HOG ESCH OOL ZUY D
jrvrs lg|05
JAARVERSLAG 2005
HOGESCHOOL ZUYD
INHOUDSOPGAVE • •
Verslag van de Raad van Toezicht Bericht van het College van Bestuur
1. 1.1 1.2 1.3 1.4
Hogeschool Zuyd Profiel Instelling Governance Hogeschool Zuyd - toppers
2. Kernactiviteiten 2.1 onderwijs: going concern 2.2 onderwijs: verbetering en vernieuwing 2.3 onderzoek: going concern 2.4 onderzoek: verbetering en vernieuwing
4 6 8 8 10 20 23 30 30 46 54 57
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Financieel jaarverslag Algemene financiële beschouwing Exploitatierekening en balans Kasstroomoverzicht Overige relevante overzichten Accountantsverklaring
5. 1 2 3 4 5 6 7
Bijlagen Samenstelling Raad van Toezicht Samenstelling College van Bestuur Medezeggenschapsraad Gegevens inzake personeel Financiële kengetallen Huisvesting Jaarverslag Commissie Vertrouwenspersonen Ongewenste Omgangsvormen Jaarverslag College van Beroep Examens en College van Beroep Bijzonder Onderwijs Jaarverslag Ombudsman Lijst van afkortingen
8 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Bedrijfsvoering Personeel ICT Huisvesting Financiën ARBO en milieu Mededeling bedrijfsvoering
62 62 66 72 73 76 80
9 10
Colofon
82 82 83 85 85 88 92 92 94 95 96 102 104 106 107 108 108 110
Interviews 1. Onderzoek en samenwerking met universiteiten Paul Borm
21
2. Euregionale cultuurverschillen Norbert Zimmermann
29
3. Studeren in het buitenland Marissa Geurts van Kessel
39
4. Ondernemerschap bij studenten Geert Hintzen en Stefan van Neer
49
5. Onderwijsvernieuwing Wim Veen, Wim Goossens, Ellen Siebenlist, Geer Hoppenbrouwers
61
6. Veranderende docentenrol Josine Marell
69
7. Dienstverlening Roel van der Neut
77
8. Ondersteuning vanuit expertisecentra Math Gulpers
91
4
Hogeschool Zuyd | verslag van de Raad van Toezicht
Verslag van de Raad van Toezicht Naast het externe toezicht dat berust bij de minister van OCW kent de hogeschool ook een orgaan voor intern toezicht, namelijk de Raad van Toezicht. Deze raad heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het College van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de hogeschool. De Raad van Toezicht bewaakt tevens de doelstelling en de grondslagen van de Stichting Hogeschool Zuyd. Statutair is bepaald dat een aantal besluiten van het College van Bestuur ter goedkeuring moeten worden voorgelegd aan de Raad van Toezicht. Hiertoe behoren de goedkeuring van de begroting en van het jaarverslag, inclusief de jaarrekening. De Raad van Toezicht is gevormd op 1 januari 2001, de datum waarop de voormalige Hogeschool Limburg en de voormalige Hogeschool Maastricht zijn gefuseerd tot de Hogeschool Zuyd. De zittingstermijn van de leden van de Raad van Toezicht bedraagt in principe vier jaren. Ieder lid is eenmaal herbenoembaar. Conform het rooster van aftreden waren de heren J. Fransen van de Putte en L. Zwiers op 1 januari 2005 aftredend. Beiden werden herbenoemd voor een periode van vier jaren. De raad kent sinds 1 januari 2005 twee vacatures. De samenstelling van de Raad van Toezicht alsmede de functies en nevenactiviteiten van de leden zijn weergegeven in bijlage 1 van dit jaarverslag. In het verslagjaar vergaderde de Raad van Toezicht op 24 mei, 14 juni, 25 oktober en 13 december. Hieronder zijn de belangrijkste onderwerpen, die de Raad in 2005 behandelde, naar aandachtsgebied gerubriceerd:
Omgeving • prestatieafspraken van Hogeschool Zuyd met Ministerie OCW • lange termijn strategische positie Hogeschool Zuyd / Europees Ondernemerschap als ‘brand’ van de hogeschool (goedkeuring verleend) Onderwijs en onderzoek • uitkomsten accreditatie van opleidingen Hogeschool Zuyd Financiële zaken • jaarverslag en jaarrekening 2004 (goedkeuring verleend) • aanbesteding externe accountant en contractering met Deloitte (getekend) • stand van zaken extern bekostigingsonderzoek • stand van zaken financiën Processen & middelen • nieuw rooster van aftreden voor de leden van de Raad van Toezicht vanaf 2005 (vastgesteld) • profiel Raad van Toezicht (herijkt) • toekomstige samenstelling Raad van Toezicht en wervingsprocedure nieuwe leden Raad van Toezicht i.v.m. twee vacatures • branchecode governance HBO (geratificeerd) • stuurgetallen Hogeschool Zuyd voor 2006 (vastgesteld) • stand van zaken ken- en stuurgetallen per faculteit • functioneren College van Bestuur
verslag van de Raad van Toezicht | Hogeschool Zuyd
• uitwerking programma’s van het Innovatieplan Hogeschool Zuyd 2005 – 2008 • stand van zaken nieuwbouw in Sittard Organisatieontwikkeling • stand van zaken nieuwe faculteit ICT Een van de moeilijkste beslissingen waarvoor de Raad van Toezicht zich in 2005 geplaatst zag, betrof de voorgenomen beëindiging van het dienstverband met de heer K. van Mierlo per 1 mei 2006. Betrokkene was op 1 januari 2005 aangetrokken als lid van het College van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft geconstateerd dat de hogeschoolorganisatie niet de organisatie is, waar de heer Van Mierlo zijn kwaliteiten het beste tot uitdrukking kan laten komen. Op 1 november 2005 heeft de heer Van Mierlo zijn werkzaamheden de facto stopgezet. Naast zijn reguliere vergaderingen heeft de Raad van Toezicht op 14 juni 2005 kennis gemaakt met de lectoren van de hogeschool en van gedachten gewisseld over het functioneren van de lectoraten / kenniskringen. Verder woonden de leden van de Raad van Toezicht verschillende hogeschoolevenementen bij, zoals de jaarlijkse manifestatie Kennis in Bedrijf op 24 november 2005. De heer L. Zwiers, lid van de Raad van Toezicht, was op deze dag bovendien juryvoorzitter van de HSZuyd Kennis in Bedrijf Prijs.
5
De hogeschool sluit het verslagjaar af met een positief resultaat en beschikt over een goed onderbouwde financiële positie en dat stemt tot tevredenheid. Toch hecht de Raad van Toezicht eraan om zijn bezorgdheid uit te spreken over de effecten van de efficiency-korting door het ministerie van OCW op de rijksbijdrage per student. Hoewel de hogeschool erin slaagt om de effecten hiervan op de bedrijfsvoering grotendeels te compenseren door groei in de studentenaantallen, daalt noodzakelijkerwijs de beschikbare onderwijstijd per student en dat is een zorgelijke ontwikkeling. Tot slot wenst de Raad van Toezicht graag een bijzonder woord van dank te richten aan allen die een bijdrage hebben geleverd aan de behaalde resultaten in 2005 en met name in de richting van alle medewerkers.
Raad van Toezicht, 9 juni 2006 drs. J.W.E. Neervens, voorzitter mr. S.W.M.J. Kuijer, vice-voorzitter drs. W.G.J.M. Blind RA, lid mr. J.J. Fransen van de Putte, lid drs. L. Zwiers, lid
6
Hogeschool Zuyd | bericht van het College van Bestuur
Bericht van het College van Bestuur
2005 was voor Hogeschool Zuyd om twee redenen een markant jaar: in dat jaar startte zij met haar Innovatieplan 2005-2008 en bovendien bestond de hogeschool eind 2005 vijf jaar.
• Eerste jaar van het Innovatieplan 2005-2008 In het verslagjaar ging Hogeschool Zuyd van start met een ambitieus en verstrekkend vernieuwingsprogramma, neergelegd in haar Innovatieplan 2005-2008. Met dit plan wil Hogeschool Zuyd antwoord geven op de maatschappelijke ontwikkelingen en inspelen op de voornaamste nationale en internationale trends in het onderwijs. Op basis van het Innovatieplan 2005-2008 heeft de hogeschool de zwaartepunten aangegeven voor haar innovatiebeleid gedurende de planperiode. In 2005 zijn de diverse programma’s van het Innovatieplan 2005-2008 van start gegaan nadat in de 2e helft van 2004 reeds belangrijke randvoorwaarden zoals programmamanagement en programmafinanciering duidelijk waren geworden. In dit jaarverslag informeren wij de lezer nader over de opzet van de vernieuwingsprogramma’s, de gestelde doelen en de behaalde resultaten in het eerste jaar van het Innovatieplan: 2005. Een van de kritieke succesfactoren bij de lancering van dergelijke brede vernieuwingsprogramma’s is de mate waarin zij erin slagen enthousiasme en betrokkenheid bij grote groepen van medewerkers teweeg te brengen. Immers vernieuwingen op het vlak van maatwerkonderwijs, internationalisering, relaties met het beroepenveld, HRM, ICT en transparantie vereisen een breed draagvlak in de organisatie. Gelet op de verschillen in aard en cultuur van de diverse organisatie-onderdelen zal hier de komende jaren nog de nodige aandacht naar uitgaan.
Bericht van het College van Bestuur | Hogeschool Zuyd
7
• Hogeschool Zuyd vijf jaar jong Op de voorzijde van dit jaarverslag is de hand van een vijfjarig kind afgebeeld. De vijf gespreide vingers geven op symbolische wijze weer dat Hogeschool Zuyd op het eind van het verslagjaar vijf jaar jong was. Totstandgekomen op 1 januari 2001 vormde Hogeschool Zuyd het resultaat van een fusieproces dat leidde tot samenbrenging van vele opleidingen en faculteiten in de Limburgse steden Heerlen, Maastricht en Sittard. Inmiddels neemt Hogeschool Zuyd zowel landelijk als in de (Eu)regio een herkenbare en gewaardeerde plaats in. De hogeschool vierde haar eerste lustrum op feestelijke wijze op 15 mei 2006. Tijdens deze lustrumviering liet zij zien waar Hogeschool Zuyd voor staat in de volle breedte van de organisatie. Het thema van de lustrumviering was “Hoger onderwijs in Europa”.
• Functie jaarverslag Met haar jaarverslag treedt de Hogeschool Zuyd uitdrukkelijk naar buiten. Zij plaatst dit document in het kader van haar verantwoordelijkheid om openheid van zaken te bieden. Maar zij ziet haar jaarverslag ook als een uitnodiging aan haar omgeving tot dialoog. Dit jaarverslag doet mede daarom niet alleen verslag van wat er in 2005 bereikt is maar tevens van resultaten die in de komende periode verder verbeterd moeten worden.
• College van Bestuur Voor het College van Bestuur zelf vormde 2005 een turbulent jaar. De Raad van Toezicht besloot in het najaar het dienstverband met Klaas van Mierlo, lid van het college vanaf 1 januari 2005, te beëindigen. Aan het eind van het jaar nam John Bijsmans, die sinds de totstandkoming van Hogeschool Zuyd deel uitmaakte van het College van Bestuur, in verband met gebruikmaking van FPU, op feestelijke wijze afscheid van Hogeschool Zuyd.
Met dit jaarverslag wordt tevens voldaan aan artikel V-1b van de CAO Hoger beroepsonderwijs 2005 inzake het sociaal jaarverslag.
Behalve dat dit jaarverslag 2005 zoals gebruikelijk via Internet beschikbaar komt voor medewerkers en studenten verspreiden wij de gedrukte versie op ruime schaal onder de externe stakeholders: alumni, bedrijven en instellingen, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, gemeenten, provincie en anderen.
Tot slot willen wij als College van Bestuur iedereen dank betuigen die in 2005 heeft bijgedragen aan de inspanningen en resultaten van de Hogeschool Zuyd.
9 juni 2006 drs. Marianne Dunnewijk Voorzitter College van Bestuur
8
Hogeschool Zuyd | profiel
Hogeschool Zuyd bestaat vijf jaar: Nadat bij de start van Hogeschool Zuyd de faculteiten aanvankelijk in stand bleven zoals ze in de voorma-
1. Hogeschool Zuyd
lige hogescholen bestonden, kwam er in 2002 een nieuwe indeling van 24 faculteiten. Al vrij snel daarna
1.1 | Profiel
bleken verdergaande samenvoegingen van faculteiten gewenst, met name in de sociaal-agogische, de gezondheidszorg-, de management- en de ICT-opleidingen. Dit proces van herschikking zal per ultimo 2006 afgerond worden. Ook werd er niet lang na de start van de hogeschool een aantal lectoraten annex kenniskringen ingericht; uitbreiding hiervan vindt nog steeds plaats. Het ziet ernaar uit dat de lectoraten hun plaats binnen de hogeschool vinden en zullen bijdragen aan zowel verbetering van de onderwijskwaliteit als aan een krachtiger maatschappelijke oriëntatie van de hogeschool. De in 2005 voorbereide expertisecentra vervullen daar eveneens een belangrijke rol in.
De Hogeschool Zuyd heeft met de publicatie van haar Innovatieplan 2005-2008 een nadere invulling gegeven aan haar missie om ‘Euregionale kennispoort’ te zijn. Deze missie luidt: “Hogeschool Zuyd is een kennisonderneming. Zij ontwerpt inspirerende, studentgerichte leeromgevingen voor initieel en post-initieel hoger beroepsonderwijs. De studiemogelijkheden die zij biedt zijn veelzijdig, qua inhoud en qua vorm. In haar nationaal en internationaal georiënteerde beroepsopleidingen legt de hogeschool de nadruk op kwaliteit en innovatie. Hogeschool Zuyd heeft een vitale functie voor de ontwikkeling van kennis, kunst en cultuur in haar omgeving - de Euregio. Zij verricht praktijkgericht onderzoek, ontwikkelt en verspreidt expertise. Zij functioneert binnen maatschappelijke netwerken en neemt deel aan cultuuruitingen voor diverse doelgroepen. De hogeschool is een flexibele organisatie, met aandacht voor mensen. Zij is inventief in het produceren van ideeën, effectief in het nastreven van toetsbare doelen”.
profiel | Hogeschool Zuyd
Ten behoeve van de beheersing van aantal en complexiteit van plannen en voornemens in haar Innovatieplan 2005-2008 heeft de hogeschool besloten de realisatie met behulp van programmamanagement te laten verlopen. In het Innovatieplan 2005-2008 worden de volgende zes programma’s onderscheiden: • Euregionale kennispoort • Grensverleggend onderwijs • Zuydgebieden • Corporate Governance • Medewerkers • ICT In het najaar van 2005 zijn de Zuydgebieden van de Hogeschool Zuyd vastgesteld en daarmee was het doel van het programma Zuydgebieden gerealiseerd. Dit programma is daarmee als afgerond beschouwd. De twee Zuydgebieden betreffen Ondernemerschap en Internationalisering. Omdat deze onderwerpen deelprogramma’s vormden van het programma Euregionale Kennispoort en tevens twee programmalijnen in het programma Grensverleggend Onderwijs, is besloten het programma Euregionale Kennispoort te vervangen door drie nieuwe programma’s: Expertisecentra (voormalige programmalijn van Euregionale Kennispoort), Ondernemerschap en Internationalisering.
9
De hogeschool heeft haar doelen van 2005 per programma geformuleerd. In hoofdstuk 1.4 wordt stilgestaan bij het programma Corporate Governance. De doelen en de realisatie van de programma’s Expertisecentra, Grensverleggend Onderwijs en Internationalisering worden besproken in hoofdstuk 2.2, het programma Medewerkers in hoofdstuk 3.1 en het programma ICT in hoofdstuk 3.2. Het programma Ondernemerschap staat nog in de startblokken. Een ander belangrijk beoogd resultaat binnen het programma Euregionale Kennispoort betrof de invoering van een systeem van professioneel relatiemanagement. Van 1 januari tot 1 september 2005 zou een nieuw relatiemanagementsysteem worden ingevoerd en uitgetest door 5 pilotgroepen binnen de hogeschool. Aan het einde van 2005 was een nulmeting ten aanzien van de klanttevredenheid voorzien. Over de realisatie hiervan kan worden vastgesteld dat de hogeschool het systeem Axapta heeft gekozen. Er bleek afstemming noodzakelijk met andere gebruikers zoals met betrekking tot projectmanagement, financieel en personeelsmanagement, waardoor de feitelijke aanschaf pas in 2005 werd gerealiseerd. Het project heeft aanzienlijke vertraging opgelopen waardoor het project naar verwachting eerst medio 2006 afgerond kan worden.
10
Hogeschool Zuyd | instelling
1.2 | Instelling Organisatie Hogeschool Zuyd De Hogeschool Zuyd is gevestigd in de drie Limburgse steden Heerlen, Maastricht en Sittard. Zij telt bijna 13.500 studenten, in totaal bijna 1600 medewerkers en verzorgt meer dan 50 opleidingen, verdeeld over de sectoren Economie, Gedrag & Maatschappij, Gezondheidszorg, Kunsten, Onderwijs en Techniek. De opleidingen van Hogeschool Zuyd werden in 2005 verzorgd door 22 faculteiten. In 2006 zullen er dit - als gevolg van herschikking - nog 19 zijn. De leiding van een faculteit berust bij de faculteitsdirecteur. Deze is integraal verantwoordelijk voor de primaire processen en het strategisch beleid van de faculteit, alsmede voor de bedrijfsvoering. De directeur oefent zijn taken en bevoegdheden uit binnen de managementafspraken die zijn gemaakt met het College van Bestuur. Deze afspraken zijn o.a. gebaseerd op de kaders van het strategisch beleidsplan van de hogeschool en de jaarlijkse beleidsbrief van het college. Hogeschool Zuyd telt tien lectoraten en daarmee verbonden kenniskringen. Deze ressorteren rechtstreeks onder het College van Bestuur.
De hogeschool kent bestuursdiensten en ondersteunende diensten. De bestuursdiensten omvatten het bestuurssecretariaat, de Beleidsadviesgroep en de Audit & Control Groep. De Beleidsadviesgroep ondersteunt het College van Bestuur bij de totstandkoming van beleid op vrijwel alle terreinen. De Audit & Control Groep ondersteunt college en management bij planning & control en kwaliteitszorg. De drie bestuursdiensten opereren als zelfsturende teams. Naast de bestuursdiensten opereren tevens ondersteunende diensten, ten behoeve van het goed functioneren van onderwijs, onderzoek en organisatie. De leiding van deze diensten berust bij de manager ondersteunende diensten die rechtstreeks verantwoording aflegt aan het College van Bestuur. De ondersteunende diensten zijn onderverdeeld in frontoffice- en backoffice diensten. Frontoffice diensten hebben taken die direct met de vrager (de klant) van een dienst te maken hebben. Backoffice diensten hebben taken in de sfeer van planning, beheer, onderhoud en ontwikkeling van systemen. De frontoffice diensten werken in teams en staan onder leiding van locatiemanagers. De backoffice diensten met een relatief grote omvang worden aangestuurd door een hoofd van dienst. De diensten met een kleine omvang - Kennismanagement, Studentenadministratie, Interne/externe communicatie, Bestuurlijk-juridische zaken en het Projectenbureau - werken met een teamcoördinator. Het College van Bestuur heeft besloten in 2006 een al eerder voorgenomen dienst Studentenzaken (frontoffice) in te richten. In het organogram hiernaast is de interne organisatie van de hogeschool globaal weergegeven.
Instelling | Hogeschool Zuyd
Raad van Toezicht
CAO-overleg
Collge van Bestuur
Centrale MedezeggenschapsRaad (CMR)
Bestuur BV Contracting
Secretaris CvB Bestuurssecretariaat Beleidsadviesgroep
Audit & Control group
Lectoren
Faculteitsdirecties
Expertisecentra
DeelMedezeggenschapsRaad (DMR)
Business Units
Management ondersteunende diensten
Dienstenraad
11
12
Hogeschool Zuyd | instelling
Herschikking opleidingen over faculteiten Het bestuur en beheer van de hogeschool als geheel berusten bij het College van Bestuur. Op 1 januari 2005 trad de heer drs. N.H.J.E.C. van Mierlo toe tot het college. De portefeuilleverdeling tijdens de periode januari t/m oktober 2005 was als volgt: • mevrouw drs. M.H. Dunnewijk- Budé (voorzitter): coördinatie hogeschoolbeleid, HRM (inclusief management development), vastgoed en facilitaire zaken. • de heer ir. J.M.J. Bijsmans (lid): ICT en ondersteunende diensten • de heer drs. N.H.J.E.C. van Mierlo (lid): kwaliteitszorg, marketing en externe vertegenwoordiging, programmamanagement Euregionale Kennispoort en Zuydgebieden • de heer dr. J.M.H.M. Willems (lid): onderwijs, onderzoek, financiële zaken, studentenzaken en studentenvoorzieningen. In periode november en december 2005 werden de portefeuilles van de heer van Mierlo behartigd door mw. Dunnewijk en de heer Willems. De Raad van Toezicht is belast met het toezicht op het beleid van het College van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de hogeschool.
In de loop van het verslagjaar hebben er herschikkingen van faculteiten of voorbereidingen daarop plaatsgevonden: • er zijn voorbereidingen getroffen voor samenvoeging van de faculteiten Verpleegkunde en Ergotherapie en toevoeging van de opleiding Logopedie aan de faculteit Gezondheid & Techniek. Er zijn geen consequenties voor de vestigingsplaats. • tevens is er het voornemen om per 1 september 2006 de opleiding Management in Zorg & Dienstverlening samen met de opleidingen Personeel & Arbeid en Management, Economie & Recht samen te voegen tot één faculteit Business Administration met een gelijknamige brede bachelor. Beoogde vestigingsplaats is Sittard. • de drie sociaal-agogische faculteiten SPH Sittard, SPH Maastricht en Sociaal Werk worden per 1 januari 2006 samengevoegd tot een nieuwe faculteit Sociale Studies. Het voornemen is om de faculteit in de vestigingsplaats Sittard te concentreren. De opleiding Creatieve Therapie is sinds 1 januari 2005 ondergebracht bij de faculteit Ergotherapie en zal in de loop van 2006 naar Heerlen verhuizen. Opleidingen en lectoraten van de Hogeschool Zuyd in 2004 Tabel CROHO-geregistreerde bachelor (Bc) en master (Ma) opleidingen
Ë
instelling | Hogeschool Zuyd
Faculteit
Opleiding (bc=bachelor; ma=master)
Ontwikkelingen in 2005 en 2006
Ergotherapie (Heerlen)
Bc-Ergotherapie Bc-Creatieve Therapie Bc-Biometrie Bc-Fysiotherapie Bc-Logopedie Bc-Management in zorg en dienstverlening
In 2006 zal deze faculteit worden samengevoegd met faculteit Verpleegkunde In 2006 zal de opleiding Logopedie aan deze faculteit worden toegevoegd Zie Faculteit Gezondheid & Techniek. In 2006 zal de managementopleiding samen met de opleidingen Management Economie & Recht alsmede Personeel & Arbeid een nieuwe Faculteit Business Administration vormen Zie faculteit Ergotherapie
Gezondheid & Techniek (Heerlen) Logopedie (Heerlen)
Verpleegkunde (Heerlen)
Bouw (Heerlen)
Life Science (Heerlen)
ICT (Sittard, Heerlen, Maastricht)
Techniek (Heerlen)
Facility Management (Heerlen)
Bc-Verpleegkunde Bc-Maatschappelijke Gezondheidszorg Ma-Advanced Nursing Practice (ANP) Bc-Bouwkunde Bc-Bouwtechnische Bedrijfskunde Bc-Civiele Techniek Bc-Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Bc-Chemie Bc-Chemische Technologie Bc-Bedrijfskundige Informatica (Sittard) Bc-Communication and Multimedia Design (Heerlen) Bc-Informatica (Heerlen) Bc-InformatieDienstverlening & -Management (Maastricht) Bc-Netwerk Infrastructuur Design (Heerlen) Bc-Technische Informatica (Sittard) Kort-HBO Informatica (Heerlen) Bc-Elektrotechniek Bc-Technische Bedrijfskunde Bc-Werktuigbouwkunde Bc-Facility Management
Ó
13
14
Hogeschool Zuyd | instelling
Onderwijs (Heerlen, Maastricht) Internationale Communicatie (Maastricht)
SPH Maastricht SPH Sittard Sociaal Werk (Sittard) Hoge Hotelschool Maastricht Conservatorium Maastricht
Academie voor Beeldende Kunsten Maastricht
Toneelacademie Maastricht Academie van Bouwkunst Maastricht Arbeid & Recht (Sittard)
HEAO Financieel Management (Sittard)
HEAO Marketing Management (Sittard)
Bc-Leraar Basisonderwijs (Heerlen) Bc-Leraar Basisonderwijs (Maastricht) Bc-Hogere Europese Beroepen Opleiding Bc-International Business and Languages Bc-Oriëntaalse Talen en Communicatie Bc-Vertaalacademie Bc-Sociaal Pedagogische Hulpverlening Bc-Sociaal Pedagogische Hulpverlening Bc-Culturele en Maatschappelijk Vorming Bc-Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Bc-Hoge Hotelschool Maastricht Bc-Docent Muziek Bc-Muziek Voortgezette Opleiding Muziek Bc-Autonome Beeldende Kunst Bc-Vormgeving Bc-Docent Beeldende Kunst en Vormgeving Bc-Docent Drama Bc-Theater Ma-Architectuur Bc-Personeel & Arbeid Bc-Sociaal Juridische Dienstverlening Bc-Accountancy Bc-Bedrijfseconomie Bc-International Business and Management Studies Bc-Commerciële Economie Bc-Food and Business Bc-Management, Economie en Recht Bc-Small Business and Retail Management
In 2006 zullen deze drie faculteiten worden samengevoegd tot één faculteit Sociale Studies
In 2006 start de brede opleiding ‘Hogere Juridische Opleiding’, met als uitstroomprofiel Sociaal Juridische Dienstverlening
instelling | Hogeschool Zuyd
Tabel: niet CROHO-geregistreerde bachelor (Bc) en masters (Ma) Opleidingen Faculteit
Opleiding (bc=bachelor; ma=master)
Logopedie (Heerlen) Verpleegkunde (Heerlen)
MBA-Personal Leadership in Innovation & Change Inservice-opleidingen met Bc-niveau: • Operatieassistent en Anesthesiemedewerker • Radiodiagnostisch Laborant Ma- Comparative European Social Studies Ma-Vaktherapiën Ma-Innovative Hospitality Management Ma-MBA Hotel and Tourism Management Ma-Postgraduate Course in Scientific Illustration (i.s.m. UM)
SPH-Maastricht Ergotherapie Hoge Hotelschool Maastricht Academie voor Beeldende Kunsten Maastricht
Ontwikkelingen in 2005 en 2006
Tabel: lectoraten en lectoren Lectoraat
Lector
Ontwikkelingen in 2005 en 2006
Nieuwe Theatraliteit
Dr. M. Kattenbelt
Naam lectoraat vanaf 1-1-2006: Autonomie en Openbaarheid in de Kunsten
Kennisorganisaties en Kennismanagement Autonomie en Participatie Comparative European Research and Theory Kennisontwikkeling Vaktherapieën Toerisme en Cultuur Geïnspreerd Leren (i.s.m. Hogeschool Drenthe en Hogeschool Helicon) Infonomie en Nieuwe Media Life Scienes
Drs. F. Lekanne Deprez Dr. L. de Witte Dr. N. Reverda Dr. H. Smeijsters Dr. W. Munsters Dr. M. Dolk Drs. H. Sangen Prof. Dr. P. Borm
Duurzame Ontwikkeling (i.s.m. Universiteit Maastricht en Open Universiteit Nederland)
Prof. Dr. P. Martens
Naam lectoraat vanaf 2006: Nieuwe Media In 2006 wordt mevrouw Dr. Geja Hageman benoemd tot (co-)lector
15
16
Hogeschool Zuyd | instelling
Kerncijfers Hogeschool Zuyd Aantal studenten Hogeschool Zuyd 1
Verdeling studenten Hogeschool Zuyd 2005 naar sector 2
14.000 13.500 13.000
HEO HGZO HPO HSAO HTNO KUO
12.500 12.000 11.500 11.000 2001
2002
2003
2004
2005
Landelijk marktaandeel aantal studenten Hogeschool Zuyd 3
Student/personeelratio Hogeschool Zuyd 4 14
3,85%
13,5
3,80%
13 12,5
3,75%
12
3,70%
11,5
3,65%
11
3,60%
10,5 2001 1 2
Bron: www.hbo-raad.nl Bron: www.hbo-raad.nl
2002 3 4
2003
2004
2005
HsZuyd HBO-landelijk
2001
2002
2003
Bron: www.hbo-raad.nl Bron: Management Informatie Systeem Hogeschool Zuyd en www.hbo-raad.nl. Landelijke gegevens over 2005 thans nog niet bekend.
2004
2005
instelling | Hogeschool Zuyd
17
Aantal medewerkers: docenten / ondersteunende medewerkers 5 (excl. externe deskundigen en gedetacheerden)
1600 1400 1200
1512
1505
1418
1362
1000 800
876
944
897
600 486
400
926 Doc.
586
561
521
Onderst. Tot.
200 0 2002
2003
2004
2005
Aantal medewerkers Hogeschool Zuyd: m/v 6 (excl. externe deskundigen en gedetacheerden)
1600 1400 1200
1512
1505
1409
1362
1000 800 600 400
840
812
796 566
597
856
649
672
V Tot.
200 0 2002 5 6
M
Bron: Management Informatie Systeem Hogeschool Zuyd Bron: Management Informatie Systeem Hogeschool Zuyd
2003
2004
2005
NAAM:
PAUL BORM
FUNCTIE:
LECTOR LIFE SCIENCES
OVER:
ONDERZOEK EN SAMENWERKING MET UNIVERSITEITEN
ONDERZOEK OP HBO AGENDA Onderzoek moet op de hogeschoolagenda komen, zo wordt landelijk bepleit. De ambities op onderzoeksgebied wekken bij Nederlandse universiteiten echter nogal eens wrevel op, merkt lector Paul Borm. Op hoog niveau dan. “In de formele contacten, want onderzoekers werken samen voor de inhoud.” Als lector Life Sciences heeft Paul Borm het thema onderzoek binnen de faculteit inmiddels op de agenda gekregen. Nog niet zoals hij graag zou zien. Hij mist de eagerness bij docenten om met onderzoeksresultaten aan de slag te gaan. “Er wordt nog geen prioriteit aan gegeven.” Studenten zowel als docenten die meedoen in het Center of Excellence Life Sciences van Hogeschool Zuyd werken thans mee aan verschillende internationale studies naar fijnstof. Met universiteiten in Nederland, Zweden, België en Duitsland. Wat hem daarbij opvalt, is dat buitenlandse universiteiten gemakkelijker heen stappen over het feit dat het Center of Excellence deel uitmaakt van Zuyd University zoals de officiële benaming in buitenlandse contacten luidt. “In de relatie met buitenlandse partners, of met bedrijven, zijn de machts- en krachtsverschillen niet aanwezig. Daar is de samenwerking gebaseerd op inhoud. Die prevaleert.” En dat is in Nederland wel eens anders, constateert de lector. Hier spelen concurrentiegevoelens en machtsverhoudingen vaak een rol. Universiteiten zitten volgens hem in een spagaat: ze worden afgerekend op hun wetenschappelijke performance maar de maatschappij vraagt relevant maatschappelijk werk. “Die twee zijn niet altijd verenigbaar.”
KEUZES MAKEN Borm vindt dat Hogeschool Zuyd haar plek in de onderzoekswereld moet claimen. En verdienen op basis van inhoud. Dat kan, gelooft hij. “Maar dan moet de hogeschool wel keuzes maken. Qua thema’s, want je kunt niet op alle terreinen onderzoek gaan doen. Dan val je uiteindelijk overal buiten de boot.” Paul Borm noemt thema’s als life sciences en nieuwe energie waar Hogeschool Zuyd voor zou kunnen kiezen. “Dat zijn actuele thema’s in de regio.” Help sectoren problemen te identificeren en pak die dan aan middels onderzoek. EFFECT OP ONDERWIJS Dat zo’n keuze uiteindelijk een positief effect heeft op het onderwijs, lijdt voor hem geen twijfel. Hij noemt het onderzoek naar fijnstof als voorbeeld. “Dankzij de Interreg gelden hebben we onderzoeksapparatuur kunnen kopen voor celkweek. Via het onderwijsbudget zou dat nooit gelukt zijn. Die hefboomconstructie moet het HBO nog veel meer benutten.” Enthousiasme over het fijnstofonderzoek en de investeringen in geavanceerde apparatuur, hebben voor momentum rond Life Sciences gezorgd. Paul Borm is ervan overtuigd dat dit de start van een nieuwe opleiding nanotechnologie (gepland voor 2006) vergemakkelijkt heeft. “Mensen zien kansen, zien de lijn naar de kenniskring en krijgen feedback uit hun omgeving, zowel in- als extern. Daardoor ontstaat er momentum en krijgt zo’n idee voor een nanotechnologie-opleiding kans.”
19
20 Hogeschool Zuyd | Governance
1.3 | Governance
Hogeschool Zuyd bestaat vijf jaar: Governance in de betekenis van degelijk onderwijsbestuur kent twee voedingsbronnen. Enerzijds volgde op de richtlijnen voor beursgenoteerde ondernemingen in de USA (Sarbanes-Oxley act) de code Tabaksblat in Nederland in 2003. Daarnaast wierp de zogeheten HBO-fraude, ontstaan tussen 1995 en 2003 en door de
Als instelling voor hoger onderwijs dient de Hogeschool Zuyd haar maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. Om hieraan te kunnen voldoen is een stelsel van regels van goed bestuur noodzakelijk. Daarmee moet de hogeschool in staat zijn op transparante manier verantwoording af te leggen aan de Raad van Toezicht, aan het Ministerie van OCW en aan overige belanghebbenden. Dit stelsel dient tevens voldoende garanties te bieden voor resultaatgerichte besturing van de organisatie, voor efficiënte en effectieve bedrijfsvoering en voor beïnvloedingsmogelijkheden door belanghebbenden. Betrouwbaarheid en transparantie van de bedrijfsinformatie is in dit verband een noodzakelijke voorwaarde voor goede sturing en voor verantwoording over de resultaten, zoals onder andere gebeurt door middel van dit jaarverslag. De ontwikkelingen op het gebied van governance in het verslagjaar worden hierna nader toegelicht.
commissie Schutte gedocumenteerd, de vraag op naar preventie. Hogeschool Zuyd wil van transparantie en
Transparantie
integriteit speerpunten van haar beleid maken. Zij doet
Het is de wens van de Hogeschool Zuyd om haar bestuurlijk handelen zo transparant mogelijk te maken. Daartoe heeft zij eind 2004 het thema ‘governance’ op haar agenda gezet. Eén van de strategische programma’s uit haar Innovatieplan 2005-2008 is geheel gewijd aan ‘corporate governance’. In de loop van 2005 is een uitwerking gemaakt van het centrale doel van dit programma. De ontwikkeling van instrumenten voor kwaliteitszorg en planning & control heeft een directe band met veel van de vernieuwingen die binnen het programma ‘corporate governance’ worden geïnitieerd. Er vindt een intensieve samenwerking plaats tussen het programma ‘corporate governance’ en de Audit & Control Groep.
dit vanaf 2004 door middel van een hogeschoolbrede programmatische aanpak, die deel uitmaakt van haar Innovatieprogramma 2005-2008.
Governance | Hogeschool Zuyd
21
Programma corporate governance De concreet uitgewerkte plannen zijn gebundeld in een drietal programmalijnen: beheersing, sturing en verantwoording. Ten aanzien van het toezicht omarmt de Hogeschool de principes en best practices van de in 2005 tot stand gekomen Branchecode Governance van de HBO-Raad. De programmalijn ‘beheersing’ groepeert projecten op het gebied van verbetering van bedrijfsvoering (AO/IC), ontwikkeling van een systematiek van risicomanagement en kwaliteitsverhoging van de onderwijsondersteuning. De programmalijn ‘sturing’ richt zich op verdere doorontwikkeling van de bestaande besturingscyclus en de daarbij te hanteren prestatiemeting. De programmalijn ‘verantwoording’ ontwikkelt nieuwe - aanvullende - methoden om belanghebbenden van de hogeschool gericht te informeren en mogelijkheden te bieden om mee te denken over het onderwijs- en onderzoeksbeleid van de hogeschool en haar onderdelen. De gedefinieerde projecten zijn door de Raad van Toezicht geaccordeerd en conform de ontwikkelde planning in gang gezet. Interne kwaliteitszorg en planning & control Enkele kritieke succesfactoren en bijbehorende prestatie-indicatoren, ontwikkeld ten behoeve van eenduidige sturing en prestatiemeting, zijn in de loop van 2005 ingepast in de instrumenten van de jaarlijkse planning- & controlcyclus van de hogeschool. Daarnaast is uitvoerig van gedachten gewisseld over de verhouding tussen de doelen en de werklast van de verschillende stuurmechanismen op het gebied van kwaliteitszorg en planning & control. Als direct belanghebbenden zijn daarbij een aantal budgethouders, het College van Bestuur en de Audit & Control Groep betrokken. Centraal hierin staat het streven
om de verschillende meetsystemen en indicatoren zoveel mogelijk in elkaars verlengde te leggen. Het in 2006 op te leveren resultaat hiervan moet onder meer inhouden: een betere balans tussen de instrumenten van planning & control enerzijds en het systeem van accreditatie van de NVAO anderzijds. De manier waarop het instrument interne audit daarbij wordt ingezet zal eveneens onderwerp van heroverweging zijn. Aldus probeert de hogeschool volgens de principes van een lerende organisatie werk te maken van de PDCA-verbetercyclus rond besturing van de organisatie. Managementinformatie Na afronding van een meerjarige projectperiode heeft de hogeschool aan het eind van het verslagjaar besloten verzameling en beheer van hoogwaardige managementinformatie onder te brengen in de reguliere organisatie van de hogeschool. Hiertoe heeft zij een productgroep managementinformatie in het leven geroepen. De managementinformatie bevat onder meer ken- en stuurgetallen die op afroep en als maatwerk beschikbaar zijn voor het College van Bestuur en de budgethouders, ter ondersteuning van hun verantwoordingsactiviteiten. De productgroep verricht haar werkzaamheden in samenwerking met informatieleverende diensten als Studentenadministratie, de facultaire Bureaus Onderwijs, de Dienst personeel & Organisatie en de Dienst Financieel Economische Zaken. Inhoudelijke bewaking en doorontwikkeling van de set van stuur- en kengetallen is de verantwoordelijkheid van het College van Bestuur, ondersteund door de Audit & Control Groep. Ter facilitering daarvan stemt het programma ICT de bijbehorende verschillende huidige en nieuw te ontwikkelen geautomatiseerde informatiesystemen op elkaar af.
22 Hogeschool Zuyd | Governance
Tevredenheid van studenten en medewerkers Belangrijke instrumenten in het kader van kwaliteitsmeting en transparantie zijn de studentenmonitor en personeelsmonitor die Hogeschool Zuyd al sinds haar oprichting in 2001 jaarlijks organiseert. De studentenmonitor van Hogeschool Zuyd vertoont een groeiend deelnamepercentage: 44% tegenover 32% vorig jaar. In 2005 waren voor het eerst studenten van alle 22 faculteiten vertegenwoordigd. In hun rapportage over 2005 meldden 20 van de 22 faculteiten dat zij intern over de uitkomsten communiceren en maatregelen ter verbetering inrichten. De respons bij de personeelsmonitor kende in 2005 een dip: van 59% in 2004 naar 42% in 2005. Ook hier namen 20 van de 22 faculteiten zich voor met de doelgroep over de uitkomsten te communiceren en daaraan actie te verbinden. Zie ook hoofdstuk 2.1.4.
Hogeschool Zuyd bestaat vijf jaar: Als nu de balans wordt opgemaakt slaat die beslist positief door. Hogeschool Zuyd wil een kennispoort zijn. De eerste editie van “Kennis in Bedrijf” is wat dat betreft een hoogtepunt geweest. Daar is gebleken dat je kenniscirculatie voelbaar kunt maken. Een van de uitdagingen voor de komende tijd is die kennispoort verder uitbouwen en een ondernemende mentaliteit creëren. Andere hoogtepunten zijn de prijzen en prestaties van studenten en alumni. De afgelopen jaren werden steeds meer regionale maar vooral ook nationale en internationale prijzen van betekenis door studenten en alumni in de wacht gesleept.
Hogeschool Zuyd - toppers | Hogeschool Zuyd 23
1.4 | Hogeschool Zuyd - toppers Van een hogeschool met meer dan 13.000 studenten en bijna 1600 werknemers, verdeeld over een grote diversiteit van opleidingen, is het ondoenlijk een volledige lijst met hoogtepunten in het verslagjaar samen te stellen. In het onderstaande wordt dan ook volstaan met een beperkt overzicht van bijzondere gebeurtenissen die afgelopen jaar binnen en/of buiten de hogeschool nieuws vormden. Manifestaties In 2005 organiseerde Hogeschool Zuyd voor de vierde keer op rij de succesvolle manifestatie ‘Kennis in Bedrijf’. Ondanks iets minder externe bezoekers dan in 2004 bood dit evenement weer een prima mogelijkheid om externe relaties kennis te laten nemen van de vele onderzoeksactiviteiten die de hogeschool voor het MKB en voor maatschappelijke en culturele organisaties uitvoert. Met het initiatief Studium Generale Parkstad, dat in het najaar van 2004 van start ging, brengt Hogeschool Zuyd samen met een aantal andere kennisinstituten uit de regio enkele lezingencycli per jaar. Een uitstekende mogelijkheid om het intellectuele klimaat in de regio te stimuleren maar ook om kennis te delen met belangstellenden uit de omgeving. Ook dit jaar werden de lezingen goed bezocht. Tijdens de 11e kunstmanifestatie ‘Coup Maastricht’ presenteerden de kunststudenten van Hogeschool Zuyd zich weer aan een breed publiek. Deze keer werd de Maastrichtse wijk Tongerse Poort ingeschakeld bij de activiteiten. De vele voorstellingen, exposities en presentaties waren van goede kwaliteit en werden ook dit jaar weer druk bezocht.
Symposia en lezingen Evenals in voorgaande jaren organiseerde Hogeschool Zuyd in 2005 verschillende symposia en lezingen waaraan het MKB, bedrijven en instellingen, alumni en andere externe en interne belangstellenden actief deelnamen, zoals: een Euregionaal Symposium rond Ergotherapie over de ‘Zorg om Thuis’, ‘De zin en onzin van kunst- en cultuureducatie’, de gevolgen van de strenge fijnstofnorm voor de Limburgse economie, maatwerk-onderwijs in uitvoering, een vierdaags internationaal symposium over vertalen, een seminar over de toekomst van de maakindustrie, een symposium over sensorisch onderzoek en bijeenkomsten met als titel: Leiderschap: alles (z)onder controle? en Managing Chaos and Complexity, Essential for Management and Organization? Externe oriëntatie, innovatie en onderzoek Stage-opdrachten, onderzoek van kenniskringen en afstudeerprojecten voor bedrijven en instellingen zorgden verder voor een versteviging van de kennisrelatie met de omgeving. Enkele voorbeelden: • De Kenniskring Comparative European Social Research and Theory (CESRT) participeert van 2005 tot en met 2007 in een onderzoek naar armoede en sociale uitsluiting in de Euregio. Vijf praktijkinstellingen en vijf hogescholen c.q. universiteiten uit de respectieve deelgebieden van de Euregio werken hierin samen.
24 Hogeschool Zuyd | Hogeschool Zuyd - toppers
• Twee studenten Commerciële Economie, Carlo Schijnemaekers en Jesper van Thor, onderzochten hoe je jongeren pensioenbewust kunt maken. Zij stelden voor het ABP een plan op om jongeren te motiveren om over hun noodzakelijke oudedagsvoorziening na te denken. • Laurens Faessen, deeltijdstudent Bedrijfskundige Informatie, onderzocht voor zijn afstudeeropdracht in hoeverre ‘offshoring’ van IT-activiteiten een kans of bedreiging is voor de IT-industrie. Hij deed dit voor zijn werkgever Atos Origin. • Léon Spijkers van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek deed mee aan onderzoek van Maastricht Radiation Oncology (MaastrRO) naar de mogelijkheid om tumoren te bestrijden met bacteriën. Hij heeft in het kader daarvan een methode ontwikkeld om bacteriën en hun werking zichtbaar te maken, zonder operatief ingrijpen. • De kenniskring Toerisme & Cultuur heeft voor de Limburgse fusiegemeenten Maasbracht, Thorn en Heel een gezamenlijke cultuurtoeristische visie ontwikkeld. Onderzocht werd hoe toerisme een drijfveer kan zijn voor de economische motor van een stad of gemeente. • Check5, een nog jong particulier instituut voor huiswerkbegeleiding, had te maken met een enorme groei in zeer korte tijd, waardoor het zich zorgen begon te maken over de handhaving van de kwaliteit van zijn dienstverlening. Willemien de Jong heeft, als studente van de opleiding Management Economie en Recht, voor het bedrijf een kwaliteitsmodel uitgewerkt en ingevoerd.
• Technologie kan uitkomst bieden voor de zorgsector, maar zorginstellingen staan er nog huiverig tegenover. De faculteit ICT van Hogeschool Zuyd heeft daarom van ICT in de zorg een speerpunt gemaakt. De opleiding wil de zorgsector ondersteunen op het gebied van communicatie, veiligheid en alarmering. Zo hebben studenten voor Thuiszorg Midden-Limburg een pilot opgezet om te onderzoeken of wijkverpleegkundigen met een PDA foto’s kunnen maken van wonden die ze doorsturen naar de arts. • Een studentenprojectteam van de Hoge Hotelschool Maastricht ontwikkelde concepten en schreef een marketingplan voor een uniek woonzorgpark voor Nederlandse 55-plussers in Spanje. • Het Maaslandziekenhuis in Sittard-Geleen bouwt aan het ziekenhuis van de 21e eeuw. Hospitality en patiëntgecentreerde zorg staan naast digitalisering hoog op de agenda. Om dat alles te realiseren heeft het ziekenhuis toenadering gezocht tot Hogeschool Zuyd. Hogeschool Zuyd ondersteunt het ziekenhuis bij het vertalen van het concept naar realiteit. Er zijn gezamenlijke werkgroepen gevormd rond de thema’s hospitality en patiëntgecentreerde zorg, logistiek en ICT als kerncompetentie, zorgmarketing en leren en de lerende organisatie. • De Kenniskring Life Sciences van Hogeschool Zuyd nam ook in 2005 deel aan een groots opgezet Euregionaal project dat onderzoek doet naar de effecten van fijnstof en naar mogelijke oplossingen van fijnstofproblematiek (INTERREG III Project).
Hogeschool Zuyd - toppers | Hogeschool Zuyd 25
• Derdejaars studenten Textiel- en Modevormgeving van de Academie Beeldende Kunsten Maastricht, ontwierpen een gemeenschappelijke collectie weefsels, materiaalhanteringen en dessins. De studenten mochten deze collectie tonen tijdens de Première Vision in Parijs, de mondiale beurs voor stoffen en accessoires voor de mode-industrie (februari 2006). Voor deze beurs zorgden zij zelf voor de presentatie. Prijzen en prestaties van studenten en alumni Hogeschool Zuyd reikte prijzen uit aan de beste afstudeerders. Daarnaast ontvingen studenten en alumni ook extern prijzen, zoals: • Bieke Geenen, net afgestudeerd bij Creatieve Therapie, heeft op de manifestatie ‘Kennis in bedrijf’ de Hogeschool Zuyd Prijs gekregen. Ze ontving de prijs voor haar afstudeerproject met Filippijnse getraumatiseerde weeskinderen. • De tweede prijs die tijdens ‘Kennis in Bedrijf’ werd uitgereikt is de ‘ABP-ICT Prijs 2005’. Deze gaat naar een student in de informaticarichting die volgens de jury de beste afstudeerscriptie heeft geschreven. Dit keer heeft Rob Prickaerts de prijs gewonnen.
• Voor het eerst is ook de Parkstad Limburg Cultuurprijs uitgereikt. Deze prijs gaat naar één of meerdere studenten die op een bijzondere manier een positieve bijdrage leveren aan de jongerencultuur in Parkstad Limburg. Deze prijs bedraagt € 7000. De jury beoordeelt de projecten op basis van innovatie, externe gerichtheid, originaliteit, niveau en realiseerbaarheid. De prijs is gewonnen door Fernand Smeets en Tom Walter. Beiden zijn afgestudeerd aan de opleiding Communication and Multimedia Design. • Een mini-onderneming van Hogeschool Zuyd deed het bijzonder goed in 2005. De studentcompany ‘Crew8’ van de Academie Beeldende Kunsten Maastricht heeft de landelijke wedstrijd en de Europese finale van de wedstrijd ‘jong ondernemen’ gewonnen. Deze laatste vond plaats in Boekarest (Roemenië), waar 20 Europese Student Companies met elkaar de strijd aangingen. • Kris Kuppen en Arlon Luijten van de Toneelacedemie Maastricht hebben de Henriëtte Hustinxprijs gewonnen. Deze prijs, groot € 5000, gaat jaarlijks naar een bijzonder getalenteerde student van een van de kunstvakopleidingen van Hogeschool Zuyd.
26 Hogeschool Zuyd | Hogeschool Zuyd - toppers
• Altvioliste Dana Zemstov (12) heeft de Premio Assoluto gewonnen bij de Internationale wedstrijd Citta di Barletta. Ze was de enige van het grote aantal deelnemers (circa 200) uit 15 landen die de maximale 100 punten behaalde. Dana studeert altviool in de voorbereidende klas bij de virtuoso Mikhail Kugel aan het Conservatorium Maastricht. Davide Montagne, ook een leerling van Mikhail Kugel aan het Conservatorium Maastricht, won de tweede prijs van deze wedstrijd. • Susann Neumann, Anja Glaeser en Susanne Heybach, drie Duitse studenten Ergotherapie, hebben in Duitsland een prijs gewonnen. De drie hebben aan Hogeschool Zuyd hun bacheloropleiding afgerond, aansluitend op hun Duitse ergotherapie-studie. Hiervoor hebben ze onderzoek gedaan onder getraumatiseerde vluchtelingen. Met dit onderzoek hebben ze een prijs van € 4000 gewonnen, uitgeloofd door de Duitse uitgever Borgman Verlag.
• Henry Smeets van de opleiding Facility Management heeft dit jaar de FM-Scriptieprijs gewonnen. Hij heeft de prijs gekregen voor zijn onderzoek naar cliëntgerichte prestatie-indicatoren voor een facilitaire organisatie in de verpleging en verzorging. • Sophie van Winden, net afgestudeerd aan de Toneelacademie Maastricht, heeft het Gouden Kalf gewonnen. Ze heeft deze prestigieuze Nederlandse filmprijs gekregen voor de beste vrouwelijke bijrol. Sophie vervult de bijrol in de Nederlandse film Leef! • Inge Scholten heeft dit jaar de Faculteit Techniek Afstudeerprijs gewonnen. De studente Werktuigbouwkunde heeft de prijs ontvangen voor haar afstudeerwerk bij Dutch Space te Leiden, een bedrijf dat actief is in de ruimtevaartindustrie. Kroonjuwelen
• Rob Meijers won de Music Award Maastricht 2005. Hij ontving een bedrag van € 4500 voor verdere studie en ontwikkeling van zijn stem. • Rick Lormans, Roel Kaldenhoven en Casper Rieter, drie studenten die afgelopen zomer afgestudeerd zijn in de richting Civiele Techniek, zijn de grote winnaars van de Afstudeerprijs voor het technische HBO. KIVI NIRIA reikte deze prijs uit. De drie mochten een bedrag van € 2000 in ontvangst nemen. Ze hebben een innovatief concept ontwikkeld om complete woonwijken op het water te bouwen. Een idee dat heel wel technisch haalbaar is volgens de jury.
Onder de bovenbeschreven “Hogeschool Zuyd-toppers” bevinden zich drie onderwijs- en onderzoeksactiviteiten die in het landelijk HBO worden aangemerkt als zogenaamde kroonjuwelen: • het onderzoek naar de effecten van fijnstof op de gezondheid door de kenniskring Life Sciences; • de strategische en duurzame samenwerking tussen Hogeschool Zuyd en het Maaslandziekenhuis in Sittard-Geleen; • de presentatie van studenten van de Academie van Beeldende Kunsten Maastricht tijdens Première Vision in Parijs, de mondiale beurs voor stoffen en accessoires.
Groeilijn
Succeslijn
Ke n nis lijn Inno v a t ieli jn
E
u r e gio lijn
NAAM:
NORBERT ZIMMERMANN
FUNCTIE:
FUNCTIE: FACHDIENSTLEITER CARITAS BEHINDERTENWERK / STUDENT MBA
OVER:
EUREGIONALE CULTUURVERSCHILLEN
SAMENWERKEN ROND DRIELANDENPUNT In een provincie als Limburg lijken er geen grenzen te bestaan. Onderweg passeer je er in een vloek en een zucht landsgrenzen met België en Duitsland. Toch bestaan er binnen de Euregio nog altijd verschillen. Culturele verschillen. En die kunnen groot zijn, hebben de deelnemers aan de MBA ‘Personal Leadership in Innovation and Change’ tijdens het blok Internationaal en Multicultureel Management ervaren. “Het was alsof ik een andere wereld binnen stapte”, herinnert Norbert Zimmermann zich, Fachdienstleiter bij Caritas Behindertenwerk in Alsdorf. Onderdeel van de MBA was een uitwisseling met de Duitse masteropleiding ‘Leitung und Management in multiprofessionellen Gesundheits- und Sozialdiensten’, georganiseerd door de Katholische Fachhochschule Nordrhein-Westfalen. Zimmermann en zijn mede-studenten bezochten Maasveld, een instelling voor mensen met een verstandelijke handicap. Daar heeft hij vooral naar de stijl van leidinggeven gekeken. “Managen betekent in Nederland vooral coachen. Medewerkers worden er vanuit HRM-perspectief als een waardevolle bron gezien. In Duitsland zijn we meer de top down mentaliteit gewend.”
NIET VERWACHT Norbert Zimmermann had dergelijke grote verschillen niet verwacht. Vanuit zijn woonplaats rijdt hij in een half uur naar Maastricht, maar het verschil in cultuur is veel groter dan dat met München, een dagreis ver. “Verschillen zijn geen kwestie van afstand, maar van hoe je je werk inricht”, denkt hij. Daarnaast mag je de culturele erfenis van een volk niet uitvlakken. Die culturele erfenis stamt bij de oosterburen uit het Pruisische tijdperk, waar hiërarchie telde. “Wie hoger in de hiërarchie staat is beter, is meer waard. Dat denken wij nog steeds, hoewel ik veranderingen hierin merk.” LESSEN Norbert Zimmermann is door het uitwisselingsprogramma doordrongen van de noodzaak dat instellingen zo dichtbij elkaar meer moeten gaan samenwerken. Hij heeft er al een idee voor: een reisbureau voor mensen met een verstandelijke handicap. “Ik had al contact met een Belgische instelling. Nu heb ik ook contact met een Nederlandse. We moeten in het drielandenpunt toch concreet aan een project kunnen samenwerken.”
29
30 Kernactiviteiten | onderwijs: going concern
2. Kernactiviteiten 2.1 | Onderwijs: going concern Uitgangspunten voor beleid In haar Innovatieplan 2005-2008 werkt de hogeschool haar missie uit in zeven strategische uitgangspunten, waarvan vijf direct invloed hebben op onderwijs en onderzoek: 1 oriëntatie op Europa en binding met de Euregio 2 toename aantal afgestudeerden: via grotere, gevarieerde deelname en betere doorstroom naar meer uitstroom 3 opleidingsaanbod Hogeschool Zuyd: hoogvlakte met toppen 4 keuze voor zelfstandige positie en samenwerking 5 onderzoek als kwaliteitsimpuls.
Hogeschool Zuyd bestaat vijf jaar: In de afgelopen vijf jaren nam het aantal studenten toe van 12102 in 2001 tot 13428 in 2005. Het aantal buitenlandse studenten groeide van 10% naar 14%. In de eerste jaren vernieuwde Hogeschool Zuyd haar aanbod met nieuwe opleidingen op nieuwe domeinen. Vanaf 2005 ontwikkelt de hogeschool brede bachelors met verschillende afstudeerprofielen. Binnen
Dit hoofdstuk beschrijft de twee kernactiviteiten van de hogeschool: onderwijs en onderzoek. Paragraaf 2.1 handelt over het operationele proces (‘going concern’) van onderwijs en paragraaf 2.2 over innovatie. Ook voor onderzoek is deze tweedeling in ‘going concern’ en verbetering/ vernieuwing gebruikt. Bij alle onderdelen staat centraal of de realisatie in overeenstemming is met de gestelde doelen en wordt, waar nodig, vooruit gekeken naar 2006.
landelijke rankings bevindt Hogeschool Zuyd zich steeds in de topgroep van de grotere hogescholen. De aangevraagde accreditaties zijn alle behaald en meestal zeer overtuigend. De studierendementen na vijf jaar liggen twee tot vier procent boven het landelijk gemiddelde.
onderwijs: going concern | Kernactiviteiten
31
Nieuwe Hogere Juridische Opleiding 2.1.1 | Aanbod opleidingen Voorbereiding ‘brede bachelors’ In 2005 is onderzoek gestart naar brede bacheloropleidingen en de accreditatie daarvan. Redenen daarvoor waren de ontwikkeling van het competentiegerichte onderwijs, het zoeken naar maatwerk binnen opleidingen (maiors en minors) en het streven naar efficiëntie. Het betreft de brede bachelors 1. Social Work (vanuit de opleidingen SPH Maastricht, SPH Sittard, Culturele & Maatschappelijke Vorming en Maatschappelijk Werk & Dienstverlening) 2. Information Management (vanuit de opleidingen Informatie Dienstverlening & Management en Bedrijfskundige Informatica) 3. Gebouwde Omgeving (vanuit de opleidingen Bouwkunde, Civiele Techniek/Milieutechniek en Bouwtechnische Bedrijfskunde) 4. Bachelor of Commerce (vanuit de opleidingen Food & Business, Commerciële Economie en Small Business & Retailmanagement) 5. Bachelor of Business Administration (vanuit de opleidingen Management in Zorg & Dienstverlening, Management Economie & Recht en Personeel & Arbeid).
De hogeschool heeft in 2005 bij de NVAO een zogenaamde Toets Nieuwe Opleiding aangevraagd voor haar bacheloropleiding ‘Hogere Juridische Opleiding’ (voltijds en deeltijds). Deze opleiding beoogt het gehele domein ‘Law’ te bestrijken. De huidige opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD) wordt omgebouwd tot een van de afstudeerprofielen. Begin 2006 heeft de NVAO positief op deze aanvraag gereageerd. Indien ook de doelmatigheidstoets van het Ministerie van OCW positief uitvalt zal deze opleiding per 1 september 2006 van start gaan. Masteropleidingen Tot dusverre studeren slechts 189 studenten van Hogeschool Zuyd (1,5% van haar totaal aantal ingeschreven studenten) aan een bekostigde en geaccrediteerde masteropleiding (Master Advanced Nursing Practice en Master Architectuur) of aan de Voortgezette Opleiding Muziek. Naast de genoemde opleidingen biedt de hogeschool tevens zes niet bekostigde opleidingen op masterniveau aan. Twee daarvan verlenen aan de studenten een masterdiploma dat erkend wordt door een buitenlandse universiteit. Vier daarvan zijn daarentegen niet geaccrediteerd. In totaal tellen deze zes opleidingen bijna 100 studenten.
32 Kernactiviteiten | onderwijs: going concern
In de loop van 2005 heeft het College van Bestuur nader beleid voor masteropleidingen vastgesteld. Van belang is dat elke student van de hogeschool die dat wil of kan een masteropleiding moet kunnen volgen. Daartoe moet elke bacheloropleiding tenminste één formele overeenkomst sluiten met een interne of externe HBO- of WO- masteropleiding. In 2005 beschikken nog slechts vier opleidingen over een dergelijke overeenkomst. Daarnaast zal de hogeschool in de nabije toekomst alleen masteropleidingen aanbieden die geaccrediteerd zijn door de NVAO, een gerenommeerde buitenlandse accreditatieorganisatie of een erkende buitenlandse universiteit. Niet geaccrediteerde opleidingen op post-graduate niveau zullen voortaan ‘post-graduate course’ worden genoemd. Hogeschool Zuyd registreert (nog) niet hoeveel studenten na het afronden van de bacheloropleiding aan een masteropleiding beginnen. Uit haar onderzoek onder alumni in 2005 bleek dat 37% van haar afgestudeerden een vervolgstudie heeft gedaan. 14% is een HBO-master of een WO-studie (bachelor of master) gaan volgen.
verslagjaar 3,73 (zie hfdst.1.2). De lichte daling houdt verband met een daling in de instroom met 4,4%. De instroom in het landelijk HBO is licht gestegen, het marktaandeel van de Hogeschool is gedaald tot 3,5. tabel: instroom Hogeschool Zuyd
2001 2002 2003 2004 2005 10,3% 11,4% 8,4% 7,0% 5,6% % deeltijd opleidingen % duale opleidingen 3,9% 3,8% 2,8% 2,8% 2,1% % voltijd opleidingen 85,8% 84,9% 88,8% 90,1% 92,2% totaal aantal instromers 3517 3733 3865 4079 3901 marktaandeel Hogeschool Zuyd 3,4% 3,7% 3,6% 3,7% 3,5% Bron: www.hbo-raad.nl
Bovenstaande tabel laat tevens zien dat de instroom in het deeltijd- en het duale onderwijs in de hogeschool daalt. Buitenlandse studenten
2.1.2 | Instroommanagement: resultaten van het doelgroepenbeleid Instroom Hogeschool Zuyd streeft naar een grotere en meer gevarieerde deelname van studenten. Haar verwachting in 2008 14.000 studenten te tellen lijkt uit te komen: het aantal ingeschreven studenten groeide tussen 2001 en 2005 van 12.102 tot 13.428. Het marktaandeel van de hogeschool in het totaal aantal in het landelijk HBO ingeschreven studenten (streefwaarde 3,8) schommelt al enige jaren tussen 3,73% en 3,8% en was in het
Het aandeel buitenlandse studenten aan Hogeschool Zuyd vertoont de laatste vijf jaren een overtuigende groei. Dit is in overeenstemming met het beleid van de hogeschool: zij hanteert als streefwaarde 15%. tabel: aandeel buitenlandse studenten in totaal aantal studenten Hogeschool Zuyd
2001 10,0%
2002 12,0%
2003 12,8%
Bron: Management Informatie Systeem Hogeschool Zuyd
2004 13,1%
2005 13,9%
onderwijs: going concern | Kernactiviteiten 33
De meeste buitenlandse studenten zijn te vinden in de kunstfaculteiten, in de gezondheidszorgfaculteiten, de Hoge Hotelschool en de Engelstalige opleiding International Business and Management Studies. Gezien de perifere ligging van de regio Zuid-Limburg in ons land biedt internationale instroom voor Hogeschool Zuyd een goede mogelijkheid om grenzen te verleggen. Geslacht, leeftijd en werkervaring Evenals in 2004 bestond de studentenpopulatie in 2005 voor 53% uit vrouwen en voor 47% uit mannen. De verdeling van mannen en vrouwen over de faculteiten bleef traditioneel: weinig mannen aan de PABO, de meeste sociale faculteiten en de faculteit Internationale Communicatie. Weinig vrouwen in de faculteiten Techniek, Chemie, Bouw, Informatica en in de economische faculteiten. De gemiddelde leeftijd van 1e jaarsstudenten is 20,3 jaar en van 2e jaarsstudenten 21,5 jaar. Slechts 10% van de 1e jaars en 13% van de 2e jaars is 24 jaar of ouder. Wat dit betreft lijkt de beoogde variatie in de deelname aan het Hoger Onderwijs nog niet te worden bereikt. Toch heeft 20% van de studenten voorafgaande aan de studie een baan gehad, vakantiewerk en bijbaantjes niet meegerekend. De hogeschool zal de trend in deze gegevens blijven volgen. HAVO-, VWO- en MBO-instroom De instroom vanuit het HAVO, VWO en MBO blijft stabiel. De ontwikkeling van de instroom uit het MBO vertoont over de faculteiten heen een gedifferentieerd beeld.
vooropleiding onbekend HAVO VWO MBO HBO en WO overig eindtotaal
2003 10 39 14 21 5 11 100
2004 9 38 12 22 7 11 99
2005 10 40 13 22 4 11 100
Bron: www.hbo-raad.nl
Boven zagen wij dat de instroom in deeltijd opleidingen de laatste jaren aanzienlijk daalde. Dit geldt met name voor de instroom van studenten met een MBO- en HAVO-vooropleiding. Het aantal MBO’ers nam af van gemiddeld 40% van de instroom voor 2001 t/m 2003 tot 34% in 2004 en 33% in 2005. Het aantal Havisten daalde van 17% van de instroom in 2001 tot 12% in 2005. Het studiesucces van Havisten is kleiner dan dat van VWO’ers en MBO’ers. Zie ook hoofdstuk 2.1.3. Samenwerking met ROC’s en VO De samenwerking met ROC’s in de regio is in 2005 uitgebreid, met het oog op inhoudelijke afstemming en doorlopende studieloopbaanbegeleiding. In verband met de afschaffing van de verwantschapsregeling MBOHBO en de overgang naar competentiegericht onderwijs in het MBO per
34 Kernactiviteiten | onderwijs: going concern
2007/8 is er meer ruimte gekomen voor aansluiting op basis van competenties. Dit heeft geleid tot een nieuwe impuls voor sectoraal werkoverleg met de drie ROC’s (Gilde Opleidingen, Arcus College en Leeuwenborgh Opleidingen). De samenwerking leverde de beoogde resultaten op: • facilitering doorstroom van MBO-administratie naar HBO-Bedrijfseconomie • samenwerking van faculteit Verpleegkunde met Sevagram Zorgcentra en Arcus College in een Zorg Innovatie Centrum • doorlopende leerwegen MBO-HBO in de sociale sector • samenwerkingsprojecten van studenten en docenten van de faculteiten Bouw en Life Sciences met Arcus College en Leeuwenborgh Opleidingen. Ook de samenwerking van Hogeschool Zuyd met het VO groeit. Deelname aan het landelijke project HAVO Competent (HACO) leidde tot een competentieprofiel voor de overgang van HAVO naar HBO (publicatie voorzien in maart 2006) op basis waarvan Hogeschool Zuyd met regionale VO-scholen de discussie over aansluiting kan voortzetten. Hogeschool Zuyd-docenten uit de sector Techniek waren betrokken bij het project Begeleiding Profielwerkstukken in de tweede fase van het VO (9 deelnemende VO-scholen). De kunstfaculteiten hebben een alliantie gesloten met zes ‘cultuurprofielscholen’ in het VO. Doel hiervan is de samenwerking tussen kunstvakdocenten te bevorderen en leerlingen die geïnteresseerd en getalenteerd zijn op het gebied van de kunst te stimuleren tot doorstroom naar het kunstvakonderwijs. Binnen het netwerk van de kunstfaculteiten is het project ‘Stedelijke identiteit versus het geheugen van de stad’ in voorbereiding: start september 2006. Doel hiervan is te komen tot een verdieping van CKV-activiteiten.
Aansluitingsonderzoek Hogeschool Zuyd is in 2005 gestart met een groot regionaal aansluitingsonderzoek, waaraan alle ROC’s en vrijwel alle VO-scholen deelnemen. Leerlingen in de laatste jaren van het MBO en het VO en HBO-studenten in de propedeuse wordt gevraagd naar hun mening over doorstuderen in het HBO. De respons was bij de 1e jaarsstudenten HBO 26% (837 studenten) en bij de 2e jaars 17% (546 studenten). De helft van deze studenten vindt dat de manier van leren tijdens de vooropleiding niet past bij de huidige opleiding. De studenten besteden meer tijd aan zelfstudie en minder aan hoor- en werkcolleges (klassikaal onderwijs) dan bij de vooropleiding. Daarnaast blijkt dat studenten uit het MBO meer dan studenten uit het VO vinden dat de communicatieve vaardigheden in de vooropleiding nuttig waren en dat hun vooropleiding goed aansluit wat betreft het evalueren van de eigen rol en de rol van medestudenten in het groepsproces, van de producten van medestudenten en van het eigen leerproces. Studenten uit het VO vinden de aansluiting beter wat betreft zelfstandig werken, schriftelijke vaardigheden, informatievaardigheden, hoeveelheid leerstof en aansluiting van de vakken, vooral de exacte vakken. Toelating en selectie De hogeschool past bij twee opleidingen een instellingsfixus toe. Bij de opleiding Fysiotherapie bedraagt de fixus voor de instroom 80. De instroom is 76. Selectie vindt hier plaats met behulp van assessment. Bij de opleiding Communication and Multimedia Design (CMD) is de fixus 84 en de instroom in de propedeuse 79. Deze instroom komt tot stand na gewogen loting (centraal in Groningen). Enkele opleidingen voeren aanvullend onderzoek uit om geschikte kandidaten voor de instroom te selecteren.
onderwijs: going concern | Kernactiviteiten 35
tabel: instroom bij opleidingen met een aanvullend geschiktheidonderzoek
Opleidingen Opleidingen Academie voor Beeldende Kunsten Opleidingen Conservatorium Opleidingen Toneelacademie Hoge Hotelschool Logopedie
Instroom 2005 244 152 46 317 95
Bron: www.hbo-raad.nl
Er is een buddy-systeem opgestart in de propedeuse van de sectoren Sociaal Werk en Techniek, waarbij een 20-tal studenten zijn begeleid door ouderejaarsstudenten met als doel de (sociale) integratie te bevorderen. In 2006 zal de hogeschool bezien in welke mate zij deze vorm van begeleiding kan uitbreiden. De hogeschool registreert allochtone studenten op vrijwillige basis, primair ten behoeve van begeleiding. Zij hanteert geen doelstellingen inzake het aantal allochtone studenten. Wel stelt zij zich ten doel dat allochtone studenten zo weinig mogelijk extra studiebelemmeringen ondervinden en dat hun opleidingsrendement vergelijkbaar is met dat van autochtone studenten. Studenten met functiebeperkingen
Allochtone studenten Sinds een aantal jaren bevordert de hogeschool de in- en doorstroom van allochtone studenten (MIDAS-project). Er is een taaltraining Nederlands (schrijven/spreken) opgezet en uitgevoerd, gericht op allochtone HBO-studenten. Hieraan hebben ± 40 studenten deelgenomen, die allen een of meer taalniveaus zijn gestegen. Deze taaltraining zal ook in de komende jaren als standaardvoorziening aan studenten worden aangeboden. Studenten van de hogeschool hebben ongeveer 20 MBO4-deelnemers uit de sectoren Dienstverlening en Welzijn, Techniek en Zorg begeleid opdat zij zich beter kunnen oriënteren op een HBO-studie. Een groot deel van deze studenten heeft daadwerkelijk voor een vervolgstudie aan de Hogeschool Zuyd gekozen.
In 2004 heeft de hogeschool de ‘Routeplanner’ ontwikkeld, een digitale informatiebron op Infonet (intranet van Hogeschool Zuyd) en op de website van de hogeschool. Studenten en docenten vinden er informatie over studiebelemmeringen als gevolg van functiebeperkingen. Routeplanner is het resultaat van een project dat met ‘Impuls-gelden’ van het Ministerie van OCW is gefinancierd. De hogeschool heeft het project uitgevoerd binnen haar Kenniskring ‘Autonomie en Participatie’, in samenwerking met het iRv Kenniscentrum voor Revalidatie & Handicap. De hogeschool registreert niet of studenten te maken hebben met een functiebeperking. Zij biedt informatie en voorzieningen aan. Het initiatief ligt vervolgens grotendeels bij de student die daar behoefte aan heeft.
36 Kernactiviteiten | onderwijs: going concern
2.1.3 | Bereikte onderwijsresultaten: in cijfers Geslaagden, studiestakers en bindend afwijzend advies In 2005 steeg het aantal afgestudeerden licht. Het aantal studiestakers nam met 4% toe ten opzichte van 2004. In verhouding tot het totaal aantal instromers in het voorafgaande jaar bleef het aantal studiestakers echter constant. Het aantal verstrekte bindend afwijzende studieadviezen steeg tot 15% bij voltijdse opleidingen. Bij deeltijdse en duale opleidingen bleef dit percentage met 7% stabiel. tabel: aantal geslaagden, aantal studiestakers en percentage negatief bindend studieadvies
vertrokken met diploma vertrokken zonder diploma % studiestakers van instroom in voorafgaand jaar % negatief bindend studieadvies (voltijdse studenten)
2002 2340 1494
2003 2352 1409
2004 2526 1393
2005 2539 1458
37,5%
31,6%
33,4%
33,2%
15%
11%
14%
15%
Bron: Management Informatie Systeem Hogeschool Zuyd
Ook in het verslagjaar varieerde het aantal bindend afwijzende adviezen sterk: van 0% (b.v. bij de Academie voor Beeldende Kunsten en de opleiding Biometrie) tot 43% (bij de Vertaalacademie). T.b.v. eenheid van beleid heeft de hogeschool per 1 september 2005 een algemene regeling inzake het studieadvies ingevoerd; in 2006 zal zij de wijze van uitvoering daarvan onderzoeken.
Doorstroom en opleidingsrendement Over het algemeen zijn de opleidingen van de hogeschool efficiënt. Bij 47 van de 51 voltijdse opleidingen is de gemiddelde inschrijvingsduur van afgestudeerden lager dan 4,5 jaar. Slechts bij zes voltijdse opleidingen is de gemiddelde inschrijvingsduur van studiestakers hoger dan 1,35 jaar. De hogeschool beschouwt studierendement als een belangrijke succesfactor, al heeft zij nog geen precies streefcijfer bepaald. Haar algemene studierendement na 5 jaar is vrij fors gedaald van 55,5 voor cohort 1997 naar 52,3 voor cohort 2000. Echter, doordat het landelijk studierendement voor die cohorten daalde van 51,3 naar 48,3 blijft de hogeschoolscore 4% gunstiger dan de landelijke. Uit onderstaande tabel blijkt dat Hogeschool Zuyd in al haar sectoren een gunstiger score realiseert, met uitzondering van de sector techniek.
onderwijs: going concern | Kernactiviteiten 37
tabel: studierendement na 5 jaar
1997 HEO HGZO HPO HSAO HTNO KUO totaal
HsZuyd 53,3% 65,6% 63,6% 56,6% 52,1% 51,4% 55,5%
1998 HBO-landelijk 44,1% 63,1% 55,3% 53,4% 52,9% 46,8% 51,3%
HsZuyd 50,1% 66,4% 65,8% 54,7% 53,7% 47,0% 54,2%
1999 HBO-landelijk 45,2% 62,9% 58,4% 54,1% 51,1% 47,3% 51,5%
HsZuyd 49,3% 74,3% 60,1% 53,9% 48,6% 55,1% 54,1%
2000 HBO-landelijk 41,6% 63,4% 56,6% 51,8% 51,1% 50,6% 50,0%
HsZuyd 48,5% 65,9% 58,7% 55,8% 42,6% 57,4% 52,3%
HBO-landelijk 39,8% 61,5% 54,6% 50,7% 48,3% 50,7% 48,3%
Bron: www.hbo-raad.nl
Doorstroom en rendement naar vooropleiding Het studiesucces van Havisten is kleiner dan dat van VWO’ers en MBO’ers. Havisten zijn ondervertegenwoordigd in de groep afgestudeerden. VWO’ers behoren minder vaak en MBO’ers juist vaker tot de uitvallers.
tabel: propedeuserendementen 2005 naar vooropleiding (in %)
HAVO VWO MBO
propedeuserendement na 1 jaar (cohort 2003) 37% 55% 43%
Bron: Management Informatie Systeem Hogeschool Zuyd
propedeuserendement na twee jaar (cohort 2004) 56% 70% 62%
NAAM:
MARISSA GEURTS VAN KESSEL
FUNCTIE:
AFGESTUDEERD PERSONEEL & ARBEID
OVER:
STUDEREN IN HET BUITENLAND
INVESTEREN IN JEZELF Alsmaar meer studenten vinden de weg naar het buitenland. Het merendeel voor een stage of afstudeeropdracht, een enkeling voor een vervolgstudie. Marissa Geurts van Kessel, afgestudeerd Personeel en Arbeid, heeft dat laatste gedaan. Dankzij een VSBbeurs heeft ze een jaar kunnen studeren aan de Europese Hogeschool (EHSAL) in Brussel. “Zo’n jaartje buitenland doe je vooral voor jezelf. Voor je eigen ontwikkeling”, zegt Marissa Geurts van Kessel. Het positieve effect op je persoonlijke ontwikkeling, dat beschouwt zij als de grootste winst van zo’n jaartje buitenland. Je verlegt daardoor grenzen, leert gemakkelijker met verschillende culturen omgaan, leer snel nieuwe contacten te leggen en ontdekt nieuwe dingen. “Tijdens mijn studie in Sittard heb ik nooit geweten dat je naast je studie zoveel andere dingen kunt doen als je je tijd goed gebruikt.” Een grotere zelfstandigheid, een ruimere blik op de wereld, een breed internationaal netwerk, dat is de meerwaarde die de studie in Brussel Marissa heeft opgeleverd, naast de inhoudelijke kennis die ze heeft opgedaan.
NIET ALLEEN OP JE CV Je zou misschien denken dat je dit vooral doet omdat het goed op je CV staat, zo’n jaartje buitenland. Marissa Geurts van Kessel vindt dat het om méér gaat. Enkele maanden nadat ze terug kwam uit Brussel, heeft ze werk gevonden als adviseur bij een advies- en interimbureau op het gebied van personeel en organisatie. Tijdens het solliciteren heeft ze gemerkt dat zo’n buitenlandse ervaring veel betekent voor werkgevers. “Je hebt een streepje voor.” Nu, in haar werk, plukt ze er ook nog dagelijks de vruchten van. “Ik heb in Brussel veel levenservaring opgedaan. Geleerd op mensen en instanties af te stappen. Nu moet ik dat ook doen. Op mijn werk kom ik met organisaties in contact met mensen op hoog niveau. Daar ben ik nu niet meer bang voor, ik heb in Brussel mijn grenzen verlegd. Dankzij dat jaar in Brussel ben ik gegroeid.” BEDRIJFSLEVEN Zo’n buitenlandse studie is een goede investering in jezelf, vindt de oud-studente. Dat zouden meer studenten moeten doen. Dat promoten is nog een braakliggend terrein voor de hogeschool. Net zoals het talenonderwijs. Daar wordt in haar ogen te weinig aandacht aan besteed. Terwijl talen er echt toe doen als je het bedrijfsleven in wilt.
39
40 Kernactiviteiten | onderwijs: going concern
tabel: Havisten, VWO’ers en MBO’ers als % van de uitstroom 2005
HAVO VWO MBO Overig Niet bekend Totaal
Totaal aantal ingeschreven studenten 42,8% 15,0% 18,7% 21,6% 1,9% 100,1%
Uitstroom met met diploma diploma Uitstroom 37,7% 37,7% 16,7% 16,7% 18,3% 18,3% 27,3% 27,3% 0,0% 100,1% 100,1%
Uitstroom zonder diploma 42,5% 42,5% 8,1% 8,1% 21,4% 26,9% 26,9% 1,2% 1,2% 100,0% 100,0%
Bron: Management Informatie Systeem Hogeschool Zuyd
Arbeidsmarktsucces
Financiële ondersteuning studenten
In 2005 heeft Flycatcher Internet Research in opdracht van Hogeschool Zuyd een onderzoek verricht onder afgestudeerden van de hogeschool die zich geregistreerd hebben op haar alumni-website. 662 afgestudeerden hebben de enquête ingevuld. Ruim de helft van de afgestudeerden vindt direct een baan die aan de wensen en de ambities voldoet. Bijna iedereen heeft betaald werk gevonden. Een op de twintig afgestudeerden doet er anderhalf jaar of langer over om een baan te vinden die aansluit op wat men wil. Opvallende conclusies zijn verder dat twee derde van hen een vaste baan heeft. 60% werkt in Limburg, de rest daarbuiten. Hun gemiddelde werkweek bedraagt 35 uur en daarvoor krijgen zij gemiddeld € 2506 bruto per maand uitbetaald. Slechts 27 van de 662 respondenten (4%) zijn werkloos.
In 2005 deden 38 studenten een beroep op de regeling financiële ondersteuning (evenveel als in 2004). Er waren 24 toezeggingen en twee afwijzingen. Twaalf aanvragen zijn aangehouden. De uitbetaalde ondersteuning bedroeg € 58.070 tegenover € 48.617 in 2004.
onderwijs: going concern | Kernactiviteiten
studenten
41
personeel
Total Academie van Bouwkunst Toneelacademie
2.1.4 | Bereikte onderwijsresultaten: kwaliteit van onderwijs en maatwerk Studentenmonitor en personeelsmonitor In april 2005 heeft de hogeschool weer haar jaarlijkse studentenmonitor afgenomen. 5759 studenten (44% van alle studenten) gaven gemiddeld een rapportcijfer van 6,67 voor de totale kwaliteit van hun opleiding, iets lager dan de 6,73 in 2004. De hoogste faculteitsscore was 8,00 (Toneelacademie) en de laagste score was 6,08. Het meest tevreden blijken studenten over het niveau van het onderwijs, het stimulerende karakter ervan, de studeerbaarheid en de docenten. Het minst tevreden zijn zij over de vraag of er iets met de evaluaties wordt gedaan, over de interne organisatie van de opleiding en over de tentamens. Ook ‘onderwijs op maat’ scoort vrij laag. Aan de personeelsmonitor 2005 namen 500 medewerkers deel: 42% van het personeelsbestand (in 2004: 59%). Het oordeel van het personeel over de totale kwaliteit van hun opleiding was gelijk aan vorig jaar: een gemiddeld rapportcijfer van 7. De uitkomsten van zowel de studentenmonitor als de personeelsmonitor zijn te zien in onderstaande grafiek. Grafiek: totaal oordeel personeel en studenten per faculteit
ABK Conservatorium Sociaal Werk SPH Sittard SPH Maastricht SPH Arbeid en Recht HEAO Mark. Man. HEAO Fin. Man. Int. Communicatie Hoge Hotelschool Facility Management ICT Techniek Life Sciences Bouw Onderwijs Verpleegkunde Logopedie Gezondheid en Techniek Ergotherapie 5,00 5,50 6,00
6,50 7,00
7,50
8,00 8,50 9,00
Bron: Bureau Onderzoeksverwerking van de Audit & Control Groep Hogeschool Zuyd
42 Kernactiviteiten | onderwijs: going concern
Uit de jaarverslagen van de faculteiten blijkt dat uitkomsten van deze beide interne monitoren bij alle faculteiten leiden tot communicatie met studenten en medewerkers hierover en bij 18 van de 20 faculteiten tot verbetermaatregelen. Keuzegids Hoger Onderwijs Hogeschool Zuyd scoorde ook in 2005 gemiddeld goed in de landelijke Keuzegids Hoger Onderwijs. Haar verschillende vestigingen behaalden de 12e (Sittard), 15e (Heerlen) en 24e (Maastricht) plaats op een lijst van 51 hogescholen. Negen (clusters) van opleidingen van Hogeschool Zuyd zijn volgens het studentenoordeel de beste van het land. Dit zijn de opleidingen International Business and Languages / Hoger Europese Beroepen Opleiding (totaalpunt 7,04); Sociaal Pedagogische Hulpverlening Maastricht (7,29), Cultureel Maatschappelijke Vorming (6,98); Sociaal Juridische Dienstverlening (6,98); Fysiotherapie (7,29); Ergotherapie (7,06); Chemie en Chemische Technologie (7,09); Bouwkunde (6,86) en Theater en Docent Drama (7,71). Daarnaast staat één studie op een tweede plek: Creatieve Therapie (6,97). De opleiding Chemische Technologie heeft de Runner-up Cup ontvangen bij de officiële viering van 10 jaar Keuzegids Hoger Onderwijs: de opleiding is erin geslaagd vanuit een positie als hekkensluiter in 1995 door te groeien naar een koppositie thans. In de nieuwe Keuzegids 2005 wordt deze opleiding door de studenten als beste van het land genoemd.
Elsevier Ook het weekblad Elsevier heeft het hoger onderwijs in Nederland weer langs de meetlat gelegd. Uit de jaarlijkse enquête onder 14.000 studenten en 2.000 docenten en professoren komt Hogeschool Zuyd op een vijfde plaats van hogescholen die volgens de studenten over de hele breedte het beste scoren. Ze moet daarbij slechts Avans Hogeschool uit Den Bosch en vier kleine hogescholen vóór laten gaan. De opleidingen Ergotherapie en Fysiotherapie van Hogeschool Zuyd eindigen in dit onderzoek op de eerste plaats. Dit betekent dat deze opleidingen zowel in het Elsevier onderzoek als in de Keuzegids als de beste worden genoemd. Andere opleidingen die gunstig scoren zijn SPH (tweede van 18 opleidingen); Logopedie (vierde van 7), International Business and Languages (vierde van 12), Small Business & Retail Management (vierde van 11). Een minder gunstige score behaalden de Pabo (20e plaats van 31 opleidingen) en Facility Management (8e plaats van 9 opleidingen in het land).
2.1.5. | Visitaties ‘oude stijl’ en bestuurlijke maatregelen In 2005 liepen nog enkele trajecten ‘visitatie oude stijl’, d.w.z. bestuurlijke reacties en bestuurlijke maatregelen voortvloeiend uit visitatierapporten die vóór of in 2004 zijn verschenen.
onderwijs: going concern | Kernactiviteiten 43
Academie voor Beeldende Kunsten De Academie voor Beeldende Kunsten Maastricht informeerde de NVAO eind 2004 over de stand van zaken binnen haar opleidingen, sinds de verschijning van het kritische visitatierapport in 2002. In april 2005 achtte de NVAO de genomen maatregelen bestuurlijk adequaat en verklaarde zij de ‘evaluatie bestuurlijke hantering’ daarmee als afgerond. Toch wees de NVAO de hogeschool erop dat zij in de komende jaren bijzondere aandacht moet besteden aan de verdere explicitering van de onderwijsinhouden en koppeling daarvan aan de eindtermen, aan de feitelijke studielast, de toetssystemen, de registratie van primaire rendementsgegevens, het betrekken van de rendementsgegevens bij selectie en verwijzing, personeelsbeleid en professionalisering en tenslotte aan interne kwaliteitszorg. Al met al een forse taakstelling die de academie vóór de volgende accreditatie (uiterlijk december 2008) zal moeten afronden. Accountancy In 2002 verscheen eveneens een kritisch visitatierapport over de opleiding Accountancy. O.a. vanwege de ontwikkelingen inzake de problematiek van het ‘dubbel’ toezichtregime (door NVAO én landelijke examenbureaus AA en RA) achtte de NVAO het in 2004 en 2005 niet meer zinvol per afzonderlijke hogeschool de aard en mate van verbeteringen op te vragen. Zij verzocht alle betrokken hogescholen voor 15 februari 2006 een stand-van-zaken notitie te schrijven op basis van de verbeterpunten die door de visitatiecommissie werden voorgesteld. Hogeschool Zuyd heeft in de tussentijd gewerkt aan de maatregelen uit haar bestuurlijke reactie (2003): het ombouwen van de opleiding tot een volledig competentiegerichte opleiding op basis van het beroepsprofiel ‘de Bachelor
Accountancy’ (1999), de herijking van het Thematisch Studentgericht Onderwijs en van het toetsbeleid, de versterking van het HRM-beleid met bijzondere aandacht voor de werkbeleving van docenten en de verdere uitbouw van de kwaliteitszorg. International Business and Languages, Vertaalacademie en Oriëntaalse Talen en Communicatie In 2004 zijn de visitatierapporten van drie van de vier opleidingen van de faculteit Internationale Communicatie verschenen. Op verzoek van de NVAO zal de hogeschool vóór november 2006 stand-van-zaken notities schrijven. Zij schenkt daarbij vooral aandacht aan substantiële punten van verbetering. Bij de opleiding International Business and Languages zijn dat instroom en aansluiting, studievoortgang, wetenschappelijke oriëntatie en personeelsbeleid. Bij de opleiding Vertaalacademie zijn dat buitenschools curriculum, bewaking kwalificaties, stagebegeleiding, kwalitatieve resultaten, personeelsbeleid en interne kwaliteitszorg. De meeste punten van verbetering moeten worden aangebracht bij de opleiding Oriëntaalse Talen en Communicatie: binnenschools curriculum, buitenschools curriculum, samenhang in curriculum, gerealiseerde kwalificaties, HBO-niveau, stagebegeleiding, kwalitatieve resultaten, personeelsbeleid en interne kwaliteitszorg.
44 Kernactiviteiten | onderwijs: going concern
2.1.6 | Accreditaties Accreditaties 2005 In 2005 heeft Hogeschool Zuyd voor 12 bacheloropleidingen de gevraagde accreditatie bij de NVAO aangevraagd en verkregen. Het betreft de opleidingen Informatica, Informatiedienstverlening en -Management, Bedrijfskundige Informatica, Facility Management, Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratorium Onderwijs, Bouwkunde, Civiele Techniek, SPH-Sittard, SPH-Maastricht en Personeel & Arbeid. De NVAO oordeelde op alle zes criteria positief: doelstellingen, programma, medewerkers, voorzieningen, kwaliteitszorg en resultaten. Deze zes criteria omvatten in totaal 21 facetten. Het best scoort de opleiding SPH-Maastricht (op de 21 facetten scoort zij een keer excellent en 18 keer goed). Het positieve oordeel over de opleiding Personeel & Arbeid kwam pas tot stand nadat een NVAO-verificatiecommissie nader onderzoek had gedaan naar vier specifieke facetten en constateerde dat deze in de periode na de visitatie in voldoende mate waren verbeterd.
Met name de opleiding Fysiotherapie scoorde zeer hoog: twee facetten excellent en 19 facetten goed. De kans is groot dat de NVAO bij deze opleiding ‘zelfstandigheid en zelfsturing’ en ‘wetenschappelijke oriëntatie’ als bijzondere kwaliteitskenmerken zal aanmerken. tabel: gemiddelde beoordeling (in %) van de 21 facetten bij visitatie en accreditatie
accreditatie 2005: 12 opleidingen voorlopig oordeel visitaties 2005: 5 opleidingen
onvoldoende
voldoende
goed
excellent
3,5%
53,2%
42,8%
0,3%
0%
29,5%
68,5%
1,9%
Bron: Audit & Control Groep Hogeschool Zuyd
Visitaties ter voorbereiding op accreditatie in 2006 Vijf opleidingen zijn in 2005 gevisiteerd door een panel van NQA (de visiterende en beoordelende instelling): Food & Business, Hoge Hotelschool Maastricht, Fysiotherapie, Ergotherapie en Werktuigbouwkunde. Op grond van de beoordeling door NQA (geen enkel facet onvoldoende) verwacht de hogeschool dat de NVAO al deze opleidingen zal accrediteren.
Zelfevaluaties ter voorbereiding op accreditatie in 2007 en 2008 In 2005 zijn vier opleidingen gestart met een zelfevaluatie ter voorbereiding op de accreditatie in 2007: Communication and Multimedia Design, HBO-Verpleegkunde, International Business and Management Studies en de brede bacheloropleiding Sociale Studies. De laatstgenoemde opleiding omvat de huidige studies Culturele & Maatschappelijke Vorming (CMV),
onderwijs: going concern | Kernactiviteiten 45
Maatschappelijk Werk & Dienstverlening (MWD) en Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH, in 2005 geaccrediteerd). Ook de Voortgezette Opleiding Muziek startte met een zelfevaluatie ter voorbereiding van een accreditatieaanvraag ten behoeve van de master Opleiding in 2008.
2.1.7 | BV Hogeschool Zuyd Contracting Bereikte resultaten De markt van contractactiviteiten kenmerkte zich in 2005 door een geringe opleidingsvraag. Deze situatie duurt al enige jaren voort en houdt verband met de economische recessie. De vraag van het bedrijfsleven naar ondersteuning van innovatie vertoont een lichte groei. Dit komt mede door de toegenomen contacten van Hogeschool Zuyd met de markt en de focus op adviesopdrachten met inzet van studenten en medewerkers. De realisatie van de BV Contracting viel iets lager uit dan de prognose en de begroting. De productiewaarde (ex- en intern gegenereerde omzet, inclusief de omzet van reeds eerder lopende projecten) ontwikkelde zich als volgt: tabel: inkomsten contracting
jaar 2003 2004 2005
productiewaarde van de business units € 3.330.449,€ 2.290.103,€ 2.355.080,-
Bron: Dienst Financieel Economische Zaken Hogeschool Zuyd
De BV Contracting als totaal heeft een heel lichte winst gemaakt, de meeste onderdelen bevinden zich rond het break-even punt. tabel: resultaat na belasting BV Contracting
jaar 2003 2004 2005
resultaat na belasting van BV Contracting € 212.578,- positief € 85.859,- negatief € 35.586,- positief
Bron: Dienst Financieel Economische Zaken Hogeschool Zuyd
De orderportefeuille is bij het afsluiten van het verslagjaar relatief klein van omvang, is minder dan aan het begin van het jaar en heeft duidelijk aandacht en aanvulling nodig. De focus op het vermarkten van het “traditionele” contractonderwijs door middel van ‘hard sales’ maakt gaandeweg plaats voor de nieuwe strategie. Veel aandacht is uitgegaan naar het opzetten van ‘expertisecentra’ met de bijbehorende interne structuur. Daarnaast werd de oriëntatie verlegd naar het aangaan van structurele relaties met het werkveld en het verwerven van adviesopdrachten. Deze verandering zal op termijn (na de investeringsperiode) tot de gewenste sterkere vervlechting van het onderwijs met de praktijk en een hogere kwaliteit van onderwijs moeten leiden. Zie voor meer informatie over de expertisecentra hoofdstuk 2.2.2
46 Kernactiviteiten | onderwijs: verbetering en vernieuwing
2.2 | Onderwijs: verbetering en vernieuwing
Hogeschool Zuyd bestaat vijf jaar: In haar vijfjarig bestaan heeft Hogeschool Zuyd hard gewerkt aan de vernieuwing van het onderwijs onder de naam Vraaggestuurd Competentiegericht Maatwerkonderwijs. De leervraag van de student
In haar Innovatieplan 2005-2008 beschrijft Hogeschool Zuyd haar beleidsvoornemens op het gebied van onderwijs, met name in de programma’s ‘Grensverleggend Onderwijs’ en ‘Euregionale Kennispoort’. Het laatste programma was zeer breed van opzet en is in de tweede helft van 2005 omgezet in drie afzonderlijke programma’s: Internationalisering, Expertisecentra en Ondernemerschap. De voortgang van de programma’s Grensverleggend Onderwijs en Internationalisering wordt in deze paragraaf besproken. Het programma Expertisecentra kwam in hoofdstuk 2.2 al aan de orde en het programma Ondernemerschap staat nog in de startblokken. In zijn beleidskaders 2005 concretiseerde het College van Bestuur het innovatiebeleid.
staat centraal. Het onderwijs is gericht op beroepscompetenties en krijgt vorm in maatwerk. Er is veel aandacht voor instroommanagement, studieloopbaanbegeleiding en een flexibel en transparant aanbod van onderwijsprogramma’s. Een belangrijk element van flexibiliteit en maatwerk is de externe gerichtheid. Beroepscompetenties zijn samen met het beroepenveld vastgesteld en het werkplekleren neemt een steeds belangrijker plaats in.
2.2.1 | Programma Grensverleggend Onderwijs In september 2005 is de doelstelling van het oorspronkelijke programma Maatwerk (het realiseren van vraaggestuurd, competentiegericht maatwerk in 2008) uitgebreid met doelstellingen t.a.v. internationalisering, ondernemerschap en praktijkgericht onderzoek. Deze uitbreiding van de doelstellingen wordt weergegeven in de nieuwe naam van het programma: ‘Grensverleggend Onderwijs’. De thema’s waarop in de eerste helft van 2005 de focus lag zijn vertaald naar programmalijnen, zodat continuïteit in het proces van onderwijsinnovatie gewaarborgd bleef. Deze programmalijnen zijn: Vraagsturing en studieloopbaanbegeleiding, Competentiegericht leren en leerbedrijven, Proeve van bekwaamheid en toetsen, Integraal Vraaggestuurd Competentiegericht Maatwerkonderwijs en Organisatie van maatwerkonderwijs.
onderwijs: verbetering en vernieuwing | Kernactiviteiten 47
In het kader van het nieuwe programma Grensverleggend Onderwijs zijn daaraan toegevoegd: Ondernemendheid en Ondernemerschap, Internationalisering en Praktijkonderzoeker. Activiteiten binnen deze drie programmalijnen staan vooral na 2005 gepland. Studieloopbaanbegeleiding Het beleid inzake studieloopbaanbegeleiding is hogeschoolbreed vastgesteld. Een team van het programma Maatwerk heeft samen met de opleidingen gewerkt aan de implementatie van studieloopbaanbegeleiding binnen het curriculum en aan de daarbij aansluitende coaching van en door docenten. Door middel van scholing van 87 medewerkers op het gebied van training, studieloopbaanbegeleiding en het instrument portfolio werd een start gemaakt met de formatie van een lerend netwerk op het gebied van coachvaardigheden. De medewerkers waren afkomstig uit allerlei faculteiten dwars door de organisatie heen. Competentieleren In het onderwijsconcept ‘vraaggestuurd, competentiegericht maatwerkonderwijs’ vervult de docent naast de rol als vakdeskundige onder andere ook rollen op het gebied van coaching en onderwijsontwikkeling. 59 docenten van de faculteiten Logopedie, Life Sciences en HEAO Financieel Management werden geschoold in het ontwikkelen en aanbieden van authentieke leertaken, competentieleren, onderwijskunde en toetsing. Het scholingsaanbod 2006 is uitgebreid en neergelegd in een brochure.
Werkplekleren Door middel van het netwerk Praktijkweb heeft de hogeschool aandacht gevraagd voor praktijkleren. Er is een monitor ontwikkeld en getest om het praktijkleren van Hogeschool Zuyd in beeld te brengen. In juni is een intern symposium georganiseerd over beoordeling door de praktijkbegeleider. Er vonden bijeenkomsten plaats met expertisemanagers en praktijkcoördinatoren om activiteiten af te stemmen, o.a. over de samenwerking met leerbedrijven. 16 van de 20 faculteiten hebben in reactie op de beleidskaders 2005 van het College van Bestuur structurele afspraken over praktijkleren gemaakt met bedrijven, instellingen of organisaties. Toetsen geschikt voor ‘Vraaggestuurd, Competentiegericht Maatwerkonderwijs’ Op het gebied van toetsing nemen 39 leden van examencommissies van vele opleidingen deel aan een lerend netwerk in de hogeschool. Met een cursus Praktijkweb, beoordelen door de praktijk (33 deelnemers uit de hele hogeschool), een bijscholing op het gebied van toetsing (60 deelnemers uit drie faculteiten) en facultaire consultatie zijn faculteiten ondersteund bij het ontwikkelen van hun toetsbeleid. 13 van de 20 faculteiten hebben conform de beleidskaders 2005 toetsbeleid ontwikkeld dat past bij maatwerkonderwijs (assessment). Ook bij de overige faculteiten is dit beleid in ontwikkeling. Over dit onderwerp mocht Hogeschool Zuyd tijdens het Nationaal Onderwijscongres Toetsen een workshop verzorgen.
NAAM:
GEERT HINTZEN EN STEFAN VAN NEER
FUNCTIE:
EIGENAREN GENIO AUTOMOTIVE / AFGESTUDEERD STUDENTEN COMMERCIËLE ELEKTROTECHNIEK
OVER:
ONDERNEMERSCHAP BIJ STUDENTEN
ONDERNEMERSCHAP Hogeschool Zuyd stimuleert ondernemerschap. Niet voor niets staat in haar Innovatieplan 2005-2008 de term ondernemende hogeschool. Ondernemend ook door studenten de kans te bieden tijdens hun afstuderen hun eigen bedrijf te starten. Zoals Genio Automotive, opgericht door Geert Hintzen en Stefan van Neer, afgestudeerd in de richting Commerciële Elektrotechniek. Het tunen van Franse auto’s is het gat in de markt dat ze ontdekt denken te hebben. Geert: “In Frankrijk zitten enkele fabrikanten van kwalitatief hoogwaardige onderdelen om je Franse auto mee aan te kleden. In Nederland is er slechts weinig materiaal verkrijgbaar. Een van de Franse bedrijven bleek toevallig op zoek te zijn naar een importeur voor Nederland.” Met hun importeurschap van P&A Tuning richten ze zich vooral op de business to business markt. Via hun webshop bedienen ze de consumentenmarkt. Kwaliteit is een voorwaarde om een product in het assortiment op te nemen. Klantgerichtheid is een tweede pijler onder het bedrijf.
HBO-NIVEAU Stefan en Geert zijn nu ruim anderhalf jaar bezig met Genio Automotive. De eerste tien maanden zijn ze vooral met hun businessplan bezig geweest en het leggen van contacten met leveranciers en zakelijke afnemers. De laatste maanden, sinds ze afgestudeerd zijn, is het menens. “En het HBO-denkniveau dat je tijdens de studie verwerft, blijkt nu goed van pas te komen. Daardoor overzie je veel sneller het totale plaatje: wat gaat goed, wat moet anders?” De verwachtingen die ze in het businessplan hebben aangegeven, komen tot nog toe dan ook redelijk goed uit. Ze liggen met hun plan op schema. Stilaan durven ze dan ook al verder in de toekomst te kijken. “Een importeurschap voor de Benelux zou goed zijn. En we willen eigen producten gaan maken voor met name de Engelse markt. Want daar besteden de mensen veel meer geld aan het tunen van hun auto. En op een eigen product kun je een hogere marge halen.” Voorlopig runnen ze hun bedrijf vanuit het Business centrum Zuyd, pal tegenover de hogeschool. Dat levert niet alleen een in de opstartfase welkome kostenbesparing op, maar ook de nabijheid van een netwerk aan ondersteuning vanuit de hogeschool.
49
50 Kernactiviteiten | onderwijs: verbetering en vernieuwing
Organisatie van ‘vraaggestuurd, competentiegericht maatwerkonderwijs’: maiors en minors Ontwikkelen naar integraliteit In 2005 hanteerde de hogeschool de integrale aanpak van ‘vraaggestuurd, competentiegericht maatwerkonderwijs’ als voorwaarde voor subsidieverstrekking aan de faculteiten vanuit het programma Grensverleggend Onderwijs. Integrale aanpak betekent dat het onderwijs wordt afgestemd op de vragen en belangen van studenten, docenten, werkgevers en bestuurders en dat experts/onderzoekers invloed hebben op de programma’s. Een substantieel deel van de faculteiten voldeed aan deze voorwaarde. Instrumentatie van ‘vraaggestuurd, competentiegericht maatwerkonderwijs’ Ook de organisatorisch-logistieke kant vergt aandacht, immers vraagsturing impliceert dat studenten kunnen deelnemen aan programma-onderdelen van andere faculteiten. Er is veel aandacht uitgegaan naar hulpmiddelen als een standaard Onderwijs- en Examenregeling en het nieuwe studentvolgsysteem Osiris. Dit systeem maakt het mogelijk individuele leerwegen te registreren en te volgen. Verdere uitbouw van dit systeem naar competentieleren blijft cruciaal. Omdat Osiris ook de mogelijkheden aan maatwerkroutes inzichtelijk dient te maken is de cursus- en curriculumdatabase ‘Zuydcatalogus’ er als module aan toegevoegd. E-learning in relatie tot de didactiek van ‘vraaggestuurd, competentiegericht maatwerkonderwijs’ wordt bevorderd in de context van het consortium E-Merge (zie ook hfdst. 3.2). Voorbereidingen zijn in volle gang, maar de feitelijke start is voorzien in 2006.
Over de ontwikkeling van brede bachelors en het maior-minorsysteem is beleid overeengekomen met de faculteitsdirecteuren. Vooral minors bieden opleidingen extra kansen te differentiëren en meer keuzes aan te bieden uit het totale programma-aanbod in de hogeschool. De faculteiten hebben echter over het algemeen nog geen maiors en minors opgenomen in hun opleidingsregeling 2005-2006 (een onderdeel van de beleidskaders 2005 van het College van Bestuur). Associate Degrees Associate Degree-programma’s bieden een andere vorm van differentiatie in het onderwijsaanbod. Associate degrees zijn korte studies op HBOniveau met een eigen civiel effect. Zij vormen een deel van bachelor-opleidingen. De hogeschool heeft 6 aanvragen voor Assocate Degree-opleidingen ingediend bij de NVAO. Deze zijn echter afgewezen of niet ontvankelijk verklaard. Niettemin gaat de hogeschool verder met de ontwikkeling van Associate Degrees, vooral omdat zij hiermee haar onderwijsaanbod kan diversifiëren en nieuwe doelgroepen kan aanspreken. Externe profilering van het programma In 2005 heeft professor Joseph Kessels onderzoek verricht naar gerealiseerde vormen van maatwerkonderwijs binnen Hogeschool Zuyd: ‘Parelvissen in de Zuydzee’. Het onderzoek bevestigde de realiseerbaarheid van ‘vraaggestuurd, competentiegericht maatwerkonderwijs’ in al zijn afzonderlijke facetten. Hierbij werd de totaalaanpak en de voorziene samenwer-
onderwijs: verbetering en vernieuwing | Kernactiviteiten
king tussen student, werkveld en docent als cruciaal erkend. Tijdens het Nationaal Onderwijscongres verzorgde Hogeschool Zuyd samen met professor Kessels een presentatie en een eendaagse workshop over het ontwerpen en implementeren van maatwerkonderwijs.
2.2.2 | Programma Expertisecentra Expertisecentra vormen samenwerkingsverbanden van faculteiten, lectoraten/kenniskringen en contractactiviteiten. Zij dragen er zorg voor dat de bij de hogeschool aanwezige kennis toegankelijk wordt voor de externe omgeving en tevens dat kennis uit deze omgeving als input voor innovatie binnen de hogeschool wordt gehaald. Hiermee bouwt de hogeschool de al eerder opgedane ervaring met haar Expertisecentrum ICT verder uit. Zij heeft hieraan de organisatorische consequentie verbonden dat de verantwoordelijkheid voor contractactiviteiten en onderzoek bij de faculteitsdirecties en de lectoren zal komen te liggen. Voor het jaar 2005 gold als beoogd resultaat dat het College van Bestuur tenminste 5 tot 7 nieuwe expertisecentra zou vaststellen, inclusief functies, kaders en randvoorwaarden, en zou starten met de implementatie hiervan. Tevens moest in 2005 duidelijk worden welke lectoraten/kenniskringen, faculteiten en business units contractactiviteiten bij deze expertisecentra betrokken zijn. Daarnaast werd voor 2005 als streven geformuleerd dat 70% van de faculteiten en lectoraten/kenniskringen met elkaar en met de business units contractactiviteiten samenwerkt in bestaande expertisecentra of hiertoe structurele initiatieven heeft genomen. Met betrekking tot de realisatie kan het volgende worden geconstateerd. In februari 2005 is gestart met de voorbereiding van de inrichting van
51
een zestal aangewezen expertisecentra, te weten ‘Ondernemen’, ‘ICT’, ‘Creative City’, ‘Technology & Design’, ‘Quality of Life’ en ‘Gebouwde Omgeving’. De expertisecentra nemen verschillende posities in binnen hun samenwerkingsverband. Het expertisecentrum ICT werkt specifiek samen met één faculteit en beschikt al over een aantal operationele leer-/werkbedrijven. Een ander expertisecentrum, Quality of Life, is een samenwerkingsverband van meer dan 12 partners waaronder vijf lectoraten. De overige expertisecentra opereren tussen deze twee uitersten. Afstemming binnen expertisecentra waaraan veel organisatieonderdelen van de hogeschool deelnemen vergt meer inspanning en verloopt trager dan gehoopt. Deze complexiteit kan echter noodzakelijk zijn wanneer ook de dienstverlening van de maatschappelijke instellingen complex en ketengeoriënteerd is (b.v. gezondheidszorg/welzijn en Quality of Life). De managers van de expertisecentra werken samen met de faculteitsdirecties aan een proces van cultuurverandering gericht op kanteling van de organisatie naar de samenleving en op versterking van ondernemerschap. Niet bij elk expertisecentrum zijn al bestaande contractactiviteiten opgenomen. De financiële kaders van de expertisecentra zijn in 2005, zij het met enige vertraging, uitgewerkt. De centra hebben een aantal gemeenschappelijke methodieken en werkwijzen ontwikkeld. Zo heeft voor elk centrum een marktverkenning plaatsgevonden door middel van onder meer ronde tafelgesprekken met experts en sleutelfiguren uit de betreffende domeinen. Ook is er in- en extern gecommuniceerd over de doelstellingen en de positionering van de centra. Daarmee heeft de hogeschool de doelen voor 2005 behaald. De ervaringen maken ook duidelijk dat er nog een hele weg te gaan is eer de expertisecentra breed geaccepteerd zullen zijn in de maatschappelijke omgeving en binnen de hogeschoolorganisatie.
52 Kernactiviteiten | onderwijs: verbetering en vernieuwing
2.2.3 | Programma Internationalisering Internationale positionering
Internationale uitwisselingsprogramma’s
Hogeschool Zuyd denkt de uitdagingen waar zij in de nabije toekomst voor staat beter te kunnen oppakken als zij samenwerkt met andere instellingen in internationaal verband. Zo heeft het College van Bestuur in 2004 samenwerking georganiseerd met twee strategische partners, te weten de Fachochschule Köln (D) en de Katholieke Industriële Hogeschool Limburg (KIHL) in Hasselt (B). Voor 2005 werden twee voornemens geformuleerd (in het Jaarplan Hogeschool Zuyd 2005): • Het eerste voornemen betreft het maken van afspraken met de strategische partners. In verband met de toenemende verzelfstandiging van het Duitse hoger onderwijs kreeg het partnerschap met de Fachhochschule Köln in 2005 vooral gestalte in verder overleg over ondersteunende diensten en organisatievorm. Hoewel er inhoudelijk al veel samenwerking met de KIHL plaatsvond, werden de strategische afspraken pas in het voorjaar van 2006 in een samenwerkingsovereenkomst vastgelegd. • 70% van de faculteiten zou beleid ontwikkelen inzake gewenste internationale positionering. In feite hebben 11 van de 20 faculteiten een dergelijk beleid geheel of deels ontwikkeld.
Daarnaast heeft de hogeschool zich ten doel gesteld de kwaliteit en de kwantiteit van deelname aan Europese uitwisselingsprogramma’s te verhogen. Er is geen sprake van verhoging van de kwaliteit van deelname: deelname aan Intensieve Programma’s (IP) en aan programma’s Curriculum Development (CD). Wel is de kwantitatieve deelname van de Europese uitwisselingsprogramma’s Erasmus en Leonardo toegenomen, vooral dankzij het uitstekend verloop van het stageprogramma Leonardo da Vinci. De deelname van Hogeschool Zuyd aan Erasmus is aanzienlijk groter dan de gemiddelde deelname van andere instellingen voor hoger onderwijs. Fluctuaties zijn echter niet ondenkbaar. Er is geen gebruik gemaakt van het uitwisselingsprogramma Tempus, hoewel de hogeschool hieraan bekendheid heeft gegeven. De hogeschool zal vanaf 2006 via de jaarverslagen van de faculteiten tevens het aantal inkomende studenten per uitwisselingsprogramma gaan registreren.
onderwijs: verbetering en vernieuwing | Kernactiviteiten 53
Uitgaande mobiliteit Hogeschool Zuyd
120 100
Programma Internationalisering
80 60 40 Erasmus
20
Leonardo
0 2002
2003
2004
2005
Het internationaliseringsbeleid van de hogeschool is sterk in ontwikkeling. Eind 2005 is de programmalijn internationalisering binnen de hogeschool dan ook opgewaardeerd tot een zelfstandig programma. In december is een eerste voorstel tot het opzetten van een samenhangende reeks projecten ingediend.
start jaar Bron: Bureau Internationalisering Hogeschool Zuyd
Internationale erkenning van studiepunten van andere instellingen Alle opleidingen werken met het European Credits Transfer System (ECTS). Dit is van belang voor internationale uitwisseling. Zowel studenten van de hogeschool als buitenlandse studenten sluiten daartoe een Learning Agreement (Erasmus). Het Bureau Internationalisering van Hogeschool Zuyd treedt hierin ondersteunend op.
Internationale website In het voorjaar van 2005 is een eerste versie van de internationale website geactiveerd. Deze is bedoeld voor buitenlandse studenten aan de hogeschool, voor internationale partners en voor uitwisselingsstudenten en -docenten. De website maakt gebruik van de architectuur van de website van Hogeschool Zuyd maar moet voor veel faculteiten en voorzieningen nog worden ingevuld met Engelstalige ‘content’.
54 Kernactiviteiten | onderzoek: going concern
2.3.1 | Lectoraten en kenniskringen
2.3 | Onderzoek: going concern Hogeschool Zuyd bestaat vijf jaar: De start van Hogeschool Zuyd was tevens de start van
De hogeschool beschouwt onderzoek als haar tweede kernactiviteit. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor lectoraten die de kennisinnovatie in het HBO moeten vergroten: ontwikkeling, overdracht en circulatie van kennis. Zij verrichten maatschappelijk relevant toegepast onderzoek en adviseren bedrijven en instellingen. Met lectoraten wil de hogeschool beter aansluiten op ontwikkelingen in het beroepenveld, bijvoorbeeld door aan te haken op speerpunten van regionale overheden of landelijke ontwikkelingen.
een systematische aanpak van onderzoeksactiviteiten. De hogeschool kent momenteel tien lectoraten. Daarnaast zullen er drie in 2006 worden gestart en zijn er twee in voorbereiding. De lectoraten en hun kenniskringen leveren een effectieve bijdrage aan het curriculum van bachelor- en masteropleidingen en aan professionalisering van de medewerkers. Zij onderhouden structurele contacten met (internationale) instellingen voor onderzoek en kennisontwikkeling en zij dragen zorg voor kennisuitwisseling met het bedrijfsleven.
Lectoraten staan onder leiding van een lector, een hooggekwalificeerde deskundige met ruime ervaring in onderwijs en onderzoek in een bepaald vakgebied. Rondom de lector wordt een kenniskring gevormd, bestaande uit een aantal docenten. In 2005 telde Hogeschool Zuyd tien lectoraten. 65 docenten zijn lid van een kenniskring. Vier lectoraten betrekken externen intensief bij het werk van de kenniskring: Nieuwe Theatraliteit, Autonomie en Participatie, Infonomie & Nieuwe Media en Toerisme & Cultuur. Hogeschool Zuyd participeert tevens aan het lectoraat ‘Geïnspireerd Leren’. Dit jaarverslag besteedt hier echter geen aandacht aan omdat Hogeschool Drenthe penvoerder terzake is. Inauguratie lector Comparative European Social research and Theory Op 17 juni 2005 hield dr. Nol Reverda zijn inaugurale rede als lector voor de kenniskring Comparative European Social Research and Theory (CESRT): ‘Social Work Research in a comparative and European context’.
onderzoek: going concern | Kernactiviteiten 55
In deze rede hield hij onder andere een pleidooi voor praktijkgerichtheid van het onderzoek en voor het actief hierbij betrekken van doelgroepen, zodat de onderzoeksresultaten de sociale praktijk beïnvloeden en niet in de la verdwijnen. Bijdragen aan professionalisering 2.3.2 | Resultaten 2005 Bijdragen aan curricula De lectoraten leverden belangrijke bijdragen aan de curricula van de opleidingen. De lectoraten Duurzame Ontwikkeling, Infonomie & Nieuwe Media en Kennisorganisaties & Kennismanagement ontwikkelden generieke onderwijsmodules die in verschillende faculteiten kunnen worden ingezet. Vaak ontwikkelden de lectoraten specifieke modules voor bepaalde opleidingen: CESRT voor de opleiding Ma-cess, Automie & Participatie voor de gezondheidszorgfaculteiten (bachelor en master), KenVak voor de opleiding vaktherapieën (masterniveau). Het lectoraat Life Sciences ontwikkelde zelfs een complete ‘opleiding’ Nanotechnologie die als afstudeervariant zal worden aangeboden aan studenten van de faculteit Life Sciences. De lectoraten Autonomie & Participatie en KenVak boden daarnaast verschillende cursussen onderzoeksmethodologie aan, zowel voor beginners als voor gevorderden. Tenslotte boden de meeste lectoraten de studenten de mogelijkheid deel te nemen aan onderzoek en zorgden zij voor begeleiding daarbij.
Alle lectoraten leverden een bijdrage aan de professionalisering van de leden van de kenniskring en de meeste ook aan die van andere docenten in faculteiten. De lectoraten Toersime & Cultuur, CESRT en KenVak deden dit via seminars of studiedagen. Het lectoraat Life Sciences koppelde de scholing van docenten aan de ontwikkeling van het curriculum Nanotechnologie. Binnen het lectoraat Nieuwe Theatraliteit gingen onderzoek van theatrale uitingsvormen, ontwikkeling van curriculumonderdelen en professionalisering van personeel hand in hand met experimentele onderwijsprojecten. In de traditie van de Toneelacademie werden daar veel externe theatermakers en performers bij betrokken. Externe wetenschappelijke contacten Alle lectoraten onderhielden intensieve contacten met andere kennisinstellingen, de meeste in Nederland; CESRT, KenVak en Life Sciences ook in het buitenland. Vier andere lectoraten deden dit eveneens, maar in mindere mate.
56 Kernactiviteiten | onderzoek: going concern
Externe opdrachten De meeste opdrachten (in totaal bijna 90) komen uit het binnenland, vooral uit de regio. De verdeling tussen betaalde en onbetaalde opdrachten is fifty-fifty. Toerisme & Cultuur heeft in vergelijking met de andere lectoraten zeer veel opdrachten (22). Deze zijn nagenoeg alle betaald maar vrij klein van omvang. Dit lectoraat beschikt over een uitgebreid regionaal netwerk.
succesvol: bij zes lectoraten is niet alleen de lector maar ook een groot aantal leden van de kenniskring verantwoordelijk voor de publicaties. Er zijn vier kenniskringen waar lector en leden vele externe presentaties verzorgen. Binnen de kenniskringen werken vijf docenten van de hogeschool aan een promotieonderzoek. Vier leden van kenniskringen bevinden zich in een voorbereidend stadium daarvan.
tabel: baten en lasten van de 9 lectoraten van Hogeschool Zuyd
Externe evaluatie
Totale kosten Baten totaal Subsidie SKO Bijdragen externe partijen Eigen middelen Hogeschool
2004 € 1.404.000 € 1.387.000
2005 € 1.966.144 € 1.966.144 € 1.507.605 € 232.448 € 226.091
Bron: Dienst Financieel Economische Zaken Hogeschool Zuyd.
Publicaties, presentaties en promoties De lectoraten en kenniskringen publiceerden vele onderzoeksrapporten in het kader van projecten, 67 artikelen en drie boeken. Bij de meeste kenniskringen ligt, in overeenstemming met de beoogde praktijkgerichtheid, de nadruk op onderzoeksrapporten. Het lectoraat Life Sciences maakt een duidelijk onderscheid tussen gewone en peer-reviewed publicaties en verantwoordt daarmee op een transparante manier de geleverde kwaliteit. De professionalisering binnen de lectoraten blijkt
In mei 2005 publiceerde de landelijke Stichting Kennisontwikkeling (SKO) het rapport ‘Succesfactoren voor Lectoraten’ van de commissie Karssen, naar aanleiding van evaluatieonderzoek bij 30 lectoraten die ten tijde van het onderzoek twee jaar functioneerden. Daaronder waren drie lectoraten van Hogeschool Zuyd: Autonomie & Participatie, Kennisorganisaties & Kennismanagement en Comparative European Social Research and Theory. De conclusie was dat het over het algemeen de goede kant op gaat: meer acceptatie van onderzoek binnen hogescholen, lectoraten ontplooien steeds meer activiteiten op alle relevante terreinen: onderzoek, curriculumontwikkeling, professionalisering en kenniscirculatie. Bovendien maken lectoraten steeds meer integraal deel uit van beleid en dienstverlening in hogescholen. Toch zijn er ook zorgpunten: afstemming tussen lectoraten en faculteiten wat betreft de roosters en de inzet van de medewerkers laat te wensen over, onderzoek staat nog in de kinderschoenen, relaties met kennisinstellingen, bedrijven en organisaties zijn weinig structureel en, tenslotte, inkomsten uit contractactiviteiten en toegepast onderzoek zijn veel lager dan voorzien. Deels gelden deze bevindingen ook voor de lectoraten van Hogeschool Zuyd. Mede
onderzoek: verbetering en vernieuwing | Kernactiviteiten 57
op grond van deze bevindingen zullen de lectoraten CESRT en Kennisorganisaties & Kennismanagement in 2006 een externe adviesraad in het leven roepen. Autonomie & Participatie zal in 2006 een evaluatie van het lectoraat uitvoeren door middel van gesprekken met sleutelpartijen uit de omgeving. Kennisorganisaties & Kennismanagement zal bovendien extra energie steken in het verhogen van inkomsten uit de markt.
Met behulp van zijn beleidskaders 2005 droeg het College van Bestuur zorg voor de afstemming van de jaarplannen van de lectoraten op het Innovatieplan 2005-2008. Daarnaast heeft het college specifieke onderzoeksbeleidskaders vastgesteld en besloten het aantal lectoraten uit te breiden. Beleidskaders 2005 en realisatie
2.4 | Onderzoek: verbetering en vernieuwing Hogeschool Zuyd bestaat vijf jaar: De aanwijzing van onderzoek als een van de twee kernactiviteiten is een essentieel onderdeel van de innovatie van Hogeschool Zuyd. Daardoor sluit de kennisontwikkeling in Hogeschool Zuyd steeds meer aan bij maatschappelijke speerpuntontwikkelingen. Een recente ontwikkeling is dat de aanvraag van nieuwe lectoraten plaats vindt na consultatie van sleutelfiguren in de regio. In 2005 werkten alle faculteiten van Hogeschool Zuyd aan de totstandkoming van eigen onderzoeksbeleid.
De beleidskaders 2005 voor lectoraten hadden betrekking op samenwerking met de omgeving en faculteiten in expertisecentra, op het stimuleren van grensverleggend onderwijs, waar mogelijk in relatie met leerbedrijven, en op planmatige deskundigheidsbevordering binnen de kenniskring. Bij enkele lectoraten bleek de samenwerking nog niet via expertisecentra te verlopen. Echter alle lectoraten onderhielden planmatige contacten met faculteiten en met de relevante omgeving. Zij boden bachelor- of mastermodules aan bij tenminste twee opleidingen. Tenminste vijf lectoraten ondersteunden faculteiten in het leggen van contacten met leerbedrijven. Alle lectoraten maakten vorderingen in de ontwikkeling van hun onderzoeksprogramma en zes lectoraten waren nauw betrokken bij de ontwikkeling van het onderzoeksbeleid van de faculteiten. Deskundigheidsbevordering voor de kenniskring en voor de individuele kenniskringleden verliep bij alle lectoraten systematisch. Ook samenwerking met buitenlandse instellingen voor kennisontwikkeling en onderzoek en met buitenlandse bedrijven dient volgens het beleidskader planmatig te verlopen. Geen enkel lectoraat heeft er echter voor gekozen de gewenste relaties en de planmatige ontwikkeling daarvan in een document te beschrijven.
NAAM:
WIM VEEN, WIM GOOSSENS, ELLEN SIEBENLIST, GEER HOPPENBROUWERS
FUNCTIE:
HOOGLERAAR EN DOCENTEN
OVER:
ONDERWIJSVERNIEUWING
ZAPPEN OF OUDERWETS LEREN De zappende student; maatwerk onderwijs; competentieleren. De nieuwe begrippen in het onderwijs lijken zich sneller te ontwikkelen dan de onderwijsvormen zelf. Voor de Delftse hoogleraar Wim Veen gaat het vooral om de inhoud. De homo zappiens, zoals hij de huidige generatie jongeren bestempelt, kun je niet meer boeien met een uit de 19e eeuw stammend onderwijsconcept. De huidige e-generatie gaat gemakkelijk met verbrokkelde informatie om. Ze is multitasking. Chatten, telefoneren en muziek luisteren gaat tegelijkertijd. Lezen is verworden tot scannen. En tot slot gebruikt de e-generatie niet-lineaire methoden om kennis te verwerven. In gewoon Nederlands: ze pakt niet de handleiding om iets op te zoeken, maar gaat e-mailen, chatten of op internetfora zoeken. Het denken over leren is echter nog steeds gekoppeld aan disciplines, inhoud en curricula. Docenten onderwijzen zekerheden, rijtjes, regels, wetten. “Met name in het voortgezet onderwijs is het leren vooral gebaseerd op het uit je hoofd leren en het inslijten van stramienen en heuristieken (methoden om een probleem op te lossen, red.). Je kunt echter ook gebruik maken van onbewuste kennis. Dit proces heeft een sterk associatief karakter en leidt tot creatieve ideeën en nieuwe kennis. Computerspelletjes spreken dat deel van de kennis veel meer aan,” zegt Wim Veen.
COMBINATIE Docenten van Hogeschool Zuyd zien wel iets in Veens’ ideeën. Maar er zijn grenzen. Wim Goossens, docent Maatschappelijk werk en Dienstverlening in Sittard, vindt het de plicht van docenten om jongeren wegwijs te maken in digitale leerwegen. “Didactisch werk vereist dat je weet hoe je doelgroep informatie tot zich neemt. Daarbij moeten we ze vooral leren filteren, omdat ze anders risico lopen te verdwalen.” Ook Ellen Siebenlist, docente Pedagogiek en Onderwijskunde in Maastricht, waarschuwt voor overload. “Een deel van mijn studenten is wel toe aan een nieuwe manier van leren. Veel meer eigen verantwoording en gebruik maken van e-informatiebronnen. Voorwaarde is dan wel dat de ‘opleider’ de leerling leert kritisch te kijken naar datgene dat hij krijgt voorgeschoteld.” Geer Hoppenbrouwers, docent ICT-toepassingen en Wiskunde in Maastricht, vindt de karakterisering van de huidige student door Veen subliem en herkenbaar. “Maar ik vraag me af of we onze leermethoden hier volledig op moeten afstemmen. Volgens mij moet de student heel wat in huis hebben om na zijn studie aan de slag te kunnen. Dat zal voor een deel op ‘ouderwetse en gedisciplineerde wijze’ moeten worden aangeleerd. Een goede combinatie, daar moeten we dus naar toe.”
59
60 Kernactiviteiten | onderzoek: verbetering en vernieuwing
Onderzoeksbeleid
Nieuwe lectoraten
Het College van Bestuur heeft in 2005 specifieke beleidskaders vastgesteld voor het geleidelijk verder ontwikkelen van onderzoek. Deze zijn gebaseerd op de missie en de beleidsuitgangspunten van het ‘Innovatieplan 2005-2008’. Dit betekent dat het onderzoeksbeleid gericht is op de praktijkbehoefte van de omgeving. Daarnaast is het gericht op de leervragen van studenten en medewerkers. Het onderzoeksbeleid besteedt niet alleen aandacht aan het onderwijs maar ook aan HRM, financiën, voorzieningen en kwaliteitszorg. Van de faculteiten werd in 2005 verwacht dat zij, samen met de lectoren, een eerste onderzoeksbeleidsplan zouden ontwikkelen. 15 van de 20 faculteiten gaven daar gehoor aan. Daarnaast maakte Hogeschool Zuyd een begin met promovendibeleid. De hogeschool ambieert dat een groeiend deel van haar docenten en lectoren gepromoveerd zal zijn: in 2008 vijf tot zeven procent, in 2010 zeven tot acht procent, in 2012 negen tot elf procent en in 2014 11 tot 14 procent.
Lectoraten dienen nauw aan te sluiten bij de behoeften van de (Eu)regionale omgeving en alle faculteiten moeten kunnen profiteren van de kennisontwikkeling binnen tenminste één lectoraat. In mei 2005 heeft het College van Bestuur twee bijeenkomsten belegd met 20 gezaghebbende vertegenwoordigers van het regionale werkveld. Mede op basis van de prioriteiten die in deze bijeenkomsten werden aangegeven heeft het college zich voorgenomen nieuwe lectoraten in te stellen. Hiermee krijgen ook de technische en de HEAO-faculteiten toegang tot kennisontwikkeling binnen een lectoraat: 2006: Technologie in de Zorg 2006: Innoverend Ondernemen & Risicomanagement 2006: Nieuwe Energie 2007: Gebouwde Omgeving & Regionale Ontwikkeling 2007: Internationale Communicatie en Business
In 2006 zal de hogeschool onder andere aandacht besteden aan het opnemen van onderzoek in de curricula van de opleidingen, aan de onderzoekscompetenties in de kenniskringen en bij docenten, aan subsidiemogelijkheden via instellingen als NWO, KNAW, EU en WHO en aan (de)centrale voorzieningen voor onderzoek. Het bestaande systeem van kwaliteitszorg zal, waar nodig, worden uitgebreid met peerevaluations, klantevaluaties en evaluaties door medewerkers.
62 Bedrijfsvoering | personeel
3. Bedrijfsvoering 3.1.1 | Beleidsdoelen 3.1 | Personeel Hogeschool Zuyd bestaat vijf jaar: In de loop van haar vijfjarig bestaan heeft Hogeschool Zuyd enkele saillante ontwikkelingen op HRM-gebied doorgemaakt: het aantal medewerkers groeide van ruim 1300 naar bijna 1600, functioneringsgesprekken maakten plaats voor competentiegerichte jaargesprekken, loopbaanadvisering, ARBO-zorg en werkplekadvisering werden als voorziening verankerd, er kwam een jaarlijkse personeelsmonitor om de tevredenheid van de medewerkers te meten, een traject van management development voor high potentials ging van start, en een nieuwe functie-ordening kwam tot stand.
Op grond van haar onderwijsvisie ziet de hogeschool graag dat docenten verschillende rollen vervullen: aanbieder van vakkennis, ontwerper van studietaken en leeractiviteiten, begeleider van leerprocessen, beoordelaar van vakkennis en competenties, accountmanager van opleidingspakketten, onderzoeker respectievelijk begeleider van onderzoek en gesprekspartner van practici en toepassers. Kortom: ambassadeur van de Hogeschool Zuyd. In het verlengde hiervan vindt de hogeschool dat ook medewerkers van ondersteunende diensten ondernemend moeten zijn en op een klantgerichte houding beoordeeld moeten worden. Om vaart te zetten achter deze gewenste ontwikkeling heeft Hogeschool Zuyd in haar Innovatieplan 2005-2008 (gepubliceerd in december 2004) een omvangrijk en meerjarig Programma Medewerkers gelanceerd. Dit heeft als belangrijkste doel dat personeelsleden werken aan de realisatie van zes centrale competenties: resultaatgerichtheid, klantgerichtheid, gerichtheid op samenwerking, omgevingsbewustzijn, materiedeskundigheid en veranderingsgezindheid. In een persoonlijk ontwikkelingsplan maken medewerkers zichtbaar hoe zij hieraan werken. Het Programma Medewerkers valt uiteen in zes programmalijnen. Hieronder wordt daar nader op ingegaan.
personeel | Bedrijfsvoering 63
3.1.2 | Beoogde resultaten 2005 en de realisatie ervan Voor elk van de zes programmalijnen zijn beoogde resultaten voor het jaar 2005 benoemd. Hieronder volgt een overzicht daarvan en wordt de realisatie beschreven. • programmalijn 1: personeelsplanning Beoogd: minstens 70% van alle decentrale organisatie-eenheden (faculteiten en ondersteunende diensten) zal aan het eind van 2005 beschikken over een personeelsplan dat inzicht verschaft in de kwantitatieve en kwalitatieve behoeften aan personeel in de periode 2005 - 2008. Realisatie: dit resultaat is slechts gedeeltelijk behaald, namelijk door 9 van de 23 organisatie-eenheden ofwel 39%. Het opstellen van een dergelijk plan blijkt geen sinecure. Inmiddels zijn er aanvullende afspraken gemaakt om in de eerste helft van 2006 een 100%-score te realiseren. • programmalijn 2: competentiemanagement Beoogd: in 2005 zullen zowel voor het docerend als het ondersteunend personeel ‘competentiewoordenboeken’ gereed komen, die gebruikt worden in competentiegerichte jaargesprekken. Realisatie: deze competentiewoordenboeken alsmede een gespreksformulier zijn gereed gekomen in het verslagjaar. Alle organisatieonderdelen van de hogeschool worden geacht per 1 januari 2006 deze instrumenten te hanteren. • programmalijn 3: coördinatie deskundigheidsbevordering Beoogd: in 2005 zal de hogeschool een intern loket inrichten om interne processen van vraag en aanbod van deskundigheidsbevordering zichtbaar te maken en af te stemmen. Realisatie: dit resultaat is behaald door onderbrenging van de
loketfunctie bij Zuydkompas, het interne loonbaancentrum van de hogeschool. Kernwoorden hier zijn vraagsturing en competentiegerichtheid. De hogeschool verwacht dat de zes programma’s van haar Innovatieplan 2005-2008 alsook de personeelsplannen van de diverse organisatie-onderdelen tal van aanwijzingen zullen opleveren voor trajecten op het gebied van deskundigheidsbevordering. • programmalijn 4: Arbo/welzijn Beoogd: vanaf 2005 zal de hogeschool in relatie tot de externe Arbo-dienst een grotere eigen verantwoordelijkheid op zich nemen met betrekking tot arbo-zorg. Risico-inventarisaties zullen door de hogeschool zelf verricht worden en de rol van de hogeschool bij verzuimpreventie en -begeleiding zal toenemen. Realisatie: dit resultaat is in zoverre behaald dat de hogeschool een nieuwe Arbo-dienstverlener voor de periode vanaf 1 januari 2006 heeft gecontracteerd: Human Capital Care. Tevens verwacht de hogeschool door afsluiting van een werkgeversverzekering bij Zilveren Kruis Achmea de kosten voor arbeidsgerelateerde zorg binnen de perken te houden. • programmalijn 5: professionalisering Dienst P&O Beoogd: in 2005 zal begonnen worden met een belangrijke accentverschuiving in de taakstelling van de dienst: van beheersing naar advisering. Realisatie: de dienst heeft in het verslagjaar teams van personeelsadviseurs opgericht, waarin steeds twee adviseurs over een bepaald onderwerp samenwerken en expertise opbouwen. Omdat echter het beoogde resultaat niet nader geoperationaliseerd is kan niet duidelijk worden vastgesteld of en in hoeverre dit is gerealiseerd. In 2006 zal hieraan verder gewerkt worden.
64 Bedrijfsvoering | personeel
• programmalijn 6: arbeidsvoorwaarden Beoogd: in 2005 zal de voorbereiding ter hand worden genomen van de invoering van de levensloopregeling, de versobering van de FPU, de invoering van het eigenrisicodragerschap WIA/WGA, de afronding van de functie-ordening alsmede de invoering van een beooordelingssysteem. Realisatie: de invoering van de levensloopregeling kan pas in 2006 gerealiseerd worden na bekendmaking van collectieve afspraken terzake door de HBO-Raad. De versobering van de FPU is gerelateerd aan de invoering van de levensloopregeling en medewerkers zijn hierover 2005 geïnformeerd. Tot invoering van het eigenrisicodragerschap WIA/WGA kan eerst per 1 januari 2007 worden overgegaan wegens de betreffende wetgeving; de voorbereidingen hiervan worden in 2006 verder uitgevoerd. De functie-ordening is per 21 december 2005 afgerond. De invoering van het beoordelingsysteem zal in 2006 plaatsvinden, nadat in het verslagjaar overleg hierover met de medezeggenschapsraad en de CAO-partners heeft plaatsgevonden.
3.1.3 | Overige ontwikkelingen Management development In het traject management development voor potentials zijn de deelnemers aan deze driejarige opleidingsroute in 2005 de 2e fase ingegaan. Deze fase is vooral gericht op verwerving van deskundigheid in bedrijfsmatig werken. Zij bestaat uit een theoretisch gedeelte en een praktijkdeel op een werkervaringsplek in de hogeschool. Inmiddels zijn er evaluaties gehouden die hebben geleid tot programmatische verbetervoornemens. Belangrijke conclusie was dat er in het traject meer maatwerk gewenst is.
Daarnaast kent de hogeschool een traject management development voor directeuren. Dit traject bevat drie maal per jaar een management development-dag, intervisiegroepen en individuele coaching. Tevredenheid medewerkers De jaarlijkse personeelsmonitor is ook in 2005 afgenomen. De uitkomsten per organisatie-onderdeel zijn beschikbaar gesteld aan de betreffende managers. Van hen wordt verwacht dat zij deze bespreken met hun medewerkers, waar nodig verbetervoornemens formuleren en deze opnemen in hun jaarplan 2006. Gezien over de gehele hogeschool blijkt de tevredenheid van faculteitsmedewerkers in 2005 enigszins te zijn teruggelopen ten opzichte van vorig jaar, met name over de facultaire organisatie, het management en de kwaliteitszorg. De tevredenheid van medewerkers van centrale ondersteunende diensten ging vooruit t.o.v. het jaar 2004, vooral wat betreft het management en de materiële randvoorwaarden. Bij nadere analyse werd als voornaamste oorzaak van de teruggelopende respons en waardering de invoering van de nieuwe functie-ordening eind 2004 aangemerkt. Deze operatie heeft veel commotie in de organisatie teweeggebracht (zie verderop in dit hoofdstuk).
personeel | Bedrijfsvoering 65
Verzuim Het verzuim onder medewerkers in 2005 bedroeg gemiddeld 4,86 %. tabel: verzuim medewerkers, uitgesplitst naar docenten/ondersteunende medewerkers en naar m/v
verzuim % mannen vrouwen totaal
docenten 4,90 5,40 5,06
ondersteunende medewerkers 4,37 4,86 4,59
totaal 4,70 5,13 4,86
Bron: Management Informatie Systeem Hogeschool Zuyd
Het gemiddelde verzuimpercentage van de laatste vijf jaren was variërend. tabel: verzuim Hogeschool Zuyd, vergeleken met verzuim HBO-landelijk
jaar verzuim % Hogeschool Zuyd verzuim % HBO landelijk
2001 2002 2003 2004 2005 6,54 3,41 4,84 4,71 4,86 4,9 4,7 3,6
Bron: Management Informatie Systeem Hogeschool Zuyd en Arboservicepunt HOO. Landelijke cijfers vóór 2002 zijn niet vergelijkbaar vanwege definitieverschillen. Landelijk cijfer 2005 nog niet bekend.
Vanaf 1 januari 2005 beschikken de managers over verzuimgegevens die kunnen worden gehanteerd als managementinformatie (met het oog op sturing, met behulp van landelijke referenties). Tot de gegevens behoren statistische verzuimoverzichten waaronder verzuimfrequentie, verzuimduur, verzuimpercentage, 12-maands voortschrijdende gemiddelden en trends. De Dienst P&O is in najaar 2005 overgegaan tot harmonisatie van verzuimbegeleiding in de hogeschool, met name wat betreft het overleg tussen manager, bedrijfsarts en Dienst P&O. Dit mede met het oog op de gewijzigde inrichting van arbo-zorg vanaf 2006 waarin meer nadruk zal liggen op preventie. functie-ordening Reeds in 2004 heeft de hogeschool alle voorkomende functies opnieuw beschreven, geordend in functiegroepen en toegewezen. Gelet op de commotie die deze operatie teweeg bracht - aan het eind van 2004 waren er 249 bezwaarschriften ingediend - heeft de hogeschool in 2005 aan de bezwaren veel aandacht en zorg besteed. De (interne) bezwarencommissie heeft de procedures nog voor de zomer van 2005 afgehandeld. loopbaancentrum De hogeschool kent een loopbaancentrum dat medewerkers adviseert over hun carrière-ontwikkeling en begeleiding biedt aan nieuwe medewerkers. Tevens verzorgt het centrum, tegen vergoeding door de vragende faculteit of ondersteunende dienst, psychologisch onderzoek, competentie-onderzoek en -training en coaching. Na de vernieuwing van dit loopbaancentrum onder de naam Zuydkompas in 2004 heeft de
66 Bedrijfsvoering | personeel
hogeschool hier in 2005 tevens de coördinatie van deskundigheidsbevordering belegd. Het aantal aanvragen van individuele medewerkers bij Zuydkompas ontwikkelde zich de laatste jaren als volgt: tabel: aantal aanvragen bij intern loopbaancentrum
jaar aantal aanvragen
2001 32
2002 35
3.2 | ICT 2003 47
2004 61
2005 65
Hogeschool Zuyd bestaat vijf jaar: Het realiseren van hogeschooldoelstellingen op vrij-
Bron: Bureau Zuydkompas Hogeschool Zuyd
klachtencommissie ongewenste omgangsvormen Uit onderzoek blijkt dat ongewenste omgangsvormen overal voorkomen, in grote en kleine ondernemingen, bij overheid, bedrijfsleven en ook op scholen. Iedereen kan slachtoffer worden: studenten, personeelsleden, mannen of vrouwen. Ongewenste omgangsvormen kunnen betrekking hebben op opmerkingen, aanrakingen, “grappen” en soms ook agressie, geweld, aanranding of verkrachting. Het betreft altijd gedrag dat één van de partijen als ongewenst ervaart. Als een student of personeelslid in Hogeschool Zuyd in aanraking is gekomen met een ongewenste omgangsvorm kan deze zich wenden tot een van de vertrouwenspersonen van de hogeschool of tot de klachtencommissie. De commissie staat onder voorzitterschap van een externe, onafhankelijke jurist. In het verslagjaar is er slechts één klachtmelding binnengekomen bij de commissie. Zie ook bijlage 6 inzake vertrouwenspersonen ongewenste omgangsvormen.
wel alle terreinen is in toenemende mate afhankelijk van een goede ICT-ondersteuning. Met de electronische leeromgeving Blackboard, het studievolgsysteem Osiris en de ICT- infrastructuur heeft de hogeschool een belangrijke stap gezet op weg naar flexibiliteit en maatwerk in haar onderwijs. In de afgelopen jaren is een managementinformatiesysteem ontwikkeld. Het ‘werken onder architectuur’ en de aanpassing van de ICT-organisatie moeten ervoor zorgen dat ondanks de toenemende complexiteit de samenhang in de informatievoorziening tot stand komt en bewaard blijft.
ICT | Bedrijfsvoering 67
Beleidsdoelen Informatie- en communicatietechnologie (ICT) is een kritieke succesfactor voor de innovatie van het onderwijs en de organisatie daarvan. Niet alleen de aanbieding van inhoudelijk cursusmateriaal maar ook de leeromgeving en de ondersteuning daarvan kunnen door ICT sterk verbeterd worden. Zo maakt ICT individuele leerroutes inzichtelijk door digitale portfolio’s. Hierin wordt onder andere vastgelegd welke competenties de student nastreeft en eventueel heeft verwezenlijkt. Daarnaast maken elektronische leeromgevingen (ELO’s), de combinatie van “face-to-face” leren en leren op afstand mogelijk. ICT is tevens van groot belang voor de verbetering van andere bedrijfsprocessen, zoals relatiebeheer, managementinformatiesystemen en kennismanagement. Het eerste meerjarenplan van Hogeschool Zuyd (Koers Zuyd, 2001-2005) sprak hoge verwachtingen uit ten aanzien van ICT-ondersteuning bij het verbeteren van onderwijs en leerproces, besturingsprocessen en ondersteunende processen. In haar tweede meerjarenplan (Innovatieplan 2005-2008) en in het bijzonder in het Programma ICT, sluit de hogeschool daarop aan door een deel van deze verwachtingen in concrete programmalijnen om te zetten. De hogeschool hecht groot belang aan een goede leeromgeving. Hier vindt de complexe interactie plaats tussen studenten onderling en tussen studenten en medewerkers. De hogeschool wil deze interactie door technologie voeden en versterken en richt haar investeringen terzake sterk op de kwaliteitsbeleving van de student. Daarbij streeft zij naar een zekere toekomstbestendigheid: de investeringen dienen anticipatie op toekomstige onderwijsontwikkelingen mogelijk te maken. Zo dient een studentvolgsysteem de administratie van de individuele leerweg mogelijk te maken. Belangrijke ICT-toepassingen zijn groupware en informatiesystemen, maar
ook de ontsluiting van de thuiswerkplek. Hogeschool Zuyd kiest dus voor een leeromgeving waarin ICT een essentiële rol vervult. Dit betekent dat de ICT-faciliteiten zeer betrouwbaar moeten zijn. Beoogde resultaten 2005 en de realisatie daarvan Voor 2005 zijn enkele concrete beoogde resultaten geformuleerd, afgeleid van het Innovatieplan 2005-2008. Ze zijn uitgewerkt in een projectenportfolio van ruim 40 projecten, verdeeld over 7 programmalijnen. Hiervan zijn 22 projecten in 2005 gestart. Het gaat om de volgende speerpunten: • doorstart van het project electronische leeromgeving (ELO) gericht op de stimulering van het gebruik van ELO in het onderwijs waardoor de flexibiliteit (tijd- en plaatsonafhankelijkheid) toeneemt • vervanging van de bestaande studievolgsystemen door Osiris teneinde maatwerkonderwijs te ondersteunen • afronding van het pilot-onderzoek naar de toepasbaarheid van Live Link als documentbeheerssysteem, ter ondersteuning van centrale bestuursprocessen. • mogelijke implementatie van Axapta als ERP-tool voor de hogeschool, met name voor financiën, HRM, projectmanagement en CRM. • verdere professionalisering van de ICT-beheersorganisatie • implementatie van Virtual Clearinghouse (Studielink) • standaardisering van de ICT-infrastructuur • deelname aan het consortium E-merge dat tot doel heeft het voorbereiden en realiseren van ICT- gerelateerde onderwijsinnovaties. Door samenwerking wordt kwaliteitsverbetering bereikt en wordt financieel draagvlak gecreëerd om deze innovaties mogelijk te maken.
NAAM:
JOSINE MARELL
FUNCTIE:
DOCENTE IDM EN LID KENNISKRING INFONOMIE EN NIEUWE MEDIA
OVER:
VERANDERENDE DOCENTENROL
UITDAGINGEN BUITEN HET KLASLOKAAL Josine Marell houdt van afwisseling in haar werk. “Elke vijf tot zeven jaar ben ik aan een nieuwe uitdaging toe.” Als werk routine wordt, is dat voor haar een signaal naar iets nieuws om te zien. De huidige ontwikkelingen in het HBO bieden ook de docent meer kansen buiten het klaslokaal. “Eigenlijk heb ik altijd voor andere activiteiten naast het docentschap gekozen,” vertelt Josine Marell. Daarbij heeft ze altijd geprobeerd externe partijen in het onderwijs te halen. “Het competentiegericht onderwijs versterkt dat.” Sinds de docente betrokken is bij onderzoeksprojecten van de kenniskring Infonomie en Nieuwe Media wordt ze steeds meer extern gericht. Door extern met projecten bezig te zijn, ontstaat er meer diepgang. Studenten die bij dit soort projecten betrokken worden, leren er effectief veel, is haar ervaring. BALANS BEWAKEN Maar de medaille heeft ook een keerzijde. Het is niet altijd even gemakkelijk de balans te bewaken tussen onderwijs- en projecttaken. Josine Marell heeft daarbij nog het geluk dat ze in het thematisch onderwijs sommige perioden vrijgeroosterd is. “De projecten kosten echter veel tijd omdat je de kwaliteit wilt bewaken. De begeleiding is intensief. Je moet oppassen dat je door je enthousiasme niet teveel vrije tijd in zo’n project steekt.” Haar lesrooster is wisselend. Tussen de onderwijsactiviteiten door plande ze haar projectwerk. “Maar als je veel externe contacten hebt, moet je goed oppassen dat het primair proces niet naar de achtergrond verdwijnt. Soms heb je ook nog een les voor te bereiden. Dan moet je jezelf beschermen.”
COMBINATIE NODIG Sinds kort plant Josine Marell bewust twee dagen in de week voor de kenniskring. Dan is ze fysiek aanwezig in het Technohouse waar de kenniskring zetelt. Weg van het onderwijs in Maastricht. Die scheiding vindt ze prettig. “Blijf ik in Maastricht, dan blijven studenten me aanspreken. Ze kunnen niet zien dat ik die dag een andere pet op heb, een andere rol vervul.” Een jaartje geen onderwijs en alleen projecten doen, dat lijkt haar geen onaantrekkelijk idee. Maar uiteindelijk zul je toch onderwijs en onderzoek moeten combineren om kennis van buiten terug te sluizen naar het onderwijs. MULTIDISCIPLINAIR Josine Marell coördineert thans projecten op het gebied van ICT in de zorg. Daardoor heeft ze veel contacten met andere faculteiten, zoals de technische en verpleegkunde. Dat multidisciplinaire karakter vindt ze een pluspunt. “Je leert doordat mensen vanuit verschillende invalshoeken naar zaken kijken. Ook als docent kun je multidisciplinair werken. Daar steek je veel van op. Er gebeurt buiten je opleiding veel goeds wat je vaak helemaal niet weet.”
69
70 Bedrijfsvoering | ICT
Bij onderstaande beschrijving van de realisatie van ICT-doelstellingen worden de programmalijnen van het programma ICT gevolgd. Architectuur In 2005 zijn geen concrete projecten gepland rond de architectuur van de informatievoorziening; deze zullen volgen in 2006. De vóór 2005 al vastgestelde architectuurprincipes, vastgelegd in een Informatieplan (december 2004), spelen op de achtergrond echter wel een rol in diverse andere projecten en vormen in die zin een belangrijk uitgangspunt in de gehele projectenportfolio. Onderwijs en ICT Rond elektronische leeromgeving, e-portfolio en cursus/curriculum-database zijn belangrijke keuzes gemaakt. Met name door de uitbreiding van Blackboard met contentmanagement-functionaliteit en portfoliomogelijkheden is een krachtige leeromgeving gecreëerd. De deelname van Hogeschool Zuyd aan het consortium E-merge heeft in 2005 geresulteerd in een goede kennisuitwisseling. Voor de hogeschool was de vergelijkende studie Livelink vs Blackboard van belang. Inzake het toetsservicesysteem, dat feitelijk eerst voor 2006 was gepland, zijn ook al stappen gezet in de vorm van de tool QMP, die tevens in de hogeschool als enquêtemiddel wordt ingezet. Hoewel de projecten op zich als succesvol zijn te beschouwen zijn de doelen van onderwijs en ICT hiermee nog niet daadwerkelijk bereikt. Er zijn systemen geselecteerd en geïmplemementeerd, maar deze worden nog
niet overal in de hogeschool gebruikt. Hiertoe zal verdere ondersteuning en invoering in de hogeschool nodig zijn, hetgeen deels wordt vormgegeven in productgroepen, deels in projecten in andere programma’s. Communicatie en ICT Binnen deze lijn is de portal van de Hogeschool Zuyd tot stand gekomen, een webapplicatie die gepersonaliseerd kan worden door de gebruiker en die toegang geeft tot diverse achterliggende informatiesystemen. Een andere succesvolle innovatie is het creëren van sms-diensten voor toetsresultaten en roosterwijzigingen. Bedrijfsvoering en ICT • De vervanging van de bestaande studievolgsystemen door Osiris. Een belangrijk project in 2005 was Osiris. Het systeem is geïmplementeerd en het beschikken over een modern standaard Student Informatie Systeem is op zich al winst. De meningen over het project zijn nog divers. Het pakket, en met name de wijze waarop het wordt ingezet, geeft aanleiding tot andere manieren van werken en dat leidt (nog) niet overal binnen de organisatie tot positieve beeldvorming. • Studielink (oude naam: virtual clearing house) Het project Studielink - een landelijk project dat inschrijving van studenten in het HBO beoogt te verbeteren - is ingezet maar heeft vertraging opgelopen bij de aansluiting op de IB-Groep. De projectresultaten zullen in 2006/2007 gestalte krijgen.
ICT | Bedrijfsvoering
• Managementinformatie Het project Management Informatie Systeem heeft diverse resultaten opgeleverd die ons toegang geven tot informatie die voordien niet of met moeite boven tafel te krijgen was. Het project is inmiddels afgesloten en de werkzaamheden zijn ondergebracht in de reguliere organisatie, namelijk bij de opgerichte productgroep ‘Managementinformatie’. • De mogelijke implementatie van Axapta als ERP-tool In 2005 zijn diverse (deel)projecten gestart rond het ERP-pakket Axapta: het gaat daarbij om modules voor CRM, HRM, Financiën en Projectadministratie. In feite staat het pakket zelf in deze fase niet centraal. Eerst moet duidelijk worden hoe processen binnen de hogeschool zich voltrekken en welke gegevens er zullen worden bijgehouden. Dit blijkt een moeizame stap te zijn en zal in 2006 nog veel aandacht vergen.
71
Er is in 2005 goed nagedacht over het ontwerp van deze infrastructuur en vervolgens zijn activiteiten in gang gezet. Deze draaien met name om de invoering van één netwerkoperating systeem (Windows2003) op een centraal serverpark en de aanleg van het glasvezelnetwerk Isidoor. Dit glasvezelnetwerk heeft vertraging ondervonden, echter zonder dat dit majeure gevolgen voor het infrastructuurproject als geheel heeft gehad. Ondanks de nodige problemen die zich hebben voorgedaan en die zich bij de verwezenlijking in 2006 nog ongetwijfeld zullen voordoen, is de richting waarin een en ander zich ontwikkelt positief te noemen. In 2005 is de hogeschool tevens tot geïntegreerde print- en kopieerfaciliteiten gekomen. Hoewel er op de betreffende werkzaamheden als project het nodige viel aan te merken is er tevredenheid over de voorzieningen die thans bereikt zijn. ICT en dienstverlening
• toepasbaarheid van Live Link Tijdens een pilotonderzoek bij de bestuursdiensten bleek onvoldoende draagvlak voor het werken met Live Link. In 2006 wordt besloten welk systeem ingezet kan worden ter ondersteuning van centrale bestuursprocessen.
• Verdere professionalisering van de ICT beheersorganisatie: met de herinrichting van de dienst ICTOS heeft de hogeschool een stap gezet naar een meer gestroomlijnde dienstverlening op ICT-gebied. De geformuleerde voornemens zullen nog goeddeels in praktijk moeten worden gebracht.
ICT en infrastructuur.
• Regiegroep ICT: deze regiegroep is de opvolger van de vroegere Stuurgroep Integrale InformatieVoorziening, met als taken onder meer het bewaken van de voortgang van lopende projecten, het bewaken van de samenhang en architectuur, de planning en toewijzing van middelen. Hierdoor kan een zo goed mogelijke afstemming van ICT- middelen op de behoeften van de organisatie gerealiseerd worden.
Betrouwbare ICT-faciliteiten vormen een belangrijke ambitie in het Innovatieplan 2005-2008. Er kan gesteld worden dat in deze programmalijn de fusie van de hogeschool op gebied van infrastructuur wordt doorgevoerd: een randvoorwaarde voor vrijwel alle andere ICT-projecten.
72 Bedrijfsvoering | huisvesting
3.3 | Huisvesting
Hogeschool Zuyd bestaat 5 jaar: Sinds haar totstandkoming beschikt Hogeschool Zuyd over in totaal negen onderwijsgebouwen, in Heerlen, Maastricht en Sittard. In de afgelopen jaren is gewerkt aan de ontwikkeling van een strategisch huisvestingsplan. Er zijn diverse gebouwen gerenoveerd. Op het vlak van de verbetering van de bedrijfsvoering is in de afgelopen periode veel tot stand gekomen. Zo zijn er modellen ontwikkeld voor de doorbelasting aan faculteiten van huisvestingskosten, schoonmaakonderhoud, catering, repro en lange termijn-planning van groot onderhoud.
In 2004 heeft het College van Bestuur zijn goedkeuring gegeven aan het strategisch huisvestingsplan van de Hogeschool Zuyd 2004, genaamd “Koers huisvesting”. De investeringskosten zijn geraamd op € 48 miljoen. Er is een aantal scenario’s ontwikkeld voor de huisvesting op de korte en middellange termijn, waarbij vraag en aanbod van de huisvesting op elkaar zijn afgestemd. De uitwerking van deze scenario’s is ter hand genomen en zal in 2006 haar afronding krijgen. Het meest ingrijpende scenario betreft de herhuisvesting van de sectoren HEO en HSAO in Sittard. In 2005 zijn voorstellen geformuleerd voor huisvesting in het centrum van Sittard, aan het terrein ‘Dobbelsteen’. De besluitvorming zal in het voorjaar van 2006 plaatsvinden. De verbouwing van de hoeve “Overste Doevenrade” in Heerlen is in 2005 gestart en zal voorjaar 2006 zijn afgerond. Andere uitvoeringsprojecten op basis van het strategisch huisvestingsplan zijn in voorbereiding. Het verkrijgen van gebruiksvergunningen ‘brandveilig gebruik’ voor de hogeschoollocaties in Sittard en Maastricht blijkt uitermate moeilijk en tijdrovend. Dat ligt o.a. aan de complexe eisen die op basis van de uiteenlopende wet- en regelgeving gesteld worden: naast de Arbo-wetgeving zijn tevens het Bouwbesluit, regelgeving vanwege Monumentenzorg en bijbehorende gemeentelijke regelgeving van toepassing. Het College van Bestuur van Hogeschool Zuyd is bezorgd over de extreem strenge brandveiligheidseisen en daaruit voortvloeiende hoge investeringskosten i.v.m. haar bestaande locaties in Sittard en Maastricht. Een andere oorzaak van de vertraging in dit proces is gelegen in de verschillen van inzicht tussen hogeschool en beide gemeenten over de technische oplossingen om brandveiligheid te waarborgen.
financiën | Bedrijfsvoering 73
3.4.1 | Inkomstenbronnen als financieel kader De hogeschool heeft haar onderhoudsplanning inzake de verschillende locaties verder geprofessionaliseerd en een verdere stap gezet op het gebied van maincontracting voor installaties en beveiliging.
Rijksbijdrage
3.4 | Financiën
De rijksbijdrage per student is gedaald door uiteenlopende overheidsmaatregelen. Voor de normatieve rijksbijdrage was deze daling 2%. Daarnaast was er een inhouding (sanctie) van 1% op de rijksbijdrage i.v.m. de conclusies van de Commissie Rekenschap. Tegenover deze daling van 3% staat de groei van het aantal bekostigde hogeschoolstudenten met 5%, zodat de normatieve rijksbijdrage per saldo 2% is gestegen. Voor de rijksbijdrage huisvesting bedroeg de daling 7% tegenover de groei van het aantal bekostigde hogeschoolstudenten met 5%. Per saldo dus een daling van 2%.
Hogeschool Zuyd bestaat vijf jaar:
Inkomsten uit contractactiviteiten
Bijlage 5 van dit jaarverslag biedt een totaaloverzicht van de in het verslagjaar in gebruik zijnde gebouwen van de Hogeschool Zuyd.
Vanaf het begin heeft Hogeschool Zuyd een proces ingezet om de financiële autonomie van haar organisatieonderdelen te versterken en de toename van projectmatig werken te bevorderen. De hogeschool heeft aan deze verandering vorm gegeven door de ontwik-
In 2005 is beleid ontwikkeld voor de positionering van de contractactiviteiten van Hogeschool Zuyd. Kern van dit beleid is het onderbrengen van contractactiviteiten van de BV Contracting bij de faculteiten. Faculteiten nemen vanaf het begrotingsjaar 2006 de begroting van de contractactiviteiten op in hun begroting.
keling van bijpassende interne budgettering en rapportagesystematiek. Voor de nabije toekomst komt het erop aan deze systematiek ook operationeel te maken. In 2005 is hiertoe het project Administratieve Organisatie en Interne Controle (AO/IC) gestart.
3.4.2 | Financiële sturing De financiële sturing van de Hogeschool Zuyd vindt plaats op solvabiliteit, liquiditeit en exploitatieresultaat. Solvabiliteit is een belangrijke graadmeter voor continuïteit. Op basis van een in 2004 uitgevoerde analyse heeft de hogeschool streefwaarden
74 Bedrijfsvoering | financiën
vastgesteld voor de absolute en relatieve omvang (solvabiliteit) van haar eigen vermogen. Deze streefwaarden zijn leidend voor de financiële sturing op lange termijn. De ondergrens van het eigen vermogen is K€ 30.000, die van de solvabiliteit 25%. De streefwaarden zijn respectievelijk K€ 45.000 en 33%. Het eigen vermogen van de Hogeschool Zuyd op 31 december 2005 bedroeg K€ 44.000, met een solvabiliteit van 33%. Liquiditeit is de graadmeter voor het op tijd kunnen voldoen aan betalingsverplichtingen. Als norm voor de liquiditeitsfactor hanteert de hogeschool dat deze zich beweegt tussen 80% en 120%. Eind 2005 lag ze op 99%. Sinds 2003 is de liquiditeit afgenomen van 112% naar 99%.
in 2004 opgestelde strategisch huisvestingsplan zijn de huisvestingsprojecten voor komende jaren vastgelegd. In 2006 zal het strategisch huisvestingsplan worden aangepast aan recente ontwikkelingen en inzichten. Belangrijkste onderdeel daarvan is de voorgenomen nieuwbouw in Sittard. Zodra er meer helderheid bestaat over deze nieuwbouw zal de realisatie verder worden onderzocht. Naast traditionele realisatievarianten zal de hogeschool daarbij ook kijken naar publiek-private samenwerkingsmogelijkheden.
3.4.4 | Financiële instrumenten Planning- & controlcyclus
Het exploitatieresultaat van Hogeschool Zuyd komt steeds meer onder druk te staan. In 2005 sloten 16 (begroot slechts 12) van de 22 faculteiten en de ondersteunende diensten af met een negatief exploitatieresultaat. Het gecumuleerde negatieve resultaat van de organisatie-onderdelen werd gecompenseerd doordat op centraal niveau een reserve werd gecreëerd ten behoeve van een hogeschoolreserve die als weerstandsvermogen moet gaan fungeren.
3.4.3 | Investeringsbeleid In het financieel beleid van Hogeschool Zuyd is vastgelegd dat het exploitatiebudget voor huisvesting gemaximeerd wordt op 15% van de rijksbijdragen en collegegelden. Als afgeleide hiervan is het investeringsbudget voor huisvesting bepaald op K€ 53.000. Dit bedrag is in een latere fase naar aanleiding van korting op de rijksbijdragen teruggebracht tot K€ 48.000. De investering in 2005 bedroeg K€ 660. In het
De ontworpen plannings- en begrotingscyclus 2006 - 2009 voorziet in koppeling van de jaarlijkse begroting aan het jaarplan van de hogeschool. Hiermee wordt beoogd het realiteitsgehalte van de begroting verder te vergroten. De financiële kwartaalrapportages zijn in 2005 opnieuw ingericht. Kern hiervan is de rapportage van de organisatieonderdelen aan het College van Bestuur over de budgetrealisatie, inclusief de levering van een onderbouwde eindejaarsprognose (forecasting). In hun jaarverslag tenslotte rapporteren de organisatie-onderdelen over hun financiële resultaten aan het College van Bestuur. Methoden en technieken Er zijn tijdens het verslagjaar vier hoofdprocessen aangewezen welke vanaf 2006 de indelingsgrondslag zullen vormen voor jaarplannen en begrotingen: onderwijs & onderzoek, innovatie, contractactiviteiten en overhead. Oogmerk hiervan is de verbetering van het financieel inzicht
financiën | Bedrijfsvoering 75
(en de vraag te beantwoorden: waar gaat het geld naar toe?). Vanaf 2005 hebben de organisatie-onderdelen meer eigen financiele verantwoordelijkheid gekregen voor hun ruimtegebruik. Enerzijds beschikken zij over een genormeerd huisvestingsbudget, anderzijds vindt er doorbelasting plaats van hun feitelijk ruimtegebruik. Tevens is in 2005 is gestart met de ontwikkeling van een uniform systeem voor het volgen en bewaken van de ontwikkelingen in de personeelsformatie. Hiermee kunnen de organisatie-onderdelen beter personeelsmanagement voeren.
king van een te verwachten naheffingsaanslag. In het kader van de treasuryfunctie is gewerkt aan het instellen van een treasurycommissie met statuut, het aanbesteden van het huisbankierschap en het voorbereiden van het met rente-instrumenten afdekken van de renterisico’s op de leningen onroerend goed. De marktwaarde van de beleggingsportefeuille bedroeg aan het eind van het verslagjaar K€ 5.613. De verkrijgingsprijs ligt op K€ 5.482. Het bedrag aan leningen onroerend goed bedroeg einde verslagjaar K€ 39.880.
3.4.5 | Financiële risico’s
3.4.6 | Financieel toezicht
De terugvorderingen rijksbijdrage van K€ 180 en K€ 520 hebben de hogeschool gebracht tot het nemen van preventieve maatregelen. Deze maatregelen heeft zij vastgelegd in een Actieplan Rekenschap en desgevraagd toegezonden aan het Ministerie van OCW.
De Raad van Toezicht agendeerde in 2005 de volgende financiële documenten en keurde ze zo nodig goed: • jaarrekening Hogeschool Zuyd 2004 • jaarrekening BV Hogeschool Zuyd Contracting 2004 • jaarrekening BV Hogeschool Zuyd Detacheringen 2004 • rapportage t/m 3e kwartaal 2005 • raming jaarresultaat 2005 Hogeschool Zuyd d.d. 3 november 2005.
In het verslagjaar is een eind 2004 gestart BTW-onderzoek door de belastingdienst afgerond. Onderwerp van onderzoek was voornamelijk BTW-heffing op externe detacheringen van medewerkers. Naar aanleiding van een oorspronkelijke claim van K€ 800 heeft de fiscus uiteindelijk een naheffingsaanslag op basis van schikking opgelegd van € 350.000. In haar jaarrekening 2004 had de hogeschool hiervoor een voorziening getroffen van K€ 400. Eind 2005 zijn belastingdienst en bedrijfsvereniging een onderzoek gestart naar de toepasselijkheid van loonbelasting en sociale premies voor gastdocenten en onkostenvergoedingen. Het onderzoek zal in 2006 worden afgesloten. Op basis van voorlopige inschatting heeft de hogeschool in de jaarrekening 2005 een bedrag van K€ 450 voorzien ter dek-
In het voorjaar 2005 vond er een aanbesteding plaats met betrekking tot de externe accountancy. Hiervoor nodigde de hogeschool de vier grote kantoren in Nederland uit. Op basis van vooraf opgestelde selectiecriteria en oriëntaties van de selectiecommissie besloot de Raad van Toezicht de relatie met Deloitte voort te zetten.
76 Bedrijfsvoering | arbo en milieu
Arbo
3.5 | Arbo en milieu Hogeschool Zuyd bestaat 5 jaar: In de afgelopen vijf jaar is veel energie gaan zitten in de harmonisatie van arbo- en milieubeleid voor Hogeschool Zuyd. Over de volle breedte van de organisatie hebben risico-inventarisaties en -evaluaties plaatsgevonden. Bij het oplossen van arbo-knelpunten is gestreefd naar een preventieve en integrale aanpak. Een stimulerend voorbeeld is de RSI- preventie en daarop afgestemde werkplekinrichting. In 2004 heeft de hogeschool het lectoraat Duurzame Ontwikkeling ingericht. Hiermee draagt Hogeschool Zuyd duurzaamheid uit via onderwijs, onderzoek en voorlichting.
In 2005 is intensief nagedacht over de wijze waarop de totale arbo-zorg van Hogeschool Zuyd in de nabije toekomst ingericht moet worden. Basis voor de gedachtevorming waren de modellen die ontwikkeld zijn door het Arboservicepunt Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (HOO) en bureau Falke & Verbaan. Hierin wordt het beleid gericht op primaire en secundaire preventie met behulp van eigen expertise. Herinrichting van de arbo-zorg is noodzakelijk i.v.m. de wijziging van de Arbo-wet 2005 naar aanleiding van uitspraken van het Europees Hof en de in 2006 voorziene evaluatie en wijziging van de Arbo-wet 1998. Met het oog hierop heeft de hogeschool besloten per 1 januari 2006 contracten af te sluiten met nieuwe externe arbo-dienstverleners. Daarin zal de hogeschool een grotere eigen verantwoordelijkheid op zich nemen met betrekking tot arbo-zorg. Risico-inventarisaties zullen door de hogeschool zelf verricht worden en de rol van de hogeschool bij verzuimpreventie en -begeleiding zal toenemen. Het in 2000 gestarte proces van risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) is in 2005 afgerond, in samenwerking met de Arbodienst ArboNed. Het laatste rapport RI&E is aangeboden aan de directeuren van de locatie Brusselseweg in Maastricht. Bovendien heeft ArboNed de resterende plannen van aanpak RI&E goedgekeurd. Diverse bouwgerelateerde arbo-knelpunten in Maastrichtse hogeschoollocaties (luchtventilatie, vluchtwegen e.d.) wachten nog op een oplossing. Deze is afhankelijk van definitieve besluitvorming over verhuis- en verbouwactiviteiten. Het College van Bestuur acht het wenselijk dat faculteiten en ondersteunende diensten in de toekomst meer tijd investeren in arbo-preventiewerk. Daarbij zullen zij voor planvorming en uitvoering gaan werken met jaarlijkse verbetercycli.
arbo en milieu | Bedrijfsvoering 77
In het verslagjaar zijn diverse werkruimten in hogeschoolgebouwen heringericht, in verband met de huidige ergonomische eisen en arbo-voorschriften. De totale investeringen voor deze herinrichting bedroegen ruim € 600.000. Werkplekonderzoek door de preventiemedewerker heeft inmiddels een vaste plaats in de hogeschoolorganisatie. Ook in 2005 is deze medewerker nauw betrokken geweest bij diverse (kleine) verbouwactiviteiten en heeft hij individuele (RSI-) klachten van medewerkers afgehandeld. De calamiteitenplannen binnen de hogeschool zijn onder één noemer gebracht. Tevens zijn de BHV-hulpmiddelen geüniformeerd en op peil gebracht. Milieu Met de bekrachtiging van de Arbo- en Milieubeleidsverklaring heeft het bestuur in 2004 tevens de basis gelegd voor verdere uitbouw van milieuzorg in Hogeschool Zuyd. Milieuzorg maakt als zorgsysteem inmiddels onderdeel uit van de planning- en controlcyclus in de hogeschool. De afspraken over energiebesparing in een convenant met het Ministerie van Economische Zaken (sinds 1996) hebben ook in 2005 hun invulling gekregen. Zo heeft het bestuur het Energiebesparingsplan 2004-2008 goedgekeurd. Dit plan is gebaseerd op MJA-2, het convenant tussen bedrijven, instellingen, branche-organisaties en overheid over energie-efficiency om doelstellingen van het (inter)nationaal klimaatbeleid (Kyoto) te realiseren. In 2005 is het milieuzorgsysteem voor de locatie Heerlen operationeel geworden. Krachtens de milieuvergunning heeft de hogeschool terzake
een verantwoordingsjaarverslag opgesteld dat medio 2005 door de gemeente Heerlen is goedgekeurd. Tot nu toe was milieuzorg in Hogeschool Zuyd vooral een thema voor de ondersteunende diensten en enkele technische faculteiten, met name van de locatie Heerlen. Echter ook in het onderwijs neemt nu de aandacht voor milieuzorg duidelijk toe. De in 2004 benoemde lector professor dr. P. Martens heeft binnen de kenniskring Duurzame Ontwikkeling een start gemaakt met het ontwerpen en uitzetten van studiemateriaal over milieuzorg voor de diverse studierichtingen van de hogeschool. Vanaf januari 2006 zal de hogeschool deelnemen in het wereldwijd netwerk van regionale expertisecentra op het gebied van duurzame ontwikkeling. De coördinatie van dit netwerk ligt bij het hoofdkantoor van de United Nations University in Tokyo. Daartoe heeft de hogeschool samen met de Open Universiteit Nederland het Regional Centre of Expertise (RCE) Rhine-Meuse opgericht. Er zijn in het verslagjaar initiatieven genomen tot een onderzoek naar duurzame catering. In 2006 zal een pilot van start gaan samen met Hogeschool Leiden en de Haagse Hogeschool. De parkeerdruk rondom de locatie Nieuw Eijkholt te Heerlen, en daarmee tevens in de woonwijk Welten, is in 2005 verder toegenomen. De hogeschool is in overleg met de Gemeente Heerlen over deelname in de aanleg van een parkeergarage naast het hogeschoolgebouw. Bovendien heeft de hogeschool een contract met de firma Baggen afgesloten voor de huur van parkeerplaatsen. In het voorjaar van 2006 hoopt de hogeschool voorstellen gereed te hebben voor harmonisering van haar vervoerbeleid voor alle medewerkers.
NAAM:
ROEL VAN DER NEUT
FUNCTIE:
RECEPTIONIST/TELEFONIST LOCATIE NIEUW EYCKHOLT
OVER:
DIENSTVERLENING
DE SCHOOL OP EEN SERVEERBLAD “Waarmee kan ik u helpen? Dat klinkt toch iets gemoedelijker dan waarmee kan ik u van dienst zijn. Niet soms?” Roel van der Neut is één van de drie medewerkers op de locatie Nieuw Eyckholt die de telefooncentrale bemannen. Afwisselend met de receptie in de grote entreehal. Anderhalf uur receptiewerk, anderhalf uur aan de telefoon. “Afwisseling is leuker. Maar het heeft ook te maken met regeltjes rond beeldschermwerk”, legt Roel uit. “En tegenwoordig is telefoneren beeldschermwerk.” Vriendelijkheid is voor hem een vereiste als je dit werk goed wilt doen. “Wij zijn het visitekaartje van de school, zowel voor mensen van extern als intern. Vriendelijk zijn en tegelijkertijd effectief in het verwijzen naar de juiste persoon.” Zowel van buiten de hogeschool als intern klopt menigeen hier het eerst aan. Middelbare scholieren, studenten, de medewerkers, bezoekers. En steeds vaker mensen uit het bedrijfsleven, merkt Roel. “Die melden zich alsmaar vaker, zeker sinds de expertisecentra zich nadrukkelijker naar buiten profileren.” Als telefonist/receptionist heb je dan een wegwijsfunctie, vindt hij. Ook als iemand eigenlijk ergens anders moet zijn, vindt Roel dat je de mensen zoveel mogelijk moet proberen te helpen. “Als iemand zich meldt met een vraag die eigenlijk voor het Bewonersservicepunt bedoeld is, verwijzen we door. Kijk, ook voor de mensen hier is het elkaar even uithelpen net genoeg om het geheel zo soepel mogelijk te laten verlopen.
Ze weten dat ze bij deze balie terecht kunnen. Dus als je het antwoord weet, geef je dat. Anders verwijs je door. Ik vind dat je in dit werk goed gemutst moet zijn. Dat mis ik wel eens bij andere bedrijven. Verpak de boodschap op een leuke manier, dan is het ijs gebroken. Kijk, als ze zich melden voor het parkeerterrein en dat zit vol, dan reik ik ze direct een alternatief aan waar ze wel kunnen parkeren. Daarmee neem je niet weg dat het vervelend voor de mensen is dat ze niet hier kunnen parkeren, maar je helpt ze wel verder.” BEREIKBAARHEID Zeker in een onderwijsorganisatie wil bereikbaarheid nogal eens een probleem zijn. Dankzij de moderne communicatiemiddelen verbetert de bereikbaarheid echter constant. E-mail, mobiele telefoons, het maakt steeds minder uit waar iemand zich bevindt. “Soms zitten medewerkers in het buitenland en kom je daar pas achter als je ze aan de mobiele telefoon hebt. Daarom bellen we ze altijd eerst zelf om te vragen of het uitkomt. Dan pas verbinden we door.” Een enkele keer verzucht aan de andere kant van de lijn de student dat SMS-en en e-mailen niet helpt. “Dan zeg ik altijd: gebruik eens een grote gekleurde letter in je mail. Dat helpt misschien. Zo probeer ik wat optimisme terug te brengen. Dat is ook de bedoeling van een visitekaartje: je legt de school op een serveerblad en reikt dat aan.”
79
80 Bedrijfsvoering | mededeling bedrijfsvoering
3.6 | Mededeling bedrijfsvoering
De mededeling bedrijfsvoering is een verklaring van het College van Bestuur inzake de interne beheersing van de bedrijfsprocessen van de hogeschool. De mededeling bedrijfsvoering is min of meer vergelijkbaar met het ‘in control statement’ in particuliere ondernemingen zoals aanbevolen in de ‘code Tabaksblat’. De mededeling bedrijfsvoering betreft alle bedrijfsprocessen van de hogeschool. Dus niet alleen de faciliterende processen zoals beschreven in de vijf voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk maar ook de primaire processen van onderwijs en onderzoek. Onderzoek naar de kwaliteit en het ‘in control’ zijn van de bedrijfsvoering vindt in de Hogeschool Zuyd al enkele jaren met een bepaalde frequentie plaats. Dat gebeurt vanuit verschillende invalshoeken: de externe accountant controleert jaarlijks bepaalde aspecten van de bedrijfsvoering, de Audit & Control Groep voert regelmatig audits uit bij organisatie-onderdelen en toetst de jaarplannen en jaarverslagen van faculteiten en diensten. De accountant legt zijn bevindingen, conclusies en adviezen vast in een managementletter, de Audit & Control Groep verricht audits en stelt kwaliteitsrapportages op. Er is in het verslagjaar een begin gemaakt met samenwerking tussen ‘internal audit’ en ‘external audit’, met name op het vlak van jaarverslaglegging en risicomanagement.
In het verslagjaar heeft de hogeschool op verschillende onderdelen van interne beheersing verbeteracties verricht of in gang gezet: • inbedding van risicomanagement in de lijn als onderdeel van de planning- en controlcyclus • versterking en aanscherping van het begrotingsproces • gebruikmaking van ken- en stuurgetallen zowel op het vlak van de (maatschappelijke) opbrengsten als van de bedrijfseconomische resultaten • inrichting van een productgroep managementinformatie • de start van een vierjarig veelomvattend programma ‘corporate governance’. Hiervan maakt een project AO/IC deel uit, met als doel de verbetering en uniformering van de processen van administratie en informatieverzorging. Niet gerealiseerd is de invoering van interne EDP-auditing. Op basis van de tot nu toe opgedane ervaringen en inzichten stelt het college van bestuur vast dat de Hogeschool Zuyd in 2005 vooruitgang heeft geboekt op het gebied van doelmatigheid. Zij beheerst de interne bedrijfsprocessen in toenemende mate.
82 Financieel jaarverslag | algemene financiële beschouwing
4. Financieel jaarverslag Hogeschool Zuyd bestaat 5 jaar: De financiële situatie van de hogeschool is in de vijf jaar van haar bestaan relatief stabiel gebleken. De financiële resultaten waren over alle jaren positief. Wel is er een duidelijk neerwaartse trend in de resultaten. Was in 2001 het resultaat nog € 2,5 miljoen positief, in 2005 was dit € 382 duizend positief. Het eigen vermogen van de hogeschool heeft zich ontwikkeld van € 41 miljoen eind 2001 tot € 44 miljoen eind 2005. De hogeschool voldeed over alle jaren ruimschoots aan de landelijk vastgestelde solvabiliteitsnorm. De liquiditeit ontwikkelt zich negatief. Bedroeg deze eind 2001 nog 106%, eind 2005 is ze gedaald naar 98% en blijft hiermee binnen de door de hogeschool gestelde bandbreedte van 80% - 120%.
4.1 | Algemene financiële beschouwing n.a.v. het resultaat 2005 De Hogeschool Zuyd behaalde in 2005 een positief resultaat van K€ 382 tegenover een begroot negatief resultaat van K€ 264. Het resultaat is samengesteld uit het resultaat van Hogeschool Zuyd (K€ 347 positief) en dat van de BV Hogeschool Zuyd Contracting (K€ 35 positief). Het resultaat van de hogeschool, inclusief de BV Contracting, ligt K€ 646 hoger dan begroot. Dit is vooral toe te schrijven aan de hogere baten (K€ 3.448) en een hoger positief resultaat op de renterekening (K€ 261) tegenover hogere lasten uit de operationele bedrijfsvoering (K€ 3.063).
Belangrijkste component van de hogere baten zijn de hogere rijksbijdragen (K€ 2.707). Dit bedrag bestaat voor K€ 1.200 uit een eenmalige vergoeding i.v.m. afschaffing van de ZKOO (wijziging zorgstelsel) en voor het overige uit prijscompensatie. De rijksbijdrage is aan de andere kant gekort met een bedrag van K€ 530 i.v.m. de claim in het kader van het Onderzoek Rekenschap. Bij de baten is er een opvallende terugloop van de extern verworven contractopbrengsten ten opzichte van het jaar 2004 met K€ 310. De hogere lasten bestaan goeddeels (K€ 2.783) uit hogere personeelslasten i.v.m. prijsaanpassing en een substantiële dotatie aan de personeelsvoorziening. Daarnaast is in 2005 een bedrag van K€ 450 gereserveerd ter dekking van een mogelijke claim van de Belastingdienst/UWV naar aanleiding van een lopend onderzoek in de loonheffingensfeer. De korting van de rijksbijdrage in verband met het Onderzoek Rekenschap en de reservering voor de mogelijke claim van de Belastingdienst/ UWV (totaal K€ 980) worden ruimschoots gecompenseerd door de eenmalige vergoeding in verband met de afschaffing van de ZKOO. Met de nodige inspanningen is de hogeschool erin geslaagd haar financiële situatie op peil te houden. Echter de al jaren voortdurende overheidsbezuinigingen op het hoger onderwijs - in de vorm van stelselmatig dalende rijksbijdragen per student - kunnen op den duur niet zonder gevolgen blijven voor de onderwijskwaliteit en het studierendement aan Hogeschool Zuyd.
balans en exploitatierekening | Financieel jaarverslag 83
4.2 | Balans en exploitatierekening Hieronder volgt een weergave van de financiële positie en het financieel resultaat van Hogeschool Zuyd. Geconsolideerde balans per 31 december 2005 (bedragen x € 1.000)
Activa Vaste activa Vlottende activa Totaal activa Passiva Eigen vermogen: reserves Eigen vermogen: egalisatierekening inv. subsidies Vreemd vermogen Totaal passiva
2005 103.166 30.120 133.286
2004 105.631 27.647 133.278
30.723
30.341
13.202 89.361 133.286
13.863 89.074 133.278
Solvabiliteit De solvabiliteit wordt weergegeven als de verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen1. Hierbij wordt het eigen vermogen gezien als het totaal van de reserves en de egalisatierekening investeringssubsidies. 1
Conform de voorschriften van het Financieel Vangnet Wachtgelden HBO, waaraan alle hogescholen deelnemen. Dit vangnet is in 1999 opgericht met als doel toe te zien op de financiële gezondheid van de hogescholen in ons land.
In het financieel beleid van Hogeschool Zuyd is een ondergrens van 25% gesteld. De conclusie is dat de solvabiliteit op een ruim voldoende niveau ligt.
jaar 2004 2005
solvabiliteit 33 % 33 %
jaar 2004 2005
liquiditeit 101 98
Liquiditeit De liquiditeit wordt bepaald door de verhouding tussen de vlottende activa, inclusief de financiële vaste activa, en de verplichtingen op korte termijn. In haar financieel beleid heeft de hogeschool voor liquiditeit een norm gesteld tussen 80 en 120%. De liquide middelen zijn in 2005 gedaald met € 1.444.000. Het kasstroomoverzicht in par. 4.3. geeft een specificatie van de “oorzaken” van de daling. Duidelijk is dat de positieve kasstromen uit operationele resultaten (waaronder het exploitatieresultaat) de negatieve kasstroom uit investerings- en financieringsactiviteiten niet compenseren.
84 Financieel jaarverslag | balans en exploitatierekening
Resultaat 2005 Het (geconsolideerde) resultaat 2005 uit de gewone bedrijfsvoering is vastgesteld op € 382.000 en is daarmee € 646.000 positiever dan begroot. De geconsolideerde exploitatierekening 2005 ziet er als volgt uit: bedragen x € 1.000
realisatie 2005
begroting 2005
realisatie 2004
Baten: Rijksbijdragen OCW Vrijval egalisatie investeringssubsidie Collegegelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten Totaal baten
72.164 661 18.412 3.506 10.499 105.242
69.457 661 18.212 2.767 10.698 101.795
71.370 675 17.313 2.050 11.009 102.417
Lasten: Personele lasten Afschrijvingen Overige instellingslasten Totaal lasten
75.085 6.857 21.356 103.298
72.302 7.373 20.558 100.233
71.375 6.501 21.805 99.681
Saldo baten en lasten
1.944
1.562
2.736
Financiële baten en lasten: Rentebaten Rentelasten Saldo financiële baten en lasten
621 2.183 -1.562
715 2.541 -1.826
815 2.282 -1.467
382
-264
1.269
Exploitatieresultaat
Niet uit de balans blijkende verplichtingen • Het aandeel van Hogeschool Zuyd in het Financieel Vangnet Wachtgelden HBO bedraagt M€ 0,4. • Ten gunste van Technohouse Heerlen BV is een bankgarantie afgegeven van K€ 76. • Ten gunste van het Waarborgfonds HBO zijn voor een totaalbedrag van K€ 498 bankgaranties afgegeven. • Er is een borgstelling voor de Stichting Waarborgfonds HBO. Ingevolge de gesloten standaardovereenkomst van borgtocht artikel 7 heeft Hogeschool Zuyd zich verbonden niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stichting Waarborgfonds HBO aan de hogeschool toebehorende registergoederen te vervreemden of met enig recht te bezwaren. Voorts dient de hogeschool, indien zij haar verplichtingen uit de geborgde overeenkomsten niet kan nakomen, een recht van hypotheek aan de Stichting Waarborgfonds HBO te verstrekken tot zekerheid van het regresrecht van de Stichting Waarborgfonds HBO. • Voor onderhoud en dienstverlening zijn contracten met een middellange looptijd afgesloten. • Hogeschool Zuyd vormt samen met de BV Hogeschool Zuyd Contracting en BV Hogeschool Zuyd Detacheringen een fiscale eenheid voor de omzetbelasting en is hierdoor aansprakelijk voor de belastingschulden van de fiscale eenheid. • In het kader van het Onderzoek Rekenschap van het Ministerie van OCW is een voorziening opgenomen van K€ 530 betreffende de verslagjaren 2000 t/m 2003. Het in de jaarrekening 2004 opgenomen bedrag van K€ 188 betreffende het verslagjaar 1999 is door OCW verrekend. • Vooruitlopend op de afloop van een boekenonderzoek door de Belastingdienst en bedrijfsvereniging is een voorziening opgenomen van K€ 450.
kasstroomoverzicht | Financieel jaarverslag 85
4.3 | Kasstroomoverzicht
4.4 | Overige relevante overzichten
Onderstaand kasstroomoverzicht geeft inzicht in de ontwikkeling van de liquide middelen.
Eigen vermogen en resultaatbestemming Het eigen vermogen en de resultaatbestemming kunnen als volgt worden gespecificeerd
bedragen x € 1.000
2005
2004
Kasstroom uit: - operationele activiteiten - uit investeringsactiviteiten - uit financieringsactiviteiten
4.764 -4.392 -1.816
7.460 -9.292 -1.795
Mutatie liquide middelen
-1.444
-3.627
16.495 15.051
20.122 16.495
Beginstand liquide middelen Eindstand liquide middelen
De in 2003 ingezette trend van afname van de liquide middelen heeft zich in 2004 en 2005 voortgezet. Een nadere toelichting op de oorzaken is gegeven onder het kopje ‘liquiditeit’ in dit hoofdstuk.
bedragen x € 1.000.000
eigen vermogen faculteitsreserves centrale reserve BV Contracting egalisatierekening investeringssubsidies
saldo 31-12-2004 5.1 24.8 0,5 13.9
bestemming resultaat -1,5 1,8 0,1
44,3
0,4
-0,7
saldo 31-12-2005 3,6 26,6 0,6 13.2
-0,7
44,0
overige mutaties
86 Financieel jaarverslag | overige relevante overzichten
Voorzieningen Het overzicht voorzieningen geeft inzicht in de toekomstige verplichtingen. Evenals in 2004 zijn de onttrekkingen in 2005 significant hoger dan de dotaties. Met name geldt dit voor de personeelsvoorziening. bedragen x € 1.000
Voorziening onderhoud gebouwen personeel waarborgfonds afstudeerfonds totaal
saldo 31-12-2004 1.648 9.626 498 589 12.361
dotaties 2005 1.336 2.568
onttrekkingen 2005 1.724 3.090
3.904
58 4.872
Overzicht in verband met helderheid in bekostiging In het kader van de regelgeving Helderheid Bekostiging hebben de faculteiten in hun jaarverslag aan het College van Bestuur melding gemaakt van activiteiten en gebeurtenissen die in verband daarmee relevant zijn. De meldingen zijn gerubriceerd naar vier van toepassing zijnde thema’s, nl. uitbesteding van onderwijsprogramma’s, aanwending van rijksbijdragegelden voor private activiteiten, bekostiging buitenlandse studenten en bekostiging van maatwerktrajecten. Intern zijn deze inventarisaties beoordeeld door de Audit & Control Groep en de Commissie Helderheid
vrijval 2005 346
346
saldo 31-12-2005 1.260 8.758 498 531 11.047
Bekostiging. De voorliggende vraag daarbij was in hoeverre deze al dan niet strijdig zijn met de genoemde regelgeving. De conclusie van deze beoordeling is dat genoemde activiteiten en gebeurtenissen niet strijdig zijn met de van toepassing zijnde regelgeving. De verantwoordingsinformatie terzake is t.b.v. controledoeleinden opgenomen in de bijlagen bij de jaarrekening 2005, bestemd voor het agentschap CFI van het Ministerie van OCW.
overige relevante overzichten |Financieel jaarverslag 87
Beloning bestuurders Naam drs. M.H. Dunnewijk-Budé ir. J. M.J. Bijsmans drs. N.H.J.E.van Mierlo dr. J.M.H.M. Willems totaal
Functie
Totaal vast inkomen
Variabel inkomen
voorz. college van bestuur lid college van bestuur lid college van bestuur lid college van bestuur
€ 132.398 € 125.001 € 111.733 € 116.601
€ 8.000 € 5.000 € 7.000
Vergoedingen en werkgeverslasten € 35.686 € 28.136 € 30.779 € 30.112
overig
Totaal
€ 57.719
€ 176.086 € 158.137 € 142.513 € 153.714 € 630.450
belastbaar loon € 121.719 € 123.365 € 102.506 € 112.834
Totaal vast inkomen: Het totaal vast inkomen is het totale gegarandeerde jaarinkomen en kan, naast de maand- of periodesalarissen, uit elementen zoals vakantietoeslag, dertiende maand en vaste gratificatie bestaan. Variabel inkomen: Het variabele inkomen is het niet-gegarandeerde inkomen dat op enigerlei wijze afhankelijk is van prestaties. Vergoedingen en werkgeverslasten: Hierbij gaat het om vergoeding ziektekostenverzekering, werkgeversbijdrage sociale lasten, vaste onkostenvergoeding, verhuiskostenvergoeding e.d. Overig: Betreft de kosten van de afkoopregeling m.b.t. de heer van Mierlo. Honorering toezichthouders Naam drs. J. W.E. Neervens mr. S. W.M.J. Kuijer drs. L. Zwiers drs. W.G.J.M. Blind RA mr. J.J. Fransen van de Putte totaal
Functie voorzitter raad van toezicht lid raad van toezicht lid raad van toezicht lid raad van toezicht lid raad van toezicht
Totaal € 6.150 € 5.125 € 5.125 € 5.125 € 5.125 € 26.650
88 Financieel jaarverslag | acountantsverklaring
Deloitte Accounttants B.V. Kantoren Parkweg Parkweg 22 6212 XN Maastricht Postbus 1864 6201 BW Maastricht Tel: (043) 3513513 Fax: (043) 3513500 ww.deloitte.nl
Datum
Behandeld door
Kenmerk
16 mei 2006
L.M.M.H. Banser RA RC
ACC-JLB-789740-2152
4.6 | Accountantsverklaring Wij hebben de in hoofdstuk 4 van het jaarverslag 2005 opgenomen financiële gegevens over 2005 van Stichting Hogeschool Zuyd te Heerlen gecontroleerd. Deze financiële gegevens zijn ontleend aan de door ons gecontroleerde jaarrekening 2005 van Stichting Hogeschool Zuyd. Bij de jaarrekening 2005 van Stichting Hogeschool Zuyd hebben wij op 16 mei 2006 een goedkeurende accountantsverklaring verstrekt. De in hoofdstuk 4 van het jaarverslag 2005 opgenomen financiële gegevens over 2005 zijn opgesteld onder verantwoordelijkheid van het College van Bestuur van de instelling. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake deze financiële gegevens over 2005 te verstrekken.
acountantsverklaring | Financieel jaarverslag 89
Wij zijn van oordeel dat de in hoofdstuk 4 van het jaarverslag 2005 opgenomen financiële gegevens over 2005 van Stichting Hogeschool Zuyd op alle van materieel belang zijnde aspecten in overeeenstemming zijn met de jaarrekening waaraan deze zijn ontleend. Voor het inzicht dat vereist is voor een verantwoorde oordeelsvorming omtrent de financiële positie en de resultaten van de instelling en voor een toereikend inzicht in de reikwijdte van onze controle dienen de financiële gegevens over 2005 te worden gelezen in samenhang met de volledige jaarrekening waaraan deze zijn ontleend, alsmede met de door ons op 16 mei 2006 vertrekte goedkeurende accountantsverklaring. Maastricht, 16 mei 2006 Deloitte Accountants B.V.
L.M.M.H. Banser RA RC
J.L.C. Bours RA
Deloitte Accountants B.V. is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 24362853
Member of
Deloitte Touche Tohmatsu
NAAM:
MATH GULPERS
FUNCTIE:
DIRECTEUR VERPLEEGHUIS LÜCKERHEIDE
OVER:
OMDERSTEUNING VANUIT EXPERTISECENTRA
SCHERP BLIJVEN Informatie- en Communicatie Technologie (ICT) kan veel meer betekenen in de zorg dan nu het geval is. Het Kerkraadse verpleeghuis Lückerheide is een van de voorlopers op dit vlak. Op allerlei manieren probeert men er door doelgericht ICT-toepassingen in te zetten, de zorg te verbeteren en efficiënter te maken. Het Expertisecentrum ICT toetste verleden jaar het ICTbeleid van het verpleeghuis. Studenten van Hogeschool Zuyd hebben samen met docenten binnen het E-ICT het ICT-beleid van Lückerheide van alle kanten bekeken. Wordt state-of-the art technologie gebruikt? Worden de mogelijkheden voldoende benut? Hoe zit het met juridische aspecten van cliënten? “We wilden onszelf testen of we op de goede weg zijn. Tegelijkertijd kwam er het aanbod vanuit de hogeschool. Beide vielen goed samen. Het is heel aardig als je ziet hoe de studenten zich hierin vastbijten en ons kritisch bevragen. Dat houdt je scherp”, zegt Math Gulpers, directeur.
BETERE ZORG Het verpleeghuis Lückerheide investeert veel in technologie en ICT. Directeur Math Gulpers denkt dat dit enerzijds het antwoord kan zijn op de groeiende zorgvraag door de vergrijzing. Anderzijds denkt hij daarmee de kwaliteit van zorg op een hoger peil te brengen. Neem het aspect bewegingsvrijheid: hekken zijn een oplossing om te voorkomen dat patiënten weg lopen. Maar met camera’s en akoestische bewakingssystemen, misschien in de toekomst zelfs een GPS-systeem, krijgen patiënten veel meer bewegingsvrijheid terwijl ze toch voortdurend op de bescherming kunnen rekenen die ze nodig hebben. Math Gulpers denkt dat technologie en ICT in de zorg meerdere doelen kunnen dienen. Aan de ene kant is er het probleem van de ontgroening, er zijn straks minder mensen beschikbaar die hulp en zorg kunnen bieden en de andere kant is de vergrijzing waar iedereen het over heeft. Daarnaast zal de vraag naar zorg zo sterk gaan groeien, dat lang niet al die mensen in verpleeghuizen opgenomen kunnen worden. En dat hoeft ook niet, denkt hij. Dankzij bewakingssystemen op afstand kunnen mensen veel langer in hun eigen, vertrouwde omgeving blijven. Een derde doel dat hij nastreeft, is de kwaliteit van leven van zijn cliënten te verbeteren. “Als we de ouderenzorg kunnen verbeteren met ICT, moeten we dat eveneens doen. Dat zijn we verplicht.”
91
92 Bijlage 1 | samenstelling Raad van Toezicht
5. Bijlage 1 | Samenstelling van de Raad van Toezicht in 2005
Naam
Functie
Nevenfuncties
Drs. J.W.E. Neervens (voorzitter)
voorzitter directieraad Stichting Pensioenfonds ABP
- Voorzitter Raad van Toezicht Hogeschool Zuyd - President Commissaris DELA - Lid Raad van Toezicht Universiteit Maastricht - Lid Raad van Commissarissen N.V. Nederlandse Spoorwegen - Lid Raad van Commissarissen Loyalis NV - Lid Bestuur Orlando-Festival - Lid Bestuur Stichting Instituut GAK - Voorzitter Raad van Advies Pensioen Bestuur & Management
Mr. S.W.M.J. Kuijer (vice-voorzitter)
lid Raad van Bestuur Academisch Ziekenhuis Maastricht
- lid Raad van Toezicht Hogeschool Zuyd - voorzitter Raad van Commissarissen Roda JC BV - diverse adviesfuncties
samenstelling Raad van Toezicht | Bijlage 1 93
Drs. W.G.J.M. Blind RA
- oud-voorzitter Kamer van Koophandel Zuid-Limburg - oud-voorzitter Raad van Bestuur SNS Bank Nederland
- lid Raad van Toezicht Hogeschool Zuyd - lid Raad van Toezicht Open Universiteit Nederland - vice-voorzitter Raad van Commissarissen Stienstra Holding NV - lid Raad van Commissarissen JansenHahnraths Group - vice-voorzitter Bestuur Stichting Bijzondere Woon- en leefomgeving Limburg - lid Bestuur Stichting Jumping Indoor Maastricht - lid Bestuur Stichting Jahnsen Hahnraths Foundation - voorzitter Bestuur Stichting Starterscoördinatie Maastricht - penningmeester Bestuur Stichting Universiteitsfonds Maastricht
Mr. J.J. Fransen van de Putte
directeur DSM Limburg
- lid Raad van Toezicht Hogeschool Zuyd - vice-voorzitter Limburgse Werkgevers Vereniging - lid Raad van Commissarissen FAVINI BV
Drs. L. Zwiers
algemeen secretaris Limburgse Werkgeversvereniging
- lid Raad van Toezicht Hogeschool Zuyd - lid Raad van Toezicht Rabobank Roermond - lid Raad van Toezicht Pepijn & Pauluskliniek Sittard - lid Dagelijks Bestuur Sociale Werkvoorziening Westrom Roermond - lid Raad van Toezicht ROC Arcus Heerlen - lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijs Midden-Limburg - secretaris Limburgs Centrum voor Personeel & Organisatie (PCL)
94 Bijlage 2 | Samenstelling College van Bestuur
Bijlage 2 | Samenstelling College van Bestuur
Naam
Nevenfuncties
mw. drs. Marianne Dunnewijk-Budé, voorzitter College van Bestuur
- lid Bestuur HBO-raad, portefeuilles gezondheidszorg en ICT - lid AB en DB Stichting SURF - lid Bestuur Vereniging Ontwikkelingsmaatschappij Parkstad Limburg - voorzitter Stichting Hora Est - lid bestuur Infonomics - lid bestuur Hogeschool Zuyd Contracting BV - lid bestuur Hogeschool Zuyd Detacheringen BV - voorzitter bestuur Stichting Hogeschool voor de Kunsten van Fontys en Zuyd - voorzitter bestuur Hoger onderwijs voor Volwassenen Limburg (HOVO )
ir. John Bijsmans, lid College van Bestuur
- vice-voorzitter AB en DB van Technocentrum Zuid-Limburg - voorzitter bestuur Stichting IHOL - lid bestuur Dubo-centrum - lid/vereffenaar Stichting EICT - penningmeester bestuur Infonomics - lid bestuur Hogeschool Zuyd Contracting BV - lid bestuur Hogeschool Zuyd Detacheringen BV
drs. Klaas van Mierlo, lid College van Bestuur
- lid stuurgroep Wellness gemeente Heerlen - lid stuurgroep Derde Leeftijd Parkstad Limburg
dr. Jos Willems, lid College van Bestuur
- lid bestuur VOR divisie Hoger Onderwijs (Vereniging voor Onderwijs Research - lid bestuur VUBM (Vereniging voor Bestuur en Management in het Hoger Onderwijs) - lid bestuur Hogeschool Zuyd Contracting BV - lid bestuur Hogeschool Zuyd Detacheringen BV - lid bestuur Stichting Studentenhuisvesting Maastricht - lid bestuur Stichting Hogeschool voor de Kunsten van Fontys en Zuyd
medezeggenschapsraad | Bijlage 3 95
Bijlage 3 | Medezeggenschapsraad De Hogeschool Zuyd kent een centrale medezeggenschapsraad alsmede deelraden voor de afzonderlijke organisatie-onderdelen. De centrale medezeggenschapsraad was in het verslagjaar als volgt samengesteld: • voor de geleding personeel: de heer Nico Foppen (voorzitter), de heer Jan Bertholet | de heer Ulrich Welter | de heer Han van de Staay | de heer Pierre Wielders | de heer Jack Claessen | mevrouw Marie-José van den Beuken | de heer Jo Nüsser en mevrouw Riet Voorbraak. • voor de geleding studenten: de heer Joost van Willigenburg. Toegetreden in 2005: de heer Rob Senden | mevrouw Petra Beckers, mevrouw Sima Seyed Zadeh | de heer Bart Willems | de heer Paul Sukel | de heer Tuur Thijssens en de heer Hiske Stalpers. Afgetreden in 2005: mevrouw Winnie-Nanda van Dijk | de heer DirkJan van Helmond | de heer Jos Pletzers | de heer Ralf Gijsbers | de heer René de Wit | de heer Peter van Helmond en mevrouw Anita Dirkx.
op het terrein van studenten • studentenmonitor 2005 • communicatie met studenten • studentenrelatiebeheersysteem Osiris • studentenstatuut en bijbehorende regelingen
De voornaamste onderwerpen die de centrale medezeggenschapsraad in 2005 behandelde waren:
op het terrein van personeel & organisatie • functiehuis • sollicitatieprocedure managers • totstandkoming faculteit Sociale Studies • overgang opleiding Creatieve Therapie naar Faculteit Ergotherapie • personeelsmonitor 2005 • verhuisbewegingen • Arbo-documenten
op het terrein van onderwijs & onderzoek • accreditaties • expertisecentra • verbreding bacheloropleidingen en invoering maior-/minorstelsel • Standaard Onderwijs en Examen Reglement • diverse samenwerkingsverbanden • programma’s Innovatieplan 2005-2008 Hogeschool Zuyd
op het terrein van materiële aangelegenheden • begroting 2005 en meerjarenbegroting • treasury statuut • omgang met beleidsreserves en exploitatieresultaten • budgetbewakingssysteem • doorbelasting huisvestingskosten • basispakketten ondersteunende diensten
96 Bijlage 4 | gegevens inzake personeel
Bijlage 4: Gegevens inzake personeel In onderstaande vier tabellen zijn de personeelsleden onderscheiden op basis van drie categorieën arbeidsovereenkomsten: • conform art. D-2 van de CAO: voor onbepaalde tijd (art. D-2) • conform art. D-3 van de CAO: voor bepaalde tijd met uitzicht op onbepaalde tijd (art. D-3) • conform art. D-4 / D-5 / D-6 van de CAO: voor bepaalde tijd / voortgezette dienstbetrekking / uitbreiding betrekking (art. D-4 t/m D-6) Personeelsleden bij werkgever Hogeschool Zuyd
Personeelsleden Verdeling onderwijsgevend / onderwijsondersteunend personeel onderwijsgevend personeel onderwijsondersteunend personeel Verdeling mannen en vrouwen mannen onderwijsgevend personeel mannen onderwijsondersteunend personeel vrouwen onderwijsgevend personeel vrouwen onderwijsondersteunend personeel
art. D-2 in fte’s 980,9
art. D-3 in fte’s 1,0
art. D-4 t/m D-6 in fte’s 54,7
totaal in fte’s 1036,6
totaal in personen 1302
581,1 399,8
1,0 0,0
35,1 19,6
617,2 419,4
803 499
395,8 213,4 185,3 186,4
1,0
16,0 11,1 19,2 8,5
412,7 224,5 204,5 194,9
512 236 291 263
art. D-2 in fte’s 19
art. D-3 in fte’s 13,8
art. D-4 t/m D-6 in fte’s 80,5
totaal in fte’s 113,1
totaal in personen 210
2,8 16,0
4,4 9,4
46,2 34,3
53,3 59,8
123 87
5,5 2,8 10,5
0,9 5,0 3,5 4,4
23,6 17,3 22,5 17,0
24,5 27,8 28,8 31,9
58 34 65 53
Personeelsleden bij werkgever BV Hogeschool Zuyd Contracting (gedetacheerd)
Personeelsleden Verdeling onderwijsgevend / onderwijsondersteunend personeel onderwijsgevend personeel onderwijsondersteunend personeel Verdeling mannen en vrouwen mannen onderwijsgevend personeel mannen onderwijsondersteunend personeel vrouwen onderwijsgevend personeel vrouwen onderwijsondersteunend personeel
gegevens inzake personeel | Bijlage 4 97
Externe deskundigen en gedetacheerden
Personeelsleden Verdeling onderwijsgevend / onderwijsondersteunend personeel onderwijsgevend personeel onderwijsondersteunend personeel
art. D-2 in fte’s 0,0
art. D-3 in fte’s 0,0
art. D-4 t/m D-6 in fte’s 11,7
totaal in fte’s 11,7
totaal in personen 66
9,9 1,9
9,9 1,9
62 4
Totaal aantal personeelsleden Hogeschool Zuyd
Personeelsleden Verdeling onderwijsgevend / onderwijsondersteunend personeel onderwijsgevend personeel onderwijsondersteunend personeel
art. D-2 in fte’s 999,7
art. D-3 in fte’s 14,8
art. D-4 t/m D-6 in fte’s 146,9
totaal in fte’s 1161,4
totaal in personen 1578
583,8 415,8
5,4 9,4
91,2 55,7
680,4 481,0
988 590
Interne doorstroming
Mobiliteit Hogeschool Zuyd inclusief BV Contracting (gedetacheerden)
Vertrokken personeelsleden in 2005 onderwijsgevend personeel ondersteunend personeel Nieuwe personeelsleden in 2005 onderwijsgevend personeel ondersteunend personeel
in fte’s 58,3 34,5 in fte’s 43,9 35,0
in personen 124 45 in personen 101 54
onderwijsgevend personeel ondersteunend personeel
in fte’s 15,3 25,7
in personen 21 27
98 Bijlage 4 | gegevens inzake personeel
Ratio medewerkers in vaste / tijdelijke dienst
Verdeling docenten en overig onderwijsgevend personeel ondersteunend personeel
In fte’s vast 1014,5 589,2 425,3
In fte’s totaal 1149,7 670,5 479,2
Ratio 88,2% 87,9% 88,8%
Leeftijd personeelsleden
Ziekteverzuim naar leeftijdscategorie
Leeftijdsopbouw mannen <= 30 31 - 40 41 - 50 51 - 55 56 - 60 61 - 65 vrouwen <= 30 31 - 40 41 - 50 51 - 55 56 - 60 61 - 65 Gemiddelde leeftijd mannen vrouwen totaal
onderwijsgevend personeel
ondersteunend personeel
totaal
24 66 200 124 131 24
26 38 106 50 43 7
50 104 306 174 174 31
56 75 108 71 40 4 onderwijsgevend personeel 49,1 43,7 47,0
32 87 112 49 30 5 ondersteunend personeel 46,3 43,6 44,8
88 162 220 120 70 9 totaal 48,2 43,6 46,2
Ziekteverzuimpercentage 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 64-99 totaal
mannen 0,24% 1,34% 3,51% 5,25% 5,38%
Vrouwen 4,25% 5,33% 5,66% 4,30%
totaal 0,15% 3,18% 4,34% 5,40% 5,14%
4,70%
5,13%
4,86%
Gemiddelde ziekteduur in dagen
mannen vrouwen totaal
onderwijsgevend personeel 18,97 19,98 19,35
ondersteunend personeel 15,65 13,55 14,43
totaal 17,67 16,15 16,94
gegevens inzake personeel | Bijlage 4 99
Personeelslasten
mannen
vrouwen
Totaal
01 - 04 05 - 08 09 - 10 11 12 13 14 - 15 16 - 18 01 - 04 05 - 08 09 - 10 11 12 13 14 - 15 16 - 18
Bezold.schaal onderwijsgevend personeel
Functieschaal onderwijsgevend personeel
23 38 121 364 23 4
25 40 317 178 12 2
6 78 117 150 3
7 78 213 53 3
927
928
Bezold.schaal ondersteunend personeel 39 118 30 7 22 24 25 6 58 206 20 5 11 9 5 1 586
Functieschaal ondersteunend personeel 42 116 32 13 15 25 22 6 59 206 22 6 8 8 5 1 586
Bezoldigingsschaal totaal
Functieschaal totaal
39 141 68 128 386 47 29 6 58 212 98 122 161 12 5 1 1513
42 141 72 330 193 37 24 6 59 213 100 219 61 11 5 1 1514
Gemiddelde personeelslast per fte
onderwijsgevend personeel € 67.633
ondersteunend personeel € 50.161
totaal personeel € 60.315
100 Bijlage 4 | gegevens inzake personeel
Enkele trends naar aanleiding van de gegevens inzake personeel: • het aantal personeelsleden (excl. externe deskundigen en externe gedetacheerden) is de laatste 4 jaren toegenomen:
jaar 2002 1362
jaar 2003 1409
jaar 2004 1505
jaar 2005 1512
• de ratio aantal docenten / totaal aantal personeelsleden (jn FTE) schommelt de laatste 4 jaren rond 60:
jaar 2002 60,0
jaar 2003 60,3
jaar 2004 59,6
jaar 2005 58,6
• de ratio aantal studenten / aantal docenten in FTE is de laatste 4 jaren licht gestegen:
jaar 2002 18,6
jaar 2003 18,8
jaar 2004 19,1
jaar 2005 19,3
• de gemiddelde leeftijd van personeelsleden is de laatste drie jaren ongewijzigd gebleven:
jaar 2002 46,9
jaar 2003 46,2
jaar 2004 46,2
jaar 2005 46,2
• het % vrouwen in de hogere functies is de laatste drie jaren niet gestegen:
categorie onderwijsgevend personeel in functieschalen 05 t/m 13 onderwijsgevend personeel in functieschalen 14 en 15 ondersteunend personeel in functieschalen 01 t/m 10 ondersteunend personeel in functieschalen 11 t/m 13 ondersteunend personeel in functieschalen 14 en 15 bestuur raad van toezicht
2003 37% 0% 58% 36% 15% 33% 20%
2004 38% 0% 58% 34% 14% 33% 20%
2005 38% 0% 60% 29% 19% 25% 0%
• het totaal % fte vrouwen in functies vanaf schaal 13 en hoger verdient in vergelijking met het landelijk beeld nog een inhaalslag:
Hogeschool Zuyd HBO landelijk
2002 14,1% 18,1%
2003 16,5% 19,4%
2004 17,1% 21,3%
2005 15,0% nog niet bekend
Bron: Management Informatie Systeem Hogeschool Zuyd en www.hbo-raad.nl
gegevens inzake personeel | Bijlage 4 101
CAO-overleg Van werknemerszijde werd er in 2005 aan het CAO-overleg van Hogeschool Zuyd deelgenomen door de Algemene Onderwijsbond (AOb), de Onderwijsbond CNV, de Centrale voor Middelbare en Hogere Functionarissen/ Nederlandse Federatie Tertiair Onderwijs (CMHF/NFTO) en de ABVAKABO FNV. In het verslagjaar vond dit overleg vijf maal plaats. Er werd overeenstemming bereikt over de volgende aangelegenheden: • splitsing van het overleg over de expertisecentra: reorganisatie bespreken met de medezeggenschapsraad en personele gevolgen bespreken met de CAO-partners • de te hanteren procedure inzake de bezwarencommissie • financiering van kinderopvang voor 1/6 gedeelte. Alleen financiering van ouderschapsverlof indien geen gebruik wordt gemaakt van kinderopvang. • continuering beleid 2004 inzake decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen: financiering van fiscale ruimte van reiskosten en toekenning van deze kostenbijdrage aan medewerkers. • personeelsplannen van organisatie-onderdelen (inclusief formatieplannen) voorleggen aan de deelraden. • over de functies, vastgesteld in het kader van het functiewaarderingssysteem (FUWASYS) niet opnieuw overleggen met de medezeggenschapsraad of met CAO-partijen. Wel zal de hogeschool de CAOpartijen informeren over het onderhoud van het nieuwe functiehuis.
In het CAO-overleg werd tevens van gedachten gewisseld over de volgende onderwerpen: • functieordening en behandeling van bezwaren terzake • besteding van decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen • kinderopvang • invoering van beoordelingssysteem • expertisecentra • samenbrenging opleidingen SPH in Sittard
102 Bijlage 5 | financiele kerngetallen
Besteding decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen 2005 Bijlage 5: Financiele kerngetallen Ouderenbeleid loopbaancentrum Zuydkompas ouderenbeleid lange termijn
Jongerenbeleid kinderopvang belastingvermindering
bezoldigd ouderschapsverlof
Alle leeftijden Arbo-preventie reiskosten woon werkverkeer
Raming 275.000 275.000 200.000 70.000
Realisatie 62.501 62.501 94.606
130.000
niet meer sinds 2005 94.606
120.000 250.000
24.772 119.379
2005
2004
49% 33% 42%
49% 33% 43%
3.271
3.324
98
101
exploitatie: baten per student: lasten per student: marge per student: marge per fte: materiele lasten per student: personele lasten per student:
7.884 7.856 28 332 2.101 5.592
7.762 7.666 95 1.105 2.128 5.367
omzet uit contractactiviteiten ontwikkeling derde geldstroom in %
3.506 4
3.372 -8
solvabiliteit: eigen vermogen in % vreemd vermogen eigen vermogen in % balanstotaal eigen vermogen in % totale lasten eigen vermogen per student liquiditeit: vlottende activa in % vlottende passiva
65.000 165.000 230.000
155.796 155.796
Budgetten
755.000
337.675
Beginbalans dotatie
-572.991 -349.960 -922.951 337.675 -585.277
totaal mutaties saldo voorziening
bedragen x € 1.000
Bron: Dienst Financieel Economische Zaken Hogeschool Zuyd
104 Bijlage6 | huisvesting
Bijlage 6: Huisvesting Overzicht m2 vloeroppervlakte 2005 locatie
status
gebouw
bruto m2
nuttig m2
HEERLEN Nieuw Eyckholt 300 6419 DJ
eigendom eigendom eigendom eigendom eigendom eigendom
Gebouwdeel A Gebouwdeel B Gebouwdeel C Gebouwdeel D Gebouwdeel E Gebouwdeel O Totaal Nieuw Eyckholt Hoeve Technohouse Totaal onderwijsruimte
7.724 9.772 8.093 9.788 2.527 137 38.041 778 1.356 40.176
6.575 6.213 4.333 6.749 1.520 102 25.492 562 1.139 27.193
1,17 1,57 1,87 1,45 1,66 1,35 1,49 1,48 1,19 1,48
Hoofdgebouw G-Gebouw Totaal onderwijsruimte Hoofdgebouw Sporthal Totaal onderwijsruimte
7.998 718 8.716 9.362 1.358 10.720
5.336 510 5.846 5.534 1.195 6.729
1,50 1,41 1,49 1,69 1,14 1,59
Tongersestraat 49a Herdenkingsplein Aretzvleugel Stuersgebouw Totaal onderwijsruimte Dienstwoning Totaal locatie
445 6.860 3.394 1.892 12.146
298 4.404 2.673 1.330 8.406
1,49 1,56 1,27 1,42 1,44
12.146
8.406
1,44
700
425
1,65
eigendom huur SITTARD Havikstraat 5 Sportcentrumlaan 35 MAASTRICHT Academie van Bouwkunst Academie voor Beeldende Kunsten
eigendom eigendom eigendom eigendom huur eigendom eigendom eigendom eigendom
CMD 2e fase
huur
Brusselsestraat 89
bruto/nuttig
huisvesting | Bijlage 6 105
locatie
status
gebouw
bruto m2
nuttig m2
Conservatorium
eigendom eigendom huur
Toneelacademie Brusselseweg
eigendom eigendom eigendom eigendom
Bonnefantenstraat Fr. Romanusweg Heksenstraat Totaal onderwijsruimte Lenculenstraat 31- 33 Hoofdgebouw Noviciaat Tuinhuis Totaal onderwijsruimte Dienstwoning Totaal locatie Guesthouse Kasteel Onderwijsgebouw Campusgebouw Technische Dienst Studentensociëteit Totaal onderwijsruimte Geulflat Jekerflat Kanjelflat Maasflat Totaal Stud.huisvesting Dienstwoning Guesthouse Totaal locatie
4.234 1.963 200 6.396 4.872 14.175 938 340 15.453 242 15.695 592 3.353 7.674 553 140 383 12.103 2.607 1.017 812 812 5.249 252 94 17.698
2.470 1.242 170 3.882 3.006 8.790 524 226 9.540
1,71 1,58 1,18 1,65 1,62 1,61 1,79 1,50 1,62
9.540 281 1.916 4.852 362 128 303 7.562 1.300 516 438 438 2.693
1,65 2,11 1,75 1,58 1,53 1,09 1,26 1,60 2,01 1,97 1,85 1,85 1,95
66 10.320
1,43 1,71
Totaal vloeroppervlak Hogeschool Zuyd
118.157
75.927
Totaal nuttige vloeroppervlak onderwijsruimte
111.727
72.887
eigendom Lambertuslaan 19 Hoge Hotelschool Maastricht
eigendom eigendom eigendom eigendom eigendom eigendom
Campus
eigendom eigendom eigendom eigendom eigendom eigendom
Bron: Dienst Vastgoedbeheer & Facilitaire Zaken Hogeschool Zuyd
bruto/nuttig
106 Bijlage 7 | jaarverslag vertrouwenspersonen ongewenste omgangsvormen
Bijlage 7: Jaarverslag Vertrouwenspersonen Ongewenste Omgangsvormen
Bij de totstandkoming van de Hogeschool Zuyd is een Commissie van Vertrouwenspersonen opgericht. Deze heeft tot doel het omgaan met en het voorkomen van ongewenste omgangsvormen in de hogeschool verder te professionaliseren. In 2005 waren 12 vertrouwenspersonen actief aan de Hogeschool Zuyd. Het streven is dat elke lokatie over minstens één vertrouwenspersoon beschikt. In de laatste vacature, aan de Academie Beeldende Kunsten/ Toneelacademie, zal per 1 januari 2006 worden voorzien. In het kader van voorlichting en preventie wordt jaarlijks voor alle eerstejaarsstudenten door de Stichting Educatief Theater een toneelstuk opgevoerd waarin de problematiek rond ongewenste omgangsvormen voor het voetlicht wordt gebracht. In 2005 is deze voorstelling door een vernieuwde organisatie met een geheel nieuwe inhoud en nieuwe acteurs opgevoerd. De reacties waren zeer positief.
De commissie heeft haar berichtgeving aan alle studenten en medewerkers over het werk van de vertrouwenspersonen in 2005 herhaald. Tevens heeft zij op de diverse lokaties affiches opgehangen. Voor studenten en medewerkers van de hogeschool is meer informatie over de vertrouwenspersonen te vinden op het intranet van de hogeschool via http://gedrag.hszuyd.nl Tot slot volgt hieronder het jaarlijkse overzicht van behandelde casus.
klacht melding consult
casus in 2005 student medewerker totaal
man vrouw man vrouw
1
1
13 12 4 5 34
4 2 3 9
onder- verwijzing steuning 3 2 7 4
10
6
jaarverslag college van beroep voor de examens en voor bijzonder onderwijs | Bijlage 8 107
Bijlage 8: Jaarverslag Colleges van beroep voor de examens en voor bijzonder onderwijs
Voor de rechtsbescherming van studenten en extraneï heeft het College van Bestuur op grond van de WHW (art. 7.60 en 7.68) een College van beroep examens en een College van beroep bijzonder onderwijs in het leven geroepen. Het College van beroep examens biedt rechtsbescherming tegen beslissingen over een beoordeling van het kennen en kunnen van een student die een examen of toets heeft afgelegd. Het College van beroep bijzonder onderwijs neemt kennis van alle beslissingen van het bestuur over inschrijving van (aanstaande) studenten en extraneï, alsmede over financiële ondersteuning van studenten. Beide colleges bestaan uit twee kamers met elk drie leden. Om een minimale juridische deskundigheid te waarborgen is bepaald dat de voorzitters moeten voldoen aan de eisen voor benoembaarheid tot rechter van een arrondissementsrechtbank. Om te verzekeren dat er in het college voldoende ervaring is met examineren is voorgeschreven dat het college (buiten de voorzitter) voor tenminste de helft bestaat uit docenten. Uitspraken van de colleges van beroep voor de examens en bijzonder onderwijs zijn voor partijen bindend.
Hieronder een overzicht van het aantal bij de colleges aangemelde zaken in de afgelopen jaren.
2002 25
2004 22
2003 41
De afhandeling van de aangemelde zaken in 2005 was als volgt: gegrond verklaard: ongegrond verklaard: vooraf een schikking getroffen: zaak ingetrokken: verwezen naar een andere instantie:
3 5 4 6 2
2005 20
108 Bijlage 9 | jaarverslag ombudsman
Bijlage 9: Jaarverslag Ombudsman De ombudsman is een onafhankelijk en onpartijdig persoon in Hogeschool Zuyd op wie studenten een beroep kunnen doen wanneer zij een klacht hebben over de hogeschool, de faculteit, de opleiding of de medewerkers. In het jaar 2005 werd 28 keer een beroep gedaan op de ombudsman, iets meer dan vorig jaar (25). Dit varieerde van ernstige klachten over de onderwijskwaliteit - waar een uitgebreid onderzoek uikomst moest bieden - tot kleine vragen om informatie. Studenten benaderden de ombudsman voor uiteenlopende zaken. Veel van de onderwerpen lagen op het gebied van communicatie en bejegening waaronder te weinig aandacht voor functiebeperkingen van studenten. Verder werd er nog al eens geklaagd over de toepassing van examen- en tentamenregelingen. Een derde veel voorkomend onderwerp was de onderwijsorganisatie waarbij met name de organisatie rondom stages vaker genoemd werd. In vier van de gevallen stelde de ombudsman een onderzoek in. In zes gevallen werd bemiddeld, in de andere gevallen werden studenten geadviseerd of doorverwezen.
Bij het behandelen van de zaken kwamen enkele verontrustende ontwikkelingen naar voren. Studenten blijken vaak bang te zijn voor negatieve gevolgen als uitkomt dat ze bij de ombudsman zijn geweest of gebruik hebben gemaakt van een andere klachtenregeling; het is gebleken dat die angst soms ook terecht was. Verder blijken (ernstige) klachten vaker voor te komen bij nieuw gestarte studierichtingen of differentiaties. De hogeschool heeft een inspanningsverplichting op zich genomen ten aanzien van studenten die de propedeuse hebben gehaald. Wanneer een student echter later in de opleiding alsnog onverhoopt tegenslag krijgt blijkt deze verplichting door opleidingen niet altijd serieus genomen te worden. Soms wordt de ombudsman ook ingeschakeld bij het omgaan met ‘lastige’ studenten of hun ouders. Aandacht en een onafhankelijke opstelling blijken hierbij belangrijk te zijn.
lijst van afkortingen | Bijlage 10 109
Bijlage 10: Lijst van afkortingen ABP ARBO AO/IC AOC ARBO CKV CROHO CRM CWI DUBO EDP ERP EU FTE FUWASYS HBO HEO HGZO HOVO HPO HSAO HTNO HRM IB Groep ICT
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds Arbeidsomstandigheden Administratieve organisatie / internal control Agrarisch opleidingencentrum Arbeidsomstandigheden Culturele en kunstzinnige vorming Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs Customer Relationship Management Centrum voor Werk en Inkomen Duurzaam bouwen Electronic Data Processing Enterprise Resource Planning Europese Unie Full Time Equivalent Functie Waarderings Systeem Hoger beroepsonderwijs Hoger Economisch Onderwijs Hoger Gezondheidszorgonderwijs Hoger Onderwijs voor Volwassenen Hoger Pedagogisch Onderwijs Hoger Sociaal-Agogisch Onderwijs Hoger Technisch Onderwijs Human Resources Management Informatie Beheer Groep Informatie- en communicatietechnologie
INK IHOL KNAW KUO MBO MIS MKB NQA NVAO NWO OCW OUNL PDCA P&C-cyclus ROC SKO SOML SPH UWV VBI VO VSNU WHO WHW ZKOO
Instituut voor Nederlandse Kwaliteit Infostructuur Hoger Onderwijs Limburg Koninklijke Academie van Wetenschappen Kunstonderwijs Middelbaar beroepsonderwijs Management Informatie Systeem Midden- en kleinbedrijf Netherlands Quality Agency Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (Ministerie van) Open Universiteit Nederland Plan – Do – Check - Act Planning- en controlcyclus Regionaal Opleidingencentrum Stichting Kennisontwikkeling Stichting Onderwijs Midden-Limburg Sociaal-pedagogische hulpverlening Uitvoeringsorganisatie voor reïntegratie en tijdelijk inkomen Validerende en beoordelende instelling Voortgezet onderwijs Vereniging van Universiteiten World Health Organization Wet op het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek Ziektekosten en inkomenstoeslag onderwijs- en onderzoekspersoneel
Redactie: Audit & Control Groep, Hogeschool Zuyd Interviews: Franc Coenen Publiciteit, Stein Fotografie: Wim Smeets (interviews) | Dierk Hendriks Artworx: Stoere Binken Design, Maastricht Drukwerk: SchrijenLippertzHuntjens, Voerendaal / Stein
HOGESCHOOL
Hogeschool Zuyd Postbus 550 6400 AN Heerlen www.hszuyd.nl
Z U YD
“HOGESCHOOL ZUYD is een kennisonderneming. Zij ontwerpt inspirerende, studentgerichte leeromgevingen voor initieel en post-initieel hoger beroepsonderwijs. De studiemogelijkheden die zij biedt zijn veelzijdig - qua inhoud en qua vorm. In haar nationaal en internationaal georiënteerde beroepsopleidingen legt de hogeschool de nadruk op kwaliteit en innovatie. Hogeschool Zuyd heeft een vitale functie voor de ontwikkeling van kennis, kunst en cultuur in haar omgeving - de Euregio. Zij verricht praktijkgericht onderzoek, ontwikkelt en verspreidt expertise. Zij functioneert binnen maatschappelijke netwerken en neemt deel aan cultuuruitingen voor diverse doelgroepen. De hogeschool is een flexibele organisatie, met aandacht voor mensen. Zij is inventief in het produceren van ideeën, effectief in het nastreven van toetsbare doelen”.
112 Hogeschool Zuyd | Profiel