Programmabegroting 2015 & Meerjarenbegroting 2016-2018
Kiezen voor de kracht van wij(k)
1
2
Leeswijzer De programmabegroting volgt de regelgeving van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Hierin is een aantal verplichte onderwerpen opgenomen dat in de begroting terug moet komen. In deze leeswijzer geven we kort aan wat u waar in het document kunt terug vinden. Aanbiedingsbrief In de aanbiedingsbrief geven wij een samenvatting van de belangrijkste punten uit de begroting, zowel cijfermatig als beleidsmatig. De programma’s (programmaplan) De programmateksten geven een beeld van het te voeren beleid op hoofdlijnen oftewel onze speerpunten. Aan het einde van elk programma vindt u een overzicht van de budgetten van dat programma op productniveau en worden de programmabudgetten financieel technisch toegelicht. De raad stelt de budgetten op programmaniveau vast. Paragrafen In de paragrafen gaan wij dieper in op de onderwerpen, die op de diversen programma’s terug zijn te vinden. Wij geven hierbij een beeld van het gevoerde beleid op de volgende onderwerpen: risicobeheersing (weerstandsvermogen), groot onderhoud (kapitaalgoederen), bedrijfsvoering, verbonden partijen (met name gemeenschappelijke regelingen), grondbeleid, beheer van geldstromen (treasury) en lokale heffingen. Waar mogelijk en noodzakelijk onderbouwen we dit met financiële gegevens. Bijlagen In de bijlagen is een aantal overzichten opgenomen als ondersteuning bij het lezen van de begroting.
3
Inhoud
1.3
DEEL 1: PROGRAMMAPLAN Aanbiedingsbrief Programma’s Programma 1 Sociaal domein, nieuwe taken waar mogelijk lokaal invullen Programma 2 Economisch domein, versterken en kansen beter benutten Programma 3 Ruimtelijk domein, bouwen aan de toekomst Programma 4 Integrale veiligheid, aandacht voor preventie en zorg in de buurt Programma 5 Financiën en dienstverlening, met gezond verstand en het hart op de juiste plaats Begrotingsresultaat
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
DEEL 2: PARAGRAFEN Inleiding Weerstandsvermogen en risicobeheersing Onderhoud kapitaalgoederen Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid Treasury en financiering Lokale heffingen Ombuigingen
46 47 57 78 82 89 98 104 108
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
DEEL 3: BIJLAGEN Kostenverdeelstaat Budgetlasten vervangende investeringen Staat van reserves en voorzieningen Staat van geldleningen Staat van personele sterkte en personeelslasten Kerngegevens
110 112 114 116 117 118
1.1 1.2
4
6 8 16 23 31 36 44
DEEL 1 PROGRAMMAPLAN
5
Aanbiedingsbrief Geachte leden van de raad, Bijgaand treft u de eerste begroting van het nieuwe college aan. Het door SP, GroenLinks, PCG en PvdA opgestelde coalitieakkoord beslaat de periode 2014-2018. Als basis voor deze begroting fungeert het coalitieakkoord zoals deze is opgesteld in het voorjaar van 2014 en de kadernota 2015-2018 zoals die begin juli door u is vastgesteld. In deze programmabegroting wordt een overzicht van de beleidsdoelen en financiën gepresenteerd door het college. De programma’s beschrijven de beleidsdoelen op hoofdlijnen (speerpunten). Going concern treft u aan in de financiële overzichten en de paragrafen. Niet sluitende begroting Het betreft een financieel niet sluitende begroting. In de kadernota en in een separaat memo in augustus hebben wij u al geïnformeerd over de ombuigingstaakstelling waar onze gemeente voor staat. Het college heeft dan ook in de zomermaanden een ombuigingsoperatie doorgevoerd, waarbij de samenleving actief is en blijft betrokken. Deze programmabegroting betreft deel 1 van een traject om te komen tot een sluitende begroting. In dit besluit stemt u in met de speerpunten zoals opgenomen in de begrotingsprogramma’s en wordt de financiële begroting gepresenteerd. Traject van kadernota naar begroting In het raadsvoorstel behorende bij de Kadernota 2015-2018 is een doorkijk gegeven in de financiële positie. De verwachting was toen dat de ombuigingsopgave op zou lopen van ruim € 0,8 miljoen voor 2015 tot € 1 miljoen structureel in 2018 (zie onderstaande tabel).
In de afgelopen periode zijn de aangeleverde cijfers voor de begroting 2015-2018 verwerkt. Het resultaat komt helaas zo’n € 0,5 miljoen nadeliger uit zoals wij u reeds gemeld hebben. Het extra nadeel wordt met name veroorzaakt door de posten uit onderstaande tabel. 6
Ombuigingsopgave
2015
2016
2017
2018
Kadernota
-844.447
-439.059
-747.265
-985.680
Mutaties t.o.v. kadernota: Sporthal de Horden/Marienhoeve Aanbesteding Wmo voorzieningen Hogere werkgeverslasten (premies) Minder leges huwelijken, rijbewijzen, paspoorten Indexering Huurkosten Piet de Springer Apparaatskosten RSD Rechtspositie bestuurders Accountantskosten - strengere controle eisen Stelpost reserveren vrijval kapitaallasten Gemeentelijke belastingen - meer inkomsten Algemene uitkering Overig Totaal mutaties (toename tekort)
-170.735 -131.000 -85.000 -50.600 -43.333 -41.700 -35.196 -25.995 -10.000 44.935 15.737 20.198 -512.689
8.488 -131.000 -85.000 -36.300 -37.777 -39.294 -25.995 -10.000 44.935 -19.047 -53.693 -384.683
9.562 -131.000 -85.000 -17.365 -37.777 -39.294 -25.995 -10.000 44.935 -14.747 17.190 -289.492
10.812 -131.000 -85.000 -4.000 -37.777 -39.294 -25.995 -10.000 -225.000 44.935 9.614 -12.428 -505.133
-1.357.136
-823.742
-1.036.757
-1.490.813
Begrotingssaldo 2015-2018 Nadeel (-)/voordeel (+)
Ombuigingstraject samen met de samenleving Zoals u bekend zijn er in september twee discussiebijeenkomsten met de samenleving betreffende de ombuigingsrichtingen geweest. Tezamen met een ambtelijke en bestuurlijke uitwerking van ombuigingsrichtingen heeft dit geleid tot een aantal ombuigingsvoorstellen. Deze voorstellen worden tegelijk met deze programmabegroting aangeboden in de vorm van een overzicht van ombuigingen waarmee een sluitende begroting wordt gepresenteerd. Paragraaf ombuigingen Voor een goede monitoring van de ombuigingen wordt er in deze begroting een nieuwe paragraaf Ombuigingen toegevoegd. Hierin wordt de status en achtergronden van de lopende en nieuwe taakstellingen weergegeven. Deze paragraaf wordt in de definitieve versie gevuld.
7
Programma’s Programma 1
Sociaal domein, nieuwe taken waar mogelijk lokaal invullen
1.1 Centraal thema van het programma Centraal thema van het programma Sociaal domein is het bevorderen en faciliteren van de participatiesamenleving in Wijk bij Duurstede. Uitgangspunt is dat de meeste inwoners van Wijk bij Duurstede zichzelf prima redden. De rol van de gemeente is vooral om hen te stimuleren mee te denken en mee te doen, en voorts om zich nuttig te maken door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk te verrichten. Ook preventieactiviteiten worden hier ingezet, bijvoorbeeld met voorlichting voor jongeren over genotmiddelen en voorlichting over een gezonde leefstijl. Voor die inwoners die, al dan niet tijdelijk, niet (helemaal) mee kunnen doen, wil de gemeente als schild dienen. Maar ook hier geldt dat eerst gekeken wordt met de inwoner naar wat hij/zij nog wel kan of wat mogelijk is via het eigen netwerk. Vervolgens wordt ingezoomd op het inzetten van algemene voorzieningen (welzijn, vrijwillige diensten) en daarna kan desgewenst (ook) zwaardere zorg of ondersteuning aangevraagd worden. 1.2
Onze speerpunten; beleidsinhoudelijke resultaten
1.2.1 Decentralisaties AWBZ, jeugdzorg en welzijn De belangrijkste speerpunten in het programma zijn: • Wie het nodig heeft krijgt in overleg goede zorg/ondersteuning. • Door het anders te organiseren, kan het binnen de beschikbare middelen. • Lokaal waar het kan, (boven)regionaal waar het moet. Goede afspraken met lokale organisaties, huisartsen en overige hulpverleners. • De zorg/ondersteuning wordt geleverd door deskundige hulpverleners en tegen fatsoenlijke tarieven. Vanaf 1-1-2015 is de gemeente verantwoordelijk voor een breed takenpakket in het sociale domein: de Wmo wordt uitgebreid met de functie ‘begeleiding’, vrijwel alle taken op het gebied van zorg voor jeugd komen naar de gemeente en met de Participatiewet krijgt de gemeente de verantwoordelijkheid voor inkomens-ondersteuning, sociale werkvoorziening en reïntegratie van een grotere groep inwoners. De Participatiewet is ondergebracht in Programma 2 vanwege de relatie met werk en inkomen. Echter gezien de vele raakvlakken met het sociaal domein, wordt in het beleid en de uitvoering steeds waar nodig de verbinding gelegd. Hoe gaan we de eerste drie speerpunten van dit subdomein realiseren? Allereerst door een goede, brede toegang tot ondersteuning en zorg. Inwoners kunnen op diverse plaatsen in de gemeente terecht met hun (eerste) vragen en problemen: de huisarts, het consultatiebureau, de peuterspeelzaal, de school en in het gemeentehuis. Ook bij welzijnsorganisaties en sportverenigingen komen inwoners soms met vragen. Naast deze vanzelfsprekende punten hebben we een breed en laagdrempelig loket ingericht bij Stichting Binding. Al deze professionals en vrijwilligers kunnen mensen met vragen, die ze niet direct zelf kunnen beantwoorden en die complex zijn, doorverwijzen naar ons sociale wijkteam: Team WIJK. Dat bestaat uit een groep professionals met verschillende achtergronden die met de inwoners bespreken wat nodig is en wie wat gaat doen. Dat kan een stuk mantelzorg zijn, een welzijnsactiviteit en indien nodig (ook) een voorziening zoals hulp bij het huishouden of zwaardere zorg. Team WIJK moet een spilpositie innemen in de Wijkse samenleving, tussen 8
algemene voorzieningen, welzijn en zorg in. De lijn met de RDWI (Regionale Dienst Werk en Inkomen) zal versterkt worden. De lijn met het onderwijs ook gelet op de noodzakelijke verbinding tussen jeugdzorg en passend onderwijs. Waar het de uitvoering van de Wmo betreft wordt voortgegaan op de huidige koers. Dus verder versterken van de lokale voorzieningen, goede ondersteuning van de mantelzorg, versterken van vrijwilligerswerk en professionele zorg waar dat noodzakelijk is. Ook voor de jeugd zal waar mogelijk (eerst) gezocht worden naar laagdrempelige, lokale zorg. Als dat niet (meer) mogelijk is, wordt opgeschaald naar het zogenaamde regionale topteam voor advies en kan eventueel ook zwaardere, regionale zorg ingezet worden. Het regionaal topteam bestaat uit deskundigen vanuit verschillende disciplines (bijv. complexe opvoedingsproblematiek, GGZ, verstandelijke beperking). Voor speerpunt 4 (deskundigheid en fatsoenlijke tarieven) continueren we het huidige Wmoinkoopbeleid en zetten we bij de regionale inkooptrajecten Jeugd en Wmo ook in op deze voorwaarden. 1.2.2 Subdomein onderwijs Speerpunten Subdomein onderwijs: • Samenhangend onderwijsbeleid op basis van een Integraal Huisvestingsplan (IHP). • Leerlingenvervoer herzien in relatie tot passend onderwijs en ander doelgroepenvervoer. • Inzetten op behoud van de maatschappelijke stage. Wanneer het lukt om tot een gezamenlijk gedragen IHP te komen zal dit het kader vormen voor het onderwijshuisvestingsbeleid voor de periode 2015-2030. Het is dan de bedoeling dat naast de brede school De Horden er op termijn (rond 2020) ook een brede school De Heul zal verrijzen, mede ter vervanging van de BS Noorderwaard. De brede scholen vormen steeds een combinatie van (minimaal) basisonderwijs en kinderopvang en peuterspeelzaal. Voor de realisatie van speerpunt 2 is - in samenspraak met de Adviesraad leerlingenvervoer al een proces gaande om het leerlingenvervoer tegen het licht te houden. Er wordt een pilot gestart om kinderen te laten oefenen met zelfstandig reizen. In de gesprekken met de samenleving zijn voorstellen gedaan om te komen tot een efficiëntere inrichting van het leerlingenvervoer. Deze voorstellen zullen we hierin meenemen. Maatschappelijke stages zien we als zeer waardevol voor de algemene ontwikkeling van de jeugd. De rijksfinanciering vervalt echter in het schooljaar 2015-2016. Samen met het Reviuslyceum Wijk bij Duurstede wordt bekeken hoe we maatschappelijke stages toch kunnen behouden. We zien onszelf hier in de rol van co-producent. 1.2.3 Speerpunt sport – support zwemvoorziening Wij ondersteunen de wens in de samenleving om een zwemvoorziening te houden binnen de gemeente Wijk bij Duurstede. De rol die wij hierbij op termijn willen vervullen is die van supporter. Op dit moment zijn we nog opdrachtgever. Samenvattend: onze doelen en acties Wat willen we bereiken?
Wat gaan we er voor doen
Decentralisaties 1 Goede ondersteuning/zorg Goede brede toegang voor wie het nodig hee inrichten: team WIJK 9
Wanneer
Wat mag het kosten
2015 - 2018
Verwerkt in begroting
2015-2018
Binnen beschikbare budget
2015-2018
Binnen beschikbare budget
2015-2018
Binnen beschikbare budget
Voortzetten overleg met besturen en veld
2015
2 Herziening leerlingenvervoer
Pilots uitvoeren
gestart
Binnen beschikbare budget Zie hoofdstukje ombuigingen
3 Maatschappelijke stages behouden
Met het Reviuslyceum mogelijkheden onderzoeken
2015-2016
Binnen beschikbare budget
Rol van supporter vervullen
Vanaf 2015
Binnen beschikbare budget
2 Anders organiseren binnen de beschikbare middelen 3 Lokaal waar het kan, (boven)regionaal waar het moet. Goede afspraken.
Regelen via inkoopbeleid en contractbeheer
4 Goede kwaliteit verleende ondersteuning/zorg Onderwijs 1 Gezamenlijk gedragen IHP
Sport Initiatieven voor behoud zwembad ondersteunen
1.3 Overige thema’s Programma 1 omvat in de eerste plaats het subdomein van de Maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015), de jeugd in brede zin (Jeugdwet) en het scala van welzijnswerk en vrijwillige inzet daaromheen. Thema’s die hieronder vallen zijn: • de toegang tot ondersteuning en zorg • de inzet van vrijwilligers en mantelzorgers • het welzijnswerk (algemeen en voor ouderen) • het sociaal raadswerk, hulp bij administratie, formulierenbrigade • de algemene jeugdgezondheidszorg • het peuterspeelzaalwerk en (toezicht op) de kinderopvang • het jeugd- en jongerenwerk Verder komen in dit programma het subdomein Volksgezondheid en milieu aan de orde, het subdomein Onderwijs en het subdomein Sport. Thema’s die hieronder vallen zijn respectievelijk: • bevordering van de volksgezondheid • alcohol- en drugspreventie • milieu (lijkbezorging en dierenwelzijn) • openbaar onderwijs • onderwijshuisvesting • lokaal onderwijsbeleid (leerlingenvervoer, leerplicht, Voor- en vroegschoolse educatie (VVE)) 10
1.4
Overzicht van kaderstellende documenten
Domein Wmo/Jeugd/Welzijn
Volksgezondheid en milieu Onderwijs
Sport
1.5
Kaderstellende documenten Regionaal Beleidskader Route Zuidoost 2015-2018, incl. lokale paragraaf Kadernota Transitie AWBZ / Wmo Uitvoeringsplan Transities Sociaal Domein Beleidskader jeugd, gemeente Wijk bij Duurstede 2014-2018 Gezondheidsnota 2014-2018: Gezond meedoen in Wijk Ondersteuningsplan (Passend onderwijs) 2014-2018 Integraal Huisvestingsplan (IHP) 2015-2030 REA/LEA 2015 e.v. Sportnota gemeente Wijk bij Duurstede, 2007 en volgende jaren
Recapitulatie
11
1. - Sociaal domein, nieuwe taken waar mogelijk lokaal invullen -
Recapitulatie Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Lasten
Bestaand beleid: Maatschappelijke ondersteuning (maatwerk) 1.851.270 0 0
2.053.219 0 0
593.091 3.212.035 0
593.056 3.341.399 0
593.014 3.262.209 0
593.015 3.254.547 0
48.498 181.484 1.524.076 794.679 212.115
47.928 191.905 1.498.767 834.007 268.500
47.932 231.338 1.530.768 1.278.910 203.600
47.906 230.589 1.519.669 1.278.537 203.600
47.875 229.569 1.511.717 1.278.105 203.600
47.875 227.846 1.509.310 1.278.111 203.600
0 0 0
0 0 0
5.550.477 42.645 0
5.471.736 42.223 0
5.287.556 41.734 0
5.320.314 41.741 0
327.990 560.050 261.069
351.855 522.532 289.901
380.879 484.478 291.981
380.230 483.659 288.040
379.479 482.711 286.253
379.490 482.725 284.874
0 1.426.585 674.858 780.332
0 1.557.837 656.928 783.977
41.299 1.285.418 656.076 940.004
40.889 1.556.016 656.077 770.899
40.416 1.511.506 656.077 769.175
40.423 1.469.699 656.077 768.700
Sport
1.185.562
1.039.585
1.139.021
640.704
662.425
659.696
Totaal lasten
9.828.568
10.096.941
17.909.952
17.545.229
17.243.421
17.218.043
Maatwerkvoorzieningen Natura materieel Wmo Maatwerkvoorzieningen Natura immaterieel Wmo Eigen bijdragen maatwerkvoorzieningen en opvang Wmo
Maatschappelijke ondersteuning en jeugd Vreemdelingen Kinderdagopvang Algemene voorzieningen Wmo en Jeugd Eerstelijnsloket Wmo en Jeugd PGB Wmo en Jeugd
Jeugd (individueel) Individuele voorzieningen Natura Jeugd Veiligheid, jeugdreclassering en opvang Jeugd Ouderbijdragen individuele voorzieningen en opvang Jeugd
Volksgezondheid en milieu Openbare gezondheidszorg Centra voor jeugd en gezin (jeugdgezondheidszorg) Lijkbezorging / Baten begraafplaatsrechten
Onderwijs Basisonderwijs, exclusief onderwijshuisvesting Basisonderwijs, onderwijshuisvesting Voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting Gemeenschappelijke baten en lasten van het onderwijs
Sport
12
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Baten
Bestaand beleid: Maatschappelijke ondersteuning (maatwerk) Maatwerkvoorzieningen Natura materieel Wmo Maatwerkvoorzieningen Natura immaterieel Wmo Eigen bijdragen maatwerkvoorzieningen en opvang Wmo
401.452 0 0
394.450 0 0
0 30.000 387.794
0 30.000 387.794
0 30.000 387.794
0 30.000 387.794
0 59.648 221.333 33.994 0
0 43.500 21.469 33.994 0
0 43.500 21.469 10.000 0
0 43.500 6.469 10.000 0
0 43.500 6.469 10.000 0
0 43.500 6.469 10.000 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 165.902
0 11.700 114.866
0 0 114.929
0 0 104.993
0 0 105.058
0 0 105.124
0 188.672 0 224.207
0 308.757 0 221.153
0 246.599 0 102.815
0 309.351 0 102.815
0 309.351 0 102.815
0 309.351 0 102.815
98.597
77.100
41.333
13.333
13.333
13.333
1.393.805
1.226.989
998.439
1.008.255
1.008.320
1.008.386
-8.434.763 129.355
-8.869.952 133.750
-16.911.513 0
-16.536.974 0
-16.235.101 0
-16.209.657 0
-8.305.409
-8.736.202
-16.911.513
-16.536.974
-16.235.101
-16.209.657
Maatschappelijke ondersteuning en jeugd Vreemdelingen Kinderdagopvang Algemene voorzieningen Wmo en Jeugd Eerstelijnsloket Wmo en Jeugd PGB Wmo en Jeugd
Jeugd (individueel) Individuele voorzieningen Natura Jeugd Veiligheid, jeugdreclassering en opvang Jeugd Ouderbijdragen individuele voorzieningen en opvang Jeugd
Volksgezondheid en milieu Openbare gezondheidszorg Centra voor jeugd en gezin (jeugdgezondheidszorg) Lijkbezorging / Baten begraafplaatsrechten
Onderwijs Basisonderwijs, exclusief onderwijshuisvesting Basisonderwijs, onderwijshuisvesting Voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting Gemeenschappelijke baten en lasten van het onderwijs
Sport Sport
Totaal baten Saldo programma Reservemutaties Ombuigingsvoorstellen Saldo pr. incl. ombuigingen
13
Toelichting op de afwijkingen Programma 1 Sociaal domein Financieel perspectief Budgettair neutraal Bezuiniging Kadernota Uren Grexen Financieel technisch Totaal saldo
x € 1.000 251 7.621
N N
219
N
110 8202
N N
Toelichting financieel perspectief: 421.1 Huisvesting basisonderwijs 42N Dit betreft de huurlasten van de nieuwe Piet de Springerschool in Langbroek. Omdat het oude gebouw van de Piet de Springerschool nog niet kan worden gesloopt i.v.m. het tijdelijk gebruik door de School met de Bijbel kunnen de huurlasten op korte termijn nog niet worden gedekt uit de vrijvallende kapitaallasten van het oude gebouw. 530.3 Sporthal de Horden en Gymlokaal Binnenstad 39N Er vallen huurinkomsten weg door het sluiten van gymlokaal Walplantsoen en sporthal de Horden. De activiteiten worden verplaatst naar sportcomplex Mariënhoeve 36N, 3N is voor de indexatie van de bijdrage aan sportcomplex Mariënhoeve. 650.2 Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk 11N Er is een grotere bezuiniging doorgevoerd dan was afgesproken. Deels herstel van budget 11N. 662.0 Maatwerkvoorzieningen natura materieel Wmo 109N Het betreft hier de post Wmo rollen en vervoer 131N. Voor 2015 moet er opnieuw worden aanbesteed. Omdat de aanbesteding 2 jaar geleden fors onder de reguliere prijs is gegund is de verwachting dat dit niet nogmaals zal gebeuren i.v.m. andere aanbestedingseisen zoals kwaliteit. Door reeds genomen aanpassingen binnen de huishoudelijke hulp is er een voordeel te realiseren van 22V. 670.0 Stichting Binding algemeen 31N Het betreft hier de indexatie van de activiteiten (waaronder de lonen) van stichting Binding. 715.1 Jeugdgezondheidszorg 12N De bijdrage van de deelnemende scholen aan de school maatschappelijk werker is komen te vervallen 12N.
14
Overig 7N Er zijn wat kleine aanpassingen en indexeringen geweest op diverse posten binnen het programma.
Budgettair neutraal: De verschuivingen van budgetten tussen programma’s en/ of kostenplaatsen hebben in totaal geen financieel effect. Met de invoering van het sociaal deelfonds en de nieuwe taken die hierbij horen is er een flinke verschuiving geweest op diverse posten binnen en buiten het sociale domein. Dit zorgt ervoor dat er bij de post budgettair neutraal flinke bedragen worden verschoven. De inkomsten voor het sociaal deelfonds zijn verantwoord in programma 5.
Uren: De extra doorbelasting is het gevolg van formatie-uitbreiding voor de 3 decentralisaties. Er worden meer uren besteed aan de transitie van de AWBZ. De uren worden verder toegelicht in programma 5.
Financieel technisch: Dit zijn afwijkingen die betrekking hebben op voorzieningen alsmede de kapitaallasten.
Eenmalige kosten 2015: Programma 1 Sociaal domein Eenmalig 2015 Eenmalig 2016 Eenmalig 2017 Eenmalig 2018 Totaal saldo
x € 1.000 554
554
Onderstaande lasten worden slechts begroot in 2015 en vervallen in de jaren daarna: daarom worden zij als incidenteel aangemerkt. 421 Basisonderwijs, onderwijshuisvesting In 2015 worden de tijdelijke noodlokalen weggehaald. De kosten hiervoor zullen in 2016 vervallen 23N. De brede school de Horden wordt in 2016 opgeleverd, hierdoor vervallen evt. onvoorziene lasten in 2016 22N. 530 Sport Eind 2015 worden zowel de Vikinghal als het zwembad gesloten en zullen kosten hiervoor vervallen in 2016, 509N.
15
Programma 2
Economisch domein, versterken en kansen beter benutten
2.1 Centraal thema van het programma Dit programma behelst het economisch domein met daarin aandacht voor de versterking van onze gemeentelijke economie; door het inzetten op werkgelegenheid en participatie, economie, toerisme en recreatie. 2.2 Onze speerpunten; beleidsinhoudelijke resultaten Belangrijkste speerpunten in het programma zijn: Economie Economie versterken in samenhang met ontwikkeling binnenstad, citymarketing en mogelijkheden buitengebied beter benutten. Werkgelegenheid Versterken positie werkzoekenden door samenwerking en actieve inzet op creëren vacatures, meer lokale werkgelegenheid voor mensen met afstand tot arbeidsmarkt. Toerisme en vrije tijd Stevig neerzetten van en versterken van het centrum van Wijk bij Duurstede als het toeristisch centrum van de Kromme Rijnstreek (‘het buiten van Utrecht’). 2.2.1 Economie Net als in veel andere gemeenten vraagt de lokale economie in tijden van aanhoudende recessie veel aandacht. Ondernemers moeten jagen, en niet vissen: de eerste verantwoordelijkheid ligt dan ook bij de ondernemers zelf. Maar daar waar mogelijk kan ook de gemeente een rol vervullen als het gaat om planontwikkeling van bedrijfsterreinen, werving van nieuwe bedrijven, positieve medewerking bij vergunningverlening, regelgeving verminderen en steunen en stimuleren van detailhandel. Zo is Broekweg Noord opgenomen in de Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020 als uitbreiding van het huidige bedrijventerrein Broekweg. De ontwikkeling is gekoppeld aan herstructurering van het bedrijventerrein Van Dijk’s Koel- en Vrieshuis aan de Graaf van Lynden van Sandenburgweg. In 2014 is gestart met de voorbereiding van de gefaseerde ontwikkeling van ca. 2,5 ha uitgeefbaar bedrijventerrein. Daarnaast wil de gemeente haar verantwoordelijkheid nemen door waar mogelijk lokaal aan te besteden en daarmee lokaal ondernemerschap te stimuleren. Citymarketing, oftewel stadspromotie, krijgt in het komend jaar veel aandacht en zal samen met andere belanghebbende relevante en betrokken partijen worden ingezet om het imago van de gemeente te versterken, met als doel zowel bedrijven als toeristen en winkelend publiek naar de gemeente te trekken. De gemeente vervult hierbij de rol van coproducent, waarbij door middel van het platform promotie Wijk bij Duurstede (werktitel) de krachten van betrokken partijen worden gebundeld en samenwerking wordt bevorderd. Ook wordt gewerkt aan het mogelijk opzetten van een ondernemersfonds, ter versterking van de economie, de binnenstad, de beide buurtcentra en het buitengebied met de kernen Cothen en Langbroek. 2.2.2 Werkgelegenheid De Participatiewet maakt gemeenten nog meer verantwoordelijk om mensen die nog kunnen werken, maar daarbij wel ondersteuning nodig hebben, aan een baan te helpen. In Wijk bij Duurstede zijn meerdere organisaties actief. Er zijn ook meerdere initiatieven gestart om mensen aan een baan te helpen. Dit vraagt om een nieuwe benadering van de verantwoordelijkheid om inwoners aan werk te helpen; afstemming, slim omgaan met de 16
beperkte middelen, een nieuwe taakverdeling, bezien wat lokaal kan en regionaal moet blijven worden aangestuurd, nieuwe vormen van samenwerking met en tussen instellingen, afspraken met bedrijven en het bedrijfsleven, anders omgaan met cliënten en ontschotten zijn hiervoor belangrijke voorwaarden. 2.2.3 Toerisme en vrije tijd De fraaie, historische en gezellige binnenstad blijkt niet altijd meer genoeg om de toerist te (blijven) boeien. Om toestroom van toeristen en winkelend publiek te stimuleren en te borgen moet de toerist anno 2015 een “beleving” worden geboden: dagarrangementen en/of verblijfsmogelijkheden voor tenminste een aantal uren. De USP (Unique Selling Point) van Wijk bij Duurstede is haar rijke historie, waarbij de Dorestadperiode, de limes (Romeinse Rijk) en David van Bourgondië veel beter uitgenut zouden kunnen worden, bijvoorbeeld in een nieuw te ontwikkelen museum. In 2015 zal worden ingezet op de verhuizing van het museum naar het oude stadhuis aan de Markt, waarbij een samenwerkingsverband is gevormd van Museumbestuur, VVV en de Grote Kerk(toren). Met daarbij gevoegd de frequentere openstelling van Kasteel Duurstede, op basis van een nieuw huurcontract, en de sterke bezoekfunctie van de Wijkse molen ontstaat een toeristisch aantrekkelijk arrangement. De gemeente vervult ook hierin de rol van coproducent, en soms als aanjager, soms als supporter. Samenvattend: onze doelen en acties Wat willen we bereiken? Wat gaan we er voor doen Economie -Een vitale binnenstad met een wederzijdse werking met de waterkant en het kasteel;
-Een aantrekkelijk en toekomstbestendig voorzieningenaanbod voor onze inwoners; -Goed functionerende buurtwinkelcentra en voorzieningen in de kleine kernen.
Ontwikkelen en herstructureren bedrijventerreinen
-Voortzetting Programma citymarketing met daaruit voortvloeiend verschillende acties en actieve betrokkenheid maatschappelijke partners. Looptijd 2017. -Uitvoeren van een koopstromenonderzoek zodat vraag en aanbod beter op elkaar kunnen worden afgestemd. -Voor winkelcentrum De Heul en omgeving wordt een visietraject gestart. De belanghebbenden worden hierbij betrokken.
Wanneer
Wat mag het kosten
20142018
Budget beschikbaar voor programma maximaal € 20.000.
2015
Uit budget citymarketing
2015
-Visietraject wordt aangemeld als begrotingswijziging. De Provincie Utrecht levert een financiële bijdrage vanuit de Samenwerkingsagenda.
-Voor de locatie Lidl aan de Hoogstraat wordt een 2015 visietraject gestart. De belanghebbenden worden hierbij betrokken - Ontwikkeling Broekweg 2015Noord en herstructurering Van 2018 Dijk’s Koel- en Vrieshuis 17
-Aanmelden ontwikkelingskosten van Broekweg Noord voor
Verkennen mogelijkheid structurele financiering ondernemersactiviteiten;
- In samenspraak met partners 2014mogelijkheden voor het 2015 invoeren van een ondernemersfonds verkennen;
Werkgelegenheid Versterken positie werkzoekenden, meer lokale werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt Beschut werken mogelijk maken in Wijk bij Duurstede
Toerisme en vrije tijd - Stevig neerzetten van en versterken van het centrum van Wijk bij Duurstede als het toeristisch centrum van de Kromme Rijnstreek (‘het buiten van Utrecht’). 2.3
2.4
• • • • •
Actieve inzet op creëren van vacatures via o.a. de Wijkse Werkplaats
Reeds 200 uur gestart
Verbinding aanbrengen tussen AWBZ/Wmo (begeleiding/dag-besteding) via contacten/afspraken met lokale zorgaanbieders - in samenspraak met GR RDWI: RSD en Biga
2015
-Uitvoeren van een 2015 koopstromenonderzoek zodat vraag en aanbod beter op elkaar kunnen worden afgestemd.
200 uur
Uit budget citymarketing.
Overige thema’s Cultuur en recreatie (oa openbaar bibliotheekwerk, kunst musea) Beheer (handel en ambacht) Sociale Zaken (bijstandsverlening, sociale werkvoorziening, participatiewet) Bedrijven (bouwgrondexploitatie, Toerisme en Vrije tijd Overzicht van kaderstellende documenten
Domein Economisch
2.5
begroting. 100 uur
Kaderstellende documenten Structuurvisie Detailhandel Bestemmingsplan Buitengebied Meerjarenbeleidskader 'Sociale en Economische Participatie 2011-2014' (2011 vastgesteld) Strategische Kaders Participatie en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (september 2014 voorbespreking raad, vaststelling college 8 juli 2014)
Recapitulatie
18
2. - Economisch domein, versterken en kansen beter benutten Recapitulatie Rekening 2013 Lasten
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Bestaand beleid: Cultuur en recreatie Openbaar bibliotheekwerk Vormings- en ontwikkelingswerk Kunst Musea Openbaar groen en openluchtrecreatie Overige recreatieve voorzieningen
445.519 39.246 156.395 215.559 2.046.018 130.190
391.020 35.000 112.765 223.354 2.107.045 215.294
400.918 35.000 107.865 169.925 2.208.157 211.143
400.293 35.000 107.792 93.524 2.164.206 209.418
399.660 35.000 107.710 93.312 2.127.860 208.610
399.096 35.000 107.698 93.217 2.108.080 207.837
103.931 167.402 3.658 25.300
88.198 228.954 3.367 23.175
84.243 163.165 3.302 18.730
81.775 161.378 3.237 18.650
81.083 159.560 3.172 18.557
80.221 159.428 3.107 18.559
4.078.143 1.721.929 429.350 370.704
3.816.423 1.719.996 424.767 244.118
4.397.028 1.648.696 629.476 190.874
4.396.058 1.539.785 628.942 190.741
4.394.936 1.434.027 628.375 190.586
4.394.953 1.350.500 628.062 190.588
273.448
280.000
461.252
31.556
110.271
-6.792
10.206.792
9.913.476
10.729.774
10.062.355
9.992.719
9.769.554
Beheer Handel, ambacht en industrie / gemeentelijke eigendommen Handel, ambacht en industrie / Economische ontw. / Markten Nutsbedrijven Overige agrarische zaken, jacht en visserij
Sociale zaken Bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen- en subsidies Sociale werkvoorziening Gemeentelijk armoede- en schuldenbeleid Re-integratie- en participatievoorzieningen Participatiewet
Bedrijven Bouwgrondexploitatie bedrijven
Totaal lasten
19
Baten
Bestaand beleid: Cultuur en recreatie Openbaar bibliotheekwerk Vormings- en ontwikkelingswerk Kunst Musea Openbaar groen en openluchtrecreatie Overige recreatieve voorzieningen
92.010 0 26.207 45.883 60.760 0
94.000 0 0 58.190 161.713 0
94.000 0 0 61.800 57.213 0
94.000 0 0 0 57.213 0
94.000 0 0 0 57.213 0
94.000 0 0 0 57.213 0
916.453 24.821 0 0
32.082 429.758 0 0
32.119 30.330 0 0
24.125 30.916 0 0
24.125 31.586 0 0
24.125 31.586 0 0
3.002.978 1.721.348 0 348.123
2.665.785 1.677.977 0 218.066
3.167.667 0 0 0
3.167.667 0 0 0
3.167.667 0 0 0
3.167.667 0 0 0
413.624
280.000
465.086
35.390
114.105
-2.958
6.652.207
5.617.571
3.908.215
3.409.311
3.488.696
3.371.633
-3.554.585 739.899
-4.295.905 1.750
-6.821.559 0
-6.653.044 0
-6.504.023 0
-6.397.921 0
-2.814.686
-4.294.155
-6.821.559
-6.653.044
-6.504.023
-6.397.921
Beheer Handel, ambacht en industrie / gemeentelijke eigendommen Handel, ambacht en industrie / Economische ontw. / Markten Nutsbedrijven Overige agrarische zaken, jacht en visserij
Sociale zaken Bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen- en subsidies Sociale werkvoorziening Gemeentelijk armoede- en schuldenbeleid Re-integratie- en participatievoorzieningen Participatiewet
Bedrijven Bouwgrondexploitatie bedrijven
Totaal baten Saldo programma Reservemutaties Ombuigingsvoorstellen Saldo pr. incl. ombuigingen
20
Toelichting op de afwijkingen Programma 2 Economisch domein Financieel perspectief Budgettair neutraal Bezuiniging Kadernota Uren Grexen Financieel technisch Totaal saldo
x € 1.000 100 2.060
N N
32 76
N N
93 2.175
V N
Toelichting financieel perspectief: 541.1 Musea 5V Uitgaande van verkoop van het museumpand per 1 mei 2015 wordt er een kleine extra bezuiniging gerealiseerd. 560.1 Openbaar groen en openluchtrecreatie 17N De verkoop van openbaar groen is meegenomen in het project verkoop van gemeentelijke eigendommen. Door verkoop is de gemeentelijke voorraad snippergroen afgenomen waardoor de verwachting is dat structureel minder inkomsten gerealiseerd kunnen worden 5N. Bij de evenementen is er een stijging van de kosten brandstof en elektra 12N. 610 Bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen- en subsidies 67N De uitvoeringskosten van de bijstandsverlening zijn gestegen door een herberekening van de verdeelsleutel en daarnaast door meer gebruik van de voorziening 75N. Daarnaast is er een daling van het gevraagde budget voor BBZ uitkeringen 10V. Kleine aanpassingen 2N. 614 Gemeentelijk armoede- en schuldenbeleid 21N Door stijging van het gebruik van de voorzieningen bij de bijstandsverlening zijn de kosten van het minimabeleid 8N en de kinderopvang 5N gestegen. Door het verlengen van het contract met de voedselbank en stijging van het gebruik is er een nadeel 8N. Budgettair neutraal: De verschuivingen van budgetten tussen programma’s en/ of kostenplaatsen hebben in totaal geen financieel effect. Met de invoering van het sociaal deelfonds en de nieuwe taken die hierbij horen is er een flinke verschuiving geweest op diverse posten binnen en buiten het sociale domein. Dit zorgt ervoor dat er bij de post budgettair neutraal flinke bedragen worden verschoven. Kadernota: Investeringen bomenplan 22N, het herstellen van groenschade 2N en areaaluitbreiding speeltoestellen 7N.
Uren: Er worden meer uren besteed aan citymarketing. Ook de verplaatsing van het museum wordt verder onderzocht waar capaciteit voor begroot is. Ook de uren voor beheer openbaar groen is aangepast op basis van de werkelijke besteding. 21
De uren worden verder toegelicht in programma 5. Financieel technisch: Dit zijn afwijkingen die betrekking hebben op voorzieningen alsmede de kapitaallasten. Binnen dit programma betreft het kapitaallasten. Het voordeel wordt veroorzaakt door verschuivingen. Eenmalige opbrengsten 2015: Eenmalig 2015 Eenmalig 2016 Eenmalig 2017 Eenmalig 2018 Totaal saldo
62
62
541.1 Musea Door de geplande verkoop van het museumpand zullen er in 2015 voor het laatst inkomsten worden gegenereerd.
22
Programma 3
Ruimtelijk domein, bouwen aan de toekomst
3.1 Centraal thema van het programma Dit programma betreft de ontwikkeling, het beheer en het onderhoud van de openbare ruimte in de meest brede zin, inclusief woningbouw, huisvesting, bedrijven, milieubeleid, vergunningverlening en handhaving. Wij streven naar een veilige en duurzame leefomgeving waar inwoners zich thuis kunnen voelen. Bij beleidsvorming, maar ook bij uitvoering worden inwoners actief betrokken. 3.2 Onze speerpunten; beleidsinhoudelijke resultaten Belangrijkste speerpunten in het programma zijn: • Ruimtelijke ordening – leefbaarheid en bruikbaarheid buitengebied in balans. • Zelfbeheer groen en speelterreinen – verder faciliteren zelfbeheer. • Duurzaamheid – passend plan om initiatief vanuit de samenleving te ondersteunen. • Verkeer – bereikbaarheid binnenstad verbeteren. 3.2.1 Ruimtelijke ordening In 2015 wordt een nieuw bestemmingsplan Buitengebied vastgesteld. De uitdaging is hier om zowel de leefbaarheid als de bruikbaarheid van het gebied in balans te houden. De betrokkenheid van belanghebbenden is daarom voor ons van cruciaal belang. De komende jaren zullen veel agrarische bedrijven stoppen, waarmee ook veel bebouwing haar functie verliest. Naast ontwikkelingsruimte voor de landbouw willen we daarom meer ruimte bieden aan bedrijvigheid. Hierbij willen we het buitengebied, onder voorwaarden, laten fungeren als kraamkamer voor het buitengebied. In een beleidsnota Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) geven we aan of en onder welke voorwaarden nieuwe functies een plek kunnen krijgen op voormalige agrarische bedrijfslocaties. Waar mogelijk gaan we deze thema’s in samenwerking met onze omliggende gemeenten oppakken. Na afronding van het bestemmingsplan Buitengebied gaan we aan de slag met de actualisatie van het bestemmingsplan Binnenstad. Hoewel het maken van bestemmingsplannen een taak is die we zelf uitvoeren, willen we op onderdelen bewust een stap terug doen en ruimte geven aan de samenleving. Daarom starten we binnenkort met een ‘binnenstad-werkgroep’, waarbij alle belanghebbenden al in het beginstadium van de planontwikkeling gevraagd wordt het plan mede te creëren. Als gemeente stappen we hierbij in de rol van regisseur. De woonvisie wordt geactualiseerd rondom de vraag welk soort woningen (ook m.b.t. specifieke doelgroepen als starters en ouderen) en waar gebouwd moet worden om stedelijke voorzieningen op peil te houden en hoeveel woningen per jaar realistisch is. We blijven ons daarbij maximaal inspannen om in alle kernen te vernieuwen en woningen toe te voegen. 3.2.2 Zelfbeheer groen en speelterreinen De bereidheid en inzet die er is om te investeren in de eigen woonomgeving willen we ondersteunen door het nog beter faciliteren van zelfbeheer. Er is veel kennis en kunde bij inwoners en verenigingen die ingezet kan worden om groen en speelfaciliteiten te behouden tegen dezelfde of minder kosten. Daarom gaan we voor de onderwerpen groen en speelterreinen samen met de samenleving nader onderzoeken wat er mogelijk is en hoe we het anders kunnen organiseren. We kijken ook of we bestaande budgetten op een andere wijze in moeten zetten om hiermee zelfbeheer beter te ondersteunen.
23
In 2015 gaan we met buurtbewoners aan de slag om de 92 speelplekken die de gemeente Wijk bij Duurstede kent anders in te richten. Waarbij we zeggenschap en ook beheer willen overdragen aan de buurt. Om deze slag te maken kruipt de gemeente bij aanvang in de rol van regisseur, maar zal zich daarna als supporter naar de achtergrond begeven. Dat wil zeggen dat de gemeente de buurt van kaders voorziet, waarbinnen zij vervolgens hun ruimte kunnen innemen. 3.2.3 Duurzaamheid De aanpak van duurzaamheid is voor ons belangrijk. We zien dat er op het gebied van duurzaamheid veel initiatief en inzet vanuit de samenleving is. En willen daarom veel ruimte geven aan inwoners, lokale partijen en belangenorganisaties. Wij bezinnen ons nog op onze rol, deze zal meer in de richting van faciliterend zijn. Daarmee zeggen we dat het niet langer aan ons is om de doelen en de weg ernaartoe te bepalen, maar dat we ruimte geven aan anderen om dit te doen. Daar waar we kunnen zullen we dit ondersteunen. Daar valt ook onder dat we ons inzetten om belemmerende regelgeving weg te nemen, zodat initiatieven goed van de grond kunnen komen. De verantwoordelijkheid voor vergunningverlening en lokale regelgeving blijft bij de gemeente liggen. In 2015 actualiseren we, in samenwerking met belanghebbenden, het kader stellende milieuplan (het huidige plan loopt tot eind 2014). 3.2.4 Verkeer Er wordt gekeken naar maatregelen die de bereikbaarheid van de binnenstad en de bereikbaarheid met openbaar vervoer bevorderen. Het verkeersbeleid zal worden vastgelegd in een nieuw gemeentelijk verkeers- en vervoersplan. Thema’s die aandacht krijgen zijn bereikbaarheid van de binnenstad en de bereikbaarheid met openbaar vervoer. Het parkeerbeleid voor de binnenstad en de schil daarom heen is in 2014 vastgelegd in de Nota Parkeerbeleid. Hierin is vastgelegd hoe er omgegaan wordt met bezoekers-, bewoners- en evenementenparkeren. Provinciale realisatie-impuls / lokaal fiets en verkeersveiligheid Bij de bestuurlijke afspraken in het kader van de realisatie-impuls heeft de provincie aangegeven in principe bereid te zijn financieel bij te dragen aan het oplossen van knelpunten op gemeentelijke fietsinfrastructuur met regionaal belang. Hiervoor zijn door onze gemeente een aantal knelpunten aangemeld, de provincie heeft hier van twee projecten als kansrijk beoordeeld, te weten: het missende fiets-voetpad langs de Lekdijk/Veerweg en de kruising Boterslootweg-Hordenweg. Hiermee gaan investeringen gepaard van € 400.000 per project, waarbij 50% wordt gedekt door de provinciale bijdrage. Er wordt nog gekeken naar de inrichting van een fonds bovenwijks om nieuwe projecten te kunnen dekken.
24
Samenvattend: onze doelen en acties Wat willen we bereiken? Speerpunt 1 ruimtelijke ordening - Leefbaar en bruikbaar buitengebied - Voorzieningenniveau in kernen op peil houden
Wat gaan we er voor doen - Vaststellen bestemmingsplan buitengebied - Formuleren VAB beleid - Actualisatie woonvisie
Speerpunt 2 beheer openbare ruimte - andere manier van werken, om met minder kosten en inzet van inwoners het huidige (minimale) onderhoudsniveau te waarborgen
-
Speerpunt 3 duurzaamheid Passend plan om initiatief vanuit de samenleving te ondersteunen Speerpunt 4 Verkeer - Bereikbaarheid binnenstad en bereikbaarheid gemeente met openbaar vervoer - Fiets- en verkeersveiligheid
-
3.3
1
• • • •
-
-
-
-
Wanneer
Wat mag het kosten1
2015
2015
400 uur
2015
250 uur
Kaders voor 2015-2016 800 uur burgerparticipatie stellen Zelfbeheer- scenario’s uitwerken en invoeren Werkvoorbereiding aanpassen Budgetten (deels) anders inzetten (ontschotten) Uitvoeringsplan 2015 ev 500 uur Binnen bestaand budget Maatregelen nemen 2016 om de bereikbaarheid te verbeteren. Opstellen verkeers- en vervoersplan Actieplan vrij baan voor de fiets
2015
Overige thema’s Ruimtelijk (ruimtelijke ordening), bouwvergunningen, Duurzaamheid en milieu Woningbouw Verkeer
Uren kunnen binnen huidige formatie worden gerealiseerd.
25
Binnen bestaand budget
3.4
Overzicht van kaderstellende documenten
Domein Ruimtelijke ordening
Kaderstellende documenten Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020 Landschapsontwikkelingsplan Welstandsnota 2014 Bestemmingsplannen Nota grondbeleid 2009 Kansen voor starters op de woningmarkt Beheer openbare ruimte Integraal beheerplan openbare ruimte Duurzaamheid en milieu Milieubeleidsplan 2010-2014 Gemeentelijk Rioleringsplan 4 (GRP4) Afvalbeleidsplan 2012-2016
3.5
Recapitulatie
26
3. - Ruimtelijk domein, bouwen aan de toekomst Recapitulatie Rekening 2013 Lasten
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Bestaand beleid: Ruimtelijk Ruimtelijke ordening Stads- en dorpsvernieuwing Overige volkshuisvesting/vergunningverlening Bouwvergunningen/leges Overige volkshuisvesting/handhaving
553.805 142.584 430.326 0 256.223
642.344 144.133 463.027 0 434.329
514.360 159.959 503.004 0 369.534
509.342 134.795 494.192 0 336.109
505.454 124.782 490.483 0 335.005
505.351 124.186 489.447 0 334.227
429.778 1.095.485 85.163 152.920 555.122 324.849 1.835.069 1.753.785 532.742 81.880
400.333 1.201.757 105.534 216.730 577.913 172.209 1.800.876 1.955.108 618.628 40.202
396.241 1.220.789 106.670 208.792 572.849 181.237 1.830.744 2.007.694 573.661 36.260
415.052 1.211.766 105.558 201.317 572.634 180.230 1.823.989 2.007.899 571.370 36.091
438.975 1.183.557 104.561 198.008 572.471 179.277 1.824.543 2.006.609 569.747 35.896
456.710 1.168.606 103.435 195.798 572.090 178.301 1.824.543 2.009.295 569.047 35.899
138.340 4.068.744
134.877 3.125.262
130.114 2.150.761
127.139 1.997.689
124.041 1.526.008
120.817 884.035
134.475 66.345 1.734.716
167.891 68.800 6.789
163.742 74.873 0
160.468 72.243 0
156.347 71.894 0
155.465 71.810 0
14.372.351
12.276.742
11.201.284
10.957.883
10.447.658
9.799.062
Duurzaamheid en milieu Wegen, straten, pleinen en verkeersmaatregelen Wegen, str., pleinen en verkeersmaatr. / Wegen Wegen, straten, pleinen en verk.maatr. / Bruggen Wegen, str., pl. en verk.maatr. / Straatreiniging Wegen, str., pl. en verk.maatr. / Openbare verlichting Waterkering, afwatering en landaanwinning Afvalverwijdering en -verwerking Riolering en baten rioolheffing (gecombineerd) Milieubeheer Natuurbescherming
Woningbouw Woningexploitatie/woningbouw Bouwgrondexploitatie / woningen
Verkeer Wegen, str., pl. en verk.maatr. / Gladheidbestrijding Binnenhavens en waterwegen Veerdiensten (concessierechten)
Totaal lasten
27
Recapitulatie
Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Baten
Bestaand beleid: Ruimtelijk 0 24.822 65.788 439.522 0
0 24.821 11.450 380.000 4.500
0 25.516 11.450 421.500 4.500
0 25.516 11.450 421.500 4.500
0 25.516 11.450 421.500 4.500
0 25.516 11.450 421.500 4.500
57.795 0 0 7.143 19.682 45 2.145.848 1.895.394 8.933 0
56.000 0 0 8.500 16.200 50 2.119.267 2.095.718 7.800 0
56.000 0 0 8.700 16.200 50 2.133.838 2.153.444 7.800 0
56.000 0 0 8.900 16.200 50 2.099.838 2.153.444 7.800 0
56.000 0 0 9.100 16.200 50 2.099.838 2.153.444 7.800 0
56.000 0 0 9.100 16.200 50 2.099.838 2.153.444 7.800 0
136.275 3.935.018
130.923 3.100.262
128.064 2.161.129
125.089 2.005.243
121.991 1.533.482
118.767 891.538
0 23.119 1.371.225
0 7.060 127.000
0 7.060 127.000
0 7.060 127.000
0 7.060 127.000
0 7.060 127.000
Totaal baten
10.130.609
8.089.551
7.262.251
7.069.590
6.594.931
5.949.763
Saldo van baten en lasten programma 3 Reservemutaties Ombuigingsvoorstellen Resultaat van baten en lasten programma 3
-4.241.742 35.790
-4.187.191 -140.297
-3.939.033 -24.861
-3.888.293 -42.986
-3.852.727 -63.558
-3.849.299 -63.558
-4.205.952
-4.327.488
-3.963.894
-3.931.279
-3.916.285
-3.912.857
Ruimtelijke ordening Stads- en dorpsvernieuwing Overige volkshuisvesting/vergunningverlening Bouwvergunningen/leges Overige volkshuisvesting/handhaving
Duurzaamheid en milieu Wegen, straten, pleinen en verkeersmaatregelen Wegen, str., pleinen en verkeersmaatr. / Wegen Wegen, straten, pleinen en verk.maatr. / Bruggen Wegen, str., pl. en verk.maatr. / Straatreiniging Wegen, str., pl. en verk.maatr. / Openbare verlichting Waterkering, afwatering en landaanwinning Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing Riolering en baten rioolheffing (gecombineerd) Milieubeheer Natuurbescherming
Woningbouw Woningexploitatie/woningbouw Bouwgrondexploitatie / woningen
Verkeer Wegen, str., pl. en verk.maatr. / Gladheidbestrijding Binnenhavens en waterwegen Veerdiensten (concessierechten)
28
Reservemutaties Onttrekking bestemmingsreserve Fonds Volkshuisvesting starterleningen Monumentenbeleid Glasvezel
2015
2016
2017
2018
€ 2.905 € 2.905 € 17.552 0 € 20.000 € 20.000
€ 2.905 0 0
€ 2.905 0 0
Toelichting op de afwijkingen x € 1.000 31 N 49 N
Programma 3 Ruimtelijk domein Financieel perspectief Budgettair neutraal Bezuiniging Kadernota Uren Grexen Financieel technisch Totaal saldo
33 114 24 52 27
N V V N N
Toelichting Financieel perspectief: 210.1 Wegen, straten, pleinen en verkeersmaatregelen 5N Het verkeersbeleid zal worden vastgelegd in een nieuw gemeentelijk verkeers- en vervoersplan waarbij o.a. de bereikbaarheid van de binnenstad en de bereikbaarheid met het openbaar vervoer aandacht krijgt 5N. 723.0 Milieubeheer 4N Voor de uitvoering van enkele (nieuwe) taken is een kleine aanpassing gedaan op het budget 4N. 810 Ruimtelijke ordening 20N Voor de komende jaren is de verwachting dat inhuur van externe krachten voor bestemmingsplannen nodig is om de werkvoorraad op te vangen en zo aanvragen en verzoeken tijdig te kunnen afhandelen 20N. 822.1 Overige volkshuisvesting/vergunningverlening 3N Voor de vergunningverlening van de bouwvergunningen wordt vaker ingehuurd in verband met controle van de constructieberekeningen 3N.
Budgettair neutraal: De verschuivingen van budgetten tussen programma’s en/ of kostenplaatsen hebben in totaal geen financieel effect. In programma 3 zijn de onderwerpen: kasteel Duurstede, stadstoren- en muren, molens en overige monumenten nieuw opgenomen (voorheen in programma 2). 29
Voor de bezuiniging op milieubeheer die onder programma 3 was verantwoord wordt gezocht naar alternatieve invulling. De nieuwe stelpost bezuiniging wordt in programma 5 verantwoord. Reservemutaties worden vanaf de meerjarenbegroting 2015-2018 verantwoord bij het programma waarop de bijbehorende uitgaaf/inkomst staat verantwoord. De reservemutaties voor herstelwerkzaamheden in verband met glasvezel en de rente van startersleningen werd voorheen verantwoord op programma 5.
Kadernota: Verhoging onderhoudsbudgetten voor verkeer, straatmeubilair en wegen 16N. De herstelkosten voor de damwand Langshaven 10N en diverse investeringen voor wegen en fietspaden 7N. De uitgebreide toelichting staat vermeld in de kadernota. Uren: Het gemeentelijke reinigingsbeleid wordt door een externe adviseur begeleid doordat interne capaciteit is weggevallen. Hierdoor ontstaat een voordeel in de doorbelasting. Daarnaast worden er minder uren besteed aan grondexploitaties. Voor bestemmings- en structuurplannen zijn minder uren geraamd dan in 2014. De uren worden verder toegelicht in programma 5. Grexen: Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van personeelslasten tussen de grondexploitaties en de reguliere projecten in de exploitatie (24V). Deze lasten zijn verantwoord onder diverse programma’s. Hiervoor is in programma 3 een taakstelling opgelegd. Financieel technisch: Dit zijn afwijkingen die betrekking hebben op voorzieningen alsmede de kapitaallasten (52N).
30
Programma 4
Integrale Veiligheid, aandacht voor preventie en zorg in de buurt
4.1 Centraal thema van het programma Dit programma betreft de sociale en fysieke veiligheid in de gemeente. De gemeente heeft de regie over het lokale integrale veiligheidsbeleid. Dat wil zeggen dat wij onze rol op zodanige manier invullen, dat de diverse betrokken partijen op het terrein van veiligheid op een effectieve manier blijven samenwerken en met elkaar een aanvaardbaar niveau van veiligheid en leefbaarheid weten te realiseren. Tegelijkertijd zijn onze inwoners al zeer actief op het gebied van veiligheid, te denken aan deelname aan Burgernet en de organisatie rondom het gebruik van AED’s in de openbare ruimte. Wijk bij Duurstede is een relatief veilige gemeente, we behoren tot de 10% veiligste gemeenten van Nederland. Wij willen minimaal hetzelfde veiligheidsgevoel behouden. De gemeente vervult haar voortrekkersrol en speelt een actieve rol in de (regionale) samenwerking. Door ingrijpen aan de voorkant (preventie) wordt voorkomen dat er zwaar moet worden ingezet aan de achterkant (repressie). Alle schakels van de veiligheidsketen moeten worden benut om resultaat te kunnen bereiken. De veiligheidsaanpak is met lokaal maatwerk het meest effectief. Lokale sturing is dus van wezenlijk belang. 4.2
Onze speerpunten; beleidsinhoudelijke resultaten • Integraal Veiligheidsplan (IVP) op volle kracht uitvoeren. • Wijkagenten blijven behouden worden, we zorgen daarnaast voor voldoende Buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) en/of andere toezichthouders. • Meer invloed op de bezuinigingen bij de VRU, we willen geen uitholling van de vrijwillige brandweer.
4.2.1
Integraal Veiligheidsplan
In het Integraal Veiligheidsplan 2014-2018 (IVP) wordt ingezet wordt op onderstaande thema’s om de veiligheidsdoelstelling te bereiken: • Persoonsgerichte aanpak: De persoonsgerichte aanpak wordt ingezet om het patroon van criminaliteit te doorbreken. Het doel is dan ook dat door de persoonsgerichte aanpak de betreffende personen hun criminele activiteiten beëindigen en gebruik maken van het zorgaanbod, bijvoorbeeld begeleiding naar opleiding of werk. • Woninginbraken: De lokale ambitie is om vast te houden aan het huidige lage niveau van inbraken. Dit is uitsluitend te realiseren als alle partners die iets kunnen betekenen daadwerkelijk in actie komen. Daar zet de gemeente op in. • Alcohol- en drugsoverlast: Bij het speerpunt alcohol- en drugsoverlast is voornamelijk sprake van een inspanningsverplichting en niet van een resultaatverplichting. Daar waar het jeugdbeleid en het gezondheidsbeleid zich richt op drugs- en alcoholgebruik richt het IVP zich op drugs- en alcoholoverlast. Door ingrijpen aan de voorkant (preventie) voorkomen we dat er zwaar moet worden ingezet aan de achterkant (repressie). Het gemeentelijk gezondheidsbeleid dient dus niet alleen de gezondheidsbelangen van de inwoners maar ook de openbare orde en daarmee de veiligheid van de burgers.
31
4.2.2
Wijkagenten en BOA
Wijkagenten en de BOA zijn voor ons onmisbaar, zij zijn herkenbaar in de wijk, kennen iedereen en kunnen daardoor makkelijk contact leggen en voorkomen dat zaken uit de hand lopen. Daarmee leveren zij een onmisbare bijdrage aan het veiligheidsgevoel. Wij zetten in op het behouden van de bereikbaarheid van de politie. Daarnaast blijkt dat aanpak van ergernissen in de openbare ruimte, zoals parkeeroverlast of hondenpoep de beleving van veiligheid negatief kunnen aantasten. De BOA zullen wij blijven inzetten om die kleine ergernissen aan te pakken. 4.2.3
VRU en vrijwillige brandweer
De gemeente Wijk bij Duurstede is aangesloten bij de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) omdat we streven naar een efficiënte, krachtige en professionele samenwerking tussen hulpverleners en gemeenten. We hechten aan korte lijnen, directe afstemming, meer samenwerking, meer daadkracht, een betere inzet van mensen en middelen, heldere bevoegdheden en minder bureaucratie. Zo verbeteren de prestaties van de brandweer, de politie, de geneeskundige hulpverlening en de rol van de gemeenten in de crisisbeheersing. Dankzij samenwerking is de gemeente steeds beter voorbereid op het bestrijden van rampen en het onder controle houden van steeds groter wordende risico's. De vrijwillige brandweer is de basis van de brandweerzorg. In onze gemeente kunnen wij ons verheugen op veel animo voor de vrijwillige brandweer en dat willen wij graag zo houden. De vrijwillige brandweer zorgt er immers voor dat de brandweerzorg midden in de samenleving blijft staan. Samenvattend: onze doelen en acties Wat willen we bereiken? Minimaal hetzelfde veiligheidsgevoel
Wat gaan we er voor doen
Integraal Veiligheidsplan uitvoeren: • Persoonsgerichte aanpak • Aanpak woninginbraken • Aanpak alcohol- en drugsoverlast Wijkagenten en • Wijkagenten moeten behouden BOA worden. • Zorgen voor voldoende (capaciteit voor) Buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s). • De bereikbaarheid van de politie moet gewaarborgd zijn en ook direct in de buurt bezocht kunnen worden. Nauwe • Alert zijn op een goede betrokkenheid bij betrokkenheid van de plaatselijke de VRU brandweerkorpsen bij de diverse ontwikkelingen van de VRU. • Insteken op geen bezuinigingen in de primaire taken, maar op de processen die niet direct de veiligheid raken. 32
Wanneer Wat mag het kosten 2015Binnen 2018 bestaand budget 20152018
Binnen bestaand budget
20152018
Binnen bestaand budget
•
•
4.3
Inzetten op voldoende voorzieningen in de directe omgeven om te zorgen dat veiligheid en veiligheidsgevoel geborgd worden. Geen uitholling vrijwillige brandweer.
Overige thema’s • Veiligheid en handhaving (Brandweer en rampenbestrijding, openbare orde, huiselijk geweld). • Door de decentralisatie van de jeugdhulp heeft het veiligheidsbeleid ook een relatie met jeugdzorg (preventie en repressie). In de aanpak van veiligheidsvraagstukken is vroegtijdig signaleren en ingrijpen essentieel om overlast en criminele carrières te voorkomen of te doorbreken. De werelden van (openbare orde en) veiligheid en jeugdhulp komen hier nadrukkelijk samen.
4.4
Overzicht van kaderstellende documenten
Domein Sociale Veiligheid
Fysieke Veiligheid
4.5
Kaderstellende documenten Integraal Veiligheidsplan 2014-2018 Uitvoeringsplan 2014 Algemene Plaatselijke Verordening Integraal handhavingsbeleid Jeugdgezondheidsbeleid Gemeenschappelijke regeling VRU
Recapitulatie
33
4. - Integrale Veiligheid, aandacht voor preventie en zorg in de buurt -
Recapitulatie Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Lasten
Bestaand beleid: Veiligheid en handhaving Brandweer en rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid Openbare orde en veiligheid / huiselijk geweld
1.708.587 270.665 26.287
1.752.439 277.644 30.005
1.598.551 428.619 31.171
1.597.090 424.190 31.056
1.595.949 421.463 30.922
1.592.994 420.774 30.924
Totaal lasten
2.005.539
2.060.088
2.058.341
2.052.336
2.048.334
2.044.692
Brandweer en rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid Openbare orde en veiligheid / huiselijk geweld
19.455 940 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Totaal baten
20.395
0
0
0
0
0
Baten
Bestaand beleid: Veiligheid en handhaving
Saldo baten en lasten programma 4 Reservemutaties Ombuigingsvoorstellen Resultaat van baten en lasten progr. 4
-1.985.144 -2.060.088 -2.058.341 -2.052.336 -2.048.334 -2.044.692 11.409 0 0 0 0 0 -1.973.735 -2.060.088 -2.058.341 -2.052.336 -2.048.334 -2.044.692
34
Toelichting op de afwijkingen Programma 4 Integrale veiligheid Financieel perspectief Budgettair neutraal Bezuiniging Kadernota Uren Grexen Financieel technisch Totaal saldo
x € 1.000 9
N
-64 -18 124
V V N
51
N
Toelichting financieel perspectief: 120.1 Brandweer en rampenbestrijding 9N In de kadernota hebben vermeld dat we in gesprek waren met de VRU om de huisvestingslasten van de brandweerkazernes in beeld te brengen. Voor de brandweerkazerne Cothen/Langbroek is concreet geworden dat de werkelijke exploitatielasten hoger zijn vanwege intensiever gebruik. Op basis hiervan de zijn de exploitatiekosten structureel naar boven bijgesteld 9N. Bezuiniging: Met de begroting 2014 is voor alle gemeenschappelijke regelingen een bezuiniging van 3% op de bijdragen ingeboekt vanaf 2015. Voor de VRU was dit een bedrag van € 50.137. In totaal wordt er door de VRU vanaf 2015 een bezuiniging van € 149.108 gerealiseerd oftewel een extra bedrag van € 98.970. Met de kadernota hebben wij gemeld een bedrag van € 35.201 in te zetten voor de taakstelling van de (alle) gemeenschappelijke regelingen. Dat bedrag wordt derhalve hieronder onder het kopje Kadernota vermeld. Resteert een bedrag van een kleine € 64.000 wat we met deze begroting extra bezuinigen (64V). Kadernota: Dit betreft de kapitaallasten van de investering en extra onderhoudskosten voor bluswatervoorzieningen 17N. De investering bedraagt € 109.000. Daarnaast een voordeel vanwege de lagere bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling 35V (zie ook tekst onder kopje Bezuiniging). Uren: Er is extra formatie beschikbaar gesteld voor openbare orde en veiligheid. Het betreft voornamelijk handhaving van drank en horecawet en boa-activiteiten. De uren worden verder toegelicht in programma 5.
35
Programma 5
Financiën en dienstverlening, met gezond verstand en het hart op de juiste plaats
5.1 Centraal thema van het programma Dit programma betreft de thema’s Financiën, Dienstverlening en Bedrijfsvoering van de gemeente. We willen een gemeente zijn die vanuit het midden van de samenleving en met de samenleving haar werk doet. Daar waar het kan met inwoners, bedrijven en organisaties optrekken en samen doelen bepalen en resultaten tot stand brengen. En daar waar het niet kan volledige verantwoordelijkheid nemen en op efficiënte en transparante wijze uitvoering geven aan de gemeentelijke taak. Want de tijd dat de gemeente zaken als vanzelfsprekend organiseert en daaraan geld besteedt is voorbij. 5.2 Onze speerpunten; beleidsinhoudelijke resultaten Wij willen ons vermogen versterken om de mate van betrokkenheid van de gemeente bewust toe of af te laten nemen in samenspraak met de samenleving. Dat willen we bereiken met de ontwikkeling van onze gemeente naar regiegemeente. Deze ontwikkeling achten we noodzakelijk vanwege de veranderende rol die onze gemeente heeft in de samenleving, maar ook omdat de komende jaren op het gebied van financiën een uitdaging zullen vormen. In dat licht zijn de belangrijkste speerpunten in dit programma de volgende: • Een reële en sluitende begroting. • De doorontwikkeling naar regiegemeente. • Het verbeteren van de dienstverlening. 5.2.1 Speerpunt 1 Reële, sluitende begroting Wij streven naar een materieel en reëel sluitende begroting. Er worden geen stelposten opgenomen bij onzekere opbrengsten en taakstellingen moeten realistisch zijn. We vinden het belangrijk samen met de samenleving te onderzoeken waar en hoe optimaal gebruik gemaakt kan worden van de kracht in de samenleving. Daarom zijn er in het proces om te komen tot deze begroting gesprekken geweest waarin instellingen, inwoners, organisaties, bedrijven, ambtenaren en raad met elkaar hebben verkend hoe activiteiten en voorzieningen kunnen worden voortgezet zonder of met minder inzet van de gemeente. De opbrengst van deze gesprekken heeft het college gebruikt om tot een aantal bezuinigingsscenario’s te komen die aan de raad ter besluitvorming zijn voorgelegd. 5.2.2 Speerpunt 2 Regiegemeente Het uitgangspunt voor de ontwikkeling naar regiegemeente is behoud van bestuurlijke zelfstandigheid met als doel: • Het vergroten van wendbaarheid en snelheid bij strategische vraagstukken. • Het verhogen van kwaliteit en verminderen kwetsbaarheid van dienstverlening. • Het verlagen van kosten. Om deze ontwikkeling vorm te geven is een programma ingericht onder de noemer ‘Sterke samenleving, kleine(re) overheid’ Het zijn van regiegemeente betekent volgens ons ruimte te bieden voor eigen initiatief en verantwoordelijkheid. Belangrijk vinden we hierbij dat we niet de regels het motief voor ons 36
denken en handelen laten zijn, maar de waarden die we met elkaar onderschrijven. Regels dienen de mens, en niet andersom. De kracht in onze samenleving willen we niet slechts gebruiken ‘aan de achterkant’ door inwoners en ondernemers op plannen te laten reageren. Maar juist inzetten ‘aan de voorkant’ door met elkaar plannen te creëren. Dit alles vergt een omslag van de gemeentelijke organisatie in denken en doen. Samenwerken, netwerken, slimmer werken en ondernemingszin is nodig om de komende tijd dat wat we al zo goed voor elkaar hebben te behouden en dat wat nog voor elkaar moet komen, voor elkaar te krijgen. Een integrale benadering van de vraagstukken is bovendien nodig om efficiënt en effectief te zijn in deze tijden van beperkte financiële middelen. In het programma ‘Sterke samenleving, kleine(re) overheid’ hebben wij projecten samengebracht die deze ontwikkeling zullen bewerkstelligen. Een van deze projecten betreft de intensievere samenwerking met de gemeente Houten. Een aantal van onze taken zullen we zelf blijven uitvoeren of in opdrachtgeverschap iets verder van ons af organiseren. Met betrekking tot de taken waar wij zelf verantwoordelijkheid voor blijven dragen verwachten wij dat de samenwerking met de gemeente Houten ons gaat helpen om kwaliteit te verhogen, kwetsbaarheid te verminderen en kosten te verlagen. Er rust nog een taakstelling op de organisatie die onder andere over de as van mobiliteit gerealiseerd gaat worden. Maar medewerkers zijn ons belangrijkste werkkapitaal en dus willen we blijven investeren in de ontwikkeling van hun competenties en deskundigheid. Dit is ook hard nodig om de ontwikkeling naar regiegemeente te kunnen maken. Het profiel van een ambtenaar in dienst van een regiegemeente is immers een wezenlijk andere dan die bij een gemeentelijke organisatie zoals we die nu kennen. Om passende medewerkers te binden en aan te trekken zullen wij nog meer aandacht moeten hebben voor aantrekkelijk en goed werkgeverschap. Een tweede spoor met betrekking tot de taakstelling is die van het op afstand plaatsen van taken waarvan we de uitvoering nu nog zelf ter hand nemen. In 2015 speelt dit concreet voor taken van de afdeling Beheer en voor Milieu en handhaving. 5.2.3 Speerpunt 3 Verbeteren van de dienstverlening We werken aan één uniform proces voor de afhandeling van klantcontacten door de verdere ontwikkeling van onze dienstverlening. De doorontwikkeling van het gemeentelijk klant contact centrum (KCC) hoort hierbij. De invoering van zaakgericht werken draagt bij aan een efficiënte uitvoering van dit proces en legt de basis voor een goede digitale dienstverlening. Uitgangspunt voor onze dienstverlening is de zelfredzaamheid van onze inwoners en van bedrijven. Hier bedoelen we niet mee ‘u komt er zelf wel uit hè?’, maar wel dat we bijvoorbeeld onze website zodanig inrichten dat inwoners en bedrijven zoveel als mogelijk zaken zelf kunnen organiseren, waar en wanneer zij willen. Voor persoonlijk contact wordt geïnvesteerd in een volwaardig telefonisch contactpunt waar men op het overgrote deel van alle vragen in één keer een antwoord krijgt. Bij al deze ontwikkeling is er een integrale aanpak vanuit de afdelingen Dienstverlening en Bedrijfsvoering (informatievoorziening en communicatie).
37
Wat willen we bereiken? Speerpunt 1 Reële sluitende begroting Speerpunt 2 Regiegemeente
Speerpunt 3 Verbeteren dienstverlening
5.3
5.4
Wat gaan we er voor doen
Wanneer Samen met de samenleving voeren 2015van een bezuinigingen2018 /takendiscussie aan de hand van de Wijkse participatiematrix. Uitvoering projecten 2015organisatiekoers. 2018
Wat mag het kosten
Acties mobiliteit
PM
Investering in competenties t.b.v. regiegemeente
Binnen regulier budget te realiseren
Aantrekkelijk werkgeverschap
Binnen regulier budget te realiseren Binnen regulier budget te realiseren.
Doorontwikkeling dienstverlening (Klant contactcentrum). Integrale aanpak vanuit de disciplines dienstverlening, informatievoorziening en communicatie voor kanaalsturing, website en digitalisering. Procesoptimalisatie (streven naar deregulering, stroomlijnen, digitaliseren) Invoering zaakgericht werken
20152018
Binnen regulier budget te realiseren
Binnen regulier budget te realiseren.
Overige thema’s • Financiën (financiële inrichting van het gemeentelijk apparaat en de heffing en inning van belastingen) • Dienstverlening • Bedrijfsvoering Overzicht van kaderstellende documenten
Domein Financiën
Kaderstellende documenten Coalitieakkoord 2014-2018 Kadernota 2015-2018 Dienstverlening Kwaliteitshandvest Dienstverlening Bedrijfsvoering Organisatievisie ‘Sterke samenleving, kleine(re) overheid, d.d. 28 januari 2014 Besluit Regiegemeente, d.d. 28 januari 2014 Memo raad ‘Vervolg organisatieontwikkeling’, d.d. 16 mei 2014 5.5
Recapitulatie
38
5. - Financiën en dienstverlening,
Recapitulatie Rekening 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Lasten Bestaand beleid: Bestuur Bestuursorganen Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie) Bestuurlijke samenwerking
1.253.119 198.784 3.835
969.219 212.846 0
1.076.801 216.350 3.591
1.052.607 213.090 3.556
1.000.206 212.148 3.514
977.706 211.684 3.515
2.196.725
2.170.012
1.791.630
1.671.693
1.654.693
1.673.711
872.683
990.767
1.013.888
1.033.197
1.052.028
962.952
0 0 0 0 0 453.781 0 0 0 449.063 0
0 0 0 0 -164.458 458.111 0 0 0 1.022.677 35.518
0 0 0 0 -829 489.084 0 0 0 781.008 0
0 0 0 0 218.005 478.736 0 0 0 763.350 0
0 0 0 0 279.317 490.781 0 0 0 759.054 0
0 0 0 0 550.577 500.318 0 0 0 758.323 0
5.427.990
5.694.692
5.371.523
5.434.234
5.451.741
5.638.786
Bedrijfsvoering Bestuursondersteuning college van burgemeester en wethouders
Publiek szak en Burgerzaken en baten secretarieleges burgerzaken
Financiën Geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar Overige financiële middelen / Beleggingen Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan 1 jaar / Financieringsfunctie Uitkeringen gemeentefonds Algemene baten en lasten Baten en lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen Baten toeristenbelasting Baten hondenbelasting Baten precariobelasting Saldo van kostenplaatsen Resultaat van de rekening van baten en lasten
Totaal lasten
39
Baten Bestaand beleid: Bestuur Bestuursorganen Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie) Bestuurlijke samenwerking
200.333 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
149.206
156.063
146.839
149.229
151.679
154.191
372.471
374.795
434.595
478.695
536.195
462.795
112 97.167 1.393.556 17.358.329 0 4.090.340 18.831 114.940 20.060 -13 0 23.815.332
0 90.000 1.479.104 17.846.071 52.000 4.323.985 19.840 115.988 11.557 -76.910 0 24.392.493
0 90.000 1.558.395 26.216.688 52.000 4.389.420 19.840 116.357 211.557 0 0 33.235.691
0 90.000 1.427.404 26.418.992 52.000 4.382.420 19.840 116.357 211.557 0 0 33.346.494
0 90.000 1.242.551 25.962.804 52.000 4.391.420 19.840 116.357 211.557 0 0 32.774.403
0 90.000 1.167.037 25.723.169 52.000 4.398.420 19.840 116.357 211.557 0 0 32.395.366
18.387.342 -738.257
18.697.801 720.132
27.864.168 534.004
27.912.260 433.694
27.322.662 344.325
26.756.580 317.734
17.649.085
19.417.933
28.398.172
28.345.954
27.666.987
27.074.314
Bedrijfsvoering Bestuursondersteuning college van burgemeester en wethouders
Publiek szak en Burgerzaken en baten secretarieleges burgerzaken
Financiën Geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar Overige financiële middelen / Beleggingen Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan 1 jaar / Financieringsfunctie Uitkeringen gemeentefonds Algemene baten en lasten Baten onroerende-zaakbelasting gebruikers/eigenaren Baten toeristenbelasting Baten hondenbelasting Baten precariobelasting Saldo van kostenplaatsen Resultaat van de rekening van baten en lasten
Totaal baten Saldo programma Mutaties reserves programma 5 Ombuigingsvoorstellen Resultaat van de rekening van baten en lasten
40
Reservemutaties Toevoeging bestemmingsreserve Overdracht wethouders pensioenen naar ABP Onderhoud watergangen (baggerplan) Onttrekking bestemmingsreserve Afschrijvingslasten gemeentehuis Programma Slimme Werkprocessen
2015
2016
2017
2018
€ 60.544 € 85.796 € 130.118 € 149.154 € 64.995 € 65.568 € 66.140 € 66.140 € 463.000 € 463.000 € 463.000 € 463.000 € 131.548 € 56.490 € 11.443 € 3.888
Toelichting op de afwijkingen Programma 5 Financien & Dienstverlening Financieel perspectief Budgettair neutraal Bezuiniging Kadernota Uren Grexen Financieel technisch Totaal saldo
x € 1.000 52 9.730
V V
509 13
N N
161 9.098
N V
Toelichting financieel perspectief: 001.1 Raad en raadscommissies 36N Hogere kosten vanwege een wijziging in de rechtspositie van bestuurders 26N. Vanwege strengere controle-eisen zijn de accountantskosten hoger 10N. Het nieuwe bedrag is gebaseerd op de onlangs ontvangen offerte. 002.1 Bestuursondersteuning college van burgemeester en wethouders -Uitvoeringsnotitie verhuur gemeentehuis 10N Om structurele inkomsten te genereren door verhuur van kantoorruimten wordt jaarlijks een budget van € 10.000 beschikbaar gesteld. Het budget is noodzakelijk voor werving van huurders, reparatie- en onderhoudswerkzaamheden, aanpassingen telefonie etc. -Streekarchief 6V Er zijn extra huuropbrengsten van het RHC. 004.1 Burgerzaken en baten secretarieleges burgerzaken 51N Er is een structurele daling vastgesteld in de huwelijken bijzondere locaties 23N. Ondanks dat de inkomsten van de reisdocumenten in de toekomst lager zullen zijn, zijn de kosten hiervoor nog meer gedaald en is er een voordeel 10V. Ook het aantal rijbewijzen dat wordt verstrekt blijft slinken. Echter kunnen hier de kosten niet van worden verlaagd. Dit geeft een nadeel op de begroting 37N. Kleine aanpassingen 1N.
41
914.1 Financieringsfunctie 11V Er is een klein voordeel ontstaan op de financieringsfunctie onder andere door de verschuiving van kapitaallasten (11V). 921 Uitkeringen Gemeentefonds 16V Op grond van de meest actuele gegevens is een actuele stand van het gemeentefonds berekend (16V). 922.1 Stelposten algemeen 71V Hier vallen een aantal technische en kleinere posten onder zoals de stelpost voor vervangende investeringen die naar beneden bijgesteld is in 2015 vanwege het doorschuiven naar latere jaren. Er is voor de voedselbank (8V) en voor bestemmingsplannen (30V) een beroep gedaan op de in de kadernota ingestelde stelpost speerpunten. 931 Baten onroerende zaakbelasting 45V Op basis van de meest actuele cijfers van de BSR (indexering 1,25%) is een nieuwe raming opgesteld 45V.
Budgettair neutraal: De verschuivingen van budgetten tussen programma’s en/of kosten hebben in totaal geen financieel effect. Binnen dit programma ontvangen we voor de decentralisaties een kleine € 10 miljoen extra binnen het Gemeentefonds Sociaal Domein (9.730V). Ditzelfde bedrag hebben we functioneel begroot binnen programma 1 voor de uitgaven en daarmee is het budgettair neutraal verwerkt.
Kadernota: 922.1 Stelposten algemeen 509N Met de kadernota hebben we gemeld dat de taakstelling “inhoudelijke verkenning” gekoppeld wordt aan de inhoudelijke rol die we als gemeente willen nemen en integraal wordt meegenomen in de totale bezuinigingsopgave (300N). De cao-onderhandelingen zijn tijdens deze begrotingsproces nog in volle gang. Naar inschatting is een stijging 3% reëel (200N). Verder hebben we vermeld dat de personele ontwikkelingen (220 N) bij de taakstelling voor de organisatiekoers betrokken worden. Dit bedrag hebben we met deze begroting als taakstelling verwerkt (220V). In de kadernota zijn eveneens budgetten opgenomen voor investeringen in basisregistraties en zaaksysteem (62N). Voor de algemene uitkering is in de kadernota 118N opgenomen. Tenslotte is er nog een budget opgenomen voor speerpunten van 50N. Uren (doorbelastingen): Zoals in alle programma’s vermeld lichten we hier het totaal van de uren toe. Met de onderstaande tabel geven we inzicht in de doorbelasting van de apparaatskosten van alle programma’s. Daarnaast geven we ook een toelichting per programma als er relevante verschuivingen zijn ten opzichte van de raming uit 2014. Omdat in de programmabegroting 2015-2018 een nieuwe programma indeling is gemaakt, hebben we de cijfers uit 2014 geconverteerd naar deze nieuwe indeling om zo een analyse mogelijk te maken. 42
Doorbelastingen apparaatskosten programma’s
1 2 3 4
Sociaal domein Economisch domein Ruimtelijk domein Integrale veiligheid Financiën & 5 Dienstverlening
Begroting 2015 (in 2014) € 1.204.452 € 2.148.678 € 3.972.937 € 349.032 €
Begroting 2015 (in 2015) € 1.420.089 € 2.285.999 € 3.810.303 € 473.168
2.738.511
€
€ 10.413.610
2.497.322
€ 10.486.881
Verschil € -215.637 € -137.321 € 162.634 € -124.136 € 241.189 €
-73.271
Toelichting op bovenstaande tabel: binnen de kostenplaatsen (de basis voor de doorbelasting van de uren) is een nadeel van € 73.000. Dit nadeel bestaat uit de volgende posten: € 8.000 Personeelskosten Vervallen vergoeding voor personeel € 33.000 Minder huuropbrengsten € 8.000 Kapitaallasten € 5.000 Materieel beheer buitendienst € 12.500 Investeringen gemeentehuis € 6.500 Totaal nadeel
€ 73.000
Financieel technisch 161N: Dit zijn afwijkingen die betrekking hebben op kapitaallasten en correcties op stelposten die met deze begroting functioneel verwerkt zijn (100N). Daarnaast zijn IV3-functies gewijzigd waardoor bijvoorbeeld het streekarchief gewijzigd is van functie en programma. Dit veroorzaakt hier een nadeel op kapitaallasten (maar binnen programma 2 een voordeel) (61N). Eenmalige kosten 2015: Eenmalig 2015 Eenmalig 2016 Eenmalig 2017 Eenmalig 2018
97
Totaal saldo
97
002.1 Programma slimme werkprocessen 96N. Met de begroting 2012-2015 is er vanwege het streven om de bedrijfsvoeringskosten aanzienlijk te verminderen, budget beschikbaar gesteld voor optimalisering werkprocessen (lean werken) tot en met jaarschijf 2015. Vanaf 2016 is er alleen nog een structureel budget beschikbaar van € 4.000 voor onderhoud programmatuur. 006.1 Griffie 1N Dit betreft gratificatie voor een ambtsjubileum 1N. 1.3 Begrotingsresultaat (zie volgende bladzijde) 43
Overzicht van lasten en baten Baten en lasten per programma 1. Sociaal domein 2. Economisch domein 3. Ruimtelijk domein 4. Integrale veiligheid 5. Financiën en dienstverlening Subtotaal programma’s Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Gemeentefonds Uitkering deelfonds sociaal domein Lokale belastingen: OZB Hondenbelasting Precariobelasting Toeristenbelasting Lasten invordering Financieringsfunctie Deelnemingen en beleggingen Onvoorzien Subtot. alg. middelen en onv. Geraamde saldo van baten en lasten Mutaties in reserves 3. Ruimtelijk domein - BR Monumentenbeleid - BR fonds Volkshuisvesting startersleningen - BR Glasvezel 5. Financiën en dienstverlening - BR Overdr. weth.pensioenen naar ABP - BR Onderhoud watergangen (baggerplan) - BR Afschrijvingslasten gemeentehuis - BR Programma Slimme Werkprocessen Subtotaal mutaties reserves Geraamde resultaat Ombuigingen Resultaat begroting incl. ombuigingen
Lasten 17.910 10.730 11.201 2.058 5.137 47.036
2015 Baten 998 3.908 7.262 0 962 13.130
Saldo -16.912 -6.822 -3.939 -2.058 -4.175 -33.906
Lasten 17.545 10.062 10.957 2.052 5.202 45.818
16.183 16.183 10.034 10.034 4.061 116 212 20
2016 Baten 1.008 3.409 7.070 0 1.002 12.489
Saldo -16.537 -6.653 -3.887 -2.052 -4.200 -33.329
16.443 9.976 4.061 116 212 20
16.174 9.549
4.061 116 212 20
4.061 116 212 20
31.705 43.866 Onttr.
4.061 116 212 20 -171 1.243 90 -64 31.470 -1.318 Saldo
31.389 42.725 Onttr.
4.061 116 212 20 -173 1.167 90 -64 31.152 -1.746 Saldo
3
3
3
3
196 45.380
463 11 477 44.343
-130 -66 463 11 281 -1.037
215 44.686
463 4 470 43.195
-149 -66 463 4 255 -1.491
45.380
44.343
-1.037
44.686
43.195
-1.491
3 20 -85 -66 463 56 391 -825 -825
125 47.396
463 131 635 46.039
-60 -65 463 131 510 -1.357
151 46.201
463 56 542 45.376
47.396
46.039
-1.357
46.201
45.376
60 65
16.174 9.549
3 20
18 3 20
168 1.427 90 64 232 46.050 Toev.
16.355 9.608
32.345 44.834 Onttr.
18 3 20
64 235 47.271 Toev.
16.355 9.608
4.061 116 212 20 -168 1.427 90 -64 32.113 -1.216 Saldo
32.274 45.404 Onttr.
1.558 90
Saldo -16.210 -6.398 -3.849 -2.045 -4.396 -32.898
16.443 9.976
4.061 116 212 20 -171 1.558 90 -64 32.039 -1.867 Saldo
171
Saldo -16.235 -6.504 -3.853 -2.048 -4.148 -32.788
Bedragen x € 1.000 2018 Lasten Baten 17.218 1.008 9.770 3.372 9.799 5.950 2.045 0 5.402 1.006 44.234 11.336
2017 Baten 1.008 3.489 6.595 0 1.069 12.161
85 66
44
Lasten 17.243 9.993 10.448 2.048 5.217 44.949
171 1.243 90 64 235 45.184 Toev.
130 66
173 1.167 90 64 237 44.471 Toev.
149 66
DEEL 2 PARAGRAFEN
45
§ 2.1 Inleiding Evenals in de voorgaande jaren volgen hierna, conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de paragrafen bij de ‘Meerjarenbegroting 2015-2018’. Deze paragrafen handelen over een aantal belangrijke onderwerpen met betrekking tot de financiële functie, als een dwarsdoorsnede van de begroting, die binnen de verschillende programma’s terug te vinden is. De volgende paragrafen zijn opgenomen: Weerstandsvermogen en risicobeheersing De paragraaf bevat een berekening van de weerstandscapaciteit en een inschatting van de risico’s. Met weerstandscapaciteit wordt bedoeld: al die elementen, waarmee tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden. Het weerstandsvermogen is de weerstandscapaciteit in relatie tot de risico’s. Het geeft aan hoe robuust de begroting is. Onderhoud kapitaalgoederen Deze paragraaf gaat met name in op de onderhoudstoestand en de kosten van instandhouding van de wegen, bruggen, riolering, gebouwen en groene gebieden/stroken. Dit is van belang omdat de onderhoudskosten van kapitaalgoederen een substantieel deel van de begroting beslaan. Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering bestaat traditioneel uit de onderdelen personeel, informatisering, automatisering, communicatie, organisatie, financieel beheer (waaronder de administratieve organisatie en de interne controle) en huisvesting. Deze paragraaf geeft inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens omtrent de bedrijfsvoering. Het gaat daarbij om het uitvoeren van de programma’s in het programmaplan en om de continuïteit van de gemeente. Verbonden partijen Hier wordt inzicht gegeven in de relaties van de gemeente met derde rechtspersonen, waarin bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend en waarmee financiële belangen gemoeid zijn. Grondbeleid De hoofdlijnen van het te voeren grondbeleid komen in deze paragraaf aan de orde. Het geeft een stand van zaken in de lopende grondexploitaties en andere te ontwikkelen gebieden. Voor een actualisatie van de grondexploitaties wordt verwezen naar een separate nota. Treasuryparagraaf De treasuryparagraaf is sinds 2001 een verplicht onderdeel bij de begroting en het jaarverslag. Het doel is de uitvoering van de treasuryfunctie transparant te maken. De verplichte berekening van het EMU- saldo is in deze paragraaf ondergebracht. Lokale heffingen Het overzicht van lokale heffingen geeft inzicht in de tarieven van de gemeentelijke heffingen en belastingen. Ombuigingen Hierin wordt de status en achtergronden van de lopende en neiuwe taakstellingen weergegeven.
46
§ 2.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 1. Inleiding Conform het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en gemeenten (BBV art 9) is het verplicht in de begroting en jaarrekeningen de beleidslijnen vast te leggen met betrekking tot het Weerstandsvermogen. Het Weerstandsvermogen geeft een cijfermatig inzicht in de buffer die onze gemeente heeft om tegenvallers op te vangen. Hierbij worden de niet uit de jaarrekening danwel begroting blijkende risico’s vergeleken met onze niet-geoormerkte reserves. Het gaat hierbij om risico’s die niet zijn opgenomen in het inhoudelijke gedeelte van begroting en jaarrekening danwel niet zijn te ondervangen door bijvoorbeeld verzekeringen. Met niet geoormerkte reserves wordt bedoeld de reserves die kunnen worden ingezet voor acute tegenvallers. Zowel de weerstandscapaciteit als de risico inventarisatie zijn onderdelen die aan verandering onderhevig zijn. In de begroting en jaarrekening wordt dit geactualiseerd. Daarnaast geven gemeentelijke kengetallen een goede indruk over de financiële positie van onze gemeente en het weerstandsvermogen. In deze paragraaf wordt hier nader op ingegaan. 2. Relatie weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen Als basis voor de bepaling van het weerstandsvermogen geldt de nota Weerstandsvermogen. Hierin is onder andere bepaald dat de benodigde beschikbare weerstandscapaciteit in principe groter of gelijk moet zijn aan het bedrag aan risico’s. Figuur 1: Relatie weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen Risico’s
Benodigde weerstandscapaciteit
Beschikbare weerstandscapaciteit (Alg reserve, bestemmingsreserve, stille reserve, etc)
Weerstandsvermogen (verhouding tussen benodigd en beschikbaar)
3. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit wordt gevormd door de niet geoormerkte en dus vrij besteedbare reserves. Hierbij valt te denken aan de algemene reserve, de stille reserves, onbenutte capaciteit van onroerende zaak belasting, en de post onvoorzien (dekking voor onvoorziene begrotingsuitgaven). Sinds de begroting 2014 zoeken wij aansluiting bij de provinciale wijze van berekening van het weerstandsvermogen. De provincie maakt onderscheid in ‘weerstandscapaciteit vermogen’ (incidentele weerstandscapaciteit) waarbij de som van de algemene reserve, niet geoormerkte bestemmingsreserves wordt bepaald, en in ‘weerstandscapaciteit exploitatie’ (structurele weerstandscapaciteit) waarbij de som van het begrotingssaldo, het bedrag onvoorzien en de resterende belastingcapaciteit wordt vergeleken met de omzet. Onderstaand is de weerstandscapaciteit vermogen nader uitgewerkt. In vergelijking met eerdere jaren zijn nu ook de niet geoormerkte bestemmingsreserves toegevoegd aan deze weerstandscapaciteit. 47
Tabel 1. Opbouw weerstandscapaciteit vermogen begroting 2015 onderverdeling bedrag algemene reserve bestemmingsreserve stille reserve post onvoorzien
5.668.459 1.853.217 323.980 64.000
weerstandscapaciteit
7.909.656
Naast de Algemene reserve bestaat de weerstandscapaciteit uit de niet geoormerkte bestemmingsreserves, stille reserves, budget onvoorzien, en onbenutte capaciteit belastingen en heffingen. In vergelijking met voorgaande jaren zijn nu ook de niet geoormerkte bestemmingsreserves toegevoegd aan deze weerstandscapaciteit. Dit zorgt er voor dat het berekende bedrag aan weerstandsvermogen impliciet toeneemt2. Wij passen ons hierbij aan de wijze van berekening die de provincie toepast bij het bepalen van het weerstandsvermogen. Dit zorgt voor een betere vergelijking van gegevens met gemeenten in de regio. Het bedrag aan risico’s is ten opzichte van de jaarrekening verhoogd, dit betreft het verhoogde risico in het kader van de decentralisaties van rijkstaken, specifiek de AWBZ. Niet geoormerkte bestemmingsreserves Dit betreft bestemmingsreserves die door de raad zijn ingesteld met een specifieke bestemming maar waar nog geen concrete verplichting aan is gekoppeld. In theorie kan de raad deze reserve weer laten vervallen naar de algemene reserve. Deze bedragen worden meegenomen in de berekening van het weerstandsvermogen. Stille reserves Stille reserves worden gevormd door eigendommen (met name gronden en gebouwen) die een hogere marktwaarde (WOZ waarde) vertegenwoordigen dan in de balans als boekwaarde is opgenomen en dat het betreffende eigendom binnen een periode van 1 jaar geliquideerd kan worden zonder dat dit leidt tot ondermijning van de continuïteit van de uitvoering van de gemeentelijke taken. In 2013 en 2014 is aantal gemeentelijke panden en gronden verkocht. Dit heeft geleid tot een herwaardering van de post stille reserves. Tevens is een inschatting gemaakt van mogelijke te verkopen panden en opbrengsten. Voorzichtigheidshalve is hiervan 80% genomen (executiewaarde) voor de bepaling van de stille reserve. Deze overwaarde is bepaald op € 323.980.
Als tegenhanger van stille reserves staat de gemeente garant voor een aantal geldleningen (ruim 3,8 miljoen euro) en fungeren wij als achtervang via het WSW voor woningcorporaties (ruim 112 miljoen euro). Post onvoorzien Ter dekking van onvoorziene begrotingsuitgaven in de loop van het jaar is in de begroting als onderdeel van het overzicht Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien een budget onvoorzien opgenomen. In beginsel is dit € 64.000 per jaar.
2
Het totaalbedrag aan reserves blijft echter gelijk.
48
Onbenutte capaciteit OZB belastingen Onze gemeente heeft nog een bedrag aan onbenutte capaciteit OZB belastingen van € 891.000. De onbenutte belastingcapaciteit wordt meegenomen in de berekening van de weerstandscapaciteit exploitatie, zie hieronder. Onbenutte capaciteit heffingen In onze gemeente zijn de afvalstoffenheffing, reinigingsrecht en rioolheffing erop gericht om kostendekkend de voorzieningen te kunnen leveren aan de inwoners. De onbenutte capaciteit is dus nihil en wordt verder buiten beschouwing gelaten.
Weerstandscapaciteit exploitatie De structurele weerstandscapaciteit (exploitatie) wordt bepaald door de som van het begrotingssaldo, het bedrag onvoorzien en de resterende belastingcapaciteit wordt vergeleken met de omzet. Onderstaand is de weerstandscapaciteit vermogen nader uitgewerkt. Tabel 2. Weergave van de ontwikkeling van de weerstandscapaciteit exploitatie: begroting 2015 2013 Begrotingssaldo 0 0 Bedrag onvoorzien 64.000 64.000 Onbenutte belastingcapaciteit 891.000 891.000 Subtotaal 955.000 955.000 Omzet (exclusief decentralisaties 46.000.000 43.600.000 verhouding 2,08% 2,19%
2012 0 64.000 891.000 955.000 47.259.000 2,02%
4. Risico’s De relevante risico’s in het kader van het weerstandsvermogen zijn posten waarvoor (nog) geen dekking is aangewezen in begroting en waarvan de gevolgen indien die zich voordoen gedekt moeten worden uit het vermogen van de gemeente. Een risico is de kans (percentage) dat een bepaalde gebeurtenis zich voordoet vermenigvuldigd met het financiële effect (bedrag) van die gebeurtenis. Er wordt onderscheid gemaakt tussen reguliere en niet-reguliere risico’s en tussen incidentele en structurele risico’s. De reguliere risico’s zijn die zaken waarvoor in de begroting of via een verzekering dekking is voorzien. Niet reguliere risico’s zijn de zaken waarvoor (nog) geen dekking is aangewezen en waarvan de gevolgen gedekt moeten worden uit het vermogen van de gemeente. Incidentele risico’s zijn risico’s die als ze zich voordoen eenmalig van dekking voorzien moeten worden en die daarna geen invloed meer hebben op het vermogen of de begroting van de gemeente. Structurele risico’s hebben een langdurig effect op het vermogen of de begroting van de gemeente. Indien het structurele risico’s betreft wordt het risicobedrag over 4 begrotingsjaren gesaldeerd. De risico’s zijn onderverdeeld in een aantal categorieën. Het totaalbedrag aan risico’s bedraagt:
49
Tabel 3. Recapitulatie risicobedragen Onderverdeling Bedrag
Bedrag in € Mutatie ten opzichte van jaarrekening 2013
Uitvoering gemeentelijke taken
3.822.500
885.000
Rampen en Calamiteiten
1.200.000
0
Bedrijfsvoering en Financiën
540.000
0
Projecten en grondexploitaties
920.000
0
Bestuurlijke aangelegenheden
110.000
0
6.592.500
885.000
Totaal risico’s
De afgelopen periode is het risicobedrag van de gemeente met € 885.000 gestegen. Deze zijn geactualiseerd en in vrijwel alle gevallen hoger ingeschat dan een half jaar geleden.Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de risico’s vanuit de komende decentralisaties, specifiek de AWBZ heeft geleid tot een bijstelling van de risicobedragen. Tabel 4. Top5 van grootste risico’s Nr Soort risico 1 Decentralisatie AWBZ 2 Decentralisatie jeugdzorg 3 Grondexploitaties 4 Open einde regelingen 5 Onduidelijkheden algemene uitkering
Bedrag in € 1.320.000 880.000 870.000 520.000 350.000
Onderverdeling van risico’s in incidentele en structurele risico’s Een aantal risico’s is ingeschat als structureel (doorwerkend effect op de gemeentelijke begroting), een aantal risico’s als incidenteel. Als er sprake is van structurele risico’s wordt het risicobedrag vermenigvuldigd met factor 4 (aantal begrotingsjaren) om zo de structurele impact op de begroting weer te geven. Tabel 5. Onderverdeling van risico’s in structureel vs incidenteel Onderverdeling Bedrag in € Structureel
2.517.000
Incidenteel Totaal
4.075.000 6.592.000
Vergelijken we dit met de huidige weerstandscapaciteit dan is deze op dit moment incidenteel (reserves, slechts eenmaal inzetbaar), maar mochten we in de toekomst de onbenutte belastingcapaciteit hierin betrekken, dan levert dit een structurele component op. In tabel 8 wordt uitgebreid ingegaan op de specificatie van de geïnventariseerde risico’s
5. Bepaling van het Weerstandsvermogen Het berekende bedrag aan risico’s en derhalve aan benodigd weerstandsvermogen) is in ruime mate afgedekt door de berekende weerstandscapaciteit Een deel van de algemene reserve wordt vervolgens geoormerkt ter afdekking van de risico’s. Hiertoe wordt het zogenaamde 50
Reserve weerstandsvermogen berekend: Voor het weerstandsvermogen worden in eerste instantie de stille reserves, Niet geoormerkte bestemmingsreserves, de post onvoorzien en de door de provincie verplichte reserve van € 50 per inwoner (in totaal € 1.200.000) ingezet. Het restant bedrag is de Reserve weerstandsvermogen. Tabel 6. Opbouw weerstandsvermogen onderverdeling
bedrag
totaal benodigd bedrag aan risico's
6.592.500
bestemmingsreserve stille reserve post onvoorzien verplichte reserve provincie reserve weerstandsvermogen (sluitpost)
1.853.217 323.980 64.000 1.200.000 3.151.303
6. Algemene reserve Vrij aanwendbaar De algemene reserve is op zijn beurt weer opgebouwd uit drie onderdelen; de verplichte reserve, de reserve weerstandsvermogen en de algemene reserve vrij aanwendbaar. De algemene reserve vrij aanwendbaar geeft het werkelijke bedrag weer dat vrij mag worden aangewend voor gemeentelijke uitgaven en geeft derhalve de speelruimte weer. Tabel 7. Verdeling Algemene reserve onderverdeling
bedrag
verplichte reserve reserve weerstandsvermogen algemene reserve vrij aanwendbaar (sluitpost) totaal algemene reserve reserve vrij aanwendbaar incl beste reserve
1.200.000 3.151.303 1.317.156 5.668.459 3.170.373
Indien één van de onderdelen van het weerstandsvermogen wordt aangewend voor andere zaken, dient de reserve weerstandsvermogen navenant te worden verhoogd ten laste van de algemene reserve vrij aanwendbaar of een ander beschikbaar dekkingsmiddel.
Indicator De verhouding tussen risico’ en weerstandscapaciteit geeft een goede indicator van onze weerbaarheid. De capaciteit bedraagt 7,9 miljoen euro, het bedrag aan risico’s bedraagt 6,6 miljoen euro. Dit resulteert in een weerstandsvermogen van 119%. Onze weerstandscapaciteit blijft hiermee voldoende om de bestaande risico’s af te dekken. In het algemeen wordt een percentage boven de 100% als voldoende geacht. Wel is er een dalende trend waarneembaar ten opzichte van voorgaande meting, een half jaar geleden was dit percentage 132%.
51
7. Gemeentelijke kengetallen Stabiliteit: solvabiliteit De gemeentelijke solvabliteit (verhouding vreemd vermogen versus eigen vermogen) geeft een goed beeld van de financiële positie van onze gemeente.
Debt ratio (schulden/ balanstotaal
Norm <80%
2013 65
2012 66%
2011 65%
Onze debt ratio ligt nog ruim onder de gestelde norm. De indicator herfinanciering geeft aan welk deel van de leningen in een jaar moeten worden geherfinancierd. Bij een hoog percentage loopt de gemeente kans op stijgende financieringslasten in de exploitatie. Zie voor meer toelichting de paragraaf treasury.
Flexibiliteit: schuldenpositie: (bron; waarstaatjegemeente.nlcijfers per 31-12-2012, CBS) Gemiddeld Wijk bij grootte < 25.000 Provincie Landelijk Duurstede inwoner Netto schuld per inwoner 1.444 1.229 1.899 2.296 Bruto schuld per inwoner 1.614 1.745 2.341 2.725 Ontwikkeling van schulden in +667 +200 +800 +450 periode 2009-2012 per inwoner Netto schuld als deel van de 74 54 72 73 inkomsten Netto schuldquote gecorrigeerd voor 66 40 56 57 uitleenquote Onze schuldenpositie is de afgelopen jaren weliswaar opgelopen maar we bevinden ons nog steeds binnen een acceptabele marge.
8. Bijlage: Overzicht van geïnventariseerde risico’s Onderstaand een totaal overzicht van de geïnventariseerde risico’s. Risico’s van minder dan € 10.000 worden niet meegeteld in de berekening van het benodigde weerstandsvermogen. Deze risico’s worden vermeld zonder nadere specificatie. In het overzicht zijn de risico’s ingedeeld in de volgende categorieën: • Uitvoering gemeentelijke taken • Rampen en Calamiteiten • Bedrijfsvoering en Financiën • Projecten en grondexploitaties • Bestuurlijke aangelegenheden
52
53
50.000 520.000
50.000 520.000
0 0
210.000 100.000
210.000 100.000
0 0
10.000
10.000
0
10.000
10.000
0
25.000
25.000
0
58.000
58.000
0
mutatie
bedrag vorige periode
De kaart wordt regulier I Voor de Wmo en AWBZ) is S een bestemmingsreserve aanwezig Ontwikkeling organisatiekoers Bezuinigingstaakstelling organisatie project ingericht I S Outsourcing sportfaciliteiten; Gemeente blijft risicodrager ; Gemeente heeft een Het college is Raad van aantal sportfaciliteiten ondergebracht bij derden Toezicht van Stichting Wijksport; risico verminderd (Stichting Wijksport, Sp St Cothen, Sp St Langbroek); Gemeente is rechtsopvolger in Stichting Wijksport en bij Sp St Cothen Integriteit Morele aansprakelijkheid (imagoschade, ethische Het aspect integriteit is I verantwoordelijkheid ondergebracht in functioneringsgesprekken Het strict innen van I Onvoldoende handhaving leidt Bij evenementen tot kosten voor faciliteren borgsommen bij grote evenementen Onvoldoende handhaving Op bouwzaken en RO Handhavingsprobleem komt I echter vooral naar voren bij de kleinere zaken/projecten. De grotere zaken zijn in beeld; In 2012 inventarisatie buitengebied afgerond, risicoprofiel opgesteld Financiering huisvesting In theorie budgetneutraal, maar risico op Integraal Huisvestingsplan in de I onderwijs verschuift van taakverwaarlozing onderhoud scholen dat maak gemeente naar schoolbesturen vervolgens bij gemeente als rekening wordt gepresenteerd Beperkte invloed op begroting Betreft VRU, GGD MN, RHC, BSR, RID, Kadernota’s vragen voor en uitgaven bij RDWI, Recreatieschap, Welstand, ODRU begroting en doelstellingen gemeenschappelijke meegeven bij opstellen regelingen: begrotingen (0-lijn) GR ODRU Omgevingsdienst Regio Utrecht / RUD in Transitiekosten 2013 zijn I oprichting verwerkt in jaarrekening, verwachting voor 2014 zijn beperkt door strakkere sturing GR RID RID; budgetten staan voor enkele jaren vast Migratie van systemen loopt uit, I levert mogelijke frictiekosten op (verlenging van lopende contracten); Overdracht van harde kant gepland voor 2014 Decentralisatie Rijkstaken Er doen zich op tal van terreinen risico’s voor: Voor de drie organisatorisch, juridisch, imago, regionale decentralisatietrajecten is ten samenwerking, frictiekosten vanwege behoeve van de beheersing en doorlopende verplichtingen, uiteenlopen van sturing een programmastructuur vraag en aanbod (wachtlijsten), opleidingen en ingericht. ook financieel. Veel is er nog onzeker. Onderstaand is een uitwerking gemaakt van de financiële risico’s op basis van de meest recente informatie; Zowel onzekerheid over kosten van implementatie als het budget dat is gekoppeld aan de rijkstaken
risicobedrag begroting 2015
Bodemverontreiniging (Wmo,Leerlingenvervoer, bijstand, toekomstig AWBZ)
structureel vs incidenteel
beheersmaatregel
detailering
risico Gemeentelijke taken Milieu Financiën: open einde regelingen
0
12.500
12.500
0
25.000
25.000
0
Decentralisatie Rijkstaken Jeugdzorg
Decentralisatie Rijkstaken Participatie: Dit bevat het taakveld: WWB (gebundelde uitkering + participatiebudget (3,4 mln) en WSW (1,6 mln); ondergebracht bij RDWI (RSD + Biga)
Decentralisatie Rijkstaken Participatie
Decentralisatie Rijkstaken AWBZ, betreft nieuwe taak Begeleiding
Wmo
Onzekere belastingopbrengst
Betreft open einde regeling; geen ervaring aanwezig bij gemeente op dit terrein, onvoldoende zicht op clienten, bestedingen; Er is tevens sprake van frictiekosten (gemeente dient, in het kader van de continuïteit van de zorg) de lopende contracten over te nemen.
Budgetten zijn bekend (verhoogd ten opzichte van voorgaande periode: 5,5 miljoen voor 2015). De gemeeente wordt de komende jaren gekort oplopend tot 15%. Vraag is echter nog niet helder. Inmiddels wel inzicht in aantal clienten maar niet in de financiële vertaling daarvan Wij schatten het totale risico grofweg op 10% (gemiddeld oplopende korting), de kansinschatting is verlaagd van 50% naar 40% WWB: Door de ontschotting van het I-deel De gemeente is eigen binnen de GR-gemeenten wordt een evt. risicodrager voor het I-deel, tot overschot of tekort op het I-deel door alle maximaal 10% van het budget gemeenten gedragen. Hierdoor kan het tekort (3,1 mln): 310.000 euro. In de afnemen of in nadelig geval toenemen. begroting wordt een deel van dit risico al ondervangen als stelpost 50.000 euro. Het resterende deel (260.000 euro) blijft als risico intact. Tevens nieuwe doelgroep van aanvragen van mensen met beperking, voorheen vallend onder Wajong. Impact op budget nog niet helder. Regionale inschatting ongeveer 125 personen WSW: Het rijk voert een bezuiniging door op de plusminus 62 indicaties WSW-gelden; geleidelijk teruglopende uitkeringen per indicatie; van 26.000 naar 22.500. Baten lopen terug, lasten (vanwege lopende CAO-verplichtingen) blijven bij ongewijzigd beleid intact. Gemeentelijk budget is bij de meicirculaire (na al Lokaal is er wel een structuur een eerdere korting van 1,5 mln)) verlaagd tot aanwezig van WMO; De 2,7 miljoen. Derhalve een totale korting van 3,3 gemeente staat derhalve voor mln. Daarnaast betreft het voor de gemeente een de uitdaging deze te realiseren. nieuwe doelgroep, en zijn instellingen nog niet Er is nog geen adequate helder. De rijksbijdrage via het gemeentefonds is inschatting van de lasten.Door de verlaging van de budgetten is hoogstwaarschijnlijk niet toereikend terwijl het uitgangspunt is om de uitvoering ervan binnen het de kans op tekorten verhoogd beschikbare budget uit te voeren. De druk op de van 25% naar 40% Wmo, zijnde een open-eind regeling, kan toenemen. Betreft eveneens een open einde regeling, de Het risico is aanwezig dat de aangekondigde korting op budgetten werkelijke kosten voor de Huishoudelijke hulp Wmo vanaf 2015 bedragen gemeente deze korting niet 40%. Dit vergt aanpassing van beleid en aanpak. kunnen bijhouden. Huidige lasten zijn de laatste jaren binnen budget gebleven. Huidige besteding aan hulp in de huishouding ongeveer 1,2 miljoen, korting derhalve € 480.000. Echter gezien de ervaring met budgetten van de afgelopen jaren schatten is het risicobedrag verlaagd Invoering precariobelasting onzeker door mogelijke problemen bij de precarioheffing totaal Gemeentelijke taken
54
S
880.000
940.000
-60.000
S
260.000
260.000
0
S
217.000
217.000
0
I
1.320.000
375.000
945.000
I
75.000
75.000
0
I
50.000
50.000
0
3.822.500 2.937.500
885.000
mutatie
bedrag vorige periode
risicobedrag begroting 2015
structureel vs incidenteel
beheersmaatregel
detailering
risico Rampen en calamiteiten
Bedrijfsvoering (Informatie) beveiliging
Algemene Uitkering
Algemene Uitkering
BTW
Garantstellingen
Verlies van Informatie
In 2013 beveiligingsscan uitgevoerd, geen verhoogd risico; eind 2013 bestaande informatiebeveiligingsbeleid geactualiseerd; uitvoering DIGID audit in gang gezet Onduidelijkheid van rijksbeleid voor In de decembernota is een ontvangsten;Komende jaren herschikking van bedrag van 15 euro per gelden (verdeelsleutel) levert mogelijk fluctuaties inwoner (± € 350.000) in algemene uitkering opgenomen. Komende jaren herschikking van gelden (verdeelsleutel) levert mogelijk fluctuaties in algemene uitkering Onjuiste BTW aangiften/aanslagen Met de belastingdienst Is in 2014 een convenant gesloten over Horizontaal toezicht Betreft naast WSW achtervang (110 miljoen), Onze garanties nemen af, tevens directe garanties (4 miljoen); Risico op achtervang (WSW) neemt verplichtingen neemt, door de financiele crisis toe echter toe Totaal
55
bedrag vorige periode
mutatie
1.200.000 1.200.000 risicobedrag begroting 2015
I structureel vs incidenteel
beheersmaatregel
risico
detailering
Ramp Amsterdam Rijnkanaal en/of Rijn en Lek Ramp (brand/ontploffing) bij tankstation Extra kosten als gevolg van calamiteiten Schade Natuurgeweld Schade aan bomenbestand als gevolg van natuurverschijnselen Risico’s voor volksgezondheid Totaalbedrag
I
50.000
50.000
0
S
350.000
350.000
0
0
0
S
100.000
100.000
0
S
40.000
40.000
0
540.000
540.000
0
mutatie
bedrag vorige periode
risicobedrag begroting 2015
50.000
0
870.000
870.000
0
920.000
920.000
0
mutatie
structureel vs incidenteel
beheersmaatregel
detailering
risico
Totaal projecten
50.000
bedrag vorige periode
Onzekere woningmarkt met risico op dalende opbrengsten grondexploitaties
Betreft een actualisatie waarbij S geen grootschalige individuele wijzigingen worden opgenomen. Wel kunnen voor hele gebieden verruimingen optreden. Er kan weliswaar planschade ontstaan maar dit weegt dan niet op tegen het eigen voordeel dat de indiener heeft. Uit de actualisatie GREX komt I een risicobedrag van 3,3 mln euro (afgerond) naar voren (jaarrekening 2013), waarbij er voor 2,5 mln euro opgevangen kan worden in de Grex zelf. Voor twee grexen komt er bij een 'worst case scenario' een verlies uit, van tesamen € 934.000. Dit bedrag, minus een aanwezige reserve grondbedrijf van € 64.000 wordt als risicobedrag opgenomen.
risicobedrag begroting 2015
Grondexploitaties
structureel vs incidenteel
beheersmaatre gel
detailering
risico
Projecten en grondexploitatie Planschade huidige actualisatie van de bestemmingsplannen kan planschade opleveren, daarnaast bij projecten derden.
bestuur Wachtgelden
Verschuivingen binnen de raad Geen voorziening voor wachtgelden getroffen
Theoretisch 3 wethouders x 100k x 2 jaar = 600.000 a een kans van 15% Totaal bestuur
56
I I
20.000 90.000
20.000 90.000
0 0
110.000
110.000
0
§ 2.3. Onderhoud Kapitaalgoederen Inleiding De gemeente Wijk bij Duurstede heeft een groot deel van haar vermogen geïnvesteerd in voorzieningen voor haar inwoners, zoals wegen, verlichting, riolering, groen, speelplaatsen, straatmeubilair en gebouwen. Het onderhoud van deze zogenaamde ‘kapitaalgoederen’ is van cruciaal belang voor het functioneren van de gemeente op diverse gebieden. Ook voor de inwoners is de kwaliteit van hun leefomgeving van groot belang; teruglopende kwaliteit kan leiden tot kleine ergernissen, klachten of zelfs serieuze ongelukken. In 2004 heeft de gemeenteraad het gebouwenbeheersplan vastgesteld; derhalve maakt het geen deel uit van het Integrale Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR). Gezien de vele ontwikkellocaties wordt het plan jaarlijks geactualiseerd en ter besluitvorming aangeboden aan het college. Eind 2010 zijn zes beheerplannen vastgesteld en als zodanig verwoord in het IBOR (Integraal Beheerplan Openbare Ruimte). In januari 2014 is het IBOR uitgebreid met het beheerplan duikers, beschoeiingen en stuwen. Sinds 2011 is op basis hiervan gewerkt met concrete onderhoudsjaarplannen. De werkwijze van het team Wijkbeheer is aangepast om een maximaal resultaat binnen de beperkte middelen te kunnen behalen. Op deze wijze wordt gestuurd op kwaliteit, inhoud en beschikbare middelen. Inmiddels zijn er sinds de start van het IBOR in 2011 diverse bezuinigingen doorgevoerd (omvormingen en aanpassen werkwijzen) en zijn er areaaluitbreidingen toegevoegd (nieuwe woonwijken). Naar verwachting wordt in oktober/november 2014 het nieuwe IBOR 2015-2018 vastgesteld op basis waarvan de nieuwe jaarplannen 2015 opgesteld kunnen worden. Het IBOR gaat nog niet in op detailniveau van het onderhoud, maar is opgesteld op het zogenaamde netwerkniveau; er wordt inzicht verkregen in de benodigde middelen over een periode van 4 jaar (2015 t/m 2018), uitgaande van het minimale onderhoudsniveau waarbij de veiligheid nog wel wordt gegarandeerd. Op basis van het Integrale Beheerplan worden de jaarplannen opgesteld. In deze jaarplannen worden de onderhoudswerken gedetailleerd beschreven, die in de begrotingsjaren zullen worden uitgevoerd met het ter beschikking staande budget. Afhankelijk van het soort onderhoud wordt ook de keuze gemaakt in de wijze van dekking van de kosten. In hoofdlijnen kan het onderhoud in de volgende soorten gesplitst worden: Groot, Dagelijks en Serviceonderhoud (dekking via voorziening IBOR); Nieuwe investeringen (voorzieningen, bestemmingsreserves, activering) en kapitaallasten te dekken via de exploitatie. Dit betekent dat voor deze (nieuwe) investeringen nog geen financiële middelen beschikbaar zijn en dat deze investeringen steeds ter besluitvorming aandienen te worden voorgelegd alsof sprake is van een vorm van nieuw beleid. Deze investeringsprojecten voor de periode 20152018 zijn inmiddels aangevraagd en toegekend in de kadernota 2014. Deze investeringsprojecten zijn onlosmakelijk verbonden met de beheerplannen. Indien deze investeringsprojecten niet worden uitgevoerd betekent dit dat de beheerplannen deels niet gehaald kunnen worden en/of de veiligheid mogelijk in het geding kan komen.
57
In tabel 1 vindt u de verschillende kapitaalgoederen waarover in deze paragraaf wordt gerapporteerd en het jaar van vaststelling van het betreffende beheerplan. Op de volgende pagina’s worden de diverse kapitaalgoederen één voor één uitgelicht. Hierbij worden diverse onderwerpen nader toegelicht, waaronder de invloed op de begroting en de uit te voeren werken in 2015. Tabel 1. Overzicht beheerplannen tot en met 2014 Kapitaalgoederen Beheerplan Jaar van vaststelling Wegen Wegen 2014* Gebouwen Gebouwen 2004 Verkeer Straatmeubilair, borden e.d. 2014* Kunstwerken Bruggen en viaducten 2014* Riolering Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP IV) 2013 Watergangen Watergangen 2014* Verlichting Lantaarnpalen e.d. 2014* Groen Openbaar groen 2014* Beschoeiingen, Waterbouwkundige constructies 2014* Duikers en stuwen *Op moment van schrijven nog niet vastgesteld. Verwachting oktober/november 2014.
58
Wegen Naam beheerplan Beheerplan Wegen Jaar vaststelling 2014 Naam voorziening IBOR Onderhoud Wegen Actualisatie plan Jaarlijks dmv jaarplan Te onderhouden kapitaalgoederen : Rijbanen, fietspaden, voetpaden, pleinen en woonerven, parkeerstroken, overige stroken Doel: Het beheerplan geeft inzicht in de actuele kwaliteit en de benodigde budgetten voor het uitvoeren van het onderhoud aan het wegennet om het vastgestelde kwaliteitsniveau Sober te bereiken/handhaven. Beleidskader: Het Beheerplan Wegen geeft de kaders aan waarbinnen de onderhoud- en renovatieplannen worden vervaardigd. Het beheerplan Wegen maakt onderdeel uit van het (op moment van schrijven nog niet vastgestelde) Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015 – 2018. Voorafgaand aan het uitvoeringsjaar wordt een gedetailleerde jaarplanning Wegen 2015 opgesteld en integraal met de andere beheeronderdelen ter vaststelling aan het college aangeboden. In 2014 zijn de weginspecties uitgevoerd op basis waarvan het nieuwe IBOR (2015 t/m 2018) wegen is opgesteld. Het beleidskader wordt bepaald door enkele wetten, t.w. Wegenwet, Wet Herverdeling Wegenbeheer, Burgerlijk Wetboek, Wet Milieubeheer. Er is ook een relatie met andere beleidsterreinen zoals riolering, verkeersveiligheid, groen, milieu, sociale veiligheid en activabeleid. Financiële situatie 2015: In het kader van het IBOR is een voorziening 8610040 gevormd. Deze voorziening wordt gevuld door de budgetten van alle grootboeknummers (6-nummers) de kostensoorten groot onderhoud, dagelijks onderhoud, inspecties en werkzaamheden derden over te boeken naar de voorziening. In de voorziening zijn vervolgens kostensoorten per beheerdiscipline gevormd. Vanuit deze kostensoorten binnen de voorziening worden alle onderhoudskosten, beschreven in de beheerplannen, bekostigd. Investeringskosten, kapitaalslasten (rente en afschrijven) en belastingen maken geen onderdeel uit van de voorziening IBOR. Voor wegen zijn in de kadernota 2014 de volgende investeringsprojecten in 2015 aangevraagd en toegekend: - Bermverlagingen (grond afroven) tweede jaar van een vierjarig project. - Wegreconstructie 3 Rotondes Geerweg/Romeinenbaan. - Wegreconstructie Geerweg - Wegreconstructie Romeinenbaan De kapitaallasten zijn de afschrijvingen en rentelasten voor diverse reconstructie- en aanpassingswerkzaamheden van wegen en verkeerssituaties binnen de gemeente. De huidige stand van de voorzieningen en de begrote toevoegingen vanuit de 6-posten zijn voldoende om de onderhoudswerkzaamheden 2015 voor wegen en verkeerssituaties uit het beheerplan 2015-2018 uit te kunnen voeren, waarbij geen rekening is gehouden met eventuele bezuinigingen uit de ombuigingen 2014. Indien deze investeringsprojecten niet worden uitgevoerd betekent dit dat de beheerplannen deels niet gehaald kunnen worden en/of de veiligheid mogelijk in het geding kan komen. Een ander aandachtspunt is dat er op dit moment elke 4 jaar investeringsprojecten worden aangevraagd. Deze projecten hebben dus een planhorizon van 4 jaar. Uit de uitgevoerde weginspectie blijkt tevens dat er na 2020 grote investeringsprojecten noodzakelijk zijn om (met name) de asfaltwegen te reconstrueren. Door het sobere onderhoud verslechteren de wegen mogelijk sneller dan verwacht. Op dit moment wordt hier niet voor gespaard. Geadviseerd wordt om hiervoor een voorziening in te stellen om hierop tijdig te kunnen te anticiperen.(zie ook bruggen) 59
Begroting Wegen Lasten Werkelijk 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Belastingen 13.555 24.000 24.000 Verzekeringen 0 103 103 Onderhoud programmatuur 2.088 1.800 1.800 Toevoeging aan voorzieningen 576.589 601.226 597.226 Groot onderhoud uit voorziening 283.049 Dagelijks onderhoud uit voorziening 225.445 Service onderhoud uit voorziening 117.856 Inspecties en onderzoeken uit voorziening 4.375 IBOR wegen 7.200 Kapitaallasten, rente 90.398 79.048 75.172 Kapitaallasten, afschrijving 158.778 169.974 173.619 Doorberekening SBP 249 0 Doorberekening Bedrijfsvoering 1.167 2.727 Doorberekening PMB 392 Doorberekening Beheer 224.014 282.399 305.773 Doorberekening Beheer Buitendienst 28.254 43.207 33.169 Baten Opbrengst vergunningen en rechten 23.036 45.000 45.000 Overige inkomsten/ontvangsten 3.526 11.000 11.000 Schadevergoeding verzekering 6.483 0 0 Verkoop grond en terreinen 24.750
Toelichting op Voorziening IBOR, onderdeel Wegen voor 2015. Wegen * Toevoeging uit wegen aan Voorziening IBOR € 597.226 Onderverdeling binnen voorziening IBOR indicatief (def. na jaarplan 2015 vaststellen) Wegen Groot onderhoud € 244.726 Wegen Dagelijks onderhoud € 220.000 Wegen Service onderhoud € 125.000 Wegen Inspecties en onderzoeken € 7.500 Toelichting op soort werkzaamheden. Groot onderhoud Incidentele werkzaamheden zoals: Grote herstraatwerkzaamheden, asfaltoverlagingen, bakfrezen, scheuren dichten en aanbrengen van slijtlagen. Dagelijks onderhoud Periodieke werkzaamheden zoals: vegen, onkruidbestrijding, kleine reparaties als gevolg van slijtage en gebruik. Service onderhoud Niet te plannen werkzaamheden zoals: Plaatselijke verzakkingen, schades, klachten en meldingen, calamiteiten. Inspecties en onderzoeken Weginspecties ten behoeve van planning onderhoudswerk en investering, funderingsproblemenonderzoek, draagkrachtonderzoeken e.d.
60
Toelichting op stand van zaken 2014 Op moment van schrijven zijn de voorbereidingen opgestart voor het tweede deel van het bermonderhoudsplan en het herstel van de Broekweg. Het voornemen is dat het bermonderhoud ofwel in het najaar 2014 ofwel in het voorjaar 2015 (afhankelijk van de weersomstandigheden) wordt uitgevoerd. Toelichting op Planning 2015 Groot onderhoud aan elementverhardingen en asfaltwegen, zoals bakfrezen, Gepland onderhoud voor scheuren dichten en slijtlagen aanbrengen of overlagingen. Worden nader bepaald in het jaarplan 2015. 2015 Dagelijks onderhoud; Herstraatwerkzaamheden kleine elementverhardingen; waar mogelijk de gebieden waar glasvezel is aangebracht meenemen. Serviceonderhoud: Opheffen van onveilige situaties, herstellen van calamiteiten en afhandeling van klachten en verzoeken. Naast de reguliere onderhoudswerkzaamheden zullen ook de noodzakelijke Overige werkzaamheden investeringsprojecten voor deze periode worden vastgesteld en separaat worden aangeboden aan de Gemeenteraad. - Bermverlagingen (grond afroven) tweede jaar van een vierjarig project. - Wegreconstructie 3 Rotondes Geerweg/Romeinenbaan. - Wegreconstructie Geerweg - Wegreconstructie Romeinenbaan - Gooijerdijk (deels) - Dorpstraat/Langbroekseweg Cothen.
61
Bruggen / Kunstwerken Naam beheerplan
Beheerplan kunstwerken
Jaar vaststelling
Naam voorziening IBOR Onderhoud Kunstwerken Actualisatie plan
2014 Jaarlijks (dmv jaarplan)
Te onderhouden kapitaalgoederen: Alle gemeentelijke verkeers-, fiets- en voetgangersbruggen (48 stuks) en 1 viaduct. Doel: Het beheerplan bruggen geeft inzicht in de actuele kwaliteit en de benodigde budgetten voor het uitvoeren van het onderhoud aan alle gemeentelijke bruggen en viaduct om het vastgestelde kwaliteitsniveau Sober te bereiken/handhaven. Beleidskader: Het Beheerplan Bruggen geeft de kaders aan waarbinnen de onderhoud- en renovatieplannen worden vervaardigd. Het beheerplan Bruggen maakt onderdeel uit van het (op moment van schrijven nog niet vastgestelde) Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015 – 2018. Voorafgaand aan het uitvoeringsjaar wordt een gedetailleerde jaarplanning Bruggen 2015 opgesteld en integraal met de andere beheeronderdelen ter vaststelling aan het college aangeboden. In 2014 zijn de bruginspecties uitgevoerd op basis waarvan het nieuwe IBOR (2015 t/m 2018) bruggen wordt opgesteld. Het beleidskader wordt bepaald door enkele wetten, t.w. Wegenwet, Wet Herverdeling Wegenbeheer, Burgerlijk Wetboek, Wet Milieubeheer. Er is ook een relatie met andere beleidsterreinen zoals riolering, verkeersveiligheid, groen, milieu, sociale veiligheid en activabeleid. Financiële situatie in 2015: In het kader van het IBOR is een voorziening 8610040 gevormd. Deze voorziening wordt gevuld door de budgetten van alle grootboeknummers (6-nummers) de kostensoorten groot onderhoud, dagelijks onderhoud, inspecties over te boeken naar de voorziening. In de voorziening zijn vervolgens kostensoorten per beheerdiscipline gevormd. Vanuit deze kostensoorten binnen de voorziening worden alle onderhoudskosten, beschreven in de beheerplannen, bekostigd. Investeringskosten, kapitaalslasten (rente en afschrijven) en belastingen maken geen onderdeel uit van de voorziening IBOR. Voor bruggen zijn er in 2014 geen nieuwe investeringen gepland. De kapitaallasten zijn de afschrijvingen en rentelasten voor diverse reconstructie- en aanpassingwerkzaamheden aan bruggen binnen de gemeente. De huidige stand van de voorzieningen en de begrote toevoegingen vanuit de 6-posten zijn voldoende om de onderhoudswerkzaamheden 2015 voor bruggen uit het beheerplan 2015-2018 uit te kunnen voeren, waarbij geen rekening is gehouden met eventuele bezuinigingen uit de ombuigingen 2014. Indien deze investeringsprojecten niet worden uitgevoerd betekent dit dat de beheerplannen deels niet gehaald kunnen worden en/of de veiligheid mogelijk in het geding kan komen. Een ander aandachtspunt is dat er op dit moment elke 4 jaar investeringsprojecten worden aangevraagd. Deze projecten hebben dus een planhorizon van 4 jaar. Uit de uitgevoerde bruginspectie blijkt tevens dat er na 2020 grote investeringsprojecten noodzakelijk zijn om (met name) de asfaltwegen en bruggen te reconstrueren. Door het sobere onderhoud verslechteren de bruggen mogelijk sneller dan verwacht. Op dit moment wordt hier niet voor gespaard. Geadviseerd wordt om hiervoor een voorziening in te stellen om hierop tijdig te kunnen te anticiperen.(zie ook wegen) 62
Tot slot is een aandachtspunt het Viaduct Molenvliet. Op dit moment is het viaduct in goede staat (zeker na onderhoud dat eind 2012 is uitgevoerd). Echter is de verwachting dat in de periode 2020-2025 groot onderhoud uitgevoerd moet worden aan dit viaduct (voegconstructie vervangen, brugdek renovatie , vervanging leuningwerk en geleiderail. Een hele grove inschatting voor dit groot onderhoud bedraagt circa € 250.000. (het tienvoudige van het huidig jaarbudget). Complete vervanging van dit viaduct staat gepland voor 2050, waarbij de huidige inschatting € 3.500.000 bedraagt. Gezien de huidige werkwijze (investeringskosten los van beheerplannen aanvragen) is het wellicht verstandig om hiervoor ook reeds te gaan sparen. Indien de huidige werkwijze wordt aangehouden zal er rond 2050 een investeringsbedrag van 3.5 miljoen in de kadernota worden aangevraagd.
Begroting Bruggen Werkelijk 2013 Lasten Kapitaallasten, rente Kapitaallasten, afschrijving Doorberekening Beheer Doorberekening beheer buitendienst Toevoeging aan voorzieningen
19.212 18.892 15.405 4.155 27.500
Begroting 2014 18.571 20.559 27.462 3.142 35.800
Begroting 2015 17.530 20.558 39.487 4.995 24.100
Toelichting op Voorziening IBOR, onderdeel Bruggen voor 2015. Bruggen * Toevoeging uit bruggen aan Voorziening IBOR € 24.100 Onderverdeling binnen voorziening IBOR (indicatief, def. na jaarplan 2015) Groot onderhoud € 16.000 Dagelijks onderhoud € 3.000 Inspecties en onderzoeken € 5.100 Toelichting op soort werkzaamheden. Groot onderhoud Incidentele werkzaamheden zoals: Vervangen brugdekken of leuningen, herstellen landhoofden Dagelijks onderhoud Kleine reparaties als gevolg van slijtage en gebruik, schades, klachten en meldingen, calamiteiten Inspecties en Periodieke inspecties ten behoeve van planning onderhoudswerk. onderzoeken Toelichting op Planning 2015. Groot onderhoud aan met name houten brugdekken en leuningen van Gepland onderhoud voor diverse bruggen, het herstellen van metselwerk aan bruggen in het buitengebied, het plaatselijk vervangen van beschoeiingen onder bruggen 2014 en verbeteren hemelwaterafvoer. Dagelijks onderhoud; Herstellen van plaatselijke schades en calamiteiten. Inspectie: Uitvoering van periodieke visuele inspecties en waar nodig aanvullende inspecties ten behoeven van jaarplannen, onderhoudswerk en IBOR-tweede termijn. Investeringsprojecten: Overige - Vervangen houten brug in stadspark Wijk bij Duurstede. werkzaamheden 63
Verkeer- en straatmeubilair. Beheerplan VerkeerNaam Jaar vaststelling 2014 beheerplan en straatmeubilair Naam Actualisatie Onderhoud Verkeer Jaarlijks (dmv jaarplan) voorziening plan Te onderhouden kapitaalgoederen: Alle gemeentelijke verkeersborden, verbods- en gebodsborden, straatnaamborden, (ANWB)-bewegwijzering en straatmeubilair. Doel: Het beheerplan Verkeer geeft inzicht in de actuele kwaliteit en de benodigde budgetten voor het uitvoeren van het onderhoud het verkeer en straatmeubilair om het vastgestelde kwaliteitsniveau Sober te bereiken/handhaven. Beleidskader: Het Beheerplan Verkeer geeft de kaders aan waarbinnen de onderhoud- en renovatieplannen worden vervaardigd. Het beheerplan Verkeer maakt onderdeel uit van het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015–2018. Voorafgaand aan het uitvoeringsjaar wordt een gedetailleerde jaarplanning Verkeer- en straatmeubilair opgesteld en integraal met de andere beheeronderdelen ter vaststelling aan het college aangeboden. Het beleidskader wordt verder bepaald door enkele wetten, t.w. Wegenwet, Wegenverkeerswet 1994, Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, Burgerlijk Wetboek, Algemene Plaatselijke Verordening. Er is ook een relatie met andere beleidsterreinen zoals wegen, bruggen, riolering, verkeersveiligheid, groen, spelen, milieu, sociale veiligheid, handhaving en evenementen . Financiële situatie in 2015: In het kader van het IBOR is een voorziening 8610040 gevormd. Deze voorziening wordt gevuld door de budgetten van alle grootboeknummers (6-nummers) de kostensoorten groot onderhoud, dagelijks onderhoud, inspecties over te boeken naar de voorziening. In de voorziening zijn vervolgens kostensoorten per beheerdiscipline gevormd. Vanuit deze kostensoorten binnen de voorziening worden alle onderhoudskosten, beschreven in de beheerplannen, bekostigd. Investeringskosten, kapitaalslasten (rente en afschrijven) en belastingen maken geen onderdeel uit van de voorziening IBOR. Voor verkeer- en straatmeubilair zijn er in 2015 geen nieuwe investeringen gepland. De kapitaallasten zijn de afschrijvingen en rentelasten voor diverse reconstructie- en aanpassingwerkzaamheden aan verkeer- en straatmeubilair binnen de gemeente. De huidige stand van de voorzieningen en de begrote toevoegingen vanuit de 6-posten zijn voldoende om de onderhoudswerkzaamheden 2015 voor verkeer uit het beheerplan 20152018 uit te kunnen voeren, waarbij geen rekening is gehouden met eventuele bezuinigingen uit de ombuigingen 2014.
64
Begroting Verkeer- en straatmeubilair: Werkelijk 2013 Begroting 2014 Lasten Nieuwe verkeersmaatregelen 13.590 10.000 Bevordering verkeersveiligheid 1.704 2.500 Kapitaallasten, rente 2.411 1.974 Kapitaallasten, afschrijving 7.322 7.628 Doorberekening Beheer 117.366 105.026 Doorberekening beheer buitendienst 113.196 95.449 Doorberekening SBP 103.262 95.299 Doorberekening PMB 637 0 Toevoeging aan voorzieningen 51.793 55.291
Begroting 2015 15.000 2.500 1.605 7.949 112.011 97.244 87.894 540 61.291
Toelichting op Voorziening IBOR, onderdeel Verkeer en straatmeubilair voor 2015. Verkeer en straatmeubilair Toevoeging uit Verkeersmaatregelen aan € 61.291 Voorziening IBOR Onderverdeling binnen voorziening IBOR (indicatief, def. na jaarplan 2015) Groot onderhoud € 21.666 Service onderhoud € 2.575 Dagelijks onderhoud € 28.550 Inspecties en onderzoeken € 8.500 Toelichting op soort werkzaamheden. Groot onderhoud Incidentele werkzaamheden zoals: Vervangen bebording en palen, straatmeubilair zoals hekwerken, palen e.d. , (ANWB)bewegwijzering Serviceonderhoud Werkzaamheden als gevolg van verzoeken, klachten en meldingen. Dagelijks onderhoud Kleine reparaties als gevolg van slijtage en gebruik, schades, calamiteiten Inspecties en Periodieke inspecties ten behoeve van planning onderhoudswerk. onderzoeken
65
Toelichting op Planning 2015. Gepland onderhoud voor 2015
Overige werkzaamheden
Groot onderhoud aan diverse ANWB-bewegwijzeringsborden volgens regulier schema, vervangen van straatnaamborden volgens de meest recente normen in diverse woonwijken in de kernen Cothen, Langbroek en Wijk bij Duurstede. Daarnaast wordt er gecontinueerd met het verwijderen van overbodige verkeersborden en zitmeubels/afvalbakken indien openbare speelterreinen worden verwijderd. Jaarlijks worden er in het laatste kwartaal bermreflectorpalen vervangen in de gehele gemeente. Bij grote reconstructies of herstructureringsprojecten wordt onderzocht of het reguliere werk mee kan liften (werk-met-werk maken) Dagelijks onderhoud; Herstellen van plaatselijke schades en calamiteiten. Niet inplanbaar Serviceonderhoud: Werkzaamheden als gevolg van verzoeken, klachten en meldingen. Niet inplanbaar Inspectie: Uitvoering van periodieke visuele inspecties en waar nodig aanvullende inspecties ten behoeve van jaarplannen, onderhoudswerk en IBOR-tweede termijn. Er zijn geen investeringsprojecten.
Riolering Naam beheerplan Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) IV Jaar vaststelling 2013 Naam voorziening Riolering/GRP IV Actualisatie plan Jaarlijks Te onderhouden kapitaalgoederen: Het gehele gemeentelijk rioolstelsel, inclusief bergbezink- en overstortvoorzieningen en de drukriolering, inclusief alle pompgemalen en bijbehorende zaken. Doel: Het beleid- en gedeeltelijke beheerplan geeft inzicht in de noodzakelijke onderhoud- en nieuwbouwwerkzaamheden en daartoe benodigde budgetten over de planperiode. Tevens wordt het gemeentelijk rioleringsplan gebruikt voor de bepaling van de hoogte van het rioolrecht. In het GRP IV is een lijst van investeringen opgenomen, die noodzakelijk zijn om de riolering in de gemeente op het vereiste niveau te brengen. Deze lijst bevat investeringen voor vervanging, verbetering en aanleg/uitbreiding. Beleidskader: Het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) is een beleid- en beheerrapportage ineen, die uitmondt in gedetailleerde werkplannen. De wettelijke vereisten, ook van de zijde van het hoogheemraadschap en de provincie, zijn hierin verwerkt. Het Gemeentelijk Rioleringsplan IV en het IBOR plan 2015-2018 zijn onderling op elkaar afgestemd. Financiële situatie in 2014: Op 19 november 2013 is het nieuwe GRP IV (2014-2018) vastgesteld. In dit GRP is een structurele bezuiniging van € 30 per aansluiting op het kostendekkend tarief opgenomen. Dit is gerealiseerd door het ambitieniveau in het plan te verlagen. Aan de hand van het GRP IV is berekend dat de rioolrechten tot en met 2027 jaarlijks met 2% verhoogd moeten worden om een kostendekkend niveau te bereiken. De kosten voor het onderhoud en verbetering aan de riolering worden in de exploitatiebegroting en –rekening opgenomen. Gaandeweg de uitvoering van het GRP IV worden de werken die gerealiseerd zijn geactiveerd, en de kapitaallasten opgenomen in de exploitatie. Het verschil tussen de lasten op de exploitatie en de baten uit de rioolrechten wordt toegevoegd, dan wel onttrokken, aan de voorziening riolering/GRP IV. 66
Begroting Riolering: Werkelijk 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Lasten Elektriciteitsverbruik Bijdragen aan derden Belastingen Waterverbruik Verzekeringen Telefoonkosten Beheerssysteem Groot onderhoud Overige uitgaven Dagelijks onderhoud Kostentoerekening aan heffingen Toevoeging aan voorzieningen Kapitaallasten, rente Kapitaallasten, afschrijving Doorberekening PMB Doorberekening dienstverlening Doorberekening Beheer buitendienst Doorberekening Beheer Doorberekening bedrijfsvoering Baten Opbrengst rioolrechten Verloop voorziening Riolering: Beginsaldo 2015 Onttrekkingen: Toevoegingen: Eindsaldo 2015
58.414 1.634 7 145 2.153 12.670 20.243 107.380 96.164 100.044 154.000 272.626 380.533 268.266 1.226 1.075 81.220 140.143 55.841
45.250 1.100 40 90 1.500 10.200 25.000 123.606 119.532 147.927 154.000 420.155 404.352 291.198 0 0 45.172 127.862 38.124
45.250 1.100 40 90 1.500 10.200 25.000 123.606 123.562 147.927 154.000 359.623 396.675 315.677 0 0 58.221 153.184 92.039
1.959.806
2.095.718
2.153.444
3.569.537 0 358.423 3.927.960
67
Omschrijving Riolering, Beleid Beheerssysteem Overige uitgaven
Riolering, Rioleringstelsel Bijdrage aan derden belastingen Verzekeringen Groot Onderhoud Dagelijks Onderhoud
Overige uitgaven, doorbelasting Vegen Pompen en gemalen Elektriciteitsverbruik Waterverbruik Telefoonkosten Groot Onderhoud Dagelijks Onderhoud TOTAAL
Bedrag
Onderverdeling/extra info
Bedrag
30.000 Automatiseringskosten DG-Dialog en WION Bijhouden mutaties e.d. 30.000 Hydr. berekeningen Klein onderzoek Beoordelen inspecties Onderzoek foutieve aansl. Meetkosten overstorten Diversen
8.000 22.000 2.500 4.000 5.000 3.000 10.500 5.000
1.100 40 1.500 42.624 85.000
25.000
Bijdrage Rioned e.d. Diverse belastingen Verzekering vijzelgemaal Reinigen en inspecteren van hoofdriolering Repareren riolen
Reinigen van de kolken Ontstoppen huisaansl. Veegwerkzaamheden 154.000 Wordt direct doorbelast naar Straatreiniging
45.250 90 10.200 80.000
Elektriciteit gemalen Water vijzelgemaal Telefoonkosten gemalen Jaarlijks onderhoud gemalen incl. revisie en vervanging pompen 52.200 Klein onderhoud gemalen € 532.004
68
30.000 25.000 5.000
Toelichting op stand van zaken 2014. Het project vervangen en afkoppelen riolering Margrietlaan, Marijkelaan zijn in voorbereiding voor uitvoering in 2015. Toelichting op Planning 2015. Onderhoudsprojecten Diverse grote onderhoudsprojecten waaronder Gepland onderhoud voor vervanging en afkoppeling Langbroek (Marijkelaan, Margrietlaan, Beatrixlaan), Vervangen en afkoppelen icm Watergang De Engk. 2015 Voorafgaand aan het uitvoeringsjaar wordt een gedetailleerde Jaarplanning Riolering opgesteld en integraal met de andere beheeronderdelen ter vaststelling aan het college aangeboden. Regulier onderhoud; Kolkenbestek (reinigen kolkputjes), pompen gemalen bestek, ontstoppen huisaansluitingen. Inspectie: Wijksgewijse inspectie tbv reiniging riolering. (de Horden en Noordenwaard) Voorbereidingen Aanpassing Werkwijze: Om nog integraler te gaan werken zal worden gekeken om de planning voor 2014 op wijkniveau te gaan opstellen. Dit houdt in dat er samen met de andere IBOR beheerdisciplines en riolering gekeken welke wijk(en) in de gemeente de meeste aandacht nodig heeft/hebben. Gezamenlijk kan er een wijkonderhoudsplan voor alle beheerdisciplines worden opgesteld voor deze wijk(en). Hierdoor ontstaat besparing op voorbereidingskosten, toezicht- en directievoeringuren en verminderd de overlast voor burgers. Elke wijk komt dan gemiddeld 1x in de 10 jaar aan de beurt voor een groot onderhoudswerk.
69
Openbare verlichting Naam beheerplan
Beheerplan Openbare verlichting
Jaar vaststelling
2014
Naam voorziening
IBOR Openbare verlichting
Actualisatie plan
Jaarlijks (dmv jaarplan)
Te onderhouden kapitaalgoederen: Alle gemeentelijke openbare verlichting Doel: Het beheerplan Openbare Verlichting geeft inzicht in de actuele kwaliteit en de benodigde budgetten voor het uitvoeren van het onderhoud aan alle gemeentelijke verlichting om het vastgestelde kwaliteitsniveau Sober te bereiken/handhaven en om de sociale veiligheid en verkeersveiligheid te handhaven. Beleidskader: Het Beheerplan openbare verlichting (verder OVL) geeft de kaders aan waarbinnen de onderhoud- en renovatieplannen worden vervaardigd. Het beheerplan OVL maakt onderdeel uit van het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015–2018. Voorafgaand aan het uitvoeringsjaar wordt een gedetailleerde jaarplanning OVL opgesteld en integraal met de andere beheeronderdelen ter vaststelling aan het college aangeboden. Het beleidskader wordt verder bepaald door enkele wetten, t.w. Wegenwet, Wet Milieubeheer. Er is ook een relatie met andere beleidsterreinen zoals wegen, kabels en leidingen, verkeersveiligheid, milieu, sociale veiligheid. Financiële situatie in 2015: In het kader van het IBOR is een voorziening 8610040 gevormd. Deze voorziening wordt gevuld door de budgetten van alle grootboeknummers (6-nummers) de kostensoorten groot onderhoud, dagelijks onderhoud, inspecties over te boeken naar de voorziening. In de voorziening zijn vervolgens kostensoorten per beheerdiscipline gevormd. Vanuit deze kostensoorten binnen de voorziening worden alle onderhoudskosten, beschreven in de beheerplannen, bekostigd. Investeringskosten, kapitaalslasten (rente en afschrijven) en belastingen maken geen onderdeel uit van de voorziening IBOR. Voor OVL zijn er in 2015 geen nieuwe investeringen gepland. Wel wordt binnen de exploitatiekosten de verlichting in Cothen en Langbroek vervangen door LED-lampen (Betreft vervanging van oud materiaal binnen lease-contract Citytec), echter is dit stilgelegd in afwachting van het onderzoek naar een mogelijke opzegging van het leasecontract waarbij de gemeente de lichtmasten weer overneemt en (evt. in een GR) het onderhoud zelf gaat doen. . De huidige stand van de voorzieningen en de begrote toevoegingen vanuit de 6-posten is voldoende om de onderhoudswerkzaamheden en energiekosten voor OVL uit het beheerplan 2015-2018 uit te kunnen voeren.
Begroting OVL: Doorberekening Beheer Toevoeging aan voorzieningen Reclameopbrengsten
Werkelijk 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 58.122 61.913 56.849 497.000 516.000 516.000 7.143 8.500 8.700
70
Toelichting op Voorziening IBOR, onderdeel OVL voor 2015. OVL Toevoeging uit OVL aan Voorziening IBOR Onderverdeling binnen voorziening IBOR (indicatief, def. na jaarplan 2015) Verlichting exploitatiekosten Groot onderhoud
€ 516.000
€ 504.000 € 12.000
Toelichting op soort werkzaamheden. De kosten voor het lease-contract bestaan uit afbetaling materiaal, Exploitatiekosten onderhouds- en energiekosten en de overige kosten van citytec (voorbereiding werkzaamheden en projecten). Schades (als er wel beroep op waarborgfonds gedaan kan worden, Groot onderhoud betaalt gemeente eigen risico), vandalisme klachten, verzoeken en meldingen. Toelichting op stand van zaken 2014 Het jaar 2014, stond met name in het teken van de voorbereiding van vervanging materiaal door LED-verlichting in Cothen en Langbroek. Echter is dit project vooralsnog stilgelegd en is een onderzoek gestart naar een mogelijk overname van het lease-contract door een andere partij ofwel door terugkoop materiaal door Gemeente (aanbrengen nieuwe LEDverlichting drijft de overnamekosten flink op) . Toelichting op Planning 2015. Gepland onderhoud voor Groot onderhoud Afhandeling van klachten, verzoeken en 2015 meldingen (niet inplanbaar). Exploitatiekosten. (binnen de exploitatiekosten) aan de verlichting in Cothen en Langbroek; vervangen oud materiaal door LED-lampen (binnen lease-contract Citytec). Of overname lease-contract. Onderzoek is reeds gestart in 2014. Overige werkzaamheden Er zijn geen investeringsprojecten.
71
Groen Groenbeheerplan 2014 Naam beheerplan Jaar vaststelling Onderhoud groen Jaarlijks Naam voorziening Actualisatie plan Te onderhouden kapitaalgoederen: De gehele groene inrichting van het gemeentelijk openbaar gebied, t.w. hagen, heesters, gazons, ruwgras, bosplantsoen, bomen en ecologische watergangen. Doel: Het beheerplan Openbaar Groen geeft inzicht in de actuele kwaliteit en de benodigde budgetten voor het uitvoeren van het onderhoud aan alle het openbaar groen/gemeentelijke groenvoorzieningen om het vastgestelde kwaliteitsniveau Sober (en voor begraafplaatsen en centra “Basis”) te bereiken/handhaven. Naast het Groenbeheerplan is er het groenbeheersystemen (Dgdialog), een rekenmodule waarin alle groendata zijn opgenomen en Digitree, een module speciaal voor bomen, beide gekoppeld met een digitale kaart. Beleidskader: De nu geldende beleidskaders worden gevormd door het groenstructuurplan en visie. Het Beheerplan Groen geeft de kaders aan waarbinnen de onderhoud- en renovatieplannen worden vervaardigd. Het beheerplan Groen maakt onderdeel uit van het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2015 – 2018. Voorafgaand aan het uitvoeringsjaar wordt een gedetailleerde jaarplanning Groen opgesteld en integraal met de andere beheeronderdelen ter vaststelling aan het college aangeboden. Financiële situatie in 2015: In het kader van het IBOR is een voorziening 8610040 gevormd. Deze voorziening wordt gevuld door de budgetten van alle grootboeknummers (6-nummers) de kostensoorten groot onderhoud, dagelijks onderhoud, inspecties en werkzaamheden derden over te boeken naar de voorziening. In de voorziening zijn vervolgens kostensoorten per beheerdiscipline gevormd. Vanuit deze kostensoorten binnen de voorziening worden alle onderhoudskosten, beschreven in de beheerplannen, bekostigd. Investeringskosten, kapitaalslasten (rente en afschrijven) en belastingen maken geen onderdeel uit van de voorziening IBOR. Voor groen zijn er in de kadernota 2014 investeringen toegekend voor diverse boomverjongings- en enkele kleinere projecten in de periode 2015-2018. De kapitaallasten zijn de afschrijvingen en rentelasten voor diverse reconstructie- en aanpassingwerkzaamheden aan openbaar groen binnen de gemeente. De huidige stand van de voorzieningen en de begrote toevoegingen vanuit de 6-posten zijn voldoende om de onderhoudswerkzaamheden 2015 voor groen uit het beheerplan 2015-2018 uit te kunnen voeren, waarbij geen rekening is gehouden met eventuele bezuinigingen uit de ombuigingen 2014. Indien deze investeringsprojecten niet worden uitgevoerd betekent dit dat de beheerplannen deels niet gehaald kunnen worden en/of de veiligheid mogelijk in het geding kan komen.
72
Begroting Openbaar Groen: Werkelijk 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Lasten Representatiekosten Kostentoerekening aan heffingen Groot onderhoud Dagelijks onderhoud begraafplaatsen Werkzaamheden door derden Onderhoud beplantingen Overige uitgaven Kapitaallasten, rente Kapitaallasten, afschrijving Toevoeging aan voorzieningen Doorberekening SBP Doorberekening Beheer Doorberekening Beheer Buitendienst Doorberekening Bedrijfsvoering Baten Opbrengst huren en pachten (BTW?) Verkoop grond en terreinen
3.777 242.890 21.127 97.294 18.570 -17.000 14.991 37.340 62.654 348.488 973.706 2.730 13.751 2.347
Toelichting op Voorziening IBOR, onderdeel Groen voor 2015. Groen Toevoeging uit Groen aan Voorziening IBOR Toevoeging uit Begraafplaatsen aan VZ IBOR Onderverdeling binnen voorziening IBOR (indicatief, def. na jaarplan 2015) Groen Groot onderhoud Groen Werkzaamheden Derden Groen Onderhoud beplantingen Dagelijks onderhoud Begraafplaatsen Totaal
2.500 -17.000
-17.000
31.744 55.754 286.236 8.404 347.954 984.108
24.980 41.187 58.892 288.736 26.216 357.959 1.033.783
3.000 107.500
3.000 3.000
€ 288.736 € 33.900
€ 212.270 € 66.236 € 10.000 € 34.130 € 320.132
Toelichting op soort werkzaamheden. Groot onderhoud Incidentele werkzaamheden zoals: Grootschalige onderhoudswerken die meerdere malen gedurende de levensduur van het te beheren groenobject voorkomen. Werkzaamheden derden Planbaar onderhoud dat elk jaar of meerdere keren per /buitendienst jaar plaatsvindt zoals onkruidbestrijding, hagen snoeien en maaien en/of dat kan worden uitbesteed. Groen onderhoud beplantingen Kleine inboetwerkzaamheden, herstellen kale plekken, schades en klachten en verzoeken. Onderhoud begraafplaatsen Alle voorkomende werkzaamheden op een begraafplaats waaronder het ruimen van graven, onderhoud aan grafbedekking waar geen rechthebbenden meer voor zijn, voorzieningen in stand houden e.d. 73
Toelichting op Planning 2015. Gepland onderhoud voor 2015
Voorbereidingen
Groot onderhoud/investeringsprojecten zoals bijvoorbeeld maaibestekken (gazon en ruwgras) wortelopdruk project, boomverjongingsplan Gooyerdijk, diverse projecten Stadspark, De Horden. Werkzaamheden derden; schoffelbestekken, hagen snoeien e.d. incl. voorbereidingen. Eind 2013 zal duidelijk worden of het onderhoud van de begraafplaatsen mogelijk zal kunnen worden uitbesteed aan de BIGA. Uitvoering beheerplannen door de eigen buitendienst. Investeringsprojecten (nieuw) voor 2015 zijn: - Bomenplan Zandweg - Div. bomenplannen en plantgatverbetering en herstel schade windhoos Privatisering begraafplaatsen. Op moment van schrijven loopt een onderzoek naar privatisering begraafplaatsen waarbij kaders zijn opgesteld om dit door middel van een meerjarig contract (concessieovereenkomst) buiten de deur te zetten. Instellen bomenfonds, gedragscode en wijziging kapvergunning procedure gemeentelijke bomen.
Watergangen en waterbouwkundige constructies Beheerplan Watergangen Jaar vaststelling 2014 Beheerplan Waterbouwkundige constructies Jaar vaststelling 2014 Beiden Onderhoud Watergangen Jaarlijks Naam Actualisatie Onderhoud waterbouwkundige constructies. (dmv voorziening plan jaarplan) Te onderhouden kapitaalgoederen: Watergangen: Onderhoud aan watergangen binnen de gemeente: - Kasteelgracht 1230 m - Watergang maaien door gemeente, slootvuil afvoer door derden 19.476 m - Watergangen maaien en slootvuil afvoeren door gemeente 12.270 m - Watergangen waar gemeente alleen slootvuil afvoert 43.574 m Onderhoud aan Waterbouwkundige constructies; - Beschoeiingen in totaal 10.336 m1 (incl. 749 meter stalen damwand) - Duikers 128 stuks - Stuwen, 3 stuks (middelgroot).
Naam beheerplan
Doel: Het beheerplan Watergangen geeft inzicht in de arealen van watergangen waarvoor de gemeente een onderhoudsplicht heeft. Het Beheerplan waterbouwkundige constructies geeft inzicht in de arealen van duikers, beschoeiingen stuwen en damwanden en die op een sober onderhoudsniveau worden onderhouden.
74
Beleidskader: De keur van het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden vormt het wettelijk kader voor het beheer van de watergangen. Het HDSR heeft de gemeente aangesteld als onderhoudsplichtige. Daarnaast is de flora- en faunawet eveneens onderdeel van het wettelijk kader en wordt er tijdens de uitvoering rekening gehouden met het duurzaam inkopen waarbij rekening gehouden wordt met milieu- en sociale aspecten. Ook zijn de volgende beleidsdocumenten van belang: Gemeentelijk Waterplan Gemeente Wijk bij Duurstede en het Watergebiedsplan tussen Kromme Rijn en Amsterdam Rijnkanaal. Tevens is het baggerplan van belang. De gemeente heeft samen met het HDSR het beleid ten aanzien van baggeren in de gemeente uitgewerkt in een baggerplan. Het baggeren maakt daarom geen onderdeel uit van het beheerplan watergangen. Sinds 2014 is het onderhoud aan waterbouwkundige constructies losgekoppeld van het beheerplan Watergangen en is hiervoor een apart beheerplan gemaakt omdat de werkzaamheden te verschillend waren van onderhoud watergangen (maaien en slootvuil). Financiële situatie in 2015: In het kader van het IBOR is een voorziening 8610040 gevormd. Deze voorziening wordt gevuld door de budgetten van alle grootboeknummers (6-nummers) de kostensoorten groot onderhoud, dagelijks/service onderhoud, inspecties over te boeken naar de voorziening. In de voorziening zijn vervolgens kostensoorten per beheerdiscipline gevormd. Vanuit deze kostensoorten binnen de voorziening worden alle onderhoudskosten, beschreven in de beheerplannen, bekostigd. Binnen de begroting is er enkel een grootboeknummer voor watergangen (incl. waterbouwkundige constructies). Het totale bedrag wordt overgeheveld naar de IBORvoorziening. Binnen deze voorziening worden de budgetten vervolgens uitgesplitst in de twee verschillende beheeronderdelen: Watergangen en Waterbouwkundige constructies. Investeringskosten, kapitaalslasten (rente en afschrijven) en baggeren maken geen onderdeel uit van de voorziening IBOR. Voor Watergangen zijn er in 2015 geen nieuwe investeringen gepland. Voor waterbouwkundige constructies worden in 2015 diverse beschoeiingen vervangen of geplaatst voor een bedrag € 50.000 en €120.000 voor herstelkosten van de Damwand Langshaven. De kapitaallasten zijn de afschrijvingen en rentelasten voor diverse reconstructie- en aanpassingswerkzaamheden aan of nabij watergangen binnen de gemeente. De huidige stand van de voorzieningen en de begrote toevoegingen vanuit de 6-posten zijn voldoende om de onderhoudswerkzaamheden 2015 voor Watergangen en Waterbouwkundige constructies uit het beheerplan 2015-2018 uit te kunnen voeren, waarbij geen rekening is gehouden met eventuele bezuinigingen uit de ombuigingen 2014. Indien deze investeringsprojecten niet worden uitgevoerd betekent dit dat de beheerplannen deels niet gehaald kunnen worden en/of de veiligheid mogelijk in het geding kan komen.
75
Begroting Watergangen Werkelijk 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 Lasten Stelpost Kapitaallasten, rente Kapitaallasten, afschrijving Doorberekening Beheer Doorberekening SBP Doorberekening buitendienst Toevoeging aan voorziening IBOR Baten Opbrengst huren
0 0 72.537 16.774 795 111.136
8.273 14.304 27.069 8.992 2.435 111.136
9.600 8.273 14.304 28.772 6.733 2.419 111.136
45
50
50
Watergangen: Groot onderhoud betreft het schonen en afvoeren van het maaisel dat een of twee keer per jaar plaatsvindt.* Waterbouwkundige constructies; betreft het deels vervangen van (grote) onderdelen van beschoeiingen, kademuren, stuwen en duikers. Waterbouwkundige constructies: dagelijks onderhoud betreft Dagelijks /service klein onderhoud aan beschoeiingen en duikers als gevolg van onderhoud slijtage en gebruik en het reinigen waar noodzakelijk. Inspectiewerkzaamheden. Watergangen: Het HDSR controleert jaarlijks (najaar) of de watergangen aan de eisen van de keur voldoen. De gemeente doet op dit vlak geen inspectiewerkzaamheden. Op basis van hun inspectie wordt bepaald of er een of twee keer wordt geschoond (beheerplan houdt rekening met 1 keer). Waterbouwkundige constructies worden eens per 5 jaar door een erkend bureau geïnspecteerd. * het planmatig groot onderhoud betreft het baggeren, echter dit is niet in het beheerplan watergangen opgenomen, hiervoor is een aparte voorziening getroffen.
Groot onderhoud
Toelichting op Voorziening IBOR, onderdeel Watergangen en waterbouwkundige constructies voor 2015. Groen Toevoeging uit Watergangen aan Voorziening *€ 111.136 IBOR Onderverdeling binnen voorziening IBOR (indicatief, def. na jaarplan 2015) Watergangen € 61.450 Waterbouwkundige constructies € 49.686
76
Toelichting op Planning 2015. Groot onderhoud/investeringsprojecten: Het maaien en / of afvoeren Gepland onderhoud voor van het maaisel dat een of twee keer per jaar plaatsvindt. 2015 Dagelijks onderhoud; Het verwijderen van drijfvuil en klein onderhoud aan beschoeiing Baggerplan buitengebied en Gemeentelijk Waterplan (beiden door SBP), vallen buiten dit beheerplan. Investeringsprojecten: Overige - Diverse bestaande beschoeiingen die einde levensduur hebben werkzaamheden bereikt vervangen op diverse plaatsen in de gemeente. - Herstel damwand Langshaven. Gebouwen Gebouwbeheersplan 2004 Jaar raadsvaststelling Gebouwenbeheer Jaarlijks Actualisatie Te onderhouden kapitaalgoederen: Beheer en onderhoud van gemeentelijke gebouwen en scholen, inclusief de daarbij behorende terreinen. Doel: Het technisch en functioneel in stand houden van de gemeentelijke (school)gebouwen. Het gebouwenbeheersplan geeft inzicht in de te verwachten onderhoudskosten. Beleidskader: Met instandhouding van de gebouwen wordt concreet bedoeld het onderhoud en de noodzakelijke vervanging van bouwkundige elementen, alsmede de technische installaties van de huidige situatie. De kosten voor het onderhoud aan de bij de gebouwen behorende terreinen zijn meegenomen. In het verleden werd in het beheersplan uitgegaan van een eeuwigdurende instandhouding, waarbij het huidig gebruik wordt gecontinueerd. Vanaf 2009 heeft het college vastgesteld om zogenaamde ‘stopjaren’ in te voeren in het gebouwenbeheersplan voor die panden die betrokken zijn bij toekomstige ontwikkelingen. Een stopjaar is het jaar van sloop of verkoop.
Naam beheerplan
Financiële situatie in 2014: De gebouwen in eigendom en onderhoud bij de gemeente vinden we terug in diverse producten en programma’s. De onderhoudskosten van deze gebouwen worden ten laste gebracht van de voorziening gebouwenbeheer; de jaarlijks begrote bedragen voor onderhoud en stortingen worden aan deze voorziening toegevoegd. De middelen voor het onderhoud aan de schoolgebouwen komen niet uit de voorziening gebouwenbeheer, maar zijn elders in de begroting opgenomen. Het college heeft besloten om de onderhoudsactiviteiten van een groot aantal gebouwen te beperken tot klachten- en contractonderhoud, omdat deze gebouwen worden aangeboden voor bouwontwikkeling, waarbij sloop de 1e optie is. Bij het onverhoopt doorexploiteren zal er veel achterstallig onderhoud aanwezig zijn, waardoor incidenteel de onderhoudskosten zullen stijgen.
77
§
2.4 Bedrijfsvoering
Inleiding De missie van de organisatie van Wijk bij Duurstede is dat de gemeentelijke organisatie de samenleving helpt haar eigen toekomst vorm te geven. Kernwaarden hierbij zijn betrouwbaar, flexibel en verantwoordelijk. Dit loopt via een breed scala aan producten en diensten. Vanuit de bedrijfsvoering vertaalt dit zich in begrippen als continuïteit en standaardisatie. Een solide bedrijfsvoering is daarbij van essentieel belang. Wat willen we bereiken 1. Realiseren van een wendbare, robuuste en kwalitatief goede organisatie met meer strategisch vermogen 2. Vermindering bedrijfsvoeringkosten 3. Financiën en automatisering op orde Wat gaan we doen Ad 1. Realiseren van een wendbare, robuuste en kwalitatief goede organisatie met meer strategisch vermogen Organisatiekoers ‘Sterke samenleving, kleine(re) overheid’ 2012-2015 De organisatiekoers draagt bij aan het eerste doel Realiseren van een betrouwbare, flexibele en verantwoordelijke organisatie: De toenemende complexiteit en omvang van vraagstukken op gemeentelijk niveau vergt van onze gemeente meer strategisch vermogen op een hoger niveau. Omdat we niet bekend zijn met deze mate van complexiteit en grootte van de vraagstukken en de daarmee gepaard gaande ondoorzichtigheid nemen ook de (financiële) risico’s toe. Het tempo waarmee ontwikkelingen in onze huidige maatschappij elkaar opvolgen vraagt van ons wendbaarheid en snelheid om hier adequaat op in te kunnen spelen. Daarbij blijft de opdracht om een dienstverlening van goede kwaliteit te leveren, die bovendien robuust is. In 2012 zijn we een koers ingeslagen waarbij we ons ontwikkelen tot een regiegemeente. Deze ontwikkeling moet ons helpen om onze wens om bestuurlijk zelfstandig te blijven ter bescherming van onze identiteit en voorzieningenniveau te realiseren. Daarvoor zullen we o Wendbaarder en strategischer moeten worden; o Kwaliteit toe moeten laten nemen; o Kwetsbaarheid moeten verminderen; o Kosten moeten besparen Programma Dienstverlening Het coalitieakkoord en de organisatiedoelstellingen hebben directe consequenties voor de dienstverlening en de digitale informatievoorziening. Er lopen diverse (onder andere al eerder ingezette) projecten op het vlak van dienstverlening en digitale informatievoorziening naast elkaar: doorontwikkeling Front-/Midoffice, verbeteren (telefonische) bereikbaarheid, migratie telefonie, invoering zaakgericht werken, e-overheid, basisregistraties, ondernemersloket, digitaal loket, website van aanbodgericht naar vraaggericht (top-takenwebsite), efficiënt inrichten van werkprocessen. Deze projecten worden vanaf 2015 samengebracht in een programma zodat de projecten in samenhang ingericht en uitgevoerd kunnen worden vanuit dezelfde kaders.
78
Informatievoorziening De toch al complexe vraagstukken ten aanzien van eigenaarschap van gegevens, gegevensuitwisseling op een gestandaardiseerde wijze, privacy wetgeving en de benodigde (stuur)informatie op operationeel, tactisch en strategisch niveau, zijn met de komst van nieuwe taken in het sociale domein nog meer prangend en complexer geworden. Dit heeft zijn effect op de inrichting van de informatie architectuur, de samenwerking in de regio en de wijze waarop de informatievoorziening is georganiseerd. Vanaf 2015 moeten er structurele, toekomstvaste oplossingen komen voor toeleiding van en sturing op zorg.
De RID gemeenten hebben in februari 2014 besloten gezamenlijk een Enterprise Servicebus (ESB) aan te schaffen. Een ESB zorgt voor de digitale informatie-uitwisseling tussen systemen binnen de gemeente, met landelijke voorzieningen via de digikoppeling en met de Gemeentelijke gegevensknooppunt waarmee onder meer gegevensuitwisseling spelers in het Sociaal domein mogelijk is. De ESB vormt in de toekomst een van de belangrijkste onderdelen van de gemeentelijk informatiearchitectuur en is essentieel om de gegevensuitwisseling in de keten op een duurzame en efficiënte wijze mogelijk te maken. Door de realisatie van koppelingen te delen zijn de toekomstige te leggen informatiestromen sneller en goedkoper te realiseren. Het realiseren van digitale informatiestromen via de ESB vindt plaats vanaf 2015. Personeel en organisatie De ontwikkeling naar een regiegemeente, het resterende deel van de taakstelling op de organisatie en mogelijk ook de huidige begrotingspositie vragen om inzet van uiteenlopende mobiliteitsmaatregelen. Er is een mobiliteitsbeleid opgesteld om de ontwikkeling naar regiegemeente en de taakstelling op de organisatie te ondersteunen. Dit beleid zal naar alle waarschijnlijkheid moeten worden aangepast indien college en raad besluiten tot het laten vallen van taken, omdat er vanaf dan sprake is van een reorganisatie. Naast een natuurlijk verloop zullen dan ook arbeidsplaatsen verdwijnen als gevolg van de nieuwe werkwijze. In dat geval zal er ook een Sociaal Plan opgesteld worden. Samenwerking Op 27 mei 2014 hebben de colleges van gemeenten Houten en Wijk bij Duurstede met een startdocument aan de ambtelijke organisatie de opdracht gegeven om een verkenning uit te voeren naar mogelijke intensievere vormen van samenwerking. Daartoe is eerst een onderzoeksopzet geschreven. Beide gemeenten hebben een zelfde doel bepaald voor ogen met samenwerking. Dit doel is opgenomen in de onderzoeksopzet.
a. Het handhaven en verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening, de advisering aan de beide gemeentebesturen en de sturing en controle van op afstand gezette taken b. Het verminderen van de kwetsbaarheid van de dienstverlening, de advisering aan de beide gemeentebesturen en de sturing en controle van op afstand gezette gemeentelijke taken c. Het verminderen van de kosten van de gemeentelijke organisaties en gemeentelijke taken Het onderzoek zelf wordt uitgevoerd in 2014. Uitkomsten van dit onderzoek die aanleiding geven voor een vervolg zullen in de begrotingsperiode 2015-2018 een vervolg krijgen. Het zal duidelijk zijn dat het ten tijde van de totstandkoming van deze begroting nog niet duidelijk is hoe dit vervolg er inhoudelijk uit ziet.
79
Ad 2. Verminderen bedrijfsvoeringkosten Taakstelling organisatie Aan de organisatieontwikkeling hangt een taakstelling van € 1.166.400 per eind 2015. In 2015 wordt vervolg geven aan de uitvoering van het project Tackle de taakstelling. In dit project zal het nog te resteren deel van de totale taakstelling, namelijk € 420.000, worden gerealiseerd. Door in te zetten op drie sporen: mobiliteit, procesoptimalisatie en kantoor/werkplekinrichting. Regionale ICT-Dienst (RID) De duurzame samenwerking op het gebied van ICT tussen de gemeenten Baarn, Bunnik, De Bilt, Soest, Utrechtse Heuvelrug en de RSD Kromme Rijn Heuvelrug is succesvol. En geeft aanleiding tot een verdere doorontwikkeling van de RID. Gedacht wordt aan het verdiepen van de dienstverlening op het vlak van informatievoorziening, het verbreden van het dienstenpakket naar andere bedrijfsvoeringstaken of het uitbreiden van het samenwerkingsverband. Of misschien een combinatie van deze opties. In de periode 20152018 kan hier een vervolg aan gegeven worden, na besluitvorming hierover eind 2014.
Ad 3 Financiën en automatisering op orde Informatiebeleid In 2015 worden de volgende basisregistraties (verder) ingevoerd in het kader van het iNUP: de basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT), de basisregistratie Ondergrond (BRO) en de basisregistratie Personen (BRP). Daarnaast krijgen de onderwerpen informatiebeveiliging en privacy beleid in 2015 en 2016 verder gestalte. Aanleidingen om dit verder uit te bouwen zijn de DigiD beveiligingsassessments, zelf-assessment BRP en de strenge eisen rondom gegevens uit Suwinet.
Een effectieve planning en control In 2013 zijn de eerste stappen gezet naar een effectievere planning en control cyclus. Centrale regie en toetsing van kwaliteit en integraliteit waren de eerste aandachtspunten. In uiterlijke vorm is deze begroting het eerste product (document) binnen de planning en control cyclus dat sterk is veranderd. Er is meer focus aangebracht en meer aandacht voor sturing. Zo vindt u in deze begroting wel de speerpunten van het bestuur, maar is overige “ballast” weggelaten. Vooralsnog ziet u in deze begroting dan ook de duidelijkste verschillen ten opzichte van eerdere jaren. In de najaarsnota (en latere producten) wordt deze lijn voortgezet. De wet Revitalisering Generiek Toezicht Op 1 oktober 2012 is de Wet Revitalisering Generiek toezicht in werking getreden. Deze wet zorgt voor een vereenvoudiging van het toezicht tussen de verschillende bestuurslagen, het zogenoemde 'interbestuurlijk toezicht'. Het belangrijkste uitgangspunt van de wet is dat het interbestuurlijk toezicht verschuift van verticaal toezicht naar horizontale verantwoording. Dit betekent dat niet langer de provincies en het Rijk, maar de gemeenteraden primair verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de uitvoering van de gemeentelijke medebewindtaken. De provincies houden in tweede lijn verticaal toezicht op de gemeenten maar stellen zich daarbij terughoudend op. Het Rijk houdt toezicht op de provincies en
80
behoudt het toezicht op gemeenten voor die terreinen waar de provincies geen taken en expertise hebben. Zo heeft iedere decentrale overheid per beleidsterrein slechts te maken met één verticale toezichthouder en wordt het interbestuurlijk toezicht sterk vereenvoudigd. De daadwerkelijke implementatie van de wet wordt gefaseerd uitgerold. Colleges dienen te verantwoording af te leggen aan de hand van kengetallen en toetsing aan wettelijke eisen. In 2013 is dit gestart met de verantwoording over de Wet Kinderopvang, en in 2014 de Archiefwet, waarbij via college aan raad is gerapporteerd en vervolgens informatie is ontsloten via de website waarstaatjegemeente.nl. Op dit moment wordt een voorstel voorbereid hoe en in welke mate deze informatie kan worden gebruikt in de reguliere P&C cyclus.
81
§ 2.5 Verbonden partijen De gemeente Wijk bij Duurstede heeft bestuurlijke en financiële belangen bij een aantal verbonden partijen. Het betreft met name gemeenschappelijke regelingen.
Belang voor de raad Een gemeente kan grotendeels zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen de uitvoering zelf ter hand te nemen of juist die uitvoering te regelen via een gemeenschappelijke regeling met een aantal regiogemeenten. Soms zijn er ook andere oplossingen mogelijk, zoals het verstrekken van een subsidie aan een private stichting of het inkopen van diensten van een andere gemeente. Het belang van verbonden partijen is dat deze vaak beleid uitvoeren dat de gemeente in principe (ook) zelf kan doen. Kernvraag is dus steeds of de doelstellingen van de verbonden partijen nog steeds corresponderen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd worden. Het tweede belang betreft het budgettaire beslag en de financiële risico’s, die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. De belangrijkste gemeenschappelijke regelingen waarin de gemeente Wijk bij Duurstede participeert, worden hieronder opgesomd. We benoemen daarbij kort de doelstellingen per gemeenschappelijk regeling en de bijdrage voor onze gemeente. Voor een uitgebreide beschrijving van de doelstellingen verwijzen wij u naar de betreffende begroting van de gemeenschappelijke regelingen.
Veiligheidsregio Utrecht (VRU) te Utrecht De gemeentebesturen zijn primair verantwoordelijk voor de organisatie van rampenbestrijding en crisisbeheersing. De VRU fungeert als samenwerkingsverband van en voor de gemeenten. De deelnemende gemeenten betreffen de 26 gemeenten uit de Provincie Utrecht, waaronder Wijk bij Duurstede. Voor de uitvoering van haar wettelijke taken dient de VRU iedere 4 jaar de volgende documenten vast te stellen: • Regionaal risicoprofiel • Beleidsplan • Regionaal crisisplan Op gebied van risico is het de ambitie van de VRU om structurele aandacht voor fysieke (on)veiligheid te hebben en onveilige situaties terug te dringen. De VRU legt steeds meer de nadruk op het voorkomen en beperken van risico’s. In de komende jaren werkt de VRU toe naar een nieuwe balans tussen risicobeheersing en incidentbestrijding. Op gebied van crisisbeheersing zijn naast operationele hulpverlening, informatie, communicatie en zorg voor de bevolking belangrijke pijlers. Hierbij wordt actief opgetrokken met de crisispartners. Incidentbestrijding is één van de kerntaken van de VRU. De VRU voert deze taak in opdracht van de 26 gemeenten zo veilig, efficiënt en effectief mogelijk uit. Burgers, bedrijven en instellingen kunnen 24 uur per dag, 7 dagen in de week en 365 dagen per jaar rekenen op de inzet van de VRU bij alle hulpverleningen op straat bij branden, ongevallen, rampen en crises. De VRU zal de komende jaren steeds meer gaan sturen op activiteiten die bijdragen aan minder slachtoffers, minder incidenten en minder schade.
82
Om gelijktijdig te kunnen door ontwikkelen en invulling te geven aan financiële taakstellingen, is binnen de VRU een aantal projecten en onderzoeken uitgevoerd. Deze onderzoeken en projecten hebben geresulteerd in diverse aanpassingsvoorstellen van organisatorische, financiële, dan wel operationele aard, te implementeren door en binnen de VRU. Het betreft, respectievelijk de voorstellen Visie op de VRU-organisatie, Veiligheidszorg op Maat, Repressieve huisvesting, ‘Financieringssystematiek. Na consultatie van de gemeenteraden zijn deze plannen vastgesteld. Daarmee is uiteraard geen einde gekomen aan de ontwikkelingen. Evenals 2014 wordt 2015 een belangrijk transitiejaar. De resultaten uit diverse trajecten zullen ook in 2015 verder uitgewerkt en geïmplementeerd worden. De VRU is ondertussen druk bezig om de besluiten om te zetten in de praktijk. De bestaande regelgeving van de VRU wordt herzien, waarin het besluit over de financieringssystematiek wordt verwerkt. Tevens wordt hard gewerkt aan de herstructurering van de organisatie. Ook de ontwikkelingen op het gebied van Veiligheidszorg staan niet stil, want daarin is men hard bezig met het implementatieplan voor Veiligheidszorg op Maat. In die veranderslag is het essentieel dat de VRU de relatie met de gemeenten onderhoudt en waar mogelijk verbetert. Financiën Het financiële beleid in 2015 is, afgezien van de bezuinigingsinvulling en reserveringsverzoeken, in grote lijnen een voortzetting van het financiële beleid van 2014. Het algemeen bestuur heeft in 2013 besloten tot een taakstelling 2e tranche van 5% op de gemeentelijke bijdrage De bezuiniging betreft het basispakket; de aanvullende taken zijn geen onderdeel van bezuinigingsvolume evenals de FLO-lasten die als gevolg van het nieuwe financieringsmodel worden betrokken bij de begroting. De VRU realiseert in 2015 een bezuiniging van 3% en vanaf 2018 de volledige 5%. De gemeentelijke bijdrage is gebaseerd op het bovenstaande en de nieuwe financieringssystematiek. Voor Wijk bij Duurstede betekent dit een bijdrage van € 1.300.729 exclusief de gebouw gebonden kosten voor de brandweerkazerne Cothen/Langbroek. Deze bedragen voor 2015 € 128.179 inclusief een verhoging van € 8.700 voor de exploitatielasten in verband met een intensiever gebruik van de brandweerkazerne. De taakstelling in onze begroting uit vorig jaar op de gemeenschappelijke regelingen is hiermee ruimschoots behaald.
Gemeenschappelijke regeling Afvalverwijdering Utrecht te Soest De doelstelling is op een doelmatige en uit oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze sturing te geven aan het afvalstoffenbeleid in de provincie Utrecht. De AVU werkt samen met en in opdracht van de provincie Utrecht en de Utrechtse gemeenten aan de verbetering van het milieu met betrekking tot afval. Daarbij wordt gestreefd naar het bereiken van een zo gunstig mogelijk effect tegen zo laag mogelijke kosten. Namens de gemeenten zorgt de AVU voor de regie van het door de inwoners aangeboden huishoudelijk afval. De AVU doet dit door de organisatie en de regeling van transport, overslag, bewerking en verwerking van afval. Financiën Op basis van de hoeveelheid ingezameld en verwerkt afval worden de kosten doorberekend. De kosten worden gedekt door de inkomsten uit de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten.
83
Gemeenschappelijke regeling Vuilstortplaats Maarsbergen te Maarsbergen Het belang is het voorkomen en zoveel mogelijk beperken van schadelijke effecten op het fysieke milieu ter plaatse en in de omgeving van de gesloten stortplaats Maarsbergen, gemeente Utrechtse Heuvelrug. Dit in de ruimste zin van het woord, voor zover het gevolg van de aanwezigheid van de stortplaats en met inachtneming van hetgeen in of krachtens deze regeling nader is bepaald met betrekking tot de taken en bevoegdheden van het openbaar lichaam. Financiën Er is geen jaarlijkse gemeentelijke bijdrage verschuldigd. De saneringskosten worden voor zover mogelijk gedekt door de beschikbare financiële middelen. In 2007 zijn het beheer en de nazorg van de stortplaats overgedragen aan de provincie en de grond wordt verkocht. Dit op basis van eerder opgestelde overeenkomsten. De samenwerkende gemeenten blijven tot het jaar 2037 financieel verantwoordelijk. Naar het zich nu laat aanzien worden er geen grote financiële risico’s verwacht.
Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum (RHC) te Wijk bij Duurstede Op 1 januari 2010 is de nieuwe gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum in werking getreden waaraan de volgende vijf gemeenten deelnemen: Bunnik, Houten, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij Duurstede. In 2014 is ook gemeente Vianen toegetreden. Het doel van het RHC is het in het samenwerkingsgebied uitvoering geven aan de Archiefwet 1995, alsmede het vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum. Dit op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie (regionaal) historische bronnen en deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar maken voor een breed publiek. Financiën De bijdrage van Wijk bij Duurstede voor 2015 bedraagt € 82.726.
Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) te Tiel De BSR te Tiel is een gemeenschappelijk regeling van het Waterschap Rivierenland, AVRI (Afvalverwijdering Rivierenland) en een aantal omliggende gemeenten (Tiel, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, West Maas en Waal, Neerijnen en Maasdriel). In 2014 zijn gemeenten Montfoort en IJsselstein aangesloten bij de BSR. De door BSR voor haar deelnemers uit te voeren werkzaamheden zijn: - Het heffen en invorderen van belastingen; - Het uitvoeren van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ); - Het beheer en uitvoeren van vastgoedinformatie - Het beheer en uitvoeren van de Basisregistraties voor Adressen en Gebouwen (BAG) Aansluiting bij de BSR te Tiel heeft als doel om de continuïteit en kwaliteit te waarborgen en kostenbesparing te realiseren bij de uitvoering van deze taken. Financiën De uitvoeringskosten voor de BSR die ten laste komen van gemeente Wijk bij Duurstede bedraagt in 2015 € 318.000.
84
Gemeenschappelijke regeling Regionale ICT Dienst (RID) te Doorn Per 1 juli 2012 is de gemeenschappelijke regeling RID opgericht. Dit is een intergemeentelijke samenwerking op het gebied van informatie- en communicatietechnologie van de gemeenten Baarn, Bunnik, De Bilt, Soest, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug. De hoofddoelstelling van deze samenwerking is "het zorg dragen voor een betere ICT dienstverlening voor de deelnemende organisaties". Samenwerking biedt schaalvoordelen waardoor onder andere de kwetsbaarheid wordt verminderd en de kwaliteit verbeterd wordt. De RID beperkt zich in eerste instantie tot de "koude kant" oftewel de ICT infrastructuur, de geautomatiseerde werkplekken, de kantoorautomatisering en de telefonie. De eerste periode stond in het teken van plannen maken en de zeven bestaande IT infrastructuren draaiend te houden. 2014 zal in het teken staan om alle resterende organisaties op de gezamenlijke infrastructuur aan te gaan sluiten. Conform het migratieplan van de RID is gemeente Wijk bij Duurstede nagenoeg volledig overgegaan naar een nieuwe ICT-omgeving. Financiën De bijdrage van Wijk bij Duurstede voor 2015 bedraagt € 620.280.
Gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (RDWI) te Zeist De Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug is de gemeenschappelijke regeling tussen de gemeenten Bunnik, Utrechtse Heuvelrug, De Bilt, Zeist en Wijk bij Duurstede. Doel van de Regionale Dienst Werk en Inkomen is om mensen uit de aangesloten gemeenten, die tijdelijk geen inkomen hebben, een financieel vangnet te bieden. Daarnaast wordt gekeken op welke wijze mensen zo snel mogelijk begeleid kunnen worden naar betaald werk of een andere dagbesteding. De afdeling werkvoorzieningsschap heeft haar exploitatie voor 4 jaar uitbesteed aan de BIGA groep (tot en met 2014). De wettelijke verantwoordelijkheid blijft uitgevoerd worden door de gemeenschappelijk regeling, die het contact houdt met de BIGA groep. In 2014 zijn er onderhandelingen voor een overname van de BIGA groep door de GR RDWI om zo de continuïteit van het werkvoorzieningsschap en de uitvoering van de nieuwe taken vanuit de decentralisaties te waarborgen. Financiën De uitvoeringskosten voor de RDWI die ten laste komen van de gemeente Wijk bij Duurstede bedragen in 2015 € 1.015.001. Voor 2014 wordt € 1.025.710 bijgedragen. De rekening van 2013 bedraagt € 956.358. De bijdrage voor 2014 valt hoger uit i.v.m. een herrekening van de verdeelsleutel. Daarnaast wordt er door de aanhoudende economische malaise meer aanspraak gemaakt op de sociale achtervang, wat meer menskracht vergt.
Voor de bijstandsuitkering krijgen wij een Rijksbijdrage. Naast deze bijdrage zijn wij als gemeente zelf verantwoordelijk voor een bovenmatig deel met een maximum van 10% van het Rijksbijdrage. De voorlopige Rijksbijdrage voor 2015 bedraagt € 3.159.808. In de begroting 2015 wordt rekening gehouden met een eventueel bovenmatig deel van € 100.000. In 2010 is er door het bestuur besloten om de kosten van dit bovenmatige deel te ontschotten. Dit houdt in dat elke gemeente naar rato bijdraagt aan het totale bovenmatige deel. Bij de rekening van 2013 bedroeg het bovenmatige deel € - 65.984 voor ontschotting, na ontschotting bedroeg het bovenmatige deel nog € -32.843. Voor 2014 wordt een aanvullende uitkering aangevraagd i.v.m. een enorm tekort op het budget. Voor 2014 zorgt dit, zelfs na toekenning van de aanvullende uitkering en na ontschotting, voor een fors nadeel. Dit risico 85
blijft voor 2015 bestaan omdat er nog geen duidelijkheid is over de voorlopige budgetten 2015. De bijdrage aan de RDWI voor de bijstandverlening zelfstandigen bedraagt voor 2015 € 58.000. Hiervoor krijgen wij een Rijksbijdrage van 75%.Voor de taken wet sociale werkvoorziening, re-integratie en inburgering is de bijdrage aan de RDWI gelijk aan de Rijksbijdrage. Binnen de bijzondere bijstand/ minima beleid voert de RDWI in 2015 de volgende regionale taken uit: uitvoering € 288.000 (2014 = € 280.000 en 2013 = € 275.640) en kinderopvang € 17.000 (2014 = € 12.100, 2013 = € 19.727). De lokale taken voor 2014 zijn: formulierenbrigade € 11.188 (2014 gelijk en 2013 € 6.003 ) en het lokale loket € 5.000 (2014 en 2013 gelijk). De uitvoeringskosten voor de lokale taken bedragen € 12.596 (2014 gelijk en 2013 = € 10.848).
Gemeenschappelijke regeling GGD Midden Nederland te Zeist De taken die voortvloeien uit de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid worden door de GGD Midden Nederland in regionaal verband uitgevoerd. De GGD voert voor de gemeente basistaken uit op het gebied van jeugdgezondheidszorg, algemene gezondheidszorg, gezondheidsbevordering en epidemiologie. Naast de basistaken kan de GGD keuzetaken uitvoeren in opdracht van het gemeentebestuur. De gemeente heeft sinds de invoering van de Wet kinderopvang in 2005 een toezichthoudende taak. Deze bestaat eruit dat de GGD in opdracht van de gemeente de opvang door kindercentra en gastouders inspecteert en de gemeente adviseert om hierop al dan niet te handhaven. Na diverse incidenten stelt het Rijk strengere eisen aan dit toezicht en monitoort de onderwijsinspectie hoe effectief het toezicht is, dat wil zeggen of het handhavingsbeleid op orde is en of de inspecties en de handhaving gestructureerd plaatsvinden. Met de inrichting van het GGD huis is er een onderscheid gemaakt in beleidsarme en beleidsrijke taken, waarbij afgesproken is welke zaken gemeenschappelijk worden uitgevoerd, welke regionaal en welke lokaal. Met name het maken van regionale keuzes is nieuw. Gemeenten kunnen binnen dit nieuwe model in regionaal verband of lokaal verband keuzes maken in de af te nemen taken. De wettelijk verplichte taken bevinden zich in het dak, op de eerste verdieping de regionale taken en op de onderste verdieping de lokale taken. De lokale taken behoren daarmee niet meer tot de inwonersbijdrage. Financiën De bijdrage voor het basispakket (uniforme en regionale taken) voor 2015 is € 11,49 per inwoner, totaal € 264.757. Dit is een daling van € 0,06 t.o.v. 2014. Het lokale pakket bedraagt € 8.400 (2015 en 2014). De bijdrage voor 2015 komt hiermee op € 273.157 (2014 € 274.465 - 2013 € 268.000)
Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied te Utrecht Het recreatieschap behartigt de bovengemeentelijke belangen van recreatie, van natuur en landschap, waaronder begrepen het dragen van de kosten die gepaard gaan met de instandhouding en verbetering van voorzieningen en het ontwikkelen van een samenhangend 86
beleid op het gebied van de openluchtrecreatie, alsmede de natuur- en landschapsbescherming. Begin 2014 heeft het algemeen bestuur van het recreatieschap besloten de samenwerking in het recreatieschap te gaan beëindigen. De wens om de samenwerking te beëindigen is een gevolg van de onderlinge fundamentendiscussie en de discussie in het kader van Toekomst Recreatie. Daaruit is gebleken dat de intergemeentelijke samenwerking op het gebied van regionale recreatie, plannen voor herinrichting en innovatie, op weinig steun konden rekenen. Daarom is opheffen onvermijdelijk, zo heeft het algemeen bestuur geconcludeerd. Bij de voorgenomen opheffing is uitgangspunt om de recreatievoorzieningen een nieuwe toekomst te geven. De geplande datum voor opheffing is 1 januari 2018. De jaren 2014-2016 worden benut om voor alle verplichtingen een rechtsopvolger te zoeken. In 2017 kan dan definitieve overdracht plaatshebben. Momenteel is de Gravenbol eigendom van het recreatieschap. Financiën De gemeentelijke bijdrage voor 2015 is begroot op € 44.402 (2014 €43.794, 2013 € 43.083).
Welstand en Monumenten Midden Nederland te Bunnik Welstand en Monumenten Midden Nederland heeft tot haar zorg de instandhouding en bevordering van het bouwkundig schoon, de welstandszorg, het landschap- en stedenschoon, waaronder de monumentenzorg, alsmede de zorg voor de ruimtelijke kwaliteit in zijn algemeenheid begrepen in de deelnemende gemeenten. In 2013 is er besloten om grote gedeelten van de Gemeente Wijk bij Duurstede welstandsvrij te maken. Hierdoor wordt er lastenverlichting voor de burger gerealiseerd. Doordat de gemeente minder diensten afneemt van de gemeenschappelijke regeling wordt er gesproken over een compensatieregeling. De hieraan verbonden kosten zullen naar schatting in totaal € 20.000 bedragen. Daarnaast is er eind 2013 besloten om de WMMN per 01-01-2017 op te heffen. Er is met succes gezocht naar een partner voor een nieuw te vormen stichting om de adviestaken onder te brengen. De opheffing zal bij de liquidatie € 18.000 opleveren voor de gemeente, met als voorwaarde dat wij nog wel aansprakelijk blijven voor evt. wachtgeldverplichtingen. Bij eerder uittreden kost dit tussen de € 45.000 en € 58.000. Financiën Deze GR is in principe kostenneutraal. Er worden door de GR leges geheven voor welstandstoezicht. Deze leges worden in rekening gebracht bij de aanvrager en door de gemeente een op een afgedragen aan Welstand en Monumenten Midden Nederland. Voor 2014 e.v. zullen in veel gevallen geen welstandsleges meer geheven worden. Er is wel een verplichting naar de GR toe. Er wordt nu rekening gehouden met € 20.000 aan kosten verspreid over een aantal jaren.
Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Regio Utrecht te Utrecht De gemeentelijke taken op het gebied van milieuhandhaving worden uitgevoerd door deze gemeenschappelijke regeling. Op 11 mei 2012 is de Milieudienst Zuidoost Utrecht gefuseerd met Milieudienst Noordwest Utrecht. Hierdoor is de Omgevingsdienst Regio Utrecht ontstaan. Deze omgevingsdienst zal in de toekomst opgaan in de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUD). Begin 2013 zijn er onregelmatigheden geconstateerd bij het opmaken van de jaarrekening 2012. Na een grondig onderzoek bleek het budgetrecht overschreden doordat er veel kosten en uren waren gemaakt voor de RUD in wording, een entiteit die niet bestond. 87
Zowel in 2012 als in 2013 zijn hiervoor kosten gemaakt die niet verhaalbaar bleken. Deze kosten zijn inmiddels verrekend met de eigenaar gemeenten. N.a.v. dit onderzoek is de bedrijfsvoering van de gemeenschappelijke regeling grondig onder ze loep genomen en bleken er aanvullende acties nodig om de organisatie weer op orde te krijgen. Met de jaarrekening van 2013 is er een voorziening gevormd van € 79.692 om de kosten van deze reorganisatie uit te kunnen dekken. Deze kosten komen dus niet meer ten laste van de jaren waarin ze gemaakt worden. In 2014 heeft er een verschuiving van taken van de provincie maar ons toe plaatsgevonden (VTH-taken). Hiervoor hebben wij extra budget ontvangen die we ook voor dit doel uitgeven. Hierdoor zal de bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling stijgen met € 37.000. Financiën Om de 5 jaar wordt er een dienstverleningsovereenkomst vastgesteld. Hierin worden voor de komende 5 jaar het aantal af te nemen reguliere uren vastgelegd. Jaarlijks wordt een uitvoeringsplan vastgesteld waarin naar eigen inzicht invulling gegeven kan worden over het aantal uren. Naast de reguliere overeenkomst wordt er ook tijdelijke uren afgenomen. Deze kunnen jaarlijks fluctueren. Op basis van het totaal af te nemen uren wordt de bijdrage berekend. Voor het jaar 2013 is er opnieuw onderhandeld met de gemeenschappelijke regeling over het af te nemen aantal uren. Dit heeft geresulteerd in een lagere afname van het aantal structurele uren.
Voor 2015 is geraamd met 2124 structurele uren en 330 tijdelijke uren. Daarnaast zijn er kosten voor de VTH taken. Onder druk van de eigenaar gemeenten is het uur tarief voor 2015 gelijk aan die van 2014. De bijdrage 2015 voor de reguliere uren betreft € 173.106 (2014 = €173.315, 2013 = € 163.120). De bijdrage 2014 voor de tijdelijke uren is € 26.895 (2013 = € 31.365, 2012 = € 29.520). De kosten voor de VTH taken bedraagt € 37.000. Totaal begroot voor 2015 € 237.000.
88
§ 2.6. Grondbeleid 1. Algemeen Structuurvisie De in 2010 vastgestelde Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020 is en blijft het vertrekpunt voor het ruimtelijk beleid van onze gemeente. In deze visie zijn transformatiegebieden aangewezen. Veelal gaat het om binnenstedelijke locaties die een functieverandering ondergaan naar woningbouw. Maar ook omvangrijke, buiten de kern gelegen locaties, zoals de Geer II en Zuidwijk zijn hierin aangewezen voor woningbouw. Door de vaststelling van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (hierna: PRS) in februari 2013 is voorlopig een streep gehaald door deze grootschalige woningbouwsites. De PRS legt vooral de nadruk op binnenstedelijke woningbouw en vermindert daarnaast het aantal nieuw te bouwen woningen voor onze gemeente aanzienlijk. De provincie geeft de voorkeur aan inbreiding boven uitbreiding ten aanzien van woningbouw. Pas bij de herijking van de PRS in 2017/2018 komt hierin mogelijk verandering. Samenwerkingsagenda Binnen de kern Wijk bij Duurstede zijn een aantal binnenstedelijke woningbouwlocaties. De gemeente Wijk bij Duurstede geeft gehoor aan de wens van de provincie om vooral op deze locaties woningen toe te voegen. Om de kans van slagen op het ontwikkelen van deze locaties te verhogen is met de Provincie Utrecht vorig jaar een samenwerkingsverband aangegaan in de vorm van een samenwerkingsagenda. Hierin zijn de focusgebieden vastgelegd waarop beide partijen hun activiteiten en middelen concentreren, namelijk: • Centrum-schil (locatie Zandweg van Kerkhof en Postkantoor) • De Engk • Toekomstbestendige kerngebieden o De Horden (woningtoevoeging) o De Heul (woningtoevoeging) o De Hoogstraat (transformeren naar woningbouwlocatie)
In de concretisering van de samenwerking in deze gebieden is extra aandacht voor de volgende thema’s: duurzame binnenstedelijke ontwikkeling (woonomgeving en woning), efficiënter gebruik van ruimte en (bestaand) vastgoed (voorkomen/oplossen leegstand, herstructureren en meervoudig gebruik), pauzelandschappen, vernieuwde vormen van opdrachtgeverschap en organische gebiedsontwikkeling. Op 28 februari 2014 is de agenda herijkt en aangevuld voor de periode 2014-2015. Deze herijking heeft niet geleid tot het toevoegen van nieuwe focusgebieden. Wel zijn concreet afspraken gemaakt over de hoeveelheid en het type middelen dat zowel provincie als gemeente inzetten. Ook is de planning geactualiseerd. Strategisch Woningbouwprogramma Het Strategisch Woningbouwprogramma vormt het richtsnoer voor het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid. Het programma beschrijft het aantal en type woningen voor de verschillende nieuwbouwlocaties in onze gemeente. De verwachting is dat het broze herstel op de woningmarkt doorzet. In de nog op te stellen woonvisie staat toekomstige aantal en met name type woning centraal. De gemeente moet een balans zien te vinden tussen wat de vraag is op korte termijn zonder een gedifferentieerd woningaanbod op de lange termijn uit het oog te verliezen. Voor de komende jaren gaat het Strategisch Woningbouwprogramma uit van een gemiddelde toename van 130 woningen per jaar voor de gehele gemeente.
89
Wet voorkeursrecht gemeente In februari 2013 zijn alle gevestigde voorkeursrechten komen te vervallen. In februari 2015 kan weer een nieuw voorkeursrecht gevestigd worden op de eerder aangewezen gronden. Afhankelijk van de situatie op de woningmarkt en de planologische ruimte vanuit de Provincie Utrecht wordt toepassing van het voorkeursrecht echter niet voorzien voor 2017/2018; In dat jaar herijkt de Provincie haar Structuurvisie. Grondexploitaties en risico-analyses De nieuwbouw koopwoningenmarkt is zich voorzichtig aan het herstellen van de zware crisis. Landelijk is dit te zien aan de hogere verkoopcijfers van nieuwbouwwoningen. De verwachting is dat deze stijgende lijn zich voortzet. In onze gemeente zien we –net als in de rest van het land- vooral vraag naar starterswoningen en kleinere kavels en woningen. Om meer grip te krijgen op de vraag worden diverse woonwensonderzoeken gestart. Doel is meer zicht te krijgen op de vraag zodat hierop met een passend aanbod kan worden ingespeeld.
Ondanks het feit dat er sprake is van herstel op de woningmarkt, zijn de effecten van de crisis nog wel merkbaar op de financiën van ons gemeentelijk grondbedrijf. In onze gemeente zijn 11 actieve grondexploitaties die stringent worden gemonitored: jaarlijks vindt een actualisatie plaats, vergezeld van een risico-analyse. Aan het begin van ieder begrotingsjaar worden de uitkomsten meegenomen in de jaarrekening. In de loop van het jaar volgt dan een tweede actualisatieronde voor grote dan wel risicovolle grondexploitaties. Indien nodig worden ze herzien. Over significante wijzigingen in grondexploitaties en risico-analyses informeren we actief de gemeenteraad. De verwachting is dat in 2015 de opbrengsten van de actieve grondexploitaties met bijna 1 miljoen euro worden afgeraamd. De voornaamste oorzaak voor deze afwaardering is de herziening van grondexploitatie De Engk. Ondanks deze forse afwaardering blijft het eindsaldo van deze grondexploitatie positief. Risico-analyse De verwachting op hoofdlijnen: • Het totale geraamde saldo van het Grondbedrijf is positief en bedraagt € 7,5 miljoen op eindwaarde; • Voor projecten met een hoog risicoprofiel sturen we continue (voor zover mogelijk) op markt en afzet, interne uren (capaciteit), kostenbesparingen en cashflow. Nota Grondprijzen De Nota Grondprijzen wordt indien nodig jaarlijks aangepast en door het college vastgesteld. Hoewel er sprake is van een licht herstel op de woningmarkt, monitort de gemeente met name de grondprijzen voor woningbouw. Op basis van de huidige marktontwikkelingen beziet de gemeente de grondprijzen kritisch en indien noodzakelijk stelt het college begin 2015 een herziene Nota Grondprijzen vast. Nota Bovenwijkse Voorzieningen Een nota Bovenwijkse Voorzieningen omschrijft welke infrastructurele werken met een bovenwijks karakter in de toekomst worden aangelegd, geeft een inschatting van de kosten en maakt inzichtelijk welke bijdrage hiervoor aan derden kan worden gevraagd. Op die manier laat de Gemeente Wijk bij Duurstede op een transparante wijze aan derden zien hoe kosten
90
worden toegerekend. De nota Bovenwijkse Voorzieningen is in het najaar van 2014 ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden.
2. Grondexploitaties 2015, inhoudelijke toelichting Hieronder wordt een overzicht gegeven van de grondexploitaties zoals die worden onderscheiden of zijn opgestart. Bouwgrond in exploitatie (BIE): grondexploitaties van de gemeente Wijk bij Duurstede
De Kamp te Cothen De woningbouw op ontwikkeling De Kamp loopt voorspoedig. Ook in 2015 worden weer verschillende projecten opgeleverd of wordt de bouw gestart. Het project De Lanen, gelegen langs de Toon van Dijkstraat en bestaande uit 13 woningen wordt in 2015 afgerond. De woningbouwstichting levert vier woningen op nabij de Hinkerstraat. Nadat deze woningen zijn betrokken, kunnen de vier bestaande sociale huurwoningen langs De Kampweg worden gesloopt. Direct daarop volgend wordt de aansluiting tussen de Bloemenwaard en de Hinkerstraat bouwrijp gemaakt. Dit betreft het laatste stukje ‘ bouwrijp maken’ in De Kamp. Gezien de toenemende belangstelling voor vrije kavels en de uitgegeven optieovereenkomsten worden in 2015 de woningen op een 5 à 6 tal vrije kavels opgeleverd. Mogelijk start de bouw van een kleinschalig hofjeswoningen project, specifiek bestemd voor eenpersoonshuishoudens. Het project Soeverijn, de ontwikkeling van een viertal patiowoningen en een vijftal appartementen gericht op senioren vordert gestaag. De Woningbouwstichting Cothen start in 2015 de bouw van een viertal seniorenwoningen in de huursector.Nadat de woningen langs de Heiligenwaard zijn opgeleverd, eind 2014, wordt De Ossenwaard en de Heiligenwaard woonrijp ingericht. Ook in 2015 wordt weer flink ingezet op bevordering van de verkoop van de nog resterende kavels. De inkomsten en uitgaven lopen bij bovengeschetste ontwikkeling parallel aan de in de grondexploitatie opgenomen geldstromen. Oranjehof Het woningbouwproject de Kroon, bestaande uit 8 rijwoningen en een twee onder één kapwoning wordt in 2015 opgeleverd. De bouw van een achttal twee onder één kapwoningen in het project de Weteringen II zal starten; de woningen zijn in oktober 2014 in verkoop gegaan. De verkoop van vrije kavels langs de Mauritsdreef trekt aan. Langs de parkrand zullen eind 2015 een tweetal woningen gerealiseerd zijn. Verder start de bouw van woningen op een zevental vrije kavels, waarvoor in 2014 de gesprekken zijn begonnen met een projectontwikkelaar. De voormalige parkeerplaats van de sportvereniging aan de Marijkelaan blijft liggen zolang het schoolgebouw door de School met de Bijbel in gebruik is. Na de sloop, begin 2016, zal dit laatste deel van Oranjehof bouwrijp gemaakt worden. Ook samenhangend met de sloop van de school vindt de planontwikkeling voor de multifunctionele accommodatie fase 2 plaats. De ontwikkeling wordt zodanig ingezet, dat direct na de sloop in 2016 met de bouw van dit project gestart kan worden. 91
De groene inrichting van de wadi, gelegen parallel aan de Prins Clausdreef zal eind 2014 begin 2015 worden opgepakt. Tevens zal dan de parkrand, langs de Prins Mauritsdreef worden voorzien van de geplande laanbomen. In 2015 is de voortgang van de wijk Oranjehof zo ver gevorderd, dat samen met een nog in te stellen meedenkgroep gekeken wordt naar de plaatsing van speeltoestellen en speelaanleidingen. De inkomsten en uitgaven lopen bij bovengeschetste ontwikkeling parallel aan de in de grondexploitatie opgenomen geldstromen. Kromme Stelakker Hoewel de omgevingsvergunning voor de bouw van een 16-tal seniorenappartementen aan de Kromme Stelakker gereed is, zal de bouw niet starten in 2015. Eerst nadat van overheidswege toestemming wordt verkregen voor de verdere ontwikkeling kan de woningbouwstichting opdracht verlenen. Zoals het er nu naar uitziet is dat niet eerder dan in 2016 of 2017. Middelweg oost De benodigde aanpassing van het bestemmingsplan en parallel daaraan de omgevingsvergunning voor een acht tot vijftien woningen zal in 2015 worden afgerond. Direct aansluitend kan dan het terrein bouwrijp gemaakt worden en start de bouw van de woningen. De benodigde grondopbrengsten om de grondexploitatie sluitend te houden zullen zeker gerealiseerd worden. Toekomstige bewoners van dit gebiedje zullen nauw betrokken worden bij de ontwikkeling van de woningbouw en het stedenbouwkundig plan. Stookerterrein Verwacht wordt, dat de laatste twee woningen op het Stookerterrein in 2015 opgeleverd zullen worden. De inrichting van de wijk is al in 2013 afgerond. Bedrijventerreinen Langshaven/Broekweg Deze grondexploitatie heeft een looptijd tot en met 2015. Aan de kostenkant is het overgrote deel van de werkzaamheden uitgevoerd; aan de opbrengstenkant resteert nog ca. 1,0 ha uitgeefbaar bedrijventerrein. In 2011 is bedrijventerrein Langshaven woonrijp gemaakt, op het laatste deel van de Molenvliet en Hagenaar na. Na verkoop van de laatste watergebonden kavel en verlegging van de Hagenaar in 2012, is het terrein volledig woonrijp gemaakt in 2014. In 2015 kan het terrein in beheer worden genomen, waarbij het groenbeheer door de Stichting Bedrijventerreinen Wijk bij Duurstede wordt gedaan. De gemeente beheert de riolering, openbare wegen, kade en haven. Kosten voor dit beheer worden nog gedragen door de grondexploitatie, maar zullen na afsluiting van de exploitatie in 2015 uit de reguliere budgetten moeten worden gedekt. Vrijkomende locaties brandweergarages Cothen en Langbroek De voormalige brandweergarage in Langbroek is al in 2010 verkocht. De marktsituatie is niet goed voor de in samenwerking met een bouwende partij te koop staande woningen ter plaatse van de brandweergarage en gemeentewerf in Cothen. Wij volgen de ontwikkelingen en zijn alert op kansen maar gaan er op dit moment vanuit dat gewacht moet worden op een eerste herstel van de woningmarkt. Er komen in toenemende mate signalen dat een herstel in 20142015 plaats kan vinden. Indien zich dit doorzet nemen de kansen op inkomsten in 2015 toe.
92
Herontwikkeling Hordencentrum In september 2014 is de bouw van een nieuwe sporthal op Mariënhoeve gestart. De huur van de Hordenhal is per 1 juli 2015 opgezegd. Daarmee is duidelijk geworden dat deze zijn functie gaat verliezen. Inmiddels hebben de particuliere eigenaren van de Hordenhal overeenstemming bereikt met een nieuwe ontwikkelende partij over verkoop. Met deze projectontwikkelaar wordt de herontwikkeling in de loop van 2014/2015 opnieuw opgepakt. Daarbij worden ook de omgeving en de winkeliers op het winkelcentrum betrokken. Het, wel zeer ambitieuze, doel is om aansluitend op het beëindigen van het gebruik van de sporthal, met de uitvoering van de nog te ontwikkelen plannen te starten. Gezien de complexiteit en de samenhang met de andere wijkwinkelcentra wordt ook de provincie Utrecht hierbij betrokken. De duurzame wijkcentra staan ook centraal in de samenwerkingsagenda die wij met de provincie hebben vastgesteld op het gebied van binnenstedelijk ontwikkelen. De Geer II In De Geer II zijn, of worden, door RABO-Bouwfonds, Woningstichting Volksbelang en Zondag Bouwgroep in totaal zo'n 220 woningen (en 12 zorgeenheden in het Droomhuis) gebouwd. Eind 2014 zijn naast die 12 zorgeenheden circa 178 woningen in gebruik. Een groot deel van de openbare ruimte daaromheen is dan door Bouwfonds overgedragen aan de gemeente. Naar verwachting worden in 2015 zo'n 29 woningen opgeleverd. Daarmee ontwikkelt de wijk zich gestaag verder. Het ziet ernaar uit dat het overgrote deel van de woningen in 2016 bewoond is. De openbare ruimte kan dan in 2016 en/of 2017 worden afgerond. Herontwikkeling bedrijventerrein Uem en Wennekes/Hof van Langbroeck Het terrein is met provinciale subsidie in 2013 bouwrijp gemaakt en de bouw is na de bouwvak van 2013 gestart. In 2014 zijn de eerste 10 (goedkope en middeldure) woningen opgeleverd. Verwacht wordt dat de overige duurdere woningen in een lager tempo en na een eerste herstel van de woningmarkt worden gebouwd. De gemeentelijke plankosten zijn al in 2013 betaald door Van Wijnen Projectontwikkeling. Begin 2015 worden de gemeentelijke kavels door deze partij afgenomen, ongeacht of deze zijn verkocht of niet. Daarmee komen begin 2015 de meeste inkomsten voor de gemeente binnen. Daarna worden nog wel kosten gemaakt om te bereiken dat door de ontwikkelaar een goede openbare ruimte aan de gemeente wordt overgedragen. De Engk In de bouwvak van 2014 is gestart met de (eerste fase) van de aanleg van de watergang. Begin 2015 is de geplande opleveringsdatum. Indien de verkoop van fase 2 en 3 van het bouwplan "De Nieuwe Singel" voldoende is gevorderd, wordt na oplevering van de watergang gestart met bouwen. Voor de portiekflat aan de Dirk Fockstraat geldt dat de gemeente en Volksbelang samen gaan onderzoeken wat de beste aanpak is voor de ontwikkeling van dit deelgebied. Er is een aantal scenario's doorgerekend die in 2015 verder uitgewerkt worden. Voor deelgebied de Driehoek wordt onderzocht of de locatie zodanig kan worden ontwikkeld dat toekomstige kopers vanaf een vroeg stadium in de planvorming worden betrokken bij de ontwikkeling van het plan. Hoewel de locatie pas beschikbaar komt na oplevering van de brede school wordt de planontwikkeling al wel eind 2014 opgestart. Locatie de Opstap komt eveneens pas vrij na oplevering van de brede school maar voor deze locatie is nog geen concrete ontwikkelingsaanpak beschikbaar. Dit is een bewuste keuze die te maken heeft met de noodzaak om de verschillende bouwwerkzaamheden te faseren in verband met overlast en bouwlogistiek. Belangrijk punt in deze is dat de riolering van de 93
zijstraten van de Steenstraat in 2015 ook wordt vervangen. Voor de Gansfortstraat en de strook openbare ruimte naast de uitbreiding van het Ewoud en Elisabeth gasthuis (onder andere Dorestede) start eind 2014 in samenspraak met de omwonenden en gebruikers (Quarijn en andere huurders van het Ewoud en Elisabeth gasthuis) de planvorming voor de herinrichting van de Gansfortstraat. Verplaatsing tankstation/garage/Zandweg Van Kerkhof De in juli 2013 met Van Kerkhof bereikte principeovereenstemming is in overeenkomsten met Van Kerkhof, Van Bekkum Projectontwikkeling en de provincie Utrecht uitgewerkt. Deze zijn medio 2014 ondertekend en het bestemmingsplan (zowel voor de woningbouw op de vrijvallende locatie als de nieuwe locatie voor het tankstation en garagebedrijf) is in augustus 2014 onherroepelijk geworden. De bouw van het tankstation en garagebedrijf start nog in 2014 en beide kunnen in de loop van 2015 in gebruik worden genomen. Daarna kan sloop van de oude opstallen en nieuwbouw van start gaan. Die woningen worden waarschijnlijk in 2017 in gebruik genomen. Mogelijk wordt op de begane grond een praktijk van enkele huisartsen gevestigd. Bouwgrond in exploitatie (BIE): grondexploitaties van derden/projectadministraties
Aan de Oude Haven (voormalig Van Zoestterrein) De omgevingsaanvraag voor dit particuliere plan is juli 2014 verleend zodat na de bouwvak is gestart met de bouw. Door de beslissing van de ontwikkelaar om toch het compromisplan te realiseren is de verwachting dat er geen bezwaar wordt gemaakt door Schil met Pit en omwonenden. Stadshaven Nadat in april 2014 een exploitatieovereenkomst is gesloten met de nieuwe havenmeester en beheerder, is deze in de tweede helft van 2014 bezig geweest met het voorbereiden van het uitvoeren van de verplichtingen uit de exploitatieovereenkomst. Na vaststelling van het herziene bestemmingsplan in - naar verwachting eerste kwartaal 2015 - en aanpassing van de Havenbeheerverordening brengt de exploitant in 2015 zijn exploitatieplan verder tot uitvoering. Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG)
Ontwikkeling oude postkantoorlocatie Ontwikkelgebied Postkantoor is een strategisch gelegen herontwikkelingslocatie. In 2013 is met de betrokken partners in het gebied gewerkt aan een structuurvisie en zijn financiële verkenningen gedaan. De structuurvisie is in het voorjaar van 2014 aan de gemeenteraad ter besluitvorming voorgelegd en vastgesteld. Uit de financiële doorrekeningen blijkt dat een haalbare, integrale ontwikkeling op korte termijn niet mogelijk is. Ook separate ontwikkeling is financieel hoogst onzeker. Het Postkantoorgebied is opgenomen in de Samenwerkingsagenda van de Provincie Utrecht. Dat betekent dat er een kans is dat de provincie financiële middelen ter beschikking stelt om deze complexe binnenstedelijke locatie te transformeren. Op dit moment wordt met ontwikkelaars overlegd over de mogelijkheden om tot een gefaseerde ontwikkeling te komen. De verwachting is dat deze initiatieven in het voorjaar 2015 tot mogelijke planvorming zullen leiden. Afhankelijk van de inhoud en omvang van het plan zal nader overleg met de provincie volgen.
94
Herontwikkellocaties en aankoop gronden/ruilgronden
Omgeving De Heul (voorheen: Jozefschool) Omgeving De Heul omvat de voormalige locatie van Basisschool Sint Jozef aan de Karolingersweg 189, de panden en de openbare ruimte van het zwembad en de Vikinghal, het basketbalveldje en winkelcentrum De Heul. Grond en opstallen van het zwembad zijn in eigendom van ZIB Wijk bij Duurstede B.V. Grond en opstallen van de Vikinghal zijn in eigendom van de gemeente en verhuurd aan ZIB Wijk bij Duurstede. Na afloop van de huurovereenkomst (1 januari 2016), krijgt ZIB wijk bij Duurstede B.V. opstallen en gebouw voor het symbolische bedrag van € 0, 45 (destijds 1 gulden). De gemeente heeft besloten om de gemeentelijke bijdrage voor een zwembad na het aflopen van het contract met de huidige exploitant wordt stopgezet. Initiatieven voor een zwembad worden overgelaten aan de markt. Na sluiting van de Vikinghal is op korte termijn een gymzaal nodig voor het basisonderwijs. Naast een gymzaal komt in de toekomst in dit gebied een nieuwe Brede School met kinderopvang. De eigenaar van winkelcentrum De Heul wil investeren in dit winkelcentrum. De gemeente wil de bestaande buurtwinkelcentra en de binnenstad versterken. Dat kan in de visie van de gemeente het beste wanneer er in de buurtwinkelcentra supermarkten van een vergelijkbare omvang zijn. Met eigenaren van vastgoed, supermarktketens en winkeliersverenigingen van winkelcentrum De Heul, De Horden en de locatie Lidl zijn hierover gesprekken gevoerd om afspraken hierover bindend vast te leggen. In 2015 wordt begonnen met de planvorming van omgeving De Heul. Gelet op de verschillende ruimtevragen voor omgeving De Heul en het verschil in tempo waarop nieuwbouw gereed moet zien, is de verwachting dat in 2017 gefaseerde bouwactiviteiten starten. Hoogstraat Oost - Locatie Lidl Op de Hoogstraat is nu een Lidl gevestigd. Het vastgoed en openbare ruimte op deze locatie zijn grotendeels in handen van een particuliere eigenaar. In de Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020 is Hoogstraat Oost als transformatiegebied voor woningbouw aangewezen. De huidige detailhandel maakt in deze visie plaats voor woningbouw. In de Structuurvisie Detailhandel is deze visie nogmaals bevestigd. Met de eigenaar en huurder van het pand zijn gesprekken gevoerd over een verplaatsing naar omgeving De Heul. Na vertrek van Jumbo uit winkelcentrum De Heul kan Lidl deze plaats innemen. Gelet op de complexiteit en verwevenheid met omgeving De Heul is de verwachting dat in 2019 hier bouwactiviteiten kunnen starten. Bedrijventerrein Broekweg Noord Broekweg Noord is opgenomen in de Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020 als uitbreiding van het huidige bedrijventerrein Broekweg. In regionaal verband en als gevolg van provinciaal beleid kan pas een nieuw bedrijventerrein ontwikkeld worden als een bestaand bedrijventerrein wordt geherstructureerd. In onze gemeente betekent dit dat het bedrijventerrein Van Dijk’s Koel- en Vrieshuis aan de Graaf van Lynden van Sandenburgweg wordt geherstructureerd. Met de eigenaren is in 2013 een plan van aanpak voor herstructurering opgesteld. In Wijk bij Duurstede is naast herstructurering behoefte aan een nieuw bedrijventerrein. Er resteert nog 1 ha. uitgeefbaar terrein op de bestaande terreinen. De verwachting is dat deze 95
10.000 m2 het komende jaar worden verkocht. De gemeente Wijk bij Duurstede wil bestaande en nieuwe bedrijven de mogelijkheid bieden zich binnen de gemeente te vestigen. Ook is behoefte aan een nieuw type bedrijventerrein waar functies als horeca, een vergadercentrum en grootschalige detailhandel gevestigd kunnen worden. Op die manier wordt bijgedragen aan een aantrekkelijk en gevarieerd ondernemersklimaat. In 2013 is gebleken dat een gefaseerde ontwikkeling van bedrijventerrein Broekweg Noord financieel haalbaar is. Met grondeigenaren is overeenstemming bereikt over grondaankoop die een uitbreiding van het bedrijventerrein met 3,4 ha (bruto) mogelijk maakt. Voorbehoud is dat de grond geschikt moet zijn voor het beoogde gebruik. De verwachting is dat de eerste fase van bedrijventerrein Broekweg Noord in 2016 gereed is.
3. Grondexploitaties 2015 financieel Actualisatie/herziening grondexploitaties
Complex
Najaar 2014
Voorjaar 2014
Verwacht Saldo *
Verwacht Saldo *
Verschil Einddatum Hoofdoorzaken en resultaat per jaar + de verwachte stand van de reserve grondbeleid
Algemene dienst Actieve Grondexploitaties met positief saldo Langshaven/Broekweg Brandweer Cothen Uem en Wennekes Beatrixschool De Engk Zandweg-van Kerkhof De Geer II Middelweg Oost De Kamp Hordencentrum
2.361 394 538 215 15 152 97 34 3.684 79
2.361 394 538 215 1.044 12 97 34 3.684 79
1.029140 -
Bedragen x € 1.000
7.569
8.458
889-
* Eindwaarde
Actieve Grondexploitaties met negatief saldo Oranjehof
2015 2016 2016 2017 2017 2017 2017 2017 2018 2018
Positief bedrag = positieve grondexploitatie
Verwacht Saldo **
Verwacht Saldo **
1.124-
1.071-
Reserve grondbeleid 2015 2016 2017 2.361
2018
394 538 215 15 152 97 34
Per jaar Totaalstand
2.361 2.361
538 2.899
298 3.197
3.684 79 3.763 6.960
De winstnemingen zijn weergegeven in eindwaarden. Er is in bovenstaande presentatie geen rekening gehouden met tussentijds winstnemen. In de praktijk zal het voorkomen dat winstnemingen eerder plaatsvinden dan hier gepresenteerd.
53-
Verliesgevende grondexploitatie. Er zal een aanvullende voorziening worden getroffen van 53.000 uit de reserve gb.
** Netto contante waarde
Reserve Grondbedrijf De basis voor ons gemeentelijk grondbeleid is vastgelegd in de in 2011 vastgestelde nota “Grondbeleid 2009, focus op regie”. Het instellen van een reserve Grondbedrijf en het inrichten van een grondbedrijf zijn een direct gevolg van deze nota. Het voeren van een actieve grondpolitiek kan financiële risico's met zich meebrengen. Daarom is een grondbedrijf ingericht, waarbij voor negatieve grondexploitaties een voorziening wordt getroffen uit de reserve grondbedrijf. Idealiter heeft de reserve grondbedrijf een omvang van 2,7 miljoen. In de bovenstaande tabel is de ontwikkeling van de reserve weergegeven. Voor 2015 streven we ernaar om de stand van 2,3 miljoen te bereiken.
96
Meerjarenprognose grondexploitaties Actualisatie/herziening najaar 2014 Bedragen x € 1.000
Prognose Boekwaarde 31-12-2014 (incl. voorziening) Bouwgrond in exploitatie Uem en Wennekes 2 Oranjehof 3.731 Van Kerkhof-Zandweg 366 Beatrixschool 150 Brandweer Cothen 189 De Kamp 1.502 De Engk 1.875 De Geer II* 32 Middelweg Oost 648 Hordencentrum*(deels) 170 Veilingpark* 9 Langshaven/Broekweg 1.365Niet in exploitatie genomen gronden Postkantoor Jozefschoolterrein 213 7.522 *exploitatie van derden Bedragen x € 1.000
Actieve Grondexploitaties Uem en Wennekes Oranjehof Van Kerkhof-Zandweg Beatrixschool Brandweer Cothen De Kamp De Engk De Geer II* Middelweg Oost Hordencentrum*(deels) Veilingpark* Langshaven/Broekweg
Kosten, nog te verwachten Totaal
Kosten, nog te verwachten 2015
Kosten, nog te verwachten 2016
141.381 643 47 225 722 3.229 27 223 526
2333 429 8 127 256 1.205 14 116 68
12555 68 8 98 44 1.163 7 71 37
1-
1-
7.008
2.553
2.039
Kosten, nog te verwachten 2017
Kosten, nog te verwachten 2018 e.v.
242 244 270 -
251 146 31,00 178 861 6 36 151
1.660
756
Opbrengsten nog Opbrengsten nog Opbrengsten nog Opbrengsten nog Opbrengsten nog Verwacht te verwachten te verwachten te verwachten te verwachten te verwachten Saldo * Totaal 2015 2016 2017 2018 e.v. 526 5.059 1.161 412 808 5.908 5.119 156 905 775 9 995
526 2.661 420 8 404 3.369 1.222 78 302 55 9 995
21.833
10.049
719 381 8 404 1.776 2.207 78 302 28
1.679 360 396
5.903
5.216
763 1.690 301 27
665 -
53853 1522153943.684159734792.361-
665
7.516-
Niet in exploitatie genomen gronden Postkantoor Jozefschoolterrein
* Eindwaarde
Negatief = winstgevende exploitatie
97
§ 2.7 Treasury en financiering Inleiding De treasuryfunctie gaat over de bewaking van de geldstromen en de liquiditeitspositie van de gemeente. Hierbij valt te denken aan de financiering van het beleid (met eigen middelen of geleende gelden) en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. Ook hoort het dagelijks betalingsverkeer tot de treasuryfunctie. Treasury heeft als doel om een optimaal resultaat te bereiken tussen rentelasten en rentebaten, met in achtneming van de risico’s. De uitvoering van treasury wordt wettelijk geregeld in de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO). Het beleid voor de treasuryfunctie van de gemeente Wijk bij Duurstede is vastgelegd in het treasurystatuut, dat in 2010 is herzien en door de Raad is vastgesteld. De belangrijkste punten uit dit statuut, naast de voorschriften op grond van de Wet FIDO zijn: Gelden worden alleen uitgezet bij banken met een kredietwaardigheid van minimaal de zogenaamde double A-rating. Naast de financiële instelling moet ook het land waar de instelling is gevestigd een double A-rating hebben bij het uitzetten van middelen; dit geldt zowel voor korte als langlopende financiële instrumenten. De rating moet door minimaal 2 van de 3 gerenommeerde ratingbureaus afgegeven zijn. Voor contracten met een looptijd langer dan een jaar, aangegaan met een kredietrating vanaf AA, wordt een ratingclausule opgenomen. Het aantrekken van langlopende leningen doen wij door offertes aan te vragen bij tenminste 3 financiële instellingen. De kasgeldlimiet (8,5% van de jaarbegroting) wordt niet overschreden. De renterisico-norm (20% van de jaarbegroting) wordt niet overschreden. Hierna wordt op bovenstaande onderdelen ingegaan.
Algemene ontwikkelingen en rentebeleid Er wordt geen fictieve rente toegekend aan het vermogen en ook geen bespaarde rente. Wel wordt er bespaarde rente ten gunste van de exploitatie gebracht. Voor de berekening van de kapitaallasten wordt een rentepercentage van 4,0% gehanteerd. De Wet HOF (Wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën) en schatkistbankieren Op 11 december 2013 is de wet houdbare overheidsfinanciën (wet Hof) officieel gepubliceerd. In die wet zijn de Europese normen verankerd voor de hoogte van de overheidsschuld en de jaarlijkse groei van de overheidsschuld. Die normen raken ook gemeenten, omdat de gemeenteschulden en financieringstekorten van gemeenten meetellen in de overheidsschuld van Nederland. Alle gemeenten samen krijgen een plafond voor het totale EMU-tekort van gemeenten in een jaar. Dat plafond wordt volgens de wet na bestuurlijk overleg voor een bepaalde 98
periode overeengekomen. Voor 2014 bedraagt het plafond voor de gezamenlijke gemeenten 0,32% van het bruto binnenlands product. Met het plafond wordt de groei van de netto schuld (volgens de definitie voor het EMU-saldo) van de gezamenlijke gemeenten in een jaar beperkt. Het wetsvoorstel verplicht schatkistbankieren is op 13 december 2013 in het Staatsblad gepubliceerd. De wet is op 15 december 2013 van kracht geworden met een overgangsbepaling tot 31 december 2013. Tegelijkertijd met de wet is een ministeriele regeling van kracht geworden. Onderdeel van die regeling is de rekening-courantovereenkomst die iedere decentrale overheid krijgt met de Staat der Nederlanden. De regeling bevat verder onder meer de verplichting voor decentrale overheden een tussenrekening te openen bij een of meerdere banken, zodat aan de verplichting tot deelname aan schatkistbankieren kan worden voldaan. Het wetsvoorstel verplicht alle decentrale overheden om hun overtollige (liquide) middelen aan te houden in de schatkist. Het woord ‘overtollig’ verwijst naar alle middelen die decentrale overheden niet onmiddellijk nodig hebben voor de publieke taak. Het is toegestaan om een relatief klein bedrag aan overtollige middelen buiten de schatkist te houden. De hoogte van het drempelbedrag is afhankelijk van de begrotingsomvang, namelijk 0,75% daarvan. Een decentrale overheid behoudt, op basis van de wet Fido, de mogelijkheid om leningen te verstrekken en uitzettingen te verrichten uit hoofde van de publieke taak. Deelname aan schatkistbankieren verandert daar niets aan. Vanaf begrotingsjaar 2014 is er een rapportageverplichting en is alleen van toepassing op de middelen die vanwege het drempelbedrag uitgezonderd zijn van verplicht schatkistbankieren. Bij de gemeente Wijk bij Duurstede is er geen sprake van overtollige middelen.
Leningenportefeuille De opgenomen leningen hebben per 1 januari 2015 een nominale waarde van € 27.981.178 met een met vaste rentepercentages variërend van 0,52% tot 5,85%. Dit is inclusief de nieuwe lening in 2014 van € 3,7 miljoen tegen 3,9% voor de sporthal Mariënhoeve. Voor 2015 is de verwachting € 5 miljoen te kort te komen aan liquiditeiten (zie onder kopje financieringsbehoefte). In het 1e kwartaal van 2015 gaan we kijken of we een (langlopende) lening aan moeten trekken. Van de € 27 miljoen is overigens € 3,2 miljoen (ultimo 2014) doorgeleend aan de woningbouwstichting Volksbelang, conform de in het verleden gemaakte afspraken. (Bedragen x € 1.000) Tabel 1 Stand langlopende leningen
2015
Stand van de leningen per 1 januari 2015
€
27.981
Nieuwe leningen
€
0
Reguliere aflossingen
€
-6.546
Stand per 31 december 2015
€
21.435
99
Grafiek 1 Ontwikkeling van de leningenportefeuille (Bedragen x € 1.000)
Kasgeldlimiet en renterisico Zowel binnen de renterisiconorm als kasgeldlimiet is er voor 2015 ruimte om geld aan te trekken. Kortlopende financiering: kasgeldlimiet De kasgeldlimiet stelt een limiet aan het renterisico op korte termijn financiering. Met name voor kortlopende financiering kan het renterisico groot zijn. Wijzigingen in de korte rente hebben direct invloed op de rentelasten. Wij mogen in totaal niet meer dan 8,5% van de begrotingsomvang (totale lasten) aan leningen van korter dan 1 jaar hebben. Hieronder vallen dus de rekening courant bij de BNG (rood staan) en de aangetrokken kasgeldleningen. Dit maximum is wettelijk vastgelegd in de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden. In tabel 2 is de toegestane kasgeldlimiet berekend. Hieruit blijkt dat wij in 2015 maximaal € 3,5 miljoen aan kortlopende leningen mogen aantrekken. Toelichting bij de tabel: De definitie voor vlottende schuld is: schulden met een rentetypische looptijd van minder dan één jaar, met uitzondering van crediteuren. De definitie voor vlottende middelen is: vorderingen met rentetypische looptijd van minder dan één jaar, met uitzondering van voorraden en debiteuren. Tabel 2. Berekening kasgeldlimiet 2015 Omvang begroting per 1 januari 2015 * Toegestane kasgeldlimiet in percentage van de begrotingsomvang a. Toegestane kasgeldlimiet in geld b. Vlottende schulden c. Vlottende middelen d. Totaal vlottende schuld ( b -/- c) Toets aan kasgeldlimiet (d -/- a ) * Excl. Ombuigingen
€
(Bedragen x € 1.000) 47.396
8,5% € € € € €
4.029 4.025 3.503 522 -3.507 100
Langlopende financiering: renterisicoberekening De renterisico norm stelt een limiet aan het renterisico voor de lange termijn financiering. Het renterisico op de vaste schuld moet minder zijn dan 20% van de omvang van de jaarbegroting. Dit wil zeggen dat het niet toegestaan is om in één jaar een groot deel (meer dan 20%) van de af te lossen leningen opnieuw te financieren. Het doel hiervan is om spreiding in de rentetypische looptijden in de leningenportefeuille te krijgen waardoor veranderingen in de rente vertraagd doorwerken in de rentelasten. Tabel 3. Berekening renterisico Renteherziening op vaste 1a schuld o/g Renteherziening op 1b uitgezette lange leningen Netto renteherziening 2 (1a -/- 1b) Nieuw aangetrokken vaste 3a schuld Nieuw verstrekte lange 3b leningen Netto nieuw 4 aangetrokken vaste schuld (3a -/-3b) 5 Betaalde aflossingen Herfinanciering (laagste 6 van 4 en 5) Renterisico op vaste 7 schuld (2 + 6) 8 Begrotingstotaal * 9 Vastgesteld percentage 10 Renterisiconorm (9 * 8) Toets renterisico-norm (10) Renterisico op vaste schuld (7) 11 Ruimte (10 -/- 7) * Excl. ombuigingen
2015
2016
2017
2018
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
6.546
561
579
596
0
0
0
0
0
0
0
0
47.396 20% 9.479
46.199 20% 9.240
45.380 20% 9.076
44.685 20% 8.937
9.479
9.240
9.076
8.937
0
0
0
0
9.479
9.240
9.076
8.937
Financieringsbehoefte Onlangs zijn de (grote) grondexploitaties geactualiseerd. De cijfers in de begroting 2015 zijn hierop gebaseerd en zijn verwerkt in onderstaande liquiditeitsbehoefte. Hieruit blijkt dat we in 2015 een tekort hebben. Deels kunnen we dit tekort opvangen met kasgeld. Voor het restant gaan we in het 1e kwartaal 2015 kijken of er daadwerkelijk een lening aangetrokken moet worden en zullen we dit eventueel melden met de voorjaarsnota 2015. 101
(Bedragen x € 1.000) Tabel 4.Berekening liquiditeitsbehoefte
2015
Uitgaven Inkomsten
39.628 38.834 38.480 38.577 43.330 43.421 43.030 42.695 3.702 4.586 4.551 4.119
Saldo Exploitatie
2016
2017
2018
Aflossingen
6.546
561
579
596
Inkomsten grondexploitaties
9.754
5.869
5.192
668
Uitgaven grondexploitaties
1.811
1.379
1.126
511
Grote projecten
8.837
407
0
0
614
367
15
146
4.352-
7.741
8.024
3.535
Vervangingsinvesteringen
Saldo
Grafiek 2. Ontwikkeling van de liquiditeit (bedragen x € 1.000)
102
Liquiditeitspositie Hieronder geven we een aantal kengetallen weer zoals de solvabiliteit en liquiditeit (current en quick). De kengetallen worden berekend op basis van de balanscijfers. Daar er voor de begroting geen balans wordt opgesteld, zijn deze kengetallen gebaseerd op de laatste vastgestelde balans (jaarrekening 2013). Kengetal Solvabiliteit Liquiditeit (current) Liquiditeit (quick)
2013 21% 1,48 0,54
2012 20% 1,25 0,63
2011 22% 0,86 0,46
2010 27% 0,59 0,36
De solvabiliteit geeft de mate aan waarin we aan de langlopende verplichtingen kunnen blijven voldoen. De solvabiliteitsratio (eigen vermogen/ totaal vermogen) bedraagt ultimo 2013 21%. Bij bedrijven ligt een gezonde solvabiliteitsratio tussen de 20 – 25%; bij gemeenten ligt de ratio vaak boven de 50%. Dit komt met name door de bestemmingsreserves en financieringsfunctie van het eigen vermogen. De solvabiliteitsratio van onze gemeente ligt beneden dit gemiddelde, maar is ten opzichte van 2012 licht gestegen. De liquiditeit is bepaald aan de hand van twee ratio’s, namelijk de current ratio (vlottende activa/vlottende passiva) en de quick ratio (gelijk aan de current maar zonder bij de vlottende activa de voorraden grondexploitaties mee te nemen). Met beide ratio’s wordt een beeld verkregen van het vermogen om te voldoen aan de kortlopende verplichtingen. De current ratio is gezond als deze boven de 2 ligt. Ten opzichte van voorgaand jaren is er een stijgende lijn te zien, maar voldoet nog niet aan de norm. De quick ratio is exclusief de grondexploitaties omdat deze niet eenvoudig te gelde te maken zijn. Evenals bij de current ratio is deze te laag.
Emu saldo Overzicht in het definitieve boek.
103
§ 2.8 Lokale heffingen
Inleiding Het overzicht lokale heffingen heeft betrekking op de gemeentelijke belastingen en op de heffingen. De belastingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. De lokale lasten zijn een integraal onderdeel van het gemeentelijk beleid. Uitgangspunten gemeentelijk beleid In de gemeente Wijk bij Duurstede worden met betrekking tot de lokale heffingen de volgende uitgangspunten gehanteerd: • de OZB tarieven, toeristenbelasting- en hondenbelastingtarieven worden jaarlijks gecorrigeerd met het inflatiepercentage; • het tarief voor de afvalstoffenheffing is 100% kostendekkend op begrotingsbasis; • het tarief voor de rioolheffing is 100% kostendekkend op begrotingsbasis; • overige heffingen en leges zullen zoveel mogelijk kostendekkend worden vastgesteld. Onroerende zaakbelastingen De waarden van het onroerend goed worden (in relatie tot de geraamde opbrengsten) gebruikt voor de vaststelling van het OZB-tarief. Jaarlijks vindt een herwaardering van het onroerend goed plaats. De waarden van het onroerend goed naar de waardepeildatum 1 januari 2014 worden gebruikt voor de vaststelling van het OZB-tarief 2015.Daarnaast wordt een jaarlijkse indexering toegepast op de geraamde opbrengst. Hiervoor is het Prijsindexcijfer Consumentenprijzen 2014 gehanteerd. De indexering 2014 is bepaald op 1.25 %. Tevens wordt bij het opstellen van de primitieve begroting voortaan rekening gehouden met areaaluitbreiding. Daarbij wordt uitgegaan van het aantal nieuw opgeleverde woningen in het jaar, voorafgaande aan de waardepeildatum. Zo wordt voor het belastingjaar 2015 gerekend met 120 nieuwe woningen met een gemiddelde waarde van € 250.000,-, die in het jaar 2013 werden opgeleverd. In december 2014 worden de aangepaste woningwaarden bekend middels een opgave van BSR te Tiel. In deze cijfers is de areaaluitbreiding 2013 in beginsel reeds in zijn geheel verwerkt. Bij de vaststelling van de tarieven in december 2014 kan nog rekening worden gehouden met onverwachte afwijkingen. De definitieve OZB-tarieven kunnen om die reden dan ook pas in een raadsvergadering van december 2014 vastgesteld worden. Het (voorlopige) OZB-tarief voor 2015 geeft momenteel het volgende beeld, inclusief indexering van 1,25% en exclusief eventuele verhogingen. Tarief, percentage van de WOZ-waarde Woningen: Eigenaar Gebruiker Niet-woningen: Eigenaar Gebruiker
2014
2015 prognose
0,1290% n.v.t.
0,1306% n.v.t.
0,1734% 0,1335%
0,1755% 0,1351% 104
Afvalstoffenheffing Het uitgangspunt bij de bepaling van het tarief is dat dit kostendekkend moet zijn. De komende jaren zijn vervangingsinvesteringen nodig, onder andere voor de minicontainers en de milieustraat. Er is een gemeentelijk afvalstoffenplan (GAP) vastgesteld, maar de definitieve financiële gevolgen kunnen pas worden meegenomen in de begroting wanneer concrete maatregelen worden doorgevoerd. Tarief in € Per huishouden/deelnemer
2014 212,26
2015 212,26
Rioolheffing Bij de behandeling van de begroting 2013 werd besloten tot een structurele verlaging van het tarief met € 30,- per aansluiting. Daarbij werd tevens besloten dat een nieuw GRP IV diende te worden opgesteld, waarbij de structurele tariefsverlaging taakstellend moet worden meegenomen. Conform hetgeen is bepaald in het GRP IV wordt een stijging met 5% tot en met 2015 en 1,4% in 2016 berekend. Uiteraard wordt daarnaast de indexering van 1.25 % berekend in het tarief voor 2015. De hieronder genoemden tarieven 20162017 zijn inclusief de beleidsmatige verhoging, maar uiteraard exclusief indexeringen. In de tabel is tevens de tariefsontwikkeling van “klein eigendom” weergegeven. Sinds het belastingjaar 2010 is hiervoor een apart tarief ingevoerd. Tarief in € Per aansluiting Per “aansluiting” klein eigendom (garage’s / schuren e.d.)
2014 2015 2016 2017 2018 204,85 218,36 221,46 221,46 221,46 67,32 71,76 72,77 72,77 72,77
Lokale lastendruk Omdat de provincie Utrecht heeft besloten geen overzichten meer te maken van de zogenaamde “Begrotingspositie Utrechtse gemeenten” is het niet mogelijk om nu een vergelijking te presenteren van de lastendruk in Wijk bij Duurstede ten opzichte van de omliggende (Utrechtse0 gemeenten. Mocht de provincie over enige tijd (naar verwachting zeker nog niet in 2015) met een alternatief komen, dan wordt getracht weer met een vergelijkend overzicht te komen.
Hondenbelasting De tarieven van hondenbelasting stijgen met 1,25% inflatiecorrectie ten opzichte van 2014. De volgende tarieven zijn van toepassing: - 1e hond: - 2e hond, enz.: - voor kennels:
€ 62,33 € 101,58 € 272,55
105
Overige tarieven en heffingen De overige tarieven en heffingen worden aangepast op grond van de nominale ontwikkelingen. Voor 2014 bedraagt de stijging (indexering) 1,25 %. Kwijtscheldingsbeleid: Wijk bij Duurstede heeft als beleid dat wordt aangesloten bij het kwijtscheldingsbeleid zoals dat door BSR te Tiel voor alle bij de gemeenschappelijke regeling aangesloten gemeenten wordt gehanteerd.
106
§ 2.9 Ombuigingen
107
DEEL 3 BIJLAGEN
108
3.1 Kostenverdeelstaat Ec. Omschrijving Cat.
Hulpkostenplaatsen Huisvesting Receptie
Totaal
1.0
Lasten Salarissen
8.069.358
3.0 3.1 3.3 3.4
Uitbestede uren Energie Investeringen Overige goederen
13.400 147.100 72.610 1.887.752
90.900 19.500 160.516
6.0 6.1 6.1
Reserveringen Rente Afschrijvingen
222.320 214.417 601.108
198.320 200.627 517.264
11.228.065
1.187.127
-60.701
Totale lasten
Concernstaf Bedrijfsvoering
503.869
1.947.101 10.000
250.000
250.000
12.735
8.350 1.093.944
0 0
0 10.410 79.442
516.604
3.149.247
Baten 3.4
Ontvangsten derden
-365.301
4.2
Subsidies/bijdragen
0
6.0
Aanwending voorz. Totaal baten Te verdelen saldo
-6.600
-10.611
-10.611
-375.912
-71.312
0
0
-6.600
10.852.153
1.115.815
250.000
516.604
3.142.647
-701.603 -250.000
17.813 11.108 -545.524
135.760 59.202 111.356 -3.448.965
HKP HKP HKP HKP
Huisvesting Receptie Concernstaf Bedrijfs-voering
0 0 0 0
KP KP KP KP KP
Strategie Beleid Proj. Dienstverlening Beheer Beheer Buitendienst Beheer inz. belastingen Reserve Mutaties
0 0 0 0 0 0
-463.000
Totaal doorberekend
0
-1.115.815
-250.000
-516.604
-3.142.647
10.852.153
0
0
0
0
Saldo
45.000 3.788
109
Kostenplaatsen Strategie Dienstverle Beheer Beleid ning Projecten excl. PMB
1.555.301
1.442.146
Kostendragers Beheer Projectman Buitendienst agement bureau
947.432
1.093.771
579.738
70.760
0 56.200 44.760 117.096
17.900
3.400
49.479
115.322
24.000 548 4.402
0 0
2.832 0
1.608.180
1.560.300
-34.000
-264.000
-34.000
-264.000
0
0
0
-375.912
1.574.180
1.296.300
1.018.192
1.340.777
597.638
10.852.153
92.432 38.090 71.645 502.801
122.040 42.908 80.708 566.403
69.084 28.401 53.421 374.904
42.697 80.312 563.628
30.089 13.543 25.475 178.779
234.386 14.051 122.607 1.262.450
1.018.192
1.340.777
597.638
11.228.065
0
-2.279.149 -2.108.359 -1.544.001 -2.027.415 -845.524
2.279.149 2.108.359 1.499.001 2.023.627 845.524 463.000
-1.574.180
-1.296.300
-1.018.192
-1.340.777
-597.638
10.852.153
0
0
0
0
0
10.852.153
110
3.2 Budgetlasten vervangende investeringen
Rentepercentage 4 %
Jaar Aantal Invest. Aan- jaar bedrag vang afschr.
2015
2016
2017
2018
Bedrijfsvoering Bureaustoelen Paternosterarchiefkast
2015 2015
10 75.000 20 10.000
5.250 450
10.200 880
9.900 860
9.600 840
Scanner post en facturen
2016
5 10.000
1.200
2.320
2.240
Keukenapparatuur 2018 Discussie- / geluidinstallatie raadzaal c.a. 2018 Inbraakbeveiliging / toegangscontroleapparatuur 2018
15 50.000 15 55.000 15 25.000
Beheer inzake beheer buiten Toyota Dyna 100 (Heul) 70-BR-JS (1) Toyota Dyna 100 (Nrdw) 69-BR-JS (3) Scania BP-RH-29 (8) Votex GC 280(22) Votex bladblazer tractor (34) Schaftwagen De Engk (40) Schaftwagen De Heul (41) Schaftwagen Noorderwaard (42) Nido opzetstrooier (44) Peugeot 36-BT-HK (48) Peugeot 37-BT-HK (48a) Sneeuwschuif Fendt (49) Fendt tractor (65) Nido opzetstrooier Stratos (66) Nido strooier Stratos (66a) Kubota tractor (98) Bomford knipper (101)
2015 2015 2015 2015 2015 2015 2015 2015 2015 2015 2015 2015 2015 2015 2015 2015 2015
8 8 8 10 8 10 10 10 8 8 8 10 12 8 8 10 10
31.900 2.632 29.000 2.393 140.500 11.591 21.300 1.491 17.300 1.427 11.500 805 11.500 805 11.500 805 31.700 2.615 19.600 1.617 19.600 1.617 13.900 973 64.500 3.978 25.400 2.096 30.500 2.516 38.500 2.695 10.500 735
Toyota Dyna 150 (alg) 44-BZ-JH (5) Toyota Dyna 100 (CoLa) 61-BZ-KS (6) Toyota Dyna 100 (Alg) 2-VGV-40 (7) Piaggo + opbouw 8-VDP-37 (10) Deutz tractor (13) Motorkruiwagen (14) Schmidt veegwagen (47) Actiewagen (77) Actiewagen (78)
2016 2016 2016 2016 2016 2016 2016 2016 2016
8 8 8 6 8 6 8 10 10
25.000 38.100 37.700 22.800 44.400 10.500 152.600 13.900 11.700
Schaftwagen CoLa (80)
2017
10 14.800
Rom Compact (126)
2018
10 15.500
Omschrijving
Totaal (6922110 00014)
2.667 2.933 1.333
5.104 4.945 4.785 4.640 4.495 4.350 22.480 21.778 21.075 2.897 2.812 2.726 2.768 2.682 2.595 1.564 1.518 1.472 1.564 1.518 1.472 1.564 1.518 1.472 5.072 4.914 4.755 3.136 3.038 2.940 3.136 3.038 2.940 1.890 1.835 1.779 7.740 7.525 7.310 4.064 3.937 3.810 4.880 4.728 4.575 5.236 5.082 4.928 1.428 1.386 1.344 2.063 4.000 3.875 3.143 6.096 5.906 3.110 6.032 5.844 2.356 4.560 4.408 3.663 7.104 6.882 1.085 2.100 2.030 12.590 24.416 23.653 973 1.890 1.835 819 1.591 1.544 1.036
2.013 1.085
46.491 121.245 148.654 153.016
111
Vervangende investeringen welke tlv de begroting komen omdat de aanschafwaarde onder € 10.000 is Jaar Aantal Invest. Omschrijving Aan- jaar bedrag 2015 2016 2017 2018 vang afschr. Huisvesting (501010 33030) Keukenapparatuur 2015 7.000 7.000 Portable geluidapparatuur 2015 6.500 6.500 Scanner 2015 6.000 6.000 Keukenapparatuur
2016
7.000
Keukenapparatuur BHV benodigdheden Bedrijfskleding bodes/overhemden
2017 2017 2017
3.000 9.000 1.500
Beheerinstallatie raadzaal Geluidinstallatie in receptie
2018 2018
8.000 8.000
Beheer inzake beheer buiten (534100 33041) Diversen 2015 Diversen 2016 Diversen 2017 Diversen 2018
44.760 30.325 17.600 3.700
7.000 3.000 9.000 1.500 8.000 8.000
44.760 30.325 17.600 3.700
112
3.3 Staat van reserves en voorzieningen 1-1-2015
Storting 2015
500001 Algemene Reserve
5.462.608
0
510001 510007 510009 510018 510023 510034 510036 510038 510040 510041 510043 510061 510062
605.191 181.758 67.076 4.162.955 17.552 203.369 15.486 11.759 40.000 149.154 127.813 40.848 55.732 5.678.694
0 0 0 0 0 0 0 0 60.544 64.995 0 0 125.539
Omschrijving
BR Wmo BR Mariënhoeve BR fonds Volkshuisvesting BRG Gemeentehuis BR Monumentenbeleid BR Programma Slimme Werkprocessen BR opleiding organisatie BR uitwisselingsdoeleinden BR glasvezel BR Overdracht wethouderspensioenen naar ABP BR onderhoud watergangen (baggerplan) BR Grondbeleid BR Beëindiging dienstverbanden Bestemmingsreserves
Omschrijving
1-1-2017
OnttrekStorting Onttrekking 31-12-2015 2016 king 31-12-2016 0
0
0
5.462.608
605.191 605.191 0 181.758 0 0 181.758 2.582 64.494 0 2.582 61.912 463.000 3.699.955 0 463.000 3.236.955 17.552 0 0 0 0 131.548 71.821 0 56.490 15.331 0 15.486 0 0 15.486 0 11.759 0 0 11.759 20.000 20.000 0 20.000 0 0 209.698 85.796 0 295.494 0 192.808 65.568 0 258.376 0 40.848 0 0 40.848 0 55.732 0 0 55.732 634.682 5.169.551 151.364 542.072 4.778.843
Storting Onttrek2017 king
31-12-2017
500001 Algemene Reserve
5.462.608
0
0
510001 510007 510009 510018 510023 510034 510036 510038 510040 510041 510043 510061 510062
605.191 181.758 61.912 3.236.955 0 15.331 15.486 11.759 0 295.494 258.376 40.848 55.732 4.778.843
0 0 0 0 0 0 0 0 130.118 66.140 0 0 196.258
0 2.582 463.000 0 11.443 0 0 0 0 0 0 0 477.025
BR Wmo BR Mariënhoeve BR fonds Volkshuisvesting BRG Gemeentehuis BR Monumentenbeleid BR Programma Slimme Werkprocessen BR opleiding organisatie BR uitwisselingsdoeleinden BR glasvezel BR Overdracht wethouderspensioenen naar ABP BR onderhoud watergangen (baggerplan) BR Grondbeleid BR Beëindiging dienstverbanden Bestemmingsreserves
5.462.608
5.462.608
Storting Onttrek2018 king 31-12-2018 0
0
5.462.608
605.191 181.758 0 0 59.330 0 2.582 2.773.955 0 463.000 0 0 0 3.888 0 3.888 15.486 0 0 11.759 0 0 0 0 0 425.612 149.154 0 324.516 66.140 0 40.848 0 0 55.732 0 0 4.498.076 215.294 469.470
605.191 181.758 56.748 2.310.955 0 0 15.486 11.759 0 574.766 390.656 40.848 55.732 4.243.900
113
Omschrijving Voorzieningen 600003 VZ preventief onderhoud De Windroos 600011 VZ dubieuze debiteuren 600017 VZ ODRU op orde 600020 VZ dubieuze debiteuren SOZA 600033 VZ riolering/GRP III 600034 VZ reiniging 600036 VZ onderhoud speelvoorzieningen 600045 VZ pensioenen wethouders 600051 VZ dubieuze debiteuren belastingen 600058 VZ Oranjehof 610039 VZ onderhoud gebouwen 610040 VZ Integraal beheerplan openbare ruimte
600003 600011 600017 600020 600033 600034 600036 600045 600051 600058 610039 610040
VZ preventief onderhoud De Windroos VZ dubieuze debiteuren VZ ODRU op orde VZ dubieuze debiteuren SOZA VZ riolering/GRP III VZ reiniging VZ onderhoud speelvoorzieningen VZ pensioenen wethouders VZ dubieuze debiteuren belastingen VZ Oranjehof VZ onderhoud gebouwen VZ Integraal beheerplan openbare ruimte
Storting Onttrek- VerminStorting Onttrek- Vermin1-1-2015 2015 king dering 31-12-2015 2016 king dering 31-12-2016 25.205 0 0 0 25.205 0 0 0 25.205 95.162 0 0 0 95.162 0 0 0 95.162 79.692 0 0 0 79.692 0 0 0 79.692 134.294 0 0 0 134.294 0 0 0 134.294 3.569.537 358.423 0 0 3.927.960 381.317 0 0 4.309.277 1.195.847 98.937 0 0 1.294.784 143.962 0 0 1.438.746 10.272 0 0 0 10.272 0 0 0 10.272 1.952.857 65.000 0 0 2.017.857 65.000 0 0 2.082.857 32.203 0 0 0 32.203 0 0 0 32.203 1.099.289 0 0 0 1.099.289 0 0 0 1.099.289 2.533.530 375.885 0 393.085 2.516.330 410.760 0 504.680 2.422.410 58.688 1.622.619 0 1.622.619 58.688 1.622.619 0 1.622.619 58.688 10.786.575 2.520.864 0 2.015.704 11.291.735 2.623.658 0 2.127.299 11.788.094 Storting Onttrek- VerminStorting Onttrek- Vermin1-1-2017 2017 king dering 31-12-2017 2018 king dering 31-12-2018 25.205 0 0 0 25.205 0 0 0 25.205 95.162 0 0 0 95.162 0 0 0 95.162 79.692 0 0 0 79.692 0 0 0 79.692 134.294 0 0 0 134.294 0 0 0 134.294 4.309.277 389.202 0 0 4.698.479 420.171 0 0 5.118.650 1.438.746 147.884 0 0 1.586.630 147.694 0 0 1.734.324 10.272 0 0 0 10.272 0 0 0 10.272 2.082.857 65.000 0 0 2.147.857 65.000 0 0 2.212.857 32.203 0 0 0 32.203 0 0 0 32.203 1.099.289 0 0 0 1.099.289 0 0 0 1.099.289 2.422.410 410.760 0 483.067 2.350.103 410.760 0 387.329 2.373.534 58.688 1.602.619 0 1.602.619 58.688 1.602.619 0 1.602.619 58.688 11.788.094 2.615.465 0 2.085.686 12.317.873 2.646.244 0 1.989.948 12.974.169
114
3.4 Overzicht van opgenomen langlopende geldleningen Oorspr. bedrag €
Nummer
Laatste Rente- Schuldrestant Rente jaar afl. perc. 31-12-2014 2015
Afgelost Schuldrestant Rente Afgelost Schuldrestant 2015 31-12-2015 2016 2016 31-12-2016
Leningen Gemeente Wijk bij Duurstede 6.000.000 2.722.681 10.200.000 578.829 4.250.000 3.710.000
BNG348650 BNG90872 BNG 40.103819 BNG 40.88967 BNG 40.107355 NWB 10028223 tussentelling
2015 2020 2051 2023 2032 2054
0,520% 5,850% 4,970% 2,420% 3,540% 3,910%
6.000.000 816.804 9.931.936 395.732 3.944.977 3.710.000 24.799.450
31.893 6.000.000 0 47.783 136.134 680.670 493.617 98.380 9.833.556 9.577 39.883 355.849 139.652 160.444 3.784.534 145.061 39.878 3.670.122 867.584 6.474.720 18.324.730
0 39.819 488.728 8.612 133.972 143.502 814.633
0 136.134 103.270 40.849 165.752 41.437 487.441
0 544.536 9.730.286 315.000 3.618.782 3.628.685 17.837.289
Leningen Woningstichting Volksbelang Wijk bij Duurstede 528.039 BNG72589 1.795.347 BNG74654 1.114.657 BNG76220
2038 4,410% 2040 3,980% 2041 4,100%
tussentelling totaaltelling
Oorspr. bedrag €
Nummer
469.143 20.689 1.658.998 66.028 1.053.586 43.197
11.386 37.545 22.049
457.758 20.187 11.888 1.621.453 64.534 39.039 1.031.538 42.293 22.953
445.870 1.582.414 1.008.585
3.181.728 129.914
70.979
3.110.749 127.014 73.880
3.036.869
27.981.178 997.498 6.545.699 21.435.479 941.647 561.321
20.874.158
Laatste Rente- Schuldrestant Rente jaar afl. perc. 1-1-2017 2017
Afgelost Schuldrestant Rente Afgelost Schuldrestant 2017 31-12-2017 2018 2018 31-12-2018
Leningen Gemeente Wijk bij Duurstede 2.722.681 10.200.000 578.829 4.250.000 3.710.000
BNG90872 BNG 40.103819 BNG 40.88967 BNG 40.107355 NWB 10028223 tussentelling
2020 2051 2023 2032 2054
5,850% 4,970% 2,420% 3,540% 3,910%
544.536 9.730.286 315.000 3.618.782 3.628.685 17.837.289
31.855 483.595 7.623 128.105 141.882 793.060
136.134 408.402 108.402 9.621.883 41.837 273.163 172.347 3.446.435 43.058 3.585.627 501.778 17.335.511
23.892 478.208 6.611 122.004 140.198 770.912
136.134 113.790 42.850 178.092 44.741 515.607
272.268 9.508.094 230.313 3.268.343 3.540.886 16.819.904
Leningen Woningstichting Volksbelang Wijk bij Duurstede 528.039 BNG72589 1.795.347 BNG74654 1.114.657 BNG76220
2038 4,410% 2040 3,980% 2041 4,100%
445.870 19.663 1.582.414 62.980 1.008.585 41.352
12.412 40.593 23.894
433.459 19.115 12.959 1.541.821 61.364 42.209 984.691 40.372 24.873
420.499 1.499.612 959.818
tussentelling
3.036.869 123.995
76.899
2.959.971 120.852 80.041
2.879.930
totaaltelling
20.874.158 917.055
578.677 20.295.481 891.764 595.648
19.699.833
115
3.5 Staat van personele sterkte en personeelslasten Personele sterkte
Burgerlijke stand Exploitatie
Personeelslasten Omschrijving Salarislasten Niet in premieverband betaalde sociale lasten en overige personeelslasten van eigen personeel Totaalbedrag personeelslasten
Fte per Aantal personeelsleden per 1 januari 2015 per 1 januari 2015 0,5 149,03
6 163
(Bedragen x € 1.000) Begroting 2014 Begroting 2015 9.344
8.992
177
173
9.521
9.165
116
3.6 Kerngegevens Werkelijk 31-12-13
Begroot 01-01-15
23.042 5.599 13.899 3.544 958
23.154 5.544 13.921 3.689 1.010
600
670
6.121
6.100
Oppervlakte gemeente (ha) waarvan binnenwater waarvan historische stads- of dorpskern
5.025 268 13
5.025 268 13
Aantal woningen waarvan sociale huurwoningen
9.552 2.437
9.637 2.457
180 77 103
180 77 103
Lengte van de recreatieve fiets-, ruiter- en wandelpaden (km)
16
16
Lengte van de waterwegen (km)
72
72
825.000
825.000
1. Sociale structuur Aantal inwoners 0 t/m 19 jaar 20 t/m 64 jaar 65 jaar en ouder waarvan 75 t/m 84 jaar Aantal 1 oudergezinnen Aantal arbeidsplaatsen
2. Fysieke structuur
Lengte van de wegen (km) waarvan binnen de bebouwde kom waarvan buiten de bebouwde kom
Aantal m2 openbaar groen
3. Financiële structuur Opbrengst belastingen en heffingen per inwoner
€
336 €
371
Algemene uitkering uit het Gemeentefonds per inwoner
€
753 €
699
117