GE Healthcare Life Sciences
ÄKTAFPLC™ Gebruiksaanwijzing Vertaald uit het Engels
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1
Inleiding ................................................................................................................. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
2
3
4
5
6
5
Belangrijke informatie voor gebruikers ...................................................................................... Informatie over regelgeving ............................................................................................................ Instrument ............................................................................................................................................... Besturingssoftware .............................................................................................................................. Gebruikersdocumentatie ..................................................................................................................
6 7 10 12 13
Veiligheidsinstructies ..........................................................................................
15
2.1 2.2 2.3 2.4
Veiligheidsmaatregelen ..................................................................................................................... Labels ......................................................................................................................................................... Noodprocedures ................................................................................................................................... Recycling-informatie ...........................................................................................................................
15 23 24 25
Installatie ...............................................................................................................
27
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Locatievereisten .................................................................................................................................... Transport .................................................................................................................................................. Uitpakken ................................................................................................................................................. Montage .................................................................................................................................................... Aansluitingen .......................................................................................................................................... Reserveonderdelen en accessoires .............................................................................................
27 27 28 28 30 30
Gebruik ...................................................................................................................
31
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Gebruiksoverzicht ................................................................................................................................. Het instrument starten ...................................................................................................................... Het controlesysteem starten .......................................................................................................... Voorbereidingen voor het starten ................................................................................................. Een gang instellen ................................................................................................................................ Een run uitvoeren ................................................................................................................................. Procedures na een run .......................................................................................................................
31 31 32 33 34 38 42
Onderhoud ............................................................................................................
43
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
Algemeen ................................................................................................................................................. Onderhoudsschema voor gebruiker ............................................................................................ Reinigen ..................................................................................................................................................... Onderhoud van onderdelen ............................................................................................................ Demontage en montage van onderdelen en klein materiaal ......................................... Vervanging van zekeringen ............................................................................................................. Kalibratie ................................................................................................................................................... Opslag ........................................................................................................................................................
43 44 47 48 48 49 49 50
Problemen oplossen ............................................................................................
51
6.1 6.2 6.3
51 52 54
Problemen met de UV-curve ........................................................................................................... Problemen met de geleidingscurve ............................................................................................. Problemen met de pH-curve ...........................................................................................................
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
3
Inhoudsopgave
6.4
Problemen met de drukcurve .........................................................................................................
57
Referentiegegevens .............................................................................................
58
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
Specificaties ............................................................................................................................................ Chemische weerstand ........................................................................................................................ Aanbevelingen voor het systeem .................................................................................................. Formulier inzake Verklaring van veiligheid en gezondheid ............................................... Bestelinformatie ....................................................................................................................................
58 58 62 63 66
A
Aansluitschema - Vloeistoftraject ....................................................................
67
B
Leidingen ...............................................................................................................
68
7
4
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
1 Inleiding
1
Inleiding
Doel van de gebruiksaanwijzing De Bedieningsinstructies geven u de instructies die nodig zijn om op een veilige manier met ÄKTAFPLC om te gaan.
Vereisten Om ÄKTAFPLC op de daarvoor bestemde manier te gebruiken, moet er aan de volgende voorwaarden worden voldaan: •
De gebruiker moet een algemene kennis bezitten m.b.t. het gebruik van een computer en de werking van de besturingssystemen van Microsoft™ Windows™.
•
De gebruiker dient de principes van vloeistofchromatografie te begrijpen.
•
De gebruiker dient het hoofdstuk Veiligheidsinstructies van deze handleiding te lezen en te begrijpen.
•
ÄKTAFPLC en de software dienen te worden geïnstalleerd, geconfigureerd en gekalibreerd overeenkomstig deze Bedieningsinstructies.
Over dit hoofdstuk Dit hoofdstuk bevat belangrijke gebruikersinformatie, een beschrijving van het beoogd gebruik van ÄKTAFPLC, wettelijke informatie, een lijst met bijbehorende documentatie, definities van veiligheidsmeldingen, enz.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
5
1 Inleiding 1.1 Belangrijke informatie voor gebruikers
1.1
Belangrijke informatie voor gebruikers
Lees deze informatie voordat u ÄKTAFPLC in gebruik neemt
Alle gebruikers moeten de hele Gebruiksaanwijzing lezen voordat zij ÄKTAFPLC installeren, bedienen of onderhouden. Houd de Gebruiksaanwijzing altijd bij de hand tijdens het bedienen van ÄKTAFPLC. Gebruik de ÄKTAFPLC op geen andere wijze dan zoals beschreven in de gebruikersdocumentatie. Doet u dit wel, dan wordt u mogelijk blootgesteld aan gevaren die kunnen leiden tot persoonlijk letsel, en kunt u de apparatuur beschadigen.
Beoogd gebruik ÄKTAFPLC is een volledig geautomatiseerd vloeistofchromatografiesysteem ontworpen voor proteïnepurificatie in onderzoekstoepassingen. De ÄKTAFPLC is uitsluitend bedoeld voor onderzoek en mag niet worden gebruikt voor klinische procedures of diagnostische doeleinden.
Veiligheidskennisgevingen Deze gebruikersdocumentatie bevat WAARSCHUWINGEN, LET OP-meldingen en AANWIJZINGEN met betrekking tot het veilige gebruik van het product. Zie de onderstaande definities.
Waarschuwingen
WAARSCHUWING WAARSCHUWING geeft een gevaarlijke situatie aan; als deze niet wordt vermeden, kan dit leiden tot ernstig lichamelijk of dodelijk letsel. Het is belangrijk dat u eerst aan alle vermelde voorwaarden voldoet en deze duidelijk begrijpt.
6
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
1 Inleiding 1.1 Belangrijke informatie voor gebruikers
Let op LET OP LET OP geeft een gevaarlijke situatie aan. Als deze situatie niet wordt vermeden, kan dit leiden tot lichte of matige verwondingen. Het is belangrijk dat u pas verder gaat als aan alle genoemde voorwaarden is voldaan en deze goed zijn begrepen.
Aanwijzingen AANWIJZING AANWIJZING geeft instructies aan die moeten worden opgevolgd om beschadiging van het product of andere apparatuur te voorkomen.
Opmerkingen en tips Opmerking:
Een opmerking wordt gebruikt om informatie aan te geven die belangrijk is voor een probleemloos en optimaal gebruik van het product.
Tip:
Een tip bevat nuttige informatie waarmee u uw procedures kunt verbeteren of optimaliseren.
Typografische conventies Software-items in de tekst worden aangegeven door middel van vet cursieve tekst. De verschillende menu-niveaus worden van elkaar gescheiden door een dubbele punt. Zo verwijst File:Open naar de opdracht Open in het menu File. Hardware-items worden in de tekst aangegeven door middel van vetgedrukte tekst (bijv. de schakelaar Power).
1.2
Informatie over regelgeving
In deze paragraaf In deze paragraaf worden de richtlijnen en normen vermeld waaraan de ÄKTAFPLC voldoet.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
7
1 Inleiding 1.2 Informatie over regelgeving
Informatie over de fabricage De onderstaande tabel biedt een samenvatting van de vereiste productiegegevens. Zie de EG-verklaring van conformiteit voor meer informatie. Vereiste
Inhoud
Naam en adres van fabrikant
GE Healthcare Bio-Sciences AB, Björkgatan 30, SE-751 84 Uppsala, Zweden
CE-conformiteit Dit product voldoet aan de Europese richtlijnen die zijn vermeld in de tabel, omdat het in overeenstemming is met de overeenkomstige geharmoniseerde normen. Een kopie van de EG-conformiteitsverklaring is op aanvraag verkrijgbaar. Richtlijn
Titel
2006/42/EG
Richtlijn Machines (MD)
2006/95/EG
Richtlijn Laagspanning (LVD)
2004/108/EG
Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
CE-markering
De CE-markering en de bijbehorende Conformiteitsverklaring zijn geldig voor het instrument wanneer het:
8
•
wordt gebruikt als onafhankelijk systeem, of
•
is aangesloten op andere CE-gemarkeerde instrumenten, of
•
is aangesloten op andere producten die in deze gebruikersdocumentatie zijn aanbevolen of beschreven en
•
gebruikt in dezelfde staat als waarin het is geleverd vanaf GE Healthcare, met uitzondering van de wijzigingen beschreven in de gebruikersdocumentatie.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
1 Inleiding 1.2 Informatie over regelgeving
Internationale normen Dit product voldoet aan de vereisten van de onderstaande normen: Norm
Omschrijving
Opmerkingen
EN/IEC 61010-1, UL 61010-1 CAN/CSA-C22.2 Nr. 61010-1
Veiligheidsvereisten voor elektrische apparatuur voor meting, controle en laboratoriumgebruik
EN-norm is geharmoniseerd met EU-richtlijn 2006/95/EG
EN 61326-1
Elektrische apparatuur voor meting, besturing en laboratoir gebruik - EMC-vereisten
EN-norm is geharmoniseerd met EU-richtlijn 2004/108/EG
EN ISO 12100
Veiligheid van machines Algemene designbeginselen. Risicobeoordeling en risicoreductie.
EN ISO-norm is in overeenstemming met EU-richtlijn 2006/42/EG
Naleving van regelgeving voor aangesloten apparatuur Elk apparaat dat is aangesloten op ÄKTAFPLC dient te voldoen aan de veiligheidsvoorschriften van EN 61010-1/IEC 61010-1 of relevante geharmoniseerde normen. Binnen de EU moeten aangesloten apparaten zijn voorzien van het CE-symbool.
Conformiteitsverklaring m.b.t. het milieu Vereiste
Titel
2011/65/EU
Richtlijn voor beperking van gevaarlijke stoffen (RoHS)
2012/19/EU
Richtlijn voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA)
Regelgeving (EG) Nr 1907/2006
Registratie, evaluatie, autorisatie en beperking van chemicaliën (REACH)
ACPEIP
Administratie van de controle op vervuiling veroorzaakt door elektronische informatieproducten, Chinese beperking van gevaarlijke stoffen (RoHS)
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
9
1 Inleiding 1.3 Instrument
1.3
Instrument
Productomschrijving ÄKTAFPLC is een volledig geautomatiseerd vloeistofchromatografiesysteem ontworpen voor proteïnepurificatie in onderzoekstoepassingen.
15
14
16 13
1 2 ml
2
12 50 0
11
µl
3 10 4 9 5 8 6
7
Afbeelding 1.1: De hoofdonderdelen van het instrument.
10
Onderdeel
Functie
Onderdeel
Functie
1
Monitor UPC-900
9
UV-stromingscel
2
Pomp P-920
10
UV-lamp
3
Optisch systeem
11
Monsterlus
4
Power-schakelaar
12
Menger M-925
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
1 Inleiding 1.3 Instrument
Onderdeel
Functie
Onderdeel
Functie
5
Montagerek met openingshendel
13
Leidingfilter
6
Debietbegrenzer FR-902
14
Injectieklep (INV-907)
7
Geleiding stromingscel
15
Bufferrek
8
Basisplatform
16
Kolomhouder met kolom
Elektrische aansluitingen en communicatieaansluitingen
Conductivity Flow Cell
Optical
Analogue
Unit
out 0-1 V
UniNet 1
pH-GroundpH-Probe
Mains Lamp
Voltage
Frequency Power, max
100-200 V- 50-60 Hz
30 VA
2
Pressure Analogue out 0-1 V
Remote UniNet 2
UniNet 1
1
Mains output
Leakage current, max 3,5 mA
Mains
Voltage 100-200 V-
Frequency Power, max Fuse 50-60 Hz
600 VA
T 6,3 AL
WARNING! For continued protection against risk of fire, replace only woth fuse of the specified type and current ratings
4
3 8 5 6
7
Nr.
Omschrijving
Nr.
Omschrijving
1
Fractiecollector (optioneel)
5
CU-950
2
Netvoeding stopcontact
6
UniNet-1-kabel
3
UniNet-1-kabel
7
Ethernetkabel
4
Netsnoer
8
Vermogensomzetter
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
11
1 Inleiding 1.3 Instrument
Stromingstraject B M
pA
pB
V1
UV
C
pH
F
W
Afbeelding 1.2: Stromingstraject
1.4
Fase
Onderdeel Omschrijving
1
pA, pB
Pomp A en pomp B pompen de buffer door het systeem.
2
M
De buffer stroomt door menger M, waar andere buffers kunnen worden toegevoegd en gemengd.
3
V1
Er is een monsterlus aangesloten op injectieklep V1. De monsterlus wordt handmatig met behulp van een injectiespuit gevuld.
4
UV, C, pH
Vanaf de injectieklep wordt het debiet naar de kolom gestuurd, en dan naar de pH-, UV- en geleidingsmonitors.
5
F, W
Vanaf de pH-monitor wordt het debiet naar de fractiecollector F of afvalcontainer W gestuurd.
Besturingssoftware
UNICORN™ besturingssoftware UNICORN is een volledig softwarepakket voor de besturing en bewaking van ÄKTAFPLC. De software draait onder het Microsoft™ Windows besturingssysteem. UNICORNwordt geleverd met een methodewizard waarmee u op eenvoudige wijze methodes voor purificatie kunt aanmaken.
12
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
1 Inleiding 1.4 Besturingssoftware
Voor meer informatie over het controlesysteemUNICORN raadpleegt u de meegeleverde gebruikershandleidingen van UNICORN.
1.5
Gebruikersdocumentatie Naast deze Bedieningsinstructies bevat het documentpakket dat met de ÄKTAFPLC is meegeleverd, ook de productdocumentatiemappen die gedetailleerde specificaties en opsporingsdocumenten bevatten. De belangrijkste documenten in het documentenpakket in verband met de technische aspecten van de ÄKTAFPLC zijn:
Systeemspecifieke documentatie Gebruikersdocumentatie
Inhoud
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing
Alle instructies die nodig zijn om het instrument op een veilige manier te bedienen, inclusief een korte systeembeschrijving, installatie en onderhoud.
ÄKTAFPLC User Manual
Gedetailleerde systeembeschrijving. Uitgebreide gebruiksinstructies, methodecreatie, bediening, geavanceerd onderhoud en probleemoplossing.
ÄKTAFPLC Installation Guide
Instructies voor installatie en installatietest.
EU-conformiteitsverklaring voor ÄKTAFPLC
Document waardoor de fabrikant garandeert dat het product voldoet aan en conform is aan de essentiële vereisten van de toepasselijke richtlijnen.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
13
1 Inleiding 1.5 Gebruikersdocumentatie
Software documentatie Samen met elk systeem wordt de volgende softwaredocumentatie verstrekt die extra informatie biedt en van toepassing is op de ÄKTAFPLC, onafhankelijk van de specifieke configuratie: Document
Doel/inhoud
UNICORN™ Gebruikershandleidingpakket
•
De gebruikershandleidingen bevatten volledige instructies over het beheren van de UNICORN, werken met methodes, uitvoeren van runs en evalueren van resultaten.
•
De on-line help bevat beschrijvingen van dialoogvensters voor de UNICORN. Open de on-line help vanuit het Help menu.
Documentatie bij componenten De documentatie voor componenten die zowel door GE Healthcare als derden zijn geproduceerd zijn, indien aanwezig, is ook in het documentpakket opgenomen.
14
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
2 Veiligheidsinstructies
2
Veiligheidsinstructies
Over dit hoofdstuk In dit hoofdstuk wordt de naleving beschreven van de veiligheidsvoorschriften, veiligheidslabels, algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid, noodprocedures, stroomstoringen en recycling van ÄKTAFPLC.
2.1
Veiligheidsmaatregelen
Inleiding Het ÄKTAFPLC-instrument wordt voorzien van netstroom en werkt met drukvloeistoffen die gevaarlijk kunnen zijn. Voordat u het systeem installeert, gebruikt of onderhoudt, dient u zich bewust te zijn van de gevaren die in deze handleiding worden beschreven. Volg de gegeven instructies om persoonlijk letsel of beschadiging aan de apparatuur te voorkomen. De voorzorgsmaatregelen in dit deel zijn onderverdeeld in de volgende categorieën: •
Algemene voorzorgsmaatregelen
•
Gebruik van ontvlambare vloeistoffen
•
Persoonlijke bescherming
•
Het instrument installeren en verplaatsen
•
Systeembediening
•
Onderhoud
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
15
2 Veiligheidsinstructies 2.1 Veiligheidsmaatregelen
Algemene voorzorgsmaatregelen Volg deze Algemene voorzorgsmaatregelen altijd op om letsel te voorkomen wanneer u het ÄKTAFPLC-instrument gebruikt.
WAARSCHUWING Bedien de ÄKTAFPLC nooit op enige andere wijze dan zoals beschreven in de handleidingen van ÄKTAFPLC en UNICORN. Als de apparatuur wordt gebruikt op een manier die niet wordt gespecificeerd door de fabrikant, kan de door de apparatuur geboden bescherming in gevaar komen.
WAARSCHUWING Het bedienings- en gebruikersonderhoud van het ÄKTAFPLC-instrument mag alleen door geschoold personeel worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING Lees voordat u een kolom op het ÄKTAFPLC-instrument aansluit de instructies voor het gebruik van de kolom. Als u wilt voorkomen dat de kolom aan teveel druk wordt blootgesteld, moet u ervoor zorgen dat de druklimiet wordt ingesteld op de gespecificeerde maximumdruk van de kolom.
WAARSCHUWING Gebruik geen accessoires die niet zijn geleverd of die niet worden aanbevolen door GE Healthcare.
WAARSCHUWING Gebruik de ÄKTAFPLC niet als deze niet goed werkt of als er enige schade is opgetreden, bijvoorbeeld:
16
•
schade aan het netsnoer of de stekker
•
schade veroorzaakt door het laten vallen van de apparatuur
•
schade veroorzaakt doordat er vocht op is terechtgekomen
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
2 Veiligheidsinstructies 2.1 Veiligheidsmaatregelen
LET OP Afvoerslangen en containers dienen goed te worden afgesloten en verzegeld om onbedoeld morsen te voorkomen.
LET OP Zorg ervoor dat de afvalcontainer de afmetingen voor een zo groot mogelijk volume heeft wanneer er niemand bij het instrument is.
AANWIJZING Laat de eenheid in evenwicht komen met de omgevingstemperatuur om condensatie te vermijden.
Gebruik van ontvlambare vloeistoffen Wanneer u ontvlambare vloeistoffen in combinatie met het ÄKTAFPLC-instrument gebruikt, dient u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te nemen om elk risico op brand of explosie te vermijden.
WAARSCHUWING Brandgevaar. Controleer op lekkage voordat u het systeem start.
WAARSCHUWING Wanneer er ontvlambare of schadelijke stoffen worden gebruikt, moet er een rookgaskap of een vergelijkbaar ventilatiesysteem worden geïnstalleerd.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
17
2 Veiligheidsinstructies 2.1 Veiligheidsmaatregelen
Persoonlijke bescherming WAARSCHUWING Gebruik altijd de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen tijdens het gebruik en het onderhoud van het ÄKTAFPLC-systeem.
WAARSCHUWING Wanneer u gevaarlijke chemische en biologische agentia gebruikt, dient u alle gepaste beschermende maatregelen te nemen, zoals het dragen van een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen die bestand zijn tegen de gebruikte stoffen. Volg de plaatselijke en/of nationale voorschriften op voor een veilige bediening en een veilig onderhoud van de ÄKTAFPLC.
WAARSCHUWING Verspreiding van biologische agentia. De gebruiker moet alle nodige maatregelen nemen om verspreiding van gevaarlijke biologische agentia in de naaste omgeving van het instrument te voorkomen. De faciliteit moet voldoen aan de nationale praktijkrichtlijn voor bioveiligheid.
WAARSCHUWING Hoge druk. De ÄKTAFPLC werkt onder hoge druk. Draag altijd een veiligheidsbril en andere vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen (PPE).
WAARSCHUWING Persoonlijke beschermingsmiddelen (PPE). Bij het inpakken, uitpakken, vervoeren of verplaatsen van ÄKTAFPLC, moet u het volgende dragen:
18
•
Veiligheidsschoenen, bij voorkeur met stalen voering.
•
werkhandschoenen, die tegen scherpe randen beschermen
•
veiligheidsbril
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
2 Veiligheidsinstructies 2.1 Veiligheidsmaatregelen
Het instrument installeren en verplaatsen WAARSCHUWING Voedingsspanning. Controleer voor u het netsnoer aansluit of de voedingsspanning van het stopcontact overeenkomt met de vermelde spanning op het instrument.
WAARSCHUWING Aarding. De ÄKTAFPLC moet altijd op een geaard stopcontact worden aangesloten.
WAARSCHUWING Netsnoer. Gebruik alleen netsnoeren met stekkers die door GE Healthcare zijn geleverd of goedgekeurd.
WAARSCHUWING Toegang tot de aan/uit-schakelaar en het netsnoer met stekker. De toegang tot de aan/uit-schakelaar en het netsnoer niet blokkeren. De aan/uit-schakelaar moet altijd goed toegankelijk zijn. Het netsnoer met stekker moet altijd gemakkelijk los te halen zijn.
WAARSCHUWING De computer installeren. De computer moet worden geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de instructies die door de fabrikant van de computer zijn verstrekt.
LET OP Zwaar voorwerp. Gebruik een geschikte hijsinrichting voor het vervoer van de systemen. Er zijn drie personen nodig om het systeem veilig op te tillen.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
19
2 Veiligheidsinstructies 2.1 Veiligheidsmaatregelen
AANWIJZING De stroom uitschakelen. Schakel om beschadiging van het apparaat te voorkomen altijd de stroom van het ÄKTAFPLC-instrument uit voordat u een instrumentmodule verwijdert of installeert of voordat u een kabel aansluit of loskoppelt.
AANWIJZING ÄKTAFPLC moet worden geïnstalleerd en voorbereid door personeel van GE Healthcare of een derde partij die geautoriseerd is door GE Healthcare.
Systeembediening WAARSCHUWING Gevaarlijke chemicaliën tijdens een run. Wanneer er gevaarlijke chemicaliën worden gebruikt, voert u System CIP en Column CIP uit om alle leidingen van het systeem vóór het onderhoud door te spoelen met gedestilleerd water.
WAARSCHUWING Gevaarlijke biologische agentia tijdens een run. Wanneer er gevaarlijke biologische agentia worden gebruikt, voert u System CIP en Column CIP uit, om vóór het onderhoud alle leidingen van het systeem door te spoelen met een bacteriostatische oplossing (bijv. NaOH), gevolgd door een neutrale buffer en tenslotte gedestilleerd water.
LET OP Gevaarlijke chemicaliën in UV-stromingscel. Zorg ervoor dat de stromingscel vóór het onderhoud volledig en grondig met een bacteriostatische oplossing, bijvoorbeeld NaOH, en met gedestilleerd water wordt doorgespoeld.
20
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
2 Veiligheidsinstructies 2.1 Veiligheidsmaatregelen
Onderhoud WAARSCHUWING Gevaar voor elektrische schokken. Alle reparaties dienen te worden uitgevoerd door onderhoudspersoneel erkend door GE Healthcare. Open geen beschermkappen of vervang geen onderdelen, tenzij uitdrukkelijk vermeld in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING De stroom uitschakelen. Schakel altijd de stroomtoevoer naar het instrument uit voordat u een onderdeel van het instrument vervangt, tenzij anders vermeld in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING Gevaarlijke chemicaliën tijdens het onderhoud. Als er gevaarlijke chemicaliën worden gebruikt voor het reinigen van het systeem of de kolom, moet het systeem of de kolommen tijdens de laatste fase of stap met een neutrale oplossing worden gewassen.
WAARSCHUWING Voer geen onderhoudswerkzaamheden uit terwijl de elektriciteit van het het systeem is ingeschakeld of wanneer het leidingsysteem onder druk staat. Vergeet niet dat het leidingsysteem onder druk kan staan, zelfs als het systeem is uitgeschakeld.
WAARSCHUWING Er mogen voor het onderhoud en de reparatie van de ÄKTAFPLC uitsluitend reserveonderdelen worden gebruikt die door GE Healthcare zijn goedgekeurd of geleverd.
WAARSCHUWING Zorg ervoor dat het leidingsysteem volledig lekvrij is voordat er enige CIP (reiniging in-situ) van het systeem wordt uitgevoerd.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
21
2 Veiligheidsinstructies 2.1 Veiligheidsmaatregelen
WAARSCHUWING NaOH is corrosief en bijgevolg gevaarlijk voor de gezondheid. Als er gevaarlijke chemicaliën worden gebruikt, dient u het morsen ervan te vermijden en een veiligheidsbril en andere geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen.
WAARSCHUWING Na de montage moet het leidingsysteem worden getest op lekkage bij een maximale druk, ten behoeve van een voortdurende bescherming tegen verwondingsrisico's als gevolg van waterstralen, gebarsten leidingen of een explosieve atmosfeer.
WAARSCHUWING Controleer vóór de demontage of er geen druk in het leidingsysteem is.
WAARSCHUWING De stroom uitschakelen. Schakel altijd de stroomtoevoer naar het instrument uit voordat u zekeringen vervangt.
WAARSCHUWING Ontsmet de apparatuur vóór de buitenbedrijfstelling om er zeker van te zijn dat gevaarlijke residu's worden verwijderd.
AANWIJZING Reiniging. Houd het instrument droog en schoon. Veeg het regelmatig af met een zachte, vochtige doek, en indien nodig met een mild reinigingsmiddel. Laat het instrument volledig drogen voordat u het gebruikt.
22
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
2 Veiligheidsinstructies 2.2 Labels
2.2
Labels
In deze paragraaf Deze paragraaf beschrijft de instrumentlabels en de labels met betrekking tot gevaarlijke stoffen die op het ÄKTAFPLC-instrument zijn aangebracht. Raadpleeg voor informatie over de markeringen op de computerapparatuur de instructies van de fabrikant.
Labels op het instrument. Op de onderstaande afbeelding is een voorbeeld weergegeven van het identificatielabel dat op het ÄKTAFPLC-instrument is aangebracht.
Gebruikte symbolen op instrumentlabels Label
Betekenis Waarschuwing! Lees de gebruikersdocumentatie voordat u het systeem gebruikt. Open geen afdekkingen of vervang geen onderdelen, tenzij dit uitdrukkelijk in de gebruikersdocumentatie wordt vermeld.
Het systeem voldoet aan de voorschriften met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit (EMC) in Australië en Nieuw-Zeeland.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
23
2 Veiligheidsinstructies 2.2 Labels
Label
Betekenis Het systeem voldoet aan de toepasselijke Europese richtlijnen.
Dit symbool geeft aan dat ÄKTAFPLC gecertificeerd is door een nationaal erkend testlaboratorium (NRTL). Een NRTL is een door de Occupational Safety and Health Administration (OSHA) erkende organisatie die aan de wettelijke verplichtingen van titel 29 van de Code of Federal Regulations (29 CFR), Part 1910.7 voldoet.
Labels met betrekking tot gevaarlijke stoffen Label
Betekenis Dit symbool geeft aan dat afval van elektrische en elektronische apparatuur niet mag worden verwijderd als ongesorteerd gemeentelijk afval, en dat het apart moet worden ingezameld. Neem contact op met een geautoriseerde vertegenwoordiger van de fabrikant voor informatie betreffende de buitengebruikstelling van apparatuur. Dit symbool geeft aan dat het product gevaarlijke materialen bevat die de grenzen overschrijden die zijn vastgelegd in de Chinese norm SJ/T11363-2006 (Vereisten voor concentratielimieten van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektronische producten).
2.3
Noodprocedures
In deze paragraaf In dit deel wordt beschreven hoe een noodstop van het ÄKTAFPLC-systeem wordt uitgevoerd. In dit deel worden ook de gevolgen van een stroomstoring beschreven.
24
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
2 Veiligheidsinstructies 2.3 Noodprocedures
Noodstop In een noodsituatie kunt u de run als volgt stoppen: Stap
Werkzaamheden
1
Om de run te pauzeren via UNICORN, klikt u op de knop Pause in System Control.
2
Schakel indien nodig de stroomtoevoer naar het instrument uit door de Main power -schakelaar in de stand 0 te zetten.
Stroomstoring Het resultaat van een stroomstoring is afhankelijk van het systeem waarin de storing zich voordoet. Stroomstoring in...
resulteert in...
ÄKTAFPLC
•
De run wordt onmiddellijk onderbroken, in een ongedefinieerde staat
•
De verzamelde gegevens tot op het moment van de stroomstoring zijn beschikbaar in UNICORN
•
De UNICORN-computer wordt uitgeschakeld in een ongedefinieerde staat
•
De run gaat door, maar er kunnen geen gegevens worden opgeslagen in UNICORN.
Computer
2.4
Recycling-informatie
Ontsmetting ÄKTAFPLC moet worden ontsmet voordat de apparatuur buiten gebruik wordt gesteld en ontmanteld, en alle plaatselijke voorschriften met betrekking tot het afdanken van de apparatuur moeten worden opgevolgd.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
25
2 Veiligheidsinstructies 2.4 Recycling-informatie
Verwijdering, algemene instructies Wanneer de ÄKTAFPLC buiten bedrijf wordt gesteld, dienen de verschillende materialen te worden gescheiden en gerecycled in overeenstemming met de nationale en plaatselijke milieuvoorschriften.
Recycling van gevaarlijke stoffen ÄKTAFPLC bevat gevaarlijke stoffen. Er is gedetailleerde informatie verkrijgbaar bij uw vertegenwoordiger van GE Healthcare.
Verwijdering van elektrische componenten Het afval van elektrische en elektronische apparatuur mag niet worden verwijderd als niet-gesorteerd gemeentelijk afval, en moet afzonderlijk worden ingezameld. Neem contact op met een geautoriseerde vertegenwoordiger van de fabrikant voor informatie betreffende de buitengebruikstelling van apparatuur.
26
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
3 Installatie
3
Installatie AANWIJZING ÄKTAFPLC moet worden geïnstalleerd en voorbereid door personeel van GE Healthcare of een derde partij die geautoriseerd is door GE Healthcare.
ÄKTAFPLCwordt geleverd in beschermend verpakkingsmateriaal en dient met de grootste zorg te worden uitgepakt. Eventuele apparatuur die op ÄKTAFPLC wordt aangesloten, moet voldoen aan de geldende normen en plaatselijke voorschriften. Voor uitvoerige informatie over de installatie, zie ÄKTAFPLC User Manual.
3.1
3.2
Locatievereisten Parameter
Vereiste
Elektrische voeding
100-240 V, 50-60 Hz
Omgevingstemperatuur
4℃ tot 40℃
Opstelling
Stabiele laboratoriumtafel, minimaal 200 × 80 cm
Vochtigheid
20% tot 95%, niet condenserend
Transport WAARSCHUWING Persoonlijke beschermingsmiddelen (PPE). Bij het inpakken, uitpakken, vervoeren of verplaatsen van ÄKTAFPLC, moet u het volgende dragen:
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
•
Veiligheidsschoenen, bij voorkeur met stalen voering.
•
werkhandschoenen, die tegen scherpe randen beschermen
•
veiligheidsbril
27
3 Installatie 3.2 Transport
De apparatuur weegt 50 kg en er zijn ten minste drie personen nodig om deze op te tillen en te verplaatsen, tenzij er een geschikte hijsinrichting wordt gebruikt. De apparatuur kan worden vervoerd op een trolley met een draagvermogen van ten minste 80 kg.
AANWIJZING Til het instrument in rechtopstaande positie op. Gebruik de balk op het voorpaneel niet als hendel voor het tillen.
Voordat u het systeem verplaatst: •
ontkoppel alle kabels en leidingen van randapparatuur en vloeistofcontainers.
•
verwijder alle voorwerpen van de bovenzijde van het instrument.
•
sluit de klepdeur volledig.
•
pak het systeem stevig vast door uw vingers in de opening tussen het draaiplateau en de voet van het hoofdsysteem te steken en op te tillen.
Voor meer informatie over transport, zie ÄKTAFPLC User Manual.
3.3
Uitpakken
Controleer op schade Controleer de apparatuur op beschadiging voordat u met de montage en installatie begint. Er bevinden zich geen losse onderdelen in de transportdoos. Alle onderdelen zijn op het systeem gemonteerd of bevinden zich in de doos van de accessoireset. Als er enige schade wordt ontdekt, documenteer deze dan en neem contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger van GE Healthcare.
Pak het systeem uit Verwijder de riemen en het verpakkingsmateriaal. Zet de apparatuur dan rechtop op de zwenkvoet alvorens de installatie te starten.
3.4
Montage De volgende onderdelen moeten worden toegevoegd aan het ÄKTAFPLC-instrument voordat het kan worden gebruikt: •
28
pH-elektrode (optioneel)
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
3 Installatie 3.4 Montage
•
Afvalslang
•
CU -950 Controle-eenheid tussen eenheid en computer
•
Diverse buffer- en sampleflessen
Installatie van de pH-elektrode Installeer de pH-elektrode in de flowcel volgens onderstaande afbeelding.
1 2 3
7 4
5
6
Afbeelding 3.1: Hoofdonderdelen van de pH-elektrode en houder. Nr.
Omschrijving
Nr.
Omschrijving
1
Naar "pH-sonde" achterzijde instrument
5
Flowcelhouder
2
Elektrode
6
Flowcel
3
Moer
7
Eindafschermkap
4
Dummy
De flowcelhouder kan op de buitenzijde van de klepdeur worden geplaatst. Voor meer informatie over de installatie, zieÄKTAFPLC Installation Guide.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
29
3 Installatie 3.4 Montage
3.5
Aansluitingen
Communicatie Sluit het netwerk, de signaalkabels en de computer aan zoals aangegeven op de elektrische schema's in Elektrische aansluitingen en communicatieaansluitingen, op pagina 11. Zorg ervoor dat de besturingssoftware van UNICORN op de computer is geïnstalleerd.
Stromingstraject Alle onderdelen en leidingen zijn bij de levering op het systeem gemonteerd.
Elektrische voeding Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact, zoals aangegeven inParagraaf 3.1 Locatievereisten, op pagina 27.
3.6
Reserveonderdelen en accessoires Bezoek de volgende site voor correcte en actuele informatie over reserveonderdelen en accessoires: www.gelifesciences.com/AKTA
30
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
4 Gebruik
4
Gebruik
Over dit hoofdstuk In dit hoofdstuk worden instructies gegeven voor het gebruik van ÄKTAFPLC.
4.1
Gebruiksoverzicht
Werkdebiet Het typische werkdebiet in ÄKTAFPLC, nadat het systeem is ingeschakeld en aangesloten op UNICORN, kan in een aantal stappen worden onderverdeeld. Stap
Werkzaamheden
Deel
1
Een methode aanmaken
Een methode maken, op pagina 34
2
Het systeem voorbereiden voor een run
Paragraaf 4.5 Een gang instellen, op pagina 34 Paragraaf 4.4 Voorbereidingen voor het starten, op pagina 33
3
Een run starten met behulp van een methode
Paragraaf 4.6 Een run uitvoeren, op pagina 38
4
Tijdens een run - parameters bekijken en wijzigen
De run weergeven, op pagina 40
5
Procedures na een run
Paragraaf 4.7 Procedures na een run, op pagina 42
6
De resultaten analyseren
Zie de gebruikersdocumentatie van UNICORN.
Vloeistoftraject ZieBijlage A Aansluitschema - Vloeistoftraject, op pagina 67 voor een afbeelding van het vloeistoftraject in ÄKTAFPLC.
4.2
Het instrument starten Zorg dat de afvalcontainer en de benodigde bufferflessen juist zijn aangesloten. Controleer of alle leidingaansluitingen goed zijn vastgemaakt en of alle kleppen zijn aangesloten op een leiding of afsluitplug.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
31
4 Gebruik 4.2 Het instrument starten
Zet de Power-schakelaar op het instrument aan.
4.3
Het controlesysteem starten
Starten UNICORN 1
Schakel de monitor, computer en optionele printer in volgens de gebruiksaanwijzingen van de fabrikant. Wacht tot de computer opstart.
2
Wanneer de computer is ingeschakeld, controleert u of de stroomindicator op de CU-950 aan staat.
3
Meld u aan bij het besturingssysteem Windows.
4
Start UNICORN door te dubbelklikken op het snelkoppelingspictogram van UNICORN op het bureaublad.
5
In het dialoogvenster Logon selecteert u een gebruiker in de lijst User name en voert u het wachtwoord in. Als u zich voor de eerste keer aanmeldt, selecteert u de gebruiker default en voert u het wachtwoord default in. Klik op OK.
UNICORN start en het venster UNICORN Manager wordt geopend, zieAfbeelding 4.1. Opmerking:
32
Raadpleeg de gebruikersdocumentatie van UNICORN voor instructies over het creëren van nieuwe gebruikers.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
4 Gebruik 4.3 Het controlesysteem starten
1
2
3
Nr.
Omschrijving
1
Het pictogram Instant Run start onmiddellijk de systeemcontrolewizard voor het starten van een run.
2
Met het pictogram New Method opent u de module Method Editor en geeft u het dialoogvenster New Method weer.
3
Met het pictogram System Control activeert u de System Control-module en wordt het dialoogvenster Manual instruction weergegeven. Afbeelding 4.1: Venster UNICORN Manager.
Controlesysteem in UNICORN Om de module System Control in UNICORN te openen, klikt u op het pictogram System Control in het venster UNICORN Manager, zie Afbeelding 4.1.
4.4
Voorbereidingen voor het starten
Buffers, oplossingen en inlaten voorbereiden 1
Bereid de voor de run benodigde buffers en oplossingen voor.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
33
4 Gebruik 4.4 Voorbereidingen voor het starten
2
Dompel alle inlaatleidingen onder in de relevante vloeistofcontainers, zoals beschreven in de methode.
Kolommen en Superloop™ aansluiten Voor kolomposities raadpleegt u de methode.
Leidingen op kolommen aansluiten Raadpleeg de aanwijzingen van de fabrikant van de kolom.
Kolombevestiging druppel-op-druppel
Sluit de kolommen handmatig aan door een lage flow te starten en System Control:Manual:Flowpath:ColumnPosition te selecteren.
De fractiecollector voorbereiden Plaats het in de methode gekozen rek in de fractiecollector en vul deze met de aangewezen leidingen en/of diepe putten platen.
4.5
Een gang instellen
Een methode maken Een methode creëren: 1
34
Klik op het pictogram New Method in het venster UNICORN Manager, zie Afbeelding 4.1.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
4 Gebruik 4.5 Een gang instellen
Het dialoogvenster New Method wordt geopend.
2
Als er meerdere systemen beschikbaar zijn, selecteert u in de lijst For system welk systeem u wilt gebruiken .
3
Selecteer Wizard om een methode te creëren met behulp van de Method Wizard. Klik op OK.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
35
4 Gebruik 4.5 Een gang instellen
Het dialoogvenster Method Wizard wordt geopend.
4
36
In het dialoogvenster Method Wizard: •
Selecteer de gepaste chromatografische techniek in de lijst Main Selection. Bijvoorbeeld: Affinity.
•
Selecteer de kolom die u wilt gebruiken in de lijst Column. Het correcte kolomvolume, de aanbevolen flowsnelheid en de correcte druklimiet voor die kolom worden dan automatisch in de methode geïmplementeerd.
•
Selecteer de kolompositie in de lijst Column Position.
•
Selecteer indien nodig Flexible Flow Rates en/of Flow Regulation of the System Pump en/of BufferPrep.
5
Klik op Next.
6
Op elke nieuwe pagina in de Method Wizard selecteert u de juiste parameters en klikt u op Next om door te gaan.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
4 Gebruik 4.5 Een gang instellen
7
Op de laatste pagina klikt u op Finish. Het dialoogvenster Run Setup wordt geopend, waarin het tabblad Variables standaard is geselecteerd.
8
De methode wordt weergegeven middels een aantal blokjes op het tabblad Variables. De blokken zijn typische stappen in een chromatografische gang. Elk blok bevat een aantal methodevariabelen. Wijzig indien nodig de variabelen om ze aan te passen aan uw toepassing.
9
In de Method Editor selecteert u File:Save As om de methode op te slaan. Het dialoogvenster Save As wordt geopend.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
37
4 Gebruik 4.5 Een gang instellen
10 In het dialoogvenster Save As: •
Geef de methodenaam op in het veld Method name en selecteer de map waarin u de methode wilt opslaan.
•
Als er meer dan een systeem op de computer is aangesloten, selecteert u in het gedeelte For System het systeem waarvoor de methode is bedoeld.
•
Selecteer in het gedeelte Technique de techniek waarvoor de methode is geschreven.
11 Klik op OK. De methode wordt opgeslagen. De methode kan nu vanaf de module System Control worden gestart.
4.6
Een run uitvoeren 1
2
Methode selecteren a
In System Control, selecteer File:Run.
b
Selecteer de benodigde Method uit de lijst.
Variabelen opgeven Voer identificatienamen voor de monsters in via het toetsenbord.
3
De locatie en namen van het resultatenbestand wijzigen Indien nodig kunt u het mappad en de bestandsnamen wijzigen van de aan te maken resultaatbestanden.
4
Voorbereidingen voltooid? Zorg dat de voorbereidingen in overeenstemming metParagraaf 4.4 Voorbereidingen voor het starten, op pagina 33 zijn uitgevoerd.
5
Controleer het vloeistoftraject Controleer of:
6
38
•
er voldoende buffer beschikbaar is;
•
de juiste inlaat in elke buffer is geplaatst;
•
de uitlaten in de juiste flessen zijn geplaatst;
•
de kolommen in de juiste positie zijn geplaatst;
•
het gekozen rek van de fractiecollector op de juiste plaats zit.
De monsters voorbereiden
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
4 Gebruik 4.6 Een run uitvoeren
De monsters dienen te worden voorbereid en geklaard door middel van centrifugatie en/of filtratie door een filter van 0,45 µm 1 . a
Plaats het monster in de gekozen vloeistofcontainer, in de proefbuizen voor de autosampler of vul de capillaire loop of de Superloop met het monster, afhankelijk van de gekozen methode. Zorg dat er geen lucht in de leiding komt. Plaats de leiding dichtbij de bodem van de vloeistofcontainer, maar niet te dicht tegen de bodem aangedrukt.
b 7
Bevestig de slangen.
Eindcontrole Controleer nog een laatste keer of de slangen, kolommen, oplossingen en buffers zijn geplaatst volgens de methode.
8
De run starten Klik op START om de run op de geselecteerde systemen te starten.
1
Als er HisTrap™ FF ruw wordt gebruikt, is klaring niet noodzakelijk.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
39
4 Gebruik 4.6 Een run uitvoeren
De run weergeven Het verloop van de run kan in detail worden weergegeven in de module System Control.
Er kunnen maximaal vier weergaveschermen, Run Data, Curves, Flow scheme en Logbook worden weergegeven waarin de verschillende aspecten van de run in real-time worden getoond.
40
•
Het weergavescherm Run Data toont de huidige waarden voor de geselecteerde runparameters.
•
Het weergavescherm Curves toont grafisch de signaalwaarden van de monitor.
•
Het weergavescherm Flow scheme geeft een grafische voorstelling van het chromatografiesysteem weer, waarop de huidige status van de run wordt getoond. Tijdens een run worden op het stromingsschema open stromingstrajecten in kleur, en monitorsignalen met numerieke beelden weergegeven.
•
Het weergavescherm Logbook toont de handelingen naarmate de run vordert. Alle handelingen en onverwachte toestanden worden opgenomen in een logboek, met datum, tijd en naam van de huidige gebruiker. Het logboek biedt een volledige geschiedenis van de run en wordt opgeslagen in het resultatenbestand.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
4 Gebruik 4.6 Een run uitvoeren
De weergaveschermen aanpassen U kunt de weergaveschermen aanpassen door met de rechter muisknop in het betreffende weergavescherm te klikken en Properties te selecteren. Zie de gebruikersdocumentatie van UNICORN voor meer informatie over het aanpassen van de weergaveschermen.
De run beëindigen Om de run te beëindigen op een systeem voordat deze is voltooid: Klik op End boven het weergavescherm Run data.
Kleuren statusindicator De statusindicator wordt onderaan in System Control weergegeven. In onderstaande tabel ziet u hoe de kleuren van de controlelampjes in verhouding staan tot de runstatus. Kleur van controlelampje
Runstatus
Wit
Einde
Groen
Run of handmatig
Geel
Stoppen
Rood
Onderbreken
Foutindicatie Wanneer een waarschuwing of alarm door een systeem wordt voortgebracht, wordt er een foutcode weergegeven. Zie ÄKTAFPLC User Manual voor hulp.
De resultaten analyseren Raadpleeg ÄKTAFPLC User Manual en de gebruikersdocumentatie van UNICORN voor informatie over het evalueren van de resultaten.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
41
4 Gebruik 4.7 Procedures na een run
4.7
Procedures na een run
Systeem reinigen Om het systeem in goede staat te houden, is het belangrijk om zowel de leidingen als de buitenkant van het systeem regelmatig te reinigen. 1
In de module Method Editor in UNICORN creëert u een methode voor het reinigen van het systeem.
2
Was de buitenkant van de inlaatleidingen met water en/of ethanol
3
Dompel de slanguiteinden onder in de container met reinigingsoplossing.
4
Als de kolom klep moet worden gereinigd, verwijdert u de kolommen en sluit u de leidingen opnieuw aan op de kolom kleppen.
5
Voer de reinigingsmethode uit zoals beschreven in Paragraaf 4.6 Een run uitvoeren, op pagina 38.
Kolommen reinigen Als er verschillende typen purificatiemethodes en verschillende monsters na elkaar worden uitgevoerd, moeten de kolommen tussen de runs door volgens de kolominstructies worden gereinigd. Hierdoor worden aspecifieke gebonden proteïnen verwijderd en wordt verstopping van de kolom voorkomen.
42
1
In de module Method Editor in UNICORN creëert u een methode voor de reiniging in-situ (CIP) van de kolommen.
2
Dompel de uiteinden van de te gebruiken leidingen onder in de juiste containers, volgens de methode voor de gekozen run.
3
Voer het methode voor reiniging in-situ uit zoals beschreven in Paragraaf 4.6 Een run uitvoeren, op pagina 38.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
5 Onderhoud
5
Onderhoud
Over dit hoofdstuk In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het routineonderhoud van onderdelen en een onderhoudsschema.
5.1
Algemeen Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een veilige en probleemloze werking van uw instrument. De gebruiker dient dagelijks en maandelijks onderhoud uit te voeren. Preventief onderhoud dient jaarlijks te worden uitgevoerd door gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Voor onderhoud van een specifiek onderdeel dient u de handleiding van het onderdeel te lezen en de instructies op te volgen.
WAARSCHUWING Gevaar voor elektrische schokken. Alle reparaties dienen te worden uitgevoerd door onderhoudspersoneel erkend door GE Healthcare. Open geen beschermkappen of vervang geen onderdelen, tenzij uitdrukkelijk vermeld in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING De stroom uitschakelen. Schakel altijd de stroomtoevoer naar het instrument uit voordat u een onderdeel van het instrument vervangt, tenzij anders vermeld in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING Gevaarlijke chemicaliën tijdens het onderhoud. Als er gevaarlijke chemicaliën worden gebruikt voor het reinigen van het systeem of de kolom, moet het systeem of de kolommen tijdens de laatste fase of stap met een neutrale oplossing worden gewassen.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
43
5 Onderhoud 5.1 Algemeen
WAARSCHUWING Voer geen onderhoudswerkzaamheden uit terwijl de elektriciteit van het het systeem is ingeschakeld of wanneer het leidingsysteem onder druk staat. Vergeet niet dat het leidingsysteem onder druk kan staan, zelfs als het systeem is uitgeschakeld.
WAARSCHUWING Wanneer u gevaarlijke chemische en biologische agentia gebruikt, dient u alle gepaste beschermende maatregelen te nemen, zoals het dragen van een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen die bestand zijn tegen de gebruikte stoffen. Volg de plaatselijke en/of nationale voorschriften op voor een veilige bediening en een veilig onderhoud van de ÄKTAFPLC.
LET OP Brandgevaar. Volg de instructies in ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing voor de correcte installatie van een nieuwe UV-lamp. Als de lamp niet correct wordt geïnstalleerd, kan deze oververhit raken en brandgevaar veroorzaken.
AANWIJZING Reiniging. Houd het instrument droog en schoon. Veeg het regelmatig af met een zachte, vochtige doek, en indien nodig met een mild reinigingsmiddel. Laat het instrument volledig drogen voordat u het gebruikt.
5.2
Onderhoudsschema voor gebruiker Tabel 5.1 is een handleiding voor onderhoudswerkzaamheden en voor de frequentie waarmee de gebruiker deze werkzaamheden dient te verrichten. De gebruiker is echter verantwoordelijk voor de keuze van het type werkzaamheden en de frequenties die noodzakelijk zijn om de goede werking en veiligheid van het systeem te handhaven.
44
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
5 Onderhoud 5.2 Onderhoudsschema voor gebruiker
Tabel 5.1: Onderhoudsschema voor gebruiker Frequentie
Werkzaamheden
Instructies/referentie
Dagelijks
Lekinspectie
Het systeem visueel inspecteren op lekkages.
Het stromingstraject van het systeem wassen
1
Voor reiniging van het stromingstraject, zieReiniging in-situ, op pagina 47.
2
Voor de stilstand van het systeem gedurende enkele dagen, zieParagraaf 5.8 Opslag, op pagina 50.
Wekelijks
pH-elektrode kalibreren (optioneel)
Kalibreer de pH-elektrode (indien van toepassing) in overeenstemming met Monitor pH/C-900 User Manual.
Inlaatfilters controleren
Controleer visueel de inlaatfilters en vervang ze indien nodig.
Leidingfilter vervangen (indien van toepassing)
Vervang de leidingfilter.
De spoeloplossing voor de pomp vervangen
Vervang de spoeloplossing. Gebruik altijd 20% ethanol met 10 mM NaOH als spoeloplossing. Als het volume van de spoeloplossing in de opslagfles is toegenomen, kan dit duiden op een interne pomplekkage. Vervang de zuigerafdichtingen in overeenstemming met de Gebruikershandleiding. Als het volume van de spoeloplossing in de opslagfles aanzienlijk is afgenomen, controleer dan of de connectors van het spoelsysteem juist zijn bevestigd. Als de connectors van het spoelsysteem niet lekken, kan het zijn dat de spoelmembranen of zuigerafdichtingen lekken. Vervang de membranen en zuigerafdichtingen in overeenstemming met de Gebruikershandleiding.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
45
5 Onderhoud 5.2 Onderhoudsschema voor gebruiker
Frequentie
Werkzaamheden
Instructies/referentie
Maandelijks
Debietbegrenzer
Controleer of de debietbegrenzer de volgende tegendruk tot stand brengt: FR-904: 0,4 ±0,05 MPa Controleer de tegendruk als volgt:
Jaarlijks
46
Klepinspectie
1
Koppel de debietbegrenzer los.
2
Sluit een slang (ca. 1 m, binnendiameter 1 mm) aan op een vrije poort in de injectieklep. Stel de klep handmatig in op deze poort. Laat het open uiteinde uitkomen in een afvalcontainer.
3
Laat de pomp draaien met water op 10 ml/min. Let op de tegendruk (Bp1) op de display van de pomp of in het venster Run Data.
4
Sluit de debietbegrenzer aan op het open uiteinde van de slang (let op de IN-markering). Plaats de debietbegrenzer in de afvalcontainer.
5
Laat de pomp draaien met water op 10 ml/min. Let op de tegendruk (Bp2) op de display van de pomp of in het venster Run Data.
6
Bereken de tegendruk die door de debietbegrenzer tot stand wordt gebracht. Vervang deze indien de waarden niet binnen de grenzen vallen.
Controleren op interne of externe lekkage. Vervang de kanaalplaat en distributieplaat jaarlijks of wanneer nodig. Raadpleeg het instructieblad van de betreffende klep.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
5 Onderhoud 5.3 Reinigen
5.3
Reinigen
Reinigen vóór gepland onderhoud/service Om de bescherming en veiligheid van het servicepersoneel te garanderen, moeten alle uitrustingen en werkgebieden proper en vrij van gevaarlijke contaminanten te zijn alvorens een Servicetechnicus aanvangt met de onderhoudswerkzaamheden. Vul de checklist in het On Site Service Health & Safety Declaration Form of het Health & Safety Declaration Form for Product Return or Servicing in, afhankelijk van het feit of het instrument ter plaatse wordt onderhouden of wordt teruggezonden voor onderhoud. Kopieer het formulier dat u nodig heeft uit de Paragraaf 7.4 Formulier inzake Verklaring van veiligheid en gezondheid, op pagina 63 of druk het af uit het PDF-bestand dat beschikbaar is op de Gebruikersdocumentatie-CD.
Reiniging in-situ Alle onderdelen van het systeem zijn ontworpen zodat deze eenvoudig in-situ (CIP, Cleaning-In-Place) kunnen worden gereinigd. Na herhaaldelijke scheidingscycli, kan er zich geleidelijk verontreinigend materiaal ophopen in het systeem en op de kolom. Dit materiaal werd mogelijk niet verwijderd tijdens de hierboven beschreven reinigingsstap. De aard en mate van verontreiniging is afhankelijk van het monster en de chromatografische condities. Bij het opstellen van een reinigingsprotocol dient hiermee rekening te worden gehouden. Er is een methode voor CIP beschikbaar in de Methodewizard van UNICORN. Deze biedt vele mogelijkheden tot het ontwerpen van een krachtig reinigingsprotocol bij individule problemen, met maximaal 9 reinigingssegmenten. Ter preventie dient regelmatig een routinereiniging te worden uitgevoerd, in plaats van een reiniging van het systeem van aangroei of besmetting.
WAARSCHUWING Zorg ervoor dat het leidingsysteem volledig lekvrij is voordat er enige CIP (reiniging in-situ) van het systeem wordt uitgevoerd.
Zorg dat bij de procescontrolemethode voor reiniging alle mogelijke stromingstrajecten in het systeem worden doorgespoeld. Na het reinigen moet het hele systeem worden doorgespoeld met water of een geschikte vloeistof totdat het leidingen- en slangensysteem volledig vrij is van de CIP-oplossing (de monitors in het systeem kunnen als detectors worden gebruikt). Laat geen NaOH of andere reinigingsmiddelen achter in het systeem gedurende een lange periode.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
47
5 Onderhoud 5.3 Reinigen
WAARSCHUWING Gevaarlijke chemicaliën tijdens het onderhoud. Als er gevaarlijke chemicaliën worden gebruikt voor het reinigen van het systeem of de kolom, moet het systeem of de kolommen tijdens de laatste fase of stap met een neutrale oplossing worden gewassen.
WAARSCHUWING NaOH is corrosief en bijgevolg gevaarlijk voor de gezondheid. Als er gevaarlijke chemicaliën worden gebruikt, dient u het morsen ervan te vermijden en een veiligheidsbril en andere geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen.
Zie ook Paragraaf 5.8 Opslag, op pagina 50.
5.4
Onderhoud van onderdelen Het onderhoud en de preventieve vervanging van stukken van de belangrijkste onderdelen wordt beschreven in de betreffende handleidingen die bij de systeemdocumentatie worden geleverd. De systeemdocumentatie bevat ook een lijst met reserveonderdelen die kan worden gebruikt om veel gebruikte reserveonderdelen en hun codenummer op te zoeken voor nabestelling. Deze waarschuwing is ook online te vinden op www.gelifesciences.com/AKTA.
5.5
Demontage en montage van onderdelen en klein materiaal De gebruiker moet de instructies bij elk onderdeel grondig lezen en begrijpen voordat het onderdeel wordt gedemonteerd en gemonteerd. Bij de vervanging van klein materiaal, zoals slangen en slangconnectors, moeten alle nodige veiligheidsmaatregelen worden genomen. Neem contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger van GE Healthcare als u aanvullende informatie of hulp nodig hebt.
WAARSCHUWING De stroom uitschakelen. Schakel altijd de stroomtoevoer naar het instrument uit voordat u een onderdeel van het instrument vervangt, tenzij anders vermeld in de gebruikershandleiding.
48
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
5 Onderhoud 5.5 Demontage en montage van onderdelen en klein materiaal
WAARSCHUWING Controleer vóór de demontage of er geen druk in het leidingsysteem is.
WAARSCHUWING Na de montage moet het leidingsysteem worden getest op lekkage bij een maximale druk, ten behoeve van een voortdurende bescherming tegen verwondingsrisico's als gevolg van waterstralen, gebarsten leidingen of een explosieve atmosfeer.
5.6
Vervanging van zekeringen WAARSCHUWING De stroom uitschakelen. Schakel altijd de stroomtoevoer naar het instrument uit voordat u zekeringen vervangt.
Raadpleeg Paragraaf7.1 Specificaties, op pagina58 voor informatie over het type zekering en het nominale vermogen. Als een zekering herhaaldelijk doorslaat, schakelt u het systeem met behulp van de hoofdschakelaar uit en neemt u contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger van GE Healthcare.
WAARSCHUWING Gebruik voor een voortdurende bescherming tegen brandgevaar altijd hetzelfde type zekeringen met hetzelfde nominale vermogen.
5.7
Kalibratie De tabel toont het type en de frequentie van de kalibraties die op het instrument kunnen worden uitgevoerd. Raadpleeg de gebruikersdocumentatie van UNICORN en de gebruikershandleidingen en instructies van de afzonderlijke onderdelen voor een beschrijving van de wijze waarop deze kalibraties moeten worden uitgevoerd. De kalibraties worden vanuit UNICORN uitgevoerd door System:Calibrate te selecteren in System Control. Onderdeel
Frequentie
pH monitor (indien van toepassing)
Elke dag.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
49
5 Onderhoud 5.7 Kalibratie
Onderdeel
Frequentie
Pomp (indien van toepassing)
Telkens wanneer de werkingsomstandigheden zijn gewijzigd, bijvoorbeeld viscositeit van monster of buffer, temperatuur, tegendruk, enz. Als de monsterpomp niet regelmatig wordt gebruikt, moet deze vóór het gebruik worden gekalibreerd.
Drukaflezing
Indien vereist.
Geleiding stromingscel
5.8
Celconstante
Alleen noodzakelijk als specifieke geleiding wordt gemeten met een hoge mate van nauwkeurigheid (Cond_Calib).
Temperatuur
Moet worden uitgevoerd wanneer de geleidingsstromingscel wordt vervangen (Temp).
Het invoeren van een nieuwecelconstante
Moet worden uitgevoerd wanneer de geleidingsstromingscel wordt vervangen (Cond_Cell).
Opslag
Algemene aanbeveling Voor de opslag moet het systeem eerst worden gereinigd zoals beschreven in Reiniging in-situ, op pagina 47. Na de reiniging moet het systeem worden gevuld met 0,01 M NaOH of 20% ethanoloplossing. Kolommen en media moeten worden opgeslagen in overeenstemming met de bijbehorende instructies.
Opslagcondities De volgende condities dienen te worden gehandhaafd tijdens de opslag van het systeem: •
Temperatuur: 2°C tot 30°C (bij voorkeur kamertemperatuur)
•
Relatieve vochtigheid: 0% tot 95%, zonder condensatie (bij voorkeur lage vochtigheid).
Na de opslag moet het systeem worden gereinigd, dienen alle monitors te worden gekalibreerd en moet er een lekkagetest worden uitgevoerd voordat het systeem in gebruik wordt genomen.
50
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
6 Problemen oplossen
6
Problemen oplossen
6.1
Problemen met de UV-curve Symptoom
Mogelijke oorzaak
Correctieve actie
Echopiek
Vuil of residu in het stromingstraject van vorige runs. Lucht in het eluent.
Reinig het systeem. Zorg dat de lucht wordt verwijderd.
Residu in de kolom van vorige runs
Reinig de kolom in overeenstemming met de kolominstructies.
Onjuiste werking van mixer
Controleer de werking van de mixer door een roerstaaf bovenop de mixerbehuizing te plaatsen. De roerstaaf dient rond te draaien als het systeem in de Run-modus staat. De werking van de mixer kan ook worden gecontroleerd door de installatietest uit te voeren.
Onjuiste UV-vezelaansluitingen
Controleer de aansluitingen van de optische vezel van de UV-cel. Indien nodig vervangen.
Vuile UV-cel
Reinig de UV-cel door hem door te spoelen met Decon™ 90, Deconex™ 11 of een vergelijkbaar product.
Onzuivere buffer
Controleer of het signaal nog steeds ruis vertoont met water.
Lucht in de pomp of de UV-cel
Spoel de pomp volgens de Gebruikershandleiding van de pomp. Voer een systeemwas met buffer uit.
UV-signaal met ruis, signaalafwijking of instabiliteit
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
51
6 Problemen oplossen 6.1 Problemen met de UV-curve
6.2
52
Symptoom
Mogelijke oorzaak
Correctieve actie
Lage gevoeligheid
Oude UV-lamp
Controleer het aantal branduren en vervang de lamp indien nodig. Raadpleeg ÄKTAFPLC User Manual.
UV-lamp in onjuiste positie
Controleer of de lampstand en de filterstand beiden zijn ingesteld op de te gebruiken golflengte, 280 nm of 254 nm. Raadpleeg ÄKTAFPLC User Manual.
Het theoretische extinctiecoëfficient is te laag
Bereken het theoretische extinctiecoëfficient van de proteïne. Als het coëfficiënt nul is of zeer laag is op 280 nm, kan de proteïne niet worden gedetecteerd.
Problemen met de geleidingscurve Symptoom
Mogelijke oorzaak
Correctieve actie
Basislijnafwijking of signaal met ruis
Lucht in de pomp of de flowcel
Controleer de stromingsbegrenzer na de doorstroomcel.
Lekkende slangverbindingen
Draai de connectors vast. Vervang indien nodig de connectors.
Onjuiste werking van mixer
Controleer de werking van de mixer door een roerstaaf bovenop de mixerbehuizing te plaatsen. De roerstaaf dient rond te draaien als het systeem in de Run-modus staat. De werking van de mixer kan ook worden gecontroleerd door de installatietest uit te voeren.
Vuile geleidingscel
Reinig de geleidingscel door deze te spoelen met 1 M NaOH of 20% ethanol.
Kolom niet in evenwicht
Balanceer de kolom uit. Indien nodig reinigt u de kolom met een methodeplan voor kolomreiniging.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
6 Problemen oplossen 6.2 Problemen met de geleidingscurve
Symptoom
Mogelijke oorzaak
Correctieve actie
Geleidingsmeting met dezelfde buffer lijkt na verloop van tijd toe te nemen
Vuile flowcel
Reinig de doorstroomcel volgens de procedure in de Monitor Gebruikershandleiding.
Verlaging van omgevingstemperatuur
Gebruik een temperatuurcompensatiefactor. Raadpleeg de Monitor Gebruikershandleiding.
Golven op de gradiënt
Onjuiste werking van pomp
Controleer of de pomp werkt en correct is geprogrammeerd.
Vuile mengkamer
Controleer of de mengkamer vrij is van vuil of deeltjes.
Onvoldoendemengkamervolume
Stel indien nodig een groter mengkamervolume in.
Onjuiste werking van motor
Controleer de werking van de motor. Plaats een hand op de mixer en start deze door de pomp te staten op een lage flowsnelheid. U dient de mixermotor en roerstaaf zowel te horen als te voelen als ze draaien.
Er verschijnen echopieken in het gradiëntprofiel
Lucht in de stromingscel
Controleer of er geen leidingen loszitten. Gebruik de flowbegrenzer.
Niet-lineaire gradiënten of trage reactie op %B wijzigingen
Vuile leidingen
Was de leidingen en controleer of de pomp juist functioneert.
Onjuist mengvolume
Stel een lager mengvolume in.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
53
6 Problemen oplossen 6.2 Problemen met de geleidingscurve
6.3
54
Symptoom
Mogelijke oorzaak
Correctieve actie
Onjuiste of onstabiele aflezing
Losse aansluiting van geleidingsflowkabel
Controleer of de kabel van de geleidingsdoorstroomcel goed is aangesloten.
Onjuiste werking van pomp en kleppen
Controleer of de pomp en kleppen correct werken.
Onjuiste temperatuurcompensatiefactor
Als er temperatuurcompensatie wordt gebruikt, controleert u of de temperatuursensor is gekalibreerd en of de juiste temperatuurcompensatiefactor wordt gebruikt.
Vuile of onjuist uitgebalanceerde kolom
Controleer of de kolom is uitgebalanceerd. Reinig indien nodig de kolom.
Onjuiste werking van mixer
Controleer de werking van de mixer. De werking van de mixer kan worden gecontroleerd door een roerstaaf bovenop de mixerbehuizing te plaatsen. De roerstaaf dient rond te draaien als het systeem in de modus Run staat. De werking van de mixer kan ook worden gecontroleerd door de installatietest uit te voeren.
Problemen met de pH-curve Symptoom
Mogelijke oorzaak
Correctieve actie
Geen respons op pHwijzigingen
Defecte elektrodeaansluiting
Controleer of de elektrodekabel goed is aangesloten.
Beschadigde elektrode
Het glazen membraan van de elektrode kan gescheurd zijn. Vervang de elektrode.
Onjuist aangesloten pH-monitor
Controleer of de pH-monitor correct is aangesloten volgens de ÄKTAFPLC User Manual.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
6 Problemen oplossen 6.3 Problemen met de pH-curve
Symptoom
Mogelijke oorzaak
Correctieve actie
Weinig reactie op pHwijzigingen
Vuile pH-elektrode
Reinig de pH-elektrode zoals beschreven in Monitor pH/C-900 User Manual. Als het probleem blijft bestaan, vervangt u de pH-elektrode.
Langzame pH-reactie of kalibratie niet mogelijk
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
Vervuild glasmembraan van elektrode
Controleer het glasmembraan van de elektrode. Als het is verontreinigd, reinigt u de elektrode in overeenstemming met de instructies in de Monitor pH/C-900 User Manual.
Membraan is uitgedroogd
Als het membraan is uitgedroogd, kan de elektrode worden hersteld door deze 's nachts in buffer te laten weken.
55
6 Problemen oplossen 6.3 Problemen met de pH-curve
Symptoom
Mogelijke oorzaak
Correctieve actie
Onjuiste of onstabiele pH-aflezing
Probleem met elektrode
Controleer of de elektrodekabel goed is aangesloten. Controleer of de elektrode juist is aangebracht in de stromingscel en draai de moer indien nodig aan met de hand. Controleer of de pH-elektrode niet gebroken is. Kalibreer de pH-elektrode. Reinig de pH-elektrode indien nodig. Zie Monitor pH/C-900 User Manual. Vergelijk de reactie van de pHelektrode met die van een andere pH-elektrode. Als de reactie sterk verschilt, moet de elektrode mogelijk worden gereinigd of vervangen. In organische oplosmiddelen, zoals ethanol, methanol en acetonitril, zijn geen stabiele pH-metingen mogelijk, aangezien er dehydratatie van het membraan zal optreden. Het wordt aanbevolen om de pH-elektrode niet te gebruiken in toepassingen met organische oplosmiddelen. Monteer in plaats daarvan de dummy-elektrode.
Onjuiste werking van pomp of klep
Controleer of de pomp en kleppen correct werken.
Lucht in de stromingscel
Als u vermoedt dat er lucht in de doorstroomcel aanwezig is, tapt u de doorstroomcel voorzichtig af of kantelt u deze om de lucht te verwijderen. U kunt de cel ook gedurende een halve minuut doorspoelen met 20 ml/min buffer (E 100systeem) of 10 ml/min (E 10-systeem). Gebruik de debietbegrenzer FR-902 na de pH-elektrode.
Statische interferentie
56
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
6 Problemen oplossen 6.3 Problemen met de pH-curve
Symptoom
Mogelijke oorzaak
Correctieve actie Er kan interferentie van statische velden optreden. Sluit de pH-flowcel aan op het achterpaneel van de monitor met behulp van een standaard 4 mm “banaansteker”kabel voor laboratoria.
de pH-waarden variëren bij een gevarieerde tegendruk
6.4
Probleem met de elektrode
Vervang de pH-elektrode.
Problemen met de drukcurve Symptoom
Mogelijke oorzaak
Correctieve actie
Onregelmatig debiet, basislijnsignaal met ruis, onregelmatige druklijn
Luchtbellen die door de pomp bewegen of in de pomp opgesloten zitten
Controleer alle aansluitingen op eventuele lekken. Controleer of er voldoende eluent in de reservoirs aanwezig is. Gebruik ontgaste oplossingen. Tap de pomp af. Volg de aanwijzingen in Pump P-920 User Manual.
Controlekleppen van inlaat of uitlaat werken niet correct
Reinig de kleppen volgens de Pump P-920 User Manual.
Zuigerafdichting lekt
Vervang de zuigerafdichtingen aan de hand van de instructies in Pump P-920 User Manual.
Blokkering of gedeeltelijke blokkering van het stromingspad
Doorspoelen om de verstopping te verwijderen. Vervang indien nodig de leidingen. Controleer het filter van de inlaatslangen. Dit kan verstopt raken als er ongefiltreerde buffers of monsters worden toegepast. Zie de instructies voor het doorspoelen aan het einde van de run in Pump P-920 User Manual.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
57
7 Referentiegegevens
7
Referentiegegevens
Over dit hoofdstuk Dit hoofdstuk bevat technische gegevens, wettelijke informatie en andere informatie.
7.1
7.2
Specificaties Parameter
Waarde
Indringingsbescherming
IP20
Voedingsspanning
100-120/220-240 V ~, 50 tot 60 Hz
Stroomverbruik
900 VA
Zekeringspecificatie
T 6,3 AL 250 V
Afmetingen (H × B × D)
380 × 480 × 470 mm
Gewicht
50 kg
Omgevingstemperatuur
4° tot 40°C
Relatieve vochtigheidstolerantie (niet condenserend)
10% tot 95%
Atmosferische druk
84 tot 106 kPa (840 tot 1060 mbar)
Chemische weerstand
Chemische
Blootstelling
Blootstelling
< 1 dag
tot 2 maanden
Acetaldehyde
OK
OK
Azijnzuur, < 5%
OK
OK
Azijnzuur, 70%
OK
Acetonitril
OK
58
CAS nr.
EEG nr.
OK
64-19-7
200-580-7
OK
75-05-8
200-835-2
Opmerkingen
FFKM, PP en PE zwellen.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
7 Referentiegegevens 7.2 Chemische weerstand
Chemische
Blootstelling
Blootstelling
< 1 dag
tot 2 maanden
Aceton, 10%
OK
Vermijden
Ammoniak, 30%
OK
OK
7664-41-7
231-635-3
Ammoniumchloride
OK
OK
12125-02-9
235-186-4
Ammoniumbicarbonaat
OK
OK
Ammoniumnitraat
OK
OK
Ammoniumsulfaat
OK
OK
7783-20-2
231-984-1
1-Butanol
OK
OK
2-Butanol
OK
OK
Citroenzuur
OK
OK
29340-81-6
249-576-7
Chloroform
OK
Vermijden
Cyclohexanon
OK
OK
Reinigingsmiddelen
OK
OK
Dimethylsulfoxide
Vermijden
Vermijden
1, 4-Dioxaan
Vermijden
Vermijden
Ethanol, 100%
OK
OK
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
CAS nr.
EEG nr.
Opmerkingen
PVDF raakt door langdurig gebruik aangetast. Silicium raakt door langdurig gebruik aangetast.
Kalrez™, CTFE, PP en PE raken door langdurig gebruik aangetast.
67-68-5
200-664-3
PVDF raakt door langdurig gebruik aangetast. ETFE, PP, PE en PVDF raken door langdurig gebruik aangetast.
75-08-1
200-837-3
59
7 Referentiegegevens 7.2 Chemische weerstand
Chemische
Blootstelling
Blootstelling
< 1 dag
tot 2 maanden
Ethylacetaat
OK
Vermijden
Ethyleenglycol, 100%
OK
OK
107-21-1
203-473-3
Methaanzuur, 100%
OK
OK
64-18-6
200-579-1
Glycerol, 100%
OK
OK
56-81-5
200-289-5
Guanidine hydrochloride
OK
OK
Hexaan
OK
Vermijden
Chloorzuur, 0,1 M
OK
OK
Chloorzuur, > 0,1 M
OK
Vermijden
Isopropanol, 100%
OK
OK
67-63-0
200-661-7
Methanol, 100%
OK
OK
74-93-1
200-659-6
Salpeterzuur, verdund
OK
Vermijden
Silicium niet bestendig.
Salpeterzuur, 30%
Vermijden
Vermijden
Elgiloy™ raakt door langdurig gebruik aangetast.
Fosforzuur, 10%
OK
Vermijden
7664-38-2
231-633-2
Kaliumcarbonaat
OK
OK
584-08-7
209-529-3
60
CAS nr.
EEG nr.
Opmerkingen
Silicium niet bestendig. Druklimiet voor PEEK-verlagingen.
Silicium niet bestendig.
Silicium niet bestendig. Druklimiet voor PEEK-verlagingen. 7647-01-0
231-595-7
Silicium niet bestendig. Silicium niet bestendig. Titaan raakt door langdurig gebruik aangetast.
Titaan, aluminiumoxide en glas raken door langdurig gebruik aangetast.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
7 Referentiegegevens 7.2 Chemische weerstand
Chemische
Blootstelling
Blootstelling
< 1 dag
tot 2 maanden
Kaliumchloride
OK
OK
Pyridine
Vermijden
Vermijden
Natriumacetaat
OK
OK
Natriumbicarbonaat
OK
OK
Natriumbisulfaat
OK
OK
Natriumboraat
OK
OK
Natriumcarbonaat
OK
OK
Natriumchloride
OK
OK
7647-14-5
231-598-3
Natriumhydroxide, 2M
OK
Vermijden
1310-73-2
215-185-5
Natriumsulfaat
OK
OK
7757-82-6
231-820-9
Zwavelzuur, verdund
OK
Vermijden
Zwavelzuur, gemiddelde concentratie
Vermijden
Vermijden
Tetrachloroethyleen
Vermijden
Vermijden
Silicone, PP en PE zijn niet bestendig.
Tetrahydrofuraan
Vermijden
Vermijden
ETFE, CTFE, PP en PE zijn niet bestendig.
Tolueen
OK
Vermijden
Druklimiet voor PEEK-verlagingen.
Trichloorazijnzuur, 1%
OK
OK
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
CAS nr.
EEG nr.
7447-40-7
231-211-8
Opmerkingen
ETFE, PP en PE niet bestendig.
PVDF en borosilicaatglas raken door langdurig gebruik aangetast.
PEEK en titaan raken door langdurig gebruik aangetast.
76-03-9
200-927-2
61
7 Referentiegegevens 7.2 Chemische weerstand
Chemische
Blootstelling
Blootstelling
< 1 dag
tot 2 maanden
Trifluorazijnzuur, 1%
OK
Ureum, 8M o-Xyleen en p-Xyleen
7.3
CAS nr.
EEG nr.
OK
176-05-1
200-929-3
OK
OK
57-13-6
200-315-5
OK
Vermijden
Opmerkingen
PP en PE raken door langdurig gebruik aangetast.
Aanbevelingen voor het systeem Raadpleeg de bijgeleverde gebruikersdocumentatie van ÄKTAFPLC User Manual of neem contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger van GE Healthcare voor de meest actuele informatie.
62
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
7 Referentiegegevens 7.4 Formulier inzake Verklaring van veiligheid en gezondheid
7.4
Formulier inzake Verklaring van veiligheid en gezondheid
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
63
7 Referentiegegevens 7.4 Formulier inzake Verklaring van veiligheid en gezondheid
Service ter plekke DOC1149542
GE Services
On Site Service Health & Safety Declaration Form
Service Ticket #: To ensure the mutual protection and safety of GE Healthcare service personnel and our customers, all equipment and work areas must be clean and free of any hazardous contaminants before a Service Engineer starts a repair. To avoid delays in the servicing of your equipment, please complete this checklist and present it to the Service Engineer upon arrival. Equipment and/ or work areas not sufficiently cleaned, accessible and safe for an engineer may lead to delays in servicing the equipment and could be subject to additional charges. Yes
No
Please review the actions below and answer “Yes” or “No”. Provide explanation for any “No” answers in box below. Instrument has been cleaned of hazardous substances. Please rinse tubing or piping, wipe down scanner surfaces, or otherwise ensure removal of any dangerous residue. Ensure the area around the instrument is clean. If radioactivity has been used, please perform a wipe test or other suitable survey. Adequate space and clearance is provided to allow safe access for instrument service, repair or installation. In some cases this may require customer to move equipment from normal operating location prior to GE arrival. Consumables, such as columns or gels, have been removed or isolated from the instrument and from any area that may impede access to the instrument. All buffer / waste vessels are labeled. Excess containers have been removed from the area to provide access.
Provide explanation for any “No” answers here:
Equipment type / Product No:
Serial No:
I hereby confirm that the equipment specified above has been cleaned to remove any hazardous substances and that the area has been made safe and accessible.
Name in Capital letters: Company or institution: Position or job title:
Date (Year/month/date):
200000/00000/00000
Signed: GE, imagination at work and GE monogram are trademarks of General Electric Company. GE Healthcare Bio-Sciences Corp, 800 Centennial Avenue, P.O. Box 1327, Piscataway, NJ 08855-1327, USA. © 2010-12 General Electric Company—All rights reserved. First published April 2010. 28-9800-26 AB 05/2012
64
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
7 Referentiegegevens 7.4 Formulier inzake Verklaring van veiligheid en gezondheid
Terugsturen van het product DOC1149544
GE Services
Health & Safety Declaration Form for Product Return or Servicing
Return authorization number:
and/or Service Ticket/Request:
To ensure the mutual protection and safety of GE Healthcare personnel, our customers, transportation personnel and our environment, all equipment must be clean and free of any hazardous contaminants before shipping to GE Healthcare. To avoid delays in the processing of your equipment, please complete this checklist and include it with your return. 1. Please note that items will NOT be accepted for servicing or return without this form 2. Equipment which is not sufficiently cleaned prior to return to GE Healthcare may lead to delays in servicing the equipment and could be subject to additional charges 3. Visible contamination will be assumed hazardous and additional cleaning and decontamination charges will be applied Please specify if the equipment has been in contact with any of the following: Yes
No
Radioactivity (please specify):
Yes
No
Infectious or hazardous biological substances (please specify)
Yes
No
Other Hazardous Chemicals (please specify)
Equipment must be decontaminated prior to service / return. Please provide a telephone number where GE Healthcare can contact you for additional information concerning the system / equipment. Telephone No: Liquid and/or gas in equipment is: Liquid Nitrogen
Water
Ethanol
None, empty
Argon, Helium, Nitrogen
Other, please specify:
Equipment type / Product No:
Serial No:
I hereby confirm that the equipment specified above has been cleaned to remove any hazardous substances and that the area has been made safe and accessible. Name in Capital letters: Company or institution: Position or job title:
Date (Year/month/date):
200000/00000/00000
Signed: To receive a return authorization number or service number, please call local technical support or customer service.
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
GE, imagination at work and GE monogram are trademarks of General Electric Company. GE Healthcare Bio-Sciences Corp, 800 Centennial Avenue, P.O. Box 1327, Piscataway, NJ 08855-1327, USA. © 2010-12 General Electric Company—All rights reserved. First published April 2010. 28-9800-27 AB 05/2012
65
7 Referentiegegevens 7.5 Bestelinformatie
7.5
Bestelinformatie Bezoek voor bestelinformatie de site www.gelifesciences.com/AKTA.
66
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
A Aansluitschema - Vloeistoftraject
Bijlage A Aansluitschema - Vloeistoftraject Stromingsbaan en componenten G3 5
G2
6
4 G1
3 1 7 2 6 34 5
1
A
7
8
2
G5 W1 W2
UV G4 Cond
Nr.
Omschrijving
Nr.
Omschrijving
1
Pomp A
7
Injectieklep (V1)
2
Pomp B
8
Monsterlus
3
Afsluiter
9
Stekker
4
Menger
10
Debietbegrenzer
5
Mannelijk/mannelijk
11
Fractiecollector (optioneel)
6
Leidingfilter
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
11
9
W2 W1
B
10
67
B Leidingen
Bijlage B Leidingen Namen in de kolom Label inTabelB.1 verwijzen naar de leidinglabels in het aansluitschema van het vloeistoftraject, zieBijlage A Aansluitschema - Vloeistoftraject, op pagina 67.
Tabel B.1: Leidingspecificaties voor ÄKTAFPLC Gebruik
Label
Materiaal
Lengte (mm)
Binnendiameter (mm)
Volume (μl)
Inlaat A
A
FEP
1700
1,6
3,4 × 103
Inlaat B
B
FEP
1900
1,6
3,8 × 103
Pomp - Menger
G1
PEEK
600
0,50
118
Menger - Filter
Koppelstuk, 1/16"mannelijk / 1/16"mannelijk
PEEK
38
0,50
7
Filter - Injectieklep (V1)
G2
PEEK
400
0,50
79
Injectieklep (V1) - UV
G3
PEEK
600
0,50
118
UV - Geleiding
G4
PEEK
170
0,50
33
Geleiding - FR-902
Koppelstuk, 1/16"mannelijk / 1/16"mannelijk
PEEK
38
0,50
7
FR-902 – Fractie (920/950)
G5
PEEK
600
0,50
118
Afval
W1, W2
ETFE
1000
0,75
442
68
ÄKTAFPLC Gebruiksaanwijzing 28-9597-61 AB
Breng voor plaatselijke contactinformatie een bezoek aan www.gelifesciences.com/contact GE Healthcare Bio-Sciences AB Björkgatan 30 751 84 Uppsala Zweden www.gelifesciences.com/AKTA
GE, imagination at work and GE monogram are trademarks of General Electric Company. HisTrap, Superloop, UNICORN en ÄKTAFPLC zijn handelsmerken van bedrijven van GE Healthcare. Decon is een handelsmerk van Decon Laboratories Ltd. Deconex is een handelsmerk van Borer Chemie AG. Elgiloy is een handelsmerk van Elgiloy Limited Partnership. Kalrez is een handelsmerk van DuPont Performance Elastomers L.L.C. Microsoft en het Windows-monogram zijn handelsmerken van Microsoft Corporation. Elk gebruik van UNICORN is onderhevig aan de GE Healthcare standaard softwarelicentie voor eindgebruikers voor Life Sciences softwareproducten. Een kopie van deze standaard softwarelicentie voor eindgebruikers is verkrijgbaar op verzoek. UNICORN © 2003-2013 General Electric Company. © 2009-2013 General Electric Company – Alle rechten voorbehouden. Eerste publicatie juli 2009 Alle goederen en diensten worden verkocht onder de verkoopvoorwaarden van het bedrijf van GE Healthcare dat deze goederen en diensten levert. Een kopie van deze voorwaarden is op verzoek verkrijgbaar. Neem contact op met uw lokale GE Healthcare-vertegenwoordiger voor de meest actuele informatie.
GE Healthcare Europe GmbH Munzinger Strasse 5, D-79111 Freiburg, Germany GE Healthcare UK Limited Amersham Place, Little Chalfont, Buckinghamshire, HP7 9NA, UK GE Healthcare Bio-Sciences Corp. 800 Centennial Avenue, P.O. Box 1327, Piscataway, NJ 08855-1327, USA GE Healthcare Japan Corporation Sanken Bldg. 3-25-1, Hyakunincho Shinjuku-ku, Tokyo 169-0073, Japan
imagination at work 28-9597-61 AB 07/2013