januari 2016
Macro Visie
V.S.: chaos op de financiële markten overschaduwt economische data 2 Eurozone: trage maar gestage verbetering op de arbeidsmarkt. 3 België: lagere groei en hogere inflatie dan in de eurozone. 7 China: interventiepogingen gooien olie op het vuur 15 Rente: obligatiemarkten profiteren van panieksfeer 17 FX: een volatiele jaarstart. 18 Prognosetabel 20
Belfius Research
Dr. Geert Gielens Chief Economist +32 2 222 70 84
[email protected]
Stefan Hulpiau Senior Economist +32 2 222 19 76
[email protected] Frank Maet Senior Economist +32 2 222 69 97
[email protected]
Belfius | Macro visie
januari 2016
V.S.: chaos op de financiële markten overschaduwt economische data. Het macro-economische nieuws uit de V.S. werd tijdens de eerste weken van 2016 volledig ondergesneeuwd door de chaos op de globale financiële markten.
Het arbeidsmarktrapport van december bevestigde dat de banengroei verstevigde in het laatste trimester van 2015. Maar de kleinhandelsverkopen vielen tegen in december en bevestigden de verzwakking van de consumptiegroei in Q4.
Het macro-economische nieuws uit de V.S. werd tijdens de eerste weken van 2016 volledig ondergesneeuwd door de chaos op de globale financiële markten. Wereldwijd gingen de aandelenmarkten en grondstoffenprijzen zwaar onderuit in januari door hardnekkige onzekerheid over de Chinese groei en de potentiële impact van een monetair strengere Amerikaanse centrale bank op de globale economie. Wall Street beleefde de slechtste jaarstart sinds 2001 en zag de S&P500 8% van zijn waarde prijsgeven tegen midden januari. Het pessimisme over de economische groei in China en andere groeilanden , in combinatie met een aanbodoverschot duwde de olieprijs onder de grens van 30 $ per vat. Door het einde van de sancties tegen Iran houdt men op korte termijn rekening met extra output waardoor de teneur op de oliemarkten voorlopig negatief blijft. De turbulentie op de financiële markten overschaduwde de macroeconomische data uit de States. Het arbeidsmarktrapport van december bevestigde dat de banengroei verstevigde in het laatste trimester van 2015. In december kwamen er 292,000 jobs bij, sterker dan geanticipeerd en voor oktober en november werd de groei naar boven herzien , waardoor de totale jobcreatie in Q4 2015 uitkwam op 851,000, het beste kwartaal sinds 1999. Maar de kleinhandelsverkopen vielen tegen in december en bevestigden de verzwakking van de consumptiegroei in Q4 in vergelijking met de voorgaande kwartalen. Dit betekent dat de groei van het BBP in het vierde kwartaal waarschijnlijk zwakker zal uitvallen dan eerder werd geanticipeerd. We rekenen op een BBP-groei van 1,9% t.o.v. het laatste kwartaal van 2014.
Grafiek 1: Evolutie van de olieprijs ($/brl; Brent spot) Grafiek 2. V.S.: jaargroei (%) van de en de CRB-grondstoffenindex. kleinhandelsverkopen en de privé-consumptie.
Bron: Factset
2
Belfius | Macro visie
Januari 2016
Eurozone: trage maar gestage verbetering op de arbeidsmarkt De groei in het derde kwartaal werd ondersteund door de particuliere consumptie. Toch kon de spaarquote licht toenemen.
In vergelijking met een jaar geleden lagen de investeringen 2,2% hoger.
Het handelsoverschot ligt 42% hoger dan vorig jaar.
In het derde kwartaal van 2015 kende het bbp van de eurozone een groei van 0,3% tegenover het voorgaande kwartaal en van 1,6% tegenover het derde kwartaal van 2014. De groei in het derde kwartaal werd vooral ondersteund door de particuliere consumptie die toenam met 0,4%. Toch kon de spaarquote van de gezinnen licht toenemen van 12,7% in het tweede kwartaal tot 12,8% in het derde kwartaal, omdat de groei van het beschikbaar inkomen met 0,5% iets boven de toename van de consumptie lag. De investeringsquote van de gezinnen, dit is de verhouding tussen hun investeringen en het beschikbaar inkomen, bleef stabiel op 8,3%. De toegevoegde waarde, gecreëerd door de bedrijven nam in het derde kwartaal toe met 0,6% ten opzichte van het voorgaande kwartaal, maar de bedrijfsinvesteringen namen af met 0,5%. De investeringsquote van de bedrijven, dit is de verhouding van hun investeringen tegenover de toegevoegde waarde, daalde dan ook van 22,4% in het tweede kwartaal tot 22,1% in het derde. Maar in vergelijking met een jaar geleden lagen de investeringen toch 2,2% hoger. Over de eerste tien maanden van 2015 nam de export van goederen naar landen buiten de eurozone toe tot 1699,7 miljard euro, wat 5% meer was dan in dezelfde periode in 2014. De import van goederen van buiten de eurozone steeg in die periode met 2% tot 1499,9 miljard euro. Er was dus een handelsoverschot ten belope van 199,8 miljard euro, wat ruim 42% meer was dan in het voorgaande jaar. De intra-eurozone handel nam toe met 3% tot 1412,5 miljard euro. Begin december maakte de ECB nieuwe groeiprognoses voor de eurozone bekend. Voor geheel 2016 stelt de ECB nu een gemiddelde bbp-groei van 1,7% voorop die in 2017 zou toenemen tot 1,9%. .
Figuur 3: evolutie van het bbp 0,8
0,6
GDP (ESA 2010), Q-Q %ch, SA, WDA - Euro area (Left) GDP (ESA 2010), Y-Y %ch, SA, WDA - Euro area (Right)
Figuur 4 : investeringen en bezettingsgraad 2
1,5
EuroAreaCapacity Utilization (%) (Left)
Gross FixedCapital Formation - EuroArea (%YoY) (Right)
10
85 5
0,4 1
80
0,2
0 0,5 0 0
75 -5
-0,2 -0,5 -0,4
70 -0,6
-10
-1
-0,8 -1,5 1st/2013 2nd/2013 3rd/2013 4th/2013 1st/2014 2nd/2014 3rd/2014 4th/2014 1st/2015 2nd/2015 3rd/2015 4th/2015 1st/2016
Bron: Factset
65
-15 01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
15
3
Belfius | Macro visie
Januari 2016
In december is de samenvattende indicator van het economisch sentiment in de eurozone verder gestegen (met 0,7 punt tot 106,8), vooral dankzij een sterke toename van het vertrouwen in de industrie (+1,2) waar er een meer positieve beoordeling werd genoteerd van de huidige orderbestanden. Ook in de dienstensector en de bouwsector was er een kleine vooruitgang, maar in kleinhandel was er een afname van het vertrouwen. Het vertrouwen van de consumenten verbeterde licht (+0,2). De beoordeling van de algemene economische toestand bleef stabiel, maar er was een iets positievere inschatting van de persoonlijke financiële situatie.
Het vertrouwen is verder gestegen.
In het derde kwartaal van 2015 nam de tewerkstelling in de eurozone toe met 0,3% tegenover het voorgaande kwartaal en in vergelijking met een jaar eerder beliep de aangroei 1,1%. Deze positieve evolutie vindt men weerspiegeld in de werkloosheidscijfers. Opnieuw werd er in november een lichte daling van de werkloosheidsgraad met 0,1 procentpunt genoteerd tot 10,5%. Een jaar eerder lag de werkloosheidsgraad nog op 11,5%. Er is dus een trage, maar gestage verbetering op de arbeidsmarkt in de eurozone. Wel blijven de verschillen onder de lidstaten groot, want de werkloosheidsgraad beloopt in Duitsland slechts 4,5% terwijl deze in Griekenland 24,6% bedraagt en in Spanje 21,4%. Ook de jeugdwerkloosheidsgraad (15 tot 24 jaar) is dalend gericht, namelijk 22,5% tegenover 23,2% in november 2014, maar is nog zeer hoog in Griekenland (49,5%) en Spanje (47,5%) in vergelijking met Duitsland (7,0%).
Er is een trage maar gestage verbetering op de arbeidsmarkt.
In november lag de industriële productie 0,7% lager dan in de voorgaande maand toen er een toename met 0,8% genoteerd werd, maar in vergelijking met een jaar geleden was er nog steeds een toename met 1,1%. De capaciteitsbezetting in de industrie was in oktober licht gestegen tot 81,5%. Ook de productie in de bouwsector lag in oktober 1,1% hoger dan een jaar eerder. Het omzetvolume in de kleinhandel is in november met 0,3% gedaald ten opzichte van de voorgaande maand, maar in vergelijking met een jaar geleden is er nog steeds een toename met 1,4%.
.
Figuur 5: extra- eurozone handel 170.000
Figuur 6: indicatoren van het vertrouwen 10
Exports, Total, Extra-Euro Area, Mil Of Euro, Sa Imports, Total, Extra-Euro Area, Mil Of Euro, Sa
5
165.000
115
Economic sentiment indicator, Euro area (Right) Industrial confidence indicator, Euro area (19 countries) (Left) Consumer confidence indicator, Euro area (Left)
110
0 160.000
105 -5
155.000
100 -10
150.000
95 -15
145.000
90 -20
140.000
85
-25
135.000 2011
2012
2013
2014
2015
Bron: Factset
-30
80
2011
2012
2013
2014
2015
5
Belfius | Macro visie
Januari 2016
De groei van de kredietverlening aan de privé sector is blijven verbeteren.
De groei van de geldhoeveelheid op jaarbasis, gemeten door M3, is licht vertraagd tot 5,1% in november tegen 5,3% in oktober. Maar een belangrijk onderdeel hiervan, de groei van de kredietverlening aan de privé sector, is blijven verbeteren. Zo bedroeg de groei op jaarbasis van de kredieten aan de gezinnen 1,4% (tegenover 1,2% in oktober) en deze van de kredieten aan de bedrijven 0,9% (tegenover 0,6% in oktober).
De inflatie zal nog geruime tijd laag blijven.
Net als in november kwam het algemene inflatiepercentage op jaarbasis in december uit op 0,2%. De zeer lage inflatie is natuurlijk volledig toe te schrijven aan de gedaalde energieprijzen, die nu 5,9% lager liggen dan een jaar geleden. Ook de onderliggende inflatie, die geen rekening houdt met de energie- en voedingsprijzen, was stabiel op 0,9% op jaarbasis. Er kan dus niet gesproken worden over een algemeen deflatoir klimaat, want de industriële goederen stegen met 0,5% en de dienstenprijzen met 1,1%. Toch wordt verwacht dat de inflatie nog geruime tijd zeer laag zal blijven. Begin december maakte de ECB nieuwe prognoses inzake inflatie bekend. Voor 2016 verwacht de ECB nu een gemiddelde inflatie van 1,0% (voorheen 1,1%), die in 2017 zou oplopen tot 1,6% (voorheen 1,7%).
Figuur 7: evolutie werkloosheid 20.000
Figuur 8 : inflatie en onderliggende inflatie 12,5
Harmonized Unemployment Rate - Euro Area (Right) Number of unemployed, Thous Persons - Euro Area (Left)
4,5 4
19.500
Euro Area Harmonized CPI (%YoY) Euro Area Core inflation (% YoY)
12
3,5 19.000 11,5
3
18.500
2,5 11
18.000
2
17.500
10,5
1,5 1
17.000 10
0,5
16.500
0 9,5 16.000
-0,5 15.500
9 2011
2012
2013
2014
2015
Bron: Factset
-1
2011
2012
2013
2014
2015
5
Belfius | Macro visie
Januari 2016
België: lagere groei en hogere inflatie dan in de eurozone BBP In het derde kwartaal is het bbp toegenomen met 0,2 % ten opzichte van het voorgaande kwartaal.
Volgens gegevens van het Instituut voor de nationale rekeningen (NBB) is het bruto binnenlands product (bbp) in het derde kwartaal van 2015 toegenomen met 0,2 % ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Ten opzichte van het overeenstemmende kwartaal van 2014 bedraagt de groei 1,3 %. De economische activiteit is dus wat vertraagt, want in het eerste en tweede kwartaal beliep de groei respectievelijk 0,3% en 0,5%. In vergelijking met het voorgaande kwartaal is de toegevoegde waarde toegenomen in de bouwnijverheid (+1,1 %) en in de diensten (+0,2 %), en stabiliseerde ze zich in de industrie. De consumptieve bestedingen van de gezinnen kenden wel nog een stijging met 0,1%, maar dit was merkelijk minder dan in de voorgaande kwartalen. Net als in de voorgaande kwartalen daalden de investeringen van de gezinnen in woongebouwen (-0,5%). Maar de investeringen van de bedrijven namen toe met 0,7 %. Opnieuw was er een afname van de consumptieve bestedingen van de overheid (-0,2 %) en van de overheidsinvesteringen (-0,1 %). In totaal beliep de bijdrage van de binnenlandse bestedingen (exclusief voorraden) tot de groei 0,1 procentpunt. De economische activiteit werd ondersteund door de buitenlandse vraag. De uitvoer van goederen en diensten steeg met 0,1 %, terwijl de invoer van goederen en diensten licht afnam met 0,1 %. Bijgevolg droeg de nettouitvoer 0,2 procentpunt bij tot de groei. Volgens het Federaal Planbureau (FPB) zou de Belgische economie over geheel 2015 groeien met 1,2% in 2015 en 1,3% in 2016. De NBB stelt 1,2% voorop voor 2015 en 1,5% voor 2016. De Europese Commissie verwacht een groei van 1,3% zowel in 2015 als in 2016, wat zou betekenen dat voor het eerst sinds lang de Belgische groei beneden het gemiddelde van de eurozone (respectievelijk 1,6% en 1,8%) zou liggen.
Grafiek 9: evolutie van het bbp
Grafiek 10: investeringen per sector 20
15
6
Gross Fixed Capital FormationBy Enterprices (%1 Q) (Left) Gross Fixed Capital FormationBy Dwellings (%1 Q) (Left) Gross Fixed Capital FormationBy Public Administration (% 1 Q) (Right)
4
10 2 5 0 0 -2 -5 -4 -10
-6
-15
-20
-8 2011
Bron: Factset
2012
2013
2014
2015
6
Belfius | Macro visie
Januari 2016
Indicatoren van het vertrouwen Na stabiel te zijn gebleven in november, is de conjunctuurbarometer van de NBB in december gestegen. Het ondernemingsklimaat verbeterde in de vier bedrijfstakken. In de verwerkende nijverheid betrof het herstel van het vertrouwen zowel de beoordeling van de actuele situatie van de ondernemingen als de vooruitzichten. In de bouwnijverheid werd de nieuwe stijging van de indicator geschraagd door een gunstiger verloop en beoordeling van het orderbestand. De versteviging in de diensten aan bedrijven is toe te schrijven aan de aanzienlijk optimistischer vooruitzichten wat betreft activiteit en marktvraag. In de handel verwachten de bedrijfsleiders een forse stijging van hun bestellingen en een toename van hun personeelsbestand. De algemene synthetische afgevlakte curve, die de onderliggende conjunctuurtrend weergeeft, is opnieuw opwaarts gericht. De indicator van het consumentenvertrouwen is in december licht gestegen, voor de derde maand op rij. De vooruitzichten inzake de algemene economische situatie in België zijn verder verbeterd. De vrees voor een toename van de werkloosheid in de volgende twaalf maanden is bovendien afgenomen De financiële situatie van de ondervraagde gezinnen bleef stabiel en hun toekomstig spaarvermogen zou licht toegenomen zijn.
Vertrouwen houdt stand.
.
Internationale handel Over de eerste negen maanden van 2015 voerde België in totaal voor 176,2 miljard euro goederen uit, wat een afname met 3,4% was tegenover dezelfde periode vorig jaar. De totale import van goederen over deze periode beliep 178,3 miljard euro, wat een afname betekende van 4,6% tegenover vorig jaar. Er was dus een klein handelstekort van 2,1 miljard euro, wat een hele verbetering was tegenover het tekort van 4,6 miljard geregistreerd over de eerste negen maanden van 2014. Van de Belgische
Verbetering van het handelssaldo
Grafiek 12: indicatoren van het vertrouwen
Grafiek 11: export en import 4
(%1Q) Exports Of Goods And Services, (Chained 2010Prices), Sa, Wda - Belgium (%1Q) Imports Of Goods AndServices,(Chained 2010 Prices), Sa, Wda - Belgium
10
3
Business Survey, Total Industry, Sa, - Belgium Consumer Survey, Consumer Confidence Indicator - Belgium
5
2
0
1
-5
0
-10
-1
-15
-2
-20
-3
-25
-30
-4 2011
2012
2013
2014
2015
Bron: Factset
2011
2012
2013
2014
2015
7
Belfius | Macro visie
Januari 2016
uitvoer ging 70,6% naar landen binnen de Europese Unie en 29,4% naar landen buiten de EU-28. Langs de zijde van de import was 69,8% afkomstig uit de EU-28 en 30,2% uit extra-EU landen. Inflatie De inflatie op jaarbasis, gemeten op basis van het nationaal indexcijfer der consumptieprijzen, is gestegen van 1,28% in oktober tot 1,52% in november en 1,50% in december. Er was dus een stabilisatie in december na vier opeenvolgende maanden van stijging. Op basis van de gezondheidsindex, die onder meer gebruikt wordt bij de berekening van de indexering van lonen, sociale uitkeringen en huurprijzen, bedraagt de inflatie nu zelfs reeds 1,82%. De inflatie volgens de geharmoniseerde index van consumptieprijzen beliep in november 1,4% in België tegenover slechts 0,2% in de eurozone (hogere btw op elektriciteit, hogere accijnzen). Zelfs de kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en de onbewerkte voedingsmiddelen, bedroeg in november 2,7% tegenover slechts 0,9% voor de eurozone. Een van de verklarende factoren hier is de sterkere prijsstijging van de diensten in België (+2,6%) dan in de eurozone (+1,2%). België kent dus de jongste maanden (sinds april 2015) een duidelijke afwijking van het Europese gemiddelde en naar alle waarschijnlijkheid zal dit blijven aanhouden in de eerstvolgende maanden, gelet op de taks verhogingen die nog in de pijplijn zitten. Eens het effect van de indexsprong achter de rug, riskeert dit de verbeterde concurrentiepositie (loonmatiging, tax shift) opnieuw aan te tasten. De inflatieverwachtingen worden opgesteld door het Federaal Planbureau, dat nu een gemiddelde inflatie volgens de algemene index verwacht van 1,4% in 2016 en volgens de gezondheidsindex van 1,5%. De overschrijding van de spilindex zou reeds plaats hebben in oktober 2016. De NBB stelt voor de geharmoniseerde index (HICP) een inflatie voorop van 0,6% in 2015 en 1,9% in 2016.
Inflatie boven het Europese gemiddelde.
.
Grafiek 13: evolutie van de inflatie 2,5
Grafiek 14: evolutie onderliggende inflatie 2,5
BELGIUM HICP (%1 Y) EURO AREA HICP (%1 Y)
Belgium HICP Core Inflation (%YoY) Euro Area HICP Core Inflation (% YoY)
2 2
1,5
1,5
1
0,5 1
0 0,5
-0,5
-1
0
2013
2014
2015
Bron: Factset
2011
2012
2013
2014
2015
8
Belfius | Macro visie
Januari 2016
Arbeidsmarkt
Afname van de tewerkstelling bij de overheid.
In het derde kwartaal van 2015 groeide de binnenlandse werkgelegenheid met 0,1% ten opzichte van het voorgaande kwartaal, toen er een toename van de tewerkstelling met 0,2% op kwartaalbasis genoteerd werd, en in vergelijking met een jaar geleden beliep de toename 0,7%. In 2014 groeide de binnenlandse werkgelegenheid met 0,4% tegenover 2013, een jaar waarin de werkgelegenheid daalde met 0,3% tegenover 2012. De aangroei van de binnenlandse tewerkstelling met 21.400 eenheden in de eerste drie kwartalen van 2015 was te danken aan de aangroei in de dienstensector met 32.900 eenheden, want in de nijverheid en bouwsector gingen respectievelijk netto 8.200 en 2.500 arbeidsplaatsen verloren. Opmerkelijk was ook dat er bij “overheid en onderwijs” voor het eerst sinds 1996 een afname was met 3.900 eenheden. De dienstensectoren die voor de grootste aangroei zorgden waren de zakelijke dienstverlening (18.700) en de gezondheid- en welzijnszorg (11.700). De dienstensector staat nu voor 80,9% van de binnenlandse tewerkstelling en de nijverheid slechts voor 12,1%. Vijf jaar geleden was dit respectievelijk 79,3% en 13,2% en tien jaar geleden respectievelijk 77,5% en 15,1%. De Belgische arbeidsmarkt moet nog een zekere inhaalbeweging realiseren in vergelijking met het Europese gemiddelde en met de meeste van onze buurlanden. Een van de indicatoren die gebruikt worden om de arbeidsmarkt op te volgen is de activiteitsgraad. De activiteitsgraad geeft het aantal arbeidskrachten (werkenden en werklozen), m.a.w. de beroepsbevolking, in procenten van de bevolking tussen 15 en 64 jaar. In het derde kwartaal van 2015 lag deze in België slechts op 67,7% tegenover 72,4% voor de eurozone.
Tabel 1: Belgische binnenlandse werkgelegenheid (aantal werkzame personen in duizenden)
Binnenlandse tewerkstelling Landbouw en bosbouw en visserij Nijverheid en energie Bouwnijverheid Diensten Handel en vervoer en horeca Informatie en communicatie Financiële dienstverlening Verhuur en handel van onroerend goed Zakelijke dienstverlening Overheid en onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur en recreatie/ overige diensten
2014Q4
2015Q3
4561,9 58,8 561,5 266,5 3675 972,9 110,1 124,8 25,3 851,1 812,6 584,4 193,9
4583,3
Bron: NBB
58,1 553,3 264 3707,9 976,1 111,2 124,6 25,7 869,8 808,7 596,1 195,7
Aangroei (x 1000) 21,4 -0,7 -8,2 -2,5 32,9 3,2 1,1 -0,2 0,4 18,7 -3,9 11,7 1,8
In % tewerkstelling 100,0 1,3 12,1 5,8 80,9 21,3 2,4 2,7 0,6 19,0 17,6 13,0 4,3 9
Belfius | Macro visie
De tewerkstellingsgraad van de leeftijdscategorie 50 tot 64 jarigen ligt laag.
Werkloosheidsgraad neemt traag af.
Januari 2016
Een andere indicator voor de arbeidsmarkt is de werkgelegenheidsgraad (of tewerkstellingsgraad) die het aantal personen geeft met een betrekking (werkenden) in procenten van de bevolking tussen 15 jaar en 64 jaar. In het derde kwartaal van 2015 lag de werkgelegenheidsgraad in België op 62,1%, wat opnieuw lager is dan het gemiddelde voor de eurozone (64,9%). Vooral bij de oudere leeftijdsgroepen ligt de werkgelegenheidsgraad laag. Neemt men de werkgelegenheidsgraad voor de leeftijdsgroep van 55 tot 64 jaar dan komt deze in het derde kwartaal van 2015 uit op 44,7% voor België (50,4% bij de mannen en 39,0% bij de vrouwen) tegenover 53,6% voor de eurozone. Een van de verklarende factoren voor dit grote verschil van bijna 10 procentpunt is de hoge verloning die in België blijft toenemen met de leeftijd. Een internationale vergelijking toont aan dat landen met een kleine loonspanning tussen de oudere leeftijdsgroep (50 tot 59 jaar) en de jongere leeftijdsgroep (30 tot 39 jaar) een hogere tewerkstellingsgraad kennen in de leeftijdscategorie 50 tot 64 jarigen dan landen met een grotere loonspanning. Tot de eerste behoren de Scandinavische landen met als kampioen Zweden (74%), Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Tot de tweede groep behoren naast België ook Italië, Spanje en Frankrijk. Wel is in de meeste landen uit de tweede groep de tewerkstellingsgraad van oudere werknemers sterker toegenomen tijdens de jongste jaren dan in deze van de eerste groep. Zo steeg de Belgische tewerkstellingsgraad van 37,3% in 2010 tot 42,7% in 2014, vooral te danken aan een sterke toename bij de vrouwen. Nog een andere arbeidsmarktindicator is natuurlijk de werkloosheidsgraad die het aantal werklozen geeft in procenten van de beroepsbevolking (werkenden en werklozen) in de leeftijdsgroep 15 tot 64 jaar. In het derde kwartaal van 2015 lag de werkloosheidsgraad in België op 8,2% tegenover 10,4% in de eurozone. De werkloosheidsgraad ligt hoger bij de mannen (8,6%) dan bij de vrouwen (7,8%). België doet het hier dus relatief goed,
Grafiek 15: Loonspanning versus tewerkstellingsgraad leeftijdsgroep 50-64 jarigen
Bron: Eurostat
10
Belfius | Macro visie
Januari 2016
Grote regionale verschillen.
maar in Duitsland beliep de werkloosheidsgraad slechts 4,5% en in Nederland 6,6%. Frankrijk deed het iets minder goed met 10,1%. Inzake jeugdwerkloosheid beneden de 25 jaar scoort België (22,2% in het derde kwartaal van 2015) iets minder goed dan het gemiddelde van de eurozone (22,9%). De werkloosheidsgraad in de leeftijdsgroep 55-64 jaar ligt laag in België (5,4%) in vergelijking met de eurozone (7,7%) en onze buurlanden (4,2% à 7,8%), maar dit is voor een deel toe te schrijven aan het snellere verlaten van de arbeidsmarkt. De Belgische arbeidsmarktindicatoren vertonen echter zeer grote verschillen tussen de gewesten. De activiteitsgraad in Vlaanderen bedraagt 70,1%, terwijl deze slechts 64,8% bedraagt in Brussel en 64,2% in Wallonië.). De werkgelegenheidsgraad bedraagt in Vlaanderen 66,9%, terwijl deze slechts 54,1% beloopt in Brussel en 56,2% in Wallonië. De werkloosheidsgraad bedroeg 4,6% in Vlaanderen tegenover 16,5% in Brussel en 12,5% in Wallonië. Het aandeel van de jeugdige werklozen ligt in Vlaanderen (19,6%) ongeveer even hoog als in Wallonië (20,9%) en is het laagst in Brussel (11.9%). Het studieniveau vergelijken is moeilijk omdat in de drie gewesten een andere indeling gevolgd wordt, maar het is toch duidelijk dat de werkloosheid bij hoger geschoolden lager ligt. Langdurige werkloosheid (>2 jaar) treft bijna 50% van de werklozen in Brussel en bijna 40% in Wallonië.
Tabel 2. Arbeidsmarktindicatoren per gewest in Q3 2015 (leeftijdsgroep 15-64 jaar) Activiteitsgraad Totaal Mannen Vrouwen België 67,7 72,3 63,0 Brussel 64,8 71,9 57,7 Vlaanderen 70,1 74,6 65,6 Wallonië 64,2 68,1 60,4 Bron: FOD Economie
Werkgelegenheidsgraad Totaal Mannen Vrouwen 62,1 66,0 58,1 54,1 59,2 49,0 66,9 70,8 63,0 56,2 59,8 52,6
Werkloosheidsgraad Totaal Mannen Vrouwen 8,2 8,6 7,8 16,5 17,6 15,1 4,6 5,2 4,0 12,5 12,2 12,8
Tabel 3: procentueel aandeel werklozen naar leeftijd, studieniveau en duur (november/december 2015) Leeftijd
<25 jaar 25-50 jaar +50 jaar Studieniveau Laag Midden Hoog Andere Duur -1 jaar 1-2 jaar >2 jaar Bron: VDAB, Forem, Actiris.
19,6 52,7 27,7 46,0 36,5 17,5 53,1 17,1 29,8
20,9 53,6 25,5 46,3 35,1 14,8 3,7 43,2 17,5 39,2
11,9 65,6 22,5 23,5 19,8 14,3 42,5 36,6 16,0 47,4
11
Belfius | Macro visie
januari 2016
China: interventiepogingen gooien olie op het vuur. De aandelenbeurzen in China en Hong Kong gingen tijdens de eerste handelsweken van het jaar zwaar onderuit. Investeerders vreesden een verdere afbrokkeling van de economische groei en onrust over een groeiende kapitaalvlucht uit China duwde de yuan opnieuw in het defensief.
Het jaar is extreem ongunstig gestart voor de Chinese financiële markten. De aandelenbeurzen in China en Hong Kong gingen tijdens de eerste handelsweken van het jaar zwaar onderuit en kijken reeds tegen verliezen aan van 10% tot 15% sinds de start van het jaar. Investeerders vreesden een verdere afbrokkeling van de economische groei en onrust over een groeiende kapitaalvlucht uit China duwde de yuan opnieuw in het defensief. De ‘circuit-breaker’, het mechanisme dat de Chinese regering vanaf 4 januari had voorzien om de aandelenhandel stil te leggen bij overdreven koersdalingen moest al na enkele handelssessies worden opgeschort. Het systeem was in het leven geroepen om de zenuwen op de aandelenmarkten te kalmeren maar had een tegengesteld effect, omdat de beperktere marktliquiditeit extra paniekverkopen in gang zette. De Chinese autoriteiten probeerden dan maar op andere manieren het tij te keren maar tot nu toe zonder succes. De centrale bank injecteerde tevergeefs 130 miljard renminbi in de aandelenmarkten in een poging om de prijzen te ondersteunen en breidde zijn programma met leningen uit. Het kwam echter over als paniekvoetbal en deed het vermoeden rijzen dat een duidelijke strategie ontbreekt bij Chinese beleidsmakers om de crisis het hoofd te bieden.
De Chinese exportcijfers voor december waren beter dan verwacht.
De exportcijfers voor december kregen door de volatiliteit van de financiële indicatoren weinig aandacht. De maand-op-maand groei van de uitvoer in december (+14,1%) was beter dan verwacht. Het blijft echter afwachten in welke mate de goedkopere yuan en de evolutie van de vraag buiten China een positief effect kunnen hebben op de Chinese conjunctuur.
Grafiek 16. China: jaar-op-jaar groei van de aandelenindices.
Grafiek 17. China: jaargroei (%) van de uitvoer vs het algemeen economisch sentiment
Bron: Factset
12
Belfius | Macro visie
januari 2016
Rente: obligatiemarkten profiteren van panieksfeer. De hoge volatiliteit op de aandelen- , grondstoffen- en wisselmarkten infecteerde ook de obligatiemarkten in januari en ondersteunde de obligatieprijzen in de eerste helft van januari.
De duurdere dollar en de zwakkere externe vraag nemen wat van de druk weg van de Fed om haar rente te verhogen.
Zelden is een jaar zo slecht van start gegaan voor aandelenbeleggers. Wereldwijd is er op de aandelenmarkten dit jaar al 4 triljoen (=duizend miljard) $ aan waarde verloren gegaan. Ook de grondstoffenmarkten kampten met een intense verkoopdruk en de wisselkoersen van veel groeimarkten zoeken vruchteloos een bodem. De hoge volatiliteit op de aandelen- , grondstoffen- en wisselmarkten infecteerde ook de obligatiemarkten in januari en ondersteunde de obligatieprijzen in de eerste helft van januari. De onrust bij de internationale beleggers zorgt immers voor een vlucht naar veilige haven beleggingen, zoals Amerikaans en Duits staatspapier. De rente op 5-jaars Treasuries daalde van 1,76% per 31 december 2015 naar een niveau van 1,45% op 15 januari. In Duitsland zakte de rente op 2-jaar en 5-jaars overheidsobligaties naar respectievelijk -0,40% en -0,17%. In de V.S. betekent de duurdere dollar bovendien dat de financiële condities strakker zijn dan ervoor en dat er minder concurrentiekracht is voor de Amerikaanse exporteurs. Dit neemt wat van de druk weg van de Fed om haar monetair beleid verder te normaliseren in 2016 en de korte rente op te trekken. Na de monetaire vergadering van 18 december rekenden de meeste waarnemers op vier renteverhogingen door de centrale bank in Washington, goed voor ongeveer 100 basispunten monetaire verstrakking. De FRA-contracten, die doorgaans een goede indicatie zijn van de verwachte klim van de kortetermijnrentes, zijn de afgelopen weken met ongeveer 25 bps gedaald en suggereren nog slechts 3 renteverhogingen in de loop van dit jaar ten belope van 0,75% i.p.v. 1%. In de eurozone waren de rentedalingen minder uitgesproken omdat er in de € rentecurve geen renteverhogingen in dezelfde mate waren ingeprijsd zoals in de V.S. Er wordt wel verwacht dat de recente daling van de olieprijzen de komende maanden een rem zal plaatsen op de inflatie in de eurozone.
Grafiek 18: Forward Rate Agreements in de V.S.
Grafiek 19: Jaar-op-jaar verandering van de olieprijs (Brent in €/vat) en geharmoniseerde inflatie in de eurozone.
Bron: Factset
13
Belfius | Macro visie
januari 2016
FX: een volatiele jaarstart.
Het raakte bekend dat de valutareserves van de Chinese centrale bank in november en december spectaculair daalden door de steunaankopen van yuan op de wisselmarkten.
Sterling was de afgelopen maanden vooral het slachtoffer van tegenvallende groeidata en lagere inflatiecijfers omdat dit op rentemarkten vertaald werd naar een potentieel uitstel van de monetaire verstrakking die de Bank of England zal doorvoeren.
CNY Ook de valutamarkten werden niet gespaard van de nodige volatiliteit bij het begin van het jaar. Daarbij was de hoofdrol opnieuw weggelegd voor de yuan. Het raakte bekend dat de valutareserves van de Chinese centrale bank in november en december met respectievelijk $87 miljard en $108 miljard daalden door de steunaankopen van yuan op de wisselmarkten. De PBoC kondigde ook aan dat ze reserveverplichtingen zal invoeren voor ‘offshore’ yuan rekeningen om de kapitaalvlucht vanuit China te bestrijden. De eerste weken van 2016 deprecieerde de yuan tot 6,59 t.o.v. de U.S. dollar en verloor 2,2% en 4,2% van zijn waarde tegenover de euro en de Japanse yen. Ondanks de uitspraken van premier Li Keqiang dat China niet van plan is om via een zwakkere munt de export te stimuleren, werden andere wisselmarkten in de Aziatische regio besmet met een hogere volatiliteit door de vrees dat de zwakkere yuan een rondje competitieve devaluatie in gang zou kunnen zetten. Wellicht kan de yuan de komende maanden verder depreciëren maar op langere termijn pleit de sterke groei van het Chinese handelsoverschot voor een stabieler koersverloop. GBP Wat is er aan de hand met het Britse pond? Sinds 1 januari daalde de Britse munt nog eens 2% t.o.v. de euro en verloor bijna 3% aan waarde t.o.v. de U.S. dollar nadat het pond al in het laatste kwartaal van 2015 deprecieerde. Sterling was de afgelopen maanden vooral het slachtoffer van tegenvallende groeidata en lagere inflatiecijfers omdat dit op de rentemarkten vertaald werd naar een potentieel uitstel van de monetaire verstrakking die de Bank of England zal doorvoeren. Ook het ‘Brexit’ debat is de voorbije weken gaan wegen op het Britse pond, nadat topbankiers en bedrijfsleiders herhaaldelijk waarschuwden voor de economische schade van een dergelijk scenario.
Grafiek 20: Chinese valutareserves vs USD-CNY
Bron: Factset
Grafiek 21: EUR-GBP , GBP-USD.
14
Belfius | Macro visie | Prognosetabellen
januari 2016
PROGNOSETABELLEN. Vooruitzichten BBP ( % jaar-op-jaar)
CPI vooruitzichten ( % jaarop-jaar)
2015
2016
2017
2015
2016
2017
V.S.
2,4
2,2
2,3
0,1
1,4
2,0
Eurozone
1,5
1,7
1,9
0,1
1,1
1,6
Duitsland
1,8
1,9
1,9
0,2
1,2
1,5
België
1,3
1,5
1,7
0,6
1,6
1,6
Japan
0,7
1,0
1,3
0,5
0,7
1,7
China
6,9
6,3
6,2
1,5
1,8
2,2
**
20/01/16
Q1 16
Q2 16
Q3 16
Q4 16
3mnd $
0,62
0,50
0,70
0,95
1,25
3mnd €
-0,14
-0,15
-0,20
-0,20
-0,20
10j IRS $
1,93
2,00
2,10
2,20
2,35
10j IRS €
0,85
0,85
0,90
1,00
1,10
EUR-USD
1,09
1,06
1,045
1,035
1,05
USD-JPY
117,4
120
123
124
124
EUR-GBP
0,762
0,745
0,73
0,72
0,705
*
*: GDP/CPI vooruitzichten zijn gemiddelden **: alle vooruitzichten van de financiële markten gelden op het einde van de periode
15
Belfius | Macro visie
januari 2016
Research Disclaimer. Dit document is van louter informatieve aard, het omvat geen aanbod tot de verkoop of aankoop van financiële instrumenten, het vormt geen beleggingsadvies, noch een bevestiging van enige transactie. Alle opinies, ramingen en verwachtingen in dit document zijn die van Belfius Bank op de datum van dit document en zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving. De informatie in dit document komt van diverse bronnen. Belfius Bank legt de grootst mogelijke zorg aan de dag bij het kiezen van zijn informatiebronnen en het doorgeven van de informatie. Fouten of weglatingen in deze bronnen of processen kunnen echter niet van tevoren worden uitgesloten. Belfius kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade of verlies die voortvloeit uit het gebruik van dit document. De informatie in dit document is bedoeld om de ontvanger van dienst te zijn. Er moet niet op worden gerekend als zijnde gezaghebbend of mag niet ter vervanging van het eigen oordeel van de ontvanger worden genomen.