VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT 2012 Inleiding De organisatiestructuur van Delta kent twee afzonderlijke bestuursorganen: het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. De verhoudingen tussen het College van Bestuur en de Raad van Toezicht alsmede hun taken en hun bevoegdheden zijn deels statutair bepaald en deels vastgelegd in de Documenten betreffende de Bestuurs- en Managementstructuur. Deze documenten bestaan onder meer uit het Bestuursreglement en het Reglement Raad van Toezicht. De documenten zijn te raadplegen op de website www.deltascholen.org. De samenstelling van de Raad van Toezicht is in het Jaarverslag 2012 opgenomen in het Bestuursverslag, paragraaf 1.6. In dit onderdeel van het Jaarverslag 2012 geeft de Raad van Toezicht informatie over de uitoefening van de bij de Raad belegde taken en bevoegdheden. Werkwijze De Raad van toezicht vergaderde in 2012 vijf keer. Tijdens de vergaderingen werd naast de uitoefening van bijzondere taken en bevoegdheden (zie verder) de algemene gang van zaken met het College van Bestuur besproken. De Raad van Toezicht heeft kennis genomen van het door het College van Bestuur opgestelde jaarverslag en de jaarrekening over 2011. Beide stukken zijn met het College van Bestuur en de externe accountant (Deloitte) in de vergadering van 4 juni 2012 besproken. Na kennis genomen te hebben van het Accountantsverslag bij de jaarrekening en de goedkeurende verklaring heeft de Raad van Toezicht de jaarrekening goedgekeurd. Tijdens die vergadering vond tevens de benoeming van Deloitte voor de controle 2012 plaats. De Raad van Toezicht voert jaarlijks met de afzonderlijke leden van het College van Bestuur een evaluatiegesprek en legt dit vast in een gespreksverslag. De Raad van Toezicht evalueert jaarlijks het eigen functioneren en legt dit vast in een evaluatieverslag. In het kader van de horizontale dialoog voert de Raad van Toezicht jaarlijks gesprekken met de GMR (thematisch) en met een delegatie van directeuren. De Raad van Toezicht bezoekt jaarlijks een aantal van de scholen. Specifieke taken en bevoegdheden De Raad van Toezicht oefent specifieke taken en bevoegdheden uit. Ten aanzien van deze specifieke taken en bevoegdheden kan een driedeling worden aangebracht: A B C
Zaken die de Raad van Toezicht betreffen Zaken die het College van Bestuur betreffen Overige specifieke zaken die de goedkeuring van de Raad van Toezicht behoeven
De specifieke taken en bevoegdheden in het onderstaande schema zijn ontleend aan de Statuten en het Reglement Raad van Toezicht. De opsomming is limitatief. datum
opmerkingen
E. Verbiest M. Harrigan W. Rupert
Zaken betreffende de Raad van Toezicht 1
vaststelling of wijziging Reglement Raad van Toezicht
2
benoeming leden Raad van Toezicht
01-08-2012 01-12-2012
herbenoeming leden Raad van Toezicht
01-08-2012 01-08-2012 01-08-2012
aftreden leden Raad van Toezicht 3
taakverdeling binnen de Raad van Toezicht
4
vergaderrooster Raad van Toezicht
5
schorsing leden Raad van Toezicht
6
ontslag leden Raad van Toezicht
7
rooster van aftreden Raad van Toezicht
8
a voorzien in vacatures leden Raad van Toezicht
8
b Profielbepaling Raad van Toezicht
9
eigen evaluatieverslag (opgenomen in jaarrekening)
nvt
01-10-2012
M. Jaski W. Bruins nvt vastgesteld nvt nvt
13-02-2012
vastgesteld
02-04-2012
informatie
04-06-2012
vastgesteld
nvt
4
datum
opmerkingen
Zaken betreffende het College van Bestuur 10
vaststelling of wijziging Bestuursreglement
11
taakverdeling leden College van Bestuur
nvt nvt
12
benoeming
mvt
13
schorsing
nvt
14
ontslag
mvt
15
arbeidsvoorwaarden, aanvulling of wijziging
16
voorzien in vacatures leden College van Bestuur
-
nvt
datum
opmerkingen
nvt
Overige specifieke zaken 17
vaststellen of wijziging statuten
nvt
18
fusie/splitsing/omzetting
nvt
19
ontbinding van de Stichting
nvt
20
ingrijpende organisatieverandering
nvt
21
aangaan van samenwerkingsovereenkomsten (die een aangegeven limiet -belang, waarde of tijdsduur- overtreffen)
nvt
22
de limiet, bedoeld onder 21
nvt
23
aanvraag surseance van betaling
nvt
24
beleidsplannen *
meerjaren beleidsplan (2012-2016)
*
Jaarevaluatie beleidsplan
*
bestuursformatieplan
*
zorgplan/Jaarverslag Samenwerkingsverband
02-04-2012
goedkeuring
02-04-2012
goedkeuring goedkeuring
nvt informatie
25
begroting
26
benoeming accountant (principebesluit voor 3 jaar)
10-12-2012 05-10-2009
benoeming Deloitte voor 2012
04-06-2012
besluit
04-06-2012
goedkeuring
besluit
27
jaarrekening en -verslag 2011
28
rechtshandelingen/ uitgaven boven € 250.000 buiten begroting
nvt
29
verwerpen van schenkingen/erfstellingen/legaten met last of voorwaarde
nvt
Competentieprofielen leden Raad van Toezicht De Raad van Toezicht hanteert naast een algemeen competentieprofiel vijf specifieke profielen: een bestuurlijk profiel, een juridisch profiel, een onderwijskundig/wetenschappelijk profiel, een p&o-profiel en een financieel/bedrijfseconomisch profiel. De GMR heeft ten aanzien van de vaststelling van deze functieprofielen op 11 april 2011 positief geadviseerd. Er is tevens door de GMR gebruik gemaakt van het recht van bindende voordracht. Het betrof een lid met een algemeen profiel. Ultimo 2011 bestond er een vacature voor een algemeen profiel. Oordeel 2012 Raad van Toezicht: In 2012 zijn de volgende doelen gesteld: • opvolgen van de ontwikkelingsplannen van de leden van het College van Bestuur en hen hierbij ondersteuning bieden; • review van het nieuwe beleidsplan met aandacht voor focus en prioritisering; • versterking van het contact met de organisatie middels een gesprek Raad van Toezicht en een vertegenwoordiging van directeuren; • versterking van het onderwijskundige profiel binnen Raad van Toezicht. College van Bestuur: In 2012 zijn de volgende doelen gesteld: • versterking van de zichtbaarheid in de organisatie en daardoor ook versterking van het onderwijskundig leiderschap; • prioritisering van beleidsdoelstellingen met de focus op onderwijsverbetering; • doorvoeren van bezuinigingen zodat de organisatie in 2012 break-even kan opereren; 5
•
verbetering van de financiële verslaglegging (door aanbesteding administratieve diensten en de verdere optimalisering van interne procedures binnen Delta).
De Raad van Toezicht is van mening dat alle bovengenoemde doelstellingen behaald zijn. Doelen 2013 Raad van Toezicht: • opvolgen van de ontwikkelingsplannen van de leden van het College van Bestuur en hen hierbij ondersteuning bieden; • opvolging van het nieuwe beleidsplan met aandacht voor concretisering van het beleid; • versterking van Raad van Toezicht met minimaal twee nieuwe leden. • Versterking van de herkenbaarheid bij de stakeholders College van Bestuur: • ontwikkelen van meerjarige kostendekkende begroting en omzetten van bezuinigingen; • uitvoering geven aan Beleidsplan; • zichtbaarheid naar organisatie handhaven; • zoeken van geschikte kandidaten voor Raad van Toezicht met nadruk op toezicht houdende ervaring; • onderwijskundige veranderingen “handen en voeten” geven in overleg met school met directeuren (bijvijvoorbeeld flexibilisering van werken met groepen gebruik van onderwijsassistenten). Tenslotte Tot slot spreekt de Raad van Toezicht zijn waardering uit voor de in 2012 getoonde inzet van het College van Bestuur en de medewerkers van Delta. Dr. B. Thoonen (voorzitter Raad van Toezicht)
16 mei 2013
6
BESTUURSVERSLAG 2012 1
ALGEMENE INSTELLINGSGEGEVENS
1.1
Inleiding
Het bestuursverslag maakt met de jaarrekening integraal deel uit van het Jaarverslag 2012. Het Jaarverslag heeft betrekking op de activiteiten van Delta, Stichting voor Katholiek en Protestants Christelijk Primair Onderwijs (verder te noemen Delta) over het kalenderjaar 2012. Het bestuursverslag is opgesteld door het College van Bestuur van Delta en de jaarrekening door Dyade Dienstverlening Onderwijs (Ede). De jaarrekening is gecontroleerd door accountantskantoor Deloitte Accountants bv te Arnhem. De controleopdracht voor 2012 is verleend op grond van het besluit van de Raad van Toezicht van 4 juni 2012. Aan dit besluit ligt het principebesluit van 5 oktober 2009 ten grondslag voor de 3-jarige benoeming van de accountant. In 2013 zal opnieuw besloten worden tot meerjarige benoeming van een accountant. 1.2
Verantwoording
Het Jaarverslag heeft een tweeledig doel: 1 Het College van Bestuur legt met het Jaarverslag verantwoording af over de bedrijfsvoering aan de Minister, aan de Raad van Toezicht en (via de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en de website www.deltascholen.org) aan belanghebbenden van de organisatie (in ieder geval de ouders en het personeel). 2 In het jaarverslag wordt tevens door College van Bestuur en Raad van toezicht verantwoording afgelegd over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de interne verantwoording en het interne toezicht. 1.3
Kernactiviteiten
De kernactiviteiten van Delta zijn verwoord in de Statuten (laatste versie: 28 juli 2004), artikel 2 en 3. Ze betreffen het bevorderen van het primair onderwijs en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk is. Het onderwijs wordt gegeven vanuit de katholieke of de protestants-christelijke grondslag. Om de taken te realiseren worden (meer specifiek) scholen van beide signaturen in stand gehouden of opgericht en contacten onderhouden met andere organisaties die een gelijksoortig doel nastreven en (meer algemeen) overigens al datgene gedaan, dat tot het doel van de stichting kan bijdragen. Meer inhoudelijk geconcretiseerd richten de activiteiten zich op: • • • • •
maximale ontplooiingskansen binnen de mogelijkheden van ieder kind (door inrichten en in stand houden van een deugdelijke zorgstructuur) bewustwording van leerlingen van het belang van leren (door pedagogisch en didactisch handelen personeel) optimale ontwikkeling van kinderen als democratisch burger (door aandacht voor sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen en actief burgerschap als onderdeel van het curriculum) adequate leerresultaten op de scholen (door systematische analyse van opbrengsten en het opstellen van verbeterplannen) realisatie van optimale mogelijkheden van ontwikkeling van personeelsleden en een goede werkomgeving (door scholing en begeleiding van personeel en aandacht voor arbo-zaken)
In het kader van de kernactiviteiten exploiteert Delta op balansdatum concreet 26 scholen: 24 katholieke scholen (waaronder een school voor SBaO) en twee pc-scholen. De scholen liggen binnen de gemeentegrenzen van Arnhem (15), Rheden (4), Renkum (1), Berkelland (2) en Oost-Gelre (4). 1.4
Toegankelijkheid
Alle leerlingen zijn op scholen van Delta welkom mits de identiteit van de school wordt gerespecteerd. Delta streeft naar zoveel mogelijk inclusief onderwijs, zonder daarbij de eigen mogelijkheden te overschatten of de behoefte van de individuele leerling te onderschatten. Waar nodig vindt gemotiveerd de toeleiding naar speciaal (basis-) onderwijs plaats. 1.5
Juridische structuur
Delta is een stichting, opgericht in 1995. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder dossiernummer 41053000. Het administratienummer van de stichting is 40812. 1.6
Besturingsfilosofie, organisatiestructuur, taken en taakuitvoering
De besturingsfilosofie gaat uit van de grootschalige organisatie (op Delta-niveau) van institutionele zelfstandigheid (op de kleinere schaal van de afzonderlijke scholen). Daarmee wordt inhoud gegeven aan het principe van subsidiariteit. Delta onderschrijft en werkt conform de Code Goed Bestuur PO. 7
De organisatiestructuur van Delta kent twee afzonderlijke bestuursorganen: het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. De verhoudingen tussen het College van Bestuur en de Raad van Toezicht, hun taken en hun bevoegdheden zijn deels statutair bepaald en deels vastgelegd in de Documenten betreffende de Bestuurs- en Managementstructuur (01-08-2004). Deze documenten bestaan onder meer uit het Bestuursreglement en het Reglement Raad van Toezicht. De documenten zijn te raadplegen op de onder 1.2 genoemde website. De taken en bevoegdheden van de bestuursorganen doen recht aan het bepaalde in de Code Goed Bestuur PO, artikel 13 (Taken en bevoegdheden schoolbestuur) en artikel 20 (Taken en bevoegdheden intern toezichtsorgaan). De taakuitvoering van het College van Bestuur doet recht aan de artikelen 14, 18 en 19 van de Code Goede Bestuur PO. De taakuitvoering van de Raad van Toezicht doet recht aan de artikelen 21 tot en met 25 van de Code Goed Bestuur PO. De bemensing van de beide bestuursorganen per ultimo 2012 is in tabel 1 opgenomen .
College van Bestuur: Dhr Drs R.A.Beekhuizen (voorzitter) Dhr Drs L.W.M. Hilhorst Raad van Toezicht: Dhr Dr B.Thoonen (voorzitter) Mw Mr M.Harrigan Dhr Drs L.den Hoed RA Dhr Drs W.G.M.Rupert Mevr. Dr D.M.A.Sluijsmans Dhr Dr E.Verbiest Tabel 1
Personele bezetting Raad van Toezicht en College van Bestuur
De organisatiestructuur (zie organogram) is gericht op efficiënte en effectieve uitvoering van de organisatiedoelen. De uitvoering van de kernactiviteiten staat centraal. Het College van Bestuur heeft de dagelijkse leiding van de organisatie. Het college van Bestuur oefent op stichtingsniveau een beleidsvoerende taak uit en heeft in dat verband kaderstellende en richtinggevende bevoegdheden. Raad van Toezicht
College van Bestuur
GMR
Bestuursbureau
ICT-centrum / CLC
Zorgcentrum
Ouderforum
School School
MR
Organogram
Het College van Bestuur wordt op centraal niveau door de stafdienst Bestuursbureau en verder door externe aanbieders van diensten bijgestaan. Het betreft de taken die rechtstreeks verband houden met de verantwoordelijkheid voor het werkgeverschap, de bedrijfsvoering, kwaliteitszorg en algemene bestuurlijke taken. De stafdienst Bestuursbureau staat niet in lijn naar de scholen. De personele- en financiële administratie wordt verzorgd door Dyade Dienstverlening Onderwijs te Ede. 8
Op stichtingsniveau worden direct ten behoeve van de scholen werkzaamheden uitgevoerd door het Onderwijszorgcentrum. Het Onderwijszorgcentrum is een voorziening van het eigen samenwerkingsverband. Het is belast met de beleidsvoorbereiding en -uitvoering en de aansturing van de bovenschoolse onderwijszorg. De stafdienst staat niet in lijn naar de scholen (zie organogram). Het Onderwijszorgcentrum zal met de invoering van Passend Onderwijs (augustus 2015) als eigen dienst van Delta verdwijnen. De werkzaamheden van het ICT-centrum (met als taken beleidsvoorbereiding en -uitvoering en de aansturing van organisatorische en onderwijsinhoudelijke aspecten inzake de toepassing van ict en ictinnovatie op de scholen) zijn voor de inhoudelijke kant sinds 2011 grotendeels belegd bij het CLC. Het CLC is een samenwerkingsinitiatief tussen de schoolbesturen PO in Arnhem en de HAN. Het ICT-centrum vervult steeds meer een uitsluitend organisatorisch-coördinerende taak voor de scholen van Delta op het gebied van ICT en in de samenwerking tussen de scholen van Delta en het CLC. Op elke school is de directeur belast met de integrale leiding. De directeur is verantwoordelijk voor de schoolontwikkeling en voor de beleidsvoering op de school. Directeuren worden rechtstreeks aangestuurd door het College van Bestuur. Naast de directeur kunnen ook andere functionarissen op schoolniveau deel uitmaken van het managementteam. Sinds een aantal jaren worden de directeuren op schoolniveau administratief ondersteund. Onderzoek heeft aangetoond, dat de kwaliteit van de school in hoge mate wordt bepaald door de kwaliteit van de directeur. De verhoudingen tussen het College van Bestuur en de directeuren van scholen zijn vastgelegd in de Documenten betreffende de Bestuurs- en Managementstructuur (01-08-2004). Deze documenten bestaan onder meer uit het Managementstatuut, het Bestuursreglement en het Reglement op het Directeurenoverleg. De documenten zijn in 2012 geëvalueerd. De evaluatie is geen aanleiding geweest tot aanpassing. De verhoudingen met de medezeggenschapsorganen zijn vastgelegd in het Medezeggenschapsstatuut, het Reglement MR en het Reglement GMR). Deze documenten zijn te raadplegen op de onder 1.2 genoemde website. Horizontale dialoog en informatieverstrekking: verankering in de beleidscyclus De horizontale dialoog binnen Delta wordt gevoerd tussen het College van Bestuur, de Raad van Toezicht, de GMR en de directeuren (in vrijwel alle denkbare combinaties). De dialoog is grotendeels “opgehangen” aan de beleidscyclus en de daarop gebaseerde vergaderstructuur en -agenda. Jaarlijks wordt in december de begroting (ook in meerjarig perspectief) opgesteld. De begroting is onderwerp van formele bespreking met de directeuren, de Raad van Toezicht en de GMR. De begroting geeft de financiële ruimte aan waarbinnen de kernactiviteiten kunnen worden uitgevoerd. Aan de kernactiviteiten ligt het meerjarig Beleidsplan ten grondslag. De jaarrekening en het bestuursverslag vormen de (met name financieel georienteerde) evaluatie van hetgeen was voorgenomen. Ze vormen onderwerp van formele bespreking met de Raad van Toezicht, de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en het Directeurenoverleg. Dat geldt ook voor de evaluatie van het Beleidsplan. Bespreking van beleidsonderwerpen met de partijen impliceert ook de mogelijkheid tot participatie in het beleid en de beleidsontwikkeling. Aan de Raad van Toezicht en de GMR komen in het kader van de beleidscyclus formele bevoegdheden toe. Deze zijn vastgelegd in Documenten betreffende de Bestuurs- en Managementstructuur (01-08-2004), in het Medezeggenschapsstatuut, het Reglement MR en het Reglement GMR). Alle informatie die voor de uitoefening van de formele bevoegdheden noodzakelijk is, wordt gevraagd of ongevraagd beschikbaar gesteld. De Raad van Toezicht voert jaarlijks thematisch overleg met de GMR (in januari) en onderhoudt (middels werkbezoeken) contacten met de scholen (in juni/juli). De Raad van Toezicht voert sinds 2011 jaarlijks inhoudelijke gesprekken met een vertegenwoordiging van directeuren. Jaarlijks vindt er een evaluatiegesprek plaats tussen de Raad van toezicht met de afzonderlijke leden van het College van Bestuur. Aan de evaluatie ligt het competentieprofiel voor het College van Bestuur ten grondslag (2010 vastgesteld). Onderdeel van de evaluatiecyclus is het uitvoeren van een (vierjaarlijkse) 360-graden feedback (voor het eerst uitgevoerd in 2011. Op basis van de 360-graden feedback wordt door de leden van het College van Bestuur een “ontwikkelplan” opgesteld. Dit wordt gebruikt tijdens het hier bedoelde evaluatiegesprek met de leden van het College van Bestuur. Zowel de Raad van Toezicht als ook de GMR voeren jaarlijks een zelfevaluatie uit. De Raad van toezicht stelt jaarlijks een Evaluatieverslag op, waarin verantwoording wordt afgelegd over de eigen werkwijze. Zelfevaluatie van het College van Bestuur heeft in 2012 aan de hand van het genoemde ontwikkelplan. Interne en externe kwaliteitszorg Delta kent een systeem van interne kwaliteitszorg. De Deltadesk (het interne monitoringssysteem; zie ook paragraaf 1.8a) speelt daarbij een belangrijke rol. De Deltadesk levert veel informatie op verschillende domeinen: opbrengsten, personeel, financiën, leerlinggegevens, waarderingsonderzoeken en inspectiegegevens. De informatie wordt gebruikt op schoolniveau door de directeur en op stichtingsniveau door het College van Bestuur bij schoolbezoeken en gesprekken met directeuren. De schoolbezoeken kunnen het karakter hebben van formele visitaties (en beslaan de volle breedte van de informatie), maar 9
kunnen ook informeler van aard zijn, waarbij een beperktere scope aan informatie aan de orde kan worden gesteld. De kwaliteitszorg is ingebed in de schoolplan- en IPB-cyclus en in de periodieke waarderingsonderzoeken (personeel, ouders en leerlingen). De externe kwaliteitszorg wordt bepaald door het toezichtskader van de inspectie (en inspectiebezoeken die daar mee samen hangen) en de Arnhemse PAS-monitor.
de
De rol van ouders Betrokkenheid van de ouders bij de scholen (in de rol van kritische consument en mede in het licht van de governance-gedachte en de horizontale verantwoording) wordt belangrijk geacht. Op stichtingsniveau is deze betrokkenheid in de GMR en daarnaast op schoolniveau in de MR gerealiseerd, met een wettelijk fundament. Het is echter de bedoeling om de ouderbetrokkenheid binnen Delta op structurele wijze breder vorm te geven. Dat gebeurt binnen de uitgangspunten van de Kadernotitie Ouderbetrokkenheid (09-122006). Scholen nemen tweejaarlijks een ouderenquête af. De ouderbetrokkenheid is mede onderwerp van onderzoek in relatie tot de tevredenheid daarover bij de ouders. Het eigen Delta-monitoringssysteem (de Deltadesk) voorziet in de mogelijkheid tot diverse tevredenheidsonderzoeken. Klachtenregeling Delta heeft naast de aansluiting bij een landelijke klachtencommissie een op school- en stichtingsniveau functionerende klachtenregeling. De klachtenregeling heeft een laagdrempelig karakter. In het kader van de regeling kan er binnen Delta door zowel personeel als ouders een beroep worden gedaan op twee onafhankelijke vertrouwenspersonen. 1.7
Leerlingaantallen en bekostigingsgrondslag
De leerlingtellingen op 1 oktober vormen de grondslag voor de bekostiging (materieel voor het hele opvolgende kalenderjaar en personeel voor het opvolgende schooljaar volgend op de actuele oktobertelling). Zie tabel 2.
brinnr
school
1-10-2012 Conform BRON
1-10-2011
Verschil
conform CFI
00IH 03VQ
horizon kunstrijk
146 77
145 91
14-
05IW 05IX
mauritius vlinder
181 221
187 214
67
05LV 07TM
wijzer paulus
173 132
150 125
08KE 09JX
ludgerus schakel
99 185
108 185
9-
09KA 10FD
nije veste regenboog
404 122
427 125
233-
10FG 10WN
wiilbrordus watermolen
169 103
170 97
16
10ZT 15CO
paasberg roncalli
239 249
234 271
5 22-
15GX 15GZ
laarhorst fredericus
163 263
184 261
212
15JW 15OV
laarakker kringloop
200 315
205 322
57-
15RE 15TP
ommelander johannes
264 135
269 163
528-
15VY 16AB
margaretha pastoor v ars
313 202
287 201
26 1
16BR 22JD
jozef pieter de jong
173 607
178 631
524-
27XC 29XJ
arabesk gazelle
488 179
466 124
22 55
5.802
5.820
Tabel 2
1
23 7
18-
Leerlingtellingen per 1 oktober
10
Voor een aantal scholen heeft gedurende het kalenderjaar 2012 een tussentijdse telling wegens groei plaatsgevonden. Groeitellingen resulteren in aanvullende bekostiging. Het totale leerlingaantal van Delta is op teldatum 2012 licht gekrompen. Er zijn er op lokaal- en wijkniveau verschillen in groei en krimp. . Op de teldatum (1-10-2012 bedroeg het leerlingenaantal 5.802 (en daarmee 18 minder ten opzichte van de vorige teldatum). Verwachte krimp van met name de scholen in de Achterhoek zal nog deels door groei in Arnhem kunnen worden opgevangen. De ontwikkeling van de leerlingenaantallen bij Delta volgt vrijwel overal de gemeentelijke stijging of daling. De gemiddelde verhouding onderbouw en bovenbouw is op de scholen van Delta nog steeds gunstig. 1.8a
Belangrijke elementen van het gevoerde beleid
De afgelopen jaren hebben sterk in het teken gestaan van krimp in de financiële bestedingsruimte. Enerzijds werd de rijksbekostiging op een aantal punten substantieel beperkt en anderzijds werden kostenstijgingen onvoldoende in de rijksbekostiging gecompenseerd. Dat heeft noodzakelijkerwijze geleid tot een versobering van uitgaven. Het investeringsniveau op de scholen is via het Integraal Investerings Budget (IIB) volgens plan in 2012 toegenomen ten opzichte van 2011. Investeringen worden afgestemd op de onderbouwde behoeften, verankerd in de schoolplannen In de sfeer van onderhoud gebouwen bleef het niveau van 2011 gehandhaafd. Het onderhoudsbudget is feitelijk beperkt tot echt dringende zaken (veiligheid en calamiteiten). Delta is in 2012 op een viertal scholen gestart met een pilot verduurzaming middels toepassing van zonneenergie. De pilot moet antwoord geven op de vraag, wat verduurzaming kan opleveren, niet alleen in de reductie van stroomverbruik (en dus in de energielasten), maar ook op een (te evalueren) bewustwordingsproces bij leerlingen, ouders en personeel. Verdere uitrol naar niet-pilotscholen zal in latere jaren een kwestie zijn van financiële afwegingen. In lijn met de besluitvorming in 2009 omtrent de investeringen in en de aansluiting op het glasvezelnet in Arnhem, is in 2012 het besluit genomen om ook de scholen in de gemeente Rheden op glasvezel aan te sluiten. De aansluiting op glasvezel wordt gezien als een belangrijke voorwaarde om het onderwijs met het oog op de toenemende digitalisering, het gebruik van nieuwe media en andere manieren van werken toekomstbestendig te hebben. Met een traditionele infrastructuur worden de grenzen op deze punten bereikt. Met de andere besturen PO in Arnhem en de HAN houdt Delta het CLC in stand. Deze ondersteunende en vraaggestuurde organisatie richt zich op versterking en innovatie van het onderwijs in de regio. In de aanpak staat de verbinding tussen “leren, innoveren, onderzoeken en technologie” centraal. Aan het CLC is het iXPERIUM verbonden, een plek waar door experts toepassingen worden bedacht, onderzocht en getest om flexibel, aansprekend en gevarieerd onderwijs te kunnen geven. Het biedt personeel de mogelijkheid om competenties in het lesgeven met behulp van ICT (verder) te ontwikkelen. Het iXPERIUM biedt een professionaliserings-aanbod op basis van vijf thema’s: taal, rekenen, oriëntatie op jezelf en de Wereld (OJW), mediawijsheid en hoogbegaafdheid. In 2012 zijn verder initiatieven ontplooid om het CLC een meer reguliere plek voor de organisatie te geven. Met het afsluiten van het boekjaar 2012 is het eerste jaar van de beleidsperiode 2012-2016 afgerond. Het Beleidsplan 2012-2016 (met als titel: Ruimte creëren, ruimte benutten) beoogt een ombuigingstraject in te zetten, waarbij er binnen de lopende verplichtingen meer ruimte kan worden gecreëerd. Die ruimte is nodig, om op de steeds hogere eisen die aan het onderwijs worden gesteld toekomstgericht in te kunnen spelen. De gecreëerde ruimte kan beleidsrijk worden ingezet. Er worden in het Beleidsplan vanuit de missie en visie van Delta en gebaseerd op de kenmerken van succesvolle scholen (zie het Beleidsplan 2012-2016) twee speerpunten voor het te uit te voeren beleid geformuleerd: a Vergroting van de kwaliteit van personeel door gerichte scholing en geïntensiveerde toepassing van een systeem van HRM. In 2012 is in het kader van HRM zowel op school- als op stichtingsniveau het programma Cupella ingevoerd. Dit programma faciliteert taakbeleid en biedt de mogelijkheid van digitale personeels- en bekwaamheidsdossiers. Zie verder paragraaf 18b. b Vergroting van de kwaliteit van de organisatie door meer in te zetten op doelmatigheid en efficiëntie. Dit traject wordt met “onderwijs anders” aangeduid. Deze beleidslijn zal in ieder geval moeten leiden tot een andere organisatie van het primaire proces, onder meer door het doorvoeren van elementen van arbeidsverdeling en functiedifferentiatie. Dit moet niet alleen leiden tot effectiever onderwijs en hogere kwaliteit (en de borging daarvan), maar ook tot het vergroten van de budgettaire beleidsruimte. In 2012 is met name aandacht besteed om breed draagvlak te creeëren voor het traject. Er is met name in 11
voorlichting en studiemomenten ingestoken op het algemene besef van noodzakelijkheid. Op een aantal scholen is de orientatie op onderwijs anders al concreter vormgegeven. In 2012 is verder doorgegaan met de ingeslagen weg van systematische evaluatie van beleid en de systematische evaluatie en bevordering van kwaliteit van het onderwijs. Ultimo 2012 heeft Delta geen zwakke scholen. Het structureel gebruik van de Deltadesk blijft nog onvoldoende vormgegeven. Een op de Deltadesk gebaseerde schoolmonitor is in 2012 in ontwikkeling gekomen om daaraan meer tegemoet te komen. Ten aanzien van de samenwerking tussen de Arnhemse besturen is geen ander nieuws te melden, dan dat deze op verschillende terreinen in het boekjaar gecontinueerd is en verder uitgebouwd. De samenwerking betreft met name het gezamenlijk optrekken bij de voorbereiding van passend onderwijs, het CLC, de trajecten voor Europese aanbesteding, de contacten met de gemeentelijke overheid en de activiteiten via de Stichting PAS op het vlak van onderwijsachterstanden en brede scholen. Nader onderzoek naar de kansen van meer geformaliseerde samenwerking met andere besturen is in het voorjaar door de RvT tegen gehouden. 1.8b
Prestatiebox
In 2012 zijn er met de Prestatiebox (als een uitvloeisel van het Bestuursakkoord tussen de Minister en de PO-raad) extra-middelen in de vorm van een bijzondere bekostiging beschikbaar gekomen. Deze bekostiging loopt door tot en met het schooljaar 2014-15. De bekostiging heeft als oogmerk het versterken van de samenhang binnen en de kwaliteit van cultuureducatie en de scholing van “onderscheidenlijk” leerkrachten en directeuren als het gaat om opbrengstgericht werken. In zijn algemeenheid zijn de middelen bedoeld om ambities te realiseren. Deze ambities moeten in meetbare streefdoelen zijn vastgelegd. In relatie tot scholing heeft Delta de volgende ambities. a Delta komt met beleid en de uitvoering daarvan tegemoet aan de ambities uit het Bestuursakkoord. Dit blijkt tenminste uit de thema’s voor professionalisering in het scholingsbeleid. Uiterlijk 2018 is er intern een platform opgericht, de Delta Academie, dat als intermediar fungeert tussen scholingsvragenden binnen Delta en scholingaanbieders (in- en extern) en gebruikt wordt voor registratie, organisatie en (voor zover intern) uitvoering van het scholingsaanbod. b Scholing is op alle scholen afgestemd op de schoolontwikkeling. Dit blijkt uit de school- en scholingsplannen. Nota bene: Het cultuurbeleidsplan is integraal onderdeel van het schoolplan (zie ook ambitie g). c Er is uiterlijk in 2013 voor alle categorieën van personeelsleden IPB-beleid geformuleerd, geïmplementeerd en geborgd. d In alle scholen zijn 2014 de principes van de Academische School/Opleiden in de school (de vanzelfsprekend onderzoekende houding) herkenbaar door de aanwezigheid van leerkringen. e Alle directeuren hebben in 2012 de opleiding schoolleider PO (Magistrum) met goed gevolg afgerond. In 2015 hebben minstens 50 personeelsleden (gemiddeld twee per school) de opleiding middenmanagement met goed gevolg afgerond. f Bij alle scholen staat opbrengst- en handelingsgericht werken vanaf 2012 centraal. Er wordt gewerkt met ESIS-b. Dit blijkt uit het standaard agenderen op teamvergaderingen van de evaluatie van opbrengsten en uit het opstellen en uitvoeren van verbetertrajecten. g In 2016 is 10% van de LA+LB-functies specialist in de domeinen ojw, taal of rekenen. Alle scholen hebben in 2016 een cultuurcoördinator en werken aan de uitvoering van het cultuurbeleidsplan. Alle scholen hebben in 2016 voldoende geschoold personeel om alle lessen bewegingsonderwijs zelf uit te kunnen voeren. h Alle directeuren zijn in 2013 in hun beroepsregister geregistreerd. In 2016 zijn alle leerkrachten in hun beroepsregister geregistreerd. i Geen enkele school van Delta heeft het predicaat zwak of zeer zwak. In 2016 is 20% van de scholen van Delta actief betrokken in een traject ter verkrijging van het predicaat excellent. j Alle scholen van Delta maken gebruik van een managementinformatiesysteem dat inzicht biedt in de relevante kwaliteitsaspecten. Het werken aan de realisatie van de ambities blijkt uit de inzet van middelen voor de uitvoering van cultuureducatie, voor scholing en begeleiding en uit het aanbieden van de mogelijkheden tot experimenteren en onderzoek via het CLC en iXPERIUM.
12
1.9
Resultaten: cito eindscores
Op alle scholen van Delta staat het opbrengstgericht werken en het nader analyseren van de toetsgegevens (met daarbij gerichte acties ter verbetering) centraal. Hoewel met name de Citoeindtoetsgegevens voor de Onderwijsinspectie de grondslag vormen voor de “primaire detectie” is het alleen kijken naar de eindopbrengsten voor de beeldvorming van de kwaliteit van scholen te beperkt. Tussenopbrengsten en een expliciet kwaliteitszorgsysteem op de scholen geven aanvullend een goede indicatie van de kwaliteitsontwikkeling van het onderwijs. Gelet op het doel van dit Bestuursverslag wordt daarop hier niet verder ingegaan. Naast de harde meetbare zaken zijn er nog meer kwaliteitsaspecten. Te noemen zijn bijvoorbeeld het pedagogisch klimaat en veiligheid, sociaal emotionele vaardigheden, en zelfredzaamheid, de kwaliteit en het welbevinden van het team, het leidinggevend vermogen in de school en de kwaliteit van de communicatie. Veel van deze factoren hebben hun plek gevonden in het centrale monitoringssysteem (de Deltadesk). In tabel 3 zijn per school de cito-scores over de jaren 2010 t/m 2012 opgenomen. De score is volgens de inspectienorm onvoldoende indien de score lager is dan de genoemde ondergrens. Zo’n score is in de tabel aangegeven met een O. Indien de score hoger uitvalt dan de bovengrens, dan scoort de school significant beter dan het gemiddelde. De score in de tabel is dan aangegeven met een U. Scores tussen de ondergrens en bovengrens zijn gemiddeld (V), ondergemiddeld (V-) of bovengemiddeld (V+). Jaar Inspectienorm
2010 533,8 535,0
2011 533,8 535,2
537,0
V
Kunstrijk
535,3
Mauritius
533,2
Vlinder
537,0
V+
532,6
Wijzer
535,0
V
538,7
Paulus
533,5
Ludgerus
534,0
Schakel
534,2
NijeVesteBuitenschans
533,9
NijeVeste-Wheme
533,9
Regenboog
530,9
Willibrordus
535,1
Watermolen
V V
534,8
O
535,9
O
535,5
VV-
536,8
532,2
O V-
533,7
U
530,1
V V V
535,3
V
530,6
O
535,9
VV-
2012 536,6
O U
535,5
V+ V
536,4 535,8
U
U
539,0 535,4
534,6
VV
V
535,1
V
541,0
U
534,5
V-
534,1
V-
537,3
U
Paasberg
535,8 536,0
V V+
539,4
Roncalli Laarhorst
532,3
Fredericus
535,6
Laarakker
533,9
Kringloop
535,0
Ommelander
537,5
534,4
O
O
532,7
V VV
535,9
530,7
O O
531,5
O
530,6
V
538,5
V+
538,3
534,4
Pastoor van Ars
536,7
Jozef
534,3
V-
534,8
Pieter de Jong-Pyth.
535,4 535,0
V V
536,5
Pieter de Jong-Kemp. Arabesk
529,8
Gazelle
nvt
536,6
531,6 533,9 535,2
1
536,0
534,2
Margaretha
20
536,5
V V V V+ V V+ V-
536,2
533,6
O
536,2
534,6
Johannes
V+ V+ V V
539,1
O
535,5
VV V+
5
U
534,8
U
534,8
V-
533,8
VV-
531,6 528,5
O
535,0
VV 3 21
VV+
529,2
537,5 536,6
3
O U U VV V 6 15
6
Tabel 3 Citoscores
13
Op de op een na bovenste regel van de tabel zijn bij de jaren 2009 en 2010 de drie gecorrigeerde standaardscores als inspectienormen aangegeven: de ondergrens, het landelijk gemiddelde en de bovengrens. Vanaf 2011 vervalt dit omdat onder- en bovengrens nu variabel zijn afhankelijk van het percentage gewichtleerlingen. Bij de Gazelle staat voor 2010 nvt, omdat er in 2010 geen leerlingen waren die minimaal twee jaar op school zaten (en meetellen voor de eindscore). Bij de Nije Veste zijn de scores vanaf 2011 gesplitst in locatie Buitenschans en locatie Wheme. De resultaten van de Cito-eindtoets zijn (naast objectiveerbare adviesinformatie over de doorstroom van leerlingen naar het voortgezet onderwijs) een indicator voor de leeropbrengsten van de scholen. De gegevens over meerdere opeenvolgende jaren geven daarbij een betrouwbaarder beeld dan de resultaten van slechts een jaar. Indien een bepaald beeld zich gedurende een periode van tenminste drie jaren herhaalt, is er geen sprake van toeval (zo oordeelt de inspectie). Er zijn in 2012 geen Delta-scholen, die drie jaar achtereen een onvoldoende score hebben. Ultimo 2012 geldt voor alle scholen van Delta in termen van het toezichtskader van de Inspectie een basisarrangement. Er zijn dus geen zwakke of zeer zwakke scholen. 1.10 Personeelsgegevens In 2012 is het leerlingenaantal gestabiliseerd, terwijl er een daling van het aantal werknemers te constateren is. Zie tabel 4. De daling van het aantal personeelsleden heeft te maken met herijkingmaatregelen van Delta. Herijking is noodzakelijk, omdat er een discrepantie is ontstaan tussen de uitvoering van het Besluit Bekostiging (dat de formatieve ruimte op de scholen bepaalt) en de Regeling Bekostiging (de corresponderende loonkostensubsidie). De herijking is met name uitgevoerd door natuurlijk verloop niet automatisch te herbezetten. Peildatum 31-12 Totaal
2008 616
2009
2010
2011
2012
633
619
599
583
Tabel 4 aantal medewerkers per 31 december
In tabel 5 is te zien dat de afname van het aantal werknemers zowel het onderwijsondersteunend personeel (OOP) als het onderwijzend personeel (OP) betreft. In 2012 is er vergeleken met het piekjaar 2009 een afname te zien van 16,83 % OOP en 5,96 % OP. peildatum 31-12
2008
2009
2010
2011
2012
OOP OP
108 508
113 520
111 508
105 494
94 489
Totaal
616
633
633
599
583
Tabel 5 aantal medewerkers verdeling OOP OP per 31 december
Uit tabel 6 wordt inzichtelijk, dat het aantal vrouwen licht stijgt ten opzichte van het aantal mannen. peildatum 31-12
2008
2009
2010
2011
2012
vrouwen
494 80%
508 80%
497 80%
488 81%
479 83%
mannen
122 20%
125 20%
122 20%
111 19%
104 17%
totaal
616
633
619
599
583
Tabel 6 man/vrouw verhouding per 31 december
Uit tabel 7 blijkt in 2012 dat ongeveer 73,5% van het personeel ouder is dan 34 jaar. De door DUO geraamde gewogen gemiddelde leeftijd (peildatum oktober 2012) bedraagt landelijk 40,43 jaar. De feitelijk gewogen gemiddelde leeftijd bij Delta op peildatum is 40,84. De verwachte gemiddelde uitstroom van leerkrachten en directeuren met 65 jaar bedraagt tot 2020 iets onder de 10 per jaar. Tot 2016 ligt het gemiddeld rond de 7 en na 2016 rond de 13. Uit tabel 8 blijkt, dat ruim 76 % van de werknemers niet fulltime werkt. Van deze werknemers heeft 70% een werktijdfactor tussen de 0.4 en 0.8. Er is beperkt sprake van een hogere werktijdfactor dan 1. Het gaat 14
daarbij in alle gevallen om een tijdelijke uitbreiding (projectformatie). In vergelijk met de overzichten van de voorgaande jaren heeft Raet voor een voor onderstaande werktijdsfactor indeling gekozen. peildatum 31-12
2008
2009
2010
2011
2012
15-25 jaar
35
32
26
16
8
25-35 jaar
147
155
138
140
148
35-45 jaar
125
133
139
131
122
45-55 jaar
189
188
186
167
157
55-64 jaar
120
125
130
145
148
Totaal
616
633
619
599
583
Tabel 7
Leeftijdsopbouw per 31 december
peildatum 31-12
2008
2009
2010
2011
0,00 -0,24
23
29
27
26
0,25 - 0,49
77
92
84
99
0,50 - 0,74
198
232
186
184
0,74 - 0,99
157
116
155
143
1
135
145
144
130
>1
26
19
23
17
616
633
619
599
Totaal
0 – 0.2 0.2 – 0.4 0.4 – 0.6 0.6 – 0.8 0.8 – 1.0 >= 1
2012 10 38 134 137 125 139 583
Tabel 8 Aantal werknemers naar werktijdsfactor per 31 december
Het ziekteverzuimpercentage (VZP) van Delta is ten opzichte van 2011 met 0,84 % gedaald. Er kan op dit moment geen verschil gemaakt worden met het landelijk gemiddelde over het jaar 2012. Dit gegeven wordt pas in het najaar van 2013 gepubliceerd op de site van het Vervangingsfonds. Het blijft een streven van Delta om het ziekteverzuimpercentage terug te dringen tot een percentage van 4%. Aan de hand van het herziene “Gezondheids – Inzetbaarheids – en Verzuimbeleid van Delta 2013” en Raet Verzuim Manager (RVM) wil Delta het verzuim verder terugdringen. peildatum 31-12
VZP 2010
VZP 2011
VZP 2012
Landelijk Delta
6,14 5,81
6,60 8,07
? 7,23
verschil
0,33
1,47
?
Tabel 9 ziekteverzuimpercentage per 31 december
1.11
Beloning leden raad van Toezicht
Leden van de Raad van Toezicht ontvangen geen bezoldiging. Voor hen is een vacatieregeling vastgesteld van € 500,= per jaar. Zij kunnen tevens voor hun werkzaamheden voor Delta een beroep doen op een pc in bruikleen. Een nieuwe (bescheiden, maar wel meer adequate) vergoedingsregeling vanaf 2013 is in onderzoek. Ook de nieuwe regeling (in welke vorm dan ook) blijft ruimschoots binnen de grenzen van hetgeen in de branche gebruikelijk is (<5% van het bezoldigingsplafond van de leden ciollege van Bestuur). 1.12
Bezoldiging leden College van Bestuur
Inschaling De leden van het College van Bestuur ontvangen een beloning conform het functieonderzoek en inschalingsvoorstel door Allons en Partners d.d. 15 juni 2004. Dit inschalingsvoorstel volgt het eerdere inschalingsvoorstel van de leden van de toenmalige Stichtingsdirectie uit 2001 (eveneens uitgevoerd door Allons en Partners). De inschaling voorziet in schaal 15 voor de voorzitter en schaal 14 voor het lid College van Bestuur. Omvang functie De leden van het College van Bestuur hebben een aanstelling van 1,0000 fte. Daarnaast hebben zij het recht op compensatieverlof (0,0860 fte) en BAPO-verlof. Het compensatieverlof wordt niet genoten en 15
wordt in salaris gecompenseerd. In een vaststellingsovereenkomst van 12 april 2010 is vastgelegd, dat de leden van het CvB afzien van de opname van BAPO-verlof. Dit betekent een besparing voor de stichting. Met de waarde van de besparing wordt een verlofverplichting jegens de leden van het College van Bestuur opgebouwd. De verplichting voor beide leden van het College van Bestuur bedraagt in totaal per ultimo 2012 circa € 168 duizend. Op grond van verslagleggingsvoorschriften is de verplichting (deels met terugwerkende kracht) in 2012 als voorziening in de jaarrekening opgenomen (ten laste van de personele reserve). In voorgaande jaren, maakte de verplichting deel uit van de personele reserve. De dotatie voorziening beinvloedt het exploitatieresultaat (in administratieve zin). Toelagen De huidige leden van het College van Bestuur hadden naast het fulltime dienstverband bij Delta tot 1 januari 2007 een deeltijdaanstelling bij SKO Groenlo-Eibergen (in de reguliere schaal). Deze deeltijdaanstelling is conform de algemeen geldende fusieverplichtingen na de fusie met SKO GroenloEibergen (op 1 januari 2006) overgenomen en omgezet in een persoonsgebonden toelage overname dienstverband. De toelage is gekoppeld aan de werktijdsfactor van het bedoelde dienstverband bij SKO Groenlo-Eibergen in de reguliere schaal. Voor de leden van het College van Bestuur geldt (op basis van een besluit van de Raad van Toezicht sinds 2009) de toelage directeur. Onkostenvergoedingen 1. De leden van het College van Bestuur ontvangen de in het primair onderwijs reguliere onkostenvergoeding op basis van woon-werk-verkeer en een kilometervergoeding van € 0,28 voor dienstreizen. De zogenaamde “cafetariaregeling” is van toepassing. 2. De leden van het College van Bestuur ontvangen een onkostenvergoeding van € 20 per maand voor het bestrijden van kleinere onkosten, een en ander conform het bestuursbeleid bij alle managementfuncties binnen Delta. Bezoldigingsplafond Op 13 november 2012 heeft de Eerste Kamer de Wet Normering Topinkomens aangenomen (op 1 januari 2013 in werking getreden). Met deze wet geeft het kabinet invulling aan het normeren dan wel maximeren van de inkomens van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector. Ten behoeve van het beleid voor de topbeloningen in de semipublieke sector heeft de Adviescommissie beloning en rechtspositie politieke ambtsdragers en topambtenaren (commissie Dijkstal) op verzoek van de regering een reeks adviezen uitgebracht. Op basis van de adviezen heeft de vorige Minister het sectorale plafond voor de bezoldiging van bestuurders in het primair onderwijs met ingang van 2013 gesteld op € 165 duizend (zie Regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren van 8 december 2012). Tot 2013 geldt de Balkenendenorm. De hoogte van de Balkenendenorm bedraagt € 194 duizend. De bezoldiging van de leden van het College van Bestuur van Delta blijft beneden dit plafond. 1.13
Inkoopbeleid en Europees aanbesteden
Delta voert sinds 2009 het inkoopbeleid uit aan de hand van het Inkoopplan Facilities. Dat gebeurt voor de meer ingewikkelde inkoopcontracten (met Europese aanbesteding) onder begeleiding van het bureau Anculus uit Eindhoven. Het inkoopplan is voor 2012 geactualiseerd. Dat heeft met name geresulteerd in een update van de inkoopkalender (zie verder tabel 10). Meer ingrijpende wijziging van het inkoopbeleid zal in 2013 plaatsvinden (afstemming op de nieuwe aanbestedingswet die per 1 april 2013 van kracht wordt). Het inkoopplan heeft als hoofddoelstelling: 1 het onder controle hebben van de kosten, de kwaliteit en de aankoopprocessen van de inkoopposten (diensten en goederen) en 2 het voldoen aan Europese regelgeving Inkoopvoordelen komen ten goede aan het primaire proces. Voorwaarden voor het succes van het inkoopbeleid zijn de kwaliteit van de interne communicatie en het contractbeheer. Contractbeheer is uitbesteed aan Anculus. Het traject bedrijfsgezondheidszorg is volgens plan in 2012 in voorbereiding gekomen en de nieuwe dienstverlening is (eerder dan gepland) ook al in 2012 geïmplementeerd. Dit aanbestedingstraject heeft niet geleid tot een andere aanbieder (maar wel tot een betere dienstverlening tegen een lagere prijs). Het nieuwe contract voor bedrijfsgezondheidszorg blijft beneden de drempelwaarde voor Europese aanbesteding van leveringen en diensten (de drempelwaarde daarvan bedraagt in 2012 € 200.000 exclusief btw). In 2012 is het geplande aanbestedingstraject voor technisch onderhoud aangehouden, in afwachting van de (toen nog) onzekere besluitvorming over de doordecentralisering van het gebouwonderhoud (van 16
gemeenten naar schoolbesturen) en in verband met de in de komende jaren verwachte personele mutaties van medewerkers die binnen Delta met het onderhoud zijn belast. Ook het traject van onderwijsbegeleiding is aangehouden, omdat (gelet op de vraaggestuurde benadering en de inhoudelijke aard van de onderwijsbegeleiding) niet een volume voor meerdere jaren kan worden vastgelegd bij één of meer vooraf bepaalde aanbieders. 2012 2
3
4
1
B
B
B
B
B
a
Accountant
b
Schoonmaak
c
Energie
d
Administratie
I
B
e
OLP/ICT Verbruiksmaterialen,OLP Duurzaam, Meubilair
B
B
f
ICT duurzaam
g
Repro (al Europees aanbesteed in 2011)
h
Bedrijfsgezondheidszorg
i
Technisch onderhoud
j
Onderwijsbegeleding
k
Telecommunicatie
V= I = B=
2013
1
B
2014
2
3
4
1
2
V
I
I
B
B
V
I
I
B
V
I
B
V B V
V
V
I
3
2015 4
1
V
I
B
V
V
I
2
V
V
V
I
V
I
B
V
I
B V
I
4
B
B I
V
3
B
B
B
voorbereiding implementatie beheer
Tabel 10 Aanbestedingskalender
1.14
Huisvesting
Delta voert (in een gezamenlijke verantwoordelijkheid met de gemeenten) gebouwonderhoud uit op basis van een meerjarenplanning. Daarbinnen wordt (uitdrukkelijk gekoppeld aan de budgetruimte) volgens prioritering gewerkt: directe veiligheid, dak en verwarming, gebreken, preventie en esthetica. Voor de scholen in Multifunctionele Centra is de exploitatie van de gebouwen uitbesteed. Delta draagt daarvoor middelen over die zijn gebaseerd op 110% van de groepsafhankelijke vergoeding. Inmiddels is het voornemen tot doordecentralisering van onderhoudstaken van gemeente naar bestuur kabinetsbesluit. Dit zal in 2015 zijn beslag krijgen. De zogenaamde Samenwoonscholen vallen sinds medio 2010 feitelijk en op pragmatische gronden (maar zonder dat Delta daarmee formeel heeft ingestemd) onder de medeverantwoordelijkheid van Delta. De discussie over deze medeverantwoordelijkheid (cq de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen voor de Samenwoonscholen) met de gemeente Arnhem is in 2012 nog niet afgerond. De exploitatie Samenwoonscholen over 2012 sluit voor Delta beperkt positief af. Dat heeft te maken met een te royale bevoorschotting door Delta in 2012 ten opzichte van het feitelijke gebruik. De exploitatie van de Samenwoonscholen is voor het eerst tijdig in beeld. In de loop van 2013 zal een administratieve kracht worden belast met de verdere opzet van een adequaat financieel beheerssysteem. In 2012 is het project uitbreiding en renovatie Laarhorst afgerond. Het uitbreidingsproject Arabesk (Schuytgraaf-Noord) vindt na besluitvorming in de gemeenteraad geen doorgang meer. Er resteren dan nog vier van de oorspronkelijke lijst met omvangrijke nieuwbouw-, renovatie- en uitbreidingsplannen. Aan deze lijst zijn in 2012 geen nieuwe projecten toegevoegd. Ultimo 2012 bevat de lijst de volgende scholen: * * * *
Kunstrijk (voorheen de Atlas, met nieuwbouw Multifunctioneel Centrum Klarendal) Gazelle (nieuwbouw Multifunctioneel Schuytgraaf-Centrum) Mauritius (nieuwbouw Multifunctioneel Centrum Rheden) Nije-Veste (ingrijpende renovatie in Groenlo)
In de nacht van 31 december 2012 op 1 januari 2013 (dus na balansdatum) is de Kringloop volledig afgebrand. Na een aantal weken gebruik te hebben gemaakt van crisishuisvesting, is maart 2013 een noodschool in gebruik genomen. De voorbereiding voor nieuwbouw start voor de zomer 2013. Ook in 2012 is het overleg met de gemeente Arnhem (initiatief gemeente) inzake leegstandsbeleid nog niet afgerond. Het gaat concreet om harmonisatie van verhuur van leegstand aan derden en de rol van de Gemeente daar bij. Ook de gebruiksmogelijkheden door besturen van ruimten boven het normatieve recht 17
is onderdeel van het beleid. De insteek van de gemeente dat bovennormatief gebruik van ruimten door scholen met de gemeenten moet worden afgerekend, wordt door Delta bestreden. Uiteraard gaat het dan niet om de exploitatielasten van deze ruimten (die zijn altijd al voor rekening bestuur), maar om een bijdrage in de kapitaallasten. Ook wordt binnen de gemeente Rheden nagedacht over huurbeleid, maar het idee van verrekening van kapitaallasten is daar vooralsnog niet aan de orde. Het huurbeleid beoogt daar meer de stroomlijning van huurrelaties tussen schoolbesturen en medegebruikers. 1.15
Verbonden partij
De stichting PAS in Arnhem is een verbonden partij. De voorzitter van het College van Bestuur van Delta vormt (als penningmeester) samen met de bestuurders van Fluvius (secretaris) en De Basis (voorzitter) het bestuur van deze stichting. De stichting coördineert het achterstandenbeleid in Arnhem en houdt zich verder bezig met de coördinatie brede scholen en monitoring. Ongeveer 85% van de baten betreft subsidie van de gemeente Arnhem. Zie verder ook de website www.pas.nl. 1.16
Risico’s en “in control statement”
Sinds 2010 stelt Delta jaarlijks een interne notitie op over risico’s en risicobeheersing. De notie is de basis voor een herkenbare vorm van risicomanagement (zoals dat in het Beleidsplan 2007-2011 was benoemd). De Raad van Toezicht beveelt de jaarlijkse actualisering van de risicoanalyse aan. De mate waarin de organisatie de risico’s kan inschatten bepaalt de mate van het “in control zijn”. Tegen de achtergrond van de in 2010 gesignaleerde problematiek (het wegvallen van een aantal substantiële bekostigingscomponenten zoals de groeiregeling en het budget voor bestuur en management, de onvolwaardige compensatie van prijsstijgingen in de bekostiging en de uitvoering van CAO-bepalingen en “intensiveringen” inzake personeelsbeleid) is in 2011 en 2012 een forse pas op de plaats gemaakt ten aanzien van materiële uitgaven en werd er ingegrepen in de personele inzet. Deze ingrepen hebben effect gehad. Het boekjaar 2012 kan weer positief worden afgesloten (beter dan begroot). Opmerkelijk blijft opnieuw onverwacht veel hogere baten. Daar staan uiteraard extra onbegrote lasten tegenover. Omdat de lasten de baten volgen, wordt dit niet als een specifiek risico gezien. In de begroting 2012 was een aantal risico’s expliciet begroot, omdat op grond van ervaring de kans op optreden reëel werd geacht. Het begroten van verwachte risico’s is ook in de begroting 2013 gebeurd. Voor zover op ingeschatte risico’s niet in de begroting is geanticipeerd, worden ze als bedrijfsrisico gezien. Tegenover risico’s moeten financiële buffers staan om de effecten van het optreden op te kunnen vangen, zonder dat de reguliere bedrijfsvoering geweld wordt aangedaan. In dit kader zijn twee typen financiële buffers te onderscheiden: a transactiebuffer (nodig voor de “soepele” bedrijfsvoering) b risicobuffer (om financiële effecten van niet voorziene risico’s te kunnen dekken) De omvang van de buffers zijn in het schema in tabel 11 opgenomen. Het schema is gebaseerd op de notitie Het beheersen van risico’s en financiële buffers 2013 (4 april 2013). Ad a: Aan alle kortlopende verplichtingen moet kunnen worden voldaan. Aan de transactiebuffer moeten naast het opgenomen bedrag aan “voor te schieten” formatie wegens tussentijdse groei in bedrijfseconomisch opzicht nog worden toegevoegd de voorzieningen en het verschil tussen de vorderingen en de schulden voor zover dat het constant aanwezige verschil tussen vorderingen en schulden te boven gaat. Wat de voorzieningen betreft is alleen de voorziening spaarverlof relevant. De voorziening jubileum is een verplicht aan te houden actuariële voorziening (dood geld). Jubileumuitkeringen komen namelijk ten laste van de reguliere exploitatie. Met de reguliere dotatie en onttrekking aan deze voorziening is in de begroting rekening gehouden. Alleen de afwijking van de reguliere dotatie wordt hier als een afzonderlijk (beperkt) risico benoemd. Het verschil tussen vorderingen en schulden schommelt op balansdatum door de jaren heen tussen de € 1.000.000 en de € 1.500.000. Een bedrag van € 1.000.000 kan daarbij als de contante factor worden aangenomen. In de transactiebuffer wordt daarom met een bedrag van maximaal € 500.000 rekening gehouden. Het reguliere betaalritme van de overheid is niet direct op het betaalritme van de lasten afgestemd. Daarvan is echter gezien de schaalgrootte van Delta en daardoor de mogelijkheid tot eenvoudige liquiditeitsplanning binnen de lopende exploitatie geen liquiditeitsrisico te verwachten. Wel zal de liquiditeit moeten voorzien in de mogelijkheden tot betaling van vakantiegeld (in mei) en eindejaarsuitkering (in december). Dat deel van de buffer voor de lopende personele verplichtingen wordt gevoed door een hoger betaalritme in de maanden januari tot en met juli. Einde boekjaar is dat deel van de buffer vrijwel nihil. In de 18
jaarrekening wordt een schuld wegens inmiddels opgebouwd vakantiegeld opgenomen. De liquiditeit daarvoor wordt vervolgens in de volgende maanden weer opgebouwd. Als hoogte van de transactiebuffer kan op balansdatum € 785.000 worden aangehouden. Ad b: Op veel risico’s is in de begroting al geanticipeerd. Voor incidentele “restrisico’s” wordt (conform aanbeveling Commissie Don) 2% van de “omzet” als overige bedrijfsvoeringsrisico’s aangehouden. Specifieke risico’s die hier te benoemen zijn: Gratificaties: Bij de gratificatieregeling gaat het om aanspraken op een gratificatie behorend bij een 40-jarig jubileum (een maand salaris) of een 25-jarig jubileum (1/2 maand salaris). Er is gemiddeld een bedrag van circa € 32.000 per jaar mee gemoeid. Dit risico komt ten laste van de lopende exploitatie. Voor de gratificatieregeling dient een voorziening te worden aangehouden. De voorziening wordt op peil gehouden op basis van een onderbouwing. De jaarlijkse dotatie fluctueert en bedraagt historisch gemiddeld maximaal € 15.000 per jaar (in 2012 was er sprake van een dotatie van ongeveer € 25.000, in 2011 van een onttrekking van € 24.000). De dotatie van de voorziening wordt als een risico beschouwd. Ouderschapsverlof: Op betaald ouderschapsverlof kunnen ongeveer 135 fte aanspraken doen gelden. Historisch maakt daarvan slechts een beperkt deel gebruik (gemiddeld circa 10% per jaar). De uitkering van deze verloven bedraagt per jaar gemiddeld tussen de € 100.000 en € 200.000. In de begroting is daarvoor een bedrag van € 150.000 opgenomen. Het risico wordt gevormd door de afwijking van het gemiddelde (maximaal € 50.000). 2013
Financiële effecten van risico's bij Delta
2012 naar type buffer
naar type buffer transactie
risico
transactie
risico
onderwijsopbrengsten
pm *)
pm *)
instroom
pm
pm
personeel
pm
pm
pm
pm
geschiktheid beschikbaarheid
pm
bekostiging groei
€ 250.000
pm
pm € 250.000
pm
bapo
pm
gratificaties
€ 15.000
€ 15.000
ouderschapsverlof
€ 50.000
€ 25.000
periodieken
pm
functiemix
pm
participatiefonds
€ 20.000
spaarverlof
€ 35.000
pm
pm pm € 35.000 € 60.000
bedrijfsvoering Huisvesting ID-subsidies Overig
transactie vorderingen/schulden
pm
€ 150.000
pm
€ 225.000
€ 585.000
€ 500.000
privaat
€ 210.000
€ 500.000 pm
pm
€ 785.000
€ 670.000
€ 810.000
€685.000
50%
€ 335.000
50%
€ 342.500
*) pm-posten zijn niet nader kwantificeerbaar of worden regulier begroot
Tabel 11 Samenvatting financiële consequenties bij optredende risico’s en noodzakelijke buffers
Participatiefonds: Besturen zijn verantwoordelijk voor wachtgeldverplichtingen. Het Participatiefonds neemt onder omstandigheden de wachtgeldverplichtingen van de besturen over. In toenemende mate worden de uitkeringen (bij beëindiging van een dienstverband, om welke reden dan ook) door DUO met 19
terugwerkende kracht over een aantal jaren als nog ten laste gebracht van besturen, omdat het Participatiefonds achteraf de uitkeringen niet blijkt te hebben overgenomen. Het risico daarvan is moeilijk in te schatten, juist omdat het over oude zaken gaat. Het is niet onrealistisch om daarvoor toch een bedrag van € 50.000 te benoemen. In de begroting 2013 is dit bedrag expliciet begroot. Het is onzeker of dit bedrag toereikend is. Een extra bedrag van € 20.000 wordt daarom in deze notitie als risico aangemerkt. Tevens is in de begroting voor “personele knelpunten” een bedrag van € 125.000 opgenomen. Dit bedrag wordt (enigszins verhullend) ook aangewend om “vertrek te stimuleren” ter voorkoming van uitkeringslasten. Van een hoger risico voor vertrekstimulering wordt hier niet uitgegaan. ID-banen: De gemeente Arnhem heeft per juli 2012 de subsidie voor ID-banen ingrijpend gekort. In overleg met de vakbonden en de GMR is de ID-medewerkers daarom ontslag aangezegd. Dit ontslag kan pas op grond van de CAO geëffectueerd worden op 1 februari 2014. De “schade” voor Delta bedraagt tot deze ontslagdatum maximaal ongeveer € 110.000. Dit bedrag is in de begroting 2013 opgenomen en vormt geen risico. Bij het optreden van niet-begrote risico’s moeten de maatregelen er op zijn gericht, dat het effect van het risico beperkt wordt (in omvang en tijd). Niet alle risico’s zullen gelijktijdig en in de opgenomen omvang optreden. Een “waardering” van het financieel effect op 50% is niet onrealistisch. Als een verantwoord bedrag voor de omvang van de risicobuffer kan op balansdatum € 335.000 worden aangehouden.
20
2
FINANCIELE GEGEVENS JAARREKENING 2012
Na de sombere financiële ontwikkelingen in 2010 is een pakket aan maatregelen ingezet, om de bedrijfsvoering uiterlijk in 2012 weer binnen de bekostigingskaders te brengen. Dat effect is in 2012 ruimschoots bereikt. Het nettoresultaat reguliere bedrijfsvoering bedraagt € 488 duizend. Ook in 2011 was er al sprake van een exploitatieoverschot (zie tabel 12), maar dat overschot werd toen veroorzaakt door onbegroot privaat resultaat (onder meer wegens bijzondere baten) van € 555 duizend. In 2012 is een bedrag van € 168 duizend ten laste van de exploitatie gebracht wegens de dotatie aan een voorziening. De verplichting die tegenover deze voorziening staat maakte tot 2012 (ten onrechte) deel uit van de personele reserve. Na de dotatie komt het exploitatieresultaat uit op € 320 duizend.
Vereenvoudigd exploitatieoverzicht 2012 (x 1.000) realisatie 2011 Baten
Realisatie € 30.704
Begroting
Verschil
€ 29.272
€ 1.432
€ 30.862
€ 30.704
€ 29.272
€ 1.432
€ 30.862
personeel
€ 25.832
€ 24.623
-€ 1.209
€ 25.762
materieel
€ 4.552
€ 4.649
€ 97
€ 4.720
€ 30.384
€29.272
€ 1.112
€ 30.482
€ 320
€0
€ 320
€ 380
Lasten
Resultaat
Tabel 12 Vereenvoudigd Exploitatieoverzicht
2.1
Balans
Tabel 13 bevat een vereenvoudigde opstelling van de balans. De verschillende balansposten worden op de volgende pagina’s nader toegelicht.
Gecomprimeerde balans DELTA 31-12-2012 (x 1.000) 31-12-2012
31-12-2011
vaste activa materieel
€ 2.058
€ 2.328
vaste activa financieel
€1
€1
vorderingen
€ 1.924
€ 1.414
liquide middelen
€ 2.695
€ 2.146
balanstotaal
€ 6.678
€ 5.889
31-12-2012
31-12-2011
eigen vermogen publiek
€ 1.849
€ 1.479
eigen vermogen privaat
€ 1.019
€ 1.069
voorzieningen
€ 683
€ 514
schulden langlopend
€ 125
schulden kortlopend
€ 3.002
€ 2.827
balanstotaal
€ 6.678
€ 5.889
Tabel 13 Gecomprimeerde balans
Opmerkingen bij de passiva Het eigen vermogen van de stichting betreft een publiek deel (gevormd uit overheidsmiddelen) en een privaat deel (gevormd uit overige, dus niet-publieke middelen). Het exploitatieresultaat 2012 is per ultimo middels mutaties verwerkt in de reserves die zijn opgenomen onder het eigen vermogen publiek en in het eigen vermogen privaat. Zie verder ook grafiek 7. 21
Voor het publieke eigen vermogen geldt, dat de aanwending dient te geschieden in het kader van de doelen waarvoor de publieke bekostiging is ontvangen. Binnen die beperking kan het vermogen worden aangewend voor zover het uitgaven betreft die de begrote dekking uit inkomsten en voorzieningen overstijgen (exploitatietekorten). Er wordt binnen het vermogen een onderscheid gemaakt tusse n algemene reserves en bestemmingsreserves. Bij de algemene reserve is er geen oormerking. Bij bestemmingsreserves is wel sprake van enig oormerk en is de besteding in principe gekoppeld aan toekomstige lasten met de beoogde bestemming. Bij het private vermogen is de besteding “volledig vrij”. De besteding staat dus los van publieke bekostigingsdoelen. Binnen de algemene reserve van het publiek vermogen is een component aan te wijzen die betrekking heeft op de “overschotten” van bedragen die naar de scholen en diensten zijn overgemaakt voor de dekking van materiële lasten voor de lopende exploitatie (de zogenaamde Schoolbudgetten). Dit betreft de reservecomponent algemeen materieel. De aangroei van deze component betreft een onderbesteding van de schoolbudgetten op de scholen ten bedrage van € 59 duizend. De afname van de bestemmingsreserve personeel met € 168 duizend heeft te maken met de dotatie aan een personele voorziening (zie verder). Een deel van het private vermogen heeft betrekking op het solidariteitsproject in Kenya. Het gaat om een bedrag van € 33 duizend. Er is sprake van een afname van € 31 duizend voor deze component van het private vermogen. Deze afname wordt opgebouwd door baten ten bedrage van € 7 duizend en investeringen in het Mwenaproject ten bedrage van € 38 duizend (solarlampen, projecten watervoorziening en ict). Nota bene: Op de website www.deltascholen.org zijn (naast algemene informatie) de jaarverslagen van het solidariteitsproject opgenomen onder de tabs algemeen/projecten/kenya/fondsen/jaarverslagen. Van het private vermogen heeft € 112 duizend betrekking op ontvangen ouderbijdragen en andere private middelen op de scholen. Deze middelen worden op schoolniveau besteed en hebben (in ieder geval voor zover het de ouderbijdragen betreft) deels een zeker oormerk. Het private resultaat op deze component betrof in 2012 € 2 duizend. Onderdeel van het private vermogen is voor € 501 duizend de in 2011 gevormde de bestemmingsreserve afschrijvingen na de verkoop (met boekwinst) van een privaat eigendom en de herinvestering van de opbrengst. De afschrijvingen op deze investering worden jaarlijks tot 2037 met een bedrag van € 21 duizend ten laste van deze vermogenscomponent gebracht. Een bedrag van € 373 duizend is aan te merken als een algemene private reserve.
Grafiek 7
In de jaarrekening staat voor een bedrag van € 683 aan personeelsvoorzieningen opgenomen. Het gaat om posten voor spaarverlof, verplichtingen overig uitgesteld verlof en om jubileumgratificaties. Aan deze voorzieningen wordt conform voorschriften gedoteerd en onttrokken. In 2012 was er sprake van een onttrekking van € 31 duizend en een dotatie van respectievelijk € 168 duizend en € 32 duizend. Het effect van de dotatie van € 168 op de exploitatie is verwerkt in de bestemmingsreserve personeel. De langlopende schulden zijn aangegaan in verband met de aanleg van zonnepanelen en betreft een in 15 jaar af te lossen lening tegen een vaste rente van 1,79%. De hoogte van de post kortlopende schulden is € 175 duizend hoger dan in 2011. De schulden zijn niet rentedragend. De totale post schulden bestaat uit “gewone” handelscrediteuren (afgenomen met € 196 duizend) en diverse kleinere schulden (met € 166 duizend toegenomen), belastingen, premies en pensioenen (€ 172 duizend hoger), in het verslagjaar opgebouwde verplichtingen vakantiegeld die in 2013 22
tot uitkering komen (€ 30 duizend minder) en overige overlopende posten, waaronder met name vooruit ontvangen subsidies (€ 63 duizend minder). Voor een belangrijk deel staan er tegenover deze schulden ook vorderingen (€ 271 duizend minder). Tegenover de opgebouwde verplichtingen vakantiegeld staan geen activa. De benodigde middelen daarvoor worden pas in 2013 ontvangen. Opmerkingen bij de activa De materiële vaste activa bestaan uit “gebouwen en terreinen” en uit investeringen in “inventaris en apparatuur” en “leermiddelen”. De geactiveerde omvang van inventaris en apparatuur en leermiddelen neemt af. Dat is met name het effect van de investeringsbeperkingen in 2011 en 2012. De vaste activa financieel betreffen waarborgsommen voor postbussen. De vorderingen betreffen met name vorderingen op het ministerie van OCW en andere overheden. De liquide middelen zijn met € 548 duizend toegenomen ten opzichte van 2011. Dit is voornamelijk het effect van terughoudende investeringen (resulterend in een hoger bedrag aan afschrijvingen ten opzichte van de aan investeringen gekoppelde cashflow) en een betere balans tussen baten en lasten. Het totale geactiveerde investeringsbedrag voor inventaris en apparatuur en leermiddelen, was in 2012 € 228 duizend (2011 € 136 duizend en 20110 € 688 duizend). Het corresponderende afschrijvingsbedrag bedraagt € 497 duizend. Financiële kengetallen In tabel 14a zijn financiële kengetallen opgenomen. De opname van deze kengetallen en de gehanteerde normen zijn in overeenstemming met de normen uit het financieel beoordelingskader van de Commissie Don. De waarden van deze kengetallen blijven bij Delta binnen de waarden van het beoordelingskader. Gekoppeld aan het risicoprofiel (zie paragraaf 1.16) en de te hanteren budgetdiscipline met ook voor 2013 weer enige taakstellende bezuinigingen (zie paragraaf 4) leveren de kengetallen geen zorgelijk beeld van de organisatie op. Van een “rijke uitstraling” is echter bepaald geen sprake. De kengetallen worden overigens vanaf 2011 enigszins geflatteerd door het private resultaat (door bijzondere baten wegens de opbrengst bij de verkoop van een eigendom) en de verplichte activering van de met de opbrengst gedane uitgaven. De activering in de jaarrekening van 2011 heeft immers de activa en dus ook het balanstotaal verhoogd. Die waarden zijn mede van invloed op de waarde van de kengetallen solvabiliteit en de kapitalisatiefactor.
Financiële kengetallen 31-12-2012 2012
2011
42,9% 53,2%
43,3% 52,0%
>= 20% >= 20%
liquiditeit vorderingen plus liquide middelen als % van schulden
153,9%
125,9%
>= 50% / <= 150%
kapitalisatiefactor actiefzijde balans als % van de totale baten
21,7%
19,1%
<=35%
1,0%
1,2%
>=0% / <= 5%
solvabiliteit eigen vermogen als % van het balanstotaal idem op basis van eigen vermogen inclusief voorzieningen
rentabiliteit exploitatieresultaat als % van de totale baten
signaleringsgrenzen (conform advies Don)
Tabel 14a Financiële kengetallen
Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor wordt in een drietal kengetallen uitgesplitst, om een betere indicatie te krijgen van de middelen die (nog) niet voor het onderwijsproces zijn ingezet. Deze drie kengetallen zijn in tabel 14b opgenomen. Alleen voor het kengetal financiële buffer wordt een signaleringsgrens (als “toelaatbaar” maximum) aangegeven. Delta blijft daar ruim onder. Ten aanzien van het kengetal financieringsfunctie dient nog te worden opgemerkt, dat het kengetal uitgaat van de noodzaak tot herinvestering van alle vaste activa. Onderdeel van de vaste activa is bij Delta echter ook (een deel van) de waarde van een gebouw, waarin is geïnvesteerd met de opbrengst van de verkoop van een eigendom. Het is uitgesloten dat er in deze actiefpost (gezien de aard en de reden van ontstaan) ooit zal worden geherinvesteerd. 23
Specificatie Kapitalisatiefactor 31-12-2012 2012
2011
signaleringsgrenzen
10%
10%
nvt
10%
9%
nvt
2%
0%
<= 5%
financieringsfunctie (voor herinvestering vaste activa) 50% cumulatieve aanschafwaarde activa / totale baten transactiefunctie (om kortlopende schulden te voldoen) kortlopende schulden / totale baten financiële buffer (om risico's op te vangen) kapitalisatiefactor - financieringsfunctie - transactiefunctie
Tabel 14b Specificatie kapitalisatiefactor
2.2
Exploitatie
Het resultaat van de exploitatie is gunstiger dan begroot. Dat wordt met name veroorzaakt door hogere baten (rijksbaten € 716 hoger en overige baten € 750 duizend hoger). Tegenover de hogere baten staan hogere personeelslasten (€ 1.209 hoger dan begroot). Daarnaast zijn de materiële lasten € 96 duizend lager dan begroot (met name afschrijvingen en overige diverse lasten). In tabel 15a zijn de afwijkingen opgenomen tussen de gerealiseerde baten en lasten ten opzichte van de begroting. Alle lasten van Delta hebben in essentie betrekking op één van de categorieën personeel of materieel. Aan de inkomstenkant is er sprake van lumpsum (in principe ongedeeld). De verhouding tussen deze twee categorieën als percentage van de totale uitgaven is in 2012 85% personeel en 15% materieel. Deze verhoudingsgetallen zijn door de jaren heen vrijwel ongewijzigd, maar het gaat om afgeronde percentages.
Grafiek 8
Personeelslasten voor vervanging worden volledig vergoed door het Vervangingsfonds en blijven hier verder buiten beschouwing. Het betreft in 2012 een bedrag van € 1.297 duizend van het Vervangingsfonds en € 128 duizend van het Risicofonds. Nb: Dit bedrag is ongeveer € 200 duizend lager dan in 2011. Dat correspondeert met het lagere verzuimpercentage ten opzichte van 2011 (zie ook paragraaf 1.10, tabel 9). De materiële lasten zijn in grafiek 9 verder uitgesplitst. Er is ten opzichte van vorig jaar met name een toename van de lasten gebouwen en de exploitatie scholen.
Grafiek 9 24
Nb: De aan DUO aan te leveren jaarrekening (zie verder het cijfermatige deel van deze jaarrekening) ordent sommige posten anders. Een aantal posten wordt daar ook niet expliciet benoemd. Er is hier verder van afgezien om op detailniveau een exacte aansluiting te krijgen tussen de opstelling zoals die in de Stichtingsbegroting is opgenomen en het (verplichte) DUO-model van de jaarrekening. Baten Lopende het exploitatiejaar zijn er (traditioneel) veel meer baten ontvangen dan begroot. Er blijken steeds weer nieuwe subsidiebronnen aangeboord te (kunnen) worden. Deels is er ook sprake geweest van compensaties (prijsaanpassingen). Deze extra-baten zijn amper te begroten (onder meer, omdat de mate van compensaties op voorhand volstrekt onbekend is). Tegenover de meeste extra-baten staan onvermijdelijk ook hogere lasten. Zie de tabel 15.
Afwijkingen begroting 2012 naar begrotingspost (bedragen x 1.000) Extra Baten (buiten begroting) subsidies overheden
€
658
overige baten personeel
€
294
grensverkeer
€
292
overige baten diverse
€
133
1e inrichting
€
58
onttrekking personeelsvoorzieningen
€
32
rente
€
9-
subsidies derden
€
25-
Extra Lasten (buiten begroting)
€
1.433
€
1.113
abb aanbestedingen
€
5
diversen
€
33-
overige instellingslasten gebouwen
€
30
overig
€
35-
afschrijvingen
€
63-
personeel formatieve inzet ten laste subsidies en baten
€
634
grensverkeer
€
219
dotatie personeelsvoorzieningen
€
199
scholing ten laste subsidies
€
157
Begroot tekort
€
-
Differentieel resultaat
€
320
Exploitatieresultaat
€
320
Tabel 15 Afwijkingen van de begroting naar begrotingspost
Administratie, Bestuur en beheer (abb) Binnen deze kostencategorie zijn met name overschrijdingen gerealiseerd in verband met de kosten voor Europese aanbesteding. Deze posten zijn in de begroting 2012 explicieter begroot. Diverse exploitatielasten Door de wijzigingen in de investeringsintensiteit en de aanpassing van de afschrijvingssystematiek daarop, vallen de afschrijvingen lager uit dan begroot. In de begroting 2012 is daar reeds rekening mee gehouden, maar de boodschap aan de scholen dat er minder geïnvesteerd kon worden is overgekomen. Evenals vorig jaar zijn de lasten voor de exploitatie van gebouwen iets hoger. In 2012 is de oorzaak met name doordat de gemeentelijke heffingen en beveiligingskosten zijn gestegen. De kosten ict maken onderdeel uit van de overige instellingslasten. In het DUO-model maken de kosten voor ict deel uit van een container-post onder overige lasten. De stichtingsbegroting beoogt de kosten ict 25
transparanter te maken. Het lijkt er echter op, dat ook ict meer en meer het karakter krijgt van een containerpost. Personele lasten Jaarlijks is er ten aanzien van het personeel aan zowel de baten- als aan de lastenkant sprake van substantiële afwijkingen van de begroting. Personele lasten blijken in de praktijk moeilijk in de juiste omvang te begroten te zijn. Dat hangt grotendeels samen met lopende het jaar ontvangen aanvullende subsidies. Daar staan dan ook extra-uitgaven tegenover. De scholings- en begeleidingsuitgaven maken ruim 2,6% deel uit van de personele lasten. 2.3
Samenvatting: Gang van zaken gedurende het verslagjaar
In het boekjaar is de nieuwe administratieve dienstverlening (na een Europees aanbestedingstraject in 2011) geïmplementeerd. Er waren aanloopproblemen met de digitale verwerking van facturen en de situatie rond de schooladministraties was niet optimaal. Na enkele aanpassingen voorafgaand aan de zomervakantie voldoet de dienstverlening nu in voldoende mate aan de verwachtingen. Dit behoudens de bugs in de Raet-systemen die door het administratiekantoor worden gebruikt en waarop geen of slechts zeer beperkt invloed kan worden uitgeoefend. Het inverdieneffect bij de nieuwe aanbesteding van het administratiekantoor is conform het voornemen in 2011 deels aangewend om de financiële functie binnen Delta in 2012 te versterken met de benoeming van een (parttime) controler. Dit voldoet aan de verwachtingen. De binnen de organisatie gevoelde druk door de onbalans in bekostiging en noodzakelijke uitgaven leidt Delta-breed tot kostenbewust handelen. De realisatiecijfers worden maandelijks gemonitord. De monitoring heeft geen aanleiding gegeven tot tussentijdse ingrepen. 3
Treasuryverslag
Delta voert geen activiteiten uit die op welke wijze dan ook in verband kunnen worden gebracht met beleggen en belenen. Daarmee wordt in extenso voldaan aan de voor het onderwijs geldende voorschriften voor beleggen en belenen. De (nu dus volstrekt theoretische) bevoegdheid voor het aangaan van verplichtingen die wel te maken zouden hebben met beleggen en belenen ligt exclusief bij het College van Bestuur. Er is aan geen andere personen buiten het College van Bestuur op dit punt procuratie verleend. De bevoegdheid van het College van Bestuur wordt beperkt tot handelingen binnen de goedgekeurde begroting. Daarnaast is statutair bepaald, dat er voor handelingen tot een bedrag van maximaal € 250 duizend buiten de goedgekeurde begroting geen goedkeuring nodig is van de Raad van Toezicht. De beschrijving van de administratieve organisatie dateert uit januari 2006 en zal in 2013/14 zo nodig worden geüpdate. Sinds een aantal jaren neemt Delta deel aan het product Schatkistbankieren (Ministerie van Financiën). Er ligt een overeenkomst tussen Delta en de Staat der Nederlanden aan ten grondslag op basis van saldoregulatie (17-09-2008). De rentebaten zijn slecht te noemen, maar Schatkistbankieren biedt maximale zekerheid voor de tegoeden en de mogelijkheid tot een debetstand (van € 8.000 duizend) tegen gunstige voorwaarden. De financiële baten op stichtingsniveau bedragen over het verslagjaar € 7 duizend (€ 13 duizend lager dan in 2011). De financiële baten van de verschillende schoolrekeningen zijn verwerkt in het exploitatiesaldo van de schoolrekeningen (en derhalve indirect ook in de jaarrekening). Ten behoeve van het project duurzame energie (zie paragraaf 1.8a) is een beperkte lening bij de Schatkist afgesloten. Het gaat om een bedrag van € 125 duizend, tegen een rente van 1,79% voor 15 jaar vast. De lening wordt in 15 jaar volledig afgelost. 4
Begroting 2013
Op de onbalans tussen de ontwikkeling van de bekostiging in relatie tot de ontwikkeling van de lasten is hiervoor al gewezen. Hoewel het regeerakkoord extra-geld voor onderwijs in het vooruitzicht stelt, is het niet de verwachting, dat daardoor ook de financiële bestedingsruimte in 2013 zal verbeteren. Het beschikbaar stellen van meer geld leidde de afgelopen jaren doorgaans met name tot intensiveringen van het bestaande beleid of tot nieuw beleid (met nieuwe eisen) en niet tot een verruiming van bestaande bekostigingskaders. Beschikbare budgetten staan onder druk door lopende verplichtingen. Dat zijn grotendeels “traditionele”, onvermijdbare uitgaven. De personele lasten bedragen circa 84% van de begroting. Daarmee ligt de ruimte voor overige uitgaven vast op 16%. Er is sprake van een (toenemende) onbalans tussen de bekostiging en de stijging van lasten, zowel in de materiële als in de personele sfeer. In de begroting is rekening gehouden met € 150.000 aan extra baten (wegens tussentijdse groei en compensatie) en de realisatie van een taakstellende bezuiniging op personele kosten van € 150.000. 26
Desalnietemin is de begroting 2013 niet sluitend. Dat wordt met name veroorzaakt door een incidenteel optredende en tijdelijke schade wegens het grotendeels wegvallen van een substantiële subsidiestroom voor de instandhouding van ID-banen. Met de vakbonden is collectief ontslag van onze ID-werknemers per 1 februari 2014 overeengekomen. De traditioneel eigen bijdrage van Delta aan deze groep medewerkers (circa 162.000) blijft beschikbaar voor ondersteunende functies, zodat een aantal werknemers in dienst kan worden gehouden. Het College van Bestuur heeft besloten de incidentele schade als verliespost te accepteren en de reguliere bedrijfsvoering daar niet op aan te passen.
Begroting 2013 ( x€ 1.000) Baten I Exploitatiesubsidies A Vergoedingen personele lasten Compensaties en groei B Vergoeding materiële instandhouding Vergoeding materiële instandhouding SWV II Overige baten
€ 25.167 € 150 € 3.729 € 34 € 160 € 29.240
Lasten I Materiële lasten bestuur en beheer A Algemene lasten B Administratie, beheer en bestuur C Exploitatie Bestuursbureau II
III
Diverse exploitatielasten A Gebouwen B Overige uitgaven op stichtingsniveau C Afschrijvingen Personele lasten A Loonkosten B Scholing en begeleiding C Diversen personeelsbeleid
€ 25 € 406 € 35
€ 2.022 € 1.513 € 558
€ 23.847 € 565 € 400 € 29.371
Resultaat
-€ 131
Tabel 10 Overzicht begroting 2013
Op een aantal punten is er om budgettaire redenen sprake van een zeer behouden begroting. Dat geldt met name voor het onderhoud gebouwen. Daarmee blijft het budget voor adequaat onderhoud bepaald nog aan de magere kant en feitelijk beperkt tot echt dringende zaken (veiligheid en calamiteiten). Wel zijn er extra-middelen begroot voor investering in de deelname aan pilots voor verduurzaming (door toepassing van groene stroom) en de aansluiting van scholen in Rheden op glasvezel. In de begroting zijn voor deze investeringen alleen de afschrijvingsbedragen opgenomen. De post investeringen neemt op grond van afspraken wel iets verder toe, maar ligt nog steeds onder het investeringsniveau van 2010. Intensiveringen van uitgaven op het gebied van scholing en begeleiding worden mogelijk gemaakt door het beschikbaar komen van extra- middelen uit de Prestatiebox. Deze middelen worden ook ingezet ter realisatie van de beleidslijnen uit het Beleidsplan 2012-2016. De exacte omvang van het budget voor 2013 is op dit moment nog niet bekend. Er is een best mogelijke inschatting van gemaakt. Drs R.A.Beekhuizen (voorzitter college van Bestuur)
16 mei 2013
27