Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel. nl
PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Provinciale Staten van Overijspglegi.nr.
RABO Zwolle 39 73 41 121
TÖAlors,/2>ö5
Inlichtingen bij mw. H.P. van Vonderen
Dat. ontv.:
- 3 APR 2013
telefoon 038 499 85 19
[email protected]
Routing
Uitvoeringsprogramma Agro&Food Overijssel 2013 - 2015
Datum
04.02.2013 Kenmerk
2013/0025538 Pagina
Toezending aan Provinciale Staten met oogmerk: [X] ter informatie [ ] anders, en w e l :
1
Bijlagen I. uitvoeringsprogramma Agro&Food Overijssel 2013 - 2015 (te raadplegen via www.overijssel.nl/sis en ligt ter inzage bij de receptie van het Provinciehuis) Op 18 april 2012 hebben uw Staten het Investeringsbesluit Kerntaak Regionale Economie 2012 - 2015 (PS 2012/107) vastgesteld. Verduurzaming en innovatie van de agro&food sector zijn een thema binnen dit Investeringsbesluit waarvoor uw Staten €7 miljoen hebben gereserveerd (Kerntakenbegroting prestatie 5.3.4). Voor de uitvoering van deze prestatie hebben wij een programma vastgesteld dat wij u ter kennisname aanbieden (conform het amendement Schipper). Met deze brief informeren wij u over de wijze waarop het uitvoeringsprogramma Agro&Food Overijssel 2013 - 2015 tot stand is gekomen en lichten we de inhoud toe en de relatie met de portefeuilles landelijk gebied, ruimte en milieu. Totstandkoming Ondernemers staan aan het stuur in het Investeringsbesluit Kerntaak Regionale Economie. Deze lijn is ook gevolgd bij het opstellen van het Uitvoeringsprogramma Agro&Food. Op 2 en 8 november 2012 zijn er rondetafelgesprekken gevoerd met koplopers uit de sector. De resultaten van deze gesprekken vormen de basis voor het concept uitvoeringsprogramma. Daarnaast is het uitvoeringskader voorgelegd aan de stuurgroep Boeren in het Vechtdal en het platform Goed Boeren in Kleinschalig Landschap. Tenslotte zijn er diverse gesprekken geweest met het ministerie van EZ, vertegenwoordigers van het Topteam agrifood, de provincies Gelderland en Noord-Brabant, kennisinstellingen, belangenbehartigers en de ambtelijk en bestuurlijk betrokkenen bij de provinciale programma's inrichting landelijk gebied, de Omgevingsvisie, Gezond en Veilig Leefmilieu de gebiedsprogramma's IJsseldelta-zuid, IJssel-Vechtdelta, Ruimte voor de Vecht en Noordoost Twente. Op 5 februari 2013 hebben wij het programma vastgesteld.
Datum verzending
02. APR 2013^
**.
provincie
verijssel
uitvoeringsprogramma Agro&Food Overijssel 2013 - 2015
Inhoud Missie De agro&food sector1 telt mee als het gaat om toekomstvaste groei van welvaart en welzijn in Overijssel. In lijn met de ambities uit de Omgevingsvisie legt de sector - dus zowel de primaire sector, als de voedingsmiddelen industrie en de handel - een verantwoord beslag op natuurlijke hulpbronnen en draagt bij aan behoud van de rijkdom aan plant- en diersoorten. Innovatieve koppelingen met andere sectoren zijn haast vanzelfsprekend geworden. De sector heeft een breed maatschappelijk draagvlak en is in staat om zich te blijven vernieuwen. De sector bereikt dit door te verduurzamen volgens de uitgangspunten van de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij (UDV) voor 2023. De UDV is o.m. door IPO de levensmiddelensector, en LTO Noord ondertekend. Uitvoeringsstrategie Om de transitie naar een duurzame agro&food sector te bewerkstellingen onderscheidt de provincie vanuit de kerntaak regionale economie drie speerpunten > > Datum
04.02.2013 Kenmerk
2013/0025538 Pagina
2
>
Innovatie, dat wil zeggen technische- en systeeminnovatie; Laterale verbanden/ cross-overs met de sectoren energie en bioeconomie, natuur en landschap, HTSM en bouw en health en met de gebiedsprogramma's (IJssel-Vechtdelta, IJsseldelta-zuid, Noordoost Twente en Ruimte voor de Vecht); Schaalsprong door businesscases te ondersteunen die projecten van pilot naar going concern brengen.
Resultaat In 2015 wordt de Overijsselse agro&food sector maatschappelijk gewaardeerd, het burgerpanel geeft Overijsselse agro&food ondernemers een 7,5 voor maatschappelijk verantwoord ondernemerschap. In de Overijsselse agro&food sector worden nieuwe waardeketens ontwikkeld. De provincie participeert in de ontwikkeling van 15 waardeketens die bijdragen aan de verduurzamingsopgave van de agro&food sector en een bijdrage leveren aan de economie. Concreet betekent dat dat de provincie «,5 miljoen investeert in proof of concept ontwikkeling en daarmee een investering uit de markt uitlokt van nog eens € 4,5 miljoen. Het aantal banen binnen de Overijsselse agro&food sector blijft stabiel op 7% van de totale werkgelegenheid in Overijssel. Binnen de agro&foodsector groeit het aantal banen dat voortkomt uit cross-overs tussen agro&food en andere sectoren, in het bijzonder de veterinaire dienstverlening en de machine- en apparatenbouw voor landbouw- en levensmiddelenindustrie. Sturingsfilosofie Ondernemers hebben het voortouw bij de economische ontwikkeling van de sector. Zij ontwikkelen de businesscases en voeren die uit. Ondernemers en kennis- en onderwijsinstellingen vormen coalities die leiden tot een beroepsgericht opleidingsaanbod en vinden elkaar in de precompetitieve fase. Het Investeringsbesluit Kerntaak Regionale Economie 2012 - 2015 is kaderstellend. Als belangenbehartiger en cofinancier helpt de provincie om kansrijke initiatieven te realiseren. Daarbij zoekt de provincie synergie met het Topsectoren beleid van het Rijk en de provincies Gelderland en Noord-Brabant. Inzet op instrumenten Bij het Investeringsbesluit Kerntaak Regionale Economie 2012 - 2015 is € 7 miljoen gereserveerd voor verduurzaming en innovatie van de agro&food sector. Dit budget besteden wij door in te zetten op drie instrumenten. Deze instrumenten dragen bij aan meerdere speerpunten van het uitvoeringsprogramma. Instrument
Draagt bij aan
budget
Kennisvouchers (ca. 125)
Technische innovatie
€ 1 miljoen
Het CBS definieert de agrofoodsector als volgt: primaire agrarische sector, voedingsmiddelenindustrie, grooten detailhandel en overig (waaronder productie van kunstmest, machines en speur- en ontwikkelingswerk)
provincie &.
verijssel
uitvoeringsprogramma Agro&Food Overijssel 2013 2015
Proof of conce pt ontwikkeling (ca. 15 busine sscase s)
Systeeminnovatie en late rale ve rbande n
€ 4,5 miljoe n
Uitvoering programma agro&food
Innovatie (innovatie loke tte n en ke te nre gie ), late rale verbanden (ronde tafe ls me t crossoverthema, onde rzoe k, symposia of onde rne me rs evenementen) e n opschaling
€ 1,5 miljoe n
€ 7 miljoe n
Totaal
In de Kerntakenbegroting 2013 is reeds € 2.740.000, ge alloce e rd onder inve ste ringspre statie 5.3.4. Daarmee worden 5 businesscases ontwikkeld in de keten en een inve ste ring uitge lokt van ca. € 5 miljoen.
Datum
In 2014 en 2015 zijn wij voornemens telkens ca. € 2 miljoen be schikbaar te stellen gereserveerd uit de € 7 miljoen.
04.02.2013 Kenmerk
2013/0025538
Gedeputeerde State n van Ove rijsse l,
Pagina
3
voorzitter,
secretaris
provincie &
■
verijssel
Uitvoeringsprogramma Agro&Food Overijssel 2013 – 2015 Verduurzamen, versterken en vernieuwen
Concept 28 januari 2013
Gedeputeerde Staten van Overijssel | Februari 2013
Uitvoeringsprogramma Agro&Food Overijssel 2013–2015
Colofon Uitgave provincie Overijssel eenheid Economie en Cultuur Datum
Oplage
Fotografie/Illustraties Provincie Overijssel
Vormgeving Provincie Overijssel
Project/kenmerk Uitvoeringsprogramma Agro & Food 2013-2015
Inlichtingen bij Hanna van Vonderen telefoon: 038 499 85 19 email:
[email protected]
Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle telefoon: 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 www.overijssel.nl
[email protected]
2
Concept versie van 28 januari 2013
Uitvoeringsprogramma Agro & Food Overijssel 2013 – 2015
Inhoudsopgave Samenvatting ................................................................................................................................................... 4 1.
Inleiding .................................................................................................................................................... 6 1.1. Huidige situatie................................................................................................................................... 6 1.2. Uitdagingen en kansen ...................................................................................................................... 6 1.3. Uitvoeringsprogramma Agro&Food .................................................................................................... 7
2.
Inspiratie ................................................................................................................................................... 8 Voorbeeld 1 ........................................................................................................................................ 8 Voorbeeld 2 ........................................................................................................................................ 8 Voorbeeld 3 ........................................................................................................................................ 9
3.
Missie, visie en sturingsfilosofie .......................................................................................................... 11 3.1. Gewenste situatie............................................................................................................................. 11 3.2. Maatschappelijk verantwoord ondernemen ...................................................................................... 11 Duurzaamheid als continuïteitsprincipe ............................................................................................ 11 Duurzaamheid biedt concurrentievoordeel ....................................................................................... 12 3.3. Sturingsfilosofie ................................................................................................................................ 12 Toegevoegde waarde van Provincie Overijssel ............................................................................... 12 Toegevoegde waarde van de kennisinstellingen .............................................................................. 14
4.
Strategie.................................................................................................................................................. 15 4.1. Doelstellingen................................................................................................................................... 15 4.2. Hoofdontwikkelingsrichtingen ........................................................................................................... 15 Regionaal Agro&Food ...................................................................................................................... 16 Wereldmarkt Agro&Food .................................................................................................................. 16 Cross-over Agro&Food .................................................................................................................... 18 4.3. Drie strategische speerpunten ......................................................................................................... 18 Drie strategische speerpunten ........................................................................................……………18 4.4. Instrumenten .................................................................................................................................... 21
Bijlage 1 Overijssels ontwikkelmodel duurzame ontwikkeling
Concept versie van 28 januari 2013
3
Uitvoeringsprogramma Agro&Food Overijssel 2013–2015
Samenvatting Op 18 april 2012 hebben Provinciale Staten van Overijssel het Uitvoeringskader van de Kerntaak Regionale Economie 2012 – 2015 vastgesteld. Verduurzaming en innovatie van de agro&food-sector is een thema binnen de Kerntaak Regionale Economie. Dit thema is nauw verbonden aan de provinciale kerntaken milieu en energie, duurzame ruimtelijke ontwikkeling en landelijk gebied. Ondernemers staan aan het stuur in het Uitvoeringskader van de Kerntaak Regionale Economie. Ook in het Uitvoeringsprogramma Agro&Food. Op 2 en 8 november 2012 zijn er rondetafelgesprekken gevoerd met de sector. Deze gesprekken vormen de basis voor het concept uitvoeringsprogramma. Daarnaast is het uitvoeringskader voorgelegd aan de stuurgroep Boeren in het Vechtdal en het platform Goed Boeren in Kleinschalig Landschap. Ten slotte zijn er diverse gesprekken geweest met het ministerie van Economische Zaken, vertegenwoordigers van het Topteam agrifood, de provincies Gelderland en Noord-Brabant, kennisinstellingen, belangenbehartigers en betrokkenen bij andere provinciale programma’s.
Missie De agro&food-sector telt mee als het gaat om toekomstvaste groei van welvaart en welzijn in Overijssel. De sector legt een verantwoord beslag op natuurlijke hulpbronnen en draagt bij aan behoud en versterking van de rijkdom aan plant- en diersoorten. Innovatieve koppelingen met andere sectoren zijn haast vanzelfsprekend geworden. De sector heeft een breed maatschappelijk draagvlak en is in staat om zich te blijven vernieuwen. De sector bereikt dit door te verduurzamen volgens de uitgangspunten van de uitvoeringsagenda duurzame veehouderij voor 2023.
Uitvoeringsstrategie Om de transitie naar een duurzame agro&food-sector te bewerkstellingen onderscheidt de provincie vanuit de kerntaak regionale economie drie speerpunten
Innovatie, dwz technische- en systeeminnovatie Laterale verbanden/ cross-overs met de sectoren energie en bio-economie, natuur en landschap, highttech systemen, materialen en bouw, health en gebiedsontwikkelingen. Schaalsprong door businesscases te ondersteunen die projecten van pilot naar going concern brengen.
Sturingsfilosofie Ondernemers hebben het voortouw bij de economische ontwikkeling van de sector. Zij ontwikkelen de businesscases en voeren die uit. Ondernemers en kennis- en onderwijsinstellingen vormen coalities die leiden tot een beroepsgericht opleidingsaanbod. Bedrijfsleven en kennisinstellingen vinden elkaar in de precompetitieve fase. Het uitvoeringskader kerntaak regionale economie is kaderstellend. De provincie waarborgt kwetsbare functies in de omgevingsvisie. Als belangenbehartiger en co-financier helpt de provincie om kansrijke initiatieven te realiseren. Daarbij zoekt de provincie synergie met het TOPsectoren beleid van het Rijk en de provincies Gelderland en Noord-Brabant. Het Uitvoeringsprogramma Agro&Food is een bouwsteen voor de provinciale inzet op Europese programma’s. Het Overijssels ontwikkelingsmodel duurzame ontwikkeling gebruiken wij als leidraad.
4
Concept versie van 28 januari 2013
Uitvoeringsprogramma Agro & Food Overijssel 2013 – 2015
Inzet op instrumenten Het Uitvoeringsprogramma Agro&Food heeft een budget van €7 miljoen voor de periode 2012 – 2015. Deze middelen zetten we in op kennisvouchers, proof of concept ontwikkeling en uitvoering van het programma via de innovatieloketten, ketenregie en onderzoek. Het uitvoeringsprogramma zelf is een bouwsteen voor de provinciale inzet op Europese programma’s in het kader van Horizon 2020. Voor de beoordeling van de inzet van middelen op de instrumenten kennisvouchers en proof of conceptontwikkeling maken we gebruik van een externe adviescommissie waarin experts uit bedrijfsleven en kennisinstellingen zitting hebben.
Concept versie van 28 januari 2013
5
Uitvoeringsprogramma Agro&Food Overijssel 2013–2015
1.
Inleiding
Op 18 april 2012 hebben Provinciale Staten van Overijssel “Versterken, Vernieuwen en Verbinden“ vastgesteld, het Uitvoeringskader van de Kerntaak Regionale Economie 2012 – 2015. Overijssel investeert fors in een nog sterkere regionale economie. Dat betekent: concurrerender, innovatiever en duurzamer. De agro&food-sector is daarin een belangrijke component en verduurzaming is voor deze sector een belangrijke opgave. Het Uitvoeringsprogramma Agro&Food maakt concreet wat in de periode 2013 – 2015 de bijdrage van de provincie is en wat van andere partijen verwacht wordt.
1.1.
Huidige situatie
De betekenis van de agro&food-sector is relatief groot. Met een aandeel van 7% in de werkgelegenheid en 1
10% in de toegevoegde waarde, levert de sector een stevige bijdrage aan de Overijsselse economie. De grondgebonden landbouw is beeldbepalend voor het groene en landelijke karakter van de provincie en draagt op die manier bij aan een goed vestigingsklimaat voor niet agrarische bedrijvigheid. De intensieve landbouw en de voedings- en genotmiddelenindustrie zijn over het algemeen meer op de wereldmarkt georiënteerd en hebben een goede concurrentiepositie opgebouwd. De uitgangspositie van de agro&foodsector is goed. Tegelijkertijd staan agro&food-ondernemers voor een aantal serieuze uitdagingen. De vanzelfsprekende acceptatie van het boerenbedrijf verdwijnt. Europa vertrouwt steeds meer op de markt om voedselzekerheid te garanderen. De focus van het Europese landbouwbeleid verschuift van primaire productie naar vergroening en verduurzaming. Op Europees en nationaal niveau liggen er grote opgaven op het vlak van milieu, zoals het tegengaan van het mineralenoverschot en de hoge stikstofemissies. Ook de relatie tussen dier- en volksgezondheid heeft veel aandacht. Op de schaal van de regio ligt de opgave van een goede ruimtelijke inpassing van bedrijvigheid. Ook sociaal en cultureel kapitaal blijken kwetsbaar. Voor steeds meer familiebedrijven is de continuïteit in het geding doordat er geen bedrijfsopvolger is. Het boerengezin is ook niet langer de dominante bewoner en ondernemer van het platteland. In de agro&food-sector wordt het meeste geld zelfs in de stad verdiend. Denk daarbij aan de voedings- en genotmiddelenindustrie, ketenpartijen in de verwerking van biomassa, de agro-machinebouw en kennisbedrijven en -instituten.
1.2.
Uitdagingen en kansen
Behalve uitdagingen zijn er voor ondernemers ook kansen. De wereldbevolking groeit en de vraag naar voedsel stijgt. Dat houdt in dat de agro&food-sector ongeveer twee keer meer zal moeten produceren. De uitdaging is om dat met twee keer minder te doen. Ondanks de economische crisis groeit de markt voor duurzaam geproduceerd voedsel. De behoefte aan nieuwe verdienmodellen voor natuur en landschap neemt toe. Beide tendensen bieden kansen om koppelingen tot stand te brengen tussen het versterken van de kwaliteit van natuur en landschap en het duurzaam en maatschappelijk verantwoord produceren van voedsel.
1
6
In Overijssel levert het agrocluster - de primaire landbouw en de toeleverende en verwerkende industrie - een bijdrage van circa 10% aan de Overijsselse economie. Landelijk zijn deze verhoudingen gelijk. De primaire landbouw heeft hierin een aandeel van circa 20% (Bron: CBS 2008)
Concept versie van 28 januari 2013
Uitvoeringsprogramma Agro & Food Overijssel 2013 – 2015
Ook met andere economische sectoren zijn interessante koppelingen mogelijk, zoals het opwekken van duurzame energie, het valoriseren van biomassa en de productie van hightech systemen en materialen. Ook zijn koppelingen denkbaar met humane gezondheid (health) en de bouwsector. Voor het verzilveren van deze ontwikkelingskansen is een traject van innovatie nodig en worden nieuwe eisen gesteld aan het ondernemerschap en het vakmanschap in de agro&food-sector. De goede onderwijs- en kennisinfrastructuur in de provincie bieden hiervoor uistekende kansen.
1.3.
Uitvoeringsprogramma Agro&Food
Vanuit de kerntaak regionale economie zet Provincie Overijssel in op een economie die concurrender, innovatiever en duurzamer is. Ondernemers hebben daarbij het voortouw. Voor de agro&food-sector hanteren we duurzaamheid als continuïteitsconcept. Innovatie, nieuwe samenwerkingsverbanden en het opschalen van kansrijke initiatieven ondersteunen dat principe. Voor dit Uitvoeringsprogramma Agro&Food heeft de provincie voor de periode 2013 – 2015 een bedrag van € 7 miljoen gereserveerd. Het Uitvoeringsprogramma Agro&Food maakt onderdeel uit van het uitvoeringskader van de kerntaak regionale economie. Het programma heeft een sterke relatie met andere provinciale kerntaken; duurzame ruimtelijke ontwikkeling, milieu en energie en landelijk gebied. Het hoofdlijnenakkoord “De kracht van Overijssel” zet in op gebiedsontwikkelingen. In de gebiedsontwikkelingen “Ruimte voor de Vecht Overijssel” en “Noordoost Twente” ligt een heldere agro agenda. De lange termijn visie voor IJssel-Vechtdelta is nog in ontwikkeling. Hier liggen kansen voor aansluiting bij het Uitvoeringsprogramma Agro&Food. Het uitvoeringsprogramma is nodig om de verduurzaming van de Overijssels agro&food sector te verbinden met de Overijsselse TOPsectoren, met de vrijetijdseconomie, natuur en landschap en de gebiedsontwikkelingen Ruimte voor de Vecht, IJssel-Vecht-Delta en Noordoost Twente. Met het Uitvoeringsprogramma bundelen we krachten van ondernemers, kennisinstellingen en overheden. Samen zetten we in op een volledig duurzame, zichzelf vernieuwende agro&foodsector.
Concept versie van 28 januari 2013
7
Uitvoeringsprogramma Agro&Food Overijssel 2013–2015
2.
Inspiratie
Bij het opstellen van het Uitvoeringsprogramma Agro&Food zijn gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, kennis- en onderwijsinstellingen, maatschappelijke organisaties, het Topteam Agrifood, de Rijksoverheid en andere provincies en gemeenten. Uitgangspunt is dat de private sector aan het stuur staat en dat het accent ligt op gemeenschappelijke business cases waarin ketenpartijen een verbinding leggen tussen fundamenteel onderzoek, toegepaste wetenschap en ondernemerschap: allianties die gezamenlijk willen investeren in de verduurzaming van de agro&foodsector. Aan de hand van casussen die ondernemers inbrachten, formuleerde de provincie drie strategische speerpunten om de transitie naar een duurzame agro&food-sector te realiseren: innovatie, versterken van laterale verbanden en opschalen van kansrijke initiatieven. Samen met kennis en onderwijs vormen deze strategische speerpunten de ruggengraat van onze uitvoeringsstrategie (zie figuur 1). Onderstaande voorbeelden illustreren hoe dit werkt. Voorbeeld 1 Om gezondheid, welzijn en levensduur van de koe te verbeteren ontwikkelt het Veterinair Kenniscentrum Oost Nederland een sensorchip waarmee het metabolisme van een koe real time gemonitord kan worden. Dit is een technische innovatie waardoor de boer beter kan voeren en de koe minder nutriënten verbruikt en langer en gezonder leeft. Winst voor boer, koe en planeet. Wat betekent deze innovatie voor duurzame ontwikkeling van de veehouderij? Kan het experiment worden opgeschaald naar de praktijk? Biedt de technologie als die eenmaal is uitontwikkeld, ook kansen voor de humane gezondheid (health)? We zien dit als een innovatievraagstuk. Allereerst in technische zin; hoe maak je zo’n sensorchip? Hoe werkt zo’n chip in de praktijk? De vraag wat zo’n chip betekent voor de duurzame ontwikkeling van de veehouderij maakt het een systeeminnovatie. Voorbeeld 2 Zuivelcoöperatie Rouveen zet zich in voor een energieneutrale zuivelketen. De fabriek heeft de afgelopen jaren geïnvesteerd in het besparen en hergebruiken van energie en warmte. Alle verlichting is vervangen door energiezuinige spaarlampen. Voor de klimaatregeling en de productieprocessen wordt aardwarmte gebruikt. Water wordt meerdere malen hergebruikt en restwarmte wordt teruggewonnen. Boeren die bij de coöperatie zijn aangesloten worden via workshops opgeleid om ook op hun eigen bedrijf duurzame productiemethoden toe te passen. Het effect daarvan wordt door de coöperatie gemeten. Zo wordt duurzaam ondernemen de norm. In de nabije toekomst wil men het afvalwater op eigen terrein voorzuiveren en via biovergisting gas opwekken. Teruggewonnen restwarmte en biogas kunnen worden geleverd aan woningen in de nabije omgeving. Hoe sluit deze ontwikkeling aan bij de ambities van het Programma Nieuwe Energie van de provincie? Past zij in het huidige vergunningenstelsel? Biedt zij ook kansen voor de bioeconomie? Hier staan laterale verbanden centraal. De winst van het verband met nieuwe energie is evident. Het moet nu gerealiseerd worden. Verbanden met bio-economie en high-tech systems bieden weer nieuwe perspectieven.
8
Concept versie van 28 januari 2013
Uitvoeringsprogramma Agro & Food Overijssel 2013 – 2015
Voorbeeld 3 De Stichting Natuurboer uit de Buurt produceert biologische zuivel en vlees van oud-Hollandse rassen. Minimaal 25% van het areaal van de natuurboeren bestaat uit natuurgrond. Hierdoor ontstaat een regionaal kwaliteitsproduct met identiteit en een verhaal. Consumenten zijn bereid hiervoor te betalen. Het initiatief is bescheiden begonnen, maar de markt vraagt nu om opschaling. Om die vraag goed te kunnen bedienen is er behoefte aan meer geschikte natuurgrond, meer geschikte natuurboeren én een duurzame relatie met de terreinbeherende organisaties. Een eerste stap is een trainings- en certificatietraject voor natuurboeren, dat in samenwerking met de natuurorganisaties en de CAH Dronten is ontwikkeld. Wat betekent deze ontwikkeling voor het natuurbeheer? Kan de relatie tussen natuurorganisaties en natuurboeren zich verder ontwikkelen? Hoe spelen kennis- en onderwijsinstellingen hierop in? Schaalsprong is waar het om draait in deze casus. Het project is al volop in bedrijf. Nu gaat het om volhouden en uitbouwen.
Concept versie van 28 januari 2013
9
Uitvoeringsprogramma Agro&Food Overijssel 2013–2015
10
Concept versie van 28 januari 2013
Uitvoeringsprogramma Agro & Food Overijssel 2013 – 2015
3.
Missie, visie en sturingsfilosofie
Binnen de regionale economie van Oost-Nederland weet de agro&food- sector haar goede uitgangspositie verder uit te bouwen door zich te ontwikkelen tot een volledig duurzame bedrijfstak met breed maatschappelijk draagvlak. Ondernemers hebben het voortouw. De provincie zorgt ervoor dat het kan. Kennis- en onderwijsinstellingen bieden ruimte voor praktijkonderzoek en passende opleidingen.
3.1.
Gewenste situatie
Aan het eind van de looptijd van dit uitvoeringsprogramma heeft de agro&food-sector zich verder versterkt. Het eindbeeld toont een sector die meetelt als het gaat om toekomstvaste groei van welvaart en welzijn in Overijssel. Zij legt daarbij een verantwoord beslag op natuurlijke hulpbronnen en draagt bij aan het behoud en de versterking van de rijkdom aan plant- en diersoorten. Innovatieve koppelingen met andere maatschappelijke thema’s zijn haast vanzelfsprekend geworden. De sector heeft daardoor een breed maatschappelijk draagvlak en is in staat om zich te blijven vernieuwen en bij te dragen aan nieuwe economische ontwikkelingen in de provincie.
3.2.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt het leidende principe achter de moderne bedrijfsvoering van de agro&food-sector. Provincie Overijssel stimuleert dat ondernemers als vanzelfsprekend aandacht hebben en verantwoordelijk nemen voor maatschappelijke waarden zoals de kwaliteit van de fysieke leefomgeving, volksgezondheid, dierenwelzijn, onderwijs, werkgelegenheid en de sociale leefbaarheid. De begrippen maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaam ondernemen groeien naar elkaar toe. Zij hebben als gemeenschappelijk doel om de kwaliteit van onze leefomgeving en de continuïteit van maatschappelijke waarden te bewaken. Het gaat daarbij niet alleen om de balans tussen people, planet en profit, maar ook heel concreet over de continuïteit van een bedrijf. Ondernemingen die als enige drijfveer het maximeren van de financiële winst hebben, zullen steeds meer moeite hebben om een ‘licence to operate’ te verdienen. Via hun consumentengedrag rekenen burgers hen op duurzaamheid af. Duurzaamheid als continuïteitsprincipe Kaderstellend voor het Uitvoeringsprogramma Agro&Food is de visie op maatschappelijk verantwoord ondernemen zoals omschreven in de Kerntaak Regionale Economie. Duurzaam ondernemerschap is de sleutel tot de grote opgaven op het vlak van milieu, dier- en volksgezondheid en ruimtelijke kwaliteit. Duurzaamheid hanteren wij als continuïteitsprincipe voor de agro&food-sector. De provincie geeft daarmee uitvoering aan afspraken die de agro&food-sector, het Rijk, maatschappelijke organisaties en het IPO op 19 mei 2009 hebben gemaakt in de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij (UDV). De UDV stelt voor 2023 concrete doelen op de thema’s verantwoord consumeren, ruimtelijke en maatschappelijke inpassing van bedrijven, markt en ondernemerschap, klimaat en milieu, energie, innovatie en welzijn en gezondheid van dieren. In de UDV zijn de provincies trekker van het thema ruimtelijke en landschappelijke inpassing. Van haar partners verwacht de provincie dat zij zich hierdoor laten inspireren en de bijbehorende ambities leidend laten zijn in het maken van keuzes en het nemen van beslissingen op de terreinen waarvoor zij aan zet zijn. Al onze partners zijn hiertoe in principe in staat; grote internationaal opererende spelers in de Nederlandse Topsectoren gingen hen daarin al voor. Unilever zet met het Sustainable Living Plan van Unilever de goede toon.
Concept versie van 28 januari 2013
11
Uitvoeringsprogramma Agro&Food Overijssel 2013–2015
Duurzaamheid biedt concurrentievoordeel Behalve dat duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen op termijn een voorwaarde is voor continuïteit van de bedrijvigheid, biedt het nu al voordelen. Ondanks de economische crisis neemt de vraag naar biologisch geproduceerd voedsel toe. Koploper daarin is zuivel. Nederland als grote zuivelexporteur moet echter biologische zuivel importeren om aan de eigen vraag te voldoen. Juist voor Overijssel, met een relatief kleinschalige zuivelindustrie die sterk gekoppeld is aan de primaire productie van de melkveehouderij, liggen hier kansen. We zien de biologische landbouw als voorloper van een maatschappelijk ondernemerschap dat in Overijssel zowel op regionale schaal als daarboven een goede concurrentiepositie kan opbouwen. Maar de sector zal zich op dit terrein ook in de toekomst moeten blijven ontwikkelen.
Duurzaamheid en maatschappelijke acceptatie De vleessector staat voor een forse transitie-opgave naar een duurzame en maatschappelijk geaccepteerde veehouderij. Die transitie ondersteunen wij en daarbij beschouwen wij het verbond van Den Bosch als een belangrijke en hoopgevende ontwikkeling die een versnelling kan geven aan de UDV. Kern is dat in 2020 alleen nog duurzaam geproduceerd vlees door de supermarktketens in Nederland verkocht wordt. Daarmee wordt de veehouderij gestimuleerd om zich om te vormen tot ‘zorgvuldig intensief’. Hierin staat dierenwelzijn 1 centraal, is de volksgezondheid gewaarborgd en zijn restkringlopen gesloten.
3.3.
Sturingsfilosofie
Het verbond van Den Bosch gaat uit van het volgende principe: -
De ketenpartijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de verduurzaming van de sector en nemen die verantwoordelijkheid.
-
De overheden zijn verantwoordelijk voor een gedegen locatiebeleid en nemen die verantwoordelijkheid.
Via de omgevingsvisie geeft Provincie Overijssel het locatiebeleid vorm. Daarbij stuurt de provincie op kwaliteit. Rode draden in het sturen op kwaliteit zijn ruimtelijke kwaliteit, duurzaamheid en sociale kwaliteit. Met het Uitvoeringsprogramma Agro&Food stimuleren wij de verduurzaming van ketens. Daarbij zien wij dat ondernemers van nature zijn ingesteld op het identificeren en benutten van kansen. Innovatie is daar een onderdeel van, maar vereist wel toegang tot de juiste (precompetitieve) kennis. Samenwerking met andere economische sectoren biedt soms ongedachte mogelijkheden. Eenmaal het stadium van concept of experiment ontgroeid, is het zaak kansrijke initiatieven op te schalen tot een operationeel niveau. In onze sturingsfilosofie hebben ondernemers in al deze stappen het voortouw. Zij vormen daarbij coalities met kennisinstellingen en ketenpartners. Toegevoegde waarde van de provincie De toegevoegde waarde van Provincie Overijssel komt tot uitdrukking in haar rol als middenbestuur en heeft betrekking op het ontwikkelen van een kaderstellende visie, het waarborgen van kwetsbare ruimtelijke en sociale functies en het helpen realiseren van kansrijke initiatieven. Daarbij werkt de provincie volgens het ontwikkelmodel voor duurzame ontwikkeling (figuur PM). Dit model wordt toegelicht in bijlage 1.
1
12
Commissie-Van Doorn (2011) Al het vlees duurzaam. De doorbraak naar een gezonde, veilige en gewaardeerde veehouderij in 2020. Den Bosch.
Concept versie van 28 januari 2013
Uitvoeringsprogramma Agro & Food Overijssel 2013 – 2015
Processtappen duurzame ontwikkeling Nut en noodzaak Motivatie ontwerp
interactie
Doelen en ambities
ambtenaren
Gevolgen later
beleid interactie partici patie bestuurders
demo cratie
Win/win Win/lose
publiek
Gevolgen elders
Innovatieve mogelijkheden
Balans P/P/P
Integraal ontwerp
Kaderstellende visie ontwikkelen Voor het Uitvoeringsprogramma Agro&Food is onze visie op de kerntaak regionale economie kaderstellend. Duurzaamheid als continuïteitsconcept beschouwen wij als een dynamische leidraad. Dat betekent dat kennis verwerven en kennis delen onderdeel uitmaken van onze visie. In het Uitvoeringsprogramma bieden we daarom ruimte voor onderzoeksacties. Het uitvoeringsprogramma zelf gebruiken we als bouwsteen voor onze inzet op andere programma’s, bijvoorbeeld op Europese programma’s in het kader van de Horizon 2020 strategie. Kwetsbare functies waarborgen De meeste economische opgaven vragen om een regionale afweging, daarbij zorgt de provincie voor een zorgvuldige ruimtelijke en landschappelijke inpassing. Provincie Overijssel borgt kwetsbare functies zoals natuur en landschap, milieu, water en cultuur. De provincie geeft richting aan de omgevingskwaliteit waaraan ondernemers met hun activiteiten moeten bijdragen. De omgevingsvisie geeft het kader voor onze rol als kwaliteitsbewaker. Kansrijke initiatieven helpen realiseren Als belangenbehartiger en co-financier helpt Provincie Overijssel om kansrijke initiatieven te realiseren. De provincie is in staat om over grenzen te denken en op verschillende schaalniveaus te werken aan het oplossen van regionale problemen. De provincie werkt aan synergie met het TOPsectoren beleid van het Rijk voor agrifood. Dat doet Overijssel vanuit haar eigen filosofie; ondernemers hebben het voortouw. We zien kansen in de samenwerking met Gelderland en Brabant op dit onderwerp. Brabant werkt aan de concretisering van het verbond van Den Bosch, dat inspireert. Gelderland zet stevig in op een duurzame en innovatie foodsector. Overijssel en Gelderland zijn beide betrokken bij ontwikkelingsmaatschappij Oost NV. Provincie Overijssel kan als gespreks- en zakenpartner fungeren voor de Duitse en Europese overheid en de coördinatie verzorgen van grensoverschrijdende en Europese initiatieven. Op verzoek van het bedrijfsleven kan de provincie deelnemen aan handelsmissies.
Concept versie van 28 januari 2013
13
Uitvoeringsprogramma Agro&Food Overijssel 2013–2015
Provincie Overijssel committeert zich ook aan opgaven die maatschappelijk wenselijk zijn, maar zonder haar tussenkomst niet van de grond zouden komen. Via subsidies of leningen uit een revolverend fonds kunnen kansrijke initiatieven een (eenmalige) financiële injectie krijgen. In dit uitvoeringsprogramma geeft de provincie onder bepaalde omstandigheden bijvoorbeeld kennisvouchers uit of zet zij middelen uit het energiefonds of het innovatiefonds in om een pilot te helpen realiseren. Binnen de gebiedsontwikkelingsprogramma’s wordt actief de verbinding gezocht met de kerntaak regionale economie. Zo heeft het platform Boeren in het Vechtdal een vliegwielfunctie binnen Ruimte voor de Vecht. Groene Kennispoort heeft een schakelfunctie binnen het programma Noordoost Twente. Ook kan de provincie ten behoeve van een initiatief afspraken maken met de innovatieloketten, het Kennispark, de Kennispoort en de Stedendriehoek. Zo nodig zet zij haar bevoegdheden in. Toegevoegde waarde van de kennis- en onderwijsinstellingen Kennis- en onderwijsinstellingen vormen coalities met ondernemers en ketenpartijen. De topsectoren 1 Agro&Food en Tuinbouw&Uitgangsmaterialen gaan in hun Human Capital Agenda uit van regionale kennisclusters. In Overijssel verwachten we dat hier coalities tussen Innofood en de AOC’s ontstaan en versterkt worden. De CAH in Dronten, Wageningen UR en de Universiteit Twente zijn de coalitiepartners op HBO- en WO-niveau. Beroepsgericht opleidingsaanbod en leven lang leren De regionale kennisclusters organiseren m.b.v een flexibele opleidingsstructuur programma’s rond de regionale economische clusters. Het regionaal economisch cluster en het onderwijscluster organiseren samen de loopbaangerichte opleidingsvraag én het antwoord. Pre-competitieve ontwikkelingstrajecten Kennisinstellingen kunnen een belangrijke rol vervullen in de pre-competitieve fase. Deze rol wordt nog onvoldoende benut. Het is aan het samenspel tussen ondernemers en kennisinstellingen om hier een verbeterslag in te maken. De overheid faciliteert door partijen bij elkaar te brengen.
1
Human Capital Agenda Agro&Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, 2012.
14
Concept versie van 28 januari 2013
Uitvoeringsprogramma Agro & Food Overijssel 2013 – 2015
4.
Strategie
Provincie Overijssel streeft naar een versterking van de concurrentiekracht van de sector via de stimulering van nieuwe duurzame economische ketens. De sector moet een jaarlijkse groei van werkgelegenheid laten zien die boven het landelijk gemiddelde ligt. We zetten in op verhoging van de maatschappelijke waardering van de primaire sector. Daarnaast moedigt de provincie maatschappelijk verantwoord ondernemerschap aan, de integrale doelstellingen van de uitvoeringsagenda duurzame veehouderij zijn daarbij leidend.
4.1.
Doelstellingen
Provincie Overijssel ziet verduurzaming als een verbetering op de doelen voor welvaart, welzijn en natuurlijke hulpbronnen. In schema ziet dat er zo uit:
Reguliere uitvoering
Uitvoering na benutting kansen
Met dit uitvoeringsprogramma wil Provincie Overijssel een transitie bewerkstelligen naar een duurzame en economisch vitale agro&food-sector die maatschappelijk breed wordt gewaardeerd. De instrumenten uit het uitvoeringsprogramma zelf beïnvloeden direct de doelen op het terrein van welvaart. We zetten in op een groei van de werkgelegenheid in de hele agro&food-sector die hoger ligt dan het landelijk gemiddelde en verhoging van de maatschappelijke waardering voor de primaire sector. Vanuit onze visie op duurzaamheid is de afweging over activiteiten in het programma echter nooit eenzijdig gericht op verbetering van de welvaart, maar altijd integraal. De integrale doelstellingen van de uitvoeringsagenda duurzame veehouderij onderschrijven dit. Deze doelen zijn dierenwelzijn, diergezondheid en antibioticagebruik, mineralen, energie, klimaat, maatschappelijke acceptatie en economisch rendement. De convenantpartners van de UDV monitoren deze doelstellingen.
4.2.
Ontwikkelingsrichtingen
De agro&food-sector in Overijssel wordt gekenmerkt door een grote diversiteit. Daarin zijn twee hoofdontwikkelingsrichtingen te onderscheiden: Regionaal Agro&Food en Wereldmarkt Agro&Food. Ook is er een inter1 mediaire variant, getiteld Cross-over Agro&Food . De drie ontwikkelingsrichtingen komen naast elkaar voor. Zij worden hieronder nader beschreven.
1
Zie ook: Trendbureau Overijssel (2011) Toekomst van de Groene Sector - Overijssel 2020. Zwolle.
Concept versie van 28 januari 2013
15
Uitvoeringsprogramma Agro&Food Overijssel 2013–2015
Provincie Overijssel maakt bij de vraag of een kansrijk initiatief steun verdiend geen speciaal onderscheid tussen deze ontwikkelingsrichtingen. Haar inzet richt zich meer op aspecten als innovatie, laterale verbanden en het duurzaam opschalen van kansrijke initiatieven (zie paragraaf 4.3). Maar daarbij is het wel belangrijk de juiste accenten te leggen, en die kunnen per ontwikkelingsrichting verschillen. Regionaal Agro&Food Deze hoofdontwikkelingsrichting richt zich op streekeigen producten die via extensief grondgebruik op een regionale markt worden afgezet, vaak in combinatie met andere maatschappelijke waarden (natuur- en landschapsbeheer, recreatie, voorlichting en educatie, etc). Daarmee is de regionale agro&food-sector sterk gekoppeld aan het groene en recreatieve imago van Overijssel. Wat gaan we doen? Ondernemers worden aangemoedigd om nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen die gebruik maken van de specifieke regionale identiteit. Deze is vrijwel steeds geworteld in de natuur- en landschapswaarden van het gebied. Voor de ondernemers zijn deze waarden een belangrijke productiefactor die zij in nauwe samenwerking met de natuur- en landschapsorganisaties mede versterken en beheren. Om de kennis over dergelijke verdienmodellen en samenwerkingsarrangementen te helpen ontwikkelen en delen, steunt Provincie Overijssel het concept ‘Ondernemen met Natuur & Landschap’, wat aansluit bij het nieuwe ruimtelijke beleid van de provincie dat vanaf 2013 de categorie ‘Ondernemen met Natuur en Water’ kent. Ook zetten we sterk in op het betrekken van de landbouw bij het beheer van de ecologische hoofdstructuur zelf. Via de nieuwe verdienmodellen ontstaan ook interessante koppelingen met thema’s als Nieuwe Energie, de Bio-economie, Vrijetijdseconomie en Health. Bij de koppelingen met Vrijetijdseconomie en Health speelt ‘gebiedsprofilering’ een belangrijke rol. Het profiel van een gebied vloeit voort uit de identiteit die geworteld is in de natuur- en landschapswaarden en de cultuur. De vrijetijdseconomie in Overijssel zet in op vijf A-merken: IJsseldelta, WaterReijk Weerribben Wieden, Twente, Vechtdal Overijssel en Salland. De beleving van deze gebieden prikkelt de consument tot het kopen van producten en zal bij de burger meer waardering wekken voor de agro&food-sector. (zie Figuur 1). Weerribben Zuivel zien wij als een goed voorbeeld van deze strategie. De belevingswaarde van natuurgebied De Weerribben versterkt het groene imago van biologisch zuivelmerk Weerribben Zuivel. Omgekeerd versterkt het zuivelmerk dat in heel Nederland te koop is ook de toeristische marktwaarde van het gebied.
16
Concept versie van 28 januari 2013
Uitvoeringsprogramma Agro & Food Overijssel 2013 – 2015
Figuur 1 Gebiedsprofilering als motor
Wereldmarkt Agro&Food Deze hoofdontwikkelingsrichting richt zich op de West-Europese afzetmarkt en is specialistisch en kapitaalintensief. Op het moment zijn veel van deze bedrijven nog vooral gericht op winstmaximalisering door kostenreductie. Wat gaan we doen? Provincie Overijssel moedigt ondernemers in het segment Wereldmarkt Agro&Food aan om de bedrijfsvoering meer te richten op het creëren van toegevoegde (maatschappelijke) waarde. Zonder zo’n transitie dreigen deze ondernemingen de concurrentie te verliezen met buitenlandse bedrijven die via goedkopere productiewijzen zich ook op de Europese agro&food-markt richten. Innovatie via laterale verbanden met andere sectoren is hier het devies, evenals verduurzaming van het productieproces en gerichtheid op de kwaliteit van het product. Provincie Overijssel zal op deze aspecten het accent leggen. Verbetering van het imago en daardoor een grotere maatschappelijke waardering van de agro&food-sector zullen het resultaat zijn, maar ook gebiedsbranding kan voor Wereldmarkt Agro&Food positieve spin-off creëren (zie hiervoor). Ben & Jerry’s is een goed voorbeeld van een wereldmarkt georiënteerd merk dat investeert in kwaliteit en duurzame lokale verankering via haar caring dairy programma. Daar ontleent Ben & Jerry’s haar toegevoegde waarde aan. De productie voor de Europese markt vindt plaats in het Overijsselse Hellendoorn. Boeren uit de omgeving leveren de zuivel.
Concept versie van 28 januari 2013
17
Uitvoeringsprogramma Agro&Food Overijssel 2013–2015
Cross-over Agro&Food Deze intermediaire ontwikkelingsrichting richt zich op de financiële, administratieve, veterinaire en technische dienstverlening in de agro&food-sector. Deze bedrijfstakken kenmerken zich door een hoog kennisniveau. Vooral de machine- en apparatenbouw voor landbouw en voedingsmiddelenindustrie bieden kansen omdat men kan aansluiten bij de hoogwaardige kennis van de UTwente en de AOC’s en bij de metaalindustrie (die in Overijssel relatief sterk is). Omdat Cross-over Agro&Food sterk afhankelijk is van ontwikkelingen in de rest van de agro&food-sector, concentreert de uitvoering van het beleid van de provincie zich op de eerder genoemde twee hoofdontwikkelingsrichtingen. De cross-over bedrijfstak profiteert daar als vanzelf van mee. Een goed voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van de roundhousestal voor vleesvarkens door ID-Agro uit Lemelerveld. Dit type stal is geschikt voor een bedrijfsvoering die mikt op meerdere kwaliteitssterren op het gebied van dierenwelzijn. De stal levert energie en is ingericht op een maximale ammoniakreductie. De stal is toegankelijk voor publiek.
4.3.
Strategische speerpunten
Om de transitie naar een duurzame agro&food-sector te bewerkstelligen onderscheidt Provincie Overijssel binnen het Uitvoeringsprgramma Agro&Food drie strategische speerpunten (zie ook Hoofdstuk 2): innovatie, laterale verbanden en het opschalen van kansrijke initiatieven. Kennis en onderwijs zijn belangrijke aandachtsvelden die door de drie strategische speerpunten heen lopen (zie Figuur 2). Goed locatiebeleid is een strategisch speerpunt waarop de provincie inzet vanuit de kerntaak ruimtelijke ontwikkeling (de omgevingsvisie) en vanuit de kerntaak inrichting landelijk gebied (kavelruil) Gemeenschappelijke business cases Provincie Overijssel stimuleert ondernemerschap door samenwerkingsverbanden tussen ondernemers, kennisinstellingen en overheden tot stand te brengen en te ondersteunen (de Gouden Driehoek). Zij nodigt ondernemers uit om samen met ketenpartners de kansrijkdom van nieuwe initiatieven te onderzoeken. Zo’n ketenaanpak maakt dat de agro&food-sector innovatiever wordt en meer gericht op duurzaam ondernemen. Provincie Overijssel ondersteunt kansrijke initiatieven die worden onderbouwd met gemeenschappelijke business cases van ketenpartners (zie Figuur 2). Innovatie Overijssel heeft een aantal belangrijke kennisinstellingen die samen met ondernemers de motor kunnen zijn achter innovatie in de agro&food-sector. Provincie Overijssel zoekt nadrukkelijk aansluiting bij de Horizon2020-strategie van de EU die is gericht op ‘slimme specialisatie’ en de ontwikkeling van Europees Innovatiepartnerschap voor Productiviteit en Duurzaamheid in de Landbouw. Ook zoeken we de aansluiting bij het nationale Topsectorenbeleid. Daarmee leveren wij een bijdrage aan de ambitie van Nederland om in 2020 tot de top 5 van kenniseconomieën in de wereld te behoren. Kennispark Twente is de innovatiecampus van de Universiteit Twente en Saxion Hogescholen waar kennisintensieve ondernemers zich succesvol kunnen ontwikkelen. Hier vinden startende en doorgroeiende ondernemers toegang tot netwerken met financiers, talentvolle werknemers, business development support programma's en nieuwe ideeën. Ook Kennispoort Zwolle en het Innovatienetwerk Stedendriehoek zijn aangewezen plekken om technische en systeeminnovaties tot stand te brengen.
18
Concept versie van 28 januari 2013
Uitvoeringsprogramma Agro & Food Overijssel 2013 – 2015
Wat gaan we doen? Voor de meer technisch georiënteerde innovatietrajecten stelt Provincie Overijssel kennisvouchers beschikbaar voor gezamenlijke initiatieven in de agro&food-keten. Bovengenoemde kennisinstellingen spelen daarin een belangrijke rol. Voor de meer systeemgerichte innovaties kan de provincie een ketenregisseur inschakelen en de opdracht van de innovatieloketten uitbreiden. Deze kunnen behulpzaam zijn bij het ontwikkelen van nieuwe samenwerkingsarrangementen van ketenpartijen en bij het nadenken over marketingvraagstukken. Systeeminnovaties ontstaan vaak vanuit de combinatie met een ander thema, een laterale verband. In de lopende projecten Salland Waterproof en Landbouw op Peil wordt een systeem innovatie ontwikkeld vanuit de combinatie met water. De proeftuin N2000 is een goed voorbeeld van innovatie vanuit de koppeling met milieu. Deze projecten worden getrokken vanuit de kerntaak inrichting landelijk gebied. Laterale verbanden Een belangrijke aanvliegroute voor verduurzaming van de agro&food-sector is het leggen van laterale verbanden naar andere economische of maatschappelijke sectoren. Kansrijke aandachtsvelden zijn: nieuwe energie, bio-economie, natuur & landschap, gebiedsontwikkelingen, vrijetijdseconomie, hightech systemen en materialen, bouw en health. Voor nieuwe energie is de agro&food-sector een zeer belangrijk sector. Voor bio-energie is de sector de belangrijkste bron van biomassa. De agro&food-sector gebruikt ongeveer 70% van de grond in Overijssel. Daarmee is de sector een belangrijke speler in de gebiedsontwikkelingsprogramma’s Ruimte voor de Vecht, IJssel-Vechtdelta en Noordoost Twente. Wat gaan we doen? Voor elk van deze aandachtsvelden stelt Provincie Overijssel een stimuleringsprogramma beschikbaar, al dan niet gekoppeld aan het Overijsselse Innovatiefonds of Energiefonds of de gebiedsontwikkelingsprogramma’s. Het zwaartepunt van het Uitvoeringsprogramma Agro&Food ligt daarbij op zogenaamde “proof of concept” ontwikkeling. De provincie kan bijvoorbeeld participeren in het in praktijk brengen en monitoren van een nieuw dierhouderij-concept. Zie hiervoor Figuur 2. Schaalsprong Kansrijke nieuwe initiatieven hebben vaak een duwtje in de rug nodig om de overstap te kunnen maken van pilot naar commercieel vitale onderneming. Vaak vraagt dit op lokaal niveau om een andere interpretatie van wet- en regelgeving. Een belangrijk knelpunt kan zijn dat reguliere financiers (banken) nog niet willen investeren omdat het nieuwe concept zich nog niet in de markt heeft kunnen bewijzen. Het vinden van een geschikte financier of garantsteller is voor opstartende ondernemingen vaak lastig. Wat gaan we doen? Kansrijke initiatieven die zich als pilot al hebben bewezen kunnen door Provincie Overijssel worden gesteund bij het verder verbreden van de scope en het duurzaam opschalen naar een economisch levensvatbare onderneming. Binnen het Uitvoeringsprogramma Agro&Food kan indien nodig op bestuurlijk niveau contact gezocht worden met lokale overheden en maatschappelijke partners om te zoeken naar oplossingsruimte in wet- en regelgeving. Ook kan de provincie bemiddelen in het vinden van geschikte financiers en zich desgewenst garantstellen voor eventuele leningen.
Concept versie van 28 januari 2013
19
Uitvoeringsprogramma Agro&Food Overijssel 2013–2015
20
Concept versie van 28 januari 2013
Uitvoeringsprogramma Agro & Food Overijssel 2013 – 2015
Figuur 2 Strategische speerpunten en instrumenten voor verduurzaming van de agro&food-sector 4.4 Inzet op instrumenten Het Uitvoeringsprogramma Agro&food gebruiken we als bouwsteen voor onze inzet op andere programma’s en andere fondsen, bijvoorbeeld in het kader van de Europese horizon 2020 strategie of het TOPsectoren beleid van het Rijk. Voor het Uitvoeringsprogramma Agro&Food is in de periode 2012 – 2015 is een bedrag van €7 miljoen gereserveerd vanuit het investeringsbesluit Kerntaak Regionale Economie (PS/2012/107). Dit uitvoeringsprogramma geeft een begroting op hoofdlijnen voor de hele looptijd van het uitvoeringsprogramma. Deze begroting wordt gespecificeerd in de provinciale begroting.
Instrument
Draagt bij aan
budget
Kennisvouchers
Technische Innovatie
€ 1 miljoen
Proof of concept ontwikkeling
Systeem innovatie en laterale verbanden
€ 4,5 miljoen
Uitvoeringsprogramma Agro&food
Innovatie (innovatieloketten,
€ 1,5 miljoen
cross-overs en ketenregie), laterale verbanden (onderzoek, ronde tafels) en opschaling Totaal
€ 7 miljoen
Het bestaande, succesvolle, pMJP instrument agro-kennisvouchers ontwikkelen we verder tot een instrument dat de ambities van het Uitvoeringsprogramma Agro&Food dient. De vernieuwde kennisvoucherregeling wordt opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Subsidies. Daarbij gaan we voorlopig uit van een subsidieplafond van €300.000,- per jaar. Daarmee kunnen in de looptijd van het uitvoeringsprogramma ca. 140 kennisvragen worden behandeld. Het instrument proof of concept ontwikkeling werken we uit op basis van de ervaringen van de bestaande pMJP landbouwketeninnovatieregeling. Bij proof of concept ontwikkeling gaan we er echter niet vanzelfsprekend van uit dat subsidie de manier is om een goede businesscase verder te helpen. Met het oog op proof of concept ontwikkeling wordt ook uitdrukkelijk de aansluiting verkend bij (in oprichting zijnde) fondsen. Bij de beoordeling van kennisvouchers en bij proof of concept ontwikkeling maken we gebruik van advies van externe adviescommissies waarin experts uit bedrijfsleven en kennisinstellingen zitting hebben. Deze adviescommissies worden benoemd door Gedeputeerde Staten. Daarmee zetten we de werkwijze uit de pMJP landbouw innovatieregelingen voort waarbij ondernemers zelf hun plannen presenteerden aan de externe deskundigen. Met betere plannen en een beter advies als resultaat. Ook voor de uitvoering van het programma zelf reserveren we middelen. Deze middelen zetten we in op versterking van de agro&food kennis bij de Overijsselse innovatieloketten. Daarmee verstevigen we de basis voor goede cross-overs met andere sectoren. Systeeminnovatie is een fundamentele transitie die regie vraagt. Het profijt van systeeminnovatie is niet duidelijk aan een partij toe te rekenen. In het Uitvoeringsprogramma reserveren we middelen om – wanneer nodig – die ketenregierol te faciliteren. Laterale verbanden met andere sectoren zijn belangrijk in het Uitvoeringsprogramma. Vandaar dat we middelen reserveren voor onderzoek, kennisdelen en rondetafels ter ondersteuning van die laterale verbanden.
Concept versie van 28 januari 2013
21
Uitvoeringsprogramma Agro&Food Overijssel 2013–2015
Bijlage 1
22
Concept versie van 28 januari 2013
Uitvoeringsprogramma Agro & Food Overijssel 2013 – 2015
Concept versie van 28 januari 2013
23
Uitvoeringsprogramma Agro&Food Overijssel 2013–2015
24
Concept versie van 28 januari 2013
Uitvoeringsprogramma Agro & Food Overijssel 2013 – 2015
Concept versie van 28 januari 2013
25