Screening plan-MER-procedure RUP Binnenstad Datum: Van: Betreft:
19 december 2008 Isabelle Verhaert Screeningnota i.k.v. plan-MER- procedure RUP Binnenstad
Inhoudsopgave 1
Inleiding................................................................................................................................... 3 1.1 Inlichtingen en coördinaten initiatiefnemer .......................................................................................3 1.2 Aanleiding voor de opmaak van het RUP..........................................................................................3 1.2.1 Begrip gemeenschapsuitrusting niet langer toereikend ...............................................................3 1.2.2 Uitholling van de beschermingsfunctie wonen............................................................................4 1.3 Toetsing aan de plan-MER-plicht ......................................................................................................4 1.4 Voorgeschiedenis ...............................................................................................................................5 1.5 Beschrijving van het RUP Binnenstad...............................................................................................5 1.5.1 Plangebied ...................................................................................................................................5 1.5.2 Herziening BPA Binnenstad........................................................................................................6 1.5.3 Monumenten................................................................................................................................7 1.5.4 Archeologie .................................................................................................................................7 1.5.5 Gemeenschapsuitrustingen ..........................................................................................................7 1.5.6 Detailhandel en horeca, exclusief hotel .......................................................................................8 1.5.7 Hotel en toerisme.........................................................................................................................8 1.5.8 Openbaar domein.........................................................................................................................8 1.5.9 Open ruimten ...............................................................................................................................8 1.5.10 Parkeren en mobiliteit ..............................................................................................................8 1.5.11 Prostitutie .................................................................................................................................9 1.5.12 Kantoren ...................................................................................................................................9 1.5.13 Wonen ......................................................................................................................................9 1.5.14 Hoogbouw ................................................................................................................................9 1.5.15 Harmonie..................................................................................................................................9
2
Beleidsvisie en planningscontext........................................................................................... 10 2.1 Het strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen ......................................................................10 2.2 Gewestplan.......................................................................................................................................11 2.2.1 Het gewestplan: KB 03/10/79....................................................................................................11 2.2.2 Herziening van het gewestplan: MB 28/10/98 ..........................................................................12 2.2.3 Herziening van het gewestplan: MB 07/07/00 ..........................................................................13 2.3 Plannen van aanleg...........................................................................................................................13 2.3.1 Bestaande BPA’s in het plangebied...........................................................................................13 2.4 Verkavelingsvergunningen ..............................................................................................................16 2.5 RUP Binnenstad...............................................................................................................................16 2.6 Biologische waarderingskaart, versie 2............................................................................................17
3
Screening mogelijke effecten ................................................................................................ 18 3.1 3.2
Inleiding ...........................................................................................................................................18 Beschrijving van referentiesituatie, geplande situatie en milieueffecten .........................................18
Stadsontwikkeling
1 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6 3.2.7 3.2.8
4 5
Bodem en grondwater................................................................................................................18 Oppervlaktewater.......................................................................................................................19 Geluid en trillingen....................................................................................................................21 Lucht..........................................................................................................................................21 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie ......................................................................22 Fauna en flora ............................................................................................................................23 Mens – ruimtelijke en sociale aspecten .....................................................................................25 Mens – verkeer ..........................................................................................................................26
Argumentatie waarom geen plan-MER opgemaakt dient te worden..................................... 27 Verzoek tot advies binnen 30 dagen...................................................................................... 27
Stadsontwikkeling
2 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
1 1.1
Inleiding Inlichtingen en coördinaten initiatiefnemer
De initiatiefnemer voor het opstellen van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad is de stad Antwerpen, Grote Markt 1, 2000 Antwerpen.
1.2
Aanleiding voor de opmaak van het RUP
In het kader van het meerjarenplan 2008-2012 werd de vraag gesteld aan het bedrijf stadsontwikkeling voor het herbestemmen van enkele gebouwen gelegen in de zone voor gemeenschapsuitrusting, naar aanleiding van de valorisatie van verschillende stadseigendommen. In een overleg tussen de diensten van het bedrijf stadsontwikkeling werden verschillende modellen besproken voor deze herbestemming, gaande van een zeer lokale herziening die inzoomt op de stadseigendommen naar een algemene herziening die kijkt naar het gebied dat verder de Binnenstad wordt genoemd. Aan het college wordt voorgesteld te kiezen voor een algemene herziening van al de bijzondere plannen van aanleg (BPA’s) die actief zijn in de Binnenstad. De herziening die hier voorgesteld wordt vertrekt vanuit een duidelijke appreciatie voor de filosofie en de opbouw van het BPA Binnenstad. Dit BPA werkt vandaag nog zeer goed, en de manier waarop er een evenwicht gezocht wordt tussen flexibiliteit en juridische zekerheid moet zeker behouden blijven. Toch wordt er voor een algemene en gebiedsgerichte herziening gekozen in plaats van punctuele wijzigingen van het BPA Binnenstad omdat de concrete aanleiding voor de herziening, de verkoop van enkele stadseigendommen, gezien moet worden in het kader van meer algemene problemen met de verschillende BPA’s in de Binnenstad: 1.2.1 Begrip gemeenschapsuitrusting niet langer toereikend Een eerste reden voor een algemene herziening van de bijzondere plannen van aanleg (BPA’s) die gelden in de Binnenstad is de ruimere invulling van het begrip gemeenschapsvoorziening of gemeenschapsuitrusting. De inhoud van dit begrip is de laatste jaren gevoelig gewijzigd. Vroeger waren gemeenschapsvoorzieningen bedrijven met een openbaar nutskarakter en zij functioneerden zonder enig winstbejag. Het merendeel van deze bedrijven waren eigendom van de stad, de provincie, het gewest of de staat. Met de privatiseringsgolf van bedrijven als “Belgacom, Post, NMBS, en het voorafgaandelijk competitief maken ervan, maar ook ziekenhuizen en bejaarden- of gehandicapteninstellingen die vandaag zoeken naar een exploitatie die niet verlieslatend is” 1 , wordt het begrip gemeenschapsvoorzieningen aanzienlijk verruimd. “Het criterium van afwezigheid van enig winstbejag kan niet langer gehanteerd worden bij de beoordeling van het karakter van de gemeenschapsvoorziening.” 2 Onder gemeenschapsvoorzieningen wordt vandaag gerekend de niet-commerciële dienstverlening van de overheid, het onderwijs, de sociaal-medische dienstverlening, de voorzieningen voor cultuur, recreatie en ontmoeting, kerkelijke voorzieningen en religieuze gebouwen en centra, club- en buurthuizen, muziekscholen en vrije tijdscentra, bioscopen, accommodatie voor verenigingsleven, congres- en tentoonstellingsinfrastructuur. 3 Enerzijds is er dus een verruiming van de term gemeenschapsvoorzieningen en anderzijds zien we dat de verschillende overheden en stadsdiensten gemakkelijker gebouwen verkopen en aankopen. Hierdoor ontstaat er een situatie waar veel gemeenschapsvoorzieningen buiten de zone voor gemeenschapsvoorzieningen gelegen zijn en dat er binnen de zone voor gemeenschapsvoorzieningen meer en meer particuliere gebouwen zijn. Dit is een problematiek die bevestigd wordt door de dienst stedenbouwkundige vergunningen van de stad Antwerpen. Hierdoor worden meer en meer bouwvergunningen aangevraagd die eigenlijk een zonevreemde functie voorzien in de zone voor gemeenschapsuitrusting. Een meer flexibelere invulling van deze zone in het 1 2 3
Sebreghts, H.C.; Tijs, Reiner: Ruimte Ordenen. Het juridisch kader. Uitgeverij Vanden Broele, 2007, p. 369 Ibid, p.370
Ibid, p.367
Stadsontwikkeling
3 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
BPA Binnenstad is dus wenselijk. Ook bij de afdeling ruimtelijke ordening van de stad Antwerpen zien we dat er als maar meer vraag is naar een herbestemming. De laatste 10 herzieningen van het BPA Binnenstad zijn allen postzegel-BPA’s die als enige doel de herbestemming van een gebouw hebben, meestal naar aanleiding van een verkoop. Vaak is dit de verkoop van een gebouw van de stad zelf (herziening van het BPA Binnenstad van 13-07-2000, 19-11-2003, 16-06-2005, 18-09-2007 - Bogaardeplein en 18-09-2007 het Zeemanshuis), van het Instituut voor Tropische Geneeskunde of de Universiteit Antwerpen, of de verkoop van een openbaar domein door de stad na een aanpassing van de rooilijnen (Hopland). Dit zijn bijna allemaal zones voor gemeenschapsvoorziening die na de verkoop geheel of gedeeltelijk een herbestemming krijgen. De eerste aanleiding tot de opmaak van het RUP kadert dus in een algemeen probleem met de zone voor gemeenschapsuitrusting. Dit probleem wordt sinds 1991 individueel aangepakt met de opmaak van verschillende postzegel-BPA’s. Vandaag stelt het bedrijf stadsontwikkeling een structurelere aanpak voor. 1.2.2 Uitholling van de beschermingsfunctie wonen Het BPA Binnenstad en het BPA Antwerpen-Zuid-binnen de Leien zijn opgesteld in een tijd waarin het bewonersaantal van de Binnenstad drastisch gedaald was, van 82745 inwoners in 1920 naar 21584 inwoners in 1977. De oorspronkelijke reden voor de opmaak van dit BPA in 1980 was de versterking en aanmoediging van de woonfunctie in heel de Binnenstad. Vandaag zien we een lichte stijging in het bewonersaantal van de Binnenstad, maar met 20432 inwoners in 2006 zit men nog onder het niveau van de jaren’70. Door de jaren heen is deze stimulatie van de woonfunctie van het BPA verzwakt, omdat het huidige juridische apparaat vaak een striktere beschrijving vraagt en minder interpretatie duldt dan dertig jaar geleden. Op dit moment bestaat er een interpretatiemogelijkheid in de tabel van de bestemmingen in de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Binnenstad die kan leiden tot misverstanden rond de termen hoofdbestemming en nevenbestemming. Hierdoor valt de stimulering van de woonfunctie in enkele zones weg bij een strikte interpretatie van het BPA. Het wegwerken van deze interpretatiekloof en daarmee terug de voorrang geven aan de woonfunctie, naar de filosofie van de oorspronkelijke BPA’s is een van de redenen voor het opmaken van deze herziening.
1.3
Toetsing aan de plan-MER-plicht
Stap 1: Het RUP valt onder de definitie van een plan of programma. Stap 2: Het RUP valt onder het toepassingsgebied van het DABM aangezien het een kader vormt voor stedenbouwkundige vergunningen. Stap 3: Onderhavig RUP is niet van rechtswege plan-MER-plichtig omdat: - Het slechts een kleine wijziging inhoud tegenover de geldende bestemmingsplannen: De structuurschets van de Binnenstad, opgemaakt in 1973, die aan de basis lag van het BPA Binnenstad en het BPA Antwerpen-Zuid-binnen de Leien ligt volledig in de lijn van het huidige strategische Ruimtelijke Structuurplan: Antwerpen Ontwerpen. Hierdoor worden de ruimtelijke uitgangpunten volledig herbevestigd in het nieuwe RUP. Ook de opbouw van het BPA Binnenstad wordt overgenomen, aangezien het een verruimd BPA is, dat flexibel is en de dialoog bevorderd tussen de stad, de architect en de bouwheer. Dit plan vormde de inspiratie voor vele BPA’s in een bestaand stedelijk weefsel en werkt nog zeer goed bij de vergunningverlening vandaag. Daarom werd ervoor gekozen slechts kleine aanpassingen te doen aan het bestaande plan. - Geen passende beoordeling vereist is.
Stadsontwikkeling
4 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
Het RUP valt wel onder de “screeningplicht”, vandaar onderhavige screeningnota.
1.4
Voorgeschiedenis
Het bijzonder plan van aanleg (BPA) Binnenstad werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 25 maart 1980. Het BPA ‘Antwerpen-Zuid-binnen de Leien’ werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 2 december 1985. Het BPA nr. 24 ‘Zwanengang en omgeving’ werd goedgekeurd bij koninklijk besluit van 24 januari 1957. Er werden tussen 1980 en 1988 negen BPA’s goedgekeurd die enclaves vormen in het BPA Binnenstad. Er werden tussen 1991 en 2007 tien BPA’s goedgekeurd die een herziening waren van het BPA Binnenstad. Het gewestplan werd goedgekeurd bij koninklijk besluit van 3 oktober 1979. Een herziening van het gewestplan, die het woongebied met culturele, historische en esthetische waarde (CHE-gebied) afbakent, werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 28 oktober 1998. Een herziening van het gewestplan die de bijzondere voorschriften betreffende de hoogte van de gebouwen veranderde, werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 7 juli 2000. Het strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA) werd goedgekeurd door de deputatie van 21 december 2006 en voorziet een aanpassing van het BPA Binnenstad naar aanleiding van wijzigende maatschappelijke omstandigheden, bouwblokprojecten of beeldkwaliteitplannen. De procesnota van het RUP Binnenstad werd door het college goedgekeurd op 26 oktober 2007 (jaarnummer 14095), hierin werd besloten een nieuw gebiedsgericht RUP op te maken dat alle ruimtelijke juridische instrumenten in de Binnenstad en het ‘Zuid aan de Leien’ vervangt. Het nieuwe plangebied wordt verder Binnenstad genoemd. De richtnota van het RUP Binnenstad werd door het college goedgekeurd op 18 juli 2008. De richtnota vormt de basis voor het verder onderzoek in functie van de opmaak van een voorontwerp-RUP. De richtnota behoort met andere woorden nog tot het voortraject van een RUP en niet tot de wettelijke procedure van een RUP.
1.5
Beschrijving van het RUP Binnenstad
1.5.1 Plangebied Het plangebied bevindt zich op de rechteroever van de Schelde. Het is gelegen in het oudste deel van de stad. Het wordt in het noorden afgebakend door de Oudeleeuwenrui, in het zuiden door de Van der Sweepstraat en de achterste perceelsgrens van de gebouwen die grenzen aan de Jan Van Gentstraat. Het ligt tussen de Kaaien en de Leien. Het totale gebied is ongeveer 300ha groot. Dit gebied wordt de Binnenstad genoemd, naar de wijkindeling die is opgemaakt voor de voetgangersbewegwijzering van Antwerpen en die is goedgekeurd in het college op 15 februari 2008. De Binnenstad bevat de wijken 'Historisch Centrum', 'Schipperskwartier', 'Universiteitsbuurt', 'Meir', 'Sint-Andries', 'Theaterbuurt' en 'Het Zuid'.
Stadsontwikkeling
5 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
plangebied
zuidelijke randen plangebied
De grenzen van het plangebied lopen aan de Leien, de Oudeleeuwenrui en de Scheldekaaien op de bouwlijn van de gebouwen aan de zijde van de Binnenstad. De Leien, de Oudeleeuwenrui en de Scheldekaaien zelf zijn dus niet opgenomen in het RUP Binnenstad. De grens in het zuiden loopt via de Van der Sweepstraat en de achterste perceelsgrens van de gebouwen die grenzen aan de Jan Van Gentstraat, waardoor al de gebouwen gelegen aan de Jan Van Genstraat in het RUP zijn opgenomen.
1.5.2
Herziening BPA Binnenstad
De visies en concepten van het “strategisch Ruimtelijk Structuurplan: Antwerpen Ontwerpen”, van het plan “Stad aan de Stroom”, van de structuurschets Binnenstad en de verschillende herzieningen van het BPA Binnenstad worden overgenomen. Deze richtnota voert voornamelijk kleine ingrepen uit, gelet op een aantal maatschappelijke evoluties. Er wordt gewerkt vanuit het bestaande bijzondere plan van aanleg (BPA) van de Binnenstad. Het RUP Binnenstad wordt dus een herziening van het vroegere BPA Binnenstad. Dit is een verruimd BPA dat dertig jaar geleden werd opgemaakt en dat tot op de dag van vandaag nog zeer goed werkt. Het BPA Binnenstad is goedgekeurd in 1980 en hieraan is een onderzoek voorafgegaan van ongeveer 5 jaar waarin elk gebouw van de Binnenstad en elke plaats werd onderzocht. Het is niet nodig om dit grootschalig onderzoek over te doen, aangezien de basiselementen en de bestemmingszones nog dezelfde zijn. Deze zones zijn namelijk gebaseerd op de typologie van de gebouwen en het weefsel van de Binnenstad is de laatste dertig jaar niet fundamenteel veranderd. Toch is de manier waarop wij met deze gebouwen omgaan, de manier van bouwen en verbouwen, van kopen en verkopen de laatste 30 jaar wel gewijzigd. Vanuit deze wijzigingen in de maatschappelijke context ontstond er wel de noodzaak om de voorschriften zelf te herzien. Dit betekent dat elk gebouw niet afzonderlijk is onderzocht, maar dat het onderzoek beperkt is gebleven tot het geheel van de bestemmingszones. Hierdoor worden per bestemmingszone wel aangepaste
Stadsontwikkeling
6 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
functies en inrichtingsprincipes voorgesteld, maar worden er geen individuele bestemmingswijzigingen gedaan op het niveau van de gebouwen. 1.5.3 Monumenten 1 Het plangebied blijft een CHE-gebied: Het CHE-gebied dat momenteel vastgelegd is door het gewestplan en dat een wenselijkheid van behoud uitdrukt voor alle gebouwen in de Binnenstad, wordt overgenomen en gemoderniseerd. Het CHE-gebied geldt zowel voor de buitenzijde als voor interieurs van de gebouwen. 2 Monumenten en stadsgezichten worden vrijgesteld van bestemmingsbeperkingen: Hiermee wordt niet bedoeld dat er geen bestemmingsvoorschriften zijn, maar dat alle functies die mogelijk zijn in het RUP, mogelijk zijn in monumenten en stadsgezichten. De functie mag echter enkel worden toegestaan voor zover ze verenigbaar is met de onmiddellijke omgeving en de voorwaarden van het beschermingsbesluit. Het voorstel is om deze vrijstelling te laten gelden voor monumenten die volledig beschermd zijn en voor beschermde stadsgezichten. 3 Een lijst van niet-beschermde waardevolle gebouwen wordt opgesteld: In een eerste fase zal deze lijst bestaan uit de gebouwen op de inventaris: “Bouwen door de eeuwen heen”. Nadien zal deze lijst door gedetailleerd onderzoek van de afdeling monumentenzorg aangevuld worden. Deze lijst kan afzonderlijk in een verordening worden vastgelegd, waardoor hij flexibeler gewijzigd kan worden en steeds vervangen en aangevuld kan worden. Bij deze gebouwen komt een extra verduidelijking over de waarde van het gebouw bovenop het CHE-gebied en zij krijgen een bescherming als waardevol pand. Dit houdt in dat de waardevolle elementen waaraan het pand zijn bescherming te danken heeft in principe behouden moeten blijven. De vrijstelling van bestemmingsbeperkingen zoals hoger vermeld is niet van toepassing op deze lijst, tenzij ze tegelijk beschermd zijn als monument of stadsgezicht.
1.5.4 Archeologie In de voorschriften wordt een archeologisch advies noodzakelijk bij elke terreinwijziging. De toelichtingsnota beschrijft de te verwachten archeologische situatie in de Binnenstad, verklaart de archeologische beleidsadvieskaart en legt de procedure en overeenkomst uit die gevolgd wordt bij een eventueel archeologisch onderzoek tussen de stad en de bouwheer.
1.5.5 Gemeenschapsuitrustingen De zone voor gemeenschapsuitrusting wordt vervangen door de zone voor publieksgerichte gebouwen en de bestemmingsvoorschriften van deze zone worden uitgebreid. Kantoren worden in deze zone toegelaten tot een maximale bruto vloeroppervlakte (bvo) van 1500 m². De toegelaten bestemming bij de zone voor publieksgerichte gebouwen is niet langer gekoppeld aan de eigenaar of gebruiker, maar aan de karakteristieken van de gebouwen zelf. Dit betekent dat de ‘reservatie’ van gronden voor overheidsfuncties en gemeenschapsfuncties wegvalt in het RUP. Dit kan geregeld worden door een duurzaam grond- en pandenbeleid. Het publieke karakter van de gebouwen wordt in deze zone wel beter beschermd door een voorschrift. Overheidskantoren en administratieve gebouwen van de overheid worden niet langer beschouwd als gemeenschapsfuncties, maar als kantoren omdat zij dezelfde stedenbouwkundige impact hebben als private kantoren. Een overgangsmaatregel wordt voorgesteld voor de gebouwen die wel vergund zijn als gemeenschapsuitrustingen, maar waarvan het feitelijke gebruik een kantoorfunctie is. Het begrip gemeenschapsvoorziening wordt dan ook strikter gedefinieerd en blijft toegestaan in elke bestemmingszone.
Stadsontwikkeling
7 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
1.5.6 Detailhandel en horeca, exclusief hotel Zone voor woningen: Wonen is de hoofdfunctie, maar detailhandel en horeca zijn hier beperkt toegelaten. De beperking bedraagt een maximale bruto vloeroppervlakte en ze zijn enkel toegelaten op de benedenverdieping. Overdruk detailhandel type 1: Detailhandel en horeca komen hier gemengd voor met wonen, maar blijven beperkt tot de benedenverdieping. Voor detailhandel is een ruimere bvo toegelaten. Overdruk detailhandel type 2: Dit is een overdruk voor winkels en kleinschalige horeca op de benedenverdieping. Detailhandel is ook toegelaten op de eerste verdieping en in de kelder. Handelsgehelen en een uitbreiding van detailhandel naar de 2de verdieping kan enkel met een uitzonderingsmaatregel, die individueel gemotiveerd en beoordeeld dient te worden. Overdruk detailhandel en horeca type 3: Winkels en horeca zijn toegelaten in de kelder, op de gelijkvloerse en eerste verdieping, uitbreiding hiervan is toegelaten zoals in overdruk type 2. Dit is het enige gebied waar ook horecagelegenheden mogelijk zijn die onder rubriek 32.1 van Vlarem II vallen, als zij een capaciteit van minder dan 750 personen hebben. Een discotheek met een capaciteit van meer dan 750 personen is nergens toegelaten in de Binnenstad.
1.5.7 Hotel en toerisme Hotels zijn overal in de Binnenstad onbeperkt toegelaten behalve in de zones voor woningen A, B en C die niet in een overdruk detailhandel en horeca type 3 gelegen zijn. Hier wordt de beperking op het aantal kamers van het BPA Binnenstad opgeheven. De beperking geldt in het RUP op het samenvoegen van percelen (maximum 2). De grootte van het hotel wordt daarmee afhankelijk van de grootte van het gebouw, waarin het gelegen is en niet langer van het aantal kamers.
1.5.8 Openbaar domein Rooilijnen vervallen en worden vervangen door een zone voor openbaar domein met een eigen voorschrift. Dit voorschrift beschrijft openbaar domein als eigendom van een overheid en publiek toegankelijk. Bebouwing is mogelijk op het openbaar domein indien het tot de inrichting van het openbaar domein behoort, het algemeen nut dient en/of de beleving van de omliggende ruimte versterkt. Dit is niet in tegenstrijd met de juridische definitie van openbaar domein en het voorschrift komt niet in conflict met het beleid rond gesloten terrassen. 1.5.9 Open ruimten De waardevolle open ruimten worden beschermd samen met de monumenten waartoe zij behoren. De porositeit van de Binnenstad wordt bewaard en aangemoedigd door een algemeen voorschrift: Percentage open ruimte/bebouwde ruimte moet per perceel gelijk blijven, een gemotiveerde afwijking is mogelijk. 1.5.10 Parkeren en mobiliteit Voor het laden en lossen werden de regels voorgesteld in het parkeerbeleidsplan overgenomen. Voor de parkeernormen wordt er parkeersturend gewerkt in de Binnenstad. Dit betekent dat de opgelegde norm
Stadsontwikkeling
8 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
streeft naar zo weinig mogelijk parkeerplaatsen in de Binnenstad. Een individuele afwijking hiervan is steeds mogelijk, na motivatie en overleg. Enkel in twee specifieke gevallen wordt de bouw van ondergrondse parkeerplaatsen verplicht, bij grotere woningbouwprojecten en bij supermarkten van een bepaalde grootte. Woningen: geen parkeernormen voor individuele woningen. Voor woningen met meer dan 5 wooneenheden wordt een parkeernorm van 1,1 parkeerplaatsen per wooneenheid opgenomen. Een afwijking is mogelijk mits motivatie. Detailhandel en horeca: 0 parkeerplaatsen per 100m². Uitzonderingen kunnen toegestaan worden, mits motivatie tot 3,5pp/100m². Voor bepaalde handelszaken (supermarkten) met netto handelsoppervlakte>1000m² worden parkeerplaatsen opgelegd in samenspraak met dienst mobiliteit. Kantoren: 1,0 pp per 100m², uitzonderingen kunnen toegestaan worden tussen 0 pp/100m² tot 2pp/100m². Hotels: 0 tot 0,5 parkeerplaatsen per kamer. Een afwijking is mogelijk mits motivatie. Onderwijs: 0 parkeerplaatsen per klas. Een afwijking is mogelijk mits motivatie. Zorginstellingen, sportcomplexen, sociaal-culturele instellingen: per bouwaanvraag wordt mits motivatie en overleg een parkeernorm bepaald. Deze voorstellen voor parkeernormen zijn richtlijnen die nog verder onderzocht worden naar aanleiding van het voorontwerp-RUP Binnenstad. Er zal ook continu nagekeken worden of deze voorstellen passen in het algemeen beleid rond parkeren van de stad.
1.5.11 Prostitutie De ruimtelijke reglementen rond raamprostitutie die op dit moment in de politiecodex verankerd zijn, worden in het RUP Binnenstad of in een stedenbouwkundige verordening overgenomen.
1.5.12 Kantoren Aan de zone voor kantoren wordt niets gewijzigd, in deze zone zijn alle functies die voorkomen in het RUP onbeperkt toegelaten. Zone voor kantoren en zone voor niet-hinderlijke bedrijven worden samengevoegd. In de bestemmingszone voor publieksgerichte gebouwen worden kantoren toegelaten tot 1500 m².
1.5.13 Wonen Wonen blijft in elk zone onbeperkt toegelaten. 1.5.14 Hoogbouw De beperkingen op de hoogte van gebouwen worden van het gewestplan overgenomen in afwachting van de hoogbouwnotitie in opmaak die hier andere uitspraken over kan doen.
1.5.15 Harmonie De harmonieregel van het BPA Binnenstad wordt overgenomen en moderner geformuleerd.
Stadsontwikkeling
9 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
2 2.1
Beleidsvisie en planningscontext Het strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen
Het strategisch Ruimtelijke Structuurplan: Antwerpen Ontwerpen (s-RSA) en het richtgevend gedeelte van het s-RSA geeft letterlijk aan dat een aanpassing van het BPA Binnenstad nodig kan zijn in de komende jaren: "In de Binnenstad kan indien nodig het BPA Binnenstad aangepast worden naar aanleiding van bouwblokprojecten, wijzigende maatschappelijke omstandigheden en het beeldkwaliteitplan." i De Binnenstad bevindt zich volledig in de strategische ruimte van de harde ruggengraat. De strategische projecten binnen het plangebied zijn de Gedempte Zuiderdokken, het Schipperskwartier, de Universiteitsbuurt en het Theaterplein. In het eerste strategisch project, de Gedempte Zuiderdokken, zal een studie uitwijzen wat de verschillende mogelijkheden voor deze plaats zijn. Het RUP Binnenstad zal hier zelf geen rechtstreekse uitspraken over doen. Wel wordt het RUP Binnenstad opgemaakt in samenspraak met de programmaleider en projectleider van de Gedempte Zuiderdokken, om de beste randvoorwaarden te creëren voor dit toekomstig project. Het Schipperskwartier is een project dat reeds uitgevoerd is, maar hier zijn nog enkele praktische problemen rond ruimtelijke randvoorwaarden (zie thema prostitutie). Dit wordt opgenomen en zal bijgestuurd worden in het RUP Binnenstad of in een verordening. De laatste projecten zijn reeds in uitvoering.
Figuur 3 | Harde Ruggengraat .
Stadsontwikkeling
10 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
Het strategisch Ruimtelijk Structuurplan: Antwerpen Ontwerpen haalt de volgende aandachtspunten aan met betrekking op de Binnenstad:
Herstellen van de relatie tussen de Binnenstad en de Schelde; Verbetering van het lager netwerk; Enkel bestemmingsverkeer toelaten in de Binnenstad, doorgaand verkeer moet via de Leien omgeleid worden; Terugdringen van de leegstand; Handelsactiviteiten, wonen en werken moet beter geïntegreerd worden in elkaars nabijheid; Opvullen holtes in straatwand; De straat profileren als voorkeurslocatie; ’Gated Communities’ worden geweerd; Wonen boven winkels: specifieke instrumenten zijn noodzakelijk om de beschikbaarheid van de hogere bouwlagen te vergroten, boven op de winkels op het gelijkvloers; het is noodzakelijk om deze vernieuwing te stimuleren door middel van financiële instrumenten (subsidies, aanmoedigingen, …); Herinvulling van voormalige kantoorgebouwen: de transformatie van vervallen kantoorgebouwen naar woningen dient gestimuleerd te worden; Aanpassing nieuwe levensstijlen (wonen en werken): onderzoek naar nieuwe typologieën is noodzakelijk; Nieuwe porositeit: recente oefeningen vanuit de bouwblokstrategie geven nieuwe inzichten. De algemene principes van het BPA Binnenstad (de zgn. harmonieregel) kunnen behouden blijven, maar het BPA dient op een correcte, maar flexibele manier toegepast te worden, teneinde kwalitatief om te gaan met de veranderingen die de stad ondergaat. Meer functionele flexibiliteit kan worden ingevoerd in dit BPA; Cultureel historisch erfgoed en markante gebouwen: een duurzaam omgaan met historisch of archeologisch waardevolle gebouwen of structuren vormt een speerpunt zodat de identiteit van de Binnenstad wordt gevrijwaard; Voorzieningen op wijk- en grootstedelijk niveau; Het statuut van het CHE-gebied moet meer juridische waarde krijgen; Beeldkwaliteit moet ingevoegd worden in stedelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen; In de Binnenstad staat verwevenheid van functies centraal; Op het Zuid en tussen de Meir, Leien en Wilde Zee moet deze mix getemperd worden, zodat de woonfunctie hier niet wordt verdrongen.
Elk van deze puntjes werd opgenomen in het onderzoek dat deze richtnota voorafgaat. Sommige punten kunnen letterlijk opgenomen worden als een doelstelling van het RUP zelf, andere punten vragen een meer actief beleid en zullen op een andere manier behandeld worden. Hier zal voornamelijk gekeken worden of het RUP een eventuele toekomstige maatregel of project niet onmogelijk maakt.
2.2 2.2.1
Gewestplan Het gewestplan: KB 03/10/79
In het gewestplan wordt het ganse plangebied aangeduid als woongebied. De enige uitzondering hierop zijn de Gedempte Zuiderdokken die aangeduid zijn als parkgebied. “Voorschriften Woongebieden: Artikel 5.1 De woongebieden
Stadsontwikkeling
11 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
1.0.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied opmeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaalculturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Voorschriften Parkgebieden: Artikel 14 4.4 De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen.“
2.2.2
Herziening van het gewestplan: MB 28/10/98
In deze herziening krijgt het plangebied een andere bestemming, van woongebied naar woongebied met culturele, historische en esthetische waarde. In dit gebied geldt de wenselijkheid van behoud. De stad voert dit uit door bij elke bouwaanvraag een CHE-rapport te vragen. In de toelichtingsnota van de herziening wordt de bestemming als volgt beschreven: “Zones met culturele, historische en esthetische waarde: De specifieke stedelijke context met een grote concentratie aan historische gebouwen biedt in het grootstedelijk gebied Antwerpen een waaier aan culturele, historische en/of esthetische waarden, die een bescherming als landschap, monument, stads- of dorpsgezicht overstijgen. Een appreciatie op het niveau van het gewestplan, door de opname van (niet als dorpsgezicht of stadsgezicht beschermde) gebieden als zones met culturele, historische en esthetische waarde, zou in de toekomst een beter behoud van deze waarden moeten waarborgen. […] A16. Antwerpen – historische binnenstad en Zuidkwartier (kaartblad 15/3) Wijziging van woongebied naar woongebied met culturele, historische en esthetische waarde
Stadsontwikkeling
12 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
(323 ha) omwille van de aanwezigheid van een belangrijke bovengronds bouwhistorisch-archief in de historische binnenstad en omdat de Zuidwijk een voorbeeld is van een negentiende-eeuwse planmatige stadsaanleg waarin industriële en havenactiviteiten en culturele activiteiten verzoend worden met een voorname woonwijk.”
2.2.3
Herziening van het gewestplan: MB 07/07/00
In het gewestplan van 1979 werd er al een beperking gesteld op de hoogte van de gebouwen in het plangebied. In deze wijzigingen worden de voorschriften betreffende de hoogte van de gebouwen veranderd: “Artikel 1. Bijzondere voorschriften betreffende de hoogte van de gebouwen. Artikel 1 van de aanvullende stedenbouwkundige voorschriften die behoren bij het gewestplan Antwerpen, vastgesteld bij koninklijk besluit van 3 oktober 1979 houdende vaststelling van het gewestplan Antwerpen, zoals meermaals gewijzigd, wordt vervangen door de volgende bepaling: §1. Voor het optrekken van gebouwen gelegen in de volgende woongebieden, gelden de hierna vermelde bijzondere voorschriften: 1° in het stadscentrum van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad begrensd door de Leien; […] In deze gebieden wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria: 1° de in de onmiddelijke omgeving aanwezige bouwhoogten; 2° de eigen aard van de hierboven vermelde gebieden; 3° de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.”
2.3 2.3.1
Plannen van aanleg Bestaande BPA’s in het plangebied
Op dit moment zijn in het plangebied 22 verschillende BPA’s actief. Hieronder vallen vier types plannen van aanleg: Het eerste type is het oudste plan van 1957, BPA nr.24 ‘Zwanengang en omgeving’. Dit is een onteigeningsplan dat in de vorm van een BPA is opgesteld en zo overgenomen is door een verwijzing in het BPA Binnenstad. Dit BPA is nog steeds actief. Het tweede type is het ‘verruimd BPA’. Dit zijn BPA’s die een groter gebied beslaan en als basis dienen voor deze herziening. Hieronder valt het BPA Binnenstad en het BPA Antwerpen-Zuid-binnen de Leien, die respectievelijk in 1980 en 1985 zijn goedgekeurd. Deze BPA’s zijn opgebouwd volgens dezelfde filosofie, ze hebben dezelfde stedenbouwkundige voorschriften en grenzen aan elkaar. Tot het derde type behoren de oudere BPA’s waarnaar verwezen werd in het BPA Binnenstad. Het zijn enclaves binnen het BPA Binnenstad die handelen over één bouwblok. Het zijn de BPA’s nr. 98, 63, 33, 65, 99, 100, 90, 17, 93. Deze oude BPA’s zijn allen vervallen bij de invoering van het gewestplan, maar zij zijn in de jaren ’80 allemaal terug opgemaakt met de volledige overname van de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Binnenstad. Dit werd beslist door de gemeenteraad op 7 mei 1987:
Stadsontwikkeling
13 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
“Met het oog op de eenvormigheid van de stedebouwkundige voorschriften in de binnenstad, is het noodzakelijk dat de voorschriften van de voornoemde B.P.A.’s worden aangepast, conform aan deze van het B.P.A.-Binnenstad.” 4
Tot het vierde type behoren de recentere herzieningen van het BPA Binnenstad. Dit zijn ook postzegelBPA’s die vaak opgemaakt werden bij de verkoop van een of meerdere gebouwen waarvoor een bestemmingswijziging nodig was. Over het algemeen zijn deze BPA’s gelijkaardig aan deze van type 3, aangezien zij meestal de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA Binnenstad overnemen. Slechts de vier jongste BPA’s wijken af van het BPA Binnenstad en zij introduceren geheel nieuwe bestemmingen, zoals een zone voor doorgang, zone voor overdekte openbare ruimte, zone voor horeca en dienstverlening, etc.
4
Vertoog van het college, stad Antwerpen, gemeenteraad, 7 mei 1987
Stadsontwikkeling
14 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
bestaande BPA’s in plangebied
Stadsontwikkeling
15 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
2.4
Verkavelingsvergunningen
Er zijn 21 verkavelingsvergunningen nog rechtsgeldig, waarvan er 4 niet of slechts gedeeltelijk van vervallen zijn en 14 niet opgenomen zijn in het vergunningenregister. Dit is een voorlopige lijst die op dit moment nog onderzocht en aangepast wordt door de dienst stedenbouwkundige vergunningen. Het doel is alle verkavelingsvergunningen die nog geldig zijn in de Binnenstad te laten vervallen en te vervangen met het RUP.
planid 5.00_10117_00001 5.00_10081_00001 5.00_10108_00001 5.00_10074_00001 5.00_10096_00001 5.00_10054_00001 5.00_10110_00001 5.00_10060_00001 5.00_10041_00001 5.00_10028_00001 5.00_10039_00002 5.00_10102_00001 5.00_10116_00001 5.00_10077_00001 5.00_10109_00001 5.00_10057_00001 5.00_10052_00001 5.00_10001_00002 5.00_10114_00001 5.00_10078_00001 5.00_10113_00001
vervallen / geldig datum college laten Vervallen door RUP naam LAKENSTRAAT/VISSERSKAAI niet in vergunningenregister ja niet in vergunningenregister EDWARD PECHERSTRAAT TSS 48 EN 56 ja niet in vergunningenregister KAREL ROGIERSTRAAT/ZWIJGERSTRAAT ja niet in vergunningenregister WELVAARTSTRAAT 56 ja niet in vergunningenregister BERVOETSTRAAT 15 TOT 27 ja niet vervallen 20/06/2008 ja SCHOYTESTRAAT 54-56/AALMOEZENIERSTRAAT 61 niet in vergunningenregister SCHOYTESTRAAT TSS 48 EN 52 ja niet vervallen 20/06/2008 ja BOGAARDESTRAAT/HAPPAERTSTRAAT SSECTIE D 1480-1482A-1483A EA deels vervallen 30/03/2007 ja LANGE RIDDERSTRAAT 60/66-KLOOSTERSTRAAT 45-49 SECTIE D 3202 vervallen 1/10/1970 neen NATIONALESTRAAT/DRUKKERIJSTRAAT SECTIE C 759 C-761 G-762 E deels vervallen 30/03/2007 ja KORTE GASTHUISSTRAAT 24/EVERDIJSTRAAT 43-47/LOMBARDEBVEST niet in vergunningenregister KORTE GASTHUISSTRAAT/GROENDAALSTRAAT ja niet in vergunningenregister RUBENS/KOLVENIERS/SCHUTTERSHOF/OTTO VENIUS/SCHRIJNWERKERSSTRAAT EN HOPLAND ja niet in vergunningenregister FRANKRIJKLEI 86/TABAKSVEST ja niet in vergunningenregister LANGE KLARENSTRAAT/MEIR ja vervallen 20/06/2008 neen JEZUSSTRAAT 23-29/LANGE NIEUWSTRAAT 130-140 vervallen 18/04/1983 neen MOLENBERGSTRAAT SECTIE B 1541 E-1466 D/DELEN niet in vergunningenregister LANGE ST. ANNASTRAAT_ST. JACOBSMARKT WIJK B 1828A 1829A ja niet in vergunningenregister KORTE SINT-ANNASTRAAT 3-7 ja niet in vergunningenregister STIJFSELRUI/NIEUWEGANG ja niet in vergunningenregister FALCONRUI 37 TOT 45 ja
jkomende verkavelinge 5.00_10035_00001 5.00_10042_00001 5.00_10107_00001 5.00_10120_00001 5.00_10126_00001
niet in vergunningenregister niet in vergunningenregister niet in vergunningenregister niet in vergunningenregister niet in vergunningenregister
2.5
neen neen neen neen neen
Happaertstraat Sint-Antoniusstraat/Sleutelstraat Mechelsesteenweg/gounodstraat/molenstraat Boogkeers/lange gasthuisstraat/mechelseplein/vleminckveld Hamerstraat
RUP Binnenstad
Er werd gekozen voor de opmaak van een gebiedsdekkend RUP Binnenstad. Eén document dat de andere juridische instrumenten vervangt, zowel de bestaande BPA’s als de verkavelingsvergunningen. Op deze manier wordt de ruimtelijke juridische situatie van de Binnenstad sterk vereenvoudigd. Het RUP Binnenstad zal gebaseerd zijn op de structuur van het BPA Binnenstad, een verruimd BPA dat de dialoog tussen de stad, de architect en de bouwheer bevorderd. Principieel gaan er geen bestemmingswijzigingen zijn tegenover het BPA Binnenstad en het BPA Antwerpen-Zuid-binnen de Leien’. Wel zullen de bestemmingsvoorschriften gemoderniseerd worden en licht aangepast waar er vandaag problemen zijn.
Stadsontwikkeling
16 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
2.6
Biologische waarderingskaart, versie 2
De biologische waarderingskaart geeft aan dat in het plangebied geen biologisch waardevolle gebieden zijn. Enkel ten noorden van de Binnenstad (Het Eilandje) en ten zuiden van de Binnenstad (Nieuw Zuid) bevinden zich complexen van minder waardevolle en zeer waardevolle elementen.
Stadsontwikkeling
17 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
3 3.1
Screening mogelijke effecten Inleiding
Een screening naar mogelijke relevante factoren die in milieueffecten zouden kunnen resulteren, werd uitgevoerd. In dit hoofdstuk is een samenvatting te vinden van de verschillende relevante thema’s waarover binnen de screening uitspraken gevraagd worden. Referentiesituatie: Het plangebied is het oudste bebouwde deel van Antwerpen. Het loopt ongeveer samen met de vroegere Spaanse omwalling, die vanaf de 16de eeuw de scheiding tussen de stad en haar omgeving vormde. De jongste wijk in het plangebied is de stadswijk “’t Zuid” die in 1875 gepland werd en kort daarna gebouwd. De bestaande bebouwde context in het plangebied is over het algemeen dus meer dan 100 jaar oud en de punctuele veranderingen en vernieuwingen werden sinds 1980 geregeld door het BPA Binnenstad in het oudste gedeelte en het BPA Antwerpen-Zuid-binnen de Leien in de wijk “’t Zuid”. Geplande situatie: Alle juridische instrumenten in het plangebied zullen vervangen worden door het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad. Dit plan is zowel inhoudelijk als naar vorm gebaseerd op het bestaande BPA Binnenstad. Bij de volgende beschrijving van de milieueffecten zal dus voornamelijk gekeken worden naar de verschillen tussen deze twee instrumenten, nl. het BPA Binnenstad en het RUP Binnenstad.
3.2
Beschrijving van referentiesituatie, geplande situatie en milieueffecten
3.2.1 Bodem en grondwater Structuur ondergrond • Beschrijving referentiesituatie o Op de bodemgebruikkaart (op www.gisvlaanderen.be) staat het plangebied aangeduid als ‘kernstadbebouwing’.
o
Stadsontwikkeling
Bij raadpleging van de bodemkaart staat de volledige binnenstad als “antropogeen” aangeduid en verder wordt het plangebied beschreven als “kunstmatige gronden en bebouwde zones.
18 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
•
•
Beschrijving geplande situatie o Het RUP zal op het vlak van bebouwing geen noemenswaardige veranderingen opleveren dan de bestaande referentiesituatie. o Er wordt geen extra grondoppervlakte voor bebouwing bestemd. o De bestaande visie van het BPA Binnenstad dat de onbebouwde ruimtes in het plangebied schaars zijn en gevrijwaard dienen te worden, wordt overgenomen in het RUP. Beoordeling score o Niet significant (0)
Toestand grondwatertafel • Beschrijving referentiesituatie o Het plangebied is een dichtbebouwd stedelijk gebied met bestaande ondergrondse kelderverdiepingen en parkeergarages. De bodem is over het gehele plangebied reeds zeer sterk verstoord. • Beschrijving geplande situatie o Het RUP zal tegenover de referentiesituatie geen verschil maken. Op het gebied van parkeergarages is het RUP zelfs enigszins strenger dan de bestaande BPA’s aangezien het voorstelt geen nieuwe rotatieparkings in de Binnenstad toe te laten. • Beoordeling score: o Niet significant (0) Bodem- en grondwaterverontreiniging • Beschrijving referentiesituatie o Er zijn geen historische bodem- en/of grondwatervervuilende activiteiten toegelaten volgens de bestaande juridische instrumenten in het plangebied. • Beschrijving geplande situatie o Het RUP laat geen bodem- en/of grondwatervervuilende activiteiten toe. • Beoordeling score o Niet significant (0) 3.2.2 Oppervlaktewater Structuur afwatering • Beschrijving referentiesituatie en geplande situatie o De Binnenstad valt in een “van nature overstroombaar gebied, overstroombaar vanuit de rivier (Scheldepolders)” volgens de kaart “overstromingsgebieden in Vlaanderen” op geoVlaanderen.
Stadsontwikkeling
19 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
De belangrijkste waterloop die grenst aan het plangebied is de Schelde. In het plangebied zelf zijn er geen waterlopen. In het verleden waren hier wel grachten aanwezig die voornamelijk gelinkt waren aan de verdediging van de stad. Dit zijn vandaag de ruien die onder de Binnenstad doorlopen. o De afwatering in het plangebied wordt niet gewijzigd in het RUP. Het sigmaplan wordt uitgevoerd bij de heraanleg van de Scheldekaaien en deze liggen buiten het plangebied. Beoordeling score o Niet significant (0) o
•
Waterkwaliteit • Beschrijving geplande situatie o Op dit moment beschikken alle bestaande ruien onder de Binnenstad over een gescheiden systeem. Het afvalwater loopt door buizen aan de wanden van de ruien en het regenwater loopt in het open systeem van de ruien. Elke nieuw aangelegde straat wordt voorzien van een gescheiden stelsel. De straten die niet aangesloten zijn op de ruien (vb. ’t Zuid) bevatten volledig gescheiden stelsels, waar het regenwater in zelfdrainerende buizen wordt vervoerd. Het is de bedoeling dat binnen enkele jaren de gehele Binnenstad beschikt over een gescheiden rioleringsstelsel, maar dit is een proces dat gestuurd wordt door de afdeling openbaar domein van de stad Antwerpen. Hierover doen de bestaande BPA’s en het toekomstige RUP geen uitspraken. • Beoordeling score o Niet significant (0)
Afvoer en buffering van regenwater • Beschrijving geplande situatie o De afwatering wordt bij de vergunningsaanvraag geregeld volgens de geldende stedenbouwkundige verordeningen, dit werd niet geregeld in het BPA en zal ook niet opgenomen worden in het RUP. • Beoordeling score o Niet significant (0)
Stadsontwikkeling
20 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
3.2.3 Geluid en trillingen Algemene geluidskwaliteit • Beschrijving referentiesituatie o In het plangebied zijn geen activiteiten of functies die opvallend veel geluid opwekken, zoals spoorwegen, snelwegen of industrie. o De Binnenstad is wel een gebied met een mix van vele functies waardoor er wel degelijk geluidsoverlast bestaat. Vooral rond de vele cafés en sommige discotheken die in dit gebied gelegen zijn. • Beschrijving geplande situatie o Door het RUP wordt geen verandering in de referentiesituatie verwacht. Het RUP gaat er nog steeds van uit dat de Binnenstad een gebied is waar een verweving van functies wenselijk is. o Wel wordt er voorgesteld de horecakernen iets meer af te bakenen, waardoor geluidsoverlast door horeca iets meer geconcentreerd zal zijn. Ook wordt voorgesteld de discotheken met een capaciteit van meer dan 750 personen niet langer in de Binnenstad toe te laten. De overige discotheken worden wel sterker gebundeld in vergelijking met de referentiesituatie. • Beoordeling score o Zwak positief (+1) Verkeersgeluid • Beschrijving referentiesituatie o De verkeersgeneratie van het plangebied kan opgedeeld worden in bewonersverkeer, het verkeer dat gegenereerd wordt door de mensen die werken in het plangebied en het verkeer van bezoekers van de Binnenstad. • Beschrijving geplande situatie o De impact van het RUP op het verkeer zal gering zijn. Toch wordt ernaar gestreefd om het verkeer van de bezoekers van de Binnenstad zoveel mogelijk aan de randen van het plangebied op te vangen. De bouw van nieuwe rotatieparkings wordt in het RUP niet verboden en er zijn strenge parkeernormen opgelegd voor parkings bij kantoren en scholen. • Beoordeling score o Niet significant (0) Geluid en trillingen in aanlegfase • Beschrijving geplande situatie o Dit RUP is geen aanleiding voor een bouwproject, het regelt slechts de bestaande vernieuwingen en renovaties. • Beoordeling score o Niet significant (0)
3.2.4 Lucht Algemene luchtkwaliteit / verkeersemissies lucht • Beschrijving referentiesituatie o Een controle van de website van de VMM op 10/09/2008 geeft aan dat de luchtkwaliteit in de omgeving van het plangebied zeer goed tot redelijk goed is. Het meetstation in Borgerhout geeft voor de waarden ozon (O3) en fijn stof (PM10) respectievelijke waarden
Stadsontwikkeling
21 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
•
•
van 21 µg/m³ en 23 µg/m³. Het meetstation in Antwerpen – rechteroever meet voor stikstofdioxide (NO2) en zwaveldioxide (SO2) respectievelijk 38 µg/m³ en 7 µg/m³. Beschrijving geplande situatie o Er wordt niet verwacht dat er belangrijke nieuwe emissiebronnen in het plangebied zullen bijkomen. o Er kan wel verwacht worden dat bij de renovaties en nieuwbouw in het plangebied meer en meer rekening gehouden zal worden met zuinig energiegebruik. Dit zal een positief effect hebben voor de plaatselijke luchtkwaliteit, maar de regels voor duurzaam bouwen zullen vastgelegd worden in stedenbouwkundige verordeningen en niet in het RUP. Beoordeling score o Niet significant (0)
Geur- en stofhinder • Beschrijving referentiesituatie o Het plangebied bevat geen geuroverlast of stofhinder veroorzakende functies. • Beschrijving geplande situatie o Het RUP sluit de ontwikkeling van activiteiten die geuroverlast of stofhinder veroorzaken uit. • Beoordeling score o Niet significant (0)
3.2.5 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Structurele en perceptieve kenmerken landschap • Beschrijving referentiesituatie o Er zijn geen ankerplaatsen, relictzones en punt- en lijnrelicten aanwezig in het plangebied. • Beoordeling score o Niet significant (0) Erfgoedwaarde • Beschrijving referentiesituatie o In het plangebied bevinden zich 731 beschermde monumenten, 6 beschermde landschappen en 12 beschermde stadsgezichten. • Beschrijving geplande situatie o Het gewestplan duidt het plangebied aan als woongebied met cultuurhistorische en esthetische waarde. Het RUP zal dit overnemen, waardoor er een wenselijkheid van behoud bestaat voor alle gebouwen in de Binnenstad. o Verder stelt het RUP voor om op basis van de ‘Inventaris Bouwen door de Eeuwen heen’ een lijst van waardevolle gebouwen te maken, waarvoor de stad de nodige informatie en onderzoek zal voorzien. Deze bijkomende informatie wordt mee opgenomen in elke vergunningsaanvraag. o Het RUP stelt voor dat bij monumenten en beschermde stadsgezichten kan afgeweken worden van bestemmingsbeperkingen, indien de nieuwe functie de erfgoedwaarde ongeschonden laat of verhoogt. Hierdoor wordt voor een deel het gebruik en de renovatie van monumenten en beschermde stadsgezichten gestimuleerd. • Beoordeling score o Zwak positief (+1) Archeologie
Stadsontwikkeling
22 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
•
Beschrijving referentiesituatie o Het betrokken gebied is gesitueerd in een zone die op de lokale archeologische advieskaart wordt aangeduid als archeologisch onderzoeksgebied. De archeologische advieskaart raadt adviesplicht aan bij elke bouwaanvraag in het plangebied.
•
Beschrijving geplande situatie o In de voorschriften van het RUP wordt een regulering rond archeologisch patrimonium opgenomen conform de archeologische advieskaart. Er wordt in de voorschriften bij elke terreinwijziging een archeologisch advies voorgesteld, zodat archeologisch onderzoek gemakkelijker in de planning en uitvoering kan opgenomen worden. Beoordeling score o Zwak positief (+1)
•
3.2.6 Fauna en flora Ecologische kwaliteit • Beschrijving referentiesituatie o De biologische waarderingskaart geeft aan het plangebied geen biologisch waardevolle gebieden
Stadsontwikkeling
23 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
o
•
•
Enkel ten noorden van de Binnenstad (Het Eilandje) en ten zuiden van de Binnenstad (Nieuw Zuid) bevinden zich een complex van minder waardevolle en zeer waardevolle elementen.
Beschrijving geplande situatie o Het RUP zal geen veranderingen teweeg brengen aan groen in de Binnenstad. Wel wordt een voorschrift geschreven waardoor de onbebouwde oppervlakte groter moet worden of gelijk moet blijven aan de bestaande toestand. Hierdoor wordt de bestaande open ruimte gevrijwaard. Beoordeling score o Niet significant (0)
Verstoring avifauna • Beschrijving referentiesituatie o De Vogelatlas geeft aan dat het plangebied niet van belang is voor avifauna.
Stadsontwikkeling
24 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
•
Beoordeling score o Niet significant (0)
3.2.7 Mens – ruimtelijke en sociale aspecten Gebruikswaarde • Beschrijving referentiesituatie o De functies die toegelaten zijn in het plangebied zijn woningen, grootwinkelbedrijven, kleinwinkelbedrijven, kantoren, verzorgende bedrijven op buurtniveau, horeca, excl. hotels, hotels, gemeenschapsuitrustingen • Beschrijving geplande situatie o Het RUP wordt opgemaakt op basis van het bestaande BPA Binnenstad en zal dus dezelfde categorieën van functies hanteren. o De ruimtebalans zal grotendeels hetzelfde blijven aangezien er niet veel gebouwen van bestemmingszone zullen veranderen. • Beoordeling score o Niet significant (0) Beeld- en belevingswaarde • Beschrijving geplande situatie o De bouwvoorschriften van het BPA Binnenstad worden grotendeels overgenomen in het RUP. • Beoordeling score o Niet significant (0) Leefbaarheid en woonkwaliteit • Beschrijving referentiesituatie
Stadsontwikkeling
25 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
Het bestaande BPA Binnenstad regelt de afzonderlijke bouwaanvragen binnen het plangebied. Het zorgt ervoor dat de verschillende verwevenheid aan functies gezamenlijk kunnen leven met zo weinig mogelijk overlast, beperkingen van licht, lucht en inkijk. Beschrijving geplande situatie o Deze evenwichtsoefening in een dicht bebouwd gebied wordt overgenomen door het RUP. Beoordeling score o Niet significant (0) o
• •
3.2.8 Mens – verkeer Verkeersstructuur / bereikbaarheid • Beschrijving referentiesituatie o De Binnenstad is zeer goed bereikbaar met openbaar vervoer. Het station Antwerpen Centraal ligt op wandelafstand van het plangebied en de verzamelplaats van de bussen, de Rooseveltplaats grenst aan het plangebied. De pre-metro rijdt onder de Binnenstad door en de meeste tramverbindingen doorkruisen het plangebied. • Beschrijving geplande situatie o Het RUP Binnenstad verandert niets aan de bereikbaarheid van de omgeving. o De voorschriften voor parkeergarages en parkeerplaatsen worden geschreven vanuit een parkeersturende visie voor de Binnenstad. Deze visie gaat ervan uit dat de Binnenstad zeer goed bereikbaar is met openbaar vervoer en dat de auto zoveel mogelijk moet vermeden worden. Hierdoor zou de bereikbaarheid moeten verbeteren, maar aangezien een RUP een passief instrument is, zal er in realiteit geen duidelijke verandering zijn op het vlak van bereikbaarheid. • Beoordeling score o Niet significant (0) Intensiteit en doorstroming autoverkeer • Beschrijving referentiesituatie o De BPA’s die gelden in de Binnenstad doen geen uitspraken over autoverkeer en parkeerplaatsen. • Beschrijving geplande situatie o Een RUP heeft geen directe invloed op de intensiteit en het doorstromen van autoverkeer. Wel is het RUP opgebouwd vanuit de visie dat de bewoner met zijn wagen in de Binnenstad moet geraken, maar de bezoeker van de Binnenstad moet met het openbaar vervoer komen of zijn wagen parkeren aan de randen van het plangebied. Ook een kantoor in het plangebied moet zijn werkgevers stimuleren om met alternatieve vervoerswijze naar het werk te komen en kan dus geen ongelimiteerde parkeerplaatsen ter beschikking stellen. Dit heeft zijn weerslag op de parkeernormen die worden voorgesteld voor het RUP • Beoordeling score o Zwak positief (+1) Veiligheid en comfort van zwakke weggebruikers • Beschrijving referentiesituatie o De aanleg van het openbaar domein werd niet geregeld via de BPA’s die gelden in de Binnenstad. • Beschrijving geplande situatie o Openbar domein is een aparte bestemmingszone in het RUP, maar zal geen regels opnemen voor de aanleg van de openbare weg. • Beoordeling score
Stadsontwikkeling
26 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]
o
Niet significant (0)
Aanbod en doorstroming openbaar vervoer • Beschrijving referentiesituatie en geplande situatie o Het netwerk van het openbaar vervoer is het dichtste in het plangebied van heel de stad. Noch de BPA’s, noch het RUP hebben vat op het aanbod en doorstroming van het openbaar vervoer. • Beoordeling score o Niet significant (0)
4
Argumentatie waarom geen plan-MER opgemaakt dient te worden
Gelet op de beperkte veranderingen die het ruimtelijk uitvoeringsplan zal doorvoeren tegenover de bestaande (juridische) situatie van de bijzondere plannen van aanleg die gelden in de Binnenstad, is er geen extra impact te verwachten op de omgeving. Gelet op de afwezigheid van risico’s voor menselijke gezondheid en veiligheid en op de relevante milieuproblemen zoals beschreven in vorig hoofdstuk, en aangezien geen grensoverschrijdende effecten verwacht kunnen worden, zijn we van mening dat geen plan-MER dient opgemaakt te worden.
5
Verzoek tot advies binnen 30 dagen.
Wij vragen U om uiterlijk binnen de 30 dagen na ontvangst van het verzoek tot raadpleging het advies over te maken door betekening of tegen ontvangstbewijs aan de initiatiefnemer.
i
Strategisch Ruimtelijk Structuurplan: Antwerpen Ontwerpen. Richtinggevend gedeelte, p. 97
Stadsontwikkeling
27 / 27
Desguinlei 33 - 2018 Antwerpen
[email protected]