Zulte. Voorontwerp RUP Herziening RUP Woonzone Klooster Machelen. Verzoek tot raadpleging. Gent

Zulte Voorontwerp RUP “Herziening RUP Woonzone Klooster Machelen” Verzoek tot raadpleging Gent 19 – 09 – 2011

Zulte Voorontwerp RUP “Herziening RUP Woonzone Klooster Machelen” Verzoek tot raadpleging Gent 19 – 09 – 2011

port arthurlaan 11 ❘ B-9000 gent ❘ tel 32 (9) 251 22 22 ❘ fax 32 (9) 251 22 28 ❘ e-mail [email protected] ❘ www.veneco.be

Gemeentelijk RUP ʻKlooster Machelenʼ – verzoek tot raadpleging

INHOUDSTABEL 1

INLEIDING.................................................................................................................................................... 1

2

COORDINATEN INITIATIEFNEMER EN OPDRACHTHOUDER ................................................................ 2

3

BESCHRIJVING EN VERDUIDELIJKING VAN HET PLAN ........................................................................ 3 3.1 3.2 3.3

BESLISSING TOT OPMAAK ........................................................................................................................ 3 SITUERING VAN HET PLANGEBIED ............................................................................................................. 3 DOELSTELLING ....................................................................................................................................... 6

4

NULALTERNATIEF – ANDERE ALTERNATIEVEN.................................................................................... 8

5

AFBAKENING VAN HET TOEPASSINGSGEBIED EN DE PLAN-MERPLICHT ...................................... 10

6 BESCHRIJVING EN INSCHATTING VAN DE MOGELIJK AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN VAN HET VOORGENOMEN PLAN OF PROGRAMMA .................................................................................................... 11 6.1

BEOORDELING OF HET VOORGENOMEN PLAN OF PROGRAMMA GRENSOVERSCHRIJDENDE OF

GEWESTOVERSCHRIJDENDE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN KAN HEBBEN. ............................................................

6.2 6.3 6.4

11 ALGEMENE METHODIEK ......................................................................................................................... 11 BESCHRIJVING EN INSCHATTING PER DISCIPLINE ...................................................................................... 12 OVERZICHT VAN DE BEOORDELING VAN DE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN ................................................. 38

7

SAMENHANG TUSSEN DE GENOEMDE FACTOREN ............................................................................ 39

8

DISCILPINE OVERSCHRIJDENDE CONCLUSIE ONDERZOEK MILIEUEFFECTEN ............................. 39

KAARTEN KAART 1 KAART 2 KAART 3 KAART 4 KAART 5 KAART 6 KAART 7 KAART 8 KAART 9 KAART 10 KAART 11 KAART 12 KAART 13 KAART 14 KAART 15 KAART 15B KAART 15C

SITUERING PLANGEBIED MACRONIVEAU…………………………………………………….4 SITUERING PLANGEBIED MICRONIVEAU……………………………………………………..5 WIJZIGINGEN BESTAAND RUP……………………………………………………………….….7 GRAFISCH PLAN RUP 5 ‘WOONZONE KLOOSTER MACHELEN’…………………………14 GEWESTPLAN……………………………………………………………………………………..15 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART………………………………………………………..17 BODEMKAART……………………………………………………………………………………..20 DRAINAGE………………………………………………………………………………………….21 OVERSTROMINGSGEVOELIGHEID……………………………………………………………24 INFILTRATIEGEVOELIGHEID……………………………………………………………………24 GRONDWATERSTROMING……………………………………………………………………...25 HELLINGENKAART………………………………………………………………………………..25 EROSIEGEVOELIGHEID………………………………………………………………………….26 WINTERBEDDING…………………………………………………………………………………26 ZONERINGSPLAN…………………………………………………………………………………27 OUD-GEKLASSEERDE WATERLOOP OP ORTHOFOTO…………………………………...28 UITTREKSEL ATLAS VAN DE WATERLOPEN 1877…………………………………………28

KAART 16 KAART 17 KAART 18 KAART 19

LANDSCHAPSATLAS…………………………………………………………………………......32 BOUWKUNDIG ERFGOED……………………………………………………………………….33 CAI…………………………………………………………………………………………………...34 FUNCTIEKAART MET PARKEERINFRASTRUCTUUR……………………………………….37

Gemeentelijk RUP ʻKlooster Machelenʼ– verzoek tot raadpleging

1

INLEIDING

Met de inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse regering van 11 april 2008 is er meer duidelijkheid geschapen omtrent de integratie van milieueffectenrapportage (mer) in het planproces van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP). Ruimtelijke uitvoeringsplannen vallen onder het toepassingsgebied van de planmer - regelgeving. Dit betekent dat de initiatiefnemer van een plan heel vroeg in het planningsproces zal moeten nagaan of er aanzienlijke milieueffecten zijn die door de uitvoering van het RUP kunnen teweeg gebracht worden. Dit onderzoek gebeurt in onderhavige nota. Het integratiespoor wordt niet toegepast.

N.a.l.v. de adviezen die werden verleend door de door de dienst Merbeheer aangewezen adviesinstanties m.b.t. het verzoek tot raadpleging, worden in onderhavige nota een aantal aanvullingen opgenomen. Deze aanvullingen worden aangebracht in een rode kleur en worden rood omrand, zodat ze duidelijk herkenbaar zijn t.o.v. de oorspronkelijke tekst.


1

2

COORDINATEN INITIATIEFNEMER EN OPDRACHTHOUDER

INITIATIEFNEMER

Gemeentebestuur Zulte Centrumstraat 8 9870 Zulte Contactpersoon: Ludwig Vanluchene [email protected] 09/280.97.09

OPDRACHTHOUDER

2

Veneco Port Arthurlaan 11 9000 Gent tel : 09/251.22.22 fax : 09/251.22.28 Contactpersonen: Tina Verschueren [email protected]


2

3

BESCHRIJVING EN VERDUIDELIJKING VAN HET PLAN

3.1

Beslissing tot opmaak

Beslissing College van Burgemeester en Schepenen tot opmaak RUP ‘Herziening RUP ‘Woonzone Klooster Machelen” dd. 11/10/2010.

3.2

Situering van het plangebied

Het RUP situeert zich in de dorpskern van Machelen, een deelgemeente van Zulte, meer bepaald in de Leihoekstraat, in de omgeving van het voormalige klooster. Het plangebied grenst in het noorden aan een scholencomplex, met de basisschool ʻLeiebloemʼ en de school voor aangepast beroepsonderwijs ʻVIBSO Leielandʼ. Links van het plangebied bevindt zich een speelterrein bij de school, en rechts een parking. Ten zuiden van het RUP bevindt zich het Raveelmuseum. Vanaf de Leihoekstraat vertrekt een wandelpad naar de Gildestraat, waar zich de ingang van het museum bevindt. Zoʼn 200 meter ten westen van het plangebied loopt een oude Leie-arm. Het plangebied zelf omvat de voormalige kapel, de parking en een braakliggend terrein waarop voorheen de kloostergebouwen stonden.

Het plangebied wordt begrensd: •

in het noorden: door het scholencomplex;

•

in het oosten: door de woningen langsheen de Leihoekstraat;

•

in het zuiden: door de Leihoekstraat met aan de overkant het Raveelmuseum;

•

in het westen: door het speelterrein bij de basisschool.


3

SITUERING PLANGEBIED

Legende

Kaart 1 : Macroniveau


4

SITUERING PLANGEBIED

Legende

Kaart 2 : Microniveau


5

3.3

Doelstelling

Met onderhavig GRUP wenst de gemeente Zulte het RUP 5 ‘Woonzone Klooster Machelen’ te herzien. Het RUP werd goedgekeurd bij besluit van de deputatie van 18/05/2006, en op 16/06/2006 werd het goedkeuringsbesluit gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. 3.3.1

Oorspronkelijk RUP

De doelstelling van het RUP was om een nieuwe functie te geven aan het voormalige klooster met kapel, die beiden niet meer gebruikt werden voor de oorspronkelijke functie. Er werd geopteerd om de gebouwen een woonfunctie te geven. Het integreren van een woonfunctie binnen de zone voor gemeenschapsvoorzieningen gaf mogelijkheden voor een verweving van functies. 3.3.2

Herziening

Teneinde een aantal concrete bouwplannen binnen het plangebied mogelijk te maken, dient het bestaande RUP op een aantal punten gewijzigd te worden. De herziening van het RUP betreft volgende aspecten: •

Het uitbreiden van de bestemming van art. 1 ‘zone voor wonen I’, teneinde allerhande activiteiten toe te laten, gelijkaardig aan die functies die van rechtswege zijn toegelaten binnen de bestemming woongebied volgens het gewestplan. Naast het oprichten van lofts in de voormalig kapel, worden zo verschillende functies mogelijk voorzover ze én verenigbaar zijn met het kleinschalige woonweefsel én het dagelijks parkeergebeuren rond de school niet hypothekeren. Mogelijke activiteiten zijn: toeristisch-recreatieve activiteiten, openbare functies, jeugdactiviteiten, ed.

•

Het aanpassen van de stedenbouwkundige voorschriften van artikel 1 ‘zone voor wonen I’ teneinde een bestemmingswijziging voor de kapel technisch haalbaar te maken, rekening houdend met de architecturale uitstraling ervan.

•

Het aanpassen van de stedenbouwkundige voorschriften van artikel 2 ‘zone voor wonen II’ en artikel 3 ‘zone voor wonen III’ teneinde een hedendaags woonproject te kunnen realiseren op de gronden naast de voormalige kapel.

•

Uitbreiding van de bestemmingszone voor ‘wonen III’: verschuiving van de grens tussen ‘zone II’ en ‘zone III’ tot een diepte van 28m en verschuiving van de grens tussen ‘zone III’ en ‘zone voor tuinen’ met een breedte van 13,60m.

•

Zone voor ‘wonen II en III’: schrappen van de sectorgerichte verwijzing naar “sociale” appartementen.

•

Het beperken van de grens van de bestemmingszone van art. 6 ‘zone voor voortuinen’, tot en met de grens van de bestemmingszone van art. 1.

•

Het in overeenstemming brengen van de artikelnummering op het grafisch plan met die in de stedenbouwkundige voorschriften.

De overige voorschriften en bestemmingszones blijven ongewijzigd bij de herziening. Het plangebied beslaat ongeveer 0,23 ha.


6

DOELSTELLING

Legende

Kaart 3 : wijzigingen aan bestaand RUP


7

4

NULALTERNATIEF – ANDERE ALTERNATIEVEN

De ontwikkelingen die in het plangebied mogelijk zijn zonder dat voorliggend RUP in werking treedt, zijn de bestemmingen zoals vastgelegd in het RUP 5 ʻWoonzone Klooster Machelenʼ.

•

Art. 1 zone voor wonen I: deze zone is bestemd voor het oprichten van lofts in de voormalige kapel. Aan de architecturale vorm en het gabarit van de kapel mag niets veranderd worden. Gevelwijzigingen kunnen toegelaten worden, mits respect voor de typische architecturale vormgeving van de kapel. Openingen in het dak zijn toegelaten.

•

Art. 2 zone voor wonen II: deze zone is bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen (kinderopvang, educatieve functie, …) en/of sociale appartementen op het gelijkvloers en het oprichten van sociale appartementen op de verdiepingen. In deze zone kunnen ook alle toegangen voor de functies worden gerealiseerd, al dan niet overdekt. De zone mag voor 100% bebouwd worden? De gebouwen worden afgewerkt met een plat dak, in te richten als groendak. De maximale kroonlijsthoogte zal niet hoger zijn dan de kroonlijst van het hoofdgebouw van de voormalige kapel. Constructies voor liften, trappenhallen en technische infrastructuur, schouwen, ed. mogen boven deze hoogte uitkomen, maar dan wel onder de 45°-regel. De hoogte van deze uitsprongen zal in ieder geval worden beperkt tot 15,5m ten opzichte van het omliggende maaiveld. Materialen zijn baksteen en/of pleister.

•

Art. 3 zone voor wonen III: deze zone is bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen (kinderopvang, educatieve functie, …) en/of sociale appartementen op het gelijkvloers en het oprichten van sociale appartementen op de verdiepingen. In deze zone kunnen ook alle toegangen voor de functies worden gerealiseerd, al dan niet overdekt. De zone mag voor 100% bebouwd worden? De gebouwen worden afgewerkt met een plat dak, in te richten als groendak. De maximale kroonlijsthoogte zal niet hoger zijn dan 14m, te meten vanaf het aansluitende maaiveld. Constructies voor technische infrastructuur, schouwen, ed. mogen boven deze hoogte uitkomen, maar dan wel onder de 45°-regel. De hoogte van deze uitsprongen zal in ieder geval worden beperkt tot 15,5m ten opzichte van het omliggende maaiveld.


8

•

Art. 4 zone voor gemeenschapsvoorzieningen: deze zone is bestemd voor een educatieve of andere openbaarnut functie, de toegankelijkheid, en/of andere nevenfuncties. Deze zone mag voor 100% worden bebouwd. Het gebouw wordt voorzien van een groen plat dak, de maximale hoogte bedraagt 3,50m boven het aanliggende maaiveld.

•

Art. 5 zone voor tuinen: deze zone is bestemd om te worden ingericht als tuin. Tuinhuisjes zijn verboden in de tuinen voor lofts. De erfscheidingen in deze zone dienen te bestaan uit inheemse struiken, hagen en/of leibomen en hebben een maximale hoogte van 2m. In deze zone voor tuinen dient de verharding voor paden en terras te worden uitgevoerd in niet-monoliete materialen.

•

Art. 6 zone voor voortuinen: deze zone is bestemd om te worden ingericht als tuin. De diepte van de voortuin bedraagt 3m, gemeten vanaf de buitenzijde van de penanten kapel. Deze zone mag verhard worden in niet-monoliet materiaal. De perceelsafscheidingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd met levende inheemse hagen, met een maximale hoogte van 1,20m.

•

Art. 7 zone voor ingegroende parking: deze zone is bestemd voor het aanleggen van parkeerplaatsen voor autoʼs, motoʼs, bromfietsen en fietsen. De parking moet aangelegd worden in waterdoorlatende materialen. Langs de straatzijde wordt een inheems groenscherm voorzien.

•

Art. 8 zone voor bergplaatsen en elektrische cabine: deze zone is bestemd voor het oprichten van bergplaatsen, garages en elektrische cabine. De gebouwen zullen opgetrokken worden op de perceelsgrens en tot op de rooilijn. Deze zone mag voor 100% bebouwd worden. De kroonlijsthoogte van de gebouwen bedraagt maximaal 3,20m en kunnen afgewerkt worden met plat dak of een hellend dak. De maximale nokhoogte bedraagt 4,50m. De gebouwen worden opgetrokken in baksteen conform de directe omgeving. Betonplaten zijn verboden.


9

5

AFBAKENING VAN HET TOEPASSINGSGEBIED EN DE PLANMERPLICHT

Bij plannen en programma’s die “van rechtswege” onderworpen zijn aan de plan-MER-plicht is er geen voorafgaande toetsing vereist daar er op onweerlegbare wijze wordt vermoed dat deze plannen en programma’s aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Van rechtswege onderworpen aan de plan-MER-plicht zijn alle plannen en programma’s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd: •

een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten

•

niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden

•

betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, §2, 1° D.A.B.M.);

Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-mer-plicht want het vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10-12-2004, het regelt het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau en het heeft betrekking op de ruimtelijke ordening. Het RUP is bijgevolg screeningsplichtig. Het RUP vormt een kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in de bijlage III bij de Omzendbrief LNE 2011/1 van 22 juli 2011, namelijk voor de rubriek stadsontwikkelingsproject. Het RUP bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal 1 niveau en houdt een kleine wijziging in van een bestaand plan, en is dus screeningsgerechtigd . Conclusie: Het RUP valt onder de screeningsplicht.

1

Door een arrest van het Hof van Justitie (24 maart 2011) moet voortaan in elke screeningsnota een bepaling toegevoegd worden om aan te tonen dat het voorliggende RUP screeningsgerechtigd is. Om aan te tonen dat het plan screeningsgerechtigd is moet er niet enkel worden nagegaan of het plan het kader vormt voor bijlage I of II-projecten, maar ook of het plan het kader vormt voor projecten bedoeld in de bijlage bij de Omzendbrief LNE 2011/1 van 22 juli 2011.


10

6

6.1

BESCHRIJVING EN INSCHATTING VAN DE MOGELIJK AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN VAN HET VOORGENOMEN PLAN OF PROGRAMMA

Beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben.

Het RUP wordt opgemaakt ter herziening van het huidige RUP, met als doel o.a. een aantal voorschriften aan te passen aan de huidige noden binnen het plangebied. Gezien de ligging en de aard van het RUP zijn er geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten die de gewestgrens of de landsgrens zullen overschrijden.

6.2

Algemene methodiek

Onderstaand wordt een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan op volgende verschillende disciplines gegeven: §

de gezondheid en veiligheid van de mens;

§

de ruimtelijke ordening;

§

de biodiversiteit, fauna en flora;

§

de energie- en grondstoffenvoorraden;

§

de bodem;

§

het oppervlakte- en grondwater;

§

de atmosfeer en de klimatologische factoren;

§

het geluid en de trillingen;

§

het licht;

§

de stoffelijke goederen en het cultureel erfgoed (met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed);

§

het landschap;

§

de mobiliteit;

De disciplines waar mogelijk een significant negatief effect verwacht wordt, worden dieper uitgewerkt. Voor deze effectdisciplines wordt de referentiesituatie beschreven. Daarna worden de ingrepen en hun effect beschreven, aangevuld met remediërende maatregelen en eventuele leemten in de kennis. Daarna volgt een globale beoordeling van de effecten voor de verschillende effectdisciplines.


11

6.3

Beschrijving en inschatting per discipline

DE GEZONDHEID EN DE VEILIGHEID VAN DE MENS Referentiesituatie

Het centrum van Machelen kent een eerder kleinschalig woonweefsel. Op heden bevinden zich binnen en rondom het plangebied voornamelijk gemeenschapsvoorzieningen (scholen) en culturele activiteiten (Raveelmuseum). Deze bebouwing is meer grootschalig van aard.

Mogelijke effecten

Binnen het RUP werden/worden naast de voormalige kapel een aantal nieuwe volumes mogelijk gemaakt ten behoeve van gemeenschapsvoorzieningen (kinderopvang, …) en wonen. Deze functies bevinden zich op vandaag reeds in en rondom het plangebied. Tussen de nieuwe en bestaande activiteiten kan een interactie ontstaan, waardoor de verkeersstromen en de parkeerdruk beperkt worden. De hinder voor de omgeving zal dus beperkt blijven. Door het oprichten van nieuwe volumes in de nabije omgeving van de bestaande kapel, kan de schaal van het bestaande woonweefsel en de contextwaarde van de kapel geschaad worden. Daar er in de omgeving reeds meer grootschalige bebouwing aanwezig is, zal de impact echter beperkt zijn. Voor de kapel worden de mogelijkheden voor herbestemming uitgebreid bij de herziening van het RUP. Naast een woonfunctie (lofts) worden ook meer publiekstrekkende functies opgenomen, zoals toeristisch-recreatieve activiteiten ed. Door het uitbreiden van de mogelijkheden kan het kleinschalig woonweefsel binnen de kern geschaad worden, waardoor de woonkwaliteit daalt voor de inwoners. Bovendien bestaat de mogelijkheid dat de nieuwe activiteiten qua mobiliteit en parkinggebruik interfereren met de school, waardoor overlast kan ontstaan in de nabijgelegen straten. Er worden geen vervuilende of hinderlijke activiteiten gepland met de herziening van het RUP.

Milderende maatregelen

De nieuwe gebouwen, bestemd voor wonen en gemeenschapsvoorzieningen, die worden opgetrokken links van de voormalige kapel, worden in de stedenbouwkundige voorschriften van het huidig RUP beperkt qua bouwhoogte, zodanig dat ze aansluiten op het bestaande woonweefsel en het gabariet van de voormalige kapel. Deze voorschriften worden overgenomen bij de herziening. In de stedenbouwkundige voorschriften zal worden opgenomen dat nieuwe functies in de voormalige kapel verenigbaar moeten zijn met het kleinschalige woonweefsel en met het dagelijks parkeergebeuren rond de school, zodanig dat er een minimale gelijktijdigheid is qua parkinggebruik. Bovendien heeft het gemeentebestuur recent bijkomende parkeervoorzieningen aangelegd in de Leihoekstraat op wandelafstand (ca. 100m) van het plangebied t.b.v. bezoekers en gebruikers van de nieuwe en bestaande functies. Ook is binnen art. 8 van het huidige RUP, de oprichting van parkeergarages voorzien, in functie van de nieuwe bestemming van de kapel. Dit voorschrift zal worden overgenomen bij de herziening. De mogelijke overlast voor de omgeving wordt aldus beperkt.

Aanzienlijk milieueffect

Nee


12

RUIMTELIJKE ORDENING Referentiesituatie

Binnen het plangebied gelden op heden de voorschriften uit het RUP 5 ‘Woonzone Klooster Machelen’ (BD 18/05/2006). De voornaamste bestemmingen binnen het plangebied zijn wonen, gemeenschapsvoorzieningen, tuinen en zone voor parking. Volgens het gewestplan ‘Oudenaarde’ (KB 24/02/1977) ligt het plangebied voor het grootste gedeelte binnen een zone voor gemeenschaps – en openbare nutsvoorzieningen. De zuid-westelijke hoek is gelegen binnen woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. In het oosten sluit het plangebied aan op woongebied. De bestemmingen binnen het plangebied zijn echter vervangen door de bestemmingen binnen het huidige RUP.

Mogelijke effecten

De voorschriften van het RUP sluiten qua bestemming grotendeels aan bij de bestemmingen volgens het gewestplan. Met de herziening van het RUP worden enkele wijzigingen beoogd van de stedenbouwkundige voorschriften, maar de hoofdbestemmingen blijven behouden. Zo worden een aantal stedenbouwkundige voorschriften aangevuld en verfijnd, rekening houdend met de actuele noden binnen het plangebied. De bestaande bestemmingszones blijven grotendeels behouden. Enkele bestemmingszones worden lichtjes uitgebreid of verkleind. De beoogde wijzigingen blijven echter beperkt waardoor op dit vlak geen effecten te verwachten zijn.


/


Nee


13

RUIMTELIJKE ORDENING

Legende

Kaart 4 : Grafisch plan RUP 5 ‘Woonzone Klooster Machelen’


14

RUIMTELIJKE ORDENING

Legende

Kaart 5 : Gewestplan


15

BIODIVERSITEIT, FAUNA EN FLORA Referentiesituatie

Het plangebied bevindt zich in het centrum van Machelen. Op zo’n 200m ten westen van het plangebied loopt een oude Leie-arm. Het plangebied is niet gelegen binnen biologisch waardevol gebied. Ter hoogte van de Leie-arm komen wel biologisch zeer waardevolle gebieden voor. Er bevinden zich geen VEN-, vogelrichtlijn- of habitatrichtlijngebieden binnen het plangebied, en ook niet in de directe omgeving ervan.

Mogelijke effecten

Aangezien bij de herziening van het RUP geen grote ingrepen gepland worden, en aangezien de biologische waarde van het plangebied reeds gering is, zullen geen noemenswaardige effecten te verwachten zijn op de biodiversiteit of op de fauna en flora.


/


Nee


16

BIODIVERSITEIT, FAUNA EN FLORA

Legende

Kaart 6 : Biologische waarderingskaart


17

ENERGIE - EN GRONDSTOFFENVOORRADEN Referentiesituatie

In de omgeving van het plangebied liggen geen ontginningsgebieden.

Mogelijke effecten

Nihil


Niet van toepassing


Nee

BODEM Referentiesituatie

Het plangebied bevindt zich in het centrum van Machelen en is reeds voor het grootste deel bebouwd of verhard. Op de site bevindt zich de voormalige kapel, met rechts ervan een parking. De gebouwen die links aan de kapel aangebouwd waren, werden onlangs afgebroken. De bodem is gekarteerd als infiltratiegevoelig en niet erosiegevoelig. Het plangebied bevindt zich in de laagvlakte van het Leiebekken, maar er zijn geen (grote) reliëfverschillen aanwezig op het terrein. De grondwaterstromingsgevoeligheid ligt zeer hoog voor het rechtse gedeelte van het plangebied.

Mogelijke effecten

Ten opzichte van de huidige situatie zal er niet veel veranderen op het vlak van bodembezetting door (de herziening van) het RUP. Het plangebied is nu reeds voor het grootste deel verhard of bebouwd. Het geplande woonproject naast de kapel, komt op de plaats van de onlangs gesloopte kloostergebouwen. In het huidige RUP wordt voor de meeste zones een maximale bebouwingsgraad van 100% toegelaten. Ter compensatie worden twee tuinzones voorzien, waarin verharding enkel mag uitgevoerd worden in nietmonoliete materialen. De zone voor parking dient aangelegd te worden in waterdoorlatende materialen. Effecten op de bodemstructuur of het bodemprofiel zijn dan ook niet te verwachten, zeker gelet op de goede infiltratiepotentie en de beperkte erosiegevoeligheid van de bodem. Daar waar de grondwaterstromingsgevoeligheid het hoogst is binnen het plangebied, worden geen ondergrondse constructies gepland. Binnen het gebied wordt een zone voor parking voorzien en een zone voor bergplaatsen en elektrische cabine. Op dit vlak zijn dan ook geen negatieve effecten te verwachten. De mogelijke nieuwe functies en activiteiten die in het RUP voorzien worden, zijn niet van die aard dat ze bodem- en/of grondwaterverontreiniging met zich meebrengen.


De stedenbouwkundige voorschriften uit het huidige RUP worden overgenomen in het kader van de herziening. Nieuwe constructies zullen moeten beantwoorden aan de vigerende wetgeving inzake retentie en hergebruik van hemelwater, zijnde de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en


18

gescheiden lozing van afval- en hemelwater (BVR 01/10/2004). Verder moet worden voldaan aan art. 6.2.2.1.2 §4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling 6° a) opgenomen in art. 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept ‘vasthouden-bergen-afvoeren’ dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen. Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater, en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer. Aanzienlijk milieueffect

Nee


19

BODEM

Legende

Kaart 7 : Bodemkaart


20

BODEM

Legende

Kaart 8 : Drainage


21

WATER Referentiesituatie

Op de watertoetskaarten zijn volgende aspecten af te lezen betreffende het plangebied: •

Het plangebied is niet overstromingsgevoelig.

overstromingsgevoelig.

Het gebied

ter

hoogte

van

de

oude

Leie-arm

is

mogelijk

•

Het plangebied is infiltratiegevoelig.

•

Het plangebied is slechts matig gevoelig voor grondwaterstromingen, uitgezonderd het rechtse gedeelte ervan dat zeer gevoelig is.

•

Het plangebied is nagenoeg vlak.

•

Het plangebied is niet erosiegevoelig.

• Het plangebied behoort niet tot de winterbedding van een rivier. Het plangebied behoort tot het Leiebekken, en daarin tot het deelbekken van de Benedenleie. Het RUP is niet gelegen binnen een grond- of oppervlaktewaterwingebied of een beschermingszone ervan. Het centrumgebied van Machelen ligt in het centraal gebied op het zoneringsplan. Dit wil zeggen dat het gebied reeds aangesloten is op een waterzuiveringsstation. T.h.v. het westelijke gedeelte van het plangebied is de oud-geklasseerde waterloop nr. 43 gelegen. De waterloop staat aangeduid in de Atlas van de Waterlopen van 1877. De waterloop is t.h.v het plangebied overwelfd. De situering van de oud-geklasseerde waterloop op een orthofoto en zoals opgenomen in de atlas van 1877 is weergegeven op kaart 15B en 15C. Mogelijke effecten

Het bestaande percentage verharding binnen het plangebied is reeds groot. Het plangebied bestaat hoofdzakelijk uit bebouwing of verharding. Aan de linkerzijde van de voormalige kapel, werden/worden in het RUP een aantal nieuwe volumes voorzien. De bestemmingszones kunnen voor 100% bebouwd worden. Tot voor kort stonden op deze locatie nog gebouwen van het klooster, waardoor de bodembezetting nagenoeg dezelfde blijft. Bovendien worden in de voorschriften van het huidige RUP een aantal compenserende maatregelen voor de extra verharding opgenomen: •

De nieuwe volumes dienen voorzien te worden van een groendak;

•

De aanleg van een zone voor tuinen, die enkel verhard mag worden met niet-monoliete materialen;

•

De parking dient aangelegd te worden in waterdoorlatende materialen.

Gelet op de nagenoeg gelijkblijvende bodembezetting en de compenserende maatregelen, maar ook op de infiltratiegevoeligheid van de bodem en de niet – overstromingsgevoeligheid van de omgeving, wordt geen overlast verwacht binnen deze discipline, door de inwerkingtreding van onderhavig RUP. Regenwater kan ter plaatse infiltreren, waardoor het niet zal afstromen naar lager gelegen gebieden.


22

De zone in het plangebied, rechts van de kapel, is zeer gevoelig voor grondwaterstromingen. De realisatie van ondergrondse constructies kan effecten hebben op het grondwaterstromingspatroon. Binnen het gebied wordt echter geen ondergrondse constructies voorzien, enkel een zone voor parking en een zone voor bergplaatsen en elektrische cabine. Op dit vlak zijn dan ook geen negatieve effecten te verwachten. Milderende maatregelen

De huidige voorschriften, met daarin de compenserende maatregelen (tuinzones en groendaken) blijven behouden bij de herziening van het RUP. Nieuwe constructies zullen moeten beantwoorden aan de vigerende wetgeving inzake retentie en hergebruik van hemelwater, zijnde de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afval- en hemelwater (BVR 01/10/2004). Verder moet worden voldaan aan art. 6.2.2.1.2 §4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling 6° a) opgenomen in art. 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept ‘vasthouden-bergen-afvoeren’ dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen. Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater, en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.


Nee


23

WATER

Kaart 9 : Overstromingsgevoeligheid


K Kaart 10 : Infiltratiegevoeligheid

24

WATER

Kaart 11 : Grondwaterstroming


K Kaart 12 : Hellingenkaart

25

WATER

Kaart 13 : Erosiegevoeligheid


K Kaart 14 : Winterbedding

26

WATER

Legende

Kaart 15 : Zoneringsplan


27

WATER

Kaart 15B : Oud-geklasserde waterloop op orthofoto


K Kaart 15C : Uittreksel Atlas van de Waterlopen 1877

28

ATMOSFEER EN KLIMATOLOGISCHE FACTOREN Referentiesituatie

De huidige functies en activiteiten binnen het plangebied oefenen geen significant negatief effect uit op de atmosfeer en de klimatologische factoren.

Mogelijke effecten

De voorziene functies kunnen mogelijks aanleiding geven tot effecten op atmosfeer, door bv. gebouwverwarming en mobiliteitsgeneratie. De effecten zullen echter niet aanzienlijk zijn t.o.v. de referentiesituatie.


Niet van toepassing


Nee

GELUID Referentiesituatie

De huidige functies en activiteiten binnen het plangebied zorgen niet voor significante geluidshinder.

Mogelijke effecten

De voorziene functies kunnen mogelijks aanleiding geven tot effecten op het aspect geluid, bv. door toename van omgevingsgeluid. De effecten zullen echter niet aanzienlijk zijn t.o.v. de referentiesituatie.


Niet van toepassing


Nee

LICHT Referentiesituatie

De huidige functies en activiteiten binnen het plangebied zorgen niet voor significante lichthinder.

Mogelijke effecten

De voorziene functies kunnen mogelijks aanleiding geven tot effecten op hat aspect licht. De effecten zullen echter niet aanzienlijk zijn t.o.v. de referentiesituatie.


Niet van toepassing


Nee


29

STOFFELIJKE GOEDEREN EN CULTUREEL ERFGOED Referentiesituatie

Het centrum van Machelen wordt gekenmerkt door historische en cultureel-historische gebouwen, die in de directe omgeving van de schilderachtige Leie-arm liggen. Binnen het plangebied zelf komen geen lijn- of puntrelicten voor, en het RUP is niet gelegen binnen een relictzone of ankerplaats. Het plangebied is gelegen binnen het traditioneel landschap ‘Zandig Leie – Schelde – interfluvium’. In de omgeving bevinden zich volgende relicten: •

lijnrelict: ‘Leie met inbegrip van oude Leie-armen’

•

puntrelict: ‘Dorpskern Machelen’

•

relictzone: ‘Leievallei van Zulte tot Deinze’

Binnen het plangebied werden geen gebouwen opgenomen binnen de Inventaris Bouwkundig Erfgoed (dd. 14/09/2009). In de omgeving van het RUP werden volgende relicten opgenomen: 1. Hoekpand, pastorie 2. Parochiekerk Sint-Michiel, Cornelius en Ghislenius 3. “Café Oud Gemeentehuis” De parochiekerk en de pastorie werden eveneens geklasseerd als beschermd monument. De bouwwerken behoren tot het beschermd dorpsgezicht ‘Kerk en Pastorie met onmiddellijke omgeving’. Inzake archeologisch erfgoed zijn er tot op heden geen vindplaatsen te melden op deze site. Er is tot nu toe ook geen systematische prospectie gebeurd. Toch kan gewezen worden op de relatief grote kans voor archeologische vondsten. In de 1 onmiddellijke omgeving meldt de Centrale Archeologische Inventaris namelijk volgende vindplaatsen: •

Raveelmuseum: vondsten uit Middeleeuwse periode (Late Middeleeuwen)

•

Donkerweg I: vondsten uit Middeleeuwse periode (Volle Middeleeuwen)

•

HH. Michiel, Cornelius en Ghislenuskerk: vondsten uit Middeleeuwse periode (Volle Middeleeuwen)

1: “De Centrale Archeologische Inventaris is een inventaris van tot nog toe gekende archeologische vindplaatsen. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om op basis van de CAI uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. De aan- of afwezigheid van archeologische sporen dient met verder onderzoek vastgesteld te worden.”

Mogelijke effecten

Wanneer nieuwe ontwikkelingen gepland worden in de omgeving van erfgoedelementen, kan er een negatief effect teweeg gebracht worden op deze elementen. Binnen het plangebied zijn echter geen waardevolle erfgoedelementen gelegen. In de nabije omgeving bevindt zich de pastorie, een beschermd monument. Door de realisatie van het nieuwe woonproject of de aanleg van de gemeenschappelijke parking, kunnen nadelige gevolgen


30

optreden voor het archeologisch patrimonium, zoals verstoring van de grondlagen en vernietiging van archeologisch erfgoed. Milderende maatregelen

In de stedenbouwkundige voorschriften van het bestaande RUP worden voor nieuwe volumes bepalingen opgelegd qua bouwhoogte en verschijningsvorm, zodanig dat ze ruimtelijk inpasbaar zijn in de omgeving. Nieuwe ontwikkelingen dienen ook de architecturale vormgeving van de kapel te respecteren. Deze voorschriften worden overgenomen in het kader van de herziening. Voorafgaand aan de ontwikkeling het terrein wordt met het oog op het identificeren van de potentieel waardevolle zones, een archeologisch detectieonderzoek uitgevoerd aan de hand van proefsleuven en boringen. “


Nee


31

STOFFELIJKE GOEDEREN EN CULTUREEL ERFGOED

Legende

Kaart 16: Landschapsatlas


32


Legende

Kaart 17: Bouwkundig erfgoed


33


Legende

Kaart 18 : CAI


34

LANDSCHAP Referentiesituatie

Het plangebied bevindt zich in het centrum van Machelen en is gelegen ter hoogte van de rand van het bebouwde landschap met de open ruimte. Het centrum van Machelen wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van heel wat historische gebouwen, in de directe omgeving van de landschappelijk waardevolle Leie-arm. Het woonweefsel in het centrum is er eerder kleinschalig. Rondom het plangebied bevinden zich echter een aantal meer grootschalige gebouwen, zoals de twee scholen en het Raveelmuseum. De meeste gebouwen binnen het centrum hebben een hellend dak. Het Raveelmuseum heeft een plat dak.

Mogelijke effecten

Door de oprichting van nieuwe – grootschalige – gebouwen met plat dak kan het dorpssilhouet van het bebouwde landschap verstoord worden. Daar in de omgeving van het plangebied reeds meer grootschalige gebouwen voorkomen en ook het Raveelmuseum reeds een plat dak heeft, zal de impact echter gering zijn. Bovendien worden in de stedenbouwkundige voorschriften van het bestaande RUP voor nieuwe volumes bepalingen opgelegd qua bouwhoogte en verschijningsvorm, zodanig dat ze ruimtelijk inpasbaar zijn in de omgeving.


De huidige voorschriften worden overgenomen in het kader van de herziening.


Nee


35

MOBILITEIT Referentiesituatie

Het centrum van Machelen is compact en heeft eerder een kleinschalig bebouwd weefsel. De functies binnen het centrum zijn voornamelijk gericht op de eigen bevolking. Dit maakt dat het dorp weinig autogericht is en dat er weinig externe verkeersstromen het dorp aandoen. De functies die in de nabije omgeving van het plangebied voorkomen zijn voornamelijk gemeenschapsvoorzieningen en wonen. Grenzend aan het plangebied bevinden zich twee scholen, nl. een lagere school en een school voor beroepsonderwijs. Op piekmomenten, namelijk voor en na schooltijd, is de verkeers- en parkeerdruk rond deze voorzieningen het grootst. Voor de scholen zijn er twee parkings voorzien. Recht tegenover de kapel is het Raveelmuseum gelegen. Het museum trekt voornamelijk gespreide bezoekersaantallen aan. Voor het museum zijn geen specifieke parkeergelegenheden voorhanden. Bezoekers kunnen parkeren in de Kloosterstraat, of op de parkings aan de school. Er is een wandelpad voorzien vanaf de Leihoekstraat naar de Gildestraat.

Mogelijke effecten

Binnen het RUP werden/worden naast de voormalige kapel een aantal nieuwe volumes mogelijk gemaakt ten behoeve van gemeenschapsvoorzieningen (kinderopvang, …) en wonen. Gemeenschapsvoorzieningen bevinden zich op vandaag reeds in en rondom het plangebied. Doordat de nieuwe en bestaande voorzieningen in elkaars nabijheid zijn gelegen kan een interactie ontstaan en worden de verkeersstromen beperkt. De functies kunnen gebruik maken van dezelfde parkeerinfrastructuur. De functies wonen en gemeenschapsvoorzieningen vertonen een alternerend parkeergebruik. Zo zullen bewoners eerder ’s avonds en in het weekend gebruik maken van de parkings, waar voor de gemeenschapsvoorzieningen (school, kinderopvang, …) de parkings vooral overdag zullen aangewend worden door bezoekers en werknemers. Voor de kapel worden de mogelijkheden voor herbestemming uitgebreid bij de herziening van het RUP. Naast een woonfunctie (lofts) worden ook meer publiekstrekkende functies toegelaten, zoals toeristisch-recreatieve activiteiten ed. De nieuwe functies zullen mogelijks van die aard zijn dat ze extra verkeersstromen gaan genereren naar het plangebied. Bovendien bestaat de mogelijkheid dat de nieuwe activiteiten qua mobiliteit en parkinggebruik interfereren met de school, waardoor overlast kan ontstaan in de nabijgelegen straten.


In de stedenbouwkundige voorschriften zal worden opgenomen dat nieuwe functies in de voormalige kapel verenigbaar moeten zijn met het kleinschalige woonweefsel en met het dagelijks parkeergebeuren rond de school, zodanig dat er een minimale gelijktijdigheid is qua parkinggebruik. Bovendien heeft het gemeentebestuur recent bijkomende parkeervoorzieningen aangelegd in de Leihoekstraat op wandelafstand (ca. 100m) van het plangebied t.b.v. bezoekers en gebruikers van de nieuwe en bestaande functies. Ook is binnen art. 8 van het huidige RUP, de oprichting van parkeergarages voorzien, in functie van de nieuwe bestemming van de kapel. Dit voorschrift zal worden overgenomen bij de herziening. De mogelijke overlast voor de omgeving wordt aldus beperkt.


Nee


36

MOBILITEIT

Legende

Kaart 19 : Functiekaart met parkeerinfrastructuur


37

6.4

Overzicht van de beoordeling van de aanzienlijke milieueffecten

Globaal overzicht aanzienlijk effect ja/neen Effect op de gezondheid en veiligheid van de mens

Nee

de ruimtelijke ordening

Nee

de biodiversiteit, fauna en flora

Nee

de energie- en grondstoffenvoorraden

Nee

de bodem

Nee

het oppervlakte- en grondwater

Nee

de atmosfeer en de klimatologische factoren

Nee

het geluid en de trillingen

Nee

het licht

Nee

de stoffelijke goederen en het cultureel erfgoed

Nee

het landschap

Nee

de mobiliteit

Nee

Met onderhavig RUP wenst de gemeente Zulte het bestaande RUP ‘Woonzone Klooster Machelen’ te herzien. Door de kleinschaligheid van de geplande activiteiten en wijzigingen binnen het RUP zijn weinig tot geen effecten met een grote invloed te verwachten.


38

7

SAMENHANG TUSSEN DE GENOEMDE FACTOREN

De samenhang tussen de genoemde disciplines is niet in die mate relevant dat ze een aparte beschrijving en beoordeling behoeft ten opzichte van de hoger genoemde effecten. De cumulatieve effecten van de genoemde disciplines zijn immers klein tot onbestaande.

8

DISCILPINE OVERSCHRIJDENDE CONCLUSIE ONDERZOEK MILIEUEFFECTEN

Op basis van de beschikbare informatie kan worden besloten dat t.g.v. het RUP ‘Herziening RUP Woonzone Klooster Machelen’ geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn. Het RUP valt bijgevolg niet onder de plan-MER-plicht zoals voorzien in het plan-MER-decreet van 27/04/2007. De milderende maatregelen voorgesteld in dit onderzoek worden opgenomen of verwerkt in het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan. Er wordt geen planMER nodig geacht.


39

Zulte. Voorontwerp RUP Herziening RUP Woonzone Klooster Machelen. Verzoek tot raadpleging. Gent

Recommend Documents