Plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening Gemeente Sint-Katelijne-Waver
INHOUD DEEL 1
TOELICHTINGSNOTA ......................................................................................2
DEEL 2
VERZOEK TOT RAADPLEGING.........................................................................3
DEEL 3
BIJLAGEN SCREENINGSDOSSIER .....................................................................4
2228193016 – gebundeld screeningsdossier
DEEL 1
TOELICHTINGSNOTA
2228193016 – gebundeld screeningsdossier
RUP001_a Dreefvelden Toelichtingsnota en screening plan-MER-plicht VOORONTWERP RUP – 01/2012 DOSSIER VERZOEK TOT RAADPLEGING
COLOFON Opdracht: RUP 001_ a Dreefvelden Opdrachtgever:
Opdrachthouder Antea Group Antwerpen Posthofbrug 10 2600 Antwerpen Tel 03/221 55 00 Fax 03/221 55 01 www.anteagroup.be kwaliteitslabel ISO 9001:2000 Identificatienummer: 2228193012_TN_bijlageSCR12/2228193009 Datum: nov 2011 Dec 2011 Januari 2012 Februari 2012
status / revisie: Concept voorontwerp Voorontwerp RUP aanpassing Bijlage verzoek tot raadpleging
Vrijgave: Jan Parys, Contractmanager Ruimtelijk planner Projectmedewerkers: Koen Janssens, Ruimtelijk planner Wouter Impens, adviseur Nonie Van Elst, mer-deskundige
Antea Group 2012 Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.
INHOUD 1
INLEIDING............................................................................................................................................. 3 1.1 1.2
2
JURIDISCHE KADER ........................................................................................................................... 5 2.1
3
RUIMTELIJKE ANALYSE .................................................................................................................... 22 RUIMTELIJK VOORKOMEN / FOTO’S NOG TE ACTUALISEREN ............................................................... 23
VISIE..................................................................................................................................................... 27 5.1 5.2 5.3
6
PLANNINGSKADER.............................................................................................................................. 8 CULTUREEL ERFGOED ....................................................................................................................... 16 OPENRUIMTE BELEID ........................................................................................................................ 16 INTEGRAAL WATERBEHEER ............................................................................................................... 17
ONDERZOEK EN ANALYSE ............................................................................................................. 22 4.1 4.2
5
JURIDISCH KADER............................................................................................................................... 5
BELEIDSKADER ................................................................................................................................... 8 3.1 3.2 3.3 3.4
4
OPDRACHTOMSCHRIJVING .................................................................................................................. 3 SITUERING PLANGEBIED ..................................................................................................................... 3
RUIMTELIJKE VISIE ........................................................................................................................... 27 CONCEPT DUURZAAM BEDRIJVENTERREIN ......................................................................................... 28 VISIE ZONEVREEMDE WONINGEN ...................................................................................................... 28
GRAFISCH PLAN EN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ......................................... 30 6.1 6.2 6.3 6.4
VERTALING PLANOPTIES ................................................................................................................... 30 VERTALING NAAR BESTEMMINGEN ................................................................................................... 30 UITVOERBAARHEID VAN DE PLANOPTIES ........................................................................................... 32 MOTIVERING VAN DE PLANOPTIES ..................................................................................................... 32
7
PLANBATEN EN PLANSCHADE....................................................................................................... 36
8
RUIMTEBALANS ................................................................................................................................ 36
9
OPGEHEVEN VOORSCHRIFTEN..................................................................................................... 37
10
BIJLAGEN........................................................................................................................................ 38 10.1 10.2 10.3 10.4
kja project:
STREEKEIGEN HEESTER- EN BOOMSOORTEN ....................................................................................... 38 KAARTENBUNDEL ............................................................................................................................ 39 WATERTOETS – BEREKENING RETENTIE OPPERVLAKTEWATER............................................................ 40 ADVIES MER CEL INZAKE PLAN MER SCREENING .............................................................................. 41
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 2 van 39 februari 2012
1 INLEIDING 1.1 Opdrachtomschrijving 1.1.1 RUP in uitvoering van het GRS Voorliggend RUP is een herziening van het goedgekeurde RUP Dreefvelden (BD 03.11.2005). De opmaak van het RUP Dreefvelden betrof in hoofdzaak het omvormen van een bedrijvenzone voor milieubelastende industrie (gewestplan) tot een lokale KMO-zone voor het (her)vestigen van lokale bedrijven in uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Sint – Katelijne – Waver.. Bij de ontwikkeling van de betreffende terreinen door de intercommunale Igemo, werden in het oorspronkelijke RUP een aantal knelpunten ondervonden die een actualisatie vereisen in functie van de verdere optimalisatie en duurzame ontwikkeling van het bedrijfsterrein. Het betreft enerzijds elementen m.b.t. de gebouwen en constructies van toepassing op het gedeelte KMO-gebied zoals: inplanting bedrijfswoning, bebouwingspercentage (o.a. beschutte werkplaats voor Borgerstein); inplanting ten aanzien van de rooilijn, afmetingen van gebouwen en bijzondere constructies. Het betreft anderzijds elementen rond de aanleg van het terrein zoals: ontsluiting en mobiliteit (noodzaak secundaire ontsluiting Dreefvelden Leliestraat), beheer van de groenzone, configuratie van zone voor oppervlaktewater, uitbouw containerpark. Daarnaast zal de zone voor openbaar nut en algemene dienstverlening aan de Leliestraat worden uitgebreid met complementaire functies (zoals recreatie in de vorm van fitness, welness en hotelaccommodatie) te realiseren in de vorm van een PPS-project. Naast het RUP zal ook een plan-MER-screening overeenkomstig het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 en de bijhorende omzendbrief d.d. 3 december 2007 worden uitgevoerd.
1.2 Situering plangebied Het RUP Dreefvelden omvat een gebied dat centraal gelegen is in de gemeente Sint-Katelijne-Waver en behoort tot de dorpskern Sint- Katelijne-Waver. Op figuur 1 wordt het gesitueerd binnen de gemeente alsook binnen de ruimere omgeving. Het plangebied situeert zich ten zuidoosten van het centrum van de gemeente en in de onmiddellijke omgeving van het nieuw gemeentehuis. Het plangebied wordt omgeven door de Leliestraat en de Mechelsesteenweg. In hoofdstuk 4.2. wordt op basis van een fotoreportage inzage gegeven in het huidig voorkomen van het gebied.
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 3 van 39 februari 2012
Figuur 1-1. situering plangebied
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 4 van 39 februari 2012
2 JURIDISCHE KADER 2.1 Juridisch kader 2.1.1 Samenvattende tabel Type plan
Kenmerken
Gewestplan
gewestplan Mechelen (KB 5 augustus 1976)
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
geen
Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen
Geen
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
RUP ‘Dreefvelden’ (BD 03.11.2005)
Algemene plannen van aanleg
Geen
Bijzondere plannen van aanleg
Geen
Verkavelingvergunningen
Geen
Gewestelijke rooilijnplannen
Geen
Provinciale rooilijnplannen
Geen
Gemeentelijke rooilijnplannen
Geen
Buurt- en voetwegen
Geen
Habitatrichtlijngebieden
Geen
Vogelrichtlijngebieden
Geen
Erkende natuurreservaten
Op 250 m van het natuurreservaat ‘Hondsbossen’
Beschermde monumenten
Geen
Beschermde landschappen
Geen
Beschermde stads- en dorpsgezichten
Geen
Polders en wateringen
Geen
Beschermingszones grondwaterwinningen
Geen
Proces Verbaal bouwovertreding
− −
kja project:
224.008M dd 27/04/1992: niet vergunde loods 220587M dd 17/04/1992 woning met carrosserie werkplaats
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 5 van 39 februari 2012
2.1.2 Gewestplan
Figuur 2-1 gewestplan Volgens het gewestplan Mechelen (bij KB van 5 augustus 1976) waren volgende oorspronkelijke gewestplanbestemmingen van kracht: • Recreatiegebied • Milieubelastende industrie • Agrarisch gebied • Woongebied • Landelijk woongebied De doorgevoerde wijzigingen van het gewestplan Mechelen hebben geen betrekking op dit plangebied. De gewestplanbestemmingen werden volledig vervangen door het RUP Dreefvelden.
2.1.3 Buurtwegen
Figuur 2-2 buurtwegen Er bevinden zich geen buurtwegen in het plangebied.
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 6 van 39 februari 2012
2.1.4 Screening plan-MER-plicht Met de goedkeuring van het besluit betreffende de milieueffectenrapportage over plannen en programma’s 1 door de Vlaamse Regering op 12 oktober 2007 , moet de initiatiefnemer van een plan met – mogelijk – aanzienlijke milieueffecten, zoals ruimtelijke uitvoeringsplannen, deze milieueffecten en eventuele alternatieve in kaart brengen. In het kader van deze wettelijke verplichting wordt voor het RUP ‘Dreefvelden herziening’ een screeningsdossier van de plan-MER-plicht opgesteld. Doelstelling van de MER-screening is het bestuderen van de verwachte milieueffecten t.g.v. de genomen basisopties in het RUP, het aangegeven van mogelijke milderende maatregelen en op basis daarvan aanvullende (externe) criteria te laten voortvloeien m.b.t. randvoorwaarden, mogelijkheden en inrichting van het plangebied.
1
De Vlaamse Regering keurde op 12 oktober 2007 het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s goed. Dit besluit geeft uitvoering aan het decreet van 27 april 2007, het zogenaamde plan-MER-decreet, en trad in werking op 1 december 2007.
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 7 van 39 februari 2012
3 BELEIDSKADER 3.1 Planningskader 3.1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen De gemeente Sint-Katelijne-Waver valt deels in het regionaal stedelijk gebied van Mechelen (definitief vastgesteld 18.07.2008), het plangebied valt echter buiten deze afbakeningslijn. De rest van de gemeente valt onder het buitengebied. 2 De voornaamste doelstellingen van het RSV voor het buitengebied zijn: • het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies; • het tegengaan van de versnippering van het buitengebied; • het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied; • het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen; • het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied; • het afstemmen van het ruimtelijk beleid en het milieubeleid op basis van het fysisch systeem; • het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied.
Voor de stedelijke gebieden worden in het RSV volgende doelstellingen nagestreefd: • het stimuleren en concentreren van activiteiten; • het vernieuwen van de stedelijke woon- en werkstructuur door strategische stedelijke projecten; • het ontwikkelen van nieuwe woningtypologieën en kwalitatieve woonomgevingen; • het leefbaar en bereikbaar houden door andere vormen van stedelijke mobiliteit en door locatiebeleid; • het verminderen van het ongeordend uitzwermen van functies. De regionaalstedelijke gebieden nemen omwille van hun verzorgingsniveau, hun stedelijke voorzieningen en hun economische structuur een belangrijke plaats in, in de ruimtelijke structuur van Vlaanderen. Deze gebieden hebben in kwantitatief en kwalitatief opzicht grote potenties om een belangrijk aandeel van de groei inzake bijkomende woongelegenheden, stedelijke voorzieningen en ruimte voor economische activiteiten op te vangen. Bovendien maakt de gemeente Sint-Katelijne-Waver deel uit van de ‘Vlaamse Ruit’. Gezien de hoge potenties van dit gebied dient een grote selectiviteit van activiteiten en functies in dit gebied te worden nagestreefd. Ook zal de gemeente als onderdeel van het buitengebied een eigen taak te vervullen krijgen binnen het stedelijk netwerk. De verdeling van de behoefte aan bijkomende woningen in de provincie Antwerpen zal zich verhouden 65% voor het stedelijk gebied en 35% te realiseren in de kernen van het buitengebied. De selectie van de kernen van het buitengebied is gemaakt in het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen. In het RSV worden in de gewenste economische structuur een aantal algemene en specifieke voorschriften opgenomen met tot doel de verschillende categorieën van bedrijven ook effectief te bestemmen en in te richten voor datgene waarvoor zij zijn geconcipieerd. De algemene principes zijn: • een zuinig ruimtegebruik (bouwen in meerdere lagen indien mogelijk, gezamenlijke en gemeenschappelijke voorzieningen, verhoogde dichtheid, ...); • een strikte fasering in het aansnijden van reserveterreinen. De afgebakende terreinen moeten voor 50% effectief bezet zijn vooraleer reservebedrijventerreinen kunnen worden uitgerust en bouwrijp worden gemaakt. Effectief bezet betekent dat de activiteit ook effectief op de locatie wordt uitgevoerd. Deze strenge voorwaarde is noodzakelijk om speculatie tegen te gaan, een duurzaam en zuinig grondgebruik te realiseren en de lage bezettingsgraad voor het aansnijden van reservebedrijventerreinen te verantwoorden. Om ervoor te zorgen dat het aansnijden van reservebedrijventerreinen slechts 2
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen integrale versie 1997, herziening 17/12/2010, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap , Brussel
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 8 van 39 februari 2012
noodzakelijk is op halflange en lange termijn, moet in de economische knooppunten een effectief aanbod aan bedrijventerreinen worden gerealiseerd dat op korte termijn ter beschikking van bedrijven kan worden gesteld; • een effectieve beschikbaarheid van bedrijventerreinen; • het vastleggen van inrichtingsprincipes (perceelsinrichting, eenheid in aanleg, bufferzone, integratie van natuurlijke en landschappelijke elementen, inplantingsprincipes, ...); • het voorbehouden van grote terreinen voor bedrijven van grote omvang; • het beperken van reserve in eigendom van bedrijven; de reserve wordt afgestemd op de bestaande omvang en de ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijf; • nieuwe watergebonden terreinen uitsluitend voorbehouden voor bedrijven die van de waterinfrastructuur optimaal gebruik maken; • bedrijventerreinen worden zodanig gelokaliseerd en ingericht dat de milieuhinder van het bedrijventerrein naar de omgeving maximaal wordt beperkt (lawaaihinder, licht- en luchtvervuiling, stankhinder, ...); • bij lokalisatie moet het openbaar en collectief vervoer een aandeel hebben of verwerven in de personenmobiliteit; • alle bestaande en nieuwe bedrijventerreinen moeten over een maximale algemene uitrusting (waaronder een gescheiden rioleringstelsel) kunnen beschikken. • De lokalisatie en inrichtingsprincipes verschillen naargelang het om een lokaal, gemengd regionaal of specifiek regionaal bedrijventerrein gaat. De specifieke principes zijn: Lokale bedrijventerreinen kunnen door middel van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan worden ontwikkeld indien herlokalisatie van bestaande lokale bedrijven binnen de eigen gemeente vanuit ruimtelijk oogpunt onvermijdelijk is, indien nieuwe lokale bedrijven worden opgericht of indien bedrijven op een bestaand lokaal bedrijventerrein willen uitbreiden tot buiten het bedrijventerrein. De volgende principes gelden voor de lokalisatie en inrichting van nieuwe lokale bedrijventerreinen: • ontwikkeling mogelijk in een hoofddorp en in economische knooppunten; • verantwoording vanuit een globale ruimtelijke visie op de gemeente en in het bijzonder op het hoofddorp; vermits in een gemeente meerdere hoofddorpen kunnen voorkomen zijn meerdere lokale bedrijventerrreinen mogelijk mits motivering in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan; • de oppervlakte dient geïnterpreteerd op basis van de terreinconfiguratie en de aangetoonde lokale behoefte. Om voor voldoende aanbod te zorgen, kunnen de gemeenten in het buitengebied meer dan 5 ha ontwikkelen ; • Er is een goede ontsluiting, bij voorkeur ook door het openbaar vervoer; • de kaveloppervlakte wordt afgestemd op lokale bedrijven;. • geen zuivere kleinhandelsbedrijven op lokale bedrijventerreinen; • aansluiting bij de kern of een bestaand bedrijventerrein, bij voorkeur sluit het aan bij het hoofddorp; • ontsluiting via gemeentelijke verzamelwegen rechtstreeks op primaire wegen of secundaire wegen; • uitwerking van de ontwikkeling van lokale bedrijventerreinen in gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen.
3.1.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen De opmaak van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen kadert in het decreet op de ruimtelijke ordening van 18.05.1999. Op 10 juli 2001 keurde de bestendige deputatie van de provincie Antwerpen het voorontwerp Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan goed. Een addendum PRS Antwerpen bundelt de voorstellen tot tekstwijziging als gevolg van de actualisatie en gedeeltelijke herziening van het Provinciaal ruimtelijk structuurplan Antwerpen. De partiële herziening werd goedgekeurd bij ministerieel besluit d.d. 4/05/2011. Sint-Katelijne-Waver hoort onder de hoofdruimte ‘Antwerpse fragmenten’, als hoeksteen van het stedelijk netwerk ‘de Vlaamse Ruit’3. Op het niveau van de deelruimten situeert de gemeente zich binnen het 3
Ruimtelijk Structuurplan provincie Antwerpen, 2001, Provincie Antwerpen
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 9 van 39 februari 2012
‘Mechelse’ en het ‘Mechels rasterlandschap’. Het ‘Mechelse’ wordt daarbij gezien als logistiek middelpunt tussen verschillende stedelijke en open ruimte gebieden. Als doelstellingen voor deze deelruimte worden vooropgesteld: • creëren van ruimte voor bijkomende stedelijke functies; • beschermen van de natuurlijke structuur; • realiseren van stedelijke vernieuwing. Het ‘Mechels rasterlandschap’ strekt zich uit tussen Mechelen, Lier, Heist op-den-Berg en Aarschot. Voor de provincie is dit een stedelijk-agrarisch gebied met verweven tuinbouw en open ruimten. Om verdere versnippering tegen te gaan, moeten activiteiten aan de randen van het gebied worden geconcentreerd. Het middengebied wordt gevrijwaard voor open ruimte functies. De provincie heeft volgens het RSV de opdracht en de bevoegdheid om de woonkernen en de hoofddorpen bindend te selecteren. Sint-Katelijne-Waver wordt geselecteerd als woonkern. Figuur 2. gewenste ruimtelijke structuur PRS Antwerpen
3.1.3 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Sint – Katelijne - Waver Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Sint-Katelijne-Waver werd goedgekeurd door de deputatie op 26 juni 2003, de partiële herziening werd goedgekeurd op 7 september 2009. Het besluit van de bestendige deputatie vermeldt daarbij enkele voorwaarden. Een van deze voorwaarden is van toepassing op het RUP Dreefvelden : “ Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van de gemeente Sint-Katelijne-Waver, definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 7april 2003, wordt goedgekeurd op voorwaarde dat, …, bij de omvorming van het industriegebied Dreefvelden – Gelaagputten naar lokaal bedrijventerrein de op het terrein aanwezige bedrijven voor de duur van hun uitbating geen bijkomende beperkingen in hun activiteiten worden opgelegd”. Als bindende bepaling stelt het structuurplan dat er uitvoeringsplannen dienen opgemaakt te worden. Bindende bepaling nr 9 “ In een op te maken uitvoeringsplan verfijnt de gemeente het industriegebied Dreefvelden – Gelaagputten tot een lokaal bedrijventerrein. Momenteel reeds in opmaak als BPA.”
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 10 van 39 februari 2012
Voor wat betreft de gewenste ruimtelijke structuur bevindt het BPA zich in de kern van Sint-Katelijne-Waver, dat deel uitmaakt van de gebieden gelegen in het landelijk gebied. Sint-Katelijne-Waver ontwikkelt zich als een verdichte kern met een duidelijke grens. De begrenzing wordt gerealiseerd door een samenhangend geheel van open ruimte gebieden en groenelementen enerzijds en de veilingzone anderzijds. De schansen zijn groene plekken in de kern die het landelijk karakter benadrukken en de woonkwaliteit verhogen. De beekvalleien vormen groene linten die ook uitgangspunt kunnen zijn voor de aanleg van fiets- en voetpaden. Dreefvelden wordt voorop gesteld als een lokaal bedrijfsgebied omsloten door een bufferzone De bedrijven ten oosten van de Mechelsesteenweg worden opgenomen in het BPA Dreefvelden en kunnen verder ontwikkelen. De zone kan eveneens zonevreemde bedrijven opvangen. Om conflicten met het wonen te vermijden is een bufferzone noodzakelijk. Figuur 3. concept Dreefvelden Binnen de kern van Sint-Katelijne-Waver dient door middel van het BPA Dreefvelden eveneens ruimte te worden voorzien voor openbare functies zoals de locatie van het gemeentelijk magazijn, containerpark, jeugdcentrum, e.d. Ook de zone tussen de Katelijnestraat en de Leliestraat, gelegen in het centrum, komt in aanmerking voor functies van openbaar nut. De gewenste economische structuur van geheel Sint-Katelijne-Waver wordt vertaald in volgende vier concepten: • ontwikkeling van de veilingzone binnen de huidige grenzen • een terrein voor hoogtechnologische bedrijven bij het De Nayer instituut • lokale bedrijven op lokale bedrijventerreinen bij de kernen van Sint-Katelijne-Waver en Onze-Lieve-VrouwWaver • Mechelsesteenweg als toeleveringstrip
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 11 van 39 februari 2012
Lokale bedrijventerreinen bij de kernen De lokale bedrijven die geen verband hebben met de veilingactiviteiten en het distributiecentrum krijgen een plaats op lokale bedrijventerreinen. Het bedrijventerrein Dreefvelden - Gelaagputten bij de kern van Sint-Katelijne-Waver is prioritair te ontwikkelen. Berkenhoek nabij de kern van Onze-Lieve-Vrouw-Waver biedt uitbreidingsmogelijkheden voor de aldaar gevestigde bedrijven. Figuur 4. concept lokale bedrijventerreinen
Voor lokale bedrijven die niet inpasbaar zijn in het gebied waarin zij zijn gevestigd, moet een hervestiging binnen de gemeente mogelijk worden gemaakt. Momenteel zijn er bijna geen KMO-terreinen vrij waarop een herlokalisatie kan worden gerealiseerd. De realisatie van een nieuwe KMO-zone is dan ook gewenst. Wegens de beperkte mogelijkheden van de gemeente om nieuwe ambachtelijke zones te ontwikkelen is een doordachte invulling vereist. Herlokalisatie zal slechts bij totale onverenigbaarheid van verweving worden toegepast. Er moet immers zuinig en zorgvuldig worden omgesprongen met de beschikbare bedrijvenruimte. Kleinhandelsvestigingen zijn daarom uitgesloten op een KMO-zone. Het lokaal bedrijventerrein bij Sint-Katelijne-Waver is een verfijning van het gewestplan. Het industrie-gebied Dreefvelden – Gelaagputten wordt omgevormd tot lokale KMO-zone. Er mogen in de toekomst enkel plaatselijke bedrijven met een lokaal karakter worden toegelaten. De ontsluiting dient via de Mechelsesteenweg zo gericht mogelijk naar de R6 te gebeuren. De gewenste ontsluiting van de KMO-zone Dreefvelden : Ondanks het lokale karakter van de KMO-zone zal in de toekomst tevens een zekere mate van zwaar verkeer worden aangetrokken. Momenteel is er een transportbedrijf gelegen en werd een vergunning toegekend voor de vestiging van een betoncentrale. Voor de ontsluiting van de KMO zone is , na onderzoek, geopteerd voor een aansluiting via de Hagelsteinweg naar de Mechelsesteenweg. Inzake de gewenste toeristisch-recreatieve structuur wil de gemeente vanuit het ruimtelijk beleid ondersteuning geven aan de verdere ontwikkeling van toerisme, recreatie en jeugdvoorzieningen. Door zijn ligging op de rand van het stedelijk gebied Mechelen en door de aanwezigheid van waardevolle open ruimten kan de gemeente hierin een belangrijke taak vervullen. Sport-, recreatie- en jeugdvoorzieningen dienen zich te ontwikkelen in aansluiting met de kernen. Door integratie van de sportaccommodatie en jeugdinfrastructuur bij de kernen wordt een solide basis gelegd voor de lokale activiteiten. In het kader van de uitbouw van sportinfrastructuur op lokaal niveau dient het BPA Dreefvelden uitgewerkt te worden in functie van het bundelen van outdoor en indoor sportaccommodatie. Een verdere uitbouw van sport- en recreatie infrastructuur op gemeentelijk niveau, zoals de inplanting van een Jeugdontmoetingscentrum (JOC) in aansluiting met de dorpskern, dient mogelijk gemaakt te worden. De recreatie en sportvoorzieningen worden er gescheiden van de KMO-zone door middel van groenbuffers en een aparte ontsluiting.
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 12 van 39 februari 2012
Binnen het recreatief fietsroutenetwerk zijn de (boven)lokale recreatieve routes overwegend aantrekkelijke en rustige trajecten die zoveel mogelijk langs bezienswaardigheden lopen en deel kunnen uitmaken van een nog uit te bouwen bovenlokaal netwerk (knooppuntensysteem). Binnen de gemeente komen drie assen (met soms complementaire functionele betekenis) in aanmerking voor een dergelijk statuut. De oost-westroute langs de Dorpsbeek tussen station - Sint-Katelijne-Waver - Hagelstein – Heiken is van toepassing op het plangebied. Op het gewestplan zijn vijf gebieden opgenomen voor dagrecreatie. De vijf gebieden samen omvatten +/- 57 hectare bestemd voor recreatieve activiteiten, wat erg fors is voor een gemeente als Sint-Katelijne-Waver. Het lag in de bedoeling om een aantal elementen uit het Mechelse binnen de gemeente in te planten. Omdat de recreatiestructuur enkel op gemeentelijk niveau vorm kreeg, hebben de meeste terreinen vandaag slechts een beperkte recreatieve functie. De terreinen voor de kern Sint - Katelijne – Waver situeren zich in de gebieden rond Dreefvelden, Vossevelden en Leyland. Delen van het recreatiegebied rond Dreefvelden kennen een gebruik als bedrijvenzone. Om gebruik en bestemming met elkaar in overeenstemming te brengen heeft het gemeentebestuur het BPA Dreefvelden opgestart. In het BPA is een zone voor sport en recreatie opgenomen. De belangrijkste niet ingevulde recreatieve bestemming, zoals voorzien in het gewestplan, bevindt zich in aansluiting met het gebied Dreefvelden - Gelaagputten met een oppervlakte van +/- 25ha. Herbestemming van dit recreatiegebied, dat in het zuidwesten grenst aan het BPA Dreefvelden, wordt wenselijk geacht. Het behoud van dit gebied in functie van de lokale sport- en recreatiestructuur is niet te verantwoorden. Herbestemming in functie van het landelijk gebied wordt voorop gesteld omdat het een vrij gaaf gebied betreft binnen het centrale deelgebied. Dit moet toelaten het gebied van verdichting door de glastuinbouw te vrijwaren.
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 13 van 39 februari 2012
3.1.4 Visie van de bestendige deputatie over de toepassing van het besluit inzake het GRS Sint – Katelijne - Waver De bestendige deputatie heeft bij de goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan de voorwaarde opgelegd dat de bestaande bedrijven bij de omvorming van het industriegebied Dreefvelden – Gelaagputten naar een lokaal bedrijventerrein, geen bijkomende beperkingen mogen worden opgelegd voor de duur van de uitbating. Over de interpretatie van dit besluit vond op 14.04 een overleg plaats tussen de gemeente en het provinciebestuur. Dit resulteerde in een nota van de dienst Ruimtelijke Planning van de provincie Antwerpen d.d. 26 april 2004. Hieronder is de visie van de provincie weergegeven die het gemeentebestuur in staat moet stellen om de voorschriften va een RUP uit te werken. De huidige bedrijven moeten de mogelijkheid hebben om fysiek uit te breiden. Dit dient als volgt te worden geïnterpreteerd : -
-
-
Het betreft bedrijven die in principe passen binnen de context van een lokaal bedrijventerrein, maar die niet voldoen aan de oppervlaktebeperking van maximaal 5.000 m² De uitbreiding mag niet leiden tot een totale oppervlakte van 1 ha per bedrijf of bedrijvencluster. Onder bedrijvencluster wordt een geheel van bedrijven bedoeld die zich op eenzelfde kadastraal perceel situeren of waarvan de verschillende onderdelen deel uit maken van dezelfde exploitatie. De uitbreiding kan enkel gebeuren binnen de contouren van het op het plan aangeduide bedrijventerrein. Immers laat ook de huidige bestemming van het gewestplan geen uitbreiding buiten de industriezone toe. Deze voorwaarde kan dus geenszins leiden tot uitbreiding van het bedrijventerrein. Uitbreiding naar een terrein van een ander bedrijf dat zijn activiteiten stopzet kan niet.
Een wijziging van de bedrijfsactiviteiten moet passen binnen de voorschriften die het gemeentebestuur uitwerkt voor het lokaal bedrijventerrein. Een loutere naamsverandering of een verandering van eigenaar moeten mogelijk blijven.
3.1.5 Visie doortrekken R6 Er is een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor de herinrichting en het doortrekken van de ring rond Mechelen-R6 op het grondgebied van de gemeenten Sint – Katelijne – Waver, Bonheiden en Putte. Het Agentschap Wegen en Verkeer voorziet de start van de eigenlijke werken in het voorjaar van 2012. Er wordt een 2x1rijstrook gerealiseerd op de verbinding tussen de bestaande R6 ter hoogte van de Mechelsesteenweg (Sint-Katelijne-Waver) en de N15 Putsesteenweg (Bonheide). Er worden gelijk- en ongelijkvloerse kruisingen voorzien. Ter hoogte van Mechelsesteenweg en Bergstraat wordt er een nieuwe brug ingeplant. Ter hoogte van Berlaarbaan en Putsesteenweg een rotonde. Voor de fietsers en voetgangers worden ter hoogte van de bestaande netwerken veilige kruisingen voorzien. Deze omvatten ondermeer 2 fietserstunnels, één ter hoogte van Berlaarbaan en één ter hoogte van Heiken.
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 14 van 39 februari 2012
Tracé doortrekking R6 (bron: www.skw.be)
3.1.6 Mobiliteitsplan Sint – Katelijne - Waver Het beleidsplan van het mobiliteitsplan van de gemeente Sint-Katelijne-Waver is in januari 2002 goedgekeurd door de Provinciale Auditcommissie4 en werd geüpdate in 2005 en momenteel is een actualisering lopende. In het mobiliteitsplan wordt de Mechelsesteenweg geselecteerd als een belangrijke structurerende as op gemeentelijk niveau. In het kader van de wegencategorisering worden de Mechelsesteenweg en de Leliestraat geselecteerd als lokale wegen type II, zijnde gebiedsontsluitingswegen. Om de problematiek inzake het doorgaand zwaar vervoer op te lossen wordt ervoor geopteerd om dit verkeer te weren op het lokale wegennet en het te bundelen op wegen die hiervoor zijn uitgerust. In het kader van de ontsluiting van het bedrijventerrein Dreefvelden is er aan het beleidsplan een bijakte toegevoegd. Als mogelijke ontsluiting wordt een nieuwe toegangsweg van op de Leliestraat voorgesteld. Deze optie is echter niet weerhouden. Als alternatief wordt ervoor geopteerd het bedrijventerrein te ontsluiten langs de Hagelsteinweg, die aansluit op de Mechelsesteenweg. Op deze manier wordt het zwaar verkeer geweerd uit het centrum doordat het vóór de centrumzone wordt afgeleid naar het bedrijventerrein. Deze optie kan eveneens voldoen aan een snelle ontwikkeling van het bedrijventerrein. Het verkeer kan immers rechtstreeks afgeleid worden via de Kempenarestraat en de Heisbroekweg naar de R6. Deze ontsluiting is opgenomen in het Masterplan betreffende de gevolgen voor het doortrekken van de R6 (in opdracht van de provincie Antwerpen). De desbetreffende ontsluiting is met andere woorden niet afhankelijk van de doortrekking van de R6. Ook wordt de keuze voor deze ontsluiting verantwoord door het lopende project ‘ontwerp Mechelsesteenweg’. Bij de herinrichting van de Mechelsesteenweg wordt ter hoogte van de kruising met de Hagelsteinweg reeds rekening gehouden met verkeer horende bij het bedrijventerrein.
4
Mobiliteitsplan Sint – Katelijne – Waver, beleidsplan januari 2002, Gemeente Sint – Katelijne – Waver
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 15 van 39 februari 2012
3.2
Cultureel erfgoed 3.2.1 Landschapsatlas
In de ‘Landschapsatlas van Vlaanderen’ - opgemaakt door de afdeling Monumenten en Landschappen van de Vlaamse Gemeenschap en verschenen in het voorjaar van 2001 werden behalve ankerplaatsen ook relictzones, puntrelicten en lijnrelicten geselecteerd. Het geheel vormt een historische momentopname van de Vlaamse landschappen op het eind van de 20e eeuw. Ze geeft een gedetailleerde inventaris van ruimtelijke zones waar gave en herkenbare relicten van de traditionele landschappen nog voorkomen. Hij bestrijkt het volledige Vlaamse grondgebied met uitzondering van de stedelijke kernen en de dicht bebouwde agglomeraties. De landschapsatlas is een onmisbaar instrument bij de bescherming van landschappen.
Figuur 3-1 Landschapsatlas (AGIV) Binnen het plangebied loopt de KW-lijn (verdedigingslinie Koningshooikt – Waver) ‘telefoonnet C20 – VC15 – C19. in de ruimere omgeving zijn de schansen Dorpsveld enBosbeek als puntrelicten geselecteerd.
3.2.2 Inventaris onroerend erfgoed Op 14/09/2009 stelde de administrateur-generaal van het VIOE de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed voor Vlaanderen vast. Hierdoor is er voor het eerst een eenduidige lijst van het in Vlaanderen gebouwde patrimonium met erfgoedwaarde. Onmiddellijk buiten het plangebied bevindt zich de kapel ‘Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes’, deze werd opgenomen als relict in de vastgestelde inventaris.
Figuur 3-2 inventaris onroerend erfgoed
3.3
Openruimte beleid 3.3.1 Biologische waarderingskaart
De biologische waarderingskaart (versie 2.2, 2010), is een inventaris opgemaakt door het Instituut voor natuuren bosonderzoek (INBO)
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 16 van 39 februari 2012
Figuur 3-3 Biologische waarderingskaart 2008 In het oostelijk deel van het plangebied zijn een aantal ruigten aangeduid als biologisch waardevol. Voor een deel werden deze gronden ingevuld door het gemeentelijke containerpark en zijn in die zin achterhaald.
3.4
Integraal waterbeheer
Binnen Vlaanderen vormt het ‘decreet integraal waterbeleid’ van 18 juli 2003 het kader waarbinnen het waterbeleid moet gevoerd worden. Het is een kaderdecreet dat de grote lijnen voor het beleid uitzet. De concretisering gebeurt via uitvoeringsbesluiten. Op 9 september 2005 keurde de Vlaamse Regering het eerste uitvoeringsbesluit bij het decreet Integraal Waterbeleid goed. Dit besluit zorgt voor de geografische indeling van de watersystemen binnen het Vlaamse Gewest door de afbakening ervan in stroomgebieden, bekkens en deelbekkens. Daarnaast omvat het de noodzakelijke bepalingen voor de formele oprichting van de overlegstructuren op de verschillende niveaus.
3.4.1 Waterlopen
Figuur 3-4 waterlopen Doorheen het studiegebied loopt de Pretslandloop (3e categorie)
3.4.2 Bekkenbeheerplan In uitvoering van het decreet integraal waterbeleid, stelde de Vlaamse overheid bekkenbeheersplannen op voor het volledige grondgebied. Op 30 januari 2009 keurde de Vlaamse Regering het besluit voor de
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 17 van 39 februari 2012
vaststelling van de bekkenbeheersplannen en de bijhorende deelbekkenbeheersplannen definitief goed (Belgisch Staatsblad 5 maart 2009). Het plangebied behoort tot het Netebekken, meerbepaald het deelbekken ‘Beneden Nete. Er werden geen relevante bepalingen voor het studiegebied opgenomen in het bekkenbeheersplan.
3.4.3 Watertoets Op 20 juli 2006 keurde de Vlaamse Regering het uitvoeringsbesluit voor de watertoets goed. Dit besluit geeft aan de overheden die vergunningen afleveren richtlijnen voor de toepassing van de watertoets. Erosiegevoeligheid De afbakening van de erosiegevoelige gebieden heeft tot doel om belangrijke wijzigingen in bodemgebruik, die mogelijk aanleiding kunnen geven tot versnelde afstroming van oppervlaktewater van hellingen en tot afspoeling van bodemdeeltjes, voorafgaandelijk aan een vergunning of de goedkeuring van een plan of programma, voor advies voor te leggen aan de afdeling land van AMINAL.
Figuur 3-5 Erosiegevoeligheid (AGIV) Verspreid over het terrein zijn enkele fragmenten erosiegevoelig, deze zijn echter te verwaarlozen. Grondwaterstromingsgevoelige gebieden De kaart met de gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er minder of meer aandacht moet uitgaan naar de effecten van ingrepen op de grondwaterstroming. De richtlijnen voor de watertoets houden rekening met een differentiatie van Vlaanderen in 3 types van gebieden, volgens de aard van gevoeligheid voor grondwaterstroming. −
−
−
kja project:
Type 1: zeer gevoelig. Indien er in type 1 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 3 m of een horizontale lengte van meer dan 50 m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Type 2: matig gevoelig. Indien er in type 2 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5 m en een horizontale lengte van meer dan 100 m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Type 3: weinig gevoelig. Indien er in type 3 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 10 m en een horizontale lengte van meer dan 50 m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie.
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 18 van 39 februari 2012
Figuur 3-6 Grondwaterstromingsgevoelig (AGIV) Het volledige plangebied is weinig gevoelig voor grondwaterstroming. Infiltratiegevoeligheid De kaart met de infiltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt. Bovendien staat infiltratie in voor de aanvulling van de grondwatervoorraden en zodoende voor het tegengaan van verdroging van watervoerende lagen en van waterafhankelijke natuur. Ze bestaat uit twee types gebieden: − −
Gebieden met de infiltratiegevoelige bodems Gebieden met de niet-infiltratiegevoelige bodems
Figuur 3-7 Infiltratiegevoeligheid (AGIV) Het volledige plangebied is infiltratiegevoelig. Overstromingsgevoeligheid Deze kaart geeft de overstromingsgevoelige gebieden tot op perceelsniveau weer. De kaart bevat de effectief overstromings-gevoelige gebieden (donkerblauwe laag) en de mogelijk overstromingsgevoelige gebieden (lichtblauwe laag).
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 19 van 39 februari 2012
Figuur 3-8 overstromingsgevoeligheid (AGIV) Een zone in het plangebied waar de huidige industriële bedrijvencluster Jacobs nv., EKP-recycling nv. en AWS nv. gelegen zijn, is aangeduid als effectief overstrominggevoelig. Deze zone sluit aan bij de waterloop ‘Pretlandloop’. Conclusie watertoets Het voorliggende plangebied betreft in hoofdzaak het omvormen van een bedrijvenzone voor milieubelastende industrie tot een lokale KMO-zone. Bijkomend wordt recreatiegebied omgevormd tot bedrijfgebied. Door toename van de verharde oppervlakte zal de infiltratie van het hemelwater in de bodem worden beperkt of niet mogelijk zijn. In het plan zijn dan ook conform de watertoets maatregelen genomen in overeenstemming met de geldende gewestelijke normeringen m.b.t. de opvang van hemelwater. Voor een berekening van de bergingscapaciteit is rekening gehouden met de geldende richtlijnen - zie bijlage 10.4. Het voorliggende project had in het verleden (waarbij de ontwikkeling werd gestoeld op basis van de bestemming op het gewestplan) reeds een omvangrijke oppervlakte voor milieubelastende industrieën. Een deel van het bestaande en reeds gerealiseerde industriegebied is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Door uitbreiding van de bedrijfszone zal een toenemende oppervlakte worden ingericht voor bebouwing en verharding. Door deze toename van de verharde oppervlakte zal de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt worden. Om hieraan tegemoet te komen worden in het RUP maatregelen genomen om de opvang van het oppervlaktewater te verzekeren. Volgende maatregelen worden genomen inzake watertoets : • De realisatie van een bijkomende zone voor retentie van oppervlaktewater in aansluiting met de Pretslandloop en dit met een minimumcapaciteit van 2000 m³. De overloop hiervan gaat via een knijpconstructie naar de collector van de Mechelsesteenweg die aangelegd wordt. Deze zone wordt verankerd in het RUP en krijgt een openbare bestemming. Door het realiseren van deze zone wordt een oplossing geboden worden voor het overstromingsgevoelig gebied ter hoogte van Jacobs en kan bijkomend worden voorzien in de opvang van bijkomende verhardingen en bebouwing. • Bijkomende berging van oppervlaktewater in een beektraject en langs grachten binnen het openbaar domein met een capaciteit van 625 m³. De beekloop achter de gemeentelijke loodsen in verankerd in het RUP over een afstand van 550m en zal worden opgenomen in een eigen bestemmingszone. Binnen het openbaar domein zal in het profiel van de nieuwe hoofdontsluitingsweg ruimte worden voorzien voor een open berging van oppervlaktewater, zodat in een bijkomende buffering kan worden voorzien. Beide maatregelen laten toe om voldoende opvangcapaciteit te realiseren voor de ontwikkeling van het voorliggende RUP. Om de problematiek van mogelijke wateroverlast langsheen de Mechelse-steenweg op te vangen wordt momenteel een retentiezone ingericht ten westen van het plangebied. Naast hoger vermelde maatregelen zal men bijkomend de kwaliteit van zowel het oppervlakte– als het grondwater bewaken.
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 20 van 39 februari 2012
3.4.4 Zoneringsplan
Figuur 3-9 zoneringsplan De bedrijven in het plangebied zijn aangeduid als ‘collectief te optimaliseren buitengebied’ en zullen in de toekomst worden aangesloten op het rioleringsstelsel.
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 21 van 39 februari 2012
4 ONDERZOEK EN ANALYSE 4.1 Ruimtelijke analyse De intercommunale Igemo is volop bezig met het verwerven en inrichten van het bedrijfsgebied, daartoe worden wegen aangepast en verbreed, terreinen bouwrijp gemaakt en geïsoleerde woningen gesloopt. Met de aanleg van het retentiebekken is tevens gestart. Met de bestaande bedrijven vond d in de periode maart – juni 2004 op regelmatige basis overleg plaats. De bedrijven hadden hierbij de mogelijkheid om hun wensen, binnen het geschetste ruimtelijk kader, kenbaar te maken. In het plan werd hier maximaal rekening mee gehouden. De bedrijven Jacobs nv., EKP-recycling nv. en AWS nv. zijn bedrijven met een industriële activiteit die samen een bedrijvencluster vormen binnen het huidige bedrijfsgebied. De bedrijven stellen samen een 20tal werknemers te werk en voorzien 40 tot 45 onderaannemers van opdrachten. De exploitatie van de bedrijven blijft ook in de toekomst minstens op het zelfde niveau gehandhaafd. De bedrijven samen zorgen voor een 120-tal vervoersbewegingen per dag vanuit de bedrijfssite. Het bedrijf Jacobs – beton gespecialiseerd in de fabricage van betonproducten wenst uit te breiden in de zone tussen de betoncentrale en het TC Heiveld met het oog op bijkomende opslagcapaciteit. Het bedrijf EKP – recycling heeft een breekinstallatie in werking en zal bijkomende maatregelen nemen om de hinder voor de omgeving te beperken. Het bedrijf NV. Vervoer Van Dievel heeft de site Dreefvelden intussen verlaten en heeft zijn activiteiten geconcentreerd buiten het plangebied. Centraal in het gebied bevinden zich het gemeentelijk containerpark (Dreefvelden) en de gemeentelijke loods van de technische dienst (Gelaagputten en Dreefvelden). Een verdere exploitatie kan in grote lijnen binnen de huidige begrenzing. Aan de Hagelsteinweg werden een aantal lokale KMO’s opgericht met naast de bedrijfsgebouwen tevens een bedrijfswoning. De bedrijven hebben een lokaal karakter. En verdere uitbreiding van de bedrijven is niet naar voor gebracht. Aan de rand van het terrein bevinden zich de bedrijven Maldoy en Van den Eynde die zich situeren langs de Mechelsesteenweg en in de diepte van het terrein werden uitgebouwd. Zo komen deels binnen de begrenzing van het RUP te liggen. Deze bedrijven hebben intussen van de mogelijkheid gebruikt gemaakt om een beperkte uitbreiding van hun activiteiten te realiseren binnen het plangebied. Een verdere uitbreiding van deze bedrijven ligt niet voor de hand. Verspreid over het terrein (Dreefvelden, Gelaagputten) bevinden zich tevens enkele (zonevreemde) woningen. Tenslotte bevindt zich het TC Heiveld gelegen langs de Mechelesesteenweg binnen het plangebied. Het sportcentrum is gericht op tennis en omvat zowel indoor als outdoor velden. Gelet op een jaarrond exploitatie is de uitbouw van bijkomende indoorvelden aangewezen. De nieuwe tennishal kan opgericht worden in aansluiting met de bestaande. Terreinen zijn intussen aangekocht tussen de bestaande tennishal en de nieuwe hoofdontsluitingsas van het bedrijfsgebied. De niet gebruikte gronden komen verspreid voor in het plangebied en worden geëxploiteerd als grasland, weiland of liggen braak. In dit laatste geval is er spontaan opslag van kruiden en bomen.
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 22 van 39 februari 2012
4.2 Ruimtelijk voorkomen / foto’s nog te actualiseren Op kaart 3 worden de foto’s gesitueerd
foto 1. Mechelsesteenweg ter hoogte van Hagelsteinweg en TC Heiveld
foto 2. TC Heiveld
foto 3. Jacobs beton
foto 4. Hagelsteinweg
foto 5. Bestaande lokale ambachtelijke bedrijven langs Hagelsteinweg
foto 6. Activiteiten EKP-recycling vanuit Hagelsteinweg
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 23 van 39 februari 2012
foto 7. inkom bedrijfszone Dreefvelden
foto 8. Dreefvelden vanuit Mechelsesteenweg
foto 9. voormalig terrein Van Dievel transport
foto 10. Terrein Jacobs beton, AWS en EKP
foto 11. TC Heiveld vanuit Dreefvelden
foto 12. Gemeentelijke loods vanuit Dreefvelden
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 24 van 39 februari 2012
foto 13. centraal gelegen, niet gerealiseerde terreinen
foto 14. zuidelijke bufferzone van op Dreefvelden
foto 15. Gemeentelijk containerpark
foto 16. bestaande woningen Gelaagputten
foto 17. niet gerealiseerde terreinen in aansluiting met het woonlint van de Mechelsesteenweg
foto 18. aanpalend glastuinbouwbedrijf Gelaagputten
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 25 van 39 februari 2012
foto 19. gebouwen gemeente Gelaagputten
foto 20. gebouwen gemeente Gelaagputten
foto 21. woning bij gebouwen gemeente Gelaagputten
foto 22. gebouwen glastuinbouwbedrijf Gelaagputten
foto 23. Gelaagputten richting Mechelsesteenweg
foto 24. Gelaagputten richting Mechelsesteenweg
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 26 van 39 februari 2012
5 VISIE 5.1 Ruimtelijke visie In overeenstemming met de visie zoals weergegeven in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Sint – Katelijne – Waver en het d.d. 03.11.2005 goedgekeurde RUP Dreefvelden wordt het gebied Dreefvelden – Gelaagputten verder omgevormd en ingericht als lokaal bedrijventerrein voor wat betreft het belangrijkste gebied en ingericht als zone voor sport- en recreatie en zone voor gemeenschapsvoorzieningen voor wat betreft de randzones. Volgende elementen verfijnen de visie zoals weergegeven in het structuurplan : •
•
•
•
Gelet op de beslissing van de bestendige deputatie naar aanleiding van de goedkeuring van het GRS, om de bestaande bedrijven geen bijkomende beperkingen op te leggen voor de duur van de exploitatie blijft in het centrale gebied een zone voor industriële activiteiten behouden. De zone bevat de bedrijvencluster Jacobs nv – EKP-recycling nv. en AWS nv. die gekenmerkt wordt door zijn industriële activiteiten. Als nabestemming geldt hier echter een zone voor lokale bedrijvigheid, zodat op termijn de industriële activiteiten in de kern afgebouwd worden. Gelet op de visie van de bestendige deputatie over de toepassing van het besluit inzake het GRS, mag de uitbreiding niet leiden tot een totale oppervlakte van 1 ha per bedrijf of bedrijvencluster. Onder bedrijvencluster wordt een geheel van bedrijven bedoeld die zich op eenzelfde kadastraal perceel situeren of waarvan de verschillende onderdelen deel uit maken van dezelfde exploitatie. De uitbreiding kan enkel gebeuren binnen de contouren van het op het plan aangeduide bedrijventerrein. Immers laat ook de huidige bestemming van het gewestplan geen uitbreiding buiten de industriezone toe. Deze voorwaarde kan dus geenszins leiden tot uitbreiding van het bedrijventerrein. Uitbreiding naar een terrein van een ander bedrijf dat zijn activiteiten stopzet kan niet aldus . Nieuwe openbare functies worden geconcentreerd aan de Leliestraat. Langs de Leliestraat is een zone voor openbare voorzieningen voorzien, waarbij ondermeer gedacht wordt aan de uitbouw van socioculturele en maatschappelijke voorzieningen en particuliere ontwikkelingen zoals horeca, welness en fitness als ondergeschikte functie. Gelet op het feit dat alle bestaande zones van het gewestplan benut zijn, is het voorzien van ruimte op een strategisch gelegen plek in de kern belangrijk. Door het feit dat de ruimtevraag voor jeugdvoorzieningen niet meer aan de orde is, wordt een deel van het recreatiegebied van het gewestplan herbestemd in functie van lokaal bedrijfsgebied. De ruime inkleuring van recreatiezones in Sint – Katelijne – Waver bij de opmaak van het gewestplan, stonden in het teken van het invullen van behoeften vanuit het stedelijk gebied Mechelen. Omdat de voorziene oppervlakte niet kan ingevuld worden op lokaal niveau is een herbestemming naar KMO – activiteiten voorop gesteld in aansluiting met de aanpalende terreinen.
•
Binnen de zone wordt ruimte voorzien voor het gemeentelijk containerpark en voor de gemeentelijke werken. Door concentratie binnen de gemeente van opslag en stockeren van materiaal, recyclage, het stallen en onderhoud van materiaal en voertuigen is de ruimtevraag vanuit deze functies groot. Er is heel wat ruimte nodig voor opslag (zowel binnen als in open lucht) en voor het stallen van voertuigen en machines. Er is hierbij al rekening gehouden met de geplande vergroting van het bestaande gebouw. Dit betekent dat de huidige gebouwen en terreinen hieraan niet meer voldoen en dat uitbreiding is voorzien. Via de voorschriften wordt ook in dit gebied gestreefd naar een optimaal ruimtegebruik. Indien de huidige bestemming is achterhaald of hiervoor elders binnen de gemeente betere locaties kunnen gevonden worden, zal de zone worden herbestemd als lokaal bedrijventerrein.
•
In het gebied bevinden zich een aantal zonevreemde woningen. De visie voor deze woningen wijkt af van de gebiedsgerichte visie zoals weergegeven in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. In het GRS werd voor deze woningen in de zone “Verspreide zonevreemde woningen in het centraal deelgebied rond de veilingzone” voorzien in het herbouwen, uitbreiden en het beperkt toelaten van nevenfuncties. In het voorliggende RUP wordt een strenger beleid voorop gesteld, voor de woningen
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 27 van 39 februari 2012
die geen bedrijfswoningen zijn. Er is gekozen om enkel instandhouding en verbouwen binnen het bestaande volume toe te staan, teneinde een optimale ontwikkeling van het bedrijfsgebied na te streven en een uitbouw van residentiële woningen los van bedrijfsactiviteiten niet te stimuleren. Het kwalitatief wonen in zulk gebied kan niet gegarandeerd worden. •
De buffering van het gebied Dreefvelden wordt verplaatst naar de buitenzijde van het terrein. De buffers tussen de bedrijven onderling en tussen de bedrijvigheid en de sport- en recreatie zone en zone voor gemeenschapsvoorzieningen wordt beperkt. De buffering tussen de bedrijven zelf is beperkt vanuit het oogpunt voor een nuttig en optimaal ruimtegebruik van het bedrijventerrein zelf – zie concept duurzaam bedrijventerrein.
•
Het behoud van de Pretslandloop en het openleggen van de bedding wordt voorop gesteld. Aan de waterloop wordt een zone voor retentie gekoppeld. Hierbij wordt maximaal rekening gehouden met de berging van oppervlaktewater binnen het plangebied.
•
Voor de hoofdontsluiting van het bedrijventerrein wordt conform de bepalingen in het GRS en het gemeentelijke mobiliteitsplan gerealiseerd via de Hagelsteinweg naar de Mechelsesteenweg zodat het verder op het hoofdwegennet kan aansluiten via de R6. Voor een goede ontsluiting voor het lokale verkeer dat in oostelijke richting zijn bestemming heeft, wordt er een secundaire verbinding met de Leliestraat gerealiseerd. op deze wijze wordt de dichtbebouwde Mechelsesteenweg ter hoogte van het plangebied niet nodeloos belast. Deze ontsluitingsweg wordt zodanig ingericht dat doorgaand verkeer ontraden wordt.
5.2 Concept duurzaam bedrijventerrein Vanuit de visie op een kwalitatieve ruimtelijke invulling zal bijzondere aandacht besteed worden aan het concept als ‘duurzaam bedrijventerrein’. Het concept gaat niet alleen om het terugdringen van de milieubelasting. Duurzaamheid in deze context moet veel meer gezien worden als de samenwerking tussen bedrijven onderling en deze met de overheden teneinde het bedrijfseconomisch resultaat te verbeteren, mits vermindering van de milieubelasting en een efficiënter ruimtegebruik. Dit betekent dat het economische functioneren op het bedrijventerreinen moet gepaard gaan met respect voor het fysieke milieu. Een belangrijk aspect van duurzaamheid is dat deze ook nadrukkelijk in relatie wordt gebracht met zorgvuldig ruimtegebruik. In onze visie kent duurzaamheid in relatie tot bedrijventerreinen drie dimensies: • • •
Duurzame inpassing in de omgeving: goede landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing; beperking van geluid, emissies en gevaar. Duurzame opzet van het terrein: duurzame bedrijfsprocessen tussen bedrijven en duurzame inrichting (zorgvuldig ruimtegebruik,nutsvoorzieningen, multimodaal transport, gezamenlijke voorzieningen). Duurzaam beheer: bedrijventerreinmanagement: collectief onderhoud van gebouwen en installaties; beheer van de openbare ruimte; beveiliging; vervoersmanagement; afvalmanagement.
Het concept zal op zijn beurt een vertaling vinden in de stedenbouwkundige voorschriften inzake beheer en inrichting. Voorbeelden hiervan zijn : het koppelen van gebouwen, het opleggen van een bezettingsgraad voor gebouwen, bouwvolumes die het mogelijk maken dat meerdere lagen worden gerealiseerd.
5.3 Visie zonevreemde woningen In het plangebied bevinden zich een beperkt aantal zonevreemde woningen langs de Gelaagputten en Dreefvelden. De woning in Dreefvelden bevindt zich tegenover het bedrijf JACOBS – EKP – AWS en is eigendom van Igemo. Er is een vergunning afgeleverd ( 27.04.2011) voor afbraak. Verder bevinden zich drie woningen in het centrale gebied (voorheen Gelaagputten) dat ontwikkeld wordt als lokaal bedrijventerrein. De overige
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 28 van 39 februari 2012
woningen in het gebied zijn bedrijfswoningen of conciërgewoningen en zijn inherent verbonden met de bedrijfsactiviteiten in het gebied. Het bestuur streeft bij de uitbouw van Dreefvelden naar de uitbouw van een homogeen bedrijfsgebied, waarin mogelijke conflicten tussen bedrijvigheid en wonen maximaal worden vermeden. Het behoud van deze woningen zou immers op termijn tot problemen kunnen leiden. Om conflicten tussen bedrijvigheid en wonen tot een minimum terug te dringen wordt immers rond het bedrijfsgebied een functionele groenbuffer gerealiseerd. De zonevreemde woningen die voorkomen in het gebied worden opgenomen in art. 2 “zone voor lokaal bedrijventerrein”. In het betrokken artikel zijn modaliteiten opgenomen voor het handhaven van de bestaande bebouwing die niet voldoet aan de bestemmingsvoorschriften. De voorschriften van het RUP vormen op zich geen weigeringsgrond bij het beoordelen van een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning, voor zover deze betrekking heeft op : − het uitvoeren van instandhoudings- en onderhoudswerken − het verbouwen van niet-verkrotte gebouwen of infrastructuur binnen het bestaande bouwvolume. Doel is evenwel dat bij het realiseren van het RUP de particuliere woningen systematisch verworven worden wanneer de mogelijkheden zich voordoen, evenwel niet zonder rechtszekerheid te bieden voor deze woningen in functie van het in stand houden van de bestaande gebouwen. Het RUP zonevreemde woningen (definitief aanvaard gemeenteraad 19.12.2011) is hier niet van toepassing. Het gebied is niet opgenomen binnen de plancontour van het RUP.
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 29 van 39 februari 2012
6 GRAFISCH
PLAN VOORSCHRIFTEN
EN
STEDENBOUWKUNDIGE
6.1 Vertaling planopties De elementen uit de visie worden vertaald naar een verordenend grafisch plan. Het grafisch plan geeft aan voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is. Het grafisch plan moet gelezen worden tezamen met de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer.
6.2 Vertaling naar bestemmingen De stedenbouwkundige voorschriften worden weergegeven in een afzonderlijk verordend deel. Industriegebied met nabestemming zone voor lokaal bedrijventerrein – art. 1 Centraal in het gebied bevindt zich een bedrijvencluster met industriële activiteiten. Deze cluster blijft behouden, de aanwezige milieubelastende industriële activiteiten blijven behouden en kunnen er beperkt uitbreiden. De afbakening van de huidige percelen geldt daarbij als grens van de bestemmingszone. Na het stopzetten van de huidige bedrijfsactiviteiten krijgt de zone een nabestemming als zone voor lokaal bedrijventerrein. Herverkaveling is dan mogelijk volgens de op het plan symbolisch weergegeven perceelsontsluiting. Lokaal bedrijventerrein – art. 2 De zone voor lokaal bedrijventerrein is bedoeld voor de vestiging van kleinschalige bedrijven, die qua schaal aansluiten bij de dorpskern. Voor de afbakening van de bedrijvenzone is geopteerd voor een functionele vormgeving, die een optimale invulling mogelijk maakt. Er is een opdeling gemaakt binnen deze zone op basis van de schaalgrootte van de bedrijvigheid. De lokale bedrijven hebben een max. bruto bedrijfsoppervlakte van 5.000m² (exclusief groenbuffer). Nieuwe bedrijven die een grotere bedrijfsoppervlakte nodig hebben, worden geacht het lokale karakter te overstijgen. De bestaande bedrijven die momenteel gevestigd zijn op het bedrijfsgebied, kunnen afwijken van de max. bruto bedrijfsoppervlakte en gevestigd blijven zolang de bestaande activiteiten blijven behouden. De uitbreiding van bestaande bedrijfsactiviteiten binnen de bestemmingszone mag niet leiden tot een totale oppervlakte van 1 ha of meer per bedrijf of bedrijvencluster. Onder bedrijvencluster wordt een geheel van bedrijven bedoeld die zich op eenzelfde kadastraal perceel situeren of waarvan de verschillende onderdelen deel uitmaken van dezelfde exploitatie. De zone langsheen de Hagelsteinweg is bestemd voor het behoud van kleinere bedrijfspercelen (zone 2b). Op deze wijze wordt een overgang gecreëerd tussen het KMO-gebied en het aanliggende open landbouwgebied. Voor de overige terreinen is een rationeel gebruik van de bedrijfsgronden nagestreefd, grotendeels bepaald door het vastleggen van de bestaande wegen. De ligging van een aantal secundaire ontsluitingswegen is symbolisch weergegeven, waardoor het ontwerp de nodige soepelheid behoudt om in te spelen op een diverse ruimtevraag. In het kader van een zuinig en optimaal ruimtegebruik wordt gestreefd naar integratie van de verschillende bedrijfsonderdelen en indien mogelijk het koppelen van de bedrijfsgebouwen. Bijkomende distributie- en transportbedrijven als nieuwe grootschalige bedrijven worden uitgesloten uit de zone voor lokaal bedrijventerrein omdat voor deze activiteiten ruimte wordt voorzien in aansluiting met de veilingzone van Sint – Katelijne – Waver. Een voorbehoud wordt echter gemaakt voor sociale tewerkstellingsplaatsen die groter kunnen zijn dan de opgegeven maximum bedrijfsoppervlakte. Ook zuiver commerciële activiteiten en kantoren worden uitgesloten in het lokaal bedrijventerrein.
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 30 van 39 februari 2012
Zone voor openbare dienstverlening met nabestemming lokaal bedrijventerrein – art. 3 Binnen de bedrijvenzone situeren zich de gemeentelijke terreinen van de technische dienst en het containerpark. Deze terreinen worden bestemd als zone voor openbare dienstverlening. Als deze activiteiten op deze plaats ophouden te bestaan, is het de bedoeling dat de percelen eveneens de bestemming van lokaal bedrijventerrein krijgen. Zone voor dienstverlening – art. 4 Het perceel ter hoogte van de Leliestraat is bestemd als zone voor dienstverlening. Deze zone kan zowel dienen voor private initiatieven rond ontspanning en recreatie (horeca, welness, fitness,…) als algemene dienstverlening in de ruime zin (o.a. onderwijs, cultuur, educatie en jeugdactiviteiten). Minstens 50% van de nuttige vloeroppervlakte dient een invulling te krijgen met activiteiten met een publiek karakter, waardoor dit de hoofdfunctie blijft. De zone is centraal gelegen en sluit aan bij de dorpskern en het Gemeentelijk Administratief Centrum. De maximale bebouwbare oppervlakte bedraagt 5 000 m² wat neerkomt op een invulling voor 35 % van de zone. Gebouwen tellen maximum drie bouwlagen. Het niet bebouwde deel wordt in hoofdzaak gebruikt voor parkeren, wat mogelijk wordt gemaakt in ondergrondse of meerdere bovengrondse lagen omwille van een zuinig ruimtegebruik. 20% van de niet-bebouwde oppervlakte wordt minimaal ingericht met groenvoorzieningen. Door het combineren van de openbare functie met groen kan de zone dienst doen als poort tot de eigenlijke dorpskern. Zone voor sport en recreatie – art. 5 Binnen deze zone bevindt zich momenteel het sportcentrum TC Heiveld. Om deze functie optimaal te verenigen met het aanliggende woongebied worden ten aanzien van dit gebied een bouwvrije strook van minimum 20m en een bufferstrook van 5m voorzien. Verder wordt de zone van het lokaal bedrijfsterrein gescheiden door de hoofdontsluitingsweg. In het kader van een zuinig en optimaal ruimtegebruik wordt de aanleg van een gemeenschappelijke parking voor de sport en recreatiezone nagestreefd. Zone voor wonen en zone voor landelijk wonen – art 6 / art. 7 Deze zones hebben betrekking op twee bestaande woningen die gesitueerd zijn langs de Leliestraat. In analogie met de aangrenzende gebieden, wordt de woonfunctie bevestigd. Voor de afbakening van deze gebieden is rekening gehouden met een logische vormgeving alsook met de afbakening van de aangrenzende woongebieden. In de zone voor wonen zijn de stedenbouwkundige voorschriften afgestemd op de voorschriften van de verkaveling die grenst aan deze zone. Zone voor groenbuffer – art. 8 De groenbuffer is bestemd voor het aanleggen van groenschermen, om eventuele aspecten van hinder te ondervangen. De bedrijvenzone wordt langs de randen omgeven door een bufferstrook van 15m. Tussen de bedrijvenzone en de zone voor recreatie als de zone voor dienstverlening wordt de groenbuffer teruggebracht op een beperkte breedte van 5m, gelet op een grotere verenigbaarheid.. Ten aanzien van het woongebied is de aanleg van geluidswallen mogelijk. Interne buffers tussen de bedrijven worden niet opgelegd in functie van het optimaliseren van het interne ruimtegebruik. Zone voor open oppervlaktewateren – art.9 De zone is bedoeld om de natuurlijke ontwikkeling van de waterloop te waarborgen en om ruimte te voorzien voor onderhoudswerken. De zone valt grotendeels samen met de bestaande loop van de Pretslandloop. De waterloop wordt maximaal binnen het huidige traject behouden. Daarnaast is een zone voorzien voor de aanleg van een bufferbekken in functie van retentie voor het bedrijfsgebied. Het bufferbekken kan tevens dienst doen als blusbekken. Zone voor openbare wegenis – art. 10 Momenteel wordt het gebied ontsloten via Dreefvelden, Hagelsteinweg en Gelaagputten, die aansluiten op de Mechelsesteenweg of op de Leliestraat (via de tijdelijke ontsluitingsweg). De toekomstige hoofdontsluiting (zoen 10a) heeft een breedte van 13m en maximum rijwegbreedte van 7m georiënteerd op Mechelsesteenweg. De secundaire ontsluitingswegen (zone 10b en 10c) hebben een breedte van 10m en een maximum
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 31 van 39 februari 2012
rijwegbreedte van 6m. De secundaire ontsluiting tussen Gelaagputten en Leliestraat wordt ingericht met snelheidsremmende maatregelen om doorgaand verkeer te ontraden. De wegen worden opgenomen in het openbaar domein en erbij ingelijfd.
6.3 Uitvoerbaarheid van de planopties Voor de ontwikkeling van het lokaal bedrijfsgebied werkt de gemeente samen met de intercommunale Igemo die actief is met de ontwikkeling en de inrichting van het terrein. De herziening van het RUP heeft juist tot doel om tegemoet te komen aan een aantal functionele en praktische bezwaren die gerezen zijn ten aanzien van het vroegere voorstel. Doel is op korte termijn te kunnen overgaan tot realisatie. Om de ontwikkeling en het beheer van het gebied te kunnen uitvoeren is tussen beide partijen een beheersovereenkomst opgemaakt. Voor het gemeentelijk eigendom aan de Leliestraat heeft de gemeente een samenwerkingsverband opgezet aan de hand van een PPS – constructie om de planopties te kunnen realiseren.
6.4 Motivering van de planopties De opzet van dit RUP is het omvormen van het industriegebied van het gewestplan tot een lokaal bedrijventerrein. Gezien de ligging van dit gebied, nabij het centrum van Sint – Katelijne - Waver, worden bestaande recreatievoorzieningen behouden met mogelijkheid tot uitbreiden en komt er aan de Leliestraat ruimte voor dienstverlening. De herziening van het RUP betreft een actualisering en optimalisering in functie van de verdere ontwikkeling op korte termijn. Deze herziening betreft enerzijds elementen m.b.t. de gebouwen en constructies van toepassing op het gedeelte KMO-gebied zoals: inplanting bedrijfswoning, bebouwingspercentage (o.a. beschutte werkplaats voor Borgerstein); inplanting ten aanzien van de rooilijn, afmetingen van gebouwen en bijzondere constructies. Het betreft anderzijds elementen rond de aanleg van het terrein zoals: ontsluiting en mobiliteit (noodzaak secundaire ontsluiting Dreefvelden - Leliestraat), beheer van de groenzone, configuratie van zone voor oppervlaktewater, uitbouw containerpark. Daarnaast zal de zone voor openbaar nut en algemene dienstverlening aan de Leliestraat worden uitgebreid met complementaire functies (zoals recreatie in de vorm van fitness, welness en hotelaccommodatie) te realiseren in de vorm van een PPS-project. Optimalisatie van de uitbouw van het bedrijfsgebied Uit ervaring blijkt dat er vaak naar kleinere bedrijfskavels wordt gevraagd zoals blijkt uit gesprekken met geïnteresseerde bedrijven. Om binnen de principes van de vooropgestelde ontwikkeling als lokaal bedrijventerrein te blijven wordt een afwijking van 15% op de minimum kavelgrootte mogelijk geacht zonder het ruimtelijk functioneren van de zone als geheel te hypothekeren. De minimum oppervlakte voor een bedrijfskavel wordt teruggebracht van 1.800m² naar 1.500m². Kleinere bedrijfspercelen blijven behouden in de zone 2b (Hagelsteinweg) gelet op de actuele situatie. In het kader van sociale tewerkstelling kan afgeweken worden van de maximale kavelgrootte. Er is immers interesse vanuit de sociale werkplaats Borgerstein om een deel van hun activiteiten uit te breiden op Dreefvelden. Vanuit het principe van zuinig ruimtegebruik worden de afstanden tussen de bedrijven en de secundaire ontsluitingswegen aangepast. Momenteel gelden op de hoekpercelen te grote bouwvrije zones, een aanpassing kan worden doorgevoerd, voor zover het bedrijfsperceel aan ondergeschikte wegenis grenst (de zijde waarlangs het bedrijf niet ontsloten wordt). De afstanden worden er teruggebracht van minimum 10m naar minimum 3m voor de zijgevelbouwstrook. Anderzijds wordt de maximum afstand tot de rooilijn opgetrokken van maximum 20m naar maximum 30m langs de hoofdontsluitingswegen om bedrijven toe te laten een grotere ruimte voor parkeren, lossen en laden voor het bedrijfsgebouw te organiseren. De maximum bouwhoogte wordt teruggebracht van 17.5m naar 14m wat moet volstaan voor een lokaal bedrijventerrein. Hierdoor zullen mogelijke onderlinge verschillen tussen aanpalende percelen worden teruggebracht. De mogelijkheid om voor een deel van het gebouw (maximum 10%) over een beperkte oppervlakte hoger te gaan in functie van specifieke installaties blijft bestaan. De kroonlijsthoogte voor
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 32 van 39 februari 2012
aangesloten of gekoppelde gevels met een hellend dak blijft gelijk. Platte daken moeten niet langer aan elkaar aansluiten indien een harmonische overgang wordt uitgewerkt. Tenslotte wordt het oprichten van panelen voor het opwekken van energie en warmte ook toegestaan langs de gevels (tot 2m in overkraging) en bovenop bestaande daken (eventueel buiten de beschreven omtrek van het bedrijfsgebouw) indien ze maximum 2m boven de dakrand worden geplaatst en zich bevinden op minimum 1m afstand van de dakrand. Voor hellende daken blijven de constructies geïntegreerd in het dakvlak. Binnen de bedrijvenzone voor KMO’s situeren zich de gemeentelijke terreinen van de technische dienst en het containerpark. Deze terreinen worden bestemd als zone voor openbare dienstverlening. Als deze activiteiten uitdoven of ophouden te bestaan, is het de bedoeling dat deze percelen eveneens de bestemming van bedrijvenzone voor KMO’s krijgen.
Gedifferentieerde invulling van zone voor openbare dienstverlening Het perceel aan de Leliestraat heeft een strategisch ligging voor gemeenschapsvoorzieningen bij de inkom van het centrum. In het verleden was hier vooral sprake van huisvesting van openbare functies (o.a. huisvesting politiezone). Voor de uitwerking van een haalbaar concept streeft het gemeentebestuur een samenwerking na met private partners in de vorm van een PPS constructie waarbij door de private initiatiefnemers complementaire activiteiten zullen aangeboden worden. Deze activiteiten situeren zich in de sfeer van cultuur, recreatie en ontspanning in combinatie met een horecafunctie. Voor dit laatste wordt ondermeer gedacht aan een lokale hotelaccommodatie. De complementaire activiteiten die gerealiseerd worden vanuit privaat initiatief zullen steeds een ondergeschikte bestemming vormen. Dit betekent dat wat betreft de nuttige vloeroppervlakte de openbare dienstverlening en gemeenschapsvoorzieningen de hoofdbestemming vormen. Omwille van de betaalbaarheid wordt de visie voor de uitbouw van openbare functies verbreed zodat aanvullende private initiatieven mogelijk zijn. De hoofdbestemming blijft evenwel de gemeenschaps-functie, private initiatieven in de vorm van recreatie (fitness), ontspanning (welness) of horeca (hotel, restaurant, …) worden aanvullend mogelijk gemaakt. Door de functieverbreding treedt een verdere verdichting van het perceel op. De zone heeft een oppervlakte van 14.025m² waarvan maximum 5.000m² kan worden bebouwd. De minimum groenoppervlakte wordt gevoelig teruggebracht ten aanzien van de verharde oppervlakte om de parkeerbehoefte binnen de zone te kunnen opvangen. Vooral de nood aan parkeerruimte neemt gevoelig toe t.a.v. het vroegere planvoorstel. De parking vormt na realisatie één van de randparkings voor het centrum van Sint – Katelijne – Waver die gebruikt kan worden bij evenementen. Door het afbouwen van het aantal parkeerplaatsen in de dorpskern zal het gebruik van de randparkings bij activiteiten en evenementen worden gestimuleerd. Naar het openbaar domein toe blijft de visie voor de realisatie van een groene inkom van de dorpskern gehandhaafd. Dit maakt dat aan de straatzijde het groene karakter dient gewaarborgd.
Behoud van de zone voor sport en recreatie Tussen het op het gewestplan bestemde woongebied en de in het RUP voorziene bedrijvenzone voor industriële activiteiten situeert zich een zone voor sport en recreatie. Binnen deze zone bevindt zich momenteel het sportcentrum TC Heiveld. Het sportcentrum heeft daarbij uitbreidingsplannen in aansluiting met de bestaande gebouwen. Om deze functie optimaal te verenigen met het aanliggende woongebied worden ten aanzien van dit gebied een bouwvrije strook van minimum 20m en een bufferstrook van 5m voorzien. In het kader van een zuinig en optimaal ruimtegebruik kan de aanleg van een gemeenschappelijke parking voor de sport en recreatiezone worden nagestreefd.
Ontsluiting en mobiliteit Momenteel wordt het gebied ontsloten via Dreefvelden, Hagelsteinweg en Gelaagputten, die allen aansluiten op de Mechelsesteenweg in de nabijheid van het centrum van Sint-Katelijne-Waver. Om het centrum van het zwaar doorgaand verkeer te ontlasten is geopteerd om één centrale ontsluitingsas te realiseren, nl.
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 33 van 39 februari 2012
Dreefvelden, die aansluit op de Mechelsesteenweg ter hoogte van Hagelsteinweg. De nieuwe ontsluitingsweg dient te fungeren als hoofdontsluiting voor het KMO-gebied waarop de andere in hoofdzaak doodlopende ontsluitingswegen aantakken. Tussen Dreefvelden en Leliestraat wordt een bijkomende ontsluiting voorzien die aansluit op de hoofdas van het bedrijfsterrein, momenteel bevindt zich hier een tijdelijke ontsluitingsweg. De verbinding naar de Leliestraat is een secundaire ontsluiting met een meer beperkt profiel en een reeks snelheidsremmende maatregelen om doorgaand verkeer te ontmoedigen. Dit zal worden geconcretiseerd door een bochtig tracé of een “knik” in de rijbaan. De weg is tevens een interne ontsluitingweg voor de zone voor dienstverlening waar een groot aantal parkeerplaatsen zal worden gerealiseerd. Door de aanleg van een nieuwe verbinding tussen Dreefvelden en de Leliestraat kan het centrumgebied verder worden ontlast van zwaar verkeer. De oorspronkelijke Dreefvelden en de Gelaagputten worden van de Mechelsesteenweg afgesloten voor zwaar verkeer en doen dienst als noodontsluiting en verbinding voor zwakke weggebruikers. De Dreefvelden wordt zelfs onderbroken voor alle gemotoriseerd verkeer en ingericht als fietsas.
Parkeerbehoefte in de zone voor dienstverlening Bij voorliggende ontwikkeling van de zone voor dienstverlening kan een terreinoppervlakte van maximum 5.000m² en vloeroppervlakte van maximum 10.000m² ontwikkeld worden. Hierbij wordt uitgegaan van een invulling van 60% voor gemeenschapsvoorzieningen en maximaal 40% voor aanvullende private initiatieven. Een hypothetische raming van de behoefte komt deze neer op 180 à 340 plaatsen. –
Gemeenschapsfunctie: Gemeenschapsvoorziening: 1 à 3 parkeerplaatsen per 100m² betekent 60 à 180 parkeerplaatsen voor 6000m²
–
Privéfunctie: 3 à 4 parkeerplaatsen per 100m² betekent 120 à 160 parkeerplaatsen voor 4000m² (ter vergelijking: dansstudio/sportschool: 3 à 4 parkeerplaatsen per 100m²; squash: 1 à 2 parkeerplaatsen per baan; bowling: 1,5 à 2,5 parkeerplaatsen per baan/tafel)
Een richtwaarde voor de benodigde oppervlakte voor één parkeerplaats bedraagt minimaal 20m² bruto. Dit is een ondergrens. Indien er groenvoorziening op het parkeerterrein dient te worden voorzien (zoals bomen/struiken) en tevens een ingeklede looproute voor voetgangers bijvoorbeeld dan is een brutooppervlakte van 25m² per plaats nodig. De benodigde oppervlakte geeft: –
Ondergrens 3600m² (180plaatsen x 20m²) tot 6800m² (340plaatsen x 20m²)
–
Bovengrens min. 4500m² (180plaatsenx25m²) tot 8500 m² (340plaatsen x 25m²)
Uit de ramingen blijkt dat het waarschijnlijk moeilijk zal zijn om de parking volledig op maaiveldniveau in te vullen, aangezien hier max. 6.000m² ter beschikking is. Het ondergronds parkeren (onder de gebouwen) of het gelaagd parkeren (in meerdere parkeerlagen) is als optie opengehouden in het RUP. Eerder is de beperktere interferentie tussen de private en de gemeenschapsfuncties aangehaald. Dit kan ook een impact hebben op het te voorziene parkeeraanbod. Bij de mogelijkheid tot gedeelte parkings dienen er immers minder te worden voorzien. Bij de vergunningsaanvraag zal dit dienen te worden aangetoond. Het lijkt aangewezen op voor de volledige zone een inrichtingsplan op te maken zodat het parkeren voor zowel de private als de publieke functies gezamenlijk kan worden geregeld.
Buffering van het bedrijfsgebied De buffering van het gebied Dreefvelden wordt verplaatst naar de buitenzijde van het terrein. De buffers tussen de bedrijven onderling en tussen de bedrijvigheid en de sport- en recreatie zone en zone voor gemeenschapsvoorzieningen wordt beperkt.
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 34 van 39 februari 2012
De groenbuffer is bestemd voor het aanleggen van groenschermen, bedoeld om eventuele aspecten van hinder te ondervangen. De bedrijvenzone wordt in hoofdzaak omgeven door een bufferstrook van 15m. Tussen het bedrijfsgebied en de zone voor sport en recreatie enerzijds en het aanpalende woongebied anderzijds wordt een bufferstrook van 5m voorzien omdat deze functies meer verenigbaar zijn. De buffering tussen het bedrijfsgebied en de zone voor dienstverlening wordt teruggebracht tot 5m, gelet op de meer dynamische ontwikkeling die voor de laatste zone wordt voorop gesteld. Anderzijds zal de buffering tussen de zone voor dienstverlening en het aanpalende woongebied / landbouwgebied worden vervolledigd.Ten aanzien van het woongebied is de aanleg van geluidswallen mogelijk. Interne buffers tussen de bedrijven worden niet opgelegd vanuit het algemeen ruimtelijk principe dat een sterke buffering aan de rand van het gebied wordt nagestreefd in functie van het optimaliseren van het interne ruimtegebruik. Het effectieve beheer en uitwerking van de bufferstroken zal verder invulling krijgen in de overeenkomsten die tussen gemeente en Igemo enerzijds en tussen Igemo en kandidaat kopers worden uitgewerkt, althans voor wat betreft de nieuw te realiseren percelen. De groenbuffer die het bedrijfsgebied omgeeft blijft in eigendom van de bedrijven, die tevens instaan voor het onderhoud ervan. De principes in de stedenbouwkundige voorschriften blijven gehandhaafd.
Zone voor oppervlaktewater en waterbufferbekken Het behoud van de Pretslandloop en het openleggen van de bedding wordt voorop gesteld. De zone is bedoeld om de natuurlijke ontwikkeling van de waterloop te waarborgen en om ruimte te voorzien voor onderhoudswerken. De zone valt grotendeels samen met de bestaande loop van de Pretslandloop. De waterloop wordt binnen het huidige traject behouden, waarbij wordt ingespeeld op de visie van de beheerder van de waterloop om bestaande trajecten maximaal te respecteren. Aan de waterloop wordt een zone voor retentie gekoppeld. Hierbij wordt maximaal rekening gehouden met de berging van oppervlaktewater binnen het plangebied. Voor wat betreft de waterberging van het oppervlakte- en/of hemelwater wordt er binnen de zone voor open oppervlaktewater ruimte voorzien voor het aanleggen van een bufferbekken. De maatvoering van dit bufferbekken is voorzien op de totale exploitatie van het gebied Dreefvelden als bedrijfszone. Het bufferbekken kan tevens dienst doen als blusbekken. Momenteel is door Igemo een waterbekken uitgewerkt die slechts voor een deel invulling geeft aan de zone in het geldende RUP. De eerst voorgestelde oppervlakte blijft evenwel behouden als reserve, mocht later, na volledige ontwikkeling van het bedrijfsgebied,, de behoefte alsnog blijken.
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 35 van 39 februari 2012
7 PLANBATEN EN PLANSCHADE Onderstaande tabel geeft een overzicht van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die mogelijks aanleiding kan geven tot een planschade-vergoeding, vermeld in artikel 2.6.1 van de Vlaamse Codex R.O., een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4 van de Vlaamse Codex R.O., of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid. Het voorliggende RUP Dreefvelden bis volgt de contour van het geldende RUP Dreefvelden volledig. De actuele voorschriften betreffen een verdere verfijning van de geldende bestemmingen, waardoor er geen planbaten noch planschade ontstaat.
Type regeling
Bestemmingswijziging
Betrokken percelen
Planbaten
nihil
−
−
Planschade
nihil
−
−
Compensatie
nihil
−
−
8 RUIMTEBALANS Onder de vorm van enkele cijfergegevens kan een overzicht gemaakt worden van de verschillende bestemmingscategorieën en hun aandeel in het ruimtegebruik binnen het plangebied.
Categorie van gebiedsaanduiding Wonen Bedrijvigheid Gemeenschapsvoorzieningen Landbouw Recreatie Lijninfrastructuur TOTAAL
kja project:
RUP Dreefvelden (m²) 2488 174 159 34 433
RUP ‘Dreefvelden herziening’ (m²) 2488 174 159 34 433
35 042 29 414
35 042 29 414
275 536
275 536
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 36 van 39 februari 2012
9 OPGEHEVEN VOORSCHRIFTEN De op het gewestplan van Mechelen (dd. KB van 05 augustus 1976) voorziene bestemmingen, gelegen binnen de grens van het afgebakend ruimtelijk uitvoeringsplan Dreefvelden werden bij de goedkeuring van het RUP Dreefvelden d.d.03.11.2005 opgeheven. Het voorliggende RUP Dreefvelden bis volgt de contour van het geldende RUP Dreefvelden volledig. De actuele voorschriften betreffen een verdere verfijning van de geldende bestemmingen.
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 37 van 39 februari 2012
10 BIJLAGEN 10.1 Streekeigen heester- en boomsoorten Acer campestre Acer pseudoplatanus Aesculus hippocastanum Alnus incana Alnus glutinosa Beberis vulgaris Betula pendula Betula pubescens Carpinus betulus Castanea sativa Cornus mas Cornus sanguinea Corylus avellana Crateagus laevigata Crateagus monogyna Euonymus europaeus Fagus sylvatica Frangula alnus Fraxinus excelsior Ilex aquifolium Juglans regia Ligustrum vulgare Malus sylvestris Mespilus germanica Populus alba Populus canescens Populus tremula Prunus avium Prunus padus Prunus spinosa Quercus petraea Quercus robur Ribes nigrum Ribes rubrum Ribes uva-crispa Rosa canina
kja project:
veldesdoorn gewone esdoorn paardekastanje grauwe els zwarte els zuurbes ruwe berk zachte berk haagbeuk tamme kastanje gele kornoelje rode kornoelje hazelaar tweestijlige meidoorn éénstijlige meidoorn kardinaalsmuts beuk vuilboom es hulst okkernoot wilde liguster wilde appel mispel witte abeel grauwe abeel ratelpopulier kriek of zoete kers vogelkers sleedoorn wintereik zomereik zwarte bes aalbes stekelbes hondsroos
Sambucus nigra Salix alba Salix aurita Salix caprea Salix cinerea Salix fragilis Salix triandra Salix viminalis Sambucus nigra Sambucus racemosa Sarothamus scoparius Sorbus aria Sorbus aucuparia Symphoricarpos rivularis Tilia cordata Tilia platyphylos Ulex europaeus Ulmus carpinifolia (U. minor) Ulmus glabra Viburnum opulus
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
gewone vlier schietwilg geoorde wilg boswilg grauwe wilg kraakwilg amandelwilg katwilg gewone vlier trosvlier of bergvlier gewone brem meelbes wilde lijsterbes sneeuwbes kleinbladige linde grootbladige linde gaspeldoorn veldiep ruwe iep Gelderse roos
pagina 38 van 39 februari 2012
10.2 Kaartenbundel Kaart: topografische kaart Kaart: orthofoto Kaart: bestaande toestand Kaart: grafisch plan
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 39 van 39 februari 2012
Gemeente Sint-Katelijne-Waver RUP001_a Dreefvelden Topografische kaart
verklaring Grens RUP
BRONNEN 1. Digitale versie van topografische kaart 1/10.000 (1991-2001), NGI, raster, kleur (OC GIS-Vlaanderen) 0
40m
80m
120m
160m
200m
240m
schaal
A3 - 1:1.000
datum
februari 2012
doc.nr.
bre/2228195004
vakgroep
ruimte en milieubeleid
Gemeente Sint-Katelijne-Waver RUP001_a Dreefvelden Orthofoto verklaring Grens RUP
BRONNEN 1. Orthofoto, google maps (2011)
0
40m
80m
120m
160m
200m
240m
schaal
A3 - 1:1.000
datum
februari 2012
doc.nr.
bre/2228195004
vakgroep
ruimte en milieubeleid
Verklaring
BRONNEN: 1. Topografische kaart 1/10.000 (1991-2001) raster, kleur (OC-product).
SITUERING:
1:25.000
0
250m
500m
750m
1000m
1250m
1500m
RUP001_a Dreefvelden
Bestaande Juridische Toestand
In opdracht van Gemeente Sint-Katelijne-Waver Lemanstraat 63 2860 Sint-Katelijne-Waver
+32 015 50 30 50 +32 015 50 30 03 <M> [email protected]
Een ontwerp van Antea Group Posthofbrug 10 2600 Antwerpen
+32 03 221 55 00 +32 03 221 55 01 <M> [email protected]
Dossier voor plenaire vergadering
Plan nummer Documentnummer Revisienummer
0
10m
20m
30m
40m
50m
60m
Formaat Schaal Datum
1 bre/2228195004.dwg 4
Business manager, Ruimtelijk planner
Projectleider, Ruimtelijk planner
Projecttechnicus, Tekenaar
A0 1:1.000 15.02.2012
Jan Parys
Koen Janssens
Bernd Reeskens
Verklaring
BRONNEN: 1. Topografische kaart 1/10.000 (1991-2001) raster, kleur (OC-product).
SITUERING:
1:25.000
0
250m
500m
750m
1000m
1250m
1500m
RUP001_a Dreefvelden
Grafisch plan - Voorontwerp
In opdracht van Gemeente Sint-Katelijne-Waver Lemanstraat 63 2860 Sint-Katelijne-Waver
+32 015 50 30 50 +32 015 50 30 03 <M> [email protected]
Een ontwerp van Antea Group Posthofbrug 10 2600 Antwerpen
+32 03 221 55 00 +32 03 221 55 01 <M> [email protected]
Dossier voor plenaire vergadering
Plan nummer Documentnummer Revisienummer
0
10m
20m
30m
40m
50m
60m
Formaat Schaal Datum
2 bre/2228195004.dwg 4
Business manager, Ruimtelijk planner
Projectleider, Ruimtelijk planner
Projecttechnicus, Tekenaar
A0 1:1.000 15.02.2012
Jan Parys
Koen Janssens
Bernd Reeskens
10.3 Watertoets – berekening retentie oppervlaktewater Ten noordwesten van de Mechelsesteenweg wordt momenteel een wachtbekken gerealiseerd op de Pretslandloop met een bergingsvolume van 800 m³ . Deze zone is ontwikkeld om de beekloop te bufferen en bijkomend te voorzien in de aangesloten verharde oppervlakten van de Mechelsesteenweg en de toekomstige woonuitbreiding tussen Mechelsesteenweg en Lemanstraat. Het wachtbekken voorziet niet in de opvang van oppervlaktewater voor het gebied Dreefvelden. De verharde oppervlakten van het bedrijfsgebied Dreefvelden dienen dus bijkomend opgevangen en ter plaatse geborgen te worden. Bruto oppervlakte bebouwing en verhardingen Dreefvelden Bestaande bedrijfsgebieden (bebouwing en verhardingen) Te ontwikkelen bedrijfsgebieden (bebouwing en verhardingen) Overige zones In te richten openbaar domein Totaal
17.5 ha /
54.999 m² 76.250 m² 33.750 m² 10.000 m² 175.000 m²
Noodzakelijke buffering inzake overstromingsgevoeligheid Er mag maximaal 10 l/s/ha in de waterloop geloosd worden en er dient minimaal 150 m³ /verhard per ha op de betrokken terreinen geborgen te worden. Noodzakelijke minimale buffering : 17.5 ha x 150 m³ = 2.625 m³ De grondwatertafel is hoog / ijzerhoudende lagen voorkomen lokaal insijpeling, zodat rekening wordt gehouden met een nuttige buffering tot op een diepte van 0.50m . Dit maakt de uitbouw van een waterbuffer met een oppervlakte van 5.250 m² noodzakelijk.
Noodzakelijke waterbuffer
2.625 m³ x 0.50 m =
5.250 m²
Verdeling van de waterbuffering binnen het bedrijfsgebied Berging binnen de waterloop en wegenis
1.250 m²
Realisatie van een waterbufferbekken / retentiezone
4.000 m²
Binnen het profiel van de Pretslandloop (huidige traject) en de beek achter de gemeentelijke loodsen (huidig en te realiseren traject), dit is een afstand van 550m, kan op basis van een 1m brede waterberging voorzien worden in een totale capaciteit van 550 m². Binnen de nieuwe hoofdontsluitingsweg dient ruimte te worden voorzien voor het bergen van oppervlaktewater in een open bedding, waarbij een 1m brede waterberging kan worden voorzien over een afstand van 700 m met een totale capaciteit van 700 m². De realisatie van een bijkomende zone voor retentie wordt voorzien in aansluiting met de Pretslandloop met een minimumcapaciteit van 4000 m².
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 40 van 39 februari 2012
10.4 Advies Mer cel inzake plan MER screening Nog toe te voegen na goedkeuring BIJLAGE: verzoek tot raadpleging – screening van de plan-MER-plicht
kja project:
2228193012_TN_bijlageSCR/2228193009rev- niet verordenend deel - toelichtingsnota en bijlage verzoek tot raadpleging RUP 001_a Dreefvelden gemeente Sint – Katelijne - Waver
pagina 41 van 39 februari 2012
DEEL 2
VERZOEK TOT RAADPLEGING
2228193016 – gebundeld screeningsdossier
Plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening Gemeente Sint-Katelijne-Waver
INHOUD DEEL 1
RAPPORT .......................................................................................................2
1
BESCHRIJVING EN AFBAKENING PLANGEBIED ..........................................................................3
1.1 1.2 2 3
INITIATIEFNEMER ..............................................................................................................3 PLANOMSCHRIJVING EN PLANALTERNATIEVEN .........................................................................3 BEPALEN VAN DE PLAN-M.E.R.-PLICHT ..................................................................................6 POTENTIËLE MILIEUEFFECTEN VAN HET PLAN ..........................................................................8
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 4
BODEM...........................................................................................................................8 WATER .........................................................................................................................10 FAUNA EN FLORA ............................................................................................................13 LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE .........................................................15 MENS...........................................................................................................................16 LEEMTEN IN DE KENNIS.....................................................................................................23 GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN ....................................................................................23 CONCLUSIE VAN HET VERZOEK TOT RAADPLEGING .................................................................24
FIGUREN Figuur 1-1 : goedgekeurd RUP Dreefvelden (huidige juridische bestemming)
3
Figuur 1-2: Voorgenomen plan: herziening RUP Dreefvelden (gewenste bestemming) Figuur 3-1 Bodemkaart en situering bodemonderzoeken Figuur 3-2 Zoneringsplan VMM
4
8
11
Figuur 3-3 BWK met aanduiding nog waardevolle zones (geel omrand)14 Figuur 3-4 Situering op stratenplan17
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
1 van 26
DEEL 1
RAPPORT
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
2 van 26
1
Beschrijving en afbakening plangebied
1.1
Initiatiefnemer Het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Sint-Katelijne-Waver is initiatiefnemer van het ruimtelijk uitvoeringsplan “Dreefvelden herziening”, en bijgevolg ook van de screening van de plan-MER-plicht.
1.2
Planomschrijving en planalternatieven Voor een situering van het plangebied wordt verwezen naar paragraaf 1.2. in de toelichtingsnota van het RUP. Een omschrijving van de doelstellingen en visie van het RUP wordt gegeven in hoofdstuk 5 van de toelichtingsnota. In hoofdstuk 6 is een uitgebreide motivering van de planopties opgenomen en wordt er dieper ingegaan op de bepalingen per zone. Voorliggend RUP is een herziening van het goedgekeurde RUP Dreefvelden (BD 03.11.2005). De opmaak van het RUP Dreefvelden betrof in hoofdzaak het omvormen van een bedrijvenzone voor milieubelastende industrie (gewestplan) tot een lokale KMO-zone voor het (her)vestigen van lokale bedrijven in uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Sint – Katelijne – Waver.
Figuur 1-1 : goedgekeurd RUP Dreefvelden (huidige juridische bestemming) De volgende bestemmingszones zijn in het goedgekeurde RUP voorzien: • Zone voor industrie met nabestemming lokaal bedrijventerrein (artikel 1) • Zone voor lokaal bedrijventerrein (artikel 2) • Zone voor openbare dienstverlening met nabestemming lokaal bedrijventerrein (artikel 3) • Zone voor openbare dienstverlening (artikel 4)
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
3 van 26
• Zone voor sport en recreatie (artikel 5) • Zone voor wonen (artikel 6) • Zone voor landelijk wonen (artikel 7) • Zone voor groenbuffer (artikel 8) • Zone voor open oppervlaktewateren (artikel 9) • Zone voor openbare wegenis (artikel 10)
Bij de ontwikkeling van de betreffende terreinen door de intercommunale Igemo, werden in het oorspronkelijke RUP een aantal knelpunten ondervonden die een actualisatie vereisen in functie van de verdere optimalisatie en duurzame ontwikkeling van het bedrijfsterrein. Het betreft enerzijds elementen m.b.t. de gebouwen en constructies van toepassing op het gedeelte KMO-gebied zoals: inplanting bedrijfswoning, bebouwingspercentage (o.a. beschutte werkplaats voor Borgerstein); inplanting ten aanzien van de rooilijn, afmetingen van gebouwen en bijzondere constructies. Het betreft anderzijds elementen rond de aanleg van het terrein zoals: ontsluiting en mobiliteit (noodzaak secundaire ontsluiting Dreefvelden - Leliestraat), beheer van de groenzone, configuratie van zone voor oppervlaktewater, uitbouw containerpark. Daarnaast zal de zone voor algemene dienstverlening aan de Leliestraat worden uitgebreid met complementaire functies (zoals recreatie in de vorm van fitness, welness en hotelaccommodatie) te realiseren in de vorm van een PPS-project.
Figuur 1-2: Voorgenomen plan: herziening RUP Dreefvelden (gewenste bestemming)
Zoals kan worden afgeleid uit de beide figuren (en tevens uit de motivering in de toelichtingsnota) verschilt het in opmaak zijnde RUP op hoofdkleuren slechts in details ten aanzien van het goedgekeurde RUP Dreefvelden.
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
4 van 26
Er worden geen locatiealternatieven onderzocht, het betreft immers een herziening van een goedgekeurd RUP. De concrete invulling van het plan kan wel wijzigen: er zijn – inherent aan het planniveau verschillende inrichtingsalternatieven mogelijk waarbij rekening gehouden moet worden met het kader en de stedenbouwkundige voorschriften opgelegd in het RUP.
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
5 van 26
2
Bepalen van de plan-m.e.r.-plicht Met de goedkeuring van het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s door de Vlaamse Regering op 12 oktober 2007, moet de initiatiefnemer van een plan met – mogelijk – aanzienlijke milieueffecten, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke uitvoeringsplannen, deze milieueffecten en eventuele alternatieven in kaart brengen. Er geldt enkel een plan-MER-plicht voor deze plannen en programma’s die aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Om al dan niet te kunnen besluiten tot een plan-MER-plicht moeten geval per geval de volgende drie stappen doorlopen worden: •
Stap 1: valt het plan onder de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM) ? >> RUP’s vallen onder deze definitie;
•
Stap 2: valt het plan onder het toepassingsgebied van het DABM? >> dit is het geval indien: o Het plan het kader vormt voor de toekenning van een vergunning (stedenbouwkundige, milieu-, natuur-, kap-,…) aan een project; o Het plan mogelijk betekenisvolle effecten heeft op speciale beschermingszones waardoor een passende beoordeling vereist is. Gemeentelijke ruimtelijk uitvoeringsplannen vormen het kader voor de toekenning van een stedenbouwkundige vergunning, die pas kan worden verleend als het voorgenomen project zich in de bestemming bevindt die overeenstemt met de bestemming vastgelegd in het ruimtelijk uitvoeringsplan. Het RUP vormt dus het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt. Het RUP “Dreefvelden herziening” valt bijgevolg onder het toepassingsgebied van het DABM.
•
Stap 3: valt het plan onder de plan-MER-plicht? >> Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen: o Plannen die “van rechtswege” plan-MER-plichtig zijn (geen voorafgaande “screening” vereist): Plannen die het kader vormen voor projecten die vallen onder het toepassingsgebied van de Omzendbrief LNE 2011/1 (Bijlage I en II van het BVR van 10/12/2004 – zijnde het project-MERbesluit én de bijlage II van de Europese Richtlijn) én niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden én betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening (een RUP voldoet per definitie aan deze laatste voorwaarde); Plannen waarvoor een passende beoordeling vereist is, uitgezonderd deze die het gebruik bepalen van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhouden. o Plannen die niet vallen onder het toepassingsgebied van de Omzendbrief LNE 2011/1 en waarvoor geval per geval moet geoordeeld worden of ze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben >> “screeningplicht” o Plannen voor noodsituaties (niet plan-MER-plichtig, maar hier niet relevant).
Het is momenteel niet volledig uit te sluiten dat het RUP “Dreefvelden herziening” geen betrekking heeft op een project vermeld in Bijlage I of II van het BVR van 10/12/2004. Daar het over KMO-zone en dienstenzone gaat en het doel van het eerder goedgekeurde RUP net betrof om milieubelastende
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
6 van 26
industrie niet meer toe te laten en het gebied enkel te richten op lokale KMO, durven wij er van uit te gaan dat de te vestigen bedrijven niet van die aard zullen zijn dat de activiteit onder deze Bijlage vallen. Anderzijds is in bijlage bij de omzendbrief LNE 2011/1 opgenomen onder infrastructuurprojecten: 10. Infrastructuurprojecten a) Industrieterreinontwikkeling b) Stadsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van de bouw van winkelcentra en parkeerterreinen Het RUP Dreefvelden heeft betrekking op deze rubrieken a en b. Het RUP herziening Dreefvelden is screeningsgerechtigd: Het RUP vormt een kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of bijlage II van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004, of voor een project opgesomd in de bijlage bij Omzendbrief LNE 2011/1 - 22 juli 2011, namelijk voor de rubriek 10 a en b van bijlage bij de omzendbrief LNE 2011/1. Het RUP bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau of houdt een kleine wijziging in omdat het een lokaal kmo-terrein betreft en een dienstenzone voor de gemeenschap van de gemeente in combinatie met vrijetijdsactiviteiten met een lokaal karakter, en is derhalve screeningsgerechtigd.
Voor niet van rechtswege plan-MER-plichtige RUP’s dient geval per geval een screeningsprocedure doorlopen te worden teneinde een conclusie te kunnen maken omtrent eventuele plan-MER-plicht. In volgende paragrafen wordt het screeningsonderzoek, ook wel het onderzoek naar het voorkomen van aanzienlijke milieueffecten als gevolg van het plan, gevoerd.
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
7 van 26
3
Potentiële milieueffecten van het plan In de beschrijving van milieueffecten wordt er – zoals gangbaar in de milieueffectbeoordeling gefocust op de verschillen ten aanzien van de referentiesituatie. Dit is de huidige situatie op het terrein zonder rekening te houden met de huidige bestemming (die in hoofdkleur quasi dezelfde is). Aangezien dit plan een herziening inhoudt van een reeds goedgekeurd RUP voor (lokale) bedrijvigheid, zal er waar relevant tevens worden aangehaald of er effecten te verwachten zijn ten aanzien van de huidige bestemming.
3.1
Bodem
3.1.1
Referentiesituatie
Figuur 3-1 Bodemkaart en situering bodemonderzoeken
Op de bodemkaart wordt het plangebied voornamelijk gekarteerd als zijnde matig natte licht zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont) (uPdc) en tevens als matig natte lemig zandbodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont ((u-)Sdc). De woningen langs de Mechelsesteenweg liggen in bebouwd gebied. Ten slotte werd in de huidige bedrijvenzone tevens een vergraven zone (OT) gekarteerd. De bodemkaart dateert van de jaren ’50. Bedrijvenzone Dreefvelden is in de huidige situatie grotendeels ingevuld; de bodem is ter hoogte van de activiteiten dan ook verstoord. De geologische opbouw in het plangebied geeft weer dat het Quartair een relatief dun pakket betreft. De isohypsen van het top van het Tertiair geven aan de op 5m diepte het Quartair wordt aangetroffen. Quartair: ELPW en /of HQ
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
8 van 26
Voor het plangebied ligt volgende Tertiairlaag op geringe diepte: BmPu zwartgrijze klei, silthoudend, veel organisch materiaal Lid van Putte (Rupel groep, Formatie van Boom). Uit de OVAM-databank van de verspreiding van bodemonderzoeken (situatie 08/08/2011) in Vlaanderen, blijkt dat binnen het plangebied verschillende sites voorkomen waar een oriënterend bodemonderzoek werd uitgevoerd. Op één perceel is tevens een beschrijvend onderzoek uitgevoerd.
3.1.2
Mogelijke effecten Een mogelijk effect op de bodem wordt hoofdzakelijk teweeg gebracht door de aanleg van nieuwe gebouwen en infrastructuur. Het RUP beoogt een toename aan bebouwing en verharding in het plangebied ten opzichte van de huidige situatie. Daar waar de bodem reeds is verstoord, zijn geen effecten te verwachten op het bodemprofiel of op effecten van verdichting. In de niet verstoorde zones komen geen kwetsbare bodemprofielen voor. Er worden dan ook geen aanzienlijk negatieve effecten verwacht. Het voorkomend bodemtype is tevens weinig gevoelig voor verdichting. Inzake effecten op bodem is er geen noemenswaardige toename van hinderlijke effecten tot wat vandaag al mogelijk is in het RUP Dreefvelden. Binnen het plangebied komen activiteiten voor en worden activiteiten toegelaten waarvan het risico op het vormen van bodemverontreiniging bij calamiteiten niet is uit te sluiten (binnen de zone voor bedrijvigheid). Dit valt echter buiten de RUP-regelgeving en is onderhevig aan de regelgeving m.b.t. het bodemsaneringsdecreet. Bij calamiteiten zullen de nodige acties volgens deze regelgeving worden ondernomen. Er wordt van uitgegaan dat vooraf aan de graafwerken een milieuhygiënisch onderzoek plaatsvindt bij grondverzet vanaf 250m³. In het bodembeheerrapport staan indien nodig maatregelen vermeld om de bodem te beschermen (bijvoorbeeld voor het tijdelijk stapelen van verontreinigde gronden) en welke strikt dienen te worden nageleefd. Theoretisch dient er dan ook te worden verondersteld dat het grondverzet geen invloed uitoefent op de bodemkwaliteit elders. De geldende wetgeving hieromtrent dient gerespecteerd te worden. Ook de eventuele aanvoer van grond dient gevrijwaard te zijn van verontreiniging. Volgens de geldende regelgeving dient de aangevoerde grond voorzien te zijn van een certificaat van de Grondbank, waarin de herkomst, kwaliteit en gebruiksvormen staan vermeld.
3.1.3
Milderende maatregelen Milderende maatregelen worden niet noodzakelijk geacht. De bodemkwaliteitsaspecten zijn geregeld via het Bodemsaneringsdecreet.
3.1.4
maatregelen
m.b.t.
Conclusie Vanuit de discipline bodem worden geen aanzienlijk negatieve effecten verwacht ten gevolge het RUP. Er wordt verder vanuit gegaan dat er rekening wordt gehouden met de vigerende milieureglementeringen (VLAREM, VLAREBO, Bodemdecreet). Milderende maatregelen hoeven niet te worden voorgesteld.
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
9 van 26
3.2
Water
3.2.1
Referentiesituatie –
Zie ook paragraaf § 3.4 ‘Integraal waterbeheer’ in de toelichtingsnota.
–
Waterlopen: doorheen het studiegebied loopt de Pretslandloop (3e categorie-beheerder gemeente).
–
Waterbekken: het plangebied behoort tot het Netebekken, meerbepaald het deelbekken ‘Beneden Nete’.
–
Watertoetskaarten: o
Erosiegevoeligheid: het plangebied is niet erosiegevoelig, met uitzondering van enkele kleinere vlekken.
o
Het volledige plangebied is weinig gevoelig voor grondwaterstroming.
o
Een zone in het plangebied waar de huidige industriële bedrijvencluster Jacobs nv., EKP-recycling nv. en AWS nv. gelegen zijn, is aangeduid als effectief overstrominggevoelig. Deze zone sluit aan bij de waterloop ‘Pretlandloop’. Enkele percelen langs de Mechelsesteenweg net buiten het plangebied zijn eveneens gelegen in zone die staat aangeduid als effectief overstromingsgevoelig. Verder is het plangebied niet overstromingsgevoelig. De gemeente geeft verder aan dat er de laatste jaren geen overstromingen op het terrein meer zijn waargenomen.
o
Het volledige plangebied is infiltratiegevoelig.
–
Van de overstromingskaarten (geo-vlaanderen) valt af te leiden dat de aangeduide gebieden ‘effectief overstromingsgevoelig’ wel zijn aangeduid in de kaart ‘risicozone voor overstromen 2006’ maar niet op de kaarten met recente overstromingen in 2010 en 2011.
–
Gelegen in VHA-zone ‘Nete van monding Itterbeek (incl.) tot monding in Ruppel’
–
Op basis van de grondwaterkwetsbaarheidskaart (Bron: Databank Ondergrond Vlaanderen) blijkt dat het plangebied in weinig kwetsbaar (Dc) gebied is gelegen. Als reden hiervoor kan aangehaald worden dat de watervoerende laag bestaat uit leemhoudend of kleihoudend zand en er een kleiige deklaag van 10m of meer aanwezig is.
–
Het plangebied is niet gelegen in een waterwingebied of beschermingszone voor grondwaterwinning.
–
Zoneringsplan: de bedrijven in het plangebied zijn aangeduid als ‘collectief te optimaliseren buitengebied’ en zullen in de toekomst worden aangesloten op het rioleringsstelsel. De momenteel onbebouwde zones zijn nog niet opgenomen in het zoneringsplan.
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
10 van 26
Figuur 3-2 Zoneringsplan VMM
3.2.2
Mogelijke effecten Uit de erosiegevoeligsheidskaart blijkt dat er geen effecten te verwachten zijn inzake erosie. De graad van verharding ten opzichte van de huidige situatie op het terrein zal in het algemeen door uitvoering van het RUP aanzienlijk toenemen wat negatief te beoordelen is. Indien er rekening gehouden wordt met de stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, zijn de uiteindelijke effecten op de natuurlijke waterhuishouding als niet significant in te schatten mits de voorziene maatregelen: –
In het RUP wordt ervan uitgegaan dat elke stedenbouwkundige vergunning dient te voldoen aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke verordening inzake hemelwaterwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater: (B.Vl.R. 01/10/2004)
–
Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat hemelwater in eerste instantie zoveel mogelijk hergebruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd. Indien infiltratie onmogelijk blijkt door voortdurend hoge grondwaterstanden of indien de doorlatendheidsfactor van de bodem te laag is, dient het hemelwater te worden gebufferd met vertraagde afvoer.
–
In de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP is voor de bedrijfzones een voorschrift met betrekking tot de verharding opgenomen: ‘de niet-bebouwde delen van de bedrijfskavel kunnen voor maximaal 80% van hun oppervlakte worden verhard ten behoeve van opritten, de aanleg van parkeervoorzieningen en interne ontsluiting. De rest van de ruimte dient voorzien te worden van groenaanleg.’
–
In de inrichting van het terrein is reeds volop aandacht besteed aan de buffering en berging van hemelwater en oppervlaktewater. In de toelichtingsnota onder §3.4 zijn de watertoetsaspecten besproken en geëvalueerd. In bijlage 10.3 bij de toelichtingnota is een berekening opgenomen van de te verwachten verharde oppervlakten en de benodigde buffervolumes. Tevens is aangegeven op welke manier deze op het terrein kunnen worden ingepast.
–
Door de provincie is in 2005 een vergunning verleend voor werken aan de Offendonksebeek Pretslandloop en de aanleg van een bufferbekken voor 150m³/ha verharding.
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
11 van 26
–
In een studie rond de weg- en rioleringswerken Mechelsesteenweg fase II (2002) is opgenomen dat er een wisselwerking is tussen de riolering (RWA/DWA) en de voorziene buffering. Er is voor de ontwikkeling een verharde oppervlakte (wellicht de aanwezige) in de berekening opgenomen. Volgens de gemeente zou er in de berekening zijn rekening gehouden met de geplande ontwikkeling (het goedgekeurde RUP Dreefvelden) en gerelateerde verharde oppervlakte. Dit zal dienen te worden bevestigd(en indien nodig zal er actie dienen te worden ondernomen om de herberekening voor het bufferbekken uit te voeren). .
–
De watertoetsaspecten zijn grondig bekeken en het RUP heeft in haar inrichting hiermee rekening gehouden. Er zijn geen negatieve effecten te verwachten op de waterhuishouding van de Pretslandloop door uitvoering van het RUP. Integendeel, de huidige verharding wordt nu eveneens in rekening gebracht en hiervoor wordt ruimte gevrijwaard waardoor de effecten naar de toekomst toe positief zullen evolueren.
Binnen het plangebied is het voorzien van ondergrondse constructies niet uitgesloten. In bedrijvenzone kan dit beperkt worden verwacht voor bijvoorbeeld kelderruimten van delen van productiebedrijven. In de zone voor openbare dienstverlening is het programma van die aard dat een belangrijk aandeel aan parkeervoorzieningen nodig zullen zijn. De verwachting is dat deze (deels) ondergronds worden voorzien. Ondergrondse constructies kunnen een potentiële invloed uitoefenen op de ondiepe grondwaterstroming. Het belang van de lokale grondwaterstroming kan groot zijn op plaatsen waar er natuurwaarden voorkomen die afhankelijk zijn van de stand of de toestroming van grondwater. Dit is hier ter hoogte van Dreefvelden niet relevant. Anderzijds kan grondwaterstroming van belang zijn bij ondergrondse constructies tot op ondoordringbare lagen. Volgens de watertoetskaart is het volledige plangebied weinig gevoelig voor grondwaterstroming. Onder de weinig gevoelige gebieden vallen alle gebieden waar er een aquitard (meestal een kleilaag) op geringe diepte voorkomt (of het grondwaterpeil diep staat en die niet tot type 1 (zeer gevoelig) behoren). Dit is tevens af te leiden uit de geologische opbouw in het gebied. De invloedssfeer van wijziging in grondwaterstroming zal vooral lokaal een rol spelen. Het is alleszins belangrijk om het bouwen van grotere aaneengesloten constructies tot op de ondoordringbare kleilaag te vermijden. Daarom wordt voorgesteld om in het RUP op te leggen dat maximaal 1 ondergrondse bouwlaag is toegestaan met een diepte van maximaal 3m. Tenzij via detailboringen op het terrein kan worden aangetaand dat de plaatselijke situatie hier toch zou afwijken van de geologische desktopinformatie.
De nieuwe infrastructuur die niet aangesloten kan worden op het rioleringsnet dient te voorzien in een eigen (collectieve) waterzuivering. Bedrijfsafvalwater wordt meestal sowieso individueel geregeld. Het huishoudelijk afvalwater zal – gebaseerd op de zoneringsplannan - waarschijnlijk collectief worden georganiseerd op het terrein. De ruimte is hierin voorhanden. Negatieve effecten op het oppervlaktewater of rioleringsnet omwille van lozingen van afvalwater worden dan ook niet verwacht. Gezien de bedrijven een milieuvergunning hebben, wordt er vanuit gegaan dat ze mogelijk milieuhinderlijke activiteiten uitvoeren die ook nadelig kunnen zijn voor de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater. Activiteiten die milieuvergunningsplichtig zijn, moeten voldoen aan de algemene en eventueel sectorale lozingsnormen van VLAREM en mogelijk (afhankelijk van de milieuvoorwaarden in de milieuvergunning) ook een eigen koolwaterstoffenafscheider of vetvanger voorzien waardoor ook bij uitbreiding van de activiteit geen significant negatieve effecten verwacht worden op de kwaliteit van het oppervlaktewater en/of grondwater.
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
12 van 26
Inzake effecten op water is er geen noemenswaardige toename van hinderlijke effecten tot wat vandaag al mogelijk is in het RUP Dreefvelden.
3.2.3
Milderende maatregelen Ten behoeve van het vermijden van het afsluiten van de grondwaterstroming ter hoogte van ondergrondse bouwlagen, dient het RUP op te leggen dat maximaal 1 ondergrondse bouwlaag is toegestaan tenzij via boringen kan worden aangetoond dat de geologische situatie dit zou toelaten). Bij de ontwikkeling van het terrein dient te worden bevestigd of er in de dimensionering van de buffering en van de riolering is rekening gehouden met de bijkomende ontwikkeling met verharde oppervlakte. Indien dit niet het geval blijkt te zijn zal hier op het terrein aan tegemoet dienen te komen.
3.2.4
Conclusie Indien er wordt rekening gehouden met de milderende maatregelen en de maatregelen ten behoeve van waterbeheersing die reeds in het RUP zijn vervat, wordt er geen aanzienlijk negatief effect verwacht vanuit de discipline water.
3.3
Fauna en Flora
3.3.1
Referentiesituatie Er is geen Natura 2000-gebied, noch een VEN-gebied in of nabij het plangebied gelegen. –
Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied is Habitatrichtlijngebied ‘Historische fortengordels van Antwerpen als vleermuizenhabitat’ op ca. 3 km ten noordoosten en op ca. 3km ten noordwesten van het plangebied. Het meest nabij gelegen vogelrichtlijngebied ligt op meer dan 20km afstand van het plangebied.
–
Het dichtstbijzijnde VEN-gebied ligt op ca. 4km afstand.
Voor een situering op de BWK (versie 2010) wordt verwezen naar paragraaf 3.3.1 in de bijhorende toelichtingsnota. In het plangebied zijn een aantal ruigten en een perceel aanplant aangeduid als biologisch waardevol. Voor een deel werden deze gronden ingevuld door het gemeentelijke containerpark en zijn in die zin achterhaald. In navolgende figuur worden de zones aangeduid die nog wel een biologische waarde kennen (overlap van waardevolle zones en niet ingevulde zones).
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
13 van 26
Figuur 3-3 BWK met aanduiding nog waardevolle zones (geel omrand)
3.3.2
Mogelijke effecten Er worden geen effecten verwacht op NATURA-2000 gebied of VEN-gebied (zie eerder). Het uitvoeren van een (voortoets) passende beoordeling of een verscherpte natuurtoets is dan ook niet relevant. Bij uitvoering van het plan zal biotoopverlies van ecologisch waardevolle zones onvermijdelijk zijn. Volgende oppervlakten worden getroffen: BWK Oppervlakte (m²) hp+ 754 hr 13288 kbgml 871 n 2825 Eindtotaal 17738 Het effect op biotoopverlies wordt beperkt negatief ingeschat rekening houdend met het type biotoop (algemeen voorkomend), het lokaal effect en de ligging in niet specifiek kwetsbaar gebied (afbakening ven of beschermingszones). Bovendien zal de zone aangeduid als bomenrij met loofhout (kbgml) in bufferzone komen te liggen. De loofhoutaanplant kan op termijn wel verdwijnen. Deze aanplant is niet opgenomen in de bosreferentielaag. Het bosdecreet is wel van toepassing. Verder zal de zone langsheen de waterloop gelegen zijn in een bestemmingszone voor water. Oeverontwikkeling is mogelijk. Er worden geen bijkomende significante barrière-effecten verwacht, het gebied is vandaag ook reeds in gebruik door bedrijven, stadsdiensten en kmo. Noch vormt het gebied een binnengebied binnen een ecologische structuur. Door het RUP zal er een waterbergings/bufferingssysteem gerealiseerd kunnen worden. 2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
14 van 26
Het voorschrift kan voor de zone voor open oppervlaktewater nog het volgende opnemen: Er wordt in de voorschriften duidelijk opgelegd dat dit waterbergingssysteem een hoogstaande ecologische en landschappelijk ontwerp en inrichting moet krijgen. Op deze manier zal er extra waardevol biologisch gebied ontstaan in dit gebied.
Inzake effecten op fauna en flora is er geen noemenswaardige toename van hinderlijke effecten tot wat vandaag al mogelijk is in het RUP Dreefvelden.
3.3.3
Milderende maatregelen De voorschriften van het RUP kunnen nog worden aangepast en aangevuld aan de volgende aspecten: Door het RUP zal er een waterbergings/bufferingssysteem gerealiseerd kunnen worden. Het voorschrift kan voor de zone voor open oppervlaktewater nog het volgende opnemen: in de voorschriften duidelijk opleggen dat dit waterbergingssysteem een hoogstaande ecologische en landschappelijk ontwerp en inrichting moet krijgen. Op deze manier zal er extra waardevol biologisch gebied ontstaan in dit gebied.
3.3.4
Conclusie Vanuit de discipline fauna en flora zijn geen aanzienlijke negatieve milieueffecten te verwachten.
3.4
Landschap, Bouwkundig erfgoed en Archeologie
3.4.1
Referentiesituatie Enkele voorkomende landschapsaspecten zijn besproken in de toelichtingnota onder § 3.2. –
Ankerplaats: geen.
–
Relictzone: geen; in de omgeving komt de relictzone ‘kasteel- en hoevedomeinen St.Katelijne_Waver voor (overzijde Leliestraat)
–
Lijnrelict: Binnen het plangebied loopt de KW-lijn (verdedigingslinie Koningshooikt – Waver) ‘telefoonnet C20 – VC15 – C19. in de ruimere omgeving zijn de schansen Dorpsveld enBosbeek als puntrelicten geselecteerd.
–
Puntrelict: geen;
–
Beschermingen (landschap, dorpsgezicht, stadsgezicht en monumenten): geen
–
Bouwkundig erfgoed: geen; in de omgeving (Lemanstraat): buiten het plangebied bevindt zich de kapel ‘Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes’, deze werd opgenomen als relict in de vastgestelde inventaris
–
Archeologische vondsten: o
De Centrale Archeologische Inventaris is een inventaris van tot nog toe gekende archeologische vindplaatsen. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om op basis van de Centrale Archeologische Inventaris uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. De effectieve aan- of afwezigheid van archeologische sporen in de plangebieden kan enkel door middel van verder onderzoek vastgesteld worden.
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
15 van 26
3.4.2
Mogelijke effecten Het plangebied is nauwelijks kwetsbaar naar landschap toe. Bovendien is het gebied reeds gedeeltelijk en zeer versnipperd ingevuld. De impact binnen het gebied en op de ruimere omgeving is beperkt. De buffering op het terrein (naar wonen en agrarisch gebied) volstaat. Uitvoering van het plan zal vergraving met zich meebrengen. Hierdoor bestaat er een potentiële kans op het verstoren van archeologische relicten. Indien er rekening gehouden wordt met de vigerende wetgeving (decreet archeologisch patrimonium met de meldingsplicht bij archeologische vondsten), zijn er geen significante effecten te verwachten. Inzake effecten op landschap is er geen noemenswaardige toename van hinderlijke effecten tot wat vandaag al mogelijk is in het RUP Dreefvelden.
3.4.3
Milderende maatregelen Er worden geen milderende maatregelen voorgesteld.
3.4.4
Conclusie Er worden geen aanzienlijk negatieve effecten verwacht voor de discipline Landschap, Bouwkundig erfgoed en Archeologie.
3.5
Mens
3.5.1
Referentiesituatie Voor een ruimtelijke situering wordt er verwezen naar §1.2 in de toelichtingsnota. De bespreking van de aanwezige functies vindt plaats binnen de toelichtingsnota. Er bevinden zich geen buurtwegen in het plangebied. Het plangebied is niet gelegen in Herbevestigd Agrarisch Gebied (HAG). Het plangebied kent in de actuele toestand een diverse invulling. Het omvat onder meer: –
Verspreid over het terrein bevinden zich enkele (zonevreemde) woningen. Verder liggen er twee woningen aan de Leliestraat binnen het plangebied.
–
Het sportcentrum TC Heiveld (indoor en outdoor tennis) gelegen langs de Mechelesesteenweg ligt binnen het plangebied. (bijkomende indoorvelden worden gepland).
–
Verschillende bedrijven zijn reeds gevestigd op het terrein (al dan niet met uitbreidingsplannen).
–
De gemeente heeft tevens het containerpark en enkele werkloodsen op Dreefvelden.
De grenzen buiten het plangebied zijn vnl. ingevuld met wonen langs de wegenis en landbouw.
Ontsluiting: Op het vlak van ontsluiting is het gebied aangewezen op de binnengebieds en begrenzende wegenis, meer bepaald de Hagelsteinweg en de Mechelsesteenweg. Het noordoostelijk deel kan via de Leliestraat ontsluiten.
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
16 van 26
Figuur 3-4 Situering op stratenplan
Op ca. 1,7km ten oosten van het plangebied ligt lage drempel Seveso-bedrijf De Ceuster.
3.5.2
Mogelijke effecten Impact bestaand wonen en functies: –
De recreatie krijgt uitbreidingsmogelijkheden (reeds goedgekeurd).
–
Het bestaande wonen kan blijven bestaan maar het is de bedoeling dat de zonevreemde woningen binnen de zone voor bedrijvigheid op termijn uitdoven. Zie tevens motivering in §5.3 van de toelichtingsnota.
–
Centraal in het gebied bevindt zich een bedrijvencluster met industriële activiteiten. Deze cluster blijft behouden, de aanwezige milieubelastende industriële activiteiten blijven behouden en kunnen er beperkt uitbreiden. De afbakening van de huidige percelen geldt daarbij als grens van de bestemmingszone. Na het stopzetten van de huidige bedrijfsactiviteiten krijgt de zone een nabestemming als zone voor lokaal bedrijventerrein.
–
De zone voor lokaal bedrijventerrein is bedoeld voor de vestiging van kleinschalige bedrijven, die qua schaal aansluiten bij de dorpskern.
–
Binnen de bedrijvenzone situeren zich de gemeentelijke terreinen van de technische dienst en het containerpark. Ten opzichte van het goedgekeurde RUP Dreefvelden kan het containerpark lichtjes uitbreiden. Deze terreinen worden bestemd als zone voor openbare
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
17 van 26
dienstverlening. Als deze activiteiten op deze plaats ophouden te bestaan, is het de bedoeling dat de percelen eveneens de bestemming van lokaal bedrijventerrein krijgen. –
Het perceel ter hoogte van de Leliestraat is bestemd als zone voor dienstverlening. Deze zone kan zowel dienen voor private initiatieven rond ontspanning en recreatie (horeca, wellness, fitness,…) (maximaal 50% van de m²) als gemeenschapsvoorzieningen (eerder sociaalcultureel) (minimaal 50% van de m²).
Er wordt geen negatief effect verwacht op de bestaande functies bij uitvoering van het RUP. Het zonevreemd wonen staat nu ook reeds onder druk (hinder) ten gevolge de aanwezigheid van industriële activiteiten vlakbij. De situatie blijft in die zin dezelfde.
Impact mobiliteit: Voor de hoofdontsluiting van het bedrijventerrein wordt conform de bepalingen in het GRS en het gemeentelijke mobiliteitsplan gerealiseerd via de Hagelsteinweg naar de Mechelsesteenweg zodat het verder op het hoofdwegennet kan aansluiten via de R6. Voor een goede ontsluiting voor het lokale verkeer dat in oostelijke richting zijn bestemming heeft, wordt er een secundaire verbinding met de Leliestraat gerealiseerd. op deze wijze wordt de dichtbebouwde Mechelsesteenweg ter hoogte van het plangebied niet nodeloos belast. Deze ontsluiting naar de Leliestraat is een nieuw planelement t.o.v. het goedgekeurde RUP Dreefvelden. Deze ontsluitingsweg wordt zodanig ingericht dat doorgaand verkeer ontraden wordt. Dit wordt qua ontsluitingsmogelijkheid positief beoordeeld. De hoofdingang van de KMO-zone is voorzien via Dreefvelden en de her aan te leggen Hagelsteinweg, die aantakt op de Mechelsesteenweg. Het bestaande tracé van de Dreefvelden wordt onderbroken, het voorste fungeert nog enkel als ontsluiting voor zwakke weggebruikers. Ook op de Gelaagputten zal de toegang van op de Mechelsesteenweg ontmoedigd worden voor zwaar vrachtverkeer en zijn op termijn enkel zwakke weggebruikers wenselijk. Tussen Gelaagputten en Leliestraat wordt een bijkomende ontsluiting voorzien die aansluit op de hoofdas van het bedrijfsterrein, momenteel bevindt zich hier een tijdelijke ontsluitingsweg. De verbinding naar de Leliestraat is een secundaire ontsluiting met een meer beperkt profiel en een reeks snelheidsremmende maatregelen om doorgaand verkeer te ontmoedigen. Dit zal worden geconcretiseerd door een bochtig tracé of een “knick” in de rijbaan. De weg is tevens een interne ontsluitingweg voor de zone voor dienstverlening waar parkeerplaatsen zullen worden gerealiseerd.
De bijkomende nieuwe functies (tov de situatie op het terrein) met hun verkeersgeneratie zorgen voor een bijkomende impact op het wegennet. Hierna volgt een inschatting. Als aandachtspunt wordt nog meegegeven dat deze theoretische inschatting van de te verwachten verkeersgeneratie niet noemenswaardig verschilt t.o.v. het reeds goedgekeurde RUP Dreefvelden. Om de toekomstige verkeersgeneratie te berekenen, maken we gebruik van kengetallen van de 1 CROW en eerder onderzoek. De voornaamste ontwikkelingen zijn:
1
CROW, Verkeersgeneratie voorzieningen, kengetallen voor gemotoriseerd verkeer, publicatie 272
CROW, Parkeerkencijfers-basis voor parkeernormering, publicatie 182
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
18 van 26
BESTAANDE INDUSTRIE De bedrijven Jacobs nv., EKP-recycling nv. en AWS nv. zijn bedrijven met een industriële activiteit die samen een bedrijvencluster vormen binnen het huidige bedrijfsgebied. De bedrijven stellen samen een 20tal werknemers te werk. De exploitatie van de bedrijven blijft ook in de toekomst minstens op het zelfde niveau gehandhaafd. De bedrijven samen zorgen voor een 120-tal vervoersbewegingen per dag vanuit de bedrijfssite. Deze bestaande zone voor industrie (nu met nabestemming lokale bedrijvenzone) zal in de toekomt geen extra relevante verkeersgeneratie teweegbrengen.
BESTAANDE TENNISCLUB: Algemeen gesproken worden weinig effecten naar verkeersgeneratie verwacht t.o.v. de bestaande situatie door de sportclub. De veranderingen aan de sport- en recreatieterreinen zijn niet van die aard dat ze nieuwe verkeersstromen veroorzaken: de club krijgt wel extra ruimte voor voorzieningen (uitbreiding mogelijk met ca. 1/3de van het huidige gebouw) maar dit is in het kader van de problemen die de club heeft om te kunnen voorzien in huidige behoeften en niet omwille van uitbreiding van de club zelf (verhoging ledenaantal). De uitbreidingsmogelijkheid is bovendien reeds goedgekeurd.Vooral in de avonduren en tijdens het weekend is er verkeer te verwachten. Er is in de huidige situatie geen parkeerprobleem. Er is geen afwenteling van parkeren op de omgeving.
LOKALE VEDRIJVENZONE Bestaande zone voor openbare dienstverlening met nabestemming lokale bedrijvenzone: containerpark en loodsen gemeente. De loodsen van de gemeente zelf genereren nauwelijks verkeer. De nog niet ingevulde zone voor lokale bedrijvigheid heeft een oppervlakte van ca. 8,7ha. De CROW bevat geen cijfers voor een KMO-zone. De huidige situatie op het terrein en de voorlopige informatie van kandidaat bedrijven voor Dreefvelden, tonen aan dat er qua kencijfer best gebruik wordt gemaakt van cijfers voor gemengde bedrijvenzone (met een theoretisch hogere tewerkstelling en verkeersgeneratie in vergelijking tot de lokale bedrijvenzone).
gemengde kencijfers werknemers
bedrijven-
85 wn/ha/dag 2 verpl/dag/wn Stel 100% auto 8% avondpiekuur in/uit avondpiekuur = 22/78
vrachtwagens
44 vwbew/ha licht/zwaar = 41/59
Voor 8,7ha kmo
740 wn 1480 verplaatsingen
118 autoverplaatsingen tijdens avondpiekuur in/uit avondpiekuur = 26/92 383 vw bew 31 vwverplaatsingen tijdens avondpiekuur
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
Reële schatting tewerkstelling Dreefvelden* 40 wn/ha gemiddeld ofwel 348wn totaal 696 verplaatsingen 56 autoverplaatsingen tijdens piekuur
20à40 vwbew/ha of 174 à 348 vwbew totaal of 14 à 28 tijdens avondpiekuur
19 van 26
*: cijfers zijn een gemiddelde van de reële tewerkstelling per oppervlakte-eenheid van de huidige bedrijven (met eventueel toekomstige uitbreiding) vanuit de gegevens gemeente en tevens op basis de tewerkstellingscijfers van kandidaat bedrijven vanuit gegevens Igemo.
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
20 van 26
Verkeersgeneratie voor 8,7ha bijkomende invulling van lokaal bedrijventerrein betekent: –
3 Op basis van kencijfers (worst-case): 196 pae per avondpiekuur
–
Op basis van gemiddelde cijfers Dreefvelden: 91 à 126 pae4 per avondpiekuur
Deze gemiddelden zijn berekend in de veronderstelling dat 100% van de werknemers met de auto komt. In realiteit zal dit cijfer dus lager komen te liggen. Voor een lokale verbindingsweg bedraagt de theoretische capaciteit 1000(pae/u/richting); de capaciteit i.f.v. leefbaarheid bedraagt 650 (pae/u/richting) (Bron: Mobiliteitsacademie, studiedag ‘Opstellen van Mobers’, aangepast in overleg met mobiliteitscoördinator en –begeleiders MOW).
In het kader van het verbreden en het verdiepen van het mobiliteitsplan voor de gemeente – waarvoor momenteel (situatie begin 2012) een uitwerkingsnota is opgesteld – zijn een aantal verkeerstellingen uitgevoerd. Dit ondermeer in de Leliestraat. In de uitwerkingsnota is opgenomen dat er gemiddeld overdag ongeveer 900 voertuigen per uur in beide richtingen samen rijden. De Leliestraat is een lokale verbindingsweg en kan bijgevolg 650 PAE per richting aan vooraleer de verkeersleefbaarheid in het gedrang komt. De intensiteiten in de straat liggen lager. Voor de ontsluiting van het noordelijk gelegen bedrijvenzone via de Leliestraat worden voor de bijkomende functie dan ook geen problemen of overschrijdingen van de leefbaarheidscapaciteit (noch van de theoretische capaciteit) verwacht. Op de Mechelsesteenweg ter hoogte van de bedrijvenzone zijn er geen tellingen uitgevoerd. Het mobiliteitsonderzoek (verbreden en verdiepen) toont dat de verkeersleefbaarheid in Sint-Katelijne-Waver niet problematisch is. Aan de hand van de intensiteiten, die werden afgetoetst aan de capaciteit in functie van de leefbaarheid, werden geen problemen vastgesteld in de onderzochte straten. Er kan dan ook in eerste instantie vanuit worden gegaan dat de capaciteit en de leefbaarheid op de Mechelsesteenweg niet zal worden overschreden ten gevolge het bedrijventerrein. Ook niet door de aanwezigheid van de huidige activiteiten (industrie en diensten). Er kan worden vermeld dat de veiling zelf voorlopig nog ontsluit via de Mechelsesteenweg. De achterliggende bedrijvenzone die deels is gekoppeld aan de veiling ontsluit momenteel via de Heisbroekweg op de R6. De piekuren voor de veiling zijn voornamelijk ’s ochtends vroeg te verwachten – vóór het piekuur van het woonwerk- en kmo-vrachtverkeer.
DIENSTENZONE langs de Leliestraat: Het perceel ter hoogte van de Leliestraat is bestemd als zone voor dienstverlening. Oppervlakte: bedraagt 14025m². Deze zone kan zowel dienen voor private initiatieven rond ontspanning en recreatie (hotel, horeca, wellness, fitness,…) als algemene gemeenschapsvoorzieningen (type sociaal-culturele voorzieningen). De zone is centraal gelegen en sluit aan bij de dorpskern. De maximale bebouwbare oppervlakte bedraagt 10.000 m². De hoofdbestemming is de gemeenschapsfunctie; private initiatieven in de vorm van recreatie (fitness), ontspanning (wellness) of horeca (hotel, restaurant, …) worden aanvullend mogelijk gemaakt. Er wordt vooropgesteld dat van deze oppervlakte maximaal 50% door privé-initiatief wordt ingenomen en minimaal 50% als gemeenschapsvoorziening (-zaal). Het niet bebouwde deel wordt ondermeer gebruikt voor parkeren. Parkeren gebeurt ook ondergronds of halfondergronds. 3
PersonenAutoEquivalenten per uur = eenheid voor verkeersintensiteiten waarbij PW + 2,5 x VW = aantal PAE/u, met PW = aantal personenwagens per uur en VW = aantal vrachtwagens per uur
4
PersonenAutoEquivalenten per uur = eenheid voor verkeersintensiteiten waarbij PW + 2,5 x VW = aantal PAE/u, met PW = aantal personenwagens per uur en VW = aantal vrachtwagens per uur
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
21 van 26
Er wordt een footprint van maximaal ca. 5000m² of minimaal ca. 3500m² beoogd. 20% van de nietbebouwde oppervlakte wordt minimaal ingericht met groenvoorzieningen. De volgende kencijfers voor verkeersgeneratie worden gebundeld: Privé-initiatief Stel 2*Hotel ca. 15 kamers: 11 mvt per weekdag Fitnesscentra per 100m² bvo: 23,1 mtv per weekdag Wellnesscentra per 100m² bvo: 9,9 mtv per weekdag Combinatie per mvt/weekdag
100m²:
stel
gemeenschapsvoorzieningen Theater: 12,2 mtv per 100m² per dag Gemeenschapsvoorziening: 1 à 3 parkeerplaatsen per 100m² (zie hierna)
18
Mtv:motorvoertuigen; bvo: brutovloeroppervlakte
Er zijn geen kengetallen voor de verkeersgeneratie van algemene gemeenschapsvoorzieningen opgesteld. CROW heeft wel parkeerkencijfers gebundeld. Op basis van deze kan de autoaanwezigheid van de nieuwe gemeenschapsfuncties worden ingeschat en dus tevens de te verwachten verkeerstoename. Zo wordt voor een verenigingsgebouw bijvoorbeeld gerekend met volgende kencijfers: 2 à 4 parkeerplaatsen per 100m² bvo (ter vergelijking: bibliotheek: 0,7-0,9; commerciële dienstverlening: 2,8-3,3). Een combinatie-kengetal (en rekening houdend met mogelijk doelgroep jongeren en lokaal gebruik) wordt genomen op 1 à 3 plaatsen. Dit betekent voor een mogelijke bvo van 5000m² gemeenschapsvoorzieningen(minimaal) het voorzien van 50 à 150 parkeerplaatsen en dus bezoekers. Dit betekent 50 à 150 autoverplaatsingen ca. 1 uur vóór of tot start aanvang van het evenement en 50 à 150 autoverplaatsingen erna. In de veronderstelling dat de gemeenschapsfunctie meer oppervlakte krijgt toebedeeld (stel 60%) betekent dit voor een mogelijke bvo van 6000m² gemeenschapsvoorzieningen het voorzien van 60 à 180 parkeerplaatsen en dus bezoekers. Dit betekent 60 à 180 autoverplaatsingen ca. 1 uur vóór of tot start aanvang van het evenement en 60 à 180 autoverplaatsingen erna. Rekening houdend met het gegeven dat zowel de privé-initiatieven gespreid over de dag en tevens voornamelijk tussen 17u en 18u30à19u plaatsvinden (bv. Fitness) en dat de sociaal-culturele voorzieningen eerder ’s avonds bezoekers aantrekt, zullen de autoverplaatsingen van beide activiteiten normaliter slechts beperkt met elkaar interfereren. Van de gemeenschapsvoorzieningen wordt verwacht dat deze nauwelijks met de bedrijvigheid zullen interfereren. Dit is van belang naar mogelijke cumulatieve effecten voor de te verwachten verkeersgeneratie. Ook naar parkeren toe speelt de interferentie een rol (zie verder). In het kader van het verbreden en het verdiepen van het mobiliteitsplan voor de gemeente – waarvoor momenteel (situatie begin 2012) een uitwerkingsnota is opgesteld – zijn een aantal verkeerstellingen uitgevoerd. Dit ondermeer in de Leliestraat. In de uitwerkingsnota is opgenomen dat er gemiddeld overdag ongeveer 900 voertuigen per uur in beide richtingen samen rijden. De Leliestraat is een lokale verbindingsweg en kan volgens de bijgevolg 650 PAE per richting aan vooraleer de verkeersleefbaarheid in het gedrang komt. De intensiteiten in de straat liggen lager. Voor de bijkomende functie dienstenzone binnen de herziening van het RUP worden eveneens geen problemen of overschrijdingen van de leefbaarheidscapaciteit (noch van de theoretische capaciteit) verwacht.
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
22 van 26
Parkeren Bestaande industrie en lokale bedrijven: Parkeren wordt volledig op eigen terrein voorzien. Bestaande recreatie (tennis): Er is in de huidige situatie geen parkeerprobleem. Er is geen afwenteling van parkeren op de omgeving. Dienstenzone/gemeenschapsvoorziening Een hypothetische raming van de behoefte bij een verdeling 50% privéfunctie en 50% gemeenschapsvoorziening: Tezamen komt deze neer op 200 à 350 plaatsen. –
Gemeenschapsfunctie: Gemeenschapsvoorziening: 1 à 3 parkeerplaatsen per 100m² betekent 50 à 150 parkeerplaatsen voor 5000m²
–
Privéfunctie: 3 à 4 parkeerplaatsen per 100m² betekent 150 à 200 parkeerplaatsen voor 5000m² (ter vergelijking: dansstudio/sportschool: 3 à 4 parkeerplaatsen per 100m²; squash: 1 à 2 parkeerplaatsen per baan; bowling: 1,5 à 2,5 parkeerplaatsen per baan/tafel
Een hypothetische raming van de behoefte bij een verdeling 40% privéfunctie en 60% gemeenschapsvoorziening: Tezamen komt deze neer op 180 à 340 plaatsen. –
Gemeenschapsfunctie: Gemeenschapsvoorziening: 1 à 3 parkeerplaatsen per 100m² betekent 60 à 180 parkeerplaatsen voor 6000m²
–
Privéfunctie: 3 à 4 parkeerplaatsen per 100m² betekent 120 à 160 parkeerplaatsen voor 4000m² (ter vergelijking: dansstudio/sportschool: 3 à 4 parkeerplaatsen per 100m²; squash: 1 à 2 parkeerplaatsen per baan; bowling: 1,5 à 2,5 parkeerplaatsen per baan/tafel
Een richtwaarde voor de benodigde oppervlakte voor één parkeerplaats bedraagt minimaal 20m² bruto. Dit is een ondergrens. Indien er groenvoorziening op het parkeerterrein dient te worden voorzien (zoals bomen/struiken) en tevens een ingeklede looproute voor voetgangers bijvoorbeeld dan is een bruto-oppervlakte van 25m² per plaats nodig. De benodigde oppervlakte geeft: –
Ondergrens 3600m² (180plaatsen x 20m²)
–
Tot 6800m² (340plaatsen x 20m²)
–
Ofwel min 4500m² (180plaatsenx25m²)
–
Tot 8500 m² (340plaatsen x 25m²)
Bij voorliggende ontwikkeling van de zone voor dienstverlening kan een terreinoppervlakte van maximum 5.000m² en vloeroppervlakte van maximum 10.000m² ontwikkeld worden. Uit de ramingen blijkt dat het waarschijnlijk moeilijk zal zijn om de parking volledig op maaiveldniveau in te vullen, aangezien hier max. 6.000m² ter beschikking is. Het ondergronds parkeren (onder de gebouwen) of het gelaagd parkeren (in meerdere parkeerlagen) dient als optie te worden opengehouden in het RUP. Anderzijds zal pas bij exacte kennis over de invulling kunnen worden nagegaan of een maximale invulling haalbaar is voor het gebied. Eerder is de beperktere interferentie tussen de private en de gemeenschapsfuncties aangehaald. Dit kan ook een impact hebben op het te voorziene parkeeraanbod. Bij de mogelijkheid tot gedeelte parkings dienen er immers minder te worden voorzien. Bij de vergunningsaanvraag zal dit dienen te worden aangetoond. Het lijkt aangewezen op voor de volledige zone een inrichtingsplan op te maken zodat het parkeren voor zowel de private als de publieke functies gezamenlijk kan worden geregeld.
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
23 van 26
Hinder, Lucht, geluid: Het RUP maakt een toename van het aantal verkeersbewegingen mogelijk ten opzichte van de situatie op het terrein. We kunnen echter stellen dat de ontwikkeling van het RUP geen significante verkeersaantrekkende werking genereert waaruit een overschrijding van normen inzake NOx en fijn stof kan leiden. In dezelfde zin is er geen aanzienlijke toename van de geluidsimpact te verwachten. Momenteel is er nog industriële activiteit in het gebied aanwezig. De breekinstallatie bijvoorbeeld van het bedrijf EKP –recycling kan geluidshinder geven. Het bedrijf zal bijkomende maatregelen nemen om de hinder voor de omgeving te beperken. Globaal gezien zijn de zones met industriële activiteiten niet gelegen aangrenzend aan woongebied. Enkele aanwezige woningen liggen in zone voor lokaal bedrijventerrein (langs de Hagelsteinweg) en zijn in principe gelinkt aan bestaande bedrijfsloodsen. De zone langsheen de Hagelsteinweg is bestemd voor het behoud van kleinere bedrijfspercelen. Op deze wijze wordt een overgang gecreëerd tussen het KMO-gebied en het aanliggende open landbouwgebied. Woningen langs de Leliestraat en de Mechelsesteenweg worden van de kmo-zone gebufferd met een buffering van 15m. Dit lijkt te volstaan tevens rekening houdend met de diepe tuinzones (ca. 40m na achtergevel). De uitbreiding van de tennisvoorzieningen zijn naar binnen op het gebied georiënteerd (richting bedrijvigheid). Er is geen hinder ten aanzien van bewoning te verwachten. Er wordt geen significante hinder naar omwonenden toe verwacht. Inzake hindereffecten is er geen noemenswaardige toename van hinderlijke effecten tot wat vandaag al mogelijk is in het RUP Dreefvelden.
Veiligheid: Een deel van het gebied is aangeduid als zone voor oppervlaktewater. De realisatie van een waterbergings- en bufferingssysteem is immers noodzakelijk. Indien dit systeem niet zou worden aangelegd is er wateroverlast. Er bevindt zich een lagedrempel Seveso-inrichting (De Ceuster) op minder dan 2 km van het plangebied. De dienst VR zal haar advies dienen te geven.
3.5.3
Milderende maatregelen Bij de vergunningsaanvraag zal de parkeerbehoefte en het aanbod dienen te worden aangetoond. Het lijkt aangewezen om voor de volledige zone een inrichtingsplan op te maken zodat het parkeren voor zowel de private als de publieke functies gezamenlijk kan worden geregeld. Het RUP kan hier reeds op inspelen.
3.5.4
Conclusie Er worden – rekening houdend met de milderende maatregelen - geen aanzienlijk negatieve milieueffecten verwacht voor de discipline Mens.
3.6
Leemten in de kennis Er zijn niet onmiddellijk leemten vastgesteld die ervoor zorgen dat een effect niet kan worden beoordeeld.
3.7
Grensoverschrijdende effecten Gelet op de ligging van het plangebied en de beperkingen opgelegd door de stedenbouwkundige voorschriften voor de verschillende bestemmingszones, wordt geconcludeerd dat er geen gewest- of landgrensoverschrijdende effecten zullen voorkomen n.a.v. het RUP “Dreefvelden herziening”.
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
24 van 26
4
Conclusie van het verzoek tot raadpleging Gelet op de ligging van het plangebied, de maatregelen die kunnen worden ingebed in het RUP en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten rekening houdend met de doelstellingen van het plan en de reeds opgenomen milderende maatregelen, wordt geconcludeerd dat er geen significant negatieve effecten zullen voorkomen n.a.v. het RUP “Dreefvelden herziening”. Het RUP, dat voorwerp vormt van dit onderzoek tot milieueffectenrapportage, valt volgens voorgaand effectenonderzoek bijgevolg niet onder de plan-MER-plicht zoals voorzien in het planMER-decreet van 27/04/2007. De nodige voorgestelde milderende maatregelen voorgesteld in dit onderzoek worden opgenomen of verder mee opgenomen in het RUP proces.
2228193009rev – bijlage bij MVT – plan-MER-screening RUP Dreefvelden herziening
25 van 26
DEEL 3
BIJLAGEN SCREENINGSDOSSIER
2228193016 – gebundeld screeningsdossier
1
Advies dienst Mer – lijst adviesinstanties Brief selectie lijst adviesinstanties
2228193016 – gebundeld screeningsdossier
pagina 1 van 2
Van Elst Nonie Van:
Beusen, Peter [[email protected]]
Verzonden: donderdag 5 januari 2012 17:35 Aan:
Van Elst Nonie
CC:
Vercammen, Sven
Onderwerp: RE: verzoek tot raadpleging dreefvelden - deel 1 Bijlagen:
image002.png; Adressenlijst OHPL1300.doc
Geachte U verzocht ons voor het gemeentelijk RUP “Dreefvelden herziening” te Sint-Katelijne-Waver een selectie te bezorgen van de relevante betrokken instanties, vermeld in artikel 3, §1, 3° van het plan-m.e.r.-besluit van 12 oktober 2007, die in het kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage geraadpleegd moeten worden. Het verzoek tot raadpleging (= screeningsnota) heeft het dossiernummer OHPL1300 gekregen. Gelieve dit dossiernummer bij verdere communicatie te vermelden. Inhoudelijke opmerkingen op de screeningsnota •
•
•
Huidige bestemmingsplan - U stelt dat het RUP een herziening is van het goedgekeurde RUP “Dreefvelden” (BD 03.11.2005) en dat een herziening van dit RUP nodig is omdat er een aantal knelpunten geïdentificeerd werden die een actualisatie vereisen i.f.v. de verdere optimalisatie en duurzame ontwikkeling van het bedrijfsterrein. In de screeningsnota verwijst u echter nog steevast naar het gewestplan. Gelieve zeker te verduidelijken welke het huidige geldende bestemmingsplan is, i.e. het gewestplan of het RUP “Dreefvelden” van 2005. Dit is momenteel niet duidelijk in de screeningsnota. Indien het geldende bestemmingsplan het RUP van 2005 is, gelieve dit RUP dan ook uitgebreid toe te lichten. Gelieve ook te verduidelijken welke de “knelpunten” zijn die nopen tot een aanpassing van het RUP van 2005. Discipline mobiliteit – In de toelichtingsnota staat dat in het plangebied in de toekomst een zekere mate van zwaar verkeer aangetrokken zal worden en dat er nu reeds een transportbedrijf gelegen is. Het bedrijf NV Vervoer van Dievel heeft momenteel twee bedrijfssites en zou op termijn al zijn werkzaamheden samenbrengen op de site van Dreefvelden. Dit zou voor een sterke toename van het aantal verkeersbewegingen zorgen. Bij de bespreking van de discipline mobiliteit in de screeningsnota vinden wij hier echter niets meer over terug. Het botst zelfs met de screeningsnota waarin wordt gezegd dat er in de toekomst geen extra relevante verkeersgeneratie wordt verwacht. Gelieve daarom zeker te schetsen welke effecten het vestigen van het relatief grote transportbedrijf binnen het plangebied heeft. De bespreking van de mobiliteitseffecten dient dus aangepast te worden. In de screeningsnota staan nog een aantal ‘leemtes’, o.a. op pagina 9 (‘specificaties rond berging en buffering) en op pagina 17 (‘verkeer op Mechelsesteenweg’). De screeningsnota kan best pas verstuurd worden wanneer deze info voorhanden is.
Selectie van de relevante betrokken instanties In bijlage vindt u de gevraagde lijst van de relevante betrokken instanties voor het RUP. We vinden het raadzaam dat u minstens het advies inwint van deze instanties om hun mening te kennen over de vraag of dit plan al dan niet mogelijk aanzienlijk negatieve milieueffecten kan genereren. Uiteraard kan u ook nog het advies inwinnen van andere instanties. Verder verloop van de procedure • U past de screeningsnota aan op basis van de opmerkingen hierboven. • U verstuurt de screeningsnota naar de adviesinstanties, vermeld op de adressenlijst (cf. bijlage). • Na 30 dagen, stuurt u een herinneringsbrief naar de instanties die nog niet gereageerd hebben. Dit is een wettelijke verplichting. Er is niet vastgelegd hoe lang u op een antwoord moet wachten. De keuze is aan u. U kan altijd telefonisch contact opnemen met de instanties om na te gaan of er nog een advies mag verwacht worden. • U bundelt de ontvangen adviezen. Indien in deze adviezen aanpassingen aan de screeningsnota worden gevraagd, kan u de screeningsnota aanpassen of onderbouwen waarom u een aanpassing niet noodzakelijk acht. De aanpassingen dienen wel herkenbaar te zijn ten opzichte van de oorspronkelijke tekst (vb. andere kleur, italic, kader). Bijkomende gegevens of informatie over hoe met bepaalde opmerkingen zal omgegaan worden in het verdere planproces kunnen ook via een begeleidende/aanvullende nota meegedeeld worden. • U stelt het dossier samen voor de dienst Milieueffectrapportagebeheer, in functie van haar beslissing over de plan-m.e.r.-plicht. Dit dossier bevat de volgende documenten: o De definitieve screeningsnota (1 analoog en 1 digitaal exemplaar); o Een kopie alle ontvangen adviezen; o Indien van toepassing, een kopie van een herinneringsbrief; o Indien van toepassing, een begeleidende/aanvullende nota (1 analoog en 1 digitaal exemplaar); o Digitale versies kunnen ook via email aan de hierboven vermelde dossierbehandelaar bezorgd worden. • U verstuurt het volledige dossier aangetekend naar de dienst Mer: Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 Brussel U kan ons steeds contacteren als u nog vragen hebt. Met vriendelijke groeten,
Peter Beusen
Peter Beusen Proces- en kwaliteitsbeheerder Team Infrastructuur
07/05/2012
Vlaamse overheid - Departement LNE Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Koning Albert II-laan 20 bus 8 - 1000 Brussel T 02 553 02 96 – F 02 553 80 75 www.mervlaanderen.be - http://www.lne.be/disclaimer
pagina 2 van 2
Schrijf u in op de nieuwsbrief van de dienst Mer.
Van: Van Elst Nonie [mailto:[email protected]] Verzonden: vrijdag 23 december 2011 21:13 Aan: Sools, Ingrid Onderwerp: verzoek tot raadpleging dreefvelden - deel 1 Geachte, De gemeente St.-Katelijne-Waver wenst over te gaan tot de opmaak van het RUP Dreefvelden herziening. Gelieve in bijlage het verzoek tot raadpleging te willen terugvinden, als eerste stap in de screeningsprocedure. Rekening houdend met de bestandsgrootte wordt dit in twee opeenvolgende mails aan u verzonden. Met dit schrijven wensen wij in opdracht van de gemeente een selectie te bekomen van de relevante betrokken instanties die een exemplaar dienen te ontvangen van het verzoek tot raadpleging. Graag een seintje bij goede ontvangst van deze mail. Met vriendelijke groeten, Nonie Van Elst | Adviseur milieubeleid Antea Group +32 (0)3 221 55 42 (ma, woe en do) +32 (0)16 74 27 23 (di en vr) [email protected] www.anteagroup.be
This e-mail is personal. For our full disclaimer, please visit http://www.anteagroup.com/confidentiality.
07/05/2012
Provinciebestuur Antwerpen Agentschap Ondernemen
Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit Entiteit Ruimtelijke Economie
Dienst Ruimtelijke Planning
ANB - Antwerpen Ruimtelijke Ordening Antwerpen Agentschap Wonen-Vlaanderen
Afdeling Wonen
Agentschap Wegen en Verkeer
Buitendienst Antwerpen
Departement MOW Departement LNE VMM
t.a.v. Fernand Desmyter, secretaris-generaal Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid Afdeling Operationeel Waterbeheer
Koningin Elisabethlei 22
2018 Antwerpen
Ellipsgebouw
Koning Albert II-laan 35, bus 12
1030 Brussel
Anna Bijnsgebouw
Lange Kievitstraat 111-113 bus 63 2018 Antwerpen
t.a.v. K. Toebak of Anna Bijnsgebouw V. Peeters t.a.v. Hilde Van den Afdelingshoofd Bosch t.a.v. Hilde Van den Anna Bijnsgebouw Broeck Graaf de Ferrarisgebouw
Lange Kievitstraat 111-113 bus 52 2018 Antwerpen Koning Albert II-laan 19 bus 40
1210 Brussel
Lange Kievitstraat 111-113 bus 41 2018 Antwerpen Koning Albert II-laan 20 bus 2
1000 Brussel
Dienst Hinder en Risicobeheer
Graaf de Ferrarisgebouw
Koning Albert II-laan 20, bus 8
1000 Brussel
t.a.v. Bram Vogels
Graaf de Ferrarisgebouw
Koning Albert II-laan 20 bus 16
1000 Brussel
1/1
2
Samenvatting adviezen en evaluatie
2228193016 – gebundeld screeningsdossier
Overzicht uitgebrachte adviezen screening RUP “herziening Dreefvelden“ te Sint-Katelijne-Waver Datum verzending verzoek tot raadpleging naar de dienst Mer: 23 december 2012 Datum ontvangst advies/adressenlijjst dienst Mer: 5 januari 2012 Datum verzending screening naar adviesinstanties: 29 februari 2012
Opmerking: vet en cursief gedrukte tekst geeft de reactie weer op het ontvangen advies Adviesinstantie
Datum ontvangst advies
Samenvatting advies
Agentschap Ondernemen
07/03/2012
Het Agentschap Ondernemen heeft geen opmerkingen bij het verzoek tot raadpleging.
ANB
19/03/2012
ANB sluit zich aan bij de bevindingen dat inzake effecten op fauna en flora geen noemenswaardige toename van hinderlijke effecten wordt verwacht tot wat vandaag al mogelijk is binnen het RUP Dreefvelden. ANB verwacht geen aanzienlijke milieueffecten die de opmaak van een plan-MER rechtvaardigen.
RO – ruimtelijke ordening
28/03/2012
RO geeft aan geen specifiek advies over de screening te zullen formuleren. Er wordt verwezen naar het advies voor de plenaire vergadering van het RUP. Hierin staat dat er een voldoende inschatting van de milieueffecten is gemaakt en date en MER niet nodig is.
(plenaire) Lucht, Hinder, Risicobeheer , Milieu&gezondheid
19/03/2012
De dienst Hinder en Risicobeheer heeft geen opmerkingen op het verzoek tot raadpleging.
Wonen Vlaanderen
27/03/2012
In het dossier zijn de mogelijke effecten voldoende beschreven voor wat betreft de sector wonen
Provinciebestuur Antwerpen, dienst ruimtelijke planning
Toetsing RSPA Milderende maatregelen dienen verwerkt te worden in het RUP uiterlijk tegen de voorlopige vaststelling van het RUP Relevant voor het RUP Op 1 maart is het gewijzigd besluit rond de watertoets in werking getreden. Het is aangewezen om na te gaan of de kaart met de mogelijke en effectief overstromingsgevoelige gebieden wijzigingen bevat voor het plangebied.
222819_adviezenmatrix_dreefvelden/nve - samenvatting adviezen screening RUP “ herziening Dreefvelden “
1
Adviesinstantie
Datum ontvangst advies
Samenvatting advies
De nieuwe watertoetskaart wordt in de toelichtingsnota opgenomen. Verschillen binnen het plangebied zijn beperkt; wijzigingen zijn er eerder langs de woningen aan de Mechelsesteenweg.
Vroegere watertoetskaart:
Huidige watertoetskaart:
De provincie suggereert om voorafgaand aan de geplande werkzaamheden in het projectgebied een archeologische toets door middel van een vooronderzoek uit te voeren. Eveneens wordt geadviseerd om de eigenaar(s)-ontwikkelaar(s) te wijzen op zijn/hun juridische verantwoordelijkheden inzake dit erfgoed. Vanaf de concrete planningsfase van ruimtelijke ontwikkelingen met ingrepen in de bodem en/of met consequenties voor de bodem kan contact opgenomen worden met
222819_adviezenmatrix_dreefvelden/nve - samenvatting adviezen screening RUP “ herziening Dreefvelden “
2
Adviesinstantie
Datum ontvangst advies
Samenvatting advies
de archeologen van de dienst Erfgoed van de provincie Antwerpen.
In het screeningsdossier wordt er van uitgegaan dat het archeologisch onderzoek wordt geregeld via de vigerende regelgeving. Tevens worden er geen plaggenbodems of podzolbodems in het plangebied aangetroffen. Het RUP zal geen specifiek voorschrift rond archeologisch onderzoek opnemen. Dit wordt geregeld via bestaande regelgeving. De gemeente kan de ontwikkelaar hier attent op maken.
In het dossier moet nagegaan worden welke buurt- en voetwegen zich in en in de omgeving van het plangebied bevinden. Deze zijn afgetoetst in de toelichtingsnota. MOW
12/04/2012
Duurzame terreinontwikkeling in visie RUP ontbreekt (modal-split) Vereist aantal parkeerplaatsen aan de ruime kant Het aspect verkeersveiligheid wordt in het rapport niet belicht MOW dringt er op aan om de aangehaalde milderende maatregelen onverkort uit te voeren. Tevens zou het departement willen verzoeken om concrete maatregelen ter bevordering duurzame modal split mee te nemen in de bouwvoorschriften. Deze aspecten komen verder aan bod in het RUP-proces De gemeente stelt voor geen parkeernormen op te nemen in het juridisch deel, wel in te gaan op een “modal split”. In de zone voor recreatie en de zone voor dienstverlening worden fietsstalplaatsen voorzien bij de inkom van de hoofdgebouwen a rato van 25% van het aantal parkeerplaatsen dat werd voorzien. Voor de werknemers is het aanleggen van een overdekte fietsenstalling verplicht. Voor de bedrijfspercelen zal naast een personeelsparking de nodige ruimte worden voorzien voor een fietsenstalling die 25% van het aantal plaatsen van de personeelsparking bedraagt. Het bedrijfsterrein is extra uitgerust met veilige toegangen voor fietsers ter hoogte van Gelaagputten en Dreefvelden die aansluiten op de hoofdassen rond het terrein waar gescheiden fietspaden aanwezig. Tevens is er aansluiting met fietsroutes vanuit de Bloemenwijk (noord) en Hagelstein (zuid). Het gebied Dreefvelden zelf is volledig gericht op bestemmingsverkeer. De zone is goed met het openbaar vervoer bereikbaar – bushaltes bevinden zich ter hoogte van TC Heiveld – Maldoy – het gemeentehuis en de zone voor gemeenschaps-voorzieningen Leliestraat. De haltes situeren zich op de lijn Mechelen – Lier
222819_adviezenmatrix_dreefvelden/nve - samenvatting adviezen screening RUP “ herziening Dreefvelden “
3
Adviesinstantie
Datum ontvangst advies
Samenvatting advies
/ en de lijn van de Mechelse rand. VMM, afdeling operationeel waterbeheer
29/03/2012
Het RUP wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid indien gerekend wordt met een collectieve buffering van 200m³/ha. De berekening in het rup zal hier op aangepast worden. In principe is de ruimte voorhanden aangezien de buffering vrij diep is aangelegd en kan het terrein in dit buffervolume voldoen
222819_adviezenmatrix_dreefvelden/nve - samenvatting adviezen screening RUP “ herziening Dreefvelden “
4
3
Voorbeeldbrief adviesvraag
2228193016 – gebundeld screeningsdossier
4
Uitgebrachte adviezen
2228193016 – gebundeld screeningsdossier
pagina 1 van 1
Van Elst Nonie Van:
Candaele, Bart [[email protected]]
Verzonden: woensdag 7 maart 2012 10:40 Aan:
Van Elst Nonie
Onderwerp: verzoek tot raadpleging dreefvelden Sint-katelijne-waver
Beste Nonie, Het Agentschap Ondernemen heeft geen opmerkingen bij het verzoek tot raadpleging bij het RUP herziening dreefvelden te Sint-Katelijne-Waver. Met vriendelijke groeten, Bart Candaele Adjunct van de directeur Agentschap Ondernemen Dienst Ruimtelijke Economie Koning Albert II-laan 35 bus 12 | 1030 Brussel T 02 553 42 82 [email protected] www.agentschapondernemen.be DISCLAIMER: Dit elektronische bericht heeft een informeel karakter. Het kan op geen enkele wijze invloed hebben op de contractuele relaties tussen het Agentschap Ondernemen en de betrokken partij. Alle officiële communicatie moet gebeuren per gewone briefwisseling.
07/05/2012
Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit Dienst Ruimtelijke Planning
Sint-Katelijne-Waver - Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “001_a Dreefvelden” ADVIES n.a.v. planMER-screening
1. Doel van het advies De raadpleging bij het onderzoek tot milieueffectrapportage is voorzien om de adviserende instanties toe te laten de gegevens met betrekking tot het studiegebied waarover zij beschikken, die eventueel nog niet bekend zouden zijn bij de initiatiefnemer of de dienst Mer, aan de initiatiefnemer over te maken zodat de dienst Mer een gefundeerde beslissing kan nemen over de planMER-plicht van het voorgenomen plan (zie omzendbrief LNE/2007 Milieueffectbeoordeling van plannen en programma’s van 1 december 2007). Huidig advies wordt uitdrukkelijk beperkt tot dit doel. Bijgevolg wordt de inhoudelijke ruimtelijke beoordeling van het voorgenomen plan door de deputatie slechts gedaan naar aanleiding van het advies dat zal worden verleend bij de plenaire vergadering, bedoeld in artikel 2.2.13 §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Met huidig advies wordt dan ook op geen enkele wijze afbreuk gedaan aan de beoordelingsruimte die de deputatie zich voorbehoudt in zijn latere adviesverlening, voorzien door de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (BS. 20 augustus 2009).
2. Advies 2.1. Ruimtelijke ordening Het RUP dient verenigbaar te zijn met het bestaand beleidskader. Op de plenaire vergadering zal nagegaan worden of het RUP in overeenstemming is met het RSPA en het GRS. De plenaire vergadering van het RUP “001_a Dreefvelden” vindt plaats op 28 maart 2012. In de mer-screening worden een aantal milderende maatregelen voorgesteld. Deze maatregelen werden echter niet teruggevonden in het voorontwerp RUP. De provincie wijst erop dat de milderende maatregelen dienen verwerkt te worden in het RUP. Dit dient uiterlijk tegen de voorlopige vaststelling van het RUP te gebeuren. RSPA Het RSPA deelt Sint-Katelijne-Waver onder in de deelruimte Mechels rasterlandschap. De provincie ziet deze deelruimte als een agrarisch gebied met een intense verweving van tuinbouw, open ruimte en bebouwing. Het middengebied dient gevrijwaard te worden voor open ruimte functies. Verstedelijking wordt hier niet geduld. Het rastervormig nederzettingspatroon heeft een grote versnippering van de open ruimten doen ontstaan. De hierdoor gevormde mazen behoeven naast tuinbouw nieuwe functies als beheerder van de open ruimte zoals volkstuinen, laagdynamische sport, volle grond tuinbouw, hobby-landbouw of bebossing. In de herziening van het RSPA wordt Sint-Katelijne-Waver geselecteerd als woonkern. SintKatelijne-Waver is niet geselecteerd als bedrijfsondersteunend hoofddorp.
1
Het plangebied is niet gelegen binnen de contour van een PRUP of provinciaal planproces. GRS Sint-Katelijne-Waver Op 26 juni 2003 werd het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) door de deputatie goedgekeurd. Het RUP “001_a Dreefvelden” wordt opgemaakt in uitvoering van bindende bepaling 9 van het GRS: “In een op te maken uitvoeringsplan verfijnt de gemeente het industriegebied Dreefvelden - Gelaagputten tot een lokaal bedrijventerrein. Momenteel reeds in opmaak als BPA.”. Er is in het richtinggevend deel van het GRS sprake van een “beperkte” uitbreiding die niet cijfermatig wordt onderbouwd. Met betrekking tot het recreatiegebied Dreefvelden/Gelaagputten stelt het GRS het behoud van de sportaccomodatie voorop en wordt ruimte voor uitbreiding voorzien. Outdoor en indoor sportaccommodatie worden gebundeld. De inplanting van een jeugdontmoetingscentrum is mogelijk. De recreatie en sportvoorzieningen worden gescheiden van de KMO-zone door middel van groenbuffers en aparte ontsluiting. Herbestemming van het overige recreatiegebied wordt wenselijk geacht. Volgens het GRS komt Dreefvelden in aanmerking voor functies van openbaar nut. “Binnen het BPA Dreefvelden kan ruimte voorzien worden voor openbare functies zoals de locatie van het gemeentelijk magazijn, containerpark, jeugdcentrum, e.d.” Op 26 november 2009 werd de herziening van het GRS van Sint-Katelijne-Waver goedgekeurd. In de herziening staan geen relevante bepalingen voor de herziening van het RUP Dreefvelden. RUP Dreefvelden Het RUP “001_a Dreefvelden” betreft een herziening van het “RUP Dreefvelden”. Dit RUP werd op 3 november 2005 goedgekeurd door de deputatie, m.u.v. het bestemmingsvoorschrift “De uitbreiding van bedrijfsactiviteiten binnen de bestemmingszone mag niet leiden tot een totale oppervlakte van 1ha per bedrijf of bedrijvencluster” onder artikel 1 “zone voor industrie met als nabestemming lokaal bedrijventerrein”. 2.2. Waterbeleid Op 1 maart 2012 is het gewijzigd/aangepast besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid in werking getreden. Bij het besluit is een nieuwe kaart met de mogelijke en effectief overstromingsgevoelige gebieden opgenomen. Het is aangewezen om na te gaan of de kaart met de mogelijke en effectief overstromingsgevoelige gebieden wijzigingen bevat voor het plangebied. De kaarten en het gewijzigd/aangepast uitvoeringsbesluit kan u terugvinden op de volgende website : http://www.watertoets.be. De kaarten zijn eveneens beschikbaar op de website van agiv: http://geovlaanderen.agiv.be/geovlaanderen/watertoets2012/# 2.3. Landschap en erfgoed Gezien de aard van de geplande werkzaamheden is het duidelijk dat er impact zal zijn op de ondergrond en het eventueel aanwezige archeologische erfgoed. De provincie suggereert om voorafgaand aan de geplande werkzaamheden in het projectgebied een archeologische toets door middel van een vooronderzoek uit te voeren. Eveneens wordt geadviseerd om de eigenaar(s)-ontwikkelaar(s) te wijzen op zijn/hun juridische verantwoordelijkheden inzake dit erfgoed. Vanaf de concrete planningsfase van ruimtelijke
2
ontwikkelingen met ingrepen in de bodem en/of met consequenties voor de bodem kan contact opgenomen worden met de archeologen van de dienst Erfgoed van de provincie Antwerpen. 2.4. Buurt- en voetwegen In het dossier moet nagegaan worden welke buurt- en voetwegen zich in en in de omgeving van het plangebied bevinden. Deze zijn te raadplegen via de website van de provincie: http://www.provant.be/bestuur/grondgebied/gis/atlas_buurtwegen/ .
3