Jaarstukken 2013 aarstukken 2013
Deel 1 Jaarverslag 2013
Inhoud AANBIEDINGSBRIEF COLLEGE ............................................................................ 3 FINANCIËLE INFORMATIE ...................................................................................... 5 LEESWIJZER .............................................................................................................. 9 Programma 1:
Veiligheid ................................................................................... 12
Programma 2:
Ruimte ........................................................................................ 15
Programma 3:
Samenleving ............................................................................. 24
Programma 4:
Beschikbare financiële middelen ........................................... 33
Programma 5:
Grondbedrijfsfunctie ................................................................. 36
Programma 8:
Bestuur ....................................................................................... 41
Programma 9:
Bedrijfsvoering .......................................................................... 44
PARAGRAAF LOKALE HEFFINGEN .................................................................... 46 PARAGRAAF WEERSTANDSVERMOGEN ........................................................ 48 PARAGRAAF FINANCIERING ............................................................................... 53 PARAGRAAF ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN ...................................... 57 PARAGRAAF VERBONDEN PARTIJEN .............................................................. 61 PARAGRAAF BEDRIJFSVOERING ...................................................................... 87 PARAGRAAF GRONDBELEID............................................................................... 92
2
AANBIEDINGSBRIEF COLLEGE Algemeen Het college biedt u de jaarstukken 2013 aan. Het jaar 2013 is een bewogen jaar geweest waarin veel is gebeurd. Het college is trots op de resultaten die behaald zijn. Het jaar 2013 was het jaar van: - De voorbereidingen voor de komst van de decentralisaties. - De voorbereidingen voor de overgang naar UW Samenwerking. - Minimalisering risico’s op de grondexploitaties. Decentralisaties In 2013 zijn de eerste stappen gezet om de decentralisaties in 2015 zo goed mogelijk op te kunnen vangen. Ook zijn de door het Rijk opgelegde bezuinigingen in het Sociale Domein voortvarend gerealiseerd. Organisatorisch is op elke decentralisatie een beleidsmedewerker aangesteld; belast met de voorbereidingen en is een zakelijke uitvoeringspartner gekozen voor de uitvoering van de diensten. Voor de Participatiewet is met de IASZ-gemeenten en Bodegraven-Reeuwijk gezamenlijk besloten om de kennis rond werk en inkomen te bundelen in een nieuwe organisatie Ferm Werk. Voor de WMO is in goed overleg afscheid genomen van de ambtelijke afdeling van de gemeente Woerden en is de uitvoering neergelegd bij de SWOM. Door deze organisatorische aanpassingen en nieuwe Montfoortse kaders voor het beleid zijn zowel de uitvoeringskosten als de cliëntgebonden kosten in lijn gekomen met de beschikbare middelen. UW Samenwerking Vanaf 1 januari 2014 is al het personeel overgegaan naar de GR UW Samenwerking. Een degelijke overgang vereist een investering in tijd. Door deze extra werkzaamheden heeft de organisatie onder druk gestaan maar desalniettemin zijn de planningen gehaald. Grondexploitaties Ondanks de economische malaise heeft een gedegen risicobeheersing op projecten ervoor gezorgd dat de financiële risico’s op projecten niet zijn toegenomen in 2013. Financiële ontwikkelingen De rekeningresultaten (inclusief budgetoverhevelingen) van de afgelopen jaren laten het volgende beeld zien: J aar
Res ultaat
Stor tingen
O nttr ek k ingen
Res ultaat
Budget-
Res ultaat
v oor mutatie
in
aan
na mutatie
ov er hev eling
na budget-
r es er v es
r es er v es
r es er v es
r es er v es
ov er hev eling
2009
-1.831.000
7.767.000
9.053.000
-545.000
-230.000
-775.000
2010
-1.610.000
1.604.000
2.879.000
-335.000
-44.000
-379.000
2011
429.000
2.375.000
1.823.000
-123.000
0
-123.000
2012
-72.000
3.958.000
4.026.000
-4.000
0
-4.000
2013
-1.928.000
1.113.000
2.968.000
-73.000
0
-73.000
3
De jaarrekening 2012 heeft een herstel laten zien van de financiële jaarresultanten. Het jaar 2013 laat echter weer een groter nadeel zien. In de bestuursrapportage 2013 stond de prognose zelfs nog iets negatiever. Het een en ander laat zien dat de begroting onder druk staat. De budgetten zijn over het algemeen toereikend voor de gestelde doelen, echter laat de financiële analyse toch een aantal overschrijdingen zien. Overschrijdingen waar de gemeente nauwelijks tot geen invloed op heeft, maar die wel een structureel effect hebben op het toch al grote structurele tekort van € 600.000,- vanaf 2015. Dit geeft een goed beeld van de moeilijke financiële situatie van de gemeente Montfoort (zoals zoveel gemeenten). Daarnaast blijkt uit bovenstaand overzicht dat de reservepositie in 2013 wederom verder terugloopt. Incidentele onttrekkingen ten laste van de reserve voor bijvoorbeeld het afboeken van boekwaarde van het Kompas, een knelpuntenbudget sociale domein en de vorming van een voorziening Revitalisering IJsselveld hebben het weerstandsvermogen verder onder druk gezet. Geconstateerd kan worden dat de gemeente de komende tijd moet focussen op: - een meerjarig, structureel sluitende begroting; - creëren van weerstandsvermogen.
Montfoort, 27 mei 2014 Burgemeester en Wethouders van Montfoort,
De heer F.J. Henseler
De heer E.L. Jansen BA
Gemeentesecretaris
Burgemeester
4
FINANCIËLE INFORMATIE Hieronder wordt een overzicht weergegeven van de totalen per programma, opgesplitst in primaire begroting, begroting na wijziging en de jaarcijfers (werkelijk) 2013.
Totalen per programma Lasten 1 Veiligheid 2 Ruimte 3 Samenleving 4 Beschikbare financiële middelen 5 Grondbedrijfsfunctie 8 Bestuur 9 Bedrijfsvoering Totaal Baten 1 Veiligheid 2 Ruimte 3 Samenleving 4 Beschikbare financiële middelen 5 Grondbedrijfsfunctie 8 Bestuur 9 Bedrijfsvoering Totaal Jaarresultaat
2013 primair 1.059.028 6.467.565 8.684.024 255.772 2.298.737 1.074.336 1.492.503 21.331.965
2013 na wijziging 1.059.028 6.503.240 9.128.273 259.272 2.507.977 1.074.336 1.821.852 22.353.978
2013 werkelijk 1.055.426 6.531.585 9.424.443 688.921 3.607.740 1.119.104 2.965.238 25.392.456
2013 primair 23.624 277.529 2.960.516 14.960.431 1.784.221 1.343.845 21.350.166
2013 na wijziging 23.624 227.529 2.957.516 14.960.431 1.838.461 2.258.845 22.266.406
2013 werkelijk 17.374 480.115 3.239.490 15.125.347 3.169.303 366 3.288.265 25.320.262
18.201
87.572-
72.195-
Grafisch zien de lasten en baten per programma er als volgt uit.
Lasten per programma 7%
5%
5% 1 Veiligheid
11% 30%
2 Ruimte 3 Samenleving
1%
4 Beschikbare financiële middelen 5 Grondbedrijfsfunctie 8 Bestuur 9 Bedrijfsvoering
41%
5
Baten per programma 0%
0%
1%
6% 14%
9%
1 Veiligheid 2 Ruimte 3 Samenleving 4 Beschikbare financiële middelen 5 Grondbedrijfsfunctie 8 Bestuur 9 Bedrijfsvoering
70%
Opbouw jaarresultaat In de afgelopen P&C documenten is aangegeven dat gemeenten het door de aankomende Rijksbezuinigingen de komende jaren financieel erg lastig gaan krijgen. De ruimte voor nieuwe investeringen en nieuw beleid zal beperkt zijn. De financiële analyse van deze jaarrekening laat deze ontwikkeling ook zien. Ondanks een lichte verbetering van het jaarresultaat laat het rekeningsaldo nog steeds een negatief beeld zien. De opbouw van primaire begroting tot begroting na wijziging is als volgt: Basis programmabegroting 2013-2016 (primair) Begrotingswijziging 13002 toetreden BSR Begrotingswijziging 13005 start realisatiefase project Blokland 4 -/Begrotingswijziging 13010 bestuursrapportage 2013 -/Begrotingssaldo na wijziging: -/-
€ € € € €
18.201,378,4.500,101.651,87.572,-
De in de eerste helft van 2013 geconstateerde tekorten met een structureel effect zijn in de basis van de kadernota 2014-2017 opgenomen en ook verwerkt in de vastgestelde programmabegroting 2014-2017. Over de tweede helft van 2013 zijn een aantal nieuwe effecten geconstateerd. De structurele effecten zullen in de meerjarenraming van de bestuursrapportage 2014 meegenomen worden. Als onderdeel van de bestuursrapportage wordt dit automatisch meegenomen in de opstelling van de programmabegroting 2015-2018 die uw raad in november 2014 ter vaststelling aangeboden krijgt. Het jaarresultaat ziet er hierdoor als volgt uit: Primaire begroting Begroting na wijziging Positieve afwijkingen jaarrekening Jaarresultaat 2013 (negatief)
-/-/-
€
18.201,-
€ € €
87.572,15.377,72.195,-
6
Financiële analyse De structurele afwijkingen zijn: Leges omgevingsvergunning Secretarieleges (rijbewijzen, enz.) Leerplicht Totaal aan afwijkingen (negatief) De incidentele afwijkingen zijn: Cliëntgebonden kosten Wmo Gebundelde uitkering (I-deel) Frictiekosten Wmo (afkoop IASZ) Gebouwenbeheer ODRU Personeel ICT Rente Diverse kleinere posten Totaal aan afwijkingen (positief)
-/-/-/-/-
-/-/-/-/-/-
€ € € €
70.000,15.000,25.000,110.000,-
€ € € € € € € € € €
197.000,50.000,50.000,75.000,61.000,154.000,88.000,214.000,92.000,125.000,-
Structurele afwijkingen Door teruglopende inkomsten op de omgevingsvergunningen moeten de inkomsten structureel bijgesteld worden. Ook de opbrengsten secretarieleges (voornamelijk de rijbewijzen) blijven achter. Ook hier moeten we structureel bijstellen. In de toekomst (over 5 jaar) zal dit mogelijk nog verder bijgesteld moeten worden, omdat de levensduur van reisdocumenten van 5 naar 10 jaar is toegenomen. In 2012 heeft u een informatienota ontvangen over de leerplicht. Gebleken is dat hierin een onjuist financieel overzicht weergegeven. Het budget voor leerplicht moet met € 25.000,- structureel bijgesteld worden. Incidentele afwijkingen Door beleidsaanpassingen zijn de cliëntgebonden kosten Wmo fors lager dan geraamd. Hetzelfde geldt voor de gebundelde uitkering. Door de komst van de decentralisaties kunnen deze onderschrijdingen niet als structureel gezien worden, omdat deze ruimte in de bestaande budgetten nodig is om de kortingen op de nieuwe taken op te kunnen vangen. Omdat we afscheid van Woerden (IASZ) hebben genomen, hebben we een éénmalige afkoopsom moeten betalen van € 50.000,-. Op gebouwenbeheer is door achterblijvende huurinkomsten op het zalencentrum de Vaart en de Hoflandschool en fors hogere energiekosten op de Brede Vaart een overschrijding ontstaan van € 75.000,-. BeauMont is samen met de gemeente en de gebruikers aan het kijken naar structurele oplossingen. In 2013 heeft de ODRU extra kosten in rekening gebracht. Hierover bent u al geïnformeerd. De extra kosten hebben betrekking op afrekening exploitatie 2012 (€ 23.000,-), afrekening exploitatie 2013 (€ 45.000,-) en afrekening uren 2013 (€ 9.000,-). In de algemene uitkering is in 2012 een bedrag van € 16.000,- ontvangen vanwege transitiekosten vorming RUD. In de jaarrekening 2012 is dit als balanspost weggezet en valt nu vrij ter dekking van een deel van de overschrijding. Per saldo een overschrijding van € 61.000,-. Op personeel is door extra werkzaamheden betreffende de GR UW Samenwerking en de decentralisaties een overschrijding ontstaan. Er is gekozen om met eigen personeel de bedrijfsvoering van UW Samenwerking in te richten. Hierdoor ontstonden knelpunten op reguliere werkzaamheden waardoor incidentele inhuur benodigd was. Daarnaast zijn kosten ge-
7
maakt voor medewerkers die niet mee konden bewegen met de nieuwe organisatie en hiervan hebben we afscheid genomen. Met de jaarrekening 2012 is nog een extra uitkering (€ 57.000,- WGA premies) in de reserve personele knelpunten gestort. In overleg met de auditcommissie wordt gekeken of dit bedrag als dekking ingezet kan worden. Met de overgang van de ICT hosting van Centric naar IJsselstein hebben we een kwartaal dubbele hostingskosten gehad. Met Centric is een deal gesloten dat we in plaats van het gehele jaar nog één kwartaal moesten betalen. Daarnaast heeft de migratie nog extra kosten met zich meegebracht wat in een totale incidentele overschrijding resulteert van € 88.000,-. Rente op projecten wordt niet geraamd in de begroting. Deze inkomsten uit rekenrente kunnen ingezet worden om eventuele kortlopende leningen af te sluiten. Doordat er nog geen noodzaak is geweest extra kort geld aan te trekken en de rente op dit moment erg laag staat is er een incidenteel voordeel op rente ontstaan. Voor de verdergaande financiële analyse wordt verwezen naar deel II van de jaarstukken. Indeling jaarstukken De jaarstukken zijn opgedeeld in twee documenten te weten: Deel I Programmaverantwoording en paragrafen (beleidsverantwoording) Deel II Programmarekening en balans (financieel technisch) Deel I: Programmaverantwoording en de paragrafen (jaarverslag) Deel I geeft antwoord op de vraag of de doelen uit de programmabegroting binnen de door de raad vastgestelde kaders zijn gehaald. Op clusterniveau wordt beschreven wat in 2013 is bereikt, wat daarvoor gedaan is en wat het in totaal gekost heeft om dat alles te bereiken. Daarnaast wordt in de paragrafen een doorkijk gegeven van de belangrijkste beleidsmatige onderwerpen. Deel I is het document voor de behandeling in het forum en de raad om te discussiëren of de gestelde prestaties en effecten zijn behaald binnen de daarvoor gestelde kaders. Daarnaast of dit de koers is die de raad wil blijven voeren. Deel II: Programmarekening en de balans (jaarrekening) Deel II geeft gedetailleerde financiële informatie weer. Als eerste worden per programma de belangrijkste verschillen met de begroting inzichtelijk gemaakt. Als tweede wordt de balans weergegeven inclusief een aantal bijlagen. Deel II is het document voor de behandeling in de auditcommissie, voor het stellen van financieel technische vragen.
8
LEESWIJZER De jaarstukken bestaan uit de volgende onderdelen: Deel I Jaarverslag Programmaverantwoording Paragrafen Deel II Jaarrekening Programmarekening, inclusief analyse en balans Bijlagen Eenduidigheid tussen de jaarstukken en de programmabegroting Programmabegroting Jaarstukken
Beleidsbegroting
Jaarverslag
- Programmaplan - Paragrafen
- Programmaverantwoording - Paragrafen
Financiële begroting
Jaarrekening
- Overzicht van baten en lasten - Uiteenzetting financiële positie
- Programmarekening - Balans
Het jaarverslag is de tegenhanger van de beleidsbegroting en de jaarrekening is de tegenhanger van de financiële begroting. Voor deze indeling is gekozen om de opzet van de jaarstukken parallel te laten lopen met die van de begroting. De analogie tussen begroting en jaarstukken is essentieel. De verantwoording volgt zodoende de begroting op de voet om adequaat te kunnen volgen wat er van de voornemens is terechtgekomen. Hier uit blijkt het principe “rekening volgt begroting”. Jaarverslag Het jaarverslag is in een politieke omgeving bij uitstek dé plek om te evalueren wat er van de beleidsvoornemens is terechtgekomen. In de programmabegroting werd per cluster de actuele ontwikkeling op het betreffende cluster weergegeven. Per programma en per cluster werden de geraamde lasten en baten van het betreffende programma en cluster weergegeven. In het jaarverslag worden per cluster de vermeldenswaardige bereikte effecten weergegeven. Per programma worden de werkelijke lasten en baten van het betreffende programma weergegeven. De werkelijke lasten en baten per cluster zijn in deel 2 Jaarrekening opgenomen. Naast een evaluatie van de bereikte effecten die in de programmaverantwoording is opgenomen vindt er ook een verantwoording plaats over beheersmatige aspecten. Dat onderdeel van de verantwoording vindt eveneens zijn weg in het jaarverslag, maar dan vooral in de paragrafen. De begrotingsparagrafen bevatten immers beleidskaders (randvoorwaarden) ten aanzien van het te voeren beheer, de jaarverslagparagrafen bevatten de corresponderende verantwoordingen. Programmarekening In de programma’s wordt verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid. In het onderdeel programmarekening wordt financiële verantwoording afgelegd. Hieronder kunt u een analyse vinden van het rekeningresultaat, evenals de balans. Bijlagen Onder de bijlagen zijn diverse aanvullende overzichten opgenomen.
9
10
Programma’s
11
Programma 1:
Veiligheid
Programma 1 bestaat uit de volgende clusters: Cluster 1.1 Brandweer Cluster 1.2 Overige veiligheid Programma 1 Veiligheid Totaal Lasten Structureel Incidenteel Totale lasten Baten Structureel Incidenteel Totale baten Saldo structureel Saldo incidenteel Totaal budget programma
Begroting 2013 primair
Begroting 2013 na wijziging
1.049.028 10.000 1.059.028
1.059.028 1.059.028
1.059.028 3.6021.055.426
03.602 3.602
23.624 23.624 1.025.404 10.000 1.035.404
23.624 23.624 1.035.404 1.035.404
23.624 6.25017.374 1.035.405 2.648 1.038.053
0 6.250 6.250 12.6482.649-
Realisatie 2013
Verschil
12
Cluster 1.1 Brandweer De volgende onderwerpen zijn onderdeel van dit cluster: 1.1.1. Brandweer 1.1.1. Brandweer De brandweerzorg wordt voor de gemeente Montfoort verzorgd door de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Slechts op de lokale taken heeft de gemeente invloed. De andere taken zijn wettelijk voorgeschreven. Op de bedrijfsvoering heeft de gemeente invloed binnen de kaders van de gemeenschappelijke regeling, waarin de meerderheid van stemmen beslissend is. De opkomsttijden zijn zeer goed in Montfoort. Bij branden met een prioriteit 1 werd in alle gevallen de wettelijke opkomsttijd gehaald. De in 2013 aan de VRU opgelegde taakstelling van 5% structureel is in de begroting van de VRU verwerkt.
13
Cluster 1.2 Overige veiligheid De volgende onderwerpen zijn onderdeel van dit cluster: 1.2.1. Rampenbestrijding 1.2.2. Criminaliteitspreventie/politie 1.2.3 Diverse wetten inzake openbare orde en veiligheid 1.2.2.
Criminaliteitspreventie/politie
Buitengewoon opsporingsambtenaar Eind juni 2013 is de buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) voor gemiddeld 12 uur per week aan de slag gegaan. Hij doet zijn surveillances op verschillende dagen afwisselend in Montfoort en Linschoten. Met hem is afgesproken zich in te zetten op het onjuist parkeren (inclusief parkeerexcessen met aanhangers en caravans), winkeluitstallingen, het aanlijngebod voor hondenbezitters, de opruimplicht hondenpoep, het dumpen van afval en illegaal inzamelen. Tot het einde van het jaar 2013 heeft de BOA 166 waarnemingen gedaan en 97 meldingen ontvangen, waarbij sprake was van een met de regels strijdige situatie in de openbare ruimte. De meeste van deze waarnemingen en meldingen (160) hadden betrekking op overlast gevende voertuigen. In de tweede plaats ging het om overlast van jongeren (40 gevallen). De meeste signaleringen (159) hadden betrekking op de binnenstad van Montfoort. Tot eind oktober heeft de BOA alleen waarschuwingen kunnen uitdelen. Vanaf 1 november 2013 heeft hij ook verbaliserend opgetreden. De bekeuringen worden geïnd door het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden. Per uitgeschreven bekeuring ontvangt de gemeente een vergoeding van € 25,-. Met het vaststellen van de programmabegroting 2014 – 2017 is een budget van € 25.000,beschikbaar gesteld voor het inzetten van de BOA vanaf 2014 voor 20 uur per week. 1.2.3.
Diverse wetten inzake openbare orde en veiligheid
Drank- en Horecawet Met ingang van 1 januari 2013 is de gewijzigde Drank- en Horecawet (DHW) in werking getreden. De voornaamste wijziging is, dat het toezicht op de naleving van de wet een taak van de gemeente is geworden. Die taak lag tot dan toe bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Met de overheveling van deze taak naar de gemeente is geen uitvoeringsbudget meegekomen. De wet verplicht gemeenten voor 31 december 2013 een vastgestelde Dranken Horecaverordening te hebben. Op 19 december 2013 heeft de gemeenteraad de Dranken Horecaverordening Gemeente Montfoort vastgesteld. De burgemeester is het bevoegd gezag voor het toezicht en handhaving van de Drank- en Horecawet. In 2013 is het kader voor het toezicht en handhaving op naleving van de wet ontwikkeld in de vorm van een “Sanctietabel Drank- en Horecawet”. Deze is door de burgemeester op 7 januari 2014 vastgesteld. Met de gemeente IJsselstein is een convenant “samenwerking Boa’s DHW” afgesloten. Met het vaststellen van de Sanctietabel DHW en het afsluiten van het convenant is de gemeente Montfoort geëquipeerd om het toezicht en handhaving op de naleving van de Drank- en Horecawet vanaf begin 2014 te gaan uitvoeren. Naast de GR UW-Samenwerking wordt in regionaal verband (tussen de gemeenten van het politiedistrict West-Utrecht) ook gestreefd naar samenwerking in personele inzet voor toezicht en handhaving (naast het opstellen van een uniforme sanctiestrategie). De organisatie van de regionale “uitwisselingspool toezicht” is nog in voorbereiding.
14
Programma 2:
Ruimte
Programma 2 bestaat uit de volgende clusters: Cluster 2.1 Groen Cluster 2.2 Grijs Cluster 2.3 Ruimtelijke ordening Cluster 2.4 Kostendekkende heffingen Programma 2 Ruimte Totaal Lasten Structureel Incidenteel Totale lasten Baten Structureel Incidenteel Totale baten Saldo structureel Saldo incidenteel Totaal budget programma
Begroting 2013 primair
Begroting 2013 na wijziging
Realisatie 2013
5.998.865 468.700 6.467.565
5.998.865 504.375 6.503.240
5.998.865 532.720 6.531.585
0 28.34528.345-
208.431 271.684
69.097 321.684-
480.115 5.790.433 261.036 6.051.469
252.58769.096293.339 224.243
277.529 277.529 5.721.336 468.700 6.190.036
277.529 50.000227.529 5.721.336 554.375 6.275.711
Verschil
15
Cluster 2.1 Groen De volgende onderwerpen zijn onderdeel van dit cluster: 2.1.1. Natuur & landschap 2.1.2. Openbaar groen 2.1.1.
Natuur & landschap
Streekeigen landschap en erven In Blokland broeden de meeste paartjes steenuilen. De aanleg van woningbouw en het doortrekken van de Wederiksingel verstoort hun biotoop. Met een budget uit het project Wederiksingel worden nieuwe nestplekken gerealiseerd, biotopen verbeterd en informatie verstrekt aan bewoners. Groene erven is een belangrijke stimulans voor de kwaliteit van de leefomgeving. Een informatieavond over groene erven werd door 60 personen bezocht. Samen met boeren en particulieren konden zes streekeigen erven gerealiseerd worden. Dit omvat 40 knotbomen, 30 hoogstam fruitbomen, 25 laanbomen en 400 meter hagen en struweel. Elders in de gemeente zijn nog 3 streekeigen erven aangelegd en in het buitengebied zijn 13 nestkasten voor uilen opgehangen. De boomgaard Cromwijk te Linschoten is opnieuw gesnoeid. De knotgroep Lopikerwaard en knotgroep Linschoten hebben steun ontvangen voor materiaal en opleiding.
Projecten Voor de voormalige stortplaats Mastwijk is samen met Molenadviesbureau Paul Groen een ontwerp opgesteld. Met NV Afvalzorg is gewerkt aan een inrichtingsplan voor het toekomstige, extensieve recreatie- en natuurgebied. Samen met de Natuur en Milieufederatie Utrecht is een compensatieplan opgesteld voor Heeswijk 120. Dit plan behelst, dat 6 tot 8 hectare aan grienden op de voormalige stortplaats aangelegd gaan worden. De oogst van deze grienden komt ten goede aan het toekomstige recreatie- en natuurgebied. De vroegere Griendcultuur van de Hollandse IJssel komt daarmee terug op een moderne manier. Ook wordt hiermee een deel van de inrichtings- en beheerkosten gedekt. Bij de rotonde Willeskop is grond afgegraven om een bloemrijke, natuurlijke entree van de Lopikerwaard te realiseren. Hierbij is samengewerkt met de provincie. Het plan IJsseloord van de bewoners- en belangengroep is per amendement opgenomen in de Provinciaal Ruimtelijke Structuurvisie. Onderdeel van dit plan is een circa 4 hectare groot natuurlijk landschappelijk park.
Natuur rondom Beloken Land De meest streekeigen natuureducatie die je kunt bedenken krijgen Montfoortse en Linschotense kinderen bij het Beloken Land. Ongeveer 30 schoolklassen (600 kinderen) uit Montfoort en Linschoten zijn er in 2013 geweest en ze komen in hun lagere school loopbaan terug. Groep 3/4 doet het boerenerf; groep 5/6 het landschap en groep 7/8 de eendenkooi. Een Weidevogel Wellness is aangelegd op het land van twee broers. In samenwerking met de agrarische Natuurvereniging en het Streekfonds zijn maatregelen als plas-dras, uitgestelde maaidatum en glad kievitenland gefinancierd. Hierdoor zijn het aantal broedparen van tureluur, grutto en kievit sterk uitgebreid (40-60% meer). Veel mensen hebben hiervan kunnen genieten vanuit een kijkhut aan de Bloklandse kade. Het Streekfonds heeft vooral gezorgd voor een nieuwe marketing en rondleidingen in samenwerking met de boer.
16
Samenwerking Utrechtse Waarden Er is een inspiratievaart over de Hollandse IJssel van Oudewater naar IJsselstein georganiseerd met organisaties en betrokken ondernemers om de rivier weer een kwalitatief hoogwaardige entree van ons gebied te laten zijn. De resultaten geven richting aan het samen nadenken over de rivier van de toekomst en aan uitvoeringsprojecten. Met het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden als nieuwe eigenaar zijn er nieuwe mogelijkheden. Door het uitvoeringsteam is meegewerkt om de streekprojecten “Spelt streekproduct” en “Bouwpakket broedkorf” te ontwikkelen en te lanceren. Het team heeft een boer gezocht waar het spelt verbouwd kan worden en veel ondernemers uit het gebied samengebracht om te malen en te bakken. Twee bakkers, een koekfabriek en een molen uit Montfoort doen mee in dit project. Het bouwpakket broedkorf is een wilgentenen korf die iedereen kan vlechten. In samenwerking met het bedrijfsleven worden blauwe broedbakken op het Beloken Land vervangen door deze authentieke korven. Het uitvoeringsprogramma De Utrechtse Waarden 2014-2017 is in alle raden van de gemeenten Lopik, Oudewater, Montfoort, IJsselstein en het college van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) besproken. De gemeenteraad van Montfoort heeft dit uitvoeringsprogramma op 16 december 2013 vastgesteld. Het uitvoeringsprogramma zet sterk in op het faciliteren van waardevolle initiatieven van ondernemers en de gemeenschap. Het doel is om een bijzonder woon-, werk- en leefklimaat op het platteland te houden. Jaarlijks is een investeringsbudget beschikbaar voor de thema’s traditie, water, identiteit, economie en techniek. Waar mogelijk wordt aangehaakt bij projecten van de provincie als er synergie is op de inzet van mensen of middelen. De subsidietrajecten “Halte Stad en Land” en het “Hollandse IJsselpad” zijn afgerond. Deze projecten zijn gerealiseerd met 25% geld van de Utrechtse Waarden gemeenten en 75% ander overheidsgeld. 2.1.2. Openbaar groen In het afgelopen jaar zijn er een aantal verschuivingen geweest in de onderhoudsplanning. De bestekken maaien/knippen zijn opnieuw aanbesteed. De chemische onkruidbestrijding is opgenomen in dit nieuwe bestek. Het onderhoud van het gemeentelijk bomenbestand en de beplantingen is door de eigen buitendienst uitgevoerd. Ter herinnering aan koningsdag op 30 april jl. zijn er in Montfoort en Linschoten koningslindes geplant. Daaromheen is een smeedijzeren hekwerk geplaatst.
17
Cluster 2.2 Grijs De volgende onderwerpen zijn onderdeel van dit cluster: 2.2.1. Wegen, straten, pleinen en bruggen 2.2.2. Verkeersmaatregelen 2.2.3. Water 2.2.4. Speelplaatsen (beleid en beheer) 2.2.1.
Wegen, straten, pleinen en bruggen
Wegen Op 23 september 2013 is door de gemeenteraad het wegenbeheerplan 2012 – 2016 vastgesteld. Op basis van de gegevens uit dit beheerplan 2012 – 2016 zijn in 2013 de laatste wegvakken van de Waardsedijk geasfalteerd. Zodoende is de Waardsedijk vanaf de rotonde tot aan de gemeentegrens met Oudewater, tussen 2010 en 2013, voorzien van een nieuwe deklaag. In overeenstemming met het wegenbeheerplan is de Schoutstraat geheel herstraat en zijn diverse trottoirs op de Stadhouderslaan, Muskeijnplantsoen en Schepenenstraat opnieuw betegeld.
Linschoten Noord Alle opmerkingen vanuit het overleg met de inwoners, klankbordgroep en huiskamerbijeenkomsten zijn zoveel mogelijk verwerkt in een definitief ontwerp, dat in oktober 2013 door het college van Burgemeester en Wethouders is vastgesteld. Met de nutsbedrijven zijn afspraken gemaakt over het vervangen van oude kabels en leidingen. Daarnaast is met het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) overleg geweest over de verandering van het rioolstelsel en de capaciteit van de achterliggende polder voor het direct afvoeren van het regenwater, dat voortaan rechtstreeks op de omliggende sloten geloosd gaat worden. Met de provincie Utrecht is overleg geweest over de mogelijkheden voor het aanbrengen van een extra tijdelijke ontsluiting op de N204 tijdens werkzaamheden op de Van de Valk Boumanstraat. De toestemming voor de aanleg van de tijdelijke ontsluiting is in februari 2014 verkregen.
Rotonde Blokland In overleg met de provincie is de planvorming voor de aanleg van een rotonde bij de kruising Blokland en N204 gestart. Volgens de huidige planning zal de aanleg in de 2 e helft van 2015 kunnen starten. De gemeentelijke bijdrage is vastgesteld op € 260.000,- en komt ten laste van de algemene reserve. De raad heeft hiertoe op 1 juli 2013 besloten. De overeenkomst tussen de gemeente Montfoort en de provincie Utrecht voor aanleg, beheer en onderhoud is door beide partijen ondertekend.
Kunstwerken (bruggen) De schade aan de leuning van de brug aan de Willeskopperpoort ten gevolge van een aanrijding is hersteld. De herstelkosten zijn door de verzekering van de schadeveroorzaker uitgekeerd. In overeenstemming met het kunstwerkenbeheerplan is bij een zevental kunstwerken de bovenbouw geconserveerd. Tevens zijn aan negen kunstwerken technische onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd.
18
In mei/juni 2013 zijn aan de schutsluis in de Montfoortsevaart nabij het IJsselplein diverse onderhoudswerkzaamheden verricht. Het betreft baggerwerkzaamheden ter hoogte van de sluisdeuren, het onderhouden van mechanische onderdelen en het voegen van de gehele sluiskolk. 2.2.2.
Verkeersmaatregelen
Traject Lindeboomsweg - Mastwijkerdijk - Achthoven-West In 2012 zijn er maatregelen getroffen op dit traject om het doorgaande verkeer te ontmoedigen en de gereden snelheden te verlagen. Omwonenden hebben het gevoel dat er minder vrachtverkeer is dan voorheen. Over het snelheid verlagende effect is men verdeeld. Eind 2013 zijn er tellingen gehouden. Helaas zijn deze niet geheel op dezelfde wijze en over dezelfde periode van het jaar gehouden als de 0-metingen voorafgaande aan de maatregelen. De controlemetingen zullen in juni 2014 worden herhaald om een beter beeld van de effecten te kunnen krijgen. Eind 2013 zijn op diverse geplaatste obstakels door zonnecellen gevoede attentielampen/reflectoren geplaatst om de zichtbaarheid bij duisternis te vergroten, voornamelijk voor langzaam verkeer (matige verlichting waardoor enkel reflectoren onvoldoende effect hebben). Begin 2014 zullen de maatregelen worden geëvalueerd samen met het buurtcomité. In de loop van 2013 zijn op diverse locaties spontaan nieuwe uitwijklocaties ontstaan. Met het resterende budget zullen deze locaties van (berm)verharding worden voorzien. Op de Lindeboomsweg zullen maatregelen worden genomen waardoor ook twee grote voertuigen elkaar daar kunnen passeren.
Parkeerschijfzone binnenstad Montfoort In 2013 is een ontwerpverkeersbesluit genomen. Daarop zijn een zestal zienswijzen binnengekomen. Op basis hiervan is besloten tot het gefaseerd doorvoeren van het raadsbesluit. Op het verkeersbesluit voor de eerste fase zijn tot op heden drie beroepsschriften ingediend bij de rechtbank. Wat dit voor de parkeerschijfzone gaat betekenen is dit moment nog niet bekend? Voor de invoering van de zone zullen kosten moeten worden gemaakt ten behoeve van de aanduiding van de parkeervakken en de benodigde bebording. Deze kosten zullen worden gedekt uit het parkeerfonds. In de eerste fase is nog niet uitgegaan van de aanleg van langparkeerplaatsen buiten de binnenstad.
Industrieterrein IJsselveld Bij de revitalisering van het industrieterrein is de parkeercapaciteit afgestemd op de vraag. Door vervolgens een parkeerverbodszone in te stellen voor het gehele terrein is parkeren op straat niet meer toegestaan. Hierdoor is een veel rustiger straat- en verkeersbeeld ontstaan.
Fietspad IJsselkade De komst van dit fietspad maakte het noodzakelijk om de bebouwde kom te verplaatsen tot nabij de Reinaldaweg. Ook de bewegwijzering voor het fietsverkeer zal nog moeten worden aangepast aan de nieuwe situatie.
Parklaan Vanwege de tijdelijke locatie van de basisschool Het Kompas is het helaas noodzakelijk gebleken om verkeersmaatregelen te nemen ter regulering van het parkeergedrag van de brengende en halende ouders. De directie van de school kreeg de ouders niet zover om uit eigen beweging verder weg te parkeren (bij de sporthal). Het ingestelde stopverbod tijdens de
19
breng- en haaltijden zal van kracht blijven zolang de noodlocatie in gebruik blijf (na Het Kompas volgt de De Heeswijkschool).
Julianalaan Enkele bewoners van Monta Rosa hebben verzocht om de aanleg van een trottoir tussen Monta Rosa en de aansluiting van de Lieve Vrouwegracht. Dit verzoek vormde de aanleiding voor een nader onderzoek naar de verkeerssituatie ter plaatse. Een duidelijke entree van de binnenstad ontbreekt en de bestaande in-/uitrit van het parkeerterrein bij de Emté leidt nogal eens tot moeilijke situaties. In 2014 zal met een voorstel richting de raad worden gekomen.
Uitbreiding 30 km/h-zone Linschoten In vervolg op de aangepaste verkeersituatie bij de scholen op de Laan van Rapijnen is in overleg met de bewoners afgesproken de 30 km/h-zone uit te breiden tot aan de Van Rietlaan aan de noordzijde en de Veldzichtlaan aan de zuidzijde. De technische uitwerking van de overgang van 50 km/h op de Van Rietlaan naar de 30 km/h-zone op de Laan van Overvliet is complex vanwege de fietsroute naar Woerden. We verwachten in 2014 de uitbreiding van de zone te voltooien. 2.2.3.
Water
Baggeren In september 2013 is het baggerplan 2013 - 2022 vastgesteld. De bestemmingsreserve baggeren voor het baggeren van de watergangen is omgevormd naar een voorziening.
Beschoeiingen Montfoort In Montfoort is in de wijken Tabakshof en Hofland circa 300 m¹ beschoeiing vernieuwd. Taluds Engherzandweg, Noord Linschoterdijk en Korte Linschoten westzijde Het deel waar werkzaamheden in 2012 zijn uitgevoerd is inmiddels weer opengesteld voor bestemmingsverkeer en is een breedtebeperking van kracht. Er wordt nog steeds overleg gevoerd met het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en de gemeente Oudewater. In de gemeente Oudewater is dezelfde problematiek aanwezig. Op dit moment wordt door de gemeenten Montfoort en Oudewater getracht tot een oplossing te komen samen met het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. In 2014 is de besluitvorming afgerond om weer circa 1100 m¹ aan te pakken. Deze werkzaamheden zijn noodzakelijk omdat hier de verkeersveiligheid in het geding is. 2.2.4. Speelplaatsen ( beleid en beheer) Op 4 februari 2013 is door uw raad het speelbeleidsplan 2013 – 2017 vastgesteld. Ter ere van Koningsdag zijn op de Hoge Werf in Linschoten speeltoestellen geplaatst.
20
Cluster 2.3 Ruimtelijke ordening De volgende onderwerpen zijn onderdeel van dit cluster: 2.3.1. Milieu 2.3.2. Ruimtelijke ordening 2.3.3. Volkshuisvesting 2.3.4. Bouw-, woning- en welstandstoezicht 2.3.5. Leges omgevingsvergunningen 2.3.1.
Milieu en 2.3.2 Ruimtelijke ordening
Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) Voor de Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) is 2013 een roerig jaar geweest. Er was reeds in 2012 een aanvang gemaakt met de omvorming van een omgevingsdienst voor 14 gemeenten naar een regionale uitvoeringsdienst (RUD) voor de gehele provincie Utrecht met 26 gemeenten en de provincie Utrecht. Dit proces had zo’n financiële impact voor de ODRU dat medio 2013 hiermee gestopt is. Daarnaast liepen de bestuurlijke verwachtingen van de ODRU en de overige gemeenten in de provincie en de provincie zelf ten aanzien van het fusieproces uiteen. De ODRU zal eerst zelf binnen de eigen organisatie orde op zaken moeten stellen in vervolg op de fusie van de twee voormalige milieudiensten Noordwest Utrecht en Zuidoost Utrecht. Met een brief van 16 april 2013 van de portefeuillehouder en een informatienota van 27 augustus 2013 is de raad op de hoogte gesteld van de ontwikkelingen. In oktober 2013 is de jaarrekening 2012 van de ODRU ontvangen. De jaarrekening is gesloten met een nadelig saldo van € 705.013,-, met name ontstaan door de RUD-vorming. Voor de gemeente Montfoort komt dit neer op een bedrag van € 22.908,-. Inmiddels is de concept-jaarrekening van de ODRU over 2013 ook verschenen. Hieruit blijkt, dat er een tekort is ontstaan van € 1.131.754,-. Hierover is de raad reeds via een informatienota van 14 februari 2014 geïnformeerd. Voor de gemeente Montfoort komt dit tekort neer op een bijdrage van € 45.832,-. De bijdragen in de incidentele kosten van € 3,3 miljoen, zoals genoemd in de informatienota, zullen meegenomen worden in de jaren 2014 tot en met 2016, waarin deze kosten zullen worden gemaakt. Tegenover deze extra lasten staat nog een bedrag van € 15.917,- dat van het Rijk ontvangen is voor de vorming van de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD). Voor wat betreft de realisatie van het uitvoeringsprogramma van Montfoort door de ODRU kan gesteld worden dat het programma overeenkomstig de afspraken is uitgevoerd. Extra inzet is gepleegd op een aantal complexe handhavingszaken, maar minder op advisering op het terrein van ruimtelijke ordening. Desalniettemin zijn per saldo 112 uren meer gemaakt dan vooraf begroot. Dit betekent, dat de afrekening uitgekomen is op € 8.957,-. Naast het reguliere uitvoeringsprogramma is in opdracht van de gemeenten in Utrecht West gestart met het opstellen van een bodemkwaliteitskaart en gebiedsgericht bodembeleid. Hiervoor heeft de raad een krediet van € 7.380,- beschikbaar gesteld voor externe kosten. 2.3.2.
Ruimtelijke ordening
Ruimtelijke Ordening Het bestemmingsplan “Buitengebied” is door de raad op 11 maart 2013 vastgesteld. Hiermee is het laatste bestemmingsplan geactualiseerd en wordt voldaan aan de eis uit de Wet ruimtelijke ordening om voor 1 juli 2013 te beschikken over actuele bestemmingsplannen. Tegen de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied is een twaalftal beroepen ingesteld. In december 2013 zijn vijf verzoeken om een voorlopige voorziening bij de voorzitter van de
21
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State behandeld. Op één na zijn alle verzoeken afgewezen. Daarmee is het bestemmingsplan op 19 december 2013 van kracht geworden. De beroepen zullen medio 2014 worden behandeld. De raad heeft op 1 juli 2013 de volgende uitgangspunten vastgesteld voor de ontwikkeling aan de Lieve Vrouwegracht 16-20: maximaal twintig appartementen, maximaal drie lagen met kap en minimaal 26 parkeerplaatsen. Eind 2013 is het ontwerpbestemmingsplan “Lieve Vrouwegracht 16-20” in procedure gebracht.
Planschade Het college heeft in 2013 zes verzoeken voor planschade in behandeling genomen. Daarvan zijn er vier verzoeken afgewezen, één verzoek is toegekend (ten laste van de grondexploitatie Voorvliet) en van één verzoek is de uitkomst nog niet bekend. 2.3.3.
Volkshuisvesting
Volkshuisvesting Met woningcorporatie GroenWest zijn prestatieafspraken gemaakt, waarin de samenwerking tussen de gemeente en de woningcorporatie op het gebied van volkshuisvesting de komende jaren zijn vastgelegd. De beleidsnota “Huisvesting arbeidsmigranten” is in het najaar van 2013 geëvalueerd. Op basis van de evaluatie is de minimale WOZ-waarde van een woning die gebruikt mag worden voor de huisvesting van arbeidsmigranten verlaagd van € 275.000,- naar € 235.000,-.
Startersleningen In 2009 is door de gemeenteraad € 170.000,- beschikbaar gesteld voor het verstrekken van startersleningen. Vanaf 2009 tot 2014 zijn er tien startersleningen verstrekt (2010: 1; 2012: 5; 2013: 4). Het resterende budget bedraagt op 1 januari 2014 € 33.286,-. Dit houdt in dat er waarschijnlijk niet meer dan twee startersleningen nog verstrekt kunnen worden. 2.3.4.
Bouw-, woning- en welstandstoezicht
Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) 2013 Het opstellen van een jaarlijks handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) is wettelijke voorgeschreven. Het college heeft dit plan op 7 mei 2013 vastgesteld. Het programma is ter kennis gebracht van de gemeenteraad. Het HUP 2013 is de integrale uitwerking van het handhavingsbeleid 2012-2014 voor de vier taakvelden milieu, bouw- en woningtoezicht en ruimtelijke ordening, brandveilig gebruik bouwwerken en APV/bijzondere wetten. In het HUP 2013 is aangegeven op welke onderwerpen de handhaving zich richt, welke handhavingsdoelen worden beoogd, voor welke aanpak daarbij is gekozen en welke menskracht (waaronder de inzet van de Buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) de uitvoering van deze aanpak vraagt. De resultaten en verantwoording over deze voorgenomen handhavingsactiviteiten volgen in een afzonderlijk jaarverslag.
22
Cluster 2.4 Kostendekkende heffingen De volgende onderwerpen zijn onderdeel van dit cluster: 2.4.1. Verwijdering en verwerking huisvuil 2.4.2. Riolering 2.4.3. Begraafplaatsen 2.4.4. Lijkbezorging, inclusief rechten 2.4.1. Verwijdering en verwerking huisvuil In 2013 is de modernisering van de afvalinzameling verder aangepakt. De hoogbouwlocaties in Montfoort en Linschoten zijn in totaal voorzien van 31 bovengrondse verzamelcontainers. Ook is een registratiesysteem ingevoerd, dat bijhoudt hoeveel minicontainers elk huishouden van Montfoort heeft. Zodoende is de afvalstoffenheffing per huishouden vast te stellen. Wanneer een inwoner een extra container bestelt, wordt hiervoor meer afvalstoffenheffing in rekening gebracht. Dit programma staat in directe relatie met Belastingsamenwerking Rivierenland in Tiel. 2.4.2. Riolering In 2013 is het Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan (VGRP) 2013 - 2017 vastgesteld. Dit VGRP is het eerste voor Montfoort, dat een zogenaamd verbreed karakter heeft. In het nieuwe VGRP wordt een nieuwe financieringsmethodiek gebruikt om de rioolheffing te bepalen. Op termijn leidt dit tot een lagere heffing voor de inwoners in vergelijking met de voorgaande berekeningsmethode. Verder is er in 2013 16 km riolering gereinigd en geïnspecteerd in Linschoten. Het reinigen en inspecteren is uitgevoerd binnen het geraamde bedrag. 2.4.3. Begraafplaatsen Na het faillissement van de oorspronkelijke aannemer is de afbouw van het beheergebouw op begraafplaats De Stuivenberg opnieuw aanbesteed. In 2013 zijn de bouwwerkzaamheden afgerond en is het beheer van het gebouw overgedragen aan de stichting Beaumont. Met het gereed komen van dit laatste onderdeel is het project geheel uitgevoerd. Het onderhoud voor begraafplaats De Stuivenberg is aanbesteed en wordt vanaf 1 mei 2014 niet meer gedaan door de aannemer die de begraafplaats heeft aangelegd, maar door de aannemer die ook het delven van de graven doet. De twee oude begraafplaatsen worden vanaf 1 januari in eigen beheer onderhouden. Op begraafplaats De Stuivenberg is de functie urnengraven met staande steen toegevoegd. Eind 2013 is definitief besloten tot het plaatsen van een urnenmuur. In voorjaar 2014 wordt de urnenmuur geplaatst, mits er geen bezwaren komen op de bouwvergunning.
23
Programma 3:
Samenleving
Programma 3 bestaat uit de volgende clusters: Cluster 3.1 Wmo Cluster 3.2 Werk en inkomen Cluster 3.3 Maatschappelijke zorg Cluster 3.4 Huisvesting onderwijs Cluster 3.5 Educatie Cluster 3.6 Cultuur Cluster 3.7 Sport Cluster 3.8 Documenten burgerzaken
Programma 3 Samenleving
Begroting 2013 primair
Begroting 2013 na wijziging
Realisatie 2013
8.661.141 22.883
8.840.673 287.600
8.865.972 558.471
25.299270.871-
Totale lasten Baten Structureel Incidenteel
8.684.024
9.128.273
9.424.443
296.170-
2.960.516 -
2.912.516 45.000
2.897.082 342.408
15.434 297.408-
Totale baten Saldo structureel Saldo incidenteel Totaal budget programma
2.960.516 5.700.625 22.883 5.723.508
2.957.516 5.928.157 242.600 6.170.757
3.239.490 5.968.889 216.063 6.184.952
281.97440.73226.537 14.195-
Totaal Lasten Structureel Incidenteel
Verschil
24
Cluster 3.1 Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) De volgende onderwerpen zijn onderdeel van dit cluster: 3.1.1. Huishoudelijke verzorging 3.1.2. Voorziening gehandicapten
Algemeen In 2013 werd de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) nog uitgevoerd door de afdeling IASZ van de gemeente Woerden. U heeft in 2013 besloten om met ingang van 1 januari 2014 de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning over te dragen aan de SWOM. Nadat u al eerder had besloten om € 200.000,- te bezuinigen op de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning wordt nu zichtbaar dat in 2013 opnieuw een aanzienlijke financiële ombuiging heeft plaatsgevonden. Dit is onder meer veroorzaakt door een andere wijze van indiceren van de voorzieningen. Medio 2013 is de SWOM betrokken geraakt bij dit proces en zijn de keukentafelgesprekken ingevoerd. Aanvragers worden thuis bezocht en gekeken wordt in hoeverre het sociale netwerk belast/ingeschakeld kan worden voordat voorzieningen worden verstrekt. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een beperking van het aantal aanvragen. Daarnaast zijn de inkomsten als gevolg van de eigen bijdrage hoger dan geraamd. De ramingen bleken te laag te zijn. Over het geheel genomen zijn wij erg tevreden over de trendbreuk die zich de afgelopen jaren heeft voltrokken. Zonder rekening te houden met eenmalige kosten van € 50.000,- als gevolg van de ontvlechting van de afdeling IASZ van de gemeente Woerden, is er over 2013 sprake van een voordeel van € 196.591,-.
25
Cluster 3.2 Werk en inkomen De volgende onderwerpen zijn onderdeel van dit cluster: 3.2.1. Bijstand 3.2.2. Minimabeleid 3.2.3. Werkgelegenheid 3.2.1. Bijstand In de loop van 2013 werd duidelijk, dat met ingang van 1 januari 2015 de Participatiewet wordt ingevoerd. Mede daarom zijn in 2013 belangrijke beslissingen genomen om de gemeenschappelijke regeling De Sluis om te vormen naar een gemeenschappelijke regeling Ferm Werk. Ferm Werk wordt ingericht om de toekomstige taken van de Participatiewet uit te voeren. IASZ Woerden is met ingang van 31 december 2013 opgeheven. 3.2.2. Minimabeleid In 2013 is het beleidsplan Schuldhulpverlening door de raad vastgesteld. Verder is in juni 2013 aangesloten bij het Jeugdsportfonds. 3.2.3. Werkgelegenheid In SZZW-verband is geconstateerd dat er op het beleidsterrein van werk en inkomen op sub regionaal gebied (de Ferm Werk gemeenten) samengewerkt wordt. In SZZW-verband is er vooral sprake van kennisdeling. De heer Vlaar heeft namens de SZZW-regio zitting in de arbeidsmarktregio Midden Utrecht.
26
Cluster 3.3 Maatschappelijke zorg De volgende onderwerpen zijn onderdeel van dit cluster: 3.3.1. Algemeen maatschappelijk werk 3.3.2. Openbare gezondheidszorg 3.3.3. Jeugdgezondheidszorg, maatwerkdeel 3.3.4. Ouderenzorg 3.3.5. Inburgering en huisvesting 3.3.6. Jeugd 3.3.1. Algemeen maatschappelijke werk In 2013 is een beëindiging van het contract per 1 januari 2015 met Careyn aangekondigd. Dit in het licht van de transities per 1 januari 2015. 3.3.3. Jeugdgezondheidszorg, maatwerkdeel Met ingang van 1 januari 2013 is de totale jeugdgezondheidszorg onder de verantwoordelijkheid van de GGD gebracht. 3.3.4. Ouderenzorg In 2013 is besloten het contract met de dementieconsulent per 1 januari 2014 uit te breiden naar 1,0 fte en te positioneren bij de SWOM. 3.3.5. Inburgering en huisvesting In 2013 is een inhaalslag gemaakt met de huisvesting van statushouders. Er is geen achterstand meer in de huisvesting van statushouders. 3.3.6. Jeugd Het jaar 2013 stond grotendeels in het teken van de voorbereiding op de transitie en transformatie Jeugdzorg naar de gemeenten per 1 januari 2015. U heeft op 23 september 2013 de kadernota Jeugd vastgesteld en op 16 december de regionale transitiearrangementen Jeugd.
27
Cluster 3.4 Huisvesting onderwijs De volgende onderwerpen zijn onderdeel van dit cluster: 3.4.1. Huisvesting openbaar basisonderwijs 3.4.2. Huisvesting bijzonder basisonderwijs 3.4.1. en 3.4.2. Huisvesting openbaar en bijzonder basisonderwijs In het najaar van 2013 is het Kompas tijdelijk verhuisd naar de locatie voormalige Hoflandschool. Het oude gebouw van het Kompas is in 2013 gesloopt. In 2013 is er een krediet voor de bouw van de Heeswijkschool beschikbaar gesteld. Inmiddels zijn de voorbereidingen voor de bouw van de nieuwe Heeswijkschool begonnen. In 2014 gaat na Het Kompas ook de Katholieke Basisschool Heeswijk gebruik maken van de locatie als tijdelijke huisvesting. Afhankelijk van de verhuismogelijkheden van de overige gebruikers (naast Het Kompas) moeten financiën beschikbaar worden gesteld om de tijdelijke huisvesting mogelijk te maken In december 2013 heeft de raad een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld voor de uitwerking van de vijf varianten voor de drie scholen in het scholencomplex aan de G. van Damstraat. Daarnaast zijn in 2013 gesprekken gestart met de schoolbesturen van de basisscholen in Montfoort om te komen tot eigen beheer van de schoolgebouwen G. van Damstraat en De Brede Vaart. Dit in relatie tot de overheveling van de onderhoudsmiddelen naar de onderwijsbesturen met ingang van 2015 en de extra bezuiniging op het cluster educatie van het gemeentefonds.
28
Cluster 3.5 Educatie De volgende onderwerpen zijn onderdeel van dit cluster: 3.5.1. Leerlingenvervoer 3.5.2. Onderwijsbegeleiding 3.5.3. Lokaal onderwijsbeleid 3.5.4. Leerplicht 3.5.5. Volwasseneneducatie 3.5.6. Peuterspeelzalen 3.5.3. Lokaal onderwijsbeleid In het kader van de wet Passend Onderwijs zijn in 2013 op regionaal en lokaal niveau voorbereidingen getroffen voor deze transitie. Naast het lokale onderwijsoverleg is inmiddels ook een regionaal overleg ingericht, waarin de ondersteuningsplannen van het samenwerkingsverband primair onderwijs (Stichting Passenderwijs) en van het Kompas (landelijke stichting Berseba) en die van het voortgezet onderwijs (De RUW) en de lokale Jeugdplannen worden besproken. De invoering van de wet Passend Onderwijs heeft een directe relatie met de Jeugdzorg en kan in de toekomst gevolgen hebben voor onder meer het leerlingenvervoer en de onderwijshuisvesting. 3.5.4. Leerplicht Per 1 januari 2013 zijn de SZZW gemeenten een samenwerking aangegaan voor de uitvoering van de taken op het gebied van de leerplicht en RMC (voortijdig schoolverlaten). Het regionaal bureau werkt vanuit Woerden onder de naam RBL (Regionaal Bureau Leerplicht) Utrecht Noordwest. Vanaf dat moment is naast het voortgezet onderwijs ook de leerplicht van het primair onderwijs geregionaliseerd.
29
Cluster 3.6 Cultuur De volgende onderwerpen zijn onderdeel van dit cluster: 3.6.1. Openbaar bibliotheekwerk 3.6.2. Vorming en ontwikkeling 3.6.3. Musea 3.6.4. Monumenten 3.6.5. Archeologie 3.6.6. Oud-archief 3.6.7. Openluchtrecreatie 3.6.8. Multifunctionele accommodaties 3.6.9. Mediabeleid 3.6.1. Openbaar bibliotheekwerk De taakstellende bezuinigingen voor het bibliotheekwerk opgelegd over 2013 zijn gerealiseerd. 3.6.4. Monumenten In 2013 is de monumentencommissie achtmaal bijeen geweest. De commissie heeft twee mogelijk als monument aan te wijzen panden beschreven. Hiervan is de timmermanswerkplaats aan de Liefhovendijk 2 te Linschoten aangewezen als gemeentelijk monument. Voor het andere beschreven pand loopt de procedure nog. De gemeente telde op 31 december 2013 20 gemeentelijke monumenten. Vorig jaar heeft de monumentencommissie afscheid genomen van de voorzitter. Na een uitgebreide sollicitatieprocedure is de heer Schaars als nieuw lid tot de commissie toegetreden en is mevrouw Röell voorzitter geworden. De monumentencommissie heeft in 2013 dertienmaal een advies uitgebracht over aanvragen omgevingsvergunning, principeverzoeken, monumentensubsidie en vragen met betrekking tot de status in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project (MIP-status). De monumentencommissie heeft voor het plan herinrichting Willeskop 90, met betrekking tot de steenschuur en de bazenwoning, een advies uitgebracht aan de samensteller van het ontwerp. De monumentencommissie heeft richting het college haar bezorgdheid uitgesproken over de illegale bouwactiviteiten in de kloostertuin van de Commanderije. Aan twee gemeentelijke monumenten is dit jaar subsidie voor onderhoud toegekend. Voor één monument is subsidie geweigerd wegens het niet voldoen aan de criteria. Voor het herstel van de stadsmuurresten in Montfoort heeft er in oktober voor de eigenaren van de betreffende percelen aan de Molenstraat, een informatieavond plaats gevonden. Hierbij hebben de eigenaren besloten tot de vorming van een projectgroep. Deze gaat de mogelijkheden voor een restauratie onderzoeken. In 2013 heeft de Bond Heemschut van alle Nederlandse gemeenten het monumentenbeleid onderzocht. Er is hierbij gekeken naar de hoeveelheid monumenten, het aantal ambtenaren dat zich daar mee bezighoudt, de aanwezigheid van monumentenbeleid, het beschikbare budget voor monumentenzorg en de communicatie met eigenaren van monumenten. Hierbij heeft de gemeente Montfoort drie sterren gescoord, waarmee zij tot de vier beste gemeenten van de provincie Utrecht behoort. Voor het vergroten van de herkenbaarheid en bewustwording bij de eigenaren van de 76 gebouwde rijksmonumenten binnen de gemeente zijn we met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) in overleg voor de aanschaf van een uniform rijksmonumentenschildje. In het najaar van 2014 moet dit worden gepresenteerd.
30
3.6.5. Archeologie Het archeologiebeleid dat is vastgesteld in 2011, is geëvalueerd. Uit deze evaluatie kwamen een aantal aanbevelingen. Het college heeft deze aanbevelingen voorgesteld aan de gemeenteraad. De raad kon niet met dit voorstel instemmen. In 2014 wordt er een nieuw voorstel aan de raad voorgelegd. 3.6.8.
Multifunctionele accommodaties
Herontwikkeling De Vaart In 2013 is besloten af te wijken van de eerder beoogde ontwikkelmodellen op grond van het financiële perspectief en het risicoprofiel van de herontwikkeling. De huidige grond- en vastgoedmarkt laat een ander perspectief zien dan enkele jaren geleden en de gemeente kijkt daardoor ook anders aan tegen het risicoprofiel van gebiedsontwikkeling. In de planuitwerking is gebleken dat het een complexe herontwikkeling betreft met een beperkte opbrengstpotentie. Ook is de realisatie van een gezondheidscentrum op het plein door de raad afgekeurd, waardoor een belangrijke kostendrager voor de herontwikkeling is weggevallen. Om deze redenen is gekozen om een andere benadering te kiezen met minder intensieve ingrepen en een lager risicoprofiel. Er is een nieuwe planopzet bedacht met behoud van de zaal, de renovatie van de sporthal en de herinrichting van het Burgemeester de Geusplein als nieuw kloppend hart van Linschoten. De nieuwe gebiedsvisie is door de raad vastgesteld en deze visie is uitgewerkt in ruimtelijke en functionele uitgangspunten. De pilot met sportschool Physical Fitness is van start gegaan en lijkt succesvol. Het grootste risico van dit moment vormt het niet terugverdienen van de reeds geïnvesteerde kosten in planontwikkeling. Op dit moment lijkt de opbrengstpotentie zeer beperkt en is de verwachting dat de gemeentelijke investeringen (gedeeltelijk) niet kunnen worden gecompenseerd. De risico’s van de uitvoering zijn vooralsnog niet van toepassing aangezien het planproces zich nog niet in deze fase bevindt. In het eerste kwartaal 2014 wordt een voorstel aan de raad voorgelegd voor de vervolgfase, waarin het plan en financiële onderbouwing wordt toegelicht. Het risico van de reeds gemaakte kosten is opgenomen in het MPG en weggezet in de bestemmingsreserves grondbedrijfsfunctie.
31
Cluster 3.7 Sport De volgende onderwerpen zijn onderdeel van dit cluster: 3.7.1. Sport 3.7.2. Sportvelden en -terreinen 3.7.1. Sport De buurtsportcoaches hebben zich stevig gepositioneerd in beide kernen van onze gemeente. Inhoudelijk worden de buurtsportcoaches begeleidt door een breed samengestelde regiegroep onder leiding van een kwartiermaker.
Sportpark Rapijnen De Stichting Beheer Sportpark Rapijnen is opgericht. In 2013 hebben de gesprekken met de verenigingen geleid tot de overeenkomst voor het bouwheerschap over de aanleg van nieuwe kunstgrasvelden voor Voetbalvereniging Linschoten en Korfbalvereniging LUNO. Deze overeenkomst is ondertekend. Ook is overeenstemming bereikt over de huur en het onderhoud van de velden. Er is in dit stadium nog geen overeenstemming met de Polsstokclub Linschoten en de Honkbalvereniging GreenHearts. Zij maken geen onderdeel uit van de Stichting Beheer Sportpark Rapijnen. De verantwoordelijkheid van de aanleg van de kunstgrasvelden ligt bij het stichtingsbestuur. De bijdrage van de gemeente is gemaximaliseerd. De Voetbalvereniging Linschoten en Korfbalvereniging LUNO dragen 1/3 van de totale aanlegkosten bij. De haalbaarheid van vernieuwing c.q. verplaatsing van de Polsstokclub Linschoten en de Honkbalvereniging GreenHearts wordt momenteel onderzocht. De financiële haalbaarheid is daarbij een zorgpunt. In 2014 zal een raadsvoorstel ingediend worden voor de vervolgfase, waarin de varianten voor renovatie en een financiële onderbouwing worden toegelicht. 3.7.2. Sportvelden en –terreinen Voor de aanleg van kunstgrasvelden in de kern Linschoten is een krediet beschikbaar gesteld. Met de uitvoering is gestart. Het onderhoud van voetbal- en korfbalvelden van de Voetbalvereniging Linschoten en de Korfbalvereniging LUNO is eind 2013 door de gemeente afgerond en vanaf 1 januari 2014 overgedragen aan Stichting Beheer Sportpark Rapijnen.
32
Programma 4:
Beschikbare financiële middelen
Programma 4 bestaat uit de volgende clusters: Cluster 4.1 Economische exploitatie Cluster 4.2 Lokale heffingen Cluster 4.3 Algemene uitkering Programma 4 Financiële middelen Totaal Lasten Structureel Incidenteel Totale lasten Baten Structureel Incidenteel Totale baten Saldo structureel Saldo incidenteel Totaal budget programma
Begroting 2013 primair
Begroting 2013 na wijziging
Realisatie 2013
255.772 255.772
259.272 259.272
259.272 429.649 688.921
14.868.548 91.883 14.960.431 14.612.77691.88314.704.659-
14.930.431 30.000 14.960.431 14.671.15930.00014.701.159-
14.930.431 194.916 15.125.347 14.671.159234.733 14.436.426-
Verschil
0 429.649429.6490164.916164.9160 264.733264.733-
33
Cluster 4.1 Economische exploitatie De volgende onderwerpen zijn onderdeel van dit cluster: 4.1.1. Kosten en baten weekmarkt 4.1.2. Economische aangelegenheden 4.1.2. Economische aangelegenheden In 2013 was al te merken dat de taak van de Kamer van Koophandel gaat veranderen. De Kamer van Koophandel zal zich gaan inzetten op de grotere economische hoofdlijnen en dus veel minder gaan richten op onze regio. Dit is een gemis voor onze bedrijven. De gevolgen van de crisis zijn in het bedrijfsleven nog steeds merkbaar, al spreekt men van een stabilisering en is zelfs in sommige branches sprake van groei. In het bijzonder bouwbedrijven en aan de bouw gerelateerde bedrijven (installatiebureaus) hebben het zwaar. Twee gerenommeerde en van oudsher Montfoortse bouwbedrijven zijn helaas in 2013 failliet gegaan. Het werkeloosheidscijfer in Montfoort is met een percentage van tussen de 5% en 7% nog steeds relatief laag. Diverse bedrijven binnen onze gemeentegrenzen zijn in 2013 in de prijzen gevallen of genomineerd. Restaurant De Burgemeester heeft nog steeds zijn Michelinster en daarnaast hebben ze nog 2 titels weten te behalen: Meester Gastheerschap en het certificaat Best of Award of Excellence op wijngebied. Restaurant de Schans heeft een eervolle Bib Gourmand titel in de Michelingids. Kiremko B.V was genomineerd voor de jaarlijkse verkiezing “Lopikerwaards ondernemer van het Jaar”. “Haal Meer Uit Montfoort” is een actie, waarmee de winkeliersvereniging Montfoort en de Bedrijvenvereniging Montfoort (BV-M) de onderlinge samenwerking en afhankelijkheid willen benadrukken. De boodschap is duidelijk: we doen het samen, koop meer lokaal. Een bijzonder voorbeeld van economische samenwerking tussen de Bedrijvenvereniging Montfoort (BV-M) en de gemeente is de cofinanciering van het haalbaarheidsonderzoek naar extra bedrijventerrein in Montfoort. Dit plan ligt nu klaar voor de toekomst om uit te rollen als dat echt noodzakelijk is. Hiervoor is de ruimtevraag opnieuw getoetst en blijkt er nog steeds een ruimtevraag van ruim 5 hectare te zijn. Kop IJsselveld is de nieuwe uitbreidingslocatie. Om de visie Binnenstad beter vorm te geven is er op 23 mei 2013 een debatavond georganiseerd en is er op 26 juni 2013 een werkbezoek gebracht aan Brielle. De gemeente Brielle heeft belangrijke stappen genomen om haar binnenstad vitaal en aantrekkelijk te houden. Tijdens het werkbezoek hebben wij daar kennis van kunnen nemen. De uitvoering van diverse zaken zullen in 2014 gestalte krijgen. Verder is een viertal bedrijfsbezoeken afgelegd en is er een nieuwe impuls gegeven aan het Breed Economisch Overleg in samenwerking met de beleidsmedewerker economische zaken van IJsselstein.
Nieuw Bedrijventerrein In 2013 is een nieuwe inventarisatie gemaakt van de ruimtebehoefte van Montfoortse bedrijven voor een nieuw bedrijventerrein. Er is een stedenbouwkundige verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden voor uitbreiding van een bestaand bedrijventerrein en de mogelijke locaties voor een nieuw bedrijventerrein. Duurzaamheid en landschappelijke inpassing zijn daarbij nadrukkelijk betrokken. Van de 3 potentiële locaties zijn er 2 verder ruimtelijk en financieel uitgewerkt. De gemeenteraad heeft het rapport vastgesteld, en heeft besloten om de vervolgfase van het project (ontwerpfase) te starten zodra er meer zekerheid is over de medewerking van de provincie. De definitiefase van het project is hiermee afgesloten. De kosten voor deze fase zijn ruimschoots binnen het door de raad beschikbaar gestelde budget gebleven. In totaal is er circa € 70.000,- aan kosten gemaakt, de helft daarvan wordt door de BV-M vergoed. Naar ver-
34
wachting zullen er in 2014 geen of zeer beperkte kosten worden gemaakt. Indien de vervolgfase van het project kan worden opgestart dient er een raadsbesluit te worden genomen waarin een nieuw budget wordt gevraagd.
35
Programma 5:
Grondbedrijfsfunctie
Programma 5 bestaat uit de volgende clusters: Cluster 5.1 Actief grondbedrijf Cluster 5.2 Facilitair grondbedrijf
Programma 5 Grondbedrijfsfunctie Totaal Lasten Structureel Incidenteel Totale lasten Baten Structureel Incidenteel Totale baten Saldo structureel Saldo incidenteel Totaal budget programma
Begroting 2013 primair
Begroting 2013 na wijziging
Realisatie 2013
735.242 1.563.495 2.298.737
735.242 1.772.735 2.507.977
735.242 2.872.498 3.607.740
0 1.099.7631.099.763-
571.076 1.213.145 1.784.221 164.166 350.350 514.516
571.076 1.267.385 1.838.461 164.166 505.350 669.516
571.076 2.598.227 3.169.303 164.166 274.271 438.437
01.330.8421.330.8420 231.079 231.079
Verschil
36
Cluster 5.1 Actief grondbedrijf Plan ‘Klein Heeswijck’ (Hofland-oost fase 6) De verkoop is in 2013 goed op gang gekomen, er zijn 3 kavels verkocht. Het totaal aantal verkochte kavels is nu 5. Inmiddels zijn er 2 villa’s opgeleverd en is er gestart met de bouw van een 3e villa. Ook lopen er nog verschillende opties op de kavels. In de huidige markt vraagt het veel energie en tijd van gemeente, makelaar en kavelcoach om consumenten zo goed mogelijk te begeleiden. De inspanningen leiden tot resultaat. Risico’s Plan “Klein Heeswyck” is onderdeel van fase 6 van het project Hofland-oost en kent een grondexploitatie in uitvoering. De risico’s voor de gemeente in dit project zijn beperkt en beheersbaar. Alle kosten zijn grotendeels gerealiseerd en ondanks een aantal winstnemingen in de afgelopen jaren, is sprake van een positief saldo per heden. Dit saldo zal komende jaren, wanneer meer kavels worden verkocht, verder stijgen tot het uiteindelijk geprognosticeerde eindresultaat van het project. Het voornaamste risico vormt de planning waarbij het langer kan duren tot de laatste kavel is verkocht. Het prijsniveau van de kavels lijkt, gezien de lopende verkoop op dit moment, weinig tot geen risico te zijn. Wederiksingel (Hofland-oost fase 6) De aanbesteding van de weg is succesvol afgerond. De voorbereidende werkzaamheden voor de aanleg van de weg in het voorjaar van 2014 hebben in december 2013 plaatsgevonden. Risico’s Indien blijkt dat er aanvullende maatregelen genomen dienen te worden bij vervuilde grond, dan is er sprake van mogelijke onvoorziene uitgaven. In dit stadium van het project is dat nog niet bekend. Blokland 4 (Hofland-oost fase 7) De raad heeft in 2013 besluiten genomen over de start van de realisatiefase van Blokland 4, over de verplaatsing van de scouting, de peuterspeelzaal en het kunstenaars collectief en de raad heeft ingestemd met het bestemmingsplan Blokland 4. De schets voor Blokland 4 is uitgewerkt en de grondexploitatie is vastgesteld. Het bestemmingsplantraject is in gang gezet. Er zijn gesprekken gevoerd met de verenigingen en de provincie. De ligboxstal van de voormalige veehouderij is gesloopt en alle waterpartijen, die de contouren van het gebied weergegeven, zijn aangelegd. Risico’s In het eerste kwartaal van 2014 wordt een uitspraak van de Raad van State verwacht met betrekking tot het bestemmingsplan Blokland 4. Als deze uitspraak voor de gemeente negatief uitvalt, dan heeft dit een negatieve invloed op het financiële resultaat van het project wanneer de verkoop van een woningkavel niet mogelijk blijkt. Ook kan dit resulteren in het moeten opstellen van een nieuw bestemmingsplan. Plan Voorvliet In 2013 is overeenstemming bereikt met Voorvliet vof over nieuwe planontwikkeling op de locatie van plan “Hof van Linschoten”. Voorvliet vof heeft een hernieuwde ontwikkelingsovereenkomst met de gemeente getekend. De locatie boomgaard is geleverd aan de gemeente.
37
Het deelplan “Parc Voorvliet” is in verkoop gegaan nadat overeenstemming is bereikt over de grondaankoop door LATEI. Ook het bestemmingsplan voor dit deelplan is doorlopen. Inmiddels zijn de eerste woningen in dit plan verkocht. In het bestemmingsplan is de mogelijkheid opgenomen dat de gemeenten zelf 2 vrije kavels gaat verkopen. De Raad van commissarissen van GroenWest is akkoord met op de ontwikkeling van “De Nieuwe Lindescote”, een ontwikkeling van 36 zorgappartementen en 14 reguliere appartementen, waarvan 7 in de sociale sector. Naar verwachting zal de koopovereenkomst in het 1 e kwartaal van 2014 worden ondertekend. Om het voorgaande te realiseren is er veel tijd gestoken in de onderhandelingen met ontwikkelaars en de woningbouwvereniging. Ook zijn de stedenbouwkundige plannen gewijzigd om het aanbod beter aan te laten sluiten bij de markt. De bestemmingsplannen dienden hiervoor aangepast te worden. Gekozen is om planonderdelen gefaseerd op de markt te brengen om het aanbod beperkt te houden gezien de nog steeds moeizame woningmarkt. Risico’s Het plan Voorvliet bevat een relatief hoog risicoprofiel voor de gemeente. Veel investeringen zijn reeds gedaan en tot dusverre zijn nauwelijks opbrengsten gerealiseerd uit de verkoop van gronden. Begin 2014 zal dit naar verwachting gaan plaatsvinden. Wel is in de afgelopen tijd het risicoprofiel van Voorvliet verkleind, waarbij meer zekerheid op het geprognosticeerde resultaat van de grondexploitatie is ontstaan. De ontwikkelovereenkomsten met Voorvliet vof, LATEI en het akkoord van GroenWest hebben meer zekerheid geboden op grondverkopen op korte termijn. Desondanks blijft het project Voorvliet vragen om sturing op de risico’s en vormt het realiseren van grondopbrengsten (zowel in tijd als in volume) het primaire aandachtspunt. Miep Giesstraat De grond is na een ontwikkelselectie, aanpassing van het bestemmingsplan en het opstellen van een ontwikkelovereenkomst succesvol verkocht aan een ontwikkelaar die op de locatie vijf woningen wil realiseren. Risico’s Het risico op de verkoop van de grond en bijhorende opbrengstpotentie van het plan zijn volledig afgedekt. Daarmee is het risicoprofiel van dit project voor de gemeente nihil. Kop IJsselveld Het project Kop IJsselveld is in 2013 van de ontwerp- naar de uitvoeringsfase gegaan. De raad heeft ingestemd met het voorlopig ontwerp, de grondexploitatie Kop IJsselveld, de verplaatsing van de manege de West Stichtse Ruiters en het bestemminsplan Kop IJsselveld. De gemeente heeft een inventarisatie opgesteld van ondernemers die hebben aangegeven interesse te hebben in een bedrijfskavel. Risico’s De verkoop van de kavels in tijd en volume vormt het primaire risico in de grondexploitatie. De verwachting is dat met de huidige verkoopplanning en de gehanteerde marktconforme grondopbrengsten alle investeringen worden terugverdiend. Een specifiek aandachtspunt vormt de zone van de waterkering met een primaire status. Op dit moment kan in een deel van het plangebied geen bebouwing plaatsvinden. Uiteindelijk zal deze zone gewijzigd worden in een regionale status en kan deze tot ontwikkeling worden gebracht. In het ontwerp voor Kop IJsselveld is rekening gehouden met een regionale kering. De verwachting is dat formele besluitvorming van het rijk met betrekking tot de status van de kering in 2017/2018
38
plaatsvindt. In de fasering van de grondexploitatie is hier rekening mee gehouden. In de fasering is opgenomen dat deze zone in 2018 wordt uitgegeven. Revitalisering bedrijventerrein IJsselveld De revitalisering van het bedrijventerrein is eind 2012 afgerond. Het project is uitgevoerd en opgeleverd. Risico’s Tijdens de uitvoeringswerkzaamheden van het project is op twee plaatsen een grondwatervervuiling aangetroffen. Er zijn noodzakelijke tegenmaatregelen getroffen om tijdens de uitvoeringswerkzaamheden de vervuiling niet te verplaatsen. Ondanks alle maatregelen is er bij de vervuiling in de Oeverweg toch een geringe verplaatsing opgetreden. De provincie Utrecht heeft de gemeente een vooraankondiging aansprakelijkstelling gestuurd voor mogelijke kosten die in de toekomst gemaakt zouden moeten worden ten gevolge van deze geringe verplaatsing. De gemeente heeft deze aansprakelijkheid afgewezen. Het project is financieel afgerond. Ter afdekking van het mogelijke risico is er een bedrag gestort in de voorziening revitalisering bedrijventerrein IJsselveld.
39
Cluster 5.2 Facilitair grondbedrijf Anne Franklaan De bouw van 15 sociale huurappartementen is afgerond. De leerlingen van Het Kompas zijn verhuisd naar de tijdelijke huisvesting in en bij de voormalige Hoflandschool. De oude school is gesloopt en het asbest is verwijderd. Er heeft een aanbesteding plaatsgevonden voor de bouw van de nieuwe school en de bouw is binnen de financiële kaders aanbesteed. De bouw is gestart. Het verkeersplan is besproken en vastgesteld. Risico’s Er bestaat een risico op een eventuele overschrijding van plankosten, de aanlegkosten voor de openbare ruimte en de rentelasten. Wanneer de bouw vertraagt, is gebruik van de tijdelijke huisvesting langer noodzakelijk. Het risico op de realisatie van de school ligt bij de bouwheer, het bestuur van Het Kompas. De ontwikkeling van het appartementengebouw is voor rekening en risico van Hollands Midden bv. Timotheusschool De voormalige Timotheusschool in Linschoten is verkocht. De opbrengst is toegevoegd aan de algemene reserve. Een aangrenzend perceel is verkocht aan de buren. De bestemmingsplanprocedure voor het plan Timotheushof is doorlopen. De woningen uit het plan, welke uitgaat van herstel van de oude dorpsschool, staan in de verkoop. De ontwikkeling vindt plaats voor rekening en risico van de projectontwikkelaar. Katholieke Basisschool Heeswijk In 2013 is door de raad een krediet beschikbaar gesteld voor de vernieuwing van de Katholieke Basisschool Heeswijk. Daarnaast is een bouwheerovereenkomst gesloten met het bestuur van Katholieke Basisschool Heeswijk. Risico’s In deze fase van het project bevinden zich geen projectrisico’s. Het project nieuwbouw Katholieke Basisschool Heeswijk sluit qua planning aan op het project Het Kompas. Herontwikkeling scholencomplex Van Damstraat In 2013 is een variantenstudie inclusief de financiële haalbaarheid opgesteld met vijf varianten. Op basis hiervan heeft de raad ingestemd met de start van de definitiefase van het project en een voorbereidingskrediet vastgesteld voor de uitvoering van de definitiefase. De uitkomst wordt in 2014 voorgelegd aan de raad.
40
Programma 8:
Bestuur
Programma 8 bestaat uit de volgende clusters: Cluster 8.1 Raad Cluster 8.2 College Programma 8 Bestuur Totaal Lasten Structureel Incidenteel Totale lasten Baten Structureel Incidenteel Totale baten Saldo structureel Saldo incidenteel Totaal budget programma
Begroting 2013 primair
Begroting 2013 na wijziging
Realisatie 2013
1.074.336 1.074.336
1.074.336 1.074.336
1.074.336 44.768 1.119.104
0 44.76844.768-
1.074.336 1.074.336
1.074.336 1.074.336
366 366 1.074.336 44.402 1.118.738
3663660 44.40244.402-
Verschil
41
Cluster 8.1 Raad De volgende onderwerpen zijn onderdeel van dit cluster: 8.1.1. Raad, raadsforum en raadsondersteuning 8.1.2. Accountant 8.1.3. Rekenkamerfunctie 8.1.3. Rekenkamerfunctie Met de gemeenten Lopik en Oudewater bestond in deze raadsperiode een gezamenlijke rekenkamer. In onderling overleg is in 2013 besloten om in de nieuwe raadsperiode niet verder te gaan met deze werkwijze. Per 1 januari 2014 is de stichting Triangel van de drie gemeenten opgeheven. In 2013 zijn de lopende onderzoeken, onder andere naar aanbestedingsbeleid en mogelijkheden rekenkamer, afgerond. De bijdrage van € 16.981,- voor 2013 was niet nodig. De Rekenkamerfunctie is voorlopig ondergebracht bij de auditcommissie. In 2014 zal door de nieuwe raad een beslissing over een toekomstige rekenkamer worden genomen.
42
Cluster 8.2 College De volgende onderwerpen zijn onderdeel van dit cluster: 8.2.1. College 8.2.2. Bestuurlijke samenwerking 8.2.1.
College
Bewonersparticipatie/wijkbezoek Op vrijdag 27 september 2013 vond een wijkbezoek plaats in Hofland Oost. Ruim 30 inwoners, raadsleden, forumleden, ambtenaren, collegeleden, buurtsportcoaches en de wijkagent hebben door de wijk gewandeld en met elkaar gesproken over de knelpunten in de wijk. Onderwerpen als parkeeroverlast, een speelveld met kuilen en een onveilige verkeerssituatie zijn aan het licht gekomen. Ook is ruim aandacht gegeven aan de sterke punten in de wijk. De prachtige ligging met uitzicht op de polders van Blokland, de diversiteit aan bewoners en de vele speelplekken worden geroemd in de wijk. Het was voor alle aanwezigen een heel interessante avond, waarin met elkaar is gesproken, gewandeld en de nodige ideeën zijn opgedaan ter verbetering van de wijk.
43
Programma 9:
Bedrijfsvoering
Programma 9 bestaat uit de volgende clusters: Cluster 9.1 Personeel Cluster 9.2 Overige bedrijfsvoering Cluster 9.3 Reserves Programma 9 Bedrijfsvoering Totaal Lasten Structureel Incidenteel Totale lasten Baten Structureel Incidenteel Totale baten Saldo structureel Saldo incidenteel Totaal budget programma
Begroting 2013 primair
Begroting 2013 na wijziging
Realisatie 2013
1.360.553 131.950 1.492.503
1.354.452 467.400 1.821.852
1.354.452 1.610.786 2.965.238
0 1.143.3861.143.386-
505.501 838.344 1.343.845 855.052 706.394148.658
505.501 1.753.344 2.258.845 848.951 1.285.944436.993-
505.500 2.782.765 3.288.265 848.951 1.171.979323.028-
1 1.029.4211.029.4200113.965113.965-
Verschil
De bereikte resultaten op het onderdeel bedrijfsvoering staan vermeld onder de paragraaf Bedrijfsvoering.
44
Paragrafen
45
PARAGRAAF LOKALE HEFFINGEN Inleiding In deze paragraaf wordt een beeld gegeven van de realisatie op het gebied van de gemeentelijke belastingen. Vervolgens worden de ontwikkelingen van de lokale lastendruk gepresenteerd. De tarieven van de lokale heffingen zijn gebaseerd op de vastgestelde tarieven uit de programmabegroting 2013-2016. Als laatste wordt inzicht gegeven in het kwijtscheldingsbeleid. Algemeen De raad besluit tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een gemeentelijke belasting. De raad is vrij in het bepalen van de hoogte van de belasting, met dien verstande, dat het bedrag van een gemeentelijke belasting niet afhankelijk mag worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen. Daarnaast zijn de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van toepassing, waardoor er bijvoorbeeld geen sprake mag zijn van willekeurige en onredelijke belastingheffing. Voor retributies geldt verder nog, dat er op het niveau van de verordening geen winst mag worden gemaakt. Voor rechten (leges) geldt dat er per titel in de tarieventabel geen winst gemaakt mag worden, waarbij in Titel 3 (Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn) zelfs geen winst per dienst gemaakt mag worden. Tarieven en belastingdruk In de jaarrekening is het besluit uit de programmabegroting 2013-2016, de opbrengst van de onroerende zaakbelastingen te verhogen met 3%, verwerkt. Op de afvalstoffenheffing, het rioolrecht en de hondenbelasting is geen verhoging toegepast. Onderstaand overzicht geeft de tarieven 2013 tegenover de tarieven 2012 weer. 2012 -
-
(on)roerende-zaakbelastingen per € waarde eigenaren woningen eigenaren niet-woningen gebruikers niet-woningen afvalstoffenheffing meerpersoonshuishouden afvalstoffenheffing eenpersoonshuishoudens rioolheffing hondenbelasting voor de eerste hond hondenbelasting voor elke volgende hond
% % % € € € € €
0,1046 0,1925 0,1551 195,00 120,00 210,00 57,00 86,00
2013 % % % € € € € €
0,1112 0,2040 0,1644 195,00 120,00 210,00 57,00 86,00
Om een goed beeld te geven wat de ontwikkeling is van de lokale lastendruk wordt dit vergeleken met de werkelijke inflatie. Onderstaand overzicht geeft het vergelijk weer.
46
Overzicht lokale lastendruk versus inflatieontwikkeling
Lokale lastendruk
2013 t.o.v. 2010
2010
2011
2012
2013
OZB eigenaar* Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishouden) Rioolheffing
285,36 251,00 210,00
290,22 251,00 210,00
302,41 195,00 210,00
311,20 195,00 210,00
25,84 -56,00 0,00
Totaal heffingen
746,36
751,22
707,41
716,20
-30,16
Verschil t.o.v. voorgaande jaar in €
4,86
-43,81
8,79
-30,16
Verschil t.o.v. voorgaande jaar in % Inflatie in % (o.b.v. CPI)
0,65% 2,30%
-5,83% 2,50%
1,24% 2,75%
-4,04% 7,74%
* OZB lasten op basis van gemiddelde woningwaarde.
Dit overzicht laat zien dat de inflatiecorrectie over de jaren (cumulatief) 7,74% betreft. Daar staat een cumulatieve daling van de lokale heffingen tegenover van 4,04%. Kwijtschelding Voor alle gemeentelijke belastingen met uitzondering van de leges, het lijkbezorgingsrecht, het marktgeld en de brandweerrechten, kan kwijtschelding worden aangevraagd. In 2012 werden nog 146 verzoeken toegewezen, in totaal een bedrag van € 58.000,-. In 2013 zijn 132 verzoeken tot kwijtschelding binnengekomen. Van de verzoeken zijn er 110 toegewezen (hiervan hebben 68 belastingplichtigen kwijtschelding ontvangen na toetsing via het inlichtingenbureau (geautomatiseerde kwijtschelding) en 42 belastingplichtigen kwamen na behandeling van het kwijtscheldingsformulier voor kwijtschelding in aanmerking). Bij de beoordeling van de kwijtschelding wordt de landelijke regelgeving gevolgd. Door een effectievere en efficiëntere wijze van werken (o.a. een actiever incassobeleid) is het gebleken dat er minder kwijtschelding hoeft plaats te vinden. De kwijtschelding over 2013 kent de volgende opbouw: Kwijtschelding Totaal bedrag kwijtschelding afvalstoffenheffing Totaal bedrag kwijtschelding rioolheffing Totaal bedrag kwijtschelding hondenbelasting Totaal bedrag
€ 17.186,€ 22.173,€ 823,€ 40.182,-
Voor een vergelijking tussen de geraamde en de werkelijk opbrengsten wordt verwezen naar cluster 4.2 lokale heffingen in deel II. Egalisatiereserves Conform de begroting is in 2013 vanwege hogere kosten nieuwe wijze afvalinzameling een onttrekking geweest uit de egalisatiereserve. Anders dan begroot is er op riolering een storting in de egalisatiereserve geweest in plaats van een onttrekking. Dat heeft te maken met de vertraging op de werkzaamheden (uitvoering Linschoten Noord) die gepland waren. Voor de mutaties op de egalisatiereserves wordt verwezen naar deel II.
47
PARAGRAAF WEERSTANDSVERMOGEN Inleiding Elke gemeente is verplicht om in de begroting en in de jaarstukken de risico’s te vermelden die de financiële positie van de gemeente kunnen beïnvloeden. Bij het opstellen van de begroting en de jaarstukken dient met de voorzienbare en kwantificeerbare risico’s rekening te worden gehouden. Het weerstandsvermogen is het vermogen om financiële tegenvallers op te vangen. Voor het weerstandsvermogen zijn de aanwezige weerstandscapaciteit en de risico’s van belang. De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en de mogelijkheden waarover wij als gemeente beschikken om niet begrote en niet voorziene kosten te dekken. Onder risico’s worden verstaan, die risico’s die niet anderszins zijn ondervangen en die ook niet (in die mate) te verwachten waren. Besluit begroting en verantwoording gemeenten Het weerstandsvermogen bestaat uit de weerstandscapaciteit. Dit betreft de dekkingsmiddelen en dekkingsmogelijkheden voor niet begrote kosten die zich onverwacht voordoen en substantieel zijn. De weerstandscapaciteit moet in redelijke verhouding staan met alle risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of die niet tot afwaardering van activa hebben geleid. Deze risico’s zijn van materiële betekenis in relatie tot het balanstotaal of de financiële positie. De paragraaf weerstandsvermogen bestaat uit: Het beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico’s; Een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; Een inventarisatie van de risico’s. Beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico’s Om de verderop genoemde risico’s op te kunnen vangen is het van belang dat hiervoor een buffer beschikbaar is. Hieronder wordt het vermogen van een gemeente verstaan om haar taken ook onder minder gunstige omstandigheden naar behoren te kunnen voortzetten. De risico’s relevant voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s die niet zijn ondervangen door een voorziening of verzekering. Deze risico’s kunnen worden samengevat als niet reguliere risico’s. Voorbeelden zijn ondernemersrisico’s die vooral samenhangen met de grondexploitatie, sociale structuur (bij neergaande conjunctuur) en openeindregelingen. In de financiële verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet is opgenomen, dat in de paragraaf weerstandsvermogen bij de begroting en de jaarstukken naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval de volgende onderdelen opgenomen dienen te worden: Het risicomanagement; Het opvangen van risico’s door verzekeringen, voorzieningen, het weerstandsvermogen of anderszins; De weerstandscapaciteit; De risico’s van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen.
48
Weerstandscapaciteit Doordat de risico’s in het verleden niet bepaald of gekwantificeerd waren is het noodzakelijk de weerstandscapaciteit te berekenen. Dit is de enige ruimte om de risico’s op te vangen. Sinds de komst van de risicoanalyse bieden een aantal onderdelen extra ruimte. Mogelijke onderdelen van de weerstandscapaciteit zijn: Het budget voor onvoorziene uitgaven; Het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve. Per 1 januari 2013 bedroeg de weerstandscapaciteit: Budget onvoorziene uitgaven Algemene reserve (vrije deel) Totaal
€ € €
34.298,2.052.572,2.086.870,-
De stand van de algemene reserve bedraagt per 31 december 2013 € 1.428.580,-. Het budget voor de onvoorziene uitgaven is in 2013 voor € 10.300,- in verband met troonwisseling ingezet. Risico’s Om een goed beeld te krijgen van het weerstandsvermogen van de gemeente Montfoort zullen de volgende stappen uitgewerkt worden: 1. Beschrijving risico’s per 31-12-2013. 2. Beschrijving risico’s over 2014 en toekomstige risico’s. 3. Vergelijk van de becijferde risico’s ten opzichte van het berekende weerstandsvermogen. In hoeverre is Montfoort in staat in de toekomst risico’s (tevens onvoorziene) op te vangen. Belangrijk is onderscheid te maken tussen risico’s met incidentele dan wel risico’s met structurele gevolgen. Incidentele gevolgen dienen opgevangen te kunnen worden binnen het weerstandsvermogen en structurele gevolgen dienen onderdeel te worden van de structurele programmabegroting. Grondexploitaties Bij de jaarstukken 2013 zijn in het meerjarenperspectief grondbedrijfsfunctie (MPG) beschreven welke conjuncturele risico’s en planrisico’s de gemeente loopt over de verschillende grondexploitaties. Deze risico’s zijn afgedekt binnen het project dan wel gereserveerd in de daarvoor bestemde bestemmingsreserve grondbedrijfsfunctie. In de raad is afgesproken dat deze projecten periodiek worden besproken met de raad. Gemeenschappelijke regelingen De gemeente is financieel mede aansprakelijk voor een aantal samenwerkingsverbanden. Op de bedrijfsvoering heeft de gemeente slechts invloed binnen de kaders van de gemeenschappelijke regeling, waarin de meerderheid van stemmen beslissend is. Dit vormt een risico als een meerderheid binnen de gemeenschappelijke regeling meer taken of menskracht willen inzetten dan volgens de wensen van de gemeente Montfoort.
49
Beschoeiingen Taluds Engherzandweg/Lange Linschoten De beschoeiing is op dit moment in orde, maar voor de toekomst kan het risico zich opnieuw voordoen in verband met zware belasting van de weg. Rente kort- en langlopende geldleningen In 2013 is een geldlening aangetrokken van € 11.000.000,- met een looptijd van 1 jaar en 1 dag. Het rentepercentage van deze lening bedraagt 0,25%. Deze geldlening is in maart 2014 afgelost. Tijdelijk is in financiering voorzien in het aantrekken van middelen op de korte termijn (kasgeldlening). De rente is op dit moment nog steeds laag. Op geldleningen bestaan een tweetal risico’s: 1. De financieringsbehoefte kan toenemen. 2. Het rentepercentage kan stijgen. Financieringsbehoefte op de langere termijn. Op dit moment is lastig in te schatten wat de financieringsbehoefte van de gemeente Montfoort is over een langere periode. Dit komt door de onzekerheid van inkomsten uit grondexploitaties. Inkomsten kunnen langer uitblijven door vertraging in de verkoop of vertraging van het project, maar inkomsten kunnen ook tegenvallen door bijstelling van de grondexploitaties. Volgens de voorlopige inzichten is in de meerjarenraming voor afgerond € 240.000,- aan rentekosten meegenomen om toekomstige investeringen te kunnen financieren. Stijgende rentepercentages. In 2013 is het mogelijk gebleken geld aan te trekken tegen lage rentepercentages. Korte geldleningen (korter dan 1 jaar) tegen 0,1% en rond 1 jaar voor 1,0%. De gemeente loopt het risico dat in de toekomst deze rentepercentages gaan stijgen. De bestaande geldleningen lopen af en zullen opnieuw afgesloten moeten worden. Bij een geldlening van € 10.000.000,zorgt een stijging van de rente van 1% voor een structurele verzwaring van het jaarresultaat van € 100.000,-. In de meerjarenraming is vanaf 2015 rekening gehouden met stijgende rentepercentages. Extra bezuinigingen van het Rijk en overige risico’s In de financiële paragraaf bij de programmabegroting 2013-2016 zijn de scenario’s van de extra bezuinigingen van het kabinet beschreven. Derhalve wordt verwezen naar deze paragraaf. Ook de overige risico’s waarmee rekening dient te worden gehouden worden in deze paragraaf beschreven en financieel vertaald. Decentralisatie Rijkstaken Ook op dit onderwerp bestaat nog geen duidelijkheid. Wanneer echter een kleine gemeente als Montfoort de drie transities tijdig en slim (eventueel met andere gemeenten) in de markt kan zetten ontstaan naast risico’s ook kansen. Het betreft ook hier wederom structurele gevolgen. Om de risico’s om te zetten naar kansen zal dit een inspanning vergen van de gemeente die mogelijk extra gelden behoeft. Op dit moment is dit echter nog niet te becijferen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) In zijn algemeenheid geldt binnen het programma Samenleving dat budgetten onder druk komen te staan. Dit vindt zijn oorzaak in de vergrijzing waardoor er meer zorgaanvragen en aanvragen voor voorzieningen ten behoeve van gehandicapten in het kader van de Wet
50
maatschappelijke ondersteuning zullen komen. Verder zal één van de gevolgen van de economische recessie een stijging van het verwachte aantal aanvragen om een uitkering en schuldhulpverlening zijn. Revitalisering bedrijventerrein IJsselveld Tijdens de uitvoeringswerkzaamheden van het project Revitalisering bedrijventerrein IJsselveld is een tweetal grondwatervervuilingen in het projectgebied aangetroffen. In 2013 zijn tegenmaatregelen getroffen om tijdens de uitvoeringswerkzaamheden de vervuiling niet te verplaatsen. Ondanks alle maatregelen is er bij de vervuiling in de Oeverweg toch een geringe verplaatsing opgetreden. De provincie Utrecht heeft in een brief de gemeente een vooraankondiging aansprakelijkstelling gestuurd voor mogelijke kosten die in de toekomst gemaakt zouden moeten worden ten gevolge van deze geringe verplaatsing. Navraag bij de provincie heeft uitgewezen dat zij zelf ook niet weten waar deze kosten uit zouden moeten bestaan, maar dat zij hun rechten willen vast leggen mocht het om nu nog onbekende redenen ooit tot een schade komen. De gemeente heeft deze aansprakelijkheid afgewezen en de omgevingsdienst de opdracht gegeven om een gedetailleerd dossier samen te stellen ter onderbouwing van deze afwijzing. Mocht er in de toekomst daadwerkelijk een aansprakelijkstelling komen, dan kan deze direct en goed onderbouwd worden afgewezen. Of de provincie dus ooit ook echt met een aansprakelijkstelling komt is onduidelijk, maar het blijft wel een mogelijk risico. Als eigenaar van de vervuiling zullen zij de contouren van de vlek blijven monitoren. Doordat het project nu wordt afgesloten, vervallen daarmee ook de beschikbare projectmidddelen. Als de gemeente Montfoort in de toekomst succesvol aansprakelijk zal worden gesteld door de provincie is er vanuit het project geen budget meer beschikbaar. Verstrekte garanties In totaal zijn er voor € 15.581.000,- aan gemeentegaranties aan instellingen verstrekt (peildatum 31 december 2013). Het grootste deel hiervan zijn garanties voor geldleningen waar de gemeente samen met het Rijk een achtervangpositie inneemt. Deze garanties zijn in eerste instantie gegarandeerd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Ook in de paragraaf financiering worden garanties toegelicht. Weerstandscapaciteit Structurele risico’s De structurele risico’s zullen opgevangen moeten worden in de structurele begroting. In 2014 zal structurele ruimte vrijgemaakt moeten worden om te komen tot een meerjarig sluitende begroting. Hiervoor zal in 2014 een traject opgestart worden. Incidentele risico’s Het is de verwachting dat de drie decentralisaties structureel opgevangen kunnen worden. Dat vergt echter een aantal jaren van investering. De jaren 2015-2017 zullen extra incidentele middelen beschikbaar moeten komen om dit mogelijk te maken. Deze middelen moeten gevonden worden door vertragingen of bezuinigingen aangezien de gemeente onvoldoende weerstandsvermogen heeft om dit op te kunnen vangen. Naast de decentralisaties is het weerstandsvermogen sowieso te beperkt om eventuele risico’s op te kunnen vangen. Conclusie Hiermee kan gesteld worden dat Montfoort op dit moment onvoldoende weerstandscapaciteit heeft. Een weerstand van nog geen € 1,5 miljoen is op een begroting van € 20 miljoen erg
51
beperkt. Zeker wanneer onduidelijkheid heerst over toekomstige verkopen uit grondexploitaties. Daarnaast kunnen bezuinigingen, die structureel opgevangen moeten worden, in de programmabegroting ervoor zorgen dat een aanwas van het weerstandsvermogen op korte termijn (0-4 jaar) nagenoeg onmogelijk is. De ontwikkelingen die met de komende decentralisaties op de gemeente af komen kunnen deze situatie alleen nog maar meer verergeren. De gemeente moet in 2014 keuzes maken om tot een structureel gezonde meerjarenbegroting te komen. Echter zal ook het weerstandsvermogen aangevuld moeten worden om toekomstige risico’s op te vangen.
52
PARAGRAAF FINANCIERING Inleiding De financieringsparagraaf is, in samenhang met het financieringsstatuut, dat in artikel 212 van de Gemeentewet is voorgeschreven, een belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. De treasuryfunctie is gebaseerd op de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Een belangrijk element is het meer zicht krijgen op de ontwikkeling van de financieringspositie, zowel op de korte als lange termijn. Dit betreft dan voornamelijk het in beeld brengen van de behoefte aan geld gerelateerd aan de investeringsplanning en de inzet van geld dat vrijvalt of aangetrokken wordt. De Wet financiering decentrale overheden stelt de volgende eisen: de uitvoering van de financieringsfunctie dient uitsluitend de publieke taak; het beheer dient “verstandig” te zijn; er wordt voldaan aan de kasgeldlimiet; er wordt voldaan aan de renterisiconorm. In een treasurystatuut worden het begrippenkader en de doelstellingen van de treasuryfunctie geformuleerd, geconcretiseerd naar de verschillende deelgebieden van treasury, risicobeheer, gemeentefinanciën en kasbeheer. Ook worden daarin de organisatorische randvoorwaarden weergegeven. Tot slot worden in het statuut de uitgangspunten vastgelegd voor de informatie die noodzakelijk is om het gehele proces beheersbaar en meetbaar te houden. Het treasurystatuut 2009 is op 6 december 2009 door het college vastgesteld. Beleid betreffende financiering (risicobeheer) De gemeente Montfoort hanteert als uitgangspunt dat er defensief en risicomijdend op de geld- en kapitaalmarkt moet worden opgetreden met de volgende uitgangspunten: het financieringsbeleid is gericht op spreiding van toekomstige renterisico’s, zodat geen overmatige blootstelling aan rentebewegingen optreedt; middelen mogen uitgezet worden onder voorwaarde dat deze niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico; voldoen aan de Wet financiering decentrale overheden; voldoen aan de financiële verordening ex artikel 212; voldoen aan het treasurystatuut. Kaderstellende beleidsnota’s Treasurystatuut. Financiële verordening ex artikel 212.
53
Liquiditeiten De vermogenspositie op 31 december 2013 geeft het volgende beeld: Boekwaarde vaste activa/bouwgrondexploitatie Beschikbaar aan financieringsmiddelen: - eigen financieringsmiddelen (reserves) - vreemde financieringsmiddelen (geldleningen + voorzieningen) Totaal financieringsmiddelen: Overschot aan financieringsmiddelen per 31 december 2013
€
28.871.000
€ € €
6.067.000 23.809.000 29.876.000
€
1.005.000
Leningenportefeuille In 2013 heeft Montfoort de volgende opgenomen geldleningen: Bank
Percentage
Stand 1-1
Rentebedrag
Aflossing
Stand 31-12
ING. BNG Bank ASN Interpolis BNG Bank Totaal o/g
6,515 % 5,710 % 3,750 % 1,100 % 0,390 %
€ 340.335,€ 728.465,€ 6.000.000,€ 8.000.000,€ -,€15.068.800,-
€ € € € € €
€ 113.445,€ 242.821,€ -,€ 8.000.000,€ -,€ 8.356.266,-
€ 226.890,€ 485.644,€ 6.000.000,€ 0,€11.000.000,€17.712.534,-
22.173,34.663,225.000,15.467,35.259,332.562,-
Leningenportefeuille uitgezette gelden In het verleden zijn uit hoofde van de publieke taak leningen verstrekt aan lokale stichtingen en verenigingen. Het saldo van de verstrekte geldleningen bedraagt per 31 december 2013 in totaal € 464.861,- verstrekt zonder hypothecaire zekerheid. Uitzetting Conform het door de gemeente gestelde beleid voor de financieringsfunctie zou in overleg met onze bemiddelaars enkel uitgezet worden bij: het BNG FIDO geldmarktselectfonds (garantiefonds van de BNG Bank met een A-rating); financiële instellingen met tenminste een A-rating van Standard & Poor’s. In 2013 hebben er geen uitzettingen plaatsgevonden. Beleggingsportefeuille Het aandelenbezit (totaal € 43.832,-) is niet gebaseerd op winstoogmerk. Het risico van deze aandelen bij de BNG Bank en Vitens is verwaarloosbaar. Aandelenportefeuille bestaat uit: BNG Bank Vitens Grootboekrekeningen nationale schuld Totaal
€ 31.200, € 11.861, € 771, € 43.832, ========
Risicobeheer De belangrijkste financiële risico’s bij de uitvoering van het treasurybeleid zijn koersrisico’s, renterisico’s en kredietrisico’s. Hieronder geven wij aan op welke wijze wij deze risico’s proberen te beheersen.
54
Koersrisicobeheer Het koersrisicobeheer is het beheersen van de risico’s dat uitgezette gelden in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. Wij lopen geen koersrisico’s omdat er geen gelden zijn uitgezet die onderhevig zijn aan koersschommelingen.
Renterisicobeheer Het renterisicobeheer is het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat in de toekomst: - rentelasten van afgesloten geldleningen zullen toenemen en - renteopbrengsten van uitgezette gelden zullen afnemen. Een belangrijk uitgangspunt van de Wet financiering decentrale overheden is het vermijden van grote schommelingen in de rentelasten. Daarom is een maximum gesteld aan wat gemeenten mogen lenen voor een periode korter dan één jaar, de zogenaamde kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet wordt berekend door middel van een percentage (8,5%) van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het begrotingsjaar. Voor onze gemeente bedroeg de kasgeldlimiet voor het jaar 2013 afgerond € 1,8 miljoen (8,5% van € 21 miljoen). In 2013 was er behoefte aan vlottende middelen. Er is tijdelijk een kasgeldlening aangetrokken voor de duur van gemiddeld 1 maand. Begin 2013 hebben wij gedurende 2 achtereenvolgende maanden de kasgeldlimiet overschreden. Volgens de Wet financiering decentrale overheden is dit toegestaan mits dit niet meer dan 3 achtereenvolgende kwartalen wordt overschreden. Bij overschrijding moet na 2 achtereenvolgende kwartalen de toezichthouder (provincie) op de hoogte worden gebracht. Op 7 maart 2013 zijn wij tot consolidatie overgegaan en hebben wij een financiering voor 1 jaar en 1 dag van € 11.000.000,- aangetrokken. De volgende kasgelden zijn in 2013 opgenomen: Bedrag Looptijd Rentepercentage € 2.500.000,04 feb-07 mrt 2013 0,10 %
Bank BNG Bank
Kredietrisicobeheer De gemeente loopt kredietrisico’s bij voornamelijk in het verleden verstrekte leningen uit hoofde van de publieke taak. Zie hiervoor onder het kopje “leningenportefeuille uitgezette gelden”. Renterisiconorm Bij langlopende geldleningen is er een renterisico op het moment van een renteherziening. Dit risico is er ook als we een nieuwe geldlening afsluiten. Het is daarom van belang dat de momenten waarop er renterisico bestaat worden gespreid, zodat niet alle (veel) geldleningen op hetzelfde moment vervallen. De renterisiconorm stelt dat per jaar maximaal 20% van de vaste schuld in aanmerking mag komen voor herfinancieringen en/of renteherziening. De norm zorgt er voor dat een rentestijging slechts gedeeltelijk kan doorwerken in de te betalen rentelasten. In 2013 bedroeg de renterisiconorm afgerond € 4,2 miljoen. Omdat er geen geldlening aanwezig is met een renteherziening was er voor 2013 geen renterisico op de vaste schuld.
55
Berekening rente risiconorm en renterisico Renterisiconorm en renterisico’s vaste schuld (bedragen x € 1.000, -) 2013 Renterisico 1 Betaalde / te betalen aflossingen 2 Renteherzieningen 3 Totaal renterisico (1+2) Renterisiconorm 4 Begrotingstotaal 5 Vastgesteld percentage 6 Renterisiconorm (4x5) Toets renterisiconorm 6 Renterisiconorm 3 Renterisico (alleen huidige jaar) 7 Ruimte/overschrijding norm (6-3)
356 0 356 21.350 20% 4.270 4.270 356 3.914
56
PARAGRAAF ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen is bedoeld om zicht te geven op de kaders die voor het onderhoud noodzakelijk zijn. Onder kapitaalgoederen wordt verstaan: wegen, kunstwerken, openbare verlichting, watergangen, openbaar groen, riolering en gebouwen. De gemeente heeft de beschikking over beheersystemen voor alle onderdelen. Deze systemen geven ordening aan de grote hoeveelheid bij te houden gegevens. Hierdoor ontstaat duidelijkheid over de kwaliteit van de diverse objecten, de benodigde financiën en de uitvoeringsplanning. Gemeentelijke gebouwen De stichting BeauMont voert het accommodatiebeheer voor de gemeente uit. De jaarrekening van de stichting BeauMont is gebaseerd op de “oude” exploitatieovereenkomst tussen gemeente en de stichting BeauMont. Er is een nieuwe overeenkomst conform het in 2011 goedgekeurde businessplan. Deze is echter niet juridisch geïmplementeerd. De werkwijze heeft wel in die lijn plaatsgevonden. Het groot onderhoud vindt plaats op basis van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP). Jaarlijks wordt er € 175.000,- in de voorziening groot onderhoud gebouwen gestort. Het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) is hierop aangepast. De onderhoudsinvesteringen worden pas na instemming van de portefeuillehouder uitgevoerd. Wegbeheer Alle soorten en hoeveelheden wegverharding zijn bekend. De wegen zijn met een door de CROW (Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en Verkeerstechniek) ontwikkelde waarderingsmethode geïnspecteerd, waardoor eenduidige beoordeling van de toestand van de wegverhardingen verkregen is. Jaarlijks wordt na onderzoek een prioritering aangeven welke wegen voor vervanging in aanmerking komen. Deze prioritering wordt aan het college voorgelegd. Vervolgens doet het college via het investeringsoverzicht behorende bij de begroting een voorstel aan de raad. Het groot onderhoud vindt plaats op basis van het Beleidsplan Wegbeheer 2012-2016. Door een regelmatig onderhoudspatroon wordt een adequaat wegbeheer uitgevoerd met een evenwichtig onderhoudsniveau, waarbij kapitaalsvernietiging is voorkomen. Onveilige situaties worden direct verholpen. De tweejaarlijkse visuele inspectie is gehouden. De resultaten hiervan zijn meegenomen in het nieuw opgestelde, op 23 september 2013 vastgestelde, Beleidsplan Wegbeheer 2012 – 2016. In 2013 is een gedeelte van de in de jaarschijf 2013 opgenomen werkzaamheden van het beleidsplan wegbeheer uitgevoerd. Op de jaarlijkse post onderhoud/kosten instandhouding is niet verder bezuinigd. De storting in de voorziening wegen is in 2013 niet aangepast, maar wordt in 2014 met € 20.000,- verlaagd. Gladheidsbestrijding Op de jaarlijks post gladheidsbestrijding is niet verder bezuinigd. Dit betekent wel dat de strooiroutes beperkt zijn gebleven tot alleen de doorgaande wegen.
57
Rioolbeheer In 2013 is in heel Linschoten (behalve Linschoten Noord) het rioolstelsel gereinigd en geïnspecteerd. Dit was de tweede reinigings- en inspectieronde van het in 2011 afgesloten meerjarig contract. De eventuele zwakke punten in het stelsel worden geïnventariseerd en zo nodig hersteld. In het Bestuursakkoord Water (2011) is opgenomen dat waterschappen en gemeenten een gezamenlijke taak hebben in de afvalwaterketen en streven naar doelmatigheid en samenwerking. De samenwerking is gezocht binnen het Winnet (Waterinnovatienetwerk) verband, waar inmiddels 14 gemeenten en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) aan deelnemen. Hiervoor is de nodige input verstrekt, om zo tot een succesvolle afronding te komen van de business case. Binnen het samenwerkingsverband is verdere uitvoering gegeven aan het opstellen van een regionaal afvalwaterketen. Daarnaast is in 2013 het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) 2013 – 2017 afgerond en vastgesteld. Dit document stelt beleidskaders ten aanzien van het beheer en het in stand houden van de gemeentelijke riolering. Eveneens is een toekomstperspectief geschetst ten aanzien van de ontwikkeling van de rioolheffing voor de komende 60 jaar. Door de eigen medewerkers is geïnventariseerd welke rioleringen gereinigd en geïnspecteerd moeten worden. Vervolgens is op basis van het bestaande contract de opdracht uitgezet. Tijdens de uitvoering zijn de werkzaamheden gemonitord en zo nodig bijgesteld. Groenbeheer Alle soorten en hoeveelheden groen zijn bekend en er bestaat een acceptabel beeld van heesters, gazons en hagen. Het onderhoudsniveau aan de gemeentelijke bomen is dusdanig, dat hiermede voldaan wordt aan de wettelijke zorgplicht. Het groenonderhoud is vastgelegd in de volgende beleidsnota’s: - Groenstructuurplan 1996; - Bomenbeleidsplan “Diepgeworteld” 2005; - Bomenstructuurplan 2008; - Bomenverordening; - Beschermwaardige houtopstanden. Het gebruikelijke “bulkwerk” is via meerjarige bestekken uitbesteed aan derden. Het kwalitatief hoogwaardig onderhoudswerk is door de buitendienst uitgevoerd. Bezuinigingen vanaf 2012 Op de jaarlijkse post onderhoud/kosten instandhouding is € 36.000,- bezuinigd. Dit betekent dat kleine onderhoudstaken aan het groen, dat door derden uitgevoerd wordt, met 33% is verminderd. De storting in de voorziening voor het bomenfonds groot € 7.500,- is vervallen. Als de voorziening leeg is, zal er geen subsidie meer aan de inwoners beschikbaar gesteld kunnen worden. De storting in de voorziening voor het bomenstructuurplan is verlaagd met € 7.500,-. Dit betekent dat geplande werkzaamheden uit het bomenbeheerplan later in de tijd worden uitgevoerd. Op de uitbestede maai- en knipwerkzaamheden is € 24.000,- bezuinigd. Dit betekent dat er minder gemaaid is en dat er voor goedkopere werkmethoden gekozen is, waardoor het beeld negatief zal veranderen. Op de uitbestede schoffelwerkzaamheden is € 28.000,- bezuinigd. Dit betekent dat er minder geschoffeld is en dat er voor goedkopere werkmethoden gekozen is.
58
Kunstwerkenbeheer Alle kunstwerken (bruggen etc.) zijn geïnspecteerd. De onderhoudstoestand, de onderhoudskosten, de restant levensduur en de investeringskosten zijn in beeld gebracht. Het beheer van de kunstwerken is gebaseerd op het Beheerplan Kunstwerken 2011 – 2021. Door een op de kunstwerken afgestemd onderhoudsbeleid uit te voeren is dit onderhoud op een evenwichtig niveau gebracht, waarbij kapitaalsvernietiging voorkomen is. Indien kunstwerken afgeschreven en aan vervanging toe zijn, zullen deze vervangingen ook plaatsvinden. Om de 4 jaar worden de kunstwerken geïnspecteerd. Na de inspectie wordt een financieel overzicht gemaakt. In 2013 is de jaarschijf 2013 van het onderhoudsplan uitgevoerd. Door schade aan een van de kunstwerken is de onttrekking aan de voorziening hoger geweest dan voorzien. In 2013 is het kunstwerkenbeheerplan geactualiseerd. Op 23 september 2013 is het beheerplan door de raad vastgesteld. De storting in de voorziening kunstwerken is met ingang van 2014 verhoogd met € 20.000,-. Het nieuwe bedrag van € 50.000,- zal voldoende moeten zijn om de toekomstige werkzaamheden uit het kunstwerkenbeheerplan uit te kunnen voeren. Openbare verlichting Er is invulling/uitvoering gegeven aan het beheerplan voor de openbare verlichting. Er is gestart met het opstellen van een nieuw beleidsplan voor de openbare verlichting. Het beheer is gebaseerd op de volgende beleidsnota's: - Montfoort belicht: Beleidsplan; - Montfoort belicht: Beheerplan 2008 - 2015. De gemeente voldoet aan de normen ten behoeve van de verlichtingskwaliteit getoetst aan de richtlijnen Nederlandse Praktijk Richtlijn (NPR) 13201. Dit zijn de uitgangspunten voor sociale- en verkeersveiligheid. Blijvend aandachtspunt is het verantwoord verminderen van het stroomgebruik. Het beheerplan voorziet hier ook in. Nieuwe technieken worden kritisch gevolgd en indien financieel verantwoord toegepast De eigenaar van de lichtmasten (Citytec) heeft het onderhoud volgens de jaarschijf 2013 uitgevoerd. Water De oever van de Lange Linschoten was in erbarmelijke staat, zodanig dat de wegverharding werd ondermijnd. In opdracht van de gemeenten Oudewater en Montfoort, het Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden (HDSR) en de Provincie Utrecht heeft ingenieursbureau Oranjewoud een onderzoek verricht naar de dijklichamen langs de rivier de Lange Linschoten. De oorzaak is enerzijds het zwaardere verkeer op de bovenliggende verharding, anderzijds de baggerwerkzaamheden die niet correct uitgevoerd zijn door HDSR, waardoor er geen ondersteuning meer is van de oever. Verder is het vaarverkeer een factor wat het afkalvingsproces verder in gang zet. HDSR erkent de conclusie uit het onderzoek aangaande de baggerwerkzaamheden niet. De gemeente Montfoort is verantwoordelijk voor de verkeersveiligheid van de weg en kon herstelwerkzaamheden op de Engherzandweg van de oever niet langer uitstellen. Op de locaties met de grootste schade is een beschoeiing aangebracht. Zodoende kan de verkeersveiligheid weer worden gewaarborgd. De gemeente Montfoort is van mening dat HDSR verantwoordelijk is voor de schade aan de oevers. Samen met de gemeente Oudewater zijn we aan het onderzoeken waar welke verantwoordelijkheden liggen in deze specifieke situatie. Het beheer van de waterwegen is gebaseerd op de volgende beleidsnota's:
59
- Waterplan Blauwe Driehoek; - Watervisie 2020; - Uitvoeringsprogramma 2009 - 2015. Er is samenhang gebracht in bestaand beleid en plannen betreffende wateraspecten en uitvoering gegeven aan wetgeving, zowel volgens nationale als Europese richtlijnen (grondwaterzorgtaak, kaderrichtlijn water). De maatregelen, zoals opgenomen in het uitvoeringsprogramma 2009 – 2015 zijn uitgevoerd. Beschoeiingen Alle beschoeiingen zijn geïnspecteerd en de onderhoudstoestand is bekend. Naar aanleiding van de visuele inspectie en de rapportage daarover heeft de raad besloten geen nieuw onderhoudsplan beschoeiing te laten opstellen. In de periode 2008 tot en met 2013 zijn de zeer slechte beschoeiingen vervangen en op een niveau gebracht waardoor zij nog jaren mee kunnen. In de raadsvergadering van 23 september 2103 heeft de raad besloten geen jaarlijkse storting in de voorziening beschoeiingen meer te doen, maar de kosten te dekken uit de tot € 30.000,verhoogde post onderhoud beschoeiingen in de reguliere begroting. Het saldo van de voorziening beschoeiingen is geoormerkt voor de toekomstige renovatie van de beschoeiing aan de Linschoten en de Lange Linschoten. Bomenbeleidsplan Het bomenbeleidsplan 2009 – 2016 werd in 2009 vastgesteld. Baggeren Alle watergangen zijn geïnspecteerd en de onderhoudstoestand is bekend. Hierbij is gebleken dat de kwaliteit van het water in de watergangen verbeterd is, waardoor zowel de waterflora als –fauna zich kunnen ontwikkelen. Het baggeren is gebaseerd op het Baggerplan gemeente Montfoort 2013 - 2022. De nodige onderhoudsmaatregelen worden regelmatig uitgevoerd, zodat er geen achterstanden meer ontstaan. Het baggerplan 2013 – 2022 is opgesteld en op 23 september 2013 door de raad vastgesteld. Afgesproken is dat het uitvoeren van baggerwerkzaamheden conform het baggerplan eerst aan de raad ter goedkeuring worden voorgelegd. De jaarlijkse storting in de voorziening is teruggebracht van € 35.000,- naar € 20.000,-. Tractie, machines en gereedschappen Op basis van het vastgestelde meerjaren vervangingsschema 2013 – 2022 zijn diverse kleine vervangingsinvesteringen (< € 15.000) uitgevoerd. In 2013 heeft de raad in haar vergadering van 23 september 2013 een krediet van € 20.445,beschikbaar gesteld voor de aankoop van een Nissan Vanetta. Afgesproken is dat investeringen in tractie boven de € 15.000,- worden geactiveerd. Speelbeleidsplan Het speelbeleidsplan 2013 – 2017 werd op 4 februari 2013 vastgesteld. Gemeentewerf In 2013 werd een zoutloods op het terrein van de Gemeentewerf geplaatst.
60
PARAGRAAF VERBONDEN PARTIJEN Deze paragraaf geeft conform de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording inzicht in ontwikkelingen en voornemens ten aanzien van verbonden partijen. Een gemeente kan in principe zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen de uitvoering zelf ter hand te nemen of de uitvoering te regelen (via een gemeenschappelijke regeling) met een aantal gemeenten samen. Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijke risico’s is het gewenst dat aandacht wordt besteed aan rechtspersonen waarmee de gemeente een band heeft. Verbonden partijen zijn die partijen waarmee de gemeente een bestuurlijke relatie heeft en waarin zij een financieel belang heeft. Van een financieel belang is sprake als er juridisch afdwingbare financiële verplichtingen bestaan. Bij een bestuurlijk belang gaat het om partijen, waarin de gemeente zeggenschap heeft door stemrecht of vertegenwoordiging in het bestuur. Voor de gemeente ontstaat een financieel risico als bijgedragen moet worden in eventuele nadelige saldi, als de verbonden partij failliet gaat, haar verplichtingen niet nakomt, de samenstelling van partijen wijzigt, de gemeente niet langer wil deelnemen in de partij of als de partij ophoudt te bestaan. Naast gemeenschappelijke regelingen neemt Montfoort deel in NV’s (waterbedrijf Vitens en de Bank Nederlandse Gemeenten) en in de Stichting Inkoopbureau Midden-Nederland. Het is voor de eerste keer dat uitgebreider inzicht wordt verstrekt in de verbonden partijen. Het belang van deze partijen neemt steeds meer toe en dit overzicht en inzicht is dan ook wenselijk en noodzakelijk. Het is echter ook in ontwikkeling en de wijze waarop wij verslag willen doen, zal dat eveneens zijn. Wij zullen daar in de toekomst nadere voorstellen voor doen. Met de onderhavige invulling van deze paragraaf hebben wij de intentie een weg in te slaan van betere verantwoording van en meer regie op de regelingen waaraan wij deelnemen en/of mede-eigenaar zijn. Dat is de reden, dat wij ook informatie hebben opgenomen van enkele nieuwe partijen, die nog niet in de begroting van 2013 voorkwamen, maar wel van groot belang zijn voor Montfoort (UW Samenwerking, Ferm Werk en BSR).
61
Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Programma
Openbare Orde en Veiligheid
Vestigingsplaats
Utrecht
Doel
Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten ter bevordering en waarborging van de voorbereiding op rampen en crises, op een gelijkwaardig kwaliteitsniveau. De veiligheidsregio voert de regionale taken uit als bedoeld in de Brandweerwet, de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en de Wet rampen en zware ongevallen. De veiligheidsregio zorgt voor samenhangend beleid, bevordert de afstemming van crisisbeheersingsplannen en adviseert de gemeenten over objecten waarvoor een specifiek rampenbestrijdingsplan moet worden gemaakt. Verder ondersteunt de veiligheidsregio gemeenten bij de daadwerkelijke uitvoering, ook ten tijde van een calamiteit. Ook de gemeenschappelijke meldkamervoorziening wordt in stand gehouden, bestaande uit de regionale brandweeralarmcentrale, de centrale post ambulancevervoer en de meldkamer van politie.
Deelnemende partij-
Alle Utrechtse gemeenten
en Openbaar belang
Adequate rampen- en crisisbeheersing Ter behartiging van dit belang vervult de veiligheidsregio vier kerntaken: 1. Het ondersteunen en beheren van de regionale brandweerzorg, bevolkingszorg en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR); 2. Het samen met de politie inrichten en in stand houden van een gemeenschappelijke meldkamer (GMU); 3. Het geven van adviezen over pro-actie en preventie aan de gemeentebesturen; 4. De voorbereiding van de crisisbeheersing en rampenbestrijding.
Bestuurlijk belang
Het algemeen bestuur bestaat uit de burgemeesters van de 26 deelnemende gemeenten.
Financieel belang
In de begroting 2013 is uitgegaan van een bijdrage van € 863.777,-. Met de VRU is afgesproken om een verbeterslag in de begroting door te voeren. Daarnaast is gevraagd om concretisering van producten en prestaties en het in beeld brengen van wettelijke en nietwettelijke taken en het in beeld brengen van bezuinigingsscenario’s. Onder de noemer VRU 2.0 is hier aan uitvoering gegeven.
62
De VRU heeft in 2013 de opgelegde taakstelling van 5% structureel in de begroting verwerkt. De bijdrage van Montfoort aan de VRU is daarmee structureel met € 7.868,- verlaagd. De bijdrage voor 2014 bedraagt: € 863.095,-. Daarnaast loopt de bijdrage (€ 1.139,-) van de meldkamer Ambulancezorg (MKA) vanaf 2014 via de Regionale Ambulancezorg Utrecht (RAVU). De inning van de bijdrage verloopt via de VRU. Evt. veranderingen
Geen
in een belang Verhouding eigen en
Het percentage eigen vermogen is 3% en het percentage vreemd vermogen 97% (cijfers afkomstig uit jaarrekening VRU 2012).
vreemd vermogen Financieel resultaat
Het resultaat van de VRU over 2012 was € 192.698,- positief. De VRU heeft in de derde kwartaalrapportage 2013 aangegeven dat zij ook het boekjaar 2013 met een positief resultaat gaan sluiten. Bij de vaststelling van de jaarrekening VRU 2013 zal het AB VRU besluiten over de bestemming van het resultaat.
Financiële risico’s
In het algemeen geldt dat aan het aangaan van een gemeenschappelijke regeling ‘systeemrisico’s’ verbonden zijn. Voor sturing op
(tekst begroting
beleid van de gemeenschappelijke regeling zijn de deelnemende gemeenten deels afhankelijk van besluitvorming in het AB, wat im-
2013)
pliceert, dat gemeentelijke invloed beperkt is. Op grond van de Gemeentewet is het college verantwoording verschuldigd aan de raad en kan de raad haar zienswijze indienen.
Beleidsvoorne-
In het vastgestelde Beleidsplan VRU 2012-2015 zijn de beleidsambities voor de komende vier jaar geformuleerd op het terrein van
mens/ontwikkelingen
(1) Risicobeheersing, (2) Crisisbeheersing en (3) Incidentbestrijding.
(tekst begroting 2013)
1.Risicobeheersing Risicobeheersing behelst de structurele aandacht voor fysieke veiligheid en het voorkomen en terugdringen van onveilige situaties. De VRU legt de komende jaren de nadruk op het voorkomen en beperken van risico’s. Zo heeft de VRU een adviesrol zowel bij de verlening van vergunningen als bij controle en handhaving.
63
2.Crisisbeheersing Rampenbestrijding en crisisbeheersing omvat zowel de voorbereiding, als het daadwerkelijke optreden. Het beleid voor de komende jaren is allereerst gericht op de verbetering van de voorbereiding, daarnaast wordt er prioriteit gegeven aan de eerste ring van netwerkpartners die een rol vervullen in de crisisbeheersing. Naast de klassieke hulpverleningsdiensten (brandweer, politie en de geneeskundige keten), horen ook de waterautoriteiten (waterschappen en Rijkswaterstaat) en het Openbaar Ministerie daarbij. 3.Incidentbestrijding In de komende jaren richt de VRU zich t.a.v. de incidentbestrijding vooral op het bieden van maatwerk bij operationeel optreden en het inrichten van de respons op basis van de aanwezige risico’s. Dit geldt niet alleen voor de brandweer, maar ook voor de andere partners. Repressieve brandweerzorg wordt nadrukkelijker in een breder perspectief van de totale brandweerzorg in het verzorgingsgebied en de aard van het aantal uitrukken geplaatst. In het kader van en effectief en efficiënt operationeel optreden zijn er ook ontwikkelingen naar een verbreding van taken van de hulpverleningsdiensten en een herbezinning op de specialistische taken van de brandweer. Resultaat 2013
Financiële risico’s Voor 2013 was de begrote bijdrage € 863.777,-. De bijdrage over 2013 bedroeg in werkelijkheid € 855.909,- Bij de VRU worden geen financiële risico’s verwacht. Beleidsvoornemens 1.Risicobeheersing In 2013 heeft de VRU, samen met haar netwerkpartners, gewerkt aan de uitwerking van scenario’s die horen bij de zeven risico’s genoemd in risicoprofiel en beleidsplan ( 1). Het doel is om mogelijke maatregelen in beeld te brengen die helpen bij het voorkomen, beperken en bestrijden van rampen en zware ongevallen. Deze scenario’s zijn in gevorderd stadium van ontwikkeling en afronding.
1
1. Extreem weer, 2. Natuurbranden, 3. Uitval nutsvoorzieningen, 4. Terroristische aanslag, 5. Transportongevallen, 6. Pandemie/ziektegolf, 7. Paniek in de menigten.
64
2.Crisisbeheersing In 2013 is gewerkt aan de nieuwe inrichting van de organisatie van crisisbeheersing. Een nieuw regionaal crisisplan is door het AB vastgesteld. Er is gestart met een programma om uitwerking te geven aan het nieuwe crisisplan, waaronder het actualiseren van diverse deelplannen, leidraden en procedures. Ook is een introductieprogramma gepland voor operationeel functionarissen. De afronding van de implementatie Gemeentelijke Crisisbeheersing 2.0 is gepland voor afronding in mei 2014. 3.Incidentbestrijding In het kader van het project Veiligheidszorg op maat zijn voorstellen gedaan tot verhoging van de opkomsttijden, in relatie tot het aanscherpen van preventiemaatregelen. Bestuurlijke besluitvorming hieromtrent, in de vorm van een voorgenomen besluit over het dekkingsplan 2.0, is voorzien in januari 2014. Hierin wordt het bestuur gevraagd akkoord te gaan met de invulling van de operationele organisatie, de afwijking van de opkomsttijden én de motivatie van de afwijking van de opkomsttijden. VRU 2.0 Onder de noemer VRU 2.0 zijn in 2013 verschillende onderzoeken gedaan. Het AB VRU heeft in januari 2014 hierover een voorgenomen besluit genomen. De VRU houdt na de verkiezingen een consultatieronde langs de gemeenteraden. De belangrijkste onderdelen hiervan betreffen, naast bovengenoemde besluitvorming over hogere opkomsttijden in relatie tot preventieve maatregelen, de voorbereiding van organisatiewijziging door verlaging van het aantal districten en besluitvorming over een nieuwe financieringssystematiek.
65
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Midden-Nederland (GGD MN) Programma
Samenleving
Vestigingsplaats
Zeist
Doel
Deze gemeenschappelijke regeling behartigt de belangen van de deelnemers op het gebied van de openbare gezondheidszorg. Daartoe voert de dienst zogenaamde basistaken en een aantal keuzetaken uit. De GGD richt zich op preventieve gezondheidszorg. De GGD Midden Nederland fungeert naast en als aanvulling op het reguliere zorgsysteem. De doelstelling van de GGD is drieledig. Het bewaken en bevorderen van de gezondheid van alle inwoners in het werkgebied door onderzoek, voorlichting, advies en interventies. Het bieden van zorg of het bemiddelen tussen aanbieders en afnemers van zorg waar dit uit een oogpunt van openbaar belang noodzakelijk is. Het verlenen van alle overige diensten die tot doel hebben een bijdrage te leveren aan de gezondheid van individuen of groepen van individuen. Elke GGD zet zich in, op eigen kracht of in professionele samenwerking met andere instellingen, om deze doelstellingen te bereiken.
Deelnemende partij-
Alle gemeenten in de provincie Utrecht, behalve de gemeente Utrecht.
en
Ingaande 1 januari 2014 is de GR gewijzigd in de GGD Regio Utrecht waarbij de gemeente Utrecht is toegetreden. In de volgende begroting worden de teksten hierop aangepast.
Openbaar belang
Montfoort neemt deel in de GGD Midden Nederland met als doel het behartigen van de belangen van de deelnemers op het gebied van de openbare gezondheidszorg. Het beleid van de GGD Midden Nederland is erop gericht uitvoering te geven aan dan wel ondersteuning te bieden bij de gemeentelijke taken, zoals vastgelegd in de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid of een ander wettelijk voorschrift ter uitvoering aan de dienst GGD Midden Nederland opgedragen, waarbij de volgende onderdelen door de GGD Midden Nederland worden opgepakt: -
Het verwerven van, op epidemiologische analyse gebaseerd, inzicht in de gezondheidssituatie van de bevolking;
-
Het bijdragen aan preventieprogramma’s incl. gezondheidsvoorlichting en –opvoeding;
-
Het bevorderen van medische milieukundige zorg;
-
Het bevorderen van technische hygiënezorg;
66
-
Het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg;
-
Uitvoering van infectieziekte bestrijding
-
Op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van jeugdigen en van gezondheidsbevorderende en –bedreigende factoren;
Bestuurlijk belang
Het aanbieden van vaccinaties voortkomend uit het Rijksvaccinatieprogramma.
De gemeenteraad van iedere deelnemende gemeente benoemt uit haar midden één lid voor het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur benoemt het dagelijks bestuur. De vertegenwoordiger van Montfoort in het algemeen bestuur is wethouder Vlaar.
Financieel belang
De bijdrage voor 2013 voor Montfoort bedroeg +/- € 156.000,-, daarnaast bedroegen de kosten voor het digitaal dossier JGZ € 15.000,-.
Evt. veranderingen
N.v.t.
in een belang Verhouding eigen en
Jaarrekening 2012: eigen vermogen 15% en vreemd vermogen 85%.
vreemd vermogen Resultaat
Jaarrekening 2012: € 1.335.661 negatief. Na onttrekkingen aan de reserves van € 1.194.932,- (deze waren al geraamd in de begroting 2012) is het resultaat na bestemming € 140.730,- negatief. Op basis van de derde kwartaalrapportage van de GGD is de verwachting dat de GGD in 2013 met een gering positief resultaat het jaar sluit.
Risico’s
De deelnemende gemeenten staan garant voor de betaling van rente en aflossing van de door de GGD aangegane geldleningen en
(begroting 2013)
rekening-courantovereenkomsten. De garantstelling geschiedt naar verhouding van de inwonertallen op 1 januari van het jaar waarin de garantieverplichting tot stand is gekomen.
Beleidsvoornemens/
De GGD Midden-Nederland gaat samen met de GGD-Utrecht en met de VRU. De congruentie met de VRU is naar verwachting in
Ontwikkelingen (be-
2014 afgerond. Het heeft geen effect op de bijdrage van de gemeente Montfoort aan de GGD, en evenmin aan de VRU.
groting 2013)
De GGD voert in Montfoort de jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar uit, conform de wettelijke normen (vaste controles en inentingen). In 2013 worden voorbereidingen getroffen door de GGD voor het overnemen van de taken ten aanzien van de jeugdgezondheidszorg 0-
67
4 jaar van Careyn. Resultaat 2013
Financiële risico’s In 2013 hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan. Ondanks dat de jaarrekening nog niet ontvangen is, is de verwachting dat de GGD 2013 afsluit met een positief resultaat. De werkelijke bijdrage voor 2013 bedroeg € 171.000,De omvorming naar de GGD Regio Utrecht en de congruentie met de VRU is budgetneutraal afgewikkeld. Beleidsvoornemens en realisatie in 2013 De GGD heeft de wettelijke taken rond de jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar in 2013 goed uitgevoerd. De GGD is in 2013 intensief betrokken geweest om de taken van Careyn ten aanzien van de jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar goed over te nemen, met ingang van 1-1-2014. De congruentie van de GGD Midden-Nederland, GGD Utrecht en de VRU is goed verlopen in 2013.
Omgevingsdienst Regio Utrecht Programma
Woon- en leefomgeving
Vestigingsplaats
Zeist/Breukelen
Doel
De Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) is ontstaan uit de twee regionale milieudiensten en is van oorsprong gespecialiseerd in advisering op het gebied van milieu. Inmiddels is deze verbreed met de gemeentelijke WABO-taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Deelnemende partij-
De eigenaar-gemeenten zijn: de gemeenten Bunnik, De Bilt, De Ronde Venen, Montfoort, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Stichtse
en
Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, Wijk bij Duurstede, Woerden en Zeist. Daarnaast adviseert de ODRU voor de overige, niet-eigenaar-gemeenten, in de provincie Utrecht op het gebied van milieu.
Openbaar belang
Een goede advisering en ondersteuning op het gebied van milieutechnische vragen.
Bestuurlijk belang
De gemeente Montfoort wordt in het Algemeen Bestuur vertegenwoordigd door wethouder Jonkers.
Financieel belang
De bijdrage voor 2013 bedroeg € 282.604,-. Naast deze bijdrage is in 2013 een verrekening aan de ODRU van € 22.908,- betaald ter
68
dekking van het negatieve bedrijfsresultaat 2012. Het geprognotiseerde bedrijfsresultaat over 2013 zal circa € 1.100.000,- negatief zijn. Op basis van deze prognose zal het aandeel van de gemeente Montfoort hierin ca. € 44.000,- bedragen. De ODRU verwacht daarnaast eenmalig forse incidentele kosten te maken. De kosten bestaan uit personele frictiekosten, kosten voor organisatieontwikkeling, huisvestingslasten en dergelijke. Daarnaast had de ODRU tot voor kort de opdracht de RUD te vormen, ook hier zijn (incidentele) kosten voor gemaakt. De ODRU berekent deze kosten door aan de eigenaar-gemeenten op basis van het aantal afgesproken uren wat de verschillende gemeenten per jaar afnemen. Het is nog onduidelijk welk deel van de kosten in het jaar 2013 zijn gemaakt. Evt. veranderingen
Zie onderdeel ‘resultaten in 2013’.
in een belang Verhouding eigen en
De ODRU heeft geen eigen vermogen. Het eventuele positieve of negatieve rekeningresultaat wordt verrekend met de deelnemers.
vreemd vermogen Resultaat
Het resultaat over 2012 bedroeg € 705.013 negatief. Het geprognotiseerde resultaat over 2013 zal naar verwachting ca. € 1.100.000,negatief zijn. Dit negatieve resultaat zal door de deelnemende gemeenten gedragen moeten worden (zie financieel belang).
Risico’s
In het algemeen geldt dat aan het aangaan van een gemeenschappelijke regeling ‘systeemrisico’s’ verbonden zijn. Voor sturing op beleid van de gemeenschappelijke regeling zijn de deelnemende gemeenten deels afhankelijk van besluitvorming in het AB, wat impliceert, dat gemeentelijke invloed beperkt is. Op grond van de Gemeentewet is het college verantwoording verschuldigd aan de raad en kan de raad haar zienswijze indienen.
Beleidsvoorne-
Bij de begroting 2013 is hieromtrent geen tekst opgenomen.
mens/ontwikkelingen Resultaten in 2013
Financiële risico’s De ODRU dient op orde te worden gebracht. In 2013 is er ad interim een nieuwe directeur aangesteld en is de oude directeur ontslagen. Er is een nieuw bedrijfsplan opgesteld. Ook de begroting 2014 is vastgesteld. De begroting 2014 is nu sluitend. In de begroting zijn diverse investeringen opgenomen, die ervoor moeten zorgen, dat het bedrijf nu
69
en in de toekomst op een gezonde basis functioneert. Deze investeringen zullen leiden tot een hogere bijdrage. Constante monitoring door het management en tijdige informatievoorziening aan het bestuur zal noodzakelijk zijn om tijdig maatregelen tot bijsturing te kunnen nemen. Beleid en ontwikkelingen Er lopen twee verschillende trajecten die van invloed zijn op de deelname aan de ODRU. De provincie Utrecht is samen met een aantal (grote) gemeenten gestart met de vorming van een RUD (Regionale Uitvoeringsdienst). Deze is op 1 januari 2014 formeel en bestuurlijk gevormd en zal in de loop van 2014 operationeel gestalte krijgen. Hierin zullen in ieder geval de wettelijke, gemeentelijke milieutaken een plek krijgen. Het tweede traject heeft betrekking op het samengaan van de hiervoor bedoelde RUD met de ODRU, waardoor uiteindelijk één RUD wordt gevormd. Ook dit traject zou in 2014 moeten worden gestart. Het vorenstaande heeft gevolgen voor de relatie met en deelname aan de ODRU. Het is op dit moment echter nog niet aan te geven wat die gevolgen zullen zijn.
Gemeenschappelijke regeling werkvoorzieningsschap “De Sluis” Programma
Samenleving
Vestigingsplaats
Woerden
Taak
Gemeenschappelijke regeling werkvoorzieningsschap De Sluis is verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening binnen de richtlijnen en regels van de rijksoverheid. Voor de uitvoering is de Sluis Groep NV opgericht, die verantwoordelijk is voor het op bedrijfseconomisch verantwoorde wijze uitvoeren van de haar opgedragen taak.
Deelnemende partij-
De gemeenten Woerden, Bodegraven-Reeuwijk, Oudewater en Montfoort.
en Openbaar belang
Het uitvoeren van de Wet sociale werkvoorziening, het bieden van een (beschut, begeleid) werkplek.
70
Bestuurlijk belang
Het algemeen bestuur bestaat uit een lid per deelnemende gemeente. Ieder lid heeft per 50 Wsw-werknemers, of deel daarvan, uit de eigen gemeente, één stem. Wethouder Vlaar had namens de gemeente Montfoort zitting in het algemeen bestuur.
Financieel belang
De rijkssubsidie 2013 is overgemaakt aan werkvoorzieningsschap “De Sluis “. Het rijk heeft de subsidie voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening gekort. De N.V. betaalt een deel van die tekorten, een ander deel komt voor rekening van de deelnemende gemeenten. Met ingang van 2012 zijn de re-integratie activiteiten in het kader van de WWB in het geheel bij De Sluis Groep neergelegd. Op deze wijze wordt de inverdiencapaciteit van mensen zo optimaal mogelijk benut. De instroom in de Wet werk en bijstand is als gevolg van deze activiteiten gestabiliseerd. In 2013 is het totale bedrag dat wij betaald hebben € 713.223,-. Dat is de wsw-bijdrage van het rijk € 605.223,- en de bijdrage in het tekort van € 108.000,-.
Evt. veranderingen
De GR Werkvoorzieningsschap De Sluis is per 1 januari 2014 beëindigd, waarbij de activiteiten worden overgenomen door de nieuw
in een belang
opgerichte GR Ferm Werk. De GR Ferm Werk borduurt financieel verder op de laatst vastgestelde begroting van het WVS De Sluis. De opgebouwde reserves en voorzieningen zijn ingebracht in de nieuwe GR Ferm Werk.
Verhouding eigen en
Het eigen vermogen van WVS De Sluis per 31-12-2013 is gelijk aan de algemene reserve en bedraagt € 74.603,-.
vreemd vermogen
Vreemd vermogen was in 2012 niet aanwezig.
Financieel resultaat
Het financiële resultaat over 2012 bedroeg € 1.019.802,- negatief. Dit resultaat werd enerzijds doorberekend aan de N.V. de Sluisgroep voor een bedrag van € 457.802,-, terwijl het restant werd doorberekend aan de deelnemende gemeenten.
Financiële risico’s
Het werkvoorzieningsschap De Sluis is per 1 januari 2014 opgeheven. De activiteiten van de Sluis Groep zullen worden voortgezet door de GR Ferm Werk.
Beleidsvoornemens /
Nvt
ontwikkelingen
71
Resultaten 2013
Voorbereiding van samenvoeging van de Sluisgroep en IASZ (Woerden) tot de nieuwe GR Ferm Werk. Voorbereiding zowel op organisatorisch, financieel en personeelsniveau. Er zijn in 2013 voor Montfoort 21,56 SE aan gesubsidieerde arbeidsplaatsen gerealiseerd.
Welstand en Monumenten Midden-Nederland (WMMN) Programma
Woon- en leefomgeving
Vestigingsplaats
Bunnik
Doel
De gemeenschappelijke regeling WMMN draagt zorg voor de instandhouding en bevordering van het bouwkundig schoon, de welstandszorg, het landschaps- en stedenschoon, waaronder de monumentenzorg, alsmede de zorg voor de ruimtelijke kwaliteit in zijn algemeenheid.
Deelnemende partij-
De gemeenten Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein,
en
Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist
Openbaar belang
Aanvragen voor omgevingsvergunningen worden voorgelegd aan de welstandscommissie Welstand en Monumenten Midden Nederland. Deze commissie beoordeelt of een aankomend bouwwerk voldoet aan de redelijke eisen van welstand. Tevens worden aanvragen voor monumentenvergunningen ter advisering voorgelegd aan WMMN.
Bestuurlijk belang
De gemeente Montfoort wordt in het Algemeen Bestuur vertegenwoordigd door wethouder Jonkers
72
Financieel belang
WMMN ontvangt baten uit leges voor uitgebrachte adviezen inzake aanvragen voor een omgevingsvergunning. Daarnaast ontvangt WMMN baten uit advisering over het afbreken, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument en het herstellen en (laten) gebruiken van een monument. Ten slotte ontvangt WMMN baten uit kleine werkzaamheden zoals een second opinion en rente over financiële middelen. De gemeente Montfoort is een percentage van de ontvangen bouwleges aan de WMMN verschuldigd. De WMMN heeft in 2013 een bedrag van € 13.533,- in rekening gebracht. Voor deelname aan de WMMN houdt Montfoort voor 2014 rekening met een bedrag van € 6.890,-.
Evt. veranderingen
De gemeenten hebben een liquidatieplan vastgesteld. De Gemeenschappelijke regeling wordt per 1 januari 2017 opgeheven.
in een belang Verhouding eigen en
Jaarrekening 2012: eigen vermogen 55%, vreemd vermogen 45%.
vreemd vermogen Resultaat
Resultaat jaarrekening 2012 is vastgesteld op € 49.312,- negatief. Dit bedrag wordt onttrokken uit de algemene reserve.
Risico’s
De inkomsten van de gemeenschappelijke regeling zijn direct afhankelijk van het aantal aanvragen om advies.
Beleidsvoorne-
In samenwerking met de gemeente IJsselstein wordt onderzocht waar de welstandsbeoordeling in de toekomst kan worden belegd.
mens/ontwikkelingen Resultaten in 2013
Financiële risico’s De GR WMMN wordt per 1 januari 2017 opgeheven. De consequenties hiervan zijn opgenomen in het liquidatieactieplan, dat door de verschillende raden is vastgesteld. In de eerste helft van 2014 wordt onderzocht op welke wijze we de taken, die momenteel zijn belegd bij de WMMN, in de toekomst kunnen borgen. Volgens het liquidatieactieplan betaalt de gemeente eenmalig gereduceerde uittredingskosten. Dit bedrag is afhankelijk van het tijdstip van uittreden.
73
Afval Verwijdering Utrecht (AVU) Programma
Ruimte
Vestigingsplaats
Utrecht
Doel
Deze gemeenschappelijke regeling heeft tot doel om op een doelmatige en uit oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze sturing en uitvoering te geven aan het afvalstoffenbeleid in de provincie Utrecht.
Deelnemende partij-
De gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort,
en
Nieuwegein, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Soest, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, Wijk bij Duurstede, Woerden, Woudenberg, IJsselstein en Zeist.
Openbaar belang
Het gaat om het zorgdragen voor een goede, reguliere en milieuverantwoorde verwerking van door de gemeenten ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen en de inzameling van glas, papier en karton, ofwel de inzameling, het overladen, het transport en de verwerking van huishoudelijke afvalstoffen. Daarnaast heeft de AVU een adviserende rol naar de deelnemende gemeenten voor wat betreft nationale en internationale ontwikkelingen die zich op afvalgebied voordoen.
Bestuurlijk belang
Het Algemeen Bestuur bestaat één deelnemer per gemeente, benoemd door de betreffende gemeenteraden. De vertegenwoordiger van Montfoort in het Algemeen Bestuur is wethouder Weierink.
Financieel belang
De AVU sluit contracten af met verwerkers voor het transport en de verwerking van diverse afvalstromen. De kosten van de taken worden bij de deelnemers in rekening gebracht. Alle in enig jaar gemaakte kosten worden in dat jaar verrekend met de deelnemende gemeenten. De GR kent dan ook geen reserves en voorzieningen. De AVU heeft geen winstdoelstelling en richt zich alleen op de belangen van de aangesloten gemeenten. De kosten voor de bewerking en het verwerken van het afval worden door AVU één op één doorberekend aan de gemeenten. De bijdrage in 2013 was € 292.000,-. De jaarrekening 2013 van de AVU is nog niet bekend.
Evt. veranderingen
N.v.t.
Verhouding eigen en
Jaarrekening 2012: eigen vermogen 4%, vreemd vermogen 96%.
vreemd vermogen
74
Resultaat
Jaarrekening 2012: € 132.478,- positief. Begroting 2014 saldo € 0,-.
Risico’s
Het huishoudelijk afval wordt verwerkt door de AVR. De AVR is sinds begin 2006 een volledig private onderneming geworden. Een mogelijke liquidatie kan dan negatieve gevolgen hebben voor de gemeenten die aangesloten zijn bij de AVU en dus ook voor Montfoort. Door het ontbreken van reserves en voorzieningen heeft de AVU geen weerstandsvermogen. Alle in enig jaar gemaakte kosten worden aan de deelnemers doorberekend. Als gevolg hiervan kunnen schommelingen optreden in de jaarlijks te betalen bijdragen.
Beleidsvoornemens/
In de begroting 2013 was hierover niets opgenomen.
ontwikkelingen Resultaat 2013
Financiële risico’s Omdat de jaarrekening van de AVU nog niet is vastgesteld is de afrekening 2013 nog niet bekend. Voor het verwerken van restafval, GFT-afval, glas, en overslag en transport heeft de AVU meerjarig contracten. De fluctuaties in de bijdrage worden dus met name bepaald door de aangeboden hoeveelheden. De kosten van de AVU worden voor 100% opgenomen in de afvalstoffenheffing. Overschot en tekorten worden vereffend via de egalisatiereserve Afval. Beleid en ontwikkelingen Eind 2013 is ingestemd om met 7 andere samenwerkingsverbanden Europees aan te besteden van de sortering en vermarkting van ingezameld plastic verpakkingsmateriaal. In 2013 zijn er in 37 gemeenten proeven met drankenkartons inzameling gestart. De proef is per 1 februari 2014 gestopt.
75
Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek/Lopikerwaard Programma
Bedrijfsvoering
Vestigingsplaats
Woerden
Doel
Zorgen voor en beheer van bij de archiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden van de deelnemers. Toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de deelnemers voor zover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.
Deelnemende partij-
De gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Lopik, Montfoort, Oudewater, Woerden en IJsselstein en het Hoogheemraadschap de Stichtse
en
Rijnlanden.
Openbaar belang
Op grond van de Archiefwet moeten besturen van overheden er zorg voor dragen dat hun archieven in goede en geordende staat verkeren. De uitvoering van deze bepaling geschiedt via archiefdiensten. Op grond van diezelfde wet zijn alle overheidsarchieven van 20 jaar en ouder in principe openbaar en voor iedereen kosteloos te raadplegen.
Bestuurlijk belang
Burgemeester E.L. Jansen vertegenwoordigt Montfoort als lid van de Archiefcommissie.
Financieel belang
De bijdrage bedraagt € 42.889,-.
Evt. veranderingen
Het belang is ongewijzigd gebleven.
in een belang Verhouding eigen en
In de GR is afgesproken dat jaarlijks alle baten en lasten, bezittingen en schulden worden verrekend met alle leden.
vreemd vermogen Resultaat
€ 0,-
Risico’s
De risico’s ten aanzien van deelname zijn beperkt. Het RHC levert in het algemeen de prestaties, die we van haar verwachtten. Tegelijkertijd hebben we geconstateerd, dat doelen en prestaties onvoldoende doorzichtig zijn. Wij hebben dan ook aangegeven, dat we een transparantere en meer inzichtelijke begroting voorstaan. Dit gevoegd bij een te schetsen meerjarenperspectief maakt dat wij meer inzicht zouden krijgen op de te leveren prestaties, waardoor ook mogelijke risico’s beter in beeld zijn.
Beleidsvoornemens/
Geen uitbreiding of aanvullende taken en daar waar het gaat om reguliere taken ten behoeve van de archiefzorg hierbij het uitgangs-
76
ontwikkelingen
punt sober en doelmatig te betrachten. Als gevolg van de toezichthoudende taak zal in 2013 een eerste zogenaamde KPI rapportage worden opgesteld.
Resultaat
Financiële risico’s RHC heeft in 2013 binnen de financiële kaders hun werkzaamheden uitgevoerd. Beleidsvoornemens en realisatie in 2013 In 2013 zijn de wettelijke taken met betrekking tot beheer, ontsluiting en toezicht, educatieve en promotionele activiteiten uitgevoerd. Zowel het archief als de foto- en kaartencollectie van Montfoort zijn verder ontsloten en is veel geraadpleegde bronnen voor archiefonderzoek geïndiceerd. Daarnaast is de reguliere dienstverlening aan bezoekers op de centrale studiezaal en aan medewerkers van de gemeente verricht. Het KPI onderzoek IJsselstein is uitgevoerd. De rapportage daarvan is begin 2014 verstuurd naar het college. In 2014 zullen de eventuele verbetermaatregelen worden afgestemd.
1. Overige verbonden partijen Stichting Inkoopbureau Midden Nederland (IBMN) Programma
Bestuur
Vestigingsplaats
Vianen
Doel
Het behalen van financiële, kwalitatieve en procesmatige voordelen door professionalisering van de inkoop- en aanbestedingsfunctie.
Deelnemende partij-
De gemeenten De Stichtse Vecht, De Ronde Venen, Scherpenzeel, Vianen, Woudenberg, Leusden, Montfoort en Bodegraven-
en
Reeuwijk.
Bestuurlijk belang
Het bestuur bestaat uit de gemeentesecretarissen of gedelegeerden van de samenwerkende gemeenten.
77
gemeente Financieel belang
Begroting 2013: € 53.340,-
gemeente
Het financieel risico voor de gemeente Montfoort is o.a. de afnemende omzet van het IBMN door uittredende gemeenten.
Evt. veranderingen
Per 1 april 2012 is de gemeente Bodegraven-Reeuwijk toegetreden.
in een belang
De Ronde Venen zal per 1-1-2014 uittreden.
Verhouding eigen en
Vastgestelde jaarrekening 2012: eigen vermogen 55%, vreemd vermogen 45%.
vreemd vermogen Resultaat
Het resultaat in de vastgestelde jaarrekening 2012 was een verlies van € 31.000,-. Verdere cijfers zijn tot nu toe niet bekend. Het verlies is uit de algemene reserve van het IBMN gedekt.
Risico’s
Wanneer IBMN geen aansluiting kan vinden bij andere samenwerkende organisaties, dan ontstaat er mogelijk schaalverkleining.
Beleidsvoornemens/
In de begroting 2013 zijn geen beleidsvoornemens vermeld.
Ontwikkelingen Resultaat 2013
Financiële risico’s Er is tot op heden 1 gemeente uitgetreden. Er zijn door het IBMN acties uitgezet om de samenwerking met andere gemeenschappelijke regelingen op te zoeken. Het risico van het uittreden van meerdere gemeenten in de toekomst, kan resulteren in een financieel risico voor het IBMN. Indien het IBMN niet actief andere gemeenten benadert en/of nieuwe opdrachten verwerft, kan dit resulteren in een inkomstenderving. Het financieel risico voor de gemeente Montfoort neemt hierdoor ook toe. Beleid/ontwikkelingen In april is de nieuwe Aanbestedingswet in werking getreden. Op basis daarvan heeft het IBMN nieuwe documenten voor de aangesloten gemeenten ontwikkeld. Daaronder valt ook het inkoopbeleid met de inkoopvoorwaarden. Het nieuwe beleid is eind 2013 vastgesteld. De gemeente Montfoort werkt momenteel dan ook volgens het nieuwe model/proces en het nieuwe inkoopbeleid en inkoopvoorwaarden.
78
Deelneming NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Programma
Algemene dekkingsmiddelen
Vestigingsplaats
Den Haag
Doel
De bank Nederlands Gemeenten is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De strategie van de BNG is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het Nederlands maatschappelijke domein en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid (Triple A). De BNG keert dividend uit en levert daarmee een bijdrage aan de algemene middelen.
Bestuurlijk belang
Gemeente Montfoort heeft geen zetel in het bestuur, maar heeft als aandeelhouder wel stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders.
Financieel belang
De Staat is houder van de helft van de aandelen. De andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap. Gemeente Montfoort bezit 12.480 aandelen à € 2,50 per aandeel. Het dividend over 2012 was €18.595,-.
Deelneming Vitens NV Programma
Algemene dekkingsmiddelen
Vestigingsplaats
Utrecht
Doel
De uitoefening van een publiek (drink)waterbedrijf, daaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, alsmede het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.
Bestuurlijk belang
Gemeente Montfoort is aandeelhouder en heeft als zodanig stemrecht.
Financieel belang
De Staat is houder van de helft van de aandelen. De andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap. Gemeente Montfoort bezit 11.861 aandelen à € 1. Het dividend in 2012 was € 30.483,-.
79
Stichting Urgentieverlening West Utrecht Programma
Ruimte
Vestigingsplaats
Woerden
Doel
De stichting heeft ten doel om namens de deelnemende gemeenten werkzaamheden te verrichten in het kader van het urgent verklaren (op grond van de geldende Huisvestingsverordening) van in het register van woningzoekenden ingeschreven belanghebbenden. Daartoe is door de colleges van burgemeester en wethouders van deze gemeenten aan de stichting mandaat verstrekt.
Deelnemende partij-
Montfoort, Woerden, Lopik, Oudewater, Ronde Venen, Stichtse Vecht.
en Openbaar belang
Transparant advies geven over het toepassen van de urgentieregeling op grond van de Huisvestingsverordening.
Bestuurlijk belang
Het algemeen bestuur van de stichting wordt gevormd door de portefeuillehouders van de deelnemende gemeenten.
Financieel belang
De bijdrage van Montfoort voor 2013 bedroeg € 6.018,-.
Evt. Verandering in
geen
een belang Verhouding eigen en
Op basis van een inschatting van het aantal woningzoekenden en de door hen te betalen urgentiebijdragen wordt een exploitatieop-
vreemd vermogen
zet gemaakt. Naar rato van het aantal inwoners per gemeente wordt vervolgens een bijdrage geheven om de exploitatie sluitend te krijgen. Het overschot over 2013 bedroeg € 1.272,- en het cumulatieve overschot bedraagt nu € 23.900,-. Eventuele tekorten kunnen, middels een extra bijdrage, worden verhaald op de deelnemende gemeenten.
Financieel resultaat
Het boekjaar 2013 werd afgesloten met een positief resultaat van € 7.007,-.
Financiële risico’s
Het volledig wegvallen van de aanvragen om urgentieverklaring, wat niet te verwachten is, zal op basis van de nu bekend zijnde vaste kosten een risico kunnen betekenen van € 0,11 per inwoner ofwel een bedrag van € 1.200,-.
Beleidsvoorne-
Door het vertrek van de vaste medewerker zijn in 2013 de werkzaamheden overgedragen aan de Stichting het Vierde Huis.
80
mens/ontwikkelingen
Daardoor zal een aanzienlijke kostenbesparing voor 2014 ev. kunnen worden gerealiseerd, wat een verlaging van de gemeentelijke bijdrage zal moeten opleveren.
Resultaten 2013
Bij de begroting werd uitgegaan van 175 aanvragen om een urgentieverklaring. Uiteindelijk zijn 170 aanvragen in behandeling genomen wat een lichte daling betekende.
4. Nieuwe partijen UW Samenwerking Programma
Bedrijfsvoering
Vestigingsplaats
IJsselstein
Doel
1. Versterken van de bestuurskracht van de gemeenten Montfoort en IJsselstein; 2. Realiseren van een hogere kwaliteit van dienstverlening; 3. Versterken van de organisaties van beide gemeenten; 4. Realiseren van een gezamenlijk toekomstperspectief met een eigen identiteit voor de deelnemende gemeenten, zoals een eigen bestuur en een eigen klantcontactcentrum;
Deelnemende partij-
Gemeenten Montfoort en IJsselstein
en Openbaar belang
Door het versterken van de organisaties zijn we in staat de kwetsbaarheid te verminderen en daarmee de continuïteit te waarborgen. Dit is des te belangrijker in verband met de decentralisatie van taken van rijk naar gemeenten. Door bundeling van krachten kunnen Montfoort en IJsselstein een steviger rol spelen bij het behartigen van onze strategische belangen in de regio, zoals die van de bescherming van ons landschap in het Groene Hart.
Bestuurlijk belang
In de GR UW Samenwerking wordt het Algemeen Bestuur gevormd door de colleges van Montfoort en IJsselstein. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit de twee burgemeesters en van elke gemeente een wethouder.
81
Voor Montfoort is dit de heer Jonkers, die de portefeuille Bedrijfsvoering beheert. Financieel belang
In de begroting 2014 van de GR UW Samenwerking is een bijdrage van de gemeente Montfoort opgenomen van in totaal € 5.212.414-,: € 3.100.914,- voor de Wendbare Organisatie en € 2.111.500,- voor de Uitvoering.
Evt. veranderingen
Het belang is niet gewijzigd.
in een belang Verhouding eigen en
Er wordt geen eigen vermogen gevormd.
vreemd vermogen Resultaat
Nog niet aan de orde, omdat eerst in 2014 wordt gestart met het maken van kosten.
Risico’s
1 januari 2014 is de nieuwe werkorganisatie van start gegaan. De samenvoeging van personeel van beide gemeenten in die organisatie vormt in de beginperiode een risico in kwalitatief opzicht. Hierdoor kunnen de te bereiken doelen in gevaar komen. Dat kan afbreuk doen aan het bestuurlijk draagvlak. Een daling in de inkomsten van (één van) de gemeenten kan een risico vormen.
Beleidsvoornemens/ Ontwikkelingen
Voor het komende jaar zijn twee belangrijke onderwerpen voorzien: a. de aandacht zal uitgaan naar de mogelijke aansluiting van andere gemeenten in de Lopikerwaard; b. het vraagstuk van de huisvesting van de organisatie zal ter hand worden genomen.
Resultaten in 2013
Financiële risico’s Zie hiervoor onder risico’s. Beleid/ontwikkelingen Nadat de raden van beide gemeenten eind maart 2013 het Inrichtingsplan hadden vastgesteld, is successievelijk gewerkt aan de invulling van de ambtelijke fusie. Voor de inrichting van de organisatie moesten diverse besluiten worden genomen op het gebied van verdeling van bevoegdheden, financiën en rechtspositie. Op 1 september is het zaaksysteem voor de nieuwe organisatie in gebruik genomen. Dit systeem zorgt ervoor, dat alle documenten voor bestuur en organisatie digitaal en transparant beschikbaar zijn. De plaatsing van het personeel heeft volgens planning plaatsgevonden, zodat de ambtelijke fusie ook daadwerkelijk op 1 januari
82
2014 is gerealiseerd. Ferm Werk (voorheen De Sluisgroep) Programma
Samenleving
Vestigingsplaats
Woerden
Doel
De Gemeenschappelijke regeling (GR) Ferm Werk is een door de gemeenten Woerden, Oudewater, Montfoort en BodegravenReeuwijk opgerichte gemeenschappelijke regeling (GR) die als uitvoeringsorganisatie dient voor de wetten en taken op het terrein van participatie en werk & inkomen binnen het sociale domein (basisdienstverlening). Daarnaast voert Ferm Werk lokaal aanvullende taken uit voor Montfoort (aanvullende dienstverlening) op o.a. de navolgende taakvelden: schuldhulpverlening, gemeentelijke minimaregelingen, inburgering en huisvesting statushouders (huisvestingswet). Het doel van deze gezamenlijke aanpak is: -
de effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering te bevorderen;
-
de kwaliteit van de dienstverlening te optimaliseren;
-
de uitvoeringskosten te verlagen.
Ferm Werk is voortgekomen uit het Werkvoorzieningsschap De Sluisgroep welke per 1 januari 2014 is opgeheven. Deelnemende partij-
Vanaf 1 januari 2014 zijn de deelnemende partijen in GR Ferm Werk: Bodegraven-Reeuwijk, Montfoort, Oudewater en Woerden.
en Openbaar belang
Op integrale, dienstverlenende en transparante wijze uitvoeren van de basis- en aanvullende dienstverlening, waaronder ten minste de onderstaande wetten: - de Wet sociale werkvoorziening; - de Wet werk en bijstand; - de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; - de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
83
- het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen. De op basis van deze wetten en regelingen te verstrekken uitkeringen vallen ook onder de taken van Ferm Werk. Bestuurlijk belang
Het Algemeen Bestuur bestaat uit twee leden per deelnemer; een lid uit de gemeenteraad en een lid uit het college (portefeuillehouder met participatie, werk en inkomen en/of financiën). Namens het college zit wethouder Vlaar in het Algemeen Bestuur. De afvaardiging vanuit de gemeenteraad is nog vacant. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit vier leden, waaronder de voorzitter. De leden van het dagelijks bestuur worden door en vanuit de leden van het algemeen bestuur aangewezen met dien verstande, dat alleen collegeleden met de portefeuille participatie, werk en inkomen en/of financiën, zoals vermeld in artikel 8, lid 2 van de regeling, worden benoemd. Wethouder Vlaar is lid van het Dagelijks Bestuur.
Financieel belang
Vanaf 2014 is de gemeenschappelijke regeling De Sluisgroep gewijzigd naar gemeenschappelijke regeling Ferm Werk. Naast de door De Sluisgroep uitgevoerde taken zullen een aantal van de door het IASZ Woerden uitgevoerde taken bij Ferm Werk worden ondergebracht. De gemeentelijke bijdrage vloeit voort uit de begroting van Ferm Werk, met toepassing van art. 24 van de GR. Vooruitlopend op de vaststelling van de begroting 2014 van Ferm Werk is de gemeentelijke bijdrage voor 2014 gebaseerd op de begrotingsposten uit de gemeentelijke begroting en is geraamd op € 2.628.000,-.
Evt. veranderingen
N.v.t.
in een belang Verhouding eigen en
Nog onbekend (begroting Ferm Werk is nog niet ontvangen)
vreemd vermogen Financieel resultaat
Nog onbekend
Financiële risico’s
Met oog op onzekerheid over Rijksmiddelen is het aangaan van langjarige verplichtingen (arbeidscontracten) op cliëntniveau risicovol. Eventuele risico’s van bedrijfsvoering zullen door deelnemers gezamenlijk moeten worden gedragen.
84
Beleidsvoornemens /
Opbouwen en verankeren nieuwe organisatie. Vanaf 1 januari 2015 zal de participatiewet van kracht zijn. De GR en de DVO’s zullen
ontwikkelingen
daarop geactualiseerd moeten worden.
Belasting Samenwerking Rivierlanden Programma
Lokale Heffingen
Vestigingsplaats
Tiel
Doel
Het behalen van financiële, kwalitatieve en procesmatige voordelen door professionalisering van de belasting. Door de samenwerking bij de heffing en invordering van waterschapsbelasting, afvalstoffenheffing en gemeentelijke belastingen, alsmede de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken en het beheer en uitvoering van vastgoedinformatie.
Deelnemende partij-
De deelnemers zijn: de gemeenten Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neerijnen, Tiel en West Maas en Waal, het
en
Waterschap Rivierenland en de Gemeenschappelijke Regeling Regio Rivierenland ten behoeve van de Afvalverwerking Rivierenland (AVRI). Met ingang van 2013 is ook de gemeente Wijk bij Duurstede toetreden tot BSR. Voor de gemeenten IJsselstein en Montfoort zijn met ingang van 2013 de werkzaamheden uitgevoerd op basis van een dienstverleningsovereenkomst. Met ingang van 2014 zullen zij toetreden tot de gemeenschappelijke regeling.
Openbaar belang
Een goede en efficiënte heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen.
Bestuurlijk belang
Het Algemeen bestuur bestond in 2013 uit 11 leden. De colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten en het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Rivierenland wijzen uit hun midden elk één lid aan en het dagelijks bestuur van Waterschap Rivierenland wijst uit zijn midden 2 leden aan.
Financieel belang
De bijdrage voor 2013 bedroeg € 126.800,- (incl. toetredingskorting). De bijdrage voor 2014 bedraagt € 154.000,-.
Evt. veranderingen
Met ingang van 2013 zijn voor de gemeenten IJsselstein, Montfoort en Wijk bij Duurstede de werkzaamheden door BSR uitgevoerd.
in een belang
85
Verhouding eigen en
De BSR heeft geen eigen vermogen. Het eventuele positieve of negatieve rekeningresultaat wordt verrekend met de deelnemers.
vreemd vermogen Resultaat
Ten opzichte van de gewijzigde begroting is door de BSR in 2012 een positief resultaat behaald van € 175.350,-. Op grond van de voorlopige cijfers over 2013 is er ook een positief resultaat over 2013 te verwachten. Dit positieve resultaat zal aan de deelnemende gemeenten worden terugbetaald als lagere bijdrage in de gemeenschappelijke regeling.
Risico’s
Er zijn geen concrete risico’s te melden.
Beleidsvoor-
Op dit moment zijn er geen nieuwe ontwikkelingen of beleidsvoornemens bekend. In 2014 zal de toetreding van zowel Montfoort als
nemens/ont-
IJsselstein definitief worden. De deelnemende gemeenten en het AB hebben ingestemd. Beide gemeenten moeten het definitieve
wikkelingen
besluit nog ontvangen.
86
PARAGRAAF BEDRIJFSVOERING Aanloop UW Samenwerking Na lang praten over intergemeentelijke samenwerking in de Lopikerwaard is op 1 januari 2013 de gemeenschappelijke regeling UW Samenwerking tot stand gekomen, waarin de gemeenten IJsselstein en Montfoort met elkaar willen komen tot een ambtelijke fusie. Deze ambtelijke fusie is per 1 september 2013 van start gegaan en per 1 januari 2014 zijn alle medewerkers van IJsselstein en Montfoort in dienst getreden van de gemeenschappelijke regeling, met uitzondering van de beide griffies. Voor de samenwerking zijn de volgende concrete doelen geformuleerd: a) per 1 januari 2015 moet uit een bestuurskrachtonderzoek blijken dat de bestuurskracht van beide gemeenten is toegenomen; b) uit een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) moet blijken dat de tevredenheid van medewerkers is toegenomen; c) de kwaliteit van beleidsontwikkeling moet aanmerkelijk zijn toegenomen; d) de klanttevredenheid in de klantcontactcentra moet zijn toegenomen. Het is te vroeg om nu al te kunnen stellen dat deze doelen gerealiseerd zijn. Echter, wel kan worden gesteld dat de verwachting nog steeds is dat deze doelen zullen worden gerealiseerd. Natuurlijk gaat er in de aanloopfase wel eens iets verkeerd. Maar door deze fouten te benoemen en er daadwerkelijk van te leren kunnen we verbeteringen aanbrengen en/of verbeteren. Een lerende organisatie mag fouten maken, maar moet er wel iets van leren. Procesmatig werken Alle werkzaamheden binnen de wendbare organisatie zijn in hoofdprocessen ingedeeld, die ook zijn beschreven. Deze procesbeschrijvingen zijn gebaseerd op de “lean management methode”. Deze procesbeschrijvingen zijn door de medewerkers die werkzaam zijn binnen die processen samengesteld. Het UW Samenwerking procesmodel, zoals dat hieronder is weergegeven, wordt inmiddels door de organisatie gebruikt. Voortdurend wordt gekeken naar verbeteringen en vereenvoudigingen. De simpele vraag over toegevoegde waarde van een bepaalde handeling binnen een proces geeft stof tot denken. Procesmatig werken wordt ondersteund door het in september 2013 ingevoerde zaaksysteem Mozard.
87
Zaaksysteem Zaakgericht werken is per 1 september 2013 ingevoerd. Deze methode van werken voer je niet in door het omdraaien van een schakelaar. Werkwijzen en procedures moeten er op worden ingericht. Inmiddels kan gesteld worden dat de organisatie van UW Samenwerking zaakgericht werkt. Brieven, telefoontjes en mails worden vastgelegd in zaken en de beantwoording daarvan wordt vastgelegd en gekoppeld aan andere correspondentie over dezelfde zaak. We krijgen het zaakgericht werken steeds meer in de vingers. Vooral het verbinden van zaken aan elkaar, het voorkomen dat zaken met een kritische termijn in het systeem verdwijnen en adequate managementinformatie zijn zaken die nu opgepakt worden. Personeel De vorming van één ambtelijke organisatie voor de gemeenten Montfoort en IJsselstein is een feit. De UW Samenwerking is per 1 januari 2014 formeel gevormd. Aan alle medewerkers is ontslag verleend uit de gemeentelijke aanstellingen en zij zijn in dienst gekomen van de Gemeenschappelijke regeling Uw Samenwerking. De CAR/UWO (de landelijke rechtspositieregeling voor ambtenaren) is op allen van toepassing verklaard en inmiddels zijn ook de noodzakelijke lokale personele regelingen door Bestuur van UW Samenwerking vastgesteld. Het gaat hier om de Bezoldigingsregeling, de Werktijdenregeling, de Vergoedingsregeling, de Verlofregeling, Integriteitsregeling en de Klachtenregeling. Daarnaast is er een HR visie ontwikkeld en een Regeling Gesprekscyclus en Opleidingen vastgesteld. De UW Samenwerking functioneert volgens het model van de Regiegemeente. Er is geen sprake meer van integraal management maar van procesmanagement. Het hiërarchisch leidinggeven en de personele zorg is de verantwoordelijkheid van de HR manager. Er is veel aandacht besteed aan deze nieuwe werkwijze binnen de organisatie en deze aandacht zal ook in 2014 volop worden blijven gegeven aan de medewerkers tijdens het opleidingstraject zijnde ‘de Ontwikkelreizen’. Personeelslasten De specificatie personeelslasten gesplitst in raad, college en ambtelijke organisatie: B egrot ing
B egrot ing
primair
na wijz iging
Werk elijk
B es t uur: Raad
93.619
93.619
91.643
322.199
322.199
315.821
87.225
87.225
88.588
4.356.917
4.271.989
4.229.933
185.305
185.305
238.072
Inhuur
88.850
113.850
245.965
inhuur projecten
70.000
70.000
177.236
5. 204. 115
5. 144. 187
5. 387. 257
College Griffie Organis at ie: Binnen- en buitendienst Voormalig personeel
Tot aal
88
De overschrijding van de personeelslasten op de ambtelijke organisatie wordt toegelicht in deel 2, de programmarekening. P&C cyclus In de laatste maanden van het jaar 2013 is gestart met de synchronisatie van de planning en control cycli van de gemeente Montfoort en IJsselstein. Zowel de leden van de auditcommissie Montfoort als de werkgroep Planning & Control van IJsselstein zijn hierbij nauw betrokken. Er is gesproken over de synchronisatie van de planning, de inhoud en de programma’s. ICT Na de zomer is de hosting van de ICT overgebracht van Centric naar het pand van de gemeente IJsselstein. Door de hosting in eigen beheer is het mogelijk om snel en efficiënt de ICT omgeving in te richten voor UW Samenwerking, hetgeen niet gelukt zou zijn bij een externe hosting. Informatisering Toewerken naar de UW organisatie betekende in 2013 toewerken naar één gedeelde informatieomgeving. Binnen die omgeving streven we naar een zo slank mogelijke inrichting. Dat betekent dat applicaties die dezelfde functie verrichten zoveel mogelijk worden geharmoniseerd en dat aanwezige applicaties goed inpassen in en aansluiten op de Basis Informatie Infrastructuur van de organisatie. Situatie 1-1-2013 De gemeenten IJsselstein en Montfoort hadden respectievelijk 117 en 66 applicaties in gebruik. Deze applicaties waren geïnstalleerd in het eigen gemeentelijk rekencentrum of op een extern beheerde omgeving. Schematisch zag dit er voor beide gemeenten als volgt uit:
Enkele toepassingen worden extern gehost
Alle toepassingen worden extern gehost
Gemeente IJsselstein
Gemeente Montfoort
IJsselstein heeft haar eigen rekencentrum
Aan bijna elke applicatie was een beheerder toegewezen. Over het algemeen waren voor de applicaties contracten afgesloten met de leverancier.
89
De nieuwe situatie De UW werkorganisatie werkt toe naar een Basis Informatie Infrastructuur. Deze omvat de noodzakelijke functionaliteiten die nodig zijn om de generieke aspecten van de hoofdprocessen te ondersteunen. Daarnaast wordt specifieke functionaliteit onderscheiden. Deze specifieke functionaliteiten noemen we de BackOffice toepassingen. De BackOffice bevat systemen waarin complexe, vakspecifieke, logica is ondergebracht. Steeds vaker zullen deze systemen buiten de UW organisatie worden ondergebracht, omdat ze specifieke uitvoering ondersteunen. Via organisatorische, procesmatige en (indien mogelijk en wenselijk) technische verbindingen wordt de BackOffice aangesloten op de Basis Informatie Infrastructuur. Ook worden verbindingen gelegd naar verschillende landelijke voorzieningen. Grafisch ziet het geheel er als volgt uit:
In 2013 hebben wij toegewerkt naar één gemeenschappelijk omgeving waarin zo min mogelijk dubbele functionaliteit aanwezig is. Om die situatie te bereiken moesten we eerst toewerken naar een gedeeld eindbeeld. We hebben hiertoe een aantal mogelijke scenario’s benoemd waarlangs applicaties geleid worden naar hun uiteindelijke positie binnen de Basis Informatie Infrastructuur.
90
Planning Het komen tot de gewenste situatie verloopt niet in één keer, maar via een aantal fasen/plateau’s:
In de zomer van 2013 hebben wij afscheid genomen van onze hosting leverancier Centric. En hebben wij de hosting ondergebracht bij de gemeente IJsselstein, waardoor wij invulling kunnen geven aan vorenstaande ontwikkeling. Vermeldenswaard is hierbij dat deze gehele operatie bijna vlekkeloos is verlopen en dat de klant hier niets van heeft gemerkt.
91
PARAGRAAF GRONDBELEID In deze paragraaf wordt een samenvatting gegeven van het huidige grondbeleid van de gemeente Montfoort en worden eventuele ontwikkelingen of wijzigingen beschreven. In programma 5 staat informatie over projecten waar actief en facilitair grondbeleid wordt gevoerd. De financiële verwachtingen van projecten waar door de raad al financiële kaders voor zijn gesteld worden separaat beschreven in een vertrouwelijk document, het MPG. Grondbeleid De gemeente Montfoort beschikt over een vastgestelde, actuele Nota Grondbeleid. In deze nota zijn beleidskeuzes vastgelegd en zijn methodes opgenomen om de uitvoering van het beleid meetbaar en stuurbaar te maken. De Nota Grondbeleid is in het vierde kwartaal van 2010 vastgesteld door de raad. Grondbeleid is het zodanig sturing geven aan de inzet en het gebruik van grond, dat daarmee ruimtelijke en sectorale doelstellingen (bijvoorbeeld wonen, werken, natuur, zorg, onderwijs en recreatie) kunnen worden gerealiseerd. Er kan een onderverdeling gemaakt worden in actief (ondernemende en risicodragende rol) en facilitair (faciliterende en niet risicodragende rol) grondbeleid. Daarnaast bestaat er een aantal tussenvarianten. De komst van de Wet ruimtelijke ordening heeft ervoor gezorgd dat de gemeente ook bij facilitair grondbeleid meer mogelijkheden heeft om regie te voeren. In de Nota Grondbeleid worden deze vormen van grondbeleid nader omschreven. In de gemeente Montfoort wordt per situatie beoordeeld welke vorm van grondbeleid of welke samenwerkingsvorm wordt gekozen. Instrumenten De gemeente heeft meerdere instrumenten om grondbeleid te voeren, afhankelijk van de vorm van grondbeleid. In principe verwerft de gemeente Montfoort op minnelijke basis. De Wet Voorkeursrecht Gemeente (WVG) kan in voorkomende gevallen worden overwogen. Verwerving op basis van onteigening wordt alleen ingezet als het echt nodig is. Strategische aankopen worden getoetst aan de criteria die in de Nota Grondbeleid zijn beschreven. Strategische aankopen zijn aankopen, vooruitlopend op verwachte planvorming, om grondpositie en onderhandelingspositie te versterken. Wat betreft uitgifte, zijn in 2012 de kaarten voor verkoop van snippergroen herzien/geactualiseerd. Hierop staat welke percelen snippergroen in principe verkocht kunnen worden. Met de komst van de Wet ruimtelijke ordening heeft de gemeente ook bij facilitair grondbeleid meer mogelijkheden gekregen om de regie te voeren en kosten te verhalen. De voorkeur gaat er in de Wet ruimtelijke ordening naar uit om afspraken te maken via de privaatrechtelijke weg (overeenkomst). Als dit niet mogelijk blijkt, heeft de gemeente een publiekrechtelijk instrument om kosten te verhalen en eisen te stellen.
92
Financiële beheersing Grondbeleid en de financiële gevolgen van grondbeleid hebben invloed op de gemeentelijke begroting en het weerstandsvermogen. In de gemeente Montfoort wordt volgens de plaberum-methode projectmatig gewerkt. De ontwikkeling en uitvoering van projecten is in fasen verdeeld, waarbij elke fase een door besluitvorming gemarkeerd begin- en eindpunt heeft. Voor de financiële beheersing is deze fasering van belang. De volgende fasen worden onderscheiden: Fase Initiatief Definitie Ontwerp
Product einde fase Startnotitie Projectopdracht Projectplan
Voorbereiding Realisatie Nazorg/beheer
Realisatieplan Eindrapportage Opnemen in beheerplan
Kosten gedekt door Voorbereidingskrediet Voorbereidingskrediet Voorbereidingskrediet/ Grondexploitatie/Overeenkomst (tijdens of aan het einde fase) Grondexploitatie/Overeenkomst Grondexploitatie/Overeenkomst Opnemen in beheerplan
Als een project een positief eindsaldo kent, wordt dit voorlopig resultaat opgenomen in het meerjarig overzicht van de algemene reserve. Tussentijdse winstnemingen kunnen alleen genomen worden als er daadwerkelijk sprake is van gerealiseerde winsten en dat die uit oogpunt van verantwoorde bedrijfsvoering (rekening houdend met te maken kosten en opbrengsten) ook genomen kunnen worden. Dergelijke keuzes worden vooraf met de accountant afgestemd. In 2013 wordt geen tussentijdse winst genomen. Als een project een negatief saldo kent, wordt voor het geprognosticeerde verlies een voorziening ingesteld. Tenminste jaarlijks wordt, op basis van de herziening van grondexploitaties, de noodzakelijke omvang van deze voorzieningen opnieuw bepaald. Risicobeheersing In het MPG behorende bij deze jaarrekening 2013 zijn alle risico’s op de projecten opnieuw doorgerekend. Het is een update van het MPG dat bij de begroting 2014 gepresenteerd is. Alle risico’s zijn toentertijd verwerkt in het begrotingsjaar 2014. Doordat de laatste MPG bij de jaarrekening 2013 hoort dienen we de mutaties al in het begrotingsjaar 2013 te verwerken. Hierdoor ontstaat de verschuiving van 2014 naar 2013 van de geconstateerde risico’s. Alle afwijkingen zijn 1 op 1 verwerkt in de bestemmingsreserve grondbedrijfsfunctie. Voor meer inzicht in de bestemmingsreserve grondbedrijfsfunctie wordt verwezen naar deel 2, de jaarrekening.
93