jaarverslag 2006
sterk in mensenwerk
sterk in mensenwerk
Impuls is een moderne organisatie voor welzijn en kinderopvang. Impuls verzorgt de opvang en ontwikkeling van kinderen en biedt diensten aan op het gebied van zorg, werk, scholing en vrije tijd. Impuls helpt mensen van jong tot oud, door te stimuleren, te ondersteunen en bemiddelen. Impuls staat voor mensenwerk.
voorwoord
Impuls komt op stoom. Sinds 2005 verbreedt Impuls haar werkgebied voortdurend. Hierbij zijn nieuwe markten, nieuwe klanten en nieuwe opdrachtgevers bereikt. In 2006 is deze nieuwe koers voortgezet en verstevigd. Zowel de omzet als het aantal werknemers is gegroeid, vooral bij de nieuwe producten. Niet alleen de markt verandert, maar ook de behoeften van de samenleving zijn sterk in beweging. Nieuw beleid richt zich meer op ondersteuning en begeleiding naar een baan. Deze veranderingen vragen om nieuwe producten, maar ook om flexibiliteit, klantgerichtheid en efficiëntie. Impuls werkt aan zichzelf. Onder andere door het starten van een project om de bedrijfscultuur te moderniseren en door het begin van een certificeringstraject. Het zijn stappen om de klant te geven wat hij verdient: helderheid en kwaliteit. Om het nieuwe elan ook naar buiten uit te stralen, is in december een nieuw logo met bijbehorende huisstijl geïntroduceerd. Deze drukken uit dat Impuls voor, door en met mensen werkt. Impuls: sterk in mensenwerk.
Grada Blok Voorzitter Raad van Bestuur
jaarverslag 2006
4
jaarverslag 2006
5
inhoud
Voorwoord
5
Ondersteuning Maatschappelijke Dienstverlening
28
Kinderopvang Hele Dagopvang
10
Richting Werk
Buitenschoolse Opvang
12
Jongerenwerkplaatsen
In de buurt
32
Algemeen
Cultureel werk
16
Financiën
34
Jeugd en Jongeren
18
Personeel
36
Ondernemingsraad
39
Raad van Toezicht
40
Klachtencommissie
42
Rond school Voorschool en Peuterspeelzaalwerk
22
Dagarrangementen
24
Brede School
25
jaarverslag 2006
6
jaarverslag 2006
7
jaarverslag 2006
8
jaarverslag 2006
9
kinderopvang Hele dagopvang
In 2006 hebben meer ouders hun kind ondergebracht bij de hele dagopvang. Nieuwe klanten weten Impuls dus goed te vinden. Wel nemen de klanten minder uren af dan in 2005: de bezetting is afgelopen jaar licht gedaald. Deze ontwikkeling sluit nauw aan bij de landelijke trend. Die houdt in dat ouders soms de voorkeur geven aan informele kinderopvang, bij bijvoorbeeld familie of kennissen. Deze ontwikkeling is ingezet bij de invoering van de Wet Kinderopvang in 2004. Impuls heeft in 2006 nieuwe producten geïntroduceerd, zoals verlengde openstelling, ruildagen en incidentele dagen. Zo wil Impuls meer aansluiten bij behoeftes van individuele klanten. Deze nieuwe regelingen zijn succesvol en voorzien duidelijk in een behoefte.
Vernieuwing Kinderdagverblijf Margriet in GeuzenveldSlotermeer maakt deel uit van het project ‘Kansen voor Kinderen’. Dit project moet de Kaleidoscoopmethode, een methodiek voor voorscholen, geschikt maken voor jaarverslag 2006
gebruik op kinderdagverblijven. Impuls werkt in dit project samen met collegaorganisaties Akros en Kindweb. Het ministerie van Sociale Zaken subsidieert ‘Kansen voor Kinderen’. Afgelopen jaar heeft Impuls gewerkt aan een nieuw pedagogisch beleidsplan, dat in 2007 wordt ingevoerd. Ook in 2006 zijn de pedagogische methoden al vernieuwd. Zo organiseren dagverblijven steeds meer activiteiten voor de kinderen om hen te stimuleren in het ontdekken van hun interesses. Ouders blijven op de hoogte van de ontwikkelingen en bezigheden door het bekijken van foto- en filmmateriaal dat het dagverblijf van de kinderen maakt.
Samen met anderen Kinderdagverblijf de Blokkendoos in Osdorp is in april naar Brede School De Kikker verhuisd. Daar zit het dagverblijf in één gebouw met onder andere twee basisscholen, twee voorscholen en een vestiging van de Buitenschoolse Opvang. Een Brede School heeft als doel een zo evenwichtig en overzichtelijk mogelijke 10
omgeving te creëren voor het kind. Daardoor krijgt het kind optimale kansen op het gebied van leren en ontwikkeling.
Signaleren Een project in dezelfde geest als de Brede Scholen is het Netwerk Nieuw Sloten. Deze samenwerking met basisscholen, kinderopvangorganisaties, peuterspeelzalen en het Ouder-Kindcentrum (OKC), zorgt voor goede informatieuitwisseling over de kinderen. Zo kennen basisscholen de achtergrond van een kind al, zodra deze op de school komt. Ook gaan de OKC’s twee keer per jaar op bezoek bij de kinderdagverblijven, om zo vroeg mogelijk ontwikkelingsachterstanden bij kinderen te signaleren. Daartoe is afgelopen jaar ook per vestiging een aantal leidsters opgeleid om achterstanden te leren herkennen. Dit vond plaats onder de noemer ‘Kinderen die opvallen’.
ties van Impuls. Vooral op de invoering van nieuwe werkwijzes scoort Impuls goed. Ten slotte is er afgelopen jaar een oudercommissie in het leven geroepen. Deze commissie wordt door Impuls op de hoogte gehouden van het reilen en zeilen van het bedrijf en heeft bovendien instemmingsen adviesrecht bij een aantal belangrijke onderwerpen. De klanten van de kinderopvang hebben laten weten dit initiatief te waarderen.
Verwachtingen voor 2007 Per 1 januari 2007 zijn werkgevers verplicht om mee te betalen aan kinderopvang. Ook is de kinderopvangtoeslag verhoogd. Impuls verwacht daarom dat de bezetting in 2007 weer zal aantrekken. Ook zal de komende periode extra aandacht gegeven worden aan promotie en publiciteit.
De GGD, die de kwaliteit van de Amsterdamse kinderopvangcentra in de gaten houdt, heeft zich positief getoond over de prestajaarverslag 2006
11
kinderopvang Buitenschoolse opvang
De veertien locaties voor Buitenschoolse Opvang (BSO) vangen dagelijks gemiddeld 1120 kinderen op na schooltijd en tijdens vakanties. De bezetting (het aantal opvanguren) is ten opzichte 2005 fors verbeterd van krap 80 procent naar 85 procent in 2006. Dat houdt echter wel in dat de daling in de bezetting door de Wet Kinderopvang nog niet geheel te boven is. Ook de bezetting op traditioneel moeilijke dagen, zoals de woensdag en de vrijdag, trekt in verhouding weer iets aan. De vraag naar BSO voor kinderen tot negen jaar, stijgt. Op een aantal locaties is hierdoor zelfs een wachtlijst ontstaan. Ouders van iets oudere kinderen kiezen vaak niet om hun kind op de BSO te laten opvangen. Impuls probeert het product BSO dan ook aantrekkelijker te maken voor deze leeftijdsgroep.
Nieuwe samenwerking In Brede School De Kikker (zie vorige hoofdstuk) is ook een nieuwe buitenschoolse opvang (BSO) van start gegaan. Deze nieuwe vestiging bedient hoofdzakelijk jaarverslag 2006
kinderen van de twee basisscholen die in hetzelfde pand gevestigd zijn. Ook werkt de BSO intensief met de andere organisaties in het gebouw, en bewoners uit de buurt samen. In Geuzenveld-Slotermeer startte op 1 maart Brede School ’t Koggeschip. BSO Kabaalstraat is in dit pand getrokken, evenals een voorschool en een peuterspeelzaal van Impuls. De bezetting bij deze BSO is erg goed. Ouders zien de voordelen van opvang in hetzelfde pand waar hun kind naar school gaat. Ook de samenwerking tussen Impuls en de andere gebruikers van het pand, zoals de basisscholen, komt steeds meer van de grond.
Tussenschoolse Opvang Vanaf 1 september 2006 zijn basisscholen verplicht om tussenschoolse opvang (TSO) aan te bieden. Impuls is op een zevental scholen deze opvolger van de overblijf gaan verzorgen. Later in het jaar kwamen hier nog eens drie bij. De TSO is een begin van de dagarrangementen, die in het schooljaar 2007-2008 verplicht worden. 12
Dagarrangementen bestaan uit opvang op of bij school tussen 7.30 uur en 18.30 uur. Begin 2006 is begonnen met de voorbereidingen van dit nieuwe product. Ook is er extra personeel geworven. De TSO wordt uitgevoerd door gekwalificeerd personeel, ondersteund door vrijwilligers. De TSO is nog* niet vastgelegd in de Wet Kinderopvang. Dat betekent dat ouders nog geen tegemoetkoming in de kosten kunnen krijgen. Ondanks dit nadeel is het product snel gegroeid. Op 31 december bediende Impuls zes- à zevenhonderd kinderen met Tussenschoolse Opvang. Vanaf augustus 2007 wordt de TSO onderdeel van de dagarrangementen. *) Het regeerakkoord van CDA, PvdA en ChristenUnie kondigt de vergoeding van TSO wel aan.
jaarverslag 2006
13
jaarverslag 2006
14
jaarverslag 2006
15
in de buurt Cultureel werk
Door de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en het vraaggericht werken is de inzet van Cultureel Werk meer gericht op het aansluiten bij problemen en vragen van de buurten. Zoveel mogelijk voor, door en met bewoners. Concrete voorbeelden: ontmoetingsactiviteiten voor bijvoorbeeld ouderen of (ex-)psychiatrisch patiënten en lessen in Nederlandse conversatie.
Wijkgericht werken Niet alleen de landelijke overheid mikt op meer zelfredzaamheid. Ook lokale overheden vragen een nieuwe inrichting van het welzijnswerk. Zo geeft de gemeente Amsterdam steeds meer aandacht aan activering: de begeleiding naar werk of scholing. Het doel achter zowel het lokale als nationale beleid is om burgers te stimuleren actief en zelfredzaam te zijn en betrokken te raken of te blijven bij hun leefomgeving. Bewoners die niet mee kunnen komen, krijgen ondersteuning en begeleiding.
jaarverslag 2006
Bij het wijkgericht werken stimuleert Impuls buurtbewoners om zich in te zetten voor de buurt en zelf activiteiten te organiseren. Waar nodig steunt Impuls de initiatieven met kennis en faciliteiten. De begeleiding van buurtbewoners die zich als vrijwilliger of als stagiair inzetten, speelt een steeds belangrijker rol in de werkzaamheden van de Cultureel Werkers. Verder organiseert Cultureel Werk steeds meer eenmalige activiteiten en bijeenkomsten. Voorbeelden hiervan uit 2006 zijn het Suikerfeest in de Meervaart, de Internationale Vrouwendag, kinderactiviteiten in de zomer en enkele themaweken, zoals de Week van de Sport en de Kinderboekenweek. Bij deze activiteiten wordt vaak intensief samengewerkt met andere organisaties en bedrijven. Door de verschuiving van de doelen, stuurt Impuls aan op een samenvoeging van de productgroepen Cultureel Werk, die de activiteiten organiseert, en Beheer Buurtcentra, die de activiteiten faciliteert op de locaties. 16
Beheer Impuls had in 2006 acht activiteitencentra in beheer, verspreid over Nieuw-West. De driehonderd cursussen voor buurtbewoners die Cultureel Werk in deze centra organiseert, trokken afgelopen kalenderjaar ruim 6600 deelnemers. Dit aantal is stabiel vergeleken met 2005. Verschillende incidentele activiteiten en evenementen trokken 10.000 bezoekers, bij de recreatieve activiteiten waren dat er 30.400.
Slotermeer herbergt al veel verschillende organisaties. Stadsdeel Osdorp heeft voor buurtcentrum De Aker een nieuwe functie als jongerencentrum gepland.
Activiteitencentrum Atlas in Slotervaart is in november omgevormd tot een activeringscentrum waar mensen begeleiding naar werk krijgen. De Schaffelaar in Bos en Lommer is in september verhuisd naar een tijdelijke locatie, vanwege de sloop van het oude pand. Het centrum draait inmiddels weer op het oude niveau. Alle vier de stadsdelen werken aan het opzetten van multifunctionele centra (MFC’s). De Schaffelaar, twee buurtontmoetingsruimtes in Slotervaart en buurtcentrum Slotermeer, staan op de rol om deel te worden van MFC’s. Het Pluspunt in Geuzenveldjaarverslag 2006
17
in de buurt Jeugd en jongeren
Impuls verzorgde in 2006 jongerenwerk in Bos en Lommer en Slotervaart. Naast het organiseren van activiteiten en bijeenkomsten in de vier jongerencentra, biedt het jongerenwerk ook allerlei sport- en spelactiviteiten op andere plekken. Ook Trajectbegeleiding -maatschappelijk werk voor jongeren- in de stadsdelen Slotervaart en Osdorp, maakt deel uit van Jeugd en Jongeren. Het kinderwerk in Bos en Lommer heeft drie speeltuinen en een kinderboerderij onder zijn hoede. Ook de bouwspeelplaats ’t Landje in het Rembrandtpark valt onder het jongerenwerk van Impuls.
Actieve jongeren Een belangrijke tendens in het jongerenwerk is om de jongeren meer zelf hun behoeftes aan te laten geven en het aanbod hierop af te stemmen. Jongeren met initiatieven worden door Impuls getraind in het organiseren van activiteiten en leren zo dat ze zich zelf ook kunnen inzetten voor hun leefomgeving. Zo is het (her-)openingsfeest van The Society, een verbouwd jongerenjaarverslag 2006
centrum in Bos en Lommer, door een groep vaste bezoekers zelf georganiseerd onder toeziend oog van acteur Mohamed Chaara, bekend van de tv-serie Shouf Shouf. Chaara was ook ceremoniemeester bij het Suikerfeest voor Kids in de Meervaart, aan het eind van de ramadan. Dit feest is behalve door Jeugd en Jongeren medegeorganiseerd door de afdeling Cultureel Werk, het Ramadanfestival en het Rode Kruis. Hier kwamen vijfhonderd kinderen plus begeleiding op af.
Vaker samen met collega’s
In 2006 is intern veel aandacht aan besteed aan deze verschuiving. Zo betrekt Impuls de jongerenwerkers bij de innovatie van producten. Verder spelen ouders en vooral moeders een steeds belangrijkere rol bij het werk. De activiteiten van het kinderwerk worden al deels uitgevoerd door vrijwilligers. Ondanks de modernisering van de organisatie heeft stadsdeel Slotervaart besloten om het jongerenwerk in 2007 bij een collegaorganisatie onder te brengen. Dit benadrukt dat het jongerenwerk zich de komende jaren nog verder zal moeten verbeteren.
Het jongerenwerk zoekt steeds vaker de samenwerking met -vaak kleinere- collegaorganisaties om hen te ondersteunen en te faciliteren, bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van ruimtes of kennis en ervaring. De samenwerking met deze organisaties, die vaak door jongeren zelf zijn opgezet, heeft ervoor gezorgd dat er veel nieuwe groepen zijn bereikt. De politiek vraagt van het jongerenwerk zich meer op ondersteuning toe te leggen. 18
jaarverslag 2006
19
jaarverslag 2006
20
jaarverslag 2006
21
rond school Voorscholen en peuterspeelzalen
Een peuterspeelzaal stimuleert de ontwikkeling van jonge kinderen tot vier jaar. Een voorschool richt zich naast de kinderen ook op de ouders. Bovendien hanteert de voorschool dezelfde educatieve methode als de eerste twee groepen van de basisschool. Het Rijk wil dat 70 procent van de kinderen met een (taal)ontwikkelingsachterstand in 2009 een plek kan krijgen op een voorschool. Daartoe is in 2006 een start gemaakt met de uitbreiding van de voorscholen. De vier stadsdelen hebben plannen om zowel de omvang van als het aantal groepen uit te breiden. Ook zal waarschijnlijk een aantal peuterspeelzalen tot voorschool worden omgevormd. Impuls was op 31 december verantwoordelijk voor 23 peuterspeelzalen en 64 voorschoolgroepen.
Ontwikkeling Met de snelle uitbreiding van het aantal voorschoolgroepen verandert ook de werkwijze. Voorscholen zijn in de toekomst minder gericht op achterstanden alleen. Zo zullen in de toekomst kinderen van jaarverslag 2006
verschillende ontwikkelingsniveau’s samen in één groep komen. Dat betekent dat het aanbod op de voorschool meer moet aansluiten bij individuele gevallen. Impuls werkt op dit moment aan deze vernieuwing van het aanbod.
organisaties, zoals Ouder- en Kindcentra (OKC’s). Het samenwerkingsverband OKC, waar ook andere instanties deel van uitmaken, moet de begeleiding en het volgen van de ontwikkeling van kinderen beter mogelijk maken.
Beter bereik Impuls verzorgt bijna het gehele aanbod van voorscholen en peuterspeelzalen in Nieuw-West. Ongeveer driekwart van de 2,5 tot 4-jarigen in het werkgebied behoort door afkomst (niet-Nederlands) of door het sociaal-economisch milieu tot de doelgroep. Het beleid van gemeente en stadsdelen heeft als doel om alle instanties die bij de ontwikkeling van de jeugd betrokken zijn, zo goed mogelijk samen te laten werken. Zo is de kans dat een jongere bij instanties buiten beeld raakt zo gering mogelijk. Bovendien sluit het aanbod van verschillende organisaties beter bij elkaar aan. Om meer kinderen naar de voorschool te krijgen werkt Impuls samen met andere 22
jaarverslag 2006
23
rond school
rond school
Dagarrangementen
Brede school
Basisscholen zijn vanaf september 2007 verplicht om opvang van 7.30 tot 18.30 uur aan te bieden. Deze opvang wordt aangeduid met de term ‘dagarrangementen’. Als voorschot op de invoering hiervan, is in september 2006 al de Tussenschoolse Opvang verplicht geworden, opvang op school in de middagpauze. Impuls heeft in 2006 een projectmanager aangesteld om de nieuwe producten te ontwikkelen.
Meer dan opvang De al bestaande Buitenschoolse Opvang (na schooltijd) en de Tussenschoolse Opvang worden in de dagarrangementen aangevuld met de nog te ontwikkelen Voorschoolse Opvang (niet te verwarren met voorscholen) Impuls wil echter meer aanbieden dan alleen ‘platte’ opvang. De welzijnsachtergrond van de organisatie biedt kansen om extra aanbod te geven.
welzijnsproducten als sport en spel, oudercursussen, schuldhulp en opvoedingsondersteuning. Impuls is mede hierdoor ook in staat om dagarrangementen op scholen voor speciaal onderwijs aan te bieden.
Alle contacten in één hand Een belangrijke stap op weg naar een compleet en klantgericht product is de aanstelling van accounthouders. Zij onderhouden sinds 1 januari 2007 alle contacten met een basisschool. Veel scholen nemen verschillende producten af bij Impuls, zoals bijvoorbeeld Tussenschoolse Opvang of een voorschool. Voor alle verschillende producten lopen de contacten via één persoon. De ontwikkeling van de dagarrangementen in Amsterdam wordt medegefinancierd door de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente.
Impuls is blij met de intensievere samenwerking. Door een aaneengesloten aanbod kunnen kinderen met problemen of hindernissen beter opgemerkt en ondersteund worden. Impuls wil de samenwerking in de toekomst intensiveren en uitbouwen.
In de afgelopen jaar zijn twee gebouwen geopend waar de samenwerkende organisaties ook fysiek in één gebouw zitten. In Geuzenveld-Slotermeer is dat ’t Kogge schip, met een Buitenschoolse Opvang, een voorschool en een peuterspeelzaal van Impuls, gecombineerd met basisschool ’t Koggeschip en een aantal buurtinstanties.
De Kikker In Osdorp is het nieuwe schoolgebouw De Kikker geopend. Hier zijn naast de Johannesschool en de Globe ook een nieuwe vestiging van de Buitenschoolse Opvang, kinderdagverblijf De Blokkendoos en twee voorscholen van Impuls gevestigd.
Scholen kunnen de laatste jaren steeds meer beslissen hoe zij hun budget besteden. In Nieuw-West ziet Impuls dan ook een markt voor een soort dagarrangementen-plus. Ofwel: opvang aangevuld met jaarverslag 2006
Scholen krijgen steeds meer taken toebedeeld, bovenop de kerntaak ‘onderwijzen’. Daardoor werken scholen in toenemende mate samen met andere organisaties, zoals Impuls. Het is belangrijk om deze samenwerking te laten leiden tot een sluitend aanbod voor kind en ouder. Dit alles om een voortvarende schoolcarrière van het kind zo eenvoudig en bereikbaar mogelijk te maken.
24
jaarverslag 2006
25
jaarverslag 2006
26
jaarverslag 2006
27
ondersteuning Maatschappelijke dienstverlening
In 2006 heeft de Maatschappelijke Dienstverlening in Geuzenveld-Slotermeer en Slotervaart grote veranderingen ondergaan. De productgroep, kortweg Madi, bestond uit vier disciplines: Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW), Schuldhulpverlening, Sociaal Raadslieden en Ouderenwerk. Deze laatste is halverwege het jaar opgegaan in het AMW.
stadsdelen de loketfunctie overgenomen en doet de Madi alleen de feitelijke uitvoering. Dat betekent dat er geen inloopspreekuren meer worden gehouden. De afdelingen werken alleen nog op afspraak. Vooral in Geuzenveld-Slotermeer is door het afschaffen van de spreekuren de dienstverlening verbeterd. De Vraagwijzer in Slotervaart is overgegaan in het nieuwe loket.
leners op huisbezoek bij bewoners waarbij uithuiszetting dreigt, bijvoorbeeld door een huurschuld. Samen met de bewoner stellen de medewerkers een programma op om te voorkomen dat een uithuiszetting volgt.
In voorbereiding op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, die op 1 januari 2007 van kracht is geworden, is de dienstverlening opnieuw vormgegeven. In Slotervaart is de loketfunctie van de Madi halverwege het jaar al opgegaan in De Vraagwijzer. Bij dit loket zat een aantal verschillende organisaties bij elkaar. Zo konden bewoners met uiteenlopende vragen op één plek terecht. Impuls voerde ook de loketfunctie uit, zoals de intakegesprekken en de spreekuren.
Naast het veranderen van de instroom van cliënten werkt de Madi steeds meer aan preventie en collectieve voorlichting (eveneens in de geest van de WMO). Daartoe is het afgelopen jaar een groot aantal cursussen en informatiebijeenkomsten gehouden. Voorbeelden hiervan zijn ‘Omgaan met Geld’, waarvan ook een versie in het Marokkaans werd gegeven, en Thuisadministratie. Voor ouderen hield de Madi informatiemiddagen en legde ze preventieve huisbezoeken af.
Woonbegeleiding
Zorg en Samenleven Geuzenveld-Slotermeer en Slotervaart hebben in de tweede helft van 2006 een loket Zorg en Samenleven opgezet, conform gemeentelijk beleid. Hierbij hebben de jaarverslag 2006
Eropaf! De Madi startte afgelopen jaar ook met ‘Eropaf!’. Bij dit stedelijke project gaan maatschappelijk werkers en schuldhulpver28
In 2007 zal het preventie- en voorlichtingsaspect van het maatschappelijk werk nog nadrukkelijker de aandacht krijgen.
Het product Woonbegeleiding, dat in 2006 is gestart, is uniek voor Impuls. De Woonbegeleiding wordt betaald uit de AWBZ en is daarmee een zorgproduct (tegenover welzijnsproduct). Impuls staat dus ook officieel als zorgaanbieder geregistreerd. Woonbegeleiding haalde als eerste een HKZ-startcertificaat, een landelijk keurmerk voor de zorg- en welzijnssector. Gebruikers van de Woonbegeleiding krijgen ondersteuning bij het langer zelfstandig blijven wonen. Waar mogelijk worden cliënten gestimuleerd om (weer) zelfredzaam te worden, bijvoorbeeld na een ziekte.
jaarverslag 2006
29
jaarverslag 2006
30
jaarverslag 2006
31
richting werk Jongerenwerkplaatsen
De jongerenwerkplaatsen Young 1 en Young 2 geven intensieve, individuele begeleiding aan jongeren die geen zicht hebben op werk of scholing. De jongeren doen arbeidservaring en -ritme op en krijgen diverse werkgerelateerde trainingen, bijvoorbeeld op het gebied van sociale vaardigheden. Tegelijkertijd werken ze samen met een eigen contactpersoon aan hun -vaak uiteenlopende- privéproblemen, zoals schulden of verslaving.
Young 1 Young 1 bedient gemiddeld 35 jongeren tegelijk. Het traject van de jongeren duurt gemiddeld tussen de zes en de negen maanden. In 2006 is tachtig procent van de jongeren positief uitgestroomd. Dat betekent dat zij een baan hebben of een opleiding volgen. Ook de cliënten die verdergaan in een ander traject bij opdrachtgever DWI (Dienst Werk en Inkomen gemeente Amsterdam), of worden behandeld bij bijvoorbeeld Jellinek of GGZ, rekent Impuls tot deze positieve uitstroom.
jaarverslag 2006
Sinds 1 januari 2006 werkt Young 1 samen met de Blauwe Olifant. Deze werkplaats werkt in onderaannemerschap voor Impuls. De Blauwe Olifant heeft gemiddeld achttien jongeren in het traject. De beide werkplaatsen werken steeds meer samen. Impuls verzorgt de intakes voor de Blauwe Olifant en jongeren kunnen delen van hun traject bij beide werkplaatsen vervullen.
Young 2
Zeeburg
De werkplaats Young 2 is op 1 mei 2006 van start gegaan en toegesneden op jongeren met een licht verstandelijke beperking. Young 2 werkt samen met de William Schrikkergroep Jeugdreclassering, een instelling voor reclassering van jongeren met een handicap. De werkplaats heeft capaciteit voor twintig jongeren.
Woonwerktraject
Op 1 december is de eerste vestiging van Impuls buiten Amsterdam-West geopend. Het gaat om een gezamenlijke vestiging van Young 1 en Young 2 in stadsdeel Zeeburg. Deze werkplaats heeft een tijdelijk onderkomen gekregen in het stadsdeel. De nieuwe afdeling werkt in grote lijnen hetzelfde als de eerste vestigingen van de werkplaatsen in Osdorp.
De reclasseerders en voogden van de William Schrikkergroep verwijzen jongeren door naar DWI. Als het IQ tussen de zestig en de tachtig punten ligt, worden deze jongeren naar Young 2 doorverwezen. DWI verwijst ook jongeren door van andere instanties dan de William Schrikkergroep.
Vanaf 1 november 2006 bieden Young 1 en de Blauwe Olifant samen met HVO Querido (hulp voor onbehuisden) en woningcorporatie FarWest een woonwerktraject aan. Dat betekent dat een aantal dakloze clienten een tijdelijke woning, inclusief woonbegeleiding krijgt. Zo is het voor hen eenvoudiger om het traject bij de werkplaats te (blijven) volgen. Het traject is een proef en loopt tot juli 2007. De Hogeschool van Amsterdam beschrijft de methodiek van dit project.
32
De doelgroep krijgt een nog intensievere aanpak dan de cliënten zonder beperking. Waar Young 1 bijvoorbeeld budgetcursussen geeft, moet Young 2 de cliënten eerst leren rekenen. Zeven op de tien jongeren hebben een crimineel verleden. Andere vaak voorkomende problemen zijn seksueel misbruik, schulden, tienerouderschap en prostitutie. jaarverslag 2006
Het stadsdeel Zeeburg heeft het Pleinen en Parkenteam (een eigen werktraject) bij de nieuwe werkplaats ondergebracht. De werkplaats had in de eerste maand (december 2006) negen jongeren in huis. De totale capaciteit zal uiteindelijk op veertig komen te liggen. Om de efficiëntie, structuur en methodiek goed te kunnen bewaken zijn met het openen van de werkplaats in Zeeburg een supervisor en een beleidsmedewerker aan het team toegevoegd.
33
algemeen Financiën
De omzet van de Impulsgroep (zeven stichtingen en twee BV’s) is in 2006 gestegen. De meeste groei is afkomstig van de stichting Projecten, het onderdeel van Impuls waar de niet-stadsdeelgebonden activiteiten* in zijn ondergebracht. Ook de uitbreiding van het aantal voorscholen levert een belangrijke bijdrage aan de groei. In 2006 zijn de inkomsten van kinderopvang toegenomen. Deze lichte groei is een duidelijke omwenteling na een periode van teruggang sinds de invoering van de Wet Kinderopvang in 2004. In deze wet werd de opvang en de financiering daarvan op een nieuwe manier geregeld. Impuls verwacht dat de stijging zich in 2007 in sterkere mate zal voortzetten, onder meer door de uitbreiding van het aantal producten en de verhoging van de tegemoetkoming voor ouders.
Groei jongerenwerkplaatsen De sterke groei van stichting Projecten is te danken aan de uitbreiding van het aantal jongerenwerkplaatsen. In mei opende een tweede werkplaats (de eerste opende in 2005). In december ging de derde van start. jaarverslag 2006
In het financiële overzicht bij dit hoofdstuk is Projecten ondergebracht onder het kopje ‘overig’, samen met de stichting Ondersteuning & Innovatie. Deze laatste levert stafdiensten aan de rest van de Impulsgroep. De jongerenwerkplaatsen helpen jongeren op weg naar scholing of werk. De verwachting is dat hiervoor de komende periode ook veel aandacht zal zijn en dat de groei binnen deze tak zich voortzet.
bezuinigd. Deze trend is al een aantal jaren duidelijk zichtbaar en zal, naar het zich laat aanzien, in de toekomst ook voortzetten.
*) Impuls levert zowel welzijnsdiensten in
Inkomsten
Uitgaven
Subsidie NV Werk Kinderopvang Overig
43% 8% 31% 18%
opdracht van stadsdelen, als van de centrale stad en andere opdrachtgevers.
Salariskosten Salariskosten i&d Huisvesting Organisatie Activiteiten Afschrijving
63% 8% 16% 7% 4% 2%
Ook voorscholen groeien De voorscholen en opvoedondersteuning groeien sterk. Dat leidt ertoe dat de subsidies van de vier westelijke stadsdelen licht zijn toegenomen. 43 procent van de stadsdeelsubsidies kwamen in 2006 ten bate van de voorscholen en de aanverwante producten. De groei van de voorscholen compenseert de krimp bij de andere -traditionele- welzijnsproducten, zoals buurtcentra, jongerenwerk en maatschappelijke dienstverlening. Hierop is ook in 2006 verder 34
jaarverslag 2006
35
algemeen Personeel
Het aantal personeelsleden is met 49 (21 fte’s) toegenomen ten opzichte van 2005. De groei is toe te schrijven aan de uitbreiding van het aantal jongerenwerkplaatsen en het het aantal voorschoolgroepen. Bij een aantal welzijnsproducten is het totaal aan arbeidsplaatsen, net als in voorgaande jaren, afgenomen. Het ziekteverzuim is licht gedaald. Impuls werkte in 2006 in het bijzonder aan het beter bespreekbaar stellen van verzuim binnen de uitvoerende teams. Zowel leidinggevenden als medewerkers deden mee aan verschillende workshops rond het thema ‘ziekteverzuim en gezond werken’. Daarnaast kregen teamleiders en andere leidinggevenden trainingen om verzuim beter te managen en om (gedrags)verandering bij medewerkers te kunnen stimuleren en begeleiden.
Opleiding Dertig medewerkers van de kinderopvang zijn afgelopen jaar in opleiding gegaan. Drie zogenaamde EVC’ers¹ en acht BBL’ers² behaalden dit jaar hun diploma SPW3³. Het overige deel van de groep is nog bezig met jaarverslag 2006
de meerjarige opleiding. Tevens werd in dit verslagjaar aan een toenemend aantal BOL-leerlingen4 (de dagopleiding SPW) een stageplek geboden. Impuls signaleert een toename van agressie op de werkvloer, zowel in aantal als in ernst. Onder het motto ‘agressie de baas’ zijn medewerkers hier afgelopen jaar extra op getraind. Het gaat hier om medewerkers die in hun dagelijkse werkzaamheden met ‘moeilijke’ cliënten te maken hebben. In totaal vonden zeven tweedaagse trainingen plaats.
Nieuwe structuur Het welzijnswerk is sinds 1 januari 2006 niet langer één stichting, maar is ondergebracht in zes nieuwe stichtingen. Dat betekent dat een groot deel van het personeel in 2006 formeel van werkgever is veranderd en dat sommige medewerkers sindsdien voor meerdere werkgevers werken. Dit omvormingproces heeft afgelopen jaar voor veel extra adminstratieve druk gezorgd. Eind 2006 is het startschot gegeven voor een project om de bedrijfscultuur te veran36
deren. Het inspelen op een veranderende markt gaat gepaard met een andere opstelling van management en personeel. Impuls vraagt van werknemers meer flexibiliteit, verantwoordelijkheid en zelfvertrouwen. In 2007 zal de concrete uitvoering van start gaan. Het project loopt naar verwachting tot 2009.
dat hun producten op een efficiënte manier tot stand komen. Bovendien geeft het certificaat extra handvatten om de kwaliteit te verbeteren. Het product Woonbegeleiding heeft al in 2006 een startcertificaat gehaald. De komende tijd volgen de overige onderdelen van het bedrijf. ¹) EVC = Erkenning Verworven Competenties,
Kwaliteit
praktijkervaring erkennen met een diploma,
Ten slotte heeft Impuls afgelopen jaar een start gemaakt met HKZ-certificering. HKZ staat voor Harmonisatie Kwaliteit Zorgsector. Organisaties kunnen met zo een certificaat aantonen dat ze kwaliteit leveren en
waar nodig bijscholen ²) BBL = Beroepsbegeleidende Leerweg, werkend leren ³) SPW = Sociaal-Pedagogisch Werker ) BOL = Beroepsopleidende Leerweg
4
Impulsgroep
���� �������������������
������ �������������
������ ����������
jaarverslag 2006
������ ������
������ ����������
������ �����������
������ ���������������� ���������
������ ���������������
������ ���������
37
algemeen
algemeen
Personeel
Ondernemingsraad
Personeelsformatie
Traditionele welzijnsproducten staan onder druk. Ook in 2006 is daardoor een aantal medewerkers boventallig geworden. Deze ontslagen hadden echter geen vergaande gevolgen: alle betrokkenen konden opnieuw worden aangenomen in andere functies binnen de organisatie.
Personen
waarvan i&d’ers
fte
2006 2005
2006 2005
2006 2005
Welzijn
268
254
63
76
204
210
PVO*
157
142
22
34
112
99
Kinderopvang
269
276
25
29
208
208
Staf en overig
94
67
1
2
74
61
788
739
111
141
598
578
Totaal
Bezuinigingen De aaneenschakeling van bezuinigingsrondes de laatste jaren is ook in 2006 doorgegaan. Een vergaand plan voor de reorganisatie van het bedrijfsonderdeel Welzijn wordt, mede door opmerkingen van de OR, opnieuw bekeken. De Ondernemingsraad heeft in 2006 deel uitgemaakt van de regiegroep. Deze beoordeelt of de medewerkers wel terecht boventallig zijn verklaard. Dit is in 2006 op correcte wijze gebeurd en de boventalligheidstellingen zijn zonder conflicten afgehandeld.
*) Peuterspeelzalen, voorscholen en opvoedingsondersteuning
Ziekteverzuim Meldingsfrequentie Gemiddelde verzuimduur (dagen)
2006
2005
2004
1,76
1,97
2,00
19,10
26,50
23,60
Verzuim incl. zwangerschap (%)
9,82
9,99
11,43
Verzuim excl. zwangerschap (%)
7,66
8,27
9,64
De OR vindt het belangrijk dat zaken als buurtcentra en het jongerenwerk blijven voortbestaan. Deze producten staan dicht bij de bevolking en zijn daarom belangrijk voor de uitstraling van Impuls. Bij het jaarverslag 2006
38
jaarverslag 2006
personeel dat deze diensten levert, is zeer veel kennis aanwezig, die niet verloren mag gaan. Verder is er afgelopen jaar een nieuw Sociaal Plan van kracht geworden. Dit plan regelt ontslagprocedures en boventalligheidstellingen en is een overeenkomst tussen vakbond en werkgever. Ook hier heeft de OR invloed uitgeoefend bij de werkgever en ook (vooral) bij de vakbond. Dat heeft geleid tot een aantal aanvullende voorstellen, die in zijn geheel zijn overgenomen.
Nieuwe OR In april liep de zittingsperiode van de Ondernemingsraad af, maar nieuwe verkiezingen zijn uitgesteld door de herstructurering. Vervolgens is het besluit genomen om twee Ondernemingsraden (Welzijn en Kinderopvang) in te stellen, die worden overkoepeld door een Centrale Ondernemingsraad. Deze nieuwe raden zijn in februari 2007 van start gegaan.
39
algemeen Raad van toezicht
De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor het bewaken van de continuïteit van Impuls op langere termijn. Zij houdt toezicht op het functioneren van het bestuur van de organisatie en opereert als sparring partner en counterpart van de directie. Daarnaast verleent zij het bestuur toestemming tot vaststelling van de begroting en de jaarrekening, en is er jaarlijks een overleg met de OR. De Raad van Toezicht heeft zich samen met het Managementteam in 2006 intensief gebogen over de vraag: Wat zijn de belangrijkste doelen van Impuls voor de komende drie tot vijf jaar en welke middelen heeft de organisatie daarvoor nodig? Aan de hand van presentaties van MT-leden en documenten met betrekking tot de strategie van de verschillende delen van Impuls is de RvT op zoek gegaan naar het antwoord op deze vragen. Vastgesteld kan worden dat het proces van strategievorming, dat al enige jaren geleden in gang is gezet, steeds concreter wordt. Voor de RvT is het van belang dat nu de slag jaarverslag 2006
gemaakt gaat worden van strategie naar middelen. Dat gaat om de vraag welke middelen moeten wanneer en voor welke doelen ingezet worden teneinde de continuïteit van Impuls te waarborgen en de organisatie te versterken. Met genoegen heeft de RvT kunnen vaststellen dat het bedrijf financieel gezond aan het worden is. Ook de significant verbeterde relatie van Impuls met de stadsdelen mag voor dit jaar als belangrijke winst worden genoteerd.
Samenstelling In de samenstelling van de Raad van Toezicht hebben in de loop van het verslagjaar enkele wijzigingen plaatsgevonden. De vacatures die door het vertrek van mevrouw Aalse en de heer Meijrink eind 2005 waren ontstaan, moesten worden opgevuld. Tijdens de wervingsprocedure werd mevrouw Willemse gekozen tot lid van de gemeenteraad, waarna zij haar lidmaatschap van de Raad van Toezicht beëindigde. Op basis van de vastgestelde profielschets zijn drie kandidaten benoemd. Raad van Toezicht 2005
Jaar van benoeming
In het verslagjaar kwam de Raad van Toezicht vijfmaal in reguliere vergadering bijeen. Gedurende twee dagdelen werd de strategie van de organisatie in een buitenreguliere vergadering met het MT besproken.
De heer A.H. Voerman (voorzitter)
2005
Mevrouw H. Lieftink (vanaf 1 juni 2006)
2006
Naast de statutaire onderwerpen werd aandacht besteed aan het rapport van de Amsterdamse rekenkamer over welzijn en opdrachtgeverschap in de stad, en aan het samenwerkingsverband kinderopvang.
Mevrouw C. Compas (vanaf 1 juni 2006)
2006
Vergaderingen/onderwerpen
40
Mevrouw H.J.Th. Willemse (tot 9 maart 2006)
2001
De heer M.F. Werkman
2001
De heer L.O.J.M. Genet
2002
De heer R.G. Berkhof (vanaf 27 april 2006)
2006
jaarverslag 2006
41
colofon
algemeen Klachtencommissie
Redactie en productie: Impuls, afdeling communicatie Conceptontwikkeling, vormgeving: De Designpolitie, Amsterdam Fotografie: Isis Torensma, Utrecht Druk: LenoirSchuring, Amstelveen
Impuls heeft sinds vele jaren een eigen externe klachtencommissie. Aangezien de zittingsperiode van de commissie was verstreken, en de leden geen prijs stelden op een herbenoeming, is in het najaar een geheel vernieuwde klachtencommissie samengesteld. Deze bestaat op dit moment uit: - De heer A. ben Abdellah te Amsterdam, medewerker van KLM - De heer prof. dr. G.E. Booij te Heiloo, decaan van de Letterenfaculteit van de Rijksuniversiteit Leiden - Mevrouw F. van den Bos te Amsterdam, projectcontroller bij CARE Nederland - Mevrouw mr T. ten Have te Bentveld, directeur Ten Have Advies
Citeren uit dit verslag is alleen toegestaan met bronvermelding. Naast dit jaarverslag overlegt Impuls gedetailleerde informatie over prestaties en financiën aan haar opdrachtgevers. © Impuls 2007 I01.H60
Impuls streeft ernaar om klachten van cliënten zoveel mogelijk op te lossen op een manier die voor alle partijen bevredigend is. In het verslagjaar bereikte één klacht de klachtencommissie. Deze klacht kon uiteindelijk in overleg met de klager opgelost worden, zodat de commissie geen uitspraak heeft hoeven doen.
jaarverslag 2006
42
jaarverslag 2006
43
contact en informatie
Impuls is een moderne organisatie voor welzijn en kinderopvang. Impuls verzorgt de opvang en ontwikkeling van kinderen en biedt diensten aan op het gebied van zorg, werk, scholing en vrije tijd. Impuls helpt mensen van jong tot oud, door te stimuleren, te ondersteunen en bemiddelen. Impuls staat voor mensenwerk.
impuls van de sande bakhuijzenstraat 2 1061 ag amsterdam postbus 9139 1006 ac amsterdam tel 020 515 88 88 fax 020 515 88 89
[email protected] www.impuls.nl