03 pagina 4
pagina 9
pagina 12
Een moo Ee mooi
Stá Stáán áán n
Cgo en
po potje otje
voo vo voor or
de e ro rol o
voetba vo voetb tbal
je vak! vak
van HRM va M
nummer 3 december 2010
]
Vooraf
2
Configuraties cgo Het mbo bevindt zich in een fase van herontwerp. Maar wat is het resultaat daarvan? Welke inrichtingsmodellen (opleidingsconfiguraties) zijn er in het beroepsonderwijs te vinden? Op 13 december 2010 organiseert ecbo een symposium waarin de opleidingsconfiguraties (‘ideaaltypen’) centraal staan. Het symposium is tegelijkertijd de afsluiting van de onderzoeks- en adviesloopbaan van Joke Huisman, senior onderzoeker bij ecbo. Belangstelling? Kijk op www.ecbo.nl of stuur een e-mail naar
[email protected].
Meso Focus Begin 2011 verschijnt een themanummer van Meso Focus waarin de resultaten van ecbo-onderzoek rondom onderwijs-
“Vertrouwen is van essentieel belang voor instellingen om succesvol te zijn en ook de ruimte te krijgen om hun
inrichting en professionele ruimte worden gepresenteerd. Centraal
taken naar behoren uit te voeren. Gebrek aan vertrouwen
staan de volgende vragen: Wat betekenen de veranderingen
leidt tot verscherpte controle, sterke standaardisatie en
in de mbo-instellingen, die onder meer gepaard gaan met de
verlies aan tevredenheid onder professionals.”1
invoering van cgo, voor de professionele ruimte van de leraar als individuele onderwijsprofessional? Wat betekenen ze voor
In deze ecbo dimensies staat het thema professionele
de taakuitvoering van onderwijsteams? En vervolgens: voor
ruimte en vertrouwen centraal. Kern is de vraag hoe je
het HRM-/personeelsbeleid in de mbo-instellingen? Deze drie
professionals, docenten, in staat stelt het beste uit zichzelf
perspectieven in relatie tot de onderwijskundige inrichting
te halen. Willen professionals meer ruimte en is het
van het onderwijs en de professionele ruimte van docenten
management erop uit die ruimte weer in te perken? De twee
vormen de rode draad in deze Meso Focus.
voor dit nummer geïnterviewde deskundigen werpen een genuanceerder licht op de zaak. Aukje Nauta, hoogleraar
Flexibiliteit in het mbo
arbeids- en organisatiepsychologie aan de UvA belicht het
Jongeren die een mbo-diploma willen halen, volwassen
Fluitsma, senior adviseur HRM van het SBO vertelt over hoe
werkenden die zich moeten bijscholen, mensen die naar de
men op (vo-)scholen een productieve dialoog kan creëren
arbeidsmarkt worden toegeleid… de deelnemerspopulatie van
om leraren zo goed mogelijk in staat te stellen bezig te zijn
het mbo is zeer divers. Daarom moet het onderwijs flexibel
met datgene waar ze goed in zijn.
dilemma vanuit de invalshoek sociale innovatie. En Tom
zijn. Wat daarbij remmers en trekkers zijn, is beschreven in het onderzoek Flexibiliteit in het mbo. Het onderzoek is in opdracht van ecbo uitgevoerd door het ITS uit Nijmegen. U kunt het rapport aanvragen of downloaden via www.ecbo.nl.
1
Citaat uit Onderwijs waarop we kunnen bouwen; De publieke waarde van het beroepsonderwijs (2006), oratie Sjoerd Karsten, bij zijn aantreden als bijzonder hoogleraar ‘Beleid, bestuur en organisatie van het beroepsonderwijs’ aan de Universiteit van Amsterdam.
* ]
Column
Kaders en ruimte
ze niet alleen. Iedereen werkt samen met anderen en dat
”Leidinggevenden hebben vaak onvoldoende kennis van de processen op de werkvloer.”
is lang niet altijd even gemakkelijk. In organisaties zijn taakautonomie en regelcapaciteit belangrijke condities om de professionele vrijheid van handelen
doorgevoerd moeten worden, terwijl bij medewerkers
uit te drukken. Maar ook beginselen van samenwerking
tegelijkertijd een groeiende behoefte aan draagvlak is.
en afstemming zijn in het geding. Daarvoor zijn enkele spelregels nodig. In kleine zelfsturende teams regelen we het samen wel, in grotere eenheden bieden kaders voor
Nu eens gaat het bijvoorbeeld om fusies en strategische allianties, dan weer om de politieke beslissing wel of geen educatie of postinitiële scholing te organiseren. Allemaal lastige kwesties die leiding en medewerkers raken. De
inspraak en participatie aan medewerkers de ruimte om
vooraanstaande socioloog Wolfgang Streeck sprak van “the
het handelen professioneel vorm te geven.
uncertainty of management in the management of uncertainty”.
In een recent boek over medezeggenschap en organisatie-
Bij het afwegen van alternatieven hebben leidinggevenden
ontwikkeling werkte ik met enkele collega’s de relatie uit tussen
vaak onvoldoende kennis van de processen op de werkvloer.
de eisen die organisaties aan medewerkers stellen en de eigen
Brede participatie van betrokkenen in het afwegingsproces
handelingsvrijheid van betrokkenen. Participatie slaagt als
kan dan een oplossing bieden. Vandaar dat naast indirecte
medewerkers worden uitgenodigd om gezamenlijk problemen
participatie van medewerkers, die ook in het beroepsonderwijs
te analyseren (met uitwisseling van ideeën en discussie), en
steeds beter vorm krijgt, directe vormen van participatie en
tegelijkertijd de organisatie de steun weet te mobiliseren om de
werkoverleg groeien. In de kantine, de koffiekamer of op de
gevonden oplossingen te kunnen uitvoeren. Dit is met name
hei! Gedragen kennis over de betekenis van technologie,
relevant in het licht van de vrijwel continue reorganisaties
didactiek, werktijden, cultuur en gedrag, veiligheid en gezondheid
waar veel bedrijven en instellingen mee te kampen hebben.
draagt zo bij aan een gezonde organisatieontwikkeling.
Ook de schoolleiding staat regelmatig voor de paradoxale
Marc van der Meer
situatie dat er verschillende organisatievernieuwingen
Directeur Expertisecentrum Beroepsonderwijs
Invloed van docenten in de bve-sector Op welke thema’s oefenen docenten invloed uit? Met de
staat. Wie vertegenwoordigen de docenten in de medezeggen-
invoering van de WOR is medezeggenschap in de bve-
schapsraden? In welke fase van de besluitvorming zijn ze
sector genormaliseerd. De zeggenschap van docenten over
betrokken? Hoe tevreden zijn ze over hun eigen functioneren
de inhoud en organisatie van het onderwijs wordt via een
en over de mate waarin ze invloed kunnen uitoefenen?
professioneel statuut gewaarborgd, een afspraak tussen
De nulmeting is uitgevoerd in samenwerking met de
werkgevers en werknemers.
Universiteit van Tilburg en het organisatieadviesbureau
Ecbo voerde een onderzoek uit waarin het functioneren van
Basis & Beleid.
medezeggenschapsraden in de bve-sector centraal
De rapportage is te downloaden via www.ecbo.nl.
3
Professionals geven hun eigen werk vorm, maar dat doen
]
In gesprek met Aukje Nauta
Een mooi potje voetbal
4
In het Convenant Actieplan LeerKracht van 2008 spraken de toenmalige minister van OCW en de sociale partners af de positie van de leraar te versterken door allereerst te erkennen dat de leraar in de dagelijkse onderwijspraktijk over professionele ruimte moet beschikken om zijn werk goed te doen. Met professionele ruimte bedoelden ze de interne zeggenschap van de leraar over de uitvoering van het onderwijskundig en kwaliteitsbeleid van de school. Het wettelijk kader voor deze zeggenschap zou uitgewerkt worden in een Professioneel Statuut. Voor de bve-sector is dit statuut in 2009 getekend. De randvoorwaarden zijn gerealiseerd. Maar hoe vullen we de professionele ruimte in de praktijk in? Of misschien eerst wel: waar hebben we het dan over? Gaat professionele ruimte wel over formele zeggenschap en wettelijke kaders?
afspraken rond professionele ruimte. “Het volstaat niet om in een cao vast te leggen: vanaf nu hebben we professionele
”Je moet niet alles in regels vastleggen, maar beleid ontwikkelen waarin ‘slimme regels’ gelden.”
ruimte. Dat is papieren beleid. Omdat we zoveel tegenstellingen hebben in de arbeidsrelatie helpt dat niet. Het enige dat
ruimte weer tijdelijk inperken. Maar geef mensen alsjeblieft
helpt is het er voortdurend over hebben.” Nauta is bijzonder
het voordeel van de twijfel.”
hoogleraar ’Sociaal- en organisatiepsychologische aspecten
Kleinschaligheid is volgens Nauta een belangrijke voorwaarde
van prosociaal gedrag’ aan de Universiteit van Amsterdam.
om ruimte te maken voor kennis en experimenten. Iedereen
Ze is een fel pleitbezorger van directe communicatie op de
moet zich eigenaar voelen van de gemeenschap waartoe hij
werkvloer, tussen managers en medewerkers en tussen
behoort. Door de grootschaligheid hebben mensen het gevoel
medewerkers onderling. Er moet niet alleen met elkaar
gekregen dat het management alles maar dropt en de docenten
gepraat worden op in de agenda afgesproken tijdstippen,
’de shit weer mogen opruimen’. Als een school in staat is om
in het functioneringsgesprek of het werkoverleg, maar
kleinschaligheid te organiseren dan kan niemand de fouten
ook bij het koffieapparaat, in de wandelgangen, aan
steeds afschuiven op de ander. Nauta refereert aan een recent
de keukentafel. Nauta: “Je moet niet alles in regels en
verschenen boek van Bram Buunk, Oerdriften op de werkvloer.
procedures vastleggen, maar beleid ontwikkelen waarin
Uit zijn onderzoek blijkt dat in groepen met een omvang van
‘slimme regels’ gelden, waarin je de kaders schetst. Dat
150 tot 200 personen men zich nog verantwoordelijk voelt
zouden bijvoorbeeld afspraken kunnen zijn over budgetten
voor elkaar, omdat iedereen elkaar dan kent.
die niet overschreden mogen worden, of kwaliteit waaraan niet getornd kan worden. Je stelt de kaders vast en
Volwassen arbeidsrelaties
daarbinnen moeten mensen voortdurend binnen hun eigen
In veel organisaties, ook in scholen, is het onderlinge
team, met het management in gesprek over ‘wat is mijn
vertrouwen gering. Hoe kun je het vertrouwen in zo’n
verantwoordelijkheid’ en ‘wat is jouw verantwoordelijkheid’
situatie terugwinnen? Dat is volgens Nauta niet eenvoudig.
en ’hoe zorgen we ervoor dat ik mijn werk goed kan doen’.
Het moet in kleine stapjes. “Als je in zo’n situatie te veel
Dat is de dialoog verweven door de hele organisatie op elk
professionele ruimte geeft, wekt dat argwaan.” De enige weg
niveau.”
is om gewoon maar ergens te beginnen, op kleine schaal een aantal mensen bij elkaar roepen en met elkaar in
Ruimte voor kennis
gesprek gaan. Nauta vertelt over een ingenieursbureau
Volgens Nauta is er de laatste jaren te weinig aandacht
waar ze al langere tijd bij betrokken is. “Men heeft daar
geweest voor de vakman en de vakvrouw. Het management
duidelijk beseft dat het in dialoog moet. Ze noemen het daar
is heilig verklaard. Maar de kennis zit bij de mensen die
‘volwassen arbeidsrelaties’. Maar het gaat ook daar over
dagelijks het werk doen. “De vraag is hoe je ruimte maakt
onderwerpen als vrijheid en verantwoordelijkheid. Het bedrijf
voor hun kennis, zodat je beleid ontwikkelt dat ook op hun
heeft een aantal thema’s vastgesteld waarop proeftuinen
deskundigheid is gebaseerd. Een docent met een idee voor
gestart zijn. Een manager is verantwoordelijk voor een thema
een nieuwe werkmethode, zou de ruimte moeten krijgen om
en bepaalt zelf hoe hij dat aanpakt.” Er is in het bedrijf
zo’n idee uit te proberen.” En met nadruk: “Daarbij mogen
bijvoorbeeld ruimte gegeven aan de vakbond om workshops
ook fouten gemaakt worden. Als er te veel fouten gemaakt
te geven over de vraag: wat gaat er al goed op het terrein
worden, of het blijkt echt niet te lukken, dan kun je de
van volwassen arbeidsrelaties en wat kan er nog beter?
5
Professor dr. Aukje Nauta gelooft maar half in beleid en
6 Ruimte geven binnen kaders
partner. Een HR-medewerker die beweert dat hij business
Ruimte geven kan niet zonder kaders. Of, zoals Nauta het
partner is, zal volgens Nauta nooit het vertrouwen krijgen
formuleert: “Je kunt nooit een mooi potje voetbal spelen
van medewerkers. “Hij zou zich moeten opstellen als
zonder dat er lijnen om het veld zijn getrokken en er een
bemiddelaar tussen de belangen van de organisatie en die
scheidsrechter is.” Mensen maar ruimte geven zonder
van de mensen. We zeggen dat de mens de cruciale
grenzen is geen oplossing. Nauta heeft onderzoek gedaan
succesfactor is in een bedrijf en dat zijn kennis en creativiteit
in twee typen organisaties. Een waarin er veel ruimte was
ingezet moet worden. Dan moeten we op een gelijkwaardig
en een waarin veel regels en procedures vastlagen. Tot
niveau communiceren. Mensen moeten niet het idee hebben
haar verrassing, bleken mensen het best te functioneren in organisaties met een zekere mate van regels en procedures. In organisaties waarin te veel ruimte is, worden mensen vaak aan hun lot overgelaten. Er moet dus gezocht worden naar een evenwicht. Ook daarover moet men voortdurend weer met elkaar in gesprek blijven, want zo’n evenwicht is dynamisch. Organisaties slingeren continu heen en weer tussen te veel regels en te veel ruimte. Maar hoe verhoudt het ‘ruimte geven binnen kaders’ zich tot volwassen arbeidsrelaties? Wie geeft er ruimte en wie bepaalt de kaders? Nauta is hier heel nuchter over: “Zo lang je in een werkverband zit waarin de een de werkgever is en de ander de werknemer, is – bij wet – de werknemer ondergeschikt aan de werkgever. Maar omdat er steeds meer kenniswerkers zijn, hebben organisaties er baat bij om de arbeidsrelaties zo gelijkwaardig mogelijk te maken. Dus we doen net of de relatie gelijkwaardig is, maar dat is ze uiteindelijk niet.” Deze fundamentele ongelijkwaardigheid kan alleen doorbroken worden door niet meer in een arbeidsrelatie te werken maar bijvoorbeeld in een opdrachtgever-opdrachtnemerrelatie. In het algemeen zien we dat het op de arbeidsmarkt steeds meer die kant op gaat. De groei van het aantal zzp’ers is hier een voorbeeld van. Energiegevende gesprekken HR-medewerkers hebben volgens Nauta een belangrijke taak in het tot stand brengen van gelijkwaardige arbeidsrelaties en de communicatie hierover. Dat betekent een breuk met de huidige opvatting van HRM als business
7
dat ze als een onvolwassen puber behandeld worden.”
energie gekregen van je laatste functioneringsgesprek?
De klassieke gesprekscyclus is naar de mening van Nauta
“Bedroevend weinig mensen antwoorden hier positief op.
niet zonder meer het goede instrument om tot gelijkwaardige
In een energiegevend gesprek zit cognitieve diepgang
communicatie te komen. HR-managers denken nu vaak hun
en er komt emotie bij kijken. Een gevoel van: we hebben
zaakjes op orde te hebben als driekwart van de medewerkers
samen iets bedacht en wat is het hier toch leuk.” Het is
hun jaargesprek heeft gehad. Maar de kwaliteit van die
de vraag of het functioneringsgesprek zich goed leent voor
gesprekken is waar het om gaat. Nauta heeft die kwaliteit
dit soort gesprekken. Waarschijnlijk zijn de borreltafel- of
wel eens onderzocht met een simpele vraag: heb je
keukentafelgesprekken daarvoor belangrijker. In een organisatie zou jaarlijks gemeten moeten worden of er energiegevende gesprekken met elkaar gevoerd worden. Als
”Laat ik eerst eens iets aan een ander geven en misschien krijg ik daar iets voor terug.”
de temperatuur onder een bepaald niveau daalt, dan moet er dus blijkbaar extra aan gewerkt worden om de dialoog te verbeteren. Volgens Nauta is het meten van de temperatuur bij uitstek een taak voor de HR-manager. Prosociaal gedrag Een belangrijk thema in de leeropdracht van Aukje Nauta is prosociaal gedrag. Nauta legt uit dat er twee manieren zijn waarop mensen in een arbeidsrelatie kunnen staan: een calculerend economische en een die gebaseerd is op vertrouwen. Als werknemers heel calculerend in de arbeidsrelatie staan, wordt dat over het algemeen veroorzaakt doordat een manager ze daarop afrekent, bijvoorbeeld door veel nadruk te leggen op targets. Prosociaal gedrag betekent mensen iets geven zonder daar meteen iets voor terug te verwachten. “Professionele ruimte is nu echt zo’n aspect waarbij je niet direct iets van elkaar terug kunt verwachten. Je organiseert ruimte om iets te kunnen uitproberen. Dan kan er ook iets mislukken. Dat impliceert uitwisselingsrelaties die meer zijn dan alleen maar loon voor arbeid.” Om professionele ruimte meteen te koppelen aan verantwoording afleggen, vindt Nauta dan ook te negatief. “Je kunt ook een andere opstelling kiezen: laat ik eerst eens iets aan een ander geven en misschien krijg ik daar iets voor terug. Daarmee beginnen, dat is pas echt ruimte geven.”
]
In gesprek met Tom Fluitsma
Stáán voor je vak!
8
Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) was de eerste onderwijssector met een professioneel statuut. Aanvullend op de
Plezier in het onderwijs De discussie over professionele ruimte is niet uniek voor het onderwijs. Ze wordt ook in andere sectoren als de zorg en de politie gevoerd, zij het in andere bewoordingen. De begrippen
invoering van de Wet op de ondernemings-
professionele ruimte en het herstellen daarvan komen voort
raden (WOR) in het mbo, eind 2009, zijn
uit het gegeven dat veel mensen beleven dat kenmerken
daarin bepaalde bevoegdheden vastgelegd, die medezeggenschapsraden onder de voorganger van de WOR al hadden. Dat gebeurde in een periode waarin landelijk de term professionele ruimte nog weinig gebezigd werd. Het mbo staat nu voor de opgave het professioneel statuut te maken
van de klassieke autonome docent voor de klas zijn verdwenen of ingeperkt. Beleid en regelgeving van de overheid, lumpsumfinanciering en de verschuiving van zeggenschap naar besturen, zijn ontwikkelingen die hun stempel drukken op de inrichting van het onderwijs. Onderwijsbegeleidingsdiensten, nu veelal adviesdiensten, namen de docent het ontwikkelwerk van nieuwe methodes en aanpakken uit handen. De laatste jaren is het bewustzijn ontstaan: wat is nou eigenlijk de kern van het vak en komt dat nog voldoende tot uiting in de huidige omstandigheden? En hebben
tot een item dat mensen aanspreekt.
degenen die het vak van leerkracht of docent uitoefenen wel
Onderwijssectoren als het voortgezet
voldoende ruimte om dat op de goede manier te doen?
onderwijs (vo) en het hoger beroepsonderwijs (hbo) leggen verschillende routes af om professionele ruimte in hun sector en instellingen handen en voeten
De huidige aandacht voor het thema professionele ruimte vloeit voort uit het Actieplan LeerKracht (zie het interview met Aukje Nauta in dit blad). Maar in de Agenda 2010 van het SBO, in 2006 opgesteld door de sociale partners, is het onderwerp ook bepaald geen vreemde eend in de bijt. “Geef
te geven. In de opmaat naar een landelijk
de professional zijn professionele ruimte en faciliteer dat als
professioneel statuut voor het vo, dat wordt
manager”, zo luidde de boodschap. De kerntaak van het
voorbereid door de VO-raad en de onderwijsbonden, organiseerde het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) op hun verzoek bij tien vo-scholen discussiebijeenkomsten die in het teken staan van professionele ruimte. In gesprek met Tom Fluitsma, senior adviseur HRM van het SBO.
SBO is het goed functioneren van de onderwijsarbeidsmarkt te bevorderen. Zorgen dat mensen met plezier in de sector werken en als professional erkend worden zijn – zeker ook gezien het lerarentekort – wezenlijke zaken. En in het imago en de aantrekkelijkheid van het beroep speelt de professionele ruimte een hoofdrol. Fluitsma: “Als docenten op verjaardagen aan familie en vrienden vertellen dat ze veel ruimte en zeggenschap hebben, straalt dat een heel ander beeld van hun beroep uit dan wanneer ze vertellen: ‘Ik zit alleen ‘nog maar’ mijn lessen te draaien en heb nergens meer iets over te vertellen’.”
9
Hekjes doorbreken
Docenten werken veel meer dan vroeger in teams. Een
Het is lastig om de vinger te leggen op wat ‘professionele
hekje om de klas zetten wordt daardoor minder mogelijk.
ruimte’ precies is. Het draait om meer zeggenschap van
Immers: afstemming over leerlingen en allerlei praktische
docenten over hun professionele handelen in de dagelijkse
zaken is nodig. Maar in het team gaat het zelden over het
praktijk. Fluitsma: “In de landelijke discussie ligt het accent
vak zelf. Teamoverleg wordt vaak opgeslorpt door allerlei
sterk op de professionele ruimte van de leraar. Maar het
regelzaken. Een van de meest verrassende uitspraken
gaat erom dat de school de ruimte is om met elkaar te
tijdens de discussiebijeenkomsten, waarin juist wel het
bepalen wie waarvoor verantwoordelijk is. Samen sta je
beroep en de ontwikkeling van het vak aan de orde
binnen de onderwijsinstelling of school voor de opgave om
kwamen, was dat docenten zeiden: ‘Eigenlijk doen we dit
goed onderwijs te geven. Daarin heeft iedereen een rol, van
nooit, wat goed om ruimte te hebben voor inhoudelijke
manager tot conciërge.” Daarbij is misschien het proces nog
reflectie’. In relatie tot professionele ruimte betekent dat
wel belangrijker dan de inhoud of exacte definitie.
aandacht hebben voor organisatie en verdeling van de
In de praktijk leven verschillende opvattingen ten aanzien
‘regelzaken’, zodat je daar niet alsmaar mee bezig hoeft te
van de benadering van professionele ruimte. “Er zijn
zijn.
mensen die uitkijken naar het professioneel statuut als een stukje regelgeving, zodat je voortaan kan zeggen:
Smartboards
‘Ga van mijn erf, dit is van mij’. Dan gaat het dus om het
De discussiebijeenkomsten van de VO-raad en de bonden
bepalen van het speelveld en het plaatsen van hekjes.
laten voorafgaand aan het opstellen van een professioneel
In de discussie is dat een beheersmatige en defensieve
statuut eerst de sector aan het woord. Hoe kan een
insteek. Je zou juist moeten kijken: waar sluit het op elkaar
professioneel statuut ondersteunen, dat er straks met
aan, waar vult het elkaar aan en hoe kan het versterken?
een open vizier naar professionele ruimte gekeken wordt?
Hoe kan het management zodanig ondersteunend werken
Het professioneel statuut dat Fluitsma voor ogen heeft, is
dat er goed onderwijs gegeven kan worden, docenten
geen opsomming van regels en artikelen, maar kleurrijk,
gestimuleerd worden en dat het beste uit docenten gehaald
stimulerend en het reikt thema’s aan: als je iets regelt in
wordt?”
je organisatie, waar moet je dan aan denken. Maar de
school zelf moet het levendig maken. Het moet geen papier blijven. Fluitsma denkt dat het statuut in het mbo in de huidige vorm die stimulans nog niet kan bieden. “Maak niet alleen iets landelijks, maar bied ook aan de sector handvatten en faciliteiten aan hoe je ermee aan de slag kan. Iets wat de discussie kan openen en bied, indien gewenst, ondersteuning daarbij.” Een dergelijke aanpak zou in principe ook voor het mbo mogelijk zijn. Professionele ruimte is geen term die bij mensen onmiddellijk aan iets concreets
10
appelleert. Daarom is voor de bijeenkomsten in het vo een open vorm met een procesbegeleider gekozen, passend bij de inhoud. Wat voor associaties roept professionele ruimte op bij de deelnemers (docenten, teamleiders, directie en vaak CvB-leden)? Sommige docenten wilden het bijvoorbeeld over de fysieke ruimte hebben. Doorpratend
”Docenten zouden een gemeenschappelijk beeld van de kern van hun vak moeten hebben.”
leidde dat tot voorbeelden als de plaatsing van smartboards.
verwijderd is. Dit is de kern van ons vak, daarvoor moet je
Zo zeiden docenten: ‘In de lokalen waar we ze het hardst
aan bepaalde eisen voldoen, we kijken bij elkaar en als het
nodig hebben, hangen ze niet. Hadden ze dat maar even
niet goed gaat spreken we elkaar daar op aan. Dat kun je
aan ons gevraagd.’ De reeks aan thema’s is eindeloos. Stof
behalve op de werkvloer ook landelijk regelen, bijvoorbeeld
genoeg. Dat betekent dat de bijeenkomsten binnen de
in de vorm van een beroepsregister, dat bewaakt of je (nog)
scholen een vervolg moeten krijgen.
voldoet. De Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) is daar hard mee bezig. Ook dat geeft een beroep status.”
Zelfbewust opereren
Voor de professionele ruimte zijn status en een heldere
Een van de aspecten die het Actieplan LeerKracht
identiteit heel belangrijk. Op het moment dat een docent
voorstond, was versterking van het beroep. “Daar is
stáát voor zijn of haar beroep en er een duidelijk collectief
nog een wereld te winnen,” zegt Fluitsma. “Wat hun
beroepsbeeld bestaat, gaan docenten individueel en als
motivatie of oriëntatie ook mag zijn, docenten zouden een
groep veel zelfbewuster opereren. Lokaal, maar ook in de
gemeenschappelijk beeld van onderwijs geven, van de
maatschappelijke discussie. “Dan wordt het: ‘Laten we maar
kern van hun vak, moeten hebben. Net zoals artsen dat
eens om de tafel gaan zitten hoe we dat kunnen oplossen’,
hebben van hun vak. Individuele docenten hebben daar
in plaats van: ‘nou krijgen we dit weer op ons bord’.” Zo zal
voor zichzelf wel een opvatting over, maar de beroepsgroep
deze ontwikkeling leiden tot zowel versterking van onderwijs
als zodanig heeft nog een onvoldoende heldere identiteit.
als ook van het beroep.
Medici zijn autonoom, letterlijk vertaald betekent dat: medici stellen zichzelf de wet. In de wetgeving staat niets
Keukentafelsessies
over de uitoefening van het beroep; een medicus moet
In de bijeenkomsten participeerden scholen voor wie het
voldoen aan de eisen van het beroep. En die zijn niet in
onderwerp nieuw was. Zij grepen de gelegenheid aan om
de wet opgenomen, die vind je in de beroepssector. Men
professionele ruimte op de agenda te krijgen en wat los te
stelt zelf als beroepsgroep vast: wat is een goede arts. Dat
maken in de school. Op andere scholen viel het onderwerp
gaat misschien te ver voor het onderwijs. Anderzijds kun je
naadloos in te passen in hun agenda, naast onderwerpen
betogen dat het onderwijs wel heel erg ver van deze situatie
als professionalisering. Waar in een organisatie moet je
de versmallingsroute (via ervaringsconcentratie en blijven
het statuut? Fluitsma: “De beweging is in de verschillende
doen waar je vroeger goed in was) of via een lerende route
sectoren wel gaande. Sociale partners zijn volop bezig om
(grenzen blijven verleggen). Welke mechanismen zitten er in
iets landelijks te maken dat stimuleert, dat mensen graag
een organisatie die de ene of de andere kant op stimuleren?
beetpakken en dat duidelijk positief effect kan sorteren; op
Bijvoorbeeld: ‘Onze oudere docenten moet je geen nieuwe
die manier komt er wat los in de sector. Dat is bijvoorbeeld
dingen laten doen, want dat zien ze toch niet zitten’. Zeg
in het hbo gebleken. In het hbo komt er geen landelijk
dat drie keer, en geen oudere docent neemt meer een
professioneel statuut. De sociale partners hebben een
klus op zich. Het onderzoek legt ook gedragspatronen in
beginselverklaring opgesteld en de hogescholen opgeroepen
het onderwijs bloot. De teamleider kondigt een klus aan
daarmee zelf aan de slag te gaan. Er is een ontzettende
bij een team. Het team reageert: ‘we zijn hartstikke druk,
gretigheid om dat te doen. Alle hbo-instellingen zijn bezig
daar ben jij toch eigenlijk voor of de directeur?’ Teamleider
om in hun organisatie een dialoog te organiseren. Vaak
of schoolleider neemt het werk op zich, komt na gedane
heten die bijeenkomsten keukentafelsessies. In het hbo
arbeid bij het team terug en dat reageert: ‘wat moeten we
heeft een landelijke impuls, zónder voor te schrijven hoe het
daar nou mee?’ en moppert onderling: ‘het komt erg van
moet, dus wel iets losgemaakt.”
bovenaf’. Als je het over professionele ruimte hebt moet je op scholen dat mechanisme doorbreken door als teamleider
Omgaan met professionele ruimte vraagt van meerdere
echt spelverdeler te zijn. Dat geldt ook voor de schoolleider:
kanten inzet. Dat kan lastig zijn in organisaties waar de
schakel mensen in en biedt ze daar de ruimte voor.
afstand tussen werkvloer en directie als groot wordt beleefd
“Er zijn legio mogelijkheden om zaken anders te regelen,”
en waar wellicht een wij-zij-gevoel de boventoon voert. Dat laatste kan een indicator zijn van een gevoel bij docenten, dat ze weinig in te brengen hebben; ‘ze doen maar’. Zien en gezien worden, onderling en door het management, is
Hoe agendeer je met succes het gesprek over professionele
dan ook een veelvoorkomend thema in de bijeenkomsten.
ruimte? Vijf tips om medewerkers succesvol eigenaar te
Natuurlijk kan een docent de ruimte nemen, maar dat gaat
maken van hun professionele ruimte:
niet altijd vanzelf. Dan ligt er een verantwoordelijkheid bij de
s
Breng medewerkers bij elkaar die met elkaar werken
schoolleiding om het initiatief te nemen. Het management
en de ‘professionele ruimte delen’. Denk aan docenten,
moet docenten aanspreken op de ruimte die ze hebben.
leidinggevenden en managers.
Docenten ruimte bieden en vragen of ze die in willen vullen.
s
Markeer een startpunt. Verspreid bijvoorbeeld een
Fluitsma noemt een voorbeeld: “In het geval van budgetten:
schets van het thema ‘professionele ruimte’ in een flyer
je moet docenten niet met de hele begroting lastigvallen,
of brochure.
maar wel met de onderdelen die het onderwijskundig
s
Kies een open werkwijze waarin de deelnemers
beleid raken en waar ze wat van gaan merken. Dan zullen
eigenaar zijn van het gesprek. Zij bepalen de thema’s,
er nog steeds docenten zijn die dat niet hun pakkie-an
zij zijn aan het woord, zij oogsten de opbrengst. Dat is
vinden. Spreek ze dan daarop aan. Het is geen kwestie van
professionele ruimte!
rozengeur en maneschijn. Er zullen mensen zijn die het met
s
beide handen aangrijpen, maar ook mensen die liever in hun lokaal blijven zitten. Die moet je een beetje prikkelen.”
Zorg voor een goede gespreksleider die vooral regisseert.
s
Sluit af met het benoemen en vieren van de resultaten en maak vervolgafspraken.
Grenzen verleggen Met name de teamleiders kunnen daarbij een belangrijke
I.R. van Roekel-Kolkhuis Tanke (oktober 2010). Leren
schakelfunctie hebben. In dit verband verwijst Fluitsma
loont het langst. Duurzaam inzetbaar door leren en groeien
naar de publicatie Leren loont het langst, onlangs door
in het voortgezet onderwijs. Den Haag: Sectorbestuur
het SBO uitgebracht. Het actieonderzoek is gebaseerd op
Onderwijsarbeidsmarkt. Zie: www.onderwijsarbeidsmarkt.nl.
een concept dat Isolde van Roekel-Kolkhuis Tanke in een proefschrift heeft uitgewerkt: medewerkers tenderen op
Meer lezen over professionele ruimte in het hbo? Zie:
termijn naar een manier van leren die wordt aangeduid als
http://www.hbo-raad.nl/arbeidsvoorwaarden/professionele-ruimte
11
beginnen? Moet het management starten of begint het met
betoogt Fluitsma. “Denk aan de taakuren. Het is heel gebruikelijk om die gelijkelijk over de docenten te verdelen. De cao laat het toe dat anders te regelen. Er zijn docenten die graag meer en docenten die minder taakuren zouden willen hebben. Dat zou je ook via aanbesteding van activiteiten kunnen organiseren. Binnen marges – want misschien is het voor iedereen wel eens goed om een project uit te voeren. Maar dan ontstaat er een helder soort
]
Cgo en de rol van HRM
zeggenschap over de taakuren. Die manier van handelen
12
spreekt een professional veel meer aan.”
Op het congres ‘Nieuwe wegen voor HRM’ (5 november 2010) presenteerden Aad Oosterhof (Van Kessel & Oosterhof) en
Professionele ruimte als breekijzer
Frank Streefland (Streefland Advies) de resultaten van het
De trein rijdt. En Fluitsma heeft er alle vertrouwen in dat
ecbo-onderzoek ‘Competentiegericht onderwijs en de rol
de trein blijft rijden: “Er zit zoveel dynamiek in, dat stopt
van HRM: beeld van veranderingen’. Het onderzoek richtte
niet zomaar.” Maar hoe zit het met de bladeren op de rails?
zich op de vraag: welke praktijkvragen hebben roc’s als het
Fluitsma signaleert er wel een paar. Professionele ruimte
gaat om de veranderende rol van HRM in het mbo?
moet niet samenvallen met regels in een professioneel
Denkmodellen kun je op verschillende manieren expliciet
statuut. Een andere hobbel is de praktijk van het onderwijs,
maken. Een krachtige manier is denkmodellen daadwerkelijk
de klas die altijd tijd en aandacht vraagt. Het blijft moeilijk
visualiseren in beelden. Met deze beelden kun je jezelf een
om daar evenwicht in te vinden. Nog een risico is dat men
spiegel voorhouden, waardoor je kritisch kunt reflecteren
het via tegenstellingen gaat aanpakken. ‘Weg met het
op je eigen keuzes en keuzeproces. Het visualiseren van
management’ is bijvoorbeeld ook een stroming in deze
denkmodellen in beelden is precies wat de onderzoekers
discussie, niet alleen in het onderwijs. “Dat is misschien
in het vooronderzoek hebben gedaan. Het resultaat is een
wel onderdeel van de discussie: vind je daar een opening
zogenaamde beeldenplaat of ‘praatplaat’. Deze praatplaat
in om kritisch naar de invulling van het management te
vormt een weergave van de impliciete denkmodellen die
kijken?” Het lijkt paradoxaal, maar zou het gesprek over
onderwijsinstellingen in het mbo-veld hanteren over de
professionele ruimte kunnen dienen als breekijzer om de
samenhang tussen de visie op cgo, de daarbij behorende mate
afstand te verkleinen? “Dat vraagt van beide kanten inzet
van organisatieverandering en de rol van HRM. Het expliciet
om het te zien als kans. Op een school met een slecht
maken van deze denkmodellen kan het mbo-veld helpen
klimaat zou het mooi zijn als er van bovenaf een uitgestoken
gerichter na te denken over de veranderende rol van HRM.
hand komt; een initiatief dat vertrouwenwekkend is. Dat
De praatplaat zelf, en een beschrijving hoe deze tot stand
uitstraalt: we willen het graag anders en weet dat we het
gekomen is, is te vinden op www.ecbo.nl.
serieus proberen.”
*
Colofon
Het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ecbo) is het landelijk expertisecentrum van en voor de
ecbo ‘s-Hertogenbosch
ecbo Utrecht
Postbus 1585
Postbus 19194
5200 BP ‘s-Hertogenbosch
3501 DD Utrecht
073 687 25 00
030 296 04 75
www.ecbo.nl
sector beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. Doelstelling van ecbo is het ontwikkelen, verzamelen en verspreiden van wetenschappelijke en praktijkgerichte kennis die relevant is voor de sector en de samenleving.
Aan dimensies werkten mee: Tom Fluitsma, Ilona Koning, Marc van der Meer, Trudy Moerkamp, Aukje Nauta, Louise van de Venne en Eva Voncken. Reageren? Stuur een e-mail naar
[email protected] ecbo dimensies verschijnt drie keer per jaar en wordt toegestuurd aan relaties van ecbo. U kunt zich inschrijven voor ecbo dimensies via www.ecbo.nl. Hier zijn geen kosten aan verbonden.