VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT 2011 Inleiding De organisatiestructuur van Delta kent twee afzonderlijke bestuursorganen: het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. De verhoudingen tussen het College van Bestuur en de Raad van Toezicht alsmede hun taken en hun bevoegdheden zijn deels statutair bepaald en deels vastgelegd in de Documenten betreffende de Bestuurs- en Managementstructuur. Deze documenten bestaan onder meer uit het Bestuursreglement en het Reglement Raad van Toezicht. De documenten zijn te raadplegen op de website www.deltascholen.org. De samenstelling van de Raad van Toezicht is in het Jaarverslag 2011 opgenomen in het Bestuursverslag, paragraaf 1.6. In dit onderdeel van het Jaarverslag 2011 geeft de Raad van Toezicht informatie over de uitoefening van de bij de Raad belegde taken en bevoegdheden. Werkwijze De Raad van Toezicht vergaderde in 2011 vijf keer. Tijdens de vergaderingen werd naast de uitoefening van bijzondere taken en bevoegdheden (zie verder) de algemene gang van zaken met het College van Bestuur besproken. De Raad van Toezicht heeft kennis genomen van het door het College van Bestuur opgestelde jaarverslag en de jaarrekening over 2010. Beide stukken zijn met het College van Bestuur en de externe accountant (Deloitte) in de vergadering van 7 juni 2011 besproken. Na kennis genomen te hebben van het Accountantsverslag bij de jaarrekening en de goedkeurende verklaring heeft de Raad van Toezicht de jaarrekening goedgekeurd. Tijdens die vergadering vond tevens de benoeming van Deloitte voor de controle 2011 plaats. De Raad van Toezicht voert jaarlijks met de afzonderlijke leden van het College van Bestuur een evaluatiegesprek en legt dit vast in een gespreksverslag. De Raad van Toezicht evalueert jaarlijks het eigen functioneren en legt dit vast in een evaluatieverslag. In het kader van de horizontale dialoog voert de Raad van Toezicht jaarlijks gesprekken met de GMR (thematisch) en met een delegatie van directeuren. De Raad van Toezicht bezoekt jaarlijks een aantal van de scholen. Specifieke taken en bevoegdheden De Raad van Toezicht oefent specifieke taken en bevoegdheden uit. Ten aanzien van deze specifieke taken en bevoegdheden kan een driedeling worden aangebracht: A B C
Zaken die de Raad van Toezicht betreffen Zaken die het College van Bestuur betreffen Overige specifieke zaken die de goedkeuring van de Raad van Toezicht behoeven
De specifieke taken en bevoegdheden in het onderstaande schema zijn ontleend aan de Statuten en het Reglement Raad van Toezicht. De opsomming is limitatief. datum
opmerkingen
01-08-2011
D. Sluijsmans
-
n.v.t.
Zaken betreffende de Raad van Toezicht 1
vaststelling of wijziging Reglement Raad van Toezicht
2
benoeming leden Raad van Toezicht herbenoeming leden Raad van Toezicht aftreden leden Raad van Toezicht aftreden leden Raad van Toezicht
nvt
07-02-2011
G. Tol
01-08-2011
H. Goosen
07-11-2011
vastgesteld
3
taakverdeling binnen de Raad van Toezicht
4
vergaderrooster Raad van Toezicht
5
schorsing leden Raad van Toezicht
nvt
6
ontslag leden Raad van Toezicht
nvt
7
rooster van aftreden Raad van Toezicht
8
a voorzien in vacatures leden Raad van Toezicht
8
b Profielbepaling Raad van Toezicht
9
eigen evaluatieverslag (opgenomen in jaarrekening)
nvt
07-02-2011
vastgesteld
07-02-2011
informatie
07-06-2011
vastgesteld
nvt
4
datum
opmerkingen
Zaken betreffende het College van Bestuur 10
vaststelling of wijziging Bestuursreglement
11
taakverdeling leden College van Bestuur
nvt
12
benoeming
mvt
13
schorsing
nvt
14
ontslag
mvt
15
arbeidsvoorwaarden, aanvulling of wijziging
16
voorzien in vacatures leden College van Bestuur
nvt
-
nvt nvt
datum
opmerkingen
Overige specifieke zaken 17
vaststellen of wijziging statuten
nvt
18
fusie/splitsing/omzetting
nvt
19
ontbinding van de Stichting
nvt
20
ingrijpende organisatieverandering
nvt
21
aangaan van samenwerkingsovereenkomsten (die een aangegeven limiet -belang, waarde of tijdsduur- overtreffen)
nvt
22
de limiet, bedoeld onder 21
nvt
23
aanvraag surseance van betaling
nvt
24
beleidsplannen *
meerjaren beleidsplan
*
Jaarevaluatie beleidsplan
*
bestuursformatieplan
*
zorgplan/Jaarverslag Samenwerkingsverband
doorlopend
goedkeuring
04-04-2011
goedkeuring
nvt informatie
25
begroting
26
benoeming accountant (principebesluit voor 3 jaar)
12-12-2011 05-10-2009
goedkeuring
benoeming Deloitte voor 2011
07-06-2011
besluit
27
jaarrekening en -verslag 2010
07-06-2011
goedkeuring
28
rechtshandelingen/ uitgaven boven € 250.000 buiten begroting
nvt
29
verwerpen van schenkingen/erfstellingen/legaten met last of voorwaarde
nvt
besluit
Competentieprofielen leden Raad van Toezicht De Raad van Toezicht hanteert naast een algemeen competentieprofiel vijf specifieke profielen: een bestuurlijk profiel, een juridisch profiel, een onderwijskundig/wetenschappelijk profiel, een p&o-profiel en een financieel/bedrijfseconomisch profiel. De GMR heeft ten aanzien van de vaststelling van deze functieprofielen op 11 april 2011 positief geadviseerd. Er is tevens door de GMR gebruik gemaakt van het recht van bindende voordracht. Het betrof een lid met een algemeen profiel. Ultimo 2011 bestond er een vacature voor een algemeen profiel. Oordeel 2011 Raad van Toezicht: - opvolgen van de ontwikkelingsplannen van de leden van het College van Bestuur en hen hierbij ondersteuning bieden; - review van het nieuwe beleidsplan met aandacht voor focus en prioritisering; - versterking van het contact met de organisatie middels een gesprek Raad van Toezicht en een vertegenwoordiging van directeuren; - versterking van het onderwijskundige profiel binnen Raad van Toezicht. College van Bestuur: - versterking van de zichtbaarheid in de organisatie en daardoor ook versterking van het onderwijskundig leiderschap; - prioritisering van beleidsdoelstellingen met de focus op onderwijsverbetering; - doorvoeren van bezuinigingen zodat de organisatie in 2012 break-even kan opereren; - verbetering van de financiële verslaglegging (door aanbesteding administratieve diensten en de verdere optimalisering van interne procedures binnen Delta). De Raad van Toezicht is van mening dat alle bovengenoemde doelstellingen behaald zijn. 5
Doelen 2011 Raad van Toezicht: - opvolgen van de ontwikkelingsplannen van de leden van het College van Bestuur en hen hierbij ondersteuning bieden; - opvolging van het nieuwe beleidsplan met aandacht voor concretisering van het beleid; - versterking van Raad van Toezicht met minimaal twee nieuwe leden. College van Bestuur: - ontwikkelen van meerjarige kostendekkende begroting en omzetten van bezuinigingen; - uitvoering geven aan Beleidsplan; - zichtbaarheid naar organisatie handhaven; - zoeken van geschikte kandidaten voor Raad van Toezicht met nadruk op toezicht houdende ervaring; - onderwijskundige veranderingen “handen en voeten” geven in overleg met school met directeuren (bijvijvoorbeeld flexibilisering van werken met groepen gebruik van onderwijsassistenten). Tenslotte Tot slot spreekt de Raad van Toezicht zijn waardering uit voor de in 2011 getoonde inzet van het College van Bestuur en de medewerkers van Delta.
Ir C.M.Jaski, voorzitter Raad van Toezicht
6
BESTUURSVERSLAG 2011 1
ALGEMENE INSTELLINGSGEGEVENS
1.1
Inleiding
Het bestuursverslag maakt met de jaarrekening integraal deel uit van het Jaarverslag 2011. Het Jaarverslag heeft betrekking op de activiteiten van Delta, Stichting voor Katholiek en Protestants Christelijk Primair Onderwijs (verder te noemen Delta) over het kalenderjaar 2011. Het bestuursverslag is opgesteld door het College van Bestuur van Delta en de jaarrekening door Dyade Dienstverlening Onderwijs (Ede). De jaarrekening is gecontroleerd door accountantskantoor Deloitte Accountants bv te Arnhem. De controleopdracht voor 2011 is verleend op grond van het besluit van de Raad van Toezicht van 7 juni 2011. Aan dit besluit ligt het principebesluit van 5 oktober 2009 ten grondslag voor de 3-jarige benoeming van de accountant. 1.2
Verantwoording
Het Jaarverslag heeft een tweeledig doel: 1 Het College van Bestuur legt met het Jaarverslag verantwoording af over de bedrijfsvoering aan de Minister, aan de Raad van Toezicht en (via de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en de website www.deltascholen.org) aan belanghebbenden van de organisatie (in ieder geval de ouders en het personeel). 2 In het jaarverslag wordt tevens door College van Bestuur en Raad van toezicht verantwoording afgelegd over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de interne verantwoording en het interne toezicht. 1.3
Kernactiviteiten
De kernactiviteiten van Delta zijn verwoord in de Statuten (laatste versie: 28 juli 2004), artikel 2 en 3. Ze betreffen het bevorderen van het primair onderwijs en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk is. Het onderwijs wordt gegeven vanuit de katholieke of de protestants-christelijke grondslag. Om de taken te realiseren worden (meer specifiek) scholen van beide signaturen in stand gehouden of opgericht en contacten onderhouden met andere organisaties die een gelijksoortig doel nastreven en (meer algemeen) overigens al datgene gedaan, dat tot het doel van de stichting kan bijdragen. Meer inhoudelijk geconcretiseerd richten de activiteiten zich op: • • • • •
maximale ontplooiingskansen binnen de mogelijkheden van ieder kind (door inrichten en in stand houden van een deugdelijke zorgstructuur) bewustwording van leerlingen van het belang van leren (door pedagogisch en didactisch handelen personeel) optimale ontwikkeling van kinderen als democratisch burger (door aandacht voor sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen en actief burgerschap als onderdeel van het curriculum) adequate leerresultaten op de scholen (door systematische analyse van opbrengsten en het opstellen van verbeterplannen) realisatie van optimale mogelijkheden van ontwikkel ing van personeelsleden en een goede werkomgeving (door scholing en begeleiding van personeel en aandacht voor arbo-zaken)
In het kader van de kernactiviteiten exploiteert Delta op balansdatum concreet 26 scholen: 24 katholieke scholen (waaronder een school voor SBaO) en twee pc-scholen. De scholen liggen binnen de gemeentegrenzen van Arnhem (15), Rheden (4), Renkum (1), Berkelland (2) en Oost-Gelre (4). 1.4
Toegankelijkheid
Alle leerlingen zijn op scholen van Delta welkom mits de identiteit van de school wordt gerespecteerd. Delta streeft naar zoveel mogelijk inclusief onderwijs, zonder daarbij de eigen mogelijkheden te overschatten of de behoefte van de individuele leerling te onderschatten. Waar nodig vindt gemotiveerd de toeleiding naar speciaal (basis-) onderwijs plaats. 1.5
Juridische structuur
Delta is een stichting, opgericht in 1995. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder dossiernummer 41053000. Het administratienummer van de stichting is 40812.
7
1.6
Besturingsfilosofie, organisatiestructuur, taken en taakuitvoering
De besturingsfilosofie gaat uit van de grootschalige organisatie (op Delta-niveau) van institutionele zelfstandigheid (op de kleinere schaal van de afzonderlijke scholen). Daarmee wordt inhoud gegeven aan het principe van subsidiariteit. Delta onderschrijft en werkt conform de Code Goed Bestuur PO. De organisatiestructuur van Delta kent twee afzonderlijke bestuursorganen: het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. De verhoudingen tussen het College van Bestuur en de Raad van Toezicht, hun taken en hun bevoegdheden zijn deels statutair bepaald en deels vastgelegd in de Documenten betreffende de Bestuurs- en Managementstructuur (01-08-2004). Deze documenten bestaan onder meer uit het Bestuursreglement en het Reglement Raad van Toezicht. De documenten zijn te raadplegen op de onder 1.2 genoemde website. De taken en bevoegdheden van de bestuursorganen doen recht aan het bepaalde in de Code Goed Bestuur PO, artikel 13 (Taken en bevoegdheden schoolbestuur) en artikel 20 (Taken en bevoegdheden intern toezichtsorgaan). De taakuitvoering van het College van Bestuur doet recht aan de artikelen 14, 18 en 19 van de Code Goede Bestuur PO. De taakuitvoering van de Raad van Toezicht doet recht aan de artikelen 21 tot en met 25 van de Code Goed Bestuur PO. De bemensing van de beide bestuursorganen per ultimo 2011 is in tabel 1 opgenomen .
College van Bestuur: Dhr Drs R.A.Beekhuizen (voorzitter) Dhr Drs L.W.M. Hilhorst Raad van Toezicht: Dhr Ir C.M.Jaski (voorzitter) Mevr. Mr W.Bruins Dhr Drs L.den Hoed RA Dhr Drs W.G.M.Rupert Mevr. Dr D.M.A.Sluijsmans Dhr Dr B.Thoonen Tabel 1
Personele bezetting Raad van Toezicht en College van Bestuur
De organisatiestructuur (zie organogram) is gericht op efficiënte en effectieve uitvoering van de organisatiedoelen. De uitvoering van de kernactiviteiten staat centraal. Het College van Bestuur heeft de dagelijkse leiding van de organisatie. Het college van Bestuur oefent op stichtingsniveau een beleidsvoerende taak uit en heeft in dat verband kaderstellende en richtinggevende bevoegdheden. Raad van Toezicht
College van Bestuur
GMR
Bestuursbureau
ICT Centrum
Zorgcentrum
Ouderforum
School School
MR
Organogram 8
Het College van Bestuur wordt op centraal niveau door de stafdienst Bestuursbureau en verder door externe aanbieders van diensten bijgestaan. Het betreft de taken die rechtstreeks verband houden met de verantwoordelijkheid voor het werkgeverschap, de bedrijfsvoering, kwaliteitszorg en algemene bestuurlijke taken. De stafdienst Bestuursbureau staat niet in lijn naar de scholen. De personele- en financiële administratie wordt verzorgd door Dyade Dienstverlening Onderwijs te Ede. Op stichtingsniveau worden direct ten behoeve van de scholen werkzaamheden uitgevoerd door twee functionele stafdiensten: het ICT-centrum en het Zorgcentrum. Deze diensten zijn belast met de beleidsvoorbereiding en -uitvoering en de aansturing van organisatorische en onderwijsinhoudelijke aspecten inzake de toepassing van ict en ict-innovatie op de scholen en de bovenschoolse onderwijszorg. Deze stafdiensten staan niet in lijn naar de scholen. Zie organogram. Op elke school is de directeur belast met de integrale leiding. De directeur is verantwoordelijk voor de schoolontwikkeling en voor de beleidsvoering op de school. Directeuren worden rechtstreeks aangestuurd door het College van Bestuur. Naast de directeur kunnen ook andere functionarissen op schoolniveau deel uitmaken van het managementteam. Sinds een aantal jaren worden de directeuren op schoolniveau administratief ondersteund. Onderzoek heeft aangetoond, dat de kwaliteit van de school in hoge mate wordt bepaald door de kwaliteit van de directeur. De verhoudingen tussen het College van Bestuur en de directeuren van scholen zijn vastgelegd in de Documenten betreffende de Bestuurs- en Managementstructuur (01-08-2004). Deze documenten bestaan onder meer uit het Managementstatuut, het Bestuursreglement en het Reglement op het Directeurenoverleg. De documenten zijn in 2008 voor het eerst geëvalueerd. De evaluatie is geen aanleiding geweest tot aanpassing. De verhoudingen met de medezeggenschapsorganen zijn vastgelegd in het Medezeggenschapsstatuut, het Reglement MR en het Reglement GMR). Deze documenten zijn te raadplegen op de onder 1.2 genoemde website. Horizontale dialoog en informatieverstrekking: verankering in de beleidscyclus De horizontale dialoog binnen Delta wordt gevoerd tussen het College van Bestuur, de Raad van Toezicht, de GMR en de directeuren (in vrijwel alle denkbare combinaties). De dialoog is grotendeels “opgehangen” aan de beleidscyclus en de daarop gebaseerde vergaderstructuur en -agenda. Jaarlijks wordt in december de begroting (ook in meerjarig perspectief) opgesteld. De begroting is onderwerp van formele bespreking met de directeuren, de Raad van Toezicht en de GMR. De begroting geeft de financiële ruimte aan waarbinnen de kernactiviteiten kunnen worden uitgevoerd. Aan de kernactiviteiten ligt het meerjarig Beleidsplan ten grondslag. De jaarrekening en het bestuursverslag vormen de (met name financieel georienteerde) evaluatie van hetgeen was voorgenomen. Ze vormen onderwerp van formele bespreking met de Raad van Toezicht, de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en het Directeurenoverleg. Dat geldt ook voor de evaluatie van het Beleidsplan. Bespreking van beleidsonderwerpen met de partijen impliceert ook de mogelijkheid tot participatie in het beleid en de beleidsontwikkeling. Aan de Raad van Toezicht en de GMR komen in het kader van de beleidscyclus formele bevoegdheden toe. Deze zijn vastgelegd in Documenten betreffende de Bestuurs- en Managementstructuur (01-08-2004), in het Medezeggenschapsstatuut, het Reglement MR en het Reglement GMR). Alle informatie die voor de uitoefening van de formele bevoegdheden noodzakelijk is, wordt gevraagd of ongevraagd beschikbaar gesteld. De Raad van Toezicht voert jaarlijks thematisch overleg met de GMR (in januari) en onderhoudt (middels werkbezoeken) contacten met de scholen (in juni/juli). De Raad van Toezicht voert sinds 2011 jaarlijks inhoudelijke gesprekken met een vertegenwoordiging van directeuren. Jaarlijks vindt er een evaluatiegesprek plaats tussen de Raad van toezicht met de afzonderlijke leden van het College van Bestuur. In 2010 is het competentieprofiel voor het College van Bestuur vastgesteld. Op basis van het competentieprofiel heeft in 2011 een 360-graden feedback voor de afzonderlijke leden van het College van Bestuur plaatsgevonden. Op basis van de 360-graden feedback is door de leden van het College van Bestuur een “ontwikkelplan” opgesteld. Dit wordt gebruikt tijdens het hier bedoelde evaluatiegesprek met de leden van het College van Bestuur. Zowel de Raad van Toezicht als ook de GMR voeren jaarlijks een zelfevaluatie uit. De Raad van toezicht stelt jaarlijks een Evaluatieverslag op, waarin verantwoording wordt afgelegd over de eigen werkwijze. Zelfevaluatie van het College van Bestuur heeft in 2011 plaatsgevonden. Dit heeft geresulteerd in het hier boven genoemde ontwikkelplan. De rol van ouders Betrokkenheid van de ouders bij de scholen (in de rol van kritische consument en mede in het licht van de governance-gedachte en de horizontale verantwoording) wordt belangrijk geacht. Op stichtingsniveau is deze betrokkenheid in de GMR en daarnaast op schoolniveau in de MR gerealiseerd, met een wettelijk 9
fundament. Het is echter de bedoeling om de ouderbetrokkenheid binnen Delta op structurele wijze breder vorm te geven. Dat gebeurt binnen de uitgangspunten van de Kadernotitie Ouderbetrokkenheid (09-122006). In de ouderenquête die medio 2009 is afgenomen, is de ouderbetrokkenheid mede onderwerp van onderzoek in relatie tot de tevredenheid daarover bij de ouders. Het eigen Delta-monitoringssysteem (de Deltadesk) zou in de loop van 2011 (na een pilotfase op enkele scholen) deltabreed worden uitgerold. Dit is nog niet gebeurd. De Deltadesk voorziet in de mogelijkheid tot diverse tevredenheidsonderzoeken. Klachtenregeling Delta heeft naast de aansluiting bij een landelijke klachtencommissie een op school- en stichtingsniveau functionerende klachtenregeling. De klachtenregeling heeft een laagdrempelig karakter. In het kader van de regeling kan er binnen Delta door zowel personeel als ouders een beroep worden gedaan op twee onafhankelijke vertrouwenspersonen. 1.7
Leerlingaantallen en bekostigingsgrondslag
De leerlingtellingen op 1 oktober vormen de grondslag voor de bekostiging (materieel voor het hele opvolgende kalenderjaar en personeel voor het opvolgende schooljaar volgend op de actuele oktobertelling). Voor een aantal scholen heeft gedurende het kalenderjaar 2011 een tussentijdse telling wegens groei plaatsgevonden. Groeitellingen resulteren in aanvullende bekostiging. Het totale leerlingaantal van Delta is de afgelopen jaren (nog) licht groeiend. Wel zijn er op lokaal- en wijkniveau verschillen in groei en krimp. Zie tabel 2. 2007
2008
2009
2010
2011 mutaties tov 2010
77
67
69
63
91
28
PdeJ
817
764
717
673
631
-42
Paulus
119
126
137
119
127
8
PvanArs
156
168
176
184
201
17
Margaretha
217
221
246
265
286
21
Johannes
227
235
205
183
163
-20
Ommelander
233
234
244
256
269
13
Jozef
163
167
164
167
178
11
Kringloop
340
342
334
332
322
-10
Laarakker
216
210
201
198
205
7
Laarhorst
230
219
209
198
185
-13
De Wijzer
74
84
113
131
150
19
Vlinder
162
183
201
215
214
-1
Mauritius
181
182
185
194
187
-7
Fredericus
259
231
237
246
261
15
Roncalli
270
289
288
281
272
-9
Arabesk
269
359
423
437
466
29
26
68
101
124
23
255
243
237
236
234
-2
Ludgerus
109
111
106
105
108
3
Schakel
157
171
183
184
185
1
Nije Veste
468
469
473
442
427
-15
Regenboog
106
124
134
133
125
-8
Willibrordus
165
159
156
160
170
10
Watermolen
112
115
109
101
97
-4
5382
5499
5615
5604
5678
74
140
122
127
143
145
2
5522
5621
5742
5747
5823
76
Kunstrijk
Gazelle Paasberg
0 Totaal BAO Horizon (SBO)
Totaal
Tabel 2
Leerlingtellingen per 1 oktober 10
Op de teldatum (1-10-2011 bedroeg het leerlingenaantal 5.823 (en daarmee 76 meer ten opzichte van de vorige teldatum). Het is het niet onwaarschijnlijk dat ook Delta de komende jaren te maken gaat krijgen met teruglopende leerlingaantallen. De ontwikkeling van de leerlingenaantallen bij Delta volgt vrijwel overal de gemeentelijke stijging of daling. De verhouding onderbouw en bovenbouw is gunstig. 1.8
Belangrijke elementen van het gevoerde beleid
In het boekjaar is een belangrijke koerswijziging doorgevoerd om de in 2010 geconstateerde financiële problematiek het hoofd te bieden. Dat lijkt te zijn gelukt. Delta ligt bedrijfsmatig op koers, maar de voortekenen zijn niet onverdeeld gunstig. Het inverdieneffect bij de nieuwe aanbesteding van het administratiekantoor is deels aangewend om de financiële functie binnen Delta met ingang van 2012 te versterken, zodat de effecten van de bedrijfsvoering in relatie tot de bekostiging intensiever kunnen worden gemonitord. In 2011 is doorgegaan met de ingeslagen weg van systematische evaluatie van beleid en de systematische evaluatie en bevordering van kwaliteit van het onderwijs. Ultimo 2011 heeft Delta geen zwakke scholen. Het structureel gebruik van de Deltadesk is nog onvoldoende vormgegeven. Het nieuwe beleidsplan voorziet in acties tot verdere implementatie van dit centrale monitoringssysteem. De samenwerking tussen de Arnhemse besturen is op verschillende terreinen in het boekjaar gecontinueerd en verder uitgebouwd. De samenwerking betreft met name het gezamenlijk optrekken bij de voorbereiding van passend onderwijs, het CLC, de trajecten voor Europese aanbesteding, de contacten met de gemeentelijke overheid en de activiteiten via de Stichting PAS op het vlak van onderwijsachterstanden en brede scholen. Het onderzoek naar de kansen van meer geformaliseerde samenwerking met andere besturen is in een fase gekomen die in 2012-2013 tot besluitvorming zal kunnen leiden. Belangrijk thema daarbij is in hoeverre stappen in de richting van geformaliseerde samenwerking en samengaan zodanig concreet gemaakt kunnen worden, dat het belang voor de leerling aantoonbaar is. De meerwaarde voor de leerling is de uiteindelijke voorwaarde om welke stap dan ook te overwegen. In 2011 is het nieuwe beleidsplan voor de planperiode 2012-2016 tot ontwikkeling gekomen. Zie verder hoofdstuk 2, paragraaf 2. 1.9
Resultaten
Op alle scholen van Delta staat het opbrengstgericht werken en het nader analyseren van de toetsgegevens (met daarbij gerichte acties ter verbetering) centraal. Hoewel met name de Citoeindtoetsgegevens voor de Onderwijsinspectie de grondslag vormen voor de “primaire detectie” is het alleen kijken naar de eindopbrengsten voor de beeldvorming van de kwaliteit van scholen te beperkt. Tussenopbrengsten en een expliciet kwaliteitszorgsysteem op de scholen geven aanvullend een goede indicatie van de kwaliteitsontwikkeling van het onderwijs. Gelet op het doel van dit Bestuursverslag wordt daarop hier niet verder ingegaan. Naast de harde meetbare zaken zijn er nog meer kwaliteitsaspecten. Te noemen zijn bijvoorbeeld het pedagogisch klimaat en veiligheid, sociaal emotionele vaardigheden, en zelfredzaamheid, de kwaliteit en het welbevinden van het team, het leidinggevend vermogen in de school en de kwaliteit van de communicatie. Veel van deze factoren hebben hun plek gevonden in het centrale monitoringssysteem (de Deltadesk). In tabel 3 op de volgende pagina zijn per school de cito-scores over de jaren 2009 t/m 2011 opgenomen. De score is volgens de inspectienorm onvoldoende indien de score lager is dan de genoemde ondergrens. Zo’n score is in de tabel aangegeven met een O. Indien de score hoger uitvalt dan de bovengrens, dan scoort de school significant beter dan het gemiddelde. De score in de tabel is dan aangegeven met een U. Scores tussen de ondergrens en bovengrens zijn voldoende (V), gemiddeld (A) of bovengemiddeld (A+). Op de op een na bovenste regel van de tabel zijn bij elk jaar de drie gecorrigeerde standaardscores als inspectienormen aangegeven: de ondergrens, het landelijk gemiddelde en de bovengrens. Bij Kunstrijk (voorheen Atlas) staat in 2009 nvt, omdat er geen leerlingen meetellen voor de eindscore. Bij de Gazelle staat voor 2009 en 2010 nvt, omdat er in 2009 geen leerlingen waren en in 2010 geen leerlingen die minimaal twee jaar op school zaten (en meetellen voor de eindscore). Bij de Nije Veste zijn de scores vanaf 2011 gesplitst in locatie Buitenschans en locatie Wheme. De resultaten van de Cito-eindtoets zijn (naast objectiveerbare adviesinformatie over de doorstroom van leerlingen naar het voortgezet onderwijs) een indicator voor de leeropbrengsten van de scholen. De gegevens over meerdere opeenvolgende jaren geven daarbij een betrouwbaarder beeld dan de resultaten van slechts een jaar. Indien een bepaald beeld zich gedurende een periode van tenminste drie jaren herhaalt, is er geen sprake van toeval (zo oordeelt de inspectie). Er zijn 2011 geen Delta-scholen, die drie jaar achtereen een onvoldoende score hebben. 11
Jaar Inspectienorm
2010 533,8 535,0 537,0
2009 533,8 535,9 536,6
Kunstrijk
nvt
Mauritius
531,2
O
533,2
Vlinder
532,9
O
537,0
Wijzer
533,3
O
Paulus
537,0
Ludgerus
533,7
Schakel
536,2
NijeVeste-Buitenschans
532,3
NijeVeste-Wheme
532,3
Regenboog
534,5
Willibrordus
532,7
Watermolen
534,2
V
Paasberg
536,2
A+
Roncalli
537,7
Laarhorst
535,9
Fredericus
531,1
Laarakker
534,0
Kringloop
535,5
Ommelander
539,5
Johannes
532,0
Margaretha
538,9
A+
535,3
O A+ O
533,5
V
A+
532,6
A
538,7
O
A
U
535,9
A+
V
535,5
A+
534,2
V
535,3
A
533,9
V
536,8
O
U
534,4
V
534,6
V
535,1
A+
535,1
A
534,5
V
534,1
V
535,8
A+
539,4
536,0
A+
533,8
532,3
O
O
534,0
530,9
U
A+
535,9
533,9 O
V
534,8
O
535,0 U
2011 533,8 535,2 536,6
O
532,7
U V O V
535,6
A+
534,8
V
533,9
V
535,5
A+
V
535,0
A
535,9
A+
536,2
A+
U O U O
U
537,5 533,6
V
534,6
V
534,4
V
536,6
A+ V
Pastoor van Ars
533,3
536,7
A+
534,2
Jozef
535,6
V
534,3
V
534,8
V
Pieter de Jong-Pyth.
534,8
V
535,4
A+
536,5
A+
Pieter de Jong-Kemp.
533,5
O
535,0
A
531,6
Arabesk
533,2
O
529,8
Gazelle
nvt
O
nvt 11
9
4
O V
533,9
A
535,2 5
19
1
3
21
3
Tabel 3 Citoscores
Ultimo 2011 geldt voor alle scholen van Delta in termen van het toezichtskader van de Inspectie een basisarrangement. Er zijn dus geen zwakke of zeer zwakke scholen. 1.10 Personeelsgegevens Vanaf 2009 is er (bij stijging van leerlingaantallen) een daling van het aantal werknemers te constateren. Zie tabel 4. De daling van het aantal personeelsleden heeft te maken met herijkingmaatregelen van Delta. Herijking is noodzakelijk, omdat er een discrepantie is ontstaan tussen de uitvoering van het Besluit Bekostiging (dat de formatieve ruimte op de scholen bepaalt) en de regeling Bekostiging (de corresponderende loonkostensubsidie). De herijking is met name uitgevoerd door natuurlijk verloop niet automatisch te herbezetten. Peildatum 31-12 Totaal
2007 582
2008 616
2009 633
2010 619
2011 599
Tabel 4 aantal medewerkers per 31 december
In tabel 5 is te zien dat de afname van het aantal werknemers zowel het onderwijsondersteunend personeel (OOP) als het onderwijzend personeel (OP) betreft. In 2011 is er vergeleken met het piekjaar 2009 een afname te zien van 7,08% OOP en 5% OP. peildatum 31-12 OOP
2007 90
2008 108
2009 113
2010 111
2011 105
OP
492
508
520
508
494
Totaal
582
616
633
619
599
Tabel 5 aantal medewerkers verdeling OOP OP per 31 december 12
Uit tabel 6 wordt inzichtelijk, dat de verhouding van vrouwen en mannen bij Delta door de jaren heen vrijwel gelijk blijft. peildatum 31-12
2007
2008
2009
2010
2011
vrouwen
471 81%
494 80%
508 80%
497 80%
488 81%
mannen
111 19%
122 20%
125 20%
122 20%
111 19%
totaal
582
616
633
619
599
Tabel 6 man/vrouw verhouding per 31 december
Uit tabel 7 blijkt in 2011 dat ongeveer 75% van het personeel ouder is dan 34 jaar. De door DUO geraamde gewogen gemiddelde leeftijd (peildatum augustus 2011) bedraagt landelijk 40,42 jaar. De feitelijk gewogen gemiddelde leeftijd bij Delta wijkt daar op peildatum amper van af en is 40,52. De verwachte gemiddelde uitstroom van leerkrachten en directeuren met 65 jaar bedraagt tot 2020 iets onder de 10 per jaar. Tot 2016 ligt het gemiddeld rond de 7 en na 2016 rond de 13. peildatum 31-12
2007
2008
2009
2010
2011
15-25 jaar 25-35 jaar
23 140
35 147
32 155
26 138
16 140
35-45 jaar 45-55 jaar
114 191
125 189
133 188
139 186
131 167
55-64 jaar Totaal
114 582
120 616
125 633
130 619
145 599
Tabel 7 Leeftijdsopbouw per 31 december
Ruim 75% van de werknemers werkt niet fulltime. Van deze werknemers heeft bijna 70% een werktijdfactor tussen de 0,5 en 0,74. Er is beperkt sprake van een hogere werktijdfactor dan 1. Het gaat daarbij in alle gevallen om een tijdelijke uitbreiding (projectformatie). De som van de werktijdfactoren is bijna 437. De gemiddelde werktijdfactor bedraagt derhalve bijna 0,73. peildatum 31-12
2007
2008
2009
2010
2011
0,00 -0,24 0,25 - 0,49
15 81
23 77
29 92
27 84
26 99
0,50 - 0,74 0,74 - 099
183 152
198 157
232 116
186 155
184 143
134
135
145
144
130
1 >1 Totaal
17
26
19
23
17
582
616
633
619
599
Tabel 8 Aantal werknemers naar werktijdsfactor per 31 december
Het ziekteverzuimpercentage (VZP) van Delta liet in voorgaande jaren ten opzichte van het landelijk gemiddelde een positief beeld zien. In 2011 is echter een kentering waarneembaar. De belangrijkste oorzaak daarvoor is een forse stijging van het aantal langdurig zieke werknemers. Het verdient aandacht om met het nieuw vastgestelde “Gezondheids – Inzetbaarheids – en Verzuimbeleid van Delta januari 2012” en samen met de Raet verzuim Manager (RVM) het VZP in 2012 terug te dringen. Het streven is om onder het landelijk gemiddelde te komen tot een percentage van 4%. peildatum 31-12 Landelijk Delta verschil
VZP 2009 6,14
VZP 2010 6,14
5,70 0,44
5,81 0,33
VZP 2011 6,60 8,07 1,47
Tabel 9 ziekteverzuimpercentage per 31 december 13
1.11
Bezoldiging leden raad van Toezicht
Leden van de Raad van Toezicht ontvangen geen bezoldiging. Voor hen is een vacatieregeling vastgesteld van € 500,= per jaar. Zij kunnen tevens voor hun werkzaamheden voor Delta een beroep doen op een pc in bruikleen. 1.12
Bezoldiging leden College van Bestuur
Inschaling De leden van het College van Bestuur zijn ingeschaald conform het functieonderzoek en inschalingsvoorstel door Allons en Partners d.d. 15 juni 2004. Dit inschalingsvoorstel volgt het eerdere inschalingsvoorstel van de leden van de toenmalige Stichtingsdirectie uit 2001 (eveneens uitgevoerd door Allons en Partners). De inschaling voorziet in schaal 15 voor de voorzitter en schaal 14 voor het lid College van Bestuur. Omvang functie De leden van het College van Bestuur hebben een aanstelling van 1,0000 fte. Daarnaast hebben zij het recht op compensatieverlof (0,0860 fte) en BAPO-verlof. Het compensatieverlof wordt niet genoten en wordt in salaris gecompenseerd. Voor de BAPO-aanspraken geldt de spaarvariant. De opgebouwde waarde van de corresponderende rechten bedraagt per ultimo 2011 circa € 135 duizend. Toelagen De huidige leden van het College van Bestuur hadden naast het fulltime dienstverband bij Delta tot 1 januari 2007 een deeltijdaanstelling bij SKO Groenlo-Eibergen (in de reguliere schaal). Deze deeltijdaanstelling is conform de algemeen geldende fusieverplichtingen na de fusie met SKO GroenloEibergen (op 1 januari 2006) overgenomen en omgezet in een persoonsgebonden toelage overname dienstverband. De toelage is gekoppeld aan de werktijdsfactor van het bedoelde dienstverband in de reguliere schaal. Bovendien geldt voor de leden College van Bestuur de toelage directeur. Onkostenvergoedingen 1. De leden van het College van Bestuur ontvangen de in het primair onderwijs reguliere onkostenvergoeding op basis van woon-werk-verkeer en een kilometervergoeding van € 0,28 voor dienstreizen. De zogenaamde “cafetariaregeling” is van toepassing. 2. De leden van het College van Bestuur ontvangen een onkostenvergoeding van € 20 per maand voor het bestrijden van kleinere onkosten, een en ander conform het bestuursbeleid bij alle managementfuncties. Bezoldigingsleidraad De Raad van Toezicht heeft de bevoegdheid om de beloning van het College van Bestuur vast te stellen. Naleving van de Code Goed Bestuur PO betekent op dit punt, dat de beloning past binnen de door de POraad gehanteerde beloningsleidraad. Bij de beloningsleidraad was aanvankelijk € 153.000 als beloningsplafond vastgesteld. Op 25 november 2011 heeft de Minister de beide Kamers geinformeerd dat de bewindslieden van OCW na zorgvuldige afweging voor het PO een beloningsmaximum van €161.210 aanvaardbaar en verdedigbaar achten. De bezoldiging van de leden van het College van Bestuur blijft beneden dit beloningsplafond. 1.13
Inkoopbeleid en Europees aanbesteden
Delta is in 2009 gestart met de planning en voorbereiding van meerjarige inkooptrajecten. Delta wordt daarin begeleid en geadviseerd door het bureau Anculus uit Eindhoven. Aan de trajecten ligt het in 2009 ontwikkelde Inkoopplan Facilities (begin 2010 gereed gekomen) ten grondslag. Actualisatie van het inkoopplan vindt plaats in 2012. Het inkoopplan beschrijft de inkooptrajecten ook in relatie tot Europese aanbesteding in een vierjarencyclus (2010-2013). Vanaf 2014 start een nieuwe vierjarencyclus. Het gaat om een jaarlijks volume van circa € 4.000 duizend. In 2011 vond implementatie plaats van het aanbestedingstraject voor leermiddelen en meubilair. Het aanbestedingstraject administratieve dienstverlening is in 2011 afgerond en wordt in 2012 geïmplementeerd. Van de oorspronkelijke planning in het Inkoopplan Facilities is de afgelopen jaren op praktische gronden afgeweken. In tabel 10 is een overzicht opgenomen van de reeds afgeronde trajecten (zwart, a tot en met g) en de geplande trajecten waartoe nog opdracht moet worden gegeven (rood, h tot en met k). Het Reprotraject is wel inmiddels afgerond, maar zal pas kunnen worden geïmplementeerd na expiratie van het huidige contract in de tweede helft van 2015. Mogelijk dat de nieuwe repro-aanbieder het lopende contract eerder afkoopt.
14
2012
g
Accountant Schoonmaak Energie Administratie OLP/ICT Verbruiksmaterialen,OLP Duurzaam, Meubilair ICT duurzaam Repro
h i j k
Technisch onderhoud Onderwijsbegeleding Bedrijfsgezondheidszorg Telecommunicatie
a b c d e f
V= I = B=
2013
1
2
3
4
1
B
B
B
B
B
I B
B B
B
2 V B
3 I V
2014 4 1 I B I I V
2 B I V
B V
V
V I
2015
3
4 1
2
B V V
I B VI
B
V
V I V
I B V V
4
B V
V V
3
I
B
B I I
B B
voorbereiding implementatie beheer
Tabel 10 Aanbestedingskalender
Het Inkoopplan heeft als hoofddoelstelling: 1 het onder controle hebben van de kosten, de kwaliteit en de aankoopprocessen van de inkoopposten (diensten en goederen) en 2 het voldoen aan Europese regelgeving Kostenvoordelen komen ten goede aan het primaire proces. Voorwaarden voor het succes van het inkoopbeleid zijn de kwaliteit van de interne communicatie en het contractbeheer. De aanbestedingstrajecten worden vanuit het College van Bestuur en een externe adviseur (Anculus) geregisseerd. Er wordt voor elke inkooppost een tijdelijke werkgroep ingesteld. Deze bestaat uit een vertegenwoordiging van directeuren, een bestuursconsulent (namens het College van Bestuur) en een externe adviseur. De werkgroep levert onder meer de input voor de programma’s van eisen. Het beheer van de nieuwe inkoopcontracten wordt door Anculus uitgevoerd. Met de begeleiding van de inkooptrajecten was in 2011 een bedrag van € 60 duizend gemoeid. 1.14
Huisvesting
Ten aanzien van het onderhoud van onderwijshuisvesting ligt er een gedeelde verantwoordelijkheid bij de gemeente en het bestuur. De wijze waarop gemeenten invulling geven aan hun verantwoordelijkheid wordt sterk bepaald door de financiële ruimte die er is. Dat geldt overigens ook voor het bestuur. Delta voert onderhoud uit op basis van een meerjarenplanning. Daarbinnen wordt (uitdrukkelijk gekoppeld aan de budgetruimte) volgens prioritering gewerkt: directe veiligheid, dak en verwarming, gebreken, preventie en esthetica. Voor de scholen in Multifunctionele Centra is de exploitatie van de gebouwen uitbesteed. Delta draagt daarvoor middelen over die zijn gebaseerd op 110% van de groepsafhankelijke vergoeding. De zogenaamde Samenwoonscholen vallen sinds medio 2010 feitelijk onder de medeverantwoordelijkheid van Delta. Over deze medeverantwoordelijkheid loopt nog discussie met de gemeente Arnhem. In 2011 is er voor de gebouwen die tot de Samenwoonscholen worden gerekend een afrekentraject met de gemeente afgerond. Het betrof hier de jaren 2008 tot en met 2010. Met de afrekening was voor Delta een bedrag van circa € 100.000 gemoeid. Dit bedrag was niet begroot, maar onbegrote huisvestinglasten stonden juist ook om die reden als risico opgenomen in de notitie Het beheersen van risico’s en financiële buffers (2011). De exploitatie samenwoonscholen over 2011 sluit beperkt negatief af. Het negatieve saldo zal door de deelnemende besturen nog verrekend moeten worden. Daar is in de begroting 2012 overigens al met een ingeschat bedrag rekening mee gehouden. De opzet van de gezamenlijke beheersactiviteiten voor de Samenwoonscholen vragen nog de nodige aandacht. Gemeenten zijn volledig verantwoordelijk voor de huisvestingscapaciteit. Na realisatie in 2011 van vier projecten (Vlinder, Paasberg, Fredericus en Laarakker) resteren er nog zes op de oorspronkelijke lijst met omvangrijke nieuwbouw-, renovatie- en uitbreidingsplannen. Aan deze lijst zijn geen nieuwe projecten toegevoegd. Er zijn behoudens de gerealiseerde projecten vooralsnog ook geen projecten van de lijst afgevoerd. Ultimo 2011 bevat de lijst nog volgende scholen: 15
* * * * * *
Kunstrijk (voorheen de Atlas, met nieuwbouw Multifunctioneel Centrum Klarendal) Gazelle (nieuwbouw Multifunctioneel Centrum Schuytgraaf) Arabesk (realisatie uitbreiding nieuwbouw in Multifunctioneel Centrum Schuytgraaf Noord) Laarhorst (uitbreiding en renovatie, gekoppeld aan realisatie Brede School Laar Oost) Mauritius (nieuwbouw Multifunctioneel Centrum Rheden) Nije-Veste (ingrijpende renovatie in Groenlo)
In 2011 is het overleg met de gemeente Arnhem (initiatief gemeente) inzake leegstandsbeleid voortgezet, maar nog niet afgerond. Het gaat concreet om harmonisatie van verhuur van leegstand aan derden en de rol van de Gemeente daar bij. Ook de gebruiksmogelijkheden door besturen van ruimten boven het normatieve recht is onderdeel van het beleid. De insteek van de gemeente dat bovennormatief gebruik van ruimten door scholen met de gemeenten moet worden afgerekend, wordt door Delta bestreden. Uiteraard gaat het dan niet om de exploitatielasten van deze ruimten (die zijn altijd voor rekening bestuur), maar om een bijdrage in de kapitaallasten. 1.15
Risico’s en “in control statement”
Sinds 2010 stelt Delta jaarlijks een interne notitie op over risico’s en risicobeheersing.. De notie is de basis voor een herkenbare vorm van risicomanagement (zoals dat in het Beleidsplan 2007-2011 was benoemd). De Raad van Toezicht beveelt de jaarlijkse actualisering van de risicoanalyse aan. De mate waarin de organisatie de risico’s kan inschatten bepaalt de mate van het “in control zijn”. Tegen de achtergrond van de in 2010 gesignaleerde problematiek (het wegvallen van een aantal substantiële bekostigingscomponenten zoals de groeiregeling en het budget voor bestuur en management, de onvolwaardige compensatie van prijsstijgingen in de bekostiging en de uitvoering van CAO-bepalingen en “intensiveringen” inzake personeelsbeleid) is in 2011 een forse pas op de plaats gemaakt ten aanzien van materiële uitgaven en werd er ingegrepen in de personele inzet. Deze ingrepen hebben effect gehad. De tekorten zijn aanzienlijk teruggebracht en het boekjaar 2011 wordt veel minder negatief afgesloten dan begroot. En dat, terwijl er wel onbegrote risico’s in de bedrijfsvoering (zoals ze in de notitie Beheersen van risico’s en financiële buffers 2011 werden benoemd) zijn opgetreden. Deze onbegrote risico’s hadden met name betrekking op de bedrijfsvoering (met name ict en huisvesting; samen € 385.000) en een overschrijding van de uitgaven voor ouderschapsverlof (€ 25.000). Een aantal andere risico’s was overigens in de begroting 2011 expliciet mee begroot, omdat op grond van ervaring de kans op optreden reëel werd geacht. Het begroten van verwachte risico’s is ook in de begroting 2012 gebeurd. Voor zover op ingeschatte risico’s niet in de begroting is geanticipeerd, worden ze als bedrijfsrisico gezien. Tegenover risico’s moeten financiele buffers staan om de effecten van het optreden op te kunnen vangen, zonder dat de reguliere bedrijfsvoering geweld wordt aangedaan. In dit kader zijn twee typen financiële buffers te onderscheiden: a transactiebuffer (nodig voor de “soepele” bedrijfsvoering) b risicobuffer (om financiële effecten van niet voorziene risico’s te kunnen dekken) De omvang van de buffers zijn in het schema in tabel 11 opgenomen. Het schema is gebaseerd op de notitie Het beheersen van risico’s en financiële buffers 2012 (21 maart 2012). Ad a: Aan alle kortlopende verplichtingen moet kunnen worden voldaan. Aan de transactiebuffer moeten naast het opgenomen bedrag aan “voor te schieten” formatie wegens tussentijdse groei in bedrijfseconomisch opzicht nog worden toegevoegd de voorzieningen en het verschil tussen de vorderingen en de schulden voor zover dat het constant aanwezige verschil tussen vorderingen en schulden te boven gaat. Wat de voorzieningen betreft is alleen de voorziening spaarverlof relevant. De voorziening jubileum is een verplicht aan te houden actuariële voorziening (dood geld). Met de reguliere dotatie en onttrekking aan deze voorziening is in de begroting rekening gehouden. Alleen de afwijking van de reguliere dotatie wordt hier als een afzonderlijk (beperkt) risico benoemd. Het verschil tussen vorderingen en schulden schommelt op balansdatum door de jaren heen tussen de € 1.000.000 en de € 1.500.000. Een bedrag van € 1.000.000 kan daarbij als de contante factor worden aangenomen. In de transactiebuffer wordt daarom met een bedrag van maximaal € 500.000 rekening gehouden. Het reguliere betaalritme van de overheid is niet direct op het betaalritme van de lasten afgestemd. Daarvan is echter gezien de schaalgrootte van Delta en daardoor de mogelijkheid tot eenvoudige liquiditeitsplanning binnen de lopende exploitatie geen liquiditeitsrisico te verwachten. Wel zal de liquiditeit moeten voorzien in de mogelijkheden tot betaling van vakantiegeld (in mei) en eindejaarsuitkering (in december). Dat deel van de buffer voor de lopende personele verplichtingen wordt gevoed door een hoger 16
betaalritme in de maanden januari tot en met juli. Einde boekjaar is dat deel van de buffer vrijwel nihil. In de jaarrekening wordt een schuld wegens inmiddels opgebouwd vakantiegeld opgenomen. De liquiditeit daarvoor wordt vervolgens in de volgende maanden weer opgebouwd.
Financiële effecten van risico's bij Delta onderwijsopbrengsten instroom personeel geschiktheid beschikbaarheid bekostiging groei bapo gratificaties ouderschapsverlof periodieken functiemix vervangingspool participatiefonds spaarverlof bedrijfsvoering Huisvesting ID-subsidies Overig transactie vorderingen/schulden privaat
2012 naar type buffer transactie risico
€ 250.000
pm *) pm pm pm pm pm pm € 15.000 € 50.000 pm pm pm € 35.000
€ 60.000
2011 naar type buffer transactie risico
€ 250.000 € 15.000 € 25.000 € 225.000 € 50.000 € 75.000 € 80.000
€ 150.000 € 225.000 € 210.000 € 500.000
€ 250.000 € 350.000 € 500.000
pm
€ 12.000
€ 810.000
€ 685.000
€ 830.000
€ 1.002.000
50%
€ 342.500
50%
€ 501.000
*) pm-posten zijn niet nader kwantificeerbaar of worden regulier begroot
Tabel 11 Samenvatting financiële consequenties bij optredende risico’s en noodzakelijke buffers
Als hoogte van de transactiebuffer kan op balansdatum € 810.000 worden aangehouden. Ad b: Op veel risico’s is in de begroting al geanticipeerd. Specifieke risico’s die hier te benoemen zijn: Gratificaties: Bij de gratificatieregeling gaat het om aanspraken op een gratificatie behorend bij een 40-jarig jubileum (een maand salaris) of een 25-jarig jubileum (1/2 maand salaris). Er is gemiddeld een bedrag van circa € 65.000 per jaar mee gemoeid. Dit risico komt ten laste van de lopende exploitatie. Voor de gratificatieregeling dient een voorziening te worden aangehouden. De voorziening wordt op peil gehouden op basis van een onderbouwing. De jaarlijkse dotatie fluctueert en bedraagt historisch maximaal € 15.000 per jaar. De dotatie van de voorziening wordt als een risico beschouwd. Ouderschapsverlof: Op betaald ouderschapsverlof kunnen ongeveer 135 fte aanspraken doen gelden. Historisch maakt daarvan slechts een beperkt deel gebruik (gemiddeld circa 10% per jaar). De uitkering van deze verloven bedraagt per jaar gemiddeld tussen de € 100.000 en € 150.000. In de begroting is daarvoor een bedrag van € 100.000 opgenomen. Het risico wordt gevormd door de afwijking van het gemiddelde (maximaal € 50.000). Participatiefonds: Besturen zijn verantwoordelijk voor wachtgeldverplichtingen. Het Participatiefonds neemt onder omstandigheden de wachtgeldverplichtingen van de besturen over. In toenemende mate worden de uitkeringen (bij beëindiging van een dienstverband, om welke reden dan ook) door DUO met terugwerkende kracht over een aantal jaren als nog ten laste gebracht van besturen, omdat het Participatiefonds achteraf de uitkeringen niet blijkt te hebben overgenomen. Het risico daarvan is moeilijk in te schatten, juist omdat het over oude zaken gaat. Het is niet onrealistisch om daarvoor toch een bedrag van € 100.000 te benoemen. In de begroting 2012 is dit bedrag expliciet begroot. Het is onzeker of dit bedrag toereikend is. Een extra bedrag van € 35.000 wordt daarom in deze notitie als risico aangemerkt. Tevens is in de begroting voor “personele knelpunten” een bedrag van € 95.000 opgenomen. Dit bedrag 17
wordt (enigszins verhullend) ook aangewend om “vertrek te stimuleren” ter voorkoming van uitkeringslasten. Van een hoger risico voor vertrekstimulering wordt hier niet uitgega an. ID-banen: De gemeente Arnhem kort per juli 2012 ingrijpend op de subsidie voor ID-banen. In overleg met de vakbonden en de GMR is de ID-medewerkers daarom ontslag aangezegd. Dit ontslag kan pas op grond van de CAO geëffectueerd worden op 1 februari 2014. De “schade” voor Delta bedraagt tot deze ontslagdatum ongeveer € 225.000. Het is onzeker of deze schade op de gemeente verhaald kan worden. Inmiddels is een uitgebreid pakket aan maatregelen uitgerold om de schade zoveel mogelijk te beperken. Op het effect daarvan is nog geen zicht. Bij het optreden van niet-begrote risico’s moeten de maatregelen er op zijn gericht, dat het effect van het risico beperkt wordt (in omvang en tijd). Niet alle risico’s zullen gelijktijdig en in de opgenomen omvang optreden. Een “waardering” van het financieel effect op 50% is niet onrealistisch. Als een verantwoord bedrag voor de omvang van de risicobuffer kan op balansdatum € 342.500 worden aangehouden.
18
2
FINANCIELE GEGEVENS JAARREKENING 2011
Na de sombere financiële ontwikkelingen in 2010 is een pakket aan maatregelen ingezet, om de bedrijfsvoering uiterlijk in 2012 weer binnen de bekostigingskaders te brengen. In 2011 is daarin een hele slag gemaakt. Er is in 2011 sprake van een exploitatie-overschot (zie tabel 12), maar dat overschot wordt veroorzaakt door onbegroot privaat resultaat (onder meer wegens bijzondere baten) van € 555 duizend. Op de reguliere exploitatie is er een tekort van € 175 duizend. Het resultaat van de reguliere exploitatie is daarmee wel € 95 duizend gunstiger uitgevallen dan was begroot.
Vereenvoudigd exploitatieoverzicht 2011 (x 1.000) realisatie 2010 Baten
Realisatie
Begroting
Verschil
€ 30.862
€ 28.770
€ 2.092
€ 29.633
€ 30.862
€ 28.770
€ 2.092
€ 29.633
personeel
€ 25.762
€ 24.730
€ 1.032
€ 26.062
materieel
€ 4.720
€ 4.310
€ 410
€ 4.490
€ 30.482
€ 29.040
€ 1.442
€ 30.552
€ 380
-€ 270
€ 650
-€ 919
Lasten
Resultaat
Tabel 12 Vereenvoudigd Exploitatieoverzicht
Het leeuwendeel van het private resultaat is afkomstig van de boekwinst op de verkoop van het private eigendom Postpad 1 in Oosterbeek. De volledige boekwinst is geherinvesteerd in de verbouwing en uitbreiding van de Paasbergschool. Dat is gebeurd in overeenstemming met afspraken met het toenmalige bestuur van deze school. De geherinvesteerde waarde is conform voorschrift (standpunt Deloitte) verplicht geactiveerd. Dat komt de transparantie over de resultaten van de reguliere bedrijfsvoering niet overal direct ten goede. Zie verder. 2.1
Balans
Tabel 13 bevat een vereenvoudigde opstelling van de balans. De verschillende balansposten worden op de volgende pagina’s nader toegelicht.
Gecomprimeerde balans per 31 december (x 1.000) 31-12-2011 31-12-2010
31-12-2011 31-12-2010
vaste activa materieel
€ 2.328
€ 2.240
eigen vermogen publiek
€ 1.479
€ 1.653
vaste activa financieel
€1
€1
eigen vermogen privaat
€ 1.069
€ 514
vorderingen
€ 1.403
€ 1.677
voorzieningen
liquide middelen
€ 2.146
€ 1.797
balanstotaal
€ 5.878
€ 5.715
€ 514
€ 604
schulden
€ 2.816
€ 2.944
balanstotaal
€ 5.878
€ 5.715
Tabel 13 Gecomprimeerde balans
Opmerkingen bij de passiva Het eigen vermogen van de stichting betreft een publiek deel (gevormd uit overheidsmiddelen) en een privaat deel (gevormd uit overige, dus niet-publieke middelen). Het exploitatieresultaat 2011 is per ultimo middels mutaties verwerkt in de reserves die zijn opgenomen onder het eigen vermogen publiek en in het eigen vermogen privaat. Zie verder ook grafiek 7. 19
Voor het publieke eigen vermogen geldt, dat de aanwending dient te geschieden in het kader van de doelen waarvoor de publieke bekostiging is ontvangen. Binnen die beperking kan het vermogen worden aangewend voor zover het uitgaven betreft die de begrote dekking uit inkomsten en voorzieningen overstijgen (exploitatietekorten). Er wordt binnen het vermogen een onderscheid gemaakt tussen algemene reserves en bestemmingsreserves. Bij de algemene reserve is er geen oormerking. Bij bestemmingsreserves is wel sprake van enig oormerk en is de besteding in principe gekoppeld aan toekomstige lasten met de beoogde bestemming. Bij het private vermogen is de besteding “volledig vrij”. De besteding staat dus los van publieke bekostigingsdoelen. Binnen de algemene reserve van het publiek vermogen is een component aan te wijzen die betrekking heeft op de “overschotten” van bedragen die naar de scholen en diensten zijn overgemaakt voor de dekking van materiële lasten voor de lopende exploitatie (de zogenaamde Schoolbudgetten). Dit betreft de reservecomponent materieel. Zoals in grafiek 7 inzichtelijk wordt gemaakt, betreft een deel van het exploitatietekort op de reguliere bedrijfsvoering de besteding materieel ten laste van de schoolbudgetten. Dit leidt tot een onttrekking van € 27 duizend aan de component materieel. Het overige deel van het resultaat van de reguliere exploitatie is ten laste gebracht van de algemene reserve. Een deel van het private vermogen heeft betrekking op het solidariteitsproject in Kenya. Het gaat om een bedrag van € 64 duizend. Het private resultaat van het Kenya-project in 2011 bedraagt € 9 duizend. Nota bene: Op de website www.deltascholen.org zijn (naast algemene informatie) de jaarverslagen van het solidariteitsproject opgenomen onder de tabs algemeen/projecten/kenya/fondsen/jaarverslagen. Van het private vermogen heeft € 109 duizend betrekking op ontvangen ouderbijdragen en andere private middelen op de scholen. Deze middelen worden op schoolniveau besteed en hebben (in ieder geval voor zover het de ouderbijdragen betreft) deels een zeker oormerk. Het private resultaat op deze component betrof in 2011 € 24 duizend. Aan de private reserve is in 2011 verder de hiervoor genoemde geherinvesteerde waarde van de boekwinst die bij de verkoop van een privaat eigendom is gerealiseerd. Het betreft een bedrag van € 522 duizend. Op deze waarde zal vanaf 2012 voor de komende 25 jaar worden afgeschreven. Deze afschrijvingen zullen ten laste worden gebracht van de reserve privaat. Een deel van de reserve privaat zal worden aangemerkt als een private bestemmingsreserve afschrijvingen, gekoppeld aan deze geactiveerde waarde.
Grafiek 7
In de jaarrekening staat voor een bedrag van € 514 aan voorzieningen opgenomen. Het gaat om posten voor spaarverlof (“echte” verplichtingen) en om jubileumgratificaties (uitgestelde beloningen, die uit de reguliere exploitatie moeten worden opgebracht en die -niet geheel consequent- anders moeten worden behandeld dan bijvoorbeeld BAPO-verplichtingen). Aan deze voorzieningen wordt conform voorschriften gedoteerd en onttrokken. In 2011 was er sprake van een onttrekking van € 84 duizend en een vrijval van € 6 duizend. De hoogte van de post schulden is € 128 duizend lager dan in 2010. De schulden zijn niet rentedragend. De totale post schulden bestaat uit “gewone” handelscrediteuren en diverse kleinere schulden (met € 244 toegenomen), belastingen, premies en pensioenen (€ 126 duizend minder), in het verslagjaar opgebouwde verplichtingen vakantiegeld die in 2012 tot uitkering komen (€ 30 duizend minder) en overige overlopende posten, waaronder met name vooruit ontvangen subsidies (€ 216 duizend minder). Voor een belangrijk 20
deel staan er tegenover deze schulden ook vorderingen (€ 274 duizend minder). Tegenover de opgebouwde verplichtingen vakantiegeld staan geen activa. De benodigde middelen daarvoor worden pas in 2012 ontvangen. Opmerkingen bij de activa De materiële vaste activa bestaan uit gebouwen en terreinen en uit investeringen in leermiddelen. De toename van deze balanspost met € 88 duizend houdt met name verband de verplichte activering van de geherinvesteerde waarde van de boekwinst van de verkoop van een eigendom. De geactiveerde omvang van leermiddelen, inventaris en apparatuur neemt af. Dat is het effect van de investeringsbeperkingen in 2010 en 2011. De vaste activa financieel betreffen waarborgsommen voor postbussen. De vorderingen betreffen met name vorderingen op het ministerie van OCW en andere overheden. De liquide middelen zijn met € 349 duizend voor het eerst sinds 2008 weer toegenomen. Dit is voornamelijk het effect van terughoudende investeringen. Het totale geactiveerde investeringsbedrag voor leermiddelen, inventaris en apparatuur was in 2011 € 136 duizend (in 2010 € 688 duizend). De corresponderende afschrijvingsbedragen bedroegen € 511 duizend. Financiële kengetallen In tabel 14a zijn financiële kengetallen opgenomen. De opname van deze kengetallen en de gehanteerde normen zijn in overeenstemming met de normen uit het financieel beoordelingskader van de Commissie Don. De waarden van deze kengetallen blijven bij Delta binnen de waarden van het beoordelingskader. Gekoppeld aan het risicoprofiel (zie paragraaf 1.15) en de te hanteren budgetdiscipline met ook voor 2012 weer enige taakstellende bezuinigingen (zie paragraaf 4) leveren de kengetallen geen zorgelijk beeld van de organisatie op. Van een “rijke uitstraling” is echter bepaald geen sprake. De kengetallen worden overigens dit jaar beïnvloed door het private resultaat (door bijzondere baten wegens de opbrengst bij de verkoop van een eigendom en de verplichte activering van de met de opbrengst gedane uitgaven). De transactie en de verwerking daarvan in de jaarrekening hogen zowel de baten als de activa op. Die zijn (behalve bij het kengetal liquiditeit) voor de bepaling van de kengetallen van invloed.
Financiële kengetallen 31-12-2011 solvabiliteit eigen vermogen als % van het balanstotaal idem op basis van eigen vermogen inclusief voorzieningen liquiditeit vorderingen plus liquide middelen als % van schulden kapitalisatiefactor actiefzijde balans als % van de totale baten rentabiliteit exploitatieresultaat als % van de totale baten
2011
2010
43,3% 52,1%
37,9% 48,5%
signaleringsgrenzen (conform advies Don) >= 20% >= 20%
126,0% 118,0%
>= 50% / <= 150%
19,0%
19,2%
<=35%
1,2%
-3,1%
>=0% / <= 5%
Tabel 14a Financiële kengetallen
De kapitalisatiefactor wordt in een drietal kengetallen uitgesplitst, om een betere indicatie te krijgen van de middelen die (nog) niet voor het onderwijsproces zijn ingezet. Deze drie kengetallen zijn in tabel 14b opgenomen. Alleen voor het kengetal financiële buffer wordt een signaleringsgrens (als “toelaatbaar” maximum) aangegeven. Delta blijft daar ruim onder.
Specificatie Kapitalisatiefactor 31-12-2011 2011
2010
signaleringsgrenzen
10%
8%
nvt
9%
10%
nvt
0%
1%
<= 5%
financieringsfunctie (voor herinvestering vaste activa) 50% cumulatieve aanschafwaarde activa / totale baten transactiefunctie (om kortlopende schulden te voldoen) kortlopende schulden / totale baten financiële buffer (om risico's op te vangen) kapitalisatiefactor - financieringsfunctie - transactiefunctie
Tabel 14b Specificatie kapitalisatiefactor 21
Ten aanzien van het kengetal financieringsfunctie dient nog te worden opgemerkt, dat het kengetal uitgaat van de noodzaak tot herinvestering van vaste activa. De hierboven genoemde uitgaven die met de boekwinst van de verkoop van een eigendom zijn gedaan, zijn geactiveerd, maar het is uitgesloten dat er in deze actiefpost (gezien de aard en de reden van ontstaan) ooit zal worden geherinvesteerd. 2.2
Exploitatie
Zoals aan het begin van dit hoofdstuk al opgemerkt, is er door onbegrote buitengewone lasten sprake van een positief exploitatieresultaat. Het resultaat van de reguliere exploitatie is gunstiger dan begroot. Dat wordt met name veroorzaakt door lager uitvallende afschrijvingslasten. Van een herberekening van de balanspositie vaste activa in verband met gewijzigde afschrijvingspercentages was ultimo 2010 een inschatting gemaakt. De exacte berekening van de balanswaarde vond in het voorjaar 2011 plaats. Dat heeft nog geleid tot een (beperkte) bijstelling naar beneden van € 27 duizend. Deze bijstelling is in de afschrijvingslasten 2011 verwerkt. Alle lasten van Delta hebben in essentie betrekking op één van de categorieën personeel of materieel. Aan de inkomstenkant is er sprake van lumpsum (in principe ongedeeld). De verhouding tussen deze twee categorieën als percentage van de totale uitgaven is in 2011 85% personeel en 15% materieel. Deze verhoudingsgetallen zijn door de jaren heen vrijwel ongewijzigd, maar het gaat om afgeronde percentages. Er is in 2011 in ieder geval sprake van een verschuiving ten opzichte van vorige jaren. De totale lasten zijn € 100 duizend lager dan in 2010, maar het aandeel materieel daarvan is € 200 duizend hoger.
Grafiek 8
Personeelslasten voor vervanging worden volledig vergoed door het Vervangingsfonds en blijven hier verder buiten beschouwing. Het betreft in 2011 een bedrag van € 1.382 duizend van het Vervangingsfonds en € 243 duizend van het Risicofonds. Nb: Dit bedrag is ongeveer € 440 duizend hoger dan in 2010. Dat correspondeert met het gesignaleerde hoger ziekteverzuim (zie ook paragraaf 1.10, tabel 9). De materiële lasten zijn in grafiek 9 verder uitgesplitst. Er is ten opzichte van vorig jaar met name een toename van de overige instellingslasten.
Grafiek 9
In tabel 15a zijn de afwijkingen opgenomen tussen de gerealiseerde baten en lasten ten opzichte van de begrotingbegroting. Nb: De aan DUO aan te leveren jaarrekening (zie verder het cijfermatige deel van deze jaarrekening) ordent sommige posten anders. Een aantal posten wordt daar ook niet expliciet benoemd. Er is hier verder van afgezien om op detailniveau een exacte aansluiting te krijgen tussen de opstelling zoals 22
die in de Stichtingsbegroting is opgenomen en het DUO-model van de jaarrekening. Het cijfer achter elke regel in tabel 15a verwijst naar de opstelling in tabel 15b.
Afwijkingen begroting 2011 naar begrotingspost (bedragen x 1.000) Extra Baten (buiten begroting)
€
2.092
subsidies overheden
€
945
1)
subsidies derden
€
249
1)
grensverkeer
€
132
1)
overige baten personeel
€
196
1)
privaat resultaat
€
555
1)
rente
€
15
1)
Extra Lasten (buiten begroting)
€
1.442
abb aanbestedingen
€
60
4)
diversen
€
4
7)
afschrijvingen
€
146-
2)
correctie vaste activa
€
27
6)
gebouwen
€
197
6)
ict
€
171
7)
monitoring
€
25
4)
overig
€
72
7)
formatieve inzet subsidies
€
391
3)
scholing ten laste subsidies
€
276
5)
grensverkeer
€
336
7)
diversen personeel
€
29
7)
diverse exploitatielasten
personeel
Begroot tekort
€
270-
Differentieel resultaat
€
650
Exploitatieresultaat
€
380
Tabel 15a Afwijkingen van de begroting naar begrotingspost
Afwijkingen begroting 2011 (bedragen x 1.000) 1)
Hogere baten
€
2)
Onderbesteding afschrijvingen
€
146-
3)
Personele inzet subsidies
€
391
4)
Delta kwaliteitsbeleid
€
85
5)
Inzet subsidies
€
276
6)
Opgetreden risico's niet begroot
€
224
7)
Diversen
€
612
€
1.442
€
650
Differentieel resultaat
2.092
Tabel 15b Afwijkingen van de begroting naar oorzaak 23
Baten Lopende het exploitatiejaar zijn er (traditioneel) veel meer baten ontvangen dan begroot. Er blijken steeds weer nieuwe subsidiebronnen aangeboord te (kunnen) worden. Deels is er ook sprake geweest van compensaties (prijsaanpassingen). Deze extra-baten zijn amper te begroten (onder meer, omdat de mate van compensaties op voorhand volstrekt onbekend is). Tegenover de extra-baten staan onvermijdelijk ook hogere lasten. Zie de tabellen 15a en 15b. Administratie, Bestuur en beheer (abb) Binnen deze kostencategorie zijn met name overschrijdingen gerealiseerd in verband met de kosten voor Europese aanbesteding. Deze posten zijn in de begroting 2012 explicieter begroot. Diverse exploitatielasten Door de wijzigingen in de investeringsintensiteit en de aanpassing van de afschrijvingssystematiek daarop, vallen de afschrijvingen lager uit dan begroot. In de begroting 2012 is daar rekening mee gehouden. Evenals vorig jaar zijn de lasten voor de exploitatie van gebouwen hoger. De overschrijding wordt met name veroorzaakt door een afrekentraject met de gemeente inzake de exploitatie brede scholen en samenwoonscholen. Het betreft de jaren 2008 tot en met 2010. Het afrekentraject was voor 2011 wel als risico benoemd (maar niet begroot). Nota bene: Met de aanbesteding schoonmaak in 2010 is een inverdieneffect gerealiseerd, maar dat inverdieneffect komt de scholen weer ten goede door (uitbreiding van) verstrekking van sanitaire producten. Dit gebeurt overigens conform begroting. De kosten ict maken onderdeel uit van de overige instellingslasten. In het DUO-model maken de kosten voor ict deel uit van een container-post onder overige lasten. De stichtingsbegroting beoogt de kosten ict transparanter te maken. Het lijkt er nu echter op, dat ook ict meer en meer het karakter krijgt van een containerpost. Personele lasten Jaarlijks is er ten aanzien van het personeel aan zowel de baten- als aan de lastenkant sprake van substantiële afwijkingen van de begroting. Personele lasten blijken in de praktijk moeilijk in de juiste omvang te begroten te zijn. Dat hangt grotendeels samen met lopende het jaar ontvangen aanvullende subsidies. Daar staan dan ook extra-uitgaven tegenover. De scholings- en begeleidingsuitgaven maken ruim 4% deel uit van de personele lasten. 2.3
Samenvatting: Gang van zaken gedurende het verslagjaar
In de jaarrekening 2010 wezen wij al op de bevindingen van het rapport Reguliere actualisatie materiële instandhouding 2005-2010 (uitgebracht door het Instituut voor Onderzoek van Overheidsuitgaven). Het rapport ademt niet direct de sfeer uit, dat met substantiële prijscompensaties voor de materiële bekostiging in de directe toekomst rekening kan worden gehouden. Ook in een relatief “goed” jaar voor Delta wordt met de realisatie van de diverse exploitatielasten de druk steeds meer voelbaar, dat baten en lasten uit balans raken, zonder dat er aantoonbaar “rare” uitgaven zijn aan te wijzen. Het onderhoudsniveau gebouwen en het investeringsniveau leermiddelen en meubilair waren in 2011 zelfs aan de schrale kant. De personele inzet wordt strak gemonitord. De formatieve inzet is niet conform het Besluit Bekostiging te realiseren. De voorlopige conclusies ten aanzien van het verslagjaar zijn in de begroting 2012 verwerkt. Zie paragraaf 4. 3
Treasuryverslag
Delta voert het beleid, dat wordt voldaan aan de voor het onderwijs geldende voorschriften voor beleggen en belenen. Sinds een aantal jaren neemt Delta deel aan het product Schatkistbankieren (Ministerie van Financiën). De rentebaten zijn slecht te noemen, maar Schatkistbankieren biedt maximale zekerheid voor de tegoeden en de mogelijkheid tot een debetstand (van € 8.000 duizend) tegen gunstige voorwaarden. De financiële baten op stichtingsniveau bedragen over het verslagjaar € 20 duizend (€ 11 duizend hoger dan in 2010). De financiële baten van de verschillende schoolrekeningen zijn verwerkt in het exploitatiesaldo van de schoolrekeningen (en derhalve indirect ook in de jaarrekening). Er worden geen sommen belegd of beleend. 4
Begroting 2012
De afgelopen twee jaar hebben sterk in het teken gestaan van krimp in de financiële bestedingsruimte. Enerzijds werd de rijksbekostiging op een aantal punten substantieel beperkt en anderzijds zijn kostenstijgingen onvoldoende in de rijksbekostiging gecompenseerd. Om die redenen moest in de begroting van 2011 “de handrem worden aangetrokken” en heeft de beschikbaarheid van middelen in de onderwijskundige bedrijfsvoering een (te) sterke nadruk gekregen (beleid volgde het geld). In het Beleidsplan 2012-2016 zal de balans tussen onderwijskundig beleid en financieel beleid in meerjarig perspectief meer in evenwicht worden gebracht.
24
Het investeringsniveau was in 2011 om begrotingsredenen op een laag niveau gehouden. Het is niet verantwoord, om dat lage niveau te blijven handhaven. Het Integraal Investeringsbudget (IIB) wordt om die reden in de begroting 2012 verdubbeld. Het investeringsniveau komt daarmee overigens slechts op ongeveer 50% van het (in vergelijking hoge) niveau zoals dat in de jaren vóór 2011 binnen Delta gebruikelijk was. Ook in de sfeer van onderhoud gebouwen kan het in 2011 laag aangehouden budget niet worden gecontinueerd. De ophoging van het budget is ten opzichte van 2011 weliswaar substantieel, maar voor adequaat onderhoud bepaald nog aan de magere kant. Voor de begroting 2012 moet er rekening mee worden houden, dat met de bekostiging van vandaag de organisatie van gisteren niet ongewijzigd in stand kan worden gehouden. De staande organisatie legt een zo groot beslag op de beschikbare middelen, dat er vrijwel geen sprake is van vrije beleidsruimte. Er zal zelfs eerst nog financiële ruimte gecreëerd moeten worden om een sluitende begroting te realiseren, gebaseerd op de oude keuzes (grotendeels vastgelegd in verplichtingen). Los van de opgehoogde budgetten voor onderhoud en investeringen is er in de begroting 2012 geen ruimte voor nieuw beleid.
Begroting 2012 ( x€ 1.000) Baten I
II
Exploitatiesubsidies A Vergoedingen personele lasten Compensaties en groei B Vergoeding materiële instandhouding Vergoeding materiële instandhouding SWV Overige baten
€ 25.020 € 350 € 3.691 € 33 € 120 € 29.214
Lasten I
II
III
Materiële lasten bestuur en beheer A Algemene lasten B Administratie, beheer en bestuur C Exploitatie Bestuursbureau Diverse exploitatielasten A Gebouwen B Overige uitgaven op stichtingsniveau C Afschrijvingen Personele lasten A Loonkosten B Scholing en begeleiding C Diversen personeelsbeleid
€ 20 € 395 € 40
€ 2.060 € 1.466 € 560
€ 23.893 € 400 € 380 € 29.214
Resultaat
€0
Tabel 10 Overzicht begroting 2012
In 2011 werd al een forse bezuiniging gerealiseerd in de personele inzet. De insteek was (en is), dat de begroting in 2012 daardoor weer sluitend kon worden gemaakt. Een deel van de personele besparingen wordt echter teniet gedaan door de stijging van de personele lasten. Zo stijgen allerlei premies (WGA, ABP en vervangingsfonds/Risicofonds) en ook de jaarlijkse ronde van periodieken verhogen de werkgeverslasten veel meer dan verwacht. Lastenstijgingen worden jaarlijks (over een schooljaar achteraf) gecompenseerd. Het valt echter niet te begroten, in welke omvang de compensatie exact plaatsvindt. De compensatie over het schooljaar 2010-2011 is onvoldoende gebleken. Naast de autonome loonkostenstijgingen werkt ook de (weliswaar beperkte) groei van de organisatie lastenverhogend. De nieuwe groeiregeling vertaalt groei niet direct en ook niet in de noodzakelijke omvang in uitbreiding van middelen. Voor groei en compensaties is in deze begroting indicatief in de inkomstenkant al wel gerekend met een (realistisch geacht) extra budget van € 350 duizend. 25
De lastenstijgingen en de verruiming van de budgetten voor investeringen en onderhoud maken grote budgetdiscipline noodzakelijk. Voor een deel zijn door Europese aanbesteding bepaalde lasten substantieel verlaagd. De besteding van de vrijgevallen middelen zijn (vrijwel onzichtbaar) in de begroting verwerkt. Tegenover de besparingen staan soms ook weer extra uitgaven. Het gaat dan niet alleen om kosten die te maken hebben met het proces van Europese aanbesteding zelf en de kosten voor veel ingewikkelder contractbeheer (in deze begroting nu expliciet begroot), maar ook om herbestemmingen. Zo zijn de besparingen voor schoonmaak deels naar de scholen teruggesluisd in de vorm van de levering van sanitaire producten (en ontlasten daarmee het schoolbudget). De verlaging van de kosten voor het administratiekantoor gaat gepaard met een uitbreiding van kosten in de personele sfeer. Het is onvermijdelijk om ook in 2012 taakstellend in te grijpen in de personele uitgaven. De noodzakelijk geachte omvang van deze ingreep bedraagt € 220 duizend. Dit bedrag komt boven op het met € 100 duizend naar beneden bijgestelde scholingsbudget. De ingreep in het scholingsbudget is verantwoord, omdat in deze begroting nog geen rekening is gehouden met de door het Kabinet aangekondigde uitbreiding van nieuwe scholingsmiddelen in het kader van de Prestatiebox. Die extra-middelen zullen het mogelijk maken, om lopende het jaar het scholingsbudget nog (aanzienlijk) te vergroten. Voor het lopende schooljaar zijn ten laste van het scholingsbudget al verplichtingen aangegaan (circa € 250 duizend). Over de besteding van het nog vrije deel van het scholingsbudget zullen nog goede afspraken moeten worden gemaakt. De concrete invulling van de taakstellende bezuiniging van € 220 duizend zal onderwerp van overleg zijn met de directeuren. 5
Toekomstige ontwikkelingen
In 2011 is het beleidsplan voor de periode 2012-2016 ontwikkeld. Het Beleidsplan focust vanuit het bestaande kwaliteitskader op de TOP: Talentontwikkeling, Opbrengstgericht werken en werk maken van de Pedagogische opdracht (op de domeinen klimaat, identiteit en solidariteit). Het bestaande beleidskader is beschreven in het Beleidsplan 2008-2011. De indicatoren uit het Beleidsplan 2008-2011 vormen ook voor de komende planperiode de actuele kaders voor de integrale bedrijfsvoering. Ze liggen ten grondslag aan ons eigen monitoringsinstrument, de Deltadesk. De Deltadesk wordt gebruikt als instrument binnen het kwaliteitssyteem (PDSA), om op verschillende niveaus van de organisatie met elkaar in gesprek te gaan, om te sturen en om bij te sturen. Met de Deltadesk loopt Delta voor op de ontwikkeling van Vensters voor Verantwoording voor het primair onderwijs. In het nieuwe beleidsplan wordt de focus op twee beleidslijnen aangegeven: • De verdere vergroting van de kwaliteit van het personeel door gerichte scholing en goede toepassing van een systeem van HRM. • De verdere vergroting van de kwaliteit van de organisatie (door meer in te zetten op doelmatigheid en efficiëntie). Daarbij zal een antwoord moeten komen op de toenemende verschraling van de bekostiging in relatie tot de traditionele inrichting van het onderwijs. We denken het antwoord te moeten zoeken in herontwerp van het onderwijsproces. Het Beleidsplan 2012-2016 heeft als motto: Ruimte creëren, ruimte benutten. Aan het plan ligt ten grondslag, dat met de bekostiging van vandaag de organisatie van gisteren in ieder geval niet in stand kan worden gehouden. Het beleidsplan is niet gebaseerd op de twijfel of er wel goede dingen gebeuren, maar op de overtuiging dat de efficiëntere inrichting van het onderwijs ruimte kan geven aan noodzakelijke onderwijsinnovatie. Het belang van onderwijsinnovatie hangt sterk samen met de vraag, of de traditionele inrichting van het onderwijs voldoende recht doet aan de ontwikkeling van de hedendaagse leerling en ook tegemoet kan blijven komen aan de eisen die de maatschappij aan het onderwijs stelt. Te denken is bijvoorbeeld aan het aanstaande traject van passend onderwijs. Door de feitelijk krimpende financiële mogelijkheden zullen de effecten van steeds andere (zwaardere) eisen een traditioneel ingericht primair 1 proces steeds meer onder druk zetten. Uiteindelijk zal dat ten koste gaan van de kwaliteit . De uitwerking van de beleidslijnen zal planmatig gebeuren via projectgroepen. De projectgroepen maken op de onderscheiden thema’s actieplannen. Het College van Bestuur zorgt voor inhoudelijke ondersteuning, monitoring van de projectgroepen en de uitrol in de organisatie. In de begroting van 2012 is nog geen rekening gehouden met de inzet van extra-middelen voor realisatie van het beleidsplan. Deze middelen komen nu beschikbaar via de prestatiebox. Drs R.A.Beekhuizen (voorzitter college van Bestuur)
4 mei 2012
1
Zie ook de Coachingskalender 2012 bij 29 maart:”Definitie van niet-leren: hetzelfde blijven doen maar andere resultaten verwachten”. 26