Titel
Argumenteren
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OANE-MARGUMEN-12 Argumenteren Argumentation theory and practice 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
MHP Lafleur (tel. 7290) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Werkcollege en zelfstudie
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 123
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Schriftelijk tentamen
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Componenten van taalvaardigheid worden bekeken vanuit het perspectief van argumentatie. Belangrijk is te onderkennen wanneer argumentatie indirect en versluierd aanwezig is. Naast de logische kant van argumentatie komt ook de pragmatische kant aan de orde. De stof wordt toegespitst op betogende teksten, politieke vertogen en debat.
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: Leerstof: Tijdens deze cursus verwerft en verwerkt de student het begrippenapparaat van de argumentatieleer. De student past de verworven kennis toe bij verwerkingsopdrachten en de ontwikkeling van onderwijsmaterialen. Werkvormen en activiteiten: werkcolleges, (groeps)opdrachten. Doelstellingen/competenties: Kennis: - de student krijgt een beeld van de hedendaagse stand van zaken wat betreft onderzoek van argumentatie; - de student kent het analyseapparaat van argumentatie; - de student kent de criteria voor het beoordelen van argumentatie. Toepassing: - de student kan argumentatie in mondeling en schriftelijk taalgebruik onderkennen; - de student kan argumentaties op hun aanvaardbaarheid beoordelen, zowel op theoretische als op inhoudelijke gronden. Inzicht: - de student is in staat argumentatieve vaardigheden bij zijn leerlingen te ontwikkelen en te vergroten en kan dit verantwoorden vanuit de theorie. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 7 en 8 Kennisbasis: Subdomein 2.4, 1.2 Toetsen en beoordelingscriteria: Schriftelijk tentamen Het tentamen moet met een voldoende worden afgesloten. e
1 Toetsmoment meestal in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Kosten: EUR 32,5 Materiaal: Boek (verplicht) : Eemeren, F. van en F. Snoeck Henkemans (2011). Argumentatie. Inleiding in het identificeren van meningsverschillen en het analyseren, beoordelen en houden van betogen. Vierde herziene druk. Groningen / Houten: Noordhoff Uitgevers. ISBN 90-01-79493-4. Diversen (verplicht) : Syllabus Argumenteren 2015-2016 2.5 Workload
Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 123 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/10/OANE-MARGUMEN-12
Titel
ATW/TTW
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode
OANE-MATW-12 Algemene taalwetenschap/toegepaste taalwetenschap (ATW/TTW) General Linguistics/ Applied Linguistics 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.2 Cursusnaam 1.3 Cursusnaam in Engels 1.4 Aantal EC's 1.5 Studiefase/niveau 1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal
Nee
J ter Beek (tel. +31626228619) (
[email protected]) Nederlands
1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Hoorcollege en werkcollege
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 124
1.12 Toetsen: Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Opdracht
Numeriek 1 decimalen
5,5
30
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
Schriftelijk tentamen
Numeriek 1 decimalen
5,5
70
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
ATW/TTW is een introductie op het vakgebied van de (algemene en toegepaste) taalkunde. De studenten vormen zich een beeld van deze wetenschappelijke discipline en maken zich het bijbehorende begrippenapparaat eigen. Daarnaast zien ze voorbeelden van hoe ze taalwetenschappelijke onderwerpen in hun onderwijspraktijk kunnen tegenkomen, bijvoorbeeld in het taalgebruik van meertalige leerlingen of van leerlingen met een taalstoornis. De cursus Algemene taalwetenschap/toegepaste taalwetenschap behoort tot de leerlijn taalkunde, waartoe ook de cursussen Taalverandering (jaar 2) en Taalkunde in het onderwijs (jaar 2) behoren. Op de kennis die bij ATW/TTW wordt opgedaan, wordt voortgebouwd bij de cursussen Taalverandering en Taalkunde in het onderwijs. Bij deze laatste cursus verschuift de nadruk van het opdoen van eigen vakkennis naar de vertaalslag van de vakkennis naar de onderwijspraktijk.
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten In de cursus wordt een inleiding gegeven in de verschillende disciplines van de algemene taalwetenschap (ATW): de fonologie, morfologie, syntaxis en semantiek, waarbij de nadruk ligt op de syntaxis. Deze wordt behandeld in het licht van de syntactische variatie die door talen heen wordt aangetroffen. De ATW-onderwerpen worden in verband gebracht met enkele disciplines van de toegepaste taalwetenschap (TTW), zoals tweedetaalverwerving en taalstoornissen. De studenten bereiden elk college voor door de stof te bestuderen en de bijbehorende verwerkingsopdrachten te maken. In de colleges wordt de stof en wordt een selectie van de gemaakte opdrachten besproken. Daarnaast staan er enkele artikelen uit de toegepaste taalwetenschap op het programma. Doelstellingen/competenties De studenten hebben kennis van en inzicht in… · ● de basisbegrippen van de fonologie, morfologie, syntaxis en semantiek, zoals die disciplines in de moderne taalwetenschap beoefend worden; · ● de aard van menselijke taal en taalverwerving vanuit het perspectief van de moderne taalwetenschap; · ● de verhouding tussen taalsysteem, taalvermogen en taalgebruik; · ● de relatie tussen de beschrijving van taalverschijnselen enerzijds en de verklaring van de verschijnselen anderzijds. Legitimering De cursus sluit aan bij SBL-competentie 3. Kennisbasis De cursus sluit aan bij domein 3.1 en 3.2 van de kennisbasis Nederlands voor de hbo-masteropleiding leraar vho. Toetsen en beoordelingscriteria De cursus wordt afgerond met een schriftelijk tentamen in de toetsweek, dat open vragen bevat over de behandelde ATW-onderwerpen. Daarnaast levert iedere student in de toetsweek een schriftelijke opdracht in, waarmee hij/zij aantoont voldoende kennis en inzicht te hebben in de onderwerpen uit de toegepaste taalwetenschap die in de cursus naar voren zijn gekomen. De student is voor de cursus geslaagd als zowel de toets als de opdracht minimaal als voldoende is beoordeeld (dat wil zeggen, minimaal een 5,5). Het eindresultaat is het gemiddelde van de cijfers voor de toets en de opdracht, waarbij het toetscijfer voor 70% meeweegt en het cijfer voor de opdracht voor 30%. e
1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Zwart, C.J.W. (2011). Zinsleer: Begrip van de syntaxis. Ms., Rijksuniversiteit Groningen. Diversen (aanbevolen) : Een selectie van aanvullende hoofdstukken en artikelen wordt t.z.t. bekendgemaakt. Alle materialen worden te zijner tijd via sharepoint beschikbaar gesteld. 2.5 Workload
Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/10/OANE-MATW-12
Titel
Historische Nederlandse letterkunde
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OANE-MHISLET-15 Historische Nederlandse letterkunde Historical Dutch Literature 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
FM Dietz (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 123
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
schriftelijke toets
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
- De student verwerft een overzicht van de Nederlandse literatuurgeschiedenis tot circa 1880 en kent de voornaamste literair-historische begrippen. - De student kan reflecteren op de historische Nederlandse letterkunde in haar context. - De student kan enkele wetenschappelijke benaderingswijzen van onderzoek naar historische letterkunde benoemen. - De student reflecteert op het belang van literair-historische en cultuurhistorische kennis en is op de hoogte van de actuele maatschappelijke discussies daarover. - De student heeft kennis over didactiek en lesmateriaal met betrekking tot historische letterkunde in het voortgezet onderwijs. - De student reflecteert kritisch op de didactiek van historische letterkunde en de huidige situatie van historische letterkunde onderwijs binnen het schoolvak Nederlands.
2.2 Cursus inhoud De cursus behandelt de Nederlandse literatuur vanaf het begin tot circa 1880 in een brede context van culturele, religieuze en politieke ontwikkelingen, vanuit de overtuiging dat in de Nederlandse historische literatuur in de toenmalige maatschappij als vanzelfsprekend aanwezig was. De teksten die in deze cursus behandeld worden - van strijdlustige geuzenliederen tot romans in briefvorm, van religieuze liefdesgedichten tot petrarkistische poëzie, en van leerzame emblemen tot satirische dierenverhalen weerspiegelen op een of andere manier de mentaliteit en discussies die in het Nederlandse taalgebied op dat moment actueel waren. Het verband tussen literatuur en de omgeving waarin deze geschreven werd, staat centraal in de gecombineerde hoor-/werkcolleges. Aan de hand van primaire en secundaire literatuur verdiept de student zich in aspecten van historische letterkunde en het recente onderzoek hiernaar. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (aanbevolen) : Barend- van Haeften e.a., M. (2007). Wilhelmus en de anderen. Amsterdam: AUP. Serie: Tekst in Context. Boek (aanbevolen) : Bostoen e.a., K. (2007). Verhalen over verre landen. Amsterdam: AUP. Serie: Tekst in Context. Boek (verplicht) : Oostrom, F. van (2006). Stemmen op schrift. Amsterdam: Bert Bakker. Boek (verplicht) : Porteman, K. en M.B. Smits-Veldt (2008), Een nieuw vaderland voor de muzen. Amsterdam: Bert Bakker. Boek (verplicht) : Sneller, A.A. en J. Gera (2010). Inleiding literatuurgeschiedenis voor de internationale neerlandistiek. Hilversum: Verloren. Diversen (verplicht) : Een deel van de primaire en secundaire teksten die we in deze cursus bestuderen, is te vinden via Sharepoint/Hubl/Internet. 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 123 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Leesvaardigheid
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OANE-MLEESV-12 Leesvaardigheid Reading skills 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
MHP Lafleur (tel. 7290) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Werkcollege
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 126
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Dossier
Numeriek 1 decimalen
5,5
Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar 100
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De cursus Leesvaardigheid wil (aankomende) docenten Nederlands in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en/of in het hoger beroepsonderwijs een basis bieden om te werken aan het verbeteren van de leesvaardigheid van hun leerlingen. Er is aandacht voor de theorie van het leesproces, van woordenschatontwikkeling en –verwerving, van taalniveaus in teksten, van doelen, taken en strategieën en van evalueren en toetsen. Daarnaast is er aandacht voor principes en opvattingen ten aanzien van leesvaardigheid- en woordenschatdidactiek. In de cursus is er uitgebreid aandacht voor de toepassing van de theorie in de praktijk van het lesgeven. In de cursus wordt gewerkt aan het ontwikkelen van een doorlopende leerlijn leesvaardigheid en woordenschatonderwijs. Daarbij krijgt ook de aansluiting met de onderbouw in het voortgezet onderwijs en met het hoger onderwijs expliciet aandacht. Binnen deze leerlijn krijgen inhoud, didactiek en evaluatie en toetsing een op elkaar afgestemde plaats die verantwoord moet worden vanuit de theorie. Er is aandacht voor het ontwikkelen van actueel en functioneel onderwijsmateriaal en het toepassen van adequate didactiek in voorexamenklassen, passend binnen de ontworpen leerlijn. Keuze van materiaal en didactiek moeten worden verantwoord vanuit de theorie. Tenslotte is er aandacht voor examentraining en –beoordeling in examenklassen.
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: Leerstof: op basis van literatuur ontwerpen studenten stap voor stap een doorlopende leerlijn leesvaardigheid; binnen deze leerlijn ontwikkelen zij nieuw onderwijsmateriaal en passen zij verworven inzichten in didactiek en toetsing toe. Werkvormen en activiteiten: werkcolleges, groepswerk, individuele opdrachten, feedback en zelfstudie op het gebied van leesvaardigheid en woordenschat. Doelstellingen/competenties: Kennis: de student heeft kennis van theorieën over leesvaardigheid en woordenschat; de student heeft kennis van didactiek t.b.v. leesvaardigheid en woordenschatdidactiek; de student heeft kennis van evalueren en toetsen t.b.v. leesvaardigheid en woordenschatdidactiek. Toepassing: de student kan de onderdelen die hij aan (toekomstige) leerlingen onderwijst, zelf inzetten in complexere teksten: leesdoel bepalen en passende strategieën inzetten, onderwerp en hoofdgedachte vaststellen, tekstopbouw en – verbanden benoemen, conclusies trekken en samenvatten; de student kan lees- en woordleerstrategieën voor leerlingen herkenbaar toepassen en overdragen; de student kan adequate didactiek t.b.v. leesvaardigheid en woordenschatontwikkeling inzetten; de student kan actueel en functioneel onderwijsmateriaal ontwikkelen passend bij het niveau van leerlingen en passend in de leerlijn leesvaardigheid en woordenschatontwikkeling; de student kan gerichte examentraining inzetten en examenwerk volgens de regels beoordelen. Inzicht: de student kan de keuzes bij het ontwikkelen van onderwijsmateriaal, het inzetten van examentraining en het hanteren van adequate didactiek duidelijk verantwoorden vanuit de theorie. Analyse: de student kan eindtermen, leerlijnen in lesmethodes en leerlijnen uit de eigen praktijk analyseren t.b.v. het ontwerpen en evalueren van een doorlopende leerlijn leesvaardigheid en woordenschatontwikkeling. Evaluatie: de student kan bij het ontwikkelen van een doorlopende leerlijn nieuwe inzichten beoordelen en desgewenst inzetten in een te verantwoorden aanpassing; de student kan leermiddelen beoordelen, teksten selecteren en doelmatig inzetten voor een specifieke doelgroep; de student kan evaluatie- en toetsinstrumenten beoordelen en ontwikkelen. de student kan de door medestudenten gehanteerde didactiek kritisch bekijken en van onderbouwde feedback voorzien. Visie: de student kan gefundeerd verantwoorden in welk opzicht zijn visie op leesvaardigheids- en woordenschatonderwijs veranderd is. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 2, 3, 4, 5 en 7
Kennisbasis: Domein 1.1b, 1.2a, 1.2c, 2.3 Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een dossier. Dit dossier bestaat uit twee onderdelen: 1. een opname van een (gedeelte van een) les waarin een didactische aanpak leesvaardigheid gedemonstreerd wordt, passend in de ontworpen leerlijn leesvaardigheid met een geschreven verantwoording vanuit de theorie 2. nieuw ontwikkeld onderwijsmateriaal passend in de ontworpen leerlijn leesvaardigheid en voorzien van een geschreven verantwoording vanuit de theorie. Beide onderdelen moeten met een voldoende worden afgerond. e
1 Toetsmoment meestal in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Syllabus Leesvaardigheid 2013-2014 Boek (verplicht) : Projectgroep Nederlands V.O. (2002). Nederlands in de tweede fase. Een praktische didactiek. Bussum: Coutinho. 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 126 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/10/OANE-MLEESV-12
Titel
Literatuurtheorie & literatuurdidactiek
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OANE-MLITDID-12 Literatuurtheorie & literatuurdidactiek Literary theory & teaching skills 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
CP Nuijten (tel. 7311) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
werkcolleges
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 126
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
(Beleids)notitie
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: Tijdens de inleidende hoorcolleges wordt een globaal overzicht gegeven van ontwikkelingen in de moderne literatuurwetenschap. Bedoeld is hier de ontwikkeling van de oorspronkelijke historische en schrijversgerichte benadering, via de literatuurbenaderingswijzen waarin de tekst centraal staat (werkimmanente benadering; New Critics; Merlijn e.d.) naar een meer lezersgerichte benadering (receptie esthetica etc). Vervolgens wordt een koppeling gemaakt met de onderwijspraktijk, door te tonen op welke wijze en in hoeverre bovengenoemde literatuurtheoretische inzichten het uitgangspunt (kunnen) vormen voor de onderwijspraktijk / literatuurdidactiek. De studenten bestuderen een handzaam overzicht van de moderne literatuurtheorie en enkele didactische handreikingen en instrumenten voor het literatuuronderwijs in de tweede fase. Daarnaast beoordelen en bediscussiëren zij verschillende literatuurmethodes uit het eerstegraads veld en veelgebruikte digitale hulpmiddelen voor docenten en leerlingen. Tevens komen zaken aan bod als de discussie ‘cultuurhistorische kennis/canon versus smaakontwikkeling’. Voorts worden de studenten bewustgemaakt van de criteria waaraan een stimulerende en rijke leeromgeving voor literatuuronderwijs in het eerstegraads gebied moet voldoen; zelf onderwijs (leren) ontwerpen hoort hierbij. Tevens verwerven zij inzicht in de criteria die ten grondslag liggen aan de adequate toetsing en beoordeling van literaire competentie. Tot slot werken de studenten aan hun individuele (beleids)notitie.
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: Hoorcollege(s), werkcolleges en groepswerk (analyse onderwijsmethodes, het uitvoeren van opdrachten en het ontwerpen van literatuuronderwijs). Hiernaast bestuderen de studenten individueel de theorie en het uitgereikte materiaal. Voorts beoordelen zij individueel digitale hulpmiddelen op het terrein van de literatuur en schrijven een eindnotitie. Doelstellingen/competenties: De studenten maken kennis met de literatuurtheoretische achtergronden en de didactische uitgangspunten die hebben geleid tot de concrete invulling van het Nederlandse literatuuronderwijs in het recente verleden, in de tweede fase van het voortgezet onderwijs en aan de hbo-instellingen. Zij verwerven de theoretische kennis en inzichten die behulpzaam zijn bij het geven van literatuuronderwijs in de tweede fase en aan de hbo-instellingen. Voorts verschaft het de studenten inzicht en kennis om aan discussies op het terrein van het literatuuronderwijs deel te nemen en verantwoorde beslissingen te nemen voor de concrete invulling van dit onderwijs. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen: competentie 3. Vakinhoud en vakdidactiek Kennisbasis: Vakdomein 1 Vakdidactiek: 1.1a en 1.2a 1.2c en 1.2d Vakdomein 4 Letterkunde: met name 4.5 en 4.6 Toetsen en beoordelingscriteria: Studenten schrijven aan de hand van een sturende opdrachtenreeks een notitie die uit verschillende onderdelen bestaat. In deze notitie worden in ieder geval de volgende onderwerpen uitgediept: kennis van de ontwikkelingen op het terrein van de literatuurtheorie; inzicht in de relatie literatuurtheorie en literatuurdidactiek; doelen en verantwoording van uiteenlopende literatuurdidactische methodes; vergelijking onderwijsmethodes; inzet digitale hulpmiddelen; uitgewerkte opdracht uit de eigenberoepspraktijk en de reflectie hierop. Alle onderdelen van deze notitie dienen met een voldoende of hoger te worden afgesloten. e
1 Toetsmoment meestal in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Richard Beach & Deborah Appleman, Teaching Literature to Adolescents, sec. ed. NY: Routledge 2011 Boek (verplicht) : Gerard Reve, De avonden, Amsterdam: De Bezig Bij Boek (verplicht) : Tonnus Oosterhoff, Hier drijft weg, Amsterdam: De Bezige Bij
Boek (verplicht) : Tip Marugg, De morgen loeit weer aan, Amsterdam: De Bezig Bij Boek (verplicht) : Peter van Zonneveld, samenst. Max Havelaar Multatuli, AUP Tekst in context 9 Diversen (verplicht) : Overig materiaal wordt uitgereikt door de docent 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 126 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/10/OANE-MLITDID-12
Titel
Moderne letterkunde
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OANE-MMODLET-12 Moderne letterkunde Modern Dutch Literature 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
CP Nuijten (tel. 7311) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Hoorcollege & werkcollege
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 123
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Schriftelijk tentamen
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Aan de hand van een aantal canonieke romans en enkele hoofdstukken uit verschillende handboeken worden de belangrijkste periodes uit de moderne Nederlandse literatuur belicht. Studenten leren prozateksten in hun tijd te plaatsen en te analyseren. Ze leren het gelezen werk in een bredere culturele en historische context te plaatsen en zij leren wetenschappelijke benaderingswijzen toe te passen. Tevens leren zij zelfstandig de bijbehorende achtergrondinformatie te verzamelen. De student kent de geschiedenis van de Nederlandse literatuur vanaf ca. 1880 en kan literaire werken in hun literaire stroming plaatsen. De student kan prozateksten analyseren en in verband brengen met hun culturele en historische context. De student kan wetenschappelijk materiaal verzamelen en toepassen op de moderne Nederlandse literatuur. De student kan verworven inzichten toetsen aan die van anderen, kan informatie binnen de juiste kaders aanbieden en kan stimuleren tot verdere lectuur en nader onderzoek.
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: Tijdens deze module maakt de student grondig kennis met de Nederlandse literatuur vanaf ca. 1880, de verschillende literaire stromingen, of dominante literaire periodecodes en de wetenschappelijke bestudering van literatuur. De student past de verworven kennis toe bij verwerkingsopdrachten en tijdens een schriftelijk tentamen. Werkvormen en activiteiten: hoorcolleges, waaronder een gastcollege, werkcolleges, groepsopdrachten en individuele opdrachten. Zoeken en evalueren van achtergrondinformatie en secundaire literatuur. Doelstellingen / competenties: Studenten kennen de geschiedenis van de Nederlandstalige literatuur vanaf ca. 1880 aan de hand van een overzicht van literaire stromingen of dominante literaire periodecodes in samenhang met een selectie van kenmerkende, canonieke literaire werken. Studenten kennen de wetenschappelijke bestudering van de Nederlandstalige literatuur vanaf 1880 tot heden. Studenten kunnen bedoelde literaire werken in hun historische, sociale en culturele context plaatsen op basis van tekstkenmerken en poëticale opvattingen. Studenten kunnen zelfstandig cultuurwetenschappelijke en literatuurwetenschappelijke studies over deze periode analyseren en beoordelen in het licht van recente theoretische inzichten. De studenten kennen de ontwikkelingen in de moderne literatuurwetenschap en zijn in staat de historische, schrijversgerichte benadering, de werkimmanente benadering en de lezersgerichte benadering te onderscheiden en te herkennen. De studenten kennen tevens recente topics uit de literatuurtheorie, als genderstudies, de functionalistische benadering van literatuur, het leesproces bij reële lezers, canonvorming en literatuur als koloniaal of post-koloniaal discours. Studenten kunnen werken met de voornaamste hulpmiddelen voor letterkundig onderzoek. Studenten kunnen antwoorden vinden op eigen hoofd- en deelvragen op basis van bestaande studies. Studenten kunnen data in een modern letterkundig kader beschrijven naar het voorbeeld van bestaande studies en modellen. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen: competentie 3 Kennisbasis: 4.2; 4.5; 4.6; 1.1 b; 1.2a; 1.2b; 1.2c Toetsen en beoordelingscriteria: In de vorm van een schriftelijk tentamen wordt getoetst in hoeverre de student kennis heeft verworven. Hiernaast wordt de toepassing van het geleerde op de gelezen primaire werken aangevuld met de toepassing op ander/nieuwe primaire tekst(del)en. e
1 Toetsmoment meestal in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was.
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Letterkunde onderdelen uit de bacheloropleiding Nederlands, m.n. Erica van Boven en Mary Kemperink (bew.) Literatuur van de Moderne Tijd, Nederlandse en Vlaamse letterkunde in de 19e en 20e eeuw, Bussum: Coutinho, 2006 of later.
2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : G.J. van Bork & N. Laan red. Van romantiek tot postmodernisme: opvattingen over Nederlandse literatuur, Bussum: Uitgeverij Coutinho 2010 Boek (verplicht) : Thomas Vaessens, De revanche van de roman, Literatuur, autoriteit en engagement, Nijmegen: Vantilt, 2009 Boek (verplicht) : Oek de Jong, Wat alleen de roman kan zeggen, Atlas/Contact, 2013 Diversen (verplicht) : Het tijdens de bijeenkomsten uitgereikte materiaal (primaire en secundaire literatuur) en de secundaire literatuur die door de docent in de loop van de cursus op de share point-site wordt geplaatst. Boek (aanbevolen) : Marcellus Emants, Een nagelaten bekentenis (te vinden op www.DBNL.org) Boek (aanbevolen) : Carry van Bruggen, Eva (te vinden op www.DBNL.org) Boek (aanbevolen) : Willem Frederik Hermans, Nooit meer slapen, Amsterdam: De Bezige Bij Boek (aanbevolen) : Frans Kellendonk, Mystiek lichaam, Amsterdam: Meulenhoff Boek (aanbevolen) : Yves Petry, De maagd Marino, Amsterdam: De Bezige Bij Boek (aanbevolen) : Tommy Wieringa, Dit zijn de namen, Amsterdam: De Bezige Bij 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 123 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/10/OANE-MMODLET-12
Titel
Mondelinge Taalvaardigheid
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OANE-MMOND-12 Mondelinge Taalvaardigheid Oral Proficiency 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
AFC van Roemburg (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Werkcollege
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 124
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Referaat
Numeriek 1 decimalen
5,5
Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar 100
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Op basis van praktijkvoorbeelden en de exameneisen ontwikkelen de studenten kennis en inzicht ten aanzien van spreken en gesprekken voeren. Theorie en oefening van de presentatie, de discussie en het debat komen uitgebreid aan de orde, evenals de organisatie in de klas en de didactiek en de beoordeling van deze vormen van mondelinge taalvaardigheid.
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: In deze cursus komen spreken en gesprekken voeren aan bod. Door middel van (groeps)opdrachten, presentaties en door zelfstudie worden de eigen vaardigheden van de student vergroot. Bovendien is er aandacht voor de “vertaling” naar de onderwijspraktijk. Doelstellingen/competenties: Kennis en vaardigheid De student: · kent de kenmerken van een presentatie, discussie en debat; · heeft kennis van didactiek t.b.v. spreken en gesprekken voeren; · heeft kennis van evalueren en toetsen t.b.v. spreken en gesprekken voeren. Toepassing: De student: · vergroot de eigen mondelinge taalvaardigheden op basis van de aangereikte theorie; · kan de didactiek inzetten op een wijze die hij kan verantwoorden; · kan de genoemde mondelinge taalvaardigheden uitgevoerd door leerlingen beoordelen. Analyse: De student kan: · exameneisen, leerlijnen in lesmethodes en leerlijnen uit de eigen praktijk analyseren t.b.v. het ontwerpen en evalueren van een doorlopende leerlijn mondelinge taalvaardigheid. Evaluatie: De student kan: · bij het ontwikkelen van een doorlopende leerlijn nieuwe inzichten beoordelen en desgewenst inzetten in een verantwoorde aanpassing; · evaluatie- en toetsinstrumenten beoordelen en op grond daarvan aanpassen en ontwikkelen; · de door medestudenten gehanteerde didactiek kritisch bekijken en van onderbouwde feedback voorzien; · naar aanleiding van feedback van medestudenten kritisch kijken naar eigen didactisch handelen en dit desgewenst aanpassen en verbeteren. Visie: De student kan: · gefundeerd verantwoorden in welk opzicht zijn visie op mondelinge taalvaardigheid veranderd is. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen Competentie 3, 4, 5, 7 Kennisbasis: 2.1 en 1.2 Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een mondelinge toets. De studenten krijgende opdracht in kleine groepen een referaat houden. Deze wordt door medestudenten beoordeeld op basis van rubrics. De uiteindelijke beoordeling wordt gevormd door docent en collega-docent op basis van de gefilmde referaten. Wij verwachten een actieve deelname tijdens de colleges, de discussies en de debatten. e
1 Toetsmoment meestal in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was.
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: De eigen mondelinge taalvaardigheid van de student is op 4F niveau.
2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Syllabus Mondelinge Taalvaardigheid 2012-2013 Boek (verplicht) : Braet, A., & Schouw, L. (1998). Effectief debatteren (2e ed.). Groningen/Houten: WoltersNoordhoff. 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/10/OANE-MMOND-12
Titel
Poëzie
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OANE-MPOEZIE-12 Poëzie Poetry 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
CIA Breukink-Prosper (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 125
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
Dossier
Numeriek 1 decimalen
5,5
60
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
Duopresentatie
Numeriek 1 decimalen
5,5
40
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Vakkennisniveau In deze cursus komen een representatief corpus moderne (d.i. na 1880) en complexe gedichten en twee actuele dichtbundels aan de orde, zodat de startbekwame eerstegraads docent zijn leerlingen kan gidsen in plaats van de methode. Eén dichtbundel is verplicht en de tweede is een eigen keuze. Het accent ligt in deze cursus op actuele poëzie, met bijzondere aandacht voor de digitale poëzie. De cursus is gericht op verdieping en verbreding van de aanwezige kennis van de moderne Nederlandse poëzie. Daarbij wordt gebruikgemaakt van papieren en digitale vakwetenschappelijke bronnen. Je onderzoekt hoe je gedichten op verschillende wijzen kunt lezen, afhankelijk van het type gedicht: is het modernistisch of postmodernistisch, traditioneel of experimenteel, op papier of digitaal? Je oefent met een aantal (vooral) tekstgerichte leeswijzen: close reading, een intertekstuele, een postmodernistische en een "corresponderende" leeswijze en gaat na wat toepassing ervan op zorgvuldig gekozen teksten aan begrip en waardering oplevert. Dit vindt plaats tijdens de colleges of in de leerteams, maar ook in de vorm van individuele analyse-opdrachten waarop je peerfeedback krijgt. Twee van deze formatieve opdrachten zijn activerende, ict-rijke samenwerkingsopdrachten. Je schrijft zelf ook een gedicht, in dialoog met de dichtbundel die we samen lezen. Samenwerkend leren is in deze cursus noodzakelijk voor de ontwikkelen van je eigen analyse- en interpretatievaardigheden, je eigen literaire competentie: juist door je leeservaringen expliciet te maken en te delen of te confronteren met die van anderen (medestudenten, recensenten, je docent) groeit de kunde en het zelfvertrouwen om gedichten en dichtbundels te pakken, lezen, begrijpen en waarderen. Je krijgt de gelegenheid om zelf keuzes te maken uit het actuele aanbod van poëtische teksten en dichtbundels, waaronder de digitale, voor zowel het dossier als het mondelinge tentamen. Wat dit laatste betreft: je kiest met een collega-student en in overleg met je docent een geschikte (= masterniveau) actuele dichtbundel. Je bereidt met je duopartner een mondelinge presentatie voor, waarin jullie de opgedane expertise over een dichtbundel, de dichter en de context in de vorm van een demonstreren. Dit gebeurt aan de hand van een specifiek gedicht uit de dichtbundel die jullie hebben gekozen. Didactiek De hamvraag is vervolgens: hoe vergroot je de poëtische literaire competentie van je leerlingen? Een eenduidig antwoord is er zeker nog niet, maar vanuit interdisciplinair onderzoek zijn er lezersgerichte onderwijsmethoden die ten minste in een experimentele onderwijssetting bewezen positieve effecten hebben. De didactiek richt zich op afzonderlijke gedichten en een dichtbundel. Tijdens de cursus stel je op grond van je eigen inzicht en ervaring een beperkt maar relevant corpus van redelijk complexe tot complexe gedichten samen voor een doelgroep in het eerstegraads gebied, dat je in je eigen lespraktijk behandelt en evalueert. Je reflecteert op je bevindingen in je dossier.
Daarnaast onderzoek je de mogelijkheden om de dichtbundel die voor het eigen mondeling tentamen is gekozen, te behandelen in je eigen eerstegraads onderwijspraktijk met als doel om de eigen leerlingen te motiveren voor (meer) complexe poëzie.
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: Hoorcollege, werkcollege, groepswerk, zelfstudie. Tot de voorbereiding van elk college hoort dat de student de primaire en secundaire (digitale) teksten bestudeert, die in de programmaopzet van de cursushandleiding worden genoemd. Doelstellingen/competenties: De student krijgt zicht op het debat over het (maatschappelijk) nut van poëzie in onze tijd en de functie die poëzie kan en moet hebben binnen het huidige onderwijs. De student leert aan de hand van complexe primaire teksten diverse leeswijzen voor gedichten kennen en hanteren, ook tegen de context van de dichtbundel waaruit deze afkomstig zijn. Hij leert verder om een afweging te maken tussen de verschillende leeswijzen waarmee een complex gedicht kan worden benaderd en begrepen. De student raakt vertrouwd met het poëzie-analytische idioom en kan dit functioneel inzetten bij de analyse en interpretatie van poëzie. De student raakt bekend met diverse vakwetenschappelijke bronnen en kan deze ook functioneel toepassen. Mede aan de hand van deze bronnen verdiept hij zich in het oeuvre van één moderne dichter en één van zijn dichtbundels in het bijzonder. De keuze voor een dichter en een dichtbundel gebeurt in overleg met de docent. De student heeft kennis over didactiek en lesmateriaal met betrekking tot poëzie in het eerstegraads gebied. De student reflecteert kritisch op de verschillende vormen van poëziedidactiek.
Legitimering: SBL 3 en 7 Kennisbasis: Vakdomein 1, subdomein 1.2b en 1.2c Vakdomein 4, subdomein 4.4 Toetsen en beoordelingscriteria: Een dossier (individueel) en een duopresentatie vormen de afsluiting van deze cursus. Het dossier bevat behalve twee didactische opdrachten een aantal formatieve opdrachten. Deze worden nader toegelicht in de cursushandleiding. Tijdens de duopresentatie demonstreert het studentenduo zijn analysevaardigheden en vakkennis met betrekking tot de dichtbundel en één gedicht in het bijzonder. Voor de beoordeling van het dossier en de duopresentatie hanteert de docent rubrics die als Bijlagen in de cursushandleiding zijn opgenomen. Het individuele dossier bevat ten minste de volgende onderdelen: a. Een bloemlezing gedichten voor twee specifieke doelgroepen in het eerstegraads gebied, didactische suggesties, verantwoording en evaluatie/reflectie/feedback. b. Een lesbrief op grond van de zelf gekozen dichtbundel, bestaande uit een docentendeel en een leerlingdeel. In het mondelinge tentamen (vorm: duopresentatie) bespreek je samen met een collega-student een actuele dichtbundel die jullie in overleg met je docent hebben gekozen. Jullie bespreken de plaats van de bundel in de literair-historische context en het oeuvre van de dichter. Jullie kiezen een toepasselijke leeswijze en verantwoorden deze. Jullie geven tegen de context van de bundel een aanvaardbare en overtuigende interpretatie van één representatief gedicht dat de docent uitkiest. Jullie maken effectief gebruik van de relevante secundaire vakwetenschappelijke bronnen.
e
1 Toetsmoment meestal in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Boven, E. van en G. Dorleijn (2013). Literair mechaniek. Inleiding tot de analyse van verhalen en gedichten. Bussum: Coutinho. ISBN13 9789046903513 Reader (verplicht) : Syllabus Poëzie 2015-2016 Diversen (verplicht) : Relevante actuele Nederlandstalige en Engelstalige vakartikelen (via de cursussite) Relevante naslagwerken Relevante en actuele websites 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 125 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/10/OANE-MPOEZIE-12
Titel
Schrijfvaardigheid
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OANE-MSCHRYF-12 Schrijfvaardigheid Writing Proficiency 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
JM van der Borden (tel. 7443) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 126
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Artikel
Numeriek 1 decimalen
5,5
Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar 100
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: Tijdens deze cursus ontwikkelt de student zijn eigen schrijfvaardigheid Nederlands. De student leert een complex artikel schrijven waarin hij een zaak weergeeft in een effectieve, logische structuur zodat de lezer de belangrijke punten kan opmerken en onthouden. In dit artikel verantwoordt hij de lessenserie die hij moet ontwikkelen in deze cursus vanuit de theorie. De student leert ook te schrijven voor verschillende doelgroepen. Ter verdieping krijgt de student een overzicht van de stand van zaken op het gebied van schrijfvaardigheden en tekstontwerp. De student ontwikkelt niet alleen zijn eigen schrijfvaardigheid maar zal ook in groepswerk het werk van medestudenten kritisch beoordelen. Ook zal de student reflecteren op de inhouden en de betekenis ervan in zijn praktijksituatie. De student verdiept zich in schrijfvaardigheid (incl. gedocumenteerd schrijven) vanuit de literatuur en vanuit de (eigen) praktijk. De student analyseert gangbare (les)methodes voor de Tweede Fase van het middelbaar onderwijs en/of het HBO. Ook analyseert hij de leerstoflijn schrijfvaardigheid waarmee in zijn eigen praktijk gewerkt wordt. De student e ontwikkelt een overdraagbare lessenserie en een docentenhandleiding voor het 1 graadsgebied. Tenslotte is er ook aandacht voor het beoordelen van schrijfproducten: de student beoordeelt en ontwikkelt verschillende beoordelinginstrumenten.
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: Leerstof: in de cursus schrijfvaardigheid werken studenten aan hun eigen vaardigheid volgens het principe van Schrijven in Rondes. De studenten verdiepen zich in schrijfvaardigheid (incl. gedocumenteerd schrijven) vanuit de literatuur en vanuit de praktijk: ze ontwikkelen een overdraagbare lessenserie schrijfvaardigheid. Ze schrijven een complex artikel voor een tijdschrift waarin ze de ontwikkelde lessenserie verantwoorden vanuit de literatuur. Werkvormen en activiteiten: werkcolleges, groepswerk, individuele opdrachten, zelfstudie, presentaties en feedback geven en reflecteren. Doelstellingen/competenties: Kennis: De student heeft kennis van theorieën over schrijfvaardigheid; De student heeft kennis van didactiek t.b.v. schrijfvaardigheid; De student heeft kennis van toetsen, beoordelen en evalueren t.b.v. schrijfvaardigheid. Toepassing: De student kan in verzorgd Nederlands een complex verslag en/of artikel schrijven waarin hij een zaak weergeeft in een effectieve, logische structuur zodat de lezer de belangrijke punten kan opmerken en onthouden; De student kan gebruik maken van kennis van schrijfvaardigheden en tekstontwerp ten gunste van zijn eigen schrijfvaardigheid en ter verbetering van de schrijfvaardigheden van zijn medestudenten; De student kan constructieve feedback geven op schrijfproducten van medestudenten; De student kan reflecteren op de inhouden en op de betekenis ervan voor zijn praktijksituatie; De student kan een lessenserie ontwerpen en verantwoorden die aansluit op zijn eigen lespraktijk. Analyse: De student kan leerlijnen en leerstoffen uit lesmethodes en uit de eigen praktijk analyseren t.b.v. het ontwikkelen van een lessenserie voor zijn eigen praktijk. De student kan een doelgroepanalyse maken. Evaluatie: De student kan de recente ontwikkelingen op het gebied van schrijfvaardigheid en schrijfvaardigheiddidactiek in het eerstegraadsgebied beoordelen en toepassen op zijn eigen lespraktijk; De student kan reflecteren op de inhouden en op de betekenis ervan voor zijn praktijksituatie; De student kan n.a.v. de verkregen feedback op zijn schrijfproducten de schrijfproducten adequaat verbeteren; De student gebruikt de verkregen feedback om zijn eigen onderwijs te verbeteren; De student kan beoordelingsinstrumenten beoordelen en ontwikkelen. Visie: De student ontwikkelt een visie op het schrijfonderwijs in het eerstegraadsgebied: hij werkt zijn visie uit in een lessenserie en verantwoordt zijn visie in het artikel dat hij moet schrijven voor Levende Talen. Legitimering: SBL bekwaamheidseisen 3, 4, 5, 7 en 8 Kennisbasis:
1.1 b, 1.2 a, 1.2 b, 1.2 c, 2.2 Toetsen en beoordelingscriteria: 1.
2.
3.
De cursus wordt afgesloten met het schrijven van een artikel voor Levende Talen waarin de auteur de lessenserie beschrijft, aanprijst en verantwoordt vanuit de theorie. De omvang van het artikel moet ca. 5 tot 6 pagina’s ( max. 3000 wrd) zijn. Dit artikel wordt gebaseerd op een dossier dat bestaat uit drie onderdelen: 1. een door de student ontworpen en overdraagbare lessenserie voor 4 havo of vwo 5. 2. een docentenhandleiding voor havo 4 of voor vwo 5. 3. de procesbeschrijving van het schrijven van een artikel. Dit dossier is voorwaardelijk voor deelname aan de toetsing.
N.B. Het niet inleveren van het dossier met de lessenserie leidt tot uitsluiting van het tentamen. e
1 Toetsmoment meestal in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Syllabus Schrijfvaardigheid 2015-2016 Boek (verplicht) : Projectgroep Nederlands V.O. (2002) Nederlands in de tweede fase. Een praktische didactiek. Bussum: Coutinho 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 126 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/10/OANE-MSCHRYF-12
Titel
Taalkunde in het onderwijs
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OANE-MTAALOND-12 Taalkunde in het onderwijs Linguistics and education 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
J ter Beek (tel. +31626228619) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 126
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Dossier
Numeriek 1 decimalen
5,5
Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar 100
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De cursus Taalkunde in het onderwijs behoort tot de leerlijn taalkunde, waartoe ook de cursussen ATW/TTW en Taalverandering behoren. In de module Taalkunde in het onderwijs breiden studenten bestaande kennis en inzicht in verschillende taalkundige thema’s verder uit. In de cursus wordt tijdens elk college een taalkundige stroming toegelicht. In de eerste helft van de cursus staat het boek Het einde van de standaardtaal van Van der Horst centraal. Tijdens de colleges wordt leesstof of leerstof toegelicht. In de tweede helft van de cursus wordt ingegaan op verschillende manieren om taalkunde in de Tweede Fase in te vullen. Opdrachten worden, afwisselend plenair of in groepen, gemaakt en/of besproken en van feedback voorzien. Tijdens de bijeenkomsten die volgen, gaan de studenten in groepen werken aan een taalkundeleerlijn en analyseren zij bestaand lesmateriaal. Daarnaast gaan studenten individueel aan de slag met het ontwikkelen van eigen materiaal. Het gemaakte materiaal wordt door medestudenten van feedback voorzien.
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten In de cursus Taalkunde in het onderwijs wordt ingegaan op hoe taalkunde in het onderwijs een onderdeel van het curriculum kan zijn. Welke onderdelen uit de taalkunde zijn hiervoor geschikt en hoe kan een docent deze onderdelen geschikt maken voor leerlingen. Om dit te kunnen doen, maken studenten kennis met verschillende stromingen binnen de taalkunde. Elke stroming kijkt op eigen wijze naar het verschijnsel taal. Studenten leren dat deze een reactie op elkaar kunnen zijn en/of naast elkaar kunnen bestaan. Er wordt aandacht besteed aan: Neogrammatici, Structuralisme, Generatieve grammatica en Constructiegrammatica. Voorts maken studenten kennis met de verschillende visies op de mogelijke invulling van het onderdeel taalkunde in de Tweede Fase. Ook ontwikkelen de studenten een standpunt over de positie van de (eerstegraads) docent Nederlands in het onderwijs. Daartoe wordt het boek Het einde van de standaardtaal van Joop van der Horst bestudeerd en gerecenseerd. De studenten kunnen op basis van de eigen visie een taalkundeleerlijn voor de Tweede Fase ontwikkelen. Ook zijn studenten in staat om zelfstandig lesmateriaal te ontwikkelen voor het onderdeel taalkunde voor de eigen lespraktijk. De studenten maken zich de leerstof eigen door deelname aan de (hoor- en werk-)colleges en door actieve zelfstudie. Doelstellingen/competenties De studenten hebben kennis van en inzicht in… · de basisbegrippen van de belangrijkste taalkundetheorieën vanaf de Neogrammatici tot en met de constructiegrammatica; · het ontstaan en het verdwijnen van de standaardtaal; · de theoretische dan wel atheoretische invalshoek van taalkundig lesmateriaal. Studenten kunnen bestaand taalkundig lesmateriaal analyseren. De studenten kunnen (synthese)… · een leerlijn Taalkunde voor de Tweede Fase / hbo ontwikkelen; · een lessenserie Taalkunde maken voor de Tweede Fase / hbo. De studenten zijn in staat tot beoordeling (evaluatie) van… · Het einde van de Standaardtaal middels het schrijven van een recensie over dit boek; · lesmateriaal taalkunde dat door medestudenten is ontwikkeld. Legitimering De cursus sluit aan bij SBL-competenties 3 en 8. Kennisbasis De cursus sluit aan bij domein 3.4 en 3.5 van de kennisbasis Nederlands voor de hbo-masteropleiding leraar vho. Toetsen en beoordelingscriteria De cursus wordt afgesloten met een dossier. In het dossier zijn de uitwerkingen van opdrachten uit de cursuswijzer opgenomen. Het dossier is voldoende als alle opdrachten minimaal als voldoende zijn beoordeeld. Voor het dossier geldt naast de formele eisen een aantal aanvullende criteria die specifiek bij de afzonderlijke opdrachten horen. e
1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was.
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: De inhoud van de colleges ATW/TTW en Taalverandering wordt bekend verondersteld. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Horst, J. van der (2008), Het einde van de standaardtaal. Een wisseling van Europese taalcultuur. 1e druk 2008 of later, Amsterdam: Meulenhoff. Boek (verplicht) : Hulshof, H. en T. Hendrix (red.) (2010), Taalkunde en het schoolvak Nederlands. Levende Talen Magazine. Diversen (verplicht) : Het boek van Van der Horst moeten de studenten zelf aanschaffen. Hulshof en Hendrix (2010) en overige materialen, zoals de cursushandleiding en hand-outs, worden te zijner tijd in de digitale leeromgeving beschikbaar gesteld. 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 126 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/10/OANE-MTAALOND-12
Titel
Taalverandering
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OANE-MTAALVER-14 Taalverandering Language Change 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
J ter Beek (tel. +31626228619) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 124
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
Schriftelijk tentamen
Numeriek 1 decimalen
5,5
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De cursus Taalverandering behoort tot de leerlijn taalkunde, waartoe ook de cursussen ATW/TTW (jaar 1) en Taalkunde in het onderwijs (jaar 2) behoren. Waar ATW/TTW vooral een introductie op het vakgebied van de (algemene) taalkunde is, richt Taalverandering zich specifiek op het Nederlands. Een ander verschil is dat ATW/TTW, meer dan de andere cursussen in de leerlijn, beoogt een beeld te geven van de taalkunde als wetenschappelijke discipline, terwijl bij Taalverandering wordt gewerkt aan (het verdiepen van) kennis die ook in de onderwijspraktijk ingezet wordt. De vertaalslag naar de onderwijspraktijk komt nadrukkelijk aan bod in Taalkunde in het onderwijs.
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten Deze cursus gaat over het Nederlands en de variatie in het Nederlands. De cursus biedt een overzicht van de geschiedenis van het Nederlands, van de periode voor het eerste Nederlands tot de huidige tijd, en staat ook stil bij enkele verschillen en overeenkomsten tussen het Nederlands en verwante talen. De veranderingen worden in verband gebracht met algemene taalveranderingsprocessen. Daarnaast besteedt de cursus aandacht aan enkele variëteiten van het Nederlands, waarbij ook de sociolinguïstiek aan bod komt. De studenten maken zich de leerstof eigen door deelname aan de (hoor- en werk-)colleges en door actieve zelfstudie. Doelstellingen/competenties De studenten hebben kennis van… · enkele karakteristieke structuureigenschappen van het Oudnederlands en diens voorlopers; · enkele karakteristieke structuureigenschappen van het Middelnederlands; e e · enkele karakteristieke structuureigenschappen van het Nederlands van de 16 en 17 eeuw; · enkele karakteristieke structuureigenschappen van de huidige Nederlandse variëteiten; · enige karakteristieke verschillen tussen de Nederlandse variëteiten en de andere Germaanse talen; · de belangrijkste opvattingen en stromingen in de huidige sociolinguïstiek. De studenten hebben inzicht in de relatie tussen (synchrone en diachrone) taalvariatie en taalveranderingstendensen en –processen; De studenten zijn in staat tot toepassing van beschrijvende en verklarende middelen uit de sociolinguïstiek in bepaalde Nederlandse meertalige situaties. De studenten kunnen zich verder professionaliseren op het gebied van de in de cursus behandelde onderwerpen. Legitimering De cursus sluit aan bij SBL-competentie 3 en 8. Kennisbasis De cursus sluit aan bij domein 3.2, 3.3 en 3.5 van de kennisbasis Nederlands voor de hbo-masteropleiding leraar vho. Toetsen en beoordelingscriteria De cursus wordt afgerond met een schriftelijk tentamen. Studenten zijn voor de cursus geslaagd als ze ten minste een voldoende hebben gehaald (dat wil zeggen, minimaal 5,5). e 1 Toetsmoment meestal in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was.
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: De inhoud van de cursus ATW/TTW wordt bekend verondersteld; dat wil zeggen dat deelnemers de basisbegrippen van de (algemene) taalwetenschap kennen. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Wal, M. van der & Bree, C. van (2008). Geschiedenis van het Nederlands. (5e, herziene druk). Houten: Het Spectrum.
Diversen (verplicht) : Overige materialen worden te zijner tijd op sharepoint beschikbaar gemaakt. Diversen (verplicht) : Weerman, F. (2002). Dynamiek in taal en de explosie van de neerlandistiek. Amsterdam: Vossiuspers UvA. 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/10/OANE-MTAALVER-14
Titel
Theorie van de taalbeheersing
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OANE-MTBEHEER-12 Theorie van de taalbeheersing Theory of language proficiency 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
A Wijnands (tel. 7436) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
7 maal per blok
1680 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 112
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Essay
Numeriek 1 decimalen
5,5
Aantal keren dat een Weging (afgerond In welke blokken wordt toets wordt aangeboden op hele procenten) de toets aangeboden? in een collegejaar 100
2
bij aanvangsblok 3: . blok 4 . blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
In deze cursus krijgen studenten een overzicht van de stand van zaken in wetenschappelijk onderzoek naar onderwerpen uit de taalbeheersing. Niet alleen wordt de geschiedenis van de taalbeheersing als zelfstandige discipline uiteengezet, ook taalbeheersingsonderzoek van de laatste decennia komt aan de orde. De nadruk ligt op leesvaardigheid/tekstbegrip, spreekvaardigheid/conversatie, schrijfvaardigheid, argumentatieve vaardigheden en tekstontwerp. Daarbij worden ook psycholinguïstische modellen voor taalgebruik behandeld en er wordt ingegaan op de werking van het brein in relatie tot taalvaardigheid en meertaligheid. Studenten leren tijdens de cursus kritisch te kijken naar onderzoeken. Zij leren zelf een brug te slaan tussen de theorie en de praktijk. Dit doen zij door een essay te schrijven n.a.v. een opdracht over de collegestof. ·
2.2
Cursus inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten: Leerstof: Studenten krijgen een overzicht van de stand van zaken op het gebied van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de taalbeheersing. Studenten leren een relatie te leggen tussen wetenschappelijk onderzoek en het onderwijs van het eerstegraads gebied. Werkvormen en activiteiten: Hoor- en werkcolleges, groepswerk, discussies, zelfstudie, afsluitende opdracht. Doelstellingen/competenties: Kennis
Studenten kunnen cognitieve processen benoemen die aan de basis van luisteren en spreken staan (3.2) en die aan de basis van schrijven en lezen staan. Studenten kennen moderne inzichten in aard en werking van het brein op het punt van taal en kennen de relatie met meertaligheid en meertalig onderwijs. (3.2) Studenten kennen de status-quo binnen het taalbeheersingsonderzoek als het gaat over tekstbegrip, conversatie, argumentatie en schrijfvaardigheid. Studenten kennen historische ontwikkeling in de discipline taalbeheersing.
Inzicht
Studenten kunnen de ontwikkeling van de discipline taalbeheersing situeren in historisch perspectief en kunnen reflecteren op de inhouden en op de betekenis ervan voor de praktijksituatie. Studenten herkennen de uitgangspunten van de Amsterdamse en de Utrechtse School op het gebied van de argumentatieleer (2.4a).
Toepassing
Studenten kunnen adequaat en efficiënt relevante bronnen binnen een gekozen deelgebied van het schoolvak Nederlands beschrijven en daarbij verbanden benoemen. (1.2b) Studenten kunnen antwoorden vinden op eigen hoofd- en deelvragen op basis van bestaande studies (2.5b).
Analyse
Studenten kunnen data binnen het gebied van de taalvaardigheid herkennen, beschrijven en analyseren (…) (2.5c). Studenten kunnen kritisch en zelfstandig bijblijven op hun vakgebied, nieuwe kennis integreren en deze kennis vertalen naar hun onderwijspraktijk.
Evaluatie
Visie
Studenten kunnen de resultaten van taalbeheersingsonderzoek kritisch beoordelen en relateren aan de praktijk van het onderwijs in het eerstegraads gebied Studenten kunnen kritisch en zelfstandig bijblijven op hun vakgebied, nieuwe kennis integreren en deze kennis doorvertalen naar hun onderwijspraktijk.
Studenten kunnen hun visie op taalbeheersingsvakken verwoorden en onderbouwen met relevante literatuur.
Legitimering: De cursus sluit aan bij SBL-competenties: 3 en 8 Kennisbasis: 1,2b; 2.4a; 2.5b; 2.5c; 3.2. Toetsen en beoordelingscriteria: De toetsing bestaat uit het schrijven van een individueel essay thuis. N.a.v. Braet (2000), de artikelen die tijdens het college aan bod zijn gekomen en (minimaal) twee zelf ingebrachte artikelen schrijven de studenten (individueel) een essay waarin zij vanuit de theorie de taalbeheersing binnen hun eigen (school)praktijk kritisch belichten. In het essay moeten de onderdelen leesvaardigheid, conversationeel taalgebruik, argumentatie, schrijfvaardigheden en tekstontwerp (incl. de bijbehorende artikelen) terugkeren. Het essay moet geschreven zijn in foutloos Nederlands (C1). e
1 Toetsmoment meestal in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e e 2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was.
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Vakdomein 2 Kennisbasis Nederlands Bachelor 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Taalbeheersing als communicatiewetenschap. Een overzicht van theorie-vorming, onderzoek en toepassing. ISBN: 9789062832132, Braet, A. (red.), 1e druk (2000), Bussum Uitgeverij Coutinho. Diversen (verplicht) : Overige materialen, zoals de cursushandleiding, artikelen en hand-outs, worden te zijner tijd via sharepoint beschikbaar gesteld. 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 112 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/10/OANE-MTBEHEER-12
Titel
Onderwijswet. en praktijkonderz. OWPO
Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
OAR-MONDPR-12 Onderwijswetenschap en praktijkonderzoek (OWPO) Educational sciences and practical research 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee
CA van Leeuwen (tel. 06-23894378) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per
14400 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren -100 (bij alle aanvangsblokken)
1.12 Toetsen: Toetsvorm
Onderzoeksvoorstel
Resultaatschaal
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
4
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok 2 . blok 3 bij aanvangsblok 3: . blok 4 . blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: Deze cursus is de voorbereiding op de uitvoering van het praktijkonderzoek in het volgende studiejaar. De studenten kiezen een probleem uit eigen praktijk. Ze verkennen het probleem op een theoretische en praktische manier. Om dat goed te kunnen doen wordt in de cursus ook aandacht besteed aan wetenschapsfilosofie en onderzoek binnen de onderwijswetenschappen. De meerwaarde van de cursus voor de beroepsuitoefening is dat de studenten met een onderzoekende houding in de school kunnen functioneren en hun praktijk kunnen versterken met het opzetten van een uit te voeren onderzoek.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes Probleemverkenning: 1. 2. 3. 4.
5.
De student kan een relevant probleem in de praktijk identificeren en op een volledige en transparante wijze beschrijven, zodanig dat praktijkonderzoek en het te realiseren doel binnen de gegeven tijd haalbaar is. De student voert een adequate en correcte theoretische verkenning uit naar het praktijkprobleem gebaseerd op literatuur van niveau. De student verkent het probleem in de praktijk en kiest daarbij op een transparante en onderbouwde wijze voor onderzoeksmethoden die passen bij de gestelde verkennende onderzoeksvragen. De student kiest een focus voor het interventieonderzoek op basis van conclusies, waarin betekenis is gegeven aan verzamelde informatie gekoppeld aan de onderzoeksvraag met daarbij een transparante afweging van argumenten. De student formuleert een onderzoeksvraag rond de beoogde interventie die precies, relevant, afgebakend, verankerd en functioneel is.
Onderzoeksplan: 1. 2. 3.
De student vult het eerdere theoretische kader aan met een theoretische onderbouwde keuze voor de beoogde interventie. De student beschrijft en onderbouwt vanuit theorie, de beoogde ontwerpcriteria voor een innovatieve interventie. De student kiest op een transparante en onderbouwde wijze voor onderzoeksmethoden om de waarde van de interventie in de praktijk vast te kunnen stellen, passend bij de gestelde onderzoeksvraag.
Reflectieverslag: 1. 2. 3.
De student reflecteert op het onderzoeksproces in het licht van de eigen ontwikkeling op competentie 8. De student reflecteert op het onderzoeksproces in het licht van wetenschapsfilosofie. De student reflecteert op het onderzoeksproces in het licht van wetenschapsethiek.
Algemeen: 1.
De student schrijft verzorgde verslagen op een objectieve en precieze wijze met een logische opbouw.
Leeractiviteiten Het afstudeertraject van een masterstudent bestaat uit de cursus OWPO (5 EC) en het praktijkonderzoek (10 EC). In de cursus OWPO bereidt de student zich voor op de uitvoering van het praktijkonderzoek in het laatste studiejaar. Deze voorbereiding bestaat uit het identificeren en verkennen van een probleem uit de eigen praktijk en het vervolgens bedenken van een mogelijke interventie en bijbehorend interventieonderzoek. Dit mondt uit in een onderzoeksplan dat beoordeeld wordt. Een voldoende beoordeling is de ingangseis voor het uiteindelijk kunnen deelnemen aan het onderdeel praktijkonderzoek. Naast het schrijven van het onderzoeksplan krijgen de wetenschapsfilosofie en de wijze van onderzoek doen binnen de onderwijswetenschappen speciale aandacht binnen de cursus. Kennisbasis Competentie 8, onderzoekend vermogen, de eindtermen onderzoek van FE.
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: WAB (start), in het bijzonder de dataverzamelingstechnieken (onderzoeksdossier). De student heeft zicht op wat informatievaardigheden zijn en wat de stand van zaken is wat betreft eigen ontwikkeling. De student heeft beginnend zicht op de eigen onderzoekende houding De student werkt in het onderwijs. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : De Lange, R., Schuman, H. & Montesano Montessori, N. (2011). Praktijkgericht onderzoek voor reflectieve professionals. Antwerpen, Apeldoorn: Garant. Reader (verplicht) : Artikelen Boek (verplicht) : Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen: over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 240 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): -100 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/19/OAR-MONDPR-12
Titel
Praktijkonderzoek
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
OAR-MPRAKOND-12 Praktijkonderzoek Practical Research 10 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor 1.7 studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden?
Nee
CA van Leeuwen (tel. 06-23894378) (
[email protected]) Nederlands
1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Diverse werkvormen
niet verplicht
2 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 278
1.12 Toetsen: Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
Verslag
Numeriek 1 decimalen
5,5
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: In het Praktijkonderzoek laten studenten zien op een zelfstandige, systematische en methodische manier eigen interventies te kunnen ontwerpen, uitvoeren en evalueren. In de, aan de cursus ‘Praktijkonderzoek’ voorafgaande cursus ‘Onderwijswetenschap en Praktijkonderzoek’ hebben studenten hun gekozen praktijkprobleem op een onderzoeksmatige manier praktisch en theoretisch verkend, interventies ontworpen en hun onderzoeksopzet methodisch uitgewerkt. Dit heeft geresulteerd in een goedgekeurd onderzoeksvoorstel voor het onderdeel Praktijkonderzoek. In dit onderdeel werken studenten aan het interventiegedeelte van het onderzoek, voeren ze hun interventies uit, verzamelen ze data en analyseren ze deze data. Het uiteindelijke totale onderzoek wordt zowel schriftelijk als mondeling gepresenteerd. De meerwaarde van de cursus voor de beroepsuitoefening is dat de studenten met een onderzoekende houding in de school kunnen functioneren en hun praktijk kunnen versterken met het opzetten, uitvoeren, evalueren en presenteren van een praktijkgericht onderzoek.
2.2
Cursus inhoud Learning outcomes
De student kan door middel van praktijkonderzoek op een zelfstandige, systematisch en methodische manier onderzoeken of een interventie om een praktijkprobleem op te lossen voldoende effect heeft. De student kan kritisch en analytisch gebruik maken van literatuur in de context van een praktijkonderzoek bij het verantwoorden van keuzes en het bediscussiëren van de onderzoeksresultaten. De student kan aangeven wat het onderzoek bijgedragen heeft aan de eigen professionele ontwikkeling. De student kan het onderzoek op een heldere en doorzichtige manier schriftelijk en mondeling presenteren. De student kan een relevante onderzoeksvraag formuleren en de praktijk beschrijven waarin die vraag speelt, waarbij op een volledige en transparante manier deelvragen worden beschreven en waarbij aangegeven wordt welke verandering met het onderzoek beoogd wordt. De student schrijft een volledig en transparant theoretisch kader gebaseerd op literatuur van niveau. De student kan op transparante en onderbouwde wijze passende methoden kiezen om de onderzoeksvraag te beantwoorden, waarbij variabelen geoperationaliseerd worden en waarbij betrouwbaarheid en validiteit gewaarborgd zijn. De student geeft volledig en transparant inzicht in de verkregen resultaten, en kan die op een juiste manier analyseren. De student beantwoordt op een goede en logische manier de onderzoeksvragen op basis van verkregen resultaten, waarbij betrouwbaarheid en interne validiteit meegenomen worden. De student schrijft een academisch verslag; objectief, transparant, logisch en verzorgd, waarbij gemaakte keuzes, die logisch uit elkaar voort komen, onderbouwd worden.
Kennisbasis Competentie 8, onderzoekend vermogen. Eindtermen leerlijnen onderzoek FE.
2.3 Ingangseisen Alle volgende (groepen) cursussen moeten voldoende zijn afgerond: 1. WAB (start) (OAR-MWABSTR-12) 2. Onderwijswet. en praktijkonderz. OWPO (OAR-MONDPR-12) of Onderwijswetenschap en praktijkonderzoek (OAR-MONDWETPR-12) 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Diversen, afhankelijk van onderwerp eigen onderzoek. 2.5 Workload Contactduur (uren): 2 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 278
Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/19/OAR-MPRAKOND-12
Titel
WAB (assessment)
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAR-MWABASS-12 Werken aan Bekwaamheidseisen (assessment) Developing Teaching Skills (assessment) 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
WF Fischer (tel. 7515) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Diverse werkvormen
niet verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 134
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Assessment
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving: De cursus Werken aan bekwaameisen (assessment) maakt deel uit van de doorlopende leerlijn Werken aan bekwaamheidseisen (WAB). Binnen de opleiding werkt de student drie jaar lang op een systematische manier aan de ontwikkeling van zijn beroepsbekwaamheden (= competenties). Hij ontwikkelt zich daarbij van beroepsbekwaam in het tweedegraadsgebied tot een onderwijsprofessional in het eerstegraadsgebied. Uitgangspunt daarbij zijn de bekwaamheidseisen op niveau masters, die zijn gebaseerd op de bekwaamheidseisen voortgezet- en hoger onderwijs, zoals beschreven in de wet Beroepen in het Onderwijs (Onderwijsraad en Raad van State, 2006). De student is werkzaam als docent in het voortgezet onderwijs of in het hbo. Daarnaast verdient het aanbeveling dat de student ten minste vanaf de start van de opleiding enige uren onderbevoegd lesgeeft in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs of in het hbo. Indien dit beslist niet mogelijk is, doet de student vanaf de start van deze opleiding een stage met ten minste 80 uur onderbevoegd lesgeven in het eerstegraads gebied. De student heeft op school een begeleider of collega die hem bij zijn ontwikkeling kan ondersteunen, bijvoorbeeld door het geven van feedback en het observeren van lessen. Er wordt een studie- werk- en begeleidingsovereenkomst getekend tussen opleidingsschool en opleiding. Het leren vindt dus plaats in de eigen schoolpraktijk en in de bijeenkomsten en zelfstudietijd in het kader van WAB. WAB (assessment) staat in het teken van het verder ontwikkelen van competenties die vanuit de bekwaamheidseisen op niveau masters nog aandacht behoeven, persoonlijke profilering en de voorbereiding op het assessment masters. De student onderzoekt daartoe aan het begin van het jaar wat er nog nodig is om aan het eind van het jaar te kunnen bewijzen dat hij voldoet aan de bekwaamheidseisen op niveau masters, plant daarbij passende (leer)activiteiten en voert deze uit. In de tweede helft van het jaar stelt de student een presentatieportfolio samen ten behoeve van het eindassessment. Hierbij selecteert hij onderdelen uit de WAB-lijn en andere cursussen die zijn ontwikkeling en bereikte niveau illustreren. Ook het praktijkonderzoek –dat in dit studiejaar wordt uitgevoerd- zal bewijsmateriaal opleveren. In de bijeenkomsten wordt vooral aandacht besteed aan het beschrijven, verantwoorden en bewijzen van ontwikkelde competenties.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes De hoofddoelstelling van de onderwijseenheid WAB (assessment) is dat de student aantoont te voldoen aan de bekwaamheidseisen op niveau masters. Hij stelt daartoe een presentatieportfolio samen en doet een eindassessment, zoals is beschreven in de Handleiding assessment masters. De onderwijseenheid WAB (assessment) draagt bij aan de bekwaamheidseisen op niveau masters, onderverdeeld in acht competenties. 1. Interpersoonlijk, 2. Pedagogisch, 3. Vakinhoudelijk en didactisch, 4. Organisatorisch, 5. Samenwerking met collega’s, 6. Samenwerking met de omgeving, 7. Reflectie en ontwikkeling, 8. Onderzoekend handelen. Competenties 7 en 8 komen in elk geval aan bod. Het is afhankelijk van de keuze van de student welke competenties verder in WAB (assessment) aan bod komen en welke eerder. De student draagt er zelf zorg voor dat aan het eind van de opleiding alle competenties die bij het assessment masters aangetoond dienen te worden voldoende aan bod zijn gekomen. Leeractiviteiten In de onderwijseenheid WAB (assessment) schrijft de student een laatste leerwerkplan, waarbij hij zich vooral richt op onderdelen die in WAB (start) onderbelicht zijn gebleven of extra aandacht behoeven en op mogelijkheden om zich als docent (verder) te profileren. Hij legt daartoe opnieuw een relatie tussen zijn eigen beroepsbekwaamheden, de bekwaamheidseisen op niveau masters en het programma van de opleiding en formuleert op basis daarvan leervragen en leeractiviteiten om zijn beroepsbekwaamheden verder te ontwikkelen. De voorgenomen leeractiviteiten worden uitgevoerd in de eigen schoolpraktijk en in andere onderdelen van de opleiding, met name in het praktijkonderzoek. Daarbij maakt de student gebruikt van eerder in de WAB-lijn aangereikte (onderzoeks)instrumenten en modellen. Het werken en leren op een school (de schoolpraktijk) is een integraal onderdeel van dit traject. Tijdens de WAB-bijeenkomsten op de hogeschool worden vooral instrumenten aangereikt (waaronder video-intervisie) om competenties krachtig te kunnen beschrijven en bewijzen in het presentatieportfolio en het assessment master. Leerteamleden fungeren daarbij als elkaars critical friend: ze geven elkaar feedback en zullen onderdelen van het assessment met elkaar oefenen. Er wordt plenair, individueel en in leerteams gewerkt. Elk leerteam wordt ondersteund door een begeleider van de opleiding, die extra instrumenten aan kan dragen en feedback kan geven.
Tijdens WAB (assessment) zal een lesbezoek plaatsvinden in de eerste helft van het jaar; de WAB-begeleider zal bij de student een les komen observeren. Tijdens de nabespreking van de les zal de werkbegeleider van de student ook aanwezig zijn (indien mogelijk). In sommige gevallen zal er in plaats van een lesbezoek een video-intervisie bijeenkomst zijn met de begeleider. In de studiehandleiding worden de procedures nader toegelicht. Aan het eind van het jaar sluit de student zijn opleiding af in het assessment masters. Hierin toont hij aan bekwaam te zijn voor het eerstegraadsgebied. In het assessment wordt gebruik gemaakt van het presentatieportfolio van de student, een presentatie die de student geeft en een criteriumgericht interview. Het assessment wordt afgenomen door twee gecertificeerde assessoren, waarbij er een werkzaam is aan de opleiding en de ander in het eerstegraadsgebied van het voortgezet onderwijs. Minimaal een van beiden is werkzaam in het schoolvak van de student. Het assessment wordt beschreven in de Handleiding assessment masters en wordt georganiseerd door Bureau Assessment. Toetsen en beoordelingscriteria WAB (assessment) wordt afgerond middels een assessment master. Hier wordt de student beoordeeld op de acht genoemde competenties, niveau master. Informatie over het assessment (toetsmomenten, toelatingseisen, inhoud, procedure, beoordelingscriteria) is te vinden in de handleiding assessment master. e
1 Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. e
2 Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 toetsmoment was.
e
Legitimering In de masteropleiding is de beroepscomponent een wezenlijk onderdeel van de opleiding. Inherent aan iedere beroepsopleiding is dat de student zijn beroepsbekwaamheden in de praktijk ontwikkelt. De didactiek, pedagogiek en organisatie van vakken op eerstegraads niveau verschillen op belangrijke punten van die van het tweedegraads niveau: voorbeelden zijn de interactie tussen docent en leerling, de plaats die de vakinhoud inneemt, het niveau en de omvang van de vakinhoud en de gehanteerde werkvormen. Ook op het gebied van functioneren in de sectie en schoolorganisatie worden aan een master andere eisen gesteld dan aan een tweedegraads docent. Te denken valt aan overleg over de inrichting van het schoolexamen, het ontwikkelen van lesmateriaal en samenwerken met docenten van andere vakken op eerstegraads niveau. Een eerstegraadsdocent is in staat zijn eigen beroepspraktijk methodologisch verantwoord te onderzoeken en is bekend met de wetenschappelijke achtergronden van de onderwijskunde en van zijn eigen vak en vakdidactiek. Aan het einde van zijn opleiding moet de student kunnen bewijzen dat hij voldoende professionele bekwaamheden voor het eerstegraads gebied heeft ontwikkeld. Kennisbasis Afhankelijk van de keuze van de student kan elk onderdeel van de vakinhoudelijke kennisbasis en zeven SLB competenties aan bod komen.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1. Werken aan Bekwaamheidseisen (start) (OAR-MWABSTR-12) Veronderstelde voorkennis: geen 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Diversen (verplicht) : Studiehandleiding Werken aan Bekwaamheidseisen (assessment Diversen (verplicht) : Handleiding assessment master 2.5 Workload Contactduur (uren): 2 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 134 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen
Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/19/OAR-MWABASS-12
Titel
WAB (keuze)
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAR-MWABKEU-13 Werken aan Bekwaamheidseisen (keuze) Developing Teaching Skills 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Werkvorm
Diverse werkvormen
Aanwezigheid verplicht?
niet verplicht
Frequentie
1 maal per
Nee
WF Fischer (tel. 7515) (
[email protected]) Nederlands
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 2: blok 2
14400 minuten
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren -100 (bij alle aanvangsblokken)
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Diverse toetsvormen
Resultaatschaal
Numeriek 1 decimalen
Minimum cijfer
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
4
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok 2 . blok 3 bij aanvangsblok 2: . blok 3 . blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: De cursus Werken aan bekwaamheidseisen Keuze maakt deel uit van de doorlopende leerlijn Werken aan bekwaamheidseisen (WAB). Binnen de opleiding werkt de student op een systematische manier aan de ontwikkeling van zijn beroepsbekwaamheden (= competenties). Hij ontwikkelt zich daarbij van beroepsbekwaam in het tweedegraadsgebied tot een onderwijsprofessional in het eerstegraadsgebied. Uitgangspunt daarbij zijn de bekwaamheidseisen op niveau masters, die zijn gebaseerd op de bekwaamheidseisen voortgezet- en hoger onderwijs, zoals beschreven in de wet Beroepen in het Onderwijs (Onderwijsraad en Raad van State, 2006). Bij de module WAB-keuze gaan we er vanuit dat de student werkzaam is in het VO of HBO. Bij WAB Keuze staan profilering en verdieping centraal. De opleiding verzorgt een aanbod van verschillende keuzemodules rond thema’s uit het eerstegraads gebied, waaruit de student op basis van eigen achtergrond, ervaringen en interesse een keuze kan maken voor één module. Het is in principe dus niet mogelijk om vrijstelling aan te vragen voor de inhoud van één van deze modules. Het definitieve aanbod wordt aan het begin van het studiejaar bekend gemaakt; te denken valt aan modules als ‘Toetsen en beoordelen’ en ‘Onderzoeksvaardigheden’.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes De hoofddoelstelling van de onderwijseenheid WAB Keuze is dat de student zich profileert en verdiept in het eerstegraads gebied door een keuze te maken voor een van de modules uit het aanbod van de opleiding. De onderwijseenheid WAB Keuze draagt bij aan de bekwaamheidseisen op niveau masters, onderverdeeld in acht competenties. 1. Interpersoonlijk, 2. Pedagogisch, 3. Vakinhoudelijk en didactisch, 4. Organisatorisch, 5. Samenwerking met collega’s, 6. Samenwerking met de omgeving, 7. Reflectie en ontwikkeling, 8. Onderzoekend handelen. Competentie 7 komt in elk geval aan bod. Het is afhankelijk van de keuze van de student welke competenties verder in WAB Keuze aan bod komen. De student draagt er zelf zorg voor dat aan het eind van de opleiding alle competenties die bij het assessment masters aangetoond dienen te worden voldoende aan bod zijn gekomen. Iedere WAB-keuze module heeft zijn eigen leerdoelen. Zie de studiehandleiding van de betreffende WAB-keuze module. Leeractiviteiten In de onderwijseenheid WAB Keuze zullen diverse thema’s aan bod komen gericht op het eerstegraads gebied, waardoor de student tot een verdieping kan komen van zijn kennis en (didactische) repertoire. De onderwijseenheid WAB keuze wordt aangeboden voor zowel de blended-7 als voor de blended-2 variant in HUbl. Toetsen en beoordelingscriteria Diverse toetsen. Voor de afrondingseisen van iedere aparte WAB keuze module, zie de studiehandleiding van de betreffende module.
Sommige modules bieden de mogelijkheid voor een afronding op honoursniveau. Kennisbasis SBL competenties 1-7 en competentie 8 (afhankelijk van leervragen student) Afhankelijk van de keuze van de student kan elk onderdeel van de kennisbasis aan bod komen.
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: geen 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Studiehandleiding van de gekozen module.
Diversen (verplicht) : Aanvullende literatuur zal door de docent van de keuzemodule bekend gemaakt worden. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 240 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): -100 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/19/OAR-MWABKEU-13
Titel
WAB (start)
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OAR-MWABSTR-13 Werken aan Bekwaamheidseisen (start) Developing Teaching Skills (start) 5 European Credits M (master) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
WF Fischer (tel. 7515) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Diverse werkvormen
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 136
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Verslag
Numeriek 1 decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok CONTINUE: . blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving: De cursus Werken aan bekwaamheidseisen start (WAB start) maakt deel uit van de doorlopende leerlijn Werken aan bekwaamheidseisen (WAB). Gedurende de opleiding werkt de student op een systematische manier aan de ontwikkeling van zijn beroepsbekwaamheden (= competenties). Hij ontwikkelt zich daarbij van beroepsbekwaam in het tweedegraadsgebied tot een onderwijsprofessional in het eerstegraadsgebied. Uitgangspunt daarbij zijn de bekwaamheidseisen op niveau masters, die zijn gebaseerd op de bekwaamheidseisen voortgezet- en hoger onderwijs, zoals beschreven in de wet Beroepen in het Onderwijs (Onderwijsraad en Raad van State, 2006). De student is werkzaam als docent in het voortgezet onderwijs of in het hbo. Daarnaast verdient het aanbeveling dat de student ten minste na aanvang van deze opleiding enige uren onderbevoegd lesgeeft in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs of in het hbo. Indien dit beslist niet mogelijk is, volgt de student een stage met ten minste 80 uur onderbevoegd lesgeven in het eerstegraads gebied waarvan 40 uur verplicht in het kader van de module WAB start. De student heeft op school een werkbegeleider die hem bij zijn ontwikkeling ondersteunt, bijvoorbeeld door het geven van feedback en het observeren van lessen. Er wordt een leerwerkovereenkomst getekend tussen opleidingsschool, opleiding en student. Het leren vindt dus plaats in de eigen schoolpraktijk, in de bijeenkomsten en zelfstudietijd in het kader van WAB. Bij WAB start staat verbreding dat de student heeft van het docentschap en zijn schoolvak naar het eerstegraadsgebied centraal. De student wordt geleerd de ontwikkeling van zijn beroepsbekwaamheden op een systematische en onderzoekmatige manier aan te pakken en daarvoor bewijsstukken te verzamelen binnen zijn schoolpraktijk en de opleiding. Er wordt gebruik gemaakt van instrumenten voor zelfsturing en voor collegiale consultatie en er is aandacht voor visieontwikkeling. Er wordt verslag gedaan van de ondernomen leeractiviteiten, de resultaten die daarmee zijn bereikt en de ontwikkeling van de beroepsbekwaamheden die daarmee is doorgemaakt, ondersteund door evident bewijsmateriaal.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes De onderwijseenheid WAB start draagt bij aan de bekwaamheidseisen op niveau masters, onderverdeeld in acht competenties. 1. Interpersoonlijk, 2. Pedagogisch, 3. Vakinhoudelijk en didactisch, 4. Organisatorisch, 5. Samenwerking met collega’s, 6. Samenwerking met de omgeving, 7. Reflectie en ontwikkeling, 8. Onderzoekend handelen. Competenties 7 en 8 komen in elk geval aan bod. Het is afhankelijk van de keuze van de student welke competenties verder in WAB (start) aan bod komen en welke later. De student draagt er zelf zorg voor dat aan het eind van de opleiding alle competenties die bij het assessment masters aangetoond dienen te worden voldoende aan bod zijn gekomen. De hoofddoelstelling van de onderwijseenheid WAB start is dat de student zich een beeld vormt van zijn eigen bekwaamheden in relatie tot het docentschap in het eerstegraadsgebied en de opleiding en weet hoe hij deze systematisch en onderzoeksmatig verder kan ontwikkelen. De leerdoelen van de module WAB start: 1. De student monitort zijn eigen professionele ontwikkeling door het maken van eigen keuzes als het gaat om de ontwikkeling van de mastercomptenties, plant zelf de bijbehorende leeractiviteiten, voert deze uit en reflecteert op het resultaat hiervan. 2. De student onderkent de mogelijkheden die het doen van onderzoek biedt bij het beantwoorden van leervragen. Dit laat de student zien door gebruik te maken van dataverzamelingsmethoden (literatuuronderzoek, interviewen, enquêteren, observeren). 3. De student leest en selecteert academische bronnen die helpen bij het beantwoorden van leervragen. 4. Het Nederlands in het leerwerkverslag van de student geeft blijk van het niveau 4 F. 5. De student formuleert een onderbouwde visie op onderwijs en het schoolvak in het eerstegraadsgebied. 6. De student is in staat om intervisie in te zetten om te komen tot een antwoord op zijn leervragen. Leeractiviteiten In de onderwijseenheid WAB start brengt de student eerst zijn beginsituatie, beelden van het docentschap en zijn
schoolvak in het eerstegraadsgebied in kaart. Deze worden gerelateerd aan de bekwaamheidseisen op niveau masters, het zelfbeeld van de student en het programma van de opleiding. Op basis daarvan formuleert de student leervragen en leeractiviteiten om zijn beroepsbekwaamheden verder te ontwikkelen. De voorgenomen leeractiviteiten worden uitgevoerd in de eigen schoolpraktijk en soms ook in andere onderdelen van de opleiding. Het werken en leren op een school (de schoolpraktijk) is dan ook een integraal onderdeel van dit traject. De onderwijseenheid WAB start wordt aangeboden voor zowel de blended-7 als voor de blended-2 variant. Tijdens de WAB start bijeenkomsten op de hogeschool worden instrumenten gebruikt om de ontwikkeling systematisch aan te kunnen pakken (o.a. onderzoeksinstrumenten, zelfanalyse, leerwerkplan, reflectiemodellen en leerwerkverslag) en om daarbij gebruik te maken van collegiale consultatie (o.a. feedback en intervisie). Er wordt plenair, individueel en in (klein)groepsverband gewerkt. Er worden leerteams van ongeveer 4 tot 6 studenten gevormd. Elk leerteam wordt ondersteund door een begeleider van de opleiding, die extra instrumenten aan kan dragen en feedback kan geven. Aan het eind van het jaar evalueert de student zijn leeractiviteiten en legt hij opnieuw een relatie met de bekwaamheidseisen. Het resultaat hiervan wordt, ondersteund door evident bewijsmateriaal, vastgelegd in het leerwerkverslag. Op deze manier verzamelt de student gedurende zijn opleiding bewijsstukken voor de ontwikkeling van zijn beroepsbekwaamheden, waarmee hij aan het eind van de opleiding een presentatieportfolio samenstelt ten behoeve van het assessment. In het assessment toont de student, ter afsluiting van de opleiding, aan bekwaam te zijn voor het eerstegraads gebied. Toetsen en beoordelingscriteria De afrondingseisen voor de onderwijseenheid WAB start zijn: 1. Leerwerkverslag: - De student heeft actief gewerkt, individueel en als onderdeel van het leerteam en is aanwezig geweest bij de bijeenkomsten met de begeleidende docent. - De student heeft een leerwerkplan geschreven dat past bij zijn beginsituatie en ontwikkeldoelen met daarin gevarieerde leervragen en zinvolle leeractiviteiten, die kunnen worden uitgevoerd in zijn eigen schoolpraktijk en evt. binnen de opleiding. - De student heeft in een leerwerkverslag de uitvoering en opbrengst van zijn leeractiviteiten geëvalueerd en aan de bekwaamheidseisen gerelateerd ondersteund met evident bewijsmateriaal, waar in elk geval de feedback van de werkbegeleider op school en die van de opleiding deel van uit maken. Het leerwerkverslag wordt eind blok 4 ingeleverd. Voor de beoordelingscriteria: zie studiehandleiding. Kennisbasis Afhankelijk van de keuze van de student kan iedere SBL comptentie 1-7 + competentie 8 aan bod komen. Afhankelijk van de keuze van de student kan elk onderdeel van de vakinhoudelijke kennisbasis aan bod komen.
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: geen 2.4 Kosten en studiematerialen Kosten: EUR 77 (Totaalprijs van de twee verplichte en één aanbevolen boeken: 1. Praktijkgericht onderzoek voor reflectieve professionals, 2. Praktijkonderzoek in de school en 3. De APA richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage.) Materiaal: Boek (verplicht) : Praktijkgericht onderzoek voor reflectieve professionals; Lange, R. de, Schuman, H. en Montesano Montessori, N. (2012); ISBN 978-90-441-2784-3; vierde druk; Antwerpen – Apeldoorn: Garant Boek (aanbevolen) : Praktijkonderzoek in de school; Van der Donk, C. en Van Lanen, B. (2012); ISBN 9789046903001; tweede druk; Bussum: Coutinho Diversen (verplicht) : Studiehandleiding Werken aan Bekwaamheidseisen (WAB-start) Boek (aanbevolen) : door de vakgroep vast te stellen boek over (vak)didactiek in het eerstegraads gebied Boek (verplicht) : De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage; Poelmans, P. en Severijnen, O. (2013); ISBN 9789046903452; eerste druk; Bussum: Coutinho 2.5 Workload Contactduur (uren): 4 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 136
Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fe/19/OAR-MWABSTR-13