Destelbergen Voorontwerp RUP “Achterhaalde industriezones” Verzoek tot raadpleging Gent 18-04-2012
Destelbergen Voorontwerp RUP “Achterhaalde industriezones” Verzoek tot raadpleging Gent 18-04-2012
port arthurlaan 11 ❘ B-9000 gent ❘ tel 32 (9) 251 22 22 ❘ fax 32 (9) 251 22 28 ❘ e-mail
[email protected] ❘ www.veneco.be
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
Inhoudstabel 1
INLEIDING .......................................................................................................... 1
2
COORDINATEN INITIATIEFNMER EN OPDRACHTHOUDER......................... 2
3
BESCHRIJVING EN VERDUIDELIJKING VAN HET PLAN .............................. 3 3.1 Beslissing tot opmaak .................................................................................. 3 3.2 Fase van opmaak van het plan of programma............................................. 3 3.3 Kaderend in GRS ......................................................................................... 3 3.4 Plan- en procesevolutie: mogelijkheid tot planbijsturingen en mate van flexibiliteit ............................................................................................................... 3 3.5 Situering van het plangebied........................................................................ 4 3.6 Doelstelling................................................................................................. 11 3.7 Visie ........................................................................................................... 13
4
AFBAKENING VAN HET TOEPASSINGSGEBIED EN DE PLAN MERPLICHT ..................................................................................................... 14 4.1 Bepaling van de plicht tot opmaak van een plan - mer .............................. 14
5
NULALTERNATIEF – ANDERE ALTERNATIEVEN ....................................... 15
6
EEN BESCHRIJVING EN INSCHATTING VAN DE MOGELIJKE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN VAN HET VOORGENOMEN PLAN OF PROGRAMMA.................................................................................................. 16 6.1 Beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben. ........... 16 6.2 Algemene methodiek ................................................................................. 16 6.3 Beschrijving en inschatting per discipline................................................... 17 6.4 Overzicht van de beoordeling van de aanzienlijke milieueffecten ............. 55
7
DE SAMENHANG TUSSEN DE GENOEMDE FACTOREN ............................ 56
8
DISCIPLINE OVERSCHRIJDENDE CONCLUSIE ONDERZOEK MILIEUEFFECTEN ........................................................................................... 56
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
1 INLEIDING
Met de inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse regering van 11 april 2008 is er meer duidelijkheid geschapen omtrent de integratie van milieueffectenrapportage (mer) in het planproces van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP). Ruimtelijke uitvoeringsplannen vallen onder het toepassingsgebied van de planmer - regelgeving. Dit betekent dat de initiatiefnemer van een plan heel vroeg in het planningsproces zal moeten nagaan of er aanzienlijke milieueffecten zijn die door de uitvoering van het RUP kunnen teweeg gebracht worden. Dit onderzoek gebeurt in onderhavige nota. Het integratiespoor wordt niet toegepast.
N.a.l.v. van de adviezen die werden verleend door de door de dienst Mer aangewezen adviesinstanties m.b.t. het verzoek tot raadpleging, worden in onderhavige nota een aantal aanvullingen opgenomen. Deze aanvullingen worden aangebracht in een rode kleur, zodanig dat ze duidelijk herkenbaar zijn t.o.v. de oorspronkelijke tekst.
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
1
2 COORDINATEN INITIATIEFNMER EN OPDRACHTHOUDER
•
INITITIATIEFNEMER
Gemeentebestuur Destelbergen Dendermondesteenweg 430 9070 Destelbergen Contactpersoon: Filip Keppens
[email protected] 09/218.92.65
•
OPDRACHTHOUDER
Veneco
2
Port Arthurlaan 11 9000 Gent tel : 09/251.22.22 fax : 09/251.22.28 Contactpersonen: Tina Verschueren
[email protected]
Annelies De Clercq
[email protected]
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
2
3 BESCHRIJVING EN VERDUIDELIJKING VAN HET PLAN
3.4
Plan- en procesevolutie: mogelijkheid tot planbijsturingen en mate van flexibiliteit
Bijsturingen van het RUP zijn nog mogelijk naar aanleiding van opmerkingen: - vanuit de verschillende adviserende instanties in kader van de screening (raadpleging betrokken instanties) - vanuit de plenaire vergadering - vanuit het openbaar onderzoek
3.1
Beslissing tot opmaak
Beslissing College van Burgemeester en Schepenen tot opmaak RUP ‘Achterhaalde industriezones’ dd. 23/08/2011 2
In de gemeenteraadsbeslissing dd. 22/09/2011 werd Veneco aangesteld als ontwerper van het RUP.
3.2
Fase van opmaak van het plan of programma
Fase Schetsontwerp
X
Voorontwerp Ontwerp Besluit
3.3
Kaderend in GRS
Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) werd door de deputatie goedgekeurd bij besluit van 30/04/2008. In de bindende bepalingen van het GRS werd de opmaak van een RUP voorzien voor het bieden van een oplossing voor achterhaalde industriezones/KMO-zones.
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
3
3.5
Situering van het plangebied
3.5.1
Macroniveau
Het plangebied van voorliggend RUP is gelegen binnen de gemeente Destelbergen. Destelbergen is een landelijke, deels verstedelijkte gemeente, die centraal gelegen is in de provincie Oost-Vlaanderen. De gemeente situeert zich tussen het grootstedelijk gebied Gent ten westen en het regionaal stedelijk gebied Wetteren ten zuidoosten. Destelbergen wordt begrensd door:
3.5.2
Microniveau
Het RUP omvat twee deelgebieden nabij de kern van de deelgemeente Heusden. Het betreft één gebied ter hoogte van de Meersstraat, ca. 1km ten noordwesten van de kern, en een tweede gebied langs de Laarnebaan, ca. 700m ten oosten van de kern van Heusden. De Meersstraat (N447) vormt de belangrijkste verbindingsweg tussen het centrum van Heusden en dat van Destelbergen. De Laarnebaan verbindt de kern van Heusden met buurgemeente Laarne. De Laarnebaan geeft ook aansluiting op de R4, van waaruit het (inter)nationale wegennet kan bereikt worden, nl. E17, E40 en E34/N49.
•
ten noorden: Sint-Amandsberg (Gent) en Lochristi;
•
ten oosten: Laarne;
Omgeving
•
ten zuiden: Wetteren en Melle;
•
ten westen: Gentbrugge / Sint-Amandsberg (Gent) (deels begrensd door de Schelde.
Het plangebied bevindt zich langsheen de Meersstraat, aan de rand van de kern van Heusden. Het gebied wordt aan de achterzijde (ten westen) begrensd door de Schelde en de flankerende Scheldedijk met jaagpad. De nabije omgeving wordt voornamelijk gekenmerkt door residentiële bebouwing, hoofdzakelijk van het type vrijstaande ééngezinswoningen. Aan de overzijde van de Meersstraat bevindt zich de uitgestrekte verkaveling ʻDoolaegepark – Ellebogten – Ter Laaktʼ.
Op het grondgebied van de gemeente Destelbergen situeert zich een belangrijk knooppunt van primaire wegen, namelijk de E17 (Antwerpen – Kortrijk) en de R4 Oost (Ring rond Gent). Dit halve klaverblad, quasi centraal gelegen in de gemeente, bevindt zich in de historische Dam(sloot)vallei, een vroeger veen – ontginningsgebied. Ter hoogte van de Dam(sloot)vallei wordt de gemeente in oost-westelijke richting doorsneden door de E17. Deze lineaire structuur vormt een duidelijke fysische scheiding tussen enerzijds Destelbergen in het noorden en anderzijds Heusden in het zuiden. De R4 doorsnijdt de gemeente van noord naar zuid. De kern van de gemeente Destelbergen heeft zich lineair opgebouwd langs de Dendermondesteenweg (N445), die de verbinding vormt tussen Gent en Dendermonde. De kern van Heusden is niet zo lineair opgebouwd. De Schelde vormt de westelijke grens van de gemeente. De noordelijke grens wordt gevormd door de Ledebeek, een onbevaarbare waterloop van 1e categorie.
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
•
Plangebied Meersstraat
Tevens bevindt zich aan de overzijde van de Meersstraat een lint met een mix van bedrijvigheid, handel en diensten. Zo is er bv. een verzekeringskantoor gevestigd, alsook een rouwcentrum, en een handelszaak voor alarmsystemen. Achter deze gemengde zone is de KMO-zone ʻStapsteenʼ gesitueerd, waar o.a. het gemeentelijk containerpark is gevestigd. De ruimere omgeving rond het plangebied heeft een natuurlijk karakter. Zo strekt zich achter de KMO-zone ʻStapsteenʼ het Damslootmeer uit. Aan de overzijde van de Schelde bevinden zich de Gentbrugse Meersen. Plangebied Op de site bevinden zich twee bedrijfsgebouwen en één vrijstaande villa. De oorspronkelijke bedrijfsgebouwen werd in de jaren ʼ60 gebouwd door de plastiekfabriek ʻThovadec Plasticsʼ. De bedrijfsactiviteiten werden begin
4
jaren ʼ90 verplaatst naar het industrieterrein Neerhonderd in Wetteren. Het grootste bedrijfsgebouw werd toen opgesplitst in twee delen en wordt sindsdien aangewend voor diverse functies, waaronder ambachtelijke 2 bedrijvigheid en groothandel. Het uiterst rechtse deel (loods 1, ca. 2200 m ) wordt gehuurd door het bedrijf ISS, werkzaam in catering en schoonmaakdiensten. Het gebouw wordt hoofdzakelijk gebruikt als opslagruimte en op de verdieping zijn burelen en een vergaderzaal 2 gevestigd. De rest van het gebouw (loods 2, ca. 1350 m ) is onderverdeeld in kleinere loodsen dewelke verhuurd worden (o.a. aan Vedasco NV). De 2 villa (ca. 186,5 m ) wordt eveneens gebruikt als bedrijfsruimte, op heden voor de opslag van confectiegoederen (Il Sarto). 2
Het tweede bedrijfsgebouw (loods 3, ca. 370 m ) huisvest een autohandel en verscheidene opslagplaatsen. •
Plangebied Laarnebaan
Omgeving Het plangebied bestaat uit twee deelzones, telkens gelegen langs weerszijden van de Laarnebaan, op ca. 700m van de kern van Heusden. De eerste zone, aan de zuidelijke zijde van de Laarnebaan, bevindt zich in een residentieel woonlint, met voornamelijk vrijstaande ééngezinswoningen. Achter dit woonlint langs de Laarnebaan, strekken zich verschillende verkavelingen uit, waaronder de verkaveling ‘Moerenakker – Herenakker – Lodries’.
Plangebied De gebouwen op beide deelzones maakten destijds deel uit van één fabriek, nl. de drukkerij en weverij ‘Shamrock-Ruga NV’. Op de deelzone ten noorden van de Laarnebaan bevindt zich enerzijds een 2 ruime woning (ca. 522 m ), nl. de vroegere bedrijswoning, op een ruim perceel (ca. 0,3 ha) met een tuinzone aan de linkerzijde (buiten plangebied). Op het overige perceel bevindt zich een loods (loods 1) die oorspronkelijk in gebruik was door de drukkerij. In de loods, met een 2 oppervlakte van ca. 3500 m , was tot voor kort een groothandel voor bloemen en planten (Boel) gevestigd. Links naast het gebouw bevindt zich een laad- en loszone voor vrachwagens. Vooraan het gebouw ligt een parkeerzone voor ca. 30 wagens. Op de tweede deelzone, aan de overzijde van de Laarnebaan, zijn een architectenbureau en een groothandel in horecabenodigdheden (Servito) gevestigd. Het architectenbureau bevindt zich in het gebouw aan de 2 voorzijde van het perceel. In dit gebouw, ca. 900 m groot, waren de vroegere kantoren van de weverij gevestigd. De loods van de groothandel (loods 2), welke oorspronkelijk gebruikt werd door de weverij, is gelegen op de achterzijde van het perceel en is bereikbaar via een oprit vanaf de Laarnebaan. Het gebouw heeft een 2 oppervlakte van ca. 2000 m . Vooraan het perceel bevindt zich een kleine parkeerzone. Achteraan, bij de groothandel, is een iets ruimere parking gelegen.
De tweede zone bevindt zich aan de overzijde van de Laarnebaan. Langsheen de straat komen opnieuw hoofdzakelijk vrijstaande woningen voor. Op het rechts aanpalende perceel bevindt zich de tennisclub ‘Flipper’, met twee tennisterreinen en een clubhuis. Ten noorden en oosten van de deelzone strekt zich nog een grote onbebouwde zone woonuitbreidingsgebied uit, die momenteel aangewend wordt als landbouwgrond. Ten noordwesten bevinden zich een aantal serres. De omgeving van het plangebied heeft een hoofdzakelijk residentieel karakter. Op ca. 500m van het plangebied bevindt zich het op- en afrittencomplex van de R4.
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
5
SITUERING PLANGEBIED
KAART 1: macroniveau _ situering deelgebieden
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
6
SITUERING PLANGEBIED
KAART 2: deelgebied Meersstraat _ omgeving
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
7
SITUERING PLANGEBIED
KAART 3: deelgebied Meersstraat _ plangebied
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
8
SITUERING PLANGEBIED
KAART 4: deelgebied Laarnebaan _ omgeving
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
9
SITUERING PLANGEBIED
KAART 5: deelgebied Laarnebaan _ plangebied
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
10
3.6
- Kleinhandel
Doelstelling
- Kantoren en diensten - Wonen (bv. lofts)
3.6.1
Herbestemming achterhaalde industriezones
Met onderhavig GRUP wenst de gemeente Destelbergen een oplossing te bieden voor de achterhaalde industriezones binnen de gemeente. Het betreft in totaal twee zones, welke reeds in industriegebruik waren van vóór de opmaak van het gewestplan, en bijgevolg bij de opmaak ervan bestemd werden als industriegebied of als gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s. De industriële bestemming van destijds is echter op heden voor beide zones achterhaald. Met voorliggend RUP is het de bedoeling beide zones een zachtere bestemming te geven, rekening houdend met de huidige en reeds uitgeoefende activiteiten op het terrein en afgestemd op het niveau en de draagkracht van de omgeving.
Gebruik vóór opmaak gewestplan
De hele site was in gebruik door de drukkerij/weverij “Shamrock-Ruga NV”. Er werd tevens een bedrijfswoning opgericht.
Bestemming gewestplan
- Zone ten noorden van de Laarnebaan: industriegebied - Zone ten zuiden van de Laarnebaan: gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s
Huidig gebruik / Reeds uitgeoefende activiteiten
Deelzone Meersstraat Gebruik vóór opmaak gewestplan
De hele site was sinds de jaren ’60 in gebruik door de plastiekfabriek “NV Thovadec Plastics”. De firma stopte zijn activiteiten op deze locatie begin jaren ’90.
Bestemming gewestplan
Industriegebied
Huidig gebruik / Reeds uitgeoefende activiteiten
Opslag (i.f.v. KMO), ambachtelijk bedrijf/KMO, groothandel, handel, wonen (bedrijfswoning)
Gewenste bestemming RUP
Deelzone Laarnebaan
(1)
- Ambachtelijke bedrijven/KMO’s - Groothandel
Gewenste bestemming RUP
(1)
Groothandel, kantoren, wonen (bedrijfswoning), opslag, ambachtelijk bedrijf/KMO - Groothandel - Kleinhandel - Kantoren - Diensten en vrije beroepen
De gewenste bestemmingen die door de eigenaars binnen de zone werden aangegeven, zullen in de verdere procedure van het RUP getoetst worden op de wenselijkheid en haalbaarheid ervan conform de beleidskaders op gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau. Er dient ook rekening gehouden te worden met de draagkracht van de residentiële omgeving. In voorliggende screeningsnota wordt uitgegaan van een zo ruim mogelijke herbestemming, met mogelijkheden voor volgende functies:
1
Op basis van bevraging van de noden en toekomstperspectieven van de huidige eigenaars binnen de deelzone (d.d. 20/12/2011).
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
•
Als hoofdbestemming:
11
•
−
ambachtelijke bedrijven en KMO’s, inclusief opslag en stockage van goederen
bestemd als woongebied, deels als industriegebied
−
groothandel
deel Meersstraat/Schaapsdam
Als nevenbestemming, en bijgevolg percentage per bedrijfsgebouw: −
voor
een
gelimiteerd Deelzone Laarnebaan
kantoren, diensten en vrije beroepen 2
−
kleinhandel van lokaal belang (≤1000 m )
−
wonen, in functie van bedrijfsvoering (conciërgewoning) of lofts
Deze bestemmingen worden in voorliggende screeningsnota onderzocht op hun wenselijkheid binnen de omgeving en op hun mogelijke milieueffecten. De bestemmingen worden echter nog niet bindend vastgelegd en kunnen nog wijzigen n.a.l.v. het voorontwerp van het RUP. 3.6.2
openbare wegenis
Wegwerken onnauwkeurigheden gewestplan
Restzone
Bestemming RUP
aangrenzende percelen deels bestemd als woonuitbreidingsgebied, deels als industriegebied
woonuitbreidingsgebied
deel Laarnebaan
openbare wegenis
Binnen het plangebied van de Laarnebaan, zijn een aantal delen van de percelen waarop de bedrijfsgebouwen zich bevinden, volgens het gewestplan ingekleurd als woonuitbreidingsgebied. Deze delen krijgen uiteraard mee de bestemming KMO-zone.
De plangebieden van het RUP omvatten telkens de hele zone die volgens het gewestplan werd ingekleurd als industriezone. Daar deze intekening op kleine schaal gebeurde, worden nogal wat onnauwkeurigheden vastgesteld op grote schaal. Zo is bijvoorbeeld voor het plangebied langs de Meersstraat, een deel van de oevers van de Schelde mee ingekleurd als industriezone. Met het RUP worden deze onnauwkeurigheden weggewerkt en krijgen de ‘restzones’ hun geëigende bestemming. Deelzone Meersstraat Restzone
Bestemming RUP
zone langs de Schelde
jaagpad (met economische, transport-, en waterbeheersingsfunctie + recreatieve functie als nevenfunctie)
aangrenzende
percelen
deels
woongebied
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
12
3.7
Visie
In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Destelbergen wordt de gemeentelijke visie uitgeschreven op de gewenste ontwikkeling van de economische structuur. Wat betreft de achterhaalde industriezones wordt in het GRS het volgende gezegd: “Naast de diverse KMO-zones en de bijhorende behoefte voor een nieuw lokaal bedrijventerrein, zijn er binnen de gemeente nog 2 kleinschalige 2 2 industriezones (6000 m en 8000 m ) aanwezig. Het gaat hier telkens om kleine oppervlaktes die volledig ingenomen zijn door een bestaand bedrijf. Gezien deze bedrijven in de loop der jaren verkocht geweest zijn, hier andere bedrijven gevestigd zijn en aldus geen enkele industriële activiteiten meer hebben, is de behoefte ontstaan om deze om te vormen naar een KMO-zonering (incl. gedeelte wonen aan de Meersstraat).” In het bindend gedeelte wordt de opmaak van een RUP, om een oplossing te bieden voor deze zones, opgelegd.
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
13
4 AFBAKENING VAN HET TOEPASSINGSGEBIED EN DE PLAN MERPLICHT
van 10-12-2004, het regelt het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau en het heeft betrekking op de ruimtelijke ordening. Het RUP vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in de bijlage bij de Omzendbrief LNE 2011/1 van 22 2 juli 2011, en is dus screeningsgerechtigd . Conclusie: Het RUP valt onder de screeningsplicht.
4.1
Bepaling van de plicht tot opmaak van een plan - mer
Bij plannen en programma’s die “van rechtswege” onderworpen zijn aan de plan-MER-plicht is er geen voorafgaande toetsing vereist daar er op onweerlegbare wijze wordt vermoed dat deze plannen en programma’s aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Van rechtswege onderworpen aan de plan-MER-plicht zijn alle plannen en programma’s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd: •
een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten
•
niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden
•
betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, §2, 1° D.A.B.M.);
Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-mer-plicht want het vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II van het Besluit van de Vlaamse Regering
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
2
Door een arrest van het Hof van Justitie (24 maart 2011) moet voortaan in elke screeningsnota een bepaling toegevoegd worden om aan te tonen dat het voorliggende RUP screeningsgerechtigd is. Om aan te tonen dat het plan screeningsgerechtigd is moet er niet enkel worden nagegaan of het plan het kader vormt voor bijlage I of II-projecten van het project-m.e.r.-besluit, maar ook of het plan het kader vormt voor projecten bedoeld in de bijlage (III) bij de Omzendbrief LNE 2011/1 van 22 juli 2011.
14
5 NULALTERNATIEF – ANDERE ALTERNATIEVEN
De ontwikkelingen die binnen het plangebied van het RUP mogelijk zijn zonder dat voorliggend RUP in werking treedt, zijn deze die mogelijk gemaakt worden door de bestemmingen zoals aangeduid op het gewestplan “Gentse en kanaalzone” (KB 14/07/1977). De deelzone t.h.v. de Meersstraat is bestemd als industriegebied; de deelzone t.h.v. de Laarnebaan, is ten zuiden ervan bestemd als gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s, en ten noorden ervan als industriegebied. De industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop De gebieden voor ambachtelijke bedrijven en KMOʼs zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard. De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen geeft een toelichting bij de interpretatie van de gewestplanvoorschriften.
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
De industriegebieden zijn bestemd voor industrieën en ambachtelijke bedrijven in het algemeen. In het bijzonder moeten die industrieën en ambachtelijke bedrijven in het industriegebied worden ondergebracht, die moeten worden afgezonderd van de andere bestemmingen wegens hun aard of wegens economische en sociale redenen, of omdat deze bedrijven niet behoren tot de normale uitrusting van andere gebieden. Wat onder het begrip “industriële bedrijven” dient te worden verstaan, wordt stedenbouwkundig niet nader bepaald, zodat het begrip in zijn spraakgebruikelijke betekenis dient te worden begrepen, met name bedrijven waar grondstoffen worden verwerkt, of nog, productieftechnische bedrijven. Ook het begrip “ambachtelijk bedrijf” wordt niet nader gedefinieerd. De overheid die uitspraak moet doen over de vergunningsaanvraag dient derhalve te oordelen naar recht en redelijkheid of de betrokken inrichting al dan niet een ambachtelijk bedrijf is en zulks overeenkomstig de gebruikelijke betekenis van het woord, met name een bedrijf waarin het handwerk primeert, wat het gebruik van machines evenwel niet uitsluit. De louter commerciële activiteiten, zoals winkels en handelszaken, horen niet thuis in industriegebied. Bij de beoordeling of een bedrijf op een industriegebied thuishoort, dan wel of het ambachtelijk van aard is, dan wel of het gaat om een kleine of middelgrote onderneming, spelen volgende beoordelingscriteria een rol: •
de hinderlijkheid;
•
de grootte van de onderneming;
•
de relatie tot de omgeving;
•
de bestaande wegeninfrastructuur;
•
de tewerkstelling;
•
de aard van de activiteiten;
•
de weerslag op het leefmilieu;
•
…
15
6 EEN BESCHRIJVING EN INSCHATTING VAN DE MOGELIJKE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN VAN HET VOORGENOMEN PLAN OF PROGRAMMA
6.1
Beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben.
Het RUP wordt opgemaakt om de ontwikkelingsperspectieven voor de achterhaalde industriezones binnen het grondgebied van de gemeente Destelbergen vast te leggen.
§
de bodem;
§
het oppervlakte- en grondwater;
§
de atmosfeer en de klimatologische factoren;
§
het geluid en de trillingen;
§
het licht;
§
de stoffelijke goederen en het cultureel erfgoed (met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed);
§
het landschap;
§
de mobiliteit;
De disciplines waar mogelijk een significant negatief effect verwacht wordt, worden dieper uitgewerkt. Voor deze effectdisciplines wordt de referentiesituatie beschreven. Daarna worden de ingrepen en hun effect beschreven, aangevuld met remediërende maatregelen en eventuele leemten in de kennis. Daarna volgt een globale beoordeling van de effecten voor de verschillende effectdisciplines.
Gezien de ligging en de aard van het RUP zijn er geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten die de gewestgrens of de landsgrens zullen overschrijden.
6.2
Algemene methodiek
Onderstaand wordt een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan op volgende verschillende disciplines gegeven: §
de gezondheid en veiligheid van de mens;
§
de ruimtelijke ordening;
§
de biodiversiteit, fauna en flora;
§
de energie- en grondstoffenvoorraden;
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
16
6.3
Beschrijving en inschatting per discipline
DE GEZONDHEID EN DE VEILIGHEID VAN DE MENS Referentiesituatie
Deelzone Meersstraat Het plangebied bevindt zich aan de rand van de kern van Heusden. De omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door een mix van functies: wonen, bedrijvigheid (KMO-zone ‘Stapsteen’), handel en diensten. De gebouwen binnen het plangebied zelf werden en worden op heden vooral gebuikt voor ambachtelijke bedrijven of KMO’s, als opslagruimte, kantoorruimte of werkplaats en voor handel (autohandel). Een deel van de gebouwen werd destijds ook aangewend voor groothandel. Binnen deze zone of in de omgeving ervan zijn geen hogedrempel of lagedrempel SEVESO-inrichtingen gevestigd. Deelzone Laarnebaan Het plangebied bevindt zich op ca. 700m van de kern van Heusden, nabij het op-en afrittencomplex van de R4. Uitgezonderd enkele kleinschalige nevenfuncties, zoals horeca, diensten, detailhandel en de tennisclub, is wonen de belangrijkste bestemming van de omgeving van het plangebied. Achter de deelzone ten noorden van de Laarnebaan, strekt zich een ruime onbebouwde zone woonuitbreidingsgebied uit, die aangewend wordt als landbouwgrond. Op het plangebied zelf komen op heden vooral groothandel en kantoren voor. De bedrijfsgebouwen werden vroeger ook aangewend voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s. Binnen deze zone of in de omgeving ervan zijn geen hogedrempel of lagedrempel SEVESO-inrichtingen gevestigd.
Mogelijke effecten
Met het RUP is het de bedoeling de mogelijke bestemmingen van de twee deelzones vast te leggen. Deze bestemmingen zullen ‘zachter’ van aard zijn dan de huidige bestemming ‘industriegebied’ volgens het gewestplan. Nieuwe industriële bedrijven zullen zich, gezien de ligging binnen een residentiële woonomgeving en gelet op de huidige milieuwetgeving, niet meer kunnen vestigen binnen de deelzones. De bestemmingen die via het RUP worden toegelaten, worden gebaseerd op de diverse activiteiten die tot op vandaag aanwezig waren/zijn binnen en in de omgeving van de deelzones. De nieuwe functies zullen tevens in overeenstemming moeten zijn met de draagkracht van het omliggend woongebied. De bestemming als gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s en als zone voor groothandel, is op heden of was in het verleden reeds aanwezig binnen de twee deelzones. Nieuwe activiteiten binnen deze categorieën zullen dan ook weinig extra hinder met zich meebrengen t.o.v. de bestaande situatie. Uiteraard zullen nieuwe activiteiten steeds beoordeeld moeten worden op hun impact op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers of bezoekers, op hun invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid en op hun relatie met de in de omgeving aanwezige functies. Andere bestemmingen, zoals kleinhandel, kantoren en diensten, kunnen mogelijks meer hinder teweegbrengen voor de omgeving, daar ze vaak een meer frequent bezoekers/gebruikersprofiel hebben. De hinder kan zich manifesteren onder de vorm van parkeerdruk, verkeersdruk, lawaai, ed. De bestemming wonen is reeds hoofdzakelijk aanwezig rondom beide deelzones, en heeft geen invloed op de gezondheid van de
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
17
mens. Milderende maatregelen
Binnen de stedenbouwkundige voorschriften zullen de nieuwe bestemmingen van de deelzones aan een aantal regels worden onderworpen, teneinde de hinder voor de omwonenden te beperken. Zo zal de bestemming als zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s en als zone voor groothandel als hoofdbestemming worden ingeschreven. De overige bestemmingen zijn bedoeld als nevenfunctie en bijgevolg zal de maximaal toelaatbare oppervlakte ervan per deelzone gereglementeerd worden, rekening houdend met de ruimtelijke draagkracht van de omgeving. Verkeersgenererende 2 activiteiten, zoals grootschalige kleinhandel (> 1000 m ), worden niet toegelaten. Hinderlijke en milieubelastende activiteiten, alsook Seveso-bedrijven worden eveneens niet toegelaten binnen de deelzones. In de stedenbouwkundige voorschriften zal ook opgenomen worden dat per activiteit voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein voorzien moeten worden. Als uitgangspunt gelden hierbij de parkeerkencijfers van CROW. De oppervlaktes van de bestaande gebouwen gelden als maximale oppervlaktes voor de realisatie van de nieuwe bestemmingen. Enkel indien zulks vanuit de bedrijfsvoering van een bestaand of toekomstig bedrijf noodzakelijk blijkt, kan een beperkte uitbreiding worden toegestaan, voor zover deze uitbreiding geen verhoging van het bezoekersaantal met zich meebrengt.
Aanzienlijk milieueffect
Nee
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
18
RUIMTELIJKE ORDENING Referentiesituatie
De twee deelzones zijn gelegen binnen het gewestplan “Gentse en Kanaalzone” (KB 14/9/1977). Deelzone Meersstraat De deelzone is volgens het gewestplan volledig bestemd als industriegebied. Voor de bedrijvenzone ten noordoosten van het plangebied werd het BPA ‘Meersstraat’ (MB 07/07/2008) opgemaakt. Aan de overzijde van de Meerstraat werden een aantal verkavelingsvergunningen goedgekeurd, o.a. voor de verkaveling ‘Doolaegepark – Ellebogten – Ter Laakt’. De bestaande fabrieksgebouwen binnen de deelzone werden opgericht door de PVBA Thovadec, later de NV Thovadec Plastics. Vanaf 1966 zijn er stedenbouwkundige vergunningen terug te vinden voor verbouwingen en uitbreidingen van het oorspronkelijke fabrieksgebouw. Van de bouw van de oorspronkelijke constructie en van het landhuis werden geen stedenbouwkundige vergunningen teruggevonden. Vermoedelijk dateert de oprichting van voor 1962. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de vergunningshistoriek van de deelzone: •
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 05/04/1966 voor het verbouwen van een stapelplaats (= oorspronkelijke constructie) (B 1966/175)
•
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 15/06/1966 voor het uitbreiden van de fabrieksgebouwen (B1966/157)
•
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 05/10/1972 voor het uitbreiden van een bestaande fabriek (B1972/29)
•
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 23/05/1973 voor het plaatsen van silo’s (B1973/51)
•
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 11/07/1974 voor het uitbreiden en verbouwen van een fabriek (B1974/34)
•
Stedenbouwkundige vergunning d.d.11/01/1977 voor het uitbreiden van een fabriek (B1976/87)
•
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 15/06/1977 voor het uitbreiden van een bestaande fabriek (B1977/86)
•
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 07/11/1978 voor het uitbreiden en verbouwen van een bestaande fabriek (1978/207)
•
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 13/02/1989 voor het bouwen van laad- en loskades (B1989/223)
•
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 17/10/1989 voor het bouwen van een pomplokaal en watertank (B1989/109)
•
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 09/04/1996 voor het stallen van voertuigen (B1996/76)
•
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 14/07/1998 voor het regulariseren van een bergplaats (B1998/3)
•
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 02/06/1998 voor het bouwen van een garage (B1998/4)
•
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 18/03/1999 (deputatie) voor het wijzigen van industrieruimte tot handelsruimte en het aanbrengen van reclamepanelen (B1998/126)
•
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 13/07/1999 voor het plaatsen van een garagebox en bergplaats (B1998/294)
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
19
•
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 22/05/2001 voor het verbouwen van een magazijn (B2001/174)
•
Weigering stedenbouwkundige vergunning d.d. 23/09/2008 voor het regulariseren van het inrichten van een conciërgeappartement (B2008/142)
Ten aanzien van de bedrijfsgebouwen werden volgende bouwmisdrijven vastgesteld: •
PV d.d. 29/05/1998 voor het uitvoeren van renovatiewerken aan een niet-vergunde constructie
•
PV d.d. 06/08/1998 voor het wijzigen van de bestemming van een industriegebouw naar winkelruimte en het plaatsen van reclamepanelen
•
PV d.d. 17/11/2008 voor het inrichten van een conciërgeappartement
Deelzone Laarnebaan De deelzone ten noorden van de Laarnebaan is op het gewestplan bestemd als industriegebied; de zone ten zuiden is bestemd als gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s. Palend aan het plangebied bevindt zich een deelzone van het BPA ‘Zonevreemde terreinen en gebouwen voor sport-, recreatie – en jeugdactiviteiten’(MB 02/05/2005). Via het BPA werd de zonevreemde tennisclub ‘Flipper’ bestendigd. In de omgeving van het plangebied werden verscheidene verkavelingen goedgekeurd. Van de villa, alsook van de oorspronkelijke gebouwen van de voormalige drukkerij/weverij Shamrock-Ruga NV, ten zuiden van de Laarnebaan, werden geen stedenbouwkundige vergunningen teruggevonden. Vermoedelijk dateert de oprichting van voor 1962. De gebouwen van de drukkerij, aan de overkant van de Laarnebaan, werden vergund in 1968. Aan de afmetingen van het gebouw werden geen fundamentele wijzigingen aangebracht bij de exploitatie van nieuwe activiteiten. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de vergunningshistoriek van de deelzone: •
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 20/09/1968 voor het uitbreiden van een weverij (B1968/40)
•
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 20/09/1968 voor het bouwen van een drukkerij (B1968/41)
•
Stedenbouwkundige vergunning Vlaamse Regering d.d. 23/03/1994 voor het verbouwen en uitbreiden van een weverij met bijkomend atelier en kantoren op de verdieping (B1992/254)
•
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 10/09/1996 voor het aanpassen van gevelopeningen (Stabyl Confectie BVBA) (B1996/216)
•
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 02/07/2002 voor het verbouwen van een kantoorgebouw (NV Pasind) (B2002/119)
•
Positief stedenbouwkundig attest d.d. 11/05/2004 voor het verbouwen van een bedrijfswoning tot niet-hinderlijk milieulaboratorium met woongelegenheid
•
Positief stedenbouwkundig attest d.d. 21/09/2004 voor het uitbreiden van een laboratorium
•
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 10/05/2005 voor het bouwen van labo’s aan een woning + gedeeltelijke
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
20
bestemmingswijziging van een bestaande woning tot vergaderzaal en archiefruimte i.f.v. een laboratorium (B2005/46) • Mogelijke effecten
Stedenbouwkundige vergunning d.d. 22/12/2009 voor het uitbreiden en verbouwen van een kantoorgebouw (B2009/240)
Het RUP vormt de uitvoering van de doelstellingen vooropgesteld in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Via voorliggend RUP worden de mogelijke bestemmingen vastgelegd voor de twee deelzones. De huidige bestemming als industriegebied is niet meer gepast binnen een residentiële woonomgeving. In het RUP wordt gezocht naar zachtere bestemmingen, welke qua aard en omvang afgestemd zijn op het lokale niveau van de kern van Heusden en die de ruimtelijke draagkracht van de omgeving niet overschrijden. In de stedenbouwkundige voorschriften zullen de toegelaten bestemmingen aan een aantal regels en beperkingen worden onderworpen, waardoor het RUP een grotere garantie biedt op een kwaliteitsvolle invulling van de deelzones, afgestemd op de omgeving.
Milderende maatregelen
/
Aanzienlijk milieueffect
Nee
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
21
Legende Reinaert weg
RUIMTELIJKE ORDENING
weg
contour plangebied Reinaert
woongebied industriegebied >
natuurgebied
>
N
>
recreatiegebied
> >
bestaande afzonderlijke leiding
> > > >
sdam Schaap
> bestaande hoogspanningsleiding
> > > > >
BPA / RUP
> >
Schaap
>
verkvalingsvergunning
>
sda m
> > > > > >
>
Meers straat
>
Doolaegepark
> >
>
Destelbergen RUP Laarnebaan - Meersstraat
Meers
>
straa
t
Doolaegepark
> >
Blad 2: plan juridische toestand Opgemaakt d.d. ....
>
Ruimtelijk planner: >
Ellebogten
> Ellebogten
>
Port Arthurlaan 11 9000 Gent Tel. (09)251 22 22 Fax (09)251 22 28
[email protected]
KAART 6 : gewestplan, RUP’s en BPA’s _ deelgebied Meersstraat Ter Laakt
O
1:2.007
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
0
20
40
80 meter
22
RUIMTELIJKE ORDENING
Legende
Schaaps dam
1972/29
1989/223
1966/175 PV 06/08/98 1998/126 1998/294
1978/207 1976/87
1974/34
1966/157 1973/51
straat
2008/142 1966/157 PV 17/11/08
1998/3 PV 29/05/981977/86
0
5
10
Meers
1998/41989/109 2001/74 1998/294
1996/76
20 meter
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
KAART 7 : vergunningstoestand _ deelgebied Meersstraat
23
RUIMTELIJKE ORDENING
Legende contour plangebied woongebied woonuitbreidingsgebied industriegebied gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO's agrarisch gebied Ren deke
BPA/RUP
ns st raat
verkavelingsvergunnig Blauw
es te
enst
raat Ren deke raat nsst
Laarn ebaan
b rne Laa
aa
n
Blauw
este
enst
raat
es Dri
Laarn
La
a
b rne
aa
ebaan
n
Moe
ren
ak ke
es Dri
r
v Lo
eld
ra st
Destelbergen RUP Laarnebaan-Meersstraat
at
Deelgebied Laarnebaan Moere
er
nakk
Mo e
re
e nakk
Blad 2: plan juridische toestand
r
Lo
nakk
ld
st
ra
at
Opgemaakt d.d. 13-9-2011 Ruimtelijk planners: Annelies De Clercq Tina Verschueren
er
Ste
enh
uys
e
Moere
ve
Ste
enh
uys
e
Port Arthurlaan 11 9000 Gent KAART 8 : gewestplan, RUP’s Tel. (09)251 22 22 en (09)251 22 28 BPA’s _ deelgebiedFax Laarnebaan
[email protected]
O
1:2.500
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
0
25
50
100 meter
24
RUIMTELIJKE ORDENING
Legende
Ren dek str ens aat 1968/41
Blau w
este enstr aat 1996/216
2005/46
Laarne b
aan
2002/19
2009/240
1992/254
1968/40
Moe 0
5
10
20 meter
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
ren
er
akk
KAART 9 : vergunningstoestand _ deelgebied Laarnebaan
25
BIODIVERSITEIT, FAUNA EN FLORA Referentiesituatie
Deelzone Meersstraat Het deelgebied zelf wordt volgens de biologische waarderingskaart niet gekarteerd als biologisch waardevol. De zone grenst aan de achterzijde wel aan de oevers van de Schelde, die aangeduid zijn als faunatisch voornaam gebied, met biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen. Het plangebied en de nabije omgeving ervan is niet gelegen binnen een habitatrichtlijngebied, een VEN-gebied of een vogelrichtlijngebied. Deelzone Laarnebaan Het deelgebied en de nabij omgeving ervan is op de biologische waarderingskaart niet aangeduid als biologisch waardevol. Het gebied behoort ook niet tot een habitatrichtlijngebied, een VEN-gebied of een vogelrichtlijngebied.
Mogelijke effecten
In het RUP worden geen grote ingrepen gepland, enkel een bestemmingswijziging binnen de twee deelzones. Aangezien beide deelzones geen biologisch waardevolle elementen bevatten, en gelet op het reeds hoofdzakelijk bebouwde en verharde karakter ervan, zullen geen noemenswaardige effecten te verwachten zijn op de biodiversiteit of op de fauna en flora. Wanneer nieuwe activiteiten milieubelastend van aard zijn, kunnen ze echter wel een verstoring van het ecologisch leefmilieu en van de aanwezige fauna en flora in de omgeving met zich meebrengen. Vooral voor het plangebied in de Meersstraat, dat grenst aan de biologisch en faunatisch zeer waardevolle zone langs de Schelde (*), bestaat de mogelijkheid op verstoring. (*)De contour van het plangebied aan de Meersstraat, omvat een deel van de rechteroever van de Schelde, welke gekarteerd wordt als biologisch zeer waardevol gebied. Het plangebied omvat namelijk de hele zone die volgens het gewestplan bestemd werd als industriegebied. Met het RUP is het de bedoeling deze bestemming te vervangen door een zachtere bestemming als KMO-zone, maar dan enkel voor de percelen die daartoe op vandaag reeds in gebruik zijn. Op de overige percelen zullen de onnauwkeurigheden die ontstaan zijn bij de intekening van het gewestplan weggewerkt worden. De zone langs de Schelde krijgt een gepaste bestemming als jaagpad, waardoor de biologische eigenschappen van de zone niet in het gedrang komen.
Milderende maatregelen
In de stedenbouwkundige voorschriften zal worden opgenomen dat hinderlijke en milieubelastende activiteiten niet worden toegelaten binnen de deelzones. Bovendien gelden voor alle activiteiten die zich binnen de deelzone vestigen, de beperkingen en criteria die worden opgelegd in de Vlarem-milieuwetgeving.
Aanzienlijk milieueffect
Nee
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
26
BIODIVERSITEIT, FAUNA EN FLORA
Legende
KAART 10 : biologische waarderingskaart _ deelgebied Meersstraat
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
27
BIODIVERSITEIT, FAUNA EN FLORA
Legende
KAART 11 : biologische waarderingskaart _ deelgebied Laarnebaan
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
28
ENERGIE - EN GRONDSTOFFENVOORRADEN Referentiesituatie
In de omgeving van het plangebied liggen geen ontginningsgebieden.
Mogelijke effecten
Nihil
Milderende maatregelen
/
Aanzienlijk milieueffect
Nee
BODEM Referentiesituatie
De gemeente Destelbergen is gelegen op de zuidrand van de Vlaamse Vallei. De gemeente omvat in hoofdzaak 2 bodemassociaties: ‘de associatie van het Vlaamse zandgebied’ en ‘de associatie van de alluviale gebieden’. Het zandgebied bevindt zich in het noorden van Destelbergen en het zuidoosten van Heusden, en is vlak met een hoogte van 4 tot 10m. Het alluviaal gebied sterkt zich uit t.h.v. de Schelde en ligt zeer vlak op 4 tot 6m hoogte en vertoont geringe hoogteverschillen. Binnen de twee associaties duiken nog verschillende duingebieden op, die door hun goede ontwatering en hoge ligging vaak door bewoning werden ingenomen. De gebieden hebben op vandaag hun oorspronkelijke vorm verloren door uitzanding en nivellering. De voormalige duingebieden worden vrijwel volledig benut voor bewoning. Deelzone Meersstraat De deelzone bevindt zich in de alluviale vlakte van de Schelde. De samenstelling van de bodem wordt op de bodemkaart aangeduid als ‘antropogeen’, wat wil zeggen ‘kunstmatig opgehoogde gronden’. De nabije omgeving van de deelzone bestaat uit matig natte zandleembodems of sterk gleyige kleibodems. Binnen het plangebied, of in de omgeving ervan werd geen actuele bodemerosie vastgesteld. Deelzone Laarnebaan De deelzone is gelegen in zandgebied, op de rand van een voormalig duingebied. De bodem bestaat uit een matig droge tot droge zandbodem. Binnen het plangebied, of in de omgeving ervan werd geen actuele bodemerosie vastgesteld.
Mogelijke effecten
Beide deelzones zijn reeds voor quasi 100% verhard of bebouwd. Op het vlak van bodembezetting zal er niet veel veranderen door het RUP. Het percentage verharding zal niet toenemen. De nieuwe functies kunnen zich vestigen binnen de bestaande volumes, maar ook herbouw is mogelijk, zij het dan binnen de bestaande bouwvolumes. Uitbreidingen worden binnen het RUP slechts onder bepaalde voorwaarden toegelaten. De toegelaten uitbreidingen zullen beperkt zijn qua oppervlakte en zullen geen verandering teweegbrengen in de infiltratiecapaciteit van de bodem, daar deze reeds volledig bebouwd of verhard is. Bodemzettingen of wijzigingen van het grondwaterniveau zijn dan
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
29
ook niet te verwachten, zeker gelet op de structuurkwaliteit en de doorgaans grote infiltratiepotentie van zandige ondergronden. Mogelijks kan er door het grote percentage verharding en de beperkte infiltratiepotentie op eigen terrein, wel afstroming optreden naar aanpalende percelen. De kans op bodemerosie is echter gering, daar er op heden geen actuele bodemerosie werd vastgesteld in de omgeving en gelet op het vlakke reliëf van de deelzones. Effecten op de bodemstructuur of het bodemprofiel, als gevolg van de oprichting van nieuwe constructies, zullen beperkt blijven. Daar waar nieuwe ondergrondse constructies worden gepland, zoals bv. stookolietanks, kan plaatselijk wel verdichting optreden. Sommige activiteiten die binnen de deelzones worden toegelaten, kunnen binnen bepaalde omstandigheden van die aard zijn dat ze bodem- en of grondwaterverontreiniging met zich meebrengen, zoals bv. het stallen van schroot op een waterdoorlatende verharding of het plaatsen van een ondergrondse stookolietank. Aangezien op beide deelzones geen hinderlijke of milieubelastende activiteiten worden toegelaten, is de kans op verontreiniging zeer klein. Milderende maatregelen
Bij elke stedenbouwkundige vergunningsaanvraag binnen de deelzones, bv. voor uitbreiding, verbouwing of herbouw van bestaande constructies, zal voldaan moeten worden aan de vigerende wetgeving inzake retentie en hergebruik van hemelwater, zijnde de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afval- en hemelwater (BVR 01/10/2004). Verder moet voldaan worden aan art. 6.2.2.1.1 § 4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling 6° a) opgenomen in art. 5 van het decreet Integraal Waterbeleid en het concept ‘vasthouden-bergen-afvoeren, dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen. Prioriteit moet steeds uitgaan naar hergebruik van hemelwater, en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer. Op die manier kan het grote percentage verharding gecompenseerd worden en wordt afstroming naar aangrenzende percelen vermeden. In de stedenbouwkundige voorschriften zal worden opgenomen dat bij heraanleg van de bestaande verharding dit, indien milieutechnisch mogelijk, in waterdoorlatende materialen moet gebeuren en dat de nodige ruimte moet voorzien worden voor groenzones. In de stedenbouwkundige voorschriften zal worden opgenomen dat hinderlijke en milieubelastende activiteiten niet worden toegelaten binnen de deelzones. Bovendien gelden voor alle activiteiten die zich binnen de deelzone vestigen, de beperkingen en criteria die worden opgelegd in de Vlarem-milieuwetgeving, inzake afval- en afvalwaterbehandeling. Op die manier wordt verontreiniging van de bodem en het watersysteem vermeden.
Aanzienlijk milieueffect
Nee
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
30
BODEM
Legende
KAART 12 : bodemkaart _ deelgebied Meersstraat
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
31
BODEM
Legende
KAART 13 : bodemkaart _ deelgebied Laarnebaan
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
32
WATER Referentiesituatie
De gemeente Destelbergen behoort tot het Beneden-Scheldebekken, en daarin hoofdzakelijk tot het deelbekken Scheldeland. Deelgebied Meersstraat Het plangebied grenst in het westen aan de Schelde, een bevaarbare waterloop. Ten zuiden sluiten hierop de Rietgracht, een e e onbevaarbare waterloop van 3 categorie, en de Damsloot, een onbevaarbare waterloop van 2 categorie, aan. Door het plangebied loopt volgens de atlas der onbevaarbare waterloop van 1877 een oud-geklasseerde waterloop (nr.3). Het plangebied behoort niet tot een grond- of oppervlaktewaterwingebied of een beschermingszone ervan. De deelzone is niet overstromingsgevoelig. In de nabije omgeving komen wel een aantal mogelijk en effectief overstromingsgevoelige gebieden voor, zoals de linkeroever van de Schelde. Delen van deze overstromingsgevoelige gebieden zijn ook effectief overstroomd bij de recente overstromingen van 14-15/11/2010. Het plangebied (*) is volgens de watertoetskaarten: •
infiltratiegevoelig
•
matig gevoelig voor grondwaterstromingen
•
vlak
•
niet erosiegevoelig
• niet gelegen binnen de winterbedding van een rivier (*) De opgesomde waarden gelden enkel voor het plangebied, exclusief de uiterst links zone t.h.v. de oevers van de Schelde. Deze zone wordt mee opgenomen daar deze eveneens als industriegebied werd bestemd bij de opmaak van het gewestplan. Door het RUP wordt deze onnauwkeurige intekening weggewerkt. De zone langs de Schelde is effectief overstromingsgevoelig, nietinfiltratiegevoelig (vanwege de kleiige bodemsamenstelling), zeer gevoelig voor grondwaterstromingen, hoger gelegen, erosiegevoelig en gelegen binnen de winterbedding van de Schelde. Het plangebied behoort volgens het zoneringsplan van de VMM volledig tot het centraal gebied, wat wil zeggen dat het gebied reeds aangesloten is op een waterzuiveringsstation. Deelgebied Laarnebaan In de omgeving van het plangebied komen geen gecategoriseerde waterlopen voor. Het plangebied behoort ook niet tot een grondof oppervlaktewaterwingebied of een beschermingszone ervan. Het deelgebied, of de nabij omgeving ervan is niet gelegen binnen overstromingsgevoelig gebied. De omgeving overstroomde ook niet tijdens de recente overstromingen van 14-15/11/2010 en 14/01/2011. Het plangebied is volgens de watertoetskaarten: •
infiltratiegevoelig, vanwege de zandige ondergrond
•
matig gevoelig voor grondwaterstromingen
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
33
•
nagenoeg vlak: hellingen tussen 0,5 en 5%
•
niet erosiegevoelig
• niet gelegen binnen de winterbedding van een rivier Het deelgebied behoort integraal tot het centraal gebied volgens het zoneringsplan van de VMM. D.w.z. dat het gebied reeds aangesloten is op een RWZI. Mogelijke effecten
Beide deelzones zijn reeds voor quasi 100% verhard of bebouwd. Op het vlak van bodembezetting zal er niet veel veranderen door het RUP. Het percentage verharding zal niet toenemen. Nieuwe functies kunnen zich vestigen binnen de bestaande volumes, maar ook herbouw is mogelijk, zij het dan binnen de bestaande bouwvolumes. Uitbreidingen worden binnen het RUP slechts onder bepaalde voorwaarden toegelaten. Er zullen als gevolg van het RUP dus geen noemenswaardige veranderingen optreden in de infiltratiepotentie van de bodem, zeker gezien deze reeds volledig bebouwd of verhard is. Door het grote percentage verharding is het wel mogelijk dat overtollig hemelwater afstroomt naar aanpalende percelen, met wateroverlast tot gevolg. Gelet op het vlakke terrein binnen beide deelzones, valt er echter weinig afstroming te verwachten. Op heden zijn er in beide zones ook geen overstromingsproblematieken gekend. Beide deelzones zijn overigens niet gevoelig voor erosie. De deelzones zijn slechts matig gevoelig voor grondwaterstromingen. De realisatie van ondergrondse constructies kan effecten hebben op het grondwaterstromingspatroon. Deze effecten zijn sterk afhankelijk van het type ondergrondse constructie en zijn bijgevolg moeilijk te voorspellen. Sommige activiteiten die binnen de deelzones worden toegelaten, kunnen binnen bepaalde omstandigheden van die aard zijn dat ze grond- en of oppervlaktewaterverontreiniging met zich meebrengen, zoals bv. het stallen van schroot op een waterdoorlatende verharding of het plaatsen van een ondergrondse stookolietank. Aangezien op beide deelzones geen hinderlijke of milieubelastende activiteiten worden toegelaten, is de kans op verontreiniging zeer klein. Bovendien zijn beide deelzones gelegen in het centraal gebied op het zoneringsplan, en wordt hun afvalwater afgevoerd naar een RWZI. (*) De zone langs de Schelde, binnen het plangebied van de Meersstraat, is effectief overstromingsgevoelig en heeft een beperkte infiltratiepotentie. In het RUP worden hier echter geen ingrepen gepland en toegelaten. De zone wordt louter bestemd als jaagpad, waardoor geen overlast verwacht wordt binnen deze discipline.
Milderende maatregelen
Bij elke stedenbouwkundige vergunningsaanvraag binnen de deelzones, bv. voor uitbreiding en/of verbouwing van bestaande constructies, zal voldaan moeten worden aan de vigerende wetgeving inzake retentie en hergebruik van hemelwater, zijnde de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afval- en hemelwater (BVR 01/10/2004). Verder moet voldaan worden aan art. 6.2.2.1.1 § 4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling 6° a) opgenomen in art. 5 van het decreet Integraal Waterbeleid en het concept ‘vasthouden-bergen-afvoeren, dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen. Prioriteit moet steeds uitgaan
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
34
naar hergebruik van hemelwater, en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer. Op die manier kan het grote percentage verharding gecompenseerd worden en wordt afstroming naar aangrenzende percelen vermeden. In de stedenbouwkundige voorschriften zal worden opgenomen dat bij heraanleg van de bestaande verharding dit, indien milieutechnisch mogelijk, in waterdoorlatende materialen moet gebeuren en dat de nodige ruimte moet voorzien worden voor groenzones. Bij de realisatie van een ondergrondse constructie zal de aanvrager de impact van op het grondwaterstromingspatroon moeten aantonen bij de vergunningsaanvraag. In de stedenbouwkundige voorschriften zal worden opgenomen dat hinderlijke en milieubelastende activiteiten niet worden toegelaten binnen de deelzones. Bovendien gelden voor alle activiteiten die zich binnen de deelzone vestigen, de beperkingen en criteria die worden opgelegd in de Vlarem-milieuwetgeving, inzake afval- en afvalwaterbehandeling. Op die manier wordt verontreiniging van de bodem en het watersysteem vermeden. Aanzienlijk milieueffect
Nee
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
35
WATER
Legende
KAART 14 : VHA _ deelgebied Meersstraat
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
36
WATER
Legende
KAART 14 b : atlas onbevaarbare waterlopen 1877
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
37
WATER
KAART 15 : recente overstromingen _ deelgebied Meersstraat
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
K KAART 16 : overstromingsgevoeligheid _ deelgebied Meersstraat
38
WATER
KAART 17 : infiltratiegevoeligheid _ deelgebied Meersstraat
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
K KAART 18 : grondwaterstroming _ deelgebied Meersstraat
39
WATER
KAART 19 : hellingenkaart _ deelgebied Meersstraat
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
K KAART 20 : erosiegevoeligheid _ deelgebied Meersstraat
40
WATER
KAART 21 : winterbedding _ deelgebied Meersstraat
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
K KAART 22: zoneringsplan _ deelgebied Meersstraat
41
WATER
KAART 23 : recente overstromingen _ deelgebied Laarnebaan
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
K KAART 24 : overstromingsgevoeligheid _ deelgebied Laarnebaan
42
WATER
KAART 25 : infiltratiegevoeligheid _ deelgebied Laarnebaan
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
K KAART 26 : grondwaterstroming _ deelgebied Laarnebaan
43
WATER
KAART 27 : hellingenkaart _ deelgebied Laarnebaan
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
K KAART 28 : erosiegevoeligheid _ deelgebied Laarnebaan
44
WATER
KAART 29 : winterbedding _ deelgebied Laarnebaan
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
K KAART 30 : zoneringsplan _ deelgebied Laarnebaan
45
ATMOSFEER EN KLIMATOLOGISCHE FACTOREN Referentiesituatie
De huidige functies en activiteiten binnen het plangebied oefenen geen significant negatief effect uit op de atmosfeer en de klimatologische factoren.
Mogelijke effecten
Door het uitbreiden van de bestemmingsmogelijkheden zullen zich ook andere functies op de sites kunnen vestigen dan enkel KMO’s en ambachtelijke bedrijven. Sommige functies kunnen van die aard zijn dat ze extra verkeer naar de sites zullen lokken, zoals bv. kleinhandel. De extra mobiliteit kan schadelijke effecten teweegbrengen op de atmosfeer. Sommige activiteiten die binnen de deelzones worden toegelaten, kunnen binnen bepaalde omstandigheden van die aard zijn dat ze luchtverontreiniging met zich meebrengen. Aangezien het RUP voornamelijk een bestendiging inhoudt van de bestaande categorieën van functies op de sites, zal het effect echter beperkt blijven.
Milderende maatregelen
Stedenbouwkundige voorschriften vormen niet het geschikte instrument om criteria op te leggen in verband met luchtvervuiling. Hiervoor dient verwezen te worden naar de vigerende milieuwetgeving hieromtrent. In de stedenbouwkundige voorschriften kan wel de aard en de omvang van de bestemmingen worden vastgelegd, waardoor de draagkracht van de omgeving niet wordt overschreden. De voorschriften zullen de maximaal toelaatbare oppervlaktes van de verschillende mogelijke functies vastleggen, zodanig dat de functies een lokaal karakter behouden. Verkeersgenererende 2 activiteiten, zoals grootschalige kleinhandel (> 1000 m ), worden niet toegelaten. Hinderlijke en milieubelastende activiteiten, alsook Seveso-bedrijven worden niet toegelaten binnen de deelzones, waardoor het effect op de atmosfeer de klimatologische factoren beperkt zal blijven.
Aanzienlijk milieueffect
Nee
GELUID Referentiesituatie
De huidige functies en activiteiten binnen het plangebied zorgen niet voor significante geluidshinder.
Mogelijke effecten
Mogelijks kunnen de nieuwe functies binnen de deelzones van die aard zijn dat ze geluidsoverlast teweegbrengen voor de omgeving, omwille van de aard van de bedrijfsvoering of omwille van de toename van mobiliteit (zowel personen- als vrachtverkeer). Aangezien het RUP voornamelijk een bestendiging inhoudt van de bestaande categorieën van functies op de sites, zal het effect echter beperkt blijven.
Milderende maatregelen
Stedenbouwkundige voorschriften vormen niet het geschikte instrument om criteria op te leggen in verband met toegelaten geluidsniveaus. Hiervoor dient verwezen te worden naar de vigerende milieuwetgeving hieromtrent.
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
46
In de stedenbouwkundige voorschriften kan wel de aard en de omvang van de bestemmingen worden vastgelegd, waardoor de draagkracht van de omgeving niet wordt overschreden en het effect binnen deze discipline wordt beperkt. De voorschriften zullen de maximaal toelaatbare oppervlaktes van de verschillende mogelijke functies vastleggen, zodanig dat de functies een lokaal karakter behouden. Hinderlijke en milieubelastende activiteiten, alsook Seveso-bedrijven worden niet toegelaten binnen de deelzones. Aanzienlijk milieueffect
Nee
LICHT Referentiesituatie
De huidige functies en activiteiten binnen het plangebied zorgen niet voor significante lichthinder.
Mogelijke effecten
Mogelijks kunnen de nieuwe functies binnen de deelzones van die aard zijn dat ze lichtoverlast teweegbrengen voor de omgeving. Aangezien het RUP voornamelijk een bestendiging inhoudt van de bestaande categorieën van functies op de sites, zal het effect echter beperkt blijven.
Milderende maatregelen
In de stedenbouwkundige voorschriften zal worden opgenomen dat hinderlijke en milieubelastende activiteiten niet toegelaten worden binnen de deelzones. In de voorschriften zal ook de toegestane lichtreclame op de sites gereglementeerd worden.
Aanzienlijk milieueffect
Nee
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
47
LANDSCHAP, STOFFELIJKE GOEDEREN EN CULTUREEL ERFGOED Referentiesituatie
Deelgebied I Het deelgebied is gelegen binnen het traditionele landschap “Scheldevallei stroomafwaarts Gent”. Het gebied is niet gelegen binnen een relictzone of een ankerplaats. Ten westen bevindt zich wel de relictzone “Scheldevallei van Gent tot Wetteren”. De Schelde is gecategoriseerd als lijnrelict. Binnen het plangebied, of in de nabije omgeving ervan komen geen puntrelicten of relicten van het bouwkundig erfgoed voor. Deelgebied II Het deelgebied behoort tot het traditionele landschap “Straatdorpengebied van Lokeren”. Het gebied is niet gelegen binnen een relictzone of een ankerplaats. In de omgeving komen ook geen lijn- of puntrelicten voor. In de ruime omgeving zijn wel een aantal gebouwen beschermd als bouwkundig erfgoed: “Boerenhuis”, Heidestraat 111, “Voormalige hoeve met losse bestanddelen”, Laarnebaan 131 en “’t Kasteeltje”, Laarnebaan 132.
Mogelijke effecten
Gezien binnen het RUP geen gebouwen of zones met een erfgoedwaarde aanwezig zijn, en het RUP hier ook niet rechtstreeks aan grenst, zal het plan binnen deze discipline dan ook geen negatieve effecten veroorzaken. De bestemmingen die binnen het RUP wordt toegelaten, kunnen gevestigd worden binnen de bestaande gebouwen, maar ook herbouw is mogelijk. Wanneer de huidige gebouwen herbouwd of uitgebreid worden, kan het gabariet en de verschijningsvorm van de gebouwen wijzigen, met mogelijks nadelige gevolgen voor de landschapsbeleving van de omwonenden.
Milderende maatregelen
In de stedenbouwkundige voorschriften zal worden opgenomen dat herbouw enkel mogelijk is binnen het bestaande bouwvolume. Beperkte uitbreidingen zijn toegestaan indien zulks vanuit de bedrijfsvoering van een bestaand of toekomstig bedrijf noodzakelijk blijkt. Het huidige gabariet van de gebouwen geldt hierbij als richtnorm. Uitbreidingen in de hoogte of het toevoegen van bouwlagen is niet toegestaan.
Aanzienlijk milieueffect
Nee
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
48
LANDSCHAP, STOFFELIJKE GOEDEREN EN CULTUREEL ERFGOED
Legende
KAART 31: landschapsatlas en bouwkundig erfgoed _ deelgebied Meersstraat
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
49
LANDSCHAP, STOFFELIJKE GOEDEREN EN CULTUREEL ERFGOED
Legende
KAART 32 : landschapsatlas en bouwkundig erfgoed _ deelgebied Laarnebaan
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
50
ARCHEOLOGISCH ERFGOED Referentiesituatie
Deelgebied I: Binnen het deelgebied zijn geen archeologische vindplaatsen bekend. Er is tot nu toe ook geen systematische prospectie gebeurd. Deelgebied II: Binnen het deelgebied zijn geen archeologische vindplaatsen bekend. Er is tot nu toe ook geen systematische prospectie gebeurd. De Centrale Archeologische Inventaris is een inventaris van tot nog toe gekende archeologische vindplaatsen. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om op basis van de CAI uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. De aan- of afwezigheid van archeologische sporen dient met verder onderzoek vastgesteld te worden.
Mogelijke effecten
De bodem is reeds verstoord bij de bouw van de huidige bedrijfsgebouwen, waardoor het effect op het archeologisch erfgoed, bij verbouw, uitbreiding of herbouw, verwaarloosd kan worden.
Milderende maatregelen
Art. 4 §2 van het archeologiedecreet is onverminderd van toepassing. Dit artikel omschrijft de zorgplicht van de eigenaar en de gebruiker van een goed, welke erin bestaat dat de eigenaar of gebruiker, in geval van vernieling van archeologisch patrimonium, de nodige tijd en middelen ter beschikking stelt om het terrein te onderwerpen aan een archeologisch vooronderzoek en opgraving in geval van vondsten.
Aanzienlijk milieueffect
Nee
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
51
ARCHEOLOGISCH ERFGOED
Legende
Bron: CAI KAART 33: archeologische inventaris _ deelgebied Meersstraat
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
52
ARCHEOLOGISCH ERFGOED
Legende
Bron CAI KAART 34: archeologische inventaris _ deelgebied Laarnebaan
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
53
MOBILITEIT Referentiesituatie
Deelzone Meersstraat Het plangebied is gelegen langsheen een gewestweg. Het bedrijfsgebouw is opgedeeld in een aantal loodsen die afzonderlijk verhuurd worden, op heden aan KMO’s en/of ambachtelijke bedrijven. Op de site zelf zijn een aantal parkeerplaatsen voorzien bij de bedrijfsgebouwen. Op piekmomenten wordt echter ook het openbaar domein belast met geparkeerde wagens. In functie van de huidige bedrijfsactiviteiten doen enkel personenwagens, bestelwagens en lichte vrachtwagens de site aan. Deelzone Laarnebaan Het plangebied is gelegen langsheen een buurtweg. Op de site zijn op heden twee groothandels en een kantoorgebouw gevestigd. Bij elk van deze functies is voldoende parkeerruimte voorzien op eigen terrein. In functie van de huidige activiteiten doen enkel personenwagens, bestelwagens en lichte vrachtwagens de site aan.
Mogelijke effecten
Het RUP legt de bestemmingsmogelijkheden voor beide deelzones vast. De hoofdbestemming die aan de zones gegeven wordt, is zone voor ambachtelijke bedrijvigheid en KMO’s en zone voor groothandel. Deze functies zijn al op deze sites aanwezig sinds de oorspronkelijke industriële bedrijven de sites hebben verlaten. Als nevenbestemming worden ook handel, kantoren en diensten toegelaten. In de omgeving van de deelzones, en dan voornamelijk in de deelzone langs de Meersstraat, komen deze functies immers al voor. Deze nieuwe functies hebben vaak een frequenter bezoekers/gebruikersprofiel dan ambachtelijke bedrijven en groothandels. Hierdoor kan verkeersoverlast en parkeerdruk gegenereerd worden, met mogelijke gevolgen voor de verkeersleefbaarheid van de omgeving. De functies zijn echter van die aard dat ze geen zwaar verkeer naar de deelzones zullen lokken. Beide deelzones zijn overigens goed te ontsluiten naar het regionale wegennet (via R4 naar E17 en E40
Milderende maatregelen
Binnen de stedenbouwkundige voorschriften zullen de nieuwe bestemmingen van de deelzones aan een aantal regels worden onderworpen, teneinde de hinder voor de omwonenden te beperken. Zo zal de maximaal toelaatbare oppervlakte van elke nieuwe bestemming per deelzone gereglementeerd worden, in functie van de ruimtelijke draagkracht van de omgeving. Grootschalige en verkeersgenerende activiteiten worden niet toegelaten. In de stedenbouwkundige voorschriften zal ook opgenomen worden dat per activiteit voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein voorzien moeten worden. Als uitgangspunt gelden hierbij de parkeerkencijfers van CROW.
Aanzienlijk milieueffect
Nee
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
54
6.4
Overzicht van de beoordeling van de aanzienlijke milieueffecten Globaal overzicht effect ja/neen
aanzienlijk
Effect op de gezondheid en veiligheid van de mens
Nee
de ruimtelijke ordening
Nee
de biodiversiteit, fauna en flora
Nee
de energie- en grondstoffenvoorraden
Nee
de bodem
Nee
het oppervlakte- en grondwater
Nee
de atmosfeer en de klimatologische factoren
Nee
het geluid en de trillingen
Nee
het licht
Nee
de stoffelijke goederen en het cultureel erfgoed
Nee
het landschap
Nee
de mobiliteit
Nee
Met onderhavig RUP wenst de gemeente Destelbergen de bestemmingsmogelijkheden voor twee achterhaalde industriezones binnen haar grondgebied vast te leggen. Door de kleinschaligheid van deze ontwikkelingen binnen het RUP zijn weinig tot geen effecten met een grote invloed te verwachten.
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
55
7 DE SAMENHANG TUSSEN DE GENOEMDE FACTOREN
De samenhang tussen de genoemde disciplines is niet in die mate relevant dat ze een aparte beschrijving en beoordeling behoeft ten opzichte van de hoger genoemde effecten. De cumulatieve effecten van de genoemde disciplines zijn immers klein tot onbestaande.
8 DISCIPLINE OVERSCHRIJDENDE CONCLUSIE ONDERZOEK MILIEUEFFECTEN
Op basis van de beschikbare informatie kan worden besloten dat t.g.v. het RUP ‘Achterhaalde industriezones’ geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn. Het RUP valt bijgevolg niet onder de plan-MER-plicht zoals voorzien in het plan-MER-decreet van 17/04/2007. De milderende maatregelen voorgesteld in dit onderzoek worden opgenomen of verwerkt in het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan. Er wordt geen planMER nodig geacht.
Gemeentelijk RUP ʻAchterhaalde industriezonesʼ – verzoek tot raadpleging
56