Provinciale Staten
Verslag van de vergadering van Provinciale Staten op 29 mei 2013 Aanwezig: dhr. Van Baak, dhr. Van Boheemen, mw. Van den Born, dhr. Van den Bos, mw. BosmanHuizinga, mw. Cegerek, dhr. Ebbers, dhr. Van Eck, mw. Faber-van de Klashorst, mw. Groot, dhr. Groot, dhr. Ter Haar, mw. Van Hemmen-Geerdinck, mw. Hijman, dhr. Van ’t Hoog, mw. Hulsbergen, dhr. Hutten, dhr. Van Kaathoven, dhr. Van Kampen, dhr. Kerris, dhr. Klein, dhr. Koster, mw. Kouwenberg, mw. Van der Leur, mw. Lewe, mw. Liebrand, dhr. Lucassen, dhr. Meerburg, mw. Van Milaan, dhr. Mink, dhr. Mulder, dhr. Plug, mw. Prins, dhr. Ruitenberg, dhr. Saes, mw. Van der Schalk, dhr. Scheffer, dhr. Schol, mw. Schriks, dhr. Sluiter, dhr. Sözen, dhr. Uenk, dhr. Van der Veer, dhr Venema, dhr. Verheul, dhr. de Vos, dhr. Vos de Wael, mw. Waardenburg, dhr. Waltmans, dhr. Wanrooij, mw. Wieggers, dhr. Wullink en dhr. Zoet. Afwezig met bericht: mw. Hartman-Oosterink, mw. Reesing-Som Genodigden: gedeputeerden mw. Bieze, dhr. Van Dijk, dhr. Markink, mw. Meijers, mw. Traag, dhr. Van Kalmthout (secretaris) Voorzitter: dhr. Cornielje Griffier: dhr. Roelofs 1001
1
Opening en mededelingen van de voorzitter De commissaris van de Koning reikt het burgerjaarverslag 2012 uit aan de plaatsvervangend voorzitter.
1002
2
Toelating P. Kerris te Nijmegen, ter voorziening in de vacature door tijdelijk ontslag wegens ziekte van A. Hedin-Penninx (PvdA) Provinciale Staten besluiten op advies van de Procedurecommissie dhr. P. Kerris toe te laten als lid van Provinciale Staten
1003
3
Afleggen eed/verklaring en belofte P. Kerris Dhr. Kerris legt de eed af in handen van de voorzitter.
1004
4
Vaststelling van de agenda Aan de agenda worden de volgende drie debatverzoeken toegevoegd: - debatverzoek SP over aanscherping regels rond naleving van de Balkenendenorm door gesubsidieerde instellingen (PS2013-486) - debatverzoek PvdDieren over vervroegde afschot edelherten (PS2013-494) - debatverzoek GroenLinks over bestuursovereenkomst reconstructie knooppunt Hoevelaken (PS2013-496)
1005
5
Vaststelling van de besluitenlijst van de vergadering op 24 april 2012 De besluitenlijst wordt vastgesteld conform ontwerp.
1006
6
Lijst ingekomen stukken De lijst van ingekomen stukken wordt afgedaan conform advies.
7
Vragenuur Er zijn geen vragen ingediend.
8
De ontwerpbegrotingen 2013 van het Openbaar Lichaam Omgevingsdienst Veluwe IJssel, het Openbaar Lichaam Omgevingsdienst Noord Veluwe en het Openbaar Lichaam Omgevingsdienst Achterhoek (PS2013-407) Besluit: zonder beraadslaging en zonder stemming conform voorstel.
1007
1
1008
9
Ontwerpbegrotingen 2014 Omgevingsdienst Veluwe IJssel, Omgevingsdienst Noord-Veluwe, Omgevingsdienst Achterhoek, Omgevingsdienst De Vallei, Omgevingsdienst Rivierenland en Omgevingsdienst Regio Nijmegen (PS2013-409) Besluit: zonder beraadslaging en zonder stemming conform voorstel.
1009
10
Inzet revolverende middelen Cultuur en Cultuurhistorie (Erfgoed) (PS2013-416) Besluit: zonder beraadslaging en zonder stemming conform voorstel.
1010
11
Begrotingssubsidie Greenport Betuwse Bloem (PS2013-412) Stemverklaring SP: vorig jaar tegen de subsidie gestemd omdat we de structuur van de stichting te ondoorzichtig vonden. De subsidie wordt nu verlengd met drie jaar zonder dat er enige verbetering in de structuur heeft plaatsgevonden en zonder dat er enig formeel evaluatiemoment is toegezegd. Stemmen daarom weer tegen. Stemverklaring PvdA: stemmen vóór het voorstel, maar hadden wel enige aarzeling. Daarom is de PvdA blij dat het college de mogelijkheid onderzoekt om ons goed te informeren over wat er daar precies gaande is. Daarnaast buitengewoon tevreden met het toegevoegde lijstje met afkortingen. Stemverklaring PvdDieren: graag gezien dat het voorstel nog duurzamer was geweest en missen een goede evaluatie en zullen daarom tegen stemmen. Stemverklaring GroenLinks: had enige aarzeling, maar stemt vóór vanwege de toezeggingen die in commissie zijn gedaan. Mw. Hijman neemt niet deel aan de beraadslaging en stemming. Besluit: zonder beraadslaging conform voorstel met stemmen vóór van VVD, PvdA, CDA, PVV, D66, GL, CU, SGP en 50PLUS.
1011
12
Verdeelvoorstel Impulsplan Wonen (PS2013-420) Stemverklaring SP: steunt het Statenvoorstel met uitzondering van het project Beuningen (besluit 1B). SP vindt het niet verstandig om subsidiegeld te steken in een dure multifunctionele voorziening die ervoor zorgt dat de verenigingen en instellingen hogere structurele huisvestingslasten krijgen. Stemverklaring 50PLUS: steunt het Statenvoorstel, maar is ervoor om het project in Barneveld opnieuw te beoordelen vanwege de werkgelegenheidseffecten. Besluit: zonder beraadslaging conform voorstel met algemene stemmen.
13
Beleidsrekening 2012 (PS2013-341) Mw. Schriks (VVD) constateert een behoorlijke onderbesteding, deels veroorzaakt door te beïnvloeden factoren. De VVD is blij dat het college hier naar oplossingen gaat zoeken, want het is belangrijk dat aan het eind van deze Statenperiode de beleidsvoornemens uit het coalitieakkoord zijn uitgevoerd. Er is ook al een aantal belangrijke zaken gerealiseerd, o.m. op het gebied van economie en innovatie, topsportevenementen, Stad en Regio en infrastructuur. In deze resultaten is de hand van de VVD goed zichtbaar. Er moet nog veel gebeuren, dus het is zaak dat het college tempo maakt, maar de VVD is content met de voorliggende rekening. Dhr. Groot (PvdA) constateert dat de beleidsrekening laat zien dat er veel is gepresteerd, maar het vervolgvoorstel deelt een dreun uit: 16% jeugdwerkloosheid. Anticyclisch beleid is onder de huidige omstandigheden moeilijk voor de rijksoverheid. Gelderland heeft echter de middelen hiervoor en die miljoenen mogen geen dood geld worden. Daarvan moet werk worden gemaakt. Er liggen ook voor honderden miljoenen aan plannen op de plank. Die moeten uitgevoerd worden en daaruit moet een regionaal urgentieprogramma voor de economie kunnen ontstaan, want daar ligt de prioriteit: economie en werkgelegenheid, met nadruk op de bouw en het ambacht. De PvdA wil de strijd aangaan tegen jeugdwerkloosheid, allereerst door het creëren van werk, bijvoorbeeld in energiebesparing, woningisolatie en restauratie. Een coalitie die zich presenteert met een programma dat Uitdagend Gelderland heet, kan niet volstaan met de opstapeling van dood geld. De PvdA aanvaardt de beleidsrekening. Mw. Van den Born (CDA) is, terugkijkend op 2012, somber gestemd over de re-
1012
1013
1014
2
1015
1016
1017
cessie en de stijging van de werkloosheid, maar er zijn ook lichtpunten. Gelderland heeft goede stappen gezet om Gelderland te versterken. Vrijwel alle doelstellingen uit het programma economie en innovatie zijn gehaald. Vraag hierbij is wel of Gelderland niet meer middelen revolverend moet inzetten. De investeringen in de steden en regio’s zijn belangrijk. Zorg heeft het CDA over de financiële haalbaarheid van de plannen en de cofinanciering. Het CDA kijkt uit naar de voortgangsrapportage. Daarnaast wachten PS nog op de nieuwe business case voor het sleutelproject in Arnhem. Het CDA zal hier kritisch naar kijken. Er liggen nog belangrijke uitdagingen: de onderbesteding, toezicht op gemeentefinanciën en de Gelderse economie. Bij dit laatste denkt het CDA naast bestrijding van jeugdwerkloosheid ook aan de positie van de oudere werknemer. Het CDA wil investeren in duurzaamheid, energietransitie en breedband. Juist in deze tijd moeten we niet denken in ‘dippen’ (denken in problemen), maar in ‘dimmen’ (denken in mogelijkheden). Mw. Faber (PVV) vindt het resultaat van de rekening opvallend. De groei van de reserves, € 52,7 miljoen wordt daarin namelijk niet opgenomen. Ze vraagt waarom het college nu al drie opeenvolgende jaren voor deze werkwijze kiest. Verder waarschuwt ze voor de risico’s die de provincie loopt, ondanks de riante financiële positie. De waarde van de Spaanse obligaties wordt bedreigd door nieuw Europees beleid ten aanzien van het redden van banken en de economische situatie in Spanje. Is GS bereid het belang van Nederland zwaarder te laten wegen en de Spaanse obligaties te verkopen tegen een licht verlies? Een ander risico is de aankoop van staatsobligaties na de afkondiging in de Staatscourant inzake schatkistbankieren. Het risico dat deze obligaties moeten worden omgezet in een deposito bij de schatkist is dus bijna 100%. Waarom heeft het college hiervoor gekozen en wat zijn de financiële risico’s. Het foutieve citaat over het wetsvoorstel schatkistbankieren is een voorbeeld van hoe het college de Staten op het verkeerde been zet. Naast de gemeenten loopt ook de provincie risico’s met grond. De PVV vraagt met klem een overzicht van alle A- en B-gronden, met vermelding van aanschafwaarde, actuele taxatiewaarde en verwachte afwaardering. Afwaarderingen zullen de begroting drukken. Dat is des te meer reden om grip op DLG te krijgen en op te nemen in de provinciale organisatie. Verder vraagt ze zich af in hoeverre subsidieontvangers worden gecontroleerd op doelmatigheid en rechtmatigheid. Bij navraag bleken onderliggende stukken bij een subsidieaanvraag van Culemborg niet in de provinciale administratie aanwezig, noch acht de provincie het uit bestuurlijk oogpunt wenselijk deze informatie alsnog op te vragen. Een Statenlid kan zijn controlerende taak dus niet uitvoeren. Hoeveel miljoenen worden op deze wijze weggezet? De PVV is van mening dat het college niet altijd een volledige en heldere voorstelling van zaken geeft. De PVV betreurt dit. Dhr. Lucassen (SP) merkt op dat de begroting 2012 niet de begroting van de SP was. De beleidsrekening is een verslag van de uitgevoerde activiteiten op basis van deze begroting en daar neemt de SP kennis van. De onderbesteding is een terugkerend probleem. Flexibeler en realistischer programmeren hebben de afgelopen jaren geen resultaten laten zien. Wat gaat het college ondernemen om het vertrouwen te herstellen dat een investeringsprogramma wordt gerealiseerd en niet alleen maar begroot. Het risicomanagement is een ander punt van zorg. Kwantificering van de risico’s zal een wezenlijke stap zijn, die moet worden gezet. Verder zijn er risico’s t.a.v. de waardeontwikkeling van de provinciale gebouwen die niet is geconcretiseerd en t.a.v. provinciale gronden is onduidelijk welke risico’s er zijn. Dhr. Scheffer (D66) vindt dat het college de Staten deskundig heeft geleid door de onzekerheden als gevolg van wet Hof en schatkistbankieren. Bestuurlijk overleg zal een belangrijk instrument worden in het kader van de wet Hof. Dat maakt duidelijk dat de verhouding met het Rijk uitermate complex is. Dit zie je terug in het feit dat de belangrijkste bron van onderbesteding de vertraagde aanleg van de A15 is. De onderbesteding in de investeringen is zorgwekkend. Juist in crisistijd moet de overheid die middelen heeft blijven investeren. Daarmee draag je bij aan werkgelegenheid nu en in de toekomst. D66 deelt de zorg van andere fracties over de werkgelegenheid en verminderde inkomsten van zzp’ers. Dat instrumenten op af3
1018
1019
1020
1021
1022
1023
1024
stand van de provincie beter werken dan de instrumenten die de provincie zelf inzet. De instrumenten dichtbij ons zijn het resultaat van bestuurlijk overleg en politieke compromissen en daardoor een wirwar aan regels. Dat de woonimpuls desondanks goed werkt is een compliment waard. De aanpak van de arbeidsmarkt (POA’s, HCA, social return) mist echter herkenbaarheid, urgentie, samenhang en resultaat. D66 vraagt GS over een andere aanpak na te denken. Dhr. Van Eck (GroenLinks) wijst erop dat de door de meerderheid vastgestelde begroting het huiswerk voor GS is. Nu kijken we of GS het huiswerk in 2012 gemaakt heeft. Conclusie: er is nog veel geld over. Vertraging is vaak te begrijpen, bijvoorbeeld t.a.v. infrastructuur. Daar waar het geld echter niet is uitgegeven aan de afgesproken beleidsdoelen, moet er lering uit worden getrokken, omdat je anders ieder jaar de exercitie herhaalt. Wat was de oorzaak? Zijn er te weinig ambtenaren? Kunnen subsidies ruimhartiger worden gegeven? Kan het met minder bureaucratie zodat zo snel mogelijk het beleidsdoel alsnog kan worden gerealiseerd? Terugkijkend concludeert GroenLinks dat de Staten ontluisterend knijperige discussies hebben gevoerd over bezuinigingen. Pietluttige bedragen die in het niet vallen bij de onderbesteding. GroenLinks wil meedenken over de besteding van het dode geld: sociaal en maatschappelijk verantwoord en groen inzetten van de gelden. De crisis in het kapitalisme aan de orde stellen met een maatschappelijk, door de overheid gedragen programma. Dhr. Van ’t Hoog (ChristenUnie) deelt niet het voldane gevoel van het college over 2012. Voor een deel lag dat al in de begroting 2012, die te eenzijdig de sfeer van economie ademt en minder de sfeer van duurzaamheid, sociale cohesie en menselijke maat en groene groei. Voor een ander deel ligt het aan wat niet is gerealiseerd; een forse onderbesteding. Er is natuurlijk wel voortgang geboekt en in sommige programma’s zijn goede resultaten behaald, maar dat is niet genoeg voor een voldaan gevoel. De ChristenUnie stemt met een gemengd gevoel in met de beleidsrekening. Dhr. Ruitenberg (SGP) denkt dat de voortdurende onderbesteding voor de burgers reden is om zich teleurgesteld af te wenden van de politiek, want met € 100 miljoen kun je veel doen. De Staten moeten daar ook naar zichzelf kijken. Misschien zijn we niet realistisch, brengen we te weinig focus aan in de plannen. Hij kan niet beoordelen of er te weinig ambtenaren zijn, maar het aantal ambtenaren moet passen bij het takenpakket en geld dat de Staten er neerleggen. Bij de mogelijke oorzaken voor onderbesteding hoort ook de verstikkende deken van regelgeving, op alle overheidsniveaus. Dat is dus ook ons werk. De SGP wil die les trekken en is blij dat de gedeputeerde de Staten bij de les wil houden. De SGP zal bij de Voorjaarsnota aandacht vragen voor de leefbaarheid van kleine kernen en sociale cohesie en vraagt aandacht van het college voor het aanjagen van stagnerende woningbouwprogramma’s. Dhr. Mulder (50PLUS) vindt dat weliswaar kritische kanttekeningen kunnen worden geplaatst, maar er wordt ook veel gerealiseerd. Hij sluit zich aan bij de fracties die zich kritisch hebben uitgelaten over de vele regels die de Staten vaststellen. Tot slot onderstreept hij het goede werk dat de POA’s verrichten. Hij houdt een pleidooi voor een startersmarkt in het HdP. Dhr. Van der Veer (PvdDieren) zal tegen de beleidsrekening stemmen omdat de verantwoording veel beter kan. Hij sluit zich aan bij de kritiek van andere fracties. M.b.t. onderbesteding: hij vraagt of de zonnepanelen, die gepland waren voor eind 2011, er nu eindelijk liggen. Dhr. Wullink (GW) vraagt het college de toevoegingen aan de reserves in een apart staatje zichtbaar te maken. Hij vindt dat goede voortgang is gemaakt op een aantal punten, maar er zijn ook punten die verdere verbetering behoeven, met name de beleidsvelden kwaliteit openbaar bestuur en cultuur. Het is onfortuinlijk dat het programma Stad en Regio de Wgr-structuur ondersteunt, nu er het voornemen is de Wgr+ op te heffen. Hij stelt voor in de volgende beleidsperiode de stimulering te richten op gemeentes en niet meer op de regio’s. Hij verwacht dat dan het aantal gemeentes kleiner zal zijn. Hij ziet in dat verband met genoegen dat het college actief is op het terrein van herindeling. Cultuur blijft een zorgenkind. Hij heeft de indruk dat het college de hoofdzaken niet van de bijzaken weet te onderscheiden. Als voorbeeld noemt hij Sobibor. Dhr. Markink (GS) erkent dat er nog het nodige te doen valt. Het college wil die 4
1025
1026
uitdaging oppakken. De fracties hebben veel punten aangedragen. Mogelijk moeten die punten bij de Voorjaarsnota worden overwogen. Hij zegt toe te bezien hoe beleid tegen werkloosheid, van jongeren maar ook van andere groepen, op een goede manier kan worden ingevuld. Het gaat echter ook om investeren. Wat de provincie investeert op basis van het meerjarenprogramma heeft een groot aanzwengelend effect. Op andere punten, bijvoorbeeld energietransitie en duurzaamheid, is het een kwestie van kijken of er een schepje bovenop moet. In de Voorjaarsnota geeft het college zijn gedachten hierover weer. De onderbesteding is ook het college een doorn in het oog. We zijn met elkaar goed in het bestemmen van middelen, maar het besteden van middelen blijkt lastiger. Het college is voornemens nog scherper te kijken naar de realiseerbaarheid. Ook wil het college evaluatiemomenten vastleggen. Dan moet beslist worden of een project of programma nog door moet gaan. Het programma Mens en Middelen is voor een deel verantwoordelijk voor de onderbesteding. Dat betekent dat meer mensen niet het antwoord is. Tot slot zal het college alert blijven op provinciale regelgeving: wat betekent die voor de uitvoering. Het programma Stad en Regio laat geen onderbesteding zien. Dat betekent dat de financiële positie van gemeenten niet de oorzaak is van de onderbesteding. Wel zal het college de grondposities van gemeenten nader bezien en eventueel voorstellen doen die rechtvaardig zijn voor alle gemeenten. M.b.t. het investeringsprogramma: de wet Hof en schatkistbankieren zijn, door toezeggingen gedaan aan de Tweede Kamer, geen reden (meer) om dat programma aan te passen. Hij is het eens met mw. Van den Born dat we niet moeten denken in problemen, maar in mogelijkheden. Boekhoudkundige - en begrotingsregels noodzaken ons de rekening op een bepaalde manier op te stellen. De accountant maakt daar geen punt van. Het is juist dat de reserves zijn gegroeid, maar dat is altijd zichtbaar gemaakt voor de Staten (zie bijlage 6). Het college heeft een afweging gemaakt over de Spaanse obligaties en dat ook afgewogen tegen het alternatief, schatkistbankieren. Het college is vorig jaar nog twee staatsobligaties aangegaan met langere looptijd. Eén van deze obligaties is onlangs met winst verkocht. Hij sluit niet uit dat de andere voor het eind van dit jaar ook zal worden verkocht. Hij wijst erop dat de passage over schatkistbankieren niet in de definitieve bevindingenbrief staat. GS geeft geen opdracht aan een accountant. De accountant heeft een onafhankelijke positie. Het college is het eens met de accountant dat er meer helderheid moet komen over de A- en B-gronden. Binnenkort komt een startnotitie hierover aan de orde in de Staten. Een overzicht van de gronden is in de maak. Subsidies worden rechtmatig en doelmatig verstrekt. Onlangs heeft het college de gemeenten nog geïnformeerd over de correcte verantwoording van subsidies, projecten en programma’s. Hij bestrijdt dat het college de Staten niet juist en volledig zouden informeren. Het op afstand zetten van de provincie is niet altijd de beste aanpak. Met name bij complexe trajecten, bijvoorbeeld gebiedsontwikkeling en infrastructuur, zal dat geen verbetering zijn. In het kader van het Kwalitatief Woningbouwprogramma onderzoekt het college samen met gemeenten hoe de kwaliteit van woningen kan worden aangepast aan de gewenste situatie. Hij verwacht daar snel op te kunnen terugkomen. Het college hecht aan samenwerking binnen een regio en zal zich in het programma Stad en Regio blijven richten op Wgr-regio’s. Dat de Wgr+ verdwijnt conflicteert daar niet mee. Mw. Schriks (VVD) is blij met de beantwoording van de gedeputeerde. Ze wijst erop dat geld uitgeven niet op dit moment moet gebeuren, maar bij de Voorjaarsnota. De VVD deelt de zorg over werkloosheid, maar wil zich dan wel richten op zaken die harde werkgelegenheid opleveren in het bedrijfsleven. Meer provinciale ambtenaren is wat haar betreft niet aan de orde. Dhr. Groot (PvdA) vraagt wat het college op het oog heeft met bijstaan van gemeenten met problematische grondposities. Hij verzoekt het college in dat kader 5
ook verband te leggen met de woningbouwcorporaties, en de bijdrage van de SGP en de motie van GroenLinks daarover. Dhr. Scheffer (D66) vraagt of inlassen van een evaluatiemoment wordt opgenomen in het beleid van GS, of dat het geregeld moet worden in een (initiatief)voorstel. Bij een investeringsprogramma kan worden bekeken wat haalbaar is in één jaar en zouden er meerdere scenario’s kunnen worden gemaakt voor herprioritering tussen programma’s. Tot slot vraagt hij of het rendement op beleggingen altijd wordt toegevoegd aan de algemene reserve, of dat het ook mogelijk is het beschikbaar te stellen voor investeringen. Dhr. Van Eck (GroenLinks) wijst erop dat de onderbesteding ook wordt veroorzaakt doordat zaken simpelweg niet worden uitgevoerd, bijvoorbeeld bij jeugdzorg (€ 300.000,- niet uitgegeven vanwege soberder uitvoering), bij verkeersveiligheid en duurzame landbouw. Dat heeft niets te maken met procedures en uitvoerbaarheid. Het wordt veroorzaakt door ambtelijke inzet en de gedeputeerde. Hij vraagt het college te reageren op zijn opmerkingen over de bezuinigingen. Tot slot: GroenLinks zal met de beleidsrekening instemmen omdat het een correcte weergave is van de afgelopen periode. Dhr. Markink (GS) denkt na over welke instrumenten kunnen worden ontwikkeld ten behoeve van gemeenten met een problematische grondpositie. Dit kan worden gekoppeld aan inhoudelijke doelen als bijvoorbeeld volume woningbouwprogrammering. Ook Overijssel is hiermee bezig. M.b.t. provinciale gronden: hij stelt voor daar in het kader van de startnotitie over te spreken. Hij acht het verstandig dat het college een voorstel opstelt over een evaluatiemoment. Hij ontraadt verevening tussen programma’s in de combinatie met overprogrammering. Rente op stamkapitaal en winst op verkoop van beleggingen vloeien in de algemene reserve. Het stamkapitaal wordt nominaal in stand gehouden. Het is aan de Staten om te bepalen dat het wordt ingezet. Het gaat erom het doel te realiseren. Als dat op een goedkopere, sobere manier gebeurt vindt het college dat prima. De Staten kunnen van het college ook niet anders verwachten. Hij kan niet beoordelen of er voldoende aanvragen waren op de andere terreinen. M.b.t. de bezuiniging: dit is door de Staten afgesproken. Bij de Voorjaarsnota volgt de derde tranche. Hij erkent dat een bezuiniging pijnlijk kan zijn, maar er ontstaan juist daardoor soms ook mooie dingen. Besluit: conform voorstel met stemmen tegen van PVV en PvdDieren.
1027
1028
1029
1030 14 1031
1032
1033 1034 1035 1036 1037
Social return, initiatiefvoorstel commissie AFW Rapportage nulmeting Rekenkamer Oost-Nederland (PS2013-327) Dhr. Wanrooij (PvdA) wil aan de slag. Social return regel je niet op papier. Bestuurders en ambtenaren willen er wat van maken en hij geeft hen het vertrouwen. De piketpalen zijn nu geslagen, de nulmeting is een prima start en nu kan ervaring en kennis worden opgedaan. Centraal staan de inwoners van Gelderland die nu aan de kant staan. Hij wil zijn best doen om hen kansen te geven. Mw. Schriks (VVD) is niet voor het voorstel dat er nu ligt. Het gaat slecht met de economie. De beste remedie is extra werkgelegenheid te creëren. Dit voorstel doet dat niet en maakt het nog moeilijker voor bedrijven om opdrachten te verwerven. Los daarvan komen er meer regels, en de vraag is of dat helpt. De VVD is niet tegen social return, maar kiest voor de aanpak die GS voor ogen stond. Dhr. Koster (CDA) stemt in met het gewijzigde ontwerpbesluit. Hij vertrouwt erop dat het college het in de geest van de discussie ter hand zal nemen. Mw. Van Milaan (D66) is kritisch over de registratie. Voor werknemers kan registratie negatief uitwerken. Dhr. Ruitenberg (SGP) steunt nog steeds de motie. Het nu voorliggende voorstel heeft een verstrekkender karakter. Dhr. Mulder (50PLUS) is voorstander van het voorstel. Hij denkt dat het werkgelegenheidsbevorderend kan uitwerken. Dhr. Markink (GS) wijst erop dat de provincie zijn verantwoordelijkheid wil nemen, maar dat ook ieder individu zijn verantwoordelijkheid heeft. Hij is blij dat de Staten 6
het zien als een ontwikkeltraject. Het voorstel biedt ook de mogelijkheid te kiezen voor een norm. Hij verwacht dat in de praktijk vaak gestart zal moeten worden met 5% van de loonsom. Het moet echter niet het effect hebben dat de kleinere bedrijven minder opdrachten kunnen binnenhalen. Het college bekijkt of via de sociale werkvoorziening aanbiedingen kunnen worden gedaan. D66 heeft een punt met de registratie. De privacy van mensen moet geëerbiedigd worden. Als mensen het niet op prijs stellen geregistreerd te worden moet dat worden gerespecteerd. Het college gaat ermee aan de slag en zal op gezette tijden de Staten informeren. Mw. Waardenburg (voorzitter commissie AFW) schetst de voorgeschiedenis van het voorstel. Ze is blij te horen dat een groot aantal fracties zich in het voorstel kan vinden en dat ook GS ermee aan de slag kan. Stemverklaring: De PVV sluit zich aan bij het betoog van de VVD en zal tegen stemmen.
1038 1039
Besluit: conform voorstel met stemmen vóór van PvdA, CDA, SP, D66, GL, CU, 50PLUS en PvdDieren. 15 1040
1041
1042
1043
1044
Partiële herziening Structuurvisie en Ruimtelijke verordening Gelderland 3e herziening (PS2013-423) Mw. Groot (VVD) spreekt namens de fracties van CDA, PvdA, D66 en VVD. De twee grenscorrecties van de ecologische hoofdstructuur die worden voorgesteld in het Statenvoorstel passen in de afspraak die het college heeft gemaakt met de eigenaar van het Saunadrome. De discussie over dit voorstel is een juridische kwestie waarin per saldo de omvang van de EHS niet wijzigt. De fracties vragen zich af of beide partijen wel evenveel toegang hebben tot het provinciaal bestuur. Uit het oogpunt om een betrouwbare overheid te zijn, stemmen de genoemde fracties in met het GS-voorstel. Dhr. Van der Veer (PvdDieren) is tegen de voorgestelde herziening en vindt het betreurenswaardig dat de provincie meewerkt aan het legaliseren van illegale bebouwing in de EHS. De reactie van het college op de ingediende zienswijze is zwaar onvoldoende. Dhr. Sözen (GroenLinks) is tegen de voorgestelde herziening om een aantal redenen. Ten eerste moet de eigenaar van het illegale complex niet beloond worden. Het Saunadrome heeft niet een dergelijk belangrijke maatschappelijke functie dat die kan rechtvaardigen om het uit de EHS te halen. Uit een mailwisseling gedateerd op 6 mei blijkt dat er gespreksverzoeken zijn geweest aan voormalig gedeputeerde Verdaas. Hieraan is door de gedeputeerde geen gevolg gegeven. Ten derde loopt er nog een juridische procedure waarop niet vooruit gelopen moet worden. GroenLinks stelt voor om de besluitvorming mee te nemen in de procedure van de Omgevingsvisie. Mw. Meijers (GS) wijst erop dat het hier gaat om een langlopend dossier. De sauna is begin jaren zeventig met toestemming van de gemeente daar gevestigd. Sindsdien wordt er gesproken over planologische inpassing en worden er allerlei juridische procedures gevoerd. In 2009 hebben de Staten besloten dat GS de zienswijze van Saunadrome moet behandelen en beantwoorden zo snel mogelijk na de uitspraak van de Raad van State. Naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State heeft het college besloten om te laten onderzoeken of het bewuste perceel waar de sauna op gebouwd is uit de EHS gehaald kan worden en op een goede wijze gecompenseerd kan worden. Met het voorliggende voorstel wordt per saldo de EHS niet aangetast. Daarnaast is er in 2009 een amendement ingediend door de Staten waarin GS werd opgedragen om de aanpassing via de Structuurvisie (koninklijke weg) te regelen. Op de ingediende zienswijze is in de commentaarnota gereageerd. Het ingeslagen proces moet nu worden afgerond en kan niet wachten op de behandeling van de Omgevingsvisie die pas eind dit jaar zal plaatsvinden. Er is ambtelijk overleg geweest met de indieners van de zienswijze. De agenda van de gedeputeerde liet niet toe om zelf een gesprek te voeren tussen 6 mei en vandaag. De gedeputeerde staat altijd open voor een gesprek. Besluit: conform voorstel aangenomen met stemmen vóór van SGP, SP, D66, VVD, CDA, PVV, 50PLUS, CU en GW.
7
16 1045
1046
1047
1048
1049
Debatverzoek E. Klein: Samenwerking met Lubelskie naar aanleiding van de deelname aan de herdenkingsreis Stichting Sobibor 2013 (PS2013-446) Dhr. Klein (SGP) acht het een goede zaak, dat een delegatie van het provinciebestuur op gezette tijden afreist naar Lubelskie om ter plaatse kennis te nemen van de achtergelaten sporen van het voormalige nazivernietigingskamp Sobibor. Ook richting de jeugd in Polen en Nederland en internationaal is het goed dat met steun van de provincie het ‘geheugen van de grond’ gaat spreken met een tentoonstelling die rondreist. Wij hebben als deelnemers (Ingrid Hijman, Piet Wanrooij, Pieter Plug, Doede Sijtsma en ondergetekende) onlangs een intensief en emotioneel bezoek gebracht aan het vernietigingskamp en een gesprek gehad over de economische ontwikkelingen en de mogelijkheden van kennisuitwisseling (stageplekken) tussen onze regio en de Poolse regio. Dat alles binnen de bestaande jumelageregeling zoals we die al een aantal jaren kennen. Bouwend op de tussenevaluatie komen wij in dit debatverzoek met het verzoek aan GS om ons voorstel nader uit te werken inclusief het formuleren van heldere doelen. De vraag rijst nu: wanneer komt de eindevaluatie? Dhr. De Vos (SP) vindt het een prima plan dat de provincie Gelderland de verdere herinrichting van het vernietigingskamp Sobibor ondersteunt. Dat geldt met name voor de ondersteuning en stimulering van educatie en informatie over het kamp. SP ziet geen noodzaak om Gelderse ontwikkelingssamenwerking op poten te zetten die gericht is op bijvoorbeeld economische samenwerking en bestuurlijke contacten te intensiveren. Volgens de beschikbare gegevens is de herontwikkeling in 2013 afgerond. Dit is voor de SP het moment om op een beperktere wijze een vervolg te geven aan de huidige subsidie. Belangrijk is dat Sobibor voor altijd blijft geassocieerd met een van de gruwelijkste gebeurtenissen uit onze geschiedenis en dat we ons altijd bewust blijven dat Poolse soldaten hebben gevochten voor de bevrijding van onder meer Gelderland. Dhr. Sluiter (VVD) wil de mensen die de reis gemaakt hebben bedanken dat zij een dergelijk fantastisch programma hebben opgesteld. De VVD sluit zich aan bij de SP dat er op een gegeven moment ook een punt achter gezet kan worden. De VVD wijst erop dat Polen inmiddels een volwaardig EU-lid is geworden. De Belgische provincie West-Vlaanderen heeft zeer veel uitwisselingen met Lubelskie. Is het mogelijk om in Europees kader samen met West-Vlaanderen te bekijken hoe de samenwerking met Lubelskie verder ingevuld kan worden? Ten tweede mist de VVD in het debatverzoek de duidelijke aanbeveling van mw. Boerma-van Doorne om heldere meetbare doelen te formuleren. Jammer is dat in de afgelopen periode weinig gebruik gemaakt is van de mogelijkheden met het Gelderse bedrijfsleven. VVD is ervoor om dit punt als doelstelling op te nemen zodat de Gelderse economie gestimuleerd kan worden. VVD betreurt dat in het stuk al een budget (€ 60.000,-) is vrijgemaakt en daarvoor een GS-voorstel niet afgewacht wordt. Mw. Meijers (GS) interpreteert dit debatverzoek als een verzoek van de Staten aan GS om een voorstel te maken op basis van de nu gedane richtinggevende uitspraken van PS. GS zullen dat graag doen voor het einde van dit jaar. Daarbij zal gebruik worden gemaakt van de tussenevaluatie van 2011 en de notitie van mw. Boerma-van Doorne. In dit voorstel zal in ieder geval een uitwerking worden gegeven van de mogelijke nieuwe samenwerkingsovereenkomst. Duidelijk is dat Statenbreed de relatie met Sobibor wordt ondersteund. Verschillende partijen hebben aangegeven om geen ontwikkelingssamenwerking aan te gaan. Die samenwerking is ook niet aan de orde in de verschillende stukken. In het debatverzoek wordt aangedrongen om activiteiten te ondersteunen en te stimuleren gericht op wederzijdse economische ontwikkeling van beide regio’s met name op het gebied van land- en tuinbouw. Wat betreft de bevordering van kennisuitwisseling lopen er al interessante trajecten via onder meer de universiteit van Lublin en de universiteit van Wageningen. Het college zal onderzoeken of het bieden van stageplaatsen voor studenten Nederlands aan de universiteit Lublin mogelijk is. Het voortzetten en verder vormgeven van bestuurlijke contacten zal ook in het voorstel worden meegenomen. Het college zal in het voorstel komen met het opnemen van een passend budget dat is afgestemd op de voorgestelde activiteiten. Dhr. Klein (SGP) wijst erop dat het gaat om een ‘en/en-relatie’ met het streven om te komen tot een hechtere relatie. Hij is tevreden dat GS in het toegezegde voorstel naar de Staten een uitwerking geeft van de doelen die zijn verwoord in het de8
batverzoek. De voorzitter concludeert dat het college met een voorstel zal komen waarin concrete, meetbare doelen zullen worden opgenomen (voor de jaarwisseling).
1050 17 1051
1052 1053 1054 1055
1056
1057 1058 1059
1060
Debatverzoek PvdA en CDA: Behoud werkgelegenheid justitiële inrichtingen in Gelderland, vooral in de Gelderse krimpregio's (PS2013-309) Dhr. Wanrooij (PvdA) vindt dat het uiterste moet worden geprobeerd om de plannen van tafel te krijgen. Bezuinigen moet soms, maar dit plan is geen bezuiniging. Daarom moeten de Staten van Gelderland aangeven dat het niet de juiste weg is. Het betekent een groot verlies aan directe en indirecte werkgelegenheid. Hij dient motie 13M16 in. Dhr. Hutten (CDA) onderstreept het belang om als Staten actie te ondernemen. De plannen zijn ondoordacht en onbezonnen. Daarom is het CDA mede-indiener van de motie. Mw. Faber (PVV) is blij met het initiatief van PvdA en CDA, omdat het in lijn ligt met de petitie van de PVV tegen de plannen. Ze hoopt dat de Statenleden de petitie zullen steunen. Dhr. Sluiter (VVD) wijst erop dat de Staten hierover niet gaan. De VVD zal daarom de motie niet steunen. Dhr. De Vos (SP) vindt het curieus dat de PvdA dit initiatief neemt, maar zal de motie steunen. Het is een duidelijk signaal aan de politici om te stoppen met het kapotmaken van ons land en onze provincie. De plannen zijn slecht voor het gevangenispersoneel, slecht voor de gedetineerden en waarschijnlijk ook slecht voor de veiligheid op straat. Dhr. Scheffer (D66) steunt de motie, omdat goede geografische spreiding belangrijk is voor familieleden van gedetineerden. Resocialisatie blijkt ook beter te lukken buiten de grote steden. Bovendien maakt het Rijk met dit soort sectorale beslissingen het moeilijk voor de provincie om integraal ruimtelijk beleid te voeren. Dhr. Ruitenberg (SGP) vindt dat met de plannen de veiligheid in het geding is. Het blijkt bovendien geen bezuiniging te zijn, maar een kostenpost. Dhr. Mulder (50PLUS) steunt de motie, niet alleen vanwege de werkgelegenheid. Het plan treedt in de bevoegdheden van de rechtelijke macht en het heeft effect op het veiligheidsgevoel. Dhr. Van Dijk (GS) deelt mee dat ook GS actie onderneemt. Recent is het aan de orde gesteld in een overleg met Kamerleden. Het plan heeft zeer negatieve gevolgen voor Oost-Nederland. GS vraagt om heroverweging. De Kamerleden hebben daar notie van genomen. Hij wacht op wat er in de Kamer gaat gebeuren. Stemverklaring GroenLinks: zal voor de motie stemmen, maar plaatst wel kanttekeningen. Er zijn ergere bezuinigingen, een gevangenis is er niet voor de werkgelegenheid en een enkelband kan dienstig zijn aan resocialisatie. Besluit: 13M16 aangenomen met stemmen vóór van PvdA, CDA, PVV, SP, D66, GL, CU SGP, 50PLUS en PvdDieren.
18 1061
1062
1063
Debatverzoek SP: Aanscherping regels rond naleving van de Balkenendenorm door gesubsidieerde instellingen (PS2013-486) Dhr. Lucassen (SP) spreekt mede namens GroenLinks. Hij licht de achtergrond van het initiatief en de actuele ontwikkelingen over dit onderwerp toe. De SP wil in Gelderland de maximale beloning in gesubsidieerde instellingen opnieuw bezien. De SP zou graag een Gelderland-norm van maximaal € 140.000 hanteren. Hiervoor tekent zich echter geen meerderheid af. Daarom dient hij motie 13M17 in waarin wordt verzocht onder de aandacht van gesubsidieerde instellingen te brengen dat de Balkenendenorm als maximum wordt gesteld. Dhr. Sluiter (VVD) vindt de motie overbodig. In een voorstel voor de provinciale verordening is het namelijk al verwerkt. De VVD zal de motie niet steunen. Dhr. Groot (PvdA) vindt een verantwoorde topbeloning in de gesubsidieerde sector noodzakelijk. Het is redelijk dat de Staten deze ruimhartige norm opleggen. Dhr. Koster (CDA) waarschuwt voor mogelijke verwarring: er zijn gesubsidieerde instellingen en instellingen die subsidie ontvangen. Als de SP ook de laatste categorie voor ogen heeft kan dat ongewenste neveneffecten hebben. Het CDA zal de motie in deze vorm niet steunen. 9
Mw. Van Milaan (D66) sluit zich aan bij de VVD en vraagt GS een code voor good governance Gelderland te ontwikkelen. Daarin kan ook worden opgenomen hoe een goede bestuurder zich gedraagt, waarmee het breder wordt dan alleen een focus op salarissen. Dhr. Van ’t Hoog (ChristenUnie) vindt niet duidelijk welke aanscherping de SP wil. Het lijkt erop dat de SP wil bewerkstelligen dat ook buiten het publieke domein de Balkenendenorm wordt gehanteerd. De ChristenUnie sluit zich aan bij hetgeen VVD en D66 hebben aangegeven. Dhr. Markink (GS) geeft aan dat de landelijke regeling geldt. Daarnaast stelt het college aan PS voor het bedrag voor te declareren uren te verlagen. Zijns inziens is dat voldoende. Dhr. Lucassen (SP) heeft met belangstelling kennis genomen van het voorstel de subsidieverordening te wijzigen, maar dat maakt een appèl in de vorm van deze motie niet overbodig. De SP is positief over good governance, maar dat is meer voor de lange termijn. De motie is een aanscherping omdat nu ook inhuur erbij wordt betrokken en het ministerssalaris als wenselijk niveau wordt gehanteerd. De motie gaat over instellingen die op enigerlei wijze subsidie ontvangen. Mw. Van Milaan (D66) vindt de reactie van de SP juist de reden om een good governance code op te stellen. Besluit: 13M17 verworpen met stemmen vóór van PvdA, PVV, SP, GL, SGP en 50PLUS.
1064
1065
1066 1067
1068 1069 19 1070
1071
1072
Debatverzoek PvdDieren over Vervroegd afschot edelherten NW Veluwe (PS2013-494) Dhr. Van der Veer (PvdDieren) verwijst naar de commotie die over dit onderwerp is ontstaan, onder meer omdat er momenteel veel drachtige dieren zijn. Terreinbeherende organisaties (tbo’s) hebben aangegeven niet te zullen meewerken. Pas gisteravond kwam er een notitie van GS die velen nog niet gelezen hebben. De notitie geeft ook geen antwoord op diverse vragen. Dhr. Van der Veer wil met een motie, mede namens PVV en GroenLinks, bereiken dat het afschot direct wordt gestopt totdat het onderwerp in de commissie LCJ, met inspraak van deskundigen, is besproken. Er zijn ook andere maatregelen denkbaar om schade te voorkomen. De provincie laat nu dieren een ecoduct oversteken waardoor ze in een gebied komen waar ze worden afgeschoten omdat ze schade aanrichten. Dat willen we toch niet. Het faunabeheer is door de vorige gedeputeerde op afstand gezet, waardoor Statenleden niet de benodigde informatie kunnen krijgen om de uitvoering van het beleid te controleren. Hij dient motie 13M18 in. Hij steunt de door de PVV aangekondigde motie over sluiting van ecoduct Hulshorst, maar zijn motie laat nog een weg open om andere oplossingen te kiezen (bijv. de rasters rond de landbouwgebieden naar de oorspronkelijke hoogte brengen). Dhr. Meerburg (VVD) vindt de zorg die de Tweede Kamer heeft uitgesproken over het afschieten getuigen van elitair grachtengordelsentiment. Gelukkig heeft de staatssecretaris wel begrepen dat Gelderland hier zelf over gaat. De VVD vindt afschot een prima methode om de populatie onder controle te houden en schade en aanrijdingen te voorkomen. Dit is de kern van natuurbeheer en goed toe te vertrouwen aan de Faunabeheereenheden (FBE’s). Zijn partij was geen voorstander van ecoducten. Het probleem is ontstaan door de natuurlobby die de ecoducten wilde en die nu de schuld bij de provincie legt. De VVD is niet voor sluiting van het miljoenen kostende ecoduct Hulshorst. Er moet worden gezorgd voor beperking van de schade door afschot of betere afrastering en voor een goede schaderegeling. Mw. Bosman (PvdA) vindt het gemakkelijk om te roepen dat er geen hert mag worden afgeschoten. Als het noodzakelijk is, ook buiten een afgesproken periode, moet het kunnen. Er is nu eenmaal sprake van schade en aanrijdingen, maar PvdA wil niet verder gaan dan maximaal 10% extra afschot van de 550 herten die er nu zijn tot 1 augustus, jongen niet meegeteld. Zij vindt de rol van de natuurorganisaties wel vaag. Die zijn toch vertegenwoordigd bij het faunabeheer waarmee afspraken zijn gemaakt. Doet men wel mee als het bij die 10% blijft? Ze wil meer duidelijkheid over het aantal dieren dat in een bepaald gebied kan leven. Maatregelen rond het ecoduct Hulshorst zijn nu nog niet nodig. Zij wil weten hoe de afspraken tot stand zijn gekomen, wie bij het overleg is betrokken en hoe de tellin10
1073 1074
1075
1076
1077
(1078)
1079
1080
gen en telmethoden zijn. Zo nodig kan in commissie worden overlegd. Dhr. Van Boheemen (CDA) constateert dat er op de NW Veluwe veel meer herten zijn dan de afgesproken 200. Hij heeft van een boer zelfs gehoord dat er onlangs op een avond 100 herten op zijn land aanwezig waren. Daarom zou eens gesproken moeten worden met de FBE over hoe deze situatie heeft kunnen ontstaan en wat er aan gedaan kan worden. Het CDA zal dan ook in LCJ met een voorstel voor zo’n gesprek komen. Het CDA is niet alleen bezorgd over de sterk stijgende landbouwschade, maar ook over de stijging van het aantal verkeersongelukken. De gevolgen kunnen zeer dramatisch zijn. Wat nu gebeurt is het selectief afschieten van edelherten in situaties die veel overlast opleveren. Drachtige hinden en hinden met kalf worden daarbij ontzien. Daarvoor moet ruimte blijven. Het CDA wil van het college weten welke afspraken er over de opening van het ecoduct Hulshorst met het gebied zijn gemaakt en of deze nog steeds worden nagekomen. Dhr. Ter Haar (PVV) constateert ook dat er teveel herten rondlopen op de Veluwe. Het faunabeleid rammelt aan alle kanten. Vervroegen van afschot met drie maanden heeft grote gevolgen. Schieten van drachtige dieren of dieren met kalf is onacceptabel. Dat stelt ook de staatssecretaris. Kan de gedeputeerde ervoor instaan dat er geen drachtige of zogende hinden worden geschoten? Jagers kunnen toch niet altijd zien of er een kalf in het lange gras ligt. Gisteravond is een motie in de Tweede Kamer aangenomen waarin vervroegd afschot in Gelderland wordt afgekeurd. De PVV wil weten of er een verband bestaat tussen de opening van ecoduct Hulshorst en het vervroegde afschot. Het ecoduct is gezien alle commotie sowieso al een hoofdpijndossier. Afspraken met agrariërs zouden niet volledig worden nagekomen en de verwachting over aantallen herten komen niet uit. De PVV heeft hiervoor gewaarschuwd en wat zijn fractie betreft gaat het ecoduct dan ook per direct voorlopig dicht. Daartoe dient hij motie 13M19 in. Dhr. Van Kaathoven (SP) wil eerst de reactie van GS afwachten en zal dan in tweede termijn een standpunt geven. Mw. Van der Schalk (D66) aanvaardt dat afschot nodig is i.v.m. schadebestrijding. De GS-notitie maakt goed duidelijk hoe het met de rollen en verantwoordelijkheden zit. In dit geval ligt de verantwoordelijkheid bij de FBE. Ze vraagt GS informatie over sturing op aantallen, communicatie met en binnen FBE en over relatie ecoduct en aantallen herten. D66 wil vooralsnog niet tornen aan het ontheffingsbesluit. Dhr. Van Eck (GroenLinks) vindt het goed nieuws dat het ecoduct werkt. Verbindingen zijn tot stand gekomen. Maar het moet nog groter, zodat natuur met natuur wordt verbonden en de nu ontstane situatie niet kan voorkomen. De Veluwe is belangrijk, maar mensen denken nu dat er op de Veluwe op herten wordt geschoten die jongen hebben. Er moet snel informatie komen en GroenLinks doet ook een appèl om nu eerst te stoppen met afschieten. Dhr. Ebbers (ChristenUnie) vindt dat de GS-notitie de discussie en mediaaandacht in een ander perspectief plaatst. Er is wel degelijk sprake van uitvoering van bestaand beleid. Het is de vraag of het sluiten van het ecoduct op dit moment de juiste oplossing is. De ChristenUnie is voorstander van het beheren van de wildstand, liefst door natuurlijke regulering. Dat lijkt in Gelderland echter een utopie i.v.m. de diversiteit. Herten zijn een visitekaartje van de Veluwe i.h.k.v. recreatie en toerisme, een economische factor van groot belang. Afschot is een middel om schade en aanrijdingen te beperken. Hij vertrouwt erop dat de weidelijkheidsregels worden nageleefd en dat geen drachtige en zogende herten worden geschoten. Hij roept GS op de communicatie met voortvarendheid te verbeteren. Dhr. Ruitenberg (SGP) vindt zorgvuldige communicatie erg belangrijk. Ook met en door PS. Verkeerde informatie kan zo maar het hele land in beweging brengen. Hij wil graag met een goed visitekaartje, het edelhert, verder de toekomst tegemoet en vraagt hoe GS de situatie gaan verbeteren. Dhr. Van Dijk (GS) vindt schieten van herten geen vreugdevolle zaak, ook dat geldt ook voor het opdracht daartoe geven. GS hebben echter wel een verantwoordelijkheid om een goede balans tussen boeren, natuur, verkeersveiligheid e.d. te waarborgen. De FBE hebben opdracht om het aantal herten in een gebied op peil te houden. In 2009 is met instemming van PS een faunabeheerplan opgesteld dat precies aangeeft hoeveel dieren er kunnen zijn. Voor de Noordwest-Veluwe geldt een aantal van 200 herten. In uitzonderingssituaties, wanneer hoge schade, 11
1081 1082
1083
1084
1085
1086
verkeersveiligheid, zieke en zwakke dieren in het geding zijn, mag gebruik worden gemaakt van de 10%-regeling. Dat betekent dat gedurende de periode buiten de normale afschotperiode 10% van de herten mag worden geschoten. De FBE heeft van die laatste mogelijkheid gebruik gemaakt omdat het aantal herten veel hoger is dan toegestaan. Hoe dat heeft kunnen gebeuren is niet duidelijk. Voor het eerst is dit jaar in gezamenlijkheid, na verschillen van mening over andere telmethodes in voorgaande jaren, vastgesteld hoeveel dieren er rondlopen. En op de NoordwestVeluwe zijn dit 550 herten. Iedere twee jaar verdubbelt de hertenstand wanneer niet wordt ingegrepen. Forse toename van schade aan landbouw en aanrijdingen is het gevolg. Vorig jaar is nog een motorrijder verongelukt door een aanrijding met een hert. Om die reden vindt het college de afgekondigde maatregel van de FBE acceptabel. Weidelijkheidsregels worden in acht genomen. Dat betekent dat zogende moeders en drachtige hinden worden ontzien. In de afgelopen weken is overigens één hert geschoten. T.a.v. de rasters wordt opgemerkt dat PS, in het kader van bijv. toerisme en landschappelijke inpassing, liever niet al te veel rasters wilden. Het gaat in belangrijke mate gaat over regels die vastliggen. Het is aan de FBE om hier over te communiceren. Vragen van de media aan de gedeputeerde over dit beleid wil hij echter niet ontlopen. Hij wil ook niet de opmerking krijgen dat 'de provincie niet bereikbaar was voor commentaar'. Er vindt wel een gesprek met de FBE plaats over hoe zij in het vervolg dit soort zaken tijdig naar buiten kan brengen. De Staatssecretaris heeft de aangenomen motie van de Tweede Kamer vanochtend overgebracht in een telefoongesprek. Hij heeft haar de situatie ook uitgelegd. Door de 10%-regeling kunnen er dus tot 1 augustus in ieder geval niet meer dan 55 herten worden geschoten. Dat aantal zal waarschijnlijk niet eens worden gehaald. Op dit moment is er aan de Veluwemeer-kant van het ecoduct Hulshorst nog geen schade veroorzaakt of gemeld. Er is dus geen verband tussen ecoduct en schade. Openhouden zou juist kunnen bewerkstelligen dat herten naar de andere kant trekken en de schade in de landbouwenclave minder wordt. Ten slotte ontraadt hij de beide moties. Dhr. Van der Veer (PvdDieren) vraagt zich af waarom rasters niet verhoogd kunnen worden om herten tegen te houden. De gedeputeerde is daar niet op ingegaan. Hij vindt sowieso dat de gedeputeerde te weinig informatie op details levert. Dhr. Van Boheemen (CDA) zal de moties van PVV en PvdDieren niet steunen. Hij wil wel in commissieverband een gesprek met de FBE, over herten, maar ook over zwijnen, telmethoden, afwegingen e.d. Hij zal daarvoor een voorstel doen voor de commissie, maar het zal niet meer voor het zomerreces geregeld kunnen worden. Dhr. Ter Haar (PVV) stelt dat veel natuurbeherende organisaties niet willen meewerken aan het afschotbeleid. Hoe gaan GS daar mee om? M.b.t. tot het hele mediacircus zegt hij dat de eindverantwoordelijkheid toch wel bij de provincie ligt. Je kunt niet alles afschuiven op de FBE. PVV blijft bij het standpunt dat het ecoduct z.s.m. dicht moet. Het gaat ook om een overgang van natuurgebied naar landbouwgebied. Dit was oorspronkelijk helemaal niet de bedoeling. Er zou ook natuur ingericht worden. Ook verkeersmaatregelen waarvoor Nunspeet geld van de provincie heeft gekregen zijn nog niet gerealiseerd. Het ecoduct is te vroeg opengegaan. Dhr. Van Kaathoven (SP) vindt het antwoord van de gedeputeerde zeer verhelderend, vooral met betrekking tot het ecoduct. We moeten niet de emotie maar de feiten laten spreken. Hij is nog niet overtuigd dat het vervroegd afschieten nodig is en zal daarom motie 13M18 steunen. Dhr. Van Dijk (GS) probeert steeds gegevens optimaal beschikbaar te stellen. Hij benadrukt nogmaals dat er geen causaal verband bestaat tussen het ecoduct en schade. Het ecoduct ligt ook op de goede plek, omdat het de bedoeling is de Veluwe met de Oostvaardersplassen te verbinden. De verkeersmaatregelen zullen eind van het jaar worden getroffen. Uit efficiëntie-oogpunt gebeurt dat tegelijk met regulier onderhoud. Stemming over de moties 13M18: verworpen, met stemmen vóór van 50PLUS, PVV, SP, GroenLinks. 13M19: verworpen, met stemmen vóór van PVV en PvdDieren.
12
20
Debatverzoek GroenLinks over Bestuursovereenkomst Reconstructie Knooppunt Hoevelaken (PS2013-496) Dhr. Verheul (GroenLinks) interpreteert de Statenbrief van GS waarin zij PS informeren over hun brief aan de gemeente Nijkerk als een dreigement. Het lijkt erop dat GS het standpunt innemen dat zij de provinciale bijdrage aan geluidsmaatregelen terugtrekken als de gemeente de bestuursovereenkomst nu niet tekent. Dit signaal van GS vindt GroenLinks ongepast. Was het niet gepaster geweest wanneer GS met Nijkerk samen was opgetrokken om compensatie te krijgen voor de asymmetrische verbreding van de A28? Zijn GS bereid om hierover alsnog het gesprek aan te gaan? Waren GS wel bevoegd om de door PS toegezegde middelen terug te trekken? Mw. Bieze (GS) schetst de voorgeschiedenis van de totstandkoming van de bestuursovereenkomst. De focus van de provincie lag vanaf het begin op instandhouding van de bereikbaarheid van Hoevelaken en de bereikbaarheid is na onderhandelingen door de betrokken partners uiteindelijk als eis in de bestuursovereenkomst gekomen. In een latere fase zijn GS, gehoord de discussie in PS, meegegaan in de wens van Hoevelaken om ook bij te dragen aan geluidsmaatregelen. Nu Nijkerk nog niet wenst te tekenen, gebruiken zij in feite een dwangmiddel. Geen van de andere betrokken partijen wensen de onderhandelingen te heropenen. Als Nijkerk niet tekent, zal Nijkerk ook niet financieel bijdragen en staat het onderhandelingsresultaat voor bereikbaarheid weer ter discussie. Ook wordt het resultaat voor geluidsmaatregelen onzeker. Uiteraard hebben GS voorafgaand aan verzending van de brief contact gehad met het college van B&W van Nijkerk. Dhr. Plug (ChristenUnie) begrijpt nog niet waarom GS hebben gekozen om een brief te sturen. Waarom hebben GS het niet aan de verantwoordelijkheid van B&W gelaten om de gemeenteraad te wijzen op mogelijke consequenties? Mw. Bieze (GS) antwoordt dat GS Nijkerk duidelijk heeft willen wijzen op het feit dat geen van de onderhandelende partijen meer aan tafel wenst te komen en dat door niet te tekenen ook het onderhandelingsresultaat voor bereikbaarheid van tafel is. Ze vindt dat de brief niet suggereert dat de provinciale bijdrage van € 1 miljoen zonder meer naar bereikbaarheid zal gaan, maar dat dit wel een mogelijk resultaat kan zijn. Dhr. Venema (PVV) constateert dat in de spelregels staat dat er geen financiële uitwisseling plaatsvindt tussen het pakket bereikbaarheid en het pakket geluid. Mw. Bieze (GS) antwoordt dat ze een definitieve verschuiving van de provinciale bijdrage niet eerder zou hebben gedaan dan na overleg met PS. Er had dan een nieuw besluit moeten worden genomen. Maar gezien de snelle ontwikkelingen in Nijkerk moest de brief snel worden verstuurd.
21
Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 17.05 uur.
1087
1088
1089
Arnhem, 11 juni 2013, zaaknr. 2013-007110 PS2013-500 Afspraken/toezeggingen Beleidsrekening 2012 GS zeggen toe te bezien hoe beleid tegen werkloosheid, van jongeren, maar ook van andere groepen, op een goede manier kan worden ingevuld. Samenwerking Lubelskie Het college zal voor de jaarwisseling met een voorstel komen waarin concrete, meetbare doelen zullen worden opgenomen.
13