y Raad van Lelystad
2013
N 1
NOTULEN van de informele bijeenkomst van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op dinsdag 22 januari 2013 in het Stadhuis van de gemeente Lelystad. Aanwezig zijn:
de heer S.G.J. van Erk (VVD), voorzitter; mevrouw J. d’Arnaud-Appelo (PvdA), de heren P.L.W.J. Baaten (InwonersPartij) en J. van de Beek (PvdA), mevrouw D.B.J. Bergman (D66), de heren F. van den Brink (InwonersPartij), D.W. Bussink (CDA), L.J.J. Caniels (CDA), P.C.W. Hamstra (VVD), E. van der Herberg (PvdA), E. Hers (VVD) en J.M. van den Heuvel (SP), de heren C.J.J. Homan (Bindend Lokaal) en J.L. Jonker (VVD), mevrouw E.C. van der Kleij (PvdA), de heren E.H.G. Marseille (VVD) en M. El Mhassani (PvdA), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA), de heren S. Polman (Lijst Simon Polman), W.L.G. Raijmakers (Lelystads Belang), J. Schoone (Bindend Lokaal) en P.A. Schot (D66), mevrouw K. Senf (InwonersPartij), de heren K.B.P. Slump (ChristenUnie) en H.P. Soomers (PvdA), mevrouw J.W. Sparreboom-van der Spoel (VVD), de heren C. van Veluwen (ChristenUnie) en B.E. Visscher (InwonersPartij) en mevrouw E. van Wageningen (ChristenUnie), leden van de raad; alsmede mevrouw M. Horselenberg, burgemeester; en de heer J. Woltjer, griffier.
2013
N2
De voorzitter: Dames en heren. Van harte welkom bij deze raadsbijeenkomst voor de doorlichting van Programma 5, Veilige stad. De burgemeester heeft verzocht om iets eerder te kunnen beginnen, omdat zij vanavond om 21.00 uur heel ver in het oosten van Nederland zou moeten zijn. Om dat te laten lukken, zijn we zo vroeg mogelijk begonnen zonder dat we u echt in de problemen wilden brengen. W e gaan snel van start. Het programma zou kunnen zijn dat eerst de burgemeester aan de hand van een aantal sheets de hoofdlijnen van het programma toelicht, dat ik u vervolgens vraag of er over het totaal echt beleidsvragen zijn anders dan die aangehaakt kunnen worden aan de onderdelen van het programma. Dan doen we die eerst, maar ik zou u willen vragen zo veel mogelijk als dat bij de programmaonderdelen kan, het daar aan de orde te stellen. Vervolgens zullen we het programma induiken. De programma-indeling is zodanig, dat het het verstandigst lijkt om te starten met het prestatieveld 4. Daar komen de meeste zaken aan de orde. Dan zou ik nu de burgemeester willen vragen om de aftrap te geven voor deze bijeenkomst. Burgemeester Horselenberg: Dank u wel, mijnheer de voorzitter, ook de raadsleden dank. Ik moet om 21.00 uur in Lochem een inleiding houden. Of ik dat allemaal ga redden met dit weer weet ik niet. Maar goed, ze weten dat ik eraan kom. Wij hebben gekozen voor deze programmalijn, de herkenbare opzet. Dat wijkt niet af van de eerdere presentatie. Uitgangspunt daarbij is de Begroting 2013, het Integraal Veiligheidsbeleid Kadernota Veiligheid 2012-2015, dat kent u, en het Jaarplan Veiligheid dat is vastgesteld door de gemeenteraad. De prestatievelden die u hierin terugvindt, zijn afgeleid van het landelijk kernbeleid Veiligheid dat door bijna alle gemeenten wordt gehanteerd. De prestatievelden zijn tevens het geraamte van het Integraal Veiligheidsbeleid Kadernota Veiligheid 2012-2015. Daar kunt u die uitgangspunten terugvinden en in dit stuk opnieuw. De onderverdeling van de prestatievelden hebt u waarschijnlijk al gelezen. Dat is de prioriteit, thema’s die met voorrang dienen plaats te vinden. De basisthema’s structurele inzet afhankelijk van het budget dat we ontvangen, denk bijvoorbeeld aan de Roma’s en andere problematiek, waarvoor we vanuit de ministeries geld krijgen voor een korte periode. Regulier; die kennen een zekere verplichting en die hebben een verplichting in zich en die komen regelmatig terug. Dan de formatie. Het totale formatiebedrag is € 941.635, waarvan € 780.000 valt onder NDVL en betreft de vergunningverlening, maar dat geldt niet alleen voor veiligheid voor zover we dat denken, want dat zou wel een enorme inzet zijn op het handhavingsterrein. De resterende € 150.000 is verdeeld over de afdelingen Beleid, BOR en GBB. Dit in het kort mijn inleiding. De voorzitter: Ik begrijp dat de rest van de sheets ter oriëntatie meeloopt? Heb ik dat goed begrepen? Dat is het geval. Zoals aangekondigd: zijn er algemene beleidsvragen die u in dit programma aan de orde wilt stellen anders dan direct te koppelen aan de onderdelen van de beleidsvelden? Mevrouw Bergman. Mevrouw Bergman: Ik weet niet of het helemaal algemeen is, maar in dit programma zit een groot aantal lijntjes met andere programma’s. Dat geldt volgens mij voor huiselijk geweld, voor opvang gedetineerden, voor een deel van de jeugdzorg dat onder de rechter valt. Ik vroeg me af hoe die lijnen gelegd zijn. Dat kon je niet helemaal uit de informatie halen.
2013
N3
Burgemeester Horselenberg: Dit is op basis van wat wij zelf hebben vastgesteld in ons Veiligheidsplan. Dat betekent dat deze velden die u hierin terugvindt, ook onderdeel uitmaken van het Veiligheidsplan voor de komende vier jaar. Natuurlijk is er altijd een link naar het staande beleid. Bijvoorbeeld, als we het over jeugd hebben dan heeft het een nauwe relatie met Jeugd en Gezin. Dat is natuurlijk niet helemaal los te koppelen. Maar we hebben het over jeugd en recidive daar waar het veiligheid betreft en wij verplicht zijn de opvang te realiseren binnen de gemeente. Zo maar even een voorbeeld. De voorzitter: De heer Caniels. De heer Caniels: Ik zit even te zoeken naar de specifieke taken van de burgemeester op het punt van rampen, de wetgeving rondom rampen. Ik begrijp dat dat voor een belangrijk deel in de Veiligheidsregio zit, maar met name toegespitst op taken van de burgemeester, de staf, rampenstaf en dergelijke, waar vind ik dat? O f zit dat in een bepaald bedrag? Burgemeester Horselenberg: Dat zit in een bepaald bedrag. Als wij denken aan de ambtenaren ter ondersteuning van de blauwe/rode kolom, om even gemakshalve te noemen, die vallen onder het concern en worden daar GBB. Dat is concern en daar zit de financiering van die specifieke ambtenaren. Dan hebben we nog de beleidsambtenaren zoals ze hier achter de tafel zitten en die kunt u terugvinden als onderdeel van de afdeling Beleid. De heer Caniels: Dat geldt ook voor de rampencommunicatie? Burgemeester Horselenberg: Ja. Communicatie exact hetzelfde. De trainingen vindt u wel terug hier voor het personeel. De voorzitter: De heer Homan. De heer Homan: Ik heb met verwondering en bewondering naar het stuk gekeken en gezocht naar waar ik grip op kan proberen te krijgen. Er staan bedragen genoemd en heel veel tekst, maar om nu te zien waaraan een bepaald bedrag gerelateerd wordt, dat niet. Het geeft voor mijn gevoel weinig houvast om hiermee iets te gaan doen wat je als raadslid misschien zou willen. Een beetje meer veiligheid, wat levert dat op. O f misschien wat minder. Het staat stijf van de tekst en weinig grip om er komend voorjaar, waar het gaat om minder taken en misschien minder uren, iets mee te gaan ondernemen. Is dat nog helderder te maken? Zijn die gegevens voorhanden? Hoeveel uren worden er op verschillende afdelingen besteed aan dit onderwerp? W ant dat wordt aangegeven: het bedrag staat er wel maar dat is ook ondergebracht bij andere afdelingen dan bijvoorbeeld bureau Veiligheid. Dus ik vind het wel interessant, maar voorlopig ben ik meer nieuwsgierig naar meer informatie om er iets meer mee te kunnen doen. Ik hoop dat mijn verhaal duidelijk is. De voorzitter: Het verhaal is denk ik voor iedereen duidelijk, maar de vraag concreet graag, mijnheer Homan. De heer Homan: Die heb ik neergelegd, meer grip wil ik. Burgemeester Horselenberg: Dan gaat het om wat te beïnvloeden is vanuit de gemeenteraad. Dat is in feite uw centrale vraag. Meestal is het zo, als het gaat om de portefeuille van de burgemeester, dat het bij wet geregeld is en dat daar financiën aan gekoppeld zijn. Op een beperkt aantal terreinen, en dat vindt u terug bij de
2013
N4
beïnvloedbaarheid van het budget, staat soms opgenomen welke kleine percentages beïnvloedbaar zijn. Dat is maar een heel klein percentage, want voor de rest hebben wij het bij wet uit te voeren. Dat wordt gecontroleerd door het ministerie van Veiligheid en Justitie, keer op keer, of wij inderdaad al dat geld wel inzetten. De heer Homan: Het wordt interessant. Meet men dan maatschappelijke effecten, de outcome, of de prestaties, of de inzet van uren? Hoe gaan ze daar dan weer mee om? Burgemeester Horselenberg: W at er aan ten grondslag ligt als we het over veiligheid hebben, is bijvoorbeeld hoeveel keer rukt de brandweer uit. Daar wordt over gerapporteerd. W e hebben ook een Inspectie Veiligheid die een rapport uitbrengt aan de commissaris van de Koningin over het te voeren veiligheidsbeleid binnen de provincie, omdat we in één regio zitten. Voor de blauwe kolom worden de cijfers bij de minister op tafel gelegd en daar is ook de inspecteur die meekijkt of we voldoen en of we taken inderdaad uitoefenen. Dus die controle wordt op een heel andere manier uitgevoerd. Eigenlijk, dat is een verschil met vroeger, zijn steeds meer bevoegdheden naar de centrale overheid gegaan, neem bijvoorbeeld de nationale politie, en voor een klein deel, ongeveer 10% als we het hebben over de blauwe kolom, kunnen we extra accenten aangeven. Die stellen wij hier vast in onze gemeenteraad, dat is in ons Veiligheidsplan. Dan leggen we ook de prioriteiten: wat wil het gemeentebestuur. Dus prioriteiten in de blauwe kolom. Die worden hier voorgelegd. De rest wordt allemaal centraal geregeld en daar wordt ik ook op gecontroleerd. De voorzitter: Zo voldoende, mijnheer Homan? De heer Homan: Dit geeft mij meer helderheid. Niet voldoende. Meer. De voorzitter: De heer Van der Herberg. De heer Van der Herberg: Op dit punt wil ik nog even doorgaan. W aar het wettelijke taken en niet-beïnvloedbare budgetten betreft, prima, maar ik tel in deze opsomming, even algemeen gezegd, 10 regels waarin staat: ja, eigen gemeentelijk beleid, dus beïnvloedbaar, en waar geen bedragen achter staan. Die bedragen zijn opgenomen, dat snap ik, in de totale uren van de afdelingen en de inzet van mensen. Alleen, het wordt niet inzichtelijk in hoeverre die beïnvloedbaarheid tot bepaalde sommen van geld zijn op te tellen. Ik wil me dus aansluiten bij het betoog van de heer Homan. De inzichtelijkheid op die punten, waar het wel degelijk beïnvloedbare delen betreft, is nog niet heel groot wat mij betreft. Burgemeester Horselenberg: Dat is ook het lastige, moet ik eerlijk zeggen, aan dit programma. Het is een heel verschil met de andere programmalijnen, waarin het bijna honderd procent bepaald wordt door het gemeentebestuur en waar je kunt prioriteren. Dat geldt nu eenmaal niet voor de brandweer. Als wij kijken naar welke zaken wel beïnvloedbaar zouden zijn, bijvoorbeeld een burgernet, wil je meedoen aan het Riec en als je niet meedoet dan zorgen we dat inderdaad de maffia zijn gang kan gaan, dan krijgen we weer een aantekening van de minister: waarom doet de gemeente niet mee. Dus wat dat betreft is er ook niet zo erg veel ruimte, moet ik eerlijk bekennen, en hebben we ook niet zo veel mensen binnen onze eigen organisatie die zich met de taken van veiligheid bezighouden. De politie is nationaal. Het veiligheidsbestuur is regionaal georganiseerd, dat zit in een WGR-verband. Daar maken we afspraken over en die begrotingen worden afzonderlijk aan u voorgelegd. Daar hebben we natuurlijk de opdracht vanuit de gemeenteraad om 10% te bezuinigen doorgevoerd; ruim doorgevoerd. Dat is een opdracht die u hebt
2013
N5
meegegeven in het kader van de bezuinigingen. Dan heb je het over de heel kleine dingen, bijvoorbeeld de opleidingen die we hier in huis doen voor rampen en calamiteiten. Maar je moet wel opgeleid zijn anders krijg je van de Inspectie weer commentaar dat je te weinig aan opleidingen doet. Dat is terecht, want als er iets misgaat en we weten niet hoe we moeten handelen, worden we daarop afgerekend. Dan heb je nog het burgernet, ook voor een klein bedrag, dat een keuze is van de gemeenteraad zelf om dat geld beschikbaar te stellen. Daar blijft het in feite bij. Bij communicatie doen we het zoals laatst met de huisinbraken, met een extra pagina in de Flevopost de mensen oproepen. Dat doen we uit het budget van communicatie, want daarvoor is geen extra budget voorhanden. Het is wel een beperking, dat geef ik toe, maar het is niet anders. De voorzitter: Zo voldoende, mijnheer Van der Herberg? De heer Schoone. De heer Schoone: Even terugkomend op de voorgaande vragenstellers. Ik mis iets bij de baten. Als ik naar 3 kijk, we investeren iets maar als we daar niet zouden investeren, zien we dan een kostenverhoging, dat het ons bijvoorbeeld € 300.000 kost aan vernielingen door de jeugd? Dus we investeren iets en dat is iets wat ik mis. Gaan we daar € 600.000 investeren waardoor de baten nog hoger worden? Is het mogelijk om dat in kaart te brengen? Burgemeester Horselenberg: Dat is inderdaad één van de dingen die opvalt. Het is altijd moeilijk te berekenen. W e hebben in het verleden heel veel last gehad bijvoorbeeld van onze veelplegers. W e hebben de veelplegersaanpak voor de jonge veelplegers nu goed ingezet. Dat betekent wel dat we kunnen zien dat het vandalisme afneemt. Veelal is er overlast aan derden. Bijvoorbeeld winkelinbraken of kleine diefstallen. Dat is altijd moeilijk te berekenen, dus wij gaan gemakshalve uit van de cijfers van de politie, het aantal veelplegers dat we hebben, het aantal veelplegers dat vastzit, dat is ook altijd een opluchting want dan hebben we er even geen last van. Als die veelplegers vastzitten dan zie je, bijvoorbeeld met woninginbraken, dat die woninginbraken afnemen. Maar goed, ze krijgen maar straffen van twee, drie maanden en dan zijn ze er weer. Daar zijn we op voorbereid. Dan krijgen ze weer bezoek van de politie. Maar als u vraagt of dat hard is aan te geven: nee, dat is het allermoeilijkst met dit thema. Je kunt een schatting neerzetten, maar of je dat redt. Het is zowel het subjectieve als het objectieve veiligheidsgevoel en dat weegt bij de inwoners erg zwaar, maar door die inzet te plegen probeer je de overlast af te nemen. Het is in het algemeen wel afgenomen als je naar de cijfers van de politie kijkt. De voorzitter: Tot zover met betrekking tot de investering. Algemene vragen, laten we ons daartoe nog even beperken. Geen vragen? Dan wil ik de algemene vragen uitbreiden met pagina 6. Dat zijn de thema’s die op de vooreerste sheet stonden. Dat is ook nog een stukje algemene info en verklaring. Zijn daar vragen over? Mevrouw Bergman. Mevrouw Bergman: W e hebben dit jaar een nieuwe taak en dat betreft de controle op alcoholgebruik door 16-jarigen. Ik vond dat nog niet helemaal terug. Burgemeester Horselenberg: Dat klopt, omdat dit door ons vorig jaar is opgesteld en nu bij u ligt. Er komt een apart plan van aanpak om horecazaken en de aanpak van alcoholgebruik ter hand te nemen naar u toe. Dat wordt nu ambtelijk voorbereid, moet nog naar het college komen en daarna komt het naar de raad, zodat u erover kunt praten.
2013
N6
Mevrouw Bergman: Mag ik een aanvullende vraag stellen? Ik vroeg me af hoe dat zit met de kosten met betrekking tot die taak. Gaat dat mee in de grote budgetten of moeten we daar straks extra voor reserveren? Burgemeester Horselenberg: De raad hoeft niet extra te investeren. W e hebben een herschikking gemaakt van alle handhavingstaken. Dat betekent dat onze medewerkers breed worden opgeleid, dus in feite op alle terreinen kunnen handhaven, zodat ze met teams de wijk in kunnen. W e hebben er juist voor gekozen om niet een extra beroep te doen op geldmiddelen, omdat we krap bij kas zitten en we dachten: als we een hershuffeling teweegbrengen moet het ook lukken. Dat is opgevangen binnen de afdeling. Mevrouw Van der Kleij: Onderaan pagina 6, bij vergunningverlening. W at is precies van de € 983.000 het deel dat voor ECL besteed wordt? Burgemeester Horselenberg: U vraagt eigenlijk de bijdrage voor de evenementen; wat het budget is. Dat weet ik niet uit mijn hoofd. Kunnen we dat schriftelijk doen? Dat zit natuurlijk bij cultuur. Dat kan ik naar u toe laten komen. Mevrouw Van der Kleij: Graag. De heer Caniels: Ik had ook een vraag over vergunningverlening en ook over dat bedrag van € 9 ton. Daar staat een verdeling bij tussen de ambtelijke capaciteit, maar is die € 9 ton de bijdrage vanuit het programma Veiligheid aan al die andere vergunningen? En hoe vinden we dat dan terug op de hoofdstukken van de afdelingen waar die vergunningen worden afgegeven? Het komt mij voor dat het wel veel is als dat uitsluitend een advies is vanuit veiligheid op het punt van die andere vergunningen. Een vervolgvraag is: komt dat allemaal wel terug via de leges. W at is de verhouding tussen die kosten en de opbrengsten van de leges voor al die vergunningen? Burgemeester Horselenberg: Hier valt in feite de totale handhaving onder. Dat betekent omgevingsvergunning, bouwen, milieu, alles wat we hebben. Omdat wij nu alle medewerkers breed gaan opleiden, dienen ze ook alle taken op te pakken. Het is dus niet alleen veiligheid, want dan zou het een exceptioneel hoog bedrag zijn. Dat is het dus niet. Het gaat om de totale handhaving in de stad, waar de teams straks de stad in trekken en kijken op verschillende terreinen waar ze het kunnen aanpakken. Als het gaat om leges met handhaving, hebben wij natuurlijk niet echt veel leges. Behalve bij overtredingen, waarbij we boetes kunnen opleggen. Daarvoor hebben we een bedrag geraamd in onze meerjarenbegroting, in de kadernota, wat we denken daarmee te kunnen binnenhalen. Dat hebben we heel voorzichtig geraamd en daarvan hebt u zelf gezegd: wij willen gekend worden in de prioritering wat er gehandhaafd gaat worden. De heer Caniels: Op het gevaar af dat ik het niet goed begrijp. Het onderwerp gaat over vergunningverlening, dus niet de handhaving. Ik zie in de kolom een bedrag van € 9 ton staan. Dan is mijn vraag: is die € 9 ton de bijdrage voor het tot stand komen van die vergunningen, of slaat dat op de handhaving van de naleving van die vergunningen. Anders word ik een beetje op het verkeerde spoor gezet. Burgemeester Horselenberg: Antwoord jij maar even. Dat is misschien verstandiger dan dat ik het doe. De voorzitter: De heer Assenberg.
2013
N7
De heer Assenberg: Het lijkt heel veel, maar het is inderdaad zo dat het bedrag nodig is om ervoor te zorgen dat de vergunningen die hier staan, verstrekt worden. Als u ze ziet, het zijn bijna allemaal vergunningen die een veiligheidscomponent in zich hebben. De baten daarvan vallen niet meer in dit programma, die vallen onder Programma 6. De heer Caniels: Dus dat is dan inderdaad exclusief de kosten van handhaven. De heer Assenberg: De handhaving hoort daar wel degelijk bij. De heer Caniels: Dit is dus vergunning én handhaving. De heer Assenberg: Ja. Burgemeester Horselenberg: U wilt het wat duidelijker omschreven hebben, begrijp ik nu. De heer Caniels: Om te voorkomen dat ik verkeerde conclusies trek. Dat is altijd vervelend. Burgemeester Horselenberg: Daarvoor is deze sessie ook bedoeld. We zullen dit even goed omschrijven, zodat we dat ook helder kunnen terugvinden. De voorzitter: Dat is duidelijk. De heer Marseille. De heer Marseille: Nog even verder op dit punt. Bij leges is het in veel gevallen zo dat ze kostendekkend dienen te zijn. Er mag in principe niet aan leges verdiend worden in de meeste regelingen. Daarom verbaast het me dat in dit programma de kosten staan, in een ander programma de baten. Het zou naar mijn mening veel overzichtelijker zijn als ervoor wordt gekozen, en in dit geval zou dat dan zijn om de baten naar dit programma te brengen. In feite gaat het hier om een taak die door de legesbetaler wordt voldaan, dus strikt genomen zijn het geen kosten van dat programma maar zou het ongeveer neutraal moeten zijn. Ik denk dat dat de inzichtelijkheid van het programma zou vergroten. Op een paar andere plaatsen zag ik dezelfde opmerking staan, dat de baten elders staan. Ik denk dat het goed is, weliswaar is dat niet in het kader van deze doorlichting meteen te doen, dat er aandacht voor is dat dit zo helder mogelijk wordt weergegeven in het programma. Burgemeester Horselenberg: Ik zou het dan wel in Programma 6 neerzetten, omdat handhaving het grootste deel van de portefeuille van wethouder Fackeldey is. Het is een klein onderdeel als het gaat om veiligheid dat bij het bestuursorgaan burgemeester is neergelegd. Ik heb liever dat het door de politiek gekozene behartigd wordt dan vanuit de burgemeester. Dus ik wil dat dan liever overhevelen naar Programma 6. De heer Marseille: Het zal duidelijk zijn vanuit het principe dat je kosten en baten bij elkaar brengt, dat de keuze die je maakt, of dat nu in dit programma of in een ander is, niet zo vreselijk essentieel is. Ik denk dat het wel goed is daar waar je kosten doorberekent aan de gebruiker, dat je dat in hetzelfde programma laat zien. Burgemeester Horselenberg: Ik neem deze opmerking zonder meer mee. De voorzitter: Mevrouw Senf.
2013
N8
Mevrouw Senf: Ik heb een vraag ten aanzien van de indicatoren en de outcome. Als ik de cijfers zie van de terugloop van het aantal sociale meldingen in de wijken over 2011 en 2012, dan praten we in sommige wijken over een percentage van 79. Dat komt natuurlijk ook door de ingezette veranderingen rondom de wijkposten en meldingen die er gedaan kunnen worden. Ik vraag me dan ook af of deze cijfers worden meegenomen in het beleid rondom veiligheid in de wijken, als aan de ene kant iets heel erg daalt, waarbij je met preventie bezig bent, en je aan de andere kant iets moet bestrijden. W at je aan de ene kant bezuinigt, ga je aan de andere kant misschien meer uitgeven. Is daar rekening mee gehouden? Burgemeester Horselenberg: Dat is ook altijd lastig. Neem bijvoorbeeld alleen maar Jack de Prikker, waar we natuurlijk nooit in hadden kunnen voorzien. Het overkomt ons wel. Dan wordt er inzet gevraagd, dat doen we denk ik op een zeer zorgvuldige manier en opeens maak je veel meer kosten. Je hoopt dat het niet nodig is, dus we gaan uit van het gemiddelde. W e weten dat sommige wijken meer inzet vragen. Dat is nu eenmaal zo. Dat komt ook uit de jaarlijkse enquête en de monitor tevoorschijn. Dat zal wel zo blijven. Maar juist bij die heel grote extra inzet, moet je op dat moment zeggen: we laten een aantal andere zaken liggen, we pakken dat op en onze energie gaat daar in zitten. Dat is hetzelfde als dat bij sommige steden zich een ramp of groot drama voordoet. Opeens heb je heel andere prioritering. Dan is het ons gezamenlijk probleem geworden en dat zie je dan ook bij de gemeenteraad ontstaan. Als er iets gebeurt dan is de oranje kolom juist aan zet. Daar kun je nooit in voorzien, maar dat moeten we dan wel met elkaar oplossen. De praktijk is dat het dan ook heel snel opgelost wordt. Mevrouw Senf: Als ik dan bijvoorbeeld kijk naar de daling van het aantal meldingen in de Boswijk, in de Kamp. Dat is 79%. Dat staat in de cijfers van Welzijn. Dan denk ik: dat moet inderdaad in het veiligheidsbeleid tot uiting komen, dat de politie daar veel meer actief uiteindelijk op af moet. Dan zou ik die cijfers graag meegenomen willen hebben als dat kan in dit beleid. Burgemeester Horselenberg: Die zitten in het Veiligheidsjaarplan en die komen bij de politierapportage aan de orde, ook de jaarcijfers die nu worden klaargemaakt. Ongeveer in mei gaan we dat behandelen. Wij hebben al het materiaal op tafel liggen. W at wij tussentijds doen, bijvoorbeeld als de cijfers dreigen te veranderen, neem Boswijk/Waterwijk, is extra capaciteit inzetten en dat bepalen we ook. Dan zeggen we: dat is daar hard nodig, daar gaan meer agenten naartoe om te zorgen dat de rust in de wijk terugkeert. De voorzitter: De heer Homan. De heer Homan: In het verlengde van de beantwoording krijg ik nu het idee dat Jack de Prikker of andere idioten plotseling ons als gemeente een extra bedrag kosten, terwijl ik dacht dat dat politieactiviteiten zouden zijn. Zit ik nu verkeerd? Dan het voorbeeld Kamp, daar was het een en ander aan de hand. W at wordt er dan extra ingezet en kost ons dat als gemeente geld, of is dat inzet van de politie en moet het geld van een andere plek komen? Ik ben het spoor nu een beetje bijster. Burgemeester Horselenberg: Als het openbare orde betreft, en het was ook grotendeels openbare orde, dat waren de onrustgevoelens, neem Jack de Prikker, bij de bewoners, dan vergt dat inzet van de oranje kolom. Openbare orde hoort bij de oranje kolom. Dat is des gemeentes. W aar kunt u dan aan denken? W e hebben een zitting gehad in het theater, we hebben gecommuniceerd met de buurtbewoners, we hebben brieven verspreid bij de buurtbewoners, dat soort zaken.
2013
N9
De heer Homan: Dus geen agenten, maar activiteiten daaromheen. Burgemeester Horselenberg: De taken van de gemeente. Dat ligt altijd grotendeels op communicatie. De voorzitter: Anderen over het algemene stuk? De heer Marseille: Het is me even niet duidelijk wat nu onder het algemene stuk werd verstaan. Ik had bijvoorbeeld over pagina 4 nog enkele vragen. De voorzitter: Gaat uw gang. De heer Marseille: Daar worden in de effecten een aantal percentages genoemd, waarbij enigszins een vraag naar voren komt. Percentages zeggen iets in verhouding tot andere, met name andere steden. Maar hier worden in feite twee perioden vergeleken. Ik kijk dan naar het eerste vakje: aantoonbare vermindering van criminaliteit in al zijn vormen. Dan hebben we het over een paar leeftijdsgroepen en zeggen we: als het van 5,25 naar 4,25 gaat in die paar jaar, dan vinden we dat al een aardig effect. De vraag is: om hoeveel jongeren gaat het eigenlijk. Met andere woorden, waar richt dat maatschappelijk effect zich op; gaat het dan om 10 jongeren, gaat het om 50. Kortom, zijn die percentages die met name op pagina 4 staan, en dat geldt ook voor de andere groepen, nog wat concreter aan te geven met de aantallen die daarbij horen. Burgemeester Horselenberg: Het gaat om 400 jongeren. De cijfers kunt u terugvinden in de vastgestelde kadernota Veiligheid. Dat is het vertrekpunt, dat is de beleidsnota die eraan ten grondslag ligt. Daarin hebben we de percentages opgenomen en hebben we gezegd waar we inzet willen plegen en welke leeftijdscategorie. Dan is het van 18 tot 24 jaar. Die prioriteit heeft de gemeenteraad bepaald. De heer Marseille: Op zich twijfel ik niet aan de prioriteitsstelling die daar geweest is. Het ging mij om de aantallen. U verwijst naar die andere nota waar ze dus wel in staan. Akkoord. De voorzitter: Als we de algemene vragen gesteld hebben, dan stel ik voor dat we nu doorstappen naar pagina 13, prestatieveld 4; het grootste prestatieveld. Dat kunnen we nog zoveel mogelijk in de aanwezigheid van de burgemeester bespreken. Wie heeft daarover een vraag? De heer Homan. De heer Homan: Als ik al die lege vakjes zie, denk ik: dat is mooi, maar het schenkt me helemaal geen inzicht. Ik snap wel wat daar verwoord is, maar ik zie niet wat voor kosten dat met zich meebrengt. Er staat: eigen gemeentelijk beleid. Juist daar zou er iets van activiteit kunnen worden ontplooid door van die raadsleden die dat graag doen. Dus ik zie wat, maar ik kan er niets mee. Zo zeg ik het maar plat. Burgemeester Horselenberg: Het zijn ook alleen de ambtelijke uren die worden ingezet. Daarvan hebben we al aangegeven hoe die zijn opgebouwd. Meer niet. De heer Homan: Er staat niet hoeveel ambtelijke uren. Daar zou dus op ingezoomd kunnen worden. Burgemeester Horselenberg: Nee, dat is niet de taak van de gemeenteraad. De gemeenteraad zegt: dat willen we wel, of: dat willen we niet. Hoeveel uren er ingezet moeten worden, dat is aan de ambtelijke organisatie om een product binnen die
2013
N 10
financiële kaders voor elkaar te krijgen. Deze mensen hebben we in huis en die zitten bij de afdeling Beleid en die hebben zoveel uren voor veiligheid. De heer Homan: Dan staat er dus ‘eigen gemeentelijk beleid’, maar het is het niet. We hebben er verder geen grip op. Burgemeester Horselenberg: U kunt ervoor kiezen om geen veiligheidsbeleidsplan te maken bijvoorbeeld. U kunt ervoor kiezen om de gaslekken niet op te sporen. Ik zou het afraden allemaal, maar dat kan wel natuurlijk. De voorzitter: Anderen over pagina 13? Pagina 14? De heer Marseille. De heer Marseille: Dit is nu zo’n aardig voorbeeld van hoe een gemeenschappelijke regeling (GR) voor óns werkt. Hier staat om te beginnen dat de beïnvloedbaarheid van het budget is 0 tot 20%. Ik vraag me af of dat nader toegelicht kan worden. Maar dan staat er in de tekst, en dat is wel heel aardig: de beïnvloedbaarheid van dit bedrag wordt beperkt door de overige deelnemers in de GR. Dan gaat het er eerst om: welk deel van het totale budget is beïnvloedbaar als alle deelnemers gezamenlijk besluiten om dat te gaan beïnvloeden. Vervolgens is de vraag: krijg je binnen die GR een meerderheid om dat te beïnvloeden. Dat zijn in feite twee verschillende zaken. Dus de eerste vraag is: welk deel van de kosten van de Veiligheidsregio is in wezen gebaseerd op eigen gezamenlijk beleid. Met andere woorden, is er een ondergrens waarbij we zeggen: we kunnen niet lager gaan dan zoveel, als we dat allemaal zouden willen. Dan begrijp ik dat vervolgens al die gemeenten dat samen zouden moeten willen; dat is juist het ingewikkelde in een GR. Misschien kunt u daar nog nader op ingaan. Burgemeester Horselenberg: Ik zei in het begin al: uw gemeenteraad heeft ik dacht twee of misschien al drie jaar terug besloten om 10% te bezuinigen op de WGR. Dat ging op voor de GGD en dat ging op voor de Veiligheidsregio. Die centrale opdracht hebt u meegegeven, omdat gesteld werd: hier in huis moet bezuinigd worden, dus wij vinden het heel logisch dat de volgende stap ook de W GR’s betreft. Dan wordt er gekeken binnen de WGR Veiligheidsregio: waar kun je bezuinigingen laten plaatsvinden zonder dat het veiligheidsrisico wordt aangetast. Die zijn ook gerealiseerd, het is zelfs meer dan 10% geworden. Zo kunt u de opdracht wel meegeven aan de bestuurder. Soms zullen we een ondergrens bereiken en dan is het aan het veiligheidsbestuur om die opnieuw voor te leggen aan de gemeentebesturen, om te zeggen: kijk, u kunt zeggen we gaan 30% bezuinigen maar dat betekent bijvoorbeeld dat de brandweer niet op tijd kan komen, dat we niet voldoen aan de wettelijke uitgangspunten zoals die zijn vastgelegd, het risico neemt toe voor het personeel omdat er te weinig opleidingen zijn. Dat geeft dan dat inzicht. Die 10% hebben wij zo kunnen realiseren zonder de ondergrens te bereiken. Dat is het eerste. Waar zit nu ruimte? Dat is alleen de training en opleiding die we doen in het kader van veiligheid hier in huis en als het gaat om rampenbestrijding enzovoort. Je zou kunnen zeggen: dat laten we vallen. Maar zoals ik daarnet al stelde, als we het laten vallen dan zijn we niet geschoold en als er iets gebeurt, krijgen we de Inspectie en dan krijgen we een wel heel zwartgallig rapport op ons bureau: u hebt uw mensen niet opgeleid. En we hadden nog een achterstand, dus we zijn een behoorlijke inhaaloperatie gaan verrichten om op het niveau te komen. W ant de oranje kolom in heel Flevoland bleef behoorlijk achter. Dat betekent dat nu iedereen opgeleid is en examens moet doen om te zorgen dat ze de juiste kennis in huis hebben en dat ze op de best mogelijke manier kunnen opereren, ten goede van de inwoners en van het gemeentebestuur. Het zijn allemaal maar kleine marges, dat is nu eenmaal zo. Dat
2013
N 11
kan ik niet veranderen. Dat komt doordat de wet op veiligheid zo sterk en zwaar in elkaar zit. De heer Marseille: Toch nog even. De burgemeester geeft in feite een verdediging van een aantal posten waarvan je zegt: daar zou je niet op moeten willen bezuinigen. Burgemeester Horselenberg: Het is geen verdediging. De heer Marseille: Akkoord, laat ik het zo zeggen: u geeft een aantal factoren aan waarvan je zegt: daar zou je niet op moeten bezuinigen. De kern van mijn vraag was in feite: waar zit nu onze beleidsvrijheid. Hier staat 0 tot 20%. Dan is het altijd de vraag: ben je verstandig bezig als je van die beleidsvrijheid gebruikmaakt, maar dat is in feite een andere vraag. Burgemeester Horselenberg: Dan zit het in training en opleiding en een stukje communicatie. De heer Marseille: Dan is het waarschijnlijk veel minder dan die 20 en zit het eerder in de buurt van een paar procent. Ik zie uw buurman al knikken. Burgemeester Horselenberg: De opleidingen hier in huis kosten ongeveer € 50.000 dacht ik op jaarbasis. Communicatie doen we natuurlijk uit ons communicatiebudget. Het ligt eerder lager. Misschien is het een ruime marge van 0 tot 20. Wilt u exacte percentages weten dan? De heer Marseille: Nee, dat maakt dan niet zoveel uit. U geeft nu denk ik wel aan dat het dichter bij de 0 dan bij de 20 zit. Burgemeester Horselenberg: Dat klopt. De voorzitter: Anderen over de Veiligheidsregio? Mevrouw Van der Kleij: Ik heb even een vraag. Er staat hier: ze verhuren aan de Veiligheidsregio de brandweerkazerne. W at houdt dat precies in? Dat is vraag één. Is dat voor materieel? Komt dan van buitenaf bij calamiteiten materieel? Dan vraag twee eraan verbonden. Hier staat: de gemeente kan niet eenzijdig haar bijdrage aanpassen, en als het inderdaad materieel betreft, gezien er in andere regio’s te groot materieel was ingekocht, was er een aanpassing waarvoor de kazerne verbouwd moest worden. Zou daar hier sprake van kunnen zijn? Daar is dan geen bedrag voor. Burgemeester Horselenberg: Wij hebben een uitstekende kazerne. Eén van de beste van Nederland. Daarmee mogen we ons gelukkig prijzen. Van de kazerne hebben we hier in de gemeenteraad gezegd: wij dragen de kazerne niet over aan de Veiligheidsregio. Die huren ze dus. Dat hebben we heel bewust gedaan. Er ligt veel grond omheen, het is veel waard. W e zagen in de vergelijking met andere gemeenten dat we de beste kazerne hadden, het beste materieel ook overigens, en we dachten: we gaan niet alles weggeven. Dat is zo’n beetje ons uitgangspunt daarachter. De voorzitter: Niemand meer over de Veiligheidsregio? Dan de brandweerkazerne, die hebben we en passant meegenomen. Dan gaan we naar pagina 15. Iemand daarover een vraag? Zo niet, dan gaan we naar pagina 16. De heer Schoone. De heer Schoone: Bij de derde kolom vraag ik me af: stevig inzetten, en dan €25.000.
2013
N 12
Burgemeester Horselenberg: Toch doen we dat wel. Met stevig inzetten bedoelen we dat we meer zaken aanmelden bij het Riec. W e hebben er nu dacht ik drie lopen heel bewust om eens even heel grondig te laten uitzoeken of de vermoedens die er zijn ook kloppen, en als het klopt dat we kunnen doorpakken. In het verleden deden we het bij de Bibob, dat was een lichtere toets. Het Riec is een samenwerking tussen belastingdienst en politie. Daar komen alle lijntjes bij elkaar. Tot op heden heeft het goede resultaten dat we zo’n diepgaand onderzoek hebben neergelegd en daarop ook de vervolgstappen kunnen zetten door bijvoorbeeld een vergunning af te nemen of via de Belastingdienst iemand op te rollen. Maar dat hangt van de situatie af. Dat bedoelen wij met stevig inzetten. En het bedrag is voldoende. De heer Schoone: Is het niet juist hier mogelijk om baten te laten opbrengen? De voorzitter: W aar zijn de baten, burgemeester? Burgemeester Horselenberg: Bij de Belastingdienst. Ik wil ze wel innen. Het is wel aantrekkelijk maar dat mag niet, dan krijg ik de minister van Financiën op mijn nek. Die baten zitten meestal bij de Belastingdienst. De voorzitter: Anderen nog vergeten vragen over beleidsveld 4? De heer Marseille. De heer Marseille: Over pagina 16 nog. Bij juridisch advies staat, en dat verbaast me een beetje, dat hieronder ook begrepen is elke schade beneden de € 2.500 die wordt toegekend. Je zou heel ondeugend kunnen stellen dat dit hier onder juridisch advies wordt gerangschikt, omdat bij elke schade die betaald moet worden en niet vergoed is het zou kunnen zijn dat je zegt: het juridisch advies was niet goed. Dat zal waarschijnlijk niet de bedoeling zijn. Ik denk dat het belangrijk is om echt uit elkaar te houden juridische adviezen en kosten omdat je wordt veroordeeld tot het geven van een schadevergoeding. Dat heeft naar mijn gevoel niets met elkaar te maken en is een heel andere categorie. Ik zou bijna zeggen: die is beïnvloedbaar. Burgemeester Horselenberg: Ik weet hier geen antwoord op. Daar ben ik heel eerlijk in. Ik kijk even naar Dimitri. Misschien kun jij dat toelichten? De heer Dimitri Steert: Dat antwoord moet ik ook schuldig blijven. W e moeten er misschien even op terugkomen wat het antwoord precies is. Burgemeester Horselenberg: Laten we afspreken dat we het uitzoeken en rapporteren. Ik denk dat het in de hoek van de IBS-en zit, waar we een risico kunnen lopen. Dat is een vermoeden, dat weet ik niet zeker. W e zoeken het uit. U krijgt het van ons. De voorzitter: Dan sluiten we 4 af. 5, pagina 16. Wie heeft daarover iets te vragen? Dan hebben we programmadeel prestatieveld 5 gehad. Nu gaan we naar 1, pagina 7. Mevrouw Bergman. Mevrouw Bergman: Ik had een vraag. Er wordt genoemd: binnen de groep exgedetineerden is met voorrang aandacht voor. Ik vroeg me af hoe die aandacht er dan precies uitziet. De heer Broekhuizen: De nazorg voor ex-gedetineerden wordt uitgevoerd door de GGD. Die doen daarvan de coördinatie en de aansturing. Binnen de GGD wordt samen met de partners gekeken wat de prioritering is voor wie bij prioriteiten in aanmerking komt voor die nazorg. Overigens moet ik erbij zeggen, dat het altijd zo is dat deze nazorg om te beginnen op vrijwillige basis is. Niet helemaal vrijwillig, want er
2013
N 13
wordt heus wel drang en dwang uitgeoefend. De vaststelling van wie er echt in aanmerking komt, gebeurt dus in goed overleg tussen de partners die daarbij betrokken zijn. W e hebben uit beleidsmatige optiek ervoor gekozen om deze vijf in principe voorrang te geven, omdat daar sprake is van de meest heftige problematiek qua inhoud, maar ook qua leeftijd als het gaat om de 18- tot 24-jarigen. Er zit een prioriteit bij de jongere groep. De voorzitter: Anderen nog over de ex-gedetineerden? Mevrouw Sparreboom. Mevrouw Sparreboom: Even over de tekst die naast de kolom staat: wettelijke taak gebaseerd op de W et maatschappelijke ondersteuning. Ik ben even benieuwd. Komt die wettelijke taak voort uit de W mo en onder welk prestatieveld valt dat dan? De heer Broekhuizen: Het prestatieveld weet ik niet uit mijn hoofd, maar het is een wettelijke verplichting vanuit de Wmo, waarbij de gemeenten de taak hebben om die nazorg te regelen. Dat is zo de opdracht vanuit de Wmo. Volgens mij is het prestatieveld 6. De voorzitter: De heer Marseille. De heer Marseille: Een vraag over het algemeen toezicht. Ook op dat punt mis ik weer de opbrengsten bij dit programma, omdat het natuurlijk veel beter is om dat meteen met elkaar in verband te brengen. De verdere vragen: om hoeveel toezichthouders gaat het hier. En ik meende dat de burgemeester daarnet al de opmerking maakte dat we vorig jaar bij de begrotingsbehandeling dacht ik de afspraak hebben gemaakt dat er eerst met de raad overleg is over de prioriteitsstelling. Zeker als het gaat om de handhaving van de APV, want de APV is een regeling waarbij we vaak hebben gezegd: we proberen daarmee vooral uitwassen te voorkomen. Het opeens breed handhaven van de APV kan wel leiden tot uitwassen op zich. Burgemeester Horselenberg: Dat laatste klopt. Ik zei het net al, de prioritering dient nog voorgelegd te worden aan het college en aan de raad op welk gebied we gaan handhaven. Als het gaat om Perspectief denk ik dat het helder is, want de raad is voldoende op de hoogte van de overdracht die gaat plaatsvinden. Op hoeveel dit gebaseerd is van vorig jaar, dan kijk ik even naar de heer Broekhuizen, die weet dat exact. De heer Broekhuizen: Het budget dat Perspectief krijgt voor de uitvoering van deze taak zit al jarenlang op ongeveer € 3 ton. Het is nu € 260.000. Daarvoor heeft Perspectief op fulltimebasis vijf BOA’s aan het werk die toezicht daadwerkelijk uitvoeren. Daarnaast heeft Perspectief ongeveer vijftien mensen die in opleiding zijn voor BOA, die ook meedoen met de activiteiten, dus ook uitvoerend bezig zijn. De BOA’s zelf, dat zal duidelijk zijn, hebben bevoegdheden om bijvoorbeeld bekeuringen uit te schrijven. Dus we krijgen voor een klein bedrag ongeveer twintig mensen die daadwerkelijk op straat zijn om toezicht uit te voeren. De heer Marseille: Uit dit programma had ik begrepen dat dit helemaal losstond van het verhaal van de parkeerexploitatie. Uit de opmerking van de burgemeester begrijp ik dat er wel degelijk een verband is daarmee. Zie ik het nu verkeerd? De heer Broekhuizen: Perspectief is natuurlijk één organisatie die ook de parkeerexploitatie uitvoert, maar er is, en dat is hier gebeurd, toch een splitsing gemaakt tussen het onderdeel van de kosten dat de parkeerexploitatie en parkeertoezicht met zich meebrengt en de kosten die verband houden met algemeen
2013
N 14
toezicht. Dit is de resultante als het gaat om het budget als het gaat om algemene toezichtstaken. Zo is dat uit elkaar gehaald. De heer Marseille: Dan is het ook heel relevant om te zien wat de baten zijn die dat oplevert, omdat dit iets is wat helemaal losstaat van de parkeerexploitatie. Een stuk algemeen toezicht en daar staan, laten we het populair zeggen, bonnen tegenover die uitgeschreven worden en die als het goed is die kosten voor een flink deel betalen. Burgemeester Horselenberg: Met de bestuurlijke boete gaan we dit jaar werken. Daar hebben we een bedrag voor geraamd, zoals u weet. Ik ben wel benieuwd of we dat gaan halen. Dat is dan ook weer gerelateerd aan de prioritering die u als raad zelf geeft. De heer Marseille: Dat klopt, alleen het bedrag dat hier staat, ik heb eerlijk gezegd niet gekeken, maar ik meende dat we daar € 1 ton aan toegevoegd hebben vorig jaar. Daar was dus in feite al ongeveer € 160.000. Nu praat ik even uit het hoofd over wat er is toegevoegd. Anders vergeet u deze opmerking even en kom ik daar nog een keer op terug. Burgemeester Horselenberg: Laten we het zo inzichtelijk gaan maken, dat we even helder de BOA’s beschrijven en de taken erbij en de opleiding tot BOA’s en wat dan de opbrengst is van die bestuurlijke boetes. Dat is namelijk één pakket in feite. Zullen we dat zo veranderen? Dan maken we het inzichtelijk. De voorzitter: De heer Bussink. De heer Bussink: Bij veilige woonomgeving staat dat de teams van Welzijn hierbij een belangrijke rol spelen. Betekent dit: we willen eens inzichtelijk hebben welke inzet dat vertegenwoordigt, of middelen, dus terug moeten naar de begroting van Welzijn, wat daar de afspraken zijn om daaruit te filteren wat in feite de financiële bijdrage of input van Welzijn op dit vlak is? De heer Broekhuizen: Dat is zo. De kosten die de coördinatie van de wijkteams met zich meebrengt, staan in de begroting van Welzijn. Het gaat in principe om vier fte’s die daaraan gelinkt zijn. Alleen, de kosten vind je inderdaad terug in een ander programma en niet in programma 5. Mevrouw Bergman: Ik had in dezen nog een vraag over iets heel simpels als burenruzies. Ik kan me herinneren dat we daar ooit iets voor hadden met mediation, maar ik heb dat nergens meer terug kunnen vinden. Dat vraagt natuurlijk ook regelmatig inzet van politie en andere. Ik was even benieuwd waar ik dat moet zoeken. Burgemeester Horselenberg: Dat hebben wij niet meer als taak. Niet in dit programma. W e hebben wel een taak en de politie heeft ook een taak, maar niet in budgettaire zin dat het hierin is opgenomen. Mevrouw Van W ageningen: Ik had nog even een vraag over de ondersteuning van ex-gedetineerden. W at is het verschil tussen wat de GGD doet en wat het IDO doet? Ligt dat in elkaars verlengde of zijn dat heel verschillende aanpakken? Er is budgettair nogal een verschil. De heer Broekhuizen: Gelukkig niet dubbel, maar volstrekt in elkaars verlengde. De GGD is belast met de algehele coördinatie, dus op de nazorg op alle leefgebieden die
2013
N 15
door de reguliere organisaties geboden wordt. Wat IDO doet, is aanvullend als het gaat om problematiek die ex-gedetineerden vaak hebben als het gaat om schulden en de noodzakelijke schuldsanering. Er is voor gekozen om IDO daarvoor in te schakelen, omdat zij daarbij met vrijwilligers werken. Daaraan gekoppeld is inmiddels, dat staat hier nog niet zo duidelijk in, dat IDO zich niet beperkt tot taken van schuldsanering maar meer een buddyproject heeft, dus een stukje algehele dagelijkse, als het nodig is, begeleiding van ex-gedetineerden, waar professionele organisaties niet aan toekomen. Mevrouw Van W ageningen: Gaat het dan om dezelfde personen die voor een deel bij de GGD ondersteuning krijgen en voor een deel bij het IDO? Moet ik het zo zien? De heer Broekhuizen: Ja. De GGD heeft geen hulpverlenende taak, alleen een coördinerende taak, maar er is als het hierom gaat een duidelijke samenwerking, en dat is ook nodig, tussen de GGD en het IDO. Als de GGD constateert: bij deze meneer of mevrouw is schuldproblematiek aan de orde, dan wordt het IDO ingeschakeld. Mevrouw Van der Kleij: Ik hoor in het antwoord buddy factor. Ik hoor niet echt strakke lijnen. Dus in de uitvoering is er nogal een diaspora aan hulp. Is het dan niet goedkoper om gelijk een veiligheidshuis op te zetten? Ik denk dat daar alles integraal aanwezig is en dan krijg je ook niet dat ex-gedetineerden in een wijk weer voor andere overlast gaan zorgen. Burgemeester Horselenberg: W e hebben in Flevoland een Veiligheidshuis, in Almere, en daar sluiten we ons bij aan. Dan gaat het erom dat er goed wordt afgestemd over cliënten die daar binnenkomen. Dat is iets anders dan de taak die IDO doet in de begeleiding, opvang, huisvesting, bezoeken bij de mensen thuis en dat soort dingen. Dat stukje begeleiding hebben ze absoluut nodig. Daarom is het zo fantastisch dat vanuit zowel de politie als het IDO deze inzet getoond wordt, zodat de mensen niet meteen weer op het slechte pad terechtkomen. Mevrouw Van der Kleij: Dat snap ik, maar ik heb het meer over de integrale aanpak, dat je een goed overzicht blijft houden. Burgemeester Horselenberg: Dat is er inderdaad. De heer Soomers: Mag ik ook een opmerking naar aanleiding van maken, want ik heb geen vraag. De voorzitter: Voor deze keer, omdat u geen vraag hebt. Gaat uw gang. De heer Soomers: Het gaat erom hoe we met dit soort zaken moeten omgaan. W at we al de hele avond horen, en dat is geen verwijt maar een constatering, is dat we weten hoeveel geld we uitgeven, ook weten wat het doel is, maar niet weten wat het resultaat is. Niet in bate maar ook niet in effect. Het verhaal van de BOA’s was daar een goed voorbeeld van. Er lopen twintig mensen door de stad, maar of het iets uitmaakt dat ze rondlopen of niet, dat weten we niet. Ik kan me vanuit preventie vaak heel veel positiefs erbij voorstellen, maar we moeten ook verantwoording afleggen over het geld dat we uitgeven. Daar zullen we als raad wel, als we straks de takendiscussie gaan voeren, een oplossing voor moeten vinden. W e zitten met name in dit program met een groot aantal uitgaven in preventiesfeer, in algemene doelensfeer, die moeilijk meetbaar zijn, maar toch zullen we er een oordeel over moeten hebben en daar worstel ik een beetje mee.
2013
N 16
Burgemeester Horselenberg: Die vindt u ook niet hierin terug. Die vindt u wel in de kaders die gesteld zijn en de prestatie-inspanning die wij leveren. Daarover wordt elk jaar gerapporteerd wat het resultaat is van die inspanning. Daar wordt wel over gerapporteerd, anders weten we natuurlijk helemaal niet hoe we dat geld inzetten en wat we ervoor terugkrijgen. Dat zou een slechte zaak zijn. Maar dat vindt u in dat onderdeel terug. Misschien moeten we dat nog een keer bij elkaar leggen als de jaarcijfers er liggen. Dat is misschien ook wel interessant. Die komen in het voorjaar. Eens kijken of we dat nog meer kunnen linken. De heer Soomers: Ja; dank u wel. De heer Schoone: Ik kom nog even terug op de ex-gedetineerden. Is het mogelijk om dat inzichtelijk te maken door te zeggen: er zijn er veertig uitgekomen het afgelopen jaar, of de afgelopen twee, drie of vier jaar, en daar is dit het resultaat van: deze is weer binnen een maand terug door alle ellende waarin we niet geïnvesteerd hebben, of: deze blijft vrolijk in de maatschappij en daar hebben we iets aan. Daar moeten volgens mij getallen van zijn. Burgemeester Horselenberg: Die hebben we, die zitten in hetzelfde jaarplan en in onze beleidskaders. W e weten ook bijvoorbeeld hoeveel er al misgaat op heel jonge leeftijd en waarom we de prioritering hebben neergelegd bij 18 en 24. ‘W ij’ is dan hier met elkaar. Dat is heel inzichtelijk. Ik wacht alleen nog op de cijfers van de politie, dat is natuurlijk de grootste voedingsbron in dit geheel, maar die komen eraan. De voorzitter: Dan gaan we naar pagina 8. Mevrouw Van der Kleij. Mevrouw Van der Kleij: Een vraag. De eenmalige bijdrage van € 30.000 wordt vergoed door het ministerie van Veiligheid en Jusittie. Eenmalig, dus wat gebeurt er daarna? W ie betaalt dan? Burgemeester Horselenberg: W e zijn een proeftuin voor Roma’s. Binnenkort komt minister Opstelten hier naartoe. Dan wordt het rapport overhandigd aan de minister en dan gaan ze bepalen of er nog extra geld gaat komen, dus dat moeten we afwachten. Die bijeenkomst vindt plaats in Lelystad. Mevrouw Bergman: Ik stel de vraag maar even hier. W e waren ook Marokkanengemeente tot vorig jaar. Als ik het me goed herinner, zit daar ook een deel veiligheid bij in, maar dat vind ik nu nergens meer terug. Ik wil even vragen hoe ik dat in het licht van dit programma moet zien. Burgemeester Horselenberg: Het Marokkanen- en Antilianenbudget bestaat niet meer. Dat is afgeschaft, dus zit het in het totaal van de politiecijfers. Mevrouw Bergman: Dit programma is vorig jaar opgesteld. Toen waren we dat nog wel. Toch staat dit hier niet in. Dan snap ik wel dat het voor de toekomst niet meer zo is, maar toch heb ik het gevoel dat dit programma een beetje tussen wal en schip raakt als het gaat over de Marokkanen en de Antilianen. Burgemeester Horselenberg: Er is ook geen programma meer voor Marokkanen, omdat het rijksbudget was en de ministers hebben besloten beide budgetten, Antilianen en Marokkanen, te stoppen. Dus is er geen apart programma meer. We hebben daar ook geen geld apart voor vrijgemaakt. Dat programma is weg. De gezinscoaches draaiden in die Marokkaanse gezinnen enzovoort en dat wordt allemaal stopgezet.
2013
N 17
Mevrouw Van der Kleij: Ik schijn me toch iets te herinneren dat er voor Marokkaanse jongeren een opvangproject was vorig jaar dat met veiligheid te maken had. Burgemeester Horselenberg: W e hebben een nieuw kabinet gekregen en dat heeft besloten dat deze budgetten niet meer beschikbaar komen. Dan houdt het hier ook op. W e hebben ook altijd met elkaar gesteld, dat we geen extra gemeentelijk geld daarin zullen steken en dat het geld dat van het Rijk afkomstig was een incidenteel karakter had. Dat betekent dat het project op die onderdelen niet meer plaatsvindt. De heer Van Veluwen: Ik kom nu gelijk dat we in 2012 nog wel Nederlands-Marokkaanse jongeren. ik heb niet begrepen dat het kabinet
een beetje in verwarring. Beide dames hebben degelijk een incidenteel budget hadden voor Dus in die zin waren er wel degelijk middelen en die middelen stopgezet heeft.
Burgemeester Horselenberg: Ik wil best de resultaten over 2012 hierin laten opnemen, maar dan is het wel eindig. Dat kunnen we hierin best verwoorden, De voorzitter: Dan gaan we naar pagina 9. Iemand daar een vraag over? Niemand. Dan gaan we naar pagina 10. Iemand een vraag over pagina 10, terugdringen geweld en huisuitzettingen? Mevrouw Bergman. Mevrouw Bergman: Ik heb hier een vraag die over de toekomst gaat. Is het zo dat het Steunpunt huiselijk geweld wordt samengevoegd met het Meldpunt kindermishandeling? Verder vroeg ik me af hoe het zit in de relatie met Jeugdzorg en de overgang van deze taken naar de gemeente. De heer Broekhuizen: Die samenvoeging gaat gebeuren. Hoe straks vanaf 2015 deze taken worden georganiseerd in het kader van de jeugdzorg in totaliteit, daar is nog geen duidelijkheid over, maar daar wordt natuurlijk aan gewerkt. W e kunnen daar nog niets over zeggen, hoe dat eruit gaat zien. Bovendien is huiselijk geweld niet een probleem dat zich beperkt tot de leeftijd dat jeugdzorg aan de orde is, het geldt voor alle leeftijdscategorieën. Mevrouw Bergman: Hier gaat het wat mij betreft ook om de integrale aanpak voor gezinnen waarin dat wel zo is. Daarvoor geldt natuurlijk straks net zo hard dat we wel zouden willen gaan voor één aanpak en één plan binnen één gezin. De heer Broekhuizen: Ik denk dat dat in het kader van jeugdzorg zo georganiseerd zou kunnen worden, dat je je gaat richten op het x-aantal gezinnen met veel problemen, onder andere met huiselijk geweld. Dan praat je over echt de gezinsbenadering. De voorzitter: Anderen over terugdringen geweld of huisuitzettingen? Niemand. Dan gaan we naar pagina 11, antidiscriminatiebureau en dierenopvang. De heer Marseille. De heer Marseille: Het gaat over een tamelijk principieel iets. Bij de bijdrage Antidiscriminatiebureau Flevoland staat dat er € 28.000 binnen dat programma wordt uitgegeven. Verder geen discussie over. Maar dan staat er bij: en anderzijds door de gemeente bepaalde subsidie van € 28.000 voor uitvoerende taken. Tenzij ik het nu helemaal verkeerd lees, maar ik lees het zo, dat er naast de € 28.000 die in dit programma staat, ook € 28.000 subsidie wordt verstrekt die kennelijk op een heel andere manier op een andere plaats wordt verantwoord. Dan is de vraag: waar wordt die dan verantwoord. Is het niet heel vreemd dat je iets wat in een bepaald programma hoort en waar bepaalde kosten bij horen, gaat aanvullen met een
2013
N 18
subsidie die je niet binnen dat programma zichtbaar maakt maar kennelijk op een andere plek verantwoordt als subsidie aan een willekeurige instelling? Verder ben ik uiteraard nieuwsgierig naar wat de aanvullende taken zijn waaraan dan die € 28.000 subsidie wordt verstrekt. Mijn vraag heeft dus deels een inhoudelijk maar ook deels een zeer principieel karakter. De heer Broekhuizen: Uw constatering van twee maal € 28.000 is juist. De € 28.000 die in het programma Veiligheid staat heeft te maken met de wettelijke verplichting om een antidiscriminatievoorziening in stand te houden. Dat is een Flevolandse organisatie en de bijdrage van de gemeente Lelystad is € 28.000. Daarnaast, en dat wordt verantwoord via het integratiebudget, is er een budget van ook € 28.000 voor uitvoerende activiteiten hier in Lelystad op dit terrein. Ik weet niet uit mijn hoofd wat voor activiteitenprogramma daarbij hoort, maar daarover kunnen we uiteraard informatie geven. De heer Marseille: Het antwoord is mij wel duidelijk, maar het bevredigt me zeker niet. Dit is principieel gezien heel vreemd, dat je van een bepaalde post die in je programma zit - u zei net: het is een wettelijke taak, maar we hebben het hier in feite over allemaal wettelijke taken en bij een aantal waar we een bedrag bij doen vanuit eigen gemeentelijk beleid staat ook: dat is deels beïnvloedbaar - via een soort ubocht op een andere plek zegt: daaraan gaan we nog een bedrag beschikbaar stellen. Ik vind dat begrotingstechnisch heel merkwaardig. De voorzitter: De burgemeester zegt dat het klopt. De heer Marseille: Dan zijn we het eens. De heer Caniels: Mag ik ook nog een vraag stellen over die twee keer € 28.000? Die andere € 28.000 die in een ander programma staat, is dus wel voor honderd procent beïnvloedbaar? Dus in theorie, om aan de wettelijke verplichting te kunnen voldoen, zouden wij kunnen volstaan, ik zeg het even enigszins gekscherend, met het in stand houden van het bureau waartegen we dan zeggen: zoeken jullie het fijn even uit. Dat zou een conclusie kunnen zijn. Dat is niet mijn conclusie overigens, voor alle duidelijkheid. De heer Broekhuizen: Dat is correct. De heer Baaten: Subsidies hebben de aandacht de laatste tijd. De vraag is dan ook: is de beïnvloedbaarheid inderdaad nul als het gaat om die subsidie, of is dat honderd procent? De voorzitter: Honderd procent, is het antwoord. De heer Baaten: Dus er komt een correctie op deze beïnvloedbaarheid. Burgemeester Horselenberg: Toevallig zijn het dezelfde bedragen. Dat maakt het verwarrend. De eerste € 28.000 is een wettelijke taak. Dat doen we dan richting bureau. De andere € 28.000 is gemeentelijk geld dat vrij besteedbaar is. Dat betekent dat de prioritering binnen de gemeenteraad ligt. De voorzitter: Kunnen wij naar pagina 12? Iemand daarover vragen? Mevrouw Van der Kleij. Mevrouw Van der Kleij: Er staat: naast het gewone toezicht frequenter contact. Contact is altijd leuk, maar er zijn natuurlijk ook schietincidenten geweest en closure
2013
N 19
van een uitgaansgelegenheid. W at gebeurt er nog meer? Ik heb in de krant gelezen over camera’s die je van een afstand kunt bedienen. Dat is een goede maatregel. Wat voor andere inzet is er om het Stadshart wat veiliger te maken? Burgemeester Horselenberg: W e hebben verschillende overlegsituaties. W e hebben met Horeca Nederland en de plaatselijke horecaondernemers een bestuurlijk overleg twee keer per jaar. Daarnaast is er één keer per twee maanden een ambtelijk overleg. W e hebben horecapolitie, zodat de horecaondernemers rechtstreeks de politie kunnen bellen bij incidenten. Dat is ook handig. Dat gebeurt met zogenaamde horecanummers. En met de ondernemers en de winkeliers hebben we één keer in de zoveel tijd een bijeenkomst, waar we zaken met elkaar bespreken en kijken of we van elkaar kunnen leren en of er nog aandachtsgebieden zijn blijven liggen. Mevrouw Bergman: Ik heb over deze bladzijde twee vragen. De eerste gaat over de onderzoeken die worden gedaan voor de coffeeshop. Ik zie dat niet echt in een budget teruggenoemd. Mijn tweede vraag gaat over de aanpak bedrijventerreinen. Daar is mij niet helemaal duidelijk wat de aandacht behelst en hoe de herprioritering van werkzaamheden gaat plaatsvinden. W at gaan we dan niet meer doen? Burgemeester Horselenberg: W at betreft het coffeeshopbeleid zijn we een pilot voor het ministerie, omdat wij geen coffeeshop hadden en er niet zoveel gemeenten meer waren die geen coffeeshop hadden. Toen we er één gingen openen, zeiden ze: nu kunnen we goed meten wat de effecten zijn. Die onderzoeken zijn bijna afgerond. Dat wordt gefinancierd door het ministerie. Er zijn geen kosten voor ons, uitgezonderd ambtelijke inzet voor het lezen van het rapport en of het klopt. Als het gaat om initiatief van ondernemersverenigingen, dan hebben we het over het veilig maken van de bedrijventerreinen. Dat gaat niet altijd even makkelijk. We hebben nu één bedrijventerrein dat in het cameratoezicht staat, maar eigenlijk willen we er meer. Dat betekent dat op dit moment nog veel inzet wordt gepleegd door de politie en door Fair, want dan moeten ze uitrukken. Als je cameratoezicht hebt en het wordt afgelezen in de meldkamer in Zwolle, dan kun je heel direct inzet plegen en dat voorkomt een hoop narigheid. W e merken dat als de investering in het bedrijventerrein plaatsvindt, de inzet van politie en andere gaat afnemen, omdat je gerichter ter plekke kunt gaan. Mevrouw Bergman: Met alle respect, dat beantwoordt nog niet helemaal mijn vraag. Hier staat genoemd: er is geen capaciteitsinzet voor geraamd; voor de inzet van de benodigde capaciteit zal zo nodig herprioritering van werkzaamheden moeten plaatsvinden. Als de politie minder werk heeft, dan merken wij daar niets van maar we moeten wel het cameratoezicht betalen? Ik begrijp dat niet helemaal goed. Burgemeester Horselenberg: Verleden keer hebben wij heel veel inzet gepleegd om te zorgen dat er één bedrijventerrein in de camera’s kwam te staan. Dat heeft hier mega-uren gekost. Dat was een Europese subsidie die we via de provincie ontvingen. Het eerste bedrijventerrein mislukte, het tweede was wel geslaagd. We hebben nu gezegd: wij gaan die capaciteit niet meer plegen. Dus als we dat al willen, dan zouden er inderdaad uren gefinancierd moeten worden. Dat doen wij dus niet meer. Het is een taak van de ondernemers zelf. Het is een financiering van de ondernemers zelf. Vandaar dat er staat dat wij geen capaciteitsinzet meer geraamd hebben. Ik wil dat zelf ook niet meer. Ik vind het onverantwoordelijk in tijden van bezuinigingen om zoveel uren voor een bedrijventerrein vrij te maken als we nog andere grote vraagstukken in onze gemeente hebben. Dat leest u hier. Het is inderdaad wel erg tussen de zinnen doorlezen. Misschien moeten we dat even iets duidelijker formuleren, zodat het wat helderder is. Maar daar gaat het om. Er komen
2013
N 20
geen extra uren. Of de raad moet vinden dat er extra uren dienen te komen. Dan is het een raadsbesluit. Het zal niet vanuit het college gebeuren. Mevrouw Bergman: Begrijp ik dan goed dat het hier gaat over een stuk tekst dat eigenlijk uit deze lijst weg kan? Burgemeester Horselenberg: Nee, want het geeft u het inzicht daarin. Ik zou het niet weglaten. Misschien moeten we het iets verduidelijken. De heer Slum p: Ik wou het nog even hebben over de pilot met de coffeeshop. Er staat dat er dit kwartaal een eindrapport gereed komt. Gaat dat naar het ministerie of krijgen wij dat in april ook in de raad te behandelen? Burgemeester Horselenberg: Dat wordt elke keer aangeboden aan de raad. We hebben hierover intensief contact met uw fractievoorzitter mevrouw Van Wageningen, die in eerste instantie had aangedrongen op dit onderzoek. Toen deed ze dit aanbod, dus konden we het mooi bij elkaar brengen. W e bespreken dat ook nog afzonderlijk met mevrouw Van Wageningen, omdat zij geïnteresseerd is in dit onderwerp. Daarna wordt het ter kennisname aan de raad aangeboden. De heer Slum p: Die interesse is fractiebreed. Burgemeester Horselenberg: Sommige hebben een streepje voor. De heer Van der Herberg: Raadsbreed denk ik dat er interesse is. De voorzitter: Het komt naar de raad. Akkoord. Dan is prestatieveld 3, jeugd en veiligheid, nog even op een andere manier aan de orde dan via de heer Schoone die naar de investeringen vroeg. Iemand nog over burger en veiligheid? Geen vragen? Dan kunnen we nog even snel naar de bijlagen als dat nog aanleiding geeft tot toelichtende vragen. Bijlage 1, overzicht maatschappelijke partners. Geen opmerkingen/vragen. Bijlage 2, onderverdeling interne formatie per afdeling. Bijlage 3. Niemand. Dan dank ik u voor uw aandacht, betrokkenheid en deze aangename vergadering.