Jaarstukken 2011
Jaarstukken 2011
1
Jaarstukken 2011
2
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord Bestuurlijke beschouwingen 2011 Jaarverslag
3 5 7 21
Programma Vitaal Deelprogramma Sociale participatie Deelprogramma (Gezondheids)zorg Deelprogramma Werkgelegenheid Deelprogramma Onderwijs Deelprogramma Kunst, cultuur en sport Programma Duurzaam Deelprogramma Woningen Deelprogramma Commerciële voorzieningen en horeca Deelprogramma Leefomgeving Deelprogramma Gebiedsinrichting Deelprogramma Klimaat en Milieu(zorg) Deelprogramma Landschap en recreatie Deelprogramma Cultuurhistorie en archeologie Programma Bereikbaar Deelprogramma Autoverkeer Deelprogramma Fietsverkeer Deelprogramma Openbaar vervoer Programma Veilig Deelprogramma Sociale veiligheid en Openbare orde Deelprogramma Fysieke veiligheid Deelprogramma Crisisbeheersing Programma Betrokken Deelprogramma Politiek en bestuur Deelprogramma Dienstverlening Paragrafen Paragraaf Lokale heffingen Paragraaf Weerstandsvermogen Paragraaf Weerstandsvermogen Grondexploitatie/Grondbeleid Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen Paragraaf Financiering Paragraaf Bedrijfsvoering Paragraaf Verbonden partijen Paragraaf Burgerparticipatie Jaarrekening Uitgangspunten financiële verslaglegging Staat van baten en lasten per programma Incidentele baten en lasten
26 27 35 40 44 48 56 57 59 63 68 72 78 82 90 91 94 96 102 103 109 113 118 119 122 129 131 134 138 142 145 149 156 169 187 189 211 213
Sisa
215
Accountantsverklaring
225
Jaarstukken 2011
3
Jaarstukken 2011
4
Voorwoord De afgelopen jaren heeft Houten in toenemende mate de gevolgen van de in 2007 ingezette economische crisis gevoeld. Deze crisis is omvangrijker en houdt langer aan dan iedereen had voorzien. De gemeenteraad heeft geanticipeerd op de financiële structurele effecten van de crisis en heeft in 2011 een totaal pakket aan ombuigingen van ruim structureel € 9,0 miljoen vastgesteld. In 2011 is gestart met de beleidsvoorbereidingen die moeten leiden tot daadwerkelijke realisatie van de ombuigingen vanaf 2012. Daarnaast is gekeken of ombuigingen al versneld in 2011 konden worden doorgevoerd. In september 2011 is in de tweede bestuursrapportage 2011 geconstateerd dat de economische crisis ook al in 2011 leidt tot een verdere verslechtering van de financiële positie van de gemeente Houten (prognose € 1,9 miljoen negatief). Zoals aan de raad toegezegd zijn we strak blijven sturen op beïnvloedbare budgetten, investeringen, personeelskosten. Ook zijn extra inspanningen geleverd om voor 2012 geplande ombuigingen waar mogelijk al in 2011 versneld uit te voeren. Dit heeft samen met niet eerder te voorziene incidentele meevallers vanuit het Rijk geresulteerd in een fors voordelig financieel effect over het laatste kwartaal van 2011. Hierdoor is de prognose uit de tweede bestuursrapportage met € 2,1 miljoen verbeterd en bedraagt het jaarrekeningresultaat € 0,2 miljoen positief. Hierna wordt op hoofdlijnen ingegaan op de analyse van het verschil tussen de prognose in de tweede bestuursrapportage en het jaarrekeningresultaat 2011. Analyse op hoofdlijnen jaarrekeningresultaat 2011 ten opzichte van tweede bestuursrapportage 2011 De verbetering van € 2,1 miljoen ten opzichte van de tweede bestuursrapportage wordt voornamelijk veroorzaakt door ontwikkelingen die zich na het opstellen van de tweede bestuursrapportage hebben voorgedaan. Hieronder worden op hoofdlijnen de belangrijkste ontwikkelingen toegelicht. In de bestuurlijke beschouwing wordt hier uitgebreider op ingegaan. Rijksvergoedingen (€ 0,8 miljoen) In december hebben we een aantal niet eerder te voorziene nabetalingen van het Rijk ontvangen. Het betreft nabetalingen over 2009 en 2010 met betrekking tot de algemene uitkering (€ 0,6 miljoen) en de bijzondere bijstand zelfstandigen (€ 0,1 miljoen). Daarnaast is ook de algemene uitkering over 2011 iets naar boven bijgesteld (€ 0,1 miljoen). Versnelling ombuigingsmaatregelen op basis van perspectiefnota 2012 (€ 0,8 miljoen) Het benutten van de mogelijkheden om voor 2012 geplande ombuigingen al in 2011 versneld uit te voeren hebben ook effect gehad (€ 0,8 miljoen). Het betreft hier vooral maatregelen in de openbare ruimte (€ 0,6 miljoen) en de individuele voorzieningen Wmo (€ 0,2 miljoen). Dit effect is incidenteel omdat dit vanaf 2012 structureel onderdeel is van de vastgestelde ombuigingen. Vervanging ICT-infrastuctuur (€ 0,1 miljoen) In 2011 is de ICT-infrastructuur vervangen. Naast het door de raad beschikbaar gestelde krediet was er een stelpost voor onvoorziene meerkosten. Door strak te sturen op de uitvoeringskosten van het krediet is de inzet van deze stelpost nagenoeg niet nodig geweest. Het restant (€ 0,1 miljoen) kan als gevolg hiervan vrijvallen ten gunste van het jaarrekeningresultaat. Concernbrede personeelsbudgetten (€ 0,1 miljoen) Door ook in het laatste kwartaal nadrukkelijk te blijven sturen op het minimaliseren van inhuurkosten is er ten opzichte van de tweede bestuursrapportage nog een positief effect van € 0,1 miljoen gerealiseerd. Overige (beïnvloedbare) budgetten (€ 0,6 miljoen) Bij het opstellen van de tweede bestuursrapportage is er vanuit gegaan dat de beschikbare budgetten voor het actualiseren van bestemmingsplannen (€ 0,1 miljoen) en het project Energiesprong (€ 0,1 miljoen) in 2011 nodig zouden zijn. Door een vertraging in de voorbereidende werkzaamheden is dat niet gelukt. Omdat deze werkzaamheden nog wel gaan plaatsvinden, wordt via de resultaatbestemming gevraagd deze middelen voor 2012 beschikbaar te stellen. Op het totaal van de Wmo-prestatievelden is een incidenteel financieel voordeel gerealiseerd (€ 0,2 miljoen). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere kosten bij opvoed- en opgroeiondersteuning en de GGD. Ook op het domein brandweerzorg / externe veiligheid is een incidenteel voordeel gerealiseerd (€ 0,1 miljoen). Belangrijkste oorzaak hiervoor is een niet voorziene bijdrage van Staatsbosbeheer voor het ruimen van munitie bij Fort ’t Hemeltje. Resteert per saldo voor overige budgetten € 0,1 miljoen.
Jaarstukken 2011
5
Opbrengsten uit bouwleges (-/- € 0,3 miljoen) De gevolgen van de economische crisis laten zich het hardst gelden op de woning(activiteiten)markt. De financiële gevolgen hiervan zijn in de bestuursrapportages al eerder in beeld gebracht. Toch is ook in de laatste maanden van 2011 het aantal grote bouwaanvragen tegen gevallen en zijn er financiële gevolgen als gevolg van niet eerder te voorziene vertragingen in planprocedures voor concrete plannen en aangepaste faseringen van plannen in ontwikkeling.
Vrije algemene reserve Het jaarrekeningresultaat bedraagt € 233.000 positief. De voorgestelde resultaatbestemmingen per saldo € 369.000. Als de raad hiermee instemt moet er € 136.000 worden onttrokken aan de vrije algemene reserve. De geprognosticeerde stand per 31 december 2012 wordt dan € 1,7 miljoen. Dit ligt weliswaar nog beneden de provinciale norm (circa € 2,5 miljoen), maar is een stuk positiever dan bij de begroting 2012 voorzien (€ 0,6 miljoen). Op dit moment is er dan ook nog geen aanleiding om de vrije algemene reserve te versterken. Dit past ook binnen de lijn die we met de gemeenteraad hebben afgesproken namelijk ‘inzetten van de beklemde reserve doen we alleen als dit onvermijdbaar is en dan ook nog primair ten behoeve van de woningbouwmarkt, waarbij een meervoudig effect wordt bereikt’. Om in de toekomst toch een eventuele inzet van de beklemde reserve zonder structurele gevolgen voor de meerjarenbegroting mogelijk te maken is als onderdeel van de tweede fase van ombuigingen circa € 10 miljoen ‘rente vrij’ gemaakt. In de perspectiefnota 2013 komen we terug met een geactualiseerde prognose van de ontwikkeling van de vrije algemene reserve en de herziening van het weerstandsvermogen van het grondbedrijf. Dit in relatie tot een mogelijke inzet van de beklemde reserve. Structuur en opzet De opbouw van het jaarverslag sluit aan bij de begroting 2011, zoals die door de raad op 10 november 2010 is vastgesteld. Daarnaast voldoet deze opbouw aan de richtlijnen vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) provincies en gemeenten. Het bovenstaande betekent dat de kwaliteitsverbetering die in de begroting 2011 is doorgevoerd, ook is verwerkt in het jaarverslag 2011. Daar waar mogelijk hebben we nu ook al aanbevelingen, gedaan door de audit- en rekeningcommissie bij de jaarstukken 2010, meegenomen in de voorliggende jaarstukken 2011. Voor de effectindicatoren is de leefbaarheidsmonitor een belangrijk bron. Deze monitor wordt in de even jaren uitgevoerd. Dit betekent dat in 2011 geen leefbaarheidsmonitor heeft plaatsgevonden. Als gevolg hiervan is bij een aantal effectindicatoren in de jaarstukken 2011 geen meetwaarde opgenomen. Ombuigingen blijven noodzakelijk Wij realiseren ons dat met de voorliggende jaarrekening 2011 de vraag kan opkomen: ‘zijn die ombuigingen allemaal wel nodig?’ Het antwoord is: ‘ja, die ombuigingen zijn hard nodig om het financieel huishoudboekje van de gemeente Houten meerjarig financieel op orde te houden’. De positieve ontwikkelingen uit het laatste kwartaal hebben immers nagenoeg allemaal een incidenteel karakter en hebben hierdoor geen invloed op het financieel meerjarenperspectief. Daarnaast moeten we met het oog op de bezuinigingen (€ 9 - € 16 miljard) die het Rijk heeft aangekondigd rekening houden met een derde fase van ombuigingen. Tot slot Uiteraard zijn wij tevreden met de ontwikkelingen in het laatste kwartaal van 2011 en zullen we strak blijven sturen om ook in het komende jaar het begrotingssaldo zo positief mogelijk te beïnvloeden. Wij realiseren ons dat dit niet eenvoudig is. Om dit echter te bereiken verhogen wij in 2012 de frequentie van budgetmonitoring, zodat waar nodig er mogelijk extra maatregelen kunnen worden getroffen. Wij zien uit naar een constructieve behandeling van de jaarstukken 2011 op 22 mei 2012 en de behandeling van de perspectiefnota 2013 op 26 juni 2012. Burgemeester en wethouders van Houten, de secretaris
de burgemeester
J. Wiegel
C.H.J. Lamers
Jaarstukken 2011
6
Bestuurlijke beschouwingen 2011 In deze bestuurlijke beschouwing wordt ingegaan op het jaarrekeningresultaat 2011, de belangrijkste beleidsmatige ontwikkelingen (“wat hebben we gedaan”) en een financiële verantwoording (“wat heeft het gekost”) op programma niveau. Tot slot wordt aandacht besteed aan de belangrijkste ontwikkelingen vanuit de verschillende paragrafen. Rekeningresultaat 2011 De jaarrekening van de gemeente Houten, inclusief de grondexploitatie, sluit in 2011 met een positief rekeningresultaat van € 233.222. Dit resultaat na bestemming is het resultaat van de verschillende programma’s en de algemene dekkingsmiddelen. Hierin zijn ook opgenomen de mutaties in de reserves waarover de raad al eerder een besluit heeft genomen. Het verloop van het resultaat 2011 voor en na mutaties in de reserves is als volgt: x € 1.000
Financieel resultaat Lasten Baten Saldo voor bestemming Toevoeging aan reserves Onttrekking aan reserves Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
Rekening 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Afwijking 2011
105.774 100.270 -5.504
112.369 108.708 -3.661
97.822 97.252 -570
-14.547 -11.456 3.091
2.588 6.071 3.484
2.427 4.225 1.798
2.528 3.331 803
101 -895 -996
-2.020
-1.863
233
2.096
De begroting na wijzigingen betreft de begroting 2011 zoals die is vastgesteld door de raad in november 2010 aangevuld met de bijstellingen vanuit de eerste en tweede bestuursrapportage 2011 en tussentijdse separate raadsvoorstellen die een (financieel) effect hebben gehad op de begroting. In de genoemde bestuursrapportages of raadsvoorstellen zijn deze wijzigingen op de begroting nader toegelicht. Samenstelling en analyse van het resultaat De afwijking tussen het saldo van de begroting 2011 en dat van de jaarrekening 2011 bedraagt positief € 2,096 miljoen. Deze afwijking wordt veroorzaakt door verschillen tussen de begroting na wijziging en de realisatie op een aantal onderwerpen. Deze verschillen zijn nog niet aan de orde geweest in eerdere rapportages en hoofdzakelijk ontstaan na de peildatum (= 1 september) van de laatste bestuursrapportage. Bij de tweede bestuursrapportage werd al geconstateerd dat de economische crisis leidde tot een verdere verslechtering van de financiële positie van de gemeente Houten. Het geprognosticeerde begrotingsresultaat moest fors neerwaarts worden bijgesteld tot € 1,863 miljoen negatief. De structurele posten die niet beïnvloedbaar waren (waaronder de crisisgerelateerde uitgaven en de e bijgestelde rijksuitgaven) hebben geleid tot de 2 fase van de ombuigingen die in december aan de raad is aangeboden en vervolgens door de raad is vastgesteld. Voor de incidentele posten die (gedeeltelijk) beïnvloedbaar waren is daar waar mogelijk door strak budgetbeheer en het versneld in gang zetten van de ombuigingen getracht op het resultaat voor 2011 te sturen. Vanuit het rijk was sprake van een aantal incidentele forse meevallers. Per saldo heeft het er toe geleid dat de prognose van het saldo uit de tweede bestuursrapportage niet is uitgekomen, maar dat het jaarrekeningresultaat e 2011 positief is uitgekomen op € 0,233 miljoen, een positieve afwijking ten opzichte van de 2 bestuursrapportage van € 2,096 miljoen. Het resultaat na bestemming betreft slechts 0,24% van onze totale uitgaven.
Jaarstukken 2011
7
Samenstelling en analyse van het resultaat In onderstaande tabel is het resultaat na bestemming uitgesplitst naar de programma’s uit de begroting. De afwijkingen worden verderop in deze bestuurlijke toelichting toegelicht bij de financiële resultaten per programma en de toelichting op de algemene dekkingsmiddelen en de mutaties van de reserves. Het betreffen toelichtingen op hoofdlijnen. De gedetailleerde toelichting is terug te vinden in de programma’s bij de verschillenverklaringen. x € 1.000
Financieel resultaat
Programma 1 Vitaal Programma 2 Duurzaam Programma 3 Bereikbaar Programma 4 Veilig Programma 5 Betrokken Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Programma 1 Vitaal Mutaties reserves Programma 2 Duurzaam Mutaties reserves Programma 3 Bereikbaar Mutaties reserves Programma 4 Veilig Mutaties reserves Algemeen Resultaat na bestemming
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
Afwijking 2011
-26.950 -11.443 -4.028 -3.015 -5.609 47.384 0
-26.474 -11.299 -2.935 -2.860 -5.343 48.342
476 144 1.093 155 266 958 0
-3.661
-570
3.091
196 -262 959 60 845
196 -318 77 60 789
0 -56 -882 0 -56
-1.863
233
2.096
De verbetering van het saldo met € 2,096 miljoen is op hoofdlijnen, zoals in onderstaande tabel is weergegeven, te verklaren. Daarbij is de indeling naar ontwikkelingen zoals die in het voorwoord is gebruikt gehanteerd. x € 1.000
Afwijking t.o.v. 2e bestuursrapportage Rijksvergoedingen Versnelling ombuigingen ICT-krediet Concern brede personeelsbudgetten Overig Bouwleges Totaal
Saldo 2e Berap 2011 -699 689 -198 -307 -850 -498 -1.863
Rekening 2011
Afwijking
138 1.487 -57 -191 -357 -787 233
838 798 140 116 492 -288 2.096
Verantwoording Programma’s op hoofdlijnen Ombuigingen In 2011 hebben inwoners, instellingen, bedrijven en gemeente de handen ineen geslagen om het eerste pakket aan ombuigingen van € 6,7 miljoen te realiseren. Deze samenwerking is door middel van een groot en omvangrijk participatieproces tot stand gekomen. In totaal zijn hierbij 4.000 à 5.000 inwoners, instellingen en bedrijven betrokken geweest die samen zeer veel relevante inzichten in de ombuigingsmogelijkheden opleverden. De aanhoudende economische crisis en meer in het bijzonder de gevolgen hiervan op de woningmarkt maakte het noodzakelijk dat een tweede pakket aan ombuigingsmaatregelen ad € 2,5 miljoen noodzakelijk was om het financieel huishoudboekje op orde te houden. Bij dit pakket aan ombuigingen is de gemeente niet opnieuw met alle inwoners, instellingen en bedrijven in gesprek gegaan. De standpunten uit de eerste ronde waren immers bekend. Bij deze
Jaarstukken 2011
8
tweede fase van ombuigingen zijn dezelfde uitgangspunten gerespecteerd die ook bij de eerste fase van € 6,7 miljoen zijn gehanteerd. Bij de ombuigingen gelden de volgende uitgangspunten: 1. Gemeente houdt basispakket aan essentiële voorzieningen in stand 2. Gemeente doet beroep op zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid inwoners, instellingen en bedrijven 3. Gemeente schept de juiste voorwaarden voor ondernemerschap 4. Gemeente ondersteunt wie dat echt nodig heeft De gemeente blijft proberen om de kracht en kwaliteit van Houten zo veel mogelijk in stand te houden. Zij gaat daarom bij het maken van keuzes zeer zorgvuldig te werk. In het afgelopen jaar is veel aandacht besteed aan de voorbereiding en realisatie van het totale pakket aan ombuigingen (€ 9,2 miljoen) waartoe de raad besloten heeft. Het accent bij de ombuigingen ligt sterk op het ‘meer doen met minder middelen’. Daarbij was het uitgangspunt om de vermindering van middelen niet uitsluitend te vertalen in een vermindering van voorzieningen en/of activiteiten. Gezocht is naar andere invalshoeken en andere accenten om tot vernieuwend beleid te komen. Het liefst en zo mogelijk met behoud van dezelfde kwaliteit. Soms is dit gelukt, maar er is soms onmiskenbaar op beleidsvelden fors ingeleverd. Het totaalbeeld lijkt echter toch relatief gunstig uit te pakken. Bij de uitwerking van de ombuigingen is ook gekeken of het al mogelijk was om bepaalde ombuigingen versneld in 2011 te realiseren. Dit is vooral op de beleidsterreinen openbare ruimte en individuele voorzieningen Wmo prima gelukt. Dit heeft, zoals in het voorwoord is te lezen, een positief effect gehad op het jaarrekeningresultaat 2011. Hieronder wordt nu ingegaan op de belangrijkste hoofdlijnen uit de programma-verantwoording. Indien nodig wordt hierbij ook een relatie gelegd naar het ombuigingstraject. Programma 1 Vitaal Mensen voelen zich betrokken, verantwoordelijk en thuis in een omgeving die stimulerend en gezond is. De kanteling als instrument Naast de ombuigingen is er ook intensief gewerkt aan de kanteling van de Wmo. Door te experimenteren in een aantal pilots is nagegaan hoe we bij een minder claimgerichte aanpak toch de kwaliteit van de zorgverlening op peil zouden kunnen houden. De resultaten van deze pilots worden gebruikt om de kanteling binnen de Wmo verder handen en voeten te geven. Een van de bevindingen is in ieder geval dat de toegang voor de Wmo op een andere leest geschoeid zal worden waarbij de centrale positie van de klant het uitgangspunt zal zijn. In 2011 is ook vooruit gekeken om tijdig te kunnen anticiperen op de grote decentralisatieoperaties die op de gemeente Houten afkomen. Een stevige voorbereiding is noodzakelijk gezien de enorme impact die deze decentralisatie zal hebben Realisatie nieuwe voorzieningen. Ondanks de recessie werd er gewerkt aan de voorbereiding van de realisatie van nieuwe schoolgebouwen zoals De Bogermansschool en de multifunctionele voorziening Hofstad IV. Daarnaast is de voorbereiding van een strategisch onderwijshuisvestingsplan ter hand genomen. Op het gebied van de archeologie werden bij Castellum een aantal bijzondere vondsten gedaan. Sport De voorbereiding voor het sport-werklandschap de Meerpaal is in 2011 ter hand genomen. De bedoeling is dat al in 2012 sportvelden in gebruik zullen worden genomen. Bij dit project is sprake van een unieke en intensieve samenwerking tussen verenigingen en de gemeente. De belangstelling van derden om ook deel te nemen aan de invulling van dit sportcomplex is in de voorbereiding al waarneembaar. Daarnaast spelen ook de voorbereidingen rond de bezuinigingen een belangrijke rol in de contacten met de verenigingen. De verenigingen hebben te kennen gegeven bereid te zijn subsidie in te leveren indien er meer mogelijkheden worden geboden om zelf inkomsten te verwerven. Er is inmiddels een interdisciplinaire werkgroep aan de slag gegaan die samen met de sportverenigingen zal verkennen welke mogelijkheden zich voordoen voor verenigingen om zelf meer inkomsten te genereren.
Jaarstukken 2011
9
De combinatiefunctionarissen timmeren goed aan de weg. Bij 4 organisaties zijn mensen in dienst die werkzaamheden uitvoeren op 2 verschillende werkterreinen. Op deze manier worden verbanden gelegd tussen sport, onderwijs, welzijn en cultuur. In 2012 zal met nog meer menskracht aan de verschillende activiteiten worden gewerkt. In totaal zullen er dan 8,4 fte aan functionarissen aan het werk zijn. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de rijksimpuls ‘impuls brede school, sport en cultuur’. Sportpunt Houten heeft in 2011 budget ontvangen om projecten uit te voeren in het kader van Buurt, onderwijs en sport. De afgelopen jaren was de coördinatie in handen van een externe partij, maar met de komst van het Sportpunt Houten is het mogelijk om gebruik te maken van de lokale infrastructuur en de daarbij horende kennis en netwerk met het (sport) veld. Het Sportpunt Houten is in staat gebleken om in te spelen op vragen van zowel verenigingen en sporters. Voor verschillende projecten is een goede basis gelegd, waar de komende jaren nog meer resultaten verwacht mogen worden. De buurten, het onderwijs en de sport zullen hier zeker veel van merken. Regionale samenwerking In het afgelopen jaar is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om te komen tot een regionale sociale dienst binnen de Lekstroom. Dit onderzoek levert de basis voor een verdere ontwikkeling van die samenwerking. De behoefte om de mogelijkheden op dit punt te onderzoeken komt voort uit het feit dat de nieuwe Wet Werken Naar Vermogen zal leiden tot een aanzienlijke uitbreiding van het aantal personen waarvoor de gemeente de verantwoordelijkheid krijgt als het gaat om de bevordering van participatie. Het feit opgesteld dat in 2012 verder wordt uitgewerkt. dat deze nieuwe inspanning gepaard gaat met forse bezuinigingen door de rijksoverheid maakt het noodzakelijk om tot meer samenwerking te komen. Er is een schetsontwerp Minimabeleid en bijzondere bijstand Ook voor de inkomensondersteuning aan mensen zonder werk of met zeer lage inkomens bleken bezuinigingen onontkoombaar. In 2011 is intensief nagedacht over mogelijkheden om de ondersteuning op peil te houden, ondanks de forse kortingen die van rijkswege zijn doorgevoerd op de budgetten. Daarbij is gebruik gemaakt van de uitkomsten van de armoedeconferentie van 2010. Ondanks deze bezuinigingen blijft het niveau van deze voorzieningen voor onze gemeente acceptabel, hoewel ook hier de marges steeds kleiner worden. Oogmerk blijft de ondersteuning daar te bieden waar die het hardst nodig is. Schuldhulpverlening In 2011 zijn de processen van schuldhulpverlening langs de meetlat van Lean gelegd. Het resultaat daarvan is dat de uitvoering in 2012 sneller, doelmatiger en doeltreffender wordt, waarbij ook de kwaliteit een stevige impuls krijgt. Handhaving In 2011 is sterk ingezet op handhaving. Vooral de screening aan de poort kreeg veel aandacht. Daarnaast hebben we een pilot gedraaid om te bepalen in hoeverre handhaving gekoppeld aan reintegratie effectief kan zijn. Deze pilot was zo succesvol dat begin 2012 wordt onderzocht of deze werkwijze incidenteel dan wel structureel kan worden ingevoerd. Vakwerk Vanwege de sterke inkrimping van het budget WWB Werkdeel is eind 2011 een aantal besluiten genomen, zodat Vakwerk in 2012, zij het in afgeslankte vorm, kan worden voortgezet. WWB Inkomensdeel In 2011 hebben wij, na drie achtereenvolgende tekortjaren, een Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU) aangevraagd bij het Ministerie van SZW. Deze uitkering is bedoeld om al te grote tekorten voor gemeenten (deels) te compenseren, mits dat tekort niet aan de gemeente te wijten is. Normaal gesproken geeft het ministerie de beschikking op die aanvraag uiterlijk 31 december van het jaar af. In december 2011 heeft het Ministerie kenbaar gemaakt meer tijd nodig te hebben. Wij zijn nog in afwachting van het besluit. Omdat het tekort over 2011 weer boven 10% uitkomt, wordt overwogen voor 2011 een aanvraag Incidenteel Aanvullende Uitkering in te dienen. Dat kan echter niet eerder dan nadat duidelijkheid bestaat over de aanvraag MAU, die immers ook 2011 betreft.
Jaarstukken 2011
10
Financieel resultaat Het positieve resultaat van € 476.000 op het programma Vitaal heeft een aantal oorzaken. De afwijking wordt voor het grootste gedeelte veroorzaakt door een voordeel op de uitgaven voor individuele voorzieningen Wmo (€ 240.000), omdat vooruitlopend op de ombuigingen de werkwijze voor verstrekkingen al is aangepast waardoor een kostenverlagend effect is opgetreden. Daarnaast is onder andere voor de pilot kanteling klantbenadering (€ 44.000) en de sociale agenda (€ 22.000) minder uitgaven gedaan. In het kader van de ombuigingen zijn ook bij het minimabeleid al in 2011 de regels strikter toegepast, waardoor uitgaven lager zijn (€ 86.000). Voor schuldhulpverlening echter en huishoudelijke hulp zijn de kosten hoger uitgevallen (€ 35.000 resp. € 22.000) door enerzijds de effecten van de economische crisis en anderzijds door een toename van het aantal voorzieningen. Programma 2 Duurzaam Mensen wonen, werken, leren en ontspannen in een omgeving die levensloopbestendig is, waarbij verantwoord wordt omgegaan met middelen. Woningen De trend van de afnemende vraag naar woningen heeft zich ook in Houten het afgelopen jaar doorgezet. Dat betekent enerzijds dat er veel meer tijd nodig is om onderhandelingsprocessen af te ronden en anderzijds dat er veel meer tijd zit tussen planontwikkeling en uiteindelijke start bouw. Voorverkooppercentages worden later gehaald, ontwikkelaars en banken zijn voorzichtiger. Ondanks deze haperende markt is toch een substantieel aantal woningen gerealiseerd in 2011. Dit doet zich vooral voor in Castellum en is het directe het gevolg van de gezamenlijke impuls die het jaar daarvoor aan de onderhandelingen is gegeven door gemeente, marktpartijen en woningcorporatie. Om de woningbouwproductie binnen Houten op gang te houden, blijft het van groot belang dat bij Houten betrokken partners goed en intensief samenwerken en dat zij bereid zijn daaraan ook een daadwerkelijke bijdrage te doen. De gemeente Houten is en blijft initiator en facilitator van dergelijke praktisch maatwerk. Voor de verdere afbouw van Castellum en Houten Vinex zijn dan ook in 2011 onderhandelingen geïnitieerd door de gemeente met betrokken marktpartijen en corporaties. Daarnaast zijn in verschillende gebiedsontwikkelingen scenario’s ontwikkeld, die inzetten op gefaseerde ontwikkeling. Tegelijkertijd vindt een marktonderzoek plaats waarin, naast de kwantitatieve woningbehoefte van Houten, ook gekeken wordt naar welk type product de Houtense consument vraagt en welke locaties kansrijk zijn om op korte en middellange termijn tot ontwikkeling te brengen. In 2011 zijn in totaal 487 woningen gerealiseerd, waarvan 201 sociale huurwoningen en 102 woningen voor starters op de woningmarkt. Het grootste deel hiervan is in Castellum gerealiseerd. De in 2010 vastgestelde prestatieafspraken met woningcorporatie Viveste voor de periode 2011-2015 zijn in 2011 voor de eerste keer geëvalueerd. Diverse onderdelen hiervan hebben al tot resultaat geleid, o.a. de maatregelen t.b.v. verduurzaming van de bestaande woningvoorraad van Viveste. Daarnaast heeft Viveste een daadkrachtige partner gevonden in woningcorporatie Lekstede (v.h. Vianen). Daarmee worden investeringen in sociale woningbouw in Houten weer mogelijk. Dit is een belangrijke voorwaarde voor het tot stand brengen van succesvolle realisatie-afspraken met partijen voor diverse locaties. Tevens is de beleidsnotitie woningomzetting voltooid. Deze biedt mogelijkheden om woningen geschikt te maken voor bewoning door meerdere huishoudens. Hiermee worden de huisvestingsmogelijkheden voor jongeren verbeterd. Voor wat betreft subsidiering van woningbouw heeft in 2011 niet zozeer nieuwe aanvraag plaatsgevonden, maar heeft vooral de financiële afwikkeling en zekerstelling van lopende subsidietrajecten plaatsgevonden. De actualisatie van de beleidsnotitie Urgentieverlening zorgt voor goede toetsing en advisering en geeft aanvragers vooraf een duidelijk beeld over de kans rijkheid van hun aanvraag. Commerciële voorzieningen en horeca Houten kent een goed vestigingsklimaat. In deze tijd van economische crisis is het echter van groot belang met ondernemers in gesprek te gaan en te blijven. Er is dan ook vaak overlegd met het bedrijfsleven en met vertegenwoordigers van detailhandel, horeca en ZZP. Ook is een nieuw Economisch platform Houten (EPH) opgericht, waarin ondernemersverenigingen, winkeliersverenigingen en een horeca-vertegenwoordiging. Het EPH draagt bij aan een nauwere samenwerking en doelgerichte krachtenbundeling tussen bedrijfsleven onderling en tussen bedrijven en gemeente. Verder is specifiek met winkeliers van het Rond nieuwe mogelijkheden van promotie verkend en zijn er meer terrassen mogelijk gemaakt. Daarnaast kan het pas geopende winkelcentrum
Jaarstukken 2011
11
Castellum zich verheugen in een volledig ingevulde branchering. De weekmarkt tenslotte kende een bezettingsgraad van 100%. De diversiteit van het voorzieningenaanbod in Houten blijft hiermee groot. Leefomgeving Om de leefbaarheid in stand te houden en te bevorderen, is een openbare ruimte nodig die schoon, goed verzorgd, veilig en aantrekkelijk is. Het uitgangspunt voor het beheer van de openbare ruimte is een sober en doelmatig kwaliteitsniveau. Dit uitgangspunt is verscherpt door de besluiten over de te realiseren ombuigingen op de beheersbudgetten. In 2011 zijn onder andere de volgende acties ondernomen: Vergroten van zelfbeheer van groen in de openbare ruimte Het nemen van preventieve maatregelen tegen de vorming van blauwalg Er is een pilot gestart voor het gebruik van nieuwe media (bv. sms foto) voor meldingen Openbare Ruimte Er zijn prestatieafspraken gemaakt met dierenbescherming, dierenambulance en dierenasiel Zeist en er is onderzoek gedaan naar mogelijkheden regionale aanpak en afstemming op het gebied van dierenopvang. Er is een zwerfvuilproject gestart waardoor het aantal zwerfvuilacties samen met bewoners en instanties sterk is toegenomen Gebiedsinrichting In het Centrum is de aanleg en herstructurering van de openbare ruimte afgerond. Substantiële woningaantallen zijn gerealiseerd in vooral Castellum, Stationserf en De Hoon 4a. De bouw van het VMBO in de Kruisboog is gerealiseerd en de planontwikkeling en aanbesteding van de Kringloop winkel is afgerond. In Loerik VI is de planontwikkeling afgerond voor de bouw van het EMC/TMC. In het kader van de planontwikkeling van de Slinger en het Sport- en Werklandschap, de Meerpaal heeft de raad keuzes gemaakt en prioriteiten bepaald aan de hand van ontwikkelscenario’s. Er is een haalbaarheidsonderzoek gaande met betrekking tot de inpassing van thematisch collectief particulier opdrachtgeverschap (Ecowijk) in de plannen van Leebrug en de Stenen Poort. Er zijn 6 vrije kavels in Houten-zuid in de markt gezet. Voor het Eiland van Schalkwijk is de structuurvisie vast gesteld en wordt gewerkt aan een bestuursovereenkomst en een samenwerkingsprotocol tussen de verschillende betrokken overheden. Er zijn initiatieven en business cases vanuit de markt c.q. particulieren gekomen, die getoetst en, na bestuurlijke goedkeuring, gefaciliteerd gaan worden. Linieland In het kader van Linieland zijn diverse projecten gestart die de toeristisch-recreatieve structuur van de gemeente verbeteren. Het gaat om de aanleg van kano- en andere routes, de planontwikkeling voor een recreatief transferium aan de A27 en het verkennen van herontwikkelingsmogelijkheden van de diverse forten. Milieuzorg en Duurzaamheid Ten behoeve van de bevordering van leefbaarheid en milieu zijn een aantal ambities uit het uitvoeringsprogramma Duurzaamheid gerealiseerd, vooral op het gebied van geluid(hinder). Tevens zijn de uitgangspunten bij diverse gebiedsontwikkelingen onderdeel van de afwegingen. Om te bevorderen dat het duurzaamheidsbewustzijn onder Houtenaren toeneemt en uiteindelijk tot gedragsverandering leidt, is, samen met bewoners en bedrijfsleven, gestart met bijvoorbeeld de projecten Repair Café Houten en Houten onderneemt in 3D. Daarnaast is een website Duurzaam Houten ontwikkeld. Ook zijn de producten voor natuur- en milieu educatie (NME) uitgebreid, bijvoorbeeld met buitenlessen. Als het gaat om het beperken van het gebruik van fossiele brandstoffen ten gunste van groene en lokaal opgewekte energie, kan geconcludeerd worden dat inmiddels 1% van de energievraag van huishoudens in Houten duurzaam is opgewekt. Verder zijn meerdere particuliere initiatieven door de gemeente ondersteund door advies en publiciteit. De gescheiden afval inzameling is verbeterd en het criterium duurzaamheid is verankerd in het gemeentelijke inkoopbeleid. Landschap en recreatie Om te bevorderen, dat er een ecologisch, landschappelijk en recreatief aantrekkelijk buitengebied is, zijn de volgende acties ondernomen: Realiseren project achter kasteel Heemstede Ondersteunen van diverse particuliere initiatieven rondom de Lekdijk
Jaarstukken 2011
12
Opstarten project weidevogelcompensatie op het Eiland van Schalkwijk in het kader van de ontwikkeling van het Sport- en werklandschap Meerpaal Samen met de gemeente Bunnik en Wijk bij Duurstede de projecten wegbeplanting en soortbescherming continueren
Cultuurhistorie en Archeologie Bij de verschillende planontwikkelingen (Castellum, Hofstad, Stenen Poort) is en wordt intensief en met succes geadviseerd over de inpassing en benutting van cultuurhistorische en archeologische waarden, e.e.a. in goed overleg met de rijksdienst RCE. Daarnaast is op allerlei manieren gewerkt aan het uitdragen van en communiceren over de waarde van archeologie en cultuurhistorie richting inwoners van Houten. Voorbeeld is het uitdragen van de TRAP route, het zoveel mogelijk faciliteren inzetten van amateurarcheologen en het organiseren van een open monumentendag voor Houten. Financieel resultaat Het positieve resultaat van € 144.000 op het programma Duurzaam wordt enerzijds veroorzaakt door lagere uitgaven voor het openbaar gebied. Vooruitlopend op de ombuigingen voor 2012 is in 2011 al bij de uitvoering van een aantal groenbestekken uitgegaan van een lager kwaliteitsniveau en is het bestek minimaal uitgevoerd. Bij een aantal projecten zijn vooruitlopend op de ombuigingen in 2012 alleen schade en noodzakelijke werkzaamheden in verband met functionaliteit en veiligheid uitgevoerd. Totaal heeft dit circa € 350.000 bespaard. Daarnaast zijn met betrekking tot energie en bestemmingsplannen werkzaamheden uitgesteld naar 2012 vanwege uitlopende voorbereidingswerkzaamheden en capaciteitsgebrek (€ 180.000). Deze voordelen worden voor een deel teniet gedaan door het negatieve effect op de bouwleges van € 288.000 omdat als gevolg van de economische crisis er minder grote bouwaanvragen zijn ingediend en voor een aantal concrete plannen de fasering is gewijzigd. Daarnaast is sprake van een negatief financieel effect van een aantal die vallen onder dit programma. Dit effect echter worden meegenomen in de analyse van de gemeente brede salarislasten en inhuur derden die terug te vinden is in de paragraaf bedrijfsvoering. Programma 3 Bereikbaar Het in stand houden en verbeteren van de infrastructuur ten behoeve van de bereikbaarheid van Houten. Autoverkeer In 2011 is extra veel onderhoud verricht aan elementenverharding: bijna 50% meer dan in 2010. De strenge winter 2010-2011 bracht meer asfaltschades met zich mee dan gebruikelijk. De meest ernstige schades zijn in het eerste kwartaal verholpen, de rest wordt planmatig opgepakt. Het grote asfaltproject voor 2011 - de Rondweg Zuid - bleek niet meer voor de winter uitgevoerd te kunnen worden. Fietsverkeer De fietstransferia in Houten Centrum en Castellum zijn geopend. In Houten Centrum worden daar op dit moment dagelijks ongeveer 2500 fietsen gratis gestald. In het kader van leefbaar, bereikbaar en veilig houden van het centrum zijn rondom de opening van de fietstransferia zijn ongeveer 150 weesfietsen verwijderd. Er is ook in 2011 flink geïnvesteerd in de fietsroutes: zo zijn o.a. de fietspaden Linieland en diverse fietsstraten in de wijk Noordwest vernieuwd. Ook zijn een aantal houten brugdekken vervangen door kunststof met een grotere duurzaamheid. Openbaar Vervoer Om de toegankelijkheid van het busvervoer te verbeteren zijn bus perrons verbreed en opgehoogd. Er zijn in totaal 31 bushaltes toegankelijk gemaakt voor rolstoelen en minder validen. De toegankelijkheid van de route naar de bushaltes is waar mogelijk verbeterd. Eind 2011 is gestart met voorbereidende werkzaamheden voor het nieuwe busstation dat in 2012 aan het eind van de Molenzoom zal worden gerealiseerd. Tot slot is overleg gevoerd met concessieverlener en beoogd vervoerder busvervoer. Financieel resultaat Het voordelige resultaat van € 1.093.000 op het programma Bereikbaar wordt enerzijds veroorzaakt door het doorschuiven van activiteiten naar 2012 (asfalteringswerkzaamheden) en anderzijds de poging om vooruitlopend op de ombuigingen in 2012 ook al in 2011 te besparen. Door deze lagere Jaarstukken 2011
13
kosten voor asfalteringswerkzaamheden is ook de mutatie in de Reserve Initieel Onderhoud lager. Door de latere opening van het Fietstransferium dan vooraf was voorzien, is ook per saldo sprake van een voordeel. Programma 4 Veilig Mensen wonen en werken in een omgeving die veilig is en waarin ze zich ook veilig voelen. Integraal veiligheidsplan (IVP) en verkeersveiligheidsplan (VVP) 2011-2015 In 2011 zijn zowel een nieuw IVP als een nieuw VVP vastgesteld. Het IVP is de drager van het lokaal veiligheidsbeleid. In het plan zijn de volgende vijf prioriteiten benoemd: verkeersveiligheid, woninginbraak, fiets en veiligheid, leefbaarheid centrum en jongeren en veiligheid. Verkeersveiligheid is een zodanig belangrijk en veel omvattend thema, dat hiervoor een apart plan is opgesteld. Woninginbraak De gemeente Houten heeft het afgelopen jaar te maken gekregen met een sterke toename van het aantal woninginbraken. Daar waar in Houten het aantal inbraken in het verleden beduidend lager lag dan in de rest van de regio, groeit Houten inmiddels toe naar het regionaal gemiddelde. Om woninginbraken te voorkomen zet de gemeente voornamelijk in op voorlichting en bewustwording van burgers. De gemeente verstuurd brieven met preventietips naar slachtoffers van woninginbraak en omwonenden, maar er zijn ook ‘voetjesacties’ ingezet. Bij een voetjesactie controleert de politie woningen op inbraakgevoeligheid en laat een flyer in de vorm van een voetafdruk achter met daarop een waarschuwing. Ook is het project ‘Waaks!’ opgestart in de wijk Noord-West waarbij hondenbezitters als extra ‘ogen en oren’ in de wijk worden ingeschakeld. Fietsdiefstal Door de opening van het fietstransferia bij de stations Centrum en Castellum is een belangrijke stap gezet in de strijd tegen fietsdiefstal. Met een grootscheepse publieksvriendelijke actie heeft de gemeente (samen met vrijwilligers van de fietsersbond) treinreizigers gewezen op het gemak en de mogelijkheid om in het transferium te parkeren. Crisisbeheersing Het afgelopen jaar zijn we via de (sociale) media getuige geweest van een groot aantal rampen en crises, zoals begin vorig jaar de brand in Moerdijk. Hoewel rampen van alledag zijn, worden we de laatste jaren tevens geconfronteerd met zogenaamde crises. Kenmerkend voor crises is de grote impact die het heeft op de samenleving. Daar waar de kans op een traditionele ramp in Houten niet erg groot is, kunnen crises zoals de schietpartij in Alphen aan den Rijn of de in juni aanhoudende droogte waardoor een watertekort ontstond, overal plaatsvinden. De Houtense crisisorganisatie bereid zich in dat kader daarom niet alleen voor op de traditionele rampen maar tevens op de zogenoemde crisissituaties die kunnen plaatsvinden. Campagne aanpak brommeroverlast De gemeente Houten is in 2011 een campagne gestart om de brommeroverlast in de gemeente terug te dringen. Doel van de campagne: Het gevoel van onveiligheid en overlast die bewoners, winkeliers en medegebruikers door brommers/scooters ervaren, te verminderen of weg te nemen; De verkeersveiligheid in Houten te verbeteren door een veiliger gedrag van brommer- en scooterrijders in het algemeen; Het verbeteren van het milieu en verminderen van geluidsoverlast door andere vervoersmiddelen te gebruiken of te testen. Bijzonder is dat de campagne een positieve insteek heeft. De gemeente wil niet alleen maar handhaven, maar ook goed rijgedrag belonen. Daarom ligt de nadruk op samenwerking met de voornaamste doelgroep, de koeriersbedrijven. In het kader van de campagne zijn er diverse actiepunten, waaronder de lancering van het F.A.S.T. logo tijdens de ludieke actie op zaterdag 1 oktober 2011. Dit is een Engelse afkorting van Friendly, Aware, Safe en Technically Skilled. Externe veiligheid. In 2011 is het Basisnet Spoor definitief vastgesteld. Daarmee wordt een duurzaam evenwicht vastgelegd tussen het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor, ruimtelijke ontwikkelingen en veiligheid. Op landelijk niveau worden maatregelen getroffen die het vervoer van gevaarlijke stoffen Jaarstukken 2011
14
over het spoor veiliger maken; gevaarlijke combinaties van stoffen in één trein worden voorkomen en de seinbeveiliging wordt verbeterd. Samen met nog andere maatregelen zorgt dit ervoor dat de veiligheid langs het spoor in Houten voldoet aan de daarvoor geldende normen. Geplande ruimtelijke ontwikkelingen langs het spoor kunnen dan ook op een verantwoorde wijze gerealiseerd worden. Financieel resultaat Het voordelige resultaat van € 155.000 op het programma Veilig wordt voor het grootste gedeelte veroorzaakt door 2 afwijkingen. Enerzijds is sprake van een voordeel (€ 46.000) als gevolg van een doorberekeningsproblematiek met de VRU met betrekking tot de compensabele BTW. Anderzijds heeft de gemeente Houten onverwachts een bijdrage € 45.000) van Staatsbosbeheer ontvangen voor het ruimen van explosieven bij Fort ’t Hemeltje. Programma 5 Betrokken Bestuur en organisatie signaleren, onderzoeken en vertalen de behoeften van de Houtense inwoners en organisaties. Participatie Burgerparticipatie gaat over initiatieven die tot doel hebben dat de gemeente samen met de inwoners, maatschappelijke instellingen en ondernemers in een open wisselwerking beleid ontwikkelt en uitvoert. Het bestuur van Houten zet in op vroegtijdige en informele participatieprocessen om daarmee de kwaliteit van beleidsontwikkeling en -uitvoering te vergroten. De gemeente wil daarbij maatwerk leveren en per situatie een bewuste keuze voor participatie maken. Niet voor niets heeft de gemeente de afgelopen jaren flink ingezet op het in praktijk brengen van de methode Factor C. Bij Factor C draait het om het verankeren van de aandacht voor participatie en communicatie in alle fasen van het beleidsproces. De methodiek helpt bestuurders, beleidsmede-werkers en projectleiders om communicatief beleid te maken. Houten in vergelijking met andere gemeenten In 2011 verscheen voor het eerst de rapportage “Blik van Burgers”. Het betreft een rapportage van “Waar staat je gemeente?” (KING/ VNG). De rapportage geeft een helder en overzichtelijk beeld van waar wij staan ten opzichte van andere gemeenten. Daarbij worden de resultaten voor vijf burgerrollen gepresenteerd die symbool staan voor een vijftal relaties die een inwoner met de gemeente kan hebben: de rol van de burger als kiezer, klant, onderdaan, partner en wijkbewoner. Uit het rapport komt naar voren dat Houten het goed doet. Dit beeld komt niet als een verassing, daar dit rapport is gebaseerd op eerdere onderzoeken uit 2010: de Benchmark Publiekszaken, de Veiligheidsmonitor en onze eigen Leefbaarheidsmonitor. Dit positieve beeld wordt echter in deze benchmark nog eens onderstreept. Houten scoort voor elk van de genoemde vijf burgerrollen bovengemiddeld ten opzichte van andere gemeenten. Dienstverlening De huidige samenleving vraagt van overheden een adequate dienstverlening die toegankelijk is en gebruiksgemak biedt. De ontwikkeling op het gebied van bijvoorbeeld digitale dienstverlening gaat snel. Het programma dienstverlening is opgezet om de dienstverlening aan onze klanten (de inwoners van Houten) te verbeteren. Servicenormen Op 18 januari 2011 heeft het college ingestemd met een nadere invulling van het programma dienstverlening. Op basis van de branchenormen van de VNG zijn zogenaamde servicenormen opgesteld. Deze servicenormen vormen de basis waarop de dienstverlening intern georganiseerd moet worden. Kwaliteitshandvest Het college heeft op 27 september 2011 het kwaliteitshandvest vastgesteld. Dit kwaliteitshandvest beschrijft, welke servicenormen voor de gemeente bepalend zijn bij haar dienstverlening en wat de klant kan en mag verwachten. Er is sprake van een ontwikkelmodel. Het kwaliteitshandvest zal uitgebreid worden met nieuwe producten en bijbehorende servicenormen. Werken op afspraak Waar het noodzakelijk is de gemeente fysiek te bezoeken, is er de mogelijkheid voor het maken van een afspraak. Het college heeft op 21 juni 2011 ingestemd met het uitbreiden van het werken op
Jaarstukken 2011
15
afspraak. Met het uitbreiden van het werken op afspraak is beoogd de wachttijd voor bezoekers te beperken en de efficiency voor medewerkers te verhogen. Met het uitbreiden van het werken op afspraak wordt tevens verantwoord invulling gegeven aan het realiseren van de vastgestelde servicenormen. De tijden waarop afspraken kunnen worden gemaakt, zijn met ingang van 1 september 2011 uitgebreid. Ook de wijze waarop de afspraak kan worden gemaakt is uitgebreid. Het maken van een afspraak gebeurt voornamelijk door middel van het internet. Telefonisch informatiecentrum centrum (TIC) Het TIC ontwikkeld zich in toenemende mate naar een klantcontactcentrum. In 2011 is de afhandeling van algemeen binnenkomende e-mail, ondergebracht bij het TIC. Wij streven er naar dat, ongeacht langs welk kanaal de informatie wordt gevraagd of de aanvraag binnen komt, de afhandeling daarvan op eenzelfde manier plaatsvindt. Totaal oordeel dienstverlening De klanttevredenheid wordt voor een belangrijk deel gemeten aan de hand van de benchmarking Publiekszaken. Deze benchmark wordt tweejaarlijks in de even jaren uitgevoerd. In de laatst gehouden benchmark publiekszaken in 2010 scoorden wij op klanttevredenheid voor alle kanalen (balie, telefoon en website) een ruim voldoende tot goed. Zoals reeds aangegeven onder het ‘kopje’ participatie, scoort Houten voor elk van de genoemde vijf burgerrollen bovengemiddeld ten opzichte van andere gemeenten. Zo ook als het gaat om de burger als Klant. Financieel resultaat Het voordelige resultaat van € 266.000 op het programma Betrokken wordt voor een groot gedeelte veroorzaakt door vrijval van de onbenutte stelpost voor onvoorziene uitgaven met betrekking tot de vernieuwing van de ICT-infrastructuur. Deze stelpost van € 198.000 is slechts voor € 58.000 benut, het restant van € 140.000 is vrijgevallen. Daarnaast was er op concernniveau een frictiebudget beschikbaar van € 151.000. Dit budget was bedoeld ter dekking van de concern brede personeelsbudgetten (salarissen en inhuur). Het budget wordt centraal beheerd en dus niet verdeeld over de andere programma’s. Dit voordeel wordt betrokken bij de gemeente brede analyse van de salarislasten en inhuur derden in de paragraaf bedrijfsvoering. Algemene Dekkingsmiddelen en onvoorzien Het positieve financiële resultaat van € 958.000 op de algemene dekkingsmiddelen wordt voor het grootste gedeelte veroorzaakt door de hogere opbrengst van de Algemene Uitkering € 654.000. Dit betreft nabetalingen over 2009 en 2010 (totaal € 411.000) en een hogere uitkering 2011 (€ 91.000). Daarnaast is sprake van een positief effect op de lasten van een aantal afdelingen die onder Algemene dekkingsmiddelen vallen. Dit effect wordt meengenomen in de gemeente brede analyse van de salarislasten en inhuur derden in de paragraaf bedrijfsvoering. Mutaties reserves De belangrijkste oorzaak voor de afwijking tussen de begrote mutaties van de reserves en de gerealiseerde mutaties van de reserves van € 994.000 ligt in de lagere kosten (€ 1.200.000) als gevolg van het niet uitvoeren van asfalteringswerkzaamheden. Belangrijke ontwikkelingen vanuit de paragrafen Paragraaf Lokale heffingen De paragraaf Lokale heffingen gaat in op de vraag welke gemeentelijke belastingen c.q. heffingen er binnen de gemeente Houten worden geheven. Hieronder volgen de belangrijkste punten uit deze paragraaf. Wet WOZ De gemiddelde waardeontwikkeling voor zowel woningen als niet-woningen heeft, ten opzichte van voorgaande jaren, over de gehele linie voor het eerst een daling laten zien. Onroerendezaakbelastingen (ozb) De tarieven ozb zijn ten opzichte van eerdere jaren gestegen. Dit als gevolg van de in de tarieven doorgerekende gemiddelde waardedaling en de inflatiecorrectie. Per saldo is de gemiddelde lastendruk, met uitzondering van de doorgerekende inflatiecorrectie, gelijk gebleven.
Jaarstukken 2011
16
Beroepszaken In 2011 hebben veel beroepszaken plaatsgevonden. Dit was een direct gevolg van het grote aantal te verwerken bezwaarschriften in 2010. Opvallend was het grote aantal beroepschriften vanuit no-cureno-pay bureaus welke namens een belastingplichtige bezwaar / beroep indienen. Het totaal bedrag aan uitgekeerde proceskostenvergoeding in zowel de bezwaar- als beroepsfase laat ten opzichte van voorgaande jaren een toename zien. Afvalstoffenheffing Als gevolg van een gunstige aanbesteding in 2010 is een voordeel behaald waardoor de totale kosten zijn afgenomen. Dit effect is direct vertaald in een lager tarief voor 2011. ` Ombuigingen Op het gebied van de lokale heffingen zijn de eerste effecten vanuit de ombuigingen gerealiseerd, waaronder de voorbereidingen voor de invoering van de toeristenbelasting per 1 januari 2012. Lokale lastendruk In onderstaande tabel is de lastendruk in Houten in 2011 weergegeven, voor zowel eigenaargebruikers als huurders. Zoals gebruikelijk in woonlastenoverzichten worden hierbij de onroerendezaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing betrokken. Het uitgangspunt is een meerpersoonshuishouden. Als peildatum voor de WOZ-waarde 2011 geldt 1 januari 2010. Deze waarde is alleen van toepassing op het belastingjaar 2011. bedragen x € 1
Omschrijving Afvalstoffenheffing Rioolrechten Totaal gebruiker OZB eigenaar Totaal eigenaar/gebruiker
Rekening 2008 258,12 104,52 362,64 277,14 639,78
Rekening 2009 259,08 109,68 368,76 291,00 659,76
Rekening 2010 272,52 83,88 356,40 294,39 650,79
Begroting 2011 208,92 95,28 304,20 300,09 604,29
Realisatie 2011 208,92 95,28 304,20 299,33 603,53
Bij de beoordeling van de belastingdruk per huishouden (bruto-woonlasten) in onze gemeente, in relatie tot de provinciale en landelijke overzichten, komt het volgende naar voren: de gemeente Houten neemt op het overzicht van de provincie Utrecht voor 2011 de zevende plaats in (voor 2010 was dit positie negen). De eerste positie is voor de goedkoopste gemeente. Het totaal aantal gemeenten is 27. Paragraaf Weerstandsvermogen De weerstandscapaciteit bestaat uit het geheel van middelen waaruit tegenvallers kunnen worden bekostigd zonder dat de begroting en het beleid (direct) aangepast hoeven te worden. bedragen x € 1.000
Weerstandscapaciteit per 1 januari van het jaar
2011
2012
2013
2014
2015
2016
Vrij deel algemene reserve - Provinciale norm - Boven provinciale norm
2.405 1.876
2.431 -455
2.462 -729
2.493 -941
2.517 -617
2.571 715
Stand reserve per 1 januari
4.281
1.976
1.733
1.552
1.900
3.286
390 0
510 0
520 0
570 0
580 0
690 0
Onbenutte belastingcapaciteit Stille reserves Stelpost onvoorzien Totaal
60
61
62
62
63
64
4.731
2.546
2.315
2.184
2.543
4.040
Het jaarrekeningsaldo 2010 is verwerkt in de stand van de vrije algemene reserve per 1 januari 2011. Als gevolg van het negatieve resultaat over 2010 (€ 2.020.145) komt hiermee de weerstandscapaciteit vanaf 2011 niet meer boven de provinciale norm. Het vrije deel van de algemene reserve voldoet op begrotingsbasis niet meer aan de norm die de provincie heeft gesteld. In de begroting 2012 is daarom uitgebreid ingegaan op de herschikking van de reservepositie en zijn criteria benoemd op grond waarvan de raad kan omgaan met (beklemde) reserves. In de tweede fase van de ombuigingen en de koppelingsbrief is nader ingegaan op de reservepositie en is geanticipeerd op de inzet van een deel Jaarstukken 2011
17
van de beklemde reserves en de financiële effecten die dat met zich meebrengt voor de betreffende begroting Naast de vergelijking van de vrije algemene reserve met de provinciale normstelling is de relatie met risico’s die de gemeente loopt en de kans daarop van belang. In 2011 is er als gevolg van het zich voordoen van de eerder geschetste risico’s geen aanspraak gemaakt op de beschikbare weerstandscapaciteit. Ook het uiteindelijke jaarrekeningsaldo over 2011 heeft geen inbreuk gedaan op de weerstandscapaciteit, maar deze zelfs, als gevolg van het positieve saldo, beperkt versterkt. Toch blijft de weerstandscapaciteit daarmee onder de norm die de provincie hanteert. Bij het opstellen van de perspectiefnota 2013 worden de risico’s opnieuw integraal geïnventariseerd op basis van de gehanteerde systematiek in de begroting 2012. Paragraaf Financiering De paragraaf Financiering gaat in op de vraag hoe het financieringsbeleid binnen de gemeentelijke organisatie is geborgd met daarbij de ontwikkelingen op de financiële markt. In onderstaande samenvatting wordt ingegaan op de belangrijkste punten uit deze paragraaf. Houten is in 2011 ruim binnen de renterisiconorm (risico m.b.t. herfinanciering en renteherziening) gebleven. Door investeringen in de VMBO, Dorpshuis Schalkwijk, overname van de openbare verlichting en achterblijvende inkomsten vanuit de grondverkopen (resulteert in grotere kapitaalbehoefte grondbedrijf) zijn ter consolidatie van de kortlopende schulden in 2011 € 32 miljoen aan diverse langlopende leningen aangetrokken. Vanwege de lage rente is in 2011 veelvuldig gekozen om ook met kasgeld te financieren zodat er incidenteel lagere rente last gerealiseerd kon worden. De ontwikkelingsfase waarin Houten zich bevindt en de achterblijvende inkomsten uit grondverkopen zorgen dat Houten in 2011 in negatieve zin bijdraagt aan het EMU-saldo. De overheden hebben tijdelijk extra ruimte gekregen voor hun EMU-tekorten. In 2013 moet het begrotingstekort echter teruggebracht zijn tot beneden de 3%. Paragraaf Bedrijfsvoering Bij het bestuur (raad en college) en de ambtelijke organisatie is er behoefte aan een snellere en efficiëntere informatievoorziening. Vooral doorlooptijden zijn te lang, waardoor informatie soms al niet meer actueel is als de rapportage bestuurlijk wordt besproken. Als gevolg van het bovenstaande wordt de visie op de P&C cyclus aangepast, waarbij een vereenvoudiging het uitgangspunt is. Deze visie willen we, nadat wij hier ook met de audit- en rekeningcommissie over van gedachte hebben gewisseld, in 2012 verder uitwerken Gemeente brede personeelslasten De inspanningen om de inhuur terug te dringen hebben ook in 2011 een groot effect gehad. In 2010 is het bedrag aan inhuur met € 1,6 miljoen gedaald. In 2011 is ten opzichte van het voorgaande jaar een daling van € 1,8 miljoen gerealiseerd. Zie onderstaande tabel. Bedragen x € 1
Omschrijving Grondexploitatie Specifieke projecten algemene dienst Frictie algemene dienst Totaal
Jaarrekening 2009
Jaarrekening 2010
Jaarrekening 2011
518.669
312.385
243.351
239.334 3.550.265
390.218 2.067.481
378.846 255.528
4.308.268
2.770.084
877.725
De kosten voor inhuur op specifieke projecten zijn in 2011 vrijwel gelijk gebleven. Dit zijn incidentele activiteiten waar de gemeente geen capaciteit voor heeft. Het resultaat op de personeelslasten binnen de algemene dienst bedraagt € 115.720, -. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: In de tweede bestuursrapportage 2011 is €.306.740, - bijgeraamd op de salarissen. Door strakke sturing op met name de inhuur is hier minder op uitgegeven dan verwacht. Dit heeft geleid tot het uiteindelijke positieve saldo op het resultaat van de algemene dienst. In onderstaande tabel is een verklaring opgenomen van het totaalsaldo van de salarisbegroting 2011.
Jaarstukken 2011
18
Bedragen x €
Omschrijving Salarissen e Aanvulling salarisbegroting 2 berap 2011 Vergoedingen UWV en gedetacheerd personeel Inhuur +aanvulling op inhuurbegroting Af: afdeling Projectontwikkeling* Resultaat algemene dienst
Begroting 2011
Werkelijk 2011
Resultaat
20.347.665 306.740
20.610.203
44.202
-55.509
-130.830
75.321
536.825 -1.442.806 19.692.915
457.211 -1.359.389 19.577.195
79.614 -83.417 115.720
* Dit bedrag wordt via de producten doorbelast aan de grondexploitatie.
Jaarstukken 2011
19
Jaarstukken 2011
20
Jaarverslag
Jaarstukken 2011
21
Jaarstukken 2011
22
Programma’s
Jaarstukken 2011
23
Jaarstukken 2011
24
Programma Vitaal
Jaarstukken 2011
25
Programma Vitaal Omschrijving programma Mensen voelen zich betrokken, verantwoordelijk en thuis in een omgeving die stimulerend en gezond is. Het programma Vitaal is een breed programma. Daaronder vallen de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), de Wet inburgering (Wi), de Wet participatiebudget (Wp) en de Wet investeren in jongeren (WIJ). Participatie staat bij de uitvoering van deze wetten centraal: doel is de deelname aan de Houtense samenleving voor iedere inwoner mogelijk maken en te investeren in de zelfredzaamheid van mensen. Relevante beleidskaders Strategische visie Houten in 2015 Collegeprogramma 2010-2014 ‘Houten werkt!’ Notitie visie elementen voor een zorgvriendelijke wijk 2006 Tweede kamernota lokaal gezondheidsbeleid “verleiden tot gezond gedrag” 2010 - 2013 Programmaplan integraal jeugdbeleid 2008-2012 en jeugdagenda 2009-2013 Notitie lokaal onderwijsbeleid 2006-2010 Kadernota Opvoed- en opgroeiondersteuning 2007 Notitie basismodel Centrum Jeugd en Gezin (CJG) en ambities 2009 Uitvoeringsprogramma genotmiddelen 2007-2009 Kadernota cultuurbeleid 2005-2010 Toekomstvisie (‘peuters in ontwikkeling’) op het peuterspeelzaalwerk in Houten 2008 Integraal veiligheidsplan 2007-2010 Wmo-beleidskader 2008-2012 Visie voorzieningen 2015 Kadernota brede school ontwikkeling 2007 Sportnota Houten 2008-2015 Kadernota Re-integratie 2009 Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2010 Afstemmingsverordening WIJ 2010 Handhavingverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ 2010 Nota ‘schakelen naar een hogere versnelling’ 2008 Deelprogramma’s Het programma bestaat uit de volgende deelprogramma’s: Sociale participatie (Gezondheids)zorg Werkgelegenheid Onderwijs Kunst, cultuur en sport Programmabrede kosten
Jaarstukken 2011
26
Deelprogramma Sociale participatie Wat willen we bereiken? Dit deelprogramma sluit aan bij de eerste twee hoofddoelen van de Wmo, die in het visiedocument (Wmo-beleidskader 2008-2012) als volgt zijn geformuleerd: Houten is een leefbare stad met een grote samenhang in de wijken en buurten. In Houten zijn de inwoners zelfredzaam en betrokken bij de lokale samenleving: ze nemen zoveel mogelijk hun eigen verantwoordelijkheid en ondersteunen elkaar onderling waar dat mogelijk is. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: A. De Houtense inwoners voelen zich thuis in Houten en zijn betrokken bij hun eigen leefomgeving. B. Kinderen en jongeren in Houten groeien op in een veilige, samenhangende, sensitieve en stimulerende context (thuis, op school en in de wijk), waardoor zij de kans krijgen om zelfredzaamheid, sociale betrokkenheid en zelfbeheersing te ontwikkelen en waardoor zij zich kunnen ontplooien. Doelstelling 2: Afname van het aantal jeugdigen met problemen bij opgroeien en afname van het aantal ouders met problemen bij het opvoeden. Doelstelling 3: Inwoners van Houten weten waar ze terecht kunnen voor informatie, advies en ondersteuning op het gebied van wonen zorg en welzijn. Cliënten zijn tevreden over de dienstverlening op dit onderdeel en er is een adequate en toegankelijke toeleiding naar Wmo voorzieningen. Doelstelling 4: Toename deelname aan vrijwilligerswerk en het verlichten van de druk op mantelzorgers. Doelstelling 5: Verhogen van de deelname aan de Houtense samenleving door inwoners met een minimum inkomen, inburgeringsplichtige en inburgeringsbehoeftige inwoners. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 A. De Houtense inwoners voelen zich thuis in Houten en zijn betrokken bij hun eigen leefomgeving. B. Kinderen en jongeren in Houten groeien op in een veilige, samenhangende, sensitieve en stimulerende context (thuis, op school en in de wijk), waardoor zij de kans krijgen om zelfredzaamheid, sociale betrokkenheid en zelfbeheersing te ontwikkelen en waardoor zij zich kunnen ontplooien. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
Indicator sociale kwaliteit (1) van de buurt. % Inwoners, dat actieve bijdrage levert aan leefbaarheid / veiligheid buurt. % inwoners, dat tevreden is over de welzijnsvoorzieningen in de gemeente (zoals buurthuis)..
Leefbaarheidsmonitor Leefbaarheidsmonitor
1 1
Jaarstukken 2011
Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
-
6.4
-
-
-
30%
-
-
-
45%
-
27
1
% Houtenaren, dat tevreden is over voorzieningen voor ouderen.
Leefbaarheidsmonitor -
65%
-
-
1. Dit is een indicatorwaarde (schaal 0-10) voor de waardering van burgers voor de wijze waarop buurtbewoners met elkaar omgaan. De waarde is gebaseerd op vier stellingen.
Wat gaan we daarvoor doen? We zorgen voor een basis infrastructuur van voorzieningen die inwoners uitnodigt om te participeren. Daarnaast stimuleren we initiatieven van inwoners om zelf een bijdrage te leveren aan hun eigen woon- en leefomgeving. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1 1 1
1 1 1
1
1
1
Omschrijving Ondersteunen van bewonersinitiatieven voor alle doelgroepen. Realiseren van activiteiten die gericht zijn op ontmoeten, meedoen en bewegen, ook voor kwetsbare inwoners. Heroriëntatie op het wijkgericht werken gericht op het versterken van participatie van burgers in de wijken op een integrale manier (Wmo en openbare werken) samen met de betrokken externe partijen. De consequenties hiervan voor de interne structuur en de externe samenwerking met de partners verwerken (o.m. actualisatie van het convenant de Wijk voor Elkaar). Wordt opgepakt in 2012 in samenwerking met Van Houten & Co. Vanwege prioriteit op andere projecten in 2011 niet uitgevoerd. Ontwikkelen wijkcentrum Schoneveld tot volwaardig cultureel wijkcentrum. Voortzetten wijkgericht tienerwerk. Monitoring en evaluatie effecten combinatiefunctionaris en besluitvorming toekomst. Monitoring en evaluatie zijn gedaan. Verslag wordt aan het college aangeboden. Gesprekken over de besluitvorming toekomst zijn in gang gezet. Begin 2012 neemt het college hierover een besluit. Werken aan brede school in elk kwadrant: Ondersteunen en uitvoeren activiteitenplan Brede school Noord-Oost. Planontwikkeling tweede brede school in de wijk Zuid-West. Conceptontwikkeling derde en vierde brede school in de wijken Zuid-Oost en NoordWest Uitvoeren jeugdagenda voor wat betreft jeugdparticipatie door instellen jeugdparticipatieprijs en instellen subsidieregeling voor jongereninitiatieven. Het Instellen van de prijs heeft plaatsgevonden. Uitreiking zal begin 2012 plaatsvinden. De subsidieregeling is een onderdeel van de participatieprijs. Versterking preventieve activiteiten vernieuwde aanpak Jeugd & Veiligheid. (Zie ook programma Veilig).
Voltooid Ja Ja Nee
Ja Ja Nee
Ja
Ja
Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
Aantal bezoekers: De Vuurtoren: a. dat deelneemt aan activiteiten die onder verantwoordelijkheid van SWOH worden georganiseerd. b. dat De Vuurtoren bezoekt vanwege verhuur ruimte aan externe organisaties. + Aantal 55 ers dat deelneemt aan computercursussen voor internet. Bewegingsactiviteiten voor mensen met een + beperking, 55 ers, mensen met een andere culturele achtergrond.
Van Houten & Co
1
1
Jaarstukken 2011
Realisatie 2009
a. 4.250
Realisatie 2010
a. -
Raming 2011
Realisatie 2011
a. 4.200 NNB
b. 3.200
b. -
b. 2.900
438
408
400
NNB
902
639
950
NNB
Van Houten & Co Van Houten & Co
28
1
Aantal bezoekers Speelheuvel. (Drempeloverschrijdingen)
Van Houten & Co 34.401
35.000
35.500
36.049
Doelstelling 2 Afname van het aantal jeugdigen met problemen bij opgroeien en afname van het aantal ouders met problemen bij het opvoeden. (Prestatieveld 2 van de Wmo: Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden.) Meer concreet betekent dit: a. In Houten vinden jeugd en hun ouders zelfstandig hun weg naar informatie, advies en ondersteuning ter preventie van opvoed- en opgroeiproblemen. b. Ouders en jeugd met opvoed- en opgroeiproblemen worden in staat gesteld zelf oplossingen te vinden. c. In Houten signaleren mensen die met kinderen werken in een vroeg stadium ernstige probleemsituaties en leiden deze signalen snel tot adequate interventies. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2 2
% kinderen in jeugdzorg. % inwoners, dat bekend is met het CJG. % Vragen bij het opvoedspreekuur waar sprake is van opvoedingsvragen (licht). % Vragen bij het opvoedspreekuur waar sprake is van opvoedingscrisis (zwaar).
Kinderen in Tel Leefbaarheidsmonitor Verantwoording opvoedspreek uur Houten Vitras AMW Verantwoording opvoedspreekuur Houten Vitras AMW
2
2
Realisatie 2009 -
Realisatie 2010 1.4%
Raming 2011 1.4%
Realisatie 2011 NNB
-
45%
-
-
14%
19%
15%
NNB
22%
15%
18%
NNB
Wat gaan we ervoor doen? Ondersteunen bij opgroeien en opvoeden: Het versterken van en bekendheid geven aan de opvoedondersteuning van het CJG Houten en haar website. Het aanvullen en omvormen van het ondersteuningsaanbod bij opvoeden en opgroeien naar een aanbod waarin het stimuleren van de eigen kracht en het inzetten van het sociale netwerk centraal staat. Het hernieuwen en waar nodig aanpassen van de samenwerkingsafspraken van het zorg team 12- en 12+. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 2
2 2
Omschrijving De nieuwe samenwerkingsafspraken met de zorgteampartners zijn vastgelegd in een convenant. Proces loopt. Verwachte afronding februari 2012. Prestatieafspraken maken met Centrum voor Jeugd en Gezin en participanten. Bekendheid geven aan CJG, onder andere door het faciliteren en het verder ontwikkelen van de website www.cjghouten.nl om te komen tot het aanbieden van meer lokale informatie.
Voltooid Nee
Ja Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2
Het aantal gezinnen dat gebruik maakt van het opvoedspreekuur.
CJG
Jaarstukken 2011
Realisatie 2009 --
Realisatie 2010 79
Raming 2011 85
Realisatie 2011 NNB 29
2
Aantal contacten door opvoedspreekuur (telefonisch/ persoonlijk/schriftelijk).
Vitras 396
314
500
NNB
Doelstelling 3 Inwoners van Houten weten waar ze terecht kunnen voor informatie, advies en ondersteuning op het gebied van wonen zorg en welzijn. Cliënten zijn tevreden over de dienstverlening op dit onderdeel en er is een adequate en toegankelijke toeleiding naar Wmo voorzieningen. (Prestatieveld 3 van de Wmo: toeleiding naar Wmo-voorzieningen: informatie, advies en cliëntondersteuning. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3
Cliënttevredenheidsonderz oek dienstverlening Wmoloket Via Houten Gemiddelde rapportcijfers voor de aanvraagprocedure (Hulp bij huishouden en individuele hulpmiddelen en vervoersvoorzieningen)
Tevredenheidso nderzoek Wmoloket VIA Houten Klanttevredenheidsonderzoek
3
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
8.3
-
-
-
-
-
Verklaring voor afwijking: Doel 3 3
Verklaring Onderzoek vindt eens in de twee jaar plaats. De meting (eens in de twee jaar) voor 2011 is doorgeschoven naar 2012, dit in verband met de aankomende ombuigingen.
Wat gaan we daarvoor doen? We hebben een laagdrempelig, goed functionerend Wmo-loket VIA Houten voor informatie, advies en cliëntondersteuning op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Cliënten zijn tevreden over de kwaliteit van de dienstverlening (adequate en toegankelijke toeleiding naar de Wmo-voorzieningen). Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 3 3
3
Omschrijving Het houden van spreekuren van het Wmo-loket VIA Houten op twee locaties: in het centrum (Markant) en in de Loericker Stee. Het uitvoeren van het project “Kanteling klantbenadering Wmo” in 2010 en 2011 i.s.m. de afdelingen Sociale Zaken en Welzijn: - het ontwikkelen van een nieuwe methode van klantbenadering. - het trainen van medewerkers van het Wmo-loket VIA Houten en Wmo-loket gemeente (1) in een gekantelde klantbenadering . Faciliterende ondersteuning van de Wmo-raad.
Voltooid Ja Ja
Ja
1. Nieuwe methode van klantbenadering waarbij de vraag van de klant centraal staat. Hierbij wordt in eerste instantie uitgegaan van de zelfredzaamheid van de klant door zijn eigen kracht en sociale netwerk. In tweede instantie kan er een beroep worden gedaan op collectieve voorzieningen of waar noodzakelijk individuele voorzieningen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3a
Wmo-loket VIA Houten: a. Totaal aantal contacten b. Zwaarte van de contacten - informatie - adviezen - doorverwijzingen/ bemiddelingen
Wmo-loket VIA Houten
Jaarstukken 2011
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
a. 1.850
a. 2.100
a. 2.200
a. 1.606
- 850 - 650 - 350
- 1.134 - 714 - 252
- 1188 - 748 - 264
- 562 - 626 - 418
30
3b
Verschuiving van de vraag van individuele naar collectieve voorzieningen uitgedrukt in %
Sociale zaken -
-
Pilot
-
Verklaring voor afwijking: Doel 3a 3b
Verklaring Houtense organisaties hebben de neiging in toenemende mate vragen van burgers zelf af te handelen. Burgers gaan voor individuele voorzieningen rechtstreeks naar de Wmo-unit van de gemeente In de pilot heeft geen verschuiving plaatsgevonden van individuele naar collectieve voorzieningen.
Doelstelling 4 Toename deelname aan vrijwilligerswerk en het verlichten van de druk op mantelzorgers. (Prestatieveld 4 van de Wmo: het ondersteunen van mantelzorgers, daar onder begrepen steun bij het vinden van adequate oplossingen indien zij hun taken tijdelijk niet kunnen waarnemen, alsmede het ondersteunen van vrijwilligers.) Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
4
% Inwoners, dat vrijwilligerswerk verricht. % mantelzorgers, dat aangeeft te weten waar ze ondersteuning kunnen krijgen. % Mantelzorgers, dat tevreden is over de ontvangen ondersteuning.
Leefbaarheidsmonitor Leefbaarheidsmonitor
4
4
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
-
38%
-
-
-
44%
-
-
-
79%
-
-
Leefbaarheidsmonitor
Wat gaan we daarvoor doen? Het bieden van een goede infrastructuur t.b.v. ondersteuning van mantelzorg en vrijwilligerswerk. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 4
4
4
4
Omschrijving De nieuwe samenwerkingsafspraken met de zorgteampartners zijn vastgelegd in een convenant. In februari 2012 wordt het convenant met de nieuwe samenwerkingsafspraken ondertekend. Het in stand houden van de vrijwilligerscentrale en het bereik van de centrale vergroten Uitvoering geven aan wervende en informerende activiteiten voor mensen die nog geen vrijwilligerswerk uitvoeren zoals het verder ontwikkelen van de talentenbank. Vrijwilligersorganisaties ondersteunen bij het uitvoeren van hun vrijwilligersbeleid vanuit de vrijwilligerscentrale. Het opzetten van een effectieve bemiddelings- en ondersteuningsinfrastructuur met betrekking tot vrijwilligerswerk, maatschappelijke stages en mantelzorg. De afdeling Welzijn geeft hiervoor gerichte opdracht via Van Houten & Co aan de makelaar maatschappelijke stage en de makelaar vrijwilligerswerk. Ten behoeve van verschuivingen van de individuele verstrekkingen naar collectieve voorzieningen, draagvlak bij vrijwilligers versterken.
Voltooid Nee
Ja
Ja
Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
4a
Aantal vacatures Vrijwilligerscentrale. Aantal nieuw geworven vrijwilligers Vrijwilligerscentrale.
Van Houten & Co Van Houten & Co
4b
Jaarstukken 2011
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
99
111
150
117
152
200
150
206 31
4c
Aantal mantelzorgers, dat ondersteuning gehad heeft van Van Houten & Co: a. intensief. b. kort.
Van Houten & Co a. 105 b. 230
a. 40 b. 300
a. 50 b. 275
NNB
Verklaring voor afwijking: Doel 4a
4b
Verklaring Van Houten & Co is m.b.t. het aanbieden van vacatures én vrijwilligers afhankelijk van het aanbod. De maatschappelijke organisaties melden hun vacatures. Dit jaar zijn er minder vacatures gemeld dan het jaar ervoor. Oorzaak hiervan is o.a. dat een aantal besturen / verenigingen op sterkte is en dat vacatures langs andere kanalen zijn ingevuld. Meer vrijwilligers hebben zich gemeld dan vooraf geraamd. Dit heeft o.a. te maken met de economische situatie, waardoor meer mensen zonder betaalde baan zitten. Daarnaast is de groep “kwetsbare vrijwilligers (mensen met een psychiatrische of verstandelijke beperking)” gegroeid. Deze groep weet steeds beter de weg naar de vrijwilligerscentrale te vinden.
Doelstelling 5 Verhogen van de deelname aan de Houtense samenleving door inwoners met een minimum inkomen, inburgeringsplichtige en inburgeringsbehoeftige inwoners. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
5a
Aantal huishoudens met een WWB uitkering per 31-12: Relatieve groei (2009=100) Aantal aanvragen levensonderhoud (WWB, WIJ, IOAW, IOAZ) (2) Aantal terugvallers (draaideurklanten)
GWS/Wisz
5b 5c 5d 5e 5f
5g 5h
5j
Aantal aanvragen bijzondere bijstand Aantal deelnemers collectief contract Agis op 31-12 Bereik van de bijzondere bijstand onder de doelgroep (tot 120% Wettelijk Minimum loon) Langdurigheidstoeslag Aantal aanvragen Jaarlijkse kosten U-pas: Aantal pashouders op 31-12 % U-pashouders dat aangeeft de pas te gebruiken % U-pashouders dat activiteiten onderneemt die ze zonder pas niet ondernomen hadden Procentuele verdeling cliënten op de participatieladder per 31(3) 12 Trede 1. Geïsoleerd
Jaarstukken 2011
(1)
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
330
332 0,6%
330 0%
336 1,8%
153
188
200
158
15
NB
25
NB
350
.340
350
359
536
565
600
547
40%
48%
45%
44%
238 € 112.600
218 € 93.200
250 € 97.700
259 € 104.400
1.742
2.024
1.900
1.799
75%
75%
77%
NB
57%
57%
59%
NB
5%
7,2%
GWS/Wisz Kernkaart Ministerie van SZW GWS GWS Minimascan Stimulanz / GWS/Wisz GWS GWS U-pasorganisatie Gemeente Utrecht
GWS / Wisz -
32
5k
Trede 2. Sociale contacten buiten de deur Trede 3. Deelname georganiseerde activiteiten Trede 4. Onbetaald werk Trede 5. Betaald werk met ondersteuning Trede 6. Betaald werk Inburgering Aantal gestarte trajecten Waarvan met uitkering Waarvan zonder uitkering Aantal pardonners Aantal geslaagden
-
29%
27,7%
-
38%
38,4%
-
7%
4,1%
-
16% 5%
11,3% 11,3%
42 36%
50-60 40%
27 56%
64% 4 30
60% 5 40-50
44% 1 21
Registratie Soza
1. GWS = Geïntegreerd Welzijn Systeem (Centric); Wisz = Web informatie systeem (Stimulansz). 2. Het aantal terugvallers is het aantal huishoudens dat opnieuw afhankelijk werd van een bijstandsuitkering in het betreffende jaar, nadat in de voorafgaande periode van 12 maanden de bijstandsuitkering werd beëindigd. 3. Sinds 1 januari 2009 werken alle gemeenten met een participatiebudget voor re-integratie, inburgering en educatie. De participatieladder geeft inzicht in de daadwerkelijke participatie op deze terreinen.
Verklaring voor afwijking: Doel 5d
5h 5h 5k
Verklaring Het bereik bijzondere bijstand is afgenomen ten opzichte van 2010, doordat de totale groep groter is geworden. Uit de minimascan 2010 bleken 1.290 huishoudens tot de doelgroep te behoren waarvan 45% werd bereikt (616 huishoudens). In 2011 liep dat op tot 643 huishoudens, maar uit de laatste minimascan blijkt dat de doelgroep is gegroeid naar 1.442 huishoudens, een toename met meer dan 10%. De gegevens over de terugval zijn nog niet door het Ministerie van SZW gepubliceerd, ook voor 2010 niet Er is door het U-pasbureau geen klanttevredenheidsonderzoek gehouden. Er zijn dus geen actuele waarden bekend. De aantallen bij Inburgering zijn aanmerkelijk lager dan medio 2010 werd verwacht. Vanwege de bijzonder sterke reductie van de beschikbare middelen en de afbouw van de gemeentelijke taken op dit gebied, is medio 2011 besloten de doelgroep te beperken tot de inburgeringsplichtigen. Vandaar dat de aantallen aan het eind van het jaar 2011 veel lager uitkomen. Dit past ook bij de nieuwe wetgeving waarin de doelgroep wordt beperkt en de inburgeraar zelf verantwoordelijk is voor zijn inburgering. Via een sociaal leenstelsel kan de inburgeraar zijn/haar traject financieren. De gemeenten heeft daar geen bemoeienis meer mee.
Wat gaan we daarvoor doen? Uitvoering van de Wet werk en bijstand, de Wet Investeren in Jongeren, aanverwante wetten en de Wet Inburgering, evaluatie van het huidige minimabeleid en opstellen armoedebeleid. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 5 5
5
5
5
5
Omschrijving Tijdige, rechtmatige en doelmatige verstrekking van uitkeringen aan de mensen die daar recht op hebben. Optimaliseren van dienstverlening aan klanten. De dienstverlening wordt vanuit de diverse invalshoeken (WWB, Wmo, Schuldhulpverlening) steeds meer integraal aangeboden. Dit vraagt voortdurende aandacht, zowel vanuit de vraag die door de klant wordt gesteld, als het perspectief van de professional, Doorontwikkeling van het handhavingsbeleid. In 2011 is met succes een pilotproject gedraaid voor niet-willers. Ook is een bijzonder intensieve screening aan de poort ingevoerd, met het oog op reductie van de instroom. Nieuw contract met de gemeente Utrecht over de U-pas wordt van kracht. Het huidige contract loopt per 31-12-2010 af. Huidig contract loopt van 1 januari 2010 tot 1 juli 2012. Uitkomsten van de armoedeconferentie 2010 resulteren in armoedebeleid 2011 e.v. Daarin wordt ook de evaluatie van het minimabeleid meegenomen. In 2011 is een aantal ombuigingsvoorstellen uitgewerkt, waarbij ook het minimabeleid niet buiten schot is gebleven. De evaluatie is daardoor deels achterhaald. Het minimabeleid in bredere zin is onderdeel van de Nota sociale armoede die wordt samengesteld. Continueren van het regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid.
Jaarstukken 2011
Voltooid Ja Ja
Ja
Ja
Nee
Ja 33
5
Een van onze casemanagers heeft wekelijks enkele dagdelen zitting genomen op het Jongerenloket in Nieuwegein. Maandelijks zijn resultaten overlegd aan UWV werkbedrijf ten behoeve van de regionale monitoring. Versterken van de relatie met de Cliëntenraad Sociale Zaken. Zowel bestuurlijk als ambtelijk, alsook vanuit de cliëntenraad zelf is voortdurend gewerkt aan de samenwerking. Daarbij prevaleert het oogmerk van een gemeenschappelijk belang boven de gedachte dat er een tegengesteld belang moet zijn.
Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel 5a 5b 5c 5d
5e 5f
Omschrijving
Bron
Teruggevorderde en verhaalde bijstand. Gemiddelde doorlooptijd voor aanvragen WWB/WIJ/IOAZ/IOAW. Gemiddelde doorlooptijd voor aanvragen bijzondere bijstand. Handhaving/controle Aantal zaken afgedaan door sociale recherche Aantal zaken in behandeling op 31-12 Besparing op het I-deel (Berekende opbrengst/vordering minus kosten Sociale Recherche) Aantal mensen in een traject schuldhulpverlening op 31-12 Wet Investeren in Jongeren (WIJ) Aantal inkomensvoorzieningen op 31-12 Aantal leerwerktrajecten op 31-12 Gemiddelde duur van een afgesloten traject
GWS
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
€ 185.029
€ 214.686
€ 120.000
€ 154.524
25 dgn.
30 dgn.
32 dgn.
30 dgn.
21 dgn.
21 dgn.
21 dgn.
20 dgn.
6
4
7.6
3
5
4
5
4
€ 65.280
€ 202.710
€ 70.000
€ 43.704
105
232
250
154
-
28
25
32
28
25
32
78 dgn.
120 dgn.
119 dgn.
GWS/Wisz GWS/Wisz Sociale Recherche Nieuwegein
(1)
EOS
GWS
-
1. EOS = Ondersteunend systeem van Conclusion voor het primaire proces van schuldhulpverlening.
Verklaring voor afwijking: Doel 5d 5e
5f
Verklaring Vanwege langdurige onderbezetting bij de Sociale Recherche Nieuwegein, zijn minder zaken afgehandeld dan vooraf werd voorzien. In 2011 is een nieuw registratiesysteem voor schuldhulpverlening volledig operationeel geworden. Daarbij zijn de bestaand dossiers overgezet en is het bestand volledig doorgenomen op actualiteit en volledigheid. Per eind 2011 waren er 108 lopende dossiers die ook volledig zijn (regeling loopt) en 46 dossiers die nog in de opbouwfase verkeerden. Het aantal in 2010 gestarte en ook afgesloten WIJ-trajecten is 15, met een gemiddelde duur van 78 dagen. Over 2010 en 2011 samen gaat het om 43 trajecten en in totaal 5.142 dagen, wat tot een gemiddelde van ruim 119 dagen leidt.
Jaarstukken 2011
34
Deelprogramma (Gezondheids)zorg Wat willen we bereiken? Dit deelprogramma sluit aan bij het derde hoofddoel van de Wmo zoals dit in het visiedocument is geformuleerd: Inwoners zijn in staat, door ondersteuning en begeleiding, zo volledig mogelijk of zo zelfstandig mogelijk deel te nemen aan de maatschappij (Wmo prestatievelden 5 t/m 9). Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Een goede gezondheid van de Houtense inwoners. Doelstelling 2: Kwetsbare inwoners uit Houten, zoals mensen met een beperking, chronisch psychisch of een psychosociaal probleem, verslaafden en slachtoffers van huiselijk geweld, kunnen zo optimaal mogelijk deel (blijven) nemen aan de samenleving. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Een goede gezondheid van de Houtense inwoners. Effectindicatoren Doel 1
1
Omschrijving % Inwoners dat zich gezond voelt: + a. 65 ers b. 18-65 jaar % Inwoners met overgewicht (BMI >25), naar: a. 65+ers b. 18 - 65 jaar c. 5 - 6 jaar d. 9 - 11 jaar e. 13 - 14 jaar
Bron (1)
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
-
-
-
-
(2)
-
-
-
-
(2)
GGD
GGD
1. GGD = Geneeskundige en gezondheidsdienst. 2. Onderzoek vindt eens in de vier jaar plaats. Eerst volgend onderzoek in 2012.
Wat gaan we daarvoor doen? Het bevorderen van een goede gezondheid van de Houtense inwoners en het verder ontwikkelen van beleid voor een goede algemene gezondheidszorg. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1
Omschrijving Uitvoering geven aan de Wet publieke gezondheid. Vanaf 1 juli 2010 is artikel 5a inwerking is getreden, waarbij de gemeente uitvoering moet geven aan de volgende taken: het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van ouderen en van gezondheidsbevorderende en bedreigende factoren het ramen van de behoeften aan zorg; de vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen; het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding; het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen. In opdracht van de gemeente wordt onderzoek gedaan naar de wijze waarop de wet wordt uitgevoerd. Conclusies en aanbevelingen worden begin 2012 gepresenteerd. Indien nodig wordt het gezondheidsbeleid hierop aangepast.
Jaarstukken 2011
Voltooid Nee
35
1
1
Uitwerken van de tweede kadernota lokaal gezondheidsbeleid ‘Verleiden tot gezond gedrag’ 2010-2013 in een uitvoeringsplan. Het uitvoeringsplan is gereed en een aantal deelprogramma’s (alcoholpreventie, eenzaamheid en depressie) zijn uitgevoerd. e (1) Afstemming met de huisartsen over de realisatie van het 5 en laatste EMC in Houten. (2) Dit eventueel in samenwerking met een nieuw transmuraal centrum. In 2012 komt er een vijfde EMC in combinatie met het transmuraal centrum (TMC) (Sint Antonius Ziekenhuis Nieuwegein)
Ja
Ja
1. Eerstelijns medisch centrum 2. In een transmuraal centrum bieden zorgaanbieders uit de eerste lijn (zoals huisartsen) en de tweede lijn (ziekenhuizen) gezamenlijk zorg aan.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1a
Aantal EMC’s
Afdeling Welzijn
1b
% Houtenaren dat tevreden is over zorgvoorzieningen % Houtenaren dat tevreden is over de gezondheidsvoorzieningen in het algemeen
Leefbaarheidsmonitor Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente
1c
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
3
4
5
4
-
75%
-
-
-
84%
-
-
Verklaring voor afwijking: Doel 1a
Verklaring Door de combinatie van het EMC en het TMC neemt het proces meer tijd in beslag. Het vijfde EMC komt er wel in 2012.
Doelstelling 2 Kwetsbare inwoners uit Houten, zoals mensen met een beperking, chronisch psychisch of een psychosociaal probleem, verslaafden en slachtoffers van huiselijk geweld, kunnen zo optimaal mogelijk deel (blijven) nemen aan de samenleving. (Prestatievelden 5 t/m 9 van de Wmo). Effectindicatoren Doel
Omschrijving
2a
% 65 ers dat zich (zeer) eenzaam voelt
2b
% volwassenen dat tevreden is over de dienstverlening AMW Aantal aanvragen voorzieningen: Rolstoelen Vervoersvoor(2) zieningen Woonvoorzieningen Parkeerplaats/-kaart Hulp bij het huishouden (zorg in natura en PGB): Aantal aanvragen zorg in natura Aantal aanvragen PGB Aantal zorguren Rapportcijfers klanten over: a. huishoudelijke hulp b. toegekende voorzieningen
2c
2d
2e
+
Jaarstukken 2011
Bron (1)
Realisatie 2009
Realisatie 2010
-
-
-
-
-
8.4
8.4
7.7
136 179
148 267
140 220
158 195
179 139
221 185
190 160
203 152
399
373
420
348
54 89.125
66 93.400
50 92.500
24 96.230
7,9 6,8
-
GGD seniorenonder zoek Jaarverslag Vitras AMW
Raming 2011
Realisatie 2011
GWS
GWS
CAK rapportage Wmo benchmark
a. b.
7,9 6,8
-
a. b.
36
2f
2g 2h 2i
Klanttevredenheid over toegang tot de ondersteuning a. Behandeling bij aanvraag b. Wachttijd Aantal Houtense meldingen ASHG Aantal vrouwen uit Houten in de vrouwenopvang Aantal meldingen Meldpunt Zorg en Overlast (van het Vangnet Lekstroom)
Benchmark SGBO 93 %
-
82 %
-
-
(3)
-
22
30
24
-
-
5
5
10
23
40
55
93%
ASHG Centrum gemeente Utrecht Verantwoording GGD Midden Nederland
1. GGD= Geneeskundige en gezondheidsdienst. Onderzoek eens in de vier jaar (2012) 2. Hieronder valt de collectieve voorziening Regiotaxi. We zien een toenemend gebruik, overeenkomstig de algemene trend. 3. De klanttevredenheid was in 2009 bijzonder hoog. Voor 2011 wordt gericht op een gelijkblijvende waardering. Gezien de ontwikkeling naar een integrale toegang Wmo en de positieve KTO’en naar het Wmo-loket VIA Houten tot nu toe, is de conclusie getrokken dat een nieuw KTO op dit moment geen goede keuze is. Voor 2013 staat er een KTO naar de individuele voorzieningen op de rol (over 2012).
Verklaring voor afwijking: Doel 2c 2d
2e/f 2g 2h 2i
Verklaring Het aantal aanvragen vervoersvoorzieningen is fors gedaald. De aanvragen vervoer in natura namen met 20% af, het aantal aanvragen vervoerspas zelfs met 30%. De grootste daling zien we bij de aanvragen vervoersvergoeding; dat nam met meer dan 80% af. Het aantal aanvragen PGB hulp bij huishouden is sterk afgenomen. Ook het aantal lopende PGB’en neemt in de loop van de tijd verder af. Klanten kiezen voor het gemak van de naturazorg waarbij de gemeente alles regelt. Aan het PGB kleeft een aantal verplichtingen en veel mensen zijn niet bereid die op zich te nemen. De uitgebreide keuze uit zorgleveranciers heeft een positieve invloed op de keuze voor zorg in natura. Er is in 2011 geen klanttevredenheidsonderzoek gehouden. Het aantal meldingen van huiselijk geweld is vooraf niet in te schatten Dit betreft 3 opnames “nood bed” en 2 trajecten ambulante hulpverlening e Vanaf de 2 helft 2010 is door de GGD actief ingezet gepleegd om het Meldpunt meer bekend te maken en uitleg te geven bij professionals (w.o. politie) over de functie en rol van het meldpunt
Wat gaan we daarvoor doen?
Het bieden van ondersteuning en begeleiding aan kwetsbare inwoners gericht op participatie en zelfredzaamheid door: 2.1 Het bevorderen van de deelname aan de maatschappij door mensen met beperking.(Prestatieveld 5 van de Wmo: het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem.) 2.2 Adequate verlening van voorzieningen aan mensen met een chronische, psychische of psychosociale beperking. (Prestatieveld 6 van de Wmo: het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behouden en het bevorderen van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer.) 2.3 Het zorg dragen voor een goede maatschappelijke opvang waaronder vrouwenopvang. (Prestatieveld 7 van de Wmo: het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwen opvang en het voeren van beleid ter bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd.) 2.4 Het bevorderen van de openbare geestelijk gezondheidszorg (Prestatieveld 8 van de Wmo). 2.5 Het bevorderen van het verslavingsbeleid (Prestatieveld 9 van de Wmo). Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 2.1
Omschrijving Uitvoering geven aan het innovatietraject Wmo (in samenhang met prestatievelden 4, 6, 7, 8, 9). In dit traject wordt een antwoord gegeven op het wegvallen van vormen van begeleiding die binnen de AWBZ (Algemene wet bijzondere ziektekosten) nog bestonden voor bepaalde kwetsbare burgers. In samenspel met burgers en betrokken kernpartners, willen we komen tot een herschikking van het aanbod van collectieve en individuele voorzieningen én van vrijwilligersactiviteiten en mantelzorgondersteuning. (Prestatieveld 5 Wmo) Dit is in ontwikkeling en wordt betrokken bij de transities Begeleiding en Jeugdzorg.
Jaarstukken 2011
Voltooid Nee
37
2.1
2.1 2.2 2.2
2.2
2.2
2.2
2.3 2.3/ 2.4
2.4
2.5
Bijdragen aan de uitvoering van de Regie-agenda WonenZorgWelzijn door middel van: het formuleren van een opdracht en uitvoeringsplan in het kader van het thema Zorgvriendelijke wijken. op basis van nulmeting Eenzaamheidsonderzoek GGD (2009) wordt een inventarisatie gemaakt van het buurtgericht accommodatie- en activiteitenaanbod het uitwerken van een voorstel voor het opzetten van een buurtgericht signaleringsnetwerk en training van professionals en vrijwilligers. (Prestatieveld 5 van de Wmo). Punt 1: Is in ontwikkeling, afronding in 2012. Punt 2: De werkgroep “eenzaamheid en depressie” heeft zich beziggehouden met de signalering en monitoring van de problematiek. Activiteiten voor deze doelgroep en zorgaanbieders zijn in beeld gebracht. Deze informatie wordt gebruikt voor de sociale kaart. Punt 3: Voor zowel professionals als voor vrijwilligers is een trainingsaanbod opgezet, welke in 2012 wordt uitgevoerd. Voortzetten van het project Onbeperkt Meedoen door SOH en De Wilg (participatie van mensen met een verstandelijke beperking) (Prestatieveld 5 van de Wmo). Verstrekken van woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen aan mensen met een functionele beperking (Prestatieveld 6 van de Wmo). Verder optimaliseren van de verstrekking van hulp bij het huishouden (Prestatieveld 6 van de Wmo) In 2011 heeft er een nieuwe aanbesteding plaatsgevonden met als resultaat dat er weer twee tarieven zijn (HH1 en HH2) en de klant nog meer keuzevrijheid heeft met 13 aanbieders. In 2011 is er een duidelijke verschuiving geweest van HH2 naar HH1. Belangrijke oorzaak hiervoor is de herindicatie van klanten die destijds via een AWBZindicatie nog aanspraak maakten op HH2. Toegankelijke toeleiding tot de Wmo-voorzieningen: bijvoorbeeld via een huisbezoek of een keukentafelgesprek (Prestatieveld 6 van de Wmo) In de pilot kanteling klantbenadering hebben er vraag verhelderende huisbezoeken plaatsgevonden (vraag achter de vraag). Ook vinden er in de reguliere werkwijze steeds vaker werkbezoeken plaats. In 2012 wordt gekeken op welke manier de ontwikkelde klantbenadering verder geïmplementeerd kan worden. Continueren en verder uitbreiden van een groot deel van de aanvragen voor individuele voorzieningen, met als voordeel voor de klant een meer integrale aanpak.(Prestatieveld 6 van de Wmo) Bij de aanvraag wordt steeds vaker de vraag van de klant centraal gesteld, in plaats van de voorziening. Ontwikkelen van een systematiek voor eigen bijdrage (bij aanschaf) en eigen risico (bij schade) bij verstrekking van individuele voorzieningen. In 2011 is de systematiek ontwikkeld en ingevoerd. Per 1 januari 2012 betalen klanten een eigen bijdrage. Voortzetten van out-reachende hulpverlening, onder meer in het kader van de uitvoering van de Wet Tijdelijk Huisverbod (Prestatieveld 7 van de Wmo). Versterken van de samenwerking met de Centrumgemeente Utrecht (Prestatieveld 7 en 8 van de Wmo). Met betrekking tot huiselijk geweld heeft een tweetal bijeenkomsten plaatsgevonden vanuit centrumgemeente Utrecht. (Een daarvan betreft de invoering van de wet meld-code kindermishandeling en huiselijk geweld.) Evaluatie van het meldpunt Zorg en Overlast (Prestatieveld 8 van de Wmo) Dit heeft, in verband met de ombuigingen tweede tranche, vertraging opgelopen. GGD MN gaat in de eerste helft van 2012 het meldpunt regionaal evalueren. Evaluatie van het uitvoeringsprogramma preventiebeleid genotmiddelen (Prestatieveld 9 van de Wmo)
Nee Ja Ja
Ja Ja Ja
Ja
Ja
Ja
Ja Ja
Nee
Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2.1
Aantal koppels Maatjesproject Vriendendienst Aantal afgesloten trajecten AMW Aantal interventies naar aanleiding van meldingen Meldpunt Zorg en Overlast
SWN
2.3 2.4
Jaarstukken 2011
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
(1)
24
24
10
479
530
465
469
7
10
7
18
7 Vitras Vitras
38
2.5
Voorlichting preventie genotmiddelen a. bereik ‘groepen 8’ basisscholen b. bereik klassen 1 en 2 voortgezet onderwijs De Heemlanden
GGD Midden Nederland/ Stichting Voorkom
a. 100%
a.
95%
a. 100%
a.
90%
b. 100%
b. 100%
b. 100%
b. 100%
1. Lage realisatie door ziekteverzuim bij SWN.
Verklaring voor afwijking: Doel 2.1 2.4 2.5.a
Verklaring Vanwege tegenvallende resultaten is de subsidierelatie met SWN vanaf oktober 2011 gestopt. Door Vitras wordt onderzocht naar de verklaring voor deze afwijking. Overigens financiert de gemeente slechts 7 trajecten. Niet bij alle scholen paste deze preventielessen in het schoolprogramma. Daarnaast is aan de afname van de lessen de verplichting gekoppeld dat er ook een ouderavond over dit thema georganiseerd moest worden. Dat was niet voor alle scholen realiseerbaar.
Jaarstukken 2011
39
Deelprogramma Werkgelegenheid Wat willen we bereiken? Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Behoud en groei van een gedifferentieerd aanbod van de werkgelegenheid. Doelstelling 2: Grotere arbeidsparticipatie van de klanten van Sociale Zaken. Doelstelling 3: Goede afstemming naar vraag en aanbod van de werkgelegenheid. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Behoud en groei van een gedifferentieerd aanbod van de werkgelegenheid. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
Aantal arbeidsplaatsen in Houten per 31-12
PAR/CWI
(1)
Realisatie 2009
Realisatie 2010
21.595
22.557
Raming 2011
Realisatie 2011
21.000
23.703
1. PAR = Provinciaal arbeidsplaatsenregister.
Verklaring voor afwijking: Doel 1
Verklaring De crisis lijkt weinig vat op Houten te hebben op het gebied van werkgelegenheid. Weinig tot geen bedrijfssluitingen, wel nieuwe vestigingen als Cap Way en het uitbreiden van bestaande vestigingen als KPN zorgen voor de toename van de werkgelegenheid waar een lichte krimp werd verwacht.
Wat gaan we daarvoor doen? Maatregelen nemen voor het behoud en groei van de werkgelegenheid. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1
1
1
1
Omschrijving Creëren van een goed vestigingsmilieu door goede bereikbaarheid, verzorgde bedrijventerreinen, aanwezige voorzieningen en effectief relatiebeheer. Het betreft hier een continu proces. Promotie en marketing van de gemeente Houten als vestigingslocatie voor bedrijven. Bijvoorbeeld door het bedrijfsleven nader te betrekken bij evenementen die in Houten plaatsvinden, zoals de Giro en Houten XL. Daarnaast worden samen met het bedrijfsleven tweejaarlijks de Houtense ondernemersdagen georganiseerd. Er was minder budget beschikbaar waardoor minder promotie is gemaakt voor Houten als vestigingsplaats. Wel hebben de Houtense Ondernemersdagen plaatsgehad welke een groot succes waren. Continueren van bestaande relaties met het bedrijfsleven. Bv door regelmatige deelname aan bijeenkomsten georganiseerd door bedrijven en bedrijfsorganisaties. Diverse keren werden de bijeenkomsten van en met het bedrijfsleven bezocht. Ook werden er bedrijfsbezoeken afgelegd. Op initiatief van het bedrijfsleven is het economisch platform Houten opgericht waarin alle bedrijfstakken worden vertegenwoordigd. Bewaken van de kwaliteit van het ondernemersklimaat door verbetering van de dienstverlening voor het bedrijfsleven, door duidelijke regelgeving, uitbouw van één loketfunctie, verbetering van communicatie over procedures, opzet digitaal bedrijven-panel. Invoering van de Wabo en de invoering van accountmanagers op meervoudige dossiers beogen de verbetering van de dienstverlening. De éénloketfunctie is niet verder uitgebouwd. De opzet van het digitaal bedrijvenpanel is vanwege de bezuinigingen voor onbepaalde tijd opgeschort.
Jaarstukken 2011
Voltooid Nee
Nee
Ja
Nee
40
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1a
Uitgifte bedrijfsgrond
1b 1c 1d
Overleg met bedrijfskringen Bedrijfsbezoeken Advertenties in vakbladen
Afdeling project ontwikkeling Afdeling RBL Afdeling RBL Afdeling RBL
Realisatie 2009 3,6 ha 2 3 5
Realisatie 2010 1,2 ha 2 3 3
Raming 2011
Realisatie 2011
1,5 ha 2 4 3
2,6 2 3 2
Verklaring voor afwijking: Doel 1a
Verklaring Als gevolg van de crisis is de raming van uit te geven grond aan de voorzichtige kant geweest. Doorlooptijden zijn langer geworden. Daardoor is inschatting van uitgifte bedrijfsgrond onzeker.
Doelstelling 2 Grotere arbeidsparticipatie van de klanten van Sociale Zaken. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2a
Percentage uitstroom naar werk (Vakwerk)
2b
Percentage duurzaam aan het werk (t.o.v. totaal aanmeldingen)
Managementinformatie Vakwerk Managementinformatie Vakwerk
(1)
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
51%
57%
50%
56%
18%
20%
25%
39%
1. Duurzaam betekent dat de kandidaat langer dan 1 jaar in het werk is. Het nazorgtraject is dan beëindigd.
Verklaring voor afwijking: Doel 2a 2b
Verklaring Voor de uitstroom naar werk werd een voorzichtiger inschatting gedaan, vanwege de economisch slechtere omstandigheden. Tegen de verwachting in is vakwerk er in geslaagd een hoger uitstroompercentage te realiseren. Van duurzaam is pas sprake als er langer dan 1 jaar geen uitkeringsafhankelijkheid meer is. Dit percentage loopt verder op naarmate de tijd verstrijkt, er van uitgaande dat de investering in de klant zich loont. Ook voor de duurzame uitstroom werd vanwege de economische omstandigheden een voorzichtige inschatting gemaakt. De realisatie is per saldo gunstiger. In 2011 zijn 78 klanten duurzaam uitgestroomd, terwijl er tot en met 2010 86 klanten duurzaam uitstroomden.
Wat gaan we daarvoor doen? Voorkomen dat een relatief groter deel van de potentiële doelgroep, als gevolg van de economische crisis, afhankelijk wordt van een Wwb-uitkering. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 2
2
2
Omschrijving Verdere professionalisering van Vakwerk De opzet van Vakwerk is in 2011 gecontinueerd. De interne organisatie staat. Vanwege de sterke budgetdalingen in 2012 is eind 2011 een aantal keuzes gemaakt. Met het ook op de komst van de Wet werken naar vermogen moet de blik nog meer naar buiten worden gericht. Personele sterkte van Vakwerk kwalitatief op peil houden In 2011 heeft Vakwerk in personele zin kunnen functioneren op het niveau van de jaren daarvoor. De beschikbare middelen zijn voor 2012 echter zo sterk verminderd dat eind 2011 keuzes noodzakelijk waren. In 2012 wordt Vakwerk om die reden in afgeslankte vorm voortgezet. Dat is ter overbrugging naar 2013, het beoogde jaar waarin de regionale uitvoeringsorganisatie van start gaat. Verdere doorontwikkeling van het Werkplein Werkgeversbenadering lokaal gericht uitvoeren Intensiveren samenwerking binnen het Jongerenloket
Jaarstukken 2011
Voltooid Nee
Ja
Ja
41
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2a
Totaal aantal klanten dat uitstroomt uit de uitkering (WWB, WIJ, IOAW, IOAZ) naar a. Werk/dienst betrekking b. Zelfstandig beroep/ bedrijf Totaal aantal klanten in reintegratietraject op 31-12 Aantal WSW-geïndiceerde dat per 31-12: a. Werkt b. Op de wachtlijst staat Aantal werkgevers waar Vakwerk op 31-12 klanten geplaatst heeft: a. Werkervaringsplaatsen b. Vrijwilligerswerk c. Taalstages d. Werk
GWS/Wisz
2b 2c
2d
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
37
62
30
36
7
9
10
12
108
144
120
114
107 16
108 13
108 12
110 7
37 5 1 81
55 13 3 132
65 20 3 150
65 20 5 157
GWS/Wisz UW Holding
Management informatie Vakwerk
Verklaring voor afwijking: Doel 2c
Verklaring De taakstelling voor de WSW schommelt jaarlijks rond de 90 fulltime plaatsen. Wij proberen zo veel; mogelijk mensen aan het werk te helpen voor het beschikbare budget. Door de modernisering van de WSW in 2008 verviervoudigde de taakstelling voor Houten. Daardoor is de doorstroming op de wachtlijst sterk verbeterd en is de omvang in absolute zin afgenomen. De wachttijd nam daardoor ook af.
Doelstelling 3 Goede afstemming naar vraag en aanbod van de werkgelegenheid. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
3
Woonwerkbalans
Bron (1)
PAR
Realisatie 2009 90 %
Realisatie 2010 90 %
Raming 2011 94 %
Realisatie 2011 93%
1. Verhouding tussen de beroepsbevolking en het aantal beschikbare arbeidsplaatsen. Het percentage geeft aan dat tegenover iedere 100 leden van de beroepsbevolking ongeveer 90 arbeidsplaatsen staan.
Verklaring voor afwijking: Doel 3
Verklaring Deze uitkomst is nagenoeg gelijk aan de raming. De tendens is positief (toename van de woonwerkbalans) ingeschat en ook zo uitgekomen.
Wat gaan we daarvoor doen? Maatregelen nemen om te komen tot een betere afstemming naar vraag en aanbod van de werkgelegenheid. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 3
Omschrijving Ontwikkelen van een “dash-board” waarbij aansluiting van vraag en aanbod van werkgelegenheid inzichtelijk wordt gemaakt. Er is als gevolg van de bezuinigingen geen nadere uitwerking geweest van de dashboard ontwikkeling.
Jaarstukken 2011
Voltooid Nee
42
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3
Overleg met UWV Werkbedrijf (vh CWI) over vacatures
Afdeling RBL/SoZa
Realisatie 2009
Realisatie 2010 -
Raming 2011
Realisatie 2011 2
12
Verklaring voor afwijking:` Doel 3
Verklaring Door de intensievere samenwerking binnen het Jongerenloket en de fysieke aanwezigheid van een van de Houtense casemanagers in Nieuwegein (kantoor UWV Werkbedrijf), is het overleg sterk geïntensiveerd.
Jaarstukken 2011
43
Deelprogramma Onderwijs Wat willen we bereiken Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Voldoende aanbod van onderwijsvoorzieningen op verschillende niveaus. Doelstelling 2: Jongeren en volwassenen zijn in staat een opleiding te volgen waardoor zij een grotere kans hebben op financiële onafhankelijkheid en sociale zelfredzaamheid. Doelstelling 3: Samenwerkingsverbanden tussen scholen en andere voorzieningen in de wijk. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Voldoende aanbod van onderwijsvoorzieningen op verschillende niveaus. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
% Inwoners, dat tevreden is over voorziening basisonderwijs in hun buurt.
1
% Inwoners, dat tevreden is over voorzieningen voortgezet onderwijs in Houten.
Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
-
91%
-
-
-
62%
-
-
Wat gaan we daarvoor doen? 1.1 Waar noodzakelijk uitbreiding dan wel inkrimping van het bestaande onderwijsaanbod en het verzorgen van adequate onderwijshuisvesting. 1.2 Uitvoering van de wet op leerlingenvervoer. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1.1 1.1
1.1
1.2
Omschrijving Vaststellen programma “voorzieningen huisvesting onderwijs” door de raad. Oplevering van de nieuwe VMBO school medio 2011. Het schoolgebouw gaat onderdak bieden aan circa 580 leerlingen. Het VMBO Houten biedt naast een algemeen programma in de onderbouw, een intersectoraal programma techniek en commercie en VMBO aan in de bovenbouw. Het onderwijs omvat alle leerwegen van de basis beroepsgerichte leerweg tot en met de theoretische leerweg evenals leerwegondersteunend onderwijs. Voor aanvang van het schooljaar 2011-2012 is de VMBO opgeleverd. Afronding onderzoek en evaluatie “Accommodaties Houten Noord”. Vervolgens inkrimpen waar nodig van het onderwijsaanbod basisonderwijs in Noord naar aanleiding van demografische ontwikkelingen. Het voorstel dat voortkwam uit het onderzoek is vastgesteld in de raad van juni 2011. Monitoring kosten leerlingenvervoer; Onderzoek mogelijkheden m.b.t. beheersbaarheid kosten leerlingenvervoer binnen wettelijke kaders.
Voltooid Ja Ja
Ja
Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
Aantal scholen voor basis onderwijs.
Afdeling Welzijn
Jaarstukken 2011
Realisatie 2009 24
Realisatie 2010 23
Raming 2011 23
Realisatie 2011 23 44
1 1 1
Aantal scholen voor speciaal basisonderwijs. Aantal scholen voor voortgezet onderwijs. Aantal scholen voor speciaal voortgezet onderwijs.
Afdeling Welzijn Afdeling Welzijn Afdeling Welzijn
1
1
1
1
2
3
3
3
1
1
1
1
Doelstelling 2 Jongeren en volwassenen zijn in staat een opleiding te volgen waardoor zij een grotere kans hebben op financiële onafhankelijkheid en sociale zelfredzaamheid. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2
% Leerlingen dat zonder startkwalificatie het onderwijs verlaat (= uitval).
Cfi
Realisatie 2009 2.7 %
Realisatie 2010 2,6 %
Raming 2011
Realisatie 2011
2,5 %
2,3%
Wat gaan we daarvoor doen? 2.1 Opstellen lokaal educatieve agenda. 2.2 Handhaven van het huidige gevarieerde integrale aanbod van volwasseneneducatie. 2.3 Bevorderen naleving leerplichtwet door een combinatie van stimulerende maatregelen en repressieve maatregelen. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 2.1
2.2
2.2
2.2
2.2
2.3
Omschrijving Opstellen lokaal educatieve agenda 2012 met partners uit het onderwijs, kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en vaststelling door de raad. Deze agenda is gericht op het borgen van al ontwikkelde activiteiten zoals: school maatschappelijk werk, sociale vaardigheidstrainingen, logopedische screening, taal- en onderwijsachterstand, en (1) leerlingzorg. Daarnaast zal aandacht worden besteed aan de doorgaande leerlijnen tussen de verschillende voorzieningen. Er wordt een bestedingsvoorstel voor alleen 2012 opgesteld, De invoering van passend onderwijs, transitie jeugdzorg en ontwikkeling WMO beleidskader 2012-2015 maakt verder vooruit kijken onverstandig. Behoud van het aanbod VAVO (volwassenenonderwijs gericht op VMBO, HAVO of VWO (2) diploma. De beschikbare middelen zijn de afgelopen jaren sterk afgenomen. De deelnemende gemeenten hebben besloten het Vavo in stand te houden. Enige kostenreductie was mogelijk. Door de verdeelsleutel, op basis van Vavo-deelname resteert weinig budget voor andere activiteiten. Behoud van het aanbod van taalonderwijs voor mensen met een taalachterstand De resterende middelen, na bekostiging Vavo, worden ingezet voor taalonderwijs. Begin 2011 liepen nog enkele andere cursussen door uit 2010. Benutten van de mogelijkheden van het Participatiebudget, door integrale benadering van afstemming van instrumenten op de klant en op elkaar. Die mogelijkheden zijn wel beperkt. Het merendeel van het budget (83%) wordt besteed aan Vakwerk en het Vavo. Binnen die besteding wordt uiteraard wel gezocht naar een passend aanbod. Die speelruimte wordt naar de toekomst toe sterk beperkt, door de reductie van de rijksbudgetten. Het participatiebudget 2012 is ruim 50% lager vastgesteld dan dat voor 2011. Contract afsluiten met ROC Midden Nederland voor 2011, met een aansprekend en gevarieerd educatieaanbod. Door de instandhouding van VAVO en de beperkte mogelijkheid om die kosten te reduceren, bleef weinig ruimte over andere cursussen. Naast VAVO is als tweede speerpunt ingezet op taalonderwijs. Voor andere cursussen was in de loop van 2011 geen financiële ruimte meer. Het budget daalde in 2011 met ruim € 61.000 tot € 215.427. Daarvan is bijna € 179.000 besteed aan het VAVO, op grond van het regionale convenant. Inzetten van oriëntatietrajecten voor voortijdig schoolverlaters. Er heeft zich geen situatie voorgedaan waarbij een oriëntatietraject moest worden ingezet.
Voltooid Nee
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
1. Afstemming tussen verschillende voorzieningen, zowel op iedere schooldag als tijdens de hele schoolcarrière.
Jaarstukken 2011
45
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2.1a
Aantal deelnemers aan sociale vaardigheidstraining.
Jaarverslag SOVA
2.1b
Aantal leerlingen in regulier basisonderwijs dat voor maatschappelijk werk is aangemeld. Aantal geïndiceerde peuters voor voor- en vroegschoolse educatie.
Jaarverslag schoolmaatschappelijk werk Jaarverslag Jeugd gezondheidzorg 0-4 jaar RMC/ Effectrapportage RMC
2.1c
2.1d 2.1e 2.2a
2.2b
2.2c
2.2d
2.3
Aantal herplaatste vroegtijdige schoolverlaters naar een opleiding. Aantal voortijdig schoolverlaters (12 tot 23 jaar zonder startkwalificatie). Aantal cursisten VAVO (volwassenenonderwijs gericht op VMBO, HAVO of VWO diploma). Aantal behaalde diploma’s Aantal behaalde certificaten Aantal cursisten educatie gericht op bijvoorbeeld maatschappelijke redzaamheid of Nederlandse (2). taal (NT1) Aantal cursisten NT2 (Nederlandse taal voor midden en hoog opgeleide (2). anderstaligen) In het jaar ingezette percentage van het beschikbare budget (sinds 2009 onderdeel van het Participatiebudget). Aantal meldingen door justitie, scholen en/of hulpverleners van ongeoorloofd verzuim, ontheffingen en schorsingen.
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
33
64
32
33
56
49
60
35
15
20
18
22
54
49
40
37
243
242
240
240
53
52
50
(1)
45 16 94
68
72
35
(1)
14
51
35
25
(1)
11
84%
92%
100%
100%
377
652
600
502
Jaarverslag ROC sector educatie
Jaarverslag ROC sector educatie Jaarverslag ROC sector educatie GWS
Realisatie 2011
Afdeling Welzijn
1. De aantallen zijn lager geraamd voor 2011, vanwege de aanzienlijke korting die op de rijksbijdrage volwasseneneducatie wordt doorgevoerd (als onderdeel van het participatiebudget). De korting is al door het Ministerie aangekondigd, volgend op de eerdere korting in 2010. 2. Het cursusaanbod wordt in overleg met ROCMN samengesteld en is gericht op vergroting van de participatie mogelijkheden voor inwoners van Houten.
Verklaring voor afwijking: Doel 2.1b
2.2a
2.3
Verklaring In Houten zijn twee School Maatschappelijk Werkers actief. Wij hadden verwacht een stijgende lijn te zien in het aantal aanmeldingen voor SMW (in 2011 van 49 naar 60). Dat deze verwachte stijging in de praktijk niet is uitgekomen is waarschijnlijk het gevolg van ziekte van één van de School Maatschappelijk Werkers. Zij is weliswaar vervangen, maar omdat de consultatieve gesprekken op scholen niet allemaal hebben plaatsgevonden, is het aantal aanmeldingen achtergebleven. Het educatiebudget is in 2011 opnieuw sterk verlaagd. In het kader van regionale afspraken over de instandhouding van het VAVO, draagt iedere gemeente naar rato van gebruik bij aan de kosten van het VAVO. Voor Houten betekent het dat 83% van het budget aan het VAV) wordt besteed. De korting op het budget (€ 61.000 minder ten opzichte van 2010) komt dus vrijwel geheel ten last van het overige aanbod. Door de sterk beperkte middelen kon ook maar heel beperkt worden ingekocht bij het ROC Midden Nederland. Dat verklaart de sterke daling van het aantal cursisten. Een verklaring voor de afwijking raming en realisatie is niet te geven.
Jaarstukken 2011
46
Doelstelling 3 Samenwerkingsverbanden tussen scholen en andere voorzieningen in de wijk. Meer specifiek betreft deze: kinderopvang, peuterspeelzalen, welzijnsorganisaties en sport- en cultuurorganisaties. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3
Aantal scholen dat een samenwerkingsverband kent met overige voorzieningen in de wijk.
Jaarverslag brede school
Realisatie 2009
2
Realisatie 2010
Raming 2011
2
Realisatie 2011
4
4
Wat gaan we daarvoor doen? Samenwerking tussen de scholen en de bovengenoemde voorzieningen in een wijk stimuleren. Werken aan een brede school in ieder geval in elk kwadrant. (zie ook deelprogramma sociale participatie) Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 3
3 3 3
Omschrijving Vormgeven Basisschool Houten Zuid. Verder vormgeven van de multifunctionele onderwijsaccommodatie in Houten Zuid-Oost. Deze locatie is bij uitstek geschikt voor het brede schoolconcept. Met diverse betrokken partijen wordt de brede school vorm gegeven in een nieuw te realiseren gebouw. De voorbereidingen voor de realisatie van MFA Hofstad zijn in volle gang. Geplande oplevering is augustus 2013. Ondersteunen en uitvoeren activiteitenplan Brede school Noord Oost. Planontwikkeling tweede brede school in de wijk Zuid-West. Conceptontwikkeling derde en vierde brede school in de wijken Zuid-Oost en Noord-West.
Jaarstukken 2011
Voltooid Nee
Ja Ja Ja
47
Deelprogramma Kunst, cultuur en sport Wat willen we bereiken? Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Een divers cultureel aanbod en verenigingsleven in Houten. Doelstelling 2: Het zichtbaar en tastbaar maken van de historische structuren, het cultureel erfgoed en de archeologie ter versterking van de identiteit van Houten. Doelstelling 3: Het bevorderen van de sportdeelname van Houtenaren in zowel georganiseerd als ongeorganiseerd verband. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
% Inwoners, dat tevreden is over bibliotheekvoorzieningen Leden bibliotheek.
Leefbaarheidsmonitor
1 1
% Inwoners, dat tevreden is over het aanbod van culturele voorzieningen
1
% Inwoners, dat tevreden is over het aanbod van verenigingen, clubs, cursussen en dergelijke Aantal leerlingen dat muziekonderwijs volgt. Procentuele leeftijdsopbouw ledenbestand culturele verenigingen. 4 – 12 jaar 13 – 18 jaar 19 – 65 jaar 65 +
1 1
Bibliotheek Houten Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente HMC
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
-
88%
-
-
12.323
12.384
12.300
12.343
-
73%
-
-
-
87%
-
-
-
1.250
1.250
1.250
0-meting
32,3 % 14,4 % 34,3 % 15,1 %
Culturele verenigingen.
-
-
Wat gaan we daarvoor doen? Prestatieafspraken maken met gesubsidieerde culturele instellingen en cultureel verenigingsleven over het culturele aanbod. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1
1 1 1
Omschrijving Realisatie bibliotheekvoorziening Schalkwijk. Wordt in januari / februari 2012 geopend. Besluit over toekomstig ambitieniveau Theater aan de Slinger. Vaststellen nieuwe beleidsnotitie cultuur 2011-2015. Is komen te vervallen in verband met prioritering. Besluit over de cultuursubsidies op basis van inventarisatie. Dit betreft de ombuigingen op amateurverenigingen 2013. Besluitvorming zal gekoppeld worden aan de perspectiefnota 2013.
Jaarstukken 2011
Voltooid Ja Ja Nee Nee
48
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
Bezettingsgraad theater met betrekking tot professionele podiumpresentaties Aantal culturele instellingen en verenigingen waarmee prestatieafspraken zijn gemaakt.
Jaarverslag Theater
1
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
67 %
69%
65%
68%
25
25
25
25
Afdeling Welzijn
Doelstelling 2 Het zichtbaar en tastbaar maken van de historische structuren, het cultureel erfgoed en de archeologie ter versterking van de identiteit van Houten. Effectindicatoren Voor doelstelling 2 is geen effectindicator voorhanden. Wat gaan we daarvoor doen? Ontwikkeling en beheer van kunst en cultuur in de openbare ruimte. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 2 2
2
Omschrijving Realisatie Kunstwerk Zuidtunnel. Opstellen beheerplan kunst in openbare ruimte. Het opstellen van het beheerplan wordt uitbesteed aan een stagiaire. Het is niet gelukt een stagiaire aan te trekken in 2011. Wel per maart 2012. In 2012 is het beheerplan klaar. Organisatie Open Monumentendag
Voltooid Ja Nee
Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2
% Inwoners, dat vindt dat de gemeente Houten zich inzet de geschiedenis van Houten (zichtbaar) te behouden Aantal kunstobjecten in de openbare ruimte
Leefbaarheidsmonitor
2
Realisat ie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
-
64%
-
-
56
57
58
58
Afdeling Welzijn
Doelstelling 3 Het bevorderen van de sportdeelname van Houtenaren in zowel georganiseerd als ongeorganiseerd verband. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3a
Sportdeelname volwassenen
3b
Sportdeelname jeugd (lid (1) van een vereniging) Aantal deelnemers jeugdsportpas Aantal individuele sporters met een functiebeperking. % Inwoners, dat tevreden is over sportvoorzieningen
Leefbaarheidsmonitor GGD
3c 3d 3e
Realisatie 2009
Realisatie 2010
-
85%
84%
Raming 2011
Realisatie 2011 -
-
85%
NNB
450
528
875
NNB
-
-
Afdeling Welzijn 426
494
Regio Lekstroom Leefbaarheidsmonitor/
-
90%
1. Betreft een twee jaarlijks onderzoek.
Jaarstukken 2011
49
Verklaring voor afwijking: Doel 3c
Verklaring De combinatiefunctionarissen hebben inzet gepleegd om extra sportaanbieders (6) te vinden die willen deelnemen én extra cursussen te starten bij (te) grote belangstelling
Wat gaan we daarvoor doen? 3.1 Ondersteunen van sportverenigingen en scholen bij het aanbieden van sport en beweegactiviteiten op zowel financieel als organisatorisch gebied. 3.2 Besluit over aanpak sport en beweegaanbod voor verschillende doelgroepen in Houten.(Specifiek voor de doelgroepen 55+ en mensen met een beperking.) 3.3 Bevorderen van sport en beweging, met name bij niet sportende jongeren (14+). Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 3.1 3.1 3.1 3.1 3.2 3.3
Omschrijving e Realisatie van sportaccommodaties in het 3 voorzieningengebied. Het ontwerp is gereed. De velden en het gebouw zijn gereed in 2012. Rapportage voortgang doorontwikkeling van het Sportpunt Houten. Onderzoek naar mogelijkheden uitbreiding Taurushal. Notitie sport- en bewegingsaanbod voor verschillende doelgroepen.
Voltooid Nee Ja Ja Nee
De vragenlijsten uit het onderzoek naar het sportaanbod voor ouderen en mensen met een beperking zijn in januari 2012 uitgezet. Medio 2012 volgt de notitie.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3.1
Aantal organisaties dat ondersteund wordt door het Sportpunt. Aantal sportorganisaties dat financieel en organisatorisch wordt ondersteund door de gemeente.
Afdeling Welzijn
3.1
Jaarstukken 2011
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
-
26
26
28
26
26
25
27
Afdeling Welzijn
50
Verschillenanalyse Vitaal Programma 1: Vitaal
Rekening
Begroting
Begroting na wijziging
2010
2011
2011
Deelprogramma's 11 12 13 14 15
Sociale participatie Gezondheidszorg Werkgelegenheid Onderwijs Kunst, cultuur en sport Programma brede kosten Totaal lasten
11 12 13 14 15
Sociale participatie Gezondheidszorg Werkgelegenheid Onderwijs Kunst, cultuur en sport Programma brede kosten Totaal baten Saldo programma 1
Rekening 2011
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2011
13.165.475 6.880.029 4.852.836 7.353.096 6.464.655
13.424.377 6.363.841 4.463.439 7.260.693 5.696.721
12.914.058 6.728.899 4.457.564 6.638.352 6.802.124
12.768.991 6.541.903 4.416.887 6.663.945 6.780.701
145.067 186.996 40.677 -25.593 21.423
1.857.064
21.573-
72.172
165.617
-93.445
40.573.155
37.187.498
37.613.169
37.338.043
275.126
6.004.386 1.022.522 3.946.693 1.460.326 114.431 1.766.584
6.068.515 810.374 3.537.056 1.415.749 182.387 195.788
5.646.126 804.083 3.529.020 413.862 270.061 195.788
5.761.711 887.939 3.495.845 426.562 291.866 195.788
115.585 83.856 -33.175 12.700 21.805 0
14.314.942
12.209.869
10.858.940
11.059.710
200.770
-26.258.213
-24.977.629
-26.754.229
-26.278.333
475.896
Deelprogramma Sociale participatie Het deelprogramma heeft een positief saldo van € 260.652 en wordt veroorzaakt door: Producten 1. Wmo-pv 3: informatie, advies en cliëntondersteuning 2. WWB-algemeen 3. WWB-inkomensdeel 4. Minimabeleid 5. Saldo diverse overige producten TOTAAL
€ € € € € €
Lasten 70.738 V 66.834 92.856 66.006 34.345 145.067 SALDO
V N V V V
€ € € € €
Baten 18.369 N 44.024 163.003 20.233 5.258 115.585
N V V N V
260.652 V
Wmo-pv 3: informatie, advies en cliëntondersteuning Het voordeel op de lasten heeft hoofdzakelijk te maken met lagere kosten voor het project “pilot kanteling klantbenadering” doordat de projectleider niet is ingehuurd, maar een tijdelijke aanstelling heeft gekregen. WWB-algemeen Het voordeel op de lasten wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat er nauwelijks kosten in 2011 zijn gemaakt in het kader van de sociale agenda, waarvoor de provincie subsidie beschikbaar heeft gesteld. Deze kosten zijn voornamelijk in 2009 en 2010 gemaakt. Hierdoor ontstaat er met betrekking tot de sociale agenda zowel op de lasten als op de baten een verschil, per saldo nagenoeg geen effect. WWB-inkomensdeel Het nadeel op de lasten van dit product wordt veroorzaakt doordat het aantal bijstandshuishoudens eind 2011 weer op het niveau van begin 2011 is uitgekomen. Bij de tweede bestuursrapportage was Jaarstukken 2011
51
nog sprake van een bestandsdaling van 5% tot en met het tweede kwartaal. De verwachting was toen dat deze trend zich zou doorzetten. De extra lasten worden deels gecompenseerd door extra inspanningen op terugvordering en verhaal waardoor € 43.000 aan extra baten is gerealiseerd. Het overige voordeel op de baten van dit product wordt veroorzaakt doordat voor de BBZ in december voor € 66.000 aan afrekeningen over 2010 ontvangen, waarover tot op dat moment nog onduidelijk was of het Rijk deze kosten zou afrekenen. Daarnaast bleek dat een deel van de advieskosten voor de BBZ (€ 53.000) met het Rijk kan worden afgerekend. Minimabeleid In 2011 zijn naar aanleiding van de ontwikkelingen de ramingen voor de uitgaven al naar beneden bijgesteld en de ramingen voor de inkomsten (terugvordering) naar boven bijgesteld. De uitgaven blijven echter weer achter op deze prognoses. Voor deze onderschrijding zijn enkele oorzaken aan te wijzen. Door de discussie over de ombuigingen en de maatregelen die daarop zijn genomen, is al in 2011 begonnen met het strikter toepassen van de regels (bijv. apparaten kringloopwinkel i.p.v. nieuw). Daarnaast is uiteindelijk slechts voor 4 (i.p.v. 9) statushouders inrichtingskosten als gevolg van huisvesting betaald. Het voordeel op de baten wordt veroorzaakt door de extra aandacht die sinds het laatste kwartaal van 2011 aan terugvordering en verhaal wordt gegeven.
Deelprogramma Gezondheidszorg Het deelprogramma heeft een positief saldo van € 103.140 en wordt veroorzaakt door: Producten 1. Wmo-pv 5: bevorderen deelname maatschappelijk verkeer voor beperkten, chronisch psychisch en psychosociaal 2. Wmo-pv 6: voorzieningen voor mensen met beperking, chronisch psychisch of psychosociaal 3. Saldo diverse overige producten TOTAAL
€
Lasten 84.887 V
€
Baten 78.747 V
€
67.726 V
€
162.603 N
€ €
34.383 V 186.996 V
€
0 83.856 N
SALDO
103.140 V
Wmo-pv 5: bevorderen deelname maatschappelijk verkeer door beperkten, chronisch psychisch en psychosociaal Het voordeel op de lasten en op de baten ontstaat doordat voor de cursussen Inburgering die eind 2011 liepen een deel van het cursusgeld pas wordt betaald bij afronding van de cursus, in 2012 dus. De beschikbare budgetten voor inburgering vanuit het Participatiebudget dat door het rijk is toegekend, worden daarvoor gereserveerd. Wmo-pv 6: voorzieningen voor mensen met beperking, chronisch psychisch en psychosociaal Het voordeel op de lasten van dit product is het saldo van een voordeel op de lasten (circa € 240.000) voor de voorzieningen en een nadeel op de lasten voor huishoudelijke hulp (circa € 180.000). Tegenover dit nadeel op de lasten voor huishoudelijke hulp staat een voordeel op de baten voor huishoudelijke hulp (circa € 160.000). Bij de voorzieningen is voor de indicatiestelling minder gebruik gemaakt van de MO-zaak die professioneel extern indicatieadvies leveren. Een deel van deze werkzaamheden wordt nu door eigen personeel uitgevoerd. Daarnaast is een deel van het budget niet besteed als gevolg van de late besluitvorming eind 2011 over de regiotaxi. De herbeoordeling van de mensen met een 65+-pas voor de regiotaxi heeft daarom niet in 2011 plaatsgevonden, maar wordt in 2012 uitgevoerd. Vooruitlopend op de ombuigingstaakstellingen is ook de werkwijze voor verstrekkingen al aangepast. Er vindt strakkere sturing plaats op offertes van leveranciers (kernassortiment, levering uit depot) wat een kostenverlagend effect heeft. Daarnaast is in de laatste maanden van 2011, onverwacht, het aantal aanvragen teruggelopen. De reden hiervoor kan worden gevonden in de aankondiging van de eigen bijdrage die m.i.v. 2012 van kracht is geworden. Door die aankondiging zijn ook voorzieningen van gebruikers terugontvangen. Ook voor de rolstoelen heeft een meer efficiëntere werkwijze en het scherper opletten op offertes en depotartikelen geleid tot een kostenreductie.
Jaarstukken 2011
52
Bij de huishoudelijke hulp is in absolute zin het aantal lopende voorzieningen toegenomen wat een kostenverhogend effect heeft. Deels wordt dat gecompenseerd door een hogere eigen bijdrage. Daarnaast neemt het aandeel HH1 ten opzichte van het aandeel HH2 in het totaal van de voorzieningen toe. Dit effect is pas goed zichtbaar geworden in het najaar. Er is sprake van een kostenoverschrijding van € 183.000 en een hogere eigen bijdrage van € 161.000, wat per saldo een nadeel van € 22.000 voor de huishoudelijke hulp oplevert.
Deelprogramma Programmabrede kosten programma Vitaal Het deelprogramma heeft een negatief saldo van € 93.445 en wordt veroorzaakt door: Producten 1. Programma brede kosten TOTAAL
€ €
Lasten 93.445 N 93.445 N SALDO
€
Baten 0 0 93.445 N
Het nadeel op de lasten van de programma brede kosten van programma Vitaal ad € 93.445 wordt in hoofdlijnen veroorzaakt door de volgende afwijkingen: Onderwijsaccommodaties Bij de onderwijsaccommodaties is sprake van een nadeel van circa € 64.000. Enerzijds wordt dit veroorzaakt doordat er over afgebroken noodgebouwen nog wel elektriciteit en gas is betaald aan de leverancier. In 2012 zal dit leiden tot een restitutie van de teveel betaalde energiekosten. Daarnaast is bij de ontvangsten 2010 van de schoolbesturen voor het gebruik van de schoolgebouwen in de administratie een onduidelijkheid geslopen die in 2010 heeft geleid tot een voordeel en in 2011 tot een nadeel. Sportaccommodaties Bij de sportaccommodaties is sprake van een voordeel van circa € 62.000. Enerzijds wordt dit veroorzaakt doordat het budget dat voor de vervanging van de sportinventaris pas in december beschikbaar pas is gesteld niet meer kon worden uitgegeven in 2011. Anderzijds is sprake van lagere kapitaallasten omdat een aantal kredieten later wordt afgesloten dan was voorzien, onder andere als gevolg van inzicht over de afrekening van de BTW met betrekking tot de aanlegkosten. Gemeentebrede salarislasten en inhuur derden Bij verschillende afdelingen die vallen onder programma Vitaal is sprake van een afwijking die voor het grootste gedeelte betrekking heeft op de salarissen en inhuur. Dit effect is onderdeel van de analyse van de gemeentebrede salarislasten en inhuur derden in de paragraaf bedrijfsvoering en wordt daarom niet op deze plaats nader toegelicht. Saldo diverse overige producten De genoemde afwijkingen op de lasten en de baten zijn samengesteld uit een groot aantal kleine afwijkingen die niet nader worden toegelicht.
Jaarstukken 2011
53
Jaarstukken 2011
54
Programma Duurzaam
Jaarstukken 2011
55
Programma Duurzaam Omschrijving programma Mensen wonen, werken, leren, ontwikkelen en ontspannen in een omgeving die levensloopbestendig is, waarbij verantwoord wordt omgegaan met middelen en milieu. In overeenstemming met de strategische visie wordt Houten een stad, die in 2012 aan circa 50.000 inwoners huisvesting biedt. Maar wel een stad die zijn dorpse karakter koestert. De gemeente Houten wil deze ontwikkeling in duurzame banen leiden en er voor zorgen dat de kwaliteit van de bebouwde en niet bebouwde omgeving ook voor de lange termijn in stand kan worden gehouden. Dit vraagt om aandacht voor people, planet, profit. Kwantiteit en kwaliteit van de ruimte om te wonen en werken, aandacht voor natuur en milieu, maar ook zorgvuldig beheer en onderhoud voor de instandhouding van kwaliteit. Veel projecten binnen het programma Duurzaam zijn lange termijn projecten. In 2011 wordt onder meer vervolg gegeven aan de centrumontwikkelingen in Houten-Noord en Houten-Zuid, het uitvoeren van het programma Linieland, de integrale gebiedsontwikkeling van het Eiland van Schalkwijk en de uitvoeringsprojecten in het kader van recreatie, landschap en leefomgeving. De onderzoeken naar een derde voorzieningengebied en veranderlocaties in de bestaande stedelijke omgeving worden uitgewerkt tot een gebiedsvisie. Houten bereidt zich hiermee voor op de lange termijn uitdagingen die op ons afkomen. Relevante beleidskaders Strategische visie Houten 2015 Collegeprogramma 2010-2014 ‘Houten werkt!’ Beleidsplan Archeologie 2007 Nota Gekoesterd Erfgoed 2004 Visie voorzieningen 2015 Integraal horecabeleid 2008 Nota wonen Houten 2015 Ruimtelijke visie en Uitvoeringsprogramma Houten 2015 Marketingplan bedrijvenlocaties Houten 2005 Beleids- en beheerplan openbare ruimte (BOR) 2004-2010 Gemeentelijk rioleringsplan 2010-2013 Milieubeleidsplan 2010-2015 Masterplan Houten-Centrum 2003-2015 Nota Evaluatie hondenbeleid Houten 2008 Waterplan Houten 2005 Gebiedsvisie Open plekken Houten-Vinex 2006 Notitie Spelen ‘Houten speelt en beweegt. Kom mee naar buiten allemaal 2008-2013’ Nota ‘Zorg voor dieren! een Houtens dierenwelzijnsbeleid’ 2008 Visie Recreatie en toerisme in Houten 2009 Landschapsontwikkelingsplan 2009 Deelprogramma’s Het programma bestaat uit de volgende deelprogramma’s: Woningen Commerciële voorzieningen en horeca Leefomgeving Gebiedsinrichting Klimaat en Milieu(zorg) Landschap en recreatie Cultuurhistorie en archeologie Programmabrede kosten
Jaarstukken 2011
56
Deelprogramma Woningen Wat willen we bereiken? Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Een goed en gedifferentieerd woningaanbod, dat voorziet in de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte van de verschillende doelgroepen met bijzondere aandacht voor jongerenhuisvesting, ouderenhuisvesting, starterswoningen en bijzondere woonvormen. Doelstelling 2: Sociaal verantwoorde woonruimteverdeling en doorstroming. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Een goed en gedifferentieerd woningaanbod, dat voorziet in de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte van de verschillende doelgroepen met bijzondere aandacht voor jongerenhuisvesting, ouderenhuisvesting, starterswoningen en bijzondere woonvormen. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
Waardering woning door inwoners (indicatorwaarde) % Sociale huurwoningen ten opzichte van totaal aantal woningen per 31-12
Leefbaarheidsmonitor Afdeling Ruimtelijk beleid en BRU-monitor
1
(1)
(2)
Realisatie 2009
Realisatie 2010 8
26%
26%
Raming 2011
Realisatie 2011
-
-
27%
27%
1. Voor nieuwe woningbouwprojecten is waar mogelijk de verhouding koop/huur aangepast tot 70:30. Ondertussen zijn nog diverse projecten in uitvoering met een lager percentage sociale huur. Het effect hiervan wordt echter pas na verloop van tijd zichtbaar. 2. BRU = Bestuur Regio Utrecht.
Wat gaan we daarvoor doen? Inbreng van volkshuisvestelijke doelen in projecten voor stedelijke ontwikkeling: Gericht op het verbeteren van de huisvestingsmogelijkheden voor verschillende doelgroepen (jongeren, starters en ouderen). Monitoren van beleid en regelgeving. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1
1
1,2
1,2 1,2
Omschrijving Beleidsnotitie woningomzetting (verkamering) Vaststelling door college vergde meer tijd dan verwacht omdat college eraan hechtte een zorgvuldig afgewogen besluit te nemen. Het resultaat is dat onderstaande prestatie indicator nog niet gerealiseerd is. Beleidsnotitie splitsing Eerst is definitieve vaststelling van de beleidsnotitie woningomzetting nodig, dit heeft vertraging opgelopen (zie hierboven) Update van de Nota Wonen Een complete update is nog niet gereed. Wel is op de meest urgente onderdelen de update in gang gezet, namelijk het woningbehoefte/marktonderzoek en de huisvesting van bijzondere doelgroepen en de ouderenhuisvesting. Actualisatie prestatieafspraken met Viveste voor periode 2011 - 2015 Doen van subsidieaanvragen voor woningbouw In 2011 heeft vooral de financiële afwikkeling en zekerstelling van lopende subsidietrajecten plaats gevonden
Jaarstukken 2011
Voltooid Ja
Nee
Nee
Ja Ja
57
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1a
Aantal deelplannen dat bouw/woonrijp gemaakt wordt Jaarlijks totaal aantal gerealiseerde woningen Jaarlijks aantal gerealiseerde sociale huurwoningen Jaarlijks aantal gerealiseerde koopstarters woningen < € 200.000
Afdeling Projectontwikke ling Afdeling RBL
1b 1c 1d
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
5
4
7
4
261
101
350
487
55
39
150
201
95
31
50
102
Afdeling RBL Afdeling RBL
Verklaring voor afwijking: Doel 1a
Verklaring In verband met de stagnerende woningmarkt en invloeden van de omgeving en de daarmee samenhangende langere onderhandelings- en planvormingstrajecten zijn minder deelplannen bouwrijp/woonrijp gemaakt. In 2011 waren dat Castellum, Sport- en werklandschap Meerpaal, bedrijvengebied Meerpaal, bedrijvengebied Koppeling/De Schaft.
Doelstelling 2 Sociaal verantwoorde woonruimteverdeling en doorstroming. Effectindicatoren Voor doelstelling 2 is geen effectindicator voorhanden. Wat gaan we daarvoor doen? Aanscherpen en uitvoering geven aan urgentiebeleid voor de verdeling van sociale huurwoningen: Er is een Europese richtlijn voorbereid om maximaal 10% van de sociale huurwoningen te kunnen gebruiken voor huisvesting van huishoudens met hogere inkomens (boven € 33.000 bruto). Dit vraagt om een strakke en consequente uitvoering van het urgentiebeleid. Monitoren van beleid en regelgeving. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1,2 1,2 1,2
Omschrijving Update van de Nota Wonen Op onderdelen in gang gezet, zie bij doelstelling1 Actualisatie prestatieafspraken met Viveste voor periode 2011 - 2015 Doen van subsidieaanvragen voor woningbouw
Voltooid Nee Ja Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2
Jaarlijkse behandeling aantal urgentieaanvragen sociale huur
Afdeling RBL
Realisatie 2009
Realisatie 2010
94
80
Raming 2011
Realisatie 2011
90
71
Verklaring voor afwijking: Doel 2
Verklaring De beleidsnotitie Urgentieverlening, die in juni 2011 is vastgesteld, bevat een strak beleidskader. Daardoor worden veel, relatief kansloze, aanvragen van te voren ontraden
Jaarstukken 2011
58
Deelprogramma Commerciële voorzieningen en horeca Wat willen we bereiken? Evenwichtige structuur voor commerciële voorzieningen en horeca, die voorziet in de behoefte van de inwoners, met extra aandacht voor jongerenvoorzieningen. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Binnen de regio Utrecht afgestemde structuur voor de grootschalige en perifere commerciële voorzieningen. Doelstelling 2: Goed lopend winkelgebied in het centrum met weinig leegstand. Doelstelling 3: Horecaprofiel van Houten aantrekkelijker maken (in het bijzonder voor jongeren) met een uitgebreider aanbod en meer diversiteit. Doelstelling 4: Aantrekkelijke weekmarkt met een maximale bezetting en een grote diversiteit aan branches. Doelstelling 5 Een aantrekkelijke kermis voor een aantrekkelijke prijs. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Binnen de regio Utrecht afgestemde structuur voor de grootschalige en perifere commerciële voorzieningen. Effectindicatoren Voor doelstelling 1 is geen effectindicator voorhanden. Wat gaan we daarvoor doen? Het opbouwen en onderhouden van een goede band met de ondernemersverenigingen en projectontwikkelaars; Het beleid voor perifere en grootschalige detailhandel actualiseren. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1,2
Omschrijving Afronding beleidsdocument over perifere detailhandel. Er waren andere prioriteiten, zowel qua capaciteitsinzet alswel budgettair. Advies bij initiatieven op het gebied van perifere detailhandel worden op maat gemaakt en afgestemd met de wethouder
Voltooid Nee
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1,2,3
Overleg met ondernemersverenigingen, de winkeliersvereniging en de horecavertegenwoordiging.
Afdeling RBL
Jaarstukken 2011
Realisatie 2009
1
Realisatie 20010
3
Raming 2011
Realisatie 2011
2
6
59
Verklaring voor afwijking: Doel 1,2,3
Verklaring Met het Economisch Platform Houten is 1 keer overlegd, met de ondernemersverenigingen IKH en IKK 1 keer, met de winkeliersvereniging 3 keer en met de horecavertegenwoordiging 1 keer. In 2011 is het Economisch Platform Houten (EPH) opgericht. , een nieuw samenwerkingsverband tussen gemeente en de volgende ondernemersverenigingen: IKH, OKK, horeca Oude Dorp, ZZP, winkeliersvereniging Het Rond. Ook de KvK en MKB Midden Nederland zijn erbij betrokken. EPH draagt bij aan een nog nauwere en doelgerichtere bundeling van krachten op het gebied van economische ontwikkeling in Houten. EPH vergadert 4 keer per jaar met de gemeente.
Doelstelling 2 Goed lopend winkelgebied in het centrum met weinig leegstand. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2
% Inwoners, dat tevreden is over het totale winkelaanbod
Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente
Realisatie 2009
-
Realisatie 2010
Raming 2011
76%
Realisatie 2011
-
-
Wat gaan we daarvoor doen? Het bewaken van een goed evenwicht tussen winkel- en horecagebieden; Het opbouwen en onderhouden van een goede band met de ondernemersverenigingen en projectontwikkelaars Het beleid voor perifere en grootschalige detailhandel actualiseren Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1,2
2
Omschrijving Afronding beleidsdocument over perifere detailhandel. Er waren andere prioriteiten, zowel qua capaciteitsinzet alswel budgettair. Advies bij initiatieven op het gebied van perifere detailhandel worden op maat gemaakt en afgestemd met de wethouder Verkenning promotie winkelgebied ’t Rond. Door de afdeling EZ zijn, samen met winkeliers, mogelijkheden verkend en zijn enkele daarvan toegepast. Dit heeft zich beperkt tot het schaalniveau van het Rond en nog niet geleid tot een positionering in bredere context van city markering.
Voltooid Nee
Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1,2,3
Overleg met ondernemersverenigingen, de winkeliersvereniging en de horecavertegenwoordiging.
Afdeling RBL
Realisatie 2009
1
Realisatie 2010
3
Raming 2011
2
Realisatie 2011
6
Verklaring voor afwijking: Doel 1,2,3
Verklaring Met het Economisch Platform Houten is 1 keer overlegd, met de ondernemersverenigingen IKH en IKK 1 keer, met de winkeliersvereniging 3 keer en met de horecavertegenwoordiging 1 keer. In 2011 is het Economisch Platform Houten (EPH) opgericht. , een nieuw samenwerkingsverband tussen gemeente en de volgende ondernemersverenigingen: IKH, OKK, horeca Oude Dorp, ZZP, winkeliersvereniging Het Rond. Ook de KvK en MKB Midden Nederland zijn erbij betrokken. EPH draagt bij aan een nog nauwere en doelgerichtere bundeling van krachten op het gebied van economische ontwikkeling in Houten. EPH vergadert 4 keer per jaar met de gemeente.
Jaarstukken 2011
60
Doelstelling 3 Horecaprofiel van Houten aantrekkelijker maken (in het bijzonder voor jongeren) met een uitgebreider aanbod en meer diversiteit. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3
% Inwoners, dat tevreden is over horeca en uitgaansmogelijkheden.
Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2009
Realisatie 2010
-
Raming 2011
Realisatie 2011
44%
-
-
Wat gaan we daarvoor doen? Het bewaken van een goed evenwicht tussen winkel- en horecagebieden; Het opbouwen en onderhouden van een goede band met de ondernemersverenigingen en projectontwikkelaars; Het Integraal horecabeleid uitvoeren. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 3 3
3
Omschrijving Verplaatsing van Mango’s Café naar ‘t Rond in het centrum. Mogelijk maken van meer terrassen op ’t Rond. Er is beleidsregel vastgesteld met een bijbehorende kaart waarop het gebied aangegeven is waarop terrassen op Het Rond zijn toegestaan. De volledige branchering voor winkelcentrum Castellum is ingevuld met winkels en horecabedrijven.
Voltooid Ja Ja
Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1,2,3
Overleg met ondernemersverenigingen, de winkeliersvereniging en de horecavertegenwoordiging.
Afdeling RBL
Realisatie 2009
Realisatie 2010
1
Raming 2011
3
Realisatie 2011
2
6
Verklaring voor afwijking: Doel 1,2,3
Verklaring Met het Economisch Platform Houten is 1 keer overlegd, met de ondernemersverenigingen IKH en IKK 1 keer, met de winkeliersvereniging 3 keer en met de horecavertegenwoordiging 1 keer. In 2011 is het Economisch Platform Houten (EPH) opgericht. , een nieuw samenwerkingsverband tussen gemeente en de volgende ondernemersverenigingen: IKH, OKK, horeca Oude Dorp, ZZP, winkeliersvereniging Het Rond. Ook de KvK en MKB Midden Nederland zijn erbij betrokken. EPH draagt bij aan een nog nauwere en doelgerichtere bundeling van krachten op het gebied van economische ontwikkeling in Houten. EPH vergadert 4 keer per jaar met de gemeente.
Doelstelling 4 Aantrekkelijke weekmarkt met een maximale bezetting en een grote diversiteit aan branches. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
4
% Inwoners, dat tevreden is over de weekmarkt Bezettingsgraad weekmarkt
Leefbaarheidsmonitor Afdeling OW
4
Realisatie 2009
Realisatie 2010
100%
68% 97%
Raming 2011 100%
Realisatie 2011 100%
Wat gaan we daarvoor doen? Actief standplaatshouders werven voor de weekmarkt indien nodig.
Jaarstukken 2011
61
Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 4
Omschrijving Bij leegkomende plaatsen op de weekmarkt actief nieuwe standplaatshouders werven in niet vertegenwoordigde subbranches.
Voltooid Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
4
Aantal bezette standplaatsen op de markt
Afdeling OW
Realisatie 2009
Realisatie 2010
37
35
Raming 2011
Realisatie 2011
36
36
Doelstelling 5 Een aantrekkelijke kermis voor een aantrekkelijke prijs. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
5
% inwoners, dat de kermis in Houten een aantrekkelijke kermis vindt. % inwoners, dat vindt dat de attracties op de kermis een goede prijs/kwaliteitverhouding hebben.
Leefbaarheidsmonitor
5
Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
-
24%
-
-
-
19%
-
-
Wat gaan we daarvoor doen? In 2009 is de kermis aanbesteed. In de aanbesteding zijn eisen gesteld aan de aantrekkelijkheid van de kermis. De kermisexploitant gaat deze maatregelen in 2011 zichtbaar maken. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 5
Omschrijving Monitoren van de doelstellingen uit de aanbesteding van de kermis uit 2009.
Jaarstukken 2011
Voltooid Ja
62
Deelprogramma Leefomgeving Wat willen we bereiken? Om de leefbaarheid in stand te houden en te bevorderen, is een openbare ruimte nodig die schoon, goed verzorgd, veilig en aantrekkelijk is. Het uitgangspunt voor het beheer van de openbare ruimte is een sober en doelmatig kwaliteitsniveau. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Voldoende goede speelruimte aan kinderen in verschillende leeftijdsgroepen bieden. Doelstelling 2: Aantrekkelijk en goed onderhouden groen en water, waarbij de recreatieve functie gewaarborgd wordt. Doelstelling 3: Goede verlichting ter verbetering van de veiligheid. Doelstelling 4: Goed onderhoud en beheer van de openbare ruimte, w.o. beperkte overlast van zwerfvuil, graffiti, onkruid en hondenpoep. Goed onderhoud en beheer van riolering, straatmeubilair en begraafplaatsen. Doelstelling 5: Een duurzame relatie met bewoners opbouwen. Doelstelling 6: Betere naleving (vergunnings-)voorschriften en algemene regels binnen het domein van Bouwen. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Voldoende goede speelruimte aan kinderen in verschillende leeftijdsgroepen bieden. Effectindicatoren Doel 1
Omschrijving
Bron
% Inwoners, dat tevreden is over de speelmogelijkheden voor kinderen in de buurt
Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente
Realisatie 2009
Realisatie 2010 -
Raming 2011
77%
Realisatie 2011 -
-
Wat gaan we daarvoor doen? Regulier onderhoud aan en vervanging van speeltoestellen en vergroting van de speelmogelijkheden. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1 1
Omschrijving Regulier onderhoud (driemaal per jaar inspecties en reparaties waar nodig) en de uitvoering van diverse speciale projecten met betrekking tot de vervanging van speeltoestellen volgens de planning en methodiek van “BOR Verlengde Horizon”. Evaluatie van het gebruik van Panna-kooien (“minivoetbal”). I.v.m. andere prioriteiten die binnen de afdeling zijn gesteld, heeft deze evaluatie niet plaatsgevonden. Reden hiervoor is dat de medeweker spelen gedurende langere tijd is uitgevallen. Prioriteit is gesteld bij het vervangen van speeltoestellen.
Jaarstukken 2011
Voltooid Ja Nee
63
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
Aantal nieuwe of vervangen speeltoestellen
Afdeling OW
Realisatie 2009
Realisatie 2010
70
25
Raming 2011
Realisatie 2011
50
43
Doelstelling 2 Aantrekkelijk en goed onderhouden groen en water, waarbij de recreatieve functie gewaarborgd wordt. Effectindicatoren Doel 2 2 2 2
Omschrijving
Bron
% Inwoners, dat tevreden is over de hoeveelheid openbaar groen in de buurt. % inwoners, dat tevreden is over het onderhoud van het openbaar groen* % inwoners, dat tevreden is over onderhoud van grachten en sloten Zwemwater dat na controle voldoet aan veiligheidseisen
Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2009
Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
-
86%
-
-
-
68%
-
-
65%
-
-
100%
100%
100%
Provincie -
Wat gaan we daarvoor doen? Beheer en onderhoud van de groenvoorzieningen conform de kwaliteitsnormen van het BOR 20042010. Alle wateren met een recreatieve (zwemwater) functie worden door Provincie gecontroleerd, tijdens warme perioden minimaal wekelijks. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 2
2 2 2 2 2
2 2 2
Omschrijving Afronden integrale wijkreconstructie in wijkcluster Noord-Oost De reconstructie is niet afgerond vanwege omvang van het werk. Dit is vooraf aangekondigd en gecommuniceerd met de inwoners. Daarnaast zal het project vanwege de heroverwegingen andere worden aangepakt. Alleen locaties die voldoen aan de gestelde criteria (veiligheid, kapitaalvernietiging, functionaliteit) worden aangepakt. Kleine reconstructies van het bomenbestand in enkele wijken. Vergroten van zelfbeheer van groen in de openbare ruimte. Organisatie van de jaarlijkse boomplantdag. Vanwege bezuinigingen is besloten dit niet meer te organiseren. Herstel van beschoeiingen of (waar mogelijk en passend) de aanleg van natuurvriendelijke oevers Opstellen groenbeheerplan om daarmee de uitvoering van het groenbeheer volgens een samenhangend beleid uit te voeren. Gedeeltelijk gereed, bewegingskader is opgesteld. Vervolg 2012 Zoektocht naar nieuwe middelen om ziekte en plagen te bestrijden voor minder overlast en deze waar mogelijk toepassen. Verdere uitvoering van het project ter realisatie van een structureel doorgangsdepot voor baggerspecie. Preventieve maatregelen tegen vorming blauwalg, daar waar hoog risico wordt geïndiceerd.
Voltooid Nee
Ja Ja Nee Ja Ja
Ja Ja Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2
Oppervlakte groenvoorziening (in ha van totaal Houten)
Afdeling OW
Jaarstukken 2011
Realisatie 2009
Realisatie 2010
315
319
Raming 2011 322
Realisatie 2011 353
64
Doelstelling 3 Goede verlichting ter verbetering van de veiligheid. Effectindicatoren Doel 3
Omschrijving
Bron
% Inwoners, dat tevreden is over de straatverlichting in de buurt
Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente
Realisatie 2009
Realisatie 2010 -
Raming 2011
76%
Realisatie 2011 -
-
Wat gaan we daarvoor doen? Zorgdragen voor een effectief en efficiënt functionerende verlichting. Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3
Aantal meldingen van lampstoringen Responsetijd enkelvoudige lampstoringen Responsetijd meervoudige lampstoringen
Afdeling OW
3 3
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
700
1257 90% < 5 werkdagen 80% < 2 werkdagen
700 95% < 5 werkdagen 95% < 2 werkdagen
484 96%< 5 werkdagen 90%< 2 werkdagen
Afdeling OW Afdeling OW -
Doelstelling 4 Goed onderhoud en beheer van de openbare ruimte, w.o. beperkte overlast van zwerfvuil, graffiti, onkruid en hondenpoep. Goed onderhoud en beheer van riolering, straatmeubilair en begraafplaatsen. Effectindicatoren Doel 4
4 4 4 4 4
Omschrijving
Bron
% Inwoners, dat vindt dat de wegen, paden en pleintjes goed zijn onderhouden in de buurt. Indicator voor de mate van (1) verloedering in de buurt % inwoners, dat tevreden is over het schoonhouden van de eigen buurt % inwoners, dat tevreden is over de vuilophaal
Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je (1) gemeente Leefbaarheidsmonitor Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor
% Bewoners, dat vindt dat hondenpoep op straat vaak voorkomt in de buurt Verwacht maximum aantal storingsmeldingen riolering. Verwacht aantal urgente (3) storingen riolering
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
71%
-
2.6
-
73%
-
86%
-
19%
-
Afdeling OW
(2)
4
Realisatie 2009
1341
1387
<1.500
1469
261
251
<180
177
Afdeling OW
1. Dit is een indicatorwaarde (schaal: 0-10, 10 = hoogste/beste) voor beoordeling van burgers van verloedering in hun buurt en is gebaseerd op een aantal voorvallen (zoals graffiti, zwerfafval en vernielingen van straatmeubilair) die volgens bewoners vaak, soms, of niet voorkomen. 2. Het betreft hier alle (automatische) meldingen van gemalen, stuwen, pompen etc., als indicator voor de betrouwbaarheid van de installaties. 3. Bij de urgente storing gaat het om meldingen waarvoor er direct storingsonderhoud nodig is.
Wat gaan we daarvoor doen? 4a. Versterken van het wijkgericht samenwerken. 4b. Promoten van Meldpunt Openbare Ruimte 4c. Realisatie van een sober en doelmatig niveau van straatreiniging. Jaarstukken 2011
65
4d. Voortzetting van het hondenbeleid en uitvoering van het dierenwelzijnsbeleid. 4e. Uitvoering van het jaarplan riolering. 4f. Beheer en verbetering van de voorzieningen op begraafplaatsen. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 4a 4b 4c 4d
4d 4e 4e 4e 4e 4e 4e 4e 4e 4e 4e
Omschrijving Opstellen notitie wijk- en buurtgericht werken Pilot starten voor het gebruik van nieuwe media (bijv. SMS met foto) voor Meldingen Openbare Ruimte Periodiek meten van vervuiling in de openbare ruimte en het gebruik van afvalbakken (lege bakken worden verwijderd, overbelaste bakken worden door grotere vervangen.) Maken van prestatieafspraken met de Dierenbescherming, Dierenambulance Houten en Dierenasiel Zeist I.v.m. te weinig capaciteit bij dierenbescherming en dierenasiel Zeist In samenwerking met de provincie Utrecht onderzoek doen naar mogelijkheden van een regionale aanpak en afstemming en het maken van afspraken met dierenopvangorganisaties Implementatie calamiteitenplan riolering. Reparatiebestek hoofdriolering 2011. Reparatie drainagesysteem Leebrug fase 2 Sanering ongezuiverde lozingen woonschepen Ossenwaard Is afhankelijk van voortgang Provincie Implementeren Meetnet grondwatermonitoring. Inventarisatie en registratie verharde oppervlaktes i.v.m. noodzakelijke hemelwaterafvoer Vervangen mechanisch elektrische waterbeheerinstallaties 2011 (t.b.v. riolering) Uitbreiding afkoppelvoorzieningen (t.b.v. hemelwaterafvoer) Houten noord oost Uitvoering maatregelen optimalisatiestudie afvalwaterketen fase 2 Vervangen technisch rioolbeheersysteem
Voltooid Nee Ja Ja Nee
Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Afdeling OW
Realisatie 2009 20
Realisatie 2010 15
Raming 2011 15
Realisatie 2011 48
Afdeling OW
15
15
15
15
Doel
Omschrijving
Bron
4a 4d
Aantal zwerfvuilacties Aantal hondenlosloopgebieden
Verklaring voor afwijking: Doel 4a
Verklaring Vanwege de start met het zwerfvuilproject zijn veel mensen en instanties in Houten enthousiast geworden om deel te nemen aan zwerfvuilacties. Hierdoor is het aantal groter dan gepland.
Doelstelling 5 Een duurzame relatie met bewoners opbouwen. Effectindicatoren Doel 5
Omschrijving
Bron
% inwoners, dat zich medeverantwoordelijk voelt voor de leefbaarheid en veiligheid in de buurt.
Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2009
Realisatie 2010
-
Raming 2011
92%
Realisatie 2011
-
-
Wat gaan we daarvoor doen? Bewoners stimuleren een actieve rol te spelen in hun leefomgeving, en daadwerkelijke samenwerking tot stand brengen. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 5
Omschrijving In 2009 en 2010 is een project uitgevoerd om onder andere de participatie van burgers te vergroten. In 2011 zal deze participatie verder worden geïmplementeerd.
Jaarstukken 2011
Voltooid ja
66
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
5
Aantallen Keet in de wijk
Bron (1)
Afdeling OW
Realisatie 2009 13
Realisatie 2010 11
Raming 2011 15
Realisatie 2011 2
1. Het doel van de Keet in de wijk is dat bewoners deze bouwkeet van de gemeente kunnen bezoeken om problemen in de wijk te bespreken en eventuele klachten door te geven.
Verklaring voor afwijking: Doel 5
Verklaring Wegens te weinig belangstelling vanuit de bewoners en wegens prioriteitenstelling is het niet gelukt om aan de raming te voldoen.
Doelstelling 6 Betere naleving (vergunnings-)voorschriften en algemene regels binnen het domein van Bouwen. Effectindicatoren Doel 6
Omschrijving
Bron
Naleefpercentage wet- en (1) regelgeving Bouwen
Afdeling VTH
Realisatie 2009 78%
Realisatie 2010
Raming 2011
76%
Realisatie 2011
78%
73%
1. Uit Jaarverslag/plan Integrale handhaving
Wat gaan we daarvoor doen? Vergunningen verlenen (indien niet mogelijk weigeren), toezicht uitvoeren op naleving algemene regels en (vergunning)voorschriften. Toepassen van het 3-stappenplan voor handhaving: Bestuurlijke waarschuwing Voornemen dwangsom / bestuursdwang Opleggen dwangsom / bestuursdwang Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
6
Aantal in behandeling genomen (1) aanvragen bouwen Aantal controles bouwen Aantal bestuurlijke waarschuwingen Aantal voornemens dwangsommen bouwen Aantal besluiten dwangsom/ bestuursdwang
Afdeling VTH
6 6 6 6
Afdeling VTH Afdeling VTH
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
840
800
Vervallen 760
Vervallen 760
187
189
167
208
34
27
40
38
31
12
20
27
Afdeling VTH Afdeling VTH
1. Eind 2010 is de omgevingsvergunning van kracht, vandaar dat 2011 het nieuwe meet moment wordt.
Jaarstukken 2011
67
Deelprogramma Gebiedsinrichting Wat willen we bereiken? De ontwikkeling van de gemeente is gericht op het zorgen voor een kwalitatief hoogwaardige inrichting van het gemeentelijk grondgebied, rekening houdend met de regionale setting waarvan Houten deel uitmaakt. De gebiedsgerichte opgaven laten zich onderscheiden in drie clusters: Houten stedelijk Houten landelijk Eiland van Schalkwijk Ontwikkeling van Houten, zowel stedelijk als landelijk, vindt plaats onder moeilijke economische omstandigheden. Rol van de gemeente is vooral om optimaal in te spelen op (markt)kansen, gebruik te maken van aanvullende regelgeving (crisis- en herstelwet) en om mogelijkheden en omstandigheden te creëren voor anderen om realisatie van gewenste ontwikkeling te bespoedigen. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Voor het stedelijk gebied streven we naar een afronding van vastgestelde ruimtelijke plannen en planvorming voor nieuwe veranderingslocaties, waarbij de kwalitatieve behoefte een belangrijk uitgangspunt is. Doelstelling 2: Voor het landelijk gebied zetten we in op een vitaal platteland met leefbare kernen. Doelstelling 3: Het groene, open karakter van het Eiland van Schalkwijk willen we duurzaam behouden en versterken, met ruimte voor landbouw, natuur, recreatie, water en cultuurhistorie. Doelstelling 4: Bij de gebiedsinrichting houden we zoveel mogelijk rekening met de functie en positie van Houten binnen de regio en de ontwikkelingen die er in omliggende regiogemeenten gaande zijn. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Voor het stedelijk gebied streven we naar een afronding van vastgestelde ruimtelijke plannen en planvorming voor nieuwe veranderingslocaties, waarbij de kwalitatieve behoefte een belangrijk uitgangspunt is. Effectindicatoren (ontwikkelingen en stand van zaken per deelplan) Doel 1a
Omschrijving Stedelijk/Centrum
1a 1b 1c
Stedelijk/Houten Noord Stedelijk/Houten Zuid
1c 1c
Jaarstukken 2011
Bron Afdeling POW
Deelplan e Centrum 1 fase
Afdeling POW
Centrum De Slinger
Afdeling POW
Stationserf
Afdeling POW
Kruisboog/ Weteringhoek e 3 voorzieningengebied Aantal woningen
Afdeling RBL en POW Afdeling POW
Realisatie in 2011 Afronding herstructurering openbare ruimte fase 1 Keuze ontwikkelscenario Toevoeging woningbouw Start bouw VMBO, start bouw kringloopwinkel Start uitvoering
Voltooid Ja
Totaal geprognosticeerd aantal opgeleverde woningen is 536
Nee
Ja Ja Ja Ja
68
1c
1c
1c
1c
In 2011 zijn in totaal 487 woningen opgeleverd, dit is minder dan geprognosticeerd vanwege economische crisis en daarmee gepaard gaande vertraging in woningbouwplannen en langer doorlooptijden onderhandelingen Afdeling POW Castellum Oplevering 200 woningen oost Zie hierboven Afdeling POW Hofstad IVb Start bouw brede school+woningen Langer tijd nodig gehad voor zorgvuldig planontwikkeling traject samen met toekomstige gebruikers. Tevens langer tijd nodig gehad om kans rijkheid van combinatie scholgebouw en woningbouw te onderzoeken. Bestemmingsplan en bouwaanvraag eerste kwartaal van 2012. Afdeling POW Rietplas Start bouw 18 woningen Bezwaren omwonenden tegen m.n. ecologische omstandigheden Afdeling POW
Loerik VI
Locatieontwikkeling t.b.v. EMC/TMC Planontwikkeling heeft plaatsgevonden samen met toekomstige gebruikers, proefverkaveling is vastgesteld door college, bouw start in 2012
189
Nee
Nee
Nee (deels)
Wat gaan we daarvoor doen? 1.abc Afbouw en herontwikkeling Houten: verkenning, planvorming en regie op realisatie. 1.b Actief in ontwikkeling brengen van veranderlocaties conform kwaliteitsleidraad. 1.c Starten met realisatie van het derde voorzieningengebied in samenwerking met betrokken partijen. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1,2,3
1,2,3
1,2,3
1 1a 1a 1a 1ab
1ab 1b
1c
1c
Omschrijving Onderzoek naar kansen van Crisis- en Herstelwet. Heeft wegens andere prioriteiten, capaciteitsinzet, niet plaatsgevonden. Wel is afspraak daartoe gemaakt tussen afdelingen VTH en POW Ontwikkelen en toepassen van nieuwe manieren van gebiedsontwikkeling. Voor het Eiland van Schalkwijk wordt gewerkt aan een bestuursovereenkomst en protocol, waarbij gezamenlijke gebiedsontwikkeling en facilitering van initiatieven vanuit de markt en vanuit particulieren wordt geregeld. Voor een aantal locaties in Houten-Zuid en Noord is gekeken naar inpassing collectief particulier opdrachtgeverschap met thema duurzaamheid. Een beperkt aantal vrije kavels is in de markt gezet Opstellen bestemmingsplannen t.b.v. ruimtelijke ontwikkeling en beheer. Er is gestart met het project ‘inhaalrace bestemmingsplannen’, waarin tijdige actualisatie is gewaarborgd. Verkenning van programma van eisen en ontwikkelperspectief vernieuwende vormen van wonen, opdrachtgeverschap en duurzaamheid. Keuze Ontwikkelscenario De Slinger voorleggen aan bestuur. Uitvoeringsplan, financieringsplan en plan van aanpak parkeren Oude Dorp opstellen. Verkenning uitvoeren naar vrijkomende veranderlocaties. Resultaten onderzoek Houten-Noord is door college vastgesteld Marktgerichte analyse van de (her)ontwikkelmogelijkheden, fasering en prioritering van nog te ontwikkelen locaties. Is onderdeel van bestuursopdracht Ruimtelijke Agenda en Ranking the projects. Verkenning ontwikkelmogelijkheden Bengelbongerd. Geen onderdeel van resultaten onderzoek Houten-Noord Verkavelingplan en grondexploitatie (GREX) Stenen Poort opstellen. Planontwikkeling is gaande, fasering is noodzakelijk vanwege archeologie in ondergrond, globale grondexploitatie is opgesteld, inclusief bijdrage aan de gebouwexploitatie Sporten werklandschap Meerpaal. e Opstellen definitief verkavelingplan en bestemmingsplan 3 voorzieningengebied. Gefaseerd: proefverkaveling sport deel is vastgesteld, planontwikkeling werk deel is gaande en zal in 2012 worden vastgesteld en heeft prioriteit gekregen t.o.v. het landschappelijke deel. Opstellen bestemmingsplan loopt hiermee gelijk op. Vrije kavels Houten Zuid op de markt brengen.
Jaarstukken 2011
Voltooid Nee
Ja
Nee
Ja Ja Ja Ja Nee
Nee Nee
Nee
Ja
69
Doelstelling 2 Voor het landelijk gebied zetten we in op een vitaal platteland met leefbare kernen. Effectindicatoren (ontwikkelingen en stand van zaken per deelplan) Doel 2
2
Omschrijving Houten Landelijk
Bron Afdeling POW
Deelplan Rondo/Parklandgoed Wulven
Realisatie in 2011 Start uitvoering o.a. door realisatie langzaam verkeersbrug College heeft besloten de brug niet aan te leggen maar in plaats daarvan de toeleidende infrastructuur te verbeteren. Hiermee is gestart. Fietspad Go/No Go beslissing tot Beusichemseweg aanleg
Voltooid Nee
Ja
Wat gaan we daarvoor doen? (Her)ontwikkeling Houten landelijk: verkenning, planvorming en regie op realisatie. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1,2,3 1,2,3 1,2,3 2,3
Omschrijving Onderzoek naar kansen van Crisis- en Herstelwet. Zie bij doelstelling 1 Ontwikkelen en toepassen van nieuwe manieren van gebiedsontwikkeling. Opstellen bestemmingsplannen t.b.v. ruimtelijke ontwikkeling en beheer. Zie bij doelstelling 1 Start herziening bestemmingsplan buitengebied. Is onderdeel van de Inhaalrace bestemmingsplannen en in deze planning meegenomen.
Voltooid Nee Ja Nee Nee
Doelstelling 3 Het groene, open karakter van het Eiland van Schalkwijk willen we duurzaam behouden en versterken, met ruimte voor landbouw, natuur, recreatie, water en cultuurhistorie. Effectindicatoren (ontwikkelingen en stand van zaken per deelplan) Doel 3 3
3
Omschrijving Eiland van Schalkwijk
Bron Afdeling RBL
Deelplan gebiedsontwikkeling
Realisatie in 2011 Vastgestelde structuurvisie Afdeling POW De Groes Realisatie Dorpshuis en e 1 fase woningbouw (33 woningen) Dorpshuis is gerealiseerd, woningbouw niet vanwege stagnerende woningmarkt, wel is e beperkte aantal woningen van 1 fase verkocht. Afdeling RBL Linieland Zie deelprogramma “Landschap & Recreatie“
Voltooid Ja Nee
-
Wat gaan we daarvoor doen? (Her)ontwikkeling Eiland van Schalkwijk d.m.v. integrale gebiedsontwikkeling. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1,2,3 1,2,3 1,2,3 2,3 3
Omschrijving Onderzoek naar kansen van Crisis- en Herstelwet. Zie bij doelstelling 1 Ontwikkelen en toepassen van nieuwe manieren van gebiedsontwikkeling. Opstellen bestemmingsplannen t.b.v. ruimtelijke ontwikkeling en beheer. Zie bij doelstelling 1 Start herziening bestemmingsplan buitengebied. Zie bij doelstelling 2 Opstellen business cases t.bv. realisatie ontwikkeling Eiland van Schalkwijk. Diverse initiatieven zijn vanuit markt en particulieren aan gemeentelijk kernteam
Jaarstukken 2011
Voltooid Nee Ja Nee Nee Ja
70
3 3 3
voorgelegd, waarvan enkele hebben geleid tot het opstellen van een business plan. Verwachting is dat deze in 2012 aan het college worden voorgelegd. Faciliteren en voeren regie over de projecten Linieland. e e Verkavelingsplan en GREX 2 en 3 fase woningbouw Tull. Verkenning (her)ontwikkelingsmogelijkheden ’t Wapen van Schalkwijk.
Ja Ja Ja
Doelstelling 4 Bij de gebiedsinrichting houden we zoveel mogelijk rekening met de functie en positie van Houten binnen de regio en de ontwikkelingen die er in omliggende regiogemeenten gaande zijn. Effectindicatoren Voor doelstelling 4 is geen effectindicator voorhanden. Wat gaan we daarvoor doen? Deelnemen aan regionale samenwerkingsverbanden en -projecten. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 4 4 4
Omschrijving Deelnemen aan samenwerkingsverband Kromme Rijn. Deelnemen aan project- en stuurgroep A12 Centraal. Deelnemen aan sectorale en strategische overleggen BRU en provincie en het behartigen van de Houtense belangen.
Jaarstukken 2011
Voltooid Ja Ja Ja
71
Deelprogramma Klimaat en Milieu(zorg) Wat willen we bereiken? Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Onze bewoners wonen in een schone(re), gezonde(re) en veilige(r) leefomgeving. We willen het aantal inwoners, dat woont in gebieden waar zij mogelijk gezondheidsrisico’s lopen door geluid, trillingen of luchtkwaliteit terugbrengen (gemiddeld met 5% per jaar worden teruggebracht). Doelstelling 2: Een groeiende groep bewoners en bedrijven is zich bewust is van hun invloed op het milieu, natuur en klimaat en dat zij door haar gedrag hierop invloed kan uitoefenen. Het aantal Houtenaren dat zich bewust is dat er daadwerkelijk iets moet veranderen en ook bereid is om het gedrag aan te passen moet jaarlijks toenemen. Een specifieke doelgroep hierin zijn de kinderen in de leeftijd 4-12 jaar. Doelstelling 3: De Houtense samenleving (inwoners en bedrijven) levert een actieve bijdrage aan het klimaatvraagstuk (verminderen broeikasgassen) en de vraag naar fossiele brandstoffen neemt af. Onze ambitie is dat het gemiddelde energiegebruik per huishouden niet verder stijgt, het aandeel groene energie in het energiegebruik stijgt en het aandeel van de lokaal opgewekte energie hierin stijgt. Doelstelling 4: Onze bewoners en bedrijven maken verantwoord gebruik van natuurlijke grondstoffen, met daarbij aandacht voor afvalpreventie, hergebruik van afval/grondstoffen en de (sociale) omstandigheden in de gebieden waar de grondstoffen vandaan komen en waar de afvalstromen heengaan. Dus: beter scheiden en hergebruiken van afval, in het bijzonder plastic en kringloopmaterialen. Ook aandacht voor duurzaam inkopen en kansen voor fair trade producten. Doelstelling 5: Bedrijven voldoen aan de milieunormen. Het aantal bedrijven waar (materiële) overtredingen van de milieuwetgeving worden geconstateerd neemt af (of het aantal klachten over hinder van bedrijven neemt af). Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Onze bewoners wonen in een schone(re), gezonde(re) en veilige(r) leefomgeving. We willen het aantal inwoners, dat woont in gebieden waar zij mogelijk gezondheidsrisico’s lopen door geluid, trillingen of luchtkwaliteit terugbrengen (gemiddeld met 5% per jaar worden teruggebracht). Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
% inwoners, dat aangeeft vaak geluidsoverlast te ondervinden van het verkeer
Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2009
Realisatie 2010
-
8%
Raming 2011
Realisatie 2011
-
-
Wat gaan we daarvoor doen? Bevorderen van leefbaarheid en milieu (schoon, gezond en veilig).
Jaarstukken 2011
72
Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1,2,3, 4,5
1,2,3
1
1
Omschrijving Uitwerking van de ambities in het uitvoeringsprogramma Duurzaamheid 2010-2011. Dit programma kent 5 thema’s en 9 zogenaamde sleutelprojecten, verwoord in een Nota van uitgangspunten. Programma en nota zijn aan de raad aangeboden in september 2010. De raad heeft in 2011 besloten om de gemeentelijke ambities voor geluidshinder te verlagen tot het wettelijk minimum. Wel is aandacht gegeven aan enkele geluidsdossiers langs het spoor, de rondweg en de Koppeling. Samen met ProRail is de trillingsoverlast langs het spoor in beeld gebracht. Zeer hinderlijke trillingssituaties zijn opgelost. In één wijk van vòòr 1985 een wijkbreed energieoptimalisatie project opstarten voor zowel huur- als koopwoningen, waarmee de energieprestatie en het binnenklimaat van de woningen substantieel verbeterd worden. De voorbereiding van het project nam meer tijd in beslag dan verwacht, waardoor de daadwerkelijke start van het project nu voorzien is in het eerste kwartaal van 2012 Bij nieuwbouwplannen in het ontwerp geluid, trillingen en luchtkwaliteit een belangrijke plek geven. Bijvoorbeeld bij gebiedsontwikkeling Hofstad IVb en de Slinger bij ontwerp en inrichting het beperken van geluidshinder een prominente plek geven. Wordt uitgevoerd in alle lopende projecten in de vorm van advisering tijdens planontwikkeling. Omdat realisatie nog niet aan de orde is, heeft vertaling naar concrete maatregelen nog niet plaats gevonden. Aanpak geluidsproblematiek Tolgaarderserf. Er heeft besluitvorming plaatsgevonden over de te nemen maatregelen. Dit is met bewoners gecommuniceerd. Uitvoering vindt plaats in 2012.
Voltooid Nee
Nee
Ja
Ja
Doelstelling 2 Een groeiende groep bewoners en bedrijven is zich bewust is van hun invloed op het milieu, natuur en klimaat en dat zij door haar gedrag hierop invloed kan uitoefenen. Het aantal Houtenaren dat zich bewust is dat er daadwerkelijk iets moet veranderen en ook bereid is om het gedrag aan te passen moet jaarlijks toenemen. Een specifieke doelgroep hierin zijn de kinderen in de leeftijd 4-12 jaar. Effectindicatoren Voor doelstelling 2 is geen effectindicator voorhanden. Wat gaan we daarvoor doen? Bevorderen duurzaamheidbewustzijn en gedragsverandering. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1,2,3, 4,5
1,2,3
2
2
2
Omschrijving Uitwerking van de ambities in het uitvoeringsprogramma Duurzaamheid 2010-2011. Dit programma kent 5 thema’s en 9 zogenaamde sleutelprojecten, verwoord in een Nota van uitgangspunten. Programma en nota zijn aan de raad aangeboden in september 2010. In samenwerking met verschillende maatschappelijke organisaties en particulieren zijn initiatieven ontplooid om burgers en bedrijven meer bewust te maken van de noodzaak of wenselijkheid van verduurzaming. Voorbeelden zijn de projecten Repair Café Houten, ‘Houten onderneemt in 3D’, ‘Hou de warmte binnen’. In één wijk van vòòr 1985 een wijkbreed energieoptimalisatie project opstarten voor zowel huur- als koopwoningen, waarmee de energieprestatie en het binnenklimaat van de woningen substantieel verbeterd worden. Zie bij doelstelling 1 Implementeren van een breed milieucommunicatieplan, waarmee we via diverse media gericht diverse doelgroepen kunnen benaderen en met hen in gesprek kunnen gaan. Gezien de beperkte middelen (capaciteit en geld) is gekozen voor het op bescheiden wijze communiceren en experimenteren met sociale media en is een website Duurzaam Houten ontwikkeld, die in 2012 ‘live’ gaat. Uitbreiding aanbod (buiten)lessen, met o.a. een lespakket over het bos Nieuw Wulven. In samenwerking met Buitenwijs en Eduniek is gewerkt aan uitbreiding, modernisering en professionalisering van het lespakket en de buitenlessen. In 2012 wordt dit proces afgerond. Organiseren van een Klimaattop voor het Houtense bedrijfsleven. In maart heeft ‘Houten onderneemt in 3D’ plaatsgevonden waarbij ca. 60 aanwezige ondernemers en de gemeente met succes de mogelijkheden, ondersteuning en
Jaarstukken 2011
Voltooid Nee
Nee
Nee
Ja
Ja
73
2
2
2
samenwerking op het gebied van duurzaamheid binnen de gemeente Houten zijn verkend. Dit heeft ook al geleid tot vervolgafspraken- en acties. Opzetten van een aantal campagnes om bewoners en bedrijven uit te dagen initiatieven te ontplooien rond leefbaarheid, klimaat, natuur en duurzaamheid. Houten heeft zelf geen campagnes opgezet maar vooral meegelift op een aantal landelijke campagnes zoals ‘Groene Voetstappen’, ‘Nacht van de Nacht’ etc. Samenwerking zoeken met bestaande (bedrijf)netwerken om duurzaamheid meer in de bedrijfsvoering te verwerken. Met de duurzaamheidstop ‘Houten onderneemt in 3D’ is de eerste verkenning gedaan en zijn afspraken gemaakt voor verdere concretisering tussen bedrijven onderling en gemeente en bedrijfsleven. In 2012 vindt verdere uitwerking van die initiatieven/kansen plaats. Verkenning programma van eisen en ontwikkelperspectief vernieuwende vormen van wonen, opdrachtgeverschap en duurzaamheid (beter bekend als initiatief Ecowijk). Met de initiatiefnemers is een intentieovereenkomst getekend. De haalbaarheid van de locaties Stenen Poort en Leebrug II is verkend. Op basis daarvan is de Stenen Poort afgevallen als locatie voor de Ecowijk, en zijn gesprekken en het haalbaarheidsonderzoek over de locatie Leebrug nog gaande.
Nee
Nee
Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2a
Aantal ‘actieve’ bedrijfsnetwerken rond duurzaamheid % Basisscholen dat gebruik (1) maakt van NME lesaanbod % Schoolkinderen dat gebruik maakt van een NME activiteit Aantal buitenschoolse NMEactiviteiten voor kinderen van 4-12 jaar. Aantal uren ingezette vrijwilligers
Afdeling RBL
2b 2c 2d 2e
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
-
Realisatie 2011
2
1
Afdeling RBL 75%
93%
75%
89%
60%
55%
60%
49%
8
8
10
8
-
-
1.650
1.650
Afdeling RBL Afdeling RBL Afdeling RBL
Verklaring voor afwijking Doel 2b/c
Verklaring Dat meer scholen gebruik hebben gemaakt van het NME aanbod is het gevolg van toenemende bekendheid en kwaliteit van de producten. Zo zijn bijvoorbeeld de buitenlessen en ‘natuur in de klas’ als producten toegevoegd. Tegelijkertijd hebben minder kinderen gebruik gemaakt van het aanbod. Dat betekent dat het aantal producten dat per school is afgenomen, is gedaald. Dit heeft te maken met het feit dat lesprogramma’s in scholen overvol zijn en er van jaar tot jaar bewuste keuzes worden gemaakt.
Doelstelling 3 De Houtense samenleving (inwoners en bedrijven) levert een actieve bijdrage aan het klimaatvraagstuk (verminderen broeikasgassen) en de vraag naar fossiele brandstoffen neemt af. Onze ambitie is dat het gemiddelde energiegebruik per huishouden niet verder stijgt, het aandeel groene energie in het energiegebruik stijgt en het aandeel van de lokaal opgewekte energie hierin stijgt. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
3a
% daling van het gemiddeld energieverbruik per huishouden (GJ) % lokaal duurzaam opgewekte energie (wind, zon, etc.).
3b
Jaarstukken 2011
Bron
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
Netbeheerder / AgentschapNL -
-
-
-
-
-
-
1%
AgentschapNL / eigen monitor
74
Verklaring voor afwijking: Doel 3a 3b
Verklaring Er zijn door het CBS of de Netbeheerder nog geen nieuwe gegevens gepubliceerd na 2010. Hierdoor kan nog niet worden aangegeven of er sprake is van een dalende of stijgende trend. Het gemiddelde verbruikt v00r 2010 is voor huishouden 1230 m3 gas en 3800 KWh elektriciteit (bron: CBS) Op basis van een schatting van aanwezige PV-panelen, zonneboilers/collectoren en houtkachels is de schatting dat 1% van de energievraag van huishoudens in Houten duurzaam is opgewekt.
Wat gaan we daarvoor doen? Bevorderen energiebesparing en schone energie. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1,2,3, 4,5
1,2,3
3
3
3
3
Omschrijving Uitwerking van de ambities in het uitvoeringsprogramma Duurzaamheid 2010-2011. Dit programma kent 5 thema’s en 9 zogenaamde sleutelprojecten, verwoord in een Nota van uitgangspunten. Programma en nota zijn aan de raad aangeboden in september 2010. Zie bij doelstelling 1 In één wijk van vòòr 1985 een wijkbreed energieoptimalisatie project opstarten voor zowel huur- als koopwoningen, waarmee de energieprestatie en het binnenklimaat van de woningen substantieel verbeterd worden. Zie bij doelstelling 1 Openen van een energieloket voor bedrijven en huishoudens. Project is door verschuiving van prioriteiten niet gerealiseerd. Inmiddels is er een particulier initiatief dat dit wel wil gaan doen. Stimuleren & ondersteunen van inwoners/bedrijven bij energiebesparingsinitiatieven en investeringen in duurzame energie. Er zijn meerdere particuliere initiatieven door de gemeente ondersteund door advies en publiciteit. De haalbaarheid onderzoeken van en de kansen uitwerken voor een lokaal Houtens Energie bedrijf, dat als katalysator kan dienen voor lokale energie-initiatieven. Inmiddels zijn hiervoor meerdere particuliere initiatieven, dit heeft prioriteit en wordt ondersteund vanuit de gemeente. Uitwerken beleidskaders voor WKO, miniwindturbines en energie uit biomassa. De invoering van nieuwe regelgeving voor WKO is uitgesteld tot 2012 en daarmee ook de uitwerking van een gemeentelijk beleidskader.
Voltooid Nee
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3
Aantal energiebesparingsadviezen voor minima
Afdeling RBL & SoZa
Realisatie 2009
Realisatie 2010 -
147
Raming 2011 150
Realisatie 2011 120
Verklaring voor afwijking: Doel 3
Verklaring Ondanks meerdere oproepen aan de doelgroep (minima) is het niet gelukt om de hele tranche te vullen. Omdat uitvoering verspreid is over de winter 2011/2012 is er nog wel kans dat spijtoptanten zich melden. De zachte winter werkt daarin niet ondersteunend.
Doelstelling 4 Onze bewoners en bedrijven maken verantwoord gebruik van natuurlijke grondstoffen, met daarbij aandacht voor afvalpreventie, hergebruik van afval/grondstoffen en de (sociale) omstandigheden in de gebieden waar de grondstoffen vandaan komen en waar de afvalstromen heengaan. Dus: beter scheiden en hergebruiken van afval, in het bijzonder plastic en kringloopmaterialen. Ook aandacht voor duurzaam inkopen en kansen voor fair trade producten. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
4a
% Gescheiden huishoudelijk afval
Afdeling OW
Jaarstukken 2011
Realisatie 2009 61%
Realisatie 2010 60%
Raming 2011 62%
Realisatie 2011 60% 75
4b
% inwoners, dat tevreden is over de wijze waarop afval wordt ingezameld in de eigen buurt
Leefbaarheidsmonitor/ waar staat je gemeente
-
80%
-
-
Verklaring voor afwijking: Doel 4a
Verklaring Het percentage is gebaseerd op het gewicht van de afvalstromen. Er is een trend zichtbaar dat er minder afval (m.n. papier) wordt geproduceerd. Hierdoor worden de zware fracties in het afval relatief groter. Het effect van plastic inzameling is nauwelijks zichtbaar door het lage gewicht maar heeft een groot volume.
Wat gaan we daarvoor doen? Bevorderen gescheiden afvalinzameling en hergebruik. Bevorderen duurzaam inkopen, waaronder fair trade producten Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1,2,3, 4,5
4 4
4
Omschrijving Uitwerking van de ambities in het uitvoeringsprogramma Duurzaamheid 2010-2011. Dit programma kent 5 thema’s en 9 zogenaamde sleutelprojecten, verwoord in een Nota van uitgangspunten. Programma en nota zijn aan de raad aangeboden in september 2010. Zie bij doelstelling 1 Verbeteren van de gescheiden inzameling van plastic afval door verdubbeling van de inzamelfrequentie (2x per maand). Bouwen van een nieuw kringloopcentrum in 2011, waardoor de omvang van het benutte kringloopgoederen zal toenemen (vanaf medio 2011). Bouw kringloopcentrum is gestart maar nog niet gerealiseerd. Dit gebeurt naar verwachting in juni 2012. Pas vanaf dat moment zal de omvang van benutte kringloopgoederen gaan toenemen Versterken van het aspect duurzaamheid in de uitvoering van het gemeentelijk inkoopbeleid. In meerdere inkooptrajecten heeft duurzaamheid een (belangrijke) rol gespeeld. Het is echter nog steeds geen vanzelfsprekendheid
Voltooid Nee
Ja Nee
Ja
Doelstelling 5 Bedrijven voldoen aan de milieunormen. Het aantal bedrijven waar (materiële) overtredingen van de milieuwetgeving wordt geconstateerd neemt af (of het aantal klachten over hinder van bedrijven neemt af). Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
5a
Bedrijven dat milieuvergunningen op adequaat niveau heeft Naleefpercentage wet- en regelgeving Milieu
Afdeling VTH
5b
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
94%
98%
95%
77%
59%
75%
63%
69%
Afdeling VTH
Verklaring voor afwijking: Doel 5a 5b
Verklaring Een aantal bedrijven zijn niet gerealiseerd zoals recent verleend Als gevolg van de economische crisis, worden de eisen uit de vergunningen minder strikt nageleefd (kosten besparing).
Wat gaan we daarvoor doen? Vergunningen verlenen (indien niet mogelijk weigeren), toezicht uitvoeren op naleving algemene regels en (vergunning)voorschriften. Toepassen van het 3-stappenplan voor handhaving: Bestuurlijke waarschuwing Voornemen dwangsom / bestuursdwang Opleggen dwangsom / bestuursdwang
Jaarstukken 2011
76
Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1,2,3, 4,5
5
Omschrijving Uitwerking van de ambities in het uitvoeringsprogramma Duurzaamheid 2010-2011. Dit programma kent 5 thema’s en 9 zogenaamde sleutelprojecten, verwoord in een Nota van uitgangspunten. Programma en nota zijn aan de raad aangeboden in september 2010. Zie bij doelstelling 1 Controleren op naleving van milieuvergunningen.
Voltooid Nee
Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
5a
Aantal in behandeling genomen (1) aanvragen milieu Aantal controles milieu Aantal bestuurlijke waarschuwingen milieu Aantal voornemens bestuursdwang/dwangsommen milieu Aantal besluiten dwangsom/ bestuursdwang milieu
Afdeling VTH
5b 5c 5d 5e
Afdeling VTH Afdeling VTH
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
229
342
Vervallen 300
Vervallen 292
139
87
110
90
35
24
50
13
14
10
25
12
Afdeling VTH Afdeling VTH
1. Eind 2010 is de omgevingsvergunning van kracht, vandaar dat 2011 het nieuwe meetmoment wordt.
Verklaring voor afwijking: Doel 5c,d, e
Verklaring Bij stap 1 (bestuurlijke waarschuwing) wordt door de overtreder eerder actie ondernomen. De overtreding wordt hierdoor eerder beëindigd. De nieuwe werkwijze (formulier milieucontrole) levert minder aanschrijvingen op en een hoger naleefpercentage.
Jaarstukken 2011
77
Deelprogramma Landschap en recreatie Wat willen we bereiken? Concreet willen we de volgende doelstellingen bereiken: Doelstelling 1: Ecologisch, landschappelijk en recreatief aantrekkelijk, gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig buitengebied. Doelstelling 2: Behoud en ontwikkeling van natuurwaarden. Doelstelling 3: Betere recreatieve ontsluiting van het buitengebied vanuit stedelijk gebied, maar ook binnen het buitengebied zelf en in de stadsrandzone. Doelstelling 4: Verbetering van de toeristisch-recreatieve structuur in de gemeente. Doelstelling 5: Goed geïnformeerde inwoners en andere doelgroepen over mogelijkheden van recreatie en toerisme in Houten. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Ecologisch, landschappelijk en recreatief aantrekkelijk, gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig buitengebied. Effectindicatoren Voor doelstelling 1 is geen effectindicator voorhanden. Wat gaan we daarvoor doen? Verder vormgeven van de landschapsontwikkeling. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1
1
Omschrijving Adviseren/ondersteunen particulieren bij aanleg, herstel en onderhoud landschapselementen. Herstel beplanting omlijsting voormalige tuinen achter kasteel Heemstede groenbeleid, landschappelijke inpassing, afweging natuur belangen. In 2011 wordt een project gestart voor de Lekdijk Project achter kasteel Heemstede is gerealiseerd. Daarnaast is er op meerdere locaties geadviseerd over de aanleg en het onderhoud van landschapselementen. Project Lekdijk wordt niet als gemeentelijk project opgepakt vanwege ontbreken van financiële middelen. Wel worden particuliere initiatieven langs de Lekdijk ondersteund. Uitvoering geven aan diverse projecten Landschapsontwikkelingsplan (LOP) o.a. continueren diverse soortbeschermingactiviteiten (ringslangen, padden, oeverzwaluwen). Samen met Bunnik en Wijk bij Duurstede is het project ‘wegbeplantingen opgepakt en soortbeschermingsprojecten zijn gecontinueerd. In het kader van de gebiedsontwikkeling Sport- en Werklandschap meerpaal is het project ‘compensatie weidevogelgebied’ gestart en heeft al tot afgesloten contract geleid. Dit met als einddoel dat in 2012 op het Eiland van Schalkwijk vervangend weidevogelgebied wordt gerealiseerd.
Jaarstukken 2011
Voltooid Ja
Ja
78
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
Aantal adviesbezoeken aan particuliere grondeigenaren over hoe de landschappelijke kwaliteit verhoogd kan worden Aantal adressen ‘aanplant’ (participatie) projecten LOP*
Afdeling RBL
1 1
Realisatie 2009
Realisatie 2010
56 16 -
50 15 -
Afdeling RBL Afdeling RBL
Raming 2011
Realisatie 2011
60 20 3
59 12 2
Doelstelling 2 Behoud en ontwikkeling van natuurwaarden. Effectindicatoren Voor doelstelling 2 is geen effectindicator voorhanden. Voor doelstelling 1 is geen effectindicator voorhanden. Wat gaan we daarvoor doen? Realiseren van diverse programma’s en projecten ten behoeve van de natuurontwikkeling. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 2
2
Omschrijving Opstellen aanbevelingen hoe biodiversiteit versterkt kan worden. Wel is een platform opgericht met ‘groene’ organisaties binnen Houten. Pas in 2012 worden resultaten bekend van onderzoek naar kansen voor biodiversiteit, op basis daarvan kunnen aanbevelingen worden gedaan. Opstarten van projecten om aspecten van biodiversiteit te verbeteren, in samenwerking met belanghebbenden. Zie hierboven, is afhankelijk van de uitkomsten van genoemd onderzoek
Voltooid Nee
Nee
Doelstelling 3 Betere recreatieve ontsluiting van het buitengebied vanuit stedelijk gebied, maar ook binnen het buitengebied zelf en in de stadsrandzone. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3,4,5
% Inwoners, dat tevreden is over recreatievoorzieningen
Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2009
Realisatie 2010
-
Raming 2011
76%
Realisatie 2011 -
-
Wat gaan we daarvoor doen? Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel Omschrijving 3 Uitwerken van de stadsrand als uitloopgebied. Andere prioriteiten m.b.t. capaciteitsinzet ruimtelijke ontwikkeling.
Voltooid Nee
Doelstelling 4 Verbetering van de toeristisch-recreatieve structuur in de gemeente. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3,4,5
% Inwoners, dat tevreden is over recreatie voorzieningen
Leefbaarheidsmonitor
Jaarstukken 2011
Realisatie 2009 -
Realisatie 2010 76%
Raming 2011
Realisatie 2011 -
-
79
Wat gaan we daarvoor doen? Verbeteren van het recreatief netwerk (m.n. de markering van fiets- en wandelpaden). Stimuleren van het ontstaan van pleisterplaatsen en rustpunten ter ondersteuning van de recreatieve aantrekkelijkheid van het buitengebied. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 4
4 4 4
4
4
Omschrijving Kanoroute Linieland bewerkstelligen. De infrastructurele maatregelen zoals vervangen van duikers door bruggen zijn in uitvoering. Waar dit past binnen de kaders van de recreatievisie faciliteren van marktinitiatieven voor kleinschalige pleisterplaatsen en kleinschalige vormen van verblijfsrecreatie. De gemeente neemt hierin geen eigen initiatieven. In overleg met het Recreatieschap en bewoners wensen en ideeën uitwerken omtrent het gebruik en beheer van de recreatieterreinen langs de Lek. Als onderdeel van Linieland: maken van een ontwerp voor het recreatief transferium A27 (Poort naar het Eiland van Schalkwijk) maken van een ontwerp voor een brug over het ARK bij de Plofsluis wegnemen van barrières voor een kanoroute op het Eiland van Schalkwijk. Renovatie/verbetering van de fietsroutes Elpad en Marckenburgsepad Herontwikkeling van de forten Honswijk en Lunet aan de Snel Herinrichting van Werk aan de Groeneweg (natuur en cultuurhistorie) Er wordt op diverse manieren in diverse fasen gewerkt aan realisering van deze projecten. In samenwerking met het recreatieschap en de Dienst Landelijk Gebied (DLG) via marktconsultatie een recreatieondernemer voor het nieuwe recreatieterrein in Laagraven (Heemstede-Noord) selecteren. Door een heroriëntatie binnen het provinciale project ROdS (Ruimte om de Stad) is er wel een ondernemer geselecteerd maar kon de opdracht nog niet worden geformaliseerd. De verwachting is dat dit in 2012 alsnog gaat gebeuren. Samen met marktpartijen een uitvoeringsprogramma Zakelijk Toerisme opstellen en een subsidie voor de uitwerking van dit uitvoeringsprogramma verkrijgen. Wegens prioritering capaciteitsinzet is beleidsstuk Zakelijk Toerisme weliswaar in voorbereiding- maar nog niet afgerond. Pas daarna kan een uitvoeringsprogramma worden opgesteld.
Voltooid Nee
Ja Ja Nee
Nee
Nee
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
4
Aanleg fietspaden
Afdeling RBL
Realisatie 2009 3.150 m
Realisatie 2010 0m
Raming 2011 2.000 m
Realisatie 2011 0m
Verklaring voor afwijking: Doel 4
Verklaring Het gaat hier om het fietspad Beusichemseweg. Voor grondverwerving is meer tijd nodig dan verwacht, daarom zal realisatie van het fietspad in 2012 plaatsvinden.
Doelstelling 5 Goed geïnformeerde inwoners en andere doelgroepen over mogelijkheden van recreatie en toerisme in Houten. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3,4,5
% Inwoners, dat tevreden is over recreatie voorzieningen
Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2009
Realisatie 2010
-
76%
Raming 2011
Realisatie 2011 -
-
Wat gaan we daarvoor doen? Promotie en informatievoorziening op gebied van recreatie en toerisme.
Jaarstukken 2011
80
Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 5
Omschrijving Centraal informatiepunt met toeristische en recreatieve informatie realiseren. VVV in fietstransferium Centrum is geopend.
Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
5
Informatiepunten recreatie en toerisme
Afdeling RBL
Realisatie 2009
Realisatie 2010
-
-
Raming 2011
Realisatie 2011 2
1
Verklaring voor afwijking: Doel 5
Verklaring In 2011 is de VVV in het fietstransferium Houten Centrum gerealiseerd. Er was ook nog sprake van het realiseren van een klein informatiepunt op het Eiland van Schalkwijk. Echter vanuit het belang van een dekkend netwerk over de Kromme Rijnstreek is de kans groter dat dit punt in Bunnik wordt gerealiseerd.
Jaarstukken 2011
81
Deelprogramma Cultuurhistorie en archeologie Wat willen we bereiken? Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Op deskundige wijze behouden en beschermen van archeologische en cultuurhistorische waardevolle objecten en structuren, waardoor deze een functie blijven vervullen én de kwaliteit van de leefomgeving verhogen. Doelstelling 2: Tastbaar en zichtbaar maken van de ontwikkelingsgeschiedenis van de gemeente. Doelstelling 3: Goede inbedding van cultuurhistorie en archeologie in ruimtelijke planningsprocessen en het koesteren en benutten van de cultuurhistorische en archeologische waarden in de gemeente. Doelstelling 4: Creëren van interesse en draagvlak voor monumentenzorg en kennis over en waardering voor archeologie bij de inwoners van Houten. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Op deskundige wijze behouden en beschermen van archeologische en cultuurhistorische waardevolle objecten en structuren, waardoor deze een functie blijven vervullen én de kwaliteit van de leefomgeving verhogen. Effectindicatoren Voor doelstelling 1 is geen effectindicator voorhanden. Wat gaan we daarvoor doen? Doorontwikkelen van het cultuurhistorisch beleid. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1
1 1
Omschrijving Herzien van de gemeentelijke monumentenlijst. Andere prioriteiten in capaciteit en geld, samen met voorgenomen ombuigingsrichting, hebben geleid tot de conclusie dat deze monumentenlijst voorlopig niet zal worden herzien Aanpassen, waar nodig, van de cultuurhistoriekaart Doorontwikkeling van het beleid ten aanzien van thema’s als historische boerderijen en restauratiesubsidies. Andere prioriteiten in capaciteit en geld, samen met voorgenomen ombuigingsrichting, hebben geleid tot de conclusie dat aan deze indicator geen tijd is besteed.
Voltooid Nee
Ja Nee
Doelstelling 2 Tastbaar en zichtbaar maken van de ontwikkelingsgeschiedenis van de gemeente. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2,3,4 a
Aantal bezoekers van tentoonstellingen in het Oude Station Aantal ontvangen school klassen in het Oude Station
Stichting Archeologie Houten Stichting Arche ologie Houten
2,3,4 b
Jaarstukken 2011
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
2.103
1.202
2.200
1.042
4
18
5
5
82
2,3,4 c
Aantal bezoekers van tentoonstellingen in Dijkmagazijn De Heul
Stichting Archeologie en Historie Schalkwijk en Tull en ‘t Waal
407
325
450
394
Verklaring voor afwijking: Doel 2,3,4 a
Verklaring Er is 1 nieuwe tentoonstelling georganiseerd in 2011 (‘Romeins glas en andere oudheden uit Houtens bodem’) en in het begin van 2011 was er nog de tentoonstelling ‘Wickenburgh door de eeuwen heen’. Er zijn acties ondernomen (folders, poster, website, VVV) om zoveel mogelijk bezoekers te trekken. Desondanks is een totaal aantal bezoekers van 1.042 gerealiseerd.
Wat gaan we daarvoor doen? Doorontwikkelen van het cultuurhistorisch beleid Uitdragen van de TRAP-fietsroute, concretisering in communicatieplan Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 2,4
Omschrijving (1) Verder uitdragen van de TRAP-fietsroute ) (externe communicatie). De essentie van de TRAP-fietsroute is het zichtbaar en beleefbaar maken van het Houtense erfgoed en heeft een hoog recreatief gehalte
Voltooid Ja
Doelstelling 3 Goede inbedding van cultuurhistorie en archeologie in ruimtelijke planningsprocessen en het koesteren en benutten van de cultuurhistorische en archeologische waarden in de gemeente. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2,3,4 a
Aantal bezoekers van tentoonstellingen in het Oude Station Aantal ontvangen schoolklassen in het Oude Station Aantal bezoekers van tentoonstellingen in Dijkmagazijn De Heul
Stichting Archeologie Houten Stichting Archeologie Houten Stichting Archeologie en Historie Schalkwijk en Tull en ’t Waal
2,3,4 b 2,3,4 c
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
2.103
1.202
2.200
1.042
4
18
5
5
407
325
450
394
Verklaring voor afwijking: Doel 2,3,4 a
Verklaring Er is 1 nieuwe tentoonstelling georganiseerd in 2011 (‘Romeins glas en andere oudheden uit Houtens bodem’) en in het begin van 2011 was er nog de tentoonstelling ‘Wickenburgh door de eeuwen heen’. Er zijn acties ondernomen (folders, poster, website, VVV) om zoveel mogelijk bezoekers te trekken. Desondanks is een totaal aantal bezoekers van 1.042 gerealiseerd.
Wat gaan we daarvoor doen? Doorontwikkelen van het cultuurhistorisch beleid Benutten archeologische waarden, concretisering in communicatieplan Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 3 3, 4
Omschrijving Benutten archeologische waarden bij de planontwikkeling in o.a. in het Oude Dorp, Hofstad 4 en het Eiland van Schalkwijk. Waar mogelijk amateurarcheologen inzetten bij voorkomende ruimtelijke ontwikkelingen. De rol van de amateurarcheologen wordt, onder toezicht, meer educatief en publieksgericht.
Jaarstukken 2011
Voltooid Ja Ja
83
Doelstelling 4 Creëren van interesse en draagvlak voor monumentenzorg en kennis over en waardering voor archeologie bij de inwoners van Houten. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2,3,4 a
Aantal bezoekers van tentoonstellingen in het Oude Station Aantal ontvangen schoolklassen in het Oude Station Aantal bezoekers van tentoonstellingen in Dijkmagazijn De Heul
Stichting Archeologie Houten Stichting Archeologie Houten St. Archeologie en Historie Schalkwijk en Tull en ‘t Waal Leefbaarheidsmonitor
2,3,4 b 2,3,4 c 4d
% Houtenaren, dat de Open Monumentendag bezoekt
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
2.103
1.202
2.200
1.042
4
18
5
5
407
325
450
394
2.103
1.202
-
-
Verklaring voor afwijking: Doel 2,3,4 a
Verklaring Er is 1 nieuwe tentoonstelling georganiseerd in 2011 (‘Romeins glas en andere oudheden uit Houtens bodem’) en in het begin van 2011 was er nog de tentoonstelling ‘Wickenburgh door de eeuwen heen’. Er zijn acties ondernomen (folders, poster, website, VVV) om zoveel mogelijk bezoekers te trekken. Desondanks is een totaal aantal bezoekers van 1.042 gerealiseerd.
Wat gaan we daarvoor doen? Doorontwikkelen van het cultuurhistorisch beleid Uitdragen van de TRAP-fietsroute, concretisering in communicatieplan Benutten archeologische waarden, concretisering in communicatieplan Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 2,4 3,4 4 4
Omschrijving Verder uitdragen van de TRAP-fietsroute (externe communicatie). De essentie van de TRAP-fietsroute is het zichtbaar en beleefbaar maken van het Houtense erfgoed en heeft een hoog recreatief gehalte Waar mogelijk amateurarcheologen inzetten bij voorkomende ruimtelijke ontwikkelingen. De rol van de amateurarcheologen wordt, onder toezicht, meer educatief en publieksgericht. Zichtbaarder maken archeologie en draagvlak verbreden. Opstellen van een communicatieplan voor de cultuurhistorie. Andere prioriteiten in capaciteit en geld, samen met voorgenomen ombuigingsrichting, hebben geleid tot de conclusie dat aan deze indicator geen tijd is besteed.
Voltooid Ja Ja Ja Nee
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
4
Externe communicatie TRAP-project (websites, krantenartikelen en dergelijke) % Inwoners, dat vindt dat de gemeente Houten zich inzet de geschiedenis van Houten (zichtbaar) te behouden
Afdeling RBL
4
Jaarstukken 2011
Realisatie 2009
Realisatie 2010
4
5
-
64%
Raming 2011
Raming 2011
4
4
Leefbaarheidsmonitor -
84
Verschillenanalyse Duurzaam Programma 2: Duurzaam
Deelprogramma's 21 22 23 24 25 26 27
Woningen Commerciele voorzieningen en horeca Leefomgeving Gebiedsinrichting Milieuzorg Landschap en recreatie Cultuurhistorie en archeologie Programmabrede kosten
21 22 23 24 25 26 27
Rekening
Begroting
Begroting na wijziging
2010
2011
2011
1.485.719 391.901 11.297.544 25.067.571 6.629.506 436.165 761.112 1.015.118
1.564.556 348.937 10.171.586 39.826.361 5.401.975 343.110 948.496
Rekening 2011
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2011
1.568.422 334.063 9.169.277 39.866.274 5.587.758 339.326 972.006
1.565.065 321.663 9.463.932 27.686.996 5.486.507 325.215 981.177
3.357 12.400 -294.655 12.179.278 101.251 14.111 -9.171
637.556
873.550
-235.994
108.438-
Totaal lasten
47.084.636
58.496.583
58.474.682
46.704.105
11.770.577
Woningen Commerciele voorzieningen en horeca Leefomgeving Gebiedsinrichting Milieuzorg Landschap en recreatie Cultuurhistorie en archeologie Programmabrede kosten
1.039.856 226.548 3.953.126 22.451.910 5.256.234 96.644 226.805 522.209
991.525 199.483 2.703.190 38.482.915 4.118.018 100.438 296.164
1.002.014 202.783 2.830.975 38.006.072 4.282.554 100.438 296.164 48.179
1.002.168 235.694 3.459.731 25.589.439 4.335.179 96.913 333.950 33.919
154 32.911 628.756 -12.416.633 52.625 -3.526 37.786 -14.260
Totaal baten
33.773.332
46.891.733
46.769.179
35.086.993
-11.682.186
-13.311.304
-11.604.850
-11.705.503
-11.617.112
88.391
Saldo programma 2
Deelprogramma Leefomgeving Het deelprogramma heeft een positief saldo van € 334.101 en wordt veroorzaakt door: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Producten Straatreiniging Groenvoorzieningen Verlichting Begraafplaatsen Straatmeubilair Saldo diverse overige producten TOTAAL
€ € € € € € €
Lasten 30.814 37.554 36.718 508.308 41.529 67.038 294.655 SALDO
V V V N V V N
€ € € € € € €
Baten 0 29.883 16.096 520.308 1.546 60.923 628.756
€
334.101 V
V V V V V V
Straatreiniging Het voordeel op de lasten van dit product wordt veroorzaakt doordat de bakken waarin het veegvuil wordt gestort zijn aangepast, zodat water eruit lekt en dus minder aantal tonnen veegvuil hoeft te worden afgevoerd. Groenvoorzieningen Bij het product groenvoorzieningen wordt het voordeel op de lasten hoofdzakelijk veroorzaakt door enerzijds besparingen op de kosten voor personele inzet om het beheerssysteem te muteren. Met het oog op de overschakeling in 2012 op een geheel nieuw beheerssysteem zijn er geen wijzigingen en/of uitbreidingen op het systeem ingekocht. Anderzijds is vooruitlopend op de ombuigingen in 2012 bij de uitvoering van een aantal groenbestekken uitgegaan van een lager kwaliteitsniveau en is het bestek
Jaarstukken 2011
85
minimaal uitgevoerd. Daarnaast is op verschillende locaties werk voor derden “meegenomen” waarvoor een onkostenvergoeding is ontvangen Verlichting Het voordeel op de lasten van dit product wordt veroorzaakt doordat door vertraging van een aantal projecten het geraamde budget voor onderhoud niet wordt benut in 2011. Daarnaast is er vooruitlopend op de ombuigingen in 2012 heel kritisch omgegaan met nieuwe projecten en investeringen. Alleen schade en noodzakelijke werkzaamheden in verband met veiligheid en functionaliteit zijn uitgevoerd. Anderzijds wordt het voordeel op de baten veroorzaakt door een meeropbrengst vanuit de lichtmastreclames. In 2011 liep het aantal contracten weliswaar verder terug, maar er waren gemiddeld genomen toch meer contracten in 2011 dan waarmee in de begroting rekening was gehouden. Begraafplaatsen Zowel het nadeel op de lasten van dit product als het voordeel op de baten van dit product wordt veroorzaakt door vooruitontvangen grafrechten die al een aantal jaren op de balans stonden. In 2011 zijn de inkomsten uiteindelijk in de exploitatie verantwoord. Dit was niet begroot, waardoor de baten een voordeel opleveren. Deze grafrechten zijn vervolgens gestort in de voorziening Egalisatie graf- en lijkbezorgingsrechten ter dekking van de kosten voor de bijbehorende meerjarige contractverplichtingen. Ook deze storting in de voorziening was niet begroot, waardoor de lasten een nadeel laten zien. Per saldo is dit neutraal verwerkt. Straatmeubilair Het voordeel op de lasten wordt veroorzaakt doordat er vooruitlopend op de ombuigingen in 2012 heel kritisch omgegaan is met nieuwe projecten en investeringen. Alleen schade en noodzakelijke werkzaamheden in verband met veiligheid en functionaliteit zijn uitgevoerd. Saldo diverse overige producten De genoemde afwijkingen op de lasten en de baten zijn samengesteld uit een groot aantal kleine afwijkingen die niet nader worden toegelicht.
Deelprogramma Gebiedsinrichting Het deelprogramma heeft een negatief saldo van € 237.355 en wordt veroorzaakt door: Producten 1. Ontwikkelingsvisie macroniveau 2. Ontwikkelingsvisie mesoniveau 3. Toetsing en toezicht microniveau TOTAAL
€ € € €
Lasten 12.130.748 48.713 183 12.179.278 SALDO
V V N V
Baten € 12.130.748 N € 2.353 V € 288.238 N € 12.416.633 N €
237.355 N
Ontwikkelingsvisie macroniveau In de begroting en de jaarstukken wordt het resultaat uit de grondexploitatie budgetneutraal opgenomen. De lagere baten zijn het gevolg van door de economische crisis veroorzaakte lagere opbrengst grondverkoop ten behoeve van zowel woningbouw als bedrijfsterreinen. Hierdoor zijn er aan de lastenkant ook minder kosten gemaakt bijvoorbeeld op het gebied van woonrijp maken. Ontwikkelingsvisie mesoniveau Het voordeel op de lasten van dit product wordt veroorzaakt door lagere uitgaven ten behoeve van bestemmingsplannen. Een deel van het budget bestemmingsplannen in 2011 was gereserveerd voor het project actualisatie bestemmingsplannen. Mede door het verkrijgen van draagvlak binnen de organisatie gezien het belang van diverse afdelingen (basis op orde), de omvang van het project (herziening 12 bestemmingsplannen) en de aanbestedingsprocedure (meervoudig onderhands met 8 bureaus) is de opdrachtverlening van het project alsmede betaling van een deel van de werkzaamheden niet gelukt in 2011, maar zal in 2012 plaatsvinden. Daarom wordt voorgesteld het niet uitgegeven budget over te hevelen via een resultaatbestemming..
Jaarstukken 2011
86
Toetsing en toezicht microniveau Het nadeel op de baten van dit product wordt veroorzaakt door lagere bouwleges. Ten opzicht van de prognose voor de tweede bestuursrapportage is opnieuw een neerwaartse tendens te zien met betrekking tot de gerealiseerde legesopbrengsten. Voor een deel is dit het gevolg van vertraging in planprocedures voor een aantal concrete plannen (woningen Jonkheer Ramweg, schoolwoningen Leebrug), voor een deel plannen die zijn uitgesteld of afgesteld (Meerpaal, Kruisboog). Daarbij is sprake van een verdere terugval van het aantal grote bouwaanvragen bij een gelijkblijvend aantal kleine aanvragen (bouwsom tot 100.000). Als gevolg hiervan komen minder legesinkomsten binnen.
Deelprogramma Klimaat en Milieu(zorg) Het deelprogramma heeft een voordelig saldo van € 153.876 en wordt veroorzaakt door: Producten 1. Afvalinzameling 2. Energie 3. Saldo diverse overige producten TOTAAL
€ € € €
Lasten 50.193 134.290 17.154 101.251
N V V V
SALDO
€ € € €
Baten 50.193 V 0 2432 V 52.625 V
€
153.876 V
Afvalinzameling Door ruim hogere opbrengsten voor papier en ijzer dan in de begroting was voorzien heeft dit geleid tot een extra voordeel van € 50.000. Deze hogere opbrengsten zijn veroorzaakt door hogere marktprijzen voor ijzer en papier onder andere doordat door de economische crisis afval als grondstof interessanter is geworden omdat hergebruik wordt gestimuleerd. Conform afspraken m.b.t. de afvalstoffenheffing worden over- en onderschrijdingen via de voorziening “Egalisatie tarieven afvalstoffenheffing” in de afvaltarieven meegenomen. Het voordeel op de inkomsten leidde tot een navenant nadeel bij de lasten en het effect is daarmee neutraal. Bij de vaststelling van de afvalstoffentarieven 2013 kán dit voordeel mogelijk tot uitdrukking komen in de vorm van een lager tarief. Energie Het voordeel op de lasten van dit product heeft 2 oorzaken. Enerzijds betreft het SLOK-gelden van de SLOK regeling 2009-2012 (circa € 80.000) die ten behoeve van het project Energiesprong in 2012 besteed zullen worden. De voorbereiding voor het project Energiesprong heeft meer tijd gekost dat was voorzien, waardoor de uitgaven pas in 2012 zullen plaats vinden. Daarnaast was als onderdeel van het uitvoeringsprogramma 2011 voorzien dat er een monitorssysteem zou. Door gebrek aan toegang tot de belangrijkste brongegevens en capaciteit wordt het project doorgeschoven naar 2012. Het voordeel dat hierdoor ontstaat is circa € 50.000. Voor beide onderwerpen wordt een resultaatbestemming voorgesteld.
Deelprogramma Programmabrede kosten programma Duurzaam Het deelprogramma heeft een nadelig saldo van € 250.254 en wordt veroorzaakt door: Producten 1. Programmabrede kosten 2. Mutaties reserves TOTAAL
€ € €
Lasten 210.017 N 25.977 N 235.994 N SALDO
€ €
Baten 0 14.260 N 14.260 N 250.254 N
Het nadeel op de lasten van de programmabrede kosten van programma Duurzaam ad € 250.254 wordt in hoofdlijnen veroorzaakt door de volgende afwijking: Gemeentebrede salarislasten en inhuur derden Bij verschillende afdelingen die vallen onder programma Duurzaam is sprake van een afwijking die voor het grootste gedeelte betrekking heeft op de salarissen en inhuur. Dit effect is onderdeel van de analyse van de gemeentebrede salarislasten en inhuur derden in de paragraaf bedrijfsvoering en wordt daarom niet op deze plaats nader toegelicht. Jaarstukken 2011
87
Jaarstukken 2011
88
Programma Bereikbaar
Jaarstukken 2011
89
Programma Bereikbaar Omschrijving programma Het programma Bereikbaar richt zich op het in stand houden en verbeteren van de infrastructuur ten behoeve van de bereikbaarheid van Houten. De toenemende mobiliteit maakt het noodzakelijk extra te investeren in bereikbaarheid. Daarbij gaat het zowel om de bereikbaarheid van Houten van buitenaf, als om die vanuit Houten naar de regio Utrecht en omstreken. Omdat de bereikbaarheid van de gemeente voor een belangrijk deel wordt bepaald door externe infrastructuurbeheerders, is overleg met deze partners - om de gemeentelijke belangen onder de aandacht te houden - van strategisch belang. Aandachtspunt is de balans tussen optimale mobiliteit met hoog comfort en eventuele negatieve effecten op leefbaarheid, duurzaamheid en verkeersveiligheid. Belangrijke projecten van dit programma in 2011 zijn: aanleg fietsstraten, opening van het fietstransferium en het project Salto A12. Relevante beleidskaders Strategische visie Houten 2015 Ruimtelijke visie 2015 Collegeprogramma 2010-2014 ‘Houten werkt!’ Openbaar vervoer visie Actieprogramma ‘Houten demarreert’ Verkeersveiligheidsplan 2006-2010 Beheerplan openbare ruimte (BOR) 2004-2010 Verlengde horizon BOR 2007-2040 Regionaal Verkeers- en Vervoerplan Bestuur Regio Utrecht (BRU) Visie Oude Dorp ‘Een warm hart voor Houten’ Deelprogramma’s Het programma bestaat uit de volgende deelprogramma’s: Autoverkeer Fietsverkeer Openbaar vervoer Programmabrede kosten
Jaarstukken 2011
90
Deelprogramma Autoverkeer Wat willen we bereiken? We willen een weginfrastructuur met bijbehorende voorzieningen, die qua functionaliteit en kwaliteit voorziet in de behoefte van de autogebruikers en goederenvervoer, met oog voor de leefbaarheid in de gemeente Houten. De doorstroming op de Rondweg willen we bevorderen om het toegenomen autoverkeer op te vangen en tegelijkertijd de reistijd niet te veel laten afwijken t.o.v. huidige situatie. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Een weginfrastructuur met bijhorende voorzieningen die voorziet in de behoefte van gebruikers. Doelstelling 2: Tevredenheid van inwoners over de parkeergelegenheid in hun buurt én in het centrum. Doelstelling 3: - Geringe afname, t.o.v. 2010, van de reistijd op de ontsluitingswegen en de Rondweg van Houten. - Verbetering van de aansluiting op het rijkswegennet. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Een weginfrastructuur met bijhorende voorzieningen die voorziet in de behoefte van gebruikers. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
% Inwoners, dat tevreden is over het onderhoud . van straten in de eigen buurt
Leefbaarheidsmonitor/ waar staat je gemeente
Realisatie 2009
Realisatie 2010
-
Raming 2011
71%
Realisatie 2011
-
-
Wat gaan we daarvoor doen? Uitvoeren van klein en groot onderhoud aan verhardingen, reconstructie werkzaamheden en civieltechnische kunstwerken. Toepassen en handhaven regime blauwe zone en voetgangersgebied centrum. Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
Groot onderhoud 2 a. m groot onderhoud elementenverharding 2 b. m groot onderhoud asfaltverharding c. Aantal reconstructie werkzaamheden d. Aantal groot onderhoud projecten civieltechnische kunstwerken. Aantal verleende ontheffingen blauwe zone
Afdeling OW
1,2
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
a. 4.100
a. 3.800
a. 5.000
a. 5.500
b. 16.000
b. 7.000
b. 20.000
b.
0
c.
1
c.
0
c.
1
c.
1
d.
4
d.
3
d.
3
d.
4
Afdeling Publiekszaken
850
337
550
408
Verklaring voor afwijking: Doel 1b.
Verklaring Project Rondweg Zuidwest uitgesteld, uitvoering 2012
Jaarstukken 2011
91
Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1
Omschrijving Groot onderhoud en reconstructiewerkzaamheden voorbereiden en uitvoeren volgens de planning en methodiek van “BOR Verlengde Horizon”. Eind 2010 zullen concrete projecten worden voorgelegd aan het college ter besluitvorming. In de 1-e BERAP 2011 zullen deze projecten worden gespecificeerd.
Voltooid Ja
Doelstelling 2 Tevredenheid van inwoners over de parkeergelegenheid in hun buurt én in het centrum. Effectindicatoren Doel 2
2
Omschrijving
Bron
% Inwoners, dat parkeeroverlast ervaart in de buurt % inwoners, dat tevreden is over de parkeermogelijkheden in de gemeente
Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2009
Leefbaarheidsmonitor/ waar staat je gemeente
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
-
21%
-
-
-
58%
-
-
Wat gaan we daarvoor doen? Toepassen en handhaven regime blauwe zone en voetgangersgebied centrum. Belangrijkste parkeerknelpunten aanpakken. Monitoren effecten parkeerregulering in het Centrum. Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1,2
Aantal verleende ontheffingen blauwe zone Aantal gerealiseerde parkeerplaatsen in het Centrum
Afdeling Publiekszaken Parkeerbalans telling
2
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
850
337
550
408
0
0
0
0
Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 2 2
2
Omschrijving Parkeren centrum: aan de hand van het monitoren van de parkeerregulering wordt het regiem eventueel bijgesteld Parkeerknelpunten worden geanalyseerd, o.a. door parkeertellingen, waarna een plan van aanpak wordt opgesteld (fysieke problemen oplossen en/of gedragsproblemen aanpakken). Er zijn geen grote knelpunten geconstateerd Handhavingacties parkeeroverlast uitvoeren door waarschuwingen uit te delen en bij herhaling bekeuren.
Voltooid Ja Nee
Ja
Doelstelling 3 - Geringe afname, t.o.v. 2010, van de reistijd op de ontsluitingswegen en de Rondweg van Houten. - Verbetering van de aansluiting op het rijkswegennet. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3
Reistijd in de spits vanaf het Centrum naar de A27
3
% tevreden over bereikbaarheid van de buurt met de auto
Rapportage Utrecht onderweg Leefbaarheidsmonitor/
Jaarstukken 2011
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
-
NNB
9 min
NNB
-
88%
-
-
92
Wat gaan we daarvoor doen? Stimuleren van het gedeeld autogebruik. Activiteiten gericht op betere doorstroming van de Rondweg. Bevorderen van een aansluiting op de A12. Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3
Aantal openbare parkeer plaatsen aangewezen voor deelautogebruik
Verkeersbesluiten
Realisatie 2009 13
Realisatie 2010
Raming 2011
17
Realisatie 2011
20
16
Verklaring voor afwijking: Doel 3
Verklaring Er is een aantal deelauto parkeerplaatsen gewijzigd i.v.m. andere beheerders van de deelauto
Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 3
Omschrijving Druk op de provincie en regionale partijen houden door intensieve bemoeiing met de planvorming.
Jaarstukken 2011
Voltooid Ja
93
Deelprogramma Fietsverkeer Wat willen we bereiken? Houten is een fietsstad. De unieke stedenbouwkundige structuur koppelt een hoog fietsgebruik aan goede bereikbaarheid voor het autoverkeer en een hoge verkeersveiligheid. De gemeente Houten wil graag de koppositie van fietsvriendelijke steden blijven handhaven en zich bovendien blijven positioneren als fietsstad van Nederland, ook internationaal. Hiervoor is het noodzakelijk om te blijven investeren in fietsvoorzieningen. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Houten blijft fietsstad van Nederland. a. Toename van het fietsgebruik in de kern van Houten en naar omliggende kernen. b. Tevredenheid inwoners over fietsnetwerk in Houten handhaven op het bestaande, hoge niveau. Doelstelling 2: Bereikbaarheid voor fietsverkeer, voetgangers en overig verkeer op plekken met grote bouwactiviteiten (centrum, spoorzone, Castellum) waarborgen. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Houten blijft fietsstad van Nederland. a. Toename van het fietsgebruik in de kern van Houten en naar omliggende kernen. b. Tevredenheid inwoners over fietsnetwerk in Houten handhaven op het bestaande, hoge niveau. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1a
Aantallen gefaciliteerde groepsbezoeken uit binnenen buitenland % Inwoners, dat minimaal enkele keren per week de fiets gebruikt Bezettingsgraad fietsenstallingen in centrum Aantal gestalde fietsen in bewaakte fietsenstalling parkeerboerderij / (1) fietstransferium centrum % Inwoners, dat tevreden is over fietsnetwerk in en buiten Houten % Inwoners dat tevreden is over het onderhoud van fietspaden in de eigen buurt.
BCJ
1b 1c 1d
1e 1f
1g
1h
% Inwoners, dat tevreden is over stallingmogelijkheden fiets bij scholen en sportvoorzieningen Rapportcijfer van gebruikers voor bewaakte fietsenstalling parkeerboerderij / fietstransferium centrum
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
22
26
30
26
-
74%
-
-
75%
100%
75%
75%
Ca 500 per dag
Ca 500 per dag
Ca 3.000 per dag
Ca 2500 per dag
93%/81%
-
-
Leefbaarheidsmonitor Exploitatiegege vens beheerder Meetgegevens gemeente en exploitant Leefbaarheidsmonitor Leefbaarheidsmonitor/ waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor
-
76%
-
60%
-
-
-
8
-
Meetgegevens gemeente en exploitant -
1. Door de verbouw van Houten Centrum gaat de bewaakte stationsstalling over in een stalling onder toezicht voor alle reizigers in het Fietstransferium. Vanaf 2012 worden ook de cijfers voor Castellum opgenomen.
Jaarstukken 2011
94
Wat gaan we daarvoor doen? Infrastructurele (onderhouds)werkzaamheden: groot onderhoud fietsroutes en fietspaden Elpad en Marckenburgsepad, realisatie van twee fietsstraten en een fietstunnel, uitvoeren fietsroutes naar omliggende kernen, verbetering van stallingen bij voorzieningen. Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1a
Aantal gerealiseerde fietsstraten Aantal km aangelegde fietsroutes a. Aantal km groot onderhoud aan fietsroutes b. Vervangen brugdekken Aantal campagnes voor bevordering fietsgebruik
Afdeling OW
1b 1c 1d
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
4
2
2
2
3.15
0
2
4,8
0.3 2
0.4 2
0 2
0,4 2
2
3
3
3
Afdeling OW Afdeling OW a. b. Afdeling BCJ
Verklaring voor afwijking: Doel 1b 1c
Verklaring Tijdens projecten is het onderhoud fietsroutes meengenomen Aanleg fietsroutes linieland was gedeeltelijk niet in de raming opgenomen
Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1 1 1
1 1 1 1
Omschrijving Uitvoering fietstunnel De Staart tussen de Houtense Wetering en bedrijfsterrein Rondeel. Uitvoering is uitgesteld naar 2012. Voorbereiding van een fietspad op de Beusichemseweg. Uitvoering is uitgesteld naar 2012. Voorbereiden van maatregelen in het kader van Fiets File Vrij naar Nieuwegein/Papendorp en Bunnik/Uithof/De Bilt. Begin 2012 wordt in Bunnik uitgevoerd. Meewerken aan een fietsverbinding Werkhoven-Houten (Oostrumsdijkje). Eigendom nog niet geheel verworven . Groot onderhoud op diverse fietsroutes buiten de Rondweg. Opening van de fietstransferia in Houten Centrum en Houten Castellum. Continueren van het gratis bewaakt fietsstallen in het Centrum.
Voltooid Nee Nee Ja
Ja Ja Ja Ja
Doelstelling 2 Bereikbaarheid voor fietsverkeer, voetgangers en overig verkeer op plekken met grote bouwactiviteiten (centrum, spoorzone, Castellum) waarborgen. Effectindicatoren Voor doelstelling 2 is geen effectindicator voorhanden. Wat gaan we daarvoor doen? BLVC-regime (B.L.V.C. = Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid, Communicatie) (vergunningen, overleg en toezicht) actief toepassen zodat m.n. bereikbaarheid en veiligheid in het centrum wordt gewaarborgd. Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2
Aantal verwijderde weesfietsen
Afdeling OW
Realisatie 2009 148
Realisatie 2010 10
Raming 2011
Realisatie 2011
50
151
Verklaring voor afwijking: Doel 2
Verklaring Rondom de opening van de fietstransferia in het centrum en in Castellum zijn er een aantal extra weesfietsenacties georganiseerd die leidden tot meer verwijderde weesfietsen
Jaarstukken 2011
95
Deelprogramma Openbaar vervoer Wat willen we bereiken? Om een alternatief te bieden voor gebruik van de auto is het van belang dat we de sterke positie van het openbaar vervoer behouden en verder intensiveren. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Grotere tevredenheid van de inwoners over het openbaar vervoer in Houten en naar omliggende kernen en in het bijzonder een grotere tevredenheid van de inwoners van de kleine kernen. Doelstelling 2: Groter gebruik van het openbaar vervoer in Houten en naar omliggende kernen. Doelstelling 3: Grotere tevredenheid van de gebruikers over de Regiotaxi.
Doelstelling 1 Grotere tevredenheid van de inwoners over het openbaar vervoer in Houten en naar omliggende kernen en in het bijzonder een grotere tevredenheid van de inwoners van de kleine kernen. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
% Inwoners, dat tevreden is over busvervoer naar (1) plaatsen buiten Houten a. totaal b. kleine kernen % Inwoners, dat tevreden is over busvervoer in Houten a. totaal b. kleine kernen
Leefbaarheidsmonitor
1
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
-
a. 39% b. 20%
-
-
-
a. 40% b. 32%
-
-
Leefbaarheidsmonitor
1. Het gemiddelde in Nederland ligt op 31% [2008].
Wat gaan we daarvoor doen? Overleg met concessieverlener en (beoogt) vervoerder busvervoer. Monitoren serviceniveau kleine kernen. Verhogen toegankelijkheid busvervoer. Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1,2
% Huishoudens, dat binnen 500m van een bushalte ligt Aantal gerealiseerde toegankelijke bushaltes
Afdeling RBL
1,2
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
60%
59%
59%
59%
0
0
2
31
Afdeling OW
Verklaring voor afwijking: Doel 1
Verklaring I.v.m. BRU subsidie project zijn er 31 bestaande bushaltes toegankelijk gemaakt voor rolstoel en mindervalide
Jaarstukken 2011
96
Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1,2 1,2
1,2 1,2
Omschrijving Bij de aanpassing van het vervoersplan worden wensen vanuit Houten nadrukkelijk onder de aandacht gebracht bij de concessieverlener en zo mogelijk, door middel van de op te stellen OV-visie, kwantitatief onderbouwd. In de op te stellen OV-visie worden voorstellen ontwikkeld om het lijnennet aan te passen gericht op de realisatie van Castellum. Toezegging ontvangen Om de toegankelijkheid van het busvervoer te verbeteren worden busperrons verbreed en opgehoogd. De toegankelijkheid van de route naar de bushaltes wordt waar mogelijk verbeterd. Intensief en constructief in overleg met BRU en buurgemeenten over de voor Houten belangrijke dossiers met betrekking tot bereikbaarheid.
Voltooid Ja Ja
Ja Ja
Doelstelling 2 Groter gebruik van het openbaar vervoer in Houten en naar omliggende kernen. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2
Aantal in- en uitstappers trein per dag (beide stations)
NS Reizigers
Realisatie 2009 10.383
Realisatie 2010
Raming 2011
NNB
Realisatie 2011
12.000
10.450
Wat gaan we daarvoor doen? Overleg met concessieverlener en (beoogt) vervoerder busvervoer. Monitoren serviceniveau kleine kernen. Verhogen toegankelijkheid busvervoer. (Gelegenheids)reizigers beter informeren over mogelijkheden van openbaar vervoer Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1,2
% Huishoudens, dat binnen 500m van een bushalte ligt Aantal gerealiseerde toegankelijke bushaltes
Afdeling RBL
1,2
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
60%
59%
59%
59%
0
0
2
31
Afdeling OW
Verklaring voor afwijking: Doel 2
Verklaring Met Bru subsidie project zijn er 31 bestaande bushaltes toegankelijk gemaakt voor rolstoel en mindervalide. (aantal ingevuld onder doelstelling 1, blad 1) Plan voor nieuw busstation is vastgesteld.
Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1,2 1,2
1,2 1,2 2
Omschrijving Bij de aanpassing van het vervoersplan worden wensen vanuit Houten nadrukkelijk onder de aandacht gebracht bij de concessieverlener en zo mogelijk, door middel van de op te stellen OV-visie, kwantitatief onderbouwd. In de op te stellen OV-visie worden voorstellen ontwikkeld om het lijnennet aan te passen gericht op de realisatie van Castellum. Toezegging ontvangen Om de toegankelijkheid van het busvervoer te verbeteren worden busperrons verbreed en opgehoogd. De toegankelijkheid van de route naar de bushaltes wordt waar mogelijk verbeterd. Intensief en constructief in overleg met BRU en buurgemeenten over de voor Houten belangrijke dossiers met betrekking tot bereikbaarheid. Campagne gericht op niet dagelijkse gebruiker van openbaar vervoer laten uitvoeren. i.v.m. problemen met overstap op Koppeldijk is afgezien van campagne
Jaarstukken 2011
Voltooid Ja Ja
Ja Ja Nee
97
Doelstelling 3 Grotere tevredenheid van de gebruikers over de Regiotaxi. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3
Klantwaardering Regiotaxi
3
Aantal klachten over de Regiotaxi
Klanttevredenheidsonderzoek (1) BRU BRU
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
7,5
7.6
7,7
NNB
95
39
40
6
1. BRU = Bestuur Regio Utrecht.
Wat gaan we daarvoor doen? Onderzoeken op welke wijze de tevredenheid over Regiotaxi verhoogd kan worden. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 3
Omschrijving In de op te stellen OV-visie worden voorstellen ontwikkeld om het gat tussen regiotaxi en busvervoer te dichten. `Pilot wordt waarschijnlijk in 2012 uitgevoerd.
Jaarstukken 2011
Voltooid Ja
98
Verschillenanalyse Bereikbaar Programma 3: Bereikbaar Verschil begroting na wijziging vs rekening 2011
Rekening
Begroting
Begroting na wijziging
Deelprogramma's
2010
2011
2011
2011
31 32 33 34
152.108 4.648.036 1.139.357 79.386
194.542 4.255.346 203.344 83.243
135.064 4.594.387 361.947 145.759
131.679 3.151.208 251.996 136.298
3.385 1.443.179 109.951 9.461
280.000
45.000
50.000-
50.000-
0
Totaal lasten
6.298.887
4.781.475
5.187.157
3.621.181
1.565.976
Verkeersbeleid Autoverkeer Fietsverkeer Openbaar vervoer Programma brede kosten
2.863 737.204 1.274.424 125 444.884
641 1.371.363
2.322 1.020.717 185.856 909.750
3.149 615.801 116.842 48 26.770
827 -404.916 -69.014 48 -882.980
Totaal baten
2.459.500
1.372.004
2.118.645
762.610
-1.356.035
-3.839.387
-3.409.471
-3.068.512
-2.858.571
209.941
Verkeersbeleid Autoverkeer Fietsverkeer Openbaar vervoer Programma brede kosten
31 32 33 34
Saldo programma 3
Rekening
Deelprogramma Autoverkeer Het deelprogramma heeft een positief saldo van € 1.038.263 en wordt veroorzaakt door: Producten 1. Wegen 3. Saldo diverse overige producten TOTAAL
Lasten € 1.388.566 V € 54.613 V € 1.443.179 V SALDO
€ € €
Baten 396.912 N 8.004 N 404.916 N
€ 1.038.263 V
Wegen Het voordeel op de lasten van dit product heeft betrekking op het verschuiven van projecten naar 2012. Het betreft onder andere het project Ervenstaete, waardoor behalve de lagere uitgaven (circa € 130.000) ook sprake is van een lagere opbrengst (circa € 130.000), omdat de begrote bijdrage van derden ook niet is ontvangen in 2011. Het betreft ook het groot onderhoud aan het asfalt van de wegen Vinex dat niet in 2011 is uitgevoerd. Doordat in 2011 lagere kosten (€ 1.200.000) zijn gemaakt (het niet asfalteren van de zuidelijke rondweg), is ook de vrijval uit de reserve Initieel lager in dezelfde omvang. (zie bij Deelprogramma programmabrede kosten programma Bereikbaar). De bijdrage vanuit de grondexploitatie (€ 315.000) voor het asfalteren van de Rondweg op basis van eerdere afspraken is vanwege het niet uitvoeren van de werkzaamheden ook niet geeffectueerd. Onder andere hierdoor is het nadeel op de baten van dit product ontstaan. Vooruitlopend op de ombuigingen in 2012 is geprobeerd ook in 2011 te besparen. Onder andere bij het belijnen van wegen en fietspaden heeft dit geleid tot een besparing van circa € 30.000.
Jaarstukken 2011
99
Deelprogramma Fietsverkeer Het deelprogramma heeft een positief saldo van € 40.937 en wordt veroorzaakt door: Producten 1. Fietsenstallingen 2. Saldo diverse overige producten TOTAAL
€ € €
Lasten 99.233 V 10.718 V 109.951 V SALDO
€ € €
Baten 69.014 N 0 69.014 N
€
40.937 V
Fietsenstallingen Het voordeel op de lasten van dit product wordt veroorzaakt doordat de exploitatie en beheerlasten voor het fietstransferium Houten-Centrum en de commerciële ruimtes in de begroting per 1 januari 2011 voorzien waren, terwijl de feitelijke opening van het stallingsgedeelte pas in maart 2011 plaatsvond. Terwijl de commerciële ruimten Houten-Centrum zelfs eind 2011 nog niet volledig in gebruik genomen waren. Het later dan gepland in gebruik nemen leidde ook tot lagere huuropbrengsten en lagere vergoedingen. Per saldo betekende dit een financieel voordeel in 2011 van circa € 30.000.
Deelprogramma Programmabrede kosten programma Bereikbaar Het deelprogramma heeft een negatief saldo van € 882.980 en wordt veroorzaakt door: Producten 1. Mutaties reserves programma Bereikbaar TOTAAL
Lasten € € SALDO
€ €
Baten 882.980 N 882.980 N
€
882.980 N
Mutaties reserves programma Bereikbaar Het nadeel op de baten van dit product kan volledig worden geëlimineerd tegen de lagere kosten als gevolg van het niet uitvoeren van asfalteringswerkzaamheden (zie bij Deelprogramma Autoverkeer): het niet vrijvallen van € 1.200.000 asfalteringskosten (N) en het niet storten van de € 315.000 (V), per saldo een nadeel in de exploitatie van circa € 885.000.
Jaarstukken 2011
100
Programma Veilig
Jaarstukken 2011
101
Programma Veilig Omschrijving programma Mensen wonen en werken in een omgeving die veilig is en waarin mensen zich ook veilig voelen. Houten is een veilige gemeente. Het programma Veilig is er op gericht om dat zo te houden en daarvoor te zorgen dat de inwoners zich veilig blijven voelen en gedragen. Het college noemt in haar programma voor 2010-2014 als tweede speerpunt ‘de kracht van Houten: een veilige, duurzame en betrokken samenleving, waarin plek is voor iedereen’. Uit de gegevens van de Leefbaarheidsmonitor en de informatie van de politie blijkt dat burgers in Houten zich in het algemeen inderdaad veilig voelen en dat de objectieve cijfers daarmee in overeenstemming zijn. Veilig is een relatief begrip waarbij een ieder een eigen maatstaf hanteert. Met dit programma geven we concreet invulling aan dit thema en ziet de burger wat hij of zij van de gemeente mag en kan verwachten. Veiligheidsbeleid is pluriform en veelomvattend. Het vergt ook verantwoorde keuzes. Deze keuzes kunnen het beste gemaakt worden op grond van informatie over (on)veiligheidsgevoelens bij burgers en objectieve gegevens over veiligheid (aantal aangiften, aantal verkeersslachtoffers, aantal inbraken, et cetera). De effecten van dit programma richten zich op het voortzetten van het huidige (objectieve en subjectieve) veiligheidsniveau. Het motto van het programma luidt: ‘Een veilige stad, een gezamenlijke zorg’. Relevante beleidskaders Strategische visie Houten 2015 Collegeprogramma 2010-2014 ‘Houten werkt!’ Integraal veiligheidsplan (IVP) 2011-2015 Evenementenbeleid 2007 Beleidsregels BLVC-vergunning 2009 Notitie paracommercie 2005 Notitie Exploitatievergunningstelsel 2007 Regionaal dekkingsplan brandweer 2005 Verkeersveiligheidsplan (VVP) 2006-2010 Milieubeleidsplan 2005 Crisisbeheersingsplan 2009-2012 Deelprogramma’s Het programma bestaat uit de volgende deelprogramma’s: Sociale veiligheid en Openbare orde Fysieke veiligheid Crisisbeheersing Programmabrede kosten
Jaarstukken 2011
102
Deelprogramma Sociale veiligheid en Openbare orde Wat willen we bereiken? We willen een afname van de onveiligheidsgevoelens en daadwerkelijke overlast en onveiligheid in Houten bewerkstelligen. Daartoe zijn de volgende speerpunten vastgesteld in het Integraal Veiligheidsplan 2011-2015: Verkeersveiligheid Fiets en veiligheid Woninginbraak Leefbaarheid centrum Jongeren en veiligheid Deze prioriteiten staan in willekeurige volgorde (dus niet in volgorde van belang). Zij kunnen in de loop van de planperiode worden aangepast en/of vervangen, al naargelang bepaalde ontwikkelingen daarom vragen. Het speerpunt verkeersveiligheid heeft een plek gekregen binnen het deelprogramma Fysieke Veiligheid. Als het gaat om jongeren, ligt het accent in Houten binnen de integrale ketenaanpak vooral op preventief beleid. Pas wanneer jongeren probleemgedrag vertonen, kunnen ook curatieve of repressieve middelen worden aangewend. Bijvoorbeeld in het geval van overlast of criminaliteit. Het onderwerp Leefbaarheid centrum is een programma overstijgend thema en zal zijn beslag krijgen in zowel de programma’s Veiligheid en Vitaal (jongeren) als Duurzaam (leefomgeving, horeca). Hieronder staan de doelstellingen van het deelprogramma Sociale Veiligheid en Openbare Orde beschreven. a. Afname van de onveiligheidsgevoelens onder de burgers van de gemeente Houten b. Afname van de daadwerkelijke onveiligheid en overlast in Houten. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Afname van vermogensdelicten. Doelstelling 2: Afname van de georganiseerde criminaliteit. Doelstelling 3: Afname van huiselijk geweld. Doelstelling 4: Afname van jongerenoverlast. Doelstelling 5: Betere naleving (vergunnings-)voorschriften en algemene regels binnen het domein van de Openbare Orde. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 a. Afname van de onveiligheidsgevoelens onder de burgers van de gemeente Houten b. Afname van de daadwerkelijke onveiligheid en overlast in Houten Afname van vermogensdelicten.
Jaarstukken 2011
103
Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1a
% huishoudens, dat slachtoffer wordt van fietsendiefstal binnen Houten Aantal aangiften woninginbraak Waarvan poging:
Leefbaarheidsmonitor
1b
Realisatie 2009 91 27
Politie
Realisatie 2010
Raming 2011
13% 144 56
Realisatie 2011
140 60
187 59
Verklaring voor afwijking: Doel 1b
Verklaring Landelijke trend van toegenomen woninginbraken.
Wat gaan we daarvoor doen? a + b Maatregelen nemen om criminaliteit terug te dringen en de openbare orde te handhaven, waardoor (gevoel van) veiligheid toeneemt. Daarbij richten we ons in het bijzonder op: Voortzetten van de bestaande projectmatige aanpak van fietsdiefstal en woninginbraken in samenwerking met de politie Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1 1
Omschrijving Realisatie (gratis stalling onder toezicht) Fietstransferium Centrum en Castellum Waarschuwingsbrief woninginbraak Op basis van adresgegevens van de woning waar een (poging tot) inbraak heeft plaatsgevonden worden buurtgenoten op de hoogte gebracht van het feit dat er ergens in de buurt een inbraak heeft plaatsgevonden. Hiermee wordt een preventief effect beoogd door middel van een verhoogde waakzaamheid in de buurt. Ook wordt men gewezen op het politiekeurmerk veilig wonen.
Voltooid Ja Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
Aantal met behulp van de ‘tag reader’ opgespoorde (1) gestolen fietsen
IQUE
Realisatie 2009
Realisatie 2010
-
90
Raming 2011
Realisatie 2011
100
79
1. De ‘tag reader’ is een apparaat waarmee de status van een fiets gecontroleerd kan worden; een gestolen fiets moet wel als zodanig geregistreerd zijn door de eigenaar. De tag reader is in gebruik sinds maart 2010.
Verklaring voor afwijking: Doel 1
Verklaring Het apparaat is ruim een maand niet in gebruik geweest in verband met onderhoud.
Doelstelling 2 a. Afname van de onveiligheidsgevoelens onder de burgers van de gemeente Houten b. Afname van de daadwerkelijke onveiligheid en overlast in Houten. Afname van georganiseerde criminaliteit. Effectindicatoren Voor doelstelling 2 is geen effectindicator voorhanden. Wat gaan we daarvoor doen? a + b Maatregelen nemen om criminaliteit terug te dringen en de openbare orde te handhaven, waardoor (gevoel van) veiligheid toeneemt. Daarbij richten we ons in het bijzonder op: Continueren van de versterkte bestuurlijke aanpak en bestrijding van de georganiseerde criminaliteit. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum Midden Nederland (RIEC MN). Jaarstukken 2011
104
Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 2
Verklaring Lokale uitwerking Regionaal Hennepconvenant
Voltooid Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2a
% verleende exploitatievergunningen waarbij aan de Wet Bibob is getoetst Aantal opgerolde hennepkwekerijen/ gehouden drugs controles Aantal Houtense bedrijven/personen dat door het RIEC is doorgelicht
Afdeling OW
2b 2c
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
100 %
100%
100%
100%
16
6
10
5
4
3
4
Politie Afdeling BCJ
Verklaring voor afwijking: Doel 2b
Verklaring Het aantal op te rollen hennepkwekerijen is niet van te voren te ramen.
Doelstelling 3 a. Afname van de onveiligheidsgevoelens onder de burgers van de gemeente Houten b. Afname van de daadwerkelijke onveiligheid en overlast in Houten. Afname van huiselijk geweld. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3
Aantal meldingen huiselijk geweld
Politie (RVS)
Realisatie 2009
Realisatie 2010
39
40
Raming 2011
Realisatie 2011
40
57
Verklaring voor afwijking: Doel 3
Verklaring Op landelijk niveau is er voor het tweede jaar op rij intensief campagne gevoerd om de meldingsbereidheid te vergroten. Ook is er meer aandacht binnen de politieorganisatie voor dit thema.
Wat gaan we daarvoor doen? a + b Maatregelen nemen om criminaliteit terug te dringen en de openbare orde te handhaven, waardoor (gevoel van) veiligheid toeneemt. Daarbij richten we ons in het bijzonder op: Toename van het aantal opgelegde huisverboden bij meldingen van huiselijk geweld Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3
% van meldingen van huiselijk Khonraad/ geweld dat in een huisverbod Politie heeft geresulteerd
Realisatie 2009
Realisatie 2010
2.6%
10%
Raming 2011 7%
Realisatie 2011 3.5%
Verklaring voor afwijking: Doel 3
Verklaring Het aantal huisverboden blijft achter bij het aantal meldingen huiselijk geweld. Dit is een landelijk gegeven en vraagt om extra aandacht door de politie.
Jaarstukken 2011
105
Doelstelling 4 a. Afname van de onveiligheidsgevoelens onder de burgers van de gemeente Houten b. Afname van de daadwerkelijke onveiligheid en overlast in Houten Afname van jongerenoverlast. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
a
% Inwoners, dat zich wel eens onveilig voelt in Houten % Inwoners, dat vaak overlast van groepen jongeren ervaart Aantal geprioriteerde (1) Jeugdgroepen
Leefbaarheidsmonitor Leefbaarheidsmonitor Politie
4 4
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
-
22%
-
-
-
11%
-
-
0
2
2
1
1. Inventarisatie wordt verricht door de politie aan de hand van de zgn. shortlistmethodiek van bureau Beke als onderdeel van het Masterplan Jeugdgroepen Nederlandse Politie.
Wat gaan we daarvoor doen? a + b Maatregelen nemen om criminaliteit terug te dringen en de openbare orde te handhaven, waardoor (gevoel van) veiligheid toeneemt. Daarbij richten we ons in het bijzonder op: De aanpak van geprioriteerde jeugdgroepen Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 4 4 4 4
Omschrijving Ontwikkeling nieuw IVP (2011-2015) Uitrol afronden en actieve ledenwerving voor Burgernet Uitrol Jeugdgroepenaanpak (via het Veiligheidshuis) Actualisering integraal plan van aanpak Jeugd & Veiligheid in overleg met Openbare Werken en Welzijn (zie ook programma Vitaal) Eerste stap is gezet door het ontwikkelen van een protocol Jeugd & Veiligheid. De vertaling naar een Plan Van Aanpak volgt in de loop van 2012
Voltooid Ja Ja Ja Nee
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
4a
% inwoners, dat vindt dat de gemeente aandacht heeft voor het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid in de buurt Aantal deelnemers (1) Burgernet Aantal besproken jongeren (2) in JCV
Leefbaarheidsmonitor/ www. Waarstaatje gemeente.nl
4b 4c
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
-
18%
-
-
--
3.050
3.250
3.235
0
76
35
47
Afdeling BCJ Veiligheidshuis
1. Burgernet draagt bij aan burgerparticipatie en betreft een samenwerking tussen burgers, gemeente en politie om de veiligheid in de woon- en werkomgeving te bevorderen. Hierbij wordt een telefonisch netwerk van inwoners en (medewerkers van) bedrijven gebruikt. Burgernet vormt een middel bij opsporing en preventie. 2. Justitieel Casusoverleg Veelplegers, t/m juni 2010 zijn er 14 jeugdige veelplegers besproken. (leeftijd 12 t/m 24 jaar).
Verklaring voor afwijking: Doel 4c
Verklaring De vraag hoeveel jongeren er in aanmerking komen om te worden besproken in een casusoverleg van het Veiligheidshuis is van tevoren niet in te schatten. Het ligt eraan hoeveel jongeren om welke reden dan ook ‘de fout ingaan’.
Jaarstukken 2011
106
Doelstelling 5 a. Afname van de onveiligheidsgevoelens onder de burgers van de gemeente Houten b. Afname van de daadwerkelijke onveiligheid en overlast in Houten. Betere naleving (vergunnings-)voorschriften en algemene regels binnen het domein van de Openbare Orde. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
5a
Naleefpercentage wet- en regelgeving openbare orde (APV) % bouwers in het BLVCgebied, dat deelneemt aan het logistiek overleg % inwoners, dat vindt dat evenementen in Houten overlast bezorgen voor omwonenden
Afdeling VTH
5b 5c
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
82%
82%
80%
-
-
100%
100%
100%
-
19%
-
-
Afdeling OW Leefbaarheidsmonitor
Verklaring voor afwijking: Doel 5a
Verklaring Het gemiddelde naleefpercentage werd in 2011 als volgt berekend: 1. voor algemene regels (bijvoorbeeld honden, overhangende beplanting, etc.) geldt als naleefpercentage: het percentage dat voldoet bij een controle na het geven van een (mondelinge) waarschuwing. 2. voor vergunningen en horeca geldt als naleefpercentage: het percentage dat voldoet bij de (eerste) controle van de vergunning. 3. voor voertuigen geldt als naleefpercentage: het percentage dat voldoet bij de (eerste) controle na een (schriftelijke) waarschuwing of een publicatie. Het gemiddelde naleefpercentage is in de huidige opzet 99%. De doelstelling van een naleefpercentage van ten minste 80% lijkt daarmee gehaald. De cijfers geven echter een wat vertekend beeld, omdat er bij de controle van voertuigen, met name in de blauwe zone, direct bekeurd wordt.
Wat gaan we daarvoor doen? a + b Maatregelen nemen om criminaliteit terug te dringen en de openbare orde te handhaven, waardoor (gevoel van) veiligheid toeneemt. Daarbij richten we ons in het bijzonder op: Vergunningen verlenen (indien niet mogelijk weigeren), toezicht uitvoeren op naleving algemene regels en (vergunning)voorschriften. Toepassen van het 3-stappenplan voor handhaving: Bestuurlijke waarschuwing Voornemen dwangsom / bestuursdwang Opleggen dwangsom / bestuursdwang Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 5
Omschrijving Actualisatie Nota Integrale Handhaving Uitvoeringsniveau van de handhaving heeft onderdeel uitgemaakt van de besluitvorming over deregulering en is vertaald naar een aangepaste risicomatrix voor milieuhandhaving. Verdere uitwerking en vertaling vinden plaats in de beleidsnota VTH en het uitvoeringsplan integrale handhaving die beide in het 1e kwartaal door het college zullen worden vastgesteld.
Jaarstukken 2011
Voltooid Nee
107
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
5a
% inwoners, dat vindt dat de gemeente regels en verordeningen goed controleert en handhaaft Aantal controles openbare orde Aantal bestuurlijke waarschuwingen openbare orde Aantal voornemens dwangsom openbare orde Aantal opgelegde dwangsommen openbare orde
Leefbaarheidsmonitor /www.waarstaat jegemeente.nl Afdeling OW
5b 5c 5d 5e
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
-
35%
-
-
2.047
2.000
2.000
1.240
232
44
200
12
46
24
75
6
290
10
35
1
Afdeling OW Afdeling OW Afdeling OW
Verklaring voor afwijking: Doel 5b t/m e
Verklaring De werkelijke cijfers 2011 wijken sterk af van de begrote cijfers. Dit is met name te wijten aan een her prioritering van werkzaamheden als gevolg van ziekteverzuim op het juridisch cluster OW en bij het Meldpunt TOR. Daarnaast werden meer zaken afgehandeld door het uitschrijven van een bekeuring in plaats van het starten van een administratief handhavingstraject.
Jaarstukken 2011
108
Deelprogramma Fysieke veiligheid Wat willen we bereiken? Bij fysieke veiligheid gaat het om het voorkomen, beperken en bestrijden van inbreuken op de veiligheid van de mens en zijn omgeving op het gebied van (geneeskundige) hulpverlening, brand, explosie, gevaarlijke stoffen, natuurgeweld en infrastructuur. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: De kwaliteit van brandweerzorg op een hoog niveau houden. Doelstelling 2: Betere naleving (vergunnings-)voorschriften en algemene regels binnen het domein van de brandweerzorg. Doelstelling 3: Er voor zorgen dat alle woningen en andere gevoelige objecten in de omgeving van transportroutes van gevaarlijke stoffen of in de omgeving van risicovolle bedrijven, blijven voldoen aan de externe veiligheidsnormen. Doelstelling 4: De verkeersveiligheid op een hoog niveau houden en waar mogelijk verder verbeteren. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 De kwaliteit van brandweerzorg op een hoog niveau houden. Effectindicatoren Doel 1
Omschrijving
Bron
Overschrijdingspercentage spoed uitrukken brandweer
Brandweer
Realisatie 2009 19%
Realisatie 2010 17%
Raming 2011 10%
Realisatie 2011 n.v.t.
Verklaring voor afwijking: Doel 1
Verklaring Voor het in werking treden van de Wet veiligheidsregio’s werd een landelijke opkomsttijd gehanteerd van 8 minuten. In de Wet veiligheidsregio’s is deze norm echter losgelaten en zijn de tijdnormen gebonden aan de diverse functies en inrichting van de objecten. Dit betekent dat de volgende normen worden gehanteerd voor de diverse objecten: 5 minuten, 6 minuten, 8 minuten en 10 minuten. Het hierboven genoemde percentage van 10% is nog gebaseerd op basis van de oude landelijke norm van 8 minuten. De VRU is op dit moment nog niet ingericht op deze tijdnormen. Daarnaast is er nog geen goed werkend systeem waarmee op basis van deze tijdnormen gerapporteerd kan worden. Daarom is het niet mogelijk om inzichtelijk te krijgen wat het werkelijke overschrijdingspercentage van de spoed uitrukken is geweest. Op dit moment is de VRU bezig met het ontwikkelen van een gezamenlijke systematiek die dit in de toekomst wel mogelijk zal maken.
Wat gaan we daarvoor doen? Verder invulling geven aan de organisatie van de brandweerzorg door de VRU. Lokaal versterkingsplan brandweerzorg gefaseerd uitvoeren. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1
Omschrijving In 2011 zal worden gewerkt aan een meerjarige Dienstverleningsovereenkomst (DVO) waarmee het brandweerzorg in Houten wordt geborgd. Op 8 maart 2011 heeft het college de DVO voor Houten vastgesteld. Het proces met betrekking tot de DVO’s voor de andere Utrechtse gemeenten heeft echter langer geduurd
Jaarstukken 2011
Voltooid Nee
109
dan vooraf gehoopt. Dit heeft ertoe geleid dat het niet mogelijk was om een start te maken met een meerjarige DVO. 2011 is de laatste fase voor de uitvoering van het lokaal versterkingsplan brandweerzorg. De aspecten die nog opgepakt zullen worden hebben betrekking op realistisch oefenen en het aantrekken van een extra medewerker voor preparatie. Deze afspraken zijn opgenomen in de DVO.
1
Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel 1
Omschrijving
Bron
Aantal overschrijdingen
Brandweer
Realisatie 2009 5
Realisatie 2010 7
Raming 2011 6
Realisatie 2011 N.v.t.
Verklaring voor afwijking: Doel 1
Verklaring Zie verklaring afwijking effectindicator.
Doelstelling 2 Betere naleving (vergunnings-)voorschriften en algemene regels binnen het domein van de brandweerzorg. Effectindicatoren Doel 2
Omschrijving
Bron
Naleefpercentage wet- en regelgeving brandveiligheid gebouwen
Afdeling VTH
Realisatie 2009 56%
Realisatie 2010
Raming 2011
62%
Realisatie 2011
63%
Niet bekend
Verklaring voor afwijking: Doel 2
Verklaring VRU kan cijfers niet aanleveren.
Wat gaan we daarvoor doen? Gebruiksvergunningen verlenen (indien niet mogelijk weigeren), toezicht uitvoeren op naleving algemene regels en (vergunning)voorschriften. Toepassen van het 3-stappenplan voor handhaving Bestuurlijke waarschuwing Voornemen dwangsom / bestuursdwang Opleggen dwangsom / bestuursdwang Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2a
Aantal in behandeling genomen aanvragen gebruiksvergunning Aantal controles brandveiligheid gebouwen Aantal bestuurlijke waarschuwingen brandveiligheid gebouwen Aantal voornemens dwangsom brandveiligheid gebouwen Aantal dwangsommen / bestuursdwang brandveiligheid gebouwen
Brandweer
2b 2c 2d 2e
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
19
-
Vervallen
Vervallen
163
170
170
178
72
38
63
Niet bekend
5
5
5
Niet bekend
0
0
0
Niet bekend
Afdeling VTH Afdeling VTH Afdeling VTH Afdeling VTH
Verklaring voor afwijking: Doel 2c,d, e
Verklaring VRU kan cijfers niet aanleveren.
Jaarstukken 2011
110
Doelstelling 3 Er voor zorgen dat alle woningen en andere gevoelige objecten in de omgeving van transportroutes van gevaarlijke stoffen of in de omgeving van risicovolle bedrijven, blijven voldoen aan de externe veiligheidsnormen. Effectindicatoren Doel 3
Omschrijving
Bron
% Woningen en gevoelige Afdeling VTH objecten dat voldoet aan ex(1) terne veiligheidsnormen
Realisatie 2009
Realisatie 2010
100%
Raming 2011
100%
Realisatie 2011
100%
100%
1. Zoals vastgesteld door het Rijk. Gevoelige objecten zijn bijvoorbeeld: elektriciteitscentrales, bedrijven, kantoren, scholen, etc.
Wat gaan we daarvoor doen? Bij ruimtelijke ontwikkeling toetsen aan de landelijk opgestelde normen. Dat wil zeggen plaats bebouwing toetsen aan (nieuwe) risicocontouren rond spoor, snelwegen, Amsterdam Rijnkanaal (i.v.m. transport gevaarlijke stoffen). Verandering in wet- en regelgeving vertalen naar de Houtense situatie en waar mogelijk (voorstellen doen) met betrekking tot te nemen maatregelen. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 3
Omschrijving In het 3e kwartaal is een landelijke verbeterslag/actualisatie van de risicokaart opgestart specifiek gericht op gasontvangstations (GOS). In Houten moet 1 GOS op de risicokaart vermeldt worden (Kruisboog). Door problemen met de invoermodule kon deze actie enige tijd niet worden uitgevoerd. In overleg met de provincie is deze actie opgeschoven naar 2012.
Voltooid Nee
Doelstelling 4 De verkeersveiligheid op een hoog niveau houden en waar mogelijk verder verbeteren. Effectindicatoren Doel 4a
4b 4c
Omschrijving
Bron
% Reductie ziekenhuisopnames door verkeersongevallen ten opzichte van 2005 % Inwoners, dat vindt dat ‘te hard rijden’ vaak voorkomt % inwoners, dat tevreden is over de verkeersveiligheid in de gemeente
Adviesdienst Verkeer en Vervoer Leefbaarheidsmonitor Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
-
-
10%
NNB
-
28%
-
-
-
64%
-
-
Verklaring voor afwijking: Doel 4c
Verklaring In het kader van het nieuwe Verkeersveiligheidsplan 2011-2015 is als 0-meting een vragenlijst voorgelegd aan het burgerpanel over onder andere verkeersveiligheid. Dit is voor het eerst gedaan om te weten hoe de burgers over verkeersveiligheid in Houten denken. Na 2 of 4 jaar zal deze vragenlijst worden herhaald om te beoordelen of gedane projecten in het kader van het VVP tot een verbetering hebben geleid op het gebied van verkeersveiligheid
Wat gaan we daarvoor doen? Uitvoeren van het verkeersveiligheidsplan.
Jaarstukken 2011
111
Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 4
Omschrijving In het eerste kwartaal van 2011 wordt het nieuwe verkeersveiligheidsplan vastgesteld. Vervolgens zal verder uitvoering worden gegeven aan de uitvoering hiervan. Aandachtspunten die centraal staan zijn onder andere de verbetering van duurzame verkeersveiligheid van, naar en rond scholen, aanpak brommeroverlast en handhaving.
Voltooid Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
4a
Aantal straten dat deelneemt aan de nationale straatspeeldag Aantal verkeersveiligheidseducatie projecten / activiteiten Aantal snelheidscontroles Aantal scholen dat (1) deelneemt aan het UVL
Afdeling OW
4b 4c 4d
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
2
3
3
6
4 13
5 16
5 13
4 59
6
6
7
6
Afdeling OW Politie Afdeling OW
1. UVL: Utrechts Verkeersveiligheidlabel.
Verklaring voor afwijking: Doel 4c
Verklaring Op verzoek van de gemeente zijn er snelheidscontroles uitgevoerd door het Team Subjectieve Verkeersonveiligheid van de verkeerspolitie Utrecht. Deze controles hebben zich toegespitst op de Beusichemseweg en de Waalseweg.
Jaarstukken 2011
112
Deelprogramma Crisisbeheersing Wat willen we bereiken? Bij fysieke veiligheid gaat het om het voorkomen, beperken en bestrijden van inbreuken op de veiligheid van de mens en zijn omgeving op het gebied van (geneeskundige) hulpverlening, brand, explosie, gevaarlijke stoffen, natuurgeweld en infrastructuur. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: We zijn adequaat voorbereid op crises, rampen, zware ongevallen of dreigingen daarvan én bieden ten tijde van een crisis aan de burger snel en effectief hulp, waardoor gevolgen beperkt blijven. Doelstelling 2: Burgers zijn op de hoogte van de risico’s binnen de gemeente en kunnen zich zelfredzaam gedragen tijdens crises.
Doelstelling 1 We zijn adequaat voorbereid op crises, rampen, zware ongevallen of dreigingen daarvan én bieden ten tijde van een crisis aan de burger snel en effectief hulp, waardoor gevolgen beperkt blijven. Effectindicatoren Voor doelstelling 1 is geen effectindicator voorhanden. Wat gaan we daarvoor doen? Kwaliteit gemeentelijke crisisorganisatie op het gewenste niveau houden. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel
1 1
Omschrijving Bijdragen aan ontwikkelen en implementeren van regionale projecten ter verbetering van de regionale en lokale crisisbeheersing. Te denken valt aan de verbetering van het instrument Basiszorgniveau en de mogelijke inrichting van regionale actiecentra. Eind 2010 stelt de VRU het Risicoprofiel 2010 vast. Het risicoprofiel geeft inzicht in de risico’s binnen de veiligheidsregio en ook per gemeente. Het risicoprofiel kan aanleiding geven tot aanvullende beleidskeuzes op lokaal niveau. Dit zal expliciet worden voorgelegd aan de raad. Het Risicoprofiel is in maart 2011 vastgesteld door het AB van de VRU. Het risicoprofiel heeft geen aanleiding gegeven om aanvullende beleidskeuzes te formuleren.
Verbonden Ja Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
% medewerkers actie- en crisisteams dat is opgeleid.
Jaarplannen en rapportages crisisbeheersing Jaarplannen en rapportages crisisbeheersing
1
Aantal oefeningen actie- en crisisteams gemeente
Jaarstukken 2011
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
-
80%
79%
-
8
8
-
113
Doelstelling 2 Burgers zijn op de hoogte van de risico’s binnen de gemeente en kunnen zich zelfredzaam gedragen tijdens crises. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2
% Inwoners, dat zegt op de hoogte te zijn van de risico’s in de gemeente
Leefbaarheidsmonitor *
2
% Inwoners, dat zich herinnert de risicowijzer te hebben ontvangen.
Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
48%
-
-
-
75%
-
-
% Inwoners, dat de risicowijzer bekeken heeft en/of heeft bewaard.
-
60%
-
-
% Inwoners, dat weet waar informatie te verkrijgen over risico’s in Houten.
-
57%
-
-
Wat gaan we daarvoor doen? Voortzetten van de risicocommunicatie met burgers, bedrijven en instellingen. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel
2
2
Omschrijving In 2011 zal wederom de Risicowijzer worden uitgebracht. Deze wordt huis-aan-huis verspreid. Aandacht voor de verspreiding vindt plaats op de gemeentepagina. Tevens wordt de risicowijzer en -kaart op de gemeentelijke website gepubliceerd en wordt er aandacht aan besteed in de gemeentegids met een speciaal katern in 2011. In verband met een incidentele bezuiniging is in 2011 geen risicocommunicatie campagne uitgevoerd en wordt er geen Risicowijzer uitgebracht. Er wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de landelijke campagne ‘Denk Vooruit’. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van de website en andere communicatiemiddelen van deze campagne. In verband met een incidentele bezuiniging is in 2011 geen risicocommunicatie campagne uitgevoerd.
Jaarstukken 2011
Voltooid Nee
Nee
114
Verschillenanalyse Veilig Programma 4: Veilig Deelprogramma's
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting na wijziging
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2011
Rekening 2011
2011 41 Sociale veiligheid en openbare orde 42 Fysieke veiligheid 43 Crisisbeheersing Programma brede kosten Totaal lasten 41 Sociale veiligheid en openbare orde 42 Fysieke veiligheid 43 Crisisbeheersing Programma brede kosten Totaal baten Saldo programma 4
1.212.431 4.026.220 128.183 6.000
685.240 2.415.445 23.671 2.900
682.525 2.776.997 11.693
671.252 2.763.256 7.886
11.273 13.741 3.807 0
5.372.834
3.127.256
3.471.215
3.442.394
28.821
379.046 1.022.207 -
186.381 134.643
316.210 139.844
345.358 236.694
29.148 96.850 0 0
1.401.253
321.024
456.054
582.052
125.998
-3.971.581
-2.806.232
-3.015.161
-2.860.343
154.818
Deelprogramma Fysieke veiligheid Het deelprogramma heeft een negatief saldo van € 83.109 en wordt veroorzaakt door: Producten 1. Brandweerzorg 2. Externe veiligheid 3. Saldo diverse overige producten TOTAAL
€ € €
Lasten 6.458 1.333 8.616 13.741 SALDO
V N V V
€ € € €
Baten 52.512 45.394 1.056 96.850
V V N V
110.591 V
Brandweerzorg Per saldo is bij de post met betrekking tot Brandweer gebouwen sprake van een positief saldo van circa € 46.000. Dit is grotendeels het gevolg van een doorberekeningsproblematiek met de VRU. Omwille van de BTW compensatie worden alle uitgaven voor de brandweergebouwen in rekening gebracht bij de VRU die op haar beurt deze kosten weer in rekening brengt bij de gemeente. Momenteel moet worden geconstateerd dat er op jaarbasis nog verschillen bestaan tussen deze verrekeningen. Uiteindelijk over de jaren heen zal deze verrekening budgettair neutraal zijn. Externe veiligheid Het voordeel op de baten van dit product worden veroorzaakt door de ontvangst van een niet verwachte bijdrage van Staatsbosbeheer voor het ruimen van munitie bij Fort 't Hemeltje.
Jaarstukken 2011
115
Jaarstukken 2011
116
Programma Betrokken
Jaarstukken 2011
117
Programma Betrokken Omschrijving programma Bestuur en organisatie signaleren, onderzoeken en vertalen de behoeften van de Houtense inwoners en organisaties. Het programma Betrokken gaat in op de wijze waarop we de komende jaren met inwoners, instellingen en bedrijven willen omgaan. Uitgangspunten daarbij zijn een open communicatie, luisteren naar inwoners en andere belanghebbenden en ze tijdig betrekken bij ontwikkelingen en een goede, verantwoorde en efficiënte dienstverlening. Het college en de gemeentelijke organisatie nemen de inwoners serieus en werken met hen samen. Waar mogelijk wordt een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van Houtenaren. Het motto van dit programma is: ‘het bestuur van Houten: een open en vraaggerichte houding’. Relevante beleidskaders Strategische Visie Houten 2015 Collegeprogramma 2010-2014 ‘Houten werkt!’ Nota visie op communicatie 2007 Nota participatie Houten 2007 Programmaplan slagvaardig Houten 2007 Reglement van Orde gemeenteraad en Verordening Rondetafelgesprekken 2009 Deelprogramma’s Het programma bestaat uit de volgende deelprogramma’s: Politiek en bestuur Dienstverlening Programmabrede kosten
Jaarstukken 2011
118
Deelprogramma Politiek en bestuur Wat willen we bereiken? Vanuit een open bestuurstijl en door middel van effectieve communicatie en participatiemogelijkheden een actieve betrokkenheid van inwoners bij veranderingen in beleid en in hun leefomgeving bewerkstelligen. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Hoge tevredenheid van inwoners over de mate waarin zij kunnen participeren in gemeentelijke Besluitvorming. Doelstelling 2: Grotere tevredenheid van de inwoners over de gemeentelijke informatievoorziening (als het gaat om participatie). Doelstelling 3: Grotere tevredenheid van de inwoners over actieve houding gemeentebestuur. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt. Ter informatie, in 2011 is de leefbaarheidsmonitor niet uitgevoerd. Deze wordt in een cyclus van twee jaar uitgevoerd en vindt plaats in de even jaren. Dit maakt dat een groot aantal effectindicatoren niet van een realisatiecijfer zijn voorzien.
Doelstelling 1 Hoge tevredenheid van inwoners over de mate waarin zij kunnen participeren in gemeentelijke Besluitvorming. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
% Inwoners dat vindt dat de gemeente geïnteresseerd is in de mening van haar burgers % Inwoners dat vindt voldoende betrokken te worden bij: A] totstandkoming van gemeentelijke plannen B] uitvoering van gemeentelijke plannen % Inwoners dat vindt dat burgers: A] voldoende invloed hebben op datgene wat de gemeente doet B] voldoende mogelijkheden hebben tot inspraak op gemeentelijke plannen
Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente
1
1
Jaarstukken 2011
Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
-
50%
-
-
-
31%
-
-
-
27%
-
21%
-
-
-
39%
-
-
-
119
Wat gaan we daarvoor doen? 1. a. Onderzoek doen naar de mening van inwoners en daarbij zoveel mogelijk inwoners betrekken. b. Duidelijk maken wanneer er wel of niet sprake is van participatie dan wel inspraak, wat inwoners en organisaties van hun beïnvloeding mogen verwachten en welke verantwoordelijkheden zij eventueel zelf dragen. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1
1
Omschrijving Uitbreiding Nota participatie met richtlijnen en/of handleiding gebaseerd op factor C. Opgenomen in visie communicatie en participatie 2012 -2016 die door de raad op 22 december 2011 is vastgesteld. Toepassing richtlijnen bij ontwikkeling en uitvoering van beleid en projecten zoals bijvoorbeeld het ombuigingentraject. Beschrijving participatieproces ombuigingen is geschreven in de bijlage van de perspectiefnota 2012.
Voltooid ja
ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1a
Aantal deelnemers burgerpanel Aantal keren dat het burgerpanel per jaar wordt ingezet. Elke twee jaar (de even jaren) wordt de Leefbaarheidsmonitor gehouden
Afdeling Concernstaf Afdeling Concernstaf Afdeling Concernstaf
1b 1c
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
1.200
1.200
1.500
1.250
4
4
>5
5
1
-
-
Verklaring voor afwijking: Doel 1a 1b
Verklaring Het ledenaantal neemt door natuurlijk verloop af. Het aantal leden op niveau houden vraagt op zichzelf al een behoorlijke inspanning. Voor extra werving, naast de gangbare werving, was in 2011 geen budget beschikbaar. De onderzoeksvraag per meting/ onderwerp was van een dermate omvang, dat het begrotingstechnisch niet mogelijk was om meer metingen te verrichten dan vijf. Daarnaast bleek er vanuit de organisatie geen behoefte te zijn om meer onderwerpen aan het Burgerpanel voor te leggen.
Doelstelling 2 Grotere tevredenheid van de inwoners over de gemeentelijke informatievoorziening (als het gaat om participatie). Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2
% Inwoners dat vindt dat zij voldoende wordt geïnformeerd over mogelijkheden om met de gemeente mee te denken, mee te doen en mee te beslissen over zaken die spelen binnen de gemeente
Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2009
-
Realisatie 2010
47%
Raming 2011
Realisatie 2011
-
-
Wat gaan we daarvoor doen? Mogelijkheden om te participeren nog duidelijker onder de aandacht brengen. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 2
Omschrijving Mogelijkheden om te participeren worden via de lokale media en de website www.houten.nl duidelijk onder de aandacht gebracht. In het ‘Houtens Nieuws’ en op de website is hiervan melding gemaakt.
Jaarstukken 2011
Voltooid Ja
120
Doelstelling 3 Grotere tevredenheid van de inwoners over actieve houding gemeentebestuur. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3
% Inwoners dat vindt dat gemeente aandacht heeft voor het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid in de buurt % Inwoners dat vindt dat de gemeente goed wordt bestuurd
Leefbaarheids(1) monitor / Waar staat je gemeente
3
3
% Inwoners dat zich vertegenwoordigd voelt door de gemeenteraad
Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
-
47%
-
-
-
46%
-
-
-
26%
-
-
Wat gaan we daarvoor doen? Mogelijkheden bieden om de verrichtingen van het bestuur (college en raad) op de voet te volgen. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 3
3
3
Omschrijving Uitzenden raadsvergadering via de website www.houten.nl continueren en verder ontwikkelen. In 2011 is de keuze gemaakt om te stoppen met het live uitzenden van raadsvergaderingen, omdat dit relatief veel ambtelijke uren vergde in relatie tot het resultaat. Uit de pilot bleek dat er, om de uitzendingen live te kunnen brengen eigenlijk standaard achtervang moest zijn bij de helpdesk. De gemeente volstaat nu met het achteraf beschikbaar stellen van het beeldmateriaal op basis van de optie “on demand”. Programma Politiek in de Klas voor 4e jaars scholieren van de Heemlanden. Dit programma is ook in 2011 weer succesvol uitgevoerd en geëvalueerd met docenten van De Heemlanden. De groep nieuwe deelnemers aan Jopoho (Jongeren Politiek Houten) is niet goed van de grond gekomen in 2011 door gebrek aan belangstelling van de jongeren. Oprichting nieuwe rekenkamercommissie De rekenkamercommissie is opnieuw opgericht. Zij heeft kennis gemaakt met raad, college en organisatie en is gestart met het uitvoeren van een eerste onderzoek naar de kwaliteit van raadsvoorstellen. Oplevering van dit onderzoek vindt plaats in 2012.
Jaarstukken 2011
Voltooid Ja
Ja
Ja
121
Deelprogramma Dienstverlening Wat willen we bereiken? In een voortdurend veranderende omgeving met een toenemend aantal inwoners de huidige kwaliteit van de dienstverlening handhaven en waar nodig verantwoord doorontwikkelen en verbeteren. Daarbij richten wij ons op een professionele, betrouwbare, transparante en toegankelijke dienstverlening. We werken daarbij vanuit het perspectief van onze klant: de inwoners, bedrijven en instellingen. Onze dienstverlening is gericht op een verantwoorde prijs/ kwaliteit verhouding, met in achtneming van de wettelijke voorschriften en het Rijksbeleid. Publieksdienstverlening Publieksdienstverlening is het verstrekken van gemeentelijke producten en het verlenen van diensten aan individuele burgers, bedrijven en instellingen (verder te noemen als burgers). Dit varieert van het verstrekken van informatie tot het volledig afhandelen van aanvragen. Burgers hebben door middel van diverse kanalen toegang tot de dienstverlening: het web (24 uur per dag), de telefoon, e-mail, post en de balie. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Binnen de ambitie van het college werken aan een transparante, toegankelijke en betrouwbare dienstverlening. Dit betekent: Doelstelling 1: Grotere tevredenheid van de inwoners over de gemeentelijke informatievoorziening. Doelstelling 2: Grotere kwaliteit van en toegankelijkheid tot gemeentelijke informatie, producten en organisatie, waaronder: a. Een optimale telefonische bereikbaarheid van de gemeentelijke organisatie. b. Een optimale dienstverlening aan de balie in de Gemeente Ingang. c. Een optimale schriftelijke berichtgeving, communicatie en postafhandeling. d. Een optimale website, digitale berichtgeving, communicatie en e-mail afhandeling. Doelstelling 3: Vereenvoudigde regelgeving met minder bureaucratische rompslomp. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Grotere tevredenheid van de inwoners over de gemeentelijke informatievoorziening. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
% Inwoners dat tevreden is over de informatievoorziening door de gemeente % Inwoners dat vindt dat de gemeente over het algemeen duidelijke informatie geeft % Inwoners dat vindt gemakkelijk aan informatie van de gemeente te kunnen komen
Leefbaarheidsmonitor
1
1
Jaarstukken 2011
Leefbaarheidsmonitor / Waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor / Waar staat je gemeente
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
-
84%
-
-
-
80%
-
-
-
78%
-
-
122
Wat gaan we daarvoor doen? Verstevigen projectmatige en integrale aanpak ter verbetering van de dienstverlening binnen de gemeente en vaststellen normen voor kwaliteit. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 1
1
1
1
Omschrijving Opstellen kwaliteitshandvest. Het kwaliteitshandvest is vastgesteld en gepubliceerd. Met het verder door-ontwikkelen van de dienstverlening zal dit handvest worden uitgebreid met meerdere producten. Door middel van opstellen Programma Dienstverlening op gecoördineerde wijze invulling geven aan de dienstverlening van de gemeente. Op basis van het vastgestelde programma Dienstverlening wordt regie gevoerd en sturing gegeven. Actualisatie Visie Communicatie 2007 mede op basis van nieuw collegeprogramma en resultaten communicatieonderzoek 2009/2010. De gemeenteraad heeft op 22 december 2011 de Visie Communicatie en Participatie 2012 – 2016 vastgesteld. Meer sturen op voorkeurskanaal. De dienstverlening zo organiseren dat klanten worden verleid om voor bepaalde diensten een kostenefficiënter kanaal te kiezen. Binnen het programma ‘Dienstverlening’ bestaat aandacht voor het sturen op voorkeurskanaal. In belangrijke mate gaat daarbij aandacht en voorkeur uit naar de uitbreiding van de digitale dienstverlening. Het maken van bijvoorbeeld een afspraak wordt in hoofdzaak digitaal gedaan.
Voltooid Ja
Ja
Ja
Ja
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
Aantal digitaal aan te vragen producten via www.houten.nl
Afdeling Publiekszaken
Realisatie 2009 58
Realisatie 2010 56
Raming 2011
Realisatie 2011
45
57
Verklaring voor afwijking: Doel 1
Verklaring Het verschil in raming en realisatie is ontstaan vanuit de verwachting dat door een aantal wetswijzigingen tijdelijk een daling in het aantal digitale producten zou ontstaan. Hiervan is door toevoeging van nieuwe producten geen sprake.
Doelstelling 2 Grotere kwaliteit van en toegankelijkheid tot gemeentelijke informatie, producten en organisatie, door: a. Een optimale telefonische bereikbaarheid van de gemeentelijke organisatie. b. Een optimale dienstverlening aan de balie in de Gemeente Ingang. c. Een optimale schriftelijke berichtgeving, communicatie en postafhandeling. d. Een optimale website, digitale berichtgeving, communicatie en e-mail afhandeling. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2
Oordeel inwoners over Informatiebijeenkomsten
2a
Oordeel inwoners over resultaat telefonisch contact Bereikbaarheid/ daadwerkelijk contact alle bellers met het TIC % Beantwoorde oproepen naar telefooncentrale (611) dat voldoet aan de minimum (1) branchenorm . Oordeel inwoners over kwaliteit dienstverlening Gemeente InGang
Communicatieonderzoek via Burgerpanel Benchmark Publiekszaken CCM systeem
2a 2a
2b
Jaarstukken 2011
Realisatie 2009
Realisatie 2010
Raming 2011
Realisatie 2011
6.6
-
6.9
7.0
7.5
7.2
-
-
-
-
95%
97%
88%
87%
80%
88%
7.9
7.8
-
-
CCM systeem
Klanttevredenheidsonderzoek in benchmark Publiekszaken
123
2b
% bezoekers dat minder dan 15 minuten voor de centrale publieksbalie hoeft te wachten
2c
Oordeel inwoners over: a] de gemeentelijke pagina’s (Houten Actueel in Houtens Nieuws) b] de gemeentegids c] de plattegrond van de gemeente d] folders/nieuwsbrieven e] bewonersbrieven % Inwoners dat de gemeentelijke informatie via de lokale kranten goed vindt.
2c
2d
2d 2d
2d 2d
Oordeel inwoners over: a] de website www.houten.nl b] digitale nieuwsbrieven c] de lichtkranten langs de Rondweg Rangorde gemeentelijke website % Inwoners dat de informatie van de gemeente op de website goed vindt. % Inwoners dat informatie op website meestal of altijd vindt Aantal malen dat digitale producten aangevraagd zijn
Waar staat je gemeente (Klant begeleiding systeem KBS) Communicatieonderzoek via Burgerpanel (1x pj in oneven jaren)
Leefbaarheidsmonitor / Burgerpeiling van Waar staat je gemeente Communicatieonderzoek via Burgerpanel (1x pj in oneven jaren) http://monitor. overheid.nl Leefbaarheidsmonitor / Burgerpeiling van Waar staat je gemeente Communicatieonderzoek via Burgerpanel Afdeling Publiekszaken
91%
94%
95%
94%
7.2
-
7.5
7,3
7.3 7.9
-
7.5 8.0
7,4 8,2
7.0 7.4
-
7.5 7.5
7,2 7,4
-
84%
-
-
6.9 6.8 6.2
-
7.5 7.0 6.5
6,8 7,2 6,6
130
204
<100
181
-
61%
-
-
>84%
79%
2.500
11.138
76% 987
9.912
1. Definitie minimum branchenorm voor bereikbaarheid: oproepen moeten binnen 20 seconden worden beantwoord en daarbij moet de telefoniste de beller direct te woord staan (dus niet in wachtstand plaatsen). Wanneer voor 90% aan deze norm wordt voldaan is er sprake van een zeer goed bereikbare organisatie.
Verklaring voor afwijking: Doel 2d 2d
Verklaring De site www.monitor.overheid.nl is met ingang van juni 2011 opgeheven, daardoor is geen sprake van een resultaat van een heel jaar. In hoeverre de positionering lager dan 100 gehaald zou zijn is niet te herleiden. Het hoge aantal malen dat digitale producten is aangevraagd wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de uitbreiding van het werken op afspraak, alsmede omdat in het verleden is verzuimd consistent ook de WOZ-producten als resultaat mee te nemen. Vanaf 2010 is dit wel het geval.
Wat gaan we daarvoor doen? 2a) Een optimale telefonische bereikbaarheid van de gemeentelijke organisatie. 2b) Een optimale dienstverlening aan de balie in de Gemeente Ingang. 2c) Een optimale schriftelijke berichtgeving, communicatie en postafhandeling. 2d) Een optimale website, digitale berichtgeving, communicatie en e-mail afhandeling. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 2
2
Omschrijving Doorontwikkelen kanalen op basis van het document ‘Vastgestelde minimumbranchenormen VNG’. In de uitwerking van het programma dienstverlening is aangesloten bij de door de VNG vastgestelde minimum-branchenormen en als zodanig als uitgangspunt meegenomen. Trainen van medewerkers op goede mondelinge en schriftelijke communicatie richting inwoners. Houten Academie gaat in 2012 van start.
Jaarstukken 2011
Voltooid Ja
nee
124
2a
2b
2 c,d
2d
2d
2d
2d 2d
Voortzetten project “Verbetering Telefonisch Bereikbaarheid” (gestart 1 januari 2010). Dit project is vooral gericht op de back office afdelingen. Ook in 2011 is er volop aandacht geweest voor de bereikbaarheid van de organisatie. 2011 heeft vooral in het teken gestaan van aanschaf en implementatie van een goed rapportagesysteem. In november is dat rond gekomen. De bereikbaarheid van de back office ligt op 90%. In 2012 zal ingezoomd worden op de verschillende afdelingen, zodat gericht gestuurd kan worden op een verdere verbetering van de bereikbaarheid. Daarnaast is er aandacht voor de terugbelnotities. Als een medewerker een terugbelnotitie vanuit het TIC ontvangt, moet hij/zij een terug koppeling geven als ook echt teruggebeld is. Begin 2011 was er een respons van 66%. Eind 2011 was de respons gestegen tot 95%. Wij kunnen nog niet voor de gehele organisatie monitoren of ook binnen 24 uur is teruggebeld. Dat willen wij eind 2012 wel kunnen meten. Evaluatie openingstijden balie Gemeente Ingang: zoveel mogelijk tegemoet komen aan klantbehoeften, rekening houdend met een efficiënte bedrijfsvoering. College neemt in 2011 besluit over eventuele aanpassing openingstijden. College heeft op 21 juni 2011 ingestemd met het uitsluitend werken op afspraak in de middag ingaande 1 september 2011. Hierdoor kan flexibel worden ingespeeld op de behoefte van de klant, kunnen medewerkers efficiënt ingezet worden en kunnen openingstijden daar op worden aangepast. Dit laatste zal zich met name voordoen gedurende piekperioden. Door middel van managementrapportages gegenereerd uit het document management systeem zal actief worden gestuurd op het sneller (binnen wettelijke termijnen) afhandelen van documenten. Maandelijks verzorgt de afdeling Informatie management-informatie met betrekking tot openstaande post. Daarnaast is geëxperimenteerd met persoonlijke rappel-meldingen, dit bleek niet de juiste sturingsmethode. Breder aandacht geven aan voordelen en mogelijkheden digitale dienstverlening. Meer soorten producten ontsluiten en de mogelijkheden voor het digitaal kunnen maken van een afspraak uitbreiden. In de diverse servicebrieven alsmede in de lokale media wordt consistent verwezen naar onze webpagina en de mogelijkheden om producten digitaal aan te vragen en een afspraak te maken. Met ingang van 1 september jl. is het werken op afspraak uitgebreid. Dit maakt dat het mogelijk om voor alle middagen en de avondopenstelling een afspraak te plannen. Implementeren nieuwe producten- en dienstencatalogus op de website. Aanschaf en implementatie van een nieuwe PDC is uitgesteld tot de invoering van een midoffice systeem. Twee van de midoffice systemen die wij in beeld hebben voor mogelijke aanschaf hebben een geïntegreerde PDC. Als een van deze twee systemen niet wordt aangeschaft, moet toch een separate PDC aangeschaft worden, maar die moet wel heel goed compatibel zijn met de aan te schaffen midoffice, dus ook in dat geval moeten wij wachten totdat een keuze voor een midoffice is gemaakt. De huidige product- en dienstencatalogus wordt in de tussentijd wel up-to-date gehouden. Structuur van website en zoekmachine op website aanpassen op wijze waarop mensen zoeken. Zoekmachine is verbeterd en aangepast. Een verbeterde structuur van de website is in ontwikkeling. Opleiden van medewerkers tot webredacteur zodat teksten beter leesbaar worden. Houten Academie gaat in 2012 van start Experimenteren met inzet van sociale media bij een aantal projecten, zoals Hyves, Twitter en LinkedIn. In 2011 gestart met inzet Twitteraccount van de gemeente. Bij projecten nog beperkt.
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
ja
nee ja
Doelstelling 3 Vereenvoudigde regelgeving met minder bureaucratische rompslomp. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3
% inwoners dat vindt dat de gemeente duidelijke regels, verordeningen heeft
3
% inwoners dat vindt dat de gemeente tegenstrijdige gemeentelijke regels heeft
Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente
Jaarstukken 2011
Realisatie 2008
Realisatie 2009
Raming 2010
Raming 2011
-
60%
-
-
-
15%
-
-
125
Wat gaan we daarvoor doen? Verminderen en vereenvoudigen regelgeving. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Doel 3
Omschrijving In 2010 heeft de gemeente meegedaan aan de landelijke benchmark “Minder Regels, Meer service”. De uitkomsten hiervan worden in 2010/2011 geëvalueerd. Op grond van de evaluatie wordt bepaald hoe deregulering binnen de gemeente Houten nadere invulling kan krijgen. De evaluatie van de deelname aan de benchmark heeft plaatsgevonden. Deelname heeft slechts in beperkte mate nieuwe zienswijze en inzichten opgeleverd. Dit heeft ons doen besluiten het voorlopig bij één meting te houden.
Jaarstukken 2011
Voltooid Ja
126
Verschillenanalyse Betrokken Programma 5: Betrokken Verschil begroting na wijziging vs rekening 2011
Rekening
Begroting
Begroting na wijziging
Deelprogramma's
2010
2011
2011
2011
51 Politiek en bestuur 52 Dienstverlening
4.648.313 2.336.105
4.203.576 2.463.687
4.143.307 2.364.688
4.045.779 2.389.794
97.528 -25.106
235.236-
35.000
7.368
219.053-
226.421
6.749.182
6.702.263
6.515.363
6.216.520
298.843
184.893 922.652 -
1.300 918.389
37.300 868.786
15.549 857.588
-21.751 -11.198 0
Totaal baten
1.107.545
919.689
906.086
873.136
-32.950
Saldo programma 5
-5.641.637
-5.782.574
-5.609.277
-5.343.384
265.893
Programma brede kosten Totaal lasten 51 Politiek en bestuur 52 Dienstverlening Programma brede kosten
Rekening
Deelprogramma Politiek en bestuur Het deelprogramma heeft een voordelig saldo van € 75.777 en wordt veroorzaakt door: Producten 1. Raad 2. College TOTAAL
€ € €
Lasten 25.753 V 71.775 V 97.528 V
€ € €
Baten 0 V 21.751 N 21.751 N
SALDO € 75.777 V College Het voordeel op de lasten van dit product heeft betrekking op de kosten voor de pensioenopbouw van wethouders. Onderdeel van de begrote salariskosten zijn de kosten ten behoeve van de pensioenopbouw van wethouders. Daarnaast wordt er jaarlijks ook een storting begroot van € 55.000 in de pensioenvoorziening voor wethouders. In de realisatie worden deze kosten afgewikkeld via de voorziening waardoor er een overschot ontstaat op de begrote salariskosten. Voor 2012 wordt deze systematiek geanalyseerd en indien nodig aangepast. Bij de baten heeft de negatieve afwijking betrekking op een planschadevergoeding die zowel in 2010 als in 2011 is opgevoerd.
Deelprogramma Programma brede kosten programma Betrokken Het deelprogramma heeft een nadelig saldo van € 226.421 en wordt veroorzaakt door: Producten 1. Programma brede kosten TOTAAL
€ €
Lasten 226.421 V 226.421 V SALDO
€ €
Baten 0 0
€
226.421 V
Programma brede kosten programma Betrokken Het voordeel op de lasten van dit product is hoofdzakelijk veroorzaakt door 2 zaken. Allereerst is in 2011 de ICT-infrastructuur vernieuwd. Hiervoor is door de raad een krediet beschikbaar gesteld. Daarnaast was er een stelpost (€ 198.000) voor onvoorziene uitgaven beschikbaar. Deze stelpost is slechts voor circa € 58.000 aangewend. Het restant van circa € 140.000 is daarom vrijgevallen. Daarnaast was er op concernniveau een frictiebudget beschikbaar van circa € 151.000. Dit budget was bedoeld ter dekking van de concern brede personeelsbudgetten (salarissen en inhuur). Het budget wordt centraal beheerd en dus niet verdeeld over verschillende kostenplaatsen. Dit voordeel wordt betrokken bij de gemeentebrede analyse van de salarislasten en inhuur derden in de paragraaf bedrijfsvoering. Jaarstukken 2011
127
Jaarstukken 2011
128
Paragrafen
Jaarstukken 2011
129
Jaarstukken 2011
130
Paragraaf Lokale heffingen In deze paragraaf behandelen wij de belangrijkste gemeentelijke belastingen en rechten. Wij geven inzicht in de uitgangspunten, de tarieven, de daarmee verband houdende opbrengsten, de lokale lastendruk als geheel en een vergelijk met de provinciale en landelijke overzichten. Gemeenten mogen diverse belastingen en heffingen heffen. In onderstaande tabel zijn de belastingen en rechten weergegeven die de gemeenten in algemene zin kennen. Ook is aangegeven welke belastingen en rechten in Houten worden geheven. Overzicht belastingen en rechten
Soort belasting / rechten Onroerende-zaakbelastingen (OZB) Belasting op roerende woon- en verblijfsruimten (RWBB) Baatbelasting Forensenbelasting Toeristenbelasting *) Parkeerbelasting Hondenbelasting Reclamebelasting Precariobelasting Leges algemeen Rechten: - Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten - Rioolheffingen - Lijkbezorgingrechten - Marktgelden - Brandweerrechten - Vermakelijkhedenrechten - Scheepvaartrechten - Weg-, straat-, brug-, tol- en veergelden *) deze wordt in 2012 in het kader van de ombuigingen ingevoerd
Heffing Houten Wel Niet x x x x x x x x x x x x x x x x x x
2. Belangrijkste ontwikkelingen in 2011 Wet WOZ De gemiddelde waardeontwikkeling voor zowel woningen als niet-woningen heeft, ten opzichte van voorgaande jaren, over de gehele linie voor het eerst een daling laten zien. De waarde is daarbij gebaseerd op de wettelijke peildatum 1 januari 2010. Onroerende-zaakbelastingen (ozb) De tarieven ozb zijn ten opzichte van eerdere jaren gestegen. Dit als gevolg van de in de tarieven doorgerekende gemiddelde waardedaling en de inflatiecorrectie. Per saldo is de gemiddelde lastendruk, met uitzondering van de doorgerekende inflatiecorrectie, gelijk gebleven. Beroepszaken In 2011 hebben veel beroepszaken plaatsgevonden. Dit was een direct gevolg van het grote aantal te verwerken bezwaarschriften in 2010. Voor wat betreft het inplannen van deze zittingen geldt een afhankelijkheid van de rechtbank. Opvallend was het grote aantal beroepschriften vanuit no-cure-nopay bureaus welke namens een belastingplichtige bezwaar / beroep indienen. Onderwerp van geschil in de beroepsprocedures was in toenemende mate niet zo zeer de waarde vaststelling maar de juistheid van de proceskostenvergoeding. Het totaal bedrag aan uitgekeerde proceskostenvergoeding in zowel de bezwaar- als beroepsfase laat ten opzichte van voorgaande jaren een toename zien.
Jaarstukken 2011
131
Afvalstoffenheffing De tarieven worden vastgesteld op basis van kostendekkendheid. Als gevolg van een gunstige aanbesteding in 2010 is een voordeel behaald waardoor de totale kosten zijn afgenomen. Dit effect is direct vertaald in een lager tarief voor 2011. ` Ombuigingen Op het gebied van de lokale heffingen zijn de eerste effecten vanuit de ombuigingen gerealiseerd. De aanslagen gemeentebelastingen zijn niet langer vergezeld van een bijsluiter, de aanslagen zijn gedrukt op normaal papier, het automatisch meesturen van acceptgirokaarten is gestopt en een aantal legestarieven is aangepast. Daarnaast is de toeristenbelasting per 1 januari 2012 ingevoerd. 3. Overzicht geraamde inkomsten per belastingsoort In onderstaand overzicht zijn de geraamde en werkelijke opbrengsten per belastingsoort opgenomen bedragen x € 1
Omschrijving
Rekening 2010
Raming 2011 na 2e berap
Rekening 2011
Verschil
Onroerendezaakbelastingen
8.638.702
8.996.263
8.944.951
-51.312
Rioolrecht
1.576.038
1.853.744
1.854.995
1.251
125.729
128.205
128.334
129
Lijkbezorgingsrechten
98.078
85.175
608.037
522.862
Marktgelden
37.621
37.127
36.700
-427
Legesverordening
1.896.076
2.066.936
1.782.396
-284.540
Afvalstoffenheffing
4.430.205
3.450.000
3.444.535
-5.465
Totale opbrengst
16.802.448
16.617.450
16.799.949
182.499
Hondenbelasting
Toelichting op afwijkingen Onroerende-zaakbelastingen De lager dan geraamde opbrengsten kunnen in volledigheid aan achterblijvende opbrengsten vanuit de niet-woningen worden toegeschreven. De leegstand was groter dan geraamd en er heeft een aantal waarde correcties plaatsgevonden als gevolg van ingediende bezwaarschriften. Bij de behandeling van de bezwaarschriften is gebleken dat, als effect vanuit de economische recessie, steeds vaker langlopende huurcontracten worden opengebroken en een lagere huurprijs wordt overeengekomen. Deze huurprijs is uitgangspunt voor de waardebepaling en vertaalt zich direct door naar een lagere waarde vaststelling. Lijkbezorgingsrechten De overschrijding van de lijkbezorgingsrechten betreffen vooruit ontvangen grafrechten (€ 525.000) die al een aantal jaar op de balans staan, maar nu in 2011 in de exploitatie als inkomsten zijn verantwoord. De rechten zijn vervolgens in de voorziening Egalisatie graf-en lijkbezorgingsrechten gestort ter dekking van de kosten voor de bijbehorende meerjarige contractverplichtingen. Per saldo is het dus neutraal verwerkt. Leges algemeen De afwijking op de leges wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere bouwleges. Voor een deel is dit het gevolg van vertraging in planprocedures voor een aantal concrete plannen, voor een deel plannen die zijn uitgesteld of afgesteld. Daarnaast is sprake van een verdere terugval van het aantal grote bouwaanvragen bij een gelijkblijvend aantal kleine aanvragen (bouwsommen tot € 100.000). 4. Lokale lastendruk In onderstaande tabel is de lastendruk in Houten in 2011 weergegeven, voor zowel eigenaargebruikers als huurders. Zoals gebruikelijk in woonlastenoverzichten worden hierbij de onroerendezaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing betrokken. Het uitgangspunt is een meerpersoonshuishouden. Als peildatum voor de WOZ-waarde 2011 geldt 1 januari 2010. Deze waarde is alleen van toepassing op het belastingjaar 2011. Jaarstukken 2011
132
bedragen x € 1
Omschrijving Afvalstoffenheffing Rioolrechten Totaal gebruiker OZB eigenaar Totaal eigenaar/gebruiker
Rekening 2008 258,12 104,52 362,64 277,14 639,78
Rekening 2009 259,08 109,68 368,76 291,00 659,76
Rekening 2010 272,52 83,88 356,40 294,39 650,79
Begroting 2011 208,92 95,28 304,20 300,09 604,29
Realisatie 2011 208,92 95,28 304,20 299,33 603,53
Bij de beoordeling van de belastingdruk per huishouden (bruto-woonlasten) in onze gemeente, in relatie tot de provinciale en landelijke overzichten, komt het volgende naar voren: de gemeente Houten neemt op het overzicht van de provincie Utrecht voor 2011 de zevende plaats in (voor 2010 was dit positie negen). De eerste positie is voor de goedkoopste gemeente. Het totaal aantal gemeenten is 27. De calculatie voor de woonlasten voor meerpersoonshuishoudens (mphh) die Coelo hanteert, e resulteert voor Houten in een bedrag van € 601, - en een 58 plaats (in 2010 positie 167). In onderstaande tabel zijn enkele vergelijkende cijfers uit 2011 opgenomen. Omschrijving Landelijk goedkoopste gemeente ( Zevenaar) Gemeente Houten Landelijk duurste gemeente (Blaricum)
Woonlasten mphh Coelo 480 601 1165
Procentuele vergelijking 79,9% 100,0% 193,8%
492 601 865
81,9% 100,0% 143,9%
Provinciaal goedkoopste gemeente (Bunschoten) Gemeente Houten Provinciaal duurste gemeente (Bunnik)
Positie ranglijst 1 58 444 1 7 27
5. Kwijtscheldingsbeleid Bij kwijtschelding van belasting wordt de 100% norm van de relevante bijstandsnorm gehanteerd. Voor de overige regels wordt het rijksbeleid gevolgd. Op grond van de belastingverordeningen kan kwijtschelding worden verleend voor de afvalstoffenheffing, hondenbelasting (alleen de eerste hond), rioolheffing en in zéér uitzonderlijke gevallen de onroerende-zaakbelasting. Voor de overige belastingen en heffingen wordt geen kwijtschelding verleend. Bedragen x € 1
Soort belasting Afvalstoffenheffing Hondenbelasting Onroerende zaakbelastingen Rioolheffing Totaal
Jaarstukken 2011
2008 100.916 4.639 0 33.976 145.795
2009 99.934 3.593 0 34.246 137.773
2010 85.339 2.468 0 26.236 114.043
2011 69.815 3.075 0 31.777 104.667
133
Paragraaf Weerstandsvermogen De paragraaf Weerstandsvermogen in de jaarstukken 2011 kijkt terug naar datgene wat in de paragraaf Weerstandsvermogen van de begroting 2011 is vastgelegd. Deze paragraaf in de Begroting 2011 was echter nog in de opzet zoals die jarenlang is gebruikt. Een eerste aanzet voor het kwantificeren van de risico’s naar aanleiding van de aanbeveling van de audit- en rekeningcommissie over het kwantificeren en beter onderbouwen van de mogelijke risico’s, is in de begroting 2012 e gedaan. Deze kwaliteitsslag is ook in de 2 bestuursrapportage 2011 vastgehouden, waarmee de paragraaf Weerstandsvermogen uit de begroting 2011 als het ware is getransformeerd naar de nieuwe opzet. Deze paragraaf in de jaarstukken is daarom ook een terugblik over 2011 volgens de nieuwe opzet. Voordat nader wordt ingezoomd op de risico’s en andere (onzekere) ontwikkelingen wordt eerst inzicht gegeven in de omvang van de weerstandscapaciteit 1. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit het geheel van middelen waaruit tegenvallers kunnen worden bekostigd zonder dat de begroting en het beleid (direct) aangepast hoeven te worden. Omvang weerstandscapaciteit In onderstaande tabel is de omvang van de weerstandscapaciteit weergegeven, waarbij is gerekend met het vrije deel van de algemene reserve. Het jaarrekeningsaldo van 2010 is in de stand van 1 januari 2011 verwerkt, zonder rekening te houden met de resultaatbestemming. De doorrekening naar de latere jaren is gebaseerd op het meerjarenbeeld uit begroting 2012 aangevuld met de effecten vanuit de besluitvorming over de tweede fase van de ombuigingen in december 2011. Deze besluitvorming is gezien als een verlengde behandeling van de begroting 2012. De verhoging van de ozb-opbrengst van € 1,1 miljoen was daarin een belangrijke bouwsteen om de begroting 2012 financieel op orde te brengen. De onbenutte belastingcapaciteit is daarmee fors gedaald ten opzichte van het beeld dat bij de begroting 2012 was neergelegd, maar nog steeds aanzienlijk. Weerstandscapaciteit per 1 januari van het jaar
2011
2012
2013
2014
2015
2016
Vrij deel algemene reserve - Provinciale norm
2.405
2.431
2.462
2.493
2.517
2.571
- Boven provinciale norm
1.876
-455
-729
-941
-617
715
Stand reserve per 1 januari
4.281
1.976
1.733
1.552
1.900
3.286
390 0 60
510 0 61
520 0 62
570 0 62
580 0 63
690 0 64
4.731
2.546
2.315
2.184
2.543
4.040
Onbenutte belastingcapaciteit Stille reserves Stelpost onvoorzien Totaal
Vrij deel algemene reserve Het vrij besteedbare deel van de algemene reserve (in Houten de algemene middelenreserve) bedraagt op 31 december 2011 naar verwachting € 1,976 miljoen. De provinciale minimumnorm voor de algemene reserve bedraagt € 2,341 miljoen (€ 50 gebaseerd op 48.613 inwoners). Voor dynamische gemeenten geldt een hogere norm. In Houten is de dynamiek vooral bij de grondexploitatie aanwezig. Binnen de grondexploitatie wordt daarvoor eigen weerstandscapaciteit aangehouden. Beklemde algemene reserves Naast de vrije algemene reserve zijn er nog de beklemde algemene reserves (totaal € 41,775 miljoen). Deze reserves zijn door de raad bestemd ten behoeve van he genereren van renteopbrengsten die structureel kunnen worden ingezet als algemeen dekkingsmiddel. Deze reserves zijn daarom niet vrij besteedbaar, maar beklemd en worden daarom niet meegerekend in de omvang van de weerstandscapaciteit. Deze reserves vormen dus een belangrijk “spaarpotje” van de gemeente Houten. Het inzetten hiervan kan ook alleen plaatsvinden als dit echt noodzakelijk is. In de 2011 zijn voor de Begroting 2012 daarvoor criteria benoemd op grond waarvan en bandbreedtes waarin de raad toch een beroep op deze beklemde reserves kan doen. Als gevolg van de aanhoudende economische Jaarstukken 2011
134
crisis en de impact die dat heeft op de woningbouw(activiteiten)markt blijft de druk op het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf en de resultaten van de Algemene Dienst onveranderd groot. De kans dat deze buffer moet worden aangesproken is zeer reëel. Daarom is in de koppelingsbrief 2011 geanticipeerd op een mogelijke inzet van € 10 miljoen van de beklemde reserve. De financiële effecten daarvan voor de begroting als gevolg van lagere renteopbrengsten zijn daarbij in beeld gebracht. Onbenutte belastingcapaciteit Bij leges en heffingen met kostendekkendheid als uitgangspunt, is er geen sprake van financiële ruimte die kan functioneren als weerstandscapaciteit. Voor de OZB echter wordt wel rekening gehouden met de onbenutte belastingcapaciteit. Deze wordt berekend als het verschil tussen het OZB-tarief in Houten (als het gewogen gemiddelde voor woningen en niet-woningen) en het normtarief om in beroep te kunnen doen op artikel 12 van de Financiële verhoudingswet. De uitkomst hiervan komt in 2011 uit op € 310.000. Voor 2012 en verder is deze onbenutte belastingcapaciteit ingezet om de begroting financieel op orde te krijgen.( Zie hierboven bij Omvang weerstandscapaciteit) Stille reserves Van stille reserves is sprake als er een verschil bestaat tussen de boekwaarden van activa en de feitelijk (hogere) waarde van die activa als ze te gelde zouden worden gemaakt. Op dit moment is er van stille reserves geen sprake. Stelposten In de begroting 2011 waren meerdere stelposten opgenomen om financiële ruimte vast te leggen voor gewijzigd of voorgenomen beleid, waaronder ook stelposten voor de toename van de onderhoudskosten als gevolg van areaaluitbreiding (vinex). De stelposten waren geoormerkte bedragen, maar de aanspraken erop kunnen op het moment van inzetten zijn gewijzigd. Alle stelposten zijn in 2011 ingezet of vrijgevallen. Voor onvoorziene uitgaven was in de begroting 2011 een bedrag van circa € 60.000 (dat is € 1,25 per e inwoner) opgenomen. Deze stelpost is in 2011 niet ingezet en in de 2 bestuursrapportage 2011 vrijgevallen ten gunste van het saldo. Conclusie weerstandscapaciteit Het jaarrekeningsaldo 2010 is verwerkt in de stand van de vrije algemene reserve per 1 januari 2011. Als gevolg van het negatieve resultaat over 2010 (€ 2.020.145) komt hiermee de weerstandscapaciteit vanaf 2011 niet meer boven de provinciale norm. Het vrije deel van de algemene reserve voldoet op begrotingsbasis niet meer aan de norm die de provincie heeft gesteld. In de begroting 2012 is daarom uitgebreid ingegaan op de herschikking van de reservepositie en zijn criteria benoemd op grond waarvan de raad kan omgaan met (beklemde) reserves. In de tweede fase van de ombuigingen en de koppelingsbrief is nader ingegaan op de reservepositie en is geanticipeerd op de inzet van een deel van de beklemde reserves en de financiële effecten die dat met zich meebrengt voor de betreffende begroting 2. Risico’s De transformatie van de risico’s uit de begroting 2011 naar de nieuwe opzet zoals die is gehanteerd in e de 2 bestuursrapportage heeft geleid tot enerzijds een aantal risico’s die vooral financieel-economisch van aard zijn en gekwantificeerd kunnen worden en anderzijds in de signalering van een aantal ontwikkelingen die niet direct als risico zijn te kwantificeren, maar wel belangrijk genoeg zijn om te noemen. In deze jaarstukken wordt nu kort teruggeblikt op deze genoemde risico’s en ontwikkelingen. Ontwikkelingen op rijksniveau Decentralisaties AWBZ dagbesteding en begeleiding In 2011 heeft deze ontwikkeling zich slechts op hoofdlijnen afgetekend. In de loop van de tijd echter wordt de ontwikkeling nu steeds concreter. De gemeente Houten ontvangt € 130.588 in 2012 en € 87.745 in 2013 als invoeringsbudget voor detransitie begeleiding. Het transitiebudget is toegevoegd aan het Gemeentefonds. Gemeenten zijn daarbij vrij om deze middelen te besteden en leggen daarover verantwoording af aan de Gemeenteraad. Het budget is bedoeld voor alle kosten die gemeenten moeten maken om de nieuwe taken door de decentralisatie van begeleiding, kortdurend verblijf en de inloopfunctie GGZ te financieren. Het kan daarbij gaan om kosten voor
Jaarstukken 2011
135
beleidsvoorbereiding en projectleiding, de inhuur van externen om de aanbesteding te begeleiden, het inrichten van de front-office en communicatie van individuele gemeenten aan haar eigen burgers. De gemeente is vrij in de inzet van deze middelen. Frictiekosten die worden gemaakt bij bijvoorbeeld het CIZ en de zorgkantoren (afvloeien van personeel, afschrijven van automatisering e.d.) als gevolg van de decentralisatie zijn voor rekening van het Rijk. Frictiekosten bij aanbieders zijn de verantwoordelijkheid van de aanbieders. In de meicirculaire 2012 zal duidelijkheid worden gegeven over de omvang van het Macrobudget voor begeleiding en de uitvoeringskosten. Deze zijn bedoeld voor de structurele kosten van de nieuwe taken die volgen uit de wijziging van de Wmo. Voor incidentele kosten worden geen aanvullende vergoedingen meer verstrekt aan gemeenten. Het is aan te bevelen om als gemeente goed te blijven schakelen met andere gemeenten en de VNG om in de transitieperiode zoveel mogelijk aan te sluiten bij trajecten die al door het Transitiebureau worden ontplooid (communicatie, gegevensoverdracht) of door andere gemeenten met succes worden opgepakt. Dit komt een doelmatige aanwending van de middelen voor de transitie ten goede. Het is op basis van het bovenstaande reëel te veronderstellen, dat er frictie ontstaat tussen de benodigde en de beschikbaar gestelde middelen. In de loop van het voorjaar 2012 zullen de omvang van het knelpunt en de oplossingsrichtingen uitkristalliseren. Decentralisatie Jeugdzorg Ook de ontwikkeling met betrekking tot de transformatie van de Jeugdzorg is in 2011 op hoofdlijnen bekend geworden. De gemeente is nog in afwachting van de concrete uitwerking daarvan. Op dit moment lijkt het waarschijnlijk dat de transformatie jeugdzorg per 1-1-2015 in zijn geheel plaats vindt. Naar verwachtring zal dit voor 2012 alleen in personele zin knelpunten opleveren (extra taken zonder extra middelen) en zullen de risico’s over 2013 – 2014 in de loop van 2012 nader kwantificeerbaar worden. Decentralisatie Sociale Zaken Dit betreft de invoering van de Wet werken naar vermogen (WWNV). In 2011 is ook deze ontwikkeling op hoofdlijnen duidelijk geworden. Op 1 februari 2012 heeft de staatsecretaris het wetsvoorstel aan de Tweede Kamer aangeboden. De gevolgen van dit wetsvoorstel worden in de loop van 2012 duidelijk. De geplande invoeringsdatum van de WWNV is 1 januari 2013. De invoering van de WWNV wordt samen met de andere vier Lekstroomgemeenten opgepakt. Het is ook een van de motieven om tot die vergaande samenwerking over te gaan. Openeinde regelingen De kosten verbonden aan het faciliteren van leerlingenvervoer zijn in 2011 binnen het budget gebleven en dus heeft het risico zich in 2011 niet voorgedaan. Het risico blijft echter ook in 2012 bestaan, omdat de kosten afhankelijk zijn van het aantal en soort aanvragen. Door strenge toepassing van de regels en efficiëntere uitvoering van het taxi-vervoer wordt geprobeerd de kosten te verlagen en het risico te verkleinen. Medio 2012 zal er een nieuwe aanbesteding plaatsvinden. Vanwege de extreme winterperiode aan het begin van 2011 zijn er meer strooibeurten geweest dan gepland waardoor kosten voor strooizout, zand, onderhoudskosten aan machines en kosten voor inzet van personeel fors zijn overschreden. In de e 2 bestuursrapportage is het budget voor gladheidsbestrijding op het gewenste niveau voor 2011 gebracht (negatieve financiële effect € 84.000). Het najaar van 2011 was extreem zacht waardoor het risico op verdere overschrijding zich niet heeft voorgedaan. Het risico blijft echter bestaan omdat winters zich niet laten voorspellen. De gemeente heeft in 2011 € 23.000 bijgedragen in het exploitatietekort over 2010 van Van e Houten & Co. In de 2 bestuursrapportage is hiervoor incidenteel budget beschikbaar gesteld. Het risico loopt door naar 2012 met betrekking tot een eventuele bijdrage in het exploitatietekort over 2011 van Van Houten & Co. Verwacht wordt echter dat Van Houten & Co in 2011 binnen het budget is gebleven. In 2011 zijn geen extra kosten gemaakt voor de inzet van Van Houten & Co voor inzake de begeleiding van het dagelijks bestuur van dorpshuis Schalkwijk. De inzet van Van Houten & Co gaat waarschijnlijk langer duren dan gepland (1 maart 2012). Schatting is dat er ongeveer € 20.000,- extra nodig zal zijn in 2012. Het aantal trajecten van outreachende hulpverlening bij huiselijk geweld is binnen het geraamde aantal trajecten gebleven. Het risico heeft zich in 2011 dus niet voorgedaan. Wel
Jaarstukken 2011
136
loopt het risico door naar 2012. Voor 2012 is het aantal trajecten bij collegebesluit al verhoogd ten opzichte van 2012. Echter het risico blijft bestaan dat er meer trajecten nodig zullen zijn. De opbrengsten van de onroerendzaakbelasting zijn in 2011 met € 51.312 lager uitgekomen dan was geraamd, procentueel is dit een afwijking van 0,57%. Deze afwijking heeft het jaarrekeningsaldo negatief beïnvloed. Dit risico doet zich ieder jaar opnieuw voor. Bij het ramen van de opbrengsten wordt ieder jaar opnieuw zo goed mogelijk rekening gehouden met de oorzaken welke debet zijn geweest aan het niet halen van de geraamde opbrengsten door het model dat ten grondslag ligt aan de raming steeds verder te verfijnen. Voor 2012 betreft dit bijvoorbeeld het (nog) meer rekening houden met leegstand en het beter verdisconteren van effecten uit de bezwaarafhandeling. Daarnaast werkt het model met een aantal aannames waardoor er altijd sprake zal zijn en blijven van een risico. Het bepalen en uiteindelijk realiseren van een opbrengst is namelijk van diverse, niet altijd te beïnvloeden of te berekenen, factoren afhankelijk.
Meerjarenonderhoudsplannen De meerjarenonderhoudsplannen zijn opgesteld en de effecten daarvan zijn in december aan de raad ter besluitvorming voorgelegd. Met de financiële effecten voor 2012 is ingestemd. Bij de behandeling van de perspectiefnota 2013 zal worden vastgesteld welke structurele bijdrage voor de meerjarenonderhoudsplannen nodig is vanaf 2013. Het risico voor 2012 is hiermee afgedekt maar loopt gezien de uitgestelde besluitvorming over 2013 e.v. door na 2012. Bestuur De onzekere financiële effecten met betrekking tot regelingen voor arbeidsongeschiktheid van wethouders en die van nabestaandenpensioenen wethouders (bij overlijden van ex-wethouder voor de 65-jarige leeftijd) hebben zich in 2011 niet voorgedaan. Dit betreffen doorlopende risico’s die zich opnieuw kunnen voordoen in 2012. Regionale ontwikkelingen De nieuwe dienstverleningsovereenkomst met de Veiligheidsregio Utrecht is in 2011 nog niet tot stand gekomen. Zodra deze gereed in 2012 is, vinden er gesprekken tussen de VRU en de afzonderlijke gemeenten plaats. Tot die tijd is er geen aanvullende informatie beschikbaar over eventuele risico’s. Het niet aflossen van de door Houten verstrekte leningen aan verenigingen, stichtingen of organisaties met een publiek belang Het risico heeft zich in 2011 niet voorgedaan, rente en aflossingen zijn gedaan. Er is geen financiële impact geweest in 2011. Het risico blijft echter voor 2012 wel bestaan, aangezien de aflossingen meerjarige nog moeten plaatsvinden. De verwachte omvang ervan is vergelijkbaar aan die van 2011. Eventuele betaling rentederving door Houten ten behoeve van gelimiteerde achtervang WSW (Wet Sociale Woningbouw) In 2011 heeft dit risico zich niet voorgedaan. Gezien de aard van het risico zal het zich elk jaar opnieuw voordoen. De kans daarop en de omvang zijn vergelijkbaar aan die van 2011. Overigens doen elders in het land problemen zich voor met een woningbouwcorporatie door het overmatig gebruik van derivaten. Hierdoor worden de betreffende gemeenten geconfronteerd met het verstrekken van renteloze leningen. Vooralsnog zijn er geen aanwijzingen dat een dergelijke problematiek zich in Houten op korte termijn zal afspelen. 3. Conclusie Weerstandsvermogen In 2011 is er als gevolg van het zich voordoen van de geschetste risico’s geen aanspraak gemaakt op de beschikbare weerstandscapaciteit. Ook het uiteindelijke jaarrekeningsaldo over 2011 heeft geen inbreuk gedaan op de weerstandscapaciteit, maar deze zelfs, als gevolg van het positieve saldo, beperkt versterkt. Toch blijft de weerstandscapaciteit daarmee onder de norm die de provincie hanteert (Zie hiervoor bij 1. Omvang Weerstandscapaciteit). Bij het opstellen van de perspectiefnota 2013 worden de risico’s opnieuw integraal geïnventariseerd op basis van de gehanteerde systematiek in de begroting 2012.
Jaarstukken 2011
137
Paragraaf Weerstandsvermogen Grondexploitatie/Grondbeleid De integrale grondexploitatie van Houten bestaat uit drie hoofdgrondexploitaties (Houten Stedelijk, Houten Landelijk en Houten Eiland van Schalkwijk) die corresponderen met deelgebieden met een specifieke ruimtelijke opgave. Binnen de hoofdgrondexploitaties bevinden zich deelexploitaties waarvan de saldi, conform het Reglement Grondzaken, eerst binnen de ‘bol’ van de hoofdgrondexploitatie en vervolgens met het algemene weerstandsvermogen grondexploitatie afgedekt en/of verevend kunnen worden. De optelsom van de deelexploitaties voor de verschillende plannen en een consolidatie daarvan op niveau van de hoofdgrondexploitatie bepaalt het totale weerstandsvermogen van alle grondexploitaties bij elkaar. Het resultaat van de huidige grondexploitatie heeft alleen betrekking op de gebieden waar nog ontwikkeling en grondopbrengsten te verwachten zijn. Jaarlijks wordt het Weerstandsvermogen Grondexploitaties herzien op basis van de actualisatie van alle lopende grondexploitaties. Hiermee wordt inzicht gegeven in de resultaatontwikkeling van alle plannen die in exploitatie zijn, zowel afzonderlijk als gezamenlijk. In samenhang met het actualiseren van de lopende grondexploitaties is ook de bijbehorende risicoanalyse geactualiseerd. Onder 2 treft u de resultaten van beide actualisaties aan. De resultaten zijn/worden beïnvloed door de voortdurende economische crisis. De gevolgen voor de ontwikkeling van woon-, werk- en centrumlocaties zijn ook voor Houten substantieel. In onderdeel 3 van deze paragraaf wordt aangegeven welke maatregelen op concern- en grondexploitatieniveau inmiddels zijn getroffen en wordt een indicatie gegeven van welke maatregelen worden voorzien. Een en ander in lijn met de bestuursopdracht Ruimtelijke Agenda die tot doel heeft een nieuw beheers- en ontwikkelconcept voor ruimtelijke opgaven op te leveren. Voor de te ontwikkelen gebieden in Houten-Noord zijn in het algemeen geen grondexploitaties geopend en maken dus (nog) geen onderdeel uit van de geactualiseerde grondexploitaties en bijbehorende risicoanalyse. Deze locaties maken wel onderdeel uit van de bestuursopdracht Ruimtelijke Agenda en zullen afhankelijk van de besluitvorming per locatie opgenomen worden in de actieve exploitaties en/of risicoanalyse.. Resultaten a. Geactualiseerde grondexploitaties De resultaatberekening en de prognose zijn gebaseerd op de jaarrekening 2011 en de ontwikkelingen tot het moment van opstellen van de herziening grondexploitatie 2012 (maart 2012). Het saldo van de grondexploitatie 2011 was € 4,7 miljoen. Dit was inclusief de reservering van € 1,0 e miljoen voor de 2 bijdrage Linieland.. In december 2011 heeft de raad bij de tweede fase ombuigingen besloten deze € 1,0 miljoen over te hevelen naar de algemene dienst. Dit in afwachting van een definitief besluit in 2014 over de inzet van deze middelen. Hierdoor blijft deze reservering tot 2015 beschikbaar als risicobuffer Bij de vergelijking tussen de grondexploitatie resultaten 2011 en 2012 moet voor dus voor 2011 het vertrekpunt € 3,7 miljoen zijn. Het saldo van de grondexploitatie is in 2011 verder gedaald als gevolg van een meerjarige herziening van de doorlooptijd van projecten, gebaseerd op de huidige inschatting van de crisis-effecten. Daarnaast is er sprake van een aanzienlijke vertraging in de realisatie van deelplannen, waardoor negatieve rente-effecten ontstaan omdat het langer duurt voordat de gemaakte en te maken kosten door grondverkopen worden terugverdiend. Ook nemen plankosten toe doordat plannen vaker moeten worden bijgesteld of dat een herontwikkeling aan de orde is. Tot slot zijn 100% risico’s verwerkt bij de herziening van de grondexploitaties. Onderstaand schema geeft het saldo weer van de totale grondexploitatie in Houten. Dit saldo is opgebouwd uit de saldi van de drie hoofdgrondexploitaties: Stedelijk, Landelijk en Eiland van Schalkwijk. De saldi van deze hoofdexploitaties komen voort uit de begrootte resultaten van de onderliggende deelexploitaties.
Jaarstukken 2011
138
Het saldo grondexploitatie bedraagt per 2012 € 0,2 mln. Dit is een substantiële verlaging ten opzichte van het saldo in 2011. De daling is het gevolg van een realistische, meerjarig bijgestelde planning van de diverse onderliggende plannen. Hoewel de situatie zorgelijk is, achten wij de tijd nog niet rijp om lopende grondexploitatie-projecten af te boeken. Wij zien op alle fronten nog mogelijkheden, al zijn de risico’s soms groot. Deze risico’s zijn verwerkt in de risicoanalyse en op deze wijze ook financieel vertaald. Zo hebben wij de risico’s bij realisatie van kantoren hoog ingeschat. Tegelijkertijd onderzoeken we, in samenwerking met de provincie, hoe we ook in de kantorenmarkt nog kansen kunnen benutten. Daarnaast maken, zoals eerder gezegd, de ontwikkelingen in Houten-Noord nu nog geen onderdeel uit van het saldo grondexploitatie 2012 en de risicoanalyse. Hier zien wij in de komende jaren ook nog kansen om in samenhang met al lopende grondexploitaties keuzes te kunnen maken die per saldo een positief effect kunnen hebben op het weerstandsvermogen en/of de ‘gewogen’ risico’s. Eiland van Schalkwijk Het Eiland van Schalkwijk staat budgetneutraal geraamd in bovenstaande figuur. Dat betekent dat hier geen sprake is van een actieve grondexploitatie. Tegelijkertijd is er veel beweging op en rondom het Eiland. De ontwikkeling van dit gebied stimuleren we via een uitnodigende en faciliterende planontwikkelingsmethodiek. Juist deze aanpak biedt kansen voor toekomstige vitaliteit van het Eiland. b. Geactualiseerde risicoanalyse Door de crisis en de daaruit voortvloeiende vertragingen zijn de risico’s in de grondexploitatie sterk toegenomen. Vanuit de bestuursopdracht ruimtelijke agenda is vorig jaar gewerkt aan een instrument dat inzicht geeft op positieve en negatieve risico’s binnen alle projecten. Op grond hiervan kan er gericht gestuurd worden aan de beheersing en beperking van risico’s en het benutten van kansen. In oktober 2011 is op grond van een eerste risicoanalyse geconstateerd dat er op dat moment evenwicht bestond tussen de ‘gewogen’ risico’s en de beschikbare risicobuffer van circa € 14,3 miljoen). Inmiddels heeft een actualisatie van de risicoanalyse plaatsgevonden. Daarbij zijn twee onderwerpen van belang: - de actualisatie van de grondexploitatie waarin een deel van de eerder als risico aangeduide elementen nu als negatief feit zijn verwerkt - een op nieuwe inzichten gebaseerde inschatting van positieve en negatieve risico’s is de basis voor het nieuwe saldo van gewogen risico’s in de grondexploitaties Het resultaat hiervan is een verlaging van de gewogen risico’s met ongeveer € 2 miljoen ten opzichte van 2011. In onderstaande overzichten zijn deze risico’s per jaar in beeld gebracht.
Jaarstukken 2011
139
2012
Jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Totaal
Bedrag in € -253.500 -25.000 -127.500 -4.181.250 -2.600.000 -4.668.750 -522.500 -12.378.500
2011
Jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Totaal
Bedrag in € -51.500 -3.919.500 -554.444 -6.713.000 -4.712.500 1.650.000 -14.300.944
Figuur 1 : saldi van gewogen risico's in de grondexploitatie
Om de risico’s in de grondexploitatie af te dekken is een buffer van ongeveer € 11,6 miljoen beschikbaar.
Saldo GREX VH-fonds (nog inzetbaar) Infrastructuurfonds (vrij besteedbaar) Linieland (reservering bij Alg.Dienst) Crisisfonds GREX in concernwstv. Totaal
Bedrag in milj. 0,2 2,0 0,9 1,0 7,5 11,6
Figuur 2: totaal beschikbare middelen in risicobuffer grondexploitatie De top 3 grondexploitaties met een relatief groot risico bestaat uit: Castellum (2015): € 3,0 miljoen,. waarbij gesprekken met marktpartijen plaatsvinden om het risico te reduceren door een koppeling te leggen met de bouw van woningen in andere deelgebieden; Loerik VI (2016): € 2,6 miljoen, als gevolg van de stagnatie in de kantorenmarkt; Centrum (2017): € 3,5 miljoen als gevolg van minder kansen voor planontwikkeling in de Spoorhaag en Slinger. c. Conclusie Deze actualisatie geeft een realistisch inzicht in de geprognostiseerde resultaten en de gewogen risico’s in alle lopende grondexploitaties. Het totale beeld blijft zorgelijk: wij moeten helaas constateren dat het geprognotiseerde saldo van de grondexploitatie tot bijna neutraal is gedaald. De totale risicobedragen zijn, ten opzichte van oktober 2011, ook afgenomen maar nog altijd hoog. Hoewel wij ons realiseren dat er minder middelen beschikbaar zijn in de risico-buffer dan het saldo van alle gewogen risico’s achten wij het op dit moment niet nodig om aanvullende voeding te zoeken voor de risico-buffer. Belangrijkste redenen hiervoor zijn het feit dat de meeste risico’s zich pas voordoen vanaf 2015,de inspanning die wij op dit moment plegen om risico’s te reduceren en de mogelijkheden die wij in de komende jaren nog zien in Houten-Noord.. Wij achten de situatie wel zorgelijk en zullen naast beheersmaatregelen en interventies ook periodiek blijven monitoren hoe de risico’s zich ontwikkelen. Maatregelen en interventies Om de effecten van de crisis zoveel als mogelijk te bestrijden zijn inmiddels een groot aantal maatregelen on concernniveau en binnen de grondexploitaties getroffen en zijn aanvullende maatregelen interventies voortdurend in ontwikkeling en uitvoering. Hieronder treft u een overzicht daarvan aan. d. getroffen maatregelen/interventies - verminderen van de ‘rentebeklemming’ van een deel van de reserves op concernniveau - de risico’s bij het project Sport en Werklandschap de Meerpaal zijn beperkt door de ontwikkeling van het gebied af te stemmen op onderliggende grondcontracten; Jaarstukken 2011
140
-
de ontwikkelingen van het gebied de Slinger worden gefaseerd gerealiseerd; uitgaven uitstellen totdat daadwerkelijk zicht is op inkomsten; uitgifte van bedrijventerreinen wordt gestimuleerd met behulp van een nieuwe acquisities; aanboren nieuwe markten door een project te realiseren met behulp van Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO).
e. actieve maatregelen en interventies - doorbraak stagnerende woningbouw Castellum-West door samenhang met andere te realiseren deelgebieden aan te brengen en zo tot integrale oplossingen te komen; - nieuwe allianties tussen partijen om met bundeling van mogelijkheden aan integrale oplossingen bij te dragen; f.
voorbereiden nieuwe maatregelen en interventies - programmeren, prioriteren, faseren mede op basis van een nieuw inzicht in Houtense woningmarkt (onderzoek Compaenen 2012); - programmeren, prioriteren, faseren mede op basis van een nieuw inzicht in regionale ontwikkelingen ten aanzien van wonen en werken (verkenning regionale uitvoering en programmering in BRU-verband); - heroverweging kwantitatief en kwalitatief programma en voor wonen, werken en openbare ruimte per deelgebied op basis van inzichten en besluiten over bestuursopdracht Ruimtelijke Agenda; - nader onderzoek naar aard en omvang van geraamde investeringen in bovenwijkse voorzieningen; - permanente aandacht voor verdere verlaging en beheersing plankosten; - ontwikkeling van een nieuw concept van planontwikkeling en bijbehorende kostentoerekening; - onderzoek naar mogelijk nieuwe of anders inzetten van treasuryinstrumenten met als doel verlaging van de rentekosten; - voortdurende monitoring van maatregelen en interventies voor locatie- en gebiedsontwikkeling bij gemeenten en private ontwikkelingen. .
Jaarstukken 2011
141
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen In het kader van de verantwoording wordt ook de stand van zaken m.b.t. de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen gevraagd. In de paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen worden beleidsuitgangspunten voor het onderhoud van kapitaalgoederen in de openbare ruimte en de gemeentelijke gebouwen weergegeven. Het beleid hierover ligt vast in de beleidsplannen die voor de verschillende onderdelen zijn opgesteld. De beleidsplannen bevatten de kaders voor het kwaliteitsniveau van deze onderdelen. De beleidsplannen zijn vertaald in jaarlijkse exploitatie- en beheerplannen met concrete onderhoudsactiviteiten. Beleids- en beheerplannen in de openbare ruimte in Houten Vastgesteld
1
Bovengrondse Infrastructuur (inclusief wegen)
2
Civieltechnische kunstwerken
3
Groen en Water
4
Spelen, reinigen en begraven
Beleidsplan BOR 2004-2010 Verlengde horizon BOR Beleidsplan BOR 2004-2010 Verlengde horizon BOR Beleidsplan BOR 2004-2010 Verlengde horizon BOR Gem.Baggerplan 2004-2010 Oper.Plan Watergangen 2004 Beleidsplan BOR 2004-2010 Verlengde horizon BOR Begraven met beleid
Aug-2004 Juli- 2007 Aug-2004 Juli- 2007 Aug-2004 Juli- 2007 Nov-2003 Nov-2003 Aug-2004 Juli- 2007 Mei- 2003
5
Ondergrondse infrastructuur (inclusief riolering)
GRP 2010-2013 Verlengde Horizon BOR
Dec-2009 Juli- 2007
2012
Dec-2011
2011
Voorzieningen groot onderhoud
Okt-2003
2012
Voorziening huisvesting onderwijs
Dec 2011
2011
Voorzieningen groot onderhoud
6
Welzijnsaccommodaties en sportaccommodaties
7
Onderwijsaccommodaties
8
Gemeentehuis, gemeentetorens, wijkposten, gemeentewerf, afvalscheiding station en brandweerhuis
2011-060 Meerjaren onderhoudsplannen en vervangingsinvesteringen gemeentelijke accomodaties 2011-2020 Het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs Houten 2004-2008. Meerjaren Onderhoudsplan (MOP) 2011-060 Meerjaren onderhoudsplannen en vervangingsinvesteringen gemeentelijke accomodaties 2011-2020
2012 2012 2012
2012
Bereikbaar, voorziening BOR Bereikbaar, voorziening BOR Duurzaam, voorziening BOR Duurzaam, voorziening BOR, voorziening egalisatie graf en lijkbezorgingsrechten Duurzaam, voorziening BOR, bestemmingsreserve Riolering
1 Bovengrondse infrastructuur De strenge winter 2010-2011 bracht meer asfaltschades met zich mee dan gebruikelijk. De meest ernstige schades zijn in het eerste kwartaal verholpen, de rest wordt planmatig opgepakt. De werkwijze bij de reconstructies Noordoost is onder druk van de ombuigingen aangepast: alleen daar waar het “Nieuwe Houtens Niveau” (PPN 2012) niet wordt gehaald zal onderhoud gepleegd worden. Dit zal geen grote veranderingen tot gevolg hebben, maar wel een gedifferentieerder straatbeeld. In 2011 is de hardware van de straatverlichting gekocht van CityTec. Beheer en onderhoud zijn nu volledig onder regie van de gemeente, tegen lagere kosten. 2 Civiel technische kunstwerken De geplande werkzaamheden aan de civieltechnische kunstwerken zijn in 2011 uitgevoerd. Daarnaast zijn de voegovergangen van tunnel 19 vervangen. Er zijn 2 houten brugdekken vervangen door kunststof exemplaren. Brug 19 is in zijn geheel vervangen en er is betonrenovatie gedaan bij brug 2020. Er is beschoeiing van glasvezelbeton aangebracht langs de Tuurdijk De houten bruggen blijven een zorgenkindje. Veel (kleinere) reparaties zorgen voor een continue druk op het budget. 3 Groen en water Het beheer en onderhoud van het groen in Houten is in 2011 constant op peil geweest conform het afgesproken onderhoudsniveau zoals aangegeven in de BOR 2004 – 2010 maar wel in het licht van het “Nieuw Houtens Niveau” (PPN2012). Bij de uitvoering van een aantal groenbestekken is uitgegaan van een lager kwaliteitsniveau en een minimale uitvoering van de bestekken aansluitend bij dit “Nieuw Houtens Niveau”. Zo kon alvast een forse besparing worden gerealiseerd. Daarnaast zijn er bij de Jaarstukken 2011
142
Openbare Ruimte
Dekking vanuit programma en/of voorziening
Beleids- en beheerplan
Gemeentelijke gebouwen
Plan actuali sering
Onderdeel openbare ruimte
reconstructie Noordoost veel bomen gerooid, om de groeipotentie van de blijvers te vergroten. Er is extra geïnvesteerd in het voorkomen van wortelopdruk door het plaatsen van wortelschermen. Er is gebaggerd in bestaande sloten en er is extra onderhoud geweest aan de watergangen in verband met de grote waterplantengroei. Het beleidsplan ter bescherming van bomen met bijzondere waarde is ingevoerd. Door de kastanje-ziekten hebben we meer een fors aantal kastanjes moeten rooien. De prognose voor de resterende kastanjes is zorgelijk. 4 Spelen, reinigen en begraven De straatreiniging in Houten is in 2011 uitgevoerd volgens de afspraken die hierover zijn gemaakt in het BOR 2004 – 2010. Om hier nog meer resultaat te boeken is in 2011 een zwerfvuilproject gestart met name gericht op scholieren als gebruikers van de openbare ruimte. Met de Heemlanden en het Wellant college is een zwerfvuilconvenant voorbereid die in januari 2012 wordt getekend. In 2011 zijn in Houten grootschalig speeltoestellen vervangen. Alle bestaande toestellen zijn ook minimaal driemaal geïnspecteerd waarbij zo nodig direct reparaties hebben plaats gevonden. De nieuwe begraven-verordening is vrijwel afgerond en zal begin 2012 aan de raad worden aangeboden. Eind 2011 is een onderzoek naar de uitbreidingsmogelijkheden van de begraafplaats gestart, dat in 2012 afgerond zal worden. 5 Ondergrondse infrastructuur Bij de vaststelling van het GRP 2010-2013 is de heffingsgrondslag aangepast. Deze grondslag is niet meer op drinkwaterverbruik gebaseerd maar op de grootte van huishoudens en de waarde van panden bij bedrijven. Deze omslag heeft voor de gewenste inkomstenzekerheid gezorgd, een nieuwe aanpassing van de heffingsgrondslag is daarom in deze planperiode niet aan de orde. De kosten die verbonden zijn aan de verbreding van het gemeentelijke takenpakket zijn verwerkt in de tariefstelling vanaf 2010. Op basis van de werkzaamheden in 2010 en 2011 blijkt dat het vastgesteld tarief toereikend is. De volgende concrete constateringen kunnen worden gedaan: Aanleg glasvezelnetwerk binnen de kern Houten is afgerond. Reparatie programma hoofdriolering 2011 uitgevoerd. Fase 1 en 2 verbetering drainagesysteem Leebrug uitgevoerd Renovatieprogramma mechanisch elektrische installatie 2011 uitgevoerd Aanleg grondwatermeetnet stedelijk gebied uitgevoerd. Uitvoering maatregelen afvalwaterakkoord fase 1 gerealiseerd. Afkoppelen hemelwater in stedelijk gebied in combinatie met reconstructie verharding en bomenstandplaatsen in Houten Noord-Oost uitgevoerd. Onderhoudsprogramma’s voor huis- en kolkaansluitingen en mechanisch elektrische installaties uitgevoerd. Telemetriesysteem, overgegaan van vaste lijnen naar mobiele communicatie tussen hoofdpost en onderstations. Onderhoudsprogramma’s reinigen en inspectie riolering 20.000 m1, drainage 30.000 m1 en kolkonderhoud 15.500 st uitgevoerd. 6 Welzijnsaccommodaties en sportaccommodaties In het jaar 2011 heeft het onderhoud op de welzijns- en sportaccommodaties nog plaatsgevonden op basis van het meerjarenonderhoudsplan (MJOP) 2006-2035 en voor de overige panden op basis van die van 2008. Voor 2012 en verder. zijn de MJOP’s voor alle gemeentelijke accommodaties geactualiseerd en in december 2011 aan de raad ter besluitvorming voorgelegd. De plannen voor 2011/2020 zijn vastgesteld, zij het, dat bij de perspectiefnota 2013 wordt vastgesteld welke structurele bijdrage van 2012 nodig is voor de MJOP’s. Het onderhoudsniveau is wederom gebaseerd op “sober maar doelmatig”. Het aangekondigde onderzoek naar het beheer en exploitatie en het ontwikkelen van een integrale visie voor alle accommodaties zal naar verwachting in de tweede helft van 2012 afgerond kunnen worden. 7 Onderwijsaccommodaties Het thema Onderwijshuisvesting maakte in 2010-11 onderdeel uit van het brede onderzoek in het project “Accommodaties welzijn, educatie en sport Houten Noord”. In dit onderzoek werd voor wat
Jaarstukken 2011
143
betreft het onderwijs inzicht verkregen in de demografische ontwikkelingen van Houten- Noord in het algemeen en de leerling-populatie in het bijzonder. Dit inzicht is afgezet tegen de beschikbare capaciteit met betrekking tot onderwijshuisvesting en heeft vervolgens geleid tot een beeld met betrekking tot de huidige en toekomstige bezetting van onderwijsaccommodaties. De resultaten van dit brede onderzoek zijn in 2011 gepresenteerd. De uitkomsten die betrekking hebben op de scholen en de onderwijshuisvesting zullen aanleiding zijn en input vormen voor het opstellen van een nieuw Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2012-2017. Met het opstellen van een actueel Integraal Huisvestingsplan Onderwijs is eind 2011 een start gemaakt. 8
Gemeentehuis, gemeentetorens, wijkposten, gemeentewerf, afvalscheiding station en brandweerhuis In het jaar 2011 heeft het onderhoud op deze overige panden op basis van de diverse technisch beheerplannen plaatsgevonden. Voor 2012 en verder zijn de meerjarenonderhoudsplannen (MJOP’s) voor alle gemeentelijke accommodaties geactualiseerd en in december 2011 aan de raad ter besluitvorming voorgelegd. De plannen voor 2011/2020 zijn vastgesteld, zij het, dat bij de perpectiefnota 2013 wordt vastgesteld welke structurele bijdrage nodig is voor de MJOP’s vanaf 2013. Het onderhoudsniveau is wederom gebaseerd op “sober maar doelmatig”. Het aangekondigde onderzoek naar het beheer en exploitatie en het ontwikkelen van een integrale visie voor alle accommodaties zal naar verwachting in de tweede helft van 2012 afgerond kunnen worden. Financieel perspectief De mate en intensiteit van het onderhoud bepalen op de lange duur de kwaliteit van de kapitaalgoederen die per definitie een meerjarig nut kennen. Door de maatregelen in 2010 en de ombuigingsmaatregelen in 2011, het al per direct overgaan op het lagere onderhoudsniveau, het “Nieuwe Houtens Niveau”, om de financiële gevolgen van de economische crisis op te kunnen vangen, is de kwaliteit van het onderhoud onder druk komen te staan. Als uitgangspunt voor beheer en onderhoud gold in 2011 dat de technische veiligheid gewaarborgd bleef en dat kapitaalvernietiging werd vermeden. Als gevolg van het “Nieuw Houtens Niveau” kon het onderhoud wel op een beduidend lager kostenniveau uitgevoerd worden.
Jaarstukken 2011
144
Paragraaf Financiering 1. Uitvoering treasuryfunctie De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) geeft een kader voor het (financierings-) risicomanagement. Het betreft het raamwerk voor het financieringsbeleid. Dit is verder uitgewerkt in de gemeentelijke Regeling treasury. Deze regeling beschrijft de kaders waarbinnen het treasurybeleid van de gemeente Houten wordt vormgegeven. Daarnaast worden de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de treasuryfunctie binnen de organisatie beschreven. De regeling is voor het laatst in 2009 aangepast aan de wijzigingen binnen de Wet fido en zal in 2012 worden geactualiseerd. 2. Rentevisie Voor de financieringsbehoefte (korte en lange termijn) is een visie op de renteontwikkeling onontbeerlijk. Daarom wordt gebruik gemaakt van diverse renteverwachtingen van AAA-instellingen. Op basis daarvan wordt de gemeentelijke rentevisie geformuleerd. Ontwikkeling rente In de begroting 2011 werd de verwachting uitgesproken dat de korte rente zou uitkomen op 1,5% en de 10-jaars rente zich rond de 3,8% zou bewegen. Het verloop van de korte termijn rente (geldmarktrente) en de lange termijn rente (kapitaalmarktrente) liet de afgelopen twaalf maanden het volgende beeld zien. De 3-maands Euribor (Euro Interbank Offered Rate; het rentetarief voor leningen tussen de Europese banken) steeg van 1,0% eind 2010 naar 1,4% eind 2011. De 10-jaars staatsleningen, de maatstaf voor de kapitaalmarktrente, zakte in die periode van 3,1% naar 2,2%. In onderstaande de grafieken zijn de renteontwikkelingen over 2011 respectievelijk vanaf 2007 weergegeven.
Grafiek 1: De renteontwikkeling in % over 2011
Grafiek 2: De renteontwikkeling in % over 2007-2011
De verwachting voor 2012 is dat de Europese Centrale Bank (ECB) het monetaire beleid verder zal versoepelen waardoor zowel de korte als de lange rente in beginsel zullen dalen. Pas later in 2012 is de verwachting dat de lange rente weer wat zal gaan oplopen. 3. Renterisicobeheer Voor het renterisico worden twee normen gehanteerd namelijk de renterisiconorm en de kasgeldlimiet. Er dient binnen deze normen geopereerd te worden. Renterisiconorm Het doel van de renterisiconorm is het beperken van de gevolgen van een stijgende kapitaalmarktrente op de rentelasten ingeval van herfinanciering en renteherziening van geldleningen. Dit wordt bereikt door een limiet te stellen aan dat deel van de vaste schuld waarover het rentepercentage in een bepaald jaar moet worden aangepast aan de op dat moment geldende markttarieven. Deze norm is op 20% van de lastenkant van de begroting gesteld.
Jaarstukken 2011
145
Bedragen x € 1.000
Omschrijving
1 1 2 3 3 4 5 6 7
2011
a Renteherziening op vaste schuld o/g b Renteherziening op vaste schuld u/g Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) a Nieuwe aangetrokken vaste schuld b Nieuwe verstrekte lange leningen Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) Betaalde aflossingen Herfinanciering (laagste van 4 en 5) Renterisico op vaste schuld (2+6)
8 9 10
Omvang lasten begroting 1/1 Het normpercentage Renterisiconorm (8*9)
11
Ruimte onder renterisiconorm Overschrijding renterisiconorm
0 0 0 32.000 0 32.000 1.532 0 0 111.682 20% 22.336 22.336
Afgezet tegen de risiconorm 2011 van € 22 miljoen, blijkt uit bovenstaand overzicht dat wij ruim binnen de norm zijn gebleven. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft de bovengrens aan van het bedrag aan kortlopende financieringsmiddelen, waarmee de gemeente de (kapitaal)uitgaven mag financieren (de zogenaamde vlottende schuld). Wet fido bepaalt dat indien drie achtereenvolgende kwartaalrapportages de kasgeldlimiet wordt overschreden, de toezichthouder daarvan op de hoogte wordt gesteld. In overleg met de toezichthouder kan door het bestuur eventueel een afwijkend percentage voor de kasgeldlimiet worden vastgesteld. Bij structurele overschrijding van de kasgeldlimiet moet in de financieringsbehoefte worden voorzien door het aantrekken van langlopende geldleningen. De kasgeldlimiet is afgeleid van de omvang van de begroting. Bedragen x € 1.000 Kasgeldlimiet Omvang begroting 2011 per 1/1
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 111.762
111.762
111.762
111.762
1. Toegestane kasgeldlimiet (8,5%)
9.513
9.513
9.513
9.513
2. Omvang vlottende korte schuld Opgenomen gelden < 1 jaar Schuld in rekening courant Gestorte gelden door derden Overige geldleningen (niet vast)
9.032
11.554
15.002
19.385
9.032
11.554
15.002
19.385
0 0
0 0
0 0
0 0
3. Vlottende middelen Contante gelden in kas Tegoeden in rekening-courant Overige uitstaande gelden (niet vast) 4. Totaal netto vlottende schuld
45 0 45 0 8.988
663 0 663 0 10.891
1.004 0 1.004 0 13.998
145 0 145 0 19.240
1.379
4.485
9.728
Ruimte Overschrijding Jaarstukken 2011
525
146
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat wij in 2011 drie achtereenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet van e € 9,5 miljoen hebben overschreden, oplopende van € 1,3 miljoen in het 2 kwartaal naar € 9,7 miljoen e in het 4 kwartaal van 2011. De belangrijkste redenen hiervoor zijn de investeringen geweest in de VMBO, Dorpshuis Schalkwijk, de overname van de openbare verlichting en achterblijvende inkomsten vanuit de grondverkopen. Hiertoe zijn in 2011 diverse langlopende leningen aangetrokken ter consolidatie van de kortlopende schulden. Een andere reden voor het overschrijden van de kasgeldlimiet is, dat wij veel hebben gefinancierd met kasgeld (kort geld) om de rentelasten laag te houden. Binnen de begroting 2011 was namelijk een deel van de financieringsbehoefte tegen een percentage van 1,75% geraamd in plaats van de rekenrente van 5% waardoor incidenteel een bezuiniging op de rente van circa € 300.000 behaald moest worden. De noodzakelijke aangetrokken lange geldleningen waren echter gemiddeld duurder dan het geraamde percentage van 1,75%. Door daarnaast zoveel mogelijk met kasgeld te financieren, kon deze taakstelling toch gerealiseerd worden. Overigens is de provincie op de hoogte gebracht van de overschrijding en wordt in overleg een plan uitgewerkt om op termijn te consolideren door middel van het aantrekken van vaste geldleningen. 4. Liquiditeitenplanning en financieringsbehoefte De vaste schulden bedragen eind 2011 ruim € 111 miljoen, waarvan € 70 miljoen ten behoeve van de Algemene Dienst, € 22 miljoen ten behoeve van het Grondbedrijf en € 19 miljoen aan gewaarborgde geldleningen ten behoeve van Viveste. In 2011 hebben wij door de toenemende financieringsbehoefte en de daarmee samenhangende overschrijding op de kasgeldlimiet voor in totaal € 32 miljoen aan langlopende leningen afgesloten. Hierbij waren twee leningen ter grootte van in totaal € 22 miljoen ten behoeve van het Grondbedrijf gezien de achterblijvende inkomsten door de economische recessie. Deze leningen hebben een korte looptijd gezien het tijdelijke karakter van Grondexploitaties. Voor de Algemene dienst is een lening ter grootte van € 10 miljoen ten behoeve van investeringen in VMBO, Dorpshuis Schalkwijk en overname van de openbare verlichting. In onderstaande tabel worden de diverse aangetrokken leningen weergegeven. Datum aantrekken
Omvang van de
Type
Jaar van
geldlening
geldlening
Rente
lening
(laatste) aflossing
%
15-1-2011
€ 15.000.000
fix
2013
1,915
15-12-2011
€ 10.000.000
lineair
2021
2,82
30-12-2011
€ 7.000.000
fix
2013
1,59
De aangetrokken leningen eind 2011 zullen voor 2012 geen voordeel opleveren aangezien een deel van de financieringsbehoefte binnen de begroting tegen een percentage van 3% is geraamd en de rente Grondbedrijf neutraal geraamd is. Meerjarig verwachten wij een stijgende financieringsbehoefte gedeeltelijk veroorzaakt door (verwachte) investeringen in de Meerpaal, een multifunctionele accommodatie, schoolwoningen, Bogermanschool en de Kringloopwinkel. Daarnaast zullen wij, met name in 2012, betalingen ten behoeve van de grondexploitaties moeten financieren door het achterblijven van de grondverkopen als gevolg van de economische crisis. Hierdoor zal de financieringsbehoefte niet gedekt kunnen worden binnen de bestaande kasgeldlimiet. Aangezien een groot gedeelte van deze financieringsbehoefte relatie houdt met de grondexploitaties, zullen tevens leningen met een looptijd van één jaar of twee jaar worden aangetrokken totdat de grondverkopen weer aan zullen trekken en herfinanciering voor het Grondbedrijf niet meer nodig zal zijn. 5. EMU-saldo Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de overheid. Op grond van het bestuurlijk akkoord ‘beheersen EMU-saldo lokale overheid’ wordt kritisch gekeken naar de uitkomsten van het EMU-saldo van de lokale overheden en de kwaliteit van de informatievoorziening daarover. Het EMU-saldo van de totale overheid komt voor 2011 naar verwachting op -4,9% van het bruto binnenlands product te liggen. Dit is een verbetering ten opzichte van 2010, toen bedroeg het EMUsaldo -5,2%. Om de medeoverheden tegemoet te komen bij het treffen van eigen
Jaarstukken 2011
147
stimuleringsmaatregelen, krijgen ze tijdelijk extra ruimte voor hun EMU-tekorten. In 2013 moet het begrotingstekort teruggebracht zijn tot beneden de 3%. In onderstaande tabel wordt het EMU-saldo van Houten over 2011 berekend. De conclusie die daaruit kan worden getrokken is dat Houten over 2011 in negatieve zin heeft bijgedragen aan het EMU-saldo. Dit heeft te maken met de ontwikkelingsfase waarin Houten zich bevindt en de verslechterde grondverkopen.
Prognose EMU-Saldo Bedragen x € 1.000 Begrotingsgegevens EMU 1 2 3 4
+ + -
5 + 6 6a 6b 7 8 8a 8b 9 10
+ -
11 11b -
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) Afschrijvingen ten laste van de exploitatie Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd De in mindering op de onder vraag 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van het Rijk, de Provincies, de Europese Unie en overigen? Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa Uitgaven aan aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. Grondverkopen: Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) Boekwinst op grondverkopen Betalingen ten laste van de voorzieningen Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de andere genoemde posten Bij de berekening van het EMU-saldo wordt gecorrigeerd voor verkoop van deelnemingen en aandelen. Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen
Berekend EMU-saldo
Jaarstukken 2011
Rekening 2010
Begroting Rekening Begroting 2011 na 2011 2012 wijziging
-5.404 6.141
81 4.137
-570 3.895
375 5.139
3.572
2.197
2.870
2.945
8.162
10.000
15.273
3.012
1.280
0
423
0
0 0
0 0
0 0
0
42.139
33.833
23.877
20.801
28.244 0 3.620
43.019 0 2.914
10.840 0 3.366
31.393 0 7.558
0
0
0
0
0
0
0
0
-20.088
2.687
-25.058
8.481
148
Paragraaf Bedrijfsvoering Het kenmerk van een goede organisatiestructuur is dat deze een flexibiliteit kent en de bedrijfsvoeringstructuur zo is ingericht dat externe ontwikkelingen op tijd worden gesignaleerd en op basis daarvan de juiste beslissingen genomen worden. In het afgelopen jaar is aangetoond dat de gemeentelijke organisatie in kan spelen op deze ontwikkelingen. Onderstaand zal hierop nader ingegaan worden. Dit op basis van de zes aandachtsgebieden uit het overheidskwaliteitsmodel. Beleid en strategie In de begroting 2011 waren op dit onderdeel de belangrijkste voornemens: Sturing en beheersing op de uitvoering van het collegeprogramma 2010-2014 De kern van het collegeprogramma 2010-2014 ‘Houten werkt!’ is om in deze bestuursperiode de kwaliteit van Houten als woon-, leef- en werkgemeente en de kracht van onze samenleving te behouden of te vergroten. Dit is een forse ambitie zeker gelet op het pakket van ruim € 9 miljoen (eerste en tweede fase) aan ombuigingsmaatregelen zoals die door de raad in 2011 zijn vastgesteld. De uitwerking van het collegeprogramma is in 2011 onder de noemer ‘Werken aan Houten’ projectmatig aangepakt, met als doel de ombuigingsmaatregelen op een uitvoerbare en maatschappelijk gedragen wijze uit te werken. Deze aanpak is in een intensief proces samen met inwoners, instellingen en bedrijven verder uitgewerkt. Het resultaat is een breed maatschappelijk gedragen pakket aan ombuigingen die én de kwaliteit én de kracht van Houten behouden én waardoor onze financiën op orde blijven. Alle ombuigingen zijn haalbaar en realistisch, maar monitoring op de definitieve realisatie van alle ombuigingsmaatregelen is van groot belang. Daartoe is een monitoringssysteem ontwikkeld op basis van het ‘stoplichten principe’. Concernplan organisatieontwikkeling In de begroting 2012 is de term concernplan organisatieontwikkeling geïntroduceerd. Doel van dit concernplan is om op strategisch niveau de ontwikkelingsrichting voor de toekomst te borgen. Deze ontwikkelingsrichting is gebaseerd op drie domeinen.
Van buiten naar binnen
De juiste persoon op de juiste plaats op het juiste moment
De basis op orde
. Over de beleidsvoornemens voor 2011 wordt hieronder op basis van deze drie domeinen gerapporteerd. Van buiten naar binnen Binnen dit domein wordt bekeken welke ontwikkelingen zich voor doen en hoe de organisatie zich hierop moet voorbereiden. Vanuit deze gedachte speelt de bedrijfsvoering hierbij een belangrijke rol. Zij vormt immers de schakel tussen de ontwikkelingen en de organisatorische inbedding hiervan. In het afgelopen jaar is onder andere geanticipeerd op de rijksbezuinigingen en de daaraan gekoppelde lagere uitkeringen vanuit het gemeentefonds. Dit heeft geresulteerd in de ombuigingsvoorstellen die u bij de perspectiefnota 2012 en in de raadsvergadering van 20 december 2011 heeft vastgesteld. Daarnaast is er een start gemaakt met de voorbereidingen van de regionalisering van de Sociale Dienst en de implementatie van de RUD.
Jaarstukken 2011
149
De basis op Orde Aandachtsgebied planning en Control verder ontwikkelen Als gevolg van de veranderde financiële situaties is er bij het bestuur (raad en college) en de ambtelijk organisatie behoefte aan een snellere en efficiëntere informatievoorziening. Vooral doorlooptijden zijn te lang, waardoor de informatie soms al niet meer actueel is als de rapportage bestuurlijk wordt besproken. Als gevolg van het bovenstaande wordt de visie op de P&C cyclus aangepast, waarbij een vereenvoudiging het uitgangspunt is. Deze visie willen we, nadat wij hier ook met de audit- en rekeningcommissie over van gedachte hebben gewisseld, in 2012 verder uitwerken Op basis van de tussentijdse control 2011 heeft de accountant geconcludeerd dat de gemeente over een adequaat en effectief proces van interne controle beschikt. Dit vormt een sterk fundament voor de beheersing van procesrisico’s. De juiste personen op de juiste plaats op het juiste moment De doelstelling van het programma De juiste persoon op de juiste plaats op het juiste moment luidt: “Houten heeft in 2014 een adequate en flexibele organisatie, waarin werk, mensen en structuren geheel op elkaar zijn afgestemd.” Dit is nodig om toegevoegde waarde te leveren en te blijven leveren in een steeds veranderende omgeving. De organisatie moet afgestemd zijn op de doelen van Houten en de werkprocessen die zijn gericht op het bereiken van die doelen. Bovendien moet bij de inrichting van de organisatie rekening worden gehouden met ombuigingen op het salarisbudget van in totaal 1,45 milj. (eerste en tweede fase). Om de doelstelling te halen en tegelijkertijd de ombuigingen te realiseren is medio 2011 besloten tot de volgende aanpak: Handhaven van de budgetten op niveau 2011, waardoor geen extra budget voor flankerend beleid nodig is; Pakket maatregelen om ruimte en manoeuvreerruimte te creëren, met name: o stimuleren deeltijd; o stimuleren eerder uittreden; o capaciteitsproblemen intern oplossen. Mobiliteits- een loopbaanbeleid, gericht op flexibiliteit; Werkprocessen lean maken. Bovendien is vanaf medio 2011 het flexwerken gestart via een aantal pilots. In 2012 wordt het flexwerken uitgerold in de hele organisatie. Het gaat hier om tijd- en plaatsonafhankelijk werken. Hiervoor zijn fysieke en technische maatregelen nodig (‘bricks’ en ‘bits’), maar van zelfs nog meer belang is de manier van werken (‘behaviour’). Flexibel werken vergt een andere mentaliteit: meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Een onderdeel van de ombuigingen is de afstoting van Kant 3. Het is de bedoeling medio 2012 Kant 3 leeg op te leveren. Management en medewerkers In 2011 is veel aandacht besteed aan de professionalisering van het management. Onderkend is dat Houten staat voor de grote opgave om met minder middelen een goede kwaliteit te blijven leveren, terwijl het takenpakket door de taakmutaties belangrijke veranderingen zal ondergaan. Dit stelt hoge eisen aan het management. Integraal management heeft een nieuwe invulling gekregen door de introductie van Collegiaal Management. Het management heeft een integrale verantwoordelijkheid; samenwerking is daarbij een belangrijke voorwaarde. Het management heeft vooral een verbindende rol. Afdelingen zijn complementair; het accent ligt op het behalen van resultaat voor de gemeente Houten. Leertraject Als vervolg op het leertraject Focussen, verbinden en communiceren dat in 2010 startte, is een basistraject ontwikkeld om deze methode verder uit te rollen in de organisatie. De verdere uitrol binnen de organisatie en begeleiding zal gebeuren door eigen medewerkers. Projectmatig werken In 2011 zijn er drie pilots op het gebied van projectmatig werken uitgevoerd, ondersteund door deskundigen uit de afdeling POW en P&O. De verdere uitrol van het projectmatig werken vormt onderdeel van het Programma Basis op orde. Jaarstukken 2011
150
Generiek functiewaarderingssysteem Als gevolg van de financiële situatie is de overgang naar het generieke systeem dat ontwikkeld werd in opdracht van de VNG uitgesteld tot 2012. Financiën Voor 2011 geldt zeker, dat op basis van het door de directie in gang gezette programma “Basis op orde” de financiële functie binnen de gemeentelijke organisatie continu in beweging is om enerzijds de kwaliteit van de producten te verbeteren en anderzijds in te spelen op de veranderende informatiebehoefte. Als gevolg van de permanent financieel veranderende omgeving is het financieel toekomst perspectief in hoge mate onzeker. Zodra de circulaires van het Rijk (mei, september en december) over de ontwikkeling van het gemeentefonds verschijnen, worden deze zo snel mogelijk geanalyseerd op effecten. Het college en raad worden daarna geïnformeerd over de effecten, waarna zo nodig nog bijgestuurd kan worden in het lopende jaar. In 2011 heeft de bijsturing geleid tot zowel acties op de e korte termijn (voor het lopend jaar) als voor de langere termijn (de 2 tranche ombuigingen). De steeds weer verrassende effecten van de circulaires en met name ook het moment waarop deze effecten bekend worden, maakt het moeilijk om tijdig maatregelen te nemen. Daarnaast worden er ook op andere momenten signalen afgegeven over de mogelijke ontwikkelingen van de rijksfinanciën, die echter niet concreet genoeg zijn om op bij te sturen. Concreet betekent dit wel dat alleen op basis van feitelijke informatie (de circulaires) van het Rijk, het financieel perspectief eventueel wordt bijgesteld. De verwachting dat de provincie vanaf de begroting 2012, toetst op basis van het duurzaam financieel evenwicht (DFE) heeft geen doorgang gevonden. De essentie van DFE is, dat een meerjarenbegroting elk jaar sluitend moet zijn. Een begroting kon dan niet meer met incidentele dekkingsmaatregelen sluitend gemaakt worden. Als gevolg van de economische crisis en de daarmee verband houdende rijksbezuinigingen op het gemeentefonds, is het wetsvoorstel tot invoering van het DFE niet aangenomen. Dit betekent overigens niet dat er in tijden van financieel zwaar geen extra aandacht besteed moet worden aan een adequate budgetdiscipline. In 2011 zijn we ons nadrukkelijker gaan richten op een stringenter budgetbeheer. De bestuursrapportages voorspelden een aanzienlijk tekort. We hebben ons tot het uiterste ingespannen om dit tekort terug te brengen. Bij grotere uitgaven is nadrukkelijk afgewogen of deze uitgaven strikt noodzakelijk waren en of uitstel mogelijk was. Dit geldt ook bij het vervullen van vacatures en het tijdelijk inhuur van medewerkers. Informatie In de begroting 2011 zijn diverse strategische prioriteiten geformuleerd met als doel om het informatiebeleid af te stemmen op de landelijke ontwikkelingen en op de lokale ontwikkelingen. Daarnaast zal de gemeentelijke infrastructuur zo ingericht moeten zijn dat de medewerkers een optimale ondersteuning kan verwachten van de ICT infrastructuur. Op basis van deze prioriteiten zijn onderstaande speerpunten benoemd, waarvan nu over de voortgang wordt gerapporteerd. De interne processen en systemen aansluiten op de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en het aansluiten van de gemeente op de Basisregistratie grootschalige Topografie (BGT). Het aansluiten van gemeentelijke systemen op de basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) is ten dele geslaagd. Adreskoppelingen zijn gerealiseerd maar gebouwkoppelingen blijven achter omdat de leverancier de juiste software voor koppelingen nog niet heeft uitgeleverd. In 2012 zal dit alsnog worden uitgerold. De invoering van de basisregistratie grootschalige topografie (BGT) is door het Rijk uitgesteld naar 2016, waardoor voor Houten meer ruimte ontstaat voor gedegen voorbereiding. Het presenteren van geo-informatie op de website en het koppelen aan bestaande producten en diensten. Over het presenteren van geo-informatie op de website en het koppelen aan bestaande producten en diensten is medio 2011 besloten om ontwikkelingen van de midoffice te volgen en niet als afzonderlijk project op te pakken. Het college heeft besloten om deze midoffice aan te schaffen, mits dit minimaal budgetneutraal is. Hiertoe is eind 2011 een business case opgesteld, op basis waarvan het college begin 2012 kan besluiten.
Jaarstukken 2011
151
Ontwikkelen van zaakgericht werken en digitale afhandeling van dossiers en stukken, zodat medewerkers plaats en tijd onafhankelijk beschikken over de juiste informatie waardoor burgers en bedrijven optimaal geïnformeerd worden over de voortgang. In 2011 heeft een uitgebreide marktverkenning van en interne discussie plaatsgevonden over de invoering van zaakgericht werken en digitale afhandeling van dossiers en stukken. Het doel hiervan is om medewerkers plaats- en tijdonafhankelijk te laten beschikken over de juiste informatie waardoor burgers en bedrijven optimaal geïnformeerd worden over de voortgang. De marktverkenning heeft niet alleen uitgewezen dat er een business case is voor digitalisering in de gemeente, maar heeft ook zgn. ‘winstpakkers’ in onze processen inzichtelijk gemaakt. Deze winstpakkers zullen in 2012 in overleg met de werkgroep Lean en programma dienstverlening worden afgestemd, nog voorafgaand aan de implementatie van de midoffice. Het ver(der) gaand digitaliseren van inkomende en uitgaande poststromen, inclusief voortgangsbewaking. Het ver(der)gaand digitaliseren van inkomende en uitgaande poststromen is voor de processen evenementenvergunning en leerlingenvervoer geslaagd. De ervaringen die hierin zijn opgedaan zullen in 2012 worden gebruikt om uiteindelijk te kunnen stoppen met het intern rondbrengen van poststukken. De geplande activiteit om het ambtelijk vastgestelde informatiebeleid te herijken is niet uitgevoerd omdat blijkt dat het nog steeds voldoende actueel en bruikbaar is voor koersbepaling van de organisatie. Daarom is besloten om het nieuwe beleid in 2011 voor te bereiden en pas in 2012 definitief te herijken. Tenslotte is in 2011 de implementatie van de nieuwe ICT-infrastructuur binnen budget afgerond. Daarmee heeft de gemeente Houten voor de komende jaren een modern en stabiel fundament voor digitale dienstverlening en digitalisering van in- en externe werkprocessen. Het zgn. Houtens Fundament is vastgelegd in een A0 plaat van de informatiearchitectuur. Deze plaat geeft inzicht in onderlinge verbanden van informatiebronnen en mogelijkheden tot hergebruik van informatie. Processen Het systematisch analyseren en beschrijven van processen begint zich verder te ontwikkelen. In het kader van het streven om van activiteit georiënteerd over te gaan naar proces georiënteerd, zijn in 2011 stappen gezet om structureel over te gaan op procesanalyse en procesverbetering. Kwaliteitsverbetering en efficiency zijn hierbij de doelstellingen. De methode die we hier voor gebruiken, is de Lean-methode. Een methode die haar oorsprong vindt bij Toyota. Een methode die gericht is op verkorting van doorlooptijden, voorkomen van verspillingen en het zichtbaar maken van de werkvoorraden om hier beter op te kunnen sturen. Binnen de processen worden meetbare doelstellingen geformuleerd. De realisatie van de productie wordt getoetst aan de geformuleerde doelstellingen. Hiervoor worden periodiek interne audits uitgevoerd. Procesverbetering wordt nadrukkelijk samen met de medewerkers opgepakt. Aan het begin van ieder verbeteringsproces, wordt een sessie met medewerkers georganiseerd, waarbij zij worden getraind in het procesdenken. Medewerkers worden uitgedaagd creatief na te denken over procesverbeteringen. Het verbeteringsproces wordt zo ook “eigendom” van de medewerkers. In 2011 zijn de volgende processen via de Leanmethode geanalyseerd. Vergunningverlening evenementen WABO-vergunningverlening Schuldhulpverlening. Het laatste proces zit nog in de uitwerkingsfase. Bij de eerste processen zijn nieuwe werkmethodes al geïmplementeerd. We zien hier een terugloop in doorlooptijden. Het inrichten van de nieuwe werkmethode kost wel capaciteit. Maar deze extra inzet wordt op termijn ruimschoots terugverdiend. De Leanmethode werkt zeker succesvol. Eerder zagen we dat al bij het proces afhandeling bezwaarschriften, waarbij de doorlooptijd terug liep van ruim 20 weken naar minder dan 10 weken. De hiervoor genoemde processen zijn nog meer op ad hoc basis geanalyseerd. Voor de toekomst willen we meer processen gaan analyseren en verbeteren. Waarbij we onderscheid gaan maken tussen complexe en eenvoudige processen. De complexe processen vergen meer begeleiding en Jaarstukken 2011
152
inzet. De eenvoudige processen willen we vooral zelf begeleiden en ook via een kortere methode analyseren. Op deze wijze denken we vanaf 2012 aanzienlijk meer processen per jaar “Lean” te kunnen maken. 7. Gemeentebrede personeelskosten De inspanningen om de inhuur terug te dringen hebben ook in 2011 een groot effect gehad. In 2010 is het bedrag aan inhuur met € 1,6 miljoen gedaald. In 2011 is ten opzichte van het voorgaande jaar een daling van € 1,8 miljoen gerealiseerd. De komende periode zal worden ingezet op reductie van de formatie om de ombuigingen vanaf 2014 te kunnen realiseren. De eerste gevolgen hiervan zijn al merkbaar. Vacatures worden niet ingevuld en de stimuleringsmaatregelen geven de eerste resultaten. Gevolg is wel dat de capaciteit binnen de organisatie beperkter is. Door middel van interne mobiliteit en regionale samenwerking worden capaciteitsproblemen opgelost. Het is echter niet uit te sluiten dat incidenteel besloten zal moeten worden tot inhuur daar waar dat niet anders kan. Dit is in veel gevallen voordeliger dan een tijdelijk dienstverband aanbieden, omdat daaruit ook aanspraken op een uitkering voort kunnen komen. Inhuur derden Onderscheiden worden drie categorieën voor de inhuur van externe krachten. a. Vinex en andere ruimtelijke projecten. De financiering vindt plaats uit de grondexploitatie en speciaal ter beschikking gestelde kredieten. b. Incidentele taken/projecten, die eenmalige specifieke deskundigheid vragen, zoals ICT, WABO, WMO. Financiering vindt plaats uit speciaal daarvoor ter beschikking gestelde budgetten. c. Frictie in de reguliere bezetting. Financiering vindt plaats uit salarisbudget of daarvoor aanvullend beschikbaar gestelde budgetten. De verantwoording per categorie is opgenomen in tabel bij de meerjarige inhuurkosten. Kosten inhuur derden meerjarig In onderstaand overzicht zijn de kosten voor inhuur van derden voor de jaren 2009 tot en met 2011 opgenomen. De inhuur voor de grondexploitatie is niet opgenomen binnen de algemene dienst; de bedragen hiervan komen slechts voor een totaaloverzicht voor in onderstaand overzicht. Omdat de dekking van deze kosten plaatsvindt vanuit de grondexploitatie en speciaal ter beschikking gestelde kredieten blijven deze in de rest van deze analyse buiten beschouwing. Bedragen x € 1
Omschrijving Grondexploitatie Specifieke projecten algemene dienst Frictie algemene dienst Totaal
Jaarrekening 2009
Jaarrekening 2010
Jaarrekening 2011
518.669
312.385
243.351
239.334 3.550.265
390.218 2.067.481
378.846 255.528
4.308.268
2.770.084
877.725
De kosten voor inhuur op specifieke projecten zijn in 2011 vrijwel gelijk gebleven. Dit zijn incidentele activiteiten waar de gemeente geen capaciteit voor heeft. Incidentele activiteiten worden zo min mogelijk gefinancierd vanuit de salarisbegroting. Deze is primair bedoeld om de vaste activiteiten van de gemeente te kunnen uitvoeren. Meer doen met eigen mensen In 2010 werden al diverse maatregelen genomen om de inhuurkosten te beperken. Deze hebben ook in 2011 effect gehad. We constateren dat de inhuur op dit moment tot een minimum is gedaald. De belangrijkste zijn: langdurig ingehuurde medewerkers zijn in dienst genomen; procedures voor inhuur zijn aangescherpt; contractbeheer is aangescherpt; zowel inhuur onder schaal 9 als boven salarisschaal 9 is aanbesteed; leidinggevenden worden begeleid bij het zoeken naar alternatieven. De organisatie is bij het streven naar minder inhuur natuurlijk afhankelijk van diverse omstandigheden zoals verloop, incidenten, beleidskeuzes en arbeidsmarkt.
Jaarstukken 2011
153
Correctie inhuur vanuit de grondexploitatie Tot op heden is bij de verantwoording van de inhuur vanuit de grondexploitatie geen onderscheid gemaakt tussen advieskosten en inhuur ten behoeve van eigen personeel. Advieskosten zijn echter in feite geen kosten die in plaats komen van de inzet van eigen personeel. Bij advieskosten is er sprake van de inkoop van een specialisme dat niet binnen de eigen organisatie beschikbaar is. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een stedenbouwkundig advies. Om het onderscheid te kunnen maken vindt in deze jaarrekening eenmalig een opsplitsing van deze gegevens (plankosten vs.inhuur) met terugwerkende kracht plaats. Vanaf heden zullen de inhuurcijfers vanuit de grondexploitatie op dezelfde wijze worden verantwoord als voor de reguliere dienst. Omschrijving Plankosten Inhuur Totaal
Jaarrekening Jaarrekening 2008 2009 3.425.961 3.220.193 793.352 518.669 4.219.313 3.738.862
Jaarrekening Jaarrekening 2010 2011 3.129.608 2.219.659 312.385 243.351 3.441.993 2.463.010
Resultaat De totale uitgaven om frictie in de algemene dienst op te vangen zijn in 2011 fors gedaald. Niettemin is er sprake van een overschrijding van de kosten voor salarissen en inhuur. Dit is reeds gemeld in de tweede bestuursrapportage. Voor een helder begrip van de oorzaak is het van belang om eerst de systematiek toe te lichten. Salarislasten De ruimte tussen de begrote salariskosten en de werkelijke uitgaven wordt onderuitputting genoemd. Deze onderuitputting kan ontstaan door vacatureruimte, die niet of niet direct wordt ingevuld, of door een verschil tussen de begrote salariskosten en de werkelijke kosten. De onderuitputting wordt ingezet als dekking van de uitgaven voor inhuur van derden ten behoeve van activiteiten die tot de vaste taken van de organisatie behoren (frictie). Tot en met 2011 werd er begroot op 2 periodieken van de maximum in de schaal. De hogere kosten van medewerkers die op het maximum van de schaal zitten werden voorheen gecompenseerd door de lagere kosten van medewerkers die net in dienst zijn of door de vacatureruimte. Door actief wervingsbeleid en door de economische situatie is het verloop laag. De schaarse vacatures worden snel vervuld. Een voordeel hiervan is dat de inhuur daalt. Een nadeel is echter dat de ruimte in het salarisbudget afneemt. Medewerkers die langer op functie zitten worden hoger in de functieschaal betaald. In 2011 heeft hiervan een analyse plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze analyse heeft de raad besloten om vanaf 2012 op 1 periodiek onder de maximum van de salarisschaal te begroten. Hierdoor is er vanaf 2012 meer budget beschikbaar om de salarissen te kunnen betalen en frictie op te vangen. Het verloop is nog steeds minimaal. Hierdoor zijn ook de salarislasten weer gestegen; steeds meer medewerkers komen in het maximum van de schaal terecht. De cijfers Het resultaat op de personeelslasten binnen de algemene dienst bedraagt € 115.720,-. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: In de tweede bestuursrapportage is €.306.740,- bijgeraamd op de salarissen. Door strakke sturing op met name de inhuur is hier minder op uitgegeven dan verwacht. Bovendien zijn er eigen medewerkers ingezet ten behoeve van specifieke projecten waardoor de kosten van de medewerkers konden worden doorbelast aan deze projecten. Dit heeft geleid tot het uiteindelijke positieve saldo op het resultaat van de algemene dienst. In onderstaande tabel is een verklaring opgenomen van het totaalsaldo van de salarisbegroting 2011. Bedragen x €
Omschrijving Salarissen e Aanvulling salarisbegroting 2 berap Vergoedingen UWV en gedetacheerd personeel Inhuur +aanvulling op inhuurbegroting Af: afdeling Projectontwikkeling* Resultaat algemene dienst
Begroting 2011
Werkelijk 2011
Resultaat
20.347.665 306.740
20.610.203
44.202
-55.509
-130.830
75.321
536.825 -1.442.806 19.692.915
457.211 -1.359.389 19.577.195
79.614 -83.417 115.720
* Dit bedrag wordt via de producten doorbelast aan de grondexploitatie.
Jaarstukken 2011
154
Jongerenpool De gemeente Houten kreeg als werkgever in 2010 de ruimte om een project op te zetten om tijdelijke werkervaringsplekken aan te bieden voor Houtense jongeren zonder uitzicht op werk. Het doel van het project was het ‘fit’ maken en houden van deze jongeren voor de arbeidsmarkt. De Jongerenpool is in april 2010 officieel van start gegaan en is in 2011 afgerond. In totaal hebben twaalf jongeren deelgenomen. Het project is een succes geworden. Vrij snel zijn alle werkervaringsplekken ingevuld. Met veel enthousiasme hebben de12 jongeren in de organisatie gewerkt. Zes van de twaalf jongeren hebben na afloop een vaste baan gevonden die voor hun loopbaan relevant is, waarvan 2 bij de gemeente Houten. De anderen hebben een tijdelijke baan of zijn gestart met een vervolgstudie. Twee jongeren worden nog begeleid in het zoeken naar werk.
Jaarstukken 2011
155
Paragraaf Verbonden partijen Deze paragraaf gaat over verbonden partijen. De gemeente kan in principe zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. Dit kan bijvoorbeeld door uitvoering in eigen hand of de uitvoering met een aantal andere gemeenten of partijen gezamenlijk in o.a. Gemeenschappelijke regelingen. Dit zijn partijen waarmee de gemeente een bestuurlijke relatie heeft én waarin zij een financieel belang heeft (art. 1 BBV). Het gaat dus om derde partijen, waarin de gemeente zeggenschap heeft door vertegenwoordiging in het bestuur en/of stemrecht en waaraan voor de gemeente een financieel risico is verbonden, als die partij failliet gaat of haar verplichtingen niet nakomt. Het ontstaan van verbonden partijen komt altijd voort uit het publieke belang. Het is voor de raad van belang dat de relatie tussen de verbonden partij en het publieke belang, zoals weergegeven in de programma’s, op hoofdlijnen wordt aangegeven. Daaruit moet blijken dat de doelstellingen van de verbonden partijen nog steeds corresponderen met die van de gemeente en dat de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd worden of kunnen worden. Daarbij hoort ook het inzichtelijk maken en houden van het budgettaire beslag en de financiële risico’s voor de gemeente die voortvloeien uit de participatie met de verbonden partij. Het beleid is gericht op een volledige en tijdige informatievoorziening en beheersing met betrekking tot de beleidsmatige en financiële ontwikkelingen bij verbonden partijen. Deze paragraaf geeft inzicht in: De visie op verbonden partijen, in relatie tot de doelstellingen van de gemeente Houten; De ontwikkelingen en beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij; Het bestuurlijk en financieel belang in de verbonden partij. De aan de gemeente Houten verbonden partijen zijn te onderscheiden in drie hoofdvormen: Gemeenschappelijke regelingen Vennootschap (BV, NV) Overige samenwerkingsverbanden Financieel kader Bij collegebesluit van 25 juni 2003 is vastgesteld dat voor de budgetten, gerelateerd aan de begrotingen van derden, slechts een kostenstijging wordt geaccepteerd die maximaal gelijk is aan het inflatiecijfer dat het Centraal Bureau voor de Statistiek hanteert (prijsindexcijfer voor gezinsconsumptie in het betreffende begrotingsjaar). In de begrotingsrichtlijnen is verder opgenomen, dat in afwijking hiervan, bij het opstellen van de begroting 2011 de meest actuele gegevens van de gemeenschappelijke regelingen als uitgangspunt worden gehanteerd. Autonome stijgingen, bijvoorbeeld vanwege uitbreiding van takenpakketten, vallen buiten dit uitgangspunt en worden afzonderlijk beoordeeld.
Gemeenschappelijke Regelingen Bestuur Regio Utrecht (BRU) Vestigingsplaats Utrecht Doel Het BRU behartigt de belangen met een regionaal karakter, met als doel een evenwichtige ontwikkeling in het gebied te bevorderen. De belangrijkste taken van het BRU zijn: Vaststellen en uitvoeren van het Regionaal structuurplan (RSP). Vaststellen en uitvoeren van het Regionaal verkeers- en vervoerplan. Vaststellen van de Huisvestingsverordening. Vaststellen van een woningbouwprogramma. Beheren van het Budget gebundelde doeluitkering (volgens de Wet infrastructuurfonds). Verlenen van een vergunning voor lokaal en interlokaal openbaar vervoer en het vaststellen van de dienstregelingen. Vaststellen van een regionaal-economische ontwikkelingsstrategie. Vaststellen van bedrijfsterreinen, kantoorlocaties en detailhandelsvoorzieningen die van regionaal belang zijn. Jaarstukken 2011
156
Bevorderen van regionaal-economisch onderzoek. Vaststellen van de hoofdlijnen van een regionaal promotie- en acquisitiebeleid, gericht op bedrijfsvestiging en toerisme. Duurzaam Bereikbaar De gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein, Stichtse Vecht, Nieuwegein, Utrecht, Vianen en Zeist Houten wil graag samenwerken met andere gemeenten, maar opteert niet voor eenzijdige oriëntatie. Houten richt de samenwerking niet eenzijdig op één partner maar zoekt samenwerking binnen allerlei verbanden indien de doelstellingen van de gemeenten daarmee gediend zijn. Voor de samenwerking met betrekking tot het BRU geldt dat Houten door zijn ligging gebonden is aan regionale samenwerking met gemeenten rondom de stad Utrecht, inclusief de stad zelf. Onder meer het RSP, het regionale verkeers- en vervoersplan en de voorstellen rondom woonruimteverdeling tonen aan dat Houten verbonden is aan de grootstedelijke taken van het BRU. De BRU richt zich de afgelopen jaren steeds meer op communicatie en betrokkenheid van gemeenten en de raden bij belangrijke beleidsontwikkelingen. Dit past bij een BRU van en voor gemeenten. Het kabinet laat weten dat de WGR+ als zodanig zal worden opgeheven. Onduidelijk is hoe de activiteiten van het BRU in de nabije toekomst zullen worden voortgezet. Wel is er sprake voor een belangrijk onderdeel dat deze in een (landelijke) vervoersautoriteit zal worden ondergebracht. Vooralsnog heeft een en ander nog geen gevolgen voor de gemeentelijke bijdrage aan het BRU. In de kabinetsplannen staat dat de WGR+ per 1 januari 2013 ophoudt te bestaan. Dat betekent dat per die datum het BRU geen wettelijke basis meer heeft en dus ophoudt te bestaan. In 2011 is een nieuwe Regionale Agenda vastgesteld. Deze agenda bepaalt de koers van het BRU in de komende bestuursperiode.
Programma Deelnemende partijen Openbaar belang dat wordt behartigd
Ontwikkelingen
Beleidsverantwoording 2011
Bestuurlijk belang Financieel belang
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2010 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2010 (geldleningen en voorzieningen) Financieel resultaat 2010 voor bestemming
Verwacht financieel resultaat voor bestemming Jaarstukken 2011
Voorts heeft er een Europese aanbesteding OV 2012 voor de periode 20122019 plaatsgehad. Deze aanbesteding is echter ongeldig verklaard en er is derhalve een nieuwe procedure nodig. De gemeente Houten heeft drie leden in het Algemeen Bestuur waarvan één lid ook lid is van het Dagelijks Bestuur. De bijdrage aan de BRU voor de gemeenten is op basis van de berekening van de Regiobijdrage. Deze regiobijdrage bedraagt voor 2011 € 3,37 per inwoner. Bij de berekening van de regiobijdrage voor de gemeente Houten wordt gerekend met het inwoneraantal van 47.622 (op basis van CBS per 9 november 2010). De totale bijdrage van Houten in 2011 bedraagt dan ook € 160.486. Begin boekjaar 2010: € 14.150.957 Einde boekjaar 2010: € 14.403.520 Begin boekjaar 2010: € 392.801.615 Einde boekjaar 2010: € 392.325.025
-/- : € 1.064.000 Het geconstateerde verlies komt voort uit een drietal programma’s die een negatief saldo voor bestemming presenteerden. Alleen de paragraaf Financiering had een positief resultaat. Het negatief resultaat op programma Bestuur is toe te schrijven aan personele frictie. Op het programma Ruimtelijk Beleid en Wonen is het verschil veroorzaakt door de BWS en de regeling wonen met welzijn en zorg. Het resultaat van het programma Mobiliteit is terug te voeren op de BDU. 2011: € 852.000 2012: € 817.000
157
Risico’s Overige relevante gegevens
Het resultaat wordt mede behaald door het doorvoeren van tal van besparingen. Aan de andere kant zijn er echter kosten waar weinig invloed op kan worden uitgeoefend en die dus achteraf hoger uit kunnen vallen. Een groot deel van de inkomsten van het BRU zijn afkomstig uit bijdragen van het Rijk. Bezuinigingen uit die bijdragen leiden tot minder beschikbare middelen waar wel vaste kosten tegenover staan.
Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Vestigingsplaats Utrecht Doel In de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) werken de 26 gemeenten samen met de regionale brandweer (BRUL), het bureau geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen (GHOR), het bureau gemeentelijke crisisbeheersing (BGC) en de meldkamer ambulancezorg (MKA). De VRU is een samenwerkingsverband van én voor de Utrechtse gemeenten, met als doel om de kwaliteit van de rampenbestrijding, crisisbeheersing en noodhulpverlening in de regio Utrecht te verbeteren. De noodzaak voor deze kwaliteitsverbetering komt voort uit de Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding, die op 1 juni 2004 in werking is getreden. Daarnaast wordt met de VRU uitvoering gegeven aan landelijk beleid, zoals vastgelegd in het kabinetsstandpunt over veiligheidsregio’s en het beleidsplan crisisbeheersing.
Programma Deelnemende partijen
Openbaar belang dat wordt behartigd
Ontwikkelingen
Jaarstukken 2011
Naast de uitvoering van de wettelijke taken van de regionale brandweer en geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, is de VRU belast met de multidisciplinaire taakuitoefening van rampenbestrijding en crisisbeheersing. Om dit alles te bereiken geeft de VRU invulling aan de volgende taken: De ontwikkeling van een samenhangend beleid met betrekking tot de beheersing (voorkomen, voorbereiden op en bestrijden) van rampen en zware ongevallen en crisis en noodhulpverlening vastgelegd in een multidisciplinair werkprogramma; Het maken van bindende afspraken over de uitvoering van dit beleid door de BRUL, de GHOR, de MKA, de politie regio Utrecht en de gemeentelijke diensten; Het realiseren van een eenduidige, bestuurlijke en samenhangende organisatorische aansturing van de BRUL, de GHOR, de MKA, de politie regio Utrecht, de Gemeenschappelijke Meldkamerfunctie (GMU) en de gemeentelijke diensten; Het bundelen van de uitvoerende capaciteit bij de regionale hulpverleningsdiensten en de gemeentelijke diensten op het terrein van de rampenbeheersing, crisisbeheersing en noodhulpverlening. Veilig De 26 Utrechtse gemeenten: Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist Houten wil, door middel van haar inspanningen op het terrein van de crisisbeheersing, (zoveel mogelijk) grootschalige incidenten en crises voorkomen. Daarnaast streeft zij naar een adequaat voorbereide crisisbeheersingsorganisatie, die in staat is ten tijde van crisis snel en effectief hulp te bieden, waardoor de gevolgen beperkt zullen blijven. De realisatie van deze doelstellingen vraagt naast lokale inspanning ook om afstemming en samenwerking in de regio. Deze samenwerking krijgt gestalte door middel van participatie in de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht. Er wordt gestreefd naar regionale afstemming en de realisatie van een gelijkwaardig kwaliteitsniveau op het gebied van de (voorbereiding op) crisisbeheersing in de regio Utrecht. In het algemeen bestuur begin november is de 'ruimte' afgesproken waarin 5% bezuinigingen in box 1 en 2 gerealiseerd mogen worden. Het gaat 158
daarbij om de volgende punten: 1. verlaging van de rekenrente met 0,5% (van 5 naar 4,5%) 2. indien mogelijk aanhouden vacatures vrijwilligers (Incidenteel) 3. indien mogelijk aanhouden vacatures district (incidenteel) 4. als 2&3: dan kan ook het wervingsbudget omlaag 5. (tijdelijk/indien mogelijk) uitstellen vervangingen 6. (incidenteel) lagere frequentie realistisch oefenen.
Beleidsverantwoording 2011
Bestuurlijk belang Financieel belang
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2010
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2010 (geldleningen en voorzieningen) Financieel resultaat 2010 voor bestemming Verwacht financieel resultaat 2011 voor bestemming Risico’s Overige relevante gegevens GGD Vestigingsplaats Doel
Jaarstukken 2011
In 2012 zullen de bovenstaande punten worden doorgevoerd in de dienstverleningsovereenkomst. 2011 stond voor de VRU in het teken van het opbouwen van de organisatie. Conform de Wet veiligheidsregio’s heeft het bestuur van de VRU de verplichting om een regionaal risicoprofiel, een beleidsplan en een regionaal crisisplan op te stellen. In 2011 zijn het regionaal risicoprofiel en het beleidsplan vastgesteld. Er is nog geen nieuw crisisplan aangezien de VRU sinds 2009 al beschikt over een regionaal crisisbeheersingsplan. De looptijd van dit plan is tot 2012. Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht bestaat uit de burgemeesters van de 26 Utrechtse gemeenten. Voor de VRU bijdrage 2011 was een bedrag van € 1.892.410 begroot. Hiervan is € 40.000 begroot voor advieswerkzaamheden die de VRU uitvoert in het kader van brandveiligheidsaspecten binnen de WABO. Voor de zeer complexe adviesaanvragen brengt de VRU de kosten hiervoor namelijk achteraf in rekening. Verwacht wordt dat deze kosten in 2011 circa € 20.000 bedragen. Dit betekent dat de totale uitgaven voor 2011 uitkomen op € 1.871.131. (VRU incl. MKA) Begin boekjaar 2010: € 2.110.261 Einde boekjaar 2010: € 2.463.863 De toename van het eigen vermogen heeft te maken met de vrijval uit de reserve voor het project regionalisering. (VRU incl. MKA) Begin boekjaar 2010: € 7.121.216 Einde boekjaar 2010: € 70.317.110 De toename van ruim € 63.000.000 heeft te maken met de vorming van de nieuwe VRU. Deze is noodzakelijk voor onder ander de financiering van de overgenomen activa (voornamelijk voertuigen) Tekort van € 21.396. €0 Niet van toepassing
Zeist De GGD Midden-Nederland is belast met de uitvoering van de wettelijke taken op het terrein van de openbare gezondheidszorg. Deze zorg is gebaseerd op de Wet publieke gezondheid en omvat de basistaken: epidemiologie (verwerven van inzicht in de gezondheidssituatie) gezondheidsbevordering medische milieukunde technische hygiënezorg infectieziektebestrijding jeugdgezondheidszorg (uniform deel gemeenten)
159
Programma Deelnemende partijen
Openbaar belang dat wordt behartigd
Ontwikkelingen
Beleidsverantwoording 2011
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Jaarstukken 2011
jeugdgezondheidszorg (maatwerkdeel gemeenten collectief) jeugdgezondheidszorg (rijksvaccinatieprogramma) Daarnaast wordt de GGD ingeschakeld voor controle van de kindercentra in verband met de handhavingstaak van de gemeente. Verder coördineert de GGD het meldpunt Zorg & Overlast in het kader van de openbare geestelijke gezondheidszorg (oggz). In het kader van de openbare gezondheidszorg en het lokale gezondheidsbeleid heeft de GGD een adviesfunctie. De Wet publieke gezondheid vervangt de Wet collectieve preventie volksgezondheid, de Infectieziektewet en de Quarantainewet. Vitaal Gemeenten: Amersfoort, Baarn, De Bilt, Bunnik, Bunschoten, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, De Ronde Venen, Soest, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, Wijk bij Duurstede, Woerden en Zeist. In de begroting is er een relatie met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), als onderdeel van het programma Vitaal. De Wmo heeft 9 prestatievelden benoemd. Naast de algemene gezondheidszorg: Prestatieveld 5: deelname aan de maatschappij door mensen met beperkingen. Prestatieveld 6: voorzieningen voor mensen met een chronische, psychische of psychosociale beperking. Prestatieveld 8: bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg. Prestatieveld 9: bevorderen van verslavingsbeleid. Om op goede wijze aan deze taken invulling te geven houdt de GGD een Gezondheidsatlas bij. In deze monitor wordt inzicht gegeven in de lokale situatie mede ten opzichte van de regio en van voorgaande jaren. De gegevens van deze monitor kunnen bepalend zijn voor de wijze waarop invulling wordt gegeven aan genoemde prestatievelden. De Gezondheidsatlas is te vinden op www.ggdatlas.nl. 1. In december 2011 heeft het DB van de GGD MN een voorstel gedaan met betrekking tot bezuinigingen. Hier heeft het AB niet mee ingestemd. Daarom is een traject gericht op ‘bezinning GGD’ in gang gezet. Met dit project wordt in beeld gebracht welke wettelijke taken uitgevoerd MOETEN worden en of dit wellicht minder (of minder intensief) kan. De planning is erop gericht om de uitkomsten bij de begrotingsbesprekingen van juni 2012 te betrekken. Er is voor 2012 dan ook nog steeds sprake van een ‘voorlopige begroting’. 2. In 2011 is onderzoek gedaan naar een aantal scenario’s in verband met de stelselwijziging jeugdzorg. Begin 2012 is door de stuurgroep een advies uitgebracht. Dit advies wordt op een aantal punten nader uitgewerkt. Naar verwachting zal dit in de eerste maanden van 2012 worden afgerond. In 2011 is de discussie met betrekking tot de wijze waarop de GGD Midden Nederland haar taken moet uitvoeren zeer intensief gevoerd. De uitkomst hiervan was echter niet voldoende om direct maatregelen te kunnen treffen. Naar verwachting zal dit medio 2012 wel het geval zijn. De gemeente Houten is vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur met één zetel en 3 stemmen. Deze wordt ingevuld door de portefeuillehouder Welzijn. De gemeente Houten is vertegenwoordigd in het Dagelijks Bestuur van de GGD. Deze wordt eveneens ingevuld door de portefeuillehouder Welzijn. De gemeente Houten draagt bij aan de kosten van de GGD Midden Nederland op basis van een bijdrage per inwoner. Het bedrag per inwoner is bepaald op basis van de door het Algemeen Bestuur vastgestelde meerjarenraming. Gelet op de groei van het aantal inwoners van Houten betekent dit een jaarlijkse toename van de bijdrage. Extra diensten die een gemeente van de GGD afneemt en die niet tot de basistaken behoren, worden afzonderlijk door die individuele gemeente aan de GGD vergoed. In 2011 bedroeg de Houtense bijdrage aan de GGD € 615.294. 160
Verbonden partij - inwonersbijdragen - lijkschouwingen ed. - kinderopvanginspecties Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2010 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2010 (geldleningen en voorzieningen) Financieel resultaat 2010 voor bestemming
Verwacht financieel resultaat 2011 na bestemming Risico’s Overige relevante gegevens
Rekening 2011 552.404 5.503 57.387 615.294
Begin boekjaar 2010: € 2.215.156 Einde boekjaar 2010: € 1.797.457 Voorzieningen begin boekjaar 2010: € 427.938 Voorzieningen einde boekjaar 2010: € 330.447 Leningen begin boekjaar 2010: € 6.520.845 Leningen einde boekjaar 2010: € 6.416.446 € 2.267.028. Het resultaat uit de producten is € 2.267.028. Bij de JGZ 0-4 is een negatief resultaat behaald van € 137.134. Dit bedrag zal worden verhaald op de Eemland gemeenten. Een bedrag van € 2.192.077 wordt bestemd ten behoeve van de DD JGZ. € 58.000 is bestemd voor epidemiologisch onderzoek en €154.085 wordt teruggestort naar gemeenten. €0 De uitgaven die door de GGD worden gemaakt zijn voor de gemeente verplicht. De GGD heeft een bezuinigingstaakstelling meekregen. Hiervan is een deel gerealiseerd. De kwaliteit van het type dienstverlening en de kwantiteit van de producten en diensten die de gemeente afneemt, zal door verdere bezuinigingsmaatregelen verminderen.
Afvalverwijdering Utrecht (AVU) Vestigingsplaats Nieuwegein Doel De AVU werkt samen met en in opdracht van de provincie Utrecht en de Utrechtse gemeenten aan de verbetering van het milieu met betrekking tot afval. Daarbij wordt gestreefd naar het bereiken van een zo gunstig mogelijk effect, tegen zo laag mogelijke kosten. Namens de gemeenten zorgt de AVU voor de regie van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval (dus geen afval van bedrijven). De AVU doet dit door de organisatie en de regeling van transport, overslag, bewerking en verwerking van het afval. Programma Duurzaam Deelnemende partijen De gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, de Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Soest, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein, Zeist en de provincie Utrecht. Openbaar belang dat De AVU bundelt de deskundigheid van de aangesloten gemeenten en de wordt behartigd provincie, waardoor er voor beleid en uitvoering een platform met veel (plaatselijke) kennis beschikbaar is. De AVU werkt ten diensten van gemeenten en de provincie. De AVU verzorgt voor de deelnemende gemeenten gezamenlijke (Europese) aanbestedingen voor de inzameling en verwerking van grote afvalstromen, zoals de aanbestedingen voor de verwerking van restafval, voor de verwerking van GFT-afval, voor de overslag en verwerking van glas en voor de inzameling en verwerking van papier. Gezamenlijke aanbesteding zorgt voor een groter afvalaanbod wat vaak leidt tot lagere tarieven dan individueel aanbesteden. Ontwikkelingen De grote afvalverwerkingscontracten zijn in 2009 en 2010 afgesloten en hebben lange looptijden. Een afvaloverslagpunt in de regio Veenendaal gaat verplaatst worden. Jaarstukken 2011
161
Beleidsverantwoording 2011
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2010
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2010 (geldleningen en voorzieningen) Financieel resultaat 2010 voor bestemming Verwacht financieel resultaat 2011 voor bestemming Risico’s
In 2011 hebben in AVU verband geen grote ontwikkelingen (nieuwe contracten voor de deelnemers) plaatsgevonden. Vermeldenswaardige ontwikkelingen zijn: 1. De AVU heeft een overslaglocatie glas in Utrecht aan de kade gerealiseerd i.s.m. Theo Pouw. Dankzij deze overslaglocatie gaat glas sinds mei 2011 per schip van Utrecht naar glasverwerker Maltha in Heiningen in plaats van over de weg. 2. De AVU heeft in samenwerking met ACV in Ede de voorbereidin-gen getroffen voor de nieuwbouw van de afvaloverslag in oost Utrecht (Veenendaal/Ede). Daarmee wordt de overslag van afval in het oostelijke deel van onze provincie voor lange tijd gegarandeerd. 3. Voorbereidingen gedaan om de NV AVU per 1.1.2012 formeel opgeheven te kunnen hebben. 4. CO2 berekeningen gemaakt ten behoeve van de AVU jaarrekening 2010. 5. De financiële bijdragen van de gemeenten aan de AVU in 2011 waren bijna gehalveerd ten opzichte van de bijdragen in 2010. Dit was een gevolg van een gunstig verwerkingscontract voor restafval (afvalverbranding) dat op 1-1-2011 in werking trad en dankzij een Europese aanbesteding in AVU-verband tot stand was gekomen. Het algemeen bestuur bestaat uit twee leden, te benoemen door Provinciale Staten, twee leden uit de gemeente Utrecht, te benoemen door de gemeenteraad en één deelnemer per overige gemeente. De portefeuillehouder Duurzaamheid is namens de gemeente lid van het algemeen bestuur van de AVU. De bijdragen van de gemeenten worden hoofdzakelijk bepaald door het aantal ton afval dat via de AVU (contracten) wordt aangeboden bij de verwerkers. De bijdrage van de gemeente Houten voor 2011 was geraamd op € 723.600 en is voldaan op basis van voorschotnota’s. De definitieve afrekening over 2011 vindt plaats in 2012 op basis van daadwerkelijk gerealiseerde hoeveelheden afval. Begin boekjaar 2010: € 0 Einde boekjaar 2010: € 0 De AVU heeft geen eigen vermogen. Het is een gemeenschappelijke regeling. De kosten en opbrengsten worden aan het eind van het boekjaar verrekend met alle deelnemende gemeenten (zijn alle Utrechtse gemeenten). Begin boekjaar 2010: € 15.372.516 Einde boekjaar 2010: € 10.626.670
€ 0 (voor en na bestemming). De gerealiseerde bijdrage in 2010 was circa 8,7% lager dan begroot (dit betekende voor Houten een teruggave van circa € 70.000, -) Dat bedrag is in 2011 gerestitueerd. €0 De AVU heeft geen financiële reserves om eventuele tegenvallers op te vangen. Men vindt dat een verantwoordelijkheid van de gemeenten zelf.
Overige relevante gegevens Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) Vestigingsplaats Bunnik Doel Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) adviseert over de zorg voor de instandhouding en bevordering van het bouwkundig schoon, de welstandszorg, het landschaps- en stedenschoon waaronder de monumentenzorg, evenals de zorg voor de ruimtelijke kwaliteit. Programma Duurzaam Jaarstukken 2011
162
Deelnemende partijen
Openbaar belang dat wordt behartigd Ontwikkelingen Beleidsverantwoording 2011 Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2010 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2010 (geldleningen en voorzieningen) Financieel resultaat 2010 voor bestemming Verwacht financieel resultaat 2011 voor bestemming Risico’s
Overige relevante gegevens
De gemeenten: Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist. Het belang is direct het doel, dat onze (openbare) ruimte van goede kwaliteit blijft en mogelijk verbeterd wordt. Bij de welstandstoets is het actuele wettelijk kader van belang. Door vergaande landelijke vergunningsvrije regelgeving zal WMMN minder grip hebben op de ruimtelijke kwaliteit. Bij vaststelling van de nota deregulering heeft de raad ingestemd om alleen de excessen aan WMMN voor te leggen. Na het raadsbesluit van juni 2011 zijn in 2011 geen adviezen in dit kader voorgelegd. De gemeente wordt in het bestuur vertegenwoordigd door één lid. Daartoe is de portefeuillehouder M. van Liere aangewezen. Het onderdeel monumenten valt onder de portefeuille Monumenten. De verrekening van de kosten vindt plaats op basis van het aantal ingediende adviezen. Begin boekjaar 2010: € 508.617 (incl. € 53.452 reserve egalisatie tarieven) Einde boekjaar 2010: € 477.602 (incl. € 31.924 nog te bestemmen positief resultaat) Begin boekjaar 2010: € 376.918 Einde boekjaar 2010: € 341.172
€ 56.441 Nog niet bekend De raad heeft bij vaststelling van de nota deregulering ingestemd om alleen excessen aan de WMNN voor te leggen. Als gevolg van deze beleidswijziging heeft de WMNN aangegeven dat de gemeente Houten uit de gemeenschappelijke regeling stapt met de daarbij behorende financiële consequenties. De gemeente Houten is het met deze zienswijze niet eens. In 2012 zal hierover nader worden overlegd. De WMMN is een gemeenschappelijke regeling van de betrokken gemeenten
Recreatieschap De Stichtse Groenlanden Vestigingsplaats Utrecht Doel Het recreatieschap de Stichtse Groenlanden is belast met de ontwikkeling, het beheer en het onderhoud van de diverse dagrecreatieterreinen (basisvoorzieningen). Daarnaast houdt het recreatieschap zich bezig met allerlei vormen van dagrecreatie, zoals wandelen, fietsen, paardrijden en kanovaren (infrastructuur). Programma Duurzaam Deelnemende partijen De gemeenten: Houten, Utrecht, Vleuten – De Meern, (gemeente Utrecht) Lopik, De Bilt, Nieuwegein, Woerden, IJsselstein, Stichtse Vecht en de provincie Utrecht. Het is de bedoeling dat op termijn ook de gemeente Oudewater gaat deelnemen aan het recreatieschap. Openbaar belang dat Het ontwikkelen en beheren van recreatievoorzieningen draagt bij aan het wordt behartigd gebruik en de belevingswaarde van Houten voor jong en oud. Ontwikkelingen Voor het nieuwe te ontwikkelen recreatiegebied Heemstede-Noord (in Laagraven) is na een selectieprocedure een geschikte ondernemer geselecteerd. In de zomer is de ontwikkeling van RODS (Recreatie Om De Stad) gebieden, waaronder Heemstede-Noord, door de provincie “on hold” gezet in verband met het stopzetten van de RODS-bijdrage van Jaarstukken 2011
163
Beleidsverantwoording 2011
Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2010 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2010 (geldleningen en voorzieningen) Financieel resultaat 2010 voor bestemming Verwacht financieel resultaat 2011 voor bestemming Risico’s
Overige relevante gegevens
het Rijk. De provincie is met betrokken partijen de opgave herijking RODS gestart. Gemeente Houten is deelnemer van dit proces. In 2012 moet duidelijk worden of en onder welke voorwaarden de ontwikkeling van Heemstede-Noord weer kan worden opgepakt. Het recreatieschap heeft een eerste visie uitgewerkt voor de ontwikkeling van de boomgaard bij Tull en ’t Waal. De opening van de nieuwe recreatieplas is uitgesteld en zal naar verwachting in 2013 worden geopend. Gemeente Houten heeft zich via de stuurgroep RODS ingezet voor het regionale belang van beheer van bestaande en (beperkte) mogelijkheden voor nieuwe recreatiegebieden rondom de stad Utrecht. Speciale aandacht is er voor de Houtense RODS gebieden Nieuw-Wulven (beheer) en Laagraven (ontwikkeling en beheer). De gemeente Houten heeft twee leden in het Algemeen Bestuur. Het recreatieschap wordt gefinancierd door middel van gemeentelijke bijdragen. In 2011 was de bijdrage per inwoner € 3,25. Begin boekjaar 2010: € 3.283.342 Einde boekjaar 2010: € 3.290.263 Begin boekjaar 2010: € 3.171.625 Einde boekjaar 2010: € 3.295.847
€ 6.920 (op rekeningbasis) € 60.300 Om voor 2013 (en daarna) met een sluitende begroting te komen zal het Recreatieschap moeten nadenken over structurele maatregelen. Dit zal moeten gebeuren in samenhang met provinciale visie recreatie en toerisme die in 2011 is vastgesteld. In samenhang hiermee wordt ook de gewenste organisatievorm en toekomst van de recreatieschappen onderzocht. In 2012 komt hierover meer duidelijkheid. Niet van toepassing
Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht (RHC) Vestigingsplaats Wijk bij Duurstede Doel Het beheren van en naar de archiefbewaarplaats overgebrachte statische archiefbescheiden van de gemeenten. Deze omvatte archiefbewerking, collectiebewerking, acquisitie, depotbeheer en conservering en restauratie. De archieven toegankelijk maken en houden ten behoeve van het publiek. Toezicht en advisering op het beheer van de nog niet naar de archiefbewaarplaats overgebrachte dynamische en semi-statische archiefbescheiden van de gemeenten. Het verwerven en beheren van andere archieven en verzamelingen, die van belang zijn voor de kennis van de plaatselijke samenleving. Het bevorderen van de lokale en regionale geschiedbeoefening. Programma Duurzaam: Cultuurhistorie-Archeologie Deelnemende partijen Bunnik, Houten, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede Openbaar belang dat Bovengenoemde taken vloeien voort uit de Archiefwet. Deze wet verplicht wordt behartigd overheidsinstellingen de archieven in goede, geordende en toegankelijke staat te bewaren. Daarnaast verplicht de Archiefwet overheidsinstellingen om archieven die ouder zijn dan 20 jaar en voor blijvende bewaring in Jaarstukken 2011
164
aanmerking komen, toegankelijk te maken voor het publiek.
Ontwikkelingen
Beleidsverantwoording 2011
Bestuurlijk belang Financieel belang
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2010 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2010 (geldleningen en voorzieningen) Financieel resultaat 2010 voor bestemming Verwacht financieel resultaat 2011 voor bestemming Risico’s
De hoofdtaken van dit samenwerkingsverband op archiefgebied zijn: Beheer van de oudere archieven Toezicht en advisering Beheer jongere archieven en Dienstverlening met inbegrip van publieksactiviteiten op cultuurhistorisch gebied. Deze taken vinden hun wettelijke grondslag in de Archiefwet 1995. De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de eigen archieven berustte tot dan toe bij de afzonderlijke gemeenten. Medio 2006 is, met steun van de provincie, de ontwikkeling van de archiefdienst naar een Regionaal Historisch Centrum (RHC) in gang gezet. Daarmee kunnen de wettelijke archieftaken adequaat worden vervuld en kunnen meer publieksactiviteiten op cultuurhistorisch gebied worden ondernomen. Om dat mogelijk te maken is de personeelsformatie uitgebreid tot 5,66 fte in 2011 en het jaarlijkse materiële budget, voor onder meer digitalisering, vertienvoudigd tot ongeveer € 25.000. In het najaar van 2009 zijn alle vijf deelnemers aan de huidige regeling de nieuwe Gemeenschappelijke regeling RHC Zuidoost Utrecht aangegaan. In 2010 is het personeel van het RHC in dienst gekomen van de gemeente Houten, die ze detacheert naar het RHC. De kosten worden verrekend. In de zomer van 2011 is een nieuw archiefbewaarplaats in Wijk bij Duurstede opgeleverd, waarin alle historische archieven van het RHC worden gehuisvest en kunnen worden geraadpleegd door bezoekers. Verder is in 2011 het “Inspectieplan gemeentelijke archief-inspectie Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht 2011-2015” vastgesteld, op basis waarvan in 2012 integrale archiefinspecties worden opgestart. De burgemeester neemt namens Houten deel aan het Algemeen en Dagelijks bestuur van het RHC. De totale lasten van de gemeenschappelijke regeling zijn voor 2011 € 515.072 (exclusief BTW). De bijdrage van Houten hieraan was € 131.885 (exclusief BTW), iets minder dan het in september 2010 verwachte bedrag van € 148.791 (zie: “Overige relevante gegevens”). Begin boekjaar: € 0 Einde boekjaar: € 866.000 Begin boekjaar: € 0 Einde boekjaar: € 316.000
De jaarrekening 2010 laat ten opzichte van de begroting een positief saldo zien van € 19.167. €0
Jaarstukken 2011
Aangezien de gemeente Houten met ingang van 1 januari 2010 de bij het RHC gedetacheerde medewerkers in dienst heeft genomen (overgenomen van Wijk bij Duurstede), bestaat het risico dat deze medewerkers “normale” problemen krijgen als langdurige ziekte, niet functioneren et cetera. Het risico van bijvoorbeeld afkeuring of inzet van hulpverleners ligt dan bij de gemeente Houten. Verder zou de inzet van de Houtense afdeling Personeel & Organisatie incidenteel hoger kunnen blijken te zijn dan de bijdrage die we hiervoor jaarlijks van het RHC ontvangen. Aangezien de verdeelsleutel voor de bijdrage aan het RHC nu gebaseerd is op inwonersaantallen, zal de bijdrage van Houten naar verwachting de komende jaren licht stijgen. Omdat het gehele statisch archief van de deelnemende gemeenten op 165
Overige relevante gegevens
één plaats geconcentreerd wordt, is bij een grote calamiteit (bijvoorbeeld brand) de kans groot dat een belangrijk deel verloren gaat. Gezien alle veiligheidseisen rondom de nieuwbouw wordt dit risico zeer laag in geschat. Het college heeft op 7 september 2010 ingestemd met de herziene Houtense bijdrage aan het RHC van € 148.791 per jaar in 2011, groeiend tot € 152.072 in 2014 (beide bedragen verwacht in voorstel). Tot dan toe werd in onze begroting slechts rekening gehouden met € 102.600 per jaar vanaf 2011. De financiële verwerking vond plaats via de eerste bestuursrapportage 2011.
Verbonden partijen in de jaarrekening en de begroting In onderstaand overzicht zijn de bedragen opgenomen die voor de diverse verbonden partijen in de jaarrekening en de begroting van de gemeente Houten zijn verantwoord. bedragen x € 1
Verbonden partij Bijdrage Houten aan RHC Personeelskosten door te belasten aan RHC Vergoeding Personeelskosten door RHC
Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
50.753
148.791
153.400
154.672
155.494
155.494
296.164
297.690
299.188
299.188
299.188
-/- 296.164
-/- 297.690
-/- 299.188
-/-299.188
-/-299.188
Vennootschap (BV, NV) NV Bank Nederlandse Gemeenten Vestigingsplaats Den Haag Doel Het aanbieden van financiële diensten op maat, zoals kredietverlening, betalingsverkeer, advisering en elektronisch bankieren voor overheden en instellingen met een maatschappelijk belang, tegen zo laag mogelijke kosten. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het maatschappelijk domein en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid (AAA). Daarnaast streeft zij naar een redelijk rendement voor haar aandeelhouders. Programma Algemene dekkingsmiddelen Deelnemende partijen Alle gemeenten en provincies Openbaar belang dat Alleen overheden, namelijk het Rijk (50%), gemeenten, waterschappen en wordt behartigd provincie mogen aandeelhouder zijn van de BNG. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden. Ontwikkelingen De financiële crisis leidt tot een verscherpt liquiditeitsrisicobeheer en verhoogde risico-opslagen voor het uitzetten van lange termijn middelen. Veel klanten van de bank worden geconfronteerd met bezuinigingen, financiële tegenvallers en negatieve ontwikkelingen in de lopende projecten. Dit leidt tot voorzichtigheid bij het starten van nieuwe activiteiten en kan van invloed zijn op het resultaat van de BNG. De nieuwe Basel III regelgeving schrijft voor dat vanaf 2018 alle banken, ongeacht het risico dat ze lopen, een eigen vermogen van drie procent van de balanswaarde moeten aanhouden. Aangezien deze ratio op dit moment twee procent bedraagt, zal BNG het eigen vermogen met één miljard moeten verhogen. Om dit te bereiken, wordt een plan voorbereidt het eigen vermogen vanuit de winst te versterken. Dit zal gevolgen hebben voor het uit te keren dividend. De winst van de BNG zal negatief beïnvloed worden door de bankenbelasting die op stapel staat. Beleidsverantwoording Bij het opstellen van dit jaarverslag heeft de BNG haar eigen jaarverslag nog 2011 niet gepubliceerd. In het halfjaarbericht 2011 van de BNG is nog geen beleidsverantwoording opgenomen. Bestuurlijk belang De gemeente Houten heeft in de aandeelhoudersvergadering één portefeuillehouder als vertegenwoordiger. Jaarstukken 2011
166
Financieel belang
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2010 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2010 (geldleningen en voorzieningen) Financieel resultaat 2010 voor bestemming Verwacht financieel resultaat 2011 voor bestemming
Risico’s Overige relevante gegevens Vitens Vestigingsplaats Doel
Programma Deelnemende partijen
Openbaar belang dat wordt behartigd
Ontwikkelingen
Beleidsvoornemens 2011 Bestuurlijk belang Jaarstukken 2011
De bank is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap. De gemeente heeft zeggenschap in de BNG via het stemrecht op de aandelen (één stem per aandeel van € 2,50). Houten bezit 6.240 van de 55,69 miljoen aandelen. Ieder jaar wordt door de bank een dividend uitgekeerd. De bank is per 1 januari 2005 vennootschapsbelastingplichtig geworden. Hierdoor is het dividend niet gefixeerd, maar zal het afhankelijk worden van het bedrijfsresultaat. De dividenduitkering bedroeg voor Houten in 2011 € 14.352 op basis van het behaalde resultaat in 2010. Begin boekjaar 2010: € 2.253 miljoen Einde boekjaar 2010: € 2.259 miljoen Begin boekjaar 2010: € 102.243 miljoen Einde boekjaar 2010: € 116.274 miljoen
De nettowinst na belastingen bedroeg € 257 miljoen (na bestemming € 129 miljoen). Bij het opstellen van dit jaarverslag heeft de BNG haar eigen jaarverslag 2011 nog niet gepubliceerd. Over het eerste halfjaar 2011 was de nettowinst van de BNG € 44 miljoen hoger dan over dezelfde periode 2010 (€ 110 miljoen). Gegeven de volatiliteit van de financiële markten, de internationale schuldencrisis en alle overige onzekerheden, kan de bank geen verantwoorde uitspraak doen over de verwachte nettowinst 2011. Aangezien de BNG haar eigen vermogen zal moeten verhogen, zal de komende jaren de winstuitkering worden verlaagd. Voor Houten kan dit een lagere inkomst betekenen van maximaal € 10.000 per jaar. Niet van toepassing
Utrecht Vitens NV is een publiek (drink)waterbedrijf, waaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, alsmede het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn. De aandelen van de NV zijn (in)direct in handen van provinciale en gemeentelijke overheden. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden. Duurzaam Vitens NV, gemeenten, Amersfoort, Baarn, De Bilt, Bunnik, Bunschoten, Eemnes, Hilversum, Houten, Leusden, Wijdemeren, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, De Ronde Venen, Scherpenzeel, Soest, Stichtse Vecht Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Wijk bij Duurstede, Woerden, Woudenberg, IJsselstein, Zeist, Almere, Lelystad, Dronten Zeewolde en de Provincie Utrecht. Vitens is een publiek bedrijf. De aandeelhouders van Vitens – gemeenten en provincies – ondersteunen de maatschappelijke doelstellingen van Vitens, met (mede)verantwoordelijkheid voor gezondheid (door veilig en betrouwbaar drinkwater) en een duurzame samenleving met zorg voor de bescherming van natuur en milieu. Voor de aandeelhouders wil Vitens een financieel krachtig bedrijf zijn en een marktconform dividend uitkeren bij een gezonde solvabiliteit. Vitens is een gezond bedrijf, dat zijn doelstellingen goed bereikt. De fusiedoelstellingen, zoals geformuleerd ten tijde van de fusie in 2006 met Hydron Midden Nederland en Hydron Flevoland, zijn in 2009 succesvol gerealiseerd. Vitens is tevens betrokken bij diverse internationale projecten. Het is de doelstelling van Vitens om de tarieven voor drinkwater zoveel mogelijk gelijk te houden en de kosten waar mogelijk omlaag te brengen. De gemeente Houten is via een afgevaardigde namens de Hydron Midden 167
Financieel belang Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2010 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2010 (geldleningen en voorzieningen) Financieel resultaat 2010 voor bestemming Verwacht financieel resultaat 2011 voor bestemming Risico’s
Overige relevante gegevens
Nederland gemeenten vertegenwoordigd in de aandeelhoudersvergadering. 38.490 gewone aandelen, dividend per aandeel over 2010 bedroeg € 2,68 Begin boekjaar 2010: € 353,8 miljoen Einde boekjaar 2010: € 359,0 miljoen Begin boekjaar 2010: € 1.315 miljoen Einde boekjaar 2010: € 1.323 miljoen Leningen begin boekjaar 2010: € 1.063 miljoen Leningen einde boekjaar 2010: € 1.063 miljoen Bedrijfsopbrengst: € 453,6 miljoen Bedrijfskosten: € 378,5 miljoen Resultaat na belasting: € 26,8 miljoen (in miljoenen) onbekend Vitens investeert in techniek en installaties. Deze kunnen duurder uitvallen. Daarnaast kan er sprake zijn van kostenstijging. Er is geen groot risico omtrent het wegvallen van inkomsten. Dit houdt een direct verband met de aard van het bedrijf. Daarnaast heeft Vitens als publiek drinkwaterbedrijf ervaren hoe groot de impact van de financiële crisis en de economische recessie is op tal van sectoren waar zij intensief mee samenwerken, zoals de bouw en aannemerij. Niet van toepassing.
Verbonden partijen in de jaarrekening en de begroting In onderstaand overzicht zijn de bedragen opgenomen die voor de diverse verbonden partijen in de jaarrekening en de begroting van de gemeente Houten zijn verantwoord. Verbonden partijen in rekening en begroting (lasten) bedragen x € 1
Verbonden partij Bestuur Regio Utrecht Veiligheidsregio Utrecht GGD MiddenNederland Afval Verwijdering Utrecht Welstand en Monumenten Midden Nederland Recreatieschap De Stichtse Groenlanden Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht
Rekening Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2011 2012 2013 2014 2015 162.376 159.310 159.311 160.486 163.825 163.825 165.905 1.799.863
1.871.131
1.892.410
1.934.989
1.934.989
1.966.464
1.966.464
615.316
615.294
662.962
685.075
687.700
692.275
707.437
1.387.869
620.634
725.039
783.763
783.763
783.763
783.763
167.465
99.190
104.801
117.384
117.384
117.384
117.384
166.381
155.915
160.500
164.111
164.111
177.919
177.919
50.753
143.676
148.791
153.400
154.672
155.494
155.494
Dividend uitkering deelnemingen (baten) bedragen x € 1
Verbonden partij NV Bank Nederlandse Gemeenten Vitens NV
Jaarstukken 2011
Rekening 2010
Rekening 2011
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
15.538 95.542
14.352 102.969
14.352 75.000
10.000 90.000
10.000 90.000
10.000 90.000
10.000 90.000
168
Paragraaf Burgerparticipatie Burgerparticipatie gaat over initiatieven die tot doel hebben dat de gemeente samen met de inwoners, maatschappelijke instellingen en ondernemers in een open wisselwerking beleid ontwikkelt en uitvoert. Het bestuur van Houten zet in op vroegtijdige en informele participatieprocessen om daarmee de kwaliteit van beleidsontwikkeling en -uitvoering te vergroten. De gemeente wil daarbij maatwerk leveren en per situatie een bewuste keuze voor participatie maken. Visie Belangrijke mijlpaal in 2011 was op 22 december de vaststelling van de Visie Communicatie en Participatie 2012 -2016 door de gemeenteraad. Daarin wordt geconstateerd dat Houten een gemeente is die nu al op eigentijdse en volwassen wijze invulling geeft aan het begrip overheidscommunicatie. Dit gaat behalve over voorlichten ook over het regisseren en faciliteren van de dialoog en interactie tussen de gemeente en inwoners en tussen inwoners onderling. Niet voor niets heeft de gemeente de afgelopen jaren flink ingezet op het in praktijk brengen van de methode Factor C. Bij Factor C draait het om het verankeren van de aandacht voor participatie en communicatie in alle fasen van het beleidsproces. De methodiek helpt bestuurders, beleidsmedewerkers en projectleiders om communicatief beleid te maken. Ombuigingen Het grootste en omvangrijkste participatieproces in 2011 betrof de ombuigingen. Ten behoeve van de uitwerking van de vijftien thema’s is van september 2010 tot en met april 2011 een zeer uitgebreid en veelzijdig communicatie- en participatieproces gevoerd. In totaal zijn hierbij 4.000 à 5.000 inwoners, instellingen en bedrijven betrokken geweest, die samen zeer veel relevante inzichten in de ombuigingsmogelijkheden opleverden. Een uitgebreide beschrijving hiervan is opgenomen in de perspectiefnota 2012. Onderzoek In juni 2011 is de Burgerpanelenquête over communicatie uitgevoerd. Met deze tweejaarlijkse enquête onder ruim 1.200 Burgerpanelleden, wil de gemeente Houten inzicht krijgen en houden in de behoeften, wensen en tevredenheid van inwoners van Houten ten aanzien van de informatievoorziening door de gemeente Houten. Ook is in dit onderzoek gekeken naar de mogelijkheden voor de burger om betrokken te zijn bij de ontwikkeling van het beleid van de gemeente Houten (burgerparticipatie). Een nieuw onderwerp betrof dit jaar de sociale media. Het onderzoek toont aan dat dat inwoners van Houten zeer geïnteresseerd zijn in gemeentelijke informatie maar beslist niet over alles evenveel willen weten. Ook willen ze niet bij alles betrokken worden. De meeste interesse van inwoners gaat uit naar het beheer van de openbare ruimte, verkeer & vervoer en openbare orde & veiligheid. Verder is men vooral in onderwerpen geïnteresseerd die in eigen wijk of buurt spelen. Wat ook opvalt, is dat inwoners van Houten veel verschillende media gebruiken. Daarbij stijgt het gebruik van digitale media nadrukkelijk. Ook sociale media zijn in Houten sterk in opkomst. Veel inwoners gebruiken ze en verwachten ook van de gemeente dat die ze in bepaalde gevallen inzet. Tenslotte is een opvallend fenomeen dat lang niet alle inwoners van Houten in dezelfde mate en op dezelfde wijze geïnteresseerd zijn in de publieke zaak. Dit roept de vraag op of de gemeente niet meer moet inspelen op de diverse leefstijlen, burgerschapsstijlen en communicatiestijlen van de inwoners. Door de Visie Communicatie en Participatie vast te stellen, heeft de gemeenteraad aangegeven dit zeker te willen doen. Houten in vergelijking met andere gemeenten In 2011 verscheen voor het eerst de rapportage ‘Blik van Burgers”. Dit betreft een rapportage/ benchmark van “Waar staat je gemeente?” (KING/ VNG), die o.a. schetst waar wij staan ten opzichte van andere gemeenten als het gaat om onze relatie met de inwoners in hun burgerrol van kiezer, klant, onderdaan, partner en wijkbewoner. Uit deze benchmark komt naar voren dat Houten voor elk van de genoemde rollen bovengemiddeld scoort ten opzichte van andere gemeenten. Voor zowel Houten als de andere gemeenten geldt echter dat de burgerrollen ‘Partner’ en ‘Kiezer’ wat achterblijven ten opzichte van de andere drie rollen. Zo geven ook de burgers van Houten aan dat zij minder invloed hebben op het daadwerkelijk uitgevoerde beleid. Vooralsnog doet Houten het, zoals gezegd, ook ten opzichte van deze aspecten echter bovengemiddeld goed. Uiteraard deed Houten in 2011 ook mee aan de eerste ronde metingen van de Benchmark Burgerparticipatie, die Partner & Pröpper samen met Quint Result ontwikkelde in opdracht van het Jaarstukken 2011
169
ministerie van Binnenlandse Zaken en de VNG. Houten verleende al in 2010 haar medewerking aan de ontwikkeling van deze benchmark door deelname aan een expertgroep. Bij deze benchmark gaat het niet zozeer om het ranken vanwege het ranken, maar meer om de combinatie van meten, vergelijken, leren en ontwikkelen. Niet voor niets kent het traject nadrukkelijk ook een onderdeel benchlearning. Het gaat in deze benchmark om vier centrale kwaliteitsmaatstaven: realisatie kracht, democratie, kwaliteit van samenwerking en professionele vormgeving. Houten deed in 2011 mee met drie projecten, namelijk: de bereikbaarheidsvisie Houten, Ombuigingen openbare ruimte en veiligheid en Structuurvisie Eiland van Schalkwijk. Voor deze trajecten werden zowel de projectleiders als ook de participanten geënquêteerd. De eerste resultaten waren zeker bemoedigend. De participanten gaven de volgende gemiddeld rapportcijfers voor de trajecten; de bereikbaarheidsvisie een 6,7 de ombuigingen openbare ruimte en veiligheid een 6,2 en de visie van Schalkwijk kreeg van de participanten een 6,8. Leerpunten waren er ook. Zo blijkt het lastig om inwoners te interesseren voor abstracte onderwerpen, weten inwoners vaak niet hoe gemeentelijke processen werken en vragen de participatietrajecten geld en ambtelijke capaciteit die niet altijd van tevoren goed in kaart is gebracht. In de onderstaande tabellen, Overige Burgercontacten, staat een beschrijving van de vele andere trajecten waarbij in 2011 in Houten inwoners, instellingen en bedrijven betrokken werden. Programma Vitaal Onderwerp Regionale samenwerking Sociale Zaken Cliëntenraad werk en inkomen
Pilot kanteling klantbenadering Wmo
Bezuinigingen individuele voorzieningen Wmo
Jaarstukken 2011
Resultaat In 2011 is een onderzoek afgerond naar de mogelijkheden van regionale samenwerking op het gebied van werk en inkomen binnen de Lekstroom. In 2012 zullen alle gemeenteraden van de vijf Lekstroomgemeenten hierover een besluit nemen. In 2011 is de rol van de ambtelijk secretaris verder doorontwikkeld, waardoor de ingezette professionaliseringsslag kon worden voortgezet. Er is in de loop van 2011 een aantal mutaties geweest in de samenstelling van de cliëntenraad. De wisselingen hebben tot resultaat gehad dat er meer leden vanuit de doelgroep in de cliëntenraad hebben plaatsgenomen, naast de leden die een belangenorganisatie vertegenwoordigen. In 2011 zijn meerdere grote onderwerpen binnen de cliëntenraad besproken, soms zelfs met extra vergaderingen vanwege de omvang en complexiteit. Voorbeelden zijn de ombuigingsvoorstellen die tot de perspectiefnota 2012 en begroting 2012 hebben geleid en de voortgang rond de voorgenomen regionale samenwerking. De cliëntenraad heeft op deze terreinen adviezen gegeven aan de bestuurder en de afdeling. In 2011 heeft de gemeente Houten samen met het Wmo-loket VIA Houten een pilot uitgevoerd in het kader van de kanteling van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning). In deze pilot is een nieuwe manier van klantbenadering ontwikkeld, waarbij de brede vraagverheldering centraal staat (de vraag achter de vraag). In het ‘Gesprek’ wordt samen met de klant besproken wat de ervaren problemen zijn, wat de eigen oplossingsmogelijkheden zijn of waar elders alternatieve oplossingsrichtingen liggen. De behoeften, mogelijkheden en context van de klant zijn richtinggevend voor de oplossing. De oplossingsrichtingen worden gezocht vanuit de vraag van de klant en niet vanuit de voorzieningen. Zowel de klanten in de pilot als de consulenten/casemanagers Wmo zijn positief over de nieuwe manier van klantbenadering. De Wmo-raad is op gezette tijden geïnformeerd over de voortgang en resultaten van de pilot. In 2012 wordt in samenspraak met de Wmo-raad gekeken naar de manier waarop de ontwikkelde klantbenadering verder ingevoerd gaat worden. De gemeente Houten gaat bezuinigen op de individuele voorzieningen van de Wmo (hulp bij het huishouden, vervoersvoorzieningen, woonvoorzieningen, rolstoelen). In 2011 is een pakket besparingsmaatregelen opgesteld. Eén van de maatregelen betreft het invoeren van een eigen bijdrage op de individuele voorzieningen (m.u.v. algemene voorzieningen en rolstoelen) per 1 januari 2012 en het opnieuw aanbesteden van de hulp bij het huishouden. De Wmo-raad heeft hierbij een actieve rol gehad. Zij heeft meegedacht over de besparingsmaatregelen en hierover een advies uitgebracht aan het college. Ook zijn er diverse bijeenkomsten georganiseerd met de maatschappelijke partners in Houten op het terrein van de Wmo. Tijdens deze bijeenkomsten is met elkaar van gedachten gewisseld over de bezuinigingen op het brede terrein van de Wmo.
170
Onderwerp Wmo en wijkgericht werken
Leerlingenvervoer
Jeugd & Onderwijs, Sport en Cultuur
Jaarstukken 2011
Resultaat In het kader van de bestuursopdracht Wmo en Wijkgericht Werken zijn met 12 organisaties bilaterale entreegesprekken gevoerd. Zoveel mogelijk zijn deze gesprekken gecombineerd met organisaties werkzaam op het gebied van de Wmo als ook jeugd en onderwijs. Met een aantal grote instellingen (van Houten&co, Vitras/CMD en Stichting Peuterspeelzaal Houten) heeft inventariserend vervolgoverleg plaatsgevonden over mogelijke ombuigingsrichtingen en de effecten daarvan. Op 20 januari 2011 werd een platformbijeenkomst georganiseerd voor de belangenorganisaties en de Wmo-raad. Naast de feestelijke installatie van de Wmo-raad is tijdens deze bijeenkomst een oproep gedaan tot onderlinge krachtenbundeling. Daarnaast zijn de aandachtspunten bij de ombuigingen geïnventariseerd. Op 3 maart 2011 vond het Koersdebat Wmo plaats. Zowel zorg- en welzijnsorganisaties als de belangenorganisaties in de Wmo werden hiervoor uitgenodigd. Tijdens deze bijeenkomst zijn de keuzes in het kader van de ombuigingen aan de orde gesteld. Ook zijn de argumenten zichtbaar gemaakt die voor of tegen deze voorstellen pleiten. In april en mei 2011 is geclusterd met de kleinere verenigingen gesproken over de ombuigingsvoorstellen en is hen gevraagd feedback hierop te geven. Verder heeft overleg plaatsgevonden via het strategisch beraad Wmo met de twintig belangrijkste partners in de Wmo. Met de Wmo-raad is diverse keren overlegd over de ombuigingen binnen de Wmo. De Wmo-raad heeft hierover advies aan de gemeente uitgebracht. Op 14 en 15 maart 2011 hebben bijeenkomsten plaatsgevonden met ouders van leerlingen die gebruik maken van het leerlingenvervoer. Het doel van de gesprekken was om met ervaringsdeskundigen in gesprek te gaan over de mogelijkheden om het leerlingenvervoer efficiënter en goedkoper te organiseren. Van 28 kinderen zijn één of beide ouders op de uitnodiging ingegaan, dat is ongeveer 15% van de ouders. Het gesprek ging vooral over de uitvoering van het taxivervoer. Daarvoor hebben we onder andere afgesproken dat de ouders worden betrokken bij het formuleren van het plan van eisen in het aanbestedingsproces voor het leerlingenververvoer. De verbeterpunten zijn met de vervoerder besproken. Daarnaast is afgesproken dat minimaal 1 maal per jaar een bijeenkomst wordt georganiseerd met de ouders om over de uitvoering van het leerlingenvervoer – in aanwezigheid van de vervoerder – te praten. Op 2 november is wederom een bijeenkomst georganiseerd om met ouders en vervoerder te praten over ervaringen en verbeterpunten bij de uitvoering van het taxi vervoer. 15 ouders hebben hier belangstelling voor getoond. In de zomer hebben ouders de gelegenheid gehad om aan te geven welke aspecten zij belangrijk vinden in het aanbestedingsproces voor een nieuwe vervoerder. Deze punten, zoals een vaste chauffeur op de taxi en een zo kort mogelijke route, zijn meegenomen in het aanbestedingsdocument. In het kader van deze bestuursopdrachten zijn entreegesprekken gevoerd met (kern)partners op het gebied van jeugd en onderwijs, sport en cultuur. Voor de organisaties op het gebied van jeugd en onderwijs is zoveel mogelijk aangesloten bij de gesprekken in het kader van de bestuursopdracht Wmo en Wijkgericht Werken (zie boven). Op 28 februari 2011 vond de sportconferentie plaats. Samen met de sportorganisaties en actieve en betrokken sporters werd stilgestaan bij de eventuele gevolgen van de ombuigingen op de sportbeoefening. Daarnaast is met elkaar gesproken over alternatieven om op een andere wijze kosten te besparen of inkomsten te verhogen. Aan de conferentie namen ongeveer 125 mensen deel. Verder zijn diverse bilaterale gesprekken gevoerd met sportverenigingen, sportplatform en sportpunt. In het kader van de bestuursopdracht Cultuur zijn gesprekken gevoerd met (kern)partners op het gebied van cultuur. Dit betrof met name Theater, Kunst AanBod, Houten XL, HMC, Bibliotheek en Kunst Centraal. Daarnaast werd er op 19 januari een inspraakavond gehouden voor alle structurele subsidierelaties in het culturele veld en het Cultuurplatform. Doel van de bijeenkomst was mobilisering van het lokale netwerk, het overbrengen van de kernboodschap van het college in relatie tot de ombuigingsopgave. Vervolgens is er een informatieavond op 17 maart 2011 georganiseerd om mensen te informeren wat er met hun inbreng was gedaan en wat er aan ombuigingsvoorstellen aan college en Raad zouden worden aangeboden binnen de context van de perspectiefnota 2012. In het najaar zijn de gesprekken met de kernpartners voortgezet over de implementatie van de bezuinigingen in 2012 en 2013.
171
Onderwerp Brede school ontwikkeling
Dag van de leerplicht
Scholenmarkt Vier bijeenkomsten cultuurcafé Gluren bij de buren Verhalengids Eiland van Schalkwijk (project Makeblijde) Cultuurplatform Wmo-raad
Belangen- en patiëntenorganisaties in de Wmo
Programma Duurzaam Onderwerp Platform groene organisaties
Jaarstukken 2011
Resultaat Er is een feestelijke opening van de Brede School geweest in de wijk Noord West, waarbij de organisaties op het gebied van onderwijs, welzijn, opvang, zorg, sport en peuterspeelzalen en buurtbewoners betrokken zijn geweest. De Brede School Noord Oost, Zuid Oost en Noord West hebben een tweetal activiteitenfolders uitgebracht, de Brede School Zuid West één. Rond 250 kinderen hebben deelgenomen aan Brede School activiteiten. Op 17 maart 2011 vond de jaarlijkse Dag van de Leerplicht plaats. De leerplichtambtenaren bezochten samen met de wethouder twee scholen: het Wellant college VMBO en het Houtens, school voor mavo en beroepsgericht onderwijs In totaal hebben 60 jongeren les gehad over leerplicht. Op 13 januari presenteerden scholen voor voortgezet onderwijs in de regio (circa 20) zich zodat de leerlingen en hun ouders zich kunnen oriënteren op het aanbod. Ca. 1.000 (ouders en leerlingen van groep 8). Ideeën ontwikkeld en samenwerking bevorderd op het gebied van kunst en cultuur. Ontmoeting en debat. 25 tot 30 vertegenwoordigers van lokale culturele, welzijn- en jeugdorganisaties. ‘Houtenaren bij elkaar over de vloer’. ca. 17 huiskamers verspreid over Houten, ca. 17 verschillende voorstellingen. Makeblijde vertaalt sociaal-culturele geschiedenis van bewoners van Eiland van Schalkwijk naar thema’s voor ruimtelijke ontwikkeling van het eiland in samenwerking met de gemeentelijke afdeling Ruimtelijk Beleid. Ca. 30 bewoners. Het boekje is in 2011 gepubliceerd. Ideeën ontwikkeld over versterking van de culturele infrastructuur Ca. 15 deelnemers. De Wmo-raad behartigde de belangen van de doelgroepen die vallen onder de relevante prestatievelden van de Wmo. Hiermee wordt beoogd meerwaarde te bereiken in de kwaliteit van de dienstverlening bij de uitvoering van de Wmo. De Wmo-raad adviseert het college gevraagd en ongevraagd, signaleert trends en ontwikkelingen en onderhoudt contact met de verschillende doelgroepen. De Wmo-raad is steeds vroegtijdig betrokken bij de ontwikkelingen op het terrein van de Wmo. De Wmo-raad telt 15 leden, inclusief het dagelijks bestuur. Begin 2011 zijn de 7 nieuwe leden van de Wmo-raad geïnstalleerd door de burgemeester. De leden van de Wmo-raad vormen zoveel mogelijk een afspiegeling van de Houtense bevolking. De Wmo-raad heeft in 2011 vijf maal overleg gevoerd met de gemeente. Hoofdthema’s in 2011 waren: de ombuigingen op collectieve en individuele voorzieningen (waaronder eigen bijdrage op individuele voorzieningen en ritbijdrage op de regiotaxi), aanbesteding Hulp bij het Huishouden en het klanttevredenheidsonderzoek onder ouderen en jongeren. Tevens is de Verordening Wmo-raad gewijzigd en is de Wmo-raad in 2011 een stichting geworden, om haar onafhankelijke positie nog meer te benadrukken In 2011 is het overleg met de belangenorganisaties in de Wmo op een nieuwe leest geschoeid. Het gaat om de Stichting Gehandicaptenbelangen Houten, Nederlandse Patiëntenvereniging (afdeling Houten) en de Samenwerkende Bonden Ouderen Houten. Op 14 november 2011 vond de eerste bijeenkomst in de nieuwe samenstelling plaats. Voortaan wordt een aantal maal per jaar met deze belangenorganisaties gesproken over een aantal relevante en vaste thema’s. Het gaat onder meer om toegankelijkheid, bereikbaarheid, mobiliteit, sociale infrastructuur. Het doel van het overleg is elkaar wederzijds informeren over relevante ontwikkelingen en het signaleren van kansen, knelpunten en (waar mogelijk) vinden van oplossingen . Aan dit overleg nemen, vanwege de nauwe (inhoudelijke) betrokkenheid bij het hoofdonderwerp, ook de volgende organisaties deel: Van Houten &co, MEE en Wmo-loket VIA Houten.
Resultaat In 2011 is het cluster Milieu, Groen en Water van de gemeente gestart met een structureel overleg met de verschillende natuur- en milieuorganisaties in Houten. Dit wordt het Platform Groene Organisaties genoemd. Het doel is om activiteiten op elkaar af te stemmen en meer gezamenlijk te doen. Dit zal in ieder geval resulteren in een gezamenlijke duurzaamheidsdag in 2012. Met de nieuwe locatie voor NME Houten op de Heuvel heeft dit platform ook een mooie centrale ontmoetingsplek. Daarnaast kan iedereen voor zijn of haar
172
Onderwerp
Moderne media en duurzaam Houten
Zonnepanelen
Energiesprong Houten
Vereniging Ecowijk Houten
Natuur en Milieueducatie (NME)
Nacht van de Nacht
Energieservice aan Huis
Proeftuinen openbare verlichting
Jaarstukken 2011
Resultaat duurzame activiteiten gebruik maken van het nieuw ontwikkelde logo voor Duurzaam Houten. Door het jaar heen heeft de gemeente verschillende e-mails en telefoontjes beantwoord met vragen over en suggesties voor een duurzamer Houten. Steeds vaker weten mensen ook het nieuwe mailadres
[email protected] te vinden. De Linked In-groep ‘Houten 2.0: duurzaam+’ is in 2011 gegroeid tot ruim 120 leden. Nieuw zijn de twitter-account en Facebook-pagina Duurzaam Houten. Dit zijn op dit moment nog pilots, die kleinschalig en anoniem gestart zijn. Met de lancering van de website duurzaamhouten.nl in 2012 moeten deze media geïntegreerd worden. In Houten was 2011 een zeer zonnig jaar. Met dank aan Wilko Kistemaker, Transition Town Houten, Viveste, Albert Heijn Steenman en ADEM Houten. Allemaal initiatiefnemers die wij van harte ondersteund hebben. Wilko Kistermaker startte zijn initiatief Groen Zonnig Houten, waarbinnen Houtenaren gezamenlijk zonnepanelen inkopen. Door dit initiatief is Houten ruim 300 zonnepanelen rijker. Ook Transition Town Houten heeft gezamenlijk zonnepanelen ingekocht, via de landelijke actie ‘Wij willen zon’. Viveste heeft op diverse plekken in Houten 700 panelen geplaatst. Ook ADEM Houten is een vergelijkbaar project gestart is, gericht op de exploitatie van zonnepanelen op de daken van bedrijfspanden. Het eerste resultaat is te bewonderen bij de supermarkt Albert Heijn Steenman. Deze initiatieven hebben wij ondersteund met bijvoorbeeld informatie, vergaderfaciliteiten, contacten en publiciteit. Energiesprong Houten is een projectorganisatie, waarmee wijk voor wijk de woningen van 25 jaar en ouder in één keer aangepast worden aan de eisen van nu. Het project Energiesprong Houten is gestart als een gemeentelijk project, maar is inmiddels verbreed met andere participanten: een aantal bedrijven én een ambassadeur-inwoner. Samen hebben wij een organisatie opgezet, die nu startklaar is. In 2012 zal Energiesprong Houten starten met de aanpak van één van de wijken in Houten-Noord. Transition Town Houten heeft aan de wieg gestaan van de Vereniging Ecowijk Houten (VEH), die graag een ecowijk in Houten wil realiseren. De gemeente voert samen met de Vereniging Ecowijk Houten een haalbaarheidsonderzoek e uit voor een ecowijk in het plangebied Leebrug II 2 fase. Hiervoor hebben beide partijen op 2 december 2011 een intentieovereenkomst getekend. De resultaten van het onderzoek verwachten we in april 2012. NME Houten werkt met twee benamingen: BuitenWijs voor het totale aanbod voor alle Houtense basisscholen en NME Houten, natuur- en milieueducatie voor alle buitenschoolse activiteiten. De NME-contactpersonen van alle basisscholen hebben tijdens een bijeenkomst kennis kunnen nemen van het jaarprogramma. Van het aanbod van BuitenWijs hebben 21 scholen gebruik gemaakt. In totaal waren zij goed voor 207 bestellingen van leskisten, buitenlessen en natuur-in-de-klas-producten. De buitenschoolse activiteiten van NME Houten hadden dit jaar de thema’s “nestkasten bouwen”, “ringslangenbroeihopen omzetten”, “bijen”, “klussen op het natuurpad” en “bollen poten”. De officiële opening van het natuurpad was aanleiding om een open dag te organiseren. In de nacht dat de wintertijd inging deed Houten mee aan de 'Nacht van de Nacht', een landelijke campagne tegen lichthinder. Tijdens deze nacht hebben de gemeente en verschillende bedrijven hun reclame- en/of buitenverlichting uitgeschakeld. Gemeente en Vakwerk Houten werken samen in het project “Energieservice aan huis”. In 2010 hebben 148 minima-huishoudens via dit project een gratis energie-advies en energiebox ontvangen. Het project 2011 loopt nog. De resultaten hiervan komen in de loop van 2012 beschikbaar. Uit de evaluatie 2010 is gebleken dat vrijwel alle huishoudens ten minste een deel van de geadviseerde maatregelen heeft doorgevoerd. Zo hebben zij energie én geld bespaard. In de wijk de Hoeven is in samenwerking met de provincie een proeftuin neergezet met een aantal nieuwe vormen van openbare verlichting, waaronder energiezuinige Led-verlichting. In 2011 is een enquête uitgevoerd naar de beleving van de omwonenden. De respons op de enquête was zeer laag en liet een wisselend beeld zien. De proeftuin wordt daarom vooralsnog voortgezet. De ervaringen van omwonenden en gemeente met deze nieuwe verlichtingsvormen is medebepalend voor de toekomstige verlichting van Houten. 173
Onderwerp Repaircafé
Gescheiden inzameling plastic
Klimaattop ‘Houten onderneemt in 3D’
Houtense Ondernemersdag en duurzaamheid
Actie met ondernemers: ‘Houdt de warmte binnen’
Groenadoptie
Resultaat Van Houten & co is gestart met repaircafés, waar vrijwilligers de bezoekers helpen bij de reparatie van (oude) spullen. De gemeente heeft hiervoor ruimte beschikbaar gesteld en een bijdrage geleverd in de promotie. In 2009 is de gescheiden inzameling van plastic in heel Houten ingevoerd. Dankzij het burgerpanel weten wij dat de inwoners graag meedoen aan de plastic inzameling. Wel zouden veel inwoners graag zien dat het plastic afval meer dan één keer per maand wordt opgehaald. Om aan die wens tegemoet te komen, zijn wij in 2011 het plastic elke twee weken gaan inzamelen, op dezelfde dag dat de groene kliko’s worden geleegd. Dit heeft er voor gezorgd dat de hoeveelheid plastic afval die huis aan huis wordt opgehaald, meer dan 40% is toegenomen. Op 10 maart 2011 namen bijna 70 ondernemers deel aan ‘Houten onderneemt 1 in 3D’ . Zij gaven het evenement gemiddeld een 7,6. Het evenement heeft de basis gelegd voor duurzame samenwerkingsverbanden. Zo heeft een groep bedrijven elkaar op deze dag gevonden om samen aan de slag te gaan met een business case energiebesparing. Op de klimaattop werd duidelijk dat bedrijven op verschillende terreinen behoefte hebben aan kennisdeling. Hier zullen we in 2012 en verder mee aan de slag gaan. In 2011 heeft de gemeente - in samenwerking met de Houtense ondernemersverenigingen IKH, OKK en ZZP en de Kamer van Koophandel weer een Houtense Ondernemersdag georganiseerd. Nieuw ten opzichte van 2010 was een lezingenblok over duurzaamheid, als uitvloeisel van ‘Houten onderneemt in 3D’. Daarin is o.a. het initiatief Greendriver Challenge geïntroduceerd, gericht op het stimuleren van zuinig rijden door zakelijke autorijders. Met de winnaar van de “ondernemer van het Jaar” De Rooy transport en genomineerde Arval zijn 2 ambassadeurs voor duurzame mobiliteit voor het voetlicht gebracht. Met ondernemers is ook in 2011 structureel overleg gevoerd. Er vinden overleggen plaats met de centrumondernemers van de Belangenvereniging Winkelcentrum Het Rond en met een vertegenwoordiging van de horeca. Tijdens één van de ledenvergaderingen van de belangenvereniging heeft de wethouder samen met het Klimaatverbond en De Stoere Vrouwen de actie ‘Houdt de warmte binnen’ onder de aandacht gebracht. Hier gaan we in 2012 een vervolg aan geven. Daarnaast is er goed contact en gestructureerd overleg met de ondernemersverenigingen Industrieel Kontakt Houten en de Ondernemersvereniging Kleine Kernen. In 2011 zijn de volgende plantsoenen geadopteerd: Kantelenmuur/Boogmuur. Een strook dor gras bij het appartementengebouw is omgevormd tot een perk met vaste planten. De bewoners hebben zelf het ontwerp gemaakt en de planten aangeschaft. Appelgaarde. Bewoners hebben zelf in overleg met de gemeente een perk met Cotoneasters gerooid en hier een ontmoetingsplek met gras gerealiseerd. Twee banken werden gesponsord via het Vivestefonds. Na de zomer is er op deze plek een buurtfeest georganiseerd. Boterhoeve. Een aantal bewoners met groene vingers heeft een heesterplantsoen omgevormd tot een moestuin. Bosplantsoen op de Rondwegwal. Op een aantal plaatsen langs de Rondweg is bosplantsoen aangelegd. Door veranderde ARBO-wetgeving zou de gemeente deze struiken niet meer kunnen onderhouden. Veel aanwonenden vonden het zonde om het bosplantsoen te rooien en hebben de plantsoenen geadopteerd. Hier zijn vijf overeenkomsten voor afgesloten. Bloembakken Op de Draagmuur zijn zes bloembakken geplaatst. Hiermee wordt voorkomen dat auto’s te dicht achter de carports langsrijden. De actie vloeit voort uit het bewonersinitiatief uit 2010. De bloembakken worden onderhouden door de bewoners zelf. Transition Town Transition Town Houten heeft samen met andere bewoners de gemeentelijke
1
3D staat voor Duurzaam Durven Doen.
Jaarstukken 2011
174
Onderwerp
Reconstructie Gaffelveld
Banken en bloembollen geschonken door bewonersvereniging De Hoon IIa. Protest tegen het kappen van bomen in Noordoost
De vleermuizen bij fort Honswijk
Compostactie
Afvalroadshow
Buurtacties Nederland Schoon
Jaarstukken 2011
Resultaat boomgaard in De Gilden gesnoeid, de appels geoogst en hiervan appelmoes en taart gemaakt die gezamenlijk zijn opgegeten. Nog “onderweg” In het kader van de ombuigingen worden alle gemeentelijke hagen maximaal 1.50 m hoog. Voor tuinen naast een gemeentehaag betekent dat mogelijk verlies van privacy. Door de haag te adopteren hebben bewoners de mogelijkheid de haag te laten doorgroeien tot 1.80 m. Er zijn 230 brieven verspreid. Twee initiatiefnemers willen graag een buurtmoestuin in Houten Noord-Oost realiseren. Momenteel wordt de haalbaarheid van een buurtmoestuin op de locatie van de noodgebouwen bij basisschool Klavertje Vier onderzocht. Bewoners van de Rijnpolder zijn van mening dat automobilisten in hun straat te weinig rekening houden met spelende kinderen. Om de lange rechte weg optisch te onderbreken en op enkele plaatsen te versmallen worden hier begin 2012 bloembakken geplaatst. De bewoners zorgen met elkaar voor de beplanting en het onderhoud. Bij de reconstructie van het Gaffelveld in het kader van groot onderhoud Noord-Oost zijn een aantal bomen in de verharding verwijderd. Bewoners van het Gaffelveld vonden het jammer dat de boomspiegels bestraat zouden worden en gingen in gesprek met de gemeente. Er komen nu vier plantvakken met heesters en vaste planten in de straat die de bewoners gaan onderhouden. In 2011 heeft bewonersvereniging De Hoon IIa zichzelf opgeheven. Van het geld dat de vereniging nog in kas had zijn banken gekocht voor de speellocaties aan het Fonteinwater en de Herfstpolder. Ook was er nog geld voor een flinke hoeveelheid bloembollen die her en der in de buurt zijn geplant. Om de wijken in Noordoost snel een groene uitstraling te laten krijgen zijn er destijds bij de aanleg meer bomen geplant dan op den duur wenselijk was. In verband met het groot onderhoud van enkele wijken vond de gemeente het tijd om de overtollige bomen te verwijderen. De resterende bomen zouden dan voldoende groeiruimte overhouden. Een aantal bewoners vond de plannen van de gemeente te rigoreus: men was gehecht aan het groen in de wijk en wilde de bomen zoveel mogelijk behouden. De Milieu Werkgroep Houten heeft daarop een externe boomexpert ingehuurd om advies uit te brengen. Na een gezamenlijke rondgang door de wijk bleek de expert het grotendeels eens te zijn met de plannen van de gemeente; op enkele punten is het plan aangepast. Vlak bij Fort Honswijk en het fort Werk aan de Korte Uitweg ligt een toekomstig wandelpad, het zogenaamde Paardenpad, De populieren langs dit pad zijn zo slecht dat ze gevaarlijk zijn voor passanten. Zij moeten daarom worden gerooid. De Stichting Natuurbehoud Stelling van Honswijk en de Milieuwerkgroep Houten wezen de gemeente op het belang van de bomen voor vleermuizen. Vleermuizen gebruiken de populieren als oriëntatiepunt en eten de insecten die zich in de bomen bevinden. In goed overleg is een nieuw beplantingsplan gemaakt. De populieren worden vervangen door eiken, essen en elzen van een passende hoogte. Om de inwoners te belonen voor het goed scheiden van hun afval konden ze eind maart een zak compost op de gemeentewerf afhalen. 3500 inwoners hebben hier gebruik van gemaakt. De compost is mede gemaakt van in Houten ingezameld groenafval. Tijdens de activiteitenmarkt op 3 september 2011 hebben 500 inwoners meegedaan aan de afvalroadshow: een interactieve presentatie over het scheiden en recyclen van afval. Deze actie draagt bij aan de bewustwording van het belang van gescheiden afvalinzameling. Door goed afval te scheiden dragen de inwoners bovendien bij aan een lage afvalstoffenheffing. In Houten is de heffing in 2011 maar liefst € 60,- lager dan het gemiddelde in Nederland! In de week van Nederland Schoon hebben verschillende groepen bewoners een zwerfvuilactie georganiseerd samen met Van Houten&co en de gemeente. Per keer waren er ongeveer 20 deelnemers. De gemeente heeft de actie ondersteund door de wijkpost en schoonmaakmaterialen beschikbaar te stellen.
175
Onderwerp Rietplas burendag
De Gouden Blikjes
Zwerfvuilactie
Speldjesregen voor ZwerfAfvalPakkers
Oprichting werkgroep Schoon
Basisscholen in de week van Nederland Schoon Schoonmaakmaterialen
Schone Scholen omgeving voor middelbare scholen
Studentenactie papier prikken
Maatschappelijke stages zwerfafval
Jaarstukken 2011
Resultaat Op burendag is een duikactie door Go-Dive gehouden in de Rietplas en in de wateren van Het Rond. Er werden fietsen, hekken en bakstenen uit het water gehaald. Ongeveer 20 buurtbewoners en leden van de duikvereniging hebben samen met duikers de Rietplas van afval ontdaan. De gemeente heeft schoonmaakmaterialen beschikbaar gesteld en het afval afgevoerd. Om kinderen bewust te maken van zwerfafval is er een zoektocht ontwikkeld met gouden blikjes. Kinderen prikken afval in hun omgeving en zoeken tegelijk naar gouden blikjes. In deze blikjes zit een vraag over zwerfafval. De speurtocht maakt het zwerfafval opruimen aantrekkelijk en is leerzaam. De speurtocht is ingezet bij buurtfeest Gaffelveld, bij Kinderdagverblijf De Gouden Stier van Skon, en bij een activiteit van de NME (kinderboerderij). De deelnemers kregen een taart cadeau. Een groep jongeren heeft in samenwerking met stichting Present, het jongerenwerk van Van Houten&Co en de gemeente een zwerfvuilactie gehouden. Vanaf Het Rond is een ronde gemaakt langs populaire ontmoetingsplekken van jongeren in Houten Noord-Oost. Aan het einde van de rit stonden er vele zakken met afval die door de wijkpost zijn opgehaald. Op 8 december heeft wethouder van Dalen 32 bewoners in het zonnetje gezet voor hun fantastische inzet bij het vrijwilig schoonhouden van hun woonomgeving. Na een oproepje in de krant zijn er 73 ZwerfAfvalPakkers genomineerd. Tijdens de bijeenkomst vertelden de vrijwilligers over hun belevenissen tijdens het opruimen, zoals het vinden van geld. Vorig jaar bij de ZAP-bijeenkomst ontstond het idee om contact met elkaar te houden. Samen met Van Houten&co is er daarom een avond georganiseerd om ideeën en initiatieven te inventariseren. Helaas is was er onvoldoende animo om dit voort te zetten. Enkele ZAP-pers uit het centrum hebben dit jaar deelgenomen aan een pilotwerkgroep “Schone Buurt”. Aan deze werkgroep deden ook mee: Viveste, de Heemlanden, C1000, AH en de vaste sportverenigingen in sporthal “De Slinger”. Het doel van de pilot was om de omgeving van De Slinger vrij te houden van zwerfvuil. De deelnemers waren erg tevreden over de samenwerking en willen hiermee doorgaan. Begin 2012 zullen ze hiervoor een convenant ondertekenen. De werkgroep gaat verder onder de naam “Schoon”. Er is in de week van Nederland Schoon een schone scholenwedstrijd uitgezet. Acht scholen gaven zich hiervoor op. Leerlingen konden meedoen door zwerfafval op te halen uit de buurt. Openbare basisschool Ridderspoor heeft de wedstrijd gewonnen en alle leerlingen op een ijsje getrakteerd. Alle basisscholen (26 stuks) konden in november gratis afvalgrijpers, hesjes, vuilniszakken en afvalzakringen krijgen van de gemeente. Om van dit aanbod gebruik te kunnen maken moeten scholen een afvalproject organiseren en daarvan een verslag naar Het Groentje sturen. In plaats daarvan mochten ze ook deelnemen aan de Schone Scholen wedstrijd. Zestien basisscholen hadden belangstelling voor de gratis schoonmaakmaterialen. Er is met de vier middelbare scholen overleg geweest over het afsluiten van een Schone School convenant. Scholen kunnen een gebied rond de school adopteren en zwerfafvalvrij houden. De gemeente zorgt voor schoonmaakspullen en voor lesmateriaal. Het Wellantcollege zal het convenant op 1 februari 2012 als eerste tekenen. Als onderdeel van de jaarlijkse kennismakingsweek is studentenvereniging Veritas na de zomervakantie met 150 studenten in Houten geweest om papier te prikken. De studenten werden ontvangen bij wijkpost Noord-West en vervolgens verdeeld over de wijken. De actie werd ondersteund door de wijkteams. De studenten zijn een flink deel van de dag in touw geweest en vonden de actie geslaagd. Tevens hebben ze meegewerkt aan een enquête over zwerfafval en sociale media. Uit deze enquête bleek dat de meeste studenten op Hyves of Facebook zitten. Ook gaven ze aan dat filmpjes op YouTube helpen om zwerfafval tegen te gaan. Er zijn drie maatschappelijke stages voor zwerfafval ontwikkeld samen met de stagemakelaar van Van Houten&co. Een leerling van College De Heemlanden is aan de slag gegaan met de stage Sociale Media. Hij gaat een promotiefilmpje maken voor de start van een wedstrijd “In de Bak”. De drie stages staan op de website www.houten.nl/zwerfafval. De middelbare scholen zijn blij met dit aanbod en zullen hun leerlingen erop attent maken.
176
Onderwerp Vuurwerkafvalactie
Natuurpad
Natuur en landschap
Resultaat In januari 2011 was er voor het eerst een actie voor vuurwerkafval. Bewoners konden vuurwerkafval verzamelen en inleveren op de wijkposten. Voor elke zak met vuurwerkafval was er een beloning van 50 cent. Doordat er een dik pak sneeuw lag, was het bijna onmogelijk om de stoep te vegen. Het aantal ingeleverde zakken afval viel tegen; 7 stuks in Noord-Oost. In de wijk de Campen is rondom de kinderboerderij en speeltuin de aanleg van het natuurpad afgerond. Dit natuurpad is vooral bedoeld om Houtense kinderen op allerlei manieren de natuur te laten ervaren en hiervan te leren. Een groep bewoners en kinderen van de scouting hebben in het voorjaar meegewerkt bij de aanleg van het natuurpad. De opening van het pad was in september. Sindsdien is gebleken dat het natuurpad zich heel goed leent voor allerlei buitenklussen en –activiteiten. In georganiseerd verband, maar de speciale folder en materialenmand bieden leuke informatie om het natuurpad ook op eigen houtje te ontdekken. Op het gebied van natuur en landschap heeft de gemeente op diverse vlakken ondersteuning geboden en advies gegeven aan particulieren. Dit betreft aanleg, herstel en/of onderhoud van landschapselementen, vragen met betrekking tot flora en fauna(wet), ondersteuning bij zaken als planvorming, aanvragen subsidies, vergunningen en dergelijke. Via de actie ‘Boeren Planten Bomen’ zijn er op een twaalf adressen nieuwe landschappelijke beplantingen aangelegd. Bij de tuinen van landgoed Heemstede is langs de buitenzijde van de percelen een laanbomenrij aangeplant. Zo is de oorspronkelijke beplanting in oude glorie hersteld. Ook de Tuin van Jonkheer Ram is verder ontwikkeld. In overleg en samenwerking met diverse inwoners is het zodenbankje hersteld en de tuin is een nieuw ‘historisch’ bankje rijker. De vrijwilligerswerkgroepen van de Milieuwerkgroep Houten hebben in samenwerking met de gemeente veel werk verzet voor de broeihopen voor ringslangen, paddentrek, (weide)vogels en het knotten van bomen. In het kader van het ‘Natuurpad ’t Goy’ zijn de afspraken openstelling en onderhoud van de Kromme laan geëvalueerd en voor vijf jaar verlengd.
Bewonersoverleg Spoorverdubbeling Informatieavond Tolgaarderserf
Keet in de Wijk
Speeltoestel Schuttersgilde
Jaarstukken 2011
Met het oog op de geplande ontwikkeling van het Sport- en Werklandschap De Meerpaal en het verdwijnen van broedgelegenheid voor weidevogels, is er een informatieavond over weidevogel-compensatie geweest voor bewoners van het westelijk deel van het eiland van Schalkwijk. Met diverse bewoners is vervolgens gekeken hoe de gewenste weidevogelcompensatie vorm kan krijgen. Met het voltooien van de viersporigheid is het reguliere bewonersoverleg van ProRail met een aantal omwonenden beëindigd. Hiervoor gaat nog een gemeentelijk overleg in de plaats komen, waar de ervaringen van de bewoners langs het spoor gedeeld kunnen worden. In september is een informatieavond gehouden voor bewoners van het Tolgaarderserf in Houten. Onderwerp van deze avond was de geluidoverlast door het verkeer op De Koppeling. In een levendige discussie zijn ideeën van bewoners voor verbetering van de situatie besproken. De gemeente komt in 2012 met een plan van aanpak. In het kader van het project “groot onderhoud Noordoost” is tweemaal een keet in de wijk georganiseerd gedurende het werk. Er zijn ongeveer 110 mensen bij de keet geweest om te praten over de overlast die de werkzaamheden in hun buurt ondanks maatregelen, toch met zich meebrengt. Ze vonden een luisterend oor en soms kon de ervaren overlast teruggebracht worden door de uitvoering van het werk iets anders aan te pakken. Bewoners van de Schuttersgilde hebben zich flink ingezet voor het opknappen van de speelplek in hun straat. In 2010 en 2011 is op burendag een buurtfeest georganiseerd om geld in te zamelen voor een nieuw speeltoestel. Het Oranjefonds heeft subsidie verleend. Eén bewoner heeft intensief meegedacht met het samenstellen van het keuzeaanbod dat aan de overige bewoners is voorgelegd. Een toestel met verschillende speelfuncties (duikelen, klimmen, glijden, huisje) kreeg de meeste stemmen. Het toestel is in het voorjaar geplaatst.
177
Onderwerp Speeltoestel De Eng - in ’t Goy
Speeltoestel Graanhoeve/Gerechtshoeve
Bestemmingsplan Jonkheer Ramweg 22
Bestemmingsplan Woonschepen
Bestemmingsplan Bouwlocaties Tull en ‘t Waal
Resultaat Bewoners van De Eng wilden graag een actieve rol bij het vervangen van de speeltoestellen in hun straat. Zij wilden meehelpen met het verwijderen van de oude toestellen en het afgraven van de ondergrond, zodat er meer geld beschikbaar was voor een nieuw toestel. De bewonersbijeenkomst op het speelveld werd druk bezocht. Door middel van stickers kon men aangeven welke speelfuncties de voorkeur hadden (klimmen, draaien, etc.) Twee dames hebben samen met de gemeente drie speeltoestellen geselecteerd waaruit de bewoners konden kiezen. Uiteindelijk is gekozen voor een toestel met meerdere functies, dat in september in gebruik is genomen. Bewoners van de Graanhoeve en de Gerechtshoeve hebben met succes actie gevoerd om het speeltoestel in hun buurt te behouden. Volgens het speelbeleidsplan zou deze locatie worden opgeheven. De bewoners beschouwen het speeltoestel als een belangrijke ontmoetingsplek: als de kinderen spelen maken de ouders ondertussen een praatje. Zij hebben daarom geld ingezameld om het toestel te laten repareren, zodat het nog enkele jaren meekan. Gelegenheid gegeven om mondeling en schriftelijk zienswijzen in te dienen op het ontwerpbestemmingsplan dat ziet op de realisatie van een restaurantzaal aan de Jonkheer Ramweg 22 te Schalkwijk. Het ontwerp van het bestemmingsplan heeft met ingang van 24 februari 2011 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Op het ontwerpplan heeft één omwonende een zienswijze ingediend. Het bestemmingsplan is op 23 juni 2011 ongewijzigd vastgesteld. Gelegenheid gegeven inspraakreacties in te dienen op het voorontwerpbestemmingsplan voor de woonschepenlocatie in de dode Lekarm nabij Tull en ’t Waal. Op woensdag 12 januari 2011 is er een inloopavond gehouden in ’t Gebouw, Waalseweg 79 in Tull en ’t Waal. Er zijn 8 belanghebbenden die gereageerd hebben. Naar aanleiding van deze inspraakreacties zijn er aanvullende dieptemetingen gedaan en is er een golfslagberekening gemaakt. De beantwoording van de inspraak is gereed en het bestemmingsplan is aangepast en gereed om in 2012 als ontwerp de e procedure in te gaan. Vaststelling is beoogd in het 1 halfjaar van 2012. Gelegenheid gegeven om een inspraakreactie in te dienen op het voorontwerp dat voorziet in het planologisch vastleggen van de reeds gerealiseerde fase 1 e e woningbouw in ’t Waal en de bouw van de 2 en 3 fase aan de rand van de kern. Op maandag 19 december 2011 is een inloopavond gehouden in ’t Gebouw, Waalseweg 79 in Tull en ’t Waal Er heeft 1 omwonende gereageerd. De beantwoording zal in 2012 plaatsvinden. Het is de bedoeling het ontwerpbestemmingsplan in 2012 ter inzage te leggen.
Afdeling PROJECTONTWIKKELING Onderwerp Aantal deelnemers Planvorming De Slinger 13 vertegenwoordigers van instellingen, 1 journalist Trefpunt
Brainstorm De Slinger
Vertegenwoordigers van Theater, bibliotheek, Viveste, Habion
Programmaverkenning De Slinger
Vertegenwoordigers van College de Heemlanden,
Jaarstukken 2011
Resultaat Op 5 januari werden vertegenwoordigers van diverse instellingen bijgepraat over de nieuwe aanpak van het vervolgproces. Tevens werd er teruggekeken op het gelopen proces. Er werd globaal gesproken naar wat er aan programma op de Slinger mogelijk kan zijn en welke dragers gezocht kunnen worden. Op 14 februari vond er een brainstorm plaats over de programmatische invulling van het gebied De Slinger. Met de meest betrokken mensen bij het gebied werd er nagedacht over de invulling van het gebied. Daarbij werd gekeken naar wat de unieke potentie van het gebied was en wat Houten op ieders gebied het hardste nodig heeft? Ook was er aandacht voor de combinatie met commerciële partijen Op 27 april was er een bijeenkomst met programmapartijen en LaGroupe om een 178
Onderwerp
Programmaverkenning De Slinger
Startbijeenkomst De Stenen Poort
Bijeenkomst bewoners de Slinger
Overleg Bewonersplatform Stenen Poort Overleg met Ecowijk voor Stenen Poort
Aantal deelnemers centrum voor de kunsten, bibliotheek Lek en IJssel, Habion, HMC, theater en Kunst om de Hoek Vertegenwoordigers van Theater, Habion, centrum voor de kunsten, bibliotheek Lek en IJssel Initiatief van bewonersgroep
Groepje meest betrokken bewoners
4 Ecowijk, 1 VAC
Bijpraatavond De Slinger
vaste groep bewoners en instellingen ca. 14 bewoners, 2 instellingen
Informatieavond de Stenen Poort
63 aanwezigen bij plenair deel, ca. 43 bij themagroepjes Bewoners en bewonersplatform
Groenschouw de Stenen Poort
11 bewoners, 1 vertegenwoordiger Milieuwerkgroep Houten
Overleg Bewonersplatform
30 november
Jaarstukken 2011
Resultaat programma van eisen voor de Slinger in beeld te krijgen Op 6 juni vond er een bijeenkomst plaats met programmapartijen om te praten over het programma van eisen voor de Slinger Op 6 juni waren wethouder van Dalen en projectleider dhr. Mieras aanwezig op een startbijeenkomst over de Stenen Poort, georganiseerd door bewonersgroep. Hierin werd een toelichting gegeven op de uitgangspunten en planning van de herontwikkeling. Ook werden de participatiemogelijkheden voor de bewoners besproken. Op 27 juni werden bewoners geïnformeerd over: - vervolg programmaverkenning: gesprekken met de betrokken instellingen in het gebied om het programma van eisen van de instellingen scherp te krijgen - onderzoek door de bibliotheek naar de invulling van de nieuwe bibliotheek in het Slingergebied - onderzoek naar de haalbaarheid van een hotel/congresfunctie in het gebied - onderzoekje naar referentiebeelden en inspirerende voorbeelden van (cultuur)pleinen - gesprekken met marktpartijen Op maandag 4 juli toelichting op archeologie Op 8 september vond er een gesprek plaats met een aantal mensen van vereniging Ecowijk. Insteek: kennismaking en stand van zaken geven over Stenen Poort, dat als mogelijke locatie voor een Ecowijk wordt gezien. Vereniging Ecowijk werd verzocht aan te geven welke eisen en wensen zij ten aanzien van de ontwikkeling van een Ecowijk in (een deel van) de Stenen Poort hebben. Op 6 oktober werden bewoners en instellingen bijgepraat over de tussenstand. Wat waren de randvoorwaarden en wat kwam er uit de programma- en marktverkenning. Aan de hand van tekeningen en de maquette werd ingegaan op het ruimtelijke scenario dat gefaseerd zal worden ontwikkeld. De ruimtelijke structuur zal ter vaststelling voorgelegd worden, programmatisch kan op verschillende manieren invulling gegeven worden. Tevens werd er ingegaan op de verkeerssituatie. Op 10 oktober was er een informatie avond waarop het bewonersplatform zich presenteerde. Daarna was er presentatie met ruimtelijke analyse van het gebied en de stedenbouwkundige uitgangspunten bij verdere ontwikkeling. Na het plenaire deel werd er in groepjes verder gepraat over de thema's: stedenbouwkundig, verkeer, groen en archeologie. Opmerkingen konden ook op briefjes ingeleverd worden. Op 18 oktober vond er een groenschouw plaats. Met bewoners werd er door het projectgebied gelopen om te bekijken welke bomen behouden moesten blijven of juist weg konden en werd er tevens gekeken naar de knelpunten m.b.t. verkeer. Op 30 november werd aan het Bewonersplatform de schets modellen getoond, verteld over het 179
Onderwerp
Aantal deelnemers
e
e
Informatie avond 2 en 3 fase Nieuwbouw Tull en ‘t Waal
Ca. 80 bezoekers
Informatieavond busstation De Molen Ca. 13 bezoekers
Inloop avond voorontwerp Bestemmingsplan Tull en ’t Waal
6 bezoekers
Informatieavond voor ondernemers Ong. 10 bezoekers en bewoners op 25 januari 2011 over (bewoners, ondernemers) de inrichting van het Plein in het Oude Dorp aan de Passagekant, in het Oude Station. Klankbordgroep uitvoering visie Oude 13 Deelnemers Dorp 2030 op 15 februari 2011 in het Oude Station.
Resultaat faseringsvoorstel en een korte update gegeven van de lopende onderzoeken (archeologie, verkeer, flora en fauna). Daarnaast is er gesproken over de volgende bewonersavond en de vraag hoe het gesprek met het platform en de bewoners te organiseren over het programma van eisen. Op 1 maart vond er een informatie avond plaats e e over de nieuwbouw 2 en 3 fase. Tijdens de bijeenkomst werd de proefverkaveling aan de hand van een aantal thema’s (architectuur, hoogte van de woningen, dichtheid van de bebouwing enz.) toegelicht. Daarna konden bewoners hun mening over de proefverkaveling kenbaar maken door het plakken van stickers op de panelen of een reactieformulier. Op 9 maart vond er een informatieavond plaats waarbij het voorlopig ontwerp voor het busstation werd getoond aan de hand van panelen met thema’s (bestrating, indeling, voorzieningen) en een maquette. Het ontwerpbureau gaf een toelichting hoe tot dit ontwerp was gekomen, waarna aanwezigen hun mening kenbaar konden maken via het plakken van stickers op de panelen of een reactieformulier. 19 december 201. Inzicht geboden in wijziging woning differentiatie Woningbouw Tull en ’t Waal 2e en 3e fase De inrichting van het Plein voor de winkels aan de Passagekant wordt toegelicht. Het gaat om het verbreden van het trottoir en het ophogen van de rijbaan. Er is gelegenheid tot vragen stellen.
Besproken worden: de planning van de uitvoering van de herinrichting van het Plein voor de winkels aan de Passagekant, het fiets parkeren en het beeldkwaliteitsplan. Klankbordgroep uitvoering visie Oude 12 Deelnemers Besproken worden: het beeldkwaliteitsplan en het Dorp 2030 op 12 mei 2011 in het voorstel van de Fietsersbond voor fiets parkeren in gemeentehuis. het Oude Dorp. Informatieavond over woningbouw in Ong. 18 bezoekers De plannen voor woningbouw worden Loerik III Noord (midden) in Lorech (bewoners, gepresenteerd door projectleider, architect en belangstellenden) projectontwikkelaar aan de hand van tekeningen, een massastudie en een animatie. De plannen worden goed ontvangen. 12 januari 2011 Circa 50 geïnteresseerden Afspraken gemaakt met omwonenden over een Uitvoeringsoverleg woningbouw de en omwonenden. veilige en zorgvuldige uitvoering van het plan in de Rietplas/Oosterlaakplas bouw- en definitieve situatie. April – mei 2011 Circa 20 deelnemende Als gevolg van de schouwen zijn vier Diverse schouwen omgeving plan omwonenden verkeersveiligheidsmaatregelen voorgesteld richting Rietplas / Oosterlaakplas omwonenden, met de vraag of hier draagvlak voor is. Ook is de omvang van de rietsnoei verkleind. Voortgangsbrieven over plan Circa 200 omwonenden en In de brieven staat informatie over de lopende woningbouw Rietplas/ Oosterlaakplas betrokkenen procedures, de diverse schouwen en de planning (5x) van de uitvoering van het plan. 9 maart 2011 Circa 50 geïnteresseerden Informatie verspreiding van de verkoopvoorwaarden Informatieavond vrij kavels Houten en omwonenden. en procedure aan potentiële kopers. Direct Zuid; Staatsspoor & Waalsteen. omwonenden zijn weer bijgepraat over de plannen en hebben enkele opmerkingen op de stukken gemaakt. Opmerkingen zijn verwerkt in de definitieve randvoorwaarden voor de kavels. 4 -24 april Inspraakperiode plan 17 reacties, gesprekken met Als resultaat van de inspraak is een alternatief plan schoolwoningen Leebrug II 2e fase, 4 deelnemers voor de schoolwoningen opgesteld, dat aan de 10-17 mei 2 vervolggesprekken gemeenteraad ter keuze is voorgelegd. 23 augustus 2011 Circa 60 geïnteresseerden Voorlichting over de verkaveling van het gebied Inspraakavond verkaveling Leebrug II, en omwonenden. gegeven en inspraakreacties ontvangen. Tips en Jaarstukken 2011
180
Onderwerp 2e fase
Aantal deelnemers
22 november 2011 Inspraakavond Bestemmingsplan Loerik VI – EMC / Polikliniek
Circa 40 geïnteresseerden en omwonenden.
Informatieavond Brede School Hofstad Alleen voor ouders van IVB Aventurijn, Globetrotter en Montessori school Informatiebijeenkomst bewoners 8 deelnemers Gebiedsvisie Sport & werklandschap Meerpaal Inloopavond Gebiedsvisie Sport & 100 deelnemers werklandschap Meerpaal en de proefverkaveling Sportgebied
Diverse informatiebijeenkomsten/ workshop voor milieuwerkgroepen, sportverenigingen en agrariërs.
Resultaat verbeterpunten ontvangen en verwerkt in een Inspraaknota en in het plan. De inspraaknota is gevoegd bij de beslispunten van de raad. O.a. is extra aandacht gegeven aan de bestaande flora en fauna, de geluidshinder van bestaande wegen en de verkeersveiligheid. Voorlichting over het bestemmingsplan dat ter inzage lag en het bouwplan van het EMC / Polikliniek is gepresenteerd. De resultaten zijn verwerkt in een impressie van de bijeenkomst, die is gevoegd bij de inspraaknota. E.e.a. heeft geleid tot betere garanties t.a.v. parkeren in het plan. Maart 2011, voorlichting stand van zaken Brede school. Op 24 januari zijn de direct omwonenden geïnformeerd over de concept-Gebiedsvisie Sport & werklandschap Meerpaal. Op 8 februari zijn belangstellenden en betrokkenen geïnformeerd over de invulling van het gebied ten zuiden van bedrijventerrein De Meerpaal t.w. de Gebiedsvisie Sport & werklandschap Meerpaal en de proefverkaveling van het sportgebied.
Het informeren maar ook meepraten en meedenken over de invulling van specifieke deelplannen binnen de Gebiedsvisie Sport & werklandschap Meerpaal en over mogelijkheden in aan het Sport & werklandschap Meerpaal gerelateerde gebieden t.a.v. de weidevogelcompensatie. Informatiebijeenkomst bewoners 5 deelnemers Op 14 december zijn de direct omwonenden Gebiedsvisie Sport & werklandschap geïnformeerd over het inrichtingsplan voor het Meerpaal (plandeel sportgebied incl. sportgebied (als onderdeel van het Sport & clubgebouw) werklandschap Meerpaal). Hierbij is ook het ontwerp van het multifunctionele clubgebouw gepresenteerd. Inloopavond over de ontwikkelingen in Ong. 150 bezoekers De projectleider Castellum geeft een presentatie. Castellum op 27 oktober 2011 in (bewoners, omwonenden, De presentatie belicht het gebied, blikt terug en Lorech. (aspirant) kopers, (aspirant) vooruit, geeft de stand van zaken voor Castellum huurders, belangstellenden) nu, het Carré, de opening van het winkelcentrum, winkels, fiets- en autoverkeer en nog veel meer. De gemeente Houten is vertegenwoordigd met stands over de inrichting van de openbare ruimte en algemene informatie over Houten. Ook vertegenwoordigd zijn: projectontwikkelaars en bouwers met informatie over bouw, bouwroutes, planning, etc., makelaars met verkoopinformatie, woningcorporatie Viveste met informatie voor (aspirant) huurders, The Missing Link met informatie over de archeologie. Alle vragen die men heeft kunnen gesteld worden. Programma Bereikbaar Onderwerp Europese Mobiliteitsweek
Duurzame mobiliteit
Jaarstukken 2011
50 deelnemers
Resultaat Dit jaar heeft de elektrische fietsenkaravaan Go Pedelec weer op Het Rond gestaan tijdens de Europese Mobiliteitsweek (23 & 24 september). Samen met lokale fietsenhandelaren liet de gemeente Houten (gratis) kennis maken met de elektrische fiets. Op 24 september haakte de Fietsersbond hierbij aan met de fotowedstrijd ‘Mijn fiets en ik’. Tijdens de mobiliteitsweek konden schoolkinderen groene voetstappen verzamelen door lopend of fietsend naar school te gaan. Groep 4/5 van Het Mozaïek, locatie de Gilde, verzamelde de meeste groene voetstappen en kreeg de wisselbeker. Anno november 2011 staan verspreid over de kern van Houten zes oplaadpunten voor elektrische auto’s. Eén van deze oplaadpunten is aangevraagd door leasebedrijf Arval. Vier andere oplaadpunten die 181
Onderwerp
Parkeren Grassen
Blauwe zone Klankbordgroep parkeerregulering Houten-centrum
Programma Veilig Onderwerp Leefbaarheid ’t Goy
Leefbaarheid Varenmos
Buurtbemiddeling
Heidetuin en hard rijden
Kruispunt Jonkheer Ramweg Provincialeweg - Schalkwijkseweg
Scootmobielcursus
BROEM-dag
Jaarstukken 2011
Resultaat aangevraagd zijn door bedrijven of inwoners zijn in voorbereiding. Nog eens drie andere inwoners hebben contact opgenomen met de gemeente voor informatie over elektrische auto’s. Total is gestart met de aanleg van een snellaadpunt op het tankstation aan de Staart. De Rooij Transport heeft het initiatief genomen voor de realisatie en exploitatie van een groengas-vulpunt. Voor deze initiatieven lopen de vergunningaanvragen bij de gemeente. Bewoners van het Kamgras maakten in 2010 melding van parkeerproblemen. Deze werden niet veroorzaakt door gebrek aan parkeerplaatsen maar door parkeergedrag. Enkele bewoners hebben toen samen met de gemeente een enquête gehouden, een bijeenkomst georganiseerd en de resultaten teruggekoppeld aan de buurt. Begin 2011 bleek het probleem zodanig verminderd te zijn dat de bewoners afzagen van vervolgacties, zoals gezamenlijke parkeertellingen. Het functioneren van de blauwe zone in het centrum van Houten wordt voorlopig gemonitord. Hiervoor is onder andere een klankbordgroep ingesteld die ongeveer 4 keer per jaar bijeenkomt. De klankbordgroep bestaat uit 6 bewoners en een vertegenwoordiger van de Belangenvereniging Winkelcentrum het Rond. Voorzitter is de portefeuillehouder Openbare Werken.
Resultaat Inwoners van ’t Goy geven al langer signalen af dat er behoefte is aan woningbouw om het dorp leefbaar te houden. Rondom dit thema heeft de gemeente in 2010 een eerste gesprek gehad met een bewonersplatform. In 2011 vonden twee vervolggesprekken plaats. Omdat we in de uitvoering afhankelijk zijn van de initiatieven van grondeigenaren is de afspraak gemaakt dat we het bewonersplatform op de hoogte houden van relevante ontwikkelingen. Vooralsnog is er geen aanleiding om een nieuwe bijeenkomst met het platform te plannen. Bewoners van het Varenmos spraken in 2010 met de gemeente over de leefbaarheid in hun straat. In 2011 is een (tijdelijk) posterframe opgehangen om de parkeersituatie te verduidelijken voor bewoners en bezoekers. Verder is in nauwe samenwerking met politie, Viveste, Vitras en Van Houten&co buurtbemiddeling ingezet bij een burenruzie. De bemiddeling is gestaakt na het plotseling overlijden van één van de buren. In 2011 is de pilot buurtbemiddeling door wijkcoördinatie voortgezet. Er zijn 13 burenruzies aangemeld, veelal door de politie. In de meeste gevallen traden Houtense vrijwilligers op als bemiddelaar. De opgedane praktijkervaring is verwerkt in een rapport dat dient als basis voor een collegebesluit in 2012. Het draagvlak voor buurtbemiddeling onder bewoners en samenwerkingspartners is onverminderd groot, maar vooralsnog ontbreken de financiële middelen om de pilot om te zetten in een structurelere voorziening. In voorgaande jaren zijn diverse contacten geweest met bewoners van de Heidetuin over hard rijden in de straat. Dit heeft in 2011 geleid tot een aantal fysieke maatregelen. Zo zijn de hellingen van het verhoogde plateau steiler gemaakt en zijn er sluishekjes en paaltjes geplaatst in voetpaden. Ook zijn er twee tijdelijke borden ‘spelend kind’ gekomen. De bewoners hebben zelf een haag geplant en deze geadopteerd. Bewoners van Schalkwijk hebben via het leefbaarheidsplan aandacht gevraagd voor de verkeersveiligheid in hun dorp. In 2011 is het kruispunt van de Provincialeweg - Schalkwijkseweg - Jhr. Ramweg aangepast. Ook is de maximale toegestane snelheid op dit kruispunt verlaagd van 50 naar 30 km per uur. Door deze aanpassing is er een veiliger situatie ontstaan, voornamelijk voor fietsverkeer. In 2011 is de scootmobielcursus alleen in de middag gegeven. Dit vanwege te weinig deelnemers voor de ochtend. In totaal hebben 20 scootmobielbezitters aan de cursus meegedaan. Mede door deze cursus is er een actief clubje ontstaan dat met de scootmobiel ritjes door Houten maakt. De BROEM-dag is bedoeld om de rijvaardigheid van oudere verkeersdeelnemers te toetsen en op te frissen. Deze cursus wordt in maart van het jaar voorafgegaan door een combinatiecursus verkeer en milieubewust autorijden (1 dagdeel). Tijdens deze cursus wordt ingegaan op de laatste wijzigingen in de verkeersregelgeving, kunnen deelnemers vragen stellen en krijgen zij inzicht in veiliger, efficiënter en zuiniger autorijden. Dit jaar hebben ongeveer 60 mensen deelgenomen aan de BROEM-dag. Onderdeel van de 182
Onderwerp
Fietsverlichtingsactie
Campagne aanpak brommeroverlast
Resultaat dag zijn: een ogen- en gehoortest, een theoretisch gedeelte en een praktijkdeel, waarin iedere deelnemer een stukje gaat rijden met een rijinstructeur. Na afloop geeft de instructeur tips en adviezen. De gemeente Houten heeft eind november voor de tweede keer samen met Veilig Verkeer Nederland, de Fietsersbond en de politie en de lokale fietswinkels op Het Rond en in het Oude Dorp een fietsverlichtingsactie georganiseerd. In die week is fietsverlichting gecontroleerd. Correcte verlichting leverde een groene kaart op, met kans op leuke prijzen. Fietsers zonder licht ontvingen een rode kaart en kregen de kans om hun verlichting ter plekke te laten repareren. Vanaf begin december heeft de politie weer gecontroleerd en daarbij zijn boetes uitgedeeld. Ongeveer vijftienhonderd rijwielen zijn gecontroleerd. Helaas blijkt nog steeds één op de zeven mensen zonder goede verlichting in het donker te fietsen. Ook wordt nogal eens vergeten de verlichting aan te zetten of weet men niet hoe de verlichting werkt. De actie zal hoogstwaarschijnlijk in 2012 weer plaatsvinden. De gemeente Houten is dit jaar een campagne gestart om de brommeroverlast in de gemeente terug te dringen. De gemeente werkt hierbij samen met de koeriersbedrijven, Veilig Verkeer Nederland, politie, welzijnsorganisatie Van Houten&co en bureau SOAB. Doel van de campagne: Het gevoel van onveiligheid en overlast die bewoners, winkeliers en medegebruikers door brommers/scooters ervaren, te verminderen of weg te nemen; De verkeersveiligheid in Houten te verbeteren door een veiliger gedrag van brommer- en scooterrijders in het algemeen; Het verbeteren van het milieu en verminderen van geluidsoverlast door andere vervoersmiddelen te gebruiken of te testen. Bijzonder is dat de campagne een positieve insteek heeft. De gemeente wil niet alleen maar handhaven, maar ook goed rijgedrag belonen. Daarom ligt de nadruk op samenwerking met de voornaamste doelgroep, de koeriersbedrijven.
Handhavingsactie snelheid ‘t Goy en Tull en ’t Waal
Schoolzones in de kleine kernen (eventueel plaatje bijvoegen?)
Jaarstukken 2011
In het kader van de campagne zijn er diverse actiepunten, waaronder de lancering van het F.A.S.T. logo tijdens de ludieke actie op zaterdag 1 oktober 2011. F.A.S.T. is een Engelse afkorting van Friendly, Aware, Safe en Technically Skilled. In 2012 zullen nog enkele acties volgens, waaronder het oprichten van een meldpunt brommeroverlast en het onder de koeriersbedrijven laten rouleren van een E-scooter. t Goy In augustus 2010 heeft het Team Subjectieve Verkeersonveiligheid van de verkeerspolitie Utrecht de snelheid gecontroleerd op de Beusichemseweg in ’t Goy. Overtreders kregen een boete. In de handhavingsperiode zijn twee informatieavonden gehouden. Tijdens de tweede avond in januari 2011 zijn de volledige resultaten va de handhavingsactie aan de bewoners gepresenteerd. Tull en ’t Waal In de leefbaarheidsagenda van Tull en ’t Waal wordt aandacht gevraagd voor de verkeersveiligheid; bewoners vinden dat er te hard wordt gereden in het dorp. Na de zomer heeft de politie daarom ook een snelheidsactie gehouden op de Waalseweg. In september is de nulmeting aan de bewoners gepresenteerd. Uit de drie meetpunten blijkt dat het percentage weggebruikers dat zich aan de toegestane snelheid van 30 km/u houdt varieert van 15,9 tot 39,1%. Het aantal weggebruikers dat harder rijdt dan 37 km/h varieert van 43,7 tot 72,4%. De hoogst gemeten snelheid is 100 km/h. Dit is gemeten om 16:58 uur. De volledige resultaten van de handhavingsactie worden in januari 2012 gepresenteerd. Eind januari 2011 heeft de wethouder verkeer en vervoer samen met de jongste en oudste leerling van basisschool De Mozaïek, locatie Waalseweg in Tull en ’t Waal een bord “schoolzone” bij de school geplaatst. Als onderdeel van de veilige inrichting van de omgeving is ook markering op het wegdek en het felgekleurde Julie-straatmeubilair neergezet. Het doel hiervan is om automobilisten duidelijk te maken dat ze een schoolzone inrijden of verlaten. Zij kunnen dan hun verkeersgedrag aanpassen aan de situatie, waardoor de verkeersveiligheid wordt verbeterd. Naast de basisschool in Tull en ’t Waal is ook bij de basisschool in ’t Goy en Schalkwijk een schoolzone gemaakt.
183
Onderwerp Jeugd en Veiligheid
Jongerenoverlast [Dubbel maar andere tekst!]
Resultaat Het meldpunt Jeugd en Veiligheid bij de afdeling Welzijn is in 2011 telefonisch en schriftelijk benaderd voor meldingen over ervaren overlast door jongeren. Door een efficiëntere werkwijze worden de meldingen samengevoegd per locatie waar overlast ervaren wordt. De 33 locaties zijn gemeld in 150 meldingen. Voor een aantal locaties is besloten tot een intensievere aanpak. In 2011 is een begin gemaakt met het standaardiseren van de meldingen. Er is een standaard formulier ontwikkeld aan de hand waarvan de meldingen gedaan kunnen worden. Barbiersgilde Bewoners van de Barbiersgilde ervaren sinds 2010 overlast van aanwezige jongeren. Begin 2011 vond een gemeenschappelijke bijeenkomst plaats met bewoners, jongeren, jongerenwerk, politie en gemeente. Hierbij hebben jongeren en bewoners gezamenlijk gedragsafspraken gemaakt. Verder zijn diverse fysieke aanpassingen geopperd. Dit heeft geleid tot het bijplaatsen van een lichtmast bij de dug-out en het opknappen van de dug-out onder leiding van het jongerenwerk. Ook worden de paden door het park als fietspaden aangemerkt, waardoor de politie kan handhaven op brommeroverlast. Putterhaag/Karekietweide Bewoners rondom het park bij basisschool Het Mozaïek De Haag maken melding van structurele overlast door jongeren. Begin 2012 komt er een bewonersbijeenkomst in de school met bewoners, school, jongerenwerk, politie en gemeente.
Jongerenoverlast
Wagenhoeve/Jachthoeve Ook bewoners van de Wagenhoeve en de Jachthoeve ervaren hinder door jongeren in het park. In overleg is besloten een klein deel van het park te voorzien van andere beplanting. In het voorjaar vindt ook hier een brede bijeenkomst plaats. Barbiersgilde De aanwezigheid van jongeren aan de Barbiersgilde genereert structurele overlastmeldingen. Begin 2011 vond een gemeenschappelijke bijeenkomst plaats met bewoners, jongeren, jongerenwerk, politie en gemeente. Dit was een vervolg op twee bijeenkomsten met jongeren en bewoners afzonderlijk eind 2010. Op deze avond zijn door bewoners en jongeren gezamenlijk verbetervoorstellen gedaan. Er is een aanzet gemaakt tot gedragsafspraken tussen jongeren en bewoners. Verder zijn diverse fysieke aanpassingen voorgesteld. Dit heeft geleid tot de volgende besluiten: het vormen van een contactgroep van jongeren en bewoners klankbordgroep, het bijplaatsen van een lichtmast bij de dug-out en het opknappen van de dug-out onder leiding van het jongerenwerk .Om specifiek de brommeroverlast te beperken en het handhaven door de politie mogelijk te maken worden begin 2012 de verkeersborden aangepast. Putterhaag/Karekietweide Bewoners rondom het park bij basisschool Het Mozaïek De Haag maken melding van structurele overlast door jongeren. Begin 2012 komt er een bewonersbijeenkomst in de school met bewoners, school, jongerenwerk, politie en gemeente. Wagenhoeve Ook bewoners van de Wagenhoeve en de Jachthoeve ervaren hinder door jongeren in het park. In overleg is besloten een klein deel van het park te voorzien van andere beplanting. In het voorjaar vindt ook hier een brede bijeenkomst plaats. Lupineoord/Imkerspark Na aanhoudende overlastmeldingen van bewoners van het Lupineoord is besloten tot het houden van een schriftelijke enquete onder alle vijftien bewoners. Het doel van de enquete was de aard van de overlast nader te inventariseren. Aan de hand van de uitkomsten en recente ontwikkelingen vindt nog een nader buurtonderzoek (huis-aan-huis) plaats. Het Rond Naar aanleiding van diverse signalen van winkeliers van het Rond is door bureau Halt een enquete uitgezet naar onder meer ervaren jeugdoverlast. De
Jaarstukken 2011
184
Onderwerp
Programma Betrokken Onderwerp Wijkbijeenkomsten in het kader van de ombuigingen
Jaarstukken 2011
Resultaat uitkomsten van de 80 geretourneerde formulieren worden begin 2012 nader geanalyseerd waarna met betrokkenen een plan van aanpak opgezet zal worden.
Resultaat Op 15 en 17 maart 2011 zijn wijkbijeenkomsten gehouden over de gevolgen van ombuigingen voor de openbare ruimte. Bewoners van alle delen van Houten konden zich laten informeren over de voorgenomen bezuinigingen op het gebied van wegen, groen en spelen. De informatie werd overgedragen door sprekers en informatiepanelen met foto’s van de verschillende onderhoudsniveaus. In discussiegroepen konden de bewoners meedenken over de impact van de bezuinigingsvoorstellen. De belangstelling voor de eerste avond (noord) was overweldigend; ook de tweede avond werd goed bezocht.
185
Jaarstukken 2011
186
Jaarrekening
Jaarstukken 2011
187
Jaarstukken 2011
188
Uitgangspunten financiële verslaglegging Wettelijke bepalingen De jaarrekening is samengesteld met inachtneming van de betreffende bepalingen in de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV).
Waarderingsgrondslagen balans Algemeen In de Financiële verordening (ex. Art 212 Gemeentewet) die in de raad van 10 juli 2007 is vastgesteld zijn de uitgangspunten voor het financiële beleid opgenomen. Bij het samenstellen van de balans is een bestendige gedragslijn in acht genomen. Vaste activa Onder de vaste activa worden afzonderlijk opgenomen de immateriële, de materiële en de financiële vaste activa. Alle activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijging- of vervaardigingsprijs. De verkrijgingprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs wordt voorts een redelijk deel van de indirecte kosten opgenomen dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Daarnaast wordt een actief dat buiten gebruik wordt gesteld, afgewaardeerd op het moment van buitengebruikstelling. Immateriële vaste activa Kosten voor agio en disagio worden direct ten laste van de exploitatie gebracht en niet geactiveerd. Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief worden lineair in 5 jaar afgeschreven. Materiële vaste activa Bij de materiële vaste activa is onderscheid gemaakt tussen investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Tevens vallen onder de materiële vaste activa de in erfpacht uitgegeven gronden. Alle investeringen met een economisch nut worden geactiveerd. Op de verkrijging- of vervaardigingspijs van de investeringen met een economisch nut worden bijdragen van derden die in directe relatie staan tot de investering in mindering gebracht. De toegepaste (lineaire of annuïteiten) afschrijvingen zijn gebaseerd op de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. De investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden ten laste van de exploitatie gebracht. Indien hiervan bij raadsbesluit wordt afgeweken, wordt het actief lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere door de raad aan te geven tijdsduur Voor de in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingprijs Financiële vaste activa De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met het ontvangen aflossingen. De kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen zijn gewaardeerd tegen verkrijgingspijs.
Jaarstukken 2011
189
Onderhanden werk aangaande investeringen De post onderhanden werk aangaande investeringen ontstaat als uitvloeisel van de Nota Investeringen en Afschrijvingen 2004. Het betreft investeringen die nog niet in het verslagjaar zijn opgeleverd en waarvan de restantkredieten worden overgebracht naar het volgende boekjaar. Na oplevering van de investering zal feitelijke activering plaatsvinden en zal een aanvang worden genomen met het afschrijven conform de richtlijnen. De onderhanden werk aangaande investeringen worden gewaardeerd tegen verkrijging- of vervaardigingspijs en opgenomen onder de activaposten, zoals hierboven genoemd. Vlottende activa Onder de vlottende activa worden afzonderlijk opgenomen de voorraden, de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar, de liquide middelen en de overlopende activa. Voorraden De verschillende voorraadcomponenten zijn als volgt gewaardeerd: De verspreide percelen zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs, vermeerderd met de bijgeschreven rente en exploitatiekosten. Indien deze waarde hoger is dan de intern getaxeerde waarde, wordt voor het verschil een voorziening gevormd. De gronden die nog niet in exploitatie zijn genomen zijn gewaardeerd tegen de verkrijging- of vervaardigingprijs, vermeerderd met rente en exploitatiekosten. De onderhanden werken zijn gewaardeerd tegen de verkrijging-/vervaardigingprijs, vermeerderd met de bijgeschreven rente en exploitatiekosten en verminderd met de opbrengst wegens gerealiseerde verkopen. Indien wordt verwacht dat de geactiveerde kosten niet door verkopen van grond kunnen worden terugverdiend, is ter grootte van het geraamde tekort een voorziening gevormd. De voorraad brandstof is gewaardeerd tegen de gemiddelde inkoopprijs. De voorraad burgerzaken zijn gewaardeerd tegen de laatst bekende inkoopprijs. Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar De uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar zijn opgenomen tegen de nominale waarde. De voorzieningen wegens oninbaarheid worden met de nominale waarde verrekend. De voorzieningen wegens oninbaarheid betreffen: Algemene debiteuren De vorderingen met betrekking tot algemene debiteuren tot en met 2009 worden voor 100% opgenomen in de voorziening. De vorderingen van 2010 worden voor 25% opgenomen in de voorziening. De vorderingen van 2011 worden voor 2,5% opgenomen in de voorziening. Debiteuren op het gebied van gemeentelijke belastingen De vorderingen tot en met 2009 worden voor 100% opgenomen in de voorziening. De vorderingen vanaf 2010 worden per vordering beoordeeld op inbaarheid en dienovereenkomstig opgenomen in de voorziening. Vorderingen bijstandsverlening De vorderingen bijstandsverlening worden per vordering beoordeeld op oninbaarheid en dienovereenkomstig opgenomen in de voorziening. Liquide middelen De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Overlopende activa De overlopende activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Vaste passiva Onder de vaste passiva worden afzonderlijk opgenomen het eigen vermogen (reserves en het rekeningresultaat), de voorzieningen en de vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer. De vaste passiva, met uitzondering van de voorzieningen, worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen contante waarde.
Jaarstukken 2011
190
Reserves en Voorzieningen Het beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen is vastgelegd in de Nota Reserves en Voorzieningen 2004. Genoemde nota is in de raad van 3 februari 2004 vastgesteld. Op 17 juli 2007 is de Financiële Verordening (ex. art. 212 Gemeentewet) vastgesteld. Deze is in werking getreden per 1 augustus 2007. De Nota Reserves en Voorzieningen 2004 is daarmee ingetrokken. Reserves Reserves zijn het eigen vermogen van de organisatie en dienen om tegenvallers in de exploitatie op te vangen en om investeringen te kunnen financieren. Algemene reserves en bestemmingsreserves vormen samen met het saldo van de exploitatierekening het eigen vermogen. De algemene reserves (niet zijnde bestemmingsreserves) zijn bestemd voor opvang van tekorten, als buffer voor risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen en voor onvoorziene, onuitstelbare en onvermijdbare (drie O’s) uitgaven. Bestemmingsreserves zijn van de algemene reserves afgezonderde bestanddelen waaraan de politiek een bepaalde bestemming heeft gegeven of door een geldgever bijzondere voorwaarden zijn gesteld (geoormerkt). Vermeerderingen en verminderingen vinden plaats op basis van: de in de begroting vastgestelde bedragen; de bij de jaarrekening 2010 vastgestelde resultaatbestemming 2010; aanvullende besluitvorming. Aan bovengenoemde vermeerderingen en verminderingen liggen raadsbesluiten ten grondslag. Zij maken daarom deel uit van de resultaatbepaling. Voorzieningen Voorzieningen worden gerekend tot het vreemd vermogen en worden gevormd wegens: verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten; op balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen, waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten; kosten die in het volgende boekjaar worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. Dotaties en onttrekking aan voorzieningen vinden plaats op basis van: de in de begroting vastgestelde bedragen; de bij de jaarrekening 2010 vastgestelde resultaatbestemming 2010; verkregen subsidiegelden; aanvullende besluitvorming. Aan bovengenoemde dotaties en onttrekkingen liggen raadsbesluiten ten grondslag. Zij maken daarom deel uit van de resultaatbepaling. Vlottende passiva Onder de vlottende passiva worden afzonderlijk opgenomen de netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar en de overlopende passiva. De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Jaarstukken 2011
191
Balans per 31 december 2011 ACTIVA
31-12-2011
31-12-2010
Vaste activa Immateriële vaste activa - kosten van onderzoek en ontwikkeling - bijdragen aan activa in eigendom van derden - overige immateriële vaste activa - onderhanden werk kosten van onderzoek en ontwikkeling
Materiële vaste activa - investeringen met een economisch nut - investeringen met een maatschappelijk nut - erfpachtsgronden
Financiële vaste activa - leningen aan woningbouwcorporaties - overige langlopende leningen - kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen
Totaal vaste activa
-
-
122.122.063 3.200.616 125.322.679
114.367.515 0 114.367.515
18.913.532 9.126.220 18.323 28.058.075
19.319.342 9.321.898 18.323 28.659.563
153.380.753
143.027.078
Vlottende activa Voorraden - grond- en hulpstoffen: verspreide percelen - onderhanden werk: bouwgronden in exploitatie - onderhanden werk: financieel afgewikkelde deelcomplexen - gereed product en handelsgoederen
Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar - vorderingen op openbare lichamen - overige vorderingen
Liquide middelen Overlopende activa Totaal vlottende activa Totaal generaal
Jaarstukken 2011
5.658.379 50.846.951 19.250.61118.607 37.273.325
5.658.379 35.973.797 19.018.55941.893 22.655.510
4.878.731 2.723.655 7.602.386
7.677.437 4.380.291 12.057.728
-
-
2.100.751
10.956.284
46.976.463
45.669.522
200.357.215
188.696.600
192
PASSIVA
31-12-2011
31-12-2010
Vaste passiva Eigen vermogen - algemene reserves - bestemmingsreserves - nog te bestemmen resultaat jaarrekening
Voorzieningen Vaste schulden met een rentetypische looptijd >= 1 jaar - onderhandse leningen van binnenlandse banken - waarborgsommen
Totaal vaste passiva
43.750.983 5.485.702 49.236.685 233.222 49.469.907
46.056.411 5.068.082 51.124.493 2.020.14549.104.348
12.455.171
12.905.828
111.691.075 5.672 111.696.746
81.208.176 5.672 81.213.848
173.621.824
143.224.024
2.976.546 14.857.725 17.834.271
7.261.072 27.930.752 35.191.824
8.901.120
10.280.750
26.735.390
45.472.574
200.357.215
188.696.600
Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar - liquide middelen - overige schulden
Overlopende passiva
Totaal vlottende passiva Totaal generaal
Jaarstukken 2011
193
Toelichting op de balans ACTIVA VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa
31-12-2011
31-12-2010
Kosten van onderzoek en ontwikkeling
-
-
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
-
-
Overige immateriële vaste activa
-
Onderhanden werk
-
-
-
-
-
Totaal immateriële vast activa
Afschrijvingsmethoden Voor de waarderingsgrondslagen en de methoden van afschrijven wordt verwezen naar het hoofdstuk "Uitgangspunten financiële verslaglegging". Materiële vaste activa
31-12-2011
Investeringen met een economisch nut Investeringen met een maatschappelijk nut
31-12-2010
122.122.063
114.367.515
3.200.616
-
125.322.679
114.367.514
125.322.679
114.367.514
Erfpachtgronden
0
Totaal materiële vaste activa
De investeringen in materiële vaste activa kunnen als volgt worden onderverdeeld in de verschillende categorieën: 31-12-2011
31-12-2010
Gronden en terreinen
18.549.103
18.254.598
Bedrijfsgebouwen
88.626.798
83.550.870
8.272.342
4.967.429
418.278
506.971
Machines, apparaten en installaties
1.052.832
1.312.954
Overige materiële vaste activa
8.403.325
5.774.693
125.322.679
114.367.515
125.322.679
114.367.515
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoermiddelen
Erfpachtgronden
Totaal materiële vaste activa per categorie Het overzicht van het verloop van de materiele vaste activa over 2011 ziet er als volgt uit:
Verloop van de materiële vaste activa Boekwaarde per 31-12-2010
Jaarstukken 2011
Gronden en terreinen
Bedrijfs-gebouwen
Grond-, wegen waterbouwkundige werken
18.254.598
83.550.870
4.967.429
Vervoermiddelen 506.971
194
Investeringen Desinvesteringen
18.254.598
83.550.870
418.984
-
4.967.429
506.971
7.969.681
3.613.816
-
-
-
-
-
18.673.583
91.520.551
8.581.245
506.971
-
Afschrijvingen: -
normale afschrijving
-
inhaalafschrijving
156.816-
2.438.048-
Desinvesteringen Bijdragen van derden Boekwaarde per 31-12-2011
Verloop van de materiële vaste activa Boekwaarde per 31-12-2010
Investeringen Desinvesteringen
32.336 18.549.103
Machines, apparaten en installaties 1.312.954
88.694-
-
-
-
-
-
455.70688.626.798
Overige materiële vaste activa
13.041-
-
8.272.342
418.278
Erfpachtgronden
5.774.693
1.312.954
5.774.693
12.009
3.278.615
1.324.963
295.862-
-
9.053.308
Totaal -
114.367.516 114.367.516
-
-
-
-
-
129.660.622
Afschrijvingen: -
normale afschrijving
-
inhaalafschrijving
272.130-
643.483-
-
3.895.032-
-
-
-
-
-
442.911-
Desinvesteringen Bijdragen van derden Boekwaarde per 31-12-2011
1.052.833
6.5008.403.325
-
125.322.679
Gronden en terreinen De investeringen in de gronden en terreinen bestaan uit: Investeringen: Gronden en terreinen Sportveld op fietsenstalling Heemlanden 't Goy, reconstructie veld 1 Oud Wulven, reconstructie veld 8 Oud Wulven, reconstructie veld 1 Herstraten schoolplein Heemlanden Meerpaal: aanleg 2 waterkunstgrasvelden Meerpaal: aanleg 3 zandkunstgrasvelden Meerpaal: aanleg honk -en softbalveld Meerpaal:aanleg zandveld handbal Schoolwoningen De Zonnewijzer (bouw) Speelbos Nieuw Wulven
Jaarstukken 2011
Bedrag 15.190 58.442 39.895 55.877 128.605 7.364 5.928 4.617 388 101.910 767 418.984
Afschrijvingstermijn Nvt Nvt Nvt Nvt Nvt Nvt Nvt Nvt Nvt Nvt Nvt
195
Bijdrage van derden: Gronden en terreinen
Bedrag
Speelbos Nieuw Wulven
-32.336 32.336-
Corr.bijdr. Prov. Utrecht 2010
Bedrijfsgebouwen De investeringen in de bedrijfsgebouwen bestaan uit: Investeringen: Bedrijfsgebouwen S.C.C. Schoneveld: bouw Dorpshuis Schalkwijk Kringloopwinkel (bouw)
Bedrag
Afschrijvingstermijn
20.867
50 jaar lineair miv 2012
1.839.668
50 jaar lineair miv 2012
130.319
40 jaar lineair miv 2012
4.857.303
50 jaar lineair miv 2012
Verbetering binnenklimaat primaire onderwijs
513.793
20 jaar lineair miv 2012
VMBO pv-cellen
VMBO-school: bouw
120.000
50 jaar lineair miv 2012
De Heemlanden: klimaat in centrale hal
27.822
50 jaar lineair miv 2012
Voorbereidingskrediet Bogermanschool
125.000
50 jaar lineair miv 2012
Meerpaal: bouw clubhuis incl. kleedgebouw
115.541
50 jaar lineair miv 2012
37.467
10 jaar lineair miv 2012
181.902 7.969.681
50 jaar lineair miv 2012
ahde SCC De Meerkoet Voorbereidingskrediet Brede School Houten ZO
Bijdrage van derden: Bedrijfsgebouwen
Bedrag
S.C.C. Schoneveld: bouw
20.000
Bijdrage Provincie Utrecht
Dorpshuis Schalkwijk
90.000
Bijdrage Provincie Utrecht
308.276
Bijdrage Ministerie OCW
Verbetering binnenklimaat primaire onderwijs ahde SCC De Meerkoet
37.430
Schade uitkering De Meerkoet
455.706
Grond- weg- en waterbouwkundige werken De investeringen in de grond- weg- en waterbouwkundige werken bestaan uit: Investeringen: Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Aanleg fietspad Beusichemseweg
Bedrag 151.450
Afschrijvingstermijn 20 jaar lineair miv 2012
Riolering: uitbreiding afkoppelvoorziening
261.026
25 jaar annuiteit
Ondergrondse drainage Leebrug
95.348
25 jaar lineair miv 2012
Straatverlichting: Overname masten (5 jaar)
40.283
5 jaar lineair miv 2012
Straatverlichting: Overname masten (10 jaar)
100.382
10 jaar lineair miv 2012
Straatverlichting: Overname masten (15 jaar)
84.741
15 jaar lineair miv 2012
Straatverlichting: Overname masten (20 jaar)
355.960
20 jaar lineair miv 2012
Jaarstukken 2011
196
Straatverlichting: Overname masten (25 jaar)
599.314
25 jaar lineair miv 2012
Straatverlichting: Overname masten (30 jaar)
464.267
30 jaar lineair miv 2012
Straatverlichting: Overname uitleggers (5 jaar)
3.228
5 jaar lineair miv 2012
Straatverlichting: Overname uitleggers (10 jaar)
8.727
10 jaar lineair miv 2012
Straatverlichting: Overname uitleggers (15 jaar)
7.708
15 jaar lineair miv 2012
Straatverlichting: Overname uitleggers (20 jaar)
9.285
20 jaar lineair miv 2012
Straatverlichting: Overname uitleggers (25 jaar)
10.710
25 jaar lineair miv 2012
Straatverlichting: Overname uitleggers (30 jaar)
7.434
30 jaar lineair miv 2012
Straatverlichting: Overname armaturen (5 jaar)
164.461
5 jaar lineair miv 2012
Straatverlichting: Overname armaturen (10 jaar)
437.717
10 jaar lineair miv 2012
Straatverlichting: Overname armaturen (15 jaar)
355.784
15 jaar lineair miv 2012
Straatverlichting: Overn.Rondweg(mast.+uitleggers)
208.524
30 jaar lineair miv 2012
Straatverlichting: Uitbreiding Rondweg (armaturen)
208.524
15 jaar lineair miv 2012
38.944 3.613.816
15 jaar lineair miv 2012
Mech.electrische installaties riolering 2011
Bijdrage van derden:Gr-, weg- en waterbouwkundige werken Aanleg fietspad Beusichemseweg
Bedrag 13.041 13.041
Bijdrage Provincie Utrecht
Machines, apparaten en installaties De investeringen in de machines, apparaten en installaties bestaan uit: Investeringen: Machines, apparaten en installaties Vervanging PDA's
Bedrag 2.118
Afschrijvingstermijn 3 jaar lineair miv 2012
Computerapparatuur Raad Ipads 2011
9.891 12.009
4 jaar lineair miv 2012
Overige materiële vaste activa De investeringen in de overige materiële vaste activa bestaan uit: Investeringen: Overige materiële vast activa Vastgoed informatieplan 2008 Noodlokalen Houten-Zuid:inrichting/speeltoest. Inventaris vmbo Mobiele telefoons Impementatie WABO Handcomputers BOA ICT aanbesteding Aanschaf kliko's 2011 Upgrade GWS4all LIAS upgrade Enterprise Het nieuwe werken Dorpshuis Schalkwijk (inventaris) Bouw fietstransferia Topdesk 2011 PVA Zakelijk toerisme Aanleg natuurpad
Bedrag 1.930 26.554 900.000 1.845 41.561 21.695 1.395.500 12.493 13.184 7.081 89.621 225.352 500.000 11.316 5.906 24.577 3.278.615
Jaarstukken 2011
Afschrijvingstermijn 5 jaar lineair miv 2012 15 jaar lineair miv 2012 15 jaar lineair miv 2012 3 jaar lineair miv 2012 5 jaar lineair miv 2012 5 jaar lineair miv 2012 5 jaar lineair miv 2012 10 jaar lineair miv 2012 6 jaar lineair miv 2012 5 jaar lineair miv 2012 4 jaar lineair miv 2012 15 jaar lineair miv 2012 20 jaar annuiteit miv 2012 6 jaar lineair miv 2012 1 jaar lineair miv 2012 N.v.t. -
197
Bijdrage van derden: Overige materiële vast activa Aanleg natuurpad
Bedrag 6.500 6.500
Bijdrage Stimuleringsfonds
Afschrijvingsmethoden Voor de waarderingsgrondslagen en de methoden van afschrijven wordt verwezen naar het hoofdstuk "Uitgangspunten financiële verslaglegging". Financiële vaste activa
31-12-2011
Leningen aan woningbouwcorporaties Overige langlopende leningen Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen Totaal
31-12-2010
18.913.532
19.319.342
9.126.220
9.321.898
18.323
18.323
28.058.075
28.659.563
Het overzicht van het verloop van de financiële activa in 2011 ziet er als volgt uit:
Verloop van de financiële vaste activa
Leningen aan woningbouwcorporaties
Oorspronkelijk bedrag per 31-12-2010
19.319.342
9.321.898
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen 18.323
-
-
-
Correctie i.v.m. volledige aflossing
Overige langlopende leningen
Totaal 28.659.563 -
Cumulatieve aflossingen en overige waardeverminderingen per 31-12-2010 Boekwaarde per 31-12-2010 Correctie i.v.m. wisseling activasoort Boekwaarde per 01-01-2011 Investeringen
Aflossingen Overige verminderingen Boekwaarde per 31-12-2011
-
-
-
-
19.319.342
9.321.898
18.323
28.659.563
-
-
-
-
19.319.342
9.321.898
18.323
28.659.563
-
-
-
-
19.319.342
9.321.898
18.323
28.659.563
405.810
195.678
-
601.488
-
-
-
-
18.913.532
9.126.220
18.323
28.058.075
VLOTTENDE ACTIVA
Voorraden Grond- en hulpstoffen
31-12-2011
31-12-2010
-
5.658.379
5.658.379
Verspreide percelen
Onderhanden werken -
Bouwgronden in exploitatie
50.846.951
35.973.797
-
Financieel afgewikkelde deelcomplexen Vinex
19.250.611-
19.018.559-
Jaarstukken 2011
198
Gereed product en handelsgoederen Documenten burgerzaken -
Voorraad brandstof
Totaal
14.493
38.856
4.114
3.037
37.273.325
22.655.510
Grond- en hulpstoffen: Verspreide percelen De boekwaarde van de verspreide percelen kunnen als volgt worden gespecificeerd: Specificatie: Grond- en hulpstoffen, verspreide percelen Investeringen: Gronden buiten Houten Zuid Grond Schalkwijk II ( Spoorlaan)
31-12-2011
31-12-2010
703.000 m²
9.683.604
9.683.604
570 m²
56.894
56.894
9.740.498
9.740.498
4.025.225
4.025.225
Af: voorziening herwaardering: Gronden buiten Houten Zuid Grond Schalkwijk II (Spoorlaan)
Per saldo
56.894
56.894
4.082.119
4.082.119
5.658.379
5.658.379
31-12-2011
31-12-2010
6.906.186
4.507.534
44.429.402
32.848.893
Onderhanden werk: bouwgrond in exploitatie De bouwgronden in exploitatie betreffen: Specificatie: Onderhanden werken, bouwgrond in exploitatie Exploitatie stedelijk Centrumplannen Houten-Zuid Bedrijventerrein de Meerpaal GBH
3.161.385172.593
Sport en werklandschap de Meerpaal
2.211.311
366.702207.959 -
Exploitatie landelijk Parklandgoed Wulven
316.026-
589.957-
Gebiedsvisie Schonauwenseweg
156.149-
108.294
611.707
784.978-
Exploitatie Eiland van Schalkwijk Linieland Tull en 't Waal 2e fase Totaal
149.313 50.846.951
42.755 35.973.797
31-12-2011 35.973.797
31-12-2010 42.498.824
Het verloop van de boekwaarde is als volgt: Verloop van de boekwaarde "Bouwgronden in exploitatie" Boekwaarde per 1 januari 2011 In mindering gebrachte fondsen conform BBV
Jaarstukken 2011
1.331.167
124.519.063
199
Boekwaarde per 1 januari exclusief in mindering gebrachte voorzieningen
37.304.964
Af: boekwaarden naar financieel afgewikkelde complexen
-
Bij: investeringen en dotaties aan fondsen en voorzieningen Af: inkomsten
21.989.625-
37.304.964
145.028.262
25.062.326
42.107.431
62.367.290
187.135.693
10.264.17252.103.118
Af: vrijval voorziening stedelijk en bovenwijks: Vinex
-
Af: fondsen conform BBV Boekwaarde per 31 december 2011
167.017.887
27.157.047159.978.646 122.673.682-
52.103.118
37.304.964
1.256.16750.846.951
1.331.16735.973.797
Op basis van de exploitatieberekeningen is het geprognosticeerde resultaat als volgt (-/- = positief resultaat):
Geprognotiseerde resultaat Boekwaarde per 31 december 2011 Raming nog te besteden Raming opbrengsten Rente Faseringskosten Eindwaarde 2014 Geraamd resultaat (eindwaarde) *
StedelijkVinex+ Meerpaal 41.268.017
Stedelijk-Centrum
1.710.660-
6.906.187
1.421.020-
StedelijkOverig
Landelijk
2.383.904
472.175-
10.083
444.278
Onderhanden werken: financieel afgewikkelde complexen Het saldo van de financieel afgewikkelde deelcomplexen Vinex is opgebouwd uit de volgende componenten: Verloop van de boekwaarde "Financieel afgewikkelde complexen" Boekwaarde per 1 januari 2011 Af: fondsen aangaande GREX Boekwaarde per 1 januari exclusief in mindering gebrachte voorzieningen Bij: boekwaarden van bouwgronden in exploitatie
31-12-2011 19.018.55919.018.559-
31-12-2010 38.390.73015.677.866 22.712.86421.989.624
19.018.559Bij: investeringen Af: inkomsten Af: vrijval voorzieningen Boekwaarde per 31 december 2011
Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen Overige vorderingen Algemene debiteuren
Jaarstukken 2011
723.240-
343.443
31.781
18.675.116-
691.459-
575.495-
1.151.722-
19.250.611-
1.843.181-
-
17.175.378-
19.250.611-
19.018.559-
31-12-2011 4.878.731
31-12-2010 7.677.437
1.389.015
2.916.654
200
-
Debiteuren inzake gemeentelijke belastingen
-
Bijstandsverlening
-
Voorschotten
Totaal
31.233
53.605
1.283.165
1.389.779
20.241
20.252
7.602.386
12.057.728
Vorderingen op openbare lichamen Onder de vorderingen op Openbare lichamen is de vordering op de Belastingdienst opgenomen in het kader van de BTW-aangiften 2011 en de opgaaf BTW-Compensatiefonds 2011. Overige vorderingen: Algemene debiteuren Het saldo van de algemene debiteuren is opgebouwd uit de volgende componenten: Overige vorderingen: Algemene debiteuren -
Algemene debiteuren volgens het financiële systeem vanaf 2002
-
Algemene debiteuren volgens het financiële systeem tot en met 2001
-
Voorziening dubieuze algemene debiteuren
Bedrag 1.422.681 8.664 42.3301.389.015
De grondslag voor de berekening van de voorziening dubieuze algemene debiteuren is weergegeven in het hoofdstuk "Uitgangspunten financiële verslaglegging". Overige vorderingen: Debiteuren inzake gemeentelijke belastingen
De grondslag voor de berekening van de voorziening dubieuze algemene debiteuren is weergegeven Bedrag in het hoofdstuk "Uitga -
Debiteuren inzake gemeentelijke belastingen volgens het financiële systeem
83.282
-
Voorziening dubieuze belastingdebiteuren
52.04931.233
De grondslag voor de berekening van de voorziening dubieuze belastingdebiteuren is weergegeven in het hoofdstuk "Uitgangspunten financiële verslaglegging". Overige vorderingen: Bijstandsverlening De vorderingen in het kader van bijstandsverlening hebben met name betrekking op verhaal van onterecht verstrekte uitkeringen, verhaal alimentatie, verstrekte leenbijstand, krediethypotheek e.d. Het saldo van de vorderingen in het kader van bijstandsverlening is opgebouwd uit de volgende componenten:
Overige vorderingen: Bijstandsverlening -
Totaal vorderingen bijstandsverlening
-
Voorziening dubieuze bijstandsvorderingen
Bedrag 2.091.429 808.2641.283.165
In de vordering met betrekking tot de BBZ heeft het Rijk een bijdrage verstrekt van 75%. Bij invordering zal dan ook 75% van de vordering terugbetaald moeten worden aan het Rijk. Het bedrag dat terugbetaald moet worden, is als overige schuld in de balans opgenomen onder de netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar.
Jaarstukken 2011
201
Overige vorderingen: Voorschotten
Bedrag
-
Voorschotten personeel
238-
-
Kasvoorschotten SOZA
2.000-
-
Voorschotten Sociale Zaken
22.479 20.241
Liquide Middelen
31-12-2011
31-12-2010
Bank en giro
-
-
Deposito's
-
-
Voorschotkassen
-
-
Geld onderweg
-
-
Totaal
-
-
Overlopende Activa
31-12-2011
31-12-2010
Nog te ontvangen bedragen
1.393.414
4.358.366
-
5.510.616
699.884
1.086.873
7.453
429
2.100.751
10.956.284
Nog te ontvangen bedragen grondexploitatie Vooruitbetaalde bedragen Vooruitbetaalde bedragen grondexploitatie Totaal Nog te ontvangen bedragen De nog te ontvangen bedragen hebben betrekking op: Specificatie: Nog te ontvangen bedragen
Saldo per 31-12-2011
Nog te ontvangen subsidie BRU
663.931
Nog te ontvangen vergoedingen RHC
169.010
Nog te ontvangen CAK
156.016
Overig
149.074
Nog te ontvangen bedragen ministeries
98.518
Nog te ontvangen ROC
95.045
Nog te ontvangen subside Provincie
61.820 1.393.414
Jaarstukken 2011
202
Vooruitbetaalde bedragen Specificatie: Vooruitbetaalde bedragen
Saldo per 31-12-2011
Goederen en diensten Verzekeringen en belastingen
195.941 129.550
Contributies en bijdragen
115.034
Huren
75.585
Doorbelasting S.O.W.
68.728
Lidmaatschappen,abonnementen en contracten
63.165
Overige vooruitbetaalde bedragen
51.881 699.884
Vooruitbetaalde bedragen grondexploitatie De vooruitbetaalde bedragen grondexploitatie per 31 december 2011 hebben betrekking op facturen die eind 2011 zijn betaald en die betrekking hebben op boekjaar 2012. Deze bedragen worden als nog verwerkt in de jaarrekening 2012.
Jaarstukken 2011
203
PASSIVA EIGEN VERMOGEN Reserves
31-12-2011
Algemene reserves Bestemmingsreserves Totaal
31-12-2010
43.750.983
46.056.411
5.485.702
5.068.082
49.236.685
51.124.493
Het overzicht van het verloop van de reserves in 2011 is als volgt: Verloopoverzicht van reserves Saldo per 01-01-2011
46.056.411
Bestemmingsreserves 5.068.082
51.124.493
-
125.477
125.477
26.000 46.082.411
1.506.527 6.700.086
1.532.527 52.782.497
2.145.622
125.477
2.271.099
185.805
1.088.908
1.274.713
43.750.983
5.485.702
49.236.685
Algemene reserves
Totaal
Vermeerderingen: -
Bestemming rekeningresultaat 2010
-
Toevoegingen
Verminderingen: -
Bestemming rekeningresultaat 2010
-
Onttrekkingen
Saldo per 31-12-2011
Algemeen In de bijlagen bij dit jaarverslag is een overzicht opgenomen van alle reserves en voorzieningen. In deze bijlage is tevens van elke reserve en voorziening de aard en het doel omschreven. Daarnaast zijn in de bijlage alle vermeerderingen en verminderingen per reserve en voorziening opgenomen. Voor een gedetailleerd verloopoverzicht van de reserves wordt verwezen naar deze bijlage. Aan stortingen in en onttrekkingen aan reserves liggen raadsbesluiten ten grondslag. Hieronder worden de mutaties die gedurende het jaar in de reserves hebben plaatsgevonden toegelicht:
Algemene reserves Tot de algemene reserves behoren per 31 december 2011 de volgende reserves: Algemene reserves
Bedrag
-
Algemene reserve (vrij)
-
Algemene rentegevende reserve
19.263.090
1.975.719
-
Algemene reserve Remu-gelden (beklemd)
15.211.932
-
Algemene middelenreserve (beklemd) uit voorl. resultaten Vinex
7.300.242 43.750.983
Jaarstukken 2011
204
De mutaties in de algemene reserves in 2011 betreffen: * Onttrekking van de bestemming van het rekeningsresultaat 2010 van € 2.020.145,- uit de algemene reserve (vrij) ten gunste van de exploitatie. *
Onttrekking van de bestemming van het rekeningsresultaat 2010 van € 125.477,- uit de algemene reserve (vrij) ten gunste van de exploitatie.
*
Onttrekking van € 85.805,- aan de algemene reserve (vrij) ten gunste van dekking kosten DPM impuls 2011.
*
Onttrekking van € 100.000,- aan de algemene reserve (vrij) ten behoeve van dekking resultaat uit 1/30 regeling.
Bestemmingsreserves De belangrijkste mutaties in de bestemmingsreserves in 2011 betreffen: * Een onttrekking van € 511.250,- aan de bestemmingsreserve BTW-compensatiefonds. *
Een toevoeging van € 15.000,- aan de bestemmingsreserve Archeologiebeleid ten laste van de exploitatie.
*
Een onttrekking van € 160.000,- aan de bestemmingsreserve cultuurcluster ten gunste van de exploitatie.
*
Een storting van € 75.000,- aan de bestemmingsreserve initieel onderhoud openbare ruimte door een overdracht vanuit de grondexploitatie. Een onttrekking van € 50.000,- aan de bestemmingsreserve initieel onderhoud openbare ruimte ten gunste van de exploitatie, conform besluit ombuigingen vrijval RIO. Een onttrekking van € 120.689,- aan de bestemmingsreserve initieel onderhoud openbare ruimte ten gunste van diversen projecten.
* * *
Een onttrekking van € 214.181,- aan de bestemmingsreserve riolering t.g.v. de exploitatie.
*
Een onttrekking van € 29.375,- aan de bestemmingsreserve afschrijving extra krediet cultuurcentrum ten gunste van de exploitatie.
*
Een toevoeging van € 80.789,- aan de bestemmingsreserve economische crisis ten laste van de exploitatie.
*
Een onttrekking van € 47.000,- aan de bestemmingsreserve economische crisis ten gunste van de exploitatie. Een toevoeging van € 385.738,- aan de bestemmingsreserve BOR ten laste van de exploitatie.
* *
Een toevoeging van € 1000.000,- aan de bestemmingsreserve Linieland ten laste van de grondexploitatie, conform ombuiging 2e fase.
Nog te bestemmen resultaat jaarrekening
31-12-2011
Nog te bestemmen resultaat algemene dienst
233.222
Nog te bestemmen resultaat grondexploitatie
-
Totaal
233.222
31-12-2010 2.020.1452.020.145-
Nog te bestemmen resultaat algemene dienst Een analyse van het resultaat is in dit jaarverslag opgenomen. Per (deel)programma zijn de uitkomsten nader geanalyseerd en toegelicht. Daarnaast is in het jaarverslag een analyse op hoofdlijnen opgenomen in het hoofdstuk Analyse rekeningsaldo 2011 versus begroting 2011. Nog te bestemmen resultaat grondexploitatie Vanaf 2004 worden tussentijds geen winsten of verliezen meer genomen op de grondexploitatie Vinex. VOORZIENINGEN Voorzieningen
31-12-2011
31-12-2010
Voorzieningen Algemene Dienst
10.445.326
10.940.415
Voorzieningen Grondexploitatie
2.009.845
1.965.413
12.455.171
12.905.828
Totaal Jaarstukken 2011
205
Het overzicht verloop van de voorzieningen in 2011 is als volgt:
Saldo per 31-12-2010
10.940.415
Voorzieningen Grondexploitatie 1.965.413
Saldo per 01-01-2011
10.940.415
1.965.413
Verloopoverzicht van de voorzieningen
Voorzieningen Algemene Dienst
Totaal 12.905.828 12.905.828
Vermeerderingen: -
Bestemming rekeningresultaat 2010
-
-
-
-
Dotaties ten laste van de exploitatie
2.871.057
44.432
2.915.489
-
Dotaties ten laste van andere voorzieningen
13.811.472
-
-
-
2.009.845
15.821.317
-
3.366.146
Verminderingen: -
Aanwendingen
-
Vrijval
Saldo per 31-12-2011
3.366.146 -
-
-
10.445.326
2.009.845
12.455.171
Algemeen In de bijlagen bij dit jaarverslag is een overzicht opgenomen van alle reserves en voorzieningen. In deze bijlage is tevens van elke reserve en voorziening de aard en het doel omschreven. Daarnaast zijn in de bijlage alle vermeerderingen en verminderingen per reserve en voorziening opgenomen. Voor een gedetailleerd overzicht van de voorzieningen wordt verwezen naar deze bijlage. De onderstaande toelichting is een toelichting op hoofdlijnen, waarbij alleen mutaties ≥ € 75.000 worden weergegeven. Aan de vermeerderingen en verminderingen van de voorzieningen liggen raadsbesluiten ten grondslag. Zij maken op grond van de huidige wet en regelgeving deel uit van de resultaatbepaling. Dotaties ten laste van de exploitatie De belangrijkste dotaties ten laste van de exploitatie in 2011 zijn: * Dotatie van € 426.033,- aan de vooziening groot onderhoud welzijns en sport accommodaties conform de begroting 2011. * Dotatie van € 166.048,- aan de voorziening wethouderspensioenen conform de begroting 2011. * Dotatie van € 88.920,- aan de voorziening decentrale middelen als gevolg van het beschikbaar komen van de decentrale middelen 2011. Tegenover deze storting staat een nagenoeg even grote besteding. * Dotatie van € 832.681,- aan de voorziening huisvesting onderwijs conform de begroting 2011. * Dotatie van € 141.692,- aan de voorziening gemeentelijke huisvesting conform meerjarig onderhoudsplan 2011. * Dotatie van € 215.293,- aan de voorziening beheer openbare ruimte op basis van de uitkomsten van het jaarplan 2011. * Dotatie van € 525.000,- aan de voorziening egalisatie graf- en lijkbezorgingsrechten. *
Dotatie van € 427.890,- aan de voorziening egalisatie tarieven afvalstoffenheffing.
Aanwendingen De belangrijkste aanwendingen van de voorzieningen in 2011 betreffen: * Aanwending van € 167.811,- ten laste van de voorziening grootonderhoud welzijnsaccommodaties als gevolg van grootonderhoud. * Aanwending van € 196.745,- ten laste van de voorziening wethouderspensioenen i.v.m. pensioenoverdracht en uitbetaling pensioenen. * Aanwending van € 89.215,- ten laste van de voorziening decentrale middelen als gevolg van het inzetten van toegekende decentrale middelen voor de erkende bestedingsdoelen. * Aanwending van € 1.121.478,- ten laste van de voorziening huisvesting onderwijs op grond van de gerealiseerde uitgaven. * Aanwending van € 1.678.495,- ten laste van de vooziening beheer openbareruimte op grond van de uitkomsten van het jaarplan 2011. Jaarstukken 2011
206
VASTE SCHULDEN MET EEN RENTETYPISCHE LOOPTIJD >= 1 JAAR Vaste schulden met een rentetypische looptijd >= 1 jaar
31-12-2011
Onderhandse leningen van binnenlandse banken Waarborgsommen Totaal
31-12-2010
111.691.075
81.208.176
5.672
5.672
111.696.747
81.213.848
Het overzicht van het verloop van de vaste schulden met een rentetypische looptijd >=1 jaar in 2011 is als volgt:
Verloopoverzicht van de vaste schulden Schuldrestant per 31-12-2010 Opgenomen bedragen Aflossingen Schuldrestant per 31-12-2011
Onderhandse leningen van binnenlandse banken 81.208.176
Waarborgsommen
Totaal
5.672
81.213.848
32.000.000
-
32.000.000
113.208.176
5.672
113.213.848
1.517.101
-
1.517.101
111.691.075
5.672
111.696.747
In 2011 zijn de volgende geldleningen aangetrokken bij de BNG: * Leningnummer 40.107143 voor een bedrag van € 10.000.000,-, aflossing vindt plaats in 2021, rentepercentage 2,820%. * Leningnummer 40.106357 voor een bedrag van € 15.000.000,-, aflossing vindt plaats in 2013, rentepercentage 1,915%. * Leningnummer 40.107019 voor een bedrag van € 7.000.000,-, aflossing vindt plaats in 2013, rentepercentage 1,590%. VLOTTENDE PASSIVA Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar
31-12-2011
31-12-2010
Kasgeldleningen
10.000.000
-
Liquide middelen
2.976.546
7.261.072
Overige schulden -
Crediteuren
4.379.779
27.059.781
-
Latente verplichtingen
323.661
449.171
-
Waarborgsommen grondexploitatie
154.284
421.800
17.834.271
35.191.824
Totaal
Overige schulden: Crediteuren Begin maart 2012 stond van het saldo van de crediteuren volgens het financiële systeem nog een bedrag van € 4.379.779,20 open. Overige schulden: Latente verplichtingen Het opgenomen bedrag aan latente verplichtingen heeft betrekking op de terugbetalingsverplichting die de gemeente heeft aan het Rijk in het kader van de Wet Werk en Bijstand. Op grond van deze wet dient 75% van de vorderingen in het kader van bijstandsverlening die te maken hebben met verstrekte leenbijstand ingevolge de BBZ (onder aftrek van het opgenomen bedrag in de voorziening dubieuze bijstandsvordering) opgenomen te worden als terugbetalingsverplichting aan het Rijk. (Zie ook de post overige vorderingen: bijstandsverlening die is opgenomen onder de balanspost uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar.) Jaarstukken 2011
207
Overige schulden: Waarborgsommen grondexploitatie De waarborgsommen voor grondverkopen worden verrekend bij de koop van de grond. De door de aannemers gestorte waarborgsommen zijn bedoeld om verhaal van schade welke optreedt bij bouwactiviteiten op relatief eenvoudige wijze te verhalen. Terugbetaling van deze waarborgsommen geschiedt na oplevering van het betreffende bouwwerk, waarbij eerst tot uitbetaling wordt overgegaan na controle door de projectleider. Eventuele schade wordt in mindering gebracht. Over de waarborg-sommen die door aannemers worden gestort, wordt een rente tegen het wettelijke rentepercentage vergoed. Liquide Middelen
31-12-2011
Bank en giro
2.995.166
7.270.908
-
-
Deposito's Voorschotkassen Geld onderweg Totaal
31-12-2010
4.933-
7.004-
13.686-
2.832-
2.976.546
7.261.072
Voorschotkassen Voorschotkassen
Bedrag
- Kas Burgerzaken
4.873-
- Subkassiers
604.933-
Overlopende passiva
31-12-2011
31-12-2010
Nog te betalen bedragen
3.138.007
3.920.399
18.000
12.000
1.277.466
993.364
9.300
-
Te verrekenen optievergoedingen grondexploitatie Overige transitoria Nog te betalen bedragen GB Vooruitontvangen bedragen grondexploitatie
76.541
65.844
Vooruitontvangen bedragen
4.381.806
5.289.144
Totaal
8.901.120
10.280.750
Nog te betalen bedragen De nog te betalen posten per 31 december 2011 zijn als volgt te sprecificeren: Specificatie: Nog te betalen bedragen Nog te betalen sociale premies 2009 Nog te betalen premieheffing SoZa
Saldo per 31-122011 1.428.172 96.358
Nog te betalen Regelingen SocZa
192.419
Nog te betalen R.O.C
381.108
Nog te betalen Sociale werkvoorzieningen
254.302
Nog te betalen W.M.O. afrekeningen
164.300
Nog te betalen Subsidie's
122.000
Nog te betalen kosten Veiligheidsregio Utrecht Diverse nog te betalen bedragen
79.243 420.106 3.138.007
Jaarstukken 2011
208
Vooruitontvangen bedragen grondbedrijf Specificatie: Vooruitontvangen bedragen grondbedrijf Vooruitontvangen huren
Saldo per 31-122011 76.541 76.541
Vooruitontvangen bedragen Specificatie: Vooruitontvangen bedragen Vooruitontvangen bedragen AD Vooruitontvangen leges grafrechten Vooruitontvangen Breedtesportimpuls Vooruitontvangen Onderwijsachterstanden Vooruitontvangen Actieplan cultuurbereik 2005-2008
Saldo per 31-122011 235.445 51.681 111.514 -
Vooruitontvangen Centrum Jeugd en Gezin
33.391
Vooruitontvangen Sociale Agenda
30.499
Vooruitontvangen Volwasseneducatie
39.594
Vooruitontvangen Inburgering Vooruitontvangen RMC subsidie kwalificatie Vooruitontvangen Sport en bewegen 50+ Vooruitontvangen Stimulering woningbouw Vooruitontvangen verbetering binnenklimaat scholen Vooruitontvangen Combinatiefuncties Vooruitontvangen Cultuurparticipatie 2009-2012 Vooruitontvangen tijd subs. Mooi Nederland Vooruitontvangen subsidie energie/ ledverlichting Vooruitontvangen participatiebudget
415.555 7.766 2.155.300 56.775 192.193 795.000 6.559 162.926
Vooruitontvangen NUP (algemene uitkering)
72.421
Vooruitontvangen Bestrijding jeugdwerkloosheid
15.187 4.381.806
De post vooruitontvangen leges grafrechten is in 2004 gevormd uit de bedragen die zijn ontvangen in verband met de afkoop van grafrechten, deels ten laste van de exploitatie 2004 (€ 53.611) en deels middels de bestemming van het rekeningresultaat 2004 (€ 471.389). Tegenover deze vooruitontvangsten heeft de gemeente een verplichting voor de komende jaren om de betreffende graven te onderhouden. In 2011 is totale bedrag € 525.000,- gestort in de voorziening egalisatie graf- en lijk bezorgingsrechten. Er zijn voorschotbedragen ontvangen van Nederlandse overheidslichamen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren. Het betreft een bedrag van € 4.384.665,- dat conform BBV als vooruitontvangen bedragen is opgenomen. Overige transitoria Dit betreft de nog te betalen rente over de langlopende geldleningen. Voor de meeste leningen vindt de betaling van de rente en aflossing pas in 2011 plaats.
Jaarstukken 2011
209
Gewaarborgde geldleningen Het restantbedrag van de geldleningen per 31-12-2011 die door de gemeente zijn gewaarborgd bedraagt € 161.609.443,- Het betreft in totaal 88 leningen. Het restantbedrag van de geldleningen per 31-12-2010 bedroeg € 172.131.512,-. Niet uit de balans blijkende verplichtingen Het saldo van de aangegane verplichtingen van de grondexploitatie per 31-12-2011 is € 4.498.759. Het saldo van de aangegane verplichtingen van de algemene dienst per 31-12-2011 is € 35.305.729.
Jaarstukken 2011
210
Staat van baten en lasten per programma Algemeen Conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dient een overzicht van baten en lasten per programma opgenomen te worden. In het jaarverslag is al bij de verschillende programmaverantwoordingen een overzicht van de baten en lasten weergegeven. Tevens is een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen opgenomen. In dit hoofdstuk zal een financiële samenvatting gegeven worden van deze overzichten voor zowel de primitieve begroting 2011, de begroting na wijziging 2011 en de rekening 2011. In de overzichten is een resultaat voor bestemming en een resultaat na bestemming opgenomen. Het resultaat voor bestemming betreft het ‘zuivere’ resultaat per programma, zoals deze ook zijn opgenomen in het jaarverslag bij de diverse programmaverantwoordingen. In het resultaat na bestemming zijn per programma de mutaties in de reserves verwerkt, op grond van de gedurende het begrotingsjaar door de raad opgenomen besluiten. Deze mutaties in de reserves zijn in het jaarverslag geheel opgenomen onder het overzicht van algemene dekkingsmiddelen. Primitieve begroting 2011 Programma Nr. Deelprogramma 1 2 3 4 5
Vitaal Duurzaam Bereikbaar Veilig Betrokken
Primitieve begroting 2011 Saldo Lasten Baten 37.187.498 58.733.389 4.781.475 3.127.256 6.702.263
12.014.081 46.891.733 1.372.004 321.024 919.689
-25.173.417 -11.841.656 -3.409.471 -2.806.232 -5.782.574
110.531.881
61.518.531
-49.013.350
1.327.454 59.121 1.386.575
49.376.670 0 49.376.670
48.049.216 -59.121 47.990.095
Resultaat voor bestemming
111.918.456
110.895.201
-1.023.255
Mutaties reserves 1. Vitaal Mutaties reserves 2. Duurzaam Mutaties reserves 3. Bereikbaar Mutaties reserves 4. Veilig Mutaties reserves 5. Betrokken Mutaties reserves Algemeen RESULTAAT NA BESTEMMING
0 -236.806 0 0 0 0 111.681.650
195.788 0 0 0 0 671.450 111.762.439
195.788 236.806 0 0 0 671.450 80.789
Totaal Programma's Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien Totaal Algemene Dekkingsmiddelen
Jaarstukken 2011
211
Begroting 2011 na wijziging Programma Nr. Deelprogramma 1 2 3 4 5
Vitaal Duurzaam Bereikbaar Veilig Betrokken
Begroting 2011 na wijziging Saldo Lasten Baten 37.613.169 58.163.840 5.237.157 3.471.215 6.515.363
10.663.152 46.721.000 1.208.895 456.054 906.086
-26.950.017 -11.442.840 -4.028.262 -3.015.161 -5.609.277
111.000.744
59.955.187
-51.045.557
1.308.274 0 1.308.274
48.692.359 0 48.692.359
47.384.085 0 47.384.085
Resultaat voor bestemming
112.309.018
108.647.546
-3.661.472
Mutaties reserves 1. Vitaal Mutaties reserves 2. Duurzaam Mutaties reserves 3. Bereikbaar Mutaties reserves 4. Veilig Mutaties reserves 5. Betrokken Mutaties reserves Algemeen RESULTAAT NA BESTEMMING
0 310.842 -50.000 0 0 2.226.411 114.796.271
195.788 48.179 909.750 60.000 0 3.071.523 112.932.786
195.788 -262.663 959.750 60.000 0 845.112 -1.863.485
Totaal Programma's Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien Totaal Algemene Dekkingsmiddelen
Rekening 2011 Programma Nr.
1 2 3 4 5
Rekening 2011 Lasten
Vitaal Duurzaam Bereikbaar Veilig Betrokken
37.338.043 46.352.286 3.671.181 3.442.394 6.216.520
10.863.922 35.053.074 735.840 582.052 873.136
-26.474.121 -11.299.212 -2.935.341 -2.860.343 -5.343.384
97.020.424
48.108.024
-48.912.401
801.799 0 801.799
49.144.021 0 49.144.021
48.342.222 0 48.342.222
97.822.223
97.252.045
-570.179
0 351.819 -50.000 0 0 2.226.411 100.350.453
195.788 33.919 26.770 60.000 0 3.015.154 100.583.676
195.788 -317.900 76.770 60.000 0 788.743 233.222
Totaal Programma's Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien Totaal Algemene Dekkingsmiddelen Resultaat voor bestemming Mutaties reserves 1. Vitaal Mutaties reserves 2. Duurzaam Mutaties reserves 3. Bereikbaar Mutaties reserves 4. Veilig Mutaties reserves 5. Betrokken Mutaties reserves Algemeen RESULTAAT NA BESTEMMING
Jaarstukken 2011
Baten
Saldo
Deelprogramma
212
Incidentele baten en lasten In 2011 zijn baten en lasten verantwoord met een incidenteel karakter. In het onderstaande overzicht worden deze incidentele baten en lasten gespecificeerd. Bij het samenstellen van het overzicht zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: In het overzicht zijn alleen posten van materiële betekenis opgenomen (minimaal € 25.000). Posten worden als incidenteel aangemerkt indien er sprake is van eenmalige baten en lasten. In het overzicht zijn tevens posten meegenomen die, conform raadsbesluit, rechtstreeks in mindering zijn gebracht op de algemene middelen reserves. Deel programma Omschrijving Lasten
Bedrag
1. Programma Vitaal Schuldhulpverlening Huisvesting onderw ijs Zw embad Optisport Vrijval kapitaallasten Soc Cult Centr Schoneveld Huisvestingslasten sport- en w elzijnsaccommodaties Van Houten & CO WWB inkomensdeel Bijzondere bijstand WMO Hulp bij huishouden 2. Programma Duurzaam Tractie Versnelde ombuiging straatmeubilair Groenbestek Waterbodems Afval Deregulering 3. Programma Bereikbaar Stichting Zorgspectrum Reconstructie Rotonde De Staart West Bushaltes Projecten bovengrondse infrastructuur Civieltechnische kunstw erken Gladheidsbestrijding
96.754 134.395 47.324 -349.000 77.000 91.487 416.832 -59.173 99.476
67.932 -53.000 -80.000 -113.120 -165.000 -85.000
127.900 -150.000 106.300 -410.543 -85.807 84.458
4. Programma Veilig Taakstelling VRU Kosten ruimen explosieven
188.627 -22.052
5. Programma Betrokken Vervangingsinvesteringen
198.500
Algemene lasten Functiew aardering Digitale impuls Concernbrede personeelskosten Totaal incidentel lasten
70.842 44.074 470.898 750.104
Baten 1. Programma Vitaal Schuldhulpverlening WWB inkomensdeel Bijzondere bijstand WMO Hulp bij huishouden 2. Programma Duurzaam Bouw leges Versnelde ombuiging straatmeubilair Bouw leges Afval Straatvegen 3. Programma Bereikbaar Stichting Zorgspectrum Reconstructie Rotonde De Staart West Bushaltes
44.254 -43.895 49.956 76.626
-362.042 68.639 -150.880 165.000 124.897
127.900 -150.000 106.300
4. Programma Veilig Kosten ruimen explosieven
-173.394
5. Programma Betrokken Algemeen Kapitaallasten investeringen
-371.802
Kapitaallasten vervangingsinvesteringen Septembercirculaire
-67.251 -420.593
Totaal incidentel baten Totaal incidentel baten en lasten
Jaarstukken 2011
-976.285 -1.726.389
213
Jaarstukken 2011
214
Sisa
Jaarstukken 2011
215
Jaarstukken 2011
216
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Departement
Ontvanger
Gemeenten niet-G31 en gemeenschappelijke regelingen (Wgr)
Wet inburgering, Besluit inburgering en Regeling vrijwillige inburgering niet-G31
BZK C6 Wet inburgering (Wi)
Nummer
Jaarstukken 2011
217
Aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een reguliere inburgeringsvoorziening is vastgesteld én die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen.
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI)
Aard controle D1
64
Aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een reguliere inburgeringsvoorziening is vastgesteld
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI)
Aard controle D1
95
1
Aard controle D1
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI)
1
Aard controle D1
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI)
I N D I C A T O R E N Aantal Aantal inburgeringsplichtigen en inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een 2009 voor het eerst een gecombineerde gecombineerde inburgeringsvoorziening is inburgeringsvoorziening is vastgesteld. vastgesteld én die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen.
11
Aard controle D1
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI)
Aantal inburgeringsplichtigen, als bedoeld in het besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 12 juni 2007, nr.2007/11, voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld in de jaren 2007 t/m 2009 (gepardonneerden).
11
Aard controle D1
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI)
Aantal inburgeringsplichtigen, als bedoeld in het besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 12 juni 2007, nr.2007/11, voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld in de jaren 2007 t/m 2009 én die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inbugeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen (gepardonneerden).
OC W
Jaarstukken 2011
218
Gemeenten
Regeling verbetering binnenklimaat primair onderwijs 2009
D5 Regeling verbetering binnenklimaat primair onderwijs 2009
1 2 3 4 5 6 7 8
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Aard controle D2
Aard controle n.v.t.
11LJ 10GR 08OW 21LO 22KN 26AL 27JT 15FS
Nee Alle activiteiten afgerond Ja/Nee?
Zie Nota baten-lastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2011 kunnen opnemen.
Besteding (gedeeltelijk) verantwoord o.b.v. voorlopige toekenningen? Ja / Nee
€ 333.908 Brinnummer
Aard controle R
Let op: Alleen bestedingen die betrekking hebben op de periode vóór 4 september 2011 mogen verantwoord worden.
Besteding 2011 ten laste van rijksmiddelen
Aard controle n.v.t.
Toelichting per brinnummer welke activiteit(en) niet zijn afgerond en daarbij het bijbehorende bedrag exclusief 40% cofinanciering noemen
Jaarstukken 2011
219
Bij een lagere vaststelling een negatief bedrag opnemen, bij een hogere vaststelling een positief bedrag opnemen.
Provincies en gemeenten
Tijdelijke subsidieregeling innovatieprogramma Mooi Nederland
Aard
€0
Aard controle R
€ 83.580 Besteding 2011 ten laste van rijksmiddelen
controle R
Nee
Aard controle n.v.t.
€ 2.859 Eindverantwoording ja/nee
Aard controle R
Besteding 2011 aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO)
Correctie in de besteding Toelichting 2010 aan educatie o.g.v. afgesloten overeenkomst(en) met één Aard controle n.v.t. of meerdere roc's bekostigd uit terugontvangen middelen educatie uit 2008 die voor 2010 opnieuw ingezet mochten worden ivm een hogere/lagere vaststelling van een in de besteding 2010 opgenomen voorlopige toekenning.
€0 D9 Onderwijsachterstandenbeleid Besteding 2011 aan (OAB) 2011-2014 voorzieningen voor voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform Gemeenten artikel 166, eerste lid WPO)
Gemeenten niet G-31
Wet educatie beroepsonderwijs
D6 Wet educatie beroepsonderwijs (WEB)
I&M E10 Tijdelijke subsidieregeling Innovatieprogramma Mooi Nederland
OC W
OC W
€0
Aard controle R
Zie Nota baten-lastenstelsel
€0 Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
Aard controle R
Besteding 2011 aan afspraken over voor- en vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van kindcentra en peuterspeelzalen (conform artikel 167 WPO)
Jaarstukken 2011
220
12,25
9,19
Aard controle R
Aard controle R 0,89
inclusief deel openbare lichamen
inclusief geldstroom openbaar lichaam
2,39
84,69
Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in 2010, uitgedrukt in arbeidsjaren;
Aard controle R
Aard controle R
Nee
Aard controle n.v.t.
Eindverantwoording ja/nee
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in 2010, uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in 2010, uitgedrukt in arbeidsjaren
7,19
109,25
Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in 2010, uitgedrukt in arbeidsjaren
Aard controle R
Aard controle R
3 Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in 2011, uitgedrukt in arbeidsjaren
Aard controle R
Aard controle R
3 Het totaal aantal geïndiceerde inwoners van uw gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december 2011
Realisatie
Aantal afgeronde projecten
Afspraak
Aantal afgeronde projecten
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een Wet sociale werkvoorziening dienstbetrekking heeft of op (Wsw) de wachtlijst staat en beschikbaar is om een Gemeenten die uitvoering in 2010 dienstbetrekking als geheel of gedeeltelijk hebben bedoeld in artikel 2, eerste uitbesteed aan een Openbaar lid, of artikel 7 van de wet te lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden aanvaarden op 31 december hier het totaal 2010. 2010; (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa 2010 regeling G1B + deel inclusief geldstroom gemeente uit 2010 regeling G1C- openbaar lichaam 1) Aard controle R
G1-1
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
G1 Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
SZ G1C Wet sociale werkvoorziening W -2 (Wsw)
SZ W
Gemeenten
Regeling eenmalige uitkeringen spoorse doorsnijdingen
I&M E26 Spoorse doorsnijdingen
0,00
Aard controle R
inclusief deel openbare lichamen
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in 2010, uitgedrukt in arbeidsjaren;
Jaarstukken 2011
221
SZ W
Aard controle n.v.t.
€ 40.302
€ 38.792 I.5 Besluit bijstandverlening Besteding 2011 Bbz 2004 zelfstandigen 2004 (levensonderhoud (levensonderhoud beginnende beginnende zelfstandigen) zelfstandigen) (Bbz 2004) Aard controle n.v.t. Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
I.4 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
€ 17.264
Aard controle n.v.t.
€0 Baten 2011 Bbz 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
Aard controle n.v.t.
€ 13.877 Baten 2011 IOAZ (excl. Rijk)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. € 204.917 Besteding 2011 IOAZ
€ 4.327 Baten 2011 IOAW (excl. Rijk)
€ 357.237 Besteding 2011 IOAW
I. 3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
Aard controle n.v.t.
Baten 2011 algemene bijstand (excl. Rijk)
€ 132.933 Baten 2011 WIJ (excl. Rijk)
Aard controle n.v.t.
Besteding 2011 algemene bijstand
€ 3.934.597 I.2 Wet investeren in jongeren Besteding 2011 WIJ (WIJ)
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
G2 I Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB I.1 WWB: algemene bijstand
Jaarstukken 2011
222
SZ W
SZ W
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
Wet participatiebudget (WPB)
G5 Wet participatiebudget (WPB)
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004
€ 1.350.006
Aard controle R
€ 236.116
Aard controle R
€ 58.170
Aard controle R
Aard controle R €0 Waarvan besteding 2011 van Baten 2011 (niet-Rijk) educatie bij roc's participatiebudget
Aard controle R €0 Besteding 2011 participatiebudget
€ 51.504
Aard controle R
Baten 2011 levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (excl. Bob) (excl. Rijk)
€ 82.453 Besteding 2011 aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
Aard controle R
€0 Besteding 2011 kapitaalverstrekking (excl. Bob)
Aard controle n.v.t.
Baten 2011 WWIK (excl. Rijk)
€ 120.787 Baten 2011 Bob (excl. Rijk)
Aard controle R
€0 Besteding 2011 levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (excl. Bob)
Aard controle n.v.t.
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
G3 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
Besteding 2011 WWIK
I. 6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
€0
Aard controle R
Waarvan baten 2011 van educatie bij roc’s
€ 8.646
Aard controle R
Baten 2011 kapitaalverstrekking (excl. Bob) (excl. Rijk)
€0
Aard controle R
Besteding 2011 Bob
€ 170.789
Aard controle R controle R €0
Aard
Reserveringsregeling: overheveling Terug te betalen aan rijk overschot/tekort van 2011 naar 2012 Omvang van het aan het Omvang van het in het jaar 2011 rijk terug te betalen niet-bestede bedrag dat wordt bedrag, dat wil zeggen het gereserveerd voor het in het jaar 2011 nietparticipatiebudget van 2012. Dit bestede bedrag voor zover bedrag is exclusief het bedrag dat dat de een gemeente ten onrechte niet reserveringsregeling heeft besteed aan educatie bij een overschrijdt, alsmede het roc; hiervoor geldt geen in het jaar 2011 ten reserveringsregeling (het ten onrechte niet-bestede onrechte niet-bestede wordt bedrag aan educatie bij teruggevorderd door het rijk) óf roc’s omvang van het in het jaar 2011 rechtmatig bestede bedrag participatiebudget als voorschot op het participatiebudget van 2012 (bij overheveling van een tekort wordt een negatief getal ingevuld)
€ 45.883
Aard controle R
Besteding 2011 aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (excl. Bob)
Jaarstukken 2011
223
Besteding 2011 Regelluw
Aard controle D1 29
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
0 Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het examen in de kennis van de Nederlandse samenleving, bedoeld in artikel 3,9, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit inburgering, heeft behaald.
Aard controle R
Aard controle D1
Aard controle D1 12
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
14
28 Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het staatsexamen NT2 I of II heeft behaald.
Aard controle D1
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Het aantal personen uit de doelgroep ten behoeve van wie het college in 2011 een inburgeringsvoorziening heeft vastgesteld, dan wel met wie het college in dit jaar een inburgeringsvoorziening is overeengekomen.
0 Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het praktijkdeel van het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 3,7, eerste lid, van het Besluit inburgering, heeft behaald.
Aard controle R
Dit onderdeel dient uitsluitend ingevuld te worden door de gemeenten Dit onderdeel moet door alle die in 2010 duurzame gemeenten worden ingevuld. plaatsingen van inactieven Indien ingevuld met een nul, naar werk hebben dan bestaat er voor 2012 gerealiseerd en verantwoord geen recht op regelluwe aan het Rijk. bestedingsruimte
Het aantal in 2011 gerealiseerde duurzame plaatsingen naar werk van inactieven
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het elektronisch praktijkexamen, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit inburgering, heeft behaald.
Aard controle D1 25
0 Het aantal door de gemeente in 2011 ingekochte trajecten basisvaardigheden.
Aard controle D1
€ 45
Aard controle D1
22 Het aantal door de gemeente in 2011 ingekochte trajecten vavo.
Aard controle D1
Indicator verantwoorden Indicator verantwoorden op op basis van gegevens in basis van gegevens in het Informatie het Informatie Systeem Systeem Inburgering (ISI). Inburgering (ISI).
Het aantal personen uit de doelgroep ten behoeve van wie het college in 2011 een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening heeftvastgesteld, dan wel met wie het college in dit jaar een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is overeengekomen.
16
Aard controle D1
25 Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in 2011 behaalde vavo-diploma's.
Aard controle D1
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 de toets gesproken Nederlands, bedoeld in artikel 3,9, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit inburgering, heeft behaald.
Jaarstukken 2011
224
Gemeenten
Kaderwet SZW-subsidies
G6 Schuldhulpverlening
Aard controle R
Aard controle R
€0
€ 1.061.601
Zie Nota baten-lastenstelsel
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
Aard controle R
€ 161.609 VW H10 Brede doeluitkering Centra Besteding 2011 aan S voor jeugd en gezin (BDU CJG) jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke Tijdelijke regeling CJG ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin Gemeenten en het realiseren van centra voor jeugd en gezin.
SZ W
Aard controle D1 0 Besteding 2011
Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in 2011 behaalde NT2certificaten, dat niet meetelt bij de outputverdeelmaatstaven uit de verdeelsleutel van Onze Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel.
Ja
Aard controle D1
Is er ten minste één centrum voor jeugd en gezin in uw gemeente gerealiseerd in de periode 2008 tot en met 2011? Ja/Nee Zie Nota batenlastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2011 kunnen opnemen. Ja
Besteding (gedeeltelijk) verantwoord o.b.v. voorlopige toekenningen? Ja / Nee
Accountantsverklaring
Jaarstukken 2011
225
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de gemeente Houten
Verklaring betreffende de jaarrekening Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2011 van gemeente Houten gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2011 en de programmarekening over 2011 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SiSa-bijlage. Verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Houten is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Het college van burgemeester en wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Jaarstukken 2011
226
De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2 lid 7 BADO is deze goedkeuringstoleratie door de Gemeenteraad bij raadsbesluit van 12 oktober 2010 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van Houten een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2011 als van de activa en passiva per 31 december 2011 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2011 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213 lid 3 onder de Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Utrecht, 10 april 2012
Ernst & Young Accountants LLP
w.g. drs. J.M.A. Drost RA
Jaarstukken 2011
227