Raad van Lelystad
C SC " 2012
N 138
NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op dinsdag 10 april 2012 om 21.00 uur in het Stadhuis van de gemeente Lelystad. Aanwezig zijn:
mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d’Arnaud-Appelo (PvdA), de heren P.L.W.J. Baaten (InwonersPartij) en J. van de Beek (PvdA), mevrouw D.B.J. Bergman (D66), de heren F. van den Brink (InwonersPartij), R.T. Brouwer (Lelystads Belang), D.W. Bussink (CDA), L.J.J. Caniels (CDA), S.G.J. van Erk (VVD), H.W. Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD) (vanaf 21.25 uur), E. van der Herberg (PvdA), E. Hers (VVD) en J.M. van den Heuvel (SP), mevrouw J.J.P. van der Hoek-Dubois (Bindend Lokaal), de heren C.J.J. Homan (Bindend Lokaal) en J.L. Jonker (VVD), mevrouw E.C. van der Kleij (PvdA), de heren H.P.M. van der Kolk (GroenLinks) en E.H.G. Marseille (VVD), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA), de heren S. Polman (Lijst Simon Polman), W.L.G. Raijmakers (Lelystads Belang) en S.M. de Reus (GroenLinks), mevrouw A.F.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), de heren J. Schoone (Bindend Lokaal) en P.A. Schot (D66), mevrouw K. Senf (InwonersPartij), de heren K.B.P. Slump (ChristenUnie) en H.P. Soomers (PvdA), mevrouw J.W. Sparreboom-van der Spoel (VVD), de heren C. van Veluwen (ChristenUnie) en B.E. Visscher (InwonersPartij) en mevrouw E. van Wageningen (ChristenUnie), leden van de raad; alsmede mevrouw M. Jacobs-Haagen en de heren Fackeldey, W. de Jager, en R. Luchtenveld, wethouders;
J.A.
en de heren N. Versteeg, gemeentesecretaris, en J. Woltjer, griffier. Afwezig zijn:
de heer M. El Mhassani (PvdA), lid van de raad; alsmede de heer W. Jansen, wethouder.
1.
2012
N 139
Agenda 1 Opening 2 Mondelinge vragen 3 Vaststelling agenda 4 Ingekomen stukken 5 Notulen van 13 maart 2012 6 Mededelingen 7 Beantwoording schriftelijke vragen van de InwonersPartij 8 Vaststelling A-stukken 8a Voorstel inzake Bereikbaarheid Zuidelijk Lelystad 8c Voorstel tijdelijke oversteek Oostranddreef 9 Voorstel inzake verklaring geen bedenkingen Zeeasterweg 19 10 Voorstel inzake Kadernota Veiligheid
N N N N N N N N N N N N
139 139 140 140 140 140 141 141 141 146 152 159
Opening De voorzitter: Dames en heren. Ik open de raadsvergadering. Bericht van verhindering is ontvangen van de heer El Mhassani en wethouder Jansen.
2.
Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen (art. 37 RvO) De heer Polman: Mevrouw de voorzitter. Het stadhuis is een veilige plek. Hier in het stadhuis zijn drie AED’s opgehangen. Dat is heel veilig. Maar op de derde verdieping kwam ik een AED tegen met een heel groot slot. Dat kan nooit de bedoeling zijn, want als iemand iets krijgt, moet je onmiddellijk dat ding kunnen gebruiken. De argumentatie was dat dit huis schijnbaar niet diefstalresistent is, want daarom zat dat grote slot erop. Dat vond ik wel heel gevaarlijk. Mijn vraag is: kan dat slot eraf? Wethouder Luchtenveld: Het lijkt mij dat het slot eraf kan. De voorzitter: Het komt voor elkaar. We trekken even na hoe of wat.
De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Wij lezen in de media dat van de week feestelijk een nieuwe fietsenstalling midden in het centrum wordt geopend, terwijl wij tegelijkertijd in de stukken van het college lezen, dat het fietsen in het centrum verboden wordt. Nu kan ik me geen Lelystedeling voorstellen die aan de rand van het centrum afstapt en dan met de fiets aan de hand naar de fietsenstalling in het centrum gaat lopen, dus ik begrijp iets niet. Misschien kunt u het me uitleggen. Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Het principe om fietsen in het Stadshart niet meer toe te staan, kan alleen maar als je voldoende fietsparkeerplaatsen hebt op een veilige en verantwoorde manier. Dit was een fietsparkeerplaats die we aangeboden kregen door de ontwikkelaar van het pand, die zei: ik wil daar een fietsenstalling realiseren. Natuurlijk zullen we moeten zorgen dat de aan- en afvoerroutes naar die fietsenstalling toe befietsbaar zijn. Daarom is u ook nog geen precies voorstel voorgelegd met waar je wel of niet mag fietsen, maar gaat de discussie over het principe al dan niet fietsen. De grap is wel, zou de discussie simpel zijn, dan zul je aan de rand maar ook in het centrum voldoende fietsenstallingsmogelijkheden moeten hebben.
2012 3.
N 140
Vaststelling agenda De voorzitter: Agendapunt 10 gaat eraf, want het raadsvoorstel dat aangepast moest worden, is nog niet tot u gekomen. Dat wordt volgende keer geagendeerd. Met inachtneming van bovengenoemde wijziging wordt de agenda vastgesteld.
4.
Ingekomen stukken (A12-03523) -1 Voor kennisgeving aangenomen. -2 Mevrouw Bergman: Mevrouw de voorzitter. Wij zouden graag een afschrift ontvangen van de brief die het college gaat schrijven naar de bewonerscommissie Hanzekade. Wethouder Fackeldey: Dat is prima. Ter afdoening in handen van het college gesteld; het antwoord wordt voor de raad ter inzage gelegd. -3 De heer Van Veluwen: Mevrouw de voorzitter. Ik wil ten aanzien van deze brief graag het antwoord van het college ontvangen, maar ik zou ook willen vragen of het college nog een voorstel doet. Wordt de APV hierop veranderd of moet de raad zelf het initiatief nemen? Als dat het geval is, weet ik in ieder geval wat ik moet doen, maar ik zou eigenlijk willen vragen: college, kom eens met een voorstel op dit punt. De voorzitter: Ik trek het even voor u na. U krijgt antwoord en als het moet leiden tot een aanpassing van de APV, dan pakken we dat op. Als het valt onder datgene wat in de Gemeentewet geregeld is over dieren, moeten we ook nog even kijken, maar ik beloof u dat u daar een helder antwoord op krijgt. Ter afdoening in handen van het college gesteld; het antwoord wordt voor de raad ter inzage gelegd. -4
De voorzitter: Het afdoeningsvoorstel is in handente stellen van het college. Dat is niet goed, het moet zijn in handen te stellen van de commissie van de bezwaarschriften. Hierbij zetten we dat even recht en zullen we daar zorg voor dragen. Ter afdoening in handen van de commissie van de bezwaarschriften gesteld.
-5
5.
Ter afdoening in handen van het college gesteld.
Notulen van de raadsvergadering van 13 maart 2012 De notulen van de op 13 maart 2012 gehouden openbare raadsvergadering worden conform ontwerp vastgesteld.
6.
Mededelingen Er zijn geen mededelingen.
2012
7.
N 141
Beantwoording schriftelijke vragen (art. 38 RvO) van de fractie van de InwonersPartij inzake Stadshart Mevrouw Van Rijnsoever: Mevrouw de voorzitter. Het college wordt bedankt voor de beantwoording. Voor kennisgeving aangenomen.
8.
Vaststelling A-stukken b.
Voorstel inzake bijdrage High Containment Unit (stuk nr. B11-18159)
Van de agenda afgehaald.
B-stukken: 8a.
Voorstel inzake Bereikbaarheid Zuidelijk Lelystad (stuk nr. B12-21559) De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Het college vraagt de raad voor te sorteren a raison van € 650.000. Daar blijft het niet bij, want het lijkt wel een Lehman Brothers voorstel: legt u € 650.000 neer, hebt u straks infrastructurele aanpassingen van € 10,1 miljoen. Het lijkt bijna te mooi om waar te zijn. Dat is het ook als wij kijken naar het voorstel, want daar wordt tevens een winstwaarschuwing gegeven, want die € 650.000 is een binnenkomertje. Voor de werkelijke maatregelen krijgen we een voorstel bij de kadernota en misschien voor de zomer de nota Bovenwijkse voorzieningen. Als wij in het huidige tijdsegment dat slot van die AED nu eens op het hek plaatsen van het Catshuis, dan denk ik dat we met dit voorstel wel wegkomen, maar als straks dat hek opengaat, kan de wereld er ineens heel anders uitzien. Dus de SP heeft daarop vooruitlopend een amendement gemaakt; aan het besluit een punt toe te voegen om indien de rijksbijdrage in het kader van Beter Benutten niet wordt verkregen, het gereserveerde bedrag van € 650.000 te reserveren voor een ongelijkvloerse oversteek over of onder de Oostranddreef in de nabijheid van de Nieuwe Waterweg. Nu zal de raad in zijn algemeenheid zeggen: dit is gokken. Inderdaad, maar dat is die € 650.000 nu ook in dit besluit, want in het onderliggende rapport dat geleid heeft tot dit voorliggende besluit, het rapport van Oranjewoud van 95 kantjes, staat heel veel, vele miljoenen. Bijpasses, het verwijderen van rotondes, het aanleggen van verkeersregelinstallaties en allerlei chirurgische ingrepen die wij ons momenteel niet kunnen veroorloven denk ik, hoewel in de BOB-sessie het college naar de SP toe aangaf: die € 650.000 is er gewoon, daar hoeven we verder niets voor te laten. Dan denk ik: we zitten toch wat ruimer in ’t vel dan we dachten. De SP dient dit amendement in en denkt hiermee ook een eventuele kans voor een volgend agendapunt iets dichterbij gebracht te hebben. Amendement SP De fractie van de SP stelt het volgende amendement voor: "Aan het besluit het volgende punt toe te voegen:
2012
N 142
"3. Indien de rijksbijdrage in het kader van Beter Benutten niet wordt verkregen, het gereserveerde bedrag van € 650.000 te reserveren voor een ongelijkvloerse oversteek over of onder de Oostranddreef in de nabijheid van de Nieuwe Waterweg.”” De voorzitter: Dank u wel. beraadslagingen.
Het amendement maakt onderdeel uit van de
De heer Gerritzen: Mag ik de SP een vraag stellen? Hoe komt u aan de opmerking dat we ruimer in het geld zouden zitten dan we dachten? Ik heb hem namelijk niet gehoord. De heer Van den Heuvel: Dat is een interpretatie van het antwoord van het college in de beeldvormende sessie, waar de SP heeft gevraagd: als wij die € 650.000 beschikbaar stellen, moeten wij daar dan ook iets voor laten. Daar werd ontkennend op geantwoord door het college. Dus die € 650.000 hebben wij blijkbaar gewoon. De heer Homan: Mijnheer van den Heuvel, wij hebben die € 650.000 te gebruiken om de drukte van de A6 richting Lelystad te verminderen. Het is daar erg druk. Als nu uw geval zich voordoet, dan begrijp ik dat de drukte van de A6 u worst zal zijn, om het maar plat te zeggen, en dat er een ongelijkvloerse oversteek moet komen nabij de Nieuwe Waterweg. Waar ligt nu de prioriteit? De mensen die in grote stromen de A6 niet af kunnen en Lelystad in willen, of mensen die al in Lelystad zijn en met die ongelijkvloerse kruising kunnen oversteken? Ik ben nieuwsgierig naar uw antwoord. De heer Van den Heuvel: In het voorliggende besluit is onder 2.2 - afgezien van de typfout, waarbij we een kruising Larserweg/Oostranddreef zouden hebben, dat zal moeten zijn Larserdreef/Oostranddreef, anders zouden we nog een brug moeten aanleggen van € 4,9 miljoen - een turborotonde voorzien, al dan niet met een fietstunnel want dat besluit krijgen wij nog voorgelegd. Maar in de onderliggende stukken die geleid hebben tot dit besluit, is over deze kruising niets terug te vinden. Wel over aansluiting Zuigerplasdreef, aansluiting Middendreef, bypasses, rotondes weghalen, verkeerslichten plaatsen, maar over deze plaats, 2.2 in dit besluit, is niets terug te vinden in het rapport van Oranjewoud. Bovendien. Stel dat dit ons wordt voorgelegd in de nota Bovenwijkse voorzieningen, om daar geld voor uit te trekken op die plaats, dan is daar geen ruimte voor een tijdelijke gelijkvloerse oversteek; fysiek onmogelijk. Dan zouden we die aanleggen voor twee jaar, want in Beter Benutten is het uitgangspunt: Beter Benutten ja, maar klaar voor 2015. Dat is één van de randvoorwaarden uit Beter Benutten. Is dat niet klaar voor 2015, dan wordt hij gewoon geschrapt. De heer Homan: Als ik goed luister dan komt toch het verhaal van de A6 niet terug. In het voorstel wordt voorgesteld € 650.000 te reserveren en niet meer dan dat. Het is een reservering. Ik heb het ambtelijk nagevraagd, ons wordt van alles en nog wat voorgelegd. Ik denk dat het verstandiger is als er iets voorligt, verschillende modellen en verschillende mogelijkheden om de druk te laten afnemen, dat je dan een goed oordeel kunt vellen en een goed besluit kunt nemen. U gaat nu als een hazewindhond voor de besluitvorming uit lopen en zeggen: laten we dat maar doen. Ik kan dat niet heel erg evenwichtig vinden. De heer Van den Heuvel: Waarschijnlijk is de heer Homan het wel eens met de SP dat als wij een ongelijkvloerse oversteek over de Oostranddreef maken, we de Oostranddreef 70 km/u kunnen houden en misschien op het stukje waar we nu doorlopend moeten afremmen voor wild overstekende voetgangers en fietsers gewoon 70 km/u kunnen blijven doorrijden.
2012
N 143
De heer Homan: Het lijkt wel een wildwestfilm. De voorzitter: Geen andere vragen meer vanuit de raad. De heer Soomers. De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Het Rijk moet een probleem oplossen rond de onveilige afslag van de A6 en wil dat probleem oplossen als wij daarbij helpen. Los van wat we daarvan vinden, moet het probleem inderdaad opgelost worden, dus met die aarzeling gaan wij akkoord met het ter beschikking stellen van € 650.000. Maar in de toelichting van het stuk staat nog steeds, dat feitelijke maatregelen wel eens zouden kunnen uitlopen tot € 1,1 of € 2,1 miljoen. Daarvan hebben wij in de beeldvormende sessie gezegd dat dat niet met ons bespreekbaar is. Het college heeft aangegeven dat signaal te begrijpen en daarnaar te kijken in de verdere uitwerking. Dat is ons te vaag. Wij vertrouwen de intenties van het college wel, maar wij willen hier vanuit onze kant wel duidelijkheid scheppen. Mevrouw de voorzitter, collega’s. Wij hebben geen cent te makken. Deze raad neemt voortdurend moedige beslissingen op het scherp van de sociale snede. Wij beslissen met elkaar over de parkeerexploitatie, over Vluchtelingenwerk, over noem maar op en leggen haarscherp de grens tussen effectief sociaal beleid en dingen die wel goed zijn maar misschien nu minder moeten. Dan kan het niet zo zijn dat we bij infrastructuur achteloos miljoenen rond blijven slingeren. Vandaar dat wij in een amendement vastleggen dat € 650.000 voor ons het maximum is. We leggen u dat graag ter besluitvorming voor. Amendement PvdA De fractie van de PvdA stelt het volgende amendement voor: "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 10 april 2012 gelezen het voorstel van het college “bereikbaarheid zuidelijk Lelystad” Besluit: Het volgende beslispunt toe te voegen: “3. Bij de uitwerking van de te kiezen maatregelen rekening te houden met een invulling binnen het maximumbudget van € 650.000.”” De voorzitter: Dank u wel. Maakt ook onderdeel uit van de beraadslagingen. Reacties vanuit de raad? Dat is niet het geval. Het college. Wethouder Luchtenveld: Mevrouw de voorzitter. Het college heeft aan beide amendementen geen behoefte. Waarom hebben wij geen behoefte aan beide amendementen? Op de eerste plaats het amendement van de SP. Dat gaat al uit van de mogelijkheid dat het Rijk eventueel het geld niet ter beschikking stelt. Wij hebben daar geen enkel signaal van. Niets is uitgesloten natuurlijk, maar het lijkt ons echt vooruitlopen op nog eventuele besluitvorming om nu al te gaan zeggen dat de bedragen van Beter Benutten, waarover wij met het Rijk nu afspraken maken en waarin de € 650.000 cofinanciering en € 350.000 van de provincie voorwaarde is, misschien niet tot stand komen. Dan nog is het de vraag of de vrijvallende € 650.000 in een afweging het beste zouden kunnen worden besteed aan een definitieve ongelijkvloerse oversteek. Dat is een discussie die alsdan gevoerd zou moeten worden maar die ik in ieder geval niet nu zou willen voeren op voorhand. Dan het amendement van de PvdA. We hebben in de vorige beeldvormende sessie duidelijk aangegeven dat we het signaal dat het veel soberder moet, dus niet een klein beetje soberder maar veel soberder dan de suggestie die daarin is gewekt dat je misschien bij een optimale oplossing wel zou kunnen denken aan een turborotonde en misschien zelfs een ongelijkvloerse fietsoversteek, duidelijk hebben begrepen. We
2012
N 144
hebben gezegd: dat hebben wij verstaan. We hebben ook toegezegd dat we terugkomen met de verschillende alternatieven om iets te doen aan de doorstroming op het lokale wegennet. Het rijkswegennet pakt het Rijk aan, de provinciale weg pakt de provincie aan en voor het lokale wegennet staat de gemeente aan de lat om iets te doen. We hebben goed begrepen dat u dat het liefst zo sober mogelijk wilt uitvoeren. We moeten kijken wat werkt, dat brengen wij in beeld en daar hangt dan een prijs aan. Nogmaals, vanuit de gedachte en het signaal begrepen hebbend dat dat sober moet, hebben wij gezegd: we komen met voorstellen bij u terug. Als het nu nog zo was dat het de bevoegdheid van het college zou zijn en u zou het alleen maar achteraf in informerende zin op tafel krijgen, dan zou ik me kunnen voorstellen dat u behoefte hebt aan het amendement om te zeggen: wij willen een heel duidelijk kader meegeven. Maar in dit geval hebben wij al toegezegd dat we met de voorstellen en de uitwerking en de alternatieve oplossingen richting gemeenteraad terugkomen en dat u daarvoor een budget ter beschikking zult moeten stellen. Dus wat dat betreft heb ik niet de behoefte aan dit amendement. Er gaat misschien ook in die zin een verkeerde werking vanuit richting Rijk alsof wij maatregelen misschien in deze tijd niet zo wenselijk en nodig vinden. Dat is zeker geen goed signaal naar het Rijk toe. Er móet iets gebeuren, gelet op de toename van het autoverkeer en gelet op de congestie die anders kan gaan optreden, maar het moet wel sober en voor zo min mogelijk middelen. Dat zullen wij ook ter harte nemen als wij de voorstellen aan u presenteren. In die zin achten wij het amendement overbodig. Tweede termijn De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Ik dank het college voor de reactie. Ik wil er nog heel kort op ingaan. Ik denk dat wij elkaar moeten beschermen tegen een onwenselijke ontwikkeling. U gaat uitwerken met het Rijk en met de provincie als partners en komt tot een uitwerking. Dan is het heel onverstandig om nu een weg in te slaan waarin de raad aan het einde alleen op financiële gronden die uitwerking zou moeten afwijzen en u weer helemaal opnieuw zou moeten beginnen. Daarom hechten wij eraan u een duidelijk kader mee te geven. Wethouder Luchtenveld: Nogmaals, ik denk dat wij die boodschap voldoende hebben verstaan. Het zou toch ook ongelukkig zijn als we uiteindelijk tot een goede oplossing komen die bijvoorbeeld € 7 ton zou kosten en dat we dan de discussie zouden krijgen: het is € 50.000 buiten het kader. Ik denk dat we bij dit soort oplossingen die voor lange termijn moeten functioneren, elkaar niet te veel aan banden zouden moeten leggen. De toezegging dat wij goed begrijpen wat de intentie is van dit amendement en dat we daar ook naar zullen handelen en dat als we meer willen, we tussentijds eventueel bij u terugkomen voordat we afspraken maken of principeafspraken met Rijk en provincie, zou voldoende moeten zijn en dat we nu niet een bedrag moeten fixeren op het toevallige maximum. Het is een minimumbijdrage en ook meteen een maximumbijdrage, dan zegt u dus in wezen: het moet € 650.000 kosten of minder, dan legt u er maar geld bij en als het voor € 4 ton klaar komt dan geeft u die andere € 2,5 ton maar in het budget aan het Rijk mee, maar dan doen we nog minder. Ik denk dat we met elkaar even goed op een rij moeten zetten wat aan sobere maatregelen toch de doorstroming kan bevorderen. Daarin zou ik graag enige vrijheid willen hebben zonder tot miljoeneninvesteringen te komen. De heer Gerritzen: Mevrouw de voorzitter. Ik zou graag in tweede termijn even willen reageren, ook op de twee amendementen als u het goedvindt. Ook de VVD-fractie is van mening dat er een oplossing moet komen voor de afwikkeling van het verkeer vanaf de A6, met name het oplossen van de problematiek die in de toekomst wellicht groter zal worden. Om die reden kunnen wij instemmen met het beschikbaar stellen van een bedrag van maximaal € 650.000. Ten aanzien van het amendement van de
2012
N 145
PvdA, om nu niet in te zetten op grote infrastructurele uitgaven, kan ik u zeggen dat de VVD-fractie de argumentatie die de PvdA daartoe heeft aangedragen, dat we nu scherp moeten letten op de keuzes die we maken, geheel kan ondersteunen. In die zin gaan wij daarop ook aansluiten. Ten aanzien van het amendement van de SP. Dat zullen wij niet gaan steunen. Het nu inzetten op een ongelijkvloerse oversteek voor een kleine groep vinden wij niet in verhouding staan tot de problematiek van de afwikkeling van het verkeer van de A6. Het ligt ook niet in lijn met wat ik heb gezegd over het amendement van de PvdA. Vandaar dat dit amendement van ons geen steun zal krijgen. De heer Van der Kolk: Mevrouw de voorzitter. Even een reactie op de twee amendementen die er liggen. Het amendement van de SP. Hoewel sympathiek, want wij hebben een ander amendement over de Oostranddreef, gaan we hem toch niet steunen omdat wij vinden dat het te beperkt is. We vinden dat je op voorhand je al vastlegt op dat ene viaduct, terwijl er veel meer knelpunten in de stad zijn die ook opgelost zouden moeten worden. Het amendement van de PvdA zullen we van harte steunen, want wij zijn ook ervoor om zo weinig mogelijk te investeren in grootschalige infrastructurele projecten die op dit moment financieel gezien eigenlijk onverantwoord zijn. De voorzitter: Niemand meer vanuit de raad. Dan gaan we over tot stemming. Ik begin met het amendement van de SP. De heer Soomers: Mag ik een stemverklaring afleggen? Wij delen de intentie van waaruit de SP dit amendement indient, alleen wij kunnen deze prioriteit van de bestemming van het eventuele geld nu niet delen, omdat we het niet kunnen afzetten tegen andere prioriteiten die binnen enkele weken wellicht tot ons komen. Daarom zullen we het amendement niet ondersteunen helaas. De heer Schot: Een stemverklaring. Wij hebben een probleem met zowel het voorstel als de amendementen, omdat de mobiliteit die zo belangrijk is voor Lelystad in stukken geknipt wordt en steeds gescheiden behandeld wordt. Wij begrijpen de intenties van dezen en genen, maar we zitten met elkaar te hakkentakken over bedragen, bedoelingen. Wij vinden dat het meer geïntegreerd behandeld moet worden, dus wij zullen tegen de amendementen en tegen het voorstel stemmen. Amendement SP De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Bindend Lokaal, ChristenUnie, CDA, D66, GroenLinks, Lelystads Belang en Lijst Simon Polman stemmen tegen het amendement. De fractie van de SP stemt voor het amendement. Met 33 stemmen tegen en 1 stem voor wordt het amendement verworpen. Amendement PvdA De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, ChristenUnie, CDA, GroenLinks, Lelystads Belang, SP en Lijst Simon Polman stemmen voor het amendement. De fracties van Bindend Lokaal en D66 stemmen tegen het amendement. Met 29 stemmen voor en 5 stemmen tegen wordt het amendement aangenomen. Het voorgestelde besluit, waarvan het amendement van de PvdA onderdeel uitmaakt, wordt aangenomen, met de aantekening dat de fractie van D66 geacht wordt tegen het voorstel te hebben gestemd.
2012 8c.
N 146
Voorstel tijdelijke oversteek Oostranddreef (stuk nr. B12-21648) De heer Slump: Mevrouw de voorzitter. Al jaren wordt er door de gemeente met bewoners gepraat over een oversteek over de Oostranddreef. Nu ligt er een voorstel waarvan het college zegt dat dit het resultaat is van overleg met de initiatiefgroep. Deze groep herkent zich hierin niet en het resultaat is een oversteek op een plek waar niemand op zit te wachten. Het stelt ons teleur dat het college zo met bewoners omgaat. En dat terwijl de oplossing toch zo eenvoudig is. Jarenlang is de oversteek bij de Nieuwe Waterweg gedoogd. Voor de bewoners is dat de meest natuurlijke plek. Bovendien hoeven daar geen struiken weggehaald te worden en liggen er al tegels in de middenberm ter plekke. Het enige wat moet gebeuren, is het bord 70 een paar honderd meter te verplaatsen en maatregelen om op de oversteek te attenderen. Omdat het om een tijdelijke maatregel gaat, heeft onze fractie er geen moeite mee om de regel ’70 waar het kan, 50 waar het moet’ in dit geval met enige soepelheid te hanteren. 70 kan daar nu even niet. Dat doen we ook een eind verderop, vlak voor de rotonde van de Geldersedreef, waar de rechterrijbaan is afgesloten en er ook maximaal 50 mag worden gereden. Die situatie is er ook niet sinds gisteren en de doorstroming stagneert daar ook niet. Wij kiezen hier voor mensen en niet voor doctrines. Als de keus is om voetgangers een half uur extra te laten lopen of auto’s twee seconden vertraging te bezorgen, is de keus voor ons niet zo moeilijk. Dat is de reden waarom wij het amendement dat de heer Polman zo mede namens ons gaat indienen, van harte mee indienen. Eigenlijk zijn we tegen een gelijkvloerse oversteek op de ring, maar in deze uitzonderlijke situatie staan we het toe. Zoals het nu is, kan het niet langer. Wij gaan er wel van uit dat deze situatie zo kort mogelijk duurt en roepen het college op om met spoed voor een definitieve oplossing te zorgen. Eén die veilig is voor voetgangers en fietsers en die de haastige automobilist weer alle ruimte geeft en die aansluit bij de wensen van de belanghebbenden. De heer Polman: Mevrouw de voorzitter. Het amendement is mede ingediend door de Christenunie, GroenLinks en het CDA en luidt: Een veilige tijdelijke gelijkvloerse oversteek op de Oostranddreef ter hoogte van de Nieuwe Waterweg aan te leggen en deze tijdelijke situatie te handhaven tot de realisatie van een definitieve oplossing. Daar komt een tweede punt bij en dat is: Het traject 50 km/u op de oostelijke rijbaan in noordelijke richting te verlengen tot voorbij deze oversteek. Nog een extra toelichting. De initiatiefgroep is twee jaar aan het woord geweest met het college. Dan schep je verwachtingen en die verwachtingen zijn dus nu niet gehonoreerd. Het is een veilige plek, want als je het daar legt waar het college het graag zou willen hebben, dat is 300 m verderop, dan moet je niet één weg over, dan moet je er twee over. Dus je loopt twee keer zoveel kans om een ongeluk te veroorzaken. Dat kan nooit de bedoeling zijn. Ten tweede. Waar het college het wil hebben, is de oversteek veel groter, want daar moet een sloot gedempt worden, er moet een groot pad gemaakt worden. Daar waar het IVO het wil hebben, heb je maar een heel kort stukje. Daarvoor heb je echt geen € 41.000 nodig van de provincie. Dat is met enkele duizenden euro’s opgelost. En het is tijdelijk van aard. Dus het verdient de voorkeur om dat te honoreren. Amendement De fracties van Lijst Simon Polman, Christenunie, GroenLinks en CDA stellen het volgende amendement voor: “De raad van de gemeente Lelystad, in vergadering bijeen op 10 april 2012 Gelezen het voorstel van het college van B&W B12-21648 Tijdelijke oversteek Oostranddreef
2012
N 147
Besluit: Besluit 1 te wijzigen in: "1. Een veilige tijdelijke gelijkvloerse oversteek op de Oostranddreef ter hoogte van de Nieuwe Waterweg aan te leggen en deze tijdelijke situatie te handhaven tot de realisatie van een definitieve oplossing.” Een nieuw besluit 2 toe te voegen: "2. Het traject 50 km/u op de oostelijke rijbaan in noordelijke richting te verlengen tot voorbij deze oversteek.” Besluit 2 te hernummeren als besluit 3.” Toelichting: 1. De door het college voorgestelde locatie van de oversteek voldoet niet aan de dringende wensen van de Initiatiefgroep Veilige Oversteek (IVO) waar de gemeente 2 jaar overleg mee gevoerd heeft. 2. De door het college voorgestelde locatie van de oversteek ligt op ruim 350 m van de gewenste locatie. Voor mensen die heen en weer willen lopen of fietsen geeft dat een omweg van 1,5 km. 3. De 70-km zone hoeft hiervoor maar in slechts 1 richting en slechts 250 m ingekort te worden. 4. Het tijdsverlies voor auto’s is slechts enkele seconden waar het tijdsverlies voor voetgangers vele minuten tot een half uur bedraagt. 5. Het gaat om een tijdelijke maatregel. Dit rechtvaardigt een tijdelijk korte reductie van het 70-km regime op de buitenring. 6. Het adagium ’70 waar het kan, 50 waar het moet’ wordt nauwelijks aangetast. Alleen op dit korte stukje kan het nu even niet. 7. De oversteek bij de Nieuwe Waterweg is 30 jaar lang gedoogd en ligt op een ‘natuurlijke’ plek. De voorzitter: Dank u wel. beraadslagingen.
Het amendement maakt onderdeel uit van de
De heer Van der Kolk: Mevrouw de voorzitter. GroenLinks heeft niets toe te voegen aan de vorige sprekers, als mede-indiener. De heer Raijmakers: Mevrouw de voorzitter. Wij als Lelystads Belang zijn van mening dat wij ons huidige systeem van gescheiden verkeersstromen zo moeten handhaven. Vandaar dat wij niet mee zullen gaan met het voorstel om daar een oversteek te plaatsen, want die blijft te allen tijde onveilig. De heer Schoone: Mevrouw de voorzitter. Wij als Bindend Lokaal vinden dat we er niet voor zijn om hier een oversteekplaats te maken. Waarom niet? De veiligheid, en een principiële kwestie. We hebben hier een aantal jaren geleden in de raad afgesproken om geen gelijkvloerse oversteken te maken. Dus zijn wij van mening: houd daar nu aan vast en laat het nu zoals het is, zoals we het ooit hebben afgesproken. Probeer en ga op zoek straks met het A6-verhaal, waar daarnet over gesproken is, om te kijken of daar mogelijkheden zijn om bovengronds of ondergronds een nieuwe oversteek te maken. Op dit moment zeggen wij: laten we dat nu niet doen, niet investeren, ook niet die € 41.000 van de provincie, ook dat is geld van ons, en laten we vooral kijken naar de veiligheid. Veiligheid gaat voor ons boven om te zeggen: we gaan mee met dit amendement. De heer Bussink: Mag ik even reageren? U zegt: we hebben in de raad afgesproken geen gelijkvloerse kruisingen. Bent u ervan op de hoogte dat net op de grens van Lelystad ter hoogte van het Gelders Diep in de Landerijen, een provinciale weg tussen twee rotondes, twee gelijkvloerse kruisingen zijn gerealiseerd?
2012
N 148
De heer Schoone: Dat zijn volgens mij niet officieel oversteekplaatsen. De heer Bussink: Dat zijn officiële oversteekplaatsen. De heer Gerritzen: Maar het is geen buitenring. De heer Bussink: We hebben daar 70 km/u teruggebracht naar 50 km/u. De heer Schoone: Dat klopt, maar we hebben ook afgesproken: laten we nu met zijn allen aan die 70 km/u op de buitenring vasthouden. De heer Slump: Mag ik de heer Schoone ook iets vragen? Heeft de heer Schoone ook gesproken met de bewoners die belang hebben bij die oversteek? Daar wordt nu ook overgestoken en daarom is het belangrijk dat we dat op een veilige manier mogelijk maken. De heer Schoone: Er is niet gesproken, maar we gaan een precedent scheppen. Een precedent dat andere mensen zeggen: wij hebben hier ook een korte oversteek, wij willen hier ook een korte oversteek gaan maken. Dat zou hetzelfde zijn als men bij HJ op de A6 even oversteekt en zegt: hier komt ook een oversteek. Wij zeggen: we hebben bepaalde dingen afgesproken, veiligheid gaat voorop, wij willen er niet graag aan bijdragen dat deze veiligheid weggehaald wordt. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Was het een aantal jaren geleden nog mogelijk dat de SP een voorstel indiende om tegemoet te kunnen komen aan een gelijkvloerse oversteek over de Larserdreef nabij de Penitentiaire Inrichting, oftewel de PIL. Daar was een burgerinitiatief, die wilden een gelijkvloerse oversteek. Toen waren we gelukkig in de gelegenheid om daar de rotondes richting Warande naar voren te halen in tijd om te zorgen dat dat niet hoefde. Inmiddels hebben wij in Lelystad tot ons ongenoegen meerdere gelijkvloerse oversteken. De Groene Carré ligt ons nog wel in het geheugen, met alle aanpassingen en voorrangsregels die veranderd moesten worden, verkeerslichten die aangelegd moesten worden. Ook een tijdelijke oversteek is soms niet zo tijdelijk, zoals op de Polderdreef, waar er tot mijn ongenoegen inmiddels twee zijn, terwijl de raad ooit over één besloten heeft. Heel tijdelijk, maar hij ligt er al acht jaar. Een tijdelijke oversteek nu op deze plek en op de door het college voorgestelde plek, ik heb bij een vorig agendapunt al aangehaald, als daar een turborotonde aangelegd zou worden, leggen we die oversteek aan voor twee jaar. Zonde van het geld. In de BOB-sessie is gebleken dat het voorstel van het college niet gedragen wordt door de Initiatiegroep Veilige Oversteek. Er is toen zelfs gezegd: het kan wel zo zijn dat daar tegels gelegd worden en veel aanpassingen, maar daar gaan wij geen gebruik van maken, want dat is toch weer veel verder om. De SP is niet voor nog meer gelijkvloerse oversteken, zeker niet op de buitenring. Een ongelijkvloerse oversteek is de meest veilige over onze buitenring. Zo lang we dat niet kunnen, moet het maar blijven zoals het is, want een voetganger die geen oversteek heeft, zal tien keer beter uitkijken dan bij één met schijnveiligheid. De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter. De wens van de bewoners om de oversteek op de kruising te leggen, is zoals bekend strijdig met het vigerend beleid van de hoofdwegenstructuur en de CROW-richtlijnen. Dat betekent dat de gemeente bij het honoreren van de wensen zou meewerken aan het creëren van een onveilige en juridisch onjuiste oversteek. Dat betekent dat we op dit moment slechts twee keuzes
2012
N 149
hebben. De ene is het collegevoorstel volgen, hetgeen compleet is uitgerekend en dergelijke. Twee, de huidige situatie handhaven, en dan ook handhaven wanneer men zich niet houdt aan hetgeen zoals dat bedoeld is, oftewel illegaal oversteken. Dat zijn onze twee keuzes en wij zullen kiezen voorshands, want we hebben nog even te gaan, voor het collegevoorstel. De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. De groep inwoners die gevraagd heeft om een oversteek in dat gebied zegt dat ze de oplossing van het college niet wenselijk vindt en niet zal gebruiken. Voor ons betekent dat dan dat we dat voorstel ook niet hoeven goed te keuren, want dan is het een voorstel geworden waar werkelijk niemand de wenselijkheid van inziet. Ik vind dat we zelfs € 40.000 provinciaal geld niet moeten verspillen, dus dan moeten we het maar niet doen. Het amendement van de Lijst Polman, Christenunie, GroenLinks is sympathiek, want dat amendement poogt toch een oplossing te creëren voor de vraag van een beperkte groep inwoners; los van hoe je dan over prioriteiten denkt. Alleen, van het amendement kunnen we de consequenties niet overzien. Kies je een beperkte oplossing en verplaats je het 50 kilometerbord dan is hij onveilig. Een weg waar je geen belemmeringen voor harder rijden opvoert en waar je dan vier rijbanen moet oversteken, is per definitie niet veilig. Dan heb je een gelegaliseerd onveilige oplossing. Ga je het veilig maken, dan moet je er rijbanen uithalen en andere maatregelen nemen en dan weten we niet wat het gaat kosten. Dus we leggen het probleem graag terug bij het college om in overleg met de bewoners al of niet nog met een voorstel te komen waarvan de consequenties helder zijn, zodat we daarover kunnen besluiten. De heer Schot: Mevrouw de voorzitter. Twee jaar overleg met bewoners. Dat je in twee jaar overleg niet tot de conclusie kunt komen dat je het eigenlijk op een andere plek vindt, dat vinden wij heel vreemd. Een tijdelijke maatregel is een betere oplossing dan geen maatregel. Het lijkt ons ook urgent. Onlangs hebben we nog een vreselijk ongeval gehad op een plek waar het wel veilig was en het moet mij toch van het hart dat mensen altijd moeten uitkijken als ze oversteken, maar dat kan beter op een beveiligde plaats waar een gereduceerd snelheidsregime is dan wat anders. Dus wij kunnen ons zeer goed vinden in een tijdelijke maatregel die er misschien, zoals ons al geschilderd werd, een jaar of acht, negen, tien zal gaan liggen. De heer Gerritzen: Mevrouw de voorzitter. Mijn betoogje, en ik zeg met name betoogje, zal kort zijn en ik richt me vooral op het amendement dat is voorgelegd. Dat amendement voorziet in feite in het afstappen van een functie van de buitenring zoals wij hem kennen, waarin naar onze mening niet een gelijkvloerse oversteek plaatsvindt en zeker niet het afwaarderen van de snelheid van de buitenring. Als je dat gaat doen, loop je het risico dat je overgaat tot precedentwerking en dat willen wij niet. Wij zijn ook van mening dat er feitelijk een oversteek wordt voorgesteld voor maar een heel kleine groep gebruikers en dan is het ook nog voornamelijk recreatief gebruik. Met het collegevoorstel zullen wij instemmen, maar wij zijn in principe geen voorstander van gelijkvloers oversteken op die buitenring. We willen toch zoeken naar een oplossing voor een situatie waar kennelijk om wordt gevraagd, maar dan wel op de plaats die het college voorstelt. Wij zullen dus niet instemmen met een amendement dat voorstelt een andere locatie te zoeken en daartoe de snelheid af te waarderen. De heer Schot: Mag ik een vraag stellen? U pleit dus in feite voor een mobiliteitsscenario binnen de stad, waarin dingen geïntegreerd worden als rotondes,
2012
N 150
bruggen, overgangen, zebrapaden. Pleit u nu voor een totaal mobiliteitsplan met doorstroming of voor een kleine aanpassing op het traject waar we het hier over hebben? De heer Gerritzen: Als ik u zo hoor, dan weet ik niet naar wie u geluisterd hebt, maar waarschijnlijk niet naar mij. Laat ik me dan zo uitdrukken, de VVD koestert in ieder geval, zeker op de buitenring, het gescheiden verkeerssysteem zoals we dat kennen. We vinden dan ook dat we niet de buitenring nu moeten gaan afwaarderen door op de plek die in het amendement wordt voorgesteld daarvan af te stappen. De heer Schot: Als ik u goed begrijp, is het verkeer dat nu oversteekt geen mobiliteit, het zijn geen verkeersdeelnemers. De heer Gerritzen: Dat zijn ze wel. Wat ons betreft mag iedereen daar oversteken, maar op eigen verantwoordelijkheid. Daar zijn wij niet tegen. De voorzitter: Dank u wel. Iedereen gesproken vanuit de raad? De wethouder. Wethouder Luchtenveld: Mevrouw de voorzitter. Er is al heel veel gezegd over dit voorstel, de tijdelijke oversteekplaats, maar mede door de amendering van het andere voorstel wil ik het woord ‘tijdelijke’ tussen aanhalingstekens plaatsen. In die zin dat er daarstraks gezegd werd: draai elke euro om als het gaat om nieuwe infrastructuur. Een ongelijkvloerse kruising over de Oostranddreef zal vele tonnen bedragen en kan in ieder geval niet worden meegenomen in een veel groter budget van de doorstromingsmaatregelen in relatie tot de A6. Dus het gaat om een zelfstandig voorstel. Het is een lokale weg, dus geheel gemeentelijke financiering om hier tot eventueel ooit een ongelijkvloerse kruising te komen. Ik kan niet voorspellen wanneer deze raad bereid zou zijn om voor een op zichzelf beperkte groep bewoners en voor een beperkt gebruik een dergelijk budget ter beschikking te stellen. Ik vermoed dat dat niet binnen enkele jaren zal zijn als ik zo de raad beluister en als ik denk aan waar het college in zo’n afweging zou zitten. Dat betekent dat de oplossing die nu wordt gekozen een flink aantal jaren zou moeten kunnen functioneren. Ik denk niet dat hij direct wordt ingehaald door een turborotonde die er met twee jaar kan liggen, want die turborotonde is denk ik ook van de baan met het amendement dat zojuist is aangenomen. Dus ik denk dat het nog steeds een verantwoord besluit is om een tijdelijke oversteekplaats te leggen op de plaats waar hij door het college aan de raad is voorgesteld, overigens nadat de raad aangaf dat u het uw eigen kader vindt, gelijkvloerse oversteken al dan niet op een buitenring, en dat u daarom zelf het besluit wilt nemen en dat niet aan het college wilde overlaten. U moet dus vanavond ook zelf aangeven wat u nu in de afweging wilt. U kunt natuurlijk op uw eigen kaders terugkomen. Het past niet binnen het kader van de buitenring om tegenover de Nieuwe Waterweg een gelijkvloerse oversteek te maken. Wat er al gezegd is over de veiligheid, zelfs als is aangegeven dat er een oversteekplaats is, dan blijft het ook bij 50 km/u toch altijd een riskante onderneming om vier rijstroken over te gaan. Bovendien schept het een precedent, want er zijn meer plaatsen waar op de officiële route, namelijk het gebruikmaken van een ongelijkvloerse oversteek zoals nu eenmaal Lelystad is ingericht, de fiets- en voetgangersbewegingen op de buitenring ongelijkvloers kruisen. Dan zou het een precedent scheppen om te zeggen: als het feitelijk gebruik zo is dat er een aantal mensen op eigen verantwoording, wat overigens niet is toegestaan, over zo’n weg met 70 km/u gaan oversteken, dan is de noodzaak daar om maar een voorziening te treffen en dat dan maar te legaliseren door middel van strepen en het maken van een gelijkvloerse oversteek. Dus het college is daar geen voorstander van. Wij hebben het voorstel gedaan zoals we het nu gedaan hebben op de plek die we hebben voorgesteld. Alles afwegend is dat een
2012
N 151
voorziening die wel degelijk in een bepaalde behoefte voorziet. Er zal geen heel groot gebruik van worden gemaakt, maar op een aantal routes, zoals ook in de BOB-sessie uiteengezet, is het wel degelijk een verbetering; het maakt het systeem af. Dus wij handhaven het voorstel dat we u gedaan hebben en zouden dat hier ook willen verdedigen, maar uiteraard is uiteindelijk de afweging aan de raad zelve. Tweede termijn De heer Slump: Mevrouw de voorzitter. Ik wou graag ingaan op de sprekers en op de wethouder. Ik begrijp dat het college wel een gelijkvloerse oversteekplaats kan toestaan op de plek die zij zelf hebben uitgekozen. Waar wij voor pleiten is om die toe te staan op de plek die voor de bewoners het meest geschikt is en om die ook geschikt daarvoor te maken. U hebt € 41.000 daarvoor beschikbaar. Op de plek bij de Nieuwe Waterweg zijn de kosten lang zo hoog niet als op de plek waar het college het voorstelt. Daar moet een pad aangelegd worden, er moeten struiken gerooid worden, terwijl bij de Nieuwe Waterweg al een pad ligt. Daar moeten misschien wat voorzieningen gemaakt worden om de snelheid wat te remmen en dat kan volgens mij niet veel meer kosten dan € 41.000. De heer Van den Heuvel: Mag ik een vraag stellen aan de heer Slump? U hebt in het stuk ongetwijfeld gelezen dat er kanttekeningen zijn ten aanzien van de veiligheid, ook bij de voorgestelde plaats. Kanttekeningen die ook uit CROW komen, dat daar waar een oversteekplaats is er minder dan 50 km/u gereden moet worden, wil het enigszins veilig zijn. Denkt u dat met een aantal strepen te bereiken? Er staat in de richtlijnen ook dat wil je dat bereiken, je dat zult moeten afdwingen met fysieke maatregelen in de vorm van drempels, en misschien wel boldrempels als we die nog in de aanbieding hebben. De heer Slump: Je zou ook nog aan een verkeerslichtinstallatie kunnen denken. De heer Polman: Ik wil daar graag op reageren, want op de Dronterweg is een gelijkvloerse oversteek gekomen. Daar zijn echt geen drempels en daar is ook geen snelheidsbeperking. Niet anders dan binnen de bebouwde kom 50 km/u. De heer Van den Heuvel: Als ik daarop mag reageren. De Dronterweg is twee rijstroken; één heen, één terug. Het is een stuk smaller. Het is een aanrit naar een rotonde toe waardoor het gemotoriseerd verkeer al afremt, dus daar is de snelheid lager, zoals gewenst volgens de CROW-norm. De heer Schoone: Mevrouw de voorzitter. Ik had een vraag aan de wethouder. Wat is tijdelijk voor u? Twee minuten, een uur, drie jaar, zeven jaar? Ik wil graag weten wat tijdelijk is, een beetje een richtlijn daarin. De voorzitter: Geen anderen vanuit de raad. Wethouder Luchtenveld. Wethouder Luchtenveld: Mevrouw de voorzitter. Ik heb al gezegd, toen het college bezig was met het voorstel voor te bereiden, toen nog collega Jansen, was het beeld dat het misschien nog wel mogelijk zou zijn om in een groter budget in het kader van de doorstromingsmaatregelen die tijdelijke oplossing om te zetten in een definitieve oplossing. Gaandeweg heeft het financiële beeld zich ontwikkeld maar ook gelet op de discussie en de geluiden en zeker na aanvaarding van het amendement zojuist vanavond, is het uitgesloten dat met dat budget de ongelijkvloerse kruising tot stand gaat komen. Dat moge helder zijn. Wanneer daarvoor dan wel de financiële ruimte is, kan ik niet voorspellen maar ik denk niet dat dat op korte termijn is. Dat is precies de reden waarom wij bezwaar hebben tegen de formulering van het amendement van de
2012
N 152
heer Polman, de ChristenUnie en anderen. Het is niet even tijdelijk de 70 km/u eruit halen en even tijdelijk voor een jaar of zo, zoals bij een bouwproject elders, 50 km/u rijden en dan weer terug naar 70 km/u. Het zou vele jaren, schatten wij in, zo zijn dat die oversteekplaats daar gelijkvloers is. Dan zou je inderdaad moeten afwaarderen tot 50 km/u en daarmee is het nog niet veilig. Je zou in feite extra maatregelen moeten nemen. Die extra maatregelen, los van de kosten, druisen ook weer in tegen de gedachte van de doorstromingbevordering waarover we nu juist met het Rijk afspraken maken. Dan ga je verkeersbelemmerende maatregelen leggen, terwijl je in overleg bent met het Rijk en provincie over doorstromingbevorderende maatregelen. Dan kunt u zeggen: die moet u dan maar over de Larserweg leiden en niet over de Oostranddreef, maar dat is juist in strijd met het ontlasten van het Stadshart. Zodoende hangt het inderdaad wel met elkaar samen, is er wel degelijk over nagedacht en komen wij tot het voorstel zoals het er nu ligt als de beste oplossing. Als die oplossing geen draagvlak heeft, óf in de raad óf bij de bewoners, dan is het de vraag of het wel verstandig is om überhaupt een oversteek te realiseren, of dat we dan beter kunnen afwachten tot we iets goeds kunnen doen, namelijk ongelijkvloers. Maar dat kan nog vele jaren duren voordat daarvoor de middelen beschikbaar worden gesteld, ook in het bredere kader van de afwegingen die u als raad hebt te maken in een tijd van schaarse middelen. Dat is de afweging zoals wij hem hebben gemaakt en aan u voorleggen en daarom handhaven wij het voorstel zoals we dat hebben gedaan. De voorzitter: Ik denk dat wij kunnen overgaan tot stemming. We gaan het amendement dat is ingediend door Lijst Simon Polman in stemming brengen. De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Bindend Lokaal, Lelystads Belang en SP stemmen tegen het amendement. De fracties van Christenunie, CDA, D66, GroenLinks en Lijst Simon Polman stemmen voor het amendement. Met 24 stemmen tegen en 10 stemmen voor wordt het amendement verworpen. De heer Slump: Mag ik een stemverklaring geven? Nu dit amendement is verworpen, wordt het voorstel van het college in stemming gebracht. Dit is een voorstel waarvoor in het geheel geen draagvlak blijkt te zijn en dan vinden wij het jammer om daarvoor € 41.000 uit te geven. Dus zullen wij tegen dat voorstel stemmen. De heer Bussink: Om dezelfde reden als zojuist aangedragen, zullen wij tegen het voorstel stemmen. Als er geen draagvlak is bij de burgers dan zien wij ook de zin niet in om met het voorliggende voorstel in te stemmen. De heer Schot: Inspraak voor burgers nemen wij zeer zwaar op. Dat draagvlak is er hier niet, dus wij zullen ook tegenstemmen. De fracties van PvdA, Bindend Lokaal, Christenunie, CDA, D66, GroenLinks, Lelystads Belang, SP en Lijst Simon Polman stemmen tegen het voorstel. De fracties van VVD en InwonersPartij voor het voorstel. Met 22 stemmen tegen en 12 stemmen voor wordt het voorstel verworpen.
9.
Voorstel inzake verklaring geen bedenkingen Zeeasterweg 19 (stuk nr. B12-20823) De heer Schot: Mevrouw de voorzitter. Nogmaals mijn dank. Iemand bedanken kun je niet vaak genoeg doen. Dat geldt voor de raadsleden die mij steunden, maar ook het college om alsnog een bemiddelingspoging op gang te brengen en aan de partijen die in de bemiddeling zaten. De raad is er naar ons idee voor alle burgers. Dat
2012
N 153
betekent dat je bij een vergunning niet alleen kijkt naar administratieve zaken, maar ook naar de belangen van de burgers zelf. Waar kijken we dan naar? Als je de bemiddelingspoging ziet, je ziet het verslag, dan is dat weinig bemoedigend. Er zit weinig ruimte meer in en dan is dit waar we nu naar kijken het best mogelijke resultaat. Daar moeten we het mee doen. Dan rest de administratieve kant. Het is een redelijk complex file, juridisch, dossier, veel details, veel facetten, dat voer voor gespecialiseerde juristen is. Dat maakt het in dit dossier zo moeilijk, want je weet dat waar gewerkt wordt fouten worden gemaakt. Dat geldt voor ieder dossier, maar als er fouten worden gemaakt, op welk moment worden die gecorrigeerd? Naar onze mening zijn die op dit dossier wat laat naar buiten gekomen en is er verder een aantal zaken gepasseerd waarvan je denkt: had dat niet eerder gecorrigeerd kunnen worden, hadden we dat niet anders kunnen doen. Dat is zeker het geval op de Zeeasterweg. Wij hadden en wij hebben nog steeds bezwaar tegen dit plan. Te veel oneffenheden, onvolkomenheden. Wat je vervolgens moet doen, is een afweging maken: hoe zwaarwegend zijn die oneffenheden op het totale dossier. Als wij dan de balans opmaken, dan zeggen wij dat wij geen bezwaar kunnen hebben tegen het verlenen van een verklaring van geen bezwaar, want alles wikkend en wegend moet je naar de belangen van alle burgers kijken en dan moet je besluiten om geen bezwaar te hebben. Dat betekent als er burgers zijn die toch nog een probleem hebben, dat die verder in het traject voldoende procedurele ruimte hebben om nog hun bezwaren kenbaar te maken. De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. De door het college gevolgde procedure met betrekking tot de afgifte van een eenvoudige Wabo-vergunning voor de bouw van een aardappelopslagloods aan de Zeeasterweg blijkt volgens een uitspraak van de voorzieningenrechter in een door de overburen aangespannen procedure niet juist te zijn. Weliswaar zijn op de tekeningen behorende bij het door de raad vastgestelde bestemmingsplan conform de destijds door de raad vastgestelde kaders vergrote bouwkavels aangegeven, waardoor bedrijfsuitbreidingen mogelijk zouden moeten worden, maar de in de planvoorschriften opgenomen rooilijnbepalingen bepalen dat bedrijfsgebouwen uitsluitend 5 meter achter het verlengde van de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning mogen worden opgericht. De voorgevelrooilijn is de naar de weg gekeerde gevel, i.c. de Zeeasterweg, en niet zoals het college ten onrechte aannam, de oprit naast de woning van de heer Waalkens. In verband daarmee dient een uitgebreide Wabo-procedure te worden gevolgd, waarbij een goede ruimtelijke onderbouwing dient te worden gevoegd en waarbij de raad een verklaring van geen bedenkingen dient af te geven. Een dergelijke aanvraag is inmiddels voorzien van de noodzakelijke bijlage ontvangen. De vraag die wij als fractie daarbij hebben, is of de raad als planwetgever de thans gerealiseerde feitelijke situatie, waarbij de loods in strijd met de rooilijnbepalingen is gerealiseerd, voor ogen had toen wij het bestemmingsplan Buitengebied vaststelden. Ik neem aan van niet. Immers, de voorgevelrooilijnbepalingen waren een waarborg voor de handhaving van het open karakter in het buitengebied. Het thans legaliseren van deze situatie betekent in feite dat we deze rooilijnbepalingen bij het betreffende perceel maar overboord zetten. Ik merk daarbij op dat het pand Zeeasterweg 19 niet het enige pand is waar het vergrote bouwvlak ongeveer de Zeeasterweg raakt. Dus scheppen we daarmee niet een ongewenst precedent ten aanzien van de uitgangspunten en planvoorschriften van het bestemmingsplan? Dat is één kant van de zaak. Anderzijds is terecht de vraag aan de orde of er door de gemeente in de richting van de heer Waalkens geen gerechtvaardigde verwachtingen zijn gewekt door vanaf het begin van de bestemmingsplanprocedure een vergrote bouwkavel op te nemen in verband met zijn plannen tot bedrijfsuitbreiding, waartegen overigens door niemand
2012
N 154
tijdens de periode van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan zienswijzen zijn kenbaar gemaakt. Immers, wat heeft iemand aan een vergroot bouwvlak als planvoorschriften hem beletten daar te bouwen? Dat is een dode mus, zou ik bijna zeggen. Kortom, het college heeft, om het maar eens zacht uit te drukken, in dit dossier zeker niet handig geopereerd. Het eerste gevolg daarvan is geweest de stap naar de voorzieningenrechter en wellicht, afhankelijk van het raadsbesluit, verdergaande juridische procedure door één van de partijen, die de onderlinge verhoudingen in het buitengebied geen goed doen. Een dergelijke situatie kan niet het beoogde doel zijn geweest van het bestemmingsplan Buitengebied. Natuurlijk zal de raad zijn verantwoordelijkheid nemen om kennisnemend van de ruimtelijke onderbouwing en de opvattingen van de ingeschakelde adviesinstanties, hierover een besluit te nemen. We hebben daarom graag ingestemd met het voorstel van D66 in de vorige raadsvergadering, waarbij het college werd opgeroepen nog een uiterste poging te doen om in dit in feite door het college veroorzaakt conflict te voorkomen, dat partijen worden genoodzaakt nog langdurige en veel geld kostende procedures te voeren met een ten aanzien van de gerealiseerde opslagloods op dit moment volstrekt onzekere afloop. Dat is uiteindelijk ook het belang van de gemeente en hoort zeker in dit dossier ook tot behoorlijk bestuur. We hebben kennisgenomen van het verslag van het gesprek dat op 3 april door de burgemeester met partijen is gevoerd. Een verslag waarmee overigens de familie Schelling-Raven om hun moverende redenen niet heeft ingestemd. Wij staan nu als raad voor de afweging de verklaring van bedenkingen wel of niet af te geven. Wij mogen als raad niet in de rol van geschillenbeslechter treden en moeten ons baseren op de ons voorgelegde stukken, los van wat we individueel van de ontstane situatie vinden; ik zal u dat onthouden. Onze fractie heeft de ingediende ruimtelijke onderbouwing goed bestudeerd en kennisgenomen van de reacties van de diverse instanties, waaruit blijkt dat er uit stedenbouwkundig oogpunt geen bezwaren bestaan, geen strijd is met het rijks-, provinciaal of gemeentelijk beleid en ten slotte de aanvraag in overeenstemming is met aspecten als externe veiligheid en milieu. Daarom zullen wij vanavond voor afgifte van de verklaring van geen bezwaar stemmen. De heer Slump: Mevrouw de voorzitter. Voor de beantwoording van de vraag of er wel of geen verklaring van geen bedenkingen kan worden afgegeven, neemt de ChristenUnie-fractie zijn uitgangspunt in de uitspraak van de voorzieningenrechter op 8 augustus 2011. Daarin spreekt de rechter uit dat de huidige omgevingsvergunning alleen verleend had mogen worden na een uitgebreide procedure. De gemeenteraad moet dan een verklaring van geen bezwaar afgeven. De rechter geeft de mogelijkheid om te legaliseren, en geeft dan ook aan dat de situatie dus nu niet legaal is, mits er een goede ruimtelijke onderbouwing komt. Aan de andere kant zegt hij ook, dat het nog geenszins zeker is dat hij daarin zal slagen. De ruimtelijke onderbouwing is dus van groot belang voor de beslissing of er wel of geen vergunning verleend kan worden en daarom hebben wij die goed gelezen. In de inleiding staat zwart op wit dat de loods niet voldoet aan het bestemmingsplan. Dus dat staat voor ons niet ter discussie. Verder wordt gesteld dat door plaatsing van de loods de openheid van het landschap niet wordt aangetast en daar zijn wij het ook niet mee eens. In het bestemmingsplan wordt het gebied waar de Zeeasterweg ligt aangegeven: behouden/versterken openheid landschap. Als wij de foto’s in de onderbouwing zien en zelf ter plekke gaan kijken, blijkt dat daar geen sprake van is. Integendeel. De plaatsing van de loods pal langs de weg belemmert de openheid. Dat heeft de rechter ook opgemerkt als hij stelt, dat de nieuwe schuur als het ware in
2012
N 155
de weg staat. Verder wordt er in de onderbouwing gesteld dat tussen de bestaande loods en de weg de beste plek is voor de loods. De onderbouwing hiervan is dat het bedrijfstechnisch niet mogelijk zou zijn en onvoldoende ruimte om hem op de andere plek te bouwen. Deze bewering wordt gelogenstraft door de tekeningen van de oude en de nieuwe situatie die in de onderbouwing zijn opgenomen. Daarin zien wij ruimte genoeg aan de andere kant van de woning en de bestaande loods. Efficiënte bedrijfsvoering kan in onze ogen nooit een argument zijn om regels te overtreden. Onze fractie kan dan ook geen argumenten in de ruimtelijke onderbouwing vinden om geen bedenkingen tegen de plaats van de loods te hebben. Integendeel. Wij vinden ten eerste de afwijking van de bepaling dat er 5 meter achter de gevelrooilijn gebouwd mag worden veel te groot. Bovendien wordt de openheid van het landschap aangetast en de plek geeft overlast bij de overburen. Bovendien, waar blijft de rechtsbescherming van de burger als een bedrijf omdat het beter uitkomt, van een bestemmingsplan kan afwijken zonder dat de gemeente daartegen optreedt? De heer Raijmakers: Mevrouw de voorzitter. Wij willen mededelen dat wij ons in deze discussie niet zullen mengen, en wel om de volgende reden. Wij zijn in de fractie het totaal niet eens geworden. Dat heeft zeer heftige discussies opgeleverd, waarbij ik zelfs uit mijn rolstoel ben gesprongen. Om die reden willen wij ons in deze discussie niet mengen. U merkt het wel tijdens de stemming. De voorzitter: Dank u wel. Wij wachten dat af. De heer Polman. De heer Polman: Mevrouw de voorzitter. Er is een merkwaardige situatie ontstaan tussen twee families aan één weg. De gemeente heeft daarin een heel dubieuze rol gespeeld. De voorzieningenrechter, ik wil het namelijk kort houden want het meeste is al gezegd, heeft in zijn vonnis bepaald dat de ene partij voor eigen risico bouwt en dat dat in feite had moeten gebeuren achter die rooilijn. Daar had de gemeente op moeten handhaven. Dit overziende zal ik de verklaring van geen bedenkingen niet steunen. Mevrouw Van der Hoek: Mevrouw de voorzitter. De ChristenUnie heeft het prachtig verwoord, maar ik wil u eerst nog eens met zijn allen meenemen naar het volgende. Waarom hebben wij nu een systeem waarbij vergunningen worden aangevraagd? Waarom hebben wij dat systeem. Hebben we dat systeem alleen om te kijken naar de situatie van degene die de vergunning aanvraagt, of kennen wij dat systeem om te kijken naar de belangen van alle betrokkenen? Wij denken toch echt het laatste. Dan vragen wij ons af, zeker in dit geval: is dat hier ook gebeurd. Even in deze zaak. Er komt een aanvraag binnen voor het bouwen van een loods. Ik vraag me af: gaat dan inderdaad de gemeente eens kijken ter plekke; hoe is nu de situatie, wat betekent dit voor de omgeving, wat betekent dit inderdaad voor de directbetrokkenen en niet alleen wat betekent dit voor de vergunningaanvrager. Dat hij of zij dat wil is wel duidelijk, anders vraagt hij het niet aan. Wij vinden het heel belangrijk dat bij de aanvraag van zo’n vergunning alle belangen van alle betrokkenen moeten worden afgewogen en dat is zeker niet gebeurd in dit verhaal. Daar komt bij het punt dat de ChristenUnie al heel helder heeft aangegeven, zaken als inderdaad een vergroot bouwvlak ineens. Ik krijg een prachtige uitleg daarover, maar nergens zwart op wit. Hoe komt dat vergrote bouwvlak ineens tot stand? Nergens te vinden. Bouwen voor de voorgevelrooilijn, waarom kan dat ineens hier nu wel? Ook geen enkele verklaring voor. Dus al meer dan voldoende punten waarom wij absoluut deze verklaring niet kunnen afgeven.
2012
N 156
Ik wil u ook nog een ander punt meegeven en daar hoef je volgens mij geen raadslid voor te zijn en zeker geen rechter voor te zijn. Er is ook nog iets als een eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners. De heer Waalkens heeft deze loods gebouwd voor zijn eigen bedrijfsvoering, voor de uitbreiding van zijn eigen bedrijf. Hij heeft die loods willens en wetens gebouwd en zodanig gebouwd, dat het zicht wordt weggenomen van zijn buren. Hij heeft die loods zodanig gebouwd, dat de ventilatoren met alle lawaai staan gericht op het huis van de buren en niet op zijn huis. Terwijl, als je heel goed daar kijkt, die loods ook prima aan de andere kant kan worden gebouwd, zodat hij misschien last heeft van die ventilatoren en zodat hij misschien last heeft van een beperkt uitzicht. Op dat moment vind ik dat ook een verantwoordelijkheid voor onze inwoners. Op het moment dat hij die loods gaat bouwen voor zijn bedrijfsuitbreiding moet hij ervoor zorgen dat hij en niet zijn buren of andere belanghebbenden daar last van hebben. Daarom zullen wij sowieso al nooit en te nimmer deze verklaring van geen bedenkingen gaan onderschrijven. De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter. Naar aanleiding van het bezwaarschrift is gebleken dat alsnog een uitgebreide procedure moet worden doorlopen. Reden hiervoor is dat de opslagloods, hoewel deze gebouwd is binnen het in het bestemmingsplan opgenomen bouwvlak, niet voldoet aan de juridische definitie van voorgevelrooilijn. Daardoor is naar onze mening sprake van strijd met het bestemmingsplan Buitengebied. Na het verlenen van de tijdelijke verklaring, want daar hebben we het vanavond over, de definitieve volgt nog, kan de ruimtelijke procedure worden gestart. Na behandeling van eventueel ingediende zienswijzen en bezwaren en de reactie van het college daarop, zal de InwonersPartij gevraagd worden om haar definitieve besluitvorming omtrent een verklaring van geen bedenkingen af te geven. Officieel is men nu in de gelegenheid om zienswijzen in te dienen en bezwaren te maken. Om deze goed te kunnen toetsten, zal er dus volledig openheid van zaken gegeven moeten worden, en het is voldoende om over na te denken. Door oude in het verleden gemaakte fouten van de gemeente mogen de inwoners van deze stad niet de dupe worden. Ons definitieve oordeel zal dan pas plaatsvinden als alles open en transparant voor de raad ter inzage en ter besluitvorming op tafel ligt voor het vaststellen van de definitieve verklaring van geen bedenkingen. De heer Caniels: Mag ik de heer Baaten even een opmerking toevertrouwen? Ik heb zojuist toegelicht wat ons stemgedrag zal zijn, maar dat is natuurlijk wel in de wetenschap van de procedures die hierop nog naar verwachting zullen volgen. Ik ben ook wel benieuwd te zijner tijd naar het advies van de commissie voor de bezwaaren beroepschriften. Mevrouw Van der Hoek: Mevrouw de voorzitter, ik ben ontzettend benieuwd wat er gebeurd is de afgelopen twee weken. Is er heel veel veranderd in deze situatie? De heer Baaten: Als u kijkt naar het voorgesteld besluit dan is dat in twee delen opgesplitst. Vanavond is een tijdelijk besluit en ik heb de tekst aangegeven waarom dat tijdelijke op dit moment voor ons van belang is en wat daar de gevolgen van kunnen zijn en zijn. Nu kan er iets gebeuren, anders staan we helemaal stil. Daar gaat het ons om. Ik heb ook uitdrukkelijk aangegeven dat wij terugkomen, u ook, voor het definitieve besluit. Dus u komt weer aan het woord, want vanavond is slechts tijdelijk. U zult nog een keer definitief hier moeten gaan staan en een keuze moeten maken. Mevrouw Van der Hoek: Waarom staat u nu dan niet pal en houdt u uw rug recht? Waarom kan dat niet bij het tijdelijke?
2012
N 157
De heer Baaten: Omdat we dan die procedure blokkeren en frustreren. Dat is de enige reden. De heer Slump: Mag ik ook nog reageren? De heer Baaten heeft het over tijdelijk. Ik kom dat woord tijdelijk in het hele voorstel niet tegen, wel een ontwerp. De heer Baaten: In de stukken onder ‘beoogd effect’ wordt u het antwoord gegeven. Daar staat dat wij uiteindelijk nog een definitieve vvgb gaan afgeven als raad. Ik kan er niets anders van maken. Dat betekent dus, dat is een kwestie van lezen maar ik wil u daar niet op aanspreken, dat op dit moment de zaak niet definitief dus tijdelijk is. Mevrouw Van der Hoek: Ik snap het niet. Waarom is uw menig ineens veranderd? Daar begrijp ik echt helemaal niets van. De heer Baaten: Hetgeen u aanhaalt, kunt u op een bepaald moment aanhalen als het gaat om de definitieve verklaring. Vanavond gaat het om een tijdelijke, we gaan met de procedure verder. Mevrouw Van der Hoek: Bent u nu tegen of voor, onthoudt u zich van stemming? Wat vindt u van die loods daar? De heer Baaten: Zullen we straks bij de stemming zien hoe dat gaat? De voorzitter: Het staat de InwonersPartij vrij om haar mening naar voren te brengen. Dat hoeft u niet te delen. Maar goed, dat komt straks wel tot uiting. Mevrouw Van der Hoek: Dat noemen ze landelijk toch gedraai? Of hoe heet dat in de landelijke politiek? De heer Baaten: Als je praat over praten voor de tribune, dan zijn het dit soort opmerkingen. Wij gaan dus naar de inhoud toe en als u naar mij had geluisterd, maar dat hebt u blijkbaar niet, dan had u gehoord wat wij vanavond hebben gezegd. Wij knippen het geheel in tweeën en wij wachten de eerstvolgende stap af. Daar kunt u niet op tegen zijn. Mevrouw Van der Hoek: Dat wist u nog niet twee weken terug. Wij staan hier juist voor de inwoners, voor alle belanghebbenden, en niet alleen voor de vergunningaanvrager. Maar dat heb ik daarnet al duidelijk uitgelegd. De voorzitter: Voldoende zo? Wil de heer Slump nog reageren? De heer Slump: Ik wou nog even op de heer Baaten reageren. Hij heeft net het beoogde effect aangehaald. Daar staat: met het verlenen van een vvgb geeft de raad aan geen bedenkingen te hebben. Pas daarna komt het vervolg van de ruimtelijke procedure. Dus eerst moeten wij die verklaring geven. Ik heb in mijn betoog genoeg bedenkingen aangegeven waardoor die verklaring niet gegeven kan worden. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Heel kort, want het is nog slechts luttele seconden op de klok. De heer Caniels heeft het heel duidelijk verwoord, denk ik, hoe de procedure in elkaar steekt. De heer Baaten is in zijn betoog ook heel duidelijk geweest. De SP heeft wel in de afgelopen tijd wat bedenkingen gehad, maar wil toch de procedure niet frustreren. Vanavond zal de SP geen bedenkingen uitspreken omtrent dit dossier, zodat dit dossier voortgang kan vinden en wij het vervolg afwachten.
2012
N 158
De heer Jonker: Mevrouw de voorzitter. Ik had hier dik twee A-4tjes voorbereid aan tekst, maar inmiddels ben ik een van de laatste sprekers, dus ik zal proberen het kort en bondig te houden, omdat veel al aan bod is geweest. Laat ik beginnen bij het begin. Wij als VVD hebben altijd geprobeerd zo neutraal en objectief mogelijk te staan in dit dossier. We zijn niet voor of tegen de ene betrokkene, niet voor of tegen de andere betrokkene. We proberen dit op de inhoud te bekijken. Waar is het begonnen. We hebben een bestemmingsplan Buitengebied van 16 februari 2010 met een bijbehorende plankaart met een daarop vermeld bouwvlak en we hebben een regel over een voorgevelrooilijn. Op basis van het bestemmingsplan en een aanvraag is via reguliere Wabo-procedure een omgevingsvergunning verleend. Deze is aangevochten via de bezwaarprocedure en vervolgens bij de kortgedingrechter, tegenwoordig voorzieningenrechter geheten, terechtgekomen. Die heeft geoordeeld dat de interpretatie van de gemeente over de voorgevelrooilijn onjuist was. De gemeente heeft vervolgens niet afgewacht dat hier nog een bodemprocedure op zou volgen, want dat is de normale gang van zaken bij gerechtelijke procedures, maar heeft gewoon die uitleg tot de eigen gemaakt en gezegd: akkoord, dan loopt de voorgevelrooilijn als de interpretatie is zoals de voorzieningenrechter hem heeft geuit en dan dient er dus een uitgebreide Waboprocedure te komen. Dat is ook hier vrij logisch. We hebben een bouwwerk met een aanvraag voor een bouwwerk dat in strijd is met een regel uit het bestemmingsplan, dus strijd met het bestemmingsplan. Daar kent het stelsel van de Wabo en het besluit omgevingsrecht een procedure voor, de reguliere Wabo-procedure, waar een goede ruimtelijke onderbouwing moet worden opgesteld en waar de raad eerst een ontwerpverklaring van geen bedenkingen moet afgeven. Dat is waar we nu over beslissen. Dan ligt hij zes weken ter inzage voor zienswijzen en daarna krijgen we een definitieve verklaring van geen bedenkingen al dan niet afgegeven door de raad. Als je dan heel goed de wet leest, want ook wij raadsleden dienen ons aan de wet te houden volgens mij, dan zie je dat de raad die verklaring van geen bedenkingen alleen mag weigeren of afgeven tegen het licht van het belang dat met de Wet op de Algemene Maatregel van Bestuur wordt gediend en dat is in dit geval de goede ruimtelijke ordening. Slechts één criterium. We hebben het hier over de procedurele gang van zaken, de totstandkoming van het bestemmingsplan, verlening van de omgevingsvergunning op basis van een reguliere Wabo-procedure, noodzaak van een gerechtelijke procedure, moeizaam verlopende informatieverschaffing aan de raad, daar hebben we het ook al een keer over gehad, een mislukte bemiddelingspoging, allemaal elementen die niet relevant zijn in het oordeel vanavond. Wij dienen te kijken naar de goede ruimtelijke ordening. Dat is het criterium. Wat hebben we daarvoor beschikbaar? Een bestemmingsplan, een gewaarmerkte plankaart en een goede ruimtelijke onderbouwing. Als wij dan naar dat stuk kijken, ook wij hebben dat goed gelezen, dan zien wij geen aanleiding om aan te nemen dat de deskundigen die dat hebben opgesteld op onzorgvuldige wijze tot hun oordeel zijn gekomen, of dat hun oordeel onmiskenbaar onjuist is ten aanzien van het punt goede ruimtelijke ordening. Daarom zien wij geen reden om de ontwerpverklaring van geen bedenkingen nu niet af te geven. De voorzitter: Dank u wel. Iedereen vanuit de raad heeft het woord gevoerd. Het college nog? Dat is niet het geval. Hebt u behoefte aan een tweede termijn? Niemand? Dan gaan we over tot de stemming. De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter, een ordevoorstel. Wij zouden graag in de eerste plaats een schorsing willen voorstellen en ten tweede een hoofdelijke stemming willen voorstellen.
2012
N 159
De voorzitter: Hoofdelijke stemming kan altijd en een schorsing kan ook altijd. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. Hoofdelijke stemming Voor: De heer Raijmakers De heer De Reus De heer Schot De heer Soomers Mevrouw Sparreboom De heer Visscher Mevrouw d’Arnaud De heer Baaten De heer Van de Beek Mevrouw Bergman De heer Van den Brink De heer Bussink De heer Caniels De heer Van Erk De heer Gerritzen De heer Hamstra De heer Van der Herberg De heer Hers De heer Van den Heuvel De heer Jonker Mevrouw Van der Kleij De heer Van der Kolk De heer Marseille Mevrouw Middelkoop
Tegen: Mevrouw Van Rijnsoever De heer Schoone Mevrouw Senf De heer Slump De heer Van Veluwen Mevrouw Van Wageningen De heer Brouwer Mevrouw Van der Hoek De heer Homan De heer Polman
Met 24 stemmen voor en 10 stemmen tegen wordt het voorstel aangenomen.
10.
Voorstel inzake Kadernota Veiligheid (stuk nr. B11-18866) Van de agenda afgehaald.
De voorzitter sluit de vergadering om 22.30 uur.
Vastgesteld op 15 mei 2012.
De raad van de gemeente Lelystad, De voorzitter, De griffier,