y Raad van Lelystad
2011
N 134
NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op dinsdag 22 maart 2011 te 21.30 uur in het Provinciehuis van de provincie Flevoland te Lelystad. Aanwezig zijn:
mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d’Arnaud-Appelo (PvdA), de heren P.L.WJ. Baaten (InwonersPartij) en J. van de Beek (PvdA), mevrouw D.B.J. Bergman (D66), de heren F. van den Brink (InwonersPartij), R.T. Brouwer (Trots), D.W. Bussink (CDA), L.J.J. Caniels (CDA), S.G.J. van Erk (VVD), H.W. Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD), E. van der Herberg (PvdA), E. Hers (VVD) en J.M. van den Heuvel (SP), mevrouw J.J.P. van der Hoek-Dubois (Bindend Lokaal), de heren C.J.J. Homan (Bindend Lokaal) en J.L. Jonker (VVD), mevrouw E.C. van der Kleij (PvdA), de heren A. Kok (Christenunie) en H.P.M. van der Kolk (GroenLinks), mevrouw L.A. Kreuger-Sietses (GroenLinks), de heren E.H.G. Marseille (VVD) en M. El Mhassani (PvdA), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA) de heren S. Polman (SP) en W.L.G. Raijmakers (Trots), mevrouw A.F.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), de heren J. Schoone (Bindend Lokaal) en P.A. Schot (D66), mevrouw K. Senf (InwonersPartij), de heer H.P. Soomers (PvdA), mevrouw J.W. Sparreboom-van der Spoel (VVD), de heren C. van Veluwen (Christenunie) en B.E. Visscher (InwonersPartij) en mevrouw E. van Wageningen (Christenunie), leden van de raad; alsmede mevrouw M. Jacobs-Haagen en de heren J.A. Fackeldey, W. de Jager, W. Jansen, en R. Luchtenveld, wethouders; en de heren D.G.C. van der Spek, gemeentesecretaris, en J. Woltjer, griffier.
2011
Agenda 1 Opening 2 Mondelinge vragen 3 Vaststelling agenda 4 Ingekomen stukken 5 Beantwoording verzoek om inlichtingen van D66 6 Beantwoording verzoek om inlichtingen van CDA 7 Mededelingen 8 Vaststelling A-stukken 9 Voorstel benoeming lid Regionale Programmaraad 10 Voorstel Verordening duurzaamheidsleningen Lelystad 2011 11 Voorstel aanpassing pakket individuele Wmo-voorzieningen
1.
N 135
N N N N N N N N N N N
135 135 137 137 137 140 140 141 141 141 147
Opening De voorzitter: Dames en heren. Ik open de gemeenteraadsvergadering. Ik heb geen berichten van verhindering en dat klopt volgens mij als ik zo de cirkel rondkijk.
2.
Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen (art. 37 RvO) Mevrouw Van Rijnsoever: Mevrouw de voorzitter. In de collegebesluiten treffen wij aan een verzoek om subsidie/sponsoring van de Drakenbootrace. De vraag is simpel. Wat heeft het college geïnspireerd tot deze subsidie en hoe hoog loopt het subsidiebedrag? Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. Aan het college werd het verzoek gericht of wij wilden meedoen en deelnemen aan die Drakenbootrace. Voor een bedrag van € 450 zouden we ons kunnen laten inschrijven. Buiten dat we hiermee de waardering voor het belangeloos initiatief van de serviceclub De Ronde Tafel Lelystad tot uitdrukking hebben gebracht, geeft het college acte de présence op een heel actieve manier op de Bataviadagen. Als u zich ook wilt opgeven, bent u natuurlijk van harte welkom om met die boot mee te roeien. We kunnen nog wel wat ondersteuning gebruiken. Mevrouw Van Rijnsoever: U bedoelt roeien? Wethouder Jansen: Dat is correct. De voorzitter: Inderdaad, roeien. De burgemeester gaat trommelen en op de maat van de slag moeten jullie je peddels oprichten en in het water laten neerkomen. Dat moet lukken volgens mij.
De heer Visscher: Mevrouw de voorzitter. De vraag heeft betrekking op de collegebesluiten van 14 maart. Ik heb begrepen dat het niet vaak voorkomt, omdat het over een aangehouden besluit gaat. Het gaat om het besluit om ProRail akkoord te geven voor boscompensatie van de Hanzelijn in het OostvaardersWold. Dat besluit wordt dus aangehouden. De InwonersPartij vraagt zich af waarom dit wordt aangehouden en of het college nog met een alternatief komt. Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Aangehouden was hij op dat moment, omdat er nog wat nadere informatie gevraagd werd over het totaal van boscompensatie en het totale boscompensatieplan. Boscompensatie is een wettelijke
2011
N 136
plicht. Waar het hier om ging was de vraag: vinden wij het goed dat een deel van die boscompensatie buiten de gemeentegrenzen plaatsvindt. Inmiddels is er vandaag wel een collegebesluit over genomen. We hebben nadere informatie gekregen en gezien. Het gaat om EHS-bos (Ecologische Hoofdstructuur), dat alleen op een EHSplaats gecompenseerd mag worden en dat kan nergens anders dan in het OostvaardersWold. Tegelijkertijd zijn er over andere boscompensatieverplichtingen afspraken gemaakt om die binnen Lelystads gemeentegrens te laten plaatsvinden.
De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Is het college op de hoogte van het feit dat vorige week in de Tweede Kamer aandacht is gevraagd voor AED-alert en het pleidooi dat alle 112-meldkamers het systeem zouden moeten ondersteunen, waardoor getrainde vrijwilligers worden gewaarschuwd als iemand in de buurt een hartaanval krijgt en er snel hulp kan worden verleend? Klopt de informatie dat de voor Lelystad functionerende 112-meldkamer een dergelijk systeem nog niet ondersteunt? Zo ja, wat is hiervan de reden en bent u bereid hiervoor binnen, naar ik aanneem, het bestuur van de Veiligheidsregio aandacht te vragen en de raad over het resultaat daarvan te informeren? De voorzitter: Heel wat vragen. Ik wist niet dat de Tweede Kamer daarover gesproken had. Ik hoop dat de Tweede Kamer geld beschikbaar stelt om het door te voeren, maar dat wachten we even af. Het tweede is dat de informatie nog niet is verwerkt in onze meldkamer. We krijgen een nieuwe meldkamer. Daar wordt druk aan gewerkt. Dat is dan ook het moment dat op een nieuw systeem wordt overgegaan. Het derde punt s dat de GGD en onze wethouder Volksgezondheid druk bezig zijn met het maken van een plan van aanpak. Dat wordt binnenkort aangeboden. Dan moeten we kijken wat de effecten daarvan zijn en moet dat doorgevoerd worden als de nieuwe meldkamer geopend gaat worden.
De heer Van der Herberg: Mevrouw de voorzitter. Ik heb twee verschillende vragen. Ten eerste een vraag over de brand in het kamerverhuurpand in de Zuiderzeewijk afgelopen zondag. Dat is een pand waarover wij in 2009 al in deze raad hebben gesproken. Ik heb daarover een aantal schriftelijke vragen ingediend, maar één vraag vind ik zodanig belangrijk en urgent, dat ik die al graag vanavond beantwoord zou willen zien. Wanneer heeft in dat pand de laatste veiligheidsinspectie plaatsgevonden en wat was daarvan het resultaat? Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. De laatste controle heeft in januari plaatsgevonden. Er wordt sinds 2009 heel regelmatig en intensiever dan strikt genomen nodig is, gecontroleerd. Daarbij is vastgesteld dat alle kleine tekortkomingen die er waren zijn opgelost. Dat betekent dat vandaag opnieuw door de brandweer aan ons bevestigd is dat het pand voldeed aan alle eisen van brandveiligheid, zowel qua vluchtroutes, rookmelder en brandmelderinstallatie. Dat is in januari geconstateerd en dat heeft de brandweer vandaag opnieuw bevestigd. De heer Van der Herberg: Dank u wel. Mijn tweede vraag betreft het Contract van Lelystad. Dat zit bij de ingekomen stukken. Het ziet er mooi uit, geeft een mooi overzicht van onder andere wat je allemaal bij de gemeente kunt kopen. Maar het voldoet nog niet aan onze verwachtingen, want wij zagen het Contract van Lelystad vooral als een soort service level agreement - ik ken er geen goed Nederlands woord voor. Het moet vooral behandelen wat de inwoner wel en niet van de gemeente kan verwachten in bepaalde situaties. Ik wil het college graag vragen of het de raadsbesluiten die daarover zijn genomen nog wil opnemen in het Contract van Lelystad.
2011
N 137
Wethouder Fackeldey: Uiteraard. Het Contract van Lelystad is de eerste stap. We hebben al eerder aangegeven: uw raad heeft een tweetal onderwerpen aangedragen en zo zijn er meer; bijvoorbeeld met betrekking tot geluidsoverlast en met betrekking tot de parkeerproblematiek. Die moeten we gaan invoegen. Dat is een doorlopend proces. Het moet inderdaad een contract zijn dat je het liefst met elke inwoner zou willen sluiten. Dat is een beetje ingewikkeld, maar het moet wel het niveau hebben dat de inwoner die kijkt, zegt: wat kan ik op welk onderwerp precies van de gemeente verwachten? We zullen de andere onderwerpen de komende periode daaraan toevoegen.
De heer Brouwer: Mevrouw de voorzitter. Kortgeleden viel bij mij op de deurmat het foldertje Lelystads getallen 2010. Die zullen wij allemaal ontvangen hebben. Mijn oog viel daar op tabel 6 en 7. Dat gaat over politiek, met verkiezingsuitslagen. Daarin valt mij op dat van de elf partijen die hebben meegedaan aan de gemeenteraadsverkiezingen er tien met naam genoemd zijn en dat ondergetekende onder overige partijen genoemd staat. Ik zou het college willen verzoeken om erop toe te zien dat in volgende drukwerken ook onze partij wordt meegenomen. De voorzitter: Dat kan inderdaad niet. Ik zal het meteen oppakken en bekijken.
3.
Vaststelling agenda De agenda wordt conform ontwerp vastgesteld.
4.
Ingekomen stukken (stuk nr. A11-03458) -1 Voor kennisgeving aangenomen. -2 Ter afdoening in handen gesteld van het college. -3
De heer Hamstra: Mevrouw de voorzitter. Wij zouden over dit verzoek van de Luchtscouts graag een BOB-sessie willen hebben, en het agendaoverleg vragen om dat te regelen, zodat zij hun programma kunnen toelichten. Zij hebben in de vorige raadsperiode een burgerinitiatief hierover ingediend en we zouden daar graag wat meer van willen weten. De voorzitter: Dat wordt gemeld aan de agendacommissie en die pakt dat op. Ter afdoening in handen gesteld van het college.
-4 Ter afdoening in handen gesteld van het college.
5.
Beantwoording verzoek om inlichtingen (art. 40 RvO) van de fractie van D66 inzake huisstijl gemeente Lelystad (stuk nr. B11-11376) De heer Schot: Mevrouw de voorzitter. Bedankt voor de brief waarin onze vragen worden afgehandeld. Onze vragen hebben betrekking op inhoud, proces, besluitvorming, bestuurlijke verantwoording en, natuurlijk, geld. Ik wou eerst een definitie geven. Huisstijl is een identiteitskenmerk dat uniek is voor een organisatie en dient als herkenning en identificatie. Stadsstijl is een marketingcommunicatiemiddel, om een stad in al zijn breedte en diepte voor en over het voetlicht te brengen. Ik wou
2011
N 138
graag een voorbeeld geven van het belang van huisstijl. Stel u voor, het regeringsvliegtuig met Majesteit, minister-president en handelsdelegatie komt aan in een koningsgezind land, zeg Quatar. Op het vliegtuigstaartstuk staat het beeldmerk van het Nederlands bureau voor Toerisme en verder veel Vrouw Antje. Dat lijkt mij een curieuze manier om een officieel bezoek, een regeringsvliegtuig mee aan te duiden. Of als je het omdraait: je krijgt een huis, je hebt een WOZ-aanslag en daar staat een beeldmerk op dat gedeeld wordt met City Marketing Lelystad. Huisstijl moet iets zeggen over afzender en moet uniek zijn. Ik stel vast dat er veel ruimte is voor de marketing voor onze gemeente, maar ook dat er veel ruimte is om de organisatieindentiteit en het eigen van de gemeente te differentiëren. In de beantwoording van de brief lees ik dat er een soort ingehouden verwijt is dat wij huisstijl letterlijk genomen hebben en marketing en stadsstijl als iets anders. Ik merk daarbij op dat veel professionals en wetenschappers op communicatiegebied een vergelijkbare mening hanteren als die van D66. We hebben de vraag gesteld waarom de huisstijl vervangen moest worden. Die wordt opnieuw beantwoord met stadsstijl. Dat is ook de reden dat ik een definitie heb gegeven over identiteit en huisstijl, omdat dat twee verschillende aspecten zijn. Die moeten uniek zijn en uit elkaar zitten. Ik heb gevraagd om een businesscase; wat is de aanleiding. Die wordt opnieuw beantwoord met stadsstijl. Zo blijf je dus over elkaar heen vallen en langs elkaar heen praten. Als ik de brief inkijk dan zie ik dat in de bijlage op pagina 4 en 5 stadsstijl opeens huisstijl is geworden. Opnieuw verzet ik mij daartegen, omdat dat niet helder is als je je als gemeente moet profileren naar je burgers en naar andere organen. Dat lijkt mij niet goed. Als ik naar de besluitvorming kijk, dan is de vorige huisstijl in overleg met de raad gegaan. Dat is ook zo bevestigd. Ik heb daarbij het gevoel dat we op het verkeerde been gezet zijn, althans wij voelen ons op het verkeerde been gezet, omdat er aangegeven wordt dat het over een stadsstijl gaat. Er is nergens gezegd, en ik heb de stukken erop nagelezen, ook de Berenschot stukken, waar de oude huisstijl overboord ging. Ik vraag me daarbij af waarom er geen aanleiding gevonden is in een dergelijke wijziging, om überhaupt informatie aan de raad te geven. Ik vind dat verwarring vermeden moet worden. Wat wij niet willen is verwarring over beeldmerken en welk beeldmerk voor welke organisatie staat. Ik kan me ook niet voorstellen dat City Marketing met zijn logo in de verwarring raakt en hondenbelasting gaat doen. De raad is betrokken bij de beeldvorming van onze stad. Ik roep in herinnering de vragen over het boek "Lelystad” van Van Casteren, de vragen die gesteld zijn naar aanleiding van een stuk in De Telegraaf over de Groene Velden. Gisteravond op landelijke televisie over kamerverhuur en veiligheid, ook daarover zijn vragen gesteld. De beeldvorming van onze stad gaat ons zeer aan het hart. Toch is het college solo gegaan op dit onderwerp. Ik vind tijdige en volledige informatie over dit soort zaken prettig. Er is ook een bestuurlijk aspect. City Marketing moesten we op afstand hebben, want in nauwe samenwerking moet naar een goede afstemming worden gezocht. Wij zijn geen voorstander ervan dat verantwoordelijkheden van diverse organisaties onder de noemer van stadsstijl verhaspeld worden, want de gemeente Lelystad is niet dezelfde als Wageningen University Research, en Flevoland Toerisme is geen gemeente Lelystad. Wij zijn heel benieuwd naar de criteria voor die afstemming en wanneer dat met de raad gedeeld wordt.
2011
N 139
Dan blijft nog over de kwestie geld. Opnieuw een voorbeeld. TNT-busjes zijn wit met een sticker. Dat is de goedkoopste oplossing. Sticker eraf, wagen is neutraal. Sticker erop en het is een TNT-wagen. Stickers kosten geld. Het wagenpark van de gemeente is divers. Worden die wagens omgestickerd of stijgen de kosten voor het leasen van het wagenpark, omdat de productie van de stickers en het monteren van die stickers worden meegeleast en verdwijnen als kostenpost? Het bedrukken van de binnenkant van een envelop is altijd goed voor zo’n 15% kostenverhoging. Een logo vervangen kost altijd geld. Ik heb een vraag gesteld over de businesscase en ik ben niet veel wijzer geworden. Het antwoord is: budgetneutraal. Dat kan niet, want er worden kosten gemaakt. Ik heb sterk de ndruk dat de kostenplaatstoewijzingen nadere informatie nodig hebben. Volgens D66 is deze raad medeverantwoordelijk voor de identiteit en dus huisstijl van de gemeente. Wij willen graag dat de raad inzicht en zeggenschap krijgt in verantwoordelijkheden en taken van de gemeente waar deze die van CML raken. Daar hoort een duidelijk omschreven rol van huisstijl bij. Dat is extra belangrijk omdat wij blij zijn dat City Marketing gelukkig de weg naar de markt lijkt te vinden. Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Ik zoek in het betoog van de heer Schot waar ik het beste kan aansluiten, welke vragen er precies gesteld zijn. Misschien kan ik dat het beste langs twee wegen doen. Ik snap het onderscheid tussen huisstijl, stadsstijl en City Marketing. Wat er gebeurd is, is dat er een stadsstijl ontwikkeld is - en dat noemen we nadrukkelijk stadsstijl, voordat we in de definitiekwestie terecht komen - om helder te maken dat we graag willen dat er een soort rode draad loopt door de uitingen die verschillende partners bij City Marketing doen. Laat ik een voorbeeld noemen. Van Campen Aluminium, een gerespecteerd bedrijf hier, gebruikt ook dat logo’tje en heeft dat geïntegreerd in zijn huisstijl. Dus de stadsstijl zou elementen moeten opleveren waarvan je als je dat ziet denkt: aha, dat is Lelystad. Zo heeft de gemeente gedacht op het moment dat er een aantal nieuwe drukken nodig waren: zouden wij niet moeten kijken, ook op basis van het advies van Gray, of we daar waar City Marketing haar partners oproept om elementen te gaan gebruiken in hun eigen huisstijl, daarin meedoen en het goede voorbeeld geven. Er is gekozen om niet een heel duur uitbestedingstraject te lopen, maar om aan onze eigen DTP-afdeling te vragen: kun je dat integreren? Dat betekent als de enveloppen op zijn, dat we nieuwe enveloppen gaan drukken. Dat betekent als er een wagenpark vernieuwd moet worden en aangepast en er toch iets opgezet moet worden, dat we op dat moment daarop de nieuwe huisstijl zetten. Wat ik met de heer Schot eens ben, is dat we misschien wat te intuïtief en te enthousiast gedacht hebben: het is budgettair neutraal, we vragen er geen extra geld voor aan de raad, u kunt in de jaarrekening controleren dat dat ook zo is, het is een principe dat eerder besproken is geweest, want dat principe is wel degelijk aan de orde geweest bij discussies over het strategisch marketingplan, en we opereren zo mooi in lijn met wat een aantal andere partners ook doen. Dat wordt dan ervaren als: dit is wel een heel nieuwe huisstijl, hadden we daar niet als raad bij betrokken moeten zijn. Het college heeft de vorige keer al aangegeven: dat is nu achteraf gebeurd en dat is niet goed. Daarvoor heeft het college ook de vorige keer al excuses gemaakt. Op uw hele betoog kan mijn antwoord alleen maar zijn: wat we proberen is in de lijn van Gray een element wat ook gebruikt wordt voor City Marketing als een rode draad te gaan gebruiken. Vandaar dat we gekozen hebben voor deze gefaseerde introductie en opbouw. De heer Schot: Dank u wel voor dit antwoord. Blijft recht overeind staan dat het gebruik van beeldmerken verwarring kan creëren. Juist heldere communicatie en
2011
N 140
uniciteit is daarin sturend. Als Van Campen dezelfde beeldtaal gaat hanteren als andere partners en dat een rechte afgeleide is van zaken als van een gemeente, dan lijkt me dat een open deur voor verwarring. En of dat nu alleen in een beeldmerk is, het lijkt me zeer verwarrend en zeer onwenselijk. Wethouder Fackeldey: Dan heeft de heer Schot mij niet goed begrepen. Ik heb niet beweerd dat alle bedrijven in Lelystad hetzelfde briefpapier gaan gebruiken. Dat zou verwarrend zijn. Wat ik beweerd heb is: een element, in dit geval dat blauwe logo’tje, wordt op verschillende manieren geïntegreerd in de huisstijlen van verschillende andere partijen. Dat kan zijn in een voetnoot, Lelystad geeft lucht, naast het eigen logo en de eigen uitingen. Dat hebben we bij de gemeente ook geprobeerd. Absoluut moet post van de gemeente herkenbaar zijn als niet afkomstig van een of ander marketingbureau, hoe goed ook bedoeld, maar afkomstig van de gemeente Lelystad. Dat is ook gebeurd, want aan de binnenkant van de envelop zie je ons gemeentewapen gestileerd terug. Wij denken dat we twee dingen bereikt hebben. Onze huisstijl is weer eens geüpdate, wat opgefrist, wat aangepast aan een moderne en jonge uitstraling die we als stad toch willen hebben. Anderzijds hebben we een goede combinatie gemaakt met elementen uit de beeldtaal die ook beschikbaar wordt gesteld door City Marketing aan andere partners. Wij hebben niet het gevoel, maar we zullen dat zeker zorgvuldig monitoren, dat dat zou kunnen leiden tot verwarring. Als u het briefpapier van Van Campen en van de gemeente naast elkaar ziet, is volstrekt helder wat van wie afkomstig is. Het is natuurlijk niet hetzelfde papier. We hebben alleen getracht een element daaruit te gebruiken. De heer Schot: Ik heb ook vragen gesteld over de financiering ervan. Er wordt aangegeven dat het kostenneutraal is. Ik heb aangegeven dat een aantal zaken geld kosten, dat deze niet kostenneutraal te maken zijn en gevraagd hoe ze dan zijn verrekend en hoe de kostenplaatstoewijzing is gegaan. De voorzitter: Daar kan ik iets over zeggen. Zoals we ook hebben geantwoord in de brief van het college richting uw fractie en het afschrift naar de gemeenteraad, de kosten zijn budgettair neutraal verlopen. Wat er wel aankomt, en dat geldt voor alle gemeenten in Nederland, is dat we één telefoonnummer gaan krijgen. Dat is verplicht. Daar moet een wijziging worden doorgevoerd en dat kan in één adem, omdat we toch al voor die kosten stonden. Daar loopt iedere gemeente tegenaan, dat is landelijk geregeld. Voor kennisgeving aangenomen.
6.
Beantwoording verzoek om inlichtingen (art. 40 RvO) van de fractie van het CDA inzake reacties op het concept-ontwerpbestemmingsplan De Groene Velden (stuk nr. B11-11356) De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Ik wil het college danken voor de verstrekte informatie. Voor kennisgeving aangenomen.
7.
Mededelingen Er zijn geen mededelingen.
2011
8.
N 141
Vaststelling A-stukken a.
Voorstel tot het vaststellen van de Verordening op het innemen van ligplaats en het gebruik van de Bataviahaven 2011 (stuk nr. B11-11163)
Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten.
b.
Voorstel tot vaststelling van de Verordening bezwaarschriften 2011 (stuk nr. B1007552)
Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten.
B-stukken: 9.
Voorstel tot benoeming lid Regionale Programmaraad Zuid Oost Flevoland (stuk nr. B10-09777) De voorzitter: In het stembureau vraag ik mevrouw Van Rijnsoever en de heer Kok. Ik geef het woord aan mevrouw Van Rijnsoever voor het bekendmaken van de uitslag. Mevrouw Van Rijnsoever: Mevrouw de voorzitter. Er zijn 35 geldige stemmen uitgebracht, waarvan 34 voor en 1 tegen. De voorzitter: Dank u wel. Dan ontsla ik u van deze zware taak en is hierbij de heer Pronk benoemd door onze raad.
10.
Voorstel tot vaststelling van de Verordening duurzaamheidsleningen gemeente Lelystad 2011 (stuk nr. B10-09134) Mevrouw Van der Hoek: Mevrouw de voorzitter. Wij willen eerst aangeven dat wij blij zijn met de verordening voor duurzaamheidsleningen. Waar wij niet blij mee zijn in deze verordening, is dat er een bepaalde groep inwoners wordt uitgesloten. Dat zijn de inwoners met een woning die jonger is dan uit 1995. Ik zal toelichten waarom wij daar niet achter kunnen staan. Het doel van de duurzaamheidslening, dat staat heel duidelijk in het besluit, is het verduurzamen van de woningen; energie besparen, inwoners van Lelystad bewust maken van zuinig omgaan met energie. Wij vinden in de basis dat je niet een deel van de inwoners van Lelystad kunt uitsluiten van het gebruikmaken van het financiële instrument dat wij aanbieden. In dit geval sluiten wij een deel van de inwoners uit. Wij vinden dat sowieso in de basis oneerlijk en verkeerd. Wij vinden ook, dat het technisch gezien geen hout snijdt dat je woningen uitsluit die jonger zijn dan 1995. We weten allemaal dat er wettelijk gezien een isolatiewaarde van toepassing is van 2,5; dat is algemeen bekend. Wat ook wel wordt aangegeven, en dat is met name in de bouwwereld bekend, is dat deze waarde niet meer voldoet. Het is een minimale waarde en duidelijk is aangetoond dat deze niet voldoet en dat er nog heel veel energie verloren gaat. Het is ook duidelijk dat in de ons omringende landen de waarden veel hoger liggen, de wettelijke eisen zijn daar veel hoger.
2011
N 142
Opdrachtgevers in Nederland geven aan: wij willen RC-waarden hebben, isolatiewaarden, van 3, 4 soms wel 5. Dus zij zien wel in dat de isolatiewaarde van 2.5 niet voldoende is. Het blijkt ook in de ons omringende landen. Duitsland bijvoorbeeld heeft een wettelijke eis van 4. Wij zullen als Nederland daarin meegaan. Er gaan al geluiden op dat wij waarschijnlijk tegen het eind van dit jaar de isolatiewaarden gaan verhogen, dus dat we de eis strakker gaan stellen. Wat betekent dat? Dat betekent dat alle woningen niet meer zullen voldoen aan de isolatiewaarde. Dat zal ook gelden voor het overgrote deel van de woningen die gebouwd zijn na 1995. Ik durf te beweren dat het misschien wel alle woningen zijn van na 1995. Dat betekent dat zij niet meer voldoen aan de RC-waarde. Dat heeft negatieve invloed op het energielabel van de betreffende woning, dat heeft negatieve invloed op de waarde van die woningen en negatieve invloed op de verkoopbaarheid van die woningen. Ik vind dat je mensen die in die woningen wonen, ook de inwoners van Lelystad, als zij bewust zijn van de duurzaamheid en besparende maatregelen willen nemen, de gelegenheid moet geven door middel van het financiële instrument. Vandaar dat wij zeggen: prima, deze verordening, maar sluit geen groepen uit. Het is sowieso aan de basis verkeerd. Laat het van toepassing zijn voor alle inwoners van Lelystad, want dat is wel zo eerlijk. Wij hebben hiervoor een amendement en dat zullen wij indienen. Amendement 1 De fractie van Bindend Lokaal stelt het volgende amendement voor: "Het voorgestelde besluit als volgt te wijzigen: De verordening SVn duurzaamheidsleningen particuliere eigenaar en Duurzaamheidsleningen VvE gemeente Lelystad 2011 als volgt aan te passen: Artikel 2 Toepassingsbereik Artikel 2a en 2b te laten luiden: "2 a) Bestaande woningen in de gemeente Lelystad die geschikt en bestemd zijn voor permanente bewoning; 2 b) Bestaande appartementengebouwen in de gemeente Lelystad die geschikt en bestemd zijn voor permanente bewoning.” Artikel 11 f) komt te vervallen.” Toelichting: De wettelijke eis voor thermische isolatie is momenteel een minimale Rc-waarde van 2.5 M2 K/W. Aangetoond is dat dit niet voldoende is en dat veel energie verloren gaat. Dit blijkt ook uit het feit dat steeds vaker opdrachtgevers waarden van 3, 4 of zelfs 5 eisen. In de ons omringende landen worden ook al hogere eisen gesteld. In Duitsland is een Rc-waarde van 4 nu al de overheidsnorm bij nieuwbouw. In Nederland gaat het ook die kant op. Het ziet er naar uit dat aan het eind van dit jaar de eis naar boven wordt bijgesteld. Dat betekent dat het overgrote deel van de woningen niet meer voldoet aan de wettelijke eisen. En dit zal dan weer negatief van invloed zijn op het energielabel. Dit heeft uiteraard gevolgen voor de waarde en verkoopbaarheid van de woning. En dit betreft dus niet alleen woningen waarvan de bouwvergunning is verleend voor 1-1-1995. De heer Hers: Mevrouw de voorzitter. Ik denk dat het ontzettend leuk is dat we een pot van € 1,2 miljoen kunnen besteden om een aantal bewoners in Lelystad in staat te stellen om veel efficiënter met energie om te gaan. In dat verband sluiten we ons aan bij de norm van voor 1995, simpelweg omdat voor 1995 de meeste efficiëntiewinst is te behalen. Dus we vinden die grens van 1995 in dat verband heel logisch, ook al omdat als we naar het totaalbedrag kijken, er tussen de 80 en 480 leningen kunnen worden verstrekt. Hoe dan ook, het is maar een heel beperkte groep die hiervoor in aanmerking kan komen. Vanuit dat licht bezien willen we dat het daar terechtkomt waar het het meeste effect sorteert. Oftewel, die mensen die op zichzelf
2011
N 143
naar onze verwachting de meeste moeite zouden hebben om vanuit hun eigen financiën zelfstandig dat soort investeringen te plegen. Dat gezegd hebbende, hebben we met een groot aantal partijen besloten om een amendement in te dienen, dat de eigenaren die daarvoor in aanmerking komen begrenst tot woningen of appartementen die een waarde hebben die niet meer is dan 80% van de NVH, oftewel € 280.000, om ervoor te zorgen dat we zeker weten dat leningen zoveel mogelijk terecht kunnen komen bij die bewoners waarvan we verwachten dat zij de meeste moeite zouden hebben om dat zelf te regelen. Daarnaast is er een tweede punt. De ondergrens van de leningen is € 2.500, het maximum is € 15.000. Echter, er wordt ten aanzien van de Vereniging van Eigenaren aangegeven, dat de minimale som altijd € 15.000 zou moeten betreffen. Dat zou dus een afwijking betekenen voor VvE’s met minder dan 6 appartementen. Even los van in hoeverre we Verenigingen van Eigenaren hebben van appartementsrechten in Lelystad van minder dan 6 appartementen, is daar een ongelijkheid en daarom stellen we voor dat een leningsdeel altijd minimaal € 2.500 zal moeten zijn ongeacht het aantal appartementsrechten dat onder een VvE valt. Daartoe dient een groot aantal partijen een amendement in. Amendement 2 De fracties van VVD, InwonersPartij, PvdA, D66, GroenLinks, CDA en Christenunie stellen het volgende amendement voor: "Het voorgestelde besluit als volgt te wijzigen: De verordening SVn Duurzaamheidsleningen gemeente Lelystad 2011 als volgt aan te passen: Artikel 2a en 2b te laten luiden: "2a) Bestaande woningen in de gemeente Lelystad die geschikt en bestemd zijn voor permanente bewoning en waarvan de bouwvergunning is verleend voor 01.01.1995 en de waarde conform de laatste onherroepelijk vastgestelde WOZbeschikking niet meer bedraagt dan 80% van de maximale hypotheeksom waarvoor Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen zich bij afgifte van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) borg kan stellen; 2b) Bestaande appartementengebouwen in de gemeente Lelystad die geschikt en bestemd zijn voor permanente bewoning en waarvan de bouwvergunning is verleend voor 01.01.1995 en de waarde van de individuele appartementen gemiddeld conform de laatste onherroepelijk vastgestelde WOZ-beschikking niet meer bedraagt dan 80% van de maximale hypotheeksom waarvoor Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen zich bij afgifte van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) borg kan stellen;” Artikel 6 "Kenmerken van de duurzaamheidslening VvE”, lid 2 te laten luiden: "In afwijking van het lid 1 van dit artikel bedraagt de hoofdsom van de duurzaamheidslening VvE minimaal € 2.500 (inclusief btw) per woning/appartement en in totaal maximaal € 100.000 (inclusief btw).” Toelichting: 1. De betreffende bepaling heeft als doel te borgen dat de duurzaamheidleningen zoveel mogelijk worden verstrekt aan zij die niet of moeilijker geacht worden via reguliere financiële instellingen een lening voor het doen van uitgaven voor het treffen van duurzaamheidmaatregelen, te kunnen aantrekken. Door het stellen van de genoemde grens (heden € 280.000) zijnde 80% van de huidige NHG grens van € 350.000 blijft de duurzaamheidlening binnen het bereik van het grootste deel van het bestand aan woning/appartementeigenaren, maar wordt voorkomen dat zij waarvoor de voorziening naar waarschijnlijkheid niet bedoeld is, hier wel voor in aanmerking komen.
2011
N 144
Indien omstandigheden naar het oordeel van het college aanpassing van de gestelde grens in de verordening in de toekomst noodzakelijk maakt, kan zij dit middels een kort voorstel aan de raad ter besluitvorming voorleggen. 2. Het wordt wenselijk geacht individuele woningeigenaren en eigenaren van appartementen zoveel mogelijk gelijk te behandelen, ook al betekent dit dat de relatieve uitvoeringskosten van de regeling per appartement bij een VvE met een gering aantal appartementen per toe te kennen lening(deel) hoger kunnen zijn. De heer Brouwer: Ik heb een tweetal vragen aan de heer Hers. De eerste vraag: waarom denkt u dat mensen die in een woning wonen met een WOZ-waarde tot maximaal € 280.000 meer moeite zullen hebben om zelf aan dat geld te komen? De heer Hers: Wat ik heb aangegeven is dat we slechts een heel beperkt aantal leningen zullen kunnen verstrekken. Dan ligt het voor de hand om die leningen toe te kennen daar waar je verwacht dat de sociaal-economische positie het minst is. Als we kijken naar het rentepercentage dat hier wordt gerekend, dan praten we over óf het 10-jaars tarief van SVn óf het 15-jaars tarief van SVn minus 3%. Ik heb het nog even nagekeken, dat komt dan uit onder de streep tussen de 2,4 en 2,9%, oftewel heel erg goedkoop geld. Dat grote goedkope geld willen we laten terechtkomen bij die mensen die daar het meeste aan hebben. Dan denk ik dat we mogen verwachten, als we kijken naar de woningen met een lagere waarde, dat daar in de meeste gevallen de mensen zitten die het minst in staat zijn om via het reguliere bancaire circuit dat soort gelden aan te trekken. De heer Brouwer: Dat vind ik interessant. Ik zou meer willen kijken richting de leninglast ten opzichte van de waarde van de woning, want het kan best zo zijn dat iemand in een huis van € 1 miljoen woont en daar een hypotheek op heeft van € 1,2 miljoen. Die kan dat geld zelf niet financieren, terwijl iemand in een woning van € 2 ton daarop misschien wel een overwaarde heeft van € 1 ton. Maar dit terzijde. Een tweede vraag die ik heb. U hebt het over rendement. Denkt u niet dat op een groter huis meer rendement gehaald zal worden? Immers, de lening is gemaximeerd. In een woning die drie keer zo groot is, wordt er drie keer zoveel rendement gehaald met hetzelfde geld. De heer Hers: Ik denk dat we kunnen vermoeden dat iemand die in een heel duur huis woont en een duurzaamheidsinvestering kan plegen die hem zijn geld ruimschoots oplevert, waarschijnlijk zeer goed in staat zal zijn om dat geld aan te trekken. Dus we mogen bijna vermoeden dat die mensen die investering ook wel zullen plegen. We willen dat de 80 tot 480 leningen die kunnen worden verstrekt met name bij de meest voor de hand liggende doelgroep terechtkomt. Dat is het punt. De heer Brouwer: De antwoorden zijn helder, echter niet tevreden stemmend. Maar daar heb je politiek voor, dat je het af en toe niet met elkaar eens kunt zijn. Mevrouw de voorzitter. Als ik kijk naar de achtergrond van het besluit dat we voor ons hebben liggen, dan komt dit voort uit motie 18 die we tijdens de programmabegroting hebben behandeld. Het grote doel daarin is burgers te informeren over de mogelijkheden om duurzame energie op te wekken en met name om initiatieven van bedrijven en particulieren te ondersteunen. Wij zijn de mening toegedaan dat je dat niet doet door bepaalde inkomensgroepen of een groep mensen die een WOZwaarde hebben boven een bepaalde waarde, uit te sluiten. Zoiets moet voor iedereen toegankelijk zijn. Daarom zullen wij het amendement niet steunen. We staan wel achter het voorstel.
2011
N 145
De heer Van den Brink: Mevrouw de voorzitter. Ik heb niet zoveel te zeggen, want ik heb in het korte debatje tussen de heer Hers en de heer Brouwer al wat extra argumenten gehoord. Ik heb niets toe te voegen aan het betoog van de heer Hers. Onze inbreng is verwerkt in het amendement. Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. Ik ben al zeer content dat de raad de vorige keer heeft ingestemd met het omzetten van de starterslening naar de duurzaamheidslening. Hiermee hebben we aan de voorwaarde voldaan dat we oud beleid hebben ingeruild voor nieuw beleid. Ik voel dat er groot draagvlak is met betrekking tot de uiteindelijke uitvoering van deze regeling. Dank daarvoor. Het is een keuze van de raad ten gunste van welke doelgroepen u deze lening wilt laten komen en welke doelgroepen u daarmee automatisch uitsluit. De duurzaamheidslening zoals het college daar in eerste aanleg tegenaan keek, staat open voor alle inwoners die in aanmerking komen conform de verordening. Op de verordening dient u een amendement in om zeer legitieme redenen, zoals de heer Hers zegt: we betrekken graag de sociaal-economische positie van mensen daarbij, zodat het bij die mensen terechtkomt die daaraan het meeste behoefte zouden kunnen hebben maar die je daarmee ook nog verleidt buiten de sociale situatie waarin ze zitten, om toch die inspanning te verrichten, toch die lening te aanvaarden, en mee te helpen om aan onze klimaatdoelstellingen te voldoen. In het preadvies van het college zou ik zeggen dat het college geen probleem heeft met het amendement van de VVD. Wat meer moeite heeft het college met het amendement van Bindend Lokaal, al begrijp ik de intentie die u uitspreekt. We sluiten met deze verordening vooral geen jongeren uit. Dat is ook geenszins de bedoeling geweest. We sluiten woningen uit. De heer Hers heeft zojuist keurig uitgelegd waarom we de keuze hebben gemaakt voor woningen van voor 1995 en dat daar het meeste rendement is te behalen. Het amendement is een amendement op artikel 2 met dezelfde leden. Ik heb u zojuist al gezegd hoe het preadvies van het college daaromtrent luidt. In de wijziging in het amendement van artikel 6 kan het college zich vinden. In tweede termijn De heer Van der Herberg: Mevrouw de voorzitter. De PvdA heeft waardering voor dit voorstel. Wij zullen daar dan ook graag mee instemmen. We hebben ook veel waardering voor het amendement van de VVD. Ik hoef aan de woorden van de heer Hers niet heel veel meer toe te voegen, behalve even herhalen wat ik in de oordeelvormende sessie al heb gezegd: ik zou willen dat ik dit zelf bedacht had. Dus de complimenten daarvoor. Het amendement van Bindend Lokaal is een ander verhaal. Dat kennen wij nu 5 minuten en wij hebben daar wat moeite mee. Het liefst zouden we natuurlijk voor alle inwoners van Lelystad een duurzamere woning stimuleren, maar daar hebben we het geld niet voor. Dus moet je keuzes maken. Die keuzes kunnen wij maken, of overlaten aan de inwoners van Lelystad met: wie het eerst komt, het eerst maalt. We hebben een bepaald doel met dit geld, dat heeft de heer Hers ook al gezegd, en dat doel wordt naar onze mening het beste beantwoord door vooral op de oudere woningen te richten, want daar is de winst in duurzaamheid die je haalt per geïnvesteerde euro groter dan bij modernere woningen. Dus in die zin zouden we dit amendement niet willen steunen. Wij zouden Bindend Lokaal willen voorleggen, dat de voorganger van deze regeling, de starterslening, ook maar een beperkte doelgroep had, namelijk woningen met een maximale waarde van ongeveer € 180.000. U kunt nu wel zeggen: wij willen dat alle woningen voor dit geld in
2011
N 146
aanmerking komen, maar ook in het verleden hebben we keuzes gemaakt. Wij vinden het prima, samen met de VVD, om dit te blijven doen. Het geld moet daar geïnvesteerd worden waar het het meeste rendement oplevert. Mevrouw Van der Hoek: Ik wil even reageren op de heer Van der Herberg. Ik vind dit het vergelijken van appels met peren. Het doel is hier om de woningen te verduurzamen. Wij bieden daarvoor een financieel instrument aan. Ik vind dat je in de basis daarin geen ongelijkheid kunt hebben. Het is helemaal niet aangetoond dat woningen uit 2000 beter geïsoleerd zijn of betere ketels hebben dan woningen uit 1994. Dus wij vinden dat je alle inwoners van Lelystad dat instrument moet aanbieden. Het technische verhaal dat ik heb aangegeven: het blijkt dat als de isolatiewaarden worden aangepast, er veel meer woningen niet meer voldoen aan die eisen. De mensen die in die woningen wonen en graag energiebesparende maatregelen willen treffen, moet je die gelegenheid geven. We zijn van mening dat het amendement van de VVD ook aan de basis niet eerlijk is. Mensen hebben misschien net met pijn en moeite een hypotheek kunnen regelen voor een woning met een waarde van € 285.000. De hypotheekverstrekking wordt steeds strenger. Als u gisteren het nieuws hebt gevolgd, het wordt alleen nog maar strenger. Als deze mensen duurzame maatregelen willen gaan treffen, waarom zouden zij dan niet in aanmerking mogen komen voor dat financiële instrument? Dus daarom vind ik sowieso een grens in de basis niet goed. Deze grens is bovendien erg laag, dus daar kunnen we sowieso niet mee instemmen. Dit doe je voor alle inwoners van Lelystad. De heer Van der Herberg: Een heel korte reactie, want wij zullen het niet eens worden, dat kunnen we hier wel constateren. Ik vraag me dan wel af hoe de voorgaande partijen van Bindend Lokaal ooit in het verleden met de starterslening hebben kunnen instemmen, want als er iets gericht was op een beperkte doelgroep dan was het de starterslening wel, gericht op de sociale koopmarkt. Dat is blijkbaar een voortschrijdend inzicht dat wij niet volgen. Mevrouw Van der Hoek: Het blijft een ander onderwerp. Het doel is hier verduurzamen van Lelystad. De inwoners ervan bewust maken hoe belangrijk duurzaamheid is. Dat is totaal iets anders dan de starters op de woningmarkt gaan helpen. Dat blijft appels met peren vergelijken. Het doel is hier duurzaamheid. We willen verduurzamen, we willen energie besparen en als we heel ver gaan willen we dat voor toekomstige generaties doen. Daar gaat het hier om en dan willen we dat alle inwoners eraan kunnen meedoen. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. De SP constateert dat in alle voorliggende jaren de gegeven subsidie, ook vanuit het Rijk, altijd gebonden was aan het behalen van een bepaald rendement en woningen van voor 1985, of woningen van voor 1980. Er zat altijd een ‘maar’ aan, want we hebben niet onbeperkt geld. Als wij meer geld zouden hebben, dan zouden we die regeling kunnen verruimen. Maar als we dat geld niet hebben en we hebben maar een heel beperkt budget beschikbaar hiervoor - laten we wel wezen, het zijn niet zo heel veel woningen die hiervoor in aanmerking kunnen komen - laten we het geld dan daar inzetten, waar het het meeste rendement behaalt. De SP zal instemmen met het besluit en daaraan voorafgaand het amendement van de VVD en andere partijen en zal tegen het amendement van Bindend Lokaal stemmen, want daar hebben we eenvoudig het geld niet voor en we willen het hoogste rendement behalen uit dat geld dat we investeren. Mevrouw Van der Hoek: Een korte reactie. Er wordt door diverse mensen gezegd: laten we het daar inzetten waar het meeste rendement te halen is. Ik denk dat dat technisch niet waar is. Het is natuurlijk afhankelijk van wat voor maatregelen de
2011
N 147
betreffende inwoner neemt. Het kan best zijn dat iemand met een woning uit 1997 betere maatregelen neemt om de energiebesparing te regelen en iemand met een woning uit 1993 dat op een andere manier oppakt. Het is dus helemaal niet zeker dat je het meeste rendement haalt bij de woningen ouder dan 1995. Technisch klopt dat niet. De heer Van den Heuvel: Hierop nog even reagerend. 1 januari 1995 is als datum genomen in deze verordening, omdat er toen een andere bouwverordening ontstond met betrekking tot isolatie. De woningen die opgeleverd zijn na 1 januari 1995 hebben een hogere isolatiewaarde dan de woningen daarvoor. Ik kan me voorstellen, ik heb zelf een woning uit 1985, dat het mij welkom zou zijn, want die woningen werden toen gebouwd met enkel glas boven en werden met eenvoudig dubbelglas beneden uitgevoerd. Dus iemand die investeert in zo’n woning alleen al aan dubbelglas, wat tegenwoordig A-plusplus is, haalt rendement en haalt veel meer rendement dan iemand met een woning uit 1995 die zijn glas gaat vervangen. De voorzitter: Ik denk dat we het zo voldoende hebben besproken. Ik ga over tot stemming over de amendementen. Ik begin met het amendement van Bindend Lokaal, want dat is het meest vergaand. Met het voorstel voor het toepassingsbereik bij artikel 2, onderdelen 2a en 2b, wordt ook artikel 11 van de verordening gewijzigd. Amendement 1 De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Christenunie, CDA, D66, GroenLinks en SP stemmen tegen het amendement. De fracties van Bindend Lokaal en Trots stemmen voor het amendement. Met 30 stemmen tegen en 5 stemmen voor wordt amendement 1 verworpen. Amendement 2 De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Christenunie, CDA, D66, GroenLinks en SP stemmen voor het amendement. De fracties van Bindend Lokaal en Trots stemmen tegen het amendement. Met 30 stemmen voor en 5 stemmen tegen wordt amendement 2 aangenomen. De voorzitter: Ik breng het totale voorstel in stemming. De heer Brouwer: Mevrouw de voorzitter, ik zou graag een stemverklaring willen afgeven. In principe is het voorstel goed, de duurzaamheidsdoelstelling onderschrijven wij, maar een van de principes van onze partij is: niemand voortrekken, niemand uitsluiten. Dat uitsluiten gebeurt wel in het huidige voorstel en daarom zullen wij tegenstemmen. Het voorgestelde besluit, waarvan amendement 2 onderdeel uitmaakt, wordt aangenomen, met de aantekening dat de fracties van Bindend Lokaal en Trots geacht worden tegen het voorstel te hebben gestemd.
11.
Voorstel tot aanpassing pakket individuele Wmo-voorzieningen (stuk nr. B10-08913) Amendementen en moties Amendement 1 De fracties van GroenLinks en CDA stellen het volgende amendement voor: "Besluiten 1.1.c, d en e, herinvoering van het primaat van verhuizen: Dit besluit te laten vervallen.”
2011
N 148
Toelichting: - Het primaat van verhuizen is op 1 maart 2006 afgeschaft met als reden "dat deze bepaling leidde tot de ongewenste situatie dat veel woonproblemen onopgelost bleven.” De wens om in de oude woning te blijven was blijkbaar aanleiding om de beperkingen van een onvoldoende aangepaste woning op de koop toe te nemen. - Het collegebeleid is erop gericht om mensen meer gebruik te laten maken van hulp vanuit de directe omgeving. Gedwongen verhuizing kan leiden tot vermindering van de hulp vanuit de directe omgeving en daardoor mogelijk tot een toename van het beroep op professionele hulp. - Behoud van sociaal netwerk kan van groot belang zijn voor de maatschappelijke participatie van iemand met een beperking. - Wij erkennen dat verhuizing naar een aangepaste woning in andere gevallen wel tot verbetering van de participatiemogelijkheden kan leiden. De verplichting door invoering van het primaat achten wij echter ongewenst. - Handhaving van een verhuiskostenvergoeding zou kunnen fungeren als stimulans om toch te verhuizen naar een aangepaste woning. Amendement 2 De fracties van Trots, PvdA, VVD, InwonersPartij, D66 en GroenLinks stellen het volgende amendement voor: "Onder 1.1 bij Herinvoeren van het primaat van verhuizen de punten c. en d. samen te voegen tot een nieuwe punt c. met de tekst: "de tegemoetkoming voor woningaanpassing aan personen die op grond van de indicatie voor die woningaanpassing in aanmerking komen, te maximeren tot € 10.000” en punt e. te wijzigen in d.” Toelichting: De keuze voor de leeftijdsgrens van 67 jaar kent onvoldoende onderbouwing en heeft leeftijddiscriminerende aspecten. Een bedrag voor woningaanpassing van € 10.000 zal in de meeste gevallen voldoende zijn. Mocht dat onverhoopt toch niet het geval zijn, dan voorziet 1.1.d in de nodige suppletie. Amendement 3 De fracties van GroenLinks, VVD, InwonersPartij, PvdA en SP stellen het volgende amendement voor: "Besluit 1.1.a te laten vervallen Besluit 1.1.b de verhuiskosten die op grond van de indicatie verhuizen voor inwoners met een inkomen tussen 120% en 150% * worden vergoed, te verminderen met 2% voor elk procent waarmee het inkomen de 120% grens overschrijdt.” Toelichting: - Het college geeft de voorkeur aan verhuizen naar een aangepaste woning boven het aanpassen van de oude woning. - Het ontbreken van een verhuiskostenvergoeding, zeker voor mensen met een laag inkomen, kan leiden tot ongewenste situaties doordat men niet de financiële ruimte heeft om te verhuizen. Een bescheiden verhuisvergoeding (nu € 2800) kan de doorstroom naar een aangepaste woning bevorderen. - Inkomen: Het inkomen is het inkomensgegeven bedoeld in artikel 21, onderdeel e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, over het peiljaar. Voorbeeld berekening: Inkomen is € 30.000, toetsinkomen is € 24.000 Inkomen is € 6000 boven toetsinkomen, de verhuiskostenvergoeding wordt verminderd met 25 x 2% = 50%
2011
-
N 149
Hiermee wordt voorkomen dat inwoners met een inkomen net boven het minimum geen enkele aanspraak meer op een vergoeding zouden kunnen maken.
Amendement 4 De fracties van PvdA, Bindend Lokaal, VVD, GroenLinks, SP, Trots, ChristenUnie, CDA en InwonersPartij stellen het volgende amendement voor: "Aan het voorgesteld besluit punt 1.2 f en 1.2 g toevoegen: "met de mogelijkheid van gespreide betaling.””
D66,
Amendement 5 De fracties van PvdA, GroenLinks, SP, Trots, D66, ChristenUnie, CDA en Bindend Lokaal stellen het volgende amendement voor: "Bij het voorgesteld besluit: - punt 1.3 tekst onder kopje ‘Huishoudelijke hulp’ vervalt. - toevoegen: "Er wordt niet gekort op geïndiceerde uren huishoudelijke hulp” - punt 2: € 500.000 wordt € 913.000 - punt 3 vervalt” Amendement 6 De fracties van GroenLinks, CDA, SP en InwonersPartij stellen het volgende amendement voor: "Besluit 1.1.e wachttijd toevoegen: "of een half jaar wanneer de ernst van de beperking dusdanig is, dat de primaire woonfuncties zoals bezoek aan toilet of badkamer niet meer mogelijk zijn.”” Toelichting: Het oorspronkelijke primaat van verhuizen dat in 2006 is geschrapt, ging uit van een zoekperiode van een half jaar. Het college stelt dat er meer aangepaste woningen beschikbaar zijn dan in het verleden. Desondanks is de zoekperiode verlengd. Wanneer de ernst van de beperking dusdanig is, dat normale zaken zoals bezoek aan badkamer of toilet niet meer mogelijk zijn, kan het moeten leven in een onaangepaste woning gedurende maximaal één jaar (exclusief de tijd die nodig is voor de uiteindelijke aanpassing) als zeer onwenselijk beschouwd worden. Amendement 7 De fracties van D66, CDA en InwonersPartij stellen het volgende amendement voor: "Bij besluitpunt 1.2 vervoersvoorzieningen, verhogen tarieven regiotaxi, na de punten d. en e. toe te voegen: "f. gedurende kantooruren een telefonische klachtenlijn in te stellen.” (en de nummering aan te passen van het bestaande 1.2 f. en verder)” Toelichting: Klagen is complex gezien de vele partners in de keten; bij wie klaag je als klant: chauffeur, gemeente, provincie? Ook het fysiek indienen van de klacht is moeilijk. De doelgroep is vaak geen schrijver of vechter meer. De telefoon is makkelijker, veel makkelijker. Klachten geven een goed inzicht in de kwaliteit van de geleverde dienstverlening. En houden ketenpartners scherp over eigen taken en verantwoordelijkheden, en die van de andere partij in de keten. Verwacht mag worden dat de tevredenheid over de geleverde dienstverlening stijgt. Immers, klachtenafhandeling is een gebruikelijk onderdeel van de dienstverlening.
2011
Slim inkopen van kwaliteitsmonitor.
N 150
Lelystad
dus.
De
klanten
worden
onderdeel
van
de
Motie 1 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 22 maart 2011 Overwegende dat: - zelfwerkzaamheid en eigen verantwoordelijkheid voor het inrichten van de persoonlijke leef- en woonomstandigheden van belang zijn; - maatwerk leidt tot tevredenheid; - tevredenheid stijgt bij eigen inbreng. Constaterend dat: - succes van de ‘Alfacheques’ in andere gemeenten aanwijsbaar en structureel wordt genoemd; - het PGB middels cheques een optie kan zijn die naast bestaande regelingen kan worden ingevoerd. Verzoekt het college: De Alfacheque voor PGB te activeren en actief als optie in te voeren in het Wmoverstrekkingenpakket ten behoeve van Huishoudelijke Verzorging. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 1 is ingediend door de fracties van D66, InwonersPartij, CDA en VVD) Toelichting Alfacheque: In het concept van de Alfacheque voert een uitvoerende organisatie, bijvoorbeeld een BV die onder een werkvoorzieningschap ressorteert, de kassiersfunctie (salarisbetaling) en de bemiddelingsfunctie (matching van vraag en aanbod) uit zonder als werkgever op te treden. Dit levert voor de klant, voor de Alfahulp en voor de gemeente voordelen op. Door lagere overheadkosten kan per zorguur zo’n € 6 worden bespaard. Beleidsmatig gezien beidt de Alfacheque diverse mogelijkheden voor een integrale aanpak (Wmo, reïntegratie WWB, SW). De voordelen van de Alfacheque op een rij: - Regie bij de klant - Flexibel, eenvoudig en veilig - Voor gemeenten, klanten en Alfahulpen financieel aantrekkelijk Motie 2 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 22 maart 2011 Constaterende dat: - het met het oog op de vergrijzende bevolking van Lelystad en het daardoor stijgende aantal inwoners dat een beroep zal doen op een Wmo-voorziening van groot belang is de gehele procesgang daarvan efficiënt en effectief aan te pakken; - de indicering in een toenemend aantal gemeenten in eigen regie wordt gedaan. Overwegende dat: - het in eigen regie indiceren de grootste garantie biedt voor ‘maatwerk’ per cliënt; - deze werkwijze kan leiden tot lagere Wmo-kosten; - het onderbrengen van een ‘eigen’ indicatie-unit bij b.v. De Brede Welzijnsinstelling een reële mogelijkheid is. Draagt het college op: een voorstel tot het in eigen regie nemen van de indicatiestelling aan de raad voor te leggen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 2 is ingediend door de fracties van InwonersPartij, VVD, SP, D66 en Trots)
2011
N 151
De heer Raijmakers: Mevrouw de voorzitter. Bij dezen dienen wij een amendement in gezamenlijk met de InwonersPartij, PvdA, VVD, GroenLinks en D66 betreffende het primaat van verhuizen, 1.1 onder c. en d. Wij zijn van mening dat er geen leeftijdsgrens mag worden opgenomen betreffende de woningaanpassingen. Omdat er toch bezuinigd moet worden, stellen wij voor om de maximale vergoeding voor alle personen met een indicatie te stellen op € 10.000. Uit de mail van de griffie naar aanleiding van een vraag uit de laatste BOB-sessie blijkt, dat dit bedrag zeker toereikend is voor de meest gevraagde aanpassing, namelijk een traplift. De duurste lift komt namelijk op ongeveer € 7.000. Door deze verandering in het besluit kunnen nu ook personen van 67 jaar en ouder boven komen met de lift en hoeft deze niet wegens geldgebrek halverwege te stoppen. Mocht u het op prijs stellen dan lees ik het amendement voor. Mocht dit in verband met de tijd en de vele amendementen en moties niet nodig zijn, daar eenieder deze al heeft, besluit ik mijn betoog. Mevrouw d’Arnaud: Mevrouw de voorzitter. Hoe handhaaf je effectief sociaal beleid in een tijd van economische recessie en teruglopende rijksbudgetten? Drie beeldvormende sessies, een lang uur oordeelvormende sessie, het oordeel van de Cliëntenraad hebben we gevraagd en nog waren we niet uitgediscussieerd. De PvdA heeft vanaf het eerste moment gezegd dat wij niet willen korten op de indicering van de huishoudelijke hulp. Handen af van de huishoudelijke hulp was en is ons credo. Wij zijn heel blij dat heel veel fracties dat met ons eens zijn. Samen met de ChristenUnie, CDA, Bindend Lokaal, Trots, SP, GroenLinks en D66 dienen wij hiervoor een amendement in. Niet korten op de huishoudelijke hulp betekent wel dat je het geld ergens anders vandaan moet halen. Het gaat hier om € 413.000 en dat is een hoop geld. De PvdA heeft in de afgelopen jaren steeds gehamerd op forse bezuinigingen. Dat hebben we niet gedaan omdat we dat zo leuk vinden, maar wel om geld vrij te spelen voor nu en in de toekomst om goed sociaal beleid te kunnen handhaven en te kunnen veiligstellen. De forse verhoging van de leges voor de invalidenparkeerkaart en plaats kunnen wij alleen ondersteunen als er in termijnen wordt betaald. Hiervoor dienen wij een amendement in dat unaniem wordt ondersteund. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. Allereerst onze complimenten voor deze nota. We komen niet vaak een nota tegen die zo overzichtelijk is neergezet. De bezuinigingen op de Wmo zien wij al enige tijd aankomen. Leidend voor GroenLinks zijn acceptabele Wmo-voorzieningen en niet het bedrag dat bezuinigd moet worden. Bij bezuinigingen mag de pijn niet eenzijdig bij bepaalde groepen worden neergelegd. Graag betrekken we bij die afweging alle gemeentelijke budgetten. Het grootste knelpunt zit voor ons bij het primaat van verhuizen. Door ook bij relatief kleine aanpassingen mensen een verhuisplicht op te leggen, kunnen schrijnende toestanden ontstaan. Er wordt voorbijgegaan aan het belang van sociale contacten in de buurt. Een sociaal netwerk bouw je niet makkelijk meer op zodra je aan huis gekluisterd bent. Oude buren verliezen de motivatie als ze de halve stad door moeten om een voormalige buurvrouw te helpen. Verhuizen naar een seniorenwoning kan een prima oplossing zijn, maar van een buurvrouw van 85 kun je nu eenmaal minder hulp verwachten dan van een buurvrouw van 55. Het risico bestaat dat mensen door verhuizing juist meer gebruik gaan maken van professionele hulp. Daarmee is het dus ook het belang van de gemeente. Het college stelt dat er genoeg aangepaste woningen zijn. Wij betwijfelen of die ook voldoende beschikbaar zijn en of dat ook geldt voor de verschillende prijsklassen, zeker nu er strikte inkomensgrenzen worden gehanteerd bij sociale huurwoningen. In Lelystad zijn veel van die huurappartementen bestemd voor 55-plussers. Volgt dus
2011
N 152
de vraag of er ook voldoende aangepaste woningen zijn voor jonggehandicapten. Als beste oplossing zien wij daarom het niet invoeren van het primaat van verhuizen in combinatie met een bescheiden verhuisvergoeding als stimulans. Naar de andere fracties toe wil ik eraan herinneren, dat wij in 2005 een motie hebben ingediend om het primaat te schrappen. Deze motie is destijds mede ingediend door de fracties van PvdA, CDA, InwonersPartij, D66 en Leefbaar Lelystad. Het verlies van sociaal netwerk was daarbij een van de constateringen. Misschien kan dat sommige partijen nog tot inkeer brengen. Wat ons verbaast is dat de wachttijd bij het primaat zelfs is verlengd tot één jaar. Wij hebben daar geen goede reden voor gekregen. Wij kunnen ons gemakkelijk situaties voorstellen waarbij die wachttijd tot voor Nederland onwaardige omstandigheden kan leiden, doordat men bijvoorbeeld een jaar lang niet fatsoenlijk onder de douche kan. Verkorten van de wachttijd is voor dergelijke gevallen een absolute noodzaak. Bij de vervoersvoorzieningen vinden wij de verhoging tot € 1,50 per rit fors. Wij vrezen dat mensen met een laag inkomen toch prioriteiten zullen gaan leggen en de leuke, gezellige dingen schrappen als er die maand veel noodzakelijke ritten gemaakt moeten worden. De zo gewenste participatie zal daardoor verminderen. Wij zijn blij dat de voltallige raad onze zorg deelt dat het forse bedrag voor een parkeervergunning in termijnen betaald moet worden. In de oordeelvormende sessie heeft GroenLinks al aangegeven dat een korting op de huishoudelijke hulp in onze ogen vooral de medewerkers van de thuiszorg zal treffen. Harder werken en minder verdienen. Daarnaast gaan wij ervan uit dat het aantal geïndiceerde uren juist is en niet te ruim wordt toegekend. Als wij daaraan twijfelen moet er iets in de indicatiestelling veranderen. Dan moet wel de behoefte van de cliënt bepalend zijn en niet de wens om te bezuinigen. Er moeten dan heldere criteria door de raad worden vastgesteld om tot een betere indicatiestelling te komen voor de cliënt. Een aantal van de hier gedane voorstellen zullen gevolgen hebben voor het budget. Het ‘betrokken alternatief’ heeft destijds voorstellen gedaan ter dekking van verwachte tekorten. Helaas zijn de coalitiepartijen daar in de meeste gevallen niet in meegegaan. Wel heeft de meerderheid zich in principe bereid verklaard om zo nodig eigen middelen in te zetten voor het Wmo-budget. Daarom zullen wij daarop in de kadernota nader terugkomen. We hebben dus drie amendementen, waarvan het amendement over het primaat van verhuizen het meest ver gaat. Ik neem dan ook aan dat deze als eerste in stemming wordt gebracht. Dit amendement is mede ondertekend door het CDA. De heer Schot: Mevrouw de voorzitter. Ook onze complimenten gaan uit naar de opstellers van het voorliggende besluit, want stoplichtprincipes, uiteenzettingen, overwegingen met Cliëntenraad en de manier waarop de Cliëntenraad gereageerd heeft en waarop weer snel is gereageerd tot en met vanmiddag, in de post de laatste details, ik vind het helemaal prachtig. Ik spreek namens onze gehele fractie. Dat houdt ons niet tegen om een amendement in te dienen. Dat gaat met name over de regiotaxi, erg belangrijk. We hebben begrepen van onze contacten met de Cliëntenraad dat het maken van klachten nogal lastig is. Er zijn mogelijkheden voor, maar we praten hier over een zeer bijzondere doelgroep en die vindt het moeilijk om te klagen. Aan de bestaande klachtenprocedure zitten veel haken en ogen. Wij dienen een amendement in om een eigen telefonische klachtenlijn in te stellen en deze goed te communiceren. Mevrouw Van Wageningen: Mag ik iets vragen aan de heer Schot? Betreft dit een klachtenlijn voor regiotaxi of voor alle klachten rond de Wmo?
2011
N 153
De heer Schot: Het gaat specifiek over de regiotaxi. De bestaande klachten zouden ingevuld kunnen worden op een formulier dat in de taxi ligt, maar dan krijg je de discussie: chauffeur, mag ik van u een klachtenformulier want ik ben niet tevreden. Bij oude gehandicapte mensen is dat toch vaak wat lastig. Er is een bestaand nummer, maar dat is lastig te vinden en het is ook niet helemaal helder aan de andere kant wie klaagt, of er al een formulier is. Wij vinden dat die keten doorbroken moet worden en een eigen initiatief nemen. Mevrouw Kreuger: Mag ik ook een vraag stellen? In het amendement staat: gedurende kantooruren een telefonische klachtenlijn in te stellen. Wie zou die klachtenlijn dan moeten bemannen volgens u? De heer Schot: Ik denk dat we dat bij de gemeente moeten doen. Mevrouw Kreuger: Op dit moment is die klachtenlijn er, van ’s morgens 8 tot ’s middags 5 uur, vijf dagen in de week bemand bij de provincie. Het enige probleem is dat dat nummer blijkbaar niet breed verspreid is. Ik denk dat je niet een andere klachtenlijn moet gaan optuigen, maar iets moet gaan doen aan het beter bekendmaken, bijvoorbeeld in een zorgcatalogus en in de gemeentegids, en dit nummer heel wijd verspreiden. De heer Schot: Ik ben het met u eens. Als het er is dan zou je het moeten doen. Klaarblijkelijk is de perceptie dat het er niet is. Het ligt bij de provincie en dat is een van de knelpunten. Ik denk dat we het naar binnen toe moeten halen, want we moeten het in eigen regie nemen. Mevrouw Kreuger: Nog even reageren. Ik heb hem vandaag gebeld en ik werd keurig te woord gestaan. Dus het probleem ligt echt bij het niet bekend zijn van het nummer. De heer Schot: Ik denk dat het probleem ook ligt bij de klagers die een totaal ander beeld hebben dan u bij het bellen van de lijn, dan wel dat zij de lijn niet kunnen vinden. Dus ik vind niet dat u de maatstaf moet zijn maar degenen die de klachten hebben. Mevrouw Kreuger: U zegt zelf: ze kunnen de lijn niet vinden. De heer Schot: Dat is dus het probleem. Daar moet je wat aan doen. Het probleem zit in de perceptie bij de gebruikers en daar moeten we het over hebben en niet of u de lijn weet te vinden. Mevrouw Van Rijnsoever: Mevrouw de voorzitter. Effectief sociaal beleid en geen lastenverzwaring voor de inwoners. Twee pijlers onder de coalitie. Maar ook gaten in de begroting; sommige voorzien en helaas ook sommige in het geheel niet voorzien. Aan financiële verrassingen geen gebrek. Als raad hebben we in feite niet eens een goed overzicht over onze financiële situatie; die zou moeten blijken bij de jaarrekening. Met die keiharde werkelijkheid in het achterhoofd moeten we vanavond besluiten over de verstrekkingen vanuit de Wmo en dat geeft een dubbel gevoel. Effectief sociaal beleid versus bezuinigingen, want die zijn onvermijdelijk. Er zijn grote tekorten in het huishoudboekje van de gemeente en we weten nog niet eens precies hoeveel. In zo’n situatie wordt besluiten nemen er niet gemakkelijker op. Wat betreft de Wmo-verstrekkingen. Het groen/oranje/rood schema van het college geeft duidelijk aan waar bezuinigingen het minst c.q. het meest zouden knellen. Wij hebben daar een goede leidraad aan gehad. De meeste voorstellen uit het besluit
2011
N 154
zullen vanavond door de raad worden gevolgd, of geamendeerd, maar op zo’n manier dat dat een verantwoorde invloed heeft op de financiën. Met één grote uitzondering: de huishoudelijk verzorging. Een Wmo-onderdeel waarop niet of nauwelijks grip te krijgen is, omdat hij geregeerd wordt door externe factoren zoals de vergrijzing. De HHV (huishoudelijke verzorging) is een kostenpost van formaat. Ook als we het voorstel tot bezuiniging op de huishoudelijke verzorging met 7,5% zouden volgen, resteren er tekorten die moeten worden aangezuiverd vanuit andere potjes en potten. Als we de bezuiniging van 7,5% niet overnemen, worden uiteraard de gaten nog groter. Dat voelt als een duivels dilemma. We hebben er geen oplossing voor, maar we moeten wel besluiten. Zonder meer de bezuiniging op de HHV afwijzen kan eigenlijk niet. We kunnen het ons niet permitteren. Wel bezuinigen geeft weer allerlei andere keuzeproblemen. Bij wie, wanneer, hoeveel? Overigens wil ik hier kwijt dat de Cliëntenraad Wmo zich wel zou kunnen vinden in een korting op de HHV. De InwonersPartij geeft het voordeel van de twijfel dan toch maar aan de inwoners die thuisverzorging nodig hebben. Voor alle duidelijkheid, dat betekent dat de InwonersPartij niet wil bezuinigen op de HHV, maar wat in de toekomst ligt weten we niet. Dus nu in ieder geval niet. We doen dat wel met schroom, omdat we vinden dat iedereen een beetje moet inleveren. De Wmo-cliënten maar ook degenen die de kosten van die voorzieningen moeten opbrengen, namelijk de werkende, dat heet tegenwoordig geloof ik de hard werkende, Lelystedeling. Sociaal zijn betekent sociaal zijn naar iedereen. Die laatste groep valt daar ook onder. Wij vinden dat je niet iets hoeft te mankeren om in Lelystad eerlijk behandeld te worden. Tot slot. Om toch te komen tot een zo zuinig mogelijke toekomst heeft de InwonersPartij gesteund door andere partijen in de vorige vergadering een amendement ingediend over fysieke kwaliteitscontrole. Dat, samen met een efficiëntere manier van indiceren, waarvoor wij in deze vergadering een motie indienen samen met een groot aantal andere partijen, zal hopelijk leiden tot enige financiële verlichting en in ieder geval tot meer maatwerk per cliënt. Ook haal ik nog één keer de Cliëntenraad aan die eveneens brood ziet in een andere, betere, dichter bij huis manier van indiceren. Mevrouw Van Wageningen: Mag ik iets vragen aan mevrouw Van Rijnsoever? Vindt u het geen probleem dat je dan in feite dubbele loketten krijgt, de Wmo en de AWBZ, en dat mensen twee loketten moeten bellen of vragen en dat het daardoor weer onduidelijk wordt? Nu is er één loket en is het misschien helderder. Volgens mij heb ik in een BOB-sessie gehoord dat deze oplossing bij voorbaat al duurder is. Als dat zo is, is het dan nog wel slim om dit helemaal te gaan uitzoeken? Mevrouw Van Rijnsoever: Ik wil niet overdrijven, maar een week of drie bellen naar ongeveer 15 gemeenten in Nederland, het opvragen van allerlei gegevens, heeft geresulteerd in de stellingname dat het niet duurder hoeft te zijn. Integendeel, het kan opleveren. Afgezien van het financiële aspect geeft het het aspect van maatwerk per cliënt, dus grotere tevredenheid, minder risico op over- of onderbesteding. De Cliëntenraad vindt dat ook. Er worden bij het CIZ ontzettend veel mankementen geconstateerd. Het dubbele loket waar u het over hebt. Het is soms kiezen of delen, maar het blijkt in de praktijk op te lossen, bijvoorbeeld door de indicatie die van de AWBZ af komt te bewaken, maar het weegt niet op tegen de nadelen van de situatie zoals het op dit moment gaat. Mevrouw Sparreboom: Ik wil hier even bij aanhaken. Uit onderzoek, en dan doel ik op de benchmark van de Wmo over 2010, is gebleken dat de kosten voor het verlenen van individuele voorzieningen in 2009 zijn gedaald. Als een van de oorzaken wordt
2011
N 155
aangegeven, dat steeds meer gemeenten zelf indiceren, waardoor de efficiëntie is toegenomen. De uitvoeringskosten over 2009 zijn ten opzichte van 2008 met 10% gedaald. Die besparing wordt gerealiseerd door het vervallen van invoerings- en herindicatiekosten. Er valt dus niet alleen te besparen op uitvoeringskosten, maar we denken ook dat de klanttevredenheid verder kan toenemen door zelf te indiceren. We verwachten namelijk dat er meer maatwerk kan worden geleverd en we verwachten zelfs dat we mogelijk kunnen besparen op uren huishoudelijke hulp. Mevrouw de voorzitter. Afnemende middelen en een toenemende behoefte, dat is het probleem waarop we met de behandeling van dit voorstel een antwoord proberen te geven. De behoefte laten afnemen is tot mislukken gedoemd, tenzij er maatregelen worden genomen om de doelgroep en masse naar een andere gemeente te laten vertrekken. Rest ons de mogelijkheid om het met de beschikbare middelen te doen, of het budget te verruimen. Het college legt ons een aantal mogelijkheden voor om het verstrekkingenpakket zo aan te passen, dat verruiming van het budget niet noodzakelijk zal zijn. Daarvoor verdient het college een pluim. De VVD kan met sommige van de voorstellen instemmen. Ten aanzien van een aantal voorstellen hebben we echter dusdanige bezwaren, dat we samen met andere partijen amendementen en moties indienen. Hierbij willen we onze verantwoordelijkheid om met de beschikbare middelen uit te komen niet uit de weg gaan, maar we vinden wel dat we volgens het compensatiebeginsel van de Wmo moeten blijven handelen. We vinden het niet juist om personen met een indicatie op grond van leeftijd uit te sluiten van een voorziening. Daarbij handelen we naar onze mening in strijd met de uitgangspunten van de Wmo. We ondersteunen daartoe twee amendementen. Met de voorstellen ten aanzien van de vervoersvoorzieningen kunnen we instemmen. Gezien de aanzienlijke verhoging van de leges, willen wij ook een mogelijkheid bieden om in gespreide termijnen te betalen. Dan de huishoudelijke hulp. Vooral de uitgaven van de huishoudelijke hulp nemen toe. Dat baart de VVD grote zorgen. Immers, gezien de bevolkingsprognoses zullen de uitgaven de komende jaren alleen maar verder blijven toenemen. Overigens vindt de VVD de huishoudelijke hulp een belangrijke voorziening, die goed moet worden uitgevoerd. Het kan immers het verschil betekenen tussen thuis kunnen blijven wonen en de opname in een verpleeg- of verzorgingshuis. In Lelystad heeft men ervoor gekozen om de indicatiestelling te laten uitvoeren door het CIZ, tegenwoordig de MO-zaak. Dit betekent dat op basis van objectieve criteria wordt beoordeeld hoeveel tijd het vraagt om beperkingen ten aanzien van het voeren van een huishouden te compenseren. Op basis van gestelde indicatie krijgen inwoners een beschikking en de gekozen leverancier een opdracht. Voor de VVD is het niet aanvaardbaar dat op reeds geïndiceerde uren wordt teruggekomen. Dit voorstel kunnen wij dus niet steunen. Zijn er andere mogelijkheden om binnen het budget te blijven? Er zijn gemeenten die hierin succesvol zijn door de indicering meer in eigen hand te nemen. Ook wordt in sommige gemeenten de Alfacheque ingevoerd om de PGB op een makkelijker en veiliger wijze mogelijk te maken. Invoeren van dergelijke maatregelen biedt op korte termijn echter geen enkele garantie op minder uitgaven huishoudelijke hulp. De VVD vindt het voorstel om niet te korten, van de PvdA, uiteraard sympathiek. Echter, op langere termijn niet geheel realistisch. Hoe gaan we ervoor zorgen dat we uitkomen met onze middelen voor de huishoudelijke hulp? Wat de VVD betreft zouden we onderzoek moeten doen naar de
2011
N 156
mogelijkheden om op langere termijn de zorgbehoefte en de beschikbare middelen beter op elkaar af te stemmen. De VVD vindt ook dat er wat voor te zeggen zou zijn om toch op korte termijn maatregelen te nemen. Een maatregel had bijvoorbeeld kunnen zijn om alleen op nieuwe en herindicaties vanaf bijvoorbeeld 1 juli 2011 eenmalig 7,5% te korten. Hierdoor was een ingroeimodel ontstaan, waarbij we geleidelijk de besparing van 7,5% hadden bereikt. Daar kiezen we niet voor, maar we hopen toch dat er binnen een redelijke termijn andere besparingsmogelijkheden gevonden kunnen worden. Het aandeel PGB is in Lelystad al jaren 20%. Wat de VVD betreft moeten pogingen om dit te laten toenemen worden opgepakt. De Alfacheque biedt hiervoor kansen. Op een gemakkelijke en veilige wijze krijgt de klant meer regie en meer keuzevrijheid om invulling te geven aan geïndiceerde hulp. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Complimenten aan het college voor wat betreft het stuk dat voor ons ligt. Wij zijn blij dat het er ligt, maar niet alles vinden we even goed. Wij zijn tevreden over datgene wat voor ons ligt, want dan kunnen we met elkaar kijken naar allerlei amendementen die het onderwerp kennelijk heeft opgeleverd. Met een prangende kwestie die vooral bij GroenLinks geopperd wordt, is Bindend Lokaal het pertinent oneens. Het gaat om het primaat van verhuizen. Wij volgen daarin het college en zeggen: als je mensen laat wonen in de woning en ze afhankelijk maakt van buren, dan ben je eigenlijk bezig met mensen afhankelijk maken en dat willen we niet. Mensen hebben recht op zaken, op hulp, en dan moeten ze dat ook krijgen. Die hulp moet dus niet afhankelijk zijn van het wel of niet geven aan het kind van de buurvrouw van voetbalplaatjes van Albert Heijn. Dat soort dingen gebeurt. De heg moet geknipt worden. Als je dit niet doet, kom ik morgen niet helpen. Daar willen we toch niet aan denken. Mensen die hulp nodig hebben moeten die hulp krijgen. Mensen die niet in hun woning kunnen blijven wonen omdat ze hulp nodig hebben, moeten kunnen verhuizen. Daarvoor is een verhuiskostenvergoeding nodig en die laat je niet afhankelijk worden van de buren. Een beter, efficiënter totaal van vervoer waar het gaat om mensen die gehandicapt zijn, daar staan wij achter. De minder snelle scootmobiel, ja. Een witte scootmobiel bij verzorgingshuizen is al efficiënt in sommige plaatsen in Nederland. Dat zal ons geld opleveren. En inderdaad, wij zijn het helemaal eens met: vraag maar geld voor de gehandicaptenparkeerkaart en -plaats, want dat is niet meer dan logisch. Dan als het gaat over de huishoudelijke hulp. Mensen hebben recht op de hulp die geïndiceerd is. Daar moet je niet op beknibbelen. Er zjn objectieve normen, die worden gecheckt. Als mensen voldoen aan datgene wat gevraagd wordt, dan hebben ze recht op die hulp. Dus daar moet niet op bezuinigd worden. Eén kreet van verongelijktheid. Inderdaad, effectief sociaal beleid is heel erg belangrijk. Zoals ik het nu hoor, heeft iedereen die gehandicapt is recht op effectief sociaal beleid, maar er is nog een heel grote groep van mensen die gelukkig niet gehandicapt is en ook recht heeft op een sociaal beleid. Daarmee hebben we straks bij de kadernota rekening te houden. De PvdA sprak vaker over effectief sociaal beleid en hier komt de aap uit de mouw. Belangrijk, ja, maar we moeten niet de andere groep van mensen buitensluiten. Daar moeten we straks bij de kadernota om denken. Mevrouw d’Arnaud: Het is toch niet zwart-wit, mijnheer Homan?
2011
N 157
De heer Homan: Ik wou maar zeggen, dat u dat niet te veel als vaandel voor uit moet dragen. Effectief sociaal beleid bij de Wmo, is dat van toepassing? Ja. Maar vergeet de andere groep van mensen niet. Mensen met een beperkt inkomen hebben recht op recreatie, enzovoort. De voorzitter: Uw tijd is om. Mevrouw Kreuger: Mag ik nog een vraag stellen aan de heer Homan? De voorzitter: Zijn tijd is om, maar u mag de vraag altijd stellen. Mevrouw Kreuger: Dan wil ik hem graag stellen. Bindend Lokaal is voor invoering van het primaat van verhuizen, begrijp ik. 30 jaar geleden was in Nederland het beleid dat ouderen beslist niet afhankelijk moesten zijn van buren en kinderen, enzovoort, en recht hadden op professionele hulp. Prima, zijn we helemaal voor. Maar de tijden zijn veranderd en we vinden nu dat mensen meer een beroep moeten doen op hun omgeving om op die manier de overheid te ontlasten. Zelfredzaamheid, het staat allemaal in het collegeprogramma. Dat kun je leuk vinden of niet, maar dat is wel een gegeven. Omdat dat het geval is, is het belangrijk dat mensen in sommige gevallen, niet in alle gevallen, kunnen blijven wonen in hun vertrouwde omgeving daar waar ze die hulp al hebben. Dat is waarom wij hebben gezegd: voor ons heeft het de voorkeur om het primaat van verhuizen niet in te voeren. Ik hoop dat u dat nog even in overweging neemt. Mevrouw Van Wageningen: Mag ik op de vraag van GroenLinks nog een opmerking naar GroenLinks maken? Ik zat na te denken over het primaat van verhuizen zoals u het uitlegt. Ik heb daar op de BOB-sessie nadrukkelijk naar gevraagd en toen heeft het college gezegd: wij bekijken dat per geval; als de situatie zoals u het zegt zich voordoet, dan kijken we daar scherp naar. k was daar tevreden mee, want ik vind er wel een redelijkheid in zitten. Als iemand zijn huis enorm moet aanpassen en dat wordt ontzettend duur en er is ergens een huis beschikbaar waar die aanpassingen zijn, dan vinden we toch dat we iemand kunnen vragen om te verhuizen door die omstandigheden. Tenzij er nadrukkelijk een sociaal vacuüm ontstaat. De wethouder heeft toen gezegd: daar kijken we naar en daar zullen we rekening mee houden. U draait het nu weer om en dat lijkt me qua bezuinigingen een probleem opleveren. Mevrouw Kreuger: Wij denken dat je dat beter kunt doen. Je mag dat verhuizen best stimuleren, maar als je dat alleen doet in het geval van knelpunten dan krijg je alleen de allerergste gevallen waarvoor dan een uitzondering gemaakt kan worden. Wij willen dat inderdaad iets ruimer trekken. Mensen die heel plezierig in een buurt wonen, mogen daar blijven wonen. Daarom zouden we dat primaat van verhuizen het liefst niet ingevoerd willen hebben. De voorzitter: Het woord is aan mevrouw Sparreboom. Mevrouw Sparreboom: Ik hield wel een gloedvol betoog voor de Alfacheque maar kwam tot de ontdekking dat de motie niet officieel was ingediend. Dat wil ik bij dezen doen, omdat mijn collega inmiddels over zijn tijd heen is. Dus de VVD dient hierbij mede namens D66, InwonersPartij en CDA de motie in met betrekking tot de Alfacheque. De heer Schot: Bij interruptie. Ik leefde in de veronderstelling dat we eerst de amendementen deden en daarna de moties.
2011
N 158
De voorzitter: Nee. Maar ook uw tijd is op, dus het is goed opgelost zo. Het gaat altijd in één keer; alleen de stemming is apart. Mevrouw Van Wageningen: Mevrouw de voorzitter. Er is al heel veel gezegd. Ik zal dat niet allemaal herhalen, maar ik zit wel met een dilemma. Ook deze week werden we weer opgeschrikt door bonussen bij banken, miljarden die maar op de plank liggen en makkelijk terugbetaald worden, een crisis waarin we zitten en bezuinigingen die de oorzaak daarvan zijn worden over de schutting van de gemeente gegooid en de Wmo moet daarvoor boeten. Ik weet dat dit college helemaal niet wil bezuinigen op de Wmo, omdat we niet willen korten op voorzieningen die nodig zijn voor de mensen in de stad die het moeilijk hebben. Ook de Christenunie betreurt het heel erg dat de bezuinigingen nodig zijn, maar de Christenunie is realist genoeg om te zien dat we niet anders kunnen. We hebben daar kritisch naar gekeken en hopen de schade zoveel mogelijk te beperken. Twee zaken zijn mede door ons ingediend. Dat is de parkeerkaart die fors duurder wordt. Als die in termijnen betaald kan worden, zal dat toch verlichting geven. Dat amendement hebben we samen met de PvdA en andere partijen ingediend. De huishoudelijke verzorging. Ook dat is een punt waarmee wij hebben geworsteld. Soms hoor je dat de huishoudelijke verzorging misschien minder kan, maar bij andere zaken denk je: het zou misschien wel wat meer kunnen zijn. Toendachten we: het is het meest objectief als de indicatie gedaan wordt door het CIZ. Er wordt vastgesteld hoeveel uren huishoudelijke verzorging er nodig is en op die uren hebben mensen dan ook recht. Het is vreemd dat je zegt: je hebt recht op een aantal uren huishoudelijke verzorging, en daar halen we een paar minuten vanaf. Dat is apart, dat is een kromme redenering, dus we hebben gezegd als fractie van de Christenunie: daar kunnen we niet achter staan; dat kunnen we niet doen. Vandaar dat wij dit amendement samen met de PvdA en vele andere partijen hebben ingediend. Mevrouw Kreuger van GroenLinks wees er al op, dat wij destijds bij ‘het betrokken alternatief’ aangegeven hebben dat we bereid zijn om voor de Wmo gelden vrij te maken die in feite in reservepotjes van bijvoorbeeld het Grondbedrijf zitten. Wij zullen die afweging opnieuw bij de nieuwe kadernota maken en kijken waar dan wel bezuinigingen mogelijk zijn. Dat ze nodig zijn, begrijpen wij als Christenunie natuurlijk ook. Het bevorderen van de persoonsgebonden budgetten. Ik heb al vaker aangegeven, ook in andere sessies, dat ik daar een warm voorstander van ben. Als dat met de Alfacheques gebeurt, ik meende dat dat al gebeurde maar als dat niet zo is, dan vinden we die motie goed. Als het al gebeurt, dan is het misschien nog niet zo bekend. Dan zou het belangrijk zijn om die Alfacheques wat meer onder de aandacht te brengen. Dus ook dat vinden we een motie die we van harte steunen. Dan hebben we nog wat problemen met het indiceren door de gemeente zelf, door de gemeente dat in eigen regie te laten nemen, omdat we bang zijn voor de objectiviteit. Dat baseer ik op een uitspraak van de VVD die werd gedaan over deze motie. De VVD zei als ik me goed herinner: als de criteria wat scherper moeten dan kan dat makkelijker georganiseerd worden als je de criteria en de indicatiestelling in eigen huis doet. Dat lijkt me nu juist een heel groot gevaar van deze motie, dat je in eigen huis zegt: we kunnen een beetje spelen met de hardheid van de criteria. De gemeente moet dat zelf bepalen. Dat lijkt me juist tegen deze motie pleiten. Mevrouw Sparreboom: Mag ik even reageren? Dat heb ik beslist niet gezegd. U verdraait mijn woorden. Ik heb gezegd: kan beter maatwerk geleverd worden. Dat is heel iets anders dan de manier waarop u het verwoordt.
2011
N 159
Mevrouw Van Wageningen: Ik heb het zo gehoord. Als dat niet zo is, dan ben ik er blij om dat de VVD er anders over denkt. De heer Bussink: Mevrouw de voorzitter. Allereerst de complimenten aan het college voor deze nota. Het is duidelijk en helder en in detail besproken in verschillende sessies. Niettemin heb ik een paar opmerkingen. Het CDA staat voor een verantwoordelijke samenleving, waar burgers die hulp behoeven op passende ondersteuning kunnen rekenen, opdat zij zo goed mogelijk kunnen meedoen in die samenleving. Goede Wmo-voorzieningen vindt het CDA daarom belangrijk. Dat hebben we in de verschillende sessies over de aanpassingen in het verstrekkingenpakket aangegeven. Het is al meerdere keren genoemd, mensen die geïndiceerd zijn voor een bepaald aantal uren huishoudelijke hulp willen we niet korten met 7,5%. De korting suggereert dat de indicatiestelling niet goed is. Dan denken we: als je dat vindt, dan moet je dat aan de voorkant oplossen. Zoals we vanavond al een paar keer gehoord hebben, de indicatiestelling kan mogelijk verbeterd worden door de indicatiestelling in eigen hand te nemen. In diverse gemeenten zijn daarmee positieve ervaringen opgedaan. Of, zoals een gemeente schrijft, het geeft de mogelijkheid om de vraag achter de vraag te ontdekken en maakt een betere afstemming mogelijk met het lokale zorgaanbod. Bijkomend voordeel is volgens onderzoek onder 170 gemeenten, dat er een kostenbesparing mogelijk is. Dus een betere indicering tegen lagere kosten. Wij zijn mede-indiener van een motie van de InwonersPartij om de indicatiestelling in eigen hand te nemen. Verder is het CDA voorstander van de Alfacheque. Dit levert een kostenvoordeel op, deels door minder overhead, maar ook belangrijk, de regie komt meer bij de klant te liggen en het is flexibel. We zijn mede-indiener van de motie die via de VVD namens D66 is ingediend. We zijn niet voor de herinvoering van het primaat van verhuizen. Dit is door de collega van GroenLinks uitvoerig toegelicht en dat ondersteunen wij van harte. We denken dat de mensen in hun eigen omgeving het beste tot hun recht komen en dat moet je zo lang mogelijk in stand houden. Daarnaast vinden we de wachttijd voor de aanpassing een punt van aandacht. Het amendement van de GroenLinks-fractie hebben we daartoe mede ondertekend. Onze reactie op de overige amendementen en moties zal blijken uit ons stemgedrag. Sommige van de amendementen en moties werken kostenverhogend, andere kunnen een besparing opleveren. De budgettaire consequenties van alle voorstellen en hoe we de kostenverhoging kunnen opvangen zien we terug bij de kadernota, maar dan ook in relatie tot diverse reserves die er mogelijk zijn. Dan zullen we de afweging opnieuw maken. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Een aantal jaren geleden stemde de SP van harte in met het vormen van een reserve Wmo, met de kanttekening dat wij toen in de gelukkige omstandigheid waren om dat te kunnen doen, dat wij toen geen afweging hoefden te maken en hoopten dat ook niet mee te maken. Toch komen we nu voor die afweging, want die reserve raakt leeg. In meerdere beeldvormende sessies en in een mooi, uitgebreid stoplichtdocument van het college, is ons goed helderheid gegeven in de consequenties hiervan. De SP heeft overwogen om vandaag een motie in te dienen om het kabinet op te roepen: stop hiermee, u hebt ons een regeling gegeven en u weet dat er vergrijzing is en u kort ieder jaar, dat kan niet, je kunt niet korten als je weet dat er wat komt. Het is niet eerlijk om dit kabinet dit aan te rekenen, want dit kabinet volgt eenvoudig de lijn van eerdere kabinetten die dit bedacht hebben en die waren ook anders van samenstelling. De SP heeft een flink aantal amendementen mede ingediend. Deze
2011
N 160
zijn inmiddels uitvoerig toegelicht. Ook mede een motie met als hoofdindiener de InwonersPartij. Het is met pijn in het hart dat wij moeten zorgen dat ons huishoudboekje lokaal op orde komt. In ieder geval zal de SP bij de fractie in de Tweede Kamer erop aandringen dat hierover weer een debat komt, want dit kan zo niet. Je kunt niet gemeenten regelingen laten uitvoeren en dan zeggen: u kunt dat vast wel goedkoper, efficiencykorting, en vervolgens ieder jaar het budget naar beneden stellen en uiteindelijk de gemeente in de problemen brengen hierdoor. Dat zullen wij aan de orde stellen bij onze Tweede Kamerfractie. Ik hoop dat andere partijen dit ook doen en voor zover ze geen Tweede Kamerfractie hebben, dit te doen bij die fractie die hun meeste sympathie heeft. Wethouder Jacobs: Mevrouw de voorzitter. Het college dankt de raad voor de complimenten. Wij zullen dat zeker doorgeven aan de ambtelijke organisatie. De positieve bijeenkomsten die wij met u hebben gehad tijdens de vele BOB-sessies kunnen wij alleen maar beschrijven als zijnde goede communicatie, goed uitwisselen van argumenten, goed luisteren naar elkaar. We hebben er als college alles aan gedaan om al uw detailvragen, tot het uitvoerigste niveau van het washandje, zo goed mogelijk te beantwoorden. Dus u bent ontzettend op de hoogte van alles wat er leeft om en rond de Wmo. Ik wil heel graag alle vragen en opmerkingen die gemaakt zijn vanavond beantwoorden door op de amendementen en moties per stuk direct in te gaan en daarna op nog drie kleine onderdelen die specifiek door u aan de orde zijn gesteld. Ik heb de amendementen en moties op dezelfde volgorde als waarin de voorzitter u het woord heeft gegeven. De eerste is van Trots, geen leeftijdsdiscriminatie en alle aanpassingen niet de differentiatie van € 5.000 en € 20.000 maar alles op € 10.000, omdat dan alles kan. Wij hebben dat gelezen. Ik heb gekeken naar de nummering die u hebt. In de laatste zin staat: Mocht dat onverhoopt toch niet het geval zijn, dan voorziet 1.1.d in de nodige suppletie. Die nummering moeten we aanpassen, anders komen we er niet meer uit, maar we denken allebei aan hetzelfde. Er staat wel in de uitwerking dat als dingen niet lukken, er altijd nog een aanpassing van een woning mogelijk is. Die clausule staat er duidelijk in. Twee amendementen waarover de PvdA het gehad heeft. De mogelijkheid van gespreide betaling. Het college wil u erop wijzen dat wij nu in de legesverordeningen nergens gespreide betalingen hebben. u moet dan denken aan bouwverordeningen of als iemand gaat trouwen, nergens is een gespreide betaling mogelijk. Het zal zeker leiden tot kostenverhoging. Wij brengen dat in beeld en nemen dat mee naar de kadernota, waar u over het totale budget besluit. Omdat het er niet is en er een verordening moet worden aangepast, zien wij dat het enige kostenverhoging met zich meebrengt. Het amendement omtrent de huishoudelijke verzorging, niet de € 500.000 maar deze op te plussen met € 413.000 uit het voorstel voor de € 913.000. Het college wil u meegeven dat u nu al een verregaande claim legt op de kadernota. Wij vinden dat onverstandig, maar het is uw afweging om dadelijk in de kadernota de dekking daarvoor aan te geven. Dan het amendement van GroenLinks mede ondertekend door het CDA; het primaat van verhuizen. Daar wil het college wat dieper op ingaan. We hebben vandaag nog een mail rondgestuurd, omdat wij vandaag zagen komen wat u als amendement zou indienen. Ik wil duidelijk ingaan op het half jaar en het jaar. Volgens u is het allemaal wat verslechterd, maar dat is niet zo. In de oude situatie was er geen maximale wachttijd, maar gold de regel dat er binnen een half jaar duidelijkheid moest zijn over de termijn waarop een geschikte woning kon worden aangeboden. Dus het was puur
2011
N 161
de termijn waarin nagedacht werd: wat kunnen wij gaan aanbieden. De feitelijke wachttijd kon veel langer zijn. Nu hebben wij gezegd: maximaal een jaar. Maar we hebben heel duidelijk gezegd: er is heel wat aanbod. U twijfelt aan de doorstroming. Ik kan u geruststellen dat die doorstroming er wel degelijk is. Ik zie dat om mij heen, dat gaat heel snel. Het punt is dat er veel meer woningen sinds 2005 zijn gebouwd juist voor de 55-plusgroep. Uw angst is als iemand desastreus invaliditeit heeft op wat voor moment dan ook. Dan gaan wij natuurlijk heel snel die dingen aanpassen, of heel snel voor een ander huis zorgen. Daar hoeft u niet bang voor te zijn. Het zou het college onwaardig zijn als we dan een procedure ingaan die te lang zou duren. Dan ga ik naar het amendement waar GroenLinks eveneens als eerste genoemd staat. Als het primaat van verhuizen blijft dan aan te geven: niet tot 120% van het inkomen maar te gaan in differentiatie van 120% tot 150% in de 2%-regeling. Ook dat biedt kostenverhoging. Wij gaan dat berekenen en doen dat voorstel bij de kadernota, waar u dat kunt meenemen in de brede afweging. Dan het amendement waar GroenLinks ook linksboven staat; de wachttijd voor de aangepaste woning. Dat heb ik zojuist uitgelegd naar aanleiding van de verhuizing. Het is zo dat als er een nare situatie is, wij altijd voor een oplossing gaan en daarop een traject uitzetten. Daar is ook de hardheidsclausule. Dan gaan we naar het amendement waar D66 links bovenaan staat; de telefonische klachtenlijn. Die hebben wij. Ik heb u gezegd bij de vaststelling van de Wmo-nota dat wij er alles aan doen bij de uitvoering om op het pasje dat de mensen hebben van de Regiotaxi het nummer van de klachtenlijn te laten drukken. Nu is het inderdaad zo dat mensen misschien schromen om een klachtenformulier te vragen in de taxi. Dat kan ik me best voorstellen. Daarom hebben wij gezegd: in de uitvoering gaan we daar zeer zorgvuldig mee om. We hebben ook bij de Wmo-nota aangegeven dat er nog wat schort aan informatievoorziening. Daarom zijn we alle uitwerkingen aan het opplussen. Ook dat hebben we u toegezegd en het is heel erg in beweging. Ik moet u eraan herinneren dat het wel een regionale voorziening is, dus de klachten moeten binnenkomen daar waar de regionale voorziening is en dat is bij de provincie. De klachtenlijn is echt open, van 08.00 tot 17.00 uur, maar het vinden van die klachtenlijn is lastig. Daarom zeggen wij: dat telefoonnummer moet op het pasje komen te staan. Korte lijn naar de mensen toe. Dan ga ik naar de moties. Als ik kijk naar de moties waarin aangegeven wordt: veel meer doen met PGB. Ook dat is in de Wmo-nota heel uitvoerig besproken. Wij vinden zelf ook dat dat absoluut verder moet worden opgeplust. Wij geven u aan dat het kan door middel van cheques, maar op dit moment hebben wij de Alfa-bemiddeling. Dit heb ik u uitgelegd tijdens de beeldvormende en oordeelvormende sessies. Wij stimuleren het, de variant die wij hebben is heel simpel: iemand vraagt een PGB aan, tekent een overeenkomst met de Alfa-bemiddeling en die regelt verder alles. Men regelt de afwikkeling van de rekeningen en alles voor degene die de PGBvoorziening aanvraagt. Dat is indertijd voortgekomen uit Icare. Dus dat hebben wij al. Dat kun je een cheque noemen, een regeling, maar in feite doen we het al. We hebben ook gezegd bij het vaststellen van de Wmo-nota dat wij dat aan alle kanten gaan opplussen in informatievoorziening. Dan kunnen we verder uitwerken wat daarbij de beste mogelijkheden zijn. Op de andere motie wil het college wat dieper ingaan; de indicatie naar zichzelf toetrekken. Als ik kijk naar de punten onder overwegende dat: - het in eigen regie indiceren de grootste garantie biedt voor ‘maatwerk’ per cliënt. Dat betekent dat de gemeente zelf dat maatwerk bepaalt.
2011
-
-
N 162
deze werkwijze kan leiden tot lagere Wmo-kosten. Dat hoeft niet. Er is een onderzoek, maar er zijn ook onderzoeken die uitwijzen dat het niet zo is. Dat is altijd zo bij onderzoeken die je laat doen. Daar kom ik zo meteen inhoudelijk op terug. het onderbrengen van een ‘eigen’ indicatie-unit bij b.v. De Brede Welzijnsinstelling een reële mogelijkheid is. Ik wil u erop wijzen dat op dit moment heel veel ouderenadviseurs rondlopen in de wijken.
De voorzitter: Wethouder Jacobs, u bent over tijd. Wethouder Jacobs: Ik wil nog één zin afronden. Het gaat erom dat je moet uitkijken dat je geen belangenbehartiger wordt en niet meer onafhankelijk bent in je indicatiestelling. Specifieke deskundigheid is heel erg belangrijk. Je hebt inhuur van artsen nodig, je moet goed kijken naar de kosten. Ik kan u verzekeren, we hebben met het CIZ tot en met het eind van dit jaar een overeenkomst, die ook nog een jaar verlengd kan worden. Het college hecht heel erg aan één loket AWBZ en CIZindicatie. Ten aanzien van de uitvoering hebben we heel veel afwegingen gemaakt ook in 2009. Het moet voldoen aan de eisen. Als u zegt: bij de Brede Welzijnsinstelling, dan wordt het een instelling met een waterhoofd waar ze allemaal expertise moeten inhuren, tot de artsen aan toe. Wij ontraden u deze motie. Wij willen u wel toezeggen, wat wij altijd doen bij iedere verlenging van de indicatiestelling, dat wij bij alle partijen waarmee wij gesproken hebben, u laten weten wat de afweging is geweest. Dat was het, mevrouw de voorzitter. De voorzitter: Dank u wel. Ik kijk even naar de raad. Dit onderwerp heeft al vele sessies ondergaan. Is er nu nog iets wat u absoluut kwijt wilt voor we tot stemming overgaan? Dat is niet het geval. Dan ga ik over tot de stemming. Amendement 1 De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Bindend Lokaal, Christenunie, D66, SP en Trots stemmen tegen het amendement. De fracties van CDA en GroenLinks stemmen voor het amendement. Met 31 stemmen tegen en 4 stemmen voor wordt amendement 1 verworpen. Amendement 2 wordt unaniem aangenomen. Amendement 3 De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Christenunie, CDA, D66, GroenLinks, SP en Trots stemmen voor het amendement. De fractie van Bindend Lokaal stemt tegen het amendement. Met 32 stemmen voor en 3 stemmen tegen wordt amendement 3 aangenomen. Amendement 4 wordt unaniem aangenomen. Amendement 5 Mevrouw Sparreboom: Mevrouw de voorzitter, ik wil graag een stemverklaring afleggen. We hebben al aangegeven dat we niet konden instemmen met de voorgestelde maatregel. We vinden dat we moeten blijven zoeken naar mogelijkheden om de middelen en de zorgbehoefte met elkaar in overeenstemming te brengen, maar we zullen dit voorstel steunen. Amendement 5 wordt unaniem aangenomen.
2011
N 163
Amendement 6 De fracties van InwonersPartij, Bindend Lokaal, ChristenUnie, CDA, GroenLinks, SP en Trots stemmen voor het amendement. De fracties van VVD, PvdA en D66 en stemmen tegen het voorstel. Met 19 stemmen voor en 16 stemmen tegen wordt amendement 6 aangenomen. Amendement 7 Mevrouw Van Rijnsoever: Mevrouw de voorzitter, mogen we twee minuten schorsen? De voorzitter: Dat mag. Beraadt u even een paar seconden. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. De heer Schot: Mevrouw de voorzitter. We trekken het amendement in. Amendement 7 is ingetrokken.
Het voorgestelde besluit, waarvan de amendementen 2, 3, 4, 5 en 6 onderdeel uitmaken, wordt unaniem aangenomen.
De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Zouden wij voordat de moties in stemming komen, kunnen schorsen? Wij willen nog even overleg hebben over één motie. De voorzitter: Dat kan net zo kort, denk ik. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Wij hebben even overleg gehad over een motie en dat zal zo meteen verder uit ons stemgedrag blijken. Motie 1 De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter, mag ik hierover een stemverklaring afgeven? De SP is niet voor meer marktwerking en je moet zorgvragenden niet opzadelen met extra werk. Wij zullen tegen deze motie stemmen. De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Bindend Lokaal, ChristenUnie, CDA, D66 en Trots stemmen voor de motie. De fracties van GroenLinks en SP stemmen tegen Met 31 stemmen voor en 4 stemmen tegen wordt motie 1 aangenomen. Motie 2 Mevrouw Sparreboom: We hebben goed naar de argumenten van het college geluisterd en zien op dit moment geen reden om de motie in te trekken. Wij zien dit voorstel in het kader van mogelijkheden om te komen tot besparingen op de huishoudelijke hulp en zouden dat graag meegenomen willen zien in een voorstel om daartoe te komen. Mevrouw Kreuger: Wij vinden het belangrijk dat de gemeente haar onafhankelijkheid behoudt in dit proces. Wij denken ook dat als je blijvend gebruikmaakt van het CIZ, wij als gemeente daaraan ook andere opdrachten kunnen geven, zodat de
2011
N 164
indicatiestelling door het CIZ beter aansluit op de wensen zoals wij hier vinden dat het zou moeten gebeuren. Wij stemmen tegen deze motie. De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, CDA, D66, SP en Trots stemmen voor de motie. De fracties van Bindend Lokaal, ChristenUnie en GroenLinks stemmen tegen de motie. Met 27 stemmen voor en 8 stemmen tegen wordt motie 2 aangenomen.
De voorzitter sluit de vergadering om 23.25 uur.
Vastgesteld op 19 april 2011.
De raad van de gemeente Lelystad, De voorzitter, De griffier,