Watereducatie doet ertoe pagina 3
Ook jóuw school kan overstromen pagina 4
Leerplan Water biedt handvatten pagina 8
Spetterende watertoets pagina 10
Ikonderzoekwater met een waterprof pagina 12
Van excursie tot museumbezoek: nu in kaart pagina 13
Zeven expeditieverslagen Bodem, water en geo-informatie
30
-*
32
14
Uitgave van het KNAG | Bijlage bij Geografie 6 | juni 2011
op expeditie
Bij adviesbureau CSO
‘We zijn altijd op zoek naar geografen!’ De GeoWeek
I
n de GeoWeek gaan leerlingen zelf aan het werk met water, bodem en digitale kaarttechnieken. In editie 2011, afgelopen maand april, ontdekten 4000 leerlingen bij 50 organisaties hoe je watermonsters neemt, grondboringen doet, een kaart maakt en een gebied inricht. ‘Zelf doen’ staat voorop als de leerlingen op bezoek gaan bij bedrijven en overheden, of als de professionals op bezoek komen in de klas. De GeoWeek is bedoeld voor kinderen van 10 tot 15 jaar die zich oriënteren op een vakopleiding, profiel of vervolgstudie. Op deze leeftijd zijn ze volop aan het ontdekken waar hun interesses liggen. Via de GeoWeek-expedities leren zij over ‘geo’ in de beroepspraktijk. Deze special doet verslag van een aantal expedities om te laten zien hoe je in de klas en op het werk met leerlingen aan de slag kunt met water, bodem en geo-informatie. De expedities worden zo goed mogelijk ingepast in het bestaande onderwijs. Hierdoor snijdt het mes aan twee kanten. De leerlingen doen op een heel aansprekende manier waardevolle kennis op, en de beroepspraktijk kan hen de goede en leuke toekomstmogelijkheden in de geosector laten zien. In deze special ook aandacht voor het nieuwe Leerplan Water, de Watertoets en projecten als ikonderzoekwater.nl en het kaartvenster bij watereducatie.nl die de Stuurgroep Watereducatie vanaf 2011 aanreikt om educatieactiviteiten binnen de watersector een extra boost te geven. •
2
Nelleke Kleijn, directeur van adviesbureau CSO, vertelt aanstekelijk over haar werk en houdt de 5 vwo-leerlingen van het Ursula College voor dat de wijde blik van geografen en hun kunde om verschillende partijen bij elkaar te brengen onmisbaar zijn in haar werk.
D
e leerlingen krijgen op het kantoor van CSO in Maastricht uitgebreid te horen over het Grensmaasproject, waar het adviesbureau nauw bij is betrokken, en wat ze vandaag gaan zien. Nelleke Kleijn vertelt ook wat het werk van CSO inhoudt en waarom kennis van aardkundige processen daarbij zo belangrijk is. Leerlinge Vivian Hendrickx vindt de GeoWeek-dag heel verhelderend. ‘Watermanagement is echt heel complex. Er werken ontzettend veel mensen mee aan zo’n project. En ik heb ook aardrijkskundige dingen geleerd, bijvoorbeeld over hoe de monding van de Geul zich steeds verlegt.
geoweek 2011
Vernieuwing in watereducatie Op een excursie zie je veel meer nieuwe dingen, die je ook beter bijblijven. En het is heel gezellig!’ Buitenvak Docent Menno Verschuren: ‘We hebben het er binnen de sectie al een tijdje over om meer buiten de deur te gaan doen. Vooral omdat aardrijkskunde een echt buitenvak is. Deze expeditie past prima bij de examenstof voor volgend jaar. De leerlingen moesten tien foto’s nemen en uitleggen wat daarop te zien was. Ik hoefde alleen een bus te regelen, geld te innen bij de leerlingen (de school betaalde de helft van het vervoer) en een collega vragen of hij meewilde.’ Actief betrekken Na de tweede excursiestop beginnen de leerlingen toch een beetje onrustig te worden. De zonnebrillen komen tevoorschijn en het groepje dat bij de sprekers blijft om uitleg te krijgen, wordt kleiner. Ook geoprof Nelleke valt dat op: ‘De volgende keer wil ik nog een praktische opdracht in het programma opnemen. Het is best moeilijk om de aandacht en interesse vast te houden. Maar ze hadden ook net een toetsweek achter de rug. Verder wil ik de volgende keer met de leerkrachten bespreken hoe het onderwerp aansluit bij de leerstof op school. En de leerlingen kunnen zelf alvast wat vragen of aandachtspunten voorbereiden; dan zijn ze er meteen actief bij betrokken.’ •
geoweek 2011
Wie bij watereducatie denkt aan wateronderzoekjes langs de sloot, een paragraaf over rivieren in de aardrijkskundemethode of een excursie naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie, moet zijn beeld toch echt bijstellen. Van een hoop losse lespakketten en projecten ontwikkelt watereducatie zich naar een steeds overzichtelijker domein met interessante lesinhouden en leermiddelen voor aardrijkskunde, techniek, biologie en geschiedenis.
I
n 2009 hebben de partners in het Nationaal Wateroverleg hun krachten gebundeld in een landelijke Stuurgroep Watereducatie om jongeren op een effectieve en aansprekende manier in aanraking te brengen met water. Zodat ze meer gaan nadenken over de vraagstukken van voldoende water, schoon water en waterveiligheid. Én zodat ze vaker voor waterberoepen kiezen en de instroom van jonge professionals in de watersector op peil komt en blijft. Wie kennis heeft van water, heeft goede perspectieven op de arbeidsmarkt. De komende jaren dreigen er duizenden vacatures in de watersector onvervuld te blijven. Nederland laat zich graag voorstaan op zijn waterkennis, maar bij veel scholieren is de watersector onbekend terrein. Werk aan de winkel dus.
Op komst Dat ‘werk’ vult de stuurgroep in door initiatieven te nemen om leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs meer waterminded te maken. In 2010 en 2011 gaat het om de volgende activiteiten: • de ontwikkeling van een Leerplan Water door SLO (zie pagina 8-9); • de ontwikkeling van een toets om het waterbewustzijn te meten door Cito (zie pagina 10); • het in kaart brengen van watereducatieactiviteiten buiten de klas (zie pagina 13); • het ontwikkelen van (na)scholingsmateriaal (filmpjes) over good practices in de watereducatie; • het ontwikkelen van een watergame; • de KNAG GeoWeek 2011 met het thema water; • het ondersteunen van Ikonderzoekwater (zie pagina 12).
De Stuurgroep Watereducatie wordt geleid door dijkgraaf Marga Kool. Naast de watersector (waterschappen, Rijkswaterstaat, bedrijfsleven) is ook de onderwijssector (SLO, CEG, Cito en KNAG) vertegenwoordigd. De samenhang met het Natuur en Milieu Educatie programma en het Human Capital Water en Delta programma is geborgd.
Overzicht lesmateriaal De website watereducatie.nl biedt een overzicht van bijna alle educatieve producten (lespakketten, proefjes, websites, tentoonstellingen, filmpjes enzovoort) over water. Voor groep 1 van het basisonderwijs tot het eind van de middelbare school. De website is gekoppeld aan de sites van Wikiwijs, Kennisnet, de Watercanon en ‘Nederland leeft met water’. De Watercanon geeft een overzicht van de 25 meest kenmerkende gebeurtenissen uit de Nederlandse watergeschiedenis. Op watereducatie.nl kun je per venster uit de Watercanon bijpassend lesmateriaal vinden. Daarnaast kun je zoeken op onderwijsniveau, thema, soort materiaal, regio, en gewoon op trefwoorden. De website is ontwikkeld in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en wordt beheerd door SME Advies. Meer informatie: www.watereducatie.nl •
Bij veel scholieren is de watersector onbekend terrein
3
interview
FOTO’S: ADWIN BOSSCHAART
Dat Nederland kan overstromen weten leerlingen wel, maar toch zeker niet in de eigen omgeving? En anders lossen de waterbeheerders het wel op. Hoog tijd om jongeren waterbewust te maken – bijvoorbeeld bij aardrijkskunde. Adwin Bosschaart
Overstromingsgevaar door de ogen van leerlingen D
e Deltacommissie kwam in 2008 tot de conclusie dat er in Nederland geen 100% veiligheid tegen overstromingen meer kan worden geboden. Weinig Nederlanders hebben die boodschap echt meegekregen, laat staan dat we weten wat we moeten doen bij een overstroming. Adwin Bosschaart, docent aardrijkskunde aan het Willem de Zwijger College in Bussum en lerarenopleider aardrijkskunde aan de Hogeschool van Amsterdam besloot daarom te onderzoeken hoe leerlingen over het overstromingsgevaar denken. Wat heb je precies onderzocht? ‘Ik heb een vragenlijst voorgelegd aan 1000 leerlingen verspreid over Nederland: 400 brugklassers en 600 derdeklassers havo en vwo. De vragenlijst ging over overstromingsrisico’s in de eigen omgeving en in Nederland, angst voor overstromingen, vertrouwen in
‘Laat iets zien van de risico’s in de eigen omgeving’
watermanagement en bewustzijn van de leefomgeving. Ook stonden er kennisvragen in over waterbeheer en overstromingen. Zo wilde ik zicht krijgen op het risicobewustzijn en wat daarop van invloed is. Ik was vooral benieuwd naar het effect van kennis en bewustzijn van de leefomgeving op het risicobewustzijn.’ En wat zijn de resultaten tot nu toe? ‘De meeste leerlingen weten wel dat er in Nederland overstromingen kunnen voorkomen. Maar het gekke is dat ze zich nauwelijks kunnen voorstellen dat zoiets in hun eigen omgeving gebeurt. Ze wanen zich als
Monument langs de Hollandse IJssel Toen in 1953 een gat van 15 meter was geslagen in de Schielandse Hoge Zeedijk hielpen zandzakken niet meer. De schipper Arie Evergroen manoeuvreerde zijn schip precies in het gat waardoor 3 miljoen mensen in de zuidelijke Randstad veel leed bespaard werd. Wie kent dit verhaal nog en weet waar dit is?
4
het ware onkwetsbaar. Als je bedenkt dat ze nog nooit een overstroming hebben meegemaakt is dat natuurlijk niet zo gek, maar daarin schuilt wel een gevaar. Verder hebben ze groot vertrouwen in het waterbeheer en de gedachte aan overstromingen roept nauwelijks angstgevoelens op. Ook weten ze weinig van waterbeheer. Wanneer leerlingen hoger scoren op ruimtelijk inzicht in de watersituatie in de eigen omgeving, schatten ze het overstromingsrisico ook hoger in. Da’s interessant en in het vervolg van het onderzoek wil ik hier meer over te weten komen.’ Wat zou je aardrijkskundedocenten willen meegeven? ‘Besteed in de lessen niet alleen aandacht aan de Deltawerken en de Zuiderzeewerken, maar benadruk ook dat er altijd risico’s blijven bestaan. Probeer erachter te komen wat er in de omgeving speelt! Elk gebied in laag Nederland heeft z’n eigen overstromingsverhalen uit het verleden én kan daar nog mee te maken krijgen. Want het overstromingsrisico blijft actueel. Veel waterschappen doen op dit moment scenariostudies naar de gevolgen van potentiële dijkdoorbraken. Als je deze informatie met vaak indrukwekkende simulatiekaartjes te pakken kunt krijgen, weet ik zeker dat je leerlingen aanspreekt. Het gaat er natuurlijk niet om paniek te zaaien maar duidelijk te maken dat er ook in de omgeving (kleine) risico’s op overstromingen bestaan. Je kunt leerlingen bijvoorbeeld laten nadenken over wat je in zo’n situatie het best kunt doen.’ •
geoweek 2011
op expeditie
Op 14 april komt klas 3 vwo van de csg Prins Maurits uit Middelharnis langs op het Keringhuis in Hoek van Holland, het bezoekerscentrum van de Maeslantkering. De Maeslantkering is het winnende ontwerp van een wedstrijd die het ministerie van Verkeer en Waterstaat uitschreef in 1987. In 1991 werd begonnen met de bouw. De gigantische witte poorten imponeren zó al, maar als je weet hoe ze werken, is het nóg leuker.
Bij de Maeslantkering
‘Zie je hoe hoog het water heeft gestaan?’ E
erst legt een medewerker van het bezoekerscentrum aan de hand van een maquette/reliëfbak uit hoe Nederland wordt bedreigd door water van allerlei kanten. Met gieters en gekleurd water zien de leerlingen precies hoe het smeltwater uit de Alpen Zuid-Limburg en het Westland onder water zet. Het is duidelijk dat er maatregelen getroffen moesten worden. Waterworkshop De leerlingen worden opgesplitst in twee groepen. De eerste groep gaat de waterworkshop van het Keringhuis achter de computer doen. Hierbij ontdekken zij hoe Nederland met water omgaat en komen natuurlijk veel te weten over de Maeslantkering. Ze gaan als een speer door het programma heen. De tweede groep krijgt een rondleiding. Ze lopen langs een woonkamer uit 1953; het jaar van de watersnoodramp. De kamer is bedekt met een dikke laag modder en het behang valt van de muren. Nu zie je pas goed hoe hoog het water heeft gestaan! Verder zien de leerlingen animaties van het open- en dichtgaan van de Maeslantkering,
geoweek 2011
welke gebieden er gevaar lopen bij hoog water en welke maatregelen allemaal getroffen zijn om de enorme hoeveelheid water die ons land soms binnenkomt te beheersen. Dan kunnen ze eindelijk een kijkje nemen bij de kering. Erg indrukwekkend als je onder de 237 meter lange, 22 meter hoge armen staat! Opa’s en oma’s Femke (15), Marlijn (14) en Marlies (14) zijn hier nog nooit eerder geweest. ‘Maar we hebben wel foto’s gezien in ons lesboek’, zegt Femke. Marlies: ‘En we hebben de laatste tijd ook veel over water in Nederland geleerd in de aardrijkskundeles.’ Marlijn: ‘Bij ons in
Rijkswaterstaat zou veel meer met de GeoWeek moeten doen!
Middelharnis zijn ook veel mensen getroffen door de watersnoodramp in 1953, dus dit spreekt ons persoonlijk heel erg aan. In Middelharnis kom je nog overal monumenten tegen, en onze opa’s en oma’s hebben het allemaal echt meegemaakt.’ De technisch voorlichter van het Keringhuis, Peter Persoon, vindt dat jongeren net zo bewust moeten worden van de problematiek van water in Nederland als deze leerlingen uit Middelharnis. ‘De waterworkshop waar de groep vanochtend mee gewerkt heeft, is nieuw en ook de tentoonstelling is laatst helemaal vernieuwd om op een interactieve manier meer bij het onderwerp betrokken te raken. Mensen denken al snel dat werken in de techniek of waterbouw saai is, maar wij proberen dat beeld om te draaien. Rijkswaterstaat zou veel meer met de GeoWeek moeten doen! Goed initiatief, en hopelijk kiezen straks meer leerlingen aardrijkskunde in hun pakket, en stromen ze dan door naar ons. De overheid gaat vanaf 2020 miljarden in de waterproblematiek stoppen, waar nóg meer goed opgeleide mensen voor nodig zijn.’ Nog een expeditie Docent Bram de Leeuw: ‘Leuk om weer mee te doen met een GeoWeek-expeditie. In 2008 ben ik met een klas bij Grontmij Middelburg geweest om te kijken naar landmeettechnieken van vroeger en nu. Leuk dat de GeoWeek nog steeds bestaat en zo’n succes is.’ Collega Karel de Vries: ‘We zijn ook nog met 3 havo naar stichting Veldstudies in Serooskerke geweest, dus we hebben een drukke week!’ •
5
op expeditie
Bij ingenieursbureau Witteveen + Bos
‘Woningen bouw je op zand, toch’ D
e leerlingen horen dat er in Nederland veel gewerkt wordt met bodem en water. Ook internationaal zijn Nederlandse bedrijven op dit gebied toonaangevend. Het is dus belangrijk dat er genoeg goed opgeleide mensen zijn. De adviseurs laten zien hoe het misgaat zonder die kennis en ervaring. Omgevallen flatgebouwen in China op een te slappe ondergrond, en weggegleden veendijken in Nederland. Maar… zand is toch hartstikke zacht?, vraagt een leerling. Kunnen we geen rotsen uit het buitenland halen? Tja, basalt is natuurlijk prima, maar dat wordt al gauw te duur. Er zijn prima oplossingen, als je maar genoeg vakkennis bezit. Boren met de hand Dan gaan de leerlingen het bedrijf in. Buiten staat een voor grondboringen ingerichte serviceauto. De medewerker die normaal op pad is met de auto, laat zien hoe een grondboring in zijn werk gaat. Iedereen staat er met de neus bovenop. Het is mooi werk, dat boren, maar enkele leerlingen zijn wel verbaasd dat het nog met de hand gaat. Daar heb je toch wel een machine voor?! De expert legt uit dat je met gevoel moet werken, anders
6
boor je zomaar leidingen kapot. Dan gaan ze zelf aan de slag met zand, klei en – dat voelt vreemd aan – veen. Ze wegen eenzelfde volume van verschillende grondsoorten – dat scheelt in gewicht! Gaandeweg krijgen de leerlingen een idee van de stevigheid van grondsoorten. Dat ook de helling bepaalt hoe zwaar je op de ondergrond kunt bouwen, wordt geïllustreerd met een toren tuinstenen op een zandhelling in een plastic bak. De boel zakt bij een steile helling veel sneller in elkaar. Ook zien ze dat een steile dijk verzadigd met water eerder bezwijkt onder het gewicht van een vrachtauto. De professionals hebben de proeven samen bedacht en raden docenten aan ook te bouwen op ervaringen van anderen. Zo komt een proef van een hts uit het kennisnetwerk van Witteveen + Bos. Andere leerlingen zijn bezig met een kaartopdracht. Zij tekenen op een topografi-
‘Voorzichtig boren, anders stoot je een leiding kapot’
FOTO: WITTEVEEN + BOS
‘Vroeger speelde ik al graag met zand en water’, vertelt een van de adviseurs van Witteveen + Bos aan de leerlingen van 1 havo/vwo van het Thomas a Kempis College in Zwolle. Verschillende professionals van het Deventers ingenieursbureau vertellen enthousiast over hun vak: werken met en in de grond. Straks gaan de klassen zelf aan de slag.
sche kaart van het gebied bij Kampen, met behulp van de bodemkaart een nieuwe bypass van de IJssel, natuur en recreatie, en nieuwe woningen. Dat ze snel leren blijkt wel, ‘woningen moeten op zand, toch’. Succesformule Het mooie van het vak aardrijkskunde vindt docent Erik Selhorst dat je het zo concreet kunt maken. Je kunt ergens heen gaan of er een filmpje van bekijken. Zelf doen en zien roept verwondering op: oh, werkt dat zo! De school stimuleert klassen erop uit te trekken. Toen het KNAG met de GeoWeek kwam, is de sectie AK daar meteen op ingesprongen. Erik vindt het zelf doen, het eenvoudige taalgebruik en de korte tijdsduur echt succesfactoren van de expeditie. En op school zijn de klassen bij aardrijkskunde nu bezig met landinrichting. Deze dag past dus mooi in het lesprogramma. Corinne Koot vertelt dat Witteveen + Bos tijdens de Geoweek ook gastlessen op school verzorgt. De geoprofs geven dan een introductie op de lessen over het Nederlands landschap. Een collega vindt het verfrissend: je moet vanzelfsprekende zaken in je werk weer even op een rijtje zetten om ze aan leerlingen te kunnen uitleggen. Ook handig als je met familie en vrienden over je werk praat. De leerlingen beleven een gave ochtend. Met z’n allen in de bus. Met eigen ogen zien hoe alles werkt bij zo’n ingenieursbureau. Weten wat uiterwaarden zijn en dat een dijk bestaat uit zand, voor de stevigheid, en een laag klei om het water niet door te laten. En niet te vergeten: cola en Deventerkoek. Geef mij elke dag zo’n les, geheel verzorgd door Witteveen + Bos. •
geoweek 2011
in de klas
Met Geovox en Mapsup
Oplossingen zoeken aan de Map Table Dinsdagmiddag 12 april. Op de cbs De Groenhorst in Leusden zijn de leerlingen van groep 7 en 8 en juf Reneé van Roozendaal in afwachting van twee geoprofs. Reneé heeft de leerlingen goed voorbereid: ‘We gaan vandaag in deze speciale aardrijkskundeles kaarten maken.’ De ingenieurs Bujar Nushi en Jaap de Kroes komen niet met lege handen. Een grote computertafel, de Map Table, wordt de klas ingereden. Het is even onrustig in de klas. ‘Wat een apparaat.’
Digitaal kaarten inkleuren Na die prachtige verhalen wordt het tijd dat de jongens en meisjes van groep 7 en 8 zelf aan de slag gaan. Ze moeten in vijf groepjes op de kaart de invloed van een nieuwe dam
geoweek 2011
intekenen. In welke richting stroomt de rivier? Kleur het gebied achter de dam blauw. Welke vegetatie en archeologische plekken komen hierdoor onder water te staan? Elke groep heeft zijn antwoorden met een digitale pen getekend en gekleurd op de Map Table. Ze kunnen op verschillende kaarten tekenen. De Map Table kan die kaarten dan als lagen over elkaar heen projecteren. Zo kunnen de
Snel opgepikt De geoprofs zijn uiterst tevreden. Nushi: ‘Je ziet hoe de jongens en meisjes het oppikken en met plezier aan die opdracht werken’. De Kroes: ‘Ik sta altijd weer verbaasd te kijken hoe snel ze met die digitale pen en de Map Table omgaan, ze halen ons links en rechts in.’ Ook Reneé van Roozendaal is zeer tevreden: ‘de geoprofs hebben zich zeer goed voorbereid en je kunt zien dat ze trots zijn op hun vak’. ‘Oh ja, we doen volgend jaar zeker weer mee met de GeoWeek’. •
‘Als je ziet hoe snel kinderen van elf jaar het oppikken…’
FOTO: DICK ROZING
B
ujar Nushi, strategisch adviseur geoinformatie van Geovox, vertelt kort wat ze gaan doen. Jaap de Kroes, directeur van Mapsup, vertelt dat zijn bedrijf gemeenten en bedrijven helpt snelle beslissingen te nemen door te discussiëren rondom de Map Table, die de klas straks gaat gebruiken. De leerlingen krijgen eerst de film Layers of our World te zien. Google Earth en het in- en uitzoomen op de aarde leveren fascinerende beelden op. ‘We maken dagelijks gebruik van geo-informatie’, zegt Bujar Nushi. ‘Maar wie is daar ooit mee begonnen?’ Volgens hem is dat de Britse dokter John Snow, de grondlegger van de wetenschap van de epidemiologie. Snow ontdekte in 1854 aan de hand van kaarten dat de cholera-epidemie in Londen werd veroorzaakt door besmet water uit een specifieke waterpomp op Broadstreet. Ook het verhaal dat de Onze-Lieve-Vrouwentoren in Amersfoort, die de meeste leerlingen wel kennen, voor kaartenmakers heel lang het middelpunt van Nederland is geweest, boeit zeer.
leerlingen hun antwoorden met het goede antwoord vergelijken. Rianne uit groep 7 vindt dat ze heel veel geleerd heeft over GIS. ‘Ik heb nog nooit zo’n tafel gezien’, en ‘ik vind het leuk, leerzaam en zeer interessant, vooral het doen van de opdracht.’ Joep, Jonne, Maarten en Leon zijn nog vol van het verhaal over dokter Snow. En de les met de computertafel is heel wat anders dan taal of rekenen. ‘Je leert nieuwe dingen en dan mag je nog schrijven ook op de tafel’, zegt Joep. Aardrijkskunde vindt dit groepje sowieso een leuk vak, want je leert veel over andere landen en de landen waar je naar op vakantie gaat.
7
FOTO: GEOFORT
onderwijs
Het thema water komt hier en daar wel aan bod in lesmethoden, maar je kunt er veel meer leuke en interessante dingen mee doen in de klas. Het Leerplan Water laat zien welke wateronderwerpen relevant en interessant zijn voor het onderwijs.
Leerplan Water B
ij watereducatie gaat het niet alleen over kennis van waterbeestjes in de sloot of de watersnoodramp. Onderwijs over water kan geweldig bijdragen aan kennis, waterbegrip, vaardigheden, waterbewustzijn, waterbewust gedrag en het beroepsperspectief van jongeren. Met het leerplan wil de Stuurgroep Watereducatie docenten en uitgevers meer inzicht geven in de belangrijkste aspecten van het thema water. Het is landelijk en schooloverstijgend en docenten kunnen het uitwerken op school- en klasniveau, uitgaand van eigen keuzen, inspanningen en profilering van de scholen.
8
Waterbewustzijn Iedereen kan zich wel iets voorstellen bij het ontwikkelen van kennis en begrip en het aanleren van vaardigheden, maar hoe zit het met waterbewustzijn en waterbewust gedrag? Het leerplan geeft aan waarom waterbewustzijn zo belangrijk is binnen het onderwijs.
Je kunt erover leren én er je beroep van maken
Water is immers de bron van het leven en wij mensen hebben een enorme invloed én verantwoordelijkheid in het behouden en beschermen van deze basisbehoefte voor planten, dieren en mensen. Zeker in een delta als Nederland is water op tal van manieren met ons leven verweven. Het leerplan wil dit besef vergroten en brengt leerlingen in aanraking met dilemma’s, problemen en oplossingen we in Nederland staan. Leerlingen krijgen kennis aangereikt, maar het leerplan biedt ook handvatten om onderzoek te doen en te reflecteren op eigen opvattingen en gedrag (kader Waterbewustzijn). Beroepsperspectief Het is natuurlijk nuttig erover te leren, maar je kunt van water ook je beroep maken. Het Leerplan Water laat zien dat onderwijs daarin een belangrijke rol kan spelen. De watersector biedt allerlei mogelijkheden voor de
geoweek 2011
toekomstige waterprofessional. Door leerlingen in contact te brengen met waterberoepen krijgen zij door wat je allemaal met water kunt en hoe we in Nederland zorgen voor een schoon en veilig watersysteem. Wateronderwerpen De wateronderwerpen in het leerplan zijn onderverdeeld in drie domeinen: Water & leven, Watervoorziening & gebruik en Waterveiligheid & bescherming. Samen beslaan ze eigenlijk alle denkbare wateronderwerpen (kader Onderwerpen). Checklist Het leerplan zelf is een fors document. Daarom is er een korte checklist voor mensen die leermiddelen ontwikkelen en docenten die een leermiddel willen evalueren of beoordelen. Met de checklist kun je nagaan of een product inhoudelijk aansluit bij het Leerplan Water en praktisch toepasbaar is in de klas. De checklist biedt een overzicht van relevante waterthema’s en aspecten waar een goed leermiddel aan moet voldoen, zoals aansluiting bij het curriculum, gebruiksvriendelijkheid en didactische aandachtspunten. De volledige checklist is te downloaden op www.watereducatie.nl en www.slo.nl •
Uit het Leerplan Water
Uit het Leerplan Water
Waterbewustzijn
Onderwerpen
We willen bereiken dat de leerling:
De volgende wateronderwerpen zijn relevant:
Water & leven 1 water ziet als de oerbron van het leven; 2 beseft dat schoon water van belang is voor het leven van mens, dier en plant; 3 waardering heeft voor het leven in, op en aan het water; 4 in het eigen gedrag streeft naar behoud van schoon water. Watervoorziening & gebruik 5 ‘kwalitatief goed’, ‘voldoende water’ en ‘goede sanitatie’ ziet als een recht voor iedereen; 6 in zijn watergebruik rekening houdt met de schaarste ervan; 7 water ziet als een onderdeel van onze cultuur en manier van leven. Waterveiligheid & bescherming 8 zich bewust is van het belang van het leven in een delta, de kwetsbaarheid van deze situatie en het belang van veiligheid daarbij; 9 bescherming tegen water elders in de wereld als belangrijk recht ziet.
Watereducatie gaat ook over je waterbewustzijn en gedrag
Water & leven 1 de afhankelijkheid van mens, dier en plant van water; 2 levende organismen in, op en langs het water; 3 het belang van de waterkringloop voor ecosystemen; 4 fysische of chemische eigenschappen van water; 5 effecten van waterverontreiniging; 6 de functie van water in levende organismen waaronder de mens; 7 het belang van water in de vorming van landschappen; 8 voorbeelden van beroepen binnen het domein Water & leven. Watervoorziening & gebruik 9 waterwinning en -afvoer en de rol van waterleidingsbedrijven en waterschappen; 10 watergebruik door landbouw, industrie en huishoudens; 11 het belang van water bij vrijetijdsbesteding; 12 de historie van waterwinning en afvoer in Nederland; 13 het ontstaan en tegengaan van watertekorten wereldwijd en de gevolgen van watertekorten; 14 verspilling van water; 15 voorbeelden van beroepen in de watervoorziening. Waterveiligheid & bescherming 16 de strijd tegen het water in het verleden: droogmakerijen, polders, watersnoden, waterschappen, deltawerken; 17 nieuw en innovatief beleid voor waterveiligheid zoals ‘Ruimte voor de rivier’ en aanpassingen in de ruimtelijke ordening; 18 de strijd tegen het water in cultuuruitingen; 19 het belang van snel handelen van burgers en instanties bij watersnood; 20 (problemen met) de strijd tegen het water elders op de wereld; 21 klimaatverandering, zeespiegelstijging en de noodzaak tot nieuw beleid; 22 voorbeelden van beroepen in de waterveiligheid en -bescherming.
geoweek 2011
9
onderwijs
Veldwerk bovenbouw havo/vwo
E Twee speciale Bosatlassen
en analyse in 2010 van wat de Nederlandse waterschappen, bedrijven en musea scholen zoal aanbieden aan excursies, veldwerken en bedrijfsbezoeken laat zien dat er veel meer is voor het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs dan bijvoorbeeld voor de bovenbouw havo/vwo. Daarom is speciaal voor de bovenbouw havo/vwo een serie veldwerkopdrachten ontworpen en uitgetest door docenten aardrijkskunde van het College Hageveld in Heemstede. De opdrachten gaan over waterveiligheid, waterkwantiteit en waterkwaliteit. Voorbeelden? Het meten van de grondwaterspiegel, het berekenen van de stroomsnelheid van een rivier, het bepalen van het zuurstof- en nitraatgehalte van water en een enquête naar veiligheidbeleving.
Flexibel inzetbaar De negen opdrachten inclusief docentenhandleiding staan op www.watereducatie.nl. De opdrachten doen een flink beroep op kennis, vaardigheden en onderzoeksinitiatief van leerlingen. Samen geven ze een goed beeld van de watersituatie in een bepaald gebied, maar je kunt er ook voor kiezen één of enkele opdrachten met de klas uit te voeren. Dat kan in principe overal in Nederland en al dan niet samen met collega’s van biologie of scheikunde. En je kunt de opdrachten eenvoudig aanpassen aan de specifieke doelgroep en locatie. •
FOTO: UCO SOBERING (IF TECHNOLOGY)
Negen veldwerkopdrachten over water, speciaal ontwikkeld voor de bovenbouw havo/vwo. Kijk snel op watereducatie.nl
Hulpmiddelen bij bodem en water in de klas.
D
e Bosatlas van Ondergronds Nederland en de Bosatlas van Nederland Waterland zijn door de verzameling informatieve teksten, kaarten, foto’s en grafieken heel goed te gebruiken in de klas. Beide richten zich op een specifiek thema en gaan daarom net wat dieper op de onderwerpen in dan de schoolmethoden. Ze zijn dan ook prima inzetbaar bij (profiel)werkstukken en andere individuele opdrachten. Dankzij de financiële bijdragen van organisaties in de bodem- en watersector hebben alle middelbare scholen in Nederland een aantal gratis exemplaren ontvangen. De atlassen zijn ook verkrijgbaar in de boekhandel en bij de uitgeverij. Ze kosten dan €24,95. •
10
Spetterende Watertoets Volgend schooljaar komt Cito met een watertoets die leerlingen online kunnen maken en die zich aanpast aan hun niveau. Dat motiveert!
O
mdat de toets op de computer beschikbaar komt, spelen de opgaven zich af in realistische contexten en is direct feedback mogelijk. De toets meet dus niet alleen feitenkennis, maar
gaat ook na in hoeverre de leerling deze kennis in realistische situaties kan toepassen. De toets geeft een algemene indicatie van het voor waterbewustzijn belangrijke basiskennisniveau en bestrijkt alle belangrijke onderwerpen van het Leerplan Water. Binnen 20 minuten weten leerlingen van 10 tot 18 jaar welk basiskennisniveau ze hebben en wat daaraan nog ontbreekt. De toets heeft diverse gebruiksmogelijkheden, afhankelijk van de leeftijdsgroep en het lesprogramma. Leerkrachten kunnen er het instapniveau van de klas mee vaststellen,
geoweek 2011
in de klas
4 klassen, 3 scholen, 125 kinderen. De GeoWeek 2011 was behoorlijk vol voor Uco Sobering en Jimmy Joseph van IF Technology. Op 12 april gingen de geoprofs naar de Leonardoklassen van de Montessorischool in Westervoort.
Met IF Technology
‘Is die warmte/koudeopslag wel duurzaam?’ V ‘
oor ons en IF Technology is het de eerste keer dat we meedoen’, vertelt adviseur Jimmy Joseph. ‘Wij hebben de expeditie op school uitgevoerd. Eerst gaven we een powerpointpresentatie over ons werk, waarbij de kinderen ook een toneelstukje opvoerden. Daarna lieten we ze vijf proefjes uitvoeren: zand classificeren, stijg-
Je krijgt direct feedback en kunt de resultaten printen zodat ze hun lessen beter kunnen voorbereiden. De toets geeft leerlingen inzicht in hun eigen niveau, wat motiverend kan werken. Wanneer de toets wordt afgenomen bij leerlingen van groep 8 of bij eindexamenklassen geeft dat informatie over het succes van watereducatie op de school. De toets bestrijkt het hele domein van watereducatie en is daardoor minder geschikt om de prestaties op één specifiek onderdeel te meten. Meer informatie in het najaar op www.watereducatie.nl •
geoweek 2011
hoogte- en pH/EC/T-metingen doen, watermonsters nemen en zandsoorten zeven.’
Even schakelen ‘Het is erg goed gegaan. Op de eerste dag was het nog even zoeken naar een juiste toon en ritme. De kinderen van het Leonardoonderwijs (hoogbegaafd) stelden soms lastige vragen. Eén leerling betwijfelde of onze systemen wel duurzaam zijn, aangezien we nog elektriciteit gebruiken. Op dat moment was het even terugschakelen. Erg leuk om zoiets mee te maken. Bij de laatste klas op donderdagmiddag liep het als een trein, we wisten wat we moesten doen. Het leukste compliment was dat de docent vroeg of wij in het verleden in het onderwijs hebben gezeten. Dan weet je dat we het goed hebben gedaan. Wij hebben ons ook zeer geamuseerd. Heel intensief Of we volgend jaar weer vier klassen gaan doen, is nog even de vraag. Het is heel leuk, maar erg intensief zo veel klassen. Dus respect voor de leerkrachten op de basisscholen. Je moet er ook voor zorgen dat je de expeditie met voldoende mensen onderneemt. Want ondanks de voorbereiding blijft een groep van 30 kinderen erg hectisch.’
‘De docent vroeg of wij in het onderwijs hebben gezeten’
‘Ik denk dat de expeditieleiders het zelf wat rustiger kunnen hebben als ze meer uit handen geven en het op eigen locatie doen’, zegt Elsa Goor, docent van de Leonardoklassen middenbouw. ‘Wij doen mee omdat we kinderen kennis willen meegeven op allerlei gebied. De GeoWeek is uitermate geschikt om ze ervaringsgericht kennis te laten opdoen. Dit is de tweede keer dat we deelnemen en het is ons enorm goed bevallen! Het is verscheiden en diepgaand op een goed kennisniveau. Je geeft de kinderen echt iets mee en het ondersteunt ons als leerkrachten. Dit jaar verliep het heel leuk. De info was goed, aantrekkelijk en op niveau, de proeven uitdagend en afwisselend. Natuurlijk doen we volgend jaar ook weer mee. We hebben nog lang niet aan alle expedities meegedaan en daarna willen we wel op herhaling! Het is een erg leuke en zinnige opzet en vormgeving en ondersteunt je onderwijs op een manier die ik nog niet heb meegemaakt!’ •
11
onderwijs
‘Vreeswijk is een oudere woonwijk met een gemengd rioolstelsel en twee randvoorzieningen. Er zijn hoogteverschillen in het maaiveld. Op welke plaatsen is er kans op wateroverlast en hoe kun je dit opvangen?’ 6 vwo-leerlingen van het Christelijk Lyceum Zeist hebben met de Gemeente Nieuwegein ideeën ontwikkeld om wateroverlast in Vreeswijk aan te pakken. ‘Met ons onderzoek wilden we meer kennis opdoen én een professioneel advies geven aan de gemeente.’
Ikonderzoekwater Profielwerkstukken in de watersector
D
oplossen van een concrete vraag van een waterbedrijf, waterschap, gemeente, adviesbureau, aannemer of non-profitorganisatie. Werk aan de winkel Ikonderzoekwater.nl vormt een brug tussen de vraag uit het onderwijs en die van de watersector. De watersector voorziet de komende jaren problemen met het vinden van goed geschoolde mensen. Er is volop
FOTO: BOB LEFEBER
e watersector houdt zich bezig met allerlei actuele vraagstukken, maar daar zijn leerlingen zich nauwelijks van bewust. Ikonderzoekwater.nl moedigt 5 havo- en 6 vwo-leerlingen daarom aan hun profielwerkstuk, een verplicht eindexamenonderdeel, te maken over een actueel watervraagstuk, onder begeleiding van een waterdeskundige. Met zo’n praktijkgericht profielwerkstuk leren ze kennis toe te passen bij het
Arthur Zwartsenberg en Koen Gorgels uit 6 vwo van het Christelijk Lyceum Zeist aan het werk.
12
werk aan de winkel en door de vergrijzing zal de vraag naar instroom van nieuw talent nog toenemen. Juist in het jaar dat leerlingen een vervolgopleiding kiezen, biedt ikonderzoekwater.nl een inhoudelijke en authentieke leerervaring. Scholieren vinden het leuk en spannend begeleid te worden door een expert. En docenten kunnen meer kwaliteit creëren zonder dat het ze extra tijd kost. Water is een groot thema binnen het examenprogramma aardrijkskunde. Ikonderzoekwater biedt docenten een uniek instrument om de ‘echte wereld’ in de klas te halen en hun vak te promoten. Ambitie Het project groeit snel. De ambitie is alle examenkandidaten van havo en vwo in Nederland de mogelijkheid te bieden voor hun profielwerkstuk een wateronderwerp te kiezen en daarbij begeleid te worden door waterprofessionals. Alle provincies hebben (of krijgen binnenkort) een regionaal coördinatiepunt aan een hogeschool of universiteit. Daar komt de match tot stand tussen vraag (van leerlingen naar inspirerende onderwerpen) en aanbod (van waterdeskundigen die graag hun kennis en enthousiasme overdragen). Meld je aan Meedoen is eenvoudig. Leerlingen kunnen via de website www.ikonderzoekwater.nl een onderwerp van een waterorganisatie kiezen. Ze mogen ook een eigen onderwerp aandragen. Ikonderzoekwater.nl zoekt dan een waterdeskundige die daarbij kan begeleiden. We roepen aardrijkskundedocenten op hun leerlingen te enthousiasmeren voor ikonderzoekwater.nl! Heeft u belangstelling, laat het ons weten. Dan sturen we u en uw collega’s promotiemateriaal voor op school. Verder zoeken we waterdeskundigen die het leuk vinden hun kennis en ervaring met scholieren te delen. Kijk op www.ikonderzoekwater.nl of neem contact op met Willem Hendrik van Ledden,
[email protected] •
Leerlingen vinden het leuk en spannend begeleid te worden door een professional geoweek 2011
onderwijs
Watereducatie in kaart Op www.watereducatie.nl barst het van de ideeën om met het thema water aan de slag te gaan. Vind daar je weg maar eens in, zeker als je ‘iets met water’ buiten de klas wilt ondernemen. Er is nu een kaartvenster dat zicht biedt op alle buitenactiviteiten, van rondleiding tot museumbezoek. En wie zo’n activiteit heeft ondernomen, kan op de site zijn ervaringen kwijt.
O
p www.watereducatie.nl staan honderden ideeën om met het thema water aan de slag te gaan. Per schooltype, klas, regio en gewenst type activiteit kun je informatie opvragen over lessenpakketten voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Toch blijkt uit tien regionale bijeenkomsten dat docenten de website nog niet intensief gebruiken. Ze willen vooral per regio weten wat er aan veldwerken en excursies beschikbaar is. Daarom is er een kaartvenster gebouwd dat hen zicht biedt op het gelokaliseerde aanbod van buitenactiviteiten voor primair en voortgezet onderwijs. Hoe hebben de makers hun weg gevonden in het aanbod en wat mag je van het kaartvenster verwachten? Selectie Eerst hebben onderzoekers van het Centrum voor Educatieve Geografie alle 500 educatieve producten in de database van www.watereducatie.nl geanalyseerd. Ze selecteerden daaruit alle buitenactiviteiten, zoals excursies, veldwerkprogramma’s en bedrijfs- of museumbezoeken, 90 in totaal, waarvan 82 locatiegebonden zijn. Sommige spelen zich af op één plek, zoals een bezoek aan het museum van de Watersnoodramp. Andere buitenactiviteiten zijn op meerdere locaties beschikbaar. Zo zijn er rondleidingen op waterzuiveringsinstallaties in het beheersgebied van Waterschap Aa & Maas, die op vijf locaties
geoweek 2011
worden aangeboden. Een ander voorbeeld is de veldwerkmethode Westerschelde, die je op vier locaties langs de Westerschelde kunt uitvoeren. De excursies van Stichting Ark worden op negen verschillende plekken langs de Rijn en Maas georganiseerd. In totaal zijn er op meer dan 300 locaties buitenactiviteiten mogelijk. Ze zijn allemaal opgenomen in het kaartvenster. En dan zitten er nog acht educatieve producten in de database van www.watereducatie.nl over veldwerkprogramma’s die je overal in Nederland kunt uitvoeren. Beoordeling Het selecteren van de buitenactiviteiten is één ding. Maar je wilt natuurlijk ook iets weten over de kwaliteit van al die activiteiten. Dan kun je als docent immers gemakkelijker een geschikte buitenactiviteit selecteren. Daarom hebben de onderzoekers eerst – mede op basis van de zogenoemde kwaliteitsmeter NME-producten – een lijst van beoordelingsaspecten opgesteld, namelijk heldere
Geef je ervaring met buitenactiviteiten door, dan komen de good practices vanzelf boven water
doelen; aansluiting bij de kerndoelen; activerende werkvormen; afwisseling in werkvormen en aanwezigheid van een gebruikersbeoordeling. Het beoordelen van alle 90 buitenactiviteiten bleek echter lastig. De onderzoekers zouden daarvoor alle lesmaterialen moeten opvragen en bekijken. En dan nog: de focus van de buitenactiviteiten bleek sterk te variëren. Sommige activiteiten zijn sterk gericht op het thema water. Bijvoorbeeld de veldwerkmethode ‘Droppie Water’ en het Deltawerkenmuseum. Andere buitenactiviteiten leggen de nadruk op thema’s als natuur en geschiedenis, zoals de excursies door de uiterwaarden van de Waal onder leiding van een natuurgids, en een bezoek aan museum De Bataviawerf. Daarom is er uiteindelijk voor gekozen de buitenactiviteiten te laten scoren op (1) het type activiteit, (2) de focus op het thema ‘water’, en (3) activerend onderwijs. De kaart laat zien waar je welke activiteiten kunt vinden voor primair onderwijs (po), voortgezet onderwijs (vo) of beide schooltypen. Bij doorklikken naar de achtergrondinformatie kun je lezen hoe watergericht de activiteit is en hoe actief of passief de leerlingen erbij betrokken zijn. Goed om te weten als je iets in de eigen regio wilt ondernemen of in de regio waar de school op werkweek of met excursie gaat. Blijft het punt van de gebruikersbeoordeling. Onderzoekers kunnen vanachter hun bureau de activiteiten moeilijk op hun kwaliteit beoordelen. Dat kun je beter vragen aan de gebruikers: wat zijn hún ervaringen met het gebodene? Wie op een project klikt, vindt daarom ook de mogelijkheid om het project na afloop te scoren. Als docenten dat doen en zo een community of learners vormen op het gebied van watereducatie, komen de good practices vanzelf boven water! Wie meedoet en een score geeft, maakt kans op het watercanonboek Zoden aan de dijk; 25 vensters op Nederland als waterland. •
13
op expeditie
Bij ingenieursbureau Fugro
5 x GeoWeek 29 leerlingen van groep 8, 1 juf Petra, 4 ouders, 8 medewerkers van Fugro, 1 sondeerwagen, 1 handboor, 1 3D-laserscanner, 1 tachymeter en 6 kilo zand en klei vormen het recept voor een geslaagde expeditie bij ingenieursbureau Fugro.
F
ugro is een ingenieursbureau met meer dan 13.000 werknemers verspreid over vijftig landen. In Nederland houdt Fugro zich onder meer bezig met bodem en grondwater. Hiervoor worden sonderingen uitgevoerd en in het laboratorium grondmonsters getest. En dat is precies wat de leerlingen van groep 8 van de St. Jozefschool uit Wassenaar gaan doen. Spierballenwerk In vijf groepjes gaan de leerlingen de verschillende mini-expedities doen. Heerlijk in het lentezonnetje moeten ze toch even de spierballen gebruiken om de grondboor tot één meter diep te krijgen. En verbazing alom
14
als blijkt dat er op 80 cm diepte al duinzand onder Leidschendam zit. In het laboratorium bekijken ze de grondmonsters onder een loep en voelen zelf de verschillen tussen de gevonden soorten klei. Een leerling maakt de vergelijking met knutselklei op school als ze de klei met de fijnste korrel voelt. Erg slim, vindt de expert. Bij Fugro gebruiken ze de 3D-laserscanner vooral om de precieze vormen en afmetingen
Op 80 cm diepte blijkt er al duinzand onder Leidschendam te zitten
van gebouwen te meten, maar hij blijkt ook uitermate geschikt om leuke 3D-groepsfoto’s mee te maken! Met de tachymeter kunnen de leerlingen zelf gaan landmeten. Eerst meten ze op de huidige manier een stuk straat op en daarna zoals het vroeger werd gedaan, gewoon met een heel lang meetlint. De leerlingen hebben rap door dat het met de huidige technieken veel sneller en nauwkeuriger gaat. Als laatste bekijken de leerlingen op de computer panoramafoto’s en digitale kaarten en leren ze hoe je precies een lantaarnpaal opmeet. Nou ja precies… Ze ondervinden ook dat als je niet nauwkeurig genoeg bent, een lantaarnpaal al snel 32 meter hoog wordt. Expeditiegids met proefjes Juf Petra vindt het een superinteressante dag. ‘Ik had nog nooit meegedaan aan de GeoWeek met een klas, maar ik vind het erg leuk dat we nu iets praktisch kunnen ondernemen met de aardrijkskundeles. Complimenten ook aan alle medewerkers van Fugro, ze zijn allemaal zo kalm en geduldig met die kinderen en weten het ook allemaal goed over te brengen aan 11- en 12-jarigen. We hebben ook een expeditiegids meegekregen met alle uitleg, en daar staan allerlei extra proefjes en ideeën in. Ik ga hier zeker nog eens aandacht aan besteden in de les. Kan ik me alvast opgeven voor volgend jaar?’ Sven Schrader (11) en Sven van Biezen (11). ‘Dit is veel leuker dan binnen zitten.’ Sven vertelt dat een moeder van iemand van voetbal bij Fugro werkt, en dat die rondvertelde dat je als klas hieraan mee kon doen. De jongens weten nog niet echt wat ze later willen worden, maar wat ze vandaag gedaan hebben spreekt ze wel aan. Buiten bezig zijn, met je handen werken, meten en rekenen vinden de heren toch wel erg interessant. Diana van Vliet, marketing- en pr-medewerker bij Fugro vertelt: ‘Fugro doet al sinds het begin mee aan de GeoWeek, dus wij vieren ook een soort van jubileum! Omdat we al een tijdje meedraaien hebben we een draaiboek liggen dat we elke keer kunnen aanpassen op het niveau van de klassen die langskomen. Wij zijn ons heel bewust dat de aandacht voor dit vakgebied aan het teruglopen is, en dat we steeds meer moeten doen om jonge mensen enthousiast te maken voor alle facetten van aardrijkskunde.’ •
geoweek 2011
Kun je hier chips kopen? Met deze vraag komt groep 8 van KBS Esmoreit de kantine van Tauw binnen. Ze zijn door ouders van Luttenberg naar Deventer gereden. Ad Bonneur heet iedereen welkom en legt uit dat Tauw met een ‘a’ goed gespeld is. Oorspronkelijk heette Tauw namelijk Technisch Adviesbureau van de Unie van Waterschappen. En dan is het tijd voor actie!
FOTO: RIENCO GROENEWOLD (TAUW)
op expeditie
Bij adviesbureau Tauw
Zelf aan de slag met wateroverlast V
an tevoren is de klas in groepjes gedeeld. Er zijn namelijk vier activiteiten die ze in carrousel gaan doen. Elke groep heeft een begeleider die meeloopt en er is een vaste medewerker op de plek waar ze aan de slag gaan. Daarbij is er slim op gelet dat de leerlingen vrij hun gang kunnen gaan terwijl het werk elders in het bedrijf door kan gaan. De leerlingen zijn voortdurend zelf in de weer. Elke ronde duurt een half uur, inclusief de verplaatsing, en dat blijkt prima te werken. Er is genoeg tijd om iets te doen én de aandacht niet te laten verslappen.
Waterdrempel van klei In het laboratorium staan de leerlingen in witte jassen proeven te doen met bodem en water. In een computerruimte wordt gestreden in de GeoQuiz. De antwoorden zijn te vinden met het eigen geografisch informatiesysteem (GIS) van Tauw en met Edugis. Zo halen de leerlingen de stijging van de zeespiegel, kansen op overstroming, bodemgebruik en maatregelen voor ‘Ruimte voor de rivier’ uit de kaarten. In de parkeerkelder worden in plastic bakken met water, klei en houten huisjes de problemen nagebootst bij extreme neerslag. Riolen kunnen het water niet meer verwerken.
geoweek 2011
Hoe kun je met de beperkte hoeveelheid klei die je tot je beschikking hebt (want het budget is altijd beperkt, legt de adviseur van Tauw uit) maatregelen nemen om de wateroverlast te beperken. Kun je een drempel aanleggen en het water tijdelijk elders opslaan? Deze problematiek staat ook centraal bij de vierde activiteit. De leerlingen doen een rollenspel rondom een touch table (‘een enorme iPad in de vorm van een tafel’) met een interactieve kaart. Al discussiërend vinden ze oplossingen voor de klachten van de bewoners (waar is de overlast), voor handhaving van de veiligheid door brandweer en politie (bijvoorbeeld geen diepe opvangvijvers waar kleine kinderen spelen), binnen het budget van de gemeente (betaalbare maatregelen). Doeners aan zet Docente Marjolein vindt deze GeoWeekactiviteit een fantastische manier van leren, zo in de praktijk. Er zit naast aardrijkskunde ook taal, ict, techniek, natuur en burgerschap in. En de school hoeft er weinig voor te doen. Om de expeditie een kop en staart te geven, doen de leerlingen ook grondboringen in de eigen omgeving, in Luttenberg, onder begeleiding van Tauw en ze maken een verslag. Marjolein probeert één keer per maand met
de klas naar buiten te gaan. De schoolleiding staat ervoor open. ‘Het is vooral naar buiten dúrven gaan – het is altijd een groot succes.’ Een aantal kinderen loopt hier beduidend stralender rond dan anders, is haar opgevallen. ‘Dat zijn de doeners.’ Marilayne, Lisa, Syb en Cas zeggen dat ze vandaag hebben geleerd hoe je moet bouwen met water, en hoe je water weg kunt krijgen. Ze zien vandaag dingen die ze anders nooit zien – veel leuker dan een gewone schooldag. Of ze dit soort werk later zelf gaan doen? Cas denkt meer aan een baan in de bouw, Syb wil iets met sport, Lisa denkt aan een restaurant en Marilayne aan werken met kinderen. Koppen bij elkaar Adviseur Rienco Groenewold vertelt dat ze bij Tauw eerst de koppen bij elkaar hebben gestoken om leuke toepassingen voor de leerlingen te bedenken. Een activiteit mag niet te lang duren, geen voorkennis vereisen, toegankelijk zijn en makkelijk uit te voeren. Zo kwamen water, bodem, ruimte, civiele techniek en geo-informatie bij elkaar. Rienco vindt dat je als professional een begrijpelijk verhaal over bodem, water en geo-informatie moet kunnen vertellen dat past in de belevingswereld van de leerlingen. •
15
colofon
Redactie: Anouk Adang Eindredactie: Gemmeke van Kempen Vormgeving: Ineke Oerlemans Foto voorpagina: Pauline Alberti, Tauw Druk: Drukmotief BV Aan de totstandkoming van deze uitgave hebben meegewerkt: Adwin Bosschaart Joep Bost Jeroen Bron Heleen van Dijck Tim Favier Ronald Haak Reina Kuiper Willem Hendrik van Ledden Jody Mijts Henk Notté Iris Pauw Eelko Postma Dick Rozing Joop van der Schee Wouter Stapel en alle docenten, geoprofs en leerlingen die bij de expedities van de GeoWeek genoemd zijn.
30
-*
32
14
De GeoWeek en deze uitgave zijn initiatieven van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap.
De GeoWeek 2011 werd financieel mogelijk gemaakt door SKB Duurzame ontwikkeling van de ondergrond, Bodem+ (Agentschap NL) en het ministerie van Infrastructuur en Milieu.