22 pagina 2
pagina 4
pagina 8
Uit de ecbo-
Excellentieplannen
Samen
kenniskring
van het mbo
succes proeven
nummer 22 oktober 2015
]
Uit de ecbo-kenniskring Innovatiemanagers mbo
2
Sinds een aantal jaren komt onder de vlag van ecbo een vaste kern van ruim 15 rocen aoc-vertegenwoordigers uit alle windstreken bijeen. Vier dagen per jaar vormen zij de ‘Kenniskring Innovatiemanagers mbo’. In de ochtend wisselt de kring ervaringen uit over onderwijsinnovaties en -verbeteringen (landelijke of instellingsgebonden innovaties). In de middag staat steeds een thema voor verdieping centraal. Samen delen ze kennis en wisselen ze ontwikkelingen en ervaringen in hun instellingen uit en proberen die te duiden. De tweede kenniskringbijeenkomst van dit jaar is anders dan anders. Op verzoek van de leden van de kenniskring staat kennismaking met een aantal innovatietools en -instrumenten op het programma. Tools, die zijn aangedragen door leden zelf en die gebruikt worden in hun onderwijspraktijk. Eerst komen, zoals in elke bijeenkomst, de ‘brandende kwesties’ aan de orde. Twee vragen komen uit de inventarisatie als ‘meest brandend’ naar voren. De eerste gaat over de inrichting van niveau 2-opleidingen. Alom signaleert men veel uitval op dit niveau, door motivatieproblemen en gebrek aan oriëntatie op opleiding en beroep. Is niveau 2 het nieuwe niveau 1? Verschillende roc’s hebben daarom ingezet op verbreding van de niveau 2-opleiding om leerlingen de kans te bieden zich beter te oriënteren. Studenten van niveau 2 zullen op de arbeidsmarkt vaker van baan switchen. Verbreding komt op sommige plekken goed uit de verf, bijvoorbeeld door een breed basisjaar. Op andere plaatsen stuit het op verzet, bijvoorbeeld bij de samenvoeging van niveau 2-opleidingen binnen de sector Zorg & welzijn. Belangrijk is om een visie te ontwikkelen op niveau 2 waarvoor draagvlak bestaat binnen het roc. Verschillende elementen spelen daarin een rol: denken vanuit de leerling (waar is de leerling het meest mee gebaat),
vanuit de arbeidsmarkt, de taak van het voortgezet onderwijs als het gaat om LOB en de relatie met kwalificering. Verbreding via bundeling van kwalificatiedossiers kan leiden tot veralgemenisering. Om dat risico op te vangen is personalisering van het brede aanbod nodig, zodat een leerling met LOB uiteindelijk tot een zo goed mogelijke keuze kan komen. De tweede vraag gaat om een actuele en urgente kwestie: het indienen van een excellentieplan als onderdeel van het kwaliteitsplan. Alle deelnemende roc’s hebben een excellentieplan ingediend en een (voorlopige) beoordeling ontvangen.
]
Vooraf
Het korte tijdpad voor indienen van het plan, gecombineerd
3
met inhoudelijke eisen die aan het plan gesteld worden, heeft een aantal roc’s parten gespeeld. Vooral het verhelderen van de visie op excellentie en het concreet formuleren van (nieuwe) activiteiten bleken niet eenvoudig. Tijdsdruk en het gegeven dat er nu een aanvraag moet worden ingediend voor de komende drie jaar dwingen tot het maken van pragmatische keuzes, zoals ‘kunnen we het bestaande aanbod of bestaande projectplannen uitbreiden?’ Het middaggedeelte staat geheel in het teken van ervaringen met innovatietools. Zes tools worden in een pitch van steeds
Onder de noemer ‘Excellent Vakmanschap’ gaan dit na-
drie minuten ingeleid. Vervolgens stellen de overige leden
jaar naar het zich laat aanzien, 66 mbo-instellingen van
van de kenniskring vragen en krijgt de pitcher gelegenheid
start met het uitvoeren van hun excellentieplan. Voor som-
toelichting te geven. De leergang ‘Teams werken aan kwaliteit’
migen bekend, voor anderen nieuw terrein. Excellentie is een
en de methodiek ‘Leerkracht’ zijn beide gericht op teams.
term die veel ruimte biedt. Zie je excellentie als vertrekpunt
De eerste beoogt het eigenaarschap van het team voor
(investeren in een groep leerlingen die boven de rest uit-
kwaliteitszorg te doen toenemen, de tweede wil via een
steekt)? Gaat het om excellentie als middel (het aanbieden
systematische manier van werken het lerend gesprek in teams
van activiteiten waardoor talentvolle leerlingen komen boven-
bevorderen. Onder het motto ‘borgen zonder documenteren
drijven of die leiden tot betere prestaties)? Of is excellentie
is een illusie’ is de tool ‘MBO Beter Borgen’ gepresenteerd.
het doel (door bijvoorbeeld leerlingen datgene aan te bieden
‘Het innovatienetwerk’, een eigen tool van een van de roc’s,
waardoor ze een stap extra kunnen maken)? Deze benaderingen
biedt procesondersteuning bij innovatie(vragen). Tot slot
vormen een spectrum, dat loopt van ‘excellent zijn’ naar
komen de curriculumtool en de examentool, eigen instrumenten
‘excellent worden’. Het eerste artikel van deze dimensies
van een roc, als hulpmiddel bij het bouwen en ontwikkelen
presenteert eerste indrukken uit de excellentieplannen aan
aan bod en de Curriculumbouwer, gericht op borging. En de
de hand van gesprekken met adviseurs van MBO in Bedrijf,
‘winnende’ tool, die de volgende bijeenkomst een uitgebreid
die de plannen beoordeelden en met vertegenwoordigers
podium krijgt is… ‘het innovatienetwerk’!
van JOB. Durven selecteren en een aanbod maken dat – in eerste instantie – niet voor alle leerlingen bedoeld is, lijkt een
Aan de kenniskring nemen deel: Albeda College, Alfa-
van de lastigste opgaven voor het mbo. Het tweede artikel
college, CITAVERDE College, Helicon Opleidingen,
laat zien hoe een aantal vmbo-scholen vormgeeft aan talent-
Koning Willem I College, ROC Landstede, Regio College,
ontwikkeling. Ze doen dat met veel oog voor de leerling, met
ROC A12, ROC de Leijgraaf, ROC Nijmegen, ROC RIVOR,
de leerling als vertrekpunt en met docenten in een compleet
ROC van Twente, ROC West Brabant, Summa College,
andere rol. Door uit te vinden wat een leerling motiveert en
ID College, Drenthe College, ROC van Amsterdam en
samen succeservaringen op te bouwen. Zo komt een ontwik-
MBO Utrecht.
keling op gang naar steeds meer en mooier vraaggestuurd onderwijs, dat ten goede komt aan alle leerlingen. En straks
Meer weten over de kenniskring? Mail
[email protected]
een mooi vervolg in het mbo…!?
]
Excellentieplannen mbo tegen het licht
Excellentie voor iedereen is een contradictie
4
Excellentie staat op dit moment hoog op de kwaliteitsagenda. Het komt op dit moment voor op de kwaliteitsagenda van iedere onderwijssector, van basis- tot en met hoger onderwijs, met het mbo als hekkensluiter. Alle mbo-instellingen zijn recent uitgenodigd om naast een kwaliteitsplan onder de noemer ‘Excellent vakmanschap’ ook een excellentieplan in te dienen. Wat gaat excellentie in het mbo brengen en waar zitten de uitdagingen? Een gesprek over verwachtingen en indrukken met Nicky Nijhuis, voorzitter van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) en Susanne de Zwart en Ronald Ulrich, die deel uitmaken van het team van MBO in Bedrijf dat de excellentieplannen beoordeelt.1
punt om onderscheid te willen maken, omdat de scholen de ambitie koesteren het algehele niveau van het onderwijs zo hoog mogelijk te laten zijn. Er wordt spanning gevoeld met het beleid om specifieke aandacht aan ‘de bovenkant’ te schenken.” Toch lijkt er wel degelijk een wens bij de scholen om ook voor excellente leerlingen het onderwijs zo uitdagend mogelijk te laten zijn. Scholen willen dat ook in hun profilering uitdragen: ‘Deze leerlingen zitten dus ook op het mbo!’ De Zwart: “Scholen willen met het excellentiebeleid ook hun pareltjes laten zien, in samenwerking met het bedrijfsleven.” De doelgroepen die scholen benoemen, lopen uiteen van leerlingen op entreeniveau tot leerlingen op niveau 4-plus. De Zwart: “Er komt wat bij kijken om excellentie te organiseren. De Regeling kwaliteitsafspraken MBO beschrijft de kaders voor de kwaliteits- en de excellentieplannen: er moet sprake zijn van een verzwaard programma voor een geselecteerde groep studenten, dat leidt tot een voor de arbeidsmarkt en/of het vervolgonderwijs zichtbare meerwaarde.” Voor het stimuleren van excellentieprogramma’s in het
Durven selecteren
mbo stelt het ministerie van OCW vanaf 2015 tot en met
Excellentie is voor het mbo een nieuw terrein, zo benadrukken
2018 jaarlijks 125 miljoen beschikbaar. Het excellentie-
alle gesprekspartners. Het hoger onderwijs heeft al een jaar
plan is onderdeel van het kwaliteitsplan. Alle mbo-scholen
of zeven ervaring met het excellentieprogramma Sirius. Ook
moeten in het kader van de Regeling kwaliteitsafspraken
het basis- en voortgezet onderwijs kennen activiteiten rond
mbo een kwaliteitsplan opstellen. De doelen die de minister
excellentie. Ulrich: “Het mbo huldigt doorgaans de opvatting
benoemt met excellentie zijn meerledig: aandacht voor
dat het gaat om talentontwikkeling van álle leerlingen. In de
de groep die meer kan en wil, de mogelijkheid om je op
praktijk wordt dan vooral gekeken naar maatregelen om te
een hoger niveau te kwalificeren voor de arbeidsmarkt
zorgen dat jongeren in de lagere niveaus van het mbo mee
of vervolgonderwijs, profilering en imagoverbetering van
kunnen komen. Met de excellentieplannen vindt een omslag
beroepsonderwijs, het stimuleren van een ambitieuze
plaats, waarbij ook aandacht wordt besteed aan jongeren die
kwaliteitscultuur door doorwerking en uitstraling van de
méér willen en kunnen.” De Zwart: “Scholen proberen excel-
activiteiten naar de hele instelling.
lentie in hun visie op onderwijs een plek te geven, bijvoorbeeld door te spreken van ‘passend onderwijs aan de onderkant’ en
Smarter opschrijven
‘passend onderwijs aan de bovenkant’. Het blijft een gevoelig
Achter de noemer excellentie gaat een reeks aan opvattingen schuil, zo laten de plannen zien. “De kijk op excellentie ver-
1 Het programmamanagement MBO in Bedrijf (de opvolger van MBO15) beoordeelt de kwaliteitsplannen en legt zijn bevindingen vast in een advies aan elke instelling.
schilt van instelling tot instelling”, zegt Nijhuis. “Soms gaat het over talentontwikkeling van alle studenten. Maar net zo
nadrukkelijk een ontwikkeltraject is, krijgen instellingen jaarlijks de gelegenheid hun plan te actualiseren. Top of the bill Wat gaat het mbo doen om excellentie te stimuleren? De Zwart
Susanne
en Ulrich geven een doorkijkje van de plannen: “Er is veel
de Zwa rt
aandacht voor excelleren in de praktijk. Meestal zijn de initiatieven gericht op een bol-opleiding. Vakwedstrijden worden vaak vermeld. Dat komt mede door een lobby van de MBO Raad en Skills Nederland. Vakwedstrijden leveren ‘exposure’ en zijn gebaseerd op competitie. Bij de beoordeling hebben we gekeken naar de kosten-batenverhouding en of de wedstrijden voldoende ingebed zijn in het curriculum.
Nicky Nijhuis
“Welke studenten een instelling als excellent aanduidt, hangt af van de referentiegroep die men kiest.”
makkelijk gaat het over excellente studies, excellente instel-
Ook ‘internationalisering’ is vaak opgevoerd. Voor scholen
lingen of excellente stageplekken. De ene keer gaat het over
in de grensstreek is dat een vanzelfsprekende keuze. Het
toptalenten of de best presterende leerlingen, de andere keer
groene onderwijs heeft een traditie op dit gebied, met veel
over activiteiten die goede studenten excellent moeten maken.”
bestaande contacten in onder meer Scandinavië en Polen.
De Zwart bevestigt: “De omschrijving van excellentie is in de
Bij internationalisering is steeds de vraag: is er sprake van
regeling bewust open gelaten.” “De regeling geeft alleen aan
excellentie? Niet elke internationale stage is excellent, alleen
dat het gaat om specifieke programma’s voor geselecteerde
maar omdat je ervaring opdoet in het buitenland. Het is al
leerlingen. Waarop die selectie moet plaatsvinden, wordt niet
lastig om van een BPV2 in Nederland te bepalen of en wanneer
aangegeven. Dat kan bijvoorbeeld op cognitieve prestaties
die excellent is, laat staan van een BPV in het buitenland.
zijn, creativiteit, communicatieve vaardigheden of op onder-
Toch zijn sommige instellingen erin geslaagd dat goed te
nemerschap. Maar er moet wel sprake zijn van selectie en
onderbouwen. Voor gaming bijvoorbeeld móet je in Hamburg
het moet méér zijn dan het normale programma”, vult Ulrich
zijn, dat is ‘top of the bill’. Als je je leerlingen dat onthoudt,
aan. “Welke studenten een instelling als excellent aanduidt,
kunnen ze het in die innovatieve sector wel vergeten. Verder
hangt af van de referentiegroep die men kiest. De ene instelling
worden verdiepingsprogramma’s vermeld, die al dan niet
zegt: ‘Je kunt vergeleken met andere entreeleerlingen op
aanhaken bij de keuzedelen. Die kunnen op cognitieve ont-
entreeniveau excellent zijn’. De ander gebruikt het hele mbo
wikkeling gericht zijn, maar bijvoorbeeld ook op het stimuleren
als referentiekader en komt daardoor uit bij het hoogste niveau.
van ondernemerschap. Voor het thema ‘meester-gezel’ is
Beide benaderingen zijn mogelijk. De komende jaren worden
samenwerking met de branche nodig. Het thema wordt door
kaders en beleid ontwikkeld: wat vinden we excellent?” Van
een aantal instellingen benoemd, maar zal de komende jaren
de 67 mbo-instellingen hebben er 66 een excellentieplan
zijn beslag krijgen. Programma’s worden verzwaard door
ingediend. Eén instelling heeft zich teruggetrokken. De
toevoeging van bijvoorbeeld taalprojecten die gecertificeerd
ingediende plannen zijn beoordeeld door MBO in Bedrijf en
worden, zoals Cambridge Engels en Duits in de grensstreken.
instellingen kregen feedback om ze te verbeteren. De een
Een aantal instellingen gaat samenwerken met het hoger
heeft al ervaring met verzwaarde programma’s, kan daarop
onderwijs bijvoorbeeld in een combinatie van praktijkgericht
voortborduren, maar moet het wat smarter opschrijven; de
onderzoek met een lectoraat of legt een koppeling met een
ander staat op het thema excellentie nog helemaal aan het beginpunt. Omdat de invoering van excellentie in het mbo
2 Beroepspraktijkvorming; het leren van een vak in de praktijk.
5
lrich Ronald U
AD.3 Met het vmbo samen worden selectieprocedures ontwikkeld om vroeg te signaleren welke vmbo’ers voor een excellentietraject in aanmerking zouden komen.” De Zwart: “Vaak gaat het om projecten of verkenningen. Maar er zijn ook scholen die zich richten op het ontwikkelen van een excellentiecultuur, om te stimuleren dat studenten ook daadwerkelijk iets extra’s willen oppakken.” Daarmee stuiten we op een interessante kwestie. Want wìllen
6
studenten eigenlijk wel uitblinken? Ja, weet Nijhuis: “Er zijn genoeg studenten die hogere cijfers willen halen, maar die wel ook willen zien dat ze daar iets voor terugkrijgen. Het is dus belangrijk dat de inspanning erkend wordt. Voor certificaten die gelinkt zijn aan de praktijk zet men zich in.” De Zwart: “Je komt als docent niet weg met: ‘Dat is goed voor later’; het moet uitdagend en leuk zijn, direct wat opleveren en zichtbare impact hebben.” Nijhuis: “Er is geen vrijstellingsregeling in het mbo. En soms zit het systeem excellentie in
organiseren van excellentie in samenwerking met het bedrijfs-
de weg. Een student die een project van 12 uur met heel hard
leven lastig”, zegt De Zwart. “En vakmanschap en excellentie
werken in 4 uur afrondt, moet vanwege de contacturen toch
liggen niet ver van elkaar af.” “In vakinstellingen en de bbl
12 uur volmaken.” Voor domeinen als Economie en Administratie
is excellentie en de passie om het goed te doen, vaak al de
lijkt het lastiger om excellentie te benoemen. Ulrich: “Sommige
cultuur”, signaleert ook Nijhuis. “Je bent aan het werk en
studenten willen zo snel mogelijk hun diploma halen en dóór
zoekt altijd naar verbeteringen. Het hoort bij het vak om altijd
naar het hbo en zitten niet te wachten op iets extra’s om hun
het beste uit jezelf te halen.” De Zwart: “Bij alle opleidingen
cv mee te vullen”.
die een excellentietraject starten wordt ook gekeken welke docenten dat kunnen en willen.”
“De arbeidsmarkt voor mbo’ers is lastig”, zegt Nijhuis. “Door aandacht voor excellentie kun je mogelijkheden creëren om
Het ontwikkelen van aanbod om te excelleren en het
mbo’ers zich te laten onderscheiden, zodat niet iedereen
implementeren daarvan, is een vernieuwing die vraagt om
met exact hetzelfde diploma op de arbeidsmarkt komt. Dat
verbinding met de visie op het onderwijs die een instelling
is winst.” Het benoemen van het civiel effect was ook een
hanteert. Ulrich: “Sommige scholen hebben vanwege het
aandachtspunt in de plannen. “Dat wordt ook spannend”,
kwaliteitsplan en het excellentieplan hun strategisch meer-
zegt Ulrich. “Stel dat er een wildgroei aan certificaten komt
jarenplan naar voren gehaald met het oog op borging.” “Het
zonder duidelijkheid over de waarde ervan. Een branche-
is een en-en-verhaal”, zegt De Zwart. “Professionalisering
certificaat geeft duidelijkheid, maar is lastig te realiseren.
is een lijn die al langer geleden is ingezet. Daardoor bestaat
Een schoolcertificaat is makkelijker af te geven, maar
er vertrouwen dat professionaliseren op excellentie wel goed
daarvan is de betekenis voor de buitenwereld niet onmiddel-
komt, alleen is het zoeken naar waarin je bepaalde docenten
lijk evident.”
dan excellent laat zijn. Ook een excellentiecultuur moet groeien. En hoe ga je het in de instelling verbreden? Als één team
Het mbo als dokter
vlamt, verplaats je dat niet een-twee-drie naar een ander
Wat heeft het mbo vóór op andere sectoren, als het gaat
team dat nog aan de basiskwaliteit werkt. Maar het moeilijkste
om excellentie? “Typisch mbo zijn de uitgebreide bestaande
blijft het selectievraagstuk: Op welke criteria selecteer je en
bedrijfscontacten die er via vooral de BPV al zijn. Dat is een
durf je in plaats van ‘iedereen mag het proberen’ te stellen:
gunstige basis. Zonder bestaande connecties is het snel
jij nu even níet!” Ulrich: “In grote lijnen zijn er twee redeneringen.
3 Associate degree: een tweejarige hbo-opleiding die het gat dicht tussen mbo en hbo.
De ene luidt: iedereen kan excelleren op een eigen gebied en eigen niveau. En de andere luidt: als we zeggen dat het
wel onbewust, sprake van negatieve framing door het mbo steeds maar weer in één adem te noemen met onderwerpen als voortijdig schoolverlaten.” Ulrich: “Het is ook de bedoeling, dat de opbrengsten uiteindelijk ten goede komen aan alle jongeren, dat de exercitie bouwstenen levert voor meer maatwerk voor individuen. Maar dat betekent niet dat elke leerling excellent is. Excellentie voor iedereen is een contradictie. Sirius heeft gewerkt als katalysator voor de rest van het onderwijs. Maar dat kost tijd. Je moet eerst een aanpak voor elementen je eruit kan halen voor het reguliere onderwijs.”
“De komende jaren zal veel geleerd en ontwikkeld worden over werkbare definities; wat werkt en wat is succesvol?” gaat om excellentie, dan moeten we àf van ‘iedereen is een
De Zwart: “Recht doen aan leerlingen impliceert juist dat
toptalent’. Het mbo is als een dokter die iedereen beter wil
je onderscheid maakt. Dat is passend onderwijs voor iedereen.
maken. Selecteren voelt tegennatuurlijk. Ik vermoed, dat er
Je wilt wel dat leerlingen, ook de meest begaafde, uit zichzelf
de komende jaren veel geleerd en ontwikkeld gaat worden
halen wat er in zit en dat ze worden verleid en uitgedaagd.
over wat zijn nu werkbare definities, wat werkt en wat is succes-
Ook voor docenten geeft dat bevrediging en motivatie: dat
vol. Naar verwachting gaan de uiteenlopende benaderingen
leerlingen niet onder hun niveau functioneren, maar met
die nu bestaan meer convergeren, ook door flankerend
drive en inspanning maximaal presteren.”
NRO4-onderzoek en door onderlinge uitwisseling.” MBO in Bedrijf gaat de kennisdeling tussen scholen stimuleren. Na
Vier vakscholen* hebben de handen ineengeslagen om
twee jaar en na vier jaar volgt een evaluatie.
samen, vooruitlopend op de troepen, excellentieprogramma’s te ontwikkelen. In 2014 zijn ze gestart met een pilot
De lat moet hoger
met excellentieprogramma’s en hebben ze een gemeen-
Nijhuis: “Elke student moet kunnen excelleren, vindt JOB.
schappelijk kader ontwikkeld. De programma’s richten zich
Als je normaal een 6 haalt, maar met extra begeleiding een
op de uitblinkers van mbo niveau 4. In het excellentie-
7 kan halen, is dat excellentie. De focus is het vormgeven van
programma komen ze binnen- of naschools in aanraking
aanbod, waarmee leerlingen betere resultaten kunnen
met het hoogst bereikbare niveau op hun vakgebied. Het
behalen. Het mooiste zou zijn, als er in het mbo mogelijkheden
lonkend perspectief is de meestertitel, die een leerling na
komen waardoor èlke student kan excelleren en dat talent-
het diploma in het werktraject onder begeleiding van
ontwikkeling en maatwerk doorsijpelen in alle mbo-onderwijs.”
professionals kan halen door het afleggen van de meester-
Desalniettemin juicht JOB het toe dat alle instellingen de
proef. De branche kent de meestertitel toe. Ecbo voert
komende jaren middelen en tijd hebben om aan excellentie
een begeleidend onderzoek uit, dat onder meer focust
te werken. “Voorheen konden maar enkele instellingen daarin
op het definiëren van het begrip excellentie en in kaart
investeren. Het is een stap in de goede richting om instellingen
brengen wat werkt: www.ecbo.nl/nieuws
te laten nadenken over excellentietrajecten. Bovendien is het plezierig dat het mbo verbonden wordt met een positief thema. Lange tijd was er, ook vanuit het ministerie en misschien 4 Het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) coördineert het vierjarig Onderzoeksprogramma Excellentie mbo waaraan scholen samen met onderzoekers kunnen deelnemen.
* Restauratieschilder (Cibap); innovatief meubelmaker (HMC); conceptontwikkelaar voor de media (Media College) en gaming (Sint Lucas).
7
excellente leerlingen ontwikkelen en vervolgens kijken welke
]
Talentontwikkeling in de vmbo-praktijk
Samen succes proeven
8
Het gonst in Nederland rond het thema excellentie. De discussie of leerlingen en studenten in z’n algemeenheid in het Nederlandse onderwijs wel voldoende ambitieus zijn en voldoende uitgedaagd worden, woedt al een aantal jaren. PISAuitkomsten lieten zien dat onze best presterende leerlingen het niveau van toppers in andere landen niet halen. Voor het beleid was dat het signaal voor actie. In het voortgezet onderwijs waren aanvankelijk alle ogen gericht op de slimste vwo’ers, die het gymnasium – hoger hebben we immers niet – met twee vingers in de neus doorlopen. Al snel werd er aan dat vertrekpunt gemorreld. Want heb je niet per definitie in elke klas – in wat voor onderwijstype dan ook – leerlingen die er bovenuit steken? En sterker nog: is de kern van onderwijs niet alle kinderen helpen hun talenten te ontwikkelen? Voor het vmbo staat dat laatste buiten kijf. Een kijkje in de rijke keuken van negen vmbo-scholen5 die ieder op hun eigen manier aan talentontwikkeling doen.
het breder in en geven steeds meer vorm aan een cultuur waarin jongeren en hun talenten centraal staan. De ene school is gestart op verzoek van ouders, de ander omdat zich een mooie kans voordeed en bij weer een ander ligt er een bewuste, doorwrochte en onderbouwde visie voor het onderwijsmodel aan ten grondslag. Als er één ding helder is uit alle verhalen van de scholen, dan is het dat het draait om de jongere en diens groei en ontwikkeling. Alle scholen koesteren de wens om het beste uit alle leerlingen te halen, óók als ze zich in hun activiteiten in eerste instantie toeleggen op alles halen uit de beste leerlingen. Zo zet het Dendron College voor leerlingen van de basisberoepsgerichte leerweg in de afdeling Bouwen, Wonen en Interieur (BWI) verrijkingsopdrachten in als manier om talentontwikkeling te stimuleren. Wie met goede cijfers slaagt voor het vmbo-basisexamen, krijgt de kans in een jaar het kaderdiploma te halen. Hier ligt de lat voor theorie en praktijk hoger. Als eindopdracht bouwen de leerlingen een kano. Zó trots was de 16-jarige Björn op de kano’s die hij met vijf medeleerlingen als project had gebouwd, dat hij een brief schreef aan het ministerie van OCW met een uitnodiging om op zijn school te komen kijken. Hij regelde het bezoek en de lokale pers. En werd prompt uitgenodigd voor een tegenbezoek, samen met zijn mentor Bas Kessels. Een hele dag brachten ze door in de Hoftoren. Met als kers op de taart een gesprek met staatssecretaris Dekker, die zich vrijmaakte om het verslag
Eigenaar van je eigen ontwikkeling
van Bjorn in ontvangst te nemen. “Fantastisch, dat een
Talentontwikkeling op het vmbo6 krijgt gestalte in vele vormen
leerling in gang heeft gezet dat de school zich meer naar
en maten. Sommige scholen hebben een specifiek aanbod
buiten gaat richten!” zegt Kessels. “In leerjaar 3 had
voor een specifieke groep leerlingen. Denk aan verrijkings-
niemand het vermoeden dat Björn over dit soort talenten
opdrachten, projecten waarbij de lat hoger ligt, speciale
beschikte.” Uit: Talentontwikkeling op het vmbo: Verhalen
klassen, stromen of versnelde routes. Andere scholen steken
uit de praktijk (2015).
5 Publicatie: Talentontwikkeling op het vmbo: verhalen uit de praktijk op initiatief van het Sirius Programma po-vo en M-Tech, uitgegeven door Platform BetaTechniek. 6 Het artikel is gebaseerd op de verhalen van de negen geportretteerde vmbo’s.
Voor leerlingen van de theoretische leerweg die meer in hun mars hebben en belangstelling hebben voor technologie en
wikkeld. Dit is een vorm van gepersonaliseerd leren waarin
3 jaar een mavo-, mbo- en hbo-diploma te halen. Vanaf
leerlingen vanuit hun eigen belangstelling aan praktische
leerjaar 3 lopen leerlingen al mee in het mbo en in het vierde
sectoroverstijgende opdrachten werken en coaching krijgen
leerjaar zitten ze vier dagen op het mbo en een dag op de
bij hun oriëntatieproces en competentieverwerving. Houtens,
mavo. Het Zuiderlicht College, een school met de sector
een school die 5 jaar geleden is opgericht, heeft een cultuur
Zorg & welzijn, biedt elke dag dansklassen voor alle leerlingen.
die gebaseerd is op ontdekken, ontwikkelen en ontplooien.
Voor leerlingen die er bij een auditie eind groep 8 uitspringen
Daarin worden docenten en leerlingen gestimuleerd het beste
is er een speciaal danstraject als opstap naar de mbo-
uit zichzelf en elkaar te halen. En een andere jonge school,
opleiding Dans. De ZonneAcademie is een chill samenwerkings-
Niekée, heeft haar innovatieve onderwijsmodel een stap verder
project tussen vmbo-, mavo-, havo- en vwo-leerlingen van
gebracht naar een vorm waarin leerlingen aan de hand van
vier scholen (onder meer het Bredero Beroepscollege) en
eigen leervragen, zonder lesroosters of klassen, de wereld
hun docenten, die samen een duurzame DJ booth – een DJ
onderzoeken en eigenaar worden van hun eigen ontwikkeling.
“Op deze scholen geen 25 identieke vogelhuisjes, maar veel ruimte voor leerlingen om hun eigen ei kwijt te kunnen!” Op je handen zitten Op vrijwel alle vmbo-scholen heeft talentontwikkeling een plek binnen het lesprogramma.7 Dat is anders dan in het vwo, waar de activiteiten vaak buiten de klas en buiten het lesprogramma plaatsvinden. Een aantal scholen gebruikt techniek en technologie als kapstok voor hun activiteiten. Niet toevallig, want techniek geeft veel mogelijkheden om ‘producerend te leren’ en te onderzoeken in levensechte contexten. Daarnaast zijn techniek en technologie te vinden in alle sectoren – denk bijvoorbeeld aan medische technologie in ziekenhuizen – waardoor er altijd wel combinaties te maken zijn met de belangstelling van een leerling, maar bijvoorbeeld ook met andere competenties zoals hun creatieve kant. Op deze scholen geen 25 identieke vogelhuisjes, maar veel ruimte voor meubel – maken en van elkaar en elkaars aanpakken leren.
leerlingen om hun eigen ei kwijt te kunnen! Talentontwikkeling
Hierdoor vinden de betrokkenen elkaar, en leren ze elkaar
begint niet bij het aanbod, maar bij de leerling. Docenten
begrijpen en waarderen. Vmbo-leerlingen durven vwo-docenten
gaan samen met de leerling op zoek naar datgene waarvoor
aan te spreken. En vwo-docenten schieten niet meteen in
een leerling warm loopt en helpen de leerling ervaren waar
de stress als ze drie uur vmbo-leerlingen voor zich hebben.
hij beter in kan worden en op welke manier dat het beste
De ambitie is op dit principe een school te bouwen met
lukt. Trots kunnen zijn op wat je hebt gemaakt en een podium
gemengde klassen van vmbo- tot en met gymnasiumleerlingen.
krijgen voor je presentatie is belangrijk om zelfvertrouwen op
Leerlingenbouwteams van het Pius X College slepen al voor
te bouwen. In de woorden van Bas Kessels, sectiehoofd van
de derde keer op rij goud binnen bij de Skills Talents vak-
de afdeling BWI: “Uitdagende eindopdrachten resulteren niet
wedstrijden, door een combinatie van hun competenties.
alleen in mooie producten, maar vooral ook in mooie leer-
Het Libanon Lyceum stond met een aantal andere scholen
processen.” “Je kunt de leerprocessen van leerlingen niet
aan de wieg van het Bèta Challenge-programma, een uitdagende Technasiumvariant voor mavo-leerlingen. TalentStad Beroepscollege heeft het programma ‘Talent in Zicht’ ont-
7 De enige uitzondering hierop is de ZonneAcademie. Doordat het om leerlingen van vier scholen gaat bleek het reis- en roostertechnisch niet mogelijk om het onder schooltijd te organiseren.
9
techniek heeft de Uilenhof een versnelde route om in 3 x
sturen”, zegt Sjef Drummen, adjunct-directeur van Niekée.
(LOB) is daarom een belangrijke pijler. Waar ben je goed in
“Een leerling bepaalt zelf wat hij wel of niet meeneemt. Wat je
en wat wil je graag? Drummen kan het niet genoeg benadrukken:
wèl kunt doen is een leerling enthousiast maken voor wiskunde,
“Een doel voor ogen hebben wordt kinderen in het huidige
zodat de leerling een weg gaat bewandelen waar wiskunde
systeem afgeleerd. Hoe vaak horen ze niet: ‘je bent nog jong,
onderdeel van vormt. Maar je kunt er geen wiskunde in-
je hoeft niet te weten wat je wilt’. Maar je móet weten wat je
stoppen. En toch blijven we dat maar doen…”
wilt! Anders doe je maar wat. En onderweg zul je steeds weer nieuwe dingen tegenkomen, waardoor je nieuwe doelen gaat
10
“Veel kinderen komen van de basisschool het vmbo binnen
stellen.” Op een aantal scholen fungeert de aandacht voor
met de gedachte: ‘wij kunnen veel minder dan andere leer-
talentontwikkeling als hefboom om een kanteling te maken
lingen in het voortgezet onderwijs”, zegt Pius X-directeur
van aanbodgestuurd naar vraaggestuurd leren, dat aansluit
Pieter van Schilt. “Onze missie is dat ze zelfverzekerd en in
bij de motivatie en de manier van leren die de jongere het
de wetenschap ‘wij kunnen heel véél’ de overstap maken naar
meest ligt. Daarom doen sommige scholen Praktische
het mbo.” “Leerlingen ontdekken zichzelf, hun vaardigheden,
Sectororiëntatie (PSO) – dat als vertrekpunt het aanbod aan
herwinnen hun trots en plezier. Je zat vast in rekenen en
sectoren heeft – in de ban. Op Niekée gaat men het verst met
ontdekt nu dat het op een andere manier wel lukt”, zegt
het onderwijsmodel Agora, dat vrijwel helemaal aan de hand
Marlous Siemelink, directeur van TalentStad. Inzetten dus
van eigen leervragen van en door leerlingen wordt vormgegeven.
op wat een leerling kán. Weten wat een jongere motiveert
Maar ook op andere scholen beginnen gedachten als ‘waarom
en hem succeservaringen laten opdoen kan alleen maar als
zou een vmbo-leerling geen Latijn kunnen volgen als hij dat
er een goede relatie bestaat tussen de docent en de leerling
interessant vindt?’ post te vatten. “Het onderwijs heeft geen
en een interactie die gebaseerd op positieve verwachtingen.
aparte excellentieprogramma’s nodig wanneer elk kind leert
Niet voor niets haalt een aantal scholen inspiratie uit het
om zelf een eigen route uit te stippelen en de kans krijgt die
gedachtegoed van Luc Stevens.8 Daarnaast is het belangrijk dat docenten samenwerken in een team, goed met elkaar communiceren en elkaar feedback geven. “Noem het maar een professionele leergemeenschap”, zegt Kessels. In de verhalen van de scholen is duidelijk dat docenten dicht bij de jongeren staan, zich laten kennen, zich bewust zijn van hun invloed op jongeren en ook willen laten zien wat hèn inspireert. De rol van de docenten is steeds meer die van een coach die de leerling leert reflecteren. “Om verder te komen heb je docenten nodig die in hun basis-pedagogische attitude geen antwoorden geven, maar vervolgvragen stellen. En die er steeds meer en beter in slagen de leerling verantwoordelijk te laten zijn voor zijn eigen leerproces. Dan heb je excellente docenten”, stelt Ad van Andel, directeur van Houtens. Dat vraagt van docenten dat ze leren op hun handen te zitten. Teamleider Peter Gerritsen van TalentStad bekent: “Ik heb mezelf aangeleerd om met de bezem rond te lopen, om de neiging om te helpen te onderdrukken.” Talent als sociale kwaliteit Reflectie- en coachingsgesprekken zijn onlosmakelijk verbonden met de activiteiten en ervaringen die leerlingen opdoen in de programma’s. Loopbaanoriëntatie en begeleiding 8 Autonomie, relatie en competentie zijn drie basisbehoeften van leerlingen. Is een van de drie afwezig, dan wordt er niet geleerd.
echt te doorlopen”, stelt Sandra Newalsing, directielid van
inspannen om steeds weer nieuwe uitdagende opdrachten
de Stichting VOvA. Ict is op een aantal scholen een uitstekend
te vinden: “Dat geeft je flow.”
hulpmiddel om zaken te organiseren die voorheen niet konden: “Leerlingen kunnen de hele wereld binnenhalen.”
Talentontwikkeling op het vmbo is geen solitaire of elitaire aangelegenheid; verre van dat. Drummen: “Focussen op talent moet er niet toe leiden dat je je laat voorstaan op je
community over nieuws van gisteren of een bepaald
talent, maar dat je je talent gaat inzetten op een manier die
thema, gevolgd door communicatieopdrachten in
complementair is aan een collectief. Dát is wat de toekomst
language village. Daarna werken leerlingen aan persoon-
vraagt. Dan wordt talent een sociale, en geen narcistische,
lijke opdrachten/projecten die een plek hebben in de vijf
kwaliteit.” Zo ontdekken leerlingen op TalentStad door in
werelden van Agora: de wetenschappelijke, de kunst-
groepjes te werken aan een projectopdracht waar elkaars
zinnige, de sociaal-ethische, de maatschappelijke en
sterke kanten liggen en leren ze die te benutten. Op Niekée
spirituele wereld. Drie dagen in de week is de voertaal
zitten leerlingen van vmbo tot en met vwo in de brugklas door
Engels, twee dagen Duits. Twee keer per week hebben
elkaar heen. “Een vwo‘er kan vaak nog heel wat opsteken van
leerlingen sport, een keer per week kunstzinnig atelier.
een vmbo’er die met bravoure een performance staat te
Leerlingen houden bij wat ze doen en geven de dag een
houden.” “Door van elkaar te leren word je allemaal beter”,
cijfer. Uit: Talentontwikkeling op het vmbo: Verhalen uit
zegt Kessels van het Dendron College. Er bestaan plannen
de praktijk (2015). Het enthousiasme en de motivatie van leerlingen – ‘kunnen we dit eens onderzoeken?’ –, maakt dat docenten zich willen
“Als het lukt om jongeren te helpen gemotiveerd te raken, blijkt er heel veel mogelijk.” om het project ZonneAcademie, waarin leerlingen van vmbo tot en met gymnasium samenwerken, als basis voor een reguliere school uit te werken. De gedachte erachter is dat leerlingen met verschillende niveaus van cognities en vaardigheden, samenwerken en samen leren. Zodat ze worden opgeleid tot bijvoorbeeld toptechnici die sociaal vaardig zijn, bewust zijn van wat ze willen en kunnen, wie ze zijn, van hun omgeving en wat ze daarvoor kunnen betekenen. “Later kom je immers ook in gemengde teams terecht”, zegt Newalsing. Het mag duidelijk zijn. Talentontwikkeling op het vmbo is bepaald geen ‘dingetje erbij’, maar een aanzet die soms als kleine activiteit in de school begint, maar al gauw smaakt naar meer. Als het lukt om jongeren te helpen gemotiveerd te raken, blijkt er heel veel mogelijk. De ingrediënten daarvoor hebben de scholen ontdekt: starten bij de vraag en interesse van de leerling, eigen keuzes kunnen maken, reflectie op hoe je leert en beter wordt, hoge verwachtingen, betekenisvolle contexten, enthousiaste en luisterende docenten. “Eigenlijk is het zo simpel”, zegt Drummen. “Kinderen zijn van nature nieuwsgierig. Hun leerknop staat standaard aan. Zorg dat je van de uitknop afblijft!”
11
Een dag op Agora begint met een kringgesprek in de
* ]
Column Uit de ecbo-kenniskring ‘Innovatiemanagers mbo 2012’ Bumpy moments
12
“Het gaat om de vragen die je eraan verbindt.”
Een bumpy moment verwijst naar een interactiemoment met
niet zozeer op zichzelf waardevol, het gaat om de vragen die
studenten. In dat moment hebben docenten, naar eigen
je eraan verbindt. Uiteindelijk gaat erom dat docenten naar
inzicht, legitiem gehandeld en hebben zij achteraf een legitiem
aanleiding van bumpy moments confronterende pedagogische
handelingsalternatief kunnen aanwijzen. Een voorbeeld: bij
vragen durven te stellen: aan zichzelf en aan elkaar.
een praktijkles etaleren doet de docent gepassioneerd voor
Waarom vind ik deze manier van handelen in het belang van
hoe een student een etalage moet inrichten. Achteraf geeft
mijn studenten? Wat brengt dat bij de studenten teweeg en
de docent te kennen geeft dat het ook legitiem was geweest
vind ik dat wel wenselijk? Hoe zie ik mijn studenten eigenlijk?
het initiatief niet over te nemen, maar juist bij de betreffende
Deze kritische vragen kunnen docenten helpen, met elkaar,
student te laten. Voor beide opties valt wat te zeggen…Voor
hun (impliciete) pedagogische visies te expliciteren. En onder-
de meeste docenten is het herkenbaar dat hun handelen zich
werp te maken van collegiaal en publiek debat.
niet voltrekt volgens een strikt protocol, maar zich afspeelt in complexe situaties waarin verschillende manieren van handelen
Docenten met een pedagogische visie hebben oog voor het
verdedigbaar zijn. Afhankelijk van het doel dat ze nastreven.
belang van studenten!
De term ’Bumpy moments’ heeft een hoog buzz-gehalte:
Carlos van Kan
het blijft hangen, zo merk ik naar aanleiding van lezingen of
Onderzoeker Kenniscentrum ‘Kwaliteit van leren’,
publicaties over dit onderwerp. Echter, bumpy moments zijn
Hogeschool Arnhem en Nijmegen
*
Colofon
Het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ecbo) ontwikkelt, verzamelt
Expertisecentrum Beroepsonderwijs
073 687 25 00
Postbus 1585
[email protected]
5200 BP ‘s-Hertogenbosch
www.ecbo.nl
en verspreidt wetenschappelijke en praktijkgerichte kennis over het beroepsonderwijs. Resultaten van onderzoek delen wij met het bve-veld: via o.a. workshops, publicaties en lezingen. Zó willen wij een bijdrage leveren aan de kennisinfrastructuur van de sector beroepsonderwijs en volwasseneneducatie.
Aan dimensies werkten mee: Carlos van Kan, Ilona Koning, Marit Horstmanhof, Nicky Nijhuis, Ronald Ulrich, Eva Voncken en Susanne de Zwart. Reageren? Stuur een e-mail naar
[email protected] ecbo dimensies verschijnt vier keer per jaar. U kunt zich abonneren op ecbo dimensies via www.ecbo.nl. Aan een abonnement zijn geen kosten verbonden.