Nota
bta /nvd auteur u war 004/ NVD-ddc dossier 20080826 screeningsnota bestand warMolenstraat.doc 29 augustus 2008 datum
Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP WAR 04 Sint-Eloois-vijve Molenstraat
1
Initiatiefnemer Stadsbestuur Waregem Gemeenteplein 2 8790 Waregem
2
Opdrachthouder Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 8500 Kortrijk
3
Voorwerp
3.1
Het RUP is een plan Het voorliggende plan is een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en valt onder de definitie plan zoals geformuleerd door het D.A.B.M.
3.2
Het RUP valt onder het toepassingsgebied Het RUP vormt het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt en valt dus onder het toepassingsgebied van het D.A.B.M.
Intercommunale Leiedal - President Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijk tel + 32 56 24 16 16 - fax + 32 56 22 89 03 -
[email protected] - www.leiedal.be - BTW nr BE 205 350 681 - DEXIA 091-0110021-52
pagina
3.3
2
Bepaling van de plicht tot opmaak van een plan Mer Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-Mer plicht. -
Het RUP vormt geen kader voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten
-
Het RUP betreft een klein gebied van lokaal niveau
-
Het RUP betreft een kleine wijziging
Daar het RUP een kleine wijziging inhoudt (art. 4.2.3§3 D.A.B.M.) wordt voor betreffend plan op basis van een screening geoordeeld of het aanzienlijke milieueffecten kan hebben. Het RUP betreft geen plan, waar gelet op het mogelijk betekenisvolle effect op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is uit hoofde van het artikel 36ter, §3, eerste lid van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (titel IV, artikel 4.2.1 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen algemeen milieubeleid). Daar het RUP niet van rechtswege onderworpen is aan de plan-Mer plicht, wordt voor het betreffende plan op basis van een screening geoordeeld of het aanzienlijke milieueffecten kan hebben.
bta /nvd auteur - u war 004/ NVD-ddc dossier - 20080826 screeningsnota warMolenstraat.doc bestand - 29 augustus 2008 datum
pagina
3
4
Beschrijving en verduidelijking van het plan
4.1
Naam plan Rup Waregem 04 Sint-Eloois-Vijve Molenstraat
4.2
Fase van opmaak van het plan of programma Fase
Datum goedkeuring
Startnota
x
21/01/2008
Schetsontwerp Voorontwerp Ontwerp Besluit 4.3
Plan - en procesevolutie: mogelijkheid tot planbijsturingen en mate van flexibiliteit Bijsturingen van het RUP zijn nog mogelijk naar aanleiding van opmerkingen: •
vanuit de verschillende adviserende instanties naar in kader van de screening (raadpleging betrokken instanties),
4.4
•
vanuit de plenaire vergadering
•
vanuit het openbaar onderzoek.
Ligging Provincie
West-Vlaanderen
Arrondissement
Kortrijk
Gemeente
Waregem
Deelgemeente
Sint-Eloois-Vijve
bta /nvd auteur - u war 004/ NVD-ddc dossier - 20080826 screeningsnota warMolenstraat.doc bestand - 29 augustus 2008 datum
pagina
4
Situeringskaart
4.5
Feitelijke toestand Zie startnota hoofdstuk 2
4.6
Uitgangspunten en doelstellingen Het RUP vormt een herziening van een bestaand bpa met een beperkte uitbreiding. Het RUP conditioneert een aantal inbreidingsprojecten/herbestemmingsprojecten. Het RUP moet juridische eenduidigheid brengen binnen het woongebied. Binnen het plangebied bevinden zich een aantal potentiële verdichtingsprojecten: restpercelen, al dan niet leegstaande bedrijven in het woonweefsel.
4.7
Voorgeschiedenis en eventueel reeds genomen beslissingen Het RUP betreft een wijziging van de bestemming volgens het bestaande bpa nr. 7A: Molenstraat (1986/03/24) en het bpa nr 7bis Molenstraat (1989/09/21). Het RUP is geen voorwerp van een vroegere Plan-MER. Bespreking startnota met de bevoegde schepenen en ambtenaren in januari 2008.
bta /nvd auteur - u war 004/ NVD-ddc dossier - 20080826 screeningsnota warMolenstraat.doc bestand - 29 augustus 2008 datum
pagina
5
Voor het inbreidingsproject thv een restperceel (zie ontwikkeling 2 blz 24 in de startnota) werd een verkavelingsvergunning afgeleverd. Deze ontwikkeling was immers mogelijk binnen de bestaande bestemming. De opties van het verkavelingsplan worden in het rup bevestigd. Waregem keurde eind 2006 een woonbeleidsplan goed. Het woonplan erkent de potentiële verdichtingsmogelijkheden en vestigt de aandacht op het afstemmen van de verschillende deelprojecten. Het woonplan wenst aaneengesloten bouwvormen en differentiatie in de typologieën te stimuleren. Voor deze sites wordt er wel meegegeven dat de dichtheid van 25w/ha moeilijk te halen zal zijn gezien de bestaande omgeving en ontsluitingsmogelijkheden. 4.8
Voor welke activiteiten en/of projecten kan het plan het kader vormen -
verdichting woonweefsel: bebouwing onbebouwde loten: 60-tal woningen
-
verdichting van het woonweefsel: korte termijn 10-tal woningen + 100m weg lange termijn 20-tal woningen + 250 m weg
4.9
-
specifieke functie aan de Leievallei
-
vestiging van aan het wonen verwante functies
-
doorsteken minstens voor traag verkeer
Interferentie met andere plannen, projecten of activiteiten binnen of buiten de perimeter van het plan, voor zover in dit stadium al gekend Het RUP geeft uitvoering aan het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van de stad Waregem. Het RUP vormt slechts een beperkte aanpassing van de juridische mogelijkheden voorzien in de bestaande bpa’s. Het RUP vormt een uitvoering van het woonbeleidsplan.
4.10
Beoordeling of het plan grens- of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben Het plangebied is niet gelegen aan een (gewest)grens en zal geen grensoverschrijdend effect hebben.
4.11
Bijdrage van het plan tot oplossingen van bestaande milieuproblemen Er stellen zich geen milieuproblemen die binnen dit RUP behandeld worden.
4.12
Reeds geraadpleegde studies, bronnen, milieugegevens …. Zie screening (punt 5) onder beschrijving referentiesituatie
bta /nvd auteur - u war 004/ NVD-ddc dossier - 20080826 screeningsnota warMolenstraat.doc bestand - 29 augustus 2008 datum
pagina
4.13
6
Overzicht van mogelijke milieumaatregelen die vanaf het beginstadium worden ingecalculeerd Naast de geldende wetgeving en reglementering zie screening (punt 5) onder milderende maatregelen. De stedenbouwkundige voorschriften voorkomen en beperken de eventuele hinder en verstoring van de omgeving.
4.14
Leemten in de kennis volgens het stadium van het plan of programma-proces Zie screening (punt 5) onder leemten in de kennis
bta /nvd auteur - u war 004/ NVD-ddc dossier - 20080826 screeningsnota warMolenstraat.doc bestand - 29 augustus 2008 datum
pagina
7
5
Inschatting van mogelijke aanzienlijke milieu-effecten (screening)
5.1
Beschrijving en inschatting van de mogelijke milieueffecten
5.1.1
Algemene methodiek De screening van de milieu-effecten verloopt in drie stappen: 1. Voor een eerste inschatting van de milieueffecten worden in een “ingreepeffectschema” de mogelijke activiteiten en werken die op basis van het plan kunnen plaatsvinden geëvalueerd op potentiële milieuhinder. Deze worden getoetst aan de verschillende effectdisciplines. De hinder kan van tijdelijke of permanente aard zijn en zal in die zin ook verschillend beoordeeld worden. 2. De beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan op de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed, het landschap, de mobiliteit en de samenhang tussen de genoemde factoren. De disciplines waar mogelijk een significant negatief effect verwacht wordt, worden verder uitgewerkt. Voor deze effectdisciplines wordt de referentiesituatie beschreven. Daarna worden de ingrepen en hun effect beschreven, aangevuld met remediërende maatregelen en eventuele leemten in de kennis. 3. Hieruit volgt een globale beoordeling van de effecten voor de verschillende effectdisciplines.
bta /nvd auteur - u war 004/ NVD-ddc dossier - 20080826 screeningsnota warMolenstraat.doc bestand - 29 augustus 2008 datum
pagina
5.1.2
8
Ingreepeffectschema
biodiversiteit, flora en fauna
energie en grondstoffenvoorraad
Bodem
Water
atmosfeer en klimatologische factoren
geluid
licht
Stoffelijke goederen en cultureel erfgoed
landschap
mobiliteit
P
/
+
N
/
N
N
N
N
N
/
N
N
P
/
+
N*
/
N*
N
N
N
N
/
N
N*
Bebouwing
60-tal woningen
onbebouwde percelen
geen wegenis
Verdichtingsprojecten
10 woningen /
Duur
Ingreep
Omvang
Ruimtelijke ordening
Eerste afweging ten opzichte van de effectdisciplines Gezondheid van de mens
Beschrijving ingreep in tijd en ruimte
100 m weg (+ lange termijn: 20 woningen 150 m weg Specifieke functie
lokaal
P
/
+
N*
/
N
N
N*
N*
N
/
+
N*
Aan het wonen
beperkt
P
/
+
/
/
N
N
N*
N*
N
/
/
N*
Beperkt
P
/
+
/
/
N
N
+
N
N
/
/
+
verwante functies Doorsteken
N:
niet significant effect
N*:
waarschijnlijk niet significant effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect
S*:
mogelijk significant effect – verder te onderzoeken
S:
significant effect
T:
tijdelijk effect
P:
permanent effect (P’: wisselend/niet-continu effect)
/:
niet relevant
+:
positief effect
bta /nvd auteur - u war 004/ NVD-ddc dossier - 20080826 screeningsnota warMolenstraat.doc bestand - 29 augustus 2008 datum
pagina
5.1.3
9
Beschrijving en inschatting van de mogelijke milieueffecten Effect op de gezondheid en de veiligheid van de mens Omschrijving en beoordeling
Geen effect
Aanzienlijk milieueffect
nee
Effect op de ruimtelijke ordening Omschrijving en beoordeling
Alle mogelijke ingrepen hebben een positief effect op de ruimtelijke ordening. De verdichting van het woonweefsel is één van de belangrijkste opties in het structuurplan Vlaanderen. Het zorgt ervoor dat minder nieuwe open ruimte voor wonen moet aangesneden worden. De menging met andere functies geeft eveneens een meerwaarde. Tenslotte stimuleren bijkomende doorsteken voor traag verkeer het gebruik van de fiets.
Aanzienlijk milieueffect
nee
Effect op de biodiversiteit, fauna en flora Omschrijving en beoordeling
De natuurwaarde van de onbebouwde percelen is zeer beperkt. Een restperceel heeft op vandaag deels de bestemming natuurgebied. In realiteit is het akkerland met een zeer beperkte natuurwaarde (geen selectie op de biologische waarderingskaart). De afwerking van het woongebied en de positionering van een functie die een relatie legt met de Leievallei geeft een meerwaarde aan de Leievallei.
Aanzienlijk milieueffect
nee
Effect op energie- en grondstoffenvoorraad Omschrijving en beoordeling
Geen effect
Aanzienlijk milieueffect
nee
Effect op de bodem Omschrijving en beoordeling
Iedere bebouwing heeft een beperkt effect op de bodem. In dit geval gaat het echter slechts om ééngezinswoningen en één specifieke functie die echter ook van schaal zeer beperkt blijft. Er zijn geen kelders groter dan voor individueel gebruik te verwachten. Het effect op de bodem zal dan ook zeer beperkt zijn.
bta /nvd auteur - u war 004/ NVD-ddc dossier - 20080826 screeningsnota warMolenstraat.doc bestand - 29 augustus 2008 datum
pagina
10
Aanzienlijk milieueffect
nee
Effect op het water Omschrijving en beoordeling
Zie ook waterhoofdstuk in de toelichtingsnota De bijkomende bebouwing en verharding is zeer beperkt. De bestaande wetgeving inzake hemelwateropvang volstaat. Het gebied is geen kwetsbaar gebied wat betreft de waterhuishouding.
Aanzienlijk milieueffect
nee
Effect op de atmosfeer en klimatologische factoren Omschrijving en beoordeling
De beperkte invloed op de atmosfeer is te wijten aan bijkomend verkeer door bijkomende woningen. Het gebied situeert zich echter in een stedelijke omgeving waar er enkel een beperkt aantal ééngezinswoningen en één specifieke functie kan bijkomen. Grootschalige functies worden in de voorschriften uitgesloten. Het relatief effect op de atmosfeer is beperkt.
Aanzienlijk milieueffect
nee
Effect op het geluid Omschrijving en beoordeling
Het effect op het geluid van ééngezinswoningen is uiterst beperkt. De nevenfuncties of specifieke functie kan een iets groter effect hebben op het geluid. Grootschalige activiteiten worden echter uitgesloten. De verenigbaarheid met het wonen is een beoordelingscriterium voor een stedenbouwkundige vergunning.
Aanzienlijk milieueffect
nee
Effect op het licht Omschrijving en beoordeling
Noch ééngezinswoningen, noch de nevenfuncties zullen een grote lichtproductie met zich mee brengen. De doorsteken voor traag verkeer en nieuwe openbare wegenis worden voorzien van de normale verlichting. De specifieke functie kan geen grote lichthinder veroorzaken vanwege de gevraagde relatie met het natuurgebied ten noorden.
Aanzienlijk milieueffect
nee
Effect op de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed en het landschap Omschrijving en beoordeling
Er is geen erfgoed begrepen in het plangebied.
Aanzienlijk milieueffect
nee
bta /nvd auteur - u war 004/ NVD-ddc dossier - 20080826 screeningsnota warMolenstraat.doc bestand - 29 augustus 2008 datum
pagina
11
Effect op de mobiliteit Omschrijving en beoordeling
De effecten op de mobiliteit zijn zeer beperkt. Door inbreiding zijn er bijkomende verkeersbewegingen mogelijk. De wegenis is van een dergelijk profiel dat ze dit aan kan. Het gaat om slechts een beperkt aantal woningen.
Aanzienlijk milieueffect
nee
bta /nvd auteur - u war 004/ NVD-ddc dossier - 20080826 screeningsnota warMolenstraat.doc bestand - 29 augustus 2008 datum
pagina
5.1.4
12
Overzicht van de beoordeling van de aanzienlijke milieueffecten Globaal overzicht aanzienlijk effect ja/nee Effect op - gezondheid en veiligheid van de mens
nee
- ruimtelijke ordening
nee
- biodiversiteit, flora en fauna
nee
- energie en grondstoffenvoorraad
nee
- bodem
nee
- water
nee
- atmosfeer en klimatologische factoren
nee
- geluid
nee
- licht
nee
- stoffelijke goederen en cultureel erfgoed
nee
- landschap
nee
- mobiliteit
nee
Gezien de beperkte omvang van het plan en de beperkte ingrepen zijn er weinig tot geen effecten met een grote invloed te verwachten. 5.2
De kenmerken van plannen en programma’s
5.2.1
De mate waarin het plan een kader vormt voor projecten en andere activiteiten met betrekking tot de ligging, aard, omvang en gebruiksvoorwaarden en de toewijzing van hulpbronnen Het RUP heeft geen betrekking op hulpbronnen.
5.2.2
De mate waarin het plan andere plannen en programma’s, met inbegrip van die welke deel zijn van een hiërarchisch geheel, beïnvloedt. Het gemeentelijk RUP geeft uitvoering aan het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het gemeentelijk RUP staat onder aan de hiërarchie van de ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het gemeentelijk RUP is niet gemeentegrensoverschrijdend.
5.2.3
De relevantie van het plan voor de integratie van milieuoverwegingen, vooral met het oog op de bevordering van duurzame ontwikkeling Niet relevant voor dit RUP.
bta /nvd auteur - u war 004/ NVD-ddc dossier - 20080826 screeningsnota warMolenstraat.doc bestand - 29 augustus 2008 datum
pagina
5.2.4
13
Milieuproblemen die relevant zijn voor het plan Zie punt 5.1.
5.2.5
De relevantie van het plan voor de toepassing van de milieuwetgeving van de Europese Gemeenschap niet relevant
5.3
Kenmerken van de effecten en van de gebieden die kunnen worden beïnvloed Kenmerken van de effecten
Beoordeling
De waarschijnlijkheid, duur, frequentie en
De effecten zijn beperkt
omkeerbaarheid van de effecten
Enkel de realisatie van een 30-tal woningen is op vandaag realistisch. De andere inbreidingsprojecten zijn mogelijkheden op lange termijn evenals de specifieke functie.
Cumulatieve aard van de effecten
In het plan worden de maximale mogelijkheden aangegeven. Er is geen toename van de effecten te verwachten.
De grensoverschrijdende aard van de effecten
Niet relevant
De risico’s voor de menselijke veiligheid of
Niet relevant
gezondheid of voor het milieu
Geen externe gevarenbron in de omgeving
(bijvoorbeeld door ongevallen)
aanwezig.
De orde van grootte en het ruimtelijk bereik
Het betreft een lokale kleine wijziging
van de effecten (geografisch gebied en
waardoor de effecten eveneens beperkt
omvang van de bevolking die getroffen kan
zijn.
worden) De waarde en kwetsbaarheid van het gebied
Niet relevant
dat kan worden beïnvloed gelet op:
− bijzondere natuurlijke kenmerken of cultureel erfgoed;
− de overschrijding van de milieukwaliteitsnormen of van grenswaarden;
− intensief grondgebruik; De effecten op gebieden en landschappen die
Niet relevant
door een lidstaat, door de Europese Gemeenschap, dan wel in internationaal verband als beschermd gebied zijn erkend.
bta /nvd auteur - u war 004/ NVD-ddc dossier - 20080826 screeningsnota warMolenstraat.doc bestand - 29 augustus 2008 datum
pagina
6
14
Conclusie Voor het voorliggende RUP wordt, rekening houdend met de beperkte effecten van de mogelijke ingrepen ten opzichte van de huidige referentiesituatie en de voorkomende milderende maatregelen en toepassing van de geldende reglementering, geen aanzienlijke milieueffecten verwacht; bijgevolg wordt voorgesteld ontheffing te verlenen tot opmaak van een plan-MER.
bta /nvd auteur - u war 004/ NVD-ddc dossier - 20080826 screeningsnota warMolenstraat.doc bestand - 29 augustus 2008 datum
STAD WAREGEM RUP nr. 4.1 Molenstraat
figuur 00: watertoets
Legende
plangebied
erosiegevoelige gebieden niet erosiegevoelig erosiegevoelig
erosiegevoelige gebieden
grondwaterstromingsgevoelige gebieden
hellingenkaart
infiltratiegevoelige bodems
overstromingsgevoelige gebieden
winterbedkaart
grondwaterstromingsgevoelige gebieden geen informatie beschikbaar zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1) matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3)
hellingenkaart 0,5 0,5 - 5 5 - 10 > 10
infiltratiegevoelige bodems niet infiltratiegevoelig infiltratiegevoelig
overstromingsgevoelige gebieden niet overstromingsgevoelig effectief overstromingsgevoelig mogelijk overstromingsgevoelig
winterbed geen informatie beschikbaar winterbedding
bron: Agiv
schaal: 1:12,000
0
100
200
400 Meters
STAD WAREGEM RUP nr. 4.1 Molenstraat
Leievallei ude de o van p i r b eg et in ie m e L Leievallei De
plan-MER screening
Legende
a Leie
n rme
Zandig Leie-Schelde-interfluvium
plangebied Leievallei
biologische waarderingskaart
stedelijk gebied waregem
biologisch minder waardevol
complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen
complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen
complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch waardevol
complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch zeer waardevol
Zandig Leie-Schelde-interfluvium
landschapsatlas
biologische waarderingskaart
landschapsatlas
ankerplaatsen lijnrelikten %
puntrelikten
!
reliktenzone
traditionele landschappen
bodemkaart 01. Antropogeen
04. Vochtig zand 05. Droog zand
07. Vochtig zand antr 09. Nat zandleem
10. Vochtig zandleem 15. Natte klei
18. Natte Zware Klei
sevesobedrijven !
Progalys b.v.b.a.
bron: Agiv
!Progalys b.v.b.a.
schaal: 1:10,000
bodemkaart 0
100
sevesobedrijven 200
400 Meters