Vergadering: Datum: Locatie:
Portefeuillehoudersoverleg Maatschappij 20 januari 2016 09.30 – 11.30/12.00 uur Kapelzaal (401), Stadhuis Leiden
Onderwerp: Agenda
voorzitter mw. R. van Gelderen 09.30-09.35 01 Opening en vaststelling agenda 09.35-09.45 02 Vaststelling verslag vergadering PHO Maatschappij 16 december 2015 09.45-10.05 03 a. Mededelingen b. Ingekomen stukken, uitgaande brieven en stukken ter kennisneming 1. Rapportage Expertteam Jeugdhulp Holland Rijnland 2015 2. Overzicht ambtelijke en bestuurlijke reacties uitgangspunten jeugdhulp c. terug-/vooruitblik externe bestuurlijke overleggen Ter ondersteuning van dit agendapunt vindt u in de bijlage nogmaals het overzicht van externe bestuurlijke overleggen. Collectief vervoer 10.05-10.40 04 Discussienotitie Doelgroepenvervoer Bij de bespreking van dit punt wordt u aan de hand van een presentatie geïnformeerd over de stand van zaken van het onderzoek naar de inrichting van het doelgroepenvervoer. Verder staan in bijgaande vertrouwelijke notitie enkele discussiepunten opgenomen die van belang zijn voor het opstellen van de definitieve rapportage en voorstellen. De portefeuillehouders wordt verzocht in de vergadering te reageren op deze discussiepunten. Voorstel: Presentatie en richtinggevende discussie. Jeugd 10.40-11.00 05 Kwartaalrapportage Inkoop Jeugdhulp Holland Rijnland Q3 2015 Met kwartaalrapportages geeft de regio inzicht in het verloop van de uitvoering van de Jeugdwet in de regio van Holland Rijnland. Deze rapportages bevatten gegevens over het aantal cliënten dat in zorg is en de kosten die hiervoor (naar schatting) zijn gemaakt. Voorstel: 1. Kennis te nemen van de kwartaalrapportage Q3 2015. 2. Kennis te nemen van de stand van zaken m.b.t. de financiën, met inbegrip van de PGB’s 3. Kennis te nemen van de cijfers per gemeente via de link http://www.databankzh.nl/jeugdhulp-holland-rijnland/index.php 4. De definitieve kwartaalrapportage voor te leggen aan de colleges, ter bespreking op lokaal niveau. 11.00-11.20 06 Rapportage Jeugd- en Gezinsteams mei tot en met oktober 2015 De Jeugd- en Gezinsteams zijn in alle gemeenten in januari 2015 gestart. Zij zijn de basis voor de transformatie van de jeugdhulp in Holland Rijnland. Deze rapportage van de Coöperatie Jeugd- en Gezinsteams i.o. geeft de stand van zaken van de periode mei tot en met oktober 2015. In aanvulling op de gegevens uit de voorjaarsrapportage zijn in deze rapportage gegevens over de tevredenheid van cliënten en samenwerkingspartners toegevoegd.
1
Voorstel: 1. Kennis te nemen van de rapportage van de Coöperatie Jeugd- en Gezinsteams i.o. 2. Kennis te nemen van de gemeentelijke/regionale vervolgstappen voor de doorontwikkeling van de JGT’s op basis van de regionale uitgangspunten 11.20-11.30 07 Rondvraag en sluiting
2
CONCEPT-BESLUITENLIJST Portefeuillehouderoverleg Maatschappij 16 december 2015
Aanwezig:
Gemeente
Naam
Gemeente
Naam
Holland Rijnland Alphen aan den Rijn Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiderdorp Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Oegstgeest
R.A. van Gelderen (voorzitter) H. de Jager F.J. Roelfsema H.P.M. Hoek I.G. Mostert J.J.F.M. Gardeniers M.H. van der Eng A.D. de Roon J.W.M. Pietersen M.J.C. Fles A. Gotink M.A. den Boer J.J.G.M. Roeffen
Teylingen Voorschoten Zoeterwoude Zoeterwoude
A.L. van Kempen I.C.J. Nieuwenhuizen E.G.E.M. Bloemen C. den Ouden
Holland Rijnland
A. van Ginkel H. Gorter (verslag) P. Grob (TWO)
Gasten:
T. Bruna (Leiden) M. Ouwerkerk (Leiden) R. Meijer (Nieuwkoop) I. Vriezen (TWO)
Nr. Agendapunt
Advies
Besluit
01 Opening en vaststelling agenda
Mw. van Gelderen heet iedereen welkom. De volgende agendapunten worden vertrouwelijk behandeld: 11. Contractering (en begroting) Jeugdhulp 2016 12. Uitgangspunten Toekomst Jeugdhulp Holland Rijnland 13. Inkoopstrategie Jeugdhulp vanaf 2017
02 Vaststelling verslag verga- Verslag vaststellen dering PHO Maatschappij
Verslag van 11 november 2015 is akkoord.
03 a. Mededelingen
1. Samenwerking meerjaren beleidskader beschermd wonen en maatschappelijke opvang: Een regionale werkgroep gaat het nieuwe beleidskader beschermd wonen en maatschappelijke opvang opstellen. 2. Financiën beschermd wonen 2015:
1
-
-
Er is een nieuwe prognose van de financiën van Beschermd wonen, gebaseerd op drie kwartalen en op betere gegevens. Dit is een reëlere prognose dan de vorige, op basis daarvan werd een winstwaarschuwing aangekondigd. Er blijkt niet langer sprake te zijn van een tekort op het budget. Eind februari worden definitieve cijfers verwacht. Er is nog een aantal zorgaanbieders dat nog niets heeft gedeclareerd dit jaar, er wordt uitgezocht hoe dat kan. Voor 2016 is een bedrag van €27,5 miljoen vastgesteld. Verwacht wordt dat dit voldoende zal zijn. Het PHO heeft behoefte aan transformatie binnen dit onderwerp. Afgesproken wordt meer samen op te trekken en lokale input op te halen.
3. Digitaal Preventieloket Sociaal Domein: Conform afspraak in vorig PHO is in het ambtelijk overleg Jeugd afgesproken om de kosten die geraamd waren voor de TWO (€15.000) alsnog door de afzonderlijke gemeenten in te brengen via de verdeelsleutel. Hierover worden afspraken gemaakt met de GGD. PHO stemt hiermee in. Overige mededelingen: - Dhr. Hoek geeft aan dat het rapport van de inspectie over het
incident in Kaag en Braassem rond kindermishandeling openbaar gemaakt is. Hieruit komt naar voren dat beter samengewerkt moet worden om zo tijdig en volledig mogelijk geïnformeerd te zijn met betrekking tot de veiligheid van de kinderen. Aanbieders zullen ook met verbeterplannen moeten komen om dit de komende tijd te verbeteren.
b. Ingekomen stukken, uitgaande brieven en stukken ter kennisneming
a. Verslag Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Maatschappij Plus 29 oktober 2015 b. Overzicht bestuurlijke besluitvorming Dhr. Mostert geeft een korte terugkoppeling van het Bestuurlijk Overleg werk op 9 december: - In dat overleg is stilgestaan bij het 1-jarig bestaan van het Werkbedrijf. - De nieuwe website ‘Stekker 4’ is online gegaan.
c. Terug-/vooruitblik externe bestuurlijke overleggen
2
04 Uitvoering Beheer SoCard 4
-
Het onderwijspunt dat vorig PHO besproken is, wordt gezamenlijk opgepakt met Stichting Bedrijfsleven Beroepsonderwijs.
Afspraak om beheer op te dragen aan team gegevens Leiden, met Beheer opdragen aan OrangeHill Beheer opdragen aan team Gegevens ruimte voor lokale voorkeuren, met de volgende uitzonderingen: - De 5 Bollenstreek-gemeenten, Kaag en Braassem en VoorschoLeiden ten doen niet mee. Opmerking: dit voorstel heeft betrekking op beheer van reguliere gegevens. De input van lokale gegevens moet verder uitgewerkt worden en daar moeten nog afspraken over gemaakt worden.
05 Verzoek samenwerking Holland Rijnland met Kenniswerkplaats Sociaal Domein van de Hogeschool Leiden (WMO-werkplaats)
06 Collectieve preventie in de GGZ
-
Het PHO spreekt de intentie uit om mee te doen, onder voorbehoud Het PHO Maatschappij onderstreept van de verdere uitwerking waarin wordt aangegeven wat er van de relevantie van samenwerking met gemeenten verwacht wordt. Kenniswerkplaats Sociaal Domein. PHO Maatschappij beveelt de aangesloten gemeenten aan, meerjarig (van 2016-2018) de samenwerking met de Kenniswerkplaats Sociaal Domein aan te gaan.
1. Kennis te nemen van de evaluatie GGZ-regeling Holland Rijnland (bijlage 1); 2. In te stemmen met: a) het besluit om de Gemeenschappelijke Regeling te beëindigen en alle subsidiepartners hiervan op de hoogte te stellen; b) het regionaal, subregionaal of lokaal organiseren van de volgende producten voor preventie in de GGZ, zoals zij in bijlage 2 hoofdstuk 4 worden omschreven: Informatie, advies en voorlichting Signalering en advies (consultatie) Ondersteuning:
3
Akkoord met het voorstel om gemeenten te adviseren hiermee in te stemmen. Het PHO heeft wel behoefte aan een nadere uitwerking van punt b van het voorstel over regionaal, subregionaal of lokaal organiseren. Het beëindigen van de Gemeenschappelijke Regeling is een bevoegdheid van de gemeenteraden. Opmerkingen: Er ontbreekt een inhoudelijk kader voor een nieuwe GGZregeling. Procedure bestuurlijke besluitvorming moet uitgezocht worden.
Cliëntondersteuning en belangenbehartiging Maatjesprojecten en lotgenotencontact Inloop Trainingen en cursussen c) de preventie GGZ alleen te richten op volwassenen; d) de financiering van de in beslispunt 2b genoemde producten voor een periode van 4 jaar; e) het evalueren van de collectieve preventie, geformuleerd in bijlage 2, na een periode van 4 jaar 3. De werkgroep OGGZ de opdracht te geven om het voorstel voor 2017 verder uit te werken. 07 Inloopfunctie GGZ Rivierduinen
1. Naar aanleiding van bijgaande notitie over de GGZ inloop Rivierduinen voor 2016 de daarin genoemde vijf uitgangspunten over te nemen. 2. Rivierduinen te verzoeken haar toekomstmodel verder uit te werken met in achtneming van de vijf uitgangspunten en de huidige inloopfuncties alleen in te zetten voor de doelgroep Wmo en de inloopfunctie binnen het Theehuis af te bouwen. Dit te doen met de betrokken gemeenten. 3. Ter overbrugging de subsidie aan Rivierduinen nog toe te kennen voor een half jaar (tot 1 juli 2016) onder de nadrukkelijke voorwaarde dat de huidige inloopfuncties zijn afgebouwd dan wel zijn omgevormd naar de doelgroep Wmo en dat men daarbij samenwerkt met andere instellingen. 4
Akkoord met voorstel met uitzondering van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem en Nieuwkoop. Zij hebben dit op een andere manier georganiseerd. Opmerkingen: - Akkoord met als voorwaarde dat e transformatie heel snel gaat plaatsvinden. - Het is niet helemaal duidelijk waar de verantwoordelijkheid van gemeenten ophoudt. Mw. Van Gelderen geeft aan dit mee te nemen tijdens gesprek met Zorg & Zekerheid dat zij binnenkort heeft, om hierover met hen afspraken te maken en hierin samen op te trekken. - Ten aanzien van woonplaatsbeginsel noemt Noordwijkerhout dat juist solidariteit erg belangrijk is omdat sommige mensen niet in eigen gemeente gebruik willen maken van een inloopfunctie.
Dat de subsidie aan Rivierduinen wordt gedragen door die regiogemeenten waartoe bezoekers van de huidige inlopen behoren. De subsidie wordt pas toegekend wanneer Rivierduinen aantoont wie en waarom hij/zij de inloop bezoekt en of diegene ook valt onder de doelgroep zoals bepaald onder 1. 08 Consequenties budget Begeleiding Maatschappelijke opvang 2016 en 2017
Voorstel: 1. Kennis te nemen van de brief van het college van burgemeester en wethouders Leiden met de achtergrond bij de verdeling van de middelen Begeleiding Maatschappelijke opvang (bijlage 1); 2. Kennis te nemen van de herverdeling van deze middelen per 2016 en verder; 3. Akkoord te gaan met het voorstel van de centrumgemeente om de nazorg bij uitstroom uit de maatschappelijke opvang per 2016 voor nieuwe cliënten over te nemen na twee maanden.
Akkoord met voorstel. Voorstel wordt nader uitgewerkt en komt volgend PHO terug op de agenda. Vragen: - Noordwijk wil weten hoe het kan dat de Binnenvest cliënten gevestigd heeft in een hotel? Mw. Ouwerkerk geeft aan dat dit nog niet bekend is en dat dit wordt uitgezocht. - Katwijk vraagt of het hele bedrag opgaat aan dit deel van begeleiding? Mw. Ouwerkerk antwoordt dat dit nog niet bekend is, hiervoor zijn nog data van Binnenvest nodig. - Katwijk vraagt of het reëel is om warme overdracht na 2 maanden te doen? Uitstroom na 2 maanden is inderdaad kort. De Binnenvest kijkt of er aanvullende hulp nodig is. Op dit moment zet Binnenvest begeleiding nog door met WMO-beschikking, in januari wordt een nieuwe werkwijze uitgewerkt. Opmerkingen: - Kaag en Braassem geeft aan dat het misschien goed is om te laten zien hoe verdere deel bezuiniging gerealiseerd gaat worden. Mw. Van Gelderen geeft aan dat dit onderdeel tot 2015 onder AWBZ-financiering viel en er dus nog veel uitgeplozen moet worden. - Leiderdorp geeft aan niet blij te zijn met het voorstel omdat er geen verantwoording geweest is over de verandering van nazorg na 6 maanden naar 2 maanden.
09 Veilig Thuis
€ 102.477,- uit Begroting Jeugdhulp 2016 aan subsidie voor Veilig Thuis 5
Akkoord met voorstel. - Wordt nog besproken in RDOG-verband.
Beschikbaar te stellen, naast het structurele budget van € 1.731.284, conform de toezegging in 2014. 10 Kwartaalrapportage Q3 in- Kennisnemen van de hoofdpunten van koop Jeugdhulp 2015 de Kwartaalrapportage Q3
PHO heeft kennisgenomen van de eerste inzichten over Q3. Dit onderwerp staat volgend PHO opnieuw op de agenda, inclusief de rapportage met bijbehorende analyse. -
Het PHO heeft behoefte om in kleiner verband door te praten over PGB’s en ZiN. Holland Rijnland zal dit agenderen voor het eerste Bestuurlijk Afstemmingsoverleg in januari, ook andere geïnteresseerde bestuurders zijn welkom om aan te schuiven.
14 Rondvraag en sluiting Actielijst
4 8 10
PHO 16 december Uitwerken voorstel lokale input Sociale Kaart Budget Begeleiding Maatschappelijke opvang 2016 en 2017 Rapportage + bijbehorende analyse Q3 Jeugdhulp PHO 11 november Concretiseren uitgangspunten jeugdhulp + verwerken lokale input PHO 14 oktober Informeren raden over winstwaarschuwing financiën beschermd wonen en financiën begeleiding maatschappelijke opvang PHO 23 september Voorstel Sociale kaart
Wanneer ? 20 januari 2016 20 januari 2016
Wie Gemeente Leiden/Dhr. Bruna Gemeente Leiden/Mw. Ouwerkerk TWO/dhr. Grob
Afgehandeld
Holland Rijnland
Afgehandeld
Gemeente Leiden/Mw. Ouwerkerk
Afgehandeld
Dhr. Bruna
Vastgesteld in de vergadering van het PHO Maatschappij van Holland Rijnland van 20 januari 2016,
de secretaris,
de voorzitter,
6
Tijdelijke Werkorganisatie Opdrachtgeverschap Jeugdhulp
Evaluatie Expertteam Holland Rijnland periode maart - september 2015
Inleiding In de startnotitie van het Expertteam Holland Rijnland is de volgende opdracht beschreven: “Het Expertteam is opgericht/ingericht om steun, advies en consult te bieden bij vragen en onduidelijkheden op het gebied van procedures en beleid rond de volgende gebieden: instemming voor doorverwijzing naar niet-gecontracteerden, toeleiding tussen jeugdhulpaanbieders onderling, plaatsingsproblemen (wachtlijsten), verwijzing door huisartsen en onduidelijkheden omtrent de afbakening tussen de Jeugdwet en de WMO/WLZ/ZVW. (….) Het Expertteam functioneert als een adviesorgaan voor de Tijdelijke Werkorganisatie Opdrachtgeverschap Jeugdhulp (TWO) met betrekking tot de financiering van nietgecontracteerde jeugdhulp. Tevens kan het team (al dan niet op basis van signalen) initiatieven nemen om werkwijzen te ontwerpen, te vernieuwen, te stroomlijnen, of eenvoudiger te maken, dan wel te komen tot een voldoende passend regionaal hulpaanbod”. Het Expertteam is nu 6 maanden actief, een goed moment om een eerste evaluatie te doen. Aanvragen voor inzet van niet-gecontracteerde zorg worden gedaan bij TWO. Ook overige vragen komen in eerste instantie bij TWO terecht. Het Expertteam heeft een adviserende functie waarbij TWO beslist of de casus wordt voorgelegd aan het Expertteam. In de praktijk wordt het overgrote deel van de aanvragen besproken in het overleg. De eerste bijeenkomst van het expertteam is geweest op 2 maart 2015.Tot 1 oktober is het overleg 15 keer bij elkaar geweest. Deelnemers In eerste instantie is gestart met deelnemers vanuit TWO, de JGT’s, Prodeba, Curium, Cardea en JBW. Spoedig daarop is Horizon aangesloten, vervolgens ook Ipse de Bruggen en als laatste ook een vertegenwoordiging vanuit het onderwijs. Op deze wijze zijn de vrijwillige en gedwongen hulpverlening, de Jeugd en Opvoedhulp, de GGZ, de LVB-sector en het onderwijs vertegenwoordigd. Dit maakt het mogelijk een weloverwogen beslissing te nemen vanuit diverse invalshoeken. Het Expertteam wordt administratief ondersteund vanuit Servicepunt71. Analyse van de aanvragen De behandelde casussen worden bijgehouden in een overzicht. In het overzicht wordt de casus gevolgd vanaf de inbreng tot en met de afhandeling van de offerte en de verklaring van instemming. In de afgelopen periode zijn 105 aanvragen behandeld. In de overleggen zijn 94 casussen besproken, 11 casussen zijn rechtstreeks door TWO afgehandeld. Herkomst aanvragen Jeugd- en gezinsteam Gecertificeerde instelling Jeugdhulpaanbieder Gemeente Overig (ziekenhuis) Totaal
57 32 11 2 3 105
2
Herkomst aanvragen 11
2 3
Jeugd- en gezinsteam Gecertificeerde instelling Jeugdhulpaanbieder
32
57
Gemeente Overig
De aanvragers zijn dus voor meer dan de helft de Jeugd- en gezinsteams en bijna een derde de gecertificeerde instelling, te weten Jeugdbescherming west. Er is 1 aanvraag door de WSG gedaan. Daarnaast worden vragen gesteld vanuit de jeugdhulpaanbieders en de gemeenten. Soort aanvraag De 105 casussen die zijn ingediend zijn onderverdeeld in 73 aanvragen (= bijna driekwart) voor niet-gecontracteerde zorg, 7 aanvragen voor verlengde jeugdhulp en 25 overige vragen op het gebied van toeleiding, contractering, tarieven, woonplaatsbeginsel en PGB.
Soort aanvraag
25 Niet-gecontracteerde zorg Verlengde jeugdhulp Overige adviesvraag
7 73
Beslissing Van de 73 aanvragen voor niet-gecontracteerde zorg zijn er 30 afgewezen. In 19 gevallen was er toch passend gecontracteerd aanbod. De overige 11 vielen onder de regeling PGB, WLZ , ZVW, passend onderwijs of zorgcontinuïteit. 5 zaken zijn nog in behandeling. Iets meer dan de helft van de aanvragen niet-gecontracteerde zorg wordt dus gehonoreerd. Er zijn verschillende redenen voor toewijzing niet-gecontracteerde zorg. Regelmatig gaat het om voortgezet verblijf in een andere regio, of verlenging van reeds lopende zorg. Daarnaast om zeer specialistische zorg bij complexe problematiek. Bij enkele cliënten woonachtig aan de rand van de regio is de afstand woonplaats – jeugdhulpaanbieder reden geweest voor buitenregionale verwijzing.
Bij de gehonoreerde aanvragen kan gedacht worden aan jeugdhulp van de Banjaard en de Jutters te Den Haag, Yes We Can Clinics Eindhoven, De Viersprong Amsterdam, Jarabee Hengelo, Youke Zeist, Kinder- en Jeugd Traumacentrum Haarlem, Trivium Lindenhof te Dordrecht, Feniks Talent te Utrecht, Yuvent Middelburg, Lijn 5 Apeldoorn, ASVZ, De Haardstee Leiden en Anton Constandse te Den Haag. In een paar gevallen is toestemming verleend voor het verstrekken van extra budget bij gecontracteerde aanbieders waarvan het budget is uitgeput (de Waag, de Hoenderloogroep). Resultaten Het afgelopen halfjaar heeft het expertteam zich intensief beziggehouden met de ontwikkeling en implementatie van nieuwe werkwijzen die aansluiten bij de opdracht vanuit de Jeugdwet en de invulling hiervan in Holland Rijnland. Dit heeft met ondersteuning van het Servicepunt71 geleid tot het opstellen van de volgende documenten en formulieren: Werkwijze Expertteam -Memo Toeleiding en niet-gecontracteerden -Stroomschema Toeleiding specialistische hulp en niet-gecontracteerde aanbieders -Werkwijze voortzetting Jeugdhulp -Flyer Expertteam en Trajectzorgberaad -Overzicht deelnemers en werkafspraken -Format Aanvraag toeleiding specialistische jeugdhulp -Format aanvraag voortzetting specialistische jeugdhulp -Standaardmail Verzoek om offerte uitvraag -Formulier offerte uitvraag buitenregionale zorg -Productcode- en tarievenlijst Holland Rijnland 2015 -Instructie voor beveiligd aanleveren offerte -Brief Verklaring van instemming - Offerte uitvraag – buitenregionale zorg - Facturatievoorschriften Servicepunt71 - Format factuurspecificatie jeugdhulp - Invulinstructie voor factuurspecificatie jeugdhulp Holland Rijnland - Instructie voor het beveiligde verzending factuurspecificatie Daar waar er meerdere aanvragen waren voor dezelfde niet-gecontracteerde jeugdhulpaanbieder (de Banjaard, Yes We Can Clinics) is er vanuit het Expertteam initiatief genomen om met de aanbieders in de regio in gesprek te gaan over het ontwikkelen van passend aanbod. Een herhaalde vraag vanuit het onderwijs (thuiszitters met autisme) is neergelegd bij het samenwerkingsverband Passend onderwijs. Op deze wijze ontstaat een steeds dekkende hulpaanbod voor de vragen uit de regio. Overige punten die in het expertteam aan de orde zijn geweest: - Afbakening route niet-gecontracteerde zorg en inzet PGB - Verschillen tussen aanbieders m.b.t. ouderbijdrage - Invulling functie zorgbemiddelaar - Samenwerking JGT-specialistische aanbieders - Consequenties / knelpunten bij 18 jaar cq. inzet verlengde jeugdhulp - Aansluiting Jeugdwet, WMO, WLZ en ZVW - Verantwoordelijkheden rond risicotaxatie van JGT en jeugdhulpaanbieder - De kwaliteit van de aanmeldingen - Tendensen vanuit de kwartaalrapportage TWO - Consequenties omzetten PGB in Zorg in Natura 4
Evaluatie van het overleg In oktober hebben de leden van het Expertteam stilgestaan bij de volgende punten: 1. Wat vinden we zelf? Het expertteam voldoet aan een behoefte en heeft meerwaarde in het kader van afstemming en samenwerking. Door tweewekelijks bij elkaar te komen is een netwerk ontstaan waardoor de lijnen kort zijn en vragen snel op de juiste plek terechtkomen. De werkbelasting is hoog, 2 uur per 2 weken is een behoorlijke investering. Voorstel is de frequentie dit jaar te behouden en eventueel vanaf 1 januari 2016 1 keer per 3 weken bij elkaar te komen. Tweewekelijks vergaderen zorgt wel voor goede doorstroom van de zaken. Het scheiden van een zakelijke en een inhoudelijke bespreking van een casus is soms lastig. In andere regio’s (Haaglanden, Dordrecht, R’dam) is er een gecombineerd overleg. Onze insteek is zakelijk, in het Trajectzorgberaad wordt inhoudelijk dieper op een casus ingegaan. Dit betekent dat we moeten vertrouwen op de deskundigheid van de aanvragers, waarbij de aanvraag voldoende informatie moet geven. Evt. bij ontbrekende informatie kan de contactpersoon binnen het overleg worden ingeschakeld. De opdracht is het geven van advies, geen toestemming. Dit moet goed naar de JGT’s worden gecommuniceerd. De ondersteuning vanuit het Servicepunt71 wordt als positief ervaren. 2. Wat zijn de ervaringen vanuit het veld m.b.t. bereikbaarheid, snelheid, terugkoppeling etc.? Ervaringen zijn over het algemeen positief. Doordat het lang geduurd heeft voor de memo en het formulier definitief waren vastgesteld is er lang onduidelijkheid geweest over de procedures. Het conceptverslag is positief bij de achterban (AO) van TWO ontvangen. 3. Ervaringen met het formulier De regio is tevreden over het uniforme toeleidingsformulier. De veiligheid moet een duidelijke plek krijgen in het toeleidingsformulier bijv. met de vraag: Zijn er zorgen over dit gezin en zo ja welke. Over het thema veiligheidstaxatie zullen nadere afspraken worden gemaakt. De manier van invullen verschilt erg, variërend van te summier tot zeer uitgebreid. Een groot deel van de doorverwijzingen komt van een (huis)arts. De route nietgecontracteerde zorg voor huisartsen is onvoldoende bekend. De tekst in de memo behoeft aanpassing. 4. Missen we deelnemers? Met de huidige deelnemers vanuit de gemeente/TWO, jeugdhulpaanbieders, JGT’s , onderwijs en JBw is de benodigde deskundigheid uit deze gremia afdoende vertegenwoordigd. Wat nog gemist wordt is een vertegenwoordiger vanuit de vrijgevestigde aanbieders. Voorstel is hier de voorzitter van ZP Jeugd voor te benaderen.
5. Welke werkprocessen zijn nog niet opgenomen? Vastleggen procedure bij crisisplaatsingen Vastleggen procedure bij niet-gecontracteerde jeugdhulp opgelegd door de kinderrechter Vastleggen procedure verlengde jeugdhulp bij niet-gecontracteerde aanbieder Vastleggen procedure bij bezwaar Vastleggen procedure rond vervoer Vastleggen procedure omzetten PGB in ZIN Afbakening onderwijs – zorg Richtlijnen rond groep 18+. Er is behoefte aan een inventarisatie van de initiatieven op dit gebied 6. Wat zijn de ambities voor het komende halfjaar? Terugbrengen van het aantal afwijzingen door betere communicatie. Nadere afstemming met het Trajectzorgberaad. Dit vindt 1 keer per 6 weken plaats. Een optie is eenmaal per 6 weken samen te vergaderen. Nadere afstemming met de expertgroep PGB: Relevante besluiten van de expertgroep PGB dienen ook in het Expertteam bekend te worden gemaakt, dit wordt een vast agendapunt. Uitbreiding van het overleg met een vertegenwoordiging vanuit de vrijgevestigden Inzicht in verwijzingen in het kader van het Landelijk Transitie Arrangement (LTA) Toewerken naar duidelijkheid over de positionering van het Expertteam in de toekomst.
Tot slot Samenvattend heeft het overleg de indruk dat in grote lijnen wordt tegemoetgekomen aan de gestelde opdracht, terwijl de ontwikkeling voortgaat. Het expertteam nodigt TWO c.q. Het Ambtelijk Overleg / Portefeuillehoudersoverleg uit om de opdracht voor 2016 te continueren en een uitspraak te doen over de wenselijkheid van het uitwerken de onder punt 5 en 6 genoemde onderwerpen.
5 november 2015 EB / TWO Holland Rijnland
6
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen en Zoeterwoude
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden Postbus 558, 2300 AN Leiden Tel. (071) 523 90 90 Fax. (071) 523 90 99
[email protected] www.hollandrijnland.net
Bijlage – Ambtelijke en Bestuurlijke reacties uitgangspunten Jeugdhulp In onderstaande tabel zijn alle ambtelijke en bestuurlijke reacties op de notitie ‘Voorlopige uitgangspunten toekomst Jeugdhulp Holland Rijnland’. De reacties hebben geleid tot een aanpassing van genoemde notitie. Deze aangepaste notitie is besproken in het portefeuillehoudersoverleg van 16 december 2015. In de laatste kolom van de tabel is aangegeven hoe de verschillende onderdelen van de reacties zijn verwerkt, danwel hoe deze worden meegenomen in het inkoopproces 2017. Gemeente / Uitgangspunten Toelichting subregio Alphen a/d Ambtelijke uitvraag: Ambtelijke uitvraag: Rijn 1. De jeugdhulpproblematiek vraagt om Deze punten worden arrangementen over de grenzen van verschillende meegenomen in de disciplines binnen de jeugdhulp, maar ook tussen inkoopstrategie voor 2017 en de jeugdhulp en de andere delen van het sociaal zullen in het inkoopplan verder domein. worden uitgewerkt. Het gaat 2. Versnelde transformatie door effectievere en hier met name over horizontale efficiëntere jeugdhulp: vroegsignalering, en verticale integratie van vroeginterventie, vervanging van duurdere jeugdhulp. (individuele) vormen van hulp door minder Het aangeleverde modelplaatje kostbare (collectieve) vormen, duurzame zal in regionaal verband worden oplossingen. besproken in een breed 3. Uitgaan van de oplossing die de inwoner nodig inkoopoverleg (januari 2016). heeft in plaats van de producten die van jeugdhulp kennen. 4. Wijkgerichte en integrale inbedding van de (gespecialiseerde) jeugdhulp. De mogelijkheid om in uitvoering en sturing de jeugdaanpak te verbinden met preventie en voorliggend veld (welzijn, TOM in de buurt) Wmo zorg (ondersteuning), schulden aanpak, en participatie (bv de keten van dagbesteding naar werk voor jongeren). Tevens heeft Alphen a/d Rijn een plaatje aangeleverd met betrekking tot een mogelijk Holland Rijnlands inkoopmodel. Collegebrief: Collegebrief: In de collegebrief zijn de volgende uitgangspunten De punten 1 tot en met 3 zijn opgenomen: opgenomen als aandachtpunten 1. Snelheid van transformatie in de inkoopstrategie en komen 2. Integraliteit, innovatie en ontschotting terug in het inkoopplan 2017. 3. Lokaal contractmanagement 4. Financiële beheersbaarheid door De aandacht voor 18+ is een bekostigingsmodel en slim en anders organiseren veel genoemd punt binnen de regio en zal worden benoemd 5. Aandacht voor 18+ als thema binnen het strategisch overleg jeugd. 1
Duin & Bollenstreek
2
Ambtelijke uitvraag: Ambtelijk wordt verwezen naar de brief die namens de portefeuillehouders is verzonden. Zie hieronder. Gezamenlijke reactie portefeuillehouders Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen: Inkoop in relatie tot beleid 1. Overweeg een andere vorm dan budgetfinanciering. Een vorm die past bij ons gezamenlijk beleid en stimuleert dat de doelstellingen van de transformatie gehaald worden. 2. Het is wenselijk dat contracten met aanbieders langer duren en dat de inhoud van contracten niet statisch is. Overweeg ontwikkelcontracten van 4 jaar en leg een relatie naar wat we verstaan onder partnership. 3. Introduceer een innovatiebudget, waarmee aanbieders gestimuleerd worden innovaties door te voeren. 4. Onderzoek welke mogelijkheden er zijn om integraal te gaan inkopen voor de Jeugdwet, Wmo en zo mogelijk ook de Wlz. 5. Onderzoek hoe de administratieve lasten voor aanbieders (nog verder) verminderd kunnen worden. Integrale aanpak 6. Onderzoek de mogelijkheid van “1 gezin/1plan/1aannemer”. 7. De problematiek van jeugdigen die 18 jaar worden en ondersteuning nodig hebben, moet een beleidsprioriteit worden. Daarbij moet een verbinding gemaakt worden met meerdere domeinen, zoals onderwijs, werk en Wmo. 8. In het beleid voor het PGB Jeugdhulp is eerder gesteld dat “1 gezin/1 plan/1 budget” oftewel een Gezinsgebonden Budget, uitgangspunt is. Dit beleid moet uitgewerkt worden. 9. De samenwerking met het onderwijs en het ontwikkelen van onderwijszorgarrangementen moet blijvend op de agenda staan van de gemeenten van Holland Rijnland. Privacy borgen 10. Er moet geïnvesteerd worden in het borgen van de privacy van jeugdigen en hun ouders. Absolute randvoorwaarde is dat dit het “doen wat nodig is” niet in de weg staat. Informatie uitwisselen over mensen moet mogelijk zijn als dit zinvol is voor het bereiken van doelen van de cliënt.
Ambtelijke uitvraag: Geen opmerkingen. Gezamenlijke reactie portefeuillehouders Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen: De punten 1 t/m 5 worden opgenomen in het inkoopplan 2017 (financiën, contractduur en administratieve lasten). De punten 6 t/m 9 zijn thema’s die een plek krijgen in het regionaal strategisch overleg jeugd (d.m.v. een werkgroepenstructuur). Punt 10: privacy wordt expliciet als thema opgenomen in het inkoopplan 2017. De punten 11 en 12 zijn opgenomen onder de aangescherpte uitgangspunten (partnerschap en opdrachtgeverschap). De punten 13 t/m 15 worden vanzelfsprekend behandeld op het PHO Jeugdhulp.
Samenwerken met zorgaanbieders 11. Stimuleer in de opbouw van een netwerkstructuur van aanbieders. 12. De samenwerking met huisartsen moet een prioriteit worden. Dit is nodig voor goede zorg voor jeugd en er zijn duidelijkere afspraken nodig over het verwijzen naar jeugdhulp. Capaciteit voor opdrachtgeverschap 13. Het is noodzakelijk dat gemeenten van Holland Rijnland een besluit nemen over het voortbestaan van de gezamenlijke Tijdelijke Werkeenheid Opdrachtgeverschap Jeugdhulp (TWO) na 2016. Wij bepleiten een verlenging van 4 jaar tot en met 2020. Wij vragen Holland Rijnland daar een voorstel voor te doen. 14. Stevig opdrachtgeverschap is nodig voor de gewenste transformatie en voor het bewaken van de kosten. Daarom zullen wij een onderbouwd voorstel voor het uitbreiden van de capaciteit van de TWO in principe steunen. 15. Het is wenselijk dat gemeenten van Holland Rijnland een besluit nemen over de wijze waarop zij solidariteit gaan invullen na 2016. Hier moet duidelijkheid over komen. Aanvullingen gemeenteraden per gemeente Gemeente Lisse 16. In het nieuwe inkoopmodel moet het mogelijk zijn nieuwe aanbieders te contracteren. 17. Zorginnovatie is belangrijk en moet meer aandacht krijgen dan het nu heeft in de uitgangspuntennotitie. 18. Er is blijvend aandacht nodig voor de juiste zorg op het juiste tijdstip. Wachttijden mogen niet onaanvaardbaar lang worden. Gemeente Teylingen 19. De gemeente wil binnen de regionale kaders meer ruimte voor lokale en subregionale diversiteit, om betere aansluiting te realiseren op de variatie in lokale/subregionale uitvoering van het Sociaal Domein. 20. Gemeente wil de aanvullende jeugdhulp (integrale ambulante hulp , begeleiding en behandeling) lokaal/subregionaal organiseren in en rondom het Jeugd‐ en Gezinsteam, en verbinden met interventies vanuit de andere wetten (Wmo en Participatie). Vooral de kostendelersnorm kan grote gevolgen 3
Gemeente Lisse Punt 16 wordt meegenomen bij de keuze voor een inkoopmodel. Punt 17 is opgenomen onder de aangescherpte uitgangspunten (partnerschap en opdrachtgeverschap). Punt 18 krijgt een plek in het inkoopplan. Gemeente Teylingen De punten 19 en 20 zijn meegenomen in de aangescherpte uitgangspunten (lokale sturing). De punten 21 en 22 worden meegenomen in de keuze voor een inkoopmodel. De punten 23 t/m 30 worden meegenomen als thema’s in het strategisch overleg jeugd.
21.
22.
23. 24.
25. 26.
27.
28.
4
hebben voor ouders van een kind dat 18 jaar wordt. Aandacht voor deze groep ouders en kinderen is van groot belang. Voorkomen moet worden zij tussen wal en schip gaan vallen omdat ze, gezien de leeftijd van het kind, uit de ene regeling vallen en aansluiting bij het vervolgtrajecten ontbreekt. Dit vraagt om de ontwikkeling van nieuwe integrale (zorg)arrangementen. Hiervoor is het wellicht noodzakelijk door middel van contractmanagement lokaal/subregionaal sturing te kunnen geven op financiën, organisatie en uitvoering van deze delen van de jeugdhulp. De vraag is op welk niveau, welk deel van de uitvoering van de jeugdhulp het best georganiseerd en gecontracteerd kan worden in een samenhangende lokale, subregionale, en regionale inkoopstrategie. Hierbij geldt voor de gemeente steeds als ankerpunt dat de doelen voor de inwoners van gemeente het best gerealiseerd dienen te worden. Ga na tot hoe ver de keuzevrijheid van de burger rijkt (willen wij onbeperkte keuzevrijheid in de breedte of toch beperkt?). Ontwikkel een marktstrategie om antwoord te geven op vragen zoals : zijn wij voorstander van een vrije markt (contracten met iedereen) of een markt met bekende (gecontracteerde) aanbieders? Wat is de rol/verantwoordelijkheid van de gemeente in relatie tot het leveren van zorg continuïteit voor inwoners. Wenselijk dat ook invulling gegeven wordt aan een gezinsvolgend budget. Zet in op en investeer in een brede Informatievoorziening en beveiliging (inclusief declaratiesystemen). Overweeg scholing van medewerker als product meenemen in de inkoopvoorwaarden. Vertaal het begrip “ruimte voor de professional” zodat de uitvoerend professional handelingsvrijheid voelt. Definieer wat wij verstaan onder zelfsturende teams. Wat werkt goed wat verdient aandacht. Daarbij aandacht voor voldoende expertise waardoor niet te snel wordt doorverwezen. Ga meer uit van kwaliteit van de hulpverlening. Hierbij wordt gedacht aan een bredere blik van hulpverleners, handelingsgericht werken, werken vanuit integraliteit. Dit kan bijdragen aan de kanteling in de benadering van de jeugdzorg van financiën naar kwaliteit. Wat verstaan wij onder kwaliteit? Wanneer is goed goed genoeg?
Gemeente Noordwijkerhout Gemeente Noordwijkerhout Alle punten (31 t/m 39) zijn 31. Kijk goed naar welke vormen van inkoop er nog aandachtspunten die worden meer mogelijk zijn, gelet op het concept 1Gezin1Plan1Regisseur en de centrale positie van meegenomen in de keuze voor een inkoopmodel en het het JGT. 32. Bezie de mogelijkheid van een benchmark van de opstellen van het inkoopplan tarieven die aanbieders, waarmee wij een 2017. contract hebben, hanteren ten opzichte van gemiddelden in Nederland. 33. Zorg ervoor dat we de juiste faciliteiten hebben voor de jeugd en er tegelijkertijd grip is op de kosten. 34. Vermijd onnodige administratieve lasten bij de aanbieders. 35. Maak ruimte voor toegang van nieuwe gekwalificeerde aanbieders. 36. Ontwikkel prestatie‐indicatoren die basis kunnen worden voor andere vormen dan budgetfinanciering. 37. Zorg voor extra aandacht voor de overgang tussen jeugd en Wmo. 38. Betrek het onderwijs erbij en maak hen medeverantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdwet. 39. Heb aandacht voor de veiligheid van kinderen in echtscheidingssituaties en ontwikkel preventieprogramma’s. Gemeente Noordwijk Gemeente Noordwijk 40. De fractie vindt een goede keuze om niet de De punten 40 t/m 43 worden kaasschaaf methode toe te passen, maar de meegenomen in de keuze voor een inkoopmodel en het besparingen en bezuinigingen te vinden binnen opstellen van het inkoopplan de percelen. Wel dringt de fractie er op aan om binnen de percelen en grote mate van flexibiliteit 2017. te hanteren. Het moet binnen de contracten met de aanbieders goed geregeld zijn dat er De punten 44 t/m 66 hebben geschoven kan worden met budgetten. Te denken betrekking op: valt aan een x maal per jaar een (beperkte) ‐ Doorontwikkeling JGT’s ‐ Innovatie Willen/moeten wij hierop sturen? Wie beoordeelt wanneer de kwaliteit voldoende/goed is? Vindt een methode voor kwaliteitstoetsing. 29. Zet in op niet vraag gestuurde hulpverlening zoals vraagstukken op veiligheid, jeugdbescherming, jeugdreclassering naast vraag gestuurde hulpverlening. Dit betreft de relatie tussen openbare orde, veiligheid en jeugdhulp. 30. Ontwikkel een preventieprogramma dat onder andere voorziet in een aanpak van de problemen rondom (v)echtscheidingen en multiproblemgezinnen.
5
herschikking van de budgetten. Hierdoor blijft de zorg aan cliënten geborgd. 41. Toetreding van nieuwe (zorg)partijen is goed en brengt innovatie met zich mee, maar de fractie is van mening dat dit wel gedoseerd moet plaats vinden. Te veel nieuwe partijen ineens op de markt zal een negatief effect kunnen hebben op zowel continuïteit als kwaliteit van de zorg, omdat de inkoopprijs dan teveel het uitgangspunt kan gaan worden. Het effect van 'race to the bottom' zoals die ook nu pijnlijk zichtbaar is geworden bij de hulp bij het huishouden is niet wenselijk. 42. De fractie is een voorstander van om de code 'verantwoordelijk marktgedrag thuiszorgondersteuning' ook te ontwikkelen en te introduceren bij de inkoop jeugdzorg. 43. De fractie is een voorstander van een innovatiebudget binnen de percelen. Extra geld voor een zorgaanbieder beschikbaar stellen als deze met innovatieve oplossingen komt. De oplossingen moeten dan gericht zijn op efficiëntieverbetering en of een preventieve werking hebben, waardoor een afname ontstaat in de duurdere curatieve zorg. 44. De fractie pleit voor een eenvoudig declaratie en verantwoordingssysteem. Het uitgangspunt moet vertrouwen zijn. 45. Overlap tussen zorg (ziektekostenverzekeraars) en WMO ( gemeenten) zien te voorkomen. 46. Doorontwikkelen en versterken JGT’s door te sturen op meer zelfstandige afhandeling door JGT’s en waar mogelijk doorverwijzing naar nieuwe algemene voorzieningen . 47. Algemene voorzieningen ontwikkelen cq versterken. 48. Monitoren of correlatie bestaat tussen afname van de basisvoorziening Jeugd‐ en Jongerenwerk (lokale bezuiniging) en toename specialistische en ambulante hulp regionaal. 49. Monitoren of versterking JGT’s tot minder behoefte aan ambulante hulp leidt. 50. Goede informatie aan de burger verstrekken over voor‐ en nadelen PGB–ZIN, opdat bewuste keuze mogelijk. 51. Richting Rijk verzoeken om onderlinge omzetting van de reserves PGB à ZIN (nu een onevenwichtige verhouding enerzijds teveel en anderzijds tekort). 52. Congres TWO‐gemeenten‐zorgaanbieders organiseren om netwerkstructuur te stimuleren 6
‐ Sturing en Monitoring ‐ Dekkend zorgaanbod De eerste twee onderdelen zijn nadrukkelijk benoemd in de aangescherpte uitgangspunten. De laatste twee krijgen een plek in het inkoopplan. Waar het inhoudelijk aandachtspunten betreft, worden deze als thema’s benoemd in het strategisch overleg jeugd.
en tot innovatie in samenwerking, producten en kostenbesparingen te komen. 53. Bonus uitloven bij goede bezuinigings‐ en/of innovatieve ideeën. 54. Wijziging/mindering van percelen waar nodig èn verantwoord mogelijk. 55. Stimuleren tot meer functie‐ en integraal gericht werken (eindresultaat, overlap 3D’s). 56. 'Perverse prikkels' als het niet afsluiten van de DBC's (om financiering voort te zetten) door zorgorganisaties achterhalen: strengere voorwaarden aan facturering stellen hierover. 57. Ondergrens goede zorg vaststellen; vaste indicatoren bij verslaglegging zorg opnemen en bij jaarlijkse evaluatie percelen meenemen tbv aanpassing. 58. Stappenplan opstellen bij dreigend grote tekorten, zoals snelle contact tussen andere regio’s en/of Rijksoverheid opdat de zorg niet in gevaar komt en niemand tussen wal en schip valt! 59. Nagaan of niet‐gebruikte ruimte tot bestedingsplafond en (verantwoorde) overbesteding tot het jaarplafond tussen organisaties onderling kan worden uitgewisseld (zie situatie PEP Wantveld jr bijv.). Zeker omdat organisaties ook nog moeten 'wennen' aan harde criteria, wat bij zorgverzekeraars tot vorig jaar anders was en met verantwoorde overbesteding soepeler werd omgegaan. Zie 2015‐2016 als overgangsjaren in deze. 60. Wij zien dit document als eerste richtingen voor nieuw beleid en het is daarmee een belangrijk beïnvloedingsmoment. We verwachten dat hier in de toekomst nieuwe mogelijkheden voor komen. We ontvangen graag een duidelijk procesvoorstel met daarin de toekomstige beïnvloedingsmomenten voor de Raden. In de kern komt het neer op de vraag: hoe zorgen we ervoor dat we de juiste faciliteiten hebben voor de jeugd en er tegelijkertijd grip is op de kosten? 61. Kwaliteit en innovatie: hoe wordt hierop gestuurd? Natuurlijk worden financiële afspraken gemaakt, maar er moeten ook afspraken worden gemaakt over kwaliteit(gegevens) die aangeleverd moeten worden. In hoeverre zijn prestatie indicatoren meegenomen in de inkoop? Is de informatie die nu gevraagd wordt de juiste? 62. Inkoopprocedure; goed dat er in de reactiebrief wordt genoemd dat ook andere vormen dan budgetfinanciering dienen te worden overwogen. Graag ontvangen we hiervoor scenario’s waar vervolgens een politieke keuze over gemaakt kan 7
worden. Voor wat betreft de mogelijkheid van een contractperiode van 4 jaar; komt als lang op ons over; graag zien we hiervoor verschillende uitgewerkte opties waar vervolgens ook hier politiek een keuze gemaakt kan worden gemaakt. Hoeveel ruimte is er voor nieuwe aanbieders? 63. We onderschrijven de vwb JGT voorgestelde aanpak, daarbij wel de vraag hoe kostenoverschrijvingen met JGT worden besproken. 64. Graag hebben we meer inzicht in (en duiding van) de cijfers, zodat ook objectief vastgesteld kan worden wat het niveau van kwaliteit is, hoe tekorten zijn opgebouwd etc. 65. Mogen we veronderstellen dat er halverwege 2016 meer duidelijkheid is over wat er nodig is aan zorg? 66. Een benchmark van de tarieven die aanbieders waarmee wij een contract hebben ten opzichte van gemiddelden in Nederland. Gemeente Katwijk 67. De gemeente benadrukt nogmaals het belang van het vierde uitgangspunt om robuuste en goed geoutilleerde JGT’s te realiseren eventueel in de richting van een uitbreiding van het aantal JGT’s. Werkdruk en overbelasting lijken immers de “beweging om hulp naar voren te brengen” af te remmen. 68. De raad meent voorts dat een scherpe analyse van de effecten van de beleidsmaatregelen essentieel is om vervolgbeleid op te baseren. Hierbij gaat het om in beeld te krijgen wat de oorzaken zijn van trends en knelpunten die zich voordoen waarbij “goede zorg en juiste hulp” voorop moet staan. Aanvullingen gemeenteraad van Hillegom: 69. de raadsleden ervaren een te grote tijdsdruk bij het inkooptraject 70. er moet aandacht zijn voor de wachtlijsten die ontstaan door gebrek aan plaatsingsmogelijkheden. 71. Minder bureaucratie, meer zorg verlenen 72. Redeneer vanuit ‘wat is nodig’ lokaal en dichtbij de cliënt ipv vanuit de organisatie en inkoop 73. Zorg dat we weten hoe het met onze Hillegomse kinderen gaat (tellen en vertellen): krijgen ze de juiste zorg, wat zijn de trends en de duiding daarvan, hoe is de cliënttevredenheid? 74. Laat het JGT sturen op de juiste zorg, kostenbewustzijn is een taak van de inkoop. Regel 8
Gemeente Katwijk De doorontwikkeling van de JGT’s (punt 67) en het thema sturing en monitoring (punt 68) hebben een nadrukkelijke plek in respectievelijk de aangescherpte uitgangspunten en het inkoopplan. Aanvullingen gemeenteraad van Hillegom: Punt 69: het moet haalbaar zijn om een zorgvuldig inkooptraject voor 2017 te realiseren. De inkooporganisatie wordt daartoe momenteel optimaal ingericht. De punten 70 t/m 76 zijn meegenomen in de aangescherpte uitgangspunten (lokale sturing, doorontwikkeling JGT’s en partnerschap), danwel
bij de inkoop dat de juiste zorg kostenbewust wordt ingekocht en maak de aanbieders hier (mede)verantwoordelijk voor 75. Maak privacy niet ondergeschikt aan ‘doen wat nodig is’ tenzij een kind in gevaar verkeert. 76. Laat de uitgangspunten alleen voor 2017 gelden met mogelijke uitloop naar de jaren erna zodat alle ervaring die intussen wordt opgedaan, meegenomen kan worden. Raadsbesluit gemeente Hillegom: Tevens heeft de gemeente Hillegom een raadsbesluit (aangenomen motie 17‐09‐2015) aangeleverd met daarin de volgende aandachtspunten ten aanzien van de regionale inkoop: 1. Betrekken van de gemeenteraad bij het gehele proces 2. Het perspectief van de cliënt vooropstellen in organisatie en proces Kaag & Braassem
Leiden
9
Ambtelijke uitvraag: 1. Inzetten op preventie 2. Jeugdhulp dichtbij, waar mogelijk in het eigen dorp 3. Lokale ruimte, inhoudelijk en financieel. Om zo de inkoop optimaal te laten aansluiten bij de lokale situatie en het lokale sociale domein Ambtelijke uitvraag: 1. Samenwerking / aansluiting op lokaal niveau, met zowel gemeentelijke als niet gemeentelijke partijen ( incl. onderwijs, huisartsen) 2. Integraliteit ( o.a. evt. integraal pgb) NB let op relatie verzekeringsmodel 3. Keuzevrijheid. (Maar wat verstaan we daar onder? Veel partijen, of partijen die openstaan voor wisselen van hulpverlener wanneer niet de juiste klik bestaat? Helaas heeft onze raad zich hierover nog niet uit willen spreken, maar zij vinden keuzevrijheid wel belangrijk) 4. Kwaliteit m.n. cliëntgestuurd 5. Ruimte voor lokale initiatieven (initiatieven uit de stad, zoals eerder gebeurde met de Merel‐ Foundation) 6. Kunnen inspelen op wensen lokale jeugd & gezinsteams ( werkbudget ? ) 7. Ruimte voor evt. groei jgt’s in de loop der tijd (ten koste van de specialistische hulp) 8. Borging veiligheid kinderen (incl. zorgmijders), samenwerking jgt‐ veilgheidsketen
opgenomen als thema’s van het strategisch overleg jeugd. Raadsbesluit gemeente Hillegom: Punt 1: wij nemen in de planning voldoende ruimte op voor lokale inbreng en afstemming. Punt 2: dit is expliciet meegenomen in de aangescherpte uitgangspunten. Alle punten zijn meegenomen in de aangescherpte uitgangspunten (lokale sturing en doorontwikkeling JGT’s).
De punten 1 t/m 7 zijn meegenomen in de aangescherpte uitgangspunten (lokale sturing, doorontwikkeling JGT’s en partnerschap). De punten 8 t/m 10 zijn thema’s die worden ondergebracht in de werkgroepenstructuur van het strategisch overleg jeugd.
9. Aansluiting na 18 (incl. afstemming inkoop jeugd en wmo) 10. Duurzaam beperken bureaucratie Leiderdorp
Nieuwkoop
10
Ambtelijke uitvraag: 1. Samenwerking / aansluiting op lokaal niveau, met zowel gemeentelijke als niet gemeentelijke partijen ( incl. onderwijs, huisartsen) 2. Integraliteit ( o.a. evt integraal pgb) NB let op relatie verzekeringsmodel 3. Keuzevrijheid. Maar wat verstaan we daar onder? Veel partijen, of partijen die juiste klik willen leveren 4. Ruimte voor lokale initiatieven 5. Kunnen inspelen op wensen lokale teams ( werkbudget ? ) 6. Ruimte voor evt. groei jgt's? 7. Samenwerking jgt veiligheidshuis 8. Aansluiting na 18‐ 18+ ; Het is op dit moment vaak lastig om de juiste hulp goed op elkaar te laten aansluiten. Met name op financieel gebied. De vraag is vaak wie gaat het betalen terwijl het moet gaan over welke hulp is noodzakelijk. Dit kan door ontschotting van budgetten en het afstemmen van de inkoop jeugdhulp en wmo op elkaar afstemmen. Vanuit de raad van Leiderdorp: 1. Ontschotting
Ambtelijke uitvraag: 1 Verbinding zoeken met alle leefgebieden en gezonde leefstijl 2. Aandacht voor het versterken van een gezonde basis ( nu gaat het met 80% van jongeren goed probeer daar bv 85% van te maken) 3. Samenwerking onderwijs, huisartsen en anderen Integrale zorg 4. Integraliteit op stelselniveau door verbinding te leggen bij uitvoering WLZ en ZVW 5. Mogelijkheid tot aanbieden van integrale arrangementen niet beperkt door perceel afbakening
Ambtelijke uitvraag: De punten 1 t/m 6 zijn meegenomen in de aangescherpte uitgangspunten (lokale sturing, doorontwikkeling JGT’s en partnerschap). De punten 7 en 8 zijn thema’s die worden ondergebracht in de werkgroepenstructuur van het strategisch overleg jeugd. Vanuit de raad van Leiderdorp: Deze punten worden meegenomen in de inkoopstrategie voor 2017 en zal in het inkoopplan verder worden uitgewerkt. Het gaat hier met name over horizontale en verticale integratie van jeugdhulp. Punten 1 t/m 5: horizontale integratie van zorg en verbinding/samenwerking zijn nadrukkelijk opgenomen onder de aangescherpte uitgangspunten.
JGT Algemeen 6. JGT‐ers beschikking geven over budgetten 7. JGT voldoende ruimte voor zelforganisatie 8. JGT moeten opereren vanuit een onafhankelijke indentiteit 9. Juridische entiteit van JGT mag niet ten koste gaan van lokale invulling JGT Sturing JGT 10. Invloed op samenstelling JGT o.b.v. lokale vraag (tijdelijk of permanent behoefte aan expertise o.g.v. het voorkomen van bepaalde problemen onder onze jeugd of beleidsspeerpunten) 11. Acceptatie van gemeentelijke coördinatie op het team (vooral belangrijk om goed in te regelen op moment dat de coöperatie een feit is en van daaruit leiding begin te komen)\ 12. De mogelijkheid om het JGT instructies te geven op gebied van samenwerking met andere lokale partijen/in de lokale structuur 13. De mogelijkheid om JGT‐ers vanuit hun expertise en/of praktijkervaring mee te laten denken over beleid (dat mag dus geen probleem/onmogelijkheid worden in hun urenregistratie) 14. Laatste punt: als wij lokaal extra investeren in preventie/extra aanbod, en de werkdruk van ons JGT daardoor verlaagd wordt, dan mag er niet direct capaciteit wegvloeien naar andere gemeenten. 15. Een punt dat ik niet als gemeente wil regelen, maar wel graag geregeld wil hebben via contractering is voldoende positie voor JGT’s om van specialistische organisaties te vragen om naar de JGT’s of naar de thuissituatie toe te komen voor consultatie of behandeling. 16. De mogelijkheid van budgetverantwoordelijkheid ‘nader te onderzoeken’. Vermoedelijk is het nu nog te vroeg dit daad werkelijk in te zetten, wel mogelijkheid voor de toekomst Cliënten / keuze vrijheid 17. Indien nodig moet ook jeugdhulp buiten regio / gecontracteerde partijen kunnen worden ingezet van buiten regio 18. Cliëntenparticipatie borgen ook bij gecontracteerde partijen. 19. Keuze vrijheid voor PGB en verhouding tot inkoop ZIN. 11
De punten 6 t/m 16 worden meegenomen in de opgave doorontwikkeling JGT’s. De punten 17, 18 en 19 hebben betrekking op cliënten en keuzevrijheid. Zowel opgenomen onder uitgangspunten als in de inkoopstrategie 2017.
Financiën 20. Jeugdhulp binnen financiële budget / tijdelijk meer budget inzet van middelen ( afhankelijk van politieke afkomst) 21. Benoem basisniveau van noodzakelijke zorg 22. Bezuiniging op specialistische zorg maar mag niet ten koste gaan van de veiligheid in residentiële instellingen. Inkoop 23. Ruimte houden voor nieuwe aanbieders 24. Populatie bekostiging draagt bij aan doelstellingen transitie ( preventie/ kostenbewust, effectieve inzet van middelen) 25. Ruimte voor meer aanbieders / flexibel aanbesteden kunnen inzetten van budgetten / vrije keuze voor zorg 26. Alle inkooptaken, contractbeheertaken en aansturing op specialistische organisaties bij TWO houden. Wij moeten onze mankracht inzetten om de inhoud en uitvoering verder te verbeteren. Voor terugkoppeling van ervaringen naar het TWO moet dan natuurlijk een goede modus zijn. Hiervoor is wel van belang dat taken en bevoegdheden tussen gemeenten ( en straks coöperatie) geregeld worden. Voorbeeld: toekenning PGB’s en toetsing woonplaatsbeginsel bij JGT’s , specialistische instellingen en / of bij TWO. Wel aandacht blijven houden voor “bureaucratiekramp”, verantwoordelijkheid voor functioneren van de JGT. 27. Nog geen keuze voor specifiek inkoopmodel. Het is de vraag of je met één model kan volstaan. Voor JGT geldt al andere vorm. Er is een voorkeur voor het kunnen toetreden van nieuwe aanbieders en ook een voorkeur om te werken op basis van partnership en gezamenlijke verantwoordelijkheid. Voor instellingen moet er een belangrijke prikkel zitten op onderlinge samenwerking. Vermoedelijk past een bestuurlijke aanbesteding daar het best bij. Sturing algemeen 28. Effectieve en kwalitatieve interventies 29. Zorgvraag‐aanpak‐resultaat‐recidieven als kennisbank voor onderlinge vervanging/hulp, voor kennisontwikkeling/uitwisseling, voor monitoring van voortgang en voor horizontale verantwoording. Belangrijk aandachtspunt is eigenaarschap dossier en privacy. 30. Aandacht voor monitoring 12
De punten 20 t/m 22 worden meegenomen in de financiële paragraaf van het inkoopplan 2017. De punten 23 t/m 27 worden meegenomen in het inkoopplan 2017. De punten 28 t/m 42 betreffen wensen ten aanzien van de sturing en monitoring. Dit is een afzonderlijk hoofdstuk in het inkoopplan. Deze wensen worden daarin meegenomen.
31. Sturingsinformatie beperken tot meest noodzakelijke en aansluiting zoeken bij gegevens die al landelijk geregistreerd worden. 32. Voor JGT’s is een dataset beschikbaar. Nu eerst kijken of die voldoet zonder met iets nieuws te komen. 33. Lokaal in elk geval van belang: 34. JGT 35. aantal aanmeldingen 36. aard van de problematiek ( met als doel dat je daar preventief op in kan spelen) 37. tijd tussen aanmelding en behandeling bij JGT 38. verwijzing naar specialistisch zorg vanuit JGT ( zodat je kan zien of er verschillen zijn tussen de teams in doorzetten. 39. inzicht in het team ( heb nu geen inzicht of het team compleet is, vacatures uitval etc) 40. Aantal zaken die bij JBT komen 41. Aantal OTS 42. Aantal uithuisplaatsingen Oegstgeest
13
Ambtelijke uitvraag: 1. Versnelling transformatie door werkwijze JGT 2. Normalisatie 3. Hoe gaan we om met PGB en ZIN 4. Duidelijkheid in verantwoordelijkheden doorzettingsmacht 5. Aansturen JGT’s via coöperatie op basis van de opdracht die is verstrekt. Beperkte zelfsturing Vanuit de Raad: 1. De uitgangspunten zijn iets te abstract. 2. Behoefte aan duidelijkheid over welke dilemma’s er zijn om keuzes in te maken 3. Partnerschap met ouders. Ouders goed betrekken d.m.v. van 1Gezin1Plan, maar ook d.m.v. cliëntenparticipatie. 4. Meer transparantie in de kosten van de behandeling, door gespecificeerde facturatie, zowel aan TWO als aan ouders. Bij het toekennen van de hulp door zorgaanbieder is het belangrijk dat de zorgaanbieder duidelijk aangeeft wat ze kunnen verwachten, kostenplaatje, medicatiecontrole. M.a.w. meer transparantie in de daadwerkelijke zorgverlening, behalen van resultaten, kosten, inzicht in tijdsduur, frequentie van behandelingen. Dit punt is in strijd met het feit dat we minder bureaucratie nastreven. High Trust, Low Tolerance, High Penalty. Andere optie is de High Penalty snel uit te werken. 5. Normaliseren en ontzorgen belangrijk. Personen zitten soms lang in een zorgtraject. Dan kan je je
Ambtelijke uitvraag: Alle punten zijn meegenomen in de aangescherpte uitgangspunten (lokale sturing, doorontwikkeling JGT’s en partnerschap), danwel meegenomen in de inkoopstrategie 2017. Vanuit de Raad: Punt 1 en 2: derhalve is er nu een aangescherpte notitie en is vanuit de notitie een inkoopstrategie beschreven. Punt 3: cliëntenparticipatie is expliciet opgenomen in de aangescherpte uitgangspunten. Punten 4,9, 10 en 11 worden meegenomen onder sturing en monitoring in het inkoopplan 2017. De punten 5 t/m 8 zijn meegenomen in de
6. 7.
8. 9.
10.
11. 12.
Zoeterwoude
14
afvragen of het nog nut heeft. De hulp die gegeven wordt, moet de ouder in staat stellen zelf verder te gaan. Duidelijk maken wat het verschil is tussen passende (realistische) zorg en optimale zorg. Investeren in gesprekstechnieken JGT om beter te kunnen afschalen en te normaliseren. De eigen verantwoordelijkheid van de cliënt voorop stellen.. Niet bezuinigingen op JGT’s Behoefte van de raden om eerder geïnformeerd te worden. Hier zit de lokale sturing van raden. Verder is er een sterke behoefte van de raad om geïnformeerd te worden door informele sessies. Op tijd de raden informeren als het mis gaat, bijv. noodzakelijke zorg kan niet geboden worden, financiën worden overschreden. Duidelijker maken hoe de kwaliteit wordt gemeten Hoe wordt de problematiek van de vluchtelingenkinderen opgepakt.
WMO Adviesraad: De WMO adviesraad geeft de volgende uitgangspunten mee (welke zij verder specificeren in een brief aan Holland Rijnland): 1. De basisgegevens op orde krijgen 2. De gegevens benutten voor de werkwijze JGT 3. Het functioneren van de JGT’s verder versterken Ambtelijke uitvraag: 1. Doen wat regionaal al is afgesproken i.p.v. allemaal nieuwe dingen bedenken 2. Aansluiting op lokaal niveau 3. Ontdubbelen aanbod 4. Z.s.m. afschalen 5. Doorontwikkeling JGT’s 6. Verwijsgedrag huisartsen 7. Samenwerking JGT/veiligheidsketen 8. Meer ambulante taken in JGT 9. Aansluiting onderwijs/zorg 10. Meer aandacht voor gezamenlijke verantwoordelijkheid in doorontwikkeling onderwijs/zorg 11. Binnen pool JGT’ers schuiven per gemeente aan de hand van behoefte/vraag 12. Aansluiting 18+/18‐
aangescherpte uitgangspunten (lokale sturing, doorontwikkeling JGT’s en partnerschap). Punt 12: krijgt een plek in het strategisch overleg jeugd. WMO Adviesraad: Deze punten zijn meegenomen in de aangescherpte uitgangspunten (doorontwikkeling JGT’s) en zullen worden meegenomen in het inkoopplan (onderdeel sturing en monitoring). Alle punten zijn meegenomen in de aangescherpte uitgangspunten (lokale sturing, doorontwikkeling JGT’s en partnerschap), danwel meegenomen in de inkoopstrategie 2017. Een aantal thema’s (veiligheid, 18+/18‐) worden ondergebracht in de werkgroepenstructuur van het strategisch overleg jeugd.
Vanuit de Raad: 1 Het beschikbare geld dient effectief besteed te worden 2 Waar mogelijk afschalen / trajecten jeugdhulp inkorten 3 Vraaggerichte zorg 4 Aandacht voor schuldhulpverlening 5 Meer PGB‐kennis bij het JGT 6 Onafhankelijke cliëntondersteuning 7 Aandacht voor cliëntparticipatie 8 Duidelijke kaders 9 Minder doorverwijzingen naar specialistische zorg 10 Flexibele contracten; voldoende ruimte voor nieuwe aanbieders 11 Indien mogelijk geen knip tussen PGB en ZIN
15
Vanuit de Raad: De punten 1, 2, 3, 5, 7, 8, 9 en 11 zullen worden meegenomen in het inkoopplan als uitwerking van de inkoopstrategie 2017. Het betreft met name doelstellingen waarover consensus bestaat. De punten 4, 6 en 10 krijgen een plek in het strategisch overleg jeugd.
Overzicht bestuurlijke overleggen Sociaal domein Datum: 23 april 2015
Overleg
Doelstelling
Huidige samenstelling
Data
Invulling
1. Bestuurlijke afstemmingsoverleg Sociaal Domein (voorheen stuurgroep 3D)
Sparren en klankborden over belangrijke thema’s in het Sociale Domein
portefeuillehouders per subregio (incl voorzitter pho) + portefeuillehouder werk centrumgemeente
12 maart 30 april 4 juni 2 juli 3 september 1 oktober 29 oktober 26 november
DenB Dhr. Mostert, dhr. de Roon LR Mw. Van Gelderen Dhr. Roeffen Rijnstreek Dhr. Schoonderwoerd Dhr. De Jager Optioneel op agendabasis: Mw. Damen
2. Bestuurlijk platform Bestuurlijke borging OGGZ gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de zorg en hulp aan mensen die leven in de marge van de samenleving zoals daklozen, ernstig verslaafden, overlastgevers, mensen met ernstige psychiatrische problemen, etc.
Portefeuillehouder zorg centrumgemeente + portefeuillehouders Alphen en Katwijk; voorts vertegenw.’s van zorgaanbieders, woningcorporaties, Zorgkantoor, politie.
Mw. Van Gelderen Dhr. De jager Dhr. Mostert Dhr. Gotink (Noordwijkerhout) Dhr. Den Boer (Oegstgeest)
Beleidsafstemming Regionale aanpak voortijdig schoolverlaten.
Wethouder RMC-gemeente Leiden, portefeuillehouder uit Duin- en Bollenstreek, DB-lid voor RBL ROC Leiden, ROC ID College, Samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs Leidse regio en Duin- & Bollenstreek
Dhr. De Wit
3. Regiegroep Voortijdig SchoolVerlaten
Mw. Van Gelderen Mw. Snuif Hillegom
4. Raad van Advies Zorgkantoor
Adviseert het Zorgkantoor
5. Bestuurlijk overleg
6. Bestuurlijk Overleg Werk
De gemeenten van Holland Rijnland en Zorg&Zekerheid hebben onlangs een samenwerkingsagenda vastgesteld. Afgesproken is 2 x per jaar een bestuurlijk overleg te houden om de voortgang van de samenwerking te bespreken. Aansturen decentralisatie Werk
7. Commissie Bouwen en opleiden
Stimuleren opleidingsplaatsen in de bouw en infra
8. Regionaal Platform Arbeidsmarkt Rijn Gouwe (RPA)
Platformfunctie regionale arbeidsmarkt Verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
samenwerkingsagenda gemeenten Holland Rijnland en Zorg&Zekerheid
Zorgkantoor, Zorgvragers, Zorgaanbieders, Gemeenten (voorzitter pho en plv. portefeuillehouder, praktische afspraak is dat beiden in principe komen.) Gemeenten (voorzitter pho) Zorg&Zekerheid
15 mei 17 juli 9 oktober 11 december 16.00 – 17.30 uur
Mw. Van Gelderen Mw. Pietersen (Nieuwkoop) eerste twee jaar Mw. Fles (Noordwijk) Tweede twee jaar
2x per jaar
Combineren met 4
Gemeenten (portefeuillehouder werk van centrumgemeente, Rijnstreek en Duinen Bollenstreek) en UWV
Mw. Damen Dhr. Mostert Dhr. Stegeman
Gemeenten, Opleidingsbedrijven, Fundeon, en Bouwend Nederland Werkgevers (KvK en VNO NCW) Werknemers (FNV), Beroepsonderwijs, Gemeenten Midden Holland en Holland Rijnland (portefeuillehouder Werk centrumgemeente, gemeente Alphen en een portefeuillehouder namens overige gemeenten)
Voorzitter pho EZ
Mw Damen Dhr Stegeman
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude
Oplegvel 1.
Onderwerp
2.
Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
3.
Regionaal belang
4.
Behandelschema:
DB Colleges PHO DB Gemeenteraad DB AB Gemeenteraad 5.
Advies PHO
Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland Q3 2015 De gemeenten hebben met Holland Rijnland een dienstverleningsovereenkomst afgesloten voor de uitvoering van het regionaal opdrachtgeverschap jeugdhulp De gemeenten van Holland Rijnland werken samen op het gebied van Jeugdhulp. Daartoe is de Tijdelijke Werkorganisatie Opdrachtgeverschap Jeugdhulp Holland Rijnland ingericht. De TWO is onder andere verantwoordelijk voor de contractering en monitoring van de Jeugdhulp, Er is sprake van een groot regionaal belang wegens de mate van samenwerking, die deels wettelijk is opgelegd. Het regionale belang wordt versterkt door de keuze voor het “verzekeringsmodel”, waarbij overschotten of tekorten in het regionale budget Jeugdhulp naar rato van de inbreng wordt toegedeeld. Datum: Datum: Datum: Adviserend Besluitvorm Informerend end
20 januari 2016 Februari 2016
1. Kennis te nemen van de kwartaalrapportage Q3 2015 2. Kennis te nemen van de stand van zaken m.b.t. de financiën, met inbegrip van de PGB’s 3. Kennis te nemen van de cijfers per gemeente via de link http://www.databankzh.nl/jeugdhulp-hollandrijnland/index.php 4. De definitieve kwartaalrapportage voor te leggen aan de colleges, ter bespreking op lokaal niveau.
[email protected] Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden Postbus 558, 2300 AN Leiden Telefoon (071) 523 90 90
www.hollandrijnland.net IBAN nr. NL87BNGH0285113992 KvK nr. 27365539 BTW nr. NL813768068B01
6.
Reden afwijking eerdere besluitvorming en wijze afwijken
n.v.t.
7.
Essentie van het voorstel (annotatie zoals op agenda staat)
8.
Inspraak
Met kwartaalrapportages geeft de regio inzicht in het verloop van de uitvoering van de Jeugdwet in de regio van Holland Rijnland. Deze rapportages bevatten gegevens over het aantal cliënten dat in zorg is en de kosten die hiervoor (naar schatting) zijn gemaakt. n.v.t.
9.
Financiële gevolgen
10.
Bestaand Kader
De uitputting van het budget, is deels niet inzichtelijk. Dit blijft aandachtspunt. De dekking komt verder onder druk wegens neerwaartse bijstellingen van het macrobudget Jeugd in de september- en decembercirculaire van het ministerie van BZK. De Jeugdwet Beleidskader : Hart voor de Jeugd Eerdere besluitvorming: PHO oktober 2015 - Kwartaalrapportage jeugdhulp Q2 2015
11.
Lokale context (in te vullen door griffier)
* weghalen wat niet van toepassing is
2
Adviesnota PHO Vergadering: Datum: Locatie: Agendapunt:
PHO Maatschappij 20 januari 2016 Kapelzaal (401), Stadhuis Leiden 05
Onderwerp: Kwartaalrapportage Jeugdhulp Q3 2015
Beslispunten: 1. Kennis te nemen van de kwartaalrapportage Q3 2015. 2. Kennis te nemen van de stand van zaken m.b.t. de financiën, met inbegrip van de PGB’s 3. Kennis te nemen van de cijfers per gemeente via de link http://www.databankzh.nl/jeugdhulp-holland-rijnland/index.php 4. De definitieve kwartaalrapportage voor te leggen aan de colleges, ter bespreking op lokaal niveau. Inleiding: Per kwartaal wordt een rapportage over de voortgang van de Jeugdhulp opgesteld. Deze rapportage moet inzicht geven in kwantitatieve ontwikkelingen met betrekking tot het aantallen cliënten per aanbieder en per gemeente en de uitputting van de financiële middelen. De rapportages Q1 en Q2 hebben veel reacties opgeleverd. Vooral positieve. Toch is er aanleiding voor verbetering gebleken. Daartoe is Tympaan Instituut betrokken om de verdere professionalisering van de monitoring vorm te geven. Dat was al met de rapportage Q2 merkbaar. Bij de rapportage Q3 is dit onder meer zichtbaar door een verbeterde wijze m.b.t. uitvraag en rapportage PGB’s. Verder is een start gemaakt met de digitalisering: de cijfers per gemeente zijn nu gedigitaliseerd op te vragen via de link: http://www.databankzh.nl/jeugdhulp-holland-rijnland/index.php De gemeenten in Holland Rijnland staan voor de omvangrijke operatie het beleid per 2017 te herijken, de samenwerking op regionaal niveau te herbevestigen, en om verder reliëf te geven aan het ingezette beleid. Zo betrouwbaar mogelijke monitoring, waaruit de trends nadrukkelijk kunnen worden afgeleid, tezamen met inzicht in cliëntenbetrokkenheid en – waardering is hierbij onontbeerlijk. Door de monitoring volledig te laten uitvoeren door een gespecialiseerd instituut, met backing van een klankbordgroep van de gemeenten en TWO, wordt beoogd deze kwaliteitsslag te bereiken. Inmiddels wordt gesproken of en hoe we monitoring kunnen en moeten uitbreiden. Het gaat dan om gegevens over doorlooptijd en duur van zorgtrajecten, ontwikkeling van wachtlijsten (kwantitatief en kwalitatief), waarbij wel de bedoeling is een evenwicht te vinden tussen investering en noodzaak. Doel is per Q1 2016 gegevens op dit vlak ter beschikking te hebben. Beoogd effect: De gemeenten te informeren over de voortgang van de jeugdhulp en de kwaliteit van de monitoring te verhogen en te vervolmaken.
3
Argumenten: 1. de kwartaalrapportage geeft inzicht in het aantal jeugdigen dat ondersteuning krijgt en de kosten die hiermee gepaard gaan. De gegevens in deze kwartaalrapportage laten zien dat het aantal jeugdigen dat wordt ondersteund door JGT’s in kwartaal 3 nog verder is toegenomen. De groei van specialistische hulp zonder verblijf lijkt te zijn afgevlakt. De hulp die plaatsvindt in het netwerk van de jeugdige is het meest toegenomen. De ontwikkeling van zorg met verblijf blijft stabiel. Het aantal jeugdigen met een maatregel jeugdbescherming of jeugdreclassering blijft afnemen. De budgetten zijn voor de meeste gemeenten nog niet voor 75% uitgeput, maar dit betreft alleen het beeld van de kosten die kunnen worden verzameld voor deze rapportage. De kosten PGB zijn in deze rapportage nauwkeurig onder de loep genomen en zijn vereenvoudigd, zodat een scherper beeld ontstaat. De kosten PGB lijken in de meeste gemeenten hoger uit te komen als het budget dat vanuit de middelen Jeugdhulp hiervoor was begroot. Wel neemt het aantal cliënten met een PGB af. Hoewel aandacht is besteed aan verbetering van de cijfers PGB kan, zo geeft Tympaan aan, geen kwaliteitsgarantie van de gegevens worden gegarandeerd. Intussen is ook duidelijk geworden dat het Rijk de regio Holland Rijnland via de septemberen decembercirculaires verder heeft gekort op het macrobudget. Wijziging budget Jeugd 2015: De meicirculaire gaf inzicht in de uitname WLZ. Het budget voor HR Jeugd werd € 104.188.102. In de septembercirculaire is er een wijziging en dit heeft te maken met de regeling voor compensatie woonplaatsbeginsel. Het budget HR Jeugd in de septembercirculaire bedraagt dan € 103.722.953. Dit is € 415.149 lager ten opzichte van de meicirculaire. De decembercirculaire laat zien dat het budget 2015 verder verlaagt met € 86.162 naar € 103.686.791. Dit komt doordat er een verschuiving heeft plaatsgevonden van de onderdelen Jeugd en Participatie naar het onderdeel WMO. Wijziging budget Jeugd 2016: In de mei en septembercirculaire is het budget voor HR Jeugd niet gewijzigd en bedraagt € 95.866.658. Het budget 2016 wijzigt in de decembercirculaire naar een bedrag van € 95.721.429, dit is € 145.229 lager en komt door een verschuiving van de onderdelen Jeugd en Participatie naar het onderdeel WMO. Verder wordt in de decembercirculaire aangegeven dat de aangekondigde wijziging om de ouderbijdrage die in de Jeugdwet is opgenomen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2016 te schrappen. De financiële gevolgen worden in de meicirculaire 2016 verwerkt. Kanttekeningen/risico’s: 1. absolute cijfers bestaan niet Er geldt de volgende winstwaarschuwing: de absoluut juiste cijfers bestaan niet. Het gaat er om een zo juist mogelijk beeld van de Jeugdhulp te geven waarbij vooral trends zichtbaar worden waarmee het beleid kan worden geëvalueerd en worden bijgestuurd. Financiën: Het macrobudget 2015 en 2016 is verder verlaagd met de september- en decembercirculaires van het Rijk. Deze cijfers zijn niet meer verwerkt in de begroting 2015 dan wel in de begroting 2016. Dit moet nog plaatsvinden. 4
Communicatie: N.v.t. Evaluatie: Na Q4 zal een bredere evaluatie kunnen plaatsvinden in het ambtelijk overleg Jeugd, gericht op verdere kwaliteitsverbetering in de kwartalen 2016. Bijlagen: Kwartaalrapportage jeugdhulp holland rijnland Q3 2015.
5
6
januari 2016 - redactie: A.M. van Essen ©Tympaan Instituut
Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
Samenvatting Het aantal jeugdigen dat ondersteund wordt door de JGT’s neemt in kwartaal 3 nog steeds toe in Holland Rijnland. De groei van de specialistische zorg zonder verblijf lijkt te zijn afgevlakt in het derde kwartaal. De hulp die plaatsvindt in het netwerk van de jeugdige is het meest toegenomen. De ontwikkeling van zorg met verblijf blijft stabiel. Het aantal jeugdigen met Jeugdbescherming en Jeugdreclassering lijkt op basis van de gegevens te blijven afnemen. De budgetten zijn in de meeste gemeenten nog niet voor 75% uitgeput. Dit betreft echter wel het beeld op basis van de kosten die voor deze kwartaalrapportage zijn verzameld. De kosten van de PGB’s lijken in de meeste gemeenten hoger uit te komen dan begroot bij de regio. Wel neemt het aantal cliënten met een PGB af. De kwaliteit van de gegevens over de PGB is niet gegarandeerd.
Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
IInhoud
blz
1Inleiding 1.1 1.2 1.3
Aanleiding Verschillen met rapportage kwartaal 2 (oktober 2015) Kwaliteit van het cijfermateriaal
1 1 2
2Zorg door jeugd- en gezinsteams 2.1
Algemeen
3
3Zorg zonder verblijf 3.1 3.2 3.3 3.4
Algemeen Ambulante jeugdhulp op locatie aanbieder Ambulante hulp in netwerk jeugdige Daghulp op locatie aanbieder
7 10 11 12
4Zorg met verblijf 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Algemeen Pleegzorg Gezinsgericht Gesloten plaatsing Overig verblijf
13 15 16 17 18
5Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, AMHK-Veilig Thuis
5.1 5.2
Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Jeugdbeschermingstafel
Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
21 23
6Budgetuitputting regionale jeugdhulp 6.1 6.2 6.3
Budgetuitputting per gemeente Budgetuitputting per perceel Regionale uitvoeringskosten
7Budgetuitputting PGB’s BBijlage
27 28 29
1Inleiding 1.1
Aanleiding In opdracht van de samenwerkende gemeenten in de regio Holland Rijnland heeft de Tijdelijke Werkorganisatie Opdrachtgeverschap Jeugdhulp (TWO) zorgaanbieders gecontracteerd die zorg leveren in het kader van de Jeugdwet. Voor 2015 onderhoudt TWO contacten met ruim 200 zorgaanbieders. Ongeveer 10% van deze aanbieders leveren uitsluitend zorgcontinuïteit. De overige 90% van de aanbieders leveren naast zorgcontinuïteit ook (nieuwe) zorg die in 2015 is gestart onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. In deze kwartaalrapportage vindt u informatie over het verloop van de uitvoering van de Jeugdwet in de regio Holland Rijnland. Deze rapportage bevat voorlopige gegevens over het aantal cliënten dat in zorg is en de kosten die hiervoor (naar schatting) zijn gemaakt. De gegevens over het aantal cliënten zijn afkomstig van de gemeenten (PGB’s), de Jeugdbeschermingstafel, de jeugd‐ en gezinsteams en 91% van de zorgaanbieders. Om te voorkomen dat zorgaanbieders administratief te zwaar worden belast, zijn kleinere aanbieders (8%) niet verzocht om cliëntaantallen te leveren. De gegevens over de kosten zijn gebaseerd op betaalde facturen en de voorlopige kostenopgave van bevoorschotte zorgaanbieders. Op basis hiervan kan een goede indicatie worden gegeven van de kosten in het eerste kwartaal. De gegevens in deze rapportage worden gepresenteerd aan de hand van de landelijke iJW productcategorieën. Het onderstaande overzicht laat zien in welke hoofdstukken welke productcategorieën terugkomen. ijw productcategorieën
hoofdstuk
zonder verblijf: uitgevoerd door wijk‐ of buurtteam
2
zonder verblijf: ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder
3
zonder verblijf: daghulp op locatie van de aanbieder
3
zonder verblijf: jeugdhulp in het netwerk van de jeugdige
3
met verblijf: pleegzorg
4
met verblijf: gezinsgericht
4
met verblijf: gesloten plaatsing
4
met verblijf: overig residentieel
4
De gegevens per gemeente zijn hier databankzh.nl te vinden.
1.2
Verschillen met rapportage kwartaal 2 (oktober 2015) Er zitten tussen de hier gepresenteerde cijfers over de kwartalen 1 en 2, en de cijfers die eerder zijn gepubliceerd verschillen. Deze verschillen zitten met name in de cliëntenaantallen. Dit heeft meerdere oorzaken:
Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
Er zijn aanbieders die met terugwerkende kracht aanpassingen bij ons hebben aangeleverd. Dit betreft zowel cliëntenaantallen als in welke vormen van zorg deze cliënten thuishoren. Er zijn aanbieders die alsnog gegevens over de kwartalen 1 en 2 hebben geleverd. Het macrobudget is in september 2015 verlaagd vanwege compensatie van het woonplaatsbeginsel.
1.3
Kwaliteit van het cijfermateriaal De gegevens die in deze rapportage worden gepresenteerd zijn aangeleverd door de zorgaanbieders zelf. Zij hadden daarbij de keuze om gebruik te maken van het speciale format van Holland Rijnland en van het format dat zij ook gebruiken voor de aanlevering aan het CBS. Het is op dit moment niet mogelijk met zekerheid te zeggen of aanbieders de juiste gegevens aanleveren. De nu aangeleverde gegevens laten in ieder geval zien dat er: Soms geen aansluiting is tussen het eerste en tweede kwartaal. Dus dat het aantal jeugdigen dat in zorg is in kwartaal 3 hoger of lager is dan verwacht op basis van kwartaal 2. Ten opzichte van de vorige rapportage is dit wel sterk verbeterd. Soms geen aansluiting is tussen de kosten die aanbieders opgeven bij zorgproducten en cliënten die ze opgeven bij deze zorgproducten. Bijvoorbeeld: een aanbieder geeft € 12.000,00 aan kosten op voor een bepaald zorgproduct voor een bepaalde gemeente, maar geeft vervolgens geen cliënten op voor deze gemeente. Soms zaken nog niet geregistreerd worden, zoals reden van afsluiting of verwijzer. Bij sommige aanbieders is dit bij de ene cliënt wel geregistreerd en bij de andere niet. Sommige aanbieders registeren dit helemaal nog niet. Cijfers zoals aangeleverd bij Holland Rijnland niet gelijk zijn aan de gegevens gepubliceerd door het CBS. Het is belangrijk om hier rekening mee te houden bij het lezen van de rapportage. Het is met name belangrijk om de hier gepresenteerde gegevens als voorlopig te zien. De cijfers zijn wel bruikbaar genoeg om te laten zien welke vormen van hulp vooral worden gegeven en welke eerste ontwikkelingen zichtbaar zijn in het eerste drie kwartalen. Bijzonderheden rond de gegevensaanlevering die van toepassing zijn op een bepaalde grafiek of tabel staan daar ook steeds gemeld.
2 Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
2Zorg door jeugden gezinsteams 2.1
Algemeen In 2015 zijn 24 jeugd‐ en gezinsteams (JGT’s) gestart in alle gemeenten in de regio Holland Rijnland. Bij het JGT kunnen ouders en kinderen (in tegenstelling tot de andere hulpvormen van deze kwartaalrapportage) rechtstreeks terecht. De onderstaande figuren zijn gemaakt op basis van de voorlopige cijfers van het JGT over de eerste drie kwartalen van 2015. In totaal zijn er aan het eind van kwartaal 3 bijna 3.700 cliënten in zorg bij het JGT. In het derde kwartaal zijn er zo’n 980 nieuwe cliënten bijgekomen en 500 cliënten beëindigd. Het aantal gestarte cliënten ligt in het derde kwartaal beduidend lager dan in de eerste twee kwartalen. Het aantal cliënten dat is gestart, is in de meeste gemeenten lager dan in het eerste kwartaal. Daarbij moet wel worden aangetekend dat er 410 cliënten geen startdatum hebben en dat het dus lastig te bepalen is in welk kwartaal deze cliënten zijn gestart (figuur 1). Figuur 2 laat zien dat het aantal cliënten dat in zorg is bij de JGT’s wel hoger is in kwartaal 2. Dit komt doordat er tot nu toe weinig cliënten zijn beëindigd. In de rapportage van de JGT’s zelf kwam naar voren dat de meeste teams een volle caseload hebben en dat ze van het begin af aan toeloop hebben. Dit komt ook naar voren uit de cijfers. Figuur 1 laat zien dat verhoudingsgewijs de meeste cliënten zijn gestart bij het JGT in Kaag en Braassem. Dit is opvallend omdat het geen gemeente is waar veel specialistische hulp wordt gegeven (figuren 7 en 14). Wat verder opvalt is het hoge aandeel volwassen cliënten dat in deze gemeente is geregistreerd en zeker volwassenen geboren voor 1960. Dit betreft 67 cliënten (19%). In totaal werden er in Holland Rijnland maar 125 cliënten geregistreerd met een geboortedatum van voor 1960 (2%). Uit de rapportage van de JGT’s komt naar voren dat Kaag en Braassem met een 0-100 jaar team werkt en niet met een apart jeugdteam. Het lijkt erop dat de cijfers over de Wmo-cliënten ook in de jeugdcijfers zijn opgenomen. Verder is het opvallend dat in Teylingen relatief weinig cliënten zijn gestart bij het JGT, terwijl zij in vergelijking met de andere gemeenten relatief veel cliënten met specialistische hulp (zonder verblijf) heeft (figuur 6). Het aandeel cliënten bij de JGT’s neemt wel toe. Noordwijkerhout is de enige gemeente waarvan het aandeel cliënten bij de JGT’s afnam in het derde kwartaal. Dit is een gemeente met een hoog aandeel jeugdigen met specialistische hulp zonder verblijf.
Figuur 1
Aantal cliënten JGT op de laatste dag van het kwartaal per 100 0-17-jarigen
6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%
kw1 1
kw2
kw3
De cliënten zonder startdatum zijn in deze cijfers niet meegenomen
Figuur 2
Aantal trajecten bij JGT’s in Holland Rijnland (gestart, beëindigd en in zorg)1, 2
4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0
aantal gestarte trajecten aantal beëindigde trajecten aantal trajecten in zorg op laatste dag van de maand 1 2
Dit is exclusief cliënten met een adres buiten de regio. Dit is exclusief 371 cliënten zonder startdatum die nog niet zijn afgesloten.
In het bestand dat de JGT’s hebben aangeleverd staan dezelfde categorieën verwijzers als naar de specialistische hulp. Er is daarom geen informatie meer beschikbaar over hoeveel jeugdigen via school en JGZ naar het JGT zijn toegeleid. Ook is het aantal cliënten met een onbekende verwijzer toegenomen.
4 Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
Figuur 3
Verwijzers naar het JGT
60% 50% 40% 30%
20% 10% 0%
kwartaal 1
kwartaal 2
kwartaal 3
Figuur 4 laat zien dat het aantal cliënten dat volgens plan is afgesloten, is toegenomen in kwartaal 3 en er zijn minder cliënten in overeenstemming voortijdig beëindigd.
Figuur 4
Reden beëndiging ondersteuning JGT
80% 70%
60% 50% 40% 30% 20%
10% 0%
kwartaal 1
kwartaal 2
kwartaal 3
6 Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
3Zorg zonder verblijf 3.1
Algemeen In deze rapportage worden de categorieën aangehouden zoals ze ook door het CBS worden gehanteerd. Dit betekent dat er twee soorten specialistische ondersteuning zijn: zorg zonder verblijf en zorg met verblijf. Met specialistische ondersteuning wordt bedoeld dat cliënten er niet rechtstreeks naartoe kunnen. Ze hebben een verwijzing nodig van een arts, het JGT of een gecertificeerde instelling (bijvoorbeeld Jeugdbescherming Zuid-West). Binnen zorg zonder verblijf zijn er drie hoofdvormen: ambulante hulp op locatie aanbieder; ambulante hulp in netwerk jeugdige; daghulp op locatie aanbieder. De keuze voor het onderscheid heeft te maken met de transformatie. De nieuwe indeling maakt namelijk geen onderscheid naar de oude bloedgroepen AWBZ, J-GGZ en Jeugd- en opvoedhulp. Ambulante hulp op locatie aanbieder kan zodoende zowel een gesprek zijn met een psycholoog, een sociale vaardigheidstraining (SOVA) als een gesprek met de gezinscoach. Kenmerkend voor het type zorg is dat het kortdurend (niet meer dan enkele uren per keer) op de locatie van de aanbieder is. Ambulante hulp in netwerk jeugdige kenmerkt zich door begeleiding van jeugdigen bij hun eigen activiteiten. Dit kan bijvoorbeeld thuis zijn, maar ook op andere locaties. De hulp kan uiteenlopen van 1 tot 24 uur per dag. Daghulp op locatie aanbieder is hulp die plaatsvindt op de locatie van de aanbieder en minimaal een dagdeel duurt. Het kan gaan om dagbesteding en dagstructurering, maar ook om multidisciplinaire behandeling. Figuur 5 laat het aantal cliënten zien met een vorm van zorg zonder verblijf. In de volgende paragrafen worden de afzonderlijke vormen besproken.
Figuur 5
Zorg zonder verblijf: aantal cliënten in zorg en beëindigd in Holland Rijnland
6.000 5.000 4.000 3.000 2.000
1.000 0 kw4-14
kw1-15
kw2-15
kw3-15
aantal gestarte trajecten aantal beëindigde trajecten aantal trajecten in zorg op laatste dag van kwartaal
Er zijn in kwartaal 3 minder jeugdigen gestart met een vorm van zorg zonder verblijf dan in kwartaal 2. Het aantal cliënten dat werd afgesloten is iets hoger. Er werden meer cliënten gestart dan afgesloten. De groei van de jeugdhulp zonder verblijf lijkt wat af te vlakken. Figuur 6 laat het totaal aantal cliënten zien dat aan het einde van het kwartaal in zorg is, afgezet tegen het aantal 0-17-jarigen in een gemeenten.
Figuur 6
Zorg zonder verblijf: aantal cliënten per 100 0-17-jarigen in zorg
8 7 6 5 4 3 2 1 0
kw4-14
kw1-15
kw2-15
kw3-15
Teylingen en Noordwijkerhout hebben, in vergelijking met de overige gemeenten, veel jeugdigen met een vorm van zorg zonder verblijf. In de meeste gemeenten is te zien dat het aantal jeugdigen met een vorm van zorg zonder verblijf wat toeneemt. Dit betekent niet per se dat jeugdigen in deze twee gemeenten vaker behoefte hebben aan zorg. Het kan ook zijn dat ze, in vergelijking met andere gemeenten, vaker gebruikmaken van de bevoorschot-
8 Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
te organisaties en minder van de vrijgevestigden of van PGB’s. Dit wordt pas duidelijk na het eerste jaar. Verder hebben sommige aanbieders, waaronder Childpoint, op dit moment niet de administratieve mogelijkheid om cliënten af te sluiten. Met name Noordwijkerhout heeft veel cliënten bij deze aanbieder.
Figuur 7
Zorg zonder verblijf: verwijzers van gestarte trajecten
60% 50% 40% 30%
20% 10% 0%
via arts
via jgt
via gecertificeerde instelling
kw1
kw2
onbekend
kw3
Figuur 7 laat zien dat het JGT vaker de verwijzer wordt van zorg zonder verblijf dan in kwartaal 1. Het aandeel cliënten dat via een arts is gestart, is afgenomen. In het volgende kwartaal moet blijken of dit de daadwerkelijke trend is. Dat het aandeel cliënten dat via de JGT’s komt stijgt, lijkt een goede ontwikkeling. Het is echter wel nodig om na te gaan dat het JGT goed onderscheid blijft maken tussen welke ondersteuning het zelf kan leveren en welk deel richting de specialistische hulp moet.
Figuur 8
Zorg zonder verblijf: reden afsluiting
80% 70% 60% 50% 40%
30% 20% 10% 0%
volgens plan
niet volgens plan kw1
kw2
kw3
onbekend
Een ruime meerderheid van de cliënten wordt volgens plan afgesloten. Het aantal cliënten waarvan de reden van afsluiting niet bekend is, is gelukkig fors afgenomen.
3.2
Ambulante jeugdhulp op locatie aanbieder Figuur 9
Ambulante hulp op locatie aanbieder
5.000 4.000 3.000 2.000 1.000
0 kw4-14
kw1-15
kw2-15
kw3-15
aantal gestarte trajecten aantal beëindigde trajecten aantal trajecten in zorg op laatste dag van kwartaal
Ambulante hulp op locatie aanbieder is de categorie hulp waarvan verreweg de meeste jeugdigen gebruikmaken. Grootste aanbieders binnen deze vorm zijn de GGZ-aanbieders, bijvoorbeeld Rivierduinen, waar aan het eind van kwartaal 2 ruim 2.100 cliënten in zorg waren (zie bijlage cliënten per aanbieder voor details). Dyslexiezorg heeft hier een fors aandeel in. Ambulante hulp op locatie aanbieder is gestegen in het eerste halfjaar. De groei lijkt wat af te zwakken. Tabel 1 Ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder per gemeente in kwartaal 3 gemeente
in zorg op 1 juli 2015
gestart in kwartaal
beëindigd in kwartaal
1.005
143
144
hillegom
161
33
19
kaag en braassem
219
20
30
katwijk
586
93
88
leiden
845
111
130
leiderdorp
199
32
28
lisse
161
33
21
nieuwkoop
196
21
26
noordwijk
189
24
18
noordwijkerhout
196
20
18
oegstgeest
204
18
26
teylingen
409
52
42
alphen aan den rijn
zoeterwoude holland rijnland
59
6
11
4.429
606
601
10 Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
3.3
Ambulante hulp in netwerk jeugdige Figuur 10
Zorg zonder verblijf: jeugdhulp in netwerk jeugdige
1.000 800 600 400
200 0 kw4-14
kw1-15
kw2-15
kw3-15
aantal gestarte trajecten
aantal beëindigde trajecten aantal trajecten in zorg op laatste dag van kwartaal
Het aantal jeugdigen met een vorm van hulp in het eigen netwerk dat op enig moment in zorg is, is toegenomen. Er is met name een toename van cliënten bij Inzowijs en Prodeba. Het aantal cliënten bij Cardea nam juist wat af. De daling tussen kwartaal 1 en 2 wordt veroorzaakt doordat Cardea over kwartaal 2 minder cliënten heeft opgegeven dan op basis van de in- en uitstroom van kwartaal 1 werd verwacht. Tabel 2 Zorg zonder verblijf: jeugdhulp in het netwerk van de jeugdige gemeente alphen aan den rijn
in zorg op 1 juli 2015
gestart in kwartaal
beëindigd in kwartaal
212
67
64
hillegom
32
9
7
kaag en braassem
46
21
19
katwijk
128
23
22
leiden
195
62
32
leiderdorp
35
16
9
lisse
30
8
6
nieuwkoop
45
9
9
noordwijk
26
11
5
noordwijkerhout
19
9
5
oegstgeest
27
10
6
teylingen
53
21
10
6
3
2
854
269
196
zoeterwoude holland rijnland
3.4
Daghulp op locatie aanbieder Figuur 11
Zorg zonder verblijf: daghulp op locatie aanbieder
500 400 300 200 100
0 kw4-14
kw1-15
kw2-15
kw3-15
aantal gestarte trajecten aantal beëindigde trajecten aantal trajecten in zorg op laatste dag van kwartaal
Ongeveer de helft van de cliënten krijgt daghulp van Cardea. Van de gestarte cliënten komt ongeveer 60% via de JGT’s en 30% via gecertificeerde instellingen. Doordat het aantal gestarte cliënten wat hoger ligt dan het aantal afgesloten cliënten, neemt de vraag naar deze vorm van hulp toe in het eerste halfjaar; in het derde kwartaal is er sprake van een daling. Tabel 3 Zorg zonder verblijf: daghulp op locatie van de aanbieder gemeente
in zorg op 1 juli 2015
gestart in kwartaal
beëindigd in kwartaal
alphen aan den rijn
90
7
23
hillegom
24
3
9
kaag en braassem
19
3
6
katwijk
81
12
16
leiden
99
26
21
leiderdorp
35
3
9
lisse
17
3
3
nieuwkoop
15
2
5
noordwijk
17
1
3
noordwijkerhout
14
3
2
6
3
2
23
4
4
5
1
2
445
71
105
oegstgeest teylingen zoeterwoude holland rijnland
12 Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
4Zorg met verblijf 4.1
Algemeen Zorg met verblijf betreft de twee vorm van specialistische ondersteuning. Het betreft hier alle vormen van zorg waarbij overnacht wordt. Dit betekent dat het uiteenloopt tussen af en toe een weekend logeren om het gezin te ontlasten tot jeugdigen die gedwongen worden opgenomen. Binnen de zorg met verblijf zijn vier hoofdvormen te onderscheiden. Pleegzorg, oftewel jeugdigen die verblijven in een pleeggezin. Het gaat hier om zowel permanent verblijf als vakantie-/weekendopvang. Gezinsgericht verblijf betreft alle vormen van verblijf die de gezinssituatie benaderen. Het kan gaan om zorgboerderijen en logeerhuizen, maar ook om gezinshuizen. Gesloten plaatsing. Dit betreft jeugdigen die gedwongen zijn opgenomen met een machtiging gesloten jeugdzorg of een machtiging BOPZ. Dit betreft bijvoorbeeld jongeren die zijn opgenomen in Schakenbosch. Overig verblijf. Dit betreft verblijf dat niet in de bovenstaande categorieën valt. Figuur 12 laat zien dat het aantal jeugdigen dat gebruikmaakt van een vorm van zorg met verblijf ongeveer gelijk blijft in het eerste halfjaar van 2015.
Figuur 12
Zorg met verblijf: totaal aantal cliënten in zorg en beëindigd per kwartaal
800 700 600 500 400 300 200 100 0 kw4-14
kw1-15
kw2-15
kw3-15
aantal gestarte cliënten aantal beëindigde cliënten aantal cliënten in zorg op laatste dag van kwartaal
Figuur 14 laat zien dat, in vergelijking met zorg zonder verblijf, maar weinig jeugdigen gebruikmaken van zorg met verblijf. In Leiden en Alphen aan den Rijn is dit nog minder dan 1 op de 100, in Oegstgeest zelfs maar 1 op de 1.000. Bij zorg met verblijf is soms de locatie van de jeugdige bepalend en niet waar de jeugdige vandaan komt. Dan wordt bijvoorbeeld de gemeente waar de jeugdige in een pleeggezin verblijft opgegeven en niet de plek waar de jeugdige oorspronkelijk vandaan komt. Dit maakt het wat lastig om te bepalen wat precies de behoefte is per gemeente.
Figuur 13
Zorg met verblijf: aantal cliënten per 100 jeugdigen in zorg per kwartaal
1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0
kw4-14
kw1-15
kw2-15
kw3-15
Figuur 14 Zorg met verblijf: verwijzers gestarte trajecten 70% 60% 50%
40% 30% 20% 10% 0% via arts
via gecertificeerde instelling kw1
kw2
via jgt
onbekend
kw3
In kwartaal 3 is van opvallend veel cliënten niet bekend wie de verwijzers was voor zorg met verblijf.
14 Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
Figuur 15
Zorg met verblijf: reden beëindiging zorg
80% 70% 60%
50% 40% 30% 20% 10% 0% volgens plan
niet volgens plan kw1
kw2
onbekend
kw3
In vergelijking met zorg zonder verblijf is minder goed geregistreerd hoe cliënten zijn afgesloten.
4.2
Pleegzorg Figuur 16
Zorg met verblijf: pleegzorg
400 350 300 250 200 150 100 50 0 kw4-14
kw1-15
kw2-15
kw3-15
aantal gestarte cliënten aantal beëindigde cliënten aantal cliënten in zorg op laatste dag van kwartaal
Het aantal jeugdigen dat gebruikmaakt van pleegzorg is vrij stabiel in het eerste halfjaar; er is een kleine stijging. Bijna alle jeugdigen zijn in zorg bij pleegouders van Horizon, een klein gedeelte, ongeveer 10%, bij pleegouders van Jeugdformaat of andere aanbieders.
Tabel 4 Zorg met verblijf: pleegzorg gemeente
in zorg op 1 juli 2015
gestart in kwartaal
beëindigd in kwartaal
107
3
3
hillegom
15
3
kaag en braassem
14
0
1
katwijk
50
0
0
leiden
96
4
5
leiderdorp
17
0
0
lisse
13
0
0
nieuwkoop
29
noordwijk
9
0
0
noordwijkerhout
9
0
0
oegstgeest
3
0
0
14
1
1
11
16
alphen aan den rijn
teylingen zoeterwoude
7
holland rijnland
4.3
6
383
Gezinsgericht Figuur 17
Zorg met verblijf: gezinsgericht
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 kw4-14
kw1-15
kw2-15
kw3-15
aantal gestarte cliënten aantal beëindigde cliënten aantal cliënten in zorg op laatste dag van kwartaal
In totaal hebben tussen de 70-80 jeugdigen in Holland Rijnland een vorm van gezinsgericht verblijf ontvangen in het tweede kwartaal. De in- en uitstroom betreft kleine aantallen. Deze vorm van zorg wordt nagenoeg uitsluitend aangeboden door de instellingen jeugd- en opvoedhulp. Daarnaast zijn er enkele jeugdigen bij Gemiva in zorg. De instroom komt vanuit de JGT’s en gecertificeerde instellingen.
16 Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
Tabel 5 Zorg met verblijf: gezinsgericht gemeente
in zorg op 1 april 2015
alphen aan den rijn
gestart in kwartaal
beëindigd in kwartaal
32
1
2
hillegom
3
1
2
kaag en braassem
8
0
5
katwijk
1
2
1
leiden
19
1
1
leiderdorp
4
0
2
lisse
1
0
0
nieuwkoop
3
1
1
noordwijkerhout
2
1
2
oegstgeest
1
0
0
teylingen
9
0
0
83
7
16
noordwijk
zoeterwoude holland rijnland
4.4
Gesloten plaatsing Figuur 18
Zorg met verblijf: gesloten plaatsing
35 30 25
20 15 10 5
0 kw4-14
kw1-15
kw2-15
kw3-15
aantal gestarte cliënten aantal beëindigde cliënten aantal cliënten in zorg op laatste dag van kwartaal
Het aantal jeugdigen dat gesloten is geplaatst, is nagenoeg gelijk gebleven. Het betreft slechts hele kleine aantallen. Het betreft echter wel een zeer dure vorm van zorg, dus kleine veranderingen zijn wel bepalend voor het budget. Uit de cijfers van de plaatsingscoördinator ZuidWest zijn er in kwartaal 3 4 jeugdigen geplaatst, de zorgaanbieders hebben 5 jeugdigen opgegeven.
Tabel 6 Zorg met verblijf: gesloten plaatsing gemeente
in zorg 1 april 2015
gestart in kwartaal
4
1
alphen aan den rijn hillegom
beëindigd in kwartaal
1
kaag en braassem
1
katwijk
3
leiden
9
leiderdorp
1
lisse
1
1 2 1
1
nieuwkoop noordwijk
1
1
noordwijkerhout
2
2
oegstgeest
2
1
teylingen
6
1
3
30
5
10
zoeterwoude holland rijnland
4.5
Overig verblijf Figuur 19
Zorg met verblijf: overig
250 200 150 100 50 0 kw4-14
kw1-15
kw2-15
kw3-15
aantal gestarte cliënten aantal beëindigde cliënten aantal cliënten in zorg op laatste dag van kwartaal
Zowel de instroom als de uitstroom zijn over beide kwartalen vrij stabiel. Overig verblijf vindt bij zowel instellingen jeugd- en opvoedhulp, GGZ als zorgaanbieders die zich richten op jeugdigen met een beperking plaats.
18 Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
Tabel 7 Zorg met verblijf: overig verblijf gemeente
in zorg 1 juli 2015
gestart in kwartaal
beëindigd in kwartaal
56
10
20
hillegom
7
2
3
kaag en braassem
8
5
6
katwijk
27
9
2
leiden
53
13
16
8
2
4
lisse
11
1
3
nieuwkoop
15
1
3
noordwijk
8
1
1
noordwijkerhout
5
4
2
oegstgeest
1
17
2
teylingen
5
1
2
zoeterwoude
0
2
0
204
68
64
alphen aan den rijn
leiderdorp
holland rijnland
20 Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
5Jeugdbescherming
en Jeugdreclassering, AMHK-Veilig Thuis
5.1
Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Het aantal jeugdigen in de Jeugdbescherming is licht afgenomen. Het aantal preventieve cliënten nam tijdens kwartaal 3 toe naar 93 cliënten. Hiervan waren er 33 al in zorg in kwartaal 2 en zijn er 60 nieuw gestart. Aan het eind van kwartaal 3 waren er nog 74 jeugdigen in zorg.
Figuur 20
(Voorlopige) Ondertoezichtstelling
500 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0 kw4-14
kw1-15
kw2-15
kw3-15
ots gestart
afgesloten
in zorg op laatste dag van kwartaal
Figuur 21
(Voorlopige) Voogdij
200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0
kw4-14 gestart
kw1-15 afgesloten
Figuur 22
kw2-15
kw3-15
in zorg op laatste dag van kwartaal
Jeugdreclassering
160 140 120
100 80 60 40 20 0 kw4-14 gestart
kw1-15 afgesloten
kw2-15
kw3-15
in zorg op laatste dag van kwartaal
22 Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
Figuur 23
Activiteiten preventief justitieel kader
80 70 60
50 40 30 20 10 0 kw4-14 gestart
kw1-15
kw2-15
afgesloten
kw3-15
in zorg op laatste dag van kwartaal
Tabel 8 Aantal jeugdigen in de Jeugdbescherming en Jeugdreclassering aan het eind van kwartaal 3 ots alphen aan den rijn
jeugdreclassering
65
41
hillegom
13
7
4
kaag en braassem
31
4
4
katwijk
60
21
21
leiden
108
28
41
leiderdorp
15
4
2
lisse
14
6
6
nieuwkoop
34
8
4
noordwijk
14
10
6
9
2
3
oegstgeest
12
1
4
teylingen
13
15
9
3
2
0
445
173
145
noordwijkerhout
zoeterwoude holland rijnland
5.2
voogdij
119
Jeugdbeschermingstafel Er zijn in de eerste drie kwartalen zo’n 100 casussen uit Holland Rijnland door de Jeudbeschermingstafel behandeld. Daarnaast waren er zo’n 8 casussen behandeld buiten de regio (met name uit Voorschoten). JGT, Jeugdbescherming West, Raad voor de Kinderbescherming en Veilig Thuis zijn de belangrijkste melders (figuur 25). Melders vragen in ruim de helft van de gevallen om een verzoek tot onderzoek Kinderbeschermingsmaatregel (VTO/KB). In zo’n 20% van de gevallen is er gevraagd om een gezagsbeëindigende maatregel en in 11% van de gevallen om een uithuisplaatsing (verleningsbesluit). Ten slotte is er in
11% van de gevallen een melding bij de Jeugdbeschermingstafel gedaan omdat de vrijwillige hulpverlening moeilijk tot stand komt (VTH)1. Ruim 60% van de aangemelde kinderen is jonger dan 12 jaar of ongeboren.
Figuur 24
Aantal casussen jeugdbeschermingstafel
30 25 20 15
10 5 0
1
Meer informatie over de verschillende maatregelen is te vinden op: jeugdbeschermingstafel.nl
24 Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
Figuur 25
Melders casussen Jeugdbeschermingstafel 4% 1% 1% 1%
17%
26%
21%
23% 1%3% 2%
bjz voor 2015
cardea
jb west
jgz
jgz/cardea
leger des heils
nidos
raad voor de kinderbescherming
veilig thuis
wsg
jb rotterdam rijnmond
Figuur 26
Reden voor melding
11% 19%
1%
1%
11%
2% 55%
gbm
gbm en vto ongeboren
vth
vto en herstel ouderlijk gezag
vto/kb
nwb
verleningsbesluit
26 Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
6Budgetuitputting regionale jeugdhulp 6.1
Budgetuitputting per gemeente Figuur 27
Begrote kosten afgezet tegen de gemaakte kosten1
holland rijnland zoeterwoude teylingen oegstgeest noordwijkerhout noordwijk
nieuwkoop lisse leiderdorp
leiden katwijk kaag en braassem hillegom alphen aan den rijn 0%
10%
20%
30%
budgetuitputting t/m kw2 1
40%
50%
60%
70%
80%
90% 100%
budgetuitputting t/m kw3
In Holland Rijnland zijn hier alleen kosten opgenomen die omgeslagen kunnen worden naar de afzonderlijke gemeente. De budgetuitputting in deze figuur ligt daarom iets lager dan in tabel 11.
Figuur 27 laat zien dat drie gemeenten in de eerste drie kwartalen meer dan 75% van de begrote kosten al gemaakt hebben volgens de opgave van de zorgaanbieders. Dit zijn ook gemeenten die relatief veel kosten hebben gemaakt in kwartaal 3 (28-32%).
6.2
Budgetuitputting per perceel Tabel 9 Budgetuitputting per perceel begroot
kosten t/m kw3 percelen 1 t/m 7
resterend
€
budgetuitputting %
veiligheid, jeugdreclassering en opvang jeugd iv3: f683 perceel 3 kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
8.219.351
4.364.652
3.854.699
53
amhk-veilig thuis
1.956.733
1467549
489.183
75
25.181.470
20.261.368
4.920.102
80
perceel 2 gesloten jeugdzorg (jeugdzorgplus)
3.729.179
2.014.225
1.714.954
54
perceel 4 eed (dyslexie)
2.144.190
1.566.653
577.537
73
perceel 5 basis ggz
13.041.670
587.634
12.454.036
5
perceel 6 specialistische ggz
15.237.309
17.829.336
2.592.027
117
9.046.983
8.282.724
764.259
92
230.669
121.776
108.893
53
494
0
494
0
80.035.892
56.495.917
23.539.975
71
individuele voorzieningen natura jeugd iv3: f682 perceel 1 jeugd- en opvoedhulp
perceel 7 verstandelijk beperkten zorg zittend vervoer onvoorzien regionaal totaal regionale jeugdhulp
Op basis van tabel 11 zou kunnen worden geconcludeerd dat de uitgaven op schema liggen. Het is echter belangrijk om te realiseren dat nog niet alle kosten die gemaakt zijn voor kwartaal 3 ook al bekend zijn. Het is belangrijk om te zien dat perceel 1 wel al over de 80% gemaakte kosten zit. Dit is een perceel waarin ook de meeste kosten zijn begroot. Voor de GGZ geldt dat, als de percelen 5 en 6 samen worden genomen de budgetuitputting hier ongeveer op 65% zit. Verder betreft dit de opgaven van aanbieders, niet hun definitieve afrekening. In tabel 9 is geen rekening gehouden met het werk dat op dit moment onderhanden is bij de vrijgevestigden. Voor de vrijgevestigden is 2,5 miljoen euro begroot. Dat is gelijk aan ongeveer 2,4% van de totale begroting jeugdhulp. De prognose is dat de realisatie hoger zal uitvallen dan de begroting. De WLZ-uitname is reeds verwerkt in de begroting en de begroting voor perceel 7 is aangepast door geld uit de post onvoorzien over te hevelen. Ook vanwege de omzetting van PGB naar ZIN. Desalniettemin zit de budgetuitputting voor dit perceel over de 90%. Ook is er nog geen volledig beeld van de posten zorgcontinuïteit voor zover die zorg wordt geleverd door aanbieders waar geen contract mee is.
28 Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
6.3
Regionale uitvoeringskosten Tabel 10 Regionale uitvoeringskosten1 regionale uitvoeringskosten
begroting excl. btw
kosten q1 t/m q3 en verplichtingen
resterend
€
btw q1 t/m q3 budgetuitputting %
€
salarissen/detachering two
485.807
408.425
77.381
84
69.896
overige goederen en diensten
200.000
90.095
109.904
455
18.920
80.000
16.961
63.038
21
3.561
765.807
515.482
250.324
67
108.251
85.050
59.219
25.830
69
12.436
sp 71 juridische zaken
105.000
28.291
76.708
26
5.941
sp 71 financien
349.450
84.738
264.711
24
17.795
38.500
35.777
2.722
92
7.513
jeugdbeschermingtafel totaal deel holland rijnland sp 71 inkoop
sp 71 servicedesk sp 71 ict ondersteuning sp 71 management totaal sp71 totaal uitvoeringskosten
45.900
45.900
11.250
1.538
9.712
13
9.639 322
589.250
255.466
333.783
43
53.647
1.355.057
770.948
584.108
56
161.899
Binnen de regionale uitvoeringskosten is een onderscheid te maken in salariskosten en uitvoeringskosten die de Tijdelijke Werkorganisatie Opdrachtgeverschap Jeugdhulp (TWO) maakt en de kosten die Servicepunt 71 (SP71) maakt voor de aan hen door middel van de DVO opgedragen taken. Het beeld van de uitgaven kent een verschil met de cijfers uit de kwartaalrapportages 1 en 2. De prognose voor de kosten aan salarissen/detachering is dat gedurende het jaar 2015 deze post overschreden gaat worden. Gelet op de hoge werkdruk binnen de TWO is de bezetting in kwartaal 3 tijdelijk uitgebreid. Er zijn door de TWO incidentele kosten gemaakt voor de organisatie van bijeenkomsten met gemeenten en zorgaanbieders met hun accountants en voor extern advies. Deze bijeenkomsten vonden met name plaats in het kader van de werkzaamheden die moeten leiden tot een goede verantwoording van de financiële uitgaven en de aantoonbaar rechtmatige besteding van de middelen. De getroffen beheersmaatregelen zijn benoemd in de brief aan de colleges over het risico met betrekking tot de problematiek rondom de uitvoering van de jeugdhulp en het risico op een beperkende controleverklaring (november 2015). Met name aan de kant van de (financiële) ondersteuning en de bedrijfsvoeringaspecten rond de jeugdhulp zijn hiervoor daarom de nodige inspanningen gedaan en in gang gezet. De extra kosten kunnen vooralsnog gedekt worden uit de post overige goederen en diensten. De kosten die SP71 maakt voor de uitvoering van de ondersteunende taken blijven nog steeds achter bij de begroting. De realisatie op de post inkoop ligt voor kwartaal 3, in het kader van de contractering 2016 en de voorbereiding van de inkoopprocedure voor 2017 en verder wel in de verwachte lijn. Ook heeft in kwartaal 3 een intensievere inzet op het financieel-contractmanagement plaatsgevonden. De vraag om juridische ondersteuning is minder dan begroot en zal daarom ruim binnen de begroting blijven. Het voeren van de financiële administratie blijkt goedkoper dan begroot. Met betrekking tot deze post financiën wordt wel opgemerkt dat in kwartaal 4 de eindafrekening met de
zorgaanbieders wordt opgesteld. Daar is een groot aantal uren mee gemoeid. In grote lijnen blijft de inzet echter achter bij de begroting. Datzelfde geldt voor de begeleiding van het management van SP71. De goede werkrelatie tussen de TWO en SP71 vergt weinig managementsturing. De servicedesk wordt goed benut. Dit heeft ook in kwartaal 3 geleid tot een hogere bezetting van deze desk. In kwartaal 4 gaan kosten volgen voor het ontsluiten van het GGK en andere onderdelen uit de opdracht aan de Werkgroep Informatiemanagement Jeugdhulp. Overall is het beeld dat de uitvoeringskosten voor de bemensing en organisatie van de TWO ten minste volledig benut gaat worden, maar dat de uitvoering van de DVO met SP71 ruim binnen de begroting blijft. In de kwartaalrapportage 4 wordt op de gevolgen hiervan nader ingegaan.
30 Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
7Budgetuitputting PGB’s Tabel 11 laat gegevens zien over de PGB’s. Deze gegevens zijn aangeleverd door de verschillende gemeenten. Op basis van deze gegevens zijn de budgetten van de meeste gemeenten volledig beschikt bij het SVB. Niet al het geld zal echter door cliënten worden uitgegeven. Voor Leiden, Lisse en Noordwijkerhout geldt dat nog niet 75% van het totale budget is uitgegeven. In Leiden en Teylingen is relatief een groot gedeelte van het beschikte budget nog niet uitgegeven. Het aantal cliënten met een PGB daalt. Dit komt zowel door cliënten die worden overgezet naar ZIN als cliënten die nog onterecht in de cijfers waren opgenomen. Er zijn op dit moment nog cliënten met 100% resterend budget en cliënten aan wie een budget van 0 euro is toegekend. Dit zijn waarschijnlijk geen cliënten die gebruikmaken van een PGB. Het ligt dus in de verwachting dat het aantal cliënten nog verder zal dalen en dat niet het volledige beschikte bedrag zal worden besteed. Tabel 11 Financiële gegevens over PGB’s begroot bedrag bij bedrag beschikt holland-rijnland bij de svb t/m € 31-12-2015 € alphen aan den rijn
bedrag besteed t/m 30-09-2015 €
budgetuitputting budgetuitputting op basis van op basis van beschikt besteed % %
1.872.245
2.319.245
1.493.475
124
80
hillegom
273.652
494.936
330.755
181
121
kaag en braassem
264.523
567.229
374.326
214
142
katwijk
934.475
1.262.521
780.375
135
84
1.733.782
1.630.432
969.066
94
56
leiderdorp
394.694
497.461
343.341
126
87
lisse
258.553
277.326
166.691
107
64
nieuwkoop
366.724
699.553
456.079
191
124
noordwijk
251.879
460.225
339.641
183
135
noordwijkerhout
215.824
189.280
132.057
88
61
oegstgeest
308.841
579.797
400.456
188
130
teylingen
500.273
925.655
553.400
185
111
zoeterwoude
124.535
357.960
223.205
124
80
leiden
Tabel 12 Gegevens over PGB-houders gemeente
alphen aan den rijn
cliënten op 1-7-2015
aantal cliënten dat tussen 1-7-2015 en 30-09-2015 een nieuw pgb jeugdwet kreeg
cliënten op 30-09-2015 aantal cliënten voor wie tussen 1-7-2015 en 30-09-2015 het pgb jeugdwet eindigde en niet werd verlengd
151
149
hillegom
32
1
31
kaag en braassem
42
3
39
143
11
132
6
34
2
19
katwijk leiden leiderdorp
40
lisse
21
nieuwkoop
58
4
5
61
noordwijk
37
1
2
36
noordwijkerhout
19
1
18
oegstgeest
33
2
3
33
teylingen
63
2
6
59
zoeterwoude
10
0
2
8
649
9
42
619
holland rijnland
Figuur 28
0
Aantal PGB-houders per 100 0-17-jarigen
1,2% 1,0% 0,8% 0,6% 0,4% 0,2% 0,0%
aantal PGB-houders per 100 0-17-jarigen
32 Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
BBijlage 1 Cliënten per aanbieder1 ambulante hulp op locatie aanbieder
ambulante hulp in netwerk
daghulp op locatie aanbieder
einde kw2
einde kw2
einde kw2
einde kw3
einde kw3
einde kw3
pleegzorg einde kw2
gezinsgericht verblijf
einde kw3
einde kw2
einde kw3
gesloten plaatsing einde kw2
einde kw3
overig verblijf einde kw2
einde kw3
2play cardea
172
centraal nederland childpoint
2
curium
186
28
30
363
365
740
758
370
356
de buitenwereld de jutters
111
116
de waag
73
77
driestar educatief
11
12
gemiva
43
41
’s heeren loo
19
17
1
235
181
78
78
28
35
1
54
54
11
39
46
3
3
10
15
35
38
inzowijs
160
198
ipse de bruggen
112
113
horizon
34
38
1
jeugdformaat leger des heils
3
3
mentaal beter
24
22
1
44
39
48
53
40
40
15
17
47
50
24
23
2
3
1
9
het raamwerk
1
Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
5
5
1
1
315
315
24
25
25
26
23
23
10
9
2
2
1
ambulante hulp op locatie aanbieder
ambulante hulp in netwerk
daghulp op locatie aanbieder
einde kw2
einde kw2
einde kw2
einde kw3
onderwijsadvies
500
525
parnassia groep
62
74
einde kw3
einde kw3
pleegzorg einde kw2
gezinsgericht verblijf
einde kw3
einde kw2
pluryn prodeba rid rivierduinen
4
4
24
30
2.215
2135
157
2
einde kw3
3 3
1
7
overig verblijf einde kw2
2
einde kw3
11
11
10
7
7
8
200
4
10
william schrikker 1
einde kw2
3
sgj stek jeugdhulp
einde kw3
gesloten plaatsing
Virenze heeft geen cliëntenaantallen geleverd. Childpoint kan administratief geen cliënten afsluiten.
2 Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland, kwartaal 3 - Tympaan Instituut -
[email protected]
40
40
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude
Oplegvel 1.
Onderwerp
2. 3.
Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Regionaal belang
4.
Behandelschema:
DB Colleges PHO DB Gemeenteraad DB AB Gemeenteraad 5.
Advies PHO
Rapportage Jeugd- en Gezinsteams Holland Rijnland mei t/m oktober 2015 Platformtaak volgens gemeente De Jeugd- en Gezinsteams zijn in alle gemeenten in januari 2015 gestart. Zij zijn de basis voor de transformatie van de jeugdhulp in Holland Rijnland.
Datum: Informerend
Datum: Adviserend
Datum: Besluitvormend
20-01-2016
1.
Kennis te nemen van de rapportage van de Coöperatie Jeugd- en Gezinsteams i.o. Kennis te nemen van de gemeentelijke/regionale vervolgstappen voor de doorontwikkeling van de JGT’s op basis van de regionale uitgangspunten
2.
6.
Reden afwijking eerdere besluitvorming en wijze afwijken
nvt
7.
Essentie van het voorstel (annotatie zoals op agenda staat)
Deze rapportage van de coöperatie i.o. geeft de stand van zaken van de periode mei tot en met oktober 2015.
8.
Inspraak
Nee
9.
Financiële gevolgen
Binnen begroting Holland Rijnland
[email protected] Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden Postbus 558, 2300 AN Leiden Telefoon (071) 523 90 90
www.hollandrijnland.net IBAN nr. NL87BNGH0285113992 KvK nr. 27365539 BTW nr. NL813768068B01
10.
Bestaand Kader
Relevante regelgeving: - Jeugdwet - Regionaal beleidsplan Hart voor de jeugd Eerdere besluitvorming: n.v.t.
11.
Lokale context (in te vullen door griffier)
* weghalen wat niet van toepassing is
2
Adviesnota PHO Vergadering: Datum: Locatie: Agendapunt:
Portefeuillehoudersoverleg Maatschappij 20 januari 2016 Kapelzaal (401), Stadhuis Leiden 06
Onderwerp Rapportage Jeugd- en Gezinsteams Holland Rijnland periode mei t/m oktober 2015
Beslispunten 1. Kennis te nemen van de rapportage van de Coöperatie Jeugd- en Gezinsteams i.o. 2. Kennis te nemen van de gemeentelijke/regionale vervolgstappen voor de doorontwikkeling van de JGT’s op basis van de regionale uitgangspunten Inleiding De Jeugd- en Gezinsteams zijn in alle gemeenten in januari 2015 gestart. In september 2015 is de stand van zaken na de eerste vijf maanden besproken in het portefeuillehoudersoverleg. Eind 2015 hebben wij van de Coöperatie Jeugd- en Gezinsteams i.o. de rapportage ontvangen over de periode mei t/m oktober 2015. Dit document is de tweede rapportage van de Jeugd- en Gezinsteams in Holland Rijnland. De periodieke rapportages hebben als belangrijkste doel om inzicht te geven in het transformatieproces en de ontwikkeling van de JGT’s. In aanvulling op de gegevens uit de voorjaarsrapportage zijn in deze rapportage gegevens over de tevredenheid van cliënten en samenwerkingspartners toegevoegd. In de bijlage vindt u alle gegevens die hebben geleidt tot de totalen die in de rapportage staan. Deze rapportage van de Coöperatie Jeugd- en Gezinsteams i.o. sluit goed aan bij de regionale Uitgangspunten Toekomst Jeugdhulp Holland Rijnland, met de JGT’s als basis voor de transformatie. Beoogd effect De portefeuillehouders te informeren over het werk van de Jeugd- en Gezinsteams Argumenten: 1.1 De ervaringen van de cliënten, de samenwerkingspartners en de teams geven een mooi beeld van de veranderingen die sinds 1 januari 2015 al zijn gerealiseerd. Enkele conclusies uit de rapportage: - De waardering van ouders en jeugdigen voor de JGT’s is hoog. - De tevredenheid van partners over samenwerking en toegankelijkheid is behoorlijk hoog te noemen, in aanmerking nemende dat de samenwerkingsrelaties nog volop in ontwikkeling zijn. - De teams zijn trots op wat allemaal tot stand is gebracht. - De meeste JGT’s zijn positief over de samenwerking met het voorliggend veld.
3
1.2
Uit de ervaringen van de jeugd- en gezinsteams en van de samenwerkingspartners komen ook de nodige verbeterpunten naar voren in de rapportage. 1 januari 2015 zijn we gestart met de Jeugd- en Gezinsteams. Hiermee is al veel bereikt. Daarbij is de transformatie nog volop in ontwikkeling. Enkele verbeterpunten die worden gesignaleerd in de rapportage van de coöperatie zijn: - Beter informeren van samenwerkingspartners over ontwikkelingen binnen het JGT. - Plusplan is nog onvoldoende ondersteunend en gebruiksvriendelijk. - Beter benutten van het sociale netwerk van het gezin in het gezinsplan. - Zorgen over de groeiende wachtlijsten en zelfs cliëntenstops, zelfs voor het inzetten van spoedhulp. Hierbij wordt de verantwoordelijkheid voor de cliënt teruggelegd bij het JGT. - Veel teams zijn nog zoekende op het domein van veiligheid. - Over het algemeen wordt in alle teams een hoge werkdruk ervaren. - PGB’s vormen een grote belasting voor JGT’s. 1.3
De genoemde verbeterpunten uit de rapportage zijn door de betrokken partijen opgepakt om de teams verder te versterken. De JGT’s willen in 2016 werken aan haalbare doelen; hierover vinden gesprekken plaats. De verwachting is dat op kortere termijn hierover nadere informatie beschikbaar komt. Vanuit de gemeenten is aangegeven dat de belangrijkste prioriteit is gelegen in het indammen van de toeleidingen naar gespecialiseerde jeugdhulp, meer nadruk op eigen kracht en op verbetering van lokale aansturing. 2.1
Doorontwikkeling van de JGT’s is een van de uitgangspunten voor de toekomst van de jeugdhulp in Holland Rijnland. Robuuste Jeugd‐ en Gezinsteams zijn de basis voor de jeugdhulp in Holland Rijnland. In de uitgangspuntennotitie is al aangegeven dat gemeenten de teams beter in staat gaan stellen binnen hun eigen capaciteit kostenbewust hulp te bieden. Met optimale ruimte voor de professionals, waarbij zij inzetbaar zijn als specialist én generalist. Dit moet leiden tot minder doorverwijzingen naar aanvullende of specialistische hulp. Een aandachtspunt bij de doorontwikkeling van de JGT’s is het verbeteren van de aansluiting met het preventieve lokale veld en de wijkteams. En het verbeteren van de aansluiting met de outreachende vorm van hulp aan bijvoorbeeld zorgmijders in het gedwongen kader bij de vraaggerichte vorm van werken van de Jeugd‐ en Gezinsteams. Dit natuurlijk in samenwerking met de partners in het veld. 2.2
De doorontwikkeling van de JGT’s wordt verder uitgewerkt in de Regionale Werkagenda Jeugd 2016. De regionale uitgangspunten voor de jeugdhulp worden door de gemeenten verder geconcretiseerd in de vorm van een regionale jaarlijkse werkagenda. Deze werkagenda wordt opgebouwd rond 14 thema’s. Het JGT is een van deze thema’s. De agenda wordt nu vanuit het ambtelijke overleg opgesteld en de komende periode verder uitgewerkt. Op dit moment signaleren de gemeenten voor de JGT’s de volgende opgaven: - Herijken van de kaders/opdrachten aan het JGT (inhoudelijk en financieel). Hierbij komen de volgende onderwerpen aan de orde kostenbewustzijn, vraaggericht (outreachend) werken, opschalen/ afschalen, handelingsverlegenheid, variatie versus willekeur, zelfsturing, relatie pgb-zin, veilig kunnen handelen. - Handvaten geven aan JGT’s: flexibiliteit en ruimte om echt te doen wat nodig is. - Evalueren van samenstelling JGT. - Bepalen rollen, taken en verantwoordelijkheden bij bezwaar en klachten. 2.3 De doorontwikkeling van de JGT’s wordt meegenomen in de Inkoopprocedure 2017. Met de doorontwikkeling van de JGT’s wordt in 2016 voortgegaan. Het is te voorzien dat zowel de inhoudelijke ontwikkeling als de wijze van inkoop (via de in 2016 te starten
4
coöperatie) de nodige aandacht zal behoeven. Daarbij is de wijze van lokale aansturing en koppeling met het lokale voorliggende veld aan de orde. Te voorzien is dat de eerstkomende jaren deze materie nog de nodige aandacht behoeft. Kanttekeningen/risico’s: Financiën: n.v.t. Communicatie: De rapportage is vooral een stand van zaken voor de gemeenten en de coöperatie i.o. en geeft input voor de verdere ontwikkeling van de Jeugd- en Gezinsteams. Evaluatie:
n.v.t. Bijlagen: - Rapportage jeugd- en gezinsteams Holland Rijnland mei t/m oktober 2015 - Bijlage bij Rapportage JGT’s mei t/m oktober 2015: tellen per gemeente
5
Rapportage Jeugd- en gezinsteams Holland Rijnland
Periode mei t/m oktober 2015
1
Rapportage Jeugd- en gezinsteams Holland Rijnland, mei t/m oktober 2015 1 Inleiding Dit document is de tweede rapportage van de jeugd- en gezinsteams in Holland Rijnland. De periodieke rapportages hebben als belangrijkste doel om inzicht te geven in het transformatieproces en de ontwikkeling van de JGT’s. In aanvulling op de gegevens uit de voorjaarsrapportage zijn in deze rapportage gegevens over de tevredenheid van cliënten en samenwerkingspartners toegevoegd. De rapportage begint met deze ervaringen weer te geven. Waar mogelijk wordt door citaten van cliënten en samenwerkingspartners invulling gegeven aan het ‘vertellen’. De rapportage eindigt met ‘tellen’ van de cijfers met betrekking tot de caseload van de teams. 2 Ervaringen cliënten De belangrijkste partij die een oordeel kan geven over de jeugd- en gezinsteams zijn de cliënten. Om de ervaringen van cliënten in beeld te kunnen brengen is gebruik gemaakt van een vragenlijst die door ouders en jeugdigen zijn ingevuld. In deze vragenlijst zijn vragen gesteld over de hulpverlening waarbij de respondenten hun waardering op een schaal konden aankruisen; deze is bij de verwerking omgezet in een waardering van 1 tot 10. De vraagstelling in de vragenlijsten voor ouders en jeugdigen was iets verschillend geformuleerd, maar betrof dezelfde onderwerpen. De vragenlijsten voor jeugdigen is 144 maal ingevuld en die voor ouders 237 maal. Uit de antwoorden blijkt soms dat een vragenlijst voor ouders door een jeugdige is ingevuld; deze is dan in de verwerking toch met de antwoorden van de ouders meegenomen. Van cliënten uit 22 teams zijn ingevulde vragenlijsten ingeleverd. Doordat per team en per gemeente zeer verschillende aantallen vragenlijsten zijn ingeleverd heeft het geen meerwaarde in deze rapportage de resultaten van de cliënttevredenheid per team of per gemeente weer te geven. Hieronder de waarderingen per onderwerp (de verschillende omschrijvingen sluiten aan bij de verschillen in de vragenlijsten voor ouders/jeugdigen): Vraag Ik voelde me gehoord en begrepen; de hulpverlener luisterde naar mij We hebben gepraat over de dingen waarover ik het wilde hebben; die belangrijk voor mij waren De manier van werken paste bij mij; ik vond het fijn wat we deden Over het geheel genomen waren gesprekken in orde; hoop ik dat we dezelfde soort dingen blijven doen Ik ben snel genoeg; heel snel geholpen
waardering ouders 8,7
waardering jeugdigen 9,1
8,7
8,7
8,6
8,7
8,8
8,2
8,5
8,4
Deze waarderingen zijn opvallend hoog. De waarderingen krijgen meer reliëf door ook naar de antwoorden op de open vragen te kijken. Een selectie van de antwoorden met zowel positieve als kritischer geluiden wordt hieronder weergegeven. Eerst van de jeugdigen: Wat vind je goed van het jeugd- en gezinsteam? “Alles.” “Dat jullie thuis komen.” “Dat ze je helpen.” “Hulpverlening neemt ruim de tijd om te begrijpen wat ik zeg of bedoel. Soms is het moeilijk om over de dingen te praten. Ik vind praten lastig. Ik word snel genoeg geholpen en ik hoop dat het thuis met de hulp beter wordt!”
2
“Snel hulp en dichtbij.” “Leuke spelletjes, tekenen.” “Ja, ik vind goed wat ze doen want ik leer veel van mezelf.” “Het luisteren en niet oordelen dus neutraal er in staan.” “Ik vind het goed dat de hulpverlener verschillende manieren probeert om mij te helpen.” Heb je een tip voor het jeugd- en gezinsteam? “Nee, ze doen het TOP!!!” “Helpen met huiswerk” “Soort loungehoek zou leuk zijn” “CJG-receptioniste is zelden aanwezig” De ouders hebben meer en uitvoeriger reacties gegeven, hieronder een selectie: Wat vindt u goed van het jeugd- en gezinsteam? “1 vast persoon. Fijn dat je alles terug kan vinden in het online plan” “2 jeugdwerkers: 1 voor 't kind, 1 voor de ouders - systeemgesprekken, ouderpatronen van invloed op 't kind.” “Aansluiting bij het hele gezin. Hulp waar en wanneer het nodig is.” “Fijn dat er op school inloopspreekuur is. Fijn vind ik dat er meerdere disciplines (expertises) zijn. En bij de overgang naar iets anders zijn jullie tussenpersoon in de tussentijd, dat is fijn.” “Dat ze heel snel kunnen handelen. Ik kreeg binnen een week de steun die ik nodig had. Heeft me geholpen!” “Maatwerk, toen uit de eerste gesprekken bleek dat we iets anders nodig hadden werd dat meteen geregeld.” “De integrale blik waarmee naar de gezinssituatie is gekeken.” “Heel erg tevreden met alle hulp die we nu krijgen. Voelen ons enorm geholpen en gehoord. Ook gekeken naar wie mijn kind is en wat hij daarbij nodig heeft.” “Heel fijn en een luxe dat de mensen thuis komen, prettig contact. Altijd aanspreekbaar en flexibel, echte interesse en professionaliteit. Heel blij met het team!!!” “Ik heb veel vertrouwen ook door multi-disciplinaire aanpak.” Heeft u een tip voor het jeugd- en gezinsteam? “Nee.” “Ga zo door, ik ben zeer tevreden.” “Niet alles over de mail laten gaan. Ook af en toe telefonisch contact opnemen.” “Sneller to-the-point en proberen de essentie van probleem eruit te halen en te behandelen.” “Meer structuur, heldere verwachtingen scheppen, vooraf kaders bepalen samen met ouders. “Meer doortastend, meer doorvragen tot de kern.” “Meer mannen aannemen.” “Dat jullie de openheid en eerlijkheid behouden naar het kind en de ouders, ook als deze zijn gescheiden zoals in ons geval. Dit zorgt ervoor dat alle betrokkenen zich gehoord en begrepen voelen. Heel belangrijk.” “Digitaal aanmelden verloopt stroef.” “Ik vind het elektronisch ontvangen van het verslag lastig. Liever per post of mail.” “PGB loopt niet goed, word er ook niet over teruggebeld.” 3 Ervaringen samenwerkingspartners Ook de samenwerkingspartners hebben van de jeugd- en gezinsteams een vragenlijst voorgelegd gekregen. Deze kon digitaal worden ingevuld. 259 professionals hebben deze vragenlijst ingevuld; deze 259 professionals hadden vaak met meerdere teams in de regio of in een gemeente te maken, maar ook regelmatig met één team in het bijzonder. Alle teams werden daarbij wel genoemd. Een klein aantal respondenten bleek nog weinig tot geen ervaring te hebben met JGT’s. Sommige respondenten noemden JGT’s buiten de regio. De respondenten waren afkomstig van een groot aantal organisaties: Onderwijs: 85x, waarvan basisscholen: 57x, VO-scholen: 11x, MBO: 1x, speciaal onderwijs 1x, samenwerkingsverband onderwijs: 15x
3
GGZ:
34x,
GGD (incl. JGZ): Jeugdbescherming West: Horizon (mn pleegzorg): Cardea: Kwadraad: Ipse de Bruggen: MEE: Huisartsen: Sociaal wijkteams, incl. TOM: Gemeenten: Politie:
27x 22x 10x 8x 8x 6x 4x 4x 14x 11x 5x
waarvan vrijgevestigde ggz: 19x, Curium: 10x, Rivierduinen (incl Kristal en Centrum autisme): 5x
Overige partijen: 21x waaronder kinderdagverblijven en peuterspeelzaalwerk (4) Prodeba (3), jongerenwerk (2), Regionaal Bureau Leerplicht (2), e.a. De vragenlijst bestond uit vragen omtrent de samenwerking, toegankelijkheid en de communicatie van/over de JGT’s, over de methodische werkwijze en de kwaliteit van de hulpverlening door de JGT’s. Vragen samenwerking, toegankelijkheid, communicatie
ja
kan beter
nee
JGT is betrouwbare samenwerkingspartner Samenwerking met JGT heeft duidelijke meerwaarde Ik heb 1 contactpersoon bij JGT Hulpverlening van JGT is laagdrempelig Hulpverlening JGT wordt tijdig gestart Het JGT is goed bereikbaar Ik heb voldoende informatie over het JGT ontvangen Het JGT informeert tijdig over relevante interne ontwikkelingen
74% 71% 41% 77% 64% 67% 69% 45%
26% 23% 5% 20% 31% 27% 25% 38%
0% 6% 54% 4% 5% 6% 6% 17%
Op grond van de hierboven weergegeven antwoorden is de tevredenheid van partners over samenwerking en toegankelijkheid behoorlijk hoog te noemen, in aanmerking nemende dat de samenwerkingsrelaties nog volop in ontwikkeling zijn. Bij de vraag naar 1 contactpersoon vanuit het JGT wordt vaak nee geantwoord, omdat veel respondenten met meerdere teams te maken hebben. Aandachtspunt is het informeren van partners over ontwikkelingen binnen het JGT. Vragen methodische werkwijze en kwaliteit hulpverlening
ja
kan beter
nee
Hulpverleners JGT werken vraaggericht Door werkwijze JGT is er integrale aanpak gezinsproblematiek Jongeren en ouders hebben zelf de regie in hulp Het JGT doet wat nodig is Ik ben tevreden over de hulp door het JGT Hulpverleners van het JGT zijn deskundig Hulpverleners JGT zijn op de hoogte van sociale kaart Het is duidelijk hoe wordt omgegaan met privacy van jongeren en ouders Er wordt tijdig doorverwezen naar specialistische hulp Jongeren en ouders hebben baat bij de hulpverlening
82% 51%
17% 41%
1% 8%
72% 51% 55% 76% 63% 71%
22% 46% 40% 23% 31% 17%
5% 3% 5% 1% 6% 12%
59% 72%
35% 28%
6% 0%
Als het gaat om de werkwijze en kwaliteit van de hulpverlening zijn er meer verschillen in de antwoorden van de respondenten. Het hoogst zijn de scores als het gaat om vraaggerichtheid,
4
deskundigheid, regie bij de cliënt en of de cliënten baat hebben bij de hulp. Verbeterpunten voor de JGT’s zijn de integraliteit van de aanpak, doen wat nodig is en tijdig verwijzen naar specialistische hulp. De overall tevredenheid van samenwerkingspartners is lager dan die van cliënten. Vele respondenten hebben gebruik gemaakt van de ruimte om opmerkingen te maken. Een selectie: “Alles is nog volop in ontwikkeling. We leren nog steeds van elkaar en van situaties. Er is nog veel winst te behalen.” “Ik ben over het algemeen tevreden. De problemen die ik heb hebben te maken met de visie op vraaggericht werken van het JGT. Als er problematiek gesignaleerd wordt waar ouders hun ogen voor willen sluiten komt er vanuit hen geen hulpvraag. Als de problematiek ernstig is hindert dat de hulpverlening.” “Van belang is om zoveel mogelijk af te stemmen over in gang gezette ondersteuning van kind/ouders door JGT. Niet altijd is duidelijk of begeleiding gestart is, hoe begeleiding eruit ziet en hoe er waar nodig en zinvol zoveel mogelijk met elkaar samengewerkt kan worden om de ingezette ondersteuning te versterken. Graag ouders wijzen op belang van samenwerking en het mogen delen van informatie. Tip: bij mailcontact vanuit school naar JGT en vice versa: ouders in cc meenemen.” “Mijn ervaringen zijn heel wisselend. Soms is het lastig om contact te krijgen, soms juist helemaal niet. Ik heb hele proactieve JGT-ers meegemaakt maar ook hele afwachtende. Ik denk dat het belangrijk is om (voorafgaand aan een overleg) goed van elkaar te weten hoe je betrokken bent en wat je rol/bijdrage in het overleg kan zijn. En wat je van de ander verwacht. Ook de deskundigheid verschilt. Ik denk dat er tijd nodig is om mensen die vanuit de eigen (oude) organisatie heel kundig zijn, ook generalist te laten worden. Waar ik tevreden over ben is de rol die het JGT speelt bij het snel inschakelen van hulp. Wanneer met elkaar duidelijk is geworden welke hulp nodig is zijn de lijnen vaak kort en wordt de benodigde hulp in mijn ervaring snel opgestart.” “Positief: denken goed mee met ouders; lijntjes zijn kort, goed en snel bereikbaar; flexibel en bereidwillig; vaak hebben de JGT-ers goed zicht op het gezin; het is prettig dat we een gezicht hebben bij de mensen die over het gezin gaan (dat ze bij de gesprekken zijn etc.); JGT’s zijn laagdrempelig. Aandachtspunten: de inschatting van de JGT-ers verschilt (vaak) sterk van de inschatting van onze pedagogen en psychologen over wat nuttig en nodig is, bijvoorbeeld: er wordt vaak een hoge indicatie afgegeven terwijl ons inziens lichtere hulp passender is. Er worden daardoor verkeerde verwachtingen bij ouders gewekt. Wij moeten dan teleurstellen. Tevens komt anderzijds vaak voor dat wij als lichte hulp worden ingeschakeld, terwijl wij vinden dat zwaardere hulp zoals bijv. therapie of ouderbegeleiding noodzakelijk is; grote verschillen tussen JGT-medewerkers (inhoudelijk maar ook ten aanzien van de procedures); JGT-ers nemen de zorgcoördinatie niet altijd op zich (en stappen er soms snel uit, bij gezinnen met complexe meervoudige problematiek bij meerdere gezinsleden); het is merkbaar dat JGT-ers een hoge werkdruk hebben.” “Voor ouders is het JGT niet altijd laagdrempelig (digitale inschrijving). Systeem waar de betrokkenen de voortgang kunnen delen werkt niet. Hulp soms passief en op afstand. Groot overleggen komen moeizaam tot stand. Duurt soms heel lang.” “Zeer deskundig, en coöperatief. Sneller inspringen bij klanten met opvoedvragen zou wenselijk zijn. Niet te veel afhouden en te snel denken de casus hoort niet bij ons (meedenken).” “Wat ik van JGT merk in de praktijk vind ik positief en een verbetering tov vroegere BJZ.” Regelmatig werd door respondenten aangegeven dat ze niet op alle vragen antwoorden konden geven omdat men (nog) onvoldoende ervaring met het JGT had.
5
4 Ervaringen teams Begin oktober is een vragenlijst uitgezet onder de teams die tot doel had een beeld te verkrijgen in hoeverre de beoogde transformatie in de zorg tot stand komt. Van 23 teams zijn de vragenlijsten verwerkt. Trotse teams De jeugd- en gezinsteams zijn als zij terugblikken op de afgelopen periode erg trots op wat allemaal tot stand is gebracht. Gevraagd naar waar ze het meest trots op zijn, worden de volgende zaken het meest genoemd: geen wachtlijsten/korte wachttijden, hoeveelheid klanten die bediend zijn/worden zonder wachtlijst, snelle hulpverlening, snelheid en slagvaardigheid veel tevreden cliënten, tevreden geluiden van ouders goede contacten en samenwerking met netwerkpartners teamvorming: (proces van) teamvorming, samenwerking binnen team waarin elkaars expertise goed wordt benut, door verschillende expertises kunnen cliënten met uiteenlopende problematiek goed geholpen worden, mate van zelforganisatie/ zelfsturing, goed functioneren team zonder ziekte of uitval, veilige sfeer met ruimte voor feedback en kritische blik, zelfvertrouwen en vertrouwen in elkaar als team Bij deze punten wordt door teams regelmatig benoemd dat ze zich staande hebben weten te houden en hebben weten te ontwikkelen, ondanks onzekerheid, chaos en dergelijke. Daarnaast worden genoemd als aspecten waar men trots op is: hulp op maat met creatieve en nieuwe interventies, kritische blik op aanmeldingen, door goede voorbereiding goede hulp bieden, betrokkenheid bij cliënt door ruimte voor doen wat nodig is goede integratie in CJG laagdrempelig naar klanten en netwerk resultaten heronderzoeken PGB ontwikkelen teambrede visie korte lijnen naar gemeente veiligheid als gedeelde verantwoordelijkheid team veel werkprocessen helder in kaart denken in mogelijkheden, toekomstgericht, constructief In het kader van vertellen hieronder een aantal typerende citaten van teams eruit gelicht: “We zijn het meest tevreden met dat we vanuit de chaos, niet weten waar je aan begint, de samenwerking met elkaar hebben gevonden. Al een jaar volhouden! Vanuit verschillende achtergronden en werkwijzen een team zijn geworden: samenwerken met elkaar en elkaar aanvullen, elkaars krachten benutten en elkaar aanspreken. Vragen van cliënten direct oppakken, met elkaar kijken wie het beste aansluit, buddy waar nodig en snel professionele hulp bieden. Zonodig doorschakelen. Er is meer structuur en rust binnen het team, we pakken aan, gaan ervoor.” “Veel tevreden cliënten. Ons team bestaat uit professionals uit verschillende organisaties, waardoor er een goede match gemaakt kan worden met cliënten met uiteenlopende problematiek en waardoor basisbehandelingen ook binnen het JGT kunnen worden gedaan. We hebben geen wachtlijst. Er is een goede samenwerkingsrelatie met scholen, huisartsen en andere organisaties. Het JGT is bekend.” “Investeren in dezelfde basiskennis (gezin centraal vs. gezinsbegeleiding, GIZ en SOS). Het verdelen van zaken en de motivatie om een sterk team te vormen. Er is geïnvesteerd in elkaar en elkaars deskundigheid. We zijn blij dat we met elkaar nog staan! We zijn constructief en productief.”
6
Werken met gezinsplannen De teams is voorts gevraagd in hoeverre het lukt te werken volgens de principes van 1 gezin 1 plan, zoals opgenomen in de visie voor de jeugd- en gezinsteams. Hieronder in de tabel een weergave van de ervaringen met het opstellen van gezinsplannen, de rol van het sociale netwerk daarin en de rol van andere professionals daarin: Vraag Hoe vaak stel je samen met het gezin een gezinsplan op met concrete doelen voor het hulptraject? Hoe vaak nemen mensen uit het sociale netwerk van het gezin deel aan (het opstellen en uitvoeren) van het gezinsplan? Hoe vaak nemen andere professionals van buiten het JGT deel aan (het opstellen en uitvoeren) van het gezinsplan? Hoe vaak hebben de ouders/jongeren van het gezin zelf de regie in het (gezins)plan? Hoe vaak ben je als JGT--medewerker zorgcoördinator in het gezinsplan? Hoe vaak is een professional van buiten het JGT zorgcoördinator in het gezinsplan?
vaak 12
regelmatig 9
soms 2
zelden
3
15
5
9
12
2
9
9
5
14
8
1 12
11
Over de regierol van ouders/jeugdigen wordt divers geantwoord. Een team geeft bij de vraag naar de regie van de ouders/jongeren aan dat zij mede regie hebben bij de opstelling van het gezinsplan, zoals bij het formuleren van doelen en aanpak, maar niet als het gaat om afspraken plannen, rapporteren e.d. Dat ligt bij het JGT. Wat opvalt uit deze antwoorden is dat de rol van het sociale netwerk nog zeer beperkt is in de gezinsplannen. Verder valt op dat hulpverleners van buiten het JGT regelmatig deelnemen aan het gezinsplan, maar weinig een zorgcoördinatierol op zich nemen. In twee vragen is nog nader doorgevraagd over de werkwijze bij de gezinsplannen: Lukt het goed om tot een integrale aanpak te komen in het gezinsplan? Op deze vraag antwoorden 4 teams ‘ja’, de overige teams antwoorden ‘kan beter’. In de toelichting op deze vraag wordt een aantal malen genoemd dat de samenwerking met ketenpartners en in het bijzonder de volwassenenzorg nog vaker en beter kan plaatsvinden. Daarbij wordt ook aangegeven dat het soms (te) lang duurt om alle partijen om de tafel te krijgen en dat daarom de voorkeur wordt gegeven aan snelheid en een minder brede aanpak. Ook wordt er genoemd dat vanuit de verschillende organisaties met verschillende formats voor 1 gezin 1 plan wordt gewerkt. In veel reacties op deze vraag geven de teams aan dat Plusplan hierin nog onvoldoende ondersteunend en gebruiksvriendelijk is. Lukt het goed om het sociaal netwerk van het gezin aan te boren en een plek te geven in het gezinsplan? De teams geven aan dat dit nog niet het geval is, “het kan beter” luidt het vrijwel (op 2 teams na) unanieme antwoord. Vaak wordt genoemd dat de gezinnen die om hulp aankloppen een heel klein netwerk hebben, het netwerk overbelast is, of dat de gezinnen het moeilijk vinden bekenden uit hun omgeving te betrekken bij hun problemen. Daarnaast geven de teams aan dat ze er meer aan zouden kunnen doen om het sociale netwerk te betrekken bij het gezinsplan. Nu denkt men eerder aan het professionele netwerk dan het informele netwerk. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door te starten met een familienetwerkberaad, maar dat kost wel veel tijd, zegt een team. Andere teams zeggen dat het systematischer in de intake zou moeten worden besproken en dat men meer kennis zou willen hebben over sociale netwerkstrategieën. Een team signaleert dat gezinnen door de hulp steviger worden en ook hun sociale netwerk op gaan bouwen. Ervaringen in de samenwerking met partners In de vragenlijst is aan de teams gevraagd naar de ervaringen in de samenwerking met partners uit het voorliggende veld, de specialistische zorgaanbieders, de kleine aanbieders, de
7
partners uit de veiligheidsketen en partners die bij crises optreden. Voor de samenwerking met al deze partijen geldt dat deze in ontwikkeling is en soms nog wisselend van kwaliteit, maar gaandeweg wel steeds beter wordt. Algemeen wordt vaak genoemd dat partners (te) hoge verwachtingen van de JGT’s hebben. Door meer ervaring met elkaar op te doen, meer met elkaar te communiceren worden verschillen in visie of in verwachtingen opgelost en kan de samenwerking soepeler verlopen. Een aantal teams geeft aan dat partners ervaren dat de JGT’s verschillen in hun manier van werken en zien dat als aandachtspunt. 1. Samenwerking met partners uit het voorliggende veld, zoals onderwijs, huisartsen,
JGZ: De meeste JGT’s zijn positief over de samenwerking met het voorliggend veld. Ze geven aan dat ze steeds bekender worden met en bij het voorliggend veld en er steeds meer cliënten via deze partners bij het JGT komen. Doorsturen naar het JGT is echter nog geen samenwerking. Partners zijn vaak welwillend om mee te denken en informatie uit te wisselen, maar voelen niet altijd voor deelname aan 1 gezin 1 plan. Een team signaleert dat scholen het soms moeilijk vinden hun rol op te pakken als het bijvoorbeeld gaat om een melding ivm vermoeden van kindermishandeling. Het werkt goed om spreekuren op school te organiseren, dat werkt drempelverlagend en bevordert de samenwerking. Verschillende JGT’s geven aan dat ze zelf beter dienen terug te koppelen naar partners in het voorliggend veld, een team geeft aan hier de ouders zelf zoveel mogelijk voor verantwoordelijk te maken. Een team geeft aan dat het moeilijk is om de visie van ‘niet over maar met cliënten praten’ over te brengen aan de partners en dat men zoekend is naar welke informatie met wie gedeeld kan worden. 2. Samenwerking met specialistische zorgaanbieders: De ervaringen in de samenwerking met specialistische zorgaanbieders is wisselend maar gemiddeld positief, de invoering van één aanmeldformulier is een verbetering, en terugkoppeling over de hulp verloopt goed. Er zijn echter een aantal wezenlijke zorgpunten of ervaren knelpunten: Zorg is er over de groeiende wachtlijsten en zelfs cliëntenstops. De verantwoordelijkheid voor het vinden van passende zorg wordt dan vaak weer teruggelegd bij het JGT, in plaats van dat de instelling met de wachtlijst hiermee aan de slag gaat. De ervaring is nog regelmatig dat het gezinsplan niet volstaat voor toeleiding, er wordt dan om aanvullende informatie gevraagd, wat relatief veel tijd vraagt van het JGT. Lastig is dat nog niet elke zorgaanbieder gekoppeld is aan Plusplan, dat maakt toeleiding en terugkoppeling lastiger. Ook wordt gesignaleerd dat er weinig overleg/samenwerking is tussen verschillende specialisten, men probeert die communicatie of verwijzing dan plaats te laten vinden via het JGT. Tenslotte wordt door een JGT uit een randgemeente aangegeven dat passende zorg buiten de regio niet gecontracteerd is, wat niet in het belang van de cliënt is. 3. Samenwerking met lokale vrijgevestigden of kleine aanbieders: De ervaring met lokale vrijgevestigden of kleine aanbieders is nog vrij beperkt, ze zijn nog lang niet altijd goed in beeld bij de JGT’s. Waar er echter ervaring is, is de ervaring positief. Men ervaart snelle hulp, flexibiliteit, bereidheid tot meedenken en meedoen in overleggen. Ook hier wordt als belangrijkste knelpunt genoemd de wachtlijsten en cliëntenstops, waarna de verantwoordelijkheid voor de cliënt weer teruggelegd wordt bij het JGT. 4. Samenwerking met partners uit de veiligheidsketen, zoals Raad voor de
kinderbescherming, jeugdbescherming, politie, Veilig thuis, meldpunt zorg en overlast: Veel teams zijn nog zoekend op het domein van veiligheid. Bij teams die hier meer deskundigheid over in huis hebben, verloopt de samenwerking met de partners soepeler dan bij andere teams. Meerdere teams geven aan dat nog niet altijd duidelijk is wie in welke situatie moet worden ingeschakeld. Dat leidt soms tot heen en weer schuiven voordat er daadwerkelijk iemand aan de slag gaat.
8
Over de samenwerking met politie, Raad voor de kinderbescherming of voogdij zijn de teams vaak kort. Die is goed of men moet elkaar nog beter leren kennen. Over Veilig thuis, Meldpunt zorg en overlast en Jeugdbeschermingstafel wordt veel gezegd. Veel teams geven aan dat de samenwerking met Veilig thuis op knelpunten stuit. Men is positief over de waarde van consultaties bij Veilig thuis, maar men vindt de taakafbakening tussen Veilig thuis en JGT onduidelijk. Men ervaart dat Veilig thuis niet snel een zaak zal overnemen of samen met een cliënt het gesprek zal aangaan, waarbij de visie van het JGT om met de cliënt en niet over de cliënt te praten in het geding komt. Ook is afstemming nodig over de regievoering door de cliënt. Verschillende teams signaleren dat het veelal lang duurt voordat gecheckt wordt of een cliënt bij het JGT bekend is of voordat zorgmeldingen naar het JGT worden doorgezet. Zorgen worden geuit over de lange en onduidelijke procedures mbt de Jeugdbeschermingstafel. Verder ervaren teams nog onduidelijkheid mbt privacy, bespreken en uitwisseling van gegevens bij veiligheidszaken. 5. Samenwerking met partijen die optreden bij crisissituaties, zoals het Crisisinterventie-
team (CIT) of de crisisdienst van een zorginstelling:
De meeste reacties van teams betreffen het CIT. Men heeft het algemeen als zeer positief ervaren dat het CIT alle teams heeft bezocht. In de praktijk ervaart men een goede consultatiefunctie, er wordt prettig meegedacht. Er wordt echter gesignaleerd dat de werkdruk bij het CIT te hoog is, of dat er te weinig menskracht is, want het CIT kan moeilijk zaken overnemen, legt veel terug bij het JGT. Een JGT geeft aan dat het erg veel (overleg)tijd van het JGT kost als het CIT op afstand ondersteunt bij acute crisis, hierbij is meer ondersteuning nodig. Het is lastig om aan de ene kant ouders en kind te ondersteunen en aan de andere kant een crisis te beslechten. Verder noemen teams dat het steeds lastiger wordt om crisisplaatsingen te regelen. Er is een wachttijd voor het inzetten van spoedhulp en dat legt een enorme druk op het JGT. Een JGT is niet in staat om een gezin in crisis intensief te begeleiden. Overige zaken Een tweetal overige zaken die de teams hebben aangegeven: -Over het algemeen wordt in alle teams een hoge werkdruk ervaren. -PGB’s vormen een grote belasting voor JGT’s, men ervaart een dubbele rol naar cliënten en in onderdelen (administratief en behandeling van bezwaren) is meer ondersteuning van gemeenten nodig, zoals bijvoorbeeld in de gemeente Alphen wel het geval is.
9
5 De cijfers In de periode van 1 mei t/m 31 oktober 2015 zijn er 2216 aanmeldingen geweest bij de jeugd- en gezinsteams. In totaal zijn er vanaf 1 januari 4879 aanmeldingen geweest. In de volgende diagram wordt inzichtelijk gemaakt uit welke gemeenten de aanmeldingen afkomstig zijn: Diagram 1: Aantal aanmeldingen per gemeente 1-1-2015 t/m 31-10-2015
Alphen aan den Rijn 6%
5%
Nieuwkoop
21%
3%
Kaag en Brasem
3%
Leiden
4% 4%
Oegstgeest Leiderdorp Zoeterwoude Katwijk
14%
7%
Noordwijk Noordwijkerhout
1%
Lisse
5% 4%
Hillegom
23%
Teylingen
In onderstaande grafiek wordt het verloop van het aantal aanmeldingen over de afgelopen 10 maanden in beeld gebracht: Grafiek 1: verloop aanmeldingen JGT’s per maand, per regio
800 700
400
284
300
259 167
217
171
200 100
123
211
243
240
206
166
127
152
107
133
138
82
92
ju ni
m ei
il ap r
m aa rt
ua ri
fe br
ja nu ar
i
0
Duin en Bollen
161
167 78 58 97
170 157
124
Leiden
132
Rijnstreek
121
us tu s se pt em be r ok to be r
266
500
ju li
230
au g
600
De daling in het aantal aanmeldingen vanaf april heeft te maken met het feit dat in de eerste periode veel hulptrajecten die al in 2014 gestart waren nieuw zijn opgenomen in het registratiesysteem. Daarnaast zijn er in de vakantieperiode (maanden juli en augustus) duidelijk minder aanmeldingen dan in de andere maanden.
10
Hierna worden de gegevens van de verschillende teams in één tabel samengevat. Tabel 1: gegevens over aanmeldingen per team 1-5-2015 t/m 31-10-2015
plaats/team
aantal aanmeldingen
aantal ‘matches’
gem. duur aanmelding – match in dagen
aantal afgesloten trajecten
gem. duur traject in dagen
Rijnstreek Alphen a/d Rijn Boskoop Centrum Ridderveld Rijnwoude West Kaag en Braassem Nieuwkoop
455 65 109 123 77 81 178 95
439 = 96% 65 = 100% 95 = 87% 123 = 100% 76 = 99% 80 = 99% 154 = 87% 94 = 100%
499 68 93 103 83 69 83 146 121 25 82
491 = 67= 92 = 100 = 81 = 68 = 83 = 146 = 121 = 25 = 79 =
92 85 299 199 100 91 49 145 78 67
90 77 278 179 99 90 48 137 72 65
9,7 14,0 5,7 8,1 11,3 12,5 5,7
131 = 11 = 25 = 34 = 30 = 31 = 23 = 32 =
29% 17% 23% 28% 29% 38% 7% 34%
205 7 33 40 34 45 46 77 68 9 49
= = = = = = = = = = =
41% 10% 35% 39% 41% 65% 55% 53% 56% 36% 60%
48 26 113 84 29 47 33 53 30 23
= = = = = = = = = =
52% 31% 38% 42% 29% 52% 67% 37% 38% 34%
86,9 92,5 77,3 81,7
837 = 38%
86,8
90,9 104,8 88,1 97,1 84,3 80,7 90
Leidse regio Leiden Binnenstad Bos&Gasthuizen Merenwijk Noord/Boerh. Roodenburg Stevenshof&Mors Leiderdorp/Zoeterwoude Leiderdorp Zoeterwoude Oegstgeest
98% 99% 99% 97% 98% 99% 100% 100% 100% 100% 96%
5,7 20,1 8,2 9,9 6,5 5,2 7,9 4,5 8,2
102 92,7 94,6 68,2 89,8 87,5 89,8 92,5 84,6
Duin- en Bollenstreek Hillegom Lisse Katwijk Katwijk 1&2 Rijns/Valkenburg Noordwijk Noordwijkerhout Teylingen S’heim/Warmond Voorhout Totaal
2216
= = = = = = = = = =
98% 91% 93% 90% 99% 99% 98% 94% 92% 97%
8,3 17,4
2123 = 96%
9,7
18,3 6,7 7,9 8,9 36 11
78,4 69,7
78 81
Een match is een koppeling van een hulpverlener aan een cliënt. In vergelijking met de periode januari t/m april 2015 zijn er veel meer ‘matches’ gemaakt: gemiddeld 96% nu versus 89% in de eerste 4 maanden. Dit heeft mogelijk vooral te maken met een verbetering in het registreren.
11
Diagram 2: aantal matches en duur match
Gematcht 30% Niet gematcht 96% langer dan 7 dagen gewacht op match
4% 66%
0%
Binnen 7 dagen gematcht
Het aantal afgesloten hulptrajecten is gestegen, van 11% in de eerste 4 maanden naar gemiddeld 38% nu. Dit is conform verwachting omdat er nu eenmaal wat tijd nodig is om dossiers te kunnen afsluiten. In de eerste periode was de tijd te kort na de start van de JGT’s in januari om hier zinvol naar te kunnen kijken. Inmiddels is het echter mogelijk een nadere blik op de cijfers per team te werpen en dan valt op dat de verschillen tussen de teams groot zijn. De teams Kaag en Braassem (7%), Leiden Centrum (10%) en Boskoop (17%) hebben een laag percentage afgesloten trajecten, terwijl teams als Noordwijkerhout (67%), Leiden Roodenburg (65%) en Oegstgeest (60%) zeer hoge percentages halen. Hieronder wordt in beeld gebracht wat de redenen voor afsluiting van de trajecten waren: Diagram 3: redenen voor afsluiting traject
Volgens plan 7%
0% 5% In overeenstemming voortijdig
20%
Eenzijdig vanuit cliënt voortijdig Eenzijdig vanuit JGT‐er voortijdig
68%
Wegens externe omstandigheden voortijdig
12
In de afgelopen periode is in de registraties vastgelegd hoe de cliënten bij de JGT’s zijn terecht gekomen. Dit is door cliënten zelf aangegeven. Hier komt het volgende beeld uit naar voren: Diagram 4: verwijzers
4%
11%
Gemeentelijke toegang 5%
Huisarts Jeugdarts Gecertificeerde Instelling
51% 19%
9%
Medisch specialist Onbekend Geen verwijzer
1%
Er zijn wat verschillen te zien tussen de belangrijkste verwijzers per team. Het kan voor teams die laag in het aantal verwijzingen van een bepaalde discipline ‘scoren’, mogelijk interessant zijn te zien waarom andere teams wel veel verwijzingen hiervan krijgen.
6 Conclusies De ervaringen van de cliënten, de samenwerkingspartners en de teams geven een mooi beeld van de veranderingen die sinds 1 januari 2015 al gerealiseerd zijn. De snelle hulp zonder wachtlijsten en de hulp op maat die mogelijk is door de nauwe samenwerking tussen hulpverleners met verschillende expertises in elk team, zijn dé grote veranderingen die de JGT’s teweeg hebben gebracht in vergelijking met de situatie in de jeugdzorg vóór 1 januari 2015. Voor 1 januari moesten mensen met hun hulpvraag eerst naar Bureau Jeugdzorg en kon pas na indicatiestelling een hulpaanbod tot stand komen. Dit vergde vele weken, waar nu vaak binnen 1 à 2 weken na aanmelding de hulp start. Vóór 1 januari was de expertise op het gebied van jeugd-ggz, of jeugdigen met een beperking apart georganiseerd van de jeugdhulpverlening wat een multidisciplinaire aanpak lastiger maakte. Hiermee heeft de beoogde transformatie van de jeugdzorg op deze belangrijke punten al concreet handen en voeten gekregen. Dat de geboden hulp door cliënten, jeugdigen en ouders, gewaardeerd wordt met gemiddelde cijfers boven een 8,5 is een grote aanmoediging om door te gaan op de ingeslagen weg. Uit de ervaringen van de jeugd- en gezinsteams en van de samenwerkingspartners komen tegelijkertijd ook de nodige verbeterpunten naar voren. Ook hiervoor geldt dat de waardering van cliënten een aanmoediging kan zijn om de verbeterpunten voortvarend ter hand te nemen.
13
Bijlage Rapportage Jeugd en Gezinsteams Holland Rijnland mei t/m okt 2015 In deze bijlage vindt u alle gegevens die hebben geleidt tot de totalen die in de rapportage staan. Deze gegevens zijn op 10 november 2015 aan Plusplan onttrokken. In de eerste tabel (tabel 1) vind u per team, per gemeente informatie over gemiddelde doorlooptijden, aantal aanmeldingen etc. In deze tabel wordt gesproken over ‘de match’. Dat is het moment dat na een binnengekomen aanmelding een JGT-er aan een zaak gekoppeld wordt. In de tweede tabel (tabel 2) staan de verwijzers die zijn aangegeven bij aanmelding in het JGT per team/gemeente. In de derde tabel (tabel 3) staat de reden van beëindiging aangegeven per team/gemeente Hierna zijn er per gemeente twee grafieken opgenomen; -
Een grafiek met het aantal gematchte zaken en hoeveel van deze zaken binnen 7 dagen waren gematcht Een grafiek met het aantal aanmeldingen per maand per team
Om de bijlage qua pagina’s beperkt te houden zijn de grafieken dusdanig verkleind dat het lastig kan zijn de gegevens te lezen. Het vergroten van het document naar bijvoorbeeld 150% leesgrootte verhelpt dit probleem.
Alphen aan den Rijn Ridderveld West Centrum Boskoop Rijnwoude
1023 248 171 278 143 183
455 123 81 109 65 77
261/194 70/53 48/33 68/41 34/31 41/36
439 123 80 95 65 76
5,7 11,3 14,0 9,7 8,1
189 38 33 67 32 19
49 74 77 53 39
188 44 41 45 14 44
139 144 170,4 167,3 139
131 34 31 25 11 30
Gemiddelde tijdsduur tussen start en eindtraject in dagen in periode 01-05-2015 t/m 31-102015
Aantal afgesloten trajecten periode 01-05-2015 t/m 31-102015
Gemiddelde tijdsduur tussen start en eindtraject in dagen in periode 01-01-2015 t/m 31-102015
Aantal afgesloten trajecten periode 01-01-2015 t/m 31-102015
Langst wachtende match
Aantal zaken langer dan 1 week wachtend op match
Gemiddelde duur tussen aanmelding en match in dagen
gematchte zaken
Man/vrouw verdeling
Aanmeldingen in periode 01-052015 t/m 31-1--2015
Aanmeldingen totaal (01-012015 t/m 31-10-2015
Team
Gemeente
Tabel 1:
88,1 84,3 104,8 90,9 97,1
Nieuwkoop Kaag en Brasem Leiden Noord Merenwijk Bos- en Gasthuizen Rodenburg Stevenshof Binnenstad Oegstgeest Leiderdorp/Zoeterwoude Leiderdorp Zoeterwoude Katwijk Katwijk Rijnsburg/Valkenburg Noordwijk Noordwijkerhout Lisse Hillegom Teylingen Voorhout Sassenheim/Warmond Totalen
209 351 1122 191 205 218 178 195 135 210 282 237 45 667 430 237 177 145 169 232 292 121 171 4879
95 178 499 83 103 93 69 83 68 82 146 121 25 299 199 100 91 49 85 92 145 67 78 2216
52/43 101/77 286/213 43/40 59/44 55/38 46/23 48/35 35/33 50/32 83/63 68/53 15/10 199/100 127/72 62/38 61/30 28/21 55/30 50/42 78/67 40/27 38/40 1304/912
94 154 491 81 100 92 68 83 67 79 146 121 25 278 179 99 90 48 77 90 137 65 72 2123
5,7 12,5 9,9 8,2 20,1 6,5 5,2 5,7 8,2 7,9 4,5 18,3 6,7 7,9 8,9 17,4 8,3 7,2 23,7 9,7
12 59 124 21 31 23 20 13 16 12 40 34 6 125 97 28 29 12 36 23 47 11 36 708
70 81 158 55 101 29 28 20 34 34 25 105 60 94 18 113 20 24 97
51 31 285 43 51 44 62 65 20 74 89 78 11 145 103 42 60 42 36 67 70 27 43
144,8 141,7 152 156,3 179,9 138,9 136,1 147 128,6 145,7 136,1 143,3 159,8 159 140 119 145,5 153,9 155,1
32 23 205 34 40 33 45 46 7 49 77 68 9 113 84 29 47 33 26 48 53 23 30 837
90 80,7 68,2 94,6 92,7 89,8 87,5 102 84,6 89,8 92,5 86,9 83,4 77,3 81,7 69,7 78,4 81 78 86,84
Alphen aan den Rijn Ridderveld West Centrum Boskoop Rijnwoude Nieuwkoop Kaag en Brasem Leiden Noord Merenwijk Bos- en Gasthuizen Rodenburg Stevenshof Binnenstad Oegstgeest Leiderdorp/Zoeterwoude Leiderdorp Zoeterwoude Katwijk Katwijk Rijnsburg/Valkenburg Noordwijk Noordwijkerhout Lisse Hillegom Teylingen Voorhout Sassenheim/Warmond Totalen
18 3 5 4 4 2 4 21 11 2 2 4 1 2 12 10 8 2 9 7 2 2 1 1 3 2 1 92
26 10 3 7 6 17 35 60 7 22 7 10 11 3 4 19 15 4 24 16 8 7 5 11 19 21 10 11 248
23 4 2 6 5 6 3 18 2 3 3 6 4 2 11 11 12 8 4 11 3 8 7 7 2 5 105
84 23 15 31 7 8 15 28 97 11 18 21 12 16 19 16 19 16 3 69 47 22 19 14 16 18 22 13 9 417
Geen verwijzer
Onbekend
Medisch specialist
Gecertificeerde instelling
Jeugdarts
Huisarts
Gemeentelijke toegang
Team
Gemeente
Tabel 2:
4 1 1 2
1 2 1
1 1 1 1 1 1 2 1 5 2 3 19
41 9 9 4 12 7 13 21 31 7 5 7 2 8 2 5 14 12 2 25 11 14 12 1 6 10 16 7 9 195
259 73 49 59 30 48 42 71 281 56 56 53 38 41 37 43 72 58 14 159 110 49 39 26 41 36 71 31 40 1140
Alphen aan den Rijn Ridderveld West Centrum Boskoop Rijnwoude Nieuwkoop Kaag en Brasem Leiden Noord Merenwijk Bos- en Gasthuizen Rodenburg Stevenshof Binnenstad Oegstgeest Leiderdorp/Zoeterwoude Leiderdorp Zoeterwoude Katwijk Katwijk Rijnsburg/Valkenburg Noordwijk Noordwijkerhout Lisse Hillegom Teylingen Voorhout Sassenheim/Warmond Totalen
84 22 20 18 7 17 24 9 150 29 26 22 33 36 4 34 47 43 4 72 52 20 34 27 19 27 36 19 17 563
31 7 9 4 1 10 6 7 27 2 6 2 8 8 1 3 20 17 3 28 24 4 8 1 5 16 10 3 7 162
12 3 1 3 3 2 1 4 13 1 3 7 2
0
8 3 3
1 0
6 4 2 4 5 2
1 1
4 1 3 62
1
1
Voortijdig afgesloten wegens externe omstandigheden
Voortijdig afgesloten; eenzijdig door aanbieder
Voortijdig afgesloten; eenzijdig door cliënt
Voortijdig afgesloten; in overeenstemming
Beëindigd volgens plan
Team
Gemeente
Tabel 3
4 2 1
1 1 3 14 2 5 2 1 2 2 3 7 5 2 6 3 3
1
0
5 3
4
3 46
Gemeente: Alphen aan den Rijn Aanmeldingen per maand per team:
Match/geen match:
250
200 35
150
Gematcht 189; 42%
29 27
Boskoop 24 100
65
20 16
37
Centrum 24 9
31
36
26
20
West
13 13
18
15 10
40 50
26
23
18
21
26
20
16
mei
juni
juli
20
19
18
25
23
maart
april
41
februari
Ridderveld
7
8 5 10 11 10
20
16
10
14
28
23
augustus september
16; 3%
439; 97%
langer dan 7 dagen gewacht op match
11 13
12 6 15
0 januari
Niet gematcht
Rijnwoude
oktober
250; 55%
Binnen 7 dagen gematcht
Gemeente: Nieuwkoop Aanmeldingen per maand, per team
Match/geen match:
35
30
25
Gematcht
20
15
29
31
29
Nieuwkoop
26 21
10
19
15 5
0
12 9
18
1; 1%
Niet gematcht
12; 13% 94; 99%
82; 86%
langer dan 7 dagen gewacht op match Binnen 7 dagen gematcht
Gemeente: Kaag en Brasem Aanmeldingen per maand, per team:
Match/geen match:
70
60
Gematcht
50
59; 33%
Niet gematcht
40
62
30
Kaag en Brasem 59 44
20
10
26
22
18
14
0 januari
februari
maart
april
mei
juni
juli
154; 86%
langer dan 7 dagen gewacht op match 95; 53%
44
34 28
24; 14%
augustus september oktober
Binnen 7 dagen gematcht
Gemeente: Leiden Aanmeldingen per maand, per team:
Match/geen match:
250
200 20
150
42
Gematcht 12 29
20
Binnenstad Stevenshof
22
34
Rodenburg 26
100
28
15 19
42
37 22
50 31 26 0
17
16
21
16
20
16
11
30
29
19
21
21
12
15 13
19
15 17
40
12
16
22 14
12 8 8 9 16 11
3 7 9 6 6 4
8 21 8
23
21
23
20
21
21
Bos en Gasthuizen Merenwijk Noord
8; 2%
491; 98%
Niet gematcht
127; 25% 364; 73%
langer dan 7 dagen gewacht op match Binnen 7 dagen gematcht
Gemeente: Oegstgeest Aanmeldingen per maand, per team:
Match/geen match:
50 45 40
Gematcht
35 30 25
Oegstgees 3; 4%
20 15 10 5 0
Niet gematcht
12; 14%
47
28
28
25
23 14 9
12
16 8
79; 96%
67; 82%
langer dan 7 dagen gewacht op match Binnen 7 dagen gematcht
Gemeente: Leiderdorp Aanmeldingen per maand per team:
Match/geen match:
40 35 30
Gematcht 25
87; 72% Niet gematcht
20 35 15 10
22
26
0
0; 0%
langer dan 7 dagen gewacht op match
25 14
5
Leiderdorp
33 29
27
121; 100%
15 11
34; 28%
Binnen 7 dagen gematcht
Gemeente: Zoeterwoude Aanmeldingen per maand, per team:
Match/geen match:
8 7 6
Gematcht
5
19; 76%
Niet gematcht
4 7
7
3
6
2
4
Zoeterwoude
6 4
0
2
0; 0% 6; 24%
4
3 1
25; 100%
2
langer dan 7 dagen gewacht op match Binnen 7 dagen gematcht
Gemeente: Katwijk Aanmeldingen per maand, per team:
Match/geen match:
140
120
100
80
Gematcht
47
125; 42% Niet gematcht
30 38
60
40 61 20
Rijnsburg/Valkenburg
22
25
51
18 48
44 31
35
10 18
0
Katwijk
21; 7%
278; 93%
langer dan 7 dagen gewacht op match
13
19
72
15
48 22
153; 51%
Binnen 7 dagen gematcht
Gemeente: Noordwijk Aanmeldingen per maand, per team:
Match/geen match:
35
30
Gematcht
25
29; 32%
20
Niet gematcht
15
30
Noordwijk
25 16
16
18
16 13
0
90; 99%
langer dan 7 dagen gewacht op match
21
10
5
1; 1%
10
61; 67% 12
Binnen 7 dagen gematcht
Gemeente: Noordwijkerhout Aanmeldingen per maand, per team:
Match/geen match:
40 35 30
Gematcht
25
12; 25%
20 36
Noordwijkerhout
32
15 10 5
48; 98%
langer dan 7 dagen gewacht op match
20 12
14
Binnen 7 dagen gematcht 12
10 6
0
1; 2%
Niet gematcht
2
1
36; 73%
Gemeente: Lisse Aanmeldingen per maand per team::
Match/geen match:
30
25
Gematcht 20
36; 42% Niet gematcht
15 Lisse
24 10
20
20
21
20
20
8; 10 %
77; 90%
langer dan 7 dagen gewacht op match
16 5
0
41; 48%
11 8
9
Binnen 7 dagen gematcht
Gemeente: Hillegom Aanmeldingen per maand, per team:
Match/geen match:
60
50
Gematcht 40
23; 25% 30 52
Hillegom
2; 2%
Niet gematcht
90; 98%
langer dan 7 dagen gewacht op match
20 29
31
28 23
10 13
12 5
0
Binnen 7 dagen gematcht
22
17
67; 73%
Gemeente: Teylingen Aanmeldingen per maand, per team:
Match/geen match:
60
50
40
Gematcht 28
47; 32%
30 26
16
13
Voorhout
9
20 15 11 21
10 13 0
13
Niet gematcht
Sassenheim/Warmond
28
137; 94%
langer dan 7 dagen gewacht op match
16 9
8
8; 6%
4
16
16 9
17
90; 62% 4
Binnen 7 dagen gematcht