y Raad van Lelystad
2010
N 599
NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op dinsdag 14 december 2010 te 21.30 uur in het Provinciehuis van de provincie Flevoland te Lelystad. Aanwezig zijn:
mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d’Arnaud-Appelo (PvdA), de heren P.L.WJ. Baaten (InwonersPartij) en J. van de Beek (PvdA), mevrouw D.B.J. Bergman (D66), de heren F. van den Brink (InwonersPartij), R.T. Brouwer (Trots), D.W. Bussink (CDA), L.J.J. Caniels (CDA), M. El Mhassani (PvdA), S.G.J. van Erk (VVD), H.W. Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD), E. van der Herberg (PvdA) en E. Hers (VVD), mevrouw J.J.P. van der Hoek-Dubois (Bindend Lokaal), de heren C.J.J. Homan (Bindend Lokaal) en J.L. Jonker (VVD), mevrouw E.C. van der Kleij (PvdA), de heer H.P.M. van der Kolk (GroenLinks), mevrouw L.A. Kreuger-Sietses (GroenLinks), mevrouw F. Linde (SP), de heer E.H.G. Marseille (VVD), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA) de heer W.L.G. Raijmakers (Trots), mevrouw AF.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), de heren J. Schoone (Bindend Lokaal) en P.A. Schot (D66), mevrouw K. Senf (InwonersPartij), de heer H.P. Soomers (PvdA), mevrouw J.W. Sparreboom-van der Spoel (VVD), de heren C. van Veluwen (Christenunie) en B.E. Visscher (InwonersPartij) en mevrouw E. van Wageningen (Christenunie), leden van de raad; alsmede mevrouw M. Jacobs-Haagen en de heren J.A. Fackeldey, W. de Jager, W. Jansen, en R. Luchtenveld, wethouders; en de heren D.G.C. van der Spek, gemeentesecretaris, en J. Woltjer, griffier.
Afwezig zijn:
de heren J.M. van den Heuvel (SP) en A. Kok (Christenunie), leden van de raad.
2010
Agenda 1 Opening 2 Mondelinge vragen 3 Vaststelling agenda 4 Notulen raadsvergaderingen 2 en 9 november 2010 5 Ingekomen stukken 6 Mededelingen 7 Vaststelling A-stukken 7g Voorstel inzake doorschuifbudgetten 2010 naar 2011 8 Voorstel inzake rapport evaluatie Rekenkamer 2006-2009 9 Voorstel inzake rapport doorwerking rapporten Rekenkamer Lelystad 10 Behandeling moties vreemd aan de orde van de dag
1.
N 600
N 600 N 600 N 605 N 605 N 605 N 606 N 607 N 608 N 610 N 610 N 611
Opening De voorzitter: Dames en heren. Ik open de raadsvergadering. Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Van den Heuvel. De heer Kok is in Afrika en hij is opa geworden van een mooie kleinzoon.
2.
Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen (art. 37 RvO) De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. We hebben de volgende mondelinge vraag. Tijdens de beeldvormende sessie van 7 december over de concessie openbaar vervoer is namens het college gesteld, dat het college heeft besloten om zelfstandig een aanbesteding toe doen voor het stadsvervoer in Lelystad; dus los van Flevoland en Overijssel. Vervolgens is gesteld dat ter voorkoming van strijd met de Europese regels het bestek significant zal moeten worden aangepast en dat het college daartoe bevoegd is. Dat heb ik op me laten inwerken. Als ik het goed begrijp, dan zou het betekenen dat de raad aan de voorkant van het nieuwe aanbestedingsproces geen invloed meer zou kunnen uitoefenen, niet kan nagaan wat die significante wijzigingen concreet inhouden en in hoeverre dan nog recht wordt gedaan aan het eerder vastgestelde programma van eisen, respectievelijk de kaders. Wij vinden dat geen juiste gang van zaken en verzoeken het college de raad toe te zeggen dat de raad hierover schriftelijk wordt geïnformeerd alvorens het bestek wordt aanbesteed. Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. U geeft precies weer wat de portefeuillehouder namens het college heeft gezegd in die sessie. U zegt dat u aan de voorkant niet meer betrokken zou worden. Dat is niet helemaal het geval. U hebt immers als raad de kaders laten vastleggen in de Kadernota openbaar vervoer. Op basis van die kaders heeft het college het bestek geproduceerd. U wordt inderdaad op een ordentelijke wijze geïnformeerd, voordat het nieuwe bestek straks wordt aanbesteed.
Mevrouw d’Arnaud: Mevrouw de voorzitter. Vorige week was ik in de Hanzeborg, mooi nieuw gebouw, waar de presentatie was van de werkgroepen van de GOL (Gehandicaptenoverleg Lelystad). Tijdens die bijeenkomst had ik een ‘oeps’-moment. Daar werd geconstateerd dat er geen invalidenparkeerplaatsen waren bij de Hanzeborg. Nu zijn de eerste twee speerpunten van Agenda 22: toegankelijkheid en bewustwording. Ik vraag mij af hoe dat met elkaar matcht, of hoe het komt dat het niet met elkaar matcht.
2010
N 601
Wethouder Jansen: Dat matcht niet, daar hebt u gelijk in. Ik zal dit namens het college ter harte nemen en kijken hoe we zo snel mogelijk daaraan invulling en uitvoering kunnen geven.
De heer Brouwer: Mevrouw de voorzitter. Een tweetal weken geleden heeft het college aangegeven dat er nieuws zou komen met betrekking tot de Jongerenraad. Ik heb dat tot op heden niet gezien. Ik ben inmiddels wel heel erg benieuwd naar de visie van het college. Wethouder Jacobs: Mevrouw de voorzitter. Het zou bij de mededelingen naar voren komen, maar bij dezen trekken we het even naar voren. Het volgende wil het college u mededelen, want er zijn meerdere vragen gesteld door meerdere fracties. Het college heeft besloten de Jongerenraad de ruimte te bieden om voorlopig door te gaan. De stichting dient zich te conformeren aan de regels van de Algemene Subsidieverordening, waaronder het tijdig indienen van subsidieaanvragen en financiële en inhoudelijke verantwoording. De heer Brouwer: Weet de stichting dat ook? Hebben ze de kans om dat allemaal goed te doen nu, of gaan we risico’s lopen? De voorzitter: U mag een vraag stellen, maar daarna niet nog een vraag. Dat is het Reglement van Orde zoals we dat hebben afgesproken. De heer Brouwer: Dus als ik een antwoord krijg waar ik weinig mee kan, dan is de kans voorbij en moet ik een week wachten. De voorzitter: Dat is inderdaad een gegeven. De heer Marseille: Bij interruptie. Is het Reglement van Orde aanwezig? Ik meen 99% zeker te weten dat in het nieuwe Reglement van Orde zelfs tot onze verbazing is opgenomen dat er discussie mogelijk is. De voorzitter: Dan ga ik weer helemaal terug naar de heer Caniels, want hij had eveneens nog iets in tweede termijn willen zeggen. Het wordt even opgezocht. In die tijd ga ik door.
Mevrouw Bergman: Mevrouw de voorzitter. Ik heb een tweetal vragen over een tweetal persberichten. De eerste gaat over het persbericht van De Waag. Mij hebben signalen bereikt dat omwonenden en omliggende bedrijven niet zijn geïnformeerd over de nieuwe plannen die in dat persbericht zijn genoemd. Ik wilde vragen hoe omwonenden en omliggende bedrijven daarover zijn geïnformeerd. De tweede vraag gaat over de stopzetting van Vestein. Daarover hebben we een persbericht gekregen afgelopen vrijdag. Dinsdag spraken wij nog over de grondexploitatie. We hebben helemaal geen signaal gekregen dat Centrada ging stoppen of dat de gemeente én Centrada gaan stoppen. Hoe is dat proces over die stopzetting gegaan en hoe gaat het verder in relatie tot de meerjarennota die voor het Grondbedrijf moet worden vastgesteld? Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Er is geen sprake van een nieuw plan voor De Waag. Het persbericht dat is uitgegeven, zegt dat we over het huidige plan tegen Redema zeggen: daar zijn jullie al lang mee bezig, maar we geven nu niet langer dan een jaar de kans om het af te ronden; als dat niet lukt, dan zullen we echt andere plannen moeten maken. Op 15 november is er een bijeenkomst geweest met
2010
N 602
alle bedrijven, Redema en de gemeente. Daarin is al gemeld dat men de termijnen niet zou gaan halen. Daarop heeft de gemeente aangegeven dat ze zich zou beraden in gesprek met Redema over een maximale verlenging. Overigens hebben we tegelijkertijd als voorwaarde daarvoor geformuleerd, en dat was mede de aanleiding voor deze bijeenkomst, dat Redema dan wel tijdelijke maatregelen moet treffen gedurende het komende jaar aan het onderhoud, om de leefbaarheid te bevorderen, om te zorgen dat het er netjes uitziet. Men was uiteraard teleurgesteld maar het was juist wat we gedaan hebben door te zeggen: we gaan niet weer schuiven; maximaal een jaar. Er is dus geen sprake van een nieuw plan, het gaat om hetzelfde plan. Ten aanzien van Vestein. Er is geen relatie tot de grondexploitatie in de zin dat we daar we een extra groot risico lopen. De reden dat Centrada besloten heeft het project te stoppen is dat zij zeggen: als we het project gaan ontwikkelen dan vraagt de gemeente een bepaalde grondprijs, dan moeten wij ook een bepaalde mix van koop- en huurwoningen realiseren en dat gaat ons niet lukken. De gemeente zei: juist om geen risico te lopen in de grondexploitatie kunnen we die niet zomaar enorm verlagen. U hebt als het goed is daarvan een brief ontvangen - ik weet niet zeker of hij al verstuurd is, maar die is in ieder geval vanmorgen door het college vastgesteld waarin nog nader op dat proces wordt ingegaan. Toen Centrada ons dat meegedeeld had, is vrijwel onmiddellijk daarna het persbericht verschenen en hebben wij uw raad per brief geïnformeerd. We zullen binnen de kaders die in het Meerjaren Woningbouwprogramma staan op zoek gaan naar een alternatieve invulling in overleg met de omwonenden, met de klankbordgroep en met Centrada, die daarvoor nieuwe voorstellen zal doen.
De voorzitter: Dank u wel. We hebben het even nagetrokken. Er mag een kort debat plaatsvinden, staat er in het artikel. En de voorzitter gaat bepalen wat kort is. Ik ga terug naar de heer Brouwer. De heer Brouwer: Het is kort en simpel. Is de stichting op tijd met de subsidieaanvraag. Met andere woorden, kunnen we verwachten dat er in 2011 een Jongerenraad is, of wordt dat moeilijk? Wethouder Jacobs: De stichting kent de subsidievoorwaarden zoals in de Algemene Subsidieverordening is beschreven en weet wanneer ze wat moet indienen. De heer Brouwer: Heeft het college er kennis van of het gaat lukken of niet? Dus is er een Jongerenraad in 2011 of niet? Wethouder Jacobs: Daar gaan wij niet over, want het is een autonome stichting, die handelt conform de subsidievoorwaarden waar zij voor werken. Daar gaat het college dus niet over. De heer Brouwer: Stel nu dat die stichting de subsidieaanvraag nog zou moeten indienen, zijn ze dan op tijd of niet? Wethouder Jacobs: Dan verwijs ik naar de subsidievoorwaarden. Daar staat precies in wat ze moeten doen. Wij trekken nergens een stekker uit. Dus als het bestuur van de Jongerenraad handelt conform zij zelf hebben ondertekend met het vormen van de stichting en het accepteren van de subsidievoorwaarden, heeft het gewoon zijn voortgang. De heer Brouwer: U kunt mij niet helpen met mijn vraag, begrijp ik. U praat er een beetje omheen.
2010
N 603
Wethouder Jacobs: Ik praat er niet omheen. Wat nu bij het college bekend is, is dat we een Jongerenraad hebben. Meer kan ik u daarover niet geven, want ik zit niet in het stichtingsbestuur als lid van het college van B&W. De heer Soomers: Bij interruptie. Ik vind het jammer dat het college hier een procedureel en niet een echt antwoord geeft. Wethouder Jacobs: We hebben een Jongerenraad en die kan gewoon doorgaan. Maar de Jongerenraad is binnen de subsidievoorwaarden verplichtingen aangegaan over wat zij doen en de financiële afrekening over 2010. Die hebben wij nog niet, want het jaar is rog niet voorbij. Zij moeten handelen conform hetgeen ze zelf hebben besloten, dat is het enige meetpunt voor het college. Op dit moment hebben we gewoon een Jongerenraad. De heer Brouwer: Dan is het mij nu helder. Dank u wel. Wethouder Jacobs: Dan heb ik het niet in de eerste termijn zo gezegd, maar dit was wel de bedoeling. De voorzitter: Het is nu helder, dank u wel. Mijnheer Caniels, ik kom naar u terug, want ik wilde nog reageren voor een tweede keer maar ik schoof door naar mevrouw d’Arnaud. Gaat uw gang. De heer Caniels: Ik had alleen willen zeggen dat ik blij was met de toezegging die namens het college is gedaan.
De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Ik was blij twee weken geleden met een toezegging van het college waar het gaat om het onderhoud in Hanzepark. Die blijdschap is wat minder geworden. We hebben nog geen schriftelijk stuk gekregen van het collegelid dat zo vurig betoogde dat te zullen sturen; de heer Jansen. Wethouder Jansen: Ik kan u vertellen dat de opdracht wel is uitgezet en dat mij ook is toegezegd, en u zegt het zelf ook, het is nog maar twee weken geleden, dat er een bewonerssessie georganiseerd zal worden. Nu moet u mij niet vragen welke datum dat precies is; of het nog deze week moet komen of dat het al geweest is. Daarvan zou ik u een verslag toezenden. Dat is mijn toezegging namens het college aan u geweest. De heer Homan: Mijn verwachtingen waren anders. Er zou een planning gestuurd worden, althans een aantal activiteiten die zouden worden ondernomen. Dat is toch iets anders dan: we wachten tot de bewonersavond. Ik hoop dat duidelijk is dat hier aan deze kant van de zaal verwacht wordt, dat er op een stuk papier netjes wordt aangegeven wanneer de verwachting kan worden ingelost. Ik denk dat het nu duidelijk is. Wethouder Jansen: U bent inderdaad duidelijk. Ik hoop dat ik namens het college ook duidelijk mag zijn. Ik weet dat die toezegging gedaan is en die gaat u ook ontvangen, maar houdt u het college nu niet aan het onmogelijke, dat gisteren al het gevraagde van vandaag aan u toegezonden gaat worden. De heer Homan: Middenin uw antwoord was u correct. U hebt iets beloofd en wij wachten keurig tot wij dat krijgen. Dank u.
2010
N 604
De heer Schoone: Mevrouw de voorzitter. Wij hebben een verzoek aan u om een extra gemeenteraadsvergadering uit te schrijven. Ik wil het verzoek even voorlezen. "Geachte voorzitter van de gemeenteraad van Lelystad, Hierbij verzoeken de ondergetekenden u zo spoedig mogelijk (bij voorkeur in de eerste week van januari) een extra gemeenteraadsvergadering uit te schrijven. Het onderwerp dat wij aan de orde willen stellen is: De grote grazers en de beschutting die een gedeelte van de Hollandse Hout deze dieren in dit winterse jaargetijde kan bieden. Argumentatie: Het ICMO-2 rapport is duidelijk: de bedreigde dieren (grote grazers) hebben beschutting nodig. Deze kan geboden worden door openstelling van een gedeelte van de Hollandse Hout.” (Dit verzoek is gedaan door de fracties van Bindend Lokaal, D66, SP en Trots) De voorzitter: Dank u wel. Officieel neem ik dat in behandeling. Ik ga even kijken of een extra vergadering in de eerste week van januari gehouden kan worden. Dat zal niet op dinsdag kunnen, want dan hebben we de Nieuwjaarsreceptie. Of we moeten een raadsvergadering houden tijdens de Nieuwjaarsreceptie. Ik weet niet of dat het publiek aanspreekt. Het is aan de voorzitter om dat uit te schrijven. U hoort van ons. De heer Marseille: Een punt van orde ten aanzien van de behandeling. U bent uiteraard bevoegd om te reageren, maar misschien goed om een aantal dingen mee te geven. We praten over een recesperiode waarbij veel leden vaak van te voren bepalen wanneer zij hun vakantie opnemen om te zorgen dat zij geen of zo weinig mogelijk gemeentelijke bijeenkomsten missen. De vraag die bij ons leeft is: is nu deze zaak zo vreselijk belangrijk om al in de eerste week van januari te behandelen? Kan dat niet, zoals gepland, in de vergadering van 11 januari worden behandeld? De voorzitter: Ten eerste, het laatste is niet zo gepland. Ten tweede geef ik het woord aan de heer Schoone. De heer Schoone: We kijken naar de tijd en de winter die voortschrijdt. Dan hebben we toch het verzoek om deze vergadering uit te schrijven. De heer Baaten: De InwonersPartij vindt de eerste week van januari een zeer ongeschikte week, gelet op onder andere hetgeen door de VVD is aangegeven, de afspraken die we hier in dit huis hebben. Daarnaast is het zo dat wij de tweede week als reguliere week zien, of de weken daarna. Het kan niet zo zijn dat wij in de eerste week van januari een extra raadsvergadering krijgen, in feite opgezadeld worden met problemen van een organisatie die jaren niets heeft gedaan en dan mogen wij in de eerste week van januari met een extra vergadering hierover gaan praten. Dat gaat ons te ver. De heer Bussink: Wij vinden 11 januari vroeg genoeg. De voorzitter: Daarover kunt u discussiëren, maar er is een verzoek aan de voorzitter. De Gemeentewet geeft duidelijk aan hoe het zit. Er wordt mij een verzoek gedaan om het in de eerste week van januari bij voorkeur te organiseren. Dan moet ik in mijn afweging redenen kunnen bedenken waarom dat geweigerd wordt. Wat niet meespeelt is dat wij een reces hebben. Ik neem het mee, ik kijk even praktisch en houd overleg, want als er geen quorum is, dan heeft het ook geen zin om dat met elkaar te bespreken. Hierbij rond ik het af.
2010
3.
N 605
Vaststelling agenda
De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. De PvdA wil graag namens een aantal partijen een motie vreemd aan de orde van de dag inbrengen, betreffende de aanbestedingsprocedure openbaar vervoer. De voorzitter: Dank u wel. Daar maak ik agendapunt 10 van. Mevrouw Van Rijnsoever: Mevrouw de voorzitter. De InwonersPartij wil eveneens graag een motie vreemd aan de orde van de dag indienen. Deze gaat over het dierenwelzijn. De voorzitter: Dan wordt deze eveneens aan de agenda toegevoegd.
Met inachtneming van bovengenoemde wijzigingen wordt de agenda vastgesteld.
4.
Notulen van de raadsvergaderingen van 2 en 9 november 2010 De notulen van de op 2 en 9 november 2010 raadsvergaderingen worden conform ontwerp vastgesteld.
5.
gehouden
openbare
Ingekomen stukken (stuk nr. A10-03440) -1
Mevrouw Bergman: Mevrouw de voorzitter. Ik heb een vraag over stuk nr. B1008055, Voortgangsrapportage actualiseren hoofdstuk 5 Structuurplan Lelystad 2015. Wij hebben als D66 het college al eerder bevraagd op dit onderwerp. De brief die we nu hebben gekregen stelt niet zo veel anders dan de brief die we 12 augustus hebben gekregen. We blijven de vraag houden die we hadden. In uw brief spreekt het college over twee stappen: het actualiseren van de structuurvisie op basis van door de raad genomen wijzigingsbesluiten, die u dan benoemd als endogeen, en de maatschappelijke actualiteiten, de exogene factoren. Het is juist het tweede deel waarover we nog nadere vragen hebben. Over welke maatschappelijke ontwikkelingen gaat het, welke invloed hebben ze op het uitwerken van de structuurvisie in deze vorm en wie maakt dan de keuze of we dat wel of niet bij de herziening van hoofdstuk 5 betrekken, daar het nu slechts gaat om een herijking in het kader van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening. Wethouder Luchtenveld: Mevrouw de voorzitter. Het gaat niet over het slechts aanpassen aan de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro). De reden van de nieuwe Wro was dat het niet bindend is als we geen hoofdstuk 5 hebben. Waar het hier om gaat is het actualiseren van door de raad vastgestelde wijzigingen in beleid op feitelijke omstandigheden die anders zijn geworden. Die worden vermeld. Het gaat dus niet om het formuleren van nieuw beleid. Dat hebben we eerder besproken in de opzet zoals we die destijds hebben aangeboden. Vraag 2, hoe gaat de wethouder de raad zijn kaderstellende rol goed laten vervullen. Door de uitvoeringsparagraaf aan de raad aan te bieden en met de raad te bespreken. Ook dat hebben wij eerder toegezegd, dat we dat zouden doen. U krijgt dus een voorstel, ik dacht zelfs dat we gezegd hebben ernaar te streven dat in januari te doen, waarbij de raad kan controleren of binnen de door de raad vastgestelde kaders van het structuurplan destijds is gehandeld.
2010
N 606
Vraag 3, wordt de raad een lijst met maatschappelijke ontwikkelingen expliciet voorgelegd en wordt de raad in de gelegenheid gesteld mede te bepalen hoe de ontwikkelingen vertaald worden naar de kaders hoofdstuk 5. Het antwoord op die vraag is: nee, het betreft slechts de beschrijving van de feitelijke situatie. Het beleidsplan wordt niet veranderd. Het komt aan de orde bij de volgende herziening van het structuurplan, dus niet bij deze actualisering; het is geen herziening maar een actualisering van de uitvoeringsparagraaf. Vraag 4, wat is de besluitvormingsprocedure waaraan de wethouder denkt, hoe krijgt de raad een rol daarin. De uitvoeringsparagraaf wordt aan de raad aangeboden. Jaarlijks zal aan de raad verslag over de uitvoering worden gedaan en daarmee kan de raad zijn kaderstellende rol controleren. Vraag 5, wordt in het structuurplan een uitgebreid participatieproces met burgers en betrokken middenveld gevoerd, hoe gaat deze herziening er recht aan doen, hoe worden zij bij deze herziening betrokken. Daarop luidt het antwoord: het betreft hier niet het opstellen of de herziening van het structuurplan. De uitvoeringsparagraaf is een sturingsinstrument voor de raad om te kunnen beoordelen of de uitvoering conform de door de raad vastgestelde kaders plaatsvindt. Bij de herziening van het gehele structuurplan worden uiteraard alle relevante partijen opnieuw betrokken. Het gaat hier dus niet om een herziening maar om een uitvoeringsparagraaf. Dat is wezenlijk iets anders. Nogmaals, het stuk komt naar alle waarschijnlijkheid in januari, misschien begin februari, dan praten we erover en kunnen we verder bespreken hoe we daarmee omgaan. Voor kennisgeving aangenomen. -2 Voor kennisgeving aangenomen.
6.
Mededelingen Wethouder De Jager: Mevrouw de voorzitter. Namens het college wil ik graag een mededeling doen omtrent de ontwikkeling van het product Inkomensdeel WWB. Nu zeg ik graag een mededeling doen, ik moet eigenlijk zeggen: het lijkt me goed om een mededeling te doen, want liever had ik de mededeling niet gedaan. Het college verwacht op dit specifieke product een negatief resultaat van € 1 miljoen. Dat is geen prettige mededeling. Deze € 1 miljoen is ook nog in een bepaalde context te plaatsen, want bij de halfjaarrapportage hebben wij u al meegedeeld dat we een negatief resultaat verwachtten. Toen zaten we echter nog op een positief verwacht resultaat van € 1,7 miljoen. Dit maakt dus een verschil van € 2,7 miljoen. Wij zullen daarvan bij het rekeningresultaat mededeling doen en in de aanloop naar de voorjaarsnota, de kadernota, zorgen dat we aangeven hoe wij denken dit bedrag te dekken. Misschien ten slotte nog goed om de € 2,7 miljoen te duiden. Daar waar wij het eerste deel van het jaar vooral te maken hadden met een toename van het aantal uitkeringen, valt dat het tweede deel van het jaar relatief mee. Dat betekent nog € 2 ton extra. Maar door een lagere rijksbijdrage vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kost ons dat € 2,5 miljoen. Dat is de feitelijke stand van zaken op dit moment. Voor kennisgeving aangenomen.
2010
7.
N 607
Vaststelling A-stukken a.
Voorstel inzake ruilovereenkomst met Staatsbosbeheer (stuk nr. B10-07329) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten.
b.
Voorstel inzake wijkbus Lelystad-Noord (stuk nr. B10-07318) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten.
c.
Voorstel tot vaststellen herziene hoofdplanstructuur (stuk nr. B10-05171)
grondexploitatie
Warande
2010
De heer Schot: Een stemverklaring bij de punten c en d. De stukken en de antwoorden van de wethouder, de vragen van de VVD, wijzen in de richting van een mogelijke inperking van de bouw Warande 1ste deelgebied, nummer 10 05171 tot en met fase 1. De hoofdplanstructuur is echter verderstrekkend. Het verderstrekkende karakter van de hoofdplanstructuur in samenhang met fase 1 en de nog te ontvangen bouwmonitor voor de gehele stad zijn nog niet integraal afgewogen. Dat vinden wij een groot risico en daarom stemt de fractie van D66 tegen de genoemde besluiten. De heer Marseille: Ook wij willen een stemverklaring afleggen ten aanzien van c en d. Bij de BOB-sessie hebben wij onze zorg uitgesproken over de ontwikkelingen. De positieve gedachtewisseling met het college geeft ons de overtuiging dat die zorg door het college wordt gedeeld en dat ook het college zoekt naar adequate oplossingen. Op basis daarvan zullen wij voor deze voorstellen stemmen. Met de aantekening dat de fractie van D66 geacht wordt tegen het voorstel te hebben gestemd, wordt het voorstel aangenomen.
d. Voorstel tot vaststellen herziene grondexploitatie Warande 2010 1ste deelgebied (stuk nr. B10-04923) Met de aantekening dat de fractie van D66 geacht wordt tegen het voorstel te hebben gestemd, wordt het voorstel aangenomen.
e.
Voorstel inzake budgetneutrale wijzigingen 2010 (stuk nr. B10-08577) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten.
f.
Voorstel tot vaststelling van verschillende tarievenregeling 2011 (stuk nr. B10-06949)
belastingverordeningen
en
Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten.
2010
N 608
B-stukken: 7g.
Voorstel inzake doorschuifbudgetten 2010 naar 2011 (stuk nr. B10-08651) Mevrouw Sparreboom: Mevrouw de voorzitter. Er is tijdens de voorliggende oordeelsvormende bijeenkomst heel uitvoerig over de doorschuifbudgetten gesproken. Doorschuifbudgetten zijn regelmatig aanleiding tot discussie; helemaal zonder gaat niet. We gaan ervan uit dat er heel kritisch gekeken is en slechts de onvermijdbare doorschuifbudgetten op de voorliggende lijst voorkomen. Het college heeft aangegeven dat er een zorgvuldige toetsing heeft plaatsgevonden en daar gaan we in dit geval dan ook mee akkoord. Echter, de huidige methodiek heeft het gevaar in zich dat er geen sprake is van een consistente handelwijze. We dienen daarom een motie in om daarmee in de nabije toekomst, en dan spreken we al over 2011, transparanter en consistenter om te gaan. Motie "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 14 december 2010 Overwegende dat: 1. aan de raad jaarlijks onder de titel doorschuifbudgetten een voorstel wordt voorgelegd, dat beoogt niet in het kalenderjaar bestede middelen budgettair door te schuiven naar zonodig het eerst het volgende jaar; 2. omdat deze middelen wel als lasten van het lopende jaar worden beschouwd, geven deze doorschuifbudgetten een vertekend beeld van de werkelijke lasten in het kalenderjaar; 3. deze methodiek hindert de raad bij het beoordelen van de jaarrekening om de geleverde prestaties ten opzichte van de begroting te beoordelen; 4. voor het maken van een juiste afweging welke posten wel en welke niet in de begroting kunnen worden opgenomen, is het gewenst dat de raad een zo getrouw mogelijk beeld krijgt van de jaarlijkse ontvangsten en uitgaven; 5. afhankelijk van de aard van de uitgaven en de wijze van dekking van die uitgaven erkent de raad de wenselijkheid posten welke voor afzonderlijke projecten bestemd zijn, over meerdere jaren te begroten en te verantwoorden. Van oordeel dat: de huidige methodiek van doorschuifbudgetten het gevaar in zich heeft dat geen sprake is van een consistente handelwijze. Het budgetrecht van de raad vereist dat de raad zo volledig mogelijk in staat is de geleverde prestaties ten opzichte van de begroting te beoordelen. Draagt het college op: in overleg met de commissie van de rekening in het kader van het voorbereiden van een nieuwe financiële verordening te komen tot een regeling die het hanteren van doorschuifbudgetten op transparante en consistente wijze mogelijk maakt. Ernaar te streven dat de hiervoor bedoelde regels reeds in het kalenderjaar 2011 kunnen worden toegepast. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fractie van de VVD) De voorzitter: De motie maakt onderdeel uit van de beraadslagingen en mag verspreid worden. De heer Bussink: Mevrouw de voorzitter. De toelichting in dit voorstel kinkt heel plausibel, maar onze fractie moet wel constateren dat er een stijgende lijn in zit. In 2007 € 8 ton, in 2008 € 4,2 miljoen, in 2009 bijna € 11 miljoen en nu in 2010 ruim € 11 miljoen. De basisvraag die dan opkomt is: krijgt men het werk niet af of plant men
2010
N 609
verkeerd? De doorschuifbudgetten in 2010 bedragen dus ongeveer € 11 miljoen, oftewel 3,5% van de begroting. Dat is een constatering die we vorig jaar ook al hebben gedaan. Betekent dit niet dat het weer leidt tot vertragingen in dezelfde categorie en dat je het merkt in 2012? Als raad willen we, zoals de motie van de VVD ook aangeeft, meer grip hebben op dit hele gebeuren en het niet als hamerstuk afhandelen. Wij zien de motie van de VVD als een stap in de goede richting. Wat ons betreft valt te overwegen of je niet een limiet moet afspreken als het gaat om doorschuifbudgetten, opdat we niet volgend jaar weer geconfronteerd worden met een bedrag van € 10 of € 11 miljoen. De heer Van der Kolk: Mevrouw de voorzitter. Even een opmerking onzerzijds. Gezien de opmerking van de wethouder in de vorige sessie, vinden wij het voldoende beantwoord en zullen wij de motie van de VVD niet steunen. Wethouder Luchtenveld: Mevrouw de voorzitter. We hebben in de A-sessie al aangegeven hoe wij als college ermee zijn omgegaan. We hebben het ook als college niet als hamerslag laten passeren, mede in het licht van de financiële situatie waarover u zojuist nog een mededeling hebt gekregen. Wij denken inderdaad dat het goed is om kritisch te kijken en met name te toetsen op de criteria zoals we die in het raadsvoorstel hebben geschreven: is het echt een activiteit die doorgezet wordt in het komende jaar in de afronding, of is het inderdaad zo dat het meerjarig een overschrijding is en het alsmaar doorschuiven van budgetten. We kijken kritisch aan de hand van de criteria wat er moet gebeuren. Daar zijn nog wel slagen in te maken. Dat hebben wij erkend en ook gezegd in de vorige sessie. Bijvoorbeeld als we het hebben over hoe wordt omgegaan met meerjarige projecten, dan is het nu gebruikelijk om in het eerste jaar het hele bedrag te ramen en datgene wat er beschikbaar is voor de komende jaren door te schuiven via de doorschuifbudgetten. Dat geeft niet het beste beeld. Je kunt het beter over de jaarschijven verdelen. Dan moet je misschien nog wel wat verschuiven, maar in ieder geval veel minder. Dat is één opmerking. De tweede is proberen de planning zo goed mogelijk in te schatten, maar er kunnen altijd externe factoren zijn, en soms ook interne factoren, waardoor toch iets niet overeenkomstig de soms wat optimistische raming kan worden weggezet als middelen. Dat betekent dat je toch een afweging moet maken: neem je het mee of ga je daar anders mee om. Daar willen we verbeterslagen in maken. We hebben nu al een poging gedaan om er niet een automatisme van te maken, ook gelet op de hoogte van sommige bedragen. Daarover hebben we zojuist een uitvoerige discussie gehad, die zal ik niet herhalen per punt. Als het signaal van de motie is: kijk er nog eens kritisch naar, dan zijn we daartoe graag bereid. "In overleg” zie ik staan in de motie. Ik denk dat dat zou kunnen met de commissie van de rekening, zodat we kijken hoe we dat precies vormgeven. Als de suggestie is: ga uit van een plafond, dan lijkt me dat lastig, omdat het ook gerelateerd is aan de totaal beschikbaar gestelde middelen. Stel dat we op een gegeven moment aan een bepaalde activiteit extra willen uitgeven, misschien wel vanwege crisismaatregelen extra maatregelen willen geven of meer subsidie ontvangen, dan is het cofinanciering en dan zouden we onszelf wel eens in de weg kunnen zitten met in de verordening vastgelegde budgetten en plafonds. Ik denk dat we daar voorzichtig naar moeten kijken. Met de portee: kijk uit dat het niet elk jaar als een soort automatisme, als heel makkelijk wordt ervaren, om allerlei gelden maar te stapelen, zijn we het wel eens. Maar een vastgelegd plafond, daar voel ik in eerste instantie niet direct voor omdat je dan jezelf heel erg in de weg kunt zitten. Uiteindelijk is het altijd de raad die moet beslissen over de budgetten, dus dat kunt u zelf ook in gedachten houden bij de beoordeling. Om het op te schrijven: wat moet je dan doen om weer geld te kunnen doorschuiven, de verordening wijzigen of iets dergelijks, dat lijkt me erg omslachtig. Maar ook dat kunnen we ten finale beslissen als er een
2010
N 610
voorstel ligt op basis van datgene wat de motie vraagt: kijk er nog eens naar en probeer tot nadere afspraken in het kader van de planning & controlcyclus te komen. Waar ik wel voor wil waken is dat we er niet een minibegrotingsbehandeling van gaan maken, een derde moment kort na de begrotingsbehandeling, om nog een keer over doorschuifbudgetten te gaan spreken met weer een reeks van moties en amendementen. Dat zou ook niet moeten, denk ik, in de hele voorbereiding. Daar is de tijd ook vaak te krap voor. Dus we moeten iets vinden om wel een toets te doen maar snel en efficiënt aan de hand van duidelijke criteria. In tweede termijn De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. In de A-sessie was het college aan het woord op de wijze zoals de heer Luchtenveld dat zojuist ook deed: op een plausibele verklaring konden we rekenen en die gaf hij. Ik kan me voorstellen dat wij, Bindend Lokaal, geen behoefte hebben aan deze motie. De voorzitter: Dank u wel. Ik breng eerst het voorstel in stemming en daarna de motie. Unaniem wordt conform het voorstel van het college besloten. De heer Van de Beek: Mag ik een stemverklaring afleggen? Afgelopen jaren hebben we vaak discussie gehad rondom de doorschuifbudgetten. Een van de achterliggende redenen is voor mij dat er geen duidelijke afspraak bestaat tussen raad en college over hoe hiermee om te gaan. Ik denk dat de fractie van de PvdA denkt, dat de motie zoals deze door de VVD is ingediend een goede start is om het met elkaar vast te leggen. Dat zal alleen maar de behandeling vlotter en beter doen verlopen en discussies in de toekomst verminderen. Wij zullen de motie ondersteunen. De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, ChristenUnie, CDA, D66, SP en Trots stemmen voor de motie. De fracties van Bindend Lokaal en GroenLinks stemmen tegen de motie. Met 28 stemmen voor en 5 stemmen tegen wordt de motie aangenomen.
8.
Voorstel inzake rapport evaluatie Rekenkamer 2006-2009 (stuk nr. A10-03420) De voorzitter: De reden dat deze stukken op de B-agenda staan, is omdat rapporten van de rekenkamer door de agendacommissie in een automatisme op de B-agenda worden gezet. Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van de voorzitter van de raad besloten.
9.
Voorstel inzake rapport doorwerking rapporten Rekenkamer Lelystad (stuk nr. A1003419) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van de voorzitter van de raad besloten.
2010
10.
N 611
Behandeling moties vreemd aan de orde van de dag "Motie van de fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij, Bindend Lokaal, Christenunie, CDA, D66, GroenLinks, SP en Trots inzake aanbesteding openbaar stadsvervoer.” "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 14 december 2010 Overwegende dat: - in de afgebroken aanbesteding voor de Lelystadse openbaar vervoer concessie de biedingen het beschikbare budget ver overschreden; - het college inmiddels voornemens is de Lelystadse concessie in een nieuwe aanbesteding niet meer met die van de provincies Overijssel en Flevoland te combineren; - in het geval de aanbesteding een tweede maal zou mislukken, de huidige concessiehouder moet worden gevraagd om de huidige concessie (nogmaals) te verlengen, tegen onbekende doch denkelijk hoge kosten; - een langere concessieduur in de regel tot een gunstiger aanbestedingsresultaat leidt; - de raad op dit moment geen enkel inzicht heeft in de kosten van specifieke onderdelen van het Programma van Eisen (PvE); - er juridische risico’s kleven aan het meteen na gunning (via minderwerk) versoberen van de concessie. Van mening dat: - verlenging van de huidige concessie na 3 september 2011 ongewenst is; - het onverstandig is om tot een definitieve versobering van het PvE te besluiten zolang nog geen inzicht bestaat in de specifieke kosten van de verschillende eisen en wensen; - zodra die specifieke kosten wel bekend zijn, door de gemeenteraad alsnog een onbelemmerde afweging moet kunnen worden gemaakt tussen wensen en financiële consequenties. Draagt het college op om: - de nieuwe aanbesteding te doen voor een concessieperiode van 10 jaar in plaats van 8 jaar; - bij de nieuwe aanbesteding uit te gaan van een (voorlopig) sterk versoberd PvE; - daartoe de volgende punten uit het oorspronkelijke PvE optioneel te maken, waarbij in de gunningscriteria een betere prestatie (conform oorspronkelijk PvE) positief wordt gewaardeerd: a. vertragingen t.o.v. dienstregeling beboeten vanaf 5 minuten (was 3 minuten); b. in reguliere bussen minimaal 16 zitplaatsen (was 20), overigens wel met behoud van eis minimaal 30 plaatsen totaal; c. beperkingen in lengte en gewicht van busmaterieel alleen toepassen op lijnen die echt door de wijken rijden; d. busmaterieel mag niet ouder zijn dan 10 jaar (was 8 jaar); e. emissie-eisen beperken tot wettelijk voorgeschreven norm (was Euro-5 en voor nieuw materieel nog strenger); f. busmaterieel heeft minimaal lage vloer tussen in- en uitstapdeur (was volledig lage vloer); g. vervoersmaatschappij krijgt volledige vrijheid in aanbieden eigen vervoersbewijzen, zolang de door de gemeente voorgeschreven vervoersbewijzen óók maar beschikbaar blijven; h. buurtbusmaterieel mag worden gebruikt tot een leeftijd van 10 jaar of 500.000 km (was 6 jaar); i. ondersteuning van buurtbussen volledig te laten vervallen; - Daarnaast het oorspronkelijke PvE op de volgende punten te versoberen, zodanig dat de gemeenteraad, na gunning, via het afnemen van opties tegen een alsdan
2010
N 612
bekende meerprijs, per punt de gelegenheid heeft om de versobering ongedaan te maken: j. busmaterieel hoeft niet in huisstijl te worden uitgevoerd (maar wel een nette uniforme uitstraling); k. voor actuele dynamische reisinformatie hoeven geen (mobiele) websites en sms- en e-maildiensten te worden aangeboden; l. klantenservice bereikbaar van 09.00-18.00 uur (was 08.00-20.00 uur); m. wijkbus Lelystad Noord te laten vervallen; n. gratis openbaar vervoer voor 65+ te laten vervallen; o. voor sterk stedelijke gebieden de rijdfrequentie tijdens de spits terug te brengen naar 3x of 2x per uur, onder uitdrukkelijke randvoorwaarde dat het reguliere reizigersaanbod wel adequaat verwerkt kan worden; p. voor sterk stedelijke gebieden de rijdfrequentie op zaterdag terug te brengen naar 3x of 2x per uur, onder uitdrukkelijke randvoorwaarde dat het reguliere reizigersaanbod adequaat verwerkt kan worden; q. voor lijnen waar in de avonduren het verwachte reizigersaanbod zeer beperkt is, de frequentie in die avonduren terug te brengen tot 1x per uur en/of te gaan rijden met buurtbusmaterieel; r. voor lijnen waar op zondag het verwachte reizigersaanbod zeer beperkt is, de frequentie terug te brengen tot 1x per uur en/of te gaan rijden met buurtbusmaterieel; s. lijn F2 naar Enkhuizen en Stedebroec te laten vervallen (indien mogelijk i.c. regionale afspraken); t. lijn H naar Oostervaart te laten vervallen (indien mogelijk i.c. regionale afspraken)1; u. de nite service te laten vervallen; - via de gunningscriteria van de aanbesteding te bevorderen dat niet alleen voor het versoberde basispakket, maar ook voor de verschillende ontsoberingsopties een scherpe (meer)prijs wordt geoffreerd; - direct na gunning de gemeenteraad te informeren over resterend budget en beprijzing van de ontsoberingsopties. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door alle fracties in de gemeenteraad) 1. Merk op dat lijn E2 naar bedrijvenpark Jol/Galjoen en lijn G naar Flevopoort in het oorspronkelijke PvE al als optioneel waren opgenomen en hier dus niet opnieuw genoemd worden. De heer Van der Herberg: Mevrouw de voorzitter. Voordat ik deze motie officieel indien, hecht ik eraan om alle partijen in deze gemeenteraad te danken voor het constructief overleg de afgelopen week. Ik wil ook een groot compliment geven aan de ambtelijke organisatie voor het snelle en deskundige advies dat we hebben mogen ontvangen. Vorige week is deze raad door het college geïnformeerd over het vervolg van de aanbesteding van het openbaar vervoer. Een nieuwe aanbesteding zonder de provincies Flevoland en Overijssel. Naast de kleinere schaal van de aanbesteding lijkt er niet veel veranderd en het oorspronkelijke eisenpakket blijft overeind. Het is onze mening dat Lelystad zich geen tweede mislukte aanbesteding kan veroorloven, want dan moeten we noodgedwongen de huidige concessie verlengen en krijgen we kosten en implicaties die we op dit moment niet kunnen overzien, maar die waarschijnlijk fors zullen zijn. Dat zal ongetwijfeld consequenties hebben voor de dienstverlening. En is het wel realistisch om te verwachten dat wij in een nieuwe aanbesteding zoveel goedkoper gaan uitkomen met hetzelfde pakket van eisen? Gaat het door de kleinere schaalgrootte ineens allemaal veel goedkoper worden? Het
2010
N 613
zou naïef zijn om dat te denken en ik ken ook niemand die dat denkt. Het zou ook kortzichtig zijn om daar zomaar van uit te gaan. De gemeenteraad heeft de afgelopen jaren veel wensen ingediend voor het openbaar vervoer; te veel waarschijnlijk. De sleutel tot het succes van de nieuwe aanbesteding ligt dan ook bij de gemeenteraad. Ik kan heel simpel zeggen: er moet geld bij. Of: er moeten wensen af. Daar zal het zeer waarschijnlijk op uitkomen. Die keus kan de gemeenteraad echter op dit moment niet maken. Enerzijds omdat op dit moment het lange termijn financieel beeld niet heel helder is, maar vooral omdat we geen idee hebben welke wensen er duur zijn en welke wensen er goedkoop zijn. Daar hebben we op dit moment geen inzicht in. Wij dienen een motie in om die aspecten helder te krijgen. Het doet mij genoegen om dat namens alle fracties in deze gemeenteraad te mogen doen. De kern van de motie is: vraag in de aanbesteding een aparte prijsopgaaf voor de verschillende onderdelen en zodanig, dat de kans groot is dat deze aanbesteding wel zal slagen, maar ook zo, dat de gemeenteraad over een paar maanden een goede afweging kan maken tussen kosten en wensen. Over een paar maanden kan het dan in volledige openbaarheid en in volledige transparantie. Ik sluit af. Ik hecht eraan om nog één ding absoluut duidelijk te maken. Geen enkele partij in deze gemeenteraad wordt enthousiast van de versoberingen die wij in deze motie hebben opgeschreven. Er zitten voor iedereen pijnlijke ingrepen bij. Wij hopen dan ook van harte dat wij over een paar maanden kunnen vaststellen, dat veel van die versoberingen niet hoeven door te gaan. De voorzitter: Dank u wel. Ik kijk naar de raad. De heer Van der Herberg: Ik word gewezen op een omissie. Er staat een typfout in de tekst van de motie. Onder van mening dat, staat in de eerste regel 3 september 2010, dat moet zijn 3 september 2011. Met dank aan de heer Caniels voor de opmerkzaamheid. De voorzitter: Hij is aangepast. Wie wil nog reageren op de motie vanuit de raad? De heer Gerritzen: Mevrouw de voorzitter. De heer Van der Herberg gaf een compliment aan de fracties. Het lijkt mij gepast om dat compliment bij dezen aan de heer Van der Herberg te geven voor het vele werk dat hij hierin heeft gestoken. De heer Van Veluwen: Daar sluit onze fractie zich van harte bij aan. Als ik zo vrij mag zijn, wat bijzonder is - en dat heeft de PvdA goed gedaan en de heer Van der Herberg in het bijzonder - dat is de snelheid die hij beoogd heeft, want na de beschouwingen hadden we grote zorg of we wel de vaart erin zouden houden. Wat ook heel bijzonder is, en dat is te waarderen, slim aanbesteden. Dat is uniek. Er ligt wat onze fractie betreft een veel beter en efficiënter stuk dan er eerst lag. Dat is winst. De derde winst is dat de raad zijn kaderstellende rol straks nog mag hanteren. Dat zijn drie elementen die wij als fractie van harte onderschrijven. Dank voor je inzet. Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. Zoals u als raad weet, is het PvE, de aanbesteding maar ook de gunning een bevoegdheid van het college. Het college ziet deze motie dan ook echt als een steun in de rug om op basis van de uitgangspunten van deze motie, maar ook vanuit de punten die mogelijk nog voortvloeien uit de evaluatie van de concessie IJsselmond, een aantrekkelijke aanbesteding in de markt te kunnen zetten. De verwachting van het college is dan ook dat daardoor mogelijk meer vervoersmaatschappijen kunnen meebieden, meer concurrentie dus. Kortom, het college geeft graag een positief preadvies voor deze motie af, onder dankzegging voor de inspanningen van de heer Van der Herberg.
2010
N 614
De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Het collegelid heeft vorige week betoogd dat er in januari geanalyseerd zou worden. Zou de raad in staat gesteld mogen worden om die analyse te ontvangen. Wethouder Jansen: U vraagt wel weer iets van dit college. Ik denk dat de inhoud een inspanningsverplichting van het college vereist, zoals ik zojuist namens het college heb toegezegd. Ik vraag u geduld te hebben met evaluaties. Ik heb ook al op de vraag van de heer Caniels gezegd: u zult op een goede manier geïnformeerd worden over de gang van zaken, al dan niet in beslotenheid. U zult volstrekt op de hoogte blijven. De voorzitter: Ik breng de motie in stemming. De motie wordt unaniem aangenomen.
"Motie van de fractie van de InwonersPartij inzake dierenwelzijnsbeleid.” "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 14 december 2010 Constaterende dat: 1. er landelijke/regionale en stedelijke aandacht is voor dierenwelzijn binnen en buiten de gemeentegrenzen van Lelystad; 2. dierenwelzijnsbeleid bij de gemeente Lelystad ontbreekt; 3. voorkomen moet worden dat al dan niet onder druk van buitenaf ad hoc beleid moet worden toegepast. Van mening dat: gelet op de huidige ontwikkelingen rondom dierenwelzijn in het algemeen (voorbeeld de Grote Grazers) zowel lokaal als (waar aan de orde) bovenlokaal beleid dient te worden ontwikkeld, dat verder gaat dan momenteel het geval is. Draagt het college op: de raad een startnotitie aan te bieden gebaseerd op het dierenwelzijnsbeleid voor de gemeente Lelystad. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fractie van de InwonersPartij) Mevrouw Van Rijnsoever: Mevrouw de voorzitter. De vraag is: de os of het bos, en als we niet oppassen is Lelystad de klos. U denkt: waar heeft ze het over. Of zit u al op het spoor. Het hot item van de Hollandse Hout. Ik gebruikte het alleen maar omdat nu eenmaal alles een aanleiding moet hebben om een motie in te dienen die al heel lang bij ons speelt en omdat op dit ogenblik alle antennes zijn gericht op dierenwelzijn. De InwonersPartij vindt het hoog tijd dat we ons beraden op een visie met betrekking tot dierenwelzijn, omdat die problematiek zich niet beperkt tot een bepaald gebied en zeker niet ophoudt bij de piketpaaltjes van onze gemeentegrenzen. Wij kunnen ons, vindt de InwonersPartij, niet langer onttrekken aan een actieve stellingname inzake dierenwelzijn. Vandaar dat wij deze motie indienen. De voorzitter: Is er behoefte vanuit de raad om over deze motie het woord te voeren? De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Deze motie heeft al eerder gedreigd en toen hebben wij het woord gebruikt, dat nog niet in Van Dale staat: infobesitas. We hebben met elkaar als raad, en zeker de collegepartijen, afgesproken dat wij gaan naar een compacte, nieuwe overheid en dat daarbij past dat we terughoudend zijn met de stortvloed van startnotities, kadernota’s, onderzoeken, et cetera. Dus ieder
2010
N 615
voorstel moet je toetsen aan nut en noodzaak voor deze gemeente. Dierenwelzijn is belangrijk, maar als er iets is waar in landelijke wetgeving op tal van punten alles al geregeld is, is het dit. De veehouderij is gebonden aan wetten en normen, wetenschappelijke experimenten met dieren zijn gebonden aan wetgeving en rond dierenmishandeling is van alles in strafrechtwetten geregeld. Het is absoluut niet noodzakelijk en dus onwenselijk dat wij hieraan nog een boeiende beleidsnota toevoegen. Mevrouw Van Wageningen: Mevrouw de voorzitter. Ik had een vraag aan mevrouw Van Rijnsoever. Zij koppelt de problemen waar we nu over spreken, de dieren wel of niet in de Hollandse Hout, aan een beleidsplan dat dan in de gemeente zou moeten komen. Denkt u dat de discussie anders was gegaan als wij zo’n beleidsplan hadden gehad? Zijn er verder problemen bekend in Lelystad die niet onder de huidige wet- en regelgeving vallen en waarvoor wij echt een eigen beleidsplan nodig zouden hebben? We zijn nu bezig om een sober ambtenarenapparaat te krijgen. De wethouder gaf zojuist aan op de vraag over een evaluatie: u vraagt wel weer iets van het college. Vindt u het nodig om hier nog weer extra capaciteit op te zetten en waarom vindt u dat dan, want dat wordt mij niet helemaal duidelijk uit dit verhaal. Mevrouw Van Rijnsoever: Mag ik hierop reageren? Mevrouw Van Wageningen vraagt of er een relatie ligt met de Hollandse Hout. Ik heb hem bedacht omdat ieder moment even goed is als een ander moment. Op het ogenblik is dierenwelzijn het thema. Natuurlijk ligt er wel een relatie, maar niet een relatie waarvan de motie afhankelijk is. U vraagt of het nodig is dat dierenwelzijnsbeleid op de agenda komt. Het is jammer dat u niet bij de sessie was die we een tijd geleden in Baarn hebben gehad over dierenwelzijnsbeleid. Ik heb een aantal argumenten die we daar gehoord hebben, om het namelijk wel in te voeren, vermeld in esn eerdere toen niet ingediende motie, waarvan u als het goed is wel de tekst hebt gehad. Daarin vindt u een hoop van de argumenten waarom het wel degelijk nodig is in Lelystad. Als u wilt kan ik u deze tekst opnieuw sturen. Vervolgens over het sobere overheidsapparaat. De voorzitter: Bij interruptie. Een reactie geven we aan het eind. Ik dacht dat u even kort het debat met elkaar zou hebben, maar als u gaat antwoorden dan laat ik eerst even de andere raadsleden een reactie geven. Daarna geef ik het woord weer aan u. Mevrouw Bergman: Mevrouw de voorzitter. De vorige spreker heeft het gras voor mijn voeten weggemaaid. Ook mijn vraag is of dit werkelijk iets toevoegt aan de landelijk geldende regels en de handhaving die daarop geldt. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Misschien wordt het eentonig, maar zonder gebruik te maken van technische hulpmiddelen heeft de heer Soomers precies verwoord wat ik ook zou hebben willen zeggen. Daar hoef ik dus niets aan toe te voegen. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Bij de algemene beschouwingen heb ik al in de richting van de InwonersPartij de woorden gebruikt: de aandacht voor het dierenwelzijn siert u, maar, en u herinnert zich nog wel wat ik heb gezegd en dat zal ik niet herhalen; we hadden het toen over armoedebeleid. In aansluiting bij een aantal van mijn collega’s hebben wij niet in de beantwoording van de vraag van mevrouw Van Wageningen gehoord waarom het nu echt dringend nodig is om een startnotitie dierenwelzijnsbeleid te maken. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. Op zich is GroenLinks blij verrast met een voorstel voor een dierenwelzijnsbeleid. Onze fractie was wel aanwezig in Baarn en de noodzaak tot een dergelijk beleid zien wij wel in. Het gaat over veel meer dan wat
2010
N 616
mevrouw Van Rijnsoever aangeeft; ook brandpreventie in stallen, ongediertebestrijding en noem maar op. Het enige is dat het moment om hiertoe te komen, wij hebben het al een tijdje op ons lijstje staan, misschien een beetje ongelukkig is, gezien alle bezuinigingen waar we voor staan en de ambtelijke inzet die dit vraagt. Waar wij ook enige moeite mee hebben is dat heel sterk de link wordt gelegd met het probleem van de grote grazers. Daar staan wij iets anders tegenover. Wij vinden het vervelend dat in deze motie die nadruk zo wordt gelegd. Dus het punt van dierenwelzijnsbeleid zouden wij wel kunnen omarmen, maar ten eerste: moeten we het nu doen? Ten tweede denk ik dat deze motie voor ons niet juist gesteld is. De voorzitter: Iedereen gehad van de raad? Het woord is aan mevrouw Van Rijnsoever. Mevrouw Van Rijnsoever: Mevrouw de voorzitter. De relatie met de grazers en de Hollandse Hout. Ik heb al gezegd: je moet een aangrijpingspunt hebben. Ik begrijp werkelijk niet wat er verkeerd is aan dit moment in tegenstelling tot het volgende moment. U voert het terug tot beleid, tot ambtenareninzet. Ik kan u garanderen dat dat werkelijk uiterst geringe gelden vergt, vooral omdat er in de omliggende gemeenten voorbeelden te over zijn. Het is bijna een invuloefening voor de gemeente Lelystad. Wat dat betreft zie ik daar geen enkel probleem in en hebben we het echt niet over groot geld. Het gaat over zakgeld, zou ik bijna willen zeggen. Nog even terugkomend op de vraag van mevrouw Van Wageningen, of het nodig was in Lelystad. Ik heb u geantwoord: als u wilt kan ik u daarover nader informeren. Mevrouw Van Wageningen: Mag ik daar even op reageren? Ik moet wel vanavond beslissen, dus dan is het wel een beetje laat als ik dat krijg. Mevrouw Van Rijnsoever: Ik kan u een aantal zaken vertellen, laat ik er één uithalen die bijzonder schrijnend is. Overmorgen gaat onze fractie praten met een dierenarts in Lelystad die werkelijk met stoom uit de oren bezig is, nu al een aantal jaren, om totaal verwilderde katten die zorgen voor overlast, voor ratten, die ongezond zijn voor mens en dier, op te vangen en voor eigen rekening te laten steriliseren. Daarin wordt niet voorzien door de gemeente. Zij kan het niet meer trekken. Dat betekent dat het probleem daar, en dat is slechts een van de lokale problemen, ik kan u er honderd noemen, niet opgepakt kan worden. Om te zeggen dat er landelijke wetgeving is, dat is niet zo. Die is té globaal. Voor de wet is een dier een zaak. Als u een beest wilt mishandelen, dan bent u daar binnen bepaalde kaders zelfs vrij in. Een poes is een zak suiker wat dat betreft. Dat is dus wel degelijk niet goed geregeld. Mevrouw Kreuger: Mag ik nog een vraag stellen aan mevrouw Van Rijnsoever? Hoe staat u tegenover de bio-industrie, zou dat ook een onderdeel moeten uitmaken van dierenwelzijnsbeleid? Mevrouw Van Rijnsoever: Bio-industrie is een onderwerp waarop uiteraard, als je aan dierenwelzijnsbeleid doet, een visie ontwikkeld moet worden. Handhaving is een volgend punt. Je moet beginnen met een visie neer te leggen. Als je die niet hebt, weet je niet waaraan je überhaupt iets moet toetsen.
2010
N 617
In tweede termijn De heer Schoone: Mevrouw de voorzitter. Een vraag aan mevrouw Van Rijnsoever: zat dit niet in het coalitieprogramma voor de aankomende 4 jaar? Mevrouw Van Rijnsoever: Nee, mijnheer Schoone, het zat niet in coalitieprogramma, het zat in het verkiezingsprogramma van de InwonersPartij.
het
Mevrouw Kreuger: Ik zou graag een korte schorsing willen hebben. Ik vind het heel jammer dat deze motie, die niet echt op een dag steekt, zo abrupt voor ons wordt neergelegd. Het was beter geweest als dat eerder met ons gecommuniceerd was, dan hadden we misschien nog een aanpassing kunnen doen in deze motie. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. We hebben even overlegd. Met een kleine aanpassing in de motie is hij voor ons acceptabel, met dien verstande dat de inzet van middelen of van menskracht beperkt moet zijn en dat er gebruikgemaakt wordt van een eventueel voorbeeldstartnotitie. Ik adviseer wellicht de Dierenbescherming, wellicht andere, maar volgens ons ligt hij kant en klaar, is hij ter beschikking en kan hij zo gebruikt worden met waarschijnlijk een heel geringe aanpassing. Er is dan weinig ambtelijke inzet nodig om tot deze startnotitie te komen. Dan is deze motie voor ons acceptabel. Mevrouw Van Rijnsoever: Mevrouw de voorzitter. In goed onderling overleg blijkt dat dit misschien wel zo handig is, omdat de verbinding met de grote grazers blijkbaar niet wordt opgepakt. Dat is ook helemaal geen probleem. Dat betekent dat de tekst wordt gewijzigd. Gewijzigde motie "Motie van de fractie van de InwonersPartij inzake dierenwelzijnsbeleid.” "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 14 december 2010 Constaterende dat: 4. er landelijke/regionale en stedelijke aandacht is voor dierenwelzijn binnen en buiten de gemeentegrenzen van Lelystad; 5. dierenwelzijnsbeleid bij de gemeente Lelystad ontbreekt; 6. voorkomen moet worden dat al dan niet onder druk van buitenaf ad hoc beleid moet worden toegepast. Van mening dat: gelet op de huidige ontwikkelingen rondom dierenwelzijn in het algemeen zowel lokaal als (waar aan de orde) bovenlokaal beleid dient te worden ontwikkeld, dat verder gaat dan momenteel het geval is. Draagt het college op: de raad met beperkte inzet van middelen een startnotitie aan te bieden gebaseerd op het dierenwelzijnsbeleid voor de gemeente Lelystad. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fractie van de InwonersPartij) De voorzitter: De aanpassing hebben we genoteerd. Ik breng de motie in stemming. De fracties van VVD, PvdA, Bindend Lokaal, CDA, D66 en Trots stemmen tegen de motie.
2010
N 618
De fracties van InwonersPartij, ChristenUnie, GroenLinks en SP stemmen voor de motie. Met 23 stemmen tegen en 10 stemmen voor wordt de motie verworpen.
De voorzitter: Dames en heren. Ik wil nu graag iemand in het zonnetje zetten. Het is iemand die zich 10 jaar lang meer dan honderd procent heeft ingezet voor de gemeente Lelystad. Iemand die elke raadsvergadering aanwezig is geweest. Op de achtergrond, dat wel, maar o, zo belangrijk voor het goed verlopen van de vergadering. Het is iemand die vanavond zijn functie neerlegt en een andere functie binnen de gemeente oppakt. Ik heb het natuurlijk over onze bode, Stefan Jansen. Stefan, wat moeten wij hier eigenlijk zonder jou? Begrijp me niet verkeerd, ik denk dat ik hier voor alle aanwezigen spreek en ik gun je van harte je nieuwe functie bij Burgerzaken en Belastingen en Leerlingzaken. Het is een logische stap in je carrière en een hele goede stap. Dat neemt niet weg dat wij je erg zullen gaan missen. Je bent een plezierige bode, heel consciëntieus, een harde werker, altijd even vriendelijk en voorkomend en altijd een hondenkoekje mee voor mijn hond toen hij nog leefde. Die was o, zo blij als jij langs kwam. Je bent iemand die continu oogcontact hield met de griffier en met mij, om op het juiste moment in actie te kunnen komen. Pro-actie heet dat tegenwoordig ook wel. Bijvoorbeeld. Als de zon in onze ogen scheen door de grote ramen, zag jij dat direct en ging je meteen op zoek naar een manier om die metershoge gordijnen te sluiten. Als de pers op een moeilijk begaanbare plek stond te filmen, ondernam je direct actie en verzocht je dringend doch beleefd om een andere positie in te nemen. In de wandelgangen heb ik je horen zeggen dat je een moderne ambtenaar bent, iemand met een dienstverlenende instelling, iemand die ook verstand heeft van ICT en geluid, wat erg prettig is in jouw functie. Wij zouden je, en ‘wij’ is dan de griffier en ik, bijna omschrijven als de butler, het visitekaartje van de gemeente Lelystad. Je weet echt alles van protocol en etiquette. Je weet om te gaan met alle soorten en typen mensen, hebt een gelijkmatig humeur en ziet er ook nog eens keurig, maar dan ook keurig uit. Door je vriendelijke overwicht weet je zelfs met de lastigste klanten om te gaan en je bent iemand om op te vertrouwen en te bouwen. Dat je ons gaat verlaten vinden wij erg jammer en het college in het bijzonder, want hoe komen wij nu ooit op een VNG-congres aan? Nee, dat vragen we niet, want je krijgt een prachtige nieuwe functie met een opleiding. Wij wensen je heel veel succes in jouw carrièrelijn. We weten dat je 3 jaar weer onderwijs gaat genieten en hebben er alle vertrouwen in. Ik vind het erg prettig dat jij een van de medewerkers wordt binnen mijn portefeuille. Kom even naar voren, want je hebt het verdiend. Namens ons allemaal.
Dames en heren, wij hebben een intensief jaar achter de rug. Dat kunnen we wel stellen. Verkiezingen, de verkiezingsuitslag die hier een verandering heeft teweeggebracht; een behoorlijke politieke verschuiving binnen onze gemeenteraad. Een grote nieuwe delegatie aan raadsleden die zich moest inwerken. En natuurlijk ook drie nieuwe wethouders in een college, die de portefeuilles dienden te gaan beheersen. Dat is allemaal makkelijk uitgesproken in een paar zinnen, maar dat betekende dat we hard moesten werken en kijken hoe je in een tijd van bezuinigingen met de opdracht die staat in een collegeprogramma en de wensen vanuit de raad die leven, kunt zorgen dat je de stappen kunt gaan zetten. De eerste stap is genomen, maar de meest zware stap gaat nog komen straks bij de voorjaarsnota. We hebben zojuist kunnen horen van onze wethouder Sociale Zaken dat er nog een tegenvaller is als het gaat om de uitkeringen. Daar kun je niets aan doen, dat overkomt je, maar je dient het wel met elkaar weer op te vangen en te kijken hoe we dat een plek kunnen geven en weer andere financiën er tegenover kunnen zetten. Het is geen
2010
N 619
makkelijke opgave waarvoor wij met elkaar staan. Wij hebben een heel lange zonnige periode gehad, waarin we dachten: het gaat allemaal goed in Nederland. Maar je hebt ook wel eens een periode van tegenslagen en een economische dip door wat voor oorzaak dan ook. Dat betekent dat de broekriem stevig aangehaald dient te worden en goed gekeken dient te worden zowel door de raad als het college van B&W, hoe we onze gemeente financieel stevig in het zadel kunnen houden. Het is ons gelukt na een zware periode, begin jaren negentig, om dat weer recht te krijgen, nog steeds met een bijdrage van Binnenlandse Zaken; laten we dat niet vergeten. Die staat er nog steeds en als die zou wegvallen dan zag het er nog donkerder uit. Maar goed, we zijn in staat om inderdaad de bezuinigingen goed te gaan neerzetten. Dat vraagt van ons ieder discipline. Dat betekent ook dat je alle politieke wensen, alles wat je graag zou willen niet altijd kunt bereiken. Dat is op een andere manier besturen en dat bindt ons ook. We hebben een maand geleden meegemaakt, bij de begrotingsbehandeling, dat we aan de ene kant de collegepartijen hadden en aan de andere kant de nietcollegepartijen als degenen die tegen de begroting stemden. Dat vind ik als voorzitter van uw raad moeilijk. Laat ik dat maar eerlijk zeggen. Ik vind dat wij er gezamenlijk moeten zien uit te komen en gezamenlijk de opdracht dienen op te pakken. Ik zeg dit zowel naar de collegepartijen als de niet-collegepartijen. Ik leg niet de vinger erbij en ik wijs niet naar iemand dat het fout is gegaan, maar ik verzoek hier wel om gezamenlijk onze schouders eronder te gaan zetten in het jaar 2011, om te zorgen dat wij stappen voorwaarts kunnen zetten om die bezuiniging te bereiken. En rekening houden met elkaars wensen zoals die leven binnen de raad, rekening ermee houden dat je niet alles kunt realiseren, maar wel dat je altijd kracht vindt als je een stabiele gemeenteraad hebt. Dat is de kracht van een bestuur en dat is waarvoor wij zijn neergezet door onze inwoners. Dat dienen wij met elkaar vorm te geven en ik heb er alle vertrouwen in dat dat goed komt, dat we met elkaar wegen zullen gaan zoeken en toenadering vinden om te zeggen: dat initiatief vind ik goed. Een mooi voorbeeld is er vanavond, als ik zie dat een motie over de concessie door alle politieke partijen is ondertekend. Dat doet een voorzitter van de raad deugd. Laat ik dat ook zeggen. Dat is de kracht van de raad en dan is de rol van het college van B&W om daaraan uitvoering te geven. Dan zijn de posities van de bestuursorganen weer goed en helder neergezet. Zo hoort het ook in een democratie. Dat we dat zoekende zijn geweest een eerste jaar is begrijpelijk, gezien de veranderingen binnen onze raad, maar ik denk dat wij de sfeer die wij normaliter hier hebben in ons huis, staande weten te houden, elkaar weten te vinden en elkaar de helpende hand toe steken. Dat maakt het besturen en het openbaar bestuur zo interessant en zo mooi. Met respect voor elkaars meningen, met respect voor elkaars verschillende politieke visies. Die moeten overeind blijven, daar hebben onze inwoners baat bij, om te herkennen waarom ze op een bepaalde politieke partij hebben gestemd. Als we dat kunnen bereiken dan staat er weer een heel tevreden voorzitter van uw raad. Dat is ze meestal wel trouwens. Ik wil op deze manier afsluiten. Het was een ingewikkeld jaar, het was een intensief jaar voor heel veel personen in onze gemeenteraad en zeker ook in ons college van B&W. Ik hoorde een aantal zuchten: ik ben zo blij dat het kerstreces komt, ik heb zo hard moeten werken om me al die dossiers eigen te maken, dat het me heerlijk lijkt om eens even weg te gaan. Wat ik altijd zeg: een oude broek aan en dikke sokken en een oude trui, want dan voel je je het lekkerst, met een mooi boek en dan een beetje ontspannen. Dat gun ik u ook, in uw eigen omgeving, dat u even tijd neemt en geniet van je familie, wat het allerbelangrijkst is.
2010
N 620
Ik wens u heel fijne feestdagen toe. Ik wil u bedanken voor de enorme inzet die u het afgelopen jaar hebt getoond. En natuurlijk een rustige jaarwisseling. Daar heb ik weer profijt van, dan hoef ik niet uit te rukken, dat is ook wel prettig. Dan zien wij elkaar weer in het nieuwe jaar. We drinken nu na afloop een glaasje met elkaar. Ik sluit deze raadsvergadering.
De voorzitter sluit de vergadering om 22.44 uur.
Vastgesteld op 11 januari 2011.
De raad van de gemeente Lelystad, De voorzitter, De griffier,