y Raad van Lelystad
c_siy 2012
N 569
NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op dinsdag 13 november 2012 om 19.00 uur in het Stadhuis van de gemeente Lelystad. Aanwezig zijn:
mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d’Arnaud-Appelo (PvdA), de heren P.L.W.J. Baaten (InwonersPartij) en J. van de Beek (PvdA), mevrouw D.B.J. Bergman (D66), de heren F. van den Brink (InwonersPartij), D.W. Bussink (CDA), L.J.J. Caniels (CDA), S.G.J. van Erk (VVD), H.W. Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD), E. van der Herberg (PvdA), E. Hers (VVD) en J.M. van den Heuvel (SP), mevrouw J.J.P. van der Hoek-Dubois (Bindend Lokaal), de heren C.J.J. Homan (Bindend Lokaal) en J.L. Jonker (VVD), mevrouw E.C. van der Kleij (PvdA), de heren H.P.M. van der Kolk (GroenLinks), E.H.G. Marseille (VVD) en M. El Mhassani (PvdA), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA), de heren S. Polman (Lijst Simon Polman), W.L.G. Raijmakers (Lelystads Belang) en S.M. de Reus (GroenLinks), mevrouw A.F.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), de heren J. Schoone (Bindend Lokaal) en P.A. Schot (D66), mevrouw K. Senf (InwonersPartij), de heren K.B.P. Slump (Christenunie) en H.P. Soomers (PvdA), mevrouw J.W. Sparreboom-van der Spoel (VVD), de heren C. van Veluwen (Christenunie) en B.E. Visscher (InwonersPartij) en mevrouw E. van Wageningen (ChristenUnie), leden van de raad; alsmede mevrouw M. Jacobs-Haagen Fackeldey, W. de Jager, W. Jansen, wethouders;
en de heren J.A. en R. Luchtenveld,
en de heren N. Versteeg, gemeentesecretaris, en J. Woltjer, griffier. Afwezig is:
de heer R.T. Brouwer (Lelystads Belang), lid van de raad.
1.
2012
N 570
Agenda 1 Opening 2 Mondelinge vragen 3 Vaststelling agenda 4 Mededelingen 4a Vaststelling A-stukken 5 Voorstel inzake parkeertarieven 2013 6 Voorstel Programmabegroting 2013 en Meerjarenraming 2014-2016 7 Voorstel Nota reserves en voorzieningen 2013 8 Voortstel Meerjaren Perspectief Grondbedrijf 2012
N 570 N 570 N 572 N 573 N 573 N 573 N 593 N 630 N 630
Opening De voorzitter: Dames en heren. Ik open de raadsvergadering. Er zijn geen berichten van verhindering ontvangen. De heer Brouwer is niet aanwezig vanavond, begrijp ik? Dat is het geval.
2.
Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen (art. 37 RvO) De heer Bussink: Mevrouw de voorzitter. In de wijk Kamp hebben recentelijk twee ouderen hun heup gebroken als gevolg van achterstallig onderhoud van de achterpaden. Zij hebben nu ook nog vervolgklachten en hoge verzorgingskosten. Centrada is verantwoordelijk voor het onderhoud van achterpaden. Bewoners geven aan dat ze al twee jaar geen gehoor vinden bij Centrada om het probleem aan te pakken, dat ze zelfs onbehoorlijk te woord worden gestaan. We hebben het Lokaal Akkoord met Centrada erop nageslagen en op pagina 25 staat: "Huurders (...) worden door Centrada zo mogelijk via de gemeente aangesproken op slecht onderhouden tuinen en erfafscheidingen. Daar waar achterpaden van Centrada zijn, worden deze waar nodig door Centrada opgeknapt en hersteld.” Onze vragen. Is de gemeente bekend met het slechte onderhoud van de achterpaden in delen van de wijk Kamp? Is er meer achterstallig onderhoud aan achterpaden elders in Lelystad? Spreekt de gemeente Centrada aan op het naleven van de afspraken in het Lokaal Akkoord? Hoe wordt dat getoetst? Waarom is hier na twee jaar nog niets gebeurd? Is de gemeente bereid hierover een gesprek aan te gaan? Tot zover onze vragen. Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Er wordt in het voorbeeld gesproken over twee dames. Nu wil ik niet op individuele gevallen hier het gesprek voeren. Er was bij navraag één bekend en die heeft Centrada aansprakelijk gesteld en dat wordt verder via de verzekering wel onderzocht. Wat denk ik van belang is, is dat we wel degelijk bekend zijn met dit slechte onderhoud van de achterpaden. Normaal gesproken wordt dat onderhoud aangepakt volgend op het groot onderhoud dat de gemeente in de wijken uitvoert. Dat moet ook wel, want die dingen moet naadloos op elkaar aansluiten. Zoals u wellicht weet zijn daarover in de raad een aantal keren gesprekken gevoerd en werkzaamheden op basis daarvan en van besluiten uitgesteld en is dus ook het groot onderhoud aan de paden wat daarbij hoort, uitgesteld. Wat wel gebeurt, is dat als er signalen ontvangen worden, en na de rapportage die wij krijgen worden die meestal adequaat opgepakt, tijdelijke maatregelen worden getroffen daar waar dat nodig is. We zijn dus regelmatig in gesprek met Centrada maar zouden dat graag eerder willen oppakken volgend op het groot onderhoud.
2012
N 571
De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Via Omroep Flevoland vernamen we dat de gemeente participeert in een nieuw convenant rond de luchthavenontwikkeling en een intentieovereenkomst sluit of heeft gesloten voor het creëren van een nieuwe economische zone, gericht op het verwijderen van regelgeving waar bedrijven last van hebben. In zijn toelichting gaf het college weer, dat de grootste belemmering die bedrijven ervaren hun onduidelijkheid is, dat ze nog steeds niet weten of ze op ieder moment dat ze dat willen, kunnen starten en landen in Lelystad. Hiervan gaat op z’n minst de suggestie uit dat er gemorreld wordt aan de nachtsluitingstijden. Dat kan onbedoeld zijn, maar onze vraag is: hoe moeten wij dit begrijpen. Onze tweede vraag is: hier speelt een majeure beleidsontwikkeling waarin zowel de vliegveldontwikkeling als een economische zone met gevolgen voor veranderingen in regelgeving, bijvoorbeeld richting rijksbescherming of milieuwetgeving, gaat plaatsvinden. Wij willen daar graag kaders voor stellen en verzoeken het college zo spoedig mogelijk deze beleidsontwikkeling ter vaststelling door de raad aan ons te doen toekomen. Wethouder Fackeldey: Het is bijzonder creatief knip- en plakwerk. Laat ik nogmaals blijven bevestigen dat de afspraken zoals die in het Aldersakkoord zijn vastgelegd en met u gedeeld, onverkort van kracht blijven. Overigens hebben wij niet iets getekend over de Special Economic Zone, dat is een initiatief van de provincie Flevoland. Daar nemen wij kennis van en daar volgen wij en participeren wij in wat er gebeurt. Dat heeft op zichzelf niet zoveel te maken met het convenant, de afspraak die afgelopen week ondertekend is. Die afspraak gaat alleen maar in op de rolverdeling tussen partijen over de uitvoering van het Aldersakkoord. Ik zou u graag nader informeren over wat dan de ideeën zijn die er leven over de speciaal economische zone, maar dat zullen we eerst in het college moeten delen. Vooralsnog is dat een initiatief van de provincie. In het interview heb ik gereageerd op een opmerking van de commissaris daarover, die hij in een interview daarvoor gemaakt had, maar kennelijk zijn die dingen niet in verband met elkaar uitgezonden. Op het moment dat er duidelijke beleidsvoornemens wat dat betreft zijn, dat we een beeld hebben van wat daarmee dan bedoeld wordt en wat dat dan zou betekenen, zullen we uiteraard aan de voorkant dergelijke ideeën met uw raad delen en u vragen daarvoor kaders te stellen. De heer Soomers: Dat begrijp ik en dat wacht ik met interesse af. Over het convenant kunnen we inmiddels in gesprek gaan, want dat hebt u wel getekend. Wethouder Fackeldey: Er is geen convenant maar een werkdocument getekend, dat de rolverdeling tussen partijen regelt met betrekking tot de uitvoering van de in het Aldersakkoord vastgelegde afspraken. Uiteraard geen enkel probleem om u dat ter beschikking te stellen, want u zult zien dat er geen enkel nieuw woord in staat, refererend aan de kaders die de raad daarover eerder gesteld heeft.
Mevrouw Van Rijnsoever: Mevrouw de voorzitter. Bij Omroep Flevoland sprak wethouder Luchtenveld, en wij gaan ervan uit dat dat namens het college is, een tekst uit waar de eventuele extra bezuinigingen zouden moeten plaatsvinden. Hij legde daarbij het accent op sport, groot onderhoud en verkeer. Wij hebben de volgende vragen daarover. Wat zijn de overwegingen van het college om tot deze prioritering in keuzes te komen, voorafgaande aan de kerntakendiscussie? Gaat er de komende tijd afgeweken worden van het vigerende beleid in het kader van de KSP? Is in datzelfde kader juist nu geen slecht signaal naar de provincie en het Rijk
2012
N 572
als het gaat om de ICL-bijdrage? Tot slot, waar wordt aan gedacht als het gaat om bezuinigingen op het terrein van sport? Wethouder Luchtenveld: Mevrouw de voorzitter. U doelt op het interview dat is geweest met Jeroen van der Laan in ‘Over Flevoland gesproken’. Ik vind overigens uw samenvatting wel erg kort door de bocht. Het ging om een vraag op dat moment: waar zou u zelf aan kunnen denken, wat zou uw voorkeur zijn. Het was dus duidelijk een persoonlijk getinte vraag en uiteraard nog geen collegebeleid. Het ging dan om waar we bij de kerntaken aan kunnen denken. Ik heb bij onderhoud nadrukkelijk de kanttekening gemaakt dat er ook nog een andere discussie speelt, over ICL, dus dat het niet zo gemakkelijk is daarop te bezuinigen. Die kanttekening is nadrukkelijk gemaakt, juist vanwege de discussie rondom de ICL-gelden. Uiteraard is er een kerntakendiscussie. Ik heb gezegd dat dat nodig is, dat die wordt gestart, dat uw raad daarmee bezig is. Toen werd mij gevraagd: waar zou u aan kunnen denken. Ik heb gezegd: wij hebben als college als lijn dat we in principe voorrang geven aan investeringen in mensen boven gebouwen en dergelijke. Dat heb ik zo verwoord. Dat was een duidelijk persoonlijke insteek voor die discussie, meer als voorschot op die discussie desgevraagd dan dat dat al volledig collegebeleid is. Nogmaals, de kerntakendiscussie moet nog komen. Hij is nodig omdat we allemaal constateren dat bij de traditionele manier van bezuinigen, van pondspondsgewijs verdelen, de rek er wel een beetje uit is. Maar dat is niets nieuws denk ik. Mevrouw Van Rijnsoever: Ik weet niet of de wethouder hiermee alle vragen heeft beantwoord. Min of meer wel, denk ik. Het is dus te interpreteren als schoten voor de boeg en de raad kan ongetwijfeld rekenen op allerlei voorstellen op dit gebied te zijner tijd. Wethouder Luchtenveld: U voert vooral die discussie zelf als raad. U weet dat er afspraken zijn over dat proces. Niettemin ontkomt ook het college denken wij in de toekomst niet aan het maken van keuzes, gelet op datgene wat nog op de gemeente afkomt als gevolg van het regeerakkoord in de financiële kaders. Dat komt allemaal later nader bij de kadernota et cetera. Dan is ook het moment voor het college als zodanig om u eventueel voorstellen voor te leggen.
3.
Vaststelling agenda De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Wij stellen voor om de vaststelling van de Nota reserves en voorzieningen van de agenda te halen en te verschuiven naar een volgende keer. Wat is er namelijk gebleken? Er is enige discussie ontstaan over de wijze waarop het college omgaat met de Nuon-reserve. Wij denken dat het beter is om dat even in een goed debat c.q. vooraf ook nog in een BOB-sessie te bespreken dan in een overvolle raadsagenda. De voorzitter: Ik geef de wethouder Financiën even het woord om te kijken of dat op problemen stuit, gezien de controle vanuit de provincie. Wethouder Luchtenveld: Dat stuit niet op problemen voor wat betreft de controle van de provincie. Overigens, op die punten die een relatie hebben met de moties en amendementen die vanavond aan de orde komen, zouden wij kunnen antwoorden. Maar op zichzelf is er niet een noodzaak om voor 15 november een Nota reserves en voorzieningen vast te stellen. Dat zou ook later dit jaar kunnen.
2012
N 573
De voorzitter: Ik breng het ordevoorstel in stemming. Wie is voor het ordevoorstel om agendapunt 7 van de agenda af te halen? Dat wordt breed gedragen, dus dan gaat het hierbij van de agenda af. Met inachtneming van bovengenoemde wijziging wordt de agenda vastgesteld.
4.
Mededelingen De heer Schot: Mevrouw de voorzitter. Als voorzitter van de werkgroep Structuurvisie Lelystad 2015 zou ik graag een voorgesteld besluit aan u willen overhandigen. Wij hebben ons huiswerk afgerond en wij zijn gekomen tot een besluit dat naar onze mening SMART genoeg is om te amenderen en ook om een richting te bepalen. Dus ik zou daar graag even de gelegenheid voor krijgen. De voorzitter: Dank u wel. Het is een initiatiefvoorstel. Ik zou zeggen, komt u even naar voren, want ik ben niet erg mobiel. Het verzoek is om dit voor het kerstreces volop in behandeling te nemen. Wij leggen dat voor aan de agendacommissie. Voor kennisgeving aangenomen.
4a.
Vaststelling A-stukken a.
Voorstel MFA light Waterwijk/de Landerijen (stuk nr. Z12-232075)
Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten.
B-stukken: 5.
Voorstel inzake parkeertarieven 2013 (stuk nr. Z12-240846) Amendement 1 De fractie van Bindend Lokaal stelt het volgende amendement voor: "Nieuw punt 3: Het college op te dragen: a. het aantal betaalde straatparkeerplaatsen uit te breiden met de parkeerplaatsen (op gemeentelijk grondgebied) bij de nu nog parkeerbelastingvrije wijkwinkelcentra; op deze plaatsen vindt controle plaats conform de werkwijze in het Lelycentre; b. de huidige parkeertarieven te handhaven; c. zo spoedig mogelijk na uitbreiding van de betaald parkeergebieden de resultaten van de eerste 3 maanden aan de raad voor te leggen; d. indien alsdan (3c) blijkt dat de investering voor de extra parkeerautomaten niet kan worden bekostigd uit de meeropbrengst, wordt van het college een alternatief dekkingsvoorstel hiervoor tegemoet gezien. Vernummering: punten 3 t/m 6 worden punten 4 t/m 7. Nieuw punt 5b: Toevoegen na "parkeerautomaten op straat”: "inclusief de nieuwe betaald parkeergebieden.” Oude punten 7 en 8 vervallen.”
2012
N 574
Amendement 2 De fractie van de PvdA stelt het volgende amendement voor: "Besluit: Beslispunt 5 te laten vervallen en te vervangen door: "In 2013 een grootonderhoudsplan parkeervoorzieningen te ontwikkelen (uitsluitend gericht op de instandhouding van de parkeervoorzieningen) en de financiële consequenties daarvan te verwerken in de in 2014 vast te stellen parkeerexploitatie 2015.” Argumentatie: Alhoewel op dit moment de parkeerexploitatie nog geen ruimte biedt voor toename van de kosten in de exploitatie, is het vanuit de verantwoordelijkheid gezond financieel beleid te voeren, noodzaak een voorziening te ontwikkelen om te voorzien in onontkoombare toekomstige kosten en de effecten daarvan te spreiden over meerdere begrotingsjaren. Amendement 3 De fracties van Christenunie en D66 stellen het volgende amendement voor: "Aan punt 7 van het voorgesteld besluit toe te voegen: "7b de dagen met betaald parkeren in het Stadshart uit te breiden naar maandag tot en met zondag.” De punten 7b, c en d te hernummeren naar 7c, d en e.” Toelichting: Om de parkeerexploitatie sluitend te maken/te houden mogen geen mogelijkheden onbenut worden gelaten om inkomsten te genereren. Betaald parkeren op zondag is een logische stap na het besluit over winkelopenstelling op zondag. Vrij parkeren op zondag kan leiden tot een verschuiving van het winkelen van zaterdag naar de zondag, wat extra derving van parkeerinkomsten op zaterdag tot gevolg heeft. Amendement 4 De fracties van PvdA en InwonersPartij stellen het volgende amendement voor: Beslispunt 7a te wijzigen in: 7a. de huidige tijden waarop betaald parkeren van toepassing is, te handhaven en niet uit te breiden met andere avonden of dagdelen dan waar nu in voorzien is en de daardoor wegvallende geraamde inkomsten te dekken door een zo beperkt mogelijke aanvullende tariefstijging van maximaal € 0,05 en daarmee de onder 7 en 8 bepaalde tarieven te wijzigen. Argumentatie: Regulering van andere tijden is niet noodzakelijk en zal niet begrepen worden en is nadelig voor de detailhandel met avondopenstelling, voor de culturele instellingen en voor de Lelystadse burgers. Amendement G De fractie van de VVD stelt het volgende amendement voor: "Het besluit onder 1 als volgt te wijzigen: "Kennis te nemen van de Nota Herziening Parkeerexploitatie Stadshart van 18 oktober 2012 met dien verstande, dat de in hoofdstuk 3.3. opgenomen parkeerregulering in de randen rond het centrum opnieuw aan de raad wordt voorgelegd. Dit om een afweging te kunnen maken over de vraag of het aantal van drie klagers dat reden is om een uitgebreid onderzoek naar regulering in te stellen, dient te worden verhoogd.”
2012
N 575
Amendement 6 De fractie van het CDA stelt het volgende amendement voor: "Een besluitpunt 6, 7 en 8 te wijzigen in: "6. Onder voorbehoud van besluitvorming over Nota reserves en voorzieningen 2012, ten behoeve van een geleidelijke stijging van de parkeertarieven: a. een bedrag van € 621.000 vanuit de ISV-reserve op te nemen in de egalisatiereserve parkeren; b. te bepalen dat het volledige bedrag uiterlijk in 2020 moet zijn teruggestort naar de ISV-reserve. 7. De volgende wijzigingen in de Verordening Parkeerbelastingen Lelystad 2013 via de Tarievennota vast te stellen: a. de tarieven voor abonnementen (categorie IV) in 2013 vast te stellen op € 80 per kwartaal en € 300 per jaar; b. de tarieven voor parkeervergunningen categorie IV in 2013 vast te stellen op € 65 per kwartaal en € 250 per jaar. 8. a. Kennis te nemen van de voor een sluitende parkeerexploitatie benodigde tarifering voor de jaren 2014 tot en met 2016; b. de voorgestelde tarieven jaarlijks te bezien bij de vaststelling van de tarievennota rekening houdend met het gerealiseerd resultaat over de eerste 9 maanden van het lopende jaar en het uitwijkgedrag naar andere winkelgebieden.”” Toelichting: De tariefsverhoging in 2012 met 11,5% heeft niet tot een beter resultaat van de PEX geleid ten opzichte van 2011. De oorzaken zijn waarschijnlijk vooral terug te voeren op uitwijkgedrag. Uit eerdere stukken blijkt dat weliswaar de inkomsten uit boetes fors zijn afgenomen, maar daar staat tegenover dat deze ongeveer worden opgeheven door de arbeidsbesparing op het minder uitvoeren van controles. Daarnaast kan een algehele economische teruggang een rol spelen dat van invloed is op het bestedingspatroon. Naar onze mening is een verdere verhoging van de parkeertarieven ongewenst ook in het belang van de ondernemers in het Stadshart en het op peil houden van een aantrekkelijk winkelaanbod. Amendement 7 De fractie van het CDA stelt het volgende amendement voor: "Een besluitpunt 10 toe te voegen: "De raad in mei 2013 te informeren over de financiële resultaten van het eerste kwartaal 2013 om vast te stellen hoe deze zich ontwikkelen ten opzichte van de begroting.”” Amendement A De fractie van de VVD stelt het volgende amendement voor: "Aan voorstel 3.f toe te voegen: "zo spoedig mogelijk” 3.f luidt dan: "te bepalen dat deze afspraken zo spoedig mogelijk doch uiterlijk zijn gerealiseerd op 1 juli 2013.”” Amendement B De fractie van de VVD stelt het volgende amendement voor: "Aan de voorstellen onder 4.a en 4.b bij de genoemde bedragen toe te voegen: "maximaal” En aan beide voorstellen toe te voegen: "nadat hierover advies is gevraagd en ontvangen van de Coöperatie Parkeerservice Amersfoort.” En bij afwijking van het betreffende advies de raad hierover voor realisatie van de investering te informeren.”
2012
N 576
Amendement C De fractie van de VVD stelt het volgende amendement voor: "Punt 7 luidt als volgt: "Bij de vaststelling van de tarievennota in december 2012 de Verordening Parkeerbelasting Lelystad vast te stellen met als uitgangspunt de onder 7b t/m d opgenomen bedragen.”” Amendement D De fractie van de VVD stelt het volgende amendement voor: "Punt 8 luidt als volgt: "De tijden met betaald parkeren in het Stadshart niet te wijzigen ten opzichte van de thans gehanteerde tijden.”” Amendement E De fractie van de VVD stelt het volgende amendement voor: "Toe te voegen: "9. De parkeertarieven jaarlijks bij de tarievennota vast te stellen.”” Amendement F De fractie van de VVD stelt het volgende amendement voor: "Van de Waaggarage alle verdiepingen, met uitzondering van de eerste, voor abonnementhouders beschikbaar te stellen.” Motie M1 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 13 november 2012 Overwegende dat: - de raad de nieuwe tarieven voor het jaar 2013 heeft vastgesteld; - in die tarieven een verruiming is opgenomen voor het breder gebruik van abonnementen; - niet is voorzien in een mogelijkheid van een "incidenteel” abonnement, bijvoorbeeld voor reizigers naar Schiphol. Van oordeel dat: het beschikbaar stellen van op eenvoudige wijze verkrijgbare en toepasbare meerdaagse kaartvormen mogelijk voorziet in een behoefte en daarmee het gebruik van de parkeergelegenheden kan bevorderen. Verzoekt het college: aan de Coöperatie Parkeerservice Amersfoort een advies te vragen of invoering van een dergelijke "kaart” - als proef - uitvoerbaar is en kan bijdragen tot verbetering van de opbrengst. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M1 is ingediend door de fractie van de VVD) Motie M2 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 13 november 2012 Overwegende dat: - de raad de nieuwe tarieven voor het jaar 2013 heeft vastgesteld; - de tarieven zijn gebaseerd op een nog niet in het jaar 2013 sluitende parkeerexploitatie; - de kosten voor de controle van het naleven van de parkeerregels fors zijn verminderd; - in de bestaande capaciteit van de parkeergarages veel niet-gebruikte ruimte aanwezig is. Van oordeel dat:
2012
N 577
-
het verminderen van het straatparkeren met de daarbij behorende controle mogelijk tot een verdere efficiencyverbetering van het parkeerbeheer kan leiden; - mogelijk het omvormen van de Agoragarage met achterafbetalen daarvoor een bijdrage kan leveren. Verzoekt het college: de raad voor het vaststellen van de Kadernota 2014 een inzicht te geven van de voor- en nadelen van het verder terugbrengen van het straatparkeren met inbegrip van mogelijkheden straatparkeerplaatsen om te vormen tot plaatsen met achterafbetalen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M2 is ingediend door de fractie van de VVD)
De heer Schoone: Mevrouw de voorzitter. Parkeren. Wij hebben als Bindend Lokaal een aantal wensen ten aanzien van de parkeerexploitatie. Zoveel als mogelijk bezoekers voor onze ondernemers, dat is wat we graag willen, en de nadruk echt op zoveel als mogelijk bezoekers voor onze ondernemers. Ook de nadruk op zoveel als mogelijk een laag tarief; een laag tarief waar dat mogelijk is. Deze wensen zijn voor ons in heel Lelystad. Echt ook in heel Lelystad. Alle wijken en winkelcentra in de gemeente Lelystad en op de grond van de gemeente Lelystad, een laag tarief en zoveel mogelijk bezoekers. Daarom willen wij graag de tarieven van Lelycentre en de stad, ook bij alle winkelcentra die er zijn en de kleine winkelcentra. We willen dit graag na drie maanden evalueren. Investering van de automaten en de opbrengst, die o.i. redelijk zal zijn. Wanneer dit niet haalbaar is, kijken we bij de reserve. Na evaluatie verwachten wij een voorstel om de tarieven te wijzigen. Voor zover onze toelichting. De heer Baaten: Mag ik de heer Schoone een vraag stellen? Mijnheer Schoone, in uw conceptamendement hebt u een paar locaties genoemd. Zou u nog eens kunnen aangeven welke locaties u hier voor ogen hebt? De heer Schoone: De kleinere winkelcentra, de Botter, de Kempenaar, de Jol, bij het Voorhof. Die kleine winkelcentra. De heer Baaten: Palazzo staat ook in het concept? De heer Schoone: Nee. De heer Baaten: Ik ben even gaan bellen voor u, want ik heb eerst naar het concept gekeken. Nu hebt u mij op het verkeerde been gezet, u hebt het later zelf gecorrigeerd, want Palazzo is puur privé-terrein. Dat wordt zelfs met borden aangegeven, dus daar was u even niet helemaal bij. Als ik naar de Voorhof kijk, die heb ik ook even gebeld. De Voorhof is privé-eigendom. Als we gaan naar de Tjalk, ook dat haalt u aan, maar de Boni en de Lidl is privé-eigendom. Een deel van Van Ewijk is privé-eigendom. Wat wij ons dus afvragen, is wat u eigenlijk beoogt. Er blijft over dat u aan de ene kant zegt: we willen alles, en in wezen doet u niets, want u komt alleen bij de ondernemers in de Botter uit en bij de Jol. Voor de rest meer dan beperkt. Wij kunnen ons voor wat betreft uw voorstel weinig voorstellen. De heer Schoone: Wij wel, aangezien er nog een aantal plekken overblijven waar het wel degelijk mogelijk is. De heer Baaten: En dan denkt u dat men niet op de privé-parkeerplaatsen bij de Boni en de Lidl gaat staan, of op de Voorhof aan de overkant gaat staan, als men moet betalen.
2012
N 578
De heer Slump: Ik heb ook een vraag aan de heer Schoone. Verwacht u niet dat bij die kleine winkelcentra die u bedoelt, straks in al die straatjes eromheen de bewoners worden geconfronteerd met parkeeroverlast waar de parkeerterreinen van de winkelcentra helemaal leeg staan? Dat zal toch ook niet de bedoeling zijn. De heer Schoone: Dat is niet onze bedoeling en dat verwachten wij ook niet. De voorzitter: Dank u wel. Het amendement maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. U hebt een stapel amendementen en moties gekregen. Ik begin straks met de stemming bij het amendement van Bindend Lokaal. We hebben gekeken naar de prioritering. Ik heb nu het amendement van de PvdA voor me liggen. De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Alle Nederlandse gemeenten verdienen goed aan parkeren. Alleen Lelystad niet. We hebben er de afgelopen jaren miljoenen op moeten toeleggen. Onze analyse is dat daar minimaal drie redenen voor zijn. 1. In het verleden kende de colleges meer ambitie dan realiteitszin. 2. De raad kweet zich niet van zijn controlerende taak en schatte de risico’s niet in. 3. Ook dit college weigerde tot een maand geleden te sturen op de kosten en wilde met name de buitensporige handhavingskosten niet naar beneden brengen. Ik dank de drie raadsleden die het afgelopen half jaar onvermoeibaar in overleg met het college zijn gebleven om tot dit resultaat te komen. Hoe beoordelen wij dit nu? Het is een uiterst complex en risicovol voorstel. Wij willen niet meemaken dat het college over een paar maanden voor ons staat met de mededeling dat Perspectief en Parkeerservice er niet uitgekomen zijn en dat het dus toch iets meer moet kosten. Voor de beoordeling van dit voorstel hanteren wij drie criteria die we met u in de vorige raadsbehandeling overeengekomen zijn. De kosten reduceren, een zo klein mogelijke tariefsverhoging en een sluitende begroting. Min of meer voldoet dit voorstel daaraan. Wij stellen u per amendement twee correcties voor. Het betaald avondparkeren kunnen wij niemand uitleggen. Het is voor de regulering niet nodig en het kent alleen maar nadelen, maar uiteraard, bij het schrappen daarvan brengen wij wel dekking aan en stellen u die voor. Wij zijn verbijsterd, hierbij maar gelijk te noemen, door de voorstellen van de VVD. Altijd belijdt de VVD met de mond financiële deugdelijkheid, maar als het hen politiek niet uitkomt, handelen ze daar niet naar. Zij stellen dus hetzelfde als wij voor zonder een enkele vorm van dekking. Ons tweede voorstel betreft het groot onderhoud. Wij willen dat er een planontwikkeling start om over een paar jaar te beginnen met sparen voor groot onderhoud. Wij begrijpen ook wel dat daar nu de ruimte niet voor is om nog meer kosten op ons te nemen, maar wij willen het wel nu regelen en harde afspraken maken om te voorkomen dat wij ook op dit punt problemen naar de toekomst schuiven. Ik wil u wel gelijk voorstellen nog een halve zin aan dit amendement toe te voegen, omdat wij begrepen hebben dat die in zichzelf niet volstrekt duidelijk is. Na 2015 stellen we u voor toe te voegen: en dus tot 2015 nog geen bedragen in de in dit besluit genoemde onderhoudsvoorziening te storten. Ik kan niet op alle voorstellen, amendementen en moties reageren, want we moeten tijd overhouden voor de begrotingsbehandeling, maar het sympathieke idee en ook wel creatieve idee om in alle wijkwinkelcentra betaald parkeren in te voeren, moeten wij toch afwijzen. Om twee redenen. Ten eerste, bij een deel van die wijkwinkelcentra, bijvoorbeeld de Tjalk, gaat het om particuliere terreinen, waarover
2012
N 579
wij niets te vertellen hebben. Dan zou je het dus op de ene plek doen en op de andere niet, met nog meer rechtsongelijkheid tot gevolg. Ten tweede, juist in de echte buurtwinkelcentra voorzien wij bij invoering van betaald parkeren enorme overlast, omdat mensen dan in het groen en in de zijstraten gaan parkeren. Dat is de reden waarom wij hier niet in willen meegaan. De heer Marseille: De heer Soomers geeft aan dat hij verbijsterd is. Nu weet ik dat de heer Soomers het woord verbijsteren redelijk vaak hanteert, dus kennelijk heeft dat een wat lagere gradatie dan het misschien in eerste instantie lijkt. De heer Soomers: Misschien kunt u op de inhoud van wat ik zeg reageren. De heer Marseille: Dat ga ik uiteraard doen. Het is inderdaad niet onze gewoonte om voorstellen te doen waarbij geen dekking is, maar wij denken dat er in dit geval al dekkingen in het voorstel zelf zitten. Als u berekent dat het aantal uren waarin het parkeren wordt voorgesteld in de avonduren, als je ervan uitgaat dat wil dat enigszins zinvol zijn, je ook zult moeten handhaven, en uitgaat van maximaal twee controleurs, want ze lopen op z’n minst met z’n tweeën, dan kom je al op ongeveer 2100 uren die nodig zijn om dat te controleren. Dan kan ik denk ik vrij eenvoudig voorrekenen dat hier een bedrag van ongeveer € 80.000 aan kosten kan worden bespaard, waarmee je dan inderdaad € 80.000 opbrengsten laat lopen. Volgens mij is dat nog steeds neutraal, dus een heel solide dekking. De heer Soomers: Wat u zegt is dat ons college ons een voorstel doet, waarbij de kosten van handhaving identiek zijn aan de inkomsten van het betaald parkeren. Als dat waar zou zijn, dan hebben we een echt probleem. De heer Marseille: Ik weet niet of de heer Soomers dan opnieuw verbijsterd is, maar toch lijkt het erop dat dat wel degelijk het geval is. Wellicht kan het college daar straks duidelijkheid in geven. De heer Soomers: Graag. De heer Schoone: Ik heb een vraag aan de heer Soomers. Rechtsongelijkheid. Niet bij het Lelycentre een rechtsongelijkheid ten opzichte van de rest? De heer Soomers: Dat ben ik met u eens, maar daarvoor hoef je het niet nog erger te maken. De heer Schoone: Dus daar zou het minder kunnen. De heer Soomers: Dat zou je kunnen overwegen. De heer Schoone: Een andere vraag op uw aanvulling. U zegt: na 2015 kunnen we gaan sparen. Tot 2015 niet. Dus geen tariefsverhoging tot 2015. Waar komen de reserves vandaan na 2015? De heer Soomers: Ik heb het niet over tariefsverhoging. Ik heb het over het vullen van een voorziening op groot onderhoud en die middelen komen uit de parkeerexploitatie. Dat kunnen we ons nu niet permitteren, maar je moet er wel eens aan beginnen. De voorzitter: Geen andere reacties? Dank u wel. Dat betekent dat het amendement op beslispunt 5 wordt amendement nummer 2. Het amendement van PvdA en InwonersPartij wordt amendement nummer 4. Ik ga verder met de Christenunie, de heer Slump.
2012
N 580
De heer Slump: Mevrouw de voorzitter. De parkeerexploitatie is zo langzamerhand echt hoofdpijndossier geworden. Voor onze fractie is het verlies van een groot aantal re-integratieplaatsen bij Perspectief een hoofdpijnpunt. Er is weliswaar overleg geweest met deze organisatie, nadat de raad besloten heeft dat zij 50% moesten bezuinigen op het parkeergebeuren. Nu hebben zij ook een offerte uitgebracht voor de komende jaren, net als Parkeerservice Amersfoort. Het college probeert nu het beste van beide te verenigen. Wij roepen het college daarbij op om zoveel mogelijk mensen uit de doelgroep van Perspectief aan het werk te laten. De exploitatie is niet sluitend en het college probeert die op termijn wel sluitend te krijgen. Dat is een streven waar wij uiteraard van harte achterstaan. Het is alleen jammer dat niet alle mogelijkheden worden benut om de opbrengsten te verhogen. Het is voor ons bijvoorbeeld niet duidelijk waarom er op zondag nog gewoon vrij geparkeerd kan worden, nadat de raad heeft besloten om geen beperkingen meer aan te houden met betrekking tot het aantal koopzondagen. Daarom dienen wij samen met D66 een amendement in om meer opbrengsten te genereren door ook op zondag voor parkeren te laten betalen. Iedere euro die daarmee binnenkomt is immers meegenomen. Dan wat betreft de uitbreiding naar de avonden. Daar zouden wij mee kunnen leven, als de opbrengst daarvan de kosten van de handhaving ruimschoots te boven gaan. Als echter van die opbrengst van € 80.000 een groot deel besteed moet worden aan de handhaving, dan vinden wij het een nutteloze uitbreiding. Graag hebben wij hierop een reactie van het college. Die reactie bepaalt ook onze houding ten opzichte van de amendementen van andere fracties, die geen uitbreiding naar de avonduren willen. De heer Polman: Mag ik de heer Slump wat vragen? Met de winkelopening op zondag was u fel tegenstander vanwege de zondagsrust. Hoe staat u daar nu in als mensen van Perspectief op zondag moeten werken om dit te controleren? De heer Slump: Het is gebruikelijk dat allerlei mensen op zondag werken; van openbare orde, in de gezondheidszorg. Ik roep ook niet op om hele regimenten aan controleurs op zondag de straat op te laten gaan, maar zo af en toe op onregelmatige tijden een steekproefsgewijze controle kan natuurlijk nooit kwaad. De voorzitter: Het amendement maakt onderdeel uit van de beraadslaging. Dit wordt nummer 3. Het woord is aan de VVD, de heer Marseille. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Het voorstel voor het parkeren heeft een heel lange geschiedenis. Daarbij dank aan de heer Soomers voor de complimenten aan de drie raadsleden die zich daar lang voor ingezet hebben. Ik was daar één van. We hebben dat met veel plezier gedaan, al was het een af en toe heel intensief traject. Het hele voorstel heeft een heel lange geschiedenis en heeft ook een belangrijk dilemma in zich. De heer Soomers meldde er daarnet al een paar van de voorgeschiedenis, te ruim faciliteren van het aantal voorzieningen in deze stad, maar ik doel nu met name op het punt dat we zeggen: enerzijds moeten de parkeerkosten kostendekkend zijn en anderzijds moet het tarief zodanig acceptabel zijn, dat we vermijden dat steeds meer mensen zeggen: het is ons te duur, wij gaan maar op een andere manier daarheen of zelfs naar andere plaatsen. Waarbij dan kennelijk die auto weer geen geld kost. Dat is toch een merkwaardig probleem.
2012
N 581
In hoofdlijnen zijn wij het eens met het voorstel dat er ligt. Wij zijn er vooral tevreden mee dat er na de enorme inspanning om de kosten te verlagen, nu een voorstel ligt waarbij het lidmaatschap van de Coöperatie Parkeerservice Amersfoort heel belangrijk is. Het houdt namelijk in dat we een partij inschakelen die voor meer dan 15 gemeenten het parkeren regelt, daarmee kennis inbrengt, de voordelen van grootschaligheid heeft. Wat wij ook heel belangrijk vinden, is dat er ongetwijfeld allerlei nieuwe betaalvormen gaan komen, waarvoor een behoorlijke kennis nodig is en dat kun je nu eenmaal doen als je daar een groot draagvlak voor hebt. Voor één gemeente is dat heel snel te duur. Op een aantal punten hebben wij wat opmerkingen, waarvoor wij amendementen indienen. We hebben er een aantal bij elkaar gevoegd op één A4. Het zijn in hoofdzaak wat technische amendementen. De eerste is dat wij graag met het college en de collega’s in gesprek willen over de parkeernota waar het gaat om de naar onze mening te lage drempel om een onderzoek in te stellen naar parkeeroverlast en de mogelijkheid om maatregelen te nemen. Dat zijn op dit moment maar drie personen. Dat heb je natuurlijk al heel snel en voordat je het weet, worden er op allerlei punten in allerlei wijken onderzoeken gedaan om te kijken of je maatregelen moet nemen. Wij zouden dat het liefst zoveel mogelijk willen beperken. Dan ons verzamelamendement. Weliswaar wel allemaal losse amendementen, omdat niet iedereen het met alles eens hoeft te zijn. Wij zouden voor de afspraken met Parkeerservice Amersfoort niet 30 juni als datum willen stellen, maar erop willen aandringen dat dat uiterlijk 30 juni is, dus liefst zo snel mogelijk. Dat hebben wij verwoord in ons voorstel A. Dan dringen wij erop aan om al direct gebruik te maken van de mogelijkheden die PSA biedt op het punt van vervanging van apparatuur en investeringen daarin. Waarschijnlijk kunnen we dan al op heel korte termijn de vruchten plukken van het lidmaatschap van de coöperatie. Ten aanzien van punt c. stellen wij voor om niet vanavond de discussie te belasten met het vaststellen van de verordening. We hebben er in een voorgaande gelegenheid ervaring mee opgedaan, dat dat heel veel tijd kost. Wij stellen voor om dat te verschuiven naar de tarievennota. Dan het punt over het uitbreiden van de parkeertijden. Daarover is inmiddels al het een en ander gezegd. Het is duidelijk dat wij voorstellen, overigens net als de PvdA en de InwonersPartij, om het betaald parkeren niet uit te breiden naar de avonden. Wij denken dat dat zonder aanvullende dekking mogelijk is, maar wij wachten op dat punt het antwoord van het college af. Wat betreft het vaststellen van de tarieven voor 2014 e.v. willen wij nu niet verdergaan dan de tarieven voor 2013 vaststellen. Wij vinden het belangrijk dat we in 2013 kunnen zien wat de effecten zijn van een nieuwe tariefsverhoging, zodat we daarop kunnen inspelen bij het vaststellen van het tarief 2014. Overigens merken wij op dat we in het verleden al diverse malen voor diverse jaren de tarieven hebben vastgesteld en achteraf zeg ik: hadden we die nog maar. Dan zouden wij graag willen voorstellen om de Waaggarage open te stellen voor abonnementhouders. Het college stelt voor om dat aan de Lindelaan te doen. Wij denken dat de Lindelaan geen alternatief is voor treinreizigers, maar dat de Waaggarage dat zeker wel kan zijn. Wij denken overigens dat zeker op de normale werkdagen daar ruimte zat is en er geen verdringing zal plaatsvinden met het winkelend publiek. Op zaterdag zal dat net andersom zijn, omdat er dan winkelend publiek is en waarschijnlijk weinig abonnementhouders. Dan nog een tweetal moties. In de ene motie roepen wij het college op om ons inzicht te geven in de voor- en nadelen van het verder terugbrengen van het straatparkeren
2012
N 582
met inbegrip van de mogelijkheden straatparkeerplaatsen om te vormen tot plaatsen met achterafbetalen. We hebben natuurlijk een groot overschot aan plaatsen en juist het straatparkeren is qua controle nog steeds het duurst, dus wellicht kunnen we dat in de komende tijd verder verminderen. De tweede motie. Een advies te vragen aan Parkeerservice Amersfoort om als proef te komen met een kaartvorm die het mogelijk maakt om voor een aantal dagen te parkeren zonder dat dat, als je bijvoorbeeld naar Schiphol wilt, 8 of 9 keer het dagtarief is. Wij denken dat dat kan bijdragen tot een verbetering van de opbrengst. Tot zo ver. De heer Baaten: Mijnheer Marseille, vindt u niet als we kijken naar de hoeveelheid amendementen/moties waar de VVD mee komt, dat we tot in de haarvaten van het beleid zitten en dat we ons te veel met de uitvoering bezighouden? Als we kijken naar de verdeeldheid die er heerst, als we kijken ook naar de amendementen die we van anderen hebben gekregen, daar zit zo’n diversiteit in, dat we ons afvragen: vindt u niet dat we beter zouden kunnen starten met het project CPA en dan erop inspelen, in plaats van nu, want volgens mij is er nog geen handtekening gezet als het gaat om hoe alles in te vullen, en dat we dan pas gaan kijken, parkeerkaartjes invoeren, terreinen en dergelijke. Kunnen we er dus niet beter op een later tijdstip op terugkomen? De heer Marseille: Wij denken niet dat wij op detailniveau dingen proberen te regelen. De voorstellen van a. tot en met f. zijn voor het merendeel zaken die nu spelen, dus die kunnen we niet afwachten tot een later tijdstip. Daar is overigens ook vorige week in de BOB-sessie over gesproken en ik heb begrepen dat het college weinig problemen had met die voorstellen. Als het gaat om het inschakelen van Parkeerservice, daar waar we nu een voorstel hebben om € 4 ton te investeren in apparatuur, lijkt het wel heel logisch om te zeggen: kijk nu of Parkeerservice als grote organisatie daar wellicht al iets voor ons kan betekenen. Om daarvoor eerst te wachten en dan te zeggen: we hebben net geïnvesteerd, kom over 10 jaar terug, dat lijkt ons niet zo handig. De heer Van den Heuvel: Even een technische vraag ten aanzien van het verzamelamendement. Naar de mening van de SP dient een amendement altijd een wijziging in zich te hebben ten aanzien van het voorgelegd besluit. Vanaf amendement c. zie ik nog wel een verwijzing naar de tarievennota, maar daar staat niet dat dit nu uit het besluit zou moeten. En bij d., e. en f. zie ik ook geen nieuwe punten. Dus de vraag is: hoe moeten wij dit technisch interpreteren. De heer Marseille: Bij amendement c. wordt toegevoegd: in december 2012. Bij amendement d. staat: de tijden met betaald parkeren in het Stadshart niet te wijzigen ten opzichte van de thans gehanteerde tijden. Dus dat is de vervanging van het huidige d. En e. en f. zijn toegevoegd aan voorstellen in het besluit. De voorzitter: In feite, mijnheer Marseille, als we kijken naar het verzamelamendement, en daarover is vanmiddag al contact met u gezocht, voldoet het niet aan het uitgangspunt. Ik kan me herinneren, ik dacht dat het vorig jaar was, dat we een verzamelamendement hadden van de CDA-fractie. Die heeft dat toen keurig gesplitst. Met een amendement is het ‘wijzigen in’ of ‘komt te vervallen’ en ‘deze tekst komt daarvoor in de plaats’. Daar voldoet het niet aan en dat is u vroegtijdig medegedeeld door bureau griffie. Dit zeg ik even als voorzitter van de raad.
2012
N 583
De heer Marseille: Er wordt hier gesproken over amendementén, dus er worden hier wel degelijk 7 amendementen ingediend die ik omwille van een hoop extra gerommel op één A4 heb gezet. Dat is dus wat anders dan één amendement. De voorzitter: Het voldoet niet aan de spelregels. Een amendement wordt per amendement ingediend. Verleden keer hebben we die discussie gehad. Dat is keurig aangepast door de CDA-fractie. In feite moet ik dit in één keer in stemming brengen. De heer Marseille: Nee, mevrouw de voorzitter, er staat amendementén. De voorzitter: We hebben hier de spelregel zoals u dat ook keurig bij het andere amendement doet en dat betekent dat het amendement daaraan moet voldoen. En u bent vroegtijdig daarover geïnformeerd, zodat u de kans had het nog enigszins aan te passen. De heer Marseille: Hoeveel kans ik daarvoor had laten we even in het midden. De heer Soomers: Bij interruptie. Ik begrijp het probleem, maar kunnen we een poging wagen het probleem op te lossen door de heer Marseille in staat te stellen in een korte schorsing dit straks in orde te brengen? De voorzitter: Dat mag altijd, maar dan ga ik wel even door met het andere onderwerp. Dan moet maar iemand van de fractie het overnemen, want anders kom ik in tijdnood omdat de begroting erachteraan komt. Als dat geen probleem is, vind ik het goed. Dan kan de stemming later plaatsvinden. De heer Marseille: Als hij acht keer kan worden vermenigvuldigd, dan kan ik hem zeven keer doorstrepen. De voorzitter: Akkoord. Geen andere reacties vanuit de raad. Het amendement over parkeerregulering in de randen rondom het centrum wordt amendement 5. Ik wacht even af wat de VVD-fractie met het verzamelamendement gaat doen. Ik geef het woord aan de CDA-fractie. De heer Bussink: Mevrouw de voorzitter. Wat is het probleem met de parkeerexploitatie Stadshart? De economie zit tegen, waardoor de ontwikkeling van het Stadshart stagneert. Mede daardoor hebben we nu 1000 parkeerplaatsen te veel. Dat is het eigenlijke probleem. Wat is het gevolg van 1000 parkeerplaatsen te veel? Een groot exploitatietekort. Wat doen wij als raad? We wentelen het af op de burger en de ondernemers in het Stadshart. 11,5% tariefstijging in 2012. Wat is daarvan het resultaat? Lagere inkomsten in 2012 dan in 2011. En nee, die lagere inkomsten worden niet veroorzaakt door het minder uitdelen van boetes, want er wordt ongeveer een gelijk bedrag bespaard op controles, zoals het college in eerdere stukken laat weten. De oorzaak van geen meeropbrengst in 2012 is volgens het CDA vooral uitwijkgedrag naar elders. Een ondernemer zei vorige week tegen mij: ik heb twee zaken, één in het Stadshart en één elders in de stad; mag u raden welke zaak het beste loopt. U raadt het al, niet die in het Stadshart. Het moet dus anders met de parkeerexploitatie en daar is dit jaar hard aan gewerkt, waarvoor onze complimenten. Het CDA vindt dan ook dat met het voorliggend besluit een stap in de goede richting is gezet, waardoor het tekort aanmerkelijk verkleint maar niet verdwijnt. Daar zit gelijk ons pijnpunt. Wij zijn geen voorstander om dan maar weer een 10% tariefstijging door te voeren. Het college geeft aan dat door de maatregelen in dit voorstel uitwijken naar elders minder voor de hand ligt. Maar daar wil de CDA-fractie het niet op aan laten komen, om achteraf te moeten constateren
2012
N 584
dat het bezoek aan het Stadshart verder is afgenomen en er nog meer leegstand in het Stadshart is gekomen. De CDA-fractie zegt: in 2013 geen tariefsverhoging voor straat- en garageparkeren. Kijk eerst hoe de overige maatregelen uitwerken. Dek het tekort via extra middelen uit de ISV-reserve. Wij hebben daartoe een amendement opgesteld dat u allen heeft bereikt. Verder vinden wij dat het van belang is om al snel in 2013 een beeld te krijgen hoe het nieuwe beleid uitpakt voor de exploitatie. Ook daar hebben we een amendement voor. Misschien vallen de bezoekersaantallen mee. Waarschijnlijk worden ook de eerste effecten van de Hanzelijn zichtbaar. In de loop van 2013 kunnen we dan verder inzoomen op het sluitend krijgen van de exploitatie, liefst zonder tariefsverhoging. Er zijn al heel wat amendementen langsgekomen. Over een paar wil ik even iets zeggen. Het amendement van PvdA en InwonersPartij vinden we op zich sympathiek, met betrekking tot het avondparkeren, maar daar zit gelijk ook ons pijnpunt. Het leidt tot een verdere tariefsverhoging en dat vinden we ongewenst. De plannen met betrekking tot groot onderhoud, om dat in 2015 wel mee te nemen, zullen wij steunen. Andere amendementen komen later ter sprake. De voorzitter: Dank u wel. Vanuit de raad een reactie? Dat is niet het geval. De wijziging op beslispunt 6, 7 en 8 wordt amendement 6. Het toevoegen van een beslispunt 9 wordt amendement 7. Dat waren de amendementen en moties zoals ze zijn neergelegd. Het woord is aan de heer Schot. De heer Schot: Mevrouw de voorzitter. Er is veel en hard gewerkt aan het voorliggende voorstel. Daar hebben de drie raadsleden heel veel aan gedaan, ook het college en leden van het ambtelijk apparaat. Daar is veel tijd in gestoken en er zijn veel nieuwe dingen doorgevoerd. Dat is ook de reden dat wij vinden dat dit een uitweg biedt aan de huidige vastgelopen situatie die zoveel schrijnende tekorten oplevert. Wat wij jammer blijven vinden, is dat er ook in dit plan nog steeds geld bij moet. O.i. moet een exploitatie minimaal kostendekkend zijn en aansluiten bij de mobiliteit in de gemeente. Onze insteek is eerst dit voorstel aan te nemen en vervolgens bij de evaluaties door te werken aan een verdere aanpassing. Om nu met dit plan én per amendement alles tegelijkertijd proberen te regelen, lijkt ons onjuist en uiterst onzorgvuldig. Wat wij na de inwerkingtreding van dit voorstel op de agenda moeten zetten, en ik doe een kleine greep, is: de afbouw van de bestaande voorraad aan parkeerruimte, we hebben de effecten van de Hanzelijn waar we nog mee te maken hebben en waar we over zitten te speculeren, we hebben afnemend autoverkeer, dat zien we overal gebeuren, de samenhang van het parkeerbeleid met mobiliteit, wonen en economie van de stad herzien en misschien wel het parkeerbeleidsplan herijken. Er ligt een voorstel voor parkeerabonnementen in onze garages. Dat zullen wij wel steunen om dat te onderzoeken. Wij zijn geen voorstander van het uitbreiden van betaald parkeren naar de kleinere winkelcentra, in verband met verdringing, en er zijn een aantal ondernemers en winkeliers die om strategische redenen juist weggegaan zijn uit het centrum en die zitten ergens aan de rand. Dan hebben we natuurlijk ook nog een mix tussen middenstand en kleine industrie op een aantal bedrijfsterreinen, of een aantal wijken, waarvan wij zeggen: daar moeten we vanaf blijven, we moeten niet nu overal gaan zitten rommelen. Dus ons idee is: aannemen en dan verder gaan werken. Eerst dit afronden.
2012
N 585
De voorzitter: Dank u wel. Ik ga over naar wethouder Fackeldey. Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Het is door vele sprekers al gememoreerd, we hebben lang en intensief met elkaar gesproken over het parkeerproces. Ook ik dank, namens het college, de raadsleden die als klankbordgroep hebben willen fungeren, maar meer in het bijzonder ook de medewerkers die de vele, vele en nog meer vragen steeds opnieuw binnen een vaak ultrakorte tijd buitengewoon deskundig hebben moeten en kunnen beantwoorden. Dat is hard werken geweest, maar daardoor kregen we ook met elkaar steeds meer grip op het proces. Ik zou graag twee algemene opmerkingen maken alvorens op de verschillende moties en amendementen in te gaan. Die zoektocht werd natuurlijk voor een belangrijk deel veroorzaakt door drie elementen. Eén. Ik zeg wel eens iets over de toekomst en de voorspelbaarheid daarvan. Nu, dat blijkt bij de parkeerexploitatie buitengewoon waar en elke keer weer. Er zijn zeel veel factoren die bijdragen aan de fluctuaties, zelfs op het niveau per kwartaal, van met name de hoogte van de inkomsten. Twee. De worsteling is dat we als college buitengewoon veel waardering hebben voor het werk dat Perspectief al jaren doet, ook in het houden van toezicht wat verdergaat dan alleen het parkeertoezicht in het centrum, maar dat we ons ook realiseren dat het niet meer zo kan zijn dat we via de parkeerexploitatie die andere activiteiten op die manier blijven bekostigen. Toch zochten we naar een manier waarop we enerzijds gebruik konden maken van effectieve kennis en een op parkeren gericht apparaat van een instantie zoals CPA, en anderzijds het goede werk dat Perspectief doet in de re-integratieactiviteiten daarvoor konden blijven gebruiken, zij het niet als zelfstandige voortzetting maar in combinatie en samenspraak met het Werkbedrijf. Na vele gesprekken en zeker ook dankzij de signalen die de raad daarop heeft afgegeven, hebben wij het vertrouwen dat wij daarmee nu een weg ingeslagen zijn die het beste uit twee werelden combineert. En, mijnheer Soomers, u hoeft niet bang te zijn dat wij als college het nu vervolgens over de schutting gooien bij Perspectief en het CPA met de mededeling: u zoekt het maar uit en we horen het wel. We hebben ons voorgenomen het proces echt af te maken en we zullen als gemeente nadrukkelijk het voortouw nemen in het maken van de definitieve, precieze afspraken; wie doet wat, wie is waar verantwoordelijk voor en hoe zorgen we dat we het beste uit die twee doelstellingen op een goede en effectieve manier blijven combineren. Die voorstellen zijn niet zomaar uit de lucht komen vallen. We hebben daarbij natuurlijk aan beide partijen gevraagd ons te vertellen wat het gaat kosten. Op basis van aanbiedingen die gedaan zijn, zijn wij ervan overtuigd dat we het gaan redden om binnen de financiële kaders zoals die u gepresenteerd zijn, die afspraken te doen maken. Dan naar de verschillende amendementen. De eerste, die van Bindend Lokaal. Het is gezegd, ik kan me voorstellen dat het sympathiek klinkt ook vanuit het willen ontzien van het centrum en het willen zorgen dat men in gelijke mate last heeft van betaald parkeren. Maar het is ook al door de heer Baaten aangehaald, voor een groot deel kan het niet, omdat we veel van die terreinen niet in eigendom hebben. Je krijgt bovendien een heel sterk uitstralingseffect naar direct eromheen gelegen woonwijken. Dat moet je ook niet willen. Bovendien is het zeer de vraag of het voldoende netto-opbrengsten genereert om de parkeertarieven in het Stadshart ongewijzigd te laten. Dus we raden het niet aan om hiermee in zee te gaan.
2012
N 586
Nummer 2, het amendement van de PvdA. De toevoeging zoals de heer Soomers die deed. U moet zich realiseren dat er nu een groot onderhoudplan is voor parkeergarages. Alleen al op die wijze hebben we vorige keer kunnen betogen, dat we tot 2018 weer langzaam het fonds aan het vullen zijn. We gaan verdienen vanaf 2015. Daarin gaan we combineren, afbetalen van het bedrag dat we nu lenen om de parkeertarieven gelijk te laten stijgen en het vullen van het groot onderhoud, zodat we bij het eerste groot onderhoud in 2018 voldoende in de pot hebben zitten. Maar we beseffen goed dat dat wellicht onvoldoende duidelijk bleek uit de voorliggende teksten. Dus geen enkel probleem om ervoor te zorgen dat we het doen op de wijze waarop u dat schetst, maar wel met de toevoeging dat we de stortingen in 2013 en 2014 niet doen ten behoeve van de parkeerexploitatie 2015 en dat ik dit wat ik u nu zeg nog een keer met cijfers onderbouwd inzichtelijk maak. Dan ga ik naar amendement 3, van de Christenunie. Ik begrijp dat. Maar u moet zich realiseren dat de winkeliers in het centrum ervoor gekozen hebben om maar één keer in de maand koopzondag te hebben. Dat betekent dat je relatief heel weinig parkeerbewegingen hebt; dat zien we nu al. Daar moet je een beetje op handhaven en dat kun je minder verdelen over de avonden en de dagen zoals dat door de week gaat. Dan heb je zo weinig opbrengsten en een klein beetje kosten voor handhaving, dat we denken dat dat niet verstandig is. Nogmaals, het gaat echt maar om heel weinig, omdat immers de winkeliers ervoor kiezen maximaal één keer in de maand de koopzondag te realiseren. Dan ga ik naar amendement 4, van de PvdA. We hebben aan het begin gezegd dat de opdracht van de raad was: kom met een zo laag mogelijk tarief. Dus we hebben alle mogelijkheden op een rij gezet, inclusief de uitbreiding van parkeertijden. Als de raad nu zegt: we vinden dat die uitbreiding van de parkeertijden naar de avonden niet wenselijk is, kunnen we ons daar inhoudelijk alles bij voorstellen en vinden wij het ordentelijk dat je dat dan ook vertaalt in het tarief. Dat is wat ons betreft in dat opzicht dus geen probleem. Ik kom bij de VVD nog even terug op de kosten. Dan kom ik bij amendement 5, van de VVD, waarin ze vragen het scheel parkeren. Het klinkt misschien wat bureaucratisch en zo bedoel ik het niet, maar dit hebben we op een andere plek geregeld. Uw raad heeft een besluit genomen onder andere over het Contract van Lelystad. Daarin is dit proces afgesproken. Daarin is heel precies afgesproken dat elke burger dat weet: als ik een probleem heb met een parkeerplaats, hoe moet ik dan klagen, welke stappen worden gezet, welk onderzoek wordt gedaan, enzovoort. Het kan natuurlijk best zijn dat u dat ter discussie zou willen stellen, maar dan adviseer ik u om afzonderlijk op basis van het Contract van Lelystad een oproep vreemd aan de orde van de dag of anderszins op enig moment te doen. Maar het is ingewikkeld om nu voor één gebied een uitzondering te maken op een lijn die voor de hele stad geldt. Vergis u niet, voor de woongebieden over de brug bij Bataviastad geldt dezelfde soort van overlast en ook voor de kust geldt ditzelfde soort redenering. Het lijkt ons onverstandig om dat nu hier te regelen. Dan ongenummerd wat nog niet formeel geaccepteerd is, maar misschien toch goed dat ik even reageer op de combinatie die de VVD heeft ingebracht, dan kunnen ze dat meenemen zo ze ingediend worden. Wat u dan noemt amendement A, geen enkel probleem. Hebben we in de BOB-sessie al toegezegd. Dat geldt voor amendement B op zichzelf ook als het gaat om het toevoegen van ‘maximaal’. Het moet mij wel van het hart dat als nu de raad gaat bedenken met wie het college moet overleggen om welk advies te krijgen om bij wie welke automaat te bestellen en daarvan aan de raad terug te rapporteren, ik denk: zullen we nu erop vertrouwen dat het college natuurlijk gebruikmaakt van de partner waarmee het in gesprek is om te kijken wat het slimste en verstandigste is, dat ze de oproep begrepen heeft om zo
2012
N 587
weinig mogelijk te investeren, maar toch een beetje de hoofdzaak en bijzaken scheiden. Die oproep zou ik graag willen doen. Amendement C, geen enkel probleem. Amendement D, dat gaat over de dekking. Ik moet de VVD teleurstellen. Die € 80.000 die gecommuniceerd is, is netto. Er zijn weliswaar handhavingskosten, maar u moet zich realiseren dat er een totaal handhavingspakket is, dat verspreid wordt over de dag en over de avonden. Want ook al is er geen betaald parkeren in de avonden, toch moet er af en toe parkeertoezicht zijn om de Mulderfeiten te kunnen constateren. Er zijn toch mensen die rondlopen, dat blijft in alle gevallen zo. Dus die € 80.000 is netto. Als u beweert: de handhavingskosten zijn gelijk en dus is de opbrengst nul. Dat is niet waar. Het zijn echt de netto-opbrengsten die we in de tabel opgenomen hebben. Parkeertarieven jaarlijks bij de tarievennota vaststellen. Dat doen we al in feite. Ik denk dat het goed is om nu expliciet te besluiten dat we dat elk jaar daarbij zullen doen en die niet meerjarig zullen vaststellen. Uw amendement F. Twee dingen. Lindelaan is niet zozeer bedoeld voor treinreizigers, dat is voor de grote groep werknemers in het Stadshart, ook die op kantoren werken en graag een abonnement zouden kunnen willen kopen. We snappen heel goed dat het verstandig is om in de garages te kijken: kunnen daar ook abonnementhouders terecht en kun je dan ook zorgen dat de winkelparkeerders niet daarvoor verdreven worden. Maar tegelijkertijd is uw amendement wel weer heel erg specifiek, want bijvoorbeeld moeten we daar dan toezicht op gaan houden, moeten we handhaven als we ze de garage insturen om te zorgen dat ze niet op abonnementhoudersparkeerplaatsen staan, moeten we dat met een ander kaartje regelen. Eerlijk gezegd lost u hier een probleem op zonder het probleem te benoemen. Dus mijn suggestie zou zijn: wij begrijpen heel goed dat u wilt dat er in de garages op niet-courante hoogtes abonnementhouders kunnen parkeren, maar mag het college daar wellicht zelf kijken in overleg met de deskundigen of CPA en Perspectief wat de beste oplossing is. Dan ga ik naar het CDA. Ik begrijp wat u zegt, maar we hebben uitgerekend voor u dat als we alle maatregelen treffen, we denken dat we € 474.000, als ik het goed uit mijn hoofd zeg, nog tekort gaan komen. U stelt voor: laten we gewoon proberen wat er gebeurt, laten we even wat meer lenen uit de egalisatiereserve om te zorgen dat we het tarief nu niet hoeven te verhogen. Wij denken dat dat financieel niet deugdelijk is en niet gaat lukken. We denken dat dat onverstandig is, omdat je dan veel sneller tegen een groter tekort aanloopt en dan moet je meer dan die € 621.000 denken wij lenen. Een heel ingewikkeld verhaal met rentes die optellen en blijven hangen en kosten die jaarlijks terugkomen. We zouden dat niet doen. Dan zijn we terug bij af waar we begonnen. Dat was namelijk voor een deel het oorspronkelijke voorstel. Inderdaad, we moeten in de gaten houden wat het uitwijkgedrag is. Dat doen we ook. Overigens is de uitwijk en de lagere opbrengst wel degelijk voor een belangrijk deel veroorzaakt door de boetes en de teruggelopen handhaving en niet zozeer door de parkeeropbrengsten. Ten slotte het amendement 7 van het CDA. Het lijkt ons prima om in mei de raad daarover te informeren. Daarover geen probleem. Dan heb ik nog twee moties liggen. Motie 1 van de VVD. Daarvoor geldt een beetje hetzelfde als net. Aan de Coöperatie Parkeerservice advies te vragen invoering van een dergelijke kaart als proef. Dat advies hoeven we niet te vragen, met alle respect. We weten dat het technisch kan. Waar het over gaat, is als je dat doet, dan moet je goed zorgen dat je de abonnementtijden niet te kort neemt, want nu is het al zo dat bij meer dan 12 dagen, een kwartaalabonnement voordeliger is. Prima om met elkaar te kijken wat de beste manier is voor het invoeren van abonnementen. We hebben hier het kader geschetst om met abonnementen te kunnen gaan werken. We zijn het zeer met u eens dat we in het pakket graag incidentele abonnementen voor reizigers
2012
N 588
willen opnemen. Dat lijkt ons een waardevolle toevoeging. Maar daar hebben we geen wijziging van de verordening anderszins voor nodig, dat kunnen we ook met elkaar werkende weg samen met CPA en Perspectief ervaren, wat de beste oplossing is. Ten slotte de laatste motie van de VVD. Geen probleem daarmee. We hebben dat eerder gedaan. We hebben met name gewezen op het probleem dat als je straatparkeren vervangt door garageparkeren, je ook het regiem vervangt, dus dat je met een BTW probleem zit, 20% die je dan goed moet maken op het tarief. We vinden het goed om daar nog een keer naar te kijken. Dat doen we natuurlijk samen met onze partners. We stellen voor dat te betrekken bij het implementatieplan dat we sowieso moeten maken op basis van het besluit dat uw raad hopelijk vandaag gaat nemen. In tweede termijn De heer Schoone: Mevrouw de voorzitter. Een korte vraag aan de wethouder. De tarieven verhogen. Bent u niet bang dat er toch risico’s aan zitten voor de ondernemers en dat we ondernemers gaan kwijtraken met de huidige crisis? Wethouder Fackeldey: Er is altijd bij een tariefsverhoging een effect en bijna altijd herstelt het zich na verloop van tijd weer. Wij zouden ook veel liever de tarieven niet verhogen. Laat dat helder zijn. Tegelijkertijd, met de opdracht die uw raad ons gegeven heeft, is dit waartoe we gekomen zijn. Wij denken eerlijk gezegd niet op basis van eerdere ervaringen dat een tariefsverhoging in deze orde van grootte, ook als je hem vergelijkt met omliggende gebieden, onmiddellijk een heel groot weglekeffect zal veroorzaken. Daarvoor is het een te bescheiden tariefsverhoging. Nogmaals, wij hadden hem ook liever niet gehad, maar we hebben ook niet van uw raad de opdracht gekregen om jaarlijks geld uit de algemene middelen toe te voegen aan het parkeren. Dan zien we, nadat de kosten maximaal bestreden zijn, geen andere mogelijkheid. De heer Schoone: Wanneer is de evaluatie qua tarieven voor ons? Wethouder Fackeldey: Ik heb net aangegeven dat u jaarlijks de tarieven opnieuw gaat vaststellen, bij de tarievennota. Wij zullen ervoor zorgen dat u tijdig daarvóór een voorstel van het college hebt wat het nieuwe tarief moet zijn. Het kan niet anders dan dat in dat voorstel ook inzicht wordt gegeven hoe de ontwikkeling is geweest van met name de opbrengsten in het daaraan voorafgaande jaar. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. De SP zit toch weer met een klein technisch probleem met dit voorgestelde besluit. In de onderliggende tekst staan ook een aantal aanpassingen in de parkeerverordening. Wordt deze parkeerverordening, want dat is een gevolg van dit besluit, nog apart aan de raad voorgelegd? Wethouder Fackeldey: Dat was denk ik de suggestie zoals die in het amendement van de VVD is gedaan en dat betekent als u een besluit genomen hebt, alle amendementen en moties verwerkt zijn, dat we die gaan verwerken in de verordening die dan tegelijkertijd met de tarievennota zal worden voorgelegd. De heer Bussink: Mevrouw de voorzitter. Ik hoorde de wethouder zeggen: we zijn weer terug bij af. In ons voorstel geven we aan: één jaar pas op de plaats, daar hebben we ook dekking voor, de ISV-reserves. Het staat ook benoemd in het raadsvoorstel, dat daar € 1,6 miljoen aan middelen in zit. Daar putten we alleen tijdelijk uit. Ik zie dus niet in waarom dat een probleem zou zijn.
2012
N 589
De heer Van den Heuvel: Mag ik hierop reageren? De heer Bussink van het CDA stelt nu voor om de tarieven niet aan te passen, geen grote aanpassingen te doen, en te putten uit de ISV-reserve, die nog niet bestaat, want daar moeten we nog een besluit over nemen bij de Nota reserves en voorzieningen, die we naar achteren hebben geschoven. Bovendien staat in dat besluit dat we van de voorziening ISV een reserve ISV maken met hetzelfde bestedingsdoel. Dat bestedingsdoel van de ISV is niet het dekken van parkeertekorten, ook niet tijdelijk. Bent u niet bang als we dit nu doen zoals u dat voorstelt, dat we dat geld gewoon kwijt zijn? De heer Bussink: Dat denken wij niet. Het huidige voorstel put daar ook uit. Wij zeggen alleen: maak even pas op de plaats, daarvoor putten we tijdelijk wat meer uit deze reserve en dat moet later weer terugvloeien door het dekkend maken, maar daar hebben we een iets langere tijdsperiode voor nodig, tot 2020. De heer Van den Heuvel: Daarover zal de SP het niet met het CDA eens worden, maar hoe meer wij uit die ISV-reserve halen, hoe minder we hebben voor stadsvernieuwing. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Ik zou nog graag even willen reageren op enkele opmerkingen van het college. Als het gaat om amendement B, over het vragen van advies aan Parkeerservice Amersfoort. Als de wethouder zegt: dat is een vanzelfsprekende zaak, dat gaan wij doen zoals dat vorige week is afgesproken, dan hoeft het wat ons betreft niet in een amendement vastgelegd. Alleen, dat vraagt dan wel even duidelijkheid, omdat in feite in het besluit dat we nemen geen enkele voorwaarde staat. Er staat gewoon dat we dat doen. Vandaar dit amendement. Maar als u dat toezegt, heb ik geen behoefte aan dat amendement. Wat het amendement betreft over de Waaggarage. Dat lijkt detaillistisch. Wij hebben gemeend, als reactie op het voorstel van het college om de Lindelaan beschikbaar te stellen voor abonnementhouders en geen enkel ander terrein te noemen, juist de Waaggarage in beeld te brengen. Maar omdat daar dan al heel snel de discussie komt: het hele gebouw, want onderaan moeten de mensen die gaan winkelen staan, hebben we dat toegevoegd. Als u zegt: wij nemen die suggestie over, dan hoeven we het wat ons betreft niet eens in een amendement om te zetten. Als laatste onze motie 1, advies Coöperatie Parkeerservice. Daarvan zegt u: dat nemen wij vanzelf mee en dan zien we dat in juni terug. Ook dat was duidelijk bedoeld om te kijken: hoe kunnen we op een creatieve manier zorgen dat we onze opbrengsten vergroten. Mevrouw de voorzitter, voordat we aan stemming toe zijn, zouden wij graag even een schorsing willen. De voorzitter: Akkoord. Dat neem ik mee. De heer Slump. De heer Slump: Ik wil nog even reageren op de opmerkingen van het college voor wat betreft het parkeren op zondag. U stelt dat er een afspraak is dat de winkels maar één keer in de maand op zondag opengaan. Ik constateer dat er ook winkels zijn die elke zondag open zijn. Bovendien staan er in het regeerakkoord zinsneden die mij doen verwachten dat de openstelling van winkels op zondag alleen maar gaat uitbreiden. Dus ik vermoed dat ook de opbrengsten dan steeds gaan toenemen. En is het niet zo als wij op zondag vrij parkeren hebben, dat er een verschuiving gaat optreden, bijvoorbeeld van de zaterdag naar de zondag? Dan gaan we ook nog parkeeropbrengsten op de zaterdag mislopen. Dat zouden we toch niet willen.
2012
N 590
De voorzitter: Geen andere sprekers vanuit de raad? Wethouder Fackeldey. Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. In het betoog van het CDA mis ik wel de ken van het voorstel dat er nu ligt, namelijk er wordt wel tijdelijk geleend, maar er wordt meteen door tariefsverhogingen daar in te plannen ervoor gezorgd dat er vanaf het eerstvolgende jaar terugbetaald wordt en vanaf 2015, als er winst gemaakt wordt, kan hij zo weer egaal gemaakt worden. Ik bedoelde met terug naar af, dat we dat hele proces nog een jaar gaan uitstellen om te kijken hoever we komen. Het college denkt echt dat we moeten proberen, en dat was de opdracht van de raad, om nu een sluitende parkeerexploitatie neer te leggen. Dus daar zouden wij niet voor zijn. Op de drie opmerkingen van de heer Marseille van de VVD kan ik bevestigend antwoorden. We nemen uw suggesties graag mee en u krijgt natuurlijk voor 1 juli, dat hebben we ook toegezegd, een rapportage over hoe het precies uit- en ingevoerd gaat worden. We zullen zeker alle creatieve mogelijkheden, deze en andere die er nog zijn, benutten om te kijken hoe we de opbrengst zo goed mogelijk kunnen verhogen en de garages zo goed mogelijk kunnen benutten. En daar waar we abonnementenparkeren kunnen toestaan, omdat het aantrekkelijk is, zonder dat het de parkeerders van het Stadshart in de weg zit, zullen we dat zeer zeker doen. De heer Slump van de ChristenUnie, twee dingen. Op dit moment mógen alle winkels in Lelystad op zondag open zijn, los van wat daarover in het regeerakkoord staat, maar ook dan is het een mogen en niet een moeten. Winkels kiezen er op dit moment voor, en dat wordt niet anders door een besluit in het regeerakkoord denk ik, om dat maar één keer in de maand te doen. U hebt gelijk, er zijn winkels elke zondag open, namelijk supermarkten. Maar als je kijkt naar de hoeveelheid parkeren die dat genereert, blijft voor het college staan wat ik daarover zojuist aangaf. De voorzitter: Er is een schorsing aangevraagd door de VVD-fractie. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Op basis van de toezegging van het college trekken wij onze amendementen B en F in, die in de verzameling stonden en inmiddels zijn uitgesplitst. Dus daar waar het gaat om het advies aan de coöperatie voor de apparatuur hebben wij er voldoende vertrouwen in dat het college dat gaat doen. Als het gaat om F, de Waaggarage. Dat lijkt uitvoering, maar ook daarvan zeggen we: we hebben er vertrouwen in dat het college gaat kijken waar het mogelijk is om abonnementhouders in de garages toe te staan. Ten aanzien van motie 1, het advies van de coöperatie over de invoering als proef van kortlopende abonnementen. Ook daarvan zeggen we: dat wordt door het college meegenomen en daar komt het college volgend jaar op terug. Deze motie trekken we in. Ik denk dat ik de belangrijkste vergeet. Dat is namelijk ons amendement D, om de tijden niet te wijzigen. Dat amendement trekken we ook in. Het college heeft ons ervan overtuigd dat dat toch geld gaat kosten. Vandaar dat wij het ingediende amendement van de PvdA en de InwonersPartij op dat punt zullen volgen. De voorzitter: Dank u wel. We gaan over tot de stemming. De heer Polman: Mevrouw de voorzitter, mag ik een stemverklaring afleggen? Ik ben van mening dat straatparkeren zowel voor de deur als in een winkelcentrum of op een industrieterrein gratis moet zijn. Dat is anders bij een parkeergarage, want er zijn kosten gemaakt om die te bouwen en daar moet de exploitant een dekkend verhaal
2012
N 591
voor hebben. Mijn standpunt blijft dat er voor de burger geen lastenverzwaring mag zijn in de komende tijd, want het is al zwaar genoeg voor de burger. Dat zal mijn stemgedrag uitmaken. Amendement 1 De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Christenunie, CDA, D66, GroenLinks, Lelystads Belang, SP en Lijst Simon Polman stemmen tegen het amendement. De fractie van Bindend Lokaal stemt voor het amendement. Met 31 stemmen tegen en 3 stemmen voor wordt amendement 1 verworpen. Amendement 2 (aangepast) De fractie van de PvdA stelt het volgende amendement voor: "Besluit: Beslispunt 5 te laten vervallen en te vervangen door: "In 2013 een grootonderhoudsplan parkeervoorzieningen te ontwikkelen (uitsluitend gericht op de instandhouding van de parkeervoorzieningen) en de financiële consequenties daarvan te verwerken in de in 2014 vast te stellen parkeerexploitatie 2015 en dus tot 2015 nog geen bedragen in de in dit besluit genoemde onderhoudsvoorziening te storten.” De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Christenunie, CDA, GroenLinks, Lelystads Belang, SP en Lijst Simon Polman stemmen voor het amendement. De fracties van Bindend Lokaal en D66 stemmen tegen het amendement. Met 29 stemmen voor en 5 stemmen tegen wordt amendement 2 aangenomen. Amendement 3 De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Bindend Lokaal, CDA, Lelystads Belang, SP en Lijst Simon Polman stemmen tegen het amendement. De fracties van Christenunie, D66 en GroenLinks stemmen voor het amendement. Met 27 stemmen tegen en 7 stemmen voor wordt amendement 3 verworpen. Amendement 4 De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, GroenLinks, Lelystads Belang en SP stemmen voor het amendement. De fracties van Bindend Lokaal, Christenunie, CDA, D66, en Lijst Simon Polman stemmen tegen het amendement. Met 23 stemmen voor en 11 stemmen tegen wordt amendement 4 aangenomen. Amendement G De heer Baaten: Wij zullen tegenstemmen en wel omdat het college heeft aangegeven dat het op een andere plek reeds geregeld is; om geen enkele andere reden. De fracties van PvdA, InwonersPartij, Christenunie, CDA, D66, GroenLinks, Lelystads Belang, SP en Lijst Simon Polman stemmen tegen het amendement. De fracties van VVD en Bindend Lokaal stemmen voor het amendement. Met 24 stemmen tegen en 10 stemmen voor wordt amendement G verworpen. Amendement 6 De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Christenunie, GroenLinks, Lelystads Belang, SP en Lijst Simon Polman stemmen tegen het amendement. De fracties van Bindend Lokaal, CDA en D66 stemmen voor het amendement. Met 27 stemmen tegen en 7 stemmen voor wordt amendement 6 verworpen.
2012
N 592
Amendement 7 unaniem aangenomen. Amendement A De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Christenunie, CDA, Lelystads Belang en SP stemmen voor het amendement. De fracties van Bindend Lokaal, D66, GroenLinks, Lijst Simon Polman stemmen tegen het amendement. Met 26 stemmen voor en 9 stemmen tegen wordt amendement A aangenomen. Amendement B Ingetrokken. Amendement C De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Christenunie, CDA, Lelystads Belang SP stemmen voor het amendement. De fracties van Bindend Lokaal, D66, GroenLinks en Lijst Simon Polman stemmen tegen het amendement. Met 26 stemmen voor en 8 stemmen tegen wordt amendement C aangenomen. Amendement D Ingetrokken. Amendement E De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Bindend Lokaal, Christenunie, CDA, GroenLinks, Lelystads Belang, SP en Lijst Simon Polman stemmen De fractie van D66 stemt tegen het amendement. Met 32 stemmen voor en 2 stemmen tegen wordt amendement E aangenomen. Amendement F Ingetrokken. Stemming over het voorgestelde besluit De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Christenunie, D66, GroenLinks, Lelystads Belang en SP stemmen voor het voorstel. De fracties van Bindend Lokaal, CDA en Lijst Simon Polman stemmen tegen het voorstel. Met 28 stemmen voor en 6 stemmen tegen wordt het voorgestelde besluit, waarvan de amendementen 2, 4, 7, A, C en E onderdeel uitmaken, aangenomen. Motie 1 Ingetrokken. Motie 2 De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Bindend Lokaal, Christenunie, CDA, D66, Lelystads Belang, SP en Lijst Simon Polman stemmen voor de motie. De fractie van GroenLinks stemmen tegen de motie. Met 32 stemmen voor en 2 stemmen tegen wordt motie 2 aangenomen. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering.
2012 6.
N 593
Voorstel tot vaststelling Programmabegroting 2013 en Meerjarenraming 2014-2016 (stuk nr. Z12-240934) Ingediende amendementen en moties Amendement CDA/VVD/D66 De fracties van CDA, VVD en D66 stellen het volgende amendement voor: "Beslispunt 18 te schrappen.” Toelichting: - Op 11 juni 2009 heeft de raad - na amendement van PvdA, VVD, IP en CDA - ten aanzien van de Nuon-reserve het volgende besluit (B09-03627) genomen. - Geen wensen en bedenkingen te uiten aan het college over het besluit tot splitsing Nuon en verkoop aandelen van N.V. Nuon Energy. - De verkoopopbrengst allereerst in te zetten voor het compenseren van het mogelijk wegvallen van de dividendopbrengst tot een bedrag van tenminste €2.000.000. - Dit wordt gerealiseerd door hiervoor een deel van de opbrengst te plaatsen bij een bank of aan te wenden voor de financiering van objecten waarvan de renteopbrengst voor tenminste 30 jaar in de huidige gemeentebegroting is opgenomen. - Nadat op die wijze een renteopbrengst of besparing tot een bedrag van €2.000.000 is verzekerd, wordt het resterende bedrag gestort in een Nuonreserve. - Voordat stortingen in de Nuon-reserve plaatsvinden zal het college een voorstel aan de raad voorleggen over de aanwendingsvoorwaarden voor bedragen uit deze reserve. - Tot dusver heeft het college geen voorstel aan de raad voorgelegd over de aanwendingsvoorwaarden voor bedragen uit deze reserve, zoals aangegeven in punt 4 van het hiervoor vermelde besluit; - wij vinden het derhalve niet juist en zelfs in strijd met genoemd raadsbesluit om thans reeds zoals in beslispunt 18 wordt voorgesteld, in de begroting 2013 ten behoeve van het Duurzaamheidsprogramma 2013 ten laste van de Nuon-reserve een bedrag van € 100.000 te reserveren. Amendement D66 De fractie van D66 stelt het volgende amendement voor: "Bij de beslispunten 18, 26 en 28 waar sprake is van de Nuon-reserve deze te vervangen door: "vrij te besteden Nuon-reserve.”” Amendement PvdA/IP/LB De fracties van PvdA, InwonersPartij en Lelystads Belang stellen het volgende amendement voor: "Het volgende beslispunt te laten vervallen: "21. Ten behoeve van burgernet in de begroting 2012 € 11.000 te verwerken en beschikbaar te stellen en in de meerjarenraming met ingang van 2014 € 11.000 te verwerken.”” Argumentatie: Burgernet is een waardevolle voorziening. O.i. is realisatie echter budgettair neutraal mogelijk door middelen vrij te maken via herprioritering binnen het betreffende programma; bijvoorbeeld door de ontwikkeling van wijkveiligheidsplannen te temporiseren.
2012
N 594
Amendement CDA De fractie van het CDA stelt het volgende amendement voor: "Het beslispunt 33 als volgt te redigeren: "- De begroting 2013 cumulatief met € 2.170.000 bij te stellen door: - € 365.000 te laten vrijvallen uit de voorziening Turborotonde Oostranddreef genoemd in de Reserve Bovenwijkse voorzieningen. - De reserve 'Aanpassingen verlengde Torenvalkweg € 1.805.000, genoemd in de Reserve Bovenwijkse voorzieningen op te heffen. - Van de € 2.170.000 een bedrag van met € 510.000 te gebruiken voor het sluitend maken van de begroting en met € 1.660.000 toe te voegen aan de Algemene Reserve.”” Toelichting: - Door het raadsbesluit van 6 november 2012 bij agendapunt 10 zijn € 365.000 minder aan middelen nodig. Deze kunnen daarmee vrijvallen. - Het NAC gaat niet door, zo is in het najaar van 2012 bekend geworden. De reserve kan daarmee komen te vervallen temeer daar een onderbouwing van de benodigde middelen ontbreekt. Amendement PvdA De fractie van de PvdA stelt het volgende amendement voor: "Besluit: Het volgende beslispunt toe te voegen; "40. ten behoeve van een experiment "Uitbreiding openingstijden stadhuis” in de begroting 2013 € 15.000 te verwerken en beschikbaar te stellen.”” Argumentatie: Het college heeft de op 3 juli aangenomen motie om genoemd experiment mogelijk te maken niet in uitvoering genomen. Wij zijn van mening dat een eerste stap in het beleid gericht op betere dienstverlening aan de burgers toch gezet moet worden. In dekking wordt voorzien door de als gevolg van andere in te dienen amendementen vrijvallende middelen (bv amendement burgernet). Wij verzoeken hierbij het college met deze middelen in 2013 gedurende 12 weken voor de zomervakantieperiode de openstelling van het stadhuis uit te breiden en in de volgende kadernota nadere voorstellen gericht op structurele vormgeving van dit beleid op te nemen. Amendement VVD/LB De fracties van VVD en Lelystads Belang stellen het volgende amendement voor: ‘De volgende wijziging in de programmabegroting 2013 en meerjarenraming 2014 2016 door te voeren: "- toeristenbelasting in 2013 niet invoeren, derhalve product 793600 in de begroting laten vervallen; - € 132.000 te dekken door de toevoeging aan de Algemene Reserve in 2013 te verlagen met € 132.000.”” Toelichting : Veel Lelystadse ondernemers zullen door invoering van toeristenbelasting met een lastenverhoging te maken krijgen. In deze moeilijke tijd is prijsaanpassing namelijk geen optie. Invoering en inning leidt bovendien tot regeldruk en aanzienlijke kosten, dit is onwenselijk. Amendement VVD De fractie van de VVD stelt het volgende amendement voor: "Het voorgesteld besluit als volgt te wijzigen:
2012
N 595
"De Programmabegroting 2013 en de Meerjarenraming 2014-2016 vast te stellen met in achtneming van de daarin specifiek opgenomen besluitpunten 1 tot en met 39.”” Toelichting: In 2011 is het besluit voorzien van ruim 15 beslispunten die afzonderlijk in het voorstel zijn opgenomen. Omdat de begroting één van de weinige stukken is die de raad integraal vaststelt, is de gekozen methodiek met de afzonderlijk in de tekst vermelde beslispunten pragmatisch. Om te voorkomen dat er een discussie ontstaat over de status van de beslispunten stellen wij voor om in het besluit in lijn met de vorig jaar gevolgde methodiek naar de beslispunten te verwijzen. Amendement D66 De fractie van D66 stelt het volgende amendement voor: ‘Het volgende besluit toe te voegen: "In 2013 een artikel 213a onderzoek te houden naar het Grondbedrijf.”” Toelichting: Het Grondbedrijf heeft een belangrijke rol binnen de gemeente. Over de werkwijze, effectiviteit en doelmatigheid van het Grondbedrijf moet nadrukkelijk worden besloten door de raad. Een artikel 213a onderzoek helpt daarbij. Motie Cu "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 13 november 2012 Constaterende: - dat de precariobelasting op kabels en leidingen een positieve invloed heeft op de begroting; - dat Vitens de precariobelasting doorbelast aan haar klanten, de burgers van Lelystad; - dat voorstellen ter compensatie in de begroting van 2013 (nagenoeg) niet mogelijk zijn. Is van mening: dat deze doorbelasting, gelet op lastenverzwaringseffect voor de burgers, niet de beoogde beleidslijn is van zowel de raad als van het college. Draagt het college op: bij de Kadernota 2014 de raad een voorstel te doen om de lastenverzwaring voor de burgers als gevolg van deze precariodoorbelasting te compenseren. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fractie van de Christenunie) Motie PvdA/I P/LB "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 13 november 2012 Overwegende dat: - de gemeenteraad in juli unaniem besloot om extra budget beschikbaar te stellen voor het continueren van een wijkbus (1.000 reizigers per maand); - de gemeenteraad in september bij meerderheid besloot om geen bezwaar te maken tegen het opheffen van de westelijke route van reguliere buslijn 3 (10.000 reizigers per maand); - door het opheffen van lijn 3 west, met name de bewoners en ondernemers van Kempenaar en Kogge, hun bereikbaarheid via OV fors zien teruglopen. Constaterende dat: - het college in september op de vraag waarvoor het door opheffen van lijn 3 west vrijvallende budget besteed zou worden, geen duidelijk antwoord gaf; - in de Begroting 2013 ineens blijkt dat het door opheffen van lijn 3 west vrijvallende budget deels besteed gaat worden aan het financieren van de wijkbus.
2012
N 596
Van mening dat: het wenselijk is om in ieder geval winkelcentrum Kempenaar goed bereikbaar te laten blijven per openbaar vervoer. Roept het college op: de bereikbaarheid van in ieder geval (winkelcentrum) Kempenaar maar zo mogelijk ook van Kogge te herstellen door deze in de route van de wijkbus op te nemen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fracties van PvdA, InwonersPartij en Lelystads Belang) Motie CDA/D66 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 13 november 2012 Overwegende dat: - het college op pagina 124 van de ontwerp programmabegroting 2013 aangeeft dat de nieuwe agenda 2013 voor onderzoeken in het kader van artikel 213a van de gemeentewet nog niet is samengesteld en nog bezien dient te worden welke onderwerpen onderzocht dienen te worden in relatie tot beschikbare capaciteit en middelen; - in mei 2012 het college heeft besloten geen onderzoeken te laten verrichten in het kader van artikel 213a van de gemeentewet en de vrijgevallen capaciteit is ingezet ter ondersteuning van het proces van de gemeenteraad om te komen tot nieuwe kaders voor de ruimtelijke ontwikkeling; - in artikel 213a van de gemeentewet is aangegeven dat dergelijke onderzoeken periodiek dienen plaats te vinden en schriftelijk verslag van de bevindingen aan de raad dient te worden uitgebracht; - ter uitvoering van lid 1 van artikel 213a van de gemeentewet de raad op 13 november 2003 de Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Lelystad heeft vastgesteld op basis waarvan jaarlijks één specifiek thema binnen de gemeentelijke organisatie of de uitvoering van taken dient te worden onderzocht en jaarlijks de doeltreffendheid van tenminste twee (delen van) programma’s en paragrafen dienen te worden getoetst. Verzoekt het college: zo spoedig mogelijk, uiterlijk vóór 1 december 2012, ter uitvoering van artikel 3 van de Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Lelystad een onderzoeksplan aan de raad aan te bieden. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fracties van CDA en D66) Motie CDA "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 13 november 2012 Overwegende dat: - de gemeente Lelystad in een moeilijke financiële positie verkeert, waardoor vele bezuinigingsmaatregelen noodzakelijk zijn geworden; - de vertaling van het recente regeerakkoord blijkens mededeling van de portefeuillehouder financiën bij omroep Flevoland op 10 november 2012 het noodzakelijk zal maken te komen tot een nieuwe structurele bezuiniging van 5 miljoen euro; - de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij de toekenning van de ICL-bijdrage voor 2012 bij brief van 14 mei 2012 gelet op het nog ontbreken van een kostendekkende tariefstelling van het gemeentelijke rioolrecht ondermeer verzoekt deze tariefsteling zo spoedig mogelijk kostendekkend te maken; - het college in reactie daarop bij brief van 16 juli 2012, kenmerk U 06-00033 ondermeer de minister antwoordt dat de kostendekkendheid van het rioolrecht in het kader van de lokale lastendruk versus de financiële positie van de gemeente onderwerp van gesprek is binnen de gemeenteraad;
2012
N 597
-
tot dusver nimmer een goede inhoudelijke discussie in de raad heeft plaatsgevonden over de kostendekkendheid van de gemeentelijke riolering en opmerkingen daarover vanuit raadsfracties worden afgedaan met een verwijzing naar het coalitieakkoord, op basis waarvan gedurende de zittingsperiode van de raad geen lastenverhoging voor de burgers zou plaatsvinden. Van oordeel zijnde: dat gelet op de ernst van de financiële situatie van de gemeente en de sombere voorspellingen voor de toekomst op basis van de uitkomsten van het regeerakkoord het simpel verwijzen naar een 2010 gesloten coalitieakkoord niet langer is te verdedigen, temeer daar op andere beleidsterreinen ook forse bezuinigingen worden doorgevoerd die uiteindelijk ook leiden tot lastenverhoging voor de burgers en instellingen. Draagt het college op: bij de Kadernota 2014 te komen met voorstellen tot het volledig kostendekkend maken van de tariefstelling voor het gemeentelijk rioleringsplan. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fractie van het CDA) Motie CDA/LB/D66 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 13 november 2012 Overwegende dat: - het college in een aantal gevallen voor de uitvoering van de programma’s zoals opgenomen in de programmabegroting met derden op verschillende wijze samenwerkingsrelaties aangaat, zoals subsidieverlening, oprichting van en deelname in privaatrechtelijke organisaties (vennootschappen en stichtingen); - de raad bij moties van 1 december 2010 (M14; Inwonerspartij Lelystad) en 3 juli 2012 (M20: CDA, Lijst Simon Polman en Lelystads belang) al heeft aangedrongen op transparantie met betrekking tot de subsidieverlening; - de rekenkamer in een op 24 oktober 2012 aan de raad aangeboden rapport niettemin als overkoepelende conclusie constateert dat de gemeente Lelystad geen totaal overzicht heeft van de verstrekte subsidies en onvoldoende zicht heeft op de resultaten en effecten van afzonderlijke subsidies; - de beslissingen van de gemeente over het verstrekken, wijzigen of stoppen van subsidies in onvoldoende de mate worden genomen op basis van de effectiviteit en de resultaten; - daardoor voor de raad niet is vast te stellen in welke mate verleende subsidies of deelnemingen in privaatrechtelijke organisaties daadwerkelijk bijdragen aan de beoogde maatschappelijke effecten en de raad zijn controlerende taak in dezen daardoor niet kan waarmaken; - dit temeer klemt nu de gemeente zich meer als zogenaamde regiegemeente wil profileren; - in het bij brief van 26 oktober 2012, kenmerk u12-63906 aan de raad verstrekte overzicht niet alle subsidiestromen in beeld zijn gebracht en daarin per instelling niet de beoogde beleidseffecten (outcome) zijn vermeld, alsmede de indicatoren om deze te meten ontbreken. Spreekt uit: teleurgesteld te zijn over de wijze waarop het college uitvoering heeft gegeven aan de eerder vermelde raadsmoties en de raad op die manier onvoldoende in staat stelt zijn controlerende taak ten aanzien van de besteding en effectmeting van significatie subsidiestromen te verrichten. Draagt het college op: - uiterlijk mei 2013 een openbaar toegankelijk subsidieregister beschikbaar te hebben waarin per subsidieontvangende instelling ten minste inzicht wordt verstrekt in: - de omvang van het subsidie;
2012
N 598
-
het met de subsidieverstrekking beoogde beleidseffect en de mate waarin de subsidieverlening daaraan bijdraagt; - de indicatoren op basis waarvan het beleidseffect kan worden gemeten; - de dekking van de bedragen in de programmabegroting; - in de jaarrekening over 2012 met betrekking tot punt 1a t/m 1d een overzicht op te nemen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fracties van CDA, Lelystads Belang en D66) Motie BL "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 13 november 2012 Constaterende dat: er reeds op enkele gebieden tussen gemeente Lelystad en andere gemeentes c.q. provincie ambtelijk wordt samengewerkt. Overwegende dat: er door slim samen te werken: - continuïteit en kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening kunnen worden vergroot; - een structurele bezuiniging op organisatiekosten door efficiency kan worden gerealiseerd. Verzoekt het college: - zich te bezinnen op de kansen die verdergaande ambtelijke samenwerking kan bieden; - de raad hierover z.s.m., maar uiterlijk tegelijk met de aanbieding van de kadernota, te rapporteren. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fractie van Bindend Lokaal) Motie D66 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 13 november 2012 Constaterende dat: 1. Inwoners van Lelystad in toenemende mate te maken hebben met stijgende kosten mede ten gevolge van door de gemeente geïnitieerde kosten. 2. Er geen zicht is op de cumulatieve effecten in Lelystadse huishoudens. Verzoekt het college: een voorstel voor ‘CPB'-berekening uit te werken en uiterlijk eind maart 2013 ter besluitvorming aan de raad voor te leggen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fractie van D66)
De heer Van de Beek: Mevrouw de voorzitter. De PvdA complimenteert het college met de sluitende begroting die voor ons ligt. Voor de latere jaren is er zelfs nog een stelpost waar rekening gehouden is met rijksbezuinigingen. Mochten er nog extra bezuinigingen nodig zijn, heb ik daarover wel een privé-mening, maar die houd ik exclusief voor Omroep Flevoland. Er staat ons een aantal lastige discussies nog te wachten komende tijd. Drie grote decentralisaties, de uitwerking van het nieuwe regeerakkoord, discussie rondom ICL en ook de risico’s zoals die in de bijlage van de begroting benoemd zijn. Maar ja, als we binnen vijf jaar de parkeerexploitatie sluitend kunnen krijgen, moet dit toch een peulenschil zijn. De PvdA is drie jaar geleden in deze coalitie gestapt om het effectief sociaal beleid in stand te houden. Tot op heden is ons dat grotendeels gelukt. Daar zijn we trots op.
2012
N 599
Voor volgend jaar wordt geïnvesteerd in duurzame uitstroom uit de WWB en er wordt een eigen Werkbedrijf opgericht. Dankzij extra bijdragen van de rijksoverheid wordt geïnvesteerd in de jeugdgezondheidszorg, wijkverpleegkundigen in de wijk, emancipatiebeleid en jeugdzorg. We zijn blij dat er raadsbreed gediscussieerd wordt over de rol van de kadernota en de begroting in de begrotingscyclus en de invulling van de kaderstellende en controlerende rol van de raad en dat er eindelijk een begin is gemaakt met de doorlichting van de begroting. De wereld verandert en de overheid moet meeveranderen. Hierom hebben wij in het verleden meerdere malen gevraagd om de openingstijden van het stadhuis te verruimen naar buiten werktijden. In de voorliggende begroting is daar een voorstel voor wat door het college niet wordt ingediend. Wij dienen een amendement in om dat voorstel alsnog mogelijk te maken, om in het tweede kwartaal van volgend jaar een experiment uit te voeren met verruimen van de openingstijden. Dit vraagt uiteraard ook dekking. De dekking die wij daarbij aanbieden is een ander amendement dat wij indienen, waarbij ik aangeef dat dat amendement, rondom het burgernet, gesteund wordt door de InwonersPartij en Lelystads Belang. Dat amendement gebruiken we ter dekking van het voorstel voor de openingstijden. Tijdens de behandeling van de kadernota is daarover een amendement van het CDA aangenomen, om dat door middel van een taakstelling binnen het programma Veiligheid op te pakken. Dat is door het college niet verwerkt in de begroting, dus dat willen we met dit amendement alsnog herstellen. Dan het busvervoer; samen met het Groene Carré en parkeren een favoriet onderwerp van onze raad. We waren in het verleden kritisch over de effectiviteit van de wijkbus en waren ook tegen het samenvoegen van lijn 3 en 4, omdat dat ten koste ging van de bereikbaarheid van onder andere het winkelcentrum in de Kempenaar. Soms is het echter ook zo dat de gelegenheid de kans schept en daarom vragen wij het college om te onderzoeken om de wijkbus op een dusdanige manier uit te breiden, dat daarbij onder andere het winkelcentrum in de Kempenaar wordt aangedaan en dat die bereikbaarheid alsnog hersteld wordt. Deze motie dienen we samen in met de InwonersPartij en Lelystads Belang. In afwachting van welke moties en amendementen die op ons bureau liggen daadwerkelijk worden ingediend, verzoeken wij nu alvast de voorzitter om na de eerste termijn een schorsing te doen voor fractieberaad. De voorzitter: Niemand vanuit de raad? Dank u voor uw inbreng. Mevrouw Sparreboom. Mevrouw Sparreboom: Mevrouw de voorzitter. Bij de Programmabegroting 2012 heeft de VVD gewezen op de echte keuzes die we kunnen en moeten maken. Dit proces is inmiddels ingezet op een zorgvuldige, enigszins voorzichtige wijze. Dat vinden we verstandig, want we moeten van A naar B en we weten nog niet hoe B er uit gaat zien. Zo staan gemeenten de komende jaren onder andere voor de grote opdracht om het sociale domein effectiever en efficiënter te organiseren en de participatiemaatschappij daadwerkelijk vorm te geven. Dicht bij de burger moeten wij het sociale domein herinrichten. Ook de fysieke ontwikkeling van onze stad vraagt om herbezinning. Een proces dat tevens op gang gebracht is. Ook hier noodzaakt de veranderde situatie tot een keuze voor een behoedzaam scenario. Het betekent niet dat we tijdens dit proces afwachten en stilzitten. Integendeel, ontwikkelingen en vernieuwing zijn in een hoog tempo gerealiseerd door de instabiele, moeilijk beheersbare werkelijkheid waarin we met elkaar verkeren. Invoering van de crisismonitor en tussentijdse rapportages leidt ertoe dat we in verbinding blijven met externe en interne ontwikkelingen en ook tijdig kunnen bijsturen. Doorlichting van de
2012
N 600
programma’s helpt ons bij het beantwoorden van de vraag of wat we doen nog past bij de opdrachten waar we voor staan. Bij de kadernota zijn vooral besluiten genomen gericht op herstel van financieel evenwicht en weerstandsvermogen. Dat vinden we heel belangrijk, want alleen vanuit dit gezonde perspectief kunnen we ons gaan bezighouden met nieuwe opdrachten die naar ons toe gaan komen. De Programmabegroting 2013 en de meerjarenraming bevestigen het beeld dat goede stappen zijn gezet richting herstel van financieel evenwicht en weerstandsvermogen. De meerjarenraming laat dit concreet zien en de algemene reserve gaat weer richting het gewenste niveau van € 7,1 miljoen. De VVD wil het bij de kadernota genomen besluit om tot de invoering van toeristenbelasting over te gaan, in elk geval nog niet in 2013. Wij willen de Lelystadse ondernemers in deze moeilijke tijd niet opzadelen met extra lasten. Immers, doorberekening via prijzenaanpassing is zeker op een zo korte termijn geen optie en inning zal gepaard gaan met hoge kosten. Hiervoor dienen wij een amendement in. Dan moet ik gelijk erbij vertellen dat we het oorspronkelijke amendement dat verspreid is, gewijzigd hebben. De dekking is gewijzigd en inmiddels hebt u dat ontvangen. Ten aanzien van de ontwikkeling in het sociale domein constateert de VVD dat er belangrijke stappen zijn gezet en dat verdient een compliment. Het is meer gericht op participatie en er wordt meer samengewerkt om zo veel mogelijk de uitvoering in tact te laten. Van de organisatie wordt in deze tijd veel gevraagd. Dat levert zeker spanning op, temeer nu de politiek er ook in de komende tijd niet aan ontkomt taken te gaan schrappen. Wij willen hierbij de organisatie complimenteren met de betrokkenheid en de aanwezige kracht om te veranderen. Alleen gezamenlijk kunnen we B bereiken. Voortbestaan is kunnen veranderen. Het tijdig bijsturen na het bekend worden van de tegenvallers heeft ertoe geleid dat er een sluitende begroting voor 2013 aan de raad is aangeboden. Wij zien dat in veel gemeenten een sluitende begroting wordt bereikt door forse lastenverhoging. In Lelystad slagen we er opnieuw in om de OZB met niet meer dan de inflatie te verhogen. Dit is voor de VVD tevens reden om het college te complimenteren met deze begroting. De heer Baaten: Mevrouw Sparreboom, hoe moeten we uw laatste opmerkingen vertalen naar uw voorstel toeristenbelasting met de OZB-verhoging? Mevrouw Sparreboom: Dat is wel een lastige. Wij zien ons genoodzaakt om vooraf duidelijk de dekking aan te geven om de toeristenbelasting niet in te voeren. Wij denken dat het alternatief om eigenaren van niet-woningen dan extra te belasten beter is dan het voorliggende voorstel om de toeristenbelasting in te voeren, omdat daarmee een kleine groep ondernemers in die branche vooral getroffen wordt. Als we het dan hebben over eigenaren niet-woningen, dan praten we toch over een grote groep. Het moet gedekt worden, mijnheer Baaten, en dit is onze keuze. De heer Baaten: Het gaat me niet om uw keuze. Daar bent u helemaal vrij in. Wij ook. Het gaat me erom dat u een tekst uitspreekt in de richting van geen lastenverzwaring en uiteindelijk in de toeristenbelasting met een OZB-verhoging komt. Dan zouden we het net als bij precariorechten aan de ondernemers kunnen doorbelasten, maar goed, laten we ons daar niet mee bemoeien. Het gaat me om de tekst die u uitspreekt in relatie tot de toeristenbelasting, maar u hebt antwoord gegeven. Dank u. De heer Caniels: Mag ik een vraag stellen aan mevrouw Sparreboom? Volgens mij hebben we het bij de kadernota al eerder gehad over de invoering van
2012
N 601
toeristenbelasting. Ik heb twee vragen. Bent u op de hoogte van het feit of er überhaupt al een juridische basis is voor de invoering van toeristenbelasting? Ik heb net op het RIS gekeken, ik kan geen verordening vinden. Dus de vraag is: moeten we op dit moment al inkomsten ramen uit toeristenbelasting, als we met elkaar als raad nog moeten besluiten over het juridische instrument dat daarvoor als basis dient. De vervolgvraag die ik heb: kunt u zich nog herinneren dat wij bij de kadernota hebben gediscussieerd over het feit dat als er überhaupt toeristenbelasting zou moeten worden geheven, daarvan de opbrengst ten goede zou moeten komen aan het toeristisch product, en hebt u daar een mening over. Mevrouw Sparreboom: Ik zal eerst ingaan op uw eerste vraag, mijnheer Caniels. Voor zover ik weet, want deze week heeft er een bijeenkomst plaatsgevonden met de ondernemers, is er een proces gaande om ervoor te zorgen dat er volgend jaar, vanaf april, geïnd kan worden. In hoeverre er al een verordening klaar is, bij mijn weten is dat niet het geval, maar misschien kan het college daar nog een toelichting op geven. Inderdaad, mijnheer Caniels, ik herinner me dat we erover gesproken hebben dat het goed zou zijn als de opbrengst van de toeristenbelasting in verbinding zou zijn met de toeristische sector. Ik denk dat dat ook het bezwaar is van veel ondernemers, dat zij ook hebben geuit tijdens die bijeenkomst, namelijk dat het meer gebruikt wordt om een opbrengst te genereren dan het daadwerkelijk te doen toekomen aan de toeristische sector. De heer Van Veluwen: Ik heb een vraag, als toelichting. Zegt u nu in feite: ondernemers, want dat zijn de niet-woningen, draagt u de lasten nu die we eigenlijk zouden neerleggen bij de toeristische ondernemers? Mevrouw Sparreboom: In feite kunt u dat wel zo zien. Dat heeft ook te maken met de korte termijn van invoering. Ondernemers kunnen niet goed anticiperen op volgend jaar, kunnen die prijsaanpassing niet doorberekenen. Dat is een kleine groep die het treft. U weet onze eerste keuze qua dekking. We vinden dat toch lastig, om de algemene reserve wat we eerder hebben genoemd, minder te laten groeien. Dus dit is ons alternatief, om de OZB voor niet-woningen aan te passen. De heer Caniels: Mag ik nog een aanvullende vraag stellen? U zegt: de korte termijn. Maar als we bij de kadernota, volgens mij was dat in juni, besloten hebben om toch, met onze stem tegen, maar dat zij zo, toeristenbelasting te gaan heffen, bent u dan niet van mening dat die verordening er al had kunnen liggen en we nu worden geconfronteerd met druk op de ketel, terwijl de verordening al eerder in de raad ter vaststelling zou kunnen zijn aangeboden en we met elkaar hadden kunnen bedingen om eens te kijken hoe we daar verder mee omgaan? Mevrouw Sparreboom: Mijnheer Caniels, u zult het mij beslist vergeven dat ik daar geen uitspraak over doe. Ik weet niet hoe dat proces gelopen is. Ik hoor graag van de wethouder daar een toelichting op. De heer Homan: Ik wilde de volgende vraag stellen aan mevrouw Sparreboom. We hebben met de kadernota gediscussieerd over de toeristenbelasting en gelukkig waren de mensen van Bindend Lokaal tegen. Wij vragen aan de VVD hoe zij denken over hun betrouwbaarheid, ook in Lelystad, waar het gaat om een eerder genomen besluit, met verve verdedigd, jawel, maar uiteindelijk, als puntje bij paaltje komt, komt de VVD terug op dat eerder genomen besluit. Ik ben nieuwsgierig naar uw inschatting van uw betrouwbaarheid gezien door de bril van Lelystadse ondernemers in die sector en Lelystedelingen in het algemeen.
2012
N 602
Mevrouw Sparreboom: Wij waren bij de behandeling van de kadernota uitgesproken tegen invoering van toeristenbelasting en dat zijn we nog steeds. Wij vinden het heel belangrijk om nu middels een amendement te proberen daar een alternatief voor te vinden en dat doen we op deze wijze. De heer Homan: Een vervolgvraag. De lasten inderdaad, zoals voorgaande vragenstellers al hebben geopperd, eenzijdig leggen bij een groep. Hebt u daar een afweging gemaakt om het op een andere manier te dekken? Wantu bent heel creatief in het zoeken van oplossingen voor financiële problemen lettend op de parkeerexploitatie. Mevrouw Sparreboom: U weet zelf wel dat de begroting nipt sluitend is, en dat vinden we heel plezierig, dus het is heel lastig om daar nog alternatieven in te vinden. Het alternatief van de algemene reserve minder laten groeien, vinden we in breder kader minder gewenst. Dit is het alternatief dat voor ons de beste oplossing biedt om toch die toeristenbelasting gedekt te krijgen. De heer Homan: De vraag is of dat misschien niet de op één na beste, maar misschien de op één na slechtste oplossing is. Mevrouw Sparreboom: Dat zijn uw woorden. De heer Van Veluwen: Ik wou nog even doorvragen, want ik snap het niet helemaal. Veronderstel dat wij € 1.000 toeristenbelasting hebben te innen en de ondernemer heeft daar € 100 schade aan, omdat er minder opbrengsten komen. Dat hebt u ook in uw vorige betogen altijd beweerd. Betekent het dat wij die € 100 omslaan als OZB, of kunnen we € 1.000 in die OZB gaan omslaan? Daar zit een principiële vraag achter: de toeristenbelasting komt van buiten, dat zijn de burgers die het geld meebrengen, en u slaat nu om op onze eigen ondernemers. Ik heb altijd begrepen van de VVD dat ze daar wel erg veel moeite mee hebben. Maar mijn eerste vraag is: als ik € 1.000 toeristenbelasting misloop, slaat u die € 1.000 dan één op één om op de OZB. Mevrouw Sparreboom: U weet waarschijnlijk, en dat is ook aangegeven op de vragen die gesteld zijn bij de kadernota, dat er forse perceptiekosten verbonden zijn aan de invoering van toeristenbelasting. Er zijn ook kosten aan verbonden om het systeem klaar te maken. Daar zijn ook bureaus mee bezig. Die kosten kun je dan buiten beschouwing laten en wat dan overblijft als opbrengst van de toeristenbelasting, zou je moeten verrekenen met die gebruikers niet-woningen. De voorzitter: Zo voldoende? De heer Caniels. De heer Caniels: Mag ik ook een vraag stellen aan het college over dit punt, of is dat niet toegestaan? De voorzitter: Nee, dat lijkt me niet aan de orde. De heer Caniels: Dan doe ik dat straks. De voorzitter: Straks mag u dat natuurlijk volop doen. Ik geef u meteen het woord. De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. De programmabegroting is de financieeltechnische uitwerking van beleidskeuzes, gemaakt bij de kadernota. Het college en via haar de ambtelijke organisatie verdienen een compliment voor de wijze waarop de verwerking van meer dan 100 beslispunten uit die kadernota heeft
2012
N 603
plaatsgevonden. We zijn blij met het feit dat we nu in zijn totaliteit de begroting kunnen behandelen. De begroting is sluitend, maar zorgen zijn er wel door veel onzekerheden en te verwachten tegenvallers. Op basis van het regeerakkoord, voor zover dat uiteindelijk in stand blijft, nemen deze zaken zeker niet af. Ook onze portefeuillehouder Financiën, in die hoedanigheid heb ik naar de uitzending ook gekeken, liet voor Omroep Flevoland weten de noodzaak te zien tot € 5 miljoen extra structurele ombuigingen, alhoewel, ook volgens datzelfde interview, de situatie in 2013 nog enigszins meevalt. Zorgen hebben we over de werkgelegenheid. Een verlies van 900 banen dit jaar. Zorgen hebben we ook over het gemeentelijk Grondbedrijf. We kunnen investeringen niet oneindig ten laste blijven brengen van grondexploitaties zonder ons serieus de vraag te stellen of die investeringen ooit nog terugverdiend kunnen worden. Mogelijk raadt de accountant ons aan bij de jaarrekening tot afwaardering van sommige gronden. De algemene reserve is aan de krappe kant, tenzij je de Nuon-gelden meetelt. Maar we zien al weer een voorstel, beslispunt 18 bij de programmabegroting, om claims te leggen op deze Nuon-reserve. Wij zijn van mening dat we alvorens hierover te beslissen, eerst de nota voorgelegd dienen te krijgen over de uitnamecriteria uit deze reserve, zoals reeds door de raad bij amendement op 11 juni 2009, drie jaar geleden, is beslist. Het college heeft dit besluit tot dusverre niet uitgevoerd. Thans claims leggen, terwijl we de nota nog moeten krijgen, is de verkeerde volgorde. We hebben daarom over beslispunt 18 samen met VVD en D66 een amendement voorbereid. Ik maak van deze gelegenheid gebruik ook een opmerking te maken over het punt dat net aan de orde was, de toeristenbelasting. Ik stel vast dat er in de begroting wordt uitgegaan van het binnenkomen van inkomsten uit de toeristenbelasting, maar ik stel ook vast dat hoewel wij als raad in juni hebben besloten tot invoering van toeristenbelasting, wij nog geen verordening hebben gezien. De vraag is: hoe kan het dan zijn, dat het college uitgaat van opbrengsten uit de toeristenbelasting. Ik zou graag aan het college willen vragen waarom dat allemaal zo lang duurt. Ik ga verder met het rioolrecht. Het verbaast ons dat we blijven accepteren dat de tariefstelling voor het rioolrecht niet kostendekkend is, ondanks een dringend verzoek daartoe van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dit voorjaar. Steeds wordt dit simpel afgedaan met de verwijzing naar het coalitieakkoord, alsof sinds 2010 de financiële wereld om ons heen niet is veranderd, lees: verslechterd. Wij begrijpen dit echt niet. Natuurlijk leidt dit tot lastenverhoging, maar dit niet doen en elders op verschillende beleidsonderdelen fors bezuinigen, leidt toch ook tot een vergelijkbaar resultaat. Wij hebben hiertoe een motie voorbereid. uit een kritisch rapport van de rekenkamer blijkt, dat de gemeente Lelystad geen totaalinzicht heeft van verstrekte subsidies en onvoldoende zicht heeft op de resultaten en effecten van afzonderlijke subsidies. Ook de raad krijgt, terecht, het verwijt dat hij daardoor op dit terrein onvoldoende werk maakt van zijn controlerende taak. Daarom hebben wij samen met Lelystads Belang en D66 een motie voorbereid die naar onze mening voor zich spreekt. Het CDA vindt dat het in de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen voor de aanpassing van de Torenvalkweg opgenomen bedrag kan vervallen en kan worden toegevoegd aan de algemene reserve. Staatsbosbeheer investeert immers niet meer in het Natuuractiviteitencentrum. We hebben dat uitgewerkt in een amendement. Ten slotte dienen wij samen met D66 een motie in die het college opdraagt vóór 1 december 2012 de raad een onderzoeksagenda ter zake aan te bieden met betrekking tot onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Lelystad,
2012
N 604
conform de daartoe op 13 november 2003 ter uitvoering van artikel 213a van de Gemeentewet vastgestelde raamverordening. Tot zover, mevrouw de voorzitter. De amendementen en moties die ik heb aangekondigd zal ik u bij dezen overhandigen. De heer Marseille: De heer Caniels spreekt over de rioolbelasting. Wij vragen ons daarbij af waarom de heer Caniels niet bereid is om op dit punt even pas op de plaats te maken, want naast de mogelijkheid van een verhoging van belasting is er altijd de mogelijkheid te kijken of die opbrengst wel noodzakelijk is om uiteindelijk het beoogde doel te bereiken. Daar doel ik op, dat het verlengen van de periode waarin je het riool afschrijft, van enorme invloed is op de vraag of we, en dan praten we echt over 2023-2024-2025, de bedragen nodig hebben zoals we die nu voorzien hebben. Dus waarom zouden we nu, in een periode waarin het voor iedereen vreselijk moeilijk is, zeggen: er moet geld bij om in 2025 dat spaarpotje in orde te hebben, waarvan we nog niet eens weten of dat spaarpotje in die omvang op dat moment wel nodig is. De heer Caniels: Ik heb het antwoord gelezen dat het college aan de minister heeft gestuurd en daar staat in, dat de kostendekkendheid tariefstellingen rioolstelsel onderwerp van gesprek is in de raad in relatie tot de bezuinigingen en dergelijke. Ik stel vast dat we daar tot dusver in alle serieusheid nooit in voldoende discussie met elkaar over hebben kunnen praten. Ik zou, maar ik ben niet de minister van Binnenlandse Zaken, met zo’n antwoord totaal geen genoegen nemen en ik vind dat je daarmee het risico op je neemt, dat de hele discussie over de ICL-bijdrage wel eens lastig kan worden. Als je niet bereid bent om serieus op een verzoek van de minister in te gaan, want zo interpreteer ik het antwoord van het college, dan loop je volgens mij wel het risico dat je een hele lastige discussie krijgt over de ICL-uitkering. Ik wijs u nogmaals op het feit dat de minister nu al heeft besloten niet bereid te zijn de inflatie aan te passen. Dus we zitten al met een probleem. Ik kan de burgers niet uitleggen dat wij overal maar op moeten bezuinigen en de kostendekkendheid van het rioolstelsel maar laten voor wat het is. Bovendien, een dergelijk voorstel zoals u bedoelt, heeft ons ook nog nooit bereikt. Wat dat betreft vind ik in uw opmerking wel enige steun om daar nu haast mee te maken. De heer Marseille: Als de heer Caniels het zo uitlegt, dat wij over niet al te lange tijd die discussie serieus moeten voeren, en dan met name kijken naar de mogelijkheden om het bedrag dat we nodig hebben serieus te bekijken en niet per definitie uit te gaan van het dogma dat het zoveel moet zijn, dan zou ik u willen steunen. De heer Caniels: Ik heb niet gesproken over dogma’s. Ik respecteer uw opmerking. Het gaat erom dat de minister van Binnenlandse Zaken volgens mij in februari al heeft gevraagd om met spoed te komen tot kostendekkendheid van het rioolrecht. De wijze waarop we dat doen, daarvoor hebben we zo langzamerhand meer nodig dan een tussenzinnetje in een antwoord van het college aan de minister. De voorzitter: Dank u wel. Het woord is aan de heer Van Veluwen. De heer Van Veluwen: Mevrouw de voorzitter. Allereerst willen wij waardering uitspreken naar het college, die in deze periode van zwaar weer een sluitende begroting heeft neergelegd - dat zijn feitelijk de woorden die u ook zei, mijnheer Van de Beek, u kon het van mij gestolen hebben, of ik van u - met zelfs een positief saldo in het meerjarenperspectief, ondanks het feit dat er zwaarder weer op komst is. Maar niet alleen waardering voor het college, wij willen het college ook vragen onze waardering over te brengen naar het ambtelijk apparaat, dat met betrekking tot de voorbereiding en de beantwoording van dit begrotingsdossier uitstekend werk heeft geleverd.
2012
N 605
Hebben wij dan helemaal geen opmerkingen of vragen? Opmerkingen eigenlijk niet, want we hebben een kadernota vastgesteld en wat nu voorligt, is in feite een najaarsnota die weinig afwijkt van de kadernota en de discussie hebben we al bij de kadernota gevoerd. We hebben wel vragen, we hebben wel zorgen. Onze fractie heeft grote zorgen met betrekking tot de positie van de zwaksten in onze samenleving. Zo worden er nog wekelijks 250 voedselpakketten verstrekt, het aantal stijgt alleen maar, en komen er steeds meer Lelystedelingen in een onmogelijke schuldenpositie. Ook de berichtgeving vorige week, de heer Caniels wees er al op, dat er in 2012 900 banen verloren zijn gegaan, baart ons grote zorgen. Hebt u dan een oplossing, hoor ik u denken, waar wil de ChristenUnie het geld vandaan halen? Daar hebben wij helaas geen pasklaar antwoord op. Wat we wel weten, is dat deze grote groep burgers als gevolg van de financiële crisis in verwarring is, hun eigenwaarde verliezen of soms ten diepste gekwetst zijn. Je zult maar 30 jaar trouwe dienst hebben gedaan en je baan verliezen. Dit wetende, mag je van een lokale overheid verwachten dat zij naast de nodige financiële ondersteuning, deze kwetsbare burgers op een milde en respectvolle wijze bejegent. Helaas bereiken ons, en ik heb geen waardeoordeel, te veel signalen dat de praktijk weerbarstiger is. Hierbij wil ik opmerken dat onze fractie geen moment twijfelt aan de inzet van het college; integendeel zelfs. Onze vraag aan het college is of zij deze wederzijdse verharding bij Sociale Zaken ook constateert en of ze bereid is maatregelen te treffen. Ik zou daarop graag in tweede termijn een antwoord op hebben. Ons tweede punt vanavond is wat makkelijker. Dat handelt over het functioneren van de raad. Beter dan de heer Van de Beek het vorig jaar in de begrotingsbehandeling uitsprak, kan ik het niet zeggen, ik citeer u maar weer: "De raad moet zelfbewuster worden en haar verantwoordelijkheid nemen en het college kritischer gaan volgen.” Die woorden heeft de raad ter harte genomen. De raad is gestart met het doorlichten van diverse programma’s om daardoor meer grip te krijgen op wat je wilt bereiken en wat het mag kosten. Dat we er nog lang niet zijn, mag blijken uit de BOB-sessies waarin door diverse fracties werd aangegeven, dat met betrekking tot het opschrijven van de beoogde prestaties er nog wel een behoorlijke verbeterslag te maken is. Ook uit het onlangs verschenen rapport ‘Sturen en schaven’ van de rekenkamer blijkt, dat er nog onvoldoende zicht is op de effectiviteit van de subsidies. We komen daar trouwens nog over te spreken in deze raad. Natuurlijk kunnen we daar het college op aanspreken. Om maar de woorden van de heer Van de Beek weer te gebruiken: is de raad kritisch genoeg, zitten wij als raad voldoende op het vinkentouw? Die vraag stellen we ook bij het precariodossier. Veel politiek tromgeroffel aan de voorkant, maar uiteindelijk laten we het als raad wel gebeuren. De burger betaalt de rekening en wij hebben het er niet meer over. Het bekende politieke gezegde: we dronken een glas, deden een plas en lieten het zoals het was. Dat steekt onze fractie. Niet dat drinken van het glas, maar het laten zoals het was. Dat is toch geen politiek bedrijven? Het maar laten gebeuren. Ik citeer de VVD tijdens de begrotingsbehandeling vorig jaar op dit dossier: “Indien de precarioheffing daadwerkelijk tot lastenverhoging zal leiden, zullen wij met voorstellen komen om dit te compenseren.” Wij noemen dat in ons vakjargon spierballentaal. Tot nu toe, VVD, heb ik nog geen voorstel van u gezien. Ik begrijp uit de discussie dat reparaties voor 2013 op dit dossier technisch gezien niet mogelijk zijn. Die kennis en kunde bezit ik als eenvoudig raadslid niet, maar het is wel mogelijk het college te vragen met een compensatievoorstel te komen bij de kadernotabehandeling van 2014. Op dit punt dienen we dan ook een motie in. Tot zover.
2012
N 606
Mevrouw Sparreboom: Het gaat even over de precario. We hebben het daar vorige week ook al over gehad, dat we dat op zich misschien graag zouden doen maar dat we het niet gaan doen. Ik denk dat u het in de juiste verhouding moet zien. De precario die gedeeltelijk door een organisatie is doorberekend, is vrij gering. Het zet ook denk ik een beetje de poort open voor andere organisaties om dat ook te gaan doorberekenen en dan moeten we dat ook repareren. Wij kunnen ons dat niet veroorloven, hoe graag we dat zouden willen. Ik denk dat de VVD samen met de andere coalitiepartijen, en ook met de oppositie trouwens, er ontzettend hard voor geknokt heeft om de begroting zodanig te beïnvloeden, dat de woonlasten bijvoorbeeld tot één van de laagste van Nederland behoren. We staan op plaats 96. Dus ik denk dat we aan de andere kant heel voorzichtig zijn met lastenverhogingen. U licht dit er nu uit en dat is denk ik niet in de juiste verhouding. De heer Van Veluwen: Als ik u goed begrijp, zegt u: we hebben voor de burgers al zo veel voordelen binnengehaald, dat deze precarioheffing dat wel compenseert. Zag u dat een half jaar geleden ook al bij de begrotingsbehandeling? Mevrouw Sparreboom: Dat is onze focus; om te proberen om lastenverhoging zo veel mogelijk te voorkomen. De heer Van Veluwen: Bij de begrotingsbehandeling vorig jaar zei u: precarioheffing absoluut niet, dat willen we niet, wij komen met compensatievoorstellen. En als ik u nu goed begrijp, zegt u: die compensatievoorstellen hebben wij al gedaan, want die zitten in de totaalbegroting en die vindt u terug. Mevrouw Sparreboom: We kunnen nu niet méér ruimte vinden, hoe spijtig ook. De heer Van Veluwen: Wij geven met onze motie in ieder geval de mogelijkheid om in 2014 bij de kadernota deze discussie nog een keer goed met elkaar te voeren. Dat laat u liggen. De heer Baaten: Mijnheer Van Veluwen, we hebben het er in de O-sessie al over gehad, maar in aansluiting op wat de VVD aangeeft. Ik wil het nog een keer herhalen. Precario betekent dat een bedrijf het niet hóeft door te berekenen. Een bedrijf kiest ervoor om het bij de inwoners neer te leggen. We hebben het over 4 cent per dag, € 12,78 inclusief BTW voor een heel jaar. Dat is op zich voor velen veel geld. Maar het gaat erom dat het bedrijf ervoor kiest om het door te belasten, de aandeelhouders hun geld te geven en voor sponsoring te kiezen. Een bedrijf kan er ook voor kiezen om geen sponsoring te doen en de € 12,78 niet verder door te berekenen. Bovendien is het zo, dat dit nu een keer iets is wat het bedrijf doet waarvoor geen kwijtschelding is. Elk huishouden betaalt dit. Je komt niet in aanmerking voor kwijtschelding. Dus met z’n allen betalen we gewoon per huishouden € 0,04 per dag omdat Liander het doorberekent. Ze hóeven het niet. De heer Van Veluwen: Het gaat ons om het principe. Als het een relatief klein bedrag is, mijnheer Baaten, dan is het best te repareren, dus laten we daar maar eens mee beginnen. Ten tweede, wat Vitens doet moet zij weten, maar uiteindelijk is die doorbelasting van precario het gevolg van het handelen van deze raad. Ik ga me niet verschuilen achter wat Vitens doet of wie wat doet. Dat is in dit geval niet relevant. De heer Baaten: Mag ik daar nog kort op reageren? Nu gaat het om € 12,78. U noemt Vitens, prima. Stel nu dat die er € 40 van maakt, omdat ze € 12,78 nog een keer gaan verhogen, gaan wij dat dan repareren? Ook dat risico lopen we, dat men niet het nettobedrag neemt, maar dat men daar gewoon nog wat bovenop gaat gooien.
2012
N 607
De heer Van Veluwen: Maar wie zijn schuld is dat nu, mijnheer Baaten? Geeft u Vitens er nu de schuld van dat het aan de burger doorbelast wordt? De heer Baaten: Het gaat om de manier waarop je als bedrijfsleven met dit geld omgaat. Nogmaals, je kunt kiezen voor sponsoring, je kunt ook kiezen voor de inwoner. Je hoeft dit niet door te berekenen. Doe maar wat minder sponsoring en doe maar wat minder bij je aandeelhouders. De heer Homan: Ik wil de heer Van Veluwen de volgende vraag voorleggen. Wij hebben net bij de parkeerexploitatie de ChristenUnie horen voorstellen op zondag betaald parkeren te gaan heffen. Heeft de ChristenUnie overwogen, dat de mensen uit de doelgroep waarvoor u echt een hartverwarmend betoog houdt, ook wel eens op zondag misschien wel meer zouden gaan betalen in parkeerautomaten, alleen in het winkelcentrum weet u wel? Zou het niet verstandiger geweest zijn om dat niet voor te stellen? Hoe ziet u dat? De heer Van Veluwen: Dat is een politieke discussie. Ik weet niet hoeveel tijd ik nog heb. Uiteindelijk is iedere burger vrij om te kiezen. Of hij nu op de fiets of met de auto naar de stad gaat, daar kan hij een keuze in maken. Dat is een principieel uitgangspunt. Als u nu tegen mij zegt: iemand die arm is, wordt belast omdat hij € 5 parkeergeld op zondag moet betalen. Daar heeft hij altijd nog een keuzemogelijkheid in. Daar zit voor ons een principiële discussie. Ik wil hem wel voeren, maar hij gaat ten koste van mijn tijd. De heer Homan: Dan is het heel kort aan te duiden, dat er juist in die doelgroep vaker een bestedingspatroon is aan verkeerde dingen en dan juist het uitnodigende van: parkeren op zondag kan, want er is een winkel open, om dan te zeggen: dan heffen we parkeergeld, dat vinden we fout. De voorzitter: Ik ga nu even ingrijpen als voorzitter. We hebben net heel uitgebreid over parkeren gesproken en daar is deze vraag ook gesteld aan de ChristenUnie. De heer Homan: Het ging over lasten. De voorzitter: Inderdaad. Anderen nog? De heer Van der Kolk: Ik heb nog een opmerking, over Vitens in dit geval. Volgens mij is de gemeente Lelystad aandeelhouder in Vitens. Zou het niet beter zijn om Vitens op zijn gedrag aan te spreken als openbaar nutsbedrijf? De heer Van Veluwen: Dat is weer een andere discussie. Natuurlijk wordt de gemeente er rijker van als Vitens beter draait. De voorzitter: Dank u wel voor uw inbreng. Het woord is aan de heer Baaten. De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter. 2013 zien wij in financiële zin als een overgangsjaar. Zeker ook in relatie tot de directe en indirecte gevolgen van zowel het oude als het nieuwe regeerakkoord. Want buiten het feit dat we € 40 miljard moeten bezuinigen, wordt daarover door de VVD en de PvdA op dit moment nog steeds geen helderheid, zeker onvoldoende helderheid gegeven. Wij constateren dat tegenvallers ertoe leiden dat de gemeente in het komende jaar vooral door extra bezuinigingen in de uitgaven en toch een opname uit de reserves tot een sluitende begroting komt, maar er ook nog bijzonder veel risico’s op ons afkomen. En ja, een compliment voor het college om onder de huidige onzekere omstandigheden, mede door het Rijk, tot
2012
N 608
een sluitende begroting te komen. Het is al eerder aangegeven, dat een en ander gebeurt zonder lastenverzwaring voor de inwoners, behoudens inflatiecorrectie. En het in stand houden van het effectief sociaal beleid, want dat hoort er ook bij. Een duurzaam, solide financiële positie gebaseerd op het maken van een aantal strategische en fundamentele beleidskeuzes is ons uitgangspunt. Wat er ook op ons afkomt, de voorwaarde dat er een sobere en strikte begrotingsdiscipline moet worden toegepast voor zover dat nog niet gebeurt - en dat werd daarstraks ook aangehaald, onder andere als voorbeeld de subsidies, want daar hebben we nog heel wat aan te doen - en dat er hervormingen worden gerealiseerd dan wel nog verder doorgevoerd om te komen tot een duurzaam financieel beleid, dat staat als een huis. Als het gaat om fundamentele keuzes voor een gezond financieel perspectief op de langere termijn, vindt de InwonersPartij het noodzakelijk dat we Lelystad anders positioneren. Wat betekent dat voor ons als InwonersPartij? Echte en soms pijnlijke keuzes maken in datgene wat we wel of niet meer willen doen. Voorbeelden. Te denken valt hierbij aan: gaan we de kortingen van het Rijk met gemeentelijke middelen ja of nee compenseren, denk aan huishoudelijke hulp, of gaan we of blijven we de BDU-gelden, als we kijken naar het openbaar vervoer, opplussen om bijvoorbeeld na 2014 de wijkbus in stand te houden en de groep van 65-plussers gratis OV te geven? Dat verstaat de InwonersPartij ook onder de kerntakendiscussie en dat is voor ons iets heel anders dan ‘slechts’ het doorlichten van programma’s. Ook verwacht de InwonersPartij veel van vergaande intergemeentelijke samenwerking. Dan denken we aan ambtelijke fusies en aan netwerkorganisatie. Als het gaat om evenwicht en balans. De komende jaren zullen in het teken moeten staan van het zoeken naar een nieuw evenwicht tussen uitgaven en inkomsten. De komende jaren zullen we, reeds eerder benoemd, pijnlijke keuzes moeten maken. De gemeente zal haar rol en positie als overheid moeten bepalen in de samenleving van straks. We zullen moeten bepalen wat we moeten, wat we willen en wat we kunnen. De kerntakendiscussie is in dezen reeds genoemd. We zullen in de toekomst zowel een optredende als een terugtredende overheid zijn. Als we kijken naar optredend, betekent dat voor ons dat we actief vooruitlopen op maatschappelijke ontwikkelingen en innovatief en creatief zijn in het bedenken van oplossingen, met name die zowel servicegericht als kostenbesparend zullen zijn. Als het gaat om terugtredend, betekent het dat we steeds vaker een beroep zullen doen op de inwoners met een faciliterende rol voor de gemeente. We zullen taken afstoten. Bij andere taken gaan we een minder grote rol spelen. De InwonersPartij wil dit overigens alleen daar waar de inwoner op zijn of haar eigen verantwoordelijkheid aangesproken kan en mag worden. Ook empowerment heeft daarmee te maken. Maar binnen het geheel zal de InwonersPartij daarbij zeker opkomen voor mensen in een kwetsbare positie. Als het gaat om de amendementen en de moties hebben we de combinatie gezocht en die heb ik tot het absolute minimum proberen te beperken om zo veel mogelijk uit de uitvoering te blijven. De heer Schot: Ik heb een vraag bij pijnlijke beslissingen. U praat over ombuigen en kiezen en niet meer doen. Ik hoor echter niet het woord lastenverhoging. Sluit u dat helemaal uit? Ik snap dat niet precies. De heer Baaten: We gaan naar de zelfredzaamheid toe. U verwacht van mij een financieel plaatje. Dat is onmogelijk. U hebt wel gehoord dat het om pijnlijke keuzes gaat.
2012
N 609
De heer Schot: Ik vraag mij af of u uitsluit met pijnlijke beslissingen, dat u lasten wilt verhogen. De heer Baaten: Bij pijnlijk hoort alles thuis, daarvoor hoeft u maar naar de voorbeelden in het land te kijken, maar het is niet ons uitgangspunt. Maar pijnlijk doet pijn. De voorzitter: Dank u wel. Het woord is aan de heer Homan. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Een paar sprekers zijn mij voorafgegaan met straks te bezigen woorden. Als we de kadernota goed besproken hebben een paar maanden geleden, dan is het voor Bindend Lokaal verrassend niet, maar wel goed om te zien dat in de begroting ingevuld is datgene wat wij bij de kadernota hadden afgesproken. Als je de kadernota goed leest, heb ik geturfd bij de beoogde prestaties: hoeveel zijn er nu SMART. Een vorige spreker duidde daar ook op. Het is jammer dat van de 64 beoogde prestaties er 50 niet SMART zijn geformuleerd. Dus we hebben met elkaar als raad nog wat te doen. Wij hebben, denkt Bindend Lokaal, samen met het college te streven naar: zeg wat je wilt doen, zeg wat je daarvoor nodig hebt en misschien is het dan wel heel goed dat we die programma’s met elkaar nauwgezet doorakkeren. Het werk voor de begroting is verricht, dank aan het college, maar ik herinner me sessies hier in de hal waar je vragen kon stellen. Je kunt altijd vragen stellen aan ambtenaren die hier gehuisvest zijn. Wat Bindend Lokaal opvalt is, wanneer je het ook vraagt, hoe je het ook vraagt, hoe ingewikkeld of wat dan ook, je krijgt antwoord. Dat is een waarde die we moeten koesteren. Dus graag verzoek ik het college die boodschap over te brengen en specifiek, natuurlijk mag dat niet ontbreken en dat wordt niet vaak gedaan, maar wij hebben direct te maken met onze griffie. De dank aan de griffie is bijzonder groot. Dit gezegd hebbend, kunnen we nog wat hartenwensen van Bindend Lokaal verwoorden. Wij hopen dat er in de komende jaren wordt gestreefd naar en verkregen wordt dat de wijkbus Noord blijft. Er is vanavond gepresenteerd het geringer aantal gebruikers van die bus dan mensen die naar de Kempenaar wilden, maar dat wil niet zeggen dat voor wijkbus Noord niet een actie ondernomen moet worden om hem te handhaven. We hebben in de programmabegroting gelezen dat er nogal wat extra 75-plussers zijn, die misschien voor een groot gedeelte gehuisvest zouden willen worden in een seniorenwoning. U herinnert zich dat ik daar al meer om heb gevraagd. Wij zien met belangstelling tegemoet het planmatig werken aan voldoende huisvesting van die ouderen en wij zullen daar zeker bij het Lokaal Akkoord, want het gaat natuurlijk vooral om Centrada, hopen en beogen dat de doelstelling die nodig is SMART bereikt wordt. Ook Bindend Lokaal heeft maar één motie en die gaat niet over samenwerken in dit huis, maar samenwerken door de mensen in dit huis met gemeenten elders in Flevoland en/of de provincie. Wij noemen dat slim samenwerken. Wat zijn de voordelen, de directe voordelen? Structurele bezuiniging op organisatiekosten door efficiency. Continuïteit en kwaliteit in de dienstverlening wordt vergroot. Het niveau, de omvang en de continuïteit van de gemeentelijke dienstverlening wordt geborgd. Ik zeg dit niet voor niets, want de afgelopen maanden, misschien wel een jaar, hebben de mensen hier in dit huis meegemaakt dat hun positie niet heel zeker meer was zoals het in het verleden was. Die mensen hebben dus recht op die borging. Op termijn zijn er ook voordelen te verwachten. Er ontstaat een organisatie die is
2012
N 610
opgewassen tegen dat rijksbeleid, waarvan je van te voren niet weet welke kant ze nu weer uitgaan, maar dat moet dan allemaal hier weer opgepakt worden. De aantrekkingskracht van de organisatie wordt door het slim samenwerken met andere gemeenten ook beter. We zijn dan een betere club voor de arbeidsmarkt. Ten slotte, nieuwe perspectieven aan medewerkers, die ik zonet noemde, worden vergroot. Wij dienen een motie in met de vraag aan het college: bezint u op de kansen die verdergaande ambtelijke samenwerking kan bieden en rapporteer ons raad daar tegelijkertijd met de kadernota over. Dit was de eerste termijn van Bindend Lokaal. De heer Van Veluwen: Hoor ik nu de heer Homan een warm pleidooi houden voor gemeenschappelijke regelingen? De heer Homan: Dat is een verdergaande uitvoering. De heer Van Veluwen: Dat is een uitvoering, dat is wat onze fractie betreft een nachtmerrie. Daarover verschillen we dan politiek. De heer Homan: Ik heb u verwezen in mijn aanbieding naar een brief ‘Raadsleden nu’ van april 2012 en daar wordt beschreven hoe de gemeenten Amstelveen en Aalsmeer heel ver gaan op dit gebied, zonder daar te spreken over een gemeenschappelijke regeling. Daar wordt ook gesproken over de gemeente Aalsmeer die met de gemeente Uithoorn heel veel doet op het gebied van onder andere Wmo, zonder het een gemeenschappelijke regeling te noemen. Ik zal u alsnog een kopie van dat betreffend artikel geven. De heer Van Veluwen: Uiteindelijk gaat het erom, mijnheer Homan, of u de politieke controle op dit soort systemen kunt houden en dat kunt u alleen maar in mijn beleving als we gaan samenwerken als steden of dat we die gaan samenvoegen. Dan ben ik het wel met u eens. Maar het zijn wat onze fractie betreft heel spannende bewegingen. Ik begrijp uit uw woorden dat u daar een warm pleidooi voor houdt. De heer Homan: U hebt mijn woorden goed gehoord en goed geïnterpreteerd. De heer Baaten: Mijnheer Homan, slim is blijkbaar niet hetzelfde als SMART, want dat zijn andere letters. Als we kijken naar uw motie over de ambtelijke samenwerking, daarin geeft u aan: door slim samen te werken, kunnen continuïteit en kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening worden vergroot. Dat zegt volgens u iets over deze gemeente. Ik ga u vragen: waarop is dat gebaseerd en gebeurt dit dan nog niet. Als u daar nu eens SMART antwoord op geeft, dus specifiek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch en tijdgebonden, dan zijn wij dik tevreden. De heer Homan: Ik geef u één voorbeeld. Als de gemeente Lelystad voor een bepaalde sector samenwerking zoekt waar het gaat om inkoop met óf de provincie óf de gemeente Dronten, dan kun je heel eenvoudig voordelen verkrijgen. SMART genoeg, mijnheer Baaten? De heer Baaten: Dit is heel beperkt. De heer Homan: Ik gaf een voorbeeld. Er zijn natuurlijk, als je dat gaat verkennen en ontdekken, meerdere mogelijkheden. Het is niet: het moet. Je kunt het verkennen en daar de voordelen van gaan zoeken en vinden. De voorzitter: Dank u wel. Het woord is aan de heer Raijmakers.
2012
N 611
De heer Raijmakers: Mevrouw de voorzitter. Afspraken veranderen wel eens, vandaar dat ik hier sta wat eigenlijk niet de bedoeling was. Wij als Lelystads Belang zijn zeer tevreden met de vertaling van de kadernota naar de begroting door het ambtelijk apparaat en het college. Nu ik al meer heb gehoord, kunnen ze deze ook in de kruiwagen duwen, want meedragen lukt niet meer. Wat we wel vinden, is dat de gehele subsidieverstrekking duidelijk inzichtbaar gemaakt moet worden voor de raad. Een voorzet is gegeven door de afdeling van wethouder Jacobs, nu nog de rest. We pleiten er ook voor om een inzicht te krijgen in de inhuur van diverse personen en bedrijven. Hierdoor is het misschien mogelijk om nog beter te bezuinigen. Een voorbeeld is de toeristenbelasting. Ik ben namelijk wel bij de bijeenkomst geweest van alle ondernemers. Wat bleek daar? Dat wij een besluit hebben genomen waarvan we in feite niet weten wat we hebben gedaan. De inbreng van de ondernemers was, dat ze helemaal niet gehoord waren en ook geen mening konden vormen over hoe of wat. Ze hebben voor het komende jaar allerlei afspraken gemaakt met touroperators, grote organisaties. Als wij daar nu een toeristenbelasting gaan heffen, gaan ze met zeer grote tekorten ervandoor. Dat is jammer, want dat gaat klanten kosten; ook geld. Er zijn natuurlijk ook posten waar we bedenkingen bij hebben, vandaar dat we medeindiener zijn van diverse amendementen of moties. De uitleg laten we over aan de hoofdindieners. Als aan onze bovenstaande wensen de komende jaren wordt gewerkt, zijn wij heel tevreden. Op dit moment houd ik de vergadering niet verder op met onzinverhalen en besluit mijn korte bijdrage. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Allereerst een compliment aan het college. Het college heeft goed geluisterd bij de behandeling van de kadernota en toen was de SP kort in de eerste termijn. Daaraan heb ik gerefereerd in tweede termijn. We hebben toen een besluit genomen: we gaan een takendiscussie voeren. Eigenlijk zouden we volgende week hier weer aanwezig zijn. Helaas is dat uitgesteld. Misschien was het toch iets te ambitieus om te zeggen: we gaan al die programma’s voor elkaar krijgen voor maart. Maar het begin is er. We kunnen dat ook terugzien in deze programmabegroting. Dit is in 6 jaar de eerste programmabegroting die een stuk duidelijker is, een stuk leesbaarder is, duidelijker aangeeft hoe of wat. En ja, mijnheer Homan, misschien kan het wat SMARTer, maar het is al heel wat dat u niet komt tot: niets is SMART. Dat hebben we hier ook wel eens gehad. Dus het begin is er. Laten wij opgaan naar een Kadernota 2014 en in de tussentijd die programma’s doornemen. Dan komen wij een heel eind. Verder zal het uit het stemgedrag van de SP blijken hoe wij staan ten aanzien van de amendementen en moties. De heer Schot: Mevrouw de voorzitter. Ook namens onze fractie dank voor de helderheid van de stukken en de inzet van allen die zich hebben ingezet om de cijfers zo inzichtelijk mogelijk te presenteren en toe te lichten. De relatie met de kadernota is duidelijk en er zijn weinig grote wijzigingen. De programmabegrotingsstukken en de onderwerpen en de besluitpunten ademen veel positieve energie uit. Ik snap dat wel, want positivisme rekent beter en verkoopt makkelijker. Wij vragen ons echter af of dat niet een beetje overjarige pioniersmentaliteit is. Enige matiging van het enthousiasme is op zijn plaats. We hebben een schuldenpositie van € 52 miljoen opgebouwd, die op termijn moet worden afgelost. Over het aflossen en afbouwen van deze schuld horen wij niet zo veel en dat is opvallend, want onze begroting wordt steeds kleiner.
2012
N 612
Het Grondbedrijf bevindt zich in zwaar weer. Geen bijdrage aan de algemene reserve, begrote risico’s worden verhoogd volgens uw eigen schrijven en opstapelende rentes zijn een niet misse belasting. Wij vragen ons af, refererend aan een heel oude OGEM-constructie: is het Grondbedrijf een sterfhuisconstructie aan het worden. Wij willen geen schulden die dan ten laste van de algemene dienst moeten komen. College, maak de raad eens blij met een cijfermatige onderbouwing van uw positivisme. Om te beginnen vragen wij u een Artikel 213a-onderzoek in gang te zetten naar het Grondbedrijf. Wilt u dat doen? Daarvoor dien ik een amendement in, maar als het college het toezegt dan vind ik dat ook wel goed. De woningcorporaties kennen nu vereveningsconstructies. Die dreigen te worden opgeheven dan wel aangetast al dan niet met belastingmaatregelen. De consequenties daarvan voor Lelystad kunnen enorm zijn. In het regeringsakkoord worden verantwoordelijkheden naar de gemeente overgeheveld, de taakstellingen opgeschroefd, de budgetten verlaagd, provincies in elkaar gedacht en in het voorbijgaan links en rechts wat opgeheven, samengevoegd en o ja, de gemeenten moeten dat maar meenemen in de begroting. Een gegarandeerde formule voor opnieuw een financieel stroeve periode. Economisch gezien zitten wij misschien wel in een nieuwe normaalsituatie. De inkomenspositie van Lelystedelingen verslechtert sluipenderwijs door de toename van de werkloosheid. In de voorstellen zien wij niet een glimp van het aanpakken op gemeentelijk niveau in relatie tot de inkomenspositie van de burgers. Vorig weekend verscheen in de Volkskrant een stukje van Paul Snabel, hij is u waarschijnlijk wel bekend, van het Sociaal Cultureel Planbureau en die meet in de portemonnee. Hij zegt: wat er netto overblijft in de portemonnee is steeds minder. In die zin is het best sierlijk als ook de IP zou zeggen: ja, het beleid pakt op die manier bij de burger zo uit, dat het best aardig zou zijn te erkennen dat het de inkomenspositie aantast. Dat het niet wenselijk is en anders uitpakt, kan best, maar het zou sieren om dat eens te erkennen. Wij vragen u dan ook per motie om a la CPB eens te gaan kijken wat we nu in de portemonnee van de Lelystedeling aantreffen. Is hier sprake van echte inkomensdaling of hoe zit dat nu, want dat bepaalt meteen of wij nog iets aan lastenverhogingen dan wel andere zaken moeten doen, of kunnen doen, of willen doen. Een raadsbreed programma zit er niet meer in. Het lijkt alsof het college en de collegepartijen vooral geïnteresseerd zijn om in een ogenschijnlijk positief beeld de raadsperiode af te sluiten. Het ontbreken van een raadsbreed programma alsnog vinden wij een gemiste kans. De problemen zijn volgens ons té groot om die af te dwingen met de kreet: dat staat in het coalitieakkoord, zoals wel eens rondvliegt in een BOB-sessie, en zo de raad buitenspel te zetten. Formeel is het wel zo dat de helft plus één een raadsbesluit is, de praktijk maakt echter dat een coalitie het collectief vermogen van 35 raadsleden buitenspel zet en dat vinden wij jammer. Dat het ook anders kan, bewijst de parkeerexploitatie. In het licht van collectief denkvermogen ontketenen, zien wij ook de burgerparticipatie. Burgers moeten meer betrokken worden bij de moeilijke beslissingen die voor ons liggen. De verlichte autocratie in Lelystad mag wat ons betreft op de helling. Kortom, niet alleen bezuinigen of ombuigen, maar ook schulden afbouwen en strategisch investeren en inzetten. Niet alleen financieel maar vooral kijkend naar mensen. Voor de techniek hebben wij nog een kleine Nuon-reserve amendement, want daarover is al een discussie geweest. De heer Van de Beek: De motie van de heer Schot over de CPB berekening. Ik dacht eerst: hij wil het CPB zelf aan het werk zetten. Maar ik begrijp, u hebt soortgelijke berekeningen. Wat zoekt u anders dan hetgeen op bladzijde 98 van de begroting
2012
N 613
staat? Daar staat volgens mij keurig inzichtelijk gemaakt wat de lastendruk is naar belastingsoort en wordt zelfs nog de vergelijking gemaakt tussen alle gemeenten in Flevoland plus vergelijkbare gemeenten landelijk. Wat zoekt u nog meer? Behalve wellicht extra werk. De heer Schot: Ik ben wel geïnteresseerd in de opbouw en misschien is het doorrekenen of het anders presenteren van die cijfers, of wat uitgebreider, een voldoende antwoord. De heer Van de Beek: Ik zou de heer Schot toch willen aanraden om eerst bladzijde 98 van de begroting eens goed door te nemen. Uitgebreider, dan wordt het volgens mij op huishoudniveau bijna. Volgens mij is de gemiddelde belastingdruk voor eenpersoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens en de woonlasten daar keurig uitgewerkt. Nogmaals, bladzijde 98. De heer Schot: U hebt hem nu open. Is dat ook per inkomenscategorie? Als je over effectief sociaal beleid praat, gaat het met name over de laagste categorieën en volgens mij ontbreekt dat. Of heb ik echt iets vergeten? De heer Van de Beek: Wat u volgens mij zoekt, is een koopkrachtplaatje a la het CPB, waarbij de lastendruk die lokaal is, minimaal een doorwerking heeft. Dus het zit volgens mij in de microprocenten waar u de detaillering zoekt met de belastingdruk op lokaal niveau. De heer Schot: Ik ben benieuwd hoe het college dat ziet. Maar dank u voor uw opmerking. De voorzitter: Dank u wel. Ik kijk even rond. Alle sprekers gehad vanuit de raad? Dat is het geval. Vijf minuten schorsing voor het college. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. Wethouder Luchtenveld: Mevrouw de voorzitter. Het college wil graag de raad bedanken voor de geleverde inbreng en ook de raad bedanken voor de complimenten die zijn gemaakt, naast uiteraard enkele kritische kanttekeningen maar zo hoort het, ten aanzien van de sluitende begroting die in moeilijke omstandigheden tot stand is gebracht. Ook voor de complimenten die zijn gemaakt aan de ambtelijke organisatie. Die geven wij graag bij dezen aan de ambtelijke organisatie door. Er is hard gewerkt onder hoge druk met een heleboel dingen die tegelijkertijd liepen, ook in financiële zin een begin gemaakt met de doorlichting bijvoorbeeld van programma’s. Alles is toch op tijd bij u terechtgekomen met voorstellen. Dat verdient inderdaad een compliment. En als zelfs de SP constateert dat in 6 jaar dit de meest duidelijke begroting is, dan is dat zeker een compliment dat ik graag namens het college in ontvangst wil nemen. Dat wil niet zeggen dat er geen verbeteringen meer mogelijk zijn. Met zijn allen zijn we bezig met de doorlichting van programma’s. Die is ook nodig om nog meer zicht te krijgen op de precieze uitgaven. Er is ook al een kerntakendiscussie afgesproken. Ook dat is nodig omdat we met zijn allen zien, dat er in verminderde financiële middelen nog scherpere keuzes gemaakt moeten gaan worden en het niet meer lukt met de oude kaasschaafmethode of het door meevallers maar weer oplossen van tegenvallers. Over het totale financiële beeld zoals dat op ons afkomt uit het regeerakkoord, komen we zeker nog nader te spreken. Uiterlijk bij de kadernota. Het college brengt dat ook nader in beeld. Het is alleen zo dat wel makkelijk de rekensom is te maken als je kijkt
2012
N 614
naar datgene wat er landelijk op ons afkomt. Het is namelijk zo dat als je de bezuinigingen zoals die in de VNG-brief openbaar staan door 200 deelt, je ongeveer de vertaling hebt naar de gemeente Lelystad en dat is ongeveer de € 5 miljoen die in de televisie-uitzending ter sprake is gebracht. Dat is dus de gemakkelijke rekensom en die is in die zin zo te maken. Verschillende opmerkingen zijn gemaakt die ook terugkomen in moties en amendementen. Daarop zal ik zeker straks bij het doorgaan van de moties en amendementen terugkomen. Een paar algemene opmerkingen nog die misschien niet allemaal in moties en amendementen zijn terechtgekomen, maar die denk ik wel nodig zijn. De vertaling vanuit de kadernota naar de begroting is inderdaad het eerste uitgangspunt geweest dat we hebben gehanteerd. We hebben eerder bericht hoe wij zouden omgaan met moties en amendementen. In die zin denk ik niet dat er echt verrassingen zaten in de begroting, want we hebben echt strikt genomen wat u hebt besloten. Dat geldt bijvoorbeeld ook ten aanzien van de toeristenbelasting, waartoe u bij amendement hebt besloten. Daar kom ik straks nog nader op terug, maar dat is vanuit een amendement van uw raad in de begroting gekomen. Evenals overigens het toch iets doen met de inflatiecorrectie op de OZB. Ook dat was een amendement vanuit uw raad. Het was door het college niet voorgesteld, maar wel in meerderheid door uw raad besloten en dat hebben wij dan ook verwerkt in de thans voorliggende begroting. Dan nog iets over de precarioheffing. Daar komen we ook straks bij de moties nog in die zin op terug, maar daar wil ik nu wel iets over zeggen. We hebben met elkaar besloten de precarioheffing in te voeren. Dat is vorig jaar al gebeurd bij de begrotingsbehandeling. Bij de kadernota hebben we daar verder aangegeven dat die wat ons betreft blijft gehandhaafd. We hebben nu in beeld gebracht dat de opbrengsten zelfs nog wat hoger kunnen worden geraamd dan we eerder in beeld hadden. Die hogere opbrengstverwachting konden we heel goed gebruiken om de begroting sluitend te maken. Ik heb geen amendementen gezien om dat nu anders in te vullen, behalve dan het voorstel eventueel tot compensatie en teruggave aan de burgers, maar daar kom ik bij de specifieke motie op terug. Ik denk dat ik daarmee een aantal belangrijke punten uit de algemene bijdrage heb gehad en dat ik nu de amendementen en de moties langs zou kunnen lopen zoals ze zijn ingediend. Daar komen de meeste punten die ter discussie staan in terug. Dan ga ik eerst naar de amendementen. Daar is het eerste een amendement ten aanzien van de Nuon-reserve. Nu hebben we wel besloten om de Nota reserves en voorzieningen later te behandelen, maar niettemin zit beslispunt 18 in deze begroting en in beslispunt 18 heeft het college u een voorstel gedaan om dekking te geven aan € 100.000 op basis waarvan dan een eerste plan zou moeten worden gemaakt in het kader van de duurzaamheid. Dat is niet nieuw. Het CDA haalt aan, terecht overigens, dat er nog geen voorstel is gedaan als destijds voorzien was op 11 juni 2009, namelijk een algemeen voorstel aanwendingsvoorwaarden voor bedragen uit deze reserve. Maar in 2010, door uw raad besloten in 2011, is er al ingestemd zonder dat kader. Dus wat dat betreft is er een precedent met de Verordening Duurzaamheidslening. Daar is ook al, tot een bedrag zelfs van € 1,2 miljoen, voor de startersleningen en de duurzaamheidsleningen een stuk dekking gevonden; de Verordening Duurzaamheidslening gemeente Lelystad ook ten laste van de Nuonreserve. Dus wat dat betreft zou dat geen reden hoeven te zijn om nu een veel lager bedrag in die zin daarvoor aan te wenden. Nogmaals, daarover kan bij de behandeling van het amendement nader worden gesproken. Wij zijn overigens bereid
2012
N 615
om een voorstel als verwoord in punt 4 van het raadsbesluit van 11 juni 2009, alsnog op enige termijn aan uw raad voor te leggen. Dan kom ik aan het amendement van D66, waarvan ik in de vorige vergadering al voorspelde dat het wel zou worden aangenomen, namelijk om daar waar gesproken wordt over de Nuon-reserve aan te geven in de beslispunten 18, 26 en 28 te bedoelen de vrij te besteden Nuon-reserve. Daar heeft het college uiteraard geen bezwaar tegen. Op het voorstel ten aanzien van het weghalen van het besluit 21 inzake het burgernet zal de burgemeester reageren, dus die laat ik nu rusten. Dan kom ik op het amendement van het CDA. Die stelt voor om een flink bedrag extra te halen uit de bovenwijkse voorzieningen, namelijk € 365.000 te laten vrijvallen uit de voorziening die nog stond als turborotonde Oostranddreef, maar dat gaat in feite om de maatregelen Beter Benutten en daar heeft uw raad inmiddels een besluit over genomen, dat er gekozen wordt voor de verkeerslichtenoplossing. Dan zou je kunnen besluiten om het bedrag af te ramen in de reserve en € 365.000 alsnog nu in te zetten en het CDA stelt dat voor. Verder stelt het CDA voor om de aanpassingen verlengde Torenvalkweg uit die nota bovenwijks te halen en de bedragen die dan vrijvallen, met uitzondering van de € 510.000 die het college zelf wil gebruiken om de begroting sluitend te maken, € 1,6 miljoen, toe te voegen aan de algemene reserve. Het college acht dat niet verstandig. Wij ontraden dit en wel, omdat wij met name ten aanzien van het punt van de Torenvalkweg willen opmerken, dat daar een kader is, de raad ook een duidelijke motie heeft neergelegd, dat het veel soberder zou moeten dan voor dit bedrag. Wij zijn nog steeds in gesprek. Niet meer over de oorspronkelijke ambitie van het grote bezoekerscentrum van het NAC zoals het eerder voor ogen stond, maar een veel soberder oplossing, maar toch een goede ingang, ook in relatie tot de film die gaat verschijnen over de nieuwe wildernis, over dat prachtige gebied van de Oostvaardersplassen, en om daar meer te doen met het bezoekerscentrum dan het in de huidige staat te laten. Daar willen we graag met een voorstel naar u toe komen en dan zou u niet de hele dekking er nu uit moeten halen. U kunt er misschien geen voorstander van zijn in de situatie ten opzichte van andere bezuinigingen en andere uitgaven om dat te doen, maar onze oproep is dan: beoordeelt u het op het moment dat wij een onderbouwd en beargumenteerd voorstel bij u neerleggen en u ook de omvang van het bedrag kent. Anders loopt u door een lopende bestuurlijke discussie heen en dat vinden wij niet verstandig. Dat geldt natuurlijk minder voor dat bedrag voor de Oostranddreef, maar nogmaals, dat kun je ook zien als een invulling van de € 510.000 die het college zelf al wilde gebruiken. Dan uitbreiding openingstijden stadhuis. De burgemeester zal straks iets zeggen over de dekking, maar ik wil nu al verklappen dat wij burgernet niet doen of ten laste van bestaande veiligheidsposten brengen, zullen ontraden. Dat betekent dat we die dekking missen bij uitbreiding openingstijden stadhuis. Wij konden die dekking niet vinden en daarom hebben wij u ook geen voorstel gedaan. Wat dat betreft ontraden we dat amendement, hoe sympathiek op zichzelf ook. Dan komen we op het amendement van de VVD en Lelystads Belang dat gaat over de toeristenbelasting. Daar zal ik inderdaad even bij stil moeten staan, omdat daarover meerdere opmerkingen gemaakt zijn. Eerst maar even over de verordening. Zoals al eerder is besproken bij andere verordeningen inzake belastingtarieven, is het voornemen van het college om de verordening op een zodanig tijdstip aan uw raad aan te bieden, dat hij zou kunnen ingaan op 1 april 2013. Wij hebben daar eerder al van gezegd: wij denken niet dat wij daardoor opbrengsten mis gaan lopen omdat het toeristenseizoen nu eenmaal rond 1 april gaat plaatsvinden. Dus dan zullen de grote inkomsten op basis van die toeristenbelasting wat ons betreft moeten binnenlopen.
2012
N 616
Had dat eerder gekund? Eigenlijk niet, in praktische zin, ook omdat het een zorgvuldig proces is om na te gaan hoe je precies die toeristenbelasting gaat invoeren. Daar zijn overigens suggesties over gedaan, bijvoorbeeld om te gaan werken met forfaitaire bedragen. Dat is precies de reden waarom de afgelopen maanden nog een bijeenkomst is georganiseerd over het hoe. Niet over het óf maar over het hóe. Die bijeenkomst is overigens door sommigen wel aangegrepen om ook het hoe opnieuw ter discussie te stellen, omdat men deels wel geïnformeerd is vooraf, deels omdat men kennelijk de eerdere informatie niet tot zich heeft genomen naar aanleiding van uw besluit op 3 juli om wel de toeristenbelasting in te voeren. Men heeft dat aangegrepen om nog weer signalen af te geven: eigenlijk willen we überhaupt die toeristenbelasting niet en wij zijn niet allemaal in staat om dat door te berekenen. Wij zijn ervan uitgegaan dat je in heel veel gemeenten ziet, waar toeristenbelasting geldt, dat het merendeel van de ondernemingen, vaak ook door het op de nota apart in beeld te brengen, wel degelijk in staat is om de toeristenbelasting door te geven aan de gasten, die vaak van buiten Lelystad komen per definitie, want die komen hier overnachten. Dat systeem hebt u als raad gekozen. Wij hebben het in beeld gebracht in het pakket van de € 10 miljoen. We hebben het zelf niet voorgesteld, uw raad heeft ervoor gekozen om het wel in te voeren in het kader van de budgettaire problematiek. Wij hebben dat dus uitgevoerd bij de begroting. Er wordt nu een alternatief aangedragen waarbij u zegt: spreid dat dan over meer ondernemers en doe dat dan bij de OZB niet-woningen. Het college vindt dat minder goed passend in het coalitieakkoord, waar we juist hebben gezegd de lasten te willen beperken. Dat treft toch meer Lelystadse ondernemers dan toeristenbelasting, waar het meer mogelijk is om het door te geven aan de gasten. Misschien niet in alle gevallen, maar dat is toch de afweging die wij als college maken in ons advies. Het is overigens wel een deugdelijke dekking, dus het kan wel. Het is aan uw raad om daarin een keuze te maken. Misschien nog één punt dat ik wil noemen. Heel veel komt op dezelfde mensen neer. Eén van de redenen van de vertraging is dat we ook de verordening Kwijtschelding ondernemers moesten klaarmaken, die moest wel voor 1 januari klaar, en dat dezelfde personen zijn betrokken bij de tussentijdse Tweede Kamerverkiezingen. Er zijn nu eenmaal sommige taken dubbel belegd bij ambtenaren van onze organisatie en niet aan alles kan tegelijk worden gewerkt. U zult begrijpen dat dat in ieder geval deadlines waren waarin je absoluut geen vertraging kon hebben. Dan, mevrouw de voorzitter, heeft de VVD voorgesteld bij amendement om een andere formulering te kiezen van het besluit, maar daar zult u zelf nog op reageren. Dan kom ik aan het 213a-onderzoek van het Grondbedrijf. Ik antwoord maar in één adem op de motie en het amendement. Dat is een motie die oproept om nog vóór 1 december voorstellen te doen omdat wij zelf een verordening hebben, nog weer scherper dan de wetgeving op dat punt. In de Gemeentewet is dat 213a en daar heeft Lelystad nog weer een eigen verordening onder gelegd en die eigen verordening schrijft voor dat je jaarlijks een onderzoek zou moeten doen. Het college wil als volgt reageren. Wij willen u graag vóór 1 december 2012 voorstellen om de verordening die ons voorschrijft om jaarlijks een 213a-onderzoek te doen, in te trekken. Wij denken namelijk dat met de doorlichting van programma’s die er komt, met de doelmatigheidsonderzoeken die we allemaal met het Anders kijken Anders kiezen achter de rug hebben, er niet veel slagen meer te maken zijn en al helemaal niet, en dan kijk ik naar het amendement, ook nog een keer voor het hele Grondbedrijf een 213a-onderzoek. Ik kan u verzekeren dat de accountant maar ook wijzelf met risicobeheersing fors kijken naar de risico’s die in het Grondbedrijf zouden kunnen zitten. Ik kan u ook zeggen dat wij er ten opzichte van andere gemeenten niet slecht voorstaan, dat bij andere gemeenten soms veel grotere risico’s en veel grotere afwaarderingen aan de orde zijn. Dus een 213a-onderzoek gericht op het Grondbedrijf wil het college in ieder geval ontraden, maar wij hebben ook voor 2013
2012
N 617
geen behoefte aan een 213a-onderzoek. Het gemeentewetartikel is overigens ook ter discussie, dat is landelijke politiek, maar die verplicht hooguit tot een periodiek onderzoek. Dus we zeggen niet dat we nooit meer een 213a-onderzoek zullen gaan doen, maar wij vinden het verantwoord om het voor 2013 niet te doen, want wij voelen geen dringend beleidsterrein mede gezien de doorlichting waarop we dat dan zouden moeten richten. Dan kom ik aan de moties. Er is een motie over de precariobelasting van de ChristenUnie. Daarover is ook al een beetje in het debat iets gewisseld. Wij hebben die opbrengst nodig voor een sluitende begroting. Wij constateren met teleurstelling, maar het is wel het recht van Vitens, en daar hebben we ook voor gewaarschuwd bij de invoering, om dat te gaan doorbelasten aan de burgers. Overigens overlegt Vitens ons geen berekening hoe ze precies aan die € 12,78 komen. Als je zou willen compenseren, zou je daarin wel inzicht moeten hebben om te voorkomen dat je overcompenseert. Het lijkt ons geen goed systeem om nu weer heffingen te gaan compenseren met anderszins onttrekkingen, want dan zijn we bezig met het rondpompen van geld en dat is buitengewoon inefficiënt. Dan zou je moeten zeggen dat we minder of geen precario moeten heffen. Nogmaals, wij hadden het wel nodig voor een sluitende begroting, in alle eerlijkheid. Ook met het oog op toekomstige mogelijke ontwikkelingen, denkt u aan windenergie en dergelijke op een aantal plaatsen, kan die precarioheffing wel degelijk tot meer inkomsten leiden voor de gemeente Lelystad. De bereikbaarheid van de Kempenaar. Ik dacht dat collega Jansen daar nog iets over wilde zeggen bij de wijkbus, over de randvoorwaarden. In ieder geval moet dat binnen het budgettaire kader passen. Dan kom ik tot de motie over de mogelijkheid tot het ophogen van de rioolheffing. De discussie die het CDA andermaal voert. Het is waar dat wij met de minister van Binnenlandse Zaken een discussie voeren over de ICL. Het is ook zo dat wij in dat kader hebben toegelicht waarom wij niet nu al tot verhoging van de rioolrechten zijn overgegaan. Daar speelt inderdaad het coalitieakkoord een rol in, maar ook de benarde financiële situatie van veel burgers en de overweging dat het tekort een tekort op termijn is; tientallen jaren weg van hier, zelfs na 2025. Dan is inderdaad de vraag of de techniek zich niet zodanig ontwikkelt en of je niet zodanige aanbestedingsvoordelen zou kunnen behalen, dat je misschien met een mindere tariefsverhoging zou kunnen volstaan. Dat zullen we opnieuw bekijken, die toezegging hebben we gedaan, bij het volgende gemeentelijk rioleringsplan dat er komt. Dan zullen we dat zeker opnieuw bespreken. Het is ook een punt, en dat wil ik u wel zeggen, waarvan het zich laat aanzien dat uiterlijk in de tweede helft van 2015 er een evaluatie zal moeten plaatsvinden ten aanzien van de ICL-gelden en dat in dat kader ongetwijfeld dit punt als één van de aspecten een rol gaat spelen. Dus in de volgende collegeperiode zal dit zeker een item zijn, maar wat ons betreft hoeft dat niet in deze bestuursperiode te leiden tot lastenverhoging. U legt ‘bij van oordeel zijn‘ ook nog weer een relatie met andere bezuinigingen en financiële tegenvallers. Als al zou worden besloten, want dat is wat de minister vraagt, om de rioolheffing te verhogen, dan moet het rechtstreeks gereserveerd worden voor de dekking van de riolen en kan het dus nooit dienen als enig dekkingsmiddel voor de financiële problematiek van de gemeente voor andere bezuinigingsvoorstellen. Juist omdat wij hechten aan een evenwichtig lastenbeeld, stellen wij voor dat we dat eventueel opnieuw zouden kunnen bezien bij een volgende kadernota, maar liever wat ons betreft in een volgende bestuursperiode bij een volgend GRP, kijkend met alle opgaven waar de gemeente dan voor staat. In ieder geval niet nu vooruitlopend de volgende kadernota met die problematiek belasten.
2012
N 618
Dan krijgen we de subsidies en het rapport van de rekenkamer. Daarover is een motie ingediend door CDA, Lelystads Belang en D66. U vraagt om een volwaardig subsidieregister. Kennelijk vindt u datgene wat in de brief van 26 oktober door het college is geleverd onvoldoende. De rekenkamer zelf erkent dat het buitengewoon moeilijk is om maatschappelijke effecten volledig in beeld te brengen. Dat is ook verschrikkelijk lastig. Dat is overigens nog iets anders dan het geld maar over de balk gooien. Wij zijn buitengewoon streng ten aanzien van de doelstellingen zoals die worden geformuleerd en ook hoe wordt omgegaan met subsidies. Het zou niet de eerste keer zijn dat een subsidie die eerder is verstrekt, voor een deel wordt teruggevorderd. Het is echter lastig om precies de maatschappelijke effecten in beeld brengen. Dat we dat toch moeten blijven proberen, akkoord. Bij het eerste deel van ‘draagt op’ kunnen we ons iets voorstellen, waarbij u zegt: we willen toch dat subsidieregister nog meer zoals de rekenkamer dat voorstelt. Dat legt u in feite in punt 1 van de motie neer. Het tweede punt kan niet, want daar vraagt u in de jaarrekening over 2012 al een overzicht op te nemen. Dat betekent dat er hooguit een maand of drie is om al die effecten van de subsidies van het voorliggende jaar in beeld te gaan brengen. Dat is echt te kort, al was het maar omdat heel veel instellingen met hun eigen jaarrekening pas komen nadat de gemeentelijke jaarrekening allang in procedure is. Als we dan ook nog effecten in beeld moeten gaan brengen, lukt dat nooit en al helemaal niet over het jaar 2012 waarin de voorwaarden niet in die scherpte hebben gezeten. Het zou dus in ieder geval naar achteren moeten. Het lukt ons nooit meteen in het opvolgende jaar na een lopend jaar. Daar moet meer tijd tussen zitten, als u al zoiets zou willen uitspreken bij motie, want anders is het niet uitvoerbaar. Of u zet met name de instellingen onder een enorme druk om binnen drie maanden met een jaarrekening én een maatschappelijke effectmeting te komen van het voorliggende jaar. Dat lijkt ons niet goed. Dan de motie Slim samenwerken. Die achten wij niet nodig. Het heeft de voortdurende aandacht. Wij doen dat op allerlei terreinen, ook terreinen die u als voorbeeld noemde. Het staat ook in het coalitieakkoord. We maken er echt werk van met verschillende gemeenten, vooral op doetaken gericht maar ook beleidsmatig overleg. Waar wij kunnen samenwerken en dat ook goedkoper kan zijn voor de burger en kan leiden tot betere resultaten, zoeken wij die samenwerking. Daar hebben wij echt geen aansporing door middel van een motie voor nodig. We zijn best bereid, bijvoorbeeld bij de kadernota, nog eens op te schrijven wat er allemaal precies loopt op dat terrein. Wat ons betreft is die motie niet nodig. Dan een soort Centraal Planbureau-achtige berekening van de inkomenseffecten. Ik denk dat de heer Van de Beek de spijker op de kop heeft geslagen. De gemeentelijke belastingen, en daar loopt ook een discussie over via de VNG met de gemeenten, maken nog maar een heel klein deel uit van de totale inkomstenstroom van de gemeente. Niet onbelangrijk, maar op de precieze huishoudenseffecten zijn die gevolgen niet dermate groot, dat je daar grote effecten naar verschillende doelgroepen in beeld zou kunnen brengen. Ook al niet omdat er geen progressie zit in die tarieven; sommige worden bij eigenaren geheven, maar het is op zichzelf vrij duidelijk. Nogmaals, wij denken dat we ook niet zo veel verder komen en dat u voldoende zou moeten hebben voor uw sturing en afweging aan datgene wat nu op bladzijde 98 van de begroting is opgenomen. Wij hebben geen behoefte aan extra werk. In zijn algemeenheid, u hebt de complimenten overgebracht ook naar de ambtelijke organisatie, maar ik vraag de raad wel om buitengewoon kritisch naar zichzelf toe te zijn in wat weer aan extra informatie wordt gevraagd van de ambtelijke organisatie. Er moet wel heel veel tegelijkertijd gebeuren, met de doorlichting en de kerntakendiscussie en het in beeld brengen van de nieuwe bezuinigingen uit het regeerakkoord. Dus op extra werk zitten we zeker in die sector niet te wachten.
2012
N 619
Wethouder De Jager: Mevrouw de voorzitter. Graag wil ik namens het college als portefeuillehouder Sociale Zaken antwoord geven op een specifieke vraag, of een suggestie die gewekt is van de kant van de ChristenUnie. U begon in feite zo mooi, daar waar u het ambtelijk apparaat een compliment gaf, ging u bijna in één adem door met de suggestie dat er ook sprake moet zijn van een betere bejegening van mensen die om een uitkering vragen. Ik zou die subjectieve vraag, of dat suggestieve waardeoordeel namens het college graag willen nuanceren. U moet zich realiseren dat er sprake is van een forse werkdruk op de afdeling Werk en Inkomen, dat de intakers het echt druk hebben, omdat er sprake is van een substantiële toename van mensen die bij de gemeente komen vragen om een voorziening. Daarbij zoeken we in de uitwerking steeds naar een evenwicht tussen: 1. het tijdig en zorgvuldig afhandelen van de aanvragen; 2. het zoeken naar doelmatigheid, mensen die een voorziening nodig hebben en die er recht op hebben, willen we ook tijdig aan die voorziening laten komen, en 3. we kijken natuurlijk ook heel nadrukkelijk juist in deze tijd naar rechtmatigheid, dus we oordelen scherper dan voorheen of men er wel of niet recht op heeft. Die drie aspecten in evenwicht, samen met de toeloop van mensen die aan het loket van de Sociale Dienst komen, maakt dat daar een forse opgave ligt. Als we het dan hebben over wel of niet een goede bejegening, zou ik aan u willen vragen om uit te stijgen boven eventuele individuele casuïstiek en vanuit de wat bredere context naar de materie te kijken. Juist om die reden hebben we tweejaarlijks een onderzoek naar klanttevredenheid van ofwel mensen die komen bij de afdeling Sociale Zaken/Werk en Inkomen, ofwel mensen die vragen om een voorziening in het kader van de Wmo. Aan de hand daarvan kunnen we denk ik met elkaar heel goed kijken naar hoe die bejegening er volgens de mensen uitziet en hoe wij daar zelf een oordeel over vellen. Maar ik zou u willen vragen in ieder geval dat oordeel zoals ik hem verstond, op te schorten totdat we die behandeling met elkaar hebben, want de forse werkdruk die er ligt en de manier waarop men zich echt kwijt van die taak, rechtvaardigt dat oordeel niet. De heer Van Veluwen: Is het goed dat ik daarop reageer? Ik dacht dat ik in mijn betoog absoluut geen oordeel heb willen vellen. Ik ben daar uiterst voorzichtig mee geweest, want ik heb niemand daarin willen beschuldigen. Ik constateer alleen dat er spanning op dat dossier zit, zoals u dat ook aangeeft. Die constatering hebben we beiden. Ik denk dat we daar heel integer mee om moeten gaan. U hebt gelijk, de vraag neemt toe. Dat betekent dat het onder druk komt te staan, maar naarmate de druk hoger wordt, moeten we er goed op letten dat we daar uiterst voorzichtig mee omgaan. Ik denk dat we beiden de intentie hebben, maar van onze kant, politiek gezien, hebben we gezegd: we krijgen nu toch wel erg veel signalen. Ik heb ook gezegd in mijn betoog: absoluut geen verwijten aan het college of aan het ambtelijk apparaat, want ik heb geen zaak, ik heb alleen signalen. Wethouder De Jager: Ik denk dat het goed is dat de heer Van Veluwen namens de ChristenUnie deze toelichting heeft gegeven. Wij delen beiden een zorg als het gaat om de forse werkdruk, maar nogmaals, ik vond het goed en vind het goed om namens het college iedere suggestie van een foute bejegening als het gaat om de bredere context van ons te werpen. Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. Namens het college een reactie op de motie die ingediend is door de PvdA, InwonersPartij en Lelystads Belang over de wijkbus. De wethouder Financiën heeft zojuist al een kader aangegeven en ik was ook zeer content dat de heer Van de Beek in zijn betoog bij de toelichting van deze motie zei: of het college bereid is deze te onderzoeken. Daarmee geeft u ruimte aan
2012
N 620
het college om het inderdaad te onderzoeken, in overleg te treden met Arriva en te kijken of het binnen de huidige middelen gerealiseerd kan worden. Ik heb in ieder geval al een positief bericht van de organisatie, want ik heb uw motie vanmiddag binnengekregen en er ook al naar laten kijken. De mogelijkheden lijken gunstig. Dus de routering inderdaad door de Kempenaar en uw wens om hem bij het winkelcentrum Kempenaar langs te laten rijden. De vraag van de heer Homan, die er nog een accent bij legde, of de wijkbus in de richting van Lelystad Noord niet daarmee in gevaar komt. Dat is niet het geval. De voorzitter: Dan zijn er nog twee punten die bij mij liggen en dat is het amendement van de PvdA over het burgernet. Ik begrijp dat u dekking nodig had om te zorgen dat het hier zaterdag openbleef. Maar onderaan zegt u in uw argumentatie dat het burgernet een waardevolle voorziening is. Dat klopt ook, als we zien het bereik en met inbraken hoe snel er wordt gereageerd en waar we een steeds actievere rol van onze inwoners vragen, en dat zal in de toekomst alleen maar toenemen, is het een bijzondere voorziening en ik denk ook wel uniek te noemen. u zegt dat het misschien wel gevonden zou kunnen worden via de herprioritering binnen het programma van Veiligheid, onder andere stelt u voor bij de wijkveiligheidsplannen. Die zijn er twee jaar geleden al uitgehaald, omdat we dat toen als taakstelling hebben neergelegd. Er is dus helemaal niets meer. Dat is ook het knelpunt waar we tegenaan lopen. Eigenlijk is alles op dat gebied wegbezuinigd. We hebben alleen nog de poppetjes die het werk verrichten zogezegd. Dat betekent als u vindt dat het burgernet zo’n fantastische voorziening is, dat er maar een klein budget nodig is, we hebben het over maar € 11.000, om dat in stand te houden. Ik zou het wel willen aanraden, ook gezien het aantal huisinbraken dat we al hebben en de actieve rol die wij vragen en waarover straks weer een publicatie komt. Dan het volgende. De VVD-fractie heeft over agendapunt 6 het verzoek om de programmabegroting en de meerjarenraming enzovoort weer in de besluitpunten neer te zetten, onder andere 1 t/m 39. Is die niet ingediend? De heer Marseille: Jawel, mevrouw de voorzitter, maar het is precies de intentie wat hier staat. Dat is het enige wat wij voorstellen, omdat dat in lijn is met vorig jaar. Dus niet die hele lijst in de besluiten, maar alleen in het besluit specifiek daarnaar verwijzen. De voorzitter: Ik wou daar een beetje praktisch mee omgaan, omdat het volgens mij niet met een amendement hoeft. We bespreken het in het presidium en als we dat vinden dan doen we toch weer? Zo simpel gaat het ook in het leven. De heer Marseille: Ik denk dat dit een misverstand is. Wat wij voorstellen, is alleen maar het zinnetje iets te veranderen, waarbij er verwezen wordt naar de specifieke besluiten die al in het stuk zitten, terwijl we vorig jaar eenzelfde besluit namen waarbij we toen al die besluiten in het voorstel hebben opgenomen. Dat is het enige. De voorzitter: Als we dit zo afspreken dan doen we dat. Dat is heel simpel lijkt mij. Dames en heren, we zijn aan het eind van de eerste termijn. Er is gevraagd om een schorsing. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering.
2012
N 621
In tweede termijn De heer Van de Beek: Mevrouw de voorzitter. Het college dank voor de beantwoording van de vragen. Ik zou achtereenvolgens over de ingediende moties en amendementen willen toelichten of wij die al dan niet steunen. Ik kom dan vanzelf terug op de amendementen zoals wij die zelf hebben ingediend. Met betrekking tot het eerste amendement, van het CDA, besluitpunt 18, staan wij op het standpunt: geen plan, geen geld. Dus wij zien graag het plan van het college tegemoet en zullen dat plan op zijn merites beoordelen en kijken of we daarmee kunnen instemmen. Vrij te besteden Nuon-reserve van D66, is een technische correctie en kunnen we ons in vinden. Burgernet. In de toelichting door de portefeuillehouder in het college is aangegeven, dat er eventueel in programma 5 geen geld beschikbaar is anders dan personeel of wettelijke taken. Wij zullen dat bij de doorlichting van programma 5 hopelijk bevestigd zien. Wij willen wel onze teleurstelling uitspreken over het feit dat op het amendement dat aangenomen is bij de kadernota, wat blijkbaar niet uitvoerbaar is want een soortgelijke oproep bevatte, niet eerder dan in de begroting door het college gereageerd is. Volgens mij had dat eerder gekund. Wethouder Luchtenveld: Wij hebben u een overzicht gegeven over hoe wij zouden omgaan met moties en amendementen. Ten aanzien van het burgernet hebben wij daarbij aangekondigd dat we daarop zouden terugkomen in het kader van de begroting, juist omdat we dat amendement niet verwerkt hadden. Dat hebben we aangegeven. De heer Van de Beek: Het is zonde van de tijd om daarover nu heel lang te discussiëren. Dan hadden wij graag een wat uitvoeriger toelichting daarop gezien. Met betrekking tot het CDA, Reserve Bovenwijkse Voorzieningen. Dat zullen wij niet steunen. Wij ondersteunen wel de lijn van het CDA die daarin aangegeven wordt, dat eventuele meevallers aangewend gaan worden, maar ook vrijval uit voorzieningen aangewend wordt om de algemene reserve op peil te brengen. Dan het amendement van de VVD rondom toeristenbelasting. Daarover is, kan ik u zeggen, wel een discussie geweest intern bij ons in de fractie. We hebben met elkaar afgesproken bij de kadernota toeristenbelasting in te voeren. Andersom zijn er ook signalen van ondernemers die tot ons gekomen zijn. Wij zijn daar gevoelig voor, we moeten luisteren naar de burger, moeten luisteren naar de ondernemers in onze stad. Wij zijn voor dit jaar bereid het amendement te steunen, maar daarbij wel de opmerking dat wij, mocht het nodig zijn, volgend jaar met de kadernota een heroverweging voeren over het invoeren van toeristenbelasting. Ik zie mevrouw Sparreboom van de VVD knikken, dus dat is helder. Een vraag voor het college is nog daarbij: er staan geen concrete bedragen genoemd bij het deel dat tot extra OZB leidt en het deel dat aan uitvoeringskosten bespaard wordt. Hopelijk kan het college daarop in de tweede termijn een toelichting geven, zodat we dat zo concreet mogelijk en zo SMART mogelijk met elkaar kunnen afspreken. Als laatste amendement 213a-onderzoeken van D66. 213a-onderzoeken zijn onderzoeken die behoren tot het instrumentarium van het college. Wij vinden daarmee dat wij als raad niet bevoegd zijn om het college daarin op te dragen. We hebben daarvoor onder andere rekenkamer en accountant die rapporteren aan de gemeenteraad. Wij zullen dat amendement niet steunen. Wij zullen wel de motie steunen, waarbij wij vinden dat als wij afspraken maken met elkaar dat er 1 december gerapporteerd moet worden, het college dient te rapporteren. Desnoods rapporteert
2012
N 622
het college: wegens te korte capaciteit kiezen we ervoor heel komend jaar geen onderzoeken te doen. Dan kunnen we dat altijd nog agenderen en met elkaar bespreken. ChristenUnie, motie precariobelasting. Daar is al heel veel discussie over geweest. Die zullen wij om argumenten die uitgewisseld zijn niet steunen. Bereikbaarheid Kempenaar hebben wij zelf ingediend. Nogmaals de bevestiging naar het college toe dat het gaat om het onderzoeken van. CDA, tariefstelling rioleringsplan. Het past niet binnen de kaders die wij in het coalitieakkoord met elkaar afgesproken hebben. Andersom zijn wij blij met de reactie van de VVD, waarin zij zeggen dat zij met ons naar kostendekkendheid van het rioleringsplan streven. In eerste instantie door kostenverlaging, maar daarmee blij met de steun in ieder geval voor kostendekkendheid. Subsidieregister. Ik heb begrepen dat hij wellicht nog aangepast wordt door de heer Caniels, maar in principe steunen wij dat. Ambtelijke samenwerking. Daar zijn we een groot voorstander van. Wij weten dat het college dat doet. Daarmee, en dat is ook de opmerking van de heer Van Veluwen volgens mij geweest, zijn we heel terughoudend bij gemeenschappelijke regelingen, omdat wij daarvan de politieke verantwoordelijkheid moeilijk kunnen overzien en kunnen dragen. Dan ben ik vergeten het amendement uitbreiding openingstijden stadhuis. Daarvoor is met het intrekken van het amendement burgernet de dekking vervallen. Wij willen in die dekking voorzien door van het vrij te vallen deel van de voorziening Beter Benutten een bedrag van € 15.000 aan te wenden. Daarvoor zal ik over tien minuten een aangepast amendement bij u indienen. Mevrouw Bergman: Ik heb even een opmerking over 213a. Er is een wet die voorschrijft dat elk college periodiek zo’n onderzoek moet uitvoeren en er is een verordening van onze raad die dat jaarlijks voorschrijft. Dus ik begrijp niet helemaal waar u het over heeft dat het college dit allemaal zelf mag bepalen. De heer Van de Beek: Ik ken diezelfde wet, ik heb hem nog een keer vanmiddag erop nageslagen naar aanleiding van uw amendement en uw motie. Wij zullen uw motie steunen, want wij zijn het met u eens dat op het moment dat wij afspreken met elkaar in een verordening dat er gerapporteerd dient te worden, het college aan die verplichting dient te voldoen. Andersom, de keuze voor waarop het college die 213aonderzoeken uitvoert, vinden wij iets wat aan het college toebehoort. Op het moment dat het college ons die brief stuurt, kunnen we daarover met elkaar van gedachten wisselen. Wij zouden u de suggestie willen geven: is het niet beter om rondom het Grondbedrijf de accountant of de rekenkamer te vragen hieraan speciale aandacht te besteden, omdat dit specifiek instrumenten zijn die aan de raad toebehoren. De voorzitter: Dank u wel voor uw inbreng. Mevrouw Sparreboom. Mevrouw Sparreboom: Mijn tijd is op, dus wij houden het bij een stemverklaring indien nodig. De voorzitter: Akkoord. De heer Caniels. De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Op het punt van ICL zullen wij nog wel terugkomen. We hebben de brief van Binnenlandse Zaken goed gelezen, waaruit blijkt dat de minister ook dit jaar weer een voortgangsrapportage wil hebben. Ik ga ervan uit dat die aan de raad wordt voorgelegd.
2012
N 623
Dan op het punt van de moties. Daar willen we even aangeven dat we de motie met betrekking tot het subsidieverhaal als volgt hebben gewijzigd in de schorsing. Punt 1 blijft staan. Punt 2 wordt gewijzigd als volgt: in de jaarrekening over 2012 met betrekking tot punt 1a een overzicht op te nemen. Dan voegen wij een punt 3 toe: vanaf de jaarrekening over 2013 met betrekking tot de punten 1a tot en met 1d een overzicht op te nemen. Wethouder Luchtenveld: Mag ik daar een vraag over stellen? Mijn betoog was erop gericht dat los van de jaren 2012, 2013, er altijd tijd zit tussen het gereedkomen van een rapportage van een instelling en dat we dat nooit in een jaarrekening kunnen meenemen, want die zijn zelf vaak later met hun jaarrekening waarin ze dit in beeld zouden moeten brengen. Dus kunnen wij het niet aan u rapporteren bij de jaarrekening. Tenzij je daar tijd tussen laat zitten. Maar als u voor 2013 een systeem wilt, dat we bij de subsidieverlening voorwaarden meegeven: breng het in beeld en dat moet dan bij de rekening over 2013, dus in maart/april 2014 verschijnen, die wij dan al eerder moeten opstellen, dan hebben we die gegevens nog niet van de instellingen, dus dan kunnen wij daar niet over rapporteren. Dan zouden we niet kunnen voldoen aan dit verzoek. Een rapportagemoment kunt u vragen, maar dat kan nooit zijn bij de jaarrekening over het jaar dat daar net aan voorafgegaan is. De heer Caniels: Mag ik even opmerken dat het mij vreemd voorkomt dat het in eerste instantie blijkbaar al moeilijk is om een volledig register beschikbaar te stellen over de verleende subsidies. Die hebben wij gezien en liggen voornamelijk op het terrein van portefeuillehouder mevrouw Jacobs. Andere hebben wij niet gezien. Ik vind het dan toch gek als wij rekening houden met de opmerking die de portefeuillehouder maakt dat het moeilijk is die verantwoordingsdocumenten nog in de Begroting 2012, dat het nu ook al weer moeilijk is om dat in 2013 te doen. Ik vind dat eigenlijk niet acceptabel. Dus ik handhaaf de gewijzigde motie. De heer Van de Beek: Zou ik daar kort op mogen reageren? De heer Caniels geeft aan te rapporteren over hetgeen voorgesteld wordt onder de punten a tot en met d. Dan zou ik het college willen voorstellen: rapporteer hetgeen u weet. U kunt niet rapporteren wat u niet weet, maar volgens mij is het ook inzichtelijk voor ons als u datgene aangeeft wat u weet. Het gaat volgens mij met name bij punt c waar het wellicht niet altijd mogelijk is, maar ik denk toch dat u een heel eind moet kunnen komen ook met de subsidieafspraken die u heeft, om te rapporteren hetgeen u weet. We kunnen u volgens mij niet houden om te rapporteren wat u niet weet, maar het lijkt me dat u wel kunt rapporteren wat er wel bekend is. Mijn voorstel zou zijn en mijn steun vanuit de PvdA daarom aan de motie met de opmerking: geef aan wat je weet. De voorzitter: De heer Schot. De heer Schot: Een korte vraag aan de wethouder. Wanneer dan wel? U vertelt wel wat u niet kunt, maar u vertelt niet wat u wel kunt. De voorzitter: Het debat vindt nu eerst even in de raad plaats in het duale systeem. De heer Marseille. De heer Marseille: In navolging van de heer Van de Beek zou ik de heer Caniels willen meegeven dat hij het punt 3 als volgt laat luiden: in de jaarrekening over 2013 met betrekking tot de punten b tot en met d over het laatst gerapporteerde jaar op te nemen. Dan is het volgens mij duidelijk. Datgene waarover het college op dat moment beschikt kan er in, en anders kan er nog niet.
2012
N 624
De heer Caniels: Volgens mij bedoel ik ook over het laatstbedoelde jaar. Dat is wel impliciet bedoeld. De heer Marseille: Dat kan dus betekenen dat je in de Jaarrekening 2013 opneemt de gegevens van het jaar 2011 van instellingen die in 2012 gerapporteerd hebben. De heer Caniels: Dat kan. Als we het zo kunnen uitleggen, dan is het goed. De voorzitter: Akkoord. De intentie is duidelijk. Wij passen dat aan. Het woord is aan de heer Baaten. De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter. We gaan niet alle amendementen en moties langs. Ik heb wel daarover een opmerking. We zijn er trots op dat het coalitieakkoord op dit moment nog steeds wordt uitgevoerd als het gaat om geen lastenverhogingen en het handhaven van effectief sociaal beleid onder de huidige omstandigheden. Binnen dat kader kom ik terug op het voorstel van de toeristenbelasting. Zoals het er nu ligt, gaan wij niet mee als het gaat om de toeristenbelasting, omdat het een verhoging is voor welke inwoner in deze stad dan ook. Dat is duidelijk. Mogelijk komt er straks een wijziging, dan willen we graag daarna een schorsing om te kijken wat er dan wel in staat, maar zolang het een lastenverzwaring blijft, voor welke inwoner dan ook, gaan we niet mee met de toeristenbelasting. Dan als het gaat om de subsidies; dat wil ik er toch uithalen. We zijn langer dan vier jaren bezig als InwonersPartij met de subsidies. Het is een zorgenkind geweest al een jaar of tien, en dan kijk ik naar mezelf. We zijn daar zo lang mee bezig geweest en als ik nu kijk naar het rekenkamerrapport, als we kijken naar de dwarsverbanden waarop nog steeds geen antwoord is gegeven terwijl we de moties hebben liggen, en ik heb hier een krant en daarin wordt Lelystad ook genoemd waar het gaat over subsidies, en dan noem ik even wat hier letterlijk staat: "Net zo min als het totaalbedrag van Lelystad subsidies. Dat is een enorme inventarisatie, het lukt ons niet.” Dat is hier in dit huis uitgesproken en staat in de krant. Zolang dat er staat, steunen wij de motie van het CDA. De heer Schot: Mevrouw de voorzitter. 213a, Grondbedrijf, rekenkamer, programma’s doorlichten, al dan niet een budgetdekking. Laat ik bij de budgetdekking beginnen. Volgens mij is daar de algemene uitkering voor. Wij vinden dat het Grondbedrijf een té groot en té belangrijk ding is om te laten meelopen in een programmadoorlichting. Als het betekent dat mijn amendement het niet haalt, dan is dat maar zo, maar ik vind wel dat we dit onderwerp op deze manier op de agenda moeten halen. Ten aanzien van het in de portemonnee kijken en pagina 98 van de programmabegroting. Ik haalde Snabel aan en die kijkt in de portemonnee van mensen. Als je dan 98 leest dan begrijp ik helemaal niet hoe de heer Van de Beek kan stellen dat dat voldoende is. In de portemonnee kijken, of proberen te kijken, is een poging tot een sociaal aanvaardbaar beleid te komen. Misschien heeft het CPB wel informatie klaarliggen die we kunnen opvragen en die we ernaast kunnen leggen. Dat lijkt mij meer dan afdoende. Ten aanzien van de toeristenbelasting. We hebben bij de kadernota besloten dat we dat gingen doen. Om dan nu opeens in een spijtoptantenversie terecht te komen, vinden wij niet heel zorgvuldig en de vorige discussie ontkrachtte dat er niet mee. De voorzitter: Dank u wel. Beantwoording college. Wethouder Luchtenveld. Wethouder Luchtenveld: Mevrouw de voorzitter. Allereerst een vraag van de CDAfractie over de ICL. Uiteraard zijn wij met de gesprekken met de minister niet ontslagen van de jaarlijkse rapportages, dus die komen de kant op van de raad. Ik
2012
N 625
heb u daarstraks al gezegd dat we ook anderszins rekening moeten houden dat het Rijk niet wil blijven wachten met de evaluatie, tot bijvoorbeeld 2020 of 2024, maar dat we er rekening mee moeten houden dat er in de volgende bestuursperiode, waarschijnlijk tweede helft 2015, een evaluatie zal plaatsvinden ten aanzien van de ICL. Er is gevraagd ten aanzien van de toeristenbelasting: wat moet nu precies het bedrag zijn. Er was geraamd € 132.000 opbrengst, maar daar gaat € 27.000 vanaf van de kosten. Dus er zou te dekken zijn een bedrag van € 105.000. Als die € 105.000 wordt gedekt, dan is er dus geen gat in de begroting en is het financieel-technisch aanvaardbaar. De spelregels zijn dat als er vanuit de raad bij amendement een wijziging komt in de begroting, u zelf de dekking aandraagt. De dekking die u hebt aangedragen is deugdelijk, maar levert het probleem op ten aanzien van de lastenverhoging. Dit waren denk ik de belangrijkste punten die er nog lagen. We hebben de discussie al gewisseld vanaf de plaats ten aanzien van de formulering van de subsidies. Als het technische probleem is opgelost en u vindt dat dit nodig is, dan zal het college zich daar niet tegen verzetten; dan is hij uitvoerbaar. Dan zullen we daar inderdaad meer tijd voor kunnen nemen in overleg met de instellingen om die rapportage ook deugdelijk te laten zijn. De voorzitter: Dank u wel. Er was een verzoek tot schorsing. Hoeft dat niet? De heer Baaten: Het ging er alleen om dat wij uitgaan van de oude tekst die we hebben als het gaat om toeristenbelasting. Wanneer er een nieuwe tekst zou zijn voor de toeristenbelasting, ook in relatie tot het antwoord van de wethouder, dan zouden we daar dadelijk even naar willen kijken. Maar het hoeft voor ons niet. Dus ik vraag alleen aan welke fractie dan ook: is er nog een wijziging op de tekst van de toeristenbelasting. Als die er niet is, gaan we stemmen wat ons betreft. Mevrouw Sparreboom: De tekst die verspreid is, is degene waarmee we het doen. De voorzitter: Die hebt u van het begin af aan ingediend. Dus die tekst moet u hebben. De heer Van de Beek: Mevrouw de voorzitter, zou ik toch een schorsing van enkele minuten mogen? De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. De heer Van de Beek: Mevrouw de voorzitter. Ik heb in de schorsing begrepen dat de VVD enige verscherping in het amendement heeft aangebracht. Dus wellicht kunt u de VVD in de enkele seconden die de VVD resteert in negatieve zin, en anders van onze tijd, het woord geven. De voorzitter: Nee, nee. De heer Van de Beek: Mevrouw de voorzitter, ik heb begrepen dat de woordvoerder van de VVD u over een halve minuut een amendement gaat overhandigen, waarin een kleine wijziging is toegevoegd en waarin de € 105.000, zoals daarnet door de heer Luchtenveld is toegelicht, concreet is opgenomen. De voorzitter: "Het tekort van € 105.000 dat hierdoor ontstaat, te dekken uit het in 2013 tijdelijk verhogen van de OZB voor de niet-woningen, rekeninghoudend met het vervallen van de perceptiekosten van de toeristenbelasting.” Dat is de tekst die de
2012
N 626
VVD graag had uitgesproken en dat neemt de voorzitter even over. Dus het bedrag is ertussen gekomen. De heer Baaten: Mag ik een vraag aan de VVD stellen? Dat betekent dat u handhaaft de lastenverzwaring voor een deel van de Lelystedelingen, wie het ook zijn. En het betekent dat de PvdA - terwijl we nu een coalitieakkoord compleet hebben gevolgd waarin staat dat wij geen lastenverzwaring hebben en dat we effectief sociaal beleid hebben - als de PvdA zou voorstemmen, daarmee toch een aantal mensen in Lelystad lastenverzwaring geeft. Het gaat namelijk om de OZB. Die zin is niet gewijzigd. Heb ik dat juist? De heer Marseille: De InwonersPartij heeft er kennelijk erg veel moeite mee om te begrijpen, dat het onmogelijk is om een lastenverhoging voor een heel beperkt aantal ondernemers die dreigt in het jaar 2013, uit te spreiden over meerdere ondernemers, waarbij je op dit punt nog steeds een lastenverhoging hebt, maar daartoe hadden we al besloten, die veel rechtvaardiger uitpakt. De heer Van de Beek: Ik word ook aangesproken. Richting de heer Baaten, ons hebben signalen bereikt dat het nu invoeren van de toeristenbelasting leidt tot verliezen van ondernemers in Lelystad; een heel beperkt aantal ondernemers, specifiek in de toerismesector. Daarom stemmen wij straks in met het amendement van de VVD, waarin de toeristenbelasting één jaar wordt uitgesteld. Wij zijn van mening dat de pijler van het coalitieakkoord, geen lastenverhoging voor de burger, hiermee niet aangetast wordt. De heer Baaten: De inwonende ondernemer van Lelystad is dus geen burger van Lelystad. Maar goed, we komen daar straks nog wel even op terug. De voorzitter: Ik denk dat we dit al genoeg hebben uitgewisseld. Dames en heren, ik wil overgaan tot de stemming. Amendement CDA/VVD/D66 De heer Van der Kolk: Hoewel wij het eens zijn met CDA, VVD en D66 dat het inderdaad een beetje omgedraaide volgorde is, vinden wij toch dat de Duurzaamheidsagenda belangrijker is dan het achteraf corrigeren van dit punt. De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Bindend Lokaal, ChristenUnie, CDA, D66, Lelystads Belang en Lijst Simon Polman stemmen voor het amendement. De fracties van GroenLinks en SP stemmen tegen het amendement. Met 31 stemmen voor en 3 stemmen tegen wordt het amendement aangenomen. Amendement D66 De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Bindend Lokaal, ChristenUnie, CDA, D66, Lelystads Belang, SP en Lijst Simon Polman stemmen voor het amendement. De fractie van GroenLinks stemt tegen het amendement. Met 32 stemmen voor en 2 stemmen tegen wordt het amendement aangenomen. Amendement PvdA/IP/LB Ingetrokken. Amendement CDA De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, ChristenUnie, D66, GroenLinks, Lelystads Belang en SP stemmen tegen het amendement. De fracties van Bindend Lokaal, CDA en Lijst Simon Polman stemmen voor het amendement.
2012
N 627
Met 28 stemmen tegen en 6 stemmen voor wordt het amendement verworpen. Amendement PvdA (aangepast) De fractie van de PvdA stelt het volgende amendement voor: "Besluit: Het volgende beslispunt toe te voegen; "40. ten behoeve van een experiment "uitbreiding openingstijden stadhuis” in de begroting 2013 € 15.000 te verwerken en beschikbaar te stellen. Deze kosten te dekken uit een vrijval van € 15.000 uit de voorziening Turborotonde Oostranddreef genoemd in de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen.”” De heer Baaten: Openingstijden stadhuis, zeer sympathiek, begrijpen we ook. Maar we kunnen ook kijken naar de pieken op dit moment en ook de dalen. Als we de dalen dan verleggen naar de pieken en we daarnaast de cijfers hebben waarop dat gebaseerd is, bovendien gaan we momenteel steeds meer digitaal werken en zouden we dat ook verwerken, dan zal het er mogelijk ooit van komen, maar op dit moment stemmen we dus niet in. De fracties van VVD, InwonersPartij, Bindend Lokaal, Christenunie en D66 stemmen tegen het amendement. De fracties van PvdA, CDA, GroenLinks, Lelystads Belang, SP en Lijst Simon Polman stemmen voor het amendement. Met 20 stemmen tegen en 14 stemmen voor wordt het amendement verworpen. Amendement VVD/LB (aangepast) De fracties van VVD en Lelystads Belang stellen het volgende amendement voor: "De volgende wijziging in de programmabegroting 2013 en meerjarenraming 2014 2016 door te voeren: "- toeristenbelasting in 2013 wordt niet ingevoerd, derhalve product 793600 in de begroting laten vervallen; - het tekort van € 105.000 dat hierdoor ontstaat, te dekken uit het in 2013 tijdelijk verhogen van de OZB voor de niet-woningen, rekeninghoudend met het vervallen van de perceptiekosten van de toeristenbelasting.”” De heer Polman: Het verhogen van lasten voor de burger is niet mijn zaak, maar in dit geval gaat werkgelegenheid voor mij toch voor. Want anders wordt de belasting voor de burger echt nog veel groter, als er bedrijven failliet dreigen te gaan aan dit soort zaken. Ik zal dus voor dit amendement stemmen. De heer Van der Kolk: GroenLinks was dé indiener van het amendement bij de algemene beschouwingen voor het invoeren van de toeristenbelasting. Daar blijven wij natuurlijk bij. Wij vinden het ook een beetje onzin om nu weer moeilijk te gaan doen over een beperkt aantal ondernemers, waarbij in het buitenland maar ook om ons heen bijna alle steden toeristenbelasting heffen. Het is helemaal niet moeilijk want het kan gewoon op het BTW-bonnetje staan. Dus wij vinden het echt een beetje flauw om nu weer af te haken. De heer Homan: Bij interruptie. Zou de heer Van der Kolk andere woorden willen gebruiken dan onzin en flauw? De voorzitter: Dit is een stemverklaring van GroenLinks en u weet ook, mijnheer Homan, dat er bij de stemverklaring geen debat mag plaatsvinden. De fracties van VVD, PvdA, Bindend Lokaal, CDA, Lelystads Belang, SP en Lijst Simon Polman stemmen voor het amendement.
2012
N 628
De fracties van InwonersPartij, ChristenUnie, D66 en GroenLinks stemmen tegen het amendement. Met 22 stemmen voor en 12 stemmen tegen wordt het amendement aangenomen. Amendement VVD De fracties van VVD, Bindend Lokaal, ChristenUnie, CDA, D66, SP en Lijst Simon Polman stemmen voor het amendement. De fracties van PvdA, InwonersPartij, GroenLinks en Lelystads Belang stemmen tegen het amendement. Met 19 stemmen voor en 15 stemmen tegen wordt het amendement aangenomen. Amendement D66 De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Bindend Lokaal, ChristenUnie, CDA, GroenLinks en SP stemmen tegen het amendement. De fracties van D66, Lelystads Belang en Lijst Simon Polman stemmen voor het amendement. Met 30 stemmen tegen en 4 stemmen voor wordt het amendement verworpen.
Het voorgestelde besluit, waarvan de amendementen van CDA/VVD/D66, D66, VVD/LB en VVD onderdeel uitmaken, wordt unaniem aangenomen.
Motie CU De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Bindend Lokaal, CDA, D66, GroenLinks en Lelystads Belang stemmen tegen de motie. De fracties van ChristenUnie, SP en Lijst Simon Polman stemmen voor de motie. Met 29 stemmen tegen en 5 stemmen voor wordt de motie verworpen. Motie PvdA/I P/LB Unaniem aangenomen. Motie CDA/D66 De fracties van VVD, InwonersPartij, Bindend Lokaal, ChristenUnie en Lelystads Belang stemmen tegen de motie. De fracties van PvdA, CDA, D66, GroenLinks, SP en Lijst Simon Polman stemmen voor de motie. Met 19 stemmen tegen en 15 stemmen voor wordt de motie verworpen. Motie CDA De heer Van Veluwen: Wij zullen tegenstemmen, omdat wij het te vroeg vinden. We vinden het uitgangspunt, sympathiek is misschien nog te eenvoudig, wel belangrijk. De heer Baaten: Uitgangspunt uitstekend. Daar kunnen we ons in vinden. Alleen, de heer Van Veluwen gaf het ook al aan, het moment. We hebben ons ook gericht op de toezeggingen en de voorspellingen et cetera en de uitleg van het college. De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Bindend Lokaal, ChristenUnie, D66, GroenLinks en Lelystads Belang stemmen tegen de motie. De fracties van CDA, SP en Lijst Simon Polman stemmen voor de motie. Met 30 stemmen tegen en 4 stemmen voor wordt de motie verworpen. Motie CDA/LB/D66 (aangepast) "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 13 november 2012 Overwegende dat:
2012
N 629
-
het college in een aantal gevallen voor de uitvoering van de programma’s zoals opgenomen in de programmabegroting met derden op verschillende wijze samenwerkingsrelaties aangaat, zoals subsidieverlening, oprichting van en deelname in privaatrechtelijke organisaties (vennootschappen en stichtingen); - de raad bij moties van 1 december 2010 (M14; Inwonerspartij Lelystad) en 3 juli 2012 (M20: CDA, Lijst Simon Polman en Lelystads belang) al heeft aangedrongen op transparantie met betrekking tot de subsidieverlening; - de rekenkamer in een op 24 oktober 2012 aan de raad aangeboden rapport niettemin als overkoepelende conclusie constateert dat de gemeente Lelystad geen totaal overzicht heeft van de verstrekte subsidies en onvoldoende zicht heeft op de resultaten en effecten van afzonderlijke subsidies; - de beslissingen van de gemeente over het verstrekken, wijzigen of stoppen van subsidies in onvoldoende de mate worden genomen op basis van de effectiviteit en de resultaten; - daardoor voor de raad niet is vast te stellen in welke mate verleende subsidies of deelnemingen in privaatrechtelijke organisaties daadwerkelijk bijdragen aan de beoogde maatschappelijke effecten en de raad zijn controlerende taak in deze daardoor niet kan waarmaken; - dit temeer klemt nu de gemeente zich meer als zogenaamde regiegemeente wil profileren; - in het bij brief van 26 oktober 2012, kenmerk U12-63906 aan de raad verstrekte overzicht niet alle subsidiestromen in beeld zijn gebracht en daarin per instelling niet de beoogde beleidseffecten (outcome) zijn vermeld ,alsmede de indicatoren om deze te meten ontbreken. Spreekt uit: teleurgesteld te zijn over wijze waarop het college uitvoering heeft gegeven aan de eerder vermelde raadsmoties en de raad op die manier onvoldoende in staat stelt zijn controlerende taak ten aanzien van de besteding en effectmeting van significatie subsidiestromen te verrichten. Draagt het college op: - uiterlijk mei 2013 een openbaar toegankelijk subsidieregister beschikbaar te hebben waarin per subsidieontvangende instelling tenminste inzicht wordt verstrekt in: - de omvang van het subsidie; - het met de subsidieverstrekking beoogde beleidseffect en de mate waarin de subsidieverlening daaraan bijdraagt; - de indicatoren op basis waarvan het beleidseffect kan worden gemeten; - de dekking van de bedragen in de programmabegroting; - in de jaarrekening over 2012 met betrekking tot punt 1a een overzicht op te nemen; - vanaf de Jaarrekening 2013 met betrekking tot de punten 1a tot en met 1d een overzicht op te nemen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fracties van CDA, Lelystads Belang en D66) De heer Van Veluwen: Ook dit is sympathiek, maar wij willen in de raad eerst het debat over ‘sturen en schaven’ doen en aan de hand daarvan onze moties en amendementen gaan indienen. Wij zullen dus tegenstemmen. De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Bindend Lokaal, CDA, D66, GroenLinks, Lelystads Belang, SP en Lijst Simon Polman stemmen voor de motie. De fractie van de ChristenUnie stemt tegen de motie. Met 31 stemmen voor en 3 stemmen tegen wordt de motie aangenomen.
2012
N 630
Motie BL De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, ChristenUnie, D66, GroenLinks en SP stemmen tegen de motie. De fracties van Bindend Lokaal, CDA, Lelystads Belang en Lijst Simon Polman stemmen voor de motie. Met 27 stemmen tegen en 7 stemmen voor wordt de motie verworpen. De heer Schot: Mevrouw de voorzitter, ik had nog een motie liggen a la CPB en Sociaal Cultureel Planbureau. De voorzitter: Die heb ik niet voor mij liggen. Kent iedereen hem? Ik breng hem in stemming. Motie D66 De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, ChristenUnie, GroenLinks, Lelystads Belang, SP en Lijst Simon Polman stemmen tegen de motie. De fracties van Bindend Lokaal, CDA en D66 stemmen voor de motie. Met 27 stemmen tegen en 7 stemmen voor wordt de motie verworpen.
7.
Voorstel tot vaststelling van de Nota reserves en voorzieningen 2012 (stuk nr. Z12238344) Van de agenda afgehaald.
8.
Voorstel inzake Meerjaren Perspectief Grondbedrijf 2012 (stuk nr. Z12-245387) De voorzitter: Zijn er woordvoerders over dit onderwerp? Dat is niet het geval. Dan breng ik het voorstel in stemming. Unaniem wordt conform het voorstel van het college besloten. De voorzitter: Ik wil u ontzettend complimenteren dat we precies om 11 uur klaar zijn. Dat is nog nooit gebeurd. Dank voor uw inspanning en inzet. Ik wens u wel thuis en ik sluit de vergadering.
De voorzitter sluit de vergadering om 23.00 uur.
Vastgesteld op 18 december 2012.
De raad van de gemeente Lelystad, De voorzitter, De griffier,