Titel
Diergedrag
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OABI-H1DGEDR-12 Diergedrag Animal behaviour 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
WHM Pauchli (tel. 06-23137523) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per week
1260 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Excursie dierentuin
verplicht
1 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Practicum
verplicht
1 maal per blok
180 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 105
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
dossier
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
schriftelijk tentamen
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
In deze cursus komen de volgende onderwerpen aan bod: waarom gedraagt een dier zich zoals het zich gedraagt (proximale en ultieme verklaringen) ; prikkels, zintuigen en perifere en centrale filtering; gedragspatronen; motivatie; ontogenie van gedrag (leren, sensitieve periodes); functie van gedrag (egoïsme en -reciprook- altruïsme, inclusieve fitness, kosten-baten analyse, regel van Hamilton); sociale organisatie (groepen, dominantie), communicatie (stimulusrespons-keten, boodschap en betekenis van communicatie, mimicry, sexuele selectie). Hoofdopdracht is een methodologisch verantwoord gedragsonderzoek uit te voeren aan een zelf te kiezen diersoort. Gedragsbiologische kennis en inzichten (theorie) worden verworven door zelfstudie ondersteund door hoor- en werkcollege en film. Voorafgaand aan het eigen onderzoek wordt ervaring opgedaan met het observeren en registreren van gedrag. Op basis van het eigen onderzoek worden leerlingenwerkbladen over gedrag ontworpen, aangevuld met een docentenhandleiding. (Voltijdstudenten doen naast bovengenoemd onderzoek ook een kort eigen onderzoek in de dierentuin. Zij kunnen hun leerlingwerkbladen ook baseren op dát onderzoek).
2.2
Cursus inhoud
Doelstellingen/competenties: De student kan : · proximale en ultieme verklaringen van gedrag benoemen en afleiden, en kan dit onderbouwen met argumenten; · Prikkels en prikkelverwerking beschrijven en de relatie leggen met daaropvolgende gedragspatronen; · verschillen tussen gedragspatronen benoemen, kan verbanden tussen gedragspatronen herkennen, en deze relateren aan motivatie en prikkelverwerking; · verschillende manieren van leren beschrijven en aan de hand van voorbeelden onderscheiden; · de functie van gedrag afleiden uit de gevolgen ervan; · verschillende vormen van sociaal gedrag beschrijven en de relatie leggen met ontogenie en functie van sociaal gedrag; · diverse vormen van communicatie beschrijven en de relatie leggen met ontogenie en functie van gedrag; . een toetsbare vraag en hypothese (of onderbouwde verwachting) opstellen en een daarbij passende onderzoeksopzet formuleren voor een gedragsbiologisch onderzoek; · dit gedragsbiologisch onderzoek opzetten, uitvoeren en daarvan een verslag schrijven volgens de natuurwetenschappelijke richtlijnen; · onderwijskundig materiaal in de vorm van werkbladen voor leerlingen (met betrekking tot observatie, registratie en interpretatie van gedrag) ontwikkelen, en de daarin gemaakte vakdidactische keuzes onderbouwen. De student heeft een onderzoekende houding en nieuwsgierigheid met betrekking tot de levende wereld (verder) ontwikkeld. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Cursorisch met zelfstudie en eigen onderzoek. Hoorcollege, werkcollege, practicum, groepswerk. Voltijdstudenten nemen deel aan een dierentuinexcursie. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt beoordeeld aan de hand van een schriftelijk tentamen en een dossier met daarin een verslag over eigen gedragsbiologisch onderzoek, leerlingenwerkbladen met observatieopdrachten. Alle onderdelen moeten met een voldoende zijn afgerond. De schriftelijke toets enerzijds en het dossier met daarin het onderzoeksverslag plus leerlingenwerkbladen anderzijds dragen elk voor 50% bij aan het eindcijfer. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten en excursies is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL 3, 4, 6, en 7 Kennisbasis: *Kennis van het schoolvak: Gedrag, interactie met (a)biotische factoren, dynamiek *Beroepskennis: Biologie leren: begripsontwikkeling, biologisch onderzoek doen Het biologie curriculum: concept-context benadering, vragen maken voor het biologie onderwijs De leeromgeving: veldwerk, gebruik van de dierentuin *Vaardigheden: Natuurwetenschappelijk: vraagstelling in een specifieke context analyseren, gebruikmakend van relevante begrippen en
theorie, deze vertalen in een te operationaliseren onderzoeksvraag, dat onderzoek uitvoeren en uit de onderzoeksresultaten conclusies trekken Biologisch: Vakspecifieke taal en terminologie lezen, interpreteren en produceren, inclusief de daarbij inbegrepen formuletaal, conventies en notaties; redeneringen hanteren over de gevolgen van interne of externe veranderingen voor een levensgemeenschap of ecosysteem.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Slater P.J.B. (1999). Essentials of animal behaviour. Cambridge University Press, Cambridge. ISBN: 0 521 62996 9 Boek (verplicht) : Campbell, N.A., Reece, J.B., Urry, L.A., Cain, M.L., Wasserman, S.A., Minorsky, P.V., Jackson, R.B. (2015). Biology a global approach. 10th Global Edition. Essex, England: Pearson Education Ltd. ISBN: 978-1-292-00865-3 Diversen (verplicht) : Studiehandleiding Diergedrag (sharepoint) Diversen (verplicht) : Diverse hand-outs (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 32 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 105 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H1DGEDR-12
Titel
Vakdidactiek: biologie met ICT
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OABI-H1DIDICT-12 Vakdidactiek: biologie met ICT Biology and ICT at school 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
AC Verdoes (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Werkcollege
niet verplicht
1 maal per week
1260 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 119
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
dossier
Numeriek 1 decimalen
5,5
Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar 100
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De student maakt kennis met de mogelijkheden en toepassingen van vakspecifieke ICT in de biologieles, zoals benoemd in de kennisbasis ICT. Er wordt gewerkt met actuele ICT toepassingen die op verschillende momenten in de les kunnen worden ingezet. De student verantwoord de keuze voor de inzet van ICT tools op basis van bestudeerde literatuur.
2.2
Cursus inhoud
Doelstellingen/competenties: De student: · ● Kan ICT-middelen onderbouwd inzetten in geschikte onderwijssituaties. · ● Kan werken met presentatiesoftware. · ● Kan omgaan met digitale communicatiemiddelen · ● kan werken met multimedia applicaties · ● kan werken met een arrangeertool voor digitaal leermateriaal. ●· Kan een presentatie ontwerpen volgens de principes van de multimedia theorie. · ● Kan ICT-tools inzetten om op afstand samen te werken aan producten.
Leerstof, werkvormen en activiteiten: Door deelname aan interactieve werkcolleges en het lezen van literatuur leren studenten te werken met vakspecifieke ICT-toepassingen in de biologieles. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt beoordeeld aan de hand van een dossier. De precieze eisen aan het dossier zijn terug te vinden in de cursushandleiding. De student ontvangt tijdens de cursus minimaal een keer feedback van de docent op de opdrachten in het dossier. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL 3, 4, 6, en 7 Kennisbasis: Beroepskennis Domein 1, vakdidactische kennis: ICT Vaardigheden Domein 2, biologische vakvaardigheden: punt 3
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Studiehandleiding (via SharePoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 119 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H1DIDICT-12
Titel
Ecologie van het zoete water
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OABI-H1ECZOET-12 Ecologie van het zoete water Limnology 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
AJ Kooman (tel. 7205) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Diverse werkvormen
verplicht
1 maal per week
960 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Practicum
verplicht
1 maal per week
1440 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 99
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
dossier
Numeriek 1 decimalen
5,5
80
2
bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
schriftelijk tentamen
Numeriek 1 decimalen
5,5
20
2
bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Doelstellingen/competenties: De student kan · een aantal soorten planten en dieren van zoetwaterecosystemen herkennen en de naam benoemen · met behulp van verschillende technieken in het veld en lab van een gegeven zoetwaterecosysteem een ecologische beschrijven maken · aan de hand van biotische en abiotische kenmerken van een zoetwaterecosysteem een onderbouwde uitspraak doen over de waterkwaliteit · verschillende maatregelen beschrijven t.a.v. waterbeheer en natuurbeheer in vochtige/natte gebieden met daarbij de doelen en mogelijke effecten · Aan de hand van een grote set meetgegevens passende onderzoeksvragen formuleren. · Een aan zoetwater gerelateerd maatschappelijk thema analyseren op kenmerken van duurzame ontwikkeling (people, planet, prosperity). · in een projectgroep een eigen onderzoek opzetten over een aan zoetwater gerelateerd maatschappelijk thema, dit uitvoeren presenteren en evalueren · Enkele beroepen omschrijven die te maken hebben met waterbeheer en de bijbehorende opleiding Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5, 6 en 7 Kennisbasis: De volgende concepten uit de kennisbasisbiologie komen aan bod: - Kennis van het schoolvak: Populatie, Ecosysteem,Biosfeer, Energiestroom, Kringloop, Dynamiek, Evenwicht, Voedselrelaties, Interactie met (a)biotische factoren, Duurzame ontwikkeling, Biodiversiteit - Kennis van aanpalende vakken: Scheikunde
2.2 Cursus inhoud Korte beschrijving In deze cursus staat onderzoek aan zoetwaterecosystemen centraal, zowel theoretisch als practisch in het veld. Hierbij wordt aandacht besteed aan de waterkwaliteit en het beheer van natte natuurgebieden. In de vorm van een project “Water in de regio” werken studenten zelfstandig aan een thema in het kader van waterbeheer en Duurzame ontwikkeling. De studenten verdiepen zich in het thema, brengen een bezoek aan een bij het thema behorende organisatie en interviewen betrokken medewerkers. Ook worden de verschillende beroepen binnen die organisatie en bijbehorende opleidingen verkend. Leerstof, werkvormen en activiteiten: De leerstof wordt aangeboden in de vorm van colleges, practica en veldwerk. Het geleerde wordt gekoppeld aan Leren voor Duurzame Ontwikkeling (LvDO) Studenten werken zelfstandig aan een project.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Campbell, N.A., Reece, J.B., Urry, L.A., Cain, M.L., Wasserman, S.A., Minorsky, P.V., Jackson, R.B. (2015). Biology a global approach. 10th Global Edition. Essex, England: Pearson Education Ltd. ISBN: 978-1-292-00865-3 Boek (verplicht) : Claessens, S. en Griethuyzen, G. van. (2011.) Veldwerk in de tweede fase - Een handleiding voor leerlingen en docenten. Stichting Veldstudie Hei en Boeicop Diversen (verplicht) : Cursushandleiding Ecologie van het zoete water Diversen (verplicht) : Reiskosten naar excursiegebieden Diversen (verplicht) : Aanvullende teksten Diversen (verplicht) : Een veldgids voor waterecosystemen. In overleg met de docent Boek (verplicht) : Peeters, E.T.e.a. (2014) Sloten, Ecologisch functioneren en beheer. KNNV uitg. Zeist 2.5 Workload
Contactduur (uren): 40 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 99 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H1ECZOET-12
Titel
Genetica
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OABI-H1GENE-13 Genetica Genetics 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
JM Schrickx (tel. 0623372371) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Diverse werkvormen
verplicht
1 maal per week
1260 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Practicum
verplicht
4 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 108
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
schriftelijk tentamen
Numeriek 1 decimalen
5,5
80
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
verslag
Numeriek 1 decimalen
5,5
20
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: Tijdens deze cursus zullen de hoofdstukken 12 tot en met 18 en een deel van hoofdstuk 20 van Campbell Biology (9e editie) bestudeerd worden. Hierbij wordt aandacht besteed aan de klassieke genetica (meiose, Mendel, kruisingen, chromosomen, crossing over) en de moleculaire basis van erfeliljkheid (DNA, replicatie, transcriptie, translatie, regulatie, biotechnologie) Naast de theorie uit Campbell Biology ligt bij deze cursus sterk de nadruk op werkcolleges, waar zelfstandig of in groepen de stof verder verwerkt wordt. Ook worden er diverse practica georganiseerd.
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus komen tijdens colleges zowel de klassieke als de moleculaire genetica aan de orde. De behandelde theorie wordt verder uitgediept in practica en werkcolleges. Doelstellingen/competenties: De student kan: De mitose en de moleculaire aansturing daarvan beschrijven; De meiose beschrijven en de verschillen met de mitose benoemen; De wetten van Mendel beschrijven en verklaren; Overervingspatronen afleiden met behulp van de regels van kansrekening; De structuur van DNA en chromosomen beschrijven; Het proces van DNA-replicatie beschrijven; De processen transcriptie en translatie en de onderliggende regulatiemechanismen beschrijven; De relatie leggen tussen de regulatie van genexpressie en de veranderende interne en externe milieuomstandigheden van een organisme; De werking van enkele moleculair biologische technieken beschrijven; Zelfstandig een moleculair biologisch practicum volgens een voorschrift voorbereiden en uitvoeren; De uitkomsten van kruisingsexperimenten voorspellen, het experiment uitvoeren, de ruwe data van een experiment bewerken tot analyseerbare gegevens, de resultaten statistisch toetsen, conclusies trekken, de validiteit en betrouwbaarheid van het onderzoek en de daarop gebaseerde conclusie kritisch bespreken en hierover rapporteren in een verslag. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een dossier en een schriftelijke toets. In het dossier zijn de uitgewerkte werkcolleges en verslagen van de practicumopdrachten opgenomen. Als het dossier voldoende is afgerond, dan geldt de uitslag van de toets als eindcijfer. Het dossier is dus een handelingsdeel. Bij de practicumbijeenkomsten worden vaardigheden getraind en per individu beoordeeld. Daarom geldt bij de practicumbijeenkomsten een aanwezigheidsplicht. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5 en 7 Kennisbasis: *Kennis van het schoolvak: DNA, genexpressie, DNA-replicatie, mutatie, recombinatie, celcyclus, erfelijkheid, genetische variatie *Kennis van aanpalende vakken: Scheikunde: De begrippen waterstofbrug, eiwitten, aminozuren en nucleïnezuren Wiskunde: kansverdeling als onderdeel van de Mendelse genetica Gezondheidszorg: het ontstaan van erfelijke en aangeboren ziekten *Beroepskennis: Biologie leren: begripsontwikkeling, leren van (complexe) vaardigheden Het biologie curriculum: concept-context benadering *Vaardigheden: Natuurwetenschappelijk: aantal voor het vak relevante rekenkundige en wiskundige bewerkingen correct en geroutineerd toepassen
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Geen
2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Boek: Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Reader (verplicht) : Reader: Studiehandleiding Genetica (sharepoint) Reader (verplicht) : Reader: Practicumhandleiding Genetica (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 29 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 108 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H1GENE-13
Titel
Humane fysiologie
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OABI-H1HFYSIO-12 Humane fysiologie Human physiology 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
AC Verdoes (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Hoor en werkcollege
verplicht
1 maal per week
1260 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Practicum
verplicht
1 maal per week
1260 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 95
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
schriftelijk tentamen
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
verslag
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De cursus humane fysiologie is de tweede cursus van een drietal cursussen rondom menskunde die in de bachelor opleiding gegeven worden. In deze cursus wordt de nadruk gelegd op de fysiologie van de mens. In deze cursus gaat de student op zoek naar de relaties tussen de diverse orgaansystemen en organisatieniveaus. De vragen die beantwoord zullen worden zijn onder andere: hoe zorgen de verschillende biologische niveaus (met elkaar) voor het optimaal functioneren van de mens? Hoe staat de anatomie van organen in relatie tot het handhaven van homeostase? Hoe wordt het totaal aan processen gereguleerd? De volgende onderwerpen komen hierbij aan bod: het zintuig- en zenuwstelsel, de endocrinologie, excretie, respiratie, hartdynamica, fysiologie van de bloedsomloop, regulering bloedcirculatie en voortplantingsfysiologie.
Middels een casus opdracht wordt de opgedane kennis geïntegreerd. Hierbij zal tussentijdse feedback plaatsvinden door studenten aan elkaar.
2.2
Cursus inhoud
Doelstellingen/competenties: De student: · Kan de gevolgen van fysische veranderingen (op de verschillende organisatieniveaus) in de volgende orgaansystemen: circulatie-, gaswisseling-, spijsvertering-, excretie-, voortplanting- en endocriensysteem verklaren. · Kan de bouw, werking en functie van het excretiesysteem op verschillende organisatieniveaus beschrijven. · Kan de relatie leggen tussen communicatie tussen cellen op korte en lange afstand m.b.v. actiepotentiaal, neurotransmitters in orgaanstelsels. · Kan de spiercontractie beschrijven. · Kan de bouw, werking en functie van zintuigen uitleggen. · Kan de relatie leggen tussen orgaansystemen op verschillende organisatieniveaus. . Kan casusgestuurde vragen beantwoorden met behulp van (deels) zelf verzamelde literatuur
Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus staat de fysiologie van de mens centraal. De leerstof wordt in de colleges aangeboden. Naast deze colleges zijn er practica en, in voltijd, werkcolleges waarin de student in een kleinere groep opdrachten uitwerken. Toetsen en beoordelingscriteria: Deze cursus wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen en een verslag. De exacte samenstelling van het verslag en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was.
Details over de wijze en de uiterste datum van inleveren van het dossier worden aan het begin van de cursus door de docent verstrekt. Inleverdatum zal hoogstwaarschijnlijk op de toetsdag (of hertoetsdag) zijn. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 7 Kennisbasis: Kennis van het schoolvak: · Cel · Weefsel · Orgaan · Orgaansysteem · Transport · metabolisme · gaswisseling · circulatie · spijsvertering · uitscheiding · zintuig · zenuwstelsel · hormoonhuishouding
· · ·
homeostase gezondheid cel-communicatie voortplanting
Kennis van aanpalende vakken: Scheikunde, natuurkunde, gezondheidszorg en welzijn Beroepskennis: • Begripsontwikkeling • Kritisch denken • Centrale concepten Domein 3.1, 3.2 Vaardigheden: 1.1, 2.1 t/m 2.5 & 2.8
Domeinen ICT kennisbasis: Instrumentele vaardigheden, informatievaardigheden, presenteren.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Martini FH, Bartholomew EF (2012). Anatomie en fysiologie. Een inleiding. 5e Editie. Pearson Education Benelux, Amsterdam. (ISBN 978-90-430-2432-7) Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Reader (verplicht) : Reader: Studiehandleiding ‘Humane fysiologie’ (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 42 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 95 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H1HFYSIO-12
Titel
Microbiologie en immunologie
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OABI-H1MICRO-13 Microbiologie en immunologie Microbiology and immunology 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
JM Schrickx (tel. 0623372371) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Hoorcollege
verplicht
1 maal per week
840 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Practicum
verplicht
1 maal per week
1260 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 99
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
practicumtoets
Numeriek 1 decimalen
5,5
20
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
theorietoets
Numeriek 1 decimalen
5,5
80
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
In deze cursus staan bacteriën, virussen en schimmels centraal. Daarnaast wordt het humane immunsysteem behandeld. Ook wordt aandacht besteed aan immunologische & biotechnologische toepassingen. De leerstof wordt in colleges aangeboden. Naast deze colleges zijn er practica en werkcolleges waarin de studenten in een kleinere groep opdrachten uitwerken.
2.2
Cursus inhoud
Doelstellingen/competenties: De student: · Kan structurele en functionele adaptaties die zorgen voor grote diversiteit bij prokaryoten beschrijven. · Kan verklaren dat snelle reproductie, mutatie en genetische recombinatie zorgt voor genetische diversiteit in prokaryoten. · Kan verschillende voedings- en mebabole adaptaties die in prokaryoten zijn geëvolueerd beschrijven. · Kan voorbeelden benoemen waar prokaryoten een cruciale rol spelen in de biosfeer. · Kan verklaren waarom prokaryoten voor de mens zowel nuttig als schadelijk kunnen zijn. · Kan de bouw van een virus (nucleïnezuur, omgeven door een eiwitmantel) beschrijven. · Kan beschrijven hoe (retro)virussen zich voortplanten. · Kan uitleggen waarom virussen, viroiden en prionen belangrijke pathogenen zijn in dieren en planten. · Kan beschrijven waarom schimmels heterotrofe organismen zijn, die zich voeden door middel van absorptie. · Kan beschrijven hoe schimmels sporen produceren in seksuele of aseksuele levenscycli. · Kan beschrijven hoe de evolutie van schimmels heeft geresulteerd in een zeer diverse groep organismen. · Kan beschrijven hoe schimmels sleutelrollen spelen in nutriëntencycli, ecologische interacties en menselijk welzijn. · Kan het aangeboren immuunsysteem bij de mens beschrijven en onderscheid maken tussen barrière verdedigingsystemen en interne verdedigingsystemen. · Kan beschrijven hoe het aangeboren immuunsysteem pathogenen herkent en hierop reageert. · Kan beargumenteren hoe het aangeboren immuunsysteem in het lichaam zich verdedigt tegen pathogenen. · Kan beschrijven hoe afwijkingen in het immuunsysteem ziekten kunnen veroorzaken. · Kan beschrijven hoe het kloneren van DNA meerdere kopieën van een gen of een DNA fragment oplevert. · Kan beschrijven hoe DNA technologie gebruikt wordt om de sequentie, expressie en functie van een gen te bestuderen. · Kan beschrijven hoe de praktische toepassingen van DNA technologie ons leven beïnvloeden. · Kan de volgende technieken toepassen en daarmee verschijnselen uit de leefwereld onderzoeken: steriel werken, enten van bacteriën, reinstrijk maken, gramkleuring uitvoeren, identificeren van bacteriën en schimmels, bloedgroep bepaling, ELISA. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Tijdens deze cursus zullen de hoofdstukken 19, 20, 27 ,31 en 43 van Campbell Biology bestudeerd worden. Hierbij wordt voornamelijk aandacht besteed aan de systematiek, morfologie, voortplanting, metabolisme en ecologie van bacteriën, virussen en schimmels komen ook aan de orde en het humane immuunsysteem wordt behandeld. Daarnaast wordt gekeken naar de toepassing van immunologie en van microbiologie in de DNA-technologie. Naast de theorie uit Campbell Biology ligt bij deze cursus sterk de nadruk op de practica en microbiologische vaardigheden. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een practicum toets en een schriftelijke toets. Bij de practicumbijeenkomsten worden vaardigheden getraind. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3 Kennisbasis: *Kennis van het schoolvak: Metabolisme, drie domeinen systeem, levenscyclus, afweer *Kennis van aanpalende vakken: Wiskunde: differentiaalvergelijkingen bij exponentiële groei; Gezondheidszorg: oorzaken en gevolgen van verstoring van gezondheid, mogelijkheden tot voorkomen van verstoring van gezondheid en tot herstel van gezondheid
*Beroepskennis: Biologie leren: begripsontwikkeling, biologisch onderzoek doen, leren van (complexe) vaardigheden Het biologie curriculum: concept-context benadering De leeromgeving: het practicumlokaal, gebruik van publieke faciliteiten (eventueel waterzuivering) *Vaardigheden: Natuurwetenschappelijk: vraagstelling in een specifieke context analyseren, gebruikmakend van relevante begrippen en theorie, deze vertalen in een te operationaliseren onderzoeksvraag, dat onderzoek uitvoeren en uit de onderzoeksresultaten conclusies trekken Biologisch: Op een verantwoorde manier omgaan met voor het vak relevante instsrumenten en apparaten; vakspecifieke taal en terminologie lezen, interpreteren en produceren, inclusief de daarbij inbegrepen formuletaal, conventies en notaties
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Boek (verplicht) : Boek: Techniques in Microbiology a Student Handbook, 2007 Lammert, Pearson Education publishing as Benjamin Cummings. Reader (verplicht) : Reader: Studiehandleiding 'Microbiologie' (sharepoint) Reader (aanbevolen) : Reader: Practicumhandleiding 'Microbiologie' (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 35 Toetsduur (uren): 6 Zelfstudie (uren): 99 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H1MICRO-13
Titel
Ecologie van het zoute water
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OABI-H2ECZOUT-12 Ecologie van het zoute water Saltwater ecology 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
AC Verdoes (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Excursie
verplicht
1 maal per week
2400 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Practicum
verplicht
1 maal per week
360 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Werkcollege
niet verplicht
1 maal per week
1260 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 70
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
schriftelijk tentamen
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
verslag
Numeriek 1 decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De cursus ecologie van het zoute water geeft een overzicht van ecosystemen die onder invloed van zout water staan. De abiotische en biotische factoren die binnen deze ecosystemen een rol spelen zullen in de cursus aan bod komen. De lokale situatie van het land waarin studenten worden opgeleid staat hierbij centraal.
2.2
Cursus inhoud
De student: - kan de biotische en abiotische karakteristieken van zoutwater ecosystemen beschrijven; - kan de belangrijkste voorkomende levensvormen van verschillende zoutwater systemen herkennen en op naam brengen - kan voor de belangrijkste voorkomende levensvormen de relatie leggen tussen de verschijningsvorm en (fysiologisch) functioneren en de milieuomstandigheden - kan de relatie leggen tussen de belangrijkste bedreigingen van zoutwater ecosystemen en de maatregelen om deze te bestrijden - kan zelfstandig een onderzoeksvoorstel schrijven, het onderzoek uitvoeren en daarvan schriftelijk verslag leggen volgens de systematiek van de natuurwetenschappelijke methode; Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus staat de ecologie van het zoute water centraal. De leerstof wordt aangeboden door een combinatie van: · Hoorcolleges · Werkcolleges · Practica · Veldwerk tijdens een excursie Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een verslag en een schriftelijk tentamen. In het verslag zijn de uitwerkingen van de opdrachten en het eigen onderzoek van de veldwerkexcursie opgenomen. Daarnaast is er sprake van een handelingsdeel waarvoor verschillende opdrachten moeten worden uitgevoerd. Alle deeltoetsenen opdrachten en het handelingsdeel moeten minimaal met een voldoende worden afgerond, alvorens de studiepunten worden toegekend. De exacte samenstelling en gestelde eisen van het verslag en het tentamen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. Tijdens de cursus is er plaats voor feedback van studiegenoten op het gemaakte werk. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten en excursies is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5 en 7 Kennisbasis: Kennis van het schoolvak: Ecosystemen, biosfeer, homeostase, energiestroom, kringloop, dynamiek, evenwicht, biodiversiteit en duurzame ontwikkeling. Vaardigheden: 1.1 t/m 1.4, 2.1, 2.2, 2,4, 2.6. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Kosten: EUR 150 (Excursie Terschelling (voltijd)) EUR 100 (Excursie Zeeland (deeltijd)) Materiaal: Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global
Edition Campbell Biology. San Francisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Reader (verplicht) : - ‘ecologie van het zoute water' (SharePoint) Reader (verplicht) : Excursiehandleiding 'ecologie van het zoute water' (SharePoint) Boek (verplicht) : Boek (verplicht): Nybakken, J.W. & Bertness, M.D. (2005). Marine Biology: an ecological approach. 6Th ed. Pearson San Francisco. ISBN 0-8053-4582-5 2.5 Workload Contactduur (uren): 67 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 70 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H2ECZOUT-12
Titel
Evolutie
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OABI-H2EVOLUT-13 Evolutie Evolution 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
WHM Pauchli (tel. 06-23137523) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per week
1680 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 108
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
dossier
Numeriek 1 decimalen
5,5
25
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
schriftelijk tentamen
Numeriek 1 decimalen
5,5
75
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Met ondersteuning door inleidingen tijdens plenaire bijeenkomsten bestudeert de student het cursusboek zelfstandig . Practica en opdrachten dragen bij aan inzicht en geven tevens zicht op toepassing op school. Als vakdidactisch cursusonderdeel ontwerpt de student opdrachten en materiaal waarmee leerlingen kennis en inzicht in evolutieprocessen verwerven aan de hand van bijvoorbeeld spellen, simulatieprogramma`s of webquest. In het te ontwerpen materiaal dient de student rekening te houden of het bedoeld is voor het beroepsonderwijs of HAVO/VWO.
Tijdens presentaties van (tussentijdse-) dossieropdrachten wordt door medestudenten en docent, tussentijds feedback gegeven op prestaties.
2.2
Cursus inhoud
Doelstellingen/competenties: De student kan: Theorieën over het ontstaan van het leven op aarde en de belangrijkste gebeurtenissen tijdens de ontwikkeling van het leven kunnen beschrijven. De evolutietheorie kunnen toepassen in vraagstukken over natuurlijke selectie, adaptatie en fitness. Verband kunnen leggen tussen de ontwikkeling van de evolutietheorie en wetenschappelijke bevindingen in fossielenonderzoek, radiometrische datering en studies naar homologieën en rudimentaire organen. De kennis van populatiegenetica kunnen toepassen in contexten en vraagstukken op het gebied van genetische variatie, mutatie, gene flow, genetische drift en seksuele selectie. Het kunnen berekenen en verklaren van frequenties van genotypen in volgende generaties op basis van allelfrequenties voor populaties die in HardyWeinberg evenwicht verkeren. Theorieën over soortvorming (o.a. allopatrische en sympatrische speciatie ) kunnen toepassen in evolutionaire vraagstukken. De evolutionaire historie van planten, dieren (inclusief de mens) kunnen beschrijven. De complexe kennis over evolutie op HBO-niveau vertalen naar het onderwijsniveau in het 2e graadsgebied.
Leerstof, werkvormen en activiteiten: Cursorisch met zelfstudie en literatuuronderzoek. Hoorcollege, werkcollege, practicum, groepswerk. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een dossier en een schriftelijk tentamen. Het dossier bestaat uit zelf ontworpen leerling-materiaal met een verplichte ICT-component. Zowel het dossier als het tentamen moet met een voldoende worden afgerond. De toets telt voor ¾ mee in het eindcijfer en het dossier voor ¼. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL 2, 3 en 7. Kennisbasis: Kennis van het schoolvak Molecuul: DNA, Genexpressie Organisme: Drie Domeinen Systeem, fossiel Populatie: Soort, populatie, genetische variatie, natuurlijke selectie, soortvorming Aarde: Biodiversiteit, ontstaan van leven · Kennis van aanpalende vakken Scheikunde: basisbegrippen: molecuul Natuurkunde: radioactieve isotopen, halveringstijd. Wiskunde: kansverdeling Aardrijkskunde: Geogenese en geomorfologie · Beroepskennis Biologie leren: begripsontwikkeling, culturele aspecten, kritisch denken. Het biologie curriculum: concept-context benadering De leeromgeving: ICT · Vaardigheden Natuurwetenschappelijk: onderscheid maken tussen wetenschappelijke argumenten en persoonlijke uitgangspunten. Aantal voor het vak relevante rekenkundige en wiskundige bewerkingen correct en geroutineerd toepassen.
Biologische vakvaardigheden: aandacht schenken aan gevoelens die leerlingen uiten. Een keuze maken of standpunt bepalen ten aanzien van met biologische kennis verworven mogelijkheden op basis van afweging en de daarmee samenhangende maatschappelijke en ethische consequenties.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Campbell, N.A., Reece, J.B., Urry, L.A., Cain, M.L., Wasserman, S.A., Minorsky, P.V., Jackson, R.B. (2015). Biology a global approach. 10th Global Edition. Essex, England: Pearson Education Ltd. ISBN: 978-1-292-00865-3 Diversen (verplicht) : Diversen : Ander materiaal wordt ter beschikking gesteld via de sharepointsite van de cursus. 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 108 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H2EVOLUT-13
Titel
Humane ontwikkeling
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OABI-H2HONTW-13 Humane ontwikkeling Human development 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
AC Verdoes (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Hoor en werkcollege
niet verplicht
1 maal per week
1260 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 119
1.12
Toetsen: Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
dossier
Numeriek 1 decimalen
5,5
40
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
essay
Numeriek 1 decimalen
5,5
60
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De cursus humane ontwikkeling is de laatste cursus van een drietal cursussen rondom menskunde die in de bachelor opleiding gegeven worden. In deze cursus staat de ontwikkeling van de mens centraal. Onderwerpen die hierbij aan bod komen zijn: het voortplantingsstelsel, embryologie, met extra aandacht voor hersenontwikkeling, seksualiteit en drugs. Deze thema’s worden in een maatschappelijke context geplaatst.
2.2
Cursus inhoud
Doelstellingen/competenties: De student: · Kan de biologische gevolgen van drugsgebruik bij de mens beschrijven. · Kan beargumenteren wat de maatschappelijke gevolgen zijn van drugsgebruik · Kan mogelijke sociaal-emotionele gevolgen van drugsgebruik voorspellen. · Kan de biologische gevolgen beschrijven van seksueel overdraagbare aandoeningen bij de mensen. · Kan weergeven hoe hij biologische, maatschappelijke en sociaal-emotionele aspecten rondom de thema’s drugs en seksualiteit bespreekbaar maakt in de klas met behulp van een lesvoorbereiding. · Kan didactische keuzes omtrent het bespreken van ethische gevoelige onderwerpen beargumenteren. · Kan verschillende interpretaties van het begrip gezondheid beschrijven. · Kan de ontwikkeling van een mens van zygote tot aan geboorte en daarna beschrijven. · Kan de ontwikkeling van de hersenen van een mens van zygote tot aan de geboorte en daarna beschrijven. · Kan verschillende technieken waarmee wordt ingegrepen in de reproductie en levenscyclus van de mens beschrijven. · Kan argumenten geven voor of tegen het gebruik van technieken waarmee wordt ingegrepen in de reproductie en levenscyclus van de mens beschrijven. · Kan beargumenteren waarom de ontwikkelde lessenserie specifiek geschikt is voor ofwel algemeen
vormend onderwijs, ofwel het beroepsonderwijs.
Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus staat de ontwikkeling van de mens centraal. De leerstof wordt in de colleges aangeboden. Naast deze colleges zijn er werkcolleges waarin de student in een kleinere groep opdrachten uitwerkt. Toetsen en beoordelingscriteria: Deze cursus wordt afgesloten met een essay. De inhoud van het essay wordt gepresenteerd en het verslag wordt ingeleverd. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Aanwezigheidsplicht: Voor de practicum-bijeenkomsten is aanwezigheid verplicht omdat tijdens deze bijeenkomsten vaardigheden worden aangeleerd en beoordeeld. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 1, 2, 3, 7 Kennisbasis: · Cel, · weefsel · orgaan · orgaansysteem · uitscheiding · homeostase · voeding · levenscyclus · gezondheid · hormoonhuishouding · erfelijkheid · voortplanting · seksualiteit en relaties Aanpalende vakken: Gezondheidszorg en welzijn
Beroepskennis: • Begripsontwikkeling • Kritisch denken • Centrale concepten Domein 3.1, 3.2 Vaardigheden: 1.1, 1.3 2.1 t/m 2.5 & 2.8 Domeinen ICT kennisbasis: Instrumentele vaardigheden, Informatievaardigheden, presenteren
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Boek (verplicht) : Martini FH, Bartholomew EF (2012). Anatomie en fysiologie. Een inleiding. 5e Editie. Pearson Education Benelux, Amsterdam. (ISBN 978-90-430- 2432-7) Boek (verplicht) : Reece JB, Urry LA, Cain ML, Wasserman SA, Minorsky PV, Jackson RB (2011). Global Edition Campbell Biology. San Fransisco: Pearson Education Inc. ISBN: 978-0-321-73975-9 Reader (verplicht) : Studiehandleiding ‘Humane ontwikkeling’ (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 119 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/3/OABI-H2HONTW-13
Titel
Vakdidactiek: biologie actueel
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OABI-HDIDACT-15 Vakdidactiek: biologie actueel Present-day biology at school 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
AC Verdoes (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Werkcollege
niet verplicht
1 maal per week
1260 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 119
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Dossier
Numeriek 1 decimalen
5,5
Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar 100
2
bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De student verdiept zich in de thema’s taalgericht vakonderwijs, vaktaal- en begripsontwikkeling, conceptcontextbenadering en de jojo-strategie.
2.2 Cursus inhoud Doelstellingen/competenties: De student kan · de drie pijlers van taalgericht vakonderwijs benoemen en beargumenteren hoe die toegepast worden in biologieonderwijs in het tweedegraadsgebied · vraagstukken rond vaktaal- en begripsontwikkeling van de leerling beschrijven en beargumenteren hoe een docent deze kan bevorderen · individuele lessen en lessenseries rondom een bepaald thema ontwerpen gebruik makend van de elementen van taalgericht vakonderwijs en vaktaal- en begripsontwikkeling en de keuze van de leerstof en keuze van onderwijsactiviteiten en werkvormen beargumenteren · diverse grafische vormgevers benoemen en de keuze voor een vormgever beargumenteren bij het aanbrengen van samenhang tussen biologische begrippen Een beschrijving geven van de elementen en aanleiding van het nieuwe leren Voor en tegen argumenten formuleren van het nieuwe leren Lesmateriaal ontwikkelen gebaseerd op elementen van het nieuwe leren en de keuze van deze elementen argumenteren. · beschrijven wat de Concept-Context benadering in het biologieonderwijs inhoudt · lesmateriaal ontwikkelen gebaseerd op de concept-context benadering en de keuze van concepten en contexten beargumenteren Leerstof, werkvormen en activiteiten: Door deelname aan interactieve werkcolleges, het geven van minilessen en het lezen van literatuur krijgen studenten inzicht in actuele ontwikkelingen met betrekking tot vaktaal- en begripsontwikkeling, taalgericht vakonderwijs en concept-context benadering in het biologieonderwijs. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt beoordeeld aan de hand van een dossier dat bestaat uit de uitwerkingen van werkcollegeopdrachten en een taalgerichte lessenserie. De studenten krijgen tussentijds feedback op de uitwerking van de opdrachten. De precieze eisen aan het dossier en de toetsstof zijn terug te vinden in de cursushandleiding. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL 3, 4, 6, en 7 Kennisbasis: Beroepskennis Domein 1: Vakdidactische kennis: begripsontwikkeling, didactische functie van contexten, trends en veranderingen in het biologiecurriculum, concept-contextbenadering Vaardigheden Domein 2: Biologische vakvaardigheden: 4 en 8 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Reader (verplicht) : Studiehandleiding cursus Vakdidactiek; Biologie Actueel Boek (verplicht) : Hajer, M. & Meestringa, T. (2009), Handboek taalgericht vakonderwijs. Bussum, Uitgeverij Coutinho.
2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 119 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Vakdidactiek: bio. en leerarrangementen
Opleidingsvariant Voltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OABI-HDIDLRA-15 Vakdidactiek: biologie en leerarrangementen Biology and Educational Design 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
AC Verdoes (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per week
1260 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 119
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
toets
Numeriek 1 decimalen
5,5
Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar 100
2
bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Er zijn steeds meer scholen in het VO en BO waar de biologie als onderdeel van een leergebied aangeboden wordt. Door het vergelijken van schoolmethodes van het leergebied krijgt de student zicht op de inhoud en de specifieke vakdidactiek van het leergebied. In deze cursus staat het ontwerpen van een lessenserie of project centraal. Het product gaat over een vrij te kiezen thema wat binnen het leergebied valt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van zelf gevonden bronnen en of een schoolmethode. Er wordt binnen de cursusgroep gedifferentieerd naar afstudeerrichting algemeen vormend onderwijs of beroepsonderwijs. Landelijke ontwikkelingen, zoals de nadruk op 'karakteristieke denk- en werkwijzen' in het vakgebied als bijvoor beeld de CoCo benadering en competentiegericht onderwijs. Het belang van formatieve en summatieve toetsing, TPACK, de rol van feedback in het leerproces en zelfsturing van de leerling. Voor de afstudeerrichting beroepsonderwijs: hybride leeromgeving en kwalificatiedossier.
2.2
Cursus inhoud
Leerdoelen: De student herkent in de onderwijspraktijk verschillende didactische benaderingen zoals cursorisch, thematisch, projectmatig, competentiegericht onderwijs en hybride leeromgevingen. De student kan door inzicht te hebben verkregen in de COCO benadering contexten toepassen. De student kan buiten de kaders van het biologische vakgebied denken en de relaties tussen de aanpalende vakken leggen en deze zichtbaar te maken voor leerlingen. De student kan benoemen welke kennis uit de aanpalende vakken van belang zijn voor het ontwerpen van de lessenserie en deze later in de praktijk toepassen. De student kan een leerarrangement ontwerpen over een bepaald thema, met doelen, opdrachten, activiteitenplanning en afrondingseisen, en de keuzes die daarbij worden gemaakt onderbouwen. De student kan beargumenteren waarom het ontwikkelde leerarrangement specifiek geschikt is voor ofwel algemeen vormend onderwijs, ofwel het beroepsonderwijs. De student kan zijn ontwerp voor een leerarrangement verbinden met zijn visie op beta-technisch onderwijs, met schoolbeleid en met de belangrijkste landelijke ontwikkelingen op het gebied van betatechnisch (beroeps)onderwijs.
Werkvormen Door deelname aan interactieve werkcolleges en het bestuderen van literatuur en schoolmethodes krijgt de student meer zich op wat nodig is voor het ontwerpen van een op het AVO dan wel op het BO gerichte onderwijs in een leergebied. In groepen wordt volgens het GIPS model samengewerkt om lesmateriaal te ontwerpen en er wordt feedback gegeven op door anderen ontwikkelt materiaal. Dit laatste gebeurt tijdens een markt waarin elke groep het materiaal presenteert. Voor de verschillende afstudeerrichtingen staan (werkelijk of virtueel) bezoeken aan instanties op het programma. Voor de AVO is dit in het kader van COCO en bijvoorbeeld een museumbezoek. Voor de afstudeerrichting een bezoek aan een bedrijf. Hierbij staan 2 vragen centraal: 1. Hoe kan de school er voor zorgen dat de leerling het leren op school en het leren in de beroepspraktijk met elkaar verbindt? 2. Hoe kan de school er voor zorgen dat de inhoud van het beroepsgerichte programma actueel is?
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd
2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Reader (aanbevolen) : 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 119 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Beroep 3
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-HBEROEP3-14 Beroep 3 - Leren op school Profession 3 - Learning at school 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
P Blind (tel. 0031884817922) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Hoorcollege
Werkcollege
Aanwezigheid verplicht?
niet verplicht
niet verplicht
Frequentie
1 maal per week
1 maal per week
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
1680 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 2: blok 2
1680 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 110 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Dossier
Schriftelijk tentamen
Resultaatschaal
Numeriek 1 decimalen
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
50
50
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
4
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2 bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
4
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2 bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: In deze module wordt voortgebouwd op de leerdoelen van beroep 1. In deze eerste module heeft de student kennis gemaakt met het Nederlandse schoolsysteem en een klein onderdeel van een les voorbereid, uitgevoerd en geëvalueerd. In de module ‘leren op school’ wordt deze basiskennis verder uitgewerkt en verdiept zodat de student in staat is om zelfstandig een complete les voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren. De student verdiept zich verder in het concept leren en verschillende leertheorieën. Vervolgens wordt de stap naar de praktijk gemaakt. Hoe zijn ideeën uit deze theorieën terug te vinden in het onderwijsconcept van de leerwerkplek? Hoe kan onderwijs vormgeven worden dat aansluit bij dit onderwijsconcept? Wat kun je doen als docent om leerlingen effectief te laten leren? Hoe kun je als docent zorgen dat leerlingen actief betrokken zijn bij de les? Hoe stelt een docent goede vragen zodat leerlingen mee gaan denken? En op welke manier kunnen samenwerkingsstructuren vormgeven worden zodat er daadwerkelijk wordt samengewerkt en geleerd? Vragen die in deze module aan de orde komen en waar de student samen met de docent en medestudenten, tijdens hoorcolleges en interactieve werkbijeenkomsten mee aan de slag gaat.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes 1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9. 10. 11.
12. 13.
De student beschrijft de verschillende leeropvattingen, leersoorten en kennisniveaus en herkent deze in praktijkvoorbeelden. De student beschrijft de werking van het geheugen in relatie tot leren. De student beschrijft de behavioristische, cognitivistische, constructivistische en handelingspsycho-logische visie op leren en herkent kenmerken in bestaande onderwijsvormen en –concepten. De student beschrijft op welke manier de zes sleutelbegrippen voor het vormgeven van effectief leren in diverse instructiemodellen gerealiseerd kunnen worden. De student beschrijft hoe de pijlers voor taalgericht vakonderwijs vorm kunnen krijgen in een les. De student ontwerpt een les waarin de onderwijsactiviteiten aansluiten op het onderwijsconcept, de concreet en meetbaar geformuleerde leerdoelen, de beginsituatie en waarin de drie indicatoren van een krachtige leeromgeving zichtbaar zijn. De student legt uit waarom het stellen van een bepaalde vraag effectief is gezien het doel en de inhoud van de vraag en de manier waarop de vraag gesteld wordt. De student beschrijft op welke manier de vijf sleutelbegrippen voor succesvol samenwerkend leren in een samenwerkingsstructuur gerealiseerd kunnen worden. De student beschrijft verschillende toetsvormen en –functies. De student beschrijft hoe zelfstandig en zelfgestuurd leren vorm kan krijgen. De student zoekt en vindt Nederlandse vakliteratuur en schooldocumentatie waarmee een eigen geformuleerde onderzoeksvraag rondom het onderwijsconcept van een de (leerwerkplek)school beantwoord kan worden en verwerkt dit in een correct geschreven onderzoeksrapportage. De student voert op een methodische en kritische wijze een eenvoudig vragenlijstonderzoek uit naar het onderwijsconcept van de (leerwerkplek)school De student schrijft een onderzoeksverslag en een lesopzet die qua samenhang en afstemming op het publiek beginnend 4F niveau hebben.
Leeractiviteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. Voorafgaand aan een werkcollege (de ‘face-to-face bijeenkomst’) doe je basiskennis op in de digitale leeromgeving. Denk daarbij aan kennisoverdracht via weblectures, het lezen van literatuur en het bestuderen van andere bronnen. Op de themapagina’s vind je algemene informatie over het thema, de leerdoelen en de onderliggende sessies. Op de sessiepagina’s vind je de opdrachten voor het werkcollege. De kennis die je in de opdrachten opdoet, zorgt ervoor dat je in de werkcolleges de verdieping kan bereiken die vereist wordt. De opdrachten
zijn tevens bruikbaar in de afsluitende dossieropdrachten. In de werkcolleges ligt de nadruk op het oefenen van vaardigheden, reflectie op het eigen handelen en de verbinding met eigen waarden, normen en professionele opvattingen. Thema 1: Leren (opvattingen, leersoorten, leerstijlen, geheugen) Dit thema gaat over leren. Vragen die hierbij centraal staan: Wanneer heb je iets geleerd? In welke situaties doe je dat? Hoe zien anderen dat? Wat is de rol van de hersenen bij leren? Wat kun je als docent doen om het informatieverwerkingsproces bij leerlingen positief te beïnvloeden? Thema 2: Leertheorieën Dit thema gaat over leren volgens het behaviorisme, het cognitivisme, het (sociaal)constructivisme en de handelingspsychologie. Vervolgens zijn belangrijke vragen voor de student: Wat heb je aan deze leertheoretische kennis voor jouw onderwijspraktijk? Welke ideeën herken je in jouw onderwijspraktijk? Hiermee wordt de leertheoretische kennis gekoppeld aan bestaande onderwijsconcepten. Thema 3: Effectief leren en directe instructie Dit thema gaat over kenmerken van effectief leren en hoe effectief leren in de les bevorderd kan worden. Dit kan door aandacht te hebben voor de zes sleutelbegrippen voor effectief leren en te voorzien in de basisbehoeften relatie, competentie en autonomie. Er komt aan bod hoe dit eruit ziet binnen het model van directe instructie. Thema 4: Activerend leren en taalgericht vakonderwijs Dit thema gaat over activerend leren. Hoe kun je leerlingen activeren tot leren in de les? Dit kan onder andere door vragen te stellen. Studenten leren na te denken over waarom ze eigenlijk vragen stellen en op welke manier ze dat effectief kunnen doen. Taalgericht vakonderwijs (het aanbieden van contextrijk onderwijs vol interactie en taalsteun) richt zich ook op leerlingen actief met de leerstof bezig te laten zijn. Thema 5: Samenwerkend leren Samenwerkend leren is iets anders dan leerlingen bij elkaar zetten en aan een opdracht laten werken. Om leerlingen daadwerkelijk te laten leren in samenwerking met elkaar, is het belangrijk om binnen de instructiestrategie rekening te houden met vijf sleutelbegrippen (o.a. positieve wederzijdse afhankelijkheid en individuele aanspreekbaarheid). Verschillende samenwerkingsstructuren komen aan bod om te kijken hoe de sleutelbegrippen binnen zo’n samenwerkingsstructuur gerealiseerd kunnen worden. Toetsen en beoordelingscriteria De cursus wordt afgesloten met de volgende deeltoetsen: 1. 2.
Schriftelijk tentamen Dossier: bestaande uit 2 deelopdrachten
Een deeltoets wordt met een voldoende afgerond als minimaal 55% van de punten zijn behaald. Het tentamen, deelopdracht 1 en deelopdracht 2 moeten elk afzonderlijk met minimaal een voldoende worden afgerond om de cursus af te ronden. Een voldoende deelresultaat voor het dossier (dus alleen een voldoende voor deelopdracht 1 of alleen een voldoende voor deelopdracht 2) kan niet worden meegenomen naar een volgend collegejaar. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Kennisbasis SBL competenties: 3 en 4 Competentie 8 Generieke kennisbasis: 1.1 Het concept leren 1.2 Visie op leren
1.3 Cognitie, werking van hersenen en leren 1.4 Leerlingkenmerken 2.1 Model didactische analyse 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen 2.3 Vormgeven van leerprocesen 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen 2.5 Begeleiden van leerprocessen 2.6 Toetsing en evaluatie 6.2 Praktijkonderzoek 7.2 Onderwijsconcepten Addendum kennisbasis ICT: 3.1 Informatievaardigheden Addendum kennisbasis beroepsonderwijs: 1.1 Het concept leren 1.2 Visie op leren 1.3 Cognitie, werking van hersenen en leren 1.4 Leerlingkenmerken 2.1 Model didactische analyse 2.2 Leerdoelen en instructiemodellen 2.3 Vormgeven van leerprocesen 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen 2.5 Begeleiden van leerprocessen 2.6 Toetsing en evaluatie 7.2 Onderwijsconcepten
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Aanbevolen is afronding van beroep 1 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren, basisboek. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Boek (verplicht) : Veen, T. van der & Wal, J. van der (2012). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Diversen (verplicht) : Verplicht artikel dat (digitaal) ter beschikking wordt gesteld: Hajer, M. (2008). De lat hoog voor vakonderwijs: taalbeleid in de klas via taalgerichte vakdidac-tiek. Vonk, 38, (1), 11-26. Diversen (verplicht) : Verplicht artikel dat (digitaal) ter beschikking wordt gesteld: Sanders, P. (2013). Het doel van toetsen. In P. Sanders (Red.), Toetsen op school (pp. 16-24). Arnhem: Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling. Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Gruwel-Brand, S. & Wopereins, I. (2010). Word informatievaardig! Groningen: Noordhoff. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen
Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/18/OAR-HBEROEP3-14
Titel
Beroep 4
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-HBEROEP4-14 Beroep 4 - De leraar als pedagoog Profession 4 - The teacher as pedagogue 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
JEM de Kroon (tel. 7546) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Hoorcollege
niet verplicht
1 maal per week
1800 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3 bij aanvangsblok 4: blok 4
werkcollege
niet verplicht
1 maal per week
1800 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3 bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 110 (bij aanvangsblok 3), 106 (bij aanvangsblok 4).
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Schriftelijk tentamen
Schrijfopdracht
Resultaatschaal
Numeriek 1 decimalen
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
50
50
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
4
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4 bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
4
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4 bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: Maatschappelijk gezien heeft onderwijs verschillende opdrachten. Naast het kwalificeren van leerlingen voor een beroep of vervolgopleiding heeft onderwijs ook de opdracht om leerlingen persoonlijk te vormen en goed voor te bereiden op de maatschappij. In de module ‘de leraar als pedagoog’ staat het pedagogische handelen in de klas centraal zodat er een goed klassenklimaat tot stand kan komen waarin geleerd kan worden. Daarnaast besteden we aandacht aan de pedagogische opdracht van het onderwijs als het gaat om de persoonsvorming van leerlingen en de voorbereiding op participatie in de maatschappij. Om professioneel pedagogisch te kunnen handelen in de klas, is het belangrijk dat een docent weet hoe de eigen persoonlijke opvoeding en het eigen referentiekader dit pedagogisch handelen beïnvloedt. In deze cursus ontwikkelt de student een visie op pedagogisch handelen in de klas door vanuit verschillende perspectieven te kijken naar de eigen opvoeding, het eigen referentiekader en keuzes die er zijn ten aanzien van pedagogisch handelen. De student leert hoe pedagogisch handelen tijd-, cultuur- en plaats bepaald is, bekijkt ethische kwesties de beroepspraktijk van de leraar beroepsgericht onderwijs en algemeen vormend onderwijs en leert welke aspecten opvoeden in de klas heeft.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes De student: 1.
Beschrijft en herkent de pedagogische benaderingen; pedagogiek uit de verlichting, reformpedagogiek, morele opvoeding, vorming en burgerschapsopvoeding. 2. Beschrijft en herkent de ideeën van Luc Stevens , Biesta, Lea Dasberg en Micha de Winter over de pedagogische taak van de leraar. 3. Beschrijft en verklaart de pedagogische context van het hedendaagse onderwijs vanuit het verleden en actuele maatschappelijke ontwikkelingen en de (digitale) leerwereld van de leerlingen. 4. Herkent en benoemt belangrijke ethische en morele vragen en dilemma’s binnen het docentschap. 5. Kan een morele redenatie maken. 6. Herkent en benoemt kernpunten van de beroepsethiek van docenten en koppelt deze aan de kenmerken van de leerling. 7. Benoemt kenmerken van burgerschapsopvoeding en bildung als pedagogische opdracht van de school. 8. Benoemt pedagogisch gedrag dat aansluit bij de krachtige leeromgeving. 9. Beargumenteert de pedagogische opdracht van de leraar VO vanuit zijn eigen instrumentele en normatieve professionaliteit en maakt hierbij onder andere gebruik van de transactionele analyse. 10. De student schrijft een overtuigend betoog dat qua samenhang en afstemming op het publiek op beginnend 4F niveau zit. Leeractiviteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. Er worden hoor- en werkcolleges gegeven, waarin de bovenstaande doelen behaald worden met het bestuderen van literatuur, bekijken van instructiefilmpjes, instructie van de docent, activerende werkvormen waarin de stof verwerkt wordt en de student nadenkt over de relatie tussen de eigen opvoeding en het professionele pedagogisch handelen in de praktijk. De volgende thema’s komen aan bod: · Historische pedagogiek · Morele opvoeding · Ethiek in het onderwijs · Pedagogische opdracht: burgerschapsopvoeding en bildung · Opvoeden op school Toetsen en beoordelingscriteria: Deze cursus wordt afgerond met de volgende deeltoetsen:
1. 2.
Schriftelijk tentamen Schrijfopdracht
De schrijfopdracht wordt ingeleverd via WinVision en beoordeeld met een rubric (zie studiehandleiding). Beide onderdelen dienen ten minste te worden afgesloten met een 5,5.De weging voor het uiteindelijke eindcijfer is 50/50. Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Kennisbasis SBL-competenties: 1, 2 en 7 Generieke kennisbasis: 4.2 Morele ontwikkeling van de adolescent 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 6.4 Onderwijsvisie en ethiek 8.1 pedagogische driehoek 8.2 doel, arrangement, voorwaarden in de pedagogiek 8.3 verbinding pedagogisch leerplan met schools curriculum 8.4 pedagogiek van het (voorbereidend) beroepsonderwijs 9.2 Burgerschapsvorming
Addendum kennisbasis beroepsgerichtonderwijs: 4.2 Morele ontwikkeling 8.1 Pedagogische driehoek 9.2 Burgerschapsvorming
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Aanbeveling is om beroep 2 eerst af te ronden. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Vriens, L. (2007). Opvoeden in verwarrende tijden. Apeldoorn: Garant. Boek (verplicht) : Van Dalen, W. (2012 2e druk). Ethiek de Basis. Groningen: Noordhoff. Diversen (verplicht) : De overige verplichte studiematerialen; artikelen en hoorcolleges, worden gepubliceerd op de Hubl. 2.5 Workload Bij aanvangsblok 3: Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Bij aanvangsblok 4: Contactduur (uren): 32 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 106 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren.
2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/18/OAR-HBEROEP4-14
Titel
Beroep 5
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1
Cursuscode
1.2
Cursusnaam
1.3 1.4 1.5
Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAR-HBEROEP5-14 Beroep 5 - Leren omgaan met verschillen Profession 5: Working with diversity 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
niet verplicht
1 maal per week
niet verplicht
1 maal per week
Hoorcollege
WERKCOLLEGE
Nee
EMP Peeters (
[email protected]) Nederlands
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
1680 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 2: blok 2
1680 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 110 (bij alle aanvangsblokken)
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Dossier
Schriftelijk tentamen
Resultaatschaal
Numeriek 1 decimalen
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
60
40
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
4
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2 bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
4
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2 bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: In deze module leert de student in het kader van passend onderwijs om te gaan met verschillen in de onderwijssituatie. Begrippen als Passend onderwijs, Handelingsgericht werken (HGW), Diversiteit: Kennis van en omgaan met Leerproblemen, Gedragsproblemen en Constructen (persoonlijke overtuigingen) staan centraal. Passend onderwijs richt zich vooral op dat wat nodig is om zowel op schoolniveau als op bovenschoolsniveau om te leren gaan met verschillen. Handelingsgericht werken richt zich meer op individuele casuïstiek. Binnen Diversiteit wordt het begrip ‘verschillen’ uitgewerkt aan de hand van specifieke onderwijsbehoeften die leerlingen hebben op basis van leerstoornissen (dylexie/dyscalculie), hoogbegaafdheid of gedragsproblemen/gedragsstoornissen. Aan de hand van de methode Professional in de Spiegel (Touw, 2009) wordt zicht verkregen op eigen constructen. Dit geeft zicht op het eigen denken over leerlingen en in het bijzonder de leerlingen die als gedragsmoeilijk worden ervaren en op de wijze waarop dit van invloed kan zijn op de interactie tussen de docent en de leerling. Deze module wordt afgesloten met een casusopdracht. Op basis van alle opgedane kennis van Beroep 5 (passend onderwijs, HGW, diversiteit en constructen) wordt een leerling-portret gepresenteerd.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes De student: 1. Benoemt de wettelijke verantwoordelijkheden van scholen met betrekkingen tot leerlingen met leer- en/of gedragsstoornissen en omschrijft hoe de zorgstructuur op zijn (leerwerk)school wordt vormgegeven. 2. Beargumenteert de eigen positie ten opzichte van passend onderwijs en welke consequenties dit heeft voor het professioneel handelen ten aanzien van het begeleiden van leerlingen. 3. Beschrijft de samenhang tussen persoonlijke overtuigingen ten aanzien van leerlingen met speciale behoeften en het uiteindelijke eigen denken en handelen (constructen). 4. Beschrijft de effectieve afstemming tussen eigen constructen en dat wat de leerling met een speciale onderwijsbehoefte nodig heeft. 5. Herkent en benoemt de symptomen en kenmerken bij leerlingen op het gebied van de belangrijkste leer- en gedragsproblemen. 6. Herkent en benoemt de mogelijke ondersteuning die school kan bieden in het geval van leeren gedragsproblemen en toont dit aan de hand van differentiatie in de eigen les 7. Beargumenteert - vanuit de theorie - de keuzes die gemaakt kunnen worden in het professioneel omgaan met diversiteit op klas- en schoolniveau waarbij begeleiden van leerlingen en differentiëren in de les centraal staan. 8. Ontwerpt op basis van het voorgaande een eigen les waarin begeleiden van leerlingen en differentiëren in de les herkenbaar zijn afgestemd op leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte. Leeractiviteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. We maken gebruik van het geven van instructie, hoor- en werkcolleges, het voeren van onderwijsleergesprekken, zelfontdekkend leren, samenwerkend leren, diverse discussievormen, presenteren, zelf studeren, samen schrijven, etc. Een ander deel bestaat uit meer zelfstandige werkvormen die alleen of samen met een andere studenten uitgevoerd worden zonder de directe aanwezigheid van een docent. De docent voorziet regelmatig in feedback of zorgt voor voldoende feedback van anderen bij het uitvoeren van de diverse opdrachten. De volgende thema’s komen aan bod: Stilstaan bij passend onderwijs en handelingsgericht werken Binnen dit thema leert de student hoe handelingsgericht werken zich verhoudt tot passend onderwijs. Kennis en vaardigheden die hierbij nodig zijn, ontwikkelt de student aan de hand van een aantal gerichte leeractiviteiten die zich zowel op schoolniveau als op individueel leerling
niveau begeven. In het dossier plaats de student een schrijven met zijn/haar visie op en positie ten aanzien van passend onderwijs in het VO en de consequenties hiervan voor het eigen professioneel handelen. Wie ben ik in het omgaan met verschillen? Binnen het onderwerp constructen gaat de student aan de slag met eigen opvattingen en overtuigingen ten opzichte van leerlingen met speciale behoeften. De student schrijft twee leerling portretten op basis van de methode Professional in de Spiegel, waarbij hij zichtbaar maakt hoe eigen opvattingen van invloed zijn op de wijze waarop de student leerlingen benadert. De begeleiding van leerlingen kan vanuit het eigen perspectief meer betekenis krijgen, waarbij de student leert richting te geven aan het eigen Hoe ga ik om met verschillen? Binnen het onderwerp diversiteit worden verschillende onderwerpen door studenten uitgewerkt. Voor de kennistoets is het van belang de kenmerken en symptomen te kunnen onderscheiden van de verschillende leer- en gedragsstoornissen die worden gepresenteerd. Vervolgens
wordt een eigen onderwerpkeuze gemaakt passend bij een casus in de eigen praktijk. Bevindingen worden uitgewerkt in een OPP, waarin een zelf ontworpen les (op basis van het boek Differentiëren is te leren) is opgenomen. Toetsen en beoordelingscriteria Deze cursus wordt afgerond met de volgende deeltoetsen: 1. Schriftelijk tentamen 2. Dossier Het dossier wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie studiehandleiding) en moet worden ingeleverd binnen WinVision. Beide onderdelen dienen ten minste te worden afgesloten met een 5,5. De weging voor het uiteindelijke eindcijfer is 40/60. Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-competenties: 1,2,4,5,6 en 7 Generieke kennisbasis: 5.1 Leerlingbegleiding in de school 5.2 Passend onderwijs voor iedereen? 5.3 Leerproblemen 5.4 Andere belemmeringen 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 7.3 De school als organisatie 9.1 Onderwijskansen
Addendum kennisbasis beroepsgericht onderwijs: 8.1 Pedagogische driehoek
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Het wordt aanbevolen eerste beroep 2 en 4 afgerond te hebben 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Pameijer, N., Beukering, T. van, Wulp, M. van der & Zandbergen, A. (2012). Handelingsgericht werken in het voortgezet onderwijs. Leusden: Acco. (In deze cursus hoofdstukken 1 en 6) Boek (verplicht) : Wolf, K. van der, Beukering, T. van (2009). Gedragsproblemen op scholen. Leuven / Den Haag: Acco (In deze cursus hoofdstuk 1 t/m 4) Diversen (verplicht) : Verplichte artikelen (te vinden op online leeromgeving): Touw,
H. & Beukering, van, T. (2009) Professional in de spiegel: achtergronden. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 48, 453-460 Diversen (verplicht) : Verplichte artikelen (te vinden op online leeromgeving): Touw, H. & Beukering, van, T. (2009) Professional in de spiegel: de werkwijze. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 48, 461-467 Boek (verplicht) : Berben, M. & Teeseling,van M. (2015). Differentiëren is te leren. Omgaan met verschillen in het voortgezet onderwijs. Amersfoort: CPS. Boek (aanbevolen) : Spreij, L.C., Klapwijk, G.J., Broersen, A., & Peeters, E.M.P. (2016). Focus! oplossingsgericht afstemmen in het onderwijs. Leuven/Den Haag: Acco. Werkboek (verplicht) : Werkboek Professional in de Spiegel geschreven door Touw, H. en van Beukering, T. Te bestellen via de docent/PM tijdens de eerste bijeenkomst. Is een bestelling via de FE. Kosten: 15 euro. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/18/OAR-HBEROEP5-14
Titel
Beroep 6
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode
OAR-HBEROEP6-14 Beroep 6 - Diversiteit: Cultuur en Onderwijzen Profession 6 Diversity: Culture and Teaching 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.2 Cursusnaam 1.3 Cursusnaam in Engels 1.4 Aantal EC's 1.5 Studiefase/niveau 1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal
Nee
H Guven (
[email protected]) Nederlands
1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Hoorcollege
niet verplicht
1 maal per week
1680 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3
Werkcollege
niet verplicht
1 maal per week
1680 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 110 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Dossier
Numeriek 1 decimalen
Schriftelijk tentamen
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
50
50
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
4
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3 bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 bij aanvangsblok 3: . blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: Het werkveld van docenten in het voortgezet onderwijs en in het mbo is erg divers. Leerlingen hebben sterk uiteenlopende sociaal-culturele en economische achtergronden. De diversiteit in de samenleving stelt iedere dag weer nieuwe vragen aan het onderwijs en vooral aan de docent. Scholen hebben de taak de leerlingen bewust bekwaam op te leiden zodat zij straks deel kunnen nemen aan die bestaande pluriforme samenleving. De zoektocht naar een juiste aanpak is groot en professionaliteit op het terrein van diversiteit is binnen het onderwijs nog niet vanzelfsprekend. Tijdens deze cursus maakt de student kennis met verschillende aspecten binnen het domein diversiteit. De belangrijkste uitdagingen die onze pluriforme maatschappij met zich meebrengt voor het onderwijsveld komen aan de orde en de student wordt uitgedaagd om na te denken over de eigen attitude ten aanzien van diversiteit en wat adequaat pedagogisch-didactisch handelen in deze kan bijdragen aan het opleiden van leerlingen.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes De student: 1.
2. 3. 4.
5.
6.
7. 8.
9.
Beschrijft de migratiegeschiedenis van leerlingen en laat daarbij zien inzicht te hebben in de algemene economische, politieke en ruimtelijke situatie van het land van herkomst. Legt uit wat het begrip cultuur inhoudt; cultuur vanuit zowel statisch als vanuit dynamisch perspectief. Legt uit wat diversiteit als breed begrip inhoudt en dat de identiteit van een persoon uit verschillende aspecten bestaat. Analyseert beroepssituaties waarin diversiteit in brede zin een rol speelt met behulp van concepten als: migratiegeschiedenis, cultuur, etnische diversiteit, talige diversiteit, gender en seksuele diversiteit en laat in de toepassing in een onderwijssituatie zien, zich bewust te zijn dat diversiteit een logisch, complex en dynamisch fenomeen is. Onderkent eigen aannames, (voor)oordelen. overtuigingen (constructen), waarden en normen ten aanzien van (gedrag) van leerlingen en hun ouders met uiteenlopende achtergronden gelet op de sociaaleconomische, culturele en religieuze context. Beschrijft een visie op seksualiteit als sociaal proces met aandacht voor aspecten als homoseksualiteit, biseksualiteit, transgender. De student kan verschillende vormen van meertaligheid beschrijven en benoemen in de onderwijspraktijk. Beschrijft een visie op verschillende modellen van interculturele communicatie. Analyseert het verloop van een stagnerende dialoog tussen mensen met een verschillende achtergrond en kan een aanpak beschrijven die de dialoog op gang helpt. Beschrijft de werking van straatcultuur en beschrijft in de context van burgerschapsopvoeding hoe leerlingen de voordelen duidelijk gemaakt kunnen worden van het zich conformeren aan de burgercultuur.
Leeractiviteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarin studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. De student volgt interactieve en activerende hoor- en werkcolleges waarin de bovenstaande doelen behaald worden met het bestuderen van literatuur, bekijken van instructiefilmpjes, instructie van de docent, het maken van dossieropdrachten en diverse werkvormen waarbij zowel individueel als in groepen gewerkt wordt. Met name het denken en leren vanuit casuïstiek en praktijkvoorbeelden staat in deze module centraal. De volgende thema’s komen aan bod: · Burgerschap · Cultuur · Gender · Seksuele diversiteit · Migratiegeschiedenis · Interculturele communicatie
Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgelopen met de volgende deeltoetsen: 1. Schriftelijk tentamen 2. Dossier Het dossier wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie studiehandleiding) en moet worden ingeleverd binnen WinVision. Beide onderdelen dienen ten minste te worden afgesloten met een 5,5. De weging is 50/50. Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL- competenties: 1,2 en 7 Generieke kennisbasis: 3.1 Mentale modellen bij communicatie 3.2 Gesprekvoering 3.3 Groepsdynamica 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 8.4 Pedagogiek van het (voorbereidend) beroepsonderwijs 9.1 Onderwijskansen 9.2 Burgerschapsvorming 9.3 Omgaan met diversiteit 9.4 Culturen en levensbeschouwingen Addendum kennisbasis beroepsgericht onderwijs: 3.2 Gespreksvoering 3.3 Groepsdynamica 9.2 Burgerschapsvorming
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Aanbevolen wordt eerst beroep 2 en 4 afgerond te hebben 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Schermer,K. (2008). Interculturele samenwerking en communicatie. Groningen: Noordhoff. Boek (verplicht) : Eldering, L. (2014). Cultuur en opvoeding. Rotterdam: Lemniscaat. Diversen (verplicht) : Naast de verplichte literatuur lezen de studenten aanvullende literatuur (artikelen, hoofdstukken uit boeken, websites, enz.). Deze worden gepubliceerd op de online leeromgeving. Boek (verplicht) : Werkboek Professional in de Spiegel geschreven door Touw, H. en van Beukering, T. Te bestellen via de docent/PM tijdens de eerste bijeenkomst. Is een bestelling via de FE. Kosten: 15 euro. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen
Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/18/OAR-HBEROEP6-14
Titel
Beroep 7
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-HBEROEP7-14 Beroep 7 - De leraar als mentor Profession 7 - The teacher as counselor 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
B Hermsen (tel. 06 51681374) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Hoorcollege
niet verplicht
1 maal per week
840 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Werkcollege
niet verplicht
1 maal per week
840 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 112
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Dossier
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Docenten in het onderwijs hebben naast hun lesgevende taak vaak een taak als mentor. Als mentor ben je spil in de leerlingbegeleiding. In individuele gesprekken en in je mentorlessen begeleid je leerlingen bij het leren leren, het maken van keuzes en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Daarnaast ben je een belangrijkste schakel tussen leerling, docenten en ouders. In deze cursus ontwikkel je visie en vaardigheden om als mentor in het onderwijs te functioneren. Daarbij wordt specifiek aandacht besteed aan gespreksvaardigheid en het werken aan sociale veiligheid in een klas. Dit alles vraagt meer van je begeleidende vaardigheden dan het uitvoeren van je lesgevende taak. En omdat begeleiden als professioneel handelen niet los kan worden gezien van de persoon die de begeleiding uitvoert, betekent dit dat het begeleiden van leerlingen je ook confronteert met jezelf. Je leert daarom in deze cursus niet alleen wat taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van een mentor zijn en welke gespreksvaardigheden je hierbij gebruikt, maar je onderzoekt ook vragen als: wat is mijn bijdrage in de begeleiding? Wat doet de leerling met mij? Hoe reageer ik daar op? Word ik persoonlijk door de leerling geraakt? En hoe dan? En hoe beïnvloedt dit mijn begeleidende houding tijdens leerlingbegeleiding? Persoonlijke en professionele ontwikkeling gaan daarom in deze cursus hand in hand.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes: De student: 1.
Analyseert de rol van mentor en plaatst de begeleiding van leerprocessen, ondersteuning bij studiekeuzeprocessen en hulp bij sociaal-emotionele problemen in de context van een school. 2. Voert een gesprek waarin hij verschillende gespreksinterventies op de vier gespreksniveaus inzet, passend bij het doel van het gesprek en zijn gesprekspartner. 3. Onderscheidt groepsdynamische processen in een klas en ontwerpt een mentorles waarin het groepsproces positief wordt gestimuleerd. 4. Legt uit hoe de mentor een veilige leef- en werksfeer creëert waarmee de sociaalemotionele, morele en autonome ontwikkeling van leerlingen wordt bevorderd en ingespeeld wordt op hun psychologische basisbehoeften. 5. Geeft vorm aan leerprocessen gericht op het aanleren van studievaardigheden, keuzevaardigheden of levensvaardigheden. 6. Analyseert hoe hij gebruik kan maken van zijn eigen kwaliteiten en mogelijke rollen in de samenwerking met anderen. 7. Reflecteert met behulp van gedragspsychologische kennis van concepten als transactionele analyse, projectie en overdracht op zijn gedrag in interactie met leerlingen en beschrijft mogelijkheden om zijn professionele handelen te verbeteren. 8. Beargumenteert wat belangrijk is in het mentoraat en kan dit onderbouwen met waarden, normen en professionele opvattingen. 9. Verantwoordt de professionele opvattingen, werkwijzen, grenzen en benaderingen van de mentor aan leerlingen, ouders van leerlingen, collega’s en andere belanghebbenden. 10. De student schrijft een verantwoording van een lesopzet waarbij de tekst qua samenhang en afstemming op het publiek geschreven is op gevorderd 4F niveau. Leeractiviteiten Deze module wordt aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning is een onderwijsvorm waarbij studenten leren door de combinatie van face-to-face bijeenkomsten, een digitale leeromgeving, leren in een leerteam en leren op de werkplek. Vakinhoud, vakdidactiek en algemene didactiek worden hierbij gekoppeld aan de mogelijkheden van de technologie. De student krijgt hoor- en werkcolleges waarin de bovenstaande doelen behaald worden met het bestuderen van literatuur, bekijken van instructiefilmpjes, instructie van de docent, activerende werkvormen waarin de stof verwerkt wordt en toegepast op casussen, trainingsbijeenkomsten rondom gesprekstechnieken en het onderzoeken van de leerlingbegeleiding op de eigen (leer)werkplek. De volgende thema’s komen aan bod:
Visies op leerlingbegeleiding en het mentoraat Leerlingbegeleiding op het gebied van:
o leerlingen begeleiden bij het leren (leren leren); o leerlingen begeleiden bij psychosociale ontwikkeling (leren leven); o leerlingen begeleiden bij keuzes op school (leren kiezen) Groepsdynamica Begeleidingsgesprekken en gesprekstechnieken Conflicthantering Ouderbetrokkenheid Organisatie van het mentoraat
Toetsen en beoordelingscriteria De cursus wordt afgesloten met een dossier. Dit onderdeel wordt beoordeeld op basis van een rubric (zie cursushandleiding) en dient met minimaal een 5,5 afgerond te worden. Het dossier wordt ingeleverd in het digitaal portfolio (WinVision). Eerste toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. Tweede toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Kennisbasis SBL-competenties: 1, 2, 5, 6 en 7 Generieke kennisbasis: 1.4 Leerlingkenmerken 2.2 Leerdoelen en Instructiemodellen 2.3 Vormgeving van leerprocessen 2.4 Selectie en ontwerp van leermiddelen 2.5 Begeleiden van leerprocessen 3.1 Mentale modellen bij communicatie 3.2 Gespreksvoering 3.3 Groepsdynamica 5.1 Leerlingbegeleiding in de school 5.4 Andere belemmeringen 6.1 Werken aan de eigen professionele ontwikkeling 6.4 Onderwijsvisie en ethiek 7.3 De school als organisatie: structuur en cultuur 8.1 Pedagogische driehoek 8.2 Doel, arrangement en voorwaarden in de pedagogiek
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Het wordt aanbevolen eerst beroep 2 en 4 af te ronden. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Groothuis, M., & Verkuyl, H. (2012). Mentor in het voortgezet onderwijs. Gids voor een aanpak met visie. Amsterdam: Boom. Boek (verplicht) : Konig, A. (2008). In gesprek met de leerling. Houten: EPN . Wordt kosteloos digitaal door de opleiding ter beschikking gesteld. Boek (verplicht) : Tressel, J. (2012). De beroepsbekwame mentor. Het ontwikkelen van begeleidingskundige professionaliteit. Amsterdam: Boom. 2.5 Workload
Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 112 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/18/OAR-HBEROEP7-14
Docent in het beroepsgerichte onderwijs
Titel
Opleidingsvariant Voltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-HDOCBER-15 Docent in het beroepsgerichte onderwijs Teacher vocational education 15 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
EL Munneke (tel. 06-51684220) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Hoorcollege
niet verplicht
3 maal per blok
720 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Werkcollege
niet verplicht
7 maal per blok
2520 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 366 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Dossiertoets 1
Dossiertoets 2
Resultaatschaal
Numeriek 1 decimalen
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
50
50
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
4
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2 bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
4
bij aanvangsblok 1: . blok 2 . blok 3 bij aanvangsblok 3: . blok 4 . blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
In het eerste deel van de cursus leer je het (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs kennen. Je oriënteert je op de meest recente ontwikkelingen ten aanzien van de domeinen en de kwalificatiestructuur, op kernconcepten van het leren in een beroepsgericht traject en op de meervoudige taak van een docent in het (v)mbo. Ook leer je de vmbo-leerlingen en mbostudenten kennen waar je als docent beroepsonderwijs mee te maken krijgt. Thema’s als zorg, cultuur en manieren van leren komen aan bod en je verdiept je in het omgaan met de grote diversiteit aan talenten en achtergronden van de leerlingen en studenten. Daarnaast leer je vorm te geven aan leerprocessen in het (v)mbo, waarbij je rekening houdt met de specifieke leeruitkomsten van het beroepsonderwijs, de beroepen waartoe je leerlingen en studenten opleidt, de verschillende settingen waarin leren plaatsvindt (schoolse – en werkplek gerelateerde leeromgevingen) en de diversiteit van de leerling- en student populatie. In het tweede deel van de cursus staat het begeleiden van leerlingen en studenten richting functioneren in de maatschappij en het beroep centraal. Hierbij gaat het om thema’s als burgerschapsvorming en (studie)loopbaanbegeleiding en het begeleiden van sociaalemotionele ontwikkeling. Omdat dit een complexe taak van een docent beroepsonderwijs is, is een belangrijk onderdeel hierbij de vaardigheidstraining op het gebied van communicatie en het beïnvloeden van groepsprocessen in de context van het beroepsgerichte onderwijs. En omdat begeleiden niet los kan worden gezien van de persoon die de begeleiding uitvoert, betekent dit dat het begeleiden van leerlingen of studenten je ook confronteert met jezelf. Je leert daarom in dit deel niet alleen wat taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van een mentor of studieloopbaanbegeleider zijn en welke gespreksvaardigheden je hierbij gebruikt, maar je onderzoekt ook vragen als: Wat is mijn bijdrage in de begeleiding? Wat doet de leerling of student met mij? Hoe reageer ik daar op? Word ik persoonlijk door de leerling of student geraakt? En hoe dan? En hoe beïnvloedt dit mijn begeleidende houding? Persoonlijke en professionele ontwikkeling gaan daarom in deze cursus hand in hand. De cursus kenmerkt zich verder door een wisselwerking tussen theorie en praktijk. Verdieping in theoretische kennis wordt toegepast in praktijkopdrachten in het (v)mbo en vanuit de praktijkervaringen ontwikkel je je eigen visie ten aanzien van het docentschap in het beroepsonderwijs.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes De student: 1. 2.
3. 4.
5.
6.
7.
beschrijft kenmerken en ontwikkelingen van het Nederlandse (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs; beargumenteert op basis van literatuur en interviews met docenten en leerlingen of studenten zijn zienswijze op de manier waarop een vmbo of mbo instelling omgaat met de diversiteit van hun leerlingen of studenten; geeft vorm aan leerprocessen in het (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs; analyseert de rol van een (studie)loopbaanbegeleider of mentor in het (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs en geeft vanuit deze rol vorm aan leerprocessen gericht op het aanleren van studievaardigheden, keuzevaardigheden en sociaal-emotionele vaardigheden; inventariseert hoe docenten in een (v)mbo instelling in de klas werken aan sociale veiligheid, hoe zij de begeleiding van leerlingen of studenten met leer- en gedragsproblemen vormgeven en op welke manier zij inspelen op de psychosociale basisbehoeften van leerlingen en studenten; voert een begeleidingsgesprek met een leerling of student waarin hij verschillende gespreksinterventies op de vier gespreksniveaus inzet, passend bij het doel van het gesprek en zijn gesprekspartner; beargumenteert wat belangrijk is in het mentoraat en kan dit onderbouwen met waarden, normen en professionele opvattingen.
Kennisbasis SBL competenties 1,2,3, 4, 5, 6 en 7 Generieke kennisbasis + addendum beroepsonderwijs
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Leren in diverse contexten: 1. Leren in niet schoolse settingen 2. Visies op leren op school en op de werkplek, visies op kennisverwerving en – ontwikkeling in het kader van een beroepsopleiding 3. Leerstrategieën en strategieën van zelfregulatie 4. Heterogene deelnemerspopulatie waaronder ook volwassenen Didactiek en leren 1. Vertalen van beroepsprocessen naar leerprocessen 2. Verschillende soorten kennis kunnen onderscheiden 3. Didactiek van het beroepsonderwijs kunnen inzetten 4. Onderwijs kunnen vormgeven met de leerprocessen van het beroepsonderwijs 5. Leeromgevingen met betekenisvolle context tussen schools- en werkplekleren kunnen herkennen en op het juiste moment inzetten 6. Differentiatietechnieken toepassen 7. Kennis hebben van toetsing in het (v)mbo, proeve van bekwaamheid etc. Communicatie 1. Taal van het vak en van het bedrijfsleven spreken in gesprekken met studenten Ontwikkeling van de adolescent 1. Studentbegeleiding met aandacht voor sociaal-emotionele dimensie en de cognitieve dimensie (leren leren, leren denken, leren keuzes maken). 2. Student begeleiden in ontwikkelen van hun beroepsidentiteit/vakbekwaamheid (wie en hoe wil ik zijn) en begeleidt het Proces van ‘becoming’: het beroep vinden dat je past (welke beroepen passen bij mij) 3. Verbinden van instrumentele professionalisering aan normatieve professionalisering Leerlingen met speciale behoeften 1. Studenten begeleiden in studiekeuze/voortijdig schoolverlaten 2. Kennis van motivatietheorieën Professionele docenten 1. Kennis van ‘professionele identiteit in het mbo’ 2. Begrip van ‘professionele docent in het mbo’ 3. Begrip van de kernopgaven voor de docent in het mbo 4. Externe oriëntatie Onderwijs in Nederland 1. Kennis van het Nederlands onderwijsstelsel voor beroepsonderwijs en alle complexiteit die daarbij komt kijken (doorstroom, leerroutes, niveaus, leerwegen) 2. Kennis van competentiegericht beroepsonderwijs 3. Verdiepen in organisatie, structuur en cultuur van een instelling voor vmbo of mbo Pedagogische kwaliteit
Diversiteit en onderwijs
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : De omgekeerde leerweg, een nieuw perspectief voor het beroepsonderwijs; Aalsma, E; ISBN: 9789059724778; 1e druk; Eburon. Kosten 23,50 Euro Boek (verplicht) : Studieloopbaanbegeleiding. Cornelissen, M. ISBN: 9789047300472 . 1e druk. (2008). Den Haag: Boom Uitgevers. Kosten 49.95 Euro. Diversen (verplicht) : Publicatie Verbindend perspectief op opleiden naar vakmanschap. Expertisegebieden van docenten en praktijkopleiders in het mbo. Aalsma, E. van den Berg, & de Bruijn, E. ISBN: V 978-94-6052-083-9 (2014). Den Bosch: ecbo. Kosteloos te downloaden. Diversen (verplicht) : Publicatie Professionele identiteit in perspectief. Intensieve relaties voor ijzersterk beroepsonderwijs. Klatter, E. ISBN: 9789051798906 (2015).
Rotterdam: Hogeschool Rotterdam Uitgeverij. Kosteloos te downloaden. Boek (verplicht) : In gesprek met de leerling. Konig, A. (2009). Houten: Uitgeverij EPN. Kosteloos te downloaden. Boek (verplicht) : Interculturele samenwerking en communicatie. Schermer, K. ISBN: 9789001500979. 1e druk (2008). Groningen: Noordhoff Uitgevers B.V. Kosten: 33.50 Euro. Boek (verplicht) : Handelingsgericht werken in het voortgezet onderwijs. Pameijer, N., Beukering, T. van, Wulp, M. van der & Zandbergen, A. ISBN: 9789033489587 (2012). Leusden: Acco . Kosten: 26.50. Diversen (verplicht) : Aanvullend aan de verplichte literatuur worden tijdens de cursus artikelen aangereikt ter verdieping van de diverse thema’s. Boek (aanbevolen) : Gedragsproblemen in scholen. Wolf, K. van der, Beukering, T. van. ISBN: 9789033474989 (2009). Leuven / Den Haag: Acco . Kosten: 30 Euro. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 54 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 366 Totaal (uren) 420 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (15) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Studie en Werk VT-2A
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H1S&WV2A-12 Studie en Werk VT-2A Study and Work VT-2A 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Basis
Intervisie
Aanwezigheid verplicht?
niet verplicht
niet verplicht
Frequentie
1 maal per
1 maal per
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren -132 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
portfolio
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: In Studie en Werk VT-2 doe je op je leerwerkplek praktijkervaring op en experimenteer je met verschillende les- en begeleidingstaken. Je zorgt ervoor dat je ervaring opdoet in de drie sectoren van het tweedegraadsgebied (vmbo, havo,vwo en mbo). Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie en je beelden van zelf, studie en beroep. Je eindigt het jaar met het vaststellen van ontwikkeldoelen en het solliciteren naar een leerwerkplek voor het volgende studiejaar.
2.2
Cursus inhoud
Doelstellingen/competenties: Je werkt in jaar 2 vooral aan je basis docentvaardigheden. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Competentieontwikkeling : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur. Tijdens Studie en Werk leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Studie-en- Werkbegeleider (SWB) en een Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-2A ben je gedurende 20 dagen op de leerwerkplek, waarbij je verschillende les- en begeleidingstaken uitvoert. Gespreid over het hele studiejaar verzorg je minimaal 20 les- of begeleidingsuren. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundel Vak. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je regelmatig terugkoppelt naar je competentieontwikkeling en je studieplanning. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Minimaal tweemaal per jaar voer je een studievoortgangsgesprek met je SWB. Voor Studie en Werk neem je deel aan twee soorten groepsbijeenkomsten: basisbijeenkomsten onder leiding van je SWB en intervisiebijeenkomsten onder leiding van je IO. De basisbijeenkomsten zijn altijd op Instituut Archimedes, de intervisiebijeenkomsten kunnen ook op de opleidingsschool plaatsvinden. Tijdens de basisbijeenkomsten komen vooral studieplanning, competentieontwikkeling en het instrumentarium dat je nodig hebt bij het werkplekleren aan de orde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO en een beoordelingsadvies van de WB, die beide onderdeel uitmaken van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal voorwaarden hebt voldaan, zoals je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben en een voldoende taalniveau in je verslag. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria (op een steeds hoger taxonomisch niveau). Deze zijn vastgelegd in de beoordelingsrapporten.
1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7 . Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio leg je zelf verbindingen met onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT). Ingangseisen: Studie en Werk 1A afgerond.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk VT-1A (OAR-PS&WV1A-12) Veronderstelde voorkennis: Inhouden van Studie en Werk 1 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor VT + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Ebbens, S. (2013), Effectief leren,Noordhoff Uitgevers Boek (verplicht) : Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Teitler, P. (2011), Lessen in orde, Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Wal, van der, J. (2011), Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 270 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): -132 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Studie en Werk VT-2B
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H1S&WV2B-12 Studie en Werk VT-2B Study and Work VT-2B 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Basis
niet verplicht
1 maal per
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Intervisie
niet verplicht
1 maal per
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren -132 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
portfolio
Numeriek 1 decimalen
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving: In Studie en Werk VT-2 doe je op je leerwerkplek praktijkervaring op en experimenteer je met verschillende les- en begeleidingstaken. Daarbij zorg je er voor dat je tijdens de modules Studie en Werk in jaar 1 en 2 ervaring opdoet in verschillende sectoren van het tweedegraadsgebied: het beroepsonderwijs (vmbo en mbo) en het voortgezet onderwijs (havo en vwo). Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie en je beelden van zelf, studie en beroep. Je eindigt het jaar met het kiezen van een afstudeerrichting, het vaststellen van ontwikkeldoelen en het solliciteren naar een leerwerkplek voor het volgende studiejaar.
2.2
Cursus inhoud
Doelstellingen/competenties: Je werkt in jaar 2 vooral aan je basis docentvaardigheden. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Competentieontwikkeling : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur. Tijdens Studie en Werk leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Studie-en- Werkbegeleider (SWB) en een Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-2B ben je gedurende 20 dagen op de leerwerkplek, waarbij je verschillende les- en begeleidingstaken uitvoert. Gespreid over het hele studiejaar verzorg je minimaal 20 les- of begeleidingsuren. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je regelmatig terugkoppelt naar je competentieontwikkeling en je studieplanning. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Minimaal tweemaal per jaar voer je een studievoortgangsgesprek met je SWB. Voor Studie en Werk neem je deel aan twee soorten groepsbijeenkomsten: basisbijeenkomsten onder leiding van je SWB en intervisiebijeenkomsten onder leiding van je IO. De basisbijeenkomsten zijn altijd op Instituut Archimedes, de intervisiebijeenkomsten kunnen ook op de opleidingsschool plaatsvinden. Tijdens de basisbijeenkomsten komen vooral studieplanning, competentieontwikkeling en het instrumentarium dat je nodig hebt bij het werkplekleren aan de orde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO en een beoordelingsadvies van de WB, die beide onderdeel uitmaken van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal voorwaarden hebt voldaan, zoals je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben en een voldoende taalniveau in je verslag. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria
(op een steeds hoger taxonomisch niveau). Deze zijn vastgelegd in de beoordelingsrapporten. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7 . Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio leg je zelf verbindingen met onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT). Doelstellingen/competenties: Je werkt in jaar 2 vooral aan je basis docentvaardigheden. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Competentieontwikkeling : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur. Tijdens Studie en Werk leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Studie-en- Werkbegeleider (SWB) en een Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-2A ben je gedurende 20 dagen op de leerwerkplek, waarbij je verschillende les- en begeleidingstaken uitvoert. Gespreid over het hele studiejaar verzorg je minimaal 20 les- of begeleidingsuren. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundel Vak. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je regelmatig terugkoppelt naar je competentieontwikkeling en je studieplanning. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Minimaal tweemaal per jaar voer je een studievoortgangsgesprek met je SWB. Voor Studie en Werk neem je deel aan twee soorten groepsbijeenkomsten: basisbijeenkomsten onder leiding van je SWB en intervisiebijeenkomsten onder leiding van je IO. De basisbijeenkomsten zijn altijd op Instituut Archimedes, de intervisiebijeenkomsten kunnen ook op de opleidingsschool plaatsvinden. Tijdens de basisbijeenkomsten komen vooral studieplanning, competentieontwikkeling en het instrumentarium dat je nodig hebt bij het werkplekleren aan de orde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO en een beoordelingsadvies van de WB, die beide onderdeel uitmaken van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal voorwaarden hebt voldaan, zoals je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben en een voldoende taalniveau in je verslag.
Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria (op een steeds hoger taxonomisch niveau). Deze zijn vastgelegd in de beoordelingsrapporten. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7 . Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio leg je zelf verbindingen met onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT).
Ingangseisen: Studie en Werk 1B afgerond.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk VT-1B (OAR-PS&WV1B-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1 en 2A 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor VT + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Ebbens, S. (2013), Effectief leren,Noordhoff Uitgevers Boek (verplicht) : Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Teitler, P. (2011), Lessen in orde, Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Wal, van der, J. (2011), Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 270 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): -132 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Studie en Werk VT-3A
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H2S&WV3A-12 Studie en Werk VT-3A Study and Work VT-3A 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Basis
niet verplicht
1 maal per
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Intervisie
niet verplicht
1 maal per
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren -132 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
portfolio
Numeriek 1 decimalen
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving: In Studie en Werk VT-3 ontwikkel je je verder met als doel aan het eind van het jaar te kunnen functioneren als zelfstandig docent met louter begeleiding op afstand. Vanaf Studie en Werk 3B zorg je ervoor dat je een leerwerkplek hebt die past bij je afstudeerrichting: beroepsonderwijs (vmbo en mbo) of voortgezet onderwiis (havo en vwo). Op je leerwerkplek verzorg je steeds meer lessen en ga je deelnemen aan teamoverleg en andere onderwijsactiviteiten. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie. Je ontwikkelt een visie op jezelf als persoon, student en aankomend docent, denk na over de keuzes die je maakt en gronden waarop je dat doet bij. Aan het eind van het jaar stel je ontwikkeldoelen en solliciteer je naar een leerwerkplek voor de afstudeerfase.
2.2
Cursus inhoud
Verdeling studielast Studie en Werk A-cursus en B-cursus: Voor de cursussen Studie en Werk in studiejaren 3 en 4 geldt dat steeds 5 EC toegekend is aan de A-cursus en 10 EC aan de B-cursus. In de praktijk zal de studielast van de A- en B- cursus gelijkmatig over het studiejaar verdeeld worden. Doelstellingen/competenties: Je werkt in jaar 3 verder aan de ontwikkeling van je eigen beroepscompetenties met als doel aan het eind van het studiejaar als zelfstandig docent te kunnen functioneren. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Competentieontwikkeling : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur. Tijdens Studie en Werk leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Studie-en- Werkbegeleider (SWB) en een Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-3A ben je gedurende 40 dagen op de leerwerkplek, waarbij je verschillende les- en begeleidingstaken uitvoert. Gespreid over het hele studiejaar verzorg je minimaal 80 les- of begeleidingsuren. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundel Vak. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je regelmatig terugkoppelt naar je competentieontwikkeling en je studieplanning. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Minimaal tweemaal per jaar voer je een studievoortgangsgesprek met je SWB. Voor Studie en Werk neem je deel aan twee soorten groepsbijeenkomsten: basisbijeenkomsten onder leiding van je SWB en intervisiebijeenkomsten onder leiding van je IO. De basisbijeenkomsten zijn altijd op Instituut Archimedes, de intervisiebijeenkomsten kunnen ook op de opleidingsschool plaatsvinden. Tijdens de basisbijeenkomsten komen vooral studieplanning, competentieontwikkeling en het instrumentarium dat je nodig hebt bij het werkplekleren aan de orde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. Toetsen en beoordelingscriteria:
Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO en een beoordelingsadvies van de WB, die beide onderdeel uitmaken van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal voorwaarden hebt voldaan, zoals je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben en een voldoende taalniveau in je verslag. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria (op een steeds hoger taxonomisch niveau). Deze zijn vastgelegd in de beoordelingsrapporten. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7 . Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio leg je zelf verbindingen met onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT). Ingangseisen: Studie en Werk 2A afgerond.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk VT-2A (OAR-H1S&WV2A-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1 en 2 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor VT + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Ebbens, S. (2013), Effectief leren,Noordhoff Uitgevers Boek (aanbevolen) : Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Teitler, P. (2011), Lessen in orde, Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Wal, van der, J. (2011), Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Geerts, W. & Kralingen, R. van (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Boek (verplicht): Berber M. & van Teeseling M (2014), Differentiëren is te leren, CPS 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 270 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): -132 Totaal (uren) 140
Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Studie en Werk VT-3B
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H2S&WV3B-12 Studie en Werk VT-3B Study and Work VT-3B 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Basis
niet verplicht
1 maal per
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Intervisie
verplicht
1 maal per
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 8 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
portfolio
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving: In Studie en Werk VT-3 ontwikkel je je verder met als doel aan het eind van het jaar te kunnen functioneren als zelfstandig docent met louter begeleiding op afstand. Vanaf Studie en Werk 3B zorg je ervoor dat je een leerwerkplek hebt die past bij je afstudeerrichting: beroepsonderwijs (vmbo en mbo) of voortgezet onderwiis (havo en vwo). Op je leerwerkplek verzorg je steeds meer lessen en ga je deelnemen aan teamoverleg en andere onderwijsactiviteiten. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie. Je ontwikkelt een visie op jezelf als persoon, student en aankomend docent, denk na over de keuzes die je maakt en gronden waarop je dat doet bij. Aan het eind van het jaar stel je ontwikkeldoelen en solliciteer je naar een leerwerkplek voor de afstudeerfase.
2.2
Cursus inhoud
Verdeling studielast Studie en Werk A-cursus en B-cursus: Voor de cursussen Studie en Werk in studiejaren 3 en 4 geldt dat steeds 5 EC toegekend is aan de A-cursus en 10 EC aan de B-cursus. In de praktijk zal de studielast van de A- en B- cursus gelijkmatig over het studiejaar verdeeld worden. Doelstellingen/competenties: Je werkt in jaar 3 verder aan de ontwikkeling van je eigen beroepscompetenties met als doel aan het eind van het studiejaar als zelfstandig docent te kunnen functioneren. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Competentieontwikkeling : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur. Tijdens Studie en Werk leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Studie-en- Werkbegeleider (SWB) en een Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-3B ben je gedurende 40 dagen op de leerwerkplek, waarbij je verschillende les- en begeleidingstaken uitvoert. Gespreid over het hele studiejaar verzorg je minimaal 80 les- of begeleidingsuren. Dit zijn taken die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor jou. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je regelmatig terugkoppelt naar je competentieontwikkeling en je studieplanning. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Minimaal tweemaal per jaar voer je een studievoortgangsgesprek met je SWB. Voor Studie en Werk neem je deel aan twee soorten groepsbijeenkomsten: basisbijeenkomsten onder leiding van je SWB en intervisiebijeenkomsten onder leiding van je IO. De basisbijeenkomsten zijn altijd op Instituut Archimedes, de intervisiebijeenkomsten kunnen ook op de opleidingsschool plaatsvinden. Tijdens de basisbijeenkomsten komen vooral studieplanning, competentieontwikkeling en het instrumentarium dat je nodig hebt bij het werkplekleren aan de orde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio
dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO en een beoordelingsadvies van de WB, die beide onderdeel uitmaken van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal voorwaarden hebt voldaan, zoals je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben en een voldoende taalniveau in je verslag. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria (op een steeds hoger taxonomisch niveau). Deze zijn vastgelegd in de beoordelingsrapporten. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties met de nadruk op 1 t/m 4 en 7 . Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio leg je zelfverbindingen met onderdelen van de kennisbases
(vak, generiek en ICT).
Ingangseisen: Studie en Werk 2B afgerond. 2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk VT-2B (OAR-H1S&WV2B-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1 en 2 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Beroep voor VT + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Ebbens, S. (2013), Effectief leren,Noordhoff Uitgevers Boek (aanbevolen) : Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Teitler, P. (2011), Lessen in orde, Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Wal, van der, J. (2011), Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Geerts, W. & Kralingen, R. van (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Boek (verplicht): Berber M. & van Teeseling M (2014), Differentiëren is te leren, CPS 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 270 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 8
Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Studie en Werk VT-4A
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H3S&WV4A-12 Studie en Werk VT-4A Study and Work VT-4A 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Basis
niet verplicht
1 maal per
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Intervisie
niet verplicht
1 maal per
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren -132 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
portfolio
Numeriek 1 decimalen
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving: In Studie en Werk VT-4 ontwikkel je je verder tot een startbekwame docent. Je zorgt ervoor dat je een leerwerkplek hebt die past bij je afstudeerrichting: beroepsonderwijs (vmbo en mbo) of voortgezet onderwiis (havo en vwo). Op je leerwerkplek verzorg je zelfstandig het complete onderwijs in jouw vak aan enkele klassen. Daarnaast participeer je als een volwaardig docent in niet lesgebonden activiteiten en lever je een bijdrage aan onderwijs- of schoolontwikkeling. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie. Je scherpt je visie aan en verantwoordt je keuzes en je handelen. Je eindigt het jaar met de voorbereiding op het assessment startbekwaam.
2.2
Cursus inhoud
Verdeling studielast Studie en Werk A-cursus en B-cursus: Voor de cursussen Studie en Werk in studiejaren 3 en 4 geldt dat steeds 5 EC toegekend is aan de A-cursus en 10 EC aan de B-cursus. In de praktijk zal de studielast van de A- en B- cursus gelijkmatig over het studiejaar verdeeld worden. Doelstellingen/competenties: Je werkt in jaar 4 aan de ontwikkeling van je eigen beroepscompetenties met als doel aan het eind van het studiejaar startbekwaam te zijn. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Competentieontwikkeling : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur. Tijdens Studie en Werk leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Studie-en- Werkbegeleider (SWB) en een Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-4A ben je gedurende 40 dagen op de leerwerkplek, waarbij je de volledige verantwoordelijkheid draagt voor 6-8 lesuren per week in het lintmodel, of 10-12 lesuren per week in het blokmodel. Ook participeer je als volwaardig docent in niet lesgebonden activiteiten en lever je een bijdrage aan onderwijs- of schoolontwikkeling. Daarnaast werk je aan opdrachten uit de bundel Vak. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je regelmatig terugkoppelt naar je competentieontwikkeling en je studieplanning. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Minimaal tweemaal per jaar voer je een studievoortgangsgesprek met je SWB. Voor Studie en Werk neem je deel aan twee soorten groepsbijeenkomsten: basisbijeenkomsten onder leiding van je SWB en intervisiebijeenkomsten onder leiding van je IO. De basisbijeenkomsten zijn altijd op Instituut Archimedes, de intervisiebijeenkomsten kunnen ook op de opleidingsschool plaatsvinden. Tijdens de basisbijeenkomsten komen vooral studieplanning, competentieontwikkeling en het instrumentarium dat je nodig hebt bij het werkplekleren aan de orde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO en een beoordelingsadvies van de WB, die beide onderdeel uitmaken
van de beoordeling. Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal voorwaarden hebt voldaan, zoals je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben en een voldoende taalniveau in je verslag. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria (op een steeds hoger taxonomisch niveau). Deze zijn vastgelegd in de beoordelingsrapporten. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio leg je zelf verbindingen met onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT). Ingangseisen: Voor deelname aan Studie en Werk VT 4A en 4B geldt de LIO-drempel: Studie en Werk 3B afgerond én 166 ec behaald.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk VT-3A (OAR-H2S&WV3A-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1, 2 en 3 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor VT + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Ebbens, S. (2013), Effectief leren,Noordhoff Uitgevers Boek (verplicht) : Geerts, W. (2011), Handboek voor leraren, Coutinho Boek (aanbevolen) : Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Teitler, P. (2011), Lessen in orde, Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Wal, van der, J. (2011), Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. Boek (verplicht) : Geerts, W. & Kralingen, R. van (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Boek (verplicht): Berber M. & van Teeseling M (2014), Differentiëren is te leren, CPS 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 270 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): -132 Totaal (uren) 140
Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Studie en Werk VT-4B
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H3S&WV4B-12 Studie en Werk VT-4B Study and Work VT-4B 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Basis
niet verplicht
1 maal per
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Intervisie
verplicht
1 maal per
8100 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 8 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
portfolio
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving: In Studie en Werk VT-4 ontwikkel je je verder tot een startbekwame docent. Je zorgt ervoor dat je een leerwerkplek hebt die past bij je afstudeerrichting: beroepsonderwijs (vmbo en mbo) of voortgezet onderwiis (havo en vwo). Op je leerwerkplek verzorg je zelfstandig het complete onderwijs in jouw vak aan enkele klassen. Daarnaast participeer je als een volwaardig docent in niet lesgebonden activiteiten en lever je een bijdrage aan onderwijs- of schoolontwikkeling. Aan de hand van je leervragen en reflecties koppel je de leerervaringen die je hierbij opdoet aan de docentcompetenties, daarbij leg je ook verbindingen met leerervaringen uit andere onderdelen van de studie. Je scherpt je visie aan en verantwoordt je keuzes en je handelen. Je eindigt het jaar met de voorbereiding op het assessment startbekwaam.
2.2
Cursus inhoud
Verdeling studielast Studie en Werk A-cursus en B-cursus: Voor de cursussen Studie en Werk in studiejaren 3 en 4 geldt dat steeds 5 EC toegekend is aan de A-cursus en 10 EC aan de B-cursus. In de praktijk zal de studielast van de A- en B- cursus gelijkmatig over het studiejaar verdeeld worden. Doelstellingen/competenties: Je werkt in jaar 4 aan de ontwikkeling van je eigen beroepscompetenties met als doel aan het eind van het studiejaar startbekwaam te zijn. Je legt continu verbindingen tussen je beelden, ervaringen, reflecties, kennis over relevante onderwijskundige thema’s en beroepsvereisten. Op basis daarvan maak je keuzes en formuleer je nieuwe leervragen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de begeleiding wordt aandacht besteed aan: 1. Werkplekleren: Het werken aan je eigen leervragen en het leren van praktijkervaringen. Hierbij maak je gebruik van instrumenten als reflectie, feedback en intervisie. 2. Competentieontwikkeling : Het leggen van verbindingen tussen je leerervaringen en reflecties enerzijds en je beelden van en plannen m.b.t. zelf, studie en beroep anderzijds. Je maakt hierbij o.a. gebruik van literatuur. Tijdens Studie en Werk leer en werk je als docent(assistent) op een school. Je werkt daarbij planmatig aan de hand van leerwerkvragen die je jezelf stelt en afstemt op de school. Je wordt daarbij vanuit Instituut Archimedes begeleid door je Studie-en- Werkbegeleider (SWB) en een Instituutsbegeleider (IO). Voor studenten op een stage- of coördinatorschool is de IO dezelfde persoon als de SWB. Daarnaast word je op je leerwerk zelf begeleid door een Werkplekbegeleider (WB) en evt. een Schoolopleider (SO). Met je Werkplekbegeleider bespreek je je werkzaamheden en leerervaringen regelmatig na. Tijdens Studie en Werk VT-4B ben je gedurende 40 dagen op de leerwerkplek, waarbij je de volledige verantwoordelijkheid draagt voor 6-8 lesuren per week in het lintmodel, of 10-12 lesuren per week in het blokmodel. Ook participeer je als volwaardig docent in niet lesgebonden activiteiten en lever je een bijdrage aan onderwijs- of schoolontwikkeling. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Deze leg je vast in je ontwikkelingsportfolio, waarbij je regelmatig terugkoppelt naar je competentieontwikkeling en je studieplanning. In overleg met je SWB, je IO en je WB stuur je zo in toenemende mate zelfstandig je eigen leerproces. Minimaal tweemaal per jaar voer je een studievoortgangsgesprek met je SWB. Voor Studie en Werk neem je deel aan twee soorten groepsbijeenkomsten: basisbijeenkomsten onder leiding van je SWB en intervisiebijeenkomsten onder leiding van je IO. De basisbijeenkomsten zijn altijd op Instituut Archimedes, de intervisiebijeenkomsten kunnen ook op de opleidingsschool plaatsvinden. Tijdens de basisbijeenkomsten komen vooral studieplanning, competentieontwikkeling en het instrumentarium dat je nodig hebt bij het werkplekleren aan de orde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten leer je o.a. op systematische wijze met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken, daarop te reflecteren en deze te thematiseren. Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt bij alle modules Studie en Werk getoetst door middel van het ontwikkelingsportfolio dat wordt beoordeeld door de IO. Bij de modules Studie en Werk 2B, 3B en 4B is er ook een lesbezoek door de IO en een beoordelingsadvies van de WB, die beide onderdeel uitmaken van de beoordeling.
Bij de eerste module Studie en Werk van elk studiejaar (2A, 3A en 4A) word je beoordeeld op je leerproces en krijg je ontwikkelingsgerichte feedback op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Bij de tweede module Studie en Werk (1B, 2B, 3B en 4B) word je beoordeeld op je leerproces en op je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. Je kunt pas beoordeeld worden als je aan een aantal voorwaarden hebt voldaan, zoals je administratie op orde, voldoende aanwezigheid, de afgesproken taken op je leerwerkplek uitgevoerd hebben en een voldoende taalniveau in je verslag. Je wordt elk jaar beoordeeld op dezelfde onderdelen, maar volgens verschillende niveaucriteria (op een steeds hoger taxonomisch niveau). Deze zijn vastgelegd in de beoordelingsrapporten. 1e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1e toetsmoment was. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties. Bij het werken aan de bekwaamheidseisen neemt, in de loop van de studie, de compleetheid van de handelingen, de complexiteit van de context en de zelfstandigheid van de student toe. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in het niveau Startbekwaam. Kennisbasis: In het ontwikkelingsportfolio leg je zelf verbindingen met onderdelen van de kennisbases (vak, generiek en ICT). Ingangseisen: Voor deelname aan Studie en Werk VT 4A en 4B geldt de LIO-drempel: Studie en Werk 3B afgerond én 166 ec behaald.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Studie en Werk VT-2B (OAR-H2S&WV3B-12) Veronderstelde voorkennis: De inhouden van Studie en Werk 1, 2, 3 en 4A 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Studie en Werk voor VT + ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Ebbens, S. (2013), Effectief leren,Noordhoff Uitgevers Boek (verplicht) : Geerts, W. (2011), Handboek voor leraren, Coutinho Boek (aanbevolen) : Sloter, M. (2009), De vijf rollen van de leraar, CPS Onderwijsontwikkeling en advies Diversen (verplicht) : www.samenopleiden.nl en ondersteunend materiaal op SharePoint Boek (verplicht) : Teitler, P. (2011), Lessen in orde, Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Wal, van der, J. (2011), Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Boek (verplicht): Berber M. & van Teeseling M (2014), Differentiëren is te leren, CPS 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 270 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 8 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact-
en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Beroepsproduct 1
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H1BERPDT1-12 Beroepsproduct 1 Professional product 1 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
JJM Poorthuis (tel. 0884817704 of 7) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen:
Aanwezigheid Totale contacttijd In welke blokken wordt Frequentie verplicht? in minuten per blok de werkvorm aangeboden?
Werkvorm
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
8100 minuten
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 5 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Dossier
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving Tot de taak van een docent hoort het ontwikkelen van beroepsproducten voor de eigen schoolpraktijk. Een beroepsproduct is een middel voor de beroepspraktijk met een handleiding hoe daarmee verantwoord te handelen. Binnen de cursussen beroepsproduct 1, 2 en 3 leert de student vanuit een kritische, onderzoekende houding een betekenisvolle bijdrage te leveren aan praktijkverbetering. Het beroepsproduct is gebaseerd op onderzoek in theorie en praktijk, is tot stand gekomen via professioneel communiceren en handelen en wordt gedeeld en geëvalueerd in de school. De cursussen dragen hiermee in belangrijke mate bij aan het verwerven competentie 8: het onderzoekend handelen in de beroepspraktijk. Aspecten daarvan zijn een onderzoekende houding, het gebruiken van onderzoeksresultaten en het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. Van beroepsproduct 1 naar 2 en vervolgens 3, is sprake van een opbouwend leerproces en toenemende reikwijdte van het product. Beroepsproduct 1 is vakgebonden en in de context van de eigen klas. Beroepsproduct 2 is generiek en in de context van jaarlaag of team. Beroepsproduct 3 is vakgebonden en expliciet aansluitend bij ontwikkelingen in de school. In de cursus beroepsproduct 1 (BP 1) maakt de student in opdracht van de school een passend en betekenisvol beroepsproduct voor het eigen vak. Het beroepsproduct is gebaseerd op een verkenning van de praktijk en van relevante literatuur en is voorzien van een handleiding (een beschrijving van hoe het middel gebruikt kan worden met een onderbouwing). Hiermee laat de student zien dat hij een onderzoekende houding heeft en op basis van onderzoek zijn keuzes kan expliciteren en kan ontwerpen. In de cursus BP1 krijgt de student instructie en oefening over onderzoeken en ontwerpen en wordt de student stapsgewijs en voorbeeldmatig begeleid.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes Verkennend onderzoek De student: 1. 2.
3.
4.
formuleert een onderzoeksvraag om de opdracht gericht te verkennen en beantwoordt de onderzoeksvraag; gebruikt gevarieerde bronnen waaronder verslagen uit de kennisbank en één relevant handboek of andere gebruikte literatuur uit de opleiding ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct; verzamelt op objectieve wijze met passende methoden gegevens in de betreffende klas vanuit het perspectief van de leerling en van de docent (in dit geval de opdrachtgever) eveneens ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct; vergelijkt en integreert de conclusie uit de verkenning in theorie en praktijk tot een eindconclusie.
Ontwerpen en maken De student: 1. 2. 3. 4.
formuleert ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct, houdt rekening met de randvoorwaarden en kwaliteitseisen gesteld door de werkbegeleider/opdrachtgever; onderbouwt de ontwerpeisen vanuit de praktijkverkenning en de literatuurverkenning en bespreekt deze met de opdrachtgever; maakt het beroepsproduct en voorziet het van een handleiding met doel, werkwijze, verantwoording en bronvermelding. beschrijft hoe het product er in grote lijnen uit ziet en op welke wijze en voor wie het gemaakt is.
Presenteren en rapporteren De student:
1. 2. 3.
presenteert aan studiegenoten het beroepsproduct, de verantwoording van het beroepsproduct en de wijze van overdracht in de school; schrijft goed leesbare en verzorgde verslagen met een samenhangende opbouw op beginnend 4F niveau. verwijst naar bronnen volgens APA-normen.
Reflecteren De student: 1.
2.
evalueert met de opdrachtgever in de school aan de hand van een van te voren opgestelde gespreksleidraad het beroepsproduct en de verantwoording van het beroepsproduct; reflecteert op het belang dat het beroepsproduct heeft gehad voor de eigen beroepsmatige ontwikkeling.
Leeractiviteiten De student maakt in opdracht van de school een passend en betekenisvol beroepsproduct voor het eigen vak. De school geeft naast richting ook ruimte aan het onderzoek. Het beroepsproduct is gebaseerd op een verkenning van de praktijk en van relevante literatuur en is voorzien van een handleiding (een beschrijving van hoe het middel gebruikt kan worden met een onderbouwing). Hiermee laat de student zien dat hij een onderzoekende houding heeft en op basis van onderzoek zijn keuzes kan expliciteren en kan ontwerpen. In de cursus BP1 krijgt de student instructie en oefening over onderzoeken en ontwerpen en wordt de student stapsgewijs en voorbeeldmatig begeleid. De student verwerft in opdracht van de werkbegeleider een duidelijke en relevante opdracht. De opdracht is gericht op een onderwerp met betrekking tot het eigen vak en een vraag of probleem dat speelt in één klas (kan ook één leerling of een groepje leerlingen betreffen). De student ontwikkelt hiervoor een les, enkele lesonderdelen of activiteiten met een onderbouwing en handleiding. De cursus beroepsproduct 1 heeft zeven tweewekelijkse bijeenkomsten gespreid over twee blokken. De bijeenkomsten zijn geordend volgens de werkfasen van het onderzoeks- en ontwikkelproces van het beroepsproduct. Dat zijn: oriëntatie op de opdracht, verkenning van de praktijk, verkenning van de literatuur, ontwerpeisen beroepsproduct, realiseren van het beroepsproduct, evalueren, rapporteren en presenteren. In de eerste periode krijgen de studenten tijdens de begeleide bijeenkomsten op de opleiding inzicht in wat onderzoek inhoudt en krijgen zij gerichte aanwijzingen voor het toepassen van methoden van onderzoek in hun project. Daarnaast wisselen zij in een leerteam feedback uit op de verschillende versies van de verkenning en het ontwerp. In de tweede periode maakt de student het beroepsproduct volgens de vastgestelde ontwerpeisen. De bijeenkomsten zijn in deze periode gericht op intervisie in leerteams, feedback en presentatie. Tenslotte reflecteert de student in een leerverslag op de punten beschreven in de studiehandleiding van de cursus, onderdeel reflectie. Het tot stand komen van het product wordt gedocumenteerd in een verslag, dat wordt afgerond met beoordeling door de docent van Archimedes. Toetsen en beoordelingscriteria: De student maakt een verslag dat bestaat uit een projectverslag en een leerverslag. Het projectverslag is geanonimiseerd wat betreft respondenten en bevat:
Inleiding met beschrijving van de opdracht en het probleem in de context van de school, en de onderzoeksvraag. Op basis van de inleiding, opzet van het verkenningsonderzoek en het ondertekende formulier met de opdracht krijgt de student een GO/NO GO van de docent. Verkenning. Dit onderdeel bevat een verslaglegging van de verkenning van de literatuur en van de praktijk (met in de bijlagen de meetinstrumenten en een overzichtelijke weergave van de ruwe data).
Het ontwerp en het product: de ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct en een beschrijving van het uiteindelijke product (met in de bijlage het beroepsproduct). Op basis van de ontwerpeisen voor het beoogde product, het verslag van de bespreking met de opdrachtgever en het ondertekende formulier met ontwerpeisen krijgt de student een GO/NO GO van de docent. Na een GO ontwikkelt de student het product. Verslag van de presentatie van het product en beschrijving van daaruit gekregen feedback en hoe die wordt benut voor aanscherping van het beroepsproduct. Het leerverslag bevat een reflectie op de punten beschreven bij de doelstellingen van de cursus, onderdeel reflecteren. De bijlagen zijn: de ondertekende formulieren en het beoordelingsadvies van de school.
De docent van Archimedes beoordeelt het verslag met een beoordelingsformulier, zie cursushandleiding. Kennisbasis Competenties Deze cursus draagt in belangrijke mate bij aan het verwerven en laten zien van competentie 8: onderzoekend handelen in de onderwijspraktijk. Daarnaast wordt bij het werken aan beroepsproduct 3 een beroep gedaan op onderdelen uit alle SBL- bekwaamheidseisen voor leraren Voortgezet Onderwijs 1 t/m 7. Kennisbases (generiek en vak) Bij een beroepsproduct werkt de student in ieder geval aan domein 6 Professionele docenten van de generieke kennisbasis (praktijkonderzoek, ontwikkeling en innovatie). Bij de omschrijving van de opdracht en leerdoelen verwijst de student naar andere relevante onderdelen van de kennisbasis van het vak en/of de generieke kennisbasis. Voorkennis Bij beroepsproduct 1 wordt uitgegaan van de onderzoeksvaardigheden die zijn aangeleerd en geoefend bij de beroepscursussen lesgeven in het VO/BO (1); ontwikkeling van de adolescent (2) en leren in de school (3). Hierbij ging het om de dataverzamelingsmethoden observeren, interviewen en enquêteren; informatievaardigheden; het formuleren van een onderzoeksvraag en het kunnen schrijven van een onderzoeksverslag.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Cursushandleiding beroepsproduct 1 2014-2015 (op cursussite beroepsproducten) Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. Diversen (verplicht) : Cursussite beroepsproducten: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/beroepsproducten/default.aspx Website www.samenopleiden.nl met informatie voor scholen, begeleiders en studenten 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 135 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 5
Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Beroepsproduct 2
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H2BERPDT2-12 Beroepsproduct 2 Professional product 2 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
JJM Poorthuis (tel. 0884817704 of 7) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen:
Aanwezigheid Totale contacttijd In welke blokken wordt Frequentie verplicht? in minuten per blok de werkvorm aangeboden?
Werkvorm
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
8100 minuten
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 5 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Dossier
Numeriek 1 decimalen
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving Tot de taak van een docent hoort het ontwikkelen van beroepsproducten voor de eigen schoolpraktijk. Een beroepsproduct is een middel voor de beroepspraktijk met een handleiding hoe daarmee verantwoord te handelen. Binnen de cursussen beroepsproduct 1, 2 en 3 leert de student vanuit een kritische, onderzoekende houding een betekenisvolle bijdrage te leveren aan praktijkverbetering. Het beroepsproduct is gebaseerd op onderzoek in theorie en praktijk, is tot stand gekomen via professioneel communiceren en handelen en wordt gedeeld en geëvalueerd in de school. De cursussen dragen hiermee in belangrijke mate bij aan het verwerven competentie 8: het onderzoekend handelen in de beroepspraktijk. Aspecten daarvan zijn een onderzoekende houding, het gebruiken van onderzoeksresultaten en het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. Van beroepsproduct 1 naar 2 en vervolgens 3, is sprake van een opbouwend leerproces en toenemende reikwijdte van het product. Beroepsproduct 1 is vakgebonden en in de context van de eigen klas. Beroepsproduct 2 is generiek en in de context van jaarlaag of team. Beroepsproduct 3 is vakgebonden en expliciet aansluitend bij ontwikkelingen in de school.
In de cursus beroepsproduct 2 (BP2) maakt de student in opdracht van de school een passend en betekenisvol beroepsproduct maken voor een generiek onderwerp. Het beroepsproduct is gebaseerd is op een verkenning van de praktijk en van relevante literatuur en is voorzien van een handleiding (een beschrijving van hoe het middel gebruikt kan worden met een onderbouwing). Hiermee laat de student zien dat hij een onderzoekende houding heeft en op basis van onderzoek zijn keuzes kan expliciteren en kan ontwerpen. In de cursus BP2 wordt de student door middel van opdrachten begeleid op het verder leren onderzoeken en ontwerpen.
2.2
Cursus inhoud
Learning oucomes Verkennend onderzoek De student: 1. 2.
3.
4.
formuleert een onderzoeksvraag om de opdracht gericht te verkennen en beantwoordt de onderzoeksvraag; gebruikt gevarieerde bronnen (waaronder verslagen uit de kennisbank, vaktijdschriften, en handboeken), relevante en recente literatuur ter inspiratie en onderbouwing voor het beoogde beroepsproduct; verzamelt op objectieve en systematische wijze met passende methoden gegevens in de praktijk vanuit het perspectief van leerlingen uit verschillende klassen, docenten, eventueel andere scholen; eveneens ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct; vergelijkt en integreert de conclusie uit de verkenning in theorie en praktijk tot een eindconclusie.
Ontwerpen en maken De student: 1.
2. 3. 4.
formuleert ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct en houdt rekening met de randvoorwaarden en kwaliteitseisen die gelden voor de jaarlaag waarvoor het beroepsproduct ontworpen wordt; onderbouwt de ontwerpeisen vanuit praktijkverkenning en literatuurverkenning en bespreekt deze met de opdrachtgever; beschrijft hoe het product er in grote lijnen uit ziet en op welke wijze en voor wie het gemaakt is; maakt het beroepsproduct en voorziet het van een handleiding met doel en werkwijze en bronvermelding.
Presenteren en rapporteren De student: 1.
presenteert aan studiegenoten het beroepsproduct, de verantwoording van het beroepsproduct en de wijze van overdracht in de school;
2. 3.
schrijft goed leesbare, verzorgde, samenhangende verslagen die afgestemd zijn op publiek en doel op een gevorderd 4F niveau; verwijst naar bronnen volgens APA-normen.
Reflecteren De student: 1.
2.
evalueert met de opdrachtgever in de school aan de hand van een van te voren opgestelde gespreksleidraad het beroepsproduct en de verantwoording van het beroepsproduct; reflecteert welk belang het maken van een beroepsproduct heeft gehad voor de eigen beroepsmatige ontwikkeling.
Leeractiviteiten De student meekt in opdracht van de school een passend en betekenisvol beroepsproduct over een generiek onderwerp. De school geeft naast richting ook ruimte aan het onderzoek. Het beroepsproduct is gebaseerd op een verkenning van de praktijk en van relevante literatuur en is voorzien van een handleiding (een beschrijving van hoe het middel gebruikt kan worden met een onderbouwing). Hiermee laat de student zien dat hij een onderzoekende houding heeft en op basis van onderzoek zijn keuzes kan expliciteren en kan ontwerpen. In de cursus BP 2 leert de student zijn onderzoeks- en ontwerpvaardigheden verder ontwikkelen. De student verwerft in opdracht van de leerjaarcoördinator of andere functionaris een duidelijke en relevante opdracht. De opdracht is gericht op een generiek onderwerp en een vraag of probleem dat speelt bij leerlingen in meerdere klassen van één leerjaar. De student ontwikkelt hiervoor een les, enkele lesonderdelen of activiteiten met een onderbouwing en handleiding voor de docenten van het betreffende leerjaar. De cursus beroepsproduct 2 heeft zeven tweewekelijkse bijeenkomsten gespreid over twee blokken. De bijeenkomsten zijn geordend volgens de werkfasen van het onderzoeks- en ontwikkelproces van een beroepsproduct. Dat zijn: orientatie op de opdracht, verkenning van de praktijk, verkenning van de literatuur, ontwerpeisen beroepsproduct, realiseren van het beroepsproduct, evalueren, rapporteren en presenteren. De bijeenkomsten zijn gericht op intervisie in leerteams, feedback en presentatie. Tenslotte reflecteert de student in een leerverslag op de punten beschreven in de studiehandleiding van de cursus, onderdeel reflectie. Het tot stand komen van het product wordt gedocumenteerd in een verslag, dat wordt afgerond met beoordeling door de docent van Archimedes. Toetsen en beoordelingscriteria: De student maakt een verslag dat bestaat uit een projectverslag en een leerverslag. Het projectverslag is geanonimiseerd wat betreft respondenten en bevat:
Inleiding met beschrijving van de opdracht en het probleem in de context van de school, en de onderzoeksvraag. Op basis van de inleiding, opzet van het verkenningsonderzoek en het ondertekende formulier met de opdracht krijgt de student een GO/NO GO van de docent. Verkenning. Dit onderdeel bevat een verslaglegging van de verkenning van de literatuur en van de praktijk (met in de bijlagen de meetinstrumenten en een overzichtelijke weergave van de ruwe data). Het ontwerp en het product: de ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct en een beschrijving van het uiteindelijke product (met in de bijlage het beroepsproduct). Op basis van de ontwerpeisen voor het beoogde product, het verslag van de bespreking met de opdrachtgever en het ondertekende formulier met ontwerpeisen krijgt de student een GO/NO GO van de docent. Na een GO ontwikkelt de student het product. Verslag van de presentatie van het product en beschrijving van daaruit gekregen feedback en hoe die wordt benut voor aanscherping van het beroepsproduct. Het leerverslag bevat een reflectie op de punten beschreven bij de doelstellingen van de cursus, onderdeel reflecteren. De bijlagen zijn: de ondertekende formulieren en het beoordelingsadvies van de school.
De docent van Archimedes beoordeelt het verslag met een beoordelingsformulier, zie
cursushandleiding. Kennisbasis Competenties Deze cursus draagt in belangrijke mate bij aan het verwerven en laten zien van competentie 8: onderzoekend handelen in de onderwijspraktijk. Daarnaast wordt bij het werken aan beroepsproduct 3 een beroep gedaan op onderdelen uit alle SBL- bekwaamheidseisen voor leraren Voortgezet Onderwijs 1 t/m 7. Generieke kennisbasis Bij een beroepsproduct werkt de student in ieder geval aan domein 6 Professionele docenten van de generieke kennisbasis (praktijkonderzoek, ontwikkeling en innovatie). Bij de omschrijving van de opdracht en leerdoelen verwijst de student naar andere relevante onderdelen van de generieke kennisbasis. Voorkennis Bij beroepsproduct 2 wordt uitgegaan van de ervaring opgedaan bij beroepsproduct 1 en de onderzoeksvaardigheden die zijn aangeleerd en geoefend bij de beroepscursussen lesgeven in het VO/BO (1); ontwikkeling van de adolescent (2) en leren in de school (3). Hierbij ging het om de dataverzamelingsmethoden observeren, interviewen en enquêteren; informatievaardigheden; het formuleren van een onderzoeksvraag en het kunnen schrijven van een onderzoeksverslag.
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Aan onderstaande ingangseis moet zijn voldaan: Beroepsproduct 1 of daaraan gelijkwaardig. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Cursushandleiding beroepsproduct 2 2015-2016 (op cursussite beroepsproducten) Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. Diversen (verplicht) : Cursussite beroepsproducten: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fe/ia/beroepsproducten/default.aspx Diversen (verplicht) : Website www.samenopleiden.nl met informatie voor scholen, begeleiders en studenten 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 135 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 5 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Beroepsproduct 3
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H3BERPDT3-12 Beroepsproduct 3 Professional Product 3 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
MPM van de Laarschot (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen:
Aanwezigheid Totale contacttijd In welke blokken wordt Frequentie verplicht? in minuten per blok de werkvorm aangeboden?
Werkvorm
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
8100 minuten
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 145 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Verslag
Numeriek 1 decimalen
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: Tot de taak van een docent hoort het ontwikkelen van beroepsproducten voor de eigen schoolpraktijk. Een beroepsproduct is een middel voor de beroepspraktijk met een handleiding hoe daarmee verantwoord te handelen. Met Beroepsproduct 1, 2 en 3 leert de student vanuit een kritische, onderzoekende houding een betekenisvolle bijdrage te leveren aan praktijkverbetering. Het beroepsproduct is gebaseerd op onderzoek in theorie en praktijk, is tot stand gekomen via professioneel communiceren en handelen en wordt gedeeld en geëvalueerd in de school. De cursussen dragen hiermee in belangrijke mate bij aan het verwerven van competentie 8: het onderzoekend handelen in de beroepspraktijk. Aspecten daarvan zijn een onderzoekende houding, het gebruiken van onderzoeksresultaten en het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. Van beroepsproduct 1 naar 2 en vervolgens 3, is sprake van een opbouwend leerproces en toenemende reikwijdte van het product. Beroepsproduct 1 is vakgebonden en in de context van de eigen klas. Beroepsproduct 2 is generiek en in de context van vakgroep of team. Beroepsproduct 3 is vakgebonden en expliciet aansluitend bij ontwikkelingen in de school. In de cursus beroepsproduct 3 (BP3) maakt de student in opdracht van de school een passend en betekenisvol beroepsproduct en probeert dit uit en evalueert het product (dit in tegenstelling tot BP 1 en BP 2). De opdracht wordt verworven in opdracht van de vaksectie of coördinerende of leidinggevende professional in de school een duidelijke en relevante opdracht. De opdracht is gericht op een onderwerp met betrekking tot het eigen vak en een vraag of probleem dat speelt in meerdere klassen en dat past binnen schoolontwikkeling. De student ontwikkelt hiervoor een reeks lessen met een onderbouwing en handleiding voor de docenten van het betreffende leerjaar. Het is de bedoeling dat de lessenreeks ook wordt uitgetest. Het beroepsproduct is gebaseerd op een verkenning van de praktijk en van relevante literatuur en is voorzien van een handleiding (een beschrijving van hoe het middel gebruikt kan worden met een onderbouwing). Hiermee laat de student zien dat hij een onderzoekende houding heeft en op basis van onderzoek zijn keuzes kan expliciteren en kan ontwerpen. In de cursus BP3 wordt de student op hoofdlijnen begeleid op onderzoeken en ontwerpen.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes Verkennend en evaluerend onderzoek De student: 1. 2.
3.
4. 5. 6. 7.
formuleert een onderzoeksvraag om de opdracht gericht te verkennen en beantwoordt de onderzoeksvraag; gebruikt gevarieerde bronnen (waaronder verslagen uit de kennisbank, handboeken, vaktijdschriften, en indien van toepassing een wetenschappelijk en/of Engelstalig artikel) ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct; verzamelt op objectieve wijze met passende methoden gegevens vanuit tenminste drie perspectieven, te weten leerlingen uit verschillende klassen, betrokken docenten en zo nodig andere scholen, eveneens ter inspiratie en onderbouwing van het beoogde beroepsproduct; vergelijkt en integreert de conclusie uit de verkenning in theorie en praktijk tot een eindconclusie. formuleert een onderzoeksvraag om het beroepsproduct te evalueren (tevredenheid gebruikers, ontwerpeisen, gewenste effect/werkbaarheid); verzamelt en analyseert op objectieve wijze, met passende methoden, gegevens om de onderzoeksvraag te beantwoorden; komt tot een logische beantwoording van de onderzoeksvraag die kritisch beschouwt wordt in een eindconclusie.
Ontwerpen, maken en uitvoeren De student: 1. 2.
formuleert ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct, houdt rekening met de randvoorwaarden en kwaliteitseisen gesteld door de opdrachtgever; onderbouwt de ontwerpeisen vanuit de praktijkverkenning en de literatuurverkenning
3. 4. 5.
en bespreekt deze met de opdrachtgever; maakt het beroepsproduct en voorziet het van een handleiding met doel, werkwijze, verantwoording en bronvermelding; beschrijft hoe het product er in grote lijnen uitziet en op welke wijze en voor wie het gemaakt is; voert het beroepsproduct uit of laat het uitvoeren in de eigen praktijk.
Presenteren en rapporteren De student : 1. 2. 3. 4.
presenteert aan studiegenoten het beroepsproduct, de verantwoording van het beroepsproduct en de wijze van overdracht in de school; draagt het beroepsproduct met handleiding en met de resultaten van de evaluatie over aan betrokkenen in de school schrijft goed leesbare, verzorgde en samenhangende verslagen op minimaal 4F niveau; verwijst naar bronnen volgens APA normen.
Reflecteren De student: 1. 2. 3.
reflecteert op het belang dat het beroepsproduct heeft gehad voor de eigen beroepsmatige ontwikkeling. formuleert een visie op het belang van ondezoek en ontwerpen voor de schoolpraktijk formuleert voornemens voor onderzoek dat hij/zij in de toekomst zou willen opzetten.
Leeractiviteiten De student maakt een op onderzoek gebaseerd beroepsproduct om de praktijk te verbeteren, passend bij de ontwikkeling van het eigen professionele handelen en expliciet aansluitend bij ontwikkelingen in de school, in opdracht van de school en gerelateerd aan het vak. De student verwerft een opdracht van de vaksectie of coördinerende of leidinggevende professional op de school. De school geeft naast richting ook ruimte aan het onderzoek. De cursus beroepsproduct 3 heeft zeven tweewekelijkse bijeenkomsten gespreid over twee blokken. De bijeenkomsten zijn geordend volgens de werkfasen van het onderzoeks- en ontwikkelproces van het beroepsproduct. Dat zijn: oriëntatie op de opdracht, verkenning van de praktijk, verkenning van de literatuur, ontwerpeisen beroepsproduct, opzet evaluatie, realiseren, (laten) uitvoeren en evalueren van het beroepsproduct, rapporteren en presenteren. In de eerste periode krijgen de studenten tijdens de begeleide bijeenkomsten op de opleiding gerichte aanwijzingen voor het toepassen van methoden van onderzoek in hun project. Daarnaast wisselen zij in een leerteam feedback uit op de verschillende versies van de verkenning en het ontwerp. In de tweede periode maakt de student het beroepsproduct volgens de vastgestelde ontwerpeisen. De bijeenkomsten zijn in deze periode gericht op intervisie in leerteams, feedback en presentatie. Tenslotte reflecteert de student in een leerverslag op de punten beschreven bij de cursusdoelstellingen, onderdeel reflectie. Het tot stand komen van het product wordt gedocumenteerd in een verslag, dat wordt afgerond met beoordeling door de docent van Archimedes. Toetsen en beoordelingscriteria De student maakt een verslag dat bestaat uit een projectverslag en een leerverslag. Het projectverslag is geanonimiseerd en bevat:
Inleiding met beschrijving van de opdracht en het probleem in de context van de school, en de onderzoeksvraag. Op basis van de inleiding, opzet van het verkenningsonderzoek en het ondertekende formulier met de opdracht krijgt de student een GO/NO GO van de docent. Verkenning, dit onderdeel bevat de verkenning van de literatuur en van de praktijk (met in de bijlagen de meetinstrumenten en een overzichtelijke weergave van de ruwe data. Het ontwerp en het product: de ontwerpeisen voor het beoogde beroepsproduct en een beschrijving van het uiteindelijke product (met in de bijlage het beroepsproduct). Op basis van de ontwerpeisen voor het beoogde product , het verslag van de bespreking met de opdrachtgever en het ondertekende formulier met ontwerpeisen
krijgt de student een GO/NO GO van de docent. Na een GO ontwikkelt de student het product. De evaluatie: beschrijving van het evaluatieonderzoek en verslag van de overdracht op school. Bijlagen zijn onder andere de meetinstrumenten en een overzichtelijke weergave van de ruwe data. Het leerverslag bevat een reflectie op de geformuleerde cursusdoelen bij reflectie, en een urenverantwoording. De bijlagen zijn: de ondertekende formulieren en het beoordelingsadvies van de school.
De docent van Archimedes beoordeelt het verslag met een beoordelingsformulier, zie cursushandleiding. Daarnaast wordt het verslag beoordeeld door een tweede beoordelaar van Archimedes. Kennisbasis Competenties Deze cursus draagt in belangrijke mate bij aan het verwerven en laten zien van competentie 8: onderzoekend handelen in de onderwijspraktijk. Daarnaast wordt bij het werken aan beroepsproduct 3 een beroep gedaan op onderdelen uit alle SBL- bekwaamheidseisen voor leraren Voortgezet Onderwijs 1 t/m 7. Generieke kennisbasis Bij een beroepsproduct werkt de student in ieder geval aan domein 6 Professionele docenten van de generieke kennisbasis (praktijkonderzoek, ontwikkeling en innovatie). Bij de omschrijving van de opdracht en leerdoelen verwijst de student naar andere relevante onderdelen van de generieke kennisbasis. Voorkennis Bij beroepsproduct 3 wordt uitgegaan van de ervaring opgedaan bij beroepsproduct 1 en 2 en de onderzoeksvaardigheden die zijn aangeleerd en geoefend bij de beroepscursussen lesgeven in het VO/BO (1); ontwikkeling van de adolescent (2) en leren in de school (3). Hierbij ging het om de dataverzamelingsmethoden observeren, interviewen en enquêteren; informatievaardigheden; het formuleren van een onderzoeksvraag en het kunnen schrijven van een onderzoeksverslag.
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Voldaan aan eisen beroepsproduct 1 en 2 of daaraan gelijkwaardig. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Cursushandleiding beroepsproduct 3 2014-2015. Diversen (verplicht) : Website www.samenopleiden.nl met informatie voor scholen, begeleiders en studenten Boek (verplicht) : Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 135 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 145 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite
Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Assessment Startbekwaam
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H3ASSTART-12 Assessment Startbekwaam Assessment 4 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Portfolio
niet verplicht
Assessment
niet verplicht
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
1.12 Toetsen:
Toetsvorm Resultaatschaal
toets
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt In welke blokken wordt aangeboden de toets aangeboden? in een collegejaar 2
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Doelstellingen/competenties: Tijdens het assessment wordt er aandacht besteed aan de competentieontwikkeling 1 t/m 7 op niveau startbekwaam. De assessoren geven na het assessment een integratieve beoordeling en een ontwikkelingsgericht advies met betrekking tot je professionele doorontwikkeling.
2.2
Cursus inhoud
Korte beschrijving: In het assessment Startbekwaam aan het eind van je opleiding toon je aan dat je voldoet aan de bekwaamheidseisen op niveau startbekwaam. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Voorbereiding: Voor dit assessment stel je een (digitaal) presentatieportfolio samen, waarin je onderwijsvisie en je competentieontwikkeling beschrijft, ondersteund met voorbeelden, verantwoording en bewijsmateriaal. Het gehele portfolio (inclusief bijlagen) moet in maximaal 60 minuten te lezen zijn. Bij het samenstellen van je presentatieportfolio maak je een selectie uit al het materiaal dat je tijdens Studie en Werk in je ontwikkelingsportfolio hebt verzameld. Je SWB begeleidt je bij het samenstellen van je presentatieportfolio en zal het controleren op compleetheid. Hij maakt hierbij gebruik van de ‘verklaring SWB en student’, die te vinden is in de Handleiding Assessment Startbekwaam. Pas als het portfolio compleet is en je voldoet aan de toelatingseisen kun je deelnemen aan het assessment. Het assessment zelf: Het assessment startbekwaam duurt ruim 3,5 uur en vindt plaats op een ochtend, middag of avond. Het assessment wordt afgenomen door twee assessoren, waarvan er een werkzaam is als opleider op Instituut Archimedes en de ander als docent in het tweedegraads gebied. Beiden zijn het laatste jaar van je studie niet jouw begeleider geweest. Het assessment bestaat uit de volgende onderdelen:: · Portfolio, hierin heb je je competentieontwikkeling in kaart gebracht en ondersteund met bewijsmateriaal. · Presentatie, hierin laat je zien hoe jij als docent functioneert in (complexe) onderwijssituaties. · Criterium Gericht Interview, hierin bevragen de assessoren je verder over je competentieontwikkeling. · Beoordeling, de assessoren beoordelen je aan de hand van de bekwaamheidseisen op het niveau startbekwaam. Toetsen en beoordelingscriteria: Bij het assessment word je door twee assessoren beoordeeld aan de hand van de SBLbekwaamheidseisen op niveau Startbekwaam. De toetsmomenten vallen in de in het jaarrooster opgenomen assessmentweken, je hebt twee toetskansen in een studiejaar. Kijk voor de toetsmomenten op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties op niveau Startbekwaam. In het niveau Startbekwaam zijn de Dublin Descriptoren verwerkt.. Kennisbasis: In het assessment worden de kennisbases niet expliciet getoetst. Het is echter onmogelijk om zonder deze kennis te voldoen aan de bekwaamheideisen op niveau Startbekwaam.deeld aan de hand van de SBL-bekwaamheidseisen op niveau Startbekwaam. Ingangseisen: Minimaal 235 punten van het examenprogramma (4-jarige bacheloropleiding) moeten zijn behaald (of vrijgesteld). Veronderstelde voorkennis: De student wordt bij Studie en Werk 4 begeleid in de voorbereiding op het assessment Startbekwaam. Kennis van het begrippenkader dat hierbij gebruikt wordt is noodzakelijk om aan het assessment deel te kunnen nemen. Opmerkingen:
Naast het opgeven in Osiris voor het assessment moet je je ook aanmelden op de site van Bureau Assessments: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx Let goed op dat je je in Osiris inschrijft voor de juiste assessment-code: OAR-H3ASSTART-12 als je een vak studeert waarvoor je geen kennisbasistoets moet doen OAR-H3ASTARTK-13 als je een vak studeert waarvoor je wel een kennisbasistoets moet doen OAR2-H3ASSTAR-12 als je een assessment doet voor een tweede bevoegdheid, nadat je bij IA al eerder assessment hebt gedaan voor een eerste bevoegdheid én je nu een vak studeert waarvoor je geen kennisbasistoets moet doen. OAR2-H3ASTART-13 als je een assessment doet voor een tweede bevoegdheid, nadat je bij IA al eerder assessment hebt gedaan voor een eerste bevoegdheid én je nu een vak studeert waarvoor je wel een kennisbasistoets moet doen. Materiaal Handleiding Assessment Startbekwaam Te downloaden op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1.
Het examen propedeuse moet zijn behaald. Minimaal 175 punten van het hoofdfase (4-jarige bacheloropleiding)-programma moeten zijn behaald. Veronderstelde voorkennis: De student wordt bij Studie en Werk 4 begeleid in de voorbereiding op het assessment Startbekwaam. Kennis van het begrippenkader dat hierbij gebruikt wordt is noodzakelijk om aan het assessment deel te kunnen nemen. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Assessment Startbekwaam Te downloaden op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx 2.5 Workload Contactduur (uren): Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Assessment startbekwaam NA kennistoets
Titel
Opleidingsvariant Voltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-H3ASTARTK-13 Assessment startbekwaam NA kennistoets Assessment 4 4 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Portfolio
niet verplicht
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Assessment
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt In welke blokken wordt aangeboden de toets aangeboden? in een collegejaar 2
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Doelstellingen/competenties: Tijdens het assessment wordt er aandacht besteed aan de competentieontwikkeling 1 t/m 7 op niveau startbekwaam. De assessoren geven na het assessment een integratieve beoordeling en een ontwikkelingsgericht advies met betrekking tot je professionele doorontwikkeling.
2.2
Cursus inhoud
Korte beschrijving: In het assessment Startbekwaam aan het eind van je opleiding toon je aan dat je voldoet aan de bekwaamheidseisen op niveau startbekwaam. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Voorbereiding: Voor dit assessment stel je een (digitaal) presentatieportfolio samen, waarin je onderwijsvisie en je competentieontwikkeling beschrijft, ondersteund met voorbeelden, verantwoording en bewijsmateriaal. Het gehele portfolio (inclusief bijlagen) moet in maximaal 60 minuten te lezen zijn. Bij het samenstellen van je presentatieportfolio maak je een selectie uit al het materiaal dat je tijdens Studie en Werk in je ontwikkelingsportfolio hebt verzameld. Je SWB begeleidt je bij het samenstellen van je presentatieportfolio en zal het controleren op compleetheid. Hij maakt hierbij gebruik van de ‘verklaring SWB en student’, die te vinden is in de Handleiding Assessment Startbekwaam. Pas als het portfolio compleet is en je voldoet aan de toelatingseisen kun je deelnemen aan het assessment. Het assessment zelf: Het assessment startbekwaam duurt ruim 3,5 uur en vindt plaats op een ochtend, middag of avond. Het assessment wordt afgenomen door twee assessoren, waarvan er een werkzaam is als opleider op Instituut Archimedes en de ander als docent in het tweedegraads gebied. Beiden zijn het laatste jaar van je studie niet jouw begeleider geweest. Het assessment bestaat uit de volgende onderdelen:: · Portfolio, hierin heb je je competentieontwikkeling in kaart gebracht en ondersteund met bewijsmateriaal. · Presentatie, hierin laat je zien hoe jij als docent functioneert in (complexe) onderwijssituaties. · Criterium Gericht Interview, hierin bevragen de assessoren je verder over je competentieontwikkeling. · Beoordeling, de assessoren beoordelen je aan de hand van de bekwaamheidseisen op het niveau startbekwaam. Toetsen en beoordelingscriteria: Bij het assessment word je door twee assessoren beoordeeld aan de hand van de SBLbekwaamheidseisen op niveau Startbekwaam. De toetsmomenten vallen in de in het jaarrooster opgenomen assessmentweken, je hebt twee toetskansen in een studiejaar. Kijk voor de toetsmomenten op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties op niveau Startbekwaam. In het niveau Startbekwaam zijn de Dublin Descriptoren verwerkt.. Kennisbasis: In het assessment worden de kennisbases niet expliciet getoetst. Het is echter onmogelijk om zonder deze kennis te voldoen aan de bekwaamheideisen op niveau Startbekwaam.deeld aan de hand van de SBL-bekwaamheidseisen op niveau Startbekwaam. Ingangseisen: Minimaal 235 punten van het examenprogramma (4-jarige bacheloropleiding) moeten zijn behaald (of vrijgesteld). Veronderstelde voorkennis: De student wordt bij Studie en Werk 4 begeleid in de voorbereiding op het assessment Startbekwaam. Kennis van het begrippenkader dat hierbij gebruikt wordt is noodzakelijk om aan het assessment deel te kunnen nemen. Opmerkingen:
Naast het opgeven in Osiris voor het assessment moet je je ook aanmelden op de site van Bureau Assessments: https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx Let goed op dat je je in Osiris inschrijft voor de juiste assessment-code: OAR-H3ASSTART-12 als je een vak studeert waarvoor je geen kennisbasistoets moet doen OAR-H3ASTARTK-13 als je een vak studeert waarvoor je wel een kennisbasistoets moet doen OAR2-H3ASSTAR-12 als je een assessment doet voor een tweede bevoegdheid, nadat je bij IA al eerder assessment hebt gedaan voor een eerste bevoegdheid én je nu een vak studeert waarvoor je geen kennisbasistoets moet doen. OAR2-H3ASTART-13 als je een assessment doet voor een tweede bevoegdheid, nadat je bij IA al eerder assessment hebt gedaan voor een eerste bevoegdheid én je nu een vak studeert waarvoor je wel een kennisbasistoets moet doen. Materiaal Handleiding Assessment Startbekwaam Te downloaden op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1.
Minimaal 175 punten van het hoofdfase (4-jarige bacheloropleiding)-programma moeten zijn behaald. Veronderstelde voorkennis: De student wordt bij Studie en Werk 4 begeleid in de voorbereiding op het assessment Startbekwaam. Kennis van het begrippenkader dat hierbij gebruikt wordt is noodzakelijk om aan het assessment deel te kunnen nemen. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Handleiding Assessment Startbekwaam te downloaden op https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx 2.5 Workload Contactduur (uren): Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): Totaal (uren) 112 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (4) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Assessment kennistoets
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-HASKENNIS-13 Assessment kennistoets Knowledge base test 1 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd, Deeltijd Toetsen zijn er in Voltijd, Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
HS Wielenga (tel. 7705) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Anders
niet verplicht
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
1.12 Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Landelijke kennistoets
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
Weging Minimum (afgerond cijfer op hele procenten)
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt In welke blokken wordt aangeboden de toets aangeboden? in een collegejaar 2
bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving:
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: Kennistoets: Voor de landelijke kennistoets is geen strikte voorbereiding noodzakelijk. De kennisdomeinen die in deze toets aan de orde komen zijn ook allemaal cursorisch in de opleiding getoetst. Het verdiend wel aanbeveling om je van te voren goed te oriënteren op de te toetsen domeinen (middels de toetsgids) en om de oefentoets te maken. De oefentoets is wat betreft omvang en niveau gelijkwaardig aan de landelijke kennistoets Toetsen en beoordelingscriteria: Kennisbasistoets. De landelijke kennistoets wordt een aantal keer per jaar aangeboden op vastgestelde momenten . Omdat de toets op alle lerarenopleidingen in Nederland gelijktijdig wordt gemaakt wordt er bij de roostering van de toets geen rekening gehouden met vaste lesdagen of lestijden. De coördinator van je opleiding kan aangeven wanneer de landelijke kennistoets wordt aangeboden. Per studiejaar mag je gebruik maken van 2 toetsgelegenheden. In de kennisbasistoets wordt getoetst of de student de kennisbasis van het vak voldoende beheerst. Deze kennisbasis is te vinden op http://www.10voordeleraar.nl/publicaties Legitimering: Zie toetsgids landelijke kennistoets: http://www.10voordeleraar.nl/publicaties Kennisbasis: Het vakinhoudelijk deel van de kennisbasis wordt in de landelijke kennistoets getoetst. Ingangseisen: Propedeuse hebben behaald én 60 punten van een geoormerkte lijst van modules VAK die voorbereidend zijn. Opmerkingen: Let goed op dat je je in Osiris inschrijft voor de juiste kennistoets-code: OAR-HASKENNIS-13 als je een vak studeert waarvoor je een kennistoets moet doen OAR2-HASKEN-13 als je studeert voor een tweede bevoegdheid in een vak waarvoor je een kennistoets moet doen én je bij IA al eerder een kennistoets hebt gedaan voor een ander vak (nl. van je eerste bevoegdheid).
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Om deel te kunnen nemen aan de kennistoets moet 70% van het vakinhoudelijk deel van het curriculum zijn afgerond. Voor precisering van het vakinhoudelijk deel van het curriculum kun je contact opnemen met de coördinator van je opleiding. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen) : Toetsgids landelijke kennistoets: http://www.10voordeleraar.nl/publicaties 2.5 Workload Contactduur (uren): Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): Totaal (uren) 28 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (1) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen
Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/FE/IA/FEAssessment/default.aspx