baron ruzettelaan 35 | 8310 brugge | tel (050) 36 71 71 | fax (050) 35 68 49 | www.wvi.be
05478
gemeente Vleteren verzoek tot raadpleging RUP site Sint-Sixtus plan_id: RUP_33041_214_00006_00001
datum: juni 2012
1.
inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer............................................................................................. 3
2. beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan.................................................................................................................................... 3 2.1. beslissing tot opmaak............................................................................................................................................... 3 2.2. doelstelling................................................................................................................................................................ 3 2.3. situering van het plangebied..................................................................................................................................... 4 2.4. mogelijke alternatieven - nulalternatief..................................................................................................................... 5 2.4.1. mogelijke alternatieven............................................................................................................................................. 5 2.4.2. nulalternatief............................................................................................................................................................. 5 2.5. afbakening van het toepassingsgebied en de plan-merplicht................................................................................... 5 3. een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma.............................................................................................................................................................. 6 3.1. de gezondheid en de veiligheid van de mens........................................................................................................... 8 3.2. de ruimtelijke ordening.............................................................................................................................................. 8 3.3. de biodiversiteit, de fauna en de flora....................................................................................................................... 9 3.4. de energie- en grondstoffenvoorraden.................................................................................................................... 10 3.5. de bodem................................................................................................................................................................ 10 3.6. het water................................................................................................................................................................. 12 3.7. de atmosfeer en de klimatologische factoren......................................................................................................... 14 3.8. het geluid................................................................................................................................................................ 14 3.9. het licht................................................................................................................................................................... 14 3.10. de stoffelijke goederen............................................................................................................................................ 14 3.11. het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed.......................................... 15 3.12. het landschap......................................................................................................................................................... 16 3.13. de mobiliteit............................................................................................................................................................. 16 3.14. de samenhang tussen de genoemde factoren....................................................................................................... 17 4. relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de initiatiefnemer meent geen plan-mer te moeten opmaken overeenkomstig art. 4.2.6, §1, 5° van het DABM............................................................................................ 18 5. in voorkomend geval een beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben....................................................................... 18
1. inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer
initiatiefnemer: Gemeente Vleteren Kasteelstraat 39 8640 Vleteren contactpersoon: Christine Parret
[email protected] opdrachthouder: Wvi Baron Ruzettelaan 35 8310 Assebroek contactpersoon: Jan De Moor
[email protected] Ann Van Ackere
[email protected] Margo Swerts
[email protected]
2. beschrijving en verduidelij king van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan Het RUP “Site Sint-Sixtus” heeft betrekking op de brouwerij van de Sint-Sixtus abdij te Westvleteren. De brouwerij is zonevreemd en kan daardoor niet uitbreiden. Op korte termijn moet de bottelarij vervangen worden, wat niet mogelijk is in de bestaande gebouwen. Op langere termijn moeten ook de andere onderdelen van de brouwerij aangepakt worden. Om deze reden werd er een masterplan opgemaakt met een lange en korte termijn visie voor de brouwerij. Op korte termijn moet er een nieuwe bottelarij met berging gebouwd worden. Er wordt als landschappeliike inkleding een groenscherm (dubbele bomenrij) en waterpartij (hemelwaterbuffer) voorzien. Op langere termijn worden volgende zaken bijgebouwd: berging abdij (loods landbouwmateriaal), een ruimte voor de stoomketel, een ruimte voor het afvalbeheer, een gistkelder en lagerkelder, warme kamers en depot en een opslag voor leeggoed. Daarnaast wordt er ook een gebouw voorzien voor de bierverkoop en de verkoop van monastieke producten (met bijkomende parking). Ook in deze fase wordt er een landschappelijke inkleding met een dubbele bomenrij en een waterpartij( hemelwaterbuffer) voorzien. Er wordt een productieverhoging voorzien. Dit zal volgens het masterplan geen aanleiding geven tot bijkomend verkeer van klanten, aangezien er zou gezocht worden naar een aantal externe verdeelpunten. De aangeboden monastieke proudcten zullen ook van an-
wvi | juni ‘12 | verzoek tot raadpleging
dere abdijen afkomstig kunnen zijn en enkel te koop aangeboden worden aan de klanten die na reservatie bier komen ophalen. Er zal gekozen worden voor een gebouw met sheddak. Dit heeft als voordeel dat de zon niet rechtstreeks in de werkruimtes komt, wat de kosten voor climatisatie beperrkt en dat het dak kan gebruikt worden voor de productie van warm water en elektriciteit met zonneenergie. Om het masterplan op korte en lange termijn te kunnen realiseren werd er een planologisch attest aangevraagd. Op 16 juni 2011 werd door het schepencollege een gunstig planologisch attest afgeleverd. 2.1. beslissing tot opmaak Bij gemeenteraadsbeslissing van 16 september 2011 werd de wvi aangesteld als ontwerper van het RUP Site Sint-Sixtus. Het schepencollege besliste op 22 september 2011 om wvi aan te stellen als ontwerper voor de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Site Sint-Sixtus. 2.2. doelstelling De doelstellingen van het RUP Site Sint-Sixtus zijn: uitvoering geven aan het afgeleverde planologisch attest afgeleverd door het schepencollege op 16 juni 2011. Het voorwerp van de aanvraag op korte termijn is de bestendiging van de activiteiten op de huidige locatie. Op korte termijn zijn de volgende ingrepen noodzakelijk: bouwen van een nieuwe bottelarij
3
uitvoeren van een deel van de overdekte zone met energiedak conform de visie op de lange termijn voorzien van een eerste waterbuffer en groeninkleding van de site.
Op de lange termijn zijn de volgende ingrepen voorzien: het vernieuwen van de resterende productieafdelingen over een periode van 10 jaar conform de voorgestelde visie op lange termijn; oprichten van een abdijwinkel; voorzien van resterende waterbuffer en groeninkleding van de site.
2.3. situering van het plangebied het plangebied wordt begrensd door: in het noorden: agrarisch gebied / bos in het zuiden - zuidoosten: agrarisch gebied en de Donkerstraat, met bijhorende bebouwing in het zuiden - zuidwesten: agrarisch gebied het op te maken RUP Site Sint-Sixtus bestrijkt een gebied van 7 ha 13 a en 43 ca art. 1: abdij - 7 ha 13 a en 43 ca overdruk voor functies en activiteiten gerelateerd aan de abdij - 3 ha 00 a en 05 ca overdruk voor waardevol groen (bij wijze van aanduiding) - circa 0 ha 84 a en 54 ca
Het planologisch attest werd afgeleverd door het schepencollege omvattende de volgende standpunten: gunstig voor wat betreft de bestendiging van het bedrijf; gunstig voor wat de korte termijnvisie betreft voor de langetermijn moet nader onderzoek van de mobiliteitseffecten van de ontwikkeling van een volwaardig verdeelpunt en een afweging van de opportuniteit van deze functie gebeuren in het kader van de opmaak van het RUP. In samenhang met dit onderzoek is het aangewezen te streven naar een meer compacte inplanting van de constructies.
kaart 2. voorontwerp RUP site sint-Sixtus
Reikwijdte en detailleringsniveau van het voorgenomen RUP Site Sint-Sixtus: Er worden voorschriften op perceelsniveau geformuleerd inzake de ontsluiting, groenvoorzieningen, bouwhoogte, dakvormen, inplanting, enz. ... kaart 1. situering plangebied
4
verzoek tot raadpleging | juni ‘12 | wvi
2.4.
mogelijke alternatieven nulalternatief
2.4.1. mogelijke alternatieven De opmaak van het RUP Site Sint-Sixtus kadert binnen het GRS, definitief aanvaard en goedgekeurd door de Bestendige Deputatie op 28/04/2008. In de gewenste toeristisch-recreatieve structuur is de Sint-Sixtus abdij geselecteerd als een lokaal toeristisch-recreatief knooppunt. De toeristisch-recreatieve knooppunten versterken en verfijnen het toeristisch-recreatief netwerk op lokaal niveau. De brouwersactiviteiten in dit knooppunt hebben een essentieel aandeel in de toeristische aantrekkingskracht van dit knooppunt.
2.5.
afbakening van het toepassingsgebied en de plan-merplicht afbakening van het toepassingsgebied en de planmerplicht fase 3: bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-mer Bij plannen en programma’s die ‘van rechtswege’ onderworpen zijn aan de plan-MER-plicht is er geen voorafgaande toetsing vereist daar er op onweerlegbare wijze wordt vermoed dat deze plannen en programma’s aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Men onderscheidt twee groepen van plannen en programma’s:
De aanleiding voor de opmaak van het RUP is de reorganisatie van de brouwersactiviteiten en een beperkte uitbreiding van de trappistenbrouwerij. Mogelijke alternatieven zoals herlocalisatie zijn er niet gezien de trappistenbrouwerij gekoppeld dient te worden aan het klooster. 2.4.2. nulalternatief Indien het RUP Site Sint-Sixtus niet wordt opgemaakt, dan kan op de site de reorganisatie en uitbreiding van de trappistenbrouwerij niet gerealiseerd worden.
wvi | juni ‘12 | verzoek tot raadpleging
plannen en programma’s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, §2, 1° D.A.B.M.); plannen en programma’s of de wijziging ervan waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is uit hoofde van art. 36ter, § 3, eerste lid, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.).
Voor een plan of programma dat overeenkomstig art. 4.2.1. plan-MER-plichtig is, en dat het gebruik bepaalt van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhoudt, moet geen plan-MER worden opgemaakt voor zover de initiatiefnemer aantoont dat het plan of programma geen aanzienlijke milieu-effecten kan hebben (art. 4.2.3. § 3 D.A.B.M.) De administratie kan een plan dat van rechtswege plan-MER-plichtig is na een gemotiveerd verzoek van de initiatiefnemer het voorgenomen plan of programma ontheffen van de van de verplichtingen inzake milieueffectrapportage als de administratie oordeelt dat: Het voorgenomen plan of programma een uitwerking, wijziging, herziening of voortzetting inhoudt van een plan of programma waarvoor er reeds eerder een plan-MER werd goedgekeurd en een nieuw plan-MER redelijkerwijze geen nieuwe of extra gegevens betreffende aanzienlijke milieu-effecten kan bevatten; of Indien in het kader van andere rapportages of beoordelingen reeds een systematische en wetenschappelijk verantwoord analyse en evaluatie van de te verwachten gevolgen voor mens en milieu gemaakt werd die voldoet aan de essentiële kenmerken van een plan-MER. (art. 4.2.3. § 3bis D.A.B.M.) Het RUP Site Sint-Sixtus is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-mer-plicht want het vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10-12-2004, het regelt het gebruik van een relatief klein gebied op lokaal niveau (totale oppervlakte RUP Site Sint-Sixtus is 7 ha 13 a 43 ca, het houdt niet een kleine wijziging in (een deel onbebouwd agrarisch gebied wordt brouwerijsite, 5
een deel bestaande gebouwen in agrarisch gebied wordt gesloopt en heringericht als afhaalpunt voor bier), het heeft betrekking op de ruimtelijke ordening. In de buurt van het plangebied bevinden zich geen Vogelrichtlijngebieden. Op ongeveer 500 m bevindt zich een habitatrichtlijngebied. Er worden geen effecten verwacht op dit gebied, zodat er geen passende beoordeling vereist is. Het RUP heeft betrekking op de brouwerij van de Abdij van Sint-Sixtus in Westvleteren en heeft dus betrekking op een project opgenomen in de Omzendbrief LNE 2011/1. - Milieueffectbeoordeling en vergunningverlening voor bepaalde projecten ten gevolge van het arrest van het Hof van Justitie van 24 maart 2011 (C-435/09, Europese Commissie t. België) van 22 juli 2011, namelijk in rubriek 7d “bierbrouwerijen en mouterijen”. Het betreft echter het grotendeels onderbrengen van een bestaande brouwerij in nieuwe gebouwen en er wordt een productie stijging van 4300 hl op heden naar 6950 hl tegen 2020 nagestreefd. Het betreft een relatief kleinschalige brouwerij, zodat het RUP in aanmeking komt voor een screening. conclusie: Het RUP Site Sint-Sixtus valt onder de screeningsplicht.
3. een beschrijving en een in schatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma Hier wordt een overzicht gevraagd van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het plan of programma op: de gezondheid en veiligheid van de mens de ruimtelijke ordening de biodiversiteit de fauna en flora de energie- en grondstoffenvoorraden de bodem het water de atmosfeer de klimatologische factoren het geluid het licht de stoffelijke goederen het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed het landschap de mobiliteit de samenhang tussen de genoemde factoren Er wordt gebruik gemaakt van een ingreepeffectenschema. De effecten waarvan vermoed wordt dat ze waarschijnlijk significant zijn worden verder in detail onderzocht. Op de effecten die vermoedelijk niet significant zijn wordt minder diep ingegaan.
6
verzoek tot raadpleging | juni ‘12 | wvi
Ingreepeffectenschema lucht mens omvang in ruimte en tijd mens gezond- ruimt. aspecten heid Opp (m²) Duur
bodem geluid en licht, trillingen warmte stralingen
water
geur
landschap
mobiliteit
fauna en e r f g o e d flora incl.archeologie
Aanlegfase slopen bestaande gebouwen
2.074
tijdelijk
T/N*
P/N*
T/N*
T/N*
N
P/N*
P/N*
N
P/N*
N
N*
N
oprichting nieuwe gebouwen en verhardingen
tijdelijk 4.152 (excl. verharding)
T/N*
P/N*
T/N*
T/N*
N
P/N*
P/N*
N
P/N*
N
N*
N*
tijdelijk tijdelijk
T/N* T/N*
P/N* P/N*
T/N* T/N*
T/N* T/N*
N N
N P/N*
N P/N*
N N
P/O P/O
N N
P/O P/O
N N*
permanent permanent permanent permanent permanent
N* N N N N
N N N N N
N* N N N N*
N* N N N N
N* N N N N*
N* N N N* N
N N* N* N* N
N* N N N N
N N N N N
N N N N N
N N N N N
N N N N N
permanenet permanent
N* N*
N N
N* N*
N* N*
N N
N N
N N
N N
N N
N* N*
N N
N N
ingreep
aanplanting groen aanleg waterbuffers Exploitatiefase exploitatie brouwerij verbruik proceswater lozing afvalwater lozing hemelwater verwarming en warmwaterproductie mobiliteit brouwerij mobiliteit klanten
N: niet significant effect – N*: waarschijnlijk niet significant effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect – S: (waarschijnlijk) significant effect – T: tijdelijk effect – P: permanent effect – O: positief effect – V: verder onderzoek noodzakelijk bij vergunningsaanvraag
wvi | juni ‘12 | verzoek tot raadpleging
7
3.1.
de gezondheid en de veiligheid van de mens referentie Het plangebied is een gebied waar de Sint-Sixtus abdij gevestigd is met bijhorende brouwersactiviteiten, met aanpalend ten noorden de Sint-Sixtusbossen. Verder wordt het plangebied rondom gekenmerkt door een open agrarische functie Er zijn geen Seveso-inrichtingen binnen het plangebied aanwezig. Binnen een perimeter van 2 km rond het plangebied zijn geen Seveso-inrichtingen aanwezig.
beschrijving effect Het doel van het RUP Site Sint-Sixtus is juridische rechtszekerheid te bieden voor het behoud, reorganisatie en uitbreiding van de brouwersactiviteiten op de site van de Sint-Sixtus abdij. kaart 3. gewestplan
milderende maatregelen Binnen het RUP worden voorschriften geformuleerd die de doelstellingen op kwalitatieve wijze dienen te sturen. De VLAREM- en ARAB-wetgeving leggen bedrijven maatregelen op die de interne en de externe veiligheid van het bedrijf moeten waarborgen.
De uitvoering van het RUP Site Sint-Sixtus zal geen bijkomende risico’s voor de gezondheid en de veiligheid van de omwonenden opleveren.
3.2. de ruimtelijke ordening referentie Vleteren werd in het RSV aangeduid als een gemeente in het buitengebied. Het plangebied ligt ten zuiden van de kern Westvleteren. De kern Westvleteren werd niet geselecteerd (PRS, 2002) als woonkern of hoofddorp. Momenteel wordt het PRS herzien, in het voorontwerp (maart 2012) wordt de kern Westvleteren geselecteerd als ‘overige kern in het buitengebied’. In het richtinggevend deel van het GRS, gewenste toeristisch-recreatieve structuur is de Sint-Sixtus abdij geselecteerd als lokaal toeristisch-recreatief knooppunt. Het plangebied is niet gelegen binnen herbevestigd agrarisch gebied. Het gemeentelijk RUP Site Sint-Sixtus geeft uitvoering aan het planologisch attest en wordt getoetst aan het GRS. beschrijving effect Het RUP voorziet in de reorganisatie en uitbreiding van de brouwerijactiviteiten horende bij de Sint-Sixtus Abdij. De brouwerijactiviteiten zijn onlosmakelijk verbonden met de abdij. De reorganisatie en uitbreiding van de brouwerijactiviteiten situeert zich ten zuiden van de abdij en parallel aan de rand van de parkzone en snijdt landschappelijk waardevol agrarisch gebied aan.
conclusie In de omgeving van het RUP Site Sint-Sixtus liggen geen Seveso-bedrijven, zodat bewoners en/ of bedrijven in het plangebied geen risico’s lopen verbonden aan dergelijke bedrijven. Het RUP Site Sint-Sixtus vormt niet het kader voor de oprichting van Seveso-bedrijven, zodat de omwonenden niet blootgesteld worden aan de risico’s die dergelijke bedrijven met zich meebrengen. kaart 4. herbevestigde agrarische gebieden (HAG) 8
verzoek tot raadpleging | juni ‘12 | wvi
milderende maatregelen Het RUP voorziet in de herbestemming en bijhorende voorschriften in functie van een goede ruimtelijke integratie. conclusie geen aanzienlijk effect 3.3.
de biodiversiteit, de fauna en de flora referentie Binnen het plangebied van onderhavig RUP Site Sint-Sixtus worden op de biologische waarderingskaart de volgende waarderingen ten noorden van de abdij aangeduid: een biologisch zeer waardevol gebied (zuur eikenbos) een biologisch waardevol gebied (loofhoutaanplant, soortenarm permanent cultuurgrasland) In de omgeving van het plangebied wordt de volgende waardering aangegeven: circa 3/4de van het Sint-Sixtus bos als biologisch zeer waardevol (zuur eikenbos) een gebied als biologisch waardevol (loofhoutaanplant, soortenarm permanent cultuurgrasland) aansluitend op voorgaand gebied, een complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen (hoogstamboomgaard, houtkant of oude heg, bebouwing in agrarische omgeving - losstaande hoeve) aan de overzijde van de abdij langs de straat, een complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen (soortenarm permanent cultuurgrasland, houtkant of oude heg).
wvi | juni ‘12 | verzoek tot raadpleging
kaart 6. vogel- en habitatrichtlijngebieden
kaart 5. biologische waarderingskaart
Er bevinden zich geen vogelrichtlijngebieden in de onmiddellijke omgeving. Op ongeveer 500 meter ligt een habitatrichtlijngebied dat het Dozingembos omvat en enkele verspreide bosjes errond en dat aansluit bij het habitatrichtlijngebied over de grens in Poperinge dat het Jagershof en het kasteel De Lovie omvat. Het plangebied ligt niet in de omgeving van een gebied van het VEN/IVON. In het PRS werden volgende waterlopen geselecteerd als natuurverbindingsgebied: Vleterbeek-Poperingevaart Heidebeek Bernardsbeek
beschrijving effect De zone voor uitbreiding en reorganisatie is een strook quasi onbebouwd agrarisch gebied ten zuiden van de abdij en evenwijdig ermee. Deze zone zal voor een deel verhard en bebouwd worden ikv de reorganisatie en uitbreiding van de brouwerijactiviteiten. Er worden geen gebieden bebouwd of verhard die als biologisch waardevol aangeduid zijn. Er worden een groenbuffer en een waterpartij (hemelwaterbuffer) aangelegd.
9
milderende maatregelen Aan de rand van de strook naar het landschap toe kan een landschappelijke integratie gebeuren waarbij tevens de waterbuffering geïntegreerd wordt. Voor de bomen zal gekozen worden voor streekeigen plantgoed (zwarte populier, linde, eik, es) conclusie In het plangebied en bevinden zich geen waardevolle fauna of flora die verloren dreigen te gaan alsook worden er geen effecten verwacht op de biologisch (zeer) waardevolle gebieden in de omgeving. 3.4.
de energie- en grondstoffenvoorraden referentie In de omgeving van het plangebied liggen geen ontginningsgebieden. beschrijving effect Er wordt een nieuw gebouw voorgesteld met een sheddak. Door de specifieke oriëntatie van het dak zal er enerzijds weinig direct zonlicht in de werkruimtes vallen, waardoor de kosten voor climatisatie beperkt worden en anderzijds biedt het dak de mogelijkheid om collectoren aan te leggen voor de productie van warm water en elektriciteit. conclusie De ontwikkeling van het plangebied heeft geen gevolgen voor de verdere exploitatie van enige ontginningsgebieden. Geen aanzienlijk effect.
10
3.5. de bodem referentie Het plangebied is momenteel al deels in gebruik voor de abdij, met gastenverblijf en brouwerij. bodemkaart: Het plangebied heeft grotendeels een natte zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont en voor een beperkt deel een sterk gleyige kleibodem met onbepaald profiel. landbouwtyperingskaart: De bebouwde delen van het plangebied en de zone voor waterzuivering zijn aangeduid als niet agrarische gebieden. De strook die voorzien is voor de reorganisatie en uitbreiding van de brouwerijactiviteiten krijgt een hoge waardering mee. Een deel van dit gebied is op heden reeds bebouwd en verhard (huidig afhaalgebouw en toegangspaden). GAS-kaart: de bebouwde delen van het plangebied en de zone voor waterzuivering zijn niet opgenomen op deze kaart. De strook die voorzien is voor de reorganisatie en uitbreiding van de brouwerijactiviteiten wordt gekarteerd als agrarisch gebied. erosiekaarten: Het plangebied is grotendeels niet erosiegevoelig. VLAREBO-activiteiten: Binnen het plangebied.zijn volgende Vlarebo-activiteiten gekend: bierbrouwerij en bottelarij (10.1.2.b.) opslag gevaarlijke producten (17.3.3.2.b.) opslag stookolie (17.3.6.2.) In het studiegebied zijn geen bedrijven of activiteiten gevestigd onderworpen aan de milieuvergunningsplicht klasse 1 en waarvoor OVAM adviesbevoegdheid heeft. Er zijn bij de gemeentediensten gegevens bekend over gronden binnen het plangebied die zijn opgenomen in het register van verontreinigde gronden of het Gronden- en Informatieregister, namelijk
het perceel gelegen 2° afd, sectie D nr. 652s: historische bodemverontreiniging, geen ernstige aanwijzingen dat deze een ernstige bedreiging vormt. Geen bodemsanering nodig. beschrijving van het effect Er worden een deel gebouwen gesloopt en vervangen door nieuwe gebouwen (vooral voor de bierverkoop) en een deel agrarisch gebied wordt ingenomen voor een nieuwe brouwerij. Door de nieuwe gebouwen en verhardingen zal een deel infiltratiecapaciteit van de bodem verloren gaan, waardoor er verdroging kan optreden. De nieuwe gebouwen en verhardingen zullen aanleiding geven tot een bijkomende stroom van hemelwater dat afgevoerd moet worden en de ontvangende waterloop bijkomend kan belasten. De brouwerij omvat Vlarebo-activiteiten, die momenteel geconcentreerd zitten binnen de bestaande gebouwen. De uitvoering van het RUP zal geen aanleiding geven tot nieuwe Vlarebo-activteiten, maar deze zullen over een groter gebied verspreid worden. milderende maatregelen Er wordt een waterbuffer voorzien, zodat een deel van het hemelwater ter plaatse kan infiltreren. De brouwerij moet voldoen aan de Vlarem- en Vlarebo-wetgeving. Deze leggen een aantal maatregelen op ter voorkoming van bodem- en grondwaterverontreiniging en periodieke onderzoeksverplichtingen om de toestand van de bodem op te volgen. conclusie Geen aanzienlijke effecten, mits het nemen van milderende maatregelen verzoek tot raadpleging | juni ‘12 | wvi
kaart 7. bodemkaart
kaart 9. gewenste agrarische structuur
kaart 8. erosiegevoeligheid
kaart 10. landbouwtyperingskaart
wvi | juni ‘12 | verzoek tot raadpleging
11
3.6. het water referentie Door het plangebied stroomt (ingebuisd) de Hoeslandbeek, categorie 3 (in beheer van de gemeente Vleteren). Het plangebied behoort tot het bekken van de IJzer en het deelbekken Hoppeland. Binnen het plangebied bevinden zich geen waterwingebieden en beschermingszones type I, II of III, afgebakend volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 27-03-1985 houdende nadere regelen voor de afbakening van waterwingebieden en de beschermingszones. Het plangebied ligt in de beschermingszone van het oppervlaktewaterwingebied van het waterproductiecentrum van de Blankaart. In het plangebied ligt de Hoeslandbeek een waterloop die moet voldoen aan de waterkwaliteitsnormen voor water bestemd voor drinkwaterproductie. Er zijn waterkwaliteitsgegevens beschikbaar over de de Hoeslandbeek, voor volgende meetpunten van de VMM: nr. 892020 Hoeslandbeek ter hoogte van Westvleteren, Roggestraat Puiderbeek: Prati-index van 2,2 en 3,2 of matig verontreinigd in 19941995 en BBI van 5 (matig) in 2005. nr. 982040 Hoeslandbeek ter hoogte van Oostvleteren, Nieuwstraat, Eikhoek: BBI van 3 (slecht) in 2003. watertoetskaarten: Het plangebied ligt niet in een recent overstroomd gebied (ROG 2005) en niet in een risicozone voor overtromingen (afbakening 2006). Het plangebied ligt grotendeels in een gebied dat niet van nature overstroombaar is (NOG). Het westelijk deel van het plangebied is 12
deels aangeduid als van nature overstroombaar vanuit een waterloop. Het RUP Site Sint-Sixtus is niet gelegen in een effectief overstromingsgevoelig gebied. Een deel van het plangebied, nl een deel van de strook voor reorganisatie en uitbreiding, wordt aangeduid als mogelijk overstromingsgevoelig gebied Een deel van het plangebied, nl een deel van de strook voor reorganisatie en uitbreiding, wordt aangeduid als zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1). De resterende delen van het plangebied zijn matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2). Het plangebied is gecategoriseerd als niet infiltratiegevoelig gebied. het plangebied behoort niet tot het winterbed van een grote rivier.
verziltingskaart: Het RUP Site Sint Sixtus ligt in een gebied zonder zout grondwater. zoneringplan: Het RUP Site Sint-Sixtus ligt volgens het zoneringsplan van de gemeente Vleteren in het individueel te optimaliseren buitengebied (rode cluster) of niet in een niet ingekleurd deel van het zoneringsplan. beschrijving effect Door de aanleg van bijkomende verhardingen zal er enerzijds minder water in de bodem sijpelen, wat aanleiding geeft tot verdroging en anderzijds zal het hemelwater versneld afgevoerd worden, wat aanleiding geeft tot een hogere belasting van de ontvangende waterlopen. De productieverhoging zal aanleiding geven tot een hoger debiet voor het geloosde afvalwater.
De productierhoging zal aanleiding geven tot een hoger waterverbruik. Het tracé van de Hoeslandbeek wordt deels verschoven binnen het plangebied en daarbij wordt de Hoeslandbeek deels terug opengelegd.
milderende maatregelen Er worden vijvers voor waterbuffering voorzien in de strook voor reorganisatie en uitbreiding. Er is een overloop voorzien naar de Hoeslandbeek. De Hoeslandbeek wordt terug gedeeltelijk open gelegd binnen het plangebied. Er zal gebruik gemaakt worden van hemelwater waar dit mogelijk is. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater legt op dat het opgevangen hemelwater in eerste instantie nuttig moet toegepast worden (hemelwaterput) en indien dit niet kan, ter plaatse geïnfiltreerd of als laatste keuze gebufferd en vertraagd afgevoerd. Het RUP site Sint-Sixtus vormt niet het kader voor de aanleg van grote ondergrondse constructies die de grondwaterstroming kunnen verstoren. De vlarem-wetgeving legt normen op aan het geloosde afvalwater. De brouwerij beschikt over een waterzuiverginsinstallatie. Er wordt geen gebruik gemaakt van grondwater. conclusie geen aanzienlijke effecten, mits het nemen van milderende maatregelen
verzoek tot raadpleging | juni ‘12 | wvi
kaart 11. overstromingsgevoelige gebieden
wvi | juni ‘12 | verzoek tot raadpleging
kaart 12. grondwaterstromingsgevoelige gebieden
kaart 13. infiltratiegevoelige gebieden
13
3.7.
de atmosfeer en de klimatologische factoren referentie Het VMM-geoloket advisering RUP-thema Lucht geeft voor het plangebied volgende waarden (gemiddelde 2008-2010): Het aantal overschrijdingen van de norm van 50 µg/m³ voor het PM10-daggemiddelde bedraagt 14. Het PM10-jaargemiddelde bedraagt 24,2 µg/m³. Het NO2-jaargemiddelde bedraagt 14,8 µg/m³. De totale index bedraagt 4. Momenteel stellen zich in het plangebied geen problemen inzake luchtkwaliteit.
luchtverontreiniging door bijkomende verwarming gebouwen en productie warm water. milderende maatregelen EPB-regelgeving wettelijke voorschriften onderhoud stookolie- en gasketels. De vlarem-wetgeving legt normen op aan de emissies van de bedrijven. Op de nieuwe daken worden collectoren voorzien voor de aanmaak van warm water en elektriciteit.
beschrijving effect tijdelijke stofhinder bij de reorganisatie en uitbreiding van de brouwerijactiviteiten tijdelijke stofhinder bij de bouw van de sheddakconstructie, gebouwen en verhardingen luchtverontreiniging door de uitbreiding van de brouwactiviteiten. luchtverontreiniging door voertuigen bijkomende werknemers. Er worden op korte termijn 4 bijkomende externe werknemers verwacht. Op lange termijn schat men te te komen tot 11 bijkomende werknemers (zie ook 3.13. mobiliteit). Dit is eerder beperkt en hun mobiliteit zal geen aanleiding geven tot een significante daling van de luchtkwaliteit. luchtverontreiniging door de voertuigen van de bijkomende klanten: de bijkomende productie zal geen aanleiding geven tot meer klanten die ter plaatse bier komen afhalen aangezien er zal gezocht worden naar een aantal externe verdeelpunten. De geplande abdijwinkel zal enkel open zijn voor klanten die na reservatie bier komen afhalen.
3.8. het geluid beschrijving effect tijdelijke geluidshinder bij de reorganisatie en uitbreiding van de brouwerijactiviteiten tijdelijke geluidshinder bij de bouw van de sheddakconstructie, gebouwen en verhardingen lawaaihinder door de voertuigen van bijkomende werknemers en bijkomende klanten (zie ook onder 3.7. en 3.13). lawaaihinder van de toegenomen brouwerijactiviteiten.
14
conclusie Dit effect is eerder kleinschalig.
milderende maatregelen De Vlarem-wetgeving legt geluidsnormen op aan de bedrijven. conclusie Dit effect is eerder kleinschalig.
3.9.
het licht
beschrijving effect bijkomende lichthinder: het betreft reorganisatie en uitbreiding van de brouwerijactiviteiten op de site van de Sint-Sixtus abdij. Dit zal nauwelijks tot geen bijkomende lichthinder veroorzaken. milderende maatregelen keuze goede armaturen Het RUP Site Sint-Sixtus vormt niet het kader voor projecten die veel verlichting met zich meebrengen zoals sportvelden, serrebedrijven en winkels met lichtreclame en verlichte terreinen. conclusie geen aanzienlijk effect 3.10. de stoffelijke goederen referentie Het terrein is momenteel in gebruik door de Sint-Sixtus abdij. Een deel van de strook voor reorganisatie en uitbreiding van de brouwerijactiviteiten wordt op heden reeds gebruikt als afhaalpunt (gebouw en verharding). De gronden zijn eigendom van de abdij. beschrijving effect Bij het RUP wordt geen onteigeningsplan gevoegd. De bestaande situatie wordt bestendigd en op korte/ lange termijn gereorganiseerd en uitgebreid. conclusie geen aanzienlijk effect
verzoek tot raadpleging | juni ‘12 | wvi
3.11. het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed referentie Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn beschermde monumenten gelegen. Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn beschermde landschappen gelegen. Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn beschermde dorpsgezichten gelegen. Vioe - niet beschermd ontroerend erfgoed: de Sint-Sixtus abdij is opgenomen op de lijst van niet beschermd erfgoed, vastgesteld bij Besluit van de administrateur-Generaal d.d. 9 november 2011. archeologie: In het plangebied van het RUP zelf zijn er geen gekende archeologische vindplaatsen. In de omgeving van het plangebied bevinden zich diverse vindplaatsen o.a. een laat middeleeuws zusterkloostertje, een 17e eeuws klooster en laat middeleeuwse sites met walgracht.
milderende maatregelen Op grond van de zorgplicht, zoals bepaald in het Decreet houdende Bescherming van het Archeologisch Patrimonium van 30 juni 1993 (B.S. 08.06.1993), gewijzigd bij decreet van 18 mei 1999 (B.S. 24.03.1999) en 28 februari 2003 (B.S. 24.03.2003) en de door België ondertekende Europese Conventie van Malta moet de bouwheer de nodige tijd en financiële middelen voorzien voor het proefonderzoek en - indien bij dit proefonderzoek relevante archeologische sporen worden aangetroffen - een eventuele systematische opgraving van de bedreigde archeologische erfgoedwaarden. conclusie Geen aanzienlijke effecten, mits het nemen van milderende maatregelen. kaart 14. beschermde monumenten en landschappen
beschrijving effect Binnen de strook voor reorganisatie en uitbreiding van de brouwerijactiviteiten worden de bestaande gebouwen grotendeels gesloopt. De voorziene reorganisatie en uitbreiding staat in verhouding tot de bestaande site. Het programma wordt voorzien onder een sheddak dat als een overkoepelende constructie dienst doet waaronder alle afdelingen worden ondergebracht. De hoogte van deze constructie is in overeenstemming met de bestaande bebouwing. Bij de constructie van nieuwe gebouwen en de aanleg van nieuwe verhardingen kan eventueel aanwezig archeologisch ergoed verloren gaan. kaart 15. bouwkundig erfgoed wvi | juni ‘12 | verzoek tot raadpleging
15
3.12. het landschap referentie Het plangebied is gelegen in de ankerplaats “Bosketen Sint-Jan-Ter-Biezen en Sint-Sixtusabdij (A30034) (nog niet definitief vastgesteld). Het plangebied is gelegen binnen de relictzone “Hoppeland van Poperinge” (R30073). De abdij is aangeduid als een puntrelict (P30297).
milderende maatregelen De uitbreiding ten zuiden van de abdij wordt afgelijnd met een dreefstructuur met een dubbele bomenrij. Binnen dit landschappelijk kader wordt rekening gehouden met de bestaande historische structuren zoals bijvoorbeeld de drevenstructuur.
3.13. de mobiliteit referentie bestaande ontsluitingswegen: Het plangebied is gelegen langsheen de Donkerstraat. In het oorspronkelijke mobiliteitsplan werden verschillende landelijke wegen voorzien als ontsluiting van de site. Volgende wegen werden aangeduid als lokale wegen type II: Donkerstraat - Pottestraat - Zwijnlandstraat Koekuitstraat Donkerstraat - Nonnestraat De eerste twee tracé’s ontsluiten op de N321. Het laatste tracé sluit aan op de Leeuwerikstraat.
beschrijving effect De strook voor reorganisatie en uitbreiding ligt in de ankerplaats en relictzone. Mits goede ruimtelijke integratie in het landschap zal het effect beperkt zijn.
De N321 wordt aangeduid als een secundaire weg type II en de N8 als een secundaire weg van type I. Via deze wegen kunnen vlot de steden Poperinge, Veurne en Ieper bereikt worden en de overige verbindingen.
conclusie Geen aanzienlijke effecten.
kaart 16. ankerplaatsen en relictzones
Westvleteren gedeeltelijk kan genieten van de toeristenstroom voor de abdij.
Door de verschillende (bewegwijzerde) toegangswegen komt het verkeer ook gespreid toe bij de abdij. Deze wegen zijn vaak smalle landbouwwegen. Hierdoor treden er regelmatig conflicten op met recreatief fietsverkeer. Bij de herziening van haar mobiliteitsplan1 heeft de gemeente gesuggereerd slechts het eerste tracé te weerhouden als lokale weg type II of de ontsluiting van de abdij richting N321. Via de N321 kan over het dorp Westvleteren de N8 bereikt worden. De bewegwijzering zal in deze zin aangepast worden zodat het dorp
openbaar vervoerontsluiting: In de Donkerstraat - net ten zuiden van de abdij - bevindt zich de belbushalte Sint-Sixtus. Langs deze halte passeert de belbus Poperinge-noord die een relatie legt met het station van Poperinge en Oostvleteren. De belbus rijdt tijdens de weekdagen éénmaal per uur uit, behalve tijdens de daluren (vanaf juli 2012). Tijdens de daluren en tijdens de week-enddagen is er slechts een frequentie om de twee uren en in het week-end is de amplitude ook beperkter. bestaande verkeersintensiteiten: Er zijn geen tellingen beschikbaar van het ontsluitende tracé. Er zijn wel (recente) tellingen beschikbaar van het kruispunt N321 x N8. AWV heeft het kruispunt geteld op 25/01/2011 tijdens de ochtend- en avondpiek. Op piekmomenten varieert het verkeer op de tak N321 tussen de 180 tot 260 pae per rijrichting per uur. Er zit tot 21% zwaar vervoer op deze tak van het kruispunt. Ter hoogte van de aansluiting met de N8 bevinden we ons net binnen de bebouwde kom van Oostvleteren. De capaciteit naar leefbaarheid bedraagt 1200 voertuigen per uur per rijrichting op een dergelijke weg. De capaciteitsbenutting op deze as bedraagt slechts 22%. Er is nog voldoende restcapaciteit aanwezig.
1 beleidsplan van mobiliteitsplan is in opmaak, GBC 4/6/2012
16
verzoek tot raadpleging | juni ‘12 | wvi
Het merendeel van dit verkeer is vermoedelijk doorgaand verkeer richting/vanuit Poperinge. Ook ter hoogte van de aansluiting van de Zwijnlandstraat mogen we veronderstellen dat er nog voldoende restcapaciteit aanwezig is op de N321. In het mobiliteitsplan staat het kruispunt N321 x Zwijnlandstraat wel vermeld als herin te richten kruispunt wegens de onveilige situatie en slechte zichtbaarheid op het kruispunt. trage verbindingen:
De Donkerstraat staat op de atlas der buurtwegen ingetekend als chemin nr 15. Naast de site loopt een wandelroute doorheen het bos, wandelpad Sint-Sixtus.
beschrijving effect Voor de geplande uitbreidingen werd er een planologisch attest aangevraagd en goedgekeurd. De brouwerij is reeds sinds 1838 gestart met het brouwen van bier. Momenteel zijn er circa 15 werknemers actief, waarvan 10 broeders (5 FTE) en 5 externen (5 FTE). Op jaarbasis gebeuren er circa 37 leveringen of 74 vrachtbewegingen. Per maand zijn er ongeveer 20 verkoopdagen. Het gemiddeld aantal klanten bedraagt 1.278 of 64 per verkoopdag2. Dit komt neer op 128 voertuigbewegingen per dag. In totaal komt dit neer op 138 voertuigbewegingen per dag (werknemers en klanten). Op korte termijn plant men de bouw van een nieuwe bottelarij en wenst men eerder te komen tot een bestendiging van de huidige activiteiten. Er zullen wel een viertal externe medewerkers gezocht worden. Op langere termijn voorziet men een gefaseerde uitbreiding. Het huidige afhaalpunt zal vervangen worden door een kleine abdijwinkel waar naast trappisten ook andere monastieke produkten kunnen aangekocht worden. Het telefonisch reservatiesysteem zal wel behouden blijven, het aantal verkoopdagen eveneens en ook de afhaling op afspraak blijft behouden. Alleen deze klanten die op voorhand een reservatie hebben bekomen, kunnen de andere produkten uit de abdijwinkel aanschaffen. Er zullen geen verkeerspieken optreden.
kaart 17. atlas der buurtwegen
wvi | juni ‘12 | verzoek tot raadpleging
Er wordt gedacht om de produktie te verhogen en de trappisten ook op andere locaties te verdelen. Hierdoor zullen er op de site zelf geen bijkomende klantenbewegingen gebeuren. Uiteraard zullen wel enkele vrachtbewegingen bijkomen. Op lange termijn wenst men wel het personeelsbestand uit te breiden met 11 externen. Op langere termijn zullen de uitbreidingen leiden tot maximaal 22 bijkomende voertuigbewegingen per dag en enkele bijkomende transportbewegingen per jaar. milderende maatregelen een betere signalisatie richting abdij zal de conflicten tussen autoverkeer en recreatief (fiets) verkeer beperken het kruispunt N321 x Zwijlandstraat moet zeker heringericht worden om te komen tot een goede en verkeersveilige ontsluiting van de abdij conclusie De geraamde bijkomende auto- en vrachtbewegingen zijn aan de lage kant en kunnen niet als een aanzienlijk effect beschouwd worden. 3.14. de samenhang tussen de genoemde factoren conclusie geen aanzienlijk effect
2 info afkomstig uit planologisch attest. In 2011 bedroeg het gemiddeld aantal klanten slechts 782 per maand of slechts 39 per verkoopdag.
17
4. relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de initiatiefnemer meent geen plan-mer te moeten opmaken overeenkomstig art. 4.2.6, §1, 5° van het DABM
avalwater wordt gezuiverd in een eigen waterzuivering, kunnen de effecten op het watersysteem beperkt blijven. Er wordt weinig bijkomende luchtverontreiniging (van voertuigen en productie) verwacht.
Omdat het RUP geen aanleiding geeft tot de oprichting van Seveso-bedrijven en het RUP ook niet in de buurt van een bestaand Seveso-bedrijf gelegen is, worden er geen negatieve effecten verwacht op de gezondheid en de veiligheid van de mens.
Aangezien het de bedoeling is om de bijkomende productie van bier te verkopen via externe verkooppunten en de abdijwinkel enkel open te stellen voor de klanten die hun bier komen ophalen na reservatie, wordt er zeer weinig bijkomende mobiliteit en daarmee gepaard gaand geluid verwacht.
Het RUP wordt opgemaakt na het verlenen van een gunstig planologisch attest, zodat er geen negatieve effecten op de ruimtelijke ordening zijn.
Er zijn geen effecten op de stoffelijke goederen, aangezien de terreinen voor de geplande uitbreiding in het bezit van de abdij zijn.
De voorziene uitbreidingen van de brouwerj gebeuren niet in biologisch waardevolle gebieden. Er worden ook geen negatieve effecten verwacht op de waardevolle natuur in de omgeving.
In het ontwerp van de nieuwe gebouwen wordt rekening gehouden met de bestaande omgeving. Er wordt ook gezorgd voor een passende visuele inkleding met bomenrijen en een waterpartij, zodat de effecten op het erfgoed en het landschap beperkt zijn.
5. in voorkomend geval een beoordeling of het voorge nomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben Het betreft het RUP Site Sint Sixtus in in de gemeente Vleteren. Het plangebied heeft een totale oppervlakte van 7 ha 13 a en 43 ca. Er worden geen effecten verwacht die de gewestgrens of de landsgrens zullen overschrijden.
Er zijn geen effecten op ontginingen. De bijkomende mobiliteit is beperkt. Er wordt een deel tot heden onbebouwde bodem bebouwd/verhard. Dit zal aanleiding geven tot verminderde infiltratie en verdroging van de bodem. Aangezien er zal gewerkt worden met buffervijvers voor het hemelwater, zal dit effect gedeeltelijk gemilderd worden. Als de brouwerij wordt uitgebaat conform de Vlarem-normen, kan de kans op bodemverontreiniging beperkt blijven. Aangezien het hemelwater dat op de gebouwen en verhardingen terchtkomt wordt opgevangen in buffervijvers (afvoer naar de Hoeslandbeek) en het bedrijfs18
verzoek tot raadpleging | juni ‘12 | wvi