Onderzoek naar milieueffectrapportage Gemeentelijk RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
Verzoek tot raadpleging
Colofon Project:
Onderzoek naar milieueffectrapportage Gemeentelijk RUP N10 West
Datum:
Maart 2010
Initiatiefnemer:
Stad Scherpenheuvel-Zichem August Nihoulstraat 13-15 3270 Scherpenheuvel
Projectlocatie:
Scherpenheuvel-Zichem
Opstellers rapport: • Studiebureau ABO NV Derbystraat 303 9051 Gent • Medewerkers Jef Dierckx Marijke Wouters
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
2
Inhoudsopgave 1 2 3 4
5 6
7 8
Inleiding................................................................................................................................. 5 Ruimtelijke situering van het plan.......................................................................................... 7 Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden ..................................................................... 8 Beschrijving van het plan .................................................................................................... 13 4.1 Verantwoording – relatie met structuurplan ................................................................ 13 4.1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.................................................................. 13 4.1.2 Afbakening van de agrarische en natuurlijke structuur ...................................... 13 4.1.3 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant........................................ 14 4.1.4 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ............................................................... 16 4.2 Bespreking bestaande feitelijke toestand ................................................................... 22 4.2.1 Natuurlijk-landschappelijke structuur ................................................................. 22 4.2.2 Nederzettingsstructuur....................................................................................... 27 4.2.3 Wegenstructuur ................................................................................................. 34 4.3 Visie, doelstellingen en ruimtelijke uitgangspunten .................................................... 37 4.3.1 Situering van het plangebied binnen de gewenste mesostructuur (cfr. GRS).... 37 4.3.2 Ontwikkeling van het plangebied ....................................................................... 38 4.4 Vertaling naar zones .................................................................................................. 59 4.4.1 Zone voor wonen in de kern: ............................................................................. 59 4.4.2 Zone voor wonen nabij open ruimte................................................................... 59 4.4.3 Zone voor grootschalige kleinhandel ................................................................. 59 4.4.4 Zone voor waterzuivering en bufferbekken........................................................ 60 4.4.5 Zone voor parking.............................................................................................. 60 4.4.6 Overdrukzone voor groen karakter .................................................................... 61 4.4.7 Zone voor groenbuffer ....................................................................................... 61 4.4.8 Verbindingsweg ................................................................................................. 61 4.4.9 Ontsluitingswegen ............................................................................................. 61 4.4.10 Zone voor waterloop.......................................................................................... 61 4.5 Ruimteboekhouding ................................................................................................... 62 4.6 Op te heffen voorschriften .......................................................................................... 62 Bepalen van de m.e.r.-plicht ............................................................................................... 63 Potentiële milieueffecten van het plan................................................................................. 64 6.1 Bodem........................................................................................................................ 64 6.2 Water.......................................................................................................................... 64 6.3 Fauna en flora ............................................................................................................ 65 6.4 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie ....................................................... 66 6.5 Mens (mobiliteit en/of sociaal organisatorische aspecten) ......................................... 68 6.6 Lucht .......................................................................................................................... 69 6.7 Geluid......................................................................................................................... 69 Grens- of gewestoverschrijdende effecten.......................................................................... 69 Conclusie ............................................................................................................................ 69
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
3
Lijst van bijlagen
Bijlage 1: Algemeen verordenende bepalingen en stedenbouwkundige voorschriften ..........................................71 Bijlage 2: Verordenend grafisch plan .....................................................................................................................79 Bijlage 3: Kaarten...................................................................................................................................................80 Kaart 1: Situering van Scherpenheuvel-Zichem en het plangebied Kaart 1 bis: Situering van het plangebied op de stratenatlas Kaart 2: Afbakening van het plangebied Kaart 3: Bodemkaart Kaart 4: Oppervlaktewater Kaart 5: Grondwater Kaart 6: Biologische Waarderingskaart Kaart 7: Landschapskenmerkenkaart
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
4
1 Inleiding Het plangebied van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘N10-west’ is gesitueerd te Scherpenheuvel-Zichem (Vlaams-Brabant). Eén van de belangrijkste knelpunten bij de N10 is dat deze zich uit als een weinig aantrekkelijke as zonder enige ruimtelijke en functionele samenhang. Dit wordt in de hand gewerkt door de ongestructureerde verweving van handel en wonen langsheen dit woonlint. Eén van de hoofddoelstellingen dat met onderhavig RUP dient gerealiseerd te worden, is het duidelijk zoneren van het woonlint qua ontwikkelingsperspectieven voor zowel wonen als handel waardoor een duidelijke en leesbare structuur ontstaat. In sommige zones van de N10 is het immers wenselijk dat er nog mogelijkheden gecreëerd worden voor bijkomende kleinhandel terwijl dit in andere delen van de N10 niet het geval is. Concreet heeft het RUP als doelstelling de afbakening van een zone voor ruimtebehoevende kleinhandel op lokaal niveau met de nodige aandacht voor een kwalitatieve inrichting en een veiligere verkeerssituatie en de nodige landschappelijke inpassing naar het (open) achterliggende gebied. Dit RUP geeft uitvoering aan de visie met betrekking tot de N10-west (Mannenberg): Het is de bedoeling dat er een zone afgebakend wordt voor ruimtebehoevende kleinhandel van lokaal niveau. Met het RUP wil de stad immers verhinderen dat zich een volledig lint ontwikkelt langsheen deze invalsweg. Dit kan bewerkstelligd worden door het bundelen van zoveel mogelijk voorzieningen in een zone voor ruimtebehoevende kleinhandel, aansluitend bij de kern Scherpenheuvel. Bij de organisatie van de zone voor ruimtebehoevende kleinhandel dient de nodige aandacht te gaan naar een kwalitatieve inrichting. Concreet wordt hierbij gedacht aan een kwalitatieve overgang van wonen, handel en bedrijven, beperkte toegang tot de N10, behoud van kleine landschapselementen, sterke grens naar de achterliggende open ruimte, enz. Het is ook van belang dat er een verkeersveiliger situatie nagestreefd wordt bij de uitwerking van het RUP. Nu heeft elke kleinhandelszaak zijn eigen op- en afrit waardoor het aantal verkeersbewegingen hoog oploopt. Dit is vooral het geval ter hoogte van de cluster van kleinhandelsvoorzieningen ter hoogte van het kruispunt N10 – Tiensebaan. Dit kan opgelost worden door het hanteren van een ventweg en/of een gemeenschappelijke parking op de plaatsen in het plangebied waar dit het meest wenselijk is. Omwille van de selectie van secundaire weg type III in het ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant moet de doorstroming van openbaar vervoer en fietsers immers gegarandeerd blijven. De landschappelijke inpassing van de N10 naar het achterliggende (open) gebied is eveneens één van de visie-elementen binnen het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. De rand tussen het woon- en handelslint van de N10 en de onbebouwde ruimte is op sommige plaatsen
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
5
onvoldoende afgewerkt. Door het voorzien van een buffer (bijvoorbeeld levende afsluiting met streekeigen beplanting) kan er een kwalitatieve en ecologisch verantwoorde overgang gecreëerd worden tussen de bebouwde en onbebouwde ruimte. De N10-oost (Diestsesteenweg) heeft een hoofdzakelijk residentieel karakter en zal behandeld worden in het kader van het gemeentelijk RUP woonlinten. Zowel voor de zone-eigen als de zonevreemde woningen is de visie gericht op residentieel wonen en beperkte woonondersteunende functies. Verhinderd wordt dat eenzelfde ontwikkeling plaatsvindt zoals ter hoogte van de N10-west.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
6
2 Ruimtelijke situering van het plan Kaart 1: Situering van Scherpenheuvel-Zichem en het plangebied Het plangebied is gesitueerd te Scherpenheuvel-Zichem. Scherpenheuvel-Zichem behoort tot de provincie Vlaams-Brabant en het arrondissement Leuven. De stad is gelegen in het noordoosten van de provincie op ± 22.5km van Leuven en ± 26.5km van Hasselt. Scherpenheuvel-Zichem maakt deel uit van een keten van kernen langsheen de Demer. Binnen deze keten vormen Diest en Aarschot functionele en morfologische zwaartepunten. Hiertussen bevindt zich Scherpenheuvel-Zichem. Deze stad bestaat uit vijf kernen (Scherpenheuvel, Zichem, Testelt, Averbode en Schoonderbuken) en drie kleinere landelijke woonzones (Messelbroek, Okselaar en Keiberg). Naast de steden Diest en Aarschot zijn haar aangrenzende gemeenten Herselt, Laakdal, Tessenderlo en Bekkevoort. Kaart 2: Afbakening van het plangebied Het plangebied van het betreffend gemeentelijk RUP omvat een gedeelte (ca 2.7km) van de N10 tussen Aarschot en Scherpenheuvel, ten westen van de kern Scherpenheuvel (Mannenberg-Basilieklaan). Het projectgebied wordt in het westen begrensd door de projectzone van het bedrijventerrein Schuttersveld en in het oosten door het centrum.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
7
3 Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden In dit deel worden de juridische en beleidsmatige randvoorwaarden van het betreffende ruimtelijk uitvoeringsplan besproken. Om de leesbaarheid te verhogen worden deze weergegeven in tabelvorm. In onderstaande tabellen wordt de relevantie van de randvoorwaarden besproken voor het plangebied zelf en voor het gebied aangrenzend aan het plangebied. Randvoorwaarde
Binnen het plangebied
Aangrenzend aan het plangebied
Gewestplan
Gewestplan Aarschot-Diest (KB 07/11/1978) Bestemmingszones: woongebied, landelijk agrarisch gebied, groengebied
Gewestplan Aarschot-Diest (KB 07/11/1978) Bestemmingszones: woongebied, landelijk woon-gebied, agrarisch gebied, gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s, groengebied
woon-gebied,
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
Geen
Geen
Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen
Geen
Geen
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (in opmaak)
Geen
RUP Schuttersveld RUP zonevreemde bedrijven RUP zonevreemde recreatie
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
Het RSV brengt Scherpenheuvel-Zichem onder in het buitengebied (open ruimte overweegt). Ten aanzien van deze ruimtelijke beleidscategorie worden een aantal algemene doelstellingen geformuleerd. Met betrekking tot dit RUP kunnen volgende doelstellingen aangehaald worden: Bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied Specifiek sociaal-cultureel en economisch beleid (bereikbaarheid van de voorzieningen) In hoofdzaak gestructureerd door functies landbouw, bos en natuur Buffering van de natuurfunctie t.o.v. de eraan grenzende functies
Agrarische en natuurlijke structuur
Ter uitvoering van het buitengebiedbeleid in het RSV worden de gebieden van agrarische en natuurlijke structuur afgebakend. Scherpenheuvel-Zichem behoort tot de regio Hageland. Het plangebied maakt deel uit van de deelruimte “Demervallei – Diestiaanheuvels (gebied 2: centrale deel). Ter hoogte van de N10 is volgend visie-element van toepassing: “Behoud en
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
Ter uitvoering van het buitengebiedbeleid in het RSV worden de gebieden van agrarische en natuurlijke structuur afgebakend. Scherpenheuvel-Zichem behoort tot de regio Hageland.
8
versterking van landbouw met ruimte voor ontwikkeling van landschappelijk waardevolle elementen”. Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant
De N10 werd door de provincie Vlaams-Brabant geselecteerd als secundaire weg type III (gedeelte tussen de ring van Aarschot en de ring van Diest). Er worden tevens ontwikkelingsperspectieven voor de nederzettingenstructuur geformuleerd (Scherpen-heuvel als hoofddorp, Groen Hoeve als kern-in-het-buitengebied). Er worden ook visie-elementen naar voor gebracht betreffende de kleinhandel (‘de juiste winkel op de juiste plaats’). Gezien de kleinhandelsconcentratie binnen het plangebied niet is geselecteerd in het provinciaal structuurplan Vlaams-Brabant, valt deze buiten de bevoegdheid van de provincie. Het is dus aan de gemeente om een visie te formuleren over deze kleinhandelsconcentratie en deze visie uit te voeren.
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan
De ontwikkelingsmogelijkheden en –beperkingen van de N10 worden in uitvoering van het ruimtelijk structuurplan ScherpenheuvelZichem in een gemeentelijk RUP vastgelegd. Zowel het richtinggevend als het bindend deel van dit structuurplan bevatten inhoudelijk elementen die relevant zijn voor de opmaak van het GRUP N10
Algemene plannen van aanleg
Geen
Geen
Bijzondere plannen van aanleg
BPA nr. 3 (KB 09/04/1968
Geen
Verkavelingsvergunningen
Het grootste deel van de verkavelingen zijn zeer oude verkavelingen die dateren van voor de goedkeuring van het gewestplan (07/11/1978). Een 12-tal verkavelingen zijn recenter van aard en dateren van eind de jaren ’90 begin 2000. In de periode na de goedkeuring van het gewestplan werden er nagenoeg geen verkavelingen geleverd.
Nvt
Vogelrichtlijngebieden
Geen
Geen
Habitatrichtlijngebieden
Geen
Geen
Gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk
Geen
Geen
Natuurreservaten
Geen
Geen
Bosreservaten
Geen
Geen
Natuurinrichting
Geen
Geen
Gebieden met recht van verkoop vanuit natuur
Geen
Geen
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
9
Biologische waarderingskaart (BWK)
Geen
Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (Decreet 21/10/97, B.S. 10/01/98, gewijzigd 19/07/02, B.S. 31/08/02)
Centraal staan een planmatige aanpak (natuurbeleidsplan), een horizontaal beleid (‘stand-still’ principe) en een gebiedsgericht beleid De Vlaamse regering kan alle nodige maatregelen nemen voor het natuurbehoud, ten behoeve van de bestaande natuur (en toepassen stand-still beginsel) ongeacht de bestemming van het betrokken gebied (art. 8). Zij hebben betrekking op de zorgplicht, vergunningverlening en compensaties, bepalingen m.b.t. Gen en Ven-gebieden. Er zijn geen VEN-gebieden gelegen binnen of aangrenzend aan het plangebied.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor hemelwaterputten en infiltratievoozieningen (BS 01/10/2004)
Regelt de bepalingen inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater. Afkoppelingsbeleid en (her)gebruik van hemelwater staat centraal in deze wetgeving. In het plangebied dient met deze problematiek rekening gehouden te worden.
Decreet integraal waterbeheer (BS 14/11/2003)
Het plangebied situeert zich in het Demerbekken, meer specifiek in het deelbekken Winterbeek- Ossebeek. Het bekkenbestuur gaf op 29 augustus 2007 zijn goedkeuring aan het ontwerp bekkenbeheersplan van het Demerbekken, inclusief de ontwerp deelbekkenbeheersplannen, en aan het overwegingsdocument. De Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) onderzoekt de afstemming met de andere bekkenbeheersplannen en met de waterbeleidsnota, vooraleer ze de ontwerpplannen voor goedkeuring overmaakt aan de Vlaamse Regering. Ingevolge deze verdere procedure kunnen er nog aanpassingen aan de ontwerpplannen nodig zijn.
Beschermingszones grondwaterwinningen
Geen
Geen
Bevaarbare waterlopen
Geen
Geen
Onbevaarbare waterlopen
Vossekothol Categorie 3
Vossekothol Categorie 3 Ossebeek, Categorie 2
Risicozones overstromingen
Ja, ter hoogte van Schuttersveld
Geen
Van nature overstroombare gebieden (NOG)
Geen
Geen
Recent overstroomde gebieden (ROG)
Ja, ter hoogte van Schuttersveld
Geen
Hellingkaart
Thv Mannenberg – Plasbos; lokaal tussen Hortensialaan en Oude Tiense Baan
nvt
Erosiegevoelig gebied
Thv Mannenberg – Plasbos; lokaal tussen Hortensialaan en Oude Tiense Baan
nvt
Winterbedkaart
Geen
nvt
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
Enkele biologisch zeer waardevolle en biologisch waardevolle percelen, voornamelijk ter hoogte van de Mannenberg.
ABO NV Maart 2010
10
Overstromingsgevoelige gebieden
Effectief overstromingsgevoelig (deels)
nvt
Infiltratiegevoelige bodems
Infiltratiegevoelig
nvt
Grondwaterstromingsgevoelige gebieden
Matig en weinig gevoelig; thv Vossekothol zeer gevoelig voor grondwaterstroming
nvt
Bodemvervuiling
Geen
Geen
Ruilverkaveling
Geen
Geen
Herbevestigde agrarische gebieden (HAG)
Ja, gebied DD02
Gebieden met recht van verkoop vanuit landbouw
Geen
Geen
Beschermde monumenten
Geen
Hoeve Lobos en omgeving (13/05/1976)
Beschermde dorpsgezichten
Geen
Geen
Beschermde landschappen
Geen
Geen
Landinrichting
Geen
Geen
Landschapsatlas Vlaanderen Ankerplaatsen – Relictzones – Lijnrelicten – Puntrelicten
Een gedeelte van de N10 behoort tot de ankerplaats “Bedevaartsoord van Scherpen-heuvel” (zichtas)
Ankerplaats “Bedevaartsoord van Scherpen-heuvel” (zichtas) Drie puntrelicten ondergebracht: het “Huis van de Aartshertogen”, de “Basiliek van O.L.V.” en het “Ursulinenklooster”
Vergunningentoestand zonevreemde constructies
Alle zonevreemde woningen die worden opgenomen in het RUP N10 zijn vergund. Ook nagenoeg alle andere zonevreemde constructies werden met de nodige bouwvergunningen opgericht.
nvt
Rooilijnen
N10 deelgemeente Messelbroek volgens KB 1/8/1959 (11m uit de as van de weg) N10 deelgemeente Scherpenheuvel volgens KB 14/11/1962 (13m uit de as van de weg, uitgezonderd 2 noordelijke delen westelijk van Vosselaar en westelijk van Prins Alexanderstraat)
nvt
Voet- en buurtwegen
Voetweg nr 29, 42 Buurtweg nr 1, 9, 25, 26, 54, 55 & 29, 56, 24
nvt
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
11
Afgeschaft: voetweg nr 35, 69 & 40 Leidingen
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
Geen
Geen
ABO NV Maart 2010
12
4 Beschrijving van het plan 4.1 Verantwoording – relatie met structuurplan 4.1.1
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen brengt Scherpenheuvel-Zichem onder in het buitengebied. Het buitengebied is een ruimtelijk begrip met een beleidsmatige inhoud en is dat gebied waarin de open (onbebouwde) ruimte overweegt. Ten aanzien van deze ruimtelijke beleidscategorie worden een aantal algemene doelstellingen geformuleerd. Met betrekking tot dit RUP kunnen volgende doelstellingen aangehaald worden: -
-
-
Bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied waarbij het wonen en de verzorgende activiteiten in de kernen wordt geconcentreerd. Bijkomende ruimtebehoefte in het buitengebied voor onder meer dienstverlening, kleinhandel en lokale economie worden in het hoofddorp (hier Scherpenheuvel) gelokaliseerd, weliswaar op het niveau van het hoofddorp. Het RSV stelt dat de ontwikkelingsmogelijkheden voor bestaande en nieuwe economische activiteiten (zoals kleinhandel en activiteiten verweven met de woonfunctie) worden veilig gesteld in een ruimtelijke visie op de kern. De ruimtelijke visie wordt opgenomen in een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en indien nodig naar bestemming en inrichting vastgelegd in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (o.a. voor de inplanting van kleinhandelsactiviteiten). Om kernen van het buitengebied en in het bijzonder kleinere kernen leefbaar te houden, zonder disproportionele groei en onverantwoord ruimtebeslag op nieuwe gebieden voor wonen en werken, moet een specifiek sociaal-cultureel en economisch beleid worden uitgestippeld. Het is belangrijk dat de bereikbaarheid van voorzieningen in rekening wordt gebracht voor het aanbieden (of het laten verdwijnen) van voorzieningen. Daarbij wordt rekening gehouden met de minst mobiele bevolkingsgroepen en met de verkeersstromen die kunnen ontstaan naar de nog resterende voorzieningen. Het buitengebied wordt in hoofdzaak gestructureerd door de functies landbouw, bos en natuur. Elk van deze functies kan slechts op een duurzame wijze functioneren indien de gebieden die aan deze functie toegewezen worden, ingebed zijn in een goed gestructureerd geheel. Er wordt gestreefd naar een buffering van de natuurfunctie in het buitengebied ten opzichte van de eraan grenzende functies, onder meer omwille van de relatie tussen ruimtelijke kwaliteit en milieukwaliteit.
4.1.2
Afbakening van de agrarische en natuurlijke structuur
Ter uitvoering van het buitengebiedbeleid in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen worden de gebieden van de agrarische en natuurlijke structuur afgebakend. Scherpenheuvel-Zichem behoort tot de regio Hageland. Begin 2005 is het planningsproces over de afbakening van de regio Hageland opgestart. De Vlaamse administratie heeft, in overleg met gemeenten, provincies en belangengroepen een ruimtelijke visie opgesteld voor de regio Hageland. Hierin geeft de overheid aan hoe zij de open ruimte in deze regio de komende jaren ruimtelijk wil zien ontwikkelen en welke acties ondernomen kunnen worden om dit te realiseren. Dit planningsproces bevindt zich momenteel in een eindnotafase. De Vlaamse administratie heeft deze nota op 21 juni 2006 voorgelegd aan de betrokken gemeenten, provincies en belangengroepen. Zij konden hier tot 1 november 2006 een advies over uitbrengen. Daarna zal de Vlaamse Regering beslissen over de uitvoering van deze visie. Het plangebied maakt deel uit van de deelruimte “Demervallei – Diestiaanheuvels (gebied 2: centrale deel)”. Ter hoogte van de N10 is het volgende visie-element van toepassing: “Behoud en versterking van landbouw met ruimte voor ontwikkeling voor landschappelijk waardevolle elementen”. Belangrijk hierbij is dat in de kleinschalige landbouwgebieden kleine landschapselementen behouden, hersteld, ontwikkeld en beheerd. Ondertussen werd door de Vlaamse regering een voorstel gedaan voor de beleidsmatige herbevestiging van het gewestplan voor de gebieden van de agrarische structuur. Een gemeentelijk ruimtelijke
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
13
uitvoeringsplan dient de herbevestigde agrarische bestemmingen te respecteren. Bij de beoordeling en goedkeuring van gemeentelijke RUP’s zal in het kader van de goede ruimtelijke ordening, voldoende terughoudend beoordeeld worden ten aanzien van elke mogelijke planologische inpassing van de (beleidsmatig) herbevestigde agrarische bestemmingen. Op figuur 3 is te zien dat het plangebied volledig binnen het land- en tuinbouwgebied van Scherpenheuvel ligt (gebied dd02). Figuur 3: Voorstel herbevestiging natuurlijke en agrarische structuur
4.1.3
Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant
Het selecteren van secundaire wegen is een provinciale bevoegdheid. Secundaire wegen zijn wegen die een belangrijke rol spelen in het ontsluiten van gebieden naar de primaire wegen en de hoofdwegen en die tevens op lokaal niveau van belang zijn voor de bereikbaarheid van de diverse activiteiten langsheen deze wegen. De N10 werd door de provincie Vlaams-Brabant geselecteerd als secundaire weg type III (gedeelte tussen de ring van Aarschot en de ring van Diest). De visie op de secundaire wegen III wordt in het RSVB als volgt geformuleerd: Een secundaire weg type III garandeert een vlotte doorstroming van openbaar vervoer en de fiets. De verbindingsfunctie voor het autoverkeer is ondergeschikt aan het openbaar vervoer en de fiets. Doorgaans wordt dit type wegen ontdubbeld door een hoofdweg (hier de E314), waardoor de verkeersfunctie voor het autoverkeer verminderd is. Een groot deel van deze wegen (m.n. de oude steenwegen) hebben een ruimtelijk structurerend karakter omwille van de bebouwing en de aanwezige activiteiten. Deze wegen hebben momenteel, naast een verbindende functie vaak ook een erftoegangsfunctie voor diverse activiteiten. Om het verkeerskundige conflict tussen verbinden en ontsluiten op te lossen dient de wegbeheerder de verkeersfunctie van de weg
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
14
af te stemmen op de ruimtelijke structuur, waarbij speciale aandacht gaat naar de verkeersleefbaarheid langs de weg.
In het RSVB worden tevens ontwikkelingsperspectieven voor de nederzettingsstructuur geformuleerd: In het RSVB wordt Scherpenheuvel als hoofddorp geselecteerd. In het buitengebied zijn het de hoofddorpen die hoofdzakelijk de dynamiek (wonen, lokale bedrijvigheid, voorzieningen, administratieve dienstverlening) dienen op te nemen. Lokale voorzieningen worden uitgebouwd ter optimalisering van het functioneren van het hoofddorp. Bovenlokale voorzieningen kunnen beperkt uitgebouwd worden, voor zover het niet aangewezen is deze in de stedelijke gebieden onder te brengen. Groen Hoeve, net ten zuiden van de N10, is geselecteerd als kern-in-het-buitengebied. Basisvoorzieningen in deze kernen dient te worden beperkt tot het primaire niveau, maar zijn wel essentieel voor de leefbaarheid van de kern.
Figuur 4: Gewenste ruimtelijke structuur voor de deelruimte “Demernetwerk” (RSVB)
Binnen de ruimtelijk-economische structuur worden ook enkele visie-elementen naar voor gebracht betreffende de kleinhandel: De juiste winkel op de juiste plaats De provincie streeft naar een optimale verweving van kleinhandel en de bebouwde ruimte. Kleinhandelsactiviteiten maken immers intrinsiek deel uit van de hoofddorpen, woonkernen en kernen-inhet-buitengebied en de stedelijke gebieden. De kleinhandelsfunctie bevestigt de centrumrol die deze kernen en stedelijke gebieden voor hun omgeving vervullen. Het aanbieden van ruimte voor kleinhandelsactiviteiten is een belangrijk aspect in het realiseren van het op kernversterking gericht ruimtelijk beleid. Nieuwe handelszaken dienen afgestemd te worden op het schaalniveau van de stedelijke gebieden en de hoofddorpen, woonkernen en de kernen-in-het-buitengebied, waar ze worden opgericht. Principieel wordt ervan uitgegaan dat de kleinhandelsactiviteiten verweven worden met de andere activiteiten in de kernen. Enkel wanneer verweving niet mogelijk is, bijvoorbeeld omwille van het grootschalig karakter of omwille van de sterk verkeersgenererende functie, acht de provincie het aangewezen om kleinhandelsactiviteiten af te zonderen op specifiek daartoe afgebakende terreinen.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
15
Gezien de kleinhandelsconcentratie binnen het plangebied niet is geselecteerd in het provinciaal structuurplan Vlaams-Brabant, valt deze buiten de bevoegdheid van de provincie. Het is dus aan de gemeente om een visie te formuleren over deze kleinhandelsconcentratie en deze visie uit te voeren.
4.1.4
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan
De ontwikkelingsmogelijkheden en –beperkingen van de N10 wordt in uitvoering van het ruimtelijk structuurplan Scherpenheuvel-Zichem in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan vastgelegd. Zowel het richtinggevend als het bindend deel van dit structuurplan bevatten inhoudelijk elementen die relevant zijn voor de opmaak van het gemeentelijk RUP N10.
4.1.4.1 Gewenste ruimtelijke structuur – richtinggevend gedeelte Het richtinggevend deel van het ruimtelijk structuurplan vormt het toetskader voor het ruimtelijk beleid. Dit deel is volgens de bepalingen van het decreet richtinggevend voor de overheid. De gemeente dient toekomstige ontwikkelingen af te toetsen aan deze richtinggevende bepalingen en mag er slechts van afwijken om gemotiveerde redenen (DRO art. 19§3). Algemene rol van de N10 Scherpenheuvel-Zichem behoort tot het Demernetwerk en situeert zich tussen de twee stedelijke gebieden Diest en Aarschot. Dit gebied vormt als het ware het scharnier tussen de Hagelandse Heuvels en de Antwerpse Kempen. De N10 is de verbindende as tussen de stedelijke gebieden. Deze as functioneert zowel op een hoger niveau, zijnde het verkeer dat van de E314 afgewikkeld wordt op deze regionale wegen als op een lager niveau zijnde het verbindend verkeer tussen de kernen in Scherpenheuvel-Zichem en Aarschot en Diest.
Gewenste ruimtelijk-economische structuur Dat de N10 naast een verbindingsas ook een belangrijke economische drager is, blijkt uit de gewenste ruimtelijk-economische structuur. Meer specifiek worden in het GRS Scherpenheuvel-Zichem volgende concepten gehanteerd: (Verkeersgenererende) lokale bedrijvigheid aansluitend op het bestaand goed ontsloten bedrijventerrein Schuttersveld Om de lokale verkeersgenererende bedrijvigheid een goede locatie te bieden, wordt ervoor geopteerd om dergelijke bedrijvigheid niet te laten aansluiten bij de kern Scherpenheuvel, maar deze te laten aansluiten bij het bestaande bedrijventerrein Schuttersveld. Doelstelling is wel om enkel en alleen verkeersgenererende bedrijvigheid, hinderend voor een kwalitatieve woonomgeving, daar te laten vestigen. Deze zone is gelegen langs de N10 en sluit direct aan op een hoger wegennet (N258 naar de E314). Vanuit de grensstellende voorwaarden vanuit de open ruimte wordt de achterliggende grens vastgelegd met de weg Haverweide.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
16
Handelsas van groot naar klein Om te verhinderen dat de N10 een multifunctioneel lint wordt van Aarschot tot Scherpenheuvel, wordt de zone, vanaf de gemeentegrens tot aan de kern van Scherpenheuvel-Zichem, duidelijk gedifferentieerd in functie van de behoeften, de potentie van de zone, het maximaal vrijwaren van de open ruimte. In en aan de kern ligt de nadruk op het opwaarderen van het kleinhandelsapparaat, teneinde de hoofdkern op dat vlak ook meer attractiviteit te bezorgen. Aansluitend op de kern ligt de nadruk op de meer ruimtebehoevende kleinhandel.
De gewenste ruimtelijke-economische structuur van Scherpenheuvel-Zichem richt zich in eerste plaats op de verweving van de economische functies in de kernen. Daarnaast wordt de N10 aanzien als een zone voor ruimtebehoevende kleinhandel van lokaal niveau: Langsheen de N10 situeren zich van de grens met Aarschot tot aan de Basilieklaan verspreide ruimtebehoevende kleinhandelszaken of kleine KMO-bedrijven. De zichtlocatie langs de N10, maakt deze verbindingsweg aantrekkelijk voor handelzaken. Dit uit zich vandaag in een weinig aantrekkelijke as zonder enige ruimtelijke en functionele samenhang. Voorgesteld wordt om een complementair beleid te voeren langsheen de N10, met voornamelijk wonen tussen het bedrijventerrein Schuttersveld en de Vossekotstraat en beperkte mogelijkheden voor ruimtebehoevende kleinhandelszaken tussen de Vossekotstraat en de Koning Albertlaan. Onder ruimtebehoevende kleinhandel worden kleinhandelszaken verstaan die vallen onder de wetgeving van de handelsvestigingen. De solitaire handelszaken en bedrijven buiten deze zone kunnen enkel blijven bestaan, maar hebben geen nieuwe ontwikkelingsperspectieven. Landschappelijke inpassing is gewenst. Binnen de zone voor ruimtebehoevende kleinhandel wordt nog eens onderscheid gemaakt tussen: -
-
de zone tussen het centrum en het lokaal bedrijventerrein. Omwille van het bestaande dicht bebouwde karakter worden hier eerder middelgrote handelszaken gesitueerd die qua aard en schaalniveau goed aansluiten bij de centrumfuncties. Zij mogen de centrumfuncties niet vervangen, maar vestigen zich daar omwille van het ruimtegebrek in de Basilieklaan, maar vormen een inherent onderdeel van de aantrekkelijke winkelstraat. een zone tussen de Oude Tiensebaan en de Vossekotstraat. In deze zone wordt ruimte voorzien voor de ruimtebehoevende kleinhandel, die qua schaal en activiteit moeilijk te verweven zijn in de aantrekkelijke winkelstraat.
Het beleid is gericht op het bieden voor ontwikkelingsperspectieven voor bestaande handelzaken en bedrijven en niet zozeer voor het creëren van nieuwe grootschalige winkels. Bij het afbakenen van de zone zal er in belangrijke mate aandacht uitgaan naar het landschappelijk afbakenen naar de noordelijk gelegen open ruimtekamers. Eventuele nieuwe handelzaken moeten een lokale functie hebben die door hun overlast (vnl. parkeeroverlast) niet thuishoren in de kern en die gezien hun verkoopsruimte het best gelegen zijn op een zichtlocatie. Voorbeelden zijn: garagebedrijf, tuinverwerkend bedrijf... Om het lokaal (gemeentelijk) karakter te behouden kunnen er beperkingen naar de oppervlakte opgelegd worden. Door het afbakenen van een zone, waar vandaag ook de meeste grotere voorzieningen voorkomen, wordt op deze manier een antwoord geboden aan het creëren van ruimtelijke en functionele samenhang langs de N10. Aandacht dient verder uit te gaan naar een kwalitatieve inrichting van de ruimtebehoevende kleinhandel met aandacht voor: -
kwalitatieve overgang van wonen-winkels-bedrijven; beperkte toegang tot de N10 (gemeenschappelijke parking); behoud van kleine landschapselementen
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
17
Gewenste ruimtelijke lijninfrastructuur In het GRS worden ook een aantal doelstellingen geformuleerd over verkeer en mobiliteit die van toepassing zijn op de N10 (zie ook mobiliteitsplan7). Volgende concepten zijn van toepassing op de N10: N10 en N258 vormen de belangrijke regionale ontsluitingsassen voor de gemeente De N10 en de N258 vormen de belangrijkste regionale ontsluitingsassen door en voor de gemeente. Parallel gelegen aan de N10 ligt de hoofdas E314, die fungeert als verbindingsas op het hoogste niveau. De N258 verzamelt het verkeer uit de regio en leidt het naar die E314. Op provinciaal niveau werd de N10 aangeduid als een belangrijke openbaar vervoers-as tussen Diest en Aarschot. Uitgaande van deze categorisering is een vlotte verkeersdoorstroming ook voor de inwoners van Scherpenheuvel-Zichem van groot belang, ook door de kern Scherpenheuvel. Dergelijke assen lopen het best niet door woonkernen om doorgaand verkeer daar te mijden, maar op onvermijdelijke doortochten primeert hoe dan ook de verblijfsfunctie. Op basis van een goede ontsluiting kunnen de verkeersaantrekkende functies het best aan deze assen gelegen zijn, zodat zij de verkeersleefbaarheid van de andere kernen niet te veel aantasten.
Differentiatie van de lokale bedrijvigheid in functie van de verkeersleefbaarheid Zoals in vele buitengebiedgemeente is het fenomeen van slecht gelegen bedrijventerreinen of bedrijven een feit. Om de verkeersleefbaarheid van de kernen of de woonlinten niet in het gedrang te brengen, zal in functie van het verkeersgenererend karakter van de bedrijvigheid een andere locatie worden toegekend gekoppeld aan een betere ‘regionale ontsluiting’. Zo zullen verkeersgenererende bedrijven op het bestaande bedrijventerrein Weg Messelbroek, dat slechts ontsloten is, geherlokaliseerd worden naar het bedrijventerrein Schuttersveld, met een differentiatie naar lokale verkeersaantrekkende bedrijven, zoals busvervoer De Magneet, Postillion…
Openbare vervoersassen tussen eigen kernen naar de N10, als interstedelijke drager Ten behoeve van zij die zich niet per fiets of auto kunnen verplaatsen en om het gebruik van de auto af te remmen, is het van belang dat de belangrijke bestemmingen binnen en buiten de gemeente gemakkelijk en veilig bereikbaar gemaakt worden voor alle bewoners van de gemeente. Hierbij vormen de stations in Testelt en Zichem een belangrijke meerwaarde, vooral voor ontsluiting naar de stedelijke gebieden in de regio. De dragers van het openbaar vervoer zijn oost-west gericht met de spoorlijn en de openbare vervoersas langs de N10. Bedoeling is om de toevoer naar beide systemen te leiden via noord-zuid gerichte busverbindingen. Deze maken de verbinding tussen de verschillende kernen.
De N10 wordt geselecteerd als een secundaire weg type III (ontsluitende functie op bovenlokaal niveau). Vanuit het GRS zijn volgende zaken relevant voor de opmaak van het RUP N10: De N10, tussen de ring in Aarschot en de ring in Diest is als secundaire weg type III geselecteerd door de provincie en heeft dus een primair verbindende functie voor het openbaar vervoer tussen Aarschot en Diest. Een goede doorstroming van het openbaar vervoer is de prioritaire eis bij de inrichting van dergelijke weg. Aandachtspunten vanuit de gemeente zijn: - de veiligheid wordt als prioritair gesteld (oversteekbaarheid); - het deel ter hoogte van het centrum van Scherpenheuvel, moet beschouwd worden als een onderdeel van het centrum waar de verblijfskwaliteit primeert. Gezien het belang van deze as op het vlak van toerisme en recreatie en commercieel vlak (vanaf de Basilieklaan tot aan de Diestsestraat)
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
18
-
buiten de kern is de doorstroming belangrijk doch ondergeschikt aan de verkeersveiligheid. Om de verkeersveiligheid en de doorstroming te verbeteren worden individuele erfontsluitingen van vb. baanwinkels zoveel mogelijk gegroepeerd. Daarnaast werd ook geopteerd om de verkeersgenererende bedrijvigheid zo dicht mogelijk te koppelen aan de N258, die rechtstreeks toegang geeft tot de E314.
De Schransstraat of N258 wordt gesuggereerd als secundaire weg type II (verzamelen op bovenlokaal niveau). De Oude Tiensebaan wordt geselecteerd als lokale weg type I (ontsluitingsweg). Gewenste ruimtelijke structuur voor de deelgebieden: De gewenste ruimtelijke ontwikkelingen voor de verschillende deelstructuren (landbouw, natuur, wonen, werken, toerisme, mobiliteit) worden in het GRS op elkaar afgestemd aan de hand van deelruimten. De N10 behoort gedeeltelijk tot de deelruimte “stadspool Scherpenheuvel”. Volgende visie-elementen zijn van toepassing op de N10: Ruimtebehoevende kleinhandel van lokaal niveau gekoppeld aan de aantrekkelijke winkelas Gebonden aan belangrijke verbindingswegen ontwikkelen zich linten met ruimtebehoevende kleinhandelzaken. Dit is ook zo het geval langs de N10. Om te verhinderen dat een volledig lint zich creëert langsheen deze invalsweg en om zoveel mogelijk de voorzieningen te bundelen in de kern, wordt een zone afgebakend waar ruimtelijke mogelijkheden gecreëerd worden voor ruimtebehoevende kleinhandel waarvoor een zichtlocatie belangrijk is.
Gestreefd wordt naar een kwalitatieve inrichting met aandacht voor: - kwalitatieve overgang van wonen-handel-bedrijven; - beperkte toegang tot de N10 (verhinderen van verkeersconflicten) door het voorzien van gemeenschappelijke parking; - behoud van kleine landschapselementen; - sterke grens naar de achterliggende open ruimte (uitbreiding beperken in de diepte). Eventuele nieuwe handelszaken moeten een lokale functie hebben die door hun overlast (vnl. parkeeroverlast) niet thuishoren in de kern en die gezien hun verkoopsruimte het best gelegen zijn op een zichtlocatie. Voorbeelden zijn: garagebedrijf, tuinverwerkend bedrijf… Om het lokaal (gemeentelijk) karakter te behouden, kunnen er beperkingen op de oppervlakte opgelegd worden. Baanwinkels die de centrumfunctie in enge zin kunnen versterken en op een relatief kleine oppervlakte kunnen voorkomen, dienen in de aantrekkelijke winkelas gevestigd te worden. Hiermee bedoelen we: iets grotere kledingwinkels, prullariawinkels (CASA, Blokker…). Het stuk tussen de Koning Albertstraat en het kruispunt aan de Vossekotstraat wordt aangeduid als lint voor ruimtebehoevende kleinhandel van lokaal niveau.
Om deze visie-elementen te kunnen realiseren, wordt in het GRS een actieprogramma vooropgesteld. Eén van deze acties is het opmaken van een RUP voor de N10, met duidelijke afbakening van de verschillende gebieden. Dit omvat: -
Het bundelen van beperkte uitbreidingsmogelijkheden voor grootschalige kleinhandel tussen deKoning Albertlaan en de Oude Tiensebaan. Het behoud van de bestaande toestand en beperkte uitbreidingsmogelijkheden voor bestaande grootschalige kleinhandel tussen de Oude Tiensebaan en de Vossekotstraat. Enkel wonen en beperkte woonondersteunende voorzieningen en dus verhinderen van grootschalige kleinhandel tussen Oude Tiensebaan en de Vossekotstraat. Aantrekkelijke winkelas tussen de Koning Albertlaan tot aan de Diestsestraat (tot aan op ’t Hof).
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
19
-
Enkel wonen en woonondersteunende voorzieningen en dus verhinderen van grootschalige kleinhandel verder langs de Diestsestraat tot aan Diest. Hierin worden ook de zonevreemde woningen opgenomen (of worden deze opgenomen in het RUP woonlinten of verspreide woningen). Aandachtspunten hierbij zijn: landschappelijke inpassing naar achterliggend gebied, gemeenschappelijk gebruik van toegangen…
4.1.4.2 Beleidskader zonevreemde woningen Als algemeen uitgangspunt voor de zonevreemde woningen worden volgende elementen naar voor geschoven: Scherpenheuvel-Zichem vertrekt van het algemeen principe dat elk gebouw (met uitzondering van stallen, weekendverblijven, loodsen,…) buiten de geëigende zone voor wonen en niet gelegen in kwetsbaar gebied volgens het gewestplan, in aanmerking komt om als functie een eengezinswoning te hebben. Het inrichten van meergezinswoningen buiten de afgebakende kernen wordt niet ondersteund, tenzij in de markante gebouwen (los van de decretale regelgeving voor zonevreemde monumenten) die het cultureel en historisch karakter van Scherpenheuvel-Zichem bepalen en die meestal omwille van hun bestaande grote volumes moeilijk overeen te stemmen zijn met hun huidige bestemming of economisch niet rendabel om te vormen zijn naar een eengezinswoning. Dit houdt geen herbouw van appartementsgebouwen in, wel binnen het huidige volume en de architecturale karakteristieke elementen respecterend het inrichten van meergezinswoningen. Gelet op de culturele en toeristisch-recreatieve troeven van Scherpenheuvel-Zichem kunnen deze gebouwen eveneens een ondersteunende rol betekenen in het cultureel en toeristischrecreatief verhaal. Opgelet hiermee bedoelen we geen dynamische functies die de eigenheid van de omgeving verstoren, maar passieve lokale en laagdynamische functies, zoals onthaalfunctie, specifiek museum…. Een gunstig advies van Monumenten en Landschappen is hiervoor wel aan te raden. Het creëren van bijkomende woongelegenheden buiten de woonzones wordt niet ondersteund. Hiervoor zal elke opsplitsing van percelen voor het creëren van bijkomende bouwmogelijkheden worden geweigerd (dit houdt onder meer een beperking in van één bedrijfswoning per landbouwbedrijf (tenzij als markant gezien), vrijkomende gebouwen op één perceel worden als één geheel beschouwd en kunnen niet opgesplitst worden). Dit betekent dat Scherpenheuvel-Zichem voor het vastleggen van de ontwikkelingsmogelijkheden voor de zonevreemde woningen de bepalingen volgens het decreet op de ruimtelijke ordening, zoals neergeschreven in art. 145 en 145 bis, tenzij de uitzonderingen in dit hoofdstuk omwille van gebiedsgerichte of typologisch gerichte redenen. Hetzelfde geldt voor de functiewijzigingen die volgens het besluit van 28/11/2003 ‘ tot toelaatbare functiewijzingen voor gebouwen gelegen buiten de geëigende bestemmingszone’ zijn opgenomen.
De N10 is nagenoeg volledig gelegen in het rasterlandschap. In het zuidenoosten grenst het aan het open landschap. In deze deelgebieden wordt voor de zonevreemde woningen een gelijkaardig ontwikkelingsbeleid vooropgesteld. Dit beleid is enerzijds gericht op woningen die aansluiten op woonlinten en anderzijds op individuele zonevreemde woningen. Gezien het ontwerp van dit RUP de N10 uitmaakt is enkel het beleid ten aanzien van de zonevreemde woningen die aansluiten bij een woonlint van toepassing. In het richtinggevend deel van het GRS kunnen volgende bepalingen teruggevonden worden: Als basis voor de afbakening van de woonlinten gelden volgende bepalingen: - Indien zij binnen de 100 m gelegen zijn van een bestaande verkaveling of woonlint en de aanpalende op minder dan 70 m (gevelbreedte) van de andere zijn gelegen. - Indien zij een concentratie vormen van minimum 5 zonevreemde woningen op een tussenafstand van maximum 70 m (gevelbreedte) Afhankelijk van de concrete ligging op het terrein en de micro-analyse die zal gebeuren bij de opmaak van het RUP kan dit verder nog aangepast worden. Per zonevreemd lint worden volgende zaken onderzocht: - Overheersend type (open-halfopen-gesloten) en typologie - Aantal bouwlagen - Perceellering, positief en oriëntatie op de kavel
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
20
-
Afstanden tussen de gebouwen Massa (volume) en de vorm van de bebouwing en de bijgebouwen Gevels Detaillering, kleur en materiaalgebruik Reclame en licht
Bij werken aan woningen in de zonevreemde linten, dienen deze bepalingen als uitgangspunt te worden genomen. Concreet betekent dit dat op het gebied van volumebepalingen de decretale bepalingen niet worden gevolgd wat betreft volgend aspect. Indien in een zonevreemd lint het overheersende volume groter is dan decretaal bepaald, kan in dat woonlint tot het overheersende volume worden uitgebreid, verbouwd, herbouwd… Dit wordt voorgesteld om eenheid en samenhang in het woonlint te verkrijgen. Voor elke individuele woning is te allen tijde een herbouw tot het bestaande volume mogelijk indien dit meer is dan decreetaal bepaald.
4.1.4.3 Gewenste ruimtelijke structuur – bindende bepalingen De doelstellingen en wenselijkheden die geformuleerde worden in het GRS hebben geen enkele bindende of verordenende kracht voor de burger. De bindende bepalingen van het GRS zijn echter wel bindend voor de gemeentelijke overheid. De gemeente en de instellingen die hieronder ressorteren, moeten de uitspraken in de bindende bepalingen nakomen en zullen er onder geen beding van afwijken. Deze bindende bepalingen omvatten onder andere een bindende selectie van op te maken ruimtelijke uitvoeringsplannen, ter uitvoering van de gewenste ruimtelijke structuur. Eén van deze RUP’s is een RUP voor de N10. De motivatie voor de opmaak van dit RUP is terug te vinden in het richtinggevend gedeelte van het GRS.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
21
4.2 Bespreking bestaande feitelijke toestand Onderhavig gemeentelijk RUP heeft als onderwerp een gedeelte van de N10 te Scherpenheuvel-Zichem. Het gedeelte van de N10 wordt besproken in zijn context vanaf de gemeentegrens met Aarschot tot in het centrum van Scherpenheuvel. De N10 ligt in de zuidelijke helft van het grondgebied en is in een oost-west richting georiënteerd. De N10 is de belangrijkste rechtstreekse verbinding tussen Aarschot en Diest. Langs de N10 heeft zich een woonlint gevormd dat wordt gedomineerd door open bebouwing met hier en daar grootschalige baanwinkels, KMO-bedrijven of andere functies en dit over de ganse lengte van de N10. De basiliek aan het einde van het westelijk gedeelte van de N10 vormt een belangrijke landmark.
4.2.1 4.2.1.1
Natuurlijk-landschappelijke structuur Relief en bodem
Het gebied ten zuiden van de Demer vormt de overgang tussen de Kempen en het Hageland. Het gebied tussen de Demer en de N10 is opgebouwd uit tertiair of pleistoceen materiaal dat overdekt is met holoceen lemig zand. Het deel ten zuiden van de N10 is een gemengde zandleemstreek en bestaat uit licht zandleem, rustend op een tertiair substraat. Zowel ten noorden als ten zuiden komen getuigenheuvels voor in het landschap (Mannenberg, Wijngaardberg, Waaiberg, Slangenberg,...). De oorsprong van deze getuigenheuvels ligt in het Laat-Mioceen. Vlaanderen werd op het einde van deze periode voor een laatste keer volledig overspoeld door de zee. Op bepaalde plaatsen werden grote hoeveelheden glauconietrijk zand afgezet, onder andere ter hoogte van de streek van Leuven-Diest. Ten noorden van de toenmalige kustlijn werden in dit zand verschillende zandbanken gevormd. Toen de zeespiegel aan het einde van het Laat-Mioceen begon te dalen, kwamen de toppen van deze zandbanken in contact met de lucht en werd het glauconiet omgezet in ijzerzandsteen. Deze ijzerzandsteen biedt veel weerstand tegen erosie. Op plaatsen waar de zandbanken langer onder het grondwaterpeil bleven of
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
22
onvoldoende in contact kwamen met de lucht, werd geen ijzerzandsteen gevormd en konden rivieren zich gemakkelijker in het losse zand inschuren. De plaatsen waar ijzerzandsteen gevormd werd, zijn nu in het landschap duidelijk herkenbaar als heuvels, de zogenaamde Diestiaanheuvels. Net ten noorden van de N10 is een dergelijke getuigenheuvel gelegen: de Mannenberg. De hoogteligging van de N10 varieert van west naar oost als volgt: ter hoogte van Schuttersveld is de algemene hoogteligging ca. +25m TAW. Deze neemt dan toe tot ca. 55m TAW ter hoogte van Mannenberg, om dan opnieuw te dalen tot ca. +47m TAW aan de vallei van de Vossenkothol. Richting Scherpenheuvel-Zichem stijgt de hoogteligging van de N10 tenslotte tot een hoogte van ca. +60m TAW.
4.2.1.2
Landschap
Het heuvelachtige landschap wordt gekarakteriseerd door een gemengd patroon van weiden en akkers. De hogere toppen van de getuigenheuvels zijn bebost omwille van de minder vruchtbare zandbodem. De Mannenberg is begroeid met afwisselend dennenbos en gemengd loofbos. De westelijke kant van deze getuigenheuvel gaat over in landbouw (foto 1). De steile helling ten noorden van de N10 bevat dennen- en loofbossen (foto 2). Omwille van de aanwezigheid van verschillende (illegale) weekendverblijven wordt het ecologisch evenwicht verstoord. Het landschap ten noorden van de N10 wordt gekenmerkt door een rasterstructuur, gevormd door de vele woonlinten. Tussen deze woonlinten bevinden zich verschillende open ruimte kamers (foto 3), gekenmerkt door hobbylandbouw of meer kleinschalige landbouw. Ten noorden van Schuttersveld is nog het grootste aaneengesloten stuk landbouwgrond (foto 4) aanwezig.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
23
Ten zuiden van de N10 is het landschap meer open (foto 5 en foto 6). Dit gebied is vrij belangrijk voor de landbouw omwille van de betere zandleemgrond. Deze ruimte wordt dan ook gekenmerkt door meer beroepsmatige, grootschalige landbouw. Het gebied wordt bepaald door het open karakter met verspreid enkele kleine landschapselementen. Omwille van de aanwezige beboste tertiaire heuvels, verspreide boomgaarden, woonlinten en zonevreemde woningen (foto 7) in het landschap is dit open karakter echter niet overal even uitgesproken. De aanwezige kleine landschapselementen verdwijnen meer en meer omwille van schaalvergroting in de landbouw, waardoor een globale verarming van het landschap optreedt en het erosiegevaar groter wordt. De tuinen van de woningen langs de N10 geven achteraan uit op deze weidse en open agrarische landschappen. Vanuit de N10 is ter hoogte van een aantal ‘ademruimtes’ het landbouwlandschap nog aanschouwbaar (foto 8).
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
24
4.2.1.3
Historische opbouw
Ten tijde van graaf de Ferraris (1777) werd het Hageland ten zuiden van Scherpenheuvel gekenmerkt door eikenbossen (Kaggevinne) en beukenbos (Schoonderbeuken), dat zich uitstrekte over Rillaar, Houwaart en Binkom. Het landschap ten noorden van de huidige N10 werd gekenmerkt door een afwisseling van beboste percelen en akkers omgeven door hagen. De strook waar de N10 nu ligt, was een aaneengesloten akkerland, een uitloper van een groot aaneengesloten landbouwgebied tussen Zichem en Scherpenheuvel. Op de kaart van Ph. Vander Maelen (1846-1854) is te zien dat het isolement van Scherpenheuvel wordt doorbroken door de aanleg van belangrijke verbindingswegen, waarvan de steenweg Aarschot-RillaarScherpenheuvel-Diest (huidige N10) een duidelijk voorbeeld is. Daarop liggen dwarse verbindingen die het huidig wegenpatroon hebben bepaald. Op de kaart is duidelijk te zien dat er reeds een versnippering optreed van de bossen ten behoeve van de landbouw, onder andere in het gebied tussen de N10 en de Demervallei. Uit de kaart van het Dépôt de la Guerre (1930-1939) blijkt dat de bossen massaal ontgonnen warden ten behoeve van de landbouw en huisvesting. Op deze manier ontstaan ook ten zuiden van de N10 grote aaneengesloten landbouwgebieden. Enkel de toppen van de getuigenheuvels blijven hoofdzakelijk bebost.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
25
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
26
4.2.2 4.2.2.1
Nederzettingsstructuur Wonen
De hoofdfunctie in het plangebied is wonen. Het aandeel woningen in het plangebied is echter niet overal even groot. Tussen de ambachtelijke zone Schuttersveld en de Lobosstraat is dit aandeel relatief hoog. Ook tussen de Lelielaan en de Koning Albertstraat is dit het geval. Het aandeel woningen is het kleinst tussen de Koning Albertstraat en de Molenstraat en tussen de Lelielaan en de Hortensialaan. De woningen van het Schuttersveld tot aan de Koestraat zijn in landelijk woongebied gelegen, deze tussen de Koestraat tot in het centrum zijn in woongebied gelegen.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
27
De overheersende bebouwingstypologie tussen Schuttersveld en de Oude Tiense Baan is open bebouwing met 2 à 3 bouwlagen (foto 9). De dakverdieping wordt als een volwaardige bouwlaag aanzien. Een huis met drie bouwlagen kan dus als volgt opgebouwd zijn: gelijkvloers, bovenverdieping + hellend dak of gelijkvloers, eerste verdieping, tweede verdieping en een plat dak. Woningen met één bouwlaag zijn eerder een rariteit. De woningen zijn zowel van zeer recente als van een oudere datum (met uitzondering van de mannenberg waar nagenoeg geen historische bebouwing aanwezig is, alles is naoorlogs). Tussen de Lobosstraat en de voorzieningenconcentratie aan het kruispunt N10-Oude Tiense Baan (zuidelijke zijde van de N10) zijn halfopen bebouwingen (foto 10) dominant. Tussen het kruispunt N10-Oude Tiense Baan primeert de gesloten bebouwing (foto 11). Langs dit gedeelte van de N10 komen 2 kleine complexen van meergezinswoningen voor (foto 12). Het aantal bouwlagen is beperkt tot 3. Algemeen kan gesteld worden dat de bebouwingstypologie evolueert van open over halfopen naar gesloten bebouwing richting centrum Scherpenheuvel. Ook de leeftijd van de woningen neemt gemiddeld genomen toe richting centrum, in tegenstelling tot de gemiddelde oppervlakte, die afneemt richting centrum.
4.2.2.2
Commerciële en economische activiteiten
Langsheen de N10 zijn een groot aantal commerciële en economische activiteiten aanwezig. Net als de woningen zijn deze niet overal even prominent aanwezig. Ook de aard en de schaal van de aanwezige activiteiten is niet homogeen. Op basis van een terreinanalyse kunnen enkele ruimtelijke eenheden afgebakend worden. Deze ruimtelijke eenheden zullen van belang zijn bij het opmaken van ontwikkelingsperspectieven voor deze voorzieningen. De kleinhandelsactiviteiten kunnen naargelang hun grootte in groepen onderverdeeld worden. Met ruimtebehoevende kleinhandel worden kleinhandelszaken bedoeld die vallen onder de wetgeving van de kleinhandelsvestigingen (cfr. GRS Scherpenheuvel-Zichem). Ruimtebehoevende kleinhandel heeft bijgevolg een verkoopoppervlakte van minstens 400m². Verder wordt in dit RUP volgende terminologie gehanteerd: Schaal van kleinhandel Ruimtebehoevend en grootschalig Ruimtebehoevend Middelgroot (niet-ruimtebehoevend) Kleinschalig (niet-ruimtebehoevend)
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
Verkoopoppervlakte > 1.000 m² tussen 400 m² en 1.000 m² tussen 100 m² en 400 m² < 100 m²
ABO NV Maart 2010
28
Schuttersveld Momenteel is hier het bouwbedrijf Frederickx (opslag prefab betonelementen, gedeeltelijk zonevreemd), Ecowerf Interleuven (ophaling en verwerking huisvuil), het stedelijk containerpark en een grote autogarage gelegen. Deze ambachtelijke zone vormt het onderwerp van het RUP Schuttersveld, dat momenteel in opmaak is. Deze zone is bijgevolg buiten het plangebied van het RUP N10 gelegen. Schuttersveld wordt rechtstreeks ontsloten naar de E314 via de N258 of Schransstraat. Zone tussen de N258 of Schransstraat en de Hortensialaan Deze zone wordt vooral gedomineerd door (open) woningbouw. De aanwezige activiteiten zijn meestal niet ruimtebehoevend. Wat betreft niet-ruimtebehoevende kleinhandel en voorzieningen (<400m² verkoopoppervlakte) gaat het over volgende vestigingen: - Amusementsspelen “Cade Games”, Mannenberg 206 (gelegen in landelijk woongebied); - Dierenspeciaalzaak “The Pet Company”, Mannenberg 215 (gelegen in landelijk woongebied); - Taverne/Restaurant “’t Hof van Brabant”, Mannenberg 228 (gelegen in agrarisch gebied); - Kapsalon Diane, Mannenberg 211 (gelegen in landelijk woongebied); - Zakenkantoor Daems, verzekeringen/leningen/bankservice, Mannenberg 205 (gelegen in landelijk woongebied); - Dansclub “De Zolder”, Mannenberg 196 (gelegen in landelijk woongebied) + leegstaande verkoopsruimte; - Frituur “Villa Tartaar”, Mannenberg 86 (gelegen in woongebied); - Café “The Corner”, Mannenberg 75 (gelegen in woongebied); - Installatiebedrijf “Blevi G&D”, Mannenberg 172 (gelegen in landelijk woongebied). Er komen ook een drietal ruimtebehoevende kleinhandelsvestigingen (>400m² verkoopoppervlakte) voor langs de N10: - Cresens Gebr. NV (foto 13), tankstation + verkoop van tuinmachines, Mannenberg 190-192 (gelegen in landelijk woongebied); - Reisbureau Gea – Meubelen Muta – Computers/GSM @taf (foto 14), Mannenberg 165 (deels gelegen in landelijk woongebied, deels in natuurgebied); - Computers Marc, Mannenberg 97 (gelegen in woongebied); - Garage “Beckers NV”, Mercedes-Benz (verkoop + herstel), Mannenberg 87 (gelegen in woongebied) Volgende ruimtebehoevende ambachtelijke activiteiten werden opgemerkt langs de N10: - Schrijnwerkerij “Summit-Pine”, meubels op maat, Mannenberg 243 (deels gelegen in landelijk woongebied, deels in agrarisch gebied); - Garage/carrosserie “Van De Weyer”, Mannenberg 195 (deels gelegen in landelijk woongebied, deels in agrarisch gebied) Andere ruimtebehoevende voorzieningen: - Discotheek “De Kroon”(foto 15) met ruime parking langs de N10, Koestraat 2 (gelegen in landelijk woongebied) - Autobusmaatschappij “Heuvel Cars” , Mannenberg 86a (gelegen in woongebied) - Privé Taxi Club
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
29
Ter hoogte van Mannenberg 127 bevindt zich het voormalige bedrijf Coenen (foto 16). De oppervlakte van de gebouwen is ca. 4.000m² en de oppervlakte van het terrein bedraagt ongeveer 15.000m². Momenteel staat de site leeg en bestaan er plannen om er een supermarkt (Delhaize) in onder te brengen (socioeconomische vergunning is afgeleverd).
Zone tussen de Hortensialaan en de Lelielaan In deze sectie van de N10 bevinden zich het grootste aantal ruimtebehoevende kleinhandelszaken, met als grootste concentratie ter hoogte van het kruispunt N10-Oude Tiense Baan. Alle voorzieningen in dit gedeelte van de N10 liggen in woongebied. Volgende ruimtebehoevende kleinhandelszaken en voorzieningen bevinden zich in deze zone: - Zonnewering, poorten en tuinmeubelen “Aerts” (foto 17), Mannenberg 38-40; - Bouwmarkt Thoelen, natuursteen, kachels, inbouwhaarden, Mannenberg 34; - Supermarkt “Lidl” (foto 18), Mannenberg 10. Deze supermarkt heeft een oppervlakte van ca. 700m² en er zijn 52 parkeerplaatsen; - Supermarkt “Aldi” (foto 19), Basilieklaan/Tiensestraat. Deze supermarkt heeft een oppervlakte van ca. 850m² en er zijn 72 parkeerplaatsen voorzien; - Renault garage “P&P” (foto 20), verkoop + herstel en tankstation Q8, Mannenberg 11; - Café + feestzaal “De Oude Hoeve”, Mannenberg 25.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
30
Naast deze grotere en vaak meer verkeersgenererende voorzieningen bevinden zich nog een aantal minder ruimtebehoevende kleinhandelszaken en voorzieningen: - Casino “Magic Hall” + frituur “Pilou”, Mannenberg 28 - “Publi-Blix“, belettering en signalisatie, Mannenberg 40a - Slagerij “Mertens-Josten”, Mannenberg 33 - Electro “Pollet”, TV/Hifi/Huishoudtoestellen - Technische installaties - Babyartikelen “Ukkepuk”, Oude Tiense Baan 1 - Fietsen “Vercammen”, Basilieklaan 155a - Videotheek “The Film Cat”, Mannenberg 5 - Christelijk Ziekenfonds + Optiek, Mannenberg 15 - 2 aanpalende leegstaande winkelruimtes
Zone tussen de Lelielaan en de Koning Albertstraat In deze zone tussen de kleinhandelsconcentratie ter hoogte van het kruispunt N10 – Oude Tiense Baan en het historische centrum van Scherpenheuvel zijn de kleinhandelsvestigingen en voorzieningen in de minderheid. Er komt slechts één ruimtebehoevende kleinhandelsvestiging voor in deze zone: - Drankencentrale “Janssens” (foto 21), Basilieklaan 91 (valt buiten het plangebied) Naast deze ruimtebehoevende kleinhandelsvestiging zijn ook nog enkele kleinere voorzieningen aanwezig:
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
31
-
Inlijstingen “Cinderella”, Basilieklaan 127b; Renovatiewerken “André Mattheus” (valt buiten het plangebied); Chinees Restaurant “Kambo”, Basilieklaan 85 (valt buiten het plangebied); Lichtreclame “Luna-Lights”, Basilieklaan 79a (valt buiten het plangebied); Immobiliën “Lissens-Van De Broek, Basilieklaan 77 (valt buiten het plangebied); VDAB werkwinkel (foto 22), Basilieklaan 75 (ondergebracht in voormalig stationsgebouw van Scherpenheuvel - valt buiten het plangebied); Decor “Van Brusselt” (valt buiten het plangebied); Roten-Symens, detailhandel in ivoor en porselein, Basilieklaan 110 (valt buiten het plangebied).
Zone tussen de Koning Albertstraat en de August Nihoulstraat Dit gedeelte van de N10 maakt deel uit van het voorzieningenapparaat in de binnenstad van Scherpenheuvel. De N10 is de hoofdtoegangsweg tot de stad en bovendien vormt deze een zichtas op de basiliek. Dit maakt dat dit gedeelte van de N10 de ideale locatie is voor kleinschalige kleinhandel (foto 23), gericht op de bewoners en bezoekers van de stad. Grootschalige kleinhandel komt, op één vestiging na, in deze zone niet voor. Deze uitzondering wordt gevormd door: - Nissan garage Gemoets en Zn. (foto 24), Basilieklaan 38. Deze zaak is ruimtelijk niet op de schaal van de andere voorzieningen in de binnenstad (ca. 2200m²) De andere kleinhandelszaken en voorzieningen zijn typisch voor een binnenstad: - Café ’t Postke; - Bakkerij Persoons, Basilieklaan 86-88; - Verloskundige/Gyneacoloog + Baby/Kinderkleding Veroliene, Basilieklaan 82, - Verzekeringskantoor Laevers, Basilieklaan 76; - Natuurwinkel “Bio Shop”, Basilieklaan 68; - Geschenken/Confiserie “De Toverbol”, Basilieklaan 56; - Lederwaren “Sacart”, Basilieklaan 54; - Coiffure “Jolie”, Basilieklaan 50; - Kleding “Marie-Louise”, Basilieklaan 44; - Vleeswaren “Smets”, Basilieklaan 34; - Centea Bank, Basilieklaan 32;
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
32
-
Apotheek Pollet, Basilieklaan 28; KBC Bank, Basilieklaan 24 bus 1; Apotheek “Dassen”, Basilieklaan 22a; Vlaams Neutraal Ziekenfonds, Basilieklaan 22b; Café “De Bareel”; Damesboetiek “Per Tutti”, Basilieklaan 19; Optiek “Alen”, Basilieklaan 21; Pizzeria/Pita, Basilieklaan 23; Bloemenzaak “Amaranthus”, Basilieklaan 37; Nachtwinkel; Dagbladen “Coenegracths”, Basilieklaan 49; Slagerij “Nuyts”, Basilieklaan 51; Oxfam wereldwinkel, Basilieklaan 53; Foto’s Demarsin, Basilieklaan 61; City Bank + Dierenarts, Basilieklaan 65a; Dierenarts Cuyvers, Basilieklaan 71.
Dit gedeelte van de N10 wordt niet mee opgenomen in dit RUP. Het zal verder behandeld worden in RUP(s) voor de stadspool Scherpenheuvel of delen van de kern na de opmaak van een stedenbouwkundige analyse, beeldkwaliteitsplan en masterplan indien bepaalde cultuurhistorische of waardevolle gebouwen mee opgenomen worden.
4.2.2.3 Gemeenschapsvoorzieningen In de Basilieklaan 53 bevindt zich een school voor kleuteronderwijs (O.L.V.-basisschool). Naast de VDAB bevindt zich in het voormalige stationsgebouw het jeugdhuis “’t Boemelke” (Basilieklaan 75). Deze voorzieningen vallen buiten het plangebied van dit RUP.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
33
4.2.2.4
Landbouw
Over de volledige lengte van de N10 zijn er nog twee actieve landbouwbedrijven aanwezig, welke gespecialiseerd zijn in akkerbouw.
4.2.3 4.2.3.1
Wegenstructuur Wegprofiel
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
34
4.2.3.2
N10 - Bovenlokale verbinding
De N10 (secundaire weg) vormt de belangrijkste rechtstreekse bovenlokale verbinding tussen Aarschot en Diest. De N10 heeft via de N258 of Schransstraat aansluiting op de autosnelweg E314. De N10 heeft binnen het plangebied een breed 2x1 profiel met een verbreding ten behoeve van afslagstroken ter hoogte van de Schransstraat (N258), de Tieltsebaan, de Koestraat/Vosselaar en het lichtengeregelde kruispunt N10-Oude Tieltse Baan. De fietspaden in het plangebied zijn vrijliggend tussen de grens met Aarschot en de Lelielaan (gescheiden door een groenstrook, zie foto 25). Vanaf de Lelielaan tot aan de schoolomgeving van de O.L.V.-basisschool versmalt het wegprofiel en zijn de fietspaden van de weg gescheiden door een parkeerstrook (foto 26). Tussen de schoolomgeving en de rotonde A. Nihoulstraat/Molenstraat/N10 zijn er geen fietspaden voorzien. Alle woningen en handelszaken hebben een rechtstreekse erfontsluiting op de N10.
4.2.3.3
Zijstraten
Volgende straten takken aan op de N10: - De Schransstraat (N258), secundaire weg - Enkele lokale ontsluitingswegen: de Tieltsebaan (verbinding tussen N10 en Messelbroek/Testelt), de Tiensestraat (verbinding tussen N10 en Testelt/Averbode) en de Oude Tiensebaan (verbinding tussen N10 en Schoonderbuken)
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
35
-
Verschillende lokale erfontsluitingswegen: Schuttersveldstraat, Scholierweg, Koestraat, Plasbos, Vosselaar, Lobosstraat, Hortensialaan, Lelielaan, Peggerstraat, Prins Alexanderstraat, Koning Albertstraat en de Rozenstraat
4.2.3.4 Openbaar vervoer De steenweg wordt door een regelmatig rijdende busverbinding verzorgd. De lijn 35 rijdt van Aarschot naar Diest over Rillaar en Scherpenheuvel en de lijn 36 van Aarschot naar Scherpenheuvel over Langdorp en Averbode.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
36
4.3 Visie, doelstellingen en ruimtelijke uitgangspunten 4.3.1 Situering van het plangebied binnen de gewenste mesostructuur (cfr. GRS)
De N10 ligt op de overgang tussen twee ruimtelijke eenheden, meer bepaald het rastergebied tussen de N10 en de Demervallei en het open landschap ten zuiden van de N10. Net ten noorden van de N10 bevindt zich de getuigenheuvel Mannenberg. Volgende beleidsopties op mesoniveau zijn relevant voor dit RUP: -
-
-
Omwille van het geïsoleerde voorkomen van de beboste getuigenheuvels (Mannenberg) wordt gestreefd naar behoud en het bufferen van deze natuurfunctie t.o.v. de omliggende harde functies. In de zone ten zuiden van de N10 dient aan de landbouw maximale ontwikkelingsperspectieven te worden gegeven, mits behoud en versterking van de landschappelijke kwaliteiten. In het rastergebied ten noorden van de N10 komt de landbouw vrij versnipperd en kleinschalig voor in de open ruimtekamers. De bestaande landbouwbedrijven dienen hier ontwikkelingskansen te krijgen en een ontwikkeling richting bosbouw of bedrijven naar tuinaanleg, boomkwekerijen wordt ondersteund. Op niveau van de gemeente wordt de N10 als belangrijke regionale ontsluitingsas van de gemeente aanzien. Een vlotte verkeersdoorstroming is daarom van groot belang. Op basis van een goede ontsluiting kunnen de verkeersaantrekkende functies (zoals ruimtebehoevende kleinhandel) het best aan dergelijke ontsluitingsassen gelegen zijn. De N10 maakt deel uit van een bovenlokale fietsverbinding tussen Aarschot en Diest. De N10 fungeert als interstedelijke drager van openbaar vervoer tussen Aarschot en Diest. Een goede doorstroming van het openbaar vervoer is de prioritaire eis bij de (her)inrichting van een dergelijke weg.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
37
4.3.2 Ontwikkeling van het plangebied
Eén van de belangrijkste knelpunten bij de N10 is dat de N10 zich uit als een weinig aantrekkelijke as zonder enige ruimtelijke en functionele samenhang. Dit wordt in de hand gewerkt door de ongestructureerde verweving van handel en wonen langsheen dit woonlint. Eén van de hoofddoelstellingen dat met onderhavig RUP dient gerealiseerd te worden, is het duidelijk zoneren van het woonlint qua ontwikkelingsperspectieven voor zowel wonen als handel waardoor een duidelijke en leesbare structuur ontstaat. In sommige zones van de N10 is het immers wenselijk dat er nog mogelijkheden gecreëerd worden voor bijkomende kleinhandel terwijl dit in andere delen van de N10 niet het geval is. Het GRS deelt de N10-Mannenberg op in drie grote delen. Deze delen worden overgenomen, maar worden verder verfijnt op basis van de microanalyse die uitgevoerd werd om het RUP op te maken. Dit betekent ook dat puntsgewijs kan afgeweken worden omdat vanuit de bestaande analyse deze afwijkingen ruimtelijk kunnen verantwoord worden. In grote lijnen worden volgende drie zones afgebakend: 1. De zone tussen de gemeentegrens van Aarschot en de Horentsialaan (zone 1): waar de ontwikkeling van kleinhandel wordt afgeremd en waar de hoofdfunctie op residentieel wonen komt te liggen. 2. De zone tussen de Horentsialaan en de Oude Tiense Baan (zone 2): waar zich een concentratie bevindt van ruimtebehoevende kleinhandelzaken, waaraan de nodige ontwikkelingsmogelijkheden worden gegeven en waar onderzocht wordt in welke mate nieuwe ruimtebehoevende kleinhandelzaken (tot 1.000 m²) zich binnen deze omgeving kunnen vestigen. 3. De zone tussen Oude Tiense Baan en ’t Boemeltje en verder tot aan de Baseliek (zone 3): welke wordt beschouwd als het centrumgebied van Scherpenheuvel-Zichem en waar mogelijkheden worden gegeven aan kleine en middelgrote handelzaken (tot 400 m²).
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
38
4.3.2.1
N10 tussen Schuttersveld en de Hortensialaan (zone 1)
Confrontatie van de visie in het GRS met het RUP
Langs de N10 tussen Schuttersveld en de Hortensialaan primeert momenteel de woonfunctie. Op een beperkt aantal plaatsen wordt deze woonfunctie geflankeerd door kleinhandel en/of ambachtelijke activiteiten (o.a. Cresens gebr., voormalig bedrijf Coenen NV, Summit-Pine, enz.). In het gemeentelijk structuurplan wordt voor de zone tussen het bedrijventerrein Schuttersveld en de Vosselaar (Vossekotstraat) de functie wonen vooropgesteld. In dit RUP wordt, na uitgebreide terreinanalyse, deze zone uitgebreid. Niet Vosselaar wordt als oostelijke grens genomen maar wel de Hortensialaan. Tussen Vosselaar en de Hortensialaan primeert de woonfunctie immers ook en bovendien is het homogene uiterlijk van de huizenrij (halfopen bebouwing, zie ook foto 10) ten oosten van de Lobosstraat beeldbepalend. Algemene visie wonen
De nadruk ligt op het residentieel wonen langs dit gedeelte van de N10. De meeste woningen liggen in landelijk woongebied. Als algemene bebouwingsrichtlijn wordt voorgesteld om te vermijden dat gekoppelde bebouwing of brede bebouwing de zichten op de achterliggende open ruimte blokkeert. Het is dan ook wenselijk dat open bebouwing overheerst in het straatbeeld. Tussen de Hortensialaan en Vosselaar wordt zowel open als halfopen bebouwing toegelaten. Het aantal toegelaten bouwlagen bedraagt 2 à 3 (dakverdieping inbegrepen). Een hellend dak is wenselijk. Bedrijven, kleinhandel, diensten en horeca De functie wonen primeert, maar er kunnen ook nog een aantal laag dynamische dienstenactiviteiten ondergeschikt aan de woonfunctie toegestaan worden. Voorbeelden van dergelijke dienstenactiviteiten zijn: architect, dierenarts, (tand)arts, kinesist, kapsalon…
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
39
Voor bedrijven, grotere dienstenfuncties en horecazaken wordt een stand-still principe gehanteerd. Bestaande activiteiten kunnen onder hun huidige schaal behouden worden (bijvoorbeeld ’t Hof van Brabant, Summit Pine…), maar mogen de lokale dynamiek niet overschrijden. Nieuwe activiteiten worden, met uitzondering van ondergeschikte dienstenfuncties, niet toegelaten. Ook voor kleinhandelzaken wordt het stand-still principe gehanteerd. Alle bestaande kleinhandelszaken die bij de voorlopige aanvaarding van het RUP in het plangebied aanwezig zijn kunnen, mits zij behoorlijk vergund zijn, behouden blijven. Er kunnen echter geen bijkomende kleinhandelszaken meer opgericht worden. Bij de bestaande kleinhandelszaken wordt een onderscheid gemaakt tussen kleinhandelszaken met een vloeroppervlakte van meer dan 400m² en de kleinhandelszaken met een vloeroppervlakte kleiner dan 400 m². De kleinhandelszaken met een vloeroppervlakte kleiner dan 400 m² (bijvoorbeeld The Pet Company) kunnen beperkt ontwikkelen. De totale vloeroppervlakte moet echter kleiner blijven dan 400m². Bij kleinhandelszaken die een vloeroppervlakte hebben die groter is dan 400 m² (bijvoorbeeld Cresens Gebr., Reisbureau Gea/Meubelen Muta/Computers-GSM @taf) is het niet wenselijk dat deze nog verder uitbreiden. Indien deze nog verder wensen uit te breiden, moeten deze zich herlokaliseren naar de kleinhandelszone tussen de Hortensialaan en de Lelielaan. Voor die kleinhandelzaken de toch wensen te groeien en zich langs de N10 vestigen voorziet de gemeente in de ontwikkeling van twee zones voor lokale ruimtebehoevende kleinhandel. Dit zijn kleinhandelsbedrijven met een oppervlakte groter dan 400 m² en maximaal 1.000 m². Het betreft de zone van het voormalige bedrijf Coenen (zie hieronder) en de zone tussen de Hortensialaan en de Oude Tiense baan (zie verder in document onder de bespreking van zone 2). Voormalig distributiebedrijf Coenen NV Ten westen van de Vosselaar bevindt zich het voormalige distributiebedrijf Coenen NV. Dit bedrijf trok eind 2006 weg uit de gemeente Scherpenheuvel. Hierdoor kwamen de bestaande bedrijfsgebouwen leeg te staan. Voor het voormalige bedrijfsgebouw werd een vergunning aangevraagd om het terrein om te vormen naar een gebouw bestemd voor de inrichting van 3 grootschalige kleinhandelzaken (of in totaal ca. 3.500 m²). Er worden geen uitbreidingen van het bestaande gebouw voorzien. Aansluitend op de gebouwen wordt een zone voorzien waar de kleinhandelzaken goederen in open lucht kunnen stockeren. Het gedeelte tussen de gebouwen en de Ijsbergstraat wordt als grasveld behouden. Tevens werd een aanvraag ingediend om het bestaande parkeerterrein herin te richten in functie van de uitbating van de kleinhandelzaken. Het betreft een parking voor ca. 114 auto’s (of ca. 3.500 m²) met één in- en uitgang op de N10 en een bijkomende uitgang op Vosselaar. De inrichting en ontsluiting van het parkeerterrein werd op 17/04/2008 gunstig geadviseerd door de Afdeling Wegen en Verkeer VlaamsBrabant. Foto’s bestaande toestand
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
40
Situering op de luchtfoto
Landbouw
De woningen in de westelijke helft van het plangebied liggen nu grotendeels in landelijk woongebied. Volgens het gewestplan betekent dit dus dat er naast wonen ook landbouwbedrijven toegelaten worden. Momenteel is er tussen Schuttersveld en de Hortensialaan slechts één landbouwbedrijf aanwezig (akkerbouwbedrijf). Dit landbouwbedrijf kan behouden blijven en verder ontwikkelen. Een verbreding binnen de agrarische structuur (zoals het combineren van akkerbouw en veeteelt) zal gezien de overwegende woonfunctie, niet mogelijk zijn. De oprichting van nieuwe landbouwbedrijven wordt
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
41
eveneens niet wenselijk geacht, daar de woonfunctie primeert. Indien het landbouwbedrijf wordt stopgezet en er geen opvolging wordt gevonden kan een functiewijziging naar wonen toegelaten worden. Op de percelen van het landbouwbedrijf kunnen er langs de N10 woningen in een open bebouwingsstructuur worden opgetrokken. Landschappelijke inpassing
Zowel ten zuiden als ten noorden van de N10 zijn nog belangrijke open ruimtes terug te vinden. Deze worden in hoofdzaak gebruikt voor grootschalige landbouw. De N10 vormt de voornaamste verstoring van dit landbouwlandschap. Buffering tussen beide is dan ook wenselijk. De aard en de schaal van de buffering is niet gelijk voor woningen en kleinhandelszaken indien de impact van de gebouwen op de omgeving verschillend is. De landschappelijke impact van de kleinhandelszaken is meestal beduidend groter. Meer concreet wordt voor woningen gedacht aan levende, groene streekeigen afsluitingen. Voor kleinhandelszaken zoals Cresens Gebr. en ambachtelijke bedrijfjes zoals Summit-Pine zal de buffering naar het achterliggende landschap moeten gebeuren door een combinatie van materiaalgebruik en groene afsluitingen. Hierbij wordt gedacht aan hoogstammig groen (streekeigen, inheemse bomen) of voldoende hoge haagafsluitingen (in relatie tot de hoogte van het gebouw). Bovendien moet de uitbouw van gebouwen naar de achterliggende open ruimte geminimaliseerd worden. Gebieden waar bijzondere aandacht dient te gaan naar de overgang tussen de bebouwde en de open ruimte is het gebied van de N10 dat aansluit op de beboste heuvelrug van de Mannenberg. In het gemeentelijk RUP wordt geen afzonderlijke zone voor buffering voorzien, omdat de impact op het landschap voor woningen en de aanwezige kleinhandelszaken en ambachtelijke bedrijven relatief klein is. In die zones waar het van belang is om een goede overgang te vormen tussen de bebouwde ruimte en de open ruimte wordt het belang van landschappelijke integratie (buffering) opgelegd door deze zones met een overdruk aan te duiden. Zonevreemde bouwwerken Langs de N10 bevinden zich enkele zonevreemde bouwwerken. Het betreft 5 zonevreemde woningen ter hoogte van het kruispunt met de Schransstraat (N258) 1, 2 bijgebouwen en 4 bedrijfsgebouwen (Summit Pine, Cresens, Reisbureau Gea/Meubelen Muta/Computers-GSM @taf en Coenen). De zonevreemde woningen zijn allen vergund of worden geacht vergund te zijn (ze zijn opgericht van voor 1962 – zie tabel bij juridische toestand). Voor de zonevreemde woningen langs de N10 wordt hetzelfde beleid gevoerd dan voor de woningen in de woongebieden langs de N10, aangezien er ruimtelijk geen onderscheid bestaat. Hierdoor wordt er rechtszekerheid geboden aan de eigenaars van deze zonevreemde woningen.
Deze woningen worden niet opgenomen in het RUP zonevreemde woningen omdat ze ruimtelijk één samenhangend geheel vormen met de overige bebouwing lang de N10-west
1
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
42
Conform het GRS maken zonevreemde woningen onderdeel uit van het woonlint indeien zij binnen de 100 m gelegen zijn van een bestaand woonlint en de aanpalende op minder dan 70 m gevelbreedte van de andere is gelegen. Om eenheid en samenhang in het woonlint te verkrijgen wordt het ontwikkelingsperspectief van deze woningen afgestemd op de overheersende typologie die in het woonlint voorkomt2. De zonevreemde gebouwen van de bedrijven en kleinhandelzaken zijn eveneens allen vergund of worden geacht vergund te zijn. Voor deze constructies wordt een stand-still principe vooropgesteld (zie hoger). Dit houdt concreet in dat ze enkel onder hun huidige vorm kunnen behouden blijven en niet meer verder kunnen groeien. De bestaande gebouwen worden aldus bestendigd in hun huidige vorm. Ook de bijgebouwen van de woningen zijn allen vergund. In deze gebouwen worden geen nieuwe bedrijfs- of handelsactiviteiten toegelaten. De gebouwen worden als bijgebouw aan de woning beschouwd en er kunnen functies verwant aan de woonfunctie worden ondergebracht (vb. garage, tuinberging…). Parking Tussen de N10, Koestraat, Lobosstraat en de zuidelijk gelegen verkavelingswijk ligt nog een onbebouwde ingesloten open ruimte. Deze ruimte wordt momenteel grotendeels gebruikt als parkeerterrein. Enerzijds door de discotheek ten westen van de Koestraat en anderzijds door het busbedrijf ten oosten van de Lobosstraat. Vermits het terrein al geruime tijd uit de landbouwstructuur gehaald is en de inname ervan door zijn ingesloten ligging geen aantasting vormt van de agrarische macrostructuur, wordt het terrein binnen het RUP opgenomen als parkeerterrein. Het parkeerterrein kan ingericht worden in functie van de aanpalende activiteiten, die er nu al gebruik van maken, kan dienst doen als randparking voor de stadskern van Scherpenheuvel, gezien de afstand zal dan wel met een pendeldienst gewerkt moeten worden en als randparking voor vrachtwagens voor de gemeente Scherpenheuvel. In functie van het aanpalende busbedrijf wordt de mogelijkheid geboden om de bussen af te schermen van weersinvloeden zodat deze gemakkelijker in gebruik kunnen genomen worden. In de zone palend aan het busbedrijf wordt voorzien dat er open constructies (type carport, maar dan voor bussen) kunnen opgericht worden. Om te vermijden dat er een kale verharde vlakte langs de N10 komt te liggen wordt een groene inkleding van het parkeerterrein vooropgesteld. Om dit te verwezenlijken wordt opgelegd dat een deel van het parkeerterrein als groene ruimte dient ingericht te worden en dat het nodige aantal hoogstammige bomen dient aangeplant te worden.
2
GRS Scherpenheuvel-Zichem, deel 6 afwegingskader zonevreemde constructies pag 207-208
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
43
4.3.2.2
N10 tussen de Hortensialaan en de Oude Tiense Baan (zone 2)
Confrontatie van de visie in het GRS met het RUP
Langs de N10 vanaf de Hortensialaan tot en met het kruispunt met de Oude Tiense Baan primeert de (ruimtebehoevende) kleinhandel. Deze kleinhandelsfunctie wordt geflankeerd door wonen, hetzij eerder beperkt. In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt voor de zone tussen de Vossekotstraat en de Oude Tiense Baan een zone voor ruimtebehoevende kleinhandel aangeduid. Het beleid is hierbij gericht op het bieden van ontwikkelingsperspectieven voor bestaande kleinhandelszaken en bedrijven en niet zozeer voor het creëren van nieuwe grootschalige winkels. Na een uitgebreide terreinanalyse is gebleken dat de zone kleiner is, en zich beperkt tot het deel van de N10, tussen de Hortensialaan en de oude Tiense baan. Tussen de Vossekotstraat en de Hortensialaan primeert de woonfunctie immers en bovendien is het homogeen uiterlijk van de huizenrij ten oosten van de Lobosstraat beeldbepalend. Deze zone werd daarom mee opgenomen in de bespreking van zone 1, waar de residentiële woonfunctie primeert. In dit RUP wordt vervolgens een onderscheid gemaakt tussen de noordelijke en zuidelijke zone. De noordelijke zone wordt geflankeerd door een verkavelingswijk en biedt hierdoor weinig ruimte naar de verdere ontwikkeling van grootschalige kleinhandelszaken. Daarom wordt voor de noordelijke zone een standstil principe gehanteerd. De zuidelijke zone grenst aan de open ruimte en heft potenties om grootschalige kleinhandelszaken te bundelen en er een duidelijk ontwikkelingsperspectief aan te geven. Verder in deze toelichtingnota zullen een aantal voorstellen uitgewerkt worden om de ze zone te ordenen. Algemene visie wonen
In het noordelijke gedeelte overweegt momenteel de kleinhandel. Hoewel de bestaande kleinhandelszaken behouden kunnen blijven, wordt hier naar de toekomst toe hoofdzakelijk een woonfunctie nagestreefd. Het noordelijke gedeelte sluit immers relatief nauw aan bij de achterliggende
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
44
woonwijk. De gewenste bebouwingstypologie is open en halfopen bebouwing met 1 à 2 bouwlagen. Een hellend dak is wenselijk. Er kunnen ook kleinhandelsfuncties gekoppeld worden aan de woonfunctie. In het zuidelijke gedeelte staat het concentreren van ruimtebehoevende kleinhandel voorop (zie verder). Landbouw Binnen deze zone zijn momenteel geen landbouwbedrijven aanwezig. Het oprichten van nieuwe landbouwbedrijven wordt niet ondersteund in dit gedeelte van de N10. De verweving in deze zone beperkt zich tot wonen en kleinhandel. De toegang naar het zuidelijk, achterliggende landbouwgebied blijft verzekerd via Lobosstraat en Oude Tiensebaan. Kleinhandel, diensten, horeca en bedrijvigheid
Ontwikkelingsperspectieven zuidelijke gedeelte Zoals al werd vermeld, is het beleid in deze sectie vooral gericht op het bieden van ontwikkelingsperspectieven voor bestaande ruimtebehoevende handelszaken en bedrijven en niet zozeer op het creëren van nieuwe grootschalige winkels. Met bestaande handelszaken worden niet alleen de handelszaken bedoeld die nu al in deze zone aanwezig zijn, maar ook andere kleinhandelszaken die momenteel ruimtelijk minder goed gelokaliseerd zijn binnen de gemeente. De ruimtebehoevende kleinhandelszaken vormen een onderdeel van de winkelas richting centrum. De ontwikkelingsperspectieven worden geconcentreerd in het zuidelijke gedeelte. In het noordelijke gedeelte wordt in de toekomst meer de nadruk gelegd op wonen (zie hierboven). Met de term ruimtebehoevend worden kleinhandelszaken van meer dan 400 m² netto verkoopoppervlakte bedoeld. Deze grens valt samen met de grens die gehanteerd wordt in de wet van 13 augustus 2004 betreffende de vergunning van handelsvestigingen. Vanaf deze grens is er immers een socioeconomische vergunning noodzakelijk. Als bovengrens wordt hier 1.000 m² gehanteerd. De kleinhandelszaken moeten immers op lokaal niveau blijven opereren. Kleinhandelszaken die groter dan 1.000 m² zijn moeten hun vergunning bij de provinciale overheid aanvragen. Handelzaken tot 1.000 m² kunnen dat bij de gemeente doen. Bestaande kleinhandelszaken binnen deze zone kunnen blijven bestaan en kunnen verder uitgebreid worden voor zover ze de netto verkoopoppervlakte van 1.000 m² niet overschrijden. Omdat de N10 nu al een drukke weg is wordt er bij aanzienlijke uitbreiding van de bestaande handelszaken (> 25%) opgelegd dat zij een mobiliteitsstudie moeten opmaken. Deze mobiliteitsstudie geeft inzicht in het aantal verkeersbewegingen dat zal gegenereerd worden, de afwikkeling van dit verkeer naar de N10, de parkeervoorzieningen, de verkeersveiligheid...). Nieuwe ruimtebehoevende kleinhandelszaken zijn toegelaten op voorwaarde dat hun netto verkoopsoppervlakte niet groter is dan 1.000 m², dat ze een lokaal (gemeentelijk) karakter hebben en dat ze geen concurrentie vormen voor de kleinhandel in het centrum. In het centrum staat recreatief winkelen
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
45
voorop. Langs de N10 staan baanwinkels voorop die thema- of doelgericht bezocht worden door de consument en waar een goede bereikbaarheid en parkeermogelijkheden belangrijk zijn. Deze baanwinkels moeten dus een complementariteit nastreven ten opzichte van de kleinhandel in het centrum3. Typische branches hiervoor zijn doe-het-zelf, woninginrichting, tuin, outdoor, sport, fietsen, autobenodigdheden. Voorbeelden zijn een garagebedrijf, tuinverwerkend bedrijf, een elektrospeciaalzaak. Indien de zone volgens het huidige stramien verder wordt ingevuld dan is er nog weinig ruimte om nieuwe ruimtebehoevende kleinhandelszaken op te vangen. Indien de zone echter via een meer duurzame en efficiëntere ruimtelijke invulling wordt vormgegeven dan zijn er binnen deze zone nog heel wat potenties aanwezig om nieuwe ruimtebehoevende kleinhandel op te vangen. Efficiënt ruimtegebruik - inrichtingsvoorstellen zone voor ruimtebehoevende kleinhandel. In het RUP wordt een afzonderlijke zone afgebakend voor ruimtebehoevende kleinhandel. Deze zone is ten westen van het kruispunt N10 - Oude Tiense Baan gesitueerd en ten zuiden van de N10. Voor de inrichting van deze zone gelden een aantal algemene inrichtingsprincipes: - N10 als ontsluitingsweg: de ontsluiting van de gegroepeerde winkels moet gebeuren langs de hoofdweg van de concentratie, zodat aanpalende straten zonder handelsfunctie gespaard blijven. Concreet betekent dit dus dat het niet wenselijk is dat de zone voor ruimtebehoevende kleinhandel via de Oude Tiense Baan ontsloten wordt. - Gescheiden baanvakken voor plaatselijk en doorgaande verkeer: De ruimtebehoevende kleinhandel is vooral op de auto georiënteerd. Het doorgaand verkeer op de N10 conflicteert met het plaatselijke bestemmingsverkeer. Over de lengte van de zone voor ruimtebehoevende kleinhandel is daarom een scheiding van deze twee verkeersstromen nodig. Dit kan bewerkstelligd worden door het aanleggen van een ventweg ten zuiden van de N10. - Invulling van de lege plaatsen: Bijkomende handelsruimte wordt ingeplant binnen de grenzen van de concentratie. Lege plekken tussen bestaande gebouwen lenen zich tot opvulling. - Uitbreiding naar achter: Niet alleen tussen winkels maar ook naar achter toe kan handelsruimte worden bijgebouwd. De uitbreiding naar achter wordt echter wel beperkt om het achterliggende open landbouwgebied niet té drastisch aan te snijden. - Meerdere bouwlagen: Bouwen met verdiepingen is een zuinigere vorm van ruimtegebruik dat wordt gepromoot. De terreinhelling die aanwezig is tussen de N10 en het agrarisch gebied (ca. 3 tot 4 m terreinverschil) kan bijvoorbeeld gebruikt worden om een extra winkel te voorzien gedeeltelijk onder het maaiveld. Een goede landschappelijke inpassing is wel een randvoorwaarde. Zo mag bijvoorbeeld het hoogste verdiep vooraan niet volledig doorlopen tot de achtergevel en kan achteraan bijvoorbeeld een terras voorzien worden. Zo wordt de hoogte van de gevel achteraan minder dominant (zie tekening onder). Gezien de kleinhandelsconcentratie op een iets hogere locatie is gelegen, is het aantal bouwlagen beperkt tot maximum twee (visueel aan beide kanten, functioneel maximum drie bouwlagen mits een goede landschappelijke inpassing).
3 Bron: Kleinhandel in de provincie Vlaams-Brabant. Onderzoeksrapport B. Visie en strategiebepaling, Provincie Vlaams-
Brabant, juni 2006
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
46
-
-
-
-
-
-
Groepsbouw: Er moet zoveel mogelijk gestreefd worden naar groepsbouw. Dit vertaalt zich in gemeenschappelijk gebruik van infrastructuur: gedeelde ontsluitingsweg, gemeenschappelijke parking. Verkeersveilige herinrichting: Momenteel heeft elke kleinhandelszaak zijn eigen op- en afrit waardoor het aantal verkeersbewegingen soms vrij hoog oploopt. Door middel van gemeenschappelijke parking, een ventweg en een gemeenschappelijke op- en afrit kan het aantal verkeersbewegingen teruggedrongen worden. Dit is interessant naar een verkeersveilige inrichting van de N10. Een kwalitatieve en verkeersveilige oost-west fietsverbinding behoort immers tot één van de doelstellingen. Buffering: Niet zozeer tussen de winkels maar wel rondom het gebied moet een goede overgang verzekerd worden naar de open ruimte of de meer kleinschalige bebouwing (woningen). Concreet betekent dit dat het wenselijk is dat er via streekeigen beplanting een overgang gecreëerd wordt tussen de woningen en de winkels en tussen de winkels en de open ruimte (zoals haagbeplanting en hoogstammig groen). Concentratie als wandelpark: binnen de zone voor ruimtebehoevende kleinhandel is er samenhang nodig tussen de verschillende verkoopspunten. Een voetgangerspad moet de bezoekers langs de winkels leiden zonder dat men verplicht is de auto te nemen of langs de hoofdweg te lopen. Net van fietswegen: Het winkelgebied moet op een veilige manier toegankelijk zijn per fiets. Langs de N10 bevindt zich immers een functionele provinciale fietsroute. Daarom is het van belang dat het aantal op- en afritten tot het minimum beperkt wordt (conflictpunten reduceren). Herkenbare beplanting of inrichtingselementen: De zijbermen langs de N10, wandel- en fietspaden kunnen beplant worden als samenhangend element in de concentratie. Ook het gebruik van eenvormige inrichtingselementen (zitbanken, lantaarns...) kan de samenhang bevorderen. Door eenheid te creëren in de concentratie vergroot ook de leesbaarheid van de N10 (creëren van een begin- en eindpunt).
Op basis van bovenstaande principes worden er enkele inrichtingsvoorstellen uitgewerkt. Deze worden aan elkaar afgewogen:
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
47
Voorstel 1: Ventweg en parking parallel aan de N10, bebouwing zij aan zij
In dit inrichtingsvoorstel worden de gebouwen op één lijn geplaatst. De huidige bouwlijn wordt naar achter getrokken waardoor er meer ruimte vrijkomt tussen de N10 en de kleinhandelsgebouwen. In deze ruimte wordt voorzien in de realisatie van een ventweg, met één gemeenschappelijke op- en afrit, die het plaatselijke verkeer scheidt van het doorgaand verkeer en toegang verleent aan een gemeenschappelijk parkeerzone. Achter de bebouwingszone wordt er ruimte voorzien om te laden en te lossen. Tussen de ventweg en de N10 wordt een bomenrij voorzien en aan de zuidelijke rand wordt een groenscherm voorzien. Voordelen: - Plaatselijk verkeer gescheiden van doorgaand verkeer door inrichting ventweg - Logistieke verkeersstroom wordt maximaal gescheiden van het klantenverkeer - Landschappelijke inpassing: één duidelijke grens tussen kleinhandelscluster en achterliggend open ruimtegebied. Nadelen: - Inplanting van de winkels wordt ver naar achter voorzien, dat rekening houdend met de terreinhelling niet leidt tot een gemakkelijke inplanting: ofwel ophoging ofwel in meerdere verdiepingen werken (zie voorstel hoger), rekening houdend met de logistieke zone die achteraan wordt voorzien is het werken in verdiepingen met winkels hierdoor niet aangewezen. - De winkels vormen een massief front waardoor de doorkijk naar het achterliggende open landbouwlandschap geblokkeerd wordt. Voorstel 2: Ventweg en parking parallel aan de N10, bebouwing rond een parkeerplein
Het betreft in feite een variant van het eerste voorstel waarbij de buitenste bouwblokken worden opengetrokken. Hierdoor ontstaan er aan de buitenkant zichten naar het achterliggende open
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
48
ruimtegebied en word de parkeerruimte vooraan meer omsloten door bebouwing waardoor de kleinhandelsvoorzieningen meer rond een plein komen te liggen. De andere voor- en nadelen zijn gelijkaardig als deze van het eerste voorstel. Voorstel 3: Verdiepte ventweg, parkings geclusterd en gegroepeerde bebouwing
In dit inrichtingsvoorstel worden de gebouwen en parkeerruimtes geclusterd en loodrecht ingeplant op de N10. Hierdoor worden er verschillende pleinen gecreëerd waarrond de winkels zich kunnen ontwikkelen. Het centrale parkeerterrein tussen de bebouwingsclusters zorgt ervoor dat de zichten op het achterliggende open ruimtegebied maximaal gevrijwaard blijven. Het doorgaande verkeer wordt gescheiden van het plaatselijke verkeer. Er wordt voorzien in één gemeenschappelijke op- en afrit die toegang moet verlenen tot alle parkeerpleinen, deze weg functioneert tegelijkertijd als toegangsweg tot de laad- en loszones die zich centraal of achter de bouwblokken bevinden. Langs de N10 wordt een bomenrij voorzien en aan de zuidelijke rand wordt een groenscherm voorzien. Voordelen: - Plaatselijk verkeer gescheiden van doorgaand verkeer door inrichting ventweg - Landschappelijke inpassing: zichten naar achterliggend landschap blijven maximaal gevrijwaard en er zal meer aandacht zijn voor de kwaliteit van de gevels omdat er in principe 4 voorkanten worden gecreëerd en geen achterkanten. - De gebouwen blijven in de bestaande bouwlijn liggen. Nadelen: - Het logistieke verkeer wordt niet maximaal gescheiden van het plaatselijke winkelverkeer. De gemeente geeft de voorkeur aan de principes van het laatste inrichtingsvoorstel waarbij de gebouwen zoveel mogelijk geclusterd worden en waarbij de parkings zoveel mogelijk gebundeld worden in de vrij liggende ruimte tussen de gebouwen om zo de zichten op het achterliggende landschap te vrijwaren. Het betreft echter een theoretisch principe dat zo goed mogelijk dient vertaalt te worden naar de lokale situatie. Rekening houdend met de bestaande situatie wordt het principe van clustervorming en het vrijwaren van de zichten op de open ruimte als volgt vertaald naar het RUP: -
De voorbouwlijn van bebouwingsconcentraties wordt op 10 meter uit de rooilijn van de N10 vastgelegd. Momenteel varieert deze bouwlijn zeer sterk. Door de bouwlijn op 10 meter te leggen kunnen alle bestaande gebouwen onder hun huidig voorkomen behouden blijven en komen zijn
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
49
-
-
-
niet in problemen bij eventuele uitbreidings- of aanpassingswerken. Een strook van 10 meter is in principe voldoende breed om nog een ventweg langs de N10 aan te leggen. De achterbouwlijn van de bebouwingsconcentraties wordt op 50 meter achter de voorbouwlijn gelegd. Hierdoor zit alle bestaande bebouwing gevat binnen de bouwzone en komen zijn niet in problemen bij eventuele uitbreidings- of aanpassingwerken. Door de achterbouwlijn te beperken tot 50 m blijven de bebouwingsconcentraties binnen de huidige bebouwingslijn van de N10 liggen en wordt vermeden dat zij diep in het landschap insnijden. Op de bouwzone die zo gecreëerd wordt worden bouwvrije zones afgebakend waarbinnen de parkeerterreinen (en toegangen naar de winkels) dienen gerealiseerd te worden. Deze bouwvrije zones komen overeen met de bestaande structurele bouwvrije zones tussen de gebouwen. Bij het vastleggen van deze zone wordt rekening gehouden met de uitbreidingsmogelijkheden van bestaande kleinhandelzaken of de vestigingsmogelijkheden van nieuwe kleinhandelszaken. Hierdoor kan het zijn dat de effectief afgebakende bouwvrije zones smaller zijn dan deze die momenteel in het gebied aanwezig zijn. De combinatie van de bouwzone en de bouwvrije zones zorgt ervoor dat er verschillende bebouwingskamers worden afgebakend. Binnen deze bebouwingskamers kunnen de bestaande kleinhandelszaken verder ontwikkeld worden en kunnen nieuwe kleinhandelszaken gevestigd worden. Per bebouwingskamer zal het aantal maximaal te realiseren handelzaken worden vastgelegd. Rekening houdend met bovenstaande principes (bouwen in twee lagen en max. 1.000 m² verkoopsoppervlakte) en de huidige situatie op het terrein kan dit in de toekomst aanleiding geven tot maximaal 16 grootschalige kleinhandelszaken.
Figuur 6: Ordeningsprincipes voor de zone voor grootschalige kleinhandel
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
50
Figuur 7: Principeschets van hoe de kleinhandelzone op lange termijn kan ontwikkeld worden
Parkeervoorzieningen Bij de realisatie van grootschalige kleinhandelzaken dient voldoende rekening gehouden te worden met de verkeersstromen die deze veroorzaken en in het bijzonder met de parkeerbehoefte die hieraan gekoppeld is. Om inzicht te krijgen in het aantal parkeerplaatsen dat deze grootschalige kleinhandelzaken nodig hebben en wat de ruimtebehoefte zijn die hiervoor nodig zijn werd gebruik gemaakt van de parkeernormen uit het CROW4. Deze parkeernorm voorziet dat er voor grootschalige kleinhandelsbedrijven per 100 m² bruto vloeroppervlak (bvo) minimaal 6,5 en maximaal 8,5 parkeerplaatsen dient voorzien te worden. Omgerekend naar het RUP, dat voorziet in maximaal 16 handelzaken met een oppervlakte van max. 1.000 m², betekent dit dat er binnen de zone voor grootschalige kleinhandelszaken minimaal 1.040 en maximaal 1.360 parkeerplaatsen dienen voorzien te worden. Bij de realisatie van showrooms bedraagt deze norm slechts 1,2 tot 1,4 parkeerplaatsen per 100 m² bvo. Of omgerekend naar het RUP minimaal 192 en maximaal 224. Er wordt gesteld dat de handelzaken die zich binnen deze zone kunnen oprichten zeer divers zijn. Er wordt dan ook gesteld om een gemiddelde parkeernorm te hanteren die rekening houdt met deze diverse samenstelling. Hierdoor dienen er per 100 m² minimaal 3,5 en maximaal 5 parkeerplaatsen voorzien te worden. Of vertaald naar het RUP minimaal 560 en maximaal 800 parkeerplaatsen. Daarnaast wordt gesteld dat niet alle winkels die zich hier zullen vestigen 1.000 m² groot zullen worden en dat het volstaat om binnen het RUP rekening te houden met de realisatie van ca. 560 parkeerplaatsen. In de bouwvrije zone die werden afgebakend kunnen ca. 200 parkeerplaatsen gerealiseerd worden. Gesteld wordt dat er in de zone tussen de N10 en de voorgevelbouwlijn geen parkeerplaatsen mogen gerealiseerd worden. Dit betekend dat er nog ruimte voor 360 bijkomende parkeerplaatsen dient voorzien te worden. Deze ruimte wordt voorzien in de zone tussen de achterbouwlijn en het agrarische gebied. Een deel van het agrarische gebied zal hier over een strook van ca. 25 meter diep opgeofferd worden om de zone voor grootschalige kleinhandelsbedrijven te verruimen en zo voldoende ruimte te voorzien om de parkeerproblematiek op te vangen.
4
CROW, 2004. ASVV 2004 – Aanbevelingen voor parkeervoorzieningen binnen de bebouwde kom
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
51
Om echter te vermijden dat de winkels een te hoge druk leggen op de N10 en ervoor kunnen zorgen dat de capaciteit van deze weg overschreden wordt. Wordt er aan elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor een aanzienlijke uitbreiding (> 25%) of de vestiging van een nieuwe kleinhandelzaak opgelegd dat deze bij hun aanvraag een mobiliteitseffectenrapport (MOBER) moeten toevoegen. Dit rapport dient inzicht te geven in het aantal verkeersbewegingen dat de handelszaak zal genereren en op welk tijdstip deze plaatsvinden. Hoe deze verkeersbewegingen zich verhouden ten aanzien van de capaciteit van de N10 en de verkeersafwikkeling naar de N10. Tenslotte geeft het rapport inzicht in het benodigd aantal parkeerplaatsen. Ontsluitingsprincipes De N10 is ter hoogte van het kruispunt N10 - Oude Tiense Baan één van de drukste plaatsen in Scherpenheuvel. Daarom is het nodig dat er nagedacht wordt over de ontsluiting van de zone voor grootschalige kleinhandel. In onderstaande schema’s worden een aantal ontsluitingscenario’s besproken:
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
52
De beginsituatie bestaat erin dat elke kleinhandelszaak zijn eigen op- en afrit heeft. Hierdoor loopt het aantal verkeersbewegingen sterk op en is er een verkeersonveilige situatie. In het eerste alternatief worden twee gemeenschappelijke op- en afritten voorzien voor de volledige kleinhandelszone. De kleinhandelszone kan vanuit beide richtingen bereikt én verlaten worden en dit voor beide op- en afritten. In het tweede alternatief kan de op- en afrit het dichtst bij het kruispunt enkel vanuit het westen opgereden worden en in oostelijke richting verlaten worden. Op het kruispunt zelf wordt een rotonde voorzien om de keerbewegingen richting Aarschot vanuit de kleinhandelsconcentratie op te vangen. Bij het derde alternatief is er slechts één oprit en één afrit. De oprit kan vanuit beide richtingen gebruikt worden en de kleinhandelszone kan in beide richtingen verlaten worden. In het vierde alternatief wordt er opnieuw één oprit en één afrit voorzien. De oprit kan enkel maar vanuit westelijke richting opgereden worden en de vanuit de afrit kan men zich enkel in oostelijke richting bewegen. Twee rotondes zorgen ervoor dat het verkeer zich kan keren. Op deze manier is het aantal conflictpunten het kleinst. Binnen het RUP kunnen enkel uitspraken gedaan worden over de ontsluiting van de kleinhandelzone naar de N10. In het RUP kan de herinrichting van de N10 zelf niet worden geregeld. Hiervoor is afstemming nodig met de beheerder van de weg, zijnde het Vlaams gewest. De ontsluitingsprincipes die hierboven werden aangehaald kunnen de basis vormen om deze afstemming door te voeren. Om de ontwikkeling van de kleinhandelzone maximaal af te stemmen op deze principes worden in het RUP volgende maatregelen opgelegd: - De activiteiten worden gemeenschappelijk ontsloten door een gedeelde interne ontsluitingsweg of ventweg. De ventweg takt op maximum 2 punten aan op de N10. De plaatsing van de aantakkingspunten moeten geoptimaliseerd worden in functie van een vlotte verkeersdoorstroming, bijvoorbeeld rekening houdend met de afstand tot de bestaande kruispunten Hortensialaan en Oude Tiense Baan. Aantakkingspunten worden in principe best niet te dicht bij elkaar ingericht. - De interne ontsluitingsweg of ventweg dient zodanig aangelegd worden dat hij toegang verleent tot de gemeenschappelijke parkeerterreinen. - De toeleveringzones van de bedrijven zitten ofwel aan de zijde van de N10 of wel aan de zijde van het agrarisch gebied. De interne ontsluitingsweg die de parkeerterreinen ontsluit zal dus ook gebruikt worden als toegangszone voor vrachtverkeer.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
53
Uitvoerbaarheid Om de voorgestelde ontwikkeling te kunnen realiseren zal zowel initiatief vanuit de eigenaars als de gemeente noodzakelijk zijn. Immers alle terreinen zijn in eigendom van private eigenaars. Binnen het ordeningsprincipe wordt gewerkt met gemeenschappelijke functies zoals ontsluitingsweg en parkings. De realisatie van deze parkeerterreinen wordt veelal op terreinen voorzien die nog niet in eigendom zullen zijn van de eigenaar die de aanvraag tot uitbreiding of nieuwbouw indient. Tevens worden op de terreinen waar deze gemeenschappelijke parkings zullen aangelegd worden bouwbeperkingen opgelegd (vandaag juridisch bebouwbaar, maar na goedkeuring van het RUP niet meer). Het lijkt dan ook aangewezen dat de gemeentelijke overheid initiatief neemt om deze terreinen te verwerven zodat ze de terreinen vervolgens kan inzetten om in overleg met de andere eigenaars tot een betere inrichting te komen van de globale zone. Doordat de gemeente participeert, wordt het eenvoudiger om bepaalde (delen van) terreinen binnen de zone te herschikken. Tevens lijkt het eenvoudiger om op deze manier gemeenschappelijke delen aan te leggen, beheren en onderhouden. De gemeente kan op deze manier ook een fasering van de ontwikkeling bekomen. Indien de gemeente de achterliggende zone verwerft, waar de uitbreiding van de parking wordt voorzien, kan zij ervoor zorgen dat deze terreinen pas worden aangelegd vanaf het moment dat er effectief nood is aan bijkomende parkeerplaatsen op een nieuw terrein. Immers zolang niet alle winkels hun maximale oppervlakte bereikt hebben, zal de parkeerdruk zijn maximum niet bereiken en kan deze grotendeels opgevangen worden in de onbebouwde zones tussen de gebouwenconcentraties in. Pas nadat het effectief noodzakelijk blijkt kan de gemeente overstappen tot realisatie van deze parkeerplaats. Deze realisatie kan dan geordend en gefaseerd gebeuren in functie van de vraag naar bijkomende parkeerplaatsen of de ontsluiting van kleinhandelzaken. Het opzetten van samenwerkingsovereenkomsten tussen de verschillende eigenaars en de gemeente lijkt wenselijk om deze doelstellingen te kunnen realiseren. Om de uitvoerbaarheid van het RUP te verhogen, kan een herverkavelingsplan en/of een onteigeningsplan opgemaakt worden om de eigendomsherschikking door te voeren. Een voorkooprecht voor de gemeente wordt ingeschreven in het RUP. Dit recht geldt slechts 5 jaar en geldt alleen wanneer
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
54
de grond door zijn eigenaar te koop gesteld wordt. Dit instrument is daarom minder geschikt om deze bestemming op terrein te realiseren. Landschappelijke inpassing
Ten zuiden van de te ontwikkelen zone voor grootschalige kleinhandel is er een grote agrarische open ruimte kamer gelegen. Buffering tussen de bebouwde en de onbebouwde ruimte is daardoor noodzakelijk, vooral ter hoogte van de aanwezige kleinhandelszaken. Voor de (ruimtebehoevende) kleinhandelszaken zal de buffering naar het achterliggende landschap moeten gebeuren door een combinatie van materiaalgebruik en groene afsluitingen. Bovendien moet de uitbouw van gebouwen naar de achterliggende open ruimte geminimaliseerd worden. Zoals hoger al aangehaald gebeurd dit door de bouwzone te begrenzen en de zone zodanig in te richten dat alle zijden van een bebouwingsconcentratie in feite voorkanten zijn. In het RUP zal tevens voorzien worden in een afzonderlijke zone voor buffer. Voor de aanleg van de buffers wordt gedacht aan hoogstammig groen (streekeigen, inheemse bomen) of voldoende hoge haagafsluitingen (in relatie tot de hoogte van de gebouwen). Ter hoogte van de parkeerterreinen kan het echter wenselijk zijn om geen buffer te voorzien of om met lage beplanting te werken om zo de zichten op de open ruimte vanaf de N10 te vrijwaren. Voor het bufferen van de gebouwen in het noordelijke gedeelte ten opzichte van de woonwijk wordt concreet gedacht aan levende, groene streekeigen afsluitingen. In het RUP wordt geen afzonderlijke zone voor buffering voorzien worden bij de woningen en kleine handelszaken, omdat de impact op het landschap hier gering is. Bij de inrichtingmaatregelen (stedenbouwkundige voorschriften) wordt buffering wel ingeschreven.
4.3.2.3
N10 tussen de Oude Tiense Baan en ’t Boemeltje (zone 3)
Confrontatie van de visie in het GRS met het RUP
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
55
In dit (klein) deel van de N10 is er zowel een woonfunctie, een kleinhandelsfunctie, een agrarische functie als een open ruimtefunctie aanwezig. In het gemeentelijk structuurplan wordt de zone tussen het kruispunt van de N10 met de Oude Tiense Baan en de Koning Albertstraat weerhouden voor eerder middelgrote handelszaken. Zij mogen de centrumfuncties niet vervangen, maar vestigen zich daar omwille van het ruimtegebrek in de Basilieklaan. Tegelijk vormen ze een inherent onderdeel van de aantrekkelijke winkelstraat. Als middelgrote handelszaken worden handelzaken tot 400 m² beschouwd. In het RUP zullen de voorschriften toelaten dat binnen deze zone handelszaken tot 400 m² kunnen opgericht worden. Een uitzondering hierop wordt gemaakt voor het zuidelijk deel van N10, tussen de Oude Tiense Baan en de Peggerstraat. Momenteel komt in dit deel hoofdzakelijk open bebouwing voor. Achter de woningen ligt nog een waardevolle open ruimtekamer met de beekvallei van Vossekothol. Om de relatie met deze open ruimte te behouden wordt, in afwijking van het huidige geldende BPA waar halfopen en open bebouwing wordt vooropgesteld, voor deze zone open bebouwing vooropgesteld. Om te vermijden dat de bebouwing tot diep in de open ruimte insnijdt wordt de ontwikkeling van kleinhandel, horeca, bedrijvigheid… hier tegengehouden. Algemene visie wonen
In dit gedeelte van de N10 kan de woonfunctie naast de kleinhandelsfunctie voorkomen. Ten noorden van de N10 is de gewenste bebouwingstypologie halfopen en gesloten bebouwing met 2 à 3 bouwlagen, dakverdieping inbegrepen. Een hellend dak is wenselijk. Er kunnen ook kleinhandelsfuncties gekoppeld worden aan de woonfunctie. Ook meergezinswoningen zijn toegelaten. Ten zuiden van de N10 is enkel wonen wenselijk in een open bebouwing, teneinde doorzichten naar de open ruimte te bewaren. Landbouw De bouw van nieuwe landbouwbedrijven is niet wenselijk omdat deze functie moeilijk verenigbaar is met de andere functies. Het bestaande landbouwbedrijf kan behouden blijven en zich verder ontwikkelingen. Bij stopzetting is enkel een woonfunctie mogelijk.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
56
Kleinhandel, diensten, horeca en bedrijvigheid
In dit deel van de N10 wordt naast wonen en landbouw ook ruimte voorzien voor middelgrote kleinhandelszaken (althans in het noordelijk deel van de N10). Onder de noemer middelgroot vallen de winkels met een vloeroppervlakte tussen de 100 en de 400 m². Om deze winkels hier toe te laten wordt de mogelijkheid voorzien om de gelijkvloerse verdieping dieper te bebouwen. Ook het samenvoegen van percelen wordt toegelaten. Ruimtebehoevende kleinhandelszaken met een vloeroppervlakte van meer dan 400 m² zijn niet gewenst in deze zone van de N10. Aanwezige ruimtebehoevende kleinhandelszaken (zoals de Aldi) kunnen onder hun huidige vorm behouden blijven, maar niet verder ontwikkelen op deze locatie. Landschappelijke inpassing
Ten zuiden van de N10 is er in dit gedeelte van de N10 nog een relatief groot open ruimte fragment aanwezig. Buffering tussen de bebouwde en de onbebouwde ruimte is daardoor noodzakelijk. Concreet wordt voor de woningen gedacht aan levende, groene streekeigen afsluitingen. In het RUP wordt geen afzonderlijke zone voor buffering voorzien bij de woningen omdat de impact op het landschap hier gering is. Bij de inrichtingmaatregelen (stedenbouwkundige voorschriften) wordt buffering wel ingeschreven. Het noordelijk deel sluit aan op achterliggende woonwijken en woonstraten. Het opleggen van een buffer is hier niet van toepassing. Waterzuiveringsinstallatie Binnen deze zone is ten zuiden van de N10, aanpalend aan de Peggerstraat een waterzuiveringsinstallatie en bergingsbekken gelegen. Het bekken is momenteel zonevreemde gelegen. Omdat het bekken ruimtelijk aansluit bij het RUP en om toekomstige aanpassingswerken zonder problemen toe te laten wordt de huidige locatie bevestigd in het RUP.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
57
Waterloop De waterloop Vossekothol wordt voor de delen die binnen het plangebied zijn gelegen bevestigd. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen het deel ten noorden van de N10 en het deel ten zuiden van de N10. In het deel ten noorden van de N10, is de waterloop volledig overwelfd is en zijn er geen mogelijkheden om deze terug in open bedding te leggen. De waterloop kan er onder zijn huidige vorm behouden blijven. In het deel ten zuiden van de N10 ligt de waterloop nog in open bedding. De open bedding wordt er gevrijwaard en langs de waterloop wordt een bouw- en obstakelvrije ruimingzone van 5 m aangeduid.
4.3.2.4
Synthesebeeld
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
58
4.4 Vertaling naar zones 4.4.1
Zone voor wonen in de kern:
Twee zones: Zone A: noordelijk deel van Lelielaan tot Prins Alexanderstraat; Zone B: noordelijk deel van Hortensialaan tot Lelielaan. Bebouwingstypologie: Zone A: halfopen en gesloten bebouwing, zowel eengezinswoningen als meergezins-woningen. Twee bouwlagen en één onderdaks bouwvolume onder hellend of gebogen dak of drie bouwlagen met plat dak. Zone B: open en halfopen bebouwing, eengezinswoningen. Twee bouwlagen en één onderdaks bouwvolume onder hellend of gebogen dak. Kleinhandel tot 400 m², wonen boven winkels om deze in te passen in profiel van de straat. Grote activiteiten (handel, bedrijven, horeca en diensten) blijven onder hun huidige schaal behouden.
4.4.2
Zone voor wonen nabij open ruimte
Twee zones: Zone A: noordelijk deel van lokaal bedrijventerrein Schuttersveld tot zone voor grootschalige kleinhandel en zuidelijk deel van grens met Aarschot tot Koestraat. Zone B: noordelijk deel van Vosselaar/Vossekotstraat tot Horentsialaan en zuidelijk deel van Lobosstraat tot zone voor grootschalige kleinhandel. Bebouwingstypologie: Zone A: open bebouwing, eengezinswoningen met complementaire activiteiten (max. 100 m²); halfopen bebouwing als uitzonderingsmaatregel (voor percelen < 12 m) Zone B: open en halfopen bebouwing, eengezinswoningen met complementaire activiteiten (max. 100 m²) Twee bouwlagen en één onderdaks bouwvolume onder hellend of gebogen dak. Grote activiteiten (handel, bedrijven, horeca en diensten) blijven onder hun huidige schaal behouden en kunnen maximaal uitbreiden tot 400 m².
4.4.3
Zone voor grootschalige kleinhandel
Twee zones: Zone A: voormalig bedrijf Coenen Zone B: zuidelijk deel van Hortensialaan tot Oude Tiense baan
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
59
Kleinhandel van minimum 400 m² en maximum 1.000 m² verkoopsoppervlakte. Zone A: Maximaal 16 handelzaken, wonen boven winkels om deze in te passen in het profiel van de straat. De bouwzone wordt bepaald door het vastleggen van de voorbouwlijn, de achterbouwlijn en het aanduiden van bouwvrije zones die de zichten op het achterliggende landschap moeten vrijwaren. Per bouwzone, die zo ontstaat, wordt een maximaal te realiseren handelzaken vastgelegd. Winkels op gelijkvloers, en inspelend op het bestaande hoogteverschil ook in de semiondergrondse verdieping. Tegen de straat aan maximaal twee bouwlagen en één onderdaks bouwvolume onder hellend of gebogen dak. Tegen agrarisch gebied, maximaal twee bouwlagen met plat dak. Binnen de bouwzone ook mogelijkheden voor verhardingen in functie van buitenopslag. Parkeerterreinen worden aangelegd in de bouwvrije zones tussen de bebouwingsconcentraties en in de strook tussen de gebouwen en het agrarisch gebied. De rechtstreekse toegang tot de N10 wordt beperkt tot 2 aansluitingen waartussen een ontsluitingsof ventweg dient aangelegd te worden. Zone B: Maximaal 3 handelzaken Ontwikkeling binnen bestaand bebouwingsvolume, geen uitbreiding van de gebouwen. Aansluitend op de gebouwen mogelijkheden om een deel te verharden in functie van buitenopslag. Parkeerterrein dient aangelegd te worden in de zone tussen het gebouw en de N10. De rechtstreekse toegang tot de N10 wordt beperkt tot 1 aansluiting
4.4.4
Zone voor waterzuivering en bufferbekken
De bestaande RWZI en bufferbekkens gelegen langs de Peggerstraat en de Oude Tiense baan worden onder hun huidige vorm behouden. Er worden geen uitbreidingen voorzien voor deze activiteiten.
4.4.5
Zone voor parking
De ingesloten ruimte tussen N10, Koestraat, Lobosstraat en de zuidelijk gelegen verkavelingswijk, welke op het gewestplan als agrarisch gebied bestemd is, wordt herbestemd als zone voor parking. Voor de inrichting van het terrein worden in het RUP volgende elementen opgenomen: Het parkeerterrein dient voldoende geïntegreerd te worden, daarom wordt een groene inkleding van het parkeerterrein vooropgesteld. Opgelegd wordt dat per 250 m² een hoogstam dient aangeplant te worden en dat minimum 10 % van de zone moet ingericht worden als groenzone. In functie van het busbedrijf wordt de mogelijkheid geboden om de bussen af te schermen van weersinvloeden zodat deze gemakkelijker in gebruik kunnen genomen worden. In de zone palend aan het busbedrijf wordt voorzien dat 15% van de oppervlakte kan voorzien worden open constructies (type carport, maar dan voor bussen). Er wordt geen rechtstreekse ontsluiting toegelaten op de N10. De ontsluiting van het parkeerterrein dient te gebeuren via de aanpalende zijstraten zijnde Koestraat en Lobosstraat.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
60
Het parkeerterrein wordt met een buffer gescheiden van de zuidelijk gelegen verkavelingswijk
4.4.6
Overdrukzone voor groen karakter
De kleine open ruimte tussen het bedrijf Cresens en de zuidelijk gelegen verkaveling wordt gebruikt als testterrein in functie van de activiteiten van het bedrijf Cresens. Deze activiteiten worden tijdelijk toegelaten in functie van het aanwezige bedrijf. Bij stopzetting van de bedrijfsactiviteiten zal deze zone terug hersteld moeten worden. De agrarische bestemming van het gewestplan blijft behouden voor dit deel van het plangebied.
4.4.7
Zone voor groenbuffer
Voor de buffering van de kleinhandelsconcentratie en van de parking wordt expliciet een bufferzone voorzien.
4.4.8
Verbindingsweg
De N10 wordt opgenomen in een zone voor verbindingsweg.
4.4.9
Ontsluitingswegen
Het betreft de aanduiding van een aantal kleinere ontsluitingswegen tussen de gebouwen door die instaan voor de ontsluiting van achterliggende woningen of andere functies.
4.4.10
Zone voor waterloop
De waterloop Vossekothol, van 3de categorie, wordt binnen het plangebied gezoneerd. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de delen die overwelfd zijn (ten noorden van N10) en de delen die in open bedding liggen (ten zuiden van N10). Bij de delen in open bedding wordt eveneens een bouw- en obstakelvrije zone van 5 meter aangeduid in functie van de ruiming van de beek.
De ontwikkelingen voorzien in het RUP worden vertaald in stedenbouwkundige voorschriften (bijlage 1) waardoor deze een verordenend karakter krijgen. Deze voorschriften worden grafisch weergegeven in het verordenend grafisch plan (bijlage 2).
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
61
4.5 Ruimteboekhouding Hoofdbestemming
Oppervlakte RUP (m²)
Toelichting verschil
Woongebied
Oppervlakte Gewestplan (m²) 29,67 ha
26,77 ha
KMO-zone
0,10 ha
5,00 ha
Openbaar nut Agrarisch gebied
0,00 ha 10,42 ha
0,85 ha 0,52 ha
Natuurgebied Wegenis Totale oppervlakte:
0,44 ha 0,00 a 40,64 ha
0,00 ha 7,49 ha 40,64 ha
Bij: zonevreemde woningen aan de N10 Af: N10, kleinhandelsconcentratie Bij: concentratiegebieden kleinhandelzaken Bij: waterzuivering Af: zonevreemde woningen aan de N10, achterste strook kleinhandelsconcentratie, parking, waterzuivering Af: wegenis en woongebied Bij: N10, parking
4.6 Op te heffen voorschriften Bij de inwerkingtreding van voorliggend gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan worden binnen het betreffende plangebied de volgende voorschriften opgeheven: Gewestplan nr. 22 Aarschot-Diest (KB 07/11/1978): - Woongebied - Woongebied met landschappelijk karakter - Agrarisch gebied - Natuurgebied BPA nr. 3 (KB 14/05/1957, gewijzigd bij KB 09/04/1968 en later gedeeltelijk uitgesloten door BVR 10/11/2000): wordt gedeeltelijk opgeheven voor de zone gelegen tussen de Oude Tiense baan en de Peggerstraat. Het betreft volgende bestemmingen: - Openbare wegenis - strook voor voortuinen - strook voor open en halfopen bebouwing Alle verkavelingen gelegen binnen het plangebied.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
62
5 Bepalen van de m.e.r.-plicht Sinds 1 december 2007 is het nieuwe plan-MER-decreet (BS 20/06/2007) in voege. Deze nieuwe regelgeving bepaalt dat elk ruimtelijk uitvoeringsplan binnen het toepassingsgebied van het plan-MERdecreet valt. RUP’s zijn van rechtswege MER-plichtig : - indien ze het kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor project-MER-plichtige activiteiten, zoals bepaald in bijlage I en II van het BVR van 10/12/2004 en niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden - of waarbij een Passende Beoordeling van toepassing is. Het gemeentelijk RUP “N10-west” heeft voornamelijk tot doel om het bestaande lint langs de N10 dat gedomineerd wordt door open bebouwing met hier en daar grootschalige baanwinkels, KMO-bedrijven of andere functies, en dit over de ganse lengte van de N10, te herstructureren. Eén van de hoofddoelstellingen is het duidelijk zoneren van het woonlint qua ontwikkelingsperspectieven voor zowel wonen als handel waardoor een duidelijke en leesbare structuur ontstaat. Er wordt een zone afgebakend voor ruimtebehoevende kleinhandel van lokaal niveau. Hier kan onderzocht worden in welke mate nieuwe ruimtebehoevende kleinhandelszaken (tot 1000 m²) zich binnen deze omgeving kunnen vestigen. In de andere zones worden geen Het RUP vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor activiteiten zoals opgenomen in de bijlage I en II van het BVR van 10/12/2004. Voorts is er ook geen Passende Beoordeling vereist, gelet op de afstand en de impact ten opzichte van Natura 2000 richtlijngebieden. Er zijn namelijk geen Natura 2000 richtlijngebieden gelegen in (of in de nabije omgeving van) het plangebied. Het gemeentelijk RUP ‘N10-west’ van Scherpenheuvel-Zichem is dus niet van rechtswege MER-plichtig. Voor de plannen die niet van rechtswege MER-plichtig zijn, is er een screeningsplicht van toepassing. Concreet houdt dit in dat er moet nagegaan worden of er ten gevolge van het plan aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn. Indien er geen aanzienlijke milieueffecten verwacht worden, komt het plan in aanmerking voor een ontheffing van de plan-MER-plicht. In het andere geval dient evenwel toch nog een plan-MER opgesteld te worden.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
63
6 Potentiële milieueffecten van het plan In dit deel wordt per discipline een overzicht gegeven van de potentiële effecten die kunnen optreden ten gevolge van het plan. De effectinschattingen worden voornamelijk bekomen op basis van kaartmateriaal. Bij elke discipline wordt eerst de huidige situatie toegelicht alvorens in te gaan op de potentiële effecten veroorzaakt door de uitvoering van het voorgestelde ruimtelijk uitvoeringsplan. Vervolgens worden waar nodig milderende maatregelen voorgesteld.
²
6.1 Bodem a) Huidige situatie Kaart 3: Bodemkaart Het gebied ten zuiden van de Demer vormt de overgang tussen de Kempen en het Hageland. Het gebied tussen de Demer en de N10 is opgebouwd uit tertiair of pleistoceen materiaal dat overdekt is met holoceen lemig zand. Het deel ten zuiden van de N10 is een gemengde zandleemstreek en bestaat uit licht zandleem, rustend op een tertiair substraat. Zowel ten noorden als ten zuiden komen getuigenheuvels voor in het landschap (Mannenberg, Wijngaardberg, Waaiberg, Slangenberg,...). Deze zogenaamde Diestiaanheuvels bestaan uit ijzerzandsteen (gevormd door omzetting van glauconiet in contact met de lucht). b) Mogelijke effecten en milderende maatregelen De realisatie van het RUP brengt geen aanzienlijke verhoging van de verharde oppervlakte binnen het plangebied met zich mee.
c) Conclusie De realisatie van het RUP brengt geen aanzienlijke wijzigingen van de bodem binnen het plangebied met zich mee. Het gaat immers hoofdzakelijk om een bestendiging van de bestaande toestand.
6.2 Water a) Huidige situatie Kaart 4: Oppervlaktewater Door het studiegebied loopt een natuurlijk overstromingsgebied, namelijk dat van Vossekothol. Deze waterloop is ter hoogte van het plangebied geselecteerd als onbevaarbare waterloop van de 3de categorie.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
64
Een aantal jaren geleden werd ten zuiden van de N10, langs de Peggerstraat een retentie/bezinkingsbekken aangelegd. Een gedeelte van de N10 vanaf de Schransstraat tot de Tieltsebaan wordt aangeduid als risicozone voor overstromingen en recent overstroomd gebied. Deze situatie is verbeterd door de aanleg van een wachtbekken en zandvang langs de Ossebeek, een onbevaarbare waterloop van de 2de categorie. Kaart 5: Grondwater In het overgrote deel van het plangebied wordt het grondwater als kwetsbaar aangeduid. In het westen van het plangebied wordt het grondwater als zeer kwetsbaar aangeduid.
b) Mogelijke effecten en milderende maatregelen De realisatie van het RUP brengt geen aanzienlijke verhoging van de verharde oppervlakte binnen het plangebied met zich mee. Het gaat immers hoofdzakelijk om een bestendiging van de bestaande toestand. Er dienen geen bijkomende maatregelen genomen worden om eventuele overstromingsrisico’s binnen het plangebied te verhelpen of voorkomen. Voorts is het plangebied hoofdzakelijk bestemd voor wonen en wordt volledig aangesloten op het rioleringstelsel. Het risico op grondwaterverontreiniging is aldus zeer minimaal. Er dienen geen bijkomende maatregelen genomen te worden in functie van de droog weer afvoer. Waar mogelijk en noodzakelijk worden de nodige maatregelen verankerd in de verordenende stedenbouwkundige voorschriften van het RUP (o.a. beperken verhardingsoppervlakte, …).
c) Conclusie Er kan geconcludeerd worden dat er geen aanzienlijke negatieve effecten zullen optreden ten gevolge van het RUP.
6.3 Fauna en flora a)
Huidige situatie
Kaart 6: Biologische Waarderingskaart De beschrijving van de ecologische waarde van het plangebied gebeurt op basis van de biologische waarderingskaart (BWK). Binnen de grenzen van het RUP zijn geen biologisch waardevolle elementen aanwezig. Aansluitend op het plangebied zijn er wel enkele biologisch (zeer) waardevolle gebieden aanwezig.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
65
Het grootste aaneensluitend biologisch (zeer) waardevol gebied is net ten noorden van de N10 gelegen, meer bepaald ter hoogte van de getuigenheuvel Mannenberg: Ter hoogte van de vallei van de Vossekothol (ten noorden van het plangebied) zijn er ook nog enkele percelen die de noemer complex van biologisch minder waardevolle elementen toegewezen kregen. Ten zuiden van de N10 zijn verspreid nog enkele biologisch waardevolle percelen terug te vinden (o.a. ter hoogte van het Plasbos). Algemeen kan gesteld worden dat het plangebied zich in een heuvelachtig gebied bevindt met een biologisch waardevolle vegetatie op de heuvels (zoals Mannenberg). Ook op de hellingen bevinden er zich verspreid enkele beboste percelen. Deze heuvels zijn duidelijk in het landschap te onderscheiden, net als de vallei van de Vossekothol, die zich in de tertiaire lagen (formatie van Diest) heeft ingesneden. Voorts zijn er in, aansluitend op of in de nabijheid van het plangebied geen gebieden aangeduid als habitat- of vogelrichtlijngebied, VEN-gebied of IVON-gebied.
b)
Mogelijke effecten en milderende maatregelen
Door de realisatie van het RUP N10-west zullen er geen biologische elementen verdwijnen. Er zal wel op lange termijn een meer afgewerkte rand gecreëerd worden tussen de open ruimte en de bebouwing. Buffering dient te gebeuren met streekeigen beplanting. Er dienen verder geen milderende maatregelen genomen te worden.
c)
Conclusie
Er kan geconcludeerd worden dat de uitvoering van het RUP geen nadelige invloed zal hebben op de aanwezige fauna en flora.
6.4 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie a) Huidige situatie Kaart 7: Landschapskenmerkenkaart Het plangebied maakt geen deel uit van een landinrichtingsproject. Binnen en aansluitend op het plangebied is wel een ankerplaats gelegen, namelijk de ankerplaats ‘Bedevaartsoord van Scherpenheuvel’ ten oosten van het plangebied. Binnen deze ankerplaats zijn drie puntrelicten ondergebracht: het ‘Huis van de Aartshertogen’, de ‘Basiliek van O.L.V.’ en het ‘Ursulinenklooster’. Omwille van haar ligging op een heuveltop is de O.L.V.-Basiliek tot ver in de omtrek zichtbaar. Een deel van de steenweg naar Aarschot (N10), meer bepaald tot aan het kruispunt N10–
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
66
Tiensestraat–Oude Tiense baan werd in de omschrijving opgenomen omwille van het prachtige vergezicht op de basiliek. Op de landschapskenmerkenkaart zijn er geen bijzondere landschappelijke elementen op te merken dicht bij de N10, behalve bij het fysisch systeem. Daar wordt de getuigenheuvel “Mannenberg” als reliëfelement aangeduid. Aanvullend kan gesteld worden dat er vooral ten zuiden van de N10 nog enkele uitgestrekte open ruimte gehelen aanwezig zijn. Het aantal kleine landschapselementen is echter beperkt, waarschijnlijk omwille van de doorgedreven rationalisatie van de grootschalige landbouw, waarbij deze landschappelijke elementen als hinderlijk ervaren worden.
b) Mogelijke effecten en milderende maatregelen De uitwerking van het RUP zal geen negatieve invloed hebben op het beeld van omgeving. Integendeel, er worden in voorliggend RUP maatregelen voorzien om het bestaande woonlint en de kleinhandelszaken zoveel mogelijk landschappelijk te integreren. Er wordt beoogd om het bebouwde landschap langs de N10 meer te structureren door een eenduidige visie op de ontwikkeling per deelgebied. Een opdeling in leesbare functionele entiteiten staat hierbij voorop in tegenstelling tot de dreigende willekeur en mengelmoes langsheen de N10. Wat betreft de helling van de Mannenberg-Plasbos wordt het aanplanten van naaldbomen gestimuleerd (subsidies, verkoopsovereenkomsten). Deze maatregelen zullen een positief effect hebben op het landschap (accentueren identiteit Mannenberg). Vooral ten zuiden van de N10 bevinden zich nog verschillende relatief grote open ruimtefragmenten. Via de bebouwingstypologie worden de open ruimtezichten zoveel als mogelijk opengehouden. Ook deze maatregel zal een positief effect genereren op de omgeving, vooral qua belevingswaarde. Als milderende maatregel kan voorgesteld worden dat de bewoners van het woonlint van de N10 geen harde grenzen optrekken om hun tuin af te bakenen. Voorgesteld wordt om een groene afsluiting te plaatsen waardoor er een meer geleidelijke gradiënt ontstaat tussen het valleigebied en de bebouwde ruimte.
c) Conclusie Het RUP zal een positief effect hebben op het plangebied op vlak van het landschap en de landschapsbeleving.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
67
6.5 Mens (mobiliteit en/of sociaal organisatorische aspecten) a) Huidige situatie In het ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant wordt de N10 geselecteerd als secundaire weg type III, en dit van de ring van Aarschot tot de ring van Diest. Een secundaire weg type III garandeert een vlotte doorstroming van het openbaar vervoer en de fiets. De verbindingsfunctie voor het autoverkeer is ondergeschikt aan het openbaar vervoer en de fiets. Doorgaans wordt dit type wegen ontdubbeld door een hoofdweg, waardoor de verkeersfunctie voor het autoverkeer verminderd is. In het geval van de N10 is dit de E314. Bovendien is het gedeelte van de N10 binnen het plangebied geselecteerd als functionele fietsroute binnen het bovenlokaal functioneel fietsnetwerk. Deze routes zijn de meest logische korte verbindingen tussen twee kernen of attractiepolen. In de praktijk gaat het hier meestal om een route langs (boven)lokale verbindingswegen voor autoverkeer. Langs deze trajecten is de aanleg van veilige fietsvoorzieningen aangewezen. De N10 is de zwaarst belaste verkeersweg van Scherpenheuvel, ondanks de ontdubbeling door de E314. In het mobiliteitsplan van Scherpenheuvel-Zichem wordt tussen 1990 en 1999 een stijging van ongeveer 10% genoteerd, meer bepaald van 9.013 voertuigen naar 10.000 voertuigen per dag. De laatste jaren lijkt de verkeersintensiteit te stagneren rond een 10.000 voertuigen per dag. Uit kruispunttellingen in het kader van het mobiliteitsplan blijkt duidelijk dat de kruispunten Mannenberg-Schuttersveldstraat-Schransstraat en Mannenberg-Tiensestraat-Basilieklaan-Oude Tiensebaan de drukste kruispunten van Scherpenheuvel zijn. Uit de tellingen is af te leiden dat heel wat gemotoriseerd verkeer afslaat naar de E314 via de Schransstraat. De vlotte bereikbaarheid van de E314 is dan ook waarschijnlijk de reden waarom de Mannenberg het zwaarst belast is. Niettegenstaande het feit dat de verkeerintensiteiten op de N10-west het hoogst zijn betekent niet dat de capaciteit van deze weg en de kruispunten daardoor overschreden wordt. Er is zeker nog een restcapaciteit aanwezig op de N10, ook ter hoogte van het kruispunt N10-Oude Tiense Baan. Volledigheidshalve kan hier ook vermeld worden dat er geen Seveso-bedrijven gelegen zijn binnen de 2km van het plangebied.
b) Mogelijke effecten en milderende maatregelen Het RUP heeft onder andere als doelstelling een meer kwalitatieve en verkeersveilige inrichting van een afgebakende zone voor ruimtebehoevende kleinhandel. Dit kan ondermeer bereikt worden door het bundelen van parkeerterreinen en het voorzien van ventweg wat de doorstroming van het verkeer ten goede komt. In het RUP wordt ook de mogelijkheid voorzien tot een beperkt aantal bijkomende kleinhandelszaken (met lokale functie). Uit intensiteitsmetingen blijkt dat er nog restcapaciteit is om extra ontwikkelingen op te
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
68
vangen. Daarenboven vallen de drukke winkelmomenten en de ochtend- en avondspits meestal niet samen. Algemeen kan gesteld worden dat de uitwerking van het RUP een positieve invloed zal hebben op de mobiliteit. Indien er bijkomende ruimtebehoevende kleinhandelszaken ingepland worden, moet er echter voldoende over gewaakt worden dat deze een lokale functie hebben. Om het lokaal (gemeentelijk) karakter te behouden kunnen er bijvoorbeeld beperkingen naar oppervlakte of aard van de kleinhandel opgelegd worden.
c) Conclusie Het ruimtelijk uitvoeringsplan zal een positief effect hebben op de mobiliteit.
6.6 Lucht Het betreft hier voornamelijk een bestendiging van de huidige situatie. Er worden dus geen negatieve effecten verwacht bij de verwezenlijking van het RUP.
6.7 Geluid Het betreft hier voornamelijk een bestendiging van de huidige situatie. Er worden dus geen negatieve effecten verwacht bij de verwezenlijking van het RUP.
7 Grens- of gewestoverschrijdende effecten Gezien de aard en de omvang van de ontwikkelingen volgens het plan zijn er geen grens- of gewestoverschrijdende milieueffecten.
8 Conclusie Er kan besloten worden dan een plan-MER niet noodzakelijk is. Het plan is namelijk geen deel van bijlage I en II van het BVR van 10/12/2004 en er is geen passende beoordeling vereist. Uit de toelichting van het plan en de screening van de mogelijke effecten blijkt dat er geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
69
Een plan-MER zal redelijkerwijze dan ook geen bijkomende informatie geven over aanzienlijke milieueffecten, zodat dit screeningsdossier volgens de bepalingen van het Besluit van 12/10/2007 kan gehanteerd worden in het verdere besluitvormingsproces over het gemeentelijk RUP ‘N10-west’ van de stad Scherpenheuvel-Zichem. Er wordt verzocht om in navolging van dit document uiterlijk binnen 30 dagen na ontvangst van dit rapport het advies over te maken door betekening of tegen ontvangstbewijs aan de initiatiefnemer.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
70
BIJLAGE 1: Algemeen verordenende bepalingen en stedenbouwkundige voorschriften (bron: voorontwerp GRUP N10-west) ALGEMEEN GELDENDE VERORDENENDE BEPALINGEN Beplantingsplan Aan de stedenbouwkundige vergunning kunnen voorwaarden worden gekoppeld met het doel de bufferzones, groenzones of de aanplantingen te herstellen of aan te leggen. Zo kan de boomsoort, de hoeveelheid, de inplanting, de kwaliteit, de plantmaat of de diameter van de te planten hoogstammen of heesters worden opgelegd. Er wordt verplicht een beplantingsplan gevoegd bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning tot oprichten of uitbreiden van de bedrijfsgebouwen en het oprichten, herinrichten en herplaatsen van de onverharde en verharde terreinen. Fiets- en voetgangersdoorsteken In alle zones zijn fiets- en voetgangersdoorsteken toegelaten vanuit de optiek om de toegankelijkheid van bepaalde zones te bevorderen, mits het functioneren van de verschillende zoneringen niet gehypothekeerd wordt. Nutsleidingen Aanleg van nutsleidingen of noodzakelijke infrastructuurwerken van algemeen belang worden binnen alle zones toegestaan. Publiciteit Publiciteit mag worden opgesteld. Publiciteit mag worden aangebracht op de gevelvlakken van de gebouwen op schaal van de gebouwen en de bedrijvigheid. Publiciteit aangebracht op een afzonderlijke constructie aan de straat is toegelaten. Het opstellen van tijdelijke publiciteit voor specifieke activiteiten is toegelaten. Reliëfwijzigingen Wijzigingen van het reliëf mogen geen negatieve invloed hebben op de waterhuishouding en op de natuurlijke loop van het hemelwater van de aanpalende eigendommen. Hoogteverschillen worden op het eigen terrein opgevangen en er wordt steeds aangesloten op het peil van de aanpalende eigendommen. Vellen van bomen Ontbossing en vellen van bomen kan enkel worden toegelaten voor zover dat noodzakelijk is met het oog op de oprichting en instandhouding van de gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen, mits het verkrijgen van een kap- of stedenbouwkundige vergunning. Waterhuishouding In alle zones kunnen maatregelen genomen worden in functie van het integraal waterbeheer.
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ART 3. ZONE VOOR WONEN IN DE KERN ART 3.01. Bestemming De zone is bestemd voor wonen, handel, diensten, horeca en bedrijvigheid. Handel, horeca en bedrijvigheid is toegelaten tot maximum 400 m² netto vloeroppervlakte. Indien deze activiteiten enkel op de gelijkvloerse verdieping worden voorzien dan dient op de hogere verdiepingen een woonfunctie ingericht te worden. Er worden twee zones onderscheiden:
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
71
• zone A: het wonen heeft zowel betrekking op eengezinswoningen als meergezinswoningen. De zone wordt met de letter ‘A’ op het verordenend grafisch plan aangeduid. • zone B: het wonen heeft enkel betrekking op eengezinswoningen. De zone wordt met de letter ‘B’ op het verordenend grafisch plan aangeduid. ART 3.02. Bouwvoorschriften Behoudens bestaande toestand dienen volgende bouwvoorschriften toegepast te worden: Bebouwingstypologie: • binnen zone A: halfopen of gesloten bebouwing. • binnen zone B: open of halfopen bebouwing. De percelen mogen verkaveld worden om deze bebouwingstypologie te realiseren. Voor het hoofdgebouw gelden volgende minimale bouwvrije afstanden: − Min. 5 m t.o.v. de rooilijn − Min. 3 m t.o.v. de zijdelingse perceelsgrens, m.u.v. 1 zijde bij halfopen bebouwing en 2 zijden bij gesloten bebouwing − Min. 5 m t.o.v. de achterste perceelsgrens. Voorgevelbreedte: de gevelbreedte moet minimum 6 m bedragen. Bouwlagen: max. 3 (dakverdieping inbegrepen) Bouwhoogte: • In geval van hellende daken: o kroonlijsthoogte maximum 6 meter, o nokhoogte maximum 9 meter; • In geval van platte daken: o zone A: kroonlijsthoogte maximum 9 meter o zone B: kroonlijsthoogte maximum 6 meter De dakvorm is vrij, maar moet afgestemd zijn op de vormgeving van de aanpalende woningen. Bijgebouwen mogen ofwel op de perceelsgrens of op min. 1 m van de perceelsgrens geplaatst worden. Materiaalgebruik: • Voor de gevels moet gebruik gemaakt worden van baksteen, natuursteen, betonsteen, beton, hout, buitenbepleistering, pannen, leien of zink. • De hellende daken moeten uitgevoerd worden in dakpannen, leien, zink of houtsingels. • Glimmende materialen zoals gepolijst metaal, geglazuurde bakstenen, enz. zijn niet toegelaten. ART 3.03. Inrichtingsvoorschriften Ten opzichte van de omliggende woningen of gebouwen moeten de gronden bijhorend bij de bestaande nevenactiviteiten of kleinhandel afgesloten worden door middel van beplantingen die hoofdzakelijk streekeigen zijn. Dit in functie van het bufferen van de bebouwing ten opzichte van de omgeving. De beplantingen moeten bestaan uit haagafsluitingen of afsluitingen met klimplanten in relatie tot de hoogte van het gebouw. De beplantingen vormen een afsluiting van minimum 1,5 m en maximum 2,5 m hoog. ART 3.04. Overgangsbepalingen Bestaande handel, horeca en bedrijven die bij goedkeuring van het RUP een grotere netto vloeroppervlakte beslaan dan 400 m² kunnen onder hun huidige vorm behouden blijven. Aan de gebouwen kunnen steeds instandhoudingsen verbouwingswerken uitgevoerd worden. Uitbreidingen van de bestaande netto vloeroppervlakte wordt niet toegelaten. Bij nieuwbouw dient men zich te schikken naar de hoger uitgewerkte voorschriften.
ART 4. ZONE VOOR WONEN NABIJ DE OPEN RUIMTE ART 4.01. Bestemming
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
72
De zone is bestemd voor wonen onder de vorm van eengezinswoningen. Vrije beroepen en diensten kleiner dan 100 m² vloeroppervlakte zijn toegelaten voor zover de woonfunctie een grotere oppervlakte beslaat. Meergezinswoningen zijn niet toegelaten. Nieuwe handelzaken, horeca en bedrijvigheid is niet toegelaten. Nieuwe landbouwbedrijven zijn niet toegelaten. Er worden twee zones onderscheiden zone A, op het verordenend grafisch plan aangeduid met de letter ‘A’, en zone B, op het verordend grafisch plan aangeduid met de letter ‘B’. ART 4.02. Bouwvoorschriften Behoudens bestaande toestand dienen volgende bouwvoorschriften toegepast te worden: Bebouwingstypologie: Er worden twee types onderscheiden: • zone A: open bebouwing. Bestaande halfopen bebouwing tot een maximum van 3 opeenvolgende aaneengesloten woningen is toegelaten. Nieuwe halfopen bebouwing is enkel toegelaten op percelen smaller dan 12m breed. • zone B: halfopen en open bebouwing. Bestaande halfopen bebouwing tot een maximum van 3 opeenvolgende aaneengesloten woningen is toegelaten. De percelen mogen verkaveld worden om bovenstaande bebouwingstypologie te realiseren. Bij open bebouwing dienen de percelen een minimale breedte te behouden van 25 meter. Bij halfopen bebouwing dienen ze een minimale breedte te behouden van 10m. Voor het hoofdgebouw gelden volgende minimale bouwvrije afstanden: − Min. 5 m t.o.v. de rooilijn − Min. 3 m t.o.v. de zijdelingse perceelsgrens, uitgezonderd 1 zijde bij halfopen bebouwing − min. 5 m t.o.v. de achterste perceelsgrens De minimale bouwvrije afstanden t.o.v. de rooilijn gelden bij de rooilijn van de Mannenberg, Plasbos, de Vossekotstraat en enkel voor de percelen B302z en B303e bij de rooilijn van de Schransstraat. T.o.v. de rooilijnen van de buurtweg nr. 56, Schuttersweg, het verlengde van de Ijsbergstraat, Koestraat, Lobosstraat en Hortensialaan gelden deze minimale bouwvrije afstanden niet; zij mogen niet als basis genomen worden om dieper te bouwen. Voorgevelbreedte: de gevelbreedte moet minimum 6 m bedragen. Bouwlagen: max. 3 (dakverdieping inbegrepen). Bouwhoogte: • Kroonlijsthoogte: maximum 5,5 meter. • Nokhoogte: maximum 8,5 meter. Dakvorm: Het dak moet hellend zijn en afgestemd op de vormgeving van de naburige woningen. In geval van halfopen bebouwing dient de dakvorm op een harmonische manier aangesloten worden op het aanpalende gebouw. Bijgebouwen mogen ofwel op de perceelsgrens of op min. 1 m van de perceelsgrens geplaatst worden. Materiaalgebruik: • Verbouwing, uitbreiding, heropbouw of nieuwbouw dient qua materiaalgebruik en architectuur te gebeuren in overeenstemming met het overheersende karakter en verschijningsvorm van de bestaande bebouwing langsheen dezelfde weg. • Voor de gevels moet gebruik gemaakt worden van baksteen, natuursteen, betonsteen, beton, hout, buitenbepleistering, pannen, leien of zink. • De hellende daken moeten uitgevoerd worden in dakpannen, leien, zink of houtsingels. • Glimmende materialen zoals gepolijst metaal, geglazuurde bakstenen, enz. zijn niet toegelaten. • Bij bestaande gebouwen en constructies verder gelegen dan 50 meter van de straat en groter dan 50 m² of met een kroonlijsthoogte hoger dan 3 meter of bij verbouwingen aan bestaande kleinhandelszaken, bestaande ambachtelijke activiteiten en andere voorzieningen, moet aandacht gaan naar het materiaalgebruik en de architecturale integratie in het landschap. Er moet een eenheid van materiaalgebruik nagestreefd worden en een donkerder materiaal voor de daken dan voor de gevels. De laagste gevels worden naar de kant van de open ruimte
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
73
en naar de kant die het meest zichtbaar is in het omliggende landschap geplaatst, om de dominantie van de gebouwen in de omgeving te verkleinen. ART 4.03. Inrichtingsvoorschriften Aan de kant van het open landbouwgebied moeten de tuinen bijhorend bij de woningen of de gronden bijhorend bij de bestaande kleinhandel, bedrijvigheid, horeca of dienstenfuncties afgesloten worden door middel van beplantingen die hoofdzakelijk streekeigen zijn. Dit in functie van het bufferen van de bebouwing ten opzichte van het open landbouwgebied. De beplantingen moeten bestaan uit voldoende hoge haagafsluitingen in relatie tot de hoogte van het gebouw. De beplantingen vormen een afsluiting van minimum 1 m en maximum 2 m hoog. Bij bestaande gebouwen en constructies verder gelegen dan 50 meter van de straat en groter dan 50m² of met een kroonlijsthoogte hoger dan 3 meter, moeten de percelen gebufferd worden door een voldoende hoge haagafsluiting of hoogstammig groen in relatie tot de hoogte van het gebouw. Deze buffers zijn minimum 2 m hoog. ART 4.04. Overgangsbepalingen Bestaande handel en bedrijven die bij goedkeuring van het RUP binnen deze zone aanwezig zijn kunnen onder hun huidige vorm behouden blijven. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen gebouwen met een netto vloeroppervlakte kleiner dan 400 m² en gelijk aan of groter dan 400 m². Indien de netto vloeroppervlakte kleiner is dan 400 m² dan kunnen deze activiteiten verder uitgebreid worden tot maximaal 400 m² netto vloeroppervlakte. Bij nieuwbouw dient men zich te schikken naar de hoger uitgewerkte voorschriften. Bij stopzetting van de activiteiten kan de infrastructuur in gebruik genomen worden door een andere kleinhandelsactiviteit. Indien de netto vloeroppervlakte groter is dan 400 m² dan kunnen aan de gebouwen steeds instandhoudings- en verbouwingswerken uitgevoerd worden. Uitbreidingen van de bestaande netto vloeroppervlakte wordt niet toegelaten. Bij nieuwbouw dient men zich te schikken naar de hoger uitgewerkte voorschriften. Bij stopzetting van de activiteiten kan de infrastructuur in gebruik genomen worden door een andere kleinhandelsactiviteit. Bestaande horecazaken die bij de goedkeuring van het RUP binnen deze zone aanwezig zijn mogen enkel uitbreiden onder voorwaarden. Het bedrijf mag geen bijkomende druk leggen op het openbaar domein en het parkeren en laad- en losactiviteiten moeten op de eigen percelen plaatsvinden. Om dit aan te tonen moet een mobiliteitseffectenrapport opgemaakt worden (MOBER). Bestaande landbouwbedrijven kunnen onder hun huidige vorm behouden blijven en verder ontwikkeld worden. Na stopzetting van de landbouwactiviteiten dient de zone ingericht te worden zoals vastgelegd in dit voorschrift.
ART 5. ZONE VOOR GROOTSCHALIGE KLEINHANDEL ART 5.01. Bestemming De zone is bestemd voor grootschalige kleinhandel, met een netto verkoopoppervlakte tussen 400 m² en 1.000 m² en wonen. Als ondergeschikte functie kunnen ook kantoorruimte in functie van de kleinhandelszaken ingericht worden. Het wonen dient steeds op de verdieping gerealiseerd te worden en kan zowel onder de vorm van eengezinswoning of meergezinswoning. De zone is tevens bestemd voor de aanleg van een interne ontsluitingsweg of ventweg en het aanleggen van de bijhorende verhardingen in functie van de realisatie van parkeerplaatsen en laad- en loszones. Het oprichten van bedrijven en horeca is niet toegelaten binnen deze zone. Er worden twee zones onderscheiden zone A, op het verordenend grafisch plan aangeduid met de letter ‘A’, en zone B, op het verordend grafisch plan aangeduid met de letter ‘B’. ART 5.02. Bouwvoorschriften Zone A:
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
74
Kleinhandel kan ingericht worden binnen het bestaande gebouwencomplex. Aan het gebouwencomplex kunnen steeds instandhoudingswerken en verbouwingswerken uitgevoerd worden om de functies van de bestemming te realiseren. Het bestaande gebouwencomplex mag niet uitgebreid worden. Bij nieuwbouw kan een gebouw opgericht worden met dezelfde vloeroppervlakte en binnen volgende bepalingen: • Het gebouw mag slechts voor 25% afwijken van de bestaande locatie. • Maximaal 3 bouwlagen (2 verdiepingen en 1 bouwlaag onder hellend of gebogen dak) • kroonlijsthoogte maximaal 7 meter • nokhoogte maximaal 12 meter • boven de kleinhandel, die op de gelijkvloerse verdieping wordt gerealiseerd mogen er op de verdieping kantoren, in functie van de kleinhandelzaken, en woningen opgericht worden. Zone B: Binnen deze zone worden, door het in overdruk aanduiden van bouwvrije zones, 5 bouwzones afgebakend waarbinnen de kleinhandelsbedrijven kunnen ontwikkeld worden. • Op het verordenend grafisch plan worden de bouwvrije zones aangeduid met volgende overdruk bouwvrije zones. Binnen deze zone mogen geen gebouwen opgericht worden. • Op het verordend grafisch plan worden de 5 bouwzones aangeduid met de Romeinse cijfers ‘I’, ‘II’ ‘III’, ‘IV’ en ‘V’. Binnen deze bouwzones gelden volgende beperkingen: • Bouwzone I, II en III: maximaal 3 kleinhandelzaken • Bouwzone IV: maximaal 6 kleinhandelzaken • Bouwzone V: maximaal 1 kleinhandelzaak. • Het aantal kleinhandelzaken dat per bouwzone wordt toegelaten moet gelijk verdeeld worden over de percelen die zich binnen deze bouwzone bevinden. Binnen deze bouwzones kunnen gebouwen opgericht worden binnen volgende beperkingen: • De voorbouwlijn bevindt zich op 10 meter uit de rooilijn van de N10. • De achterbouwlijn bevindt zich op 50 meter achter de voorbouwlijn. • Aantal bouwlagen: o Ten aanzien van de N10: maximaal 3 bouwlagen (2 verdiepingen en 1 bouwlaag onder hellend of gebogen dak) o Ten aanzien van het zuidelijk gelegen agrarisch landschap: maximaal 2 bouwlagen (2 verdiepingen met plat dak) • kroonlijsthoogte maximaal 7 meter • nokhoogte maximaal 12 meter • boven de kleinhandel, die op de gelijkvloerse verdieping wordt gerealiseerd mogen er op de verdieping kantoren, in functie van de kleinhandelzaken, en woningen opgericht worden. • De gevels gericht op de voorbouwlijn, bouwvrije overdrukzone of achterbouwlijn moeten op 1 gezamenlijke bouwlijn worden opgetrokken. Het gevelvlak moet minstens voor 75 % deze bouwlijn aanhouden. De overige 25 % mag verspringen, namelijk in- of uitspringen. ART 5.03. Inrichtingsvoorschriften Zone A: • De zone tussen het bestaande gebouwencomplex en de N10 mag verhard worden voor de inrichting van een parking. Er mogen binnen de zone maximaal 120 parkeerplaatsen aangelegd worden. • Ten aanzien van de N10 mag slechts voorzien worden in één rechtstreekse ontsluiting. Een bijkomende ontsluiting wordt voorzien naar de Vossekotstraat. De ontsluitingspunten worden op het verordenend grafisch plan symbolisch aangeven door ‘◄’. • Aanpalend aan het gebouwencomplex mogen zones verhard en ingericht worden als verkoopsruimte of opslagruimte in open lucht. De oppervlakte bedraagt maximaal 500 m² per kleinhandelsbedrijf.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
75
• De zones die niet verhard worden dienen ingericht en instandgehouden worden als groene zone. Op de zonegrenzen die niet grenzen aan de N10 en die niet gebruikt worden voor ontsluiting van de kleinhandelzone dient een visuele buffer van opgaand groen met overwegend streekeigen beplanting opgericht te worden. • Publiciteit aangebracht op een afzonderlijke constructie aan de straat moet gegroepeerd worden en mag maximum op één constructie aangebracht worden. Zone B: • De kleinhandelszaken en hun parkings moeten gemeenschappelijk ontsloten worden door een gedeelde interne ontsluitingsweg. De ontsluitingsweg sluit op maximum 2 punten rechtstreeks aan op de N10. De plaatsing van de ontsluitingspunten moeten geoptimaliseerd worden in functie van een vlotte verkeersdoorstroming, bijvoorbeeld rekening houdend met de afstand tot de bestaande kruispunten Hortensialaan en Oude Tiense Baan. De ontsluitingspunten worden op het verordenend grafisch plan symbolisch aangeven door ‘◄’. • Het logistieke verkeer (voor laden en lossen) wordt zo veel als mogelijk gescheiden van het klantenverkeer. • Parkeerterreinen mogen aangelegd worden in de bouwvrije zones, de bouwzones en de zones tussen de achterbouwlijn en het zuidelijk gelegen agrarisch gebied. Tussen de voorbouwlijn en de N10 mogen geen parkings aangelegd worden. Er mogen binnen de zone maximaal 560 parkeerplaatsen aangelegd worden. De aanleg van de parkings moet zo uniform mogelijk gebeuren om de eenheid van de kleinhandelsconcentratie te beklemtonen. • De parkings en de kleinhandelszaken moeten onderling verbonden zijn met aangename interne voetgangersverbindingen. Aandacht moet gaan naar de veiligheid en functionaliteit voor fietsers. • Binnen de afgebakende bouwzones en aanpalend aan de gebouwen mogen zones verhard en ingericht worden als verkoopsruimte of opslagruimte in open lucht. De oppervlakte bedraagt maximaal 500 m² per kleinhandelsbedrijf. • De zones die niet verhard worden dienen ingericht en instandgehouden worden als groene zone. Een uniforme groenaanleg moet de eenheid van de kleinhandelsconcentratie beklemtonen. • Publiciteit aangebracht op een afzonderlijke constructie aan de straat moet gegroepeerd worden en mag maximum op drie verschillende constructies aangebracht worden. ART 5.04. Beheersmaatregelen Mobiliteitseffectenrapport: Bij de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning die betrekking heeft op een aanzienlijke uitbreidingen (> 25%) van bestaande kleinhandel of de vestiging van nieuwe kleinhandel moet een mobiliteitseffectenrapport (MOBER) bij de vergunningaanvraag gevoegd worden. Het MOBER moet inzicht geven in het aantal verkeersbewegingen dat de kleinhandelsvestiging zal veroorzaken, op welk tijdstip deze zullen plaatsvinden en of deze de capaciteit van de N10 zullen overschrijden, de verkeersafwikkeling, de parkeervoorzieningen, de laad- en losactiviteiten en de verkeersveiligheid. De mobiliteitseffecten die de kleinhandel veroorzaakt kunnen tot gevolg hebben dat er beperkingen worden opgelegd bij de stedenbouwkundige vergunning of dat de vergunning wordt geweigerd omdat de draagkracht wordt overschreden. Voorkooprecht: Op de percelen gelegen binnen de zone A is een recht van voorkoop als bedoeld in artikel 63 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening van toepassing. Voorkooprecht wordt gegeven aan de gemeente Scherpenheuvel-Zichem.
ART 6. ZONE VOOR WATERZUIVERING EN BUFFERBEKKEN ART 6.01. Bestemming De zone is bestemd voor inrichting van waterzuiveringinstallaties, zijnde de noodzakelijke constructies en dienstgebouwen voor het functioneren van de waterzuiveringsinstallatie, en bufferbekkens.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
76
ART 6.02. Bouwvoorschriften De gebouwen en constructies worden zodanig geplaatst dat een maximaal bedrijfscomfort gerealiseerd wordt. Bij de plaatsing van de gebouwen en constructies zal rekening gehouden worden met mogelijke uitbreidingen van de verwerkingscapaciteit, te verwachten nieuwe technieken en met de vigerende wetgeving. De inplanting van bestaande gebouwen en constructies kan behouden blijven. De maximale hoogte van nieuwe gebouwen en constructies bedraagt 4 m t.o.v. het maaiveld. Mits verantwoording vanuit specifieke technische eisen kan van deze maximale bouwhoogte afgeweken worden. Bestaande gebouwen en constructies die deze voorgeschreven bouwhoogte overschrijden kunnen de bestaande afmetingen behouden bij renovatie-, herstructurerings- en instandhoudingswerken. De gebouwen en constructies dienen zich neutraal te integreren in de omringende omgeving en dienen een harmonisch geheel te vormen met de andere gebouwen en constructies van de waterzuiveringsinstallatie door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen, hoogte en profielen. ART 6.03. Inrichtingsvoorschriften Verhardingen worden uitgevoerd in kleinschalige, waterdoorlatende materialen, zoals betonstraatstenen, dolomiet of grasdallen. Enkel op plaatsen waar dit vereist is in functie van de exploitatie en opgelegde sectorale voorwaarden worden ondoordringbare verhardingen toegelaten. De onverharde delen worden aangelegd als gazon en kunnen aangevuld worden met een streekeigen beplanting van heesters en hoogstambomen. Het doorzicht naar het achterliggende open landbouwgebied mag hierbij niet belemmerd worden.
ART 7. ZONE VOOR PARKING ART 7.01. Bestemming De zone is bestemd voor de inrichting van een parking. ART 7.02. Bouwvoorschriften Open constructies ter afscherming van de geparkeerde voertuigen zijn toegelaten in de hoek van de zone gevormd door de N10 en de Lobosstraat. Zij mogen maximum 15% van de oppervlakte innemen. ART 7.03. Inrichtingsvoorschriften De parking moet groen en kwalitatief ingericht worden. Verhardingen moeten waterdoorlatend aangelegd worden. Minimum 10 % van de benutte ruimte moet beplant worden met streekeigen beplanting. Per 250 m² dient er een hoogstammige boom aangeplant te worden. De parking mag enkel ontsloten worden op de N10 via de zijwegen Lobosstraat en Koestraat. Zij mogen niet rechtstreeks ontsloten worden op de N10. De ontsluitingspunten worden op het verordenend grafisch plan symbolisch aangeven door ‘◄’.
ART 8. OVERDRUK - GROEN KARAKTER ART 8.01. Bestemming De tuinen bijhorend bij de woningen of de gronden bijhorend bij de bestaande nevenactiviteiten of kleinhandel moeten afgesloten worden door middel van beplantingen die hoofdzakelijk streekeigen zijn en afgestemd op het achterliggende bos. Dit in functie van het integreren van de bebouwing in zijn omgeving. De beplantingen moeten bestaan uit voldoende hoge haagafsluitingen of hoogstammig groen in relatie tot de hoogte van het gebouw. Deze beplantingen zijn minimum 2 m hoog.
ART 9. OVERDRUK – BESTAANDE TESTACTIVITEITEN
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
77
ART 9.01. Bestemming Ongeacht de bestemming volgens het gewestplan worden de bestaande testactiviteiten, verbonden aan de kleinhandelszaak voor tuinmachines op het perceel met kadasternummer 284f, binnen de overdruk tijdelijk toegelaten. Alle gewestplanvoorschriften gebonden aan de bestemming agrarisch gebied die beschreven staan in het KB van 28 december 1972 blijven onverminderd van toepassing. Na het stopzetten van de kleinhandelsactiviteiten op perceel met kadasternummer 284f vervalt dit artikel, namelijk ART 99. Op dat moment vervallen de bijhorende voorschriften. Het terrein moet hersteld worden waarbij alle constructies eigen aan de bestaande testactiviteiten moeten verwijderd worden. ART 9.02. Inrichtingsvoorschriften Het open karakter moet behouden blijven. De grond mag niet verhard worden.
ART 10. ZONE VOOR GROENBUFFER ART 10.01. Bestemming De zone is bestemd om enerzijds de bebouwing van de kleinhandelsconcentratie conform art. 5 te bufferen ten opzichte van het open landbouwgebied en de naburige bebouwing en anderzijds de activiteiten van de parking conform ART 77 te bufferen ten opzichte van de woningen van de aangrenzende woonwijk. Door een gemeenschappelijke groenbuffer te voorzien, wordt een eenheid beoogd waardoor de buffer rustiger overkomt in het landschap. Tegelijkertijd bevestigt het enerzijds de eenheid van de kleinhandelsconcentratie en de bijhorende parkings en ontsluiting, en anderzijds de eenheid van de parking. De beplantingen moeten hoofdzakelijk streekeigen zijn en een afsluiting vormen van minimum 1,5 m en maximum 2,5 m.
ART 11. VERBINDINGSWEG ART 11.01. Bestemming De zone is bestemd voor de belangrijke regionale ontsluitingsas N10. Een vlotte verkeersdoorstroming is prioritair, zowel voor gemotoriseerd verkeer inclusief openbaar vervoer als voor fietsers. De zone is begrensd door de rooilijnen.
ART 12. ONTSLUITINGSWEG ART 12.01. Bestemming De zone is bestemd voor het vrijhouden van de toegang tot woningen en functies die achter de bebouwing van de N10 gelegen zijn. De bestaande doorgangen dienen onder hun huidige vorm behouden blijven en kunnen een maximale breedte kennen van 4 m. ART 13. WATERLOOP ART 13.01. Bestemming De zone is bestemd voor het behoud, het herstel en de opwaardering van de bestaande waterloop en de aanwezige natuurwaarden in en langs de waterloop. ART 13.02. Inrichting Ten noorden van de N10 mag de waterloop onder zijn huidige ingebuisde vorm behouden blijven. Ten zuiden van de N10 dient de waterloop in een open bedding behouden te blijven, hier moet er rekening gehouden worden met een bouwvrije erfdienstbaarheidszone van 5 m voor de ruiming van de waterloop.
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
78
BIJLAGE 2: Verordenend grafisch plan (bron: voorontwerp GRUP N10-west)
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
79
BIJLAGE 3: Kaarten Kaart 1: Situering van Scherpenheuvel-Zichem en het plangebied Kaart 1 bis: Situering van het plangebied op de stratenatlas Kaart 2: Afbakening van het plangebied Kaart 3: Bodemkaart Kaart 4: Oppervlaktewater Kaart 5: Grondwater Kaart 6: Biologische Waarderingskaart Kaart 7: Landschapskenmerkenkaart
Screening m.e.r. RUP N10-West Scherpenheuvel-Zichem
ABO NV Maart 2010
80