februari 2002 31e jaargang Uitgave van de Nederlandse Vereniging van Toerzeilers. Verschijnt 7x per jaar. ISSN 1384-9492
178
NEDERLANDSE VERENIGING VAN TOERZEILERS SECRETARIS: A. F. Marks,
PENNINGMEESTER: B. van Roosmalen, postgiro 2803380 t.n.v. contributie: € 27,- p.j. LEDENADMINISTRATIE: K.G. Dik, Nederlandse Vereniging van Toerzeilers, Postbus 50223, 1305 AE Almere, Aanmelden of afmelden lidmaatschap bij de Ledenadministratie. REGIO/COMMISSIE VOORZITTERS Noord: I.F. Witteveen,
UIT DE STUURKUIP
2
VAN DE KAMPANJE
4
BESTUURSMEDEDELINGEN
4
* Contributie 2002 * Uitslag Enquête * Bijdragen aan verenigingswerk
VERENIGINGSNIEUWS
6
* Welcome on Board (Lustrum) * Attachment vakanties * Update Expertisebank
ZEEMANSCHAP EN NAVIGATIE
9
Zuid : H. Korver,
* Correcties * Wijzigingen gebieden * weerberichten Frankrijk/Engeland
West: J.J. Scholte,
TECHNIEK AAN BOORD
Oost: R. Beute,
PLANOLOLOGIE
Randstad: G. van Voorbergen, Centrum: Mevr. K. van Roosmalen-Bakker, Uiterton: A.F.M. Verbraak,
10
* Een kleine revisie
12
* Kort Planologisch Nieuws * Wadden * Beleidsnota Recreatie en Toerisme * provincie Friesland
LEDENADMINISTRATIE
17
* Nieuwe Leden Technische Commissie: H. Rooze, Commissie Zeemanschap & Navigatie: Planologische Commissie: W.P. van Erven Dorens, WEBSITE NVvT: http://www.toerzeilers.nl
ERVARINGEN
REISVERSLAGEN
Girorek. 280 3380.
* Bericht van de Onderneming (8) * Met de Pavane naar Riga, * Swinoujscie… en Appingedam * De Witte Beer op pad * Retour Canarische eilanden
HOOFDREDACTIE Peter H. Paternotte,
VARIA
e-mail
[email protected]
* Waarde privé-jacht niet belast * Overwinteringstip
VERENIGINGSARTIKELEN Mevr. K. van Roosmalen – Bakker,
REDACTIESECRETARIAAT Fokko van Steenwijk, Schorpioen 69,
18
* Wintertocht met de Suada * Mijn eerste keer * Steppen, sokken en brievenbussen
BOEKEN
22
42
42
e-mail
[email protected]
* Installatiehandleiding scheepssanitair * Vaarwijzer Waddenzee
REDACTIECOMMISSIE Marjolein Brandt, Beatrice van der Bijl, Peter Paternotte, Fokko van Steenwijk.
EVENEMENTENBULLETIN
44
ADVERTENTIES
54
INFORMATIE VOOR AUTEURS
55
ATTENTIE
56
Namen en adressen van de bestuursleden, gegevens over regio- en kenniscommissies, de ledenservice, bemanningsbank en verenigings artikelen vindt u in de Leden- en Schepenlijst. Druk: Anraad, Nieuwegein.
1
UIT DE STUURKUIP Peter Paternotte Perspectief Daarover las ik in een nautische context op mijn laatste zakentrip. In het Amerikaanse watersportblad ‘SAIL’ (www.sailmagazine.com als uw interesse heeft) verzuchtte een journalist dat hij het nooit goed kon doen. Als hij een recensie/testverslag over een nieuwe boot schreef, lieten lezers weten donders goed te begrijpen dat hij twee handen op één buik was met de importeur of bouwer en deze laatste kunnen het weer niet verkroppen dat de watersportpers hun producten niet het predikaat ‘toppunt van perfectie’ geeft. Op objectieve wijze de zaken in perspectief plaatsen, dat is de kunst. En het is essentieel, zoals de geciteerde journalist stelt, en wel om dat het kopen van een boot maar ten dele heeft te maken met een rationele afweging. De vloeiende lijnen van de romp, de mooie boeg of spiegel kunnen onderbewuste snaren raken die niets meer met logica te maken hebben. Vergeten zijn het vage ontwerp, de matige inventaris, de twijfelachtige motor of de rommelige elektrische installatie; vaak reikt de hand al naar het chequeboek als de emotie overheerst. Als u dat niet gelooft, probeer dan niet-zeilers eens uit te leggen waarom u zo van zeilen houdt, wat het zo bijzonder maakt. Ze zullen enthousiast knikken maar er geen bal van snappen, want zeilen is een bezigheid die aan de logica ontsnapt. Als je het niet hebt ervaren en er niet door gegrepen bent zul je het nooit snappen. Jachtexperts zijn zelf vaak zeilers en ook mensen met voor- en afkeuren. De echte expert laat daarvan niets blijken en doet koel zijn werk, hoezeer het ook van binnen gist over de afschuwelijke tuigage, racekont of wat dan ook. Iedere boot heeft zijn eigen specifieke kenmerken en dat staat los van de bouwkwaliteit, staat van onderhoud en conditie. En om deze laatste zaken gaat het bij een expertise. Ik mocht dat zelf aan den lijve ondervinden bij de aankoopkeuring van de nieuwe eigenaar van mijn boot. Een degelijke expert was ruim drie uur bezig met de boot op het droge, deed uitgebreide vochtmetingen, klopte de romp af en inspecteerde de binnenzijde plus kritische punten van diverse uitrustingsstukken. Een goede ervaring,
2
want hoe ervaren en handig je zelf ook bent, van een professionele jachtexpert kan je altijd iets opsteken, die vindt zaken waar je zelf over heen kijkt. Het grappige is dat de emotie ook andersom werkt. Ja, je hebt de knoop doorgehakt en de boot (in principe) verkocht. Nee, het is nog wel degelijk je eigen boot en daar kan toch niets mis mee zijn… kritiek op je geliefde (zelfs bij het naderen van de scheiding) doet pijn. Het liep gelukkig niet zo slecht af, anders had ik dit stukje niet zo ontspannen kunnen schrijven. Wat klusjes aan gelcoat en onderwaterschip (geen osmose...) en dan is het gebeurd. Er komt over een aantal weken bij de tewaterlating nog een motortest, vervanging van twee motorsteunen en uitlijnen en daarna vaar ik met de nieuwe eigenaar het IJsselmeer over naar Friesland waar we de boot zullen overdragen, het finale afscheid, met foto te vereeuwigen.
Vertrekkers Velen van u zullen die rubriek wel kennen in ‘Zeilen’. Laatst stond er een artikel in HP/de Tijd met dezelfde titel (11 januari 2002, week 2), maar een geheel andere strekking. Als ‘aspirant vertrekker’ was ik natuurlijk bovenmatig nieuwsgierig naar de inzichten terzake van niet-nautische journalisten. De subtitel bij het artikel was al veelzeggend: “jaarlijks verlaten tientallen Nederlanders huis en haard om per zeilboot over de aardbol te zwerven. Maar eenmaal op avontuur is de romantiek vaak snel verdwenen. We hadden zin in fruits de mer in Boulogne, maar moesten door naar Brest om de douchepomp te laten repareren.” Het artikel nader bestuderend komt als rode draad de afhankelijkheid van technische zaken sterk naar voren; zelf (kunnen) repareren is een must om onafhankelijk te zijn en de kosten in de hand te houden. Verder wordt de stelling betrokken dat 80 procent van de vertrekkers het hele stuk van Nederland naar Portugal op de motor heeft afgelegd. Citaat: “Ze willen allemaal voor de borrel binnen zijn. Er zijn er legio die rokend en zuipend met hun boot ten onder gaan.” Niet alles wat in dit artikel staat is onzin, maar de indruk dat er een
‘docudrama’ van gemaakt is dringt zich wel heel sterk op. Per saldo zijn verhalen van mensen die zonder veel problemen (of ophef over problemen) dit soort tochten maken niet echt interessant. Het luxeaspect vind ik het meest opvallend en ik moet toegeven dat de drang naar meer comfort en vernuft niet ophoudt. Ooit zeilde ik met een kompas en sleeplog en alleen een simpele marifoon trok wat stroom uit de kleine scheepsaccu. Tegenwoordig krijg ik de vraag of ik warm water/een douche/een plotter/radar en (dus) een aggregaat aan boord heb. Niets van dat al, maar wel een GPS/Navtex/DSC/SSB en verwarming plus koeling. Ik red het met twee grote accu’s en denk al na over zonnecellen, een watergenerator en zelfs een watermaker. Mogelijk is het artikel een afspiegeling van de immer toenemende welvaart en de neiging die mee te nemen op verre reizen; met de gevolgen zoals gemeld. De lering die ik er uit trek is ‘back to basics’ en niet ‘forget about it’.
Noordpool/Yachting Monthly februari 2002 Nu we het toch over verre streken hebben; in het februarinummer van ‘Yachting Monthly’, het populaire Engelse watersportblad (met een in zonnige streken varend jacht met bikinibemanning op de voorplaat), stond een interessant artikel over een zeilvakantie met een Westerly Discus (33 voet) van Engeland naar de Baffin- en Melvillebay en terug. Het artikel heeft de vrolijke titel ‘the Iceman Cometh’. Het verhaal over de tocht met de ‘Dodo’s Delight’ is een aardig staaltje Engelse understatement, maar het leuke is toch wel dat het mogelijk blijkt zo’n tocht met een relatief klein jacht veilig te ondernemen, mits er een competente bemanning aan boord is en… het schip technisch in goede conditie is. Voor wie ook dergelijke ambities koestert (het is er niet zo druk als bij de Atlantic Rally for Cruisers op Grand Canaria) bevat het artikel ook zeer relevante (ijs)vaarinformatie. Verder in dit nummer een prima gidsje over La Rochelle, tips om niet te zinken als je een lek hebt opgelopen, een verhaal over varen langs de New England kust in de USA, een overzicht (buyers’guide) van vijftien scheepskachels, een interessant ‘new gear’ artikel over een parachute zeeanker, een test van de nieuwe Dehler 36 (‘high performance end of the spectrum cruising yacht, too many items are extra’s’), een drama-
tisch verslag van een 32 voet jacht dat door een klap met een walvisstaart zonk en waarvan de bemanning zich ternauwernood wist te redden (South Atlantic...) alsmede een hoop nuttige tips om zeilend een ligplaats te bereiken (‘the art of sailing alongside’).
Lustrum oproep! Ook de redactie van TZ heeft zich gebogen over het a.s 30-jarig bestaan van de NVvT. De bedoeling is een speciaal jubileumnummer het licht te doen zien in oktober a.s. Om kopij voor dit nummer te vergaren zijn een aantal acties gestart. Twee thema’s die we zouden willen behandelen vragen input van lezerszijde: 1) Bijdragen over het thema: ‘wat betekent een schip in je leven?’ Ook gezinsreacties tot en met tekeningen van kinderen zijn prima; eventueel gebruiken we die bij het lustrumfeest. 2) Reacties op de stelling; ‘Het 50-jarig jubileum haalt de NVvT niet meer’ . Alle drukte op het water; de milieuproblemen, de kosten van het varen/liggen/onderhoud etcetera worden exorbitant, naast alle beperkingen en heffingen die de overheid oplegt. Het varen wordt ontmoedigd en is zeer kostbaar. Los daarvan kan het zo vol worden dat er geen lol meer aan is.
Tenslotte Begint het zo langzamerhand toch (al) weer voorjaar te worden. Ik schrijf dit op 2 februari, de koninklijke feestdag. Het is vijftien graden boven nul, zonnig weer met SW4/5 en op het zuidelijk IJsselmeer zie ik meerdere zeiljachten varen als ik via de dijk Lelystad/Oostvaardersdiep terug naar huis rijd. Is dit ‘Global Warming’ waar we eigenlijk niet blij mee moeten zijn? Volgend weekend varen we onze traditionele wintertocht met Jan van Ree. Of het nog een echte wintertocht wordt staat te bezien; de korte broeken gaan mee... Hoe dit ook zij, tegen de tijd dat u dit nummer in de bus vindt is het al weer een aantal weken later en dus dichter bij het echte zeilseizoen. U moet vast nog het een en ander klussen en de redactie wenst u daarmee sterkte!
3
VAN DE KAMPANJE Hans Andriessen, voorzitter Als dit nummer van Toerzeilen voor u op tafel ligt beginnen de voortekenen van het komende zeilseizoen zich waarschijnlijk al te manifesteren, al was het maar de eigen onrust en de voorbereidingen om uw schip weer vaarklaar te maken. Met een beetje geluk zeilen we over luttele maanden weer uit naar bekende of onbekende bestemmingen. De naderende Hiswa zal voor velen het begin zijn van het nieuwe seizoen, het Woudschoten weekend is dan al weer achter de rug en velen van u zullen tijdens de winter mogelijk al enkele van onze verenigingsactiviteiten hebben bezocht. Het belooft een interessant verenigingsjaar te worden, zowel qua activiteiten, maar ook bestuurlijk, want er staan weer veel plannen op stapel. De meest in het oog springende is misschien wel het feit dat we dit jaar 30 jaar bestaan, een jubileumjaar dus en dat we daar een grandioos feest aan willen koppelen. U heeft
allemaal de brochure reeds ontvangen en het doet me groot genoegen te merken dat letterlijk honderden leden daar reeds op hebben gereageerd. Zij die dat nog niet hebben gedaan adviseer ik niet te lang te wachten want dit wordt een absolute knaller en een feest onze Vereniging zeker waardig, hoe drukker het wordt, hoe leuker het zal zijn!!! In dit nummer komen we ook nog even terug op de onlangs gehouden enquête zodat ook zij, die niet in staat waren op de jaarvergadering aanwezig te zijn, van de resultaten kennis kunnen nemen. Vanaf deze plaats wil ik nogmaals iedereen van harte dank zeggen die zich gemeld hebben om op een of andere wijze hand en spandiensten te verrichten ten behoeve van onze Vereniging. Werkelijk hartverwarmend en een extra stimulans om op de ingeslagen weg voort te gaan. Ik wens u alvast een prettige voorbereiding op het komende seizoen toe!
BESTUURSMEDEDELINGEN Bart van Roosmalen, penningmeester CONTRIBUTIE 2002 Evenals vorig jaar heeft het bestuur tot haar genoegen geconstateerd dat velen, na het ontvangen van de acceptgiro, hun contributie voor 2002 direct hebben overgemaakt. Inmiddels is met het verschijnen van dit Toerzeilnummer de datum waarop de contributie statutair voldaan moet zijn gepasseerd. Het bestuur doet een dringend beroep op hen die de contributie nog niet hebben voldaan dit alsnog per omgaande te doen ... en vooral in euro’s!!! Het is helaas maar al te vaak geconstateerd dat er leden zijn die pas laat in het jaar en na herhaald aandringen, aan hun financiële verplichtingen voldoen. Gelet op de extra administratieve zorg en de daarmee verband houdende kosten heeft het bestuur moeten besluiten de daarvoor geldende regels wederom strenger te moeten
4
gaan hanteren. De komende publicaties, Toerzeilen 178 en het Boordboek/Leden-en Schepenlijst, zullen daarom niet worden toegezonden aan leden van wie de contributie op 15 maart nog niet is ontvangen. Nazending bij latere betaling is dan helaas niet meer mogelijk. De daarop volgende publicaties worden u, na betaling, weer toegezonden.
UITSLAG ENQUETE 2001 In het voorjaar van 2001 ontvingen de leden van onze vereniging een enquêteformulier met een aantal vragen die erop waren gericht om het bestuur een beter beeld te geven over onder meer hetgeen in de vereniging leeft, wat de wensen van de leden zijn, de gezinssamenstelling van de leden, en wie bereid is om een bijdrage te leveren aan het werk van de vereniging. Het is verheugend te noemen dat er zo’n grote respons was op het invullen van de enquêteformulieren. Van de 2.700 toegezonden formulieren kwamen reacties van 945 leden. Op de Algemene Vergadering in november 2001 j.l. werd voor de aanwezigen een presentatie gegeven over de belangrijkste uitkomsten, waarmee het bestuur rekening kan houden bij het bepalen van het verenigingsbeleid voor de toekomst. Voor diegenen die niet aanwezig waren op de genoemde Algemene Ledenvergadering volgt hierna een aantal uitkomsten en conclusies uit de ingestuurde formulieren. We hebben trouwe leden, 27% is reeds meer dan 10 jaar lid, 26% tussen de 5 en 10 jaar en maar liefst 47% is tussen de 0 en 5 jaar lid. Mond tot mond reclame (in de haven?) blijkt ook nu weer te werken want een kleine 40% is lid geworden via een NVvT-lid. Een groot aantal nieuwe leden (27%) heeft zich ingeschreven tijdens de HISWA. Advertenties en de internetsite levert de vereniging ook een aanzienlijk aantal nieuwe leden op respectievelijk 10% en 6,5%.
BIJDRAGEN LEVEREN AAN HET VERENIGINGSWERK Het kader van de vereniging, bestaande uit de bestuursleden en de degenen die de regiocommissies, kenniscommissies en projectgroepen vormen, hebben vaak moeite om leden te werven die bereid zijn om een bijdrage te leveren aan de activiteiten van de vereniging. Het was dan ook zeer verheugend dat circa 195 leden zich middels de enquête bereid verklaarden om mee te werken aan de activiteiten van de vereniging.
De gemiddelde leeftijd van de toerzeiler lijkt rond de 50 jaar te schommelen. Onze leden beschikken over veel nautische kennis, de meesten (78%) hebben meer dan één cursus gevolgd, vooral theoretische kustnavigatie (47%) en het basiscertificaat marifonie (23%) scoren hoog. De toerzeiler wil graag een cursus volgen door de vereniging georganiseerd (80%), afsluitend met een NVvT-certificaat. Naast het beheersen van de nodige theoretische nautische kennis heeft de toerzeiler duidelijk de wens zijn (of haar) vaargebied uit te breiden, we spreken maar liefst over 81% bij de leeftijdscategorie van 30 tot 50 jaar en van 54,5% bij de leeftijdscategorie van 50 jaar en ouder. Onze leden zijn leergierig, 77% geeft aan lid te zijn geworden voor het opdoen van kennis. Daarnaast geeft 63% aan lid te zijn geworden omdat men graag de vereniging steunt in verband belangenbehartiging. We zijn er bijzonder trots op dat bij 90% van onze leden de vereniging voldoet aan de verwachtingen. Of de vereniging meer activiteiten moet organiseren voor de jeugd blijft onduidelijk, immers 93% van de inzenders heeft deze vraag niet beantwoord. Frappant dat 56% nooit deelneemt aan natte activiteiten en 47% nooit deelneemt aan droge activiteiten. Een grote groep toerzeilers doet 1 of 2 maal mee aan natte (40%) en droge (43%) activiteiten. De wimpel en sticker wordt door een groot deel van onze leden gebruikt. De NVvT wordt als een actieve (45%), gezellige (28%) en sportieve (21%) vereniging ervaren.
Inmiddels zijn de namen en adressen van betrokkenen doorgegeven aan het bestuur en de commissies en een aantal vrijwilligers zijn ook al benaderd door de respectievelijke voorzitters. Natuurlijk kan het kader bestaande uit 50 leden nu niet direct worden uitgebreid met 195 nieuwe leden. Maar de vrijwilligers staan genoteerd en zullen wellicht in de toekomst worden benaderd voor een taak of functie. Met andere woorden, weest u niet teleurgesteld als er niet op korte termijn wordt ingegaan op uw vriendelijke aanbod.
5
VERENIGINGSNIEUWS Bé Zanting, coördinator Lustrumcommissie ‘WELCOME ON BOARD’ De NVvT Lustrumcommissie heeft U door middel van de bijsluiter ‘Bijzeil’ van TZ nr. 177 (december 2001) namens het Bestuur uitgenodigd deel te nemen aan het Lustrumfeest op 19 oktober 2002. Het belooft een grandioos feest te worden. De voorbereidingstijd voor de uitnodiging was echter kort terwijl de beslissing om het feest door te laten gaan op basis van voldoende deelname reeds medio januari 2002 genomen moest worden. Inmiddels hebben zich heel veel leden aangemeld door middel van de antwoordcoupon in ‘Bijzeil’ Dus...het feest gaat door!! Maar nog niet alle leden van de vereniging hebben zich ingeschreven. Wellicht hebt u de brochure tijdens de feestdagen even terzijde gelegd en is het u daarna door de glühwein en oliebollen ontgaan, maar de mogelijkheid om in te tekenen voor dit geweldige feest staat nog altijd open. En nog steeds voor slechts € 35,= per persoon. Want het Bestuur heeft op verzoek van de Lustrumcommissie erin toegestemd om de inschrijftermijn te verlengen tot 1 april 2002!! Geef u dus snel op om dit unieke gebeuren niet te missen.
Indien u de brochure reeds ‘gearchiveerd’ hebt, geen nood. Surf naar de mooie website van onze vereniging (www.toerzeilers.nl) waar Nora Schram de brochure heeft opgenomen. U kunt het inschrijfformulier heel eenvoudig afdrukken. Of neem voor meer informatie contact op met de Lustrumcommissie via tel: 072-532 08 66. Zoals gezegd, wordt het een grandioos feest. Lees de uitnodigingsbrochure nog eens door. Beschouw deze cruise als een afsluiting van het zomerseizoen. Tijdens uw tochten of aan boord in uw thuishaven maakt U ongetwijfeld foto’s. Wij nodigen u uit om uw mooiste foto(’s) in te zenden en deel te nemen aan de fotowedstrijd. Begin echter niet te laat. Wij verwachten geen uitgekiende foto’s zoals alleen een beroepsfotograaf die kan maken. Een onpartijdige jury zal de inzendingen beoordelen. Tijdens het feest aan boord zullen de inzendingen op één van de dekken ten toon worden gesteld en wordt uiteraard bekend gemaakt wie naar het oordeel van de jury tot de beste inzenders behoort. In het volgende nummer van TZ hoort u de details. ‘Welcome on board ‘.
Frits Birkhoff, regiocoördinator ATTACHMENT VAKANTIE’S Het voorstel voor attachments -vakanties naar vreemde kusten (Toerzeilen 177), is bijzonder positief ontvangen. Ook de vraag, om een module te ontwikkelen die voor vakanties dichter bij huis kan worden opgezet, werd aangekaart. Omdat de laatste jaren veel nieuwe leden belangstelling tonen voor vakantietochten, bijvoorbeeld binnendoor van IJsselmeer naar Zeeuwse Delta en omgekeerd, zou ik graag vernemen in hoeverre ideeën hierover kunnen worden uitgewerkt op basis van uw reacties. Met name tochten voor gezinnen met kinderen in de basisschoolleeftijden zijn zeer geliefd. Daar het voor dit soort evenementen lastig is om tochtleiders te vinden, zou de attachmentformule (zie TZ 177) ook hier voor die gezinnen de mogelijk bieden om toch naar
6
vaargebieden te koersen die als solovarend gezin niet direct binnen bereik komen daar opgroeiende kinderen en langere zeiltrajecten dikwijls haaks op elkaar staan. Ervaring met NVvT-gezinstochten onder leiding van een tochtcoördinator leert dat kinderen, die opvaren met schepen waar ook ‘lotgenootjes’ aan boord zijn, een enkele keer een stevig traject varen gemakkelijker accepteren. Een maatje aan boord van een ander schip, met wie je ‘s avonds weer met kruisnet of garnalennetje op stap kan gaan, geeft de kinderen en de ouders aan boord een goed vakantiegevoel.
Een voorstel Vindt u het een aardig idee, dan is de volgende stap het vaststellen van één of enkele informatiebijeenkomsten om daarover door te praten. Tijdens deze informatiebijeen-
komsten, bij voorkeur aan het begin van het vaarseizoen, worden enkele data als verzamel/vertrektijdstip (bijvoorbeeld begin juli, midden juli en eind juli) en enkele bestemmingen, zoals binnendoor naar Zeeland, binnendoor naar IJsselmeer, rondje IJsselmeer en Randmeren, Westelijk waddengebied, vastgesteld. Vanzelfsprekend worden ook de voorwaarden waaronder wordt gevaren doorgesproken en afgesproken. Let wel, het zijn dus geen van het begin tot het einde minutieus georganiseerde vakantietochten; geen tocht met het samen uit samen thuis principe. Dat weerhoudt natuurlijk geen enkele bemanning om toch met ‘lotgenoten’ gedurende een deel of de gehele vakantie met elkaar op te trekken. Tenslotte maar niet in het minst: Vrijheid – Blijheid. Staat deze manier van varen na één traject al tegen, ga dan gewoon op eigen kiel door of blijft nog een dagje liggen. Zie het als een opstapje om eens wat verder te kunnen komen en/of de kinderen meer plezier aan hun vakantie te laten beleven.
Accepteer dus de eigenaardigheden van enkele meeliggers als deze wijze van ‘onder zeil’ gaan, aanspreekt en bepaal zo nodig de eigen koers. Op deze wijze op vakantie gaan opent nieuwe vaargebieden, geeft veel leuke contacten met gelijkgestemden schippers en bemanningen en blijft in uw herinnering achter als een leuke vakantie voor uzelf en uw kinderen.. Spreekt deze wijze van varen u aan? Bel, schrijf of e-mail uw reactie aan Frits Birkhoff Kielzog 9, 1276 GW HUIZEN, 035 -525 63 30,
[email protected].
Beamers met bemanning gezocht. In toenemende mate presenteren inleiders en instructeurs hun voordrachten met behulp van PC of laptop. Om aan deze presentaties de finishing touch te geven ontbreekt soms een betrekkelijk nieuw medium, de beamer. Beschikt u over een beamer en bent u en uw beamer een of enkele keren in het ‘droge’ seizoen beschikbaar, neemt u dan contact op met de regiocoördinator Frits Birkhoff, 035 - 525 63 30
Marten Boorsma EXPERTISEBANK “LEDEN ADVISEREN LEDEN” Het doel van de expertisebank is het mobiliseren van de kennis en ervaring onder de leden van onze vereniging. Dit betekent het inzichtelijk maken van wie over welke expertises beschikt en bereid is om daarover te worden benaderd door andere leden met vragen op het specifieke kennisgebied. De eerste versie van de expertisebank ligt voor u. Om deze te kunnen uitbreiden wor-
den gegadigden gevraagd zich op te geven voor vermelding in de expertisebank. Contactpersoon is Marten Boorsma (tel. 0512 522334 - e-mail:
[email protected]) Het is de bedoeling om de expertisebank regelmatig te actualiseren en naast de publicatie in Toerzeilen deze ook op te nemen in de website van de NVVT (www.toerzeilers.nl)
7
8
De expertisebank is uitsluitend voor gebruik door NVvT-leden!
ZEEMANSCHAP EN NAVIGATIE Nora Schram Correcties TZ 177 1. Pag. 12, rechtsonder: de prijs van de Hydrografische kaarten is niet € 2,50 maar € 22,50. 2. Pag. 13, midden: het aantal stormwaarschuwingsgebieden wordt uitgebreid tot tien, Vlissingen en Zierikzee zijn aparte gebieden. 3. Pag. 36, naast het zeilplan: het web-adres van het Taling Genootschap is home.planet.nl/~mschram/taling.htm.
Nora Schram WIJZIGINGEN GEBIEDEN WEERSVERWACHTINGEN FRANKRIJK EN ENGELAND Op 4 februari 2002 zijn een aantal wijzigingen in de gebiedsindeling voor de weerberichten van kracht geworden. Dit is gebeurd in het kader van de gelijkschakeling van de gebiedsaanduidingen voor diverse landen. De taalverschillen blijven, maar er is nu vastgehouden aan de volgende principes: - verschillende gebieden hebben in de diverse taalgebieden nooit dezelfde naam; - windrichting-aanduidingen in de namen zijn vervallen om geen verwarring te geven met actuele windrichtingen.
De wijzigingen in de Franse gebieden zijn veel ingrijpender. Een actuele kaart is op te halen via internet: http://www.meteo.fr/ meteonet/decouvr/guides/marine/mar1.ht m en klik vervolgens op de link: Carte des zones des bulletins ‘large’ français. In Macmillan Reeds Nautical Almanac is de kaart van de Engelse gebieden al aangepast, die voor de Franse niet.
In de praktijk zijn de veranderingen voor de Engelse weerberichten beperkt: - Finisterre krijgt als nieuwe naam Fitzroy; - Sole en Plymouth zijn kleiner geworden en beslaan nu hetzelfde gebied als (Franstalig) Sole en Ouessant.
9
TECHNIEK AAN BOORD Jan Alkema EEN KLEINE REVISIE Het vermogen van de dieselmotor loopt na jaren van gebruik langzaam terug. Oorzaken zijn onder andere compressieverlies door slijtage van zuigerveren en cilindervoeringen, minder goed sluitende kleppen of minder goed functionerende verstuivers etcetera Compressiemetingen kunnen worden uitgevoerd, waaruit het vermogensverlies kan worden afgeleid. Dit is echter geen amateurswerk. In TZ 171 heb ik een methode beschreven, door met de boot in de box elk jaar het maximaal mogelijke toerental te meten. Na een aantal jaren wordt een daling zichtbaar. Andere indicaties van het achteruitgaan van de conditie zijn bijvoorbeeld slechter starten bij kouder weer of meer zwarte of blauwe rook bij vol gas. Een indruk van de gezondheid van de motor kan ook worden vastgesteld door analyse van de motorolie. In november 2000 liet ik een oliemonster onderzoeken bij ‘Martest’ in Rotterdam-Hoogvliet. De resultaten van dit onderzoek voor mijn motor waren positief. Geen mechanisch defect in verstuivers of brandstofsysteem, geen compressieverlies of afstellingsprobleem, geen overmatige slijtage en geen lekkage van koelvloeistof. Het algemene beeld van de motor (een BUKH 20 DV, bouwjaar 1979) werd als goed beoordeeld. In 1992 heb ik de cilinderkoppakking vervangen, de kleppen nagekeken en geslepen en de verstuivers vervangen. Het is nu tien jaar verder en ondanks het goede rapportcijfer uit de olietest leek het mij zinvol de motor eens uit elkaar te halen voor inspectie. Ik heb een werkplaats handleiding. Een artikel uit Practical Boat Owner bleek ook zeer praktisch en informatief. De nu beschreven kleine revisie heb ik zelf aan boord uitgevoerd , terwijl deze zich in de winterberging bevond.
Hoe kom je bij de motor Het eerste probleem doet zich voor om bij de motor te komen. Vanaf de huidige positie in een motorkast kun je er van boven goed bij. De cilinderkop is er gemakkelijk vanaf te halen. Om echter de cilindervoeringen en zuigerveren te inspecteren moe-
10
ten de zuigers zelf uit de cilinders worden gehaald. Dit kan alleen als de drijfstangen worden losgemaakt. Om hier bij te komen moet een deksel onder het carter worden verwijderd. Daarvoor moet eerst de motor tenminste 90 graden worden gekanteld. Dat laatste was niet mogelijk op de bestaande plaats. Er zat niets anders op om de motor geheel los te maken en naar de kajuit te verplaatsen en hem dan op de kajuitvloer te kantelen. Hoe til je 250 kilo? Ik besloot een hijsconstructie te maken, die lijkt op een containerkraan uit de haven. Twee houten liggers (in lengte richting van de boot) van circa anderhalve meter werden boven de motor aan beide kanten ondersteund met balken van circa één meter en ook onderling verbonden in dwarsrichting. Op de liggers plaatste ik twee dwarsbalken. Met twee draadeinden per dwarsbalk en wat moeren, zou de motor opgetild kunnen worden en in de kajuit worden geschoven. Op een extra vloertje zou de motor neergezet kunnen worden en gekanteld, zodat hij van alle kanten bereikbaar zou zijn. Voordat de motor verplaatst werd, moest eerst een deel van de motor omkasting worden losgehaald. Daarna konden schroefas, de bedieningshandels, de uitlaat, de brandstoftoevoer en de elektrische bedrading worden losgekoppeld. Ik maakte schetsen van de aansluitingen en hing overal labels aan, om later alles weer op de juiste wijze aan te sluiten. Toen kon de cilinderkop er af. De olie werd afgetapt. Daarna maakte ik de motorsteunen los en hees de motor via de draadeinden iets omhoog en verplaatste de motor in de kajuit. Daar werd de motor 90 graden gekanteld. Het ging eigenlijk heel gemakkelijk en hulp had ik er niet bij nodig. Het carterdeksel werd losgemaakt. Met de zuiger in de onderste stand konden toen de drijfstanglagers werden losgemaakt. Daarna kon de zuiger met drijfstang uit de cilinder worden gedrukt. De zuigerveren werden verwijderd en de zuigers en met name de zuigerveergroeven werden netjes schoongemaakt. In de werk-
winkels leverde alleen maar vragende gezichten op. Internet helpt hier uitstekend. Zoeken onder het woord ‘honen’ gaf zeer veel informatie. Er wordt uitleg gegeven van het hoe en waarom en kon ik een adres vinden van een leverancier, die ook aan particulieren leverde. Zo’n hoon is een soort ronde bezem, met aan de ‘takken’ kleine slijpbolletjes. De diameter moet aangepast zijn aan de diameter van de cilinder. Door deze hoon al draaiend met een slijptol met bepaalde toeren op en neer te bewegen in de cilindervoering wordt een gewenst patroon gemaakt. De hele operatie mag maar hooguit 45 seconden per cilinder duren.
plaatshandleiding werd aangegeven dat het mogelijk is om alleen de zuigerveren te vernieuwen als de cilindervoeringen nog acceptabel zijn. De slijtage van de cilindervoering is voelbaar als een klein randje tussen het gebied waar de zuiger beweegt en net daar buiten. In de werkplaatsinstructie wordt beschreven hoe de slijtage kan worden gemeten. Breng een nieuwe zuigerveer in de cilinder op diverse plaatsen en meet hoever de uiteinden openstaan. Vergelijk dat met een stukje ongesleten voering. Als de metingen binnen aangegeven toleranties zijn, dan zijn de voeringen qua slijtage nog acceptabel. Vervanging van alleen zuigerveren is dan voldoende. De slijtage van de cilindervoeringen bleek in mijn geval binnen de tolerantie.
Honen Het wordt echter afgeraden om nieuwe zuigerveren zonder meer te monteren. De bestaande cilindervoering is spiegelglad. Die gladheid kan aanleiding geven tot olieverbruik. Aangeraden wordt om de cilindervoering eerst te honen. Dit is een soort bewerking, die het oppervlak een beetje ruw maakt. Zuigerveren en de gehoonde cilindervoering kunnen nu goed op elkaar inlopen en een goede afdichting geven. Hoe kom je aan een ‘hoon’ en hoe gaat dat precies. Informatie bij goede gereedschap
De zuigerveren kunnen nu in de zuigers gemonteerd worden. Het monteren van de zuiger met zuigerveren in de cilinder valt zonder speciaal gereedschap niet mee. Ik gebruikte een grote slangenklem om de zuigerveren losjes in te klemmen, waardoor de zuiger vrij vlot in de voering te krijgen was. De drijfstanglagers konden weer gemonteerd worden en de bouten werden met de juiste voorspanning aangehaald. Daarna kon het carter weer dicht.
Aderverkalking Voordat de kop werd gemonteerd werd deze eerst grondig geïnspecteerd. Er bleek behoorlijke kalkaanslag te zijn in de koelkanalen van de cilinderkop. De kalk is zoveel mogelijk verwijderd onder andere mechanisch en met azijn. Er schijnt een agressiever product (zuur) op de markt te zijn, maar er werd met de gebruikte methode al zoveel kalk losgemaakt, dat andere stappen niet nodig leken. De kleppen werden er uit gehaald en goed schoongemaakt. Met slijppasta werden klep en klepzitting pas op elkaar geslepen. De verstuivers werden niet gedemonteerd. Tien jaar geleden zijn deze het laatste gecontroleerd. Indien later zou blijken dat het toch nodig is , dan kan dat gemakkelijk plaatsvinden wanneer de motor weer op z’n plek staat. De trillingsdempers werden geïnspecteerd. Twee van de vier hadden loslatingverschijnselen. Er zijn daarom vier nieuwe dempers gemonteerd.
Weer op z’n plaats Met dezelfde hijsconstructie werd de motor weer op z’n oude plaats gezet. De kop met nieuwe koppakking werd gemonteerd, de kleppen werden gesteld en alle
11
aansluitingen werden weer gekoppeld. Toen kwam het grote moment: zou hij weer willen starten? Gelukkig bleek de motor daartoe bereid, tot mijn grote opluchting overigens.
Resultaten Zodra de boot weer in de box lag heb ik dezelfde proef weer uitgevoerd om te kijken wat het toerental was. Voor de ingreep was het toerental 2600 omw/min. Na de ingreep bleek het toerental 2700 omw.min. Deze waarde werd ook gehaald toen de motor tien jaar jonger was. Het afgelopen seizoen bleek de motor gewoon goed te lopen en redelijk vlot te starten. Alles met elkaar een leuk winterklusje met een goed resultaat. De totale kosten van nieuwe onderdelen zoals zuigerveren, koppakking, motorsteunen, hoon bedroegen circa 500 euro.
Informatie : Importeur van BUKH : Clouds International B.V. Waddinxveen. www.clouds.nl. Hebben alle onderdelen en geven goede adviezen. Olie analyse: www.martest.nl Hoon , “flex-hone” Info op: www.nunen.nl . Geeft ook advies. Artikel PBO: “Same day diesel repairs” PBO nr. 349 januari 1996. Internet. Via o.a. Westerly club site en links naar andere sites veel info over BUKH motoren, onderhoud, startproblemen etc. Gereedschap. Voor de juiste krachten in de bouten gebruik ik een goede momentsleutel. De aanhaalkrachten staan in het instructieboekje en de werkplaatsinstructie. Verder is alles met gewoon verkrijgbaar gereedschap uitgevoerd.
KORT PLANOLOGISCH NIEUWS A.W. de Ruyter van Steveninck Het ministerie van LNV vermeldt in zijn jaarboek 2000 dat de zeehondenpopulatie op de Waddenzee de afgelopen tien jaar sterk is gegroeid. Niettemin stelt het voor om met ingang van dit jaar de watersportmogelijkheden op het Wad nog verder te beperken vanwege de zeehondenrust. Specifiek wordt genoemd het Groninger Defensiegebied. NNWB, Watersportberaad, KNWV, Wadvaarders en BBZ komen hiertegen in het geweer. Ook de Waddenadviesraad over pleit ervoor, naar aanleiding van de ontwerp PKB (TZ 173), vast te stellen hoeveel zeehonden er nu zijn en hoe groot de populatie moet zijn om verdere beschermende maatregelen achterwege te kunnen laten. (NNWB Nieuwsbrief, december 2001). In het kader van het jaarlijkse ‘betonningsoverleg’ tussen de Rijkswaterstaat, Hydrografische Dienst en KNRM met vertegenwoordigers van de watersport is toegezegd dat de betonning voor de belangrijkste Oost-West routes op het Wad dit jaar zal worden herzien. Mogelijk komt ook de betonning in het Lauwersmeergebied aan de beurt. Verder komt er een nieuwe betonde geul (met naam: Scheepsgat) in Oost-
12
West route Noordwestelijk van Holwerd. (NNWB Nieuwsbrief, december 2001). Directeur Evers van Natuurmonumenten is boos over de door het kabinet opgeroepen tegenstelling tussen natuur en milieu. Dat heeft zijn afweging (TZ 177) over het windmolenpark langs de Afsluitdijk gepresenteerd als een keuze tussen milieu (minder broeikasgassen) en natuur (behoud Waddenzee). Volgens Evers zijn er voldoende alternatieve locaties op het land en verder uit de kust op de Noordzee. Een krachtige lobby in de richting van de uiterst verdeelde Tweede Kamer (TZ 177), het benaderen van de energieproducenten en een brede publiekscampagne moeten het kabinetsbesluit ongedaan maken. (Binnenlands Bestuur, 9 november 2001). De 110 windmolens die gepland zijn langs de Afsluitdijk (zie TZ 176, 177) zullen slechts 0,26% van het totale Nederlandse elektriciteitsverbruik opwekken, zo stelt professor Sluijter van de TU Eindhoven. Hij meent dat het niet de moeite loont om voor zo’n geringe opbrengst het hele land vol windmolens te zetten. (NRC-Handelsblad, 14 januari 2002).
De nieuw aangelegde eilandjes in het Tjeukemeer (TZ 167) zijn in bezit genomen door duizenden meeuwen. Deze veroorzaken ’s nachts lawaai en produceren veel vervuiling. Oorzaak: de gladde golfbreker blijkt een ideale broedplaats. De Marrekrite wil proberen met behulp van plantengroei op de dam de dieren weg te houden. (Waterkampioen/Uitkijk, 23 augustus 2001). Op een op 28 december 2001 in Grouw gehouden symposium is door directeur De Vries van Schuttevaer een pleidooi gehouden om het gebruik van het Prinses Margrietkanaal door de pleziervaart te ontmoedigen zo niet te verbieden. In elk geval zou het bezit van een vaarbewijs verplicht moeten worden gesteld. Inspecteur voor de scheepvaart in Friesland De Jong is het met dat laatste eens. Voorzitter Vallenduuk van de werkgroep Veiligheid van het Watersportberaad heeft bezwaar aangetekend, wegens het op die manier creëren van een voor velen belangrijke barrière tussen twee voor de Friese watersport belangrijke vaargebieden. (Waterkampioen/Uitkijk, 18 januari 2002). Het kabinet heeft in zijn op 18 januari gepubliceerde IJsselmeernota vastgesteld dat inpolderen van het IJsselmeer niet meer aan de orde is. Welkom zijn nog slechts activiteiten die met het water te maken hebben, zoals watersport, strandrecreatie, natuurontwikkeling, beroepsvaart en werkzaamheden in en rond de havens. Het kabinet oordeelt nu dat er een einde komt aan de lange historie van inpolderen van het open water. In de vorig jaar gepubliceerde Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening maakte het kabinet alleen nog uitzonderingen voor windmolens en buitendijkse woningbouwplannen van Almere en Lelystad. (Leeuwarder Courant, 19 januari 2002). Een combinatie van ondernemers heeft onlangs een plan gepresenteerd voor een modern nautisch centrum in Scheveningen. Het omvat een moderne jachtwerf, een uitbreiding van het aantal ligplaatsen tot 500 (+30%), een zeezeilcentrum, een hotel en een ondergrondse parkeergarage. Locatie: Landhoofd C, het schiereiland tussen de voorhaven en de tweede haven. De bouw zou moeten beginnen in 2003 en anderhalf jaar duren. Kosten: ƒ 80 miljoen. B & W van Den Haag steunen de plannen.
(Haagse Courant, 14 november 2001). De openstelling van de Haringvlietsluizen (TZ 158, 166) heeft duidelijk gemaakt dat het zoete en het zoute water niet simpelweg mengen, maar dat het zoute water “uitzakt” langs de bodem. Bovendien blijkt het nogal uit te maken welke van de zeventien deuren, hoever wordt opengezet. De bedoeling van het experiment is een herstel van het getij in de Biesbosch, maar deze zoute indringing is niet zo gewenst, onder andere omdat het Spui vrij moet blijven van zout water. Dit is weer het gevolg van de noodzaak zoet water daaruit naar de Nieuwe Waterweg te geleiden. Dat helpt de Rijn om het zoute zeewater verder westwaarts te dringen en zo de inlaatpunten voor de tuinders in het Westland zoet te houden. (Schuttevaer, 10 november 2001). Staatssecretaris Faber van LNV heeft alsnog de hele Voordelta (van Rotterdam tot aan de Westerschelde) aangewezen als speciale beschermingszone onder de Europese Vogelrichtlijn. (Van Nature, januari 2002). In een recente beleidsnota recreatie en toerisme van de gemeente Zierikzee wordt gepleit voor uitbreiding van de jachthaven. “De kwaliteit van de jachthaven sluit onvoldoende aan op de vraag van watersporters. De passantensteiger biedt op topdagen kwalitatief veel te weinig ruimte. Voorzieningen in de havens als sanitair en elektra zijn onder de maat.” (Provinciale Zeeuwse Courant, 23 januari, 2002). De HISWA Vereniging verwacht op korte termijn inzage te krijgen in het conceptbesluit (in het kader van de Wet Milieubeheer en de Wet Openluchtrecreatie) dat wordt opgesteld om een vuilwatertank verplicht aan boord te gebruiken. Zie TZ 168. (HISWA Magazine, 8 november 2001). In Medemblik is nu met 25 schepen ervaring opgedaan met het gebruik van een borstelmachine voor het verwijderen van aangroei. Zie TZ 171. De resultaten zijn zeer positief. Nieuwe schepen kunnen zonder verdere bewerking worden behandeld. Bestaande schepen moeten worden voorzien van een harde coating, na verwijdering van de antifouling. Hiervoor verleent de overheid een subsidie van ƒ 1.000. Dit
13
jaar zal het aantal vaartuigen worden uitgebreid, en ook een haven aan zout water zal worden inbegrepen. Een borstelbeurt duurt een kwartier. Men is er van overtuigd dat borstelen voor zoet water een concurrerend alternatief is voor coatings. Voor zout water is er ook optimisme, hoewel
daar de machine zwaarder uitgevoerd moet zijn en de borstelfrequentie fors hoger. (HISWA Magazine, 8 november 2001).
Wim Piet van Erven Dorens
WADDEN Dit unieke natuurgebied is zeer geliefd bij recreanten waaronder de watersporters. Eenieder die dit gebied waardeert, zal van harte instemmen met het behoud ervan en handhaving van de biodiversiteit door extra bescherming van bedreigde diersoorten. Inmiddels is er een woud van beschermingsmaatregelen ontstaan om dit te bereiken: • Aanwijzing tot Speciale Beschermingszone (SBZ) ingevolge de Europeese Vogelrichtlijn en de Europese Habitatrichtlijn; • Natuurgebied onder de Natuurbeschermingswet; • Planologische Kernbeslissing Waddenzee (PKB); • Streekplannen van de betrokken Provincies; • Bestemmingsplannen van de omliggende Gemeenten; • Algemene Politieverordeningen van de omliggende Gemeenten; • Verklaring van Stade en het Trilaterale Waddenzeeplan van Denemarken, Duitsland en Nederland. Verder zijn er pogingen om het gebied tot een PSSA (Particularly Sensitive Sea Area) te verklaren en om het op te nemen op de Werelderfgoedlijst van de Unesco. Enerzijds mag men twijfelen of al deze maatregelen werkelijk tot een duurzaam Waddengebied leiden. Denk maar eens aan het groene licht van het kabinet voor een windmolenpark bij de Afsluitdijk dat de horizon in het zuidelijk deel van de Wadden volledig zal veranderen. Indien de MER-procedure (Milieu Effect Rapportage) aantoont dat het hier om een groot maatschappelijk belang gaat, gaat het project door. Wel wordt er dan compensatie gegeven voor de verloren ‘natuurwaarde’ in de vorm van natuurbouw of ontpoldering. Met misschien weer verder nadeel voor de
14
watersporter. Anderzijds scheppen deze beschermingsmaatregelen de mogelijkheid voor radicale natuurbeschermers om menselijke activiteiten in het Waddengebied af te remmen of zelfs terug te dringen. Het is bedroevend hoe weinig er bekend is over de parameters die het voortbestaan en de aanwezigheid van bedreigde soorten bepalen. Daarom staan we steeds voor onvoorspelde verschijnselen zoals nu de sterke toename van de zeehonden in de Wadden. Maar natuurradicalen zien ‘rust’ als verreweg de belangrijkste parameter die bereikt kan worden door de mens met zijn activiteiten zo veel mogelijk te weren. (met uitzondering van de natuurbeschermers zelf uiteraard, die moeten tellen, ringen, wegen en bemonsteren om de natuur te blijven volgen). Deze natuurradicalen vinden we wijdverspreid bij overheden en in de veelal kleinere natuuractiegroepen. De beschermingsmaatregelen zijn niet statisch, maar worden regelmatig herzien. Jaarlijks worden de grenzen van de zogenaamde Artikel 17-gebieden (NB-gebieden gesloten voor mensen) herzien en door de groei van het aantal zeehonden worden dat er steeds meer. Elke vier jaar is er een Trilaterale Ministersconferentie, voorafgegaan door een Interregionale Waddenconferentie van provincies en districten in het gebied waarin verdere maatregelen worden afgesproken. PKB’s dienen elke tien jaar te worden herzien en de daarmee samenhangende plannen (Streek- en Bestemmingsplannen) eveneens. Hierin schuilt de kans voor natuurradicalen om hun agenda te realiseren. Recente voorbeelden: • In de nieuwe ontwerp-PKB voor het Waddengebied wordt verdere uitbreiding van ligplaatsen in het Waddengebied verboden;
• Het verbod wordt ook uitgebreid tot het aangrenzende IJsselmeer en de gebieden achter de sluizen, die op de Wadden aansluiten op grond van de zogenaamde ‘externe werking’. NNWB/KNWV hebben een bezwaarschrift ingediend en ook NVvT bleef niet achter; • De verblijfsaccommodatie op de eilanden wordt bevroren. Omzetgroei moet plaatsvinden door kwaliteitsverbetering (lees: van campings naar vijfsterrenhotels); • LNV wil twee nieuwe Artikel 17-gebieden aanwijzen. De vaargeul ten oosten van Lauwersoog wordt daardoor afgesloten. NNWB/KNWV protesteerden reeds; • Er circuleren ambtelijke notities om de toegang naar de Wadden bij de sluizen te reguleren (lees: beperken); • Men schrijft over een signalerings- en reserveringssysteem voor ligplaatsen op de eilanden; • Een voorstel van de ‘Wadvaarders’ om op
de Trilaterale Ministersconferentie onderzoek naar andere beschermingsmaatregelen dan uitsluitend zonering (in Nederland Artikel 17-gebieden aanwijzen) op de agenda te zetten, wordt door LNV stelselmatig genegeerd, waarover de hele waterrecreatie uiteraard verontwaardigd is. U ziet dat waakzaamheid van de waterrecreatie geboden is om, in samenwerking met andere belanghebbenden, dit gebied toegankelijk te houden. Gelukkig stelt ook de Waddenadviesraad, het formele adviesorgaan voor de Rijksoverheid, dat evaluatie van eerder getroffen maatregelen en argumentatie van nieuwe maatregelen noodzakelijk zijn om het maatschappelijk draagvlak te behouden. De Planocommissie blijft hierop in ieder geval alert.
A.W. de Ruyter van Steveninck BELEIDSNOTA RECREATIE EN TOERISME PROVINCIE FRIESLAND Door de provincie Friesland is verleden jaar een ontwerpnota met een beschrijving van de plannen op het gebied van recreatie en toerisme in Friesland voor de periode tot 2010 gepubliceerd. De nota is onder andere bedoeld als provinciaal actieprogramma en als leidraad bij het toetsen van nieuwe ontwikkelingen. Ook is de nota bedoeld om de buitenwacht duidelijkheid te geven over provinciale standpunten. Gezien het belang van Friesland voor de watersport lijkt een kort overzicht van deze plannen en hun achtergrondgedachten nuttig voor de leden van de NVvT, voor zover ze betrekking hebben op de toerzeilvaart. De sterke groei van de watersport in Friesland in de jaren zeventig heeft geleid tot een uitgebreide watersportinfrastructuur, bestaande uit onder andere jachthavens, Marrekrite aanlegplaatsen en passantenvoorzieningen in dorpen en steden. Momenteel zijn er 29.000 ligplaatsen. Er is nu althans getalsmatig een redelijk compleet aanbod aan watersportvoorzieningen. De bezoekersaantallen hebben evenwel de neiging te stagneren, als gevolg van con-
currentie van andere watersportgebieden en van andere vormen van vakantie en vrijetijdsbesteding. Ook lijkt de belangstelling van de jeugd voor de watersport terug te lopen. De laatste tijd zijn daardoor de bezettingsgraden van de jachthavens in het merengebied zelfs gedaald. Gegeven ook het belang van de sector voor de werkgelegenheid (circa 2.200 arbeidsplaatsen) wordt daarom nu een nieuwe koers gezet in de richting van een kwaliteitsverbetering, een revitalisering. Uitbreiding van capaciteit zal in de meeste gevallen niet meer aan de orde zijn. Er komt meer accent op kwaliteit van de omgeving, zoals een vitale natuur, een afwisselend landschap, een goede waterkwaliteit en mogelijkheden voor rust- en stiltebeleving. Het plan van aanpak Friese Meren richt zich op maatregelen voor het verbeteren en versterken van de vaarwegeninfrastructuur (onder andere het verdiepen van 40-50 km vaarwegen), het verbeteren van weg-waterverkeerskruisingen, (onder andere door het aanleggen in het merengebied van vijf aquaducten bij knelpunten met beweegbare bruggen, met nog zes aquaducten daarbuiten), de realisering en verbetering van watersportvoorzieningen (onder andere door
15
het aanleggen van 2.000 extra aanlegplaatsen) en het opwaarderen van ten minste vijf watersportkernen (in het bijzonder Sneek, Drachten, Leeuwarden). De populariteit van het varen op groot water neemt toe. De watersport in Friesland is de afgelopen tijd vooral op het IJsselmeer en Waddenzee gegroeid. Naar verwachting zal deze ontwikkeling doorgaan. Dit is niet geheel zonder bedenkingen. Wat betreft de Waddenzee blijft het streven naar het duurzaam beschermen en inrichten van dit natuurgebied. De huidige omvang van de watersport levert nog geen problemen op voor de ecologische waarden, dankzij de ingestelde zonering. Maar gezien de sterke groei van de pleziervaart in de negentiger jaren acht men de sturingsmogelijkheden om de druk daarvan te reguleren via de getalsmatige benadering (in de huidige planning wordt een uitbreiding van de capaciteit voorzien met 400 ligplaatsen) van het vaste ligplaatsenbeleid ontoereikend. Daarom wil met samen met het Rijk, de overige Waddenprovincies en –gemeenten in het kader van de nieuwe PKB Waddenzee (zie TZ 173) een convenant afsluiten voor een meer integrale benadering van dit beheersvraagstuk. Er wordt daarbij verwezen naar het in de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening voorgenomen rijksbeleid waarbij de capaciteit van de jachthavens rondom de Waddenzee en het IJsselmeer zodanig zal worden gereguleerd dat toename van de recreatie- en vaardruk wordt tegengegaan. In het IJsselmeergebied worden daarom alleen in het zuidelijk deel en in het midden (wat betreft Friesland slechts in Lemmer en misschien in Stavoren) de ontwikkelingsmogelijkheden uitgebreid. In het Noordelijk IJsselmeer ligt het accent op kwaliteitsverbetering en stabilisering van de recreatieve druk. Het eerste Structuurschema Groene Ruimte (SGR, 1994) vermeldt een ruimte langs de IJsselmeerkust van maximaal 18.000 extra vaste ligplaatsen tot 2010. Deze uitbreidingsruimte zal in het tweede SGR opnieuw worden bezien. In het kader van duurzaam waterbeheer moeten in de komende vijftien jaar enkele grote problemen worden aangepakt, voortkomend uit zeespiegelrijzing, bodemdaling en veranderde neerslagpatronen. De daarmee samenhangende wenselijkheid de oppervlakte van de Friese Boezem te vergroten schept nieuwe mogelijkheden voor de waterrecreatie door vergroten van
16
het vaargebied. Andere aspecten van de nota betreffen zaken als veiligheid en natuur- en milieubeleid. Ter verhoging van de veiligheid op het water worden voor het Prinses Margrietkanaal alternatieve vaarroutes ontwikkeld. De alternatieve staande mast route Akkrum-Grouw-Warga-Leeuwarden zal worden afgerond. Er zal worden gestreefd naar het instandhouden van een verscheidenheid aan vaarmogelijkheden. Daarbij zal een onderscheid worden gemaakt tussen ‘drukke’, ‘rustige’ en ‘stille’ vaargebieden die hun eigen functie moeten behouden. Drukke vaargebieden zijn de thans bekende meren zoals Snekermeer, Langweerder Wielen, Princenhof en Heegermeer/Fluessen/ Morra. Rustige gebieden, gekenmerkt door natuur- en rustbeleving als streefbeeld, zijn onder andere Koevorde, Sloter-, Bergumeren Tjeukemeer, alsmede Oudegaaster en Grote Brekken. Stille gebieden, met primaat voor de natuur en slechts beperkte recreatieve medegebruiksmogelijkheden, zijn o.a. de Leyen en de Waddenzee. Wat betreft het milieubeleid wil men naar een waterkwaliteit die geschikt is voor zwemmen; daartoe zal de lozing van vuilwater door de recreatievaart worden teruggedrongen onder andere door tot een bedrag van ƒ 300 de inbouw van een vuilwatertank te subsidiëren. Verder zal worden gestreefd naar alternatieven voor koperhoudende antifoulings zoals een bootwasstraat, borstelbanen en minder belastende antifoulings. Kwaliteitsverbetering kan ook worden bereikt door meer aandacht te vestigen op mogelijkheden buiten de directe vaart, zoals het bezoeken van musea (bijvoorbeeld het scheepvaartmuseum Sneek), dagattracties en evenementen (skûtsjesilen!). Men wil een cultuurtoeristische krant voor watersporters ontwikkelen. Overwogen wordt om rondvaartdiensten te organiseren in de grachten van Leeuwarden en Sneek. Openingstijden van dit soort attracties moeten dan wel zijn afgestemd op die van bruggen en sluizen. Door fiets- en wandelpaden aan te laten sluiten bij jachthavens of andere aanlegplaatsen wordt een uitwisseling tussen landen waterrecreatie bevorderd. Als dan het weer minder geschikt is om te gaan zeilen, zijn er voldoende alternatieven, zeker wanneer er ook voor de jeugd aantrekkelijk voorzieningen zijn. Voor het bereiken van de hierboven
beschreven (en de andere niet watersportgerelateerde doelen) is een hechte samenwerking nodig met vele partijen. Naast de provincie zelf zijn dat Rijk, gemeenten, HISWA, Recron, Marrekrite en anderen. Voor de jaren 2001-2004 is daartoe een actieprogramma opgesteld, met vermelding van de betrokken organisaties en planning van de uitvoeringsperiode. Vanuit het gezichtspunt van de NVvT kunnen wel enkele kanttekeningen worden gemaakt. Watersport in Friesland omvat 20% van de Nederlandse watersport en uitbreidingen van de mogelijkheden daarvan zowel kwantitatief als ook kwalitatief zijn altijd interessant. Bovendien heeft meer dan de helft van de NVvT leden zijn boot aan of bij het IJsselmeer liggen; voor hen is Friesland relatief dichtbij en fungeert het ook vaak als uitwijkplaats bij slecht weer. Het wegnemen van hindernissen als bruggen en ondiepten en het vergroten van vaargebieden zal zeker aansporen tot een uitgebreider gebruik van het Friese vaarwater. Ook het uitbreiden van de mogelijkheden op het land zoals het vergroten van de belangstelling van de waterrecreant voor zaken van cultuurhistorisch belang verdient waardering. Het is wat jammer dat de nota zo weinig in details treedt. Misschien is dat niet direct
de bedoeling, maar het zou effectiever zijn geweest voor het wekken van de belangstelling van watersporters voor Friesland, wanneer meer concrete doeleinden waren vermeld. Zo vraagt de lezer zich af waar die vijf aquaducten in het Merengebied zullen komen (Jeltesloot, Houkesloot, Woudsend, Galamadammen??; zie onder andere TZ174, 175) en de zes aquaducten daarbuiten. Welke vaarwegen zullen worden verdiept? Waar komen die 2.000 aanlegplaatsen? Mogelijk komt over deze zaken meer duidelijkheid in vervolgnota’s. Uw recensent heeft bepaald wel bedenkingen tegen de aangekondigde (en onsinziens overmatige) regulering van de pleziervaart op de Waddenzee, met het doel ecologische waarden niet onder druk te zetten. Men moet ons niet misverstaan. Toerzeilers zijn rustige vaarders en zeer geïnteresseerd in een schoon milieu en in fraaie natuur. Dat vormt welhaast een onmisbaar onderdeel van het vaargenoegen. Maar zij willen ook kunnen varen en na de vaart een lig- of aanlegplaats kunnen vinden. En met de door hen veroorzaakte verstoring lijkt het nogal mee te vallen: de zeehondenstand is nog steeds stijgende! Om bovendien de recreatieve druk op de Waddenzee te sturen via een ligplaatsenbeleid op het IJsselmeer gaat ons echt te ver! De NVvT zal daartegen zeker in het geweer komen.
LEDENADMINISTRATIE Kees Dik Nieuwe leden van 22-11-2001 tm 21-01-2002 In verband met de privacy zijn deze gegevens verwijderd.
17
In verband met de privacy zijn deze gegevens verwijderd.
ERVARINGEN Gerard Ranzijn WINTERTOCHT 2001 MET DE ‘SUADA’ Donderdag 27-12-2001. ZW 5-7, later W 5 Daar zit je dan, donderdagochtend 09.30 uur in de kuip van de ‘SUADA’ een stevige wind vijf á zes en onder vol tuig gaat het met tegen de acht knopen richting Den Oever. We begonnen de dag met sneeuw en ijsruimen en vier keer glibberend over de steiger om water te halen. Hoe verzint men zoiets om te gaan zeilen met dit weer in deze tijd: Klaas de Maijer dus. Opstapper Gerard had al een paar maal lopen zeuren
18
dat door Klaas z’n Finlandtocht hij de achttien-uurs tocht had gemist en nu kwam Klaas op het idee om een wintertocht te maken. We hebben op deze tocht alles gehad. Op de hoogte van Medemblik begon het zo hard te waaien dat er gereefd moest worden, daarna ging het evenwel nog rond de zeven knopen. Door de sluis bij Den Oever werd het oliezeil gezet. Want we moesten tegen wind en stroom via het Visjagersgaatje naar het Malzwin. Hier waaide het ook nog stevig af en toe, tegen de 40 knopen wind. Maar pal buiten de pie-
ren werden we begroet door een zeehond. Na het Visjagersgaatje werd het zeil gezet en opkruisend door het Malzwin richting het Gat van de Stier 6 waar het windje en stroom mee gaat naar Oude Schild. Maar het valt niet mee aan de wind en tegen stroom, maar het is wel goed voor de bloedsomloop want we werden er lekker warm van. Na drie uur kruisen toch even de motor aan om voor donker in Oude Schild te zijn. Na een vijftien minuten weer uit, op de Texelstroom mee en net voor donker aangemeerd in de verenigingshaven. Alleen het toiletgebouw is dicht. ‘s Avonds gezellig gegeten in restaurant ‘Havenzicht’ waar het nu heerlijk rustig is, zomers moet je er in de rij staan voor een visje. Kortom de eerste dag een heerlijke zeildag.
Vrijdag 28-12-2001. W 5 - 11 Het waait, het stormt, Klaas tuurt op de windmeter, bij vlagen boven de 60 knopen, jammer net iets te veel om op de stormfok naar Kornwerd te zeilen. Wandelen en een helpende hand toereiken om de vlaggenstok en de reclamevlaggen bij een winkel te redden. In de haven is een container omgewaaid, toen wisten we het zeker, we gaan niet. Dus lezen en voedsel bereiden door Klaas, die alle asperges zelf opat, en voor de opstapper rode kool met appel. Daar bleek dat die dat niet lustte. Het thuisfront gerust gesteld, morgen moet het weer gebeuren. Morgen tegenstroom, maar als we in de ochtend om zeven uur vertrekken moeten we eerst nog een ruim uur stroom mee hebben, en wie weet misschien nog een beetje wind.
Zaterdag 29-12-2001. W 3-4, later NW 1-3 Om zes uur gaat de wekker, ik ben wel tien keer wakker geweest van de Navtex die piepend zijn waarschuwingen uitzond. Na het ontbijt dik in de kleren en keurig op tijd verlaten we de haven. Het sneeuwt dikke vlokken en bij het opbergen van de stootwillen gooi ik er een te water. Dus dat wordt gelijk oefening drenkeling, de stootwil is weer snel boven dek, dus dat geeft hoop. Bij het uitvaren van de haven moet ik op het voordek, vanwege de twee onverlichte staken. Maar goed ook, het gaat rakelings langs de stuurboordbaak. Tot onze verbazing hebben we tegenstroom. Klaas heeft als verklaring dat door de storm er zoveel water opgestuwd is het wad in, dat de ebstroom veel eerder begint te lopen. Maar we hebben de wind mee, en we zijn vroeg dus het zeil gezet en met
twee knopen over de grond richting Kornwerd. Het stopt zowaar met sneeuwen en bij een heerlijk zonnetje wordt Truus ingeschakeld en maken wij de boot weer sneeuwvrij. dan valt de wind weg en moet de tor aan. Vanuit het noorden de opbouw van een stevige bui, het is prachtig om te zien, hoe de nevel zich vormt onder de bui en gelukkig komt hij onze kant op. Tot grote vreugde van Klaas want het begint weer te waaien en de motor kan uit. Rond 14.00 uur hoort het te kenteren, maar zelfs om 15.00 uur staat de ebstroom nog door. Het is inmiddels flink gaan sneeuwen en zonder wind, op de motor gaan we richting sluis. Vlak voor de kom van de spuisluizen zien we een zeehond druk aan het vissen en voor de sluis moeten we enige tijd wachten om gelijk met een prachtige klipper naar binnen te schutten. We zijn weer op zoet water. Er staat inmiddels weer een briesje en gaan zo heerlijk het windje mee tot de haven van Makkum. Om 16.15 uur maken we vast. ‘s Avonds naar de Chinees en na een wandeling door de sneeuw op tijd te bed. ‘s Nachts stormt het en ik droom van een tochtje buitenom met stroom mee via Den Oever. Klaas heeft het alarm van de Navtex uitgezet en dat slaapt een stuk rustiger.
Zondag 30-12-2001. NW 4 tot W 1-3 De wind is ‘s ochtends een stuk gematigd en met een oude heren koersje varen we om 10.00 uur richting Andijk. Eerst sneeuw, dan ophelderen een zonnetje en vriezen, ineens is het dek bevroren. Dan een winddraaiing en alles ontdooit weer. De wind valt weg, nog even de halfwinder geprobeerd, maar die hangt als een zak. De motor moet een tijdje de voortgang er in houden. Voorbij de KR 9 komt de wind weer terug, een zes knopen op het log, het zonnetje er bij, wat wil een mens nog meer. Juist nog een keer. Om 15.00 uur in de haven, waar Joke net komt aan lopen. Schoon schip maken, weer vorstvrij maken en na 95 zeemijl op het log gaan we weer huiswaarts.
19
Fred Geurts MIJN EERSTE KEER Bij de titel van dit stukje zal een ieder wel zo z’n eigen gedachten hebben. Natuurlijk, je hebt nog geen idee waar het over gaat, maar toch komen diverse herinneringen langzaam bovendrijven. Herinneringen, voor ons allemaal verschillend en langzaam vastere vormen aannemend. Zo zullen sommigen wellicht denken aan hun eerste dag alleen naar school; steppend op de autoped, buiten adem om niet te laat te komen. Anderen denken weer aan die eerste kater, een verschrikkelijke ervaring, die, zoals later blijkt, beslist voor herhaling vatbaar is. Weer anderen denken aan hun eerste sigaret, zo vreselijk, dat we moeite moeten doen om ervan af te blijven. De eerste solo autorit, het rijbewijs nog ongekreukeld in de binnenzak en jij zenuwachtig zoekend naar de achteruit. Je denkt misschien aan de eerste zoen, kus of anderszins met je geliefde en je neemt je voor wat vaker een bloemetje mee naar huis te nemen. Maar, denk je wel eens aan je eerste zeiltocht?
Joy rowing Mijn vaarervaring ging niet verder dan een paar slagen in een geleende roeiboot. Je kent dat wel, zo’n zomerse namiddag, snikheet en met je vriendjes slenterend langs het water van de traag stromende rivier. En opeens ligt daar die boot, niet aan een ketting, gewoon aan een stukje touw. In de verre omtrek geen mens te zien, het koele water en avontuur lonken. Roeien bleek lastiger dan we dachten, zeker toen we er achter kwamen dat vooruit gaan én achteruit kijken in een roeiboot samen gaan. Maar de jeugd leert snel en zigzaggend maakten we wat voortgang richting de bebouwing. Toch wel een beetje bang voor de consequenties van ons ‘joy-rowing’ spetterden we terug naar de plek waar de boot gemeerd had gelegen. Gelukkig, er stond niemand om ons op te wachten.
Zeildoop Dat was de vaarervaring waarmee ik voor het eerst in een zeilboot stapte. Inmiddels meer dan 25 jaar geleden, maar het staat nog helder voor de geest. De ‘Polpo’, een Waarschip 600 zoals mij later bleek, zou het voorwerp zijn waarmee ik de zeildoop zou moeten ondergaan. Plaats van handeling, de Westeinderplas, in de buurt van het Starteiland. Stralend weer, met windje vier,
20
het kon niet beter. Zeilen, zo was mij verteld, kon je niet meteen. Nee het was meer een kunst die je maar langzaam onder de knie kon krijgen. Alleen al de benaming van al die schoten, vallen, stagen en andere onderdelen, maakte het zo ingewikkeld. Laat staan die zaken zoals, loef, lij, afvallen, gijpen, overstag gaan en bovenal die gevaarlijke giek. Een stuk hout, na de mast het belangrijkste aan boord, dat uitsluitend bedoeld leek om eerbiedig voor te buigen, op straffe van een nat pak. Nee, zeilen moest je leren, net als autorijden. Zonder zeilschool of instructie lukt het niet en maak je grote kans op brokken. De mast was nodig om de zeilen te kunnen hijsen, dat was nogal duidelijk. Dat je met het roer de boot kon sturen, dat snapte ik ook nog wel. Dat de zeilen het profiel van een vliegtuigvleugel hadden, dat was toch gewoon te zien. Met een beetje fantasie was de mast met zeilen net een vliegtuigvleugel op z’n kant. De romp was de romp en het roer fungeerde als het hoogteroer van het vliegtuig. Kortom een zeilboot leek voor wat betreft besturing nogal op een vliegtuig; invalshoek, dwarskracht, roeruitslag, voor een beginnend student vliegtuigbouw allemaal geen onbekende zaken.
De kick En zo, na een uurtje, kijken, vragen en luisteren, zeilde ik het Waarschip aan de wind over de Westeinder. De invalshoek tijdens een vlaag verkleinend, met daardoor minder lift en een kleinere dwarskracht en minder roeruitslag. De controle over de boot, doormiddel van roer, overloop en schoot, gaf een geweldig gevoel. De acceleratie tijdens vlagen, nu eens een keer uit het niets, zonder intrappen van een gaspedaal, was een ongekende en sensationele ervaring. En dan het geluid van het water dat langs de romp ruiste, klotsend tegen de gangen van de huid. Af en toe wat water over dek, opbouw en gangboord. De lichte trilling van het want, als ware het de snaren van een viool, versterkte de ervaring van het samenspel van wind, tuig en water. Met ruime wind moest de spinnaker worden gezet. Geweldig, hoe er aan de schoten werd getrokken en hoe de boot als het ware achter het bolle zeil aan werd gesleurd. Loeven met de spi bleek een tikkeltje riskant maar demonstreerde snel waartoe boot en stuur-
man in staat waren. Wat minder prettig werd het toen de wind wat aantrok. Helpen bij het reven (bij de mast op het voordek) was een natte ervaring, maar een beter stuurbare boot bleek de beloning voor doorweekte schoenen en broekspijpen.
Virus Gelukkig was ik niet alleen aan boord, want de plek terug naar de haven was nogal lastig te vinden, zeker voor mij als debutant op de Westeinder. En het was op die terugweg dat
het virus zich in mij vastbeet, en eenmaal weer op de wal was ik besmet. Ik kon haast niet wachten op het moment dat de volgende dosis zich zou aandienen en leurde alvast naar de uitnodiging voor een volgend tochtje. U begrijpt het natuurlijk al, een eigen boot moest er komen en al snel buisde ik met regelmaat in een 16 M2 over het Westeinder-water. Een jaartje later kwam de volgende boot, een Waarschip natuurlijk want, de eerste keer, dat vergeet je niet.
Fred Geurts STEPPEN, SOKKEN EN BRIEVENBUSSEN Vorige week hoorde ik het voor het eerst. Het was nog vroeg in de ochtend, je kent dat wel. Vrijdagavond nog laat naar de boot gegaan want je slaapt er zo lekker. Genoten van een prachtige avond met het vooruitzicht van zo’n heerlijk zeilweekend. En dan wordt je heel langzaam een beetje wakker. De vogels tjilpen hun tijdloze symfonie en een fluwelen briesje fluistert op de achtergrond. Kortom je dag begint al met genieten en je laat jezelf nog even verkeren op de rand van slapen en waken. En dan opeens is daar, een vreselijk geluid. Als ware het een roffel op een trommel, een vrachtwagen over het wasbord bij het verkeerslicht, een koude diesel, een startend vliegtuig. Je schiet rechtovereind, stoot je hoofd en bent klaar wakker. Maar het geluid is al weg, of, nee, daar komt het weer, nu minder erg, maar ik ben dan ook wakker. Hoewel je al een aantal jaren vaart kun je het geluid toch niet thuis brengen. Het is geen boot, het komt duidelijk van de steigers; hoor, daar is het weer, maar lijkt nu van de andere kant te komen. Met de ogen tot spleetjes geknepen tegen de opgaande zon, steek je je hoofd door het luik naar buiten. Het geluid zwelt aan en door de preekstoelen heen ontdekt je de oorzaak. Het zijn de jongens van de Earlyup, terug van het douchen. Hun aluminium stepjes racen over de groeven van de steigerplanken. Ik zak weer terug onder de behaaglijkheid van mijn dekbed, niets aan de hand.
Je ziet ze steeds meer Vroeger zag je ze zelden en was het echt een uitzondering. Maar tegenwoordig stelt men toch wel prijs op enige bescherming. En toegegeven, zie beschermen de gevoelige huid en zorgen, voor het tegenhouden van verkeerde invloeden van buiten af. Vroeger waren ze ook maar in één, weinig opwin-
dende kleur, maar ook hier is inmiddels verandering in gekomen. Er zijn nu vele kleuren verkrijgbaar en om het comfort te vergroten zijn ze ook in diverse maten leverbaar. Het is dus zaak goed de maat te nemen om teleurstelling achteraf te voorkomen. Veel mensen hebben problemen met het aanbrengen, eigenlijk meer het omdoen. En toegegeven, het kan wel eens stroef gaan maar na een paar keer proberen lukt het meestal wel. De beste manier voor het omdoen is toch nog steeds de kop erin steken en dan de rest afrollen. Een alternatief is natuurlijk het omdoen in zachte toestand en wanneer het eenmaal zit kun je het geheel zo hard maken als je wil. Het is wel zaak goed te kijken naar de sterkte van het materiaal, want ze hebben nog al wat te lijden en een gaatje of een scheur doet het gewenste effect al gauw teniet. Maar met een beetje goede wil gaan ze toch wel een tijdje mee. Het toppunt is tegenwoordig wel dat je ze kunt bestellen met een naam erop, die van jezelf, voor maximale herkenbaarheid of die van je grote liefde voor maximale tederheid. Nee, het is een echte rage geworden, een verschijnsel van deze tijd en eigenlijk willen we al niet meer zonder fender sokken op pad.
Wij noemen ze brievenbussen Op dagen met harde wind, dwars op de lengte richting van de plas, wemelt het ervan. Je hoort ze al van verre aankomen. Een compositie van geluiden, nooit gehoord in de concertzaal, voorbehouden aan een uitvoering op het water. Het bonkende geluid is de basis, veroorzaakt door het klappen van de plank op de golven. De korte planken klappen wat hoger op de toonladder terwijl de lange lager en luider klinken. De melodie komt van een veel hogere toon, opgewekt door de stroming van lucht langs
21
de kromme mast en zeil. Hoe harder men gaat hoe hoger de toon en de meeste hebben dan ook geen log nodig om hun snelheid te kunnen schatten maar slechts een geoefend oor. De derde klank in deze symfonie is er niet continue maar incidenteel. Haast menselijk van aard en luider en vaker naarmate het harder waait. Het zijn de kreten van de surfer, hangend aan zijn giek, uit z’n bol gaand wanneer de snelheid ver boven de maximum toegestane waarde stijgt en hij en z’n board gelanceerd worden door golf en water. Je hoort ze dus eerder dan dat je ze ziet. En dat is de laatste jaren behoorlijk toegenomen. Het aantal surfers is explosief gegroeid en hun zeilen zijn transparant geworden zodat ze lastiger zijn te ontdekken. Lastiger wordt het waneer de surfer zijn zeil in de lucht heeft geplaatst. Aan een klein model parachute laat de ‘kitesurfer’ zich door het water sleuren, daarbij zijn aandacht vooral richtend op de vlieger boven hem. Op ons thuiswater zijn er al een flink aantal gesignaleerd. Omhoogkijkend scheuren zij over het water, zich kandiderend voor de titel snelver-
keer en je vraagt je af of het vaarbewijs ook voor hen binnenkort niet moet worden verplicht. De kitesurfer heeft minder mogelijkheden om zijn plank te dirigeren in de gewenste richting en daar zit ‘em nou net onze zorg. Met een omhoog starende snelheidsmaniak aan boord van plank met een moeilijk voorspelbare koers is de kans op een aanvaring natuurlijk niet geheel uit te sluiten. De plank, met een snelheid van zeker 50 km/uur, baant zich dan waarschijnlijk zonder problemen een weg door de huid van ons zo geliefde bezit. Het resulterende gat, hopelijk voldoende hoog boven de waterlijn, zorgt voor de bijnaam van deze surfers: brievenbussen.
REISVERSLAGEN JanWillem de Koning en Annet de Haan BERICHT VAN DE ONDERNEMING (8) Op de rivier De Gambia , 20 december 2001 Dag Allemaal! Wat een cultuurschok! Afrika. Een hele ervaring om hier rond te lopen als blanke (tubab) tussen pikzwarte mensen. Op de lagere school hingen (zendings)platen van Afrika en in zo’n wereld zijn we nu. Een heel verschil met ons keurig aangeharkte landje. Hoe kunnen mensen zo leven, wat een verschil tussen arm en rijk. Er zijn veel vriendelijke mensen, behalve de opdringerige types.
Maandag 5 november We vertrekken (voor onze langste oversteek tot nu toe) uit Las Palmas; na een half uurtje houdt de motor er mee op. Ontluchten en we stomen verder, tien uur lang, want er staat geen zuchtje wind. Dan komt er wat wind, maar we lopen soms niet meer dan twee knopen en schommelen hevig; een onrustige nacht. Ook de volgen-
22
de dag worden we heen en weer gejonast, de boom in de kluiver helpt maar een beetje. Een gevlekte dolfijn houdt ons gezelschap, weinig schepen om ons heen en we schieten niet hard op. Meestal zijn we te lui om de cruising chute te zetten. Maar met de hele dag voor ons, doen we het toch maar en het gaat geweldig! Bij schemer verruilen we de chute voor de genua en dat is maar goed ook, het wordt een wilde, donkere nacht met veel herrie en gerol. Slapen is bijna onmogelijk, dan maar wat liggen en dat valt al niet eens mee. Overdag halen we de slaap wel weer in.En dan komt er wind, 5-6-7; we liggen mooi op koers en willen voor donker de boom uit de fok halen, Annet heeft geen kracht genoeg en als JanWillem de schoot iets viert, breekt de boom met een klap tegen een stag in tweeën. We verleggen de koers wat hoger, lopen daardoor wat sneller en door te reven ook rustiger. Vliegende vis aan dek. De afnemende maan staat hier een kwart-
slag gekanteld als een Canadese kano. We sjezen door het water en zijn ondertussen gewend aan wachten van drie uur op en drie uur af. We beginnen om 19.00 uur tot de volgende morgen. ‘s Nachts ligt de wacht in de kuip met een slaapzakje en de kookwekker op 20 minuten. Dan kijken we om ons heen en dutten verder. Wel gezellige afleiding als er wat schepen om ons heen zijn; ‘s nachts zie je ze heel goed.
Zondag 11 november Op de zondagmiddag thee komt een enorme dwarse breker over de lezende Jan Willem heen. Emmers water gutsen door het open (stom) luikje op bed, water stroomt heen en weer over de vloer! ’t geeft weer wat te doen; ’t zijn verraderlijke golven, echte dwarsliggers. Af en toe een breker(tje) van opzij in de kuip. Op onze laatste dag leggen we 146,5 mijl af, ons beste etmaal; 88 mijl was het laagste etmaalrecord.
Maandag 12 november Om 10.30 uur hebben we duidelijk land in zicht. We hebben de vislijn weer uit, maar vangen niets, wel blijft er een pijlstormvogel aan het aas hangen en komt gelukkig onbeschadigd los. Om 16.00 uur valt het anker in Afrika. We hebben 870,5 mijl op de log staan. Om ons heen veel pirogues, soort grote kano’s, soms met een spriettuig, of anders met een peddel en lokale mensen erin. ‘s Avonds wordt op de bodem in de boot een vuurtje gemaakt om de rijst en vis te koken. We zien enkele grote pirogues met een zware buitenboordmotor in een bun gebouwd. Vandaag laten we alles op ons in werken aan boord, morgen eropuit. We zijn in Senegal en liggen bij Hann Plage. Piroques op het strand bij Daker
Het liggen op de ‘rede’ bij Dakar We gaan met de taxi naar Dakar. De taxi is gebutst en gebeukt, deuren sluiten soms niet, maar ze brengen ons wel voor fl. 3,50 naar de havenautoriteiten om in te klaren. Wisselgeld is schaars in Senegal, de taxichauffeur kan ons niet teruggeven van ongeveer fl. 17 en vertrouwt erop dat we het naar de taxistandplaats zullen brengen. Geweldig! Overigens moeten we wel steeds onderhandelen met de taxichauffeurs over de prijs. Het betekent meestal dat ze bijna het dubbele vragen van wat we uiteindelijk betalen. We kopen brood voor 100 cefa (35 cent), maar ze moeten naar de buren om 500 cefa te wisselen; de verkoper staat in een tijdschrift te lezen en scheurt er één beduimeld blaadje uit en doet dat om het stokbrood. Het is een Indiaas tijdschrift uit 1995. In de stad worden we steeds aangeklampt door mensen die iets willen verkopen of die je ergens heen willen brengen. Iedereen begroet ons met “hallo, hoe gaat het, hoe heet je, uit welk land, goeie prijs enzovoort”. Heel veel hebben een broer, vrouw of oom die ook in Nederland is (geweest) of die bij de zeilclub waar we liggen heeft gewerkt, maar nu geen werk heeft.… We proberen steeds vriendelijk nee te zeggen, maar op den duur is het erg irritant, en dan die hitte erbij. Veel bedelende kinderen, straten vol auto’s, veel stof, mensen die op straat werken aan ketels, schoenen en meubels, armbanden- en horlogeventers. De vrouwen zien er prachtig uit in hun kledingdracht met hoofdtooi, mannen in gekleurde broek en blouse of in een ‘soep’jurk. De mensen zijn meest wel vriendelijk, maar als we voor de zoveelste keer aangeklampt worden en zeggen dat we er GEK van worden, vragen ze vrolijk “what is gek” We doen het even voor (ik denk maar even aan mijn werk aan school) en ze lig-
23
gen dubbel van het lachen. In de baai van Dakar ligt Île de Gorée een prachtig eilandje dat in vroeger tijden het handelscentrum voor Dakar was, hier woonden kooplieden en slavenhandelaren. Er staan prachtige koopmanshuizen in koloniale stijl. Er zijn geen auto’s op het eiland en er heerst een prettige sfeer. We bezoeken er het historisch museum over onder andere de slavenhandel, en de ontwikkeling van Dakar een van de grootste Afrikaanse steden. Oorspronkelijk woonden er op dit eiland ook Nederlanders, later de Portugezen en daarna Fransen. De naam is afgeleid van het Zuid-Hollandse eiland Goeree. Je kunt er goed eten en er zijn talloze souvenirverkopers, maar ze zijn gelukkig minder opdringerig dan in Dakar. We hebben geen criminaliteit meegemaakt of enge situaties. Maar in de taxi waarschuwt de chauffeur mij dat ik mijn rugzakje niet zo maar op mijn schoot kan laten liggen, want iemand zou het eruit kunnen
Samen met de ‘Genia 1’ op weg naar Dakar grissen! En een wandeling tegen schemer langs het strand is wel wat beklemmend, zoveel mensen die niets hebben en vis met vliegen proberen te verkopen, jongetjes die je een tijd volgen, mannen die wat lispelen, nee, dat zoeken we niet weer op. Bij Hann Plage ligt het strand vol met dooie vis, een hond, en zelfs een dood schaap, plastic, lappen, vodden, ingewanden, schoenen en de geur is niet zo fris. Toch wonen er veel mensen op het strand in hutjes van palen met golfplaat en plastic, wat stenen of blokken om te zitten, koken en verkopen. Bij de jachtclub kunnen we water halen, douchen, koud, heerlijk, we laten de was doen en zitten vaak op het terras met andere zeilers. Er liggen hier zeker 30 andere schepen voor anker. (Hier spreken we af om met Jim en Helen van de
24
Gaia 1, Nederlandse emigranten uit Ottawa de rivieren op te gaan). Er vaart een watertaxi, inbegrepen bij het liggeld, even blazen op de toeter en hij komt je ophalen. We repareren de lekkende wc-pomp en vervangen een afgebroken deel in de pomp van de vuilwatertank; leuk klusje bij deze temperaturen en zwemmen doen we maar niet in dit water, waar driehonderd meter verder een stinkend open riool in uitkomt. Alhoewel de Senegalezen doen dat wel. Op de dag dat we willen uitklaren en onze scheepspapieren weer willen ophalen, is onze man er niet, hij moet politieexamen doen en alles zit op slot; kom over twee uur maar terug; doen we, maar nee hoor, vanavond tussen 18.00 uur en 18.30 uur, dan zal hij er zijn, en ja dan is alles in orde.
Dinsdag, 20 november Om 05.00 uur vertrekken we op weg naar de ingang van de rivier de Saloum 60 mijl
Lokaal vissersdorp langs de rivier de Saloum; Senegal verder. Er staat weinig wind. Af en toe zeilen we, maar vaak staat de motor bij. We JanWillem en Annet met groepje Senegalese kinderen
zorgen dat we er met laag, opkomend water aankomen om de brekende golven op de platen te kunnen zien en scharrelen zo over de bank voor de ingang; de zee is vlak en net voor donker valt ons anker bij Djifere op de rivier de Saloum. Hutten van riet en palmbladeren, pirogues, een ezelwagentje dat water brengt. De nacht wordt erg onrustig, harde wind tegen stroom, we draaien heen en weer en vertrouwen het niet helemaal, we houden toch maar een paar uur ankerwacht. De volgende dag naar Diounouar, een karakteristiek Senegalees plaatsje. Alle kinderen willen je hand vast houden en vragen “donne moi un cadeau”. Er is weinig te koop, gelukkig wel brood overigens met zand. Er staan stenen huizen en ook hutten langs de zandpaden, een grote moskee en het krioelt van de kinderen. We zien hier de roodbekhoornvogel, langstaart glansspreeuw, groene bijeneter, bonte ijsvogel, sporenkieviet, steenloper, westelijke rifreiger, vrijwel allemaal nieuwe soorten voor ons. Vanaf onze ankerplaatsen gaan we er steeds met de bijboot opuit. Grote kreeften schieten snel in hun holletjes als we op de kant komen, een maskerduif laat zich lang bekijken en een visarend zit in de zon in een boom. En dat landschap…, mangrove, droogvallende stukken zand of klei, prachtige baobap bomen, zandvlaktes en daartussen weer kreken met mangrove… Je moet je het gebied voorstellen als de oostelijke waddenzee en dat daarbij alle platen begroeid zijn met mangrovebomen van ongeveer een meter of drie hoog. Af en toe zijn er zandruggen waarop wat dorpjes liggen. Op weg naar Foundiougne over de rivier de Saloum zien we de goliathreiger, wat een enorm beest! Foundiougne is nu een rustig plaatsje, vijf maal per dag gaat er een ferry naar de overkant, auto’s kunnen mee. Vroeger was dit een knooppunt van wegen, maar er is nu een andere weg voor auto’s. De mensen zijn hier niet erg opdringerig en we kopen brood, watermeloen, rimpelige appels en verschrompelde sinasappels, er is hier gewoon niet veel, maar er staat wel een gsm antenne en we konden zowaar e-mails versturen en ophalen. Daar zitten we dan in Senegal onze post te lezen. Een vreemde tegenstelling tussen zo verschillende werelden. We hebben onder het varen van vissers twee vissen gekocht, ze vragen meteen ook
Aankoop vis op de rivier de Saloum
om sigaretten en brood. Terwijl Annet onderhandelt over de prijs, stapt een jongetje gauw bij ons aan boord en vraagt om een cadeau, als we nee zeggen, wijst hij op de verrekijker. Jan Willem geeft wat gas en maakt hem duidelijk dat hij snel moet zijn anders moet ie zwemmen. De volgende dag varen we weer langs en ze roepen en zwaaien uitbundig. We vinden steeds prachtige ankerplekjes, zwemmen lekker, genieten van betoverende zonsondergangen. Via de rivier de Diomboss varen we naar de rivier de Bandiala, als het ware een zijrivier van de Saloum die vlak boven Banjul (in De Gambia ) in zee uitkomt. In Toubacouta ontdekken we een internetcafe dat daar met Nederlandse steun en computers is geopend. Er hangt een papier met Nederlandse tekst. Het is het eerste ‘rurale’ internetcafe in Senegal, eigenlijk heel bizar in een dorpje waar alleen een hotel is waar toeristen komen en die willen nog wel eens internetten. Het varen is behoorlijk inspannend omdat de rivier op sommige plaatsen erg ondiep is, één tot twee meter bij laaglaagwater. We moeten met opkomend water varen en steeds op de dieptemeter kijken. Af en toe lopen we vast, maar komen steeds weer los. De bodem is zachte blubber. En ondertus-
25
Sipa: dorpje aan de rivier de Saloum; Senegal
‘Handel’; Sipa Senegal
sen de prachtigste vogels om ons heen, we hebben het er druk mee. De laatste dag ankeren we bij Sipa; ongelooflijk wat een andere wereld. Als we er heen roeien overwegen we even om terug te gaan, wat hebben we daar te zoeken? Het is nog net als 100 jaar geleden Er is voor onze begrippen niets: zand, hutten in groepjes, pirogues, wat groente, geen elektriciteit, geen werk en wij maken daar foto’s van. We hebben niets nodig, maar kopen toch maar wat, een kalebas, een pompoen en laten aan één van de jongens de boot zien. Hij had aardig wat praatjes en liet ons zijn hut zien: vloer van zand, daarop een bed, ‘n krakkemikkig tafeltje waarop wat botjes liggen; aan boord is hij wat stilletjes. Hij is blij met lege potjes die we geven, maar het voelt vreemd. Het is niet te beschrijven en soms geloven we het zelf niet dat we in Afrika zijn, ’t is zo indrukwekkend.
Woensdag 28 november Vandaag krijgt Annet thee met beschuit op bed en als cadeautje de abbesynian-scharrelaar te zien, prachtig van kleur en ook nog de beautiful sunbird, een klein vogeltje met een gebogen snavel, metallic groen, rode borst en met een heel lange staart. Sunbirds lijken wat op kolibri’s en leven ook van nectar uit bloemen. Na de siësta gaan we de rivier af naar zee en moeten daar weer een drempel over, er staat meer dan de verwachte twee meter water en de zee is gelukkig heel glad. We kunnen zelfs nog zeilen op weg naar Banjul en vlak voor donker valt het anker in een kreek voorbij Half Die bij Banjul; we zijn in De Gambia! Lieve mensen, over De Gambia horen jullie later wel. We zijn in ieder geval zeer onder de indruk van dit land. Als het lukt sturen we onze volgende brief weer per internet, maar ide hebben we hier op de rivier De Gambia - die we nu al zo’n 100 mijl hebben opgevaren – nog niet gevonden. Groeten en zoenen.
Dirk en Marta Delsman, zeiljacht Pavane MET DE PAVANE NAAR RIGA, SWINOUJSCIE EN…APPINGEDAM (SLOT) Free Overigens hopen we binnenkort ook weer eens te kunnen zeilen, het is al een paar dagen volkomen blak. Aan het eind van de dag zullen er onweersbuien ontstaan langs de kust en met de ervaring van de verschrikkelijke bui die we over ons heen kregen aan het eind van de wedstrijd EngureRiga vertrekken we vroeg en hopen zo het onweer voor te blijven. Naar Roja, ongeveer 55 mijl, konden we bij gebrek aan wind de zeilen beneden laten. Jammer,
26
maar het was niet anders. Roja beviel ons weer goed, deze keer geen dronken Letten op de steigers. Na wat eten, wandelen en slapen vertrokken naar Ventspils, twaalf uur onderweg, waarvan we maar vier uur wind hadden om te zeilen. Er was ons verteld dat er geen liggeld gevraagd zou worden vanwege het havenfeest. In elke haven in Letland werd gefeest en een bezoek van een jacht, vooral een buitenlands jacht, werd in hoge mate op prijs gesteld. Maar bij vertrek kwam toch de in dienst zijnde havenambtenaar vragen of we het liggeld al hadden betaald. Nee dus, ‘free, on account of the harbour festivity’. Nou, daar
zei de goede man niets van af te weten. We verdenken hem ervan het gewoon te hebben geprobeerd en vertrokken uiteraard zonder betaling. Free is free, nietwaar…
Grootste orgel Venspils naar Pavilosta, veertig mijl, deels op de motor, deels onder zeil. Pavilosta ligt, zoals de meeste haventjes in Letland, aan een riviermonding. We hebben er niets ondernomen, er viel ook niet veel te beleven. Wel kwamen daar de eerste meldingen van veel wind in diverse districten binnen. 7 tot 8 Beaufort, rukwinden, onweer en meer van die ellende. Nog wel ver van ons bed, Duitse Bocht en omstreken, maar het kwam onze kant op. En dan is Pavilosta niet zo geschikt om verwaaid te liggen. Wel de volgende haven, Liepaja, zo’n 25 mijl in zuidelijke richting verderop. De andere dag gingen we daar dan ook onder zeil naar toe, 9 juli kwamen we aan in deze grotere haven. Vlak bij het centrum van de derde stad van Letland meerden we af aan een keurige houten steiger. Voorzieningen waren in orde, hoewel de douche nog wat opgeknapt moest worden. Op het moment van schrijven, donderdag 12 juli, liggen we er nog steeds. Het slechte weer is intussen opgerukt naar onze streken, Southeastern, Central and Northern Baltic: from noon SW 15 m/s. In andere districten werd dat al gauw SW 8. Voorlopig nog een paar dagen blijven liggen dus. Nou is er in Liepaja best wel veel te zien. Oude gebouwen, kerken, mooie parken, prachtige stranden, we vermaken ons best hier. Vooral het schitterende orgel in de Trinity Church imponeerde ons. Als je de kerk van buiten ziet verwacht je helemaal geen orgel in zo’n ‘bijna bouwval’. Maar binnen, je weet niet wat je ziet. Een pijpenfront van wand tot wand, een vier klaviers speeltafel, een groot aantal registers links en rechts, zeer imposant. Het grootste historische mechanische orgel ter wereld, zoals ons verteld werd. En …ik mocht er nog op spelen ook. Dat was toch wel een fantastische ervaring, ik heb gespeeld op het grootste historische orgel ter wereld…, ik zal het niet gauw vergeten. Het orgel heeft een prachtige klank en is in tegenstelling tot het gebouw waarin het staat goed onderhouden. De aanwezige jonge vrouw, die mij toestond te spelen, vertelde dat zij mogelijk in aanmerking kwam om vaste organist te worden in deze kerk. Ze liet ons de mogelijkheden van dit mooie instrument horen. Ik was erg onder de indruk, zowel van de klank van het orgel
als van het prachtige spel van de organist mevr. L.Dzerins.
Snuffelhond Liepaja, inmiddels alweer vier dagen. De wind is al die tijd - en nu nog steeds - zuid tot zuidwest, kracht 5 tot 6, af en toe een waarschuwing voor 7 B. Pal tegen dus als we richting zuid of zuidwest varen en dat moeten we, anders komen we niet in Polen. We vervelen ons geen moment, er is veel te zien en te horen. Het plan om via Litouwen te gaan, stellen we bij. Naar Wladyslawowo in Polen is het ongeveer 140 mijl en Litouwen kunnen we vanuit Liepaja ook per openbaar vervoer bezoeken. Zien we nog wat van het binnenland ook en we moeten hier toch wachten op een gunstiger weerbeeld. Met de bus gingen we een dagje naar de havenstad Klaipeda in Litouwen. Heen troffen we een redelijk goede bus, zelfs met een regelbaar luchtstroompje boven ons hoofd, terug gingen we met een aftandse bus. Bij ons was die al lang op de schroothoop beland. Of via de handel geëxporteerd naar arme landen, zoals Letland of Litouwen… Bij de grens werden we lang opgehouden. Eerst paspoortcontrole aan de Letlandse kant. De paspoorten werden opgehaald en de beambte vergeleek de foto’s met ons gezicht. Stapeltje paspoorten mee naar binnen, stempel erin en daarna werden ze in de bus weer uitgereikt. Toen ging de slagboom open, handbediend, en kwamen we in een stukje niemandsland. Zo’n 50 meter verderop weer stoppen, paspoorten inleveren, foto controle, paspoorten stempelen, paspoorten uitreiken, allemaal uitstappen, snuffelhond de bus in en uit, allemaal instappen, diegenen met bagage in het bagageruim weer uitstappen, bagage controle, instappen en hè hè, we konden weer verder. Een heel gedoe, maar uiteindelijk kwamen we toch in Klaipeda. Geen bijzondere plaats, het meest bijzondere was wel dat het helemaal niet de indruk gaf in het armste land van de drie Baltische staten te liggen. Ook de omgeving bruiste van activiteit, vele vrijstaande villa’s waren in aanbouw. Met dit tochtje was de donderdag grotendeels gevuld. ’s Avonds gingen we naar een openluchtconcert van onder andere de Ierse Paddy Mulan groep, we hebben ervan genoten. Ook vandaag en morgen is er van alles te doen in Liepaja en de weersverandering kan wat ons betreft nog wel even uitblijven. Tot zondag dan, niet veel later, want daarna hebben
27
we nog een dikke week de tijd om Swinoujscie te bereiken.
Zaterdag 14 juli ....zagen we een gaatje in de elkaar opvolgende overkomende depressies. 140 mijl naar Wladislawowo in Polen. ’s Morgens vertrokken we om kwart over negen met mooi weer in de haven. Ik schrijf met nadruk ‘in de haven’, want buiten stond er bij hetzelfde mooie weer een nare zee. Logisch, na zoveel dagen storm en harde wind. Bovendien is de bodem hier over vele mijlen onregelmatig en langzaam oplopend, zodat de golven zich heerlijk kunnen uitleven. Hoge, elkaar snel opvolgende golven beukten tegen het schip en we moesten er recht tegenin. Kruisen had geen enkele zin, bij elke slag verloren we terrein. Dan maar vissermanvaren, ofwel grootzeil bij en motor mee laten werken. De voorspelling was een afnemende en iets krimpende wind, van zuidwest naar zuid. Om 18.15 uur was dat eindelijk zover, de wind ging iets naar het zuiden en de zee vlakte af. Motor uit en ruim twaalf uur lang konden we heerlijk zeilen, afwisselend met jib of genua en een of twee reven in het grootzeil. Vanaf halfzeven ‘s morgens nam de wind zoveel af dat we nog maar drie knopen voeren. Op zich niet zo erg, maar met nog een uur of zes te varen en de opnieuw verwachtte weersverslechtering met onweersbuien niet snel genoeg om tijdig ‘binnen’ te zijn. De motor moest dus af en toe weer meehelpen en op 12.41 uur meerden we af in Wladislawowo. En kort daarna donderde en bliksemde het van jewelste, maar we waren binnen. Zlotties moesten we hebben om het havengeld te betalen, maar daar was vandaag niet aan te komen. Het is zondag en de banken zijn gesloten. Wel zijn er een stuk of wat geldautomaten, maar gek genoeg stond op elke automaat: ‘out of order’. Nou, dan komt het morgen wel, eerst maar eens een douche nemen. Dat is op zich ook al moeilijk genoeg. Bij de wachtpost twee sleutels halen. In allerlei talen proberen te achterhalen waar die douches dan wel zijn. Lukte niet, dan maar het armgebaar volgen. Langs enkele oude gebouwen lopen, gebaren maken met bewegende vingers boven je hoofd tegen een voorbijganger en daarbij vragend kijken. Teruglopen, nu aan de zijkant van dat oude gebouw. En jawel, oude dubbele deuren met een grote strip ijzer ervoor, aan de ene kant aan een ring, de andere kant met een groot hangslot
28
vastgezet. Eén van de sleutels paste op dat hangslot. Hangslot mee naar binnen nemen, stel je voor dat een ander het ijzer er weer voor zet en het slot dichtdoet. Trappenhuis, 2e verdieping, opnieuw deur met een slot. Dit slot was echter stuk, de deur kon zo open. Wachtkamer, gangetje en ja hoor, daar was een ruimte met twee douches. En dat allemaal tijdens een stevig onweer, duisternis en af en toe lichtflitsen. Het leek wel een griezelfilm. Erg warm was het water niet, maar vooruit, het was niet zo vies dat ik er niet van opfriste. Na het eten aan boord gingen we vroeg te kooi om uit te rusten van de lange trip.
Gdansk Een dagje Gdansk is nooit weg. Eerst even geld halen bij de nu wel werkende automaat. Er stond een lange rij mensen te wachten, maar er was nog voldoende over toen wij aan de beurt waren. In 1994 waren we met de trein vanuit de haven in Gdynia naar Gdansk gegaan, nu gingen we er met de trein naar toe vanuit Wladislawowo. Er bleek weinig te zijn veranderd, althans het viel ons niet op. Alleen de bedelaarster op de trappen van de dom was er niet meer, misschien een teken dat het wat beter gaat
‘Dagje Gdansk’
met de gemiddelde Pool. We hopen het maar. Verder nog dezelfde gezellige straten, mooie huizen, de houten kraan, stalletjes met in hars gegoten insecten, hetgeen dan voor amber door moet gaan, maar ook leuke winkeltjes met echte amber kunstwerkjes. Intieme eetcafeetjes, muziek op het plein. En ook de piratenkapitein en de geharnaste ridder die graag tegen vijf Zlottis met je op de foto gaat. Nieuw voor ons was de jachthaven tegenover de kraan. Kortom, een dagje Gdansk doet je goed. De treinenloop was wat in de war door storingen, veroorzaakt door blikseminslag gisteravond. Maar om een uur of negen waren we weer terug in Wladislawowo. De weersvooruitzichten zijn niet zo gunstig, westen en noordwesten winden, slecht om de haventjes aan de Poolse kust aan te lopen. We lassen nog een verwaaidag in en hopen dat de lagedrukgebieden ons spoedig zullen verlaten.
viskotters varen volgestouwd met toeristen af en aan. Op de kades eettentjes, een podium met lifemuziek, kermisattracties, kortom een kleurrijk paradijsje voor de Poolse gezinnen. Voor ons wat minder, het contrast met de rustige zee is wel wat erg groot. Ustka – Kolobrzeg, 52 mijl. Ook dit traject grotendeels heerlijk gezeild op een rustige zee. Met een aflandige wind langs de lange Poolse kust zeilen is een plezier, zandstranden en bossen wisselen elkaar af. Het laatste stuk voor Kolobrzeg viel de wind weg en waren we blij met ons ‘ijzeren zeil’. Het rustverstorende neveneffect moeten we helaas op de koop toe nemen, ook hier in Kolobrzeg een kleurrijke drukte en herrie in de haven. Morgen wordt NW 5 verwacht en omdat we nog een paar dagen de tijd hebben zullen we een dagje in Kolobrzeg blijven. Er is een wasmachine, er zijn winkels in de vrij grote stad, zeer geschikt dus voor een rustdag.
Piratenschepen
Swinoujscie
Na vier overnachtingen in Wladislawowo veranderde het weer ten gunste van onze plannen en konden we eindelijk de zeilen weer hijsen. In 1994 hadden we alle haventjes aan de Poolse kust aangedaan, dus konden we er nu een paar overslaan. Niet omdat ze niet leuk zijn, verre van dat, maar omdat we de 24e in Swinoujscie willen zijn en het door al die verwaaidagen toch wel
22 juli, aankomst ‘s middags vijf uur, na een 50 mijls tocht op een kalme zee. Om kolobrzeg uit te varen moet je wel een kalme zee hebben, gisteren waren we even op de pieren gaan kijken. Er stond een windje 4 tot 5, recht op de ingang. Een golven rolden er naar binnen..., niet te geloven, af en toe leek het wel branding. De paar schepen, grotere charterschepen, die naar binnen voeren door die smalle haveningang stonden af en toe op hun kop leek het wel. Ze zijn wel bezig met werkzaamheden om de ingang te verbreden. Eigenlijk past het ook niet bij elkaar, die tamelijk grote haven en die smalle, bij aanlandige wind 4 tot 5 Beaufort al gevaarlijke ingang. Als ze bij die werkzaamheden dan ook maar gelijk een nieuwe wasmachine in de haven neerzetten, de oude was verdwenen en Martha is met haar was blijven zitten. Misschien in Swinoujscie. Nou, kalme zee dus, weinig wind. Af en toe zeilen, af en toe moteren, maar dat laatste had de overhand. Helaas. Per marifoon meldde ik ons aan bij de havendienst op kanaal 12, die ons verwees naar de Polish Coastguard op kanaal 10. Scheepsnaam, aantal personen aan boord, last port of call, het was voldoende, we mochten doorvaren. Wie zich niet per marifoon meldde werd naar de kant gefloten om de zaken af te handelen. En wie niet op dat fluitje reageerde kreeg een schot voor de boeg. Echt waar. Nu moesten we de marina waar de ICCY-meeting plaats zou vinden nog zoeken. Eerst
Feestboot in de smalle haveningang van Kolobrzeg in Polen wat krapper wordt. In Swinoujscie vindt de jaarlijkse ICCY-meeting plaats en dat willen we meemaken. _eba slaan we over, 60 mijl naar Ustka. Prima tocht, heerlijk weer, lekker gezeild, af en toe gemoterd. Het is overduidelijk vakantietijd in Polen. In alle havens is het een drukte van belang. Tot viking- en piratenschepen omgebouwde
29
kwamen we langs een haven waar een hoop lawaai van een life-optreden vandaan schetterde. Veel vlaggetjes zagen we, maar geen ICCY vlag. Doorvaren dus, naar de marina waar we in ’94 lagen: Marina Maroli. Maar daar zagen we ook geen tekenen dat er een meeting zou komen. Terug dus naar de lawaaierige haven waar we eerder langskwamen. En jawel, er lagen al een paar jachten met de ICCY-vlaggetje tussen de vele Poolse schepen. Er bleek een Szczecin
ICCY-drukte in de haven van Swinoujscie rally van een Poolse jachtvereniging gaande te zijn, allemaal dezelfde blauwe vlag in het want. Na het weekend was er een grote uittocht van de Poolse schepen en druppelden de ICCY-jachten binnen. Dinsdagavond lag de haven vol, 66 jachten, Zweden, Denen, Fransen, Nederlanders, Belgen, Fransen, een Pool en zelfs een Rus waren vertegenwoordigd om de twintigste ICCYmeeting mee te vieren. Twintig jaar geleden is de ICCY opgezet met als doel de vriendschap tussen de kustbewoners van aan de zee grenzende landen te bevorderen. Elk jaar organiseert een van de landen de meeting en laat het beste van zijn of haar land zien, zowel op cultureel als culinair gebied. Het zijn drukke dagen, stadsrondleidingen, bustochten, diners en lunches op uitnodiging van de plaatselijke notabelen, concerten, en tot slot het grote galadiner. Vandaag bijvoorbeeld gaan we met de bus naar Szczecin, krijgen daar een rondleiding door de stad en gaan ’s middags dineren op uitnodiging van de burgemeester van Szczecin. Dan volgt een bustocht door de omgeving van Sczcecin en gaan we terug naar de marina in Swinoujscie. ’s Avonds dineren we op uitnodiging van de admiraal van de 8e vloot in Swinoujscie. Dik gevulde dagen dus. En ook dik gevulde magen. De organisatie in Polen was in handen van de ‘Academy of European Integration’. Zes studenten,
30
Anna, Veronika, Agnes, Chris, Igor en Justine hebben hun uiterste best gedaan om Polen goed voor de dag te laten komen. Belangrijk natuurlijk voor Polen, men wil graag zo snel mogelijk toetreden tot de EU. Nou, van ons mogen ze. Het galadiner was in een, zelfs voor onze begrippen, duur en deftig hotel. We werden er met de bus heen- en na afloop ook weer thuisgebracht. Tijdens de speeches van de commodores van de verschillende landen werden cadeaus aangeboden aan de organiserende autoriteiten. Die speeches zijn zeer verschillend, soms leuk, soms saai. De Nederlandse commodore, Robert Mos, bedankte de diverse organisatoren, bood cadeaus aan aan de studenten van de Academie of European Integration, en vertelde dat hij een lied had willen zingen maar dat ik mijn trekzak vergeten had mee te nemen. Nou hadden we wel een paar keer samen en met anderen een lied gezongen dat ik gemaakt had, of beter gezegd gemodificeerd had, de ‘Swinoujscie Town Song’, maar ik ging er niet vanuit dat we het net als twee jaar geleden op het galadiner in Savonlinna zouden zingen. Dus nam ik mijn trekzak niet mee. Maar natuurlijk liet ik het niet op mij zitten en daagde Robert uit het a-capella te zingen. Samen zongen we dus de ‘Swinoujscie Town Song’, op de wijs van Rio Grande. Het werd een groot succes, applaus en complimenten waren ons deel.
Penemünde De raketten waarmee onder andere Londen door de Duitsers gebombardeerd werd, zijn ontwikkeld in Penemünde. Werner von Braun was de geestelijke vader van dit vernietigingswapen. De laboratoria en fabrieken stonden in Penemünde, de arbeiders werden gerekruteerd in de door de Duitsers bezette gebieden en in de concentratiekampen. Een verschrikkelijke tijd,
die ik als jongetje, aan het eind van de oorlog was ik zeven, heb meegemaakt. Nu is het complex een museum, en wij bezochten het. Men geeft een goed overzicht van de verschrikkingen van die tijd. Opmerkelijk was de tekst op een bord dat al diegenen die getuige waren geweest van de verschrikkelijke omstandigheden waaronder de dwangarbeiders moesten werken, dus ook allen die daar leiding gaven in de laboratoria, mede schuldig zijn aan de begane misdaden. Later las ik dat het museum geen getrouwe weergave was van hetgeen gebeurd is en dat men bezig was dit te verbeteren. De genoemde tekst was kennelijk een van die veranderingen. Ook was er een ‘Anne Frank’ zaal ingericht, vast ook iets van de laatste tijd. Hoe heeft het kunnen gebeuren…, met die gedachte verlaten we het museum. De haven waar we overnachtten, Kroslin, lag tegenover Penemünde. Een pontje bracht ons naar de overkant.
Terugreis Die voerde ons over bekend terrein. Veel daarover beschreven wij in vorige verslagen, we beperken ons daarom hier tot het noemen van de havens en misschien een enkele bijzonderheid. We namen de gok om naar Stralsund te varen. Een gok omdat de brug al enige tijd wegens een defect niet meer geopend werd. Pas in september zou de reparatie klaar zijn. Maar door de vele klachten van onder meer de havens aan beide zijden van de brug, die liepen natuurlijk een hoop klanten mis, zou de brug op 30 juli voorzichtig geopend worden. Tenminste, als het lukte, zekerheid werd niet gegeven. Maar het lukte, zeker honderd jachten gingen van de ene naar de andere kant van de brug. Na een overnachting, aan de andere kant dus, belandden we via Barhöft op 2 augustus in Darsser Ort. Een in de DDR-tijd in het geheim gegraven
Doet ie het of doet ie het niet
haven voor oorlogsschepen. Midden in een natuurgebied. Darsser Ort is na de Wende als noodhaven in gebruik en het streven van de natuurbeminners is de haven te sluiten, zodat het natuurlijke proces van verzanding niet meer onderbroken wordt door een vaargeul naar een haven die er voorheen nooit is geweest. Maar dan moet eerst een andere haven verderop gerealiseerd worden en daarvoor ontbreekt voorlopig het geld. We bleven, gedwongen door het weer, twee nachten in Darsser Ort, hetgeen geen straf is want je kunt er prachtige wandelingen en/of fietstochten maken. Van Darsser Ort gingen we naar Gabense op Falster. Ook weer twee nachten gebleven. Op 6 augustus naar Spodsbjerg op Langeland en 7 augustus bij prima weer naar Rendsburg, weer in het Kieler Kanaal. In Giesselau, waar we op 8 augustus aankwamen, lagen we opnieuw twee dagen verwaaid. Op 10 augustus maakten we gebruik van het vroege tij om het kanaal te verlaten en naar Cuxhaven te varen. Daar ontmoetten we meerdere clubgenoten uit onze thuishaven ‘de Blocq van Kuffeler’, die allemaal in de grote jachthaven lagen. Wij vonden een plaatsje in de Amerikahaven bij de ‘Liegegemeinschaft Cuxhaven Fährhafen’, een kleine club, circa 60 ligplaatsen, weinig plaats voor grotere jachten, maar wel gezellig. Het weer is nog steeds te slecht om naar Norderney te varen, we liggen hier al drie nachten en het ziet er naar uit dat het er wel meer worden.
Appingedam Het werden er vier, op de vijfde dag stond er weinig wind, maar de sterke stroom mee zorgde voor voldoende extra wind om het eerste stuk prima te zeilen. Maar om op een beetje fatsoenlijke tijd in Norderney aan te komen moest aan de bovenkant van de Elbe de motor voor de voortstuwing zorgen. Met wat tegenstroom kwamen bij Norderney aan. De volgende dag konden we weer verder, het was alweer mooi weer. Nou is mooi weer in dit geval te omschrijven als geen ‘verwaaiweer’. De laatste tijd is het of geen weer om te varen, of het is vrijwel windstil. Nou, we willen in ieder geval richting huis, dus motor aan en buitenom Borkum heen naar Delfzijl, het tij voor een tocht over het wad was ongunstig. Alleen het laatste stuk op de Eems kon gezeild worden, er kwam wat wind opzetten en opnieuw zorgde de sterke stroom voor extra wind. Na de sluis bij Delfzijl en twee bruggen komt er aan stuurboord een
31
Jachthaven van Appingedam sluisje, de Groevesluis-noord. Dat sluisje gingen we tot nu toe altijd voorbij, of we kwamen er langs aan het begin van de reis richting Oostzee, of we waren op de thuisreis en wilden naar huis. Maar altijd intrigeerde ons dat sluisje en altijd zeiden we dat we er een volgende keer maar eens doorheen moesten. Wel, deze keer gingen we door de Groevesluis en kwamen we via de Groeve in het Nieuwe Diep en daar ligt, een paar honderd meter van de sluis, de jachthaven van Appingedam. Nu een jachthaven, maar Appingedam was in de middeleeuwen een zeer belangrijke zeehaven, de belangrijkste van Groningen. Er werd vooral handel gedreven met NoordDuitsland en het Oostzeegebied. Na de aanleg van de sluizen te Delfzijl, 1317, verdwenen de zeeschepen geleidelijk uit Appingedam, maar de band met het water bleef. Nu zijn het vooral motorjachten die op een van de mooie routes door de provincie Groningen Appingedam aandoen. De jachthaven ligt vlakbij de historische binnenstad. Deze binnenstad is de moeite van het bekijken zeker waard. Stadsrechten sinds 1327, dus eeuwenoude panden in smalle gezellige straatjes, smalle grachten met leuke bruggetjes. Oude pakhuizen zijn nu in gebruik als woonhuis, de noodzakelijke vergroting van de leefruim-
te vond men in ‘hangende keukens’. De pakhuizen stonden met de voorkant aan de straat en met de achterkant aan de gracht. En die achterkant werd dan maar benut voor een uitbouwsel, de beroemde hangende keukens van Appingedam. Verder vind je er een imposante kerk, waarvan het oudste gedeelte dateert van circa 1225. Er staat een schitterend Hinsz orgel en de concerten daarop zijn wijd en zijd bekend. Leuke winkelstraatjes, cafeetjes, restaurants, een museum, kortom, je komt er niets te kort. De waterstand varieert er nog wel eens volgens de havenmeester, maar als je niet dieper steekt dan 1.60 mtr. dan kom je er denk ik wel. Enne…., als je er nog nooit geweest bent is het net zo spannend als het aanvaren van een onbekende haven in Letland of Polen. Eens te meer blijkt dat je eigenlijk helemaal niet zo ver hoeft om nieuwe dingen te ontdekken.
Oost west….thuis best Na de ontdekking van de voormalige zeehaven Appingedam gingen we via Groningen, waar we met een van onze noordelijk wonende nazaten wat hebben bijgepraat, naar Leeuwarden en vandaar naar Harlingen. Na de overnachting in de verenigingshaven ‘aan de binnen kant’ konden we de volgende dag weer zeilen. De wind was ons goed gezind, tussen Harlingen en Kornwerderzand een paar slagen, maar tot de Trintelhaven was het prima bezeild, een fantastische zeildag. We hadden natuurlijk meteen door kunnen varen, maar de Trintelhaven leek ons een nuttige laatste stop om ons geestelijk voor te bereiden op onze thuiskomst. Op 21 augustus legden we het laatste stukje naar de thuishaven ‘de Blocq van Kuffeler’ bij lichte wind en mooi weer ook alweer helemaal zeilend af. We zien terug op een fantastische reis naar de Baltische staten, naar Swinoujscie in Polen en naar Appingedam in Groningen.
Familie van Agt DE WITTE BEER OP PAD NAAR STOCKHOLM, 2001
induiken. We hebben vijf weken vakantie en dromen van verre oorden.
Vrijdag 13 juli
Zaterdag 14 juli
Vrijdagavond start dan eindelijk de zomervakantie en worden we door onze zoon Michiel naar de jachthaven gebracht. Na het stouwen van de laatste bagage en voorraden, konden we om middernacht de kooi
De ochtend begint teleurstellend. Het weerbericht is niet al te best, veel regen en wind uit zuidwest. Ons besluit is gauw genomen en met een ZW 3-4 en wassend water vertrekken we uit Den Helder richting oost. Via
32
de Texelstroom en het Scheurrak gaan we daarna bij HW dwars over het wad richting Harlingen. Hierbij moeten we enkele keren het zwaard en roer weer ophalen als we over de banken gaan. We snijden zoveel van de gebruikelijke route af dat we bij Harlingen aangekomen, besluiten door te gaan naar Ameland via het Kimsterdiep en het vaarwater van de Zwarte Haan. Inmiddels is het fors gaan regenen en we besluiten in de Ballumerbocht ten anker gaan. De wal op gaan heeft toch geen zin met het slechte weer en we sparen ook nog havengeld uit. Wat is het toch prettig een midzwaard te hebben zonder beperkingen van forse diepgang. We hebben nog steeds geen spijt van onze Ovni.
Zondag 15 juli Deze zondagmorgen om 05.00 uur anker op. Tijdens de nacht hebben we veel geluk gehad. De wind was aangetrokken tot ZW 6 en het anker was gaan krabben. We dreven net langs een ander jacht de bank op. Een halfuurtje later wakker en we hadden weer de halve zondag in de prut gelegen. Om naar buiten te komen door het Westgat was niet eenvoudig na een nacht van harde aanlandige wind. Maar na met de motor bij door de forse deining op de drempel wat enkele brekers over te hebben gekregen (heel verfrissend!) kunnen we de hele dag doorzeilen met ZW 3-4 met een lekker zonnetje. ‘s Nachts is het uit met de pret, de wind valt weg en de motor moet aan. Dit vinden we nooit prettig in de Duitse bocht omdat er zoveel rotzooi in het water ligt wat je niet ziet en er grote kans is dat er wat in de schroef kan komen
Maandag 16 juli In de loop van deze maandagochtend koersen we met de laatste vloedstroom de Elbe op. In ons optimisme dachten we met de stroom mee wel de sluis te halen, maar dat viel tegen. De laatste uren scoorden we maar twee tot drie knopen, zodat we pas om 15.00 uur konden schutten. Daarna zijn we nog tot de stopplaats Dückerwisch-Süding doorgegaan. Hier lig je in een soort baai tussen twee palen zeer comfortabel wat na een tocht van 170 mijl naar onze mening wel verdiend is. Hier is ook een camping en als je de moeite neemt om met de bijboot naar de kant te gaan kun je leuk zwemmen.
Dinsdag 17 juli Dinsdagmorgen om 06.00 uur reveil en verder naar de oost. Evenals vorig jaar diesel bij-
getankt bij Rensburg in de zijarm van het kanaal tegenover de werf. Hier kun je veilig tanken zonder golfslag en geknoei met jerrycans. Wel iets duurder, maar wij vinden dit zeker opwegen tegen het risico van schade aan het schip. Ik werd trouwens deze keer rondgeleid over de hele ‘Anlage’ door de trotse eigenaar. Indien je je jacht wilt laten overwinteren in een loods nabij de Oostzee is deze werf zeker een optie. ‘s Avonds na de sluis van Holtenau bracht een NO avondwind ons tot Strande. De haven natuurlijk bomvol in het seizoen, maar door een vriendelijke medezeiler verwezen naar de mastenkraan helemaal binnen in de haven. Hier is de waterdiepte ongeveer 1.20 meter, dus na het oplieren van het zwaard, voor ons een prima plaats aan de kade. Als nette Nederlanders gingen wij ons havengeld betalen. De havenmeester vond dat hij ons een gunst verleende dat hij na 19.00 uur, einde van zijn werktijd, nog wou laten betalen. Dus wat we de volgende keer doen laat zich raden! In Strande is overigens geen winkel te vinden.
Woensdag 18 juli We worden wakker met stralend weer. Een lekker OZO windje nodigt ons uit richting Denemarken te vertrekken. We zeilen achter Langeland door naar een volgens de Pilot zeer oninteressante haven Onsevig op de NW punt van Lolland. Het blijkt echter een best leuk haventje met weinig faciliteiten (er is wel een restaurant en een snackbar ) maar wel met voldoende ligplaats. Dit komt zeker door de negatieve publiciteit. Als doorgangshaven is het echter een prima alternatief dat ook ‘s nachts eenvoudig is aan te lopen. We spreken hier ook een jong Duits stel dat met een scheepje van nog geen zes meter ook tot hier is gekomen. Wel romantisch zo’n klein jacht, maar ook verraadt het ook romantiek als de voorsteven overdag enkele uren wel onnatuurlijk diep ligt.
Donderdag 19 juli Het weerbericht geeft een harde wind en menigeen blijft in de haven. Wij laten ons niet weerhouden en vertrekken met een lekker windje. We kruisen de Grote Belt over en varen, omdat we niet van volle havens houden, Vordingborg voorbij. Deze plaats is op zich erg leuk, zeker als je kinderen hebt. Er is een speelweide annex ruïne en een levendig centrum, dat we meermaals bezochten. Wij besluiten na jaren weer Stege op Mön aan te doen. Ook nu weer is er ruim voldoende plaats. Stege is een haven met goede accommodatie en twee supermarkten en het cen-
33
trum binnen enkele minuten lopen. Voor ons heel wat aantrekkelijker dan het populaire Klintholm met zijn hoge liggelden en overvolle haven. Voor diepgaande jachten kunnen wij ons voorstellen dat het kruisen van de ondiepten bij Vordingborg om in de Ulvsund te komen, geen aantrekkelijk alternatief is. Vast is vast en wachten op hoog water is in de Oostzee altijd tevergeefs. Ook wij raken even met ons zwaard (twee meter diepgang) de grond.
Vrijdag 20 juli Deze vrijdag is er nauwelijks wind. De motor moet bij als we de Bogestrom uitvaren, waar we van balen en we besluiten eens een plaats aan te doen die we bij een goede wind voorbij zouden zijn gevaren, Præst? Ook hier voldoende plaats in de haven. Præst? op zich is best een gezellig plaatsje met een buitengewoon ruim opgezet centrumpje dat herinnert aan oude glorie. Ook hier weer prima supermarkten met onder andere een Aldi voor prijspakkers. Tegen de avond zijn wij verder in de baai voor anker gegaan. Dit is alleen aan te raden voor ondiepere schepen, omdat wij in de vaargeul naar de baai met twee meter zwaard behoorlijk aan de grond liepen. De nacht hebben we heerlijk rustig voor anker doorgebracht.
Zaterdag 21 juli ‘Præst? by fog‘. We vertrekken op de motor, maar gelukkig steekt na een uurtje wind uit W/NW op. We varen langs de zuidkust van Zweden en na een voorspoedige tocht lopen om 21.00 uur Ystad binnen. Daar ontmoeten we na twee jaar weer onze ‘verfman’ uit Delfzijl. Gezellig geborreld en bijgepraat. Bij hem kun je verf bestellen per Email tegen gereduceerde prijzen. Voor degenen die zijn geïnteresseerd: www.jachtverf.nl. Daarna nog even ‘Ystad by Night’, wat toch een bepaalde betovering heeft. Ystad is zeer de moeite waard om te bezoeken en alles is er te koop, inclusief zeekaarten en pilots in de bookshop op het marktplein tegenover de ingang van de kerk.
Zondag 22 juli Het is alweer zondagmorgen. De eerste vakantieweek is voorbij. Normale mensen slapen uit maar wij zijn vroeg wakker en vertrekken weer zonder wind richting het oosten.. Na een uurtje of twee steekt er een wind Z-3 op en op zeil bereiken we eind van de ochtend na zo’n 30 mijl varen de noordpunt van Bornholm en lopen de natuurhaven Hamnarhavn binnen. Je ligt hier prachtig
34
beschut. De haven is overigens ‘s nachts ook makkelijk binnen te lopen. Met de geleidelichten, een rood op de havendam en een rood isofase-licht op de berghelling in de haven in een lijn, loop je eenvoudig binnen. Het groene havenlicht ontbreekt. Evenals enkele jaren geleden genieten we weer van een schitterende wandeling rond de Kaap naar Sandvig en lopen daarna via het binnenmeer terug. In Sandvig was trouwens de Spar op zondag open! Vanuit Hamnarhavn kun je met de bus het hele eiland rond. Voor de bushalte moet je de enige weg naar boven volgen en op de T-kruising zie je ongeveer 300 meter rechts de bushalte. Een dagkaart is niet duur en ook geldig voor de bijzondere bustours.
Maandag 23 juli Maandagochtend richting Kalmarsund. Een saaie hete dag zonder een zuchtje wind. Alles moeten we motoren en moeten we goed uitkijken omdat de zee vol lag met houten planken, als deklast verloren. Trouwens de zee zag er toch redelijk vervuild uit met vele vieze plakkaten in diverse kleuren. ‘s Avonds zijn we afgemeerd in Sandhamn, omdat we in het donker niet verder wilden vanwege het hout in het water. In deze haven is werkelijk niets interessants te vinden. Ik kan iedereen aanraden hieraan voorbij te varen. Het enige wat er is, is beschutting tegen golfslag en een havenmeester die havengeld komt ophalen, het hoogste van deze contreien.
Dinsdag 24 juli Deze ochtend worden we wakker in dikke mist. Toch besluiten we snel te vertrekken en op de radar naar Kalmar te varen, waar we net op tijd aankwamen om bij te tanken (de dieselpomp gaat om 16.00 uur dicht). Daarna hebben we nog inkopen in de supermarkt langs de haven gedaan. Natuurlijk alleen versvoer, de rest is ‘op voorraad’. Ter informatie, in Kalmar is langs de haven tegenover het havenkantoor een goede watersportwinkel waar ze ook Campinggas verkopen. Deze winkelier is ook dealer van Autohelm, maar heeft niets op voorraad, waardoor je er ook niets mee opschiet. De stad zelf is, zeker voor Scandinavische begrippen, bruisend. Veel winkels en restaurants met redelijke prijzen, zolang er maar geen alcohol in zit. Tijdens het shoppen waardeer je steeds meer je drankvoorraad aan boord. Ook is er een treinstation, wat ons voor bemanningswissel aantrekkelijk lijkt. ’s Avonds hebben we nog een prachtige wandeling
gemaakt in het stadspark en het hierin gelegen slot bezocht.
Woensdag 25 juli Deze woensdag worden we wakker met een stralend blauwe lucht en er is zelfs wind. Weliswaar uit het noorden, maar al kruisende bereiken we tegen de avond Oskarshamn, waar we in het kleine haventje Kolbergaviken (57.16.6 N/16.28.8 O) afmeren. Wat is het toch prettig geen Zweeds te kunnen lezen. Men wil hier geen gasten, maar weten wij veel. Verder niemand gezien en geen havengeld betaald. s Avonds een wandeling gemaakt en daarna ter kooi.
Typisch Zweedse doorbraak centimeter moet worden afgetrokken. De laatste jaren stijgt Zweden!
Donderdag 26juli
Zaterdag 28 juli
Deze donderdag is de start van onze tocht door de scheren. Ons doel is een leuk beschermde baai tussen Sparö en Krokö in de aanloop naar Vastervik (57.42.997 N/16.43.839 O). We waren hier een aantal jaren geleden ook eens geweest. Maar eerst onderbreken we de tocht om Figeholm aan te doen. Hier is een redelijke supermarkt en ook een dieselpomp aan het water. De toegang is voldoende diep en makkelijk te vinden. Op zich een leuke plaatsje om aan te doen. Daarna richting ons doel waarvoor we eerst door de prachtige nauwe Sparösund moeten varen. Bij het binnenlopen raken we weer op dezelfde ondiepte vast als negen jaar geleden, echter nu is dit geen probleem. Het zwaard is gauw genoeg opgehaald en we vinden een leuk plaatsje aan de rotsen. Op beide eilanden is het aardig wandelen, er zijn routes uitgezet door middel van rode stippen. Na een barbecue, waarbij foto’s werden gemaakt door de buren, gingen we voldaan slapen.
De volgende morgen om 7.30 uur vertrokken. Er stond weer een wind uit het noorden en we besloten daarom maar zee te kiezen, zodat we vrijelijk op konden kruisen. Uiteindelijk bereikten we het eiland Utö, waar we nabij Angsholmen in een mooie baai ten anker gaan (58.56.3 N/18.10.7 E). Jammer dat het ’s avonds gaat regenen, maar de ankerplaats blijft schitterend. De stemming blijft er dan ook in, temeer omdat het erop gaat lijken dat we Stockholm gaan halen.
Vrijdag 27 juli Op deze vrijdag zijn we weer vroeg wakker en met een gunstige wind zeilen we de hele dag door de scheren. Wel erg vermoeiend, we moeten weer wennen aan het kaartpuzzelen en het zoeken van bakens en tonnen om de goede vaargeul te houden. ’s Avonds doodvermoeid voor anker gegaan in een kleine baai in het eiland Lanjä genaamd Paterhammen (58.16.10 N/16.59.10 O). ‘s Avonds komt nog een Zweed langs roeien , die ons vraagt hoe we hier toch verzeild raken. Normaal komen hier geen buitenlandse jachten. Wij laten hem ons Zweeds boek ‘Seglarhamnar på Ostkusten’ zien en dit verklaart alles. Hij vertelt wel dat in onze oudere druk van de waterdieptes twintig
Zondag 29juli We hebben deze zondag nog maar een 40 mijl voor de boeg. In de buurt van Dalarö horen we op kanaal 16 ineens de Ferryman, een jacht uit onze haven, oproepen. Zij zijn reeds meer dan twee maanden op reis en het is puur toeval dat we contact leggen . Zij zijn op de terugweg en we spreken af, dat als we weer richting huis gaan, we ze af en toe zullen oproepen. We vervolgen onze tocht richting Stockholm. De natuur wordt steeds mooier en de wind trekt aan tot een 6 BF. Een schitterende zeiltocht , met een hoogtepunt als we door het zeer smalle Baggensstäket varen en die eindigt in Stockholm. In Stockholm kiezen we ervoor aan te leggen in de Gasthamn Navishamn. Door diverse zeilers die we ontmoet hebben, is deze haven aanbevolen in plaats van de overvolle Vasahamn. Er zou hier ook een goede bus en tramverbinding met de stad zijn. Inderdaad is er ruim plaats voorhanden, je ligt hier met de kop aan de steiger en met de kont aan een mooring. Daarnaast wordt je - ‘last but not least’ - ontvangen door een bevallige blondine die helpt met afmeren. Zij blijkt de havenmeester te zijn. Waar tref je nog een behulpzame havenmeester aan. Als we ‘s
35
Doorvaart haven Stockholm
Parlementsgebouw Stockholm
avonds na aankomst nog gaan wandelen komen we na een kwartiertje bij de Wasahamn. Deze ligt ‘mudjevol’, terwijl de ligplaatsen zeker niet geschikt zijn voor brede jachten, zoals de onze. We komen tot de conclusie een goede keuze te hebben gemaakt. Later op de avond lopen nog meer zeiljachten binnen in Navishamn die geen plaats kunnen vinden in de Wasahamn. Ook een motorboot met een kustzeilers-wimpel meert af. Daar kijken we van op, maar het blijkt de Zeevalk te zijn. Door omstandigheden is de Koopmans ingewisseld voor een motorboot.
Tourist Office langs. Hier is een toeristenkaart te koop die toegang geeft tot onder andere alle musea, de stadsbussen en parkings. In Gamla Stan komen we ogen te kort om te genieten van de wel zeer bijzondere sfeer van dit oude stadsdeel. Overal zijn winkeltjes en restaurantjes van duur tot betaalbaar (maar dan wel zonder alcohol). Na het genieten van een overdadige lunch in dit oude stadsdeel ‘pakken’ we tegen het einde van de middag nog even het centrum. Het centrum is immens groot met veel chique winkels en imposante gebouwen en pleinen. Doodmoe nemen we tegen de avond de historische tram terug in de haven. Daarna nog gezellig geborreld op de Zeevalk en na een hapje eten al om 20.00 uur ter kooi.
Maandag 30 juli We worden vroeg gewekt door een harde SW wind die voor een behoorlijke deining zorgt in de haven. Na 09.00 uur komen daar de golven van de rondvaartboten en ferry’s nog bij, zodat we besluiten al vroeg op pad te gaan. In de haven blijkt conform etiquette de Nederlandse vlag gehesen, waar maak je dit nog mee! We bezoeken natuurlijk eerst het fantastische Vasamuseum. Dit is op zich al een bezoek aan Stockholm waard. Dit museum is weliswaar gebouwd voor het oorlogsschip Wasa, maar het is knap hoe hierbij de geschiedenis van Zweden is weergegeven, waarin het voorval speelde. Ook het gebouw op zich is al de moeite waard, een fantastisch staaltje van moderne architectuur. Het is weliswaar een museum, maar tevens een multifunctioneel gebouw waarin ook andere activiteiten kunnen plaatsvinden. Achteraf blijkt dat we met dit museum een goede keus deden, andere musea zijn niet open op maandag. De middag brengen we door in Gamla Stan, het historische deel van Stockholm. Op de weg daarnaar toe willen we eigenlijk wel fietsen huren, maar de tarieven zijn belachelijk hoog. Twee fietsen huren is bijna even duur als een auto. We wandelen dan ook maar langs de kade naar Gammla Stan. Vooraf gaan we even bij de
36
Dinsdag 31 juli Deze dinsdagmorgen vertrek uit Stockholm. We hebben besloten om via het merengebied van de Malaren en het S?dertalje kanaal weer zuidwaarts te gaan. Gisteravond hebben we nog bij de havenmeester een lijstje met de openingstijden van de bruggen gehaald. Zij had ook nog de gratis gids met alle gastehamn van Zweden. Hierin staan alle gasthavens met faciliteiten en een luchtfoto, erg handig. Om 9.00 uur liggen we voor de eerste brug. Samen wet een aantal andere jachten worden we vlot doorgelaten. Ook de sluis en de andere bruggen leveren geen probleem op. Toch wel wat anders dan in Amsterdam, waar je ‘s nachts moet pionieren. Jammer dat de wind tegen is en we in het nauwe vaarwater het gebied van de Malaren in moeten motoren. De eilanden hier zijn zwaar bebost en eentonig, dit valt een beetje tegen na alle lovende verhalen over dit gebied. Tegen de avond worden we geschut in de sluis van S?dertalje en leggen aan in de prima Gastehamn na de sluis. De plaats zelf is best aardig met een centrum wat van alle soorten winkels is voorzien. Ons lijkt dit een prima plaats voor een beman-
ningwissel omdat veel buslijnen hier langs komen en er een treinverbinding met Stockholm is. Tijdens de borrel voor het eten blijkt ons dat wij bij het schutten toch veel geluk hebben gehad. Koopvaardijschepen gaan namelijk voor en nu blijkt dat jachten vaak uren moeten wachten voordat ze geschut worden. ‘s Avonds wandelen we nog de heuvel op en treffen daar een klein openluchtmuseum aan, dat ons best een bezoek waard lijkt, maar nu helaas gesloten is.
Woensdag 1 augustus Deze eerste dag in augustus vroeg vertrokken met als doel Trosa. We varen door het Himmerfjärden en Gäl?fjärden en gaan daarna stuurboord uit tussen de eilanden Hän? en Bok? door naar Trosa. Hier waren we eerder geweest, maar toen was het weer zo slecht dat een bezoek aan het plaatsje in het water is gevallen. Trosa zelf is een leuk toeristisch plaatsje. Ook voldoende faciliteiten inclusief een Yanmar dealer en een tankstation. Toch vonden we het te druk om te overnachten en zijn we doorgezeild naar het eiland Stand?ren. Je ligt in een schitterende baai gevormd door diverse eilandjes die met elkaar zijn verbonden door bruggetjes. Wel is het opletten om aan de rotsen te gaan liggen. Dit is maar beperkt mogelijk en je loopt zo aan de grond. Na wat aanwijzingen van enkele Zweden hadden we gelukkig een plekje, maar moesten het zwaard en roer wel ophalen.
Donderdag 2 augustus De volgende ochtend vertrekken we met als doel Gotland. Echter de wind laat het afweten en de weersvoorspellingen zijn uiterst somber, zodat we besluiten door de scheren verder te gaan. Weer de wind op kop, zodat we er tegen de middag de brui aan geven en een leuk baaitje vinden bij het eiland Ris? Verholmsskäre (58.24.6 N/16.53.9 O).
Vrijdag 3 augustus Ook deze dag is het weer onstabiel en we gaan weer verder naar het zuiden door de scheren richting Vastervik. Halverwege vinden we een leuke aanlegplaats in een baaitje genaamd Luskroken van het eiland Stora Askö (57.59.8 N/16.48.4 O). Hier liggen we prima beschut tegen de harde ZW wind. Na een wandeling rond het eiland en een goede maaltijd gaan we lekker ter kooi.
Zaterdag 4 augustus De volgende morgen vertrekken we naar Gotland. Het had ’s nachts geregend en wat
Kop van Gotland zijn de rotsen dan glad als je aan wal moet om de lijnen los te maken. De tocht naar Visby verloopt voorspoedig. Na de eerste paar uur met weinig wind, stuiven we met ZZW 4-5 naar Visby, waar we stom toevallig tegelijkertijd met de Ferryman binnenlopen. We zoeken een ligplaats aan het begin van de havenkom. De Ferryman vaart helemaal tot het einde en ligt prima voor de kade, althans dat dachten ze. Binnen de kortste keren liepen een aantal jachten met jongelui binnen, die de hele nacht gigantisch lawaai produceerden en zich laveloos zopen. Dus wij lagen zo gek nog niet. Na een borreluurtje bij de Ferryman. ’s Avonds onze eerste kennismaking met Visby. Het plaatsje zelf doet de middeleeuwen herleven en is schitterend, zeker in de avond. We troffen het, want het was die week ‘middeleeuwse week’ met verklede mensen op straat en jaarmarkt erbij.
Zondag 5 augustus Na een goede nachtrust ‘s morgens naar het toeristenbureau om te zien of we een dag een auto kunnen huren . Dit is nogal prijzig, maar er is ook een optie om tweede hands auto’s te huren voor nog geen fl. 50,- per dag, werkelijk goedkoop voor Zweden. Het verhuurbedrijf zit op de kade richting de
37
veerbootsteiger. De auto’s blijken geen tweede maar tiende hands. We kregen een oude Volvo mee met 400.000 km op de teller. Je kon er mee rijden, maar dat was dan ook alles. Toch het hele eiland verkend, inclusief Fan?. De pont naar Fan? is overigens gratis. Het eiland zelf is niet echt interessant en de haventjes al helemaal niet de moeite waard voor een bezoek per eigen boot. In de avond was er weer groots feest in Visby, zodat we een goede herinnering over houden aan Visby.
Maandag 6 augustus In de vroege ochtend weer vertrokken richting Kalmar. Kort na vertrek werd het slecht weer met windschiftingen en harde wind. Een vervelende inspannende tocht met hoge steile golven en veel afzien (62 mijl in zestien uur is geen record) was het gevolg en uiteindelijk in Byxelkroken op Oland terechtgekomen.
Dinsdag 7 augustus Als we de volgende dag vertrekken lijkt de zomer helemaal voorbij. Onderweg zuidwaarts komen gigantische buien over ons heen met harde tot stormachtige vlagen, zodat we af en toe bijliggen op de stagfok. De wind draait hierbij enkele keren 360 graden. Na de buien roept ons een Duits jacht op dat enigszins de kluts kwijt is en samen gaan we richting Kalmar. Net voor zessen lopen we Kalmar binnen en proberen diesel te tanken. Maar tevergeefs. De pomp is echt om 16.00 uur gesloten. Lijkt mij toch niet slim, want de meeste boten komen toch later binnen. Daarna aangelegd in de haven en naar de supermarkt voor boodschappen. In de stad zijn de supermarkten tot 8 uur open. Daarna hebben we met jerrycans nieuwe diesel gehaald, wel een eind lopen en zeker niet aan te raden. Naast ons ligt ook een Nederlands jacht dat een groot probleem heeft, de sterke drank is op. Ze komen bij ons buurten om wat te drinken. De schippers houden het op bier en de dames maken een halve fles port soldaat.
heeft een doorvaarthoogte van achttien meter. In de haven komen we weer de Zeevalk tegen die bij ons aan boord een afzakkertje kwamen halen.
Donderdag 9 augustus Donderdags verplichte rustdag met een wind ZW 7-8 en een voorspelling van twee meter hoge golven. Gelukkig wel mooi weer zodat we Karlskrona verkennen. De stad heeft een mooie kerk en een scheepvaartmuseum. Ook de winkelstraat is best aardig met een leuke mengeling van winkels. We komen ook enkele zeilers tegen die we eerder hadden ontmoet. De weersvoorspelling blijft slecht en omdat iedereen langzamerhand naar huis moet stijgt de spanning enigszins. Het weer is nu het enige onderwerp van gesprek. We informeren of de brug van Hasslö open gaat en dit gebeurt op verzoek, naar men zegt door op te roepen op kanaal 12 of te bellen 0046 455 85953. Daarna nog even langs bij de Zeevalk, waar we verwend werden met Nederlands ijs.
Vrijdag 10 augustus Deze ochtend om 04.00 uur is het windstil en we starten de motor voor vertrek. Met ons gaat ook de buurman en een jacht dat we in S?dertalje en bij Kalmar hebben ontmoet. Na uitgezwaaid te zijn door de Zeevalk gaan we met drie schepen richting brug. Na een oproep draait de brug zonder problemen en gaan we richting Simrisshamn. Na enkele uren steekt een lekkere westenwind op, die maar steeds in kracht toeneemt. Omdat de weersvoorspelling voor de volgende dag slecht is proberen we Ystad te halen, maar na de kaap te hebben gerond is het met 6 BF hakken tegen hoge steile golven. Hier komen we zo moeizaam tegenop dat we tegen donker Kasaberga maar binnenlopen.
Zaterdag 11 augustus Weer een verplichte rustdag bij veel wind en hoge golven, maar wel zonneschijn. Tijd voor een bezoek aan de bekende grafstenen. Verder is er weinig te beleven. Wel is de viswinkel prima .
Woensdag 8 augustus Nog anderhalve week rest ons voor de terugtocht. Dus ook vandaag weer vroeg vertrokken. Er is nog een lekkere ZW wind en met een rif in het grootzeil gaat het zuidwaarts. Ook nu weer zijn de voorspellingen slecht en tegen de middag trekt de wind behoorlijk aan zodat we besluiten ‘binnendoor’ onder de brug door naar Karlskrona te varen . Ook voor mensen met oude kaarten. De brug zelf
38
Zondag 12 augustus Ook zondag weer veel te veel wind, maar nu met veel regen. Je wordt er moedeloos van. We bedenken allerlei noodscenario’s als we niet op tijd thuis kunnen komen. Ook het Zweeds geld is op en er is geen flappentap of bank. De havenmeester krijgt dan ook in Nederlands geld betaald.
Maandag 13 augustus Ook maandagochtend waait het nog hard, maar in de loop van de ochtend wordt de wind minder en we besluiten te vertrekken. Weliswaar wordt het kruisen, want de richting blijft ZW. Moeizaam gaan we westwaarts langs de kust en na een nacht doorvaren komen we in de morgen in dichte mist aan bij Mön en gaan via de Bogestrom op radar naar binnen. Gelukkig is de steile golfslag hier weg en we vorderen redelijk op de motor, ondanks dat de wind hier weer op kop is. Er zijn veel waterplanten en wier in het water, zodat we onderweg de wierpot een keer schoon moeten maken omdat er geen het koelwater meer uit de uitlaat komt. Na Vordingborg zeilen we de Grote Belt op en tegen de nacht valt de wind weer weg en gaan weer op de motor in de nacht achter Langeland door. Om 09.30 uur de volgende ochtend varen we de sluis in en zijn er best een beetje trots op dat we het met z’n tweeën tot hier weer hebben geklaard. En dit zonder goede stuurautomaat. De autohelm 4000 heeft weer eens de geest gegeven, de derde keer deze vakantie. Repareren begint routine te worden, maar niet ‘s nachts op zee.
Woensdag 15 augustus De tocht door het kanaal gaat voorspoedig en tegen 19.00 uur aangekomen in Brunsbuttelü. De winkels waren reeds dicht, dus maar naar de snackbar. Het weerbericht geeft voor de nabije toekomst weer niet veel goeds aan, tegen de middag van de volgende dag zal de wind weer krachtig Noordwest worden. We informeren of we om 23.00 uur weg kunnen, want dan gaat de stroom uitlopen. Dit is voor de sluis geen probleem. En inderdaad als we tegen elven aankondigen te vertrekken is de sluis al gereed en knippert het witte licht ten teken dat we kunnen invaren, een perfecte service. Eenmaal op de Elbe is er eerst weinig wind en we gaan op de motor. Toch blijft het een puzzel om je weg op de Elbe te vinden in de nacht.
Donderdag 15 augustus
om een midzwaardjacht te hebben, want nu opboksen tegen harde zuidwesten op zee lijkt ons maar niets. Op Spiekeroog is na ons laatste bezoek twaalf jaar geleden niets veranderd, behalve dat er aan de westkant van het dorp een goede supermarkt is bijgekomen. Overigens zij alle winkels tussen 12.00 uur en 15.00 uur gesloten. Voor ons stijgt nu toch wel de spanning of we wel op tijd thuis zullen komen. We hebben nog drie dagen om in Den Helder te komen!
Vrijdag 17 augustus Vrijdagochtend begint goed met oostenwind en we zeilen comfortabel naar Norderney. Tegen de avond vertrekken we weer met de stroom mee richting Nederland. De eerste uren hebben we nagenoeg geen wind maar na enkele uren komt een lekker windje uit het zuiden opzetten zodat de motor uit kan. Midden in de nacht moeten we boven Schiermonnikoog nog uitwijken voor booractiviteiten en het wachtschip vertelt ons in een meest vreselijk steenkolenengels hoe we moeten uitwijken. Op de marifoon horen we ze nog meerdere malen jachten oproepen, die moeten uitwijken, maar de meeste jachten antwoorden niet op kanaal 16, zodat er iedere keer weer een lichtelijke paniek ontstaat.
Zaterdag 18 augustus We kunnen terugzien op een prima vakantie maar met wel een spannende race tegen de klok als terugreis. Bij het ochtendgloren zijn we deze zaterdag vroeg boven Ameland en betrekt de lucht weer. Opnieuw wordt onweer voorspeld en als we ook nog tot de conclusie komen dat we, als we het wad weer opgaan, overal ongeveer stroom mee hebben tot Den Helder, gaan we weer onder Terschelling door en hebben een prachtige tocht over het wad. Om 20.00 uur leggen we aan in de thuishaven. Met nog een dag over zijn we apetrots het toch weer te hebben geklaard. ’s Nachts in de thuishaven werd het weer noodweer en zondag weer harde ZW. Maar nu lagen we lekker zonder zorgen in de eigen box.
Tegen de ochtend zijn we uit de Elbe en zeilen met een ZO wind naar het westen. Bij de Jade aangekomen krijgen we harde windvlagen en de lucht voorspelt niet veel goeds. We besluiten achter Wangerooge via de Blaue Balje het wad weer op te varen. Met harde westenwind en regenbuien vorderen we langzaam over twee wantijen en leggen tegen de middag in het zonnetje aan in de haven van Spiekeroog. Toch wel weer prettig
39
Anneke van der Velde en Tjerk Koops RETOUR CANARISCHE EILANDEN MET DE SELENE Oktober 2000 Delfzijl - Canarische Eilanden Wat doen we brengen we de boot alsnog naar het zonnige zuiden of toch maar winterberging in Delfzijl. Het was wel laat in het jaar geworden om nog weg te gaan. De CAM race naar Noorwegen vakantie er aan vastgeknoopt weer terug in Delfzijl er waren er nog wat dingen die aan de boot moesten gebeuren. Dan was er nog werk. Onze plannen dreigden wel erg laat uitgevoerd te worden. Inmiddels was het oktober geworden. Toch maar weggevaren uit Delfzijl richting zonnig zuiden. Op een winderige donkere oktobermorgen richting Vlieland daarna binnendoor via het IJsselmeer naar IJmuiden daarna Oostende om diesel te tanken en door richting zuiden. Op 7 oktober lagen we in Guernsey. Regen en harde wind uit de verkeerde hoek. Na vijf dagen eindelijk wind in de goede richting om naar Brest te varen om vanuit daar de Golf van Biskaje over te steken richting La Coruna. In Brest geproviandeerd, water getankt en met het weerbericht voor de komende vier dagen die ons beloofde NNW wind 3 tot 6 zijn we vertrokken. Op 17 oktober 2000 kwamen we aan in La Coruna. Helaas moesten we weer terug naar Nederland om te werken en lieten daarom de boot voor vier weken achter bij Club Nautico vlakbij het centrum van La Coruna. Bij het reisbureau van het grote warenhuis El Corte Ingles boekten we een retour. Het meisje van het reisbureau deed goed haar best om voor ons de meest voordelige vlucht te vinden. Voor ƒ 450,- per persoon hadden we een retour van Santiago di Compostella naar
40
Madrid daar overstappen op een toestel naar Frankfurt en dan via de KLM naar Amsterdam. We waren de hele dag onder de pannen. Vanaf ‘s morgens 8 uur tot ‘s nachts 1 uur, toen waren we thuis in Gasselte. Half november zijn we teruggevlogen naar La Coruna en met lekker zonnig weer en de Portugese Noord in de zeilen konden we een paar dagen later in het Zuid Portugese Lagos afmeren. Van Lagos naar Graciosa, het kleine eiland ten noorden van Lanzarote, is 530 mijl. Dit zeilden we met prachtig weer in vier dagen. Totaal bijna 1.800 mijl vanaf Delfzijl gezeild. Kerst hebben we doorgebracht in Santa Cruz op Tenerife en Oud en Nieuw op het kleine eiland La Gomera. 16 januari 2001 zijn we weer naar huis gevlogen om pas in april weer terug te keren. Totaal hebben we 1.970 zeemijlen gevaren.
April 2001 Canarische Eilanden (Las Palmas) - Delfzijl Op woensdag 11 april zijn we vanaf Eelde teruggevlogen naar Las Palmas op Gran Canaria waar onze Selene op ons wachtte. De Spaanse jachthavens zijn goed beveiligd en het is dan ook geen probleem een boot langere tijd achter te laten. Wij hadden in februari op de bootshow in Dusseldorf een windvaan besteld. Een Windpilot Pacific Plus, die regelrecht naar de marina in Las Palmas gestuurd zou worden. Volgens de brochure zou de windvaan door twee handige mensen in twee uur te monteren zijn. We waren benieuwd... eerst maar naar de Shipstore die voor de inklaring op het vliegveld zou zorgen. Auto gehuurd en naar het vliegveld gereden daar hoorden we dat het bureau dat voor de inklaringspapieren zorgde gesloten was want het was een feestdag
rondom de eilanden soms windsnelheden geven van 25 tot 50 knopen. Dicht langs de eilanden zeilen is daarom niet aan te raden maar enige mijlen afstand nemen. Wij zeilden dan ook met een kleine fok en vaak bet grootzeil half uitgerold.
September 2001 Delfzijl - Canarische Eilanden
en de volgende dag was ook een vrije dag. We vonden het al zo rustig op de weg. Feestdag? Op de kalender was ons niets bekend behalve dat het vrijdag Hemelvaart en zondag en maandag Pasen was. We hadden gehoopt donderdag de windvaan in te klaren en de dag erop de windvaan te monteren. Maar nee donderdag was Vaderdag! En dit was evenals Moederdag een vrije dag! Pas na Pasen konden we onze windvaan ophalen. Gelukkig was de papierwinkel snel afgewikkeld en hadden we dinsdag na wel veertien handtekeningen gezet te hebben en zeven loketten afgelopen te zijn op het vliegveld ons pakket dat gelukkig in de kleine huurauto paste. Nu nog twee rechterhanden en goed gereedschap om door de spiegel heen te boren en de windvaan kon erop. Gelukkig bood de Marina uitkomst daar werden voor ons twee handige jongens geregeld en inderdaad binnen drie uur zat de windvaan erop. Vanuit Las Palmas wilden we Madeira aan doen een tocht van ruim 400 mijl. Een prachtige tocht echt bluewatersailing zon, zee en wind uit de goede richting. We hebben geen dolfijnen gezien maar wel een aantal schildpadden drijvend en zonnend. In Funchal, de hoofdplaats van Madeira, zijn we twee dagen geweest. Een leuk eiland met veel groen en veel bloemen. Vanuit Madeira besloten we, gezien de windrichting en verdere weersverwachting, naar de Azoren te zeilen daar het meest oostelijke eiland aan te doen Puerto Delgado op het eiland San Miguael.
Na de 24 uurs Race eind Augustus op het Ysselmeer zijn we op 4 september j.l. met een NNW wind varierend van windkracht 5 tot 8 in één keer naar Concarneau (niet ver van Brest) gezeild waar we 12 september aankwamen. We hadden afgesproken met vrienden die daar met eigen boot de hele zomer in Bretagne hebben rondgezeild. Na een paar gezellige dagen, Concarneau is de moeite waard aan te doen, hebben we geproviandeerd voor de reis terug naar de Canaries. Zon wind uit de goede richting en met een heerlijke temperatuur zeilden we met stops in La Caruna, Bayona, Leixoes en Cascais naar Lagos. Vertrokken op 2 oktober naar Lanzarote. Het eilandje Graciosa behorend bij Lanzarote is het eerste eiland vanuit het noorden om aan te lopen. De eerste twee dagen goed weer daarna achtien uur hakken tegen de wind in en met onweersbuien niet leuk. Onweer op open water geeft geen lekker gevoel. We probeerden zoveel mogelijk de buien die prachtig zichtbaar zijn op de radar te ontwijken. Veel dolfijnen om de boot gehad en afgemeerd in La Graciosa na 619 mijl vanuit Lagos. Totaal aantal mijlen vanaf IJmuiden 2.239 We brengen Kerst in Santa Cruz op Tenerife door en Oud en Nieuw in La Gomera. Laten daarna de boot veilig achter in de Marina van club Vadadero in Las Palmas om in april 2002 weer terug te komen voor de terugreis naar Delfzijl. Om op tijd te zijn voor de Pinksterfeesten, BorkumRace en in juni de CAM Race naar Noorwegen te zeilen.
Het zeilen rond de eilanden Lanzarote, Fuerta Ventura, Gran Canaria, Tenerife, Hierro, La Palma en Gomera is prachtig. Veel zon temperatuur (in de winter) van 20 tot 25 graden Turqoise blauw helder water. Maar het is oppassen geblazen wat betreft valwinden en rare wind acceleraties die
41
VARIA Jaap Molenaar WAARDE PRIVÉ JACHT NIET VAN BELANG VOOR BELASTINGAANGIFTE In De Spiegel der Zeilvaart decembernummer heeft een artikel gestaan over schepen en de nieuwe belastingzaken. Hierin wordt vermeld dat de waarde van uw jacht minus eventuele schulden gaat meetellen in box 3. Bij navraag bij de belastingtelefoon blijkt dit bericht onjuist te zijn: een plezierjacht voor eigen gebruik valt niet in box 3 en er hoeft dus geen 1,2% belasting over
de waarde te worden voldaan. Bij ander gebruik valt het schip wel in box 3 en betaalt u 30% IB over 4% van het fictief rendement. Verhuur van uw jacht levert geen inkomsten in box 1 op en dus geen bijtelling voor de IB. De huurinkomsten kunt u in eigen zak stoppen en de onkosten voor verhuur zijn niet aftrekbaar. In het januarinummer van de Spiegel is inmiddels een rectificatie geplaatst.
J.R. Borchers BOOT IN HET WATER LATEN OVERWINTEREN Geachte redactie, Hier een tip, die misschien de moeite waard is om in Toerzeilen geplaatst te worden: Voor het vorstvrij houden van de kogelkranen door de scheepshuid houd ik de volgende procedure aan: Eerst sluit ik de kra-
nen, dan pomp ik alle water uit de slangen met behulp van een vacuumpomp. Vervolgens vul ik de slangen met een mengsel van antivries tot boven aan toe. Even de kraan open en direct weer sluiten. Het antivriesmengselniveau is dan wat gezakt en dus is de kogelkraan gevuld. In het voorjaar pomp ik het antivriesmengsel er weer uit. Dit geeft een minimale milieubelasting.
BOEKEN Vincent Titulaar
Installatiehandleiding vacuümtoiletten, vuilwatersystemen en toebehoren 110 pagina’s, door de Firma Auerhaan B.V. te Lelystad. Vrijwel elk nieuw jacht wordt tegenwoordig afgeleverd met een vuilwatersysteem. Zoals in de VS al langer het geval is, zal in de toekomst waarschijnlijk ook in Europa een lozingsverbod van toiletafval op oppervlaktewater gaan gelden. Inmiddels zijn reeds 250 jachthavens in Nederland uitgerust met de benodigde vuilwater-inzamelstations. In het installatiehandboek worden zeer gedetailleerd de diverse onderdelen van een vacuüm-vuilwatersysteem beschreven, onder andere toiletten, tanks, pompen en leidingen, controlesystemen en meters.
42
Naast uitvoerige installatie-instructies wordt ook veel aandacht gegeven aan ontwerp en systeemopzet, het voorkomen van installatiefouten, en aan onderhoud en probleemoplossing. Met uitgebreide tekeningen, schema‘s en specificaties. Hoewel het handboek natuurlijk maar één bepaald systeem beschrijft, is het een uitgebreide en nuttige bron van informatie voor de schipper die zich wil oriënteren op in- of ombouw van een vuilwatersysteem. Op www.vuilwatertank.nl is ook meer info te vinden, onder andere over vuilwatertanks en inzamelstations in Nederland.
Jaap Molenaar VAARWIJZER WADDENZEE Den Helder tot Sylt, Jan Heuff, 4e herziene druk (2001), Hollandia BV –Haarlem, ISBN 90 6410 339 9 De vaarwijzer is bedoeld voor de beginnende en gevorderde watersporter die de wadden wil bevaren. Het boek is informatief en overzichtelijk van opzet. Uit de 25 jaar geleden verschenen eerste druk blijkt dat er, onder andere door de beschermingswetten voor de Waddenzee, helaas gebieden afgesloten zijn voor de pleziervaarder. En tevens dat er vaarroutes verdwenen zijn en andere ontstonden. In deze vierde druk gaat Jan Heuff nu ook overzichtelijk in op de Duitse- en Deense wadden, een welkome uitbreiding. Niet allen de vaarroutes naar, van en tussen de waddeneilanden, al dan niet over wantijen, en de havens worden beschreven, ook de kustzones en zeegaten komen aan bod. Alle havenbeschrijvingen zijn voorzien van een voorzieningen staatje, de Nederlandse havens van overzichtelijke kleurenfoto’s; de Duitse van duidelijke havenkaartjes. Helaas ontbreken die voor de Deense waddenhavens. Voor de Nederlandse havens worden enige getij-
gegevens en marifoonkanalen vermeld, voor de Duitse en Deense echter niet. Beknopt wordt aandacht besteed aan de ‘binnendoorroutes’, met staande of gestreken mast, en opgave van dieptebeperkingen en doorvaarthoogtes. Voor uitgebreidere informatie wordt verwezen naar: Vaarwegen van Nederland naar de Oostzee, door Foeke Roukema. Kaartfragmenten met gegevens over betonde vaarwegen ontbreken bewust; hiermede wordt voorkomen dat er jaarlijks een herdruk moet verschijnen. Gebruik nieuwe (bijgewerkte) kaarten. In bepaalde hoofdstukken wordt ingegaan op het profiel van de wadden, de getijdenwerking met de gevolgen ervan, flora, fauna en de wettelijke bescherming ervan met de beperkingen voor de wadvaarder. Verder worden scheepstypen met hun diepgang, en varen in de praktijk behandeld met behulp van stroomkaarten en getijtafels. Ook wordt het, al dan niet vrijwillig, droogvallen besproken. Kortom: de Vaarwijzer is een dankbare vraagbaak voor alle wadvaarders.
maandblad voor zeilers Uitgeverij: Stam Yachting BV, De Ruyterkade 143, 1011 AC Amsterdam, tel. 020-626 40 85, fax 020-620 95 59. Correspondentie: Postbus 2266, 1000 CG Amsterdam. E-mail:
[email protected]
43
INFORMATIE VOOR AUTEURS *Kopij Leden van de NVvT worden van harte uitgenodigd hun ervaringen en bevindingen alsmede deskundige bijdragen op nautisch/technisch gebied op schrift te stellen en naar de redactie van TZ te sturen. Gaarne inzenden naar het redactiesecretariaat, bij voorkeur op diskette (Word of WP) en met (veiligheidshalve) een hardcopy bijgevoegd. Zorg bij een artikel van enige omvang voor een duidelijke indeling in hoofdstukken met korte subtitels. E-mail aanlevering desgewenst via
[email protected]. Mocht aanlevering via Word/WP/E-mail op bezwaren stuiten dan getypt insturen met goed contrast en zonder lijnen op het papier (t.b.v. scan). Handgeschreven teksten kunnen alleen worden verwerkt als ze ruim voor de sluitingsdatum (zie hierna) worden ingeleverd en de leesbaarheid geen problemen oplevert. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen in te korten en zo nodig grammatica/spelling te corrigeren.
*Illustraties Lever illustraties (grafieken, tabellen, tekeningen) aan op aparte bladen (geen kopieën) en vermeld op de achterzijde de plaatsing in de tekst met een letter of cijfer. Vermeld dit in de marge van de tekst op de juiste plaats. Lever foto’s afgedrukt op glanzend papier, met goed contrast en eveneens gemerkt aan de achterzijde etc. Zet de onder-/bijschriften op een apart vel. N.B. Ingezonden materiaal wordt met alle zorg omringd, maar geen verantwoordelijkheid wordt geaccepteerd voor beschadiging of vermissing.
*Eenheden Gebruik indien van toepassing genormaliseerde grootheden, eenheden (SI) en symbolen. *Vermeld op alle kopij (1e of laatste pagina) Altijd volledige naam, adres, woonplaats, postcode en telefoonnummer van de auteur.
*Advertenties Voor leden van de vereniging worden advertenties kosteloos geplaatst, mits zij geen commercieel karakter hebben en er ruimte voor beschikbaar is. Inzenden naar redactiesecretariaat.
*Contacten met redactie De redactie wordt gevormd door leden van de vereniging. Zij verrichten hun redactionele activiteiten onbezoldigd, belangeloos en in hun vrije tijd. Als u telefonisch contact zoekt met redactieleden wordt u vriendelijk doch dringend verzocht dit in de vroege avonduren te doen en alleen over zaken die niet via de normale weg schriftelijk afgehandeld kunnen worden.
*Copyright Overname van publicaties uit Toerzeilen is alleen mogelijk met voorafgaande toestemming van de redactie. Auteurs die ingezonden kopij ook in andere publicaties willen plaatsen dienen dit vooraf aan de redactie kenbaar te maken. Auteurs die bezwaar hebben tegen opname van hun artikel op de TZ-Internetsite van de NVvT dienen dit vooraf kenbaar te maken.
*Publicatiedata/productieplanning TZ verschijnt in de laatste week van de even maanden. Kopij voor het aprilnummer 2002 (TZ179) dient uiterlijk 20 maart 2002 bij het redactiesecretariaat te zijn. Alleen zeer urgente kopij van beperkte omvang kan nog tot twee weken voor de verschijningsdatum worden opgenomen. Hiervoor dient men contact op te nemen met de hoofdredacteur (email:
[email protected]).
55
ATTENTIE - Contributies dienen te zijn voldaan vóór 15 februari van het verenigingsjaar (Huishoudelijk Reglement Art. 10). - Nieuwe leden worden geacht de contributie door middel van de acceptgirokaart binnen 30 dagen na de factuurdatum te voldoen. - Statutair loopt het verenigingsjaar van 1 januari tot en met 31 december (art. 8.1.). - Opzegging van het lidmaatschap van de vereniging kan volgens de statuten (art 6.1b) slechts door schriftelijke opzegging vóór 1 december van het lopende verenigingsjaar. - Reguliere opzegging bij de Ledenadministratie wordt schriftelijk bevestigd.
56