Werkblad beschrijving interventie
Surfen naar sportblessurepreventie
Gebruik de handleiding bij dit werkblad www.nji.nl/jeugdinterventies of www.loketgezondleven.nl/kwaliteit-van-interventies/beoordeling (vanaf 1 juni 2009 beschikbaar)
Contact NJi
Contact RIVM
Gert van den Berg
[email protected] 030-2306873
Sandra van Dijk
[email protected] 030-2748678
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie
Achtergrondgegevens Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam: Adres: Plaats: E-mail: Telefoon.: Fax: Website: (van de interventie)
Consument en Veiligheid Postbus 75169 1070 AD Amsterdam
[email protected] 020-5114511 020-6692831 www.voorkomblessures.nl
Contactpersoon Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder
Naam: Saskia Kloet, Consument en Veiligheid Adres: Plaats: E-mail: Telefoon: Fax:
Onderstaande in te vullen door Nederlands Jeugdinstituut /RIVM
Documentatie voor de erkenningscommissie De volgende documentatie wordt in viervoud toegestuurd aan de erkenningscommissie: Aangekruiste documenten worden na de beoordeling geretourneerd.
1. 2. 3. 4. 5.
Interventiebeschrijving
Deelcommissie Aankruisen welke deelcommissie de interventie zou moeten beoordelen.
Deelcommissie I. jeugdzorg, psychosociale en pedagogische preventie Deelcommissie II. jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsbevordering Deelcommissie III. ontwikkelingsstimulering, onderwijsgerelateerde hulpverlening en jeugdwelzijn X Deelcommissie IV preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen
Documentnummer
Werkblad beschrijving interventie december 2010
2
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie
Voor u begint Check met behulp van onderstaande lijst of u alle vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. Als u één of meer vragen met nee moet beantwoorden, maakt uw interventie geen kans op erkenning door de erkenningscommissie. Uw interventie moet eerst verder ontwikkeld worden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad). De vraagnummers in de checklist corresponderen met de onderdelen van de beschrijving op dit werkblad en met de erkenningscriteria. Op de websites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM vindt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop. Criteria voor erkenning op Niveau I: theoretisch goed onderbouwd Vraag 1
Is de aard, ernst, omvang of spreiding van het probleem of risico waar de interventie zich op richt duidelijk omschreven?
X Ja
Nee
Vraag 2
Zijn er concrete doelen, zo nodig onderscheiden in einddoelen en voorwaardelijke doelen?
X Ja
Nee
Vraag 3.1
Bevat de documentatie een definitie van de doelgroep met relevante kenmerken?
X Ja
Nee
Vraag 3.2
Indien relevant: bevat de documentatie gegevens over indicatie- en con- X Ja tra-indicatiecriteria? (zie hiervoor ook de handleiding bij dit werkblad)
Nee
Vraag 4.1
Bevat de methodiek een handleiding of protocol waarin de benodigde handelingen, de volgorde ervan, de duur van de interventie, de frequentie en intensiteit van de contacten en materialen zijn vastgelegd?
X Ja
Nee
Vraag 4.2
Zijn de verschillende onderdelen van de interventie beschreven op het niveau van concrete activiteiten?
X Ja
Nee
Vraag 5
Is duidelijk wat de benodigde materialen, waaronder een Nederlandstalige handleiding of protocol, zijn en waar deze materialen verkrijgbaar zijn?
X Ja
Nee
Vraag 6
Is een analyse gemaakt van met het probleem samenhangende factoren (oorzaken, directe en indirecte risico- en beschermingsfactoren)?
X Ja
Nee
Is er een theoretische onderbouwing gegeven waarin de doelgroep, de doelen en de methodiek (de werkzame factoren) verantwoord worden op basis van de probleemanalyse?
X Ja
Nee
Is duidelijk hoe de doelgroep, doelen en methodiek onderling op elkaar aansluiten?
X Ja
Nee
Vraag 8
Is de interventie overdraagbaar, bijvoorbeeld door een systeem van trainingen, begeleiding, registratie, licenties, een overdrachtsprotocol, website, helpdesk of eerdere ervaringen?
X Ja
Nee
Overige
Is bekend wie de ontwikkelaar, licentiehouder is en wie de uitvoerende en of ondersteunende organisaties zijn?
X Ja
Nee
Werkblad beschrijving interventie december 2010
3
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie
Samenvatting Het is handig de samenvatting als laatste in te vullen. Gebruik voor de samenvatting als geheel maximaal 600 woorden.
Doel Beschrijf hoofddoel(en) of meest karakteristieke (sub)doelen van de interventie.
Het uiteindelijke doel van deze interventie is bijdragen aan het verminderen van de incidentie van sportblessures. Subdoelen zijn gerelateerd aan: - verbeteren risicoperceptie - vergroten kennis blessurepreventie en maatregelen - nemen van (meer) preventieve maatregelen - intentie om (meer) preventieve maatregelen te nemen
Doelgroep Noem de doelgroep waar de interventie direct op gericht is .
De doelgroep van de interventie bestaat uit sporters die één van de volgende sporttakken beoefenen: voetbal, tennis, hockey, hardlopen, fitness, korfbal, paardrijden, volleybal, mountainbiken, wielrennen, schaatsen, skaten, skateboarden, skiën en snowboarden. De primaire doelgroep zijn sporters sporters van 18 tot 35 jaar.
Aanpak Beschrijf de structuur en de inhoud van de interventie.
De interventie bestaat uit de website www.voorkomblessures.nl. De kern van de website zijn de verschillende sportermodules. In elke module staat sportspecifieke informatie over blessurepreventie, ingericht naar de informatiebehoefte van de betreffende doelgroep. Om de gedragsdeterminanten van blessure preventief gedrag bij de sporters positief te beïnvloeden wordt gebruikt gemaakt van getailorde adviezen. Per sport kunnen sporters die de website bezoeken drie dingen doen: 1. Een film bekijken waarin een sporter vertelt over zijn blessure, die we door middel van een 3d animatie te zien krijgen. De film en 3d animatie geven een visueel beeld van sportblessurepreventie en probeert bezoekers te triggeren verder de website in te duiken. 2. Een test maken waarbij sporters persoonlijk advies krijgen hoe zij het beste bij hun sport sportblessures kunnen voorkomen. 3. Alle achtergrondinformatie voor hun sport raadplegen via het ‘voorkomen’ gedeelte. Dit is een soort bibliotheek waar alle mogelijke informatie staat. Naast deze drie onderdelen binnen de sportermodules kunnen bezoekers ook de 3d animaties van alle blessures bekijken, nieuwsberichten lezen, zoeken binnen de website en vragen stellen over de (inhoud van) website.
Materiaal Geef aan of er een handleiding en ander materiaal is.
Website: www.voorkomblessures.nl Website: www.voorkomblessures.nl/materialenhok
Onderzoek Beschrijf concluderend de resultaten van Nederlands effectonderzoek, buitenlands effectonderzoek en procesevaluaties van de interventie in maximaal 200 woorden.
Tweeënhalf jaar na de start van de website hebben bijna 170.000 sporters de website weten te vinden, hebben iets meer dan 63.000 sporters een persoonlijk advies gevraagd. Zowel de inhoud en de bruikbaarheid als de vormgeving van de website worden positief gewaardeerd. Ook over de nieuwswaarde en bruikbaarheid van deze adviezen zijn de bezoekers positief. Daarnaast lijkt de website het gewenste effect te sorteren: ongeveer de helft van de sporters die de test gemaakt
Werkblad beschrijving interventie december 2010
4
Interventienummer Meld als er geen onderzoek is: Er zijn geen studies voorhanden
Surfen naar Sportblessurepreventie hebben kan een betere risico inschatting maken en de meeste (86%) sporters zijn in staat spontaan drie maatregelen noemen om sportblessures bij hun sport te voorkomen. Bijna 90% heeft na het bezoek aan de website meer kennis van de mogelijkheden om sportblessures te voorkomen. Daarnaast hebben veel sporters de intentie om de adviezen van de website op te volgen (62%) en 58% heeft dit inmiddels al deels of geheel gedaan.
Werkblad beschrijving interventie december 2010
5
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie
Beschrijving voor erkenning op niveau I: theoretisch goed onderbouwd
A. Interventiebeschrijving: probleem, doelgroep, doel, aanpak, materialen en uitvoering
1. Risico- of probleemomschrijving Geef aan wat het probleem of het risico is waar de interventie zich op richt en van wie het probleem is. Beschrijf de aard, ernst, omvang en spreiding van het probleem, en de gevolgen bij niet ingrijpen. Geef, indien van toepassing, ook aan dat deze informatie er niet is.
Steeds meer mensen in Nederland sporten en bewegen. In 2007 sportte 65% minstens 12 keer per jaar (Tiessen-Raaphorst, 2008). Helaas kent sporten ook een keerzijde. Jaarlijks worden 3,5 miljoen sportblessures opgelopen, waarvan 1,4 miljoen een medische behandeling nodig heeft (Schoots et al., 2009). Naast dat dit de samenleving gemiddeld 1,4 miljard euro per jaar kost (Schoots et al., 2009), vormt deze problematiek ook een belangrijke belemmering van (het behoud van) een fysiek actieve leefstijl, iets dat centraal staat in het huidige overheidsbeleid. Belangrijk dus dat er interventies uitgevoerd worden om het aantal sportblessures te verminderen en het sportplezier te verhogen.
Maximaal 400 woorden.
2. Doel van de interventie Wat is het doel van de interventie? Beschrijf de einddoelen en eventuele sub- of voorwaardelijke doelen zo concreet mogelijk en bij voorkeur SMART.
Het uiteindelijke doel van deze interventie is het bijdragen aan het verminderen van de incidentie van sportblessures. De volgende subdoelen zijn gesteld voor de interventie: - 50% van de sporters die de test op de website hebben gemaakt, kan een betere risico inschatting maken, op het oplopen van een sportblessure (risicoperceptie). - 90% van de bezoekers van de website weet na het bezoek aan beter hoe hij/zij sportblessures kan voorkomen (kennis). - 50% van de sporters die de website hebben bezocht, kan spontaan 3 maatregelen noemen om sportblessures te voorkomen bij hun sport (kennis). - 70% van de sporters die de test op de website hebben gemaakt, hebben één of meerdere adviezen om sportblessures te voorkomen opgevolgd (gedrag). - 90% van de sporters die de test op de website hebben gemaakt, zijn van plan om één of meerdere adviezen om sportblessures te voorkomen op te volgen (intentie).
3. Doelgroep van de interventie 3.1 Voor wie is de interventie bedoeld? Wat is de doelgroep van de hier beschreven interventie? Geef een zo precies mogelijke beschrijving van relevante kenmerken. Noem ook een eventu-
De doelgroep van de interventie bestaat uit sporters die één van de volgende sporttakken beoefenen: voetbal, tennis, hockey, hardlopen, fitness, korfbal, volleybal, mountainbiken, wielrennen, schaatsen, skaten, skateboarden, skiën en snowboarden. Dit zijn veelbeoefende sporttakken en sporttakken waar veel blessures worden opge-
Werkblad beschrijving interventie december 2010
6
Interventienummer ele intermediaire doelgroep.
Surfen naar Sportblessurepreventie lopen, die een hoog blessurerisico hebben, veel ernstige blessures veroorzaken en/of sporttakken die veel ongeorganiseerd (niet lid van een club of zonder trainer sporten) worden beoefend. Deze sporttakken staan ook centraal in het sportblessurepreventiebeleid van VWS (Kloet et al, 2008). Uit onderzoeken blijkt dat het aantal ongeorganiseerde sporters aan het stijgen is (Tiessen-Raaphorst, 2008). Een belangrijke subdoelgroep van de interventie bestaat uit sporters van 18 tot 35 jaar. De sporters van deze leeftijden sporten veel ongeorganiseerd (Breedveld & Tiessen-Raaphorst, 2006), zijn koploper in de beoefening van de top 10 van sporttakken in Nederland (OBiN 2006-2008) en in deze leeftijdsgroep is de hoogste incidentie van medisch behandelde letsels te vinden (30%) (OBiN 2006-2008). Dit is tevens een groep die goed toegang heeft tot internet en hier ook actief gebruik van maakt bij het zoeken naar informatie. Het concept van de interventie is dan ook op deze specifiekere doelgroep afgestemd. Echter sporters van andere leeftijden worden niet uitgesloten en kunnen ook een persoonlijk en sportspecifiek advies-op-maat krijgen.
3.2 Indicatie- en contra-indicatiecriteria Beschrijf indicatie- en contraindicatiecriteria indien van toepassing Meld ook hoe de doelgroep wordt geselecteerd. Noem eventueel gebruikte selectieinstrumenten en vereiste scores.
Nvt
3.3 Toepassing bij migranten Geef aan of de interventie (ook) geschikt is voor (specifieke) migrantengroepen, en zo ja voor welke.
De interventie is geschikt voor alle sporters die Nederlands kunnen lezen.
4. Aanpak van de interventie 4.1 Opzet van de interventie Beschrijf de opzet van de interventie. Denk aan de gebruikelijke duur, indien van toepassing de frequentie en intensiteit van de contacten, de volgorde van de onderdelen, handelingen of stappen en de setting waarin de interventie wordt uitgevoerd.
Binnen 'Surfen naar Sportblessurepreventie' is samen met sportinhoudelijke deskundigen voor de sporter en het sportwerkveld één toegankelijke, volledige, relevante en betrouwbare internetsite ontwikkeld met informatie over sportspecifieke blessurepreventie. De internetsite bestaat uit verschillende modules (per sport een aparte module). In elke module staat sportspecifieke informatie over blessurepreventie, ingericht naar de informatiebehoefte van de betreffende doelgroep. Om de gedragsdeterminanten van blessure preventief gedrag bij de sporters positief te beïnvloeden wordt gebruikt gemaakt van getailorde adviezen, ofwel advies-opmaat. De interventie wordt ondersteund door een structurele attenderingscampagne, die sporters via allerlei kanalen attendeert op het bestaan van de website en activeert om er naartoe te gaan. Attendering is een structureel onderdeel binnen de campagne. Een deel van de attendering bestaat uit vaste elementen zoals een doorlopende Google Adwords campagne en attendering via partners van www.voorkomblessures.nl met ondersteuning van het digitale materialenhok. Hiernaast is ruimte voor losse elementen in samenwerking met partners, zoals attendering op sportevenementen (Nationale Sportweek, FBK games), in sportwinkels (samenwerking met Intersport), in PR bij tijdschriften of kranten, via een viral online game, of op sportgerelateerde websites zoals Wielerland.nl. Ook wordt binnen deelcampagnes van het NISB geattendeerd op gezond sporten en verwezen naar www.voorkomblessures.nl. Meer over de resultaten van deze attenderingsactiviteiten zijn te lezen in hoofdstuk 9.
4.2 Inhoud van de interventie
Werkblad beschrijving interventie december 2010
7
Interventienummer Wat gebeurt er concreet bij de uitvoering? Beschrijf hoe de onderdelen van de interventie worden ingevuld of uitgevoerd, zo nodig met enkele typerende voorbeelden.
Surfen naar Sportblessurepreventie De interventie bestaat uit de website www.voorkomblessures.nl. De website bestaat uit verschillende onderdelen. De kern van de website zijn de verschillende sportermodules. Als sporters op de website komen worden ze door gastheer Wilfried de Jong (presentator van het veelbekeken televisieprogramma "Holland Sport") verwelkomt en geïntroduceerd in de website. Wilfried de Jong roept op om je sport te kiezen, daarvan de film te bekijken en de test te maken om een persoonlijk advies te krijgen. Per sport kunnen sporters die de website bezoeken drie dingen doen: 1. Een film bekijken waarin een sporter, die bij Wilfried de Jong op de massagetafel ligt, vertelt over zijn blessure, die we door middel van een 3d animatie te zien krijgen. De film en 3d animatie geven een visueel beeld van sportblessurepreventie en probeert bezoekers te triggeren verder de website in te duiken. De sporter die op de massagetafel ligt verteld over zijn sport, hoe hij de blessure heeft opgelopen en vervolgens vraagt Wilfried door of de sporter er iets aan had kunnen doen om het te voorkomen. Een tipje van de sluier wordt opgelicht over de preventie van sportblessures en aan het eind van de film, roept Wilfried de Jong op om de test te maken als je meer wilt weten en een persoonlijk advies wilt. De film duurt gemiddeld tussen de 2 en 3 minuten per sport. 2. Een test maken waarbij sporters persoonlijk advies krijgen hoe zij het beste bij hun sport sportblessures kunnen voorkomen. Om de test aantrekkelijker te maken is deze opgebouwd uit 3 delen. Per deel worden een aantal vragen gesteld waarna de sporter tussendoor al een advies teruggekoppeld krijgt, wat mede prikkelt om de test verder te maken. De opbouw van de test is gebaseerd op het proces van gedragsverandering uit het stages of change model van Prochaska en DiClemente (1986). Als sporters zich nog niet bewust zijn van het probleem, risico of mogelijke oplossingen worden de adviezen hierop gefocust. Als zij al wel de intentie hebben om het gedrag uit te voeren maar dat nog niet doen, wordt geprobeerd dit te beïnvloeden door bijvoorbeeld belemmeringen weg te nemen. Uit doelgroeponderzoeken is gebleken welke demografische variabelen en welke gedragsdeterminanten van invloed zijn op het gedrag (zie beschrijving in hoofdstuk 6, onder het kopje "Determinanten, per sport bepaald"). Deze staan dan ook centraal in de diverse onderdelen van de test. Welke adviezen daarover gegeven wordt hangt geheel af van het antwoord dat de sporter geeft op de vragen. Ook worden persoonskenmerken als geslacht, leeftijd en eerdere blessures meegenomen in de adviezen. Aan het einde van de test kunnen de sporters het hele advies nog een keer naar zichzelf mailen. Het maken van de test duurt gemiddeld tussen de 10 en 15 minuten per sport. 3. Alle achtergrondinformatie voor hun sport raadplegen via het ‘voorkomen’ gedeelte. Dit is een soort bibliotheek waar alle mogelijke informatie staat. Deze is wel sportspecifiek maar niet persoonsgebonden zoals in de test. Sporters die niet de test willen maken maar heel specifiek op zoek zijn naar informatie kunnen die hier allemaal vinden. Per sporttak kent de informatie een aantal basis koppen waaronder de informatie is ingedeeld: gedrag, sportuitrusting, persoonlijke bescherming, training en sportmedische informatie. De informatie wordt ondersteund door illustraties en/of filmpjes van bijvoorbeeld voorbeeldoefeningen. Er is geen gemiddelde tijd die sporters nodig hebben om deze informatie te bekijken, maar hangt van de vraag en behoefte van de sporter af. Naast deze drie onderdelen binnen de sportermodules kunnen bezoekers ook de 3d animaties van alle blessures bekijken, nieuwsberichten lezen, zoeken binnen de website, een vraag stellen over de (inhoud van) website die binnenkomt op de servicedesk van Consument en Veiligheid, vrienden tippen over deze website via de tell a friend optie en zien welke partners hebben meegewerkt aan de totstandkoming van de website en informatie op de website.
Werkblad beschrijving interventie december 2010
8
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie
5. Materialen en links Welke materialen zijn er en waar zijn deze verkrijgbaar? Noem ten minste de Nederlandse handleiding. Noem ook eventuele links naar relevante websites, rapporten of andere relevante bestanden. Vermeld eventueel ook of er voorzieningen zijn voor migranten en zo ja welke.
Website: www.voorkomblessures.nl Website : www.voorkomblessures.nl/materialenhok Op deze website kunnen sportbonden, sportverenigingen en andere geïnteresseerden die willen helpen aandacht te geven aan sportblessurepreventie kant en klare communicatiematerialen vinden om te communiceren over sportblessurepreventie. Het gaat om materialen als: - kant en klare (sportspecifieke) artikelen - advertenties - banners - gratis beeldmateriaal - flyer - poster - voorbeeld presentatie - filmpjes die 'embedded' kunnen worden in willekeurige andere websites - deeplinks In het Materialenhok worden niet alleen communicatiematerialen aangeboden, maar ook adviezen (materiaaltips) over hoe de middelen in gezet kunnen worden. Daarnaast kunnen via het materialenhok ook de fysieke materialen als de poster en de flyer gratis besteld worden.
Werkblad beschrijving interventie december 2010
9
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie
B. Onderbouwing van de interventie 6. Verantwoording: doelgroep, doelen en aanpak Wat zijn de factoren (determinanten) die het probleem beïnvloeden? Onderbouw dit met theorieën en/of onderzoeksliteratuur, een ratio of een visie. Als u hiervoor gebruik maakt van een algemene theorie over gedragsverandering, maak dan aannemelijk dat deze van toepassing is op het probleem. Geef aan hoe deze factoren met elkaar samenhangen. Noem oorzakelijke, risico-, instandhoudende, verzachtende en of beschermende factoren. Welke factoren zijn beïnvloedbaar? Laat dit alles zien met theorie/ studies of voorbeelden. Op welke veranderbare factoren richt de interventie zich? Kan het doel met de gekozen aanpak worden bereikt? Maak dit aannemelijk aan de hand van studies en /of ervaringen. Laat zien dat de doelgroep aansluit bij de probleemanalyse. Wat zijn de werkzame factoren /mechanismen? Welke elementen mogen bij aanpassing van de interventie niet ontbreken? Voor de verantwoording kan gebruik worden gemaakt van Nederlands en/of internationaal onderzoek naar de theorie achter de interventie, naar onderdelen van de interventie en /of naar soortgelijke interventies, en van onderzoek naar buitenlandse versies van de interventie. Voor meer uitleg en informatie zie de handleiding bij dit werkblad.
De rol van gedrag bij preventie van sportblessures Sportblessures kunnen veroorzaakt worden door een veelheid aan factoren. Er wordt een onderscheid gemaakt in (Van Mechelen et al., 1992): - Lichamelijke risico-indicatoren, zoals lichaamsbouw, leeftijd/geslacht, fitheid, oude beschadigingen van botten, spieren etc, herstel na een blessure (of ziekte) - Gedragsmatige risico-indicatoren, zoals emoties, risico-inschatting en acceptatie, motivatie, kennis over blessurepreventie, gezonde leefstijl, vaardigheden, persoonlijke sportuitrusting, attitude, sociale invloed, barrières - Omgevingsgeboden factoren: accommodatie, weersomstandigheden, spelmaterialen (van anderen), soort belasting: tak van sport en niveau, sportsituatie - Menselijke factoren: teamgenoten, tegenstanders, scheidsrechter, publiek/ouders, begeleiders. De persoonsgebonden risicofactoren (lichamelijke en gedragsmatige) bepalen de belastbaarheid van de sporter, de omgevingsgebonden risicofactoren bepalen de werkelijk optredende belasting van de sporter. Een sportblessure zal optreden zodra de belasting van de sporter groter wordt dan zijn belastbaarheid. Bovengenoemde persoonsgebonden en omgevingsgebonden risicofactoren werken, al dan niet gelijktijdig en in onderlinge samenhang, in op de sporter, bepalen mede zijn sportgedrag en beïnvloeden daarmee de kans op het ontstaan van een blessure. Om de kans op een sportblessure zo klein mogelijk te houden, moet de sporter preventief gedrag vertonen (Van Mechelen et al., 1992; Van Mechelen & Backx, 1994). De sporter kan zelf het risico op een sportblessure verkleinen door zelf maatregelen te treffen. De belangrijkste doelgroep voor blessurepreventieve activiteiten is dan ook de sporter zelf. Maatregelen die de sporter zelf kan nemen zijn (Vriend & Goossens, 2009): - Gebruik van geschikt sportmateriaal van goede kwaliteit (persoonlijke beschermingsmiddelen, instrumentele sportmaterialen en sportschoenen en sportkleding). - Gebruik van braces en tapeverbanden ter ondersteuning en bevordering van de stabiliteit van gewrichten. - Eigen sportgedrag; naleven van spelregels en veilig gedrag (fair play). - Training van een optimale algemene lichamelijke fitheid en het aanleren van de benodigde sportspecifieke vaardigheden. - Het doen van sportspecifieke warming-up en rekoefeningen met als doel de sporter lichamelijke en geestelijk voor te bereiden op lichamelijke inspanning. - Sportkeuring en sportadvies. - Voldoende herstel en het juiste moment van sporthervatting na een blessure ter preventie van recidief en compensatieletsel. Aanpak van de interventie Om sporters aan te zetten tot blessure preventief gedrag informeert en adviseert Surfen naar sportblessurepreventie sporters via internet (via een advies-op-maat systeem). Deze aanpak sluit aan op ervaringen met eerdere activiteiten gericht op preventie van sportblessures van Consument en Veiligheid en NOC*NSF (Sport Blessure Vrij). De belangrijkste conclusies uit de evaluatie van deze activiteiten waren: - De behoefte aan informatie over blessurepreventie is groot onder sporters. Helaas is het aanbod sterk versnipperd. Sporters hebben behoefte aan sportspecifieke kennis op maat die hen persoonsgebonden adviseert hoe blessures zijn te voorkomen. Er is vraag naar een centraal informatiepunt voor een betrouwbaar en praktisch sportspecifiek advies op maat over blessurepreventie (Jonkers & Spapen, 2004).
Werkblad beschrijving interventie december 2010
10
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie -
Sporters zijn goed bereikt, maar zij voelen zich onvoldoende aangesproken door de inhoud. Vervolginterventies moeten sportspecifiek zijn én voorzien in praktisch toepasbare adviezen, bij voorkeur op maat. De huidige inhoud over blessurepreventie is te algemeen van aard en niet toegesneden op wat sporters zoeken en nodig hebben (Schouten, 2004).
Op het terrein van blessurepreventie gebeurt al veel en is ook al veel informatie beschikbaar. Informatie is alleen niet makkelijk te vinden door het versnipperde karakter ervan. Daarom wordt in Surfen naar sportblessurepreventie de beschikbare informatie gebundeld, gekanaliseerd en geïntegreerd binnen één portal. Om de gedragsdeterminanten van blessure preventief gedrag bij de sporters positief te beïnvloeden wordt gebruikt gemaakt van getailorde adviezen, ofwel advies-opmaat. Deze techniek maakt het mogelijk de inhoud van de voorlichting af te stemmen op de specifieke kenmerken, opvattingen en gedragingen van de persoon voor wie de voorlichting bedoeld is. Het basis idee achter tailoring is dat de boodschappen relevanter zijn voor een persoon, hierdoor meer aandacht krijgen en beter verwerkt worden en hierdoor weer meer effect kunnen bereiken bij een persoon (Skinner et al., 1993). Bestaande interventies die gebruik maken van tailoring via een computer of internet om te stoppen met roken, meer te bewegen en gezond te eten laten positieve resultaten zien (Kroeze et al., 2006; Stretcher, 1999; De Nooijer, et al., 2009; Slootmaker, 2009). De keuze voor sportblessurepreventie advies-op-maat wordt ondersteund door de volgende argumenten: - Advies-op-maat voorkomt overbodige informatie en voorziet de gebruiker van meer relevante, op de persoon gerichte informatie. Dit sluit aan bij de behoefte van de sporter (Schouten, 2004; Jonkers & Spapen, 2004) - Advies-op-maat verhoogt de attentie en effectiviteit van de boodschap. Ook volgens Petty & Cacioppo (1986) zijn gelimiteerde en toegespitste informatie belangrijke determinanten die het lezen, begrijpen en verwerken van de (gezondheids) boodschap (positief) beïnvloeden. - Online advies-op-maat is bij uitstek geschikt voor de ongeorganiseerde sporter omdat de andere intermediaire kanalen (zoals de trainer) ontbreken. Determinanten, per sport bepaald Per sport is een advies-op-maat module ontwikkeld. Om aan te sluiten bij de wensen en behoeften van de sporters, en om inzicht te krijgen in te beïnvloeden determinanten zijn doelgroeponderzoeken uitgevoerd. Per sport zijn eerst de belangrijkste/meest effectieve blessurepreventieve maatregelen geselecteerd op basis van literatuur en expert meetings. In de doelgroeponderzoeken is vervolgens voor deze maatregelen nagegaan wat de determinanten voor het nemen van deze maatregelen zijn. Voor 5 takken van sport is zowel kwalitatief (20 respondenten per sporttak) als kwantitatief onderzoek (300 respondenten per sporttak) gedaan (Janssen & de Weerdt, 2006a,b,c,d,e), voor de overige 9 takken van sport zijn expertmeetings georganiseerd en zijn focusgroepgesprekken gehouden per sporttak (Goossens et al., 2009). Om de beïnvloedbare determinanten van blessurepreventief gedrag vast te stellen is in de doelgroeponderzoeken gebruik gemaakt van theoretische veronderstellingen die ontleend zijn aan het Precede-Proceed model van Green & Kreuter (2005) en aan het Stages of Change Model (als één van de concepten van het Transtheoretisch Model van Prochaska et al., 1986). Green en Kreuter onderscheiden drie typen clusters determinanten die van invloed zijn op gedrag(sverandering): - predisposing of motiverende factoren: het gaat hierbij om individuele kenmerken van mensen, zoals kennis, houding, risicoperceptie en eigen effectiviteit (de mate waarin men zichzelf in staat acht om het gewenste gedrag uit te voeren). - enabling of in staat stellende factoren zijn factoren die betrekking hebben op kenmerken in de omgeving; het gaat hier om randvoorwaarden in de omgeving die het (on)mogelijk maken om het gewenste gedrag te vertonen. Bijvoorbeeld belemmeringen die men ervaart in het toepassen van blessurepreventieve maatregelen of in hoeverre men toegang heeft / kan beschikken over hulpmiddelen om blessures te voor-
Werkblad beschrijving interventie december 2010
11
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie komen. - reinforcing of versterkende factoren hebben eveneens betrekking op kenmerken van de omgeving; deze factoren bevorderen of bekrachtigen het gewenste gedrag, zoals positieve reacties uit de omgeving van personen of instanties. Belangrijke reinforcing factoren zijn bijvoorbeeld enthousiaste reacties vanuit de sportbond en of de sportvereniging (voor wat betreft sporten die in verenigingsverband worden uitgeoefend), signalen / voorbeeldfunctie van topsporters, feedback over de consequenties van eigen gedrag. De mate waarin verschillende (clusters) determinanten een rol spelen is meestal afhankelijk van de fase van gedragsverandering waarin individuen binnen de doelgroep zich bevinden. In dit opzicht is het 'stages of change' model relevant (Prochaska et al., 1986). Deze theorie gaat ervan uit dat mensen bij gedragsverandering verschillende stadia doorlopen. 1. In de precontemplatiefase overweegt een persoon nog niet om gedrag te veranderen. 2. In de contemplatiefase heeft een persoon het gedrag nog niet veranderd, maar overweegt wel om dat te doen. 3. In de preparatiefase is een persoon actief bezig met plannen om op korte termijn gedrag te veranderen. 4. In de actiefase is een persoon bezig het gedrag te veranderen. 5. Wanneer het gedrag veranderd is weten personen dat met succes vol te houden (behoudsfase) of vallen terug naar het vroegere gedrag (terugvalfase). Bovenstaande indeling geeft inzicht in de bereidheid van personen om gedrag te veranderen, hetgeen relevant is voor de mate waarin verschillende effecten bereikt kunnen worden door voorlichting en advies (op maat). In de precontemplatiefase gaat het om bewustmaking en het vestigen van aandacht op het te communiceren onderwerp. In dit geval het vestigen van aandacht voor blessurepreventie als een integraal onderdeel van een verantwoorde en plezierige manier van sportbeoefening. In de contemplatiefase wordt de voorlichting gericht op informatie omtrent de vooren nadelen van gedragsverandering hetgeen invloed kan hebben op de attitude ten aanzien van gedragsverandering. Ook wordt aandacht besteed aan het versterken van de eigen perceptie op het risico dat men loopt een blessure op te lopen. In de preparatie- en actiefase is het van belang handreikingen te geven die kunnen helpen bij de omzetting van de positieve intentie naar gedrag. Hier wordt aandacht besteed aan hoe bepaalde maatregelen uit te voeren (zoals het aanleren van trainingsvaardigheden, eigen effectiviteit/risicovermijding), alsmede het creëren van voorwaarden in de omgeving die het gewenste gedrag mogelijk maken (de eerder genoemde enabling factoren). Personen die gedrag veranderd hebben, maar terugvallen in hun vroegere gedrag (in de terugvalfase), hebben onvoldoende bekrachtigende prikkels ontvangen om de gedragsverandering te behouden. Reinforcing factoren spelen daarbij een belangrijke rol. In de doelgroeponderzoeken zijn ook sociodemografische kenmerken van de sporters meegenomen. Op basis van kenmerken van personen die veel of weinig blessurepreventieve maatregelen treffen zijn profielen gemaakt die gebruikt worden bij het ontwikkelen van het advies-op-maat. In de test op www.voorkomblessures.nl doorloopt de sporter de fasen uit het model om te komen tot het uiteindelijke advies-op-maat. Per sport wordt gestart met een probleemanalyse. Vervolgens wordt gekeken naar de informatiebehoefte van sporters en naar gedragsdeterminanten van het uit te voeren preventief gedrag.
7. Samenvatting onderbouwing Geef in één tot drie zinnen de logica van het verband tussen probleem, doelgroep, doel en methode.
Om sporters aan te zetten tot blessure preventief gedrag informeert en adviseert Surfen naar sportblessurepreventie sporters via internet. Via een advies-op-maat systeem krijgen sporters sportspecifieke adviezen die aansluiten bij zowel de fase van gedragsverandering waar de sporter zich in bevindt als hun persoonlijke informatiebehoeften.
Werkblad beschrijving interventie december 2010
12
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie
C. Overdraagbaarheid
8. Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking 8.1 Eisen ten aanzien van opleiding Welke eisen zijn er t.a.v. opleiding, training, certificering, licenties en/of supervisie van de uitvoerend werkers? Beschrijf deze randvoorwaarden voor de toepassing.
Niet van toepassing
Meld indien van toepassing: Er zijn geen specifieke eisen voor de uitvoering en begeleiding van de uitvoerend werkers.
8.2 Eisen ten aanzien van overdracht en implementatie Is er voor de overdracht of implementatie een handleiding of protocol? Zijn er eerdere ervaringen waaruit blijkt dat de interventie overdraagbaar is?
Er is geen handleiding of protocol.
Meld indien van toepassing: Er is geen handleiding of protocol voor overdracht of implementatie.
8.3 Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking Hoe wordt de kwaliteit van de interventie beoordeeld en bewaakt? Denk bijvoorbeeld aan registratie van activiteiten en resultaten. Meld indien niet bekend of niet van toepassing: De wijze van kwaliteitsbewaking wordt (verder) bepaald door de uitvoerder.
Consument en Veiligheid is eindverantwoordelijk voor de inhoud en het up-to-date houden van de site. Dit gaat in samenspraak met per sporttak sportspecifieke (medische) experts van de betreffende sportbonden, federaties of unie's. In de meeste gevallen is het de bondsarts van de betreffende sportbond die alle teksten en adviezen meeleest en schrijft. Ook tussentijdse wijzigingen of updates worden voorgelegd aan de experts alvorens ze te publiceren op de website. Via de website kunnen vragen gesteld worden die binnenkomen bij de servicedesk van Consument en Veiligheid. Afhankelijk van de inhoud van de vraag wordt deze door Consument en Veiligheid beantwoord (hetzij met hulp van een sportmedicus) of verwijst de servicedesk door naar waar de betreffende persoon het antwoord kan vinden of halen.
8.4 Kosten van de interventie Wat zijn de kosten voor de uitvoering? Noem zo mogelijk kosten voor licentie, materiaal, trainingen, kwaliteitsbewaking, Vermeld het jaartal waarvoor de prijzen gelden. Noem ook de tijdinvestering van betrokken professionals (uitvoering en coördinatie).
Het bezoek van de website en het krijgen van een persoonlijk advies is gratis. De materialen behorend bij deze interventie (www.voorkomblessures.nl/materialenhok) zijn gratis te gebruiken en/of te bestellen bij Consument en Veiligheid. De site (campagne) wordt gefinancierd door ZonMw. Het betreft een project financiering voor meerdere jaren. Om de site in de lucht te houden worden jaarlijks hostingskosten, serverkosten en domeinnaamkosten gemaakt. Dit bedraagt ongeveer 5.000 euro per jaar. Onderhoud en aanpassingen aan de site brengen extra kosten met zich mee.
Werkblad beschrijving interventie december 2010
13
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie
Meld indien van toepassing: de kosten van de interventie zijn niet bekend
9. Onderzoek naar de uitvoering van de interventie Is er onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie? Beschrijf doel, type onderzoek (bijvoorbeeld procesevaluatie, behoefteanalyse, nul-meting, haalbaarheidonderzoek, tevredenheidmeting etc.), methode en relevante uitkomsten. Geef aan wat het bereik is, de succes- en faalfactoren en waardering door de doelgroep. Geef ook aan hoe de interventie, indien noodzakelijk, wordt aangepast. Meld indien van toepassing: er is geen onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie.
In de voorbereiding en tijdens de uitvoering van de interventie zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd. Naast de eerder beschreven doelgroeponderzoeken zijn gebruikersonderzoeken en procesevaluaties uitgevoerd. Bezoek website; jaarlijkse analyses van web- en bezoekerstatistieken (Kemler & Kloet, 2010). Doel: evalueren van de procesdoelstellingen die bij de campagne zijn gesteld mbt het bereik van de site en het signaleren van aandachtspunten voor verbetering van de interventie (zowel attendering als inhoud). Methode: aan de ‘achterkant’ van de website worden de webstatistieken bijgehouden per maand dat de website online is. Hiermee wordt het aantal bezoekers in kaart gebracht, de gemiddelde lengte van het bezoek, de meest populaire subpagina’s van de website en ook de herkomst van de bezoekers. Daarnaast wordt aan de achterkant van het advies-op-maat systeem een SPSS logfile bijgehouden van iedereen die de test op de internetsite maakt. Ook hierop kunnen analyses gedaan worden zoals welke achtergrondkenmerken de sporters die de test maken hebben en hoeveel sporters de test afmaken. Jaarlijks worden deze analyses gedaan en vastgelegd in een rapportage. Relevante uitkomsten: De website www.voorkomblessures.nl trekt steeds meer bezoekers, waardoor ook steeds meer sporters de test maken. 2,5 jaar na de start van de website (online op 6 december 2006) hebben bijna 210.000 sporters de website weten te vinden, hebben bijna 70.000 sporters een persoonlijk advies gevraagd. De attenderingsactiviteiten (zoals beschreven in paragraaf 4.1) en de zoekmachine optimalisatie werpen hun vruchten af. De test wordt evenals de voorgaande jaren ingevuld door een behoorlijk aantal ongeorganiseerde sporters (lichte stijging t.o.v. 2007/2008) en gemiddeld maken méér sporters de test helemaal af.
1.
2.
Waardering en gepercipieerde effecten gebruikers; viertal online vragenlijstonderzoeken (Janssen en Gelissen, 2007; Gelissen, 2008; Gelissen, 2009; de Haan, Janssen & Jonkers, 2010). Doel: nagaan hoe gebruikers de content, gebruikersgemak en vormgeving van de verschillende onderdelen van de website en de toepasbaarheid van de gegeven adviezen beoordelen en in hoeverre de website bijdraagt tot een veranderde risicoperceptie, vermijdbaarheid van sportblessures en veranderd gedrag ter preventie van sportblessures Methode: Digitale vragenlijst, uitgezet onder bezoekers van de site die hun e-mail adres hebben achtergelaten en sporters geworven middels een oproep op de website. Relevante uitkomsten: De resultaten laten zien dat zowel de inhoud en de bruikbaarheid als de vormgeving van de website positief gewaardeerd worden. Uit de laatste evaluatie bleek dat ruime meerderheden de filmpjes op de site aantrekkelijk (85%) en interessant (72%) vinden, de 3D-animaties als interessant beoordelen (87%) en de tests leuk vinden om te doen (87%). Meer dan de helft van de bezoekers (52%) heeft de gezochte informatie helemaal kunnen vinden en bijna alle anderen (47%) hebben de informatie ten minste gedeeltelijk gevonden. Ook over de nieuwswaarde en bruikbaarheid van deze adviezen zijn de bezoekers positief: 31% treft vrij tot heel veel nieuwe informatie aan in de adviezen en 77% vindt de meeste of alle adviezen bruikbaar in de praktijk. Afgaande op de eigen inschatting van de bezoekers, lijkt de website op korte termijn de gewenste effecten te genereren. Sporters worden zich in sterkere mate bewust van de risico’s op blessures en vooral van de manieren om blessures te voorkomen. Veel sporters zijn dan ook van plan één of meerdere adviezen op te volgen of hebben dat zelfs al gedaan. In hoofdstuk 10 worden de resultaten van deze onderzoeken nader toegelicht.
Werkblad beschrijving interventie december 2010
14
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie
3.
Procesevaluaties; in de afgelopen jaren zijn 2 procesevaluaties uitgevoerd rondom deze interventie (Kaagman & Kloet, 2007 en Glass, 2009). Doel: verkrijgen van inzicht in de waardering van de (onderdelen van de) website, inzicht in de sterke en minder sterke punten van de website, het informatie zoekgedrag van bezoekers en de manier waarop de website nog beter afgestemd kan worden op de doelgroep. Methode: De opzet van het onderzoek was in beide gevallen vergelijkbaar, namelijk: Het onderzoek was per respondent opgebouwd uit 4 delen: a. Korte algemene vragenlijst; In de eerste 5 minuten is de achtergrond van de sporters in kaart gebracht evenals de verwachtingen van de sporters bij een website over het voorkomen van blessures. b. Site verkenning; Vervolgens reeg elke sporter maximaal 15 minuten de gelegenheid de site te bekijken zoals hij dat thuis ook zou doen, waarbij de onderzoeker observeert waar op geklikt wordt en voor hoe lang. c. Opdrachten; In het derde deel kreeg de sporter een aantal opdrachten/vragen gegeven waar zij met behulp van de site een antwoord op moet vinden. Ook hier keek de onderzoeker mee op een ander scherm om te kijken waar de sporter zocht of op klikt. d. Interview; Tenslotte is in een interview met de sporter systematisch doorgevraagd op verschillende onderdelen van de site, waaronder vormgeving, gebruikersgemak, filmpjes met Wilfried de jong, 3d animaties, schrijfstijl, informatie, en de test (tailoring). Aan de eerste procesevaluatie hebben 47 sporters meegewerkt, aan de tweede procesevaluatie 40 sporters van diverse takken van sport. Relevante uitkomsten: Over het algemeen kan gesteld worden dat de verschillende sporters groepen www.voorkomblessures.nl positief waarderen. Zowel de hele site als de verschillende onderdelen krijgen een zeven of hoger als rapportcijfer. Belangrijke aspecten die bijdragen aan het doel van de internetsite (het bewustmaken van het risico op en voorkomen van sportblessures), zoals het realistisch overkomen van de 3d-animaties en toepasbaarheid van de adviezen uit de test, krijgen een hoge waardering van bijna alle sporters. Op veel sporters komt de site over als overzichtelijk, duidelijk, informatief en professioneel. Samenvattend geldt de tevredenheid zowel voor de content, het gebruiksgemak als de vormgeving van de site. De adviezen bevatten nieuwe informatie en vrijwel iedereen vindt dat de adviezen goed bruikbaar zijn in de praktijk. Op basis van de resultaten van de onderzoeken zijn een aantal volgende zaken aangepast zodat hij nog beter aansluit bij de (wensen van de) doelgroep. Het gaat onder andere om enkele technische aanpassingen die de gebruiksvriendelijkheid verbeteren, verbeteringen van de leesbaarheid door aanpassingen in lay-out (kleurgebruik en lettergrootte) en de navigatiestructuur, en het inbouwen van een zoekfunctie zodat sporters de site per sport of voor alle sporten kunnen doorzoeken.
Werkblad beschrijving interventie december 2010
15
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie
Voor u verder gaat Check met behulp van onderstaande lijst of u de vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. De vraagnummers corresponderen met de desbetreffende onderdelen van de beschrijving op dit werkblad en met de criteria voor erkenning op Niveau II en III. Op de sites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM kunt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop vinden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad).
Criteria voor erkenning op Niveau II-III: waarschijnlijk of bewezen effectief X Ja Vraag 10.1 Is de interventie via Nederlandse studies met een matige tot sterke bewijskracht onderzocht en maken deze studies het aannemelijk dat de interventie de gestelde doelen bij de doelgroep daadwerkelijk bereikt? (Voor een overzicht van de bewijskracht van onderzoek, zie de handleiding bij dit werkblad.) Vraag 11
Is er onderzoek naar buitenlandse versies van de interventies
Ja
Nee
X Nee
LET OP Indien vraag 10 met ja beantwoord wordt, vul dan ook Bijlage 1 in: Beschrijving kenmerken en resultaten onderzoek. Indien vraag 10 en 11 met nee beantwoord moeten worden, komt uw interventie niet in aanmerking voor een beoordeling op niveau II of III. Vul in dat geval paragraaf 10.1 en 11 op de gevraagde manier in en ga verder met paragraaf 12 onder Overige informatie. Vergeet niet het logboek in te vullen aan het einde van dit werkblad.
Werkblad beschrijving interventie december 2010
16
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie
Beschrijving voor erkenning op niveau II-III: waarschijnlijk of bewezen effectief D. Effectiviteit 10. Nederlandse effectstudies 10.1 Studies naar de effectiviteit van de interventie in Nederland Wat zijn de kenmerken en uitkomsten van onderzoek naar het effect van de interventie in Nederland? Noem per studie auteur(s) en publicatiejaar, onderzochte (primaire) doelen van de interventie, onderzoeksgroep, onderzoeksdesign en resultaten. Vermeld effectgroottes d of ES, of de gegevens om deze te berekenen. (Zie de handleiding bij dit werkblad.)
De effectiviteit van Surfen naar Sportblessurepreventie is in kaart gebracht d.m.v. verschillende onderzoeken. In de periode van 2007-2010 is jaarlijks onderzoek uitgevoerd naar de waardering en gepercipieerde effecten onder gebruikers van de website (Janssen & Gelissen 2007, Gelissen 2008 & 2009, De Haan et al., 2010). Recent is experimenteel effectonderzoek uitgevoerd onder hardlopers. Deze onderzoeken worden hieronder beschreven.
Voorkomblessures.nl. Waardering en gepercipieerde effecten onder gebruikers van de website. Vanaf het begin van de campagne tot en met het heden zijn er vier studies uitgevoerd die inzicht geven in de waardering en gepercipieerde effecten van de campagne. In Beschrijf ook de kenmerken en alle onderzoeken is steeds één zelfde methode van steekproeftrekking gehanteerd, resultaten van reviews en meta- aangevuld met andere steekproeven, en zijn veelal dezelfde vragen gesteld. Hiermee is een goed beeld gekregen van de waardering en gepercipieerde effecten van de analyses over de effectiviteit campagne. van de interventie in Nederland.
Meld indien van toepassing: Er is geen Nederlands onderzoek naar de effectiviteit van de interventie.
Auteurs en publicatiejaar: 1. Janssen, E. & Gelissen, R. (2007) 2. Gelissen, R. (2008) 3. Gelissen, R. (2009) 4. Haan, C. de, Janssen, E. & Jonkers, R. (2010) Doelen: Inzicht verkrijgen in waardering en de gepercipieerde effecten van de (gegeven adviezen op de) website (risicoperceptie, kennis, intentie en gedrag). Onderzoekspopulatie: De verschillende onderzoeksgroepen in deze onderzoeken bestaan uit sporters die: - 18 jaar of ouder zijn; - minimaal 1 van de op www.voorkomblessures.nl uitgewerkte sporttakken beoefent (hockey, tennis, voetbal, hardlopen, fitness, volleybal, korfbal, mountainbiken, wegwielrennen, skateboarden, skaten, skiën, snowboarden, schaatsen); - en in de periode tussen december 2006 tot en met oktober 2009 minimaal 1 keer de website hebben bezocht. Methode: Alle onderzoeksgegevens zijn verzameld door middel van digitale vragenlijsten. De doelgroep is per onderzoek op verschillende manieren benaderd om deze vragenlijst in te vullen. a) Bezoekers die in de periode voorafgaand aan het onderzoek de website hadden
Werkblad beschrijving interventie december 2010
17
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie bezocht en aan het einde van de test hun e-mailadres hadden achtergelaten (met toestemming om deze te gebruiken) zijn later benaderd via dit e-mailadres. De methode is ingezet in onderzoek 1, 2, 3 en 4. b) Bezoekers zijn tijdens de periode van dataverzameling van het onderzoek benaderd via een oproep met link naar de vragenlijst aan het einde van de test. Deze methode is ingezet in onderzoek 1. c) Bezoekers die aan een eerder evaluatieonderzoek hadden meegewerkt zijn opnieuw via de e-mail benaderd voor een herhaalde meting. Deze methode is ingezet in onderzoek 2 en 3. d) Bezoekers zijn tijdens de periode van dataverzameling van het onderzoek benaderd via een banner op de homepage en andere inhoudspagina's van de website, die opriep een aantal vragen te beantwoorden en direct doorverwees naar de vragenlijst. Deze methode is ingezet in onderzoek 4. e) Via een ander groot enquêteonderzoek van Consument en Veiligheid onder 4600 sporters, is respondenten gevraagd of zij wel eens de website bezocht hadden. Als dit het geval was, is toestemming gevraagd om hen op een later tijdstip via de e-mail te benaderen voor een vragenlijst over deze website. Deze methode is ingezet in onderzoek 3. Via de verschillende methoden hebben totaal 3100 respondenten aan de onderzoeken meegewerkt. In tabel 1 staat de verdeling van de respondenten per onderzoek en methode weergegeven. Tabel 1 - verdeling respondenten per onderzoek en methode Onderzoek Methode 1 2 3 4 167 359 401 609 a 155 b 126 194 c 907 d 182 e 167 640 777 1516 Totaal
Totaal 1536 155 320 907 182 3100
Gemiddeld was 72% van de respondenten man. 25% was tussen de 18 en 35 jaar (75% was 35 jaar of ouder). En 54% had in de 6 maanden voorafgaand aan het onderzoek geen blessure opgelopen. Resultaten: De resultaten rondom de waardering van de website zijn reeds beschreven in hoofdstuk 9. De hieronder beschreven resultaten focussen op de gepercipieerde effecten. Gepercipieerde effecten van de website Gemiddeld 50% van de sporters geeft aan dat na het bezoek aan de website hun risicoperceptie is veranderd, waarvan dit in de meeste gevallen hoger is geworden. Bijna tweederde van de sporters zegt na het bezoek beter te weten wat zij kunnen doen om blessures te voorkomen (kennis). Ook kunnen gemiddeld 9 van de 10 sporters na het bezoek aan de website spontaan 3 maatregelen noemen om blessures te voorkomen (kennis). Gemiddeld is een bijna drie kwart meerderheid van de sporters na het bezoek aan de website van plan om één of meerdere adviezen op te volgen. Gemiddeld 67% van de sporters geeft aan dat zij door het bezoek aan de website al adviezen hebben opgevolgd (tussen het bezoek aan de website en het betreffende onderzoek). Vijfentachtig procent van de respondenten die al adviezen hadden opgevolgd, volgden vooral de trainingsadviezen op (zoals warming-up, spierversterkende oefeningen etc.). Sporters die van plan zijn adviezen op te volgen, willen dit ook doen voor trainingsadviezen (78%), maar ook voor adviezen t.a.v. de sportuitrusting (kleding, schoenen, scheenbescherming etc.) (40%). Gepercipieerde effecten van de website veranderd over tijd De resultaten op gepercipieerde effecten voor risicoperceptie en kennis in de vier gehouden metingen, verschillen niet significant met elkaar. De resultaten voor inten-
Werkblad beschrijving interventie december 2010
18
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie tie en gedrag verschillen wel. Op volgorde van de 4 metingen had 60%, 66%, 58% en 83% van de sporters na het bezoek aan de website al één of meerdere adviezen opgevolgd. En had 79%, 69%, 62% en 94% na het bezoek aan de website de intentie om één of meerdere adviezen op te gaan volgen. Om iets meer te kunnen zeggen over de duurzaamheid van de gepercipieerde effecten is o.a. gekeken naar de groep die aan de herhaalde metingen heeft meegewerkt. De effecten op het gebied van de gemotiveerdheid om adviezen op te volgen, de risicoperceptie en de veronderstelde vermijdbaarheid van blessures van de groep uit de herhaalde meting zijn in 2008 gelijk aan die in 2007. Dit duidt erop dat de effecten niet afzwakken na verloop van tijd. Daarnaast zijn de gepercipieerde effecten afgezet tegen de verstreken tijd sinds het laatste bezoek aan de website. Daaruit bleek dat de effecten op het terrein van de risicoperceptie, vermijdbaarheid van blessures en het feitelijk opvolgen van adviezen niet waren afgenomen sinds het laatste bezoek (gecorrigeerd voor bezoekfrequentie). Dit suggereert dat deze effecten sterk blijven, ongeacht hoe lang het geleden is dat iemand de site heeft bezocht. Er is één uitzondering: naarmate sporters de website langer niet meer hebben bezocht neemt de motivatie af om de adviezen op te volgen. Verschillen in gepercipieerde effecten Door de verschillende methodes van werving konden ook verschillende subgroepen met elkaar worden vergeleken. Hieruit zijn een aantal verschillen gevonden op de gepercipieerde effecten: - De site lijkt wat betreft de determinant risicoperceptie meer effect te hebben op de jongere bezoekers: jongere bezoekers geven in vergelijking met oudere bezoekers vaker aan door hun bezoek aan de website een ander beeld te hebben gekregen van hun risico op sportblessures (p<0.05). - Uit de resultaten in de 3e meting met respondenten die geworven zijn uit een extern panel (en niet perse de test hebben afgemaakt) lijkt het dat een minder intensief websitebezoek samengaat met een snellere afname van de effecten. Naast het afnemen van de motivatie om adviezen op te volgen (zie ook bij het subkopje hierboven) dat geldt voor de hele groep, geldt specifiek voor de groep sporters die de website minder intensief heeft bezocht dat ook de effecten op vermijdbaarheid, kennis en gedrag afnemen naarmate het langer geleden is dat zij de website hebben bezocht (p<0.05). - Ervaren sporters (die al meer dan een jaar hun sport beoefenen) hebben vaker adviezen opgevolgd na een bezoek aan de website dan onervaren sporters (58% t.o.v. 42%). Onervaren sporters daarentegen (die minder dan een jaar hun sport beoefenen) krijgen door de website een hogere risicoperceptie (73% t.o.v. 51%) en weten ze na het bezoek aan de site beter wat zij kunnen doen om blessures te voorkomen (42% t.o.v. 23%). Tot slot zijn zij vaker dan ervaren sporters van mening dat de opgevolgde adviezen zeker helpen. - Sporters die weinig uur per week aan hun sport besteden (2uur per week of minder) krijgen door de website een hogere risicoperceptie (64% t.o.v. 51%) en weten ze na het bezoek aan de site beter wat zij kunnen doen om blessures te voorkomen (35% t.o.v. 23%) (in vergelijking met sporters die meer dan 2 uur per week aan hun sport besteden). - Op overige achtergrondkenmerken zijn er niet of nauwelijks interpreteerbare verschillen te vinden (per sporttype). De enige aangetroffen differentiatie op relevante secundaire uitkomstmaten (niet de determinanten maar geneigdheid om adviezen op te volgen, intentie om de website vaker te bezoeken en gebruik maken van verschillende onderdelen van de website) betreft een differentiatie op leeftijd. In het algemeen zijn alle bezoekers van de website positief over de site en de daarin gegeven adviezen. De inhoud van de adviezen spreken oudere sporters (ouder dan 35 jaar) in het algemeen meer aan dan jongere sporters (p<0.05). Kanttekening: Bij de besproken resultaten moeten een aantal kanttekeningen worden gemaakt. Zelfgerapporteerde retrospectieve effecten
Werkblad beschrijving interventie december 2010
19
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie De benoemde effecten zijn zelfgerapporteerd door de doelgroep, en hiermee minder objectief. Tevens zijn het retrospectieve effecten. Ze zijn niet afgezet tegen een 0situatie of tegen een controlegroep. Selectie Een groot deel van de resultaten is gebaseerd op een groep sporters die de test op de website helemaal heeft afgemaakt. Logischerwijs mag men verwachten dat als iemand een test helemaal afmaakt, deze persoon geïnteresseerder is in het onderwerp en/of gemotiveerder om er iets mee te doen. Dit maakt de resultaten selectief en niet generaliseerbaar naar populatieniveau. In het 3e onderzoek is die selectie deels weggenomen door een steekproef te nemen uit een panel met sporters die niet per se de test helemaal hebben afgemaakt. Interventie veranderd De website is voor 4 sporttakken gelanceerd in december 2006. In de loop van de jaren heeft de website verschillende veranderingen ondergaan. Er zijn zowel in de loop van de jaren 11 sporttakken toegevoegd, technische aanpassingen gedaan t.a.v. de gebruiksvriendelijkheid van de website als adviezen aangescherpt naar aanleiding van o.a. evaluatieresultaten. Dit kan natuurlijk ook van invloed zijn geweest op de waardering en effecten van de website.
Korte en lange termijn effecten van www.voorkomblessures.nl onder 18 - 35 jarige hardlopers Auteurs en publicatiejaar: 5 Harting, L. (2010) 6 Fabrie, M. (2010) 7 Adriaensens, L. & Panneman, M. (2010) Doelen: Dit onderzoek richtte zich op het verkrijgen van inzicht in de korte en lange termijn effecten van Surfen naar Sportblessurepreventie met betrekking tot blessure preventief gedrag onder 18-35 jarige hardlopers. Er is gekeken naar de effecten van de interventie op de determinanten van blessurepreventiegedrag, te weten attitude, kennis, risicoperceptie en (intentie tot) gedragsverandering ten aanzien van sportblessurepreventieve maatregelen. Onderzoekspopulatie: Dit onderzoek is uitgevoerd onder hardlopers tussen de 18 en 35 jaar. Er is gekozen voor hardlopers, omdat dit een sporttak is, die door veel mensen wordt beoefend, wat de inclusie van respondenten vergemakkelijkt. Daarnaast hebben hardlopers een hoog blessurerisico en beoefenen zij de sport meestal in ongeorganiseerd verband (belangrijke doelgroep van de website). De website is primair gericht op sporters in de leeftijd van 18 tot 35 jaar, deze leeftijdsgroep is ook in dit onderzoek aangehouden. Op het moment van dit onderzoek was nog niet bekend dat de adviezen oudere sporters (> 35 jaar) in het algemeen meer aanspreken dan jongere sporters. Methode: Er is een gerandomiseerde experimenteel onderzoek uitgevoerd. Deze bestond uit een voormeting en twee nametingen met behulp van digitale vragenlijsten. De voormeting en nameting 1 vonden plaats op dezelfde dag op een onderzoekslocatie, nameting 2 vond na drie maanden plaats via internet. De experimentele conditie bestond uit het gedurende 30 minuten bekijken van de website www.voorkomblessures.nl, in het bijzonder het gedeelte voor hardlopers. De controlegroep las gedurende 30 minuten tijdschriften zonder informatie over hardlopen en blessurepreventie. Er werden twee experimentele groepen gebruikt, waarbij een groep geen voormeting kreeg, om te bepalen of de voormeting respondenten zodanig beïnvloedt dat ze anders reageren op de interventie.
Werkblad beschrijving interventie december 2010
20
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie De hardlopers werden onder andere geworven in het persoonlijke netwerk van de onderzoekers, bij hardloopevenementen en op websites voor hardlopers. Respondenten werden willekeurig ingedeeld in één van de onderzoeksgroepen. In tabel 2 staat een overzicht van de onderzoeksgroepen en aantal respondenten daarbinnen. Tabel 2: onderzoeksgroepen en aantal respondenten Meting Groep 0 Interventie 109 Interventie (zonder voormeting) Controlegroep 105 213 Totaal
1 109 104 105 318
2 60 60 79 199
Bij nameting 2 zijn data verkregen van 247 respondenten (respons van 70%), waarvan er 48 werden uitgesloten, omdat ze in de tussentijd de website hadden bezocht. Er zijn tussen de verschillende onderzoeksgroepen qua achtergrondkenmerken geen significante verschillen gevonden. De primaire uitkomstmaten van dit effectonderzoek waren kennis (spontaan en geholpen ten aanzien van 5 blessurepreventieve maatregelen, subjectieve kennis (5 stellingen)), risicoperceptie (eigen risico, risico hardlopers, risico en ernst hardloopblessures vergeleken met andere sportblessures), attitude (5 stellingen), intentie tot gedrag (ten aanzien van 5 blessurepreventie maatregelen) en gedrag (ten aanzien van 5 blessurepreventie maatregelen, alleen bij nameting 2). Voor elke determinant zijn de afzonderlijke subitems samengevoegd tot één samengestelde maat, waarbij de subitems eerst zijn gedichotomiseerd. Met ANOVA is vervolgens gekeken naar verschillen tussen de interventie- en de controlegroep. Tot slot is uit het gemiddelde verschil en de gepoolde standaarddeviatie de effectgrootte (d) berekend (Adriaensens en Panneman, 2010). Er zijn ook analyses uitgevoerd op de afzonderlijke subitems en de invloed van achtergrondkenmerken. Deze worden niet in deze beschrijving benoemd maar staan beschreven in de rapporten van Fabrie (2010) (kennis en risicoperceptie) en Harting (2010) (attitude, intentie tot gedrag en gedrag). Resultaten: Kennis De gedragsdeterminant kennis is opgedeeld in drie onderdelen; spontane kennis, geholpen kennis en subjectieve kennis. Bij spontane kennis vinden we alleen op korte termijn een significant verschil tussen de controle- en de interventiegroep (F=23,61, p<.001). Bij geholpen en subjectieve kennis vinden we zowel op korte (F=34,97, p<.001; F=10,18, p<.001) als op lange termijn (F=10,18, p<.001; F=6,45, p<.05) significante verschillen. De grootte van het effect is vooral bij geholpen kennis relevant (korte termijn d=0,80 en lange termijn d=0,78). Als we de drie onderdelen van kennis samenvoegen vinden we ook significante verschillen tussen de controle- en de interventiegroep (korte termijn: F=49,06, p<.001; lange termijn: F=19,69, p<.001). Dit betekent dat respondenten, die de website hebben bezocht, na drie maanden meer kennis hebben van blessurepreventie dan respondenten die de website niet hebben bezocht. Ook de effectgrootte is relevant; korte termijn d=0,93 en lange termijn d=0,69 (Adriaensens en Panneman, 2010). De website heeft qua kennis meer effect op hardlopers die minder ervaren zijn, geen blessure hebben gehad het afgelopen jaar, niet deelnemen aan wedstrijden en niet voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (Fabrie, 2010). Risicoperceptie Ten aanzien van de risicoperceptie vinden we alleen op korte termijn significante verschillen tussen de controle- en de interventiegroep (F=10,67, p<.001). Het effect is op lange termijn verdwenen. Het gevonden effect is klein, respectievelijk d=0,44 op korte termijn en d=0,18 op lange termijn (Adriaensens en Panneman, 2010). De effecten op het gebied van risicoperceptie zijn het grootst voor hardlopers die minder
Werkblad beschrijving interventie december 2010
21
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie ervaren zijn, geen blessure hebben gehad het afgelopen jaar, niet deelnemen aan wedstrijden en niet voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (Fabrie, 2010). Attitude Bij deze gedragsdeterminant vinden we op lange termijn een significant verschil tussen de controle en de interventiegroep (F=4,32, p<.05). Dit betekent dat respondenten die de website bezocht hebben na drie maanden een positievere attitude ten aanzien van blessurepreventie hebben dan respondenten die de website niet bezocht hebben. Op korte termijn is geen significant verschil gevonden tussen beide groepen. De effectgrootte is op korte en lange termijn klein, respectievelijk d=0,11 en d=0,31 (Adriaensens en Panneman, 2010). Intentie tot gedragsverandering Bij intentie tot gedragsverandering is gekeken naar effecten op lange termijn. De verwachting is dat respondenten vlak na het bekijken van de website wel een positieve intentie hebben, maar het is relevanter om te zien of deze ook op lange termijn beklijft. Respondenten in de interventiegroep hebben drie maanden na hun bezoek aan de website een significant positievere intentie tot gedragsverandering dan respondenten in de controlegroep (F=11,31, p<.001). Het gevonden effect is middelgroot; d=0.64 (Adriaensens en Panneman, 2010). Bij intentie tot gedragsverandering zien we vooral effecten bij de meer ervaren hardlopers en de sporters die in het afgelopen jaar een blessure hebben gehad (Harting, 2010). Gedrag Ook bij gedrag is alleen gekeken naar effecten op lange termijn. Respondenten in de interventiegroep hebben significant vaker hun gedrag veranderd dan respondenten in de controlegroep (F=12,07, p<.001). De gevonden effectgrootte is d=0,55 (Adriaensens en Panneman, 2010). Kanttekeningen: Bij de besproken resultaten moeten een aantal kanttekeningen worden gemaakt. Test in natuurlijke omgeving In de huidige opzet van de campagne kregen de respondenten uit de interventiegroep 30 minuten de tijd om de website te bekijken. In hun natuurlijke omgeving (thuis achter de computer bijvoorbeeld) is een gemiddeld bezoek niet zo lang. Zo blijkt uit de webstatistieken dat een gemiddeld bezoek aan de website 6 minuten duurt. Een langere bezoektijd in dit onderzoek kan hebben geleid tot meer effecten. Representativiteit steekproef - generaliseerbaarheid De steekproef van hardlopers in dit onderzoek was niet geheel representatief voor de Nederlandse hardloop populatie. Het betreft de kenmerken etniciteit en opleiding. Dit maakt dat de resultaten niet geheel generaliseerbaar zijn naar de hele hardlooppopulatie. Gekeken naar de generaliseerbaarheid van deze resultaten naar sporters van andere sporttakken moeten de volgende zaken in overweging genomen worden: Sommige sporttak populaties hebben andere achtergrondkenmerken dan die van de gemiddelde hardloop populatie; Sommige sporttakken hebben een andere beoefeningsvorm dan hardlopen (meer georganiseerd); Maar daar tegenover staat dat veel sporters naast hardlopen nog een tweede of derde sporttak beoefenen. Aangenomen dat gedragsverandering aan een persoon is gekoppeld zou dit ook een positieve uitwerking kunnen hebben op de andere sporttakken die de hardloper beoefent. Hiernaast kunnen de resultaten niet zomaar gegeneraliseerd worden naar sporters die andere sporttakken beoefenen. Zelfgerapporteerd gedrag
Werkblad beschrijving interventie december 2010
22
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie De benoemde effecten zijn zelfgerapporteerd door de doelgroep, en hiermee minder objectief.
10.2 Samenvatting Nederlandse effectstudies Vat elke studie in telegramstijl samen. Kies bij Bewijskracht voor: 1 zeer zwak; 2 zwak; 3 matig; 4 redelijk; 5 vrij sterk; 6 sterk; 7 zeer sterk. Kies bij Mate van effectiviteit voor: 1 effectief; 2 deels effectief; 3 effectiviteit niet vastgesteld; 4 negatief effect; of 5 effectiviteit onduidelijk of onbekend. (Zie de handleiding bij dit werkblad.)
Studie 1 Auteurs: Janssen, E. & Gelissen, R. Jaar: 2007 Onderzoekstype: Posttest onderzoek Belangrijkste resultaten: De website wordt positief gewaardeerd door de doelgroep en afgaande op hun eigen inschatting, ziet het ernaar uit dat de site de gewenste effecten genereert. Sporters worden zich in sterke mate bewust van de risico's op blessures en vooral van manieren om blessures te voorkomen. Belangrijk is dat veel bezoekers van plan zijn de gegeven adviezen op te volgen of dat feitelijk zelfs al gedaan hebben. Bewijskracht van het onderzoek: 2 Mate van effectiviteit van de interventie: 3 (effectiviteit niet vastgesteld) Studie 2 Auteurs: Gelissen, R. Jaar: 2008 Onderzoekstype: Posttest onderzoek Belangrijkste resultaten: De website blijft goed gewaardeerd en ook de gepercipieerde effecten lijken,op de gedragsintentie na, stand te houden of te verbeteren. Bewijskracht van het onderzoek: 2 Mate van effectiviteit van de interventie: 3 (effectiviteit niet vastgesteld) Studie 3 Auteurs: Gelissen, R. Jaar: 2009 Onderzoekstype: Posttest onderzoek Belangrijkste resultaten: Naast de redelijk gelijk blijvende waardering (met de vorige metingen) en gepercipieerde effecten, levert dit onderzoek meer informatie op over verschillen in effecten bij subgroepen. Zo lijkt een intensiever website gebruik tot duurzamere effecten. Waar bij onervaren en 'weinig' sporters meer effecten te vinden zijn bij risicoperceptie en kennis, hebben ervaren sporters vaker al iets aan hun gedrag veranderd n.a.v. een bezoek aan de website. Bewijskracht van het onderzoek: 2 Mate van effectiviteit van de interventie: 3 (effectiviteit niet vastgesteld) Studie 4 Auteurs: Haan, C. de, Janssen, E. & Jonkers, R. Jaar: 2010 Onderzoekstype: Posttest onderzoek Belangrijkste resultaten: Ten opzichte van de resultaten van de voorgaande metingen zijn sterke verbeteringen te zien in de gepercipieerde effecten bij intentie en gedrag. Bewijskracht van het onderzoek: 2 Mate van effectiviteit van de interventie: 3 (effectiviteit niet vastgesteld) Studie 5, 6 & 7 Auteurs: - Harting, L. (2010)
Werkblad beschrijving interventie december 2010
23
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie
- Fabrie, M. (2010) - Adriaensens, L & Panneman, M. (2010) Jaar: 2009 en 2010 Onderzoekstype: RCT met voor- en nameting en follow-up. Belangrijkste resultaten: Het onderzoek laat zien dat de website erin lijkt te slagen om zowel op korte als langere termijn sportblessurepreventief gedrag van 18-35 jarige hardlopers als determinanten daarvan positief te beïnvloeden. Er is meer onderzoek nodig naar de generaliseerbaarheid van de resultaten. Bewijskracht van het onderzoek: 5 Mate van effectiviteit van de interventie: 1
11. Buitenlandse effectstudies Wat zijn de kenmerken en uitkomsten van effectstudies, reviews of meta-analyses naar de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie?
Er zijn geen buitenlandse effectstudie verricht.
Noem per studie auteur(s) en publicatiejaar, onderzochte doelen van de interventie, methode en resultaten. Vermeld effectgroottes d of ES of de gegevens om deze te berekenen. Gebruik per onderzoek niet meer dan 150 woorden. Meld indien van toepassing: Er zijn geen studies die de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie aantonen.
Werkblad beschrijving interventie december 2010
24
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie
E. Overige informatie
12. Toelichting op de naam van de interventie Is de naam van de interventie helder? Noem de herkomst of diepere betekenis. Is de interventie bekend onder een andere naam? Noem de naam van de buitenlandse versie van de interventie.
Sporters kunnen op het internet surfen naar adviezen en voorlichting gericht op blessurepreventie.
13. Uitvoering (uitvoerende en of ondersteunende organisaties en partners) Waar, door welk soort organisaties en op welke schaal wordt de interventie toegepast? Beschrijf op welke locatie de interventie wordt uitgevoerd. Noem eventueel lokale en/of regionale varianten. Noem eventueel ook samenwerkingspartners in de uitvoering. Meld indien van toepassing: · De locatie waar de interventie dient te worden uitgevoerd is niet aangegeven. · Er zijn geen gegevens over de uitvoerende organisatie bekend.
De interventie wordt via internet toegepast en is vrij toegankelijk op het web. Bij de opzet van de interventie, het onderhoud van de interventie en het attenderen van de interventie wordt met meerdere partijen samengewerkt, namelijk: NOC*NSF, de Vereniging voor Sportgeneeskunde, Nederlandse Vereniging voor fysiotherapeuten in de sportgezondheidszorg, het Nederlands Genootschap voor Sportmassage, TNO, European Fitness and Aerobic Association, federatie van Nederlandse Ruitersportcentra, Fifa F-Marc, Fysio Physics, Koninklijke Nederlandse Atletiekunie, Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie, Koninklijke Nederlandse Hockey Bond, Koninklijke Nederlands Korfbal Verbond. Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond, Koninklijke Nederlandse Schaatsbond, Koninklijke Nederlandse Voetbalbond, Koninklijke Nederlandse Wielren Unie, Nederlandse Ski Vereniging, Nederlandse Volleybal Bond, Nederlandse Toer Fiets Unie, Stichting Veilige Paardensport, Skatebond Nederland, Zilveren Kruis Achmea, Intersport, Nationale Sportweek en het NISB.
14. Overeenkomsten met andere interventies Zijn er soortgelijke interventies? Noem relevante en in het oog springende overeenkomsten en /of verschillen; beperk dit tot sterk vergelijkbare interventies.
Er zijn geen soortgelijke interventies (wereldwijd) bekend die op deze manier aandacht besteden aan sportblessurepreventie. Bestaande interventies die gebruik maken van tailoring via een computer of internet betreffen de onderwerpen stoppen met roken, meer bewegen en gezond eten (Strecher, 1999, Kroeze et al., 2006).
Meld indien van toepassing: Er zijn geen gegevens over soortgelijke interventies
Aangehaalde literatuur
Werkblad beschrijving interventie december 2010
25
Interventienummer Beschrijf de in dit document aangehaalde literatuur volgens APA-normen
Surfen naar Sportblessurepreventie -
-
-
Adriaensens, L. & Panneman, M. (2010). Aanvullende analyses effectonderzoek www.voorkomblessures.nl - hardlopers. Amsterdam: Consument en Veiligheid. Breedveld, K., & Tiessen-Raaphorst, A. (red.) (2006). Rapportage Sport 2006. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau. Fabrie, M. (2010). Effectiviteit van www.voorkomblessures.nl. Een studie naar de korte en lange termijn effecten op kennis en risicoperceptie onder hardlopers. Amsterdam: Consument en Veiligheid. Gelissen, R. (2008). Voorkomblessures.nl, waardering en gepercipieerde effecten onder gebruikers van de website. 2e meting. Haarlem: ResCon. Gelissen, R. (2009). Voorkomblessures.nl. Waardering en gepercipieerde effecten onder gebruikers van de website. 3e meting. Haarlem: ResCon. Glass, T. (2009). Website-evaluatie www.voorkomblessures.nl. Een onderzoek naar de waardering van de website en het effect van tailoring binnen de website. Enschede: Universiteit Twente. Goossens, H., Kemler, E., Kloet, S.J. & Slootmaker, S. (2009) Doelgroeponderzoeken Surfen naar Sportblessurepreventie 2007 en 2008. Verslagen expertmeetings en focusgroepgesprekken korfbal, volleybal, wielrennen, moutainbiken, skiën, snowboarden en schaatsen. Amsterdam: Consument en Veiligheid. Green, L.W. & Kreuter, M.W. (2005) Health Program Planning: An Educational and Environmental Approach. New York; McGraw-Hill. Haan, de C., Janssen, E. & Jonkers, R. (2010). Voorkomblessures.nl. Secundaire analyses van onderzoeken uit 2007, 2008 en 2009 en beknopte vierde meting. Amsterdam: ResCon. Harting, L. (2010). A study to test the effectiveness of an online intervention, aimed to prevent sports injuries among runners. Amsterdam: Consument en Veiligheid. Janssen, E. & Gelissen, R. (2007). Voorkomblessures.nl, waardering en gepercipieerde effecten onder gebruikers van de website. Haarlem: ResCon. Janssen, E. & Weerdt, I. de (2006a). Sportblessure Preventie; Doelgroep en determinantenonderzoek onder hockeyers. Haarlem, ResCon. Janssen, E. & Weerdt, I. de (2006b). Sportblessure Preventie; Doelgroep en determinantenonderzoek onder voetballers. Haarlem, ResCon. Janssen, E. & Weerdt, I. de (2006c). Sportblessure Preventie; Doelgroep en determinantenonderzoek onder tennissers. Haarlem, ResCon. Janssen, E. & Weerdt, I. de (2006d). Sportblessure Preventie; Doelgroep en determinantenonderzoek onder hardlopers. Haarlem, ResCon Janssen, E. & Weerdt, I. de (2006e). Sportblessure Preventie; Doelgroep en determinantenonderzoek onder fitnessers. Haarlem, ResCon. Jonkers, R. & Spapen, S. (2004). Sport Blessure vrij. Implementatie onderzoek onder trainers. Haarlem: ResCon. Kaagman, T.M. & Kloet, S.J. (2007). Procesevaluatie voorkomblessures.nl. Evaluatie onder voetballers, tennissers, hockeyers, hardlopers en fitnessers. Amsterdam: Consument enVeiligheid. Kemler, H.J. & Kloet, S.J. (2010). Web- enbezoekerstatistieken www.voorkomblessures.nl. December 2006 - September 2009. Amsterdam: Consument en Veiligheid. Kloet, S.J., Vriend, I., Schoots, W., Bruinsma, A., Post, K, & Van der Tocht, C. (2008). Sportblessurepreventie 2008 tot en met 2011. Een plan van aanpak voor vraaggestuurde preventie en zorg. Amsterdam: Consument en Veiligheid, in samenwerking met Vereniging voor Sportgeneeskunde. Kreuter, M.W., Farrell, D., Olevitch, L.. & Brennan, L. (2000). Tailored health messages: customizing communication with computer technology. Lawrance Erlbaum Associates Publishers. Mahway: New Jersey. Kroeze, W., Werkman, A. & Brug, J. (2006). A systematic review of randomized trials on the effectiveness of computer-tailored education on physical activity and dietary behaviors. Ann Behav Med, 31 (3): 205 – 228. Mechelen W. van., Hlobil, H., Kemper, H.C.G. (1992) Incidence, severity, aetiology and prevention of sports injuries. A review of concepts. Sports Med, 14:82-99 Mechelen, W. van & Backx, F.J.G. (1994) Algemene preventie van sportblessu-
Werkblad beschrijving interventie december 2010
26
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie
-
res. Uit: Backx FJG, Coumans B, Kernebeek E van. Sportblessures buitenspel. Nederlands Instituut voor Sport en Gezondheid. Utrecht: Stichting Teleac. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (2005). Kabinetsnota ‘Tijd voor sport, Bewegen, meedoen, Presteren. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Nooijer, J. de, Oenema, A., Kloek, G., Brug, H, Vries, H de, Vries, N. de (2005) Bevordering van gezond gedrag via internet. Nu en in de toekomst. Rotterdam: Optima Grafische Communicatie. OBiN 2006-2008. Amsterdam: Consument en Veiligheid. Petty, R.E. & Cacioppo, J.T. (1986). The elaboration likelihood model of persuasion. Adv Exp Social Psychology, (19) 123 – 205. Prochaska, J.O. & DiClemente, C. (1986). Toward a comprehensive model of change. In W.R. Miller & N. Heather (Eds.) Addictive behaviours: Processes of change (pp. 3 – 27). New York; Plenum press. Schoots, W., Vriend, I., Stam, C. & Kloet, S. (2009) Sportblessures in Nederland; een nieuw en actueel overzicht. Sport&Geneeskunde, (2009): 2: 16-23. Schouten, F.A.J. (2004). Evaluatieonderzoek Attenderingscampagne 2003/2004 Sport Blessure Vrij. Tilburg: Buro7. Skinner, C., Siegfried, J., Kegler, M. & Strecher, V. (1993). The potential of computers in patient education. Patient Education and Counseling, (22) 27 – 34. Slootmaker, S.M. (2009) Promoting physical activity using an activity monitor and a tailored web-based advice. Proefschrift Vrije Universiteit, Amsterdam. Strecher, V.J. (1999). Computer-tailored smoking cessation materials: a review and discussion. Patien Education and Counseling, 36 (2), 107 – 124. Tiessen-Raaphorst A. (red). Rapportage Sport 2008. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau / W.J.H. Mulier Instituut. Vriend, I., & Goosens, H. (2009) Preventie van sportblessures. In: Baarveld, F., Backx, F.J.G., en Voorn, Th.B. Sportgeneeskunde. Bohn Stafleu van Loghum, Houten.
Werkblad beschrijving interventie december 2010
27
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie
Bijlage 1. Beschrijving kenmerken en resultaten onderzoek Scoor met dit formulier elke effectstudie apart. Licht de score bij een item eventueel toe. Studie 1 t/m 4 -
Janssen en Gelissen, Voorkomblessures.nl. Waardering en gepercipieerde effecten onder gebruikers van de website. (2007) Gelissen, Voorkomblessures.nl. Waardering en gepercipieerde effecten onder gebruikers van de website 2e meting. (2008) Gelissen, Voorkomblessures.nl. Waardering en gepercipieerde effecten onder gebruikers van de website 3e meting (2009) de Haan, Janssen en Jonkers, Voorkomblessures.nl. Secundaire analyses van onderzoeken uit 2007, 2008 en 2009 en een beknopte nieuwe meting (2010).
A. Waar en waarover is de studie uitgevoerd Kruis ‘ja’ of ‘nee’ aan
Ja
1
De studie is in Nederland uitgevoerd.
X
2
De studie betreft de hier beschreven, Nederlandse interventie (en niet een andere, soortgelijke interventie of een buitenlandse versie of variant)
X
Nee
B. Typering methodologische kenmerken van het onderzoek Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. 1
De meting is (mede) gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie.
2
De meting is verricht met instrumenten die voldoende betrouwbaar zijn.
3
De meting is verricht met instrumenten die de doelen van de interventie valide operationaliseren.
4
Er is een voormeting (voorafgaand aan / bij start van de interventie).
5
Er is een nameting (aan het einde van de interventie).
6
De resultaten zijn met een adequate statistische techniek geanalyseerd en op significantie getoetst.
7
De resultaten zijn vergeleken met ander onderzoek naar de effecten van de gebruikelijke situatie, handelwijze of zorg (care-as-usual) of een andere zorgvorm bij een soortgelijke doelgroep.
8
Er is een (quasi-)experimentele en een controlegroep (care-as-usual) of een herhaald N=1 onderzoek met een baseline of een timeseries design met een multiple baseline of alternating treatments of een studie naar de samenhang tussen de mate waarin een interventie is toegepast en de mate waarin bedoelde uitkomsten zijn opgetreden.
9
Het onderzoek is uitgevoerd in de praktijk.
10 Er is een follow-upmeting van minimaal 6 maanden na einde interventie.
X
X
X
X
X
11 De experimentele en de controlegroep zijn ´at random´ samengesteld.
Werkblad beschrijving interventie december 2010
28
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie
1-6
Zwak
Veranderingsonderzoek
8
Matig
Resultaten van veranderingsonderzoek zijn vergeleken met ander onderzoek
Redelijk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design (niet in de praktijk)
1-6 1-6 1-6 1-6 1-6 7 1-6
Vrij sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk
1-6
8
9
Sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk en met follow-up
1-6
8
9
10
Zeer sterk
Onderzoek met experimenteel design in de praktijk en met follow-up
1-6
8
9
10
Niveau 5
Geen van de onderstaande alternatieven
Niveau 4
Zeer zwak
Niveau 3
Niveau 2
Niveau 1
Bewijskracht
Typering opzet: Kruis aan van welk type de opzet is op basis van de aangekruiste antwoorden in het bovenstaande schema. Alle antwoorden in de aangegeven range moeten aangekruist zijn
9 9
10 10
11
Typering overige methodologische kenmerken: Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. 12 Er is een controlegroep zonder interventie en/of placebo. 13 Er is een controlegroep met een gespecificeerde andere, duidelijk gespecificeerde interventie. 14 Het design bevat een herhaalde N=1-opzet met een baseline-controleconditie. X
15 Het onderzoek is uitgevoerd door anderen dan de ontwikkelaars of de aanbieders van de interventie. 16 De mate van uitval van subjecten tussen de meetmomenten is gespecificeerd. 17 De implementatiegetrouwheid is bepaald (i.e. nagegaan is wat de mate is waarin het protocol, de handleiding of de methodiek getrouw is gevolgd - ook wel behandelingsintegriteit, ‘treatment integrity’ of ‘fidelity’genoemd).
C. Typering resultaten van het onderzoek Kruis bij de onderstaande uitspraken één hokje aan.
X
0
Geen van de onderstaande rubrieken zijn van toepassing (licht toe!).
1
Effectief: De studie rapporteert positieve effecten# ten aanzien van alle doelen van de interventie.
2
Deels effectief: De studie rapporteert positieve effecten# ten aanzien van een aantal doelen, bij andere doelen geen effecten.
3
Effectiviteit niet aangetoond: De studie rapporteert dat er geen effecten# ten aanzien van de doelen van de interventie zijn.
4
Negatief effect: De studie rapporteert negatieve effecten# .
8
Effectiviteit onduidelijk of onbekend.
#
Positief effect = een doel van de interventie wordt (deels) gerealiseerd en deze winst is statistisch significant. Geen effect = een doel van de interventie wordt niet of deels gerealiseerd en deze winst is niet statistisch significant. Negatief effect: de interventie werkt statistisch significant - averechts of heeft ernstige, duidelijk aantoonbare ‘bijwerkingen’. Noteer hieronder eventueel beschikbare gegevens over effectsizes
Werkblad beschrijving interventie december 2010
29
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie
Beschrijving kenmerken en resultaten onderzoek Scoor met dit formulier elke effectstudie apart. Licht de score bij een item eventueel toe. Studie 5 t/m 7 -
Harting, L.: A study to test the effectivenes of an online intervention aimed to prevent sports injuries among runners. (2010) Fabrie, M.: Effectiviteit van www.voorkomblessures.nl. Een studie naar de korte en lange termijn effecten op kennis en risicoperceptie onder hardlopers. (2010) Adriaensens, L. & Panneman, M.: Aanvullende analyese effectonderzoek www.voorkomblessures.nl - hardlopers (2010).
A. Waar en waarover is de studie uitgevoerd Kruis ‘ja’ of ‘nee’ aan
Ja
1
De studie is in Nederland uitgevoerd.
X
2
De studie betreft de hier beschreven, Nederlandse interventie (en niet een andere, soortgelijke interventie of een buitenlandse versie of variant)
X
Nee
B. Typering methodologische kenmerken van het onderzoek Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. 1
De meting is (mede) gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie.
2
De meting is verricht met instrumenten die voldoende betrouwbaar zijn.
3
De meting is verricht met instrumenten die de doelen van de interventie valide operationaliseren.
4
Er is een voormeting (voorafgaand aan / bij start van de interventie).
5
Er is een nameting (aan het einde van de interventie).
6
De resultaten zijn met een adequate statistische techniek geanalyseerd en op significantie getoetst.
7
De resultaten zijn vergeleken met ander onderzoek naar de effecten van de gebruikelijke situatie, handelwijze of zorg (care-as-usual) of een andere zorgvorm bij een soortgelijke doelgroep.
8
Er is een (quasi-)experimentele en een controlegroep (care-as-usual) of een herhaald N=1 onderzoek met een baseline of een timeseries design met een multiple baseline of alternating treatments of een studie naar de samenhang tussen de mate waarin een interventie is toegepast en de mate waarin bedoelde uitkomsten zijn opgetreden.
9
Het onderzoek is uitgevoerd in de praktijk.
X X X X X X
X
X
10 Er is een follow-upmeting van minimaal 6 maanden na einde interventie.
11 De experimentele en de controlegroep zijn ´at random´ samengesteld.
Werkblad beschrijving interventie december 2010
X
30
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie
1-6
Zwak
Veranderingsonderzoek
8
Matig
Resultaten van veranderingsonderzoek zijn vergeleken met ander onderzoek
Redelijk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design (niet in de praktijk)
1-6 1-6 1-6 1-6 1-6 7 1-6
Vrij sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk
1-6
8
9
Sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk en met follow-up
1-6
8
9
10
Zeer sterk
Onderzoek met experimenteel design in de praktijk en met follow-up
1-6
8
9
10
Niveau 5
Geen van de onderstaande alternatieven
Niveau 4
Zeer zwak
Niveau 3
Niveau 2
Niveau 1
Bewijskracht
Typering opzet: Kruis aan van welk type de opzet is op basis van de aangekruiste antwoorden in het bovenstaande schema. Alle antwoorden in de aangegeven range moeten aangekruist zijn
9 9
10 10
11
Typering overige methodologische kenmerken: Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. X
12 Er is een controlegroep zonder interventie en/of placebo. 13 Er is een controlegroep met een gespecificeerde andere, duidelijk gespecificeerde interventie.
X
14 Het design bevat een herhaalde N=1-opzet met een baseline-controleconditie.
X
15 Het onderzoek is uitgevoerd door anderen dan de ontwikkelaars of de aanbieders van de interventie.
X
16 De mate van uitval van subjecten tussen de meetmomenten is gespecificeerd. 17 De implementatiegetrouwheid is bepaald (i.e. nagegaan is wat de mate is waarin het protocol, de handleiding of de methodiek getrouw is gevolgd - ook wel behandelingsintegriteit, ‘treatment integrity’ of ‘fidelity’genoemd).
C. Typering resultaten van het onderzoek Kruis bij de onderstaande uitspraken één hokje aan.
X
0
Geen van de onderstaande rubrieken zijn van toepassing (licht toe!).
1
Effectief: De studie rapporteert positieve effecten# ten aanzien van alle doelen van de interventie.
2
Deels effectief: De studie rapporteert positieve effecten# ten aanzien van een aantal doelen, bij andere doelen geen effecten.
3
Effectiviteit niet aangetoond: De studie rapporteert dat er geen effecten# ten aanzien van de doelen van de interventie zijn.
4
Negatief effect: De studie rapporteert negatieve effecten# .
8
Effectiviteit onduidelijk of onbekend.
#
Positief effect = een doel van de interventie wordt (deels) gerealiseerd en deze winst is statistisch significant. Geen effect = een doel van de interventie wordt niet of deels gerealiseerd en deze winst is niet statistisch significant. Negatief effect: de interventie werkt statistisch significant - averechts of heeft ernstige, duidelijk aantoonbare ‘bijwerkingen’. Noteer hieronder eventueel beschikbare gegevens over effectsizes
Werkblad beschrijving interventie december 2010
31
Interventienummer
Surfen naar Sportblessurepreventie
Logboek Vul hieronder in wie iets met de beschrijving doet, wanneer dat gebeurt, en wat er gebeurd is. Pas bij volgende handelingen het versienummer aan, indien van toepassing. Naam
Datum
Handeling Beginnen met het maken van de beschrijving
Werkblad beschrijving interventie december 2010
Documentnummer …….. / 1
32