Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,
Het gaat om aanraken vandaag. Aanrakingen die mensen beter maken. Heilzame, helende aanrakingen.
De verhalen van vandaag uit het evangelie van Marcus staan vol met aanrakingen: Jaïrus, de man met de zieke dochter, vraagt Jezus om te komen, en om het meisje aan te raken, de handen op te leggen. Als Jezus dat doet, dan, zo gelooft Jaïrus, zal zijn dochter gered worden en leven.
En binnen dat verhaal, over Jaïrus en zijn dochter, speelt zich nog een verhaal af, het verhaal van een vrouw met bloedverlies. 12 jaar lang was zij ziek, net zo lang als het dochtertje van Jaïrus oud was. En ook bij haar is aanraken de sleutel: Als ik Jezus maar even kan aanraken, of anders maar de zoom van zijn kleed, dan zal ik gered worden.
In beide verhalen speelt het: aanraken om gered te worden. Lieve mensen, 1
aanraken heeft iets dubbels. Ik weet niet hoe het voor u is, maar ik ben opgegroeid in een milieu, waarin aanraken niet heel vanzelfsprekend is. Een knuffel en een kus van mijn moeder was heel gewoon, maar mijn vader was niet zo ‘aanrakerig’, en verder hielden we de mensen wat op afstand, letterlijk en figuurlijk. Lichamelijkheid, lichamelijk contact was iets om voorzichtig mee te zijn. En de waarde van ritme, dans en drama heb ik pas later leren ontdekken.
Die voorzichtigheid met de lichamelijkheid kwam ergens vandaan. Dat was niet alleen de Hollandse nuchterheid, van ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’. Er zat ook iets van ‘huiver’ in. Met aanraken, met lichamelijk contact, kom je dicht bij de ander en de ander komt dicht bij jou. Je raakt aan het gebied van de intimiteit en de seksualiteit, en daar moet je voorzichtig zijn. Aanrakingen kunnen gevoelens en krachten oproepen, die groter zijn dan jezelf. Gevoelens en krachten, waarvan je niet weet hoe je die in de hand kunt houden, als je niet geleerd hebt daarmee om te gaan. Je kunt de grenzen van jezelf en anderen over gaan. Dingen doen waar je achteraf spijt hebt.
2
En daar zit veel waarheid in. Er kan veel mis gaan in de aanraking. Ik vind het shockerend om te lezen hoeveel mensen, en dan met name vrouwen en meisjes, te maken hebben gehad met grensoverschrijdend gedrag. Van een ‘toevallige’ aanraking, of een net iets te intieme begroeting, tot aan expliciete betasting aanranding en verkrachting toe. Het kan mensen beschadigen en mensenlevens ruïneren. Vreselijk. Ik begrijp die huiver voor lichamelijkheid wel. Ik kan met iets voorstellen bij culturen die lichamelijk contact tussen mannen en vrouwen tot het minimum beperken.
Als je de Bijbel leest, dan komt er een beeld op, dat ook in de Joodse samenleving in de tijd van Jezus, aanraking tussen mannen en vrouwen op z’n minst ongewoon was. Maar in de Bijbelverhalen van vandaag lees je juist over aanrakingen. Aanrakingen die helend, genezend werken. Jezus had de macht, had de gave, om heilzaam, genezend aanwezig te zijn. En dat ‘werkte’ vaak door een lichamelijke aanraking: handen opleggen, ogen of oren aanraken, de hand vast pakken.
3
Door mensen aan te raken, gebeurde er iets bij hen, waardoor ze konden genezen. Waardoor ze op konden staan, bevrijd van wat hen blokkeerde en ziek maakte. De vrouw met bloedverlies, die daardoor onrein, blut en wanhopig was, kon door deze aanraking weer meedoen, kon weer zichzelf worden. En het dochtertje van Jaïrus, dat misschien wel klein werd gehouden door de verstikkende zorgen van haar ouders, mocht, nadat Jezus haar vastpakte, opstaan, eten en rondlopen. Ze mocht opgroeien en vrouw worden en zo haar nieuwe plaats, haar nieuwe rol innemen.
Jezus is helend en genezend aanwezig in het leven van deze vrouwen. in de Bijbel wordt deze gave omschreven als Gods Geest. Waar Gods Geest werkt, worden mensen genezen en bevrijd. En andersom: waar mensen genezen en bevrijd worden, zien we iets van de werking van Gods Geest. Dat geldt ook voor vandaag, want Gods Geest, de Geest die Jezus bezielde, werkt door. Misschien niet op zo’n spectaculaire manier als in de Bijbelverhalen wordt beschreven. Niet met één wonderlijke aanraking en alles is gelijk goed. Vaak is dat in een langer therapeutisch of pastoraal traject. 4
En soms kunnen aanrakingen daarin een belangrijke rol spelen. Er zijn therapieën waarin het aanraken een belangrijke rol speelt, als sleutel voor herstel en genezing. Zoals in de haptonomie of bij Reiki. En ook nu zijn er mensen met bijzondere gaven, die door aanraking mensen beter kunnen maken. Aanrakingen die blokkades opheffen energieën laten stromen. Ook in de kerk wordt soms gepleit voor vormen van pastoraat, waarin zegenen, handoplegging en zalving een grote rol hebben. Want wij mensen zijn mensen met een lichaam, die met ons lichaam voelen en ervaren. Die ook met ons lichaam genezende liefde en helende aandacht kunnen ontvangen.
Om dat toe te laten, om dat te kunnen ontvangen is vertrouwen voor nodig, geloof. Niet het blinde vertrouwen, naïef geloof of kritiekloze overgave, waarbij een ander maar z’n gang kan gaan. Daar zijn al meer dan genoeg fouten gemaakt in pastoraat en hulpverlening. Waar het om gaat is een relationeel vertrouwen, waarbij je vertrouwt op de deskundigheid van de ander: op zijn of haar helende gaven èn dat je het vertrouwen hebt dat hij of zij geen misbruik zal maken van zijn of haar rol. Misschien was het bijzondere aan Jezus wel, dat hij niet alleen genezende gaven bezat, maar dat hij daarbij volkomen betrouwbaar was, ultiem geloofwaardig. Iemand die altijd gericht was op het heil en het belang van degene die zijn hulp nodig had. 5
Jezus riep het geloof in de mensen op en stelde dat niet teleur. En daardoor kon hij het zo vaak zeggen: ‘je geloof, je vertrouwen heeft je gered. Daardoor kon je de stap maken naar een nieuw leven.’
Lieve mensen, zorgzame, liefdevolle aanrakingen kunnen heilzaam zijn. En eigenlijk weten we dat allemaal als we zien hoe kleine kinderen opbloeien van een knuffel, van een momentje op schoot. Een kind dat niet geknuffeld wordt, mist iets voor de rest van z’n leven. Die mist een basis, een basisvertrouwen om stevig te kunnen staan. Maar het geldt niet alleen voor kinderen. Wij hebben het allemaal nodig dat er zo nu en dan iemand een arm om de schouder legt, even een zorgzame aanraking als teken van verbondenheid. En we hoeven elkaar echt niet te pas en te onpas te knuffelen. Dat wordt al snel geforceerd en klef. Maar het kan zó goed doen, om die afstand eens te doorbreken, en daadwerkelijk te laten merken dat de ander je aan het hart gaat. Te laten merken dat geen mens nooit ‘onaanraakbaar’ is, maar altijd de moeite waard om bij de hand te nemen en elkaar bij het leven te houden.
6
Ik wil eindigen met een kort gedicht:
Aanraking
Op een dag raakte hij mij aan de hand van absolute veiligheid ik voelde mijn fysieke zijn in het oneindige bestaan
Zijn zonder pijn
En vanaf dat moment ben ik gaan ervaren dat de liefde blijft als komen en gaan altijd weer
Ik wens u een goede zomer.
in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
7