van de vergadering van provinciale staten van Drenthe
gehouden op 26 april 2006
INHOUD
Opening
4
Mededelingen
4
Ingekomen stukken
4
Vaststelling van de agenda
5
Vaststelling verslagen van de vergaderingen van 8 maart 2006 en 22 maart 2006
5
Mondelinge vragen
5
Onderzoek geloofsbrief
5
Installatie van de heer H. van de Pol te Assen
5
Benoeming leden statencommissies
6
Voorstellen
6
Statenstuk 2006-228: Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming Commissaris van de Koningin
6
Statenstuk 2006-223: Herbenoeming leden Commissie van advies voor de bezwaarschriften en klachten van de provincie Drenthe
7
Statenstuk 2006-224: 4e wijziging Begroting 2006
7
Motie vreemd aan de orde van de vergadering van de fractie van de VVD
7
Motie M1: aangenomen
8
Sluiting
9
26 april 2006
2
PROVINCIALE STATEN VAN DRENTHE Verslag van de vergadering van provinciale staten van Drenthe, gehouden op 26 april 2006 in het provinciehuis te Assen.
Tegenwoordig zijn: A.L. ter Beek, Commissaris van de Koningin, voorzitter de leden (44 in getal): H. Baas (ChristenUnie) H. Beerda (PvdA) W.A.R. Boer (PvdA) L. Bomhof (VVD) N.B. Bossina (VVD) A.H.J. Dohle (VVD) G.A.W. Fonk (VVD) A. Haar (D66) Ch.C. de Haas (OPD) J. Haikens (VVD) F.A.J. Harleman (GroenLinks) E. Hemsteede (PvdA) H.R. Hornstra (PvdA) mevrouw I.J. Huisman-Holmersma (PvdA) A. Huizing (PvdA) H.G. Idema (PvdA) B. Janssen (CDA) C.D. de Jong (Fractie-de Jong) S. de Jong (CDA) K. Jonker (CDA) C.H. Kloos (Drents Belang) W.H. Kuiper (GroenLinks) J. Langenkamp (GroenLinks) A. Lanting (VVD) H.P.K.M. Looman (PvdA) mevrouw W.L.M. Mastwijk-Beekhuijzen (CDA) mevrouw A.H. Mulder (CDA) E. Olij (PvdA) J. Oving (CDA) mevrouw J.M. Pannekoek-van Toor (VVD) A.G.H. Peters (CDA) H. van de Pol (CDA) R.E. Pot (PvdA) G. Roeles (VVD) E.A. Rougoor (PvdA) J. Slagter (PvdA) J.P. Sluiter (D66) K.H. Smidt (VVD) M.P. Turksma (PvdA) E.R. Veenstra (PvdA) 26 april 2006
3
mevrouw S. van der Vijver-Geitz (PvdA) A. Wendt (ChristenUnie) Th.J. Wijbenga (CDA) H. Zomer (CDA) mevrouw I.M. Rozema, griffier der staten van Drenthe Voorts aanwezig: mevrouw A. Edelenbosch (gedeputeerde) mevrouw A. Haarsma (gedeputeerde) H. Weggemans (gedeputeerde) S.B. Swierstra (gedeputeerde) Met kennisgeving afwezig: A. Boer (PvdA) mevrouw W.G. Goudriaan-Visser (PvdA) H. Holman (CDA) mevrouw M.J. Kaal (CDA) mevrouw G.H. Smith-Bults (GroenLinks) mevrouw H.G. Stoel-Snater (PvdA) J. Zweens (PvdA)
A.
Opening
De VOORZITTER: Ik open de vergadering van provinciale staten (PS) (14.02 uur) en heet u allen hartelijk welkom. B.
Medelingen
De VOORZITTER: Ik deel mee dat berichten van verhindering tot het bijwonen van de vergadering zijn ontvangen van de leden A. Boer, mevrouw Goudriaan, Holman, mevrouw Kaal, mevrouw Smith, mevrouw Stoel en Zweens. Gedeputeerde Klip moet ik verontschuldigen in verband met een buitenlandse reis: ze is met het Drents Jeugdorkest naar Israël. Ik deel verder mee dat - en het is te zien - wij een jarige in ons midden hebben. De bloemen geven het aan. Mijnheer Wendt, ofwel beste Arend, van harte gelukgewenst met jouw verjaardag. Naar je leeftijd zal ik niet vragen, want dat is in deze staten een gevoelig onderwerp. De heer WENDT: Mijnheer de voorzitter. Hartelijk dank voor deze bos bloemen. Ik zal niet zeggen dat het een verrassing voor me was, die bloemen, maar ik vind het een goede traditie van onze staten dat als er iets te vieren is, er een bos bloemen staat. En wat mijn leeftijd betreft: Abraham is nog in geen velden of wegen te zien. De VOORZITTER: Maak er een mooie dag van. C.
Ingekomen stukken
De VOORZITTER: Ik stel de staten voor de stukken A.1 tot en met A.6 en B.1 tot en met B.6 conform de voorgestelde behandeling af te doen. 26 april 2006
4
Daartoe wordt besloten. D.
Vaststelling van de agenda
De VOORZITTER: Ik wijs erop dat de staten verleden week een aanvulling op de agenda hebben ontvangen. De reden van die actie op korte termijn is in het desbetreffende statenstuk toegelicht. Ik deel verder mee dat van de zijde van de staten een voorstel is gedaan ter aanvulling van de agenda: namens de fractie van de VVD heeft de heer Dohle laten weten een motie, vreemd aan de orde van de vergadering te willen indienen over de Zuiderzeelijn. Ik stel voor hiertoe de gelegenheid te geven na afhandeling van agendapunt J.3. Daartoe wordt besloten. De VOORZITTER: Ik constateer dat hiermee de agenda is vastgesteld. E.
Vaststelling verslagen van de vergaderingen van 8 maart 2006 en 22 maart 2006
De verslagen worden conform het ontwerp vastgesteld. F.
Mondelinge vragen
De VOORZITTER: Ik deel mee dat geen mondelinge vragen zijn aangemeld. G.
Onderzoek geloofsbrief van de heer H. van de Pol te Assen
De VOORZITTER: De heer Van de Pol zal de plaats innemen van mevrouw Westerkamp. De heer Van de Pol heeft meegedeeld de benoeming tot lid van provinciale staten te aanvaarden. Ik benoem in de commissie van onderzoek van de geloofsbrief mevrouw Pannekoek en de heren Huizing en Kuiper en ik verzoek mevrouw Pannekoek als rapporteur van de commissie op te treden. Ik schors de vergadering gedurende het onderzoek. (Schorsing van 14.05 tot 14.10 uur.) De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering en ik geef het woord aan mevrouw Pannekoek. Mevrouw PANNEKOEK: Mijnheer de voorzitter. De commissie heeft de geloofsbrieven en de daarbij overgelegde stukken van het benoemde statenlid de heer H. van de Pol onderzocht en in orde bevonden. Met groot genoegen adviseert de commissie de staten de heer Van de Pol toe te laten als lid van provinciale staten van Drenthe. Vanaf deze plek wil ik de heer Van de Pol heel veel succes wensen in zijn statenwerk, maar vooral heel veel plezier. De VOORZITTER: U bent wel erg snel: hij is nog niet beëdigd. Ik moet eerst de staten nog voorstellen om overeenkomstig het advies van de commissie te besluiten. Ik stel vast dat dit het geval is. Ik dank de commissie voor haar zeer voortvarende werkzaamheden. H.
Installatie van het op 4 april 2006 toegelaten lid van provinciale staten, de heer H. van de Pol te Assen.
26 april 2006
5
De VOORZITTER: Ik verzoek de bode de heer Van de Pol naar voren te geleiden en ik verzoek u allen met mij te gaan staan. Nadat de heer Van de Pol in de vergadering is verschenen, legt hij in handen van de voorzitter de bij de wet vereiste eed af. De VOORZITTER: Ik wens u heel veel geluk met uw verkiezing en, in navolging van mevrouw Pannekoek, heel veel succes. En maak er wat moois van. Ik schors de vergadering. (Schorsing van 14.13 tot 14.30 uur.) De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. I.
Benoeming leden statencommissies
De VOORZITTER: De fractie van het CDA heeft voorgesteld de heer Van de Pol plaats te laten nemen in de Statencommissie Bestuur, Financiën en Economie. De fractievoorzitter van GroenLinks heeft meegedeeld de heer J.B. Wassink als commissielid, niet zijnde statenlid voor te dragen voor benoeming in de Statencommissie Omgevingsbeleid, ter vervanging van mevrouw M.J. Berkman-de Haan. De fractievoorzitter van D66 heeft meegedeeld de heer P.J.J. Taffijn voor te dragen voor benoeming in de Statencommissie Cultuur en Welzijn, ter vervanging van mevrouw G. Timmer-Rijkeboer, die wethouder is geworden in de gemeente Westerveld. Ik stel de staten voor overeenkomstig deze voorstellen te besluiten. Daartoe wordt besloten. J.
Voorstellen
1.
Het voorstel van het Presidium van provinciale staten van 19 april 2006, kenmerk 2006004270, Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming Commissaris van de Koningin (statenstuk 2006-228)
De VOORZITTER: Ik constateer dat niemand over dit voorstel wenst te spreken. De heer SLUITER: Mijnheer de voorzitter. Het is misschien wat ongebruikelijk, maar nu niemand het woord vraagt, wil ik graag de gelegenheid hebben enig overleg te plegen. Ik verzoek u daarom de vergadering een ogenblik te schorsen. De VOORZITTER: Ik schors de vergadering. (Schorsing van 14.32 tot 14.37 uur.) De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Ik stel nogmaals de vraag of iemand het woord wenst te voeren over statenstuk 2006-228, Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming Commissaris van de Koningin. De heer KLOOS: Mijnheer de voorzitter. Er was even sprake van een misverstand bij mij: ik had het nummer van het statenstuk niet goed gelezen en dacht daarom dat nog geen tijd was om het woord te voeren. 26 april 2006
6
In het stuk staat dat alle fractievoorzitters zitting zullen hebben in de vertrouwenscommissie herbenoeming Commissaris van de Koningin, maar ik zal niet in die vertrouwencommissie plaatsnemen. De VOORZITTER: Hetgeen zal worden vastgelegd in het verslag. De mededeling van de heer Kloos betekent wel dat de tekst van artikel 3, eerste lid, niet meer helemaal spoort met de situatie die zich nu gaat voordoen. Ik stel de staten daarom voor artikel 3, eerste lid, als volgt te lezen: "1. De commissie bestaat uit ten hoogste zoveel leden als er politieke fracties zijn in PS van Drenthe." Vervolgens besluiten de staten zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het gewijzigde voorstel van het Presidium. 2.
Het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Drenthe van 15 februari 2006, kenmerk 7/5.11/2006001462, Herbenoeming leden Commissie van advies voor de bezwaarschriften en klachten van de provincie Drenthe (statenstuk 2006-223)
3.
Het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Drenthe van 7 maart 2006, kenmerk 9/5.10/2006002048, 4e wijziging Begroting 2006 (statenstuk 2006-224)
met het op deze punten betrekking hebbende verslag van de vergadering van de Statencommissie Bestuur, Financiën en Economie van 19 april 2006. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluiten de staten telkens overeenkomstig het voorstel van het college. 4.
Motie vreemd aan de orde van de dag.
De heer DOHLE: Mijnheer de voorzitter. Normaal gesproken zijn wij geen groot voorstander van "signaalmoties", maar laten wij eerlijk zijn: als er een moment is waarop wij tot een duidelijk signaal zouden moeten komen dan is het dit wel. Het kabinet heeft een streep gezet door de plannen voor de Zuiderzeelijn (ZZL) tussen Groningen en Schiphol en daarmee komt ook een abrupt einde aan een jarenlange voorbereiding, waarin Regering en noordelijke politiek gezamenlijk optrokken. Meermalen, zelfs recentelijk nog bij de gemeenteraadsverkiezingen, hebben leden van de Regering en de Tweede Kamer het belang van uitvoering van het Langman-akkoord onderstreept, woorden die wind zijn, wanneer zij plotseling uit een tegenovergestelde hoek komen. De argumenten waarmee het project wordt afgeblazen, zijn op zijn zachtst gezegd discutabel en het alternatief dat geboden wordt, is niet alleen flinterdun, het heeft regenteske trekjes en is in hoge mate een sigaar uit eigen doos. Het oorspronkelijke doel: het bijtrekken van de noordelijke economie tot het landelijk niveau, lijkt met dit besluit van het kabinet ook ten grave gedragen. De nota Pieken in de delta, de discussie over de steunkaart en nu de streep door de ZZL, het inlopen van het faseverschil staat er al met al niet goed voor. Er is dus alle reden om ons krachtig te verzetten en een duidelijk signaal af te geven dat wij dit niet pikken. Politiek gezien kan dit via de geëigende partijlijnen, maar ook via moties in de noordelijke statenvergaderingen en, als optie, via een extra bijeenkomst van het noordelijke parlement. Voorzitter. Ik kan de volgende, breed gedragen motie voorlezen. De motie is ondertekend door de fracties van de PvdA, het CDA, de VVD, D66 en de OPD.
26 april 2006
7
Motie M1 Provinciale Staten van Drenthe in vergadering bijeen op 26 april 2006 Overwegende dat: een snelle verbinding met de Randstad een essentieel onderdeel is van het advies van de commissie Langman om de economie in Noord-Nederland te stimuleren; uitwerking van het Langmanakkoord, inclusief de snelle verbinding, jarenlang inzet is geweest van Regering en noordelijke politiek; hiervoor € 2,73 miljard rijksbijdrage is gereserveerd, Constateren dat: het kabinet, op gronden die nog volop in discussie zijn, eenzijdig een streep door het ZZL-project haalt en daarbij ook geen gelijkwaardige goede alternatieven biedt. Spreken uit: dat de aanleg van een snelle verbinding voor Noord-Nederland onverminderd essentieel is om het economische faseverschil ten opzichte van de rest van het land te overbruggen en als onderdeel van de Noordelijke ontwikkelingsas (NOA) voor het verbeteren van de bereikbaarheid met nationale en internationale mainports; dat het niet acceptabel is de gereserveerde middelen in te zetten voor andere doelen dan de verbetering van de infrastructuur ter stimulering van de economie in Noord-Nederland. Dringen er bij Regering en Tweede Kamer op aan: de gereserveerde gelden onverminderd beschikbaar te blijven stellen voor het oorspronkelijke doel: een snelle verbinding met nationale en internationale mainports. Geven in overweging om: het Noordelijke Parlement in een bijzondere vergadering bijeen te laten komen om kracht bij te zetten aan ons gezamenlijke doel de noordelijke economie en werkgelegenheid te stimuleren. En gaan over tot de orde van de dag. De VOORZITTER: De motie maakt deel uit van de beraadslagingen. De heer KUIPER: Mijnheer de voorzitter. Ik wil mij beperken tot een soort van stemverklaring. Wij zijn het eens met de strekking van de motie dat het bedrag van € 2,73 miljard voor het Noorden behouden moet blijven, maar wij hebben wel een enkel punt van kritiek. In de loop van het proces hebben wij steeds gezegd dat bij het bepleiten van de ZZL de nadruk niet vooral zou moeten worden gelegd op de economische stimulering, omdat uit verschillende rapporten blijkt dat dit effect op zijn minst twijfelachtig is. Maar omdat het ons aan het hart zou gaan wanneer in de statenvergadering niet alle fracties het met deze motie eens zijn, zullen wij de motie steunen. Wij willen richting Den Haag een goed signaal afgeven. De heer C.D. DE JONG: Mijnheer de voorzitter. Ik ben het eens met de strekking van deze motie, maar ik kan mij ook vinden in de woorden van de heer Kuiper. Wij waren in principe tegen de zweeftrein, maar wel voor een snelle verbinding. De heer BAAS: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn het eigenlijk volledig eens met de motie tot en met de passage na "Dringen er bij de Regering en Tweede Kamer op aan:"
26 april 2006
8
Bij de passage na de woorden "Geven in overweging om" hebben wij onze twijfels, omdat wij ons afvragen of dat middel wel zo effectief is. Het zijn slechts twijfels en wij berusten erin dat die passage in de motie blijft staan. Voor het overige stemmen wij graag met de motie in. De heer KLOOS: Mijnheer de voorzitter. Op 3 april heb ik een brief geschreven, die in de commissie voor kennisgeving is aangenomen, waarin Drents Belang duidelijk zijn standpunt heeft verwoord ten aanzien van de hoge snelheidstrein. Ik begrijp dat wat nu voorligt een signaalmotie is en als zodanig kan ik die motie wel steunen. Maar voorzover het om de uitvoering gaat, verwijs ik naar het standpunt dat ik in de brief van 3 april heb verwoord. Wij zijn niet voor een hoge snelheidstrein, waarvoor een nieuw traject moet worden aangelegd. Wij zien veel meer in een verbetering van de bestaande infrastructuren. De heer SWIERSTRA: Mijnheer de voorzitter. Ik constateer dat verschillende fracties wel enige nuanceringen hebben aangeven, maar dat er desondanks brede steun in de staten is voor het in gezamenlijkheid optrekken tegen de consequenties van het kabinetsbesluit. In die zin omarmt het college de motie. Zij is een goed signaal in de richting van de overige partijen in Noord-Nederland, zoals bedrijfsleven maatschappelijke organisaties en de provincies, dat zij zich moeten verenigen om daarmee de Haagse politiek duidelijk te maken dat de afspraken die in het kader van Langman zijn gemaakt moeten worden nagekomen, inclusief de daarbij behorende snelle verbinding, in welke modaliteit dan ook. In die zin omarmt het college de motie. De heer DOHLE: Mijnheer de voorzitter. Ik wil nog even kort reageren. Het gaat natuurlijk in de eerste plaats om de strekking van de motie. Ik wil GroenLinks erop wijzen dat de ZZL voor een belangrijk deel gewoon openbaar vervoer is en in de richting van de fractie van de ChristenUnie wil ik opmerken dat de vergadering van het noordelijk parlement een bijzondere vergadering kan zijn, bijvoorbeeld een vergadering waarin de heer Langman nog een toelichting kan geven of een vergadering waarin alle partijen zich verenigen in een gezamenlijke verklaring in plaats van dat vijftien keer hetzelfde verhaaltje wordt gehouden. De indieners van de motie geven het beleggen van zo'n bijzondere vergadering in overweging, zij stellen niet voor dat de Drentse staten het noordelijk parlement bijeenroepen. De VOORZITTER: Ik denk dat de lobbyactiviteiten beslist niet moeten worden gestaakt en in dat de motie in dat ruimere verband moet worden gezien. De heer DOHLE: Inderdaad. In stemming komt motie M1. Motie M1 wordt met algemene stemmen aangenomen. K.
Sluiting
De VOORZITTER: Ik constateer dat wij hiermee zijn gekomen aan het eind van onze vergadering. Ik sluit de vergadering. (De vergadering wordt om 14.48 uur gesloten.)
26 april 2006
9
Vastgesteld in de vergadering van provinciale staten van 17 mei 2006.
,voorzitter
,griffier
26 april 2006
10