Extra inzet voor inwoners met bijstandsuitkering voor wie stap naar werk te groot is Voor mensen die een bijstandsuitkering (WWB) ontvangen en voor wie de stap naar betaald werk nog te ver weg is, gaat de gemeente Lelystad investeren om vrijwilligersplaatsen mogelijk te maken. Vrijwilligerswerk kan voor deze mensen, met een beperkte arbeidscapaciteit, een manier zijn om sociale contacten te onderhouden en het zorgt voor een zinvolle daginvulling. Bovendien betekent vrijwilligerswerk veel voor de maatschappij en kunnen betrokkenen zo iets terugdoen voor hun omgeving. De gemeente investeert in het mogelijk maken van vrijwilligerswerk enerzijds omdat het een meerwaarde heeft voor de samenleving en voor de cliënt zelf. Anderzijds kan dit leiden tot een kostenbesparing. Bij een zinvolle daginvulling maken mensen namelijk minder gebruik van de zorg. Ook kan het een alternatief zijn voor de dagbesteding, zoals die nu vanuit de AWBZ wordt geboden. Dit laatste is vooral van belang omdat de ondersteuning, zoals dagbesteding, in de toekomst geregeld zal moeten worden met aanzienlijk minder middelen. Dat is reden voor de gemeente om met andere ogen te kijken naar de bestaande maatschappelijke ondersteuning- en zorgvraag. Welzijn Lelystad De gemeente Lelystad geeft Welzijn Lelystad de opdracht om het vrijwilligerstraject voor deze mensen - voor wie geen uitzicht is op betaald werk - uit te voeren. Welzijn Lelystad gaat zich inzetten om 75 extra vrijwilligersplaatsen te vinden, de gegadigden toe te leiden naar vrijwilligersplaatsen en vraag en aanbod bij elkaar te brengen. De vrijwilligersplaatsen worden voornamelijk gezocht in de wijken, bijvoorbeeld bij scholen, sportverenigingen, wijkwinkels en wijkgebouwen. Voor een aantal mensen is de stap naar vrijwilligerswerk nog te groot zijn. Er worden 50 personen via een stap-voor-stapbenadering extra begeleid om weer mee te gaan doen in de maatschappij en vervolgens eventueel vrijwilligerswerk te gaan doen. Werkervaringsplaatsen Voor mensen met een bijstandsuitkering, van wie wordt vermoed dat zij met wat extra hulp beter bemiddelbaar worden voor betaald werk, komen via het Werkbedrijf (dat per 1 juli 2013 van start gaat) 40 extra werkervaringsplaatsen beschikbaar. De hoop is deze mensen aan voldoende bagage te helpen om zo in de toekomst meer kans te maken op een betaalde baan. Investering tot 2015 De investeringen voor bovengenoemde groep in vrijwilligerswerk of in werkervaringsplaatsen lopen tot 1 januari 2015. In de loop van 2014 wordt bekeken óf en op welke wijze deze extra inzet binnen het gemeentelijk beleid kan worden opgenomen.
Benoeming directie en Raad van Commissarissen van Werkbedrijf Lelystad BV De gemeenteraad en het college van Lelystad hebben besloten tot de oprichting van een werkbedrijf, dat uitvoering gaat geven aan de re-integratie activiteiten van de gemeente. Dit werkbedrijf gaat op 1 juli 2013 van start onder de naam Werkbedrijf Lelystad BV. Het college van Lelystad heeft besloten de heer O. Vermooten tot directeur van het Werkbedrijf te benoemen. Ook heeft het college de leden van de Raad van Commissarissen voor het Werkbedrijf benoemd, dit zijn: de heer A. Kruyt, de heer A. Kok en mevrouw M. Wichard. Voor de oprichting van het werkbedrijf wordt een besloten vennootschap (BV) opgericht. Voor de oprichting van deze BV is toestemming gevraagd aan Gedeputeerde Staten van Flevoland. Na de oprichting op 1 juli aanstaande koopt het werkbedrijf alle instrumenten en personele capaciteit, die nodig zijn voor de bedrijfsvoering, in bij de bestaande exploitatiemaatschappij van Concern voor Werk. Dat geldt ook voor de directievoering. De heer Vermooten, algemeen directeur van Concern voor Werk, neemt de functie van directeur van het werkbedrijf op zich. Ervaren bestuurders Voor de Raad van Commissarissen is gezocht naar enthousiaste en inhoudelijk deskundige leden. De drie kandidaten hebben tezamen een breed kennis- en ervaringsterrein. De heer Kruyt is zeer ervaren op het domein van de sociale zekerheid, de heer Kok brengt zijn financiële deskundigheid in en
mevrouw Wichard is juridisch deskundig en heeft goede relaties met de werkgevers in de regio. De drie kandidaten zijn ervaren bestuurders. Werkbedrijf voor inwoners met bijstandsuitkering Het werkbedrijf wordt het eerste aanspreekpunt op het gebied van werk, voor alle inwoners met een bijstanduitkering. De uitvoerende taken van de gemeente – waarbij mensen met een bijstanduitkering worden gestimuleerd en gemotiveerd om weer aan het werk te gaan - worden overgebracht naar het werkbedrijf. Het werkbedrijf is een zelfstandige onderneming en werkt als opdrachtnemer van de gemeente, maar ook van publieke en particuliere derden. Het werkbedrijf kent een eigen directie en raad van commissarissen. Omdat de gemeente wel volledig aandeelhouder is, wordt de regiefunctie van de gemeente behouden. Steeds meer regiegemeente Net als veel andere gemeenten is Lelystad bezig uitvoerende taken op basis van langdurige contracten op afstand te zetten. Het werkbedrijf is hier een voorbeeld van. In plaats van uitvoerder wordt de gemeente bestuurder op afstand. Bovendien houdt de gemeente met de oprichting van het werkbedrijf ook alvast rekening met de ambitie van de landelijke overheid om de verkokerde wetgeving in de sociale zekerheid terug te brengen tot één enkele wet; ‘één regeling voor de onderkant arbeidsmarkt’.
Vestiging coffeeshop leidt niet tot extra overlast Het college van Lelystad heeft op dinsdag 11 juni 2013 de resultaten van het door het Bonger Instituut voor Criminologie uitgevoerde onderzoek naar de gevolgen van de komst van een coffeeshop in Lelystad aan de gemeenteraad aangeboden. Uit het onderzoek blijkt onder meer dat de komst van de coffeeshop niet heeft geleid tot stijging van overlast en onveiligheidsgevoelens. Daarentegen heeft de komst van de coffeeshop de illegale markt voor een deel verdrongen. Ook blijkt uit het onderzoek dat de aanwezigheid van de coffeeshop algemeen geaccepteerd is in de stad. Pilot In 2010 stelde het ministerie van BZK gemeenten in de gelegenheid om een pilotvoorstel in te dienen, gericht op een substantiële vermindering van overlast en verloedering als gevolg van coffeeshops. Gemeente Lelystad diende een voorstel in voor onderzoek met betrekking tot overlast vóór de opening van de coffeeshop en daarna. Onderzoek Het onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie (onderdeel van de Universiteit van Amsterdam) en kende drie meetmomenten: een nulmeting enkele maanden vóór de opening van de coffeeshop, een tussenmeting vanaf drie maanden na de opening van de coffeeshop en een eindmeting een jaar daarna (ruim 15 maanden na opening van de coffeeshop). De drie metingen bestonden steeds uit een survey onder de volwassen bevolking van Lelystad, een publieksenquête in het stationsgebied, gesprekken met bedrijven rond de vestigingslocatie, een etnografisch veldonderzoek in buurten waar illegale cannabisverkoop werd vermoed, een inventarisatie van beschikbare cijfers rond overlast en een focusgroep met experts (gemeente, politie, wijkraad, jongerenwerk, hulpverlening en coffeeshop). Medio augustus 2011 werd de coffeeshop geopend. In de tussen- en eindmeting is een enquête gehouden onder bezoekers van de coffeeshop. Onderzoeksresultaten Het algemene beeld dat uit het onderzoek naar voren komt is dat de komst van de coffeeshop niet heeft geleid tot een toename van overlast. Hieronder volgt een samenvatting van de uitkomsten aan de hand van de onderzochte thema’s. Bekendheid met en houding tegenover de coffeeshop Al vrij snel waren inwoners van Lelystad goed op de hoogte van het bestaan van de coffeeshop. Bij de tussenmeting wisten vier op de vijf deelnemers aan de bevolkingsenquête ervan en zij wisten meestal ook precies waar de coffeeshop gevestigd is. Bij de tussenmeting wist de overgrote meerderheid van de deelnemers aan de publieksenquête van de coffeeshop en meestal ook de precieze locatie. Bij de
eindmeting leek men hiervan nog beter op de hoogte. De mening van de Lelystadse bevolking over blowen in het algemeen bleef verdeeld, maar bij de eindmeting was men gemiddeld wat minder voor een verbod op cannabisgebruik dan bij de nulmeting en de tussenmeting. Cannabisgebruik en blowen in de openbare ruimte Onder de deelnemers aan de bevolkingssurvey bleef het percentage cannabisgebruikers gelijk. Wel gingen steeds meer van de gebruikers hasj of wiet in de plaatselijke coffeeshop kopen. De gemiddelde leeftijd van de coffeeshopbezoekers is 26 jaar. Er zijn geen indicaties dat de coffeeshop beginnende gebruikers aantrekt. De coffeeshopbezoekers blowen minder op straat, op pleinen en in parken in Lelystad dan voor de komst van de coffeeshop. Gemeentebreed lieten registratiecijfers van de politie na de komst van de coffeeshop een tijdelijke stijging in meldingen, aangiftes en aanhoudingen i.v.m. softdrugsbezit zien. Handel, vervaardigen en overlast waarbij softdrugs in het spel is, bleven min of meer gelijk. Onveiligheid, overlast en criminaliteit in het stationsgebied Het gevoel van (on)veiligheid in het stationsgebied onder inwoners bleef gelijk. Bij alle metingen voelde de overgrote meerderheid zich er veilig en een hele kleine minderheid (erg) vaak onveilig. De deelnemers aan de publieksenquête voelden zich in het stationsgebied bij de eindmeting minder onveilig dan bij de nulmeting. Blijkens de bevolkingsenquête verbeterde de algemene overlastsituatie in het stationsgebied geleidelijk. Volgens ondernemers en werknemers in het stationsgebied was met betrekking tot overlast bij de tussenmeting nauwelijks iets veranderd en dat was ruim een jaar later (eindmeting) nog steeds zo. Verkeersoverlast in het stationsgebied Bij de nulmeting was er in het stationsgebied vooral sprake van verkeersoverlast vóór automobilisten (slechte doorstroming) en dóór fietsen en scooters (hinderlijk gestalde of rijdende tweewielers). De komst van de coffeeshop heeft de verkeersdrukte niet vergroot, evenmin zijn de parkeerproblemen toegenomen. Overlast van rondhangers, druggebruikers en dealers in stationsgebied De overlast van mensen die blowen op straat was relatief beperkt, hoewel cannabisgebruik wel degelijk werd gesignaleerd. In de bevolkingsenquête zag men sinds de opening van de coffeeshop in het stationsgebied niet meer, maar ook niet minder mensen op straat blowen, softdrugs kopen of verkopen. In de publieksenquête (gehouden onder personen die gemiddeld veel vaker dan de gemiddelde Lelystedeling in het stationsgebied komen) zag men steeds minder cannabiskoop en verkoop op straat. De hiervan ervaren overlast bleef onverminderd laag. Onveiligheid en overlast hangjongeren en drugshandel in buurten Blijkens de eerste bevolkingssurvey (nulmeting) werd in enkele buurten meer overlast ervaren van hangjongeren dan in het stationsgebied. Bij de tussenmeting was de onveiligheid in de eigen buurt over het geheel genomen niet veranderd. Maar op de wat langere termijn nam in de eigen buurt de overlast van hangjongeren en het zien van en ervaren van overlast door blowers op straat af. In enkele buurten werden tussentijds meer vermoedelijke dealactiviteiten (vanuit dealadressen of levering door bezorgers) gerapporteerd, maar voor Lelystad als geheel gold een geleidelijke daling. Coffeeshop als concurrent van de bezorgmarkt De lokale illegale cannabishandel bleek bij de nulmeting van het etnografisch veldonderzoek vooral een bezorgmarkt (06-dealers) te zijn; er waren weinig vaste verkoopadressen. Blijkens de enquête onder coffeeshopbezoekers kochten verreweg de meesten voor de komst van de coffeeshop in Lelystad wiet of hasj op de illegale markt. De illegale cannabisverkoop in Lelystad verminderde al snel na de opening van de coffeeshop en die trend zette gestaag door. Vermenging met harddrugsverkoop en gebiedsuitbreiding Een deel van de (overgebleven) 06-dealers en de thuisadressen ging volgens de bezoekers van de coffeeshop iets vaker ook harddrugs verkopen. Sommige 06-dealers richtten zich meer op andere gemeenten. De lokale coffeeshop: voordelen, verbeteringen en redenen om er niet te komen In de eerste meting in de coffeeshop (tussenmeting) bleek dat veel klanten voorheen cannabis in coffeeshops buiten Lelystad kochten, vooral in Amsterdam en Almere. Dat werd steeds minder, maar
er was zeker geen volledige verplaatsing naar de lokale coffeeshop. De belangrijkste voordelen van de coffeeshop vinden de bezoekers: nabijheid, snelle service en legaliteit. De belangrijkste verbeteringen die bezoekers aan de coffeeshop wensen zijn: meer sfeer en meer zitplaatsen. De belangrijkste redenen waarom Lelystadse cannabisgebruikers niet naar de nieuwe coffeeshop gaan, zijn privacy (verplichte registratie en zichtbaarheid), prijs en kwaliteit. Aanbevelingen De onderzoekers doen op basis van de uitkomsten van het onderzoek de volgende aanbevelingen: bewaak de continuïteit in de samenwerking tussen gemeente, politie en coffeeshop in de preventie en zo nodig bestrijding van overlast, hou de ontwikkelingen op de bezorgmarkt goed in de gaten, blijf alert op 06-dealers die cannabis (trachten te) verkopen aan minderjarigen en intensiveer de aanpak van 06-dealers die ook harddrugs verkopen. Ook zal Lelystad alert moeten blijven op mogelijke consequenties van het rijksbeleid ten aanzien van coffeeshops. Het college onderschrijft deze aanbevelingen.
Parkeerexploitatie 1e kwartaal 2013 geeft geen aanleiding tot aanpassing tariefsontwikkeling Tijdens de vaststelling van de herziening parkeerexploitatie Stadshart is afgesproken dat het e college een afzonderlijke rapportage stuurt over de resultaten van het 1 kwartaal 2013 aan de raad. Aan deze afspraak wordt hiermee voldaan. De kwartaalresultaten laten zien dat de parkeeropbrengsten iets lager zijn dan verwacht, maar deze geven geen aanleiding om af te wijken van de destijds afgesproken tariefsontwikkeling voor parkeren. Het negatief saldo van de parkeerexploitatie is beperkter gebleven, dan verwacht en leidt niet tot tariefsaanpassing. De prognose voor 2013 laat echter nog een verschil zien. Dit wordt veroorzaakt door het achterblijven de naheffingsaanslagen en het straatparkeren. De achterblijvende naheffingsaanslagen zijn verklaarbaar vanwege een bezuinig op controlerondes door Perspectief BV en hieraan gekoppeld de verminderde bereidheid om te betalen. Daartegenover staat dat de inkomsten van garages en terreinen met achteraf betalen hoger uitvallen dan begroot. Ook is minder uitgegeven aan het onderhoud van parkeergarages. Ondanks de lagere opbrengsten dan verwacht voldoet de huidige voorziening parkeren om het tekort op de parkeerexploitatie tot en met 2016 op te vangen. Na 2016 wordt een positief resultaat verwacht, waardoor er nu niet hoeft te worden afgeweken van de bij de herziening van de parkeerexploitatie aangenomen tariefsontwikkeling.
Studie naar mogelijkheden voor verdere kustontwikkeling afgerond Ten behoeve van de herijking van de structuurvisie van Lelystad is op verzoek van de gemeenteraad een studie verricht naar de kansen en bedreigingen voor de ontwikkeling van de Lelystadse kust. Deze studie is op dinsdag 11 juni door het college vastgesteld en aangeboden aan de gemeenteraad. Voor de studie is onder meer gesproken met ondernemers. Zij zien kansen in het ontplooien van (kleinschalige) initiatieven. Vooral het inspelen op de hang van de consument naar beleving wordt als kansrijk gezien. Bijvoorbeeld door het aantrekken van activiteiten die de attractiewaarde van Lelystad vergroten of Lelystad als vaardoel voor passanten interessanter maken. Een andere kansrijke ontwikkeling is het stijgend aantal (rivier)cruiseschepen dat de Bataviahaven aandoet. De goede ligging van Lelystad aan open water, biedt mogelijkheden om nog meer watersportevenementen naar Lelystad te halen, waardoor Lelystad zich als watersportstad nog meer op de kaart kan zetten. Maar ook het inzetten op innovatie biedt kansen voor de verdere ontwikkeling van de Lelystadse kust. Daarnaast is de verblijfsrecreatie een sector waarvan de mogelijkheden nader verkend kunnen worden. Tot slot zal de samenhang in de gehele kust en binnen het gebied Bataviastad - Bataviahaven versterkt moeten worden. Het gebied Bataviastad tot en met Bataviahaven wordt gezien als kern van de kustontwikkeling. Het is van belang om de ambitie van dit
gebied (onder meer hoogwaardig woonmilieu, levendigheid, toeristisch recreatieve attracties) in stand te houden. De studie naar de kansen en bedreigingen leidt tot aanbevelingen voor maatregelen om de ontwikkeling van de kust te versterken. De maatregelen zijn gericht op beheer en onderhoud van de (openbare) ruimte, tijdelijk gebruik van braakliggende kavels, stimuleringsmaatregelen voor woningbouw en het versterken van samenhang binnen de kust. Verder is het raadzaam in te zetten op functieverbreding van jachthavens, om Lelystad als vaardoel aantrekkelijker te maken en maatregelen te nemen om de bezoekers van Bataviastad verder het gebied in te krijgen. Zo wordt de suggestie gedaan voor een recreatieve openbaarvervoersverbinding tussen Flevo Marina, Bataviastad en de Oostvaardersplassen. De uitkomsten van de studie worden meegenomen bij de herijking van de Structuurvisie 2015-2030.