20 pagina 2
pagina 4
pagina 8
Uit de ecbo-
Leren
Vooruit
kenniskring
mogelijk
naar
innovatiemanagers
maken
vroeger
nummer 20 maart 2015
]
Uit de ecbo-kenniskring ‘Innovatiemanagers mbo 2014’
2
Sinds een aantal jaren komt onder de vlag van ecbo een vaste kern van zo’n 15 rocen aoc-vertegenwoordigers uit alle windstreken bijeen. Vier dagen per jaar vormen zij de ‘Kenniskring Innovatiemanagers mbo’. In de ochtend wisselt de kring ervaringen uit over onderwijsinnovaties en -verbeteringen (landelijke of instellingsgebonden innovaties). In de middag staat steeds een thema voor verdieping centraal. Samen delen ze kennis en wisselen ze ontwikkelingen en ervaringen in hun instellingen uit en proberen die te duiden.
ander vraagstuk adresseert zorg over de bbl. Wat zijn innovatieve arrangementen om de bbl overeind te houden tegen de achtergrond van een tekort aan plekken, het gegeven dat deelnemers (vooral volwassenen) te duur zijn voor bedrijven en de groepsgrootte in de bbl steeds kleiner – lees: duurder – wordt vanwege de verschuiving naar de bol? Arrangementen tussen bbl en bedrijfsopleidingen zouden een alternatief kunnen vormen. In het middaggedeelte staat de herziening van de kwalificatiestructuur op het programma, ingeleid door Janneke Voltman, beleidsadviseur bij SBB. Het doel van de herziening was meerledig. Het gaat om het tot stand brengen van doelmatig en aantrekkelijk beroepsonderwijs tegen de achtergrond van een economie die vraagt om vakmensen, krimpende budgetten en een snel veranderende arbeidsmarkt. Dat betekent
De laatste kenniskringbijeenkomst van 2014 start met kennis-
clustering naar 176 dossiers. Van de studenten is 80%
making met een aantal nieuwe leden. De rondspraakmethodiek
ingeschreven op 50 dossiers; 5% op 40 dossiers en de overige
wordt gehandhaafd bij het bespreken van de reguliere agenda,
15% op de resterende 86 dossiers. De herziening heeft ook
zij het in een iets minder strenge variant. Het bevalt om de
een betere uitvoerbaarheid als oogmerk, tegen de achtergrond
agendapunten en hun ‘doel’ (is het een besluit, een mede-
van competentiegericht onderwijs. Nieuw zijn de keuzedelen,
deling, een vraag?) van tevoren te categoriseren en een rondje
waarmee sneller ingespeeld kan worden op ontwikkelingen
te maken waarin iedereen aan bod komt. Een vraag van een
in de regio en het beroepenveld. Vanaf het begin was het
deelnemer naar het aantonen van de toegevoegde waarde
vertrekpunt: geen stelselwijziging. Vooral de keuzedelen
van de (financiële) investering in zijn innovatieafdeling maakt
roepen discussie op: waar is (in vergelijking met de 20% vrije
heel wat los. De reacties variëren van: ‘Van wie komt die vraag
ruimte van voorheen) de ruimte voor een school en voor de
en wie is opdrachtgever?’ tot suggesties om anderen te laten
leerling? Vanuit het groene domein wordt aangegeven dat
vertellen over je waarde of in beeld te brengen wat studenten
die ruimte fors ingeperkt is. Hoe verhoudt zich de keuze van
ervan merken. De vraag stellen is een vorm van kritische
een student die zich wil ontwikkelen tot de benodigde goed-
zelfreflectie, die de boel ook behoorlijk kan opschudden. Zou
keuring van de paritaire commissie? Sommige branches willen
het ook een afdeling kunnen zijn die buiten de organisatie van
liever geen doorstroomgerichte keuzedelen. Studenten moeten
het roc kan staan? Een andere kwestie heeft te maken met
examen afleggen voor een keuzedeel, maar het is niet kwali-
verantwoordelijkheden en eigenaarschap laag in de organisatie
ficerend en een student krijgt geen diploma voordat het
leggen. Wat kun je doen om te zorgen dat het goed gaat en
resultaat bekend is. Die gedachtegang roept vraagtekens op.
dat deadlines gehaald worden? Dit uitgangspunt kan de misvatting oproepen dat je op je handen moet gaan zitten. Het
Aan het eind van de bijeenkomst nemen de kenniskringleden
antwoord van de kenniskring is bijna unaniem: ‘Faciliteer
afscheid van facilitator Marja van den Dungen. Zelf neemt
stafmedewerkers en teams door ruimte te bieden’. Weer een
ze de kenniskring in vogelvlucht mee terug langs thema’s,
]
Vooraf
Innovatie. Een onderwerp dat zich lastig laat isoleren. Maar valt. Zo’n 10 jaar terug verscheen een studie waarin innovatie in de sector onderwijs vergeleken werd met die in andere sectoren. Het onderwijs onderscheidde zich door een grote afhankelijkheid van subsidiebronnen, een sterke nadruk op producten, doorgaans kwalitatieve doelstellingen en geringe transfermogelijkheden. Nog steeds lijkt de impuls vanuit landelijke actieplannen en subsidieregelingen een belangrijke motor van innovatie in het mbo. Vanzelf, want daar ‘moet je wat mee’. Wat er ‘van binnenuit’ en met de regio gebeurt, is daarmee minder zichtbaar. IDEE4
IDEE3
IDEE2
IDEE1
Dit nummer van dimensies belicht vooral de relatie tussen innovatie en leren. In het eerste artikel geeft Marja van den Dungen zicht op de functie van de kenniskring innovatiemanagers mbo bij de kennisontwikkeling over innovatie en tegelijkertijd een doorkijkje naar de onderwerpen waarop kennis en ervaring worden uitgewisseld. De rol van de innovatiemanager als vertaler/verbinder tussen boven en beneden en binnen en buiten de organisatie is bepaald geen gemakkelijke. Organisaties die lerend zijn, zijn meer aan zet, verbinden wat er op ze af komt met hun eigen koers en handelen uit kracht. Organisaties leren niet, mensen in de organisatie leren.
sprekers, inzichten en ontwikkelingen (zie het artikel verderop
Ruimte voor ontwikkeling, elkaar kennen en vertrouwen staan
in deze dimensies). De kenniskring roemt haar vermogen om
haaks op de kenmerken van verwaarloosde organisaties, zoals
met betrokkenheid en humor mensen, kennis, onderzoek en
geschetst door Joost Kampen1, een van de sprekers bij de
organisaties te verbinden en bedankt haar voor haar waarde-
kenniskring. Verbinden en samen leren vormen ook de
volle bijdrage.
grondgedachte onder United4Education, een netwerk dat mensen en organisaties, initiatieven en kennis samenbrengt,
Aan de kenniskring namen in 2014 deel: Albeda College,
die samen het onderwijs willen laten kantelen naar nieuwe
Alfa-college, CITAVERDE College, Helicon Opleidingen,
vormen en verhoudingen, waarin het leren van leerlingen
Koning Willem I College, MBO Utrecht, ROC Landstede,
en docenten écht centraal staat. Sandra Verbruggen, een
Regio College, ROC A12, ROC de Leijgraaf, ROC
van de initiatiefnemers, vertelt erover in het tweede artikel.
Nijmegen, ROC RIVOR, ROC ter AA, ROC van Twente,
Change is in the air…
ROC West Brabant, Summa College en Zadkine. Meer weten over de kenniskring? Mail
[email protected]
1 Van de Bunt adviseurs
3
waar heel veel vanuit verschillende invalshoeken over te zeggen
]
In gesprek met Marja van den Dungen, facilitator Kenniskring Innovatiemanagers mbo
Leren mogelijk maken
4
Alweer zo’n tien jaar bestaat de Kenniskring Innovatiemanagers mbo, aanvankelijk onder de vlag van CINOP Expertisecentrum, later ecbo. Een netwerk met vier bijeenkomsten per jaar, waarover in elk nummer van dimensies verslag wordt gedaan. Het afscheid van Marja van den Dungen als facilitator van de kenniskring is dé gelegenheid om wat meer te laten zien van de kenniskring. Een terugblik op ontwikkelingen in een decennium. Visitekaartje
De belangstelling voor de kenniskring groeit nog steeds. Het
Hoe kun je mensen die sleutelspelers zijn op een bepaald
aantal leden nam toe in de afgelopen jaren. Leden komen
thema binnen hun organisatie landelijk verbinden? Dat was
en gaan, maar er is wel een vaste kern ontstaan. Er zijn
kortweg de gedachtegang achter het tot stand brengen van
vaste vervangers voor het geval een deelnemer verhinderd
een aantal platforms zoals het Platform EVC, het Platform
is. Soms nemen leden een deskundige op een ander terrein
moderne vreemde talen en het Platform examinering. Dezelfde
uit hun instelling mee, wanneer een specifiek onderwerp
gedachte lag ten grondslag aan de vorming van een netwerk
besproken wordt. En wie eenmaal als vervanger de sfeer en
van en voor mensen die in hun werk bezig zijn met innovaties
inhoud van de bijeenkomst heeft geproefd, wil eigenlijk niet
in het onderwijs. Hieruit ontstond de Kenniskring innovatie-
meer weg. Illustratief is de verzuchting van een vervanger
managers mbo. Voor een kenniscentrum als ecbo is zo’n
– al na anderhalf uur – : “Wat een jaloersmakende goede
netwerk interessant vanwege de voeling met de praktijk.
sfeer.”
Andersom kan het kenniscentrum deelnemers ‘voeden’ met onderzoek. Een van de doelen van de kenniskring is de kennis
Kop en staart
rond het thema innovatie te vergroten en tegelijkertijd ervaring
Een vast inhoudelijk programma heeft de kenniskring niet.
op te doen met wat dat betekent voor toepassing in de praktijk
Deelnemers dragen zelf onderwerpen aan en doen suggesties
van de organisaties: hoe landt die kennis en welke weerstanden
voor sprekers voor het inhoudelijke middaggedeelte. Dat kun-
en belemmeringen kun je tegenkomen? Om die reden zijn de
nen onderzoekers zijn, of wetenschappers, maar ook mensen
deelnemers aan de kring binnen hun instelling portefeuille-
uit de praktijk of het beleid. En afgelopen jaar bleek dat het
houders en verantwoordelijken op het thema. Zij zorgen dat de
aanspreken van het eigen ‘kapitaal’ via inhoudelijke presen-
kennis heen en weer stroomt. Vandaar ook de benaming
taties door deelnemers zelf, ook bijzonder boeiende resultaten
‘innovatiemanagers’, hoewel er tien jaar later geen deelnemer
opleverde. De agenda van de bijeenkomsten kent wel vaste
meer is die deze omschrijving ook letterlijk op zijn visitekaartje
onderdelen. De al genoemde inhoudelijke bijdrage bijvoorbeeld,
heeft staan.
maar ook het onderdeel ‘rondje langs de instellingen’ en de
stellen voor een plan – werkt dat verder in de hand. Veel
en suggesties over een vraagstuk waar hij of zij op dat moment
ontwikkelingen die al plaatsvinden, worden dan snel onder
midden in zit: Hoe ga ik om met mijn bestuur, dat een onhaal-
een innovatie geschaard of net wat anders ingekleed. Maar
bare ambitie heeft geformuleerd? Hoe verbind je onderwijs-
nog steeds ontbreekt het aan een kop en staart.” Ze vervolgt:
ontwikkeling met kwaliteitsontwikkeling zonder in de modus
“Door de wens van beheersing en de gedachte van maakbaar-
van control te komen? Inhoudelijke innovaties, denk aan
heid ontstaat druk op snelle resultaten, in plaats van ruimte
bijvoorbeeld taal en rekenen, krijgen wat minder aandacht;
voor processen om anders te kijken naar de inrichting van je
innovatieprocessen binnen lerende organisaties, systemische
onderwijs.” Ze verwijst naar het voorbeeld van de Netwerkschool, een programma dat als experiment vrijheden nodig heeft,
“Als er niet systematisch wordt gedacht, wordt er niet geleerd en probeert men dus steeds weer andere dingen.”
maar dat gestopt werd binnen de strakke kaders van een project. “Als er niet systematisch gedacht wordt, wordt er niet geleerd en probeert men dus steeds weer andere dingen. Bovendien worden zaken geïsoleerd en vergeet men naar de samenhang te kijken. Teamontwikkeling – een hot item in mbo-land – kún je niet invoeren zonder te kijken naar de
kennis en vooral ook de eigen rol van deelnemers daarin,
samenhang met wat je als school wilt.”
staan voorop. Goud waard De kenniskring heeft een rijk geschakeerd palet aan inzichten
De positie van innovatiemanagers in een organisatie verandert
opgeleverd, memoreert Van den Dungen. “Veel innovaties
nogal eens. Niet alleen zijn de functies verschillend, maar
missen een kop en een staart. Er is geen goede analyse
ook de plek in de organisatie. Dan weer in de lijn, dan weer
van de beginsituatie en de innovatie wordt niet afgemaakt.
buiten de lijn, in een staffunctie of niet. Een aantal jaren
Daardoor zijn de opbrengsten niet helder, worden interventies
geleden werd innovatie in veel mbo-instellingen ondergebracht
soms doelen en wordt er niet geleerd. Als een onderzoekende
bij de dienst Kwaliteit. Dit leidde tot de vrees dat bestendiging
houding en reflectie ontbreken, dan blijft men steeds opnieuw
en controle meer aandacht zouden krijgen dan creatieve
starten. Maar de realiteit van scholen is ook dat maatregelen
vernieuwing. Innovatiemanagers verschillen ook in positie.
in het mbo over elkaar heen buitelen.” Bij een interne peiling
Soms bij het CvB aan tafel, en daardoor niet helemaal ver-
een aantal jaren geleden dachten de deelnemers dat het nu
trouwd door de werkvloer. Soms ook nadrukkelijk niet aan
toch echt wel afgelopen zou zijn met alle innovaties die zij
tafel bij het CvB. De vraag ‘wie is je opdrachtgever, zijn dat
voortdurend van buitenaf op hun bordje kregen. De impuls
de teams of is dat het CvB?’ komt met regelmaat terug. “Het
voor vernieuwing – was de stellige verwachting – komt voor-
is een lastige positie tussen boven en beneden, binnen de
taan van binnenuit, uit de organisatie zelf. Niets bleek minder
organisatie en buiten. De innovatiemanager is vaak de vertaler,
waar, zo toonde vlak daarna de komst van Focus op
maar krijgt alles op zijn bord. Het vraagt betrokkenheid,
Vakmanschap, met weer een reeks nieuwe maatregelen. En
krachtdadigheid en overzicht om daar boven te staan”, vervolgt
Focus op Vakmanschap is nog nauwelijks geïmplementeerd,
Van den Dungen. “Het afgelopen jaar werd akelig duidelijk
of het volgende actieplan verschijnt. “Innovatie kun je niet
dat het om steeds meer werk gaat, dat met steeds minder
isoleren. Er gebeurt veel gelijktijdig. Ontwikkelingen beïnvloeden
mensen wordt uitgevoerd. Het is daarom niet zo verwonderlijk
elkaar. De systematiek van vernieuwen – middelen beschikbaar
dat men behoefte heeft aan een klankbord. Vooral bij de kleine
5
‘brandende kwestie’. Hierin vraagt een deelnemer feedback
roc’s is het vaak eenzaam worstelen met de positie die je hebt,
6
je ambities en de ruimte die je krijgt van je CvB. Zoals een deelnemer het formuleerde: ‘Deze dagen met de kenniskring zijn me goud waard, die blok ik in mijn agenda. Je kunt wel elke dag ondergedompeld worden in de waan van alledag’.”
“Er gebeuren zóveel mooie dingen in het mbo die niet gezien worden.”
Dungen: “In de beginjaren werd er alleen een intern verslag opgesteld voor de deelnemers. Later is er juist voor gekozen om de opbrengsten te expliciteren. Dat resulteerde in een aantal artikelen en papers, waaronder een gezamenlijk paper2
Intern kan het CvB een groot stempel drukken op innovatie
over innoveren in het mbo. Een aantal leden van de kenniskring
en innovatieprocessen. Van buitenaf lijkt de grip van de over-
heeft dat zelf gepresenteerd op de BVE Management
heid op het mbo behoorlijk stevig. Een innovatiemanager
Conferentie en tijdens Competent City in 2009. Dat paper
staat daar middenin. De staat van de instelling is één van
heeft trouwens nog bepaald niet ingeboet aan actualiteit.”
die zaken die de tent behoorlijk op z’n kop kunnen zetten.
Een tijdje terug was de kenniskring opnieuw object van
“In de kenniskring zie je dat er verschillende manieren zijn
onderzoek, ditmaal naar de doorwerking van de kenniskring
om daarmee om te gaan. Het is mooi als je de kracht hebt
in de beroepspraktijk van de deelnemers. De deelnemers
om de beoordeling op te pakken als leerpunt, omdat je dan
benoemden bij die gelegenheid de impact van de kenniskring.
laat zien dat je niet uit angst handelt, maar het voor jezelf
Een greep uit de functies: onderling kennis en ervaring
doet en de regie neemt. In het algemeen lijkt er weinig zelf-
uitwisselen om te komen tot praktische oplossingen voor
vertrouwen in de sector. Als de sector in het nieuws komt, is
vraagstukken in het mbo; spiegelen en feedback geven en
dat vaak negatief.” Geërgerd: “Er gebeuren zóveel mooie
ontvangen; een link leggen tussen kennis uit het veld en
dingen in het mbo, die niet gezien worden. Het is ongelooflijk
wetenschappelijke inzichten; benchmarken met andere
dat er een podium komt voor het hbo in het advies van
instellingen: ‘hoever zijn jullie daarmee?’; reflectie op de eigen
Rinnooy Kan over flexibilisering van hoger onderwijs aan
professionele rol en toegevoegde waarde; netwerken: versterken
volwassenen, terwijl er veel meer flexibiliteit is in het mbo.
van relaties tussen deelnemers en hun instellingen. De kennis-
Dat is alleen al te leren uit de veel bloeiender invoering van
kring geeft ook een beetje distantie en troost: bij anderen is
EVC en validering in het mbo. Trots op vakmanschap is ook
het hetzelfde gerommel of net een beetje anders. In een aantal
trots op het mbo!”
gevallen wordt binnen de eigen instelling verslag gedaan van de opbrengsten van de bijeenkomst of bespreekt men in een
Distantie en troost
breder verband ook onderzoeksresultaten. Van den Dungen:
Aan de hand van het kenniscreatiemodel van Nanoka en
“De kracht van de kenniskring schuilt erin dat de deelnemers
Takeuchi bekeken de onderzoekers van CINOP Expertisecentrum
kennis delen vanuit hun eigen leervragen met het oog op de
(nu ecbo) in hoeverre kennisdelen in een kenniskring meer
volgende stap in het proces. Er heerst een veilige sfeer en
inhoudt dan ‘het met elkaar erover hebben’ en ook leidt tot bijvoorbeeld kennisproductie en -verspreiding. Van den
2 Dungen, M. van den. (2009). Innovatie als proces: inzichten uit de kenniskring innovatiemanagers. ‘s-Hertogenbosch: ecbo.
te doen”, zegt Van den Dungen. “Je moet leren mogelijk bij het onderwijzen. Professionaliseringsactiviteiten zoals trainingen en cursussen zijn van een heel andere orde dan professionele ontwikkeling. Je moet het samen doen, vanuit kracht en met betrokkenheid. Ik zou wensen dat daarmee verwaarlozing in onderwijsorganisaties zou verdwijnen.” men is open naar elkaar. Die openheid is bijzonder, want die
De kenniskring verschilt van andere netwerken in het uitgangs-
ontmoet je niet op alle niveaus. Men helpt elkaar snel en is
punt dat het draait om de eigen opvattingen en ervaringen
bereid te delen. De besproken inhoud en adviezen worden
van deelnemers en hoe daarin te handelen. Dat maakt het
gewaardeerd. Het blijft niet hangen in mooie vergezichten.
heel persoonlijk. Er heeft een evolutie plaatsgevonden in het
Bovendien blijkt dat je kunt leren door de verschillende
gesprek naar hoe en wie. Naar steeds meer nadenken over:
dimensies die er bestaan in de beelden van de deelnemers.
hoe houd je de energie in de teams? Hoe ga je om met de
Zo leeft over het algemeen de overtuiging dat je als dienst
onderstroom in een team? Hoe houd je mensen betrokken?
vraaggestuurd moet werken bij veranderprocessen. Maar
Dat zijn de nieuwe vragen. Van den Dungen signaleert een
wanneer je je daartoe beperkt, dan leidt dat ertoe dat je niet
vergelijkbare tendens in mbo-instellingen: “Alles wordt
meer in de verte kijkt en over de waan van alledag heen. Die
persoonlijker. Omdat de lerende organisatie aandacht krijgt,
contrasten maken het spannend en leiden tot nieuw denken.”
gaat het daarmee meer over de mensen die leren in de organisatie. Een voorwaarde is dan, dat je elkaar beter kent.
Beroepsonderwijs kan niet zonder de regio of de buitenwereld
Een van de deelnemers hield afgelopen jaar een presentatie
in the picture te hebben. Onderwijs is immers niet het eind-
over the Human Element, een methodiek om meer openheid
punt, maar een middel. “Een stukje blikverruiming kun je
in de organisatie te creëren en te proberen elkaar op een
ook met de kenniskring realiseren”, zegt Van den Dungen.
andere manier te vinden. Ook de inspectie concludeerde
“De ene deelnemer verkeert in een positie waarin hij voort-
rond de kwaliteitszorg dat CvB’ers met de rug naar hun per-
durend naar buiten kan kijken, de andere heeft die positie niet.
soneel toe stonden. Die tijd moet afgelopen zijn. Je krijgt andere
Maar mentaal moet je je blik verruimen, anders ben je te
typen bestuurders en een ander type gesprek. Je moet geïnte-
klein bezig en bestaat het risico dat je je verliest in details.”
resseerd zijn in je mensen en in het werk dat je mensen doen.
Voorspellingen van hoe de arbeidsmarkt of hoe het beleid zich
Uiteindelijk leidt dat tot resultaten voor leerlingen. Los van alle
gaat ontwikkelen, zijn lastig. Lachend: “In 1943 voorspelde
inhouden, zoals doelmatigheid en intensivering, is dat een
de voorzitter van IBM dat er wereldwijd misschien een markt
grote verandering. En in deze kenniskring gaat dat samen.
zou zijn voor vijf computers. Je moet dus leren dat je niet kunt
Onderwijsinnovatie kan niet zonder organisatieontwikkeling.”
voorspellen, maar wel meebewegen en steeds goed de vinger aan de pols moet houden in de regio en de buitenwereld.”
Bij het afscheid van Marja van den Dungen als facilitator prees de kenniskring zich gelukkig met een coach die een levend
Elkaar vinden
voorbeeld is van leren, onderzoeken, verbinden en daarbij de
“Weten hoe je met elkaar het onderwijs beter kan maken; dat
plek der moeite niet schuwt. Metje Jantje Groeneveld,
is de mooiste ontwikkeling, als organisaties dat beter weten
onderzoeker bij ecbo, zal in 2015 haar rol overnemen.
7
maken. En dat vergeten scholen wel eens, omdat ze stoppen
]
In gesprek met Sandra Verbruggen, initiatiefnemer United4Education
Vooruit naar vroeger
8
Er hangt iets in de lucht. Onmiskenbaar.
November 2014 verscheen Verandering van tijdperk:
Soms is het verwoord in boeken als
Nederland kantelt, auteur Jan Rotmans, hoogleraar
Verdraaide Organisaties. Terug naar de
periode is aangebroken: geen tijdperk van verandering,
bedoeling van Wouter Staps en Marius Buiting (zie dimensies 16) of Het alternatief.
Transitiekunde. Rotmans stelt dat er een overgangsmaar een verandering van tijdperk. Indicaties daarvoor ziet Rotmans in de kanteling van een centraal aangestuurde samenleving naar een decentrale, bottom-up
Weg met de afrekencultuur in het onder-
samenleving; in de veranderende structuur van de
wijs! van Jelmer Evers en René Kneyber.
naar netwerken en gemeenschappen. “Een samenleving
economie en een kanteling van macht van grote organisaties
Titels, die aanduiden dat we zijn afgedreven
kan alleen kantelen als de kurk waar zij nog op drijft, het
van wat we eigenlijk willen met onderwijs.
Verandering van tijdperk: Nederland kantelt. Boxtel: Aeneas.
Soms ook zijn er kleine initiatieven of groepen mensen, die de persoonlijke ontwikkeling weer de maat van het onderwijs willen maken. Her en der steken vernieuwin-
onderwijs, ook kantelt.” Bron: Jan Rotmans (2014).
Ontketend Het moment dat het kwartje viel staat haar nog scherp voor de geest. Ze was 21 en op een feestje vroeg iemand haar: “En wat studeer jíj?” Als een blikseminslag trof haar de gedachte: ‘Ik heb het laten liggen, ik ben niet gaan studeren!’
gen de kop op, maar buiten en zelfs binnen
De volgende dag schreef ze zich in bij de avondschool, een
de onderwijswereld zijn ze nauwelijks
twee keer blijven zitten was ze als drop-out op haar 15e gaan
bekend. Het onderwijs heeft een diepgaande verandering nodig, zo betogen Jan Rotmans en Sandra Verbruggen in Nederland kantelt. Het onderwijs moet vooruit naar vroeger. Dat kan door vernieuwers te verbinden en van elkaar te laten leren. Een gesprek
overgangsbewijs van 3 naar 4 MMS voorwendend, want na werken. De directeur keek haar vorsend aan, maar concludeerde: “Ik denk dat je het wel kunt.” In november begon ze en met Pasen sloeg ze een klas over. “Ik ging als een sneltrein, helemaal ontketend.” Ze sloeg aan het studeren om daar nooit meer mee te stoppen. Met een MO-acte op zak ging ze lesgeven. Niet zozeer om het vak Duits te geven, hoewel ze dat heel leuk vond, maar om bij te dragen aan de ontwikkeling van de leerlingen. Binnen
over ontwikkelen en vernieuwen in het
een jaar was ze leerlingbegeleider. En merkte al gauw – we
onderwijs met Sandra Verbruggen
spreken begin jaren 80 – dat als je het goed wilt doen voor
(Verbruggen Onderwijs Consultancy),
docenten een intervisiegroep avant la lettre en volgde als een
eeuwige student in de goede zin van het
van de eersten de opleiding ‘supervisor in het onderwijs’. Op
woord.
conferenties over reflectie voor het hele personeel en voor
leerlingen, je je moet toeleggen op docenten. Ze startte met
school had ze een rector ‘die het snapte’ en ruimte gaf voor
vond de aftrap plaats in het Nederlands Instituut voor Beeld bijeenkomst. In de tussentijd zijn zogenoemde transitiepaden opgezet. “Als je het hebt over onderwijsvernieuwing is er altijd wel een onderwerp dat mensen het meest belangrijk vinden, bijvoorbeeld het contact met ouders of ict of toetsing of ‘de leerling centraal’.” Rond die onderwerpen is een aantal transitiepaden gevormd; elk met een eigen strategie en een eigen groep deelnemers. De bedoeling is dat de transitiepaden een stip aan de horizon schetsen: wat wil je op het gebied van bijvoorbeeld ‘de leraar in zijn kracht’ uiteindelijk bereiken? “We gaan op zoek naar experimenten in den lande, van
het organiseren van intervisie. Bij de eerste gelegenheid trok ze de voorzitter van het college van bestuur aan zijn mouw met de boodschap: ‘Ik denk dat ik iets heb dat goed is voor
“In 1000 dagen willen we de diepgaande verandering in het onderwijs zo ver op gang brengen, dat deze onomkeerbaar is geworden.”
alle scholen’. Daaruit kwam een succesvol tweejarig project op alle scholen binnen het bestuur voort, eerst voor docenten, later ook voor schoolleiders en bestuurders. Na meer dan
docenten, van een sectie of team of van een school. Welke
twintig jaar zocht ze een nieuwe uitdaging en begon als
experimenten zijn er al die écht iets nieuws proberen, bijvoor-
mediator, coach en organisatieadviseur. En omdat het haar
beeld op het gebied van ‘de leerling centraal’?” Binnen
toch niet lekker zat dat ze nooit aan een universiteit was
een transitiepad draait het om verbinding van mensen en
afgestudeerd, heeft ze in 2012 nog een universitaire studie
experimenten. Goede voorbeelden worden samengebracht
afgerond…
en er wordt kennis gedeeld. Zo ontstaat zicht op welke kennis nog ontbreekt, wat nodig is om een volgende stap te zetten
Transitiearena
en wordt geabstraheerd van de schoolsituatie. In februari
Het onderwerp van haar afstudeerscriptie was normatieve
presenteren de paden die daaraan toe zijn zich en geven ze
professionaliteit: wie ben je in je werk, wie wil je zijn en wat
aan wat hun volgende stap is. Nieuwe mensen, organisaties
heb je (dus) te doen? Onder die noemer kwam ze in contact
en netwerken sluiten zich aan, waardoor ook weer nieuwe
met Jan Rotmans. En wat begon als een gesprek over onder-
paden ontstaan. En er vindt kruisbestuiving tussen de paden
wijs, eindigde in een transitiearena voor onderwijs, later
plaats. Onder degenen die de beweging een warm hart
United4Eduction genaamd, door Rotmans en Verbruggen
toedragen zitten organisaties en mensen met landelijke
geïnitieerd. United4Education is een kantelwerkgroep rond
invloed, zoals bijvoorbeeld Claire Boonstra (oprichter van
het onderwijs, een netwerk van gedreven mensen die nieuwe
Operation Education). “We hebben het vaste voornemen
bewegingen weten te maken, nieuwe paden inslaan en ideeën,
– congruent met onze visie –- om ons na 1000 dagen op te
projecten en netwerken kunnen verbinden. Op 1 oktober 2014
heffen. In die 1000 dagen willen we de diepgaande verandering
9
en Geluid in Hilversum, op 5 februari volgde de tweede
in het onderwijs zo ver op gang brengen, dat deze onomkeer-
10
baar is geworden. We vormen geen tegengeluid, maar steken een hand uit en gaan in gesprek. Kantelen betekent juist ook de ander voor de helft tegemoet komen. Met als uiteindelijk doel, dat leerlingen zo goed mogelijk worden voorbereid op een snel veranderende toekomst. Leerlingen moeten dan misschien wel een grotere stem in het onderwijs krijgen dan tot nog toe. En misschien is het goed om niet alleen in vakken les te geven, zoals bijvoorbeeld gebeurt in de vernieuwde leerroute Agora, waarin leerlingen in vijf domeinen gepersonaliseerd leren aan de hand van eigen leervragen bij Niekée in Roermond of bij de Nieuwste School in Tilburg.” Prestatiedwang en -drang Verbruggen en Rotmans schreven samen een analyse over
is nodig, zodat in het onderwijs persoonlijke ontwikkeling
de stand van zaken in het onderwijs. Vanaf het midden van
en het leren van zowel leerlingen als docenten weer centraal
de vorige eeuw is er veel gesleuteld aan het onderwijs. Aan-
komt te staan, zo stellen Verbruggen en Rotmans. En die
vankelijk vanuit het geloof in de maakbaarheid van de samen-
omwenteling moet echt van onderop komen, waarbij docenten
leving, later met marktwerking als credo. Dat leidde tot
op hun creativiteit en hun verantwoordelijkheid worden aan-
meer concurrentie, de school als onderneming en schaal-
gesproken en schoolleiders richting en ruimte geven.
vergroting. Veel hervormingen en systeemingrepen – vaak ook samenvallend met de komst van een nieuwe minister of
Jongste docenten optillen
staatssecretaris – die niet tot wezenlijke verbetering van de
En dan dringt zich natuurlijk de hamvraag op: hoe gaat die
kwaliteit hebben geleid. Maar wel tot onrust en frustratie. En
omwenteling plaatsvinden? Op de vele scholen die Verbruggen
tot het ontstaan van een ‘kleilaag’ van mensen, die proberen
bezoekt, ziet ze dat de rol van docenten in samenspel met
de vernieuwing aan te sturen, waardoor de vernieuwing zelf
schoolleiders – zij het soms nog aarzelend – anders wordt
geïnstitutionaliseerd raakte. De auteurs komen tot de slotsom
dan ze ooit geweest is. Dat vraagt van docenten dat zij zelf
dat – ondanks alle vernieuwingen – er geen stabiel functionerend
de ruimte anders benutten dan ze tot dusverre hebben
onderwijssysteem is, dat aansluit bij de steeds hogere eisen
gedaan. Het vraagt ook een verandering van bestuurders en
van economie en samenleving en waarbij alle betrokkenen
van het departement. De visie van bestuurders heeft heel
zich prettig voelen. Onder de laag van toegewijde en hard-
veel invloed op hoe er in een instelling/school met innovatie
werkende onderwijsprofessionals schuilt een aantal diep(er)-
wordt omgegaan. Het helpt als de bestuurder het onderwerp
liggende problemen. Om er een paar te noemen: ‘de kramp
steeds blijft agenderen. “Als degenen die aan het roer staan
waarin het systeem zich bevindt ten gevolge van prestatie-
het ten diepste begrepen hebben, dan heb je een kans. Ik
dwang en -drang, de verkokerde ‘eilandjes’-structuur in het
ben hoopvol”, voegt Verbruggen er onmiddellijk aan toe, “en
onderwijs, een naar binnen en niet op leren gerichte cultuur,
dat heeft ook met de huidige minister te maken: zij snapt
onvoldoende gemotiveerde leerlingen en docenten die zich
wel waar het heen moet. Veranderen vanuit het bestaande
niet gewaardeerd voelen in de samenleving’. Een omwenteling
systeem dat de neiging heeft je in de grip te houden, is lastig.
zoals de gesprekken en cursussen intervisie en collegiale
daaraan te ontworstelen. Op veel scholen regeren rooster,
consultatie aan het begin van haar loopbaan steeds bij
taakuren en exameneisen. Maar ik zie ook scholen die
docenten het vooroordeel opriepen: ‘O, ik doe het dus niet
anders handelen, bijvoorbeeld docenten laten kennisnemen
goed!? Dat is wel aan het veranderen, doordat er meer gelijk-
van cijfers die voorheen alleen managementinformatie waren.
gestemde zielen zijn die elkaar vinden. En dat is precies het
Of docenten betrekken bij het vergroten van hun PR of hun
proces dat we willen versterken!”
jongste docenten optillen en ze bijvoorbeeld een conferentie of een presentatie laten verzorgen over iets waar ze goed in
Zetje geven
zijn. En laat de andere docenten dan maar vragen stellen.
Geen gemakkelijke uitdaging. Zeker niet in een (onderwijs)
Je hand uitsteken, kiezen voor een positieve benadering, maar
landje waar nieuwe geluiden met de nodige scepsis ontvangen
ook docenten meer aanspreken op hun verantwoordelijkheid.
worden en waaraan – voor je het weet – het etiketje ‘verdacht’
Er is veel ‘wij-zij’-denken in scholen. Naast de verticale ver-
kleeft. “Een bekend mechanisme”, relativeert Verbruggen,
binding is ook de horizontale verbinding nodig voor kanteling.
“maar het netwerk vindt al bij zoveel mensen weerklank en
Social media als Twitter – denk bijvoorbeeld aan The Crowd –,
kan op zo’n grote inbreng rekenen, dat dat eigenlijk weinig
Facebook en LinkedIn hebben enorm bijgedragen aan de
deert.” Het netwerk is een alliantie van een groot aantal
verbinding van onderwijsmensen in het land. Maar daartegen-
verschillende mensen en organisaties. “Een rhizoma3”, aldus
over staan de sites waarop docenten op elkaar afgeven en
Verbruggen, “geen club met een bepaalde visie of ideologie.
elkaar afvallen. Er is in het onderwijs geen cultuur van bij
We zien dat vernieuwing nodig is en brengen de mensen die
elkaar te rade gaan of te zeggen dat je iets niet kan of weet.
dat ook vinden met elkaar in contact, voeren het gesprek en
Daarmee geef je er blijk van dat jij je vak niet beheerst. Net
maken een kritische massa. Het bereiken van de docent is daarbij wel essentieel. Ook binnen de scholen moet die kritische massa van docenten ontstaan. Daarvoor is nodig dat schoolleiders tijd en ruimte bieden om te experimenteren. Uit alle onderwijssectoren van basisonderwijs tot universiteit zijn inmiddels mensen en organisaties aangesloten, maar vooral uit het mbo zijn nieuwe deelnemers van harte welkom.” Je eigen kracht en motivatie gecombineerd met mensen die je ruimte voor ontwikkeling geven, dat zijn de essentiële ingrediënten die je verder helpen, zo weet Verbruggen ook uit eigen ervaring. Wat moet er binnen de 1000 dagen gebeuren om de beweging dat zetje te geven, opdat de ontwikkeling doorgang vindt? “Leren verbinden, leren écht naar elkaar te luisteren en begrijpen waar het over gaat, zodat je elkaar ergens op kan vinden. Als dat lukt, is er in élk gesprek een mogelijkheid om de ander een zetje te geven.” 3 Een rhizoma of rhizoom is een wortelstok die zowel boven als onder de grond vertakkingen heeft.
11
Het vraagt organisaties met een sterke koers en visie om zich
* ]
Column Uit de ecbo-kenniskring ‘Innovatiemanagers mbo 2012’
Kennis is macht
12
“Kennis is macht en de maan is niet in één dag bereikt.” “Scientia potentia est” (Francis Bacon, 1561-1626) In een kenniseconomie als de onze gaat het steeds meer om de ontwikkeling en innovatie van kennis in plaats van om routinematige productie. Kennis maakt machtig op verschil-
andere methodieken. En als wordt gevonden dat een pro-
lende niveaus in het onderwijssysteem. Studenten zijn gebaat
gramma bewezen effectief is, zegt dat lang niet altijd hoe of
bij vaardigheden waarmee ze zich steeds nieuwe kennis
voor wie het werkt.
eigen kunnen maken. Van docenten wordt een onderzoeksmatige houding verwacht, waarbij zij handelen op basis
En dat terwijl van het onderwijs wordt verwacht dat het inno-
van kennis en systematische observatie. Het onderwijs als
vatief is en, bijvoorbeeld, 21ste-eeuwse vaardigheden effectief
geheel moet opbrengstgericht zijn; evidence based werken
aanleert. Maar daar gaan vragen aan vooraf. Wat zijn die
is hot. Soms kan dat ook: bijvoorbeeld op basis van cijfers
21ste-eeuwse vaardigheden eigenlijk? Zijn ze wel aan te leren?
over taal- en rekenvaardigheden kunnen aandachtspunten
Kunnen we ze meten? Evenals ecbo zal de Onderwijsraad
voor een onderwijsinstelling geduid worden.
daar in 2015 onderzoek naar doen. Fundamentele vragen beantwoorden om vervolgens samen met de praktijk te
Toch wil de waan van de dag soms sneller dan de kennis-
zoeken naar effectieve, haalbare onderwijspraktijken. Want
creatie aankan. Onderzoek naar succesfactoren bij de over-
(onderzoeks)kennis heeft de potentie om het onderwijs te
gang van een mbo-opleiding naar de arbeidsmarkt geeft
innoveren, maar dat gaat met astronautensprongetjes.
indicaties voor succes, maar geen garanties. Onderzoek naar de effectiviteit van onderwijsprogramma’s toont misschien
Pieter Baay, onderzoeker
significante effecten, maar bewijst niet de superioriteit over
Expertisecentrum Beroepsonderwijs
*
Colofon
Het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ecbo) ontwikkelt, verzamelt
Expertisecentrum Beroepsonderwijs
073 687 25 00
Postbus 1585
[email protected]
5200 BP ‘s-Hertogenbosch
www.ecbo.nl
en verspreidt wetenschappelijke en praktijkgerichte kennis over het beroepsonderwijs. Resultaten van onderzoek delen wij met het bve-veld: via o.a. workshops, publicaties en lezingen. Zó willen wij een bijdrage leveren aan de kennisinfrastructuur van de sector beroepsonderwijs en volwasseneneducatie.
Aan dimensies werkten mee: Pieter Baay, Marja van den Dungen, Ilona Koning, Sandra Verbruggen en Eva Voncken. Reageren? Stuur een e-mail naar
[email protected] ecbo dimensies verschijnt vier keer per jaar. U kunt zich abonneren op ecbo dimensies via www.ecbo.nl. Aan een abonnement zijn geen kosten verbonden.