Programmabegroting 2013 & Meerjarenbegroting 2014-2016
Leeswijzer De programmabegroting volgt de regelgeving van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Hierin is een aantal verplichte onderwerpen opgenomen dat in de begroting terug moet komen. In deze leeswijzer geven we kort aan wat u waar in het document kunt terug vinden. Aanbiedingsbrief In de aanbiedingsbrief geven wij een samenvatting van de belangrijkste punten uit de begroting, zowel cijfermatig als beleidsmatig. Hierin vindt u de wijzigingen die zijn verwerkt ten opzichte van de kadernota. Tevens vindt u hier de dekkings- en ombuigingsvoorstellen om de begroting voor 2013 sluitend te krijgen en de zoekrichtingen voor 2014 en verder. De programma’s (programmaplan) De programmateksten geven een beeld van het te voeren beleid. Hierin geven wij een overzicht van de stand van zaken en de onderwerpen waaraan wij werken. Per programma zijn concrete doelen gesteld. Aan het einde van elk programma vindt u een overzicht van de budgetten van dat programma op productniveau en worden de programmabudgetten financieel technisch toegelicht. De raad stelt de budgetten op programmaniveau vast. Paragrafen In de paragrafen gaan wij dieper in op de onderwerpen, die op de diversen programma’s terug zijn te vinden. Wij geven hierbij een beeld van het gevoerde beleid op de volgende onderwerpen: risicobeheersing (weerstandsvermogen), groot onderhoud (kapitaalgoederen), bedrijfsvoering, verbonden partijen (met name gemeenschappelijke regelingen), grondbeleid, beheer van geldstromen (treasury) en lokale heffingen. Waar mogelijk en noodzakelijk onderbouwen we dit met financiële gegevens. Bijlagen In de bijlagen is een aantal overzichten opgenomen als ondersteuning bij het lezen van de begroting.
2
Inhoud DEEL 1: PROGRAMMAPLAN ............................................................................................................................................ 4 1.1 Aanbiedingsbrief ....................................................................................................................................................... 5 1.2 Programma’s ............................................................................................................................................................. 6 Programma 1 Programma 2 Programma 3 Programma 4 Programma 5 Programma 6 Programma 7
Woonomgeving ....................................................................................................................................................... 6 Toerisme en vrije tijd............................................................................................................................................. 25 Ondernemen, werk en sociale zekerheid ............................................................................................................... 34 Veiligheid .............................................................................................................................................................. 49 Verkeer en bereikbaarheid..................................................................................................................................... 53 Zorg, welzijn en onderwijs .................................................................................................................................... 59 Dienstverlening en belastingen.............................................................................................................................. 79
Deel 2: PARAGRAFEN ........................................................................................................................................................ 91 2.1 Inleiding .................................................................................................................................................................. 92 2.2 Weerstandsvermogen .............................................................................................................................................. 93 2.3 Onderhoud Kapitaalgoederen................................................................................................................................ 104 2.4 Bedrijfsvoering...................................................................................................................................................... 124 2.5 Verbonden partijen................................................................................................................................................ 129 2.6. Grondbeleid........................................................................................................................................................... 134 2.7 Treasury................................................................................................................................................................. 146 2.8 Lokale heffingen ................................................................................................................................................... 153 DEEL 3: BIJLAGE ............................................................................................................................................................. 157 3.1 Kostenverdeelstaat ................................................................................................................................................ 158 3.2 Overzicht van lasten en baten................................................................................................................................ 159 3.3 Staat van investeringen.......................................................................................................................................... 161 3.4 Staat van reserves en voorzieningen ..................................................................................................................... 165 3.5 Staat van geldleningen .......................................................................................................................................... 168 3.6 Staat van personele sterkte en personeelslasten .................................................................................................... 169 3.7 Kerngegevens ........................................................................................................................................................ 170
3
DEEL 1 PROGRAMMAPLAN
DEEL 1: PROGRAMMAPLAN
4
1.1
Aanbiedingsbrief
5
1.2
Programma’s
Programma 1 1.1
Woonomgeving
Hoofdlijnen van het programma
Inleiding Dit programma betreft de ontwikkeling, het beheer en het onderhoud van de openbare ruimte in de meest brede zin, inclusief woningbouw, huisvesting, milieubeleid, vergunningverlening en handhaving. Woningbouw De “Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020”, de doelstelling om het woningbestand af te stemmen op de bevolkingsontwikkeling (vastgelegd in de woonvisie en andere documenten) en het Strategisch Woningbouwprogramma zijn de peilers waarop ons woningbouwbeleid is gebaseerd. Beheerplannen Eind 2010 zijn zes beheerplannen vastgesteld en als zodanig verwoord in het IBOR (Integraal Beheerplan Openbare Ruimte). Sinds 2011 is op basis hiervan gewerkt met concrete onderhoudsjaarplannen. Tevens heeft een onderhoudinhaalslag plaatsgevonden. De werkwijze van het team Wijkbeheer is aangepast om een maximaal resultaat binnen de beperkte middelen te kunnen behalen. Op deze wijze wordt gestuurd op kwaliteit, inhoud en beschikbare middelen. Zelfbeheer In 2012 zijn globale kaders vastgelegd waarbinnen zelfbeheer in de openbare ruimte mogelijk is. Zelfbeheer blijft voor de komende jaren een belangrijke ontwikkeling. Binnen de vastgestelde organisatiekoers neemt het werken aan een Sterke samenleving een belangrijke plaats in. De mate van zelfbeheer (binnen vooraf gestelde kaders) kan daarbij als één van de graadmeters worden gezien voor de medeverantwoordelijkheid van de samenleving voor de eigen leefomgeving. Als gemeente zullen we daarbij meer een faciliterende rol aannemen, zonder de eindverantwoordelijkheid helemaal los te laten. Afvalbeleid en milieustraat De gemeente beschikt sinds januari 2012 over een Gemeentelijk Afvalstoffen Plan. In de vorm van projecten wordt het beleid de komende jaren verder uitgewerkt en uitgevoerd. De inrichting en het beheer van de milieustraat maken hiervan onderdeel uit, evenals registratie van minicontainers en uitbreiding van het aantal ondergrondse containers bij hoogbouw en in de binnenstad, alsmede een andere wijze van inzamelen
6
van huishoudelijk restafval. Deze ontwikkelingen zijn voor de begroting budgettair neutraal, omdat de effecten in de afvalstoffenheffing worden verdisconteerd. Er ligt een relatie met de toekomst van de gemeentewerf; hiervoor zal weliswaar een apart traject gevolgd moeten worden, maar de werf en de milieustraat blijven op enigerlei wijze met elkaar verbonden. Dit geldt ook voor de Kringloopwinkel. 1.2
Beleidsinhoudelijke resultaten
Strategisch Woningbouwprogramma In februari 2010 is de “Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020” door de raad vastgesteld. Onderdeel van deze structuurvisie is het uitvoeringsprogramma, waarin één van de doelstellingen is het (toekomstig) woningbestand af te stemmen op de bevolkingsontwikkeling door gerichte nieuwbouw (aantallen en typen woningen). Om als gemeente aan deze doelstelling invulling te geven is het Strategisch Woningbouwprogramma opgesteld, waarin alle woningbouwlocaties (tot 2025) zijn opgenomen, inclusief de aard en het woningtype (sociale bouw, vrije sector, grondgebonden en niet-grondgebonden). Het programma gaat uit van ca. 40% nieuwbouw in de sociale sector en ca. 60% in de vrije sector. Het Strategisch Woningbouwprogramma is een belangrijk basisdocument voor volkshuisvesting, planologie (overleg met provincie over in- en uitbreiding) en financiën (actief grondbeleid en grondbedrijf). Met het programma voert de gemeente regie op de woningbouwontwikkeling voor de langere termijn. Tegelijkertijd is de woningbouw in een dynamische fase, waardoor vaak wijzigingen binnen ontwikkellocaties optreden. Hierdoor is het des te belangrijker het overzicht te bewaren en daar waar mogelijk bij te sturen. Het strategisch woningbouwprogramma is daarvoor een geschikt instrument dat niet los kan worden gezien van de planologische- en financiële aspecten. De provincie Utrecht stelt begin 2013 een nieuwe Provinciaal Ruimtelijke Structuurvisie vast. Hierin wordt vastgelegd hoeveel woningen de gemeente mag bouwen komende jaren. De verwachting is dat deze structuurvisie niet de ruimte biedt om alle woningen uit het woningbouwprogramma te realiseren. De komende jaren kan de gemeente nog voldoende woningen bouwen en na 4 jaar bekijkt de provincie opnieuw of er aanleiding is om de bouwmogelijkheden bij te stellen. Door de marktomstandigheden is het belangrijker dan ooit het woningbouwprogramma goed te monitoren. Verder spant de gemeente zich in om meer dan voorheen vraaggericht bouwen mogelijk te maken. Zo wordt er bijvoorbeeld meer ingezet op Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO), om de geraamde bouwproductie te halen. De projecten waarbij wordt gewerkt met CPO, zoals in De Kamp en in Oranjehof, lopen vrij goed. We onderzoeken actief welke instrumenten we kunnen inzetten om beweging te krijgen in de Wijkse woningmarkt zoals het (incidenteel) verlagen van grondprijzen, introductie van een CPOfonds, startersleningen, flexibelere bestemmingsplannen en de doorontwikkeling van CPO-initiatieven.
7
Wat willen we bereiken: 1. Het inwonertal van de gemeente op peil houden 2. Goede afstemming van het toekomstig woningbestand op de bevolkingsontwikkeling en samenstelling door gerichte nieuwbouw. 3. Gelijkmatige woningbouwproductie over de jaren (voorkomen grote fluctuaties in aantallen nieuwbouw). Wat gaan we er voor doen: Toelichting 1. Bouwen conform woningbouwprogramma Vooralsnog wordt vastgehouden aan de gemeentelijke structuurvisie. 2. Monitoring bevolkingsontwikkeling. Sociaaleconomische gegevens en overleg met de woningbouwcorporaties is van belang voor de juiste verdeling sociaalvrije sector. 3. Regie op de woningbouwplanning. Grote fluctuaties in woningbouwproductie moeten worden voorkomen door goede planning van gemeentelijke ontwikkellocaties en van derden. Omschrijving Bron Realisatie Streefwaarden 2013 2014 2015 2016 Prestatie indicatoren 1. Inwonertal op peil houden door Woningbouwprogram- Door het gemiddeld aantal te bouwen 240 130 130 130 voldoende nieuwbouw ma woningen naar 130 per jaar op te voeren. 2. Monitoring bevolkingsontwikkeling CBS Inwonertal 23.000 23.000 23.000 23.000 3. Inschrijvingen voor sociale Gegevens woningwoningbouw monitoren. bouwcorporaties. 3.200 3.100 3.000 2.900 Prestatie indicator Definitie: Toelichting:
Inschrijvingen als woningzoekende Het aantal mensen uit de gemeente Wijk bij Duurstede dat op 31 december van het desbetreffende jaar staat ingeschreven als woningzoekende bij WoningNet. Het aantal woningzoekenden geeft een beeld van hoeveel mensen de intentie hebben om te verhuizen. Niet iedereen die staat ingeschreven heeft echter de intentie om op korte termijn te verhuizen. Daarom mag het aantal ingeschreven woningzoekenden hoger zijn dan het aantal woningen dat jaarlijks vrijkomt. Het aantal ingeschreven woningzoekenden is sterk afhankelijk van het aantal woningen dat vrij komt. Dit wordt onder andere negatief beïnvloed door de mogelijkheden van woningzoekenden om door te stromen naar een andere woning, zoals door nieuwbouw.
Norm:
8
Ranges:
Frequentie: Verantwoording: Acties
Groen: < 1.000 Geel: tussen 1.000-3.000 Rood: 3.000 > Per jaar. Beleidsmedewerker Wonen
Volkshuisvesting De notitie Kansen voor starters is in 2008 door de gemeenteraad vastgesteld. Er is gekozen voor een concrete aanpak door middel van een aantal actiepunten. Ook wordt goed ingezet op bouwen in de sociale sector. En het terugdringen van het huisvestingstekort voor starters en de stijgende vraag naar ouderenwoningen. Dit heeft als basis gediend voor het strategisch woningbouwprogramma. In 2013 zullen we dit beleid actualiseren en bekijken hoe we in kunnen spelen op de huidige marktomstandigheden. Hierbij zal ook bekeken worden wat op korte termijn gerealiseerd kan worden en wat we op lange termijn nodig hebben. Wat willen we bereiken: 1. Terugdringen van het huisvestingstekort en de wachtlijsten met name voor ouderen en jongeren. 2. Woningzoekenden uit de gemeente zo goed mogelijk bedienen. Wat gaan we er voor doen: Inzetten van Lokaal Maatwerk.
Omschrijving Prestatie indicatoren. Slaagkans jongeren tot 23 jaar. Slaagkans jongeren 23 –29 jaar. Slaagkans ouderen 55-64 jaar. Slaagkans ouderen >64. Aantal woningen die worden aangeboden met Lokaal Maatwerk.
Toelichting Met Lokaal Maatwerk kan een beperkt aantal sociale woningen toegewezen worden aan lokale woningzoekenden. Bron
Woningstichting Volksbelang. Woningstichting Volksbelang. Woningstichting Volksbelang. Woningstichting Volksbelang. Gemeente.
Realisatie
Streefwaarden 2013 2014 2% 4% 9% 10% 40
3% 5% 9% 10% 40
2015
2016
4% 6% 9% 10% 40
5% 7% 9% 10% 40
9
Prestatie indicator Definitie: Toelichting:
Norm: Ranges:
Frequentie: Verantwoording: Acties Prestatie indicator Definitie:
Toelichting:
Norm: Ranges:
Frequentie: Verantwoording: Acties
Slaagkans Het aantal toewijzingen gedeeld door de vraag van woningzoekenden in een bepaalde leeftijdscategorie. De slaagkans geeft een beeld van hoe vaak men op een woning moet reageren voordat men een woning toegewezen krijgt. Hoe hoger de slaagkans hoe gunstiger voor de woningzoekende. Daarnaast is het van belang hoe lang men daadwerkelijk heeft moeten reageren, voordat de woning werd toegewezen. Dit getal blijkt in de praktijk heel erg te wisselen zonder dat daar een direct verband is te leggen met het aantal mutaties, bouwprogramma of andere gegevens. Daarom wordt hier alleen de streefwaarde gepresenteerd. De gemiddelde slaagkans van woningzoekende in Wijk bij Duurstede is een kleine 4%. Groen: > 6 Geel: tussen 4-6 Rood: < 4 Per jaar. Beleidsmedewerker Wonen Lokaal Maatwerk Het in afwijking van de huisvestingsverordening toewijzen van sociale huur- en koopwoningen, bijvoorbeeld door het eisen van bindingseisen aan de gemeente. Hierdoor wordt lokale doorstroming bevorderd. Het toepassen van Lokaal Maatwerk is toegestaan mits het op gemeentelijk niveau op maximaal 30% (op basis van het gemiddelde van voorgaande drie jaren) van vrijkomend aanbod wordt toegepast. Lokaal Maatwerk wordt vooral ingezet als de vraag naar de betreffende woningen dusdanig groot is dat Wijkse woningzoekenden naar verwachting een beperkte kans maken. 40 Groen: > 30 Geel: tussen 20-30 Rood: < 10 Per jaar. Beleidsmedewerker Wonen
10
Bestemmingsplan Buitengebied In 2013 dient een nieuw digitaal bestemmingsplan voor het gehele buitengebied te worden vastgesteld. In 2011 is als voorbereiding op het nieuwe plan een Nota van uitgangspunten opgesteld. De nota geeft een kader voor het nieuwe bestemmingsplan door het aangeven van ruimtelijke mogelijkheden en beperkingen. Conform het coalitieakkoord krijgen agrariërs meer ruimte voor het ontwikkelen van nevenactiviteiten, met name agro-toeristische activiteiten. In 2012 is de Nota van uitgangspunten vastgesteld door de raad. In 2012 heeft een uitgebreide inventarisatie plaatsgevonden van de verschillende functies en activiteiten die in het buitengebied plaatsvinden. Op basis daarvan wordt begin 2013 een voorontwerpplan naar buiten gebracht voor de inspraak. Daarna wordt vervolgens een ontwerpplan ter inzage gelegd. Zienswijzen over dit ontwerp worden verwerkt in het uiteindelijke plan dat eind 2013 ter vaststelling aan de raad wordt voorgelegd. Het bestemmingsplan wordt gefinancierd uit het budget voor actualisatie bestemmingsplannen. Wat willen we bereiken: Een nieuw bestemmingsplan Buitengebied vaststellen (2013). Daartoe wordt eerst een voorontwerp bestemmingsplan opgesteld, gevolgd door een ontwerp bestemmingsplan en het uiteindelijke Bestemmingsplan Buitengebied. Wat gaan we er voor doen: Inventarisatie functies en activiteiten buitengebied. (Voor)ontwerpplan opstellen en hierover inspraak organiseren.
Toelichting Het verkrijgen van inzicht in de huidige feitelijke situatie.
Uitvoeringsprogramma Structuurvisie Bij het vaststellen van de “Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020” in februari 2010 is besloten het uitvoeringsprogramma jaarlijks te evalueren en actueel te houden en de gemeenteraad daarover te rapporteren. In 2012 heeft het college besloten dit niet te doen. In het kader van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie zijn wel de gebieden die voor woningbouw zijn aangewezen tegen het licht gehouden. Dit heeft niet tot een ander gemeentelijk standpunt geleid. De gemeente blijft naast binnenstedelijk bouwen ook voorstander van woningbouw in de Geer III. Wat willen we bereiken: 1. De beleidsdoelen van de structuurvisie realiseren: koersen op een groene woon- en recreatiegemeente met werk en voorzieningen. 2. De beleidsdoelen indien nodig evalueren, zo nodig bijstellen en actueel houden. Wat gaan we er voor doen: Indien nodig wordt een rapportage opgesteld en aangeboden aan de raad.
Toelichting Door de beleidsdoelstellingen tegen het licht te houden kan de gemeente de koers bepalen en besluiten afwegen.
11
Bestendigen Wet voorkeursrecht Gemeenten Met het vaststellen van de “Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020” is het gemeentelijk voorkeursrecht dat in 2009 werd gevestigd tot februari 2013 verlengd. Het voorkeursrecht werd gevestigd op gronden grenzend aan de bebouwde kom om een gemeentelijke grondpositie te verwerven ten behoeve van woningbouw en bedrijvigheid. Het voorkeursrecht regelt dat eigenaren die grond willen verkopen, deze de grond eerst aan de gemeente moeten aanbieden. Om het voorkeursrecht te behouden moet in 2012 op één of meerdere locaties een bestemmingsplan worden vastgesteld door de gemeenteraad. Vanwege de stagnatie op de woningmarkt wordt overwogen dit niet te doen. Ook is niet tot aankoop van gronden overgegaan. Dit betekent dat in februari 2013 alle voorkeursrechten vervallen. In februari 2015 kan weer een nieuw voorkeursrecht gevestigd worden. Op de gronden van het toekomstige bedrijventerrein Broekweg Noord is eveneens een voorkeursrecht gevestigd. Hier vinden gesprekken plaats met de eigenaren over aankoop vinden nog plaats. Wat willen we bereiken: 1. Gemeentelijk grondbezit op strategische posities binnen ontwikkellocaties t.b.v. woningbouw en bedrijvigheid om regie te voeren. 2. Voorkeursrecht verzilveren op de locaties die voor ontwikkeling in aanmerking komen. Wat gaan we er voor doen: 1. Bepalen of grondaankoop voor de ontwikkeling van Broekweg Noord haalbaar is.
Toelichting In het verleden heeft een aantal lokale ondernemers aangegeven op zoek te zijn naar nieuwe bedrijfsruimte. Onderzocht wordt of deze interesse nog steeds bestaat. Zoja, dan kan onder voorwaarden worden beslist tot aankoop van grond ten behoeve van Broekweg Noord.
Inrichten grondbedrijf / grondbeleid Met de keuze van een actief grondbeleid is het noodzakelijk gebleken een (administratief) grondbedrijf in te stellen. Hiermee wordt een aantal risico’s voorkomen of beperkt. Vanwege de aanzienlijke woningbouwopgave die er ligt en de grote hoeveelheid financiële middelen die met grondpolitiek gemoeid is, blijft er druk staan op de reserve grondbedrijf en de algemene reserve vrij aanwendbaar. Bovendien is een doelstelling van het grondbeleid het bevorderen van maatschappelijk gewenst ruimtegebruik. Hiervoor worden publieke middelen ingezet. De inrichting van een grondbedrijf waarborgt transparantie in de uitgaven en inkomsten van deze middelen en maakt het mogelijk om met de noodzakelijke snelheid strategische aankopen te doen. De voeding van de algemene reserve grondbeleid komt voornamelijk uit exploitaties met een positief saldo. Uitgangspunt is dat de gemeente toewerkt naar meer opbrengsten (positieve grondexploitaties) die eraan kunnen bijdragen dat er minder geleend hoeft te worden, zodat het eigen vermogen toeneemt.
12
De woningmarkt verkeert momenteel in zwaar weer. Dat heeft ook zijn weerslag op de gemeentelijke woningbouwprojecten: de verkoop van gronden en daarmee de opbrengsten komen in een lager tempo binnen. Dit effect werkt door in de grondexploitaties. Om hier grip op te houden worden de grondexploitaties ieder half jaar doorgerekend. Wat willen we bereiken: 1 Het zoveel mogelijk voorkomen van financiële risico’s voor de gemeentelijke begroting. 2 Het bevorderen van maatschappelijk gewenst ruimtegebruik. 3. Het waarborgen van transparantie in uitgaven en inkomsten en het mogelijk maken om met de noodzakelijke snelheid strategische aankopen te doen. Wat gaan we er voor doen: Elk half jaar worden de lopende grondexploitaties geactualiseerd Opstellen van een cash flow schema voor de reserve grondbeleid.
Toelichting Door actualisatie van de grexen is sneller duidelijk waar bijsturing nodig is. Door het opstellen van een cash flow schema wordt duidelijk wanneer inkomsten voor de reserve grondbeleid te verwachten zijn.
Uitvoeren activiteiten SLoK Het klimaat uitvoeringsprogramma en de subsidieaanvraag Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (SLoK) 2009 - 2012 vloeien voort uit de ingediende intentieverklaring voor het Project ‘Op Kop’ van de provincie Utrecht. Met deze intentieverklaring wil de gemeente aangeven een toonaangevende gemeente te zijn op het gebied van klimaat en duurzaamheid. Vanuit de intentieverklaring is het aanvragen van de SLoKsubsidie een manier om klimaatprojecten op te starten en de intentieverklaring tot uitvoering te brengen. Inmiddels is een aantal projecten uitgevoerd of hebben een doorloop in 2013. Daarnaast heeft het college er voor gekozen om de laatste €12.000,- te gebruiken voor het begrotingstekort / uitgavenstop. Hierdoor kunnen we een aantal projecten niet meer uitvoeren. Wat willen we bereiken: 1. Maatregelen nemen op lokaal niveau tegen reductie van broeikasgassen. 2. Bijdrage leveren aan kabinetsdoelstellingen (30% < broeikasgassen in 2020 en 20% duurzame energie in 2020). Wat gaan we er nog voor doen: Toelichting Projecten Dit zijn de nog uit te voeren projecten - Implementatie GPR gebouw programma in organisatie en toetsing bij Duurzaam bouwen. Stimuleren van goede duurzame initiatieven bij nieuwbouw nieuwbouw - Energiedoelstelling opnemen in gemeentelijk volkshuisvesting beleid 13
- Energiebesparingcampagne bewoners. - Actie Groene voetstappen scholen - Stimuleren lokale duurzame energie.
De besparingscampagne uitbreiden naar andere woonwijken / kernen Stimuleren om niet met auto naar school te gaan. D.m.v. gelden worden lokale initiatieven gesubsidieerd.
IBOR Het beheer van de openbare ruimte is een belangrijke gemeentelijke zorg. Denk hierbij aan een goed werkend riool, goede wegen en voetpaden en veilige speelvoorzieningen. Afdeling Beheer beheert de openbare ruimte op basis van beheerplannen, waarbij de 6 grootste beheeronderdelen zijn samengevoegd tot het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR). Het IBOR wordt afgestemd met de overige beheerdisciplines waaronder het GRP. Het IBOR is door de raad vastgesteld in november 2010 en omvat een vierjarige onderhoudsplanning op een sober kwaliteitsniveau, die jaarlijks door middel van gedetailleerde jaarplannen wordt uitgevoerd. Hiervoor wordt deels gebruik gemaakt van de eigen dienst (Wijkbeheer) voor met name groen en verkeer-/ straatmeubilair en deels van aannemersbedrijven. Gezien de huidige financiële situatie zijn inmiddels meerdere bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd waarbij het sobere beeldkwaliteitsniveau nog verder naar beneden is geschroefd en diverse omvormingen (bijv. sierheester voor gras) zijn uitgevoerd. Naast deze inmiddels minimale onderhoudskwaliteit werkt de afdeling Beheer binnen de geldende beleidsafspraken en mogelijkheden mee aan verzoeken of initiatieven van inwoners. Dit houdt in dat bewoners, in samenwerking met de afdeling Beheer en de Concernstaf, er zelf voor kunnen zorgen dat hun straat of wijk een betere uitstraling of inrichting krijgt. Op dit moment zijn er door de afdeling Beheer kaders opgesteld waarbinnen het zelfbeheer vorm zou kunnen krijgen maar waarbij de verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden (zoals de overdracht van eigendom aan een rechtspersoon, onderhoud en vervanging van speeltoestellen, onderhoud van het groen en valondergronden, inspectie, toezicht, afbakening ten opzichte van de openbare ruimte en nakoming van overige wettelijke regelgeving) geregeld zijn en de ambtelijke inzet past binnen de huidige formatie. Met deze kaders wordt nu verder gewerkt in een ambtelijke werkgroep (waaronder coördinator Wijkgericht Werken) om te kijken hoe deze kaders kunnen worden toegepast in een procedure om het zelfbeheer zo realistisch mogelijk vorm te geven. Hierbij worden ook diverse burgers betrokken die in het verleden burgerinitiatieven hebben uitgevoerd en die hun kennis op dit gebied kunnen gebruiken om de procedure zelfbeheer praktisch te houden. Hieruit volgt een voorstel dat aan de raad ter besluitvorming zal worden voorgelegd en dat naar verwachting eind 2012, begin 2013 in werking kan treden, waarna het beheer speelvoorzieningen hierop kan worden aangepast. Wat willen we bereiken: 1. De gemeente streeft naar een veilige woonomgeving, met in de binnensteden/centra en begraafplaatsen een basis beeldkwaliteit en in de woongebieden en buitengebieden een sobere beeldkwaliteit. 2. Het bieden van een sobere of basis beeldkwaliteit met ruimte voor burgerinitiatieven om de eigen woonomgeving door middel van burgerparticipatie op te kunnen plussen en binnen vastgestelde kaders te kunnen veranderen. 3. Areaaluitbreidingen en toename van beheeronderdelen autonoom op te nemen in de begroting, zodat een verdere achteruitgang in de
14
budgetten wordt voorkomen (extra onderdelen/m2 bij gelijkblijvende budgetten). Wat gaan we er voor doen: 1. Het uitvoeren van meerjarenonderhoudsprogramma’s (m.b.v. beheersystematiek Dgdialog), binnen de beschikbare budgetten, uitvoeren van jaarlijkse inspecties, controles door wijkbeheerders en uitvoeren van de (door college) vastgestelde jaarplannen. 2. Het opstellen van een werkproces in samenwerking met de Concernstaf om actief mee te werken aan burgerinitiatieven en hierover duidelijke (onderhouds)afspraken te maken, met betrekking tot speelterreinen. 3. Afdeling Beheer houdt de areaaluitbreiding in de vorm van nieuwe woonwijken of inbreidingslocaties bij, uitbreidingen areaal in bestaande gebieden door burgerverzoeken, verzoeken uit JOSoverleg of Wijkgericht Werken e.d.
Omschrijving
Bron
Toelichting De inspecties vinden plaats om te voldoen aan de zorgplicht en vinden periodiek plaats. De jaarplannen worden jaarlijks geëvalueerd en in december voor het daaropvolgende jaar aangeboden. In samenwerking met de consulent Wijkgericht werken worden burgerinitiatieven begeleid en verankerd door middel van onderhoudsafspraken tussen gemeente en buurt (met contactpersoon) waarin afspraken over noodzakelijk onderhoud, eisen, tegenprestaties van Wijkbeheer e.d. zijn vastgelegd. Afdeling Beheer houdt deze uitbreidingen gedurende het hele jaar bij en zal deze gebundeld bij de kader- of voorjaarsnota voor alle IBORonderdelen aanvragen via een B&W-rapport. In dit rapport zullen de hoeveelheden en kengetallen en de benodigde extra middelen in de IBOR-budgetten worden beschreven. Bij het vaststellen van de beheerplannen heeft de raad reeds ingestemd met de financiële consequenties. Realisatie
Streefwaarden 2013 2014 2015 2016
Prestatie indicatoren % van alle aanvragen voor burgerparticipatie loopt via het Evaluatie gebruik procedure Zelfbeheer (nog Eind 2013. * % * % * % omschreven werkproces en handleiding op de in ontwikkeling met consulent Wijkgericht gemeentelijke website werken, afdeling Beheer, en bewoners) * percentage nader te bepalen in werkgroep Zelfbeheer. Prestatie Burgerparticipatie indicator Definitie: % van alle aanvragen voor burgerparticipatie loopt via het omschreven werkproces en handleiding op de gemeentelijke website.
*%
15
Toelichting:
Afgelopen jaren zijn er regelmatig burgerinitiatieven opgestart die via meerdere kanalen binnen de ambtelijke organisatie binnenkwamen, waardoor er niet voldoende overzicht was tussen verschillende initiatieven en de onderhoudsplanningen van Beheer. Afdeling Beheer is samen met de Concernstaf bezig een werkproces Zelfbeheer op te stellen met een stappenplan en omschrijving van de richtlijnen/kaders waaraan een dergelijk verzoek moet voldoen. Dit werkproces zal verder worden uitgewerkt in een stappenplan en handleiding op de gemeentelijke website, zodat dit gebruikt kan worden door inwoners en/of bedrijven die via burgerparticipatie hun eigen woonomgeving willen verbeteren. Doel is om de komende jaren zoveel mogelijk initiatieven via dit werkproces te laten verlopen. Norm: Percentage wordt nader vastgesteld in de werkgroep Zelfbeheer. Ranges: Percentage wordt nader vastgesteld in de werkgroep Zelfbeheer. Frequentie: Per jaar. Verantwoording: Coördinator BOR en Consulent WGW en bewoners Acties - Opstellen intern werkproces en aanwijzen behandelaar en vervanger en betrokkenen. - Opstellen gedetailleerde kaders en richtlijnen voor burgerinitiatieven (intern). - Faciliteren van medewerkers om binnen hun werkzaamheden aan de slag te kunnen gaan met burgerinitiatieven. - Opstellen hoofdlijnen voor burgerparticipatie (extern). - Opstellen stappenplan en uitleg voor op website. - Opstellen concept onderhoudsovereenkomst tussen inwoners en gemeente. - Inrichten pagina op website. - Communicatie richting bewoners via krant en website. Gemeentelijk afvalstoffenbeleid De gemeente heeft de zorgplicht voor het gescheiden inzamelen van huishoudelijk afval. Begin 2012 is het Gemeentelijk Afvalstoffen Plan (GAP) vastgesteld door de raad. Belangrijk item is verbetering van de bronscheiding en uitwerking en planning van het plan naar deelprojecten in de komende jaren. Voorbeelden zijn de milieustraat en de werf, ondergrondse containers en registratie van minicontainers.
Wat willen we bereiken: Uitwerking en planning in de komende jaren van deelprojecten uit het GAP. Modernisering van de milieustraat (in welke vorm dan ook) maakt hiervan onderdeel uit.
16
Wat gaan we er voor doen: Uitvoering vindt plaats in projectvorm: - minicontainermanagement - uitwerken papier in minicontainers - ondergrondse containers - milieuparkjes zo mogelijk ondergronds - aanpassen grof vuilbeleid - inzameling kunststof - vernieuwing milieustraat
Toelichting De projecten die zijn opgenomen in het GAP zullen worden uitgevoerd in samenhang met de gemeentelijke ontwikkelingen. Het streven is om ze eind 2016 gerealiseerd te hebben.
Wijkbeheer De inwoners van Wijk bij Duurstede zijn samen met de gemeente verantwoordelijk voor de kwaliteit van de woonomgeving. Uitgangspunt is een onderhoudsniveau zoals door de raad is vastgesteld: sober in de wijken en een hoger onderhoudsniveau in de centra en de begraafplaatsen. De wensen van de bewoners zijn vaak groter dan het onderhoudsniveau dat de gemeente biedt. Daarom probeert de gemeente binnen de beschikbare middelen mogelijkheden te realiseren, waarbij de bewoners een actieve rol spelen. In 2012 is een projectgroep zelfbeheer opgestart, waarin mogelijkheden van vormen van onderhoud door bewoners is uitgewerkt. Doel is om bij bewoners middels zelfbeheerarrangementen meer betrokkenheid en verantwoording te realiseren waarbij de gemeente meer faciliterend optreedt en minimaal hetzelfde beheerniveau gehandhaafd blijft zonder dat dit kostenverhogend werkt . Wat willen we bereiken: 1. Een gegarandeerd, maar sober kwaliteitsniveau in de wijken en een hoger niveau in de centra en begraafplaatsen. 2. Een actievere rol van de bewoners om, waar gewenst en binnen de daarvoor beschikbare middelen, een betere kwaliteit van de woonomgeving te verkrijgen. 3. Zelfbeheerarrangementen in een groot deel van de gemeente Wat gaan we er voor doen: 1. Werken volgens het beheerplan en de daaruit voortvloeiende werkplannen. 2. (schriftelijk vastgelegde) afspraken met bewoners over hun aandeel in het onderhoud. 3. Stapsgewijs invoeren van zelfbeheerarrangementen
Toelichting Per straat of locatie te maken. Afsluiten van arrangementen in twee wijken, gestreefd wordt naar 80% van de overige wijken op termijn.
Omgevingsvergunningen
17
In 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. In deze wet zijn 25 toestemmingen samengebracht in één nieuwe vergunning; de omgevingsvergunning. Het stelsel omvat onder andere integrale toestemmingen op het gebied van bouwen, milieu, kappen en uitwegen. Met de omgevingsvergunning wordt gestreefd naar een toestemmingstelsel met minder administratieve lasten, maar een voldoende beschermingsniveau. Wat willen we bereiken: Omgevingsvergunningen afhandelen binnen de wettelijke termijn. (8 weken voor vergunningen die met de reguliere procedure moeten worden voorbereid / 26 weken voor vergunningen die de uitgebreide procedure moeten doorlopen). Wat gaan we er voor doen: 1. Procedures efficiënt inrichten.
2. Coördinatie met partners en adviseurs stroomlijnen.
Omschrijving
Bron
Toelichting Meer ervaring met de nieuwe wet en bijbehorende procedures en goede benutting van ICT moet het afhandelingproces van vergunningaanvragen verder verbeteren. Verdere structurering van de samenwerking met adviseurs en partners zal de afhandeling van vergunningaanvragen versnellen. Realisatie 2013
Prestatie indicatoren % tijdig afgehandelde omgevingsvergunningen
Registratie gegevens van de afdeling DVL
95% in 2011
98%
Streefwaarden 2014 2015 98%
99%
2016 99%
Handhaving en bouw- en woningtoezicht In 2012 is verdere invulling gegeven aan de doorlichting van het Cluster Handhaving in 2011. Er is met name ingezet op een drietal vlakken, nl. Eén: het verbeteren van het overzicht van de feitelijke situaties in het buitengebied. Dit is mede ingegeven door de noodzaak van een nieuwe bestemmingsplan Buitengebied. Een perceelsgewijze inventarisatie is uitgevoerd en gecategoriseerd. Tevens is een risicoanalyse vastgesteld volgens de methode zoals door de Provincie Utrecht verlangd. Op basis van beide uitkomsten en in samenspraak met het college en de raad worden voor Handhaving voor 2013 en verder prioriteiten vastgesteld. Twee: verbetering van de onderlinge communicatie binnen gemeentelijke afdelingen. Doordat de resultaten van de inventarisatie van het buitengebied mede input vormen voor het Team RO van de afdeling SBP wordt verwacht dat daarmee de samenwerking wordt geïntensiveerd. Drie: in 2012 is een integraal opgezette handhavingnotitie en uitvoeringsprogramma 2013 opgesteld.
18
In 2013 zal uitvoering worden gegeven aan het onderzoeken van de mogelijkheden om (Bouw) handhaving extern onder te brengen. Voor de BOA geldt dat voor de tweede helft van 2012 en verder gekeken wordt naar mogelijke uitbesteding naar marktpartijen. De gemeentelijke BOA heeft in augustus 2012 een baan in de zorg aangenomen. Dit heeft de mogelijkheid vergemakkelijkt om te kijken hoe de kwetsbaarheid en de flexibiliteit verbeterd kunnen worden. Wat willen we bereiken: Een integraal handhavingsbeleid uitvoeren middels de gestelde prioritering. Een grotere flexibiliteit en een mindere kwetsbaarheid voor de BOA activiteiten en voor Handhaving in het algemeen. Wat gaan we er voor doen: Verkennen wat de mogelijkheden zijn voor uitbesteding van (Bouw)Handhaving en BOA activiteiten. Uitvoering geven aan de handhavingnotitie en uitvoeringsprogramma.
Toelichting
Straatreiniging Straatreiniging heeft tot doel een beeld te creëren zoals omschreven in het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte en te zorgen voor een veilige verkeerssituatie. Gestreefd wordt naar een sober beeld in de wijken en een verhoogd beeld in de centra. Sinds 2011 wordt straatreiniging uitgevoerd door chemische onkruidbestrijding via de methode Duurzaam Onkruid Bestrijding (DOB) toe te passen. Onderdeel van deze methode is dat minimaal zes maal per jaar moet worden geveegd. Met deze methode wordt afspoeling naar het oppervlaktewater geminimaliseerd. Daarnaast worden de verhardingen regelmatig geveegd. Wat willen we bereiken: 1. Een beeld zoals omschreven in het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte. 2. Veilige verkeerssituatie.
Wat gaan we er voor doen: 1. Via beeldbestek onkruidbestrijding op verharding realiseren. 2. Vegen van verhardingen.
Toelichting
19
1.3
Onze ombuigingsvoorstellen in één oogopslag
Voorstel ombuigingen
2013
2014
2015
2016
Toelichting op de ombuigingen
20
1. - Woonomgeving Recapitulatie
Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Lasten
Bestaand beleid: Ruimtelijk Ruimt.ordening/archeologie Bouw- en woningtoezicht Leges Bouw/Woningtoezicht Handhaving
658.555 361.881 0 293.716
572.757 319.565 0 291.259
619.239 297.237 0 298.363
599.720 292.656 0 293.586
567.080 290.152 0 290.975
550.435 287.199 0 287.895
1.639.795 167.007 334.438 543.444 499.303 392.136 1.920.161 1.863.365 493.824 41.372 1.628.490
1.224.933 205.933 69.116 550.956 412.975 210.109 1.849.681 1.892.312 617.955 34.954 1.725.670
1.155.501 99.503 37.399 553.458 409.377 214.239 1.778.089 2.020.637 533.664 38.105 1.854.277
1.157.748 94.521 37.622 572.518 383.847 212.049 1.789.117 2.125.274 529.131 37.206 1.908.592
1.142.783 92.758 34.845 571.171 378.426 210.057 1.786.236 2.235.242 526.592 36.044 1.883.170
1.129.330 91.153 31.737 570.191 371.903 207.983 1.770.716 2.354.088 523.601 35.758 1.829.082
388.548 5.462.098
300.155 5.437.471
303.818 5.344.720
259.817 3.993.729
256.353 2.882.038
251.666 1.783.954
16.688.133
15.715.801
15.557.626
14.287.133
13.183.922
12.076.691
Duurzaamheid en milieu Wegen/straten/pleinen Bruggen Straatreiniging Openbare verlichting Verkeersmaatregelen Watergangen Reiniging Riolering Milieutaken Natuurbescherming Openbaar groen
Woningbouw Volkshuisvesting/woningen Grondexploitatie woningen
Totaal lasten
21
1. - Woonomgeving Recapitulatie
Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Baten
Bestaand beleid: Ruimtelijk 29.174 26.129 790.831 5.500
0 20.000 532.981 4.500
0 20.000 541.500 4.500
0 20.000 481.500 4.500
0 20.000 481.500 4.500
0 20.000 481.500 4.500
35.352 0 0 28.824 14.714 45 2.171.237 1.959.806 2.969 0 47.599
29.000 0 0 7.493 19.700 50 2.132.664 2.118.529 14.800 0 24.500
29.000 0 0 7.500 21.187 50 2.134.307 2.149.530 10.800 0 24.500
29.000 0 0 7.700 21.187 50 2.119.772 2.257.007 10.800 0 24.500
29.000 0 0 7.700 21.187 50 2.116.684 2.369.857 10.800 0 24.500
29.000 0 0 7.700 21.187 50 2.099.458 2.488.350 10.800 0 24.500
251.520 5.570.386
169.121 5.427.471
142.770 5.334.720
140.023 3.958.729
137.164 2.847.038
134.189 1.748.954
Totaal baten
10.934.085
10.500.809
10.420.364
9.074.768
8.069.980
7.070.188
Saldo programma Ombuigingsvoorstellen Saldo pr. incl. ombuigingen
-5.754.048
-5.214.992
-5.132.262
-5.207.365
-5.108.942
-5.001.503
-5.754.048
-5.214.992
-5.132.262
-5.207.365
-5.108.942
-5.001.503
Ruimt.ordening/archeologie Bouw- en woningtoezicht Leges Bouw/Woningtoezicht Handhaving
Duurzaamheid en milieu Wegen/straten/pleinen Bruggen Straatreiniging Openbare verlichting Verkeersmaatregelen Watergangen Reiniging Riolering Milieutaken Natuurbescherming Openbaar groen
Woningbouw Volkshuisvesting/woningen Grondexploitatie woningen
22
Reservemutaties Toevoeging Algemene reserve IBOR Onttrekking bestemmingsreserve Fonds Volkshuisvesting startersleningen Totaal toevoeging Omschrijving Financieel perspectief Budgettair neutraal Structurele doorwerking Uren Financieel technisch Totaal saldo
x € 1.000 70
N
-44 83 -187 -78
V N V V
2013
2014
€ 195.479
€ 143.456
€ 2.905 € 198.384
€ 2.905 € 146.361
2015
2016
€ 2.905 € 2.905
€ 2.905 € 2.905
Toelichting financieel perspectief: Bestemmingsplannen RO, 40 V Het betreft het saldo van kosten voor actualiseren bestemmingsplannen en leges inkomsten voor planologische procedures, dat wil zeggen principeverzoeken, afwijkingsprocedures en bestemmingsplanprocedures. De inkomsten zijn afhankelijk van het aantal aanvragen. Op basis van de inkomsten 2012 is de inkomstenraming in de begroting 2013 verhoogd. RO actualiseren bestemmingsplannen 24 N In de voorjaarsnota 2012 is het budget voor inhuur bestemmingsplannen incidenteel verlaagd met € 38.000. De structurele bezuiniging (2013 e.v.) bedraagt € 14.000. Verkeersaanpassingen Cothen, Toermalijn, 20 N (eenmalig) In Cothen worden diverse verkeersaanpassingen gedaan i.v.m. de toegenomen verkeersdruk door nieuwbouw in de Kamp. De grondexploitatie de Kamp draagt de kosten van deze aanpassingen. De verkeersaanpassingen rond de school hebben geen relatie met de grondexploitatie en drukken daarom op de begroting. (Hierover zal overigens nog nader worden gesproken in het kader van de door de raad gewenste ombuigingsactiviteiten.)
23
Leges bouw- en woningtoezicht 55 N Naar verwachting zullen grote bouwprojecten uitblijven. Grondbeleid 5 N Betreft een werkbudget vanuit het Grondbeleid/Woningbouwprogramma. Hieruit worden bijvoorbeeld onderzoeken bekostigd voor het uitwerken van scenario's van locatieontwikkelingen waar nog geen grondexploitaties voor zijn opgesteld. Tot op heden is hiervoor geen budget beschikbaar. Dergelijke kosten worden nu oneigenlijk toegerekend aan lopende grondexploitaties. Toelichting structurele doorwerking: De najaarsnota 2012 is een document met de afwijkingen die betrekking hebben op 2012. De structurele doorwerking van deze afwijkingen vindt u hier in de begroting 2013 toegelicht. Tevens staan hier de afwijkingen die voortkomen uit het feit dat het budget in 2012 incidenteel was begroot. Milieubeleid adviezen van derden 46 N Vanuit de jaarrekening 2011 is eenmalig een budget van € 46.000 overgeheveld naar 2012. In 2013 is het budget vastgesteld op het oude niveau van € 8.000. Uren: De uren worden toegelicht in programma 7. Financieel technisch: Dit zijn afwijkingen die betrekking hebben op de reserves en voorzieningen alsmede de kapitaallasten en de budgetten die worden gedekt door kostendekkende tarieven (riool- en reiniging). Omdat uren ook deel uit maken van deze tarieven bestaat er een relatie tussen het nadeel op uren en het voordeel op financieel technische afwijkingen. De reservemutaties worden toegelicht in programma 7.
24
Programma 2 2.1
Toerisme en vrije tijd
Hoofdlijnen van het programma
Inleiding In dit programma bevinden zich onderwerpen als cultuur, sport en evenementen. Maar ook het rijke verleden onder en boven de grond maakt hier onderdeel van uit (cultuurhistorie, archeologie). Het is een programma dat financieel voor een flink deel bestaat uit subsidies voor verenigingen en instellingen, zoals muziekscholen, de bibliotheek en sportverenigingen. Het programmablad is gesplitst in drie verschillende onderwerpen te weten: recreatie, cultuur en sport. Onder de betreffende onderwerpen worden verschillende punten uitgewerkt. 2.2
Beleidsinhoudelijke resultaten
Visie Rivierfront De kracht van de gemeente ligt niet alleen in het rijke verleden, maar ook in het waterrijke heden en met name de ligging aan de rivier. De hiervoor uitgewerkte visie is van groot belang voor de toekomst van Wijk bij Duurstede. Hiervoor ontbreken momenteel gemeentelijke investeringsmiddelen, maar dit laat onverlet dat ontwikkelingen door derden, in lijn met de visie, met enthousiasme zullen worden begroet. Ontwikkeling Gravenbol, de gemeente is samen met provincie en recreatieschap een "pilot" gestart om de Gravenbol open te houden middels een particulier initiatief van Wijk nog Leuker. De insteek is om het beheer van de Gravenbol op vernieuwende wijze vorm te geven zodat het terrein toegankelijk blijft voor recreanten. Stadshaven Eind 2011 is een aanbestedingsprocedure voor het beheer en de exploitatie van de stadshaven gestart. De zeer beperkte exploitatiemogelijkheden op het stadshaventerrein als gevolg van het feit dat de stadshaven onderdeel is van de uiterwaarden, blijkt voor de mogelijke exploitanten heel lastig om voldoende omzet te kunnen genereren om voor de gemeente kostenneutraal uit te komen. De verwachting is dat in het 4e kwartaal van 2012 duidelijkheid komt over hoe het vervolgtraject eruit gaat zien. Toerisme en recreatie De gemeente Wijk bij Duurstede heeft belang bij investeren in toerisme. Het is een aantrekkelijk stadje om te vertoeven en inwoners en ondernemers varen wel bij dat aantrekkelijke (economisch vestigings-) klimaat. De gemeente draagt bij aan de toeristische ontwikkeling op meerdere fronten. Op dit moment werkt de gemeente samen met andere gemeenten aan een promotiecampagne maar dit zal volgend jaar helaas niet meer mogelijk zijn gezien de bezuinigingen. Ook gaat er op de bijdrage van de VVV bezuinigd worden. Des te meer blijft de uitdaging om toerisme en recreatie zo goed mogelijk te promoten, gezien het grote belang van toerisme voor de lokale economie.
25
Agrotoerisme Buitengebied In 2013 wordt er beleid gemaakt voor Vrijkomende Agrarische Bedrijven (VAB). Dit beleid zal aansluiting hebben op de al vastgestelde nota van uitgangspunten, het recreatieve beleid en het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied. Recreatieve voorzieningen Het Recreatieschap, een gemeenschappelijke regeling waar o.a. gemeente Wijk bij Duurstede aan deelneemt, kampt de komende jaren met een aanzienlijke bezuinigingstaakstelling. Stond eerder de toekomst van recreatieterrein ‘Doornse Gat’ nog op de tocht; in 2012 werd de toekomst van Gravenbol ook onzeker. Het wijkse initiatief om Gravenbol open te houden heeft ervoor gezorgd dat Gravenbol zeker in 2013 nog open zal zijn. Het is echter de vraag of deze recreatieplas genoeg op zal brengen om (voor het recreatieschap) kostenneutraal beheerd te gaan worden. De komende tijd zal er meer duidelijk moeten worden over de toekomst van de Gravenbol. Hiervoor wordt een intentieverklaring getekend tussen het recreatieschap, de provincie, de gemeente en de exploitant. Kinderboerderij De Vliert heeft een groot maatschappelijk draagvlak. Heel veel inwoners maken gebruik van deze voorziening. Handhaving van de kinderboerderij met de huidige ruime openingstijden is alleen mogelijk als de vergoeding die de Biga Groep in rekening brengt voor de detachering van het personeel kan worden verhoogd. Met ingang van 2013 wordt de situatie kritisch nader bezien bij het afsluiten van een nieuwe uitvoeringsovereenkomst met de kinderboerderij. Wat willen we bereiken: 1.Het onderbrengen van de exploitatie van de stadshaven bij een private partij. 2.Een fors aantal speelterreinen op andere wijze exploiteren middels zelfbeheer arrangementen voor bewoners / verenigingen 3.We streven ernaar dat vanuit een bewonersinitiatief een speeltuinvereniging ontstaat die beheer en onderhoud van de speelterreinen op zich zal nemen. 4.Het in stand houden en waar nodig bijdragen toeristische promotieactiviteiten in de Krommerijn Streek Wat gaan we er voor doen: 1. Het opstellen van een werkproces in samenwerking met de consulent Wijkgericht Werken en bewoners om actief mee te werken aan burgerinitiatieven en hierover duidelijke (onderhouds)afspraken te maken.
Toelichting In samenwerking met de consulent WGW worden burgerinitiatieven begeleid en verankerd door middel van onderhoudscontracten tussen gemeente en buurt (met contactpersoon) waarin afspraken over noodzakelijk onderhoud, eisen, tegenprestaties van Wijkbeheer e.d. zijn vastgelegd.
2. Kostendekkend maken van de leges van commerciële activiteiten en verhogen van de leges van niet-commerciële activiteiten.
26
Dorestad zichtbaar Dit project is in 2011 afgerond. Museum Dorestad Museum Dorestad heeft het jaar 2010 vooral gebruikt om zich te herprofileren. Het museum is heringericht en is gaan reorganiseren. De herinrichting en reorganisatie van het museum moeten op termijn leiden tot hogere bezoekersaantallen, een bredere maatschappelijke functie en een duidelijke profilering rondom het zichtbaar maken van Dorestad en de geschiedenis van Wijk bij Duurstede. Calypso Theater Het Calypso Theater is een presenterend en producerend theater, dat gericht is op de inwoners van Wijk bij Duurstede. Het Calypso theater heeft recent te kennen gegeven dat zij commerciële activiteiten wil gaan ontplooien om zo de bedrijfsvoering en de duurzaamheid van het theater te bevorderen. Komend jaar zal het theater zich dan ook verder bezig gaan houden met het uitbreiden en doorvoeren van nieuwe initiatieven die de bedrijfsvoering stimuleren. Op dit moment wordt gewerkt aan versterking van de horecafunctie. Cultuurnota / amateuristische cultuurbeoefening Op 27 oktober 2009 is de cultuurnota aangenomen. Hierin worden de kaders voor het cultuurbeleid omschreven. Om de benoemde doelstellingen te behalen subsidieert de gemeente Wijk bij Duurstede verschillende evenementen en initiatieven die gericht zijn op cultuur. Daarnaast is er in 2010 een cultuurcoach aangesteld. Zij heeft een groot netwerk binnen het culturele werkveld en heeft een belangrijke aanjaagfunctie binnen de gemeente Wijk bij Duurstede met name toegespitst op de basisscholen. Naast het ondersteunen van culturele initiatieven, organiseert zij ook culturele activiteiten. Doordat na 2012 de subsidieregeling Cultuurparticipatie van de provincie afloopt, is er minder geld beschikbaar voor culturele initiatieven. Dit betekent dat de verschillende organisaties op een andere manier inkomsten moeten genereren om initiatieven te ontplooien. Daarnaast is vorig jaar besloten om de subsidies van de muziekverenigingen en de muziekscholen vanaf 2013 te verlagen. Deze organisaties moeten op een andere manier de wegvallende subsidie opvangen. Bibliotheek De Wijkse bibliotheek maakt deel uit van de Stichting Regiobibliotheek Zuid-Oost Utrecht (ZOUT). In alle drie de kernen is een bibliotheekvoorziening aanwezig. In 2010 is de bibliotheek Cothen ook opgenomen in ZOUT. In Cothen en Langbroek is de bibliotheekvoorziening samen met andere voorzieningen in de resp. dorpshuizen gehuisvest. In de kern Wijk wordt nog onderzocht welke mogelijkheden er zijn om de huisvesting te combineren met andere voorzieningen. De provincie streeft naar een fusie van alle regiobibliotheken met het Bibliotheek Service
27
Centrum (BiSC), zodat één grote bibliotheekorganisatie ontstaat. Hierover bestaat echter nog geen overeenstemming; besluitvorming wordt niet op korte termijn verwacht. Monumentenzorg Het verlenen van medewerking aan de uitvoering van het rijksbeleid ten aanzien van het cultuurhistorisch erfgoed in de gemeente Wijk bij Duurstede. De gemeente Wijk bij Duurstede heeft beleid ontwikkeld om het beheer en behoud van de monumentale waarden zo optimaal mogelijk te bevorderen. Bij beleids-/planvoorbereiding worden, teneinde het historisch karakter te behouden en de leefomgeving te versterken, de cultuurhistorische waarden van de kernen nadrukkelijk betrokken. Het in gang gezette gemeentelijk monumentenbeleid is daar een voorbeeld van. Naar verwachting kunnen eind 2012 66 van de 74 voorlopig aangewezen “objecten” definitief worden aangewezen als gemeentelijk monument (dit is wel afhankelijk van het aantal zienswijzen). Tevens zal eind 2012 de archeologische waarden- beleidskaart voor het grondgebied van de gemeente Wijk bij Duurstede worden vastgesteld en in werking treden.
Omschrijving
Bron
Realisatie 2013
Streefwaarden 2014 2015
2016
Er worden definitief gemeentelijke Aangewezen gemeentelijke monumenten aangewezen. monumenten.
74
74
74
74
Archieven/ RHC Het Regionaal Historisch Centrum is in 2011 officieel geopend en is voor iedereen die iets wil weten over de geschiedenis en de bewoners van het Kromme-Rijngebied en de Utrechtse Heuvelrug. De GR RHC is op 1 januari 2010 ontstaan als opvolger van het Streekarchivariaat KrommeRijngebied en de Utrechtse Heuvelrug. De deelnemende gemeenten zijn: Bunnik, Houten, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij Duurstede. Het RHC Zuidoost Utrecht beheert de rijke historische archieven en collecties van en uit deze vijf gemeenten. Het RHC richt zich op drie deeltaken: Het beheer en behoud van collecties, toezicht en advisering inzake de gemeentelijke archieven en dienstverlening en educatie. Wat willen we bereiken: 1. Het bijeenbrengen, inventariseren, beheren en toegankelijk maken van een collectie museale goederen in relatie tot het rijke verleden van Wijk bij Duurstede, alsmede het cultuurhistorisch erfgoed in aanraking brengen met de inwoners van Wijk bij Duurstede en (ver)
28
2. 3. 4. 5. 6.
daarbuiten. Het invulling en uitvoering geven aan de in de cultuurnota geformuleerde doelstellingen en criteria. Het culturele profiel van de gemeente Wijk bij Duurstede versterken (één van de peilers van city marketing). Een goede bibliotheekvoorziening in stand houden in de 3 kernen. Het behouden, beheren en versterken van het cultuurhistorisch erfgoed, waaronder monumenten, beeldbepalende panden, objecten, terreinen, cultuurhistorische structuren en archeologische waarden. Het behouden en beheren van het RHC voor een volledige informatievoorziening van bezoekers.
Wat gaan we er voor doen: 2. Gemeente stelt subsidie beschikbaar.
Toelichting De gemeente Wijk bij Duurstede zorgt voor onderlinge verbanden en het stimuleren/ implementeren van culturele initiatieven.
5. Het verkrijgen van een archeologische waarden- beleidskaart waarna een archeologische beleidskaart met archeologieverordening kan worden samengesteld; dit is op basis van de nieuwe Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAM). Omschrijving
Bron
Realisatie 2013
Prestatie indicatoren 2. De gemeente Wijk bij Duurstede ondersteunt minstens 20 culturele initiatieven/organisaties.
Uitgegeven subsidies en ondersteuning van de cultuurcoach.
20
Streefwaarden 2014 2015 20
20
2016 20
29
Sport Doelstellingen sportnota In de sportnota zijn verschillende doelstellingen opgenomen ten behoeve van de sport. Deze doelstellingen zijn onder te verdelen in drie verschillende groepen namelijk: breedtesport, stimulering doelgroepen en accommodaties. Om tot de doelstellingen te komen subsidieert de gemeente Wijk bij Duurstede de sportverenigingen. Daarnaast financiert de gemeente eventuele nieuwbouw en de instandhouding van sportaccommodaties. Ondanks de bezuinigingen wordt middels minder of kleinere initiatieven geprobeerd om de doelstellingen die benoemd zijn in de sportnota te behalen. Marienhoeve De verwachting is dat eind 2012 begin 2013 aan de raad wordt voorgesteld om het krediet beschikbaar te stellen voor de bouw van de sporthal(len) op Marienhoeve. De bouw zal daarna zo spoedig mogelijk aanvangen. Subsidies Vorig jaar is het besluit genomen om de jeugdlidsubsidie met ingang van het jaar 2013 te halveren. Dit betekent dat het bedrag per jeugdlid van € 16,09 verlaagd wordt naar het afgeronde bedrag van € 8,00. Daarnaast is de keuze gemaakt om een gedeelte van het bedrag voor incidentele initiatieven naar beneden bij te stellen. De kans is aanwezig dat vanaf het jaar 2013 de contributie bij de sportverenigingen zal stijgen. Bij deze bezuinigingen zal het belangrijk zijn en blijven om aandacht te hebben voor die mensen waarvoor financiën een probleem vormen om deel te nemen. Investeringen sportaccommodaties Op dit moment zijn er verschillende sportprojecten die in het jaar 2013 doorlopen. Dit zijn de bouw van de sporthal/turnhal en het vraagstuk omrent het zwembad. Daarnaast wordt gekeken of er mogelijkheden zijn om het gymonderwijs in Cothen onder te brengen in sporthal de Rijnsloot. Alle projecten kennen stuk voor stuk een eigen dynamiek en een eigen planning, die afzonderlijk uitgewerkt worden. Wat willen we bereiken: 1. Het in stand houden van het sportaccommodaties waarbij de financiële positie van de gemeente in acht wordt genomen. 2. Het toegankelijk houden van sport / sportvoorzieningen voor iedere inwoner van de gemeente Wijk bij Duurstede ondanks de verminderde inkomsten van de verenigingen door het verlagen van de subsidies. Wat gaan we er voor doen: 1. Minimabeleid in stand houden.
Toelichting Er is een regeling voor kinderen tot en met 18 waarbij ze financieel ondersteund worden als zij lid willen worden van een sportvereniging.
30
2. Verenigingen waar nodig ondersteunen met informatie voor het verwerven van inkomsten.
Omschrijving
Als de subsidie minder wordt moeten verenigingen op een andere manier inkomsten werven. Als verenigingen behoefte hebben aan informatie hierover kunnen zij zich wenden tot de gemeente of het vrijwilligerssteunpunt.
Bron
Realisatie
Prestatie indicatoren Aantal mensen, zowel jeugd als Cijfers die de verenigingen aanleveren als zij subsidie volwassenen, dat sport bij gesubaanvragen. (Mocht de hele subsidie verdwijnen, dan is sidieerde verenigingen in stand houden. deze bron niet meer van toepassing)
2.3
Streefwaarden 2013 2014 2015
2016
4.200
4.200
4.200
4.200
Onze ombuigingsvoorstellen in één oogopslag
Voorstel ombuigingen
2013
2014
2015
2016
Toelichting op de ombuigingen
31
2. - Toerisme & vrije tijd Recapitulatie
Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Lasten
Sport Sport
1.068.209
1.025.305
1.110.551
1.053.624
1.031.100
1.024.394
499.891 299.960 202.594 135.420 112.488 221.337 172.686 126.903 2.839.488
477.032 289.396 181.178 239.643 160.352 214.445 221.944 163.627 2.972.922
447.450 257.108 172.453 167.023 157.810 216.398 206.189 160.590 2.895.572
416.359 247.596 171.291 165.150 156.556 210.700 206.522 159.739 2.787.537
415.703 247.192 171.099 163.063 154.147 210.369 203.116 159.208 2.754.997
414.897 245.673 169.273 155.311 151.279 207.857 200.034 158.734 2.727.452
296.294
182.873
81.500
81.500
81.500
81.500
87.834 22.500 58.272 23.696 31.462 4.479 0 106.624 631.160
86.535 25.000 57.190 23.700 39.400 4.413 0 139.781 558.892
86.535 0 57.190 24.264 39.400 4.413 0 135.773 429.075
61.535 0 57.190 24.264 39.400 4.413 0 136.554 404.856
61.535 0 57.190 24.264 39.400 4.413 0 137.354 405.656
61.535 0 57.190 24.264 39.400 4.413 0 138.174 406.476
-2.208.328
-2.414.030
-2.466.497
-2.382.681
-2.349.341
-2.320.976
-2.208.328
-2.414.030
-2.466.497
-2.382.681
-2.349.341
-2.320.976
Cultuur Openbare bibliotheek Kunst & Cultuur Museum Monumentenzorg Evenementen en volksfeesten Recreatievoorzieningen Speelvoorzieningen Archieven
Totaal lasten Baten
Sport Sport
Cultuur Openbare bibliotheek Kunst & Cultuur Museum Monumentenzorg Evenementen en volksfeesten Recreatievoorzieningen Speelvoorzieningen Archieven
Totaal baten Saldo programma Ombuigingsvoorstellen Saldo pr. incl. ombuigingen
32
Omschrijving Financieel perspectief Budgettair neutraal Structurele doorwerking Uren Financieel technisch Totaal saldo
x € 1.000 -2
V
-97 97 54 52
V N N N
Toelichting financieel perspectief: Door indexering van de huren is er op dit programma per saldo een klein voordeel ontstaan. Toelichting structurele doorwerking: De najaarsnota 2012 is een document met de afwijkingen die betrekking hebben op 2012. De structurele doorwerking van deze afwijkingen vindt u hier in de begroting 2013 toegelicht. Tevens staan hier de afwijkingen die voortkomen uit het feit dat het budget in 2012 incidenteel was begroot. Uren: De uren worden toegelicht in programma 7. Financieel technisch: Dit zijn de afwijkingen die betrekking hebben op de reserves en voorzieningen alsmede de kapitaallasten.
33
Programma 3 3.1
Ondernemen, werk en sociale zekerheid
Hoofdlijnen van het programma
Inleiding Er is binnen dit programma veel in beweging. Zowel vanuit het kabinetsbeleid als vanuit de economische ontwikkeling en de effecten daarvan op de arbeidsmarkt en sociale zekerheid in onze gemeente. 3.2
Beleidsinhoudelijke resultaten
Wet Werken Naar Vermogen (1) Een onderdeel van het bestuursakkoord tussen rijksoverheid en gemeenten is dat er één regeling komt voor de ‘onderkant van de arbeidsmarkt’: de Wet Werken Naar Vermogen (WWNV). Deze wet zou ingaan op 1 januari 2013. In mei 2012 is de WWNV door de val van het kabinet controversieel verklaard. Na de vorming van het nieuwe kabinet zal de toekomst voor de sociale zekerheid opnieuw op de agenda komen. De verwachting is wel dat er één regeling komt voor de ‘onderkant van de arbeidsmarkt’. Hoe deze regeling eruit zal zien en op welke termijn die wordt ingevoerd is nog niet bekend. RSD/SWZ (2) In 2012 heeft in alle regiogemeenten besluitvorming plaatsgevonden over de aanpassing van de GR RSD en het opgaan van de GR SWZ in de nieuw te vormen Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (RDWI). Eind 2012 is dit traject afgerond, de nieuwe GR RDWI wordt op 1 januari 2013 van kracht. Wet Werk en Bijstand (3) Binnen dit programma is het vraagstuk voor de WWB vooral het ‘beperken van de schade’. Gedurende een groot aantal jaren blijven de rijksbijdragen voor het inkomensdeel achter bij het werkelijk aantal verstrekte uitkeringen. Essentieel blijft daarom dat het Jaarplan, dat door de RSD is opgesteld, zich richt op het terugdringen van het tekort op het Inkomensdeel. Wajong (4) De gemeente zou met de komst van de WWNV ook de regie krijgen over de Wajong. Omdat de WWNV niet ingaat op 1 januari 2013 blijft de regie vooralsnog bij het UWV.
34
Wet sociale werkvoorziening (5) Biga Groep bv is de uitvoerder van de WSW. Het contract met Biga loopt tot 31-12-2014. Met de op handen zijnde wetswijzigingen zullen zowel Biga als de gemeente onderzoeken of en op welke wijze het contract wordt voortgezet. Sinds medio 2012 is dit traject in gang gezet. Om het contract per 1-1-2015 te kunnen beëindigen dient het vóór 1 januari 2013 te worden opgezegd. Wet participatiebudget (6) De budgetten voor re-integratie en educatie nemen de komende jaren sterk af. Het budget voor inburgering is in een aantal jaren afgebouwd tot € 0 in 2013. Inburgeraars moeten vanaf dat moment gebruik maken van een (nog door het Rijk te ontwikkelen) sociaal leenstelsel. Minimabeleid, Bijzondere Bijstand en Schuldhulpverlening (7) Het gemeentelijk minimabeleid, bijzondere bijstand en schuldhulpverlening worden door de RSD uitgevoerd. De laatste jaren is een toename te zien in het gebruik van deze regelingen. Hiermee stijgen ook de kosten. Naar verwachting zal vooral het gebruik van schuldhulpverlening nog verder toenemen waardoor ook de kosten zullen stijgen. De nieuwe Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) is op 1 juli 2012 in werking getreden. In samenwerking met de RSD is een regionaal beleidsplan opgesteld, het beleidsplan wordt vervolgens door de RSD geïmplementeerd. Met de komst van de nieuwe wet wordt de maximale wachttijd voor het bieden van een traject schuldhulpverlening bekort tot 4 weken. Hoewel de Wgs een zogenaamde open-einde regeling betreft zijn er wellicht toch mogelijkheden om een verdere stijging van de kosten te beperken dan wel te laten afnemen door de regeling op een andere manier (met andere partijen/organisaties) uit te gaan voeren. Dit wordt in 2012 onderzocht. In 2013 zal dit mogelijk financieel resultaat opleveren. Economie (8) De economische ontwikkeling staat nog altijd onder druk. Met name in sectoren als de bouw blijft het herstel achter. Het college probeert vanuit de gemeentelijke rol lokale aannemers een goede positie te geven binnen onze woningbouwprojecten. Bijvoorbeeld door hen uit te nodigen zich te presenteren aan de inwoners die deelnemen aan (collectief) particulier opdrachtgeverschap (invulling van vrije bouwkavels). Ook het mogelijk nader vorm te geven initiatief met betrekking tot een Wijkse werkplaats past binnen dit streven. Wijkse Werkplaats Het project de Wijkse Werkplaats is een initiatief dat aansluit op de behoefte aan een lokaal verzamelpunt waar instanties en werkgevers samenwerken om vraag naar en aanbod van medewerkers samen te laten komen en van waaruit medewerkers begeleid worden. De doelgroep bestaat uit mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, sw-medewerkers (inclusief wachtlijst) en mensen die voor dagbesteding zijn aangewezen op arbeidsmatige activiteiten. Afhankelijk van de individuele mogelijkheden is het streven om het maximaal haalbare niveau te bereiken. De participatieladder wordt daarbij gevolgd. Keuzes
35
Het Economisch Actie Programma (EAP) is samen met de ondernemerskring opgesteld om de lokale economie te ondersteunen. Veel van de opgenomen maatregelen zijn in uitvoering. Sommige onderdelen bleken ook op andere wijze gefinancierd te kunnen worden, bijvoorbeeld het project ‘frisse scholen’, waardoor er een deel van het EAP-budget vrijvalt. Werken naar vermogen (1) Ter voorbereiding op een nieuwe wet voor het sociaal zekerheidsstelsel, die er vermoedelijk zal komen maar waarvan nog niet bekend is wanneer, is regionaal en lokaal beleid ontwikkeld. In mei 2012 is het ‘aanvullend strategisch kader WWNV’ in de gemeenteraad besproken. De raad heeft aangegeven dat de ingeslagen vervolgd kan worden. Dit strategisch beleidskader is niet vastgesteld. Regionaal wordt besproken of dit kader alsnog in alle tot de GR behorende gemeenteraden vastgesteld zou moeten worden zodat dit vastgestelde beleid dient als basis voor het opstellen van de jaarplannen van de uitvoerders RSD, Biga en ROC. Wat willen we bereiken: 1. Vaststellen van regionaal en lokaal beleid in aansluiting op het Meerjarenbeleidkader sociale- en economische participatie 2011-2014. Een ‘aanvullend strategisch kader’ is opgesteld. Uitgangspunt is dat wie (gedeeltelijk) kan werken, ook gaat werken. Iedereen ‘werkt naar vermogen’. Wat gaan we er voor doen: 1. Het ‘aanvullend strategisch kader’ wordt aangepast aan de huidige situatie. 2. Dit ‘aanvullend strategisch kader’ wat aansluit op het Meerjarenbeleidkader socialeen economische participatie 2011-2014 wordt ter besluitvorming voorgelegd aan de raad. 3. De Wijkse Werkplaats wordt ontwikkeld om als vehikel te dienen om iedereen ‘naar vermogen’ te kunnen laten werken / participeren.
Toelichting Omdat de WWNV niet ingaat op 1-1-2013 moet het kader worden geactualiseerd.
Onder de paraplu van de ‘Wijkse Werkplaats” vallen diverse activiteiten waarbij gaat het om economische participatie (re-integratie) en sociale participatie (dagbesteding). Het gaat niet om het uitvoeren van het werk of dagbesteding zelf, maar om het coördineren ervan. Een goede match maken tussen vraag en aanbod. Deelnemers kunnen instromen op het voor hen juiste niveau. De doelgroep bestaat uit mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, sw-medewerkers (inclusief wachtlijst) en mensen die voor dagbesteding zijn aangewezen op arbeidsmatige activiteiten. Afhankelijk van de individuele mogelijkheden is het streven om het maximaal haalbare niveau te bereiken. De participatieladder wordt daarbij gevolgd. 36
Er is behoefte aan plekken bij werkgevers, terwijl andersom de verwachting is dat werkgevers in de nabije toekomst steeds meer een beroep moeten doen op mensen die niet in staat zijn om een volledige arbeidsprestatie te leveren. Daarbij is het voor werkgevers belangrijk dat deze mensen ook op de werkplek de nodige begeleiding houden. RSD/SWZ (2) Wat willen we bereiken: 1. De nieuwe Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (GR RDWI) , waarmee de GR RSD en de GR SWZ worden samengevoegd, is op 1 januari 2013 een feit. De raad wordt in de gelegenheid gesteld om haar kaderstellende en controlerende rol vorm te geven en wordt betrokken door de vertegenwoordigende collegeleden. Wat gaan we er voor doen: 1. De P&C cyclus van de GR RDWI wordt gemonitord door het college en de raad. Hiervoor worden zo nodig separate overleggen georganiseerd.
Toelichting De nieuwe GR wordt een uitvoeringsorganisatie waar veel geld in omgaat. Wij verwachten dat het college en de gemeenteraad actief betrokken worden bij de financiële cyclus van de Gemeenschappelijke Regeling en dat ook nadrukkelijk momenten worden ingebouwd om hier vanuit het college en de raad sturing aan te geven.
Wet Werk en Bijstand (3) De verwachting is dat er wederom een tekort op het I-deel zal ontstaan. Reden hiervoor is dat de werkeloosheid blijft stijgen. Op deze landelijke ontwikkeling hebben de gemeente en de RSD geen invloed. Om het tekort terug te dringen heeft de RSD een Jaarplan 2012 opgesteld. Zo nodig wordt in vervolg hierop ook een Jaarplan 2013 door de RSD opgesteld. Indien er een tekort ontstaat dat hoger is dan 10% kan bij het Ministerie een ‘aanvullende uitkering I-deel’ worden aangevraagd. Wat willen we bereiken: 1. Het terugdringen van het tekort op het I-deel door de instroom in het cliëntenbestand te verminderen en de uitstroom te vergroten. Wat gaan we er voor doen: Toelichting 1. De RSD geeft uitvoering aan het Jaarplan. Het belangrijkste doel is Door maandelijkse monitoring wordt het effect van het Jaarplan instroom in het cliëntenbestand te beperken en uitstroom te vergroten. beoordeeld en zo nodig tussentijds bijgesteld.
37
Wet participatiebudget (6) De budgetten re-integratie, educatie en inburgering nemen af. Wat willen we bereiken: 1. De beschikbare middelen worden zo doeltreffend mogelijk ingezet zodat mensen stijgen op de participatieladder met als maximaal doel economische zelfredzaamheid. Wat gaan we er voor doen: 1. In het Jaarplan van de RSD wordt opgenomen hoe de beschikbare middelen worden ingezet en wat de effecten hiervan zijn. Uitgangspunt hiervoor is de plaats van waar men staat op de participatieladder. Afhankelijk hiervan worden de middelen ingezet.
Toelichting Verantwoording vindt plaats via de jaarrekening van de RSD.
Minimabeleid, bijzondere bijstand en schuldhulpverlening (7) Naar verwachting zal het gebruik van schuldhulpverlening verder toenemen waardoor ook de kosten zullen stijgen. De nieuwe Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) is op 1 juli 2012 in werking getreden. Wat willen we bereiken: 1. Schuldhulpverlening wordt uitgevoerd volgens de wettelijke eisen. 2. De kosten voor schuldhulpverlening worden beperkt. Wat gaan we er voor doen: 1. Het actieplan implementatie Wgs wordt uitgevoerd. 2. De RSD stelt een beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2016 op. 3. In 2012 wordt een efficiency onderzoek uitgevoerd met als doel te komen tot reducering van de kosten.
Toelichting De wet is op 1 juli 2012 in werking getreden. Implementatie is op 1 januari 2013 gereed. Dit is wettelijk verplicht. Op het aantal aanvragen schuldhulpverlening wat wordt gedaan heeft de RSD geen invloed. Het efficiency onderzoek moet duidelijk maken of en hoe kosten bespaard kunnen worden op de uitvoering.
Economisch Actie Programma (EAP) (8) Het Economisch Actie Programma is een beleidsprogramma met als doelstelling behoud en versterking van de lokale economie. Ter realisatie van deze doelstelling bestaat het Economisch Actie Programma uit 8 programmalijnen. Deze programmalijnen worden door middel van 7
38
(geprioriteerde) acties gerealiseerd. Voor deze acties is door de gemeenteraad budget vrijgemaakt. Naast de acties waarvoor budget vrij is gemaakt bestaat het EAP uit een Groslijst waarin acties zijn opgenomen die uitgevoerd worden als de gebudgetteerde acties zijn voltooid. De 7 acties zijn in samenspraak met ondernemersverenigingen door het college en de gemeenteraad vastgesteld. Van de 7 acties zijn de volgende acties uitgevoerd: Versnellen uitgifte vrije kavels; Project Frisse Scholen (middels ander budget); Onderzoek Biomassa centrale; Bijdrage aan de camerabeveiliging Broekweg in het kader van versterken ondernemerschap. Wat willen we bereiken: 1. Behoud en bevordering van een gezond economisch klimaat. 2. Betere samenwerking tussen gemeente en bedrijfsleven. Wat gaan we er voor doen: Verdere uitvoering geven aan het EAP.
Toelichting De volgende acties dienen nog uitgevoerd te worden: - Haalbaarheidsonderzoek Van Dijk’s Koel- en Vrieshuis: In 2012 is het Regioconvenant Bedrijventerreinen afgesloten. Dit convenant beoogt een samenwerking tussen de gemeenten in de regio Zuid Oost Utrecht. Deze samenwerking houdt onder andere in dat nieuwe bedrijventerreinen uitgegeven mogen worden indien er op andere terreinen in de regio een vorm van herstructurering plaatsvindt. Het terrein van van Dijk’s Koel- en Vrieshuis is een terrein waar een herstructurering noodzakelijk is. Met deze herstructurering wordt het mogelijk om in Wijk bij Duurstede nieuwe bedrijfsgronden te ontwikkelen. De aanvang van een mogelijke herstructurering is gestart in 2012 en zal voortgang krijgen in 2013. - Citymarketing: Niet alleen bedrijven staan onder druk maar ook winkels, horeca en ateliers in de binnenstad. Wijk bij Duurstede heeft gezien haar historische karakter en aanwezige horeca en detailhandel de potentie om een aantrekkelijke stad te zijn voor bezoekers. Om deze aantrekkelijkheid te vergroten zal er in 2013 een aanvang gemaakt worden met Citymarketing. De intentie is om de sterke eigenschappen van Wijk bij Duurstede in te zetten voor het aantrekken van toeristen. De Gemeente Wijk bij Duurstede acteert als facilitator met middelen en ondersteuning aan de uitvoering van Citymarketing. Dit kan door middel van overleg, voorbereidende werkzaamheden maar ook door mee te werken aan een nieuwe identiteit voor Wijk bij Duurstede. - Renovatie monumenten:
39
Er zijn gelden beschikbaar voor eigenaren van een gemeentelijk monument die hun pand willen renoveren. De achterliggende gedachte van deze renovatie is dat deze uitgevoerd wordt door lokale bedrijven. Een gemeente mag dit niet verplichten, echter door aandacht te geven aan lokale bedrijven die renovaties uit kunnen voeren en het beschikbaar stellen van “subsidie” voor de renovatie kunnen eigenaren op zoek naar een geschikte aannemer om hun pand te renoveren. De hoogte van de subsidie dient als startgeld om de renovatie uit te gaan voeren. Middels communicatie in de krant en het vaststellen van criteria voor het verstrekken van subsidie zal dit actiepunt uitgevoerd worden. - Bijdrage aan project Wijkse Werkplaats: om werkgevers te stimuleren in het aanbieden van werkplaatsen voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt worden financiële middelen beschikbaar gesteld. Uitvoeren Het regioconvenant bedrijventerreinen Zuid Oost Utrecht heeft een aantal doelstellingen. Een daarvan is verstandig gebruik van Regioconvenant de openbare ruimte met betrekking tot het uitgeven van nieuwe bedrijventerreinen. Om de doelstellingen te realiseren is een bedrijventerreiuitvoeringsagenda vastgesteld. Uitvoering van deze agenda is mogelijk door overleg met de regiogemeenten te voeren over nen Zuid Oost uitgiftebeleid. Tevens zal er onderzocht worden of er regionale afspraken gemaakt kunnen en moeten worden met betrekking Utrecht tot de uitgifte van bedrijventerreinen, grondprijzen en verevening. Uitvoeren Nota In de nota marktbeleid worden acties genoemd om de markt kostendekkend en toekomstbestendig te maken. Deze acties zullen marktbeleid in de loop van 2013 e.v. uitgevoerd worden. Allereerst zal er in 2012 een nota Marktbeleid vastgesteld worden. De nota heeft vooral betrekking op de mogelijkheden om de Wijkse weekmarkt in de toekomst te laten bestaan. Ontwikkelen In het regioconvenant bedrijventerreinen Zuid Oost Utrecht heeft Wijk bij Duurstede vast laten leggen dat er tot 2015 4,2 ha bedrijventerrein aan nieuw bedrijventerrein uitgegeven mag worden. De uitgifte van nieuw terrein is onderbouwd door enquêtes die zijn Broekweg Noord afgenomen onder het Wijkse bedrijfsleven met de vraag of er een uitbreidingswens is. De werkzaamheden voor uitgifte van nieuw terrein zijn in 2012 gestart en zullen doorlopen in 2013 e.v. Investeren in de Een goed verenigd bedrijfsleven maakt een sterkere economie. Om de belangenvertegenwoordigers van het MKB, de horeca en belangenvertegen de winkeliers de mogelijkheden te geven om het bedrijfsleven goed te verenigen zal er meerdere malen per jaar overleg plaats-woordigers. vinden tussen gemeente en belangenvertegenwoordigers. Dit gebeurt facultatief met aanwezigheid van de wethouder Economische Zaken. Waar mogelijk zullen de belangenvertegenwoordigers door de gemeente ondersteund worden in hun taken. Omschrijving
Bron Realisatie 2013
Prestatie indicatoren Evaluatie van de uitgevoerde acties.
Voorjaar 2012.
Streefwaarden 2014
2015
2016
Evaluatie van de actie Evaluatie van de actie Citymarketing en de actie Renovatie monumenten. Haalbaarheids-onderzoek van Dijk’s Koel- en
40
Minimaal 1x per kwartaal overleg met belangenvertegenwoordigers. Minimaal 2 nieuwe acties worden uitgevoerd; - versterking lokaal ondernemerschap; - citymarketing - renovatie - monumenten
Ingaande najaar 2011, loopt door in de jaren hierna. Start uitvoering 2012- realisatie in 2013.
Minimaal 4 maal per jaar overleg. In 2013 zijn de EAP acties Citymarketing en Haalbaarheidsonderzoek van Dijk’s Koel- en Vrieshuis afgerond.
Vrieshuis. Minimaal 4 maal per jaar overleg. In 2014 wordt de laatste actie van het EAP, renovatie monumenten, uitgevoerd.
Minimaal 4 maal per jaar overleg.
Minimaal 4 maal per jaar overleg.
In 2015 zal de Groslijst van het EAP dienen voor het vaststellen voor nieuwe uit te voeren acties om de Wijkse economie te stimuleren.
Detailshandelstructuurvisie (9) Een aantal belangrijke ontwikkelingen in Wijk bij Duurstede zijn van invloed op het bestaande winkelbestand. Met name de ontwikkeling van het Hordenhalterrein en de ontwikkelingen op het Rijnvalleiterrein noodzaken tot een onderzoek naar de huidige en toekomstige structuur van het Wijkse winkelbestand. In 2011 is opdracht gegeven aan adviesbureau DTNP om dit onderzoek uit te voeren en de onderzoeksresultaten te vertalen naar een nieuwe detailhandelsvisie. Een klankbordgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van Wijkse ondernemers- en winkeliersverenigingen, is bij de totstandkoming van de visie betrokken. Begin 2012 is de concept-structuurvisie detailhandel opgeleverd. Vanuit de klankbordgroep is aangedrongen op een informatiebijeenkomst voor alle winkeliers en ondernemers, omdat er nog veel vragen en onduidelijkheden waren. Op 5 juli 2012 was deze informatiebijeenkomst. Onduidelijkheid en vragen gingen met name over de positie van winkelcentrum De Heul en de door DTNP gehanteerde cijfers. De verwachting is dat de concept-structuurvisie detailhandel, nadat deze ter inzage heeft gelegen, in het eerste kwartaal van 2013 wordt vastgesteld. Wat willen we bereiken: 1. Een nieuwe detailhandelsvisie waarin een duidelijk beeld wordt gegeven van de invloed van de ontwikkelingen in Wijk bij Duurstede op de bestaande winkelstructuur. 2. Een aantrekkelijk en sterk winkelbestand afgestemd op recente ontwikkelingen. Wat gaan we er voor doen: Toelichting Een detailhandelsvisie vaststellen. Uitvoering geven aan de adviezen en acties uit de detailhandelsvisie om Een sterk winkelbestand betekent onder andere voldoende het winkelbestand sterk te houden en te versterken. winkelaanbod in meerdere segmenten en een laag percentage aan
41
leegstaand winkeloppervlak.
Omschrijving
Bron
Realisatie 2013
Prestatie indicatoren De afgeronde detailhandelsvisie Vermindering leegstand winkels
Gemeente Detailhandelsvisie
Voorjaar 2013 Vanaf 2013
Streefwaarden 2014 2015
2016
X X
Bedrijventerreinen De bedrijventerreinen Broekweg en Langshaven zijn klaar voor de toekomst. In 2012 is de revitalisering van Broekweg voltooid en Langshaven is woonrijp gemaakt. De openbare ruimte is daarmee op een hoog ambitieniveau gerealiseerd. Daarnaast kunnen de ondernemers gebruik maken van een glasvezelnetwerk en participeren in een collectief (camera-)beveiligingssysteem. De bedrijventerreinen zijn gecertificeerd volgens het Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen. Met de actualisatie van het bestemmingsplan in 2011 zijn ook de gebruiksmogelijkheden vergroot. Nu deze inhaalslag is gemaakt is het zaak de behaalde kwaliteit vast te houden in de beheerfase. De gemeente werkt daarvoor nauw samen met de Stichting Parkbeheer Bedrijventerreinen Wijk bij Duurstede. Doel is met de beide bedrijventerreinen een substantiële bijdrage te leveren aan het behoud en de ontwikkeling van de lokale economie en werkgelegenheid. Broekweg Noord is opgenomen als toekomstig bedrijventerrein in de Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020 onder de titel “Uitbreiding en revitalisering bedrijventerrein”. In totaal gaat het om een terrein van 8,4 ha. Uitbreiding van bedrijventerreinen is op last van de rijks- en provinciale overheid beperkt. Nieuwe bedrijventerreinen worden pas toegestaan wanneer bestaande bedrijventerreinen worden geherstructureerd. Dit om leegstand van bedrijventerreinen en verrommeling van het landschap tegen te gaan. Op basis van provinciaal beleid (Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie) mag de gemeente nu 4,2 ha. op Broekweg Noord uitbreiden onder voorwaarde dat een bestaand bedrijventerrein wordt geherstructureerd. Dit is ook als zodanig vastgelegd in het regioconvenant Bedrijventerreinen. De gemeente kiest ervoor om Van Dijk’s Koel- en Vrieshuis te herstructureren. In het voorjaar van 2012 is gestart met het voeren van gesprekken met de eigenaren van de locatie en bebouwing op Van Dijk’s Koel- en Vrieshuis. De Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht (dochter van de Provincie Utrecht) geeft ondersteuning in de zin van advies. In 2012 is een ambtelijke werkgroep gestart met het verkennen van de mogelijkheden van ontwikkeling van Broekweg Noord in financiële, ruimtelijke en stedenbouwkundige zin. In het najaar van 2012 worden de resultaten ter besluitvorming voorgelegd aan het college.
42
Wat willen we bereiken: 1. Realisatie van een goed ondernemersklimaat voor huisvesting van bedrijven op de bedrijventerreinen 2. Behoud en waar mogelijk uitbreiden van het aantal arbeidsplaatsen op de bedrijventerreinen Wat gaan we er voor doen: Beheer van de bedrijventerreinen in samenwerking met SPBW.
Gronduitgifte van de laatste kavels op bedrijventerrein Langshaven. Verkenning ontwikkeling bedrijventerrein Broekweg Noord in combinatie met herstructurering Van Dijk’s Koel- en Vrieshuis Omschrijving Bron Prestatie indicatoren Staat van onderhoud
Uitgifte kavels
Terreinschouw
Toelichting De SPBW is de organisatie van ondernemers op het bedrijventerrein die verantwoordelijk zal worden voor het beheer op de bedrijventerreinen Broekweg en Langshaven. Het beheer in deze omvat de groenvoorziening, (camera)beveiliging en de bewegwijzering. Met de Stichting Parkbeheer Bedrijventerreinen Wijk bij Duurstede zal in 2012 een overeenkomst gesloten worden waarin de verantwoordelijkheden van Gemeente en SPBW nader worden ingevuld. Daadwerkelijke uitvoering van deze overeenkomst van de vastgelegde SPWB taken zal dan in 2013 aanvangen. In 2011 is bedrijventerrein Langshaven woonrijp gemaakt, op het laatste deel van de Molenvliet en Hagenaar na. Na verkoop van de laatste watergebonden kavel en verlegging van de Hagenaar in 2012, is het terrein volledig woonrijp gemaakt. Verkenning van de haalbaarheid van ontwikkeling van Broekweg Noord Opstellen herstructureringsplan van Van Dijk’s Koel- en Vrieshuis in samenwerking met de eigenaren van het terrein en de OMU. Realisatie Streefwaarden 2013 2014 2015 2016
Jaarlijks vindt er een terreinschouw plaats van bedrijventerrein Broekweg. Dit zal ook in 2013 e.v. uitgevoerd worden. Grondexploitatie In 2012 zijn er 2 kavels uitgegeven. Dit zijn kavels die afgesplitst zijn van bestaande kavels. Er is een totaal van 2.600 m² aan bedrijfsgrond op Langshaven verkocht. Er resteert nog ca. 14.000 m² uitgeefbare grond. Er is
1 1
2
1 1
7.000 m² bedrijfsgrond verkopen
7.000 m² bedrijfsgrond verkopen
Afhankelijk van de oppervlakte aan nieuw uit te geven bedrijfsgrond.
43
Aantal arbeidsplaatsen
een optie genomen op een kavel. Provinciaal Door de resterende bedrijfsgrond te Arbeidsplaatsen verkopen zal het aantal arbeidsplaatsen Register (PAR) stijgen. Er dient wel rekening gehouden te worden met de huidige economische situatie waarin eerder arbeidsplaatsen verloren gaan dan dat er arbeidsplaatsen bijkomen. In het verkoopbeleid van bedrijfsgrond is de wens uitgesproken dat er per verkochte ha. grond 14 arbeidsplaatsen gecreëerd moeten worden. Er is nog 14.000 m² bedrijfsgrond uit te geven waardoor er ca. 20 arbeidsplaatsen zijn te realiseren. Naast deze uitgifte van bedrijfsgrond is het niet te voorspellen hoe de economie en daarmee de arbeidsmarkt zich ontwikkelt.
Groei van minimaal 10 arbeidsplaatsen met betrekking tot de nog uitgeefbare grond en nieuwvestiging van bedrijven.
Groei van minimaal 10 arbeidsplaatsen met betrekking tot de nog uitgeefbare grond en nieuwvestiging van bedrijven.
De groei van het aantal arbeidsplaatsen is afhankelijk van de economische groei en van het oppervlakte aan nieuw uit te geven bedrijfsgrond.
44
3.3 Onze ombuigingsvoorstellen in één oogopslag Voorstel ombuigingen
2013
2014
2015
2016
Toelichting op de ombuigingen
45
3. - Ondernemen, werk, sociale zekerheid Rekening Recapitulatie 2011 Lasten
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Beheer Gemeentelijke eigendommen Markten Economische ontwikkeling Nutsbedrijven Plattelandsontwikkelingen Inkomen Werkgelegenheid Minima en armoedebeleid Wet participatiebudget Grondexploitatie bedrijven
176.894 52.595 227.516 3.804 67.496 3.383.792 1.913.522 443.691 867.015 362.936
100.466 11.008 158.524 3.730 29.300 3.230.033 1.922.163 399.100 815.099 991.424
85.610 3.614 68.211 3.657 31.675 3.283.575 1.621.877 386.552 536.795 447.397
84.913 3.666 65.203 3.584 30.351 3.280.815 1.621.125 386.050 534.387 98.772
83.235 2.841 64.940 3.511 30.371 3.280.555 1.621.059 386.007 534.179 24.931
81.814 1.920 63.934 3.438 29.867 3.279.692 1.620.808 385.839 533.374 24.657
Totaal lasten
7.499.261
7.660.847
6.468.963
6.108.866
6.031.629
6.025.343
Gemeentelijke eigendommen Markten Economische ontwikkeling Nutsbedrijven Plattelandsontwikkelingen Inkomen Werkgelegenheid Minima en armoedebeleid Wet participatiebudget Grondexploitatie bedrijven
2.626 6.220 9.997 0 0 2.308.580 1.649.382 14.300 653.477 329.200
6.350 9.420 7.350 0 0 2.275.518 1.764.711 0 688.774 991.424
9.669 17.348 8.500 0 0 2.269.532 1.543.533 0 397.098 447.397
9.669 20.276 8.500 0 0 2.269.532 1.543.533 0 397.098 98.772
9.669 20.204 8.500 0 0 2.269.532 1.543.533 0 397.098 24.931
9.669 20.204 8.500 0 0 2.269.532 1.543.533 0 397.098 24.657
Totaal baten
4.973.782
5.743.547
4.693.077
4.347.380
4.273.467
4.273.193
-2.525.479
-1.917.300
-1.775.886
-1.761.486
-1.758.162
-1.752.150
-2.525.479
-1.917.300
-1.775.886
-1.761.486
-1.758.162
-1.752.150
Baten
Beheer
Saldo programma Ombuigingsvoorstellen Saldo pr. incl. ombuigingen
46
Omschrijving Financieel perspectief Budgettair neutraal Structurele doorwerking Uren Financieel technisch Totaal saldo
x € 1.000 -47
V
-3 -85 -6 -141
V V V V
Toelichting financieel perspectief: 631.1 Baten marktgelden 11 V Per 1 januari 2013 worden de tariefsverhogingen en de toerekening van elektriciteitsverbruik doorgevoerd aan de marktkraamhouders. Voor 2013 levert dit een voordeel van € 11.000 op t.o.v. 2012. 661.0 Uitvoering bijstandverlening 18 N Door de samenvoeging van de GR Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug (RSD) en de GR Sociale Werkvoorziening Zeist en omstreken (SWZ) Dit nadeel wordt veroorzaakt door stijgingen in de doorbelasting van de apparaatskosten van de gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen( RDWI). 661.0 Bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 10 N De inkomsten voor bijstandverlening van het Ministerie moeten worden bijgesteld. De kosten zijn deels declarabel bij het Ministerie. 661.1 Wet Sociale Werkvoorziening 42 V Door de samenvoeging van de GR Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug (RSD) en de GR Sociale Werkvoorziening Zeist en omstreken (SWZ) tot de gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen( RDWI) heeft dit geleidt tot lagere bijdrage werkvoorzieningschap. 661.4 Bijzondere bijstand/Minima- en armoedebeleid 23 V In de voorjaarsnota 2012 is een extra bijdrage toegekend voor het uitvoeren van de schuldhulpverlening. In de begroting 2013 van de GR (RDWI) is de uitvoering van de schuldhulpverlening onderdeel geworden van de doorbelasting van de apparaatskosten, waardoor het budget minima- en armoedebeleid deels kan worden afgeraamd.
47
Budgettair neutraal: 661.0 Uitvoering bijstandverlening De bijdrage apparaatskosten zal waarschijnlijk uitkomen op ca. € 850.000. Dit is op basis van een verdeelsleutel van de totale apparaatskosten die volgens onze eigen berekening juist is. In de begroting van de RSD is een andere verdeelsleutel gehanteerd waardoor de apparaatskosten uitkomen op € 1.139.250. Aangezien het zeer aannemelijk is dat er een verkeerde verdeelsleutel is gehanteerd, is er een positieve stelpost opgenomen van € 289.250. Toelichting structurele doorwerking: De najaarsnota 2012 is een document met de afwijkingen die betrekking hebben op 2012. De structurele doorwerking van deze afwijkingen vindt u hier in de begroting 2013 toegelicht. Tevens staan hier de afwijkingen die voortkomen uit het feit dat het budget in 2012 incidenteel was begroot. De structurele doorwerking betreft een nadeel op het product economische ontwikkelingen (inhuur) 2N en een voordeel op het product markt beheer (werkzaamheden door derden) 5V. Uren: De uren worden toegelicht in programma 7. Financieel technisch: Dit zijn afwijkingen die betrekking hebben op de reserves en voorzieningen alsmede de kapitaallasten.
48
Programma 4 4.1
Veiligheid
Hoofdlijnen van het programma
Inleiding Wijk bij Duurstede is een relatief veilige gemeente en dat moet natuurlijk zo blijven. Integraal Veiligheidsplan/Openbare orde en veiligheid In het Integraal Veiligheidsplan 2011-2013 zijn de speerpunten voor die periode bepaald en is aangegeven door middel van welke projecten de speerpunten opgepakt zullen worden. Gekozen is voor maatregelen die bijdragen aan het verhogen van de veiligheid en die binnen de bestaande budgetten kunnen worden uitgevoerd. Het Integraal Veiligheidsplan 2011-2013 is tussentijds geëvalueerd en is door het College van B en W vastgesteld. De speerpunten voor 2012 en 2013 zijn: overlast, fietsendiefstal, fysieke veiligheid (verkeersveiligheid en crisisbeheersing) en woninginbraken. Met name het onderwerp ‘woninginbraken’ heeft een hoge prioriteit vanwege de sterke stijging van het aantal woninginbraken. Wet op de Veiligheidsregio’s De Wet Veiligheidsregio’s (Wvr) is 1 oktober 2010 in werking getreden. De nieuwe wet vervangt de Brandweerwet 1985, de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (Wghor) en de Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo). In de wet zijn onder meer de bestuurlijke inbedding en de basisvereisten voor de organisatie van de hulpverleningsdiensten opgenomen. Maar ook welke taken het bestuur van een veiligheidsregio heeft, wat de minimumeisen zijn voor hulpverleners als de regionale brandweer en geneeskundige diensten en welke eisen er aan het materieel wordt gesteld van de hulpdiensten. Op basis van de Wvr heeft het bestuur van de VRU een aantal documenten vastgesteld; regionaal risicoprofiel (dit is een inventarisatie en analyse van aanwezige risico’s) en beleidsplan (hierin staat hoe de veiligheidregio haar bestuurlijke taken uitvoert. Het regionaal risicoprofiel vormt de basis voor het beleidsplan). Momenteel is de VRU bezig met het updaten van de diverse rampenbestrijdingsplannen uit de regio. Een rampenbestrijdingsplan is een plan voor de aanpak van rampen op speciale locaties, zoals chemische bedrijven met gevaarlijke stoffen. Daarnaast is de brandweer bezig met het project ‘Veiligheidszorg op maat’. De Wet veiligheidsregio’s bepaalt dat iedere regio een dekkingsplan voor de brandweer moet hebben dat onder andere gebaseerd is op het risicoprofiel van de regio, inclusief de brandrisico’s. Hiermee wordt de kwaliteit van de brandweerzorg verzekerd Op dit moment zijn materiaal, uitruklocaties, personeel en taken in onze regio verspreid volgens het dekkingsplan uit 2005. Het project Veiligheidszorg op Maat levert een nieuw, dynamisch dekkingsplan op, gebaseerd op een (brand) risicoanalyse, een integrale benadering van (brand)veiligheid en een bestuurlijke kostenbaten afweging.
49
Vreedzame wijken en scholen Vanuit de positieve ervaringen met de aanpak Jongeren op Straat wordt onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van de aanpak “Vreedzame wijk” en Vreedzame school”. Participatie hieraan geldt dan als een verbreding of verdere inbedding van de JoS-aanpak. 4.2
Beleidsinhoudelijke resultaten
Wat willen we bereiken: 1. De veiligheid dient tenminste op het huidige niveau gehandhaafd te worden. Wat gaan we er voor doen: Uitvoeren Integraal Veiligheidsplan 2011-2013 (IVP) Investeren in vreedzame wijk en school Omschrijving
Toelichting
Bron
Realisatie 2013
Indicatoren (gemiddelde van cijfers 2009, 2010 en 2011) Totaal aantal meldingen Rapportage geregistreerde criminaliteit (politie) Vernielingen Rapportage geregistreerde criminaliteit (politie) Jeugdoverlast Rapportage geregistreerde criminaliteit (politie) Woninginbraken (poging + geslaagd) Rapportage geregistreerde criminaliteit (politie) Jeugdoverlast Rapportage geregistreerde criminaliteit (politie) 4.3
760 260 100 50 100
Streefwaarden 2014 2015 760 260 100 50 100
760 260 100 50 100
2016 760 260 100 50 100
Onze ombuigingsvoorstellen in één oogopslag
Voorstel ombuigingen
2013
2014
2015
2016
Totaal
50
Toelichting op de ombuigingen
4. - Veiligheid -
Recapitulatie Rekening Begroting 2011 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Lasten
Bestaand beleid: Veiligheid en handhaving Brandweer rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid Huiselijk geweld
1.738.433 379.881 40.140
1.721.999 337.207 39.570
1.746.013 322.040 33.361
1.765.577 311.367 32.960
1.789.949 309.682 32.925
1.786.474 305.598 32.791
Totaal lasten
2.158.455
2.098.776
2.101.414
2.109.904
2.132.556
2.124.863
Brandweer rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid Huiselijk geweld
70.661 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Totaal baten
70.661
0
0
0
0
0
-2.087.794
-2.098.776
-2.101.414
-2.109.904
-2.132.556
-2.124.863
-2.087.794
-2.098.776
-2.101.414
-2.109.904
-2.132.556
-2.124.863
Baten
Bestaand beleid: Veiligheid en handhaving
Saldo programma Ombuigingsvoorstellen Saldo pr. incl. ombuigingen
51
Omschrijving Financieel perspectief Budgettair neutraal Structurele doorwerking Uren Financieel technisch Totaal saldo
x € 1.000 -21
V
6 18
N N
3
N
Toelichting financieel perspectief: 120.1 Brandweer en rampenbestrijding 21V Verhoging van de energiekosten, verlaging van de verzekeringskosten en verlaging van de telefoonkosten (7V). Conform onze brief “zienswijze begroting VRU” hebben wij de bijdrage aan de VRU zonder prijs- en loonindex opgenomen in het kader van de bezuinigingstaakstelling opgegeven aan de VRU. Daarnaast zijn er budgetten overgeheveld aan de VRU voor de exploitatie, onderhoud en kapitaallasten van de brandweerkazerne Cothen/Langbroek. Dit betreft een nadeel omdat er nog niet eerder een meerjarenonderhoudsplan opgesteld was voor de nieuwe brandweerkazerne en omdat de VRU ook rente over de grond berekend (dat doen wij niet conform onze nota activa). Per saldo een voordeel (17V). Toelichting structurele doorwerking: De najaarsnota 2012 is een document met de afwijkingen die betrekking hebben op 2012. De structurele doorwerking van deze afwijkingen vindt u hier in de begroting 2013 toegelicht. Tevens staan hier de afwijkingen die voortkomen uit het feit dat het budget in 2012 incidenteel was begroot. Uren: De uren worden toegelicht in programma 7. Financieel technisch: Dit zijn de afwijkingen die betrekking hebben op de reserves en voorzieningen alsmede de kapitaallasten.
52
Programma 5 5.1
Verkeer en bereikbaarheid
Hoofdlijnen van het programma
Inleiding Binnen het programma verkeer en bereikbaarheid wordt vooral gewerkt aan de uitvoering van het actieplan ‘Vrij baan voor de fiets’. De ontwikkeling van een aantal inbreidings- en uitbreidingslocaties zorgt ook voor een aantal verkeers- en bereikbaarheidsvraagstukken. Verkeers- en vervoersplan Mede in samenhang met de ontwikkeling van (binnenstedelijke) woningbouwlocaties is het wenselijk om een Verkeers- en Vervoersplan op te stellen. Daarmee wordt beter in beeld gebracht welke (toekomstige) verkeersstromen er zijn en hoe de verkeerscirculatie kan worden verbeterd. Gemeentelijk veer Het Wijkse Veer heeft al enige jaren te maken met een teruglopend aantal overzettingen. Voornaamste oorzaken zijn dat het veer verkeer ‘verliest’ aan snelwegen die zijn verbreed (m.n. de A-2) en de nog steeds teruglopende economie (m.n. bouwverkeer). Daarnaast nemen kosten van gasolie toe. Hierdoor staat de kostendekkendheid onder druk. Tot en met vorig jaar werd de keuze gemaakt om de tarieven bijna jaarlijks te verhogen, zodat de meerjarenramingen mogelijk toch zouden worden gehaald. Opnieuw een tariefsverhoging zal naar alle waarschijnlijkheid leiden tot nog verdere terugval in het aantal overzettingen. Om deze reden wordt niet gekozen voor aanpassingen van het tarief. Op basis van de uitkomsten van een onderzoek naar de voor- en nadelen van privatisering van het gemeentelijk veer zal in december 2012 ambtelijk een voorstel worden voorbereid met daarin een advies om al dan niet tot privatisering over te gaan. 5.2
Beleidsinhoudelijke resultaten
Verkeer- en vervoersplan Voor de nabije toekomst staan de nodige ontwikkelingen op stapel. Zowel ontwikkelingen in de kleine kernen als rond de binnenstad en op de locaties van de huidige sport- en zwemvoorzieningen in De Horden en De Heul. Al deze ontwikkelingen zorgen voor extra verkeer en veranderende verkeersstromen. Met name in het kader van de voorgenomen ontwikkelingen op de kop van de Steenstraat en de Hoogstraat is het wenselijk opnieuw te kijken naar de huidige verkeersstructuur en de knelpunten daarin en de gewenste verkeersstructuur om te komen tot een bereikbare, leefbare en veilige stad.
53
Wat willen we bereiken: 1. De knelpunten aanpakken die zijn geïnventariseerd in het actieplan ‘Vrij baan voor de fiets’. 2. Een visie op wat de gewenste verkeersstructuur in en rondom Wijk bij Duurstede is en wat de gewenste verkeersstromen zijn en hoe dat (veilig) bereikt kan worden Wat gaan we er voor doen: 1. Uitvoering geven aan de in de jaarschijven van het actieplan ‘Vrij baan voor de fiets’ genoemde maatregelen.
2. In beeld brengen huidige situatie d.m.v. onderzoek. Formuleren gewenste situatie en de maatregelen om dat te bereiken
Toelichting Dit zijn met name de kleine maatregelen ten laste van het reguliere budget voor zover dat binnen het beschikbare budget past, zoals fietsen op de Lekdijk, fietsparkeren binnenstad. Voorts de maatregelen op de traverse Langbroek voortvloeiend uit Project Oranjehof en aanpak traverse door de provincie. In beeld brengen van de huidige intensiteiten en knelpunten en oplossingsrichtingen bepalen.
Veerzaken Bij de exploitatie van de gemeentelijke veerpont wordt gestreefd naar kostendekkendheid. Gezien de huidige systematiek van kostentoerekening binnen de begroting, worden meer kosten gemaakt dan dat er inkomsten worden ontvangen. De voor- en nadelen van eventuele privatisering van het veer worden in 2012 onderzocht en er zal naar verwachting uiterlijk december 2012 sprake zijn van een afgerond onderzoek. De ervaringen van de buurgemeente Buren zullen daarbij worden betrokken. Zeker indien verkoop/privatisering zou blijken te leiden tot een structureel batig saldo en de tot op heden toegerekende kosten organisatiebreed kunnen worden vermeden dan wel anderszins kunnen worden toegerekend, is onderhavige optie interessant. Wat willen we bereiken: 1 Blijvende structurele kostendekkende exploitatie van het veer 2 Duidelijkheid over de vraag of privatisering van het veer een interessante optie is
Wat gaan we er voor doen: Onderzoek naar kosten/baten ingeval van voortzetting gemeentelijk veer vergeleken met privatisering alsmede onderzoek naar feitelijke mogelijkheden van privatisering zal naar verwachting eind 2012 aan het
Toelichting Aan de hand van de jaarrekening wordt bepaald in hoeverre daadwerkelijk sprake is van een batig exploitatiesaldo; er wordt onderzoek gedaan naar de te realiseren verkoopsom van het veer (en zo mogelijk van het veerhuis) en de structurele vergoeding voor het verpachten van het veerrecht. Tevens zullen de diverse randvoorwaarden in beeld worden 54
college worden voorgelegd, vergezeld van een advies. gebracht, waaronder de overname van het voltallig personeel. Bron
Realisatie 2013
Prestatie indicatoren Het aantal overzettingen op het veer blijft gelijk aan 2012.
Prestatie indicator Definitie: Toelichting:
Eigen metingen op het veer en rekeningcijfers
Door goede prijsstelling, adequate dienstregeling en correcte dienstverlening wordt getracht dit te realiseren
Streefwaarden 2014 2015
2016
690.000 690.000 690.000 690.000 overzettingen overzettingen overzettingen overzettingen
Overzettingen veer
Het aantal overzettingen op het veer blijft gelijk aan 2012 Het aantal auto overzettingen zal in 2012 naar verwachting uitkomen op circa 690.000. Aantal losse kaartjes bedraagt circa 275.000. Het aantal meerrittenkaarten voor de auto`s 9.000 x 12 vaarten en 5.400 x 40 vaarten. Overige categorieën niet meegerekend. De aantallen fietsers en voetgangers worden niet geregistreerd. Norm: Hoewel slechts marginaal beïnvloedbaar wordt als norm 690.000 overzettingen (auto’s) gehanteerd. Ranges: Groen: minimaal 690.000 Geel: tussen 650.000 en 690.000 Rood: < 650.000 Frequentie: Per jaar; overigens worden de aantallen per kwartaal bijgehouden Verantwoording: Teamleider veerzaken houdt registraties bij Acties Acceptabele tarieven, adequate dienstregeling en correcte dienstverlening
55
5.3 Onze ombuigingsvoorstellen in één oogopslag Voorstel ombuigingen
2013
2014
2015
2016
Totaal Toelichting op de ombuigingen
56
5. - Verkeer & Bereikbaarheid -
Recapitulatie Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Lasten
Bestaand beleid: Verkeer Gladheidbestrijding Binnenhavens Veerdiensten
89.026 156.621 1.385.761
163.395 59.987 1.373.811
163.885 62.214 1.398.354
161.199 60.993 1.287.124
157.865 60.561 1.229.609
154.118 59.779 1.219.334
Totaal lasten
1.631.408
1.597.193
1.624.453
1.509.316
1.448.035
1.433.231
Veerdiensten
0 7.498 1.186.585
0 16.000 1.170.000
0 16.000 1.100.000
0 16.000 1.100.000
0 16.000 1.100.000
0 16.000 1.100.000
Totaal baten
1.194.083
1.186.000
1.116.000
1.116.000
1.116.000
1.116.000
-437.324
-411.193
-508.453
-393.316
-332.035
-317.231
Baten
Bestaand beleid: Verkeer Gladheidbestrijding Binnenhavens
Saldo programma
57
Reservemutaties Toevoeging bestemmingsreserve Baggerplan Totaal toevoeging Omschrijving Financieel perspectief Budgettair neutraal Structurele doorwerking Uren Financieel technisch Totaal saldo
x € 1.000 97
N
-22 24 -2 97
V N V N
2013
2014
2015
2016
€ 63.390 € 63.390
€ 64.033 € 64.033
€ 64.677 € 64.677
€ 65.320 € 65.320
Toelichting financieel perspectief: 622.3 Exploitatie Wijkse Veer 97 N Het verkeersaanbod loopt nog steeds terug hierdoor zullen de oorspronkelijk geraamde inkomsten niet worden gehaald. Daarnaast blijven de gasolieprijzen stijgen. De verwachting is dat de diesel duur blijft. Ook de prijzen voor de smeerolie blijven hoog. Toelichting structurele doorwerking: De najaarsnota 2012 is een document met de afwijkingen die betrekking hebben op 2012. De structurele doorwerking van deze afwijkingen vindt u hier in de begroting 2013 toegelicht. Tevens staan hier de afwijkingen die voortkomen uit het feit dat het budget in 2012 incidenteel was begroot. 622.1 Stadshaven 22V Het betreffen de budgetoverheveling van het restant budget uit de jaarrekening 2011 om de exploitatie van de stadshaven in 2012 af te kunnen ronden. In 2013 is hier niets meer geraamd. Uren: De uren worden toegelicht in programma 7. Financieel technisch: Dit zijn afwijkingen die betrekking hebben op de reserves en voorzieningen alsmede de kapitaallasten. 58
Programma 6 6.1
Zorg, welzijn en onderwijs
Hoofdlijnen van het programma
Inleiding Binnen dit programma komt er vanuit het beleid van dit kabinet veel op gemeenten af. De geplande decentralisatie van rijkstaken is vooralsnog opgeschort maar de gedachte achter deze overheveling van taken, waarbij de voorbereidingen doorgaan, blijft op onderdelen zichtbaar. De decentralisatie van provincietaken kent zijn eigen dynamiek. De financiële effecten zijn nog niet geheel duidelijk maar behoedzaam begroten is noodzakelijk. Met name op het gebied van sport- en onderwijshuisvesting is er een aantal al in gang gezette eigen ambities. Wmo-beleid en Wmo-loket (1) Het doel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is dat iedereen mee moet kunnen doen in de samenleving, ongeacht leeftijd, (functie) beperking of maatschappelijke of economische positie. Er zijn negen prestatievelden opgenomen waarbij de gemeente het beleid heeft vastgelegd in het Wmo beleidsplan voor de jaren 2009 - 2012. De Wmo is een wet die zich blijft ontwikkelen, waardoor regelmatig nieuwe kaders en aandachtspunten vastgesteld moeten worden. Hieronder zullen we in het kort de nieuwe ontwikkelingen die tot nu toe bekend zijn opsommen. Duidelijk moet zijn dat er een flinke taakverzwaring aankomt, zowel voor beleidsmedewerkers als voor de uitvoerders zoals de medewerkers van het Wmo-loket. De aard en omvang van de nieuwe taken en verantwoordelijkheden vragen om specialistische kennis en kunde. Van AWBZ naar de Wmo ( prestatieveld 3, 4, 5, 8) De functie Begeleiding onder de AWBZ wordt naar de gemeente overgeheveld. Door de Tweede Kamer is besloten de transitie AWBZ begeleiding controversieel te verklaren. Dit houdt in dat pas als er een nieuw kabinet gevormd is er opnieuw besloten wordt over overheveling van de AWBZ-begeleiding naar de gemeenten. Ook de voorwaarden waaronder overheveling plaats zal vinden zullen opnieuw bekeken worden. Naar verwachting zal de AWBZ begeleiding per 1 januari 2014 alsnog naar de gemeenten worden overgeheveld. Mede daardoor is besloten dat de gemeenten wel over de voorbereidingskosten van de overheveling blijven beschikken. De transitie AWBZ-begeleiding borduurt verder op de overheveling in 2009/2010 van de begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo. Het betreft hier de onderdelen ondersteunende- en activerende begeleiding voor mensen met een lichte beperking (verstandelijk / fysiek, zintuiglijk, psychisch en psychogeriatrisch). Deze transitie is destijds goed verlopen. Per 01-01-2014 komen vanuit de AWBZ ook de mensen met extramurale begeleiding naar de Wmo toe. Dit betreft mensen met lichte, matige tot zware beperkingen op het terrein van sociale redzaamheid, bewegen en verplaatsen, psychisch functioneren, geheugen en oriëntatie en/of probleemgedrag (o.a. mensen met een verstandelijke, zintuiglijke, lichamelijke en/of psychiatrische beperking). Het gaat hier om zowel individuele begeleiding als groepgerichte begeleiding (dagbesteding), maar ook vervoer. Met de overheveling van de AWBZ-begeleidingsfuncties naar de Wmo worden wij als gemeente verantwoordelijk voor het compenseren van de beperkingen in de zelfredzaamheid en participatie van
59
deze inwoners. Belangrijke voorwaarde is een goede overdracht van cliëntgegevens. Het is nog onduidelijk wat de financiële gevolgen precies zullen zijn, zeker omdat gezien de vorming van een nieuw kabinet de voorwaarden waaronder overheveling plaats zal vinden opnieuw ter discussie staan. Waarschijnlijk zal bij de transitie wel een efficiencykorting worden ingeboekt. Tot slot heeft het demissionaire kabinet besloten om minder geld uit te geven aan preventie op verschillende gebieden, wat ook blijkt uit bovenstaande ontwikkelingen. Op welke wijze deze maatregelen doorgezet of teruggedraaid worden door een nieuw kabinet is op dit moment nog geen zicht. Ook is nog niet duidelijk hoeveel budget we van het rijk zullen krijgen. Wel is duidelijk dat mensen die in een vroeg stadium geen (preventieve) zorg of begeleiding meer krijgen, uiteindelijk in een later stadium een groter beroep op zwaardere zorg zullen doen. Deze ontwikkelingen kunnen op de langere termijn dan ook betekenen dat er een groter beroep zal worden gedaan op de Wmo. Bovenstaande ontwikkelingen kunnen daarom een negatief effect hebben op het Wmo-budget van de gemeente en vormen hiermee een financieel risico. Van OGGZ naar de Wmo (prestatieveld 3, 4, 5, 8, 9) Per 1 januari 2012 wordt er € 539 miljoen op de (Openbare) Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) bezuinigd. Dit met name als stimulans om mensen meer toe te leiden naar de goedkopere eerstelijns geestelijke gezondheidszorg in plaats van de duurdere tweedelijns zorg. Dit door de eigen bijdragen te verhogen, maar dan met name voor de tweedelijnszorg. Ook wordt er een eigen bijdrage voor verblijf in een instelling in rekening gebracht bij de cliënt. Voor sommige cliënten wordt de zorg hierdoor onbetaalbaar. Het merendeel van de cliënten leeft al van een uitkering of WAJONG. Door de hoge kosten is de drempel tot zorg te hoog waardoor zij geen hulp en ondersteuning meer ontvangen; zij zijn vervolgens aangewezen op de Wmo. Deze maatregel leidt tot extra druk op het Wmo-loket, het Signaleringsnetwerk, het Steunpunt Mantelzorgondersteuning, de schuldhulpverlening en andere hulpverlenende organisaties. Wijziging verstrekken hulpmiddelen Op dit moment bestaan er drie verschillende hulpmiddelenregelingen: AWBZ, Zvw en de Wmo. Mensen die op hulpmiddelen zijn aangewezen, hebben geregeld met deze drie regelingen en drie verschillende loketten te maken. Omdat dit vaak leidt tot problemen zal de AWBZuitleenregeling worden opgeheven. In de nieuwe situatie zijn er nog maar twee loketten voor gelijksoortige hulpmiddelen. De zorgverzekeraar levert bijvoorbeeld het hoog/laag bed voor zowel de kortdurende als langdurige noodzaak; de gemeente levert een rolstoel voor kortdurend en permanent gebruik. Voor de gemeente betekent dit dat er een aanzienlijke stijging van het aantal Wmo-aanvragen mag worden verwacht. Omdat het kan gaan om zeer complexe hulpmiddelen, zal de indicatiestelling meer deskundigheid vragen. Dit laatste kan betekenen dat vaker extern advies ingewonnen moet worden, waardoor de kosten stijgen. Cliëntondersteuning Gemeenten zijn sinds de invoering van de Wmo verantwoordelijk voor het bieden van ondersteuning aan mensen die (tijdelijk) verminderd zelfredzaam zijn bij het oplossen van een vraag of een situatie, die dusdanig complex is dat men het niet zelf (of met de omgeving) kan oplossen.
60
De uitvoering van deze cliëntondersteuning was voor een groot deel verplicht ondergebracht bij Stichting MEE. Er zal een wijziging in de regelgeving worden doorgevoerd, waardoor gemeenten op termijn volledige zeggenschap krijgen over de besteding van het betreffende budget. De Kanteling Het belangrijkste doel van het (landelijke) project De Kanteling is de huidige uitvoering van de Wmo zo te ‘kantelen’ dat participatie centraal staat als compensatieplicht. Centraal staat de gedachte van eigen verantwoordelijkheid. Oplossingen dienen gezocht te worden in de volgorde: ‘eigen kracht’, ‘sociaal netwerk’, ‘algemene voorzieningen, ‘individuele voorzieningen’. Dit vraagt om een nieuwe manier van denken en doen: vanuit de hele persoon, vanuit gewenste resultaten en niet slechts vanuit de bestaande voorzieningen. Dit is een cultuuromslag bij burgers, ambtenaren, medewerkers van het Wmo-loket, vrijwilligers en professionals. Ons Wmo-loket is al voor een groot deel gekanteld, ook door de brede samenwerking binnen Stichting Binding. Activiteiten Stichting Binding (2) Stichting Binding is voortgekomen uit een aantal welzijnsorganisaties en is sinds 2009 actief op het brede gebied van welzijn en zorg. In opdracht van de gemeente biedt de stichting de volgende diensten: - jeugd- en jongerenwerk - ouderenwerk - vrijwilligerssteunpunt, inclusief de makelaarsfunctie voor de maatschappelijke stage voor scholieren voortgezet onderwijs en op individuele basis: - mantelzorg-ondersteuning - hulp en begeleiding voor mensen/gezinnen met diverse maar vaak complexe problemen (signaleringsnetwerk) - buurtbemiddeling bij conflicten - sociaal-juridisch advies aan mensen met een laag inkomen (sociaal raadswerk) Daarnaast is bij stichting Binding het Wmo-loket ondergebracht, in die zin, dat de medewerkers van het loket in dienst zijn bij de stichting en dat sprake is van gezamenlijke huisvesting in het Oude Postkantoor (OPK). Het Wmo-loket wordt inhoudelijk en beleidsmatig aangestuurd door de gemeente. Binding biedt ook huisvesting aan de RSD t.b.v. de lokale loketfunctie en aan het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). De gezamenlijke huisvesting maar ook de politieke ontwikkelingen (de overgang van AWBZ-functies naar de Wmo, die waarschijnlijk wel door zal gaan) stimuleren verdergaande samenwerking, zowel intern als extern (bijvoorbeeld met de RSD, zorginstellingen etc.). In een aantal projecten wordt momenteel onderzocht hoe een geïntegreerd aanbod van diensten en zorg voor groepen inwoners vorm kan krijgen.
61
Jeugdbeleid (3) Binnen de gemeente Wijk bij Duurstede is er een nota Integraal Jeugdbeleid genaamd “Opgroeien in Wijk bij Duurstede”. Het doel van de nota is het formuleren van beleid gericht op het creëren van een eigen plek in de samenleving voor de jeugd. Hierbij moet gedacht worden aan ruimte op straat om elkaar te ontmoeten en mogelijkheden voor persoonlijke ontwikkeling. De nota is reeds verlopen en is inmiddels geëvalueerd. Op dit moment is er een nieuwe nota in voorbereiding. De insteek van deze nota wordt mede bepaald door de uitkomsten van de bezuinigingsdiscussie. Jeugdzorg (4) Zoals het er nu naar uitziet valt met ingang van uiterlijk 2016 alle jeugdzorg onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. De stelselwijziging jeugdzorg houdt in dat gemeenten verantwoordelijk worden voor de uitvoering van alle zorg voor kinderen, jongeren en hun opvoeders. Het betreft de provinciale jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering, de jeugd-GGZ (incl. begeleiding), zorg aan licht verstandelijk beperkte jeugdigen en de gesloten jeugdzorg. Uitgangspunt bij de decentralisatie is de noodzaak tot een grondige herziening van de huidige werkwijze in de jeugdzorg. Het gaat dus niet alleen om een overheveling van taken, maar vooral ook om het opnieuw vormgeven van de zorg voor jeugdigen (binnen hun sociale context met waar nodig een integrale aanpak van de problematiek). Het systeem moet simpeler en met meer aandacht voor preventie en vroegtijdige hulp. Het is nog niet bekend hoeveel geld gemeenten krijgen i.v.m. de decentralisatie van de jeugdzorg. Wel is het uitgangspunt dat het rijk voldoende middelen beschikbaar stelt om de nieuwe taken uit te voeren. Hoeveel dat precies wordt, maar ook de wijze van indexeren en verdelen, zijn vragen die in het decentralisatieproces nog beantwoord gaan worden. De voorbereiding van de transitie wordt in 2013 voortvarend opgepakt. Dit gebeurt in samenwerking met de provincie (nu immers nog verantwoordelijk voor de provinciale jeugdzorg) en de regiogemeenten. Het is van belang dat er snel inzicht komt in aard en omvang van toekomstige taken, de huidige zorgvraag en de cliëntstromen zodat wij de juiste afwegingen kunnen maken over de inrichting en organisatie van het nieuwe stelsel. De provincie zal ervoor zorgen dat wij dit inzicht krijgen via de Jeugdzorgmonitor. Verder is het van belang dat wij een overzicht hebben welke taken wij binnen het lokale veld kunnen oppakken en welke meer gespecialiseerde taken op regionaal of bovenregionaal niveau georganiseerd gaan worden. Centrum Jeugd en Gezin (5) Het Centrum voor Jeugd en Gezin zal op termijn bij de overheveling van de jeugdzorg naar de (samenwerkende) gemeenten gaan dienen als front office voor alle jeugdzorgactiviteiten van de gemeente. Hier zal het CJG gefaseerd naartoe groeien. Het laagdrempelige karakter van het CJG inlooppunt als vraagbaak voor alle vragen over opvoeden en opgroeien mag hierbij niet uit beeld raken. Eerst zal het huidig functioneren van het inlooppunt, gesitueerd in het Oude Postkantoor, nader worden bekeken. Gestreefd zal worden naar een meer outreachende werkwijze: het actief ophalen van de vraag daar waar ouders/opvoeders al komen, bijvoorbeeld op scholen.
62
Gezondheidsbeleid (6) De gemeente is op basis van de Wet Publieke Gezondheidszorg (WPG) verantwoordelijk voor de uitvoering van taken betreffende de publieke gezondheidszorg. Daarnaast dienen wij samenhang en afstemming van en met de curatieve gezondheidszorg en geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen te bewaken. Daarmee zijn wij verantwoordelijk voor de uitvoering van: - Het verwerven van inzicht in de lokale gezondheidssituatie van de bevolking. - Het bewaken van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen. - Het bijdragen aan opzet, uitvoering en afstemming van preventieprogramma’s voor gezondheidsbevordering. - Het bevorderen van technische hygiënezorg. - Het bevorderen van hulp bij rampen. Om de vier jaar dient er een nieuwe lokale nota opgeteld te worden waarin deze verantwoordelijkheden aan bod komen, in lijn met de landelijke nota van het ministerie van VWS. Landelijke prioriteiten voor collectieve preventie staan hierin vastgesteld. Aangezien de landelijke nota twee jaar vertraging heeft opgelopen, hebben wij van de optie gebruik gemaakt om de lokale nota te verlengen met twee jaar. Halverwege het jaar 2013 dient er een nieuwe nota te zijn, geldig tot en met het jaar 2017. In 2012 is een start gemaakt om te komen tot een nieuwe lokale gezondheidsnota. Met relevante organisaties en partijen uit de nulde-, eerste-, en tweedelijnszorg wordt gekeken naar de huidige gezondheidstoestand van onze inwoners en naar mogelijke speerpunten voor de komende vier jaar. Gezondheidsbeleid heeft raakvlakken met andere beleidsterreinen zoals de Wmo, wonen, werken, sociale zaken, onderwijs, verkeer en milieu en sport. Gezien de bezuinigingen in de AWBZ, OGGZ, Wmo, sport etc. zullen de effecten hiervan gevolgen kunnen hebben op de gezondheidstoestand van inwoners. De gezondheidstoestand wordt gemonitord door de GGD Midden Nederland en met de eerste- en tweedelijn vindt regelmatig overleg plaats. Alcohol en drugs In het kader van preventie worden voorlichtingsactiviteiten voor alcohol en drugs voor de basisschoolleerlingen van groep 8 uitgevoerd. Bouwen voor doelgroepen (7) Binnen de gemeente wordt er van verschillende kanten gekeken naar mogelijkheden om te bouwen voor specifieke doelgroepen, zoals mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. Op initiatief van de Stichting Integratie Gehandicapten Wijk bij Duurstede is een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd. De bevindingen van dit onderzoek zijn op dit moment nog niet openbaar. Bij de inmiddels gestarte initiatieven, zoals het Droomhuis, blijkt de onzekerheid over de financiering op basis van de AWBZ, te leiden tot een toename van het aantal Wmo-aanvragen.
63
Onderwijs (8) De planvorming rond de brede school (de Horden) bevindt zich in een cruciale fase. Het is nu van groot belang dat alles rond dit project,van opbrengstlocaties, locaties voor bewegingsonderwijs tot verbouwingskosten, grondig wordt uitgewerkt. Hier ligt een relatie met de beschikbare sportvoorzieningen en het gebruik ervan. In 2012 vindt verdere voorbereiding plaats waarna gestart kan worden met de verbouwing van het “oude Revius”. Ouderenbeleid (9) In 2011 heeft het college het besluit genomen om de looptijd van de ouderennota te verlengen tot en met 2012 omdat er geen directe aanleiding was om de bestaande beleidskaders aan te passen. Nieuwe beleidskaders worden nu ontwikkeld. Behalve het verlopen van de termijn van de oude nota zijn er redenen om nu tot nieuw beleid te komen. Sinds vorig jaar is in de Wet Publieke Gezondheid (Wpg) een (nieuwe) wettelijke verplichting voor gemeenten opgenomen t.a.v. ouderengezondheidszorg (65 jaar en ouder) en wel met de volgende taken: o op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van ouderen en van gezondheidsbedreigendeen bevorderende factoren; o ramen van de behoeften aan zorg; o vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen als comorbiditeit (tegelijkertijd hebben van 2 of meer stoornissen of ziekten); o geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding; o formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen. Verder is in beleidsmatige zin in toenemende mate voor ouderenbeleid richting gekozen voor ‘kwetsbaarheid’ in plaats van ‘leeftijd’. Tenslotte is er het punt van de vergrijzing, die nu sterker merkbaar wordt in onze stad. Dit alles heeft gevolgen voor aard en inhoud van het beleid. Het is een integraal proces om tot een nieuwe nota te komen. Het is niet de bedoeling een uitgebreide nota te schrijven, wel om op een aantal prioriteiten in te zetten op verbetering van de huidige situatie. Ook de actiepunten uit de vorige nota zullen de revue passeren. Gelet op de toename van het aantal mensen met dementie in Wijk bij Duurstede, is de afgelopen periode gewerkt aan het opzetten van ketenzorg dementie. Deze ketenzorg is bijna geformaliseerd met relevante partners in samenwerking met de gemeente Bunnik. Er wordt binnenkort een aanvraag ingediend bij het zorgkantoor/ Agis om financiële middelen beschikbaar te krijgen vanaf januari 2013. Het bijbehorende actieplan zal onder andere gericht zijn op het aanstellen van een casemanager en het opzetten van een ontmoetingscentrum.
64
6.2
Beleidsinhoudelijke resultaten
Wmo-beleid en Wmo-loket (1) De jaren 2011 en 2012 stonden in het teken van voorbereiding op de komst van de transitie van AWBZ-functies naar de Wmo. We zullen goed in kaart moeten brengen om welke mensen het gaat, hoeveel dit er zijn, en waar deze mensen terecht kunnen. Het huidige aanbod zal bekeken moeten worden om te oordelen wat er ontbreekt. De hele transitie zorgt voor een toenemende druk op de Wmo en op het Wmo-loket. Het is dan ook noodzakelijk om de kennis en kunde van beleidsmedewerkers en Wmo-loketmedewerkers hierbij in ogenschouw te nemen. De transitie vraagt namelijk om meer specialistische kennis en meer medewerkers, met name bij het Wmo loket (de uitvoerders). We zullen als gemeente versterking moeten krijgen op ambtelijk niveau en bekijken hoe we de nieuwe zorg gaan inkopen (voorheen de taak van het regionale zorgkantoor) of wij gaan aanbesteden en met welke organisaties wij contracten gaan afsluiten Er zal gekeken moeten worden waar we mogelijk regionaal kunnen samenwerken (met gemeente Bunnik bijvoorbeeld). Het huidige Wmo-beleidsplan loopt eind 2012 af. Voor het jaar 2013 moet er een nieuw Wmo-beleidsplan opgesteld te worden en daaraan voorafgaand dient de huidige nota geëvalueerd te worden. In de nieuwe nota zullen alle nieuwe taken en verantwoordelijkheden worden meegenomen, zoals geformuleerd onder 6.1. Tevens dient de Wmo-verordening met de bijbehorende beleidsregels aangepast te worden. Bovendien wordt er een notitie/projectplan opgesteld betreffende de uitvoering van het project ‘De Kanteling’. Wat willen we bereiken: 1. Inwoners uit de gemeente Wijk bij Duurstede kunnen participeren ongeacht leeftijd, (functie) beperking of maatschappelijke en economische positie. 2. De Kanteling is ingevoerd in de Wmo 3. De transitie van nieuwe taken en verantwoordelijkheden naar de Wmo verloopt soepel waarbij inwoners passende hulp en ondersteuning krijgen aangeboden (gelet op de eigen verantwoordelijkheid en eigen kunnen). Wat gaan we er voor doen: 1. Uitvoering geven aan het Wmo-beleidsplan gericht op de negen prestatievelden. 2. Het evalueren en opnieuw opstellen van een Wmo-beleidsplan
Toelichting Voortzetting huidige beleid Hierin worden alle nieuwe taken en verantwoordelijkheden meegenomen die naar de Wmo zijn gekomen. Dit vraagt om een integrale werkwijze en overleg met diverse relevante organisaties en partijen op het gebied van de Wmo.
65
3. Het aanpassen van de Wmo-verordening en bijbehorende beleidsregels 4. Het opstellen van een projectplan/ notitie De Kanteling 5. Contracten, samenwerkingsovereenkomsten en subsidieovereenkomsten afsluiten met zorgaanbieders, organisaties en partijen die de nodige hulp en ondersteuning kunnen bieden.
Hieraan gekoppeld wordt een actieplan opgesteld. De Wmo-adviesraad wordt hier nauw bij betrokken. Al dan niet aanbesteden.
Activiteiten Stichting Binding (2) De Rekenkamercommissie heeft voorjaar 2012 een onderzoek gedaan naar de subsidiëring van Stichting Binding door de gemeente en de effecten van deze subsidie. Daaruit zijn enkele aanbevelingen gekomen en bestuurlijk is de toezegging gedaan om deze op te volgen. Om te beginnen wordt het Dienstenboek 2013 zichtbaarder gekoppeld aan het gemeentelijk beleid en de gemeentelijke doelen. Aangegeven wordt welke prestaties nodig zijn om de gestelde doelen en resultaten te behalen. Daarna zal ook meer dan voorheen hier (tussentijds) op gestuurd worden en zal achteraf systematisch bekeken worden wat wel en wat niet is gedaan/bereikt. Voor wat betreft het jeugd- en jongerenwerk vindt er een verschuiving plaats van een focus op de brede doelgroep naar de smallere doelgroep van jongeren die, tijdelijk of structureel, extra aandacht behoeven. Zie verder onder Jeugdbeleid. Voor het ouderenwerk is het de bedoeling dat meer samengewerkt gaat worden met andere partijen, zowel waar het gaat om het delen van ruimte (E&E Gasthuis) , het aanbieden van activiteiten, als het leveren van voorzieningen zoals Tafeltje Dekje. De samenwerking op het gebied van mantelzorgondersteuning en het project Wijk voor Elkaar zal nog verder worden geïntensiveerd. Het vrijwilligerssteunpunt gaat verder op de ingeslagen weg, met dien verstande dat in 2013 een nieuw beleidskader wordt geformuleerd. In dit beleidskader wordt aandacht besteed aan de veranderde rol van het vrijwilligerswerk, tegenwoordig ook wel aangeduid als ‘vrijwillige inzet’. De huidige ontwikkelingen in de samenleving (Kanteling in de Wmo, de drie grote transities) leggen alle meer verantwoordelijkheid bij de burgers zelf. Mensen moeten meer voor elkaar doen, deze civil society gedachte zien we op diverse beleidsterreinen terug. De overgang van AWBZ-functies naar de Wmo zal naar verwachting leiden tot meer overbelasting bij mantelzorgers en daardoor tot meer hulpvragen bij het steunpunt mantelzorgondersteuning. Ook hier zal waarschijnlijk meer personele inzet nodig zijn. Het signaleringsnetwerk ontwikkelt zich goed in de setting van Binding en de coördinator functioneert als een spin in het web. Er is een link met het project Buurtbemiddeling maar ook met het Wmo-loket, het sociaal-raadswerk en het CJG. Wat willen we bereiken: 1. Een gezonde financiële situatie en goede bedrijfsvoering bij Binding 2. Een rechtmatige en efficiënte subsidierelatie met Stichting Binding 66
Wat gaan we er voor doen: Toelichting 1. Binding stimuleren met de beschikbare middelen maximale resultaten te behalen. Periodieke monitoring van de financiële situatie. 2. Heldere formulering van de gemeentelijke doelen en vertaling naar de te leveren prestaties in het Dienstenboek. Tussentijdse monitoring, desgeswenst bijsturing en systematische evaluatie achteraf a.d.h.v. het jaarverslag. 3. Er wordt onderzocht of in samenwerking met het jongerenwerk en het Revius gerichte voorlichtingsactiviteiten voor alcohol en drugs kunnen worden georganiseerd. Dit moet binnen de huidige financiële middelen worden uitgevoerd. Jeugdbeleid, jeugd(gezondheids)zorg en Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) (3-5) Er is een nota Integraal Jeugdbeleid, maar deze is inmiddels verlopen. Deze nota is inmiddels geëvalueerd waarna er nieuw beleid zal worden geformuleerd. De effecten van evt. bezuinigingsvoorstellen worden eerst afgewacht. De taken op het gebied van de jeugdgezondheidszorg worden uitgevoerd door Vitras/CMD (0-4 jaar) en de GGD Midden-Nederland (4-19 jaar). De afgelopen tijd heeft er op regioniveau een discussie plaatsgevonden over de vraag hoe de jeugdgezondheidszorg in de toekomst organisatorisch onder te brengen. Hierbij speelt o.a. de wens van gemeenten om de jeugdgezondheidszorg van 0 tot 19 jaar in een geïntegreerde organisatie onder te brengen. Een dergelijke geïntegreerde organisatie heeft voldoende body om de decentralisatie van de jeugdzorg tegemoet te treden. Deze wens kan op meerdere wijzen gestalte krijgen. In 2013 wordt duidelijk voor welk scenario zal worden gekozen. Het CJG is de komende tijd volop in ontwikkeling. Bij de overheveling van de jeugdzorgtaken naar de (samenwerkende) gemeenten zal het CJG gaan dienen als front office voor alle jeugdzorgactiviteiten van de gemeente. Hier zal het CJG gefaseerd naartoe groeien, waarbij het laagdrempelige karakter van het CJG inlooppunt als vraagbaak voor alle vragen over opvoeden en opgroeien niet uit beeld mag raken. Wat willen we bereiken: 1 Het creëren van een eigen plek in de samenleving voor de jeugd 2 Het bieden van laagdrempelige zorg en advies voor een ieder 3 Het voorzien in een netwerk met achterliggende voorzieningen indien nodig Wat gaan we er voor doen: Toelichting 1 Het opstellen van nieuw jeugdbeleid In nieuw beleid zullen speerpunten worden benoemd waar wij ons de komende jaren op gaan richten. 2 Doorontwikkeling van het CJG In samenwerking met de professionals in het CJG en de netwerkpartners zal het CJG zijn positie binnen de Wijkse gemeenschap moeten versterken en gefaseerd toegroeien naar een frontoffice voor alle jeugdzorgactiviteiten van de gemeente.
67
Omschrijving Prestatie indicatoren Percentage kinderen 13-14 jaar met overgewicht Percentage kinderen jonger dan 16 jaar dat alcohol gebruikt Percentage kinderen 13-14 jaar met een verhoogde score op de SDQ1
Bron
Realisatie
Streefwaarden 2013 2014 2015
2016
Jeugdgezondheidsmonitor GGD Verantwoording Vitras/CMD Jeugdgezondheidsmonitor GGD
Naar het regionale gemiddelde
15
14
13
12
Naar het regionale gemiddelde
34
33
32
31
Jeugdgezondheidsmonitor GGD
Naar het regionale gemiddelde
13
12
11
10
Gezondheidsbeleid (6) Er is een start gemaakt om te komen tot een nieuwe lokale gezondheidsnota. De nota Lokaal Gezondheidsbeleid loopt in 2012 af. We maken gebruik van de optie om deze nota met twee jaar te verlengen in lijn met de landelijke gezondheidsnota. De huidige pijlers uit de nota blijven daarmee overeind tot en met 2013. Het jaar 2012 dient ter voorbereiding op de nieuwe nota waarbij integraal en gezamenlijk met relevante organisaties en partijen de huidige nota wordt geëvalueerd en nieuwe speerpunten worden opgesteld. De GGD gezondheidsonderzoeken en de landelijke nota zullen daarbij belangrijke uitgangspunten zijn. Het is de vraag of we de komende jaren het onderdeel ‘overgewicht’ nog als speerpunt hebben in de nieuwe gezondheidsnota. Als dit niet het geval is zal geen uitvoering meer gegeven worden aan het ‘actieplan gezond gewicht’. Dan worden ook de prestatie indicatoren anders en zijn gericht op een andere gezondheidsprobleem (bijvoorbeeld alcohol en drugs). Aangezien dit op het moment van schrijven nog onduidelijk is laten we de prestatie-indicatoren staan zoals deze waren. Wat willen we bereiken: 1. Het blijven verwerven van inzicht in de lokale gezondheidssituatie 2. Het beschermen en bevorderen van de gezondheid van inwoners uit de gemeente Wijk bij Duurstede
1
Strength and diffiiculties questionnaire. Bij kinderen met een score boven een bepaald punt is mogelijk sprake van psychosociale problematiek 68
Wat gaan we er voor doen: 1. Het bijhouden van gegevens over de gezondheidstoestand van onze inwoners
2. Het vaststellen van de kaders van de nieuwe nota gezondheidsbeleid door de raad. Vervolgens de nota nader uitwerken zodat de conceptversie de inspraak ingaat. De definitieve versie voor de periode 2013- 2017 wordt uiteindelijk door college en raad ter vaststelling aangeboden.
Omschrijving
Toelichting De GGD komt om de vier jaar met een gezondheidsmonitor waarbij de lichamelijke en psychische gezondheidstoestand van onze inwoners wordt gemeten ten opzichte van het regionaal gemiddelde. De onderzoeken zijn onderverdeeld in de categorieën: jeugd, volwassenen en ‘senioren’. Ook treden wij regelmatig in overleg met diverse organisaties en partijen om de gezondheidstoestand te peilen. Dit vraagt om af- en overeenstemming met organisaties en partners uit de nulde- eerste- en tweedelijns zorg en met de beleidsmedewerkers intern. Ook zal de Wmo adviesraad hierbij betrokken worden. In de nota staan pijlers genoemd waar we ons op kunnen richten. Door de uitvoering hiervan voldoen wij aan de punten waar wij als gemeente verantwoordelijk voor zijn.
Bron
Realisatie 2013
Streefwaarden 2014 2015
2016
Prestatie indicatoren gezond gewicht Het percentage jongeren (9-11 en 13-16 jaar) met overgewicht neemt geleidelijk af per jaar Het percentage volwassenen (18 jaar en ouder) dat de beweegnorm2 haalt ligt in 2015 5% hoger in vergelijking met 2008. In 2015 zal het aantal 55 plussers dat gebruik maakt van het beweegaanbod
Jeugdgezondheidsmonitor GGD
Naar het regionale gemiddelde
16%
15%
14%
13%
Volwassengezondheidsmonitor GGD
Naar het regionale gemiddelde
66%
67%
68%
69%
Seniorengezondheidsmonitor GGD
Naar het regionale gemiddelde
64%
66%
68%
70%
2
beweegnorm: ten minste vijf dagen per week een half uur matig intensief bewegen. Hoeft niet aaneengesloten te zijn, kunnen georganiseerde of ongeorganiseerde sporten zijn of bewegingsvormen in de vrije tijd (zoals fietsen en wandelen) en tijdens dagelijkse verplichtingen (zoals huishoudelijk werk, klussen, fietsen of wandelen van en naar werk of school).
69
dat is afgestemd op hun leeftijd, met 10 % gestegen zijn ten opzichte van 2007. Bouwen voor doelgroepen (7) Bij de voorbereiding en realisatie van nieuwe woningbouwprojecten wordt zoveel mogelijk aandacht besteed aan toegankelijkheid en flexibiliteit van de woningen. Wat willen we bereiken: 1 Levensloopbestendige woningen, die bij het ontstaan van beperkingen bij de bewoners, eenvoudig aangepast kunnen worden Wat gaan we er voor doen: 1 Bepalen aan welke voorwaarden een dergelijke wijk moet voldoen. 2 Checklisten vaststellen 3 Draakvlak creëren zowel intern als extern
Toelichting
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Op grond van de wetgeving die in 2010 van kracht is geworden, moeten gemeenten bevorderen dat zoveel mogelijk kinderen met een taalachterstand een Voorschools- (op Peuterspeelzalen of in Dagopvang) of Vroegschools (in groep 1/2 van de basisschool) VVE-aanbod volgen. Wat willen we bereiken: 1. Deelname van alle (zoveel mogelijk) doelgroepkinderen 2. Nog betere afstemming tussen Voor- en Vroegschools aanbod Wat gaan we er voor doen: Voortzetten van overleg en vervolgafspraken met Consultatiebureau, Peuterspeelzalen, Dagopvang en scholen
Toelichting Consultatiebureau verzorgt screening en toeleiding
Omschrijving
Realisatie
Prestatie indicatoren Percentage deelname doelgroep
Bron
Streefwaarden 2013 2014 2015 80
85
90
2016 95
70
Onderwijshuisvesting Brede School de Horden. In het voorjaar van 2012 heeft de gemeenteraad het verbouwingskrediet beschikbaar gesteld. In 2012 vindt verdere voorbereiding plaats waarna gestart kan worden met de verbouwing van het “oude Revius”. Brede School de Horden is op dit moment nog de werktitel. Inmiddels is duidelijk dat er een breed scala van voorzieningen in het pand gehuisvest gaan worden waardoor de term “Brede School” niet meer de lading dekt. Het is de bedoeling dat eind 2012 de verbouwing start. De verwachting is dat in oktober 2013 de verbouwing klaar is. Op dat moment zullen een groot aantal voorzieningen zoals s.b.o. De Driehoek, o.b.s. ’t Baken, Regiobibliotheek ZOUT, KMN Kind & Co (Kinderopvang en Buitenschoolse Opvang), maar ook voorzieningen als Psychotherapie, Logopedie en Fysiotherapie een nieuw onderkomen gaan krijgen in het pand. Wat willen we bereiken: Doel van het Project Brede School De Horden is de verbouw van het huidige pand van Revius Lyceum aan de Middelweg zodat bovenstaande organisaties er in gevestigd kunnen worden. Wat gaan we er voor doen: In 2012 wordt samen met de participanten gewerkt aan een programma van eisen voor de verbouw van de school. Daarbij wordt vooral ook gekeken naar de financiële situatie. Eind 2012 wordt gestart met de verbouw van het pand zodat het eind derde / vierde kwartaal 2013 door participanten kan worden betrokken.
Toelichting Op dit moment (augustus 2012) is het project nagenoeg uitvoeringsgereed. Als deze fase is afgerond kan met de aanbesteding worden gestart.
Huisvesting basisscholen Na de definitieve besluitvorming met betrekking tot de Brede School De Horden, zal het overleg met de schoolbesturen over het Integraal HuisvestingsPlan 2011-2020 worden hervat. In genoemde periode zal bijzondere aandacht nodig zijn voor de (4) scholen die in de jaren 70 zijn gebouwd. Ouderenbeleid (9) Wat willen we bereiken: 1 Een nieuwe nota ouderenbeleid met daarin opgenomen nieuwe speerpunten voor de komende vier jaar vanaf 2013. 2. Ketenzorg dementie is geformaliseerd en er wordt uitvoering gegeven aan het plan van aanpak.
71
Wat gaan we er voor doen: 1. Door middel van een integraal proces wordt input geleverd voor de nieuwe nota. Er worden nieuwe speerpunten ter vaststelling aan het college en de raad aangeboden. 2. Ieder jaar wordt een jaarplan vastgesteld behorende bij de speerpunten uit de nieuwe ouderennota 3. Er wordt uitvoering gegeven aan het jaarplan 4. Er is een getekende samenwerkingsovereenkomst ketenzorg dementie 5. Er wordt uitvoering geven aan het actieplan ketenzorg dementie
Toelichting
Uitvoering Horecabeleid In 2012 wordt het gemeentelijk horecabeleid aan de raad voorgelegd ter besluitvorming. De directe aanleiding voor het opstellen van dit beleid was het Integraal Veiligheidsplan uit 2009. Negatieve trends in de horecasector zelf, maar ook bij andere partijen die horeca-activiteiten ontplooien (zoals de agrarische sector, verenigingen en instellingen) zijn ook aanleiding geweest een integraal horecabeleid op te stellen. Verder spelen nieuwe wet- en regelgeving en verouderd beleid een rol. De huidige kaders en de huidige situatie voor de horecasector zijn de aanleiding het gemeentelijk horecabeleid te actualiseren. Het gemeentelijke beleid is erop gericht om de gesignaleerde knelpunten op te lossen richting (horeca-)ondernemers, bewoners, (toeristische) bezoekers en handhavende instanties. Het horecabeleid biedt een kader waarbinnen enerzijds het horeca-aanbod in al haar facetten kan worden gereguleerd en vormt een kader voor vergunningverlening waaraan horeca-initiatieven kunnen worden getoetst. Het beleid heeft ook aandacht voor een (voorlopige, nog nader uit te werken) handhavingstrategie om geconstateerde knelpunten in de dagelijkse (handhavings-)praktijk op te lossen. Wat willen we bereiken: 1. De horecasector dient een zo optimaal mogelijke bijdrage te (blijven) leveren aan het economische klimaat en het voorzieningenniveau van Wijk bij Duurstede. Horeca als trekker in het centrum, als ondersteuner van het winkelklimaat in dorps- en wijkcentra en als pijler van het toeristische klimaat; 2. Het horecabeleid moet een bijdrage leveren aan enerzijds het tegengaan van oneigenlijke concurrentie door paracommercie, onduidelijkheid over ontwikkelingsmogelijkheden van horeca als nevenactiviteit én horeca in het buitengebied en anderzijds de -tebeperkte mogelijkheden om de (toeristische) bezoekers beter te kunnen bedienen. 3. Het horecabeleid moet een kader bieden om te kunnen optreden tegen de wildgroei en overlast door terrassen, overmatig alcoholgebruik door de jeugd, overlast in uitgaansgebieden en het gericht toepassen van de wet BIBOB. 4. Het horecabeleid moet richtlijnen omvatten voor de handhaving zodat achterstanden in de behandeling van horecavergunningaanvragen en overtredingen die plaatsvinden ten aanzien van de paracommercie, extensieve recreatie en Drank- en Horecawet kunnen worden aangepakt. 5. Het horecabeleid moet daar waar dit mogelijk is uitgaan van het duurzaamheidbeginsel. 72
Wat gaan we er voor doen: Tegengaan van oneigenlijke concurrentie door paracommerciële instellingen
Toelichting Instellingen die aan paracommercie in de horecasector doen, ontplooien bepaalde activiteiten of laten deze in hun accommodatie toe die bestaan uit horecadiensten (inclusief het schenken van alcoholhoudende dranken). In Wijk bij Duurstede gaat het om 20 dorpshuizen en sportkantines waar dergelijke activiteiten van tijd tot tijd plaatsvinden. Soms ligt een dergelijke handelswijze in het verlengde van de eigenlijke (statutaire) doelstelling van de betreffende instelling. Soms heeft het daarmee echter niets van doen en worden die activiteiten georganiseerd als alternatief voor de reguliere horeca of omdat ze, dankzij begunstigende voorwaarden, winst opleveren. De gunstiger voorwaarden, waaronder paracommerciële instellingen worden geëxploiteerd, kunnen onder meer bestaan uit het krijgen van subsidies, het niet als bedrijf ingeschreven (hoeven) staan in het handelsregister en het kunnen werken met vrijwilligers en onder fiscaal gunstiger voorwaarden. Tegengaan onduidelijkheid Bij de afweging om horeca als nevenfunctie bij detailhandel te reguleren, speelt het volgende. De nevenfunctie is over bedoeld om de hoofdfunctie te versterken. Het bedrijf heeft een bepaalde formule ontwikkeld waarbij de functie ontwikkelingsmogelijkheden horeca ondersteunend werkt. Uitgangspunt blijft dat deze ondergeschikte horecafunctie tot een andere bestemming van horeca als nevenfunctie (detailhandel) behoort. Het is een extra toevoeging t.a.v. het gebruik van die bestemming, die in lijn moet zijn met de hoofdfunctie. Het is niet de bedoeling dat horeca de hoofdfunctie wordt. Dan dient een planologische wijziging te worden aangevraagd opdat een zuivere afweging kan plaatsvinden. Tegengaan onduidelijkheid In het bestemmingsplan Buitengebied (herzien in 2009) zijn mogelijkheden voor (extensieve) recreatie en over (daarmee) horeca. De nieuwe regelgeving van de APV is hier ook voor zover mogelijk van toepassing. ontwikkelingsmogelijkheden Het horecabeleid biedt kaders hoe om te gaan met de nu geldende regelingen in de huidige bestemmingsplannen. van ‘horeca als nevenfunctie Dit kader kan tevens worden gebruikt voor nieuw op te stellen bestemmingsplannen (zoals voor het buitengebied in het buitengebied’ in 2013). Verruiming mogelijkheden Bij ondernemers leeft de vraag of het terrassenseizoen kan worden uitgebreid. Dit sluit aan bij de wens van de bedienen (toeristische) gemeente om de toeristische functie van Wijk bij Duurstede te versterken. Dit leidt bijv. tot de maatregel en/of bezoekers voorstel om het terrassenseizoen te verlengen. Tegengaan wildgroei en Terrassen vormen een onderdeel van het horecaconcept. Ze hebben een belangrijke economische functie voor de overlast door terrassen. horeca omdat ze de exploitatiemogelijkheden en daarmee het economisch functioneren van de horecabedrijven verruimen. Maar veel belangrijker nog is de bijdrage die terrassen leveren aan het verblijfsklimaat in het centrum van Wijk bij Duurstede en de twee andere kerkdorpen Cothen en Langbroek. Dit leidt tot de aanpassing van het huidige terrassenbeleid. In 2013 zal er uitvoering moeten worden gegeven aan de maatregelen die het horecabeleid voorstelt.
73
6.3 Onze ombuigingsvoorstellen in één oogopslag Voorstel ombuigingen
2013
2014
2015
2016
Totaal Toelichting op de ombuigingen
74
6. - Zorg, welzijn en onderwijs Rekening Recapitulatie 2011 Lasten
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Bestaand beleid: Gezondheidszorg 320.673 282.869
337.889 308.337
371.593 297.369
367.874 297.387
367.469 291.306
366.467 285.761
96.189 122.463 34.900 77.284 81.842 2.832.874 177.112 338.951 231.464
104.365 143.511 38.322 87.129 89.513 2.752.466 181.369 353.166 370.243
118.965 136.017 37.068 181.685 90.377 2.855.630 241.129 329.056 335.918
117.461 130.486 36.515 179.486 90.003 2.852.622 239.876 328.355 277.361
117.331 129.838 36.422 178.355 90.091 2.852.362 239.767 328.294 276.321
116.827 127.873 35.820 172.933 89.923 2.851.354 239.348 328.059 273.920
332.945 77.476 672.094 82.221
356.258 74.051 694.246 39.776
249.198 86.201 507.168 47.304
247.469 84.949 504.762 39.040
246.517 84.726 504.552 37.089
245.356 84.230 503.747 36.798
Openbaar onderwijs Onderwijshuisvesting Lokaal onderw.bel./leerl.vervoer Vormings- en ontwikk.werk
46.347 1.342.934 1.356.537 1.328
145.302 1.968.083 1.197.076 1.328
205.852 2.035.634 1.108.563 0
117.882 2.103.399 1.070.760 0
135.221 2.086.269 1.068.797 0
117.267 2.035.100 1.065.538 0
Totaal lasten
8.508.504
9.242.430
9.234.727
9.085.687
9.070.727
8.976.321
Volksgezondheid Begraven
Welzijn Ouderenzorg Algemeen beleid welzijn Voorziening gehandicapten Sociaal-cultureel werk Vrijwilligerswerkbeleid Wmo voorz. en verstrekkingen Stichting Binding Alg. maatschapp. werk Wmo beleid
Jongeren Jeugdbeleid Kinderopvang Jeugdgezondheidszorg Peuterspeelzaalwerk
Onderwijs
75
Recapitulatie
Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Baten
Bestaand beleid: Gezondheidszorg Volksgezondheid Begraven
0 152.465
0 132.241
0 124.803
0 114.866
0 114.866
0 104.866
0 0 6.845 14.648 0 376.099 15.000 0 0
0 0 0 14.050 0 370.994 15.000 0 0
0 0 0 16.469 0 370.994 15.000 0 0
0 0 0 16.469 0 370.994 15.000 0 0
0 0 0 16.469 0 370.994 15.000 0 0
0 0 0 16.469 0 370.994 15.000 0 0
0 0 584.035 100.866
0 13.000 0 93.200
0 13.000 0 103.000
0 13.000 0 83.500
0 13.000 0 83.500
0 13.000 0 83.500
13.090 111.116 255.168 0
71.587 83.007 211.509 0
160.601 86.837 211.509 0
76.503 274.337 136.509 0
98.380 274.337 136.509 0
81.132 274.337 136.509 0
1.629.332
1.004.588
1.102.213
1.101.178
1.123.055
1.095.807
-6.879.172
-8.237.842
-8.132.514
-7.984.509
-7.947.672
-7.880.514
-6.879.172
-8.237.842
-8.132.514
-7.984.509
-7.947.672
-7.880.514
Welzijn Ouderenzorg Algemeen beleid welzijn Voorziening gehandicapten Sociaal-cultureel werk Vrijwilligerswerkbeleid Wmo voorz. en verstrekkingen Stichting Binding Alg. maatschapp. werk Wmo beleid
Jongeren Jeugdbeleid Kinderopvang Jeugdgezondheidszorg Peuterspeelzaalwerk
Onderwijs Openbaar onderwijs Onderwijshuisvesting Lokaal onderw.bel./leerl.vervoer Vormings- en ontwikk.werk
Totaal baten Saldo programma Ombuigingsvoorstellen Saldo pr. incl. ombuigingen
76
Reservemutaties Onttrekking bestemmingsreserves Afschr. lasten Cultuurhuis Cothen Afschr.lasten verbouwing ’t Wijkhuis Afschr.lasten Brede school Cothen Totaal onttrekking Omschrijving Financieel perspectief Budgettair neutraal Structurele doorwerking Uren Financieel technisch Totaal saldo
x € 1.000 -16
V
-30 -81 22 -105
V V N V
2013
2014
2015
2016
€ 19.493 € 1.725 € 9.282 € 30.500
€ 19.493 € 1.725 € 9.282 € 30.500
€ 19.493 € 1.725 € 9.282 € 30.500
€ 19.493 € 1.725 € 9.282 € 30.500
Toelichting financieel perspectief: 421.1 Huisvesting openbaar basisonderwijs 14 N Invulling stelpost Beatrixschool, het pand van de Beatrixschool is ingebracht in de grondexploitatie. De kapitaallasten van de school en de exploitatielasten zijn afgeraamd en daarmee is invulling gegeven aan de stelpost die hiervoor stond opgenomen. 480.1 Combinatiefuncties15 N Het rijk stelt regels, om in aanmerking te komen voor een bijdrage combinatiefuncties, over de omvang van de combinatiefuncties. Om hieraan te voldoen zijn de combinatiefuncties uitgebreid. 620.1 Ouderenzorg 11 N Drukwerk en folders was afgeraamd in het kader van de bezuinigingen, maar blijken nog nodig. 622.1 WMO uitvoering 81 N Indexering van de WMO onderdelen huishoudelijke hulp, vervoer en het persoonsgebonden budget huishoudelijke hulp.
77
715.1 Jeugdgezondheidszorg 112 V Invulling van de bezuiniging op subsidies, zie ook programma 7 en de post inhuur is afgeraamd. 724.1 Begraven 10V Indexering van de opbrengsten grafrechten. Toelichting structurele doorwerking: De najaarsnota 2012 is een document met de afwijkingen die betrekking hebben op 2012. De structurele doorwerking van deze afwijkingen vindt u hier in de begroting 2013 toegelicht. Tevens staan hier de afwijkingen die voortkomen uit het feit dat het budget in 2012 incidenteel was begroot. Uren: De uren worden toegelicht in programma 7. Financieel technisch: Dit zijn de afwijkingen die betrekking hebben op de reserves en voorzieningen alsmede de kapitaallasten.
78
Programma 7 7.1
Dienstverlening en belastingen
Hoofdlijnen van het programma
Inleiding Dit programma gaat over de bestuurlijk meest relevante aspecten van de onderwerpen dienstverlening en belastingen. Ook de onderwerpen bestuur en organisatie komen aan de orde. In de paragrafen bedrijfsvoering en lokale heffingen worden de onderdelen bedrijfsvoering en organisatie en belastingen verder uitgediept. Dienstverlening De dienstverlening in 2013 wordt doorontwikkeld. Zowel schriftelijk als via de telefoon als digitaal is de gemeente bereikbaar voor producten en diensten. De digitale dienstverlening wordt verder uitgebreid. Belastingen Door de huidige financiële situatie zullen we genoodzaakt zijn de belastingen te verhogen. Bij grootschalige ombuigingen is het altijd de vraag wat het meest gerechtvaardigd is: de lasten leggen bij gebruikers van voorzieningen of specifieke doelgroepen of te kiezen voor generieke lastenverhoging (door OZB-verhoging). Om tot een sluitende begroting te komen zal in totaal een bedrag van € 300.000 extra inkomsten noodzakelijk zijn. Mede gerelateerd aan de tot op heden onbenutte OZB-capaciteit van ruim € 1,2 mln. is dit een acceptabele lastenverhoging. Bestuur en organisatie De Organisatiekoers is uitgewerkt in 5 programma’s, waarvan de programma’s “Slimme Werkprocessen”, “Sterke Samenleving” en “Kleinere Overheid” de spil van de verandering vormen. Bij de begrotingsbehandeling 2012 in november 2011 is deze koers op hoofdlijnen vastgesteld, inclusief de financiële resultaten die oplopen tot € 1 miljoen in 2015. De gemeenteraad is op een paar momenten bijgepraat en geïnformeerd over de voortgang en invulling. Veel van de suggesties die door de raad zijn gedaan voor de bezuinigingen in het kader van begroting 2013-2016 liggen in lijn met de organisatiekoers. Wij zullen die incorporeren in de verschillende projecten. De organisatiekoers levert op termijn (2015) een andere organisatie op: “De organisatie van de gemeente Wijk bij Duurstede is fors kleiner dan nu. Veel gemeentelijke taken worden op afstand in andere organisaties uitgevoerd. Omdat er vooraf veel geïnvesteerd is in het optimaliseren van de werkprocessen is er ook goed zicht op de taken die nu elders worden uitgevoerd en kan de opdrachtgevende en regierol goed worden ingevuld. Digitalisering is verder geïmplementeerd, onze inwoners hebben zelf toegang tot statusinformatie over hun aanvragen die ze via de website of op afspraak hebben gedaan.
79
Voor een aantal vergunningaanvragen zal zelftoetsing gebruikelijk zijn, waardoor de afhandeling snel en goedkoop en digitaal plaatsvindt. Er wordt aandacht gegeven aan de toezichtfunctie achteraf bij de uitvoering om misstanden bij of misbruik van de zelftoetsingsmogelijkheid te voorkomen. Inwoners voelen zich eigenaar van hun eigen buurt en straat en regelen dan ook zelf het beheer. De ambtelijke organisatie die lokaal is overgebleven, is klein en wendbaar, met generalisten die over goede regiecompetenties beschikken. Aan de ene kant zakelijk en strak naar de uitvoerende partijen die gemeentelijke taken op het meest gunstige schaalniveau uitvoeren, aan de andere kant sterk in dialoog en in het faciliteren van interactieve processen, zodat het bestuur goed in positie is om besluiten te nemen over de aanpak van maatschappelijke vraagstukken. Een maatschappelijke vraag wordt per definitie met en door de samenleving opgepakt. Beleid komt samen met partners en inwoners tot stand. Nieuwe werkvormen, zoals maatschappelijk aanbesteden zijn steeds meer normaal. Bestuurders laten ruimte voor deze inbreng en raadsleden stimuleren en waarderen de uitkomst.'Loslaten' is hier het kernwoord in gebleken.” Op dit moment loopt het project Taken op afstand in het programma Kleinere Overheid op volle kracht. In dit project worden taken in beeld gebracht en op basis van een afwegingskader wordt besloten welke taken in aanmerking komen om elders te organiseren en op welke manier dit zal plaatsvinden. Het gaat dan dus om een grootschalige manier van anders organiseren. We maken deze afweging organisatiebreed over alle taken. Eind 2012 zijn de resultaten hiervan bekend en kunnen de besluiten worden genomen. Vervolgens gaat de uitvoering daarvan van start. Dit zal in 2013 en vooral 2014 leiden tot het op afstand plaatsen van de betrokken taakvelden en de daarbij betrokken medewerkers. Daaruit volgt dat de huidige organisatiestructuur zal veranderen. Het huidige directiemodel is in 2006 geïmplementeerd en heeft vervolgens meerdere aanpassingen gekend, waarbij vooral de managementlaag verder is ingekrompen. Wanneer de organisatie veel kleiner wordt en de rol verder verschuift naar die van regisseur zal het hele model uiteraard gewijzigd worden. Een veel kleinere organisatie kan immers waarschijnlijk met een eenvoudiger structuur toe. Dat is een natuurlijk gevolg van het traject Taken op afstand. In 2013 wordt hieraan invulling gegeven. 7.2
Beleidsinhoudelijke resultaten
Dienstverlening Wat willen we bereiken: 1. We willen de dienstverlening versterken door de afhandeling van de klantcontacten efficiënter te organiseren en waar mogelijk te dereguleren 2. Wij stellen de klant centraal door voor iedere doelgroep de dienstverlening aan te bieden via het best passende kanaal. Wat gaan we er voor doen: Doorontwikkelen klantcontactcentrum. Het programma Antwoord zal hierbij mede als leidraad worden gebruikt.
Toelichting We vergroten de efficiëntie en professionaliteit van de organisatie in relatie tot de klantcontacten door het KCC verder te ontwikkelen
80
Deels gaan werken op afspraak
Meer en betere digitale producten aanbieden
Deregulering
Omschrijving
Bron
Wanneer klanten op afspraak hun producten aan de balie kunnen komen halen c.q. hun vragen kunnen stellen betekent dit voor de klanten minder wachttijd en voor de gemeente een efficiëntere planning en spreiding van de werkzaamheden. Het aantal digitaal te verkrijgen producten zal ook dit jaar met 10 worden uitgebreid. Deze zullen niet alleen digitaal aangevraagd kunnen worden maar ook digitaal kunnen worden verkregen. Het onderzoek uit 2009 naar de mogelijkheden rondom deregulering zal opnieuw tegen het licht worden gehouden en aanvullende mogelijkheden zullen worden verkend. Realisatie 2013
Prestatie indicatoren Plan van aanpak voor het opstellen van een KCC in relatie tot programma Antwoord uitvoeren Werken op afspraak voor 5 producten 10 producten digitaal aanbieden Deregulering
Programma Antwoord; Gemeente Bunnik
2013
POW
2013
POW SIRA Consulting rapport
2013 2013
Streefwaarden 2014 2015
2016
Belastingen Wat willen we bereiken: 1. De lastendruk blijft rond het provinciale gemiddelde 2. De bezuinigingen worden ingevuld door een mix van bezuinigingen en inkomstenverhoging 3. Inbedding debiteurenbeheer belastingen in de eigen organisatie Wat gaan we er voor doen: Raadsdiscussie over noodzakelijke OZB-verhoging en verhoging
Toelichting Deze onderwerpen worden betrokken in de bezuinigingstaakstelling
81
toeristenbelasting
Omschrijving
2013. Eerder zijn al memo’s gemaakt. over deze onderwerpen. Inkomsten uit toeristenbelasting (momenteel slechts € 1,-- p/p per nacht) kunnen worden verhoogd. Bron
Realisatie 2013
Prestatie indicatoren Aantal WOZ bezwaren
Waarderingskamer en BSR
Landelijk: 2,6% in 2011
1.1 %
Streefwaarden 2014 2015 1%
1%
2016 1%
Bestuur en organisatie Wat willen we bereiken: 1. uitvoeren van de programma’s uit de koers Wat gaan we er voor doen: Uitvoeren resultaten kwaliteitsmeting
Uitvoeren van keuzes m.b.t. taken op afstand Procesoptimalisaties van circa 10 processen inclusief verzilvering
Toelichting Eind 2012 zullen de resultaten van de kwaliteitsmeting bekend zijn en besproken worden. Vanaf begin 2013 kan hieraan dan uitvoering worden gegeven. Eind 2012 zijn de resultaten van het project taken op afstand bekend. Vanaf 2013 kan dit dan uitgevoerd worden. Jaarlijks worden een aantal porcessen uit de portfolio opgepakt. Dit zijn projecten waarin quick wins zijn te behalen of die het meeste effect opleveren. Porcessen die t.g.v. uitstroom verzilvering (kunnen) opleveren worden sowieso opgepakt.
82
7.3 Onze ombuigingsvoorstellen in één oogopslag Voorstel ombuigingen
2013
2014
2015
2016
Totaal Toelichting op de ombuigingen
83
7. - Dienstverlening en Belastingen Rekening Recapitulatie 2011 Lasten Bestaand beleid:
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Bestuur Bestuursorganen Raadsgriffie Bestuurlijke samenwerking
1.286.005 203.944 13.472
1.196.725 243.518 48.239
1.204.851 216.574 28.883
1.155.542 215.247 27.055
1.113.641 218.824 26.789
1.107.298 213.801 26.495
738.813 304.606
900.276 250.452
856.149 275.966
775.827 269.238
623.619 263.019
519.004 257.658
459.801 15.599
432.652 14.443
490.412 14.590
475.355 14.490
461.467 14.481
450.917 14.448
93.334 948.678 51.437
20.000 935.866 60.165
15.000 860.121 32.204
15.000 850.146 89.951
15.000 844.162 59.684
15.000 831.986 59.347
0 0 0 578.031 70.864 0 0 250.038 602.206
0 0 0 293.252 102.756 0 0 270.622 1.393.154
0 0 0 724.892 308.000 0 0 178.907 400.315
0 0 0 521.667 346.000 0 0 193.205 207.489
0 0 0 487.527 373.000 0 0 202.164 64.677
0 0 0 520.295 385.000 0 0 205.817 65.320
5.616.828
6.162.120
5.606.864
5.156.212
4.768.054
4.672.386
Bedrijfsvoering Bestuursondersteuning B&W Rechtsbescherming
Communicatie Voorlichting en communicatie Media
Publiekszaken Bewonersparticipatie Burgerzaken/Publiekszaken Verkiezingen
Financiën Beleggingen Financieringsfunctie Algemene uitkering gem.fonds Algemene lasten en baten Bel./waardering, heffing + inning Belastingen / Hondenbelasting Precariorechten Lokale heffingen Mutaties Reserves
Totaal lasten
84
Recapitulatie
Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Baten Bestaand beleid: Bestuur 0 2.171 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
19.369 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 464.939 0
0 472.720 0
0 382.720 0
0 382.720 0
0 382.720 0
0 382.720 0
Beleggingen Financieringsfunctie Algemene uitkering gem.fonds Algemene lasten en baten Bel./waardering, heffing + inning Belastingen / Hondenbelasting Precariorechten Lokale heffingen Mutaties Reserves
110.522 1.359.215 17.907.173 50.329 3.023.521 104.656 32.516 27.068 2.407.492
85.000 1.640.198 17.835.259 839.003 3.272.585 105.000 11.000 17.500 2.230.045
85.000 1.611.150 17.563.638 52.000 3.785.534 107.520 11.264 15.240 512.138
85.000 1.501.990 17.622.698 52.000 3.823.534 107.520 11.264 12.740 498.340
85.000 1.289.915 17.067.804 52.000 3.850.534 107.520 11.264 10.240 651.471
85.000 1.214.922 17.428.030 52.000 3.862.534 107.520 11.264 10.240 496.405
Totaal baten
25.508.973
26.508.310
24.126.204
24.097.806
23.508.468
23.650.635
Saldo programma Ombuigingsvoorstellen Saldo pr. incl. ombuigingen
19.892.145
20.346.190
18.519.340
18.941.594
18.740.414
18.978.249
19.892.145
20.346.190
18.519.340
18.941.594
18.740.414
18.978.249
Bestuursorganen Raadsgriffie Bestuurlijke samenwerking
Bedrijfsvoering Bestuursondersteuning B&W Rechtsbescherming
Communicatie Voorlichting en communicatie Media
Publiekszaken Bewonersparticipatie Burgerzaken/Publiekszaken Verkiezingen
Financiën
85
Reservemutaties Onttrekking bestemmingsreserves Btw Compensatiefonds Afschrijvingslasten gemeentehuis Programma Slimme Werkprocessen Onttrekking Algemene reserve De-minimis regeling Toevoeging bestemmingsreserves Programma Slimme Werkprocessen Totaal onttrekking Omschrijving Financieel perspectief Budgettair neutraal Structurele doorwerking Reserves Uren Financieel technisch Totaal saldo
2013 € 5.733 € 463.000
2014
2015
2016
€ 463.000 € 1.935
€ 463.000 € 155.066
€ 463.000
€ 464.935
€ 618.066
€ 463.000
€ 10.000 € 141.446 € 337.287 x € 1.000 265 212 488 1.462 -637 -16 1.775
N N N N V V N
Toelichting financieel perspectief 001.1 Burgemeester en wethouders 11 N De uitkering voormalig personeel is toegenomen doordat een wethouder wegens ziekte zijn functie niet meer kan vervullen. 003.1 Burgerzaken 65 N Door de gewijzigde wetgeving in 2012 dat kinderen niet meer mogen worden bijgeschreven bij hun ouder(s) in het paspoort wordt verwacht dat in de komende jaren een afname van het aantal nieuwe reisdocumenten zal plaatsnemen, aangezien deze in 2012 reeds zijn afgegeven. De toename van de kosten voor het afleggen van een rijexamen voor brommerbezitters heeft geleid tot minder aanvragen voor rijbewijzen.
86
914.1 Saldo Financieringsfunctie 39 N Er zijn twee nieuwe leningen afgesloten een ten behoeve van Brede School en een voor herfinanciering wat leidt tot hogere rentelasten. 921.1 Algemene uitkering 278 N Het nadeel wordt o.a. veroorzaakt doordat de accressen zijn verlaagd omdat de normeringsystematiek vanaf 2012 weer in werking is gesteld. Daarnaast is de uitkeringsfactor per saldo gedaald door de ontwikkelingen in de uitkeringsbasis (inclusief OZB maatstaven). Met name de toename van het aantal bijstandsontvangers heeft een neerwaarts effect. 931 OZB 205 V Op de OZB is een inflatiecorrectie toegepast van 2,4% en er is rekening gehouden met areaaluitbreiding. Voor uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen. 922.2 Stelposten 100 N De bezuiniging op subsidies is gerealiseerd (80 K) bij met name JGZ 45.000 Bureau Halt 15.000, woonwagens 5.000 en Sociaal cultureel werk 15.000. Door het aframen op dit programma van de stelpost leidt dat hier tot een nadeel. Op de overige programma’s tot een voordeel. Er is een stelpost opgenomen voor de BTW verhoging (20 K) van 19% naar 21%. Overige van belang zijnde zaken: 922.1 Onvoorzien Om onvoorziene uitgaven te kunnen doen, nemen we jaarlijks een bedrag van € 2,50 per inwoner op in de begroting (64K). De post dient voor incidentele aanvulling van bestaande en/of nieuwe posten als de raad in de loop van het begrotingsjaar hiertoe besluit op basis van de criteria onvoorzien, onontkoombaar en onuitstelbaar. 940.2 samenwerking BSR Per 1-1-2012 is gemeente Wijk bij Duurstede aangesloten bij de gemeenschappelijke regeling BSR. In 2013 wordt een voordeel verwacht van € 35.000 t.o.v. de begrote cijfers 2013 vóór de overgang naar de BSR. Budgettair neutraal: Verschuiving van budgetten tussen programma’s of tussen programma’s en kostenplaatsen.
87
Toelichting structurele doorwerking: De voorjaarsnota 2012 is een document met de afwijkingen die betrekking hebben op 2012. De structurele doorwerking van deze afwijkingen vindt onder deze post opgenomen. Tevens staan onder deze post de afwijkingen die voortkomen uit het feit dat het budget in 2012 incidenteel was begroot. Overzicht stortingen en onttrekkingen reserves 2013-2016 Omschrijving 2013 2014 2015 U Toevoeging aan bestemmingsreserve Baggerplan -63.390 -64.033 -64.677 U Toevoeging aan de AR (IBOR retour) -195.479 -143.456 0 U Toevoeging aan BR Programma slimme werkprocessen -141.446 0 0 I Onttrekking aan BR Programma slimme werkprocessen 0 1.935 155.066 I Onttrekking aan algemene reserve De-minimis regeling 10.000 0 0 I Onttrekking aan bestemmingsreserves BCF 5.733 0 0 Saldo -384.582 -205.554 90.389 Bruto methode reserves I BR Fonds Volkhuisvesting starterslening I Onttr. BRG Cultuurhuis Cothen I Onttr. BRG verbouwing 't Wijkhuis I Onttr. BRG Brede school Cothen I Onttrekking BRG (gemeentehuis) Saldo
2016 -65.320 0 0 0 0 0 -65.320
2013 2014 2015 2016 2.905 2.905 2.905 2.905 19.493 19.493 19.493 19.493 1.725 1.725 1.725 1.725 9.282 9.282 9.282 9.282 463.000 463.000 463.000 463.000 496.405 496.405 496.405 496.405
Uren: Uren 637 V Op alle programma’s zijn uren opgenomen deze uren verschuiven tussen programma’s afhankelijk voor welk product de ambtelijke capaciteit voor wordt ingezet. Door onder andere de verzilvering zijn er minder uren beschikbaar, waardoor minder uren aan de programma’s kunnen worden besteed. Daar staan ook lagere lasten tegenover waardoor mutatis mutandis het uurtarief ten opzichte van 2012 op een gelijk niveau blijft. Het uurtarief is het resultaat van de beschikbare productieve uren en de kosten die op de kostenplaatsen worden begroot. Op de kostenplaatsen is een voordeel te zien van € 550.000. Dit voordeel wordt onder het kopje “ontwikkeling kostenplaatsen verder toegelicht. Er wordt meer aan projecten gewerkt dat levert voor de exploitatie een voordeel op.
88
Ontwikkelingen kostenplaatsen 550 V Loonsom 337 V Dit voordeel wordt per saldo gerealiseerd door het invullen van de verzilvering, waarbij een aantal formatieplaatsen is ingeleverd. Per saldo is op de kostenplaatsen de loonsom met 337K gedaald. ICT, GR RID 324 N (per saldo budgetneutraal verwerkt) Bijdrage aan de RID dit is een verschuiving van de loonsom en overige kosten die vervallen uit de begroting voor de bijdrage aan de GR. Inhuur derden 436 V De bezuiniging op de posten voor inhuur van derden is ingevuld met de vjn 2012, dit leidt tot een voordeel in 2013 ten opzichte van 2012 ter hoogte van 436K. Financieel technisch Financieel technisch 101V Dit zijn afwijkingen die betrekking hebben op de reserves en voorzieningen alsmede de vrijval van kapitaallasten (113 V) en overige diversen kleine afwijkingen. Overzicht incidentele baten en lasten De meerjarenbegroting 2013-2016 kent ook nog een aantal incidentele budgetten. In onderstaande tabel staan die samengevat.
Prog Omschrijving Lasten KPL Programmatuur KPL Investeringen < € 10.000 1 Bijdrage grex 1 Verkeersmaatregelen beleid 1 Ruimtelijke ordening, inhuur 7 Programma slimme werkprocessen 7 Toevoeging aan de AR (IBOR retour) 7 Toevoeging aan BR Programma slimme werkprocessen Totaal lasten
2013 15 0 10 20 20 96 195 141 498
Bedragen x € 1.000 2014 2015 2016 0 14 0 0 20 96 143 0 273
0 0 0 0 0 96 0 0 96
0 0 0 0 0 0 0 0 0
89
Baten 7 Onttrekking aan BR Programma slimme werkprocessen 7 Onttrekking aan algemene reserve De-minimis regeling 7 Onttrekking aan bestemmingsreserves BCF Totaal baten
0 10 6 16
2 0 0 2
155 0 0 155
0 0 0 0
90
DEEL 2 PARAGRAFEN Deel 2: PARAGRAFEN
91
2.1
Inleiding
Evenals in de voorgaande jaren volgen hierna, conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de paragrafen bij de ‘Meerjarenbegroting 2013-2016’. Deze paragrafen handelen over een aantal belangrijke onderwerpen met betrekking tot de financiële functie, als een dwarsdoorsnede van de begroting, die binnen de verschillende programma’s terug te vinden is. De volgende paragrafen zijn opgenomen: Weerstandsvermogen De paragraaf bevat een berekening van de weerstandscapaciteit en een inschatting van de risico’s. Met weerstandscapaciteit wordt bedoeld: al die elementen, waarmee tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden. Het weerstandsvermogen is de weerstandscapaciteit in relatie tot de risico’s. Het geeft aan hoe robuust de begroting is. Onderhoud kapitaalgoederen Deze paragraaf gaat met name in op de onderhoudstoestand en de kosten van instandhouding van de wegen, bruggen, riolering, gebouwen en groene gebieden/stroken. Dit is van belang omdat de onderhoudskosten van kapitaalgoederen een substantieel deel van de begroting beslaan. Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering bestaat traditioneel uit de onderdelen personeel, informatisering, automatisering, communicatie, organisatie, financieel beheer (waaronder de administratieve organisatie en de interne controle) en huisvesting. Deze paragraaf geeft inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens omtrent de bedrijfsvoering. Het gaat daarbij om het uitvoeren van de programma’s in het programmaplan en om de continuïteit van de gemeente. Verbonden partijen Hier wordt inzicht gegeven in de relaties van de gemeente met derde rechtspersonen, waarin bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend en waarmee financiële belangen gemoeid zijn. Grondbeleid De hoofdlijnen van het te voeren grondbeleid komen in deze paragraaf aan de orde. Het geeft een stand van zaken in de lopende grondexploitaties en andere te ontwikkelen gebieden. Voor een actualisatie van de grondexploitaties wordt verwezen naar een separate nota. Treasuryparagraaf De treasuryparagraaf is sinds 2001 een verplicht onderdeel bij de begroting en het jaarverslag. Het doel is de uitvoering van de treasuryfunctie transparant te maken. De verplichte berekening van het EMU- saldo is in deze paragraaf ondergebracht. Lokale heffingen Het overzicht van lokale heffingen geeft inzicht in de tarieven van de gemeentelijke heffingen en belastingen. 92
2.2
Weerstandsvermogen
1. Inleiding Conform het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en gemeenten (BBV art 9) is het verplicht in de begroting en jaarrekeningen de beleidslijnen vast te leggen met betrekking tot het Weerstandsvermogen. Het Weerstandsvermogen geeft een cijfermatig inzicht in de buffer die onze gemeente heeft om tegenvallers op te vangen. Hierbij worden de niet uit de jaarrekening danwel begroting blijkende risico’s vergeleken met onze niet-geoormerkte reserves. Het gaat hierbij om risico’s die niet zijn opgenomen in het inhoudelijke gedeelte van begroting en jaarrekening danwel niet zijn te ondervangen door bijvoorbeeld verzekeringen. Met niet geoormerkte reserves wordt bedoeld de reserves die kunnen worden ingezet voor acute tegenvallers. In de volgende paragrafen is een overzicht opgesteld van het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen wordt hierbij omschreven als de verhouding tussen de niet- geoormerkte reserves en middelen (hierna te noemen weerstandscapaciteit) en de geïnventariseerde risico’s. Zowel de weerstandscapaciteit als de risico inventarisatie zijn onderdelen die aan verandering onderhevig zijn. In de begroting en jaarrekening wordt dit daarom geactualiseerd. 2. Samenvatting Als basis voor de bepaling van het weerstandsvermogen is de nota Weerstandsvermogen. Hierin is onder andere bepaald dat de weerstandscapaciteit in principe groter of gelijk moet zijn aan het bedrag aan risico’s. De weerstandscapaciteit is voor de begroting 2013 bepaald op € 6.9 mln. De stijging van de weerstandscapaciteit wordt deels veroorzaakt door een hogere bedrag aan stille reserves. Dit naar aanleiding van een nadere analyse van de aanwezige gemeentelijke objecten. Het bedrag aan risico’s is bepaald op 3,4 mln. Dit resulteert in een weerstandsvermogen van 6,9 / 3,4 = 202%. Tabel 1 ontwikkeling Algemene reserve vrij aanwendbaar Ontwikkeling Bedrag aan risico’s 2005 pm 2006 3.935.000 2007 3.945.000 2008 4.890.000 2009 4.191.750 2010 3.285.000 2011 3.295.000 Begroting 2013 3.391.000
Weerstandscapaciteit pm 12.352.568 9.387.635 7.246.000 8.633.000 7.933.615 6.067.000 6.926.000
(Bedragen in €) Algemene Reserve vrij aanwendbaar 11.797.332 6.917.568 5.674.635 2.166.000 4.441.735 4.648.615 2.772.000 3.421.000
93
Het bedrag aan risico’s is ten opzichte van de jaarrekening 2011 ongeveer gelijk gebleven. Het blijft echter van groot belang om ons bewust te zijn van risicomanagement (hoe voorkomen en beperken we de risico’s zo veel mogelijk). 3. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit wordt gevormd door de niet geoormerkte en dus vrij besteedbare reserves. Hierbij valt te denken aan de algemene reserve, de stille reserves, onbenutte capaciteit van onroerende zaak belasting, en de post onvoorzien (dekking voor onvoorziene begrotingsuitgaven). Het bedrag aan bestemmingsreserves en voorzieningen valt niet onder de weerstandscapaciteit aangezien aan deze bedragen een verplichting of doelstelling ten grondslag ligt. Tabel 2. Opbouw weerstandscapaciteit begroting 2013 Algemene reserve Stille reserves Post onvoorzien Totaal weerstandscapaciteit
Bedrag in € 4.621.000 2.049.000 256.000 6.926.000
4. Risico’s De relevante risico’s in het kader van het weerstandsvermogen zijn posten waarvoor (nog) geen dekking is aangewezen in begroting en waarvan de gevolgen indien die zich voordoen gedekt moeten worden uit het vermogen van de gemeente. De risico’s zijn onderverdeeld in een aantal categorieën. Het totaalbedrag aan risico’s bedraagt: Tabel 3. Recapitulatie risicobedragen Uitvoering gemeentelijke taken Rampen en Calamiteiten Bedrijfsvoering en Financiën Projecten en grondexploitaties Bestuurlijke aangelegenheden Totaal risico’s Wijzigingen ten opzichte van jaarrekening 2011 Uitvoering gemeentelijke taken
Bedrag in € 496.000 1.200.000 300.000 1.375.000 20.000 3.391.000 +76.000 94
Rampen en Calamiteiten Bedrijfsvoering en Financiën Projecten en grondexploitaties Bestuurlijke aangelegenheden
0 0 0 0
Het bedrag aan risico’s is licht gestegen. Zie verderop in deze paragraaf voor een nadere detaillering van de risico’s. 5. Reserve Weerstandsvermogen Het berekende bedrag aan risico’s en derhalve aan weerstandsvermogen (€ 3.391.000) is in ruime mate afgedekt door de berekende weerstandscapaciteit (€ 7.056.000). Een deel van de algemene reserve wordt vervolgens geoormerkt ter afdekking van de risico’s. Hiertoe wordt het zogenaamde Reserve weerstandsvermogen berekend: Voor het weerstandsvermogen worden in eerste instantie de stille reserves, de post onvoorzien en de door de provincie verplichte reserve van € 50 per inwoner (in totaal € 1.200.000) ingezet. Het restant bedrag is de Reserve weerstandsvermogen. Tabel 4. Opbouw weerstandsvermogen Totaal benodigde weerstandsvermogen Stille reserves Post onvoorzien Verplichte reserve (€ 50 per inwoner) Reserve weerstandsvermogen(sluitpost)
Bedrag in € 3.391.000 2.049.000 256.000 1.200.000 0
6. Algemene reserve Vrij aanwendbaar De algemene reserve is op zijn beurt weer opgebouwd uit drie onderdelen; de verplichte reserve, de reserve weerstandsvermogen en de algemene reserve vrij aanwendbaar. De algemene reserve vrij aanwendbaar geeft het werkelijke bedrag weer dat vrij mag worden aangewend voor gemeentelijke uitgaven en geeft derhalve de speelruimte weer. Tabel 5. Verdeling Algemene reserve Verplichte reserve Reserve weerstandsvermogen Algemene reserve vrij aanwendbaar (sluitpost) Totaal algemene reserve
Bedrag in € 1.200.000 0 3.421.000 4.621.000 95
Indien één van de onderdelen van het weerstandsvermogen wordt aangewend voor andere zaken, dient de reserve weerstandsvermogen navenant te worden verhoogd ten laste van de algemene reserve vrij aanwendbaar of een ander beschikbaar dekkingsmiddel. 7. Specificatie Weerstandscapaciteit Naast de Algemene reserve bestaat de weerstandscapaciteit uit de stille reserves, budget onvoorzien, en onbenutte capaciteit belastingen en heffingen. Stille reserves Stille reserves worden gevormd door eigendommen (met name gronden en gebouwen) die een hogere marktwaarde (WOZ waarde) vertegenwoordigen dan in de balans als boekwaarde is opgenomen en dat het betreffende eigendom binnen een periode van 1 jaar geliquideerd kan worden zonder dat dit leidt tot ondermijning van de continuïteit van de uitvoering van de gemeentelijke taken. In de zomer van 2012 heeft er een actualisatie van gemeentelijke panden plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot een herwaardering van de post stille reserves. De overwaarde is bepaald op € 2.049.000. Post onvoorzien Ter dekking van onvoorziene begrotingsuitgaven in de loop van het jaar is in de begroting als onderdeel van het overzicht Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien een budget onvoorzien opgenomen. In beginsel voor het begrotingsjaar 2013 is dit € 64.000 per jaar. Dit resulteert in een post onvoorzien van 4 (jaar) x € 64.000 = € 256.000. Onbenutte capaciteit OZB belastingen In de nota weerstandsvermogen is bepaald dat de onbenutte belastingcapaciteit niet wordt meegenomen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Het bedrag aan onbenutte belastingcapaciteit van de OZB kan dan desgewenst worden ingezet voor dekking van eventuele nieuwe beleidswensen. Ook in deze paragraaf wordt deze post verder buiten beschouwing gelaten. Onbenutte capaciteit heffingen In onze gemeente zijn de afvalstoffenheffing, reinigingsrecht en rioolheffing erop gericht om kostendekkend de voorzieningen te kunnen leveren aan de inwoners. De onbenutte capaciteit is dus nihil en wordt verder buiten beschouwing gelaten. 8. Specificatie Risico’s Een risico is de kans (percentage) dat een bepaalde gebeurtenis zich voordoet vermenigvuldigd met het financiële effect (bedrag) van die gebeurtenis. Er wordt onderscheid gemaakt tussen reguliere en niet-reguliere risico’s en tussen incidentele en structurele risico’s. De reguliere risico’s zijn die zaken waarvoor in de begroting of via een verzekering dekking is voorzien. Niet reguliere risico’s zijn de zaken waarvoor (nog)
96
geen dekking is aangewezen en waarvan de gevolgen gedekt moeten worden uit het vermogen van de gemeente. Incidentele risico’s zijn risico’s die als ze zich voordoen eenmalig van dekking voorzien moeten worden en die daarna geen invloed meer hebben op het vermogen of de begroting van de gemeente. Structurele risico’s hebben een langdurig effect op het vermogen of de begroting van de gemeente. Indien het structurele risico’s betreft wordt het risicobedrag over 4 begrotingsjaren gesaldeerd. Tabel 6. Top 3 van grootste risico’s nr Soort risico 1 Onzekere woningmarkt 2 Open einde regelingen 3 Haalbaarheid bezuinigingsopgave
Bedrag in € 1.200.000 250.000 140.000
Onderstaand een totaal overzicht van de geïnventariseerde risico’s. Risico’s van minder dan € 10.000 worden niet meegeteld in de berekening van het benodigde weerstandsvermogen. Deze risico’s worden vermeld zonder nadere specificatie. In het overzicht zijn de risico’s ingedeeld in de volgende categorieën: Uitvoering gemeentelijke taken Rampen en Calamiteiten Bedrijfsvoering en Financiën Projecten en grondexploitaties Bestuurlijke aangelegenheden Uitvoering Gemeentelijke taken Nr Indeling Risico
Beheersmaatregelen
Status Uitvoeren van verkennende onderzoeken bij voormalige bedrijfsterreinen (uit ISVmiddelen). Onderzoek wordt indien van toepassing uitgevoerd Aanvragen zijn geïnventariseerd
U1
Milieu
Bodemverontreiniging
Bodembeleid en Bodemkwaliteitskaart up to date houden; De kaart wordt regulier geüpdate
U2
Financiën
Open einde regelingen
Inventarisatie van aanvragen en begroting aanpassen
RisicoKans x BeAfd. waarde S/I drag 500.000 10% x I 50.000 DVL
2.000.000 13% x I
250.000 SBP
Wmo; de hoogte van de afrekening van 97
Uitvoering Gemeentelijke taken Nr Indeling Risico
Beheersmaatregelen
Status
Risicowaarde
Kans x BeS/I drag
Afd.
Voor de Wmo is een bestemmingsreserve
U5
U6
U7
U10
eigen bijdragen met het CAK bevatten een mate van onzekerheid. Reden hiervoor is het feit dat het CAK achterstanden heeft in de verwerking van de eigen bijdragen DecentraliOutsourcing Oprichting beheerstichting De relatie tussen een aantal verenigingen 100.000 25% x 100.000 satie sportfaciliteiten en de stichting Wijksport verloopt stroef 4 loopt. Wanneer verenigingen niet kunnen voldoen aan de financiële verplichtingen jegens de stichting en geen alternatieve invulling kan worden gevonden voor de leegvallende accommodaties zou dit kunnen leiden tot het faillissement van de stichting. De gemeente wil garant staan voor de stichting en loopt daardoor een financieel risico. Inmiddels is er een nieuw bestuur aangetreden Integriteit Morele aanspraAandacht voor Integriteit In 2012 heeft er een evaluatie van de 100.000 10% x1 10.000 kelijkheid en ambtseed gedragscode plaatsgevonden. Hieruit (imagoschade, kwamen geen bijzonderheden. ethische veranthet aspect integriteit is ondergebracht in woordelijkheid functioneringsgesprekken Onvoldoende Bij grote Planning evenementen en Kosten verhalen op derden/verstoorder. 50% 10.000 20.000 handhaving evenementen is dit kosten opnemen in Het strikt innen van borgsommen bij grote geformaliseerd begroting evenementen Onderhoud Geen jaarlijkse Strikt inzicht in 304.000 25% 76.000 Gebouwen dotatie aan de gebouwbeheersplannen voorziening gebouwen onderwijs
SBP
Dir.
DVL
98
SBP
Uitvoering Gemeentelijke taken Nr Indeling Risico U11
Gemeenschappelijke Regelingen
Te weinig invloed op begroting en uitgaven bij gemeenschappelijke regelingen
Beheersmaatregelen
Status
Zorgdragen voor sterke vertegenwoordiging in DB en AB, goede statuten met duidelijke afspraken ten aanzien van uitgaven en uittreedregelingen
Kadernota’s vragen voor begroting en doelstellingen meegeven bij opstellen begrotingen (0-lijn)
VRU RDWI (RSD+SWZ) GGD MN Recreatieschap Welstand en Monumenten AVU Milieudienst ZOU Sturen op uren wordt toegepast RID Opdrachtgeverschap
RHC BSR Totaal Rampen en Calamiteiten
Opdrachtgeverschap Opdrachtgeverschap
Risicowaarde
Kans x BeS/I drag
Afd.
Strakke controle uitoefenen op bedrijfsvoering/management SBP SBP SBP SBP DVL
Fusie met Milieudienst NW per 1 juli 2012
DVL
Opdrachtgeverschap is belegd Fasering; contracten worden per onderdeel overgedragen Opdrachtgeverschap is belegd Opdrachtgeverschap is belegd
BV
496.000
99
nr
Indeling Risico Ramp Amsterdam Rijnkanaal en/of Rijn en Lek Ramp (brand/ontploffing) bij tankstation
Beheersmaatregelen Zorgdragen voor afdoende preventief onderhoud aan gemeentelijke eigendommen, openbaar groen e.d. Zorgdragen voor een kwalitatief goed calamiteitenplan, goed opgeleide medewerkers binnen de rampenbestrijding, in samenwerking met Veiligheidsregio Utrecht
bedrag
Extra kosten als gevolg van calamiteiten
Schade Natuurgeweld Schade aan bomenbestand als gevolg van natuurverschijnselen Risico’s voor volksgezondheid Totaalbedrag
1.200.000
100
Bedrijfsvoering en Financiën
Nr
Indeling
B1
(Informatie) Verlies van beveiliging Informatie
B4
Financiën
Onjuiste BTW aangiften/aanslagen
B5
Financiën
Garantstellingen
B8
Financiën
Bezuinigingsopgave
Totaal
Risico
Beheersmaatregelen bestaand beveiligingsbeleid actualiseren het beleid wordt in hoofdlijnen in 2012 geactualiseerd Volgen ontwikkelingen op het gebied van BCF Jaarlijkse update op basis van aanbevelingen rapport accountant Terughoudendheid bij aangaan garantieverplichtingen Eigenaarschap benoemen
Status
Contract aangegaan met PWC over Belastingadvies
Sturen op voortgang middels management rapportages
RisicoKans x waarde S/I 500.000 10% x I
Bedrag
Afd.
50.000
BV
400.000 25% x I
100.000
BV
100.000 10% x I
10.000
BV
1.400.000 10% x I
140.000
BV
300.000
101
Projecten en Grondexploitatie Nr
Indeling
Risico
Beheersmaatregelen
P1
Projecten
Planschade
Bij projecten planschadeberekening laten maken en meenemen in begroting project
P2
Projecten
P6
Grondexploitaties
Onderlinge financiële afhankelijkheid Onzekere woningmarkt
Status
Wordt toegepast; huidige actualisatie van de bestemmingsplannen kan planschade opleveren Betreft een actualisatie waarbij geen Bij exploitaties derden kosten grootschalige individuele wijzigingen verhalen op ontwikkelaar worden opgenomen. Wel kunnen voor (contractueel) hele gebieden verruimingen optreden. Er kan weliswaar planschade ontstaan maar dit weegt dan niet op tegen het eigen voordeel dat de indiener heeft. Wordt gefaseerd uitgevoerd tot 2012, op dit moment in fase van beroep Financieel ontkoppelen lopende Het beleid is hierop ingericht. projecten; Tussentijdse actualisering van grondexploitaties en aanpassen van planning en uitgaven nieuw grondbeleid vastgesteld
Grex wordt jaarlijks geactualiseerd Er is een strategisch woningbouwprogramma opgesteld. Kritische aandacht voor de vraag naar woningen.
Risico- Kans x waarde S/I 500.000 10% I
BeAfd. drag 50.000 SBP
625.000 20% I
125.000 SBP
1.200.000 SBP
Uit de actualisatie GREX komt een risicobedrag van 1.2 mln euro (afgerond) naar voren Totaal
1.375.000
102
Bestuurlijke aangelegenheden Nr C1
Indeling Politiek Totaal
Risico Verschuivingen binnen de raad
Beheersmaatregelen nvt
Status
Risicowaarde Kans x S/I 100.000 20% I
Bedrag Afdeling 20.000 Dir 20.000
103
2.3
Onderhoud Kapitaalgoederen
Inleiding De gemeente Wijk bij Duurstede heeft een groot deel van haar vermogen geïnvesteerd in voorzieningen voor haar inwoners, zoals wegen, verlichting, riolering, groen, speelplaatsen, straatmeubilair en gebouwen. Het onderhoud van deze zogenaamde ‘kapitaalgoederen’ is van cruciaal belang voor het functioneren van de gemeente op diverse gebieden. Ook voor de inwoners is de kwaliteit van hun leefomgeving van groot belang; teruglopende kwaliteit kan leiden tot kleine ergernissen, klachten of zelfs serieuze ongelukken. In 2004 heeft de gemeenteraad het gebouwenbeheersplan vastgesteld; derhalve maakt het geen deel uit van het Integrale Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR). Gezien de vele ontwikkellocaties wordt het plan jaarlijks geactualiseerd en ter besluitvorming aangeboden aan het college. In november 2010 zijn de beheerplannen IBOR voor de periode 2011-2014 vastgesteld op basis van een sobere beeldkwaliteit. Binnen het IBOR zijn de beheeronderdelen Wegen, Groen, Watergangen, Bruggen en Viaducten, Openbare Verlichting en tot slot Verkeer en Straatmeubilair op een integrale wijze opgesteld. Inmiddels zijn er in 2011 al diverse bezuinigingen doorgevoerd en kunnen er in 2012 mogelijk nog meer bezuinigingen binnen het IBOR worden doorgevoerd. De eventuele bezuinigingen voor het jaar 2013 zijn uiteraard nog niet verwerkt in onderstaande gegevens. Op moment van schrijven is nog niet bekend welke invloed dit zal hebben op de voorzieningen. Het IBOR gaat nog niet in op detailniveau van het onderhoud, maar is opgesteld op het zogenaamde netwerkniveau; er wordt inzicht verkregen in de benodigde middelen over een periode van 4 jaar, uitgaande van het minimale onderhoudsniveau waarbij de veiligheid nog wel wordt gegarandeerd. Op basis van het Integrale Beheerplan worden de jaarplannen opgesteld. In deze jaarplannen worden de onderhoudswerken gedetailleerd beschreven, die in de begrotingsjaren zullen worden uitgevoerd met het ter beschikking staande budget. Afhankelijk van het soort onderhoud wordt ook de keuze gemaakt in de wijze van dekking van de kosten. In hoofdlijnen kan het onderhoud in de volgende soorten gesplitst worden: Groot, Dagelijks en Serviceonderhoud (dekking via voorziening IBOR); Nieuwe investeringen (voorzieningen, bestemmingsreserves, activering) en kapitaallasten te dekken via de exploitatie. Dit betekent dat voor deze (nieuwe) investeringen (muv voor reeds toegekende middelen voor groeninvesteringen tot en met 2014) nog geen financiële middelen beschikbaar zijn en dat deze investeringen steeds ter besluitvorming aan de raad dienen te worden voorgelegd alsof sprake is van een vorm van nieuw beleid. In tabel 1 vindt u de verschillende kapitaalgoederen waarover in deze paragraaf wordt gerapporteerd en het jaar van vaststelling van het betreffende beheerplan. Op de volgende pagina’s worden de diverse kapitaalgoederen één voor één uitgelicht. Hierbij worden diverse onderwerpen nader toegelicht, waaronder de invloed op de begroting en de uit te voeren werken in 2012.
104
Tabel 1. Overzicht beheerplannen tot 2012 Kapitaalgoederen Beheerplan Wegen Gebouwen Verkeer Kunstwerken Riolering Watergangen Verlichting Groen
Wegen Gebouwen Straatmeubilair, borden e.d. Bruggen en viaducten Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP III) Plassen en beekjes Lantaarnpalen e.d. Groen Beheerplan
Jaar van vaststelling 2010 2004 2010 2010 2009 2010 2010 2010
Wegen Beheerplan Wegen Naam beheerplan Jaar vaststelling 2010 Onderhoud Wegen Naam voorziening Actualisatie plan Jaarlijks dmv jaarplan Te onderhouden kapitaalgoederen : Rijbanen, fietspaden, voetpaden, pleinen en woonerven, parkeerstroken, overige stroken Doel: Het beheerplan geeft inzicht in de actuele kwaliteit en de benodigde budgetten voor het uitvoeren van het onderhoud aan het wegennet om het vastgestelde kwaliteitsniveau Sober te bereiken/handhaven. Beleidskader: Het Beheerplan Wegen geeft de kaders aan waarbinnen de onderhoud- en renovatieplannen worden vervaardigd. Het beheerplan Wegen en het daarna opgestelde jaarplan Wegen 2011 maakt onderdeel uit van het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2011 – 2014. Het beleidskader wordt bepaald door enkele wetten, t.w. Wegenwet, Wet Herverdeling Wegenbeheer, Burgerlijk Wetboek, Wet Milieubeheer. Er is ook een relatie met andere beleidsterreinen zoals riolering, verkeersveiligheid, groen, milieu, sociale veiligheid en activabeleid. Financiële situatie 2013: In het kader van het IBOR is een voorziening (8610040) gevormd. Deze voorziening wordt gevuld door de budgetten van alle grootboeknummers (6-nummers) de kostensoorten groot onderhoud, dagelijks onderhoud, inspecties en werkzaamheden derden over te boeken naar de voorziening. In de voorziening zijn vervolgens kostensoorten per beheerdiscipline gevormd. Vanuit deze kostensoorten binnen de voorziening worden alle onderhoudskosten, beschreven in de beheerplannen, bekostigd. Investeringskosten, kapitaalslasten (rente en afschrijven) en belastingen maken geen onderdeel uit van de voorziening IBOR. Voor wegen zijn er
105
in 2013 geen nieuwe investering gepland. De kapitaallasten zijn de afschrijvingen en rentelasten voor diverse reconstructie- en aanpassingwerkzaamheden van wegen en verkeerssituaties binnen de gemeente. De huidige stand van de voorzieningen en de begrote toevoegingen vanuit de exploitatieposten zijn voldoende om de onderhoudswerkzaamheden voor wegen en verkeerssituaties uit het beheerplan 2011-2014 uit te kunnen voeren, waarbij geen rekening is gehouden met mogelijke bezuinigingen uit 2012. Opgemerkt moet worden dat vanaf 2015 er op het gebied van wegen diverse investeringsprojecten moeten worden uitgevoerd. Deze investeringsprojecten vallen niet binnen het IBOR maar dienen separaat te worden aangevraagd. Het betreft hier met name reconstructies van de gebiedsontsluitingswegen zoals Nieuweweg en de Romeinenbaan, en enkele wegen incl. bermen in het buitengebied van Cothen en Langbroek. Dit zal in de zomer van 2013 worden voorbereid en aangevraagd via de kadernota. Begroting Wegen Lasten Belastingen Verzekeringen Onderhoud programmatuur Toevoeging aan voorzieningen Groot onderhoud Dagelijks onderhoud Service onderhoud Inspecties/onderz. Kapitaallasten, rente Kapitaallasten, afschrijving Doorberekening SBP Doorberekening Beheer Doorberekening Beheer Buitendienst Baten Opbrengst vergunningen en rechten Overige inkomsten/ontvangsten Schadevergoeding verzekering
Werkelijk 2011 13.373 79 0 72.620 673.235 215.669 142.990 12.510 104.851 161.516 7.594 180.272 55.087
Begroting 2012 12.000 100 1.800 656.593
Begroting 2013 12.000 103 1.800 585.623
97.558 158.520 4.468 257.942 35.952
90.398 158.742 7.316 250.179 49.340
22.503 11.037 1.812
15.000 11.000 3.000
15.000 11.000 3.000
106
Toelichting op Voorziening IBOR, onderdeel Wegen voor 2013 Wegen Toevoeging uit wegen aan Voorziening IBOR € 557.088 Onderverdeling binnen voorziening IBOR Wegen Groot onderhoud € 125.000 € 278.000 Wegen Dagelijks onderhoud Wegen Service onderhoud * € 167.000 € 7.500 Wegen Inspecties en onderzoeken Totaal € 577.500 * Hierbij is nog geen rekening gehouden met mogelijke bezuinigingen uit 2012. Toelichting op soort werkzaamheden Groot onderhoud Incidentele werkzaamheden zoals: Grote herstraatwerkzaamheden, asfaltoverlagingen, bakfrezen, scheuren dichten en aanbrengen van slijtlagen. Dagelijks onderhoud Periodieke werkzaamheden zoals: vegen, onkruidbestrijding, kleine reparaties als gevolg van slijtage en gebruik. Service onderhoud Niet te plannen werkzaamheden zoals: Plaatselijke verzakkingen, schades, klachten en meldingen, calamiteiten. Inspecties en onderzoeken Periodieke weginspecties ten behoeve van planning onderhoudswerk, funderingsproblemenonderzoek, draagkrachtonderzoeken e.d. Toelichting op stand van zaken 2012 Het jaar 2012 stond met name in het teken van achterstallig onderhoud. Op het gebied van asfalt zijn de in het oog springende projecten Kapelleweg, Geerweg, Broekweg, schadeherstel door bakfrezen, scheuren dichten en aanbrengen slijtlagen en wegmarkeringen aanbrengen uitgevoerd. Waar mogelijk zijn volgend op de glasvezel diverse grotere herstraatwerkzaamheden opgepakt in diverse wijken in Wijk bij Duurstede. Hiernaast stonden enkele grote projecten gepland in Cothen (Willem-Alexanderweg, Kampweg, Kerkweg, Hinkerstraat en Dorpsstraat. Echter deze projecten zijn doorgeschoven naar 2013 of 2014. Het overlagen of herstraten van deze wegen is fysiek mogelijk, echter zijn in de directe omgeving diverse projecten (bijv. ontwikkeling De Kamp Cothen) gepland waarbij zwaar bouwverkeer over deze wegen gaat rijden. Reden om te wachten tot de werkzaamheden zijn afgerond om schade aan de nieuwe wegen te voorkomen.
107
Toelichting op Planning 2013 Gepland onderhoud voor 2013
Groot onderhoud aan elementverhardingen en asfaltwegen, zoals bakfrezen, scheuren dichten en slijtlagen aanbrengen of overlagingen. Waar mogelijk kunnen de uitgestelde projecten in Cothen worden uitgevoerd Dagelijks onderhoud; Herstraatwerkzaamheden elementverhardingen, waar mogelijk de gebieden waar glasvezel is aangebracht meenemen. Serviceonderhoud: Afhankelijk van de resultaten vanuit de bezuinigingen in 2012 wordt dit conform meerjarenbegroting uitgevoerd ofwel bij verlaging van het budget wordt gekeken naar enkel de onveilige situaties en die verhelpen.
Voorbereidingen
Aanpassing Werkwijze: Om nog integraler te gaan werken zal worden gekeken om de planning voor 2014 op wijkniveau te gaan opstellen. Dit houdt in dat er samen met de andere IBOR beheerdisciplines en riolering wordt gekeken welke wijk(en) in de gemeente de meeste aandacht nodig heeft/hebben. Gezamenlijk kan er een wijkonderhoudsplan voor alle beheerdisciplines worden opgesteld voor deze wijk(en). Hierdoor ontstaat besparing op voorbereidingskosten, toezicht- en directievoeringuren en vermindert de overlast voor burgers. Elke wijk komt dan 1x in de 10 jaar aan de beurt voor een groot onderhoudswerk. Bermenproblematiek; De wegbermen horen bij een weg. Zij hebben een verkeersfunctie (uitwijkruimte, waterafvoer en pechstrook) en verdienen daarom aandacht. In 2013 zullen de huidige problemen met de wegbermen zoals te hoge bermen waardoor water op de weg blijft staan, puinbermen langs wegen in het buitengebied die constant aangevuld moeten worden en kapot gereden grasbetontegels waardoor onveilige situaties ontstaan worden onderzocht en waar mogelijk zal met een plan van aanpak hiervoor worden gekomen.
108
Bruggen / Kunstwerken Beheerplan kunstwerken 2010 Naam beheerplan Jaar vaststelling Onderhoud Kunstwerken Jaarlijks (dmv jaarplan) Naam voorziening Actualisatie plan Te onderhouden kapitaalgoederen: Alle gemeentelijke verkeers-, fiets- en voetgangersbruggen (50 stuks) en 1 viaduct. Doel: Het beheerplan Kunstwerken geeft inzicht in de actuele kwaliteit en de benodigde budgetten voor het uitvoeren van het onderhoud aan alle gemeentelijke bruggen en viaduct om het vastgestelde kwaliteitsniveau Sober te bereiken/handhaven. Beleidskader: Het Beheerplan Kunstwerken geeft de kaders aan waarbinnen de onderhoud- en renovatieplannen worden vervaardigd. Het beheerplan Kunstwerken en het daarna opgestelde jaarplan Kunstwerken 2011 maakt onderdeel uit van het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2011–2014. Het beleidskader wordt verder bepaald door enkele wetten, t.w. Wegenwet, Burgerlijk Wetboek, Wet Milieubeheer. Er is ook een relatie met andere beleidsterreinen zoals wegen, riolering, verkeersveiligheid, groen, milieu, sociale veiligheid en activabeleid Financiële situatie in 2013: In het kader van het IBOR is een voorziening (8610040) gevormd. Deze voorziening wordt gevuld door de budgetten van alle grootboeknummers (6-nummers) de kostensoorten groot onderhoud, dagelijks onderhoud, inspecties en werkzaamheden derden over te boeken naar de voorziening. In de voorziening zijn vervolgens kostensoorten per beheerdiscipline gevormd. Vanuit deze kostensoorten binnen de voorziening worden alle onderhoudskosten, beschreven in de beheerplannen, bekostigd. Investeringskosten, kapitaalslasten (rente en afschrijven) en belastingen maken geen onderdeel uit van de voorziening IBOR. Voor bruggen zijn er in 2013 geen nieuwe investeringen gepland. De kapitaallasten zijn de afschrijvingen en rentelasten voor diverse reconstructie- en aanpassingwerkzaamheden aan bruggen binnen de gemeente. De huidige stand van de voorzieningen en de begrote toevoegingen vanuit de 6-posten zijn voldoende om de onderhoudswerkzaamheden voor kunstwerken uit het beheerplan 2011-2014 uit te kunnen voeren. Opgemerkt wordt dat vanaf 2015 bij diverse bruggen binnen de gemeente investeringsprojecten uitgevoerd zullen moeten worden. Deze investeringsprojecten vallen niet binnen het IBOR maar dienen separaat te worden aangevraagd. Dit betreft met name de oudere metselwerkbruggen (Beukenlaanbrug en Dorpsstraatbrug te Cothen (na bouwproject De Kamp) en diverse houten bruggen (hefbrug kasteelpark, 2 kleine bruggen in het kasteelpark, en 2 bruggen in het stadspark achter de Brandweer en bij de Horn). Dit zal in de zomer van 2013 worden voorbereid en aangevraagd via de kadernota.
109
Tot slot is een aandachtspunt het Viaduct Molenvliet. Op dit moment is het viaduct in goede staat (zeker na onderhoud dat in augustus/september 2012 wordt uitgevoerd). Echter is de verwachting dat in de periode 2020-2025 groot onderhoud uitgevoerd moet worden aan dit viaduct (voegconstructie vervangen, brugdek renovatie , vervanging leuningwerk en geleiderail. Een hele grove inschatting voor dit groot onderhoud bedraagt circa € 250.000. Complete vervanging van dit Viaduct staat gepland voor 2055, waarbij de huidige inschatting € 3.500.000 zal bedragen. Gezien de huidige werkwijze (investeringen los van beheerplannen aanvragen) is het wellicht verstandig om hiervoor reeds te gaan sparen. Indien de huidige werkwijze wordt aangehouden zal er rond 2050 een investeringsbedrag van 3.5 miljoen in de kadernota worden aangevraagd. Begroting Bruggen: Werkelijk 2011 Begroting 2012 Lasten Onderhoudsbudget Kapitaallasten, rente Kapitaallasten, afschrijving Doorberekening Beheer Doorberekening beheer buitendienst Doorberekening SBP Toevoeging aan voorzieningen
13.871 23.300 19.435 24.001 371 86.029
Begroting 2013
20.043 18.892 49.355
19.212 18.892 33.899
1.943 115.700
0 27.500
Toelichting op Voorziening IBOR, onderdeel Bruggen voor 2013 Wegen Toevoeging uit Bruggen aan Voorziening IBOR Onderverdeling binnen voorziening IBOR Bruggen Groot onderhoud Bruggen Dagelijks onderhoud Bruggen Inspecties en onderzoeken Totaal
€ 27.500
€ 21.000 € 5.000 € 1.500 € 27.500
110
Toelichting op soort werkzaamheden. Groot onderhoud Incidentele werkzaamheden zoals: Vervangen brugdekken en leuningen, herstellen landhoofden Dagelijks onderhoud Kleine reparaties als gevolg van slijtage en gebruik, schades, klachten en meldingen, calamiteiten Inspecties en onderzoeken Periodieke inspecties ten behoeve van planning onderhoudswerk.
Toelichting op stand van zaken 2012 Het jaar 2012, stond met name in het teken van achterstallig onderhoud. Zo zijn er naast klein onderhoud aan de hefbrug in het kasteelpark, stadspark en hoogstraatbrug diverse houten bruggen vervangen waaronder de kasteelparkbruggen bij Langs de Wal, en zijn er nieuwe leuningen geplaatst op de brug bij de Heemtuin. De Sandenbrug in Cothen is afgestoten aan een particuliere bewoner en is er groot betononderhoud (herstel ouderdomsschade, vandalisme en brandschade) gepleegd aan 6 bruggen verspreid over de hele gemeente en het Viaduct. Aan de stenen bruggen in Langbroek (Brinkbrug en Doornsewegbrug) en het stenen bruggetje bij de Wildkamp aan de Singel is waar nodig metselwerk vervangen. Binnen de voorziening is tevens nog rekening gehouden met een renovatie van de Rijnweidebrug achter de BP in Cothen. De openbaarheid van deze brug is niet geheel goed geregeld in het verleden dus is de verwachting dat hier een juridisch traject doorlopen moet worden voor het onderhoud kan worden uitgevoerd, daarom kan het gereserveerde bedrag voor deze brug doorgeschoven worden naar 2013. Toelichting op Planning 2013 Gepland onderhoud voor 2013
Groot onderhoud aan met name houten brugdekken en leuningen van diverse bruggen, controle duikers onder duikerbruggen en de renovatie van de Rijnweidebrug. Dagelijks onderhoud; Herstellen van plaatselijke schades en calamiteiten. Inspectie: Waar nodig zal een constructief onderzoek moeten plaatsvinden om de veiligheid van de bruggen te kunnen blijven waarborgen. De volgende visuele inspectie door een erkend ingenieursbureau vindt plaats in 2014.
111
Riolering Naam beheerplan
Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) III Riolering/GRP III
Jaar vaststelling Actualisatie plan
2009
Jaarlijks Naam voorziening Te onderhouden kapitaalgoederen: Het gehele gemeentelijk rioolstelsel, inclusief bergbezink- en overstortvoorzieningen en de drukriolering, inclusief alle pompgemalen en bijbehorende zaken. Doel: Het beleid- en gedeeltelijke beheerplan geeft inzicht in de noodzakelijke onderhoud- en nieuwbouwwerkzaamheden en daartoe benodigde budgetten over de planperiode. Tevens wordt het gemeentelijk rioleringsplan gebruikt voor de bepaling van de hoogte van het rioolrecht. In het GRP III is een lijst van investeringen opgenomen, die noodzakelijk zijn om de riolering in de gemeente op het vereiste niveau te brengen. Deze lijst bevat investeringen voor vervanging, verbetering en aanleg/uitbreiding. Beleidskader: Het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) is een beleid- en beheerrapportage ineen, die uitmondt in gedetailleerde werkplannen. De wettelijke vereisten, ook van de zijde van het hoogheemraadschap, de provincie en de milieu-inspectie, zijn hierin verwerkt. Het Gemeentelijk Rioleringsplan III en het IBOR plan 2011-2014 zijn onderling op elkaar afgestemd. Financiële situatie in 2013: De kosten voor het onderhoud en verbetering aan de riolering worden in de exploitatiebegroting en –rekening opgenomen. Aan de hand van het GRP III is berekend dat de rioolrechten tot en met 2015 jaarlijks met 5% en in 2016 met 1,4 % verhoogd moeten worden om een kostendekkend niveau te bereiken. In 2012 zijn de rioolrechten met € 5,40 extra verhoogd omdat de raad heeft besloten de meerkosten voor de bestijding van onkruid op verharding te financieren uit de rioolheffing. Gaandeweg de uitvoering van het GRP III worden de werken die gerealiseerd zijn geactiveerd, en de kapitaallasten opgenomen in de exploitatie. Het verschil tussen de lasten op de exploitatie en de baten uit de rioolrechten wordt toegevoegd, dan wel onttrokken, aan de voorziening riolering/GRP III. Voorts is bovengenoemde tariefstijging van 5% eenmalig in 2012 achterwege gelaten. Mocht uit onderzoek blijken dat hiermee op termijn toch financiële problemen ontstaan voor de dekking van de maatregelen uit het GRP III, dan zal de gerelateerde jaarlijkse tariefsverhoging van 5% niet eindigen in het jaar 2016 maar een jaar later. Voor het begrotingssaldo heeft dit geen effect, zowel de lasten (storting in de voorziening) als de opbrengsten worden verlaagd. Op beleidsniveau wordt gekeken of het ambitieniveau verlaagd kan worden, op moment van schrijven is nog niet bekend welke invloed dit zal hebben op de werkzaamheden en het opstellen van het GRP.
112
Begroting Riolering: Lasten Elektriciteitsverbruik Bijdragen aan derden Belastingen Waterverbruik Verzekeringen Telefoonkosten Beheerssysteem Groot onderhoud Overige uitgaven Dagelijks onderhoud Kostentoerekening aan heffingen Toevoeging aan voorzieningen Kapitaallasten, rente Kapitaallasten, afschrijving Doorberekening belastingen / BSR Doorberekening SBP Doorberekening Beheer buitendienst Doorberekening Beheer Baten Opbrengst rioolrechten Verloop voorziening Riolering: Beginsaldo 2013 Onttrekkingen: Toevoegingen: Eindsaldo 2013
Werkelijk 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
33.549 1.689 7 144 1.569 12.319 20.480 117.683 108.925 100.154 0 475.466 387.734 244.450 156.273 113 102.856 99.954
45.250 1.100 40 90 1.500 10.200 30.000 122.624 31.000 143.096 154.000 269.727 401.226 262.445 151.565 13.599 40.666 214.184
45.250 1.100 40 90 1.500 10.200 30.000 122.624 31.000 143.096 0 508.230 403.421 271.841 99.327 31.355 29.526 292.037
1.959.806
2.118.529
2.149.530
2.383.173 550.000 507.030 2.340.203
113
Toelichting op Planning 2013 Gepland onderhoud voor 2013
Onderhoudsprojecten Diverse grote onderhoudsprojecten waaronder vervanging en afkoppeling Langbroek (Marijkelaan, Margrietlaan, Beatrixlaan), Vervangen en afkoppelen icm Watergang De Engk, Aanbrengen signalering pompunits, opstellen GRP4, vervanging 120 pompunits. Regulier onderhoud; Kolkenbestek (reinigen kolkputjes), pompen gemalen bestek, ontstoppen huisaansluitingen, Inspectie: Opstellen vervangingsplan totaal gemeente, wijksgewijse inspectie tbv reiniging riolering.
Voorbereidingen
Aanpassing Werkwijze: Om nog integraler te gaan werken zal worden gekeken om de planning voor 2014 op wijkniveau te gaan opstellen. Dit houdt in dat er samen met de andere IBOR beheerdisciplines en riolering gekeken welke wijk(en) in de gemeente de meeste aandacht nodig heeft/hebben. Gezamenlijk kan er een wijkonderhoudsplan voor alle beheerdisciplines worden opgesteld voor deze wijk(en). Hierdoor ontstaat besparing op voorbereidingskosten, toezicht- en directievoeringuren en verminderd de overlast voor burgers. Elke wijk komt dan 1x in de 10 jaar aan de beurt voor een groot onderhoudswerk. Businesscase Samenwerking in de waterketen (WINNET). Er is nog geen rekening gehouden met eventueel uitstel van investeringen een mogelijke verlaging van het ambitieniveau zoals aangegeven in het GRP III om daarmee de jaarlasten voor de burger te kunnen verlagen.
114
Groen Groenbeheerplan 2010 Naam beheerplan Jaar vaststelling Onderhoud groen Jaarlijks Naam voorziening Actualisatie plan Te onderhouden kapitaalgoederen: De gehele groene inrichting van het gemeentelijk openbaar gebied, t.w. hagen, heesters, gazons, ruwgras, bosplantsoen, bomen en ecologische watergangen. Doel: Het beheerplan Openbaar Groen geeft inzicht in de actuele kwaliteit en de benodigde budgetten voor het uitvoeren van het onderhoud aan alle het openbaar groen/gemeentelijke groenvoorzieningen om het vastgestelde kwaliteitsniveau Sober (en voor begraafplaatsen en centra “Basis”) te bereiken/handhaven. Naast het Groenbeheerplan is er het groenbeheersysteem (Dgdialog), een rekenmodule waarin alle groendata zijn opgenomen, gekoppeld met een digitale kaart. Beleidskader: De nu geldende beleidskaders worden gevormd door het groenstructuurplan en visie. Het Beheerplan Groen geeft de kaders aan waarbinnen de onderhoud- en renovatieplannen worden vervaardigd. Het beheerplan Groen en het daarna opgestelde jaarplan groen 2011 maakt onderdeel uit van het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2011 – 2014. Elk jaar worden er gedetailleerde jaarplannen uitgewerkt voor het daaropvolgende jaar. Financiële situatie in 2013: In het kader van het IBOR is een voorziening (8610040) gevormd. Deze voorziening wordt gevuld door de budgetten van alle grootboeknummers (6-nummers) de kostensoorten groot onderhoud, dagelijks onderhoud, inspecties en werkzaamheden derden over te boeken naar de voorziening. In de voorziening zijn vervolgens kostensoorten per beheerdiscipline gevormd. Vanuit deze kostensoorten binnen de voorziening worden alle onderhoudskosten, beschreven in de beheerplannen, bekostigd. Investeringskosten, kapitaalslasten (rente en afschrijven) en belastingen maken geen onderdeel uit van de voorziening IBOR. Voor groen zijn er in 2010/2011 investeringen toegekend voor diverse boomverjongings- en enkele kleinere projecten in de periode 2011-2014 waarvan de voorbereidingen inmiddels in volle gang zijn. De kapitaallasten zijn de afschrijvingen en rentelasten voor diverse reconstructie- en aanpassingwerkzaamheden aan openbaar groen binnen de gemeente. De huidige stand van de voorzieningen en de begrote toevoegingen vanuit de 6-posten zijn krap voldoende om de onderhoudswerkzaamheden voor groen uit het beheerplan 2011-2014 uit te kunnen voeren. In 2011 en in 2012 zijn al diverse bezuinigingen en omvormingen doorgevoerd. Tevens is er nog geen rekening gehouden met nieuwe bezuinigingen uit 2012
115
Begroting Openbaar Groen: Werkelijk 2011 Begroting 2012 Lasten Belastingen Benzine, diesel en LPG Representatiekosten Aankoop en vervanging machines en handgereedschap Verzekeringen Kostentoerekening aan heffingen Groot onderhoud Dagelijks onderhoud Onderhoud machines en duurzame producten Werkzaamheden door derden Onderhoud beplantingen Eenmalige kosten omv. sierheester Overige uitgaven Kapitaallasten, rente Kapitaallasten, afschrijving Toevoeging aan voorzieningen Toevoeging aan voorzieningen (uit begraafplaatsen) Doorberekening SBP Doorberekening Beheer Doorberekening Beheer Buitendienst Baten Opbrengst huren en pachten (BTW?) Verkoop grond en terreinen
6.751 12.831 2.066 4.425 3.235
Begroting 2013
2.500
2.500
-17.000
-17.000
111.811 98 20.686 147.726 9.823 20.949 1.263 6.683 24.719 -1.258 33.900 21.932 149.767 1.084.984
5.570 24.719 274.628 33.900 14.570 293.869 1.126.814
28.406 47.975 267.513 33.900 20.904 366.601 1.137.378
14.572 33.027
17.000 7.500
17.000 7.500
116
Toelichting op Voorziening IBOR, onderdeel Groen voor 2013 Groen Toevoeging uit Groen aan Voorziening IBOR € 239.964 Toevoeging uit Begraafplaatsen aan VZ IBOR € 33.900 Onderverdeling binnen voorziening IBOR € 168.000 * Groen Groot onderhoud € 108.000 * Groen Werkzaamheden Derden € 10.051 * Groen Onderhoud beplantingen € 24.130 * Dagelijks onderhoud Begraafplaatsen Totaal € 310.181 * Hierbij is nog geen rekening gehouden met mogelijke bezuinigingen/uitbestedingen uit 2012. Toelichting op soort werkzaamheden Groot onderhoud Incidentele werkzaamheden zoals: Grootschalige onderhoudswerken die meerdere malen gedurende de levensduur van het te beheren groenobject voorkomen. Werkzaamheden derden Planbaar onderhoud dat elk jaar of meerdere keren per jaar plaatsvindt zoals onkruidbestrijding, /buitendienst hagen snoeien en maaien en/of dat kan worden uitbesteed. Groen onderhoud beplantingen Kleine inboetwerkzaamheden, herstellen kale plekken, schades en klachten en verzoeken. Onderhoud begraafplaatsen Alle voorkomende werkzaamheden op een begraafplaats waaronder het ruimen van graven, onderhoud aan grafbedekking waar geen rechthebbenden meer voor zijn, voorzieningen in stand houden e.d. Toelichting op stand van zaken 2012 Het jaar 2012, stond met name in het teken van omvormingen en investeringsprojecten. Op de Amerongerwetering en de Bovenwijkerweg zijn of worden nog grote boomverjongingstrajecten doorlopen tevens zijn er nog diverse andere kleine projecten, verspreid over de gemeente uitgevoerd. Omvormingen om te voldoen aan de bezuinigingen zijn voorbereid en uitgevoerd en er is gewerkt aan diverse beleidsnotities (hagenverordening, herinrichting kapvergunning gemeentelijke bomen). Daarnaast is er samen met de buitendienst gewerkt aan een efficiëntere aanpak van het onderhoud aan groen, volgens de nieuwe richtlijnen van de IBOR Beeldkwaliteiten en zijn cursussen gevolgd door de voormannen zodat zij zelf de boominspecties hebben kunnen uitvoeren.
117
Toelichting op Planning 2013 Gepland onderhoud voor 2013
Groot onderhoud/investeringsprojecten zoals bijvoorbeeld wortelopdruk project, boomverjongingsplan Wijkerweg en Langbroekerdijk, diverse projecten Stadspark, De Engk, De Horden en De Frankenhof. Uitvoering LOP-project wegbeplantingen. Werkzaamheden derden; Maaibestekken (gazon en ruwgras) schoffelbestekken, hagen snoeien e.d. incl. voorbereidingen. Eind 2012 zal duidelijk worden of het onderhoud van de begraafplaatsen mogelijk zal kunnen worden uitbesteed aan de BIGA. Uitvoering beheerplannen door de eigen buitendienst.
Voorbereidingen
Aanpassing Werkwijze: Om nog integraler te gaan werken zal worden gekeken om de planning voor 2014 op wijkniveau te gaan opstellen. Dit houdt in dat er samen met de andere IBOR beheerdisciplines en riolering gekeken welke wijk(en) in de gemeente de meeste aandacht nodig heeft/hebben. Gezamenlijk kan er een wijkonderhoudsplan voor alle beheerdisciplines worden opgesteld voor deze wijk(en). Hierdoor ontstaat besparing op voorbereidingskosten, toezicht- en directievoeringuren en verminderd de overlast voor burgers. Elke wijk komt dan 1x in de 10 jaar aan de beurt voor een groot onderhoudswerk. Bermenproblematiek; De bermen horen bij een weg. Zij hebben zowel een groen- als een verkeersfunctie (uitwijkruimte, waterafvoer en pechstrook) en verdienen daarom aandacht. In 2013 zullen de huidige problemen met de wegbermen zoals te hoge bermen waardoor water op de weg blijft staan, puinbermen langs wegen in het buitengebied die constant aangevuld moeten worden en kapot gereden grasbetontegels waardoor onveilige situaties ontstaan worden onderzocht en waar mogelijk zal met een plan van aanpak hiervoor worden gekomen. Instellen bomenfonds, gedragscode en wijziging kapvergunning procedure gemeentelijke bomen, hagenverordening. .
118
Watergangen Naam beheerplan Naam voorziening
Beheerplan Watergangen Onderhoud Watergangen
Jaar vaststelling
2010
Actualisatie plan
Jaarlijks (dmv jaarplan)
Te onderhouden kapitaalgoederen: Onderhoud aan watergangen binnen de gemeente: Kasteelgracht 1230 m1 Watergang maaien door gemeente, slootvuil afvoer door derden 19.476 m Watergangen maaien en slootvuil afvoeren door gemeente 12.270 m Watergangen waar gemeente alleen slootvuil afvoert 43.574 m Doel: Het beheerplan Watergangen geeft inzicht voor de arealen van watergangen waarvoor de gemeente een onderhoudsplicht heeft. . Beleidskader: De keur van het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden vormt het wettelijk kader voor het beheer van de watergangen. Het HDSR heeft de gemeente aangesteld als onderhoudsplichtige. Daarnaast is de flora- en faunawet eveneens onderdeel van het wettelijk kader en wordt er tijdens de uitvoering rekening gehouden met het duurzaam inkopen waarbij rekening gehouden wordt met milieu- en sociale aspecten. Tot slot zijn de volgende beleidsdocumenten van belang: Gemeentelijk Waterplan Gemeente Wijk bij Duurstede en het Watergebiedsplan tussen Kromme Rijn en Amsterdam Rijnkanaal. Tevens is het baggerplan van belang. De gemeente heeft samen met het HDSR het beleid ten aanzien van baggeren in de gemeente uitgewerkt in een baggerplan. Het baggeren maakt daarom geen onderdeel uit van het beheerplan watergangen. Het baggerplan in bebouwd gebied is in mei 2010 vastgesteld en eind van 2010 uitgevoerd. Op dit moment is het baggerplan buitengebied opgesteld dat in 2012 en 2013 zal worden uitgevoerd. Financiële situatie in 2013: In het kader van het IBOR is een voorziening 8610040 gevormd. Deze voorziening wordt gevuld door de budgetten van alle grootboeknummers (6-nummers) de kostensoorten groot onderhoud, dagelijks/service onderhoud, inspecties over te boeken naar de voorziening. In de voorziening zijn vervolgens kostensoorten per beheerdiscipline gevormd. Vanuit deze kostensoorten binnen de voorziening worden alle onderhoudskosten, beschreven in de beheerplannen, bekostigd. Investeringskosten, kapitaalslasten (rente en afschrijven) en baggeren maken geen onderdeel uit van de voorziening IBOR. Voor Watergangen zijn er in 2013 geen nieuwe investeringen gepland. De kapitaallasten zijn de afschrijvingen en rentelasten voor diverse reconstructie- en aanpassingwerkzaamheden aan of nabij watergangen binnen de gemeente.
119
De huidige stand van de voorzieningen en de begrote toevoegingen vanuit de 6-posten zijn voldoende om de onderhoudswerkzaamheden voor kunstwerken uit het beheerplan 2011-2014 uit te kunnen voeren. Opgemerkt wordt dat vanaf 2015 bij diverse watergangen binnen de gemeente investeringsprojecten moeten worden uitgevoerd. Deze investeringsprojecten vallen niet binnen het IBOR maar dienen separaat te worden aangevraagd. Dit betreft met name de vervanging of plaatsing van beschoeiingen. Dit zal in de zomer van 2013 worden voorbereid en aangevraagd via de kadernota. Toelichting op voorziening IBOR-Watergangen: Werkelijk 2011 Begroting 2012 Lasten Investeringen Kapitaallasten, rente Kapitaallasten, afschrijving Doorberekening Beheer Doorberekening SBP Doorberekening buitendienst Toevoeging aan voorziening IBOR Baten Opbrengst huren
Begroting 2013
195.692 0 0 58.828 36.326 14.840 86.450
9.307 14.304 70.243 18.455 11.664 86.136
9.306 14.304 44.881 33.446 1.166 111.136
45
50
50
Groot onderhoud
Groot onderhoud betreft het schonen en afvoeren van het maaisel dat een of twee keer per jaar plaatsvindt.* Dagelijks /service onderhoud Serviceonderhoud betreft het verwijderen van drijfvuil en klein onderhoud aan beschoeiing en is samengevoegd met dagelijks onderhoud. (groter onderhoud aan beschoeiing en kunstwerken vallen buiten het beheerplan). Inspectiewerkzaamheden. Het HDSR controleert jaarlijks (najaar) of de watergangen aan de eisen van de keur voldoen. De gemeente doet op dit vlak geen inspectiewerkzaamheden. * het planmatig groot onderhoud betreft het baggeren, echter dit is niet in het beheerplan watergangen opgenomen, hiervoor is een aparte voorziening getroffen.
120
Toelichting op stand van zaken 2012 In het jaar 2012 zijn alle werkzaamheden uitgevoerd conform planning. Het betreft hier klein onderhoud beschoeiingen, maaien en/of opruimen slootvuil van derden. Daarnaast zijn er diverse projecten uitgevoerd zoals omleggen watergang PPC, maatregelen waterkwaliteitsspoor en het aanbrengen van kunstwerken bij Langshaven, respectievelijk gedekt vanuit grondexploitatie Uitbreiding Broekweg, GRPIII en grondexploitatie uitbreiding Broekweg. Daarnaast is er in 2012 in inventarisatie uitgevoerd van alle duikers, stuwen en beschoeiingen om de huidige kwaliteit te bepalen. Toelichting op Planning 2013 Gepland onderhoud voor 2013
Groot onderhoud/investeringsprojecten. Het maaien en / of afvoeren van het maaisel dat een of twee keer per jaar plaatsvindt. Dagelijks onderhoud; Het verwijderen van drijfvuil en klein onderhoud aan beschoeiing Baggerplan buitengebied en Gemeentelijk Waterplan (beiden door SBP), vallen buiten dit beheerplan.
Voorbereidingen
Opstellen beheerplan Duikers en beheerplan beschoeiingen. Voor beide onderdelen zijn nog geen beheerplannen aanwezig. Op basis van de in 2012 gemaakte inventarisatie zal voor beide beheeronderdelen een beheerplan worden opgesteld, waarbij een meerjarig onderhoudsplan opgesteld zal worden met de benodigde middelen hierbij.
121
Gebouwen Gebouwbeheersplan Jaar raadsvaststelling 2004 Gebouwenbeheer Jaarlijks Actualisatie Te onderhouden kapitaalgoederen: Beheer en onderhoud van gemeentelijke gebouwen en scholen, inclusief de daarbij behorende terreinen. Doel: Het technisch en functioneel in stand houden van de gemeentelijke (school)gebouwen. Het gebouwenbeheersplan geeft inzicht in de te verwachten onderhoudskosten. Beleidskader: Met instandhouding van de gebouwen wordt concreet bedoeld het onderhoud en de noodzakelijke vervanging van bouwkundige elementen, alsmede de technische installaties van de huidige situatie. De kosten voor het onderhoud aan de bij de gebouwen behorende terreinen zijn meegenomen. In het verleden werd in het beheersplan uitgegaan van een eeuwigdurende instandhouding, waarbij het huidig gebruik wordt gecontinueerd. Vanaf 2009 heeft het college vastgesteld om zogenaamde ‘stopjaren’ in te voeren in het gebouwenbeheersplan voor die panden die betrokken zijn bij toekomstige ontwikkelingen. Een stopjaar is het jaar van sloop of verkoop. Naam beheerplan
Financiële situatie in 2012: De gebouwen in eigendom en onderhoud bij de gemeente vinden we terug in diverse producten en programma’s. De onderhoudskosten van deze gebouwen worden ten laste gebracht van de voorziening gebouwenbeheer; de jaarlijks begrote bedragen voor onderhoud en stortingen worden aan deze voorziening toegevoegd. De middelen voor het onderhoud aan de schoolgebouwen komen niet uit de voorziening gebouwenbeheer, maar zijn elders in de begroting opgenomen. Doordat in sommige gevallen sloop of verkoop later plaatsvond dan in het aangegeven stopjaar, zijn er kosten gemaakt die in 2012 ten laste zijn gekomen van de voorziening gebouwenbeheer. Het college heeft besloten om de onderhoudsactiviteiten van een groot aantal gebouwen te beperken tot klachten- en contractonderhoud, omdat deze gebouwen worden aangeboden voor bouwontwikkeling, waarbij sloop de 1e optie is. Bij het onverhoopt doorexploiteren zal er veel achterstallig onderhoud aanwezig zijn, waardoor incidenteel de onderhoudskosten zullen stijgen.
122
Stand voorziening Gebouwen 2012 € 1.643.420,00 Toevoegingen:
Onttrekkingen: Eigen huisvesting Brandweergarage Bibliotheek Binnensport accommodaties Multifunctionele accommodaties Waterbeheer Buitensport accommodatie Objecten en begraafplaatsen Monumenten Kinder- en jeugdcentra Woning
Begroting 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 376.635375.635 371.085 360.485 Begroting 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Begroting 2016 213.852 147.806 149.701 361.542 11.254 5.385 23.255 5.385 7.092 5.477 5.477 13.087 26.340 53.681 36.433 22.743 625.443 53.767 24.107 56.235 3.596 2.998 1.767 8.711 1.376 1.376 1.376 1.376 23.070 10.805 5.227 3.458 20.797 10.252 10.394 10.252 28.585 11.616 3.166 7.402 891 891 9.923 891
Toelichting op 2013 Kasteel Duurstede (multifunctionele accommodatie), het grootonderhoud is in het najaar van 2012 gestart. De kosten lopen door tot in 2013. Op 8 oktober 2012 wordt door Provinciale Staten een besluit genomen over het wellicht toekennen van een subsidie voor de restauratie tot een bedrag van naar verwachting maximaal € 600.000,-. Op het moment van vaststelling van de gemeentelijke begroting zal de definitieve beslissing bekend zijn. De te treffen aanpassingen aan het kasteel zullen mede bepaald worden door de hoogte van de subsidie.
123
2.4
Bedrijfsvoering
Inleiding De missie van de organisatie van Wijk bij Duurstede is dat de gemeentelijke organisatie de samenleving helpt haar eigen toekomst vorm te geven. Kernwaarden hierbij zijn betrouwbaar, flexibel en verantwoordelijk. Dit loopt via een breed scala aan producten en diensten. Vanuit de bedrijfsvoering vertaalt dit zich in begrippen als continuïteit en standaardisatie. Een solide bedrijfsvoering is daarbij van essentieel belang. De focus van de (verdere) organisatieontwikkeling ligt hierbij op project- en procesmatig werken, samenwerking en integrale advisering zodat een kleine, flexibele en wendbare organisatie ontstaat. Een belangrijk accent in 2013 is het uitvoeren van de resultaten uit de kwaliteitsmeting en het project taken op afstand. Wat willen we bereiken 1. Realiseren van een betrouwbare, flexibele en verantwoordelijke organisatie 2. Vermindering bedrijfsvoeringkosten 3. Financiën en automatisering op orde Wat gaan we er voor doen Ad 1. Uitwerken van de koers van de organisatie en het Project stuur! De Organisatiekoers is het afgelopen jaar uitgewerkt in 5 programma’s, waarvan de programma’s “Slimme Werkprocessen”, “Sterke Samenleving” en “Kleinere Overheid” en “Gezonde organisatie” de spil van de verandering vormen. Voor het komende jaar komen enerzijds per programma concrete resultaten tot stand zoals ingerichte werkprocessen, samenwerkingsvormen met maatschappelijke organisaties en activiteiten die op afstand geplaatst worden. Als vervolg op het project stuur worden de resultaten voor de organisatiekoers voor 2014 en 2015 nader geëxpliciteerd. Behalve de bijdrage die de afdelingen leveren aan de gemeentebrede doelen worden ook de afdelingsspecifieke zaken in kaart gebracht. Daarmee ontstaat een betere balans tussen het reguliere werk en de organisatie-ontwikkelactiviteiten. Per kwartaal wordt de voortgang gemonitord via managementinformatie en kan bijgestuurd worden. Personeel en organisatie We staan aan de vooravond van grote veranderingen. De komende 10 jaar zullen ruim 50 medewerkers afvloeien op grond van pensionering. Het aansturen van een vergrijzende organisatie vraagt extra aandacht. Het voeren van een leeftijdsbewust beleid zorgt ervoor dat ouderen, maar ook jongeren optimaal kunnen worden ingezet om de organisatiedoelen te realiseren en zich ook optimaal kunnen ontplooien. In 2013 zal vervolg
124
gegeven worden aan strategische personeelsplanning, waarbij aandacht besteed wordt aan o.a. aanstellen in algemene dienst, (interne) mobiliteit en personeelsontwikkeling. Wanneer de organisatie veel kleiner wordt en de rol verder verschuift naar die van regisseur zal dit gevolgen hebben voor de organisatiestructuur. Het huidige directiemodel is in 2006 geïmplementeerd en heeft vervolgens meerdere aanpassingen gekend, waarbij vooral de managementlaag verder is ingekrompen Een veel kleinere organisatie kan waarschijnlijk met een nog eenvoudiger structuur toe. Dat is een natuurlijk gevolg van het traject Taken op afstand. In 2013 wordt hieraan invulling gegeven. Daarnaast wordt in 2013 de gesprekscyclus verder uitgebouwd. Het maken en uitvoeren van resultaatgerichte afspraken staat daarin centraal inclusief de koppeling met prestatiebeloning Onderwerpen die daarnaast op de agenda staan op personeelsgebied zijn o.a. de implementatie van de werkkostenregeling, de digitalisering van de salarisstrook, doorontwikkeling van de loopbaanbegeleiding, samenwerking met een nieuwe Arbodienstverlener, verkennen van mogelijkheden ten aanzien van privatisering van het veer en evt overgang van handhaving naar de milieudienst? Ad 2. Verminderen bedrijfsvoeringkosten De taakstelling voortvloeiend uit de koers is om de bedrijfsvoeringkosten in de periode 2012-2015 aanzienlijk te verminderen (1 mln structureel). Dit wordt op verschillende manieren gerealiseerd. Zo zullen verspillingen uit de werkprocessen worden gehaald via het Programma Optimalisering Werkprocessen (lean werken) en wordt via dit programma ook de verdere digitalisering (informatisering) in gang gezet. Daarnaast biedt ook samenwerking en/of uitbesteding de mogelijkheid om te besparen op de bedrijfsvoeringkosten. De taakstelling op dit gebied zijn voor het afgelopen jaar zijn gerealiseerd door de verzilvering van personeel dat met pensioen is gegaan, de uitplaatsing van systeembeheer en belastingen naar gemeenschappelijke regelingen en kleine maatregelen op het gebied van bedrijfsvoering. Programma Slimme Werkprocessen De gemeentelijke organisatie wil een dienstverlening die aansluit bij de wensen van inwoners en bedrijven in een gezonde balans met de beschikbare middelen. Binnen dit programma worden werkprocessen op projectmatige wijze, proces per proces, geoptimaliseerd. De werkprocessen die uitgevoerd worden om producten en diensten te leveren, gaan we ontdoen van verspillingen en strak besturen; we weten vooraf tegen welke kosten, kwaliteit en doorlooptijd we producten en diensten leveren. Medewerkers worden uitgedaagd en gesteund om doorlopend verbeteringen te bedenken en door te voeren. En zich daarbij inspannen om de afstand tot inwoners en bedrijven klein te maken en te houden. In 2013 worden een 8-tal processen geoptimaliseerd.
125
Samenwerking Het doel van samenwerking is een verdere verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening op het gebied van de bedrijfsvoering, vermindering van de kwetsbaarheid en een verbetering van de efficiency. Kortom minder meer kosten. ICT-samenwerking in een Regionale InformatieDienst (RID) Medio 2012 is de RID Utrecht van start gegaan. Deze duurzame samenwerking op het gebied van ICT tussen de gemeenten Baarn, Bunnik, De Bilt, Soest, Utrechtse Heuvelrug en de RSD Kromme Rijn Heuvelrug is succesvol. Harmonisatie wordt opgepakt, dienstverlening gestandaardiseerd en continuïteit gewaarborgd. In eerste instantie wordt de koude kant van de ICT geharmoniseerd. Het streven is om op termijn ook de warme kant (functioneel beheer) in gezamenlijkheid op te pakken. In 2013 worden hiervoor verkenningen uitgevoerd. Het doel van de samenwerking is met name om de kwetsbaarheid te verminderen. Daarnaast wordt een kostenbesparing gerealiseerd. Samenwerking met Bunnik In de afgelopen paar jaar is veel samengewerkt op werkvloerniveau. Medewerkers kennen elkaar en kunnen de weg naar elkaar goed vinden. Dit heeft tot veel praktische winst geleid. In 2011 heeft Bunnik een bestuurskrachtonderzoek gehouden en zijn wij gestart met de kwaliteitsmeting Locaal Bestuur. Als beide rapporten klaar zijn is dit goede aanleiding om hernieuwd te kijken of hier ook gezamenlijk conclusies aan verbonden kunnen worden met het oog op samenwerking. Ad 3 Informatiebeleid Het informatiebeleid wordt komend jaar opnieuw vastgesteld. Bij de vaststelling van dit nieuwe beleid zijn een aantal nieuwe aspecten te onderkennen. Zo heeft het gegevensbeheer onder invloed van de komst van nieuwe basisregistraties een vlucht genomen. De regiefunctie die de gemeente heeft op het vlak van informatievoorziening komt door de komst van de RID nu sterker naar voren. Zo ook de toekomstige besparingen die mogelijk zijn door samenwerking op het vlak van applicatiebeheer (functioneel beheer) en het uitvoeren van projecten. Het functioneel beheer (bij de gemeente) maakt een professionaliseringsslag door, nu de scheiding technisch beheer (RID) en functioneel beheer van applicaties duidelijker is geworden. Tot slot, om de verschillende geoptimaliseerde werkprocessen goed te ondersteunen wordt komend jaar een nieuw systeem geïmplementeerd waarin alle informatie over de behandeling van de verschillende aanvragen makkelijk is terug te vinden. Dit systeem wordt het belangrijkste systeem die de front office gaat ondersteunen bij de dienstverlening aan de burgers. Tevens zorgt de komst van dit systeem ervoor dat vele andere, kleinere applicaties kunnen worden uitgefaseerd. Naar een effectieve planning en control.
126
Control kan worden onderscheiden in financieel/operationele control, beleidscontrol en politieke control. Op het terrein van de financieel/operationele control worden verdere stappen gezet in de verplichtingen administratie en het kwartaalgewijs afsluiten van de administratie. Budgetbeheer wordt, mede gezien de financiële situatie, geïntensiveerd. Ten aanzien van de rechtmatigheid wordt verder gewerkt aan het borgen van rechtmatigheid in de lijn. Inmiddels is dit al in een aantal processen geborgd, waardoor de controle van gegevens naar procesgericht verschuift. Voor de komende tijd wordt in de processen standaard ‘control’ ingebouwd waarmee de rechtmatigheid kan worden aangetoond. Dit wordt in het Project Slimme Werkprocessen meegenomen. Op het terrein van beleidscontrol is in deze begroting extra aandacht besteed aan het opnemen van niet financiële informatie: smart geformuleerde doelstellingen en activiteiten vergezeld van kritische prestatie indicatoren (KPI’s of meetlinten ). Dit met de bedoeling de relatie tussen doelen en de inzet van middelen daarvoor aan te geven. Ook in de tussentijdse rapportages wordt extra aandacht besteed aan prestatie-indicatoren en risico’s. De opzet hiervan is eerder ontwikkeld in samenspraak met de auditcommissie en een werkgroep uit de raad. Overige onderwerpen Communicatiebeleid Het bewust maken van medewerkers van hun rol bij communicatie en meer bekwaam maken in communicatievaardigheden heeft blijvend de aandacht. Het up to date houden van de gemeentelijke website www.wijkbijduurstede.nl vraagt veel tijd, maar is ook ons belangrijkste communicatiemedium. Ook moderne media als twitter blijven ingezet om te communiceren. Daarbij houden we uiteraard rekening met alle doelgroepen, zoals dit ook voorgeschreven is in de webrichtlijnen. Contractenbeheer In 2012 is het contractenbeheer op orde gebracht. Alle contracten zijn geregistreerd en ondergebracht in één database. In 2013 zal extra aandacht worden besteed aan het up-to-date houden van de contracten. Arbeidsomstandigheden De BHV-organisatie is op orde, er vinden regelmatig oefeningen plaats die worden uitgezet door de ploegleiders, oefeningen op het Veer (in samenwerking met de brandweer) bij de werf en op het gemeentehuis. Er is voldoende aandacht voor Arbo; er vinden aanvullende trainingen plaats m.b.t. agressie en geweld. Eind 2012 zijn de huisregels bekend gemaakt. Post en archief Bij het archief is de laatste jaren hard gewerkt om klaar te zijn voor de overgang van papier naar digitaal. Hiervoor is een flink aantal werkprocessen onder de loep genomen en waar nodig veranderd. Het document management systeem heeft hierin een belangrijke rol. In 2013
127
wordt het postproces ondergebracht bij dienstverlening. Ook archief taken gebeuren steeds meer in het werkproces zelf. Op termijn zal dit leiden tot een verschuiving, en mogelijk wegvallen, van taken bij het archief.
128
2.5
Verbonden partijen
De gemeente Wijk bij Duurstede heeft bestuurlijke en financiële belangen bij een aantal verbonden partijen. Het betreft met name gemeenschappelijke regelingen. Belang voor de raad Een gemeente kan grotendeels zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen de uitvoering zelf ter hand te nemen of juist die uitvoering te regelen via een gemeenschappelijke regeling met een aantal regiogemeenten. Soms zijn er ook andere oplossingen mogelijk, zoals het verstrekken van een subsidie aan een private stichting of het inkopen van diensten van een andere gemeente. Het belang van verbonden partijen is dat deze vaak beleid uitvoeren dat de gemeente in principe (ook) zelf kan doen. Kernvraag is dus steeds of de doelstellingen van de verbonden partijen nog steeds corresponderen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd worden. Het tweede belang betreft het budgettaire beslag en de financiële risico’s, die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. De belangrijkste gemeenschappelijke regelingen waarin de gemeente Wijk bij Duurstede participeert, worden hieronder opgesomd. Veiligheidsregio Utrecht In januari 2006 is de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) van start gegaan. Hierin zijn de volgende voormalige diensten samengevoegd:
Brandweer Regio Utrechts Land (BRUL) Gemeenschappelijke regeling Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) Centrale Post Ambulance (CPA)
Naast de uitvoering van de wettelijke taken van regionale brandweer en Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen, is de VRU belast met de multidisciplinaire taakuitoefening van rampenbestrijding en crisisbeheersing. In 2008 is besloten ook de brandweer te regionaliseren en onder te brengen in deze gemeenschappelijke regeling.
129
Financiën Met ingang van 1 januari 2010 functioneert de brandweer vanuit de VRU. De bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling bedraagt in 2013 € 1.539.396. In dit bedrag is de bezuinigingstaakstelling van 5% verwerkt. De beleidsprioriteiten moeten met de huidige financiële middelen uitgevoerd worden. Daarnaast hebben wij aangegeven niet in te kunnen stemmen met de gevraagde compensatie loon- en prijsindexering voor 2013. De VRU moet dit binnen de bestaande begroting opvangen. Gemeenschappelijke regeling GGD Midden Nederland De taken die voortvloeien uit de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid worden door de GGD Midden-Nederland in regionaal verband uitgevoerd. De GGD voert voor de gemeente basistaken uit op het gebied van jeugdgezondheidszorg, algemene gezondheidszorg, gezondheidsbevordering en epidemiologie. Naast de basistaken kan de GGD keuzetaken uitvoeren in opdracht van het gemeentebestuur. Financiën De bijdrage voor het basispakket is voor 2013 € 12,30 per inwoner; in de begroting is een bedrag opgenomen van € 261.741. Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied Behartiging van de bovengemeentelijke belangen van recreatie, van natuur en landschap, waaronder begrepen het dragen van de kosten die gepaard gaan met de instandhouding en verbetering van voorzieningen en het ontwikkelen van een samenhangend beleid op het gebied van de openluchtrecreatie, alsmede de natuur- en landschapsbescherming. Financiën De gemeentelijke bijdrage bedraagt in totaal € 43.794, per inwoner € 1,90. Welstand en Monumenten Midden Nederland Welstand en Monumenten Midden Nederland heeft tot haar zorg de instandhouding en bevordering van het bouwkundig schoon, de welstandszorg, het landschap- en stedenschoon, waaronder de monumentenzorg, alsmede de zorg voor de ruimtelijke kwaliteit in zijn algemeenheid begrepen in de deelnemende gemeenten. Financiën Er worden leges geheven voor welstandstoezicht. Deze leges worden in rekening gebracht bij de aanvrager en afgedragen aan Welstand en Monumenten Midden Nederland.
130
Gemeenschappelijke regeling Afvalverwijdering Utrecht De doelstelling is op een doelmatige en uit oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze sturing te geven aan het afvalstoffenbeleid in de provincie Utrecht. Financiën Op basis van de hoeveelheid ingezameld en verwerkt afval worden de kosten doorberekend. De kosten worden gedekt door de inkomsten uit de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten. Gemeenschappelijke Regeling Milieudienst Zuidoost-Utrecht De gemeenteraad van Wijk bij Duurstede heeft op 10 juli 2007 besloten om aan het algemeen bestuur te verzoeken opnieuw te kunnen toetreden tot deze gemeenschappelijke regeling. De gemeentelijke taken op het gebied van milieuhandhaving zullen (met terugwerkende kracht tot 1 januari 2007) voortaan door de Milieudienst met een volledig mandaat worden uitgevoerd. Per 1 juli 2012 is de Milieudienst Zuidoost-Utrecht gefuseerd met de Milieudienst Noordwest-Utrecht. Het doel van de fusie is dat de Milieudienst moet zoeken naar een optimale schaalgrootte om voldoende slagkracht te behouden en een integrale dienstverlening met maatwerk te kunnen blijven leveren. De nieuwe naam van de Gemeenschappelijke Regeling is: Omgevingsdienst regio Utrecht. Financiën Als gevolg van de herintreding zal de gemeente de jaarlijks verschuldigde inwonersbijdrage gaan betalen (zolang deze nog blijft voortbestaan), alsmede een bedrag voor het aantal uren dat de gemeente jaarlijks van de Milieudienst afneemt. Op basis van de nu bekende gegevens zal de bijdrage in totaal € 176.700 bedragen. Gemeenschappelijke regeling Vuilstortplaats Maarsbergen Het belang is het voorkomen en zoveel mogelijk beperken van schadelijke effecten op het fysieke milieu ter plaatse en in de omgeving van de gesloten stortplaats Maarsbergen, gemeente Utrechtse Heuvelrug. Dit in de ruimste zin van het woord, voor zover het gevolg van de aanwezigheid van de stortplaats en met inachtneming van hetgeen in of krachtens deze regeling nader is bepaald met betrekking tot de taken en bevoegdheden van het openbaar lichaam. Financiën Er is geen jaarlijkse gemeentelijke bijdrage verschuldigd. De saneringskosten worden voor zover mogelijk gedekt door de beschikbare financiële middelen. In 2007 zijn het beheer en de nazorg van de stortplaats overgedragen aan de provincie en de grond wordt verkocht. Dit op basis van
131
eerder opgestelde overeenkomsten. De samenwerkende gemeenten blijven tot het jaar 2037 financieel verantwoordelijk. Naar het zich nu laat aanzien worden er geen grote financiële risico’s verwacht. Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum (RHC) Op 1 januari 2010 is de nieuwe gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum in werking getreden waaraan de volgende vijf gemeenten deelnemen: Bunnik, Houten, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij Duurstede. Het doel van het RHC is het in het samenwerkingsgebied uitvoering geven aan de Archiefwet 1995, alsmede het vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum. Dit op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie (regionaal) historische bronnen en deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar maken voor een breed publiek. De oplevering van de nieuwe archiefbewaarplaats heeft begin juli 2011 plaats gevonden. Financiën De bijdrage van Wijk bij Duurstede voor 2013 bedraagt € 79.691. In 2012 is een taakstellende bezuiniging doorgevoerd van 5% op de totale jaaromzet. Gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen( RDWI) In het najaar van 2009 heeft er een Strategische heroriëntatie op de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug (RSD) plaatsgevonden. Deze nota is door uw raad vastgesteld op 12 januari 2010. In deze nota zijn diverse uitgangspunten en verbeterpunten vastgelegd, waaronder de toekomstige rolverdeling tussen de gemeenschappelijke regeling (GR) en de deelnemende gemeenten. Bij deze strategische heroriëntatie is tevens het samenwerkingsmodel en het gekozen juridisch model van de GR RSD getoetst. Door verandering en ontschotting van wet- en regelgeving bleek samenvoeging van de GR RSD en de GR Sociale Werkvoorziening Zeist en omstreken (SWZ) een logische stap. Geconstateerd is dat de huidige GR monistisch is vormgegeven, met een bestuur bestaande uit wethouders en raadsleden. Het doorvoeren van de principes achter dualisme komt een heldere toedeling van taken en verantwoordelijkheden, evenals de slagvaardigheid ten goede. Bovendien kan de gemeenteraad zuiverder in haar kaderstellende en controlerende rol zitten, omdat het bestuur wordt samengesteld uit de betrokken vijf wethouders. Op grond van de strategische heroriëntatie zijn juridische uitgangspunten voor de wijziging van de GR RSD geformuleerd. Deze zijn vastgelegd in een notitie van 12 januari 2011. Deze notitie is unaniem bestuurlijk onderschreven door het algemeen bestuur en dagelijks bestuur van de GR RSD en door de raden en colleges van de deelnemende gemeenten. Op 31 mei 2011 heeft uw gemeenteraad hiermee ingestemd. De vorming van de gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling heeft tot gevolg dat de begrotingen van de huidige RSD en SWZ worden samengevoegd tot één (geconsolideerde) begroting.
132
Financiën De uitvoeringskosten voor de RDWI die ten laste komen van gemeente Wijk bij Duurstede bedraagt in 2013 € 1.139.250. Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) De BSR te Tiel is een gemeenschappelijk regeling van het Waterschap Rivierenland, AVRI (Afvalverwijdering Rivierenland) en een aantal omliggende gemeenten (Tiel, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, West Maas en Waal, Neerijnen en Maasdriel). Aansluiting bij de BSR te Tiel heeft als doel om de continuïteit te waarborgen en kostenbesparing bij de uitvoering van de WOZ en een aantal overige gemeentelijke belastingen/heffingen. Financiën De uitvoeringskosten voor de BSR die ten laste komen van gemeente Wijk bij Duurstede bedraagt in 2013 € 308.000. Gemeenschappelijke regeling Regionale ICT Dienst (RID) Per 1 juli 2012 is de gemeenschappelijke regeling RID opgericht. Dit is een intergemeentelijke samenwerking op het gebied van informatie- en communicatietechnologie van de gemeenten Baarn, Bunnik, De Bilt, Soest, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug. De hoofddoelstelling van deze samenwerking is "het zorg dragen voor een betere ICT dienstverlening voor de deelnemende organisaties". Samenwerking biedt schaalvoordelen waardoor onder andere de kwetsbaarheid wordt verminderd en de kwaliteit verbeterd wordt. De RID beperkt zich in eerste instantie tot de "koude kant" oftewel de ICT infrastructuur, de geautomatiseerde werkplekken, de kantoorautomatisering en de telefonie. De ambitie is om de samenwerking geleidelijk te verdiepen. Financiën De volledige bijdrage van Wijk bij Duurstede voor 2013 bedraagt € 620.280. Dit bedrag geldt als alles ook daadwerkelijk overgedragen is aan de RID. Op het moment van schrijven wordt nog het migratieplan gemaakt waarmee duidelijk wordt wanneer wat over gaat en bij welke gemeente. Daarom is in onze begroting een bijdrage van € 346.809 opgenomen. Deze bijdrage betreft de bijdrage voor personele lasten en bedrijfsvoeringkosten. Het resterende bedrag staat nog op de betreffende budgetten begroot (zoals onderhoud computerapparatuur, onderhoud programmatuur, datacommunicatie e.d.).
133
2.6.
Grondbeleid
Algemeen Structuurvisie, Strategisch Woningbouwprogramma De in 2010 vastgestelde Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020 is ook in 2013 het vertrekpunt voor ruimtelijk beleid van de gemeente. In de visie zijn transformatiegebieden aangewezen binnen onze gemeente. Veelal gaat het om locaties die een functieverandering ondergaan naar woningbouw. De Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie die in het najaar van 2012 wordt vastgesteld, legt vooral de nadruk op binnenstedelijke woningbouw en vermindert het aantal nieuw te bouwen woningen voor onze gemeente aanzienlijk. In plaats van het in de gemeentelijke structuurvisie genoemde aantal van ongeveer 2.000 woningen mag de Gemeente Wijk bij Duurstede nog maar 1.000 woningen bouwen, waarvan het merendeel binnenstedelijk. De Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie staat daarmee op gespannen voet met de doelstellingen van de gemeentelijke structuurvisie en de regionale Gebiedsvisie Zuidoost Utrecht. Het college zet zich de komende periode ervoor in het provinciebestuur te doordringen van de noodzakelijkheid van ontwikkelruimte voor behoud van de leefbaarheid van de stad en de kernen. Het Strategisch Woningbouwprogramma is in samenwerking met de provincie opgezet en voorziet in samenhang, zodat regie kan worden gevoerd op woningbouw. Net als in 2012 is het programma de onderlegger voor de financiële rapportages van de actieve grondexploitaties. Het programma is als gevolg van de stagnerende woningbouw sterk onderhevig aan schommelingen, die het gevolg zijn van aanpassingen in de individuele woningbouwgrondexploitaties. Meer dan voorheen is het noodzakelijk om heel alert te zijn op deze wijzigingen en de financiële effecten ervan. Inmiddels zijn er in Wijk bij Duurstede zo’n twintig (mogelijke) bouwlocaties die de komende jaren (mede) door de gemeente ontwikkeld zullen of kunnen worden. Het accent komt daarbij te liggen op de ontwikkeling van binnenstedelijke locaties omdat de eerdergenoemde provinciale structuurvisie de realisatie van uitleglocaties (De Geer III) in ieder geval tot 2016 bemoeilijkt. Eind 2012 wordt een voorstel gedaan om tot een prioritering van ontwikkellocaties te komen. Het gaat hierbij om de locaties Hordencentrum, Postkantoor, Walplantsoen, Wijkhuis, Jozefschool, Driehoek, Opstap, Dick Fockstraat en Brederodestraat. Wet voorkeursrecht gemeente Actief grondbeleid en het verwerven van strategische posities binnen ontwikkellocaties is een middel om de doelen te realiseren zoals die zijn gesteld in de Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020. De gemeente heeft daarvoor voorkeursrecht gevestigd op gronden buiten de bebouwde kom. Om dit voorkeursrecht te behouden moet in 2012 op één of meerdere locaties een bestemmingsplan worden vastgesteld door de gemeenteraad. Vanwege de stagnatie op de woningmarkt wordt overwogen dit niet te doen. Ook is niet tot aankoop van gronden overgegaan. Dit betekent dat in februari 2013 alle voorkeursrechten vervallen. In februari 2015 kan weer een nieuw voorkeursrecht gevestigd worden. Op de gronden van het
134
toekomstige bedrijventerrein Broekweg Noord is eveneens een voorkeursrecht gevestigd. Hier vinden gesprekken plaats met de eigenaren over aankoop vinden nog plaats. Reserve Grondbeleid In 2011 heeft de raad ingestemd met het instellen van een reserve Grondbeleid en het inrichten van een grondbedrijf. Tevens werd onderbouwd hoe hoog deze reserve zou moeten zijn en hoe de voeding ervan kan worden gerealiseerd. Het voeren van een actieve grondpolitiek kan financiële risico's met zich meebrengen. Om hier grip op te krijgen en te houden is er een grondbedrijf ingericht, waarbij voor negatieve grondexploitaties een voorziening wordt getroffen uit de reserve grondbedrijf. Bij deze inrichting worden ondermeer taken en verantwoordelijkheden vastgelegd. Daarbij wordt per locatie de keuze voor het te voeren grondbeleid inzichtelijk gemaakt aan de hand van risicoanalyses. In 2011 is de reserve grondbeleid gevormd en gevuld met een bedrag van € 332.000. Hiermee is een begin gemaakt met het opbouwen van een buffer om tegenvallers in de grondexploitaties op te kunnen vangen. Vanwege de aanzienlijke woningbouwopgave die er ligt en de grote hoeveelheid financiële middelen die met grondpolitiek gemoeid zijn, kan de druk op de algemene reserve vrij aanwendbaar namelijk erg hoog worden in geval er geen apart financieel stelsel ingericht is voor de uitvoering van het grondbeleid. Daarnaast is het de bedoeling uit de reserve grondbeleid grondexploitaties uit te voeren waarvan het verwacht resultaat negatief is. De reserve is in dat geval de dekking voor de te vormen voorziening. Een doelstelling van het grondbeleid is het bevorderen van maatschappelijk gewenst ruimtegebruik. Hiervoor worden publieke middelen ingezet. De inrichting van een grondbedrijf waarborgt transparantie in de uitgaven en inkomsten van deze middelen en maakt het mogelijk om met de noodzakelijke snelheid strategische aankopen te doen. Bij de jaarrekening legt het college verantwoording af aan de raad voor het door haar gevoerde grondbeleid. De grondexploitaties worden twee keer per jaar geactualiseerd. Aan het begin van ieder begrotingsjaar worden de uitkomsten meegenomen in de jaarrekening. In september volgt een tweede actualisatieronde. Over significante wijzigingen in de onderscheiden grondexploitaties wordt de raad geïnformeerd. Risico-analyse Bij de jaarrekening 2011 is een uitgebreide risicoanalyse gemaakt voor alle grondexploitaties. De uitkomsten hiervan waren in grote lijnen als volgt:
135
Het totale geraamde saldi van de reserve Grondbedrijf is positief. Dit betekent dat de verliesgevende projecten gedekt worden met de winstgevende projecten. Hierbij dient echter wel rekening gehouden te worden met de saldi die zijn gereserveerd voor de algemene dienst. Voor het beheer van de reserve van het grondbedrijf wordt een cashflowschema opgesteld. Daarmee wordt inzichtelijk wanneer inkomsten binnenkomen en wanneer uitgaven worden verwacht. Ook wordt inzichtelijk of de reserve grondbedrijf beschikt over voldoende financiële middelen. In hoofdlijnen is op dit moment duidelijk dat eerst de verliesgevende projecten gedekt moeten worden (in 2013/2014) voordat er inkomsten worden gegenereerd (in 2015/ 2016). Een betere financiële sturing op projecten De Engk, De Kamp, Langshaven en Oranjehof. De projecten Langshaven en de Kamp zijn de grootste dragers van de vulling van de reserve grondbedrijf. Een jaarlijkse actualisatie voor deze vier grote projecten is onvoldoende. In lijn met het advies van de provincie stellen we ieder kwartaal hierover een rapportage op. Op basis van deze rapportages is adequate sturing mogelijk. Daarnaast onderzoeken we of het vanuit risicobeheersing en –spreiding niet beter is om voor bestaande (bijv. De Kamp) en voor toekomstige woningbouwprojecten stapsgewijs tot ontwikkeling over te gaan. Hierbij denken we aan bijv. het geleidelijk aanleggen van infrastructurele voorzieningen in plaats van in één keer. Deze ontwikkeling loopt in de pas met de nieuwe BBVvoorschriften. Het inzichtelijk maken van het afzetrisico. In verschillende projecten is het afzetrisico benoemd. Het is zeer onzeker wat de woningmarkt doet en wat de woningmarkt aan kan qua aantallen en qua type. Het planaanbod binnen de gemeente is inzichtelijk. De komende tijd wordt regelmatig een goede analyse uitgevoerd aan de hand van historische cijfers en het planaanbod. Dit aanbod en de analyse maken het mogelijk om projecten waar mogelijk op elkaar af te laten stemmen en te prioriteren. Tevens geeft het inzicht hoe om te gaan met nieuwe initiatieven van derden. Daarnaast wordt een nieuw woonbehoefte-onderzoek uitgevoerd om nog specifieker zicht te hebben op de woningbehoefte. Grondprijzen Als uitvloeisel van de nota “Grondbeleid, focus op regie” is in april 2012 de Nota Grondprijzen 2012 vastgesteld. Deze nota wordt jaarlijks door het college vastgesteld waarbij rekening wordt gehouden met de uitgifteprijzen in de omgeving en actuele marktontwikkelingen. De aanhoudende financiële en economische crisis en de daaraan gelieerde stagnatie op de woningmarkt nopen ertoe om met name de grondprijzen voor woningbouw te monitoren. Ook onze gemeente voelt de gevolgen van stagnatie op de woningmarkt. De verkoop van gronden voor woningbouw vertraagt en dus komen de geraamde inkomsten uit grondprijzen in een langzamer tempo binnen. Met name de verkoop van kavels met een oppervlak van 300 m2 of meer verloopt stroef. De gemeente zal op basis van de huidige marktontwikkelingen de grondprijzen kritisch bezien en in januari 2013 een herziene Nota Grondprijzen vaststellen.
136
Nota Bovenwijkse Voorzieningen Een andere uitwerking van de nota “Grondbeleid, focus op regie” betreft het opstellen van een nota Bovenwijkse Voorzieningen. Deze nota omschrijft welke infrastructurele werken met een bovenwijks karakter in de toekomst worden aangelegd, geeft een inschatting van de kosten en maakt inzichtelijk welke bijdrage hiervoor aan derden kan worden gevraagd. Op die manier laat de Gemeente Wijk bij Duurstede op een transparante wijze aan derden zien hoe kosten worden toegerekend. De nota Bovenwijkse Voorzieningen wordt in het voorjaar van 2013 ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden. Stimulering van de woningbouw De ontwikkelingen wat betreft gebiedsontwikkelingen en woningbouw zien er in Wijk bij Duurstede net als in de rest van Nederland niet rooskleurig uit. Wel wordt er hard gewerkt om hier iets aan te doen. Ondanks de crisis, staat de gebiedsontwikkeling niet stil. Enkele projecten waarbij wordt gewerkt met Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) lopen vrij goed (Oranjehof en De Kamp). De beide woningbouwstichtingen bouwen nog volop in alle drie de kernen. Ook zijn in de wijk De Geer II nog zo’n 137 woningen in aanbouw die voor een groot deel verkocht zijn. We willen onderzoeken welke instrumenten we kunnen inzetten om beweging te krijgen in de Wijkse woningmarkt zoals het (incidenteel) verlagen van grondprijzen, introductie van een CPO-fonds, startersleningen, flexibelere bestemmingsplannen en de doorontwikkeling van CPO-initiatieven. Daarnaast komen andere zaken aan bod zoals selectiever plannen van projecten, ketensamenwerking en erfpacht. Tevens overwegen we om een bijeenkomst te organiseren met ontwikkelaars, woningcorporaties, (lokale) aannemers, bouwende partijen en anderen onder het motto: Wat kunnen we in Wijk bij Duurstede doen om de woningbouw nog meer op gang te brengen? Grondexploitaties 2013 Hieronder wordt een overzicht gegeven van de grondexploitaties zoals die in 2013 worden onderscheiden of worden opgestart. Veilingpark Het lage tempo in de verkoop van de woningen heeft er toe geleid dat het plan nog niet 100% is afgerond. Er moeten nog 10 woningen worden gerealiseerd en de bouwkavels zijn ingezaaid in afwachting van het moment waarop er voldoende kopers zijn. Op basis van de afgelopen jaren (verkooptempo van één woning per maand) verwacht Bouwfonds in 2013 alle woningen te hebben verkocht en het plan in 2014 definitief te kunnen afronden. Het fietspad langs de Zandweg is reeds volledig hersteld en ook de openbare ruimte binnen het plangebied is bijna afgerond. De bouwgrond is overigens in eigendom van Bouwfonds hetgeen betekent dat de gemeente als gevolg van het lage verkooptempo nauwelijks te maken heeft met renteverliezen. De bijdrage die wij van Bouwfonds ontvangen hangt af van het verkooptempo. Joliceterrein/Rijnweide Na afronding van een discussie met het waterschap over de afvoer van vervuild slib, wordt de grondexploitatie in 2012 afgesloten. Het bedrag dat de gemeente ontvangt van DPP komt ten gunste van de grondexploitatie. Het positieve saldo hiervan komt ten gunste van de reserve Grondbeleid.
137
Aan de Oude Haven (voormalig Van Zoestterrein) Na een intensief planproces met buurtbewoners en Schil met Pit is het bestemmingsplan in 2012 door de raad vastgesteld. De omgevingsaanvraag is ingediend en deze wordt in 2012 verleend. Afhankelijk van het verkooptempo zal in de tweede helft van 2012 gestart worden met de bouw zodat in 2013 de openbare ruimte (ontsluitingsweg Rijnweide) zal worden opgeleverd. De Engk De uitbreiding van het Ewoud en Elisabeth Gasthuis en de bouw van de seniorenappartementen aan de David van Bourgondiëweg zijn reeds vergevorderd en worden naar verwachting eind 2012 respectievelijk begin 2013 opgeleverd. Fase 1 van bouwplan Steenstraat is gesloopt en zal vanaf september 2012 worden herbouwd. Afhankelijk van het verkooptempo wordt begin 2013 deelgebied 2 bouw- en woonrijp gemaakt waarna de ontwikkelaar zal starten met de bouw van de 19 woningen. Dit betekent dat de komende jaren de bouwactiviteiten in De Engk geïntensiveerd zullen worden. Parallel aan de bouwactiviteiten zullen de plannen voor de watergang in overleg met aanwonenden verder worden uitgewerkt.
Stadshaven De aanbestedingsprocedure voor het beheer en de exploitatie van de Stadshaven wordt in 2012 afgerond. De verwachting is dat dan bekend is aan welke partij de concessie voor het beheer en de exploitatie wordt gegund zodat hiermee in 2013 kan worden gestart. Ontwikkeling oude postkantoorlocatie Ontwikkelgebied Postkantoor is een strategisch gelegen locatie die op korte termijn vraagt om de start van een herstructurering. De eerste uitkomsten van de grondexploitatie laten een beeld zien waarbij een totaalontwikkeling van het gebied door de gemeente niet tot de mogelijkheden behoort. Om in de komende jaren toch een (deel van de) ontwikkeling mogelijk te maken wordt, samen met de in het gebied aanwezige ontwikkelaars, een Structuurvisie opgesteld die eind 2012 / begin 2013 aan de Gemeenteraad zal worden voorgelegd. Aan de hand van de uitkomsten van deze Structuurvisie alsmede de verdere economische ontwikkelingen en ontwikkelingen op de woningmarkt worden voorstellen gedaan over de verdere ontwikkelmogelijkheden. Ontwikkeling De Geer II Op basis van de samenwerkingsovereenkomst met RABO-Bouwfonds is de eerste fase (ca. de helft) van de Geer II grotendeels bebouwd en opgeleverd. Een klein deel wordt begin 2013 opgeleverd. Dan zijn alle sociale woningen in het plan De Geer II gebouwd. Het woonrijp maken van de 1e fase wordt begin 2013 afgerond. Vervolgens wordt het openbaar gebied overgedragen aan de gemeente en worden wij verantwoordelijk voor het onderhoud. De tweede fase van De Geer II is grotendeels in 2012 bouwrijp gemaakt en wordt in kleinere aantallen (hooguit een tiental tegelijkertijd) in verkoop gebracht. In 2013 en de jaren daarna worden enkele tientallen woningen per jaar opgeleverd. De verkoop lijkt op dit moment in een rustiger tempo voort te gaan.
138
In totaal worden in De Geer II circa 223 woningen gerealiseerd door RABO-Bouwfonds, Woningstichting Volksbelang en Zondag Bouwgroep. De bijdrage in de gemeentelijke kosten voor dit plan wordt door RABO-Bouwfonds naar rato van de voortgang van de verkoop van kavels betaald. De aanleg van de rotonde nabij het nieuwe Revius is na de zomer van 2012 voltooid. Daarmee zijn de investeringen van de gemeente in deze wijk afgerond. Wel zal er nog de nodige ambtelijke tijd gestoken worden in een goede afronding van De Geer II en de openbare ruimte daarin. Herontwikkeling Hordencentrum De herontwikkeling van het Hordencentrum heeft een sterke relatie met de realisatie van een nieuwe sporthal op Mariënhoeve. Ten gevolge van bestuurlijke problemen in de Stichting Wijksport en daarmee samenhangende uitgestelde besluitvorming over deze nieuwe sporthal vinden gesprekken met de ontwikkelaar en omgeving over de herontwikkeling van het Hordencentrum in een lager tempo plaats. Na positieve besluitvorming over een nieuwe sporthal wordt dit sterk geïntensiveerd eind 2012 en begin 2013. Dit moet in de loop van 2013 leiden tot een visie zoals die door de raad moet worden vastgesteld en een ontwikkel- en realisatieovereenkomst. Dan kan ook de grondexploitatie verder worden uitgewerkt. Wij hebben de huur van de huidige Hordenhal tot 1 januari 2014 verlengd met een opzegtermijn van 3 maanden vanaf 1 januari 2013. Vrijkomende locaties brandweergarages Cothen en Langbroek De voormalige brandweergarage in Langbroek is al in 2010 verkocht. De voormalige brandweergarage en gemeentewerf in Cothen zijn in 2011 gesloopt. Een verkoop bij inschrijving van vrije kavels heeft in 2011 geen serieus bod opgeleverd. De door de raad in 2012 (bij de jaarrekening 2011) vastgestelde grondexploitatie is gebaseerd op de samenwerking met een bouwende partij. Het ligt in onze bedoeling om die samenwerking aan te gaan voor een periode van 2 jaar vanaf start verkoop. Elke verkochte woning word afzonderlijk gebouwd en afhankelijk van de voortgang wordt de grond bouw- en woonrijp gemaakt. Om deze uitgewerkte bouwplannen mogelijk te maken is een nieuw Bestemmingsplan opgesteld dat tegelijkertijd nog wat meer flexibiliteit geeft voor het geval dat deze samenwerking onverhoopt niet tot een succes leidt. De eerste inkomsten worden in 2013 verwacht.
139
Herontwikkeling bedrijventerrein Uem en Wennekes Medio 2012 is een ontwikkel- en realisatieovereenkomst gesloten met Van Wijnen Projectontwikkeling die in lijn is met de door de raad in 2012 (bij de jaarrekening 2011) vastgestelde grondexploitatie. Dit als vervolg op eerdere gesprekken met Hogenboom Projectontwikkeling die na de economische crisis geen kans meer zag het project tot een goed einde te brengen. Het bouwrijp maken van het perceel zal voor 1 mei 2013 worden afgerond. Hiermee wordt de provinciale subsidie van € 270.000,= voor een groot deel ingezet. Indien de verkoop voorspoedig verloopt kunnen de eerste woningen begin 2014 worden opgeleverd. De opbrengsten voor de gemeente komen vooral voort uit de verkoop van de 5 vrijstaande kavels aan de rand van het gebied. Bedrijventerreinen Langshaven/Broekweg Op basis van de laatste actualisatie (begin 2012) loopt deze grondexploitatie door tot en met 2014. Aan de kostenkant is het overgrote deel van de werkzaamheden uitgevoerd; aan de opbrengstenkant resteert nog ca. 1,5 ha uitgeefbaar bedrijventerrein. In 2011 is bedrijventerrein Langshaven woonrijp gemaakt, op het laatste deel van de Molenvliet en Hagenaar na. Na verkoop van de laatste watergebonden kavel en verlegging van de Hagenaar in 2012, is het terrein volledig woonrijp gemaakt. In 2013 kan het terrein in beheer worden genomen, waarbij het groenbeheer door de Stichting Bedrijventerreinen Wijk bij Duurstede wordt gedaan. De gemeente beheert de riolering, openbare wegen, kade en haven. Kosten voor dit beheer worden nog gedragen door de grondexploitatie, maar zullen na afsluiting van de exploitatie in 2014 uit de reguliere budgetten moeten worden gedekt. Op bedrijventerrein Broekweg werd eerder de revitalisering afgerond en is ook de camerabeveiliging operationeel. Inmiddels is de leegstand die ontstond na enkele faillissementen grotendeels weer ingevuld door nieuwe bedrijvigheid of plannen daarvoor. De gemeente spant zich er samen met de overige partners (ondernemers, hulpdiensten, politie) in het certificaat Keurmerk Veilig OndernemenBedrijventerreinen te behouden. Uitbreiding bedrijventerrein Broekweg (PPC) Deze grondexploitatie wordt in 2012 afgesloten, waarbij het positief resultaat wordt toegevoegd aan de reserve grondbebeleid. In totaal is 1,5 ha bedrijventerrein ontwikkeld, is de waterhuishouding rondom Broekweg verbeterd en is het tweede deel van de Vogelpoelweg verbreed en opgewaardeerd, waardoor de overlast van parkerende vrachtwagens is verminderd.
140
Bedrijventerrein Broekweg Noord Broekweg Noord is opgenomen in de Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020 als uitbreiding van het huidige bedrijventerrein Broekweg. In regionaal verband en als gevolg van provinciaal beleid kan pas een nieuw bedrijventerrein ontwikkeld worden als een bestaand bedrijventerrein wordt geherstructureerd. In onze gemeente betekent dit dat het bedrijventerrein Van Dijk’s Koel- en Vrieshuis aan de Graaf van Lynden van Sandenburgweg wordt geherstructureerd. In Wijk bij Duurstede is naast herstructurering behoefte aan een nieuw bedrijventerrein. Er resteert nog 15.000 m2 uitgeefbaar terrein op de bestaande terreinen. Op 1 kavel van 1000 m2 rust een optie. De verwachting is dat deze 15.000 m2 de komende jaren worden verkocht. De gemeente Wijk bij Duurstede wil bestaande en nieuwe bedrijven de mogelijkheid bieden zich binnen de gemeente te vestigen. Ook is behoefte aan een nieuw type bedrijventerrein waar functies als horeca, een vergadercentrum en grootschalige detailhandel gevestigd kunnen worden. Op die manier wordt bijgedragen aan een aantrekkelijk en gevarieerd ondernemersklimaat. Medio 2012 is daarom een haalbaarheidsonderzoek gestart naar de ontwikkeling van bedrijventerrein Broekweg Noord. De resultaten van dit onderzoek zijn eind 2012 bekend. Voormalig terrein Beatrixschool te Cothen Het idee om de kavels van dit voormalig schoolterrein als vrije kavels te verkopen is verlaten. De belangrijkste argumentatie hiervoor was de slechte woningmarkt op dit moment met name voor de duurdere kavels. De Woningbouwstichting Cothen heeft de wens geopperd om op deze plek een 16-tal seniorenappartementen te realiseren. De wachtlijsten voor dit soort woningen is lang en de doorstroming, ook samenhangend met de algemene malaise op de woningmarkt, zeer gering. De consequentie van deze keuze is wel dat de grondopbrengsten, vergeleken met de eerdere plannen, aanzienlijk lager zijn. De herziene grondexploitatie wordt in het najaar 2012 aan de raad aangeboden Begin 2013 zal het bestemmingsplan zijn aangepast, zodat de bouw van de woningen kan starten. Begin 2014 zullen naar verwachting de woningen worden opgeleverd.
Stookerterrein te Cothen De bouw van de geplande 28 woningen is eind 2011 gestart. De oplevering van de woningen is gepland eind 2012. Ook het woonrijp maken van het project zal dan zijn afgerond. De toewijzing van de huurwoningen, allemaal seniorenwoningen, verloopt via het reguliere systeem, waarbij bewoners van de gesloopte woningen aan het Rozenplantsoen voorrang hebben gekregen. Van de zes vrijesectorwoningen zijn er inmiddels vier verkocht. De bouwaannemer realiseert de vijfde woning op 'eigen risico'. De belangstelling voor de zesde woning (vrijstaande vrije sector) is dermate gering dat de bouw ervan is opgeschort.
141
Oranjehof te Langbroek Nadat in 2011 de oplevering van het sportpark Oranjehof heeft plaatsgevonden en de werkzaamheden voor het landschapswandelpark van Oranjehof grotendeels zijn afgerond, heeft het eerste half jaar 2012 in het teken gestaan van de voorbereidingen en de start van de woningbouw. In de eerste helft van 2012 is het gehele gebied bouwrijp gemaakt en zijn de eerste tekenen van de woningbouw fysiek zichtbaar in de vorm van 16 woningen die in CPO-verband worden gebouwd. Deze woningen worden eind 2012 opgeleverd. Door de malaise op de woningmarkt is de verkoop van woningen gestagneerd, wat ook in Oranjehof goed merkbaar is. Voor vrijstaande woningen op grote kavels is er nagenoeg geen belangstelling. Echter, voor de rijwoningen en in mindere mate twee-onder-éénkappers is er nog animo. Het bestemmingsplan Oranjehof 2010 dient noodzakelijkerwijs te worden aangepast om de bouw van de Piet de Springerschool in de MFA mogelijk te maken. Deze wijziging wordt nu tevens aangegrepen om het bestemmingsplan te flexibiliseren en onder andere meer rijwoningen en twee-onder-één-kapwoningen toe te staan en hiermee de woningafzet te stimuleren. In het najaar van 2012 komt het bestemmingsplan Oranjehof 2012 ter besluitvorming in de raad. Verdere ontwikkelingen met betrekking tot de woningbouw zijn de volgende: - er zijn drie groepen kopers actief die in CPO-verband de bouw van hun woning op zich gaan nemen. In totaal gaat dit om 21 woningen; - de bouw van het centrum van Oranjehof, de Multifunctionele Accommodatie (MFA) 'Oranjepoort', gelegen aan het toekomstige Prinsenplein, zal in september 2012 starten. Naast de school, het dorpshuis en de supermarkt zullen hier tevens 35 seniorenwoningen (bouwfase 1) worden gerealiseerd. - met één ontwikkelaar is vergaand overleg gaande over een 18-tal te bebouwen kavels. Najaar 2012 verwachten we met deze ontwikkelaar tot definitieve afspraken te zijn gekomen, zodat de verkoop kan starten; - een tweede ontwikkelaar is met de gemeente in overleg. Hierbij gaat het om de grote kavels (vrijstaand en 2-1 kap) aan de Mauritsdreef (parkzijde). Concluderend: Medio 2012 zijn van de oorspronkelijke, indicatieve, 120 kavels voor ca. 70 woningen grondreserveringen gemaakt. Over een 18-tal rijwoningen en twee onder één kappers en een 12-tal grotere kavels is overleg gaande met ontwikkelaars. In alle gevallen worden pas inkomsten gegenereerd op het moment dat kopers zijn gevonden. Voor de bebouwing en verkoop van de resterende kavels worden oriënterende gesprekken gevoerd. Een 20-tal woningen (5 kavels en 15 appartementen) kunnen pas worden ontwikkeld nadat de MFA is gerealiseerd (2014). Deze kavels liggen namelijk op de plaats van de huidige school en het dorpshuis. De ingezette flexibilisering van het bestemmingsplan maakt het mogelijk meer rijwoningen en twee-onder-één kappers te bouwen, waardoor het totaal aantal woningen in Oranjehof toeneemt met een 10-tal woningen van 120 naar 130 stuks. In 2012 en 2013 zal nog steeds veel aandacht worden besteed aan de verkoop van kavels. De verwachting voor 2013 is dat naast de bouw van de MFA de realisatie van een 20-tal woningen zal starten. De eerste bewoners zullen zich in Oranjehof gaan vestigen. De voorbereiding van de
142
verhuizingen van de school, het dorpshuis en de supermarkt wordt in gang gezet, zodat deze na de oplevering van de MFA begin 2014 direct ter hand kunnen worden genomen. Het voorbereiden van het woonrijp maken zal worden gestart. Oranjehof zal steeds meer vorm gaan krijgen. De looptijd van het project is bijgesteld en zal naar verwachting duren 2018. De Kamp te Cothen Het bestemmingsplan De Kamp is volgens planning vastgesteld in maart 2012 en is in mei 2012 onherroepelijk geworden. De sanering van de verontreinigde grond is in september 2012 definitief afgerond. Parallel aan de sanering zijn vele bomen gekapt. Ook zijn de bouwrijp werkzaamheden gestart. Naar verwachting is medio november 2012 het bouwrijp maken gereed. De CPO-groep De Kamp (15 particuliere opdrachtgevers voor woningen) start in september 2012 met de bouwwerkzaamheden. Met de Woningbouwstichting Cothen worden gesprekken gevoerd over de bouw van ca. 34 woningen, bestaande uit 16 eenpersoonsappartementen, 7 koopgarant woningen en 11 sociale huurwoningen. De woningbouwstichting wil starten met de bouw begin 2013. De kavelverkoop, gestart in 2011, laat te wensen over. Onderhandelingen met diverse woningontwikkelaars en andere geïnteresseerden zijn gestart. Een initiatief om een 10-tal senioren woningen en appartementen in het luxe segment te realiseren in CPO verband is gestart eind 2012. In 2013 zullen de eerste bewoners van De Kamp hun woning gaan betrekken. Het aanpassen van sporthal Rijnsloot, eigendom van sportstichting Cothen, ten behoeve van het onderbrengen van het bewegingsonderwijs van de basisscholen, is in 2012 voorbereid. In 2013 wordt de aanpassing naar verwachting gerealiseerd. Daarna kan in 2014 de oude gymzaal worden gesloopt en het terrein worden ingericht als speeltuin; dit als onderdeel van plan De Kamp. Vervolgens kunnen ook de kavels, die ter plekke van de huidige speeltuin zijn gepland, worden ontwikkeld.De looptijd van dit project is ook bijgesteld tot 2018. Winstnemingen Op grond van de verkopen die hebben plaatsgevonden is het mogelijk in 2012 winst te nemen in de grondexploitatie Langshaven en daarmee de reserve grondbeleid verder te voeden. De volgende tabel geeft inzicht in de geraamde winstnemingen die mogelijk zijn op grond van de geactualiseerde grondexploitaties. De tabel jaarrekening 2011 vermeldt de ramingen zonder uit te gaan van tussentijdse winstnemingen. In de tabel Begroting 2013 is voor het jaar 2012 de laatst bekende stand opgenomen van de werkelijke te nemen (tussentijdse) winst. Dit bedrag zal op grond van huidige stand van zaken (1 juli 2012) het werkelijk toe te voegen bedrag aan de reserve grondbeleid zijn.
143
Jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2016 2017 2018
Bedragen x € 1.000 Grex Jaarrekening 2011 Begroting 2013 Langshaven/Broekweg 104 PPC 138 138 Geen winstneming voorzien Langshaven/Broekweg 3.113 3.009 Uem en Wennekes 551 551 De Geer II 167 167 De Engk 131 131 De Kamp 4.499 4.499 8.599 8.599 Totaal
Winstnemingen opgenomen tegen eindwaarde.
144
Herziening grondexploitaties
Complex
Herziening Einddatum 2012 Verwacht Saldo *
Actieve Grondexploitaties Uem en Wennekes Stookerterrein Brandweer Cothen Oranjehof
462 1.051446 352
2016 2014 2015 2018
Beatrixschool De Kamp De Engk Hordencentrum Langshaven/Broekweg PPC
224 3.454 889 12 2.728 132
2015 2018 2017
Grondexploitaties derden Joliceterrein/Rijnweide De Geer II Veilingpark Bedragen x € 1.000
140 107-
2015 2013
2013 2016 2014
7.679
* Netto Contante Waarde Positief bedrag = positieve grondexploitatie
145
2.7
Treasury
Inleiding De treasuryfunctie gaat over de bewaking van de geldstromen en de liquiditeitspositie van de gemeente. Hierbij valt te denken aan de financiering van het beleid (met eigen middelen of geleende gelden) en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. Ook hoort het dagelijks betalingsverkeer tot de treasuryfunctie. Treasury heeft als doel om een optimaal resultaat te bereiken tussen rentelasten en rentebaten, met in achtneming van de risico’s. De uitvoering van treasury wordt wettelijk geregeld in de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) en de Regeling Uitzettingen Decentrale Overheden (Ruddo). Het beleid voor de treasuryfunctie van de gemeente Wijk bij Duurstede is vastgelegd in het treasurystatuut, dat in 2010 is herzien en door de Raad is vastgesteld. De belangrijkste punten uit dit statuut, naast de voorschriften op grond van de Wet FIDO zijn: - Gelden worden alleen uitgezet bij banken met een kredietwaardigheid van minimaal de zogenaamde double A-rating. Naast de financiële instelling moet ook het land waar de instelling is gevestigd een double A-rating hebben bij het uitzetten van middelen; dit geldt zowel voor korte als langlopende financiële instrumenten. - De rating moet door minimaal 2 van de 3 gerenommeerde ratingbureaus afgegeven zijn. - Voor contracten met een looptijd langer dan een jaar, aangegaan met een kredietrating vanaf AA, wordt een ratingclausule opgenomen. - Het aantrekken van langlopende leningen doen wij door offertes aan te vragen bij tenminste 3 financiële instellingen. - Het college is gemandateerd om liquide middelen aan te trekken tot een maximum bedrag van € 12,5 miljoen euro per jaar. - De kasgeldlimiet (8,5% van de jaarbegroting) wordt niet overschreden. - De renterisico-norm (20% van de jaarbegroting) wordt niet overschreden. Hierna wordt op bovenstaande onderdelen ingegaan. Algemene ontwikkelingen en rentebeleid De Wet HOF (Wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën) en schatkistbankieren Op dit moment wordt een nieuwe wet voorbereid, namelijk de Wet HOF (Wet Houdbaarheid Overheids Financiën). Volgens de huidige verwachtingen moet de wet al per 1 januari 2013 van kracht zijn. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) overlegt hierover met het kabinet. Middels een brandbrief aan de lijsttrekkers voor de Kamerverkiezingen hebben de decentrale overheden begin september opgeroepen het wetsontwerp aan te passen en het verplicht schatkistbankieren niet in te voeren. In de brief stellen de decentrale overheden dat het wetsvoorstel
146
Hof grote belemmeringen opwerpt voor investeringen en het zelfs onmogelijk maakt om reserves te gebruiken om investeringen te financieren. Zowel het investeren als het gebruik van reserves wordt namelijk gezien als een begrotingstekort. Dit komt door een verschil in boekhoudstelsels van Rijk en decentrale overheden. De Wet Hof vloeit voort uit de Europese begrotingsafspraak om onder de 3% EMU-tekort te blijven. Schatkistbankieren verplicht provincies, gemeenten en waterschappen om spaargeld te stallen bij het Rijk. Het moet helpen om de Nederlandse staatsschuld te verlagen. Statistisch daalt de overheidsschuld dan, maar de feitelijke omvang van de schulden daalt hiermee niet. Intussen lopen decentrale overheden wél rendement mis. Rente Er wordt geen fictieve rente toegekend aan het vermogen en ook geen bespaarde rente. Wel wordt er bespaarde rente ten gunste van de exploitatie gebracht. Voor de berekening van de kapitaallasten is een rentepercentage van 4,5% gehanteerd. De rente voor kortlopende kasgeldleningen met een looptijd van 1 maand bedroeg in het eerste half jaar van 2012 gemiddeld 0,99%. Dit is een lichte daling ten opzichte van 2011 (1,07%). In het 3e kwartaal 2012 zijn er geen extra kasgeldleningen aangetrokken. Op basis van de berekening van de liquiditeitsbehoefte verderop in deze paragraaf blijkt dat we in de jaren 2013 en 2014 een tekort hebben en daarna een overschot. De cijfers zijn gebaseerd op de begrotingscijfers exclusief de ombuigingen; de tekorten zullen daarmee lager worden. Leningenportefeuille De opgenomen leningen hebben per 1 januari 2013 een nominale waarde van € 25,8 miljoen met een met vaste rentepercentages variërend van 1,75% tot 5,85%. Zoals in de bijlage 3.5 (staat van geldleningen) te zien is, is € 3,8 miljoen bestemd voor de Woningbouwstichting Volksbelang. De lasten van deze leningen worden doorberekend aan Volksbelang. (Bedragen x € 1.000) Tabel 1 Stand langlopende leningen
2013
Stand van de leningen per 1 januari 2013
€
25.820
Nieuwe leningen
€
0
Reguliere aflossingen
€
-2.018
Stand per 31 december 2013
€
23.802
147
Grafiek 1. Ontwikkeling van de leningenportefeuille € 25.820
2013
€ 23.802
2014
(Bedragen x € 1.000)
€ 18.271
2015
€ 17.769
2016
Kasgeldlimiet en renterisico In 2013 zal Wijk bij Duurstede volgens de huidige financieringsplannen onder de renterisiconorm blijven. Om ook aan de normen van de kasgeldlimiet te blijven voldoen zullen we moeten kijken of we kortlopende leningen in langlopende leningen om moeten zetten. Begin 2013 wordt dit in kaart gebracht op basis van actuele cijfers. Kortlopende financiering: kasgeldlimiet De kasgeldlimiet stelt een limiet aan het renterisico op korte termijn financiering. Met name voor kortlopende financiering kan het renterisico groot zijn. Wijzigingen in de korte rente hebben direct invloed op de rentelasten. Wij mogen in totaal niet meer dan 8,5% van de begrotingsomvang (totale lasten) aan leningen van korter dan 1 jaar hebben. Hieronder vallen dus de rekening courant bij de BNG (rood staan) en de aangetrokken kasgeldleningen. Dit maximum is wettelijk vastgelegd in de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden. In tabel 2 is de toegestane kasgeldlimiet berekend. Hieruit blijkt dat wij in 2013 maximaal € 3,7 miljoen aan kortlopende leningen mogen aantrekken.
148
Toelichting bij de tabel: De definitie voor vlottende schuld is: schulden met een rentetypische looptijd van minder dan één jaar, met uitzondering van crediteuren. De definitie voor vlottende middelen is: vorderingen met rentetypische looptijd van minder dan één jaar, met uitzondering van voorraden en debiteuren. (Bedragen x € 1.000) Tabel 2. Berekening kasgeldlimiet 2013 Omvang begroting per 1 januari 2013 *
€
Toegestane kasgeldlimiet in percentage van de begrotingsomvang
43.490 8,5%
a.
Toegestane kasgeldlimiet in geld
€
3.697
b.
Vlottende schulden
€
8.166
c.
Vlottende middelen
€
4.164
d.
Totaal vlottende schuld ( b -/- c)
€
4.002
Toets aan kasgeldlimiet (d -/- a )
€
305
* De omvang begroting per 1 januari 2013 is exclusief bezuinigingen omdat deze op moment van schrijven nog niet definitief zijn.
149
Langlopende financiering: renterisicoberekening De renterisico norm stelt een limiet aan het renterisico voor de lange termijn financiering. Het renterisico op de vaste schuld moet minder zijn dan 20% van de omvang van de jaarbegroting. Dit wil zeggen dat het niet toegestaan is om in één jaar een groot deel (meer dan 20%) van de af te lossen leningen opnieuw te financieren. Het doel hiervan is om spreiding in de rentetypische looptijden in de leningenportefeuille te krijgen waardoor veranderingen in de rente vertraagd doorwerken in de rentelasten.
Tabel 3. Berekening renterisico 1a Renteherziening op vaste schuld o/g 1b 2 3a 3b 4 5 6 7 8 9 10
Renteherziening op uitgezette lange leningen Netto renteherziening (1a -/- 1b) Nieuw aangetrokken vaste schuld Nieuw verstrekte lange leningen Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a -/-3b) Betaalde aflossingen Herfinanciering (laagste van 4 en 5) Renterisico op vaste schuld (2 + 6) Begrotingstotaal Vastgesteld percentage Renterisiconorm (9 * 8) Toets renterisico-norm (10) Renterisico op vaste schuld (7) 11 Ruimte (10 -/- 7)
(Bedragen x € 1.000) 2015 2016
2013
2014
0
0
0
0
0 0 0 0 0 2.018 0 0 43.490 20% 8.698 8.698 0 8.698
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 502 0 0 39.390 20% 7.878 7.878 0 7.878
0 0 0 0 0 517 0 0 38.036 20% 7.607 7.607 0 7.607
5.530 0 0 41.045 20% 8.209 8.209 0 8.209
Financieringsbehoefte In het voorjaar van 2012 zijn alle grondexploitaties geactualiseerd. De cijfers in de begroting 2013 zijn hierop gebaseerd en dienen als input voor de onderstaande liquiditeitsbehoefte. Hieruit blijkt dat we in 2013 een klein tekort hebben en in 2014 een flink tekort van € 4,7 miljoen. De jaren 2015 en 2016 vertonen een overschot. De tekorten zullen lager worden omdat voor de berekening de begrotingscijfers exclusief de bezuinigingen genomen zijn (op moment van schrijven zijn deze nog niet definitief).
(Bedragen x € 1.000) Tabel 4.Berekening liquiditeitbehoefte
2013
2014
2015
2016
Uitgaven
34.333
33.955
33.734
33.638
Inkomsten
33.019
33.112
32.688
33.124
Saldo Exploitatie
-1.314
-842
-1.046
-514
Aflossingen
-2.018
-5.530
-502
-517
Inkomsten grondexploitaties
8.537
5.153
7.731
5.848
Uitgaven grondexploitaties
-4.979
-3.327
-2.380
-1.248
Vervangingsinvesteringen
-505
-168
-337
-260
Saldo
-279
-4.715
3.466
3.308
Grafiek 2. Ontwikkeling van de liquiditeit (bedragen x € 1.000)
151
1 2 3
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op exploitie verantwoord
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) Baten bouwgrondexploitatie: Baten voor zover transacties niet op exploitatie verantwoord Lasten op balanspost Voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
8 9 10
2012
Berekening EMU Saldo Omschrijving Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
11
Verkoop van effecten: Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) b Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? Berekend EMU-saldo
152
2013
2014
-2.414
-1.716
Bedragen x € 1000,-1.194
2.497 2.495
2.581 2.652
2.332 2.840
73
2.026
-792
1.175
3.087
2.515
Nee
Nee
Nee
1.330
-1.596
2.255
2.8
Lokale heffingen
Inleiding Het overzicht lokale heffingen heeft betrekking op de gemeentelijke belastingen en op de heffingen. Het overzicht bevat de beleidsvoornemens voor de lokale lasten en een overzicht op hoofdlijnen van de diverse belastingen en heffingen. De belastingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. De lokale lasten zijn een integraal onderdeel van het gemeentelijk beleid. Een overzicht van de lokale heffingen is daarom van belang voor de raad. De uitgangspunten van het beleid, de tarieven, de kostendekkendheid, kwijtschelding zijn de centrale onderwerpen van dit onderdeel. Uitgangspunten tariefbeleid In de gemeente Wijk bij Duurstede worden met betrekking tot de lokale heffingen de volgende uitgangspunten gehanteerd: de OZB tarieven worden jaarlijks gecorrigeerd met het inflatiepercentage; het tarief voor de afvalstoffenheffing is 100% kostendekkend op begrotingsbasis; het tarief voor de rioolheffing is 100% kostendekkend op begrotingsbasis; overige heffingen en leges zullen kostendekkend worden vastgesteld. Onroerende zaakbelastingen De waarden naar de waardepeildatum 1 januari 2012 zullen worden gebruikt in het jaar 2013. Sinds 2008 vindt er jaarlijks een herwaardering plaats. In deze begroting is het voorstel opgenomen om de inkomsten OZB 2013 ten opzichte van 2012 met 2,4% (indexering) te verhogen. Dit is exclusief een eventuele verhoging OZB (in het kader van de ombuigingen/inkomstenverhoging) van € 300.000. De OZB-tarieven voor 2013-2016 geven het volgende beeld, exclusief de ombuigingen inclusief een inflatie, voor het jaar 2013, van 2,4%: Tarief, percentage van de WOZ-waarde 2012 2013 2014 2015 2016 prognose Woningen: Eigenaar 0,0985% 0,1008% 0,1008% 0,1008% 0,1008% Gebruiker n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Niet-woningen: Eigenaar Gebruiker
0,1375% 0,1147%
153
0,1408% 0,1174%
0,1408% 0,1174%
0,1408% 0,1174%
0,1408% 0,1174%
In het bovenstaande beeld is overigens bij de tarieven voor de jaren 2013 – 2016 geen rekening gehouden met de invloed van de WOZwaardeontwikkeling. Om de tarieven voor 2013 definitief te kunnen vaststellen, moet onder andere de waardeontwikkeling 2011-2012 bekend zijn. Dat is nog niet het geval. Bij een dalende markt bijvoorbeeld, dient het tarief in opwaartse richting te worden bijgesteld om ten opzichte van het belastingjaar daarvoor dezelfde opbrengst te genereren. Het is dan ook zeer waarschijnlijk dat er nog een verhoging van het genoemde percentage moet worden doorgevoerd om de geraamde OZB-opbrengsten te kunnen realiseren. Afvalstoffenheffing Het uitgangspunt bij de bepaling van het tarief is dat dit kostendekkend moet zijn. De komende jaren zijn vervangingsinvesteringen nodig, onder andere voor de minicontainers en de milieustraat. Dit betreffen maatregelen in het kader van het GAP gemeentelijk afvalstoffenplan Het GAP is weliswaar vastgesteld, maar de definitieve financiële gevolgen kunnen pas worden meegenomen in de begroting wanneer concrete maatregelen worden doorgevoerd. Het is de intentie dat de uit het GAP voortvloeiende projecten eind 2016 zullen zijn afgerond. Om deze reden wordt vooralsnog geen tariefsverhoging meegenomen. Mogelijk zal later de eerder geplande verhoging van € 26 noodzakelijk blijken te zijn. Op grond van de geraamde baten/lasten in de begroting 2013 kan het tarief ten opzichte van het vorige begrotingsjaar (2012) worden verlaagd van € 215,16 naar € 212,26 per jaar, terwijl eigenlijk rekening was gehouden met een tariefsverhoging naar € 233. Hiermee is de afvalstoffenheffing kostendekkend. In onderstaande tabel zijn de tariefsontwikkelingen weergegeven. Tarief Per huishouden/deelnemer
2012 215,16
2013 212,26
2014 210,73
2015 210,40
2016 208,58
Rioolheffing In het gemeentelijk rioleringsplan (GRPIII), ter vaststelling aan de raad aangeboden op 29 september 2009, is opgenomen dat de rioolheffing tot en met 2015 met 5% per jaar moet stijgen en vervolgens in 2016 met 1,4%. Voor het jaar 2012 is eenmalig de stijging van 5% achterwege gelaten. Indien uit onderzoek mocht blijken dat daardoor op termijn de dekking voor het GRP III onvoldoende wordt, dan zou alsnog in 2016 een stijging van 5% en in 2017 een stijging van 1.4% worden doorgevoerd. Hoewel een nieuw GRP IV met een eventueel lager ambitieniveau zou kunnen leiden tot een tariefsverlaging, wordt vooralsnog rekening gehouden met hetgeen op dit moment nog als beleid wordt gehanteerd. Afhankelijk van de beslissing van de raad om al dan niet taakstellend een ombuiging binnen het nieuwe GRP IV te realiseren, wordt voorlopig toch nog uitgegaan van bestaand beleid. Dit betekent dat de voorgenomen tariefsverhoging voorlopig wordt doorgevoerd. Uiteraard wordt ook de indexering van 2.4 % doorberekend. In onderstaande tabel zijn de tariefsontwikkelingen weergegeven. In de tabel is tevens de tariefsontwikkeling van “klein eigendom” weergegeven. Sinds het belastingjaar 2010 is hiervoor een apart tarief ingevoerd.
154
Tarief 2012 2013 2014 2015 2016 Per aansluiting 204,98 220,15 231,16 242,71 254,85 Per “aansluiting” klein eigendom (garage’s / schuren e.d.) 58,12 62,49 65,61 68,90 72,33 Lokale lastendruk In vergelijkende overzichten van gemeenten in Nederland wordt vaak de lokale lastendruk van een gemiddelde woning als maatstaf genomen. De berekeningen in onderstaande tabel zijn gebaseerd op de gemiddelde waarde van een woning. Uitgegaan wordt van een gemiddelde waarde van € 266.000. Er is m.b.t. het voorlopige tarief voor 2013 nog geen rekening gehouden met de waardeontwikkeling over de periode 2011-2012. Immers voor het belastingjaar 2012 geldt als waardepeildatum 1 januari 2011 en voor het belastingjaar 2013 geldt de waardepeildatum 1 januari 2012. Voor Wijk bij Duurstede is de volgende ontwikkeling van toepassing: Belasting/heffing 2012 in €
OZB eigenaar Afvalstoffenheffing Rioolrechten Lokale woonlasten
262 215 205 682
2013 in €
268 212 220 701
Wijziging t.o.v. 2012 In € In % 6 2,4 -3 - 1,3 15 7,4 19 2,7
Gemiddelde Provincie 2012* in € 254 221 171 657
(*Bron: nota Begrotingpositie 2012 van de Utrechtse Gemeenten, gemeenschappelijke regelingen en waterschappen) Opmerkingen bij bovenstaande tabel: De ombuigingen zijn hierin niet verwerkt. De gemiddelde cijfers van de provincie betreffen de begrotingscijfers 2012. De cijfers voor 2013 zijn op dit moment nog niet bekend. Redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de stijging van het gemiddelde in 2013 ten opzichte van 2012 zodanig zal zijn dat de gemiddelde woonlasten in Wijk bij Duurstede nog relatief weinig afwijken van het provinciale gemiddelde. Wijk bij Duurstede had in 2012 nog een onbenutte OZB-belastingcapaciteit van totaal € 1.247.000. Hondenbelasting De tarieven van hondenbelasting stijgen met 2,4% inflatiecorrectie ten opzichte van 2012. De volgende tarieven zijn van toepassing:
155
- 1e hond van € 59,96 - 2e hond van € 97,81 - voor elke volgende hond: van € 97,81 Overige tarieven en heffingen De overige tarieven en heffingen worden aangepast op grond van de nominale ontwikkelingen. Voor 2013 bedraagt de stijging 2,4 % (zijnde prijsinflatie). Kwijtschelding Uit oogpunt van doelmatigheid en klantgerichtheid werkt de gemeente Wijk bij Duurstede met een systeem van geautomatiseerde kwijtschelding. De gemeente Wijk bij Duurstede hanteert de zogenaamde 100% norm. Totaal geraamde inkomsten Omschrijving 2013 Onroerende zaakbelasting 3.478 Rioolheffing 2.150 Afvalstoffenheffing 2.047 Hondenbelasting 108 Precariobelasting 11 Toeristenbelasting 10 Totaal 7.803
2014 3.478 2.257 2.033 108 11 10 7.896
2015 3.478 2.370 2.030 108 11 10 8.006
2016 3.478 2.488 2.012 108 11 10 8.107
156
DEEL 3 BIJLAGEN DEEL 3: BIJLAGE
157
3.1
Ec. Cat.
1.0 3.0 3.1 3.3 3.4 6.0 6.1 6.1
3.4
HKP HKP HKP HKP KP KP KP KP KP
Kostenverdeelstaat
Omschrijving
Lasten Salarissen Uitbestede uren Energie Investeringen Overige goederen Reserveringen Rente Afschrijvingen Totale lasten Baten Ontvangsten derden Totaal baten Te verdelen saldo Huisvesting Receptie Concernstaf Bedrijfs-voering
Totaal
Hulpkostenplaatsen Huisvesting Receptie
7.864.639 13.400 132.600 78.703 1.973.584
90.900 19.500 162.333
222.320 274.530 679.878 11.239.654 -410.398 -410.398 10.829.256 0 0 0 0
Kostenplaatsen Concern Bedrijfs- Strategie staf voering Beleid Projecten
Kostendragers
Dienstverlening Beheer
Beheer Buitendienst
389.286 1.967.261 10.000
1.513.881 3.400
1.382.932
988.365
32.503 14.485 1.129.896
48.729
139.303
101.890
1.082.796 0 41.700 26.700 111.198
198.320 251.198 534.784 1.257.035
0 0 19.134 0 135.061 250.000 403.771 3.293.855
0 0 1.566.010
2.832 0 1.525.067 1.090.255
24.000 1.366 10.033 1.297.793
-103.040 -103.040 1.153.995 -758.060
-57.358 0 0 -57.358 250.000 403.771 3.236.497 20.335 154.989 8.989 55.552 -250.000 76.001 -433.096 -3.523.039
0 1.566.010 105.525 38.499 52.671 531.981
-250.000 -250.000 0 1.275.067 1.090.255 139.325 78.869 45.822 30.486 62.689 41.709 633.167 421.258
Strategie Beleid Proj. 0 Dienstverlening 0 Beheer 0 63.750 Beheer Buitendienst 0 3.315 Beheer inz. belastingen 0 Reserve Mutaties 0 -463.000 Totaal -431.894 -1.153.995 doorberekend Saldo 10.397.362 0
250.000
0 1.297.793 43.179 59.074 596.647
Projectman agement bureau 540.118
15.750
555.868
11.239.654
0 0 555.868 34.350 13.518 18.494 186.787
-410.398 10.829.256 224.666 13.955 122.458 1.153.199 2.294.686 2.156.071 1.598.827 2.024.483
-2.294.686 -2.156.071 -1.693.682 31.106
-250.000 -403.771 -3.236.497 0 0 0
-1.566.010 0
158
-1.275.067 -1.090.255 0 0
31.106 -2.027.798
-1.297.793 0
-809.016
809.016 463.000
-555.868 0
10.397.362 10.397.362
3.2
2015 Baten
Bedragen x € 1.000 2016 Saldo Lasten Baten Saldo
10.421 -5.137 14.287 9.075 -5.212 13.184 8.070 429 -2.467 2.788 405 -2.383 2.755 406 4.693 -1.776 6.109 4.347 -1.762 6.031 4.273 0 -2.101 2.110 0 -2.110 2.133 0 1.116 -508 1.509 1.116 -393 1.448 1.116 1.102 -8.133 9.086 1.101 -7.985 9.071 1.123 812 -3.961 4.476 762 -3.714 4.204 747 18.573 -24.083 40.365 16.806 -23.559 38.826 15.735
-5.114 12.077 7.070 -5.007 -2.349 2.727 406 -2.321 -1.758 6.025 4.273 -1.752 -2.133 2.125 0 -2.125 -332 1.433 1.116 -317 -7.948 8.976 1.096 -7.880 -3.457 4.097 759 -3.338 -23.091 37.460 14.720 -22.740
Overzicht van lasten en baten
Baten en lasten per programma
2013 Lasten Baten
1. Woonomgeving 15.558 2. Toerisme en vrije tijd 2.896 3. Ondern., werk en soc. zekerh. 6.469 4. Veiligheid 2.101 5. Verkeer en bereikbaarheid 1.624 6. Zorg, welzijn en onderwijs 9.235 7. Dienstverlening en belastingen 4.773 Subtotaal programma’s 42.656 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Algemene Uitkering Gemeentefonds Algemene Uitkering Wmo deel Lokale belastingen: OZB Hondenbelasting Precariobelasting Toeristenbelasting Overige Lasten invordering 371 Financieringsfunctie Deelnemingen en beleggingen Onvoorzien 64 Subtot. alg. middelen en onv. 435 Resultaat voor bestemming
Saldo
16.163 16.163 1.400 1.400 3.409 108 11 10 5 1.611 85
22.802 43.091 41.375
2014 Lasten Baten
16.222 1.400
3.409 3.497 108 108 11 11 10 10 5 3 -371 409 1.611 1.502 85 85 -64 64 22.367 473 22.838 -1.716 40.838 39.644
159
Saldo Lasten
16.222 1.400
15.667 15.667 1.400 1.400
3.497 3.539 3.539 108 108 108 11 11 11 10 10 10 3 0 0 -409 435 -435 446 1.502 1.290 1.290 85 85 85 -64 64 -64 64 22.365 499 22.110 21.611 510 -1.194 39.325 37.845 -1.480 37.970
16.028 16.028 1.400 1.400 3.539 108 11 10 0 1.215 85 22.396 37.116
3.539 108 11 10 0 -446 1.215 85 -64 21.886 -854
Mutaties in reserves 1. Woonomgeving - AR IBOR retour - BR Fonds Volkshuisv. startersleningen 5. Verkeer en bereikbaarheid - BR Baggerplan 6. Zorg, welzijn en onderwijs - Afschr.lst Cultuurhuis Cothen - Afschrijvingslasten 't Wijkhuis - Afschr.lst Brede school Cothen 7. Dienstverlening en belastingen - Onttrekking BR BCF - Afschr.lst gemeentehuis - BR Programma Slimme Werkprocessen - AR Deminimusregeling Spar Subtotaal mutaties reserves Resultaat na bestemming Ombuigingen Resultaat begroting incl. ombuigingen
Toev. Onttr. 195
Saldo -195
3 63
Toev. Onttr. 143
Onttr.
Saldo Toev. Onttr.
Saldo
-143
3 -63
Saldo Toev.
3 64
3 -64
3 65
3 -65
3 65
3 -65
19 2 9
19 2 9
19 2 9
19 2 9
19 2 9
19 2 9
19 2 9
19 2 9
6 463
6 463
463
463
463
463
463
463
2
155
155
10 399 512 43.490 41.887
-141 2 10 113 207 498 -1.603 41.045 40.142
291 65 651 -903 39.390 38.496
586 65 496 -894 38.035 37.612
431 -423
43.490 41.887
-1.603 41.045 40.142
-903 39.390 38.496
-894 38.035 37.612
-423
141
160
3.3
Staat van investeringen Rentepercentage 4,5%
Omschrijving
Jaar Jaren afaanvang schrijv.
Invest. bedrag
2013
2014
2015
2016
1.125 282 225 788
5.583 1.813 2.450 3.908
5.433 1.756 2.360 3.803
5.283 1.700 2.270 3.698
225
1.879
1.814
1.688 225
10.875 950
6.371 6.371 12.954 22.525 3.145 3.145 4.063 5.264
6.145 6.145 12.495 21.780 3.041 3.041 3.929 5.100
5.920 5.920 12.036 21.034 2.937 2.937 3.794 4.937
810 464 295 248
7.620 2.987 1.900 1.595
7.350 2.894 1.841 1.546
498 259 259 259 714
4.678 1.668 1.668 1.668 5.389
Bedrijfsvoering Meubilair tbv flexibel werken Beamer raadzaal Bedrijfskleding bodes Meubilair (burgemeester en secretaris)
2013 2013 2013 2013
15 10 5 15
50.000 12.500 10.000 35.000
Frankeer- en sluiteenheid
2014
7
10.000
Bureaustoelen Paternosterarchiefkast
2015 2015
10 20
75.000 10.000
Beheer inzake beheer buiten Toyota Dyna 100 (Heul) 70-BR-JS (1) Toyota Dyna 100 (Nrdw) 69-BR-JS (3) Toyota Dyna 150 (Alg) 44-BZ-JH (5) Scania BP-RH-29 (8) Peugeot 36-BT-HK (48) Peugeot 37-BT-HK (48a) Nido opzetstrooier Stratos (66) Kubota tractor (98)
2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013
6 6 6 8 8 8 8 10
30.100 30.100 61.200 132.500 18.500 18.500 23.900 36.300
Toyota Dyna 100 (CoLa) 61-BZ-KS (6) Votex GC 280(22) Actiewagen (77) Actiewagen (78)
2014 2014 2014 2014
6 10 10 10
36.000 20.600 13.100 11.000
Piaggo + opbouw 8-VDP-37 (10) Schaftwagen De Engk (40) Schaftwagen De Heul (41) Schaftwagen Noorderwaard (42) Nido opzetstrooier (44)
2015 2015 2015 2015 2015
6 10 10 10 8
22.100 11.500 11.500 11.500 31.700
161
678 678 1.377 2.982 417 417 538 817
Omschrijving Sneeuwschuif Fendt (49) Fendt tractor (65) Nido strooier Stratos (66a) Stihl.motor.Hegs. Toyota Dyna 100 (Alg) 2-VGV-40 (7) Deutz tractor (13) Motorkruiwagen (14) Schmidt veegwagen (47) Totaal (6922110 00014)
Jaar Jaren afaanvang schrijv. 2015 10 2015 12 2015 8 2015 6 2016 2016 2016 2016
6 8 6 8
Invest. bedrag 13.900 64.500 30.500 24.410
2013
2014
2015 313 1.452 687 549
2016 2.016 8.278 5.185 5.167
99.927
849 999 237 3.434 142.988
37.700 44.400 10.500 152.600 12.337
81.648
Vervangende investeringen welke tlv de begroting komen omdat de aanschafwaarde onder € 10.000 is Huisvesting (501010 33030) Keukenapparatuur 2013 7.000 7.000 Portabel geluidsapparatuur 2013 6.500 6.500 Couverteermachine 2013 5.000 5.000 Opname en notuleereenheid 2013 1.000 1.000 Keukenapparatuur
2014
7.000
Keukenapparatuur
2015
7.000
Keukenapparatuur
2016
7.000
Bedrijfsvoering (537000 33030) Vervanging Key2Finance server (aanschaf 2010) Vervanging Sun Server
2014 2014
6.000 8.000
Beheer inzake beheer buiten (534100 33041) Diversen Diversen Diversen Diversen
2013 2014 2015 2016
26.700 56.169 23.710 8.000
162
7.000 7.000 7.000 6.000 8.000 26.700 56.169 23.710 8.000
Omschrijving investering Invoeren MS office (kantoorprogrammatuur) Vervanging telefooncentrale Verv. Relationeel Database Management Systeem Informatievoorziening raadsleden Vervanging meubilair wethouders Verv. centrale en pc besturingssyst. 2008 Verv. ICT apparatuur (2008) Uitbreiding SAN/NAS Vervanging ICT beheerprogrammatuur Liftmachinekamers/brandmeldinstallatie Programma Digitaal Werken Professionalisering projectmatig werken Baggerplan EAP Restantbudget EAP Werklandschap Cothen EAP Lokaal ondernemerschap EAP Marktbeleid en parkeren EAP Renovatie monumenten EAP City Marketing EAP Biomassacentrale Verwarmingsinstallaties openbaar basisonderwijs Calamiteiten St. Jozefschool Revius locatie VO bouwkosten Revius locatie VO bouwrijp maken Revius locatie VO personele kosten Onderwijshuisvesting 2002 Jozefschool / Hoeksteen Onderwijsimpuls scholen Bouw Brede School Cothen Brede School De Horden (MFA PO) VB krediet Mariënhoeve verpl. sportvelden VB krediet Mariënhoeve calamiteitenweg Convectoren/toiletgebouw/bestrating kasteel Bouw streekarchief 1 (afschrijving 40 jaar)
2012
2013 € 16.283,00
2014
€ 18.562,00 € 8.253,00 € 10.207,00 € 1.785,00
€ 14.715,00 € 8.876,00
€ 1.115,00 € 243,45 € 118.338,00 € 23.359,00 € 150.000,00
€ 10.000,00
€ 2.498,00 € 7.478,55 € 175.000,00
€ 150.000,00 € 207.298,00 € 5.000,00 € 14.000,00 € 8.750,00 € 3.500,00 € 16.000,00
€ 20.000,00 € 10.000,00 € 45.000,00 € 19.227,31 € 12.491,00 € 592.494,00 € 34.083,00 € 73.735,00 € 15.000,00 € 176.738,00 € 1.190,00 € 160.246,00 € 150.000,00 € 3.800.000,00 € 145.331,00 € 5.416,00 € 19.349,00 € 8.467,00 € 10.000,00 € 13.554,00
163
2015
2016
Omschrijving investering Vikinghof/Kromme Rijnoevers Wegwerken achterstanden groen Voorzieningen Cothen (cultuurhuis) Aanbrengen telemetriesysteem Pompunits Ombouwen rioolstelsel Broekweg Uitvoeren meetprogramma Invoering WION Opstellen vervanging renovatieplan Maatregelen tbv waterkwaliteitsspoor Actualiseren BRP/opstellen OAS Verv./afkop. riolering Margr, Beatr. Marijkelaan Verv. 131 pompunits (excl. pompen) Verv./afk. riolering De Engk Uitvoering milieubeleidsplan Actualisatie bestemmingsplannen Totaal
2012 2013 2014 € 157.621,00 € 171.755,10 € 286.300,00 € 336.300,00 € 12.306,00 € 138.827,00 € 50.000,00 € 35.000,00 € 5.447,00 € 860,00 € 75.000,00 € 25.000,00 € 25.000,00 € 224.000,00 € 25.000,00 € 0,00 € 50.000,00 € 99.050,00 € 100.000,00 € 50.000,00 € 9.033,00 € 10.589,00 € 2.225.814,86 € 5.079.188,55 € 865.667,00
164
2015
2016
€ 0,00
€ 0,00
3.4
Staat van reserves en voorzieningen
Omschrijving Algemene reserve 500001 Algemene reserve vrij aanwendbaar
Saldo Toevoe- OnttrekSaldo Toevoe- OnttrekSaldo Toevoe- OnttrekSaldo Toevoe- OnttrekSaldo 31-12-2012 ging king 31-12-2013 ging king 31-12-2014 ging king 31-12-2015 ging king 31-12-2016 4.621.555 195.479 10.000 4.807.034 143.456 0 4.950.490 0 0 4.950.490 0 0 4.950.490 4.621.555 195.479 10.000 4.807.034 143.456 0 4.950.490 0 0 4.950.490 0 0 4.950.490
Bestemmingsreserves 510001 BR Wmo 537.419 510006 BRG Brede school Cothen 321.983 0 9.282 510007 BR Mariënhoeve 233.068 0 0 510008 BR bestemmingsplannen 0 510009 BR fonds Volkshuisvesting 51.069 2.905 510011 BRG BWgarage Cothen/Langbroek 0 510016 BR BTW compensatiefonds 5.733 5.733 510018 BRG Gemeentehuis 5.088.618 463.000 510021 BR Steunfonds 7.500 510022 BR Projectmatig Werken 0 510023 BR Monumentenbeleid 26.552 510024 BR Bushaltes 18.100 510028 BR fonds leerlingenvervoer 35.000 510031 BRG div. voorz. Cothen (Cultuurhuis) 711.757 19.493 510032 BR streekfonds 4.900 510033 BR duurzaamheidsfonds 25.921 510034 BR PSW 39.717 141.446 510037 BR Combinatiefuncties 62.725 510043 BR onderh. watergangen (baggerplan) 0 63.390 510057 BR inburgering nieuwkomers 36.435 510058 BR uitvoeringslasten RSD 79.910 510059 BRG verbouwing 't Wijkhuis 12.082 1.725 510060 BR IBOR 0 510061 BR Grondbeleid 332.066 510062 BR Beëindiging dienstverband 200.000 7.830.555 204.836 502.138
537.419 312.701 233.068 0 48.164 0 0 4.625.618 7.500 0 26.552 18.100 35.000 692.264 4.900 25.921 181.163 62.725 63.390 36.435 79.910 10.357 0 332.066 200.000 7.533.253
0
9.282
2.905
463.000
19.493
64.033
1.725
64.033 496.405
165
537.419 303.419 233.068 0 45.259 0 0 4.162.618 7.500 0 26.552 18.100 35.000 672.771 4.900 25.921 181.163 62.725 127.423 36.435 79.910 8.632 0 332.066 200.000 7.100.881
0
9.282
2.905
463.000
19.493
64.677
1.725
64.677 496.405
537.419 294.137 233.068 0 42.354 0 0 3.699.618 7.500 0 26.552 18.100 35.000 653.278 4.900 25.921 181.163 62.725 192.100 36.435 79.910 6.907 0 332.066 200.000 6.669.153
0
9.282
2.905
463.000
19.493
65.320
1.725
65.320 496.405
537.419 284.855 233.068 0 39.449 0 0 3.236.618 7.500 0 26.552 18.100 35.000 633.785 4.900 25.921 181.163 62.725 257.420 36.435 79.910 5.182 0 332.066 200.000 6.238.068
Omschrijving Voorzieningen 600003 VZ preventief onderhoud De Windroos 600020 VZ dubieuze debiteuren SOZA 600029 VZ stg. Jumelage 600033 VZ riolering/GRP II 600034 VZ reiniging 600036 VZ onderhoud speelvoorzieningen 600039 VZ groot onderhoud wijkse veer 600045 VZ pensioenen wethouders 600046 VZ opleidingsplan brandweer 600050 VZ opleidingskosten organisatie 600051 VZ dubieuze debiteuren 600052 VZ woonwagenschap 600054 VZ afkoop woningbouwregelingen 600057 VZ Stookerterrein 600058 VZ Oranjehof 600059 VZ Veilingterrein 610039 VZ onderhoud gebouwen 610.040 VZ Integraal beheerplan openbare ruimte Totaal voorzieningen
Stand Toevoe31-12-2012 ging 53.801 414.274 11.759 2.383.173 507.030 1.016.784 10.272 128.000 46.000 1.766.561 152.304 7.404 15.486 91.256 0 0 1.051.465 601.192 107.000 1.631.956 372.785 123.209 1.574.695 9.413.592 2.652.814
166
Vermindering
550.000
962.295 1.574.695 3.086.990
Stand 31-12-2013 53.801 414.274 11.759 2.340.203 1.016.784 10.272 174.000 1.918.865 7.404 15.486 91.256 0 0 1.051.465 601.192 107.000 1.042.446 123.209 8.979.416
Toevoeging
Vermindering
600.426
512.000
46.000 152.304
72.000
414.985 304.055 1.626.721 1.626.721 2.840.436 2.514.776
Stand 31-12-2014 53.801 414.274 11.759 2.428.629 1.016.784 10.272 148.000 2.071.169 7.404 15.486 91.256 0 0 1.051.465 601.192 107.000 1.153.376 123.209 9.305.076
Omschrijving Voorzieningen 600003 VZ preventief onderhoud De Windroos 600020 VZ dubieuze debiteuren SOZA 600029 VZ stg. Jumelage 600033 VZ riolering/GRP II 600034 VZ reiniging 600036 VZ onderhoud speelvoorzieningen 600039 VZ groot onderhoud wijkse veer 600045 VZ pensioenen wethouders 600046 VZ opleidingsplan brandweer 600050 VZ opleidingskosten organisatie 600051 VZ dubieuze debiteuren 600052 VZ woonwagenschap 600054 VZ afkoop woningbouwregelingen 600057 VZ Stookerterrein 600058 VZ Oranjehof 600059 VZ Veilingterrein 610039 VZ onderhoud gebouwen 610.040 VZ Integraal beheerplan openbare ruimte Totaal voorzieningen
Stand Toevoe- Vermin31-12-2014 ging dering 53.801 414.274 11.759 2.428.629 710.797 473.000 1.016.784 10.272 148.000 46.000 70.000 2.071.169 152.304 7.404 15.486 91.256 0 0 1.051.465 601.192 107.000 1.153.376 408.385 299.026 123.209 1.626.721 1.626.721 9.305.076 2.944.207 2.468.747
167
Stand Toevoe- Vermin31-12-2015 ging dering 53.801 414.274 11.759 2.666.426 849.371 865.000 1.016.784 10.272 124.000 46.000 34.000 2.223.473 152.304 7.404 15.486 91.256 0 0 1.051.465 601.192 107.000 1.262.735 404.385 491.083 123.209 1.626.721 1.626.721 9.780.536 3.078.781 3.016.804
Stand 31-12-2016 53.801 414.274 11.759 2.650.797 1.016.784 10.272 136.000 2.375.777 7.404 15.486 91.256 0 0 1.051.465 601.192 107.000 1.176.037 123.209 9.842.513
3.5
Staat van geldleningen
168
3.6
Staat van personele sterkte en personeelslasten
Personele sterkte
Fte per per 1 januari 2013
Aantal personeelsleden per 1 januari 2013
Burgerlijke stand Exploitatie
0,5 156,07
8 174
(Bedragen x € 1.000)
Personeelslasten Omschrijving Salarislasten
Niet in premieverband betaalde sociale lasten en overige personeelslasten van eigen personeel Totaalbedrag personeelslasten
169
Begroting 2012
Begroting 2013
9.895
9.406
127
66
10.022
9.472
3.7
Kerngegevens
170