Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld te Alken VERZOEK TOT RAADPLEGING
COLOFON Opdracht: Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld te Alken Verzoek tot raadpleging Opdrachtgever: Gemeente Alken Hoogdorpsstraat 38 B-3570 Alken Opdrachthouder: SORESMA nv Britselei 23 2000 Antwerpen Tel 03/221.55.00 Fax 03/221.55.03 www.soresma.be kwaliteitslabel ISO 9001:2000 Identificatienummer: 1288183000/hme Datum:
status / revisie:
december 2010
versie adviesinstanties
Vrijgave: Jan Parys, Contractmanager Projectmedewerkers: Cedric Vervaet, MER-deskundige Hanne Mengels, adviseur
Soresma 2010
Inhoud Inhoud
3
1
Kadering van het verzoek tot raadpleging
6
2
Beschrijving plan en afbakening plangebied
8
2.1
Initiatiefnemer
8
2.2
Planomschrijving
8
2.2.1 Plangebied
8
2.2.2 Kwaliteiten, knelpunten en potenties
10
2.2.3 Visie
10
2.2.4 Inrichtingsvoorstel
11
2.3
Planalternatieven
11
3
Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden
12
3.1
Juridische randvoorwaarden
12
3.1.1 Gewestplan
13
3.2
Beleidsmatige randvoorwaarden
13
4
Bepalen van de plan-MER-plicht
16
5
Potentiële milieueffecten van het plan
17
5.1
Bodem en grondwater
17
5.1.1 Referentiesituatie
17
5.1.2 Mogelijke effecten
19
5.1.3 Milderende maatregelen
20
5.1.4 Conclusie
20
5.2
20
Oppervlaktewater
5.2.1 Referentiesituatie
20
5.2.2 Mogelijke effecten
25
5.2.3 Milderende maatregelen
25
5.2.4 Conclusie
26
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
3 van 37
5.3
Fauna en flora
26
5.3.1 Referentiesituatie
26
5.3.2 Mogelijke effecten
27
5.3.3 Milderende maatregelen
28
5.3.4 Conclusie
28
5.4
29
Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie
5.4.1 Referentiesituatie
29
5.4.2 Mogelijke effecten
31
5.4.3 Milderende maatregelen
32
5.4.4 Conclusie
32
5.5
32
Mens
5.5.1 Referentiesituatie
32
5.5.2 Mogelijke effecten
34
5.5.3 Conclusie
35
5.6
Leemten in de kennis
35
5.7
Grensoverschrijdende effecten
35
5.8
Discipline-overschrijdende conclusie onderzoek milieueffecten
36
6
Bijlagen
37
Lijst van figuren Figuur 2-1 aanduiding plangebied op macroniveau (bron, NGI) ............................ 8 Figuur 2-2 aanduiding plangebied op microschaal (bron, NGI).............................. 9 Figuur 2-3 Stratenatlas, bron Esri.com .................................................................. 9 Figuur 3-1 Gewestplan: bestemmingen binnen het plangebied (bron, Agiv) ........ 13 Figuur 5-1 Luchtfoto plangebied .......................................................................... 17 Figuur 5-2 Bodemkaart, bron Agiv....................................................................... 18 Figuur 5-3 Grondwaterkwetsbaarheidskaart, bron Agiv ....................................... 19 Figuur 5-4 waterlopen doorheen plangebied ....................................................... 21 Figuur 5-5 Erosiekaart (Agiv)............................................................................... 22 Figuur 5-6 Grondwaterstromingsgevoeligheid (Agiv) ........................................... 22 Figuur 5-7 Infiltratiegevoeligheid (Agiv) ............................................................... 23
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
4 van 37
Figuur 5-8 Overstromingskaart (Agiv).................................................................. 24 Figuur 5-9 Zoneringsplan (bron geoloket VMM)................................................... 24 Figuur 5-10 SBZ (groen ingekleurd gebied) en VEN-gebied (zwart gearceerd) ... 26 Figuur 5-11 Biologische waarderingskaart 2004 (Agiv)........................................ 27 Figuur 5-12 waardevolle boomgaard op luchtfoto 2006, bwk kartering in blauw afgebakend ................................................................................................... 28 Figuur 5-13 Landschapsatlas (Agiv) .................................................................... 30 Figuur 5-14 bestaande verkeersinfrastructuur ..................................................... 33 Lijst van tabellen Tabel 3-1
Juridische randvoorwaarden RUP Kerkveld..................................... 12
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
5 van 37
1
Kadering van het verzoek tot raadpleging De gemeente Alken heeft beslist om over te gaan tot het opmaken van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) ‘Kerkveld’. Ten zuiden van het centrum van Alken is een woonuitbreidingsgebied gelegen, aansluitend bij de bestaande kern. Dit gebied is reeds gedeeltelijk ontwikkeld: het noordelijk deel werd door de gemeente ontwikkeld als voorzieningencluster, in het deel ten zuiden van Papenakkerstraat werden twee doodlopende straatjes met een aantal vrijstaande woningen gerealiseerd. Vrij centraal in het gebied is een agrarisch bedrijf gelegen: de gemeente wenst dit te herlokaliseren, de eigenaar volgt deze visie. Het overige deel van het woonuitbreidingsgebied is grotendeels omgeven door bebouwing, enkel in het zuiden sluit het aan op landschappelijk waardevol agrarisch gebied. In het gebied is een BPA uit 1969 nog gedeeltelijk van kracht (deels opgeheven), daar dit verouderd is wenst de gemeente een RUP op te maken voor de verdere ontwikkeling van het gebied. Hierbij wordt een visie opgemaakt die rekening houdt met de reeds bestaande ontwikkelingen en een hedendaagse invulling mogelijk maakt. 1
In het kader van de wettelijke verplichting voor het RUP ‘Kerkveld’ te Alken wordt een screening van mogelijk aanzienlijke effecten uitgevoerd. In het licht hiervan en overeenkomstig hoofdstuk II artikel 3 §1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s, raadpleegt de initiatiefnemer (de Gemeente Alken) op eigen initiatief en uiterlijk op het ogenblik dat hij de doelstellingen en de reikwijdte van het voorgenomen plan kan afbakenen, de volgende instanties: •
1° de deputatie van de provincie, waarop het voorgenomen plan of programma milieueffecten kan hebben;
•
2° de betrokken instanties afhankelijk van de ligging en de mogelijk te verwachten aanzienlijke effecten van het voorgenomen plan of programma op in voorkomend geval de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed, het landschap en de mobiliteit.
Volgende lijst van adviesinstanties werd bekomen van de dienst BGP op 17/12/2010 (aanvraag dd.13/12/2010) o Provinciebestuur Limburg; o ANB Limburg; o Agentschap Ruimte en Erfgoed, afdeling Ruimtelijke ordening en afdeling Onroerend Erfgoed; o VMM; o Departement MOW; o Agentschap Wonen Vlaanderen; 1
De Vlaamse Regering keurde op 12 oktober 2007 het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s goed. Dit besluit geeft uitvoering aan het decreet van 27 april 2007, het zogenaamde plan-MER-decreet, en trad in werking op 1 december 2007. Artikel 49 inzake de overgangsregeling van planMER’s voor RUP’s zoals vermeld in het programmadecreet van 25 mei 2007 (publicatie B.S. 19/06/2007), stelt dat de betreffende nieuwe regelgeving van toepassing is op ruimtelijke uitvoeringsplannen, waarvan de plenaire vergadering gehouden wordt zes maanden na de datum van inwerkingtreding van het besluit, dus zijnde 1 juni 2008.
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
6 van 37
o
Departement Landbouw en Visserij.
Voorliggend verzoek tot raadpleging is voorzien om de instanties toe te laten de gegevens met betrekking tot het studiegebied waarover zij beschikken, die eventueel nog niet bekend zouden zijn bij de initiatiefnemer of de Dienst Mer, aan de initiatiefnemer over te maken zodat de Dienst Mer een gefundeerde beslissing kan nemen over de plan-MER-plicht van het voorgenomen plan.
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
7 van 37
2
Beschrijving plan en afbakening plangebied
2.1
Initiatiefnemer Het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Alken is initiatiefnemer van het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘RUP Kerkveld’ en bijgevolg ook van de screening van de plan-MER-plicht.
2.2
Planomschrijving
2.2.1 Plangebied Macrosituering Uit de situering van het plangebied op macroschaal valt op dat Alken in de invloedsfeer van de steden Hasselt en in mindere mate Sint-Truiden is gelegen. De infrastructurenbundel N80 – N722 – spoorlijn zorgt voor de verbinding tussen beide stedelijke gebieden, en Alken geniet door haar ligging van een aantal voordelen hieromtrent.
Figuur 2-1 aanduiding plangebied op macroniveau (bron, NGI)
Microsituering Het plangebied (afgebakend met rode stippellijn) is ten zuiden van het centrum van Alken gelegen en sluit aan bij de bestaande bebouwing langs de Papenstraat in het noorden, de Hameestraat in het westen en de Motstraat in het oosten. Ten zuiden grenst het plangebied aan een open agrarisch gebied met de kasteelhoeve ‘Rode Poel’ als beeldbepalend element. Ten noorden van het plangebied ligt een voorzieningencluster met twee scholen, een bibliotheek en een sociaal huis.
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
8 van 37
Figuur 2-2 aanduiding plangebied op microschaal (bron, NGI)
Figuur 2-3 Stratenatlas, bron Esri.com
Zie bijlage 1 voor een fotoreportage en bijlage 2 voor een kaart van de bestaande en juridische toestand van het plangebied.
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
9 van 37
2.2.2 Kwaliteiten, knelpunten en potenties Kwaliteiten -
aansluitend op de kern van Alken
-
grenzend aan verschillende openbare functies
-
hoeve gelegen binnen plangebied is een beeldbepalend element
-
deel van het gebied is reeds ontwikkeld als verkaveling
-
gelegen in Haspengouws, open landschap
Knelpunten -
afbakening agrarisch gebied/woonuitbreidingsgebied zorgt voor een reeks ongewone perceelsinkleuringen en mogelijke restgebieden
-
buurtweg 101 loopt vlak door het gebied van zuid naar noord, richting centrum. In de praktijk is deze buurtweg verdwenen
-
onduidelijke vergunningentoestand van de woningen gelegen aan de Paradijsstraat
-
onduidelijke situatie Merellaan/Lijsterlaan: deze straten zijn nu doodlopend midden in een veld
-
cluster van bewoning in het midden van het plangebied die integrale visie in de weg staat
-
percelen ten zuiden van de Paradijsstraat lopen onder water bij hevige regenval (Papenbakkerbeek loopt onder Paradijsstraat door maar bij hevige regenval geraakt het water niet door de onderdoorgang)
-
gefragmenteerde eigendomssituatie
-
moeilijke ontsluiting van het binnengebied tussen Papenstraat en Hameestraat
-
de open ruimte tussen het kasteel Rode Poel en het plangebied is essentieel voor de beeldvorming van het kasteel en het daarbij horend park: De ruimtelijke visie die neergeschreven wordt in dit RUP, richt zich daarom ook op de overgang tussen landelijk kasteel en landelijke kern
Potenties De aanwezigheid van de authentieke kerkwegel kan ook als een troef gezien worden, bv. als concept van ontsluiting voor de trage weggebruiker, waaraan de hele structuur van de inbreiding wordt opgehangen
2.2.3 Visie Het te ontwikkelen woonuitbreidingsgebied sluit goed aan op het centrum van Alken. Onmiddellijk ten noorden van het plangebied treffen we de sociale dienstencluster, de bibliotheek en een school aan. Deze ruimte is doorwaadbaar door verschillende voetgangerspaden en geeft verder aansluiting naar het centrum van Alken. Het is de bedoeling deze verbinding verder door te trekken binnen het plangebied door een netwerk van paden te realiseren. Zo wordt een hechte binding met het bestaande centrum verzekerd. Omdat het woonuitbreidingsgebied nabij het centrum is gelegen en instaat voor een verdere verdichting hiervan, is het belangrijk dat er een hoge dichtheid wordt gerealiseerd. De eerste ontwikkeling van het binnengebied in de jaren ’90 werd ingevuld met zeer ruime kavels en een beperkte dichtheid tot gevolg (9,3 wooneenheden per hectare). Met deze trend wordt een breuk gemaakt en er wordt overgeschakeld op typologieën waarmee er een grotere dichtheid kan worden bereikt. Er wordt gestreefd naar een dichtheid van 17 wooneenheden per hectare.
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
10 van 37
Een verdere verankering van het plangebied in zijn ruimere omgeving bestaat in het leggen van een ruimtelijke verbinding door het opwaarderen van de Papenbakkerbeek. Deze wordt zichtbaar, krijgt voldoende ruimte voor oeverontwikkeling en wordt structurerend bij de verdere woonontwikkelingen. Ook omwille van de overstromingsproblematiek is het belangrijk dat de beek voldoende ruimte krijgt. Om dit consequent te kunnen doortrekken, dient een bestaande verkaveling die tot tegen de beek loopt te worden herzien. Er wordt eveneens een ruimtelijke link gelegd met de zuidelijk gelegen agrarische gebieden. Enerzijds wordt het woonuitbreidingsgebied door middel van een filterende buffer gescheiden van deze gebieden zodat mogelijke horizonvervuiling beperkt blijft, anderzijds worden er vanuit de woonomgeving belangrijke vista’s op het waardevolle akkerlandschap uitgewerkt zodat dit een meerwaarde vormt voor deze woonomgeving. De basisstructuur binnen het plangebied wordt gevormd door drie assen, bestaande uit de Papenbakkerbeek en twee lanen. Deze lanen zijn de verdere uitwerking van de reeds bestaande aanzetten van de verkaveling in het noorden van het woonuitbreidingsgebied. Deze drie assen lopen door het volledige plangebied en werken structurerend voor de omgeving. Conform de beleidswensen in het GRS en om maximaal tegemoet te komen aan de noden van de potentieel nieuwe inwoners, wordt er gestreefd naar een divers aanbod van woningtypologieën. Dit aanbod krijgt een hedendaagse invulling, er wordt voor de verdere e versterking van de kern Alken een nieuwe, 21 eeuwse, duurzame wijk gecreëerd. De uitvoering van het sociaal objectief voor de gemeente en de realisatie van het aandeel bescheiden woningen (20% minus het sociaal objectief) die worden opgelegd vanuit het grond- en pandenbeleid, worden verspreid over het hele plangebied. Een boerderij is moeilijk verenigbaar met een woonomgeving met een hoge dichtheid: hier wordt een uitdoofscenario voorgesteld. De woningen in de onmiddellijke omgeving van de boerderij (evenals de oude hoevewoning) worden geïntegreerd binnen de nieuwe ontwikkelingen. Duurzaam wonen wordt zoveel mogelijk ondersteund in het RUP , de voorschriften zullen rekening te houden met ontwikkelingen zoals passiefwoningen, groendaken, fotovoltaïsche cellen, etc,…
2.2.4 Inrichtingsvoorstel De hoger vermelde visie is vertaald in een inrichtingsvoorstel die de ruimtelijke krachtlijnen van de gewenste ontwikkeling weergeeft. Zie bijlage 2.
2.3
Planalternatieven De ontwikkeling van het plangebied is het gevolg van beleidsmatige en juridische randvoorwaarden. Het RUP wordt ingegeven door de visie geformuleerd in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Alken. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan geeft de visie van de gemeente weer op haar ruimtelijke ontwikkeling. De relatie van het plan met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt verder in deze screening toegelicht (§3.2). Er kan worden geconcludeerd dat er binnen de geldende juridische en beleidsmatige randvoorwaarden geen planalternatieven voorhanden zijn.
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
11 van 37
3
Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden
3.1
Juridische randvoorwaarden De juridische randvoorwaarden worden weergegeven in onderstaande tabel Tabel 3-1
Juridische randvoorwaarden RUP Kerkveld
Type plan
Kenmerken
Gewestplan(nen)
Hasselt-Genk (3/04/79)
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
Geen
Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen
Geen
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
Geen
Algemene plannen van aanleg
Geen
Bijzondere plannen van aanleg
Verkavelingsvergunningen
Centrum I, gedeeltelijk opgeheven (24/09/69). Onderwerp BPA: het woonuitbreidingsgebied op het gewestplan wordt bestemd als woonzone met voornamelijk open en halfopen bebouwing. Alle BPA’s goedgekeurd voor de vaststelling van het gewestplan, zijn vervallen (volgens het artikel 172 en 190 van het decreet op de Ruimtelijke Ordening van 26 april 2000) m.u.v. het gedeelte van het BPA Centrum I dat als zone voor open bebouwing met wegenis behouden is. Geen
Gewestelijke rooilijnplannen
Geen
Provinciale rooilijnplannen
Geen
Gemeentelijke rooilijnplannen
Geen
Habitatrichtlijngebieden
Geen Bossen en kalkgraslanden van Haspengouw op 1500 meter (NO)
Vogelrichtlijngebieden
Geen
Gebieden van het VEN – 1e fase
Geen VEN-gebied De Herk op 550 meter (O)
Erkende natuurreservaten
Geen
Beschermde monumenten
Geen
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
12 van 37
Type plan
Kenmerken
Beschermde landschappen
Geen
Beschermde stads- en dorpsgezichten
Geen
Polders en wateringen
Geen
Beschermingszones grondwaterwinningen
Geen
Buurt- en voetwegen
Sentier 101 doorsnijdt het gebied noordzuid
Herbevestigd Agrarisch Gebied
Geen
Land- en natuurinrichtingsprojecten
Geen
3.1.1 Gewestplan
Figuur 3-1 Gewestplan: bestemmingen binnen het plangebied (bron, Agiv)
3.2
Beleidsmatige randvoorwaarden Beleidsplan
Kenmerken
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (1997)
De gemeente Alken bevindt zich in het buitengebied. Volgens het gehanteerde principe van de gedeconcentreerde bundeling, dienen de verdere woonontwikkelingen aan te sluiten bij de bestaande
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
13 van 37
kernen. In het buitengebied wordt daarbij een dichtheid nagestreefd van 15 wooneenheden per hectare. Provinciaal Structuurplan Limburg
Alken wordt geselecteerd als hoofddorp. Alken bevindt zich in het zogenaamde ‘rasterlandschap’ waar de niet bebouwde agrarische delen – met dikwijls een natuurlijke waarde – bijzondere aandacht verdienen. Het Alkens landschap wordt beschouwd als een complex nieuw landschap, nieuwe elementen en oude relicten in het landschap worden geïntegreerd tot een gestructureerd nieuw geheel. Alken bevindt zich aan de rand van het toeristischrecreatief netwerk Haspengouw ‘Kastelen en Hoeven’. Recreatief medegebruik van het agrarische gebied staat hierbij centraal. Ten zuiden van het plangebied loopt natuurverbindingsgebied op provinciaal niveau.
Gemeentelijk Structuurplan (29/09/09)
er
een
Deelruimte Alken centrum
Bij de verdere ontwikkeling van het centrum van Alken worden in het GRS volgende randvoorwaarden opgesomd: – kernversterking in het centrum van Alken; – blijvend verweving van functies, zonder de draagkracht te overschrijden; – ontwikkelen voorzieningenniveau op niveau van Alken (hoofddorp), voorzien in kwalitatief en divers aanbod aan woonmogelijkheden. Nederzettingsstructuur
Een aantal uitgangspunten worden meegenomen bij de verdere uitbouw van Alken centrum als hoofddorp. Een verbinding van de omliggende woonzones met het centrum is hierbij belangrijk: een netwerk van voet- en fietspaden is hier een belangrijke factor bij. Verweving van de woonfunctie met bedrijvigheid is gewenst, handel wordt echter geconcentreerd in de Hoogstraat. Hierbij worden nog een aantal uitgangspunten opgesomd: – het openbaar leven in straten en pleinen bevorderen; – duidelijke, veilige en hiërarchisch opgebouwde verkeersstructuur voor auto's, fietsers en voetgangers, openbaar vervoer; de zone 30 sfeer moet ruimtelijk krachtig ondersteund worden; – het parkeergebeuren wordt aangepast aan de functie van de omgeving; – de kern wordt afgebakend met poorten, volgende zijn relevant voor het plangebied: -
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
westelijke poort: de kruising van de Papenakkerstraat met de Hameestraat, met een aanloop vanaf de “Zevenboomkenskapel”, vormt de
14 van 37
westelijke poort -
zuidelijke poort: de zuidelijke poort bevindt zich in de Motstraat ter hoogte van de gemeenteschool met een aanloop vanaf de Papenakkerstraat
Alken dient zich verder te ontwikkelen tot een groen centrum. Openbare gebouwen en woongebieden worden via groene assen, parken en kleine paadjes met elkaar verbonden. De functie van groen is hier structuurondersteunend. De gemeente stelt een aantal kwalitatieve aspecten bij de invulling van de woonbehoefte voorop: -
een goede sociale mix door het voorzien van sociale huur- en koopwoningen. Er dient een gevarieerd aanbod in sociale woningen te worden gerealiseerd, hierbij wordt er afgesteld op de specifieke behoeften van de bewoners;
-
betreft behoeftevoorziening voor bejaarden zal er vanaf 2007 terug een beperkte bijkomende behoefte zijn van 24 rusthuisbedden en 44 serviceflats;
-
voor de nieuwbouwbehoefte in de gemeente, wordt een richtcijfer van 20% huurwoningen vooropgesteld.
Bij de ontwikkeling van nieuwe gebieden worden volgende principes gehanteerd om de kwaliteit te garanderen:
Gemeentelijk mobiliteitsplan
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
-
gefaseerde ontwikkeling van grote gebieden (meer dan 25 woningen), maar steeds vertrekkend vanuit een totaalvisie voor het hele gebied;
-
voldoende aandacht geven aan verschillende woontypologieën;
-
voorzien in kwalitatieve publieke ruimten;
-
kwalitatieve ontsluiting en toegankelijkheid tot de centrumvoorzieningen (voet- en fietspadenstructuur)
Conformverklaring november 2004, fase 2
15 van 37
4
Bepalen van de plan-MER-plicht Met de goedkeuring van het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s door de Vlaamse Regering op 12 oktober 2007, moet de initiatiefnemer van een plan met – mogelijk – aanzienlijke milieueffecten, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke uitvoeringsplannen, deze milieueffecten en eventuele alternatieven in kaart brengen. Ruimtelijke uitvoeringsplannen waarvan de plenaire vergadering plaats vindt na 1 juni 2008, moeten aan deze regelgeving voldoen. Er geldt evenwel enkel een plan-MER-plicht voor plannen en programma’s die aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Om al dan niet te kunnen besluiten tot een plan-MER-plicht moeten geval per geval de volgende drie stappen doorlopen worden: •
Stap 1: valt het plan onder de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM) ? >> RUP’s vallen onder deze definitie;
•
Stap 2: valt het plan onder het toepassingsgebied van het DABM ? >> dit is het geval indien: o Het plan het kader vormt voor de toekenning van een vergunning (stedenbouwkundige, milieu-, natuur-, kap-,…) aan een project; o Het plan mogelijk betekenisvolle effecten heeft op speciale beschermingszones waardoor een passende beoordeling vereist is. -
•
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen vormen het kader voor de toekenning van een stedenbouwkundige vergunning, die pas kan worden verleend als het voorgenomen project zich in de bestemming bevindt die overeenstemt met de bestemming vastgelegd in het ruimtelijk uitvoeringsplan. Het RUP vormt dus het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt. Het RUP ‘Kerkveld’ valt bijgevolg onder het toepassingsgebied van het DABM.
Stap 3: valt het plan onder de plan-MER-plicht ? >> Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen: - Plannen die “van rechtswege” plan-MER-plichtig zijn (geen voorafgaande “screening” vereist): Plannen die het kader vormen voor projecten uit bijlage I of II van het BVR van 10 december 2004 (project-MER-plicht) én niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden én betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening (een RUP voldoet per definitie aan deze laatste voorwaarde); Plannen waarvoor een passende beoordeling vereist is én niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden; Plannen die niet onder de vorige categorie vallen en waarvoor geval per geval moet geoordeeld worden of ze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben >> “screeningplicht”
-
-
Plannen voor noodsituaties (niet plan-MER-plichtig, maar hier niet relevant).
Het RUP Kerkveld heeft geen betrekking op een project vermeld in bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse regering van 10 december 2004. Het gaat hier om het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau waardoor het RUP niet van rechtswege plan-MER-plichtig is en geen passende beoordeling vereist (want geen invloed mogelijk op een nabijgelegen Natura 2000-gebied, zie ook §5.3.1). Hier dient dan ook een screeningsprocedure doorlopen te worden teneinde een conclusie te kunnen maken omtrent eventuele planMER-plicht. In volgende paragrafen wordt het screeningsonderzoek, ook wel het onderzoek naar het voorkomen van aanzienlijke milieueffecten als gevolg van het plan, gevoerd.
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
16 van 37
5
Potentiële milieueffecten van het plan In dit hoofdstuk worden de milieueffecten van het RUP gescreend. Er wordt omschreven in welk mate de wijzigingen door uitvoering van het RUP een invloed kunnen hebben op het milieu. Als referentiesituatie wordt vertrokken van de actuele toestand op het terrein en de functies die het plangebied op dit moment vervult nl. -
wonen: een 70-tal woningen met tuinzone
-
landbouw: akkergebied, weiland, boomgaarden
-
braakliggend terrein
Het gehele plangebied is 13,89 ha groot, waarvan 9,75 ha in gebruik als landbouwgebied of braakliggend terrein. Zie luchtfoto en kaart bestaande feitelijke en juridische toestand.
Figuur 5-1 Luchtfoto plangebied
5.1
Bodem en grondwater
5.1.1 Referentiesituatie Volgens de bodemkaart (zie figuur 5-1) komen volgende bodemtypes voor in het plangebied: -
kunstmatige grond: bebouwde zone (grijs ingekleurd)
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
17 van 37
-
matig natte zandleembodem (geel ingekleurd)
Figuur 5-2 Bodemkaart, bron Agiv
Het grootste deel van de bodem van het plangebied bestaat uit matig natte zandleem en is gevoelig voor verdichting en matig gevoelig voor profielvernietiging (textuur B horizont). De kunstmatige bodem is bebouwd (langs Hameestraat en Motstraat).
Natte zandleem is zeer geschikt voor landbouwdoeleinden zoals weilanden, telen van hard fruit en groenten, akkerbouw maar weinig geschikt voor steenfruit, sierboomkwekerij, houtig kleinfruit… Het plangebied bestaat uit een verzameling van percelen die voor landbouw gebruikt worden. Het noorden en oosten van het gebied is voornamelijk ontwikkeld tot woongebied.
Het grondwater is volgens de grondwaterkwetsbaarheidskaart van Limburg matig kwetsbaar (code Da1): -
deklaag is ≤ 5 m en/of zandig en de onverzadigde zone is kleiner dan 10 m. De watervoerende laag bestaat uit leemhoudend of kleihoudend zand.
Een klein deeltje ten noordwesten van het plangebied wordt ingekleurd als weinig kwetsbaar (kleiige deklaag, met een onverzadigde zone die ≤ of > is dan 10 m met een leemhoudende of kleihoudende watervoerende zandlaag). De grondwaterkwetsbaarheid van een gebied is een code die het risico op grondwaterverontreiniging in de bovenste watervoerende laag aangeeft. Grondwaterverontreiniging t.g.v. infiltrerende oliën, vetten en andere verontreinigende vloeistoffen vormt dus een milieurisico. Hieromtrent worden in het RUP geen expliciete voorschriften opgenomen vermits dit conform de geldige milieuvergunningen dient te gebeuren. Volgens een sondering, uitgevoerd aan de grens in het noorden van het plangebied, (bron dov.vlaanderen.be) situeert het grondwater zich op 1,8 meter diepte.
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
18 van 37
Figuur 5-3 Grondwaterkwetsbaarheidskaart, bron Agiv
5.1.2 Mogelijke effecten Het RUP laat bebouwing toe in het plangebied waardoor profielvernietiging te verwachten valt. Aangezien de bodem matig gevoelig is voor profielvernietiging wordt dit weliswaar negatief, doch niet als significant negatief beoordeeld.
Het gebied is gevoelig voor verdichting. Tijdens de ontwikkeling van het gebied, is er risico dat de bodem verdicht wordt wat beperkt negatief te beoordelen is. Binnen het plangebied komen geen bestemmingen voor die aanleiding kunnen geven tot (grootschalige) bodemverontreiniging.
Er wordt van uitgegaan dat bij grotere werken, waarbij het grondverzet meer dan 250 m³ bedraagt, een onderzoek naar de kwaliteit van de uit te graven bodem zal uitgevoerd worden. In het bodembeheerrapport staan indien nodig maatregelen vermeld om de bodem te beschermen (bijvoorbeeld voor het tijdelijk stapelen van verontreinigde gronden) en welke strikt dienen te worden nageleefd. Theoretisch dient er dan ook te worden verondersteld dat het grondverzet geen invloed uitoefent op de bodemkwaliteit elders. Ook de eventuele aanvoer van grond dient gevrijwaard te zijn van verontreiniging. Volgens de geldende regelgeving dient de aangevoerde grond voorzien te zijn van een certificaat van een erkende bodembeheerorganisatie, waarin de herkomst, kwaliteit en gebruiksvormen staan vermeld.
Het bodemgebruik zal veranderen door uitvoering van het RUP (agrarisch gebied wordt woongebied) (zie discipline mens)
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
19 van 37
5.1.3 Milderende maatregelen Vanuit de discipline bodem en grondwater worden geen specifieke milderende maatregelen voorgesteld.
5.1.4 Conclusie Vanuit de discipline bodem en grondwater zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten.
5.2
Oppervlaktewater
5.2.1 Referentiesituatie Typisch voor de streek Vochtig Haspengouw zijn problemen met wateroverlast. Ook in Alken zijn deze problemen aan de orde. Overstromingen in riviervlakten zijn een doodgewoon verschijnsel. Tengevolge van langdurige neerslag en/of door smeltwater kunnen de alluviale vlakten zoals die van de Herk en Mombeek, periodiek en soms langdurig blank staan. Het waterpeil kan de boorden van de oeverwallen overstijgen. De bedding binnen de oeverwallen kan immers maar een beperkte hoeveelheid water bergen. Grotere hoeveelheden moeten afgevoerd of tijdelijk geborgen worden in de valleigronden naast de waterloop. Door de bouw van artificiële dijken boven op de natuurlijke oeverwallen en regelmatige slibruimingen werd de mogelijkheid tot overstromen beperkt. De meest voorkomende oorzaak van overstromingen in de valleien is nu te wijten aan het stijgen van de (grond)watertafel in de komgronden. Deze komgronden liggen immers gevoelig lager dan de rivierbedding zelf, zodanig dat afwatering naar de rivier bij hoogwater in de rivier tijdelijk onmogelijk is, zowel voor het grondwater als voor de zijlopen. Omdat de mens steeds meer de alluviale vlakte ging bewerken of er zelfs in ging wonen, werden overstromingen steeds meer als een overlast beschouwd. Door profielverbredingen en rechttrekkingen, oeverwallen kunstmatig opvoeren met ruimingsspecie … dacht men dit probleem op te lossen, door zoveel mogelijk water te kunnen afvoeren. Hierdoor werd het overstromingsgevaar enkel verplaatst, niet opgelost. In Alken situeren zich deze problemen voornamelijk in de beekvalleien, m.n. delen van de Mombeek en de Herkvallei.
Het plangebied ligt ten westen van de Herkvallei. De Papenbakkerbeek loopt onder de Paradijsstraat door maar bij hevige regenval geraakt het water niet door in de onderdoorgang met de nodige wateroverlast tot gevolg. De percelen ten zuiden van de Paradijsstraat lopen onder water bij hevige regenval (zie Figuur 5-4). Het plangebied behoort tot het Demerbekken en het deelbekken Herk van monding Herkebeek tot monding Kleine Herk. De Papenbakkerbeek mondt ten noordoosten van het plangebied uit in de Herk. Het plangebied helt af richting Herk, die op ongeveer 500 meter doorstroomt.
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
20 van 37
Figuur 5-4 waterlopen doorheen plangebied
Watertoetskaarten Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Er werden watertoetskaarten opgemaakt die dienen ter evaluatie van de effecten van vergunningsplichtige ingrepen of van plannen of programma’s waarbij het bodemgebruik op een bepaalde locatie of voor een bepaald gebied wordt gewijzigd. Op basis van deze watertoetskaarten kunnen voor het plangebied Kerkveld volgende vaststellingen gemaakt worden: Erosiegevoeligheid: De erosiegevoeligheidskaart ten behoeve van de watertoets is een tussenproduct binnen de studie ‘verfijning van de bodemerosiekaart’, uitgevoerd door de onderzoeksgroep fysische en regionale geografie van de K.U. Leuven in opdracht van de afdeling Land van AMINAL. De afbakening van de erosiegevoelige gebieden heeft tot doel om belangrijke wijzigingen in bodemgebruik, die mogelijk aanleiding kunnen geven tot versnelde afstroming van oppervlaktewater van hellingen en tot afspoeling van bodemdeeltjes, voorafgaandelijk aan een vergunning of de goedkeuring van een plan of programma, voor advies voor te leggen aan de afdeling land van AMINAL.
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
21 van 37
Figuur 5-5 Erosiekaart (Agiv)
Het plangebied is grotendeels niet erosiegevoelig.
Grondwaterstroming: De kaart met de gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er minder of meer aandacht moet uitgaan naar de effecten van ingrepen op de grondwaterstroming. De richtlijnen voor de watertoets houden rekening met een differentiatie van Vlaanderen in 3 types van gebieden, volgens de aard van gevoeligheid voor grondwaterstroming.
Figuur 5-6 Grondwaterstromingsgevoeligheid (Agiv)
Het volledige plangebied is matig gevoelig voor ingrepen op de grondwaterstroming (type 2).
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
22 van 37
Indien er in type 2 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5 m en een horizontale lengte van meer dan 100 m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie.
Infiltratiegevoelig De kaart met de infiltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt. Bovendien staat infiltratie in voor de aanvulling van de grondwatervoorraden en zodoende voor het tegengaan van verdroging van watervoerende lagen en van waterafhankelijke natuur. De kaart met infiltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd afgeleid van de bodemkaart. Ze bestaat uit twee types gebieden: •
gebieden met de infiltratiegevoelige bodems
•
gebieden met de niet-infiltratiegevoelige bodems
De watertoetskaart met infiltratiegevoelige gebieden heeft tot doel om richtinggevend te zijn voor individuele ingrepen op lokaal niveau. Bij dergelijke ingrepen moet beslist worden of de aanleg van infiltratievoorzieningen of waterdoorlatende verhardingen al dan niet zinvol zijn, en of er mogelijk schadelijke effecten kunnen optreden naar het grondwater toe zowel kwantitatief als kwalitatief bij het al dan niet aanleggen van dergelijke voorzieningen.
Figuur 5-7 Infiltratiegevoeligheid (Agiv)
Het plangebied is infiltratiegevoelig.
Overstromingsgevoeligheid: Deze kaart geeft de overstromingsgevoelige gebieden tot op perceelsniveau weer. De kaart bevat de effectief overstromingsgevoelige gebieden (donkerblauwe laag) en de mogelijk overstromingsgevoelige gebieden (lichtblauwe laag).
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
23 van 37
Figuur 5-8 Overstromingskaart (Agiv)
Op basis van de watertoetskaart is het volledige plangebied niet overstromingsgevoelig. Op de plaats waar de Papenbakkerbeek de Paradijsstraat kruist, is er wel overstromingsproblematiek gesignaleerd. Op piekmomenten stroomt het water er over de weg (zie Figuur 5-4).
Afvalwater Het plangebied ligt volgens het geoloket zoneringsplannen van de VMM in gerioleerd gebied. De woningen zijn allemaal aangesloten op de gemengde riolering, behoudens de cluster van woningen in de Paradijsstraat. Daar is de riolering nog collectief te optimaliseren. Het afvalwater wordt gezuiverd in de rioolwaterzuiveringsinstallatie van Alken (16.000 IE) vooraleer het geloosd wordt in oppervlaktewater.
Figuur 5-9 Zoneringsplan (bron geoloket VMM)
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
24 van 37
5.2.2 Mogelijke effecten Het is niet de bedoeling om in het plangebied bijkomende grote constructies op te richten, buiten de normale woningbouw; de grondwaterstroming zal in principe niet verder worden verstoord. Ondanks dat het gebied niet ingekleurd is als een risicozone voor overstroming, is dit toch een aandachtspunt omdat de Papenbakkerbeek ter hoogte van de Paradijsstraat bij regenval voor wateroverlast zorgt. Bij herinrichting van de beek dient hiermee rekening gehouden te worden om het knelpunt t.h.v. Paradijsstraat op te lossen. Op de inrichtingsschets van het RUP wordt er ruimte voorzien voor de Papenbakkerbeek en is er ook een bufferbekken/wadi voorzien. De beek krijgt hierdoor meer ruimte. Indien het bufferbekken wordt aangelegd over de gehele lengte van de beek (= 240 m) over een breedte van gemiddeld 16 m, dan is er ruimte voor een bekken van 4.190 m². Deze ruimte is voorzien volgens de structuurschets. Indien het volledige plangebied (10 ha) zou verhard worden, zou er een wadi nodig zijn van 2.000 m² volgens de normen zoals opgelegd in de stedenbouwkundige verordening hemelwater. Het buffervolume moet voldoende gedimensioneerd worden (minstens 300 l per 20 m²), het bufferbekken moet minstens 150 m³ liter kunnen bevatten. Indien de wadi 20 cm diep zou zijn, kan deze ruim 800 m³ water bufferen. Dit is ruim voldoende voor de verharding die voorzien zal worden in het RUP. Het volledige plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2). Indien er in type 2 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5 m en een horizontale lengte van meer dan 100 m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. In het plan worden geen zulke constructies (bv. ondergrondse parking, flatgebouwen) voorzien. Het plangebied is grotendeels onverhard (9 ha braakliggend terrein en landbouwgebied). Door uitvoering van het RUP zal de natuurlijke infiltratie sterk belemmerd worden wat als negatief te beoordelen is. Het RUP dient maatregelen op te leggen ter beperking van verharding. Indien verharding noodzakelijk is, dient dit zoveel mogelijk in waterdoorlatende verharding te gebeuren. Er wordt verwezen naar de milderende maatregelen. Elke stedenbouwkundige vergunning die verleend wordt binnen het plangebied dient bovendien te voldoen aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater van 1 oktober 2004. Door ontwikkeling van het woonuitbreidingsgebied zal er meer bewoning bijkomen. Op basis van de structuurschets, komen er ca. 126 wooneenheden bij. Als we van een gemiddelde gezinsgrootte uitgaan van 2,42 tegen 2017 (cfr structuurplan), komt dit neer op een extra belasting van het rioolwaterzuiveringsysteem met 304 IE of 45 m³ huishoudelijk afvalwater per dag (ca 150 l per persoon). De rioolwaterzuiveringsinstallatie van Alken is begroot op 16000 IE (huidig inwonersaantal: 11227). Als we de prognose van het inwonersaantal gemaakt in het GRS volgen, zullen er tegen 2017 ca. 10984 inwoners zijn in Alken. Er is capaciteit genoeg om het afvalwater komende van het woonuitbreidingsgebied te zuiveren en er zijn dan ook geen negatieve gevolgen te verwachten op de kwaliteit van het oppervlaktewater. De structuurkwaliteit van de Papenbakkerbeek zal verbeteren omdat er meer ruimte voorzien wordt voor de berging van water in de vorm van wadi’s/bufferbekkens en de beek zal kunnen meanderen.
5.2.3 Milderende maatregelen Volgende milderende maatregelen worden voorgesteld: -
in de stedenbouwkundige voorschriften dienen maatregelen opgenomen te worden om verharding zoveel mogelijk te beperken. Indien verharding onvermijdelijk is, dient er waterdoorlatend materiaal gebruikt te worden;
-
het openbare domein dient zoveel mogelijk ingericht te worden met waterdoorlatende materialen.
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
25 van 37
5.2.4 Conclusie Vanuit de discipline oppervlaktewater zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten indien rekening gehouden wordt met de milderende maatregelen en de gewestelijke stedenbouwkundige verordening Hemelwater.
5.3
Fauna en flora
5.3.1 Referentiesituatie Speciale beschermingszones en VEN-gebieden Het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21/10/1997 bepaalt dat ieder plan dat – afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma’s – een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied kan veroorzaken, dient onderworpen te worden aan een passende beoordeling. Het gaat om gebieden die door de Vlaamse regering zijn voorgesteld of aangewezen zijn als speciale beschermingszone in toepassing van de Vogelrichtlijn (Richtlijn 79/409/EEG van 02/05/1979) en de Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG van 21/05/1992). Het plangebied is niet in een habitat- of vogelrichtlijngebied gelegen, noch in de invloedssfeer ervan. De dichtstbijzijnde speciale beschermingszone ligt op ca. 1.500m nl. ”: Bossen en kalkgraslanden van Haspengouw”. Binnen het plangebied en in de nabije omgeving ervan komt geen VEN/IVON gebied voor. Het dichtstbijzijnde VEN-gebied nl. ‘De Herk’ ligt op circa één kilometer. Het plangebied heeft hierop dus geen enkele impact.
Figuur 5-10 SBZ (groen ingekleurd gebied) en VEN-gebied (zwart gearceerd)
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
26 van 37
Biologische waarderingskaart De biologische waarderingskaart vormt een basisdocument voor iedereen die betrokken is bij natuurbehoud, ruimtelijke planning, milieueffectrapportage, landschapszorg, e.d. Het is de enige beschikbare gebiedsdekkende inventaris van de Vlaamse biotopen en wordt daarom algemeen aangewend als referentiekader. Ze vormt nuttige informatie betreffende de toestand en betekenis van het natuurlijk milieu.
Figuur 5-11 Biologische waarderingskaart 2004 (Agiv)
Ter hoogte van het agrarische bedrijf in het plangebied bevindt zich een complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen nl. een hoogstamboomgaard. De rest van het plangebied is biologisch minder waardevol. Deze inkleuring werd gedaan op basis van orthofoto’s in 1995 en 1997-2000. Op basis van recente luchtfoto’s zien we dat deze hoogstamboomgaard gereduceerd is tot nog maar enkele hoogstambomen rond de hoeve. De rest van de hoogstamboomgaard is nu omgevormd tot akker (zie Figuur 5-1).
5.3.2 Mogelijke effecten De hoogstamboomgaard zoals ingekleurd op de biologische waarderingskaart zal verdwijnen t.g.v. uitvoering van het RUP (inname door bebouwing en bestrating) wat negatief te beoordelen is. Op luchtfoto’s van 2006 (Figuur 5-12) is te zien dat deze boomgaard nog maar bestaat uit enkele hoogstammen rond de hoeve en dat de rest is omgevormd tot akker waardoor de uiteindelijke effecten weinig significant zijn. Het voorliggend RUP Kerkveld heeft verder een beperkte significante aantasting van de overige natuurlijke kenmerken van dit gebied tot gevolg: de aanwezige groenelementen (eveneens hoogstambomen achter de huizen van de Motstraat) zullen grotendeels verdwijnen in functie van de nieuwe infrastructuur zoals voorzien wordt in het RUP maar er gaat ook de nodige aandacht naar groenaanplanting en gemeenschappelijk groen zodat de uiteindelijke effecten weinig significant zijn. Wel wordt aangeraden om dit in streekeigen materialen te doen. Zie hiervoor de milderende maatregelen.
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
27 van 37
Figuur 5-12 waardevolle boomgaard op luchtfoto 2006, bwk kartering in blauw afgebakend
Het RUP Kerkveld sluit aan op het centrum van Alken dat mogelijk al een barrière vormt voor de natuurlijke migratie van fauna naar omliggende natuurgebieden. Het barrière-effect wordt mogelijk vergroot maar gezien er in en rondom het plangebied weinig natuurwaarden aanwezig zijn, wordt dit niet als een aanzienlijk effect beschouwd. Om het natuurlijk karakter binnen het plangebied zelf te verhogen wordt als milderende maatregel voorgesteld om aanplantingen in streekeigen materiaal aan te leggen. Naar rustverstoring toe kan gesteld worden dat het plan geen negatieve effecten veroorzaakt. De activiteiten aan de rand van het plangebied hebben nu reeds een zekere geluidsproductie. Het RUP zal een zekere toename van functies mogelijk maken, maar het bijkomend te verwachten aandeel en rekening houdend met de minimale ecologische kwaliteit van het plangebied, maakt dat effecten van rustverstoring binnen het plangebied minimaal zijn. De structuurkwaliteit van de Papenbakkerbeek wordt verbeterd door het voorzien van wadi’s langs de oevers van de beek. Dit heeft ook positieve gevolgen voor de waterhuishouding (zie bespreking in 5.2.2)
5.3.3 Milderende maatregelen Vanuit de discipline fauna en flora wordt volgende specifieke milderende maatregel voorgesteld: -
het gebruik van streekeigen plantmateriaal opleggen bij de aanleg van groenzones en groenelementen
5.3.4 Conclusie Vanuit de discipline fauna en flora zijn geen significante negatieve effecten te verwachten indien er rekening gehouden wordt met de milderende maatregelen.
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
28 van 37
5.4
Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie
5.4.1 Referentiesituatie Landschapsbeeld In bijlage 1 wordt een fotoreportage opgenomen van het plangebied en de omgeving.
Landschapsatlas In de ‘Landschapsatlas van Vlaanderen’ - opgemaakt door de afdeling Monumenten en Landschappen van de Vlaamse Gemeenschap en verschenen in het voorjaar van 2001 werden behalve ankerplaatsen ook relictzones, puntrelicten en lijnrelicten geselecteerd. Het geheel vormt een historische momentopname van de Vlaamse landschappen op het eind ste van de 20 eeuw. Ze geeft een gedetailleerde inventaris van ruimtelijke zones waar gave en herkenbare relicten van de traditionele landschappen nog voorkomen. Hij bestrijkt het volledige Vlaamse grondgebied met uitzondering van de stedelijke kernen en de dicht bebouwde agglomeraties. De landschapsatlas is een onmisbaar instrument bij de bescherming van landschappen. Binnen de landschapsatlas worden ankerplaatsen, relictzones, lijnelementen en puntelementen aangeduid.
Het plangebied bevindt zich in het traditioneel landschap ‘Vochtig Haspengouw’, gekenmerkt door een golvend heuvellandschap versneden door asymmetrische valleien, met hoogstamboomgaarden als kenmerkend element binnen het landschap. Er worden verder geen elementen van de landschapsatlas binnen het plangebied teruggevonden. De kasteelhoeve ten zuiden van het plangebied wordt aangeduid als puntrelict en bouwkundig erfgoed (zie verder).
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
29 van 37
Figuur 5-13 Landschapsatlas (Agiv)
Landschapskenmerkenkaart Waar de landschapsatlas een inventarisatie is van de historische ruimtelijke elementen uit ons landschap, geven de landschapskenmerken een beeld van de hedendaagse samenstelling van dat landschap.
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
30 van 37
Inventaris bouwkundig erfgoed: Op 14/09/2009 stelde de administrateur-generaal van het VIOE de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed voor Vlaanderen vast. Hierdoor is er voor het eerst een eenduidige lijst van het in Vlaanderen gebouwde patrimonium met erfgoedwaarde. Binnen het plangebied is er geen bouwkundig erfgoed opgenomen. In de onmiddellijke omgeving (ca. 200 meter) van het plangebied is er wel patrimonium aanwezig: de
-
18 eeuws kasteel “Rodenpoel”’ (ten zuiden);
-
18 eeuws gemeentehuis van Alken (ten noorden);
-
Gotische Parochiekerk Sint-Aldegondis (ten noorden).
de
Centraal Archeologische Inventaris: Noch in het plangebied of in de ruime omgeving van het plangebied zijn archeologische vondsten teruggevonden. De Centrale Archeologische Inventaris is een inventaris van tot nog toe gekende archeologische vindplaatsen. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om op basis van de Centrale Archeologische Inventaris uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. De aan- of afwezigheid van archeologische sporen dient met verder onderzoek vastgesteld te worden.
5.4.2 Mogelijke effecten Uitvoering van het RUP geeft geen aanleiding tot het verdwijnen of aantasten van bouwkundig of landschappelijk erfgoed. Binnen het plangebied bevindt zich geen gekend erfgoed. De contextwaarde van het erfgoed in de omgeving (het kasteeldomein) moet gevrijwaard blijven. De boerderij aan de achterkant van het kasteel (in de ruimte tussen het plangebied en het kasteel) verstoort reeds het beeld dat men heeft vanuit het kasteel richting plangebied. De rest van de open ruimte tussen het kasteel Rode Poel en het plangebied is dus essentieel voor de beeldvorming van het kasteel en het daarbij horend park. De ruimtelijke visie die neergeschreven wordt in het RUP moet zich ook richten op de overgang tussen landelijk kasteel en landelijke kern. Er is in de toelichtingsnota niet opgenomen hoe de overgang tussen het plangebied en het open gebied aangepakt zal worden: de zuidelijke rand die nu voornamelijk uit akkergebied bestaat, zal ingevuld worden door woningen. Het uitzicht vanuit het kasteel richting kern zal dus gewijzigd worden. Het is aangeraden om de zuidelijke rand landschappelijk in te kleden om zo de overgang naar open gebied te verzachten. Er worden geen negatieve effecten verwacht op de landschapsecologische structuur: er wordt meer ruimte gegeven aan de Papenakkerbeek wat positief is te beoordelen.
Het plangebied is niet gelegen binnen of in de omgeving van gebieden met hoge archeologische potentie. Er worden geen effecten verwacht op archeologische erfgoed. Echter, de ondergrond binnen het plangebied kan beschouwd worden als bodemarchief, waar voorzichtig mee moet omgesprongen worden in functie van de potentieel archeologische waarden. Er wordt verwezen naar de milderende maatregelen. De grootste wijziging door uitvoering van het RUP is de wijziging van de perceptieve kenmerken en de belevingswaarde van het plangebied: open landbouwgebied van ongeveer 9 ha wordt volledig ingenomen door woningen en bijbehorende randinfrastructuur. De randen van het plangebied (behalve de zuidelijke rand) zijn reeds ingenomen door woningen: het gaat dus voornamelijk over een invulling van een
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
31 van 37
binnengebied waardoor de wijzigingen vooral lokaal merkbaar zijn. De effecten op de contextwaarde van het kasteel zijn eerder beschreven.
5.4.3 Milderende maatregelen Vanuit de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie worden volgende milderende maatregelen voorgesteld: -
Bij de uitwerking van acties en ontwikkelingen dienen maatregelen getroffen om te kunnen overgaan tot onderzoek en inventarisatie van dit bodemarchief, voordat er vernietiging plaatsvindt (cf. archeologische toets);
-
Er moet voldoende aandacht gaan naar de invulling van de zuidelijke rand van het plangebied omdat deze de grens vormt tussen kern en open agrarisch gebied (groenbuffer voorzien…).
5.4.4 Conclusie Vanuit de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie zijn geen negatieve effecten te verwachten indien er rekening gehouden wordt met de milderende maatregelen.
5.5
Mens
5.5.1 Referentiesituatie Mobiliteit Op de kaart met de bestaande verkeers- en vervoersstructuur blijkt dat het plangebied goed ontsloten is via verschillende vervoerswijzen (zie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.). Tangentieel lopen er twee belangrijke verkeerswegen langs het plangebied. Noordelijk begint de fijnmazige structuur van straten en doorsteken van Alken-kern. De Motstraat (gewestweg) wordt in het GRS geselecteerd als een lokale weg type II. De autosnelweg E313/A13 ligt iets ten noorden van de gemeente. Deze zorgt voor een snelle verbinding met Antwerpen en Luik. Via de verkeerswisselaar te Lummen kan overgeschakeld worden op E314/A2. Hierdoor zijn Leuven en Brussel te bereiken. In de andere richting gaat het via Genk naar Nederlands Limburg en Aken. Op regionaal schaalniveau worden Hasselt en Sint-Truiden met elkaar verbonden door de infrastructurenbundel die Alken doorkruist van het noordoosten naar het zuidwesten en vormt de hoofdwegenstructuur in Alken. Deze wordt gevormd door de expresweg (N80), de spoorweg (lijn 21) en de steenweg (N722).
In het algemeen kan worden gesteld dat de oriëntatie van de busverbindingen is afgestemd op de buursteden Hasselt en Sint-Truiden, via de N722. Op ongeveer twee kilometer van het plangebied bevindt zich een NMBS-station. De dichtstbijzijnde bushaltes vinden we ter hoogte van de bibliotheek en de kerk van Alken, de Doktoorstraat, de Paradijsstraat en de Motstraat (zie figuur 5-14, rode bollen). Volgende bussen bedienen deze haltes: -
3 Hasselt-Heers
-
105 Hasselt- Sint-Truiden
-
700 belbus (enkel aan de bibliotheek en de kerk)
-
21a Hasselt-Landen (enkel aan de Doktoorstraat)
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
32 van 37
NMBS-station
Figuur 5-14 bestaande verkeersinfrastructuur
Het functionele fietsroutenetwerk in Alken is zeker nog niet optimaal. De omvang ervan is eerder beperkt. De fietsvoorzieningen beperken zich tot de belangrijkste wegen nl. de N722 Steenweg en N754 O.L.Vrouwstraat – Stationstraat –Motstraat, een aantal wegen in Alken centrum en de Heiligenbornstraat in Sint-Joris. Daarbij komt nog dat slechts een deel hiervan als goede, kwaliteitsvolle fietsvoorzieningen in aanmerking komen. Andere wegen met hoogwaardige fietsvoorzieningen zijn: Leemkuilstraat, Meerdegatstraat, centrum (Dorpsstraat –Hoogdorpsstraat – Papenakkerstraat), O.L.Vrouwstraat en een deel van de Stationstraat en de Heiligenbornstraat. Een aantal van deze wegen liggen vlakbij of in het plangebied.
Volgens de buurtwegenatlas loopt er nog een buurtweg vlak door plangebied, in de praktijk is de weg niet meer zichtbaar.
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
33 van 37
Figuur 5-15 buurtwegenatlas, rode bol= Papenakkerstraat, bron Gis Limburg
Functies Het plangebied is voor 9 ha onbebouwd met voornamelijk een agrarische functie (akkers en weilanden, zie referentiesituatie). De randen van het gebied (m.u.v. zuidelijke rand) zijn bewoond. In het totaal staan er reeds 70 woningen. Veiligheid Er zijn geen Seveso-bedrijven gelegen in en in de ruime omgeving van het plangebied. Dichtstbijzijnde Seveso-inrichtingen liggen op het grondgebied van Sint-Truiden (Hermoo, hoogdrempelig en Tenneco, laagdrempelig, ca. 15 km) en Hasselt (Comfort Energy, Van der Sluys, Bouts, laagdrempelige inrichtingen op ca.10 km).
5.5.2 Mogelijke effecten Verkeersgeneratie en parkeren Door invulling van het woonuitbreidingsgebied met ca 126 woningen, is er extra verkeer te verwachten. 2
Kencijfers van de CROW geven aan dat er per woning 7 motorvoertuigbewegingen per werkdagetmaal verwacht kunnen worden in een centrum-dorps milieu (6,3 motorvoertuigbewegingen voor een weekdag).
2
CROW, verkeersgeneratie woon- en werkgebieden - vuistregels en kengetallen gemotoriseerd verkeer, publicatie 256, oktober 2007
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
34 van 37
Uitvoering van het RUP veroorzaakt per werkdag 882 extra motorvoertuigbewegingen, waarvan 661 motorvoertuigbewegingen tussen 7u en 19u plaatsvinden. 8% van die motorvoertuigbewegingen (mvt) zal plaats vinden tijdens het ochtendspitsuur (8u en 9u) nl. 70 mvt. Tijdens het avondspitsuur (tussen 17u en 18u) vinden er 79 mvt-bewegingen plaats. Dit is relatief beperkt en gezien de goede ontsluitbaarheid van het plangebied zijn er geen significante negatieve effecten te verwachten. Ook zal het verkeer geleidelijk aan toenemen, het woongebied zal immers niet meteen volledig ontwikkeld worden. Er worden volgens het inrichtingsvoorstel ook voetwegen voorzien waardoor de doorgankelijkheid voor de zwakke weggebruiker verbeterd. Hiervoor wordt een deel van de verdwenen buurtweg terug in gebruik genomen.
Sociaalorganisatorische aspecten De voornaamste functiewijzing is het verdwijnen van de landbouwfunctie binnen het plangebied door de invulling als woongebied. Dit is voor landbouw negatief te beoordelen. Gezien het hier maar over één actief landbouwbedrijf gaat dat op termijn geherlocaliseerd wordt, zijn de uiteindelijke gevolgen voor de landbouw niet significant. Het plangebied krijgt een duurzame invulling nl wonen. Dit is een logische invulling aangezien de kern van Alken met alle voorzieningen (winkels, gemeentehuis, scholen) vlakbij is waardoor aan de principes van duurzaamheid voldaan wordt en het open buitengebied gevrijwaard blijft.
Hinder, gezondheid Vanuit de Seveso-inrichtingen zijn er geen risico’s te verwachten op het plangebied. Gezondheidseffecten zijn er eveneens niet te verwachten: de activiteiten binnen het plangebied of de extra verkeersgeneratie zijn niet van die aard dat er luchtverontreiniging veroorzaakt wordt. De bewoners aan de randen van het plangebied waarvan hun eigendom nu uitgeeft op akker of weiland zullen door invulling van het plangebied wel meer hinder kunnen ondervinden (lichthinder, geluidshinder) maar dit is eigen aan de samenleving. Er wordt aangeraden om spaarzaam met straatverlichting om te springen zodat deze niet hinderlijk wordt voor bewoners.
5.5.3 Conclusie Vanuit de discipline mens zijn geen significante milieueffecten te verwachten en worden er geen specifieke milderende maatregelen voorgesteld.
5.6
Leemten in de kennis Er zijn niet onmiddellijk leemten vastgesteld die ervoor zorgen dat een effect niet kan worden beoordeeld.
5.7
Grensoverschrijdende effecten Gezien de schaal van de ontwikkeling en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten kan geconcludeerd worden dat er geen gewest- of landsgrensoverschrijdende effecten zullen voorkomen.
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
35 van 37
5.8
Discipline-overschrijdende conclusie onderzoek milieueffecten Gelet op de ligging van het plangebied aan de rand van de kern van Alken, de maatregelen die reeds zijn of kunnen worden ingebed in het RUP en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten rekening houdend met deze maatregelen, wordt geconcludeerd dat er geen significant negatieve effecten zullen voorkomen n.a.v. het RUP Kerkveld. Het RUP, dat voorwerp vormt van dit onderzoek tot milieueffectenrapportage, valt bijgevolg niet onder de plan-MER-plicht zoals voorzien in het plan-MER-decreet van 17/04/2007.
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
36 van 37
6
Bijlagen 6.1 Plan bestaande toestand 6.2. Structuurschets
128813000/hme Screening plan-Mer-plicht RUP Kerkveld Alken: verzoek tot raadpleging
37 van 37