GEMEENTE TERNAT
Onderzoek tot milieueffectrapportage RUP ‘Winterweg’
Gemeente Ternat Gemeentehuisstraat 21 1740 Ternat
Haviland Igsv Brusselsesteenweg 617 1731 Zellik
Onderzoek tot m.e.r.
1.
RUP Winterweg
Inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer
Initiatiefnemer: Gemeentebestuur Ternat Gemeentehuisstraat 21 1740 Ternat
Opdrachthouder: Intercommunale Haviland IGSV Brusselsesteenweg 617 1731 Asse (Zellik)
2.
Doelstelling, reikwijdte en detailleringsgraad van het plan
2.1.
Doelstelling Dit RUP heeft tot doel een ordening te geven aan het binnengebied langs een doodlopende straat en een juridisch kader aan te reiken voor de beoordeling van vergunningsaanvragen binnen dit gebied.
2.2.
Reikwijdte Bestemmen van ± 3,13ha bruto woonzone. Het plangebied is gelegen het centrum van de gemeente, in woongebied.
2.3.
Detailleringsniveau Maximale bebouwingsgraad opleggen. Andere inrichtingsvoorschriften kunnen het resultaat zijn van het planningsproces, maar kunnen hier nog niet beschreven worden.
3. 3.1.
Beschrijving plan en afbakening plangebied Situering Het plangebied is gelegen in het hoofddorp van de gemeente Ternat, begrensd tussen de Molenstraat, Markplein, Gemeentehuisstraat en de Reukenstraat. De Winterweg doorsnijdt het gebied van zuidwest naar noordoost. Dit is een doodlopende straat.
Situering op stratenplan (bron website AGIV)
2/18
Onderzoek tot m.e.r.
RUP Winterweg
Situering op topografische kaart (bron website AGIV)
3.2.
Aanleiding en doelstellingen Dit plangebied is een ongeordend geheeld van woningen, bijgebouwen, parkeerzones, tuinen, …. Het RUP Winterweg heeft als doel een ordening te geven aan dit binnengebied langs deze doodlopende straat in het centrum van de gemeente. Het wil ook een juridisch kader aanreiken voor een betere en efficiëntere beoordeling van vergunningsaanvragen binnen dit gebied.
3.3.
Relatie tot het GRS Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van de gemeente Ternat is goedgekeurd dd. 15/10/2009. Gewenste nederzettingsstructuur (p.15 richtinggevend deel) De ontwikkeling van Ternat zal nauw samenhangen met de uitbouw van de deelkernen Ternat en Sint-Katharina-Lombeek. Rond beide kernen is een dens, samenhangend weefsel ontstaan, met stationsomgeving als spil. Binnen dit kernweefsel wordt Ternat-centrum verder uitgebouwd als complementaire kern. Ternat als hoofddorp neemt de grootste dynamiek op. Voorzieningen, recreatie, wonen, complementaire handel en bedrijvigheid worden hier versterkt in functie van het aanbod voor de gehele gemeente. Algemeen wordt gestreefd naar het concentreren en versterken van centrumfuncties in Ternat-centrum. Op die manier wordt vermeden dat centrumfuncties zich verder gaan vestigen langsheen de Assesteenweg. Dit zou immers de uitholling van de bestaande kernen met zich mee kunnen brengen. Het hoofddorp Ternat wordt uitgebouwd als een goed uitgerust administratief centrum met een sterk handelsapparaat en recreatieve en sociale voorzieningen. De voornaamste dynamiek wordt in het hoofddorp ondergebracht zodat deze kern wordt uitgebouwd tot een attractief en leefbaar centrum.
3/18
Onderzoek tot m.e.r.
RUP Winterweg
Gedifferentieerd woningaanbod in functie van de behoeften (p.17 en p.52 richtinggevend deel) De gemeente wil een gedifferentieerd woningaanbod creëren, met aandacht voor de diverse bevolkingsgroepen en hun woonnoden. Bij de invulling van het woningaanbod moet de hiërarchie van de kernen gevolgd worden. Naargelang de kenmerkende structuur van de gezinnen (waarbij inkomen, gezinssamenstelling en ouderdom het uitgangspunt vormen) worden andere eisen gesteld aan een woning. De nodige aandacht moet dus besteed worden aan nieuwe woonvormen. Een goede ‘mix’ van verschillende woningtypologieën op maat van specifieke bevolkingsgroepen (sociale en private ééngezins- en meergezinswoningen, appartementen, studio’s,…) moet sociale segregatie tegengaan en is nodig om op evoluerende trends te kunnen inspelen. Op die manier tracht de gemeente een woningaanbod te creëren dat voldoet aan de verwachtingen en behoeften van alle inwoners. De gemeente opteert er daarbij voor om in de eerste plaats projecten te ondersteunen die tegemoet komen aan de noden en de behoeften van de eigen bevolking. Daarom neemt de gemeente de samenstelling en het inkomen van de bestaande bevolking als uitgangspunt om een gedifferentieerd woningaanbod uit te werken.
Gewenste ruimtelijke structuur gemeente Ternat (bron: GRS)
Deze deelruimte wordt uitgebouwd als compact gemengd woongebied binnen de gemeente. De ontwikkeling van het kerngebied wordt gericht op inbreiding en verdichting van het woonweefsel. De versterking van de centrumfuncties (handel, administratie, verzorging, horeca,…) moet deelkern Ternat verder profileren als centrum van de gemeente. Daarnaast vervult Sint-Katherina-Lombeek een belangrijke socio-culturele rol. Tegelijk gaat ook aandacht naar het ‘verluchten’ van het kerngebied via het opwaarderen van pleinen, open ruimten en groenentiteiten binnen het dichtbebouwde weefsel. Om een veilig, leefbaar en aangenaam woonklimaat te creëren, krijgen langzaam verkeer en openbaar vervoer een belangrijke plaats in het kerngebied. Het doorgaand verkeer wordt tot een minimum beperkt.
4/18
Onderzoek tot m.e.r.
RUP Winterweg
Bindende bepalingen GRS Bindende bepaling nr. 19: Afbakening zones voor verdichting. De gemeente zal ter versterking van de kerngebieden een strategisch project uitwerken voor de afbakening van zones voor verdichting. Binnen deze zones zal de gemeente nagaan waar er plaats is voor meergezinswoningen, waar het aantal bouwlagen kan opgetrokken worden, welke binnengebieden kunnen verdicht worden. Daarnaast zal ook bijzondere aandacht gaan naar de publieke ruimte, de parkeerproblematiek, wonen en complementaire functies.
3.4.
Visie Door het opmaken van dit RUP wordt er aan dit binnengebied zones afgebakend voor één- of meergezinswoningen, kantoorgebouwen en winkels, dienstgebouwen, optrekken van bouwlagen, …. Via het vastleggen van deze verschillende zones binnen dit RUP zal er een duidelijke ordening gegeven worden aan dit gebied, waardoor dit gebied verdicht wordt. De Winterweg is een smalle doodlopende straat van ± 3m breed. In dit RUP zal ook deze weg worden verbreed naar ± 4,6m, wat aanvaardbaar is. De voorschriften zullen voldoende aandacht hebben voor ruimtelijke kwaliteit, privacy en parkeerproblematiek.
3.5.
Overzicht van de voorschriften die opgeheven worden Gewestplan Het plangebied van dit RUP is volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde, dat vastgesteld is bij KB van 07/04/1977 gelegen in woongebied. Door de opmaak van dit RUP wordt de gewestplanbestemming ‘woongebied’ behouden maar verfijnd, binnen de perimeter van dit RUP.
3.6.
Onderzoek naar mogelijke alternatieven en nulalternatief Nulalternatief Het RUP niet uitvoeren en de huidige toestand bestendigen is de situatie die geen bijkomende effecten zal genereren. Er moet hier duidelijk een ordening gegeven worden aan dit gebied via dit RUP. Mogelijke inrichtingsalternatieven Er zijn geen andere inrichtingsalternatieven onderzocht, omdat het hier gaat om een ordening van een gebied, en niet om een bijkomende woonzone te creëren. Dit RUP is enkel een inrichtingsplan met voorschriften om de resterende percelen zo efficiënt mogelijk in te vullen.
5/18
Onderzoek tot m.e.r.
4.
RUP Winterweg
Passende beoordeling De passende beoordeling wordt voorgeschreven volgens art. 36ter van het decreet Natuurbehoud, en is van toepassing indien het plan impact kan hebben op speciale beschermingszones. Artikel 36ter van het decreet Natuurbehoud bepaalt dat ieder plan dat een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied kan veroorzaken, dient onderworpen te worden aan een passende beoordeling. Het gaat om gebieden die door de Vlaamse Regering zijn voorgesteld of aangewezen zijn als Speciale Beschermingszone in toepassing van de Vogelrichtlijn (Richtlijn 79/409/EEG van 02.05.1979) en de Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG van 21.05.1992).
Het plangebied ligt niet in een habitatrichtlijn- of vogelrichtlijngebied. Ook in de onmiddellijke omgeving zijn geen habitatrichtlijn- of vogelrichtlijngebieden gelegen. Conclusie: Er kan gesteld worden dat het RUP geen plan is dat een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied kan veroorzaken, en conform artikel 36ter van het decreet Natuurbehoud, geen passende beoordeling vereist is.
6/18
Onderzoek tot m.e.r.
5.
RUP Winterweg
Motivering voor het ‘onderzoek tot m.e.r.’
5.1.
Opdelen van het voorgenomen plan in planonderdelen.
Situering:
Bestaande toestand
5.2.
Geldend plan (gewestplan)
Gevoeligheden van het plangebied en potentiële effecten van het voorgenomen plan of programma. Dit hoofdstuk beschrijft de mogelijke effecten van de nieuwe projecten en ontwikkelingen die het RUP zal toelaten/verplichten ten opzichte van de huidige mogelijkheden volgens het gewestplan. Volgende disciplines worden besproken: - de gezondheid en veiligheid van de mens - de ruimtelijke aspecten - de fauna, flora en biodiversiteit - de energie- en grondstoffenvoorraden - de bodem - het water (grondwater en oppervlaktewater) - de atmosfeer en klimatologische factoren - het geluid - het licht - de stoffelijke goederen - het cultureel erfgoed - het landschap - de mobiliteit
5.2.1.
Mens – gezondheid en veiligheid Referentie Momenteel heerst er in dit binnengebied een totale chaos van woningen, kantoorgebouwen, bijgebouwen, tuinen, parkeerplaatsen, …. Deze staan allemaal door elkaar en wordt er geen bouwlijn gerespecteerd. Beschrijving effect Dit RUP heeft tot doel de verfijning en ordening van een woonzone, zodat de gemeente een juridisch kader krijgt om beter verkavelingsaanvragen te beoordelen en zodat ook de bevolking weet wat er in dit gebied nog kan
7/18
Onderzoek tot m.e.r.
RUP Winterweg
gebouwd worden. Het gaat hier om verdichting van de woonkern. Door bijkomende woningen, kantoorgebouwen, winkels en bijgebouwen toe te laten (dit mocht ook zonder dit RUP, maar nu op een geordende wijze), zullen er geen bijkomende risico’s zijn voor de gezondheid en veiligheid van de mens. De veiligheid in de interweg zal eerder verhoogd worden doordat deze smalle weg breder wordt met ± 1,6m. Conclusie De uitvoering van het RUP zal geen bijkomende risico’s voor de gezondheid en de veiligheid van de omwonenden opleveren.
5.2.2.
Mens – ruimtelijke aspecten Referentie Dit plangebied is gelegen in woongebied in het centrum van de gemeente, begrensd door de Gemeentehuisstraat, Molenstraat en Marktplein. Ten noordoosten grenst het plangebied aan de spoorweg Brussel-Aalst. De Winterweg doorkruist het plangebied van zuidwesten naar noordoosten. De reeds aanwezige bebouwing in dit gebied bestaat voornamelijk uit rijwoningen, handelszaken, kantoorgebouwen, bijgebouwen, enz…. Er zijn nog een aantal onbebouwde percelen. De bestaande toestand is een ongeordend geheel van verschillende gebouwen die door de jaren heen zijn gebouwd zonder enig vorm van structuur of voorschriften. Beschrijving effect Door in dit gebied een RUP op te maken, wordt er aan de gemeente de mogelijkheid gegeven om op een juridische basis te oordelen of een bouwvergunning kan afgeleverd worden volgens een goede ruimtelijke ordening. Conclusie Geen aanzienlijke effecten.
5.2.3.
Fauna, flora en biodiversiteit Referentie Het plangebied is gelegen in een biologische minder waardevol gebied. Grondgebruikseenheden: URB Urbaan en/of industrieel gebied (inclusief groeven, storten, opgehoogde terreinen zonder aangeduide begroeiing). Bwkeenheden: ua: minder dichte bebouwing met beplanting, tuinen, … Ten noordoosten van de site stellen we een complex van minder waardevolle en waardevolle elementen vast. Dit complex wordt gescheiden van het plangebied door een lijnvormige barrière, nl. de spoorweg Brussel-Liedekerke. Binnen het plangebied, noch in de onmiddellijke omgeving zijn er faunistische belangrijke gebieden weer te vinden. Volgens de vogelatlas zijn er geen broed- of pleistergebieden in de onmiddellijke omgeving. In dit gebied zijn er geen slaap-, voedsel, of seizoenstrek gelegen. Ook slaapplaatsen en broedkolonies zijn er niet terug te vinden. Het plangebied ligt niet in een VEN-gebied. Het volledig plangebied is niet kwetsbaar voor ecotoopverlies, verdroging, eutrofiëring en verzuring. De uitvoering van dit RUP zal dus geen effect hebben op het verlies van ecotopen.
8/18
Onderzoek tot m.e.r.
RUP Winterweg
E r b e v i n d e n ( Bron website AGIV)
Er bevinden zich geen ecologische impulsgebieden en geen habitat- of vogelrichtlijngebieden in het plangebied. Het meest dichtstbijzijnde habitatgebied bevindt zich op ongeveer 1600 m in de noord-westelijke richting. In het plangebied zijn er geen waardevolle fauna en flora aanwezig die dreigen verloren te gaan bij de uitvoering van dit RUP. Het plangebied ligt ook niet in een zone met enige ecosysteemkwetstbaarheidsklasse. Beschrijving effect Door het opmaken van dit RUP wordt er aan dit binnengebied zones afgebakend voor één- of meergezinswoningen, kantoorgebouwen en winkels, dienstgebouwen, optrekken van bouwlagen, …. Via het vastleggen van deze verschillende zones binnen dit RUP zal er een duidelijke ordening gegeven worden aan dit gebied, waardoor dit gebied verdicht wordt. De voorschriften zullen voldoende aandacht hebben voor ruimtelijke kwaliteit, privacy en parkeerproblematiek. Door het omvormen van bestaande tuinen, die weinig extra waarde bieden naar ecosystemen, naar extra bouwkavels (16) met heringerichte tuinen, worden er geen effecten verwacht met betrekking tot ecotopenverlies. Het herinrichten kan mogelijks zelfs een positief effect hebben op de biodiversiteit. Nieuwe tuinaanleg kan immers onder impuls van gemeente, intercommunale en/of provincie op dergelijke manier gebeuren (bv. ahv projecten als afvalarm tuinieren en compostkracht) dat het lokale en aangrenzende ecotopen kan versterken. Conclusie Geen aanzienlijke effecten.
5.2.4.
Energie- en grondstoffenvoorraden Referentie Binnen het plangebied, noch in de omgeving bevinden zich ontginningsgebieden. Beschrijving effect In de stedenbouwkundige voorschriften zal de nadruk liggen op het duurzaam, milieuvriendelijk en energiezuinig bouwen.
9/18
Onderzoek tot m.e.r.
RUP Winterweg
Conclusie De ontwikkeling van het plangebied heeft geen gevolgen voor de verdere exploitatie van enige ontginningsgebieden.
5.2.5.
Bodem Referentie
(Bron website AGIV)
Het plangebied bevindt zich op kunstmatige gronden. Bodemtype: Het bodemtype van het plangebied betreft een bebouwde zone. Ten zuiden en ten westen van het plangebied gaat deze bebouwde zone verder. Ten oosten van het plangebied en gescheiden van het plangebied door een weg : Aep (Natte leembodem zonder profiel) Kernserie Textuur Drainage Profielontwikkeling Aep
A
e
p
Ten noorden van het plangebied en gescheiden door een spoorweg van het plangebied: Eep (Sterk gleyige kleibodem zonder profiel) Kernserie Textuur Drainage Profielontwikkeling Eep
E
e
p
De bodems binnen het plangebied worden niet gecatalogeerd inzake geschiktheid met betrekking tot grasland, akkerbouw, extensieve groenteteelt en fruitteelt, intensieve groenteteelt, glasteelt en boomkwekerij. Voor de kadastrale percelen waarop de RUP betrekking heeft, zijn er bij OVAM geen bodemonderzoeken gekend. Volgens het vergunningenregister van de gemeente Ternat zijn er tevens ook geen risicoactiviteiten vergund geweest. Dit doet vermoeden dat er ook geen zware problemen naar bodemvervuiling aanwezig zijn. Grondwaterkwetsbaarheidskaart: Het plangebied ligt in een weinig kwetsbaar gebied (Db). De watervoerende laag is leemhoudend of kleihoudend zand en de deklaag is lemig.
10/18
Onderzoek tot m.e.r.
RUP Winterweg
Het plangebied is niet gelegen in een beschermingszone voor grondwaterwinning. Beschrijving effect Door de aanleg van bijkomende verhardingen en gebouwen zal er minder hemelwater in de bodem kunnen dringen en kan deze verdrogen. Het RUP vormt niet het kader voor de aanleg van ondergrondse constructies die de grondwaterstroming kunnen verstoren. Milderende maatregelen De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater legt op dat het opgevangen hemelwater in eerste instantie nuttig moet toegepast worden en indien dit niet kan ter plaatse geïnfiltreerd of als laatste keuze gebufferd en vertraagd afgevoerd. Er worden geen nadelige effecten op de grondwaterkwaliteit verwacht bij naleving van de bestaande stedebouwkundige en milieuvergunningsvoorschriften. Conclusie Geen aanzienlijke effecten.
5.2.6.
Oppervlaktewater / Grondwater Referentie In het plangebied bestaat een beek klasse 3 (over een lengte van ongeveer 20 m) die afwatert naar de subhydrografische zone Hunselbeek/Bellebeek (Gewest Code: 6419; Denderbekken)
(Bron website AGIV)
Op ± 1300 m van het plangebied ligt een meetpunt van de VMM, met name ‘Assesteenweg,thv bezinestation,opw weg’. Hieronder volgen de gemiddelde resultaten voor het jaar 2010 (laatste meting VMM). Parameter Parameter omschrijving
Gem
Eenheid
BZV5
Biochemisch zuurstofverbruik na 5d.
Cl-
Chloride
57.00 mg/L
CZV
Chemisch zuurstofverbruik
27.05 mgO2/L
EC 20
Geleidbaarheid (20°C)
KjN
Kjeldahlstikstof
11/18
4.70 mgO2/L
753.25 µS/cm 3.40 mgN/L
Onderzoek tot m.e.r.
RUP Winterweg
NH4+
Ammonium
2.35 mgN/L
NO2-
Nitriet
0.11 mgN/L
NO3-
Nitraat
3.53 mgN/L
O2
Zuurstof, opgeloste
9.62 mg/L
O2 verz
Zuurstofverzadiging
oPO4
Orthofosfaat
0.22 mgP/L
Pt
Fosfor, totaal
0.49 mgP/L
pH
pH
7.81 -
T
Temperatuur
6.07 °C
ZS
Zwevende stoffen
76.05 %
45.70 mg/L
(Bron website AGIV)
Het plangebied is niet gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied.
(Bron website AGIV)
Het plangebied is niet gelegen in een infiltratiegevoelig gebied
12/18
Onderzoek tot m.e.r.
RUP Winterweg
Het plangebied is voornamelijk zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1). Het zuidelijk deel van het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2).
(Bron website AGIV)
Het plangebied is aangeduid als deels erosiegevoelig gebied en deels niet erosiegevoelig. Het plangebied behoort niet tot het winterbed van de grote rivieren. Het plangebied ligt in een niet kwetsbaar gebied voor verdroging. Met betrekking tot de discipline fauna en flora is verdroging een typisch indirect effect. Kan effect hebben op diverse aspecten van deze discipline, zoals grondwaterafhankelijke ecotopen, zoals moerasbossen en vochtige graslanden. De effecten met betrekking tot fauna en flora worden in het desbetreffend eigen paragraaf behandeld. Beschrijving effect Door de aanleg van bijkomende verhardingen en gebouwen zal er enerzijds minder water in de bodem sijpelen en anderzijds zal het hemelwater
13/18
Onderzoek tot m.e.r.
RUP Winterweg
opgevangen worden en zoveel mogelijk herbruikt zodat dit geen hogere belasting geeft voor de ontvangende waterlopen. Er wordt geen huishoudelijk afvalwater op oppervlaktewater geloosd. Het RUP vormt niet het kader voor de aanleg van grote ondergrondse constructies die de grondwaterstroming kunnen verstoren. Milderende maatregelen De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater legt op dat het opgevangen hemelwater in eerste instantie nuttig moet toegepast worden en indien dit niet kan ter plaatse geïnfiltreerd of als laatste keuze gebufferd en vertraagd afgevoerd. Dit water zal uiteindelijk afgevoerd worden naar de bestaande klasse 3 beek. Conclusie Geen aanzienlijke effecten, mits het nemen van milderende maatregelen. 5.2.7.
Atmosfeer / Klimatologische factoren Referentie De beschikbare gegevens van het luchtmeetnet van de VMM tonen geen luchtvervuiling voor de gemeente Ternat. De gegevens van de VMM gaan niet in detail tot op de schaal van het plangebied. Beschrijving effect De effecten inzake atmosfeer en klimaat situeren zich voornamelijk op het vlak van warmte-uitstoot van broeikasgassen (bvb. van verwarmingsinstallaties e.d.). Alle nieuwe gebouwen dienen echter te voldoen aan de nieuwe energieprestatieregelgeving. De geleide luchtemissies beperken zich tot de stookinstallaties. Daarnaast ontstaan niet-geleide luchtemissies afkomstig van het intern verkeer van wagens. Voor deze emissies zijn geen meetmethodes beschikbaar. Luchtverontreiniging door de verwarming van de gebouwen en door de wagens die af- en aanrijden. Geraamd aantal bewegingen per week: 16 woningen, gemiddeld 1,5 personenwagens per woning, gemiddeld 4 bewegingen per dag per wagen. Dit komt neer op een gemiddelde van 96 bewegingen per dag.
14/18
Onderzoek tot m.e.r.
RUP Winterweg
Uit bovenstaande simulatie met CAR-Vlaanderen blijkt dat er geen overschrijdingen van de grenswaarden of grenswaarden + overschrijdingsmarge voor NO2 en PM10 moeten verwacht worden. Milderende maatregelen De weg dermate inrichten dat enkel het lokale verkeer toegang krijgt tot het binnengebied. Conclusie Geen aanzienlijke effecten.
5.2.8.
Geluid Referentie Het RUP voorziet in enerzijds een bestendiging van de zone voor kantoorgebouwen en winkelruimten en anderzijds in het herindelen van een binnengebied voor wonen. Hierbij worden 16 extra wooneenheden voorzien in dit binnengebied. Beperkte geluidsemissies worden nu veroorzaakt door de huidige kantooractiviteiten, winkelactiviteiten alsook van de woonfunctie. Beschrijving effect Gezien de zone voor kantoorgebouwen en winkels niet uitbreiden door het RUP worden er geen noemenswaardige extra effecten verwacht. Eventuele geluidshinder door bv. koelgroepen wordt voldoende onder controle gehouden door bestaande wetgeving zoals Vlarem. Verdere geluidseffecten zijn te verwachten door het extra lokale verkeer gegenereerd door (de bouw van) de extra wooneenheden. Het effect van de bouw is slechts tijdelijk en het effect van de extra wagens is aanvaardbaar. Conclusie Geen aanzienlijke effecten
5.2.9.
Licht Referentie Er staan enkele verlichtingspalen langs de Winterweg. Beschrijving effect Door de opmaak van dit RUP zal dit niet veranderen. Conclusie Geen aanzienlijke effecten.
5.2.10.
Stoffelijke goederen Er worden geen woningen of gronden onteigend. Geen aanzienlijk effect.
5.2.11.
Cultureel erfgoed Referentie Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn beschermde monumenten, landschappen of dorpsgezichten gelegen. Er zijn ook geen niet-beschermde waardevolle gebouwen in de buurt aanwezig (cfr. Inventaris ‘bouwen door de eeuwen heen’ – Onroerend Erfgoed). Op ± 120m ten noorden van het plangebied bevindt zich de beschermde omgeving van de hoeve ‘Hof ten Berg’ (wijz. KB 13/09/1976). (zie kaartje bij pt.5.2.12)
15/18
Onderzoek tot m.e.r.
RUP Winterweg
Beschrijving effect Geen Conclusie Geen aanzienlijke effecten.
5.2.12.
Landschap Referentie Binnen het plangebied zijn geen relictzones of ankerplaatsen aanwezig. Op ± 150m ten oosten van het plangebied ligt een uitloper van de relictzone “Bellebeek – Molenbeek-Zuid” (R20014).
Wetenschappelijke waarde: De Bellebeek is de enige zijrivier van de Dender dat zo oostelijk het Brabant plateau versnijdt. Zij zorgt voor de afvoer van het water ten westen van Brussel.
Historische waarde: De Bellebeekbeemden zijn nog vrij intact t.o.v. Ferraris. Een deel van de percelen zijn wel samengevoegd, maar een deel van de perceelsrandbegroeiing van die tijd is nog ongewijzigd. In de omgeving van Steenvoort werd er de laatste honderd jaar wel meer bebost. Van de Sluisvijvers die er ten tijde van Ferraris lagen blijven nog enkel de dijken zichtbaar in het landschap. Meer stroomopwaarts langs de Molenbeek-Zuid werden de beemden reeds ten tijde van Van der Maelen perceelsgewijs bebost. Hier zijn de perceelsvormen meer behouden gebleven maar de perceelsrandbegroeiing rond de resterende weiden is hier quasi volledig verdwenen. Het SintWivinaklooster vormde samen met het bos, de kapel en de vijvers reeds ten tijden van Ferraris een samenhangend geheel langsheen de Molenbeek. Het klooster werd wel na Ferraris verbouwd.
Verstoring: De autosnelweg Brussel-Oostende.
16/18
Onderzoek tot m.e.r.
RUP Winterweg
(Bron website AGIV)
Beschrijving effect Het RUP zal geen invloed hebben op de historische en esthetische waarde van de relictzone. Het gaat hier over een bestaande woonzone die geordend wordt. Conclusie Dit RUP zal geen aantasting geven op de landschapswaarde van het gebied.
5.2.13.
Archeologie Referentie Vermits wij geen gegevens meer krijgen van het CAI en van RWO ruimte en erfgoed – archeologie, wegens ‘weging dossiers’, kunnen wij deze gegevens niet opnemen. Beschrijving effect De mogelijkheid bestaat dat bij werken met ingreep op de bodem archeologische sites worden aangetroffen. Milderende maatregelen Er zal in het RUP de volgende bepaling worden opgenomen: “Voor alle uit te voeren werken met ingreep in de bodem dient advies te worden aangevraagd aan de bevoegde instantie m.n. Ruimte en Erfgoed, Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant”. Conclusie Geen aanzienlijke effecten.
5.2.14.
Mobiliteit Referentie Het plangebied wordt omringd door de volgende straten: Molenstraat, Gemeentehuisstraat, Reukenstraat. De winterweg loopt door het plangebied. Deze weg blijft een doodlopende straat, maar zal verbreed worden waar nodig. Deze weg is een lokale weg voor plaatselijk verkeer. Er is geen doorgaand verkeer mogelijk. Aan de Assesteenweg wordt de weg smaller en biedt enkel doorgang voor zwakke weggebruikers.
17/18
Onderzoek tot m.e.r.
RUP Winterweg
In dit gebied zullen ongeveer 16 woongelegenheden bijkomen. Dit betekent: gemiddeld 1,5 personenwagens per woning, gemiddeld 4 bewegingen per dag per wagen. Dit komt neer op een gemiddelde van 96 bewegingen per dag. Door het plangebied lopen een aantal voetwegen. Eigenlijk is de Winterweg ook nog steeds een voetweg. De gemeente zal deze weg als openbare weg opnemen. De dichtstbijzijnde bushalte van De Lijn richting Asse (Brussel-Noord lijn 213) ligt op ± 1100 m van het plangebied in de Kasteellaan. De dichtstbijzijnde bushalte van De Lijn richting Lennik (Liedekerke station lijn 355) ligt op ± 1100 m van het plangebied op het Marktplein. De spoorweglijn Aalst – Brussel ligt ten noorden van het plangebied. Het station van Ternat ligt op ± 1200 m van het plangebied. Beschrijving effect Er zullen weinig negatieve effecten te verwachten zijn omdat dit een weg is voor plaatselijk verkeer. Conclusie Op basis van de geplande ontwikkelingen op de site, zal het huidige mobiliteitsprofiel wellicht weinig tot geen wijzigingen ondergaan, dus geen aanzienlijke effecten te verwachten.
5.3.
Beschrijving van de mogelijke cumulatieve effecten door het samengaan van de verschillende planonderdelen. Voor het geheel van het plan kan je de effecten eerder positief beoordelen, aangezien er een betere organisatie wordt beoogd en een bestaand woongebied goed en degelijk in te richten.
5.4.
Conclusie waarin gemotiveerd wordt waarom er geen plan-MER nodig is. Het plan betreft het invullen van een binnengebied. Er kunnen maximaal 16 woongelegenheden bij gecreëerd worden. De effecten van de inbreiding zullen uiterst gering zijn. Indien er geen RUP zou opgemaakt worden, kan dit binnengebied ook gerealiseerd worden, maar kan er niet ingegrepen worden om dit op een behoorlijk geordende manier te laten verlopen. Dit RUP is een inrichtingsplan. Er kan dus gesteld worden dat er geen aanzienlijke nadelige effecten moeten worden verwacht.
6.
Onderzoek of het voorgenomen RUP kader kan zijn voor vergunningen van bijlage I/II-projecten uit de project-MERregelgeving. Niet van toepassing.
7.
Beoordeling of het voorgenomen plan grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende milieueffecten kan hebben. Het plangebied grenst niet aan gemeentegrenzen, gewestgrenzen of aan landsgrenzen. Er zijn dan ook geen grensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten.
8.
Algemene conclusie Er kan dus in alle redelijkheid geoordeeld worden dat de effecten van het voorliggende plan op de verschillende ontvangende milieusystemen en op de gezondheid van de mens zeer klein tot verwaarloosbaar zullen zijn.
18/18