RUP Nieuwlandplein - Screening plan-m.e.r.-plicht

®

studiebureau

opmetingenschattingenplaatsbeschrijvingenEPC-EPBverkavelingeninfrastructuurstedenbouw

Provincie West-Vlaanderen | Gemeente Nieuwpoort

RUP Nieuwlandplein - Screening plan-M.E.R.-plicht Plan ID: RUP_38016_2.14_00005_00001 O. ref.: 11R013 | verzoek tot ontheffing | september 2014

Geomex bvba Kapelleriestraat 3 8840 STADEN BE0454.140.439 051 70 25 75 [email protected] www.geomex.be

Inhoudsopgave 1. 2. 3.

Inleiding ....................................................................................................................................... 3 Ligging van het plangebied .......................................................................................................... 4 Beschrijving van het RUP ............................................................................................................. 5 3.1. Doel...................................................................................................................................... 5 3.2. Reikwijdte ............................................................................................................................ 7 3.3. Feitelijke toestand ............................................................................................................... 7 3.4. Bouwvergunning.................................................................................................................. 9 3.5. Rooilijnen ............................................................................................................................. 9 3.6. Gemeentelijke verordening ................................................................................................. 9 3.7. Herbevestigd agrarisch gebied ............................................................................................ 9 3.8. Planonderdelen ................................................................................................................. 10 4. Onderzoek tot M.E.R. ................................................................................................................ 15 4.1. Onderzoek noodzaak passende beoordeling .................................................................... 15 4.2. RUP kader voor vergunning van bijlage I/II uit de project-MER-regelgeving.................... 16 4.3. Motivatie “klein gebied op lokaal niveau” of “beperkte wijziging” .................................. 16 4.4. Vergelijking voorgenomen plan met het geldend plan of bestaande toestand................ 17 5. Afweging ten opzicht van de effectdisciplines .......................................................................... 23 5.1. Mens: gezondheid en veiligheid: ....................................................................................... 23 5.2. Mens: socio-organisatorische aspecten: ........................................................................... 23 5.3. Woonkwaliteit: .................................................................................................................. 23 5.4. Ruimtelijke ordening: ........................................................................................................ 24 5.5. Biodiversiteit, fauna en flora ............................................................................................. 25 5.6. Energie- en grondstoffenvoorraad: ................................................................................... 28 5.7. Atmosferische en klimatologische factoren: ..................................................................... 28 5.8. Bodem: .............................................................................................................................. 29 5.9. Water: ................................................................................................................................ 30 5.10. Geluid: ........................................................................................................................... 33 5.11. Licht: .............................................................................................................................. 33 5.12. Stof: ............................................................................................................................... 33 5.13. Mobiliteit: ...................................................................................................................... 35 5.14. Stoffelijke goederen en cultureel erfgoed: ................................................................... 36 5.15. Landschap ...................................................................................................................... 38 5.16. Synthesetabel ................................................................................................................ 40 6. Grens-of gewest-overschrijdende effecten............................................................................... 41 7. Conclusie ................................................................................................................................... 41 Bijlage | bouwvergunning sportcomplex .......................................................................................... 43 Bijlage | stedenbouwkundige verordening inzake perceelsafsluitingen, de grootte van de percelen en uitzicht van de gebouwen in de residentiële wijk Simli ............................................................... 45 Bijlage | stedenbouwkundige voorschriften (voorontwerpfase) ...................................................... 48

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Nieuwlandplein Plan ID: RUP_38016_2.14_00005_00001

Geomex bvba - O. Ref: 11R01301 september 2014 -2-

1. Inleiding De Europese richtlijn 2001/42/EG bepaalt welke plannen aan een milieueffectrapportage onderworpen moeten worden. Alle ruimtelijke uitvoeringsplannen vallen ondubbelzinnig onder het toepassingsgebied van deze richtlijn. Dit wil echter niet zeggen dat voor elk ruimtelijk uitvoeringsplan een milieueffectrapport (plan-MER) moet opgesteld worden. In heel wat gevallen kan een zogenaamd ‘onderzoek tot m.e.r.’ volstaan. In 2007 verscheen het ‘plan-m.e.r.-decreet’ en het ‘plan-m.e.r.-besluit’ in het Belgisch Staatsblad. In 2008 volgde het integratiespoorbesluit voor milieueffectrapportage over RUP’s. Het integratiespoor houdt in dat de milieueffectrapportage plaatsvindt tijdens het voorbereidende proces voor de opmaak en voor de vaststelling van het RUP. De milieueffectrapportage levert gegevens aan inzake de mogelijke milieueffecten van het voorgenomen RUP. Indien blijkt dat er een plan-MER dient opgemaakt te worden, dient de procedure van het plan-MER te worden gevolgd. Het plan-MER dient goedgekeurd te worden ten laatste vóór de voorlopige vaststelling van het ontwerp van RUP. Deze nota betreft het onderzoek tot de plan-MER-plicht van het GRUP ‘Nieuwlandplein’ te Nieuwpoort. Het voorliggende Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Nieuwlandplein wordt opgemaakt in uitvoering van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Nieuwpoort, goedgekeurd door de bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen dd. 9 december 2010. Initiatiefnemer: Stadsbestuur Nieuwpoort Marktplein 7 8620 Nieuwpoort Contactpersoon: Marc Vandevelde Stedenbouwkundig ambtenaar [email protected] tel. 058/ 22 44 53

Bron: www.giswest.be, orthofoto



2. Ligging van het plangebied

Figuur: situering plangebied (bron: NGI)

Het plangebied is gelegen in Nieuwpoort-Bad, en ligt meer specifiek langsheen de N34z (Elisalaan) en op wandelafstand van de kust. De kust wordt bediend door een wegennet met een kamstructuur: de A18 (Jabbeke-VeurneDuinkerke) is de hoofdstructuur met rechtstreeks aftakkende toegangswegen naar de afzonderlijke badplaatsen. De A18 is onderdeel van het Trans-Europees Netwerk “Le Havre – Rotterdam – Hamburg” waardoor Nieuwpoort verbonden is met het hoofdwegen-auto-net. De verbinding met het achterliggende polderlandschap en Diksmuide gebeurt via de N355 voor het autoverkeer en via de oude spoorwegbedding voor het niet gemotoriseerd verkeer. De N34 Koninklijke Baan is op regionaal niveau belangrijk voor de bereikbaarheid van Nieuwpoort. Het vormt een belangrijke verbindingsweg tussen Westende, Nieuwpoort – Stad, Nieuwpoort – Bad en Koksijde.



3. Beschrijving van het RUP 3.1. Doel Het voorliggende gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Nieuwlandplein wordt opgemaakt in uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Nieuwpoort (GRS), goedgekeurd door de deputatie van de provincie West-Vlaanderen dd. 9 december 2010. Het RUP geeft invulling aan enkele taakstellingen zoals geformuleerd in de bindende bepalingen van het GRS. Het RUP Nieuwlandplein dient planologische duidelijkheid te creëren voor de bebouwde kavel ten westen van het Nieuwlandplein. Op heden bevindt er zich namelijk ter hoogte van het Nieuwlandplein een vergund sportcomplex (C.B.S. 19/07/1969) in natuurgebied volgens het gewestplan. De bouwvergunning is terug te vinden in bijlage. Door een bestemmingswijziging door te voeren van een gedeelte van het natuurgebied naar de bestemmingscategorie ‘recreatie’ wordt de mogelijkheid geschept om een functiewijziging van het aanwezige gebouw van dagrecreatie naar verblijfsrecreatie mogelijk te maken. Daarnaast kan er met de opmaak van het RUP tegelijk afgerekend worden met enkele zonevreemde sportterreinen, gelegen in natuurgebied.

Nieuwlandplein

Zonevreemde sportterreinen

Bron: www.giswest.be, orthofoto

Natuurherstel door het verwijderen van zonevreemde tennisterreinen en minigolf en de integratie van de herstelde site samen met de overige omliggende duinen in een Vlaams natuurreservaat vormen een milderende herstelmaatregel voor de effecten die te verwachten zijn door de intensivering van het ruimtegebruik door de bestemmingswijziging welke een functiewijziging en verbouwing van het bestaand (zonevreemd, doch vergund) sportcomplex naar een eco-hotel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Nieuwlandplein Plan ID: RUP_38016_2.14_00005_00001


mogelijk maakt. De uit te voeren natuurherstelmaatregel vormt een noodzakelijk milderende herstelmaatregel die een stand-stil inzake natuurverlies moet waarborgen. Meer nog, de herstelmaatregel houdt een toename aan natuurwaarden in. Naast het verschaffen van planologische duidelijkheid omtrent de bebouwde kavel ten westen van het Nieuwlandplein, wordt met de opmaak van dit RUP beoogd om ondergrondse parkeerplaatsen te creëren onder het Nieuwlandplein. Nieuwe infrastructuur, zoals een ondergrondse parking en hotelinfrastructuur zijn hierbij, gelet op de toeristische recreatieve ligging, te verantwoorden ter hoogte van het bestaande gebouw en de onmiddellijke omgeving. Daarnaast is het nog waardig te vermelden dat tijdens het plenair overleg van het RUP Groenendijk Noord – Simli (Plan ID RUP_38016_ 2.14_00001_00001) werd afgesproken om de percelen met zonevreemde bebouwing, weliswaar in een goedgekeurde verkaveling en allen behoorlijk vergund, aan de westzijde van de Georges Rodenbachlaan, mee op te nemen in het plangebied van voorliggend RUP.

Zonevreemde bebouwing waarvoor planologische duidelijkheid verschaft zal worden via een GewRUP (Bron: orthofoto giswest.be)

Het RUP zou, met zeer specifieke voorschriften, ervoor kunnen zorgen dat de integratie van deze kavels in hun omgeving geoptimaliseerd en verzekerd wordt. Echter is het op vandaag wenselijk om deze verschillende kavels, gelegen in natuurgebied, planologische duidelijkheid te verschaffen via een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Deze materie overstijgt namelijk het lokale karakter van het RUP Nieuwlandplein, waardoor er gekozen wordt om het op gewestelijk niveau te behandelen. Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Nieuwlandplein Plan ID: RUP_38016_2.14_00005_00001


3.2. Reikwijdte Het RUP beslaat een oppervlakte van ± 1ha 44a. 3.3. Feitelijke toestand Het plangebied omvat het Nieuwlandplein en een voormalig sportcomplex dat gekoppeld is aan vijf outdoor-tennisterreinen en een minigolf. Het Nieuwlandplein fungeert vandaag als ruime parkeerplaats (bovengronds). De tennisterreinen, de minigolf en het sportcomplex werden gerealiseerd op een gedeelte van de Simli-duinen. Het plangebied wordt begrensd: - in het noordenwesten door de Elisalaan (N34z); - in het oosten- en zuidoosten: door de Simli-wijk; - in het zuidwesten: door de Simli-duinen; - in het westen: door de Simli-duinen.

Bron: NGI



Fotoreportage:

Foto 1: Vanop het Nieuwlandplein richting de nu bestaande bebouwing binnen het plangebied

Foto 2: Overkant Elisalaan vanop het Nieuwlandplein



Foto 5: Appartementsgebouw ten oosten van het plangebied

Foto 6: richting de Georges Rodenbachlaan (Simliwijk)



3.4. Bouwvergunning Het College van Burgemeester en Schepenen verleende op 19/07/1969 een bouwvergunning (zie bijlage) tot het oprichten van een sportcomplex gelegen langsheen de Elisalaan te Nieuwpoort. De goedgekeurde bouwplannen voorzien een gebouw met o.m.: - op het gelijkvloers: een brasserie-snack, terrassen, vestiaire en keuken; - op het verdiep: kamers, verblijfkamer, terras; - in de kelderverdieping: een dancing, clubhouse, sanitair, voorraadruimtes. - achter het gebouw: zes tennisterreinen (in twee blokken van drie) evenwijdig aan de Elislaan ingeplant, een parking met toegang vanuit de E. Kamplaan en er tussenin een strook voor beplanting. Afwijkend werden er achter het gebouw vijf tennisterreinen aangelegd. De uitgevoerde terreinen zijn dwars op de as van de Elisalaan gelegen en zijn uitgevoerd in tarmac met geschilderde lijnen. Bij ministerieel besluit van 7 mei 1984 gunstig advies verleend tot het uitvoeren van de aanleg van twee tennispleinen in het als landschap gerangschikte duinengebied ten westen van Nieuwpoort-Bad (KB. dd. 16/03/1978). Echter werd tot op heden geen aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning ingediend voor het oprichten van deze twee tennisterreinen. In 2013 werd een aanvraag om stedenbouwkundige vergunning ingediend voor een functieverandering van het gebouw, van dagrecreatie (sportcomplex) naar verblijfsrecreatie. Het dossier werd ingetrokken door de aanvrager.

3.5. Rooilijnen Er bestaan geen goedgekeurde rooilijnplannen binnen voorliggend RUP. Doch langs de Elisalaan wordt bij voorkeur een uiterste voorbouwlijn gerespecteerd van acht meter t.o.v. de rooilijn. Dit om een harmonische samenhang te creëren met het RUP Groenendijk Noord – Simli (Plan ID RUP_38016_ 2.14_00001_00001), ten oosten van het plangebied.

3.6. Gemeentelijke verordening Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake “perceelsafsluitingen, de grootte van de percelen en uitzicht van de gebouwen in de residentiële wijk Simli”, van 10.08.2006.

3.7. Herbevestigd agrarisch gebied Het plangebied is niet gelegen in HAG.



3.8. Planonderdelen 3.8.1.

Luchtfoto huidige toestand

Bron: AGIV, orthofoto 2012

3.8.2.

Gewestplan

Volgens het gewestplan Veurne – Westkust (K.B. 6/12/1976) is het plangebied deels gelegen in natuurgebied en deels in woongebied.

Bron: AGIV, gewestplan

3.8.3.

BPA/APA

Niet van toepassing. 3.8.4.

RUP

Niet van toepassing. 3.8.5.

Stedenbouwkundige verordening

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake “perceelsafsluitingen, de grootte van de percelen en uitzicht van de gebouwen in de residentiële wijk Simli”, van 10.08.2006 (zie bijlage).


Geomex bvba - O. Ref: 11R01301 september 2014 - 10 -

3.8.6.

Voorgenomen plan

Bron: eigen kaartmateriaal



Bespreking: De bestemmingszones bevestigen in eerste instantie een gedeelte van het natuurgebied, zoals voorzien in het gewestplan in een zone voor natuurherstel met nabestemming natuurreservaat. Anderzijds wordt het Nieuwlandplein ingekleurd als openbaar domein en wordt de zone, tussen natuurgebied en openbaar domein, ingekleurd als een projectzone, dat zich als het ware zal inkapselen in een te herstellen gedeelte van de Simli-duinen. De projectzone voorziet in een bestemmingswijziging van natuurgebied naar de bestemmingscategorie recreatie, waarbij een functiewijziging en verbouwing van het bestaand en vergund sportcomplex tot een eco-hotel (zie artikel 2) mogelijk gemaakt wordt. Hierbij wordt de oppervlakte van de projectzone beperkt tot het bestaande gebouw, buitenverharding en de voormalige tuin, aansluitende op het Nieuwlandplein. Ter hoogte van de zonevreemde tennisterreinen en minigolf wordt een herstel van het duinlandschap beoogt. Naar aanleiding van het advies van AWV (dd. 12/09/2014) wordt slechts één ontsluitingspunt voor het plangebied op de Elisalaan voorzien. Namelijk ter hoogte van de bestaande lichtenregeling, waar ook op vandaag het Nieuwlandplein ontsluiting neemt op de Elisalaan. De drie bestemmingszones differentiëren het plangebied en specifiëren de mogelijkheden. Artikel 1: zone voor natuurherstel met nabestemming natuurreservaat Binnen deze specifieke bestemmingszone herkennen we de vijf bestaande outdoor tennisterreinen en een minigolfterrein. Deze sportaccommodatie was gekoppeld aan een voormalige horeca-faciliteit, dat gerealiseerd werd op een gedeelte van de Simli-duinen. Deze outdoor sportaccommodatie is, gezien zijn ligging ten opzichte van de bestemmingszone ‘Natuurgebied’ van het gewestplan, echter zonevreemd. Om, ondanks de intensivering van het ruimtegebruik door de bestemmingswijziging die een functiewijziging en verbouwing van het bestaand sportcomplex tot een eco-hotel mogelijk maakt, minstens een stand-still van het verlies aan natuurwaarden te waarborgen, is het op heden noodzakelijk om vooraf de duingronden waarop de tennisterreinen en minigolf zich bevinden, te herstellen in hun oorspronkelijke toestand van duin en duinpan en samen met de omliggende duinen het statuut van Vlaams natuurreservaat toe te kennen. Zo ontstaan er nieuwe mogelijkheden voor het verder herstel van de Simli-duinen. Deze zone wordt ontsloten via het Nieuwlandplein, over de projectzone (artikel 2) heen, waar een ontsluitingspunt op de Elisalaan voorzien wordt ter hoogte van de indicatieve aanduiding ‘ontsluitingspunt’. Artikel 2: projectzone Binnen deze zone is het mogelijk om een globaal project te realiseren. Gelet op de toeristische recreatieve ligging en gelet op de specifieke formuleringen uit het GRS, is het wenselijk om op deze plek een eco-hotel te realiseren. Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Nieuwlandplein Plan ID: RUP_38016_2.14_00005_00001


De projectzone is gelegen op een boogscheut van de dijk en het strand en paalt aan het natuurgebied waar de Simli-duinen het globale beeld bepalen. Door de specifieke ligging langsheen de Simli-duinen is het belangrijk dat het te realiseren project zich landschappelijk in past in de Simli-duinen. Zowel de Simli-duinen als het te realiseren toeristisch-recreatief project dienen een symbiose te vormen waar natuur en natuurontwikkeling de voorhand krijgt op het toeristisch gebeuren. Artikel 3: openbaar domein Om de parkeerproblematiek op te lossen in en rond de stad Nieuwpoort wordt onder het huidige Nieuwlandplein een ondergrondse parkeergarage gerealiseerd. Met de realisatie van de ondergrondse parkeergarage ontstaat de mogelijkheid om het huidige Nieuwlandplein om te vormen naar een aangenaam plein waar de nadruk gelegd wordt op het verblijven. Het openbaar domein wordt doorgetrokken tot het midden van de Elisalaan opdat het onderhavig RUP zou aansluiten op het RUP Nieuwpoort Bad (in opmaak), ten noorden van het RUP Nieuwlandplein. Artikel 4: indicatieve aanduiding ontsluiting Ter hoogte van deze indicatieve aanduiding zoekt het plangebied de hoofdontsluiting op met de Elisalaan. Zowel voertuigen als zachte weggebruikers dienen naar dit ontsluitingspunt geleid te worden. Het openbaar domein (artikel 3) kent slechts één ontsluitingspunt. Artikel 1 (zone voor natuurherstel met nabestemming natuurreservaat) en artikel 2 (projectzone) worden ontsloten via artikel 3 (openbaardomein), met het ontsluitingspunt op de Elisalaan ter hoogte van de indicatieve aanduiding. De effectieve ontsluitingsweg heeft een maximale breedte van 6,00 meter. De as van de ontworpen ontsluitingsweg mag maximaal 3,00 meter afwijken van het aangegeven ontsluitingspunt. Recht van doorgang Er wordt binnen het voorliggend RUP Nieuwlandplein een erfdienstbaarheid van doorgang verleend aan het Agentschap Natuur en Bos om het onderhoud van de Simli-duinen verder te garanderen. De zone, waarop artikel 2, van toepassing is wordt hiermee belast, dit ten voordele van artikel 1. Zie indicatieve aanduiding ‘ontsluiting zone voor natuurherstel met nabestemming natuurreservaat’. Windmolens en zonnepanelen



Binnen het plangebied zijn alle windmolens en windturbines verboden. Zonnepanelen en/of zonneboilers zijn niet toegelaten, met uitzondering op een plat dak, met een hoogte tot maximum aan de dakrand, omwille van: - het karakter van de buurt; - de uitstraling van de omgeving; - het onttrekken aan het oog van dergelijke objecten (niet zichtbaar bij platte daken); - …

Princiepstekening bij een afgeknot hellend dak.

Princiepstekening dak.

bij

een

plat

Stedenbouwkundige voorschriften: Zie bijlage – stedenbouwkundige voorschriften (voorontwerpfase)

Opmerking: De afweging van het voorgenomen plan ten opzichte van het gewestplan houdt een verlies aan ‘Reservaat en natuur’ in. Het verlies aan ’Reservaat en natuur’ dienen we echter in een ander licht te zien. Op vandaag is het grootste aandeel aan natuurgebied binnen de grenzen van het RUP ingenomen door een zonevreemde functie, namelijk door tennisterreinen, minigolfterrein en door een sportcomplex. Ondanks de intensivering van het ruimtegebruik, door het voorzien van verblijfsrecreatief areaal ter hoogte van het voormalig sportcomplex, wordt door het herstellen van het duinenlandschap ter hoogte van de zonevreemde sportterreinen, een stand-still van verlies aan natuurwaarden gewaarborgd. Meer nog, de herstelmaatregel houdt een toename aan natuurwaarden in. Een kwantitatief verlies aan natuurareaal en toename van verblijfsrecreatief areaal, wordt gecompenseerd door een kwalitatieve verbetering van het resterend natuurareaal.



4. Onderzoek tot M.E.R. 4.1. Onderzoek noodzaak passende beoordeling 4.1.1.

Natura 2000

Artikel 36ter van het decreet Natuurbehoud bepaalt dat ieder plan dat – afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma’s – een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied kan veroorzaken, dient onderworpen te worden aan een passende beoordeling. Het gaat om gebieden die door de Vlaamse regering zijn voorgesteld of aangewezen zijn als Speciale Beschermingszone in toepassing van de Vogelrichtlijn (Richtlijn 79/409/EEG van 02.05.1979) en de Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG van 21.05.1992). Het RUP ligt in een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied in de zin van de Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden. Habitatrichtlijngebied: Duingebied inclusief IJzermonding en Zwin De habitatrichtlijn heeft tot doel de biodiversiteit in de lidstaten te behouden en streeft naar de instandhouding en het herstel van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna die hiervan deel uitmaken. Vogelrichtlijngebied: Westkust In deze gebieden dienen maatregelen getroffen te worden voor de bescherming van de vogelsoorten en van hun leefgebieden. Bovendien moet men ook de rui-, overwinterings- en rustplaatsen van geregeld voorkomende trekvogelsoorten, onder andere watervogels en ganzen, beschermen.




De grootste bedreigingen voor zowel het vogel- als habitatrichtlijngebied zijn: - grondwaterpomping (zeer belangrijk); - natuurlijke effecten (belangrijk); - recreatie en toerisme (belangrijk); - resultaat van dier- en /of plantintroductie (belangrijk); - verstoring van vogels (belangrijk). Natuurherstel door het verwijderen van zonevreemde tennisterreinen en minigolf en de integratie van de herstelde site samen met de overige omliggende duinen in een Vlaams natuurreservaat vormen een milderende herstelmaatregel voor de effecten die te verwachten zijn door de intensivering van het ruimtegebruik door de bestemmingswijziging die een functiewijziging en verbouwing van het bestaand (zonevreemd, doch vergund) sportcomplex naar een eco-hotel mogelijk maakt. De uit te voeren natuurherstelmaatregel vormt een noodzakelijk milderende herstelmaatregel die een stand-stil inzake natuurverlies moet waarborgen. Meer nog, de herstelmaatregel houdt een toename aan natuurwaarden in.

4.2. RUP kader voor vergunning van bijlage I/II uit de project-MER-regelgeving Het RUP Nieuwlandplein dient planologische duidelijkheid te creëren voor de bebouwde kavel ten westen van het Nieuwlandplein. Daarnaast kan er met de opmaak van het RUP tegelijk afgerekend worden met enkele zonevreemde sportterreinen, gelegen in natuurgebied. Hierbij wordt een bestemmingswijziging doorgevoerd van: - Woongebied  lijninfrastructuur (openbaar domein) - Natuurgebied  projectzone (eco-hotel) Een groter deel van het natuurgebied gelegen binnen het plangebied, blijft behouden (wordt hersteld) als natuurgebied. De zonevreemde sportterreinen maken plaats voor het herstel van het duinenlandschap. De confrontatie van de activiteiten met de bijlagen I en II van het ‘Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage’ wijst uit dat geen enkele van de activiteiten voorkomt in bijlage I of bijlage II. Het RUP vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004, namelijk voor een project opgesomd in: - Rubriek 10b van bijlage III (stadsontwikkeling, met inbegrip van parkeerterreinen) - Rubriek 10e van bijlage III (aanleg van wegen) Het RUP bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau en houdt een kleine wijziging in (zie 6.3.Motivaite “klein gebied” of “beperkte wijziging”) , en is dus screeningsgerechtigd.

4.3. Motivatie “klein gebied op lokaal niveau” of “beperkte wijziging” Het plangebied beslaat een oppervlakte van ± 1ha 23a 31ca en kan ten opzichte van de omgeving als klein gebied op lokaal niveau beschouwd worden. Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Nieuwlandplein Plan ID: RUP_38016_2.14_00005_00001


4.4. Vergelijking voorgenomen plan met het geldend plan of bestaande toestand 4.4.1. Indicatorenset Indicator 1: Activiteiten Zijn er verschillen tussen de stedenbouwkundig vergunbare activiteiten uit het huidig geldend plan en de stedenbouwkundige vergunbare activiteiten uit het voorgenomen plan? Ja. Ten opzichte van het geldend plan houden de planinitiatieven een bestemmingswijziging in van een deel natuurgebied  projectzone voor het bouwen van een eco-hotel (recreatie). Deze wijziging houdt dus meer bestemmings- en bebouwingsmogelijkheden in. Daarnaast wordt ook een bestemmingswijziging uitgevoerd van een deel woongebied  openbaar domein. Deze wijziging houdt dus minder bestemmings- en bebouwingsmogelijkheden in. Indicator 2: Bodemafdekking Laat het voorgenomen plan ten opzichte van het geldend plan een wijziging toe van de totale bodemafdekking binnen het planonderdeel? Ja. Er is meer bodemafdekking mogelijk t.o.v. het geldend plan. Ten opzichte van het geldend plan houden de planinitiatieven een bestemmingswijziging in van een deel natuurgebied  projectzone voor het bouwen van een eco-hotel (recreatie). Echter staat ter hoogte van het geplande eco-hotel reeds een voormalig sportcomplex gekoppeld aan vijf outdoor-tennisterreinen en een minigolfterrein (zonevreemd). Ten opzichte van de bestaande toestand wordt er dus gestreefd naar minder bodemafdekking. Indicator 3: Bestaande toestand Is het doel van het voorgenomen plan enkel de bestendiging van de huidige stedenbouwkundig vergunde of vergund geachte toestand? Neen. Het RUP Nieuwlandplein dient planologische duidelijkheid te creëren voor de bebouwde kavel ten westen van het Nieuwlandplein. Daarnaast kan er met de opmaak van het RUP tegelijk afgerekend worden met enkele zonevreemde sportterreinen, gelegen in natuurgebied. Om, ondanks de intensivering van het ruimtegebruik door de bestemmingswijziging die een functiewijziging en verbouwing van het bestaand sportcomplex tot een eco-hotel mogelijk maakt minstens een stand-still van het verlies aan natuurwaarden te waarborgen, is het op heden noodzakelijk om vooraf de duingronden waarop de tennisterreinen en minigolf zich bevinden, te herstellen in hun oorspronkelijke toestand van duin en duinpan en samen met de omliggende duinen het statuut van Vlaams natuurreservaat toe te kennen. Zo ontstaan er nieuwe mogelijkheden voor het verder herstel van de Simliduinen.



Score indicatorenset Indeling

Activiteiten

Bodemafdekking

Bestaande toestand

Geen effecten

Nee

Nee

Nee

Geen effecten

Nee

Nee

Ja

Effecten die significant kunnen zijn

Nee

Ja

Nee

Effecten die vermoedelijk niet

Nee

Ja

Ja

Effecten die significant kunnen zijn

Ja

Nee

Nee

Effecten die vermoedelijk niet

Ja

Nee

Ja

Ja

Ja

Nee

Ja

Ja

Ja

significant zijn

significant zijn Effecten die significant kunnen zijn Effecten die vermoedelijk niet significant zijn Grijze arcering geeft aan welke vakken nodig zijn om tot de indeling te komen. Vet kader geeft de van toepassing zijnde beslissingspiste aan.

Uit bovenstaande tabel blijkt dat er effecten voorkomen die significant kunnen zijn. Onderzoek van de effecten op de verschillende disciplines moet meer duidelijkheid brengen.



4.4.2.

Bespreking

Valt het plangebied geheel of gedeeltelijk samen met: a) Een beschermd landschap, relictzone of ankerplaats? Het plangebied valt gedeeltelijk samen met het beschermde landschap ‘Duingebied ten westen van Nieuwpoort-Bad’. Dit landschap is beschermd, omwille van de natuurwetenschappelijke en esthetische waarde, bij Koninklijk Besluit dd. 16 maart 1978. Objectnummer: OW000906. Enkel de omtrek van het opgaande gebouw (bestaande sportcomplex) is niet in dit besluit opgenomen. (zie bijlage voor afschrift beschermingsbesluit)


Figuur: Uittreksel van het plan horende bij het rangschikkingsbesluit dd. 16 maart 1978.



Het plangebied is deels gelegen in de relictzone ‘Duinen Westkust’. Deze zone, die zich uitstrekt over de steden De Panne, Koksijde en Nieuwpoort, kenmerkt zich door een opeenvolging van uitgestrekte pannen en paraboolduinen. Het GRUP overlapt gedeeltelijk met deze relictzone.


Beleidswenselijkheden: Behoud en bescherming van de resterende natuur- en geomorfologische relicten, vrijwaren van uitbreiding bebouwing en toeristische infrastructuur, behoud en herstel van de duincomplexen, vormgeven en accentueren van de overgangsgebieden door bebossing en beplanting. In het plangebied zijn geen ankerplaatsen gelegen.

b) Een beschermd monument? Neen.

c) Een beschermd stads- of dorpsgezicht? Neen.

d) Duingebied, VEN of beschermd grondgebied? Het plangebied valt gedeeltelijk samen met het beschermde landschap ‘Duingebied ten westen van Nieuwpoort-Bad’. Dit landschap is beschermd, omwille van de natuurwetenschappelijke en esthetische waarde, bij Koninklijk Besluit dd. 16 maart 1978. Objectnummer: OW000906. Het plangebied valt gedeeltelijk samen met het VEN-gebied ‘De Westkust’ (invoegetreding 08/06/2009). Hier geldt Recht van Voorkoop Natuur, aan te bieden aan de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) sinds 01/08/2007. Het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) is een selectie van de waardevolste en gevoeligste natuurgebieden in Vlaanderen. Het zijn die gebieden waar natuurbehoud en natuurontwikkeling



op de eerste plaats moeten komen om een representatief staal van de Vlaamse natuur duurzaam in stand te kunnen houden. De Vlaamse overheid zal daarom in die gebieden een beleid voeren dat is gericht op het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuur en het natuurlijk milieu. e) Waterwingebied Neen. Volgens de website dov.vlaanderen.be is het plangebied niet gelegen in een waterwingebied.

Is, bij de vergelijking tussen de nulvariant en de uitvoering van het voorgenomen plan, het volgende het geval: a) Er is een wijziging in de stedenbouwkundige vergunbare projecten. Ja. De planinitiatieven houden een gedeeltelijke bestemmingswijziging in van reservaat en natuur  recreatie. Deze wijziging houdt dus meer bestemmings- en bebouwingsmogelijkheden in. Daarnaast wordt woongebied omgezet naar openbaar domein. Deze bestemmingswijziging houdt minder bestemmings- en bebouwingsmogelijkheden in. b) Een wijziging in de hoeveelheid en aard (modal split, personen- en goederenvervoer) van vervoerbewegingen na de uitvoering van het plan dan in de nulvariant. Ja. Om de parkeerproblematiek op te lossen in en rond de stad Nieuwpoort wordt onder het huidige Nieuwlandplein een ondergrondse parkeergarage gerealiseerd (162 parkeerplaatsen). Het Nieuwlandplein fungeert vandaag als ruime parkeerplaats (104 bovengrondse parkeerplaatsen). Deze openbare ondergrondse parking zal meer verkeer aantrekken. Echter zal dit in piekmomenten gebeuren (toeristen/recreanten). Daarnaast zal het Eco-hotel ook verkeer genereren. Het parkeren gebeurd in een private ondergrondse parking, bereikbaar via de openbare ondergrondse parking onder het Nieuwlandplein. De aard van het vervoer blijft onveranderd (residenten/toeristen/recreanten). c) Een wijziging in het watersysteem (waterlopen, oppervlaktewater, grondwater, infiltratie in de bodem, overstromingsgebieden…)? Ja. De bestemmingswijziging van natuurgebied naar recreatie (Eco-hotel) houdt een toename in van toegelaten verharding. Echter zijn er op heden reeds bebouwing en zonevreemde tennisterreinen en een minigolfterrein aanwezig. Ten opzichte van de bestaande toestand wordt er gestreefd naar minder bodemafdekking. Namelijk wordt de huidige bovengrondse parking (KWS-verharding) omgevormd tot een groenzone en worden de duingronden waarop de tennisterreinen en minigolf zich bevinden, hersteld in hun oorspronkelijke toestand van duin en duinpan. d) Een significante wijziging in de aard, omvang en diepte van de mogelijke werken in en op de bodem (afdekking, vergraving, aandrukking…)? Ja. De bestemmingswijziging van natuurgebied naar recreatie (Eco-hotel) houdt een toename in van toegelaten verharding. Echter zijn er op heden reeds bebouwing en zonevreemde tennisterreinen en een minigolfterrein aanwezig. Ten opzichte van de bestaande toestand wordt er gestreefd naar minder bodemafdekking. Namelijk wordt de huidige bovengrondse parking (KWS-verharding) vervangen door een ondergrondse parkeergarage van twee bouwlagen diep, en omgevormd tot een groenzone en worden de duingronden waarop de



tennisterreinen en minigolf zich bevinden, hersteld in hun oorspronkelijke toestand van duin en duinpan. Bij deze ingrepen zal het terrein vergraven worden om de aanleg van de parking mogelijk te maken en het aangetast duinenlandschap te herstellen. e) Een wijziging van het bodemgebruik? Ja. Het plangebied omvat het Nieuwlandplein en een voormalig sportcomplex dat gekoppeld is aan vijf zonevreemde outdoor-tennisterreinen en een minigolf. Het RUP Nieuwlandplein dient planologische duidelijkheid te creëren voor de bebouwde kavel ten westen van het Nieuwlandplein. Daarnaast kan er met de opmaak van het RUP tegelijk afgerekend worden met de zonevreemde sportterreinen, gelegen in natuurgebied. De zonevreemde sportterreinen maken plaats voor het herstel van het duinenlandschap. Met de realisatie van de ondergrondse parkeergarage onder het Nieuwlandplein ontstaat de mogelijkheid om het huidige Nieuwlandplein om te vormen naar een aangenaam plein waar de nadruk gelegd wordt op het verblijven.



5. Afweging ten opzicht van de effectdisciplines NOTA: Alle in de screening vermelde milderende maatregelen worden geïntegreerd in het voorgenomen RUP. 5.1. Mens: gezondheid en veiligheid: Om de parkeerproblematiek op te lossen in en rond de stad Nieuwpoort wordt onder het huidige Nieuwlandplein een ondergrondse parkeergarage gerealiseerd, met slechts één ontsluitingspunt op de Elisalaan. Het Nieuwlandplein fungeert vandaag als ruime parkeerplaats (bovergronds). Met de realisatie van de ondergrondse parkeergarage onder het Nieuwlandplein ontstaat de mogelijkheid om het huidige Nieuwlandplein om te vormen naar een aangenaam plein waar de nadruk gelegd wordt op het verblijven. Er zijn geen Seveso-bedrijven mogelijk binnen het plangebied. Er liggen geen Seveso-bedrijven binnen een straal van 2 km van het plangebied. Milderende maatregelen: Geen. Vanuit de discipline mens: gezondheid en veiligheid zijn geen negatieve effecten te verwachten. 5.2. Mens: socio-organisatorische aspecten: Om de parkeerproblematiek op te lossen in en rond de stad Nieuwpoort wordt onder het huidige Nieuwlandplein een ondergrondse parkeergarage gerealiseerd, met slechts één ontsluitingspunt op de Elisalaan. Met de realisatie van de ondergrondse parkeergarage onder het Nieuwlandplein ontstaat de mogelijkheid om het huidige Nieuwlandplein om te vormen naar een aangenaam plein waar de nadruk gelegd wordt op het verblijven. Er wordt afgerekend met de zonevreemde sportterreinen, gelegen in natuurgebied. De zonevreemde sportterreinen maken plaats voor het herstel van het duinenlandschap. Milderende maatregelen: Geen. Vanuit de discipline mens: socio-organisatorische aspecten, zijn geen negatieve effecten te verwachten. 5.3. Woonkwaliteit: Ten oosten van het plangebied ligt de Simli-wijk. De woonkwaliteit voor de wijk zal verbeteren met de realisatie van de ondergrondse parkeergarage onder het Nieuwlandplein, daar het huidige parkeerregime in de wijk nu betalend Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Nieuwlandplein Plan ID: RUP_38016_2.14_00005_00001


parkeren is of parkeren met een bewonerkaart. Zo ontstaat de mogelijkheid om het huidige Nieuwlandplein om te vormen naar een aangenaam plein waar de nadruk gelegd wordt op het verblijven, en wordt het hele parkeergebeuren ondergronds gebracht. Het bovengronds parkeren, ondergronds brengen, zorgt voor minder zicht-, geur- en geluidshinder voor de direct omgeving. De ondergrondse parkeergarage vormt ook een oplossing voor de parkeerproblematiek in de omgeving. Milderende maatregelen: Geen. De uitvoering van het plan heeft geen negatieve effecten naar wonen toe. 5.4. Ruimtelijke ordening: Het plangebied omvat het Nieuwlandplein en een voormalig sportcomplex dat gekoppeld is aan vijf zonevreemde outdoor-tennisterreinen en een minigolf. Volgens het vigerend gewestplan treedt er een verlies op aan ’Reservaat en natuur’. Echter dienen we dit in een ander licht te zien. Op vandaag is het grootste aandeel aan natuurgebied binnen de grenzen van het RUP ingenomen door een zonevreemde functie, namelijk door tennisterreinen, minigolfterrein en door een sportcomplex. Ondanks de intensivering van het ruimtegebruik, door het voorzien van verblijfsrecreatief areaal ter hoogte van het voormalig sportcomplex, wordt door het herstellen van het duinenlandschap ter hoogte van de zonevreemde sportterreinen, een stand-still van verlies aan natuurwaarden gewaarborgd. Meer nog, de herstelmaatregel houdt een toename aan natuurwaarden in. Een kwantitatief verlies aan natuurareaal en toename van verblijfsrecreatief areaal, wordt gecompenseerd door een kwalitatieve verbetering van het resterend natuurareaal. Het RUP Nieuwlandplein dient planologische duidelijkheid te creëren voor de bebouwde kavel ten westen van het Nieuwlandplein. Daarnaast kan er met de opmaak van het RUP tegelijk afgerekend worden met de zonevreemde sportterreinen, gelegen in natuurgebied. De zonevreemde sportterreinen maken plaats voor het herstel van het duinenlandschap. De bestemmingszones bevestigen in eerste instantie een gedeelte van het natuurgebied, zoals voorzien in het gewestplan. Anderzijds wordt het Nieuwlandplein ingekleurd als openbaar domein en wordt de zone, tussen natuurgebied en openbaar domein, ingekleurd als een projectzone voor de realisatie van een (eco-)hotel dat zich als het ware zal inkapselen in een te herstellen gedeelte van de Simli-duinen. Onder het Nieuwlandplein wordt een ondergrondse openbare parkeergarage voorzien. Hiermee ontstaat de mogelijkheid om het huidige Nieuwlandplein (bovengrondse parking) om te vormen naar een aangenaam plein waar de nadruk gelegd wordt op het verblijven, en om het parkeerprobleem in de omgeving op te lossen. Het plein zorgt voor de overgang van stedelijk Nieuwpoort-Bad naar de natuurzone. Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Nieuwlandplein Plan ID: RUP_38016_2.14_00005_00001


Milderende maatregelen: Via de stedenbouwkundige voorschriften: - het voorzien van een zone voor natuurherstel met nabestemming natuurreservaat; - het opleggen van een natuurherstelmaatregel: de duingronden waarop de zonevreemde tennisterreinen en minigolf zich bevinden dienen te worden hersteld in hun oorspronkelijke toestand van duin en duinpan. Het hersteld duingebied dient samen met de omliggende duinen het statuut van Vlaams natuurreservaat toegekend te krijgen (nabestemming natuurreservaat); - het mee nemen van de beperkingen zoals opgelegd in het beschermingsbesluit (K.B. 16/03/1978) van het ‘Duingebied ten westen van Nieuwpoort-Bad’ - het beperken van toegelaten bebouwing en verharding; - het voorzien van een bouwvrije groenzone ter hoogte van de projectzone; - het opleggen dat bij elke aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning een landschapsplan dient te worden gevoegd. Een landschapsplan dient duidelijk aan te tonen hoe het project ingepast wordt in zijn onmiddellijke omgeving. Vanuit de discipline ruimtelijke ordening zijn geen aanzienlijke negatieve milieueffecten te verwachten. 5.5. Biodiversiteit, fauna en flora 

Biologische waarderingskaart

Bron: www.agiv.be

Onderhavig RUP is niet gelegen in biologisch waardevol gebied. Echter wordt het duinengebied ten zuiden en ten westen van het plangebied geselecteerd als biologisch zeer Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Nieuwlandplein Plan ID: RUP_38016_2.14_00005_00001


waardevol en faunistisch voornaam gebied. Het biologisch zeer waardevol gebied omvat duindoornstruweel, kalkrijk duingrasland en zeereepduin (Bron: www.agiv.be). Onder het Nieuwlandplein wordt een ondergrondse openbare parkeergarage voorzien. Hiermee ontstaat de mogelijkheid om het huidige Nieuwlandplein (bovengrondse parking) om te vormen naar een aangenaam plein waar de nadruk gelegd wordt op het verblijven, en om het parkeerprobleem in de omgeving op te lossen. Dit brengt ook met zich mee dat er minder verharding voorzien wordt ter hoogte van de nu bestaande bovengrondse parkeerplaats. Er zal dus meer plaats zijn voor groen, wat de biodiversiteit, fauna en flora ten goede komen. 

Natura 2000 Het RUP ligt in een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied in de zin van de Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden. o Habitatrichtlijngebied: Duingebied inclusief IJzermonding en Zwin o Vogelrichtlijngebied: Westkust



VEN- en IVON-gebieden Het westelijk gedeelte van het plangebied is gelegen binnen de contouren van het VENgebied de Westkust (invoegetreding 08/06/2009). Hier geldt een Recht van Voorkoop Natuur, aan te bieden aan de Vlaamse Landmaatschappij (bron: www.agiv.be). Het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) is een selectie van de waardevolste en gevoeligste natuurgebieden in Vlaanderen. Het zijn die gebieden waar natuurbehoud en natuurontwikkeling op de eerste plaats moeten komen om een representatief staal van de Vlaamse natuur duurzaam in stand te kunnen houden. De Vlaamse overheid zal daarom in die gebieden een beleid voeren dat is gericht op het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuur en het natuurlijk milieu.






Beschrijving Elke aanvraag binnen de contouren van onderhavig RUP dienen te worden onderworpen aan een passende beoordeling/verscherpte natuurtoets, waarbij de mogelijke effecten ten gevolge van het project, onderzocht dienen te worden op hun significantie. Tijdens bouwwerken is een rustverstoring mogelijk t.o.v. het faunistisch waardevol gebied, habitat- en richtlijngebied en het VEN-gebied. De grootste bedreigingen voor zowel het vogel- als habitatrichtlijngebied zijn: - grondwaterpomping (zeer belangrijk); - natuurlijke effecten (belangrijk); - recreatie en toerisme (belangrijk); - resultaat van dier- en /of plantintroductie (belangrijk); - verstoring van vogels (belangrijk). Als er tijdens bouwwerken grondbemaling nodig is, zal dit een rechtstreekse ingreep op de grondwaterspiegel hebben. Grondwater is één van de voornaamste pijlers van het ecosysteem. Het verlagen van de grondwaterspiegel betekent dus het onttrekken van water uit de wortelzone, wat nefaste gevolgen kan hebben voor de vegetatie. Daarnaast kan lichtpollutie het ecosysteem in de omgeving verstoren. Echter zal er minder lichtpollutie optreden in vergelijking met de bestaande toestand. De zonevreemde sportterreinen maken plaats voor het herstel van het duinenlandschap.

Milderende maatregelen: Natuurherstel door het verwijderen van zonevreemde tennisterreinen en minigolf en de integratie van de herstelde site samen met de overige omliggende duinen in een Vlaams natuurreservaat vormen een milderende herstelmaatregel voor de effecten die te verwachten zijn door de intensivering van het ruimtegebruik door de bestemmingswijziging die een functiewijziging en verbouwing van het bestaand (zonevreemd, doch vergund) sportcomplex naar een eco-hotel mogelijk maakt. De uit te voeren natuurherstelmaatregel vormt een noodzakelijk milderende herstelmaatregel die een stand-stil inzake natuurverlies moet waarborgen. Meer nog, de herstelmaatregel houdt een toename aan natuurwaarden in. Omwille van de nabijheid van faunistisch waardevol gebied, habitat- en vogelrichtlijngebied en VEN-gebied, kunnen beperkingen opgelegd worden in de vergunningsvoorwaarden, waardoor rustverstoring tijdens het broedseizoen voorkomen kan worden. Het broedseizoen loopt van 15 maart tot 30 juni (bron: http://www.vlaanderen.be/). Lichthinder/lichtbronnen beperken tot een minimum. Indien voor de werken bronbemaling toegepast zal worden, dient zoveel mogelijk opgepompt water terug in de grond te worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Retourbemaling dient te worden toegepast op uitdrukkelijke voorwaarde dat er geen vervuild en/of verzilt water in de ontvangende zoetwaterlens zal worden gebracht. Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Nieuwlandplein Plan ID: RUP_38016_2.14_00005_00001


De bemaling dient te worden beperkt in tijd en volume. Uitbreiding van de verzilting door overmatig oppompen van grondwater moet worden vermeden. Dit kan bijvoorbeeld door te werken met een waterdichte bouwkuip ofwel met een beperkte bemaling ofwel met een retourbemaling vanuit de bouwkuip met keerwanden die reiken tot in een ondoorlatende bodemlaag, ofwel zonder bemaling door onderwaterstorting. Er worden geen significante negatieve effecten verwacht op vlak van biodiversiteit, fauna en flora. 5.6. Energie- en grondstoffenvoorraad: Er zijn geen VLAREBO activiteiten gelegen of gepland binnen de wijzigingen in het plangebied. (VLAREBO-activiteit zijn activiteiten die vermeld staan in Vlarem titel I bijlage I en waarbij in kolom 6 de letters O, A of B staan vermeld). Milderende maatregelen: Geen. De geplande wijzigingen aan het vigerend GRUP hebben geen relatie met energie- en grondstoffenvoorraad. 5.7. Atmosferische en klimatologische factoren: Het plangebied omvat het Nieuwlandplein en een voormalig sportcomplex dat gekoppeld is aan vijf outdoor-tennisterreinen en een minigolf. De planinitiatieven binnen het onderhavig RUP voorziet in het herstellen van een deel duinenlandschap en het bouwen van een Eco-hotel op de plaats waar heden een leegstaand sportcomplex staat. Om de parkeerproblematiek op te lossen in en rond de stad Nieuwpoort wordt onder het huidige Nieuwlandplein een ondergrondse parkeergarage gerealiseerd met 162 parkeerplaatsen. Dit zijn er 58 meer dan het huidig aantal parkeerplaatsen (bovengronds) op het Nieuwlandplein. Deze openbare ondergrondse parking zal meer verkeer aantrekken. Echter zal het voorzien van de ondergrondse parking de verkeers- en verwarmingsemissies eerder verminderen dan verhogen, daar de gebruikers van de ondergrondse garage hun wagen direct kunnen stallen en dus niet nodeloos hoeven rond te rijden in de aanpalende straten op zoek naar een geschikte parkeerplaats. Milderende maatregelen: Geen. De geplande wijzigingen aan het vigerend GRUP hebben geen negatieve invloed op atmosferische en klimatologische factoren.



5.8. Bodem: Het plangebied is gelegen in de duinenstreek te Nieuwpoort.

Bron: www.agiv.be

Het grootste deel van het plangebied is gelegen op hoge duinen.  Bodemtype: d.A0 (Hoge duinen – al of niet gefixeerd)  Bodemgeschiktheid: Weinig geschikt als landbouwgrond. Slechts een zeer klein deel van het plangebied, ten westen, is gelegen op duingronden.  Bodemtype: d.B1 (Duingronden – grotere duinpannen en lage kleine duintjes)  Bodemgeschiktheid: Weinig geschikt als landbouwgrond. Volgens het geoloket van OVAM m.b.t. bodemdossierinformatie (http://services.ovam.be/geoloket/), is er geen bodemverontreiniging vastgesteld binnen het plangebied Het geoloket voor bodemdossierinformatie toont de ligging van de bodemdossiers waarvoor bij OVAM informatie gekend is. Het plangebied omvat het Nieuwlandplein en een voormalig sportcomplex dat gekoppeld is aan vijf zonevreemde outdoor-tennisterreinen en een minigolf, gelegen in natuurgebied volgens het gewestplan. De bestemmingswijziging van natuurgebied naar recreatie (Eco-hotel) houdt een toename in van toegelaten verharding. Echter zijn er op heden reeds bebouwing en zonevreemde tennisterreinen en een minigolfterrein aanwezig. Om, ondanks de intensivering van het ruimtegebruik door de bestemmingswijziging die een functiewijziging en verbouwing van het bestaand sportcomplex tot een eco-hotel mogelijk maakt, minstens een stand-still van het verlies aan natuurwaarden te waarborgen, is het op heden noodzakelijk om vooraf de duingronden waarop de tennisterreinen en minigolf zich bevinden, te herstellen in hun oorspronkelijke toestand van duin en duinpan en samen met de omliggende duinen het statuut van Vlaams natuurreservaat toe te kennen. Zo ontstaan er nieuwe mogelijkheden voor het verder herstel van de Simliduinen. Ter hoogte van het Nieuwlandplein waar men heden bovengronds kan parkeren, wordt een ondergrondse parkeergarage voorzien ( -2 bouwlagen).



Bij deze ingrepen zal het terrein vergraven worden om de aanleg van de parking mogelijk te maken en het aangetast duinenlandschap te herstellen. Milderende maatregelen: Indien er calamiteiten optreden die impact kunnen hebben op de bodem, dienen zo snel mogelijk de nodige acties ondernomen worden om de verontreiniging weg te nemen. De nodige controlestalen dienen genomen te worden. Indien de calamiteit valt onder het toepassingsgebied van een schadegeval, dienen deze specifieke bepalingen nageleefd te worden (artikel 74 ev van het Bodemdecreet). De nodige aandacht dient te worden geschonken aan de regels van het grondverzet Er worden geen significante negatieve effecten verwacht op het aspect “bodem”, mits naleving van de milieuwetgeving in dit verband. 5.9. Water: Ten opzichte van de bestaande toestand wordt er gestreefd naar minder bodemafdekking. Namelijk wordt de huidige bovengrondse parking (KWS-verharding) omgevormd tot een groenzone en worden de duingronden waarop de tennisterreinen en minigolf zich bevinden, hersteld in hun oorspronkelijke toestand van duin en duinpan. 

Overstromingsgevoelige gebieden Het plangebied is slechts voor een zeer klein deel ten westen gelegen in mogelijks overstromingsgevoelig gebied, van nature overstroombaar vanuit zee (zeepolders).

Bron: www.agiv.be



Infiltratiegevoelige gebieden Het plangebied nagenoeg volledig infiltratiegevoelig.



Bron: www.agiv.be



Erosiegevoelige gebieden Het plangebied is deels erosiegevoelig, voornamelijk ter hoogte van duinhellingen. Echter is het duinenlandschap gelegen binnen het plangebied verstoord door de aanwezigheid van een sportcomplex met bijhorende (zonevreemde) tennisvelden en een minigolfterrein.

Bron: www.agiv.be



Grondwaterstromingsgevoeligheid Het volledige plangebied is zeer gevoelig voor grondwaterstroming en wordt, wat dit betreft, geclassificeerd als type 1 gebied.

Bron: www.agiv.be

Bij elke vergunningsaanvraag dienen de effecten op het grondwater onderzocht te worden. Indien nodig dienen milderende maatregelen toegepast te worden. Er dient te worden voorzien in maximale infiltratie van regenwater in de duinbodem teneinde de grondwaterreserves te bevoorraden.





Kwetsbaarheid grondwater De kwetsbaarheid van het grondwater binnen het plangebied heeft als type ‘Ca1/d’.

Bron: www.agiv.be



Oppervlaktewaterwingebied Binnen het plangebied bevinden zich geen waterwingebieden en beschermingszones type I, II of III, afgebakend volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 27/03/1985 houdende nadere regelen voor de afbakening van waterwingebieden en de beschermingszones. In het plangebied liggen geen waterlopen die moeten voldoen aan de waterkwaliteitsnormen voor water bestemd voor water-productie.

Milderende maatregelen: Indien er in type 1 gebieden een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan drie meter of een horizontale lengte van meer dan vijftig meter, dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde instantie Provincie West-Vlaanderen en de Vlaamse Milieumaatschappij). Sowieso dienen de effecten op grondwater en grondwaterstromingen van de aanliggende speciale beschermingszone onderzocht te worden in kader van de passende beoordeling. Indien voor de werken bronbemaling toegepast zal worden, dient zoveel mogelijk opgepompt water terug in de grond te worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Retourbemaling dient te worden toegepast op uitdrukkelijke voorwaarde dat er geen vervuild en/of verzilt water in de ontvangende zoetwaterlens zal worden gebracht. De bemaling dient te worden beperkt in tijd en volume. Uitbreiding van de verzilting door overmatig oppompen van grondwater moet worden vermeden. Dit kan bijvoorbeeld door te werken met een waterdichte bouwkuip ofwel met een beperkte bemaling ofwel met een retourbemaling vanuit de bouwkuip met keerwanden die reiken tot in een ondoorlatende bodemlaag, ofwel zonder bemaling door onderwaterstorting. In de niet bebouwde zone dienen verhardingen te worden aangelegd in waterdoorlatende materialen. Er dient te worden voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffer-voorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Maximaal hergebruik van regenwater is verplicht. Voor de afvoer van hemelwater dient de voorkeur gegeven te worden aan de afvoerwijzen zoals hierna in afnemende graad van prioriteit vermeld: Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Nieuwlandplein Plan ID: RUP_38016_2.14_00005_00001


1° opvang voor hergebruik; 2° infiltratie op eigen terrein; 3° buffering met vertraagd lozen in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater; 4° lozing in de regenwaterafvoerleiding (RWA) in de straat. Er zijn geen activiteiten die een relevante negatieve invloed hebben op het aspect “water”, zowel voor de aspecten over-stromingsgevoeligheid, erosiegevoeligheid, infiltratie-gevoeligheid, waterkwaliteit van grondwater en van oppervlaktewater op voorwaarde dat de vigerende regelgeving (gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen) in dit verband wordt toegepast. 5.10. Geluid: Het omgevingsgeluid wordt momenteel bepaald door natuurlijke geluiden en verkeersgeluid. Het bovengronds parkeren, ondergronds brengen, zorgt voor minder geluidshinder voor de direct omgeving (zoeken naar parkeerplaats, starten en vertrekken van wagens…). De zonevreemde sportterreinen maken plaats voor het herstel van het duinenlandschap. Milderende maatregelen: Geen. De geplande wijzigingen aan het vigerend GRUP hebben geen significante negatieve invloed op het aspect “geluid”. 5.11. Licht: Er zal minder lichtpollutie optreden in vergelijking met de bestaande toestand. De zonevreemde sportterreinen maken plaats voor het herstel van het duinenlandschap. Er worden specifieke voorschriften opgelegd om de lichthinder te beperken tot een minimum. Milderende maatregelen: Lichthinder/lichtbronnen beperken tot een minimum. De geplande wijzigingen aan het vigerend GRUP hebben geen significante negatieve invloed op het aspect “licht”. 5.12. Stof: Het ondergronds brengen van het parkeergebeuren ter hoogte van het Nieuwlandplein, zorgt voor een vermindering van stofhinder. Minder opwaaiend stof door vervoersbewegingen op het plein. Met de realisatie van de ondergrondse parkeergarage ontstaat de mogelijkheid om het huidige Nieuwlandplein om te vormen naar een aangenaam plein waar de nadruk gelegd wordt op het verblijven. Dit wil zeggen meer groen en minder verharding, dus minder stofhinder.



Milderende maatregelen: Geen. De planinitiatieven binnen onderhavig RUP hebben geen significante negatieve invloed op het aspect “stof”.



5.13. Mobiliteit: Het plangebied is gelegen langsheen de Elisalaan (N34z). De Elisalaan verwerkt verkeer tussen De Panne - Koksijde - Nieuwpoort. Er zijn geen recente parkeeronderzoeken uitgevoerd in de buurt van het plangebied. Op vlak van o.a. het parkeerbeleid en parkeerplan in de gemeente heeft de gemeentelijke begeleidingscommissie beslist om het gemeentelijk mobiliteitsplan te verdiepen. De offertes van de aangeschreven studiebureaus voor het verdiepen van het mobiliteitsplan werden reeds ingediend, echter is het studiebureau nog niet gekend. Er kan dus geen reflectie gemaakt worden met een up to date mobiliteitsplan. Het huidig parkeerregime ter hoogte van het plangebied en de onmiddellijke omgeving ziet er als volgt uit:  Het Nieuwlandplein is: - voor 4/5den exclusief voorbehouden voor gemeentelijke parkeerkaarten; - voor 1/5de betalend parkeren of gemeentelijke parkeerkaart;  de Simli wijk is betalend parkeren of gemeentelijke parkeerkaart;  de Elisalaan t.h.v. het Nieuwlandplein is betalend parkeren. In het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van Nieuwpoort wordt een ondergrondse parking onder het Nieuwlandplein gepland van ca. 200 parkeerplaatsen, waarvan 1/3de in functie van verkoop en 2/3de in functie van rotatieparking (GRS Nieuwpoort, RG, pg. 67 en 70). Om de parkeerproblematiek op te lossen in en rond de stad Nieuwpoort wordt onder het huidige Nieuwlandplein een ondergrondse parkeergarage gerealiseerd, met slechts één ontsluitingspunt op de Elisalaan, en twee bouwlagen diep. Het Nieuwlandplein fungeert vandaag als ruime parkeerplaats (104 bovengrondse parkeerplaatsen). Met de realisatie van de ondergrondse parkeergarage onder het Nieuwlandplein ontstaat de mogelijkheid om het huidige Nieuwlandplein om te vormen naar een aangenaam plein waar de nadruk gelegd wordt op het verblijven. Volgens het voorliggend ontwerp van architect VT & Partners, dd. 29/08/2013, worden in de ondergrondse parkeergarage 139 openbare parkeerplaatsen voorzien, waarvan 6 voor mindervaliden. Daarnaast worden bovengronds nog eens 23 openbare parkeerplaatsen voorzien. In totaal worden er dus 162 openbare parkeerplaatsen voorzien. Er komen ten opzichte van de bestaande toestand dus 58 openbare parkeerplaatsen bij wat een toename in verkeersgeneratie kan betekenen. Echter biedt het een goede oplossing voor het wildparkeren in de naastliggende Simli-wijk. Deze openbare ondergrondse parking zal meer verkeer aantrekken. Echter zal dit in piekmomenten gebeuren (toeristen/recreanten). Daarnaast zal het Eco-hotel ook verkeer genereren.



De bijkomende verkeersstromen binnen het projectgebied ten gevolge van het uitbreiden van het parkeerareaal zal de verkeersveiligheid en –leefbaarheid in de omgeving niet bijkomend hinderen. (ter hoogte van het Leopoldplein en Bernardusplein, in de nabije omgeving van het plangebied, werden alle bovengrondse parkings verwijderd). Er wordt voor het volledige plangebied slechts één ontsluitingspunt op de Elisalaan voorzien, ter hoogte van de bestaande ontsluitingspunt van het Nieuwlandplein op de Elisalaan. Zowel voertuigen als zachte weggebruikers dienen naar dit ontsluitingspunt geleid te worden. Het hotel mag niet rechtstreeks aansluiten op de Elisalaan. De bezoekers en het personeel van het Eco-hotel krijgen via de openbare ondergrondse parking toegang tot de private ondergrondse parkeergarage onder het hotel (52 parkeerplaatsen). Levering van goederen of afzetten en afhalen van bezoekers of personeel mag wel via het Nieuwlandplein gebeuren. De aard van het vervoer blijft onveranderd (residenten/toeristen/recreanten). Er wordt een recht van doorgang voorzien voor het Agentschap Natuur en Bos, om het duinengebied bereikbaar te maken. Milderende maatregelen: Tijdens de ontwerpplannen dient overlegt te worden met Agentschap Wegen en Verkeer. Er mag maximum één ontsluitingspunt voor het gehele plangebied op de Elisalaan voorzien worden, ter hoogte van de bestaande lichtenregeling. Er worden geen significante negatieve effecten verwacht op het aspect “mobiliteit”. 5.14. Stoffelijke goederen en cultureel erfgoed: Erfgoed Het plangebied valt gedeeltelijk samen met het beschermde landschap ‘Duingebied ten westen van Nieuwpoort-Bad’. Dit landschap is beschermd, omwille van de natuurwetenschappelijke en esthetische waarde, bij Koninklijk Besluit dd. 16 maart 1978. Enkel de omtrek van het opgaande gebouw (bestaande sportcomplex) is niet in dit besluit opgenomen. (zie bijlage voor afschrift beschermingsbesluit)




Om, ondanks de intensivering van het ruimtegebruik door de bestemmingswijziging die een functiewijziging en verbouwing van het bestaand sportcomplex tot een eco-hotel mogelijk maakt, minstens een stand-still van het verlies aan natuurwaarden te waarborgen, is het op heden noodzakelijk om vooraf de duingronden waarop de tennisterreinen en minigolf zich bevinden, te herstellen in hun oorspronkelijke toestand van duin en duinpan en samen met de omliggende duinen het statuut van Vlaams natuurreservaat toe te kennen. Zo ontstaan er nieuwe mogelijkheden voor het verder herstel van de Simliduinen. (Van de algemene en specifieke beschermingsvoorschriften kan worden afgeweken mits een gunstig advies wordt uitgebracht of een toestemming wordt verleend overeenkomstig artikel 14, §3 en 4 van het decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg). Archeologie: Binnen het plangebied zal het terrein vergraven worden om de aanleg van de ondergrondse parking mogelijk te maken en het aangetast duinenlandschap te herstellen. Effecten ten aanzien van archeologie zijn eerder gering. Er zijn volgens de centrale inventaris van (bekende) archeologische sites in Vlaanderen (CAI), geen sites gekend ter hoogte van het plangebied. De vigerende wetgeving met o.a. de vondstmeldingsplicht biedt voor de archeologie voldoende garanties zodat er geen significante effecten te verwachten zijn. Milderende maatregelen: Er wordt rekening gehouden met de bepalingen opgelegd in het Koninklijk Besluit dd. 16 maart 1978 ter bescherming van het duinenlandschap. Er worden geen significante negatieve effecten verwacht op het aspect “stoffelijke goederen en cultureel erfgoed”.



5.15. Landschap Het omvormen van de huidige bovengrondse parking in KWS op het Nieuwlandplein naar een groenzone creëert een zachtere overgang naar de waardevolle gebieden in de omgeving. Het plangebied valt gedeeltelijk samen met het beschermde landschap ‘Duingebied ten westen van Nieuwpoort-Bad’. Dit landschap is beschermd, omwille van de natuurwetenschappelijke en esthetische waarde, bij Koninklijk Besluit dd. 16 maart 1978. Objectnummer: OW000906. Enkel de omtrek van het opgaande gebouw (bestaande sportcomplex) is niet in dit besluit opgenomen. (zie bijlage voor afschrift beschermingsbesluit) Het beschermd duinenlandschap zoals hierboven besproken stemt overeen met de relictzone ‘Duinen Westkust’. Deze zone, die zich uitstrekt over de steden De Panne, Koksijde en Nieuwpoort, kenmerkt zich door een opeenvolging van uitgestrekte pannen en paraboolduinen. Het GRUP overlapt gedeeltelijk met deze relictzone.


Beleidswenselijkheden binnen deze relictzone zijn: Behoud en bescherming van de resterende natuur- en geomorfologische relicten, vrijwaren van uitbreiding bebouwing en toeristische infrastructuur, behoud en herstel van de duin-complexen, vormgeven en accentueren van de overgangsgebieden door bebossing en beplanting. In het plangebied zijn geen ankerplaatsen gelegen. De planinitiatieven houden het herstel van landschapswaarden in. Om, ondanks de intensivering van het ruimtegebruik door de bestemmingswijziging die een functiewijziging en verbouwing van het bestaand sportcomplex tot een eco-hotel mogelijk maakt, minstens een stand-still van het verlies aan landschapswaarden te waarborgen, is het op heden noodzakelijk om vooraf de duingronden waarop de tennisterreinen en minigolf zich bevinden, te herstellen in hun oorspronkelijke toestand van duin en duinpan en samen met de omliggende duinen het statuut



van Vlaams natuurreservaat toe te kennen. Zo ontstaan er nieuwe mogelijkheden voor het verder herstel van de Simliduinen. Milderende maatregelen: Er wordt rekening gehouden met de bepalingen opgelegd in het Koninklijk Besluit dd. 16 maart 1978 ter bescherming van het duinenlandschap. Er worden geen significante negatieve effecten verwacht op het aspect “stoffelijke goederen en cultureel erfgoed”.



Mens – socio-organisatorische aspecten

Ruimtelijke ordening

Biodiversiteit

Fauna en flora

Energie- en grondstoffenvoorraad

Bodem

Water

Atmosfeer

Klimatologische factoren

Geluid

Licht

Stoffelijke goederen

Cultureel erfgoed

Mobiliteit

Landschap

Samenhang tussen disciplines

Geheel

Mens – gezondheid en veiligheid

Planonderdeel

5.16. Synthesetabel

+

0

+

++

++

/

+

0

0

0

0

0

0

++

+

++

+

Legende: /

Het plan houdt geen wijziging in t.o.v. het geldend plan en de bestaande toestand, een beoordeling is dus niet van toepassing

0

Er is geen effect of een zeer minimaal effect op deze discipline

+,++

Er is een positief of een significant effect op deze discipline

-/--

Er is een negatief of een significant negatief effect voor deze discipline

De bespreking van het geheel is, zoals blijkt, geen optelsom.

Voor het geheel van het plan kan geoordeeld worden dat er geen significante negatieve effecten optreden. Het belangrijkste binnen de planinitiatieven is het herstel van het beschermd duinenlandschap, daar waar heden zonevreemde sportterreinen het landschap verstoren.



6. Grens-of gewest-overschrijdende effecten Gelet op de ligging van het plangebied, de schaal van de ontwikkeling en het ontbreken van aanzienlijke negatieve milieueffecten wordt geconcludeerd dat er geen gewest- of landgrensoverschrijdende effecten zullen voorkomen n.a.v. het RUP ‘Nieuwlandplein’.

7. Conclusie Hieronder wordt een overzicht gegeven van de verschillende stappen waaruit kan geconcludeerd worden dat er geen significante milieueffecten zullen optreden: Onderzoek noodzaak passende beoordeling  Het plangebied ligt in een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied in de zin van de Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden.  Het plangebied is niet gelegen in biologisch waardevol gebied. Het duinengebied ten zuiden en ten westen van het plangebied wordt wel geselecteerd als biologisch zeer waardevol en faunistisch voornaam gebied.  Het westelijk gedeelte van het plangebied is gelegen binnen de contouren van het VENgebied de Westkust (invoegetreding 08/06/2009). Echter: Natuurherstel door het verwijderen van zonevreemde tennisterreinen en minigolf en de integratie van de herstelde site samen met de overige omliggende duinen in een Vlaams natuurreservaat vormen een milderende herstelmaatregel voor de effecten die te verwachten zijn door de intensivering van het ruimtegebruik door de bestemmingswijziging die een functiewijziging en verbouwing van het bestaand (zonevreemd, doch vergund) sportcomplex naar een eco-hotel mogelijk maakt. De uit te voeren natuurherstelmaatregel vormt een noodzakelijk milderende herstelmaatregel die een stand-stil inzake natuurverlies moet waarborgen. Meer nog, de herstelmaatregel houdt een toename aan natuurwaarden in. Indicatorenset Er kunnen effecten optreden die significante kunnen zijn:  Er zijn verschillen tussen de stedenbouwkundig vergunbare activiteiten uit het huidig geldend plan en de stedenbouwkundige vergunbare activiteiten uit het voorgenomen plan. Ten opzichte van het geldend plan houden de planinitiatieven een bestemmingswijziging in van een deel natuurgebied  projectzone voor het bouwen van een eco-hotel (recreatie). Deze wijziging houdt dus meer bestemmings- en bebouwingsmogelijkheden in. Daarnaast wordt ook een bestemmingswijziging uitgevoerd van een deel woongebied  openbaar domein. Deze wijziging houdt dus minder bestemmings- en bebouwingsmogelijkheden in.  Het voorgenomen plan laat toename van totale bodemafdekking toe ten opzichte van het geldend plan. Echter staat ter hoogte van het geplande eco-hotel reeds een voormalig sportcomplex gekoppeld aan vijf outdoor-tennisterreinen en een minigolfterrein (zonevreemd). Ten opzichte van de bestaande toestand wordt er dus gestreefd naar minder bodemafdekking.  Het RUP Nieuwlandplein dient planologische duidelijkheid te creëren voor de bebouwde kavel ten westen van het Nieuwlandplein. Daarnaast kan er met de opmaak van het RUP Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Nieuwlandplein Plan ID: RUP_38016_2.14_00005_00001


tegelijk afgerekend worden met enkele zonevreemde sportterreinen, gelegen in natuurgebied. Om, ondanks de intensivering van het ruimtegebruik door de bestemmingswijziging die een functiewijziging en verbouwing van het bestaand sportcomplex tot een eco-hotel mogelijk maakt, minstens een stand-still van het verlies aan natuurwaarden te waarborgen, is het op heden noodzakelijk om vooraf de duingronden waarop de tennisterreinen en minigolf zich bevinden, te herstellen in hun oorspronkelijke toestand van duin en duinpan en samen met de omliggende duinen het statuut van Vlaams natuurreservaat toe te kennen. Zo ontstaan er nieuwe mogelijkheden voor het verder herstel van de Simliduinen. Beschrijving van de mogelijke effecten Voor het geheel van het plan kan geoordeeld worden dat er geen significante negatieve effecten optreden. Hierbij wordt aangenomen dat er geen plan-MER noodzakelijk is.



Bijlage | bouwvergunning sportcomplex





Bijlage | stedenbouwkundige verordening inzake perceelsafsluitingen, de grootte van de percelen en uitzicht van de gebouwen in de residentiële wijk Simli







Bijlage | stedenbouwkundige voorschriften (voorontwerpfase)



Leeswijzer voor tabel: De grafische plannen en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften (kolom 1 weergegeven op een grijze ondergrond) hebben verordenende kracht. De toelichting bij de voorschriften (kolom 2) dient als richtinggevende interpretatie van de voorschriften gelezen te worden. Deze kolom is bijgevolg niet verordenend.

Algemene bepalingen

VERORDENEND

TOELICHTING EN VISIE

Stedenbouwkundige voorschriften 0.1. Opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het RUP en die opgeheven worden.

0.1. Opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het RUP en die opgeheven worden.

Bij goedkeuring van onderhavig RUP worden de bepalingen van het gewestplan voor die percelen die gelegen zijn binnen het plangebied van onderhavig RUP opgeheven.

Volgende bestemmingen volgens het gewestplan Veurne-Westkust (K.B. van 06/12/1976), komen te vervallen: woongebied en natuurgebied.

0.2. Voorrang bij strijdigheid

0.2. Voorrang bij strijdigheid

Bij strijdigheid hebben de stedenbouwkundige voorschriften voorrang op de grafische bepalingen. 0.3. Werken/constructies in functie van openbaar nut, milieutechnische ingrepen.

0.3. Werken/constructies in functie van openbaar nut, milieutechnische ingrepen.

Werken en constructies in functie van openbaar nut en milieutechnische ingrepen kunnen in alle zones toegelaten worden voor zover de schaal en bouwkarakteristieken ervan geen fundamentele afbreuk doen aan de kwaliteit van de omgeving en de betreffende bestemmingszone.

Vb. wegeniswerken, rioleringswerken, pompinstallaties, leidingen, elektriciteit en gas, elektriciteitscabine, waterbuffering e.d..



Deze werken en constructies in functie van openbaar nut zijn niet vrijgesteld van een natuurtoets, verscherpte natuurtoets of passende beoordeling.

Het Agentschap voor Natuur en Bos is de officiële instantie die deze documenten op hun kwaliteit en correctheid beoordeelt.

0.4. Voorkomen

0.4. Voorkomen

Alle materialen en kleuren die worden gebruikt binnen dit plangebied moeten afgestemd worden op de aard, het karakter en de uitstraling van de site en de directe omgeving. Felle kleuren moeten geweerd worden. Het materiaal, gebruikt voor alle gebouwen en constructies, moet constructief en esthetisch verantwoord zijn.

Afgestemd zijn op de aard, het karakter en de uitstraling van de directe omgeving: er dient minstens een link te zijn met de omgeving. Deze link kan complementair, tegenstellend, materieel, historisch, esthetisch en/of cultureel zijn.

0.5. Bestaande bebouwing die afwijkt van de verordenende bepalingen

0.5. Bestaande bebouwing die afwijkt van de verordende bepalingen

Bestaande gebouwen die afwijken van de gestelde verordenende bepalingen kunnen behouden blijven en kunnen binnen de bestaande afwijkende bouwvolumes en afwijkende inplanting verbouwd worden voor de functies die afwijken van de gestelde verordende bepalingen. Volume-uitbreidingen kunnen enkel voor de functies die voldoen aan de gestelde verordenende bepalingen. 0.6. Landschappelijke inpassing

0.6. Landschappelijke inpassing

Alle ingrepen, constructies en gebouwen dienen landschappelijk ingepast te worden. Een maximale harmonie met de omgeving moet nagestreefd worden en de eigenheid van de directe omgeving dient te worden gerespecteerd en zo mogelijk versterkt.

Landschappelijke inpasbaarheid kan bevorderd worden door een gerichte groenaanleg en verantwoord materiaalgebruik. Ook de onderlinge samenhang van de verschillende componenten binnen de site kan de landschappelijke inpasbaarheid bevorderen



0.7. Windmolens en zonnepanelen

0.7. Windmolens en zonnepanelen

Binnen het plangebied zijn alle windmolens en windturbines verboden.

Bedoeld worden allerhande modellen windmolens met horizontale of verticale as, ingeplant op zowel een gebouw of op een mast.

Zonneboilers zijn toegelaten. Zonnepanelen zijn verplicht. Zonnepanelen en/of –boilers zijn enkel toegelaten op het dak van bebouwing en dienen verplicht geïntegreerd te worden in het afgeknot hellend dak, met een hoogte tot maximum aan de dakrand.

Princiepstekening integratie zonnepanelen in afgeknot hellend dak.

0.8. Woon- en leefkwaliteit

0.8. Woon- en leefkwaliteit

Alle bebouwing onder de 1ste bouwlaag (zie 0.15. definities) dient te worden aangewend voor functies, ondergeschikt aan de woonfunctie.

Functies, ondergeschikt aan de woonfunctie kunnen zijn (niet limitatieve lijst): - garage; - berging; - hobbyruimte; - kelder; -…



0.9. Fietsstalcomfort 0.10.

Goed toegankelijke locatie; Nabij de toegang van gebouwen; Voldoende fietsstallingen; Afgestemd op de functie van het hoofdgebouw. Water

Alle ingrepen in functie van hergebruik, infiltratie en opvang van hemelwater dienen op eigen terrein te worden georganiseerd. Het plangebied is zeer gevoelig voor grondwaterstroming en wordt, wat dit betreft, geclassificeerd als type 1 gebied. Indien er in type 1 gebieden een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan drie meter of een horizontale lengte van meer dan vijftig meter, dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Sowieso dienen de effecten op grondwater en grondwaterstromingen van de aanliggende speciale beschermingszone onderzocht te worden in kader van de passende beoordeling.

0.11.

0.9. Fietsstalcomfort

Ecologie

0.10. Water Er dient te worden voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Voor de afvoer van hemelwater dient de voorkeur gegeven te worden aan de afvoerwijzen zoals hierna in afnemende graad van prioriteit vermeld: 1° opvang voor hergebruik; 2° infiltratie op eigen terrein; 3° buffering met vertraagd lozen in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater; Slechts wanneer de beste beschikbare technieken geen van de voornoemde afvoerwijzen toelaten, mag het hemelwater overeenkomstig de wettelijke bepalingen worden geloosd in de openbare riolering. 0.11. Ecologie

Elke aanvraag binnen de contouren van onderhavig RUP dienen te worden onderworpen aan een passende beoordeling/verscherpte natuurtoets, waarbij de mogelijke effecten ten gevolge van het project, onderzocht dienen te worden op hun significantie. Tijdens werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen.


Het

broedseizoen

loopt

van

15

maart

tot

30

juni

(bron:


Verstoring van broedende vogels is verboden. Overtreding van verbodsbepalingen ten aanzien van vogels wordt voorkomen door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. Echter wanneer buiten die periode toch een broedgeval aanwezig is, dienen de werkzaamheden te worden opgeschort. Indien de werkzaamheden uitgevoerd worden op het moment dat er geen broedgevallen (meer) aanwezig zijn, is overtreding van de wet niet aan de orde.

http://www.vlaanderen.be/).

Lichthinder/lichtbronnen dienen beperkt te worden tot een minimum.

Lichthinder beperken tot een minimum: - verlicht alleen wat nodig is; - voorkom overbodige verlichting; - verlicht doelgericht; - beperk de lichtsterkte; - doof de verlichting wanneer ze niet noodzakelijk is of geen zin heeft; - houd rekening met andere vormen van verlichting die aanwezig zijn, - scherm de lampen goed af; - vermijd direct zicht op de lamp; - laat het licht van boven naar beneden schijnen. Vermijd lichtbronnen die boven de horizontale as schijnen.



(Bron: http://www.lne.be/themas/hinder-en-risicos/lichthinder/hoelichthinder-vermijden).

0.12.

Hoogtebepalingen

0.12. Hoogtebepalingen

De hoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf het aanzetpeil van de inkomdorpel tot bovenkant kroonlijst. Het aanzetpeil van de inkomdorpel ligt max. 40 centimeter hoger dan het peil van het openbaar domein, gemeten op de rooilijn. 0.13.

Ontsluiting zone voor natuurherstel met nabestemming natuurreservaat.

0.13. Ontsluiting zone voor natuurherstel met nabestemming natuurreservaat.

Het natuurgebied wordt ontsloten via het Nieuwlandplein, over de projectzone (artikel 2) en zone voor natuurherstel met nabestemming natuurreservaat (artikel 1) heen. De ontsluiting wordt indicatief aangeduid op het grafisch plan.

De ontsluiting voor het natuurgebied mag ook gebruikt worden om de projectzone (artikel 2) verder te bedienen.

Perimeter: Het recht van doorgang mag maximaal 3 meter uit de as van de pijl verschoven worden.

Dit wil zeggen dat de ligging van de ontsluiting gewijzigd kan worden.

Een recht van doorgang, via deze ontsluiting, wordt verleend aan het Agentschap voor Natuur en Bos.



0.14.

Definities

Bouwlaag Een bouwlaag is gelegen tussen de afgewerkte vloer en de afgewerkte plaat van de erboven liggende laag. De gelijkvloerse verdieping is de 1ste bouwlaag, de 1ste verdieping wordt de 2de bouwlaag genoemd.

0.14. Definities Bouwlaag Het peil van het maaiveld wordt gemeten ter hoogte van de respectievelijke gevel.

Een bouwlaag heeft normaliter een hoogte van max. 3,00 meter. De eerste bouwlaag (gelijkvloers) is die bouwlaag die het horizontaal vlak, 1m boven het straatniveau/maaiveld snijdt. De ruimte onder het dak wordt beschouwd als een volwaardige bouwlaag indien de oppervlakte, met een vrije hoogte van 2,00m, meer is dan de helft van de vloeroppervlakte van de onderliggende bouwlaag.

Bouwlaag 3 Bouwlaag 2 Bouwlaag 1 Maaiveld/straatniveau

De kelderverdiepingen worden niet als een bouwlaag beschouwd. Kroonlijst = waar het verticaal vlak van de gevel, op de voorbouwlijn van dit gebouw, overgaat in het hellend vlak van het dak. Kroonlijsthoogte = de afstand, verticaal gemeten tussen het peil van het maaiveld en de kroonlijst. In geval van een platte dakconstructie is de kroonlijsthoogte gelijk aan de nokhoogte. Nokhoogte = de afstand, verticaal gemeten tussen het peil van het maaiveld en de nok. De nok is het hoogste punt van een gebouw (met uitzondering van afzuig-installaties, antennes, schoorstenen e.d.). Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Nieuwlandplein Plan ID: RUP_38016_2.14_00005_00001


Voorgevel = elke gevel gericht op de voorliggende weg, met uitzondering van garagewegen en voetwegen. Zijgevel = gevel aan de zijkant van het gebouw. Achtergevel = gevel die geen voorgevel of zijgevel is. Dakaccent = insprong en uitsprong ten opzichte van het hellend dakvlak in de eerste daklaag. Deze zijn achter de verticale lijnen van het gabarit gelegen. Gabarit = profiel waarbinnen de hoofdvorm van een gebouw is gelegen. Dakaccenten, hoekaccenten, schouwen en geveluitsprongen als balkons, erkers, loggia’s, dakoversteken en dergelijke, kunnen buiten het gabarit uitspringen. Bijgebouwen = gebouwen die los staan van het hoofdvolume. Deze bebouwing heeft een bestemming die aanvullend en/of ondersteunend is voor de hoofdbestemming. Verbouwingen = aanpassingswerken doorvoeren binnen het bestaand bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren minstens 60% behouden blijven. Detailhandel = handel waarbij minder dan 300m² benut wordt als verkoopruimte. Sanitair, opslagruimte en andere ondergeschikte functies worden daarbij niet in rekening gebracht. Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Nieuwlandplein Plan ID: RUP_38016_2.14_00005_00001


Hotel = een toeristisch logies categorie hotel/gastenkamer bedoeld en aanverwante diensten zoals restaurant, tearoom, congresfaciliteiten, vergaderruimtes, café, zwembad, en wellness-voorzieningen. Discotheken en dancings = alle dansgelegenheden met een vloeroppervlakte in de gelagzaal van meer dan 100 m² en/of alle dansgelegenheden die milieuvergunningsplichtig zijn conform Vlarem II. Nachtwinkels = kleinhandelszaken met openingstijden tussen 22:00 en 06:00.



Reservaat en natuur (VCRO, art. 2.2.3. §2)

Artikel 1. : zone voor natuurherstel met nabestemming natuurreservaat

VERORDENEND

Art. 1


Stedenbouwkundige voorschriften 1.1. Bestemming

1.1. Bestemming

Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van het duinenlandschap, de natuur en het natuurlijk milieu.

Natuurherstel door het verwijderen van zonevreemde tennisterreinen, een minigolf en de integratie van de herstelde site samen met de overige omliggende duinen in een Vlaams natuurreservaat vormen een milderende herstelmaatregel voor de effecten die te verwachten zijn door de intensivering van het ruimtegebruik door de bestemmingswijziging die een functiewijziging en verbouwing van het bestaand (zonevreemd, doch vergund) sportgebouw naar een eco-hotel mogelijk maakt. Wat betreft deze maatregel is het Agentschap voor Natuur en Bos van de Vlaamse Overheid bereid de natuurherstelmaatregel uit te voeren op voorwaarde dat de zonevreemde tennisvelden en minigolf samen met de omliggende duinen verkocht worden aan het Vlaams Gewest.

Recreatief medegebruik is een ondergeschikte functie.

In het natuurgebied is de hoofdfunctie natuur. Recreatief medegebruik is een ondergeschikte functie in het natuurgebied. Ondergeschikt betekent ‘van betrekkelijk minder grote betekenis’. Recreatief medegebruik laat evenwel toe dat bepaalde zones in het natuurgebied afgeschermd kunnen worden (niet toegankelijk zijn voor het publiek omwille van de natuurwaarde).

Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur, het natuurlijk milieu en de landschapswaarden zijn toegelaten.



1.2. Inrichting

1.2. Inrichting

Volgende natuurherstelmaatregel dient te worden uitgevoerd: de duingronden waarop de zonevreemde tennisterreinen en minigolf zich bevinden dienen te worden hersteld in hun oorspronkelijke toestand van duin en duinpan.

De natuurherstelmaatregel vormt een noodzakelijk milderende herstelmaatregel die een stand-still inzake natuurverlies moet waarborgen. Om, ondanks de intensivering van het ruimtegebruik door de bestemmingswijziging die een functiewijziging en verbouwing van het bestaand sportgebouw tot een ecohotel mogelijk maakt, minstens een stand-still van het verlies aan natuurwaarden te waarborgen, is het op heden noodzakelijk om vooraf de duingronden waarop de tennisterreinen en minigolf zich bevinden, te herstellen in hun oorspronkelijke toestand van duin en duinpan en samen met de omliggende duinen het statuut van Vlaams natuurreservaat toe te kennen. Zo ontstaan er nieuwe mogelijkheden voor het verder herstel van de Simli-duinen en het opwaarderen van de natuurwaarden.

Volgende werken, handelingen en wijzigingen worden tijdelijk toegelaten gedurende het herstel van het duinenlandschap. - nodig grondverzet; - nodige vergravingen; - tijdelijke gebouwen, inrichtingen of constructies ten behoeve van werkzaamheden; - waar nodig wegnemen/verplaatsen van eieren, nesten of broedsels; - waar nodig vellen, ontwortelen of beschadigen van flora; - waar nodig herstel en wijzigen van vegetatie; - tijdelijke verstoring van de rust van het gebied gedurende de werkzaamheden, door de werkzaamheden; - het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur voor het al dan niet toegankelijk maken van het gebied. Is verboden bij wijze van beschermd landschap: (Tijdelijke uitzonderingen, zie hiervoor.) - het oprichten van een gebouw of een constructie of het plaatsen van een inrichting, zelfs uit niet-duurzame materialen, die in de grond is gebouwd, aan de grond is bevestigd of op de grond steun vindt ten behoeve van stabiliteit, en Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Nieuwlandplein Plan ID: RUP_38016_2.14_00005_00001

Voor de behartiging van het nationaal belang worden beperkingen gesteld aan de rechten van de eigenaars van gronden gelegen binnen het beschermd landschap ‘Duingebied ten westen van Nieuwpoort-Bad’; behoudens toelating overeenkomstig de bepalingen van de wet van 7 augustus 1931 (Wet op het behoud van monumenten en landschappen). Geomex bvba - O. Ref: 11R01301 september 2014 - 59 -

-

-

-

-

-

bestemd is om ter plaatste te blijven staan, ook al kan zij uit elkaar genomen worden; Uitzondering: infrastructuren ten behoeve van het beheer als natuurgebied zoals het aanbrengen van veekerende rasters, omheindingen, toegangspoortjes en verbodsborden zijn toegelaten. het plaatsen van een of meer verplaatsbare inrichtingen die voor bewoning kunnen gebruikt worden, zoals woonwagens, kampeerwagens en afgedankte voertuigen; het verharden van wegen en paden; het aanleggen van een opslagruimte voor afgedankte voertuigen of schroot; het aanleggen van een vuilnisbelt en het achterlaten van afvalproducten; het aanbrengen van reclamepanelen of gelijk welke publiciteit; het plaatsen van bovengrondse en ondergrondse leidingen; elke activiteit die een belangrijke wijziging van de waterhuishouding van het gebied voor gevolg kan hebben, in die mate dat zij het voortbestaan van de natuurlijke fauna en flora in gevaar brengt; het graven van afwateringskanalen, het uitvoeren van draineringswerken en wateraftappingen welke van aard zijn het grondwaterpeil in een voor het natuurbehoud ongunstige zin te beïnvloeden; elke lozing van vloeistoffen of gassen die het voortbestaan van de natuurlijke fauna en flora in gevaar kan brengen; om het even welk werk dat de aard van de grond, het uitzicht van het terrein of het hydrografisch net zou kunnen wijzigen, inzonderheid het verrichten van opgravingen, boringen of grondwerken, de ontginning van materialen en het aanleggen van opspuitterreinen; het vernietigen of wegnemen van eieren, nesten of broedsels; het vellen, ontwortelen of beschadigen van bomen en struiken; elke ingreep die een blijvende en onomkeerbare wijziging van de vegetatie voor gevolg kan hebben; het aanplanten van aan het milieu vreemde bomen of struiken zonder voorafgaande en schriftelijke toestemming vanwege de Minister of zijn



-

gemachtigde; het vernietigen of verzamelen van kruidachtige planten, hun bloemen of hun vruchten; het gebruik van chemische verdelingsmiddelen; om het even welke activiteit die de rust en de stilte in het gebied verstoort inzonderheid het houden van wedrennen, oefenritten of testen met motorvoertuigen.

1.3. Ontsluiting De ontsluiting van de zone voor natuurherstel met nabestemming natuurreservaat wordt indicatief aangeduid op het grafisch plan. De zone voor natuurherstel met nabestemming natuurreservaat wordt ontsloten via het Nieuwlandplein, over de projectzone (artikel 2) heen, waar een ontsluitingspunt op de Elisalaan voorzien wordt ter hoogte van artikel 4: indicatieve aanduiding ontsluitingspunt.


1.3. Ontsluiting ontsluiting zone natuurreservaat.

voor

natuurherstel

met

nabestemming

De ontsluiting voor het natuurgebied mag ook gebruikt worden om de projectzone (artikel 2) verder te bedienen (levering van goederen aan het hotel).


Recreatie (VCRO, art. 2.2.3. §2) Art. 2

Artikel 2. : projectzone

VERORDENEND



2.1. Bestemming

Hoofdbestemming: eco-hotel.

Hotel = een toeristisch logies categorie hotel/gastenkamer bedoeld en aanverwante diensten zoals restaurant, tearoom, congresfaciliteiten, vergaderruimtes, café, zwembad en wellness-voorzieningen. Onder eco-hotel wordt verstaan een hotel die aandacht heeft voor het voorzien of gebruik van: - streekeigen buitengroen; - duurzame en ecologische bouwmaterialen en afwerkingsproducten; - waterdoorlatende verhardingen; - maximaal hergebruik van regenwater; - gebruik van zonne-energie (zonnepanelen/zonneboiler); - eventueel warmtepompboiler; - waterzuinige kranen, douches en wc’s; - energie-efficiënte verlichting; - duurzame en ecologische verwarming (bvb. pelletketel, condensatieketel, warmtepomp, warmterecuperatie-systeem, vloer- en wandverwarming…); - ecologische schoonmaakmiddelen en wasproducten; - biologische en ecologische verzorgingsproducten; - biologische en lokaal geteelde voeding; - 100% biologisch kantoenen lakens, handdoeken en matrassen; - recyclagebakken…

Nevenbestemming: maximum 1 woongelegenheid Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Nieuwlandplein Plan ID: RUP_38016_2.14_00005_00001

Het betreft de woning van de uitbater en/of conciërge van het hotel. Geomex bvba - O. Ref: 11R01301 september 2014 - 62 -

Verboden: dansgelegenheden, detailhandel.

discotheken,

dancings,

nachtwinkels

en

Overdrukzone: bouwvrij groenzone 2.2. Inrichting

2.2. Inrichting

2.2.1 Bebouwing

2.2.1

Bebouwing

Er wordt geen enkele vorm van bovengrondse bebouwing toegelaten in de bouwvrije groenzone (overdrukzone). Waterdoorlatende verharding en ondergrondse bebouwing, mits deze kan geconstrueerd worden zonder significante negatieve effecten te genereren, mag wel (zie verder). Bovengrondse bebouwing wordt enkel toegelaten binnen de voorziene bouwzone. In deze zone zijn bijgebouwen verboden. Volume en afmetingen -

Maximaal twee bovengrondse bouwlagen + twee bouwlagen in het dak, met als referentie het maaiveld ter hoogte van de rooilijn Nieuwlandplein; Maximaal twee ondergrondse bouwlagen, met als referentie het maaiveld ter hoogte van de rooilijn Nieuwlandplein; Maximale kroonlijsthoogte: 6,50 meter, met als referentie het maaiveld ter hoogte van de rooilijn Nieuwlandplein; Maximale nokhoogte: 15,00 meter, met als referentie het maaiveld ter hoogte van de rooilijn Nieuwlandplein; Maximale bovengrondse bouwdiepte: 18 meter vanaf de voorbouwlijn // rooilijn Nieuwlandplein; Maximale ondergrondse bouwdiepte: 30,00 meter vanaf de rooilijn Nieuwlandplein.


Een bouwlaag heeft normaliter een hoogte van 3,00 meter. Echter wordt de kroonlijsthoogte, hier bij twee bouwlagen, gebracht naar 6,50 meter, in plaats van 6,00 meter (= 2 bl x 3,00 meter). Deze ruimere kroonlijsthoogte maakt het mogelijk om de gelijkvloerse verdieping iets hoger te maken, dit in functie van de specifieke activiteit die er gerealiseerd zal worden. Geomex bvba - O. Ref: 11R01301 september 2014 - 63 -

Inplanting bovengrondse gebouwdelen

Inplanting ondergrondse gebouwdelen

Afstand tot de rooilijn Elisalaan: minimum 8 meter. Afstand tot de rooilijn Nieuwlandplein: minimum 8 meter. Afstand tot de zuidelijke perceelsgrens: minimum 8 meter. Maximale bouwdiepte: 18 meter vanaf de voorbouwlijn // de rooilijn Nieuwlandplein. Zie aanduiding ‘bovengrondse uiterste bouwzone’ op bestemmingsplan.

De ondergrondse gebouwdelen mogen opgetrokken worden tot tegen de rooilijn ter hoogte van het Nieuwlandplein. Dit in functie van het koppelen van de ondergrondse parkeergarage van het Nieuwlandplein met de ondergrondse gebouwdelen van de projectzone. Het koppelen van de infrastructuur resulteert in zuinige ruimtegebruik op vlak van in- en uitritten naar de ondergrondse gebouwdelen.

Inplanting ondergrondse gebouwdelen Zie aanduiding ‘ondergrondse uiterste bouwzone’ op bestemmingsplan.

Voorkomen Alle gevels dienen opgetrokken te worden in metselwerk. Alle zichtbare metselwerk in gevels en andere zichtbare constructies, moeten in het wit geschilderd worden. Verplicht afgeknot hellend dak met een helling tussen 40° en 60°. De dakranden mogen maximaal 1m boven het afgewerkte horizontale dakvlak gelegen zijn. De dakbedekking van het hellend dakgedeelte dient te bestaan uit tegelpannen in een oranje-rode kleur. Verplicht voorzien van zonnepanelen.

Princiepstekening integratie zonnepanelen in afgeknot hellend dak.

Verplichte integratie van zonnepanelen in afgeknot hellend dak, met een hoogte tot maximum aan de dakrand.



Alle schouwen dienen aan het oog onttrokken te worden.

Princiepstekening onttrekken van schouwen aan het zicht op afgeknot hellend dak.

Dak-accenten 1.

2.

3. 4.

5. 6.

De voorgestelde dak-accenten moeten daadwerkelijk een positieve bijdrage leveren aan de architecturale kwaliteiten van het bouwproject en van de omgevende bebouwing; De architecturale kwaliteiten van deze dak-accenten worden beoordeeld door de bevoegde overheid(heden) en dienen desgevallend aangepast aan hun richtlijnen terzake. Dak-accenten dienen te voldoen aan de voorwaarden gesteld in het burgerlijk wetboek inzake zichten en lichten. Dak-accenten mogen niet in het achterdakvlak aangebracht worden indien de achtergevel geen architecturaal volwaardig uitgewerkte gevel is. De totale breedte van de verticale vlakken van de dak-accenten in het dak dient in lengte beperkt tot de 2/3 van de totale dakbreedte gemeten op de bovenzijde van de vloerplaat van de daklaag waarvoor de verticale vlakken dienen. Ieder dak-accent heeft een maximale overmeten breedte van 3,5 m. Dak-accenten kunnen niet boven de nok uitspringen . Boven de eerste daklaag kunnen enkel dakkapellen met een maximale overmeten breedte van 2,00 meter over de helft van de dakvlakbreedte, zoals



7.

bedoeld in punt 4 hiervoor, voorzien worden. Dakvlakramen worden enkel in het achterdakvlak aanvaard en de lengte is beperkt tot de helft van de dakvlakbreedte, zoals bedoeld in punt 4 hiervoor. Dakkapellen dienen omgeven te zijn van dakhuid van minimum 1 meter.

1 meter gemeten volgens de helling van het dak.

Modulering op de gevels : - Balkons zijn toegelaten onder volgende voorwaarden: * Maximale uitsprong van 1,50 meter diepte (gemeten ten opzichte van de gelijkvloerse gevellijn) ter hoogte van de voorgevel en achtergevel. * Maximale uitsprong van 1,00 meter diepte (gemeten ten opzichte van de gelijkvloerse gevellijn) ter hoogte van de zijgevels. De voorwaarden hierover gesteld in het Burgerlijk Wetboek dienen nageleefd te worden. De balkons zijn enkel voorzien van borstweringen.

- Geveluitsprongen (bvb. erkers, schouw…) zijn in de voorgevel enkel toegelaten vanaf de 2de bouwlaag. De geveluitsprongen hebben een diepte van maximaal 0,30 meter en een breedte van maximaal 1 meter.



De diepte van een geveluitsprong kan niet gecombineerd worden met de diepte van een balkon.

2.2.2 Verhardingen

2.2.2

Verhardingen

2.2.3

Water

De bovengrondse uiterste bouwzone mag volledig verhard worden. Van alle niet-bebouwde perceelsdelen mag maximaal 35% verhard worden exclusief de verharding, dienstig voor de ontsluiting van het duinengebied. Alle verhardingen moeten uitgevoerd worden in waterdoorlaatbare materialen en gekoppeld worden aan de bebouwing. Er mag geen verharding opgetrokken worden los van de bebouwing – dit met uitzondering van de ontsluitingsweg van het duinengebied. 2.2.3 Water Bij elke vergunningsaanvraag dienen de effecten op het grondwater onderzocht te worden. Indien nodig dienen milderende maatregelen toegepast te worden. Er dient te worden voorzien in maximale infiltratie van regenwater in de duinbodem teneinde de grondwaterreserves te bevoorraden. De wanden van de ondergrondse parkeergarage dienen ondoorlaatbaar te zijn. Indien voor de werken bronbemaling toegepast zal worden, dient zoveel mogelijk opgepompt water terug in de grond te worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Retourbemaling dient te worden toegepast op uitdrukkelijke voorwaarde dat er geen vervuild en/of verzilt water in de ontvangende Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Nieuwlandplein Plan ID: RUP_38016_2.14_00005_00001


zoetwaterlens zal worden gebracht. De bemaling dient te worden beperkt in tijd en volume. Uitbreiding van de verzilting door overmatig oppompen van grondwater moet worden vermeden.

Dit kan bijvoorbeeld door te werken met een waterdichte bouwkuip ofwel met een beperkte bemaling ofwel met een retourbemaling vanuit de bouwkuip met keerwanden die reiken tot in een ondoorlatende bodemlaag, ofwel zonder bemaling door onderwaterstorting.

2.2.4 Groen

2.2.4

Groenvoorzieningen moeten uitgevoerd worden in streekeigen beplanting.

Een lijst van streekeigen beplanting is te vinden in bijlage.

Groen

Bij elke aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning dient een beplantingsplan te worden gevoegd. Dit beplantingsplan geeft duidelijkheid omtrent de inkleding van de vergunningsplichtige handeling in zijn omgeving. Het beplantingsplan moet duidelijkheid verschaffen inzake: - plantenkeuze; - inplanting plantgoed; - beoogde beplantingshoogtes. 2.2.5 2.2.5 Landschappelijke inpassing Bij elke aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning dient een landschapsplan te worden gevoegd.

Landschappelijke inpassing

Het landschapsplan moet duidelijkheid verschaffen inzake de landschappelijke inpassing van het project in zijn geheel.

Dit landschapsplan toont duidelijk aan hoe het project ingepast wordt in zijn onmiddellijke omgeving. Het landschapsplan kan samen met het beplantingsplan opgemaakt worden. 2.3. Ontsluiting

2.3. Ontsluiting

Rechtstreekse toegang naar de projectzone voor gemotoriseerd verkeer, vanop de Elisalaan, is niet toegelaten.

De projectzone mag niet rechtstreeks aansluiten op de Elisalaan.

De projectzone dient te worden ontsloten via het Nieuwlandplein (artikel 3).

De projectzone is voor gemotoriseerd verkeer enkel bereikbaar via het



Nieuwlandplein en de ondergrondse parkeergarage. Er mag maximaal één bovengrondse ontsluiting op de Elisalaan voorzien worden, dit ter hoogte van artikel 4: indicatieve aanduiding ontsluitingspunt. Ook zachte weggebruikers dienen geleid te worden naar de indicatieve aanduiding ontsluitingspunt (artikel 4). De ontsluiting voor artikel 1 mag ook gebruikt worden om de projectzone verder te bedienen.

Deze bijkomende ontsluiting kan gebruikt worden voor levering van goederen e.d..

2.4. Parkeervoorzieningen


De parkeervoorzieningen voor het hotel dienen in hoofdzaak ondergronds georganiseerd te worden en dienen ondergronds gekoppeld te worden aan de openbare parkeervoorzieningen onder het Nieuwlandplein.

Bij het ontbreken van voldoende parkeerplaatsen is het gemeentelijk belastingsreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen van toepassing.



Lijninfrastructuur (VCRO, art. 2.2.3. §2) Art. 3

Artikel 3. : openbaar domein

VERORDENEND



3.1. Bestemming

Zone bestemd voor openbare wegen en pleinen in functie van toegankelijkheid en lokale ontsluiting. Alle bijkomende acties, maatregelen en inrichtingen in functie van het optimaliseren van het openbaar domein zijn toegelaten. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar het woonklimaat van de omgeving, waarbij een evenwicht tussen verblijfskwaliteit en bereikbaarheid wordt vooropgesteld. 3.2. Inrichting

3.2. Inrichting

De inrichting en het beheer van het gebied zijn gericht op de verblijfskwaliteit en de interne circulatie in de buurt, zowel voor voetgangers en fietsers als voor gemotoriseerd verkeer. Alle werken en handelingen die deze doelstellingen ondersteunen zijn toegelaten. Bij de inrichting van het openbaar domein primeert de pleinfunctie. Verhardingen en parkeervoorzieningen dienen te worden beperkt tot een minimum. Bovengrondse bebouwing is hier niet toegelaten, met uitzondering van elementen ten behoeve van het gebruik zoals nutsgebouwen, bedieningshuis ondergrondse parking, schuilhuisjes, sanitaire inrichtingen en bergingen.


Een bedieningshuis voor een ondergrondse parking kan het volgende omvatten: een liftkoker, trap, betalingssysteem, openbaar toilet…


Ondergrondse bouwlagen in functie van parkeervoorzieningen, zijn toegelaten, mits deze geen significante negatieve effecten genereren op de aanliggende speciale beschermingszone. Ondergrondse nutsleidingen, bijzondere voorzieningen zoals verlichtingsarmaturen, wegwijzers, verkeersborden, straatmeubilair, groenvoorzieningen, kunstwerken en installaties horende bij de ondergrondse nutsleidingen, zijn toegelaten. Inplanting bovengrondse constructies Afstand tot de rooilijn minimum 8 meter, met uitzondering van de borstwering bij in- en uitritten (0 meter). Inplanting ondergrondse gebouwdelen Zie aanduiding ‘ondergrondse uiterste bouwzone’ op bestemmingsplan. Afstand tot de rooilijn Elisalaan: 8 meter Afstand tot de andere rooilijnen: 0 meter

Volume en afmetingen: - Maximaal één bovengrondse bouwlaag. - Kroonlijsthoogte bovengrondse bouwlaag: maximaal 3,00 meter – verplichtend plat dak. - Maximaal 100m² bovengrondse bebouwing. - Maximaal twee ondergrondse bouwlagen. 3.3. Ontsluiting

Bovengrondse bebouwing zoals nutsgebouwen, bedieningshuis ondergrondse parking, schuilhuisjes, sanitaire inrichtingen en bergingen…

3.3. Ontsluiting

Er mag maximaal één bovengrondse ontsluiting naar de Elisalaan voorzien worden, dit via de indicatieve aanduiding ontsluitingspunt (artikel 4). Ook zachte weggebruikers dienen geleid te worden naar de indicatieve aanduiding ontsluitingpunt (artikel 4).



3.4. Water Maximale infiltratie van regenwater grondwaterreserves te bevoorraden.

3.3.Water in

de

duinbodem

teneinde

de

De wanden van de ondergrondse parkeergarage dienen ondoorlaatbaar te zijn. Indien voor de werken bronbemaling toegepast zal worden, dient zoveel mogelijk opgepompt water terug in de grond te worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Retourbemaling dient te worden toegepast op uitdrukkelijke voorwaarde dat er geen verzilt water in de ontvangende zoetwaterlens zal worden gebracht. 3.5. Parkeervoorzieningen


Bovengrondse parkeerplaatsen mogen enkel voor kort parkeren worden aangewend. Er is maximaal één inrit en één uitrit, vanop het plein tot de ondergrondse parkeergarage, toegelaten. De in-uitritten tot de ondergrondse garages hebben een helling van maximum 4% over de eerste 5 meter vanaf het openbaar domein. De in- en uitrit dienen zodanig ingeplant te worden dat het zicht op het openbaar domein, bij het in- of uitrijden, maximaal is.



Lijninfrastructuur (VCRO, art. 2.2.3. §2)

Artikel 4. : indicatieve aanduiding ontsluitingspunt

VERORDENEND



4.1. Bestemming

Ter hoogte van deze indicatieve aanduiding dient de hoofdontsluiting van: - Artikel 1.: zone voor natuurherstel met nabestemming natuurreservaat; - Artikel 2.: projectzone; - Artikel 3.: openbaar domein; op de Esenweg voorzien te worden. Zowel voertuigen als zachte weggebruikers dienen naar dit ontsluitingspunt geleid te worden. 4.2. Inrichting

4.2. Inrichting

Het openbaar domein (artikel 3) kent slechts één ontsluitingspunt. Artikel 1 (zone voor natuurherstel met nabestemming natuurreservaat) en artikel 2 (projectzone) worden ontsloten via artikel 3 (openbaardomein), met het ontsluitingspunt op de Elisalaan ter hoogte van de indicatieve aanduiding. De effectieve ontsluitingsweg heeft een maximale breedte van 6,00 meter.



De as van de ontworpen ontsluitingsweg mag maximaal 3,00 meter afwijken van het aangegeven ontsluitingspunt. 3m

3m

Schematische aanduiding ontsluitingspunt Bij de inrichting geldt als principe dat de verblijfskwaliteit in harmonie dient te zijn met de ontsluitingsfunctie, meer specifieke de link met voetgangers en fietsers. Ondergrondse nutsleidingen, bijzondere voorzieningen zoals verlichtingsarmaturen, wegwijzers, verkeersborden, straatmeubilair, groenvoorzieningen, kunstwerken en installaties, horende bij de ondergrondse nutsleidingen, zijn toegelaten.



RUP Nieuwlandplein - Screening plan-m.e.r.-plicht

Recommend Documents