Raadsvergadering d.d. Casenummer Raadsvoorstelnummer
Raadsvoorstel 26 januari 2012 AB11.01201 RV2011.139
Vaststellen verordening Wet Inburgering 2012
Gemeente Bussum
Brinklaan 35 Postbus 6000 1400 HA Bussum
Aan de gemeenteraad. 1. INLEIDING In maart 2011 is de vorige verordening inburgering vastgesteld door de raad. Op dat moment was nog onduidelijk hoe de wetgeving van de inburgering zich zou ontwikkelen. Inhoudelijk is er beleidsvrijheid om doelgroepen aan te wijzen die een inburgeringstraject aangeboden krijgen van de gemeente. De doelgroepen worden met de verordening wet inburgering 2012 aangepast. Inmiddels is namelijk duidelijk geworden dat de verordening wet inburgering 2011 gewijzigd zal moeten worden om de kosten in 2013 beheersbaar te houden. Het rijk heeft namelijk aangekondigd dat de financiering van inburgering in het participatiebudget gestopt zal worden. Wanneer is nog niet duidelijk. 2. INHOUDELIJK Het inburgeringsbeleid is onderdeel van het gemeentelijk beleid op integratie en participatie. Het overkoepelend uitgangspunt hierbij is dat iedere Bussumer zelfstandig kan participeren in de samenleving. Het belangrijkste middel om dit voor de doelgroep te bereiken is een goede beheersing van de Nederlandse taal. Kader In juli 2009 heeft de raad de lokale visie op integratie vastgesteld. Inburgering is een van de zes thema’s in de integratienota. Het thema “Inburgering” betreft vooral het bevorderen van de beheersing van de Nederlandse taal en de kennis van de Nederlandse samenleving. Verplichtingen Wet Inburgering Gemeenten krijgen in de Wet Inburgering een aantal taken toebedeeld. Zo hebben gemeenten de opdracht om de inburgeringsplichtigen en de vrijwillige inburgeraars in de gemeente goed te informeren over de rechten en plichten die voortvloeien uit deze wet. De gemeente is verplicht om asielgerechtigden en geestelijk bedienaars een traject aan te bieden. Het college moet een bestuurlijke boete opleggen als een inburgeringsplichtige zich verwijtbaar niet houdt aan de verplichtingen die voor hem gelden. In verband met deze taken draagt de WI gemeenten op om bij verordening regels te stellen over de volgende onderwerpen: 1. De informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars (artikel 8 en artikel 24f WI);
Telefoon (035) 69 28 888 Fax (035) 69 28 500 Website: www.bussum.nl E-mail:
[email protected] Inlichtingen bij: Mevrouw C. Banas Doorkiesnummer: 035-6928726
2. Het aanbieden van een voorziening en de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een voorziening is vastgesteld (artikel 19, vijfde lid, en artikel 23, derde lid, WI); 3. Het vaststellen van het bedrag van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd (artikel 35 WI); Facultatief: 4. bepalen dat het college een voorziening kan vaststellen, zonder dat eerst een aanbod wordt gedaan (artikel 19a, eerste lid, WI); 5. Het aanbieden van een voorziening aan vrijwillige inburgeraars (artikel 24a tot en met 24f WI); 6. Het persoonlijk inburgeringsbudget (artikel 19, tweede lid en artikel 24a, tweede lid, WI). De Wet Inburgering wordt per 1 januari 2013 ingetrokken. Veranderingen in 2012 In de verordening 2012 is ervoor gekozen niet langer een traject aan te bieden voor vrijwillige inburgeraars. Alleen trajecten van de doelgroepen waar de gemeente verplicht een aanbod aan moet doen (de asielmigranten en geestelijk bedienaars) worden bekostigd door de gemeente. Dit is verwoord in artikel 3, waar eerst alleen de doelgroepen werden aangewezen die met voorrang recht hadden op een voorziening. De artikelen met betrekking tot vrijwillige inburgering zijn verwijderd. De andere inburgeringsplichtigen worden voor de bekostiging van het traject naar Duo (voorheen IB-Groep) verwezen. Daar komen zij in aanmerking voor een lening. De inburgeringsplichtigen die in 2012 een lening bij Duo aan moeten vragen voor een traject zullen nog wel door de inburgeringsconsulent worden opgeroepen en begeleid. De verordening vervalt van rechtswege per 1 januari 2013. Vanaf dat moment zullen alle nieuwe inburgeringsplichtigen zelf een lening aan moeten vragen bij Duo of zelf bekostigen om aan de inburgeringsplicht te voldoen. De gemeente heeft hier geen rol meer in. Het beleid van de verordening loopt wat dat betreft vooruit op de nieuwe wetgeving binnen de kaders van de nu nog geldende verplichtingen. 3. FINANCIËLE ASPECTEN Vanaf 2010 valt het budget voor inburgering in het participatiebudget, samen met de middelen voor re-integratie (voorheen W-deel) en volwasseneneducatie (voorheen WEB-budget). De bekostiging van inburgering stopt per 2014, mogelijk al per 2013. Er zijn echter nog lopende trajecten tot 2016. Aan het rijk wordt verantwoording afgelegd over de rechtmatigheid van de bestedingen van het participatiebudget. De behaalde output op het gebied van inburgering hoeft niet verantwoord te worden aan het rijk maar dient wel als grondslag voor de verdeling van budgetten, 2 jaar later. Feiten op een rij Een inburgeringtraject kost maximaal €5.500,
Met de oude verordening verwacht Bussum 60 trajecten te moeten bekostigen in 2012. (60x€5.500,-) = €330.000,-
Met deze nieuwe verordening verwacht Bussum maximaal 20 trajecten te moeten bekostigen in 2012. (20 x €5.500,-) = € 110.000,-
Eind 2011 ligt er ongeveer €325.000,- aan reeds aangegane verplichtingen over de komende jaren. In 2012 krijgt Bussum €271.500,- vanuit het rijk.
Het is nu nog onbekend of in 2013 nog middelen ten behoeve van inburgering ter beschikking worden gesteld.
Het totaal aan verplichtingen die zijn aangegaan tot en met 2011 bedraagt ca. € 325.000, de nieuwe verordening 2012 zal waarschijnlijk leiden tot verplichtingen ad. € 110.000, in totaal dus € 435.000. Vanaf 2013 heeft de gemeente geen nieuwe verplichtingen meer. Nu is nog onduidelijk hoe de financiering in 2013 en verder zal lopen. Het ligt de lijn der verwachting dat in 2013 nog ongeveer 50% aan Rijksmiddelen wordt verstrekt en in 2014 is mogelijk ook nog een kleine bijdrage te verwachten. Als we die bijdrage in 2014 op 10% inschatten dan kunnen de huidige en toekomstige verplichtingen binnen die beschikbare middelen worden bekostigd. In totaal is dan namelijk € 436.320,- (2012: € 272.700; 2013: € 136.350; 2014: € 27.270) beschikbaar. Conclusie: Door de nieuwe verordening te hanteren wordt verdere overschrijding van budgetten voorkomen. Ongewijzigde voortzetting betekent te hoge uitgaven voor inburgering waar zeer waarschijnlijk geen financiële dekking tegenover staat. 4. VOORSTEL Het college verzoekt de raad de Verordening Wet Inburgering 2012 vast te stellen.
Bespreking in commissie Welzijn d.d. 10 januari 2012.
Burgemeester en wethouders van Bussum, de secretaris, de burgemeester,
Mw. mr. M. Plantinga
dr. M. Schoenmaker
Raadsbesluit
Gemeente Bussum
De raad van de gemeente Bussum;
Brinklaan 35
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Bussum, nummer RV2011-139;
Postbus 6000 1400 HA Bussum
Gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, 24a, vijfde lid, 24f en 35 van de Wet Inburgering en artikel 4.27, derde lid, van het besluit inburgering,
Telefoon: 035 69 28 888 Fax: 035 69 28 500 Website: www.bussum.nl E-mail:
[email protected]
besluit:
vast te stellen
Verordening Wet Inburgering gemeente Bussum 2012 Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking Artikel 1. Begripsomschrijvingen 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bussum; b. de wet: de Wet inburgering; c. de inburgeringsplichtige: iedere oud- en nieuwkomer tussen de 16 en 65 jaar, die duurzaam in Nederland wil en mag wonen en die volgens de verplichtingen van de wet, nog niet aan zijn inburgeringsplicht heeft voldaan. d. de voorziening: de inburgerings- of taalkennisvoorziening. 2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt. Artikel 2. De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen 1. Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtige op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot de voorzieningen. 2. Het college maakt bij de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen in ieder geval gebruik van de volgende middelen: a. fysiek loket; b. telefonisch loket; c. digitaal en schriftelijk informatiemateriaal; d. overeenkomst tot het volgen van een voorziening.
Hoofdstuk 2. Het aanbieden van een voorziening aan inburgeringsplichtigen Artikel 3. Aanwijzen van de doelgroepen 1. Het college stelt, zoals de wet voorschrijft, voor asielgerechtigde inburgeringsplichtigen een voorziening vast. 2. Het college stelt, zoals de wet voorschrijft, voor geestelijke bedienaren een voorziening vast. 3. Het college kan voor inburgeringsplichtigen met een WWB-uitkering, waarbij deelname aan een voorziening een voorwaarde voor re-integratie is, bij voorrang een voorziening vaststellen. 4. Het college stelt voor vrijwillige inburgeraars geen voorziening vast. Artikel 4. De samenstelling van de voorziening. 1. Het college stemt de voorziening, met uitzondering van de voorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige. 2. Indien de inburgeringsplichtige gelijktijdig een re-integratievoorziening wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de voorziening wordt afgestemd op die re-integratievoorziening. Artikel 5. De procedure van het doen van een aanbod. 1. Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. 2. In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de voorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan die voorziening worden verbonden. 3. De inburgeringsplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen twee weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt. 4. Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen zes weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot vaststelling van de voorziening overeenkomstig het gedane aanbod. 5. De gemaakte afspraken worden schriftelijk vastgelegd en door beide partijen ondertekend. Artikel 6. De inning van de eigen bijdrage. 1. Het college legt in de beschikking tot toekenning van een voorziening de termijnen van betaling van de eigen bijdrage vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd. 2. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste 12 termijnen betaald. 3. Indien de inburgeringsplichtige deelneemt aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II, dan wel vrijgesteld wordt van de inburgeringsplicht als gevolg van het behalen van een MBO diploma, wordt de eigen bijdrage verrekend met de toegekende deelnamebonus ter hoogte van de eigen bijdrage. Artikel 7. Opleggen van verplichtingen. Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen: a. het deelnemen aan de aanvaarde voorziening; b. het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider; c. het deelnemen aan voortgangsgesprekken; d. voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;
e. het tijdig melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan; Artikel 8. De inhoud van de beschikking De beschikking tot toekenning van een voorziening bevat in ieder geval: a. een beschrijving van de voorziening of taalkennisvoorziening; b. een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige als bedoeld in artikel 7; c. de datum waarop het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn behaald; d. de termijnen en wijze van betaling als bedoeld in artikel 6; en e. ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt. f. De beschikking tot toekenning van een taalkennisvoorziening bevat in ieder geval de datum waarop het vereiste MBO niveau, bedoeld in artikel 19, tweede lid van de wet, moet zijn behaald. Artikel 9. Het persoonlijk inburgeringsbudget. 1. Het college behandelt het verzoek van de inburgeringsplichtige om in aanmerking te komen voor een voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget (PIB) op de volgende wijze: a. Het college beoordeelt of een inburgeringsplichtige in aanmerking komt voor een PIB nadat deze mondeling of schriftelijk een verzoek heeft ingediend. Grondslag voor het verzoek moet zijn dat het gaat om individueel maatwerk en de persoonlijke wensen en behoeften van de inburgeringsplichtige. b. indien het college instemt met een PIB gaat de inburgeringsplichtige, al dan niet met hulp van de gemeente, op zoek naar een inburgeringsprogramma. De inburgeringsplichtige krijgt twee weken de tijd om een schriftelijk voorstel in te dienen bij de gemeente. c. het staat de inburgeringsplichtige vrij ieder willekeurig bedrijf te kiezen, de gemeente sluit indien zij akkoord gaat met het voorgestelde programma een contract met het inburgeringsbedrijf aan over het programma voor de inburgeringsplichtige; 2. Het college beoordeelt het voorstel van de inburgeringsplichtige op volledigheid. Het voorstel moet tenminste de volgende onderdelen bevatten: - de inhoud van het traject; - de kosten van het traject; - de inhoud en frequentie van de rapportage; - de betalingsvoorschriften. 3. Het voorstel moet verder aan de volgende voorwaarden voldoen: - de kosten van de voorziening bedragen niet meer dan € 5.500,-; - de duur van de voorziening is ten hoogste 3½ jaar; - de taalaanbieder moet een erkend instituut zijn. 4. Het college keurt het voorstel van de inburgeringsplichtige voor het volgen van een taalkennisvoorziening goed, indien deze taalkennisvoorziening naar het oordeel van het college passend is om hem de kennis van de Nederlandse taal te laten verwerven die noodzakelijk is voor het kunnen afronden van minimaal een mboopleiding op niveau 1 of 2. 5. Als het college de voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget heeft vastgesteld, sluit het college een contract de taalaanbieder over het traject.
Hoofdstuk 3.
De bestuurlijke boete
Artikel 10. De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen 1. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 100 indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet. 2. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 200 indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde voorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 7 van deze verordening. 3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald. Artikel 11. Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding. 1. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 10, eerste lid, bedraagt ten hoogste € 150 indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding. 2. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 10, tweede lid, bedraagt ten hoogste € 300 indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding. 3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 400 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald. 4. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 600 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald. Hoofdstuk 4.
Slotbepalingen
Artikel 12. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na publicatie . Met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening wordt de verordening Wet inburgering Bussum 2011 ingetrokken. Artikel 13. Citeertitel De verordening wordt aangehaald als: verordening Wet inburgering Bussum 2012. Artikel 14. Onvoorziene omstandigheden In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bussum, gehouden op 26 januari 2012. de griffier,
de voorzitter,