VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN GRONINGEN D.D. 29 MEI 2007
PUNTEN VAN BEHANDELING
1.
Verkiezing leden Eerste Kamer der Staten-Generaal................................................................................ 3
2.
Notulen van de vergaderingen van Provinciale Staten van 28 maart en 18 april 2007 ............................. 4
3.
Ingekomen stukken van derden ................................................................................................................ 4
4.
Regeling van werkzaamheden .................................................................................................................. 6 a. Vaststelling A-lijst .................................................................................................................................. 6
5.
C-lijst ( bespreekstukken van de commissies) .......................................................................................... 6
A.1
De Noordelijke Rekenkamer, ontwerpbegroting 2008, de jaarstukken 2006 en het onderzoeksprogramma 2007-2008 van De Noordelijke Rekenkamer en de voordracht van het presidium van 22 mei 2007........................................................................................................................................ 6
2
VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN GRONINGEN D.D. 29 MEI 2007 Voorzitter: de heer J.G.M. Alders, commissaris der koningin Griffier: de heer J.M.C.A. Berkhout Aanwezig zijn 41 leden, te weten: J.G. Abbes (CDA), mevrouw S.M. Beckerman (SP), B.P.A. Blom (SP), P.H.R. Brouns (CDA), D. Bultje (PvdA), L.A. Dieters (PvdA), H.J. Flokstra (SP), W. Haasken (VVD), mevrouw A.A.H. Hazekamp (PvdD), J. Hilverts (ChristenUnie), M.J. Jager (CDA), F.A.M. Keurentjes CDA), mevrouw A.G. van Kleef-Schrör (CDA), S.J. Krajenbrink (CDA), H.J. Kruithof (VVD), E.J. Luitjens (VVD), mevrouw W.J. Mansveld (PvdA), mevrouw F. Mete (PvdA), H. van der Molen (SP), W.J. Moorlag (PvdA), mevrouw I.P.A. Mortiers (PvdA), M.L.J. Out (VVD), W. van der Ploeg (GroenLinks), R.D. Rijploeg, IJ.J. Rijzebol (CDA), R. Sangers (SP), mevrouw M.R. Schalij (PvdA), mevrouw K.R. Schraagen (VVD), mevrouw J. Siersema-Venema (GroenLinks), H.J.B. Spoeltman (PvdA), H. Staghouwer (ChristenUnie), mevrouw F. Stavast (GroenLinks), H.T. Stavenga (PvdA), R. Stevens (ChristenUnie), C. Swagerman (SP), mevrouw L. van der Tuin-Kuipers (CDA), mevrouw L. Veenstra (SP), J.W. Veluwenkamp (PvdA), P.G. de Vey Mestdagh (D66), mevrouw A.C.M. de WinterWijffels (CDA), T.J. Zanen (PvhN). Afwezig: mevrouw S.J.F. van der Graaf (ChristenUnie), P.M. de Bruijne (PvdA).
Opening De VOORZITTER: De vergadering van Provinciale Staten is geopend en ik heet u allen van harte welkom. Ik heb berichten van verhindering ontvangen van mevrouw Van der Graaf en de heer De Bruijne. De heer Flokstra is vandaag jarig en in ons midden. Van harte gefeliciteerd! Ik heb u meegedeeld dat de stemming voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer precies om 10.00 uur overal in Nederland begint. Daarom zal ik eerst de andere punten van de agenda volgen totdat het 10.00 uur is. Ik begin met agendapunt 2. 1.
Verkiezing leden Eerste Kamer der Staten-Generaal
De VOORZITTER: Op dit moment zijn nog twee leden afwezig, namelijk mevrouw Siersema en de heer Hilverts. Ach, ik zie ze nu arriveren. Ik zal even met u de procedure doornemen. Het is de bedoeling dat er drie leden voor het stembureau worden aangewezen, waarin ook de voorzitter van uw Staten zitting heeft. In dit geval wijs ik de heren Moorlag, Jager en Swagerman aan. Zij komen met mij aan deze tafel zitten. De procedure is als volgt. U krijgt de stembiljetten uitgereikt en degene die een volmacht heeft, krijgt er twee. Dadelijk meldt ik wie een volmacht heeft. Vervolgens geef ik aan wanneer de stemming begint en dan kunnen we allemaal tegelijkertijd onze stem uitbrengen middels het rode potlood. Vervolgens neem ik samen met de leden van het stembureau plaats achter de tafel. Voordat de stemming officieel begint, moet ik de stembus optillen en omkeren om te laten zien dat er niets in zit. Als dat eventueel niet helemaal lukt, vraag ik de overige leden van het stembureau om te bevestigen dat er inderdaad niets inzit. Daarna roep ik u één voor één op om het biljet in de stembus te doen. Als u het biljet dubbel vouwt, past het biljet in de gleuf van de stembus. Eerst stemmen de leden van het stembureau en daarna de overige leden. Ik noem uw naam daarbij op. Tijdens de stemming houden de leden van het stembureau bij hoeveel mensen gestemd hebben en als de stemming is gesloten, wordt de stembus omgekeerd op de tafel. Het eerste wat dan gebeurt, is het tellen van het aantal stembiljetten. Als het juiste aantal aanwezig is, kunnen we bepalen of de stemming geldig is of nietig. Daarna open ik één voor één de stembiljetten en lees die hardop voor. Dat wordt gecheckt door een ander lid van het stembureau en de beide overige leden turven de stemming op lijsten. De biljetten worden per partij gerangschikt en als alle stemmen per lijst zijn geteld, worden de totalen opgemaakt. Aan het einde is het de bedoeling dat ten aanzien van iedere lijst het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen bekend is en ook het totaal. Als dat allemaal klopt wordt een proces-verbaal opgemaakt en ondertekend door de leden van het stembureau. Vervolgens wordt alles ingepakt, verzegeld en per koerier naar de Kiesraad in den Haag gebracht. Daar worden de stemmen nog eens geteld en dat moet uiteindelijk de uitslag van de stemming opleveren.
3
VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN GRONINGEN D.D. 29 MEI 2007 Ik heb hier een tweetal volmachten. Een volmacht is verleend door mevrouw Van der Graaf aan de heer Staghouwer om namens haar deel te nemen aan de stemming en de heer De Bruijne heeft de heer Bultje gemachtigd om namens hem deel te nemen aan de stemming. Beide verzoeken tot volmacht zijn ingewilligd. Nu verzoek ik de kamerbewaarder de stembiljetten uit te delen. De heer Bultje en Staghouwer dienen elk te beschikken over twee stembiljetten. Ik verzoek u nog niet tot invulling over te gaan tot het moment waarop ik dat aangeef. De leden Moorlag, Jager en Swagerman kunnen, nadat ze hun stembiljet hebben ontvangen, achter de tafel plaatsnemen. Ik verklaar de stemming voor geopend. Ik noem uw naam op en dan deponeert u uw stem in de stembus. We beginnen met de leden van het stembureau en daarna noem ik de namen van de overige leden: de heer Moorlag, de heer Jager, de heer Swagerman, de heer Abbes, mevrouw Beckerman, de heer Blom, de heer Brouns, de heer Bultje, de heer Dieters, de heer Flokstra, de heer Haasken, mevrouw Hazekamp, de heer Hilverts, de heer Keurentjes, mevrouw Van Kleef, de heer Krajenbrink, de heer Kruithof, de heer Luitjens, mevrouw Mansveld, mevrouw Mete, de heer Van der Molen, mevrouw Mortiers, de heer Out, de heer Van der Ploeg, de heer Rijploeg, de heer Rijzebol, de heer Sangers, mevrouw Schalij, mevrouw Schraagen, mevrouw Siersema, de heer Spoeltman, de heer Staghouwer, mevrouw Stavast, de heer Stavenga, de heer Stevens, de heer Swagerman, mevrouw Van der Tuin, mevrouw Veenstra, de heer Veluwenkamp, de heer De Vey Mestdagh, mevrouw De Winter, de heer Zanen. Nu moeten wij allereerst vaststellen of de stemming geldig is geweest. Dan doen we door het aantal stembiljetten te tellen. Er zijn 41 van de 43 leden aanwezig en er zijn twee volmachten verleend. Het aantal stembiljetten moet dus 43 zijn. Ik constateer dat dit het geval is en concludeer dat de stemming geldig is. Nu gaan we kijken op welke partij en op welke kandidaat is gestemd. Wij stellen vast dat het resultaat daarvan als volgt luidt: Lijst 1. CDA Lijst 2. Partij van de Arbeid Lijst 3. VVD Lijst 4. GroenLinks Lijst 5. SP Lijst 6. D66 Lijst 7. ChristenUnie Lijst 9. Onafhankelijke Senaatsfractie Lijst 10. Partij voor de Dieren
: 9 stemmen voor de heer F.J.M. Werner (nr. 1) : 10 stemmen voor de heer H.C.P. Noten (nr. 1) : 2 stemmen voor mevrouw M.C. Meindertsma (nr. 2) : 5 stemmen voor de heer U. Rosenthal (nr. 1) : 3 stemmen voor de heer C.P. Thissen (nr. 1) : 2 stemmen voor de heer M.J.M. Kox (nr. 1) : 3 stemmen voor mevrouw T.M. Slagter-Roukema (nr. 2) : 2 stemmen voor mevrouw G.H.M.M. Ten Horn (nr. 7) : 1 stem voor de heer J.W.M. Engels (nr. 4) : 4 stemmen voor de heer E. Schuurman (nr. 1) : 1 stem voor mevrouw E.W.J.B.I. Kraak (nr. 2) : 1 stem voor de heer N.K. Koffeman (nr. 1)
Ik dank de leden Moorlag, Jager en Swagerman voor hun diensten als leden van het stembureau. Inmiddels gaat men met de enveloppen naar de kamer hiernaast om de lakzegels aan te brengen. Als dat is gebeurd, gaan zij per koerier naar de Kiesraad. In de loop van de dag hoort u de landelijke uitslag. De heer ZANEN: Voorzitter, gebeurt dat met een hybride auto? De VOORZITTER: Meneer Zanen, wij zullen het voor u navragen. Wij zijn nu bij de A-lijst aangekomen. 2.
Notulen van de vergaderingen van Provinciale Staten van 28 maart en 18 april 2007
Zonder beraadslaging of stemming worden de betreffende notulen vastgesteld. 3.
Ingekomen stukken van derden
De VOORZITTER: Voorgesteld wordt de volgende stukken voor kennisgeving aan te nemen:
4
VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN GRONINGEN D.D. 29 MEI 2007 a. b. c. d. e. f. g.
h. i. j.
Mail van H. Bisschop, Appingedam van 21 maart 2007 betreffende verantwoordelijkheid m.b.t. sluiting zwembad Eelwerd te Appingedam; Advies 'Naar een sterk en houdbaar Beheer- en Ontwikkelingsplan voor de Waddenzee' van de Raad voor de Wadden, aangeboden bij brief van 20 april 2007; Brief en persbericht van Amnesty International van 4 mei 2007 betreffende aanbieding publicatie lokaal antidiscriminatiebeleid; Jaarverslag 2006 van het College Sanering zorginstellingen, aangeboden bij brief van mei 2007; Brief van de CdK in de provincie Groningen van 10 mei 2007 betreffende beleidskader spontane vernietiging van besluiten van decentrale overheden; Brief van de voorzitter gezamenlijke commissie Europees Maritiem Beleid mede namens andere organisaties m.b.t. advies "Duurzame ontwikkeling van het potentieel van de zee"; Brief van het Regionaal Bestuurlijk Overleg Rijn-Noord en Stuurgroep Water 2000+ van 10 mei 2007, met de publicaties: notitie bestuurlijke besluitvorming Kaderrichtlijn Water; Verslag hoofdlijnen werkzaamheden KWR-gebiedsgroepen en geannoteerde inhoudsopgave van de adviesnota "Schoon en veilig water in Noord-Nederland"; Brief van de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal van 10 mei 2007, waarbij wordt aangeboden het jaarbericht 2005-2006 van de Eerste Kamer; Brief van de Nationale Ombudsman van 24 april 2007 over een rectificatie in het verslag 2006; Brief van drs. J.L. Meijering, Groningen van 5 april 2007 over voorstellen voor een eenmalige vuurwerkvrije jaarwisseling en structurele autoloze zondagen.
Mevrouw HAZEKAMP: Voorzitter, ik zou willen voorstellen dat deze laatste brief in de commissie wordt behandeld. De VOORZITTER: In welke commissie? Mevrouw HAZEKAMP: Dat is een goede vraag. Ik denk de commissie Omgeving en Milieu. De VOORZITTER: Goed. Dan sturen we die brief door. Voorgesteld wordt de volgende stukken in handen te stellen van Gedeputeerde Staten ter afdoening: k. Brief van de Stichting Wandelplatform-LAW, Amersfoort van 19 april 2007 betreffende wandelen in de directe leefomgeving; l. Brief van de Vereniging Avifauna Groningen van 13 april 2007 met opmerkingen over het Faunabeheerplan; herziening t.a.v. ganzen en smienten; m. Brief van de Club Winschoter Groen van 4 mei 2007 betreffende zienswijze over het ontwerpbestemmingsplan Partiële herziening Winschoten-rotonde A/-Beertsterweg; n. Mail van de heer H.B. Spoor te Tolbert van 18 april 2007, betreffende verzoek om aanpassing sluitingstijden horeca voor de jeugd op zaterdagnacht; o. Brieven van de raad en burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsmond van 4 mei 2007 over een motie inzake capaciteit energienetwerk Noord-Nederland, met het verzoek aan GS om de raad schriftelijk te informeren over de actuele stand van zaken m.b.t. de inzet op het terrein van het energienetwerk. Spoedshalve zijn de volgende stukken in handen gesteld van de commissie Bestuur en Financiën: p. Ontwerpbegroting 2008 Noordelijke Rekenkamer; jaarstukken 2006 en onderzoeksprogramma 2007-2008, aangeboden bij brief van 19 april 2007 (zie A.1) Dit onderwerp komt terug als bespreekstuk. Voorgesteld wordt het volgende stuk in handen te stellen van de commissie Economie en Mobiliteit: q. Brief van het OV-bureau Groningen Drenthe van 4 april 2007 betreffende evaluatie gemeenschappelijke regeling; r. Ontwerpbegroting 2008 van het OV-bureau Groningen Drenthe, aangeboden bij brief van 26 april 2007. Voorgesteld wordt de volgende brief in handen te stellen van de commissie Omgeving en Milieu: s. Brief van de werkgroep Natuur en Milieu van het IVN van 3 april 2007 betreffende begrenzing Nationaal Landschap Drentsche A, onder vermelding dit schrijven te behandelen bij de toekomstige behandeling van de begrenzing van het Nationaal Landschap Drentsche A.
5
VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN GRONINGEN D.D. 29 MEI 2007 Met inachtneming van de gemaakte opmerking worden de in dit agendapunt gedane voorstellen zonder beraadslaging of stemming aanvaard. 4.
Regeling van werkzaamheden
a.
Vaststelling A-lijst
De VOORZITTER: Het blijkt dat het stuk over de wegomlegging Noorhorn-Zuidhorn pas na de zomer zal worden behandeld, aldus luidt het voorstel van het presidium. U heeft kennis kunnen nemen van de brief daarover van het College. Zijn er nog opmerkingen bij de regeling van werkzaamheden? Ik constateer dat dit niet het geval is. Zonder beraadslaging of stemming wordt de A-lijst vastgesteld. 5.
C-lijst ( bespreekstukken van de commissies)
De VOORZITTER: Voorgesteld wordt de volgende stukken voor kennisgeving aannemen: a. Brief van 13 maart 2007, nr. 2007-01494/11/A.10, VV, betreffende tram in stad en regio; b. Brief van 27 maart 2007, nr. 2007-06024/13/A.9, RP, betreffende de jaarstukken en het meerjareninvesteringsprogramma 2008-2015 Regio Groningen-Assen; De heer VELUWENKAMP: Voorzitter, we hebben in de commissie Omgeving en Milieu afgesproken dat dit punt aan de orde zou komen in de Statenvergadering van 4 juli aanstaande. De VOORZITTER: Stelt u voor dit punt dan in behandeling te nemen? De heer VELUWENKAMP: Wij zien graag dat het stuk ter kennisneming wordt opgevoerd. Ik kan dat nader toelichten. Wij krijgen tussen nu en juli nog voorlichting over dit onderwerp en misschien is er op basis daarvan aanleiding om het stuk alsnog te bespreken. De VOORZITTER: Goed. Dan gaat deze brief vooralsnog naar de C-lijst van 4 juli. C-lijst c. d. e. f. g. h.
Brief van 16 april 2007, nr. 2007-05938/15/A.8, RP, betreffende jaarrekening exploitatie Blauwe Stad 2006; Brief betreffende klacht over Nieboer afvalverwerking in Kiel-Windeweer en de reactie van het College van 21 maart 2007; Brief van 10 april 2007, nr. 2007-04545/15/A.13, MB, betreffende programma duurzaam bodembeheer 2007; Brief van 13 maart 2007, nr. 2007-04869/11/A.9, RP, over Jaarverslag Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling Windenergie 2006; Brief van 25 april 2007, nr. 2007-06553/17/A.13, LGW, betreffende Voortgangsrapportage water 2006; Brief van 27 maart 2007, nr. 2006-23.710a/13/A.10, CW, betreffende eindverantwoording Euroborg NV en vaststelling subsidie t.b.v. Euroborgstadion.
De C-lijst wordt met inachtneming van de gemaakte opmerkingen zonder stemming of beraadslaging vastgesteld. A-lijst A.1
Brief van de Noordelijke Rekenkamer van 19 april 2007, betreffende ontwerpbegroting 2008, de jaarstukken 2006 en het onderzoeksprogramma 2007-2008 van De Noordelijke Rekenkamer en de voordracht van het presidium van 22 mei 2007 (nummer 13/2007)
De VOORZITTER: Hierover heeft een discussie plaatsgevonden in de commissie Bestuur en Financiën en in de betreffende brieven wordt een bepaald voorstel gedaan.
6
VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN GRONINGEN D.D. 29 MEI 2007 Dat is voor het presidium aanleiding geweest om dat om te zetten in een formeel voorstel, zodat het hier kan worden behandeld. Wens iemand daarover het woord? Ik constateer dat dit het geval is. Ik houd dit punt aan tot na de stemming van de verkiezingen voor de Eerste Kamer. De beraadslaging wordt geopend nadat de overige agendapunten zijn afgehandeld. De heer MOORLAG: Voorzitter, in de commissie Bestuur en Financiën heeft de PvdA-fractie voorgesteld om het positief resultaat van de Noordelijke Rekenkamer terug te laten vloeien in de provinciekas. Dat past naar het oordeel van de PvdA-fractie goed in het baten-lastenstelsel zoals dat in de publieke sector wordt toegepast. Wij zien de toepassing van dat systeem bijvoorbeeld bij het IPO waar het batig saldo over 2006 ook terugvloeit in de provinciekas. Om van die lijn af te wijken is volgens de PvdA-fractie geen zwaarwegend of urgent belang aanwezig. Dit te meer daar in onze provincie zeer onlangs een onderzoek is gedaan naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het programma Wonen en het is de Noordelijke Rekenkamer die nu heeft voorgesteld om de middelen over te boeken en te reserveren of om een voorziening te treffen voor het doen van onderzoek naar het programma Wonen van de drie noordelijke provincies. De PvdA-fractie kan dan ook instemmen met de Voordracht en het daarbij behorende besluit. De heer BROUNS: Voorzitter, ik zal heel kort zijn vanaf deze plek, omdat een uitvoerige behandeling heeft plaatsgevonden in de commissie. De CDA-fractie heeft daar aangegeven dat wij met het besluit dat nu voorligt, kunnen instemmen. De heer SWAGERMAN: Voorzitter, het is naar de mening van mijn fractie een wat vreemde discussie die wij hier voeren naar aanleiding van een, naar de mening van de SP-fractie, onterechte Voordracht. Op basis van de voorgaande twee jaar is gebleken dat de Noordelijke Rekenkamer binnen het budget is gebleven, maar de Rekenkamer presenteert nu een ontwerpbegroting 2008 die wat hoger ligt. De Rekenkamer geeft aan waar deze verhoging vandaan komt en ik heb daarop inhoudelijk geen kritiek gehoord van welke partij dan ook. Niet in het presidium en niet in de commissievergadering van 16 mei jl. Dat kan ook niet, voorzitter, want de Noordelijke verdient een compliment. De discussie in de commissie is alleen maar gegaan over hoe om te gaan met het overschot. De Noordelijke Rekenkamer heeft aangegeven hoe het komt dat sommige onderzoeken die in 2006 waren gepland, geen doorgang vonden. Met name ligt de oorzaak in het vroege vertrek van twee medewerkers en het pas later opvullen van deze vacatures. Waar PvdA, CDA en ChristenUnie alleen maar over spreken, is het feit dat zij vinden dat er door de provincie - ze bedoelen dan in opdracht van Gedeputeerde Staten - al voldoende onderzoek is gedaan naar de woningbouwproductie in de provincie Groningen en dat verder onderzoek door de Rekenkamer niets meer op zou leveren, terwijl de VVD vindt dat de Rekenkamer haar werk niet heeft gedaan en dus geen recht heeft op het geld. Voorzitter, de Rekenkamer is een instrument van Provinciale Staten en heeft een onderzoekslijst die mede in overleg met de Programmaraad tot stand is gekomen. Hierin zitten leden van de Provinciale Staten van Groningen, Friesland en Drenthe. Het gaat niet aan, zoals door de PvdA is gesteld, dat je een thema wel kunt laten vallen, omdat er in Groningen toch al voldoende onderzoek wordt gedaan naar de woningbouwproductie. De Rekenkamer heeft aangegeven dat er grote verschillen zijn tussen de drie provincies. Daarbij komt dat de SP vindt dat een College, hoe dan ook, gecontroleerd moet kunnen worden door een onafhankelijk instituut zoals de Rekenkamer. Als er dan hetzelfde resultaat uitrolt als we wisten, is er toch verder niets mis mee? Ik begrijp dat men mogelijk bang is voor de resultaten, zoals het geval was in twee eerdere onderzoeken. Voorzitter, angst is een slechte raadgever en dat geldt ook voor de beste vrienden van het College. Overigens, is een onderzoek naar .... De heer MOORLAG: Voorzitter, de heer Swagerman dicht de PvdA-fractie motieven toe die er niet zijn. Hier wordt een voorstelling van zaken gegeven alsof de Partij van de Arbeid tegen een onderzoek naar het programma Wonen zou zijn. Waar het ons om gaat is dat onderzoeken dienen plaats te vinden binnen het beschikbare budget. Er is op zich geen enkel bezwaar om onderzoek te doen naar het programma Wonen, maar dat zul je, hetzij met herschikking van middelen, hetzij met een andere prioritering, moeten komen. Ik zou het wel op prijs stellen als de heer Swagerman dat misverstand wil wegnemen. De heer SWAGERMAN: Voorzitter, dat wist ik niet, want volgens de notulen van de betreffende commissievergadering, heeft de heer De Bruijne heel duidelijk aangegeven dat er geen behoefte is aan een verder onderzoek.
7
VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN GRONINGEN D.D. 29 MEI 2007 Bovendien wil ik opmerken dat juist dit onderwerp door de Programmaraad is aangebracht en ook toen is geen bezwaar naar voren gekomen van welke partij dan ook. De heer MOORLAG: Voorzitter, maar het gegeven dat er geen behoefte aan bestaat, wil nog niet zeggen dat er bezwaar tegen bestaat. De PvdA-fractie heeft geen enkel bezwaar tegen het doen van een onderzoek naar het programma Wonen, alleen wel door middel van het overboeken van middelen. De heer SWAGERMAN: Daar ontstaat dan discussie over. U wenst het geld terug te laten vloeien naar de algemene middelen. Dat betekent dat we er geen enkele grip meer op hebben en dat we afhankelijk zijn van een College, waar uw partij weliswaar in zit, over de vraag of dat geld straks misschien terug komt als het wel nodig blijkt te zijn om dat onderzoek te doen. De heer JAGER: Meneer Swagerman, u geeft hier nu een beeld alsof het College dan maar bepaalt wat er met de algemene middelen gebeurt, maar dat is ook niet het geval. Wij zijn er als Staten altijd nog om een begroting vast te stellen en dus ook de besteding van die algemene middelen. Op het moment dat de Rekenkamer met een gefundeerd voorstel komt en aangeeft dat zij te weinig budget heeft voor een onderzoek dat door de Programmaraad is goedgekeurd, zult u in ieder geval mijn fractie aan uw zijde vinden om een dergelijk voorstel in te willigen. Wat dat betreft is er geen enkel probleem. De heer SWAGERMAN: Maar er ligt al een budget dat ervoor gebruikt zou kunnen worden. Dat is het overschot. De Noordelijke Rekenkamer heeft aangegeven wanneer ze dat onderzoek zouden willen doen. Dat is ongeveer nu. Ik zie dus geen enkele reden om dat geld daar nu weg te halen om vervolgens over een maand - want dan spreken we over de Voorjaarsnota - misschien weer geld daarvoor te bestemmen. Het lijkt mij een vrij zinloze affaire. Laten die mensen dat geld houden. Laten ze dat onderzoek doen. Dan gaat het allemaal veel sneller en dan kunnen ze er direct aan beginnen en dan hebben wij de resultaten sneller onder ogen. De heer MOORLAG: Voorzitter, nog eenmaal. De heer Swagerman geeft hier een voorstel van zaken alsof wij de Rekenkamer de mogelijkheid ontnemen om een onderzoek te doen naar het programma Wonen. Dat is niet zo. De Rekenkamer is autonoom. Alleen staat het de Rekenkamer vrij om binnen het beschikbare budget te komen tot een prioriteitstelling of tot een bepaalde fasering waarbinnen dat onderzoek naar het programma Wonen wel kan plaatsvinden. Er is geen enkel beletsel voor de Rekenkamer om dat onderzoek te doen. De opinie van de PvdA-fractie is, gelet op het feit dat hier reeds onderzoek heeft plaatsgehad, wel dat wij de urgentie en de noodzaak daarvan niet zo inzien, althans niet zodanig dat dit moet worden gefinancierd uit de overboeking van kredieten. De heer SWAGERMAN: Voorzitter, laat ik verder gaan, want ik geloof niet dat wij verder komen dan een uitwisseling van gedachten. Voorzitter, de Rekenkamer is een onafhankelijk onderzoeksinstituut dat van grote waarde is voor de Socialistische Partij. Het geeft mogelijk tot controle op belangrijke thema’s van de provincie. Hiermee kunnen zowel collegepartijen als de oppositie hun voordeel mee doen. Gegeven het voorgestelde evenwichtige onderzoeksprogramma en de afgesproken vierjarencyclus, vindt de SP dan ook dat dit volledig zou moeten worden uitgevoerd en roept de Staten dan ook op om tegen Voordracht nr. 13/2007 te stemmen, waarmee wordt aangegeven dat wordt ingestemd met de voorstellen gedaan door de Noordelijke Rekenkamer. De heer STAGHOUWER: Voorzitter, ik had mij voorgenomen om niet te reageren op deze Voordracht dan alleen met instemming. Maar goed, ik word uitgedaagd door de heer Swagerman. Wij hebben als ChristenUnie-fractie helder in de commissievergadering aangegeven hoe wij over deze zaken dachten. Ik wil de heer Swagerman meegeven dat wij absoluut geen angst hebben voor onderzoeksprogramma’s. Zeker niet. Ook wij zijn altijd voorstander geweest van de Rekenkamer en de onderzoeken die daar gebeuren. Alleen hebben wij een heldere afweging gemaakt ten aanzien van de financiën en de beschikbaarheid van programma’s op dat moment. Er is gebleken dat de Rekenkamer door onvoldoende menskracht een aantal zaken niet kon uitvoeren en wij vinden niet dat het geld dan automatisch moet doorvloeien naar andere jaren en onderzoeken. Dat is onze afweging geweest en vandaar dat wij deze Voordacht steunen. Ik dank u wel, voorzitter.
8
VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN GRONINGEN D.D. 29 MEI 2007 De heer ZANEN: Voorzitter, ik steun hiervandaan de redenering van de heer Swagerman. Ik vind het jammer als deze gelden terugvloeien naar de algemene middelen. Voor ons is de Rekenkamer een belangrijk instrument en dat er nu een mogelijkheid is om het eerder voorgenomen onderzoek alsnog uit te voeren, lijkt mij een goede zaak. Ik vind dat wij met ons instrument moeten werken. Dat moeten we trouwens ook leren. We hebben pas een paar onderzoeken gehad en ik denk niet dat we de mogelijkheden moeten beperken. Ik ben dus tegen de Voordracht. De heer DE VEY MESTDAGH: Voorzitter, de Rekenkamer is een controle-instrument van Provinciale Staten en niet van GS. Wat nu opvallend is en wat we in de commissie en ook hier goed hebben kunnen horen is dat de coalitiepartijen die in GS vertegenwoordigd zijn, niet voor het inhalen zijn van de achterstanden bij de Rekenkamer. Althans dat is volgens het voorstel van de Rekenkamer de bestemming van het overschot uit 2006. Dat is nog merkwaardiger als we denken aan de geschiedenis van de Rekenkamer waarbij een behoorlijk intimiderende reactie is gegeven vanuit de verschillende Gedeputeerde Staten op de rapporten die zijn uitgebracht in het kader van het SNN. Daar bleek namelijk ook een andere visie van de Rekenkamer en ons controlemechanisme dan de Colleges zelf hadden. Er zijn wel wat onderzoeken die door GS zelf zijn ingesteld, maar de Rekenkamer heeft nu juist de functie om die onderzoeken onafhankelijk van de Staten te doen. Voorts is het ook merkwaardig - en dan sluit ik aan bij wat de heer Swagerman van de SP heeft gezegd - dat Groningen hier de gang van zaken bepaalt, terwijl het feitelijk om een programma gaat dat in noordelijk verband plaats vindt en dat geldt zeker als we het hebben over het woongedeelte, waarin de Regio Groningen-Assen een belangrijke rol speelt. De heer BROUNS: Voorzitter, mag ik een vraag stellen? Het lijkt dat hier een discussie gevoerd gaat worden over de inhoud van het onderzoeksprogramma van de Rekenkamer, terwijl vanuit verschillende partijen is aangegeven, en zeker ook vanuit het CDA, dat de Rekenkamer niet wordt voorgeschreven welk onderzoek men moet doen. Wij zijn als CDA-fractie in Groningen evenmin van plan om dat voor te schrijven aan andere provincies en ik neem aan dat dit ook voor andere partijen hier geldt. Wat wij hier zeggen is dat er geld vrij valt waar de provincie Groningen een aandeel in heeft en wij willen dat het deel van de provincie Groningen terugvloeit naar de algemene middelen. Overigens heeft de Rekenkamer in haar onderzoeksprogramma heel nadrukkelijk aangegeven dat zij nog helemaal niet weet wanneer zij dit overschot eventueel kan aanwenden. Er is dus ook nog een fictieve verdeling in de begroting gehanteerd. Dit ter nuancering. De heer DE VEY MESTDAGH: Voorzitter, daar wil ik dan even op reageren. Het gaat volgens de brief van de Rekenkamer over het inhalen van achterstanden die zijn opgelopen wegens personeelstekort in 2006. Ik heb verschillende coalitiepartijen hier vandaag horen beweren dat er geen haast zou zijn. Ik denk dat als wij een controle-instrument hebben, er wel haast is en dat het nodig is dat onderzoeken op tijd en, zo mogelijk, zo snel mogelijk af komen en wel zeker als daarvoor in beginsel budget voor aanwezig is. Dat moet alleen kunnen doorlopen in het volgende jaar en de argumentatie die ik hier heb gehoord, dat budgetten normaal gesproken altijd terugvloeien ... Als we naar onze eigen systematiek kijken, zien we regelmatig dat budgetten over zaken die nog niet af zijn, meegenomen worden naar een volgend jaar. De heer BROUNS: Maar kunt u dan verklaren waarom de Rekenkamer zelf in haar begroting al heeft meegenomen dat die gelden dit jaar niet worden aangewend, maar in 2008-2009. Kennelijk is het geld helemaal niet nodig om de voorgenomen onderzoeken voor het komende jaar uit te voeren. De heer DE VEY MESTDAGH: Er is een prioriteitenlijst - en dat weet u ook - opgemaakt door de Programmaraad en van die lijst kan men de laatste prioriteiten altijd laten vallen. Het gaat juist om het tempo waarin die onderzoeken plaats dienen te vinden. De heer BROUNS: Dan bent u het toch met mij eens dat, als zou blijken dat de onderzoeken die voor dit jaar gepland zijn, op schema verlopen en de budgetten uitgeput raken, er altijd een additioneel verzoek kan komen om in de komende jaren extra onderzoek te doen? De heer DE VEY MESTDAGH: Voor mij is het juist andersom, zal ik u eerlijk zeggen. Ik vertrouw de Rekenkamer. Ik denk dat dat nu juist een instantie is waar je niet het wantrouwen moet hebben dat ze budgetten onrechtmatig dan wel ondoelmatig besteden.
9
VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN GRONINGEN D.D. 29 MEI 2007 De heer BROUNS: Dat is een uitspraak die u voor uw rekening moet nemen, want ik heb nadrukkelijk niet gezegd dat ik hen daarvan verdenk. Met die gedachte wil ik dan ook niet geassocieerd worden. De heer DE VEY MESTDAGH: Voorzitter, ik vervolg mijn betoog. Groningen bepaalt, terwijl die programma’s in meerder provincies lopen en dat lijkt mij wat merkwaardig. Ik kan mij heel goed voorstellen - ik had een amendement voorbereid, maar dat zal ik niet indienen, want dat kost alleen maar tijd - dat wij hier in de Staten wel tot heroverweging zouden kunnen komen op het moment dat de andere provincies het budget wel ter beschikking zouden willen stellen. Dat zou mijn verzoek aan de Staten zijn. Voorzitter, ik zal tegen stemmen. De heer VAN DER PLOEG: Meneer de voorzitter, ik verkeerde ook een beetje in dubio of ik wel het woord zou voeren, aangezien ik de commissievergadering heb gemist. Ik hoorde de heer Brouns zeggen dat er een uitgebreide discussie is geweest. Ik heb het verslag hier voor mij en er is één ronde gesproken. Wat mij opviel is dat er vanuit de Noordelijke Rekenkamer niet werd gereageerd op de discussie. Dat vind ik een opvallend gegeven, want men doet een voorstel. De secretaris was aanwezig en er wordt niet gereageerd. Ik denk dan aan het belang voor de Noordelijke Rekenkamer van dit onderzoeksproject op dit moment. Ik heb daar geen antwoord op en dat staat evenmin in het verslag. Ik vind dit wel opvallend nu we naar de besluitvorming gaan en niet in een duale verhouding met het College over dit onderwerp staan, daar Provinciale Staten als financier van de Noordelijke Rekenkamer functioneren. De Programmaraad heeft er een bepaalde rol in. We hebben de SP horen zeggen dat de Programmaraad een voorstel heeft behandeld en dat er geen bezwaar is gemaakt, ook niet van de zijde van de Partij van de Arbeid. Ook dat vind ik een opvallend gegeven. De argumenten die door de Partij van de Arbeid worden genoemd - en dan heb ik het over de Groningse situatie waar uitermate veel onderzoek beschikbaar is en wij dit jaar toestemming hebben gegeven aan het College om zo’n € 80.000 beschikbaar te stellen voor een herijking in het kader van Bouwen en Wonen - geven aanleiding om je af te vragen wat de toegevoegde waarde is van dit onderzoek door de Noordelijke Rekenkamer. Dat ligt wat mij betreft in de vergelijking tussen de provincies. Dat zo zijnde, ligt er hier een meerderheid om dat geld daar weg te halen. Maar de opmerking van de heer Brouns op dit punt inzake de snelheid waarmee de Noordelijke Rekenkamer van plan was dit onderzoek te gaan doen, geeft ons als Staten, naar mijn oordeel, voldoende tijd om in overleg te treden met de Noordelijke Rekenkamer om het programma aanvullend te bekijken en dat eventuele voorstellen worden bekeken in de loop van het jaar, indien die toegevoegde waarde er zou zijn. Binnenkort is er een overleg van de Programmaraad met het Bestuur en ik denk dat het verstandig is dat dit punt daarin terugkomt. Echter, op dit moment kan ik niet anders oordelen dan dat wij akkoord kunnen gaan met de Voordracht, maar dat het onderwerp mogelijkerwijze terugkomt in de loop van het jaar. De VOORZITTER: Wenst nog iemand anders het woord? Ik concludeer dat dit niet het geval is. De beraadslaging wordt gesloten. De VOORZITTER: Dan gaan wij nu over tot de stemming. Ik heb begrepen dat er een aantal mensen zich wil uitspreken tegen het voorstel. Dat kan het beste middels stemming. In stemming komt Voordracht 13/2007 en het daarin vervatte besluit. Voordacht 13/2007 en het daarin vervatte besluit wordt bij handopsteken aangenomen. Tegen hebben gestemd de fracties van de SP, de Partij voor het Noorden, D66 en de Partij voor de Dieren. De VOORZITTER: Wij zijn bijna aan het einde van deze vergadering. Ik moet u nog meedelen dat het onderzoek moet plaatsvinden van geloofsbrieven van niet-Statenleden tot lid van de commissies, dus van plaatsvervangende leden. Ik verzoek de fractievoorzitters Luitjens, De Vey Mestdagh en Zanen de geloofsbrieven te onderzoeken. Voorts kan ik u meedelen dat de koerier inmiddels onderweg is en ik zeg tegen de heer Zanen dat de koerier de beschikking heeft over een auto van het merk en type: Mercedes C-klasse, 2.0 Turbodiesel injectiemotor.
10
VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN GRONINGEN D.D. 29 MEI 2007 Sluiting De vergadering wordt om 10.30 uur gesloten.
11