Screening plan-Mer-plicht RUP ‘Kasteel Wurfeld’ VERZOEK TOT RAADPLEGING
COLOFON Opdracht: Screening plan-Mer-plicht RUP “Kasteel Wurfeld” Verzoek tot raadpleging Opdrachtgever: Stad Maaseik Lekkerstraat 10 3680 Maaseik Opdrachthouder: Cleuren-Merken Biestertstraat 12 3740 Bilzen Onderaannemer: Antea Group nv Posthofbrug 10 2600 Antwerpen Tel 03/221 55 00 Fax 03/ 221 55 03 Antea Group is ISO 9001:2000 - gecertificeerd Identificatienummer: 2211923000 Datum:
status / revisie:
november 2010 december 2010 Vrijgave:
versie BGP versies adviesinstanties
Jan Parys, Contractmanager Projectmedewerkers: Cedric Vervaet, MER-deskundige Inge Van der Mueren, MER-deskundige Sofie Claerbout, adviseur Hanne Mengels, adviseur
Antea Group 2011
Inhoud Inhoud
3
1
Kadering van het verzoek tot raadpleging
6
2
Beschrijving plan en afbakening plangebied
8
2.1
Initiatiefnemer
8
2.2
Planomschrijving
8
2.2.1 Ligging
8
2.2.2 Visie en randvoorwaarden
10
2.2.3 Planningsinitiatief
12
3
Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden
13
3.1
Juridische randvoorwaarden
13
3.2
Planningscontext
14
4
Bepalen van de plan-MER-plicht
15
5
Potentiële milieueffecten van het plan
17
5.1
Bodem en grondwater
17
5.1.1 Referentiesituatie
17
5.1.2 Mogelijke effecten
18
5.1.3 Milderende maatregelen
18
5.1.4 Conclusie
19
5.2
19
Oppervlaktewater
5.2.1 Referentiesituatie
19
5.2.2 Mogelijke effecten
21
5.2.3 Milderende maatregelen
22
5.2.4 Conclusie
22
5.3
22
Fauna en flora
5.3.1 Referentiesituatie
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
22
3 van 44
5.3.1.1
Speciale beschermingszones
22
5.3.1.2
VEN/IVON
23
5.3.1.3
Vlaamse en erkende natuurreservaten
23
5.3.1.4
Biologische waarderingskaart
24
5.3.1.5
Voorkomende fauna
25
5.3.2 Mogelijke effecten
25
5.3.2.1
Ecotoop/habitat-winst of –verlies
26
5.3.2.2
Barrièrewerking
26
5.3.2.3
Verdroging/ vernatting
26
5.3.2.4
Rustverstoring
26
5.3.2.5
Voortoets Passende Beoordeling
26
5.3.3 Milderende maatregelen
31
5.3.4 Conclusie
32
5.4
32
Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie
5.4.1 Referentiesituatie
32
5.4.2 Mogelijke effecten
36
5.4.3 Milderende maatregelen
37
5.4.4 Conclusie
37
5.5
37
Mens
5.5.1 Referentiesituatie
37
5.5.2 Mogelijke effecten
41
5.5.3 Milderende maatregelen
42
5.5.4 Conclusie
43
5.6
Leemten in de kennis
43
5.7
Grensoverschrijdende effecten
43
5.8
Disciplineoverschrijdende conclusie onderzoek milieueffecten
43
6
Bijlagen
44
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
4 van 44
Bijlage 1: Fotoreportage
44
Bijlage 2: Planningscontext
44
Lijst van figuren Figuur 2-1 Situering plangebied op de topografische kaart.................................... 8 Figuur 2-2 plangebied op topografische kaart met wegenaanduiding .................... 9 Figuur 2-3 afbakening plangebied op topokaart met indicatie parkgebied volgens gewestplan ...................................................................................................... 9 Figuur 2-4 stratenatlas, bron arcgis.com ............................................................. 10 Figuur 2-5 visie landschapspark ‘Wurfeld’ waar het plangebied deel van uit maakt ...................................................................................................................... 11 Figuur 3-1 Uitreksel gewestplan (rode cirkel: indicatie studiegebied)................... 14 Figuur 5-1:plangebied op de bodemkaart (bron, Agiv) ......................................... 17 Figuur 5-2 Grondwaterkwetsbaarheidskaart, bron Agiv ....................................... 18 Figuur 5-3 watertoetskaarten plangebied ............................................................ 20 Figuur 5-4: uittreksel zoneringsplan ter hoogte van het plangebied (geoloket VMM) ...................................................................................................................... 21 Figuur 5-5 Speciale beschermingsgebieden en VEN-gebieden ........................... 23 Figuur 5-6 Erkend natuurreservaat de Tösch ...................................................... 24 Figuur 5-7: aanduiding van het plangebied op de Biologische waarderingskaart.25 Figuur 5-8: situering van het plangebied op de landschapsatlas, bron Agiv......... 33 Figuur 5-9: situering van het plangebied op de landschapskenmerkenkaart ....... 34 Figuur 5-10 Centrale Archeologische Inventaris ter hoogte van het plangebied (bron: www.gisvlaanderen.be). ...................................................................... 36 Figuur 5-11 Herbevestigd Agrarisch gebied......................................................... 38 Figuur 5-12 Stratenatlas ...................................................................................... 39 Figuur 5-13 toeristisch fietsroutenetwerk in de omgeving van het plangebied, bron fietskaart RLKM ............................................................................................ 39 Figuur 5-14 toeristisch fietspad............................................................................ 40 Figuur 5-15 Functioneel fietsroutenetwerk (rode lijnen) ....................................... 40 Lijst van tabellen Tabel 3-1
Juridische randvoorwaarden RUP Kasteel Wurfeld ......................... 13
Tabel 5-1 beschermde soorten SBZ-V ................................................................ 27
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
5 van 44
1
Kadering van het verzoek tot raadpleging In februari 2004 diende de zaakvoerder van kasteel Wurfeld een planologisch attest in met de vraag naar een uitbreiding van het huidige bouwvolume van het kasteel Wurfeld, dit met het oog op een optimalere uitbating van het hotel / restaurant. In vergadering van 20 september 2004 werd dit planologisch attest (voorwerp 62, reg.nr. 877.6.2004.1) gunstig geadviseerd onder bepaalde voorwaarden. Vervolgens werd van start gegaan met de opmaak van een BPA. De opmaak van dit BPA werd echter nooit gefinaliseerd omdat tijdens de adviesronde opgelegd werd dat de achterliggende hoeve mee op te nemen was in de visie. Momenteel heeft de uitbater de hoeve kunnen aankopen, waardoor er nu van start gegaan is met de opmaak van een RUP waarbij de hoeve binnen het plangebied valt. De opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan gebeurt conform de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening d.d.01.09.2009. 1
In het kader van de wettelijke verplichting voor het RUP ‘Kasteel Wurfeld’ wordt een screening van mogelijk aanzienlijke effecten uitgevoerd. Voorliggend document vormt het zogenaamde ‘verzoek tot raadpleging’. Het verzoek heeft betrekking op het concept voorontwerp RUP dat verder zal worden verfijnd i.f.v. de plenaire vergadering. Overeenkomstig hoofdstuk II artikel 3 §1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s, raadpleegt de initiatiefnemer (de stad Maaseik) op eigen initiatief en uiterlijk op het ogenblik dat hij de doelstellingen en de reikwijdte van het voorgenomen plan kan afbakenen, de volgende instanties: •
1° de deputatie van de provincie, waarop het voorgenomen plan of programma milieueffecten kan hebben;
•
2° de betrokken instanties afhankelijk van de ligging en de mogelijk te verwachten aanzienlijke effecten van het voorgenomen plan of programma op in voorkomend geval de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed, het landschap en de mobiliteit.
Voorliggend verzoek tot raadpleging is voorzien om de instanties toe te laten de gegevens met betrekking tot het studiegebied waarover zij beschikken, die eventueel nog niet bekend zouden zijn bij de initiatiefnemer of de Dienst Mer, aan de initiatiefnemer over te maken zodat de Dienst Mer een gefundeerde beslissing kan nemen over de plan-MER-plicht van het voorgenomen plan. Op 24/11/2010 werd er een adviesvraag gericht aan de dienst BGP (begeleiding gebiedsgerichte processen). Op 10 december werd een adressenlijst bekomen van dienst BGP van adviesinstanties waaraan advies dient gevraagd te worden: o
Provinciebestuur Limburg;
o
ANB Limburg;
o
Agentschap Ruimte en Erfgoed, Ruimtelijke ordening Limburg;
1
De Vlaamse Regering keurde op 12 oktober 2007 het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s goed. Dit besluit geeft uitvoering aan het decreet van 27 april 2007, het zogenaamde plan-MER-decreet, en trad in werking op 1 december 2007. Artikel 49 inzake de overgangsregeling van planMER’s voor RUP’s zoals vermeld in het programmadecreet van 25 mei 2007 (publicatie B.S. 19/06/2007), stelt dat de betreffende nieuwe regelgeving van toepassing is op ruimtelijke uitvoeringsplannen, waarvan de plenaire vergadering gehouden wordt zes maanden na de datum van inwerkingtreding van het besluit, dus zijnde 1 juni 2008.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
6 van 44
o
Agentschap Ruimte en Erfgoed, Onroerend Erfgoed;
o
VMM;
o
Departement MOW.
Voorliggend verzoek tot raadpleging is voorzien om de instanties toe te laten de gegevens met betrekking tot het studiegebied waarover zij beschikken, die eventueel nog niet bekend zouden zijn bij de initiatiefnemer of de Dienst Mer, aan de initiatiefnemer over te maken zodat de Dienst Mer een gefundeerde beslissing kan nemen over de plan-MER-plicht van het voorgenomen plan.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
7 van 44
2
Beschrijving plan en afbakening plangebied 2.1
Initiatiefnemer Het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Maaseik is initiatiefnemer van het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Kasteel Wurfeld’ en bijgevolg ook van de screening van de plan-MER-plicht.
2.2
Planomschrijving
2.2.1 Ligging Het dorp Wurfeld ligt ten westen van de stedelijke kern Maaseik in het buitengebied, ten noorden van de Bosbeek en ten oosten van natuurreservaat Jagersborg. Het betreft een kleinschalig waardevol landbouwgebied. Het ligt in de driehoek gevormd door enerzijds de infrastructuren N78 (Maastrichtersteenweg) / N773 (Koningin Astridlaanlaan/ Diestersteenweg) en anderzijds ten westen de groenstrook natuurreservaat Jagersborg. Kasteel Wurfeld ligt in een groenzone in de zuidwestelijke punt van het dorp Wurfeld.
Figuur 2-1 Situering plangebied op de topografische kaart
Kasteel Wurfeld ligt in een groenzone in de zuidwestelijke punt van het dorp Wurfeld. Het kan beschouwd worden als een randstedelijk (residentieel) woongebied van Maaseik. Voor het overige deel (ganse oost-, zuid-, west- en noordwestelijke bocht) wordt het domein van kasteel Wurfeld omgeven door agrarisch gebied (voornamelijk weilanden). Het kasteel is toegankelijk vanaf de N773 ten noorden via de Kapelweg, die doorheen het dorp gaat, en vanaf de N78 ten zuiden via de landelijke Wurfelderweg. Aan de noord- en oostzijde wordt het domein onmiddellijk begrensd door respectievelijk de onverharde Wurfelderweg, die ook toegang geeft tot de achterliggende hoeve, en de Kapelweg, die verder noordwaarts
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
8 van 44
het dorpscentrum ontsluit. Zie bijlage 1 voor een fotoreportage en bijlage 2 voor een plan van de bestaande toestand.
Figuur 2-2 plangebied op topografische kaart met wegenaanduiding
Aan de zuid- en westzijde wordt de locatie in een bocht omsloten door weilanden en de Wurfelderweg waarlangs een aantal landbouwbedrijven gelegen zijn. Helemaal ten zuiden, voor een stuk evenwijdig lopende met de Wurfelderweg, ligt de Bosbeek met de Wurfeldermolen.
Figuur 2-3 afbakening plangebied op topokaart met indicatie parkgebied volgens gewestplan
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
9 van 44
Figuur 2-4 stratenatlas, bron arcgis.com
2.2.2 Visie en randvoorwaarden De kasteelsite vormt een belangrijk onderdeel van het kasteelpark, het vormt een schakel tussen de Bosbeek (met de molen als baken), de recreatieve fietsroute (als schakel met de stad) en het boscomplex (als gecultiveerde recreatieve groenplek). Precies omwille van deze schakelfunctie is het belangrijk dat niet alleen op de locatie zelf (binnen de afbakening van de kasteelsite) een inspanning geleverd wordt voor het behoud van het parkgevoel, maar ook daarbuiten, met name rondom de achterliggende hoeve Voorjans, langsheen de oude toegang naar ’t kasteel (laanbeplanting), langsheen de fietsroute richting molen en in het westelijk weidegebied met kleine landschapselementen. De, binnen dit kader, beperkte oppervlakte van de kasteelsite moet als parkgebied dan ook optimaal beschermd worden als parkzone. Hiervoor zullen een aantal randvoorwaarden gesteld worden zoals: -
het bundelen van de binnenliggende toeristisch en recreatieve functies, met name enkel in en aansluitend op de bestaande bebouwing met een afstemming van het karakter van de bebouwing op de omgeving (ook een voorwaarde van het planologisch attest);
-
een vlotte aansluiting op de fietsroute met een optimale toegankelijkheid van en naar de site gebruikmakend van de oude infrastructuren;
-
het openhouden van de mogelijkheden tot het leggen van ruimtelijke en fysieke verbindingen met de omliggende onderdelen van het landschapspark zoals de achterliggende hoeve, de oude omgrachting, het boscomplex, de oude lijnstructuren, de woonkorrel Wurfeldermolenweg en de Bosbeekstructuur.
Samengevat zal de ontwikkeling van de kasteelsite een rol vervullen in de toekomstige ontwikkeling van het landschapspark. Alle initiatieven zullen rekening houden met de ontwikkelingsvisie van het landschapspark Wurfeld.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
10 van 44
Figuur 2-5 visie landschapspark ‘Wurfeld’ waar het plangebied deel van uit maakt
Verder dient het RUP ook rekening te houden met de voorwaarden zoals gesteld in het planologisch attest (20/09/04) nl.:
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
11 van 44
-
De uitbreiding dient zo compact mogelijk aan te sluiten bij het reeds bestaande volume waarbij de architectuur afgestemd wordt op de ruimtelijke kwaliteiten van het reeds bestaande gebouw zonder hierbij te vervallen in historiserende bouwstijlen. In dat opzicht dient gesteld dat het torenvolume op de hoek best wordt weggelaten.
-
Tussen de slotgracht en het kasteel dient na uitbreiding een voldoende grote strook groen behouden te blijven waarbij de achtergevel na uitbreiding maximaal gelijkloopt met de huidige achtergevel van de uitbouw (advies natuur). In de bouwplannen kan dit met een beperkte uitkraging op de verdieping gecompenseerd worden.
-
De kamers zullen ingericht worden (en blijven) volgens de normen van de classificatie 01.01.00 opgenomen in het besluit van 29 juli 1987 houdende het statuut van de logiesverstrekkende bedrijven.
2.2.3 Planningsinitiatief Korte termijn Reeds gerealiseerde werkzaamheden op basis van het positief planologisch attest, maar dit moet nog opgenomen worden in het RUP: -
Regularisatie van 10 parkeerplaatsen (350 m²)
-
Uitbreiding op het gelijkvloers van de keuken en het restaurant (deze laatste kan omgevormd worden tot seminarieruimte of vergaderzaal).
-
Uitbreiding kasteel op het 1° en 2° verdiep met tweemaal 6 kamers en tweemaal 3 kamers = 18 kamers.
Ruimtelijk sluit het extra volume (3 bouwlagen + dakvolume) onmiddellijk aan op het bestaand gegeven en vormt er architectonisch en bouwfysisch één geheel mee zonder de ruimtelijke en functionele draagkracht te overschrijden.
Middellange en lange termijn: -
Optimalisering van de parkeerzone tussen de woning en het kasteel met een maximale verruiming van 10%. De parkeerzones zullen steeds onverhard blijven en zijn nu ook onverhard.
-
Functiewijziging hoeve en beperkte uitbreiding in functie van 35 hotelkamers, de bijhorende circulatieruimte en technische voorzieningen, een beperkte uitbreiding van de keuken met ongeveer 50m² en een feestzaaltje van ongeveer 330m².
-
Verhogen van het volume tot maximaal 2 bouwlagen en een hellend dak, uitgevoerd in materialen in harmonie met de bestaande bebouwing.
-
Verruiming van de bebouwbare oppervlakte enkel richting binnenzijde van de U-vorm van de bebouwing van de hoeve.
-
Een ruimtelijke verbinding tussen kasteel en hoeve kan voorzien worden in een daarvoor aangegeven zone.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
12 van 44
3
Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden 3.1
Juridische randvoorwaarden De juridische randvoorwaarden worden weergegeven in onderstaande Tabel 3-1. Tabel 3-1
Juridische randvoorwaarden RUP Kasteel Wurfeld
Type plan Gewestplan
Kenmerken Parkgebied volgens gewestplan ‘Limburgs Maasland
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
Geen
Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen
Geen
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
Geen
Algemene plannen van aanleg
Geen
Bijzondere plannen van aanleg
Geen
Habitatrichtlijngebieden
Op 800 m ten westen:”Itterbeek met Brand, Jagersborg en Schootsheide en Bergerven”
Vogelrichtlijngebieden
Op 375 m ten westen: Hamonterheide, Hageven, Buitenheide, Stamprooierbroek en Mariahof Vogelatlas: broedgebied van internationaal belang, aangeraden buffer van 700 meter te behouden: soortgroepen: Ganzen,Zwanen, Zangvogel, Eenden, Roofvogel, overige soorten aanwezig. Plangebied gelegen in broedbuffer
Gebieden van het VEN – 1e fase
Op 900 m ten westen: De Middenloop van de Bosbeek
Erkende natuurreservaten
Op minder dan 1500 m ten zuidwesten ligt de Tösch
Bouwkundig erfgoed
Kasteel van Wurfeld en hoeve
Beschermde landschappen
-
traditionele landschap ‘Maasvlakte en het terrassenland”.
-
ankerplaats “De Tösh, Langeren en Wurfeld”.
-
relictzone “Kern vlakte van Bocholt”
Beschermde stads- en dorpsgezichten
Geen
Polders en wateringen
Geen
Beschermingszones grondwaterwinningen
Geen
Land- en natuurinrichtingsprojecten
Geen
Herbevestigde agrarische gebieden
Binnen het plangebied geen HAG, de omgeving van het plangebied is gelegen in de regio Limburgse
Kempen
en
Maasland,
landbouwgebied Maaseik tot Stokkem
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
13 van 44
Het plangebied is gelegen in parkgebied, omgeven door agrarisch gebied. Aan de noordoostelijke punt grenst het gebied aan woonzone, met binnen de driehoek gevormd door de woonzone, een woonuitbreidingsgebied. Zie figuur 3-1.
Figuur 3-1 Uitreksel gewestplan (rode cirkel: indicatie studiegebied)
3.2
Planningscontext Voor de planningscontext nl. toetsing van het RUP met Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, Provinciaal en Gemeentelijk Structuurplan wordt verwezen naar het uittreksel uit het ontwerp van de toelichtingsnota in bijlage 2 (uittreksel p. 7-11 ontwerp toelichtingsnota)
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
14 van 44
4
Bepalen van de plan-MER-plicht Met de goedkeuring van het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s door de Vlaamse Regering op 12 oktober 2007, moet de initiatiefnemer van een plan met – mogelijk – aanzienlijke milieueffecten, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke uitvoeringsplannen, deze milieueffecten en eventuele alternatieven in kaart brengen. Ruimtelijke uitvoeringsplannen waarvan de plenaire vergadering plaats vindt na 1 juni 2008, moeten aan de nieuwe regelgeving voldoen. Er geldt evenwel enkel een plan-MER-plicht voor deze plannen en programma’s die aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Om al dan niet te kunnen besluiten tot een plan-MER-plicht moeten geval per geval de volgende drie stappen doorlopen worden: •
Stap 1: valt het plan onder de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM) ? >> RUP’s vallen onder deze definitie;
•
Stap 2: valt het plan onder het toepassingsgebied van het DABM ? >> dit is het geval indien: o Het plan het kader vormt voor de toekenning van een vergunning (stedenbouwkundige, milieu-, natuur-, kap-,…) aan een project; o Het plan mogelijk betekenisvolle effecten heeft op speciale beschermingszones waardoor een passende beoordeling vereist is.
Gemeentelijke ruimtelijk uitvoeringsplannen vormen het kader voor de toekenning van een stedenbouwkundige vergunning, die pas kan worden verleend als het voorgenomen project zich in de bestemming bevindt die overeenstemt met de bestemming vastgelegd in het ruimtelijk uitvoeringsplan. Het RUP vormt dus het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt. Het RUP ‘Kasteel Wurfeld’ valt bijgevolg onder het toepassingsgebied van het DABM. •
Stap 3: valt het plan onder de plan-MER-plicht ? >> Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen: o Plannen die “van rechtswege” plan-MER-plichtig zijn (geen voorafgaande “screening” vereist): Plannen die het kader vormen voor projecten uit bijlage I of II van het BVR van 10 december 2004 (project-MER-plicht) én niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden én betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening (een RUP voldoet per definitie aan deze laatste voorwaarde); Plannen waarvoor een passende beoordeling vereist is én niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden; o Plannen die niet onder de vorige categorie vallen en waarvoor geval per geval moet geoordeeld worden of ze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben >> “screeningplicht” o Plannen voor noodsituaties (niet plan-MER-plichtig, maar hier niet relevant). Het RUP ‘Kasteel Wurfeld’ heeft geen betrekking op een project vermeld in bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse regering van 10 december 2004. Daarnaast bepaalt het slechts het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau en is er geen invloed mogelijk op een nabijgelegen Natura 2000-gebied (zie ook §5.3.1). Dit betekent dat het RUP niet van rechtswege plan-MER-plichtig is. Hier dient dan ook een screeningsprocedure doorlopen te worden teneinde een conclusie te kunnen maken omtrent eventuele plan-MER-plicht. In volgende paragrafen
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
15 van 44
wordt het screeningsonderzoek, ook wel het onderzoek naar het voorkomen van aanzienlijke milieueffecten als gevolg van het plan, gevoerd.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
16 van 44
5
Potentiële milieueffecten van het plan 5.1
Bodem en grondwater
5.1.1 Referentiesituatie Er komen drie bodemtypes voor in het plangebied: Type
verdichtingsgevoelig
profielvernietiging
antropogeen
niet te verwachten
niet te verwachten
(bodem reeds verstoord)
(bodem reeds verstoord)
weinig gevoelig
matig gevoelig voor profielvernietiging
-
ter hoogte van de bebouwing (kasteel, hoeve, woning uitbaters)
vochtig zand -
-
ter hoogte van de parkeerzone en noordelijk deel kasteelpark
(verbrokkelde B-horizont)
onvoldoende gedraineerd
antropogeen vochtig zand -
ter hoogte van zuidelijk deel kasteelpark
-
onvoldoende gedraineerd
weinig gevoelig
uiterst gevoelig (plaggengrond: profielontwikkeling m)
Antropogeen Vochtig zand Vochtig zand ant Droog zand antr
Figuur 5-1:plangebied op de bodemkaart (bron, Agiv)
Uit de OVAM-databank van de verspreiding van bodemonderzoeken in Vlaanderen blijken in en in de onmiddellijke omgeving van het plangebied geen bodemonderzoeken te zijn uitgevoerd.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
17 van 44
Het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2, zie watertoetskaart Figuur 5-3) maar de activiteiten binnen het RUP zijn niet van die aard dat er gevolgen te verwachten zijn voor het grondwater. Volgens de grondwaterkwetsbaarheidskaart van de provincie Limburg is het grondwater in het plangebied uiterst kwetsbaar (categorie BA1: watervoerende laag is grind, deklaag is maximum 5 meter of bestaat uit zand).
Figuur 5-2 Grondwaterkwetsbaarheidskaart, bron Agiv
Ten zuidwesten van het plangebied (op 170 m) komt er één grondwaterwinning voor (Wurfelderbroekweg 10, vergund dagdebiet van 5m³). De activiteiten binnen het plangebied zijn niet van die aard dat er gevolgen op de grondwaterwinning te verwachten zijn.
5.1.2 Mogelijke effecten Het RUP laat beperkt bebouwing toe, maar aangezien het hier gaat over het optrekken van het aantal bouwlagen van de hoeve, zijn er geen effecten te verwachten op het bodemprofiel. Langs de toegangsweg naar de grotere parking werden destijds zonder vergunning tien parkeerplaatsen aangelegd, ongeveer 350 m² (onverhard?). Deze worden middels het RUP geregulariseerd. Op die locatie is er dus verdichting te verwachten ten gevolge van het manoeuvreren van wagens maar aangezien dit maar over een zeer beperkte oppervlakte gaat, zijn er geen significante effecten. Bij het optimaliseren van de bestaande parking wordt er geen verharding gebruikt waardoor de natuurlijke infiltratie van hemelwater naar het grondwater niet aangetast wordt. Binnen het plangebied zullen geen bestemmingen kunnen voorkomen die aanleiding zouden kunnen geven tot bodemverontreiniging.
5.1.3 Milderende maatregelen Bij de planontwikkeling dienen de bepalingen van het bodemsaneringsdecreet en de regels van het grondverzet nauwgezet opgevolgd te worden. Onoordeelkundige berging van
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
18 van 44
grondoverschotten en onoordeelkundig grondverzet kan een potentieel aanzienlijke effect met zich meebrengen.
5.1.4 Conclusie Vanuit de discipline bodem zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten, op voorwaarde dat de regels van het grondverzet en de bepalingen van het bodemsaneringsdecreet nauwgezet opgevolgd worden.
5.2
Oppervlaktewater
5.2.1 Referentiesituatie Het plangebied situeert zich in het deelbekken van Noordoost Limburg binnen het Maasbekken. Ten zuiden van het plangebied stroomt de Bosbeek, een eerste categorie waterloop die ontspringt aan de mijnterrils van Waterschei waar de voormalige Bosbeek afgetapt werd door de Stiemerbeek. De Bosbeek heeft nog een sterke meandering. Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Er werden watertoetskaarten opgemaakt die dienen ter evaluatie van de effecten van vergunningsplichtige ingrepen of van plannen of programma’s waarbij het bodemgebruik op een bepaalde locatie of voor een bepaald gebied wordt gewijzigd. Op basis van deze watertoetskaarten kunnen voor het plangebied binnen het RUP ‘Kasteel Wurfeld’ volgende vaststellingen gemaakt worden: -
Infiltratiegevoeligheid: het volledige plangebied is infiltratiegevoelig. Dit betekent dat als de verharde oppervlakte meer dan 1 ha bedraagt, er advies moet gevraagd worden aan de adviesinstantie. Dit is niet het geval voor het plangebied
-
Overstromingsgevoeligheid: overstromingsgevoelig.
-
Erosiegevoeligheid: Binnen het plangebied bevinden zich geen erosiegevoelige elementen.
-
Grondwaterstromingsgevoeligheid: het volledige plangebied wordt als matig gevoelig (type 2) aangeduid. Dit heeft als gevolg dat wanneer er ondergrondse constructies met een diepte van meer dan 5 meter en een horizontale lengte van meer dan 100 m zouden gebouwd worden, dat hiervoor advies dient aangevraagd te worden. Dergelijke constructies worden niet voorzien.
Het
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
plangebied
wordt
aangeduid
als
niet
19 van 44
Figuur 5-3 watertoetskaarten plangebied
De bebouwing op de site van het kasteel Wurfeld wordt op het zoneringsplan van de stad Maaseik aangeduid als “collectief te optimaliseren buitengebied” wat betekent dat riolering in de toekomst zal aanwezig zijn. De rest van het plangebied wordt niet aangeduid op het zoneringsplan. Het plangebied bevindt zich in het zuiveringsgebied van de RWZI van Neeroeteren, die in werking is sinds 1 januari 1980 en een basiscapaciteit van 32.850 inwonersequivalenten heeft.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
20 van 44
Figuur 5-4: uittreksel zoneringsplan ter hoogte van het plangebied (geoloket VMM)
5.2.2 Mogelijke effecten In voorgaande paragraaf zijn de watertoetskaarten in het plangebied beschreven. Hierna enkele bevindingen. Het gebied, bestemd voor bebouwing, is matig grondwaterstromingsgevoelig waardoor beperkte en/of tijdelijke plaatselijke wijzigingen van het grondwaterpatroon te verwachten zijn door mogelijke ondergrondse constructies of door tijdelijke bemaling tijdens werkzaamheden. Er worden echter geen grootschalige ondergrondse constructies voorzien. Een sterke toename van verharde oppervlakten kan negatieve gevolgen hebben voor de bergingscapaciteit van het plangebied. Infiltratievoorzieningen bij individuele ingrepen op perceelsniveau of de aanleg van waterdoorlatende verhardingen zijn dus steeds zinvol, gezien de graad van verharding en bebouwing voor een daling van de infiltratiemogelijkheden van de bodem zal zorgen. De herinrichting en optimalisering van de bestaande parkings gebeurt in waterdoorlaatbaar materiaal. De oorspronkelijke gracht rondom het kasteel wordt terug open gemaakt, wat positief is voor de natuurlijke infiltratie van het gebied. De invulling van het plangebied voorziet in de mogelijkheid van bebouwing waardoor er effecten op het lokale afwateringssysteem kunnen zijn. Het RUP dient steeds te beantwoorden aan de vigerende normen van het besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Deze verordening bevat minimale voorschriften voor de lozing van niet-verontreinigd hemelwater, afkomstig van verharde oppervlakken. Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat hemelwater in eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkt debiet vertraagd wordt afgevoerd. De opvang en afvoer van hemelwater afkomstig van de bebouwing kan in overeenstemming met deze verordening opgevangen worden op het terrein zelf, waardoor er geen effecten te verwachten zijn op de waterhuishouding.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
21 van 44
Oppervlaktewaterkwaliteit In het RUP wordt niet vermeld op welke wijze het (sanitair) afvalwater en hemelwater van het plangebied zal afgevoerd worden. Aangezien het plangebied in collectief te optimaliseren gebied ligt, wordt er vanuit gegaan dat men nu een septische put heeft of een ander individueel waterzuiveringssysteem. In de toekomst wordt er riolering aangelegd. Door de uitbreiding van het hotel met 35 kamers, is er een verhoging van de hoeveelheid afvalwater te verwachten maar die is niet van die aard dat er negatieve gevolgen te verwachten zijn voor het rioleringsstelsel. Indien uitbreiding van het hotel gebeurt voor de aanleg van de riolering dient men ook hier in te staan voor eigen zuivering van het afvalwater. Het afvalwater mag in geen enkel geval geloosd worden op oppervlaktewater.
5.2.3 Milderende maatregelen Bij de ontwikkeling van het plangebied dient aan de algemene principes van een kwalitatief waterbeheersingsbeleid (de ‘watertoets’) voldaan te worden. Er wordt gewezen op het feit dat het regenwater maximaal dient hergebruikt te worden, o.a. door het aansluiten van de toiletten op regenwater. Hemelwaterafvoer dient steeds afgekoppeld te worden van de riolering. Bij de toepassing van bergingsmaatregelen dient zoveel mogelijk gekozen te worden voor open structuren, zoals grachten of bekkens aan de oppervlakte. Indien er een fietspad binnen kasteelpark wordt aangelegd, dient dit te gebeuren in waterdoorlatend materiaal om de natuurlijke infiltratie niet te belemmeren.
5.2.4 Conclusie Vanuit de discipline water zijn er mits het opvolgen van de milderende maatregelen, geen significante milieueffecten te verwachten.
5.3
Fauna en flora
5.3.1 Referentiesituatie 5.3.1.1 Speciale beschermingszones Het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21/10/1997 bepaalt dat ieder plan dat – afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma’s – een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied kan veroorzaken, dient onderworpen te worden aan een passende beoordeling. Het gaat om gebieden die door de Vlaamse regering zijn voorgesteld of aangewezen zijn als speciale beschermingszone in toepassing van de Vogelrichtlijn (Richtlijn 79/409/EEG van 02/05/1979) en de Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG van 21/05/1992). Binnen het plangebied bevinden zich geen speciale beschermingszones. Het dichtstbijzijnde gebied betreft het SBZ- V “Hamonterheide, Hageven, Buitenheide, Stamprooierbroek en Mariahof”, op 375 m van het plangebied. Op circa 800 m ligt het SBZ-H “Itterbeek met Brand, Jagersborg en Schootsheide en Bergerven”.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
22 van 44
Figuur 5-5 Speciale beschermingsgebieden en VEN-gebieden
5.3.1.2 VEN/IVON Het gebiedsgericht beleid van het natuurdecreet houdt de ontwikkeling van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON) in. Het natuurdecreet legt de voorschriften en geboden in VEN en IVON vast. Binnen het plangebied komt geen VEN/IVON gebied voor. De afstand tot het dichtstbijzijnde VEN-gebied bedraagt ca. 800 meter nl. ‘De Middenloop Bosbeek’, zie figuur Figuur 5-5.
5.3.1.3 Vlaamse en erkende natuurreservaten Volgens het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21/10/97 kunnen terreinen, die van belang zijn voor het behoud en ontwikkeling van de natuur of het natuurlijk milieu, erkend worden als natuurreservaat. In deze natuurreservaten wordt, via een aangepast beheer, een natuurstreefbeeld behouden of ontwikkeld. Deze terreinen worden ofwel een Vlaams natuurreservaat of een erkend natuurreservaat. -
een Vlaams natuurreservaat is een beschermd gebied dat door de Vlaamse regering wordt aangewezen op gronden die het Vlaamse Gewest in eigendom of in huur heeft of die daartoe ter beschikking worden gesteld.
-
een erkend natuurreservaat is een beschermd gebied dat door de Vlaamse regering wordt erkend op verzoek van de eigenaar of de beheerder, meestal een erkende natuurvereniging.
Op ca. 800 m ten zuidwesten van het plangebied bevindt zich het erkend natuurreservaat “de Tösch-Langeren”, eveneens geselecteerd als VEN-gebied.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
23 van 44
Figuur 5-6 Erkend natuurreservaat de Tösch
5.3.1.4 Biologische waarderingskaart De biologische waarderingskaart vormt een basisdocument voor iedereen die betrokken is bij natuurbehoud, ruimtelijke planning, milieueffectrapportage, landschapszorg, e.d. Het is de enige beschikbare gebiedsdekkende inventaris van de Vlaamse biotopen en wordt daarom algemeen aangewend als referentiekader. Ze vormt nuttige informatie betreffende de toestand en betekenis van het natuurlijk milieu. Om de BWK-kaart beter interpreteerbaar te maken voor het beleid wordt op basis van de inventarisatie een evaluatie doorgevoerd. Op basis van de waarderingscriteria zeldzaamheid, natuurlijkheid, kwetsbaarheid en biologische potenties wordt aan iedere karteringseenheid een waardecijfer toegekend: •
biologisch zeer waardevol,
•
biologisch waardevol,
•
biologisch minder waardevol.
Gezien op één locatie meerdere karteringseenheden mogelijk zijn, kan ook de evaluatie een combinatie van de bovenvermelde waarderingsklassen zijn: •
complex van minder waardevolle en waardevolle elementen,
•
complex van minder waardevolle en zeer waardevolle elementen,
•
complex van waardevolle en zeer waardevolle elementen.
Het noorden van het plangebied ter hoogte van het kasteel, de hoeve en de parkings wordt aangeduid als biologisch waardevol gebied (kasteelpark=kpk). In deze zone wordt de hoeve omgebouwd tot hotel en wordt de parking heringericht. De groenelementen van de grootste parking mogen hier dus niet verdwijnen ifv een meer optimale invulling van de parking. Het zuiden van het plangebied ter hoogte van het parkgebied wordt geduid als een complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen. Volgende eenheden worden er gekarteerd:
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
24 van 44
•
soortenrijk permanent cultuurgrasland met relicten van halfnatuurlijke graslanden (hp+)
•
houtkant of oude heg (kh)
•
bomenrij met dominantie van zomereik (kbq)
In deze zone wijzigt er niks t.a.v. de huidige toestand.
Figuur 5-7: aanduiding van het plangebied op de Biologische waarderingskaart.
5.3.1.5
Voorkomende fauna Er zijn geen specifieke gegevens bekend wat betreft de voorkomende fauna in het gebied. Er mag echter verondersteld worden dat op zijn minst de meest algemeen voorkomende vogel- en vleermuizensoorten voorkomen in en in de omgeving van het plangebied.
5.3.2 Mogelijke effecten In dit hoofdstuk worden de verschillende mogelijke effecten die veroorzaakt kunnen worden door de uitvoering van het RUP kort besproken. Mogelijke effecten die hieronder behandeld zullen worden zijn: •
Ecotoop/habitat-winst of –verlies
•
Barrièrewerking
•
Verdroging/vernatting
•
Rustverstoring
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
25 van 44
5.3.2.1
Ecotoop/habitat-winst of –verlies Door uitvoering van het RUP wordt een uitbreiding van de parking en bebouwbare oppervlakte mogelijk. Deze zones bevinden zich in het noordelijk deel, dat op de BWK aangeduid staat als biologisch waardevol (kasteelpark). Deze oppervlakte blijft echter beperkt en de verruiming van de bebouwbare oppervlakte zal enkel richting binnenzijde van de U-vorm van de bebouwing van de hoeve verlopen. Er kan dus besloten worden dat het verlies aan waardevolle biotopen eveneens beperkt tot verwaarloosbaar zal zijn.
5.3.2.2
Barrièrewerking De huidige bebouwing vormt reeds een (kleine) barrière voor fauna en flora. Er wordt niet verwacht dat bijkomende bebouwing aansluitend aan de huidige bebouwing voor een bijkomende barrière zal zorgen. Er zijn ook nog genoeg uitwijkmogelijkheden rondom de huidige (en toekomstige) bebouwing.
5.3.2.3
Verdroging/ vernatting Aangezien de verharde oppervlakte slechts beperkt zal toenemen (zie ook 5.2) en er voldoende mogelijkheden zijn voor infiltratie in de zandbodems binnen het plangebied, worden er geen negatieve effecten verwacht op flora en fauna inzake verdroging en/of vernatting.
5.3.2.4
Rustverstoring De uitbreiding van het aantal hotelkamers zal voor een toename aan recreanten in het kasteelpark zorgen en bijgevolg zal er waarschijnlijk ook een toename van geluidsproductie zijn. De recreatieve activiteiten zullen echter in hoofdzaak beperkt blijven tot wandelen en fietsen, waardoor de effecten op rustverstoring beperkt zullen blijven. Verder wordt er bij de uitbreiding van de gebouwen een feestzaaltje van ca. 330m² gepland. Er dient op gelet te worden dat de mogelijke geluidsoverlast door deze activiteiten beperkt blijft. Aangezien er kan verondersteld worden dat op zijn minst de meest algemeen voorkomende vleermuissoorten aanwezig kunnen zijn in en in de omgeving van het plangebied, is het belangrijk verstoring ten gevolge van verlichting zo veel mogelijk te beperken.
5.3.2.5 Voortoets Passende Beoordeling Bij besluit van 17/10/1998 werd het 13.125 ha grote gebied “Hamonterheide, Hageven, Buitenheide, Stamprooierbroek en Mariahof (BE2221314)” aangemeld als Vogelrichtlijngebied. Het Vogelrichtlijngebied ligt op 375 meter van het plangebied. Het betreft een niet-integraal beschermd gebied, waarvan – naast de gebieden die volgens het gewestplan ofwel natuurgebied of reservaatgebied zijn – volgende habitats beschermd zijn: eventueel gefixeerde landduinen, droge en vochtige heiden, moerassen en vijvers, houtwallen en loofbossen. Door uitvoering van onderhavig RUP zal er geen rechtstreekse oppervlakte-inname binnen het Vogelrichtlijnengebied gebeuren. Echter, door het verdwijnen van landbouwareaal is het mogelijk dat het foerageergebied van bepaalde soorten aangetast wordt.
Het onderzoek om te bepalen of er mogelijk betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van speciale beschermingszones voorkomen, loopt volgens onderstaand schema en omvat in principe vijf hoofdvragen: 1. Heeft het plan of programma een potentiële impact op de habitats (natuurlijke habitats en habitats van een soort) qua oppervlakte, ruimtelijke spreiding, structuur en kwaliteit?
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
26 van 44
2. Heeft het plan of programma een potentiële impact op het evenwicht tussen, de verspreiding en densiteit van de soorten en de populaties in zijn geheel? 3. Heeft het plan of programma een potentiële impact op de vitale factoren hoe de SBZ functioneert als ecosysteem? 4. Heeft het plan of programma een potentiële impact op de abiotische relaties die de structuur en de functie van de SBZ bepalen? 5. Heeft het plan of programma een potentiële impact op het bereiken van een gunstige staat van instandhouding voor de betreffende SBZ? De begrippen ‘instandhouding’, ‘staat van instandhouding van een soort’ en ‘staat van instandhouding van een habitat’ zijn gedefinieerd in art. 2 van het Decreet Natuurbehoud: Instandhouding: het geheel van maatregelen die nodig zijn voor het behoud of herstel van habitats en populaties van wilde dier- en plantensoorten in een gunstige staat van instandhouding. De staat van instandhouding van een habitat wordt als gunstig beschouwd wanneer: - het natuurlijke verspreidingsgebied van de habitat en de oppervlakte van die habitat binnen dat gebied stabiel zijn of toenemen; - de nodige specifieke structuur en functies voor behoud op lange termijn bestaan en in de afzienbare toekomst vermoedelijk zullen blijven bestaan; - de staat van instandhouding van de voor die habitat gunstige typische soorten gunstig is. De staat van instandhouding van een soort wordt als gunstig beschouwd wanneer: - uit populatiedynamische gegevens blijkt dat de betrokken soort nog altijd een levensvatbare component is van de habitat waarin de soort voorkomt en dat vermoedelijk op lange termijn zal blijven; - het natuurlijke verspreidingsgebied van die soort niet kleiner wordt of binnen afzienbare tijd lijkt te zullen worden; - er een voldoende grote habitat bestaat en waarschijnlijk zal blijven bestaan om de populaties van die soort op lange termijn in stand te houden; Staat van instandhouding van een habitat: de som van de invloeden die op de betrokken habitat en de daar voorkomende typische soorten inwerken en op lange termijn een verandering kunnen bewerkstelligen in de natuurlijke verspreiding, de structuur en de functies van die habitat of die van invloed kunnen zijn op het voortbestaan op lange termijn van de betrokken typische soorten in het Vlaamse Gewest; Staat van instandhouding van een soort: het effect van de som van de invloeden die op de betrokken soort inwerken en op lange termijn een verandering kunnen bewerkstelligen in de verspreiding en de grootte van de populaties van die soort in het Vlaamse Gewest; Deze vragen zullen in onderstaande paragrafen behandeld worden.
Omschrijving Vogelrichtlijngebied Het Vogelrichtlijngebied werd omwille van het voorkomen van soorten in tabel 5-1 aangeduid als speciale beschermingszone (www.gisvlaanderen.be).
Tabel 5-1 beschermde soorten SBZ-V Populatiegrootte
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
27 van 44
Min
Max
Seizoen
Bergeend
4
Wintergast of doortrekker niet Annex I
Blauwborst
> 30
Broedvogel Annex I
Boomleeuwerik
> 10
Broedvogel Annex I
5
Broedvogel Annex I
Bruine Kiekendief
3
Dougalls Stern
Niet broedend Annex I
Fuut
3
Wintergast of doortrekker niet Annex I
5
Broedvogel Annex I
Ijsvogel
> 15
Broedvogel Annex I
Kleine Zwaan
2
Niet broedend Annex I
Knobbelzwaan
10
Wintergast of doortrekker niet Annex I
Kuifeend
50
Wintergast of doortrekker niet Annex I
Meerkoet
500
Wintergast of doortrekker niet Annex I
3
Broedvogel Annex I
Grauwe Klauwier
Nachtzwaluw
4
2
Porseleinhoen Roerdomp
Niet broedend Annex I 3
5
Broedvogel Annex I
Tafeleend
4
Wintergast of doortrekker niet Annex I
Velduil
1
Broedvogel Annex I
Visarend Wespendief
Niet broedend Annex I 7
8
Broedvogel Annex I
Wilde Eend
270
Wintergast of doortrekker niet Annex I
Wintertaling
2
Wintergast of doortrekker niet Annex I
Woudaap
1
3
Broedvogel Annex I
Zwarte Specht
7
8
Broedvogel Annex I
De meest kenmerkende vogelsoorten van de Annex I-lijst binnen het gebied zijn: Roerdomp, Wespendief, IJsvogel, Blauwborst, Boomleeuwerik en Grauwe klauwier. Andere opgenomen broedende en niet-broedende soorten in het SBZ-V zijn Woudaapje, Kleine zwaan, Bruine kiekendief, Visarend, Porseleinhoen, Dougalls stern, Velduil, Nachtzwaluw en Zwarte specht.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
28 van 44
Daarnaast zijn volgende overwinterende- en trekvogels opgenomen voor dit SBZ-V: Fuut, Knobbelzwaan, Bergeend, Wintertaling, Wilde eend, Tafeleend, Kuifeend en Meerkoet. De kenmerkende soorten betreffen soorten van natte gebieden (Roerdomp, IJsvogel) en vogels van droge en open gebieden (Boomleeuwerik), soorten van bosrijk gebied (Wespendief, Zwarte specht) en vogels van kleinschalig cultuurlandschap (Grauwe klauwier). Volgende habitats zijn beschermd binnen het niet-integraal beschermde vogelrichtlijnengebied: eventueel gefixeerde landduinen, droge en vochtige heiden, moerassen en vijvers, houtwallen en loofbossen. Het is duidelijk dat de annex-I vogelsoorten in hoofdzaak verbonden zijn met bovenvermelde habitats. Deze habitats komen niet voor binnen het plangebied. De met water verbonden soorten (Bergeend, Bruine kiekendief, Dougalls stern, Fuut, Kleine zwaan, Knobbelzwaan, Kuifeend, Meerkoet, Tafeleend, Wilde eend, Wintertaling en Woudaapje) kunnen binnen het plangebied mogelijks voorkomen ter hoogte van de gracht rondom het kasteel, welke echter buiten Vogelrichtlijnengebied gelegen is. Ook is het mogelijk dat de IJsvogel voorkomt ter hoogte van de grachtoever. De Porseleinhoen is binnen het SBZ enkel bekend van de moerassen rond de Luysen en de Velduil is dermate zeldzaam geworden dat hij nauwelijks nog wordt waargenomen. Effectenbespreking Om op de vragen die in het begin van dit hoofdstuk gesteld worden te beantwoorden zal er een analyse gebeuren van de relevante effectgroepen per vraag. In onderstaande tabel kan men een overzicht vinden van deze effectgroepen en voorbeelden van mogelijke verstoringsfactoren.
Effectgroep
voorbeelden verstoringsfactoren
van
1. oppervlaktegebonden 1a. Fysisch ruimtebeslag (oppervlaktegebonden wijzigingen) wijziging van de oppervlakte van een habitat
Nvt Geen gegevens bekend dat plangebied binnen een broedzone van een rodelijst soort valt
wijziging van het voorkomen van de soort of verlies aan leefgebied van een soort 1b. Verandering in de kwaliteit van een habitat of het leefgebied van een soort door wijziging in het landgebruik, het beheer of de functie
Wijziging door veranderd landgebruik: kleine oppervlakte van kasteelpark wordt ingenomen door parking en bebouwing
2. Verandering in kwaliteit van een habitat: grondwaterrelaties 2a. Verdroging/vernatting via grondwaterrelaties, inclusief wijziging kwelgebieden en impact op grondwaterkwaliteit door wijziging hoeveelheden grondwater/oppervlaktewater
Nvt
2b. verandering van het leefgebied van de soort tengevolge van wijziging leefgebied door verdroging/vernatting
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
29 van 44
Effectgroep
voorbeelden verstoringsfactoren
van
3. Verandering in kwaliteit van een habitat: oppervlaktewaterrelaties 3a. Verandering in oppervlaktewaterpeilen
Nvt
3c. verandering leefgebied van een soort tengevolge van de processen in 3a
Nvt
4. veranderingen in ruimtelijke relaties, netwerken en processen 4a. verandering in de barrière-werking (infrastructuur op wegen, waterlopen, toename bebouwde oppervlakte, …)
bebouwde oppervlakte neemt beperkt toe: in aansluiting met de huidig bebouwing waardoor de effecten verwaarloosbaar zijn
4b. versnippering (uitéénvallen van een leefgebied in kleinere gescheiden leefgebieden)
Nvt
5. verstoring 5a. Verstoring van soorten (door geluid, licht, trillingen, geur) – kwaliteitsverlies
Er wordt een uitbreiding van het aantal hotelkamers voorzien + een feestzaal waardoor specifieke geluidshinder mogelijk is
5b. Verstoring van soorten door beweging (machines, mensen, golfslag, …)
Lichte toename van het verkeer door een stijging van het aantal hotelkamers.
6. Verandering in kwaliteit van een habitat door fysico-chemische wijzigingen in waterrelaties 6a. toevoer van nutriënten etc. via emissies in oppervlaktewater/grondwater
Nvt.
Op de vraag of deze effectgroepen van toepassing zijn, kan het volgende worden geantwoord: •
•
•
•
• •
Er is geen rechtstreeks biotoopverlies te verwachten van de planvoornemens t.o.v. het vogelrichtlijngebied. Het plangebied valt immers volledig buiten het vogelrichtlijngebied. Daarbij komt dat de meeste soorten waarvoor het Vogelrichtlijnengebied werd aangemeld, zich bevinden binnen de voorkomende natuurreservaten binnen het SBZ. Wel is het mogelijk dat sommige watergebonden soorten waarvoor het SBZ werd aangemeld voorkomen ter hoogte van gracht rondom het kasteel en in de eventuele houtkanten. Ter hoogte van de gracht zelf en in de onmiddellijke omgeving ervan worden geen werken gepland. Ook de meer beboste zones zullen worden behouden. Hierdoor wordt geen rechtstreeks effect op het voorkomen van de soorten verwacht. Er wordt een mogelijkheid voorzien tot het bouwen van een (kleine) feestzaal. Hierdoor kan een negatief effect optreden inzake rustverstoring. Er wordt daarom aangeraden de geluidsoverlast inzake mogelijk geluidsproducerende activiteiten te beperken. De huidige bebouwing zorgt momenteel reeds voor een heel beperkte barrière tussen het plangebied en het Vogelrichtlijnengebied. Na realisatie van het plan zal deze barrière nauwelijks vergroot zijn (bijkomende bebouwing dient in aansluiting met de huidige bebouwing te gebeuren), waardoor er geen effecten inzake barrièrewerking worden verwacht. Er worden geen ingrepen gepland die een effectieve verandering van de waterhuishouding met zich mee brengen. Er worden geen effecten vanuit de discipline mobiliteit verwacht op het Vogelrichtlijngebied (zie hoofdstuk 5.5).
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
30 van 44
Conclusie Er kan besloten worden dat er wijzigingen zullen plaatsvinden t.o.v. de huidige toestand van het plangebied maar deze hebben nauwelijks tot geen invloed op het functioneren van het Vogelrichtlijnengebied. Het plangebied maakt geen (of voor bepaalde soorten slechts in heel beperkte mate) deel uit van het leefgebied van relevante soorten en neemt geen ruimte in van de Speciale Beschermingszone. Wel situeert het plangebied zich in de buffer van 700 meter rondom de speciale beschermingszone. Deze bufferzone is vooral van belang voor het beleid rond windmolens. Er worden geen windmolens voorzien in het plangebied. Bestaande natuurwaarden binnen het plangebied dienen zoveel mogelijk behouden te blijven (bos- en struweelzones, gracht met natuurlijke oever rondom kasteel ) omdat het niet uitgesloten kan worden dat minder verstoringsgevoelige soorten zoals de Blauwborst en de Geelgors toch een biotoop kunnen vinden aan de groene rand van het plangebied.
Op basis van bovenstaande gegevens is het alvast mogelijk een antwoord te geven op de vooropgestelde vragen. •
Het plan-voornemen heeft geen extra impact op de habitats belangrijk voor de soorten waarvoor het Vogelrichtlijnengebied werd aangemeld (natuurlijke habitats en habitats van een soort) wat betreft de oppervlakte, ruimtelijke spreiding, structuur en kwaliteit van deze habitats.
•
Het plan-voornemen heeft geen bijkomende impact op het evenwicht tussen, de verspreiding en de densiteit van de aangemelde soorten in zijn geheel.
•
Het plan-voornemen heeft geen extra impact op de vitale factoren hoe het SBZ functioneert als ecosysteem.
•
Het plan-voornemen heeft geen bijkomende invloed op de abiotische relaties die de structuur en de functie van de SBZ bepalen.
•
Het plan-voornemen heeft geen extra impact op het bereiken van een gunstige staat van instandhouding voor de betreffende SBZ. Dit betekent dat er niet of nauwelijks een invloed te verwachten is op de EU-natuurwaarden die zich momenteel ter hoogte van het plangebied manifesteren, en er ons inziens bijgevolg geen passende beoordeling noodzakelijk is. Een PB zal geen bijkomende elementen aan het licht brengen die tot een andere besluitvorming kunnen leiden.
5.3.3 Milderende maatregelen In de voorschriften van het RUP dient er aandacht te zijn voor volgende zaken:
Ter hoogte van de parking kan gedacht worden aan het behoud en/of aanplant van bomen, om het geheel een meer groener karakter te geven.
Er kan verondersteld worden dat er momenteel vleermuizen voorkomen in het plangebied. Daarom wordt voorgesteld indien nieuwe verlichting wordt geïnstalleerd, deze uit te schakelen bij zonsondergang in de periode van half mei tot half augustus (eventueel door het voorzien van een schakelklok). Bovendien dient de verlichting zo minimaal mogelijk gehouden te worden en moeten lichtbronnen zoveel mogelijk afgewend worden van het groengebied ten westen van het bospad om de eventueel voorkomende soorten zo weinig mogelijk te storen.
Om de rustverstoring voor de aanwezige avifauna in de omgeving te beperken, wordt gesteld dat het gebruik van geluidsinstallaties en het veelvuldig organiseren van geluidsproducerende activiteiten dient vermeden te worden.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
31 van 44
5.3.4 Conclusie Indien rekening gehouden wordt met de milderende maatregelen, zijn er vanuit de discipline fauna en flora geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten.
5.4
Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie
5.4.1 Referentiesituatie Landschapsatlas In de ‘Landschapsatlas van Vlaanderen’ - opgemaakt door de afdeling Monumenten en Landschappen van de Vlaamse Gemeenschap en verschenen in het voorjaar van 2001 werden behalve ankerplaatsen ook relictzones, puntrelicten en lijnrelicten geselecteerd. Het geheel vormt een historische momentopname van de Vlaamse landschappen op het eind van de 20e eeuw. Ze geeft een gedetailleerde inventaris van ruimtelijke zones waar gave en herkenbare relicten van de traditionele landschappen nog voorkomen. Op de hiernavolgende kaart werden de ankerplaatsen, relictzones, punt- en lijnrelicten aangeduid. Het plangebied ligt net binnen het traditionele landschap ‘Maasvlakte en het terrassenland”. De structuurdragende matrix bestaat hier uit een gerichte en geterrasseerde topografie en vallei met geassocieerde bebouwing en infrastructuur. Het plangebied valt binnen de ankerplaats “De Tösh, Langeren en Wurfeld”. •
Wetenschappelijke waarde: De grote verscheidenheid aan landschapstypen heeft een grote ecologische waarde tot gevolg: oude cultuurlandschappen op plaggenbodem met talrijke houtkanten (Langeren) of meer open (Wurfeld), een centraal moersasgebied, een restant van een landduin (Siemkensheuvel) en de gegraven Bosbeek met dijken boven het maaiveld.
•
Historische waarde: De bedding van de Bosbeek tussen Neeroeteren en Maaseik werd waarschijnlijk gedurende de 13de en/of de 14de eeuw gegraven met de bedoeling om de Maaseiker stadswallen van voldoende water te voorzien en om enkele molens, o.a. de Wurfeldermolen en de Langerenmolen, te laten draaien. In die periode begon Maaseik (Nieuwe Eyke) aan een periode van bloei, dit in tegenstelling met het net ten noorden van Maaseik gelegen Aldeneik (Alde Eyke). De Siemkensheuvel was de galgenberg van Maaseik.
•
Esthetische waarde: Bepalend voor de esthetische waarden van het beoogde landschap zijn de beslotenheid van het kleinschalige oude cultuurlandschap met talrijke houtkanten te Langeren en de Staart, de afwisseling in de begroeiing onder invloed van een vochtgradiënt in de Tösch en de meanderende Bosbeek met zijn hoge dijken. Ook het contrast tussen dit gesloten landschap en het meer open karakter van Wurfeld is relevant.
Verder valt het plangebied ook binnen de relictzone “Kern vlakte van Bocholt” met volgende wetenschappelijke waarde: dit vlakke gebied met een hoogteligging van ca 35 meter is door een gebrekkige natuurlijke ontwatering van nature uit moerassig. Vroeger bestaande uit moerasbossen, natte heides en vennen zoals blijkt uit de Vandermaelenkaart. Thans nog steeds vochtig gebied met enkele resten van vennen, doorsneden door de Bosbeek en de Itterbeek en vele kunstmatig gegraven afwateringskanalen. De Wurfeldermolen op 350 m ten zuiden van het plangebied wordt aangeduid als puntrelict en beschermd landschap. Tenslotte wordt de Bosbeek nog aangeduid als lijnrelict, ca. 400 m ten zuiden van het plangebied. De Bosbeek heeft zijn sterke meandering relatief goed bewaard. Op de beek is een toposequentie van watermolens gelegen tussen As en Opoeteren.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
32 van 44
Figuur 5-8: situering van het plangebied op de landschapsatlas, bron Agiv
Landschapskenmerkenkaart Waar de landschapsatlas een inventarisatie is van de historische ruimtelijke elementen uit ons landschap, geven de landschapskenmerken een beeld van de hedendaagse samenstelling van dat landschap. Het plangebied is in het vlakelement “Kasteelparken en -domeinen” gelegen. Aansluitend aan het plangebied in het westen is de cluster “hydrografische landschappen – Kerngebied van de vlakte van Bocholt” gesitueerd. Ten noordoosten is een hoogspanningsleiding gelegen en ten zuidoosten een verlaten spoorwegbedding (nu ingericht als toeristisch fietspad) en de N78.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
33 van 44
Figuur 5-9: situering van het plangebied op de landschapskenmerkenkaart
Beschermd erfgoed Ten zuidoosten van het plangebied is het beschermd landschap “ het natuurgebied rond de Bosbeek gelegen”. Verder worden het “Kasteel van Wurfeld” en de “Vergelshoeve” aangeduid als bouwkundig erfgoed.
Beschrijving Kasteel van Wurfeld en de Vergelshoeve: (bron www.vioe.be): De gebroeders Willem en Jacob Croll, stichters van de St.-Laurentiuskapel in 1640, bouwen zich bij de kapel een klein verblijf van twee verd. met elk een grote kamer, op een gewelfde kelder. Deze oude kern bleef bewaard in het huidige kasteel. Na de dood van de broers komt R.N.J. Smets, deken van de collegiale kerk van Maaseik, in het bezit van hun goederen. In 1749 wordt Verschuyl eigenaar. Het kasteeltje en de kapel van Wurfeld worden tijdens de Franse periode niet verkocht; het kasteel wordt pas verkocht in 1840 door de kerkfabriek van Maaseik aan A. Eyckholt, heer van Visserweert, die in 1837 reeds de Vergelshoeve (cf. Wurfelderweg, z. nr.) gekocht had. Door huwelijk gaan de goederen over naar de familie Nagels. Ludovic Nagels laat ca. 1900 het paviljoen van de gebroeders Croll uitbreiden. Het kasteel werd nogmaals vergroot in 1913 en 1938 door de toenmalige eigenaars Stéphanie Nagels en Adelin de Fraipont, en kreeg de naam Sans Souci. Het kasteel staat op de Ferrariskaart (1771-77) aangeduid als een langgestrekt gebouw, waarschijnlijk het oorspronkelijk volume, met de tweeledige Vergelshoeve ten W.; beide delen zijn omgracht, de ingang bevindt zich in de Z. zijde. Aan deze zijde, buiten de omgrachting, bevond zich de oorspronkelijke St.-Laurentiuskapel, eveneens aangeduid op de Ferrariskaart. De situatie is dezelfde in de Atlas van de Buurtwegen (1845). Tegenwoordig is de omgrachting alleen nog in de perceelsafbakening af te lezen. Het kasteel werd merkelijk uitgebreid (cf. supra); de hoeve behield gr. m. haar oorspronkelijke vorm. De kapel is verdwenen; zij bevindt zich thans meer noordelijk, aan de Kapelweg (cf.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
34 van 44
supra). Vóór het kasteel is een park ontstaan, nu met een aantal oude bomen, o.m. eiken en beuken; het kasteel is met een dreef verbonden met de Kapelweg. Het kasteel heeft thans de vorm van een langgestrekt gebouw, waarvan de voorgevel (O.gevel) volledig recent (XX a) is en opgetrokken in eclectische stijl. Bakstenen gebouw onder schilddak (mechanische pannen). De kern is een breedhuis van acht trav. en twee bouwl. met lijstgevel, voorzien van een houten kroonlijst. In de vijfde trav. een vierkante toren van drie bouwl. met afgeschuinde hoeken, onder ingesnoerde naaldspits (kunstleien); de bovenverd. is in imitatie-vakwerk. R. ervan een risaliet onder haaks wolfdak; de r.trav. is een gelijkaardig risaliet, doch minder uitspringend. Vóór het gebouw, op de begane grond, bevinden zich verschillende recente uitbouwsels en terrassen. Natuurstenen banden. In de toren een gevelsteen met wapenschild van de gebroeders Croll, afkomstig van de oorspronkelijke kapel van Wurfeld, waar hij boven het portaal was ingemetseld. Muuropeningen van verschillende vorm. De oude kern uit XVII bleef behouden in de N.-trav. van de achtergevel (W.-gevel); een aantal muuropeningen uit XVIII A: kalkstenen kloosterkozijnen van hergebruikt, XVIImateriaal op de benedenverd., met sponningbeloop in het benedengedeelte; geprofileerd druiplijstje; smalle rechth. bovenvensters in kalkstenen omlijsting met sponningbeloop en geprofileerd druiplijstje . FRAIPONT S. de, Wurfeld, Maaseik, 1953. JANSSEN R. - e.a., Toeristische gids Maaseik Kinrooi Thorn Marec, p. 38
Centrale archeologische inventaris De Centrale Archeologische Inventaris is een inventaris van tot nog toe gekende archeologische vindplaatsen. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om op basis van de Centrale Archeologische Inventaris uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. De aan- of afwezigheid van archeologische sporen dient met verder onderzoek te worden vastgesteld. Volgens de beschikbare gegevens zijn geen archeologische vondsten bekend in of in de nabije omgeving van het plangebied.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
35 van 44
Figuur 5-10 Centrale Archeologische www.gisvlaanderen.be).
Inventaris
ter
hoogte
van
het
plangebied
(bron:
5.4.2 Mogelijke effecten Het bestaande bouwvolume van de hoeve zal verhoogd worden tot maximaal twee bouwlagen en een hellend dak. Gezien het waardevolle historische karakter is dit zonder milderende maatregelen als negatief te beoordelen. Het RUP neemt dan ook volgende maatregelen op ter bescherming van de hoeve en de kasteelsite in het algemeen: -
er dient een beeldkwaliteitplan opgesteld te worden in overleg met de stad en de Afdeling Ruimte en erfgoed om de uitbreiding van de hoeve onder strikte voorwaarden te laten gebeuren, ter bescherming van de historische waarde van het plangebied;
-
materiaalgebruik moet afgestemd zijn op de bestaande materialen;
-
er wordt een maximale bouwhoogte opgelegd die bepaald wordt door de zichtbaarheid op het kasteel zelf;
-
gevelgeledingen en raampartijen dienen afgestemd te worden op deze van de bestaande hoeve;
-
uitbreidingen dienen zich te richten naar de binnenzijde van de U-vorm van de hoeve, niet naar de buitenzijde.
Hierdoor worden de negatieve effecten op het waardevolle bouwkundig erfgoed beperkt. Eventuele gevolgen voor het landschapsbeeld zijn vooral lokaal op het kasteelpark merkbaar. Naar de omgeving zullen de wijzigingen van de hoeve weinig te merken zijn gezien de het kasteel en de hoeve landschappelijk volledig geïntegreerd zijn in het landschap (nl. kasteelpark en groenbuffer, zie fotoreportage bijlage 2). Bestaande beeldbepalende elementen zoals de toegangsdreef en het kasteelpark blijven behouden.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
36 van 44
Verder voorziet men om de parking her in te richten en te optimaliseren. De grootste parking omvat een aantal groenstroken die mogelijk verdwijnen bij herinrichting wat beperkt negatief te beoordelen is. Het RUP doet geen uitspraak over verlichting. Er dient echter wel rekening gehouden te worden met het beperken van de lichthinder, zowel naar het landschap toe als voor de omwonenden. Verder worden er geen landschapsverstorende ingrepen gepland. In het kader van het ‘archeologiedecreet’ (decreet van het Vlaams Parlement 30 juni 1993, houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium, inclusief de latere wijzigingen) en het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 20 april 1994, is de eigenaar en gebruiker van gronden waarop archeologische waarden zich bevinden, verplicht deze waarden te behoeden en te beschermen voor beschadiging en vernieling. Om de omvang, datering en waarde van de archeologische resten te kunnen bepalen is archeologisch vooronderzoek aangeraden. Het verdient aanbeveling dit onderzoek zo vroeg mogelijk (in het planproces) te laten uitvoeren.
5.4.3 Milderende maatregelen Omdat niet duidelijk is in hoeverre archeologische waarden aanwezig zijn in het plangebied, noch wat hun aard, omvang en conservering is, adviseren wij om ruim vooraf aan de ontwikkelingen in het plangebied ter hoogte van de geplande/mogelijke nieuwe bebouwing een archeologisch vooronderzoek te laten uitvoeren. Indien nodig dient hierop volgend een opgraving te gebeuren. Eventuele specifieke vondsten en/of bijkomende informatie over het gebied die uit het archeologisch (voor-)onderzoek naar voor komen, kunnen aangewend worden bij de uitwerking van uitvoeringsontwerp. Voor het overige worden m.b.t. de discipline “landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie” geen specifieke maatregelen vooropgesteld.
5.4.4 Conclusie Vanuit de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie zijn geen significant negatieve effecten te verwachten, indien rekening gehouden wordt met de milderende maatregelen.
5.5
Mens In dit hoofdstuk worden volgende deelaspecten besproken: -
sociaalorganisatorische aspecten (wijzigingen in functies, organisatie ruimte)
-
mobiliteit (wijziging verkeersafwikkeling, parkeermogelijkheden)
-
hinder (licht-, lucht- en geluidshinder)
5.5.1 Referentiesituatie Sociaalorganisatorische aspecten Het plangebied kan beschouwd worden als deel van het randstedelijk (residentieel) woongebied van Maaseik en is gelegen in het recreatief landschapspark Wurfeld. Voor het overige deel (ganse oost-, zuid-, west- en noordwestelijke bocht) wordt het domein van kasteel Wurfeld omgeven door agrarisch gebied (voornamelijk weilanden).
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
37 van 44
Aan de zuid- en westzijde wordt de locatie in een bocht omsloten door weilanden en vervolgens de Wurfelderweg waarlangs een aantal landbouwbedrijven gelegen zijn. Helemaal ten zuiden, voor een stuk evenwijdig lopend met de Wurfelderweg, stroomt de Bosbeek waarlangs de Wurfeldermolen gelegen is. Het plangebied is volledig gelegen in Herbevestigd Agrarisch gebied.
Figuur 5-11 Herbevestigd Agrarisch gebied
Momenteel is het kasteel in gebruik als hotel-restaurant. De uitbaters wonen op het kasteelpark zelf. De aangrenzende hoeve – waar de hotelfunctie zal uitgebreid worden staat leeg (meer info: zie fotoreportage).
Mobiliteit en parkeren Het kasteel is toegankelijk vanaf de N773 (secundaire weg type II) ten noorden via de Kapelweg, die doorheen het dorp gaat, en vanaf de N78 ten zuiden via de landelijke Wurfelderweg. Aan de noord- en oostzijde wordt het domein onmiddellijk begrensd door respectievelijk de onverharde Wurfelderweg, die ook toegang geeft tot de achterliggende hoeve, en de Kapelweg, die verder noordwaarts het dorpscentrum ontsluit.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
38 van 44
Figuur 5-12 Stratenatlas
Het toeristisch fietspad tussen knooppunt 45 en 27 van het fietroutenetwerk loopt langs het plangebied.
plangebied
Figuur 5-13 toeristisch fietsroutenetwerk in de omgeving van het plangebied, bron fietskaart RLKM
Als we inzoomen op de kaart zien we dat het toeristisch fietspad langs het kasteelpark loopt.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
39 van 44
Figuur 5-14 toeristisch fietspad
Het plangebied is niet ontsluitbaar via functionele fietspaden.
Weertersteenweg
Diestersteenweg
Maastrichtersteenweg
Figuur 5-15 Functioneel fietsroutenetwerk (rode lijnen)
Op minder dan 400 meter van het plangebied - aan de Diestersteenweg - zijn er verschillende bushaltes gelegen die door volgende lijnen bediend worden:
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
40 van 44
-
11 Maaseik-Genk
-
14 Maaseik-Leopoldsburg
-
61 Tongeren-Maaseik
-
302 Maaseik-Geel
Ook aan de Wurfeldermolenweg (op 600 meter ten zuiden van het plangebied) ligt een bushalte.
Het plangebied is dus goed bereikbaar met het openbaar vervoer.
Er is voldoende parkeergelegenheid (55 parkings) binnen het plangebied: -
De parkeerzone aan de woning van de uitbaters is 575 m² groot en biedt ruimte voor 20 parkeerplaatsen;
-
De grote parking van 1500 m² (noordoosten) die momenteel is ingericht voor 35 plaatsen maar die men wil optimaliseren om tot 50 parkeerplaatsen te komen.
De parking wordt eveneens gebruikt voor bezoekers van het wandelgebied TöschLangeren.
5.5.2 Mogelijke effecten Sociaal organisatorische aspecten De grootste functiewijziging binnen het plangebied is de uitbreiding van de recreatieve functie: het hotel wordt uitgebreid van 33 naar 68 kamers. De extra 35 kamers worden ingericht in de voormalige hoeve op de kasteelsite. Dit heeft zijn gevolgen voor de mobiliteit (zie verder). Gezien deze uitbreiding gebeurt volgens de gangbare normen voor verblijfsrecreatie, zijn er geen negatieve effecten te verwachten. Verder zal het kasteelpark toegankelijker gemaakt worden voor fietsrecreatie omdat de toeristische fietsroute die nu langsheen het park loopt, zal omgelegd worden. De zuidelijke doorgang zal terug opengemaakt worden zodat de fietsroute via de kasteelsite kan aansluiten op de toegangsweg die voor het kasteel doorloopt, ofwel omheen de gracht rondom de hoeve. Dit is zeker een meerwaarde voor recreatie gezien het historisch en groen karakter van de site. De ander functies binnen het plangebied ondergaan geen wijzigingen (wonen, parkgebied).
Mobiliteit Parkeren Het is niet de bedoeling om nog bijkomende ruimte in te nemen voor parking. Wel wordt de bestaande parking tussen het kasteel en de woning van de uitbaters heringericht zodat er nog 15 plaatsen zouden bij gecreëerd worden waardoor het totaal aantal parkeerplaatsen 70 zal bedragen. De parking wordt zowel gebruikt voor het hotel, als voor het restaurant en de feestzaaltjes/conferentiezaaltjes binnen het plangebied. Ook de bezoekers van het wandelgebied parkeren op deze parkings. 2
Indien we de parkeerkencijfers van de CROW toepassen, zouden er bij uitbreiding van het hotel naar 68 kamers minstens 34 parkeerplaatsen dienen voorzien te worden en
2
Voor een hotel in niet-stedelijk gebied dient er minstens 0,5 parking per hotelkamer voorzien te worden, met een maximum van 1,5 parking per hotelkamer
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
41 van 44
maximum 102. Deze toekomstige parking is dus voldoende om ervoor te zorgen dat er geen parkeerproblemen veroorzaakt worden.
Verkeersgeneratie De grootste wijziging aan de referentiesituatie is dat het hotel wordt uitgebreid van 33 naar 68 kamers (+35). Hotel Wurfeld is een driesterrenhotel (cfr. Toerisme Vlaanderen). Volgens de CROW bedraagt het autogebruik voor een driesterrenhotel 55% (gelegen buiten het centrum maar niet in buitengebied) en genereert een dergelijk hotel 16,7 motorvoertuigbewegingen per weekdag per 10 kamers (personeel, hotelgasten, leveranciers…). De huidige verkeersgeneratie afkomstig van het hotel bedraagt 55 motorvoertuigbewegingen per weekdag. Door uitbreiding van het hotel met 35 kamers komen daar nog eens 58 motorvoertuigbewegingen per weekdag bij, wat meer dan een verdubbeling betekent van de huidige verkeersgeneratie. Relatief gezien is de verkeersgeneratie echter minimaal waardoor er geen significant negatieve effecten verwacht worden door uitvoering van het RUP. Het plangebied is goed ontsluitbaar via grote verbindingswegen (N773, N78…).
Hinderaspecten (Lucht, geluid en licht, verenigbaarheid met de omgeving) Er worden geen activiteiten via het RUP mogelijk gemaakt die luchtverontreiniging kunnen veroorzaken. De verkeersgeneratie is niet van die aard dat er een overschrijding zou zijn van de geldende normen (NOx, fijn stof, SO2…). Er zijn geen Seveso-bedrijven in de ruime omgeving van het plangebied die een effect zouden kunnen hebben op het plangebied. Langs de Kapelweg en de Wurfelderweg liggen woningen die door uitbreiding van het hotel meer last zouden kunnen ondervinden van wegverkeer en eventueel geluidshinder afkomstig van recreatie. Aangezien het kasteelpark omsloten is door een groene buffer, wordt verwacht dat de hinder voor omwonenden beperkt zal zijn. Gezien de ligging in groengebied en nabij woningen wordt aangeraden om voorschriften op te nemen over verlichting. Onoordeelkundige verlichting kan immers hinderlijk zijn voor zowel omwonenden als verstoringsgevoelige fauna. Ongewenste lichtverstrooiing dient vermeden te worden. Er wordt verwezen naar de milderende maatregelen.
5.5.3 Milderende maatregelen In het RUP dienen voorschriften opgenomen te worden om de hoogte van de verlichtingsmasten te beperken, bij voorkeur met een maximum van 20m. Bij de plaatsing van de verlichtingspalen dient rekening gehouden te worden met het beperken van de lichthinder zowel naar het landschap toe als voor de omwonenden. Verdere specificaties zijn in de huidige fase niet mogelijk. Indien echter bij elke vergunning voldoende rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden mag aangenomen worden dat aanzienlijke effecten zullen vermeden worden. Bijkomend worden nog de volgende aanbevelingen gedaan voor opname in de stedenbouwkundige voorschriften: -
In de zone voor parking en groene ruimte voorschriften uitwerken om de verlichtingshinder zo veel mogelijk te beperken. Globaal kan lichthinder t.g.v. de verlichting van de parking vermeden worden door gebruik te maken van iets meer lagere verlichtingspalen dan louter enkele hoge verlichtingspalen. Een hoogtebeperking opnemen in het voorschrift kan hier een mogelijkheid zijn.
-
Verlichting verplicht doven wanneer bezoekers het terrein hebben verlaten.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
42 van 44
-
Alleen verlichten wat nodig is en overbodige verlichting voorkomen.
Ervoor zorgen dat het licht zoveel mogelijk op het gewenste object of de gewenste zone schijnt en het doelgebied zoveel mogelijk beperken.
Het vermogen van de lampen zo laag mogelijk houden en de lichtsterkte niet onnodig verhogen.
Energiezuinige lampen en aangepaste verlichtingstoestellen Beheersystemen en bewegingsmelders gebruiken.
Spots niet richten op het gebouwen of de groenzone.
Lichtbronnen die boven de horizontale as schijnen vermijden.
aanwenden.
5.5.4 Conclusie Vanuit de discipline mens worden er geen significante negatieve effecten verwacht indien rekening gehouden wordt met de milderende maatregelen.
5.6
Leemten in de kennis Er zijn niet onmiddellijk leemten vastgesteld die ervoor zorgen dat een effect niet kan worden beoordeeld.
5.7
Grensoverschrijdende effecten Gelet op de ligging van het plangebied, de schaal van de ontwikkeling en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten wordt geconcludeerd dat er geen gewest- of landsgrensoverschrijdende effecten zullen voorkomen.
5.8
Disciplineoverschrijdende conclusie onderzoek milieueffecten Gelet op de ligging van het plangebied, de maatregelen die reeds zijn of kunnen worden ingebed in het RUP en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten rekening houdend met de milderende maatregelen, wordt geconcludeerd dat er geen significant negatieve effecten zullen voorkomen n.a.v. het RUP ‘Wurfeld’. Het RUP, dat voorwerp vormt van dit onderzoek tot milieueffectenrapportage, valt bijgevolg niet onder de plan-MER-plicht zoals voorzien in het plan-MER-decreet van 27/04/2007.
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
43 van 44
6
Bijlagen
Bijlage 1: Fotoreportage Bijlage 2: Planningscontext
2211923000/hme Screening plan-Mer-plicht concept-voorontwerp RUP Kasteel Wurfeld: verzoek tot raadpleging
44 van 44