Titel
Made in America
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1
Cursuscode
1.2
Cursusnaam
1.3
Cursusnaam in Engels
1.4 1.5
Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAEN-H1AMERIC-14 Made in America: History and Culture of the United States Made in America: History and Culture of the United States 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
KL Goodnight (tel. 0651522564) (
[email protected]) Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Werkcollege
niet verplicht
2 maal per week
1680 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 110
1.12
Toetsen: Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Project
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
Toets
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: De cursus geeft een overzicht van de geschiedenis, cultuur en gemeenschap van de Verenigde Staten vanaf de eerste permanente kolonie Jamestown tot de 21ste eeuw. Er wordt o.a. ingegaan op de samenstelling van de bevolking, de staatsinrichting en het politieke bestel, de geschiedenis van de oorspronkelijke bewoners van Noord Amerika en de frontier, de ontwikkeling van godsdienst(en), de burgeroorlog en slavernij, de burgerrechtenbeweging, en internationale betrekkingen en politiek. Studenten luisteren en kijken naar online materiaal over de Verenigde Staten zoals via de websites van o.a. publieke radio- en t.v.-zenders en krijgen opdrachten hierover. Studenten doen onderzoek naar nieuwe bronnen op het internet. Studenten evalueren internetbronnen op hun betrouwbaarheid en op hun mogelijke bruikbaarheid in hun eigen (toekomstige) onderwijspraktijk en ze oefenen met spreekvaardigheid door het vertellen van hun mening over de gevonden materialen. Ze leren kennis van cultuur en land te combineren met taalvaardigheidsonderwijs.
2.2
Cursus inhoud
Leerdoelen: De student kan… · reflecteren op belangrijke thema’s in de Amerikaanse cultuur en geschiedenis en de rol van de V.S. als een “wereldmacht;” · verschillende werkvormen hanteren om kennis van land en volk onderwijs te geven aan MVT leerlingen in de onderbouw; en academisch Engels—zowel gesproken als schriftelijk-- gebruiken om eigen ideeën te uiten rondom de Amerikaans geschiedenis en cultuur. Toetsen en beoordelingscriteria: Formatief: Bespreken opdrachten tijdens werkcolleges Summatief: 1. Project: Met een groep de student onderzoekt een aspect van Amerikaanse geschiedenis/cultuur, Dit project bestaat uit een mini-documentaire, masterclass, en geannoteerde bronnenlijst. Totaal = 100 punten waarvan 60 behaald moeten zijn om dit onderdeel met een voldoende af te ronden. 2. Toets: kennis Verenigde Staten Totaal = 100 punten waarvan 60 behaald moeten zijn om dit onderdeel met een voldoende af te ronden. Kennisbasis
1.1 De vier vaardigheden 1.2 Engels in de klas 3.1 Kennis van land en samenleving 3.2 Kennis van geschiedenis en geografie 3.3 Kennis van literatuur en cultuur 3.4 Intercultureel bewustzijn 4.2 Engels in het curriculum 4.3 Vak en maatschappij 4.9 Didactiek 4.11 Leermateriaal 4.12 Leesmateriaal 4.16 ICT 5.3 Methodologieën voor het onderwijzen van Engels 5.4 Motivatie 5.9 Socio-culturele kennis en intercultureel bewustzijn 7.3 Projecten
Dublin descriptoren: Kennis en inzicht (van land en cultuur van Amerika) Toepassing van kennis en inzicht (aan de hand van internetbronnen en film) Oordeelsvorming (onderzoeksopdracht) Dommunicatie (verslaglegging van het onderzoek in de vorm van een rapport over internetbronnen en presentaties). SBL bekwaamheidseisen:
3 en 7 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : O’Callaghan, D.B. (1990). An illustrated history of the USA. Harlow: Longman. ISBN: 9780582749214 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/5/OAEN-H1AMERIC-14
Titel
World Englishes
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAEN-H1ENGWL-15 World Englishes World Englishes: Variations in Pronunciation 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
PM Oosterhuis (tel. 0618482088) (
[email protected]) Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Accents
niet verplicht
1 maal per week
840 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Stay abroad preparation
niet verplicht
1 maal per week
840 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 110
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Schriftelijk tentamen
Numeriek 1 decimalen
5,5
90
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
Stay abroad file
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
5,5
10
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
In deze cursus maken de studenten kennis met wereldwijde varianten van het Engels, voornamelijk wat uitspraak betreft. Studenten maken hierbij gebruik van de kennis van de fonetiek die ze hebben opgedaan bij Language Acquisition 1 en 2. Daarnaast leren de studenten door middel van presentaties van die ze geven ook over cultuur van de landen waar Engels wordt gesproken. Op deze manier helpt de cursus de studenten met een beslissing maken over de bestemming van hun buitenlandverblijf (Stay Abroad) en het kiezen van een accent dat ze zich eigen gaan maken. Het buitenlandverblijf (en daarmee ook in enige mate deze cursus) is ook verbonden aan beroepsproduct 1. Meer informatie daarover volgt bij de lessen voor dat beroepsproduct.
2.2
Cursus inhoud
Studenten kunnen de hierboven genoemde accenten van het Engels herkennen. Studenten kunnen deze accenten beschrijven met de juiste fonetische terminologie. Studenten kunnen een keuze maken voor een bestemming voor hun buitenlandverblijf en het accent dat ze zich eigen willen maken. Studenten kunnen voorbeelden vinden van de verschillende accenten voor gebruik in hun eigen lessen. Studenten kunnen de cultuur van een Engelstalig land beschrijven. Leerstof, werkvormen en activiteiten: De volgende accenten van het Engels komen aan bod: - standaard Brits Engels - Londen - Liverpool - Newcastle - standaard Schots Engels - standaard Iers Engels - standaard Welsh Engels - standaard Amerikaans Engels - New York - standaard Canadees Engels - standaard Australisch Engels - standaard Zuid-Afrikaans Engels In de lessen krijgen de studenten instructie in het herkennen van deze accenten en de kenmerken daarvan. Hierbij wordt ook de cultuur en geschiedenis als achtergrondinformatie besproken. De studenten luisteren plenair of in groepen naar voorbeelden van de verschillende accenten en ze oefenen met het herkennen en beschrijven van de accenten en kenmerken. De studenten geven ook presentaties over de landen waar deze accenten worden gesproken als mogelijke bestemmingen voor het buitenlandverblijf. Summatieve toetsing: de cursus wordt afgerond met een schriftelijke toets over de verschillende accenten en de kenkmerken daarvan. Daarnaast moet de student een stay abroaddossier inleveren dat voldoet aan de voorwaarden. Formatieve toetsing: de presentaties vallen onder formatieve toetsing. Leerwegonafhankelijke toetsing Het is mogelijk de schriftelijke toets te maken zonder deel te nemen aan de lessen. Er is een toetsplan beschikbaar, waarin staat hoe de verschillende leerdoelen van de cursus getoetst worden door middel van de toets. Verder is er een voorbeeldtoets beschikbaar op Sharepoint. De voorwaarden voor het stay abroaddossier zijn ook beschikbaar op Sharepoint. Dus ook dit onderdeel kan worden afgerond zonder deel te nemen aan de lessen.
SBL-Bekwaamheidseisen: 3a. Heeft grondige kennis+beheersing van de leerlinhouden waarvoor hij verantwoordelijk is en is op grond van eigen studie- en werkervaring vertrouwd met de theoretische en (beroeps)praktische achtergronden daarvan. 3b. Kent belang van de leerinhoud voor toekomstige beroep en dagelijks leven van de lln/dlnrs. Dublin Descriptoren: Kennis en inzicht; Toepassen kennis en inzicht
Communicatie Kennisbasis: 1.1 De vier vaardigheden 1.2 Engels in de klas 2.4 Fonetiek, uitspraak en fonologie 2.5 Varianten van het Engels 3.1 Kennis van land en samenleving 3.2 Kennis van Geschiedenis en geografie 4.6 Doeltaal als voertaal 4.16 ICT 5.7 Taalvaardigheden 5.8 Uitspraak 6.3 In aanraking komen met de Engelse taal 6.4 Varianten van het Engels 6.9 Internationalisering Kennisbasis ICT: 0 Attitude 1 Instrumentele vaardigheden 2 Informatievaardigheden
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Practical Phonetics & Phonology, Beverley Collins, Inger Mees, Taylor & Francis Ltd ISBN10: 0415506492 ISBN13: 9780415506496 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Methodology II: Communicative skills
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAEN-H1METH2-14 Methodology II: Communicative skills - Teach Methodology II: Communicative skills - Teach 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
EHC van Dal (tel. 0031 (0) 6 2362) (
[email protected]) Nederlands, Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
2 maal per week
1680 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 110
1.12
Toetsen: Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Portfolio
Numeriek 1 decimalen
5,5
70
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
Toets
Numeriek 1 decimalen
5,5
30
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
1. Inhoud Communicatie. Daar gaat het om in het moderne vreemde talenonderwijs. Het traditionele onderwijs met veel grammatica oefeningen en woordjes stampen voldoet niet meer. Leerlingen moeten zich buiten de klas kunnen redden in allerhande situaties. Tijdens deze cursus leren we van theorie en proberen we veel uit: · Hoe leren wij onze leerlingen zich verstaanbaar te maken in het buitenland? · Hoe tackle je nou een gebruikershandleiding of een mooi boek? Hoe schrijf je een e-mail? · Welke strategieën kunnen we onze leerlingen aanleren zodat ze zich kunnen redden? Deze en andere vragen komen aan bod tijdens de bijeenkomsten. We kijken naar gangbare lessen uit veelgebruikte methodes en bespreken alternatieven. We bediscussiëren de gelezen literatuur en we maken op basis daarvan onze eigen lessen. We testen ze uit op onze medestudenten en geven/krijgen feedback. Daarnaast komen motivatie, activerend leren, samenwerkend leren, ICT, bve, leerstijlen, grammatica en vocabulaire aan bod. 2.Leerstof, werkvormen en activiteiten Studenten verwerken in de bijeenkomsten de gelezen literatuur door discussie en verschillende activerende werkvormen. Aan de hand van workshops worden verschillende vaardigheden geoefend, zoals effectieve vragen stellen, directe instructie, gebruik van activerende werkvormen en samenwerkend leren. Daarnaast werken studenten thuis en in de bijeenkomsten aan lesplannen voor verschillende schooltypes (vmbo, mbo, havo/vwo) die zoveel mogelijk aansluiten bij hun stagepraktijk. Het belang en de functie van het geven van feedback is een onderdeel hiervan. In de bijeenkomsten brengen we de theorie in de praktijk en proberen we mogelijkheden uit om ze toe te passen op je leerwerkplek. Tijdens de cursus werken we aan de volgende doelen: a. De student kan uitleggen wat Communicatief Talenonderwijs (CLT) inhoudt. b. De student kan taalactiviteiten relateren aan tweedetaalverwervingsmethodes en – theorieën zoals audio-lingual method, natural approach, Total Physical Response, behaviourism, cognitivism en constructivism. c. De student heeft kennis van theorie van verwervingsvolgorde, principes van leerstofordening en kennisverwerving, (activerende) werkvormen en leerstijlen wat betreft taalverwerving en past deze kennis toe in het ontwerpen van lesmateriaal. d. De student kan authentiek materiaal selecteren voor lees-, luister-/kijk-, spreek- en schrijfvaardigheidsoefeningen dat geschikt is voor de doelgroep op basis van het taalniveau en het onderwerp van het materiaal. e. De student kan communicatieve taaloefeningen ontwerpen voor lees-, luister-/kijk-, spreek- en schrijfvaardigheidslessen waarbij hij rekening houdt met het ERK niveau van de doelgroep, verschillende leerstijlen, verschillende leerstrategieën, motivatie, identificatie en het aansluiten bij voorkennis. f. De student heeft kennis van de plaats van grammatica en vocabulaire in communicatief taalonderwijs en past deze kennis toe in het ontwerpen van lees-, luister-/kijk-, spreek- en/of schrijfvaardigheidslessen. g. De student heeft kennis van de onderwijsstrategie Directe Instructie en past deze toe in het ontwerp van eigen lesmateriaal. h. De student heeft kennis van activerende werkvormen en het belang hiervan en past deze toe in het ontwerp van eigen lesmateriaal. i. De student heeft kennis van de basisprincipes en werkvormen van samenwerkend leren in de klas en past deze toe in het ontwerpen van lesmateriaal. j. De student heeft kennis van effectief vragen stellen en past deze toe in het ontwerp van eigen lesmateriaal. k. De student kan gebruikmaken van ICT middelen om de les efficiënt en creatief te verbeteren. l. De student heeft kennis van Task Based Learning en kan deze op beperkte schaal toepassen in eigen lesmateriaal. m. De student kan kritisch kijken naar lesmateriaal en deze aanpassen. Deelname aan werkcolleges volgens de principes van de actieve participatie: wij raden studenten dringend aan om huiswerkopdrachten uit te voeren om deel te kunnen nemen aan groepsbesprekingen tijdens het werkcollege. De opdrachten bereiden voor op de eindtoets. 4. Formatieve toetsing: (Peer) feedback op ontworpen lesplannen 3. Summatieve toetsing: · Portfolio (70%) met daarin zelf ontworpen/verbeterde lesplannen inclusief theoretische verantwoording. In elk lesplan staat een andere vaardigheid centraal (lezen, luisteren/kijken, spreken, schrijven). Activerend leren, samenwerkend leren, ICT, grammatica, vocabulaire, o.a. vormen ook een onderdeel van de lesplannen. · Schriftelijke toets (30%) waarin de principes uit de theorie geëxpliciteerd en toegepast worden bij het analyseren
en beoordelen en daarnaast tevens ontwerpen van verschillende communicatieve activiteiten voor vaardighedenonderwijs (lezen, luisteren/kijken, spreken en schrijven). Criteria worden weergegeven in een rubric in de cursushandleiding De toets heeft een opbouw waarin na enkele reproductieve vragen t.a.v. de theorie, met name theoretische inzicht en analyse vragen gesteld worden. In het tweede gedeelte worden toepassingsvragen gesteld, waarin principes uit de theorie toegepast moeten worden in praktijksituaties. 5. Leerwegonafhankelijke toetsing Leerwegonafhankelijk toetsen is mogelijk. 6. SBL-Bekwaamheidseisen 3 (vakinhoudelijk en didactisch competent) 4 (organisatorisch) 7. Dublin Descriptoren · Kennis en inzicht · Toepassen kennis en inzicht · Leervaardigheden. 8. Kennisbasis 1.1 De vier vaardigheden 1.2 Engels in de klas 4.1 Kerndoelen en examens 4.2 Engels in het curriculum 4.3 Vak en maatschappij 4.4 Niveau 4.6 Doeltaal als voertaal 4.9 Didactiek 4.10 Technieken en hulpmiddelen 4.11 Leermaterialen 4.12 Leesmaterialen 4.13 Ontwikkelingen 4.16 ICT 5.1 Het leren van een taal 5.2 Cognitieve en meta-cognitieve strategieën 5.3 Methodologieën voor het onderwijzen van Engels 5.4 Motivatie 5.5 Woordenschat 5.6 Grammatica 5.7 Taalvaardigheden 7.1 Methodologieën van MVT 7.2 BVE specifiek 7.5 Kennisbronnen didactiek 9. Kennisbasis ICT 0, 1.2, 2.1, 2.2, 2.4, 3.1, 3.3
2.2
Cursus inhoud
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Boek (verplicht) : Staatsen, F., (2015), Moderne vreemde talen in de onderbouw, Coutinho ISBN10 9046904105, ISBN13 9789046904107 Boek (verplicht) : Ur, P., (2012), A Course in English Language Teaching, Cambridge University Press ISBN10 1107684676, ISBN13 9781107684676 Boek (verplicht) : Ebbens, S. & Ettekoven, S., (2013), Effectief leren, Noordhoff Uitgevers ISBN10 9001815448, ISBN13 9789001815448 2.5 Workload
Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/5/OAEN-H1METH2-14
Titel
Methodology III
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAEN-H1METH3-14 Methodology III: Effective Use of Lesson Materials Methodology III: Effective Use of Lesson Materials 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
EW van Willigenburg (
[email protected]) Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Case Based Learning
niet verplicht
1 maal per week
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 126
1.12
Toetsen: Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Opdracht
Numeriek 1 decimalen
5,5
40
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
Portfolio
Numeriek 1 decimalen
5,5
60
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving: De cursus focust op twee elementen: het juiste gebruik van het lesboek als instrument voor de docent en het aanbieden en laten verwerven van grammatica en vocabulaire op zo'n manier dat de leerling ook zonder het gebruik van metataal op een functionele manier met taalstructuren en vocabulaire leert omgaan. Onderliggende elementen in de cursus zijn: het begrip ‘structuren’ en Task Based Learning en de schijf van vijf.
2.2
Cursus inhoud
Leerdoelen: De student kan… 1. effectief gebruiken maken van het lesboek als middel (en niet als doel) bij het ontwerpen van een periodewijzer om taalvaardigheidsdoelen te bereiken. De periodewijzer gaat inhoudelijk uit van een thema; 2. effectieve elementen uit een lesboek selecteren, uitgaande van een goede balans tussen de vaardigheden; 3. een aantal ondersteunende taalstructuren die onmisbaar zijn selecteren; 4. effectief structuren op tweede-graadsniveau (vmbo kader en basis) aanbieden en laten verwerken 5. relevant vocabulaire selecteren 6. relevant vocabulaire effectief aanbieden en laten verwerken De studentenoefenen tijdens de cursus met de volgende vaardigheden: 1. Het effectief gebruiken van het lesboek als middel (en niet als doel) bij het ontwerpen van een periodewijzer, die inhoudelijk uitgaat van een thema; 2. Selecteren van effectieve elementen uit een lesboek, uitgaande van een goede balans tussen de vaardigheden; 3. Selecteren van een aantal ondersteunende taalstructuren die onmisbaar zijn; 4. Effectief aanbieden en laten verwerken van structuren op tweede-graadsniveau (vmbo kader en basis); 5. Selecteren van relevant vocabulaire; 6. Effectief aanbieden en laten verwerken van relevant vocabulaire. Toetsen en beoordelingscriteria: Formatieve toetsing: Presentatie/Workshop met betrekking tot algemene onderwijs theorieën. Op basis van alle workshops in de bijeenkomsten kan de lesmethode analyse gemaakt worden. Summatieve toetsing: 1. Analyse van lesmethode met gebruik van zelfontwikkeld analyse instrument 2. Ontwikkelen van een lesplanning voor minimaal 9 lessen in een periodeplanner. Enkele lesplannen worden volledig uitgewerkt volgens de eisen van de rubric. Kennisbasis 1.2 Engels in de klas 2.2 Grammatica 2.3 Lexicale kennis 4.3 Vak en maatschappij 4.6 Doeltaal als voertaal 4.7 Engels als tweede taal 4.9 Didactiek 4.10 Techniek en hulpmiddelen 4.11 Leermateriaal 4.12 Leesmateriaal 4.13 Ontwikkelingen 4.16 ICT 5.1 Het leren van een taal 5.2 Cognitieve en meta-cognitieve strategieën 5.3 Methodologieën voor het onderwijzen van Engels 5.4 Motivatie 5.5 Woordenschat 5.6 Grammatica 5.7 Taalvaardigheden 5.10 Communicatiestrategieën 6.3 In aanraking komen met de Engelse taal 7.5 Kennisbronnen didactiek
Kennisbasis ICT: 3.0.5, 3.0.6, 3.0.7, 3.0.8 Dublin descriptoren: kennis en inzicht, toepassen kennis en inzicht, leervaardigheden SBL-competenties: 3, 4 en 7
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Boek (verplicht) : A Course in English Language Teaching: 9781107684676: Penny Ur; 2de druk:Cambridge University Press Boek (verplicht) : Uncovering Grammar: 9781405080064; Scott Thornbury: 1e druk: Macmillan Education Boek (aanbevolen) : Vocabulary in Language teaching Norbert Schmitt :9780521669382; 1e druk ; Cambridge University Press 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 126 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/5/OAEN-H1METH3-14
Titel
Stay Abroad - voltijd
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAEN-H1STAYAB-14 Stay Abroad - voltijd Stay Abroad - voltijd 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Aanwezigheid verplicht?
Werkvorm
Nee
KL Goodnight (tel. 0651522564) (
[email protected]) Engels
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 140
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
Portfolio
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
5,5
50
1
bij aanvangsblok 4: . blok CONTINUE
Presentatie
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
1
bij aanvangsblok 4: . blok CONTINUE
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: De student verblijft tien weken in een Engels sprekend land (hij/zij maakt hiervoor een keuze uit een lijst landen die op de cursussite staat.) Tijdens dit verblijf doet de student vrijwilligerswerk, of betaald werk of volgt hij of zij een cursus. (Het is niet de bedoeling dat partner en/of kinderen meegaan en dat dit de vorm van een vakantie heeft.) De student verzamelt authentieke materialen tijdens zijn buitenland verblijf. De student is zelf verantwoordelijk voor het regelen van een plaats en krijgt indien nodig ondersteuning hierbij vanuit de vakgroep. Bij hoge uitzondering kan er in overleg met en na goedkeuring van de coördinator en examencommissie Archimedes een vervangende opdracht in Nederland gedaan worden (een zogenaamde ‘Stay at Home’). Tijdens de cursus World Englishes: variations in pronunciation in periode A maakt de student een plan voor zijn buitenland verblijf in periode D.
2.2
Cursus inhoud
Leerdoelen: De student kan…
zich mondeling uiten op ERK C1 niveau. culturele kennis van een bepaald Engels sprekend land erop reflecteren en toepassen in haar/zijn lespraktijk.
Toetsen en beoordelingscriteria: 1. Presentatie: De student geeft een presentatie in periode A, jaar 3 waarmee hij aantoont dat zijn spreekvaardigheid Engels op ERK C1 niveau is en dat hij kennis over een bepaald Engelssprekend land heeft ontwikkelt. Toetstijd: 10 minuten 2. Portfolio:
De student levert een portfolio in, in periode A, jaar 3 waarmee hij bewijst dat hij (vrijwilligers) werk, cursus of stage heeft gedaan in Engels sprekend land volgens de eisen in de studiehandleiding. Kennisbasis 1.1 De vier vaardigheden 1.2 Engels in de klas 3.1 Kennis van land en samenleving 3.2 Kennis van geschiedenis en geografie 3.3 Kennis van literatuur en cultuur 3.4 Intercultureel bewustzijn SBL competenties: competenties 3 en 7 Dublin descriptoren: Kennis en inzicht Het buitenlandverblijf kan in principe met gesloten beurs plaatsvinden, maar als er kosten zijn is de student zelf verantwoordelijk voor de kosten. De student maakt zelf een keuze wat betreft zijn reisbestemming en de wijze waarop hij naar zijn bestemming reist. Ook kiest de student welke invulling hij geeft aan zijn buitenlandverblijf. Hij kan kiezen voor betaald werk, vrijwilligerswerk of werkzaamheden tegen kost en inwoning. Het is gebruikelijk dat de student zelf zijn reiskosten betaald. Deze keuzes leveren een grote variatie aan invulling van het buitenlandverblijf op, waardoor het niet mogelijk is om een schatting te geven van de kosten die een student gemiddeld maakt voor het buitenlandverblijf.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 140 Totaal (uren) 140
Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/5/OAEN-H1STAYAB-14
Titel
Writing Workshop
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAEN-H1WRITW-14 Writing Workshop Writing Workshop 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
TG Pollard (tel. 088 481 7100) (
[email protected]) Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Werkcollege
niet verplicht
2 maal per week
1680 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 110
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Schriftelijke opdracht
Numeriek 1 decimalen
5,5
40
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
Toets
Numeriek 1 decimalen
5,5
60
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: Deze cursus is gericht op het oefenen met schrijfvaardigheid, gerelateerd aan de toets schrijfvaardigheid van het CPE. Deze cursus behandelt de kunst van het schrijven vanuit het perspectief van een werkatelier. Door lezen en schrijven komen de studenten in contact met formele en creatieve aspecten van de Engelse taal. Schrijfvaardigheid voor formele essays wordt geoefend, met focus op het schrijven van een argumentatief essay. Ook onderdelen van kritisch denken, zinsgrammatica (gerunds, conjuncts and disjuncts etc) zullen in de cursus terugkomen en geoefend worden. Deze vaardigheden worden ook toegepast worden in een creatief geschreven stuk. De student legt zijn taalontwikkeling gedurende deze cursus vast in een digitaal taalportfolio.
2.2
Cursus inhoud
Leerdoelen: De student is in staat zowel formele essays als creatieve stukken te schrijven, vergelijkbaar met de vereisten van de CPE-toets. De student verwerft kennis van complexe grammaticale structuren, en kan deze toepassen in zijn geschreven werk. De student verwerft een grondige kennis van argumentatieve structuren, en kan die opzetten en uitvoeren in gesproken en geschreven vorm. Toetsen en beoordelingscriteria: Formatieve toetsing: Verschillende opdrachten op B2 niveau Summatieve toetsing: 1. Portfolio met creatieve opdracht 2. Schriftelijk toets
Kennisbasis 1.1 De vier vaardigheden Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 1, 3, 4 en 7
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Diversen (verplicht) : Zelfgekozen titel van boekenlijst. 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/5/OAEN-H1WRITW-14
Titel
Finishing Touches Assessment
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAEN-H2FINISH-14 Finishing Touches Assessment Finishing Touches 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
TG Pollard (tel. 088 481 7100) (
[email protected]) Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Werkcollege
niet verplicht
2 maal per week
1680 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 110
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
Eindgesprek
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
1
bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
Portfolio
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
1
bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Om als vakdocent goed te kunnen functioneren is het noodzakelijk dat een docent Engels zich overtuigend kan uitdrukken in zowel woord als schrift. Zowel individueel als in groepen wordt gewerkt aan het verbeteren van de spreeken schrijfvaardigheid en het uitbreiden van de woordenschat . De cursus besteed in het kader van taalverwerving ook aandacht aan het Cambridge Proficiency Exam (CPE). Daarnaast biedt deze cursus de nodige handvatten om na het afstuderen het bereikte taalniveau te kunnen handhaven. Tijdens de cursus wordt gewerkt met gevarieerde werkvormen/leeractiviteiten gericht op het uitbreiden en op peil houden van gesproken en geschreven Engels. Het accent ligt vooral op het oefenen van de productieve vaardigheden gekoppeld aan het systematische uitbreiden van vocabulaire en `lexis`. De activiteiten zijn mede gebaseerd op de resultaten van een zelf-assessment dat plaatsvindt in de eerste week van de cursus. De cursus wordt afgesloten met eindtoetsen van de mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid.
2.2
Cursus inhoud
Leerdoelen: De student kan: · Communiceren in het Engels in alle 4 vaardigheden (spreken, schrijven, luisteren en lezen) op ERK niveau C2 Toetsing: 1. Eindgesprek De student moet aantonen dat hij op ERK niveau C2 kan communiceren zowel informeel als formeel. De student wordt voorbereid op het eindgesprek d.mv. opdrachten zoals een drama improvisatie, toespraak, debat en een eindgesprek. Grammatica, uitspraak, intonatie, woordenschat, culturele competentie en vlotheid worden beoordeeld volgens een beoordelingsrubriek die beschikbaar is op de cursussite. 2. Schrijfportfolio De student moet bewijs leveren dat hij C1 niveau op het gebied van schrijfvaardigheid heeft bereikt door middel van een portfolio en een tentamen schrijfvaardigheid. Omdat dit niveau veel variatie eist, moet een student een voldoende voor alle producten halen. De producten zijn een betoog met bronnen, een creatief verhaal, en een schriftelijke toets gebaseerd op het CPE. De student moet hierbij een passend informele of formele schrijfstijl met correcte grammatica, spelling en interpunctie laten zien. N.B. Het behalen van deze cursus is een voorwaarde om deel te kunnen nemen aan het extern afgenomen CPE. Kennisbasis 1.1 De vier vaardigheden 1.2 Engels in de klas 2.2 Grammatica 2.3 Lexicale kennis
Kennisbasis ICT: 1.3, 1.5, 1.6, 1.7, 2.1, 2.2, 2.3, 3.1.2
SBL bekwaamheidseisen 3 en 7
Dublin descriptoren: Kennis en inzicht Toepassen van kennis en inzicht Oordeelsvorming.
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Kennis van Europees Taalportfolio, kennis van basisstructuur van essays, kennis van beginstelen Engelse grammatica (woordklassen en werkwoordstijden). Beheersing van het Engels moet minimaal op het niveau B2 van het CEFR zijn. 2.4 Kosten en studiematerialen Kosten:
EUR 0 (Alle readers zijn gratis te downloaden op sharepoint.) Reader (aanbevolen) : Little Book for Writing Deductive Essays (digitaal beschikbaar) Reader (aanbevolen) : Little Book of Writing Guides (digitaal beschikbaar) 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/5/OAEN-H2FINISH-14
Titel
General Linguistics
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAEN-H2LINGU-13 General Linguistics General Linguistics 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
PM Oosterhuis (tel. 0618482088) (
[email protected]) Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Werkcollege
niet verplicht
1 maal per week
1440 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 114
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
toets
Numeriek 1 decimalen
5,5
Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar 100
2
bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Studenten maken kennis met de verschillende aspecten van de algemene taalkunde om het concept taal beter te begrijpen, te zien op welke manier taal bestudeerd kan worden en deze nieuwe inzichten in te zetten in de eigen lespraktijk.
2.2
Cursus inhoud
Leerdoelen: De studenten kunnen de belangrijkste terminologie van de algemene taalkunde uitleggen en van voorbeelden voorzien. De studenten kunnen de belangrijkste ideeën van de fonologie, morfologie, grammatica, syntaxis, semantiek, pragmatiek, discoursanalyse en taal en het brein toepassen op voorbeelden uit het Engels Leerstof, werkvormen en activiteiten: De volgende aspecten van de taalkunde komen aan bod: - Wat is taal (oorsprong en verschil met communicatie van dieren)? - het bestuderen van klanken en woorden (fonologie, etymologie, morfologie) - het bestuderen van zinnen (grammatica en syntaxis) - het bestuderen van betekenis (semantiek, pragmatiek, discoursanalyse) - taal en het brein - eerste en tweede taalverwerving - historische en regionale variatie in taal (voornamelijk van het Engels) - sociolinguïstiek Studenten krijgen in de colleges uitleg over de verschillende aspecten en maken kennis met de belangrijke terminologie. Voor sommige onderwerpen wordt er in de colleges ook geoefend hoe bepaalde ideeën kunnen worden toegepast op voorbeelden uit het Engels. In de colleges is er ook aandacht voor hoe de onderwerpen aansluiten bij het lesgeven in een vreemde taal. De studenten bestuderen buiten de colleges zelf het boek en doen de daarbij behorende opdrachten. Tijdens de colleges wordt per week duidelijk hoe de verschillende hoofdstukken worden getoetst. In het laatste college wordt er een voorbeeldtoets besproken. Toetsen en beoordelingscriteria: In de tentamenweek maken de studenten een schriftelijk tentamen over de bestudeerde stof. Bij de toets zijn 100 punten te halen en de cesuur ligt op 70 punten.
Leerwegonafhankelijke toetsing Het is mogelijk de schriftelijke toets te maken zonder deel te nemen aan de lessen. Er is een toetsplan beschikbaar, waarin staat hoe de verschillende leerdoelen van de cursus getoetst worden door middel van de toets. Verder is er een voorbeeldtoets beschikbaar op Sharepoint. Kennisbasis:
1.1 De vier vaardigheden 1.2 Engels in de klas 2.1 Algemene taalwetenschap 2.2 Grammatica 2.3 Lexicale kennis 2.4 Fonetiek, uitspraak en fonologie 2.5 Varianten van het Engels 3.2 Kennis van Geschiedenis en geografie 3.4 Intercultureel bewustzijn 4.5 Tussentalen 4.6 Doeltaal als voertaal 4.7 Engels als tweede taal 4.8 Interferentie 5.1 Het leren van taal 5.4 Motivatie 5.5 Woordenschat 5.6 Grammatica 5.7 Taalvaardigheden 5.8 Uitspraak 5.9 Socio-culturele kennis en intercultureel bewustzijn 5.10 Communicatiestrategieën 6.1 Moedertaal
6.4 Varianten van het Engels 6.5 Ervaring met het leren van een taal SBL-Bekwaamheidseisen: 3a. Heeft grondige kennis+beheersing van de leerlinhouden waarvoor hij verantwoordelijk is en is op grond van eigen studie- en werkervaring vertrouwd met de theoretische en (beroeps)praktische achtergronden daarvan. 3b. Kent belang van de leerinhoud voor toekomstige beroep en dagelijks leven van de lln/dlnrs. 3g. Is vertrouwd met hoe lln/dlnrs leren, wat hun leerbehoeften zijn, hoe zij zich ontwikkelen, welke problemen daarbij kunnen zijn en hoe daarmee om te gaan. 3h. Heeft kennis van de invloed van taalbeheersing en -verwerving op het leren en weet hoe daarmee rekening te houden in zijn praktijk. Dublin Descriptoren: Kennis en inzicht; Toepassen kennis en inzicht
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : The Study of Language, George Yule, Cambridge University P ISBN10: 1107658179 ISBN13: 9781107658172 2.5 Workload Contactduur (uren): 24 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 114 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/5/OAEN-H2LINGU-13
Titel
Methodology IV: Tests
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAEN-H2METH4-14 Methodology IV: Tests Methodology IV: Tests 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
EHC van Dal (tel. 0031 (0) 6 2362) (
[email protected]) Nederlands, Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Werkcollege
niet verplicht
1 maal per week
1260 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 117
1.12
Toetsen: Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Toets
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
Verslag
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
1. Inhoud Wat moeten onze leerlingen eigenlijk leren? Hoe toetsen we dat dan? Waarom wordt grammatica en vocabulaire zo veel getoetst op middelbare scholen terwijl het eindexamen dat niet doet? Is multiple choice een goede toetstechniek? Hoe beoordeel je of je leerling wel goed genoeg Engels spreekt? Deze en andere vragen komen aan bod tijdens de bijeenkomsten. We kijken naar gangbare toetsen en bespreken alternatieven. We bediscussiëren de gelezen literatuur en we maken onze eigen toetsen. De volgende onderwerpen komen daarbij aan bod: toetsing van de vier vaardigheden (lezen, luisteren, spreekvaardigheid en schrijven) volgens de principes van communicative language teaching, en toetsing van de bouwstenen van taal: vocabulaire en grammatica. Tevens wordt aandacht besteed aan de (toetsing van) samenwerkend leren. Aspecten m.b.t. toetsing zoals beoordelaarseffecten en veelvoorkomende problemen met betrekking tot toetsing worden aan de orde gesteld. Kort aandacht wordt besteed aan ICT in samenhang met toetsing. Tijdens de bijeenkomsten brengen we de theorie in de praktijk en proberen we mogelijkheden uit om ze toe te passen op je leerwerkplek. Deze cursus bouwt voort op de voorkennis die studenten hebben opgedaan in de voorgaande vakdidactische cursussen. Studenten wordt afgeraden om Methodology IV te volgen voordat ze Methodology I, II, en III afgerond hebben. 2.Leerstof, werkvormen en activiteiten Deze cursus is een blended cursus met 7 werkbijeenkomsten waarbij we uitgaan van het principe 'flipping the classroom'; via de blended omgeving vindt kennisverwerving plaats, waarna er in de werkbijeenkomsten gezamenlijk gewerkt kan worden aan verwerking van de leerstof en het ontwerpen van toetsen. We werken aan de volgende (in het Engels gestelde) doelen: a. Students can explain the theory of Communicative Language Teaching and relate it to their own teaching b. Students can apply the attainment targets (kerndoelen) and the can-do-statements of the Common European Framework of Reference (ERK) to communicative activities. c. Students can give arguments for and against testing. d. Students can explain whether a test is reliable and/or valid. e. Students can explain the positive and negative effects of testing on our teaching. f. Students can apply the theory on teaching reading, listening, speaking, writing , grammar and vocabulary by Ur (2012) and Staatsen (2009) in their own teaching. g. Students can indicate and explain the differences between formative and summative testing. h. Students can find suitable texts for intensive as well as extensive reading. i. Students can indicate whether a question or task is cognitive or affective and can design these, according to the theory of Communicative Language Teaching, the attainment targets and the CEFR (ERK). j. Students can indicate the advantages and disadvantages of common test techniques (e.g. multiple choice, short answer) and can apply these in their teaching and testing. k. Students can design a listening test with practice/test questions using the taxonomy of Bloom and the RTTI and OBIT format, while also using the attainment targets and CEFR (ERK). l. Students can explain the differences between objective and subjective testing. m. Students can give arguments for increasing reliability. n. Students can apply various ways to design a CLT speaking activity and test, while also using the attainment targets and CEFR (ERK). o. Students can give positive and constructive feedback on speaking in various ways. p. Students can explain what beneficial and harmful backwash is and know how to avoid harmful backwash and promote beneficial backwash. q. Students can design a writing test, according to the theory of Communicative Language Teaching, the attainment targets and the CEFR (ERK). r. Students can give positive and constructive feedback on writing in various ways. s. Students can give arguments for both testing and not testing grammar and vocabulary. t. Students can design and evaluate discrete items and an integrated grammar and vocabulary test. u. Students can design a key and rubric to grade individual and group work. v. Students can indicate and explain the advantages and disadvantages of computer testing. w. Students can use a spreadsheet programma (e.g. Excel) to register and calculate grades and partial grades. 4. Formatieve toetsing: Bespreken opdrachten en geproduceerde materialen tijdens werkcolleges n.a.v. gemaakt huiswerk. 3. Summatieve toetsing: · Schriftelijk tentamen (50%) waarin de principes uit de toetstheorie geëxpliciteerd en toegepast worden bij het
analyseren en beoordelen en daarnaast ontwerpen van verschillende communicatieve toetsonderdelen voor vaardighedenonderwijs (lezen, luisteren, spreekvaardigheid en schrijven), alsmede voor de toetsing van de taalcomponenten vocabulaire en grammatica. · Verslag (50%) met daarin het ontwerp van een summatieve toets op basis van een gegeven hoofdstuk uit een methode. Hiermee laat je zien dat je een toets kunt ontwerpen die past binnen het principe van Communicative Language Teaching en waarin je naast de bouwstenen van de taal (vocabulaire en grammatica) de vaardigheden leesvaardigheid, luister/kijkvaardigheid, spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid toetst. De toets heeft een opbouw waarin na enkele reproductieve vragen t.a.v. de theorie, met name theoretische inzicht en analyse vragen gesteld worden. In het tweede gedeelte worden toepassingsvragen gesteld, waarin principes uit de toetstheorie toegepast moeten worden in praktijksituaties en waarin de student zelf toetsonderdelen volgens de toetstheoretische kenmerken zal moeten kunnen ontwerpen. Deelname aan werkcolleges volgens de principes van de actieve participatie: wij raden studenten dringend aan om huiswerkopdrachten uit te voeren om deel te kunnen nemen aan groepsbesprekingen tijdens het werkcollege. De opdrachten bereiden voor op de eindtoets. 5. Leerwegonafhankelijke toetsing Leerwegonafhankelijk toetsen is mogelijk. 6. SBL-Bekwaamheidseisen 3 (vakinhoudelijk en didactisch competent) 4 (organisatorisch) 7. Dublin Descriptoren · Kennis en inzicht · Toepassen kennis en inzicht · Oordeelsvorming · Communicatie 8. Kennisbasis 1.1 De vier vaardigheden 1.2 Engels in de klas 4.1 Kerndoelen en examens 4.3 Vak en maatschappij 4.4 Niveau 4.6 Doeltaal als voertaal 4.9 Didactiek 4.11 Leermaterialen 4.13 Ontwikkelingen 4.16 ICT 5.1 Het leren van een taal 5.2 Cognitieve en meta-cognitieve strategieën 5.3 Methodologieën voor het onderwijzen van Engels 5.4 Motivatie 5.5 Woordenschat 5.6 Grammatica 5.7 Taalvaardigheden 5.10 Communicatiestrategieën 7.1 Methodologieen van MVT 9. Kennisbasis ICT 0.1/0.2/0.3/0.4/0.5 / 1.3/1.4 / 3.3.2/3.4.7/3.4.8 /3.5.1/3.5.2/3.5.3/3.5.4/3.5.5/3.5.6
2.2
Cursus inhoud
Leerdoelen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Students can explain the theory of Communicative Language Teaching and relate it to their own teaching Students can apply the attainment targets (kerndoelen) and the can-do-statements of the Common European Framework of Reference (ERK) to communicative activities. Students can give arguments for and against testing. Students can explain whether a test is reliable and/or valid. Students can explain the positive and negative effects of testing on our teaching. Students can apply the theory on teaching reading, listening, speaking, writing , grammar and vocabulary by
7. 8. 9. 10. 11.
12. 13. 14. 15. 16.
17. 18. 19. 20. 21. 22. 23.
Ur (2012) and Staatsen (2009) in their own teaching. Students can indicate and explain the differences between formative and summative testing. Students can find suitable texts for intensive as well as extensive reading. Students can indicate whether a question or task is cognitive or affective and can design these, according to the theory of Communicative Language Teaching, the attainment targets and the CEFR (ERK). Students can indicate the advantages and disadvantages of common test techniques (e.g. multiple choice, short answer) and can apply these in their teaching and testing. Students can design a listening test with practice/test questions using the taxonomy of Bloom and the RTTI and OBIT format, while also using the attainment targets and CEFR (ERK). Students can explain the differences between objective and subjective testing. Students can give arguments for increasing reliability. Students can apply various ways to design a CLT speaking activity and test, while also using the attainment targets and CEFR (ERK). Students can give positive and constructive feedback on speaking in various ways. Students can explain what beneficial and harmful backwash is and know how to avoid harmful backwash and promote beneficial backwash. Students can design a writing test, according to the theory of Communicative Language Teaching, the attainment targets and the CEFR (ERK). Students can give positive and constructive feedback on writing in various ways. Students can give arguments for both testing and not testing grammar and vocabulary. Students can design and evaluate discrete items and an integrated grammar and vocabulary test. Students can design a key and rubric to grade individual and group work. Students can indicate and explain the advantages and disadvantages of computer testing. Students can use a spreadsheet programma (e.g. Excel) to register and calculate grades and partial grades.
Toetsen en beoordelingscriteria: Formatieve toetsing: Bespreken opdrachten en geproduceerde materialen tijdens werkcolleges n.a.v. gemaakt huiswerk.
Summatieve toetsing: 1. Schriftelijk tentamen (50%) waarin de principes uit de toetstheorie geëxpliciteerd en toegepast worden bij het analyseren en beoordelen en daarnaast ontwerpen van verschillende communicatieve toetsonderdelen voor vaardighedenonderwijs (lezen, luisteren, spreekvaardigheid en schrijven), alsmede voor de toetsing van de taalcomponenten vocabulaire en grammatica. 2. Verslag (50%) met daarin het ontwerp van een summatieve toets op basis van een gegeven hoofdstuk uit een methode. Hiermee laat je zien dat je een toets kunt ontwerpen die past binnen het principe van Communicative Language Teaching en waarin je naast de bouwstenen van de taal (vocabulaire en grammatica) de vaardigheden leesvaardigheid, luister/kijkvaardigheid, spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid toetst. De toets heeft een opbouw waarin na enkele reproductieve vragen t.a.v. de theorie, met name theoretische inzicht en analyse vragen gesteld worden. In het tweede gedeelte worden toepassingsvragen gesteld, waarin principes uit de toetstheorie toegepast moeten worden in praktijksituaties en waarin de student zelf toetsonderdelen volgens de toetstheoretische kenmerken zal moeten kunnen ontwerpen. Deelname aan werkcolleges volgens de principes van de actieve participatie: wij raden studenten dringend aan om huiswerkopdrachten uit te voeren om deel te kunnen nemen aan groepsbesprekingen tijdens het werkcollege. De opdrachten bereiden voor op de eindtoets. Deze cursus is een blended cursus met 7 werkbijeenkomsten waarbij we uitgaan van het principe 'flipping the classroom'; via de blended omgeving vindt kennisverwerving plaats, waarna er in de werkbijeenkomsten gezamenlijk gewerkt kan worden aan verwerking van de leerstof en het ontwerpen van toetsen.
Kennisbasis ICT 0.1/0.2/0.3/0.4/0.5 / 1.3/1.4 / 3.3.2/3.4.7/3.4.8 / 3.5.1/3.5.2/3.5.3/3.5.4/3.5.5/3.5.6 SBL bekwaamheidseisen 3 (vakinhoudelijk en didactisch competent) 4 (organisatorisch) Kennisbasis 1.1 De vier vaardigheden
1.2 Engels in de klas 4.1 Kerndoelen en examens 4.3 Vak en maatschappij 4.4 Niveau 4.6 Doeltaal als voertaal 4.9 Didactiek 4.11 Leermaterialen 4.13 Ontwikkelingen 4.16 ICT 5.1 Het leren van een taal 5.2 Cognitieve en meta-cognitieve strategieën 5.3 Methodologieën voor het onderwijzen van Engels 5.4 Motivatie 5.5 Woordenschat 5.6 Grammatica 5.7 Taalvaardigheden 5.10 Communicatiestrategieën 7.1 Methodologieen van MVT Dublin descriptoren Kennis en inzicht Toepassen kennis en inzicht Oordeelsvorming Communicatie
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Boek (verplicht) : Staatsen, F., (2015), Moderne vreemde talen in de onderbouw, Coutinho ISBN10 9046904105, ISBN13 9789046904107 Boek (verplicht) : Ur, P., (2012), A Course in English Language Teaching, Cambridge University Press ISBN10 1107684676, ISBN13 9781107684676 Boek (verplicht) : Hughes, A., (2002), Testing for Language Teachers, Cambridge University Press ISBN10 0521484952, ISBN13 9780521484954 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 117 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/5/OAEN-H2METH4-14
Titel
Methodology V: Curriculum Design
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAEN-H2METH5-14 Methodology V: Curriculum Design Methodology V: Curriculum Design 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
SA Edwards (tel. 7421) (
[email protected]) Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Coaching
niet verplicht
1 maal per week
1260 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 119
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Groepsopdracht
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
Individuele opdracht
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: Deze cursus heeft als doel een brug te slaan tussen theorie en praktijk. De studenten worden tijdens de cursus getraind in het creatief en vindingrijk omgaan met authentieke onderwijssituaties waar geen materiaal voor handen is of waar het materiaal te kort schiet. De studenten leren hoe ze een curriculum moeten samenstellen voor een bepaalde doelgroep en leren hoe ze op creatieve en vindingrijke manieren onderwijseenheden kunnen ontwerpen voor deze doelgroep. Hierbij maken ze gebruik van nieuwe media. Ze werken aan de hand van een project planning die ze uitvoeren, evalueren en zo nodig bijstellen. Tijdens de cursus worden studenten uitgedaagd om al hun vakdidactische kennis te activeren en toe te passen. Een ander belangrijk onderdeel is het werken in een groep, waarbij er van studenten verwacht wordt dat ze effectief feedback kunnen geven en kunnen ontvangen. Ze kunnen aantoonbaar in een groep werken en effectief feedback geven en ontvangen. Onderwerpen die tijdens deze cursus aan bod komen zijn: verschillen VMBO/HAVO/VWO/MBO beroepsgericht Engels vakoverstijgend onderwijs materiaal ontwikkeling voor specifieke doeleinde tweetalig onderwijs taalprofielen en het ERK Deze cursus bouwt voort op de voorkennis die studenten hebben opgedaan in de voorgaande vakdidactische cursussen. Studenten wordt afgeraden om Methodology V te volgen voordat ze Methodology I, II, III en IV afgerond hebben.
2.2
Cursus inhoud
1.1 Leerstof, werkvormen activiteiten Materiaal: - online beschikbaar via HUBL site
Online collaboratieve individuele en groepsopdrachten, plenaire bijeenkomsten, online begeleiding. Formatieve toetsing Dragon's den Summatieve toetsingDeeloets 1, individuele opdracht (curriculum
ontwerp)
Deeltoets 2, groepsopdracht
Leerdoelen Studenten kunnen op creatieve en vindingrijke manier onderwijseenheden ontwerpen voor een doelgroep. Studenten kunnen een project planning maken, uitvoeren en evalueren en zo nodig bijstellen. Ze kunnen al hun vakdidactische kennis hiervoor activeren en toepassen. Studenten kunnen een samenhangende vakoverstijgend digitale lesprogramma ontwikkelen voor leerlingen van een bepaalde doelgroep waarin alle vaardigheden aan bod komen. Studenten kunnen geschikte toets vormen ontwikkelen voor hun lesprogramma en hun keuzes verantwoorden Studenten kunnen aantoonbaar in een groep werken en effectief feedback geven en ontvangen. Studenten kunnen effectief gebruik maken van nieuwe media en ze kunnen hun keuzes verantwoord Kennisbasis 1.2 Kan de doeltaal als voertaal in mondelinge of schriftelijke interactie met leerlingen gebruiken in de klas, aangepast aan het juiste niveau en binnen het juiste register. 2.2 Kan de belangrijkste grammaticale concepten herkennen en benoemen en kent de regels van de grammatica die nodig zijn bij het onderwijzen van een vreemde taal. Kan de belangrijkste verschillen tussen de grammaticale systemen
van het Nederlands en de doeltaal benoemen en op grond daarvan voorspellen welke communicatie verstorende problemen frequent optreden bij leerlingen. Heeft kennis van de linguïstieke eigenschappen die kenmerkend zijn voor verschillende soorten teksten en die teksten samenhang geven 2.3 Beheerst de doeltaal qua lexicale en orthografische competentie op het niveau vaardig taalgebruiker van het Europees Referentiekader. 4.1 Kent de Kerndoelen Moderne Vreemde Talen voor het tweedegraads gebied en is op de hoogte van de inhoud van de schoolexamens en het Centraal Schriftelijk examen voor Engels in het tweedegraads gebied en weet dit te relateren aan de niveaus van het ERK. 4.2 Kent de status van het vak Engels in het curriculum van het tweedegraads gebied. 4.3 Kent de betekenis van het vak voor beroep en maatschappij. 4.4 Weet wat het verwachte prestatieniveau is van leerlingen in de verschillende leerjaren en niveaus van middelbaar onderwijs 4.5 Kan tussentaalverschijnselen herkennen, hier gepast op reageren en op de situatie toegespitste feedback geven. 4.6 Gebruikt de doeltaal als communicatiemiddel in de klas. 4.7 Kan typische fouten in de doeltaal die op verschillende niveaus en door leerlingen met verschillende linguïstische achtergronden gemaakt worden herkennen en benoemen en geschikte remediale activiteiten aanwenden. 4.8 Kan door contrastieve analyse aangeven wat de verschillen zijn tussen de Engelse taal en andere talen die gesproken worden door de leerlingen, omgaan met tekortkomingen op het gebied van de taal die veroorzaakt worden door interferentie tussen de doeltaal en de diverse moedertalen van de leerlingen, en geschikte remediale activiteiten aanwenden. 4.9 Kan vakdidactische toepassingen van algemene en specifieke taalkundige kennis hanteren. 4.10 Kan woordenboeken, naslagwerken en andere hulpmiddeleneffectief inzetten bij taalverwerving in de klas. 4.11 Kan aansprekend en effectief leermateriaal (zowel regulier als verdiepend, verrijkend of remediaal) in de doeltaal ontwikkelen 4.12 Kent jeugdliteratuur en andere teksten die geschikt zijn voorleerlingen in het tweedegraads gebied van het voortgezet onderwijs en kan dit materiaal effectief inzetten in de les. 4.13 Is op de hoogte van ontwikkelingen in het taalonderwijs en in het vak. 4.16 Kan algemene kennis met betrekking tot ICT-vaardigheden zoals tekstverwerking, e-mail, powerpoint, opzoekvaardigheden via internet, elektronische leeromgevingen, interactieve whiteboards en dergelijke in verschillende lessituaties inzetten en is op de hoogte van het bestaan van educatieve software 5.1 Kan relevante theorie van het leren van een eerste en tweede taal, inclusief courante socioculturele ideeën over taalverwerving, toepassen in het talenonderwijs. 5.2 Kan gebruik maken van taalverwervingsstrategieën en houdt rekening met verschillende leerstijlen en leerstrategieën bij het verzorgen van talenonderwijs. 5.3 Kent verschillende benaderingswijzen met betrekking tot het talenonderwijs en past deze toe. 5.4 Kent de rol van motivatie bij taalverwerving, weet op welke verschillende wijzen motivatie naar voren kan komen en kent het belang van motivatie en identificatie in het taalverwervingsproces. Kan voorkennis activeren en aansluiten op voorkennis om leerlingen te motiveren en de taalles doelmatiger te laten verlopen. 5.5 Weet op welke manieren vocabulaire verworven kan worden en past deze strategieën effectief toe in het talenonderwijs 5.6 Weet op welke manieren grammaticale kennis verworven en toegepast kan worden en past deze strategieën effectief toe in het talenonderwijs. 5.7 Weet op welke manieren de taalvaardigheden ontwikkeld kunnen worden en past deze strategieën effectief en structureel toe in het talenonderwijs. 5.10 Kent strategieën die de leerlingen in staat stellen om communicatieve doelen op een juiste manier te bereiken en past deze strategieën effectief toe in het talenonderwijs. 6.3 Weet hoe de leerling de Engelse taal gebruikt in de dagelijkse omgeving, (tijdens tv kijken, luisteren naar muziek, spelen van (computer) spelletjes etc.) en welke invloed dit heeft op de taalverwerving. 7.1 Kent de theorie rondom verwervingsvolgorde, principes van leerstofordening, principes van kennisverwerving (in het bijzonder taalverwerving), verschillende (activerende) werkvormen, leerstijlen, en de werking van het geheugen en past deze kennis toe in de taalles. 7.2 Is op de hoogte van inhouden van en methodieken voor beroepsgericht taalonderwijs en kan deze toepassen in de les. 7.3 Kan aan vakoverstijgende projecten deelnemen en kan samenwerken in een leergebied. 7.4 Kan informatiebronnen, ICT toepassingen en literatuur ter vakdidactische ondersteuning gebruiken en inzetten, mede
om op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen ten aanzien van 4.1 t/m 7.4. Kennisbasis ICT: 0.1, 0.2, 0.5, 1.5, 2, 3.0.5, 3.0.7, 3.1, 3.3, 4,
SBL bekwaamheidseisen: Competentie 1 (interpersoonlijk) Maakt contact met de lln/dlnrs en zorgt ervoor dat zij contact met hem kunnen maken en zich op hun gemak voelen. Schept goed klimaat voor samenwerking met lln/dlnrs en tussen lln/dlnrs onderling. Is op een praktisch niveau op de hoogte van communicatietheorieen, groepsdynamica en interculturele communicatie en kent vooral ook complicaties daarvan voor eigen doen en laten. Competentie 2 (pedagogisch) Ontwerpt op basis daarvan een plan van aanpak of benadering om de lln/dlnrs te begeleiden naar een veilig en harmonisch leef- en werkklimaat en om hun sociaal-emotionele en morele ontwikkeling te bevorderen in de richting van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Voert dat plan van aanpak of benadering uit. Is bekend met bedrijfsculturen waar de lln/dlnrs in of na hun opleiding mee te maken krijgen. Competentie 3 (vakinhoudelijk & didactisch) Vormt zich een goed beeld van de mate waarin lln/dlnrs de leerinhoud beheersen en de manier waarop ze hun werk aanpakken. Ontwerpt op basis daarvan gevarieerde leeractiviteiten die voor lln/dlnrs uitvoerbaar zijn, waaruit ze eventueel kunnen kiezen en die hen aanzetten tot zelfwerkzaamheid. Voert die leeractiviteiten samen met zijn lln/dlnrs uit. Evalueert die leeractiviteiten en de effecten ervan en stelt ze zonodig bij, voor de hele groep maar ook voor individuele lln/dlnrs. Signaleert leerproblemen en -belemmeringen en stelt, eventueel samen met collega's, een passend plan van aanpak of benadering op. Heeft grondige kennis+beheersing van de leerlinhouden waarvoor hij verantwoordelijk is en is op grond van eigen studie- en werkervaring vertrouwd met de theoretische en (beroeps)praktische achtergronden daarvan. Kent belang van de leerinhoud voor toekomstige beroep en dagelijks leven van de lln/dlnrs. Kent op hoofdlijnen de leerinhoud van andere vakken/beroepen waarmee hij binnen zijn school of opleiding samen werkt. Weet op hoofdlijnen wat en hoe zijn lln/dlnrs geleerd hebben in voorafgaand onderwijs en hoe hij daarop kan aansluiten. Is bekend met verschillende onderwijs- en leertheorieen, met verschillende onderwijsarrangementen voor VO en BE en weet hij die in praktijk kan brengen. Is vertrouwd met hoe lln/dlnrs leren, wat hun leerbehoeften zijn, hoe zij zich ontwikkelen, welke problemen daarbij kunnen zijn en hoe daarmee om te gaan. Heeft kennis van de invloed van taalbeheersing en -verwerving op het leren en weet hoe daarmee rekening te houden in zijn praktijk. Competentie 4 (organisatorisch) Hanteert op consequente manier concrete, functionele en door de lln/dlnrs gedragen procedures en afspraken. Biedt organisatievormen, leermiddelen en leermaterialen aan die leerdoelen en leeractiviteiten ondersteunen. Houdt voor zijn onderwijs een planning aan die bij de lln/dlnrs bekend is en waar zij hun eigen planning op kunnen afstemmen en gaat adequaat om met de tijd. Competentie 5 (samenwerken met collega’s) Levert een constructieve bijdrage aan verschillende vormen van overleg en samenwerking op school. Werkt met collega's (onderzoeksmatig) samen aan de ontwikkeling en verbetering van zijn school. Competentie 6 (samenwerken met de omgeving) Neemt op constructieve manier deel aan verschillende vormen van overleg met mensen en instellingen buiten de school. Is op de hoogte van de professionele infrastructuur waar zijn school onderdeel van is. Competentie 7 (reflectie en ontwikkeling) Werkt planmatig aan de ontwikkeling van zijn bekwaamheid, op basis van een goede analyse van zijn competenties. Stemt de ontwikkeling van zijn bekwaamheid af op het beleid van de school en de ontwikkeling en afspraken binnen het team. Is op de hoogte van de onderwijspraktijk in andere scholen voor VO/BVE en van actuele ontwikkelingen op het gebied van inhouden, werkwijzen en organiatievormen in het VO/BVE. Is op de hoogte van actuele ontwikkelingen op het gebied van pedagogiek en didactiek die relevant zijn voor zijn
onderwijs. Dublin descriptoren: toepassen kennis en inzicht, oordeelsvorming
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 119 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/5/OAEN-H2METH5-14
Titel
Literature II: Youth Literature
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAEN-HLITER2-15 Literature II: Youth Literature Literature II: Youth Literature 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
JC du Plessis (tel. 0618512557) (
[email protected]) Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per week
1260 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 119
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Groepsopdracht
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
Individuele opdracht
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Tijdens deze cursus wordt gewerkt aan de cognitieve ontwikkeling van jonge lezers, de taal van het lezen, leeskilometers maken, het analyseren en bediscussiëren van literatuur en het ontwerpen van opdrachten. Studenten lezen elke week een boek dat tieners als doelgroep heeft. Ze kiezen per week een boek uit een vooropgestelde literatuurlijst met zes thema’s: klassiekers, imperfecte wereld, eerste liefde, op zoek naar identiteit, fantasie en crossover. Studenten delen hun individuele leeservaringen via een blog/vlog met klasgenoten en er is ook en groepsopdracht in de vorm van een boekenbeurs. Studenten kiezen elk twee boeken buiten de vooropgestelde lijst waarvan zij denken dat ze geschikt zijn voor tieners. Vervolgens ontwerpen de studenten een lijst van criteria om zodoende de beste vijf boeken te kiezen. Van elk boek wordt een jury rapport uitgebracht. Tijdens de toetsweek presenteert elke groep een lespakket met hun vijf beste boeken op een boekenbeurs aan de hand van een thema. Dat gaan gepaard met reclame materiaal en verwerkingsopdrachten.
2.2
Cursus inhoud
Leerdoelen Studenten beschrijven de historische ontwikkeling, huidige trends en karakteristieken van jeugd literatuur. Studenten identificeren en benoemen de huidige lees en kijk interesses van jong volwassenen en incorporeren hun bevindingen in een leesprogramma Studenten passen informatie over de ontwikkeling van de adolescent toe in het ontwikkelen van een leesprogramma voor jong volwassenen Studenten herkennen literaire elementen in verhalen en kijken kritisch naar jeugdliteratuur Studenten leren het belang van lezen in het vreemdetalenonderwijs. Studenten leren jeugdboeken selecteren en beoordelen op geschiktheid m.b.t. emotionele en cognitieve ontwikkeling van de leerling. Studenten leren opdrachten maken die het plezier in het lezen stimuleren, denkend vanuit het perspectief van de leerling. Studenten leren hoe zij de theorieën van meervoudige intelligentie en andere leertheorieën kunnen gebruiken in de keuzes die zij maken bij het ontwerpen van lesmateriaal. Studenten worden zich bewust van het belang van lezen met plezier en de plaats daarvan in het MVTO Studenten worden zich bewust van het belang van extensief lezen / leeskilometers maken in het kader van incidenteel leren. Studenten blijven op de hoogte van literaire ontwikkelingen en de rol van nieuwe media daarin Toetsen en beoordelingscriteria: De studenten houden gedurende de cursus een blog/vlog bij over hun leeservaringen aan de hand van de gelezen boeken en theorie. Daarnaast werken de studenten in groepen aan de voorbereiding van een boekenmarkt, waarbij elke groep een lespakket van vijf boeken met lesmateriaal samenstelt. De boeken voor dit lespakket worden geselecteerd op basis van de theorie die tijdens de lessen behandeld wordt. De studenten leveren een portfolio in met daarin hun blog/vlog (50%) en hun producten voor het lespakket (50%). De verdere uitwerking van de inhoud en de beoordelingscriteria is te vinden op de HUbl site. Kennisbasis 3.3.Heeft kennis gemaakt met een aantal hoogtepunten uit de Engelstalige letterkunde en jeugdliteratuur ((zowel bewerkte readers als volledige romans voor adolescenten), heeft basiskennis van literaire strategieën en kan verschillende soorten literaire teksten analyseren. 4.11 Kan aansprekend en effectief leermateriaal (zowel regulier als verdiepend, verrijkend of remedial) in de doeltaal ontwikkelen 4.12 Kent jeugdliteratuur en andere teksten die geschikt zijn voor leerlingen in het tweedegraads gebied van het voortgezet onderwijs en kan dit materiaal effectief inzetten in de les. Kennisbasis ICT instrumentele vaardigheden 2.1 / 2.2 / 3.1.1 / 3.2.2. SBL bekwaamheidseisen: interpersoonlijk, pedagogisch, vakdidactisch, organisatorisch, reflectie en ontwikkeling
Dublin descriptoren: Methodisch en reflectief denken en handelen: Probleemgericht werken.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen
Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Keuze uit nader vast te stellen boekenlijst. 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 119 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Literature III: English and American.
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAEN-HLITER3-15 Literature III: English and American. Literature III: English and American. 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
JC du Plessis (tel. 0618512557) (
[email protected]) Engels
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
2 maal per week
1680 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 110
1.12
Toetsen: Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
toets
Numeriek 1 decimalen
5,5
60
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
toets
Numeriek 1 decimalen
5,5
40
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Gedurende zeven weken maken de studenten kennis met een overzicht van enkele hoogtepunten uit de Engelse en Amerikaanse letterkunde vanaf de renaissance tot nu. Zowel korte verhalen, titels uit het roman genre en gedichten komen aan bod. Daarbinnen bestuderen zij (individueel) een aantal representatieve teksten en tekstfragmenten. Dit gedeelte wordt tijdens de toetsweek afgesloten met een (digitale) toets. Daarnaast werken de studenten aan een essayopdracht. Er kan gekozen worden uit een reeks van brede onderwerpen/thema's. Studenten lezen twee romans en schrijven een beschouwend essay waarin een stelling wordt verdedigd. Tijdens de laatste 2 weken presenteren de studenten mondeling hun vorderingen, en geven zij elkaar inhoudelijke en taalkundige feedback op hun geschreven werk. Het uiteindelijke eindproduct wordt in de toetsweek ingeleverd.
2.2
Cursus inhoud
De student heeft kennis van en inzicht in literaire stromingen en belangrijke werken daarbinnen. De student kan literaire kennis en inzichten toepassen aan de hand van teksten. De student is in staat een oordeel te vormen over een literair werk in een onderzoeksopdracht en kan hiervan verslag doen in de vorm van een essay. De student maakt zich kennis eigen van literaire stromingen en belangrijke werken daarbinnen en doet onderzoek naar een deelaspect daarvan. De student ontwikkelt de eigen taalvaardigheden (met de nadruk op (literair) lezen, spreken (presentaties) en schrijven (essay): De student leest Engelstalige teksten en doen literair onderzoek op C1 niveau van het ERK. De student schrijft een Engels essay op C1 niveau van het ERK. De student spreekt Engels op C1 niveau van het ERK. De werkvormen bestaan uit hoor- en werkcolleges, lezen van primaire en secundaire werken of fragmenten daarvan, presentaties (mondeling en schriftelijk), feedback geven en ontvangen. Toetsen en beoordelingscriteria: Summatieve toetsing: Een toets tijdens de toets week waarin kennis van literaire stromingen en analytisch vermogen getoetst wordt Een essay in te leveren in de toetsweek, Meer gedetailleerde criteria zijn te vinden in de studiehandleiding op de HUbl site. Kennisbasis: 1.1 CPE niveau lees-, spreek en schrijfvaardigheid. Heeft kennis gemaakt met een aantal hoogtepunten uit de Engelstalige letterkunde, heeft basiskennis van literaire strategieën en kan verschillende soorten literaire teksten analyseren. 3.3 Kennis van een aantal hoogtepunten uit de Engelstalige letterkunde en jeugdliteratuur. Kennis van literaire strategieën en analyse. Kennisbasis ICT: 1,3 tekstverwerking 1,5 bronnen zoeken op internet, online leeromgeving gebruiken
SBL competenties: Competentie 3, 5.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : A Midsummer's Night Dream by William Shakespeare Boek (verplicht) : Hard Times by Charles Dickens Boek (verplicht) : As I Lay Dying by William Faulkner 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Totaal (uren) 140
Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Beroep 3
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-HBEROEP3-14 Beroep 3 - Leren op school Profession 3 - Learning at school 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
P Blind (tel. 0031884817922) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Hoorcollege
Werkcollege
Aanwezigheid verplicht?
niet verplicht
niet verplicht
Frequentie
1 maal per week
1 maal per week
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
1680 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 2: blok 2
1680 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 110 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Dossier
Schriftelijk tentamen
Resultaatschaal
Numeriek 1 decimalen
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
50
50
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
4
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2 bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
4
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2 bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: In deze module wordt voortgebouwd op de leerdoelen van beroep 1. In deze eerste module heeft de student kennis gemaakt met het Nederlandse schoolsysteem en een klein onderdeel van een les voorbereid, uitgevoerd en geëvalueerd. In de module ‘leren op school’ wordt deze basiskennis verder uitgewerkt en verdiept zodat de student in staat is om zelfstandig een complete les voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren. De student verdiept zich verder in het concept leren en verschillende leertheorieën. Vervolgens wordt de stap naar de praktijk gemaakt. Hoe zijn ideeën uit deze theorieën terug te vinden in het onderwijsconcept van de leerwerkplek? Hoe kan onderwijs vormgeven worden dat aansluit bij dit onderwijsconcept? Wat kun je doen als docent om leerlingen effectief te laten leren? Hoe kun je als docent zorgen dat leerlingen actief betrokken zijn bij de les? Hoe stelt een docent goede vragen zodat leerlingen mee gaan denken? En op welke manier kunnen samenwerkingsstructuren vormgeven worden zodat er daadwerkelijk wordt samengewerkt en geleerd? Vragen die in deze module aan de orde komen en waar de student samen met de docent en medestudenten, tijdens hoorcolleges en interactieve werkbijeenkomsten mee aan de slag gaat.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes 1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9. 10. 11.
12. 13.
De student beschrijft de verschillende leeropvattingen, leersoorten en kennisniveaus en herkent deze in praktijkvoorbeelden. De student beschrijft de werking van het geheugen in relatie tot leren. De student beschrijft de behavioristische, cognitivistische, constructivistische en handelingspsycho-logische visie op leren en herkent kenmerken in bestaande onderwijsvormen en –concepten. De student beschrijft op welke manier de zes sleutelbegrippen voor het vormgeven van effectief leren in diverse instructiemodellen gerealiseerd kunnen worden. De student beschrijft hoe de pijlers voor taalgericht vakonderwijs vorm kunnen krijgen in een les. De student ontwerpt een les waarin de onderwijsactiviteiten aansluiten op het onderwijsconcept, de concreet en meetbaar geformuleerde leerdoelen, de beginsituatie en waarin de drie indicatoren van een krachtige leeromgeving zichtbaar zijn. De student legt uit waarom het stellen van een bepaalde vraag effectief is gezien het doel en de inhoud van de vraag en de manier waarop de vraag gesteld wordt. De student beschrijft op welke manier de vijf sleutelbegrippen voor succesvol samenwerkend leren in een samenwerkingsstructuur gerealiseerd kunnen worden. De student beschrijft verschillende toetsvormen en –functies. De student beschrijft hoe zelfstandig en zelfgestuurd leren vorm kan krijgen. De student zoekt en vindt Nederlandse vakliteratuur en schooldocumentatie waarmee een eigen geformuleerde onderzoeksvraag rondom het onderwijsconcept van een de (leerwerkplek)school beantwoord kan worden en verwerkt dit in een correct geschreven onderzoeksrapportage. De student voert op een methodische en kritische wijze een eenvoudig vragenlijstonderzoek uit naar het onderwijsconcept van de (leerwerkplek)school De student schrijft een onderzoeksverslag en een lesopzet die qua samenhang en afstemming op het publiek beginnend 4F niveau hebben.
Leeractiviteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. Voorafgaand aan een werkcollege (de ‘face-to-face bijeenkomst’) doe je basiskennis op in de digitale leeromgeving. Denk daarbij aan kennisoverdracht via weblectures, het lezen van literatuur en het bestuderen van andere bronnen. Op de themapagina’s vind je algemene informatie over het thema, de leerdoelen en de onderliggende sessies. Op de sessiepagina’s vind je de opdrachten voor het werkcollege. De kennis die je in de opdrachten opdoet, zorgt ervoor dat je in de werkcolleges de verdieping kan bereiken die vereist wordt. De opdrachten
zijn tevens bruikbaar in de afsluitende dossieropdrachten. In de werkcolleges ligt de nadruk op het oefenen van vaardigheden, reflectie op het eigen handelen en de verbinding met eigen waarden, normen en professionele opvattingen. Thema 1: Leren (opvattingen, leersoorten, leerstijlen, geheugen) Dit thema gaat over leren. Vragen die hierbij centraal staan: Wanneer heb je iets geleerd? In welke situaties doe je dat? Hoe zien anderen dat? Wat is de rol van de hersenen bij leren? Wat kun je als docent doen om het informatieverwerkingsproces bij leerlingen positief te beïnvloeden? Thema 2: Leertheorieën Dit thema gaat over leren volgens het behaviorisme, het cognitivisme, het (sociaal)constructivisme en de handelingspsychologie. Vervolgens zijn belangrijke vragen voor de student: Wat heb je aan deze leertheoretische kennis voor jouw onderwijspraktijk? Welke ideeën herken je in jouw onderwijspraktijk? Hiermee wordt de leertheoretische kennis gekoppeld aan bestaande onderwijsconcepten. Thema 3: Effectief leren en directe instructie Dit thema gaat over kenmerken van effectief leren en hoe effectief leren in de les bevorderd kan worden. Dit kan door aandacht te hebben voor de zes sleutelbegrippen voor effectief leren en te voorzien in de basisbehoeften relatie, competentie en autonomie. Er komt aan bod hoe dit eruit ziet binnen het model van directe instructie. Thema 4: Activerend leren en taalgericht vakonderwijs Dit thema gaat over activerend leren. Hoe kun je leerlingen activeren tot leren in de les? Dit kan onder andere door vragen te stellen. Studenten leren na te denken over waarom ze eigenlijk vragen stellen en op welke manier ze dat effectief kunnen doen. Taalgericht vakonderwijs (het aanbieden van contextrijk onderwijs vol interactie en taalsteun) richt zich ook op leerlingen actief met de leerstof bezig te laten zijn. Thema 5: Samenwerkend leren Samenwerkend leren is iets anders dan leerlingen bij elkaar zetten en aan een opdracht laten werken. Om leerlingen daadwerkelijk te laten leren in samenwerking met elkaar, is het belangrijk om binnen de instructiestrategie rekening te houden met vijf sleutelbegrippen (o.a. positieve wederzijdse afhankelijkheid en individuele aanspreekbaarheid). Verschillende samenwerkingsstructuren komen aan bod om te kijken hoe de sleutelbegrippen binnen zo’n samenwerkingsstructuur gerealiseerd kunnen worden. Toetsen en beoordelingscriteria De cursus wordt afgesloten met de volgende deeltoetsen: 1. 2.
Schriftelijk tentamen Dossier: bestaande uit 2 deelopdrachten
Een deeltoets wordt met een voldoende afgerond als minimaal 55% van de punten zijn behaald. Het tentamen, deelopdracht 1 en deelopdracht 2 moeten elk afzonderlijk met minimaal een voldoende worden afgerond om de cursus af te ronden. Een voldoende deelresultaat voor het dossier (dus alleen een voldoende voor deelopdracht 1 of alleen een voldoende voor deelopdracht 2) kan niet worden meegenomen naar een volgend collegejaar. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Kennisbasis SBL competenties: 3 en 4 Competentie 8 Generieke kennisbasis: 1.1 Het concept leren 1.2 Visie op leren
1.3 Cognitie, werking van hersenen en leren 1.4 Leerlingkenmerken 2.1 Model didactische analyse 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen 2.3 Vormgeven van leerprocesen 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen 2.5 Begeleiden van leerprocessen 2.6 Toetsing en evaluatie 6.2 Praktijkonderzoek 7.2 Onderwijsconcepten Addendum kennisbasis ICT: 3.1 Informatievaardigheden Addendum kennisbasis beroepsonderwijs: 1.1 Het concept leren 1.2 Visie op leren 1.3 Cognitie, werking van hersenen en leren 1.4 Leerlingkenmerken 2.1 Model didactische analyse 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen 2.3 Vormgeven van leerprocesen 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen 2.5 Begeleiden van leerprocessen 2.6 Toetsing en evaluatie 7.2 Onderwijsconcepten
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Aanbevolen is afronding van beroep 1 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren, basisboek. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Boek (verplicht) : Veen, T. van der & Wal, J. van der (2012). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Diversen (verplicht) : Verplicht artikel dat (digitaal) ter beschikking wordt gesteld: Hajer, M. (2008). De lat hoog voor vakonderwijs: taalbeleid in de klas via taalgerichte vakdidac-tiek. Vonk, 38, (1), 11-26. Diversen (verplicht) : Verplicht artikel dat (digitaal) ter beschikking wordt gesteld: Sanders, P. (2013). Het doel van toetsen. In P. Sanders (Red.), Toetsen op school (pp. 16-24). Arnhem: Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling. Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Gruwel-Brand, S. & Wopereins, I. (2010). Word informatievaardig! Groningen: Noordhoff. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen
Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/18/OAR-HBEROEP3-14
Titel
Beroep 4
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-HBEROEP4-14 Beroep 4 - De leraar als pedagoog Profession 4 - The teacher as pedagogue 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
JEM de Kroon (tel. 7546) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Hoorcollege
niet verplicht
1 maal per week
1800 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3 bij aanvangsblok 4: blok 4
werkcollege
niet verplicht
1 maal per week
1800 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3 bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 110 (bij aanvangsblok 3), 106 (bij aanvangsblok 4).
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Schrijfopdracht
Resultaatschaal
Numeriek 1 decimalen
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
50
50
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
4
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4 bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
4
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4 bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: Maatschappelijk gezien heeft onderwijs verschillende opdrachten. Naast het kwalificeren van leerlingen voor een beroep of vervolgopleiding heeft onderwijs ook de opdracht om leerlingen persoonlijk te vormen en goed voor te bereiden op de maatschappij. In de module ‘de leraar als pedagoog’ staat het pedagogische handelen in de klas centraal zodat er een goed klassenklimaat tot stand kan komen waarin geleerd kan worden. Daarnaast besteden we aandacht aan de pedagogische opdracht van het onderwijs als het gaat om de persoonsvorming van leerlingen en de voorbereiding op participatie in de maatschappij. Om professioneel pedagogisch te kunnen handelen in de klas, is het belangrijk dat een docent weet hoe de eigen persoonlijke opvoeding en het eigen referentiekader dit pedagogisch handelen beïnvloedt. In deze cursus ontwikkelt de student een visie op pedagogisch handelen in de klas door vanuit verschillende perspectieven te kijken naar de eigen opvoeding, het eigen referentiekader en keuzes die er zijn ten aanzien van pedagogisch handelen. De student leert hoe pedagogisch handelen tijd-, cultuur- en plaats bepaald is, bekijkt ethische kwesties de beroepspraktijk van de leraar beroepsgericht onderwijs en algemeen vormend onderwijs en leert welke aspecten opvoeden in de klas heeft.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes De student: 1.
Beschrijft en herkent de pedagogische benaderingen; pedagogiek uit de verlichting, reformpedagogiek, morele opvoeding, vorming en burgerschapsopvoeding. 2. Beschrijft en herkent de ideeën van Luc Stevens , Biesta, Lea Dasberg en Micha de Winter over de pedagogische taak van de leraar. 3. Beschrijft en verklaart de pedagogische context van het hedendaagse onderwijs vanuit het verleden en actuele maatschappelijke ontwikkelingen en de (digitale) leerwereld van de leerlingen. 4. Herkent en benoemt belangrijke ethische en morele vragen en dilemma’s binnen het docentschap. 5. Kan een morele redenatie maken. 6. Herkent en benoemt kernpunten van de beroepsethiek van docenten en koppelt deze aan de kenmerken van de leerling. 7. Benoemt kenmerken van burgerschapsopvoeding en bildung als pedagogische opdracht van de school. 8. Benoemt pedagogisch gedrag dat aansluit bij de krachtige leeromgeving. 9. Beargumenteert de pedagogische opdracht van de leraar VO vanuit zijn eigen instrumentele en normatieve professionaliteit en maakt hierbij onder andere gebruik van de transactionele analyse. 10. De student schrijft een overtuigend betoog dat qua samenhang en afstemming op het publiek op beginnend 4F niveau zit. Leeractiviteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. Er worden hoor- en werkcolleges gegeven, waarin de bovenstaande doelen behaald worden met het bestuderen van literatuur, bekijken van instructiefilmpjes, instructie van de docent, activerende werkvormen waarin de stof verwerkt wordt en de student nadenkt over de relatie tussen de eigen opvoeding en het professionele pedagogisch handelen in de praktijk. De volgende thema’s komen aan bod: · Historische pedagogiek · Morele opvoeding · Ethiek in het onderwijs · Pedagogische opdracht: burgerschapsopvoeding en bildung · Opvoeden op school Toetsen en beoordelingscriteria: Deze cursus wordt afgerond met de volgende deeltoetsen:
1. 2.
Schriftelijk tentamen Schrijfopdracht
De schrijfopdracht wordt ingeleverd via WinVision en beoordeeld met een rubric (zie studiehandleiding). Beide onderdelen dienen ten minste te worden afgesloten met een 5,5.De weging voor het uiteindelijke eindcijfer is 50/50. Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Kennisbasis SBL-competenties: 1, 2 en 7 Generieke kennisbasis: 4.2 Morele ontwikkeling van de adolescent 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 6.4 Onderwijsvisie en ethiek 8.1 pedagogische driehoek 8.2 doel, arrangement, voorwaarden in de pedagogiek 8.3 verbinding pedagogisch leerplan met schools curriculum 8.4 pedagogiek van het (voorbereidend) beroepsonderwijs 9.2 Burgerschapsvorming
Addendum kennisbasis beroepsgerichtonderwijs: 4.2 Morele ontwikkeling 8.1 Pedagogische driehoek 9.2 Burgerschapsvorming
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Aanbeveling is om beroep 2 eerst af te ronden. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Vriens, L. (2007). Opvoeden in verwarrende tijden. Apeldoorn: Garant. Boek (verplicht) : Van Dalen, W. (2012 2e druk). Ethiek de Basis. Groningen: Noordhoff. Diversen (verplicht) : De overige verplichte studiematerialen; artikelen en hoorcolleges, worden gepubliceerd op de Hubl. 2.5 Workload Bij aanvangsblok 3: Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Bij aanvangsblok 4: Contactduur (uren): 32 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 106 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren.
2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/18/OAR-HBEROEP4-14
Titel
Beroep 5
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1
Cursuscode
1.2
Cursusnaam
1.3 1.4 1.5
Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAR-HBEROEP5-14 Beroep 5 - Leren omgaan met verschillen Profession 5: Working with diversity 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
niet verplicht
1 maal per week
niet verplicht
1 maal per week
Hoorcollege
WERKCOLLEGE
Nee
EMP Peeters (
[email protected]) Nederlands
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
1680 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 2: blok 2
1680 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 110 (bij alle aanvangsblokken)
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Dossier
Schriftelijk tentamen
Resultaatschaal
Numeriek 1 decimalen
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
60
40
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
4
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2 bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
4
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2 bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: In deze module leert de student in het kader van passend onderwijs om te gaan met verschillen in de onderwijssituatie. Begrippen als Passend onderwijs, Handelingsgericht werken (HGW), Diversiteit: Kennis van en omgaan met Leerproblemen, Gedragsproblemen en Constructen (persoonlijke overtuigingen) staan centraal. Passend onderwijs richt zich vooral op dat wat nodig is om zowel op schoolniveau als op bovenschoolsniveau om te leren gaan met verschillen. Handelingsgericht werken richt zich meer op individuele casuïstiek. Binnen Diversiteit wordt het begrip ‘verschillen’ uitgewerkt aan de hand van specifieke onderwijsbehoeften die leerlingen hebben op basis van leerstoornissen (dylexie/dyscalculie), hoogbegaafdheid of gedragsproblemen/gedragsstoornissen. Aan de hand van de methode Professional in de Spiegel (Touw, 2009) wordt zicht verkregen op eigen constructen. Dit geeft zicht op het eigen denken over leerlingen en in het bijzonder de leerlingen die als gedragsmoeilijk worden ervaren en op de wijze waarop dit van invloed kan zijn op de interactie tussen de docent en de leerling. Deze module wordt afgesloten met een casusopdracht. Op basis van alle opgedane kennis van Beroep 5 (passend onderwijs, HGW, diversiteit en constructen) wordt een leerling-portret gepresenteerd.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes De student: 1. Benoemt de wettelijke verantwoordelijkheden van scholen met betrekkingen tot leerlingen met leer- en/of gedragsstoornissen en omschrijft hoe de zorgstructuur op zijn (leerwerk)school wordt vormgegeven. 2. Beargumenteert de eigen positie ten opzichte van passend onderwijs en welke consequenties dit heeft voor het professioneel handelen ten aanzien van het begeleiden van leerlingen. 3. Beschrijft de samenhang tussen persoonlijke overtuigingen ten aanzien van leerlingen met speciale behoeften en het uiteindelijke eigen denken en handelen (constructen). 4. Beschrijft de effectieve afstemming tussen eigen constructen en dat wat de leerling met een speciale onderwijsbehoefte nodig heeft. 5. Herkent en benoemt de symptomen en kenmerken bij leerlingen op het gebied van de belangrijkste leer- en gedragsproblemen. 6. Herkent en benoemt de mogelijke ondersteuning die school kan bieden in het geval van leeren gedragsproblemen en toont dit aan de hand van differentiatie in de eigen les 7. Beargumenteert - vanuit de theorie - de keuzes die gemaakt kunnen worden in het professioneel omgaan met diversiteit op klas- en schoolniveau waarbij begeleiden van leerlingen en differentiëren in de les centraal staan. 8. Ontwerpt op basis van het voorgaande een eigen les waarin begeleiden van leerlingen en differentiëren in de les herkenbaar zijn afgestemd op leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte. Leeractiviteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. We maken gebruik van het geven van instructie, hoor- en werkcolleges, het voeren van onderwijsleergesprekken, zelfontdekkend leren, samenwerkend leren, diverse discussievormen, presenteren, zelf studeren, samen schrijven, etc. Een ander deel bestaat uit meer zelfstandige werkvormen die alleen of samen met een andere studenten uitgevoerd worden zonder de directe aanwezigheid van een docent. De docent voorziet regelmatig in feedback of zorgt voor voldoende feedback van anderen bij het uitvoeren van de diverse opdrachten. De volgende thema’s komen aan bod: Stilstaan bij passend onderwijs en handelingsgericht werken Binnen dit thema leert de student hoe handelingsgericht werken zich verhoudt tot passend onderwijs. Kennis en vaardigheden die hierbij nodig zijn, ontwikkelt de student aan de hand van een aantal gerichte leeractiviteiten die zich zowel op schoolniveau als op individueel leerling
niveau begeven. In het dossier plaats de student een schrijven met zijn/haar visie op en positie ten aanzien van passend onderwijs in het VO en de consequenties hiervan voor het eigen professioneel handelen. Wie ben ik in het omgaan met verschillen? Binnen het onderwerp constructen gaat de student aan de slag met eigen opvattingen en overtuigingen ten opzichte van leerlingen met speciale behoeften. De student schrijft twee leerling portretten op basis van de methode Professional in de Spiegel, waarbij hij zichtbaar maakt hoe eigen opvattingen van invloed zijn op de wijze waarop de student leerlingen benadert. De begeleiding van leerlingen kan vanuit het eigen perspectief meer betekenis krijgen, waarbij de student leert richting te geven aan het eigen Hoe ga ik om met verschillen? Binnen het onderwerp diversiteit worden verschillende onderwerpen door studenten uitgewerkt. Voor de kennistoets is het van belang de kenmerken en symptomen te kunnen onderscheiden van de verschillende leer- en gedragsstoornissen die worden gepresenteerd. Vervolgens
wordt een eigen onderwerpkeuze gemaakt passend bij een casus in de eigen praktijk. Bevindingen worden uitgewerkt in een OPP, waarin een zelf ontworpen les (op basis van het boek Differentiëren is te leren) is opgenomen. Toetsen en beoordelingscriteria Deze cursus wordt afgerond met de volgende deeltoetsen: 1. Schriftelijk tentamen 2. Dossier Het dossier wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie studiehandleiding) en moet worden ingeleverd binnen WinVision. Beide onderdelen dienen ten minste te worden afgesloten met een 5,5. De weging voor het uiteindelijke eindcijfer is 40/60. Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-competenties: 1,2,4,5,6 en 7 Generieke kennisbasis: 5.1 Leerlingbegleiding in de school 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? 5.3 Leerproblemen 5.4 Andere belemmeringen 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 7.3 De school als organisatie 9.1 Onderwijskansen
Addendum kennisbasis beroepsgericht onderwijs: 8.1 Pedagogische driehoek
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Het wordt aanbevolen eerste beroep 2 en 4 afgerond te hebben 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Pameijer, N., Beukering, T. van, Wulp, M. van der & Zandbergen, A. (2012). Handelingsgericht werken in het voortgezet onderwijs. Leusden: Acco. (In deze cursus hoofdstukken 1 en 6) Boek (verplicht) : Wolf, K. van der, Beukering, T. van (2009). Gedragsproblemen op scholen. Leuven / Den Haag: Acco (In deze cursus hoofdstuk 1 t/m 4) Diversen (verplicht) : Verplichte artikelen (te vinden op online leeromgeving): Touw,
H. & Beukering, van, T. (2009) Professional in de spiegel: achtergronden. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 48, 453-460 Diversen (verplicht) : Verplichte artikelen (te vinden op online leeromgeving): Touw, H. & Beukering, van, T. (2009) Professional in de spiegel: de werkwijze. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 48, 461-467 Boek (verplicht) : Berben, M. & Teeseling,van M. (2015). Differentiëren is te leren. Omgaan met verschillen in het voortgezet onderwijs. Amersfoort: CPS. Boek (aanbevolen) : Spreij, L.C., Klapwijk, G.J., Broersen, A., & Peeters, E.M.P. (2016). Focus! oplossingsgericht afstemmen in het onderwijs. Leuven/Den Haag: Acco. Werkboek (verplicht) : Werkboek Professional in de Spiegel geschreven door Touw, H. en van Beukering, T. Te bestellen via de docent/PM tijdens de eerste bijeenkomst. Is een bestelling via de FE. Kosten: 15 euro. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/18/OAR-HBEROEP5-14
Titel
Beroep 6
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode
OAR-HBEROEP6-14 Beroep 6 - Diversiteit: Cultuur en Onderwijzen Profession 6 Diversity: Culture and Teaching 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.2 Cursusnaam 1.3 Cursusnaam in Engels 1.4 Aantal EC's 1.5 Studiefase/niveau 1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal
Nee
H Guven (
[email protected]) Nederlands
1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Hoorcollege
niet verplicht
1 maal per week
1680 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3
Werkcollege
niet verplicht
1 maal per week
1680 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 110 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Dossier
Numeriek 1 decimalen
Schriftelijk tentamen
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
50
50
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
4
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3 bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 bij aanvangsblok 3: . blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: Het werkveld van docenten in het voortgezet onderwijs en in het mbo is erg divers. Leerlingen hebben sterk uiteenlopende sociaal-culturele en economische achtergronden. De diversiteit in de samenleving stelt iedere dag weer nieuwe vragen aan het onderwijs en vooral aan de docent. Scholen hebben de taak de leerlingen bewust bekwaam op te leiden zodat zij straks deel kunnen nemen aan die bestaande pluriforme samenleving. De zoektocht naar een juiste aanpak is groot en professionaliteit op het terrein van diversiteit is binnen het onderwijs nog niet vanzelfsprekend. Tijdens deze cursus maakt de student kennis met verschillende aspecten binnen het domein diversiteit. De belangrijkste uitdagingen die onze pluriforme maatschappij met zich meebrengt voor het onderwijsveld komen aan de orde en de student wordt uitgedaagd om na te denken over de eigen attitude ten aanzien van diversiteit en wat adequaat pedagogisch-didactisch handelen in deze kan bijdragen aan het opleiden van leerlingen.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes De student: 1.
2. 3. 4.
5.
6.
7. 8.
9.
Beschrijft de migratiegeschiedenis van leerlingen en laat daarbij zien inzicht te hebben in de algemene economische, politieke en ruimtelijke situatie van het land van herkomst. Legt uit wat het begrip cultuur inhoudt; cultuur vanuit zowel statisch als vanuit dynamisch perspectief. Legt uit wat diversiteit als breed begrip inhoudt en dat de identiteit van een persoon uit verschillende aspecten bestaat. Analyseert beroepssituaties waarin diversiteit in brede zin een rol speelt met behulp van concepten als: migratiegeschiedenis, cultuur, etnische diversiteit, talige diversiteit, gender en seksuele diversiteit en laat in de toepassing in een onderwijssituatie zien, zich bewust te zijn dat diversiteit een logisch, complex en dynamisch fenomeen is. Onderkent eigen aannames, (voor)oordelen. overtuigingen (constructen), waarden en normen ten aanzien van (gedrag) van leerlingen en hun ouders met uiteenlopende achtergronden gelet op de sociaaleconomische, culturele en religieuze context. Beschrijft een visie op seksualiteit als sociaal proces met aandacht voor aspecten als homoseksualiteit, biseksualiteit, transgender. De student kan verschillende vormen van meertaligheid beschrijven en benoemen in de onderwijspraktijk. Beschrijft een visie op verschillende modellen van interculturele communicatie. Analyseert het verloop van een stagnerende dialoog tussen mensen met een verschillende achtergrond en kan een aanpak beschrijven die de dialoog op gang helpt. Beschrijft de werking van straatcultuur en beschrijft in de context van burgerschapsopvoeding hoe leerlingen de voordelen duidelijk gemaakt kunnen worden van het zich conformeren aan de burgercultuur.
Leeractiviteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarin studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. De student volgt interactieve en activerende hoor- en werkcolleges waarin de bovenstaande doelen behaald worden met het bestuderen van literatuur, bekijken van instructiefilmpjes, instructie van de docent, het maken van dossieropdrachten en diverse werkvormen waarbij zowel individueel als in groepen gewerkt wordt. Met name het denken en leren vanuit casuïstiek en praktijkvoorbeelden staat in deze module centraal. De volgende thema’s komen aan bod: · Burgerschap · Cultuur · Gender · Seksuele diversiteit · Migratiegeschiedenis · Interculturele communicatie
Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgelopen met de volgende deeltoetsen: 1. Schriftelijk tentamen 2. Dossier Het dossier wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie studiehandleiding) en moet worden ingeleverd binnen WinVision. Beide onderdelen dienen ten minste te worden afgesloten met een 5,5. De weging is 50/50. Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL- competenties: 1,2 en 7 Generieke kennisbasis: 3.1 Mentale modellen bij communicatie 3.2 Gesprekvoering 3.3 Groepsdynamica 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 8.4 Pedagogiek van het (voorbereidend) beroepsonderwijs 9.1 Onderwijskansen 9.2 Burgerschapsvorming 9.3 Omgaan met diversiteit 9.4 Culturen en levensbeschouwingen Addendum kennisbasis beroepsgericht onderwijs: 3.2 Gespreksvoering 3.3 Groepsdynamica 9.2 Burgerschapsvorming
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Aanbevolen wordt eerst beroep 2 en 4 afgerond te hebben 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Schermer,K. (2008). Interculturele samenwerking en communicatie. Groningen: Noordhoff. Boek (verplicht) : Eldering, L. (2014). Cultuur en opvoeding. Rotterdam: Lemniscaat. Diversen (verplicht) : Naast de verplichte literatuur lezen de studenten aanvullende literatuur (artikelen, hoofdstukken uit boeken, websites, enz.). Deze worden gepubliceerd op de online leeromgeving. Boek (verplicht) : Werkboek Professional in de Spiegel geschreven door Touw, H. en van Beukering, T. Te bestellen via de docent/PM tijdens de eerste bijeenkomst. Is een bestelling via de FE. Kosten: 15 euro. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen
Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/18/OAR-HBEROEP6-14
Titel
Beroep 7
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-HBEROEP7-14 Beroep 7 - De leraar als mentor Profession 7 - The teacher as counselor 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
B Hermsen (tel. 06 51681374) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Hoorcollege
niet verplicht
1 maal per week
840 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Werkcollege
niet verplicht
1 maal per week
840 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 112
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Dossier
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Docenten in het onderwijs hebben naast hun lesgevende taak vaak een taak als mentor. Als mentor ben je spil in de leerlingbegeleiding. In individuele gesprekken en in je mentorlessen begeleid je leerlingen bij het leren leren, het maken van keuzes en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Daarnaast ben je een belangrijkste schakel tussen leerling, docenten en ouders. In deze cursus ontwikkel je visie en vaardigheden om als mentor in het onderwijs te functioneren. Daarbij wordt specifiek aandacht besteed aan gespreksvaardigheid en het werken aan sociale veiligheid in een klas. Dit alles vraagt meer van je begeleidende vaardigheden dan het uitvoeren van je lesgevende taak. En omdat begeleiden als professioneel handelen niet los kan worden gezien van de persoon die de begeleiding uitvoert, betekent dit dat het begeleiden van leerlingen je ook confronteert met jezelf. Je leert daarom in deze cursus niet alleen wat taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van een mentor zijn en welke gespreksvaardigheden je hierbij gebruikt, maar je onderzoekt ook vragen als: wat is mijn bijdrage in de begeleiding? Wat doet de leerling met mij? Hoe reageer ik daar op? Word ik persoonlijk door de leerling geraakt? En hoe dan? En hoe beïnvloedt dit mijn begeleidende houding tijdens leerlingbegeleiding? Persoonlijke en professionele ontwikkeling gaan daarom in deze cursus hand in hand.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes: De student: 1.
Analyseert de rol van mentor en plaatst de begeleiding van leerprocessen, ondersteuning bij studiekeuzeprocessen en hulp bij sociaal-emotionele problemen in de context van een school. 2. Voert een gesprek waarin hij verschillende gespreksinterventies op de vier gespreksniveaus inzet, passend bij het doel van het gesprek en zijn gesprekspartner. 3. Onderscheidt groepsdynamische processen in een klas en ontwerpt een mentorles waarin het groepsproces positief wordt gestimuleerd. 4. Legt uit hoe de mentor een veilige leef- en werksfeer creëert waarmee de sociaalemotionele, morele en autonome ontwikkeling van leerlingen wordt bevorderd en ingespeeld wordt op hun psychologische basisbehoeften. 5. Geeft vorm aan leerprocessen gericht op het aanleren van studievaardigheden, keuzevaardigheden of levensvaardigheden. 6. Analyseert hoe hij gebruik kan maken van zijn eigen kwaliteiten en mogelijke rollen in de samenwerking met anderen. 7. Reflecteert met behulp van gedragspsychologische kennis van concepten als transactionele analyse, projectie en overdracht op zijn gedrag in interactie met leerlingen en beschrijft mogelijkheden om zijn professionele handelen te verbeteren. 8. Beargumenteert wat belangrijk is in het mentoraat en kan dit onderbouwen met waarden, normen en professionele opvattingen. 9. Verantwoordt de professionele opvattingen, werkwijzen, grenzen en benaderingen van de mentor aan leerlingen, ouders van leerlingen, collega’s en andere belanghebbenden. 10. De student schrijft een verantwoording van een lesopzet waarbij de tekst qua samenhang en afstemming op het publiek geschreven is op gevorderd 4F niveau. Leeractiviteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. De student krijgt hoor- en werkcolleges waarin de bovenstaande doelen behaald worden met het bestuderen van literatuur, bekijken van instructiefilmpjes, instructie van de docent, activerende werkvormen waarin de stof verwerkt wordt en toegepast op casussen, trainingsbijeenkomsten rondom gesprekstechnieken en het onderzoeken van de leerlingbegeleiding op de eigen (leer)werkplek. De volgende thema’s komen aan bod:
Visies op leerlingbegeleiding en het mentoraat Leerlingbegeleiding op het gebied van:
o leerlingen begeleiden bij het leren (leren leren); o leerlingen begeleiden bij psychosociale ontwikkeling (leren leven); o leerlingen begeleiden bij keuzes op school (leren kiezen) Groepsdynamica Begeleidingsgesprekken en gesprekstechnieken Conflicthantering Ouderbetrokkenheid Organisatie van het mentoraat
Toetsen en beoordelingscriteria De cursus wordt afgesloten met een dossier. Dit onderdeel wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie cursushandleiding) en dient met minimaal een 5,5 afgerond te worden. Het dossier wordt ingeleverd in het digitaal portfolio (WinVision). Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Kennisbasis SBL-competenties: 1, 2, 5, 6 en 7 Generieke kennisbasis: 1.4 Leerlingkenmerken 2.2 Leerdoelen en Instructiemodellen 2.3 Vormgeving van leerprocessen 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen 2.5 Begeleiden van leerprocessen 3.1 Mentale modellen bij communicatie 3.2 Gespreksvoering 3.3 Groepsdynamica 5.1 Leerlingbegeleiding in de school 5.4 Andere belemmeringen 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 6.4 Onderwijsvisie en ethiek 7.3 De school als organisatie: structuur en cultuur 8.1 Pedagogische driehoek 8.2 Doel, arrangement en voorwaarden in de pedagogiek
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Het wordt aanbevolen eerst beroep 2 en 4 af te ronden. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Groothuis, M., & Verkuyl, H. (2012). Mentor in het voortgezet onderwijs. Gids voor een aanpak met visie. Amsterdam: Boom. Boek (verplicht) : Konig, A. (2008). In gesprek met de leerling. Houten: EPN . Wordt kosteloos digitaal door de opleiding ter beschikking gesteld. Boek (verplicht) : Tressel, J. (2012). De beroepsbekwame mentor. Het ontwikkelen van begeleidingskundige professionaliteit. Amsterdam: Boom. 2.5 Workload
Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 112 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/18/OAR-HBEROEP7-14
Docent in het beroepsgerichte onderwijs
Titel
Opleidingsvariant Voltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-HDOCBER-15 Docent in het beroepsgerichte onderwijs Teacher vocational education 15 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
EL Munneke (tel. 06-51684220) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Hoorcollege
niet verplicht
3 maal per blok
720 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Werkcollege
niet verplicht
7 maal per blok
2520 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 366 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Dossiertoets 1
Dossiertoets 2
Resultaatschaal
Numeriek 1 decimalen
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
50
50
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
4
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2 bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
4
bij aanvangsblok 1: . blok 2 . blok 3 bij aanvangsblok 3: . blok 4 . blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
In het eerste deel van de cursus leer je het (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs kennen. Je oriënteert je op de meest recente ontwikkelingen ten aanzien van de domeinen en de kwalificatiestructuur, op kernconcepten van het leren in een beroepsgericht traject en op de meervoudige taak van een docent in het (v)mbo. Ook leer je de vmbo-leerlingen en mbostudenten kennen waar je als docent beroepsonderwijs mee te maken krijgt. Thema’s als zorg, cultuur en manieren van leren komen aan bod en je verdiept je in het omgaan met de grote diversiteit aan talenten en achtergronden van de leerlingen en studenten. Daarnaast leer je vorm te geven aan leerprocessen in het (v)mbo, waarbij je rekening houdt met de specifieke leeruitkomsten van het beroepsonderwijs, de beroepen waartoe je leerlingen en studenten opleidt, de verschillende settingen waarin leren plaatsvindt (schoolse – en werkplek gerelateerde leeromgevingen) en de diversiteit van de leerling- en student populatie. In het tweede deel van de cursus staat het begeleiden van leerlingen en studenten richting functioneren in de maatschappij en het beroep centraal. Hierbij gaat het om thema’s als burgerschapsvorming en (studie)loopbaanbegeleiding en het begeleiden van sociaalemotionele ontwikkeling. Omdat dit een complexe taak van een docent beroepsonderwijs is, is een belangrijk onderdeel hierbij de vaardigheidstraining op het gebied van communicatie en het beïnvloeden van groepsprocessen in de context van het beroepsgerichte onderwijs. En omdat begeleiden niet los kan worden gezien van de persoon die de begeleiding uitvoert, betekent dit dat het begeleiden van leerlingen of studenten je ook confronteert met jezelf. Je leert daarom in dit deel niet alleen wat taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van een mentor of studieloopbaanbegeleider zijn en welke gespreksvaardigheden je hierbij gebruikt, maar je onderzoekt ook vragen als: Wat is mijn bijdrage in de begeleiding? Wat doet de leerling of student met mij? Hoe reageer ik daar op? Word ik persoonlijk door de leerling of student geraakt? En hoe dan? En hoe beïnvloedt dit mijn begeleidende houding? Persoonlijke en professionele ontwikkeling gaan daarom in deze cursus hand in hand. De cursus kenmerkt zich verder door een wisselwerking tussen theorie en praktijk. Verdieping in theoretische kennis wordt toegepast in praktijkopdrachten in het (v)mbo en vanuit de praktijkervaringen ontwikkel je je eigen visie ten aanzien van het docentschap in het beroepsonderwijs.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes De student: 1. 2.
3. 4.
5.
6.
7.
beschrijft kenmerken en ontwikkelingen van het Nederlandse (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs; beargumenteert op basis van literatuur en interviews met docenten en leerlingen of studenten zijn zienswijze op de manier waarop een vmbo of mbo instelling omgaat met de diversiteit van hun leerlingen of studenten; geeft vorm aan leerprocessen in het (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs; analyseert de rol van een (studie)loopbaanbegeleider of mentor in het (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs en geeft vanuit deze rol vorm aan leerprocessen gericht op het aanleren van studievaardigheden, keuzevaardigheden en sociaal-emotionele vaardigheden; inventariseert hoe docenten in een (v)mbo instelling in de klas werken aan sociale veiligheid, hoe zij de begeleiding van leerlingen of studenten met leer- en gedragsproblemen vormgeven en op welke manier zij inspelen op de psychosociale basisbehoeften van leerlingen en studenten; voert een begeleidingsgesprek met een leerling of student waarin hij verschillende gespreksinterventies op de vier gespreksniveaus inzet, passend bij het doel van het gesprek en zijn gesprekspartner; beargumenteert wat belangrijk is in het mentoraat en kan dit onderbouwen met waarden, normen en professionele opvattingen.
Kennisbasis SBL competenties 1,2,3, 4, 5, 6 en 7 Generieke kennisbasis + addendum beroepsonderwijs
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Leren in diverse contexten: 1. Leren in niet schoolse settingen 2. Visies op leren op school en op de werkplek, visies op kennisverwerving en – ontwikkeling in het kader van een beroepsopleiding 3. Leerstrategieën en strategieën van zelfregulatie 4. Heterogene deelnemerspopulatie waaronder ook volwassenen Didactiek en leren 1. Vertalen van beroepsprocessen naar leerprocessen 2. Verschillende soorten kennis kunnen onderscheiden 3. Didactiek van het beroepsonderwijs kunnen inzetten 4. Onderwijs kunnen vormgeven met de leerprocessen van het beroepsonderwijs 5. Leeromgevingen met betekenisvolle context tussen schools- en werkplekleren kunnen herkennen en op het juiste moment inzetten 6. Differentiatietechnieken toepassen 7. Kennis hebben van toetsing in het (v)mbo, proeve van bekwaamheid etc. Communicatie 1. Taal van het vak en van het bedrijfsleven spreken in gesprekken met studenten Ontwikkeling van de adolescent 1. Studentbegeleiding met aandacht voor sociaal-emotionele dimensie en de cognitieve dimensie (leren leren, leren denken, leren keuzes maken). 2. Student begeleiden in ontwikkelen van hun beroepsidentiteit/vakbekwaamheid (wie en hoe wil ik zijn) en begeleidt het Proces van ‘becoming’: het beroep vinden dat je past (welke beroepen passen bij mij) 3. Verbinden van instrumentele professionalisering aan normatieve professionalisering Leerlingen met speciale behoeften 1. Studenten begeleiden in studiekeuze/voortijdig schoolverlaten 2. Kennis van motivatietheorieën Professionele docenten 1. Kennis van ‘professionele identiteit in het mbo’ 2. Begrip van ‘professionele docent in het mbo’ 3. Begrip van de kernopgaven voor de docent in het mbo 4. Externe oriëntatie Onderwijs in Nederland 1. Kennis van het Nederlands onderwijsstelsel voor beroepsonderwijs en alle complexiteit die daarbij komt kijken (doorstroom, leerroutes, niveaus, leerwegen) 2. Kennis van competentiegericht beroepsonderwijs 3. Verdiepen in organisatie, structuur en cultuur van een instelling voor vmbo of mbo Pedagogische kwaliteit
Diversiteit en onderwijs
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : De omgekeerde leerweg, een nieuw perspectief voor het beroepsonderwijs; Aalsma, E; ISBN: 9789059724778; 1e druk; Eburon. Kosten 23,50 Euro Boek (verplicht) : Studieloopbaanbegeleiding. Cornelissen, M. ISBN: 9789047300472 . 1e druk. (2008). Den Haag: Boom Uitgevers. Kosten 49.95 Euro. Diversen (verplicht) : Publicatie Verbindend perspectief op opleiden naar vakmanschap. Expertisegebieden van docenten en praktijkopleiders in het mbo. Aalsma, E. van den Berg, & de Bruijn, E. ISBN: V 978-94-6052-083-9 (2014). Den Bosch: ecbo. Kosteloos te downloaden. Diversen (verplicht) : Publicatie Professionele identiteit in perspectief. Intensieve relaties voor ijzersterk beroepsonderwijs. Klatter, E. ISBN: 9789051798906 (2015).
Rotterdam: Hogeschool Rotterdam Uitgeverij. Kosteloos te downloaden. Boek (verplicht) : In gesprek met de leerling. Konig, A. (2009). Houten: Uitgeverij EPN. Kosteloos te downloaden. Boek (verplicht) : Interculturele samenwerking en communicatie. Schermer, K. ISBN: 9789001500979. 1e druk (2008). Groningen: Noordhoff Uitgevers B.V. Kosten: 33.50 Euro. Boek (verplicht) : Handelingsgericht werken in het voortgezet onderwijs. Pameijer, N., Beukering, T. van, Wulp, M. van der & Zandbergen, A. ISBN: 9789033489587 (2012). Leusden: Acco . Kosten: 26.50. Diversen (verplicht) : Aanvullend aan de verplichte literatuur worden tijdens de cursus artikelen aangereikt ter verdieping van de diverse thema’s. Boek (aanbevolen) : Gedragsproblemen in scholen. Wolf, K. van der, Beukering, T. van. ISBN: 9789033474989 (2009). Leuven / Den Haag: Acco . Kosten: 30 Euro. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 54 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 366 Totaal (uren) 420 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (15) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Studie en Werk VT-2A
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H1S&WV2A-12 Studie en Werk VT-2A Study and Work VT-2A 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Basis
Intervisie
Aanwezigheid verplicht?
niet verplicht
niet verplicht
Frequentie
1 maal per
1 maal per
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren -132 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
portfolio
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: In Studie en Werk VT-2 doe je op je leerwerkplek praktijkervaring op en experimenteer je met verschillende les- en begeleidingstaken. Je zorgt ervoor dat je ervaring opdoet in de drie sectoren van het tweedegraadsgebied (vmbo, havo,vwo en mbo). Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie en je beelden van zelf, studie en beroep. Je eindigt het jaar met het vaststellen van ontwikkeldoelen en het solliciteren naar een leerwerkplek voor het volgende studiejaar.
2.2
Cursus inhoud
Doelstellingen/competenties: Je werkt in jaar 2 vooral aan je basis docentvaardigheden. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Competentieontwikkeling : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur. Tijdens Studie en Werk leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Studie-en- Werkbegeleider (SWB) en een Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-2A ben je gedurende 20 dagen op de leerwerkplek, waarbij je verschillende les- en begeleidingstaken uitvoert. Gespreid over het hele studiejaar verzorg je minimaal 20 les- of begeleidingsuren. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundel Vak. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je regelmatig terugkoppelt naar je competentieontwikkeling en je studieplanning. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Minimaal tweemaal per jaar voer je een studievoortgangsgesprek met je SWB. Voor Studie en Werk neem je deel aan twee soorten groepsbijeenkomsten: basisbijeenkomsten onder leiding van je SWB en intervisiebijeenkomsten onder leiding van je IO. De basisbijeenkomsten zijn altijd op Instituut Archimedes, de intervisiebijeenkomsten kunnen ook op de opleidingsschool plaatsvinden. Tijdens de basisbijeenkomsten komen vooral studieplanning, competentieontwikkeling en het instrumentarium dat je nodig hebt bij het werkplekleren aan de orde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO en een beoordelingsadvies van de WB, die beide onderdeel uitmaken van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal voorwaarden hebt voldaan, zoals je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben en een voldoende taalniveau in je verslag. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria (op een steeds hoger taxonomisch niveau). Deze zijn vastgelegd in de beoordelingsrapporten.
1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7 . Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio leg je zelf verbindingen met onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT). Ingangseisen: Studie en Werk 1A afgerond.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk VT-1A (OAR-PS&WV1A-12) Veronderstelde voorkennis: Inhouden van Studie en Werk 1 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor VT + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Ebbens, S. (2013), Effectief leren,Noordhoff Uitgevers Boek (verplicht) : Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Teitler, P. (2011), Lessen in orde, Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Wal, van der, J. (2011), Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 270 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): -132 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Studie en Werk VT-2B
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H1S&WV2B-12 Studie en Werk VT-2B Study and Work VT-2B 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Basis
niet verplicht
1 maal per
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Intervisie
niet verplicht
1 maal per
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren -132 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
portfolio
Numeriek 1 decimalen
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving: In Studie en Werk VT-2 doe je op je leerwerkplek praktijkervaring op en experimenteer je met verschillende les- en begeleidingstaken. Daarbij zorg je er voor dat je tijdens de modules Studie en Werk in jaar 1 en 2 ervaring opdoet in verschillende sectoren van het tweedegraadsgebied: het beroepsonderwijs (vmbo en mbo) en het voortgezet onderwijs (havo en vwo). Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie en je beelden van zelf, studie en beroep. Je eindigt het jaar met het kiezen van een afstudeerrichting, het vaststellen van ontwikkeldoelen en het solliciteren naar een leerwerkplek voor het volgende studiejaar.
2.2
Cursus inhoud
Doelstellingen/competenties: Je werkt in jaar 2 vooral aan je basis docentvaardigheden. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Competentieontwikkeling : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur. Tijdens Studie en Werk leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Studie-en- Werkbegeleider (SWB) en een Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-2B ben je gedurende 20 dagen op de leerwerkplek, waarbij je verschillende les- en begeleidingstaken uitvoert. Gespreid over het hele studiejaar verzorg je minimaal 20 les- of begeleidingsuren. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je regelmatig terugkoppelt naar je competentieontwikkeling en je studieplanning. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Minimaal tweemaal per jaar voer je een studievoortgangsgesprek met je SWB. Voor Studie en Werk neem je deel aan twee soorten groepsbijeenkomsten: basisbijeenkomsten onder leiding van je SWB en intervisiebijeenkomsten onder leiding van je IO. De basisbijeenkomsten zijn altijd op Instituut Archimedes, de intervisiebijeenkomsten kunnen ook op de opleidingsschool plaatsvinden. Tijdens de basisbijeenkomsten komen vooral studieplanning, competentieontwikkeling en het instrumentarium dat je nodig hebt bij het werkplekleren aan de orde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO en een beoordelingsadvies van de WB, die beide onderdeel uitmaken van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal voorwaarden hebt voldaan, zoals je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben en een voldoende taalniveau in je verslag. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria
(op een steeds hoger taxonomisch niveau). Deze zijn vastgelegd in de beoordelingsrapporten. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7 . Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio leg je zelf verbindingen met onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT). Doelstellingen/competenties: Je werkt in jaar 2 vooral aan je basis docentvaardigheden. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Competentieontwikkeling : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur. Tijdens Studie en Werk leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Studie-en- Werkbegeleider (SWB) en een Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-2A ben je gedurende 20 dagen op de leerwerkplek, waarbij je verschillende les- en begeleidingstaken uitvoert. Gespreid over het hele studiejaar verzorg je minimaal 20 les- of begeleidingsuren. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundel Vak. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je regelmatig terugkoppelt naar je competentieontwikkeling en je studieplanning. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Minimaal tweemaal per jaar voer je een studievoortgangsgesprek met je SWB. Voor Studie en Werk neem je deel aan twee soorten groepsbijeenkomsten: basisbijeenkomsten onder leiding van je SWB en intervisiebijeenkomsten onder leiding van je IO. De basisbijeenkomsten zijn altijd op Instituut Archimedes, de intervisiebijeenkomsten kunnen ook op de opleidingsschool plaatsvinden. Tijdens de basisbijeenkomsten komen vooral studieplanning, competentieontwikkeling en het instrumentarium dat je nodig hebt bij het werkplekleren aan de orde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO en een beoordelingsadvies van de WB, die beide onderdeel uitmaken van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal voorwaarden hebt voldaan, zoals je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben en een voldoende taalniveau in je verslag.
Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria (op een steeds hoger taxonomisch niveau). Deze zijn vastgelegd in de beoordelingsrapporten. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7 . Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio leg je zelf verbindingen met onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT).
Ingangseisen: Studie en Werk 1B afgerond.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk VT-1B (OAR-PS&WV1B-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1 en 2A 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor VT + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Ebbens, S. (2013), Effectief leren,Noordhoff Uitgevers Boek (verplicht) : Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Teitler, P. (2011), Lessen in orde, Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Wal, van der, J. (2011), Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 270 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): -132 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Studie en Werk VT-3A
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H2S&WV3A-12 Studie en Werk VT-3A Study and Work VT-3A 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Basis
niet verplicht
1 maal per
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Intervisie
niet verplicht
1 maal per
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren -132 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
portfolio
Numeriek 1 decimalen
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving: In Studie en Werk VT-3 ontwikkel je je verder met als doel aan het eind van het jaar te kunnen functioneren als zelfstandig docent met louter begeleiding op afstand. Vanaf Studie en Werk 3B zorg je ervoor dat je een leerwerkplek hebt die past bij je afstudeerrichting: beroepsonderwijs (vmbo en mbo) of voortgezet onderwiis (havo en vwo). Op je leerwerkplek verzorg je steeds meer lessen en ga je deelnemen aan teamoverleg en andere onderwijsactiviteiten. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie. Je ontwikkelt een visie op jezelf als persoon, student en aankomend docent, denk na over de keuzes die je maakt en gronden waarop je dat doet bij. Aan het eind van het jaar stel je ontwikkeldoelen en solliciteer je naar een leerwerkplek voor de afstudeerfase.
2.2
Cursus inhoud
Verdeling studielast Studie en Werk A-cursus en B-cursus: Voor de cursussen Studie en Werk in studiejaren 3 en 4 geldt dat steeds 5 EC toegekend is aan de A-cursus en 10 EC aan de B-cursus. In de praktijk zal de studielast van de A- en B- cursus gelijkmatig over het studiejaar verdeeld worden. Doelstellingen/competenties: Je werkt in jaar 3 verder aan de ontwikkeling van je eigen beroepscompetenties met als doel aan het eind van het studiejaar als zelfstandig docent te kunnen functioneren. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Competentieontwikkeling : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur. Tijdens Studie en Werk leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Studie-en- Werkbegeleider (SWB) en een Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-3A ben je gedurende 40 dagen op de leerwerkplek, waarbij je verschillende les- en begeleidingstaken uitvoert. Gespreid over het hele studiejaar verzorg je minimaal 80 les- of begeleidingsuren. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundel Vak. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je regelmatig terugkoppelt naar je competentieontwikkeling en je studieplanning. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Minimaal tweemaal per jaar voer je een studievoortgangsgesprek met je SWB. Voor Studie en Werk neem je deel aan twee soorten groepsbijeenkomsten: basisbijeenkomsten onder leiding van je SWB en intervisiebijeenkomsten onder leiding van je IO. De basisbijeenkomsten zijn altijd op Instituut Archimedes, de intervisiebijeenkomsten kunnen ook op de opleidingsschool plaatsvinden. Tijdens de basisbijeenkomsten komen vooral studieplanning, competentieontwikkeling en het instrumentarium dat je nodig hebt bij het werkplekleren aan de orde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. Toetsen en beoordelingscriteria:
Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO en een beoordelingsadvies van de WB, die beide onderdeel uitmaken van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal voorwaarden hebt voldaan, zoals je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben en een voldoende taalniveau in je verslag. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria (op een steeds hoger taxonomisch niveau). Deze zijn vastgelegd in de beoordelingsrapporten. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7 . Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio leg je zelf verbindingen met onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT). Ingangseisen: Studie en Werk 2A afgerond.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk VT-2A (OAR-H1S&WV2A-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1 en 2 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor VT + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Ebbens, S. (2013), Effectief leren,Noordhoff Uitgevers Boek (aanbevolen) : Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Teitler, P. (2011), Lessen in orde, Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Wal, van der, J. (2011), Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Geerts, W. & Kralingen, R. van (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Boek (verplicht): Berber M. & van Teeseling M (2014), Differentiëren is te leren, CPS 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 270 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): -132 Totaal (uren) 140
Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Studie en Werk VT-3B
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H2S&WV3B-12 Studie en Werk VT-3B Study and Work VT-3B 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Basis
niet verplicht
1 maal per
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Intervisie
verplicht
1 maal per
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 8 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
portfolio
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving: In Studie en Werk VT-3 ontwikkel je je verder met als doel aan het eind van het jaar te kunnen functioneren als zelfstandig docent met louter begeleiding op afstand. Vanaf Studie en Werk 3B zorg je ervoor dat je een leerwerkplek hebt die past bij je afstudeerrichting: beroepsonderwijs (vmbo en mbo) of voortgezet onderwiis (havo en vwo). Op je leerwerkplek verzorg je steeds meer lessen en ga je deelnemen aan teamoverleg en andere onderwijsactiviteiten. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie. Je ontwikkelt een visie op jezelf als persoon, student en aankomend docent, denk na over de keuzes die je maakt en gronden waarop je dat doet bij. Aan het eind van het jaar stel je ontwikkeldoelen en solliciteer je naar een leerwerkplek voor de afstudeerfase.
2.2
Cursus inhoud
Verdeling studielast Studie en Werk A-cursus en B-cursus: Voor de cursussen Studie en Werk in studiejaren 3 en 4 geldt dat steeds 5 EC toegekend is aan de A-cursus en 10 EC aan de B-cursus. In de praktijk zal de studielast van de A- en B- cursus gelijkmatig over het studiejaar verdeeld worden. Doelstellingen/competenties: Je werkt in jaar 3 verder aan de ontwikkeling van je eigen beroepscompetenties met als doel aan het eind van het studiejaar als zelfstandig docent te kunnen functioneren. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Competentieontwikkeling : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur. Tijdens Studie en Werk leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Studie-en- Werkbegeleider (SWB) en een Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-3B ben je gedurende 40 dagen op de leerwerkplek, waarbij je verschillende les- en begeleidingstaken uitvoert. Gespreid over het hele studiejaar verzorg je minimaal 80 les- of begeleidingsuren. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je regelmatig terugkoppelt naar je competentieontwikkeling en je studieplanning. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Minimaal tweemaal per jaar voer je een studievoortgangsgesprek met je SWB. Voor Studie en Werk neem je deel aan twee soorten groepsbijeenkomsten: basisbijeenkomsten onder leiding van je SWB en intervisiebijeenkomsten onder leiding van je IO. De basisbijeenkomsten zijn altijd op Instituut Archimedes, de intervisiebijeenkomsten kunnen ook op de opleidingsschool plaatsvinden. Tijdens de basisbijeenkomsten komen vooral studieplanning, competentieontwikkeling en het instrumentarium dat je nodig hebt bij het werkplekleren aan de orde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio
dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO en een beoordelingsadvies van de WB, die beide onderdeel uitmaken van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal voorwaarden hebt voldaan, zoals je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben en een voldoende taalniveau in je verslag. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria (op een steeds hoger taxonomisch niveau). Deze zijn vastgelegd in de beoordelingsrapporten. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7 . Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio leg je zelfverbindingen met onderdelen van de kennisbases
(vak, generiek en ICT).
Ingangseisen: Studie en Werk 2B afgerond. 2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk VT-2B (OAR-H1S&WV2B-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1 en 2 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Beroep voor VT + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Ebbens, S. (2013), Effectief leren,Noordhoff Uitgevers Boek (aanbevolen) : Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Teitler, P. (2011), Lessen in orde, Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Wal, van der, J. (2011), Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Geerts, W. & Kralingen, R. van (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Boek (verplicht): Berber M. & van Teeseling M (2014), Differentiëren is te leren, CPS 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 270 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 8
Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Studie en Werk VT-4A
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H3S&WV4A-12 Studie en Werk VT-4A Study and Work VT-4A 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Basis
niet verplicht
1 maal per
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Intervisie
niet verplicht
1 maal per
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren -132 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
portfolio
Numeriek 1 decimalen
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving: In Studie en Werk VT-4 ontwikkel je je verder tot een startbekwame docent. Je zorgt ervoor dat je een leerwerkplek hebt die past bij je afstudeerrichting: beroepsonderwijs (vmbo en mbo) of voortgezet onderwiis (havo en vwo). Op je leerwerkplek verzorg je zelfstandig het complete onderwijs in jouw vak aan enkele klassen. Daarnaast participeer je als een volwaardig docent in niet lesgebonden activiteiten en lever je een bijdrage aan onderwijs- of schoolontwikkeling. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie. Je scherpt je visie aan en verantwoordt je keuzes en je handelen. Je eindigt het jaar met de voorbereiding op het assessment startbekwaam.
2.2
Cursus inhoud
Verdeling studielast Studie en Werk A-cursus en B-cursus: Voor de cursussen Studie en Werk in studiejaren 3 en 4 geldt dat steeds 5 EC toegekend is aan de A-cursus en 10 EC aan de B-cursus. In de praktijk zal de studielast van de A- en B- cursus gelijkmatig over het studiejaar verdeeld worden. Doelstellingen/competenties: Je werkt in jaar 4 aan de ontwikkeling van je eigen beroepscompetenties met als doel aan het eind van het studiejaar startbekwaam te zijn. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Competentieontwikkeling : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur. Tijdens Studie en Werk leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Studie-en- Werkbegeleider (SWB) en een Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-4A ben je gedurende 40 dagen op de leerwerkplek, waarbij je de volledige verantwoordelijkheid draagt voor 6-8 lesuren per week in het lintmodel, of 10-12 lesuren per week in het blokmodel. Ook participeer je als volwaardig docent in niet lesgebonden activiteiten en lever je een bijdrage aan onderwijs- of schoolontwikkeling. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundel Vak. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je regelmatig terugkoppelt naar je competentieontwikkeling en je studieplanning. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Minimaal tweemaal per jaar voer je een studievoortgangsgesprek met je SWB. Voor Studie en Werk neem je deel aan twee soorten groepsbijeenkomsten: basisbijeenkomsten onder leiding van je SWB en intervisiebijeenkomsten onder leiding van je IO. De basisbijeenkomsten zijn altijd op Instituut Archimedes, de intervisiebijeenkomsten kunnen ook op de opleidingsschool plaatsvinden. Tijdens de basisbijeenkomsten komen vooral studieplanning, competentieontwikkeling en het instrumentarium dat je nodig hebt bij het werkplekleren aan de orde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO en een beoordelingsadvies van de WB, die beide onderdeel uitmaken
van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal voorwaarden hebt voldaan, zoals je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben en een voldoende taalniveau in je verslag. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria (op een steeds hoger taxonomisch niveau). Deze zijn vastgelegd in de beoordelingsrapporten. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio leg je zelf verbindingen met onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT). Ingangseisen: Voor deelname aan Studie en Werk VT 4A en 4B geldt de LIO-drempel: Studie en Werk 3B afgerond én 166 ec behaald.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk VT-3A (OAR-H2S&WV3A-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1, 2 en 3 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor VT + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Ebbens, S. (2013), Effectief leren,Noordhoff Uitgevers Boek (verplicht) : Geerts, W. (2011), Handboek voor leraren, Coutinho Boek (aanbevolen) : Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Teitler, P. (2011), Lessen in orde, Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Wal, van der, J. (2011), Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Geerts, W. & Kralingen, R. van (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Boek (verplicht): Berber M. & van Teeseling M (2014), Differentiëren is te leren, CPS 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 270 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): -132 Totaal (uren) 140
Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Studie en Werk VT-4B
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H3S&WV4B-12 Studie en Werk VT-4B Study and Work VT-4B 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Basis
niet verplicht
1 maal per
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Intervisie
verplicht
1 maal per
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 8 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
portfolio
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving: In Studie en Werk VT-4 ontwikkel je je verder tot een startbekwame docent. Je zorgt ervoor dat je een leerwerkplek hebt die past bij je afstudeerrichting: beroepsonderwijs (vmbo en mbo) of voortgezet onderwiis (havo en vwo). Op je leerwerkplek verzorg je zelfstandig het complete onderwijs in jouw vak aan enkele klassen. Daarnaast participeer je als een volwaardig docent in niet lesgebonden activiteiten en lever je een bijdrage aan onderwijs- of schoolontwikkeling. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie. Je scherpt je visie aan en verantwoordt je keuzes en je handelen. Je eindigt het jaar met de voorbereiding op het assessment startbekwaam.
2.2
Cursus inhoud
Verdeling studielast Studie en Werk A-cursus en B-cursus: Voor de cursussen Studie en Werk in studiejaren 3 en 4 geldt dat steeds 5 EC toegekend is aan de A-cursus en 10 EC aan de B-cursus. In de praktijk zal de studielast van de A- en B- cursus gelijkmatig over het studiejaar verdeeld worden. Doelstellingen/competenties: Je werkt in jaar 4 aan de ontwikkeling van je eigen beroepscompetenties met als doel aan het eind van het studiejaar startbekwaam te zijn. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Competentieontwikkeling : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur. Tijdens Studie en Werk leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Studie-en- Werkbegeleider (SWB) en een Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-4B ben je gedurende 40 dagen op de leerwerkplek, waarbij je de volledige verantwoordelijkheid draagt voor 6-8 lesuren per week in het lintmodel, of 10-12 lesuren per week in het blokmodel. Ook participeer je als volwaardig docent in niet lesgebonden activiteiten en lever je een bijdrage aan onderwijs- of schoolontwikkeling. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je regelmatig terugkoppelt naar je competentieontwikkeling en je studieplanning. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Minimaal tweemaal per jaar voer je een studievoortgangsgesprek met je SWB. Voor Studie en Werk neem je deel aan twee soorten groepsbijeenkomsten: basisbijeenkomsten onder leiding van je SWB en intervisiebijeenkomsten onder leiding van je IO. De basisbijeenkomsten zijn altijd op Instituut Archimedes, de intervisiebijeenkomsten kunnen ook op de opleidingsschool plaatsvinden. Tijdens de basisbijeenkomsten komen vooral studieplanning, competentieontwikkeling en het instrumentarium dat je nodig hebt bij het werkplekleren aan de orde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO en een beoordelingsadvies van de WB, die beide onderdeel uitmaken van de beoordeling.
Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal voorwaarden hebt voldaan, zoals je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben en een voldoende taalniveau in je verslag. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria (op een steeds hoger taxonomisch niveau). Deze zijn vastgelegd in de beoordelingsrapporten. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio leg je zelf verbindingen met onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT). Ingangseisen: Voor deelname aan Studie en Werk VT 4A en 4B geldt de LIO-drempel: Studie en Werk 3B afgerond én 166 ec behaald.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk VT-2B (OAR-H2S&WV3B-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1, 2, 3 en 4A 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor VT + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Ebbens, S. (2013), Effectief leren,Noordhoff Uitgevers Boek (verplicht) : Geerts, W. (2011), Handboek voor leraren, Coutinho Boek (aanbevolen) : Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Teitler, P. (2011), Lessen in orde, Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Wal, van der, J. (2011), Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Boek (verplicht): Berber M. & van Teeseling M (2014), Differentiëren is te leren, CPS 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 270 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 8 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact-
en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Beroepsproduct 1
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H1BERPDT1-12 Beroepsproduct 1 Professional product 1 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
JJM Poorthuis (tel. 0884817704 of 7) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen:
Aanwezigheid Totale contacttijd In welke blokken wordt Frequentie verplicht? in minuten per blok de werkvorm aangeboden?
Werkvorm
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
8100 minuten
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 5 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Dossier
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving Tot de taak van een docent hoort het ontwikkelen van beroepsproducten voor de eigen schoolpraktijk. Een beroepsproduct is een middel voor de beroepspraktijk met een handleiding hoe daarmee verantwoord te handelen. Binnen de cursussen beroepsproduct 1, 2 en 3 leert de student vanuit een kritische, onderzoekende houding een betekenisvolle bijdrage te leveren aan praktijkverbetering. Het beroepsproduct is gebaseerd op onderzoek in theorie en praktijk, is tot stand gekomen via professioneel communiceren en handelen en wordt gedeeld en geëvalueerd in de school. De cursussen dragen hiermee in belangrijke mate bij aan het verwerven competentie 8: het onderzoekend handelen in de beroepspraktijk. Aspecten daarvan zijn een onderzoekende houding, het gebruiken van onderzoeksresultaten en het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. Van beroepsproduct 1 naar 2 en vervolgens 3, is sprake van een opbouwend leerproces en toenemende reikwijdte van het product. Beroepsproduct 1 is vakgebonden en in de context van de eigen klas. Beroepsproduct 2 is generiek en in de context van jaarlaag of team. Beroepsproduct 3 is vakgebonden en expliciet aansluitend bij ontwikkelingen in de school. In de cursus beroepsproduct 1 (BP 1) maakt de student in opdracht van de school een passend en betekenisvol beroepsproduct voor het eigen vak. Het beroepsproduct is gebaseerd op een verkenning van de praktijk en van relevante literatuur en is voorzien van een handleiding (een beschrijving van hoe het middel gebruikt kan worden met een onderbouwing). Hiermee laat de student zien dat hij een onderzoekende houding heeft en op basis van onderzoek zijn keuzes kan expliciteren en kan ontwerpen. In de cursus BP1 krijgt de student instructie en oefening over onderzoeken en ontwerpen en wordt de student stapsgewijs en voorbeeldmatig begeleid.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes Verkennend onderzoek De student: 1. 2.
3.
4.
formuleert een onderzoeksvraag om de opdracht gericht te verkennen en beantwoordt de onderzoeksvraag; gebruikt gevarieerde bronnen waaronder verslagen uit de kennisbank en één relevant handboek of andere gebruikte literatuur uit de opleiding ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct; verzamelt op objectieve wijze met passende methoden gegevens in de betreffende klas vanuit het perspectief van de leerling en van de docent (in dit geval de opdrachtgever) eveneens ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct; vergelijkt en integreert de conclusie uit de verkenning in theorie en praktijk tot een eindconclusie.
Ontwerpen en maken De student: 1. 2. 3. 4.
formuleert ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct, houdt rekening met de randvoorwaarden en kwaliteitseisen gesteld door de werkbegeleider/opdrachtgever; onderbouwt de ontwerpeisen vanuit de praktijkverkenning en de literatuurverkenning en bespreekt deze met de opdrachtgever; maakt het beroepsproduct en voorziet het van een handleiding met doel, werkwijze, verantwoording en bronvermelding. beschrijft hoe het product er in grote lijnen uit ziet en op welke wijze en voor wie het gemaakt is.
Presenteren en rapporteren De student:
1. 2. 3.
presenteert aan studiegenoten het beroepsproduct, de verantwoording van het beroepsproduct en de wijze van overdracht in de school; schrijft goed leesbare en verzorgde verslagen met een samenhangende opbouw op beginnend 4F niveau. verwijst naar bronnen volgens APA-normen.
Reflecteren De student: 1.
2.
evalueert met de opdrachtgever in de school aan de hand van een van te voren opgestelde gespreksleidraad het beroepsproduct en de verantwoording van het beroepsproduct; reflecteert op het belang dat het beroepsproduct heeft gehad voor de eigen beroepsmatige ontwikkeling.
Leeractiviteiten De student maakt in opdracht van de school een passend en betekenisvol beroepsproduct voor het eigen vak. De school geeft naast richting ook ruimte aan het onderzoek. Het beroepsproduct is gebaseerd op een verkenning van de praktijk en van relevante literatuur en is voorzien van een handleiding (een beschrijving van hoe het middel gebruikt kan worden met een onderbouwing). Hiermee laat de student zien dat hij een onderzoekende houding heeft en op basis van onderzoek zijn keuzes kan expliciteren en kan ontwerpen. In de cursus BP1 krijgt de student instructie en oefening over onderzoeken en ontwerpen en wordt de student stapsgewijs en voorbeeldmatig begeleid. De student verwerft in opdracht van de werkbegeleider een duidelijke en relevante opdracht. De opdracht is gericht op een onderwerp met betrekking tot het eigen vak en een vraag of probleem dat speelt in één klas (kan ook één leerling of een groepje leerlingen betreffen). De student ontwikkelt hiervoor een les, enkele lesonderdelen of activiteiten met een onderbouwing en handleiding. De cursus beroepsproduct 1 heeft zeven tweewekelijkse bijeenkomsten gespreid over twee blokken. De bijeenkomsten zijn geordend volgens de werkfasen van het onderzoeks- en ontwikkelproces van het beroepsproduct. Dat zijn: oriëntatie op de opdracht, verkenning van de praktijk, verkenning van de literatuur, ontwerpeisen beroepsproduct, realiseren van het beroepsproduct, evalueren, rapporteren en presenteren. In de eerste periode krijgen de studenten tijdens de begeleide bijeenkomsten op de opleiding inzicht in wat onderzoek inhoudt en krijgen zij gerichte aanwijzingen voor het toepassen van methoden van onderzoek in hun project. Daarnaast wisselen zij in een leerteam feedback uit op de verschillende versies van de verkenning en het ontwerp. In de tweede periode maakt de student het beroepsproduct volgens de vastgestelde ontwerpeisen. De bijeenkomsten zijn in deze periode gericht op intervisie in leerteams, feedback en presentatie. Tenslotte reflecteert de student in een leerverslag op de punten beschreven in de studiehandleiding van de cursus, onderdeel reflectie. Het tot stand komen van het product wordt gedocumenteerd in een verslag, dat wordt afgerond met beoordeling door de docent van Archimedes. Toetsen en beoordelingscriteria: De student maakt een verslag dat bestaat uit een projectverslag en een leerverslag. Het projectverslag is geanonimiseerd wat betreft respondenten en bevat:
Inleiding met beschrijving van de opdracht en het probleem in de context van de school, en de onderzoeksvraag. Op basis van de inleiding, opzet van het verkenningsonderzoek en het ondertekende formulier met de opdracht krijgt de student een GO/NO GO van de docent. Verkenning. Dit onderdeel bevat een verslaglegging van de verkenning van de literatuur en van de praktijk (met in de bijlagen de meetinstrumenten en een overzichtelijke weergave van de ruwe data).
Het ontwerp en het product: de ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct en een beschrijving van het uiteindelijke product (met in de bijlage het beroepsproduct). Op basis van de ontwerpeisen voor het beoogde product, het verslag van de bespreking met de opdrachtgever en het ondertekende formulier met ontwerpeisen krijgt de student een GO/NO GO van de docent. Na een GO ontwikkelt de student het product. Verslag van de presentatie van het product en beschrijving van daaruit gekregen feedback en hoe die wordt benut voor aanscherping van het beroepsproduct. Het leerverslag bevat een reflectie op de punten beschreven bij de doelstellingen van de cursus, onderdeel reflecteren. De bijlagen zijn: de ondertekende formulieren en het beoordelingsadvies van de school.
De docent van Archimedes beoordeelt het verslag met een beoordelingsformulier, zie cursushandleiding. Kennisbasis Competenties Deze cursus draagt in belangrijke mate bij aan het verwerven en laten zien van competentie 8: onderzoekend handelen in de onderwijspraktijk. Daarnaast wordt bij het werken aan beroepsproduct 3 een beroep gedaan op onderdelen uit alle SBL- bekwaamheidseisen voor leraren Voortgezet Onderwijs 1 t/m 7. Kennisbases (generiek en vak) Bij een beroepsproduct werkt de student in ieder geval aan domein 6 Professionele docenten van de generieke kennisbasis (praktijkonderzoek, ontwikkeling en innovatie). Bij de omschrijving van de opdracht en leerdoelen verwijst de student naar andere relevante onderdelen van de kennisbasis van het vak en/of de generieke kennisbasis. Voorkennis Bij beroepsproduct 1 wordt uitgegaan van de onderzoeksvaardigheden die zijn aangeleerd en geoefend bij de beroepscursussen lesgeven in het VO/BO (1); ontwikkeling van de adolescent (2) en leren in de school (3). Hierbij ging het om de dataverzamelingsmethoden observeren, interviewen en enquêteren; informatievaardigheden; het formuleren van een onderzoeksvraag en het kunnen schrijven van een onderzoeksverslag.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Cursushandleiding beroepsproduct 1 2014-2015 (op cursussite beroepsproducten) Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. Diversen (verplicht) : Cursussite beroepsproducten: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/beroepsproducten/default.aspx Website www.samenopleiden.nl met informatie voor scholen, begeleiders en studenten 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 135 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 5
Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Beroepsproduct 2
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H2BERPDT2-12 Beroepsproduct 2 Professional product 2 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
JJM Poorthuis (tel. 0884817704 of 7) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen:
Aanwezigheid Totale contacttijd In welke blokken wordt Frequentie verplicht? in minuten per blok de werkvorm aangeboden?
Werkvorm
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
8100 minuten
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 5 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Dossier
Numeriek 1 decimalen
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving Tot de taak van een docent hoort het ontwikkelen van beroepsproducten voor de eigen schoolpraktijk. Een beroepsproduct is een middel voor de beroepspraktijk met een handleiding hoe daarmee verantwoord te handelen. Binnen de cursussen beroepsproduct 1, 2 en 3 leert de student vanuit een kritische, onderzoekende houding een betekenisvolle bijdrage te leveren aan praktijkverbetering. Het beroepsproduct is gebaseerd op onderzoek in theorie en praktijk, is tot stand gekomen via professioneel communiceren en handelen en wordt gedeeld en geëvalueerd in de school. De cursussen dragen hiermee in belangrijke mate bij aan het verwerven competentie 8: het onderzoekend handelen in de beroepspraktijk. Aspecten daarvan zijn een onderzoekende houding, het gebruiken van onderzoeksresultaten en het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. Van beroepsproduct 1 naar 2 en vervolgens 3, is sprake van een opbouwend leerproces en toenemende reikwijdte van het product. Beroepsproduct 1 is vakgebonden en in de context van de eigen klas. Beroepsproduct 2 is generiek en in de context van jaarlaag of team. Beroepsproduct 3 is vakgebonden en expliciet aansluitend bij ontwikkelingen in de school.
In de cursus beroepsproduct 2 (BP2) maakt de student in opdracht van de school een passend en betekenisvol beroepsproduct maken voor een generiek onderwerp. Het beroepsproduct is gebaseerd is op een verkenning van de praktijk en van relevante literatuur en is voorzien van een handleiding (een beschrijving van hoe het middel gebruikt kan worden met een onderbouwing). Hiermee laat de student zien dat hij een onderzoekende houding heeft en op basis van onderzoek zijn keuzes kan expliciteren en kan ontwerpen. In de cursus BP2 wordt de student door middel van opdrachten begeleid op het verder leren onderzoeken en ontwerpen.
2.2
Cursus inhoud
Learning oucomes Verkennend onderzoek De student: 1. 2.
3.
4.
formuleert een onderzoeksvraag om de opdracht gericht te verkennen en beantwoordt de onderzoeksvraag; gebruikt gevarieerde bronnen (waaronder verslagen uit de kennisbank, vaktijdschriften, en handboeken), relevante en recente literatuur ter inspiratie en onderbouwing voor het beoogde beroepsproduct; verzamelt op objectieve en systematische wijze met passende methoden gegevens in de praktijk vanuit het perspectief van leerlingen uit verschillende klassen, docenten, eventueel andere scholen; eveneens ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct; vergelijkt en integreert de conclusie uit de verkenning in theorie en praktijk tot een eindconclusie.
Ontwerpen en maken De student: 1.
2. 3. 4.
formuleert ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct en houdt rekening met de randvoorwaarden en kwaliteitseisen die gelden voor de jaarlaag waarvoor het beroepsproduct ontworpen wordt; onderbouwt de ontwerpeisen vanuit praktijkverkenning en literatuurverkenning en bespreekt deze met de opdrachtgever; beschrijft hoe het product er in grote lijnen uit ziet en op welke wijze en voor wie het gemaakt is; maakt het beroepsproduct en voorziet het van een handleiding met doel en werkwijze en bronvermelding.
Presenteren en rapporteren De student: 1.
presenteert aan studiegenoten het beroepsproduct, de verantwoording van het beroepsproduct en de wijze van overdracht in de school;
2. 3.
schrijft goed leesbare, verzorgde, samenhangende verslagen die afgestemd zijn op publiek en doel op een gevorderd 4F niveau; verwijst naar bronnen volgens APA-normen.
Reflecteren De student: 1.
2.
evalueert met de opdrachtgever in de school aan de hand van een van te voren opgestelde gespreksleidraad het beroepsproduct en de verantwoording van het beroepsproduct; reflecteert welk belang het maken van een beroepsproduct heeft gehad voor de eigen beroepsmatige ontwikkeling.
Leeractiviteiten De student meekt in opdracht van de school een passend en betekenisvol beroepsproduct over een generiek onderwerp. De school geeft naast richting ook ruimte aan het onderzoek. Het beroepsproduct is gebaseerd op een verkenning van de praktijk en van relevante literatuur en is voorzien van een handleiding (een beschrijving van hoe het middel gebruikt kan worden met een onderbouwing). Hiermee laat de student zien dat hij een onderzoekende houding heeft en op basis van onderzoek zijn keuzes kan expliciteren en kan ontwerpen. In de cursus BP 2 leert de student zijn onderzoeks- en ontwerpvaardigheden verder ontwikkelen. De student verwerft in opdracht van de leerjaarcoördinator of andere functionaris een duidelijke en relevante opdracht. De opdracht is gericht op een generiek onderwerp en een vraag of probleem dat speelt bij leerlingen in meerdere klassen van één leerjaar. De student ontwikkelt hiervoor een les, enkele lesonderdelen of activiteiten met een onderbouwing en handleiding voor de docenten van het betreffende leerjaar. De cursus beroepsproduct 2 heeft zeven tweewekelijkse bijeenkomsten gespreid over twee blokken. De bijeenkomsten zijn geordend volgens de werkfasen van het onderzoeks- en ontwikkelproces van een beroepsproduct. Dat zijn: orientatie op de opdracht, verkenning van de praktijk, verkenning van de literatuur, ontwerpeisen beroepsproduct, realiseren van het beroepsproduct, evalueren, rapporteren en presenteren. De bijeenkomsten zijn gericht op intervisie in leerteams, feedback en presentatie. Tenslotte reflecteert de student in een leerverslag op de punten beschreven in de studiehandleiding van de cursus, onderdeel reflectie. Het tot stand komen van het product wordt gedocumenteerd in een verslag, dat wordt afgerond met beoordeling door de docent van Archimedes. Toetsen en beoordelingscriteria: De student maakt een verslag dat bestaat uit een projectverslag en een leerverslag. Het projectverslag is geanonimiseerd wat betreft respondenten en bevat:
Inleiding met beschrijving van de opdracht en het probleem in de context van de school, en de onderzoeksvraag. Op basis van de inleiding, opzet van het verkenningsonderzoek en het ondertekende formulier met de opdracht krijgt de student een GO/NO GO van de docent. Verkenning. Dit onderdeel bevat een verslaglegging van de verkenning van de literatuur en van de praktijk (met in de bijlagen de meetinstrumenten en een overzichtelijke weergave van de ruwe data). Het ontwerp en het product: de ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct en een beschrijving van het uiteindelijke product (met in de bijlage het beroepsproduct). Op basis van de ontwerpeisen voor het beoogde product, het verslag van de bespreking met de opdrachtgever en het ondertekende formulier met ontwerpeisen krijgt de student een GO/NO GO van de docent. Na een GO ontwikkelt de student het product. Verslag van de presentatie van het product en beschrijving van daaruit gekregen feedback en hoe die wordt benut voor aanscherping van het beroepsproduct. Het leerverslag bevat een reflectie op de punten beschreven bij de doelstellingen van de cursus, onderdeel reflecteren. De bijlagen zijn: de ondertekende formulieren en het beoordelingsadvies van de school.
De docent van Archimedes beoordeelt het verslag met een beoordelingsformulier, zie
cursushandleiding. Kennisbasis Competenties Deze cursus draagt in belangrijke mate bij aan het verwerven en laten zien van competentie 8: onderzoekend handelen in de onderwijspraktijk. Daarnaast wordt bij het werken aan beroepsproduct 3 een beroep gedaan op onderdelen uit alle SBL- bekwaamheidseisen voor leraren Voortgezet Onderwijs 1 t/m 7. Generieke kennisbasis Bij een beroepsproduct werkt de student in ieder geval aan domein 6 Professionele docenten van de generieke kennisbasis (praktijkonderzoek, ontwikkeling en innovatie). Bij de omschrijving van de opdracht en leerdoelen verwijst de student naar andere relevante onderdelen van de generieke kennisbasis. Voorkennis Bij beroepsproduct 2 wordt uitgegaan van de ervaring opgedaan bij beroepsproduct 1 en de onderzoeksvaardigheden die zijn aangeleerd en geoefend bij de beroepscursussen lesgeven in het VO/BO (1); ontwikkeling van de adolescent (2) en leren in de school (3). Hierbij ging het om de dataverzamelingsmethoden observeren, interviewen en enquêteren; informatievaardigheden; het formuleren van een onderzoeksvraag en het kunnen schrijven van een onderzoeksverslag.
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Aan onderstaande ingangseis moet zijn voldaan: Beroepsproduct 1 of daaraan gelijkwaardig. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Cursushandleiding beroepsproduct 2 2015-2016 (op cursussite beroepsproducten) Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. Diversen (verplicht) : Cursussite beroepsproducten: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/beroepsproducten/default.aspx Diversen (verplicht) : Website www.samenopleiden.nl met informatie voor scholen, begeleiders en studenten 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 135 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 5 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Beroepsproduct 3
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H3BERPDT3-12 Beroepsproduct 3 Professional Product 3 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
MPM van de Laarschot (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen:
Aanwezigheid Totale contacttijd In welke blokken wordt Frequentie verplicht? in minuten per blok de werkvorm aangeboden?
Werkvorm
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
8100 minuten
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 145 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Verslag
Numeriek 1 decimalen
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: Tot de taak van een docent hoort het ontwikkelen van beroepsproducten voor de eigen schoolpraktijk. Een beroepsproduct is een middel voor de beroepspraktijk met een handleiding hoe daarmee verantwoord te handelen. Met Beroepsproduct 1, 2 en 3 leert de student vanuit een kritische, onderzoekende houding een betekenisvolle bijdrage te leveren aan praktijkverbetering. Het beroepsproduct is gebaseerd op onderzoek in theorie en praktijk, is tot stand gekomen via professioneel communiceren en handelen en wordt gedeeld en geëvalueerd in de school. De cursussen dragen hiermee in belangrijke mate bij aan het verwerven van competentie 8: het onderzoekend handelen in de beroepspraktijk. Aspecten daarvan zijn een onderzoekende houding, het gebruiken van onderzoeksresultaten en het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. Van beroepsproduct 1 naar 2 en vervolgens 3, is sprake van een opbouwend leerproces en toenemende reikwijdte van het product. Beroepsproduct 1 is vakgebonden en in de context van de eigen klas. Beroepsproduct 2 is generiek en in de context van vakgroep of team. Beroepsproduct 3 is vakgebonden en expliciet aansluitend bij ontwikkelingen in de school. In de cursus beroepsproduct 3 (BP3) maakt de student in opdracht van de school een passend en betekenisvol beroepsproduct en probeert dit uit en evalueert het product (dit in tegenstelling tot BP 1 en BP 2). De opdracht wordt verworven in opdracht van de vaksectie of coördinerende of leidinggevende professional in de school een duidelijke en relevante opdracht. De opdracht is gericht op een onderwerp met betrekking tot het eigen vak en een vraag of probleem dat speelt in meerdere klassen en dat past binnen schoolontwikkeling. De student ontwikkelt hiervoor een reeks lessen met een onderbouwing en handleiding voor de docenten van het betreffende leerjaar. Het is de bedoeling dat de lessenreeks ook wordt uitgetest. Het beroepsproduct is gebaseerd op een verkenning van de praktijk en van relevante literatuur en is voorzien van een handleiding (een beschrijving van hoe het middel gebruikt kan worden met een onderbouwing). Hiermee laat de student zien dat hij een onderzoekende houding heeft en op basis van onderzoek zijn keuzes kan expliciteren en kan ontwerpen. In de cursus BP3 wordt de student op hoofdlijnen begeleid op onderzoeken en ontwerpen.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes Verkennend en evaluerend onderzoek De student: 1. 2.
3.
4. 5. 6. 7.
formuleert een onderzoeksvraag om de opdracht gericht te verkennen en beantwoordt de onderzoeksvraag; gebruikt gevarieerde bronnen (waaronder verslagen uit de kennisbank, handboeken, vaktijdschriften, en indien van toepassing een wetenschappelijk en/of Engelstalig artikel) ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct; verzamelt op objectieve wijze met passende methoden gegevens vanuit tenminste drie perspectieven, te weten leerlingen uit verschillende klassen, betrokken docenten en zo nodig andere scholen, eveneens ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct; vergelijkt en integreert de conclusie uit de verkenning in theorie en praktijk tot een eindconclusie. formuleert een onderzoeksvraag om het beroepsproduct te evalueren (tevredenheid gebruikers, ontwerpeisen, gewenste effect/werkbaarheid); verzamelt en analyseert op objectieve wijze, met passende methoden, gegevens om de onderzoeksvraag te beantwoorden; komt tot een logische beantwoording van de onderzoeksvraag die kritisch beschouwt wordt in een eindconclusie.
Ontwerpen, maken en uitvoeren De student: 1. 2.
formuleert ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct, houdt rekening met de randvoorwaarden en kwaliteitseisen gesteld door de opdrachtgever; onderbouwt de ontwerpeisen vanuit de praktijkverkenning en de literatuurverkenning
3. 4. 5.
en bespreekt deze met de opdrachtgever; maakt het beroepsproduct en voorziet het van een handleiding met doel, werkwijze, verantwoording en bronvermelding; beschrijft hoe het product er in grote lijnen uitziet en op welke wijze en voor wie het gemaakt is; voert het beroepsproduct uit of laat het uitvoeren in de eigen praktijk.
Presenteren en rapporteren De student : 1. 2. 3. 4.
presenteert aan studiegenoten het beroepsproduct, de verantwoording van het beroepsproduct en de wijze van overdracht in de school; draagt het beroepsproduct met handleiding en met de resultaten van de evaluatie over aan betrokkenen in de school schrijft goed leesbare, verzorgde en samenhangende verslagen op minimaal 4F niveau; verwijst naar bronnen volgens APA normen.
Reflecteren De student: 1. 2. 3.
reflecteert op het belang dat het beroepsproduct heeft gehad voor de eigen beroepsmatige ontwikkeling. formuleert een visie op het belang van ondezoek en ontwerpen voor de schoolpraktijk formuleert voornemens voor onderzoek dat hij/zij in de toekomst zou willen opzetten.
Leeractiviteiten De student maakt een op onderzoek gebaseerd beroepsproduct om de praktijk te verbeteren, passend bij de ontwikkeling van het eigen professionele handelen en expliciet aansluitend bij ontwikkelingen in de school, in opdracht van de school en gerelateerd aan het vak. De student verwerft een opdracht van de vaksectie of coördinerende of leidinggevende professional op de school. De school geeft naast richting ook ruimte aan het onderzoek. De cursus beroepsproduct 3 heeft zeven tweewekelijkse bijeenkomsten gespreid over twee blokken. De bijeenkomsten zijn geordend volgens de werkfasen van het onderzoeks- en ontwikkelproces van het beroepsproduct. Dat zijn: oriëntatie op de opdracht, verkenning van de praktijk, verkenning van de literatuur, ontwerpeisen beroepsproduct, opzet evaluatie, realiseren, (laten) uitvoeren en evalueren van het beroepsproduct, rapporteren en presenteren. In de eerste periode krijgen de studenten tijdens de begeleide bijeenkomsten op de opleiding gerichte aanwijzingen voor het toepassen van methoden van onderzoek in hun project. Daarnaast wisselen zij in een leerteam feedback uit op de verschillende versies van de verkenning en het ontwerp. In de tweede periode maakt de student het beroepsproduct volgens de vastgestelde ontwerpeisen. De bijeenkomsten zijn in deze periode gericht op intervisie in leerteams, feedback en presentatie. Tenslotte reflecteert de student in een leerverslag op de punten beschreven bij de cursusdoelstellingen, onderdeel reflectie. Het tot stand komen van het product wordt gedocumenteerd in een verslag, dat wordt afgerond met beoordeling door de docent van Archimedes. Toetsen en beoordelingscriteria De student maakt een verslag dat bestaat uit een projectverslag en een leerverslag. Het projectverslag is geanonimiseerd en bevat:
Inleiding met beschrijving van de opdracht en het probleem in de context van de school, en de onderzoeksvraag. Op basis van de inleiding, opzet van het verkenningsonderzoek en het ondertekende formulier met de opdracht krijgt de student een GO/NO GO van de docent. Verkenning, dit onderdeel bevat de verkenning van de literatuur en van de praktijk (met in de bijlagen de meetinstrumenten en een overzichtelijke weergave van de ruwe data. Het ontwerp en het product: de ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct en een beschrijving van het uiteindelijke product (met in de bijlage het beroepsproduct). Op basis van de ontwerpeisen voor het beoogde product , het verslag van de bespreking met de opdrachtgever en het ondertekende formulier met ontwerpeisen
krijgt de student een GO/NO GO van de docent. Na een GO ontwikkelt de student het product. De evaluatie: beschrijving van het evaluatieonderzoek en verslag van de overdracht op school. Bijlagen zijn onder andere de meetinstrumenten en een overzichtelijke weergave van de ruwe data. Het leerverslag bevat een reflectie op de geformuleerde cursusdoelen bij reflectie, en een urenverantwoording. De bijlagen zijn: de ondertekende formulieren en het beoordelingsadvies van de school.
De docent van Archimedes beoordeelt het verslag met een beoordelingsformulier, zie cursushandleiding. Daarnaast wordt het verslag beoordeeld door een tweede beoordelaar van Archimedes. Kennisbasis Competenties Deze cursus draagt in belangrijke mate bij aan het verwerven en laten zien van competentie 8: onderzoekend handelen in de onderwijspraktijk. Daarnaast wordt bij het werken aan beroepsproduct 3 een beroep gedaan op onderdelen uit alle SBL- bekwaamheidseisen voor leraren Voortgezet Onderwijs 1 t/m 7. Generieke kennisbasis Bij een beroepsproduct werkt de student in ieder geval aan domein 6 Professionele docenten van de generieke kennisbasis (praktijkonderzoek, ontwikkeling en innovatie). Bij de omschrijving van de opdracht en leerdoelen verwijst de student naar andere relevante onderdelen van de generieke kennisbasis. Voorkennis Bij beroepsproduct 3 wordt uitgegaan van de ervaring opgedaan bij beroepsproduct 1 en 2 en de onderzoeksvaardigheden die zijn aangeleerd en geoefend bij de beroepscursussen lesgeven in het VO/BO (1); ontwikkeling van de adolescent (2) en leren in de school (3). Hierbij ging het om de dataverzamelingsmethoden observeren, interviewen en enquêteren; informatievaardigheden; het formuleren van een onderzoeksvraag en het kunnen schrijven van een onderzoeksverslag.
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Voldaan aan eisen beroepsproduct 1 en 2 of daaraan gelijkwaardig. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Cursushandleiding beroepsproduct 3 2014-2015. Diversen (verplicht) : Website www.samenopleiden.nl met informatie voor scholen, begeleiders en studenten Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 135 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 145 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite
Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Assessment Startbekwaam
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H3ASSTART-12 Assessment Startbekwaam Assessment 4 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Portfolio
niet verplicht
Assessment
niet verplicht
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
1.12 Toetsen:
Toetsvorm Resultaatschaal
toets
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt In welke blokken wordt aangeboden de toets aangeboden? in een collegejaar 2
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Doelstellingen/competenties: Tijdens het assessment wordt er aandacht besteed aan de competentieontwikkeling 1 t/m 7 op niveau startbekwaam. De assessoren geven na het assessment een integratieve beoordeling en een ontwikkelingsgericht advies met betrekking tot je professionele doorontwikkeling.
2.2
Cursus inhoud
Korte beschrijving: In het assessment Startbekwaam aan het eind van je opleiding toon je aan dat je voldoet aan de bekwaamheidseisen op niveau startbekwaam. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Voorbereiding: Voor dit assessment stel je een (digitaal) presentatieportfolio samen, waarin je onderwijsvisie en je competentieontwikkeling beschrijft, ondersteund met voorbeelden, verantwoording en bewijsmateriaal. Het gehele portfolio (inclusief bijlagen) moet in maximaal 60 minuten te lezen zijn. Bij het samenstellen van je presentatieportfolio maak je een selectie uit al het materiaal dat je tijdens Studie en Werk in je ontwikkelingsportfolio hebt verzameld. Je SWB begeleidt je bij het samenstellen van je presentatieportfolio en zal het controleren op compleetheid. Hij maakt hierbij gebruik van de ‘verklaring SWB en student’, die te vinden is in de Handleiding Assessment Startbekwaam. Pas als het portfolio compleet is en je voldoet aan de toelatingseisen kun je deelnemen aan het assessment. Het assessment zelf: Het assessment startbekwaam duurt ruim 3,5 uur en vindt plaats op een ochtend, middag of avond. Het assessment wordt afgenomen door twee assessoren, waarvan er een werkzaam is als opleider op Instituut Archimedes en de ander als docent in het tweedegraads gebied. Beiden zijn het laatste jaar van je studie niet jouw begeleider geweest. Het assessment bestaat uit de volgende onderdelen:: · Portfolio, hierin heb je je competentieontwikkeling in kaart gebracht en ondersteund met bewijsmateriaal. · Presentatie, hierin laat je zien hoe jij als docent functioneert in (complexe) onderwijssituaties. · Criterium Gericht Interview, hierin bevragen de assessoren je verder over je competentieontwikkeling. · Beoordeling, de assessoren beoordelen je aan de hand van de bekwaamheidseisen op het niveau startbekwaam. Toetsen en beoordelingscriteria: Bij het assessment word je door twee assessoren beoordeeld aan de hand van de SBLbekwaamheidseisen op niveau Startbekwaam. De toetsmomenten vallen in de in het jaarrooster opgenomen assessmentweken, je hebt twee toetskansen in een studiejaar. Kijk voor de toetsmomenten op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties op niveau Startbekwaam. In het niveau Startbekwaam zijn de Dublin Descriptoren verwerkt.. Kennisbasis: In het assessment worden de kennisbases niet expliciet getoetst. Het is echter onmogelijk om zonder deze kennis te voldoen aan de bekwaamheideisen op niveau Startbekwaam.deeld aan de hand van de SBL-bekwaamheidseisen op niveau Startbekwaam. Ingangseisen: Minimaal 235 punten van het examenprogramma (4-jarige bacheloropleiding) moeten zijn behaald (of vrijgesteld). Veronderstelde voorkennis: De student wordt bij Studie en Werk 4 begeleid in de voorbereiding op het assessment Startbekwaam. Kennis van het begrippenkader dat hierbij gebruikt wordt is noodzakelijk om aan het assessment deel te kunnen nemen. Opmerkingen:
Naast het opgeven in Osiris voor het assessment moet je je ook aanmelden op de site van Bureau Assessments: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx Let goed op dat je je in Osiris inschrijft voor de juiste assessment-code: OAR-H3ASSTART-12 als je een vak studeert waarvoor je geen kennisbasistoets moet doen OAR-H3ASTARTK-13 als je een vak studeert waarvoor je wel een kennisbasistoets moet doen OAR2-H3ASSTAR-12 als je een assessment doet voor een tweede bevoegdheid, nadat je bij IA al eerder assessment hebt gedaan voor een eerste bevoegdheid én je nu een vak studeert waarvoor je geen kennisbasistoets moet doen. OAR2-H3ASTART-13 als je een assessment doet voor een tweede bevoegdheid, nadat je bij IA al eerder assessment hebt gedaan voor een eerste bevoegdheid én je nu een vak studeert waarvoor je wel een kennisbasistoets moet doen. Materiaal Handleiding Assessment Startbekwaam Te downloaden op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1.
Het examen propedeuse moet zijn behaald. Minimaal 175 punten van het hoofdfase (4-jarige bacheloropleiding)-programma moeten zijn behaald. Veronderstelde voorkennis: De student wordt bij Studie en Werk 4 begeleid in de voorbereiding op het assessment Startbekwaam. Kennis van het begrippenkader dat hierbij gebruikt wordt is noodzakelijk om aan het assessment deel te kunnen nemen. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Assessment Startbekwaam Te downloaden op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx 2.5 Workload Contactduur (uren): Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Assessment startbekwaam NA kennistoets
Titel
Opleidingsvariant Voltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H3ASTARTK-13 Assessment startbekwaam NA kennistoets Assessment 4 4 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Portfolio
niet verplicht
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Assessment
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt In welke blokken wordt aangeboden de toets aangeboden? in een collegejaar 2
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Doelstellingen/competenties: Tijdens het assessment wordt er aandacht besteed aan de competentieontwikkeling 1 t/m 7 op niveau startbekwaam. De assessoren geven na het assessment een integratieve beoordeling en een ontwikkelingsgericht advies met betrekking tot je professionele doorontwikkeling.
2.2
Cursus inhoud
Korte beschrijving: In het assessment Startbekwaam aan het eind van je opleiding toon je aan dat je voldoet aan de bekwaamheidseisen op niveau startbekwaam. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Voorbereiding: Voor dit assessment stel je een (digitaal) presentatieportfolio samen, waarin je onderwijsvisie en je competentieontwikkeling beschrijft, ondersteund met voorbeelden, verantwoording en bewijsmateriaal. Het gehele portfolio (inclusief bijlagen) moet in maximaal 60 minuten te lezen zijn. Bij het samenstellen van je presentatieportfolio maak je een selectie uit al het materiaal dat je tijdens Studie en Werk in je ontwikkelingsportfolio hebt verzameld. Je SWB begeleidt je bij het samenstellen van je presentatieportfolio en zal het controleren op compleetheid. Hij maakt hierbij gebruik van de ‘verklaring SWB en student’, die te vinden is in de Handleiding Assessment Startbekwaam. Pas als het portfolio compleet is en je voldoet aan de toelatingseisen kun je deelnemen aan het assessment. Het assessment zelf: Het assessment startbekwaam duurt ruim 3,5 uur en vindt plaats op een ochtend, middag of avond. Het assessment wordt afgenomen door twee assessoren, waarvan er een werkzaam is als opleider op Instituut Archimedes en de ander als docent in het tweedegraads gebied. Beiden zijn het laatste jaar van je studie niet jouw begeleider geweest. Het assessment bestaat uit de volgende onderdelen:: · Portfolio, hierin heb je je competentieontwikkeling in kaart gebracht en ondersteund met bewijsmateriaal. · Presentatie, hierin laat je zien hoe jij als docent functioneert in (complexe) onderwijssituaties. · Criterium Gericht Interview, hierin bevragen de assessoren je verder over je competentieontwikkeling. · Beoordeling, de assessoren beoordelen je aan de hand van de bekwaamheidseisen op het niveau startbekwaam. Toetsen en beoordelingscriteria: Bij het assessment word je door twee assessoren beoordeeld aan de hand van de SBLbekwaamheidseisen op niveau Startbekwaam. De toetsmomenten vallen in de in het jaarrooster opgenomen assessmentweken, je hebt twee toetskansen in een studiejaar. Kijk voor de toetsmomenten op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties op niveau Startbekwaam. In het niveau Startbekwaam zijn de Dublin Descriptoren verwerkt.. Kennisbasis: In het assessment worden de kennisbases niet expliciet getoetst. Het is echter onmogelijk om zonder deze kennis te voldoen aan de bekwaamheideisen op niveau Startbekwaam.deeld aan de hand van de SBL-bekwaamheidseisen op niveau Startbekwaam. Ingangseisen: Minimaal 235 punten van het examenprogramma (4-jarige bacheloropleiding) moeten zijn behaald (of vrijgesteld). Veronderstelde voorkennis: De student wordt bij Studie en Werk 4 begeleid in de voorbereiding op het assessment Startbekwaam. Kennis van het begrippenkader dat hierbij gebruikt wordt is noodzakelijk om aan het assessment deel te kunnen nemen. Opmerkingen:
Naast het opgeven in Osiris voor het assessment moet je je ook aanmelden op de site van Bureau Assessments: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx Let goed op dat je je in Osiris inschrijft voor de juiste assessment-code: OAR-H3ASSTART-12 als je een vak studeert waarvoor je geen kennisbasistoets moet doen OAR-H3ASTARTK-13 als je een vak studeert waarvoor je wel een kennisbasistoets moet doen OAR2-H3ASSTAR-12 als je een assessment doet voor een tweede bevoegdheid, nadat je bij IA al eerder assessment hebt gedaan voor een eerste bevoegdheid én je nu een vak studeert waarvoor je geen kennisbasistoets moet doen. OAR2-H3ASTART-13 als je een assessment doet voor een tweede bevoegdheid, nadat je bij IA al eerder assessment hebt gedaan voor een eerste bevoegdheid én je nu een vak studeert waarvoor je wel een kennisbasistoets moet doen. Materiaal Handleiding Assessment Startbekwaam Te downloaden op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1.
Minimaal 175 punten van het hoofdfase (4-jarige bacheloropleiding)-programma moeten zijn behaald. Veronderstelde voorkennis: De student wordt bij Studie en Werk 4 begeleid in de voorbereiding op het assessment Startbekwaam. Kennis van het begrippenkader dat hierbij gebruikt wordt is noodzakelijk om aan het assessment deel te kunnen nemen. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Assessment Startbekwaam te downloaden op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx 2.5 Workload Contactduur (uren): Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): Totaal (uren) 112 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (4) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Assessment kennistoets
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-HASKENNIS-13 Assessment kennistoets Knowledge base test 1 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Anders
niet verplicht
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Landelijke kennistoets
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
Weging Minimum (afgerond cijfer op hele procenten)
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt In welke blokken wordt aangeboden de toets aangeboden? in een collegejaar 2
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving:
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: Kennistoets: Voor de landelijke kennistoets is geen strikte voorbereiding noodzakelijk. De kennisdomeinen die in deze toets aan de orde komen zijn ook allemaal cursorisch in de opleiding getoetst. Het verdiend wel aanbeveling om je van te voren goed te oriënteren op de te toetsen domeinen (middels de toetsgids) en om de oefentoets te maken. De oefentoets is wat betreft omvang en niveau gelijkwaardig aan de landelijke kennistoets Toetsen en beoordelingscriteria: Kennisbasistoets. De landelijke kennistoets wordt een aantal keer per jaar aangeboden op vastgestelde momenten . Omdat de toets op alle lerarenopleidingen in Nederland gelijktijdig wordt gemaakt wordt er bij de roostering van de toets geen rekening gehouden met vaste lesdagen of lestijden. De coördinator van je opleiding kan aangeven wanneer de landelijke kennistoets wordt aangeboden. Per studiejaar mag je gebruik maken van 2 toetsgelegenheden. In de kennisbasistoets wordt getoetst of de student de kennisbasis van het vak voldoende beheerst. Deze kennisbasis is te vinden op http://www.10voordeleraar.nl/publicaties Legitimering: Zie toetsgids landelijke kennistoets: http://www.10voordeleraar.nl/publicaties Kennisbasis: Het vakinhoudelijk deel van de kennisbasis wordt in de landelijke kennistoets getoetst. Ingangseisen: Propedeuse hebben behaald én 60 punten van een geoormerkte lijst van modules VAK die voorbereidend zijn. Opmerkingen: Let goed op dat je je in Osiris inschrijft voor de juiste kennistoets-code: OAR-HASKENNIS-13 als je een vak studeert waarvoor je een kennistoets moet doen OAR2-HASKEN-13 als je studeert voor een tweede bevoegdheid in een vak waarvoor je een kennistoets moet doen én je bij IA al eerder een kennistoets hebt gedaan voor een ander vak (nl. van je eerste bevoegdheid).
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Om deel te kunnen nemen aan de kennistoets moet 70% van het vakinhoudelijk deel van het curriculum zijn afgerond. Voor precisering van het vakinhoudelijk deel van het curriculum kun je contact opnemen met de coördinator van je opleiding. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen) : Toetsgids landelijke kennistoets: http://www.10voordeleraar.nl/publicaties 2.5 Workload Contactduur (uren): Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): Totaal (uren) 28 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (1) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen
Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx
Titel
Assessment kennistoets en CPE Engels
Opleidingsvariant Voltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2
Cursuscode Cursusnaam
1.3
Cursusnaam in Engels
1.4 1.5
Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAEN-HASSKEN-14 Assessment kennistoets en taaltoets (CPE) Engels Knowledge base test and Cambridge Proficiency of English Test 1 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Nee
JC du Plessis (tel. 0618512557) (
[email protected]) Nederlands, Engels
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 28
1.12
Toetsen: Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
CPE
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
5,5
50
2
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
Landelijke kennisbasistoets
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
5,5
50
2
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Het doel van deze cursus is het aftoetsen van de beheersing landelijke kennisbasis Engels Korte omschrijving Landelijke kennistoets en taaltoets (CPE) Engels. CPE = Cambridge Proficiency of English Test The four skills, Reading, Writing, Listening and Speaking are tested by students doing the official Cambridge English for Proficiency test. Students have to pass with an A, B or C at C2 level.
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: Kennisbasistoets: Voor de landelijke kennistoets is geen strikte voorbereiding noodzakelijk. De kennisdomeinen die in deze toets aan de orde komen zijn ook allemaal cursorisch in de opleiding getoetst. Het verdiend wel aanbeveling om je van te voren goed te oriënteren op de te toetsen domeinen (middels de toetsgids) en om de oefentoets te maken. De oefentoets is wat betreft omvang en niveau gelijkwaardig aan de landelijke kennistoets. CPE: De voorbereiding voor het CPE is ondergebracht in verschillende BA cursussen waar taalvaardigheid aan bod komt. Het CPE toetst de vier taalvaardigheden: spreken, schrijven, luisteren en lezen. De kennisdomeinen die in deze toets aan de orde komen zijn ook allemaal cursorisch in de opleiding getoetst. Het verdient wel aanbeveling om je van te voren goed te oriënteren op de te toetsen middels de SharePoint site en de workshops. Toetsen en beoordelingscriteria: Kennisbasistoets. De landelijke kennistoets wordt een aantal keer per jaar aangeboden op vastgestelde momenten. Omdat de toets op alle lerarenopleidingen in Nederland gelijktijdig wordt gemaakt wordt er bij de roostering van de toets geen rekening gehouden met vaste lesdagen of lestijden. De coördinator van je opleiding kan aangeven wanneer de landelijke kennistoets wordt aangeboden. Per studiejaar mag je gebruik maken van 2 toetsgelegenheden. In de kennisbasistoets wordt getoetst of de student de kennisbasis van het vak voldoende beheerst. Deze kennisbasis is te vinden op http://www.10voordeleraar.nl/publicaties Toetsduur landelijke kennisbasistoets: 2 uur CPE: Het CPE wordt 3 keer per jaar aangeboden op vastgestelde momenten (december, maart en juni). Omdat de toets door een extern orgaan wordt georganiseerd, wordt er bij de roostering van de toets geen rekening gehouden met vaste lesdagen of lestijden. De coördinator van je opleiding kan aangeven wanneer het CPE wordt aangeboden en het staat op de SharePoint Site. “Preparation Cambridge”. https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/cce/default.aspx Studenten moeten Finishing Touches succesvol hebben afgesloten voordat het CPE gedaan mogen worden. Studenten slagen met een A, B of C op niveau C2. Per studiejaar mag je gebruik maken van 2 toetsgelegenheden. Toetsduur CPE: 4 uur Legitimering: Zie toetsgids landelijke kennistoets: http://www.10voordeleraar.nl/publicaties Kennisbasis: Het vakinhoudelijk deel van de kennisbasis wordt in de landelijke kennisbasistoets getoetst.
Ingangseisen: Propedeuse hebben behaald én 60 punten van een geoormerkte lijst van modules VAK die voorbereidend zijn. Opmerkingen: Let goed op dat je je in Osiris inschrijft voor de juiste kennistoets-code: OAR-HASKENNIS-13 als je een vak studeert waarvoor je een kennistoets moet doen OAR2-HASKEN-13 als je studeert voor een tweede bevoegdheid in een vak waarvoor je een kennistoets moet doen én je bij IA al eerder een kennistoets hebt gedaan voor een ander vak (nl. van je eerste bevoegdheid).
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Om deel te kunnen nemen aan de landelijke kennisbasistoets moet 70% van het vakinhoudelijk deel van het curriculum zijn afgerond. Voor precisering van het vakinhoudelijk deel van het curriculum kun je contact opnemen met de coördinator van je opleiding. CPE: Behalen van de cursus Finishing Touches. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen) : SharePoint site: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/cce/default.aspx 2.5 Workload Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 28 Totaal (uren) 28 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (1) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx