopmans is ontevreden over de bijdrage van de politiek aan de ouderenzorg in Nederland. VVD-kamerlid Anouchka van Miltenburg vindt zijn blik te beperkt. ‘De overheid is niet 24 uur per dag en zeven dagen per week verantwoordelijk.’ P i e t- H e i n P e e t e r s
‘Uw partij heeft twaalf jaar lang in de regering gezeten en dat heeft de ouderenzorg veel te weinig opgeleverd.’ Na enige wederzijdse vriendelijkheden tussen Raymond Koopmans, hoogleraar verpleeghuiskunde, en VVD-kamerlid Anouchka van Miltenburg legt de eerste zijn grief open en bloot op tafel. ‘De Gezondheidsraad heeft begin 2008 geconcludeerd dat de zorg niet is ingericht op ouderen met multi-morbiditeit. Dat ze soms slechter ziekenhuizen uitkomen dan dat ze erin gaan. Zeventig procent van de huisartsen stelt te weinig tijd te hebben voor ouderenzorg. Veel verpleegkundigen en verzorgenden in de ouderenzorg zeggen dat ze hun vak niet kunnen uitoefenen zoals ze willen. Uw partij is daar mede verantwoordelijk voor.’ Van Miltenburg blikt noch bloost: ‘Als u zegt dat de ouderenzorg er door ons toedoen slecht voorstaat, is dat pertinent onwaar. Toen wij in 1994 aantraden, waren de verpleeghuizen grootschalig georganiseerd, er waren enorme wachtlijsten, was er heel weinig privacy. Er is fors geïnvesteerd en met resultaat. Dat er andere prioriteiten waren, prima, maar de winst kunt u niet ontkennen.’ Koopmans: ‘Oké, er is gelukkig niet niets gebeurd. Ondertussen hebben we nu te maken met afnemende deskundigheid, terwijl de complexiteit van de problematiek toeneemt. Aandacht voor wonen en welzijn alleen is niet genoeg, de zorg voor ouderen kan niet zo gesimplificeerd worden. Ik maak me hier serieus zorgen over. Nu zie je weer veel instellingen worstelen met die zorgzwaartepakketten (ZZP’s, red). Wat de zorg kan bieden, wordt steeds schraler. U bent daarbij.’ Van Miltenburg: ‘Dat gaat me te snel. Door de ZZP’s moeten instellingen gaan nadenken over hoe ze goede zorg kunnen leveren aan hun mensen voor het geld dat ze krijgen. Instellingen hebben jarenlang voor bepaalde mensen te weinig geld gekregen, maar ook voor
bepaalde mensen teveel. Dat hebben we veranderd en dat vraagt enige aanpassing. Wat voor extra’s wil je als instelling bieden?’ Koopmans schiet naar voren: ‘Het gaat hier niet over extra’s, het gaat over basiskwaliteit. Over de gezamenlijke lunch, over dagbesteding, over een wandeling in de buitenlucht. Maar dit basale is er vaak niet eens en als het er is, wordt het ingevuld met vrijwilligers!’ Van Miltenburg: ‘Weet u wat mij intrigeert? Dat er zulke grote verschillen zijn tussen instellingen. Je kunt in de ouderenzorg van werkgever veranderen en dan mag je ineens wel thee drinken met de bewoners. Er zijn organisaties die door de invoering van het ZZP erachter kwamen dat ze wel voor iedereen dagbesteding konden organiseren. Of instellingen waar ze besloten om de bewoners niet meer op vaste tijden uit bed te halen, maar op tijden dat die bewoners dat wilden. Bleek zomaar tijd op te leveren. Vraagt wat flexibiliteit, maar dan heb je ook wat.’ Koopmans schudt het hoofd: ‘Dit is te makkelijk. “Bij de buren kan het wel”. Er wordt in de ouderenzorg grosso modo een zeer efficiënt en doelmatig product geleverd. Voor weinig geld wordt veel geleverd. Onze all in-prijs dus met pillen, eten, gebouw, overhead, is echt laag. Dan word ik toch onrustig als u zegt dat instellingen efficiënter kunnen werken.’ Van Miltenburg: ‘Maar het gaat me hier niet om het geld, maar om de welzijnswinst, het plezieriger werken, het meer recht doen aan de individuele verschillen van je bewoners of patiënten.’
Familie Anouchka van Miltenburg zet halverwege het debat een derde partij aan tafel. Ouderenzorg is in haar ogen niet alleen een probleem van politiek en zorgverleners. Koopmans moet de oplossing voor zijn problemen ook in een andere richting zoeken. ‘Ik vind het bizar dat kinderen, familie denken dat ze weinig meer hoeven te doen als vader of moeder in het professionele systeem terecht komt. Ze gaan ‘op bezoek’ en voelen zich niet meer verantwoordelijk. Dat draagt substantieel bij aan de verschraling.’ Koopmans aarzelt: ‘De systemen rondom ouderen zijn vaak flinterdun. Mensen wonen tegenwoordig ver uit elkaar, vaak zijn ze al overbelast geraakt wanneer ze met hun vader of moeder bij ons komen.’ Van Miltenburg: ‘De norm moet zijn dat je meezorgt, dat je niet wegblijft, maar dat is niet zo. De overheid is niet 24 uur per dag en 7 dagen per week verantwoordelijk. Dat is een illusie waar we allemaal eens afstand van moeten doen.’
16
Koopmans: ‘Tegelijkertijd brengt juist de familie vaak ook weer een stukje complexiteit mee. Met een opname gaat een hoop schuldgevoel en rouw het verpleeghuis mee in. Sowieso wordt vaak gedacht dat de zorg beter moet dan toen ze het zelf deden. Je moet als professional hogere psychologie gedaan hebben om hiermee om te kunnen gaan, dat wordt echt onderschat.’ Van Miltenburg: ‘Ik ben met u eens dat hier in de opleiding veel meer aandacht voor moet zijn. Wat zijn de taken van jou als professional, hoe geef je de familie een plek? Hoe zorg je er samen voor dat vader of moeder veilig woont, naar omstandigheden fijne laatste jaren kent? Wat mij betreft moet voor de professional de medische zorg centraal staan. Het vervangen van het katheter is belangrijker dan het organiseren van de kaartclub. Koopmans: ‘Maar tegelijkertijd zegt de politiek dat je meer moet participeren, dat we allemaal harder en langer moeten werken. Je hebt het hier vaak over mensen die in het spitsuur van hun leven staan.’ Van Miltenburg: ‘Dat is waar, dat erken ik. Daar moeten we creatiever in worden. Als je in Utrecht woont en je moeder in Den Haag, dan moet het veel makkelijker worden om je moeder in Utrecht in een verpleeghuis te laten opnemen. En we moeten in gesprek met de zonen. Die willen vaak heus wel wat doen, maar wel binnen hun mogelijkheden. Hoe dan ook is het nodig dat het gesprek er komt, dat instelling en systeem om de tafel gaan. Dat zou al een grote stap vooruit zijn.’ Koopmans, zelf anderhalve dag in de week werkzaam in een verpleeghuis: ‘Dus ik moet dat tegen die families zeggen als ze binnen komen?’ Van Miltenburg: ‘Inderdaad, maar daar zijn die ZZP’s nou zo goed voor. Die dwingen tot een gesprek. En dan hoor je als professional dat de familie bepaalde verwachtingen heeft en geef je aan wat er financieel mogelijk is. En dat je als professional de dochter graag leert hoe zij haar moeder in het snoezelbad kan helpen.’ Zo sluit het kamerlid een deal met de hoogleraar. Het is onvoldoende als politiek en professionals in de ouderenzorg de bal naar elkaar kaatsen. En het is gezien vergrijzing en financiële krapte onvermijdelijk dat families en vrienden rondom ouderen ‘mee gaan zorgen’. Koopmans: ‘Die kant moeten we inderdaad op, ik ga mijn bijdrage daaraan leveren.’ Van Miltenburg: ‘Nou ik nog. Je moet potentiële kiezers gaan vertellen dat ze meer zelf moeten doen en minder op de overheid kunnen leunen. Dat is een lastige politieke boodschap.’ n