Jaarstukken 2012
Jaarstukken 2012
1
Jaarstukken 2012
2
Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................................................................... 5 Bestuurlijke beschouwingen 2012 ........................................................................................................................... 7 JAARVERSLAG .................................................................................................................................................... 19 Programma Vitaal .................................................................................................................................................. 25 Deelprogramma Sociale Participatie.................................................................................................................. 27 Deelprogramma Gezondheidszorg .................................................................................................................... 37 Deelprogramma Werkgelegenheid .................................................................................................................... 42 Deelprogramma Onderwijs ................................................................................................................................ 45 Deelprogramma Kunst, cultuur en sport ............................................................................................................ 49 Programma Duurzaam .......................................................................................................................................... 59 Deelprogramma Woningen ................................................................................................................................ 61 Deelprogramma Commerciële Voorzieningen en Horeca.................................................................................. 63 Deelprogramma Leefomgeving ......................................................................................................................... 66 Deelprogramma Gebiedsinrichting .................................................................................................................... 74 Deelprogramma Klimaat & Milieu(zorg) ............................................................................................................. 78 Deelprogramma Landschap en recreatie........................................................................................................... 85 Deelprogramma Cultuurhistorie en archeologie ................................................................................................ 89 Programma Bereikbaar ......................................................................................................................................... 95 Deelprogramma Autoverkeer............................................................................................................................. 97 Deelprogramma Fietsverkeer .......................................................................................................................... 101 Deelprogramma Openbaar vervoer ................................................................................................................. 104 Programma Veilig ................................................................................................................................................ 111 Deelprogramma Sociale Veiligheid en Openbare Orde ................................................................................... 113 Deelprogramma Fysieke veiligheid .................................................................................................................. 118 Deelprogramma Crisisbeheersing ................................................................................................................... 121 Programma Betrokken ......................................................................................................................................... 127 Deelprogramma Politiek en Bestuur ................................................................................................................ 129 Deelprogramma Dienstverlening ..................................................................................................................... 132 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien ....................................................................................................... 139 Paragrafen ........................................................................................................................................................... 143 Paragraaf Lokale heffingen.............................................................................................................................. 145 Paragraaf Weerstandsvermogen ..................................................................................................................... 148 Paragraaf Grondbeleid .................................................................................................................................... 153 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen.......................................................................................................... 157 Paragraaf Financiering .................................................................................................................................... 160 Paragraaf Bedrijfsvoering ................................................................................................................................ 164 Paragraaf Verbonden partijen.......................................................................................................................... 170 Paragraaf Burgerparticipatie ............................................................................................................................ 182 JAARREKENING................................................................................................................................................. 197 Balans per 31 december 2012 ......................................................................................................................... 204 Toelichting op de balans .................................................................................................................................. 206 Staat van baten en lasten per programma....................................................................................................... 221 SISA ................................................................................................................................................................ 225 Controleverklaring ........................................................................................................................................... 231
Jaarstukken 2012
3
Jaarstukken 2012
4
Voorwoord Ondanks economische crisis financieel een goed jaar Bij het opstellen van de begroting 2012 bleek dat de huidige economische crisis blijvende sporen achter laat. Met die kennis heeft de raad op 20 december 2011 een aanvullend pakket aan ombuigingsmaatregelen vastgesteld om tot een sluitende begroting 2012 te komen. In het eerste halfjaar van 2012 bleek dat de rijksoverheid, als gevolg van de nog steeds stagnerende economische groei, meer moest bezuinigen. En de gevolgen van de verslechterde economische situatie voor de woningmarkt werden ook in Houten duidelijk voelbaar. Deze omstandigheden hebben de uitvoering van onze begroting sterk negatief beïnvloed. De financiele prognoses voor 2012, maar ook voor 2013-2016, waren bij de behandeling van de eerste bestuursrapportage 2012 en de perspectiefnota 2013 negatief. Om de situatie te verbeteren is gekozen voor een driedelige aanpak. In 2012 lag het accent lag op het beperken van het begrotingstekort door: blijvende aandacht voor de realisatie van de ombuigingen voor 2012 van € 4,8 miljoen maximale inspanning op vier pijlers: 1. flexibele inzet van personeel in relatie tot werkaanbod (vacature- en aannamebeleid) 2. uitstellen en/of anders faseren van investeringen 3. uitgavenstop: geen nieuwe uitgaven, tenzij... 4. budgetdiscipline Bij de tweede bestuursrapportage 2012 bleek deze aanpak succesvol. Er was weliswaar nog een beperkt begroot tekort (€ 0,4 miljoen), maar er waren positieve verwachtingen voor de zogenaamde ‘openeinde regelingen’ van circa € 0,4 miljoen. Ook na de tweede bestuursrapportage hebben we ons maximaal ingezet om tot een sluitende of zelfs positieve jaarrekening 2012 te komen, zodat er geen of een beperkt beroep gedaan hoefde te worden op het weerstandsvermogen. Wij zijn tevreden met het jaarrekeningresultaat van € 1,1 miljoen positief. Dit is € 1,5 miljoen meer dan bij de tweede bestuursrapportage was begroot. Een belangrijke reden van die positieve ontwikkeling is dat de voorziene trend voor de openeinde regelingen zich in het vierde kwartaal 2012 voortzette en zelfs versterkte. Hierdoor is sprake van een positief effect van circa € 1,4 miljoen op de openeinde regelingen. Vanwege de sombere financiële vooruitzichten gaan we nader onderzoeken of er structurele elementen in deze ontwikkelingen aanwezig zijn. De resultaten hiervan worden betrokken bij het opstellen van de eerste bestuursrapportage 2013 en de perspectiefnota 2014. Door het positieve jaarrekeningresultaat kunnen we onze vrije algemene reserve versterken tot circa € 2,6 miljoen. Hierdoor komt deze weer boven de provinciale norm van circa € 2,5 miljoen. In de Bestuurlijke beschouwingen 2012 wordt nader ingegaan op het jaarrekeningresultaat 2012. Onderdeel hiervan is een analyse op hoofdlijnen van het jaarrekeningresultaat 2012 ten opzichte van de tweede bestuursrapportage 2012. In 2012 zijn we erin geslaagd om 97,6% van de benodigde ombuigingen (€ 4,8 miljoen) voor 2012 te realiseren. Dit betekent dat 2,4% niet is gerealiseerd. We zijn er weliswaar in geslaagd om door de invoering van het flexwerken Het Kant 3 per 1 juli 2012 leeg op te leveren, maar in de huidige kantorenmarkt is het niet gelukt om een koper of huurder voor het pand te vinden. Hierdoor hebben we de in 2012 geraamde financiële ombuigingstaakstelling op Het Kant 3 van circa € 0,2 miljoen niet kunnen realiseren. In 2012 is de bouwproductie landelijk opnieuw fors teruggelopen. De krimp bedroeg, volgens het Economisch instituut voor de Bouw ruim 7%. Corporaties werden geconfronteerd met nieuwe heffingen van het Rijk en hebben niet of nauwelijks nog investeringsruimte. Voor 2013 wordt opnieuw krimp van de economie verwacht. In 2014 zal de markt zich naar verwachting stabiliseren en pas vanaf 2015 enig herstel gaan vertonen. Als gevolg van deze ontwikkelingen nemen ook in Houten de afzetrisico’s toe en kost het veel creativiteit en verbindend vermogen om nog zaken in beweging te krijgen en te houden. Voor de woningmarkt is dit in 2012 vooralsnog gelukt. De kantorenmarkt laat echter ook in Houten een somber beeld zien. De vraag is voor een belangrijk gedeelte weggevallen en potentiële opties hebben niet tot daadwerkelijke overeenkomsten geleid. De druk op de gemeentelijk grondexploitatie neemt hierdoor toe. Gezien het bovenstaande is een strategie ontwikkeld die optimaal aansluit bij de marktsituatie. Enerzijds is ingezet op het stimuleren en faciliteren van kansrijke ontwikkelinJaarstukken 2012
5
gen op de woningbouw- en de bedrijfsterreinenmarkt. Anderzijds is voor het kantorensegment gekozen voor een ingreep die de risico’s in de grondexploitatie tot aanvaardbare en realistische proporties terugbrengt. In de paragraaf Grondbeleid wordt hier uitgebreider op ingegaan. Aanvullende ombuigingen onvermijdelijk Op basis van de huidige financiële meerjarenbegroting 2014-2017 en de (op macroniveau) berekenende gevolgen van het regeerakkoord van het kabinet Rutte II zijn aanvullende ombuigingen onvermijdelijk. Deze liggen naar verwachting binnen een bandbreedte van € 4 - € 7 miljoen. Met de meicirculaire 2013 komt er naar verwachting meer duidelijkheid over de financiële gevolgen van het regeerakkoord. Dan weten we ook voor welke extra financiële opgave de gemeente Houten staat. Om zicht te krijgen op mogelijke (nieuwe) ombuigingsdomeinen zijn we in het najaar 2012 gestart met de derde fase ombuigingen. Dit is anders aangepakt dan bij de eerste en tweede fase ombuigingen (door ‘omdenken’). De resultaten hiervan worden geanalyseerd en van financiële indicaties voorzien. Bij de perspectiefnota 2014 is er dan duidelijkheid over de omvang van de aanvullende ombuigingen, maar ook over mogelijk nieuwe ombuigingsmaatregelen. De resultaten van het onderzoek naar mogelijke structurele elementen op basis van het jaarrekeningresultaat 2012 worden hierbij betrokken. Aanbevelingen Audit- en Rekeningcommissie In het ‘rapport jaarstukken 2011’ heeft de Audit- en Rekeningcommissie een aantal instrumentele en inhoudelijke aanbevelingen gedaan. Deze aanbevelingen zijn grotendeels door ons overgenomen. De belangrijkste verbeteringen zijn: Leesbaarheid en daarmee toegankelijkheid vergroten - algemene beschouwende tekst per programma - opbouw jaarstukken - één eindredacteur op het voorwoord en de bestuurlijke beschouwingen Meer transparantie met betrekking tot voorzieningen realiseren - in de jaarrekening is nu transparant het verloop van de voorzieningen én een toelichting hierop opgenomen. Tot slot Zoals eerder gezegd zijn wij tevreden over het jaarrekeningresultaat 2012, maar we beseffen ook dat we er hiermee nog lang niet zijn. Daarom blijven we ons maximaal inspannen om, langs de in 2012 succesvolle vier pijlers, ook het begrotingssaldo 2013 zo positief mogelijk te beïnvloeden. Wij zien uit naar een constructieve behandeling van de jaarstukken 2012 op 23 mei 2013 en de behandeling van de perspectiefnota 2014 op 18 juni 2013. Burgemeester en wethouders van Houten, de secretaris
de burgemeester
J. Wiegel
R.G. Boekhoven
Jaarstukken 2012
6
Bestuurlijke beschouwingen 2012 Deze beschouwing gaat in op het resultaat van de jaarrekening 2012, de afwijking van het resultaat ten opzichte van de begroting en de belangrijkste ontwikkelingen op programmaniveau (wat hebben we gedaan?). Ook worden de belangrijkste ontwikkelingen van de verschillende onderdelen van de jaarstukken weergegeven. Rekeningresultaat 2012 De jaarrekening van de gemeente Houten, inclusief de grondexploitatie, sluit in 2012 met een positief rekeningresultaat van € 1.077.909. Dit resultaat na bestemming komt voort uit het resultaat van de verschillende programma’s en de algemene dekkingsmiddelen. Hierin zijn ook de mutaties in de reserves opgenomen, waar de raad al eerder een besluit over heeft genomen. De ‘begroting na wijzigingen’ is de begroting 2012 zoals vastgesteld door de raad in november 2011, aangevuld met de bijstellingen vanuit de tweede fase ombuigingen, de eerste en tweede bestuursrapportage 2012 en tussentijdse raadsvoorstellen die een effect hebben gehad op de begroting. In de bestuursrapportages en betreffende raadsvoorstellen worden de wijzigingen op de begroting nader toegelicht. Het verloop van het resultaat 2012 voor en na mutaties in de reserves is als volgt: Tabel 1: Rekeningresultaat 2012 x € 1.000 Financieel resultaat
Lasten Baten Saldo voor bestemming Toevoeging aan reserves Onttrekking aan reserves Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
Rekening 2011
Begroting 2012 na wijziging
Rekening 2012
Afwijking 2012
97.822 97.252 -570
113.208 111.910 -1.298
100.584 101.603 1.019
-12.624 -10.307 2.317
2.528 3.331 803
3.244 4.166 922
3.813 3.872 59
569 -294 -863
233
-376
1.078
1.454
Samenstelling en analyse van het resultaat Het verschil tussen het saldo van de begroting 2012 en dat van de jaarrekening 2012 bedraagt positief € 1,454 miljoen. Deze afwijking wordt veroorzaakt door verschillen tussen de begroting na wijziging (tweede bestuursrapportage 2012) en de realisatie van een aantal onderdelen. De verschillen zijn nog niet aan de orde geweest in eerdere rapportages en vooral ontstaan na het opstellen van de tweede bestuursrapportage 2012 (peildatum 1 augustus). In tabel 2 is het resultaat na bestemming uitgesplitst naar de programma’s uit de begroting.
Jaarstukken 2012
7
Tabel 2: Resultaat per programma 2012 x € 1.000
Begroting 2012 na wijziging
Financieel resultaat
Rekening 2012
Afwijking 2012
Programma 1 Vitaal Programma 2 Duurzaam Programma 3 Bereikbaar Programma 4 Veilig Programma 5 Betrokken Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien
-28.176 -11.888 -3.765 -3.139 -5.264 50.933 0
-26.105 -11.752 -3.556 -3.018 -5.227 50.678 0
2.070 136 208 122 36 -255 0
Resultaat voor bestemming
-1.298
1.019
2.317
256 -651 903 -385 799
-107 -743 895 -385 399
-363 -92 -8 0 -400
922
59
-863
-376
1.078
1.454
Mutaties Mutaties Mutaties Mutaties Mutaties
reserves reserves reserves reserves reserves
Programma Programma Programma Programma Algemeen
1 2 3 4
Vitaal Duurzaam Bereikbaar Veilig
Mutaties reserves Resultaat na bestemming
De verbetering van het saldo met € 1,454 miljoen is op hoofdlijnen, zoals in onderstaande tabel 3 is weergegeven, te verklaren. Een gedetailleerde toelichting is terug te vinden in de verschillenverklaringen bij de programma’s Tabel 3: Jaarrekeningresultaat 2012 x € 1.000
Onderwerp Jaarrekeningresultaat 2012 Prognose 2e bestuursrapportage 2012 Verschil
Bedragen 1.078 -376 1.454
Analyse op hoofdlijnen - Openeinde regelingen - Beheer openbare ruimte - Brandweerzorg - Financieringsresultaat - BTW afrekeningen - Algemene uitkering - Concernbrede personeelsbudgetten - Naheffing belastingdienst sociale lasten - Afboeken boekwaarde Het Kant 3 - Overige (beïnvloedbare) budgetten
1.386 336 95 115 125 -81 371 -366 -940 413
TOTAAL
1.454
Jaarstukken 2012
Beïnvloedbaar
Structureel
(positief risico geduid voor 364)
deels ja nee ja nee nee ja nee ja deels
onderzoek nodig onderzoek nodig onderzoek nodig nee nee nee nee nee nee onderzoek nodig
8
Openeinde regelingen (positief effect 1,4 miljoen) Het positieve effect op de openeinde regelingen was in de tweede bestuursrapportage deels voorzien en geduid als positief risico. De ontwikkelingen in het laatste kwartaal 2012 hebben deze verwachting versterkt. Bij de WMO-vervoersvoorzieningen (positief effect € 0,4 miljoen) is ondanks het toegenomen aantal WMO-passen, sprake van lagere vervoerskosten. Dit komt vermoedelijk door de invoering van een eigen bijdrage voor klanten. Ook een pilot met golfkarren en de verbeterde openbaarvoorzieningen spelen mee. Daarnaast is het aantal aanvragen voor scootmobielen en individuele voorzieningen gedaald. Het aantal aanvragen voor rolstoelen is gelijk gebleven. Er wordt wel veel vaker een rolstoel uit depot geleverd, eventueel omgebouwd en aangepast (positief effect € 0,1 miljoen). Woonvoorzieningen zijn moeilijk te voorspellen (positief effect € 0,2 miljoen). Als voorbeeld was bij het opstellen van de tweede bestuursrapportage 2012 rekening gehouden met de afhandeling van een aanvraag voor een grote woningaanpassing. De afhandeling heeft echter meer tijd gekost dan voorzien waardoor de afronding niet meer in 2012 is gebeurd. Bij aanvragen voor WMO-Huishoudelijke hulp is een verschuiving zichtbaar van persoonsgebonden budget naar zorg in natura. Vanwege de aanbesteding zijn er meer aanbieders actief. Daarnaast is het aantal zorguren toegenomen, waardoor de gemeentelijke kosten, maar ook de eigen bijdragen van klanten zijn toegenomen. Op het gebied van minimabeleid is ook sprake van een positief effect (€ 0,2 miljoen), doordat de grens voor bijzondere bijstand is verlaagd naar 110% van het wettelijk minimum loon. Daarnaast speelt de bijzondere situatie van klanten een grotere rol en wordt eerst de langdurigheidstoeslag aangewend. Voor het WWB-inkomensdeel is sprake van een voordeel (€ 0,3 miljoen) door lagere kosten van de bijstandsverlening. Bij de inkomsten is er een voordeel behaald door nabetalingen over voorgaande jaren. Ook worden de (financiële) effecten zichtbaar van de ombuigingsmaatregelen; voor de leenbijstand worden strengere en striktere regels voor verhaal en terugvordering gehanteerd, de aflossingsperiode is verlengd en het aflossingspercentage is verhoogd. Tenslotte is er een positief effect (€ 0,2 miljoen) bij de kosten voor leerlingenvervoer. Door de aanbesteding zijn er meer aanbieders, en het effect van de door de raad vastgestelde aangescherpte beleidsregels wordt zichtbaar. Vanwege de sombere financiële vooruitzichten gaan we nader onderzoeken of er structurele elementen in deze ontwikkelingen aanwezig zijn. De resultaten hiervan worden betrokken bij het opstellen van de eerste bestuursrapportage 2013 en de perspectiefnota 2014. Beheer openbare ruimten (positief effect € 0,3 miljoen) Bij het beheer van de openbare ruimten is kritisch gekeken naar de uitvoeringsbudgetten, met behoud van de vastgestelde beeldkwaliteit. Vanuit het programma Duurzaam gaat het bijvoorbeeld om groenvoorzieningen en straatmeubilair. Vanuit het programma Bereikbaar is bij onder andere de belijning van wegen en civieltechnische kunstwerken (bruggen en tunnels) in het najaar van 2012 slechts een globale schouw uitgevoerd, in plaats van een gedetailleerde schouw. Deze staat nu gepland in het voorjaar van 2013. Brandweerzorg (positief effect € 0,1 miljoen) Het voordelige effect is hierbij vooral het gevolg van een verlaging van de regiobijdrage van de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). De VRU heeft in 2012 incidenteel bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd. Financieringsresultaat (positief effect € 0,1 miljoen) De korte termijnfinanciering (daggeld) was mogelijk tegen veel lagere rentepercentages (bijv. 0,05%) dan was begroot (2%). BTW-afrekeningen (positief effect € 0,1 miljoen) De BTW op de investering van de Kringloopwinkel (ca. € 0,2 miljoen) heeft een éénmalig voordeel opgeleverd omdat deze BTW ook vergoed wordt vanuit het BTW-compensatiefonds. Daar tegenover staat een nadeel op de BTW van € 0,1 miljoen door een afgewezen claim door de Belastingdienst voor het toepassen van het Sportbesluit bij sportvelden ’t Goy. De gemeente is over deze afwijzing nog in gesprek met de belastingdienst.
Jaarstukken 2012
9
Algemene uitkering (negatief effect € 0,1 miljoen) Er is een aantal nabetalingen van de algemene uitkering over voorgaande jaren (€ 0,1 miljoen) opgenomen. Daarnaast is de winstwaarschuwing 2012 die door het Rijk is afgegeven (€ 0,2 miljoen), voorzichtigheidshalve opgenomen in 2012. De winstwaarschuwing is gebaseerd op dat er op rijksniveau sprake zal zijn van budgetonderuitputting. Op basis van de ‘trap op-trap af’ systematiek betekent dit in 2013 mogelijk een negatieve afrekening van de algemene uitkering over 2012. Concernbrede personeelsbudgetten (positief effect € 0,4 miljoen) Op de gemeentebrede salarislasten en inhuur derden is er een voordelig effect (ca. € 0,2 miljoen). Op het gebied van opleidingen van personeel en vorming en ontspanning van personeel is er ook een voordelig effect van ca. € 0,2 miljoen. Vanwege de ontwikkeling waar de organisatie zich op dit moment in bevindt is er extra zorgvuldig omgegaan met de inzet van het reguliere opleidingsbudget. Naast goede afspraken voor het collectieve strategische leertraject Focus op Houten, wordt in een belangrijk deel van de kennisbehoefte inmiddels voorzien door de Houten Academie. Naheffing belastingdienst sociale lasten (negatief effect van € 0,4 miljoen) Door verschil van inzicht met de Belastingdienst over de hoogte van de af te dragen premies WAO/IVA/WGA voor oudere werknemers is een naheffing ontvangen. De gemeente tekent hier bezwaar tegen aan. Vanuit het voorzichtigheidsprincipe is deze naheffing opgenomen in de jaarrekening 2012. Afboeken boekwaarde Het Kant 3 (negatief effect € 0,9 miljoen) Gezien de huidige ontwikkelingen op de kantorenmarkt wordt een snelle verkoop van Het Kant 3 niet voorzien. Het is verstandiger om Het Kant 3 nu als in bezit te behouden en op termijn te herontwikkelen tot een woonfunctie. Met deze nieuwe strategie is het noodzakelijk om de boekwaarde van het pand tot realistisch niveau af te ramen. Op basis van een taxatierapport is de boekwaarde van Het Kant 3 dan ook afgeboekt tot de verwachte opbrengst bij herontwikkeling naar een woonfunctie. Overige (beïnvloedbare) budgetten (voordelig effect € 0,4 miljoen) Dit saldo is opgebouwd uit een groot aantal kleinere afwijkingen die, behalve de afrekening van de projectgelden JGZ 2009-2011 voor het Electronische Kinddossier (€ 71.000) en extra leges uit APVen BLVC-vergunningen (€ 50.000), niet nader worden toegelicht. Vrije algemene reserve Het jaarrekeningsaldo bedraagt € 1.077.909 positief. De voorgestelde resultaatbestemmingen bedragen per saldo € 170.000. Als de raad hiermee instemt, wordt in 2013 € 908.000 aan de vrije algemene reserve toegevoegd. De prognose voor de stand van de vrije algemene reserve per 31 december 2013 is dan € 2,6 miljoen. Dit ligt net boven de provinciale norm (ca. € 2,5 miljoen). De inspanningen om het begrotingstekort voor 2012 te beperken langs de 4 pijlers (flexibele inzet van personeel in relatie tot werkaanbod, uitstellen en/of anders faseren van investeringen, uitgavenstop: geen nieuwe uitgaven, tenzij… en budgetdiscipline) zijn dus succesvol geweest. Er is dan ook in 2012 nog geen reden geweest om de vrije algemene reserve, aan de hand van de criteria uit de begroting 2012, te versterken. Tabel 4: Prognose vrije algemene reserve x € 1.000
Omschrijving Prognose stand per 1 januari 2012 Mutaties: Rekeningresultaat 2011 Resultaatbestemmingen 2011 Onttrekking t.b.v. achterstanden archief / digitaliseringsproces Prognose stand per 1 januari 2013 Mutaties: Rekeningresultaat 2012 Resultaatbestemmingen 2012 Onttrekking t.b.v. achterstanden archief / digitaliseringsproces Onttrekking t.b.v. verdere uitwerking Plan van aanpak zakelijk toerisme in 2013 Prognose stand per 1 januari 2014
Jaarstukken 2012
Bedrag 1.976 233 -369 -62 1.778 1.078 -170 -56 -26 2.604
10
Programma verantwoording Programma 1 Vitaal Mensen voelen zich betrokken, verantwoordelijk en thuis in een omgeving die stimulerend en gezond is. Programma Transities in samenhang Het Bestuursakkoord 2012-2015 was begin 2012 uitgangspunt voor het te ontwikkelen beleid. Duidelijk werd dat het Nederlandse landschap van zorg en begeleiding bij (arbeids)participatie en zelfredzaamheid ingrijpend op de schop gaat. Gemeenten worden verantwoordelijk voor vrijwel de volledige ondersteuning aan kwetsbare burgers. Het Lenteakkoord en de daarop volgende val van het kabinet Rutte I leidde halverwege 2012 tot een impasse over het perspectief van de transities die met het Bestuursakkoord 2012-2015 waren voorzien (controversieel verklaring). Na vaststelling van het Regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ van het kabinet Rutte II is de sociale agenda en het programma geactualiseerd. Dit is vastgelegd in het Uitvoeringsplan sociale agenda 2013. Het project Ondersteuning bij Zelfstandig Wonen is aan het programma toegevoegd. Onderdelen hiervan zijn de bezuinigingen op hulp bij het huishouden en op hulpmiddelen, de transitie van persoonlijke verzorging en het inbedden van de gevolgen van de (versnelde) intensivering van zorg buiten de instellingen (‘extramuralisering’). Er moet in essentie een (lokaal) stelsel van maatschappelijke ondersteuning over alle leefgebieden van burgers ontwikkeld worden: opvoeding, zorg, welzijn, arbeidsparticipatie en inkomensondersteuning, aanvullend op de bestaande medische zorg en onderwijs. Dit is in 2012 vastgelegd in een integrale visie (de sociale agenda 2012 – 2015) en wordt uitgewerkt in één programma: ‘Transities in samenhang’. In 2012 heeft binnen het programma Transities in samenhang de focus gelegen op: Opzet integrale visie + werkwijze Oriëntatie op het nieuwe krachtenveld (lokaal en regionaal) Analyse van de nieuwe vraagstukken (bijv. cliëntanalyse begeleiding). Het besluit over de regionale samenwerking binnen Lekstroom op het gebied van werk en inkomen en het besluit over de vorming van een gemeenschappelijke regeling WIL waren mijlpalen in 2012. Parallel hieraan is in 2012 met externe partijen gewerkt aan de implementatie van de 1e fase ombuigingen en de ontwikkeling van voorstellen voor de 2e fase ombuigingen op alle onderdelen van Vitaal. Wet maatschappelijke ondersteuning In 2012 is het Wmo-beleidskader 2012-2015 vastgesteld door de Raad. Het beleidsplan omvat de kaders van het beleid dat de gemeente wil voeren op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. Hierin wordt nog sterker ingezet op de eigen kracht en zelfredzaamheid van burgers. Dé uitdaging de komende jaren is om mensen die zorg nodig hebben in Houten en hun mantelzorgers nog beter te ondersteunen, zodat beiden kunnen (blijven) participeren. De vraaggerichte aanpak in het kader van de ‘Kanteling Wmo’ kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Hierbij moet ook worden gekeken naar de fysieke inrichting van de openbare ruimte, de ondersteuningsmogelijkheden in de buurt en het sociale netwerk. Daarbij zullen we de grote veranderingen die op komst zijn en de ombuigingen een plek moeten geven zonder de in gang gezette ontwikkelingen te frustreren. Op basis van de resultaten van de pilot Kanteling klantbenadering is in het najaar van 2012 de kanteling van de Wmo ingevoerd. Dat heeft vooralsnog geleid tot een nieuwe verordening Wmo met de bijbehorende beleidsregels als juridische uitwerking van het Wmo-beleidskader 2012-2015. Om de kanteling goed vorm te kunnen geven is in 2012 een verkenningsdocument gemaakt en een stappenplan voorbereid om te komen tot één (integrale) toegang tot de Wmo. Dat betekent de vorming van een fysiek sociaal loket én de vorming van een gekantelde klantbenadering voor heel Houten dichtbij en rondom de burger. In 2012 zijn de ombuigingen op een aantal collectieve voorzieningen voorbereid. In deze eerste fase van ombuigingen wordt vanaf 2013 circa € 617.000 omgebogen op de Wmo collectieve voorzieningen, inclusief jeugd en onderwijs. Dit vroeg een intensieve samenwerking met onze strategische kernpartners. De ombuigingen op de collectieve voorzieningen in 2013 zijn gedeeltelijk in efficiëncymaatregelen, ingrepen in de bedrijfsvoering of andere werkwijzen van organisaties gevonden. Verder zijn inhoudelijke keuzes gemaakt in activiteiten van organisaties, waaronder bij ‘van Houten&co’ (zie ook Sociale samenhang en leefbaarheid).
Jaarstukken 2012
11
Sociale samenhang en leefbaarheid Met ingang van 2013 neemt het budget voor ‘van Houten&co’ verder af met € 200.000,- door financiele ombuigingen van de gemeente. Daarnaast eindigt de impulssubsidie sociaal cultureel werk en zullen ook de ombuigingen op de sociaal culturele centra negatieve financiële gevolgen hebben. Dat betekent voor de organisatie dat er sprake is van afbouw van activiteiten en inkrimping van de organisatie. Bij deze krimp is niet gekozen voor een kaasschaaf (van alles wat minder), of het stopzetten van een bepaalde werksoort. Er is gekozen voor een andere werkwijze (Welzijn nieuwe Stijl), door vrijwilligers meer werk te laten doen in plaats van professionals, zoveel mogelijk te automatiseren, de overhead te verminderen en bijeenkomsten en activiteiten te versoberen. In 2012 heeft een heroriëntatie op het wijkgericht werken plaats gevonden. Initiatieven op het gebied van samenwerken in de wijk ′nieuwe stijl′ stonden hierbij centraal. Van Houten&co en Viveste hebben samen in november een event hierover georganiseerd. Met deze bijeenkomst is een impuls gegeven aan een andere manier van samenwerken in de wijk, in het bijzonder in Houten-Noordoost. De uitkomsten en gevolgen van de bijeenkomst worden verwerkt in een advies aan de Gemeente Houten, dat in 2013 gereed is. De budgetten van de wijkcoördinatoren worden door de ombuigingen afgebouwd. Door een door de raad aangenomen motie wordt wel bekeken of er een Fonds Maatschappelijke Ontwikkelingen gevormd kan worden, met als doel het steunen van bewonersinitiatieven. Met verschillende in- en externe partijen is gesproken over het opzetten van dit fonds. In het najaar van 2012 zijn de beschikbare budgetten in kaart gebracht en de zijn eerste afspraken over de invulling geweest. Bij de verdere uitwerking speelt het advies over ’samenwerken in de wijk nieuwe stijl’ een belangrijke rol in 2013 zal dit fonds nader worden uitgewerkt. Sociale zaken De Wet werken naar vermogen (Wwnv) werd door de val van het Kabinet Rutte I controversieel verklaard. Daarvoor in de plaats voert het nieuwe Kabinet per 1 januari 2014 de Participatiewet in. 2012 heeft in het teken gestaan van de totstandkoming van de regionale samenwerking op het terrein van Werk en Inkomen. Na de bestuurlijke besluitvorming is de Gemeenschappelijke Regeling Werk en Inkomen Lekstroom (WIL) met ingang van 1 januari 2013 opgericht. WIL kent een eigen werkgeversbenadering, vanuit het Werkgeversservicepunt. Deze werkgeversbenadering kan in combinatie met de dienstverlening aan werkzoekenden worden gezien als doorontwikkeling van de Vakwerkmethode, zoals ontwikkeld in Houten. De werkgeversbenadering van WIL maakt onderdeel uit van de bredere arbeidsmarktaanpak in de regio Utrecht. Onderwijs De ontwikkeling van een brede school wordt door de betrokken partners zelf gedragen. De gemeente levert alleen nog op onderdelen ondersteuning. Dit kan gezien worden als eerstelijns ondersteuning. Indien de verzoeken lastiger worden, dan moet de brede school hiervoor zelf zorg dragen. Tevens is er een inventarisatie gemaakt van de benodigde capaciteit van schoolgebouwen en de daarbij behorende groot onderhoudskosten, voor de aankomende tien jaar, het Integraal Huisvestingsplan. De uitvoering van dit plan start in 2013. Tot slot is er ook gewerkt aan de planvoorbereiding voor de in 2013 op te leveren onderwijsaccommodatie in Hofstad. Hierin werken Montessori en Katholiek onderwijs, BSO en kinderopvang samen. Kunst en cultuur De bibliotheekvoorziening is teruggebracht naar een basisvoorziening. Er is een regionale kostprijs voor het basispakket in 2013 vastgelegd. De ombuigingen op de bibliotheek zijn gerealiseerd door grotere inzet van vrijwilligers, minder activiteiten / nevenvestigingen en alternatieve dienstverlening / meer selfservice. Met ingang van 1 januari 2013 hebben de professionele culturele instellingen (Stichting Aan de Slinger, Stichting KunstAanBod, Stichting Houten XL) hun activiteiten onder één bestuur gebracht en koopt het HMC hier haar backofficetaken in. In het businessplan is het ondernemerschap van de organisatie en de voortrekkersrol van Stichting Aan de Slinger uitgebreid belicht. Programma 2 Duurzaam Mensen wonen, werken, leren en ontspannen in een omgeving die levensloopbestendig is, waarbij verantwoord wordt omgegaan met middelen. Kwaliteit leefomgeving
Jaarstukken 2012
12
In 2015 wonen er circa 50.000 inwoners in Houten. In de groei daarnaartoe wil de stad Houten zijn dorpse karakter koesteren en de kwaliteit in de bestaande stad behouden. De bewoners van Houten moeten kunnen wonen, werken, leren, ontwikkelen en ontspannen in een omgeving die levensloopbestendig is, waarbij verantwoord wordt omgegaan met middelen en milieu. Om dit te kunnen garanderen is een gedifferentieerd woningaanbod noodzakelijk, waar bewoners en nieuwkomers hun woonwensen kunnen realiseren. Het Rond en Castellum moeten daarbij een goedlopend winkelaanbod, met horecavoorzieningen en een aantrekkelijke weekmarkt bieden. In de directe leefomgeving van de woongebieden is het onderhoud en beheer van de openbare ruimte goed, zodat bewoners zich hier thuis en betrokken voelen. De overheid heeft een belangrijke rol in het realiseren van deze leefomgeving. Door regievoering bij gebiedsinrichting wordt gewerkt aan de ontwikkeling van de stedelijke en landelijke omgeving. Daarnaast wordt de burger ook steeds meer betrokken bij ontwikkeling en onderhoud. Zelfredzaamheid en het zelf-organiserend vermogen van de burgers is steeds belangrijker in het behouden van kwaliteit van de leefomgeving. Het doel is om een grotere verantwoordelijkheid bij hen neer te leggen. Een voorbeeld waar dat al gebeurt is het Eiland van Schalkwijk. Hier komen bewoners en bedrijven meer zelf aan het roer. Zij worden uitgedaagd om zélf met ontwikkelingsinitiatieven te komen voor recreatie en landbouw. De tevredenheid van bewoners over het leefklimaat in Houten wordt ook bepaald door de aanwezigheid van een aantrekkelijk en kwalitatief hoogwaardig buitengebied. Behoud en ontwikkeling van natuurwaarden staan hierbij centraal. Ook het tastbaar en zichtbaar maken van cultuurhistorisch erfgoed is hiervoor belangrijk. Last but not least streven we naar een gezonde leefomgeving waarin schoon en veilig de kernwaarden zijn. Ook op dit punt levert de Houtense samenleving een belangrijke bijdrage, zowel bewoners als bedrijven. We maken Houten met elkaar zo duurzaam mogelijk. Door bezuinigingen is het afgelopen jaar ingegrepen in de ambities die eerder zijn neergelegd. Het is goed om te constateren dat ook in deze tijd het gelukt is om geen achteruitgang te constateren op de meeste indicatoren met betrekking tot de tevredenheid van inwoners over hun leefomgeving. De betrokkenheid van bewoners bij hun leefomgeving is vergroot. Er zijn veel initiatieven binnengekomen voor en vanuit het Eiland van Schalkwijk. De energiesprong Houten heeft een eerste sprong gemaakt. Er is actief met bewoners gecommuniceerd over de mogelijke effecten van bezuinigingen op hun directe leefomgeving. En ook de heroriëntatie op het wijkgericht werken (de versterking van participatie van burgers in de wijken in samenwerking met de Wmo) is voortvarend met maatschappelijke partners gestart. Tenslotte is de regionale samenwerkingsovereenkomst in de afvalwaterketen op 24 december door het bestuur ondertekend en op 1 januari 2013 van start gegaan. Het voorgestelde samenwerkingsmodel bestaat uit een projectbureau genaamd Winnet ‘Kennis en projecten’. Ruimtelijke ontwikkeling In 2012 is een vervolg gegeven aan de ontwikkeling van een flink aantal ruimtelijke projecten. In samenwerking met andere partijen is gewerkt aan de centrumontwikkelingen in Houten Noord (Slinger) en Houten Zuid (Castellum), de planontwikkeling- en uitvoering voor de nog resterende deelplannen in Houten Zuid (Rietplas, Leebrug II, Hofstad IVb) en de planvorming voor veranderlocaties in Houten Noord (Stenen Poort, Bogermanschool). Daarnaast is gewerkt aan de uitvoering van het programma Linieland, aan de integrale gebiedsontwikkeling van het Eiland van Schalkwijk en de uitvoeringsprojecten in het kader van recreatie, landschap en leefomgeving. Met deze projecten is de diversiteit in het woonaanbod vergroot, kunnen bewoners van Houten Zuid goed winkelen in het tweede centrum van Houten en constateren we dat het recreatief aanbod in het buitengebied nog steeds groeiende is. In een buitengewoon lastig tijdsgewricht voor ruimtelijke ontwikkeling is er in diverse projecten toch ook aandacht voor cultuurhistorische aspecten, zoals in Hofstad IV en het Oude Dorp. Ook vanuit ecologie en natuurbehoud is het goed om te constateren dat de ontwikkeling van bijvoorbeeld het sport- en werklandschap de Meerpaal gecompenseerd wordt door een weidevogelcompensatiegebied van inmiddels 20 hectare. Nieuw Houtens Niveau Het groenbeheer is conform de nieuwe kwaliteitsnormen (het Nieuw Houtens Niveau) uitgevoerd. In de bestekken met aannemers die in de loop der jaren zijn afgesloten, is de mogelijkheid opgenomen om te kunnen schakelen naar een ander kwaliteitsniveau. Het onderhoud aan bomen is (conform het NHN) uitgevoerd op het gebruikelijke hoge niveau, wat dan ook bij de reconstructies in de wijk noordoost is toegepast.
Jaarstukken 2012
13
Programma 3 Bereikbaar Het in stand houden en verbeteren van de infrastructuur ten behoeve van de bereikbaarheid van Houten. bereikbaarheid De toenemende mobiliteit maakt het noodzakelijk extra te investeren in bereikbaarheid. Daarbij gaat het zowel om de bereikbaarheid van Houten van buitenaf, als om die vanuit Houten naar de regio Utrecht en omstreken. Omdat de bereikbaarheid van de gemeente voor een belangrijk deel wordt bepaald door externe infrastructuurbeheerders, is overleg met deze partners - om de gemeentelijke belangen onder de aandacht te houden - van strategisch belang. Aandachtspunt is de balans tussen optimale mobiliteit met hoog comfort en eventuele negatieve effecten op leefbaarheid, duurzaamheid en verkeersveiligheid. Het is duidelijk dat fietsers in Houten goed af zijn. De tevredenheid over de fietspaden is nog steeds groot. Op het gebied van de veiligheid van fietsers levert de aanleg van het fietspad langs de Beusichemseweg een belangrijke bijdrage. Deze werkzaamheden worden in het voorjaar van 2013 afgerond. De gebruikers van de fietstransferia in het Centrum en Castellum geven de transferia het rapportcijfer 8. Ook is de bereikbaarheid van Houten per auto nog steeds zeer goed, zelfs in de spits is de reistijd vanaf het centrum naar de A27 slechts 9 minuten. Beeldkwaliteitsplan Het resultaat van de ombuigingen is een beeldkwaliteitsplan voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte, waarin het Nieuw Houtens Niveau ook visueel wordt weergegeven. In dit plan worden kwaliteitsnormen voor het dagelijks onderhoud gekoppeld aan beheerkosten. Het huidige niveau van onderhoud is, in de vorm van een nulmeting, hierin ook vastgelegd. Met dit instrument kunnen het bestuur en de raad keuzes maken in het niveau van onderhoud, die vertaald worden in een financieel effect. Het klein en groot onderhoud aan de infrastructuur zoals wegen en fietspaden, is conform de nieuwe kwaliteitsnormen uitgevoerd. Parkeerknelpunten zijn geanalyseerd en daar waar nodig aangepakt, ook door strikte handhavingsacties waarbij eerst wordt gewaarschuwd en daarna bekeurd. Er zijn 17 openbare parkeerplaatsen aangewezen voor deelautogebruik. Elektrische auto’s Er zijn 3 (van de beoogde 6) openbare oplaadpunten voor elektrische auto’s gerealiseerd, waarbij de gemeente heeft gefaciliteerd. Daarnaast is er 1 snellaadpunt gerealiseerd en zijn er voor 1 groengasvulpunt vergunningen afgegeven. Er zitten nog 3 openbare oplaadpunten in de pijplijn waarvan een aanvraag is ingediend bij de stichting e-laad.nl, maar de gemeente blijft afhankelijk van de realisatie door derden. Programma 4 Veilig Mensen wonen en werken in een omgeving die veilig is en waarin ze zich ook veilig voelen. Veiligheid Houten is een veilige gemeente. Dat blijkt ook over het afgelopen jaar weer. Uit de Leefbaarheidsmonitor 2012 blijkt opnieuw dat de inwoners van Houten zich veilig voelen. De inwoners waarderen de veiligheid in hun eigen buurt met een 7,3. Hiermee scoort Houten hoger dan vergelijkbare gemeenten. De belangrijkste problemen die de inwoners het liefst opgelost zien, hebben te maken met verkeer (parkeeroverlast en hard rijden). Jongerenoverlast komt op de derde plaats. In het Integraal Veiligheidsplan (IVP) zijn dit speerpunten van het veiligheidsbeleid. Over 2012 springt het aantal woninginbraken misschien wel het meest in het oog. Het aantal woninginbraken is hoger dan verwacht. De stijging van het aantal woninginbraken betreft een landelijke ontwikkeling, waar de politie ook extra prioriteit aan geeft. Tijdens de Week van de Woninginbraken heeft de gemeente Houten in samenwerking met de politie een clinic ‘observeren en signalementen onthouden voor burgers’ georganiseerd. Deelnemers hebben enthousiast gereageerd op de clinic. Er is een vervolg gegeven aan het project ‘Waaks’. Eigenaren van honden worden gevraagd om bij het uitlaten van de hond te letten op verdachte situaties. Het project heeft inmiddels meer dan 50 deelnemers. Deze initiatieven hebben resultaat. Het aantal meldingen bij de politie over verdachte situaties is in 2012 toegenomen.
Jaarstukken 2012
14
Burgernet Houten heeft in september 2012 succesvol deelgenomen aan de regionale wervingscampagne voor Burgernet. Het aantal deelnemers is in 2012 verder gegroeid naar ruim 3500 deelnemers. Houten heeft daarmee een relatief hoog deelnemerspercentage: 7,3% tegenover gemiddeld 6,5% in de regio. Een groot succes in 2012 is het behalen van de eerste ster van het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) voor het winkelcentrum Het Rond. Ondernemersvereniging het Rond werkt hiervoor samen met winkeliers, gemeente, politie, VRU, vastgoedeigenaar Vastned, jongerenwerk van Van Houten&Co, horecaondernemers en Viveste aan een veilig winkelgebied voor bezoekers, maar ook voor de winkeliers en hun personeel. Het gaat dan bijvoorbeeld om afspraken over betere verlichting, extra surveillance, extra schoonmaak of het instellen van een ‘whats-app-groep’ voor ondernemers. Eind 2012 is de nieuwe website www.houten.nl/veilig operationeel geworden. Met deze website sluiten we meer aan op de beleving, behoeften en verwachtingen van burgers met betrekking tot risicocommunicatie. De gemeente heeft het onderwerp breder getrokken door niet alleen informatie over fysieke veiligheid aan te bieden, maar juist ook over sociale veiligheid. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor de vraag wat de burger zelf kan doen om de sociale veiligheid te vergroten. Verkeersveiligheid Op gebied van verkeersveiligheid, is er het afgelopen jaar extra aandacht uitgegaan naar de veiligheid op de Rondweg. De Rondweg is, vanaf de aansluiting met de Utrechtseweg via de westelijke kant tot en met De Koppeling, op basis van ongevallengegevens aangewezen als zogenaamde ‘trajectweg’. Op een trajectweg wordt niet op één soort overtreding gecontroleerd, maar vinden intensieve controles plaats op het gebied van snelheid, roodlicht negeren, gordel dragen en alcohol. In de periode januari tot juni 2012 zijn 55 controles gehouden, met als doel het aantal ongelukken door snelheidsovertredingen en het negeren van rood licht te verlagen. Programma 5 Betrokken Bestuur en organisatie signaleren, onderzoeken en vertalen de behoeften van de Houtense inwoners en organisaties. Betrokkenheid De inwoners van Houten zijn tevreden over de mate waarop zij worden geïnformeerd (85%). Ook de dienstverlening wordt positief beoordeeld; de klanttevredenheid wordt gewaardeerd met een 7,8. Dit blijkt respectievelijk uit de leefbaarheidsmonitor en de benchmark Publiekszaken. Aan de hand van deze twee onderzoeken wordt de mate van tevredenheid voornamelijk gepeild. Ondanks dat de eerste effecten van de bezuinigingen zich langzaamaan beginnen te openbaren in de uitkomsten van de Leefbaarheidsmonitor, met name op het gebied van het onderhoud van de openbare ruimte, geven de meeste Houtenaren net als in 2010 aan, vertrouwen te hebben in het bestuur van de gemeente. Ook het vertrouwen in burgemeester en wethouders is hoog. Daar waar het specifiek gaat om het waar maken van beloften door B&W en het zich vertegenwoordigd voelen door de gemeenteraad stelt men zich echter kritischer op. Dat geldt ook voor de mate waarin burgers als kiezer invloed hebben op wat er in de gemeente gebeurt. Werken op afspraak Geconstateerd wordt dat er een aanzienlijke toename is in het aantal digitale bezoeken van de gemeente (www.houten.nl). Dit wordt mede veroorzaakt door de verdere uitbreiding van het werken op afspraak. Vanaf oktober 2012 wordt uitsluitend nog op afspraak gewerkt. Inwoners maken veelal vooraf digitaal een afspraak. Daarnaast checken zij zelf elektronisch in, door gebruik te maken van de informatiezuil in de Gemeente InGang. De wachttijden behoren daarmee voor onze klanten tot het verleden. Daardoor kan personeel efficiënter worden ingezet en wordt verantwoord een beroep gedaan op de zelfredzaamheid van onze inwoners. Dienstverlening Het verbeteren van de telefonische bereikbaarheid behoeft aandacht. De invoering van het flexwerken maar ook personele onderbezetting op het telefonisch informatie centrum (TIC) hebben de mate van bereikbaarheid beïnvloed. Met de geplande aanschaf van de applicatie die de werkprocessen ondersteunt, genaamd Midoffice, wordt een belangrijke positieve impuls gegeven aan het verder door ontwikkelen van de dienstverlening. Met name het monitoren van voortgang in status van afwikkeling (aan)vragen, en het genereren van volledige managementrapportages komen daarmee binnen handbereik. Jaarstukken 2012
15
Belangrijke ontwikkelingen vanuit de paragrafen Lokale heffingen In het belastingjaar 2012 werd de Houtense burger voor het eerst geconfronteerd met een extra verhoging van de onroerendezaakbelastingen. Nog niet eerder heeft de Houtense raad tot zo’n ingrijpende ombuigingsmaatregel hoeven besluiten. De verregaande bezuinigingen lieten echter geen andere weg open. Zo is het bedrag van de OZB ‘eigenaar woning’ afgelopen jaar met 13,6% gestegen ten opzichte van 2011, tot een gemiddelde van € 340,- per woning. Het effect op de gemiddelde lastendruk (het totaalbedrag dat aan gemeentelijke belasting wordt opgelegd) is echter beperkt gebleven door de verlaging van de afvalstoffenheffing in 2012. In 2012 is de gemiddelde lastendruk per huis[1] houden met 1,9% toegenomen ten opzichte van 2011, tot een totaalbedrag van € 615,-. In het belastingjaar 2012 waren ook opnieuw de effecten van de crisis zichtbaar in de waardeontwikkeling van woningen. De gemiddelde waarde van de woningen daalde opnieuw. In 2012 is de gemiddelde WOZwaarde van een woning in Houten € 301.642,-, terwijl deze in 2011 nog € 311.154,- was. Dit betekent een daling van 3,1%. De waardeontwikkeling is van belang bij de vaststelling van de tarieven onroerende zaakbelastingen. De vastgestelde waarde (WOZ-waarde) is de uitgangswaarde voor de berekening van de onroerende zaakbelasting. De gemeente Houten neemt met de hoogte van de belastingdruk per huishouden (bruto-woonlasten) in de provincie Utrecht (26 gemeenten) de 8e positie in. De eerste positie is de goedkoopste gemeente. In 2011 stond Houten op de 7e positie. De calculatie voor woonlasten voor meerpersoonshuishoudens (mphh) die het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) hanteert, resulteert voor de gemeente Houten in een bedrag van € 615,- en een 65e plaats (in 2011 positie 58). Als onderdeel van de ombuigingen is in 2012 ook de toeristenbelasting ingevoerd. Voor het eerst zijn daarvoor in Houten in 2012 voorlopige aanslagen opgelegd. Weerstandsvermogen De weerstandscapaciteit is het totaal aan middelen waaruit tegenvallers kunnen worden bekostigd, zonder dat de begroting en het beleid (direct) aangepast hoeven te worden. Bedragen x € 1.000
Weerstandscapaciteit per 1 januari van het jaar Vrij deel algemene reserve - Provinciale norm - Boven provinciale norm Stand reserve per 1 januari Onbenutte belastingcapaciteit Stille reserves Stelpost onvoorzien Totaal
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2.405
2.431
2.473
2.492
2.511
2.529
-429
-653
130
-69
-88
-106
1.976
1.778
2.603
2.423
2.423
2.423
530 0 61
1.020 0 62
1.050 0 62
1.060 0 63
1.060 0 63
1.060 0 63
2.566
2.859
3.716
3.546
3.546
3.546
Het jaarrekeningresultaat en de resultaatbestemmingen over 2011 zijn verwerkt in 2012, en dus geen onderdeel van de stand per 1 januari 2012. Hetzelfde geldt voor het jaarrekeningresultaat uit deze Jaarstukken 2012. Het jaarrekeningresultaat 2012 bedraagt € 1.077.990 en wordt in 2013 toegevoegd aan de vrije algemene reserve. Die wordt daardoor versterkt en komt aan het eind van 2013 weer boven de provinciale norm van ca. € 2,5 miljoen uit. De doorrekening naar de latere jaren is gebaseerd op het meerjarenbeeld uit begroting 2013. De risico’s die in de begroting 2012 waren benoemd
[1]
Binnen de afvalstoffenheffing wordt altijd geld gespaard om onvoorziene zaken uit te betalen. Dit spaarpotje kent echter een maximum. Dit maximum was in 2011 bereikt waardoor het te veel gespaarde in 2012 aan de burger is terug gegeven. Het geld dat via de afvalstoffenheffing wordt opgebracht mag wettelijk niet aan andere doeleinden worden uitgegeven dan alleen aan doeleinden de afvalstoffenheffing betreffende.
Jaarstukken 2012
16
hebben zich niet voorgedaan, en daardoor ook geen impact gehad. Met de uitgangspunten voor de herschikking van de reservepositie en de daarvoor benoemde criteria in de begroting 2012, is het in 2012 nog niet nodig geweest om het concernweerstandsvermogen verder te versterken. Financiering Houten is in 2012 ruim binnen de renterisiconorm gebleven (risico met betrekking tot herfinanciering en renteherziening). Vanwege de lage rente is in 2012 vaak gekozen om met kasgeld te financieren, om zo incidenteel een lagere rentelast te realiseren. Hierdoor werd in het eerste en vierde kwartaal van 2012 wel de kasgeldlimiet (limiet voor de financiering met kort geld) overschreden. Dit kwam met name door investeringen in de Kringloopwinkel, De Meerpaal, Schoolwoningen en het Grondbedrijf. Ter bescherming van de kortlopende schulden, is voor het Grondbedrijf een lening van € 5 miljoen afgesloten met een looptijd van één jaar. Om een goede balans tussen korte en lange financiering te krijgen, is eind 2012 opdracht gegeven aan een onafhankelijk treasury-adviesbureau. Het bureau is gevraagd te adviseren over de herfinanciering van de aflossingen en de invulling van de meerjarige financieringsbehoefte. Dit onderzoek wordt begin 2013 afgerond. De ontwikkelingsfase waarin Houten zich bevindt en de achterblijvende inkomsten uit grondverkopen zorgen ervoor dat Houten in 2012 in negatieve zin bijdraagt aan het EMU-saldo. De overheden hebben tijdelijk extra ruimte gekregen voor hun EMU-tekorten. In 2013 moet het landelijk begrotingstekort echter teruggebracht zijn tot beneden de 3%. Bedrijfsvoering De organisatie heeft zich in 2012 verder ontwikkeld op het gebied van structuur en sturing. In de tweede helft van 2012 zijn de ontwerptrajecten gestart voor de nieuwe organisatie. Vier kwartiermakers hebben een ontwerpopdracht gekregen voor de taakvelden Ruimte, Openbare ruimte, Samenleving en Dienstverlening. Daarnaast zijn er opdrachten gegeven voor de ontwikkeling van staf, informatie, projecten en vastgoed. Het ontwerpen van de organisatie wordt gedaan met het in 2011 ontwikkelde Denkmodel en de noties uit het Strategisch Leertraject Focussen, verbinden en communiceren. In het voorjaar van 2012 is de Houten Academie van start gegaan. Doelstelling is het verhogen van het kennisniveau van de organisatie door het inzetten van eigen mensen. Door onderlinge overdracht van (basis)kennis en ervaring tussen medewerkers van de gemeente Houten wordt het niveau verhoogd. De thema’s in 2012 waren ‘kwaliteit van college- en raadsvoorstellen’ en ‘grip op financiën’. Er werden 21 verschillende workshops gegeven, door 23 interne trainers/docenten. Er hebben 380 medewerkers deelgenomen aan de workshops. Vanuit college en directie wordt nadrukkelijk gestuurd op stringent budgetbeheer. In 2012 is een cyclus van maand-, kwartaal- en bestuursrapportages ingevoerd. Maandrapportages op directieniveau en kwartaal- en bestuursrapportages op respectievelijk college- en raadsniveau. Met de Audit en Rekeningcommissie (ARC) is gesproken over de mogelijkheden om de Planning en Control-cyclus efficienter en actueler te maken. Concreet heeft dat er toe geleid, dat er in oktober voor het eerst op proef een digitale presentatie van een bestuursrapportage heeft plaatsgevonden. Door het houden van een presentatie in plaats van het samenstellen van dikke boekwerken (langere doorlooptijd), kunnen de gegevens actueler zijn. Gemeentebrede personeelslasten De inspanningen om de inhuur terug te dringen hebben ook in 2012 een groot effect gehad. Na de daling in 2010 met € 1,6 miljoen, is deze lijn in 2011 en 2012 doorgezet. In onderstaand overzicht zijn de kosten voor inhuur van derden in de jaren 2009 tot en met 2012 opgenomen. De inhuur voor de grondexploitatie is niet opgenomen binnen de algemene dienst, de bedragen hiervan komen alleen voor in een totaaloverzicht in onderstaand overzicht. Omdat de dekking van deze kosten plaatsvindt vanuit de grondexploitatie en speciaal ter beschikking gestelde kredieten blijven deze in de rest van deze analyse buiten beschouwing. Omschrijving Grondexploitatie Specifieke projecten algemene dienst Frictie algemene dienst Totaal
Jaarrekening 2009 518.669
Jaarrekening 2010 312.385
Jaarrekening 2011 243.351
Jaarrekening 2012 285.739
239.334
390.218
378.846
92.075
3.550.265 7.528.462
2.067.481 5.899.692
255.528 877.725
275.446 653.260
Jaarstukken 2012
17
Resultaat Het resultaat op de personeelslasten binnen de algemene dienst is een positief saldo. Dit komt vooral door een strakke centrale sturing op de budgetten. Begroting 2012 20.792.223
Omschrijving
Salarissen Vergoedingen UWVgelden niet ingezet en gedetacheerd personeel Inhuur 227.540 Af: afdeling Projectontwikkeling* -1.541.868 Resultaat algemene dienst 19.477.895 * Dit bedrag wordt via de producten doorbelast aan de grondexploitatie.
Jaarstukken 2012
Werkelijk Resultaat 2012 20.571.966 220.257 -140.769
140.769
275.446 -1.405.257 19.301.386
-47.906 -136.611 176.509
18
JAARVERSLAG
Jaarstukken 2012
19
Jaarstukken 2012
20
Programma’s
Jaarstukken 2012
21
Jaarstukken 2012
22
Programma Vitaal
Jaarstukken 2012
23
Jaarstukken 2012
24
Programma Vitaal Programma in vogelvlucht In essentie gaat het programma Vitaal over het bevorderen van Participatie. Doel is de deelname aan de Houtense samenleving voor iedere inwoner te bevorderen en te investeren in de zelfredzaamheid en de betrokkenheid van mensen. Binnen het programma wordt uitvoering gegeven aan een breed scala aan wetten en regels op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, gezondheid, onderwijs, leerplicht, leerlingenvervoer, werk en inkomen, werkgelegenheid, sport, kunst en cultuur. De gemeente heeft binnen Vitaal op verschillende onderdelen grote beleidsvrijheid om invulling te geven aan deze taken. Het programma “Transities in Samenhang”, waarin de grote decentralisaties binnen het sociale domein worden voorbereid, is onlosmakelijk verbonden met het programma Vitaal: De in Vitaal opgebouwde infrastructuur is fundament voor de transities en tegelijkertijd zullen de transities leiden tot een transformatie van het programma Vitaal. Uit de leefbaarheidsmonitor blijkt dat de sociale participatie nog steeds toeneemt: Dit komt onder andere tot uitdrukking in het feit dat meer inwoners aangeven dat zij zich in betrokken voelen bij de eigen leefomgeving en tevreden zijn over het voorzieningenniveau. De toegenomen aandacht voor de eigen (sociale) omgeving en het participeren in de maatschappij blijkt ook uit een toename van het aantal vrijwilligers in 2012. Enige achteruitgang in de tevredenheid kan worden geconstateerd ten aan zien van het basisonderwijs, speelplekken voor kinderen, het zwembad en de bibliotheek-voorzieningen. In 2012 zijn de effecten van de ombuigingen nog zeer beperkt dan wel niet aanwezig. Alleen m.b.t. de individuele voorzieningen Wmo hebben inwoners al in 2012 ombuigingseffecten ervaren. Veel bezuinigingen (op subsidies) zullen hier pas vanaf 2013 daadwerkelijk worden geëffectueerd en daarmee voor de inwoners voelbaar worden. De jaarrekening 2012 en de leefbaarheidsmonitor 2012 kunnen in dat licht als “nulmeting” gezien worden. Om de beoogde maatschappelijke effecten te bewerkstellingen, kent het programma Vitaal diverse beleidsmaatregelen, programma’s en activiteiten. Deze zijn in de begroting 2012 verwoord door middel van prestatie-indicatoren. Uit onderstaande grafiek blijkt dat 85 % van de voor 2012 geplande kwalitatieve prestatie-indicatoren zijn gerealiseerd.
De belangrijkste behaalde resultaten worden hieronder beknopt toegelicht. Ook wordt kort ingegaan op enkele voorgenomen initiatieven die niet (geheel) gerealiseerd zijn. Gerealiseerde prestaties e In 2012 is met gesubsidieerde partners constructief gewerkt aan oplossingen voor de (1 fase) bezuinigingen die per 2013 van kracht worden. Organisaties als Van Houten &co, de bibliotheek, de professionele culturele instellingen en vrijwilligersorganisaties op het gebied van welzijn, cultuur en sport hebben daartoe hun werkwijze, bedrijfsvoering en activiteitenplan ingrijpend bijgesteld: Bij Van Houten&co heeft dit bijvoorbeeld geleid tot een geheel nieuwe werkwijze (Welzijn Nieuwe Stijl): Op basis daarvan is meer werk bij vrijwilligers belegd in plaats van bij professionals, zijn zaken waar mogelijk geautomatiseerd, is de overhead sterk verminderd en zijn bijeenkomsten en activiteiten versoberd.
Jaarstukken 2012
25
Bij de professionele culturele instellingen heeft het geleid tot een geslaagd fusieproces tussen Theater aan de Slinger, Houten XL en Kunstaanbod (en intensievere samenwerking met HMC). De bibliotheekvoorziening is teruggebracht naar een basisvoorziening. Tevens is een regionale kostprijs voor het basispakket vastgelegd voor 2013. Ombuigingen zijn gerealiseerd door grotere inzet vrijwilligers, minder activiteiten/ nevenvestigingen en alternatieve dienstverlening/ meer selfservice. Een deel van de hiertoe noodzakelijke investeringen is vertaald in een inspanningsverplichting tot werven van externe middelen uit activiteiten/ fondswerving. Verder heeft het geleid tot een sterke reductie van het aantal subsidierelaties en tot fondsvorming (Cultuurfonds, Sportfonds, Fonds Maatschappelijke ontwikkeling).
In 2012 zijn ook de ombuigingen op individuele voorzieningen Wmo doorgevoerd. Dit heeft geleid tot: eigen bijdrage (bij aanschaf) voor individuele voorzieningen (met uitzondering van algemene voorzieningen en rolstoelen); eigen bijdrage hulp bij het huishouden; invoering ritbijdrage regiotaxi. Het jaar 2012 werd ook gemarkeerd door de start van het programma transities in samenhang. Ten gevolge van de val van het kabinet, was het halverwege 2012 onduidelijk hoe te transities voorgezet zouden moeten worden. Desondanks is de voorbereiding waar mogelijk (mn. binnen het domein van Werk & Inkomen) onverminderd voortgezet, om voor 2013 e.v. een goede uitgangspositie te creëren:. Drie mijlpalen zijn daarbij te benoemen: Vaststelling van de sociale agenda 2012-2015 Vaststelling van het Wmo-beleidskader (inclusief gekantelde verordening) 2012-2015 en uitvoering pilots Kanteling Besluitvorming m.b.t. Gemeenschappelijke Regeling Werk en Inkomen Lekstroom Niet gerealiseerde prestaties Ten gevolge van de val van het kabinet en het nieuwe regeerakkoord zijn de planningen voor de transities Wwnv en Begeleiding bijgesteld. De integratie van de loketfuncties Wmo is in de tijd (een kwartaal) opgeschoven door twee factoren: Ten eerste is de koers bijgesteld ten gevolge van van nieuwe kansen en wensen in het kader van de transities: Zo wordt de lokale toegang WIL aan het sociale loket toegevoegd per 1 mei 2013. Daarnaast willen een aantal kleinere vrijwilligersorganisaties zich ook aansluiten, waarmee een mooie stap vooruit gezet kan worden. Ten tweede vraagt een verantwoorde start (met continuïteit van de dienstverlening in een nieuwe gekantelde samenwerking) die met de bestaande mensen / middelen tot stand gebracht moet worden, meer tijd dan voorzien. De transities hebben ook geleid tot nieuwe inzichten t.a.v. wijkgericht werken. In 2012 is daarom geen convenant-oude stijl afgesloten, maar is samen met betrokken actoren (w.o. van Houten & co) begonnen met een om een heroverweging van deze werkwijze. In 2013 zal dit een vervolg krijgen. De zorg-infrastructuur in Houten is in 2012 nog verder verbeterd. De Stichting Houtense Huisartsen zijn met hun eerste lijnscollega’s samengegaan in de stichting Multi Functionele Zorg Houten. In 2012 de is gewerkt aan de bouw van een 5 EMC. Realisatie is echter vertraagd tot 2013.
Deelprogramma’s Het programma bestaat uit de volgende deelprogramma’s: Sociale participatie Gezondheidszorg Werkgelegenheid Onderwijs Kunst, cultuur en sport
Jaarstukken 2012
26
Deelprogramma Sociale Participatie Wat willen we bereiken? Dit deelprogramma sluit aan bij de eerste twee hoofddoelen van de Wmo, die in het visiedocument (Wmo-beleidskader 2008-2012) als volgt zijn geformuleerd: Houten is een leefbare stad met een grote samenhang in de wijken en buurten. In Houten zijn de inwoners zelfredzaam en betrokken bij de lokale samenleving: ze nemen zoveel mogelijk hun eigen verantwoordelijkheid en ondersteunen elkaar onderling waar dat mogelijk is. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: A. De Houtense inwoners voelen zich thuis in Houten en zijn betrokken bij hun eigen leefomgeving. B. Kinderen en jongeren in Houten groeien op in een veilige en stimulerende omgeving (thuis, op school en in de wijk). Hierdoor krijgen zij de kans om zelfredzaamheid, sociale betrokkenheid en zelfbeheersing te ontwikkelen en krijgen zij de ruimte om zich te ontplooien. Doelstelling 2: Afname van het aantal jeugdigen met problemen bij opgroeien en afname van het aantal ouders met problemen bij het opvoeden. Doelstelling 3: Inwoners van Houten weten waar ze terecht kunnen voor informatie, advies en ondersteuning op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Cliënten zijn tevreden over de dienstverlening op dit onderdeel en er is een adequate en toegankelijke toeleiding naar Wmo voorzieningen. Doelstelling 4: Toename deelname aan vrijwilligerswerk en het verlichten van de druk op mantelzorgers. Doelstelling 5: Verhogen van de deelname aan de Houtense samenleving door inwoners met een minimum inkomen en inburgeringspichtige inwoners. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 A. De Houtense inwoners voelen zich thuis in Houten en zijn betrokken bij hun eigen leefomgeving. B. Kinderen en jongeren in Houten groeien op in een veilige en stimulerende omgeving (thuis, op school en in de wijk). Hierdoor krijgen zij de kans om zelfredzaamheid, sociale betrokkenheid en zelfbeheersing te ontwikkelen en krijgen zij de ruimte om zich te ontplooien. (Prestatieveld 1 van de Wmo: Leefbaarheid en sociale samenhang.) Effectindicatoren Realisatie 2010
Doel
Omschrijving
Bron
1A
Indicator sociale kwaliteit (1) van de buurt % Inwoners dat actieve bijdrage levert aan leefbaarheid/veiligheid buurt % inwoners dat tevreden is over de welzijnsvoorzieningen in de gemeente (zoals buurthuis of jongerencentrum) % Houtenaren dat tevreden is over voorzieningen voor ouderen
Leefbaarheidsmonitor Leefbaarheidsmonitor
1A 1A
1A
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
6,4
-
6,4
6
30%
-
33%
32%
45%
-
45%
44 %
65%
-
65%
66 %
Leefbaar heidsmonitor/ Waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor
Jaarstukken 2012
27
1B
Aantal meldingen door justitie, scholen en/of hulpverleners van ongeoorloofd verzuim, ontheffingen en schorsingen
Afdeling Welzijn 652
502
540
(2)
504
1. Dit is een indicatorwaarde (schaal 0-10, 10 = meest positieve score) voor de waardering van burgers voor de wijze waarop buurtbewoners met elkaar omgaan. De waarde is gebaseerd op een viertal stellingen. 2. Het aantal jongeren in de doelgroep neemt toe. Procentueel gaat het dus in werkelijkheid om een daling.
Wat gaan we daarvoor doen? We zorgen voor een basis infrastructuur van voorzieningen die inwoners uitnodigt om te participeren. Daarnaast stimuleren we initiatieven van inwoners om zelf een bijdrage te leveren aan hun eigen woon- en leefomgeving. Kwalitatieve prestatie-indicatoren (# Prestaties zijn ombuigingsgerelateerd) Omschrijving prestatie 2012 Realisatie Toelichting Verkenning van mogelijkheden (en indien mogelijk vorming van) fonds maatschappelijke ontwikkeling ter ondersteuning van bewonersinitiatieven in overleg met maatschappelijke organisaties. Overleg met Van Houten&Co over: efficiencymaatregelen; de verschillende inhoudelijke keuzes die voorliggen om in te grijpen in het activiteitenaanbod; het inzichtelijk maken van de maatschappelijke effecten van die keuzes; om zo te komen tot een nieuwe opdracht voor 2013 waarmee de gevraagde bezuinigingen gerealiseerd kunnen worden. Op basis van die keuzes worden in de loop van 2012 al activiteiten binnen Van Houten&Co afgebouwd, aangepast of gecontinueerd. # Wijkgericht werken: Actualisering van het convenant wijkgericht werken met externe partners. Het afbouwen van activiteiten vanuit het budget wijkcoördinatoren en samen met externe partijen zoeken naar mogelijkheden om een fonds maatschappelijke ontwikkeling te vormen per 2013. (Zie ook de eerste prestatie-indicator.) # Actualisering integraal plan van aanpak Jeugd & Veiligheid in overleg met Openbare Werken en BCJ. Overleg met Oranjeverenigingen & 4/5 mei comité, organisaties voor internationale samenwerking, vrouwenorganisaties en ouderenbonden over bundeling van subsidiestromen en focus op subsidiabele activiteiten om daarmee de bezuinigingen in dit domein per 2013 te kunnen realiseren. Zorg dragen voor een vraaggericht vrijetijdsaanbod voor tieners in Houten. Monitoring en evaluatie effecten combinatiefunctionaris en besluitvorming toekomst. Werken aan een brede schoolontwikkeling dan wel multifunctionele accommodaties in de kwadranten in nauwe samenwerking met de kernpartners. Activiteitenbudgetten in het kader van stimulering jeugdparticipatie (jeugdparticipatieprijs, subsidie jongereninitiatieven) betrekken bij vorming fonds maatschappelijke ontwikkeling.
Van Houten&Co heeft, in opdracht van de gemeente Houten, in 2012 gewerkt aan een update van wijkgericht werken. Samen met Viveste is hier een aanzet toe gegeven. Met een co-creatie event zijn veel externe betrokken partijen gevraagd input te leveren. De visie is in concept gereed. Het vormt de basis voor een nieuw convenant wijkgericht werken en biedt aanknopingspunten voor het Fonds Maatschappelijke Ontwikkeling.
Jaarstukken 2012
28
In overleg met betrokken partijen, waaronder de scouting, uitvoeren van het plan gericht op het realiseren van een duurzame oplossing voor beheer en exploitatie van het Keer campterrein (Speelheuvel en kinderboerderij). Dit, zo nodig met nieuwe financiële dragers, zodat dit tot een structurele besparing van kosten kan leiden. Dit plan wordt in opdracht van de gemeente door de betrokken partijen uitgewerkt. # Herformuleren opdracht jeugd- en jongerenorganisaties en implementatie van de ombuigingstaakstelling. De gemeente formuleert de opdracht op basis van beleidsprioriteiten en taakstelling. In interactie met jeugd- en jongerenorganisaties en Van Houten&Co wordt een voorstel gemaakt voor de Perspectiefnota 2013. # Heroverwegen van de visie op en de rol van het peuterspeelzaalwerk in aansluiting op kinderopvang en basisonderwijs. Er wordt in overleg met peuterspeelzaalwerk, kinderopvang en onderwijs een voorstel hiervoor uitgewerkt. # Overleg met Halt over het doorvoeren van efficiencymaatregel in de subsidie vanaf 2013. # Beëindigen van de subsidie prenatale cursus d.m.v. het verschuiven van middelen per 2012 en dit vastleggen in de subsidieafspraken met Vitras/CMD. #
De taakstelling op de jeugd- en jongerenorganisaties, voortvloeiend uit de Perspectiefnota 2012, wordt per 2013 gerealiseerd. Op basis hiervan overleggen we met de jeugd- en jongerenorganisaties of het nodig is om de opdracht te herformuleren.
Het peuterspeelzaalwerk ontwikkelt zich steeds meer als educatieve partner. Dit uit zich in de nieuwe naam “Peuterschool”, de herijking van de toekomstvisie (maart 2012) en uit zich in 2013 in een voorgenomen convenant tussen basisonderwijs en peuterschool.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
Aantal bezoekers De Vuurtoren: a. dat deelneemt aan activiteiten die onder verantwoordelijkheid van SWOH worden georganiseerd b. dat De Vuurtoren bezoekt vanwege verhuur ruimte aan externe organisaties + Aantal 55 ers dat deelneemt aan computercursussen Bewegingsactiviteiten voor mensen met een beperking + en 55 ers Aantal bezoekers Speelheuvel. (Drempeloverschrijdingen)
Van Houten& Co
1 1 1
Realisatie 2010
a.
(1)
b.
(1)
Van Houten& Co
Realisatie 2011
Raming 2012
-
408
-
639
-
(3)
36.049
Van Houten& Co Van Houten& Co 35.000
a.
(1)
b.
(1)
Realisatie 2012
-
400
NNB
(2)
NNB
35.500
NNB
600
1 Bij begroting 2014 wordt deze indicator vervangen, bezoekersaantallen worden niet meer gemeten 2 Dit is minus de ongeveer 300 deelnemers aan zwemactiviteiten: Dit heeft Van Houten&Co overgedragen aan het zwembad. 3. De bezoekersaantallen van de Speelheuvel zitten tussen de 30.000 en 45.000 afhankelijk van het weer. Zachte winters en droge en warme zomers zijn goed voor het aantal bezoekers.
Doelstelling 2 Afname van het aantal jeugdigen met problemen bij opgroeien en afname van het aantal ouders met problemen bij het opvoeden. Van Houten(Prestatieveld 2 van de Wmo: Opvoeden en opgroeien.) Meer concreet betekent dit: a. In Houten vinden jeugd en hun ouders zelfstandig hun weg naar informatie, advies en ondersteuning ter preventie van opvoed- en opgroeiproblemen. Jaarstukken 2012
29
b. Ouders en jeugd met opvoed- en opgroeiproblemen worden in staat gesteld zelf oplossingen te vinden. c. In Houten signaleren mensen die met kinderen werken in een vroeg stadium ernstige probleemsituaties. Deze signalen leiden snel tot adequate interventies. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2a 2b
% kinderen in jeugdzorg % ouders met thuis wonende kinderen dat bekend is met het CJG % vragen bij het opvoed spreekuur waar sprake is van opvoedingsvragen (licht) % vragen bij opvoedspreek uur waar sprake is van opvoedingscrisis (zwaar)
Kinderen in Tel Leefbaarheidsmonitor
2c
2d
Realisatie 2010 1,4%
Realisatie 2011 -
Raming 2012 1,4%
Realisatie 2012 -
45%
-
60 %
66%
19%
-
(1)
8%
15%
-
18 %
14%
Opvoedspreekuur Houten Vitras AMW Opvoedspreekuur Houten Vitras AMW
12%
1. Het opvoedspreekuur wordt uitgevoerd door een orthopedagoge, de lichtere vragen worden naar verwachting vaker overgenomen door de verpleegkundigen en de maatschappelijk werkers van het CJG-spreekuur.
Nr. 2a
Verklaring van afwijking Publicatie Kinderen in Tel 2010, cijfer 2008. Gegevens over 2011 zijn niet beschikbaar omdat er 2 jaarlijks wordt geteld. Gegevens over 2012 komen pas later beschikbaar.
Wat gaan we ervoor doen? Ondersteunen bij opgroeien en opvoeden. Kwalitatieve prestatie- indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Bekendheid geven aan CJG, onder andere door het faciliteren en verder ontwikkelen van de website www.cjghouten.nl om te komen tot het aanbieden van meer lokale informatie. Opdracht formuleren met prestatieafspraken voor het CJG en participanten zoals Vitras/ CMD,GGD MN, Van Houten&Co en onderwijs. Het aanvullen en omvormen van het ondersteuningsaanbod bij opvoeden en opgroeien naar een aanbod waarin het stimuleren van de eigen kracht en het inzetten van het sociale netwerk centraal staat. In 2011 is de start gemaakt. In 2012 gaan we hiermee door. Voorbereiding op de transitie van de jeugdzorg. In samenwerking met de provincie het provinciale jeugdzorgaanbod beter laten aansluiten op de lokale vraag.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2
Het aantal gezinnen dat gebruik maakt van het opvoedspreekuur Aantal contacten door opvoedspreekuur (telefonisch/persoonlijk/schriftelijk)
Vitras
2
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
79
74
90
85
314
221
425
365
Vitras
Doelstelling 3 Inwoners van Houten weten waar ze terecht kunnen voor informatie, advies en ondersteuning op het gebied van wonen zorg en welzijn. Cliënten zijn tevreden over de dienstverlening op dit onderdeel en er is een adequate en toegankelijke toeleiding naar Wmo voorzieningen. (Prestatieveld 3 van de Wmo: Informatie, advies en cliëntondersteuning.) Jaarstukken 2012
30
Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3a
Cliënttevredenheidsonderzoek dienstverlening Wmoloket Via Houten Gemiddeld rapportcijfers voor de aanvraagprocedure (Hulp bij huishouden en individuele hulpmiddelen en vervoersvoorzieningen)
Wmo-loket VIA Houten
3b
Nr. 3a 3b
Realisatie 2010
Realisatie 2011
8,3 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo
Raming 2012
-
toegewezen: afgewezen: -
-
Realisatie 2012 8
-
toegewezen 7,7 afgewezen: 6,5
-
Verklaring van afwijking De metingen over 2011 zijn aanvankelijk doorgeschoven naar 2012. Omdat in 2012 wijzigingen zijn doorgevoerd in de werkwijze, is het beter in 2013 een klanttevredenheidsonderzoek te houden over 2012. Dan kan het effect van de kanteling, de ombuigingen en de verhoogde eigen bijdrage worden gemeten.
Wat gaan we daarvoor doen? We hebben een laagdrempelig, goed functionerend Wmo-loket VIA Houten voor informatie, advies en cliëntondersteuning op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Cliënten zijn tevreden over de kwaliteit van de dienstverlening (adequate en toegankelijke toeleiding naar de Wmo-voorzieningen). Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Het houden van spreekuren van het Wmoloket VIA Houten op twee locaties: in het centrum (Markant) en in de Loericker Stee. Het uitwerken van de pilot “Kanteling klantbenadering Wmo” die in 2010 en 2011 door de afdelingen Sociale zaken en Welzijn is uitgevoerd. Voor 2012 betekent dat onder meer: het doorvoeren van de nieuwe methode van klantbenadering het coachen van medewerkers van het Wmo-loket VIA Houten en het Wmo-loket gemeente in een gekan(1) telde klantbenadering . Toewerken naar een gezamenlijk frontoffice voor Wmo-voorzieningen.
Toelichting
Vlak na de zomer is een project ingericht voor de integratie van de Wmo-unit van de gemeente en het Wmo-loket VIA-Houten. Dit heeft eind 2012 geresulteerd in een concept stappenplan voor één integrale toegang tot de Wmo. De klant kan bij deze toegang met vragen op verschillende leefgebieden terecht. Daadwerkelijke realisatie van de nieuwe toegang vindt plaats in 2013.
1. Nieuwe methode van klantbenadering waarbij de vraag van de klant centraal staat. Hierbij wordt in eerste instantie uitgegaan van de zelfredzaamheid van de klant door zijn eigen kracht en sociale netwerk. In tweede instantie kan er een beroep worden gedaan op collectieve voorzieningen of waar noodzakelijk individuele voorzieningen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3a
Wmo-loket VIA Houten: a. Totaal aantal contacten b. Zwaarte van de contacten - informatie - adviezen - doorverwijzingen/ bemiddelingen Aantal huisbezoeken i.h.k.v. de nieuwe klantbenadering
Wmo-loket VIA Houten
3b
Realisatie 2010
Realisatie 2011
a. 2.100
a. 1.606
b. - 1.134 - 714 - 252
b.
Raming 2012
Realisatie 2012
a. 2.200
a. 1317
- 562 - 626 - 418
b. - 1.188 - 748 - 264
b. - 356 - 540 - 421
Pilot
150
215
Sociale zaken nvt
Jaarstukken 2012
31
Nr. 3a
3b
Verklaring van afwijking Een na laatste alinea: Via het WMO-loket VIA Houten zijn minder contacten dan geraamd. De reden hiervoor is dat de verwijzende organisaties minder geneigd zijn cliënten naar het WOM-loket Via Houten te verwijzen en deze in toenemende mate van dienst zijn binnen eigen “loketten” of servicebureaus. Er is op dit moment geen doorloop van gestelde hulpvraag binnen het WMO-loket VIA Houten naar de WMO unit van Sociale zaken van gemeente Houten. In toenemende mate slaan burgers het WMO-loket Via Houten over en gaan direct naar het WMO-loket van de gemeente Houten. Vanwege de onduidelijkheid over waar men met welke vraag terecht kan werd het aantal klantencontacten merkbaar minder. Het werken volgens de kanteling brengt met zich mee dat vaker dan in het verleden de thuissituatie van de cliënt wordt beoordeeld, om een afgewogen beeld te kunnen vormen van de oplossingen die nodig zijn in de klant specifieke situatie.
Doelstelling 4 Toename deelname aan vrijwilligerswerk en het verlichten van de druk op mantelzorgers. (Prestatieveld 4 van de Wmo: Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers.) Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
4
% inwoners dat vrijwilligerswerk verricht % mantelzorgers dat aangeeft te weten waar ze ondersteuning kunnen krijgen % mantelzorgers dat tevreden is over de ontvangen ondersteuning
Leefbaarheidsmonitor Leefbaarheidsmonitor
4
4
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
38%
-
38%
42%
44%
-
50%
49%
79%
-
85%
81%
Leefbaarheidsmonitor
Wat gaan we daarvoor doen? Het bieden van een goede infrastructuur ten bate van ondersteuning van mantelzorg en vrijwilligerswerk. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
In 2011 en 2012 wordt het project Preventieve Ondersteuning Mantelzorg uitgevoerd door Van Houten&Co in samenwerking met de Stichting Handje Helpen. Met behulp van dit project worden ook jonge mantelzorgers opgespoord en wordt ondersteuning geboden voordat mantelzorgers overbelast raken. Vrijwilligerscentrale: optimaliseren/uitbouwen van de website en hiervoor vrijwilligers en organisatie trainen. De site zal worden ingezet om de talenten van vrijwilligers goed in beeld te brengen, waardoor vraag en aanbod van het vrijwilligerswerk beter op elkaar worden afgestemd. vrijwilligers trainen ten behoeve van het ontwikkelen van de infrastructuur van de vrijwilligerscentrale, waardoor zij in staat zijn de vrijwilligerscoördinator te ondersteunen en er meer matches worden gerealiseerd. Het verder ontwikkelen van een effectieve bemiddelings- en ondersteuningsinfrastructuur met betrekking tot vrijwilligerswerk, maatschappelijke stages en mantelzorg. Het initiëren van Repair cafés waar beschadigde apparaten en goederen weer hersteld worden. Dit resulteert in minder materiaalgebruik (duurzaam), minder afval (Openbare Werken), minder vervangingskosten (Sociale zaken en de burger). Door de werkvorm kun-
Jaarstukken 2012
32
nen mensen uit hun sociaal isolement gehaald worden en kan er gebruik worden gemaakt van de kwaliteiten die ‘handige’ inwoners te bieden hebben.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
4
Aantal vacatures Vrijwilligerscentrale Aantal nieuw geworven vrijwilligers Vrijwilligerscentrale Aantal mantelzorgers, dat ondersteuning gehad heeft van Van Houten& Co: a. intensief b. kort
Van Houten& Co Van Houten& Co
4 4
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
111
117
150
NNB
200
206
200
NNB
a. 40 b. 300
NNB
a. 50 b. 300
NNB
Van Houten& Co
Doelstelling 5 Verhogen van de deelname aan de Houtense samenleving door inwoners met een minimum inkomen en inburgeringsplichtige inwoners. Effectindicatoren Realisatie 2010
Doel
Omschrijving
Bron
5a
Aantal huishoudens met een WWB- of aanverwante uitkering (WIJ, IOAW, IOAZ, BBZ starters levensonderhoud) 31-12: Relatieve groei c.q. daling (2009=100) Aantal aanvragen levensonderhoud (WWB, WIJ, IOAW, IOAZ) Aantal terugvallers (draaideurklanten)
GWS/Wisz
5b 5c 5d 5e 5f
Aantal aanvragen bijzonde(1) re bijstand Aantal deelnemers collectief contract Agis op 31-12 Bereik van de bijzondere bijstand onder de doelgroep (tot 110% Wettelijk Minimum loon) Grens was t/m 2011 120% (cijfers t/m
5h
Langdurigheidtoeslag Aantal aanvragen Aantal aanvragen Jaarlijkse kosten U-pas: Aantal pashouders op 31-12 % U-pashouders dat aangeeft de pas te gebruiken % U-pashouders dat activiteiten onderneemt die ze zonder pas niet ondernomen hadden
Raming 2012
Raming 2012
332 - 0,6%
336 1,8%
320 - 3%
354 +7%
188
158
150
151
-
-
-
-
241
359
275
203
555
547
450
520
48%
44%
48%
56%
218 € 93.200
259 € 104.400
190 €75.000
210 € 95,600
2.024
1.799
1.425
1.490
75%
-
78%
-
57%
-
60%
-
GWS/Wisz Kernkaart Ministerie van SZW GWS GWS Minimascan Stimulanz / GWS/Wisz
2011 op basis hiervan weergegeven in tabel)
5g
Realisatie 2011
GWS
Upasorganisatie Gemeente Utrecht
Jaarstukken 2012
33
5i
5j
5k
Energiebesparingadvies aan huis voor sociale minima - Aantal adviezen - Gemiddelde besparing per woning Procentuele verdeling cliënten op de participatieladder per 31-12 Trede 1: Geïsoleerd of trede 2: Sociale contacten buiten de deur Trede 3: Deelname georganiseerde activiteiten of trede 4: Onbetaald werk Trede 5: Betaald werk met ondersteuning of trede 6: Betaald werk Inburgering Aantal gestarte trajecten Waarvan met uitkering Waarvan zonder uitkering Aantal pardonners Aantal geslaagden
Afdeling VTH 147
NNB
150
0
€ 83
NNB
> € 83
0
36%
27,7%
36%
34,4%
45%
38,4%
44%
43,7%
19%
11,3%
20%
21,9%
61 33% 67%
27 56% 44%
30 40% 60%
27 60% 40%
5 27
1 21
0 30
0 17
GWS / Wisz
Registratie Soza
1. Voor de aanvragen bijzondere bijstand, het Agis contract, de Langdurigheidtoeslag en de U-pas werd bij de ramingen voor 2012 een daling verwacht, omdat de inkomensgrens voor het minimabeleid met ingang van 2012 wettelijk is vastgesteld op 110% van het Wettelijk Minimum Loon. Voor 2012 was er geen wettelijke grens en hanteerde Houten grenzen die veelal hoger lagen dan 110%. .
Nr. 5a 5d
5h
5i 5k
Verklaring van afwijking Het aantal bijstandshuishoudens nam het afgelopen jaar voortdurend licht toe, maar vooral in de laatste twee maanden trad een duidelijke stijging op. De aantallen jongeren en startende BBZ’ers (zelfstandigen) namen relatief sterk toe. Het aantal aanvragen bijzondere bijstand, de deelname aan de collectieve ziektekostenverzekering bij Agis, de Langdurigheidstoeslag en het aantal U-passen vertonen een daling ten opzichte van 2011. De reden is de wettelijke inkomensgrens van 110% die in 2012 voor het minimabeleid van kracht is geworden. Daardoor is de doelgroep kleiner geworden. De ramingen voor 2012 zijn gebaseerd op inschattingen die niet in alle gevallen uit blijken te komen. Voor de aanvragen bijzondere bijstand is de verkorte procedure niet meer toepasbaar omdat nu specifiek op de bijzondere situatie van de klant moet worden ingegaan. Bovendien worden meerdere zaken die via de verkorte procedure werden verstrekt, primair terug geleid naar de zorgverzekeraar. Het aantal U-passen is minder sterk gedaald dan verwacht. Het gebruik blijkt bij de groep mensen met een lager inkomen groter te zijn dan bij de hogere inkomens (tussen 110 en 120%). Dat geldt ook voor de collectieve ziektekostenverzekering van Agis. De klanttevredenheid onder de U-pasgebruikers is niet gemeten. De gemeente Utrecht heeft de werkzaamheden rond de U-pas per 1 januari 2013 uitbesteed aan AMC. Dat heeft ook een gewijzigde opzet tot gevolg, die vooral met de nieuwe pas per 1-7-2013 worden doorgevoerd. De klanttevredenheid wordt op een later moment gemeten, gericht op die nieuwe opzet. Voor de energiebesparingsadviezen aan huis was in 2012 geen animo. Het bleek erg moeilijk dat te organiseren, Vandaar dat geen adviezen zijn uitgebracht. Met de eerste tranche in 2010 zijn de mensen die wel interesse hadden vrijwel allemaal al bezocht. De aantallen nemen in 2012 af en dalen in 2014 zelfs naar nul, omdat de rijksbijdrage sterk wordt afgebouwd en met ingang van 2014 geheel vervalt. Iedereen die moet inburgeren in Nederland is daar met ingang van 2013 zelf verantwoordelijk voor. Dat geldt ook voor het betalen van een eventuele cursus (evt. via een sociaal leenstelsel).
Wat gaan we daarvoor doen? Uitvoering van de Wet werk en bijstand, aanverwante wetten en de Wet Inburgering. Het jaar 2012 kenmerkt zich door de voorbereiding op de Wet werken naar Vermogen die 1 januari 2013 van kracht wordt. In 2012 wordt de nota Armoedebeleid vastgesteld. In 2012 wordt gewerkt volgens het nieuwe wettelijk kader van de Wwb dat op 1 januari 2012 van kracht wordt (o.a. Normering lokaal inkomensJaarstukken 2012
34
beleid op 110% van het Wettelijk Minimum Loon). Daarbij gaan we er van uit dat het wetsvoorstel van 17 juni 2011 in 2011 wordt aangenomen. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Tijdige, rechtmatige en doelmatige verstrekking van uitkeringen aan de mensen die daar recht op hebben. Integraal aanbod leveren van de dienstverlening aan klanten, vanuit de diverse invalshoeken (WWB, Wmo, Schuldhulpverlening). Doorontwikkeling van het handhavingsbeleid. Besluiten om al dan niet een nieuw contract met de gemeente Utrecht af te sluiten over de U-pas. Het huidige contract loopt per 30-062012 af. Houdt verband met de 110% grens, waarbij Utrecht leidend is. Nota armoedebeleid vaststellen. Voorbereidingen treffen voor de invoering van de Wet werken naar vermogen per 1 januari 2013. Alle verordeningen moeten daarop worden geactualiseerd. Uitwerken van de resultaten van het onderzoek naar regionale samenwerking op het terrein van sociale zaken dat in 2011 is gehouden. Continueren van het regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
5a
Teruggevorderde en verhaalde bijstand Gemiddelde doorlooptijd voor aanvragen WWB/WIJ/IOAZ/IOAW Gemiddelde doorlooptijd voor aanvragen bijzondere bijstand Handhaving/controle Aantal zaken afgedaan door sociale recherche Aantal zaken in behandeling op 31-12 Besparing op het I-deel (Berekende opbrengst/vordering minus kosten Sociale Recherche) Aantal mensen in een traject schuldhulpverlening op 31-12 Wet Investeren in Jongeren (WIJ) Aantal inkomensvoorzieningen op 31-12 Aantal leerwerktrajecten op 31-12 Gemiddelde duur van een afgesloten traject
GWS
5b 5c 5d
5e 5f
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
€ 214.686
€ 154.524
€250.000
30 dgn
Realisatie 2012 (1)
€ 253,247
30 dgn
32 dgn
23 dgn
21 dgn
20 dgn
20 dgn
18 dgn
4
3
6
5
4
4
4
2
(2)
€ 43.704
€ 75.000
€ 12.933
232
154
300
158
28
32
-
-
28
32
-
-
-
119 dgn.
-
-
GWS/Wisz GWS/Wisz Sociale Recherche Nieuwegein
€ 202.710
EOS GWS
1. Een sterkere inzet op terugvordering en verhaal, leidt de laatste jaren tot een aanzienlijke verhoging van het bedrag. Dit heeft mede te maken met de randvoorwaarden die aan de compensatieregelingen IAU (Incidentele Aanvullende Uitkering) en MAU (Meerjarige Aanvullende Uitkering) worden gesteld. Het lagere bedrag in 2011 komt uit de begroting 2011 en dateert uit de zomer 2010. 2. De geconstateerde fraude 2010 is bijzonder hoog, vanwege een omvangrijke zaak die in 2010 door de sociale recherche kon worden afgerond.
Jaarstukken 2012
35
Nr. 5b
5c 5d
5e
5f
Verklaring van afwijking De verwachting was dat de doorlooptijd zou oplopen vanwege een toenemend aantal aanvragen. Het aantal aanvragen is echter op hetzelfde niveau uitgekomen (154 in 2011 en 151 in 2012). De klantmanagers hebben de aanvragen kritisch en voortvarend afgehandeld, met het oog op de interne doelstelling voor de doorlooptijd van 28 dagen. De wettelijke afhandelingstermijn is 56 dagen. Ook voor de bijzondere bijstand geldt dat er veel inspanning is geleverd om de doorlooptijd kort te houden. De wettelijke grens ligt ook hier op 56 dagen. Het interne streven is om een gemiddelde doorlooptijd van maximaal 24 dagen te realiseren. Het ontdekte fraudebedrag is lager dan in het verleden. Dat komt niet alleen doordat minder zaken konden worden afgerond. Het heeft ook te maken met het effect van striktere handhaving bij de gemeente zelf. Hoe meer de gemeente er zelf boven op zit, hoe minder zaken het stadium van de sociale recherche bereiken. Voor de telling van het aantal mensen in een traject schuldhulpverlening wordt gebruik gemaakt van EOS, een ondersteunende applicatie van Conclusion. Het cijfer dat in de begroting 2012 is opgenomen, betrof het totaal aantal dossiers dat bij schuldhulpverlening staat geregistreerd. Dat zijn er meer dan het aantal actieve dossiers. Die laatste waarde is nu opgenomen en staat ook in relatie tot de 154 van eind 2011. In 2012 zijn 66 nieuwe dossiers geopend en 62 dossiers afgesloten De wet is per 1-1- 2012 ingetrokken
Jaarstukken 2012
36
Deelprogramma Gezondheidszorg Wat willen we bereiken? Dit deelprogramma sluit aan bij het derde hoofddoel van de Wmo zoals dit in het visiedocument is geformuleerd: Inwoners zijn in staat, door ondersteuning en begeleiding, zo volledig mogelijk of zo zelfstandig mogelijk deel te nemen aan de maatschappij (Wmo prestatievelden 5 t/m 9). Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Een goede gezondheid van de Houtense inwoners. Doelstelling 2: Kwetsbare inwoners uit Houten, zoals mensen met een beperking, chronisch psychisch of een psychosociaal probleem, verslaafden en slachtoffers van huiselijk geweld, kunnen zo optimaal mogelijk deel (blijven) nemen aan de samenleving. In het bijzonder kunnen zij op een zelfredzame manier de regie voeren over hun eigen leven en zelfstandig dagelijkse handelingen verrichten. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Een goede gezondheid van de Houtense inwoners. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
% Inwoners dat zich gezond voelt: + (1) a. 65 ers (1) b. 18-65 jaar % Inwoners met overgewicht (BMI >25) naar: a. 65+ers b. 18-65 jaar (2) c. 5-6 jaar (2) d. 9-11 jaar (2) e. 13-14 jaar
GGD
1
Realisatie 2010
-
Realisatie 2011
(2)
-
(2)
Raming 2012
Realisatie 2012
a.75 % b.94 %
NNB
a. 57% b. 45% c. 5% d. 9% e. 9%
NNB
GGD
-
(2)
-
(2)
1. De laatste meting Onderzoek Volwassenen van de GGD vond plaats in het najaar van 2008. Het laatste onderzoek Senioren vond plaats in het najaar van 2006. Beide onderzoeken vinden voortaan, met ingang van 2012, gelijktijdig en eens in de 4 jaar plaats. 2. In juli 2011 is een nieuwe rapportage Jeugd van de GGD verschenen waarin alle beschikbare data van de afgelopen jaren van jeugdigen 0 t/m17 jaar wordt opgenomen.
Wat gaan we daarvoor doen? Het bevorderen van een goede gezondheid van de Houtense inwoners en het verder ontwikkelen van beleid voor een goede algemene gezondheidszorg. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Ontwikkelingen die voortkomen uit de stelselwijziging Jeugdzorg betrekken bij de rol en positie van de jeugdgezondheidszorg in Houten. Dit in samenhang met regiogemeenten en GGD. Uitwerken van de tweede kadernota lokaal gezondheidsbeleid ‘Verleiden tot Gezond Gedrag’ 2010-2013 en het uitvoeringsplan uitvoeren m.b.t. de thema’s: tegengaan pesten bij jeugd, overgewicht, diabetes, signaleren en terugdringen van suïcidale gedachten en tegengaan onder- en overgewicht bij jeugd. Invulling geven aan het uitvoeringsplan voor ‘Houten Mentaal Vitaal’ dat gericht is op een gecombineerde aanpak van eenzaamheid en depressie preventie en waarbij het aanbieden
Jaarstukken 2012
37
van interventies gericht op de verandering van denken en gedrag centraal staat. Van belang hierbij zijn: vroegsignalering, een integrale aanpak vanuit publieke- en eerstelijnsgezondheidszorg en het versterken van persoonlijke competenties. Realisatie van het 5e en laatste eerstelijns medisch centrum (EMC) in Houten, in samenhang met de bouw van een nieuw transmuraal (1) centrum . Zorg dragen voor goede informatie en communicatie over de aansluiting van de formele en informele zorg, waardoor vanuit de eerstelijnszorg vaker gebruik gemaakt kan worden van producten en diensten die o.a. vanuit welzijn worden aangeboden (‘Welzijn op recept’).
De bouwplannen zijn vertraagd vanwege vertraging in het traject van vergunningen en grondaankoop. Volgens de aangepaste planning is het EMC in 2013 gereed.
1. In een transmuraal centrum bieden zorgaanbieders uit de eerste lijn (zoals huisartsen) en de tweede lijn (ziekenhuizen) gezamenlijk zorg aan.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1 1
Aantal EMC’s % Houtenaren dat tevreden is over zorgvoorzieningen % Houtenaren dat tevreden is over de gezondheidsvoorzieningen in het algemeen
Afdeling Welzijn Leefbaarheidsmonitor Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente
1
Realisatie 2010 4
Realisatie 2011 4
Raming 2012 5
Realisatie 2012 4
75%
75%
71%
84%
85%
84%
Doelstelling 2 Kwetsbare inwoners uit Houten, zoals mensen met een beperking, chronisch psychisch of een psychosociaal probleem, verslaafden en slachtoffers van huiselijk geweld, kunnen zo optimaal mogelijk deel (blijven) nemen aan de samenleving. In het bijzonder kunnen zij op een zelfredzame manier de regie voeren over hun eigen leven en zelfstandig dagelijkse handelingen verrichten. (Prestatievelden 5 t/m 9 van de Wmo). Effectindicatoren Doel
Omschrijving
2a
% 65 ers dat zich (zeer) eenzaam voelt
GGD senioren(1) onderzoek
Rapportcijfer dat Vitras CMD krijgt van AMW cliënten Aantal aanvragen voorzieningen: Rolstoelen Vervoersvoor(2) zieningen Woonvoorzieningen Parkeerplaats/-kaart Hulp bij het huishouden (zorg in natura en persoonsgebonden budget): Aantal aanvragen zorg in natura (inclusief verlengingen) Aantal aanvragen PGB Aantal zorguren
Jaarverslag Vitras AMW
2b 2c
2d
+
Bron
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012 39%
Realisatie 2012
-
-
(zeer eenzaam: 7% Matig eenzaam: 32%)
8.4
7.7
8.4
NNB
148 266
158 195
150 220
149 620
221 185
203 152
195 160
115 159
373
348
420
293
66
24
55
(3)
15
(4)
95.000
100.275
NNB
GWS
GWS
93.400
Jaarstukken 2012
96.230
38
2e
2f
2g 2h
Rapportcijfers klanten over: a. huishoudelijke hulp b. toegekende voorzieningen Klanttevredenheid over toegang tot de ondersteuning (doorlooptijd) a. Behandeling bij aan vraag b. Wachttijd Aantal Houtense meldingen Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld Aantal meldingen Meldpunt Zorg en Overlast (van het Vangnet Lekstroom)
Wmo benchmark (5) SGBO
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
22
24
30
21 (103 meldingen)
23
55
Wmo benchmark SGBO
ASHG Verantwoording GGD Midden Nederland
25
(6)
53
1. Het laatste onderzoek Senioren van de Geneeskundige en gezondheidsdienst (GGD) vond plaats in het najaar van 2006. Voortaan wordt met ingang van 2012 eens in de 4 jaar gemeten. 2. Hieronder vallen o.a. scootmobielen en Wmo-vervoerspassen (Regiotaxi) 3. Er is sinds 2009 meer keus in aanbieders van hulp bij het huishouden. Vanwege de verschillende mogelijkheden die zij bieden, neemt de interesse voor een Persoons Gebonden Budget als alternatief na 2011 niet noemenswaardig toe. 4. Het aantal zorguren 2011 is achteraf hoger geweest dan 96.230. Na verwerking van alle declaraties komt uit de Wmo-monitor van het CAK naar voren dat in 2011 meer uren zijn geleverd, namelijk 99.703. 5. De klanttevredenheid over de huishoudelijke hulp en toegekende voorzieningen wordt normaal gesproken tweejaarlijks gemeten. Omdat er in 2012 wijzigingen zijn doorgevoerd (eigen bijdrage e.a.) is er voor gekozen om in 2013 het volgende klanttevredenheidsonderzoek over de individuele voorzieningen uit te voeren. 6. NB in 2011 gaat het om een “raming”. In 2010 bleek de realisatie 23 te zijn. Bij het maken van de raming 2011 was dat toen nog niet bekend. Inmiddels wel, vandaar de realistische bijstelling naar 25 meldingen.
Nr. 2c
2d
2g
Verklaring van afwijking Dat het aantal aanvragen vervoersvoorzieningen nu zo uitzonderlijk veel hoger ligt, heeft te maken met het afschaffen van de 65+ pas voor de Regiotaxi. Daardoor hebben veel mensen een aanvraag voor een Wmo-pas ingediend. Het aantal aanvragen voor andere vervoersvoorzieningen zoals een scootmobiel is met ruim 20% gedaald (van 125 naar 98), als gevolg van de invoering van de eigen bijdrage. Het aantal aanvragen voor woonvoorzieningen is sterk afgenomen. Ook hierop is de invoering van de eigen bijdrage van invloed geweest. Bovendien is een aantal voorzieningen als verhoogde toiletten en muurbeugels steeds meer algemeen gebruikelijk. De raming voor de aanvragen zorg in natura is duidelijk te hoog geweest. Ook het aantal aanvragen is te hoog ingeschat. De dalende lijn van de afgelopen jaren zet door. Die daling zegt overigens niets over het totale aantal klanten dat Hulp bij Huishouden ontvangt. Dat daalt slechts licht van 803 (eind 2011) naar 792 (eind 2012). Sinds de laatste aanbesteding zijn er voor klanten veel meer zorgaanbieders waaruit kan worden gekozen. Op dit moment zijn dat er 14. Die ruime keuzemogelijkheid maakt dat het PGB aan populariteit verliest. Er is immers altijd wel een passende aanbieder te vinden. In het DOHG (districtsoverleg huiselijk geweld veiligheidshuis lekstroom) zijn m.b.t. Houten 103 politiemeldingen besproken. Uit de Wmo-monitor van het CAK blijkt dat in 2011 uiteindelijk 99.703 uren zijn geleverd en in 2010 94.169. Nu de CAK Wmo-monitor kan worden gebruikt voor deze indicator, ontstaat een veel nauwkeuriger beeld. Op basis van het seizoenpatroon en de gerealiseerde periodes in 2012 verwachten wij uit te komen op een totaal van 100.275 zorguren. Dat is aanmerkelijk meer dan begroot, maar die inschattingen werden zonder de Wmo-monitor gemaakt. Het aantal uren in 2012 ligt in lijn met de realisatie 2011.
Wat gaan we daarvoor doen? Het bieden van ondersteuning en begeleiding aan kwetsbare inwoners gericht op participatie en zelfredzaamheid door: 2.1 Het bevorderen van de deelname aan de maatschappij door mensen met een beperking. (Prestatieveld 5 van de Wmo: Zorgen dat mensen met een beperking mee kunnen doen.) 2.2 Verstrekking van adequate voorzieningen aan mensen met een chronische, psychische of psychosociale beperking. (Prestatieveld 6 van de Wmo: Voorzieningen voor mensen met beperkingen.) 2.3 Het zorg dragen voor een goede maatschappelijke opvang waaronder vrouwenopvang. (Prestatieveld 7 van de Wmo: Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en huiselijk geweld.) 2.4 Het bevorderen van de openbare geestelijk gezondheidszorg (Prestatieveld 8 van de Wmo: Openbare geestelijke gezondheidzorg.)
Jaarstukken 2012
39
2.5 Het uitvoeren van het verslavingsbeleid gericht op preventie. (Prestatieveld 9 van de Wmo: Verslavingszorg). Kwalitatieve prestatie-indicatoren (# Prestaties zijn ombuigingsgerelateerd) Omschrijving prestatie 2012 Realisatie Toelichting Regie voeren op het versterken van de samenhang in het stelsel van individuele en collectieve voorzieningen om ervoor te zorgen dat de lokaal beschikbare middelen optimaal ingezet worden. Hierbij is goed zicht op de vraag en draagkracht van de burger, participeert de burger zelfredzaam en betrokken en spelen partijen adequaat en flexibel in op de vraag bij de programmering van hun activiteiten (kanteling). # Bijdragen aan de uitvoering van de Regieagenda WonenZorgWelzijn door middel van: - Uitvoering geven aan het uitvoeringsprogramma Zorgvriendelijke wijken. - Projectmatig en gebiedsgericht versterken van de samenhang tussen informele en formele zorg. Dit gebeurt d.m.v. het door ontwikkelen van collectieve activiteiten die aansluiten op de vraag van burgers (zie ook bovenstaande prestatie). - Uitvoeren van uitvoeringsplan Eenzaamheid en Depressiepreventie. (Prestatieveld 5 van de Wmo). Overleg met Vitras/CMD over te behalen efficiency winst per 2013 door een andere organisatie van de AMW-trajecten. Overleg met regiogemeenten over de nieuwe positionering (hervorming) van de werksoort AMW (en de relatie met de werksoort JGZ) in het kader van de contractvorming vanaf 2014 gericht op het inboeken van een aanvullende taakstelling per 2014. Voortzetten van de activiteiten “Onbeperkt Meedoen” voor jongeren en volwassenen met een beperking door Van Houten&Co en De Wilg (participatie van mensen met een verstandelijke beperking). (Prestatieveld 5 van de Wmo). Plan van aanpak overheveling extramurale dagbesteding en begeleiding van mensen met een beperking van de AWBZ naar de Wmo vanaf 1 januari 2013. (Prestatieveld 5 van de Wmo)
Na de val van het kabinet Rutte-1 is de invoeringsdatum van de decentralisatie begeleiding gewijzigd. De gemeente wordt met ingang van 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de begeleiding. Het plan van aanpak wordt in een later stadium in 2013 opgesteld.
Het verstrekken van doelmatige individuele hulp bij het huishouden, adequate woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen aan mensen met een functionele beperking. (Prestatieveld 6 van de Wmo) Ophogen van de eigen bijdrage voor hulp in het huishouden (Prestatieveld 6 van de Wmo), voortkomend uit de ombuigingsvoorstellen in de Perspectiefnota 2012. # Op basis van herindicaties van Hulp bij het huishouden wordt in 2012, na een nieuwe aanbesteding, de tariefdifferentiatie tussen HH1 en HH2 opnieuw ingevoerd. Deze maatregel komt voort uit de ombuigingen. (Prestatieveld 6 van de Wmo). # Invoeren van een systematiek voor eigen bijdrage (bij aanschaf) voor individuele voor-
Jaarstukken 2012
40
zieningen (met uitzondering van algemene voorzieningen en rolstoelen). Deze eigen bijdrage komt voort uit de ombuigingen. (Prestatieveld 6 van de Wmo). # Invoeren van een ritbijdrage voor de regiotaxi (Wmo-vervoerspas). Deze maatregel komt voort uit de ombuigingen. De noodzaak van een ritbijdrage wordt versterkt door de bezuinigingen bij het BRU. (Prestatieveld 6 van de Wmo). # Door breder te kijken naar de omstandigheden bij de klant, in staat zijn maatwerk te leveren, waarbij de aanvraag sec minder leidend is dan het te bereiken resultaat. Met andere woorden: door een klantgerichte benadering meer maatwerk leveren. (Prestatieveld 6 van de Wmo)
De nieuwe werkwijze is nog niet vertaald in werkprocessen en ook de organisatie is daarop nog niet ingericht. De nieuwe werkwijze wordt al toegepast, maar nog niet uitsluitend. Aanpassing van systemen, formats e.d. is nodig om de gekantelde werkwijze volledig door te voeren. Dit wordt meegenomen bij de vorming van de integrale toegang Wmo+
Voortzetten van outreachende hulpverlening, ondermeer in het kader van de uitvoering van de Wet Tijdelijk Huisverbod (Prestatieveld 7 van de Wmo). Versterken van de samenwerking met de Centrumgemeente Utrecht (Prestatieveld 7 en 8 van de Wmo).
In samenwerking met zorgaanbieders en de regio Lekstroom wordt geprobeerd de uitwisseling en samenwerking met de gemeente Utrecht te versterken.
Evaluatie van het meldpunt Zorg en Overlast (Prestatieveld 8 van de Wmo). Opstellen en invoeren van een nieuw interventieaanbod op grond van evaluatie uitvoeringsprogramma preventiebeleid genotmiddelen. Hierin is de financiële taakstelling in het kader van de ombuigingen meegenomen. In samenwerking met de hiervoor ingestelde werkgroep met externe partners wordt dit interventieaanbod voorbereid en opgesteld. (Prestatieveld 9 van de Wmo). #
Kwantitatieve prestatie-indicatoren (# Prestaties zijn ombuigingsgerelateerd) Doel
Omschrijving
Bron
2a
Aantal koppels Maatjesproject Vriendendienst Aantal afgesloten trajecten AMW Aantal interventies naar aanleiding van meldingen Meldpunt Zorg en Overlast Voorlichting preventie genotmiddelen a. bereik ‘groepen 8’ basisscholen b. bereik klassen 1 en 2 voortgezet onderwijs De Heemlanden c. bereik klas 1 en 2 Het Houtens en Wellant
SWN
2b# 2c4 2d
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
24
10
-
(1)
-
530
469
465
495
10
18
7
13
90%
a. 70 %
a. 85%
b. 100%
b. 100%
b. 50 %
b. 80%
c.
c.
c. 50 %
c. 50%
Vitras Vitras GGD Midden Nederland/Stichting Voorkom
a.
95%
-
a.
-
1. Lage realisatie door ziekteverzuim bij SWN.
Nr. 2a
Verklaring van afwijking De subsidierelatie relatie met SWN is eind 2011 beëindigd, vanwege capaciteitsproblemen
Jaarstukken 2012
41
Deelprogramma Werkgelegenheid Wat willen we bereiken? Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Behoud en groei van een gedifferentieerd aanbod van de werkgelegenheid. Doelstelling 2: Grotere arbeidsparticipatie van de klanten van Sociale Zaken. Doelstelling 3: Goede afstemming naar vraag en aanbod van de werkgelegenheid. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Behoud en groei van een gedifferentieerd aanbod van de werkgelegenheid. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
Realisatie 2010
1
Aantal arbeidsplaatsen in Houten per 31-12
PAR/CWI
Realisatie 2011
22.557
23.703
Raming 2012 23.000
Realisatie 2012 22.661
Wat gaan we daarvoor doen? Maatregelen nemen voor het behoud en groei van de werkgelegenheid. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Creëren van een goed vestigingsmilieu door goede bereikbaarheid, voldoende verzorgde bedrijventerreinen, aanwezige voorzieningen en effectief relatiebeheer. Promotie en marketing van de gemeente Houten als vestigingslocatie voor bedrijven. Bijvoorbeeld door het bedrijfsleven nader te betrekken bij evenementen die in Houten plaatsvinden. Evenementen die Houten meer nationale bekendheid kunnen geven. Daarnaast worden samen met het bedrijfsleven tweejaarlijks de Houtense ondernemersdagen georganiseerd. Continueren van bestaande relaties met het bedrijfsleven. Bijvoorbeeld door regelmatige deelname van gemeente aan bijeenkomsten georganiseerd door bedrijven en bedrijfsorganisaties. Bewaken van de kwaliteit van het ondernemersklimaat door verbetering van de dienstverlening voor het bedrijfsleven, door duidelijke regelgeving, uitbouw van één loketfunctie, verbetering van communicatie over procedures. Door het continueren van “Houten Onderneemt in 3D” (Duurzaam, Durven, Doen) worden duurzame initiatieven geboren die bedrijfsactiviteiten met zich mee brengen vanuit de lokale markt, gericht op lokale productiefactoren en dus de inzet van arbeidskrachten uit Houten. Ook wordt getracht de lokale afzet van streekproducten te bevorderen.
Jaarstukken 2012
42
Kwantitatieve prestatie-indicatoren (# Prestaties zijn ombuigingsgerelateerd) Doel
Omschrijving
Bron
1a 1b
Afdeling POW Afdeling RBL
1d #
Uitgifte bedrijfsgrond Regulier overleg met bedrijfskringen Reguliere bedrijfsbezoeken Advertenties in vakbladen
Nr. 1d
Verklaring van afwijking Vanwege ombuigingen is er minder geld beschikbaar voor advertenties in vakbladen.
1c
Realisatie 2010 1,2 ha
Realisatie 2011 2,6 ha
Raming 2012 1,5 ha
Realisatie 2012 1,0 ha
2
2
2
3
3 3
3 2
4 2
3 0
Afdeling RBL Afdeling RBL
Doelstelling 2 Grotere arbeidsparticipatie van de klanten van Sociale Zaken. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2a
Aantal beëindigde trajecten. Percentage beëindigd met reden werk (via Vakwerk) (2) Percentage duurzaam aan het werk (t.o.v. totaal aanmeldingen)
Managementinformatie Vakwerk
2b
Realisatie 2010
Managementinformatie Vakwerk
Realisatie 2011
100
100
57%
56%
29%
39%
Raming 2012
Realisatie 2012
90
143
(1)
56%
30%
40%
50%
1. Vanwege de sterk teruglopende budgetten, werd voor 2012 geen hoger percentage verwacht dan voor 2011. 2. Duurzaam betekent dat de kandidaat langer dan 1 jaar aan het werk is. Het nazorgtraject is dan beëindigd.
Nr. 2a
2b
Verklaring van afwijking Het aantal beëindigde trajecten is veel hoger dan geraamd. Bij het opstellen van de begroting 2012 was nog niet bekend dat het budget met bijna 58% zou dalen. Toen dat eind september 2011 bekend werd, is een plan getrokken Vakwerk in de lucht te houden tot Werk en Inkomen Lekstroom van start gaat, ondanks het sterk gekrompen budget. Daarvoor waren keuzes nodig op het personele vlak. In 2012 is Vakwerk met beduidend minder medewerkers voortgezet. Bovendien heeft Vakwerk zich meer dan in het verleden op re-integratie gericht en is minder aandacht gegeven aan sociale activering. De raming voor 2012 is te somber geweest. Er werd teruggang verwacht omdat het steeds lastiger leek te worden om de duurzaamheid overeind te houden. Omdat Vakwerk zich noodgedwongen meer op reintegratie heeft gericht en minder op sociale activering, is het percentage niet teruggelopen. De investering in mensen die dichterbij bij de arbeidsmarkt staan loont zich sneller en duurzamer.
Wat gaan we daarvoor doen? Voorkomen dat een relatief groter deel van de potentiële doelgroep, als gevolg van de economische crisis, afhankelijk wordt van een inkomensvoorziening via sociale zaken. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012 Vakwerk gereed maken voor de uitvoering van de Wet werken naar vermogen, die op 1 januari 2013 van kracht wordt. Doorontwikkeling van het bovenregionaal werkgeversservicepunt.
Realisatie
Toelichting
Dit wordt niet individueel opgepakt, maar is een onderdeel van het deelproject werkgeversbenadering, dat in het kader van WIL wordt uitgevoerd in 2013. WIL gaat 1 mei 2013 van start.
Intensivering van de samenwerking met het Midden- en Kleinbedrijf.
Jaarstukken 2012
43
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2a
Totaal aantal klanten dat uitstroomt uit de uitkering (WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en BBZ starters) naar a.Werk/dienstbetrekking b. Zelfstandig beroep/bedrijf Totaal aantal klanten in reintegratietraject op 31-12 Aantal WSWgeïndiceerden dat per 3112: a. Werkt b. Op de wachtlijst staat Aantal werkgevers waar Vakwerk vanaf de pilot tot en met 31-12 van dit jaar klanten geplaatst heeft: a. Werkervaringsplaatsen b. Vrijwilligerswerk c. Taalstages d. Werk Aantal actieve bedrijfscontacten op 31-12
GWS/Wisz
2b 2c
2d
2e
Nr. 2b
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
62 9
36 12
35 5
34 15
144
114
120
77
108 13
110 7
108 9
107 9
55 13 3 132
65 20 5 157
65 20 5 150
69 22 5 177
103
NB
150
176
GWS/Wisz UW Holding
Managementinformatie Vakwerk
Managementinformatie Vakwerk
Verklaring van afwijking Het aantal klanten in een re-integratietraject is aanzienlijk gedaald doordat het sterk verlaagde budget tot keuzes noodzaakte. Naast dat minder aandacht is geschonken aan sociale activering, zijn ook langdurige trajecten beëindigd die weinig tot geen voortgang meer opleverden of waarbij het maximaal haalbare is bereikt.
Doelstelling 3 Goede afstemming naar vraag en aanbod van de werkgelegenheid. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
3
Woonwerkbalans
Bron (1)
PAR
Realisatie 2010 90%
Realisatie 2011 93%
Raming 2012 92%
Realisatie 2012 90%
1. Verhouding tussen de beroepsbevolking en het aantal beschikbare arbeidsplaatsen. Het percentage geeft aan dat tegenover iedere 100 leden van de beroepsbevolking ongeveer 90 arbeidsplaatsen staan.
Wat gaan we daarvoor doen? Maatregelen nemen om te komen tot een betere afstemming naar vraag en aanbod van de werkgelegenheid. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012 Ontwikkelen van een “dashboard” waarbij aansluiting van vraag en aanbod van werkgelegenheid inzichtelijk wordt gemaakt.
Realisatie
Toelichting Vanwege capaciteitsproblemen wordt hier op dit moment geen verdere invulling aan gegeven.
Voor doelstelling 3 zijn geen kwantitatieve prestatie-indicatoren voorhanden.
Jaarstukken 2012
44
Deelprogramma Onderwijs Wat willen we bereiken? Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Voldoende aanbod van onderwijsvoorzieningen op verschillende niveaus. Doelstelling 2: Jongeren en volwassenen zijn in staat een passende opleiding te volgen die hun kansen op financiële onafhankelijkheid en zelfredzaamheid vergroot. Doelstelling 3: Samenwerking en afstemming tussen scholen en andere voorzieningen in de wijk waarbij de ontwikkeling van het kind centraal staat. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Voldoende aanbod van onderwijsvoorzieningen op verschillende niveaus. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
Realisatie 2010
1
% Inwoners dat tevreden is over voorziening basisonderwijs in hun buurt
1
% Inwoners dat tevreden is over voorzieningen voortgezet onderwijs in Houten
Leefbaarheidsmonitor/Waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
91%
-
90%
83%
62%
-
65%
67%
Wat gaan we daarvoor doen? Het verzorgen van adequate onderwijshuisvesting. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Uitvoeren van voorbereidende acties n.a.v. het onderzoek en de evaluatie “Accommodaties Houten Noord” Bijvoorbeeld: voorbereiding nieuw welzijnscentrum afstoten sportaccommodatie Den Oord samenvoegen van 2 basisscholen Vaststellen Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2012-2021 door de raad. De uitkomsten van het onderzoek “Accommodaties Houten Noord” aangevuld met de ontwikkelingen op het gebied van onderwijshuisvesting in Houten Zuid en de kleine kernen vormen de basis voor een nieuw integraal huisvestingsplan. 6 scholen voldoen in 2012 aan minimumcriteria voor “frisse scholen” qua binnenklimaat en energie. Daarnaast zullen vanaf 2012 alle nieuw op te leveren scholen hieraan voldoen.
Toelichting De uitvoering van de voorbereidende acties n.a.v. het onderzoek en de evaluatie “Accommodaties Houten Noord” is vanwege de ombuigingen opnieuw ter discussie komen te staan.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
Realisatie 2010
1
Aantal scholen voor basis onderwijs
Afdeling Welzijn 23
Jaarstukken 2012
Realisatie 2011 23
Raming 2012 23
Realisatie 2012 23
45
1 1 1
Aantal scholen voor speciaal basisonderwijs Aantal scholen voor voortgezet onderwijs Aantal scholen voor speciaal voortgezet onderwijs
Afdeling Welzijn 1
1
1
1
3
3
3
3
1
1
1
1
Afdeling Welzijn Afdeling Welzijn
Doelstelling 2 Jongeren en volwassenen zijn in staat een passende opleiding te volgen die hun kansen op financiële onafhankelijkheid en zelfredzaamheid vergroot. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2
% Leerlingen dat zonder startkwalificatie het onder(1) wijs verlaat (= uitval)
Cfi
Realisatie 2010
Realisatie 2011
2,6%
2,3%
Raming 2012
Realisatie 2012
2,4%
2,4%
1. Het ministerie rapporteert per schooljaar over de behaalde resultaten. De meest recente beschikbare cijfers zijn die van het schooljaar 2011/2012. Het betreft voorlopige cijfers.
Wat gaan we daarvoor doen? 2.1 Uitvoeren lokaal educatieve agenda 2012-2015. 2.2 Sterk inzetten op behoud van het VAVO. De overige (beperkte) educatiemiddelen worden ingezet voor alfabetisering. 2.3 Bevorderen naleving leerplichtwet door een combinatie van stimulerende maatregelen en repressieve maatregelen. 2.4 Uitvoering van de wet op het leerlingenvervoer. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
De lokaal educatieve agenda 2012 bevat activiteiten die bijdragen aan het bestrijden van onderwijsachterstanden en het bevorderen van een succesvolle onderwijsloopbaan. In 2012 zullen voorbereidingen worden getroffen om de decentralisatie van de jeugdzorg en de ontwikkeling van passend onderwijs op elkaar te laten aansluiten. Behoud van het aanbod VAVO (Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs) gericht op (1) VMBO, HAVO of VWO diploma. Aanvullend vanuit de resterende Educatiemiddelen, het aanbod doen van taalonderwijs (1) voor mensen met een taalachterstand. Leerplicht investeert in het verbeteren van meldingen van dreigend school verlaten en ongeoorloofd schoolverlaten door de school, zodat zo snel mogelijk actie ondernomen kan worden en schooluitval wordt voorkomen. Leerplichtambtenaren zoeken in voorkomende gevallen contact met school, ouders en leerling. Soms is het nodig een vorm van hulpverlening in te schakelen en soms wordt er een proces verbaal opgemaakt. Aanbesteden taxivervoer van kinderen naar het Speciaal Onderwijs in het kader van leerlingenvervoer. Betreft de periode 2012 – 2016. Monitoring kosten leerlingenvervoer op basis van de nieuwe, in 2011 vastgestelde beleidsregels. Eventueel bijstellen van de beleidsregels leerlingenvervoer aan de hand van een evaluatie. 1. Ondanks fors teruglopende budgetten, is een gevarieerd integraal educatieaanbod de doelstelling. Volwasseneneducatie neemt daarin een belangrijke positie in.
Jaarstukken 2012
46
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2a
Aantal deelnemers aan sociale vaardigheidstraining Aantal leerlingen in regulier basisonderwijs dat voor maatschappelijk werk is aangemeld Aantal geïndiceerde peuters voor- en vroegschoolse educatie Aantal herplaatste vroegtijdige schoolverlaters naar een opleiding Aantal cursisten VAVO (volwassenenonderwijs gericht op VMBO, HAVO of VWO diploma) Aantal cursisten educatie gericht op bijvoorbeeld maatschappelijke redzaamheid of Nederlandse (2) taal (NT1) Aantal cursisten NT2 (Nederlandse taal voor midden en hoog opgeleide anderstaligen) In het jaar ingezette percentage van het beschikbare budget
Jaarverslag SOVA (sociale vaardigheid) Jaarverslag schoolmaatschappelijk werk
2b
2c 2d 2e
2f
2g
2h
Realisatie 2010
Jaarverslag Jeugd gezond heidzorg 0-4 RMC/ Effectrapportage
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
64
33
32
16
49
35
60
55
20
22
20
29
49
37
50
19
52
45
55
(1)
38
72
14
8-16
12
35
11
(2)
7
92%
100%
100%
94%
Jaarverslag ROC sector educatie
Jaarverslag ROC sector educatie p.m.
GWS
1. Het aantal VAVO cursisten wordt voor 2012 niet lager geraamd. De middelen die door het rijk beschikbaar worden gesteld zijn de afgelopen jaren weliswaar zeer sterk gedaald. Vanwege het belang van het VAVO, wordt sinds 2011 het merendeel van de rijksbijdrage aan het VAVO besteed, op grond van regionale afspraken met het ROC. Het is wettelijk verplicht de educatiegelden bij een ROC te besteden. Voor het VAVO gaat over enkele jaren een andere financiering gelden. De gemeente speelt daar dan geen rol meer in. 2 .De sterk gereduceerde rijksbijdrage wordt vooral ingezet voor het VAVO en alfabetisering (NT1).
Nr. 2a 2d 2e
Verklaring van afwijking De bemensing voor de SOVA was in 2012 niet rond te krijgen, vandaar een lager aantal jongeren die gebruik hebben gemaakt van de SOVA training. Dat is ook de reden om via het onderwijs te stoppen met SOVA trainingen. Via Vitras is het nog wel mogelijk de SOVA training te volgen. De cijfers voor Houten die via RMC zijn niet bekend, worden niet per gemeente bijgehouden. Het aantal Vavo-cursisten is toch lager dan werd verwacht. De animo is jaarlijks wisselend maar hier speelt ook de gekrompen financiële ruimte een rol. Met ingang van 2013 loopt de bekostiging van het Vavo niet meer via de gemeente.
Doelstelling 3 Samenwerking en afstemming tussen scholen en andere voorzieningen in de wijk waarbij de ontwikkeling van het kind centraal staat. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
Realisatie 2010
3
Aantal scholen dat een samenwerkingsverband kent met overige voorzieningen in de wijk.
Jaarverslag bredeschool 2
Jaarstukken 2012
Realisatie 2011
4
Raming 2012
Realisatie 2012
3
4
47
Wat gaan we daarvoor doen? Samenwerking tussen de scholen en andere voorzieningen in de wijken stimuleren. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
De gemeente gaat verder met het implementeren van het Brede School dan wel het multifunctionele accommodatie-concept in de kwadranten d.m.v.: Ondersteunen en uitvoeren activitei(1) tenplan brede school Noord Oost. Planontwikkeling multifunctionele accommodatie in de wijk Zuid Oost. Conceptontwikkeling derde en vierde multifunctionele accommodatie in de wijken Zuid West en Noord West. Vier organisaties hebben in 2011 aangegeven bereid te zijn om als kernpartner de ontwikkelingen van de brede scholen te gaan trekken en daarvoor een convenant af te sluiten. Die organisaties zijn: Openbaar Onderwijs Houten (OOH), protestants christelijk onderwijs Fluenta, welzijnsorganisatie Van Houten&Co en kinderopvangorganisatie Kind&Co. Vormgeven Basisschool Houten Zuid: Realiseren van het bouwproces van de multifunctionele accommodatie in Houten Zuid-Oost. Deze locatie is bij uitstek geschikt voor een dergelijk schoolconcept. Met diverse betrokken partijen wordt de multifunctionele accommodatie vorm gegeven in een nieuw te reali(1) seren gebouw 1. Het brede school-concept betreft de samenwerking en afstemming tussen organisaties die met kinderen en jongeren werken en waarbij de ontplooiing en ontwikkeling van het kind centraal staat. In Houten Zuid Oost gaan een aantal scholen en kinderopvang samenwerken in de multifunctionele accommodatie.
Jaarstukken 2012
48
Deelprogramma Kunst, cultuur en sport Wat willen we bereiken? Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Een divers cultureel aanbod en verenigingsleven in Houten. Doelstelling 2: Het zichtbaar en tastbaar maken van de historische structuren, het cultureel erfgoed en de archeologie ter versterking van de identiteit van Houten. Doelstelling 3: Het bevorderen van de sportdeelname van Houtenaren in zowel georganiseerd als ongeorganiseerd verband.
Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt. Doelstelling 1 Een divers cultureel aanbod en verenigingsleven in Houten. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
% Inwoners dat tevreden is over het aanbod van culturele voorzieningen % Inwoners dat tevreden is over het aanbod van verenigingen, clubs, cursussen en dergelijke % Inwoners dat tevreden is over bibliotheekvoorziening Leden bibliotheek.
Leefbaarheidsmonitor
1
1 1 1 1
Aantal leerlingen dat muziekonderwijs volgt. Procentuele leeftijdsopbouw ledenbestand culturele verenigingen. 4 – 12 jaar 13 – 18 jaar 19 – 65 jaar 65 +
Realisatie 2010
Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor Bibliotheek Houten HMC
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
73%
-
73%
70%
87%
-
87%
82%
88%
-
< 88% (1)
80%
12.384
12.343
<12.300
12.065
1.250
1.250
1.250
1.148
-
32,3 % 14,4 % 34,3 % 15,1 %
Culturele verenigingen.
-
(2)
-
(2)
1. Als gevolg van de bezuinigingen in 2012 wordt een negatieve trend verwacht. Effect niet concreet in te schatten. 2. Wordt gemeten in 2014
Wat gaan we daarvoor doen? Prestatieafspraken maken met gesubsidieerde culturele instellingen en cultureel verenigingsleven over het culturele aanbod. Kwalitatieve prestatie-indicatoren (# Prestaties zijn ombuigingsgerelateerd) Omschrijving prestatie 2012 Realisatie Toelichting Als gevolg van de bezuinigingen op bibliotheekwerk duurzaam vernieuwen van de bibliotheek en deze terugbrengen tot een basisvoorziening, door het aantal nevenvestigingen te reduceren (sluiten voorzieningen in ’t Goy en Tull en ’t Waal), efficiency-maatregelen en keuzes te maken in activiteiten, en het verkennen van de huisvestings-kansen in gebiedsontwikkeling De Slinger. # Inventariseren van de mogelijkheden en kan-
Jaarstukken 2012
49
sen van de exploitatie van Theater aan de Slinger in het kader van de gebiedsontwikkeling De Slinger. Vaststellen van nieuwe beleidsregels om in het kader van ombuigingen tot herverdeling van de subsidiebudgetten te kunnen komen m.i.v. 2013. Enerzijds betreft dit efficiency korting professionele culturele instellingen en anderzijds keuzes maken in nog te subsidiëren amateurverenigingen#. Voorbereiding van de implementatie van de herstructurering cultuursubsidies in het kader van de ombuigingen, zoals; concrete uitwerking kunstencentrum (oftewel intensivering samenwerking professionele instellingen); inrichten/ oprichten cultuurfonds met randvoorwaarden; vernieuwen ofwel afbouwen subsidierelaties m.i.v. 1-1-2013. #
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
Bezettingsgraad theater met betrekking tot Professionele podiumpresentaties Aantal culturele instellingen en verenigingen waarmee prestatieafspraken zijn gemaakt Aantal voorzieningen bibliotheek in kleine kernen
Jaarverslag Theater
1
1
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
67%
68%
<65%
65%
25
25
25
25
3
1
1
1
Afdeling Welzijn
Afdeling Welzijn
Doelstelling 2 Het zichtbaar en tastbaar maken van de historische structuren, het cultureel erfgoed en de archeologie ter versterking van de identiteit van Houten. Effectindicatoren Voor doelstelling 2 is geen effectindicator voorhanden. Wat gaan we daarvoor doen? Ontwikkeling en beheer van kunst en cultuur in de openbare ruimte. Kwalitatieve prestatie-indicatoren (# Prestaties zijn ombuigingsgerelateerd) Omschrijving prestatie 2012 Realisatie Toelichting Conceptontwikkeling kunstwerk Castellum. Vaststellen door raad van Beheerplan Kunst in Openbare Ruimte.
Omdat dit een bevoegdheid is van het college, is er geen sprake van een raadsbesluit. Het collegevoorstel zal begin 2013 voorgelegd worden aan het college.
De huidige ‘Subsidieverordening monumenten 2006’ wordt in het kader van de ombuigingen ingetrokken en vervangen door een nieuwe verordening. # (Maakt onderdeel uit van de Algemene Subsidieverordening.)
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
Realisatie 2010
2a
% Inwoners dat vindt dat de gemeente Houten zich inzet de geschiedenis van Houten (zichtbaar) te behouden
Leefbaarheidsmonitor
2b
Aantal kunstobjecten in de
Afdeling Welzijn
Jaarstukken 2012
50% 57
Realisatie 2011
58
Raming 2012
51% 58
Realisatie 2012
45% 57
50
openbare ruimte Nr. 2a
Verklaring van afwijking Er is een lichte afname t.o.v. 2010 voor het zichtbaar houden van de geschiedenis onder respondenten van de leefbaarheidsmonitor. Het percentage neutraal is toegenomen.
Doelstelling 3 Het bevorderen van de sportdeelname van Houtenaren in zowel georganiseerd als ongeorganiseerd verband. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3a
Sportdeelname volwassenen Sportdeelname bovenbouwleerlingen basisschool (lid van een vereni(1) ging) Aantal deelnemers jeugdsportpas % Inwoners dat tevreden is over sportvoorzieningen
Leefbaarheidsmonitor GGD
3b
3c 3d
Realisatie 2010
Realisatie 2011
85%
-
-
-
Raming 2012
Realisatie 2012
85%
84%
(1)
85% (9-10 jarigen)
85% Afdeling Welzijn Leefbaarheidsmonitor/ waar staat je gemeente
494
528
450
810
90%
-
90%
87%
1. Van Houten&Co organiseert op dit moment meerdere activiteiten voor de doelgroep 55+: 23 sport- en beweegactiviteiten, van koersbal tot tennis en 7 dansactiviteiten, van country line tot stijldansen.
Nr. 3c
Verklaring van afwijking
De toename van het aantal jeugdsportpassen is grotendeels te danken aan de grotere naamsbekendheid van de jeugdsportpas door het sportplatform Houten.
Wat gaan we daarvoor doen? 3.1 Ondersteunen van sportverenigingen en scholen bij het aanbieden van sport- en beweegactiviteiten op zowel financieel als organisatorisch gebied. 3.2 Sport- en beweegaanbod voor de verschillende doelgroepen in Houten bevorderen. (Specifiek voor de doelgroepen 55+ en mensen met een beperking.) 3.3 Bevorderen van sport en beweging, met name bij niet sportende jongeren (14+). Kwalitatieve prestatie-indicatoren (# Prestaties zijn ombuigingsgerelateerd) Omschrijving prestatie 2012 Realisatie Toelichting Realisatie van velden en een multifunctionele sportaccommodatie op sport- en werklandschap Meerpaal. Rapportage voortgang doorontwikkeling van het Sportpunt Houten en de sportmakelaar in samenhang met de combinatiefunctionarissen. Met de sportverenigingen en de beheerders van sportaccommodaties, zoals Optisport wordt onderzocht in hoeverre door energiebesparende maatregelen de exploitatielasten (en in het bijzonder de energiekosten) verlaagd kunnen worden of beter beheersbaar in de toekomst. Hierdoor kunnen deze faciliteiten ook bij stijgende energieprijzen toegankelijk blijven voor inwoners met lagere inkomens. Met de sportverenigingen worden afspraken gemaakt over de vermindering van de subsidies, waarbij de grotere verenigingen hebben aangegeven bereid te zijn subsidies in te leveren ten gunste van de kleinere minder draagkrachtige verenigingen. Hiertoe zal een verdelingsplan worden opgesteld. Sportverenigingen hebben aangegeven met
Project loopt volgens planning. Volgens de huidige prognoses is het totale project per mei 2013 gereed.
Jaarstukken 2012
51
oplossingen te komen voor “gaten in de bezetting” van sportvoorzieningen waardoor er een betere exploitatie kan worden bereikt. Hierdoor zou de gemeente meer inkomsten genereren die in mindering kunnen worden gebracht op de ombuigingstaakstelling die aan de orde is. Hierover zullen afspraken worden gemaakt en vastgelegd tussen gemeente en verenigingen. # Verenigingen hebben aangegeven mogelijkheden te zien om meer opbrengsten te genereren door een meer ondernemende manier van exploiteren van de voorzieningen. De verenigingen willen daarbij zelf alternatieven ontwikkelen die extra inkomsten genereren ter compensatie van de verminderde subsidies. De gemeente zal daartoe de bestaande regelgeving rond het gebruik van deze voorzieningen moeten versoepelen. Hierover zullen afspraken worden vastgelegd tussen verenigingen en gemeente. # Van Houten&Co zal in overleg met het Sportpunt, Platform Sport Houten en sportverenigingen onderzoeken of het aantal activiteiten voor de doelgroep 55+ en voor mensen met een beperking vergroot kan worden. Welzijn, sport en voortgezet onderwijs werken samen aan een ‘instuif ‘(presentatie aanbod), waardoor leerlingen/jongeren kennis kunnen maken met verschillende sporten en wellicht ook één van deze aangeboden sporten zullen gaan beoefenen. De uitval die geconstateerd wordt in de hogere klassen van het voortgezet onderwijs, grofweg de doelgroep 14-18-jarigen, wordt via het project Jeugdledenbehoud teruggedrongen. Dit gebeurt door met de verenigingen gezamenlijk te kijken naar de uitval en vervolgens in overleg projecten voor en met de verenigingen te ontwikkelen om deze uitval aan te pakken. Overigens verschilt het per sport in hoeverre uitval in deze doelgroep ervaren wordt.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3
Aantal organisaties dat ondersteund wordt door het Sportpunt Aantal sportorganisaties dat financieel en organisatorisch wordt ondersteund door de gemeente Aantal verenigingen dat ondersteund wordt om een aanbod te creëren voor de doelgroep 14 tot 18 jaar
Afdeling Welzijn
3
3
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
26
28
26
26
26
27
25
26
-
-
5
5
Afdeling Welzijn
Afdeling Welzijn
Jaarstukken 2012
52
Verschillenanalyse Vitaal Deelprogramma's
Rekening 2011
Begroting na wijziging 2012
Rekening 2012
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2012
Programma 01. Vitaal lasten 01.01
Sociale participatie
12.768.991
14.498.196
13.844.492
653.704
01.02
(Gezondheids)zorg
6.164.916
5.960.105
5.559.278
400.827
01.03
Werkgelegenheid
5.037.057
4.390.213
4.384.368
5.845
01.04
Onderwijs
6.420.762
7.059.317
6.817.547
241.770
01.05
Kunst, cultuur en sport
6.780.701
6.101.968
6.045.547
56.421
01.99
Programmabrede kosten
Totaal lasten
165.617
-384.616
-336.620
-47.996
37.338.043
37.625.183
36.314.613
1.310.570
baten 01.01
Sociale participatie
-5.761.711
-5.032.493
-5.335.478
302.985
01.02
(Gezondheids)zorg
-587.166
-606.958
-798.177
191.219
01.03
Werkgelegenheid
-4.032.733
-3.282.273
-3.346.367
64.094
01.04
Onderwijs
-190.446
-197.945
-188.706
-9.239
01.05
Kunst, cultuur en sport
-291.866
-329.866
-319.613
-10.253
01.99
Programmabrede kosten
-195.788
-255.959
-113.657
-142.302
-11.059.710
-9.705.494
-10.101.999
396.505
26.278.333
27.919.689
26.212.614
1.707.075
Totaal baten Saldo 01. Vitaal
Deelprogramma Sociale participatie Het deelprogramma heeft een positief saldo van € 956.689 en wordt veroorzaakt door: Producten 1. Wmo-beleid 2. Wmo-pv 2: ondersteuning bij opgroeien en opvoeden 3. WWB-algemeen 4. WWB-inkomensdeel 5. Minimabeleid 6. Saldo diverse overige producten TOTAAL
€ €
Lasten 224.892 V 55.295 V
€ €
€ € € € €
75.058 61.026 227.059 10.374 653.704
€ € € € €
V V V V V
Baten 0 72.121 V 9.015 205.975 16.684 -810 302.985
V V V V V
SALDO € 956.689 V Wmo-beleid Het voordeel op de lasten van dit product wordt veroorzaakt door de lagere kosten in 2012 voor de sociale agenda. Met de vaststelling van de sociale agenda 2012-2015 is akkoord gegaan met de vorming van een bestemmingsreserve Programma Transities in Samenhang om een eventueel positief rekeningresultaat op het programma Transities in Samenhang in deze reserve te storten. In 2012 hebben de werkzaamheden zich vooral geconcentreerd op het inrichten en vormgeving van het programma. Bij de uitwerking van de opbouw en financiering werd hierbij al een onderschrijding van de kosten voorzien. Het uiteindelijke voordeel van € 220.800 is daarom gestort in de reserve, waardoor sprake is van een overschrijding op de mutaties van de reserves bij programma vitaal (zie verklaring bij Programmabrede kosten). Per saldo is dit budget neutraal. Wmo-pv 2: ondersteuning bij opgroeien en opvoeden. Het voordeel op de lasten van dit product wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat de de ondersteunende functie op dit beleidsterrein intern is vervult, waarbij, conform de uitgangspunten van het college voor het voorkomen van het tekort van 2012, salariskosten intern niet worden doorbelast. Het voordeel op de baten is het gevolg van een afrekening van projectgelden JGZ 2009-2011 met betrekking tot het Electronisch Kinddossier (EKD).
Jaarstukken 2012
53
WWB-algemeen Het voordeel op de lasten van dit product wordt veroorzaakt door een gewijzigde fasering van de bijdrage van de gemeente Houten in de kosten van de totstandkoming van WIL. Een belangrijk deel van de kosten wordt later (in 2013) in rekening gebracht dan is voorzien. De onderschrijding (ca € 67.000) wordt gecompenseerd door een lagere onttrekking aan de reserve Bestemmingsreserve WWB werkdeel (zie verklaring bij Programmabrede kosten). WWB-inkomensdeel Het voordeel op de lasten van dit product wordt voor een groot deel veroorzaakt door een voordeel op de bijstandsverlening (ca. € 95.000). Bij de tweede bestuursrapportage 2012 is dit effect van de openeinde regeling al als een positief risico benoemd. Het voordeel op de baten van dit product wordt veroorzaakt door hogere inkomsten als gevolg van een aanvullende rijksbijdrage over 2011 en hogere inkomsten voor terugvordering en verhaal op leenbijstand. Dit komt door strengere en striktere regels voor terugvordering en verhaal. Daarnaast is als uitwerking van de ombuigingstaakstellingen de aflossingsperiode verlengd van 36 naar 60 maanden en het aflossingspercentage verhoogd van 6% naar 10. Tenslotte is ook nog geld terugontvangen op vorderingen die al als dubieus waren opgevoerd. Minimabeleid Het voordeel op de lasten van dit product wordt veroorzaakt door een overschot op de Bijzondere bijstand. Er is op deze post een ombuigingstaakstelling van € 37.500 verwerkt vanwege de afstemming op de goedkoopst adequate voorziening. Bij de tweede bestuursrapportage is als een positief risico van deze openeinde-regeling geduid. Met ingang van 2012 is op grond van een wetswijziging de bijzondere bijstand voorbehouden aan de huishoudens met een inkomen tot 110% van het Wettelijk Minimum Loon. Voor de aanvragen bijzondere bijstand is de verkorte procedure niet meer toepasbaar, omdat nu specifiek op de bijzondere situatie van de klant moet worden ingegaan. Bovendien worden meerdere zaken die via de verkorte procedure werden verstrekt, nu primair terug geleid naar de zorgverzekeraar. Ook moet sinds begin 2012 eerst de eventueel uitgekeerde langdurigheidstoeslag worden aangewend, voordat bijzondere bijstand wordt verstrekt. Dat heeft al met al een reducerend effect gehad. Uiteindelijk vallen de kosten nog meer mee dan werd verwacht, omdat ook de gebruikelijke toename van aanvragen en kosten in het laatste kwartaal achterwege is gebleven. Saldo diverse overige producten Het voordeel op de lasten van dit product is een saldo van verschillende producten. Behalve een voordeel op het gebied van Schuldhulpverlening en Vrijwilligerswerk (ca. € 32.000), als gevolg van de invoering van de lean werkwijze, is er sprake van een nadeel met betrekking tot de sociaal culturele centra (ca. € 21.000). Dit heeft hoofdzakelijk betrekking op Dorpshuis de Wiese. Bij SCC De Wiese is er over 2011 en 2012 sprake van een resterend exploitatietekort (totaal ca. € 41.000). Dit heeft geleid tot een nadelig effect.
Deelprogramma (Gezondheids)zorg Het deelprogramma heeft een positief saldo van € 592.046 en wordt veroorzaakt door: Producten 1. Wmo-pv 6: voorzieningen voor mensen met beperking, chronisch psychisch of psychosociaal 2. Saldo diverse overige producten TOTAAL
€
Lasten 361.467 V
€
Baten 182.972 V
€ €
39.360 V 400.827 V
€ €
8.247 V 191.219 V
€
592.046 V
SALDO
Wmo-pv 6: voorzieningen voor mensen met beperking, chronisch psychisch of psychosociaal Zowel het voordeel op de lasten als de baten van dit product zijn het gevolg van openeinderegelingen, waarvoor bij de tweede bestuursrapportage 2012 al positieve risico’s zijn geduid. In 2012 zijn veel aanvragen voor een WMO-pas ingediend, vanwege het afschaffen van de 65+-pas voor de Regiotaxi. Er werd daarom een sterk oplopend kostenniveau verwacht, mede vanwege de hogere ritbijdrage die de gemeente is verschuldigd aan het BRU sinds begin 2012. De passen zijn wel aangevraagd en toegekend, maar worden veel minder frequent gebruikt, ook niet met het slechtere weer in de herfst-en wintermaanden. Het aantal met de Regiotaxi gereisde zones is in de eerste tien maanden van 2012 zelfs lager dan in dezelfde periode van 2011. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt Jaarstukken 2012
54
door de invoering van de ritbijdrage voor de Regiotaxi met ingang van 1-1-2012. De pilot met de golfkarretjes en de betere toegankelijkheid van het openbaar vervoer versterken dit mogelijk. Naast deze ontwikkelingen is ook het aantal aanvragen voor andere vervoersvoorzieningen (zoals scootmobielen) met ruim 20% gedaald (van 125 naar 98). Het uiteindelijke voordeel komt uit op € 387.000. Het aantal aanvragen voor rolstoelen is op hetzelfde niveau gebleven als in 2011. Een eigen bijdrage is niet van toepassing op rolstoelen, waardoor daar geen remmend effect vanuit kan gaan. Toch zijn de kosten van de rolstoelen fors gedaald. Een van de belangrijkste oorzaken daarvan is dat in 2012 duidelijk meer vanuit depot is herverstrekt, eventueel na aanpassing of ombouw. Totale voordeel betreft € 97.000. Ook bij woonvoorzieningen gaat het om een openeinde-regeling en kunnen de uitgaven per jaar sterk wisselen. De aanvragen voor woningaanpassingen is in 2012 sterk gedaald. Eind 2012 is nog wel een grote aanvraag (ca. € 35.000 - € 40.000) ingediend, maar deze is nog niet afgehandeld. Het uiteindelijke voordeel op de woonvoorzieningen is uitgekomen € 166.000. Doordat meer aanbieders actief zijn onder het nieuwe contract voor de Huishoudelijke Hulp, neemt de animo voor een persoonsgebonden budget hulp bij huishouden af. Dat heeft een kostenverhogend effect op de zorgverlening in natura. Tegenover een voordeel van € 75.000 op Persoonsgebonden Budget staat een nadeel van € 400.000 op de zorg in natura. Voor € 92.000 wordt dit gedekt uit de stelpost WMO (zie verklaring Programmabrede kosten). Vanwege het verwachte effect van herindicaties van HH2 naar HH1 en de tariefdifferentiatie die weer is ingevoerd waren de budgetten voor HH in de begroting 2012 ten opzicht van 2011 naar beneden bijgesteld. Gedurende 2012 zijn deze ramingen weer naar boven bijgesteld. In 2012 zijn uiteindelijk veel meer zorguren geleverd, terwijl het klantenbestand met 1% was afgenomen. Het aantal hogere zorguren leidt ook tot een hogere bijdrage van de klanten. Deze bijdrage wordt met ingang van 2012 gebaseerd op de daadwerkelijke kostprijs. De totale eigen bijdrage heeft geleid tot een voordeel van € 181.000. Per saldo is bij Hulp bij Huishouden (zorg in natura en persoonsgebonden budget) sprake van een nadeel van ca. € 50.000.
Deelprogramma Onderwijs Het deelprogramma heeft een positief saldo van € 232.531 en wordt veroorzaakt door: Producten 1. Leerlingenvervoer 2. Instandhouding onderwijs en scholen 3. Saldo diverse overige producten TOTAAL
Lasten 175.078 47.224 19.467 241.770
€ € € €
V V V V
SALDO
€ € € €
Baten 500 0 8.739 9.239
€
232.531 V
N V N N
Leerlingenvervoer Het voordeel op de lasten van dit product worden hoofdzakelijk veroorzaakt door de effecten vanuit de nieuwe aanbesteding voor het leerlingenvervoer. De raming van de kosten voor leerlingenvervoer was in 2012 nog vrij conservatief, pas in de tweede helft was namelijk het nieuwe contract van kracht. Daarnaast lijken de effecten zichtbaar te worden van de aanpassing in 2011 van de beleidsregels voor leerlingenvervoer en de striktere toepassing ervan.
Deelprogramma Programmabrede kosten programma Vitaal Het deelprogramma heeft een negatief saldo van € 94.305 en wordt veroorzaakt door: Producten 1. Programma Vitaal programmabrede kosten 2. Programma Vitaal mutaties reserves TOTAAL
€ €
Lasten 172.804 V 220.800 N
€ €
Baten 0 N 142.302 N
€
47.996 N
€
142.302 N
€
94.305 N
SALDO
Programma Vitaal programmabrede kosten Het nadeel op de lasten van de programmabrede kosten van programma Vitaal ad € 172.804 wordt in hoofdlijnen veroorzaakt door de volgende afwijkingen:
Jaarstukken 2012
55
Sport-en welzijnsaccommodaties Bij verschillende sport- en welzijnsaccommodaties is sprake van intensiever gebruik voor sport van middelbare scholen of cursussen waardoor inkomsten uit verhuur een voordelig effect van ca € 107.000 opleveren. Daarnaast is sprake van lagere lasten als gevolg van uitstel van vervanging van inventaris samen met nog enkele kleine voordelen op de overige exploitatiekosten . Per saldo is sprake van een voordelig effect op de accommodaties van ca. € 176.000. Gemeentebrede salarislasten en inhuur derden Bij verschillende afdelingen die vallen onder programma Vitaal is sprake van een afwijking op de salarissen en inhuur (totaal nadelig effect van € 50.000). Dit effect is onderdeel van de analyse van de gemeentebrede salarislasten en inhuur derden in de paragraaf bedrijfsvoering en wordt daarom niet op deze plaats nader toegelicht. Stelpost Wmo Deze stelpost is niet ingezet en levert daardoor een positief voordeel op van ca € 92.000. De uiteindelijke overschrijding op de WMO Huishoudelijke Hulp was niet eerder voorzien, anders was deze stelpost daarvoor ingezet. Dit voordeel moet daarom betrokken worden bij het negatieve effect op de Huishoudelijke Hulp (zie verklaring Deelprogramma (Gezondheids)zorg). Programma Vitaal mutaties reserves Het nadeel op de lasten van de mutaties reserves van programma Vitaal ad € 220.800 wordt veroorzaakt door de uitvoering dan het raadsbesluit over de sociale agenda waarin het overschot op het product Programma Transities en Samenhang gestort moet worden in de bestemmingsreserve Programma Transities en Samenhang. Dit bedrag is niet begroot omdat vooraf niet de hoogte kon worden ingeschat. De lagere baten ontstaan doordat er lagere onttrekkingen uit de bestemmingsreserve WWB Werkdeel benodigd zijn ter dekking van de kosten van de begroting van vakwerk 2012 (€ 75.000) en de implementatiekosten 2012 WIL (€ 67.000).
Jaarstukken 2012
56
Programma Duurzaam
Jaarstukken 2012
57
Jaarstukken 2012
58
Programma Duurzaam Programma in vogelvlucht In 2015 wonen er circa 50.000 inwoners in Houten. In de groei daarnaartoe wil de stad Houten zijn dorpse karakter koesteren en de kwaliteit in de bestaande stad behouden. De bewoners van Houten moeten kunnen wonen, werken, leren, ontwikkelen en ontspannen in een omgeving die levensloopbestendig is, waarbij verantwoord wordt omgegaan met middelen en milieu. Om dit te kunnen garanderen is een gedifferentieerd woningaanbod noodzakelijk, waar bewoners en nieuwkomers hun woonwensen kunnen realiseren. Het Rond en Castellum moeten daarbij een goedlopend winkelaanbod, met horecavoorzieningen en een aantrekkelijke weekmarkt bieden. In de directe leefomgeving van de woongebieden is het onderhoud en beheer van de openbare ruimte goed, zodat bewoners zich hier thuis en betrokken voelen. De overheid heeft een belangrijke rol in het realiseren van deze leefomgeving. Door regievoering bij gebiedsinrichting wordt gewerkt aan de ontwikkeling van de stedelijke en landelijke omgeving. Daarnaast wordt de burger ook steeds meer betrokken bij ontwikkeling en onderhoud. Zelfredzaamheid en het zelf-organiserend vermogen van de burgers is steeds belangrijker in het behouden van kwaliteit van de leefomgeving. Het doel is om een grotere verantwoordelijkheid bij hen neer te leggen. Een voorbeeld waar dat al gebeurd is het Eiland van Schalkwijk. Hier komen bewoners en bedrijven meer zelf aan het roer. Zij worden uitgedaagd om zélf met ontwikkelingsinitiatieven te komen voor recreatie en landbouw. De tevredenheid van bewoners over het leefklimaat in Houten wordt ook bepaald door de aanwezigheid van een aantrekkelijk en kwalitatief hoogwaardig buitengebied. Behoud en ontwikkeling van natuurwaarden staan hierbij centraal. Ook het tastbaar en zichtbaar maken van cultuurhistorisch erfgoed is hiervoor belangrijk. Last but not least streven we naar een gezonde leefomgeving waarin schoon en veilig de kernwaarden zijn. Ook op dit punt levert de Houtense samenleving een belangrijke bijdrage, zowel bewoners als bedrijven. We maken Houten met elkaar zo duurzaam mogelijk. Onder de verschillende deelprogramma’s wordt een nadere toelichting gegeven op de indicatoren. In de begroting zijn diverse prestatie indicatoren opgenomen. Onderstaand wordt schematisch weergegeven welk percentage van de geplande kwalitatieve prestatie indicatoren zijn gerealiseerd.
Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt, 77% gerealiseerd. De belangrijkste resultaten worden hieronder nader toegelicht In 2012 is een vervolg gegeven aan de ontwikkeling van een flink aantal ruimtelijke projecten. In samenwerking met andere partijen is gewerkt aan de centrumontwikkelingen in Houten Noord (Slinger) en Houten Zuid (Castellum), de planontwikkeling- en uitvoering voor de nog resterende deelplannen in Houten Zuid (Rietplas, Leebrug II, Hofstad IVb) en de planvorming voor veranderlocaties in Houten Noord (Stenen Poort, Bogermanschool). Daarnaast is gewerkt aan de uitvoering van het programma Linieland, aan de integrale gebiedsontwikkeling van het Eiland van Schalkwijk en de uitvoeringsprojecten in het kader van recreatie, landschap en leefomgeving. Met deze projecten is de diversiteit in het woonaanbod vergroot, kunnen bewoners van Houten Zuid goed winkelen in het tweede centrum van Houten en constateren we dat het recreatief aanbod in het
Jaarstukken 2012
59
buitengebied nog steeds groeiende is. In een buitengewoon lastig tijdsgewricht voor ruimtelijke ontwikkeling is er in diverse projecten toch ook aandacht voor cultuurhistorische aspecten, zoals in Hofstad IV en het Oude Dorp. Ook vanuit ecologie en natuurbehoud is het goed om te constateren dat de ontwikkeling van bijvoorbeeld het sport- en werklandschap de Meerpaal gecompenseerd wordt door een weidevogelcompensatiegebied van inmiddels 20 hectare. Door bezuinigingen is het afgelopen jaar ingegrepen in de ambities die eerder zijn neergelegd. Het is goed om te constateren dat ook in deze tijd het gelukt is om geen achteruitgang te constateren op de meeste indicatoren met betrekking tot de tevredenheid van inwoners over hun leefomgeving. De betrokkenheid van bewoners bij hun leefomgeving is vergroot. Er zijn veel initiatieven binnengekomen voor en vanuit het Eiland van Schalkwijk. De energiesprong Houten heeft een eerste sprong gemaakt. Er is actief met bewoners gecommuniceerd over de mogelijke effecten van bezuinigingen op hun directe leefomgeving. En ook de heroriëntatie op het wijkgericht werken (de versterking van participatie van burgers in de wijken in samenwerking met de Wmo) is voortvarend met maatschappelijke partners gestart. Tenslotte is de regionale samenwerkingsovereenkomst in de afvalwaterketen op 24 december door het bestuur ondertekend en op 1 januari 2013 van start gegaan. Het voorgestelde samenwerkingsmodel bestaat uit een projectbureau genaamd Winnet ‘Kennis en projecten’.
Deelprogramma’s Het programma bestaat uit de volgende deelprogramma’s: Woningen Commerciële voorzieningen en horeca Leefomgeving Gebiedsinrichting Klimaat en Milieu(zorg) Landschap en recreatie Cultuurhistorie en archeologie
Jaarstukken 2012
60
Deelprogramma Woningen Wat willen we bereiken? Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Een goed en gedifferentieerd woningaanbod met voldoende doorstroming, dat voorziet in de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte van de verschillende doelgroepen met bijzondere aandacht voor jongerenhuisvesting, ouderenhuisvesting, starterswoningen en bijzondere woonvormen. Het betreft zowel de koop- als de (sociale) huursector. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Een goed en gedifferentieerd woningaanbod, dat voorziet in de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte van de verschillende doelgroepen met bijzondere aandacht voor jongerenhuisvesting, ouderenhuisvesting, starterswoningen en bijzondere woonvormen. Het betreft zowel de koop- als de (sociale) huursector. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
Waardering woning door in-woners (indicatorwaar(1) de) % sociale huurwoningen ten opzichte van totaal aantal woningen per 31-12
Leefbaarheidsmonitor
1
Realisatie 2010
Afdeling Ruimtelijk beleid en BRU-monitor
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
8,0
-
8,0
8,1
26%
27%
27%
26,5
1. Dit is een indicatorwaarde (schaal: 0-10, 10 = hoogst) voor de waardering van burgers voor hun woning en is gebaseerd op een viertal stellingen betreffende de tevredenheid met grootte, sfeer, indeling en onderhoud van de woning.
Wat gaan we daarvoor doen? Inbreng van volkshuisvestelijke doelen in projecten voor stedelijke ontwikkeling: Gericht op het verbeteren van de huisvestingsmogelijkheden voor verschillende doelgroepen (jongeren, starters en ouderen). Monitoren van beleid en regelgeving. Monitoring van urgentiebeleid voor de verdeling van sociale huurwoningen: Er is een Europese richtlijn in werking per 1-1-11 om maximaal 10% van de sociale huurwoningen te kunnen gebruiken voor huisvesting van huishoudens met hogere inkomens (boven € 33.000 bruto). Dit vraagt om een strakke en consequente uitvoering van het urgentiebeleid. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012 Update van de Nota Wonen: monitoring doelgroepenbeleid o.b.v. actuele bevolkingsprognoses.(RBL)
Doen van subsidieaanvragen voor woningbouw (afhankelijk van de kansen die zich in provinciaal of rijksbeleid voordoen).(RBL) Problematiek rondom Woningomzetting (verkamering) vaststellen en aanpakken, in relatie tot deregulering(RBL) Experimenteren met inpassing van thematisch collectief particulier opdrachtgeverschap (bijvoorbeeld zoals bij ecowijk) in de planontwikkeling Leebrug II en Stenen Poort.(POW)
Realisatie
Toelichting Het is de bedoeling om dit in een aantal modules uit te werken (in ieder geval: toekomstige woningbehoefte, bijzondere doelgroepen en ouderenhuisvesting). Hiervoor zijn voorbereidende activiteiten gestart. Voorjaar 2013 moet dit resulteren in een beleidsnotitie die in procedure kan worden gebracht. Momenteel zijn er weinig mogelijkheden door bezuinigingen bij hogere overheden.
Jaarstukken 2012
61
Faciliteren en stimuleren dat in nieuwbouw en bestaande bouw meer aanbod komt voor doelgroepen die een duurzame, energiezuinige woning zoeken. Er is niet alleen aandacht voor de woning, maar ook aandacht voor bijvoorbeeld gezamenlijke tuinen, gezamenlijke voorzieningen, natuurlijke bouwmaterialen e.d. (RBL)
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1a
Aantal deelplannen dat bouw/woonrijp gemaakt wordt Jaarlijks totaal aantal gerealiseerde woningen Jaarlijks aantal gerealiseerde sociale huurwoningen Jaarlijks aantal gerealiseerde koopstarters woningen < € 200.000 Jaarlijkse behandeling aantal urgentieaanvragen sociale huur
Afdeling POW
1b 1c 1d
1e
Nr. 1a1b 1c 1d 1f
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
4
4
4
2
101
487
250
158
39
201
25
35
31
102
20
30
80
67
90
70
Afdeling RBL Afdeling RBL Afdeling RBL
Afdeling RBL
Verklaring van afwijking Het lagere aantal gerealiseerde woningen is het gevolg van de zeer moeilijke woningmarktsituatie. Toch zijn er naast de 158 gerealiseerde woningen ook nog 69 woningen in aanbouw. Oorspronkelijke verwachting was dat een deel van de woningen van Castellum-Oost in 2013 zou worden afgerond. Door de moeilijke marktomstandigheden en de daardoor beschikbare capaciteit zijn deze woningen alsnog toch in 2012 gerealiseerd. Twee private ontwikkelingen hebben geleid tot een positief resultaat. Consequente behandeling van urgentieaanvragen op basis van het beleidskader heeft geleid tot minder aanvragen in procedure. Het aantal verzoeken en vragen In het voortraject blijft stabiel.
Jaarstukken 2012
62
Deelprogramma Commerciële Voorzieningen en Horeca Wat willen we bereiken? Evenwichtige structuur voor commerciële voorzieningen en horeca, die voorziet in de behoefte van de inwoners, met extra aandacht voor jongerenvoorzieningen. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Goed lopend winkelgebied in het centrum en Castellum met weinig leegstand. Doelstelling 2: Horecaprofiel van Houten aantrekkelijker maken (in het bijzonder voor jongeren) met een uitgebreider aanbod en meer diversiteit. Doelstelling 3: Aantrekkelijke weekmarkt met een maximale bezetting en een grote diversiteit aan branches. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Goed lopend winkelgebied in het centrum en Castellum met weinig leegstand. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1a
% Inwoners dat tevreden is over het totale winkelaanbod
Leefbaarheidsmonitor/Waar staat gemeente
1b
Leegstandspercentage winkelruimte Centrum Leegstandspercentage winkelruimte Castellum
Vastned
1c
Realisatie 2010
Realisatie 2011
76%
-
-
0,5%
-
6,0%
Raming 2012
Realisatie 2012
78%
79%
4%
(1)
1%
4%
(1)
2,8%
Synchroon
1. 4% leegstand betreft ‘normale’ frictieleegstand.
Nr. 1b1c
Verklaring van afwijking Leegstand is voor zowel het Centrum als Castellum acceptabel. Er is nog steeds weinig leegstand in het winkelbestand van Houten. De kans op een toename van het aantal opgezegde contracten is wel groter, maar het effect daarvan is nu nog niet zichtbaar Leegstandspercentages opgevraagd bij Vastned voor het Centrum en bij Synchroon voor Castellum met als peildatum 31 december 2011 en 31 december 2012.
Wat gaan we daarvoor doen? Het bewaken van een goed evenwicht tussen winkel- en horecagebieden; Het opbouwen en onderhouden van een goede band met de ondernemersverenigingen en projectontwikkelaars; Duurzame (milieubewuste) exploitatie van winkels en horeca bevorderen. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Promotie winkelgebied ’t Rond meenemen in (nog in 2011) vast te stellen beleid betreffende zakelijk toerisme en citymarketing. Met de winkeliersvereniging van (vooral) het Rond verkennen welke maatregelen mogelijk zijn om een duurzame bedrijfsvoering rond Het Rond te vergroten en daarmee de exploitatielasten te verkleinen. Te denken valt daarbij aan “deuren sluiten” in de winter, energiezuinige verlichting, slim koelen, etc.
Jaarstukken 2012
63
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
Realisatie 2010
1,2
Regulier overleg met ondernemersverenigingen, de winkeliersvereniging en de horecavertegenwoordi(1) ging
Afdeling RBL
Realisatie 2011
3
Raming 2012
6
Realisatie 2012
2
6
1. Het regulier overleg met ondernemers vindt plaats in het Economisch Platform Houten. Hierin zijn alle ondernemersverenigingen van Houten betrokken, namelijk; IKH, OKK, ZZP, winkeliersvereniging Het Rond, Het Oude Dorp en Castellum, Horeca, Kamer van Koophandel, MKB Midden-Nederland. Overleg vindt 4 keer per jaar plaats. Met de winkeliersvereniging Het Rond vindt 2 keer per jaar specifiek voor het winkelcentrum overleg plaats.
Nr. 1,2
Verklaring van afwijking 4x Economisch Platform Houten (EPH) en 2x winkeliersvereniging Het Rond. Er was gerekend met minimaal 1 keer per jaar per overleg. Daarnaast is er in 2012 een stichting opgericht met daarin horecabedrijven aan Het Rond. Deze stichting is gevraagd zich aan te sluiten bij het EPH.
Doelstelling 2 Horecaprofiel van Houten aantrekkelijker maken (in het bijzonder voor jongeren) met een uitgebreider aanbod en meer diversiteit. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
Realisatie 2010
2
% Inwoners dat tevreden is over uitgaansmogelijkheden, horeca en dergelijke
Leefbaarheidsmonitor
Realisatie 2011
44%
Raming 2012
-
Realisatie 2012
46%
46%
Wat gaan we daarvoor doen? Het bewaken van een goed evenwicht tussen winkel- en horecagebieden; Het opbouwen en onderhouden van een goede band met de horecasector en projectontwikkelaars. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Mogelijk maken van meer terrassen op ’t Rond. Stimuleren van ondernemersinitiatieven in de horecasector voor het centrum van Houten.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1,2
Regulier overleg met ondernemersverenigingen, de winkeliersvereniging en de horecavertegenwoordiging
Afdeling RBL
Nr. 1,2
Realisatie 2010
Realisatie 2011
3
Raming 2012
6
Realisatie 2012
2
6
Verklaring van afwijking 4x overleg Economisch Platform Houten, waarin de horeca nu is vertegenwoordigd.
Doelstelling 3 Aantrekkelijke weekmarkt met een maximale bezetting en een grote diversiteit aan branches. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3a
% Inwoners dat tevreden is over de weekmarkt Bezettingsgraad weekmarkt
Leefbaarheidsmonitor Afdeling OW
3b
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
68%
-
68%
66%
100%
100%
100%
94%
Jaarstukken 2012
64
Nr. 3b
Verklaring van afwijking Door een aantal opzeggingen waren niet alle standplaatsen continue bezet. De ontstane lege plaatsen zijn wel regelmatig ingenomen door zogenaamde “meelopers”. Meelopers zijn marktkooplieden die wekelijks een dagplaats innemen meestal op verschillende markten.
Wat gaan we daarvoor doen? Actief standplaatshouders werven voor de weekmarkt indien nodig. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Bij leegkomende plaatsen op de weekmarkt actief nieuwe standplaatshouders werven in niet vertegenwoordigde subbranches.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3
Aantal bezette standplaatsen op de markt
Afdeling OW
Nr. 3
Realisatie 2010 35
Realisatie 2011 36
Raming 2012 36
Realisatie 2012 34
Verklaring van afwijking Er is een aantal opzeggingen geweest door o.a. bedrijfsbeëindiging. De hierdoor ontstane lege standplaatsen zijn nog niet bezet door andere vaste marktkooplieden. Deze plaatsen worden regelmatig ingenomen door meelopers.
Jaarstukken 2012
65
Deelprogramma Leefomgeving Wat willen we bereiken? Om de leefbaarheid in stand te houden en te bevorderen, is een openbare ruimte nodig die schoon, goed verzorgd, veilig en aantrekkelijk is. Het uitgangspunt voor het beheer van de openbare ruimte is een sober en doelmatig kwaliteitsniveau. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Voldoende goede speelruimte aan kinderen in verschillende leeftijdsgroepen bieden. Doelstelling 2: Aantrekkelijk en goed onderhouden groen en water, waarbij de recreatieve functie gewaarborgd wordt. Doelstelling 3: Goede verlichting ter verbetering van de veiligheid. Doelstelling 4: Goed onderhoud en beheer van de openbare ruimte, w.o. beperkte overlast van zwerfvuil, graffiti, onkruid en hondenpoep. Goed onderhoud en beheer van riolering, straatmeubilair en begraafplaatsen. Doelstelling 5: Zelfredzaamheid en zelf-organiserend vermogen van de samenleving vergroten. Doelstelling 6: Betere naleving (vergunnings-)voorschriften en algemene regels binnen het domein van Bouwen. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Voldoende goede speelruimte aan kinderen in verschillende leeftijdsgroepen bieden. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
Realisatie 2010
1
% Inwoners dat vindt dat er in de buurt goede speelplekken zijn voor kinderen
Leefbaarheidsmonitor 77%
Realisatie 2011
Raming 2012 -
77%
Realisatie 2012 71%
Wat gaan we daarvoor doen? Regulier onderhoud aan en vervanging van speeltoestellen en vergroting van de speelmogelijkheden. Kwalitatieve prestatie-indicatoren (# Prestaties zijn ombuigingsgerelateerd) Omschrijving prestatie 2012 Realisatie Toelichting Regulier onderhoud (driemaal per jaar inspecties en reparaties waar nodig) en de uitvoering van diverse speciale projecten met betrekking tot de vervanging van speeltoestellen volgens de planning en methodiek van “BOR Verlengde Horizon”. Jaarlijks wordt aan de hand van een inspectie/ schouw een plan gemaakt welke speeltoestellen aan vervanging toe zijn. Er vinden in het kader van de ombuigingen extra efficiencymaatregelen plaats bij het beheer en het onderhoud van speeltoestellen. # In het kader van de ombuigingen wordt het servicebudget grijs geschrapt waardoor grijze bewonerswensen (zoals kleine aanpassingen in verharding) niet meer zullen worden gehonoreerd. #
Jaarstukken 2012
66
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
Realisatie 2010
1
Aantal nieuwe of vervan(1) gen speeltoestellen
Afdeling OW 25
Realisatie 2011
Raming 2012
43
Realisatie 2012
25
27
1. Aantal is afhankelijk van resultaten van de veiligheidsinspecties en het daarvoor beschikbare budget in de BOR.
Doelstelling 2 Aantrekkelijk en goed onderhouden groen en water, waarbij de recreatieve functie gewaarborgd wordt. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2
% Inwoners dat tevreden is over de hoeveelheid openbaar groen in de buurt. % inwoners dat vindt dat perken, plantsoenen en parken goed zijn onderhouden % inwoners dat tevreden is over onderhoud van grachten en sloten Zwemwater dat na controle voldoet aan veiligheidseisen
Leefbaarheidsmonitor
2
2 2
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
86%
-
<86%
83%
68%
-
<68%
70%
64%
-
<64%
61%
100%
100%
100%
95%
Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor Provincie
Wat gaan we daarvoor doen? Beheer en onderhoud van de groenvoorzieningen conform de kwaliteitsnormen van het BOR 20042010. Alle wateren met een recreatieve (zwemwater) functie worden door de Provincie tweewekelijks gecontroleerd. Kwalitatieve prestatie-indicatoren (# Prestaties zijn ombuigingsgerelateerd) Omschrijving prestatie 2012 Realisatie Toelichting In het kader van de ombuigingen zal voor de inwoners inzichtelijk worden gemaakt hoe (het beheer van) de openbare ruimte er uit komt te zien. Wat doen wij wel en wat niet (meer)? Daarvoor wordt een nieuw wegingskader opgesteld. Er gelden daarbij vooraf vastgestelde kwaliteitsnormen. Deze betreffen een combinatie van een drietal basisniveaus: functioneel, veilig en geen kapitaalvernietiging. # De klankbordgroep Beheer Openbare Ruimte, waarbij naast de verantwoordelijke wethouder elke wijk vertegenwoordigd is door deelnemers, zal in 2012 2-3 keer bij elkaar komen en zowel de uitgangspunten van de ombuigingen toetsen aan de praktische uitwerking in de wijken, als de eventuele maatschappelijke effecten van de ombuigingen (zowel ‘groen’ als ‘grijs’) in beeld brengen. # In het kader van de ombuigingen worden plantsoenen minder intensief onderhouden, gazons minder vaak gemaaid, niet meer handmatig rond obstakels gemaaid, hagen worden machinaal geklepeld, er wordt minder aan onkruidbestrijding gedaan. # In het kader van de ombuigingen vinden alleen nog de meest noodzakelijke kleine reconstructies van het bomenbestand in enkele wijken plaats. # In het kader van de ombuigingen wordt geen Boomplantdag voor scholen meer georganiseerd. #
Jaarstukken 2012
67
In het kader van de ombuigingen wordt het servicebudget groen geschrapt waardoor groene bewonerswensen niet meer zullen worden gehonoreerd. # In 2011 worden projecten voorgesteld voor herstel van beschoeiingen of (waar mogelijk en passend) de aanleg van natuurvriendelijke (duurzame) oevers. Afhankelijk van de noodzaak deze projecten uit te voeren in relatie tot de urgentie van andere projecten, zal hiervoor vanuit de BOR wel of niet budget voor beschikbaar zijn. # Toepassen van (nieuwe) middelen om ziekte en plagen te bestrijden. In het kader van de ombuigingen wordt een scherpere prioritering toegepast bij de bestrijding dan voorheen. # Onderzocht wordt of het gemeentelijke snoeiafval nuttig ingezet kan worden voor energieopwekking. Dit in het kader van duurzaamheid. Verdere uitvoering van het project ter realisatie van een structureel doorgangsdepot voor baggerspecie. Preventieve maatregelen tegen vorming blauwalg, daar waar hoog risico wordt geïndiceerd. Efficiënter beheer en onderhoud van over te dragen groenvoorzieningen (Vinex) gebieden.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
Realisatie 2010
2
Oppervlakte groenvoorziening (in ha van totaal Hou(1) ten)
Afdeling OW 319
Realisatie 2011
Raming 2012
353
410
Realisatie 2012 409
1. De oppervlakte is afhankelijk van de feitelijke overdrachten binnen Vinexgebied. Het gaat om het totaal aan oppervlakte t/m het betreffende jaar (= cumulatief).
Doelstelling 3 Goede verlichting ter verbetering van de veiligheid. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
3
% inwoners dat vindt dat het Leefbaarheidsbuiten goed is verlicht in de monitor/ Waar buurt staat je gemeente Nr.
3
Bron
Realisatie 2010
76%
Realisatie 2011
Raming 2012
-
70%
Realisatie 2012
80%
Verklaring van afwijking Er waren in 2012 minder storingen dan in voorgaande jaren. De oorzaak van een chronische storing in Noord-Oost is in 2012 verholpen. Stedin heeft i.s.m. de Gemeente bij wijze van pilot speciaal ontwikkelde meetapparatuur geïnstalleerd om storingen sneller te signaleren en op te volgen.
Wat gaan we daarvoor doen? Zorg dragen voor voldoende openbare verlichting. Kwalitatieve prestatie-indicatoren (# Prestaties zijn ombuigingsgerelateerd) Omschrijving prestatie 2012 Realisatie Toelichting In het kader van de ombuigingen wordt het budget voor het kleinschalig bijplaatsen van lichtmasten afgeraamd met 45%. De gemeente blijft wel aan de minimale eisen politiekeurmerk voldoen. Voor spoedeisende zaken blijft budget beschikbaar. #
Jaarstukken 2012
68
Bij vervanging van of nieuwe verlichting wordt zoveel mogelijk ingezet op duurzame verlichting. Waar mogelijk worden er pilots uitgevoerd (mits met subsidie) van duurzame projecten (LED verlichting).
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3
Aantal meldingen van lampstoringen Responsetijd enkelvoudige lampstoringen Responsetijd meervoudige lampstoringen
Afdeling OW
3 3
Realisatie 2010
Afdeling OW Afdeling OW
1.257 90% < 5 werkdagen 80% <5 werkdagen
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
484 96%< 5 werkdagen 90%< 2 werkdagen
750 95% <5 werkdagen 95% <2 werkdagen
645 95%<5 werkdagen 95%<2 werkdagen
Doelstelling 4 Goed onderhoud en beheer van de openbare ruimte, waar onder: zwerfvuil, graffiti, onkruid, hondenpoep, riolering, straatmeubilair en begraafplaatsen. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
4a
% Inwoners dat vindt dat de wegen, paden en pleintjes goed zijn onderhouden in de buurt Indicator voor de mate van (1) verloedering in de buurt % inwoners dat tevreden is over het schoonhouden van de eigen buurt
Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor
4b 4c
4d
4e 4f 4g
% inwoners dat tevreden is over de wijze waarop afval wordt ingezameld % Bewoners dat vindt dat hondenpoep op straat vaak voorkomt in de buurt (Maximum) aantal sto(3) ringsmeldingen riolering. Aantal urgente storingen (4) riolering
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
71%
-
66%
77%
2,6
-
3,1
2,6
73%
-
68%
71%
86%
-
(2)
90%
19%
-
24%
18%
1387
1469
1.500
840
251
177
180
108
86%
Afdeling OW Afdeling OW
1. Dit is een indicatorwaarde (schaal: 10-0, een lage score staat voor de meest gunstige situatie) voor verloedering in hun buurt en is gebaseerd op een aantal voorvallen (zoals graffiti, zwerfafval en vernielingen van straatmeubilair) die volgens bewoners vaak, soms, of niet voorkomen. 2. Contract is in 2011 voor 5 jaar verlengd met een gelijk serviceniveau. 3. Het betreft hier alle (automatische) meldingen van gemalen, stuwen, pompen etc., als indicator voor de betrouwbaarheid van de installaties. Vanaf 2010 worden deze kengetallen anders gemeten conform landelijke afspraken. Bovendien is er sprake van uitbreiding van het aantal installaties als gevolg van areaaluitbreiding (Vinex en spoorverdubbeling). 4. Bij een urgente storing gaat het om meldingen waarvoor er direct storingsonderhoud nodig is. Voor het overige zie 3.
Nr. 4a 4b 4e 4f4g
Verklaring van afwijking Er wordt nu meer in eigen beheer geborsteld en geveegd. Dit is goedkoper en effectiever. Door het vegen in eigen beheer worden de tunnelbakken nu wekelijks gereinigd. Daarnaast is er een effectievere samenwerking met jongerenwerk en politie op het gebied van jeugd en veiligheid. Er zijn dispensers geplaatst met hondenpoepzakjes. Mogelijk wordt het lagere percentage ook veroorzaakt doordat burgers hun verwachtingspatroon hebben bijgesteld. Het verschil ligt vooral aan de wijze van tellen. Bij het hoge aantal worden alle meldingen van de apparatuur meegeteld. Bij het lage aantal gaan het alleen om de “echte” storingen en niet om de zogenaamde onderhoudsmeldingen.
Jaarstukken 2012
69
Wat gaan we daarvoor doen? 4a. Uitvoering geven aan het Meldpunt Openbare Orde 4b. Straatreiniging 4c. Hondenbeleid en uitvoering van het dierenwelzijnsbeleid 4d. Beheer en onderhoud riolering 4e. (Gescheiden) afvalinzameling 4f. Beheer en onderhoud begraafplaatsen Kwalitatieve prestatie-indicatoren (# Prestaties zijn ombuigingsgerelateerd) Omschrijving prestatie 2012 Realisatie Toelichting Promoten van het Meldpunt Openbare Ruimte en zorg dragen voor een goede bereikbaarheid voor het doen van meldingen. Pilot starten voor het gebruik van nieuwe media (bijv. SMS met foto) voor Meldingen Openbare Ruimte. Heroriëntatie op het wijkgericht werken, gericht op het versterken van participatie van burgers in de wijken op een integrale manier (Wmo en Openbare Werken) samen met de in de wijk betrokken maatschappelijke partners, waaronder van Houten&Co, Viveste en politie. De consequenties van de ombuigingstaakstelling verwerken, het afbouwen van activiteiten vanuit budget wijkcoördinatoren en zoeken naar mogelijkheden om een fonds maatschappelijke ontwikkeling te vormen. # In het kader van de ombuigingen efficiencymaatregelen voortzetten bij opzet werkzaamheden wijkposten (onder meer door centralisatie van werkzaamheden). # Het in het kader van ombuigingen wordt met een soberder en (nog) doelmatiger niveau van straatreiniging volstaan. # In het kader van de ombuigingen wordt er minder blad geblazen. # Periodiek meten van vervuiling in de openbare ruimte en het gebruik van afvalbakken (in het kader van de ombuigingen worden niet gebruikte bakken verwijderd, overbelaste bakken worden door grotere vervangen). # Maken van prestatieafspraken met de Dierenbescherming, Dierenambulance Houten en Dierenasiel Zeist. Dit is een proces dat al enige tijd loopt. Vanwege het feit dat wij hier te maken hebben met vrijwilligers, kan de gemeente niet altijd zelf het tempo bepalen waarin dit kan worden gerealiseerd. In samenwerking met de Provincie Utrecht onderzoek doen naar mogelijkheden van een regionale aanpak en afstemming en zo mogelijk afspraken maken met dierenopvangorganisaties. Opstellen basisrioleringsplan Houten-Zuid. Dat wil zeggen hydraulische berekening van het aangelegde rioleringssysteem waarbij het functioneren bij hevige neerslag wordt bepaald. Dit is een belangrijk instrument voor het bepalen van verbeteringsmaatregelen. Opstellen hemelwaterverordening. Doel: bescherming en bevordering gebruik van de aangelegde hemelwater voorzieningen.
Het Meldpunt wordt goed gebruikt, maar er heeft geen specifieke promotie plaatsgevonden.
Dit proces loopt nog.
De Provincie heeft zich teruggetrokken.
Project is doorgeschoven naar 2015 om de resultaten van het ontkoppelen van verhard oppervlak van de bestaande riolering mee te nemen in de berekeningen. In 2012 is in regio verband intensief samengewerkt op het gebied van afvalwaterbeheer. Opstellen verordening wordt doorgeschoven naar 2015 in verband met de regionale aanpak.
Jaarstukken 2012
70
Reparatiebestek hoofdriolering 2012. Het gaat om schades boven de ingrijpmaatstaf die zijn vastgesteld bij inspectie en moeten worden gerepareerd om het stelsel adequaat te houden. e Verbetering drainage Leebrug 3 fase, betreft plaatsen onderbemalingsgemaal. Vervangen of renoveren mechanisch elektrische installaties 2012, het betreft de installaties die niet meer functioneren conform de eisen uit het gemeentelijk Rioleringsplan. Uitbreiding afkoppelvoorzieningen 2012 (scheiding hemelwater van riool), gebeurt gelijktijdig met reconstructiewerkzaamheden. Verbetering doorstroming oppervlaktewater Geersloot. Hiertoe wordt het uitstroompunt van het opvoergemaal verplaatst naar het begin van de Geersloot. Verbetering doorstroming oppervlaktewater Centrum. Hiertoe wordt water aan het helofytenfilter toegevoegd (zuivert water tot een kwaliteit die onschadelijk is voor het milieu).
Doorgeschoven naar 2014 in verband met uitvoering regionale projecten.
Deels doorgeschoven naar 2013 in verband met uitgavenstop in juni 2012 Deels doorgeschoven naar 2013 in verband met uitgavenstop in juni 2012 Wordt voorlopig niet uitgevoerd, het ontkoppelen van regenwater in Houten Noord oost op de watergangen heeft al een positief effect op de doorstroming in het centrum. Aanvullende maatregelen kunnen waarschijnlijk achterwege blijven.
Onderzoek maatregelen blauwalg door voortzetten pilot Rietplas. Sanering ongezuiverde lozingen woonschepen Ossenwaard. Voortgang is afhankelijk van realisatie ligplaatsen door provincie.
Project wordt uitgevoerd i.s.m. Provincie Utrecht. Dit project is vertraagd door ontbreken van overeenstemming met huidige woonbootbewoners.
Intensiveren samenwerking in de afvalwaterketen Winnet; besluitvorming regionaal kenniscentrum. Voortzetting van in 2011 gestarte tweewekelijkse inzameling van plastic verpakkingsafval (ook bij sportverenigingen). Verrichten van onderzoek naar mogelijkheden uitbreiden begraafplaats.
Het onderzoek is nog niet afgerond.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
4.a 4.d
Aantal zwerfvuilacties Aantal hondenlosloopgebieden Aantal begrafenissen
Afdeling OW Afdeling OW
4.f
Realisatie 2010 15
Realisatie 2011 48
Raming 2012 (1) 25
Realisatie 2012 67
15 47
15
15 44
15 28
Afdeling OW
1. Er worden extra acties opgezet om de zelfredzaamheid van burgers te stimuleren.
Nr. 4a
Verklaring van afwijking Er zijn meer zwerfvuilacties geweest als gevolg van: De verkiezing van Houten tot ZAP-gemeente 2012 De publiciteit heeft dit gegenereerd. Een groeiend aantal scholen en verenigingen dat zwerfvuilacties organiseert NB: De tweewekelijkse schoonmaakactie door scholieren is geteld als 1 actie. Vanaf 2013 wordt de Houtense opschoondag buurtgericht georganiseerd.
Doelstelling 5 Zelfredzaamheid en zelf-organiserend vermogen van de samenleving vergroten. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
Realisatie 2010
5
% inwoners dat zich medeverantwoordelijk voelt voor de leefbaarheid en veiligheid in de buurt
Leefbaarheidsmonitor 92%
Jaarstukken 2012
Realisatie 2011
Raming 2012
-
92%
Realisatie 2012
93%
71
Wat gaan we daarvoor doen? Stimuleren en ondersteunen van bewonersinitiatieven. Kwalitatieve prestatie-indicatoren (# Prestaties zijn ombuigingsgerelateerd) Omschrijving prestatie 2012 Realisatie Toelichting Gestreefd wordt naar het vergroten van het zelfbeheer van groen in de openbare ruimte. Dit beleid komt (deels) voort uit de ombuigingen. # Publiciteitsactie om initiatieven te stimuleren en vragen en klachten over onderhoudsniveau zoveel mogelijk te voorkomen.
In januari is gepubliceerd over de mogelijkheid voor burgers om scheidingshagen te adopteren. Er is geen algemene publiciteitsactie geweest voor het stimuleren van initiatieven.
Onderzoek naar inzet middelen op initiatieven. Nieuw beleid is dat de gemeente de inwoners van Houten de mogelijkheid biedt om op bestaande te handhaven speellocaties extra speeltoestellen te laten plaatsen. Uitgangspunt is dat de inwoners zelf voor budget zorgen. Per jaar kunnen 3 locaties zo worden uitgebreid #.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
5a
Afdeling OW
5c
Aantal ondersteunde initiatieven Aantal nieuwe groenadoptie-locaties Aantal publicaties
Nr. 5b
Verklaring van afwijking Aan het begin van het jaar zijn ongeveer 90 scheidingshagen in adoptie gegeven.
5b
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
12
14
>12
13
10 3
19 8
20 8
104 9
Afdeling OW Afdeling OW
Doelstelling 6 Betere naleving (vergunnings-)voorschriften en algemene regels binnen het domein van Bouwen. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
Realisatie 2010
6
Naleefpercentage wet- en regelgeving Bouwen
Afdeling VTH 76%
Realisatie 2011 73%
Raming 2012 75%
Realisatie 2012 76%
Wat gaan we daarvoor doen? Vergunningen verlenen (indien niet mogelijk weigeren), toezicht uitvoeren op naleving algemene regels en (vergunning)voorschriften. Toepassen van het 3-stappenplan voor handhaving: Bestuurlijke waarschuwing Voornemen dwangsom / bestuursdwang Opleggen dwangsom / bestuursdwang Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
6a
Aantal in behandeling genomen aanvragen omgevings-vergunning Aantal controles bouwen Aantal bestuurlijke waarschuwingen Aantal voornemens dwangsommen bouwen Aantal besluiten dwangsom/ bestuursdwang
Afdeling VTH
6b 6c 6d 6e
Realisatie 2010
Afdeling VTH Afdeling VTH
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
800
760
500 800
334 634
189
208
220
191
27
38
45
53
12
27
20
34
Afdeling VTH Afdeling VTH
Jaarstukken 2012
72
Nr. 6a 6b 6c6e
Verklaring van afwijking Dit cijfer wijkt van de raming van 2012 aangezien dit een inschatting was op basis van de oude aantallen van de bouwvergunning en milieuvergunning en eerder deze cijfers separaat werden bijgehouden. Het aantal controles is minder omdat het aantal aanvragen omgevingsvergunningen zijn afgenomen. Doordat het naleefpercentage is afgenomen, zijn er relatief meer bestuurlijke waarschuwingen/voornemens en dwangsommen de deur uit gegaan.
Deregulering Het thema deregulering maakt officieel geen deel uit van de ombuigingen. Toch doen zich ook hier efficiency voordelen voor. Door nieuwe landelijke regels (zoals de Wabo) hoeven inwoners en bedrijven voor steeds minder bouwactiviteiten een vergunning aan te vragen en wordt de invloed van de overheid minder. Door het aantal regels te verminderen en deze te vereenvoudigen moet het voor inwoners makkelijker worden om bepaalde zaken geregeld te krijgen. Zo wordt in Houten - bij ontwikkelingen die passen binnen bestemmingsplannen - voortaan minder uitvoerig getoetst op beeldkwaliteit, omdat de invloed van een dergelijke aanpassing op de beeldkwaliteit gering is. Verder worden voor gebieden zonder nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen beheers-verordeningen in plaats van bestemmingsplannen gemaakt (2013: Houten Zuid en Noord). Hierdoor wordt met gelijkblijvende kwaliteit voor de burger bespaard op kosten en personeel bij gemeente. Bovendien leidt dit tot een minder gedetailleerde sturing dan door vastlegging in bestemmingsplannen. Daarmee worden uiteindelijk de kosten voor burger en gemeente lager.
Jaarstukken 2012
73
Deelprogramma Gebiedsinrichting Wat willen we bereiken? De ontwikkeling van de gemeente is gericht op het zorgen voor een kwalitatief hoogwaardige inrichting van het gemeentelijk grondgebied, rekening houdend met de regionale setting waarvan Houten deel uitmaakt. De gebiedsgerichte opgaven laten zich onderscheiden in drie clusters: Houten stedelijk Houten landelijk Eiland van Schalkwijk Ontwikkeling van Houten, zowel stedelijk als landelijk, vindt plaats onder moeilijke economische omstandigheden. Rol van de gemeente is vooral om optimaal in te spelen op (markt)kansen, gebruik te maken van aanvullende regelgeving (crisis- en herstelwet) en om mogelijkheden en omstandigheden te creëren voor anderen om realisatie van gewenste ontwikkeling te bespoedigen. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Voor het stedelijk gebied streven we naar een afronding van vastgestelde ruimtelijke plannen en planvorming voor nieuwe veranderingslocaties, waarbij de kwalitatieve behoefte een belangrijk uitgangspunt is. Doelstelling 2: Voor het landelijk gebied zetten we in op een vitaal platteland met leefbare kernen. Doelstelling 3: Het groene, open karakter van het Eiland van Schalkwijk willen we duurzaam behouden en versterken, met ruimte voor landbouw, natuur, recreatie, water en cultuurhistorie. Doelstelling 4: Bij de gebiedsinrichting houden we zoveel mogelijk rekening met de functie en positie van Houten binnen de regio en de ontwikkelingen die er in omliggende regiogemeenten gaande zijn. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Voor het stedelijk gebied streven we naar een afronding van vastgestelde ruimtelijke plannen en planvorming voor nieuwe veranderingslocaties, waarbij de kwalitatieve behoefte een belangrijk uitgangspunt is. Ontwikkelingen en stand van zaken per deelplan Doel 1a
Omschrijving Stedelijk/Centrum
1b 1c
Stedelijk/Houten Zuid
Bron Afdeling POW
Deelplan Centrum De Slinger
Afdeling POW
Busstation Molenzoom Kruisboog/ Weteringhoek Sport- en werklandschap Meerpaal
Afdeling POW
1d
Afdeling POW
1
e
Afdeling POW
Castellum
1f
Afdeling POW
Hofstad IVb
1g
Afdeling POW
Rietplas
Jaarstukken 2012
Realisatie in 2012 Start ontwikkeling westkant (sloop Beukenoot), faseren oostkant. Realisatie en oplevering
Voltooid
Oplevering Kringloopcentrum Bouw- en woonrijpmaken sportlocatie inclusief oplevering sport accommodatie. Laten vaststellen door raad proefverkaveling werklandschap Doorbouwen en inrichten van de woonomgeving in en rond het oostelijke deel. Herstart van woningbouw aan de westzijde afh. van de woningverkoop Start bouw multifunctionele accommodatie. Lopende procedure Raad van
74
.(1)
1h 1i 1j
Afdeling POW Afdeling POW Afdeling POW
State Start bouw EMC/TMC Start bouw Locatie De Waterkroon in verkoop.
Loerik VI Vrije kavels De Hoon IV
1. De procedure loopt bij de Raad van State en de uitspraak vindt plaats in het eerste kwartaal 2013
Nr. 1f
Verklaring van afwijking In verband met het moment van aanbesteding en de archeologische context kan de bouw iets later starten, namelijk begin 2013.
Wat gaan we daarvoor doen? Afbouw en herontwikkeling Houten: verkenning, planvorming en regie op realisatie. Actief in ontwikkeling brengen van veranderlocaties conform kwaliteitsleidraad. Starten met realisatie van het derde voorzieningengebied in samenwerking met betrokken partijen. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Start project digitalisering / actualisering bestemmingsplannen, gereed 1 juli 2013 Vernieuwende vormen van wonen, opdrachtgeverschap en duurzaamheid toepassen binnen de reguliere planvorming. Keuze Ontwikkelscenario De Slinger voorleggen aan bestuur. Vervolg geven aan onderzoek accommodaties Houten-noord (voorbereiding planontwikkeling). Marktgerichte analyse van de (her)ontwikkelmogelijkheden, fasering en prioritering van e nog te ontwikkelen locaties, 2 fase bestuursopdracht. Verkavelingplan De Stenen Poort opstellen. Opstellen definitief verkavelingplan en bestemmingsplan sport en werklandschap “Meerpaal’. Intensiveren planontwikkeling zelfrealisatie Loerik 3. Uitwerken van mogelijkheden om bij nieuwe gebiedsontwikkelingen een hoger dan wettelijk duurzaamheidsniveau (milieutechnische maatregelen volgens bouwbesluit) te realiseren. Binnen de bestaande grondexploitaties moet de gemeente, meer dan voorheen, scherp (1) sturen op risico’s en kansen. Hiertoe is per deelproject een risico- en kansenanalyse op gesteld. Meer inhoudelijk wordt op dit onderwerp ingegaan in de paragraaf Grondbeleid 1. We komen uit de situatie waarin de ruimtelijke agenda bestond uit realiseren van een grote woningbouwproductie in het uitleggebied Houten-Zuid. We gaan naar een situatie die een veel gedifferentieerder en rijker geschakeerd beeld laat zien. In financieel opzicht kenmerkt deze nieuwe opgave zich door een beperkt financieel draagvermogen, dat bij de eerdere groeitaken wel aanwezig was. Daarbij komt nog het feit, dat in de voorliggende jaren de gevolgen van de economische crisis sterk voelbaar zullen zijn. De crisis maakt dat de afbouw van de Vinex bouwtaak zwaar onder druk komt te staan: het duurt langer, er moeten meer plankosten worden gemaakt, meer tijdelijke voorzieningen worden getroffen en de grondopbrengsten zijn lager en/of komen later binnen.
Jaarstukken 2012
75
Doelstelling 2 Voor het landelijk gebied zetten we in op een vitaal platteland met leefbare kernen. Ontwikkelingen en stand van zaken per deelplan Doel 2a
Omschrijving Houten Landelijk
Bron Afdeling POW
2b
Afdeling POW
2c
Afdeling POW
2d
Afdeling POW
Nr. 2c
Deelplan Rondo/ Parklandgoed Wulven Schonauwenseweg Tull en ’t e Waal 2 en e 3 fase
Realisatie in 2012 Start uitvoering totaal inclusief doortrekken tunnel onder De Staart Besluit tot uitstel visie i.v.m. mogelijke initiatiefnemers e Start bouw 2 fase (22 woningen) en afhankelijk van verkoop e aansluitend start bouw 3 fase (20 woningen) Start uitvoering
Fietspad Beusichemseweg
Voltooid
Verklaring van afwijking In verband met de procedure rondom de spuitzone in het aangrenzende landelijk gebied is één en ander vertraagd.
Wat gaan we daarvoor doen? (Her)ontwikkeling Houten landelijk: verkenning, planvorming en regie op realisatie. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Start herziening bestemmingsplan buitengebied, gereed 2013.
Doelstelling 3 Het groene, open karakter van het Eiland van Schalkwijk willen we duurzaam behouden en versterken, met ruimte voor landbouw, natuur, recreatie, water en cultuurhistorie. Ontwikkelingen en stand van zaken per deelplan Doel 3a 3b 3c
Nr. 3a 3b 3c
Omschrijving Eiland van Schalkwijk
Bron Afdeling RBL Afdeling POW Afdeling RBL
Deelplan Gebiedsontwikkeling De Groes Linieland
Realisatie in 2012 Actieve regierol i.h.k.v. uitnodigingsplanologie e Realisatie 1 fase woningbouw Zie deelprogramma “Landschap & Recreatie”
Voltooid
Verklaring van afwijking Uitnodigingsplanologie loopt de komende jaren door en kent in die zin geen afronding Fase 1A wordt afgerond in 2013, Fase 1B is wegens de marktomstandigheden tijdelijk uit de verkoop genomen. Uitnodigingsplanologie loopt de komende jaren door en kent in die zin geen afronding
Wat gaan we daarvoor doen? (Her)ontwikkeling Eiland van Schalkwijk door middel van integrale gebiedsontwikkeling. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Start herziening bestemmingsplan buitenge(1) bied, gereed 2013. Uitwerking business cases ten bate van realisatie ontwikkeling Eiland van Schalkwijk. Faciliteren en voeren regie over de projecten Linieland. e Verkavelingsplan 3 fase woningbouw Tull en ‘t Waal.
Jaarstukken 2012
76
Uitwerken van mogelijkheden om bij nieuwe gebiedsontwikkelingen een hoger dan wettelijk duurzaamheidsniveau (milieutechnische maat(2) regelen volgens bouwbesluit) te realiseren. 1. Is meegenomen in het project digitalisering / actualisering bestemmingsplannen. 2. Bij Project Kerkenbogerd (t Waal) niet gelukt, wel bij enkele initiatieven die i.h.k.v. de gebiedsontwikkeling Eiland van Schalkwijk zijn gestart.
Doelstelling 4 Bij de gebiedsinrichting houden we zoveel mogelijk rekening met de functie en positie van Houten binnen de regio en de ontwikkelingen die er in omliggende regiogemeenten gaande zijn. Effectindicatoren Voor doelstelling 4 is geen effectindicator voorhanden. A12 tot 2025: Om de huidige dynamiek in het gebied in het licht van de ambitie te kunnen sturen, wordt er in deze fase actief rentmeesterschap gevoerd. Dat wil zeggen dat daar waar zich kansen of risico's voordoen die passen bij dan wel strijdig zijn met de ontwikkelde visie, deze zoveel mogelijk actief worden benut (kansen) dan wel niet worden gefaciliteerd (risico’s). Een regionaal afsprakenkader zal uitvoering kunnen geven aan dit uitgangspunt. Wat gaan we daarvoor doen? Deelnemen aan regionale samenwerkingsverbanden en -projecten. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012 Deelnemen aan sectorale en strategische overleggen BRU en provincie en het behartigen van de Houtense belangen. Deelnemen aan project- en stuurgroep A12 Centraal. Het mogelijk maken van een duurzame stedelijke ontwikkeling in de A12 zone, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de ambities en plannen van Houten. De uitvoering van de ambities voor het gebied zou in de periode 2025-2040 moeten plaatsvinden. Om de huidige dynamiek in het gebied in het licht van de ambities te kunnen sturen, wordt er in de huidige fase op basis van een afsprakenkader binnen een samenwerkingsverband van betrokken overheidspartijen, actief rentmeesterschap gevoerd voor de periode tot 2025. Deelnemen aan samenwerkingsverband Kromme Rijn. Deelname aan visie Laagraven. Start uitvoering Rijsbruggerwegtracé inclusief fietstunnel Binnenweg.
Realisatie
Toelichting
Op 12 maart 2012 is het inpassingsplan door Provinciale Staten vastgesteld. Begin 2013 zal de Raad van State een uitspraak doen over het beroep dat enkele partijen hebben aangespannen tegen het inpassingsplan. In 2013 zal de grondverwerving, werkvoorbereiding, vergunningverlening en aanbesteding plaatsvinden. In oktober 2013 zal gestart worden met de aanleg het Rijsbruggerwegtracé. Oplevering: eind 2014.
Start samenwerking met gemeente Nieuwegein verkennen (als verbijzondering van de samenwerking binnen BRU).
Jaarstukken 2012
77
Deelprogramma Klimaat & Milieu(zorg) Wat willen we bereiken? Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Onze bewoners wonen in een schone(re), gezonde(re) en veilige(re) leefomgeving. We willen - op lange termijn - het aantal inwoners, dat woont in gebieden waar zij mogelijk gezondheidsrisico’s lopen door geluid, trillingen of luchtkwaliteit, terugbrengen. Doelstelling 2: Een groeiende groep bewoners en bedrijven is zich bewust van haar invloed op het milieu, natuur en klimaat en dat zij door haar gedrag hierop invloed kan uitoefenen. Het aantal Houtenaren dat zich bewust is dat er daadwerkelijk iets moet veranderen en ook bereid is om het gedrag aan te passen, moet jaarlijks toenemen. Een specifieke doelgroep betreft daarbij de kinderen in de leeftijd 4-12 jaar. Doelstelling 3: De Houtense samenleving (inwoners en bedrijven) levert een actieve bijdrage aan het klimaatvraagstuk (verminderen broeikasgassen) en de vraag naar fossiele brandstoffen neemt af. Onze ambitie is dat het gemiddelde energiegebruik per huishouden gaat dalen en dat het aandeel groene energie, bij voorkeur lokaal opgewekt, stijgt. Een eerste mijlpaal is het streven om 11% van het energiegebruik in Houten lokaal, op duurzame wijze op te wekken. Doelstelling 4: Onze bewoners en bedrijven maken verantwoord gebruik van natuurlijke grondstoffen, met daarbij aandacht voor afvalpreventie, hergebruik van afval/grondstoffen en de (sociale) omstandigheden in de gebieden waar de grondstoffen vandaan komen en waar de afvalstromen heengaan. Dus: beter scheiden en hergebruiken van afval, in het bijzonder plastic en kringloopmaterialen. Ook aandacht voor duurzaam inkopen en kansen voor fair trade producten. Doelstelling 5: Bedrijven voldoen aan de milieunormen. Het aantal bedrijven waar (materiële) overtredingen van de milieuwetgeving wordt geconstateerd, neemt af (of het aantal klachten over hinder van bedrijven neemt af). Doelstelling 6: Houten blijft een gemeente met veel natuur, groen en water. Deze doelstelling wordt verder uitgewerkt in het deelprogramma Landschap en recreatie (doelstelling 1 en 2). Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Onze bewoners wonen in een schone(re), gezonde(re) en veilige(r) leefomgeving. We willen - op lange termijn - het aantal inwoners, dat woont in gebieden waar zij mogelijk gezondheidsrisico’s lopen door geluid, trillingen of luchtkwaliteit, terugbrengen. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
% inwoners dat aangeeft vaak geluidsoverlast te ondervinden van het verkeer
Leefbaarheidsmonitor
Nr. 1a
Realisatie 2010
8%
Realisatie 2011
Raming 2012
-
8%
Realisatie 2012
10%
Verklaring van afwijking Hoewel er objectief geen grote toename van het geluid is, zoals dat blijkt uit de geluidskaart, worden mensen klaarblijkelijk zich steeds bewuster van het feit dat door de ligging nabij spoor, rondweg en A27 verkeersgeluid altijd aanwezig is.
Jaarstukken 2012
78
Wat gaan we daarvoor doen? Bevorderen van leefbaarheid en milieu (schoon, gezond en veilig). Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
In het kader van de ombuigingen wordt meer focus aangebracht in het Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid dan voorheen. Bij de vaststelling van het Uitvoeringsprogramma duurzaamheid 2012 zal concreet worden aangegeven waarop de focus zich zal richten. Uitvoering Project Energiesprong Houten: energiezuiniger en gezonder maken van woningen van voor 1985 met een wijkbrede aanpak. Uitvoering in 2012 in de eerste twee wijken en voorbereiding van de volgende twee wijken. Bij nieuwbouwplannen al in het ontwerp (budgetneutraal) geluid, trillingen en luchtkwaliteit een belangrijke plek geven, zodat later geen additionele maatregelen nodig zijn. Bijvoorbeeld bij gebiedsontwikkeling Hofstad IVb en de Slinger bij ontwerp en inrichting het beperken van geluidshinder een prominente plek geven.
Toelichting
Genoemde projecten liggen stil. Er zijn geen acties gepland om verdere verlaging geluidsniveau tot onder wettelijk minimum te realiseren. Bij alle projecten langs het spoor en nabij de rondweg wordt gezorgd dat de woningen voldoen aan de wettelijke normen. Dit wordt in de regel opgelost met maatregelen aan de woningen, tenzij de gevelbelasting niet voldoet aan de wettelijke normen. In dat geval worden ook maatregelen genomen om het geluid aan de bron aan te pakken. Bij Loerik V zal daarom een geluidscherm (op kosten projectontwikkelaar) worden aangelegd en bij de Stenen Poort wordt mogelijk de geluidswal iets opgehoogd.
Doelstelling 2 Een groeiende groep bewoners en bedrijven is zich bewust van haar invloed op het milieu, natuur en klimaat en dat zij door haar gedrag hierop invloed kan uitoefenen. Het aantal Houtenaren dat zich bewust is dat er daadwerkelijk iets moet veranderen en ook bereid is om het gedrag aan te passen, moet jaarlijks toenemen. Een specifieke doelgroep betreft daarbij de kinderen in de leeftijd 4-12 jaar. Effectindicatoren Voor doelstelling 2 is geen effectindicator voorhanden. Wat gaan we daarvoor doen? Bevorderen duurzaamheidbewustzijn en gedragsverandering. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012 In het kader van de ombuigingen wordt meer focus aangebracht in het Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid dan voorheen. Bij de vaststelling van het Uitvoeringsprogramma duurzaamheid 2012 zal concreet worden aangegeven waarop de focus zich zal richten. Uitvoering Project Energiesprong Houten: energiezuiniger en gezonder maken van woningen van voor 1985 met een wijkbrede aanpak. Uitvoering in 2012 in de eerste twee wijken en voorbereiding van de volgende twee (1) wijken. Implementeren van een breed milieucommunicatieplan, waarmee we via diverse media gericht diverse doelgroepen kunnen benaderen en met hen in gesprek kunnen gaan. Het aanbod Natuur- en Milieueducatie (NME) (2) voor scholen wordt vanuit Buitenwijs in sa(3) menwerking met Eduniek verder verbeterd (waardoor het o.a. beter aansluit op het dage-
Realisatie
Toelichting
Door de benodigde focus op Energiesprong, de Duurzaamheidsdag en enkele energieprojecten is de implementatie van het milieucommunciatieplan uitgesteld tot voorjaar 2013.
Jaarstukken 2012
79
lijks onderwijs in de klas). Ook komen er voor scholen nieuwe producten, w.o. leskisten en buitenlessen. In Buitenwijs verband wordt onderzocht hoe het werven, opleiden en behouden van vrijwilligers verder kan worden verbeterd. Voor het buitenschoolse aanbod worden twee educatieve routes ontwikkeld en wordt het aanbod voor Buitenschoolse Opvang (BSO) uitgebreid. Organiseren van de 2-jaarlijkse Duurzaamheidsdag voor Houtense inwoners. Opzetten van een aantal campagnes om bewoners en bedrijven uit te dagen initiatieven te ontplooien rond leefbaarheid, klimaat, natuur en duurzaamheid. Samenwerking zoeken met bestaande (bedrijf)netwerken om duurzaamheid meer in de bedrijfsvoering op te nemen.
Door de benodigde focus op Energiesprong, de Duurzaamheidsdag en enkele energieprojecten is dit thema doorgeschoven naar voorjaar 2013 en zal worden meegenomen bij de voorbereiding op Houten Onderneemt in 3D 2013.
Verkenning en uitwerking programma van eisen en ontwikkelperspectief vernieuwende vormen van wonen, opdrachtgeverschap en duurzaamheid (beter bekend als initiatief Ecowijk). 1. Het project is uitgerold in één wijk om ervaring op te doen. De voorbereiding voor een volgende wijk is gestart. 2. Buitenwijs is het samenwerkingsverband van de gemeenten Houten, Nieuwegein, Lopik en IJsselstein op het gebied van natuur- en milieueducatie (NME). 3. Eduniek betreft een onderwijsbegeleidingsdienst die actief is in Houten.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2a
Aantal ‘actieve’ bedrijfsnetwerken rond duurzaamheid w.o. “Houten onder(1) neemt in 3D” % Basisscholen dat gebruik maakt van NME lesaanbod % Schoolkinderen dat gebruik maakt van een NME activiteit Aantal buitenschoolse NME-activiteiten voor kinderen van 4-12 jaar. Aantal uren ingezette vrijwilligers voor NME Houten
Afdeling RBL
2b 2c 2d 2e
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
-
1
2
1
93%
89%
80%
86%
55%
49%
80%
86%
-
8
10
11
-
1.650
1.650
1.300
Afdeling RBL Afdeling RBL Afdeling RBL Afdeling RBL
1.Houten onderneemt in 3D: Duurzaam, durven, doen”: Netwerk van Houtense bedrijven, die verduurzaming een actief onder deel van haar bedrijfsfilosofie wil maken.
Nr. 2a 2e
Verklaring van afwijking Door de focus op andere duurzaamheidsthema’s heeft verdere stimulering van het bedrijfsleven onvoldoende aandacht gehad om het aantal bedrijfsnetwerken te laten toenemen. 2011 heeft in het teken gestaan van de opening van het nieuwe thuishonk van NME op de Heuvel, voor 2012 is de inzet weer terug naar een normaal niveau. Wel zijn er in 2012 nieuwe vrijwilligers geworven, maar deze zullen werkzaam zijn onder de vlag van Buitenwijs, de NME-organisatie die werkzaam is ten behoeve van Nieuwegein, Lopik, IJsselstein en Houten
Doelstelling 3 De Houtense samenleving (inwoners en bedrijven) levert een actieve bijdrage aan het klimaatvraagstuk (verminderen broeikasgassen) en de vraag naar fossiele brandstoffen neemt af. Onze ambitie is dat het gemiddelde energiegebruik per huishouden gaat dalen en dat het aandeel groene energie, bij voorkeur lokaal opgewekt, stijgt. Een eerste mijlpaal is het streven om 11% van het energiegebruik in Houten lokaal, op duurzame wijze op te wekken.
Jaarstukken 2012
80
Effectindicatoren Doel
Omschrijving
3a
Gemiddeld elektriciteitsgebruik per huishouden (KWh) Gemiddeld gasgebruik per 3 huishouden (m )
3b 3c
% lokaal duurzaam opgewekte energie (wind, zon, etc)
Bron
Realisatie 2010
Netbeheerder / AgentschapNL /CBS Netbeheerder / AgentschapNL /CBS AgentschapNL / eigen monitor
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
3.800 KWh -
-
1.450 m3
-
-
1%
(1)
-
3
-
1%
-
1.200 m
1. Doelstelling lijkt niet ambitieus, maar de landelijke trend is nog steeds dat het elektriciteitsverbruik per huishouden toeneemt door met name het toegenomen aantal elektrische apparaten. Het beleid is daarom gericht op het zoveel mogelijk tegengaan van deze stijging door het stimuleren van energiezuinige apparaten en het bewust gebruik er van.
Nr. 3a3b
Verklaring van afwijking Gegevens worden niet op regelmatige basis verstrekt, overleg hierover met netbeheerders is gaande.
Wat gaan we daarvoor doen? Bevorderen energiebesparing en schone energie. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
In het kader van de ombuigingen wordt meer focus aangebracht in het Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid dan voorheen. Bij de vaststelling van het Uitvoeringsprogramma duurzaamheid 2012 zal concreet worden aangegeven waarop de focus zich zal richten. Uitvoering Project Energiesprong Houten: energiezuiniger en gezonder maken van woningen van voor 1985 met een wijkbrede aanpak. Uitvoering in 2012 in de eerste twee wijken en voorbereiding van de volgende twee wijken. (1) Opzetten van een energieloket voor bedrijven en huishoudens.
Toelichting
De verwachting is nog dat dit via een particulier opgezet zal gaan worden, maar het is nog onbekend wanneer.
Stimuleren & ondersteunen van inwoners/bedrijven bij energiebesparingsinitiatieven en investeringen in duurzame energie. 1. Energieloketten: uitstellen tot capaciteit toereikend is of er externe partners worden gevonden om dit (mee) te ontwikkelen en exploiteren.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
Realisatie 2010
3
Aantal energiebesparingsadviezen voor minima
Afdeling RBL & SoZa
147
Realisatie 2011 120
Raming 2012 150
Realisatie 2012 135
Doelstelling 4 Onze bewoners en bedrijven maken verantwoord gebruik van natuurlijke grondstoffen, met daarbij aandacht voor afvalpreventie, hergebruik van afval/grondstoffen en de (sociale) omstandigheden in de gebieden waar de grondstoffen vandaan komen en waar de afvalstromen heengaan. Dus: beter scheiden en hergebruiken van afval, in het bijzonder plastic en kringloopmaterialen. Ook aandacht voor duurzaam inkopen en kansen voor fair trade producten. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
Realisatie 2010
4
% Gescheiden huishoudelijk afval
Afdeling OW 60%
Jaarstukken 2012
Realisatie 2011 60%
Raming 2012 62%
Realisatie 2012 59%
81
Nr. 4
Verklaring van afwijking Stijging van scheidingspercentage is niet gerealiseerd omdat er door de economische crisis minder afval wordt geproduceerd. Omdat er minder bouw- en sloopactiviteiten plaatsvinden, wordt er minder bouw- en sloopafval (puin, grond, ijzer en hout) ingeleverd. Ook worden er minder reclamefolders en kranten verspreid, zodat er ook minder oud papier wordt ingeleverd. Omdat het scheidingspercentage wordt berekend door de hoeveelheid gescheiden ingeleverd afval te delen door de totale hoeveelheid geproduceerd afval, daalt hierdoor het scheidingspercentage. Het scheidingsgedrag van de inwoners is echter niet veranderd. Uit sorteerproeven blijkt dat de samenstelling van het restafval hetzelfde is gebleven. Het afval wordt dus niet slechter gescheiden. Er wordt eenvoudig weg minder afval geproduceerd en dat zijn met name de gescheiden fracties die door hun gewicht zwaar meewegen bij de berekening van het afvalscheidingspercentage.
Wat gaan we daarvoor doen? Bevorderen gescheiden afvalinzameling en hergebruik. Bevorderen duurzaam inkopen, waaronder fair trade producten Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012 In het kader van de ombuigingen wordt meer focus aangebracht in het Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid dan voorheen. Bij de vaststelling van het Uitvoeringsprogramma duurzaamheid 2012 zal concreet worden aangegeven waarop de focus zich zal richten. Bouwen van een nieuw kringloopcentrum in 2011, waardoor een grotere stroom goederen opnieuw gebruikt in plaats van met het restafval verbrandt zullen worden (opening verwacht in 2012). De gemeente gaat proberen binnen de beperkte ruimte in de wijk Castellum voorzieningen te maken die het mogelijk maken om afval in deze wijk te scheiden. Verbeteren van de papierinzameling in Schalkwijk en Tull en ’t Waal door middel van invoering van de papierkliko. Hiervoor is de gemeente afhankelijk van de medewerking van de stichtingen Oud Papier Actie van deze dorpen. (1) Met behulp van het CO2MPAS gaat de gemeente de milieuwinst (CO2 besparing) die gescheiden afvalinzameling oplevert, inzichtelijk maken. De uitkomsten kan de gemeente gebruiken in voorlichting aan onze inwoners om hun afval nog beter te scheiden. Daarnaast wordt daarmee duidelijk met welke afvalstromen de meeste milieuwinst te behalen valt. Dat kan leiden tot extra voorzieningen om die stromen te scheiden. Het voortzetten van de in 2011 ingezette verdubbeling van de inzamelfrequentie (2x per maand) van (gescheiden) plastic afval. Versterken van het aspect duurzaamheid in de uitvoering van het gemeentelijk inkoopbeleid (ambitie 100% duurzaam inkopen in 2015) en commitment aan het zijn van Fair Trade gemeente en Millenniumgemeente.
Realisatie
Toelichting
Het versterken van duurzaam inkopen intern vergt nog aandacht. Extern focus op activiteiten fairtrade werkgroep. Inmiddels zijn er in alle supermarkten fairtrade producten verkrijgbaar Er is geen expliciete aandacht gegaan naar het zijn van Millenium gemeente.
1. CO2MPAS is een rekenprogramma om de CO2-besparing van het afvalbeheer te bepalen.
Jaarstukken 2012
82
Doelstelling 5 Bedrijven voldoen aan de milieunormen. Het aantal bedrijven waar (materiële) overtredingen van de milieuwetgeving wordt geconstateerd, neemt af (of het aantal klachten over hinder van bedrijven neemt af). Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
5a
Bedrijven dat milieu- vergunningen op adequaat niveau heeft Naleefpercentage wet- en regelgeving Milieu
Afdeling VTH
5b
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
95%
77%
74%
75%
69%
Realisatie 2012
(1)
77%
70%
86%
Afdeling VTH
1. Door een aantal ingevoerde en nog in te voeren wijzigingen van het Activiteitenbesluit is/wordt een aantal lichtere bedrijven niet meer vergunningsplichtig. Doorgaans betreffen dit bedrijven (inrichtingen) met vergunningen die wel op een adequaat niveau zijn/waren. Van het aantal overblijvende vergunningen zal er dus een relatief groter aantal op een niet adequaat niveau zijn in 2012, zo is de verwachting.
Nr. 5b
Verklaring van afwijking Vanaf 2010 gebruiken de toezichthouders milieu een controleformulier voor bijsturing. Er wordt bij kleine overtredingen niet direct een bestuurlijke waarschuwing gestuurd. Dit verklaart het hoge naleefpercentage. In 2012 heeft 80x bijsturing plaatsgevonden.
Wat gaan we daarvoor doen? Vergunningen verlenen (indien niet mogelijk weigeren), toezicht uitvoeren op naleving algemene regels en (vergunning-)voorschriften. Toepassen van het 3-stappenplan voor handhaving: Bestuurlijke waarschuwing Voornemen dwangsom / bestuursdwang Opleggen dwangsom / bestuursdwang Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Controleren op naleving van milieuvergunningen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
5a
Aantal in behandeling genomen aanvragen omgevings-vergunning Aantal controles milieu
Afdeling VTH
Aantal bestuurlijke waarschuwingen milieu Aantal voornemens bestuursdwang/dwangsommen milieu Aantal besluiten bestuursdwang/ dwangsom milieu
Afdeling VTH
5b 5c 5d 5e
Nr. 5a 5b5e
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
-
-
500
334
342
292
400
348
87
90
120
50
24
13
20
5
10
12
10
5
Afdeling VTH
Afdeling VTH Afdeling VTH
Verklaring van afwijking Dit cijfer wijkt van de raming van 2012 aangezien dit een inschatting was op basis van de oude aantallen van de bouwvergunning en milieuvergunning en eerder deze cijfers separaat werden bijgehouden. Aantal uitgevoerde controles is lager vanwege een onderbezetting bij milieutoezicht. Als gevolg daarvan zijn 44 controles uitbesteed en 50 controles doorgeschoven naar (januari) 2013. Ongeveer één derde van de 50 doorgeschoven controles kon niet in 2012 worden uitgevoerd omdat de milieu inrichting nog niet was opgeleverd. Minder handhavingsacties: er zijn veel minder handhavingsacties dan begroot omdat veel overtredingen door middel van bijsturing zijn opgelost. In 2012 hebben zich 80 bijsturingszaken voorgedaan. In het verleden werd voor deze overtredingen een bestuurlijke waarschuwing gestuurd. Dit resulteerde dan vaker in een (voornemen) last onder dwangsom.
Jaarstukken 2012
83
Duurzaamheid in de overige (deel)programma’s Duurzaamheid heeft een integraal karakter en speelt vaak ook een rol in de andere (deel)programma’s in deze begroting. Daar waar van toepassing wordt dit in deze programma’s expliciet gemaakt. Vaak zal dit zijn op het niveau van prestaties. Deze prestaties vallen dan primair onder een specifieke doelstelling binnen het betreffende deelprogramma. Schematisch ziet het er als volgt uit. Gerealiseerde Duurzaamheidsdoelen 2012
Nog niet (volledig) gerealiseerde Duurzaamheidsdoelen 2012
Jaarstukken 2012
84
Deelprogramma Landschap en recreatie Wat willen we bereiken? Concreet willen we de volgende doelstellingen bereiken: Doelstelling 1: Ecologisch, landschappelijk en recreatief aantrekkelijk, gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig buiten*. gebied Doelstelling 2: *. Behoud en ontwikkeling van natuurwaarden Doelstelling 3: Betere recreatieve ontsluiting van het buitengebied vanuit stedelijk gebied, maar ook binnen het buitengebied zelf en in de stadsrandzone. Doelstelling 4: Behoud, verbetering en/of ontwikkeling van de toeristisch-recreatieve voorzieningen in de gemeente. Doelstelling 5: Goed geïnformeerde inwoners en andere doelgroepen over mogelijkheden van recreatie en toerisme in Houten en de Kromme Rijnstreek. *)
Afgeleid van de lange termijn ambities uit het Milieubeleidsplan 2010-2015 en samengevat als doelstelling 6 bij deelprogramma Klimaat & Milieu(zorg).
Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Ecologisch, landschappelijk en recreatief aantrekkelijk, gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig buitengebied. Effectindicatoren Voor doelstelling 1 is geen effectindicator voorhanden. Wat gaan we daarvoor doen? Verder vormgeven van de landschapsontwikkeling. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Adviseren/ondersteunen van particulieren bij aanleg, herstel en onderhoud landschapselementen. Het gaat daarbij om groenbeleid, landschappelijke inpassing, afweging natuur belangen. Als gevolg van ombuigingen wordt de financiële ondersteuning voor maatregelen wel teruggebracht en daarmee het volume van de maatregelen. Uitvoering geven aan diverse projecten Landschapsontwikkelingsplan (LOP): o.a. wegbeplantingen, knotbomen en hoogstamfruitbrigade (vrijwilligers) Continueren diverse soortbeschermingactiviteiten (ringslangen, padden, oeverzwaluwen).
Jaarstukken 2012
85
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1a
Aantal adviesbezoeken aan particuliere grondeigenaren over hoe de landschappelijke kwaliteit verhoogd kan worden Aantal adressen ‘aanplant’ (participatie) projecten LOP
Afdeling RBL
1b 1c Nr. 1a 1b
Realisatie 2010
Realisatie 2011
50 15 -
Afdeling RBL Afdeling RBL
59 12 2
Raming 2012
Realisatie 2012
50 15 3
42 10 3
Verklaring van afwijking Minder adviesbezoeken dan 2011 doordat er minder tijd is voor landschapscoördinatie. Wat minder adressen aanplant dan in 2011. Alleen de belangrijkste projecten zijn gehonoreerd i.v.m. bezuinigingen.
Doelstelling 2 Behoud en ontwikkeling van natuurwaarden. Effectindicatoren Voor doelstelling 2 is geen effectindicator voorhanden. Voor doelstelling 1 is geen effectindicator voorhanden. Wat gaan we daarvoor doen? Realiseren van diverse programma’s en projecten ten behoeve van de natuurontwikkeling. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Monitoring van de na de ombuigingen resterende ecologisch beheerde wegbermen. Dit met als doel om binnen de geldende financiële kaders de beheereffectiviteit te optimaliseren. Monitoring/gegevensverzamelen: Indien financieel haalbaar sluit Gemeente Houten zich aan bij de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF).
Toelichting Er resteren nog maar enkele ecologisch beheerde bermen, maar er is nog geen monitoring uitgezet in het licht van de bezuinigingen. Gemeente Houten heeft zich nog niet aangesloten bij de NDFF. Wel zijn de naar de inhoudelijke voordelen van dit systeem en de mogelijkheden om iets van de kosten van het systeem terug te verdienen. Vanuit advisering inzake natuur en landschap is het gewenst bij dit systeem aan te sluiten. De terugverdienmogelijkheden moeten nog worden uitgewerkt.
In samenwerking met belangenorganisaties opstarten van activiteiten ter verbetering van de biodiversiteit in Houten. Realiseren weidevogelcompensatie (Max. 45 hectare) voor broedgebied dat verloren gaat door ontwikkeling sport en werklandschap De Meerpaal
Doelstelling 3 Betere recreatieve ontsluiting van het buitengebied vanuit stedelijk gebied, maar ook binnen het buitengebied zelf en in de stadsrandzone. Effectindicatoren Voor doelstelling 3 is geen effectindicator voorhanden. Wat gaan we daarvoor doen? Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Aanleg nieuwe fietspaden en fietstunnel de Staart. (1) Diverse projecten Linieland Realiseren van vrij liggend fietspad langs de Beusichemseweg tussen de Rondweg en de bebouwde kom van ’t Goy.
Jaarstukken 2012
86
Voorbereiden en eventueel start realisatie van vrijliggend fietspad langs het Houtense deel van het Oostrumsdijkje tussen Houten en Werkhoven. 1. Uitvoeringsgereed maken + start uitvoering streektransferium A27 (Poort naar het Eiland van Schalkwijk)
Doelstelling 4 Behoud, verbetering en/of ontwikkeling van de toeristisch-recreatieve voorzieningen in de gemeente. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
4,5
% Inwoners dat tevreden is over de recreatievoorzieningen
Leefbaarheidsmonitor
Nr. 4,5
Realisatie 2010
Realisatie 2011
76%
-
Raming 2012 80%
Realisatie 2012 70%
Verklaring van afwijking diverse ontwikkelingen hebben vertraging opgelopen. In 2010 waren een aantal grote voorzieningen zoals de plassen bij Down Under en het speelbos recent geopend. Wellicht heeft dat toen voor een relatieve hoog percentage gezorgd met als gevolg een te hoge raming. Recente ontwikkelingen zoals de fietspaden langs het Oostromsdijkje en Beusichemseweg en de opening van de nieuwe recreatieplas bij Tullen en ’t Waal eind 2013 leiden mogelijk tot een verhoging van het tevredenheidspercentage.
Wat gaan we daarvoor doen? Verbeteren van het recreatief netwerk (m.n. de markering van fiets- en wandelpaden). Stimuleren van het ontstaan van pleisterplaatsen en rustpunten ter ondersteuning van de recreatieve aantrekkelijkheid van het buitengebied. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012 Recreatieve routes (waaronder kanoroutes, fietspaden en wandelpaden) Linieland bewerkstelligen. Als onderdeel van Linieland: Uitvoeringsgereed maken + start uitvoering streektransferium A27 (Poort naar het Eiland van Schalkwijk) Bestemmingsplanprocedure + aanbesteding van de brug over het ARK bij de Plofsluis Aanleg 2 bruggen over inundatiekanaal Herontwikkeling van de forten Honswijk en Lunet aan de Snel Herinrichting van Werk aan de Groeneweg (toevoeging 11 hectare natuur en cultuurhistorie) Aanleg Waalsebos en planontwikkeling van het Verdronken bos 2 Opwaarderen wandelpaden (350 m en 2 parkeerplaats Waalse bos (350 m ) Planontwikkeling + start uitvoering en renovatie Werk aan de Korte Uitweg (fort) Uitvoering fase 2 Gedekte gemeenschapsweg (groepschuilplaatsen) Ontwerp recreatieve routes Polder Blokhoven (kano, fiets, wandel) Participeren in het traject van het Recreatieschap om met een geselecteerde ondernemer een nieuwe recreatieve trekpleister te realiseren in Laagraven (Heemstede-Noord).
Realisatie
Toelichting
Wegens provinciale/landelijke discussie en uitstel van besluitvorming rondom de herijking van Recreatie om de Stad (RodS) gebieden (zoals Heemstede-Noord) loopt de doorstart van dit project aanzienlijke vertraging op.
Jaarstukken 2012
87
Participeren in het traject van het Recreatieschap waarin wordt gewerkt in het verbeteren en ontwikkelen van recreatieterreinen langs de Lek en in de nabijgelegen boomgaard. Aanleg Toeristisch recreatief overstappunt (Schalkwijk). Toegankelijk maken twee groepschuilplaatsen (bunkermonumenten Tweede Wereldoorlog, onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie). Waar dit past binnen de kaders van de recreatievisie, faciliteren van marktinitiatieven voor kleinschalige pleisterplaatsen en kleinschalige vormen van verblijfsrecreatie. De gemeente neemt hierin geen eigen initiatieven.
Recreatieschap werkt aan dit traject, maar dit heeft door beperkte personele capaciteit wel vertraging opgelopen. Overleg is gaande voor realisatie in 2013 met private ondernemer. Project geschrapt; kosten te hoog
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
4
Aanleg fietspaden
Afdeling RBL
Nr. 4
Realisatie 2010 0m
Realisatie 2011 0m
Raming 2012 2.000 m
Realisatie 2012 300 m
Verklaring van afwijking Grotendeels gekoppeld aan fietspad Beusichemseweg, dit wordt in 2013 gerealiseerd.
Doelstelling 5 Goed geïnformeerde inwoners en andere doelgroepen over mogelijkheden van recreatie en toerisme in Houten en de Kromme Rijnstreek. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
4,5
% Inwoners dat tevreden is over de recreatievoorzieningen % inwoners dat tevreden is over de informatievoorziening door het VVV
Leefbaarheidsmonitor
5
Nr. 4,5
5
Realisatie 2010
Leefbaarheidsmonitor (vanaf 2012)
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
76%
-
80%
70%
-
-
60%
32%
Verklaring van afwijking Diverse ontwikkelingen hebben vertraging hebben opgelopen. In 2010 waren een aantal grote voorzieningen zoals de plassen bij Down Under en het speelbos recent geopend. Wellicht heeft dat toen voor een relatieve hoog percentage gezorgd met als gevolg een te hoge raming. Recente ontwikkelingen zoals de fietspaden langs het Oostromsdijkje en Beusichemseweg en de opening van de nieuwe recreatieplas bij Tullen en ’t Waal eind 2013 leiden mogelijk tot een verhoging van het tevredenheidspercentage. Mogelijk is de VVV nog relatief onbekend, want ten tijde van de meting was deze pas 1,5 jaar geopend. Met de inrichting en omvang van het VVV Agentschap in Houten wordt wellicht de indruk gewekt het om een zelfstandig VVV kantoor gaat. Het is echter een agentschap van de hoofdvestiging in Wijk bij Duurstede. De aanloop bij het VVV Agentschap valt tegen. De VVV richt zich ook voor een belangrijk deel op bezoekers van buiten Houten en die zijn niet betrokken in de leefbaarheidsmonitor.
Wat gaan we daarvoor doen? Promotie en informatievoorziening op gebied van recreatie en toerisme. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
In samenwerking met de VVV Kromme Rijnstreek en het VVV Agentschap verder verbeteren van de informatievoorzieningen richting bewoners en bezoekers.
Jaarstukken 2012
88
Deelprogramma Cultuurhistorie en archeologie Wat willen we bereiken? Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Op deskundige wijze behouden en beschermen van archeologische en cultuurhistorische waardevolle objecten en structuren, waardoor deze een functie blijven vervullen én de kwaliteit van de leefomgeving verhogen. Dit door: - Het tastbaar en zichtbaar maken van de ontwikkelingsgeschiedenis van de gemeente. - Een goede inbedding van cultuurhistorie en archeologie in ruimtelijke planningsprocessen en het koesteren en benutten van de cultuurhistorische en archeologische waarden in de gemeente. - Het creëren van interesse en draagvlak voor monumentenzorg en kennis over en waardering voor archeologie bij de inwoners van Houten. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1a
Aantal bezoekers van tentoonstellingen in het Oude Station Aantal ontvangen schoolklassen in het Oude Station Aantal bezoekers van tentoonstellingen in Dijkmagazijn De Heul
Stichting Archeologie Houten
1b 1c
1d
Nr. 1a1b 1c
1d
% Houtenaren dat de Open Monumentendag bezoekt
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
1.202
1.042
1.500
NNB
18
5
5
NNB
325
394
300
419
8%
-
8%
12%
Stichting Archeologie Houten Stichting Archeologie en Historie Schalkwijk en Tull en ‘t Waal Leefbaarheidsmonitor
Verklaring van afwijking Formele rapportage geschiedt middels jaarverslag en dat is later in het jaar pas beschikbaar. In 2012 had museum Dijkmagazijn De Heul 419 bezoekers. Daarvan 380 op de normale zondag openstellingen en 39 tijdens twee speciale openstellingen, een voor de Ouderen Zomerschool en een huiskamer bijeenkomst van Houten&Co. Dat is iets meer dan in 2011 (394 bezoekers). Als gevolg van de onderbezetting van de werkgroep was de raming neerwaarts bijgesteld, maar in de praktijk bleek dit mee te vallen. In tegenstelling tot 2011 zijn in 2012 uiteindelijk 2 monumentendagen georganiseerd. Dit heeft geleid tot meer bezoekers.
Wat gaan we daarvoor doen? Doorontwikkelen en evalueren van het cultuurhistorisch beleid. Toetsing van beleid aan wettelijke kaders. Uitdragen en benutten van Cultuurhistorische waarden, concretisering in communicatieplan. Organiseren van Open Monumenten Dag. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012 Aanpassen, waar nodig, van de cultuurhistoriekaart.
Realisatie
Toelichting Op dit moment worden t.b.v. actualiseren bestemmingsplannen cultuurhistorische inventarisaties gemaakt die uiteindelijk leiden tot een cultuurhistoriekaart. Dit zal in 2013 verder worden opgepakt.
Jaarstukken 2012
89
Doorontwikkeling van het beleid ten aanzien van thema’s als historische boerderijen en archeologie resulterend in een geactualiseerde gemeentelijke monumentenlijst en archeologische beleidskaart. Verankering van cultuurhistorische waarden in ruimtelijke plannen. Bijvoorbeeld bij de planontwikkeling in o.a. in het Oude Dorp, Hofstad 4, Enveloppe Linieland en het Eiland van Schalkwijk. Verder uitdragen van de TRAP-fietsroute (externe communicatie). De essentie van de TRAP-fietsroute is het zichtbaar en beleefbaar maken van het Houtense erfgoed en heeft een hoog recreatief gehalte. Waar mogelijk amateurarcheologen inzetten bij voorkomende ruimtelijke ontwikkelingen (in bepaalde gevallen afhankelijk van beschikbaar budget voor ondersteuning vanuit gemeente). De rol van de amateurarcheologen wordt, onder toezicht, meer educatief en publieksgericht. Zichtbaarder maken van archeologie (historie terug laten komen in inrichting en bebouwing van gebied) en draagvlak verbreden. Opstellen van een communicatieplan voor de cultuurhistorie.
Niet opgepakt vanwege her-prioritering ambtelijke capaciteit (inhaalslag bestemmingsplannen). Bekeken wordt of dit in 2013 of 2014 alsnog kan worden opgepakt.
Niet opgepakt vanwege her-prioritering ambtelijke capaciteit. Gedachten gaan om dit op te pakken in een breder ingestoken visie op cultuurhistorie en kunstbeleid
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
Externe communicatie cultuurhistorische onderwerpen (websites, krantenartikelen en dergelijke) % Inwoners dat vindt dat de gemeente Houten zich inzet de geschiedenis van Houten (zichtbaar) te behouden
Afdeling RBL
1
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
5
4
4
4
64%
-
50%
45%
Leefbaarheidsmonitor
Jaarstukken 2012
90
Verschillenanalyse Duurzaam Deelprogramma's
Rekening 2011
Begroting na wijziging 2012
Rekening 2012
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2012
Programma 02. Duurzaam lasten 02.01
Woningen
02.02 02.03
Commerciële voorzieningen en horeca Leefomgeving
02.04
Gebiedsinrichting
02.05
Milieuzorg
02.06
Landschap en recreatie
325.215
02.07
Cultuurhistorie en archeologie
981.177
02.99
Programmabrede kosten
873.550
Totaal lasten
1.565.065
1.337.371
1.328.535
8.836
321.663
627.507
622.735
4.772
9.463.932
8.792.715
8.644.491
148.224
27.686.996
40.354.046
29.163.004
11.191.042
5.486.507
5.536.197
5.474.653
61.544
571.497
507.344
64.153
1.060.533
1.062.519
-1.986
721.956
971.088
-249.132
46.704.105
59.001.822
47.774.369
11.227.453
1.002.168
982.341
983.335
994
235.694
220.168
235.324
15.156
3.459.731
3.086.435
3.157.792
71.357
25.589.439
37.599.738
26.403.857
-11.195.881
4.335.179
4.112.910
4.039.261
-73.649
96.913
104.651
77.118
-27.533
333.950
291.070
346.328
55.258
baten 02.01
Woningen
02.02 02.03
Commerciële voorzieningen en horeca Leefomgeving
02.04
Gebiedsinrichting
02.05
Milieuzorg
02.06
Landschap en recreatie
02.07
Cultuurhistorie en archeologie
02.99
Programmabrede kosten
33.919
66.000
36.651
-29.350
Totaal baten
35.086.993
46.463.313
35.279.666
-11.183.647
Saldo 02. Duurzaam
11.617.112
12.538.509
12.494.704
43.805
Deelprogramma Leefomgeving Het deelprogramma heeft een positief saldo van € 219.581 en wordt veroorzaakt door: 1. 2. 3. 4.
Producten Groenvoorzieningen Straatreiniging Riolering Saldo diverse overige producten TOTAAL
€ € € € €
Lasten 60.722 23.860 25.905 37.736 148.224
V V V V V
€ € € € €
Baten 3.043 4.266 94.867 16.201 71.357
N N V N V
SALDO € 219.581 V Groenvoorzieningen Het voordelige effect op dit product wordt veroorzaakt doordat als gevolg van de ombuigingen kritischer is gekeken naar de uitvoeringsbudgetten en de werkzaamheden met behulp van de door de raad vastgestelde beeldkwaliteit. Riolering Het voordelige effect op dit product wordt veroorzaakt doordat er ook hier als gevolg van de ombuigingen kritischer is gekeken naar de noodzakelijke uitvoering van werkzaamheden met betrekking tot vervanging van bijvoorbeeld gemaalpompen. Bespaard is ook op telefoon- en stroomkosten door te investeren in digitale telecommunicatieapparatuur en -software waardoor efficiënter gecommuniceerd kon worden. Bij de baten van riolering is sprake van een voordeel, doordat in het kader van het afvalwaterakkoord met HDSR de gemeente een eenmalige afkoopsom van voor toekomstig extra onderhoud heeft ontvangen. Het positieve saldo op het product riolering (€ 120.772) wordt via de bestemmingsreserve Riolering afgewikkeld (zie verklaring programmabrede kosten).
Jaarstukken 2012
91
Deelprogramma Gebiedsinrichting Producten 1. Ontwikkelingsvisie macroniveau 2. Saldo diverse overige producten TOTAAL
Lasten € 11.203.947 V € 12.905 N € 11.191.042 V SALDO
Baten € 11.203.947 N € 8.066 V € 11.195.881 N €
4.839 N
Ontwikkelingsvisie macroniveau In de begroting en de jaarstukken wordt het resultaat uit de grondexploitatie budgetneutraal opgenomen. De crisis maakt dat de afbouw van de Vinex bouwtaak zwaar onder druk komt te staan: het duurt langer, er moeten meer plankosten worden gemaakt, meer tijdelijke voorzieningen worden getroffen en de grondopbrengsten zijn lager en/of komen later binnen.
Deelprogramma Programmabrede kosten programma Duurzaam Het deelprogramma heeft een negatief saldo van € 278.481 en wordt veroorzaakt door: Programmabrede kosten Duurzaam Producten 1. Programma Duurzaam programmabrede kosten 2. Mutaties reserves TOTAAL
Lasten 186.663 N 62.469 N 249.132 N
€ € €
SALDO
€ € €
Baten 0 29.350 N 29.350 N
€
278.481 N
Programma Duurzaam programmabrede kosten Het nadeel op de lasten van de programmabrede kosten van programma Duurzaam ad € 187.000 wordt in hoofdlijnen veroorzaakt door de volgende afwijkingen: Gemeentebrede salarislasten en inhuur derden Bij verschillende afdelingen die vallen onder programma Duurzaam is sprake van een afwijking op de salarissen en inhuur (totaal nadelig effect van € 130.000). Dit effect is onderdeel van de analyse van de gemeentebrede salarislasten en inhuur derden in de paragraaf bedrijfsvoering en wordt daarom niet op deze plaats nader toegelicht. Tractie Voor hulpmiddelen voor onder andere gladheidsbestrijdingsmachines zijn in 2012 meer kosten gemaakt voor onderhoud en brandstof. Het totale nadelige effect is € 45.000. Programma Duurzaam mutaties reserves Het nadeel op de lasten betreft de vooral een hogere storting in de bestemmingsreserve riolering als gevolg van het positieve saldo op het product riolering (zie ook verklaring bij deelprogramma leefomgeving). Het nadeel op de baten ontstaat door lagere onttrekkingen uit de bestemmingsreserve initieel onderhoud openbare ruimte die benodigd zijn ter dekking van diverse uitgevoerde werken 2012. Doordat werkzaamheden niet of later worden uitgevoerd en de kosten dus lager uitvallen, is de benodigde onttrekking uit de bestemmingsreserve lager.
Jaarstukken 2012
92
Programma Bereikbaar
Jaarstukken 2012
93
Jaarstukken 2012
94
Programma Bereikbaar Programma in vogelvlucht Het programma Bereikbaar richt zich op het in stand houden en verbeteren van de infrastructuur ten behoeve van de bereikbaarheid van Houten. De toenemende mobiliteit maakt het noodzakelijk extra te investeren in bereikbaarheid. Daarbij gaat het zowel om de bereikbaarheid van Houten van buitenaf, als om die vanuit Houten naar de regio Utrecht en omstreken. Omdat de bereikbaarheid van de gemeente voor een belangrijk deel wordt bepaald door externe infrastructuurbeheerders, is overleg met deze partners - om de gemeentelijke belangen onder de aandacht te houden - van strategisch belang. Aandachtspunt is de balans tussen optimale mobiliteit met hoog comfort en eventuele negatieve effecten op leefbaarheid, duurzaamheid en verkeersveiligheid. Het resultaat van de ombuigingen is een beeldkwaliteitsplan voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte, waarin het Nieuw Houtens Niveau ook visueel wordt weergegeven. In dit plan worden kwaliteitsnormen voor het dagelijks onderhoud gekoppeld aan beheerkosten. Het huidige niveau van onderhoud is, in de vorm van een nulmeting, hierin ook vastgelegd. Met dit instrument kunnen het bestuur en de raad keuzes maken in het niveau van onderhoud, die vertaald worden in een financieel effect. Het is duidelijk dat fietsers in Houten goed af zijn. De tevredenheid over de fietspaden is nog steeds groot. Op het gebied van de veiligheid van fietsers levert de aanleg van het fietspad langs de Beusichemseweg een belangrijke bijdrage. Deze werkzaamheden worden in het voorjaar van 2013 afgerond. De gebruikers van de fietstransferia in het Centrum en Castellum geven de transferia het rapportcijfer 8. Ook is de bereikbaarheid van Houten per auto nog steeds zeer goed, zelfs in de spits is de reistijd vanaf het centrum naar de A27 slechts 9 minuten. Onder de verschillende deelprogramma’s wordt een nadere toelichting gegeven op de indicatoren. In de begroting zijn diverse prestatie indicatoren opgenomen. Onderstaand wordt schematisch weergegeven welk percentage van de geplande kwalitatieve prestatie indicatoren zijn gerealiseerd.
Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt, is 92% gerealiseerd. De belangrijkste resultaten worden hieronder nader toegelicht Gerealiseerde prestaties Het klein en groot onderhoud aan de infrastructuur zoals wegen en fietspaden, is conform de nieuwe kwaliteitsnormen uitgevoerd. Parkeerknelpunten zijn geanalyseerd en daar waar nodig aangepakt, ook door strikte handhavingsacties waarbij eerst wordt gewaarschuwd en daarna bekeurd. Er zijn 17 openbare parkeerplaatsen aangewezen voor deelautogebruik. Niet gerealiseerde prestaties Er zijn 3 (van de beoogde 6) openbare oplaadpunten voor elektrische auto’s gerealiseerd, waarbij de gemeente heeft gefaciliteerd. Daarnaast is er 1 snellaadpunt gerealiseerd en zijn er voor 1 groengasvulpunt vergunningen afgegeven . Er zitten nog 3 openbare oplaadpunten in de pijplijn waarvan een
Jaarstukken 2012
95
aanvraag is ingediend bij de stichting e-laad.nl, maar de gemeente blijft afhankelijk van de realisatie door derden.
Deelprogramma’s Het programma bestaat uit de volgende deelprogramma’s: Autoverkeer Fietsverkeer Openbaar vervoer
Jaarstukken 2012
96
Deelprogramma Autoverkeer Wat willen we bereiken? We willen een weginfrastructuur met bijbehorende voorzieningen, die qua functionaliteit en kwaliteit voorziet in de behoefte van de autogebruikers en goederenvervoer, met oog voor de verkeersveiligheid, geluidskwaliteit en luchtkwaliteit in de gemeente Houten. Daarbij willen we zoveel mogelijk gebruik maken van duurzame materialen en bouwmethodes. De pieken in reistijd via de Rondweg (tijdens de spits) willen we verminderen om zo voor het autoverkeer een betrouwbare reistijd te garanderen. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Een weginfrastructuur met bijhorende voorzieningen die voorziet in de behoefte van gebruikers. Doelstelling 2: Tevredenheid van inwoners over de parkeergelegenheid in hun buurt én in het centrum. Doelstelling 3: - Een betrouwbare reistijd op de ontsluitingswegen en de Rondweg van Houten. - Verbetering van de aansluiting op het rijkswegennet. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Een weginfrastructuur met bijhorende voorzieningen die voorziet in de behoefte van gebruikers. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
Realisatie 2010
1
% inwoners dat tevreden is over het onderhoud van wegen en fietspaden in de gemeente
Leefbaarheidsmonitor/ waar staat je gemeente
Realisatie 2011
71%
-
Raming 2012
Realisatie 2012
71%
77%
Wat gaan we daarvoor doen? Uitvoeren van klein en groot onderhoud aan verhardingen, civieltechnische kunstwerken en reconstructie werkzaamheden. Het gebruik van duurzame auto’s stimuleren. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Groot onderhoud en reconstructiewerkzaamheden voorbereiden en uitvoeren volgens de planning en methodiek van “BOR Verlengde Horizon”. Door de gewijzigde kwaliteitsniveaus in het kader van de ombuigingen, zoals vastgesteld in de Perspectiefnota 2012, zal een herberekening moeten plaatsvinden van het noodzakelijk planmatig onderhoud. Op basis van inspecties met de nieuwe kwaliteitsnor(1) men zal een nieuwe planning worden opgesteld. Eind 2011 zullen concrete projecten worden voorgelegd aan het college ter besluitvorming. In de 1-e BERAP 2012 zullen deze projecten worden gespecificeerd. Het faciliteren van minimaal 6 oplaadpunten voor elektrische auto’s in de openbare ruimte, veelal bij bestaande parkeerplaatsen. Daarnaast waar mogelijk 1 aardgasvulpunt realiseren
Bij dit onderwerp is de gemeente afhankelijk van derden voor de realisatie. Er wordt alleen gefaciliteerd. In 2012 zijn 3 openbare oplaadpunten gerealiseerd. Daarnaast is er 1 snellaadpunt gerealiseerd en zijn er voor 1 groengasvulpunt
Jaarstukken 2012
97
vergunningen afgegeven. Er zitten nog 3 openbare oplaadpunten in de pijplijn waarvan een aanvraag is ingediend bij de stichting e-laad.nl. Daarnaast is in 2012 gestart met een pilot van twee inwoners die zelf een (openbaar) oplaadpunt willen realiseren. 1. De nieuwe kwaliteitsnormen houden onder meer in: minimaal klein onderhoud aan elementenverharding, minder frequent onderhoud aan belijningen, hoeveelheid en onderhoud aan bebording terug brengen. Er gelden daarbij echter wel vooraf vastgestelde kwaliteitsnormen. Deze betreffen een combinatie van een drietal basisniveaus: functioneel, veilig en geen kapitaalvernietiging.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel 1
Nr. 1 a/b/c 1b
Omschrijving
Bron
Realisatie 2010
Groot onderhoud 2 a. m groot onderhoud elementenverharding 2 b. m groot onderhoud asfaltverharding c. Aantal reconstructie werkzaamheden d. Aantal groot onderhoud projecten civieltechnische kunstwerken.
Afdeling OW
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
a. 3.800
a. 5.500
a.
PM
a. 9.500
b. 7.000
b.
0
b
PM
b. 44.400
c.
0
c.
1
c.
PM
c.
0
d.
3
d.
4
d.
4
d.
4
Verklaring van afwijking Er is een gewijzigde aanpak van reconstructie werkzaamheden. Er wordt alleen daar groot onderhoud gedaan waar het Nieuw Houtens Niveau niet wordt gehaald. De bevindingen van de jaarlijkse schouw zijn afgezet tegen de nieuw gestelde normen. Dit heeft ertoe geleid dat er meer groot onderhoud benodigd was op elementen- en asfaltverharding. In 2011 is het project Rondweg Zuid uitgesteld vanwege de ombuigingen. Conform raadsbesluit is in 2 2012 de Rondweg Zuid alsnog geasfalteerd. Door dit project is het aantal gerealiseerde m groot onderhoud asfalt in 2012 erg hoog.
Doelstelling 2 Tevredenheid van inwoners over de parkeergelegenheid in hun buurt èn in het centrum. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2a
% Inwoners dat parkeeroverlast ervaart in de buurt % inwoners dat tevreden is over de parkeermogelijkheden in de gemeente
Leefbaarheidsmonitor Leefbaarheidsmonitor
2b
Nr. 2a 2b
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
21%
-
25%
13%
58%
-
54%
72%
Verklaring van afwijking In Noord zijn enkele parkeerplaatsen bijgekomen. In 2011 kwamen er diverse parkeervoorzieningen bij.. Dit kan ook een gunstig effect hebben gehad op de parkeerdruk in het centrum. De economische crisis kan ertoe hebben geleid dat de parkeerdruk vanuit kantoren en bedrijven op de woonomgeving minder is. Er is een parkeeronderzoek uitgevoerd en een parkeervisie opgesteld. In 2013 worden op basis hiervan nieuwe parkeernormen voorgesteld.
Wat gaan we daarvoor doen? Toepassen en handhaven regime blauwe zone en voetgangersgebied centrum. Belangrijkste parkeerknelpunten aanpakken. Monitoren effecten parkeerregulering in het Centrum en Castellum. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012 Parkeren centrum: aan de hand van het monitoren van de parkeerregulering wordt het regiem eventueel bijgesteld.
Realisatie
Toelichting Monitoring heeft in 2012 plaatsgevonden d.m.v. klachtenafhandeling tijdens het reguliere werk. In de eerste helft van 2013 volgt een specifieker onderzoek, waarna gekeken wordt of het regiem moet worden bijgesteld.
Jaarstukken 2012
98
Parkeerknelpunten worden geanalyseerd, o.a. door parkeertellingen, waarna een plan van aanpak wordt opgesteld (fysieke problemen oplossen en/of gedragsproblemen aanpakken). Handhavingacties parkeeroverlast uitvoeren door waarschuwingen uit te delen en bij herhaling bekeuren.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2
Aantal verleende ontheffingen blauwe zone
Afdeling Publiekszaken
Nr. 2
Realisatie 2010
Realisatie 2011
337
408
Raming 2012 550
Realisatie 2012 255
Verklaring van afwijking Bij de raming voor 2012 is er geen rekening mee gehouden dat er in even jaren aanzienlijk minder 2jarige ontheffingen worden uitgegeven (in 2009 is de vergrote blauwe zone in het centrum ontstaan en zijn er veel 2-jarige ontheffingen uitgegeven). Het aantal ontheffingen in 2012 is kleiner dan in het even jaar 2010 omdat de blauwe zone na de evaluatie in 2010 weer wat is verkleind.
Doelstelling 3 - Een betrouwbare reistijd op de ontsluitingswegen en de Rondweg van Houten. - Verbetering van de aansluiting op het rijkswegennet. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3
Reistijd in de spits vanaf het Centrum naar de A27
3
% tevreden over bereikbaarheid van de buurt met de auto
Rapportage Utrecht Onderweg Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente
Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie 2010
Realisatie
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
-
-
9 min
9 min
88%
-
88%
86%
Toelichting
Druk op de provincie en regionale partijen houden door intensieve bemoeienis met de planvorming. Gedeeld autogebruik promoten als alternatief voor het aanleggen van parkeerplaatsen. Op verzoek van exploitanten parkeerplaatsen reserveren voor gedeeld autogebruik door middel van een gerichte boodschap richting alle betrokkenen. Initiatieven van derden bevorderen, daar waar het gaat om schonere en zuiniger vormen van mobiliteit. Dit ten bate van duurzaamheid. Dit krijgt een plek binnen het uitvoeringsprogramma van de Bereikbaarheidsvisie. Gestreefd wordt naar een gerichte boodschap richting alle betrokkenen. De doorstroming op de Rondweg in regionaal verband evalueren en zo nodig verkeerskundig “onderhoud” plegen. Dit alles gericht op het verminderen van de wachttijden in het regionale netwerk. Concrete oplossingsmaatregelen maken hier deel van uit (zoals de aansluiting op de A12).
Jaarstukken 2012
99
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3
Aantal openbare parkeerplaatsen aangewezen voor deelautogebruik
Verkeersbesluiten
Nr. 3
Realisatie 2010
Realisatie 2011
13
16
Raming 2012
Realisatie 2012
25
17
Verklaring van afwijking In 2011 waren er meer aanvragen dan in 2010. Verwacht werd dat de stijgende lijn door zou zetten in 2012. Deze verwachting is echter niet uitgekomen.
Jaarstukken 2012
100
Deelprogramma Fietsverkeer Wat willen we bereiken? Houten is een fietsstad. De unieke stedenbouwkundige structuur koppelt een hoog fietsgebruik aan goede bereikbaarheid voor het autoverkeer, een hoge verkeersveiligheid en een duurzaam mobiliteitsbeleid in het kader van de klimaatsdoelstellingen. De gemeente Houten wil graag de koppositie van fietsvriendelijke steden blijven handhaven en zich bovendien blijven positioneren als fietsstad van Nederland, ook internationaal. Hiervoor is het noodzakelijk om te blijven investeren in fietsvoorzieningen. In dit kader zijn wij dan ook trots dat wij voor 2011 wederom zijn genomineerd voor de verkiezing tot fietsstad van Nederland. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Houten blijft fietsstad van Nederland. a. Toename van het fietsgebruik in de kern van Houten en naar omliggende kernen. b. Tevredenheid inwoners over fietsnetwerk in Houten handhaven op het bestaande, hoge niveau. Doelstelling 2: Bereikbaarheid voor fietsverkeer, voetgangers en overig verkeer op plekken met grote bouwactiviteiten (Castellum, veranderlocaties) waarborgen. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Houten blijft fietsstad van Nederland. a. Toename van het fietsgebruik in de kern van Houten en naar omliggende kernen. b. Tevredenheid inwoners over fietsnetwerk in Houten handhaven op het bestaande, hoge niveau. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
Aantallen gefaciliteerde groepsbezoeken uit binnen- en buitenland % Inwoners dat minimaal enkele keren per week de fiets gebruikt Aantal gestalde fietsen in bewaakte fietsenstalling parkeerboerderij / fietstransferium Centrum Aantal gestalde fietsen in bewaakte fietsenstalling parkeerboerderij / fietstransferium Castellum. % Inwoners, dat tevreden is over fietsnetwerk in en / buiten Houten % Inwoners, dat tevreden is over stallingmogelijkheden fiets bij scholen en sportvoorzieningen % inwoners dat tevreden is over het onderhoud van wegen en fietspaden in de gemeente Rapportcijfer van gebruikers voor fietstransferium centrum / Castellum
BCJ
1a 1a
1a
1b 1b
1b
1b
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
26
26
25
35
74%
-
75%
77%
ca. 500 per dag
75% per dag
ca. 2.500 per dag
ca. 1.900 per dag
ca. 2.500 per dag
1.200 per dag
ca. 1.050 per dag
93%-81%
-
93%-81%
92%-82%
60%
-
60%
74%
76%
-
76%
77%
nvt
-
8
8
Leefbaarheidsmonitor Meetgegevens gemeente en exploitant Meetgegevens gemeente en exploitant Leefbaarheidsmonitor Leefbaarheidsmonitor Leefbaarheidsmonitor/ waar staat je gemeente Meetgegevens gemeente en exploitant
Jaarstukken 2012
101
Nr. 1 1a 1a
Verklaring van afwijking Houten wordt als fietsstad steeds populairder. Vele bezoekers (vooral opleidingsinstituten) komen regelmatig terug. Bij de raming voor het centrum was nog niet duidelijk hoeveel treinreizigers uit Houten Zuid gebruik zouden gaan maken van de parkeerruimte bij station Castellum. Door de opening van fietstransferium Castellum is de bezetting van fietstransferium centrum gedaald. Veel treinreizigers uit Houten Zuid stallen hun fiets in de openbare ruimte ipv het fietstransferium.
Wat gaan we daarvoor doen? Infrastructurele (onderhouds-)werkzaamheden: Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Uitvoering fietstunnel De Staart tussen de Houtense Wetering en het bedrijfsterrein Rondeel. Realisatie van een fietspad langs de Beusichemseweg. Voorbereiden van maatregelen in het kader van Fiets File Vrij naar Nieuwegein/Papendorp en Bunnik/Uithof/De Bilt. Bij uitvoering zal zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van duurzame materialen en bouwmethodes. Voorbereiding/uitvoering van het fietspad langs het Oostrumsdijkje. Groot onderhoud op diverse fietsroutes buiten de Rondweg (precieze invulling afhankelijk van inspecties en jaarschouw 2011). (Continueren van het) gratis bewaakt fietsstallen in de fietstransferia in Houten Centrum en Houten Castellum. Uitkomsten van enquête onder gebruikers van de transferia gebruiken om de dienstverlening zo mogelijk te verbeteren. In het kader van de ombuigingen een minimaal onderhoud aan fietspaden (maar wel voldoende in de zin van functioneel, veilig en geen kapitaalvernietiging). Onderhoud fietspaden wordt voortaan meegenomen in groot onderhoud projecten.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren (# Prestaties zijn ombuigingsgerelateerd) Doel
Omschrijving
Bron
1a
Aantal gerealiseerde fietsstraten Aantal km aangelegde fietsroutes a. Aantal km groot onderhoud aan fietsroutes b. Vervangen brugdekken
Afdeling OW
Aantal campagnes voor bevordering fietsgebruik
Afdeling RBL
1b 1c
1d#
Nr. 1a
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
2
2
1
0
0
4,8
0
0
0,4 2
0,4 2
PM 2
1,6 2
3
3
3
3
Afdeling OW Afdeling OW a b
Verklaring van afwijking De subsidie lokaal maatwerk 2012 is ingezet t.b.v. andere projecten, waardoor deze fietsstraat (Lijsterhaag) niet is uitgevoerd. Subsidie voor de Lijsterhaag project is inmiddels aangevraagd voor 2013.
Doelstelling 2 Bereikbaarheid voor fietsverkeer, voetgangers en overig verkeer op plekken met grote bouwactiviteiten (Castellum, veranderlocaties) waarborgen.
Jaarstukken 2012
102
Effectindicatoren Voor doelstelling 2 is geen effectindicator voorhanden. Wat gaan we daarvoor doen? BLVC-regime (B.L.V.C. = Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid, Communicatie) (vergunningen, overleg en toezicht) actief toepassen zodat met name bereikbaarheid en veiligheid in het centrum worden gewaarborgd. Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2
Aantal verwijderde weesfietsen
Afdeling OW
Nr. 2
Realisatie 2010 10
Realisatie 2011 151
Raming 2012 100
Realisatie 2012 82
Verklaring van afwijking In 2011 zijn 2 fietstransferia geopend. Bij het opheffen van de tijdelijke stallingen zijn veel weesfietsen verwijderd. Doordat veel fietsen nu overdekt worden gestald, staan er minder weesfietsen in de openbare ruimte.
Jaarstukken 2012
103
Deelprogramma Openbaar vervoer Wat willen we bereiken? Om een alternatief te bieden voor gebruik van de auto is het van belang dat we de sterke positie van het openbaar vervoer behouden en verder intensiveren. Dit draagt bij aan het vergroten van de bereikbaarheid (autoverkeer), het borgen van de mobiliteit van mensen die minder of geen gebruik maken van auto of fiets (sociale doelstelling van het openbaar vervoer voor doelgroepen als: ouderen, jongeren, minder validen, etc.) en een duurzaam mobiliteitsbeleid in het kader van de klimaatsdoelstellingen. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Grotere tevredenheid van inwoners over het openbaar vervoer in Houten en naar omliggende kernen en in het bijzonder een grotere tevredenheid van de inwoners van de kleine kernen. Doelstelling 2: Meer gebruik van het openbaar vervoer in Houten en naar omliggende kernen. Doelstelling 3: Grotere tevredenheid met het openbaar vervoer en Regiotaxi in relatie tot de sociale doelstelling van het openbaar vervoer.
Doelstelling 1 Grotere tevredenheid van inwoners over het openbaar vervoer in Houten en naar omliggende kernen en in het bijzonder een grotere tevredenheid van de inwoners van de kleine kernen. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
% Inwoners dat tevreden is over busvervoer naar plaatsen buiten Houten a. totaal b. kleine kernen % Inwoners dat tevreden is over busvervoer in Houten a. totaal b. kleine kernen
Leefbaarheidsmonitor
1
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
a. 39% b. 20%
a. b. -
a. 45% b. 20%.
a. 39% b. 23%
a. 40% b. 32%
a. b. -
a. 46% b. 33%
a. 43% b. 31%
Leefbaarheidsmonitor
Wat gaan we daarvoor doen? Overleg met concessieverlener en (beoogt) vervoerder busvervoer. Monitoren serviceniveau kleine kernen. Toegankelijkheid busvervoer verhogen. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Bij de aanpassing van het vervoersplan worden wensen vanuit Houten nadrukkelijk onder de aandacht gebracht bij de concessieverlener en zo mogelijk kwantitatief onderbouwd. Intensief en constructief in overleg met BRU, buurgemeenten en belangengroepen over de voor Houten belangrijke dossiers met betrekking tot bereikbaarheid.
Jaarstukken 2012
104
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1,2
% Huishoudens dat binnen 500m van een bushalte ligt Aantal gerealiseerde toegankelijke bushaltes
Afdeling RBL
1,2
Nr. 1,2
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
59%
59%
62%
NNB
0
31
6
1
Afdeling OW
Verklaring van afwijking De polikliniek van het Antonius Ziekenhuis en een aantal woningen in Castellum worden later opgeleverd dan verwacht. Daarom worden ook de bijbehorende bushaltes later aangelegd.
Doelstelling 2 Groter gebruik van het openbaar vervoer in Houten en naar omliggende kernen. Effectindicatoren Realisatie 2010
Doel
Omschrijving
Bron
2
Aantal in- en uitstappers trein per dag (beide stations).
NS Marktonderzoek en Advies www.cijferboekje.nl
Realisatie 2011
9.571
10.450
Raming 2012
Realisatie 2012
12.500
NNB
Wat gaan we daarvoor doen? Overleg met concessieverlener en (beoogt) vervoerder busvervoer. Monitoren serviceniveau kleine kernen. (Gelegenheids)reizigers beter informeren over mogelijkheden van openbaar vervoer Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Bij de aanpassing van het vervoersplan worden wensen vanuit Houten nadrukkelijk onder de aandacht gebracht bij de concessieverlener en zo mogelijk kwantitatief onderbouwd. Intensief en constructief in overleg met BRU, buurgemeenten en belangengroepen over de voor Houten belangrijke dossiers met betrekking tot bereikbaarheid.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1,2
% Huishoudens dat binnen 500m van een bushalte ligt Aantal gerealiseerde toegankelijke bushaltes
Afdeling RBL
1,2
Nr. 1,2
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
59%
59%
62%
NNB
0
31
6
1
Afdeling OW
Verklaring van afwijking De polikliniek van het Antonius Ziekenhuis en een aantal woningen in Castellum worden later opgeleverd dan verwacht. Daarom worden ook de bijbehorende bushaltes later aangelegd.
Doelstelling 3 Grotere tevredenheid met het openbaar vervoer en Regiotaxi in relatie tot de sociale doelstelling van het openbaar vervoer. Effectindicatoren Realisatie 2010
Doel
Omschrijving
Bron
3a
Klantwaardering Regiotaxi
3b
Aantal klachten over de Regiotaxi
Klanttevredenheidsonderzoek BRU BRU
Jaarstukken 2012
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
7,6
NNB
7,7
-
39
6
40
32
105
Nr. 3a 3b
Verklaring van afwijking De klanttevredenheid wordt niet jaarlijks gemeten. In 2012 zijn de tarieven verhoogd en tegelijkertijd werd door veel gemeenten een eigen bijdrage (ritbijdrage ingevoerd). Daarnaast werd de kortingspas voor 65+ers afgeschaft. De effecten van deze wijzigingen zullen in 2013 worden gemeten. De regiotaxi is in 2012 beter op tijd gaan rijden.
Wat gaan we daarvoor doen? Het doelgroepen vervoer krijgt een nieuwe invulling. Hiertoe wordt nader verkend en worden experimenten opgestart. Kwalitatieve prestatie-indicatoren (# Prestaties zijn ombuigingsgerelateerd) Omschrijving prestatie 2012 Realisatie Toelichting Intensief en constructief in overleg met BRU, buurgemeenten en belangengroepen over de toekomst van het doelgroepenvervoer in de regio. Eén van de bezuinigingsmaatregelen van de BRU (voor 65+ers) en een ombuigingsmaatregel van de gemeente, is dat voortaan een grotere eigen bijdrage wordt gevraagd bij het gebruik van de Regiotaxi. De regeling Regiotaxi houdt augustus 2013 op te bestaan. Concreet betekent dit dat mensen geen gebruik meer kunnen maken van deze regeling in 2014. Met betrekking tot de sociale doelstelling van het openbaar vervoer, gaat de gemeente in overleg met zowel de regionale opdrachtgever als de potentiële gebruikers van kleinschalige vraagafhankelijke oplossingen. Dit betekent een nieuwe invulling van het doelgroepenvervoer. De bedoeling is deze oplossingen in te zetten op weg en fietspad. Dit alles maakt onderdeel uit van het uitvoeringsprogramma van de Houtense Bereikbaarheidsvisie. De voorstellen en concrete doelstellingen hiervoor zijn nog in ontwikkeling. De Bereikbaarheidsvisie wordt in november 2011 vastgesteld door de raad.
Jaarstukken 2012
106
Verschillenanalyse Bereikbaar Deelprogramma's
Rekening 2011
Begroting na wijziging 2012
Rekening 2012
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2012
Programma 03. Bereikbaar lasten 03.01
Verkeersbeleid
131.679
99.180
51.020
48.160
03.02
Autoverkeer
3.151.208
3.955.482
3.823.372
132.110
03.03
Fietsverkeer
251.996
747.729
599.213
148.516
03.04
Openbaar vervoer
136.298
32.651
30.951
1.700
03.99
Programmabrede kosten
Totaal lasten
-50.000
0
0
0
3.621.181
4.835.042
4.504.556
330.486
baten 03.01
Verkeersbeleid
3.149
1.062
1.703
641
03.02
Autoverkeer
615.801
615.416
617.622
2.206
03.03
Fietsverkeer
116.842
449.850
328.725
-121.125
03.04
Openbaar vervoer
48
4.020
53
-3.967
03.99
Programmabrede kosten
Totaal baten Saldo 03. Bereikbaar
26.770
902.750
894.731
-8.019
762.610
1.973.098
1.842.834
-130.264
2.858.571
2.861.944
2.661.722
200.222
Deelprogramma Autoverkeer Het deelprogramma heeft een positief saldo van € 129.905 en wordt veroorzaakt door: Producten 1. Wegen 2. Civieltechnische kunstwerken 3. Saldo diverse overige producten TOTAAL
Lasten 53.057 55.293 23.760 132.110
€ € € €
V V V V
€ € € €
Baten 5.777 400 7.582 2.206
N V V N
SALDO € 129.905 V Wegen Het voordeel op dit product wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door lagere kosten voor belijning. De reden is dat een aantal werkzaamheden op het gebied van belijning door de uitgavestop in de zomer niet meer tijdig in 2012 opgepakt kon worden. Civieltechnische kunstwerken Het voordeel op dit product is het gevolg van slechts een globale schouw van de bruggen en tunnels in het najaar in het kader van de ombuigingen. Normaliter vindt een gedetailleerde schouw plaats waaruit reparaties aan bruggen en tunnels volgen. Deze gedetailleerde schouw is verschoven naar het voorjaar van 2013.
Deelprogramma Fietsverkeer Het deelprogramma heeft een positief saldo van € 27.391 en wordt veroorzaakt door: Producten 1. Fietsenstallingen 2. Onderhoud fietspaden en voorzieningen TOTAAL
Lasten 82.016 V 66.500 V 148.516 V
€ € €
SALDO
€ € €
Baten 54.625 N 66.500 N 121.125 N
€
27.391 V
Fietsenstallingen Het voordeel op de lasten van de fietsenstallingen is veroorzaakt doordat geplande formatieuitbreiding voor beheer van de fietstransferia nog niet is geëffectueerd. Omdat de transferia pas in 2011 zijn opgeleverd is er ook nog sprake van lage onderhoudskosten. Het nadeel op de baten is het Jaarstukken 2012
107
gevolg van leegstand van de commerciële ruimtes in 2012 voor een groot deel van het jaar. Daardoor zijn de verhuuropbrengsten lager dan geraamd. Onderhoud fietspaden en voorzieningen Het voordeel op de lasten van dit product en het nadeel van de baten op dit product hangen met elkaar samen. De werkzaamheden aan de Waalseweg (aanpassingen van het wegvlak inclusief fietsoversteekplaats) zijn wel uitgevoerd, maar het subsidiegeld moet nog binnenkomen in de 1e helft 2013 (nadeel op de baten). De storting van deze subsidie-inkomsten in de voorziening Beheer Openbare Ruimte kan dus ook pas in 2013 plaatsvinden (voordeel op de lasten).
Jaarstukken 2012
108
Programma Veilig
Jaarstukken 2012
109
Jaarstukken 2012
110
Programma Veilig Programma in vogelvlucht Mensen wonen en werken in een omgeving die veilig is en waarin mensen zich ook veilig voelen. Het motto van het programma luidt: ‘Een veilige stad, een gezamenlijke zorg’. Houten is een veilige gemeente. Het programma Veilig is er op gericht dat zo te houden en ervoor te zorgen dat de inwoners zich veilig blijven voelen en gedragen. Het college noemt in haar programma voor 2010-2014 als tweede speerpunt ‘de kracht van Houten: een veilige, duurzame en betrokken samenleving, waarin plek is voor iedereen’. In de Leefbaarheidsmonitor 2012 blijkt opnieuw dat de inwoners van Houten zich veilig voelen. De inwoners waarderen de veiligheid in hun eigen buurt met een 7,3. Hiermee scoort Houten hoger dan vergelijkbare gemeenten. De belangrijkste problemen die de inwoners het liefst opgelost zien, hebben te maken met verkeer (parkeeroverlast en hard rijden). e Jongerenoverlast komt op de 3 plaats. Binnen het programma Veilig is het afgelopen jaar opnieuw hard gewerkt om de veiligheid en veiligheidsbeleving op deze punten verder te verbeteren. Kijkend naar de diverse indicatoren in dit programma, springt het aantal woninginbraken misschien wel het meest in het oog. Het aantal woninginbraken is hoger dan verwacht. De stijging van het aantal woninginbraken betreft wel een landelijke ontwikkeling, waar de politie ook extra prioriteiten aan geeft. Onder de verschillende deelprogramma’s wordt een nadere toelichting gegeven op de indicatoren. In de begroting zijn diverse prestatie indicatoren opgenomen. Onderstaand wordt schematisch weergegeven welk percentage van de geplande kwalitatieve prestatie indicatoren zijn gerealiseerd.
Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt, is 89 % gerealiseerd. De belangrijkste resultaten worden hieronder nader toegelicht Tijdens de Week van de Woninginbraken, welke regionaal is opgezet, heeft de gemeente Houten in samenwerking met de politie een clinic ‘observeren en signalementen onthouden voor burgers’ georganiseerd. Deelnemers hebben enthousiast gereageerd op de clinic. In 2011 is het project “Waaks” opgestart. Hierbij worden eigenaren van honden gevraagd om bij het uitlaten van de hond te letten op verdachte situaties. Het project heeft inmiddels meer dan 50 deelnemers. Deze initiatieven zijn niet zonder succes. Het aantal meldingen bij de politie over verdachte situaties is in 2012 toegenomen wat doet vermoeden dat de Houtenaar zich steeds meer bewuster wordt van het probleem. Toch is het aantal woninginbraken toegenomen. Dit blijft een zorgpunt. De politie geeft nu ook hoge prioriteit aan het verlagen van het aantal woninginbraken. Begin 2012 is er gestart met het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) voor Winkelcentrum het Rond. Ondernemersvereniging het Rond werkt samen met winkeliers, gemeente, politie, VRU, vastgoedeigenaar Vastned, jongerenwerk van Houten&Co, horecaondernemers en Viveste aan een veilig winkelgebied: niet alleen voor bezoekers, maar ook voor de winkeliers en hun personeel. Het gaat dan bijvoorbeeld om afspraken over betere verlichting, extra surveillance, extra schoonmaak of het instellen van een burenbelsysteem. De samenwerking is succesvol. Eind november 2012 heeft het centrumgebied de eerste ster behaald van het Keurmerk Veilig Ondernemen voor winkelgebieden. Dit onderzoek werd uitgevoerd door het KIWA, een onafhankelijke organisatie voor hooggekwalificeerde certificering. De samenwerking wordt voortgezet in 2013. Overigens was het KVO niet vooraf als prestatie opgenomen in de programmabegroting. Het voorziet echter wel in een grote behoefte. Jaarstukken 2012
111
Eind 2012 is de nieuwe website www.houten.nl/veilig operationeel geworden. Met deze website sluiten we meer aan op de beleving, behoeften en verwachtingen van burgers ten aanzien van risicocommunicatie. Daarnaast heeft de gemeente het onderwerp breder getrokken door niet alleen informatie over fysieke veiligheid aan te bieden, maar juist ook over sociale veiligheid. Belangrijk uitgangspunt hierbij is wat de burger zelf kan doen om de sociale veiligheid te vergroten. Met het project Doorontwikkeling Gemeentelijke Crisisbeheersing hebben we er voor gekozen om de gemeentelijke crisisbeheersing anders in te richten. De huidige organisatie is nog gebaseerd op uitgangspunten die bedacht zijn in de jaren ’80. Het project heeft tot doel om de gemeentelijke crisisorganisatie efficiënter, effectiever en vooral ook professioneler in te richten, zodat de crisisbeheersing tevens beter aansluit op de wensen en behoeften van de samenleving. Hiertoe zal de crisisorganisatie gericht zijn op drie pijlers, te weten crisiscommunicatie, publieke zorg en voorbereiding nafase. Daarnaast zal er gewerkt worden met regionale expertteams die ‘ingevlogen’ kunnen worden ten tijde van crisis. Zij zullen in dergelijke gevallen de Houtense crisisorganisatie ondersteunen. De Stuurgroep Integrale Verkeersveiligheid Utrecht (o.a. bestaande uit het OM Utrecht, verkeerspolitie Utrecht en Landelijk Parket Team Verkeer) heeft de Rondweg, vanaf de aansluiting met de Utrechtseweg via de westelijke kant tot en met De Koppeling op basis van ongevallengegevens als trajectweg aangewezen. Op een trajectweg wordt niet op een soort overtreding gecontroleerd, maar vinden intensieve controles plaats op het gebied van snelheid, roodlicht, gordel en alcohol. In de periode januari tot juni 2012 zijn 55 controles gehouden met als doel het aantal ongelukken door snelheidsovertredingen en het negeren van rood licht te verlagen. Helaas hebben deze controles geen vervolg gekregen in de tweede gedeelte van het jaar. Niet Gerealiseerd Het opsporen van gestolen fietsen, is het afgelopen jaar ver achter gebleven bij de doelstellingen. De politie heeft haar prioriteit bij het voorkomen en oplossen van woninginbraken moeten leggen. Het komend jaar zullen onze BOA’s een actievere rol gaan spelen bij het opsporen van de gestolen fietsen. Minder succesvol is de invoering van het netcentrisch (multidisciplinair informatiesysteem) werken geweest. Nadat het landelijke project al vertraging had opgelopen, was de gemeente Houten voor de regio Utrecht opgenomen als pilotgemeente. Aansluiting op het netcentrisch werken was gekoppeld aan een GBT oefening die gepland stond kort na het familiedrama in Schalkwijk. Vanwege de gevolgen van het familiedrama is ervoor gekozen om deze GBT-oefening niet door te laten gaan en door te schuiven naar 2013.
Deelprogramma’s Het programma bestaat uit de volgende deelprogramma’s: Sociale veiligheid en openbare orde Fysieke veiligheid Crisisbeheersing
Jaarstukken 2012
112
Deelprogramma Sociale Veiligheid en Openbare Orde Wat willen we bereiken? We willen een afname van de onveiligheidsgevoelens en daadwerkelijke overlast en onveiligheid in Houten bewerkstelligen. Daartoe zijn de volgende speerpunten vastgesteld in het Integraal Veiligheidsplan 2011-2015: Verkeersveiligheid Fiets en veiligheid Woninginbraak Leefbaarheid centrum Jongeren en veiligheid Deze prioriteiten staan in willekeurige volgorde (dus niet in volgorde van belang). Zij kunnen in de loop van de planperiode worden aangepast en/of vervangen, al naargelang bepaalde ontwikkelingen daarom vragen. Het speerpunt verkeersveiligheid heeft een plek gekregen binnen het deelprogramma Fysieke Veiligheid. Als het gaat om jongeren, ligt het accent in Houten binnen de integrale ketenaanpak vooral op preventief beleid. Pas wanneer jongeren probleemgedrag vertonen, kunnen ook curatieve of repressieve middelen worden aangewend. Bijvoorbeeld in het geval van overlast of criminaliteit. Het onderwerp Leefbaarheid centrum is een programma overstijgend thema en zal zijn beslag krijgen in zowel de programma’s Veiligheid en Vitaal (jongeren) als Duurzaam (leefomgeving, horeca). Hieronder staan de doelstellingen van het deelprogramma Sociale Veiligheid en Openbare Orde beschreven. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Afname van onveiligheidsgevoelens in Houten. Doelstelling 2: Afname van vermogensdelicten. Doelstelling 3: Afname van georganiseerde criminaliteit. Doelstelling 4: Afname van huiselijk geweld. Doelstelling 5: Afname van jongerenoverlast. Doelstelling 6: Betere naleving (vergunnings-)voorschriften en algemene regels binnen het domein van de Openbare orde. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Afname van onveiligheidsgevoelens in Houten. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
% Inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in Houten % inwoners dat gemeente aandacht heeft voor het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid in de buurt
Leefbaarheidsmonitor Leefbaarheidsmonitor/www. waarstaatjegemeente.nl
1
Realisatie 2010
Jaarstukken 2012
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
17%
-
17%
18%
18%
-
19%
18%
113
Wat gaan we daarvoor doen? Diverse maatregelen worden genomen om de daadwerkelijke onveiligheid en overlast terug te dringen, waardoor ook het veiligheidsgevoel toeneemt, zo is de gedachte. Daartoe wordt in 2012 onder meer uitvoering gegeven aan de voor dat jaar geplande activiteiten uit het Integraal Veiligheidsplan 2011-2015. Concrete maatregelen (prestaties) staan beschreven onder de verschillende doelstellingen in dit deelprogramma. Kwalitatieve prestatie-indicatoren (# Prestaties zijn ombuigingsgerelateerd) Omschrijving prestatie 2012 Realisatie Toelichting In verband met de ombuigingstaakstelling wordt gekort op het budget voor politiesurveillanten. # Door de inwoners meer te betrekken bij de veiligheid in hun eigen wijk via initiatieven als ‘Burgernet’ en pilotproject ‘Waaks”, wil de gemeente het veiligheidsgevoel onder de inwoners en de betrokkenheid bij veiligheid in de eigen woonomgeving bevorderen. Voor Burgernet wordt actief geworven. In het kader van de ombuigingen wordt de Leefbaarheidsprijs niet meer uitgereikt. Deze prijs was bedoeld voor bewonersinitiatieven die een positieve bijdrage leveren aan de veiligheid in de woonomgeving. #
+++
Doelstelling 2 Afname van vermogensdelicten (fietsendiefstal en woninginbraak). Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2a
% huishoudens dat slachtoffer wordt van fietsendiefstal binnen Houten Aantal aangiften woninginbraak (exclusief poging tot inbraak) Aantal aangiften poging tot inbraak
Leefbaarheidsmonitor
2b 2c
Nr. 2b
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
13%
-
11%
11%
88
144
100
136
56
59
70
84
Politie Politie
Verklaring van afwijking Er is sprake van een forse stijging van het aantal inbraken, ook in de regio en zelfs landelijk. Deze ontwikkeling is moeilijk te beïnvloeden. De politie zet nu wel extra in op het beperken van de woninginbraken. In 2014 streven we ernaar dat, in overeenstemming met de doelstelling uit het IVP 2011-2015, de inbraken weer met 20% zijn verminderd ten opzichte van 2010
Wat gaan we daarvoor doen? Maatregelen nemen om het aantal vermogensdelicten terug te dringen, waardoor ook het veiligheidsgevoel toeneemt. Daarbij richten we ons in het bijzonder op het voortzetten van de bestaande projectmatige aanpak van fietsdiefstal en woninginbraken in samenwerking met de politie. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
In overleg treden met Viveste over (versnelde) PKVW-certificering woningbestand van Viveste in Houten-Noord. Waarschuwingsbrief woninginbraak Pilotproject Waaks. Voetjesactie Actieve ledenwerving voor Burgernet en beter benutten van (nieuwe) mogelijkheden van Burgernet. Stimuleren gebruik Fietstransferia Houten Centrum en Castellum (gratis stallingen onder toezicht).
Jaarstukken 2012
114
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2
Aantal met behulp van de ‘tag reader’ opgespoorde gestolen fietsen
IQUE (leverancier)
Nr. 2
Realisatie 2010
Realisatie 2011
90
79
Raming 2012
Realisatie 2012
110
3
(2)
Verklaring van afwijking In 2012 is er weinig gebruik gemaakt van de tag reader. De politie heeft de aanpak van woninginbraken met stip op 1 geprioriteerd. In 2013 is het de bedoeling dat de tag reader wordt ondergebracht bij de gemeentelijke BOA’s.
Doelstelling 3 Afname van georganiseerde criminaliteit. Effectindicatoren Voor doelstelling 3 is geen effectindicator voorhanden. Wat gaan we daarvoor doen? Maatregelen nemen om de georganiseerde criminaliteit terug te dringen, waardoor ook het veiligheidsgevoel toeneemt. Daarbij richten we ons in het bijzonder op het continueren van de versterkte geïntegreerde aanpak en bestrijding van de georganiseerde criminaliteit. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum Midden Nederland (RIEC MN). Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Actief toepassen van het in 2010 afgesloten Regionaal Hennepconvenant.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3a
% verleende exploitatievergunningen waarbij aan de wet Bibob is getoetst Aantal opgerolde hennepkwekerijen/ gehouden drugs controles Aantal Houtense bedrijven/personen dat door het RIEC is doorgelicht
Afdeling OW
3b 3c
Nr. 3b
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
100%
100%
100%
100%
6
10
10
2
4
3
7
8
Politie Afdeling BCJ
Verklaring van afwijking Bij de politie houdt men geen specifieke drugscontroles. Vaak wordt op basis van meldingen een hennepkwekerij opgerold. Het afgelopen jaar zijn er minder meldingen geweest.
Doelstelling 4 Afname van huiselijk geweld. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
4
Aantal aangiften/ambtshalve Politie vervolgingen huiselijk geweld Nr.
4
Bron
Realisatie 2010 40
Realisatie 2011 57
Raming 2012 40
Realisatie 2012 53
Verklaring van afwijking Gemeente en partners, w.o. politie, streven naar meer aandacht voor, bekendheid met en aangiftebereidheid voor wat betreft het fenomeen huiselijk geweld. Dit om het probleem meer zichtbaar te maken, om het vervolgens ook beter aan te kunnen pakken. Als gevolg van deze bekendheid, neemt het aantal vervolgingen toe. De raming 2012 is daarom nog te laag ingezet.
Jaarstukken 2012
115
Wat gaan we daarvoor doen? Maatregelen nemen om huiselijk geweld terug te dringen, waardoor ook het veiligheidsgevoel toeneemt. Daarbij richten we ons in het bijzonder op een toename van het aantal opgelegde huisverboden bij meldingen van huiselijk geweld. Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
Realisatie 2010
4
% van aangiften/ambtshalve Khonraad/ vervolgingen huiselijk gePolitie weld dat in een huisverbod heeft geresulteerd
Realisatie 2011
10%
3.5%
Raming 2012
Realisatie 2012
>10%
7,5%
Doelstelling 5 Afname van jongerenoverlast. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
5a
% Inwoners dat vaak overlast van groepen jongeren ervaart Aantal geprioriteerde Jeugdgroepen
Leefbaarheidsmonitor
5b
Nr. 5b
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
11%
-
11%
11%
2
1
2
0
Politie
Verklaring van afwijking In 2011 was er één hinderlijke jeugdgroep. Door gezamenlijk inspanningen van gemeente, jongerenwerkers en politie, is de overlast gereduceerd. Er is daardoor niet langer sprake van een hinderlijke jeugdgroep.
Wat gaan we daarvoor doen? Maatregelen nemen om de jongerenoverlast terug te dringen, waardoor ook het veiligheidsgevoel toeneemt. Daarbij richten we ons in het bijzonder op de aanpak van geprioriteerde jeugdgroepen. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Actieve ledenwerving voor Burgernet. Pilotproject Waaks. Preventieve aanpak jongerenoverlast via overlegstructuur Jeugd & Veiligheid. Aanpak problematische Jeugdgroepen via shortlistmethodiek (via het Veiligheidshuis). Actualisering integraal plan van aanpak Jeugd & Veiligheid in overleg met Openbare Werken en Welzijn (zie ook programma Vitaal).
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
5a
% inwoners dat vindt dat de gemeente aandacht heeft voor het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in de buurt Aantal deelnemers Burgernet Aantal besproken jongeren in casusoverleggen Veilig(1) heidshuis
Leefbaarheidsmonitor/www. waarstaatjegemeente.nl
5b 5c
Realisatie 2010
Afdeling BCJ
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
18%
-
19%
46%
3.050
3.235
3.300
3.530
76
47
76
NNB
Veiligheidshuis
1. Het betreft de volgende overleggen: Justitieel Casusoverleg Jeugd-afdoening, Justitieel Casusoverleg Jeugd-risico, Justitieel Casusoverleg Jeugd Veelplegers en het Jong Volwassenen Overleg (18-23 jaar).
Nr. 5a
Verklaring van afwijking Realisatie van 2010 is foutief ingevuld. Dit moet 46% zijn. Op grond hiervan is ook de raming te laag opgenomen.
Jaarstukken 2012
116
Doelstelling 6 Betere naleving (vergunning-)voorschriften en algemene regels binnen het domein van de openbare orde. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
6a
Naleefpercentage wet- en regelgeving openbare orde (APV) % bouwers in het BLVCgebied dat deelneemt aan het logistiek overleg % inwoners dat vindt dat evenementen in Houten overlast bezorgen voor omwonenden
Afdeling VTH
6b 6c
Nr. 6a
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
82%
99%
80%
NNB
100%
100%
100%
100%
19%
-
19%
14%
Afdeling OW Leefbaarheidsmonitor
Verklaring van afwijking Na een aantal jaar gewerkt te hebben met een naleefpercentage moeten we concluderen dat het naleefpercentage geen objectief middel is om het naleefgedrag voor de handhavingsonderwerpen van OW te berekenen. In het jaarverslag IHHO 2011 is voorgesteld om het naleefpercentage voor OW af te schaffen. Dit jaarverslag is inmiddels vastgesteld
Wat gaan we daarvoor doen? Maatregelen nemen om de openbare orde te handhaven, waardoor ook het veiligheidsgevoel toeneemt. Daarbij richten we ons in het bijzonder op het verlenen van vergunningen (indien niet mogelijk het weigeren hiervan), het toezicht uitvoeren op de naleving van algemene regels en (vergunning)voorschriften. Het toepassen van het 3-stappenplan voor handhaving: Bestuurlijke waarschuwing Voornemen dwangsom / bestuursdwang Opleggen dwangsom / bestuursdwang Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Actualisatie Nota Integrale Handhaving.
De actualisatie is als gevolg van landelijke kwaliteitscriteria en discussie over de vorming van regionale uitvoeringsdiensten in breder verband opgepakt. Dit moet in 2013 worden verwerkt in de beleidsnotitie VTH
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
6a
% inwoners dat vindt dat de gemeente regels en verordeningen goed controleert en handhaaft Aantal controles openbare (1) orde Aantal bestuurlijke waarschuwingen openbare orde Aantal voornemens dwangsom openbare orde Aantal opgelegde dwangsommen openbare orde
Leefbaarheids monitor /www. waar staatje gemeente.nl Afdeling OW, meldpunt TOR Afdeling OW
6b 6c 6d 6e
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
35%
-
30%
36%
2.000
1.240
2.000
2.000
44
12
100
23
24
6
50
10
10
1
20
4
Afdeling OW Afdeling OW
1. De VWA & politie controleren de naleving van de Drank & Horecawet (inclusief vergunning). Als de VWA of politie een overtreding constateren, vragen zij de gemeente om te handhaven. De VWA kan ook zelf een boete opleggen.
Nr. 6 c,d,e
Verklaring van afwijking Zaken worden steeds meer afgehandeld door het uitschrijven van een bekeuring in plaats van het starten van een handhavingstraject. Hierdoor stijgt het aantal processen verbaal en daalt het aantal bestuurlijke waarschuwingen en (voornemens) bestuursdwang / dwangsom. Door deze manier van werken komen alleen de gecompliceerde zaken bij de juridische medewerker. Deze zaken vergen meer tijd en daardoor kunnen er per saldo minder zaken afgehandeld worden.
Jaarstukken 2012
117
Deelprogramma Fysieke veiligheid Wat willen we bereiken? Bij fysieke veiligheid gaat het om het voorkomen, beperken en bestrijden van inbreuken op de veiligheid van de mens en zijn omgeving op het gebied van (geneeskundige) hulpverlening, brand, explosie, gevaarlijke stoffen, natuurgeweld en infrastructuur. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: De kwaliteit van brandweerzorg op een hoog niveau houden. Doelstelling 2: Betere naleving (vergunning-)voorschriften en algemene regels binnen het domein van de brandweerzorg. Doelstelling 3: Er voor zorgen dat alle woningen en andere gevoelige objecten in de omgeving van transportroutes van gevaarlijke stoffen of in de omgeving van risicovolle bedrijven, blijven voldoen aan de externe veiligheidsnormen. Doelstelling 4: De verkeersveiligheid op een hoog niveau houden en waar mogelijk verder verbeteren. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 De kwaliteit van brandweerzorg op een hoog niveau houden. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
Overschrijdingspercentage spoed uitrukken brandweer
Brandweer
Nr. 1
Realisatie 2010
Realisatie 2011
17%
NNB
Raming 2012
Realisatie 2012
10%
NNB
Verklaring van afwijking In het Repressief Dekkingsplan 2005 is op basis van een theoretisch model berekend dat het overschrijdingspercentage < 10% is. Met de invoering van de Wet veiligheidsregio’s worden echter andere opkomsttijden voor de brandweer gehanteerd. In plaats van de voorheen gehanteerde 8 minutennorm, zijn in het Besluit veiligheidsregio’s (Bvr) verschillende opkomsttijden opgenomen, afhankelijk van de gebouwfunctie. De VRU is op dit moment bezig om de rapportages ten aanzien van de opkomsttijden in te richten op basis van de normen uit het Bvr.
Wat gaan we daarvoor doen? Verder invulling geven aan de organisatie van de brandweerzorg door de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Afspraken over de lokale brandweerzorg (waaronder verlaging overschrijdingspercentage) zullen worden opgenomen in de Dienstverleningsovereenkomst met de Veiligheidsregio Utrecht.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
1
Aantal overschrijdingen
Bron (1)
Realisatie 2010
Brandweer
7
Realisatie 2011 NNB
Raming 2012 6
Realisatie 2012 NNB
1. Overschrijdingen = aantal keren per jaar dat de brandweer bij een relevante brand in een gebouw > 1 minuut te laat arriveert ten opzichte van de aanbevolen opkomsttijd.
Jaarstukken 2012
118
Nr. 1
Verklaring van afwijking De VRU levert in mei en september een tussentijdse rapportage aan. In maart wordt gerapporteerd over het de resultaten van het voorgaande jaar.
Doelstelling 2 Betere naleving (vergunnings-)voorschriften en algemene regels binnen het domein van de brandweerzorg. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2
Naleefpercentage wet- en regelgeving brandveiligheid gebouwen
VRU
Realisatie 2010
Realisatie 2011
62%
Raming 2012 -
Realisatie 2012
64%
NNB
Wat gaan we daarvoor doen? Gebruiksvergunningen verlenen (indien niet mogelijk het weigeren hiervan), het toezicht uitvoeren op de naleving van algemene regels en (vergunning)voorschriften. Het toepassen van het 3-stappenplan voor handhaving: Bestuurlijke waarschuwing Voornemen dwangsom / bestuursdwang Opleggen dwangsom / bestuursdwang Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2a
Aantal in behandeling genomen aanvragen omgevingsvergunning Aantal controles brandveiligheid gebouwen Aantal bestuurlijke waarschuwingen brandveiligheid gebouwen Aantal voornemens dwangsom brandveiligheid gebouwen Aantal dwangsommen / bestuursdwang brandveiligheid gebouwen
Afdeling VTH
2b 2c 2d 2
e
Nr. 2a
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
-
-
500
334
170
178
170
NNB
38
-
63
NNB
5
-
5
NNB
0
-
0
NNB
VRU VRU VRU VRU
Verklaring van afwijking Dit cijfer wijkt van de raming van 2012 aangezien dit een inschatting was op basis van de oude aantallen van de bouwvergunning en milieuvergunning en eerder deze cijfers separaat werden bijgehouden.
Doelstelling 3 Er voor zorgen dat alle woningen en andere gevoelige objecten in de omgeving van transportroutes van gevaarlijke stoffen of in de omgeving van risicovolle bedrijven, blijven voldoen aan de externe veiligheidsnormen. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
Realisatie 2010
3
% Woningen en gevoelige objecten dat voldoet aan de externe veiligheidsnormen
Afdeling VTH 100%
Realisatie 2011 100%
Raming 2012 100%
Realisatie 2012 100%
Wat gaan we daarvoor doen? Bij ruimtelijke ontwikkeling toetsen aan de landelijk opgestelde normen. Dat wil zeggen plaats bebouwing toetsen aan (nieuwe) risicocontouren rond spoor, snelwegen, Amsterdam Rijnkanaal (i.v.m. transport gevaarlijke stoffen). Verandering in wet- en regelgeving vertalen naar de Houtense situatie en waar mogelijk (voorstellen doen) met betrekking tot het nemen maatregelen. Jaarstukken 2012
119
Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Actueel houden risicokaart externe veiligheid (via een link binnen de website van de gemeente Houten).
Doelstelling 4 De verkeersveiligheid op een hoog niveau houden en waar mogelijk verder verbeteren. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
4a
% Reductie ziekenhuisopnames door verkeersongevallen ten opzichte van (1) 2006-2009 % Inwoners dat vindt dat ‘te hard rijden’ vaak voorkomt % inwoners dat tevreden is over de verkeersveiligheid in de gemeente
Adviesdienst Verkeer en Vervoer
4b 4c
Realisatie 2010
Leefbaarheidsmonitor Leefbaarheidsmonitor/
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
NNB
NNB
10%
NNB
28%
-
27%
25%
64%
-
63%
64%
1. Doelstelling in het Verkeersveiligheidsplan 2011-2015 (VVP) is een daling van 10% ziekenhuisopnames in 2010-2014 t.o.v. 2006-2009. Dat wil zeggen dat in de periode 2010-2014 maximaal 46 ziekenhuisgewonden geteld mogen worden.
Nr. 4a
Verklaring van afwijking Ongevallengegevens zijn niet betrouwbaar. Alleen ongevallen die door de politie zijn geregistreerd, zijn in de registratie opgenomen. We kunnen hierdoor geen betrouwbare informatie geven. In de begroting 2014 zal deze indicator dan ook niet meer worden opgenomen.
Wat gaan we daarvoor doen? Uitvoeren van het verkeersveiligheidsplan. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
In 2012 wordt uitvoering gegeven aan de voor dat jaar geplande activiteiten uit het Verkeersveiligheidsplan (VVP) 2011-2015. Aandachtspunten die centraal staan, zijn vooral het terugdringen van het aantal ongelukken en verkeersslachtoffers door gedragsbeïnvloeding en infrastructurele aanpassingen. Zo wordt ook bevorderd dat burgers het verkeer als meer veilig gaan ervaren.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
4a
Aantal straten dat deelneemt aan de Buitenspeeldag Aantal verkeersveiligheidseducatie projecten / activiteiten Aantal snelheidscontroles Aantal scholen dat deelneemt aan het UVL
Afdeling OW
4b 4c 4d
Nr. 4b
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
3
6
5
5
5 16
4 59
5 16
4 NNB
6
6
5
5
Afdeling OW Politie Afdeling OW
Verklaring van afwijking De politie registreert niet afzonderlijk snelheidscontroles. We zijn er 55 gerichte verkeersacties geweest op de Rondweg voor snelheid, roodlicht etc.
Jaarstukken 2012
120
Deelprogramma Crisisbeheersing Wat willen we bereiken? Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: We zijn adequaat voorbereid op crises, rampen, zware ongevallen of dreigingen daarvan én bieden ten tijde van een crisis aan de burger snel en effectieve hulp, waardoor gevolgen beperkt blijven. Doelstelling 2: Burgers zijn op de hoogte van de risico’s binnen de gemeente en kunnen zich zelfredzaam gedragen tijdens crises.
Doelstelling 1 We zijn adequaat voorbereid op crises, rampen, zware ongevallen of dreigingen daarvan én bieden ten tijde van een crisis aan de burger snel en effectieve hulp, waardoor gevolgen beperkt blijven. Effectindicatoren Voor doelstelling 1 is geen effectindicator voorhanden. Tijdens crisissituaties in de afgelopen twee jaar is gebleken dat de crisisorganisatie adequaat kan reageren en handelen. Voorbeelden hiervan zijn twee Grip-incidenten, te weten het gaslek aan de Burgemeester Haefkensstraat in 2010 en de brand bij een agrarisch bedrijf in ‘t Goy in 2011, waarbij de gemeentelijke inzet voldoende heeft gescoord. Tevens is bij de operatie ten aanzien van de vaccinatie voor de Mexicaanse griep gebruik gemaakt van de crisisstructuur binnen de gemeente Houten. Naar aanleiding van de aanpak en het verloop van deze vaccinatie heeft Houten diverse complimenten mogen ontvangen vanuit de regio. Wat gaan we daarvoor doen? Kwaliteit gemeentelijke crisisorganisatie op het gewenste niveau houden. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Bijdragen aan het ontwikkelen en implementeren van (regionale) projecten ter verbetering van de regionale en lokale crisisbeheersing. Te denken valt aan de invoering van netcentrisch (1) werken .
Toelichting De VRU heeft per 1 mei 2012 het project netcentrisch werken opnieuw geprioriteerd. Hierdoor zouden in de tweede helft van 2012 zeven pilotgemeenten worden aangesloten op het LCMS (systeem voor de netcentrische werkwijze), waaronder Houten. Het familiedrama in Schalkwijk heeft er echter voor gezorgd dat de GBT-oefening, waaraan de implementatie was gekoppeld, niet door kon gaan. Aansluiting zal daarom in overleg met de VRU plaatsvinden in 2013. Andere projecten zoals het regionale project Doorontwikkeling Gemeentelijke Crisisbeheersing en enkele lokale projecten verlopen volgens schema of zijn al afgerond.
1. Bij netcentrisch werken gaat het vooral om het implementeren van een werkwijze (informatievoorziening) die het mogelijk maakt om snel te komen tot een eenduidig en over de verschillende lagen gedeeld totaalbeeld van de situatie. Dit gedeelde totaalbeeld dient als basis voor de te nemen besluiten en de in te zetten acties.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1a
% medewerkers actie- en crisisteams dat is opge(1) leid. Aantal oefeningen actie- en crisisteams gemeente
Jaarplannen en rapportages crisisbeheersing Jaarplannen en rapportages crisisbeheersing
1b
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
-
79%
80%
79%
-
8
8
6
1. Het betreft het aantal medewerkers dat minimaal de basisopleiding heeft afgerond.
Jaarstukken 2012
121
Nr. 1b
Verklaring van afwijking In 2012 zijn twee jaarlijkse oefeningen niet doorgegaan, namelijk de GBT-oefening (i.v.m. familiedrama Schalkwijk) en de GMT-oefening (i.v.m. bezuinigingen).
Doelstelling 2 Burgers zijn op de hoogte van de risico’s binnen de gemeente en kunnen zich zelfredzaam gedragen tijdens crises. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2a
% Inwoners dat zegt op de hoogte te zijn van de risico’s in de gemeente % Inwoners dat zich herinnert de risicowijzer te hebben ontvangen.
Leefbaarheidsmonitor
2b
Realisatie 2010
Leefbaarheidsmonitor
% Inwoners dat de risicowijzer ontvangen en bekeken heeft. % Inwoners dat de risicowijzer ontvangen en bewaard heeft. Nr. 2a2b
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
48%
-
50%
-
75%
-
75%
-
60%
-
60%
-
57%
-
57%
-
Verklaring van afwijking Vanaf 2012 wordt in de Leefbaarheidsmonitor deze indicator niet meer gemeten.
Wat gaan we daarvoor doen? Voortzetten van de risicocommunicatie met burgers, bedrijven en instellingen. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
In 2012 zal wederom de Risicowijzer worden uitgebracht. Deze wordt huis-aan-huis verspreid. Aandacht voor de verspreiding vindt plaats op de gemeentepagina. Tevens wordt de risicowijzer en -kaart op de gemeentelijke website gepubliceerd en wordt er aandacht aan besteed in de gemeentegids met een speciaal katern in 2012. Er wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de landelijke campagne ‘Denk Vooruit’. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van de website en andere communicatiemiddelen van deze campagne.
Toelichting
-
Jaarstukken 2012
122
Verschillenanalyse Veilig Deelprogramma's
Rekening 2011
Begroting na wijziging 2012
Rekening 2012
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2012
Programma 04. Veilig lasten 04.01 04.02
Sociale veiligheid en Openbare orde Fysieke veiligheid
04.03
Crisisbeheersing
04.99
Programmabrede kosten
Totaal lasten
671.252
2.114.068
2.106.213
7.855
2.763.256
2.742.976
2.647.165
95.811
7.886
11.748
24.556
-12.808
0
425.228
425.228
0
3.442.394
5.294.020
5.203.162
90.858
345.358
1.564.014
1.610.249
46.235
236.694
165.479
150.009
-15.470 0
baten 04.01 04.02
Sociale veiligheid en Openbare orde Fysieke veiligheid
04.03
Crisisbeheersing
04.99
Programmabrede kosten
Totaal baten Saldo 04. Veilig
0
0
0
60.000
40.000
40.000
0
642.052
1.769.493
1.800.258
30.765
2.800.343
3.524.527
3.402.903
121.624
Deelprogramma Fysieke veiligheid Het deelprogramma heeft een positief saldo van € 80.342 en wordt veroorzaakt door: Producten 1. Brandweerzorg 3. Saldo diverse overige producten TOTAAL
Lasten 87.965 V 7.846 V 95.811 V
€ € €
SALDO
€ € €
Baten 6.705 V 22.175 N 15.470 N
€
80.342 V
Brandweerzorg Het voordeel op de lasten van dit product wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat in de begroting 2012 de taakstelling (5% over de bijdrage) van de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) nog niet volledig was opgenomen. Reden hiervoor was dat de VRU nog slechts incidentele maatregelen had voorgenomen om bezuinigingen te realiseren en nog geen structurele maatregelen had doorgevoerd. Tevens is de bijdrage in box 3 (regiotaken) gebaseerd op inwoneraantallen, de VRU hanteert daarvoor inwoneraantallen (realisatie) van het jaar t-1, wij hanteren volgens de begrotingsrichtlijnen inwoneraantallen (prognose) die door een onderzoeksbureau worden vastgesteld. De VRU heeft in onderhandeling met de gemeenten over de dienstverleningsovereenkomst (DVO) pas in het najaar de regiobijdrage met 5% kunnen verlagen door middel van structurele maatregelen (totaal ca. € 60.000).
Jaarstukken 2012
123
Jaarstukken 2012
124
Programma Betrokken
Jaarstukken 2012
125
Jaarstukken 2012
126
Programma Betrokken Programma in vogelvlucht Bestuur en organisatie signaleren, onderzoeken en vertalen de behoefte van de Houtense inwoners en organisaties in beleid en dienstverlening. Het programma Betrokken gaat in op de wijze waarop we met inwoners, instellingen en bedrijven willen omgaan. Uitgangspunten daarbij zijn een open communicatie, luisteren naar inwoners en andere belanghebbenden en hen tijdig betrekken bij ontwikkelingen. De gemeente wil een goede, verantwoorde transparante en efficiënte dienstverlening bieden. Uiteraard passend binnen de mogelijkheden en met oog voor de zelfredzaamheid van inwoners en instellingen. Het programma Betrokken bestaat uit twee deelprogramma’s. Deelprogramma ‘Politiek en Bestuur’ en Deelprogramma ‘Dienstverlening’. Inwoners zijn tevreden over de mate waarin zij zijn geïnformeerd, 85% is daarover tevreden. De klanttevredenheid is onveranderd goed en is opnieuw gewaardeerd met een 7,8. De inspanning om de elektronische dienstverlening verder uit te breiden, veroorzaakt geen toename van de klanttevredenheid. Wij zien in de mate van vernieuwen dat geboden service goed aansluit bij de verwachtingen van onze klant. In de begroting zijn diverse prestatie indicatoren opgenomen. Onderstaand wordt schematisch weergegeven welk percentage van de geplande kwalitatieve prestatie indicatoren zijn gerealiseerd.
Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt, is 90 % gerealiseerd. De belangrijkste resultaten worden hieronder nader toegelicht Gerealiseerde prestaties Inwoners zijn tevreden over de mate waarin zij kunnen participeren, het bestuur invulling geeft aan haar taak en de wijze waarop zij geholpen worden. In het najaar van 2012 is de Leefbaarheidsmonitor uitgevoerd. Hieruit komt naar voren dat in 2012 de effectindicatoren voor wat betreft de (tevredenheid van inwoners over de mate waarin zij kunnen participeren, iets achterblijft bij de ramingen en zelfs wat lager zijn dan in 2010. Het percentage dat het noch eens/noch oneens is met de stellingen is echter heel groot (tussen 35% en 45%). Dit wijst erop dat mensen het blijkbaar lastig vinden hierover een standpunt in te nemen. Het is daarom jammer dat de indicator of mensen vinden dat ze genoeg zijn geïnformeerd over mogelijkheden om met de gemeente mee te denken per abuis niet is gemeten. Overigens is de tevredenheid over de informatievoorziening van de gemeente wel gemeten en daarover blijkt 85% tevreden te zijn. De verwachting was dat vanwege de gewenning aan de verschuiving van schriftelijke naar digitale communicatie de tevredenheid hierover zou dalen. Dat is echter minder gebeurd dan verwacht. De beoordeling van informatie op de website is ten opzichte van 2010 zelfs verbeterd, 65% van de inwoners vindt deze nu goed. Ook over de houding van het gemeentebestuur komen de cijfers van 2012 grotendeels overeen met die van 2010. Ondanks dat de eerste effecten van de bezuinigingen zich langzaamaan beginnen te openbaren in de uitkomsten van de Leefbaarheidsmonitor, met name op het gebied van het onderhoud van de openbare ruimte, geven de meeste Houtenaren net als in 2010 aan, vertrouwen te hebben in het bestuur van de gemeente. Ook het vertrouwen in burgemeester en wethouders is hoog. Daar waar het specifiek gaat om het waar maken van beloften door B&W en het zich vertegenwoordigd voelen door de gemeenteraad stelt men zich echter kritischer op. Dat geldt ook voor de mate waarin burgers als kiezer invloed hebben op wat er in de gemeente gebeurt
Jaarstukken 2012
127
Verder meten wij twee jaarlijks aan de hand van de benchmark publiekszaken de dienstverlening. De klanttevredenheid is onveranderd goed en wordt opnieuw gewaardeerd met een 7,8. Wij zien dat de klanttevredenheid ondanks verdere inspanningen de afgelopen jaren gelijk is gebleven. Daaruit kunnen wij concluderen dat de klant de mate van serviceverlening ook verwacht. Uit onderzoek is gebleken dat positieve verschuivingen in dit percentage alleen nog bereikt kunnen worden door bijvoorbeeld verassingseffecten in te voeren. Dit zit vooral in de wijze van (positieve) bejegening van de klant en veel minder in het aanbieden van techniek. Daarnaast is voorstelbaar dat als gevolg van de noodzakelijke ombuigingen de mate van klanttevredenheid gaat afnemen. Wij doen veel meer een beroep op de zelfredzaamheid van onze inwoners. Het uitsluitend nog werken op afspraak in 2012 is nagenoeg geruisloos ingevoerd. Blijkbaar past deze wijze van werken goed bij wat de klant van ons verwacht. Wij zijn daardoor optimaal in staat de klant direct te helpen en kunnen onze personele inzet daarop meer verantwoord inzetten. Verder zien wij een enorme stijging van het aantal afgenomen digitale producten. Voor het maken van afspraken wordt in hoofdzaak gekozen voor de digitale wijze. Het aantal aangeboden digitale producten is licht gestegen, echter de afname daarvan aanzienlijk meer. We zien dat klanten steeds vaker en vanzelfsprekender kiezen voor het digitale kanaal. Niet gerealiseerde prestaties Met het invoeren van zaakgericht werken kan verder invulling gegeven worden aan het monitoren van de afwikkeling van o.a. email (Het monitoren daarvan kan nu niet plaatsvinden). De aanschaf van de daarvoor benodigde midoffice wordt in gezamenlijkheid met de gemeenten Zeist en Nieuwegein opgepakt. De verwachting is dat de aanschaf daarvan in 2013 wordt gerealiseerd. Dit zal in de toekomst zeker bijdragen aan een verdere positieve doorontwikkeling van de dienstverlening. Daarnaast kan gelijktijdig de producten- en dienstencatalogus vernieuwd worden waardoor gebruiksgemak ontstaat. Als gevolg van de invoering van het flexwerken en tijdelijke onderbezetting van het Telefonisch Informatie Centrum (TIC) is de mate van telefonische bereikbaarheid afgenomen. Op dit moment is het TIC weer op volle personele capaciteit en proberen wij verder door aanpassingen in de techniek een verbetering aan te brengen.
Deelprogramma’s Het programma bestaat uit de volgende deelprogramma’s: Politiek en bestuur Dienstverlening
Jaarstukken 2012
128
Deelprogramma Politiek en Bestuur Wat willen we bereiken? Vanuit een open bestuurstijl en door middel van effectieve communicatie en participatiemogelijkheden een actieve betrokkenheid van inwoners bij veranderingen in beleid en in hun leefomgeving bewerkstelligen. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Grotere tevredenheid van inwoners over de mate waarin zij kunnen participeren in gemeentelijke besluitvorming. Doelstelling 2: Grotere tevredenheid van de inwoners over de gemeentelijke informatievoorziening (als het gaat om participatie). Doelstelling 3: Grotere tevredenheid van de inwoners over actieve houding gemeentebestuur. Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Grotere tevredenheid van inwoners over de mate waarin zij kunnen participeren in gemeentelijke besluitvorming. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
% Inwoners dat vindt dat de gemeente geïnteresseerd is in de mening van haar burgers % Inwoners dat vindt voldoende betrokken te worden bij: a. totstandkoming van gemeentelijke plannen b. uitvoering van gemeentelijke plannen % Inwoners dat vindt dat burgers: a. voldoende invloed hebben op datgene wat de gemeente doet b. voldoende mogelijkheden hebben tot inspraak op gemeentelijke plannen
Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente
1
1
Nr. 1
Realisatie 2010
Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
50%
-
55%
47%
31%
-
35%
30%
27%
-
30%
26%
21%
-
25%
20%
39%
-
42%
36%
Verklaring van afwijking Het percentage dat het noch eens/noch oneens is met de stellingen is groot (tussen 35 en 45%). Blijkbaar is het voor veel mensen lastig om hierover een mening te vormen.
Wat gaan we daarvoor doen? a. Onderzoek doen naar de mening van inwoners en daarbij zoveel mogelijk inwoners betrekken. b. Duidelijk maken wanneer er wel of niet sprake is van participatie dan wel inspraak, wat inwoners en organisaties van hun beïnvloeding mogen verwachten en welk verantwoordelijkheden zij eventueel zelf dragen.
Jaarstukken 2012
129
Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Uitvoering visie op communicatie en participatie met richtlijnen en/of handleiding participatie (1) gebaseerd op factor C . Training in en toepassing richtlijnen communicatie en participatie bij ontwikkeling en uitvoering van beleid en projecten zoals het ombuigingen(2) traject. 1. De Visie op Communicatie en nota Participatie zijn samengevoegd en geactualiseerd in de Visie Communicatie en Participatie 2012 – 2016. Het afwegingskader burgerparticipatie en de methode Factor C, zijn hierin opgenomen. Factor C is een werkwijze waarbij beleid wordt gemaakt met oog en oor voor wat speelt in de samenleving, in samenspraak met belanghebbenden. 2. In 2012 is de workshop burgerparticipatie ontwikkeld en ondergebracht bij de Houten Academie.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1a
Aantal deelnemers Burgerpanel. Aantal keren dat het Burgerpanel per jaar wordt ingezet
Afdeling Concernstaf Afdeling Concernstaf
1a
Nr. 1a
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
1.200
1.250
1.350
1.350
4
5
6
4
Verklaring van afwijking In 2012 was er geen behoefte aan korte onderzoekjes waarvoor het Burgerpanel ingezet moest worden.
Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Elke twee jaar (de even jaren) wordt de Leefbaarheidsmonitor gehouden.
Doelstelling 2 Grotere tevredenheid van de inwoners over de gemeentelijke informatievoorziening (als het gaat om participatie). Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
2
% Inwoners dat vindt dat zij voldoende wordt geïnformeerd over mogelijkheden om met de gemeente mee te denken, mee te doen en mee te beslissen over zaken die spelen binnen de gemeente
Leefbaarheidsmonitor
Nr. 2
Realisatie 2010
Realisatie 2011
47%
-
Raming 2012
Realisatie 2012
50%
-
Verklaring van afwijking Abusievelijk is verzuimd deze indicator op te nemen waardoor deze niet is gemeten. De tevredenheid over de informatievoorziening van de gemeente is wel gemeten en bedraagt 85%.
Wat gaan we daarvoor doen? Mogelijkheden om te participeren nog duidelijker onder de aandacht brengen. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Mogelijkheden om te participeren worden via de lokale media en de website www.houten.nl duidelijk onder de aandacht gebracht
Jaarstukken 2012
130
Doelstelling 3 Grotere tevredenheid van de inwoners over actieve houding gemeentebestuur. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
3
% Inwoners dat vindt dat gemeente aandacht heeft voor het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid in de buurt % Inwoners dat vindt dat de gemeente goed wordt bestuurd
Leefbaarheidsmonitor/Waar staat je gemeente
3
3
% Inwoners dat zich vertegenwoordigd voelt door de gemeenteraad
Realisatie 2010
Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
47%
-
47%
46%
46%
-
46%
50%
26%
-
26%
25%
Wat gaan we daarvoor doen? Mogelijkheden bieden om de verrichtingen van het bestuur (college en raad) op de voet te volgen. Kwalitatieve prestatie-indicatoren (# Prestaties zijn ombuigingsgerelateerd) Omschrijving prestatie 2012 Realisatie Toelichting Het aanbieden van (fragmenten van) raadsvergadering via de website www.houten.nl continueren. Verzorgen van het Programma Politiek in de Klas voor 4e jaars VWO scholieren van de Heemlanden. De in 2011 opgerichte nieuwe Rekenkamercommissie zal in 2012 diverse onderzoeken verrichten. Op het onderzoeksbudget van de gemeente wordt met ingang van 2012 bezuinigd. Dit in het kader van de ombuigingen. Een aantal onderzoeken kan daarom niet meer worden uitgevoerd. Het relatiegeschenken assortiment van het college wordt met ingang van 2012 versoberd. Dit in het kader van de ombuigingen. (1) Van standhouders van de Activiteitenmarkt wordt met ingang van 2012 een eigen bijdrage gevraagd. Dit in het kader van de ombuigingen. 1. Op de Activiteitenmarkt wordt aan Houtense organisaties de gelegenheid geboden om zich te presenteren aan het Houtense publiek. Het betreft organisaties die actief zijn op cultureel, sportief of sociaal-maatschappelijk gebied.
Jaarstukken 2012
131
Deelprogramma Dienstverlening Wat willen we bereiken? In een voortdurend veranderende omgeving, met een (nog steeds) toenemend aantal inwoners, de huidige kwaliteit van dienstverlening handhaven en waar nodig verantwoord door ontwikkelen en verbeteren. Dit betekent: - De inwoners proactief en helder informeren over gemeentelijk beleid, producten en diensten. - Het inzichtelijk en expliciet maken van deze te leveren producten en diensten. De kwaliteit daarvan en de wijze waarop de producten en diensten worden geleverd, vastleggen in een ‘Houtens Kwaliteitshandvest’. - Het daadwerkelijk waarmaken van de beloften uit het kwaliteitshandvest. Wij richten ons op een professionele, betrouwbare, transparante en toegankelijke dienstverlening. We werken daarbij vanuit het perspectief van onze klant: de inwoners, bedrijven en instellingen. We gebruiken daarbij de minimum branchnormen van de VNG als uitgangspunt. Onze dienstverlening is gericht op een verantwoorde prijs/ kwaliteit verhouding, met in achtneming van de wettelijke voorschriften en het Rijksbeleid. Als gevolg van de te realiseren ombuigingen wordt er blijvend kritisch gekeken of de dienstverlening verantwoord efficiënt plaatsvindt. Van inwoners wordt verwacht dat zij zelfredzaam zijn. Daar waar nodig wordt een passend alternatief van dienstverlening aangeboden. Publieksdienstverlening Publieksdienstverlening is het verstrekken van gemeentelijke producten en het verlenen van diensten aan individuele burgers, bedrijven en instellingen (verder te noemen als burgers). Dit varieert van het verstrekken van informatie tot het volledig afhandelen van aanvragen. Burgers hebben door middel van diverse kanalen toegang tot de dienstverlening: het web (24 uur per dag), de telefoon, e-mail, post en de balie. Concreet willen we de volgende doelen bereiken: Doelstelling 1: Grotere kwaliteit van en toegankelijkheid tot gemeentelijke informatie, producten en organisatie en een toenemende transparantie van gestelde servicenormen. Met betrekking tot het laatste kunnen de volgende onderwerpen worden onderscheiden. a. Een optimale telefonische bereikbaarheid van de gemeentelijke organisatie. b. Een optimale dienstverlening aan de balie in de Gemeente Ingang. c. Een optimale schriftelijke berichtgeving, communicatie en postafhandeling. d. Een optimale digitale dienstverlening: digitale berichtgeving, communicatie, website en e-mail af handeling. e. Een optimale afwikkeling van meldingen openbare ruimte. f. Een optimale en (volgens wet- en regelgeving) verantwoorde klachtafhandeling. Doelstelling 2: Vereenvoudigde regelgeving met minder bureaucratische rompslomp, waaronder een optimale afwikkeling van aanvragen omgevingsvergunningen (deregulering) en vergunningen evenementen binnen de daarvoor geldende wettelijke termijnen.
Hieronder wordt het deelprogramma per doelstelling uitgewerkt.
Doelstelling 1 Grotere kwaliteit van en toegankelijkheid tot gemeentelijke informatie, producten en organisatie. Een grotere transparantie van gestelde servicenormen (naar product en informatiekanaal). We onderscheiden met betrekking tot het laatste: a. Een optimale telefonische bereikbaarheid van de gemeentelijke organisatie. b. Een optimale dienstverlening aan de balie in de Gemeente Ingang. c. Een optimale schriftelijke berichtgeving, communicatie en postafhandeling.
Jaarstukken 2012
132
d. Een optimale digitale dienstverlening: digitale berichtgeving, communicatie, website (w.o. mogelijkheden downloaden van digitale producten, digitale afspraakmodule, etc.) en e-mail afhandeling. e. Een optimale afwikkeling van meldingen openbare ruimte. f. Een optimale en (volgens wet- en regelgeving) verantwoorde klachtafhandeling. Nota bene: in vergelijking met de overige programma’s is het aantal hieronder vermelde effectindicatoren hoog. Dit is het gevolg van de overgenomen vastgestelde branchenormen gemeentelijke dienstverlening van de VNG. Effectindicatoren Doel
Omschrijving
Bron
1
% Inwoners dat tevreden is over de informatievoorziening door de gemeente % Inwoners dat vindt dat de gemeente over het algemeen duidelijke informatie geeft % Inwoners dat vindt gemakkelijk aan informatie van de gemeente te kunnen komen Oordeel inwoners over Informatiebijeenkomsten
Leefbaarheidsmonitor
1
1
1 1a 1a
1a
1b
1b
1b
1c
1c
Oordeel inwoners over resultaat telefonisch contact % oproepen naar telefooncentrale (611) welke daadwerkelijk binnen 20 seconden met het TIC (3) contact krijgt % bij een terugbelafspraak waarbij de gemeente binnen één werkdag telefo(6) nisch contact opneemt Oordeel inwoners over kwaliteit dienstverlening Gemeente InGang % bezoekers dat minder dan 15 minuten voor de centrale publieksbalie zonder afspraak hoeft te wachten % bezoekers dat minder dan 5 minuten voor de centrale publieksbalie met afspraak hoeft te wachten Oordeel inwoners over: a. de gemeentelijke pagina’s (Houten Actueel in (1) Houtens Nieuws) b. de gemeentegids c.de plattegrond van de gemeente d. folders/nieuwsbrieven e. bewonersbrieven % Inwoners dat de gemeentelijke informatie via de lokale kranten goed vindt
Realisatie 2010
Leefbaarheidsmonitor / Waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor / Waar staat je gemeente Communicatieonderzoek via Burgerpanel Benchmark Publiekszaken
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
84%
-
79%
(1)
85%
80%
-
75%
(1)
77%
78%
-
73%
(1)
76%
-
7.0
-
-
7,2
-
7,5
7,4
87%
87%
(4)(5)
79%
-
-
100%
100%
7,8
-
7,8
7,8
94%
94%
(5)
93%
95%
-
100%
96% -
a. -
7,3
a.-
b. c. -
7,4 8,2
b.c.-
-
d. e. -
7,2 7,4
d.e.-
-
84%
-
(1)
82%
CCM systeem
90%
TIC
Klanttevredenheidsonderzoek in benchmark Publiekszaken Klant begeleiding systeem (KBS)
95%
Klant begeleiding systeem (KBS) Communicatieonderzoek via Burgerpanel (1x pj in oneven jaren)
Leefbaarheidsmonitor / Burgerpeiling van Waar staat je gemeente
Jaarstukken 2012
80%
133
1c
1d
1d
1d 1d 1d
1e
1f
% brieven dat inhoudelijk binnen zes weken na ontvangst wordt beantwoord (m.u.v. klachten, bezwaar (6) en beroepsprocedures) Oordeel inwoners over: a. de website (1) www.houten.nl (1) b. digitale nieuwsbrieven c. de lichtkranten langs de Rondweg % Inwoners dat de informatie van de gemeente op de website goed vindt % Inwoners dat informatie op website meestal of altijd (1) vindt Aantal malen dat digitale producten aangevraagd zijn % Centraal binnengekomen e-mail dat binnen vijf werkdagen van een inhoudelijk antwoord wordt voorzien % Meldingen waarbij binnen 2 werkdagen wordt terug gemeld wat er met een melding gebeurt % Klachten waarbij er een inhoudelijke beantwoording plaatsvindt binnen 4 weken (9)
Corsa 100% 67 %
-
a. -
6,8
a.
-
b. c. -
7,2 6,6
b. c.
-
61%
-
(1)
65%
-
79%
-
-
(7)
11.138
(8)
15.650
-
-
100%
-
-
99%
100%
62%
35%
45%
70%
66%
Communicatieonderzoek via Burgerpanel (1x pj in oneven jaren) Leefbaarheidsmonitor / Burgerpeiling van Waar staat je gemeente Communicatieonderzoek via Burgerpanel Afdeling Publiekszaken
9.912
90%
65%
9.000
TIC
Secretariaat OW
Klachtencoördinator/ Jaarverslagen klachtbehandeling
1. De gemeente zet, mede in het kader van doelmatigheid, in op kanaalsturing. Daarbij vindt er een verschuiving van schriftelijke communicatie naar meer digitale communicatie via de website plaats. Hier zullen sommige burgers nog aan moeten wennen. Daarom wordt er in 2012 een kleine daling van de tevredenheid met de schriftelijke informatie en een hogere tevredenheid met de digitale informatie voorzien. In 2012 kan dit leiden tot een wat lagere gemiddelde tevredenheid met de informatievoorziening in totaliteit. Naar verwachting zal dit laatste in 2014 weer zijn hersteld. 2. Definitie VNG minimum branchnorm voor bereikbaarheid: oproepen moeten binnen 20 seconden worden beantwoord en daarbij moet de telefoniste de beller direct te woord staan (dus niet in wachtstand plaatsen). 3. Is vanaf 2011 een 100% meting i.p.v. meting op basis van steekproef. 4. De geraamde toename t.o.v. 2011 is het gevolg van een aanpassing van de werkroosters op grond waarvan beter wordt aangesloten bij het telefoonaanbod gedurende de dag. 5. Het aantal bellers gedurende het jaar en bezoekers op de vrije inloop heeft een onvoorspelbaar verloop. Het is vanuit kosten/ baten aspect niet mogelijk daar een continue optimale bezetting voor te realiseren. Dat maakt dat een 100% raming niet realistisch is. 6. Dit betreft per 1 oktober 2011 uitsluitend de volgende producten: omgevingsvergunning, meldingen openbare ruimten en evenementen. 7. Vanaf 2011 is dit kental inclusief WOZ-producten. Voor 2011 is nog exclusief WOZ-producten geraamd (zomer van 2010). 8. Het aantal aanvragen fluctueert mede door vereenvoudiging van procedures en wijziging van wetgeving, waardoor het digitaal aanvragen van een product niet (meer) nodig is of is toegestaan. Met name uittreksels behoeven minder vaak te worden overlegd waardoor er minder digitaal wordt aangevraagd en het bewijs van ‘in leven zijn’ kan niet meer digitaal worden aangevraagd. Vandaar de lagere raming in 2012 ten opzichte van 2010. 9. Tenzij sprake is van een klachtadviesprocedure. In dat geval zal inhoudelijke beantwoording binnen 8 weken plaatsvinden. Er is sprake van een klachtadviesprocedure indien de gemeente heeft bepaald dat een persoon of commissie met de klachtafwikkeling zal worden belast. De wettelijke termijn voor klachtenbehandeling is volgens de Awb 6 weken en 10 weken indien sprake is van een klachtadviesprocedure. Hier is de minimumnorm dus ambitieuzer gesteld dan de wettelijke termijn. De realisatiecijfers voor 2009, 2010 en 2011 zijn ook berekend op basis van 4 weken. Dit terwijl tot en met april 2011 nog de termijn van 6 weken werd gehanteerd.
Nr. 1a
1d 1d
Verklaring van afwijking Als gevolg van beperkte personele capaciteit (langdurige ziekte en overlijden medewerkster) is de bereikbaarheid enige tijd niet optimaal geweest. Als gevolg van uitbreiding werken op afspraak, is het aantal afgenomen digitale producten toegenomen. Afspraken worden veelal digitaal gemaakt. Als gevolg van de vertraging in de aanschaf van een zaaksysteem, is het niet mogelijk de afhandeling van email te monitoren. Dat wil overigens niets zeggen over de haalbaarheid van de gestelde norm. Afgaande op het ontbreken van klachten omtrent de beantwoording van email lijkt het proces in hoofdlijn goed te verlopen.
Jaarstukken 2012
134
1e
Het resultaat van 62% waarop binnen twee dagen wordt gereageerd op een melding openbare ruimte komt niet overeen met de werkelijkheid. Naar aanleiding van een melding wordt veel vaker binnen twee dagen contact opgenomen met de melder om een afspraak te maken en/ of te melden wat we gaan doen. Dit wordt niet direct gerapporteerd maar één of twee dagen later. Dit verklaart ook het feit dat 82% van de meldingen binnen vijf werkdagen wordt opgepakt. Daarnaast is 98% van de meldingen binnen dertig dagen opgepakt.
Wat gaan we daarvoor doen? Grotere kwaliteit van en toegankelijkheid tot gemeentelijke informatie, producten en organisatie bewerkstelligen. Dit door: 1a) 1b) 1c) 1d)
Het realiseren van een optimale telefonische bereikbaarheid van de gemeentelijke organisatie. Het realiseren van een optimale dienstverlening aan de balie in de Gemeente Ingang. Het realiseren van een optimale schriftelijke berichtgeving, communicatie en postafhandeling. Het realiseren van een optimale digitale dienstverlening: digitale berichtgeving, communicatie, website (w.o. mogelijkheden downloaden van digitale producten, digitale afspraakmodule, etc.) en e-mail afhandeling. 1e Het realiseren van een optimale afwikkeling van meldingen openbare ruimte. 1f) Het realiseren van een optimale klachtafhandeling waarbij tevens aan de daarvoor bestemde weten regelgeving wordt voldaan. Wat gaan we daarvoor doen? Verstevigen projectmatige en integrale aanpak ter verbetering van de dienstverlening binnen de gemeente en het vaststellen van normen voor kwaliteit. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
Toelichting
Actualisatie en uitvoering Visie Communicatie 2007 mede op basis van nieuw collegeprogramma en resultaten communicatieonderzoek 2009/2010. Trainen van medewerkers op goede mondelinge en schriftelijke communicatie richting inwoners. Het kwaliteitshandvest verder doorontwikkelen tot een volwaardig transparant servicenorm document. Zowel inwoners als medewerkers kunnen daaruit de verwachtingen en te leveren servicenormen ontlenen. Bij dit handvest wordt uitgegaan van een groeimodel. Door middel van het Programma Dienstverlening op productniveau per kanaal, transparant en gecoördineerd invulling geven aan de dienstverlening van de gemeente. Voor 2012 ligt de eerste focus op een drietal producten (Omgevingsvergunningen, Meldingen Openbare Ruimte en Evenementen), de vijf daarbij ondersteunende kanalen (balie, post, telefoon, e-mail en website) en de behandeling van klachten rond deze producten. Deze eerste drie specifieke producten zullen conform de daarvoor vastgestelde aangescherpte servicenormen worden behandeld. Daartoe behoort ook een zogenaamde compensatieregeling. Deze regeling is er op gericht om, bij het niet conform de servicenorm leveren van de betreffende dienst, gepast te compenseren. Excuses maken, het alsnog leveren van de gevraagde dienst, het herstellen of verbeteren van het proces, zijn daarbij zoal de uitgangspunten. Meer sturen op voorkeurskanaal. De dienstverlening zo organiseren dat klanten worden verleid om voor bepaalde diensten een kostenefficiënter kanaal te kiezen
Jaarstukken 2012
135
Als gevolg van de noodzakelijke ombuigingen wordt in relatie met de dienstverlening de naturalisatieceremonie versoberd en worden huwelijksvoltrekkingen, waar mogelijk, door eigen ambtenaren van de Burgerlijke Stand uitgevoerd. De GemeenteInGang zal een zichtbare verandering ondergaan. Het noodzakelijk afstoten van ‘Het Kant 3’ vraagt om alternatieven. De begane grond zal mede door invoering van het ‘nieuwe werken’ een verandering ondergaan en multifunctioneel worden heringericht. Voortzetten project “Verbetering Telefonisch Bereikbaarheid” (gestart 1 januari 2010). Met ingang van 1 september 2011 is voor de middagen gestart met het uitsluitend werken op afspraak. In de ochtenden is de Gemeente InGang geopend voor vrije inloop. Op afspraak werken heeft voor de klant als groot voordeel dat er in principe geen wachttijd meer is. Vanwege de ombuigingen wordt er bezuinigd op de publicatiekosten. Dit door geen specials “Bouwen aan Houten” meer uit te brengen en door een kortere berichtgeving in de gemeentelijke pagina’s in Houtens Nieuws. Er zal meer verwezen worden naar de website. Door middel van managementrapportages (gegenereerd uit o.a. document management systeem, maar ook door het noodzakelijk handmatig tellen door het ontbreken van een geautomatiseerde Midoffice), zal actief worden gestuurd op het sneller (binnen wettelijke termijnen en volgens de VNG minimum branchenormen) afhandelen van documenten, meldingen en klachten. Breder aandacht geven aan voordelen en mogelijkheden digitale dienstverlening. Meer soorten producten ontsluiten en de mogelijkheden voor het digitaal kunnen maken van een afspraak uitbreiden. Implementeren nieuwe producten- en dienstencatalogus op de website.
Certificering drempel webrichtlijnen behouden en adequaat vernieuwingen doorvoeren om certificering te behouden. Zoekmachine blijvend doorontwikkelen om daarmee vind resultaat te vergroten. Opleiden van medewerkers tot webredacteur zodat teksten beter leesbaar worden. Experimenteren met inzet van sociale media (zoals Hyves, Twitter en LinkedIn) bij een aantal projecten. Met ingang van 1 september 2011 komen de emails gericht aan
[email protected] binnen bij het TIC en worden zij vervolgens daar behandeld. Dit zal tot gevolg hebben dat e-mails voortaan binnen 48 uur van een ontvangstbevestiging worden voorzien. De beantwoording zal binnen vijf werkdagen plaatsvinden. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan zal daarover worden bericht. Meer sturen op informele, oplossingsgerichte klachtafhandeling. Daarnaast verdere verbetering realiseren van de voortgangsbewaking door klachtencoördinator met behulp van secretaria-
Jaarstukken 2012
De invoering van een nieuwe producten- en dienstencatalogus wordt gekoppeld aan de aanschaf van een zaaksysteem. De aanschaf daarvan wordt gezamenlijk met de gemeente Zeist en Nieuwegein opgepakt.
Het TIC ontvangt de mails en registreert ze (in Corsa). Geregistreerde mail geldt als correspondentie, waar een afhandeltermijn van 6 weken voor staat. Rapportages daarover worden door DPM verzorgd, niet door het TIC. Een klein percentage (10%) wordt direct door het TIC afgehandeld. Dit onderdeel moet in 2013 verder worden doorontwikkeld.
136
ten van de afdelingen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren Doel
Omschrijving
Bron
Realisatie 2010
1
Aantal digitaal aan te vragen producten via www.houten.nl
Afdeling Publiekszaken
Realisatie 2011
56
57
Raming 2012
Realisatie 2012
60
65
Doelstelling 2 Vereenvoudigde regelgeving met minder bureaucratische rompslomp, waaronder een optimale afwikkeling van aanvragen omgevingsvergunningen (deregulering) en vergunningen evenementen binnen de daarvoor geldende wettelijke termijnen. Effectindicatoren Realisatie 2010
Doel
Omschrijving
Bron
2
% inwoners dat vindt dat de gemeente duidelijke regels, verordeningen heeft
2
% inwoners dat vindt dat de gemeente tegenstrijdige gemeentelijke regels heeft
2
% aanvragen omgevingsvergunningen dat binnen wettelijke termijn is afgehandeld % aanvragen evenementenvergunningen dat binnen 8 weken wordt behandeld, uitgezonderd de vergunningen voor grote evenementen
Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente Leefbaarheidsmonitor/ Waar staat je gemeente GISVG
2
Realisatie 2011
Raming 2012
Realisatie 2012
60%
-
60%
66%
15%
-
15%
17%
-
95%
100%
98%
-
-
100%
100%
Coördinator evenementen
Wat gaan we daarvoor doen? Verminderen en vereenvoudigen van regelgeving en realiseren minder bureaucratische rompslomp. Kwalitatieve prestatie-indicatoren Omschrijving prestatie 2012
Realisatie
In 2011 is de bezwaarafhandeling aan de hand van de leanmethodiek beoordeeld op vereenvoudiging van het proces. De methodiek zal in 2012 verder worden toegepast op processen binnen de afdelingen Sociale Zaken en VTH.
Toelichting De invoering binnen VTH heeft geleid tot kortere doorlooptijden, verbetering van het inzicht in de werkvoorraad en verhoging van de efficiency. Reden van het niet toepassen binnen de afdeling SZ is de voorbereiding van de voorgenomen regionalisering.
Jaarstukken 2012
137
Verschillenanalyse Betrokken Deelprogramma's
Rekening 2011
Begroting na wijziging 2012
Rekening 2012
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2012
Programma 05. Betrokken lasten 05.01
Politiek en bestuur
4.045.779
3.881.880
3.822.752
59.128
05.02
Dienstverlening
2.389.794
2.399.494
2.353.365
46.129
05.99
Programmabrede kosten
Totaal lasten
-219.053
-207.601
-133.031
-74.570
6.216.520
6.073.773
6.043.086
30.687
baten 05.01
Politiek en bestuur
05.02
Dienstverlening
05.99
Programmabrede kosten
Totaal baten Saldo 05. Betrokken
15.549
11.403
11.219
-185
857.588
798.736
804.654
5.918
0
0
0
0
873.136
810.139
815.872
5.733
5.343.384
5.263.634
5.227.214
36.420
Deelprogramma Programmabrede kosten programma Betrokken Het deelprogramma heeft een negatief saldo van € 74.570 en wordt veroorzaakt door: Gemeentebrede salarislasten en inhuur derden Bij verschillende afdelingen die vallen onder programma Betrokken is sprake van een afwijking op de salarissen en inhuur (totaal nadelig effect van € 75.000). Dit effect is onderdeel van de analyse van de gemeentebrede salarislasten en inhuur derden in de paragraaf bedrijfsvoering en wordt daarom niet op deze plaats nader toegelicht.
Jaarstukken 2012
138
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien e
Naast de 5 programma’s in de begroting en rekening is er een 6 “programma”. De algemene dekkingsmiddelen betreffen vooral de OZB en de uitkeringen uit het gemeentefonds. Deze middelen kennen geen vooraf bepaald bestedingsdoel en zijn daarmee vrij aanwendbaar. De niet vrij aanwendbare heffingen, zoals het rioolrecht en afvalstoffenheffing, en de ontvangsten van specifieke uitkeringen zijn als baten opgenomen in de betreffende programma’s.
Verschillenanalyse Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Deelprogramma's
Rekening 2011
Begroting na wijziging 2012
Rekening 2012
Verschil begroting na wijziging vs rekening 2012
Programma A Algemene dekkingsmiddelen lasten A1 Lokale heffingen
899.256
879.801
853.888
25.913
A2 Algemene uitkering
0
0
0
0
A3 Dividend
0
0
0
0
A4 Saldo financieringsfunctie A6 Overige algemene dekkingsmiddelen
0
0
0
0
-97.457
264.410
1.315.795
-1.051.385
A7 Onvoorzien A8 Mutaties reserves Totaal lasten
0
0
0
0
2.226.411
2.101.972
2.387.972
-286.000
3.028.210
3.246.183
4.557.655
-1.311.472
9.073.644
10.766.267
10.779.131
12.864
35.896.644
37.037.912
36.956.902
-81.010
baten A1 Lokale heffingen A2 Algemene uitkering A3 Dividend A4 Saldo financieringsfunctie
14.352
7.176
7.176
0
3.196.898
3.093.495
3.208.766
115.271
0
0
0
0
729.260
1.548.265
1.895.625
347.360
3.015.154
2.901.371
2.787.121
-114.250
A5 Saldo compensabele BTW en BTW compensatiefonds A6 Overige algemene dekkingsmiddelen A8 Mutaties reserves Totaal baten Saldo A Algemene dekkingsmiddelen
51.925.953
55.354.486
55.634.721
280.235
-48.897.743
-52.108.303
-51.077.065
-1.031.238
Overige algemene dekkingsmiddelen Producten 1. Saldo kostenplaatsen algemeen 2. Algemene baten en lasten 3. Exploitatieposten Algemene dienst door Grondbedrijf 4. Saldo van de rekening na bestemming 5. Stelpost ombuigingen TOTAAL
Lasten € 407.126 V € 1.046.727 N € 133.954 N
€ € €
Baten 0 214.030 V 133.330 V
€ 376.344 N € 98.515 V € 1.051.385 N
€ € €
0 0 347.360 V
€
704.025 N
SALDO
Saldo kostenplaatsen algemeen Het voordeel op de lasten van dit product wordt voor het grootste gedeelte (€ 438.000) veroorzaakt door de gemeentebrede salarislasten en inhuur derden van verschillende afdelingen die vallen onder de Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien. Tezamen met de onderdelen die vallen onder de andere programma’s en de concernbrede post voor salarissen vormt dit voordeel het totaal van de gemeentebrede salarislasten en inhuur derden waarover in de paragraaf bedrijfsvoering nader wordt Jaarstukken 2012
139
ingegaan. Hierbij moet de mutatie in de reserve Organisatieontwikkeling van € 190.000 worden betrokken, waarbij het niet-gebruikte gedeelte van de stelpost flankerend beleid wordt teruggestort in de reserve Organisatieontwikkeling (zie hiervoor bij mutaties reserves). Op het gebied van opleidingen van personeel en vorming en ontspanning is sprake van een voordeel van ca. € 195.000. In 2012 is zorgvuldig met het reguliere opleidingsbudget omgegaan. Naast goede afspraken voor het collectieve strategisch leertraject Focus op Houten, werd in een belangrijk deel van de kennisbehoefte inmiddels voorzien door de Houten Academie. Ook heeft in 2012 geen gemeenteuitje plaatsgevonden. Begin januari 2013 hebben we van de Belastingdienst een naheffing voor WAO/IVA/WGA over 2008 t/m 2011 ontvangen voor een bedrag van € 366.000. Er is verschil van inzicht met de Belastingdienst over de hoogte van de af te dragen premies voor oudere werknemers. Wij zijn het niet eens met de naheffing en zullen hiertegen bezwaar aantekenen. Uit voorzichtigheidsprincipe echter is deze naheffing echter wel in 2012 verwerkt en veroorzaakt daardoor een negatief effect voor het genoemde bedrag. Ook is er een negatief effect op het gebied van de pensioenpremies van ca. € 213.000. Doordat de actuaris welke het doelvermogen voor de pensioenen berekent de rekenrente heeft verlaagd van 3% naar 2,5%, moet er extra gestort worden in de voorziening voor pensioenen van de (oud) wethouders. Op het gebied van informatie en ict is sprake van een voordeel op de kosten voor printers, telefonie, onder andere doordat in het najaar een nieuw contract voor printers van kracht is, er zijn minder printers nu beschikbaar. Ook de kosten voor de het uitfaseren van de fysieke poststroom en het digitaliseren van de bestuurlijke stukkenstroom zijn lager doordat er kritisch is gekeken naar noodzakelijke uitgaven. Per saldo heeft dit geleid tot een totaal voordeel van € 87.000. Ook op het gebied van de interne dienstverlening is sprake van een voordeel in de kosten, onder andere door nieuwe contracten voor catering en koffie-automaten als gevolg van de aanbestedingen hiervoor. Ook energiebesparende maatregelen in het gemeentehuis lijken hun vruchten af te werpen. Totaal is er op dit gebied sprake van een voordeel van € 63.000. Daarnaast is sprake van een aantal kleinere afwijkingen die niet nader hoeven worden toegelicht. Algemene baten en lasten Het nadeel op de lasten van dit product wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het negatieve effect als gevolg van het afboeken van de boekwaarde van Het Kant 3 (€ 940.000). Op basis van een taxatierapport is de boekwaarde (€ 1.540.000) afgeboekt tot de verwachte opbrengst (€ 600.000) bij herontwikkeling voor woonfunctie (2018). De bedoeling is het pand in de tussenliggende periode te verhuren. Daarnaast is sprake van een nadeel van ca € 85.000 als gevolg van een afgewezen BTW-claim door de Belastingdienst met betrekking tot toepassing van het sportbesluit over de aanleg van de kunstgrasvelden van ’t Goy. Het voordeel op de baten van dit product wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een verschil in de BTW-afrekening over de investering van de Kringloopwinkel (€ 210.000). Behalve dat deze BTW als kosten moet worden meegenomen in de tariefstelling van de afvalstoffenheffing, wordt de BTW over de investering ook als compensabele BTW vergoed vanuit het BTW-compensatiefonds om de concurrentiepositie op de afvalverwerkingsmarkt eerlijk te houden.
Algemene uitkering Het nadeel op de baten van € 81.010 is een saldo van verschillende negatieve en positieve bedragen. Allereerst is de winstwaarschuwing 2012 die door het Rijk als gevolg van een onderuitputting van het rijksbudget (€ 106 miljoen) is afgegeven vanuit het voorzichtigheidsprincipe verwerkt in 2012 (€ 235.387). Dit nadeel wordt positief beïnvloed door nabetaling 2010 en 2011 € 103.471. Daarnaast leveren kleine aanpassingen lopende het uitkeringsjaar 2012 nog € 50.906 positief op.
Saldo financieringsfunctie Het voordeel van € 115.271 op het financieringsresultaat wordt vooral veroorzaakt doordat de gemeente de aan te trekken korte termijnfinanciering (daggeld) tegen veel lagere rentepercentages kon trekken (bijv. 0,05%) dan begroot was (2%).
Jaarstukken 2012
140
Mutaties reserves Het nadeel op de uitgaven van € 286.000 betreft de storting in de bestemmingsreserve organisatieontwikkeling. Deze was het gevolg van storting van het restant over 2012 van de stelpost flankerend beleid en het terugstorten van € 190.000 die onttrokken was aan deze stelpost ten gunste van de salarisbudgetten om de salariskosten te dekken, maar die aan het eind van het jaar niet nodig blijkt te zijn. Het nadeel op de baten van € 114.250 ontstaat doordat een onttrekking € 96.337 uit de bestemmingsreserve organisatieontwikkeling ten behoeve van opleidingskosten lean-trajecten niet plaatsvindt omdat deze kosten gedekt kunnen worden uit het reguliere opleidingsbudget en € 18.183 wordt minder onttrokken uit de algemene reserve ter dekking van de kosten gemaakt voor het sinds 2009 lopende project digitale impuls.
Jaarstukken 2012
141
Jaarstukken 2012
142
Paragrafen
Jaarstukken 2012
143
Jaarstukken 2012
144
Paragraaf Lokale heffingen In deze paragraaf behandelen wij de belangrijkste gemeentelijke belastingen en rechten. Wij geven inzicht in de uitgangspunten, de tarieven, de daarmee verband houdende opbrengsten, de lokale lastendruk als geheel en een vergelijk met de provinciale en landelijke overzichten. Gemeenten mogen diverse belastingen en heffingen heffen. In onderstaande tabel zijn de belastingen en rechten weergegeven die de gemeenten in algemene zin kennen. Ook is aangegeven welke belastingen en rechten in Houten worden geheven. Overzicht belastingen en rechten
Soort belasting / rechten Onroerendezaakbelastingen (OZB) Belasting op roerende woon- en verblijfsruimten (RWBB) Baatbelasting Forensenbelasting Toeristenbelasting Parkeerbelasting Hondenbelasting Reclamebelasting Precariobelasting Leges algemeen Rechten: - Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten - Rioolheffing - Lijkbezorgingrechten - Marktgelden - Brandweerrechten - Vermakelijkhedenrechten - Scheepvaartrechten - Weg-, straat-, brug-, tol- en veergelden
Heffing Houten Wel Niet x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Belangrijkste ontwikkelingen in 2012 Toeristenbelasting Als onderdeel van de ombuigingen is met het vaststellen van de perspectiefnota 2012 besloten tot invoering van toeristenbelasting met ingang van 1 januari 2012. Gekozen is voor een heffing gebaseerd op een percentage van de overnachtingsprijs. Aan de hand van door de belastingplichtige(n) ingevulde aangifteformulieren zijn in 2012 voor het eerst voorlopige aanslagen toeristenbelasting opgelegd. De voorlopige aanslagen worden in 2013 nog gevolgd door een definitieve aanslag. Wet WOZ In lijn met de landelijke ontwikkeling heeft de gemiddelde waardeontwikkeling voor zowel woningen als niet-woningen in Houten voor het tweede jaar op rij een daling laten zien. De waarde is daarbij gebaseerd op de wettelijke peildatum 1 januari 2011. Onroerendezaakbelastingen (ozb) Bij de raadsbehandeling van de begroting 2012 is besloten de opbrengsten ozb naast de correctie voor inflatie extra te verhogen met een bedrag van € 1.100.000,-. Dit als onderdeel van de realisatie ombuigingen tweede fase. Direct gevolg van dit besluit is een extra verhoging van de tarieven ozb 2012 geweest. Beroepszaken Voor wat betreft het aantal beroepszaken lijkt zich voorzichtig een trend te ontwikkelen waarin het aantal zaken een stijging laat zien. Oorzaak is een steeds kritischer wordende belastingplichtige in combinatie met een toename van het aantal beroepschriften dat wordt ingediend door zogenaamde no-cure-no-pay bureaus. Hierbij betreft het geschil vaker de juistheid van de kostenvergoeding, in plaats van de waardevaststelling..
Jaarstukken 2012
145
Afvalstoffenheffing De tarieven worden vastgesteld op basis van kostendekkendheid. Als gevolg van het bereiken van het plafondbedrag in de egalisatiereserve is bij het vaststellen van de tarieven 2012 rekening gehouden met een teruggave. Aanbesteding Op het gebied van de Wet WOZ heeft een aanbesteding plaatsgevonden. Een gedeelte van de werkzaamheden wordt door een externe dienstverlener verricht. Om deze werkzaamheden te borgen is opnieuw aanbesteden noodzakelijk. Het contract met de dienstverlener GeoTax eindigt op 28 februari 2013. Het nieuwe contract zal worden gesloten met een nieuwe dienstverlener. Overzicht geraamde inkomsten per belastingsoort In onderstaand overzicht zijn de geraamde en werkelijke opbrengsten per belastingsoort opgenomen bedragen x € 1
Omschrijving
Rekening 2011
Raming 2012 na 2e berap
Rekening 2012
Verschil
Onroerendezaakbelastingen
8.944.951
10.519.604
10.517.006
-2.598
Rioolheffing
1.854.995
2.165.717
2.179.200
13.483
Hondenbelasting
128.334
130.466
139.096
8.630
Lijkbezorgingsrechten
608.037
86.260
98.247
11.987
36.700
37.962
39.855
1.893
Leges algemeen
1.782.396
1.239.729
1.312.577
72.788
Afvalstoffenheffing
3.444.535
2.816.480
2.796.411
-20.069
Toeristenbelasting
0
116.000
122.663
6.663
Totale opbrengst
16.799.948
17.112.218
17.205.055
92.777
Marktgelden
Toelichting op afwijkingen Hondenbelasting De meeropbrengsten hondenbelasting zijn een direct gevolg van de huis-aan-huis controle op het hondenbezit welke voor een deel eind 2012 heeft plaatsgevonden. Een behoorlijk aantal honden bleek niet geregistreerd in de belastingadministratie waarvoor in 2012 alsnog, met terugwerkende kracht, aanslagen hondenbelasting zijn opgelegd. Lijkbezorgingsrechten In 2012 hebben er meer verlengingen van de grafrechten plaatsgevonden dan geraamd. In 2012 is voor het eerst de mogelijkheid geboden om de grafrechten voor 20 jaar te verlengen. Van deze nieuwe mogelijkheid is in 2012 relatief veel gebruik gemaakt. Leges algemeen De legesopbrengsten zijn een optelsom vanuit de realisatie op een verscheidenheid aan geleverde producten. De individuele aanvragen zijn bepalend voor de legesopbrengsten. Deze zijn niet altijd even goed in te schatten en vaak gebaseerd op een trend. In 2012 zijn er zowel producten waarop meer gerealiseerd is dan geraamd en omgekeerd. De meeropbrengst wordt vooral veroorzaakt vanuit de producten rij- en reisdocumenten, waarbij de verwachte maximering van het rijbewijstarief geen doorgang heeft gevonden en de vergunningen AVOI en de APV vergunningen, waarbij bij beide sprake is van incidenteel afgegeven vergunningen die niet waren voorzien. Lokale lastendruk In onderstaande tabel is de lastendruk in Houten in 2012 weergegeven, voor zowel eigenaargebruikers als huurders. Zoals gebruikelijk in woonlastenoverzichten worden hierbij de onroerendezaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing betrokken. Het uitgangspunt is een meerpersoonshuishouden. Als peildatum voor de WOZ-waarde 2012 geldt 1 januari 2011. Deze waarde is alleen van toepassing op het belastingjaar 2012.
Jaarstukken 2012
146
bedragen x € 1
Omschrijving Afvalstoffenheffing Rioolrechten Totaal gebruiker OZB eigenaar Totaal eigenaar/gebruiker
Rekening 2009 259,08 109,68 368,76 291,00 659,76
Rekening 2010 272,52 83,88 356,40 294,39 650,79
Rekening 2011 208,92 95,28 304,20 299,33 603,53
Begroting 2012 166,92 107,88 274,80 306,50 580,85
Realisatie 2012 166,92 107,88 274,80 1 339,95 614,75
Bij de beoordeling van de belastingdruk per huishouden (bruto-woonlasten) in onze gemeente, in relatie tot de provinciale en landelijke overzichten, komt het volgende naar voren: de gemeente Houten neemt op het overzicht van de provincie Utrecht voor 2012 de achtste plaats in (voor 2011 was dit positie zeven). De eerste positie is voor de goedkoopste gemeente. Het totaal aantal gemeenten in de provincie Utrecht is 26. De calculatie voor de woonlasten voor meerpersoonshuishoudens (mphh) die Coelo hanteert, resule teert voor Houten in een bedrag van € 615,- en een 65 plaats (in 2011 positie 58). In onderstaande tabel zijn enkele vergelijkende cijfers uit 2012 opgenomen. Omschrijving Landelijk goedkoopste gemeente ( Bunschoten) Gemeente Houten Landelijk duurste gemeente (Blaricum)
Woonlasten mphh Coelo 500 615 1169
Procentuele vergelijking 81,3% 100,0% 190,1%
500 615 868
81,3% 100,0% 141,1%
Provinciaal goedkoopste gemeente (Bunschoten) Gemeente Houten Provinciaal duurste gemeente (Bunnik)
Positie ranglijst 1 65 432 1 8 26
Kwijtscheldingsbeleid Bij kwijtschelding van belasting wordt de 100% norm van de relevante bijstandsnorm gehanteerd. Voor de overige regels wordt het rijksbeleid gevolgd. Op grond van de belastingverordeningen kan kwijtschelding worden verleend voor de afvalstoffenheffing, hondenbelasting (alleen de eerste hond), rioolheffing en in zéér uitzonderlijke gevallen de onroerendezaakbelasting. Voor de overige belastingen en heffingen wordt geen kwijtschelding verleend. Bedragen x € 1
Soort belasting Afvalstoffenheffing Hondenbelasting Onroerende zaakbelastingen Rioolheffing Totaal
1
2009 99.934 3.593 0 34.246 137.773
2010 85.339 2.468 0 26.236 114.043
2011 69.815 3.075 0 31.777 104.667
2012 60.850 2.812 39.122 102.784
Het verschil tussen raming en realisatie vindt zijn oorzaak in de extra stijging van de ozb-tarieven vanuit de ombuigingen tweede fase waarin is besloten de ozb-opbrengsten te verhogen met € 1.100.000,-,
Jaarstukken 2012
147
Paragraaf Weerstandsvermogen De paragraaf Weerstandsvermogen in de jaarstukken 2012 kijkt terug naar datgene wat in de paragraaf Weerstandsvermogen van de begroting 2012 is vastgelegd. In de Begroting 2012 is voor het eerst gewerkt met een nieuwe opzet naar aanleiding van de aanbeveling van de audit- en rekeningcommissie over het kwantificeren en beter onderbouwen van de mogelijke risico’s. Deze kwaliteitsslag is ook al in de Jaarrekening 2011 doorgevoerd en is positief ontvangen. De ingezette lijn wordt in deze Jaarstukken 2012 voortgezet. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit het geheel van middelen waaruit tegenvallers kunnen worden bekostigd zonder dat de begroting en het beleid (direct) aangepast hoeven te worden. Omvang weerstandscapaciteit In onderstaande tabel is de omvang van de weerstandscapaciteit weergegeven, waarbij is gerekend met het vrije deel van de algemene reserve. In de stand van deze reserve per 1 januari 2012 is nog geen rekening gehouden met het jaarrekeningsaldo van 2011. De doorrekening naar de latere jaren is gebaseerd op het meerjarenbeeld uit begroting 2013, waarbij het positieve jaarrekeningresultaat over 2012 pas wordt meegenomen in de stand van 1 januari 2014, omdat deze pas in 2013 wordt toegevoegd aan de reserve. Weerstandscapaciteit per 1 januari van het jaar Vrij deel algemene reserve - Provinciale norm - Boven provinciale norm Stand reserve per 1 januari Onbenutte belastingcapaciteit Stille reserves Stelpost onvoorzien Totaal
2012
2013
2.405
2014
2.431
2.473
2015 2.492
2016 2.511
2017 2.529
-429
-653
130
-69
-88
-106
1.976
1.778
2.603
2.423
2.423
2.423
0 0 61
640 0 61
660 0 62
670 0 62
690 0 63
690 0 63
2.036
2.478
3.325
3.156
3.176
3.177
Vrij deel algemene reserve Het vrij besteedbare deel van de algemene reserve bedraagt op 31 december 2013 naar verwachting € 1,778 miljoen. De provinciale minimumnorm voor de algemene reserve bedraagt € 2,341 miljoen (€ 50 gebaseerd op 48.613 inwoners). Voor dynamische gemeenten geldt een hogere norm. In Houten is de dynamiek vooral bij de grondexploitatie aanwezig. Binnen de grondexploitatie wordt daarvoor eigen weerstandscapaciteit aangehouden. Herschikking reservepositie Bij de begroting 2012 heeft de raad ingestemd met de herschikking van de reservepositie, criteria voor onttrekkingen uit en stortingen in de beklemde reserve en de bandbreedte (€ 32 - € 42 miljoen) waarbinnen de omvang van de beklemde reserve kan variëren. Op basis van de aanhoudende economische crisis heeft de raad in december 2011 bij de “tweede fase ombuigingen” ingestemd met het vrij maken van circa € 10 miljoen uit de beklemde reserves ter versterking van het concernweerstandsvermogen (vrij inzetbare middelen ten behoeve van het grondbedrijf en de algemene dienst). Beklemde algemene reserves Naast de vrije algemene reserve is er dus nog de beklemde algemene reserve van totaal € 40,275 miljoen (waarvan € 10 miljoen rente vrij). Deze reserve is door de raad bestemd ten behoeve van het genereren van renteopbrengsten die structureel kunnen worden ingezet als algemeen dekkingsmiddel. Deze reserve is daarom niet vrij besteedbaar, maar beklemd en wordt daarom niet meegerekend in de omvang van de weerstandscapaciteit. Deze reserve vormt dus een belangrijk “spaarpotje” van de gemeente Houten. Bij de begroting 2012 is door de raad besloten om circa € 10 miljoen uit deze algemene beklemde reserve vrij te maken ter versterking van het concernweerstandsvermogen. De mogelijke inzet van de € 10 miljoen is op hoofdlijnen als volgt voorzien:
Jaarstukken 2012
148
1. € 2,5 miljoen om er voor te zorgen dat aan het einde van de bestuursperiode sprake is van een gezonde vrije inzetbare financiële buffer (vrije algemene reserve) 2. € 7,5 miljoen voor de afbouw van de ruimtelijke agenda (inzetbaar voor zowel het grondbedrijf als de algemene dienst). Op basis van de criteria die door de raad zijn vastgesteld voor onttrekkingen aan de beklemde reserves én ondanks de economische situatie is het in 2012 nog niet nodig geweest een beroep te doen op dit concernweerstandsvermogen. Onbenutte belastingcapaciteit Bij leges en heffingen met kostendekkendheid als uitgangspunt, is er geen sprake van financiële ruimte die kan functioneren als weerstandscapaciteit. Voor de OZB echter wordt wel rekening gehouden met de onbenutte belastingcapaciteit. Deze wordt berekend als het verschil tussen het OZB-tarief in Houten (als het gewogen gemiddelde voor woningen en niet-woningen) en het normtarief om een beroep te kunnen doen op artikel 12 van de Financiële verhoudingswet. Ultimo 2012 is geen sprake meer van een onbenutte belastingcapaciteit omdat aanpassing van tarieven niet meer mogelijk is voor dat jaar. Voor 2013 is de onbenutte belastingcapaciteit nu berekend op € 640.000. Dit is lager dan in de begroting 2013 is vermeld, daarin werd namelijk gesproken over een onbenutte belastingcapaciteit van € 1.020.000. Hiervoor zijn een 3-tal oorzaken, nl. de lagere WOZ waarde van de woningen in Houten in vergelijking met de WOZ waarde bij het opstellen van de begroting 2013 en de hogere werkelijke tarieven voor OZB ten opzichte van de tarieven waarmee bij het opstellen van de begroting 2013 is gerekend. Ten derde is er gerekend met het oude normtarief artikel 12 omdat het nieuwe tarief pas bekend wordt bij de meicirculaire 2013. In de begroting 2014 wordt wel met dit nieuwe tarief gerekend. Stille reserves Van stille reserves is sprake als er een verschil bestaat tussen de boekwaarden van activa en de feitelijk (hogere) waarde van die activa als ze te gelde zouden worden gemaakt. Op dit moment is er van stille reserves geen sprake. Stelposten In de begroting 2012 waren meerdere stelposten opgenomen om financiële ruimte vast te leggen voor gewijzigd of voorgenomen beleid. Alle stelposten zijn in 2012 ingezet of vrijgevallen, waaronder ook de stelpost onvoorzien waarvoor in de begroting 2012 een bedrag van circa € 62.000 (dat is € 1,25 per inwoner) was opgenomen. Risico’s De transformatie van de risico’s uit de begroting 2012 naar de nieuwe opzet zoals die is gehanteerd in e de 2 bestuursrapportage heeft geleid tot enerzijds een aantal risico’s die vooral financieel-economisch van aard zijn en gekwantificeerd kunnen worden en anderzijds in de signalering van een aantal ontwikkelingen die niet direct als risico zijn te kwantificeren, maar wel belangrijk genoeg zijn om te noemen. In deze jaarstukken wordt nu kort teruggeblikt op deze genoemde risico’s en ontwikkelingen. Decentralisatie van de jeugdzorg en extramurale begeleiding uit de AWBZ Voor beide ontwikkelingen is in de begroting 2012 een risico benoemd met betrekking tot de financiering vanuit het Rijk en de eisen die gesteld worden aan de gemeentelijke taken met betrekking tot deze beleidsvelden. Dit risico heeft zich in 2012 niet voorgedaan en loopt door naar 2013. Er is bij het schrijven van de deze rapportage over de risico’s geen aanvullende informatie over dit risico beschikbaar dan ten tijde van het opmaken van de begroting 2013. Nieuwe regeling Werken naar Vermogen (hervorming WWB/WIJ, WSW en Wajong) De Wet Werken naar Vermogen is in het voorjaar van 2012 controversieel verklaard. De wet wordt niet ingevoerd en heeft niet geleid tot effecten in 2012. In 2013 is nog de huidige Wet Werk en Bijstand van kracht. In 2013 wordt de Participatiewet, een afgeleide van de Wet Werken naar Vermogen, voorbereid. De (financiële) effecten daarvan zijn nog niet bekend. Overheveling van middelen van rijk naar gemeenten voor Clientondersteuning van mensen met een handicap Dit risico heeft zich in 2012 niet voorgedaan. De overheveling staat gepland voor 2015.
Jaarstukken 2012
149
Opbouw Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) In 2012 zijn geen uitgaven gedaan ten behoeve van de BGT, dus het risico heeft zich nog niet voorgedaan. De invoering van de BGT is weliswaar landelijk opgestart, maar er is nog veel onduidelijkheid vanuit het Rijk. De gemeente Houten heeft nog geen uitvoerende acties ondernomen, in afwachting van een concreet Rijksstappenplan. Ook de inrichting van de Houtense productieorganisatie (het opbouwen van de BGT) wacht hierop. De invoering van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) wordt “voorgesorteerd” als onderdeel van het Project Vervanging Beheersystemen Openbare Werken, waarin diverse voorbereidende activiteiten worden opgepakt. In 2012 is overleg geweest met Utrecht, Nieuwegein en Vianen voor regionale samenwerking bij de opbouw en het beheer van de BGT. De extra kosten hiervoor zijn nog niet gebudgetteerd, daarom blijft het risico voor 2013 gehandhaafd. Invoering van het i-NUP In 2012 hebben zich geen risico’s voorgedaan op het gebied van i-NUP. Opvang van tegenvallers was daarom niet nodig. Daarnaast heeft het Rijk via een kasschuif (voorfinanciering uit het gemeentefonds) geld beschikbaar gesteld om ervoor te zorgen dat gemeenten de gemaakte kosten kunnen dekken met een lange termijn terugverdienpotentieel. Het i-NUP heeft een doorlooptijd tot 2015, mogelijk 2016. Richting 2014 en de mogelijke organisatieontwikkeling is het denkbaar dat kosten voor iNUP toch centraal beheerd zullen gaan worden. Dit heeft te maken met de mogelijk impact van i-NUP op de strategische visie op aHouten in wording Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld Het risico voor kosten van de invoering Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld heeft zich in 2012 niet voorgedaan. Voor de komende jaren blijft het risico echter wel bestaan. Toezicht en handhaving kinderopvang In 2012 heeft het risico verbonden aan toezicht en handhaving kinderopvang zich niet voorgedaan. Het risico loopt echter wel door in 2013. Aanpassingen Participatiebudget In 2012 is het Participatiebudget verlaagd naar € 696.000 (2011: € 1,4 miljoen). De korting betrof met name inburgering en re-integratie (2011: € 848.051, 2012: € 358.007). Om Vakwerk in een sterk afgeslankte vorm in de lucht te houden tot de gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom van start gaat, is in 2012 extra geld beschikbaar gesteld, onder andere uit de meeneemregeling Participatiebudget 2011. Ook in 2013 moet met een laag budget worden gewerkt (re-integratiedeel: € 386.736) en ook voor de jaren na 2013 wordt geen budgettoename verwacht. De kracht moet in de solidariteit van de bundeling van de budgetten van de Lekstroomgemeenten worden gevonden. De komst van de Participatiewet heeft wel gevolgen voor de re-integratiemiddelen, zowel qua omvang als qua aanspraak. Die effecten zijn nog onduidelijk. Herverdelingssytematiek algemene uitkering uit het Gemeentefonds De integrale herverdeling van het gemeentefonds is in ieder geval uitgesteld tot 2014 zodat op dit gebied er in 2012 dan ook geen financiële impact is geweest. Openeinde regelingen De kosten die verbonden zijn aan het faciliteren van leerlingenvervoer zijn in 2012 binnen de beschikbare budgetten gebleven. Als gevolg van het nieuwe aanbestedingscontract en de aangescherpte beleidsregels was er zelfs sprake van een forse onderschrijding. Vanwege het openeinde karakter van deze regeling blijft het risico ook in 2013 bestaan. De gemeente heeft in 2012 niet hoeven bijdragen aan een eventueel exploitatietekort van Van Houten & Co voor sociaal cultureel centrum Schoneveld. Het risico loopt echter wel door in 2013. Vanwege de grote vraag naar trajecten outreachende hulpverlening bij huiselijk geweld is in 2012 vanuit de stelpost Algemene Uitkering WMO budget beschikbaar gesteld voor 6 extra trajecten. Het risico op een tekort aan trajecten blijft ook in 2013 bestaan. Vanwege het winterweer in 2012 zijn er 29 strooironden geweest, terwijl jaarlijks met ca. 40 strooibeurten rekening wordt gehouden. De kosten van de gladheidsbestrijding zijn daarmee binnen de budgetten gebleven. Het risico blijft echter bestaan omdat winters zich niet laten voorspellen.
Jaarstukken 2012
150
Behalve de hierboven genoemde openeinde regelingen is er op het sociale domein veel vaker sprake van openeinde-regelingen, zoals voorzieningen in het kader van de WMO en ook schuldhulpverlening en minimabeleid. Al deze openeinde regelingen tezamen hebben in 2012 geleid tot een positief financieel effect ten opzichte van de begroting van ca. € 1,4 miljoen. In het licht van de sombere financiële vooruitzichten gaan we nader onderzoeken of er structurele elementen in deze ontwikkelingen aanwezig zijn. Meerjarenonderhoudsplannen(MJOP’s) In de raad van 22 december 2011 zijn de MJOP’s voor de gemeentelijke accommodaties (excl. onderwijs) vastgesteld. Door middel van een incidentele onttrekking uit de algemene middelen voor 2012 en een structurele onttrekking bij de perspectiefnota 2013 (€ 235.000) is geborgd dat het groot onderhoud 2012-2020 uitgevoerd kan worden conform deze plannen. Het risico komt daarmee te vervallen. Voor de onderwijsaccommodaties is er in januari 2013 aan de raad het Integraal Huisvestingsplan ter besluitvorming voorgelegd. De financiële effecten hiervan worden door middel van een begrotingswijziging verwerkt in 2013. Bouwleges In 2012 is de raad in de bestuursrapportages reeds geïnformeerd over de inkomsten uit de bouwleges. De raming is gedurende het jaar naar beneden bijgesteld met structureel ca. € 1,09 miljoen tot structureel € 0,65 miljoen. Bestuur De onzekere financiële effecten met betrekking tot regelingen voor arbeidsongeschiktheid van wethouders en die van nabestaandenpensioenen wethouders bij overlijden van ex-wethouder voor de 65jarige leeftijd) hebben zich in 2012 niet voorgedaan. Het betreffen risico’s die doorlopen in 2013. Toename proceskostenvergoeding a.g.v. stijgende trend van bezwaarschriften met name door nocure-no-pay bureaus Het risico is in 2012 geduid vanuit de stijgende lijn in de uit te betalen kostenvergoedingen in 2010 en 2011. Voor 2012 geldt dat niet alle zaken, met elementen de kostenvergoeding betreffende, zijn afgerond in 2012. Het betreft een drietal bezwarendossiers (opgehouden vanuit de indieners) en een tiental beroepszaken (opgehouden vanuit de rechtbank). Al deze zaken zullen in 2013 afgerond worden waarbij het risico voor het uit te betalen bedrag aan kostenvergoeding dus in 2013 ‘valt’. De omvang van de nog uit te betalen kostenvergoeding blijft lastig in te schatten ook omdat nog niets gezegd kan worden over het feit of er überhaupt kostenvergoeding uitbetaald moet worden laat staan de hoogte van het eventueel uit te betalen bedrag. Het risico blijft ook voor 2013 ongewijzigd van kracht. Dit gezien de verwachting vanuit een toenemend aantal bezwaarschriften dat door zogenaamde no-cure-nopay bureaus wordt ingediend. Het onderbouwen van de vastgestelde waarde van de niet verkochte onroerende zaken wordt steeds lastiger door het lage aantal beschikbare en bruikbare verkooptransacties. Het niet aflossen van de door Houten verstrekte leningen aan verenigingen, stichtingen of organisaties met een publiek belang De rente en aflossingen inzake de verstrekte leningen zijn in 2012 allemaal gerealiseerd. Met betrekking tot de verstrekte garanties loopt er een risico. In verband met een restauratie van een monument binnen de gemeente, is in 1999 een gemeentegarantie verstrekt. De eigenaar van het monument verkeerd in staat van faillissement. In recente gesprekken is de intentie uitgesproken om tot een aanvaardbare oplossing voor de betrokken partijen te komen. Mede door de economische crisis blijft het regelmatig monitoren van de instellingen een belangrijke zaak. Met sommige instanties wordt middels de bestuursvergaderingen naar mogelijke oplossingen gezocht om de financiële positie te verbeteren. Eventuele betaling rentederving door Houten ten behoeve van gelimiteerde achtervang WSW (Wet Sociale Woningbouw) In 2012 heeft het risico zich niet voorgedaan, maar gezien de aard van het risico zal het zich ieder jaar opnieuw voordoen. De kans daarop en de omvang zijn vergelijkbaar met die van 2012. Overigens hebben diverse rijksmaatregelen een verslechtering van de financiële situatie van woningcorporaties tot gevolg. Dit lijkt vooralsnog geen verhoogd risico op te leveren voor de achtervangpositie van Houten, maar kan wel volkshuisvestelijke gevolgen hebben. De bedoeling is om periodiek onder andere dit soort risico’s regionaal te gaan monitoren en indien nodig maatregelen te nemen.
Jaarstukken 2012
151
Het macrobudget WWB stijgt niet mee met groei landelijke bestandsvolumes Het budget dat Houten op grond van de voorlopige beschikking BUIG (o.a. WWB Inkomensdeel) ontving bedroeg € 4.089.201. Op basis daarvan werd een aanzienlijk tekort voor 2012 verwacht. Bij de tweede fase ombuigingen is daarom € 340.000 vrijgemaakt om het verwachte tekort grotendeels te dekken. Onze aanvraag voor een Meerjarige Aanvullende Uitkering 2011-2013 is begin 2012 afgewezen omdat er voor Houten geen sprake is van een verdeelstoornis. Ook het verzoek 2012-2014 is afgewezen om dezelfde reden. Dat betekent dat 10% van het budget als eigen risico drempel geldt, voordat sprake kan zijn van een eventuele aanvulling van het Ministerie van SWZ op grond van de regeling voor de Incidentele aanvullende uitkering. Voor 2011 is op die laatste regeling een beroep gedaan en met succes. Eind december 2012 ontvingen wij een beschikking voor een extra bijdrage van € 31.900. Eind september is het definitieve budget BUIG voor 2012 vastgesteld op een aanzienlijk hoger bedrag, namelijk € 4.533.743. Dat is een stijging van ruim 11%. Door dat hogere budget, sterke inzet op bestandsreductie en meer inkomsten uit terugvordering en verhaal is er over 2012 uiteindelijk geen sprake meer van een fors tekort. De netto lasten komen ongeveer uit op het bedrag van het definitieve budget. Er is zelfs sprake van een klein overschot. De extra ruimte van € 340.000 is door deze ontwikkelingen, in 2012, niet nodig gebleken. Het risico doet zich nog steeds voor. Het betreft een open einde regeling. Het bijstandsvolume liep in de laatste maanden van 2012 snel op en er wordt voor 2013 zeker geen daling verwacht. Het voorlopige budget 2013 is echter wel bijna € 70.000 lager vastgesteld dan het definitieve over 2012. Dat is een tegengestelde beweging. Na de zomer van 2013 volgt een definitieve budgetvaststelling. Mogelijk is er dan opnieuw sprake van een stijging van het budget voor Houten, maar op voorhand wordt daar niet van uit gegaan. Dat betekent dat voor 2013 opnieuw een tekort wordt verwacht. De omvang daarvan is afhankelijk van het beroep dat de inwoners van Houten op de Wet werk en bijstand doen. Vanaf 1 mei 2013 ligt de uitvoering van de Wet werk en bijstand bij de gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom. Het risico van een eventueel tekort op het budget blijft bij de individuele gemeente liggen. De ontwikkelingen worden het komende jaar nauwlettend gevolgd Risico’s verbonden partijen Behalve de risico’s die bij de Begroting 2012 zijn geduid in de paragraaf Weerstandsvermogen zijn ook in de paragraaf Verbonden Partijen risico’s genoemd. Hierover wordt ook in de paragraaf Verbonden Partijen van deze Jaarstukken 2012 gerapporteerd. Risico grondexploitatie Zie paragraaf grondbeleid Conclusie Weerstandsvermogen In 2012 is er vanuit het zich manifesteren van de genoemde risico’s geen beroep gedaan op de beschikbare weerstandscapaciteit. Het positieve jaarrekeningresultaat 2012 versterkt de weerstandscapaciteit zelfs. Door toevoeging van dit saldo aan de vrije algemene reserve komt deze daarmee vanaf 2014 weer boven de provinciale norm uit. Daarbij is geen rekening gehouden met de negatieve begrotingssaldi 2014 t/m 2016 die in de Begroting 2013 op p.m. zijn gesteld.
Jaarstukken 2012
152
Paragraaf Grondbeleid Marktontwikkelingen In 2012 is de bouwproductie landelijk opnieuw fors teruggelopen. De krimp bedroeg, volgens het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB jan 2013) ruim 7%. Corporaties werden geconfronteerd met nieuwe heffingen vanuit het rijk en hebben niet tot nauwelijks nog investeringsruimte. Voor 2013 wordt opnieuw krimp van de economie verwacht, de totale bouwproductie zal naar verwachting nog verder dalen, het sterkst in de woningbouwsector. Naar verwachting zal in 2014 de markt zich stabiliseren en pas vanaf 2015 enig herstel gaan vertonen. Ook in Houten nemen de afzetrisico’s toe en kost het veel creativiteit en verbindend vermogen nog zaken in beweging te krijgen en te houden. Maar vooralsnog lukt het, gezien de specifieke kwaliteiten van de Houtense woningmarkt, de woningbouwontwikkeling op gang te houden. Enerzijds komt dit doordat bestaande afspraken en bouwclaims verzilverd kunnen worden op nog resterende locaties (Castellum, Stenen Poort, Leebrug II). Anderzijds kunnen we locaties tot ontwikkeling brengen door een vraag die afkomstig is van groepen particuliere opdrachtgevers, bijvoorbeeld de Ecowijk in Leeburg II en de locatie Bogermanschool in het Oude Dorp. Tevens komen na lange (her)ontwikkelprocessen de locaties Rietplas en de Waterkroon (in de Hoon) op de markt. Ook de bedrijvenmarkt in Houten biedt nog steeds perspectieven: voor het Sport- en Werklandschap Meerpaal zijn we in gesprek met een tweetal serieuze, zeer grote, mogelijke afnemers. In zijn algemeenheid blijft op de regionale bedrijfsterreinenmarkt lichte schaarste bestaan. Vooralsnog is het vooral de kantorenmarkt die ook in Houten een somber beeld te zien geeft. De vraag is voor een belangrijk deel weggevallen. Potentiele opties hebben niet geleid t, bijvoorbeeld de ot daadwerkelijke overeenkomsten. De druk op de gemeentelijke grondexploitatie neemt hiermee toe. Gezien het bovenstaande is een strategie ontwikkeld, die optimaal aansluit bij de marktsituatie. Enerzijds is daarom ingezet op het stimuleren en faciliteren van kansrijke ontwikkelingen op de woningbouw- en de bedrijfsterreinenmarkt. Anderzijds is in het kantorensegment gekozen voor een ingreep die de risico’s in de grondexploitatie tot aanvaardbare en realistische proporties terugbrengt. Sturingsinstrumentarium De reeds ingezette versterking van het grondbeleidsinstrumentarium is verder doorgezet. Vanaf 2009 is hieraan gewerkt. Er is gestart met de beleidsinstrumenten (Nota Grondbeleid, regelement Grondzaken) en in vervolg daarop is het financiële instrumentarium doorontwikkeld en op maat gemaakt voor de nieuwe ruimtelijke opgave. Het instrument integrale risicoanalyse is in 2011 tot stand gekomen en in 2012 geïmplementeerd als vast onderdeel van controlcyclus op de grondexploitatie. Op grond van de risicoanalyse worden de grootste risico’s in de grondexploitatie benoemd. Tevens zijn mogelijke interventies op die risico’s benoemd en deels ook uitgevoerd. Onderbouwing van deze interventies vindt plaats vanuit de Ruimtelijke Agenda. In 2012 is de raad in bijpraatavonden driemaal mondeling geïnformeerd over ontwikkelingen in de ruimtelijke agenda en de gevolgen daarvan voor het samenhangend grondexploitatie-instrumentarium. Dit bestaat uit de geconsolideerde, geactualiseerde grondexploitaties, de daarbij behorende integrale risicoanalyse en de confrontatie van het risicoprofiel met de voor de grondexploitatie beschikbare risicobuffer. Het betrof de stand van zaken per maart, juli en december 2012. Door deze rapportagecyclus wordt de raad in staat gesteld een vinger aan de pols houden. Tegelijkertijd wordt hiermee de noodzakelijke besluitvorming ten tijde van de jaarrekening voorbereid. Dat wat ten tijde van de jaarrekening wordt voorgesteld, is een weerslag van de informatie die tijdens de bijpraatmomenten met de raad is gedeeld. Zo ontstaat een control cyclus op de grondexploitatie, die aansluit bij de reguliere Planning- en Controlcyclus en die ons in staat stelt een zorgvuldige en financieel goed beheersbare ontwikkelstrategie te voeren, waarmee we ook in tijden van recessie, ambities in de Houtense Ruimtelijke Agenda kunnen blijven waarmaken en waarborgen. In deze paragraaf komen achtereenvolgens de inhoudelijke ontwikkelingen over 2012 in de stand van de actieve grondexploitatie, het risicoprofiel en de risicobuffer aan de orde. Dit geheel wordt cijfermatig samengevat in een overzicht. Er wordt afgesloten met een conclusie over de te voeren ontwikkelstrategie.
Jaarstukken 2012
153
De actieve grondexploitatie De integrale grondexploitatie van Houten bestaat uit een aantal actieve deelexploitaties met een gezamenlijk saldo. De actieve deelexploitaties zijn enerzijds de ‘oude’ Vinexdeelplan-exploitaties en anderzijds de nieuw geopende exploitaties Stenen Poort en Veranderlocaties. In het Reglement Grondzaken is vastgelegd, dat er pas een nieuwe grondexploitatie mag worden geopend, als deze naar verwachting minimaal neutraal is, waarbij instemming van de gemeenteraad vereist is. Voor wat betreft eventueel nog in exploitatie te nemen veranderlocaties waar de gemeente grondeigenaar is, bijvoorbeeld na samenvoeging van scholen, geldt dat de verwachting van een sluitende grondexploitatie na herontwikkeling realistisch is. Projectspecifieke interventies De belangrijkste risico’s in de grondexploitatie waren aanwezig in de exploitaties Castellum (stagnatie woningbouw en parkeren i.r.t. contract OVH), Centrum, Koppeling en Loerik VI (afzetrisico kantoren). Hierop zijn achtereenvolgens de volgende ingrepen gepleegd: Integraal Arrangement Castellum, Hofstad IV en Stenen Poort. Met de betrokken marktpartijen is een akkoord gesloten over de afbouw van Castellum en bouw van Stenen Poort en Hofstad IV. De grondexploitatie is per juli partieel geactualiseerd op basis van dit arrangement. Tegelijkertijd zijn positieve effecten van treasury maatregelen, afwikkeling spoorverdubbeling en verwerving Meerpaal in de grondexploitatie verwerkt. Het positieve financiële effect hiervan is in toegevoegd aan de buffer binnen de grondexploitatie. De aldus partieel herziene grondexploitatie, alsmede risicoanalyse en risicobuffer per juli zijn in raadsinfoavond van september met de raad gedeeld. e Niet uitvoeren 4 fase Masterplan Centrum. Advies vanuit de Ruimtelijke Agenda, oa op basis van het STEC-onderzoeksrapport uitgevoerd in opdracht van de provincie, heeft geleid tot de conclusie dat in ieder geval de kane toorontwikkeling van de 4 fase Masterplan Centrum niet realistisch is. Dit heeft vooral te maken met het feit dat dit een locatie is met hoge ontwikkelingskosten en met het feit dat ons grondbezit beperkt is en we geheel afhankelijk zijn van externe partners/grondeigenaren, die e geen investeringsvoornemens hebben. De 4 Fase van het masterplan Centrum wordt dus gedurende de looptijd van de grondexploitatie niet uitgevoerd, het geprognosticeerde positieve saldo is geschrapt. Gerichte marketing & maatwerk Koppeling De Koppeling blijft kansrijk voor kantoorontwikkeling. Hier is nog 25.000 m2 kantoorvloer te realiseren. Het STEC rapport, dat in opdracht van de provincie is gemaakt, trekt conclusies over de regionale marktvraag. Voor Houten levert dit een regionale afzetprognose op van 30.000 m2. In 2012 zijn we in gesprek geweest met twee bedrijven, die zich oriënteerden op herhuisvesting van een substantieel deel van de beschikbare m2. Deze oriëntatiefase heeft weliswaar niet geleid tot concrete grondverkoop, maar laat wel zien dat er een latente vraag is. Het is daarom nodig, direct te kunnen inspelen op kansen die zich voordoen en dan met een zo scherp mogelijk bod te komen. Er is onderzocht, welke transacties tegen welk prijsniveau zich in de regio hebben voorgedaan. Op basis daarvan zijn de geprognosticeerde grondopbrengsten verlaagd, hetgeen leidt tot een lager resultaat in de grondexploitatie. Loerik VI herontwikkelen Loerik VI is een locatie waar nog ruim 30.000 m2 aan kantoren uitgeefbaar is en waar nog nauwelijks is geïnvesteerd en bouw- en woonrijp maken. Advies vanuit de Ruimtelijke Agenda heeft geleid tot de conclusie, dat deze locatie kansrijk is voor herontwikkeling tot woningbouw, kleinschalige (bedrijfs) bestemmingen of een mix. In afwachting van nader onderzoek blijft de locatie blijft ongewijzigd in de grondexploitatie. Wel wordt ook hier de geprognosticeerde grondopbrengst verlaagd. Dit kan gezien worden als een eerste stap in de richting van het nemen van de inkomstenderving die het gevolg is van herontwikkeling. Generieke maatregelen Aframing plankosten: inventarisatie binnen de bestaande en nog te verwachten actieve grondexploitaties levert een forse neerwaartse bijstelling van de benodigde in- en externe plankostenbudgetten op. Aframing kosten bouw- en woonrijp maken: door de gunstige aanbestedingsresultaten van het afgelopen jaar en de verwachting dat deze markt voorlopig niet zal aantrekken, is het verantwoord een integrale aframing van 5% toe te passen op de budgetten van bouw- en woonrijp maken.
Jaarstukken 2012
154
Renteverlaging: gezien de markt is het verantwoord het renteniveau op boekwaarde en rekening courant éénmalig, d.w.z. voor 2013, te verlagen van 3 naar 2% Sturen op het zeer sober en doelmatig uitvoeren van de nog te realiseren openbare ruimte heeft al geleid tot lagere kosten, bijvoorbeeld in Castellum. Acquisitie & maatwerk grondprijsaanbieding: door middel van het inzetten van het beschikbare acquisitiebudget moeten we de aandacht vestigen op Houten. Vervolgens moet er ruimte zijn om op onze kantoorlocaties, indien zich een aantrekkelijke klant meldt, de grondprijs nog met extra ‘maatwerk’ aan te kunnen passen om de klant te kunnen binnenhalen. Hiervoor is een bedrag geoormerkt in de grondexploitatie
Het risicoprofiel Op basis van het bovenstaande keuzes en interventies wijzigt het risicoprofiel als volgt: Door het bereiken van het onderhandelingsresultaat Castellum/Hofstad/Stenen Poort, is het risico van Castellum komen te vervallen e Door het vervallen van de planontwikkeling 4 fase Masterplan Centrum vervalt het risico dat bij het behalen van deze opbrengsten hoorde. Door het reserveren van ruimte voor prijsverlaging in de grondexploitatie, wordt het risico profiel verlaagd. De prijsverlagingen in de Koppeling en Loerik VI zorgen voor een verbetering van het risicoprofiel. De risicobuffer Opbouw en inzet De risicobuffer grondexploitatie bestaat uit het (geactualiseerde) saldo van de grondexploitatie, het weerstandsvermogen binnen de grondexploitatie, het Volkshuisvestingsfonds, de voorziening Linieland en het voor de grondexploitatie geoormerkte deel van de beklemde reserve. Voor wat betreft dat laatste is, bij de herschikking van de reserves in Begroting en Perspectiefnota 2012, besloten om naast de vrije reserve, één beklemde algemene reserve te hanteren. Daarbinnen is € 7,5 mln beschikbaar & inzetbaar voor de (crisisgerelateerde) risico’s die voortvloeien uit de ruimtelijke agenda. Het inzetten daarvan is bevoegdheid van de raad. Insteek daarbij is, om deze reserve pas aan te spreken indien echt noodzakelijk met als criterium zoveel mogelijk een meervoudig effect: zowel in de grondexploitatie als in de algemene dienst (leges, OZB). Dit betekent concreet, dat risico’s allereerst genomen worden binnen de grondexploitatie , en pas in de laatste instantie door het aanspreken van de beklemde reserve. Dit luistert nauw omdat nu een gefaseerde inzet inclusief rente-effect is voorzien. De bestemmingsreserve Linieland heeft betrekking op de uitgestelde bijdrage van Houten aan Linieland, waarbij de raad tot 2015 de tijd heeft om die bijdrage te heroverwegen. Aanvankelijk was dit bedrag geoormerkt binnen de grondexploitatie. Met het oog op rentevoordeel, is het bedrag vanuit de grondexploitatie overgeheveld naar de Algemene Dienst in de vorm van een bestemmingsreserve. Ontwikkeling risicobuffer 2012 De financiële effecten van de hierboven beschreven interventies en maatregelen hebben geleid tot het inzetten van het weerstandsvermogen binnen de grondexploitatie. Inzet van de overige onderdelen van de buffer was niet nodig. Het concernweerstandsvermogen en de reservering Linieland blijven vooralsnog onaangetast.
Jaarstukken 2012
155
Samenvatting Onderstaande tabel geeft de cijfermatige ontwikkeling in de verschillende instrumenten aan, op basis van de hierboven beschreven inhoudelijke keuzes, maatregelen en ingrepen Figuur 2 Ontwikkeling financiële instrumenten grondexploitatie 2012
saldo grex Stand per maart 2012 (jaarrekening)
risico profiel
risico buffer
0,2
-12,4
11,6
0,5
-6,5
9,8
Inhoudelijke wijzigingen per juli 2012 onderhandelingsakkoord treasury maatregel afwikkeling spoorverdubbeling vrijval budget verwerving Meerpaal conceptontwikkeling innovatie versterking WSV binnen grex Inhoudelijke wijzigingen per dec 2012 e schrappen 4 fase Masterplan centrum reservering grondprijsverlaging kantoren inzet WSV binnen grex Inhoudelijke wijzigingen per mrt 2013 grondprijsverlaging Koppeling grondprijsverlaging Loerik VI actualisatie plankosten & div. mutaties eenmalige renteverlaging aframing budgetten BRM/WRM Stand per maart 2013 (jaarrekening)
Conclusie Een samengesteld pakket van project specifieke en generieke keuzes, ingrepen en maatregelen hebben geleid tot een realistisch kosten- en opbrengstenniveau in de grondexploitatie, zodanig dat het risico van uitvoering van de ruimtelijke ambities aannemelijk en aanvaardbaar is en geen aanspraak hoeft te worden gemaakt op het concern-weerstandsvermogen.
Jaarstukken 2012
156
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen Het integrale pakket uit de eerste en tweede fase van de ombuigingen behelst een pakket met voorstellen voor totaal € 6,7 miljoen. Voor 2012 is de uitvoering van onderliggende beheer- en onderhoudsplannen aangepast aan de inhoud van deze ombuigingsvoorstellen. Daarom is ook een Beeldkwaliteitskader Openbare Ruimte vastgesteld, waarin de nieuwe onderhoudsnormen en normbedragen voor regulier onderhoud zijn vastgelegd. Beleids- en beheerplannen in de openbare ruimte in Houten Vastgesteld
Bovengrondse Infrastructuur (inclusief wegen) Civieltechnische kunstwerken Groen en Water
Beleidsplan BOR 2004-2010 Verlengde horizon BOR Beleidsplan BOR 2004-2010 Verlengde horizon BOR Beleidsplan BOR 2004-2010 Verlengde horizon BOR Gem.Baggerplan 2004-2010 Oper.Plan Watergangen 2004 Beleidsplan BOR 2004-2010 Verlengde horizon BOR Begraven met beleid GRP 2010-2013 Verlengde Horizon BOR
Aug-2004 Juli-2007 Aug-2004 Juli-2007 Aug-2004 Juli-2007 Nov-2003 Nov-2003 Aug-2004 Juli-2007 Mei 2003 Dec-2009 Juli 2007
2013
2005-195 Notitie Meerjarenonderhoudsplannen Welzijns- en sportaccommodaties 2006-2035 Het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs Houten 2004-2008. Meerjaren Onderhoudsplan (MOP) Diverse technische beheerplannen, nog geen integraal accommodatie-beheerplan
Nov-2005
2013
Okt-2003
2013
Dec-2011
2011
Plan wordt in 2014 geconcretiseerd en geactualiseerd
-
2014
3 4
Spelen, reinigen en begraven
5
Ondergrondse infrastructuur (inclusief riolering)
6
Welzijnsaccommodaties en sportaccommodaties Onderwijsaccommodaties
7
8
9
Gemeentehuis, gemeentetorens, wijkposten, gemeentewerf, afvalscheidingstation, brandweerhuis/posten, fietstransferia Kunstobjecten in het openbare gebied
2013 2013
2013 2013
Dekking vanuit programma en/of voorziening/reserve
Bereikbaar, voorziening BOR Bereikbaar, voorziening BOR Duurzaam, voorziening BOR
Duurzaam, voorziening BOR, voorziening egalisatie graf en lijkbezorgingsrechten Duurzaam, voorziening BOR, bestemmingsreserve Riolering Voorziening groot onderhoud welzijnsaccommodaties Voorziening huisvesting onderwijs Alle programma’s, Voorziening onderhoud gemeentehuis, voorziening onderhoud gemeentetorens, Duurzaam en Veilig. Exploitatie en reserve
Bovengrondse Infrastructuur Het project “Groot onderhoud wijkdelen” in de wijken “de Borchen” en “de Campen” is conform plan uitgevoerd. Dit is een integraal project met de disciplines Ondergrondse infratechniek en Groen. Op de Kanaaldijk Zuid met de aansluiting op de Provinciale weg naar Schalkwijk is een eerste gedeelte herstraat en de kwaliteit is daarmee weer op het gewenste niveau. Er is klein onderhoud elementenverharding uitgevoerd op diverse plaatsen in Houten en het buitengebied. Ook is er groot onderhoud asfalt uitgevoerd op onder andere De Binnenweg, Stuwmeer, Houtense Wetering, De Poort en De Oorden. Op deze plaatsen is het asfalt weer op het vastgestelde kwaliteitsniveau. De Rondweg Zuid, vanaf de wijk de Grassen tot aan de aansluiting met de Koppeling is in zijn geheel voorzien van een nieuwe asfaltdeklaag. Op een klein gedeelte is hier ook fluisterasfalt aangebracht en is er in de tussenlaag een wapeningsmat aangebracht om de stabiliteit te vergroten. Civieltechnische kunstwerken In 2012 zijn de geplande werkzaamheden met betrekking tot groot onderhoud aan de civieltechnische kunstwerken volledig uitgevoerd. Twee bruggen zijn voorzien van een nieuw kunststof dek en geconserveerde liggers en bij drie bruggen zijn de funderingspalen hersteld. Eén houten brug is volledig gerenoveerd. In twee tunnels zijn de voegovergangen in het wegdek vervangen: de zuidelijke Rondwegtunnel en tunnel de Koppeling. De levensduur van de nieuwe voegen in de Koppeling is circa 30 jaar. Tenslotte is voor het complete areaal bruggen, tunnels en steigers de bebording aangepast. N.B. Houten bruggen in Houten blijven een bron van zorg. Veel reparaties zorgen voor een continue budgettaire druk. Jaarstukken 2012
157
Openbare Ruimte
2
Beleids- en beheerplan
Gemeentelijke gebouwen
1
Plan actualisering
Onderdeel
Kunst en cultuur
Nr
Groen en Water Het beheer en onderhoud van het groen in Houten is in 2012 constant op peil geweest conform het onderhoudsniveau zoals afgesproken met de Raad in het kader van de laatste bezuinigingsronde. Daarnaast zijn er bij de reconstructie Noord-Oost veel bomen gerooid om de groeipotentie van de blijvers te vergroten en er is extra geïnvesteerd in het voorkomen van wortelopdruk door het plaatsen van wortelschermen. Bovendien is er gebaggerd in bestaande sloten en is er i.v.m. de grote waterplantengroei extra onderhoud uitgevoerd in de watergangen. Daarnaast is het beleidsplan ter bescherming van bomen met bijzondere waarde ingevoerd. Door de kastanje-ziekte hebben we helaas weer een fors aantal kastanjes moeten rooien. De levensverwachting van de resterende kastanjes blijft zorgelijk. Spelen, reinigen en begraven De straatreiniging in Houten is in 2012 uitgevoerd zoals afgesproken met de Raad naar aanleiding van de laatste bezuinigingsronde. Om hier nog meer resultaat te boeken zijn in 2012 convenanten afgesloten met alle middelbare scholen en één basisschool. Onder andere hiervoor zijn wij uitgeroepen tot de ZwerfAfvalPak-gemeente van 2012 (dat betekent dat veel inwoners actief doen aan ‘Zwerf Afval Pakken”, ZAP-pen ). In 2012 zijn in Houten speeltoestellen grootschalig vervangen. Alle bestaande toestellen zijn ook minimaal driemaal geïnspecteerd waarbij zo nodig direct reparaties werden uitgevoerd. De nieuwe “verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en begraven op eigen terrein in de gemeente Houten“ is afgerond en is aan de raad aangeboden. In 2012 hebben minder begrafenissen plaatsgevonden dan geraamd. Hiervoor is geen speciale reden aan te geven. Ondergrondse Infrastructuur In 2012 zijn de volgende projecten die in het GRP 2010-2013 benoemd zijn in het operationele plan in uitvoering genomen. Het afkoppelen van verhard oppervlak van de gemengde riolering, is deels in 2012 uitgevoerd. Een verdere fasering is noodzakelijk door de uitgavestop in juni 2012. Het vervolg zal daarom alsnog in 2013 worden uitgevoerd. Het totaal aan kosten blijft binnen beschikbaar budget. De reparatie van het drainagesysteem Leebrug: fase 3 is door de uitgavenstop uitgesteld naar 2013. Het totaal aan kosten blijft binnen de beschikbaar budgetten. Het vervangen van de elektrisch mechanische installaties 2012: in verband met de aanschaf van het nieuwe telemetriesysteem is vervanging van de installaties uitgesteld naar 2013. Ook deze kosten blijven binnen het beschikbare budget. De verbetering van de doorstroming van de Geersloot: het werk is voorbereid in 2012, maar de uitvoering is doorgeschoven naar 2013 in verband met uitgavenstop in 2012. De kosten blijven binnen het beschikbare budget. Welzijns- en sportaccommodaties Het onderzoek “Professionalisering Vastgoedmanagement” is in volle gang en richt zich op de volgende aspecten: Het verbeteren van de eigen organisatie en het investeren in een beheer- en exploitatiesysteem Partiële uitbesteding van taken aan externe bureaus of woningbouwcorporatie(s). Het aangaan van samenwerking met andere gemeenten Het risicodragend uitbesteden aan een private partij van de privatisering c.q. het beheer en onderhoud Eén van de meest kansrijke varianten in dit onderzoek betreft de regionale samenwerking. In 2012 is een verkennend onderzoek uitgevoerd naar de regionale samenwerking tussen 10 gemeenten. De conclusie van dit verkennend onderzoek was dat regionale samenwerking een effectieve en efficiënte wijze is om tot professionalisering te komen. Zeven gemeenten zullen waarschijnlijk besluiten om het verkennend onderzoek uit te breiden naar het opstellen van een businessplan. Onderwijsaccommodaties In 2012 zijn we in samenwerking met de schoolbesturen gestart met het opstellen van een nieuw Integraal Huisvestingsplan Onderwijs Houten (IHP) voor de periode 2013-2022. Het IHP geeft een beeld van de onderwijshuisvestingsproblematiek in het primair, speciaal en voortgezet onderwijs en de relatie met de fluctuerende leerlingenaantallen. In het IHP zijn bovendien de meerjarenonderhoudsplanningen van de schoolgebouwen geactualiseerd en zijn de consequenties hiervan voor de voorziening groot onderhoud huisvesting onderwijs bepaald. Het meerjarenonderhoud omvat de schoolgebouwen van het primair en speciaal onderwijs en bestrijkt een periode van 10 jaar. Jaarstukken 2012
158
Het IHP zorgt voor: inzicht in de huidige en toekomstige positie van de onderwijsinstellingen (zowel kwalitatief als kwantitatief). signalering knelpunten op korte, middellange en lange termijn. formulering uitgangspunten voor huisvestings- en accommodatiebeleid. een toekomstscenario op basis van inventarisatie, knelpuntenanalyse en beleidsvoorkeuren. een toetsingskader voor de beoordeling van investeringsaanvragen voor onderwijs. huisvesting in het kader van de onderwijsverordening. financieel inzicht in de meerjarenontwikkeling van de huisvesting. Begin 2013 is het IHP t.a.v. onderhoud en groot onderhoud door de raad vastgesteld. Gemeentehuis, gemeentetorens, wijkposten, gemeentewerf, afval-scheidingstation, brandweerhuis/posten, fietstransferia Volgens planning zijn eind 2011 de geactualiseerde meerjarenonderhoudsplanningen voor alle gemeentelijke accommodaties door de gemeenteraad vastgesteld. Deze dienen als basis voor het jaarlijks uit te voeren groot onderhoud. Het volgens deze planning daadwerkelijk benodigde groot onderhoud is uitgevoerd. In het jaar 2012 zijn beide fietstransferia Centrum en Castellum (inclusief de commerciële ruimtes), het kringloopcentrum en het sociaal cultureel centrum De Wiese ook in beheer genomen en zijn hiervoor eveneens inmiddels meerjarenonderhoudsplanningen opgesteld. Kunstobject in het openbare gebied In 2012 heeft een stagiaire een aanzet gemaakt om het beheer en onderhoud van de openbare ruimte slimmer te organiseren. Daaruit zijn voorstellen gekomen hoe de taken op het gebied van beheer en onderhoud van kunstwerken zouden kunnen worden ondergebracht binnen de verschillende afdelingen. Tevens heeft deze stagiaire aangegeven dat het noodzakelijk is om een onderverdeling te maken in de kunstwerken op basis waarvan keuzes gemaakt kunnen worden bij de besteding van de budgetten. Deze onderverdeling heeft de stagiaire niet in 2012 kunnen afmaken en zal in 2014 worden opgesteld. Financieel kader kapitaalgoederen De mate van onderhoud bepaalt de kwaliteit en de levensduur van de kapitaalgoederen die per definitie een meerjarig nut kennen. Uiteraard blijft het uitgangspunt voor beheer en onderhoud overeind dat de technische veiligheid gewaarborgd moet blijven en dat kapitaalvernietiging wordt vermeden. Hoe dit zich de komende jaren ontwikkelt moet nog blijken. Voor het beheer/ regulier onderhoud in de openbare ruimte is in 2012 in totaal € 1.274.000 aan structurele ombuigingen gerealiseerd en circa € 528.000 aan incidentele maatregelen (uitgave stop 2012). Voor de onderwijs accomodaties is een bedrag aan ombuigingen van circa € 35.000 gerealiseerd in 2012 en voor de gemeentelijke gebouwen was dat in 2012 € 18.000.
Jaarstukken 2012
159
Paragraaf Financiering De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) geeft een kader voor het (financierings-) risicomanagement. Het betreft het raamwerk voor het financieringsbeleid. Dit is verder uitgewerkt in de gemeentelijke Regeling treasury. Deze regeling geeft een uiteenzetting van de kaders, waarbinnen het treasurybeleid van de gemeente Houten wordt vormgegeven en de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de treasuryfunctie worden beschreven. Rentevisie Voor de financieringsbehoefte (korte en lange termijn) is een visie op de renteontwikkeling onontbeerlijk. Daarom wordt gebruik gemaakt van diverse renteverwachtingen van kredietwaardige instellingen. Op basis daarvan wordt de gemeentelijke rentevisie geformuleerd. Ontwikkeling rente In de begroting 2012 werd de verwachting uitgesproken dat de korte rente zou uitkomen op 2,5% en de 10-jaars rente zich rond de 4,0% zou bewegen. Het verloop van de korte termijn rente (geldmarktrente) en de lange termijn rente (kapitaalmarktrente) liet de afgelopen twaalf maanden het volgende beeld zien. De 3-maands Euribor (Euro Interbank Offered Rate; het rentetarief voor leningen tussen de Europese banken) daalde van 1,4% eind 2011 naar 0,2% eind 2012. De 10-jaars staatsleningen, de maatstaf voor de kapitaalmarktrente, zakte in die periode van 2,2% naar 1,7%. De dalende trend komt voort uit het feit dat de Europese Centrale Bank (ECB) de herfinancieringsrente in die periode in drie stappen heeft verlaagd van 1,5% naar 0,75% met als doel het monetaire beleid verder te versoepelen. In 2012 is zoveel mogelijk met kasgeld gefinancierd aangezien het kasgeldtarief schommelde tussen de 0,02% en de 0,70%. In onderstaande grafiek zijn de renteontwikkelingen over de periode 2003 tot en met 2012 weergegeven.
Grafiek: Renteontwikkeling 2003-2012
De verwachting voor 2013 is dat de Europese Centrale Bank (ECB) in 2013 een ruim monetair beleid blijft voeren. De rentetarieven zullen vanwege de zwakke economische vooruitzichten nauwelijks oplopen. Jaarstukken 2012
160
Renterisicobeheer Voor het renterisico worden twee normen gehanteerd namelijk de renterisiconorm en de kasgeldlimiet. Er dient binnen deze normen geopereerd te worden. Renterisiconorm Het doel van de renterisiconorm is het beperken van de gevolgen van een stijgende kapitaalmarktrente op de rentelasten ingeval van herfinanciering en renteherziening van geldleningen. Dit wordt bereikt door een limiet te stellen aan dat deel van de vaste schuld waarover het rentepercentage in een bepaald jaar moet worden aangepast aan de op dat moment geldende markttarieven. Deze norm is op 20% van de lastenkant van de begroting gesteld. Bedragen x € 1.000
Omschrijving 1 1 2 3 3 4 5 6 7
2012
a Renteherziening op vaste schuld o/g b Renteherziening op vaste schuld u/g Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) a Nieuwe aangetrokken vaste schuld b Nieuwe verstrekte lange leningen Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) Betaalde aflossingen Herfinanciering (laagste van 4 en 5) Renterisico op vaste schuld (2+6)
8 9 10
Omvang lasten begroting 1/1 Het normpercentage Renterisiconorm (8*9)
11
Ruimte onder renterisiconorm Overschrijding renterisiconorm
0 0 0 5.000 0 5.000 2.556 2.556 2.556 112.102 20% 22.420 19.864
Afgezet tegen de risiconorm 2012 van € 22 miljoen, blijkt uit bovenstaand overzicht dat wij ruim binnen de norm zijn gebleven. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft de bovengrens aan van het bedrag aan kortlopende financieringsmiddelen, waarmee de gemeente de (kapitaal)uitgaven mag financieren (de zogenaamde vlottende schuld). Wet fido bepaalt dat indien drie achtereenvolgende kwartaalrapportages de kasgeldlimiet wordt overschreden, de toezichthouder daarvan op de hoogte wordt gesteld. In overleg met de toezichthouder kan door het bestuur eventueel een afwijkend percentage voor de kasgeldlimiet worden vastgesteld. Bij structurele overschrijding van de kasgeldlimiet moet in de financieringsbehoefte worden voorzien door het aantrekken van langlopende geldleningen. De kasgeldlimiet is afgeleid van de omvang van de begroting. Bedragen x € 1.000 Kasgeldlimiet Omvang begroting 2012 per 1/1
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 111.560
111.560
111.560
111.560
1. Toegestane kasgeldlimiet (8,5%)
9.483
9.483
9.483
9.483
2. Omvang vlottende korte schuld Opgenomen gelden < 1 jaar Schuld in rekening courant Gestorte gelden door derden Overige geldleningen (niet vast)
15.778
7.865
7.781
12.195
15.778
7.865
7.781
12.195
0 0
0 0
0 0
0 0
3. Vlottende middelen Contante gelden in kas Tegoeden in rekening-courant Overige uitstaande gelden (niet vast) 4. Totaal netto vlottende schuld
145 0 145 0 15.633
668 0 668 0 7.197
775 0 775 0 7.006
150 0 150 0 12.045
2.285
2.477
Ruimte Overschrijding
6.150
Jaarstukken 2012
2.562
161
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat wij in het eerste en het vierde kwartaal van 2012 de kasgeldlimiet van € 9,5 miljoen hebben overschreden. Dit had te maken met investeringen in de Kringloopwinkel, De Meerpaal, Schoolwoningen en het Grondbedrijf. In maart is ten behoeve van het Grondbedrijf een lening van € 5 miljoen afgesloten met een looptijd van één jaar waardoor we in het tweede en het derde kwartaal weer onder de kasgeldlimiet zaten. Wet fido bepaalt dat indien drie achtereenvolgende kwartaalrapportages de kasgeldlimiet wordt overschreden, de toezichthouder daarvan op de hoogte wordt gesteld. Bij structurele overschrijding van de kasgeldlimiet moet in de financieringsbehoefte worden voorzien door het aantrekken van langlopende geldleningen. Liquiditeitenplanning en financieringsbehoefte De vaste schulden bedragen eind 2012 ruim € 114 miljoen, waarvan € 60 miljoen ten behoeve van de Algemene Dienst, € 27 miljoen ten behoeve van het Grondbedrijf en ruim € 27 miljoen aan doorverstrekte leningen. In 2012 hebben wij, door de toenemende financieringsbehoefte en de daarmee samenhangende overschrijding op de kasgeldlimiet, een lening van € 5 miljoen afgesloten met een looptijd van één jaar. Deze lening is aangetrokken ten behoeve van het Grondbedrijf vanwege achterblijvende inkomsten door de economische recessie. De lening heeft een korte looptijd gezien het tijdelijke karakter van Grondexploitaties. Datum aantrekken
Omvang van de
Type
Jaar van
geldlening
geldlening
lening
(laatste) aflossing
Rente %
07-03-2012
€ 5.000.000
fix
07-03-2013
1,130
De komende jaren verwachten wij dat de financieringsbehoefte verder stijgt in het bijzonder veroorzaakt door verwachte investeringen in de Bogermanschool, de Multifunctionele accommodatie (MFA) in Houten Zuid en het Grondbedrijf. De financieringsbehoefte kan meerjarig niet gedekt worden binnen de bestaande kasgeldlimiet waardoor extra lang vreemd vermogen dient te worden aangetrokken. Daarnaast zal in 2013 € 29 miljoen aan aflossingen geherfinancierd moeten worden. Hiervan is € 27 miljoen voor het Grondbedrijf. De leningen voor het Grondbedrijf zijn in 2011 en 2012 afgesloten met een looptijd van één en twee jaar en zullen steeds met een dergelijke looptijd worden geherfinancierd totdat de grondverkopen weer aantrekken en herfinanciering voor het Grondbedrijf niet meer nodig zal zijn. Om een goede balans te krijgen in korte en lange financiering, hebben wij eind 2012 opdracht gegeven aan een onafhankelijk treasury-adviesbureau om advies uit te brengen over de herfinanciering van de aflossingen en de invulling van de meerjarige financieringsbehoefte. Dit onderzoek zal begin 2013 worden afgerond. EMU-saldo Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de overheid. Op grond van het bestuurlijk akkoord ‘beheersen EMU-saldo lokale overheid’ wordt kritisch gekeken naar de uitkomsten van het EMU-saldo van de lokale overheden en de kwaliteit van de informatievoorziening daarover. Het EMU-saldo van de totale overheid komt voor 2012 naar verwachting op -4,0% van het bruto binnenlands product te liggen. Dit is een verbetering ten opzichte van 2011, toen bedroeg het EMU-saldo -4,9%. Om de medeoverheden tegemoet te komen bij het treffen van eigen stimuleringsmaatregelen, hebben ze tijdelijk extra ruimte voor hun EMU-tekorten gekregen tot en met 2012. In 2013 moet het landelijk begrotingstekort teruggebracht zijn tot beneden de 3%. In onderstaande tabel wordt het EMU-saldo van Houten over 2012 berekend. De conclusie die daaruit kan worden getrokken is dat Houten over 2012 in negatieve zin heeft bijgedragen aan het EMU-saldo maar wel een verbetering laat zien ten opzichte van 2011. Het negatieve EMU-saldo wordt veroorzaakt door de ontwikkelingsfase waarin Houten zich bevindt en de verslechterde grondverkopen. Daarnaast worden investeringen bij het EMU-saldo in één keer opgevoerd volgens het kasstelsel terwijl wij binnen onze exploitatie jaarlijks afschrijven op investeringen.
Jaarstukken 2012
162
Jaarstukken 2012
163
Paragraaf Bedrijfsvoering De jaren 2012 en 2013 zijn belangrijke transitiejaren: in deze periode moet de omslag gemaakt worden naar een flexibele en efficiënte organisatie die met aanzienlijk minder middelen de noodzakelijke kwaliteit en kwantiteit kan leveren. In deze jaren moeten zowel de veranderende rol van de overheid (‘zorgen dat ’in plaats van ‘zorgen voor’), de taakverschuivingen binnen de overheid (‘taakmutaties’), als de ombuigingen worden gerealiseerd. Dit vergt een ander besturingsconcept, een andere inrichting van de organisatie en vooral een andere manier van werken (het Houtens Nieuwe Werken). In 2012 zijn belangrijke stappen gezet in dit traject. Hieronder gaan we hierop in. Beleid en strategie Bij het opstellen van het collegeprogramma 2010-2014 heeft het college, door middel van een van de vier speerpunten, de verantwoordelijkheid onderkend om zorg te dragen voor een financieel gezonde gemeente. In een tijd dat het economisch niet goed gaat en vele ontwikkelingen op ons afkomen vormt dit een extra uitdaging Naast de ontwikkelingen op het gebied van de ruimtelijke ontwikkelingen spelen ook de reeds in 2012 gestarte decentralisatie, en de verdere ombuigingen vanuit het rijk hierin een rol In dit kader is gedurende het afgelopen jaar gemonitord of de taakstelling vanuit de eerste en twee trance ombuigingen (totaal €9.2 mln in 2014) gerealiseerd worden. Op basis van de tot nu toe bekende gegevens wordt geprognoticeerd dat 99% van de taakstelling haalbaar is. De reden dat de volledige 100% niet gerealiseerd wordt, komt door oa de inzakkende woningmarkt. In het kader van de ruimtelijke agenda worden ruimtelijke vraagstukken in een brede context geanalyseerd, kijkend naar de financiële consequenties, de kwaliteitseisen en het gewenste programma voor Houten. Hiermee is het mogelijk beter grip te krijgen en te houden op ontwikkelingen op bv. de woning- en kantorenmarkt. Instrumenten worden ingezet om sturing te geven aan complexe projecten, zoals Castellum. Instrumenten als startersleningen en volkshuisvestingsfonds worden ingezet om woningbouw te stimuleren. Via een reguliere herijking van grondexploitatie is het instrument voorhanden voor verdere risicobeheersing. Concernplan Focus op Houten 2012-2014 In 2011 is het plan voor de ontwikkeling van de organisatie van Houten over de periode 2012-2014 door de directie vastgesteld. Het plan beoogt een stevige, solide en flexibele organisatie tot stand te brengen, die in staat is op een effectieve en efficiënte manier blijvend toegevoegde waarde te leveren aan een steeds veranderende omgeving. Dit is een traject dat zich afspeelt op drie domeinen, die onderling verbonden zijn: Van buiten naar binnen, Juiste persoon op de juiste plaats op het juiste moment en Basis op orde. Hieronder wordt nader ingegaan op de concrete acties in 2012. Ontwerp nieuwe organisatie Op het gebied van structuur en sturing zijn in 2012 verdere stappen gezet in de richting van 2014. In de tweede helft van 2012 zijn de ontwerptrajecten gestart voor de nieuwe organisatie. Vier kwartiermakers (voor de taakvelden Ruimte, Openbare ruimte, Samenleving en Dienstverlening) hebben een ontwerpopdracht gekregen. Daarnaast zijn er opdrachten voor de staf, informatie, projecten en vastgoed. Voor het ontwerp van de organisatie wordt gebruik gemaakt van het in 2011 ontwikkelde Denkmodel voor de inrichting van de organisatie en van de noties uit het Strategisch Leertraject Focussen, verbinden en communiceren. Vacature- en aannamebeleid In 2012 is het in 2011 vastgestelde vacature- en aannamebeleid voortgezet. Dit beleid is er met name op gericht de taakstelling ad € 1,5 miljoen op de formatie met ingang van 1 januari 2014 te realiseren. De periode daarvoor moet worden gebruikt om toe te groeien naar een situatie waarin werk, mensen en structuur op de doelen van de organisatie zijn afgestemd. Vacatures worden vanaf medio 2011 zoveel mogelijk intern opgelost. Bovendien zijn er regelingen vastgesteld voor oudere medewerkers en het stimuleren van deeltijd. Wij hebben voldoende maatregelen getroffen om de taakstelling van € 1,5 miljoen op 1 januari 2014 zeker te stellen. Het is nu van belang om de organisatie opnieuw in te richten vanuit het nieuwe ontwerp en de beschikbare menskracht. Inhuur Ook in 2012 is stevig ingezet op het verminderen van externe inhuur: meer doen met eigen mensen. Bij externe inhuur gaat het om het inzetten van externe krachten om werk te doen dat tot de eigen taken van de organisatie behoort, die onder leiding van het eigen management worden uitgevoerd en Jaarstukken 2012
164
waarvoor per arbeidsduur wordt betaald. Het vacature- en aannamebeleid en de flexibele inzet via Matchpoint (zie hieronder) zijn hier goede instrumenten voor gebleken. Slechts in uitzonderingssituaties – ter beoordeling van de directie – is gebruik gemaakt van externe inhuur. Er is in 2012 voor € 275.000 ingehuurd om frictie in de algemene dienst op te vangen (vacatures, ziekte, pieken in het werk); € 92.000 werd besteed aan inhuur, met name van deskundigheid, voor specifieke projecten. Via de grondexploitatie werd voor € 285.000 ingehuurd. Management In 2012 is het management intensief betrokken bij organisatieontwikkeling, zowel bij het ontwerp (structuur en sturing), bij de andere manier van werken (het Houtens Nieuwe Werken) als bij de ondersteunende structuren en systemen. Zo zijn vier afdelingshoofden bezig met het organisatieontwerp; andere afdelingshoofden zijn betrokken bij het ontwerpen van de staf, de informatiestructuur, vastgoed en projecten. Collegiaal management Via het concept van collegiaal management wordt de gezamenlijke verantwoordelijkheid genomen voor flexibele inzet van het personeel (via matchpoint). In het collegiaal management overleg (CMO) worden capaciteitsproblemen gedeeld en ideeën en oplossingen gezocht. Vaste agendapunten zijn verder organisatieontwikkeling, financiële situatie en HR21, een nieuw functiewaarderingssysteem: Functiewaardering In 2012 zijn de voorbereidingen gestart om over te gaan tot een nieuw generiek systeem van functiewaardering – HR21 – vrijwel afgerond. Er komen aanzienlijk minder (en meer algemene) functies. Een dergelijk systeem past beter bij een flexibele organisatie. Medewerkers De medewerkers zijn in 2012 meegenomen in het proces van organisatieontwikkeling en de stand van zaken van de ombuigingen door middel van personeelsbijeenkomsten, via het personeelsblad InHout en via intranet (Plaza). Matchpoint Medio 2011 is Matchpoint ingericht, waar intern vraag en aanbod gematcht kunnen worden. Matchpoint helpt bovendien medewerkers hun talenten beter te leren kennen, benutten en te ontwikkelen. Eind 2012 hebben zich ruim 160 medewerkers gemeld, die flexibel kunnen worden ingezet. Deze medewerkers hebben zich vrijwillig gemeld om veelal naast hun eigen functie andere werkzaamheden te verrichten om capaciteitsproblemen op te lossen, maar ook om nieuwe ervaringen op te doen ten behoeve van hun eigen ontwikkeling. Op deze manier groeien we toe naar een nieuwe organisatie, waarin het er niet zozeer om gaat een bepaalde functie vervullen als wel een bijdrage te leveren aan de opgave/doelen van Houten (het Houtens Nieuwe Werken). Medewerkers worden via Matchpoint ondersteund in het ontdekken en verder ontwikkelen van hun talenten, hun loopbaanwensen en in het zich eigen maken van de nodige kennis en vaardigheden (maatwerk). Flexwerken Medio 2012 is het pand Kant 3 leeggemaakt. Eind 2012 is het flexwerken voor alle medewerkers ingevoerd. Leertraject In 2011 en 2012 is het basis-leertraject ‘Focussen, verbinden en communiceren’ verder uitgerold in de organisatie. Er zijn inmiddels twee interne begeleiders; een derde begeleider is in opleiding. In 2012 is verder het strategische en integrale leertraject Van buiten naar binnen gestart. Dit is een belangrijk voertuig om te komen tot een nieuwe manier van werken. In het strategisch leertraject wordt met name gewerkt aan de ruimtelijke en de sociale agenda. Een ander onderdeel is het traject voor financiële bedrijfsvoeringadviseurs. Houten Academie In het voorjaar van 2012 is de Houten Academie van start gegaan. De doelstelling hiervan is het verhogen van het kennisniveau van de organisatie door het inzetten van eigen mensen. Dit gaat dus door onderlinge overdracht van (basis)kennis en ervaring tussen medewerkers van de gemeente Houten. De thema’s waren in 2012 “kwaliteit van college- en raadsvoorstellen’ en ‘grip op financiën’. Er werden 21 verschillende workshops gegeven door 23 interne trainers/docenten. Er hebben 380 medewerkers deelgenomen aan deze workshops.
Jaarstukken 2012
165
Processen Vanaf 2010 zijn er verschillende werkprocessen onderzocht en her ontworpen via de methode van LeanEnt. Dat gebeurde door teams van betrokken medewerkers onder externe begeleiding van het bureau LeanEnt. In 2012 hebben 10 medewerkers een speciale opleiding gevolgd; zij zijn inmiddels in staat om zelfstandig trajecten te begeleiden. Bij de opbouw van de organisatie moeten de belangrijkste werkprocessen worden geleand. Deze medewerkers zullen hierbij worden ingezet. Financiën In 2012 zijn grote stappen gezet in het opnieuw vorm geven van de financiële functie in onze organisatie. Een financiële functie die continu in beweging is om enerzijds de kwaliteit van de producten te verbeteren en anderzijds in te spelen op de veranderende informatiebehoefte. Ook een financiële functie waarbij taken en verantwoordelijkheden helder zijn. Het gaat hierbij om de taken van de afdelingen, de bedrijfsbureaus, maar ook van de centrale financiële functie en van directie en college. De financiële functie kan zo stevig gepositioneerd worden in een tijd waarin de financiële middelen steeds krapper worden. Vanuit college en directie wordt nadrukkelijk gestuurd op stringent budgetbeheer. In 2012 is een cyclus van maand-, kwartaal- en bestuursrapportages ingevoerd. Maandrapportages op directieniveau en kwartaal- en bestuursrapportages op respectievelijk college- en raadsniveau. Met de Audit en Rekeningcommissie (ARC) is gesproken over de mogelijkheden om de P&C-cyclus efficiënter en actueler te maken. Concreet heeft dat er toe geleid, dat er in oktober voor het eerst op proef een digitale presentatie van een bestuursrapportage heeft plaatsgevonden. Door het houden van een presentatie in plaats van het samenstellen van dikke boekwerken, kunnen door de kortere doorlooptijd de gegevens actueler zijn. Vanuit de raad is instemmend gereageerd op het voorstel om vanaf 2013 volledig over te gaan tot een bestuursrapportage in de vorm van een prestatie. Hoe de presentatie exact plaats gaat vinden en hoe formele besluitvorming wel wordt gegarandeerd, werken we in 2013 verder uit. Ook is met de ARC en met de Agendacommissie van de gemeenteraad afgesproken om vanaf 2013 te gaan werken me maandelijkse begrotingswijzigingen. Ook dit draagt bij aan actueler inzicht in de financiële situatie. Ook in 2012 is er weer veel informatie via circulaires van het Rijk over de gemeenten uitgestort. Door de slechte economische situatie en een nieuw kabinet, blijft er veel onzeker over de ontwikkelingen van met name het gemeentefonds. Informatie uit de circulaires wordt zo snel mogelijk geanalyseerd op effecten. Het college en raad worden daarna geïnformeerd over de effecten, waarna zo nodig nog bijgestuurd kan worden in het lopende jaar. Steeds vaker zien we dat we daarbij ook buiten reguliere P&C-producten moeten bijsturen op onze financiële positie. Dit vergt snel schakelen op basis van actuele informatie. Om meer grip te krijgen op de rijksfinanciën, komen er steeds nieuwe regelingen waarop onze financiële functie moet anticiperen. Zoals de wet Hof (Houdbare Overheidsfinanciën), verhoging BTW en structureel en reëel evenwicht. Dit betekent overigens niet dat er in tijden van financieel zwaar weer geen extra aandacht besteed moet worden aan een adequate budgetdiscipline. De provincie Utrecht houdt hier als toezichthouder strak aan vast, maar kijkt nu wel meer naar een structureel sluitende begroting. Incidentele tekorten mogen dan ook vooralsnog uit incidentele dekkingsmaatregelen worden afgedekt. Informatie In de begroting 2012 zijn diverse strategische prioriteiten geformuleerd met als doel om het informatiebeleid af te stemmen op de landelijke ontwikkelingen en op de lokale ontwikkelingen. Daarnaast zal de gemeentelijke infrastructuur zo ingericht moeten zijn dat de medewerkers een optimale ondersteuning krijgen van de ICT infrastructuur. Op basis van deze prioriteiten zijn onderstaande speerpunten benoemd, waarover nu de voortgang wordt gerapporteerd. De interne processen en systemen aansluiten op de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en het aansluiten van de gemeente op de Basisregistratie grootschalige Topografie (BGT). De aansluiting van de gemeentelijke systemen op de basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) vordert gestaag. In 2012 is de koppeling tussen de BAG en de Gemeentelijke BasisAdministratie (GBA) gerealiseerd. Voor de koppeling tussen de BAG en de Wet Onroerende zaken (WOZ) is eind 2012 een project gestart. Het interne BAG-proces wordt m.b.t. “Lean” opnieuw ontworpen.
Jaarstukken 2012
166
De invoering van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) wordt “voorgesorteerd” als onderdeel van het Project Vervanging Beheersystemen Openbare Werken, waarin diverse voorbereidende activiteiten worden opgepakt. In 2012 is overleg geweest met Utrecht, Nieuwegein en Vianen voor regionale samenwerking bij de opbouw en het beheer van de BGT. Voor het Samenwerkingsverband van Bronhouders (SVB) voor de BGT moest eind 2012 een transitieplan gemaakt worden om van de huidige Grootschalige Basiskaart Nederland naar de BGT te komen. Er is nog veel onduidelijkheid vanuit het Rijk, de planning is daarom aangepast. Het presenteren van geo-informatie op de website en het koppelen aan bestaande producten en diensten. Ten behoeve van het presenteren van geo-informatie op de website en het koppelen aan bestaande producten en diensten, is medio 2011 besloten om ontwikkelingen van de midoffice te volgen en het niet als afzonderlijk project op te pakken. In 2012 is een procedure gestart voor vervanging van de GIS-omgeving, waarbij tevens een eerste voorziening voor het weergeven van geo-informatie via de midoffice wordt aangeschaft. Ontwikkelen van zaakgericht werken en digitale afhandeling van dossiers en stukken, zodat medewerkers plaats en tijd onafhankelijk beschikken over de juiste informatie waardoor burgers en bedrijven optimaal geïnformeerd worden over de voortgang. In 2012 is besloten dat de invoering van zaakgericht werken en de implementatie van een zaaksysteem (midoffice), het belangrijkste instrument daarin, samen wordt opgepakt met de gemeenten Nieuwegein en Zeist. Er is een keuze gemaakt voor een leverancier voor het zaaksysteem en de aanschaf zal begin 2013 plaatsvinden. Een plan van aanpak hiervoor is in voorbereiding. Het voormalige Bestuurlijke Informatiesysteem is in 2012 vervangen door een in eigen beheer ontwikkelde open source oplossing, die dezelfde functionaliteiten voor in- en externe raadplegers biedt tegen lagere kosten. Er wordt een businesscase opgesteld om te onderzoeken wat de kosten en baten zijn van het volledig digitaliseren van de bestaande en nieuwe bouwdossiers. Zo kunnen in- en externe afnemers in de nabije toekomst over de digitale versies van hun vergunningaanvragen en behandeling beschikken. Het ver(der) gaand digitaliseren van inkomende en uitgaande poststromen, inclusief voortgangsbewaking. In 2012 is voor een groot aantal afdelingen (OW, POW, RBL, P&O-vacatures, Cluster JZ, delen Welzijn, delen SZ) de “fysieke” poststroom vervangen door digitale. Het aantal postrondes is sterk verminderd. De overige afdelingen volgen begin 2013. Verder heeft de gemeentebrede introductie van Het Nieuwe Werken er voor gezorgd dat afdelingen hun werkarchieven hebben geschoond en overgedragen aan het Archief. De geplande activiteit om het ambtelijk vastgestelde informatiebeleid te herijken is niet uitgevoerd omdat het - in afwachting van de herinrichting van de organisatie en het opnieuw vormgeven van de informatiefunctie - voldoende actueel en bruikbaar is. In de herfst van 2012 heeft de nieuwe regionale sociale dienst i.o. (WIL) besloten dat de gemeente Houten de ICT-voorzieningen mag leveren. Er wordt hard gewerkt aan het maken van afspraken, het uitbreiden van de daartoe benodigde (gescheiden) ICT-infrastructuur en glasvezelverbindingen. Tenslotte wordt bijgedragen aan het programma Basis op orde, waarvoor gewerkt wordt aan de introductie van de midoffice (zaaksysteem) en het gemeentebrede gegevensbeheer. Eind 2012 bleek dat ruim 95% van onze gegevenskoppelingen functioneel zijn. Personeelslasten algemene dienst (inclusief inhuur derden) De inspanningen om de inhuur terug te dringen hebben ook in 2012 een groot effect gehad. Na de daling in 2010 met € 1,6 miljoen, is in 2011 en 2012 deze lijn doorgezet. In 2011 is ten opzichte van 2010 een daling van € 1,8 miljoen op de inhuur gerealiseerd en waren de inhuurkosten minimaal. In 2012 is deze trend doorgezet. De komende periode zal worden ingezet op reductie van de formatie om de ombuigingen vanaf 2014 te kunnen realiseren. De eerste gevolgen hiervan zijn al merkbaar. Vacatures worden niet ingevuld en de stimuleringsmaatregelen geven de eerste resultaten. Gevolg is wel dat de capaciteit binnen de organisatie beperkter is. Door middel van interne mobiliteit en regionale samenwerking worden capaciteitsproblemen opgelost. Het is echter niet uit te sluiten dat incidenteel besloten zal moeten worden tot inhuur daar waar dat niet anders kan. Dit is in veel gevallen voordeliger dan een tijdelijk dienstverband aanbieden, omdat daar ook aanspraken op een uitkering uit voort kunnen komen. Jaarstukken 2012
167
Meer doen met eigen mensen In 2010 waren al diverse maatregelen genomen om de inhuurkosten te beperken. Deze hebben ook in 2012 weer effect gehad. De belangrijkste zijn: langdurig ingehuurde medewerkers zijn in dienst genomen; procedures voor inhuur zijn aangescherpt; contractbeheer is aangescherpt; zowel inhuur onder schaal 9 als boven salarisschaal 9 is aanbesteed; leidinggevenden worden begeleid bij het zoeken naar alternatieven. In 2012 zijn interne capaciteitsvragen vooral via Matchpoint opgelost. Medewerkers vervullen tijdelijk andere taken binnen de organisatie. De organisatie is bij het streven naar minder inhuur natuurlijk afhankelijk van diverse omstandigheden zoals verloop, incidenten, beleidskeuzes en arbeidsmarkt. Inhuur derden Onderscheiden worden drie categorieën voor de inhuur van externe krachten. a. Vinex en andere ruimtelijke projecten. De financiering vindt plaats uit de grondexploitatie en speciaal ter beschikking gestelde kredieten. b. Incidentele taken/projecten, die eenmalige specifieke deskundigheid vragen, zoals ICT, WABO, WMO. Financiering vindt plaats uit speciaal daarvoor ter beschikking gestelde budgetten. c. Frictie in de reguliere bezetting. Financiering vindt plaats uit salarisbudget of daarvoor aanvullend beschikbaar gestelde budgetten. De verantwoording per categorie is opgenomen in tabel bij de meerjarige inhuurkosten. Kosten inhuur derden meerjarig In onderstaand overzicht zijn de kosten voor inhuur van derden voor de jaren 2009 tot en met 2012 opgenomen. De inhuur voor de grondexploitatie is niet opgenomen binnen de algemene dienst en de bedragen hiervan komen slechts voor een totaaloverzicht voor in onderstaand overzicht. Omdat de dekking van deze kosten plaatsvindt vanuit de grondexploitatie en speciaal ter beschikking gestelde kredieten blijven deze in de rest van deze analyse buiten beschouwing. Bedragen x € 1
Omschrijving Grondexploitatie Specifieke projecten algemene dienst Frictie algemene dienst Totaal
Jaarrekening 2009 518.669
Jaarrekening 2010 312.385
Jaarrekening 2011 243.351
Jaarrekening 2012 285.739
239.334
390.218
378.846
92.075
3.550.265 7.528.462
2.067.481 5.899.692
255.528 877.725
275.446 653.260
De kosten voor inhuur op specifieke projecten zijn in 2012 gedaald ten opzichte van voorgaande jaren. Dit zijn incidentele activiteiten waar de gemeente over het algemeen geen capaciteit voor heeft. Incidentele activiteiten worden zo min mogelijk gefinancierd vanuit de salarisbegroting. Deze is primair bedoeld om de vaste activiteiten van de gemeente te kunnen uitvoeren. Resultaat De totale uitgaven om frictie in de algemene dienst op te vangen zijn in 2011 fors gedaald. Ook in 2012 is dit zo gebleven waardoor er een positief resultaat is gehaald op de salarisbegroting. Salarislasten De onderuitputting op de salarissen is de ruimte tussen de begrote salariskosten en de werkelijke uitgaven. Deze onderuitputting kan ontstaan door vacatureruimte die niet direct worden ingevuld of door een verschil tussen de begrote salariskosten en de werkelijke kosten. De onderuitputting wordt ingezet als dekking van de uitgaven voor inhuur van derden ten behoeve van activiteiten die tot de vaste taken van de organisatie behoren (frictie). Tot en met 2011 werd er begroot op 2 periodieken van de maximum in de schaal. De hogere kosten van medewerkers die op het maximum van de schaal zitten werden voorheen gecompenseerd door de lagere kosten van medewerkers die net in dienst zijn of door de vacatureruimte. Door actief wervingsbeleid en door de economische situatie is het verloop laag en worden vacatures snel vervuld. Een voordeel hiervan is dat de inhuur daalt. Een Jaarstukken 2012
168
nadeel is echter dat de ruimte in het salarisbudget afneemt. Medewerkers die langer op functie zitten worden hoger in de functieschaal betaald. In 2011 heeft hier een analyse op plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze analyse heeft de raad besloten om vanaf 2012 op 1 periodiek onder de maximum van de salarisschaal te begroten. Hierdoor is er vanaf 2012 meer budget beschikbaar om de salarissen te kunnen betalen en frictie op te vangen. Het verloop is nog steeds minimaal hierdoor zijn ook de salarislasten weer gestegen immers meer mensen zitten in het maximum van de schaal. Daarbij komt dat vrij budget wordt ingezet voor het flankerend beleid in het kader van de ombuigingen. Op termijn is het wenselijk te begroten op het maximum van de functieschaal. Het risico op overschrijdingen wordt hiermee sterk teruggebracht. De cijfers Het resultaat op de personeelslasten binnen de algemene dienst bedraagt € 176.509. Dit resultaat is vooral bereikt door een strakke centrale sturing op de budgetten. In onderstaande tabel is een onderbouwing opgenomen van het totaalsaldo van de salarisbegroting 2012. Bedragen x € 1
Begroting 2012 20.792.223
Omschrijving
Salarissen Vergoedingen UWVgelden niet ingezet en gedetacheerd personeel Inhuur 227.540 Af: afdeling Projectontwikkeling* -1.541.868 Resultaat algemene dienst 19.477.895 * Dit bedrag wordt via de producten doorbelast aan de grondexploitatie.
Jaarstukken 2012
Werkelijk Resultaat 2012 20.571.966 220.257 -140.769
140.769
275.446 -1.405.257 19.301.386
-47.906 -136.611 176.509
169
Paragraaf Verbonden partijen Deze paragraaf gaat over verbonden partijen. De gemeente kan in principe zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. Dit kan bijvoorbeeld door uitvoering in eigen hand of de uitvoering met een aantal andere gemeenten of partijen gezamenlijk in o.a. Gemeenschappelijke regelingen. Dit zijn partijen waarmee de gemeente een bestuurlijke relatie heeft én waarin zij een financieel belang heeft (art. 1 BBV). Het gaat dus om derde partijen, waarin de gemeente zeggenschap heeft door vertegenwoordiging in het bestuur en/of stemrecht en waaraan voor de gemeente een financieel risico is verbonden, als die partij failliet gaat of haar verplichtingen niet nakomt. Het ontstaan van verbonden partijen komt altijd voort uit het publieke belang. Het is voor de raad van belang dat de relatie tussen de verbonden partij en het publieke belang, zoals weergegeven in de programma’s, op hoofdlijnen wordt aangegeven. Daaruit moet blijken dat de doelstellingen van de verbonden partijen nog steeds corresponderen met die van de gemeente en dat de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd worden of kunnen worden. Daarbij hoort ook het inzichtelijk maken en houden van het budgettaire beslag en de financiële risico’s voor de gemeente die voortvloeien uit de participatie met de verbonden partij. Het beleid is gericht op een volledige en tijdige informatievoorziening en beheersing met betrekking tot de beleidsmatige en financiële ontwikkelingen bij verbonden partijen. Deze paragraaf geeft inzicht in: De visie op verbonden partijen, in relatie tot de doelstellingen van de gemeente Houten; De ontwikkelingen en beleidsvoornemens over de verbonden partij; Het bestuurlijk en financieel belang in de verbonden partij. De aan de gemeente Houten verbonden partijen zijn te onderscheiden in drie hoofdvormen: Gemeenschappelijke regelingen Vennootschap (BV, NV) Overige samenwerkingsverbanden
Jaarstukken 2012
170
Gemeenschappelijke Regelingen GGD Midden-Nederland (GGD MN) Vestigingsplaats Zeist Doel De GGD MN is belast met de uitvoering van de wettelijke taken op het terrein van de openbare gezondheidszorg voor 25 gemeenten in Midden Nederland. De zorg is gebaseerd op de Wet publieke gezondheid. De belangrijkste taak is het voorkomen van ziekten en bevorderen van gezond gedrag en een gezonde leefomgeving. De GGD MN voert taken uit op het gebied van epidemiologie (verwerven van inzicht in de gezondheidssituatie), gezondheidsbevordering, medische milieukunde, technische hygiënezorg, infectieziektebestrijding en jeugdgezondheidszorg (o.a. het rijksvaccinatieprogramma). Daarnaast wordt de GGD MN ingeschakeld voor controle van de kindercentra in verband met de handhavingstaak van de gemeente. Programma Vitaal Deelnemende partijen 25 Gemeenten: Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, De Ronde Venen, Soest, Stichtse Vecht, Veenendaal, Vianen, Wijk bij Duurstede, Woerden, Woudenberg, IJsselstein, Utrechtse Heuvelrug en Zeist. Openbaar belang dat In de begroting is er een relatie met de Wet maatschappelijke ondersteuwordt behartigd ning (Wmo), als onderdeel van het programma Vitaal. De Wmo heeft 9 prestatievelden benoemd. Naast de algemene gezondheidszorg: Prestatieveld 5: deelname aan de maatschappij door mensen met beperkingen. Prestatieveld 6: voorzieningen voor mensen met een chronische, psychische of psychosociale beperking. Prestatieveld 8: bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg. Prestatieveld 9: bevorderen van verslavingsbeleid. Om op goede wijze aan deze taken invulling te geven houdt de GGD een Gezondheidsatlas bij. In deze monitor wordt inzicht gegeven in de lokale situatie mede ten opzichte van de regio en van voorgaande jaren. De gegevens van deze monitor kunnen bepalend zijn voor de wijze waarop invulling wordt gegeven aan genoemde prestatievelden. De Gezondheidsatlas is te vinden op www.ggdatlas.nl. Ontwikkelingen De bezuinigingsnoodzaak bij gemeenten en de discussie hierover is in 2012 afgerond. Door het afstoten van een aantal taken en het doorvoeren van een efficiencyslag, kan vanaf 2013 een bezuiniging van 5% gerealiseerd worden. Met deze bezuiniging worden de wettelijke taken gerealiseerd, maar wel op een minimaal niveau. De stelselwijziging jeugdzorg is een belangrijke ontwikkeling voor de gemeente en betekent een herbezinning op de rol en de positie van de jeugdgezondheidszorg (JGZ). Daarnaast zijn er ontwikkelingen met betrekking tot de organisatie van JGZ actueel. Hiervoor is in 2011 een start gemaakt met een ‘scenario discussie’ met betrekking tot de JGZ. In 2012 is hier verdere uitwerking aan gegeven, maar is nog geen definitieve vorm gekozen voor het vervolg. Naar verwachting zal dit in 2013 wel het geval zijn. Beleidsverantwoording De rol en positie van de ‘nieuwe’ GGD MN zijn in GR verband besproken. 2012 De uitkomst van deze heroriëntatie is verwoord in de opzet van het ‘GGD Huis’ en heeft een plek gekregen in de begroting voor 2013. Bestuurlijk belang De gemeente Houten is vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur met 1 zetel en 3 stemmen. Deze wordt ingevuld door de portefeuillehouder Welzijn. De gemeente Houten is vertegenwoordigd in het Dagelijks Bestuur van de GGD. Deze wordt eveneens ingevuld door de portefeuillehouder Welzijn. Financieel belang De gemeente Houten draagt bij in de kosten van de GGD Midden Nederland op basis van een bedrag per inwoner. Het bedrag per inwoner is bepaald op basis van de door het algemeen bestuur vastgestelde meerjarenraming. Gelet op de groei van het aantal inwoners van Houten betekent dit een jaarlijkse toename van de bijdrage.
Jaarstukken 2012
171
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2011 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2011 Financieel resultaat 2011 vóór bestemming Verwacht financieel resultaat 2012 en 2013 vóór bestemming Risico’s Overige relevante gegevens
In 2012 bedroeg de Houtense bijdrage aan de GGD Midden Nederland: Inwonersbijdrage: € 594.201 (48.309 inwoners á € 12,30) Inspecties kinderopvang: € 80.645,50 Door de organisatieveranderingen en bezuinigingstaakstelling die in 2012 bij GGD MN zijn ingezet was in 2012 nog niet duidelijk welke consequenties dit zou hebben voor de afname van keuzetaken. In 2013 volgt hierover in Lekstroomverband en lokaal verder overleg over. Begin boekjaar: € 4.064.485 Einde boekjaar: € 3.281.058 Begin boekjaar: € 10.030.278 Einde boekjaar: € 10.211.222 € 738.427 2012: € 0 2013: € 0
Bestuur Regio Utrecht (BRU) Vestigingsplaats Utrecht Doel Het BRU behartigt de belangen met een regionaal karakter, met als doel een evenwichtige ontwikkeling in het gebied te bevorderen. De belangrijkste taken van het BRU zijn: Vaststellen en uitvoeren van het Regionaal structuurplan (RSP). Vaststellen en uitvoeren van het Regionaal verkeers- en vervoerplan. Vaststellen van de Huisvestingsverordening. Vaststellen van een woningbouwprogramma. Beheren van het Budget gebundelde doeluitkering (volgens de Wet infrastructuurfonds). Verlenen van een vergunning voor lokaal en interlokaal openbaar vervoer en het vaststellen van de dienstregelingen. Vaststellen van een regionaal-economische ontwikkelingsstrategie. Vaststellen van bedrijfsterreinen, kantoorlocaties en detailhandelsvoorzieningen die van regionaal belang zijn. Bevorderen van regionaal-economisch onderzoek. Vaststellen van de hoofdlijnen van een regionaal promotie- en acquisitiebeleid, gericht op bedrijfsvestiging en toerisme. Programma Duurzaam, Bereikbaar Deelnemende partijen De gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein, Nieuwegein, Stichtse Vecht , Utrecht, Vianen en Zeist Openbaar belang dat Houten wil graag samenwerken met andere gemeenten, maar opteert niet wordt behartigd voor eenzijdige oriëntatie. Houten richt de samenwerking niet eenzijdig op één partner maar zoekt samenwerking binnen allerlei verbanden indien de doelstellingen van de gemeenten daarmee gediend zijn. Voor de samenwerking met betrekking tot het BRU geldt dat Houten door zijn ligging gebonden is aan regionale samenwerking met gemeenten rondom de stad Utrecht, inclusief de stad zelf. Onder meer het RSP, het regionale verkeersen vervoersplan en de voorstellen rondom woonruimteverdeling tonen aan dat Houten verbonden is aan de grootstedelijke taken van het BRU. De BRU richt zich de afgelopen jaren steeds meer op communicatie en betrokkenheid van gemeenten en de raden bij belangrijke beleidsontwikkelingen. Dit past bij een BRU van en voor gemeenten. Ontwikkelingen De opheffing van de WGR+ als zodanig is nog steeds aangekondigd. Echter de termijn waarop dat zal worden geeffectueerd is nog steeds onduidelijk. De aanvankelijke gestelde datum van 1/1/2013 is niet gehandhaafd. Een nieuwe datum is niet gesteld. Daarmee is nog steeds onduidelijk hoe de activiteiten
Jaarstukken 2012
172
Beleidsverantwoording 2012
Bestuurlijk belang Financieel belang
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2011 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2011 Financieel resultaat 2011 vóór bestemming Verwacht financieel resultaat 2012 en 2013 vóór bestemming Risico’s
Overige relevante gegevens
van het BRU in de nabije toekomst zullen worden voortgezet. In U10 verband (9 BRU gemeenten + Woerden) zijn we met elkaar in gesprek om de regionale samenwerking vorm te geven. Vooralsnog heeft één en ander nog geen gevolgen voor de gemeentelijke bijdrage aan het BRU. Hoewel de naderende opheffing in het beleidsvoornemen van het BRU doorklinkt is er in 2012 wel uitvoering geven aan de lopende zaken. Ook zijn er nieuwe projecten in voorbereiding, met name infrastructurele projecten, omdat deze opgepakt moeten worden. Indien het BRU wordt opgeheven gaan deze projecten over naar de nieuwe uitvoeringsorganisatie. De gemeente Houten heeft drie leden in het Algemeen Bestuur waarvan één lid ook lid is van het Dagelijks Bestuur. De bijdrage aan de BRU voor de gemeenten is op basis van de berekening van de Regiobijdrage. Deze regiobijdrage is voor 2012 vastgesteld op € 3,37 per inwoner. Bij de berekening van de regiobijdrage voor de gemeente Houten wordt gerekend met het inwoneraantal van 47.622. De totale bijdrage van Houten in 2012 bedraagt dan ook € 160.486. Begin boekjaar: € 12.403.520 Einde boekjaar: € 14.292.665 Begin boekjaar: € 392.325.024 Einde boekjaar: € 346.206.859 Leningen begin boekjaar 2011: € 14.333.826 Leningen eind boekjaar 2011: € 7.069.766 € 1.889.000 2012: € 448.000 2013: € 341.000 Het resultaat wordt mede behaald door het blijvend doorvoeren van tal van besparingen. Aan de andere kant zijn er echter kosten waar weinig invloed op kan worden uitgeoefend en die dus achteraf hoger uit kunnen vallen. Ook de ontmanteling van het BRU als organisatie kan meerkosten met zich mee brengen. Een groot deel van de inkomsten van het BRU zijn afkomstig uit bijdragen van het Rijk. Bezuinigingen uit die bijdragen leiden tot minder beschikbare middelen waar wel vaste kosten tegenover staan.
Afvalverwijdering Utrecht (AVU) Vestigingsplaats Soest Doel De AVU werkt samen met en in opdracht van de provincie Utrecht en de Utrechtse gemeenten aan de verbetering van het milieu met betrekking tot afval. Daarbij wordt gestreefd naar het bereiken van een zo gunstig mogelijk effect, tegen zo laag mogelijke kosten. Namens de gemeenten zorgt de AVU voor de regie van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval (dus geen afval van bedrijven). De AVU doet dit door de organisatie en de regeling van transport, overslag, bewerking en verwerking van het afval. Programma Duurzaam Deelnemende partijen De gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, IJsselstein, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, Wijk bij Duurstede, Woerden, Woudenberg, Zeist en de provincie Utrecht. Openbaar belang dat De AVU bundelt de deskundigheid van de aangesloten gemeenten en de wordt behartigd provincie, waardoor er voor beleid en uitvoering een platform met veel (plaatselijke) kennis beschikbaar is. Door inzameling en verwerking van huishoudelijk afval gezamenlijk aan te besteden worden dankzij grotere hoeveelheden in de regel gunstige tarieven verkregen. De AVU werkt ten dienste van gemeenten en de provincie.
Jaarstukken 2012
173
Ontwikkelingen
Beleidsverantwoording 2012
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2011 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2011 Financieel resultaat 2011 vóór bestemming Verwacht financieel resultaat 2012 en 2013 vóór bestemming Risico’s Overige relevante gegevens
De AVU adviseert de aangesloten Utrechtse gemeenten onder andere over gescheiden afvalinzameling en -verwerking. Daarnaast worden (Europese) aanbestedingen uitgevoerd zoals aanbestedingen voor de overslag en verwerking van GFT en restafval, voor de inzameling van huishoudelijk afval, voor sorteeranalyses en voor inzameling en verwerking van glas en papier. Omdat de belangrijkste afvalcontracten (inzameling en verwerking) een lange looptijd hebben, stonden er voor 2012 geen grote (aanbestedings)projecten op stapel. In 2012 is wel het overlaadstation Ede ten behoeve van de regio Veenendaal gerealiseerd en in gebruik genomen door de NV Afvaloverslag. Het algemeen bestuur bestaat uit twee leden, te benoemen door provinciale staten, twee leden uit de gemeente Utrecht, te benoemen door de gemeenteraad en één deelnemer per overige gemeente. De portefeuillehouder Duurzaamheid is namens de gemeente lid van het algemeen bestuur. De bijdragen van de gemeenten worden hoofdzakelijk bepaald door het aantal ton afval dat via de AVU (contracten) wordt aangeboden bij de verwerkers. De bijdrage voor 2012 was geraamd op € 783.763,- en is voldaan op basis van voorschotnota’s. De definitieve afrekening over 2012 vindt plaats in het voorjaar 2013 op basis van de daadwerkelijk afgevoerde hoeveelheden afval. Begin boekjaar: € 0 Einde boekjaar: € 0 Begin boekjaar: € 10.626.670 Einde boekjaar: € 9.292.296 € 0 (vóór en ná bestemming). Omdat de verwerkingskosten van het door Houten aangeboden afval in 2011 iets lager waren dan begroot, heeft de gemeente in 2012 € 4.489 restitutie gekregen. 2012: € 0 2013: € 0 De AVU heeft zelf geen financiële reserves om eventuele tegenvallers op te vangen. De deelnemende gemeenten vinden dat deze verantwoordelijkheid bij de gemeenten zelf ligt. Zij willen hiervoor geen reserves bij de AVU. Geen
Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) Vestigingsplaats Bunnik Doel Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) adviseert over de zorg voor de instandhouding en bevordering van het bouwkundig schoon, de welstandszorg, het landschaps- en stedenschoon waaronder de monumentenzorg, evenals de zorg voor de ruimtelijke kwaliteit. Programma Duurzaam Deelnemende partijen De gemeenten: Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist. Openbaar belang dat Het belang is direct het doel, dat onze (openbare) ruimte van goede kwaliwordt behartigd teit blijft en mogelijk verbeterd wordt. Ontwikkelingen Bij de welstandstoets is het actuele wettelijk kader van belang. Binnen dat kader heeft de raad in het kader van deregulering besloten de preventieve welstandstoets te laten vervallen en toetsing te beperken tot excessen en toetsing van plannen in de ontwikkelingsfase. Door vergaande landelijke vergunningsvrije regelgeving zal WMMN minder grip hebben op de ruimtelijke kwaliteit. Als gevolg hiervan wordt een toekomstvisie opgesteld. Beleidsverantwoording Bij vaststelling van de nota deregulering heeft de raad ingestemd om alleen 2012 de excessen aan WMMN voor te leggen. Bestuurlijk belang De gemeente wordt in het bestuur vertegenwoordigd door één lid. Daartoe is de portefeuillehouder M. van Liere aangewezen.
Jaarstukken 2012
174
Financieel belang Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2011 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2011 Financieel resultaat 2011 vóór bestemming Verwacht financieel resultaat 2012 en 2013 vóór bestemming Risico’s Overige relevante gegevens
De verrekening van de kosten vindt plaats op basis van het aantal ingediende adviezen. Begin boekjaar: € 565.058 Einde boekjaar: € 526.562 Begin boekjaar: € 341.172 Einde boekjaar: € 334.510 negatief € 38.405 2012: - € 55.401 2013: € 2.170 Het geschil zoals in de begroting 2013 is aangegeven is, in goed overleg en harmonie, opgelost. -
Recreatieschap De Stichtse Groenlanden Vestigingsplaats Utrecht Doel Het recreatieschap Stichtse Groenlanden is verantwoordelijk voor ontwikkeling, beheer en onderhoud van diverse dagrecreatieterreinen en recreatieve routestructuren ( wandelen, fietsen en paardrijden). Programma Duurzaam Deelnemende partijen Gemeenten Houten, Utrecht, Lopik, De Bilt, Nieuwegein, Woerden, IJsselstein, Stichtse Vecht en de provincie Utrecht. Openbaar belang dat Het toegankelijk maken en houden van aantrekkelijke recreatieve voorziewordt behartigd ningen voor de eigen inwoners en bezoekers van de regio. Ontwikkelingen De inrichting van het gebied Heemstede-Noord (onderdeel Laagraven) is nog steeds in voorbereiding. Een ondernemer is al in 2011 geselecteerd, maar het opstarten van de volgende fase is in afwachting van besluitvorming over doorlevering van de grond. Gestart is met het traject dat moet leiden tot het verbeteren van bestaande terreinen en de inrichting van een nieuw terrein in een boomgaard in 't Tull en ’t Waal. De aanleg van de nieuwe recreatieplas ’t Waal is bijna gereed (opening eind 2013). Beleidsverantwoording Provinciebreed is gewerkt aan het traject “Toekomst van de recrea2012 tie)schappen”. Dit traject heeft geresulteerd in een provinciale recreatievisie, inzicht in alternatieve financieringsconstructies en moet onder andere leiden tot een verbetering van de huidige structuur van de vier recreatieschappen in de provincie. Bestuurlijk belang De gemeente Houten heeft twee leden in het Algemeen Bestuur en één lid in het Dagelijks Bestuur. Financieel belang Het recreatieschap wordt gefinancierd door middel van gemeentelijke bijdragen per inwoner en een provinciale bijdrage. In 2012 was de bijdrage per inwoner € 3,30 (ongewijzigd). Eigen vermogen begin Begin boekjaar: € 3.290.263 en einde boekjaar Einde boekjaar: € 5.754.369 2011 Vreemd vermogen Begin boekjaar: € 3.292.996 begin en einde boekEinde boekjaar: € 2.967.869 jaar 2011 Financieel resultaat € 55.800 2011 vóór bestemming Verwacht financieel 2012: € 346.600 resultaat 2012 en 2013 2013: € 349.900 vóór bestemming Risico’s Niet van toepassing Overige relevante Niet van toepassing gegevens
Jaarstukken 2012
175
Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Vestigingsplaats Utrecht Doel Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio’s in werking getreden. De wet veiligheidsregio’s beoogt een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke regie. De wet bepaalt dat veiligheidsregio’s als gemeenschappelijke regeling moeten worden vormgegeven op de schaal van de politieregio’s. Met de realisatie van de Wet veiligheidsregio’s is het fundament gelegd voor de organisatie van rampenbestrijding en crisisbeheersing met het beoogde doel: de burgers beter te beschermen tegen risico’s. De gemeentebesturen zijn primair verantwoordelijk voor de organisatie van rampenbestrijding en crisisbeheersing. De VRU fungeert als samenwerkingsverband van en voor de gemeenten. Voor de uitvoering van haar wettelijke taken dient de VRU, als onderdeel van een cyclisch proces iedere vier jaar de volgende documenten vast te stellen: Regionaal risicoprofiel: bevat een analyse van de risicovolle situaties en daarvan afgeleid de belangrijkste soorten branden, rampen en crises in de regio. Het regionaal risicoprofiel is afgestemd met de risicoprofielen van de buurregio’s en de netwerkpartners. Het risicoprofiel vormt de grondslag voor het beleidsplan. Beleidsplan: vormt het (strategisch) beleidskader voor de meerjarige beleidsperiode. In dit plan is richting gegeven aan de ambities van de VRU op het terrein van risicobeheersing, crisisbeheersing en brandweerzorg. Een regionaal crisisplan: het crisisplan is in de plaats gekomen van de gemeentelijke rampenplannen. Het crisisplan beschrijft de algemene organisatie van rampenbestrijding en crisisbeheersing in de veiligheidsregio. In het crisisplan zijn de taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden en afspraken over de randvoorwaarden, melding en alarmering, opschaling, gezag en informatievoorziening opgenomen. Programma Veilig Deelnemende partijen De 26 Utrechtse gemeenten: Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist Openbaar belang dat Houten wil, door middel van haar inspanningen op het terrein van de crisiswordt behartigd beheersing, (zoveel mogelijk) grootschalige incidenten en crises voorkomen. Daarnaast streeft zij naar een adequaat voorbereide crisisbeheersingsorganisatie, die in staat is ten tijde van crisis snel en effectief hulp te bieden, waardoor de gevolgen beperkt zullen blijven. De realisatie van deze doelstellingen vraagt naast lokale inspanning ook om afstemming en samenwerking in de regio. Deze samenwerking krijgt gestalte door middel van participatie in de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht. Er wordt gestreefd naar regionale afstemming en de realisatie van een gelijkwaardig kwaliteitsniveau op het gebied van de (voorbereiding op) crisisbeheersing in de regio Utrecht. Ontwikkelingen Hoewel de VRU al enkele jaren actief is, zit zij als gevolg van de regionalisering nog steeds in een transformatieproces. Een belangrijke ontwikkeling in 2012 is de doorontwikkeling van de begroting. Het doel hiervan is om de begroting meer transparant en beheersbaar te maken voor gemeenten. Gemeenten krijgen hierdoor meer inzicht in het beleid van de VRU en de bijbehorende prioriteiten. Een ander belangrijk aspect van de nieuwe begrotingsopzet is dat de basistaken van de VRU voortaan worden opgenomen in de begroting en dat deze niet meer terugkomen in een dienstverleningsovereenkomst (DVO). Gesteld is dat de basistaken voor iedere gemeente gelijk zijn en dat de DVO’s in haar huidige vorm daarom kunnen vervallen, zodat alleen nog over eventuele aanvullende taken afspraken gemaakt hoeven te worden. Met het afschaffen van de DVO’s verdwijnt tevens de huidige financieringsJaarstukken 2012
176
Beleidsverantwoording 2012
Bestuurlijk belang Financieel belang
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2011 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2011 Financieel resultaat 2011 vóór bestemming Verwacht financieel resultaat 2012 en 2013 vóór bestemming Risico’s
Overige relevante gegevens
methodiek. Binnen de DVO’s werd gewerkt met het zogenaamde boxensysteem. In 2012 is een oriëntatie gestart naar een nieuw financieringsmodel. Omdat de keuze hiervoor samenhangt met het nieuwe dekkingsplan zal de uiteindelijke keuze hiervoor in 2013 worden gemaakt. Naast de algemene werkzaamheden op het gebied van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en crisisbeheersing zijn de volgende bijzondere resultaten geboekt: Het voorstel voor de doorontwikkeling van de gemeentelijke crisisorganisatie is door het Algemeen Bestuur akkoord bevonden. De gemeentelijke crisisorganisatie zal hiermee anders ingevuld worden, zodat deze effectiever en efficiënter is ingericht en beter aansluit op eisen die vanuit de Wet veiligheidsregio’s worden gesteld. Daarnaast zal de nieuwe organisatie beter ingericht zijn om te voldoen aan de eisen die vanuit de samenleving worden gesteld in geval van rampen en crises. Het project Veiligheidszorg op Maat is gestart. Dit project zal leiden tot een nieuw dynamisch dekkingsplan, die het oude plan uit 2005 vervangt. Eind 2012 zijn de bestuurlijke uitgangspunten hiervoor vastgesteld. Het visiedocument Risico- en crisiscommunicatie is vastgesteld. Onder invloed van internet- en telecommunicatietechnologie en maatschappelijke veranderingen in de afgelopen decennia is de rol van de overheid in crisiscommunicatie aanzienlijk veranderd. Ook de wijze waarop de burger geïnformeerd wil worden over risico’s is sterk veranderd. In het visiedocument is aangegeven op welke wijze de VRU de risico- en crisiscommunicatie verder gaat professionaliseren. Het Algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht bestaat uit de burgemeesters van de 26 Utrechtse gemeenten. De bijdrage aan de VRU vindt deels plaats op basis van de basisbrandweerzorg (lokale taken) en deels op basis van een inwonersbijdrage (niet lokale taken). De bijdrage voor 2012 bedraagt € 1.823.100. (VRU incl. MKA) Begin boekjaar: € 2.463.863 Einde boekjaar: € 2.494.119 (VRU incl. MKA) Begin boekjaar: € 70.317.110 Einde boekjaar: € 60.593.938 € 30.257 2012: € 0 2013: € 0 Het AB VRU heeft besloten de DVO’s in de huidige vorm te laten vervallen en de basistaken van de VRU op te nemen in de begroting. Op dit moment is er echter nog geen duidelijkheid over een nieuwe financieringssystematiek. De basisprincipe van de nieuwe financieringssystematiek is dat dat de kosten voor het regionale veiligheidszorgniveau gezamenlijk worden gedragen. Het is echter nog onduidelijk welke financiële gevolgen dit heeft voor Houten. Niet van toepassing.
Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht (RHC) Vestigingsplaats Wijk bij Duurstede Doel Het Doel van het RHC Zuidoost Utrecht wordt in artikel 3 van de gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht omschreven als: Uitvoering geven aan de Archiefwet 1995. Alsmede het vervullen van de functie van regioanaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie Jaarstukken 2012
177
Programma Deelnemende partijen Openbaar belang dat wordt behartigd
(regionaal) historische bronnen en deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar maken voor een breed publiek. De zorg voor het beheer van de in de archiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden van de deelnemers, zoals nader omschreven in de Archiefwet 1995. Het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de deelnemers voor zover deze niet zijn overgebracht. Het stimuleren van de lokale en regionale geschiedbeoefening en het daartoe aanleggen van de lokale en regionale geschiedenis. Duurzaam: Cultuurhistorie-Archeologie Bunnik, Houten, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede Bovengenoemde taken (zie achter doel) vloeien voort uit de Archiefwet. Deze wet verplicht overheidsinstellingen de archieven in goede, geordende en toegankelijke staat te bewaren. Daarnaast verplicht de Archiefwet overheidsinstellingen om archieven die ouder zijn dan 20 jaar en voor blijvende bewaring in aanmerking komen, toegankelijk te maken voor het publiek. De hoofdtaken van dit samenwerkingsverband op archiefgebied zijn: Beheer en behoud. Toezicht en advisering. Dienstverlening en cultuureducatie.
Ontwikkelingen
Beleidsverantwoording 2012
Bestuurlijk belang Financieel belang
Deze taken vinden hun wettelijke grondslag in de Archiefwet 1995. De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de eigen archieven berustte tot 2006 bij de afzonderlijke gemeenten. Sindsdien ligt de verantwoordelijkheid bij het bestuur van de Gemeenschappelijke regeling RHC Zuidoost Utrecht en worden de wettelijke taken door het RHC uitgevoerd. De Topografisch-Historische Atlas Houten is in de zomer van 2012 vanuit Houten naar de archiefbewaarplaats van het RHC in Wijk bij Duurstede overgebracht. Deze collecties afbeeldingen zullen met behulp van vrijwilligers fysiek verder worden geordend en verpakt. Het beschrijven van de afbeeldingen in de beeldbank wordt voortgezet, mede afhankelijk van de financiële mogelijkheden. Daarbij wordt de huidige beheerder van de gemeente Houten gedurende één dag per week gedetacheerd en zijn budget wordt hiertoe ingezet. Er zullen hiervoor nadere afspraken gemaakt worden met het RHC. Eind 2012 is een nieuw beleidsplan gemaakt voor de periode 2013-2018, waarin voor deze zes jaar het beleid van het RHC is vastgelegd. Daarin is met name aandacht besteed aan de drie programmaonderdelen digitalisering, acquisitie en dienstverlening. Mede in verband met de te verwachten bezuinigingen zullen daarbij prioriteiten worden gesteld en keuzen worden gemaakt. Wegens ombuigingen wordt vanaf 2012 5% minder bijdrage gevraagd aan de deelnemende gemeenten. Het RHC vangt dit tot 2014 op door een onttrekking te doen uit de algemene reserve. Ondanks dat de verdeelsleutel voor de bijdrage aan het RHC nu gebaseerd is op inwonersaantallen, zal de bijdrage van Houten door de aangekondigde 5% bezuiniging van het RHC naar verwachting de komende jaren vrijwel stabiel zijn. Vanaf 2015 wordt een sluitende begroting zonder onttrekking aan de reserve / stelpost gepresenteerd door het verlagen van de personeels-kosten. Na pensionering van de huidige studiezaalmedewerker zal de ontstane vacature niet volledig worden opgevuld. Op basis van het, op 20 april 2011 door het bestuur vastgestelde, ‘Inspectieplan gemeentelijke archiefinspectie Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht 2011-2015’is in 2012 gestart met integrale archiefinspecties bij de gemeenten en de gemeenschappelijke regeling Westland en Monumenten Midden-Nederland (GRWMMN). De burgemeester neemt namens Houten deel aan het Algemeen en Dagelijks bestuur van het RHC. De totale lasten van de gemeenschappelijke regeling zijn voor 2012 € 502.737 (ex BTW). De bijdrage van Houten hieraan was € 145.175 (ex BTW), iets minder dan het in 2011 verwachte bedrag van € 148.791. Jaarstukken 2012
178
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2011 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2011 Financieel resultaat 2011 voor bestemming Verwacht financieel resultaat 2012 en 2013 voor bestemming Risico’s
Begin boekjaar: € 866.000 Einde boekjaar: € 803.000 Begin boekjaar: € 316.000 Einde boekjaar: € 417.000 € 62.799 negatief 2012: € 142.103 2013: € 136.553
Aangezien de gemeente Houten met ingang van 1 januari 2010 de bij het RHC gedetacheerde medewerkers in dienst heeft genomen (overgenomen van Wijk bij Duurstede), bestaat het risico dat deze medewerkers “normale” problemen krijgen als langdurige ziekte, niet functioneren etc. Het risico van bijvoorbeeld afkeuring of inzet van hulpverleners ligt dan bij de gemeente Houten. Verder zou de inzet van de Houtense afdeling Personeel & Organisatie incidenteel hoger kunnen blijken te zijn dan de bijdrage die we hiervoor jaarlijks van het RHC ontvangen. Omdat het gehele statisch archief van de deelnemende gemeenten op één plaats geconcentreerd wordt, is bij een grote calamiteit (bijvoorbeeld brand) de kans groot dat een belangrijk deel verloren gaat. Gezien alle veiligheidseisen rondom de nieuwbouw en ervaringen van de vorige calamiteit (overstroming) uit najaar 2002, wordt dit risico zeer laag ingeschat.
Overige relevante gegevens
Vennootschap (BV, NV) NV Bank Nederlandse Gemeenten Vestigingsplaats Den Haag Doel Het aanbieden van financiële diensten op maat, zoals kredietverlening, betalingsverkeer, advisering en elektronisch bankieren voor overheden en instellingen met een maatschappelijk belang, tegen zo laag mogelijke kosten. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het maatschappelijk domein en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid (AAA). Daarnaast streeft zij naar een redelijk rendement voor haar aandeelhouders. Programma Algemene dekkingsmiddelen Deelnemende partijen Alle gemeenten en provincies Openbaar belang dat Alleen overheden, namelijk het Rijk (50%), gemeenten, waterschappen en wordt behartigd provincie mogen aandeelhouder zijn van de BNG. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden. Ontwikkelingen De financiële crisis leidt tot een verscherpt liquiditeitsrisicobeheer en verhoogde risico-opslagen voor het uitzetten van lange termijn middelen. Veel klanten van de bank worden geconfronteerd met bezuinigingen, financiële tegenvallers en negatieve ontwikkelingen in de lopende projecten. Dit leidt tot voorzichtigheid bij het starten van nieuwe activiteiten en kan van invloed zijn op het resultaat van de BNG. De nieuwe Basel III regelgeving schrijft voor dat vanaf 2018 alle banken, ongeacht het risico dat ze lopen, een eigen vermogen van drie procent van de balanswaarde moeten aanhouden. Aangezien deze ratio op dit moment twee procent bedraagt, zal BNG het eigen vermogen met één miljard moeten verhogen. Om dit te bereiken is de dividenduitkering verlaagd van 50% naar 25% zodat het eigen vermogen vanuit de winst versterkt wordt. De winst van de BNG zal negatief beïnvloed worden door de bankenbelasting die in 2012 is ingevoerd en door andere te verwachten regelJaarstukken 2012
179
gevingen vanuit de overheid. De mogelijk langer aanhoudende economische neergang in Nederland en de eurozone leidt volgens Standard & Poor's (S&P) tot hogere risico's voor de gehele Nederlandse bancaire sector. Dit is voor S&P reden de lange termijnrating van de BNG Bank nader te overwegen. In afwachting van de uitkomst daarvan heeft S&P aan de AAA rating van de bank de kwalificatie 'creditwatch negative' toegevoegd. Naast de rating AAA van S&P heeft BNG Bank een rating Aaa van Moody's en een rating AAA van Fitch. Daarmee blijft BNG Bank een van de meest kredietwaardige banken ter wereld. Bij het opstellen van dit jaarverslag heeft de BNG haar eigen jaarverslag nog niet gepubliceerd. In het halfjaarbericht 2012 van de BNG is nog geen beleidsverantwoording opgenomen. De gemeente Houten heeft in de aandeelhoudersvergadering één portefeuillehouder als vertegenwoordiger. De bank is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap. De gemeente heeft zeggenschap in de BNG via het stemrecht op de aandelen (één stem per aandeel van € 2,50). Houten bezit 6.240 van de 55,69 miljoen aandelen. Ieder jaar wordt door de bank een dividend uitgekeerd, deze dividenduitkering is per 2012 verlaagd van 50% naar 25%. De dividenduitkering bedroeg voor Houten in 2012 € 7.176 op basis van het behaalde resultaat in 2011. Begin boekjaar: € 2.259 miljoen Einde boekjaar: € 1.897 miljoen
Beleidsverantwoording 2012 Bestuurlijk belang Financieel belang
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2011 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2011 Financieel resultaat 2011 vóór bestemming Verwacht financieel resultaat 2012 en 2013 vóór bestemming
Risico’s
Overige relevante gegevens Vitens Vestigingsplaats Doel
Programma Deelnemende partijen
Begin boekjaar: € 116.274 miljoen Einde boekjaar: € 134.563 miljoen € 256 miljoen Bij het opstellen van dit jaarverslag heeft de BNG haar eigen jaarverslag 2012 nog niet gepubliceerd. Over het eerste halfjaar 2012 was de nettowinst van de BNG € 5 miljoen hoger dan over dezelfde periode 2011 (€ 154 miljoen). Gegeven de onzekerheden op de financiële markten en het vooralsnog uitblijven van economisch herstel, kan de bank geen verantwoorde uitspraak doen over de verwachte nettowinst 2012. Indien het schatkistbankieren per 2013 van kracht wordt, betekent dit een risico voor de activiteiten van de BNG met als gevolg een lagere winst en daaraan gekoppeld een lagere dividenduitkering. Voor Houten kan dit een lagere inkomst betekenen van maximaal € 10.000 per jaar. Niet van toepassing
Utrecht Vitens NV is een publiek (drink)waterbedrijf, waaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, alsmede het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn. De aandelen van de NV zijn (in)direct in handen van provinciale en gemeentelijke overheden. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden. Duurzaam Vitens NV, gemeenten, Amersfoort, Baarn, De Bilt, Bunnik, Bunschoten, Eemnes, Hilversum, Houten, Leusden, Wijdemeren, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, De Ronde Venen, Scherpenzeel, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Wijk bij Duurstede, Woerden, Woudenberg, IJsselstein, Zeist, Almere, Lelystad, Dronten Zeewolde en de Provincie Utrecht.
Jaarstukken 2012
180
Openbaar belang dat wordt behartigd
Ontwikkelingen Beleidsverantwoording 2012 Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2011 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2011 Financieel resultaat 2011 vóór bestemming Verwacht financieel resultaat 2012 en 2013 vóór bestemming Risico’s
Overige relevante gegevens
Vitens is een publiek bedrijf. De aandeelhouders van Vitens – gemeenten en provincies – ondersteunen de maatschappelijke doelstellingen van Vitens, met (mede)verantwoordelijkheid voor gezondheid (door veilig en betrouwbaar drinkwater) en een duurzame samenleving met zorg voor de bescherming van natuur en milieu. Voor de aandeelhouders wil Vitens een financieel krachtig bedrijf zijn en een marktconform dividend uitkeren bij een gezonde solvabiliteit. Vitens is een gezond bedrijf, dat zijn doelstellingen goed bereikt. Vitens is tevens betrokken bij diverse internationale projecten. Onbekend De gemeente Houten is via een afgevaardigde namens de Hydron Midden Nederland gemeenten vertegenwoordigd in de aandeelhoudersvergadering. 38.490 gewone aandelen, dividend per aandeel over 2011 bedroeg € 2,68 Begin boekjaar 2011: € 359,0 miljoen Einde boekjaar 2011: € 402,6 miljoen Begin boekjaar 2011: € 1.323 miljoen Einde boekjaar 2011: € 1.278 miljoen Bedrijfsopbrengst: € 455,9 miljoen Bedrijfskosten: € 372,1 miljoen Resultaat na belasting: € 36,0 miljoen 2012: onbekend 2013: onbekend Vitens investeert in techniek en installaties. Deze kunnen duurder uitvallen. Daarnaast kan er sprake zijn van kostenstijging. Er is geen groot risico omtrent het wegvallen van inkomsten. Dit houdt een direct verband met de aard van het bedrijf. Daarnaast heeft Vitens als publiek drinkwaterbedrijf ervaren hoe groot de impact van de financiële crisis en de economische recessie is op tal van sectoren waar zij intensief mee samenwerken, zoals de bouw en aannemerij. geen
Verbonden partijen in rekening en begroting In onderstaand overzicht zijn de bedragen opgenomen die voor de diverse verbonden partijen in de jaarrekening en de begroting van de gemeente Houten zijn verantwoord. Verbonden partijen in rekening en begroting (lasten) Verbonden partij Bestuur Regio Utrecht Veiligheidsregio Utrecht GGD Midden-Nederland Afval Verwijdering Utrecht Welstand en Monumenten Midden Nederland Recreatieschap De Stichtse Groenlanden Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht
bedragen x € 1
Rekening 2011 159.310 1.871.131 615.294 620.634
Rekening 2012 160.486 1.823.100 678.376 783.763
Begroting 2012 160.486 1.902.989 691.971 765.779
Begroting 2013 166.282 1.964.014 699.922 765.779
Begroting 2014 166.282 1.995.961 704.566 765.779
Begroting 2015 168.394 1.995.961 719.955 765.779
99.190
78.509
67.559
54.145
54.145
54.145
155.915
157.347
164.111
166.573
180.588
180.588
143.676
144.555
153.400
156.992
157.826
157.826
Dividend uitkering deelnemingen (baten) Verbonden partij NV Bank Nederlandse Gemeenten Vitens NV
bedragen x € 1
Rekening 2011
Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
14.352 102.969
7.176 103.153
7.176 90.000
10.000 90.000
10.000 90.000
10.000 90.000
Jaarstukken 2012
181
Paragraaf Burgerparticipatie Burgerparticipatie gaat over initiatieven die tot doel hebben dat de gemeente samen met de inwoners, maatschappelijke instellingen en ondernemers in een open wisselwerking beleid ontwikkelt en uitvoert. Het bestuur van Houten zet in op vroegtijdige en informele participatieprocessen om daarmee de kwaliteit van beleidsontwikkeling en -uitvoering te vergroten. De gemeente wil daarbij maatwerk leveren en per situatie een bewuste keuze voor participatie maken. Visie Belangrijke mijlpaal in 2011 was op 22 december de vaststelling van de Visie Communicatie en Participatie 2012 -2016 door de gemeenteraad. Deze gaat behalve over voorlichten ook over het regisseren en faciliteren van de dialoog en interactie tussen de gemeente en inwoners en tussen inwoners onderling. In 2012 is een voortvarende start gemaakt met de uitvoering van deze visie. Zo is de zoekmachine op de website verbeterd, onderzocht hoe in de communicatie beter kan worden ingespeeld op de leefstijlen binnen de gemeente Houten, is de aanpak van risicocommunicatie gemoderniseerd, is de Twitter pilot gecontinueerd en zijn ten behoeve van de communicatieve organisatie, via de Houten Academie, workshops aangeboden over participatie en communicatie. Ombuigingen Het grootste en omvangrijkste participatieproces in 2011 betrof de ombuigingen. Ten behoeve van de uitwerking van vijftien vooraf benoemde beleidsthema’s is toen een zeer uitgebreid participatieproces gevoerd. In 2012 waren er opnieuw ombuigingen aan de orde. Dit werd op een andere manier aangepakt dan in 2011. In de zomer van 2012 stelde het college, ‘Werken aan een houdbaar evenwicht’ op, een plan van aanpak voor de ombuigingen 2014 en verder. Dit plan bestaat uit drie fases waarbij in de eerste fase (inventarisatie ideeën) het college, experts van buiten aantrok om op professioneel maar vooral ook ‘hoog’ creatief niveau ‘out of the box’ na te denken over de ombuigingen. Dit werd ook gevraagd aan 25 ‘frisdenkende’ medewerkers en de 9 raadsleden van de opgerichte klankbordgroep. Samen met de inventarisatie van ‘best practices’ leverde dit 424 ideeën op die in 2013 in een tweede fase (ideeën-analyse) en derde fase (besluitvorming) verder worden uitgewerkt. Uiteindelijk moeten deze ideeën de komende jaren helpen om tot de noodzakelijke ombuigingen te komen. Onderzoek In het Programma Betrokken zijn op het gebied van informatie en participatie doelstellingen geformuleerd ten aanzien van de tevredenheid van de inwoners over de gemeentelijke informatievoorziening en de mate waarin zij kunnen participeren in gemeentelijke besluitvorming. Onderzoek hiernaar vond in 2012 plaats door middel van de Leefbaarheidsmonitor die in het najaar werd uitgevoerd. Met de vraagstelling is zo veel mogelijk aangesloten bij de VNG benchmark ‘Waar staat je gemeente’. De resultaten in 2012 wijken niet veel af van die in 2010. Ondanks dat de eerste effecten van de bezuinigingen zich langzaamaan beginnen te openbaren, met name op het gebied van het onderhoud van de openbare ruimte, geven de meeste Houtenaren net als 2 in 2010 aan, vertrouwen te hebben in het bestuur van de gemeente. Daar waar het specifiek gaat om het waar maken van beloften door B&W stelt de Houtenaar zich echter, net als tijdens de vorige meting, kritischer op. Veel burgers vinden dat de gemeente haar best doet om bij de burger te rade te gaan. Ook zijn er meer burgers die vinden dat er voldoende mogelijkheden zijn tot inspraak, dan burgers die dat niet vinden. Maar als het gaat om de invloed van bewoners op de plannen en uitvoering van het beleid, schiet de gemeente volgens de Houtenaar tekort. Uit de Leefbaarheidsmonitor blijkt verder dat inwoners over het algemeen tevreden zijn over de communicatie door de gemeente. De switch die gemaakt wordt van minder schriftelijke naar meer digitale communicatie, lijkt op deze waardering nauwelijks invloed te hebben.
2
Op het gebied van welzijn zijn dergelijke effecten nog zeer beperkt dan wel niet aanwezig. Veel bezuinigingen zullen hier pas vanaf 2013 daadwerkelijk worden geëffectueerd en daarmee voor de bevolking voelbaar worden.
Jaarstukken 2012
182
Houten in vergelijking met andere gemeenten Het onderzoek ‘Blik van de burger’ geeft een goed beeld van hoe Houten het op gebied van burgerparticipatie doet ten opzichte van andere gemeenten en ten opzichte van de provincie. Het is prettig te kunnen constateren dat Houten daarbij op alle fronten (burger als kiezer, klant, onderdaan, partner en wijkbewoner) hoger scoort dan het gemiddelde van alle andere gemeenten met < 50.000 inwoners, hoger dan het gemiddelde van de provincie Utrecht en ook hoger dan het gemiddelde van alle Nederlandse gemeenten. Houten ligt daarbij in elke categorie zelfs zeer dicht aan tegen de hoogst gescoorde cijfers. Mogelijkheden voor verbetering zijn vooral te vinden op het vlak van ‘de burger als partner’. Houten scoort hier het cijfer 6. Dat is weliswaar voldoende en hoger dan het gemiddelde van alle gemeenten (cijfer 5,8), maar toch niet echt bevredigend. Zeker nu in deze tijd de rol van de overheid verandert en zelfredzaamheid en burgerkracht belangrijke begrippen worden. De gemeente Houten doet sinds 2011 mee aan de Benchmark Burgerparticipatie. Bij deze benchmark gaat het om de combinatie van meten, vergelijken, leren en ontwikkelen en niet zozeer om het ranken zelf. Met de participatiemonitor is het mogelijk om zowel trajecten vanuit de gemeente te monitoren als initiatieven van burgers. In 2012 heeft Houten vijf projecten aangemeld voor de benchmark, dat zijn: (1) Herontwikkeling sportcomplex Stenen Poort, (2) Houten Centrum schoon rond De Slinger, (3) Ontwikkeling fietspad Beusichemseweg ’t Goy, (4) Schone scholenconvenant en (5) Speeltoestel & inrichting omgeving ’t Goy. Voor deze trajecten werden zowel de projectleiders als ook de deelnemers aan de participatietrajecten geënquêteerd. Helaas zijn voor de laatste twee projecten geen resultaten bekend vanwege het te geringe aantal participanten aan de enquête. De resultaten voor de eerstgenoemde drie projecten zijn uitstekend: de participanten gaven voor elk traject het rapportcijfer 8. De scores zijn op alle kwaliteitsmaatstaven hoger dan in 2011. Uit de benchmark komen in elk geval twee belangrijke leerpunten naar voren. De gemeentelijke (woningbouw)trajecten hebben een lange doorlooptijd en burgers kunnen zich daar niet altijd in verplaatsen (ze willen snel duidelijkheid over de plannen). Bij sommige trajecten wordt geen participatieplan gemaakt waardoor het voor burgers niet altijd helder is waarover en wanneer ze mee kunnen en mogen praten (zodat er ruis ontstaat tussen burgers en gemeente). In de onderstaande tabellen, Overige Burgercontacten, staat een beschrijving van de vele andere trajecten waarbij in 2012 in Houten inwoners, instellingen en bedrijven betrokken werden. Programma Vitaal Onderwerp Wmo-beleidskader 2012-2015
Wmo-raad
Kanteling Wmo
Resultaat Ter voorbereiding van het Wmo-beleidskader 2012-2015, is op 10 mei 2012 een bijeenkomst belegd voor de leden van het Strategisch beraad Wmo en het Platform Belangen- en Cliëntenorganisaties over het concept Wmo-beleidskader 20122015. Tijdens de bijeenkomst hebben de deelnemers input geleverd voor het concept Wmo-beleidskader, zijn uitgangspunten, doelen en resultaten van het beleidskader aangescherpt en is getoetst of de belangrijkste onderwerpen aan de orde komen. De Wmo-raad behartigt de belangen van de doelgroepen die vallen onder de relevante prestatievelden van de Wmo. Hiermee wordt beoogd meerwaarde te bereiken in de kwaliteit van de dienstverlening bij de uitvoering van de Wmo. De Wmoraad adviseert het college gevraagd en ongevraagd, signaleert trends en ontwikkelingen en onderhoudt contact met de verschillende doelgroepen. De Wmo-raad is steeds vroegtijdig betrokken bij de ontwikkelingen op het terrein van de Wmo. De Wmo-raad telt 15 leden, inclusief het dagelijks bestuur. De Wmo-raad heeft in 2012 zeven maal overleg gevoerd met de gemeente. Hoofdthema’s in 2012 waren het nieuwe Wmo Beleidskader 2012-2015 ‘Houten werkt voor elkaar!’, de aanbesteding van de hulpmiddelen en de bezuinigingen op Van Houten&Co. Daarnaast is fase 1 van de kanteling van de Wmo-verordening doorgevoerd. De gekantelde verordening richt zich op een wijze van uitvoeren die recht doet aan de oorspronkelijke bedoeling van de Wmo: het recht van burgers om te participeren en de plicht van de gemeente om te compenseren. Tevens zijn in 2012 belangrijke stappen gezet om tot één integrale toegang van de Wmo te komen. De Wmo-raad is tenslotte ook uitgebreid geïnformeerd over de inhoud van de sociale agenda en de gevolgen van het regeerakkoord ‘Bruggen slaan’. Op basis van de resultaten van de pilot ‘Kanteling Klantbenadering’, is in het najaar van 2012 de kanteling van de Wmo ingevoerd. Dit heeft vooralsnog geleid tot een nieuwe verordening Wmo met de bijbehorende beleidsregels. Om de kanteling goed vorm te kunnen geven, wordt de Wmo-unit van Sociale Zaken samengevoegd met het Wmo-loket VIA-Houten. De voorbereiding daarvan is in 2012 gestart. De Wmo-raad is betrokken geweest bij de nieuwe verordening en bij de ontwikkeling van de nieuwe toegang tot de Wmo.
Jaarstukken 2012
183
Programma Vitaal Onderwerp Belangen- en patiëntenorganisaties in de Wmo
Resultaat
In 2012 is drie maal met de Wmo belangenorganisaties overleg gevoerd. Het gaat om de Stichting Gehandicapten-belangen Houten, Nederlandse Patiëntenvereniging (afdeling Houten) en de Samenwerkende Bonden Ouderen Houten. Met deze belangenorganisaties wordt gesproken over een aantal relevante en vaste thema’s. In 2012 is met elkaar onder andere gesproken over: de diverse ontwikkelingen binnen de Wmo, de regie-agenda Wonen, Zorg en Welzijn, de Wmobenchmark 2011, het concept Wmo-beleidskader 2012-2015 en het succes van de senioren Zomerschool Houten. Het doel van het overleg is elkaar wederzijds informeren over relevante ontwikkelingen en het signaleren van kansen, knelpunten en (waar mogelijk) het vinden van oplossingen. Aan dit overleg nemen, vanwege de nauwe (inhoudelijke) betrokkenheid bij het hoofdonderwerp, ook de volgende organisaties deel: Van Houten&co, MEE en het Wmo-loket VIA Houten. Programma transities in samenhang Voor de totstandkoming van de sociale agenda is vooraf geen apart participatietra(sociale agenda) ject georganiseerd. Er is geput uit recente gesprekken met partijen over de ombuigingen en de ontwikkelingen binnen het sociale domein, zowel in relatie tot de Wmo, de jeugdsector, als ook Werk & Inkomen (zie ook de bovengenoemde bijeenkomst op 10 mei over het Wmo-beleidskader). De sociale agenda is ter informatie aan zowel de Wmo-raad als ook de Cliëntenraad gepresenteerd. Op 1 juni is er een eerste bijeenkomst voor de raad georganiseerd. Dit om persoonlijk kennis te maken met de nieuwe cliëntgroepen, die met de transities onder gemeentelijke verantwoordelijkheid gaan vallen. Deze eerste bijeenkomst stond in het teken van cliënten die extramurale begeleiding ontvangen. Ook de Wmo-raad was hiervoor uitgenodigd. In 2012 is het project ‘De Toegang’ van start gegaan: de burgerparticipatie wordt vorm gegeven door de Wmo-raad formeel en informeel te betrekken bij de ontwikkelingen op weg naar de beoogde integrale toegang. Formeel als het gaat om advisering en instemming met het beleid en de plannen, informeel als commissie (klankbord) in de voorbereiding van het beleid en de uitwerking van de plannen. Naast de Wmo-raad worden ook de Cliëntenraad en het Platform Belangenorganisaties geïnformeerd over de beleids- en planontwikkeling. Over de doorontwikkeling, diepte, verbreding en ketenregie van de uitvoeringsorganisatie ‘Front Office Integrale Toegang Wmo+-loket’ hebben gesprekken plaatsgevonden met de stakeholders, de woningbouwcorporatie Viveste, het Wmo-loket VIA Houten, de gemeente, MEE, Vitras en Van Houten&Co, Wmo en wijkgericht werken In 2012 heeft er een heroriëntatie op het wijkgericht werken plaatsgevonden. Initiatieven op het gebied van samenwerken in de wijk ′nieuwe stijl′ stonden hierbij centraal. Een ‘co-creatie’ event over dit thema is in november 2012 door Van Houten&Co en Viveste georganiseerd. Met deze bijeenkomst is een impuls gegeven aan een andere manier van samenwerken in de wijk, in het bijzonder in Houten Noord-Oost. Het ging hierbij om het leggen van verbindingen en het gebruik maken van de expertise die bij partijen in Houten aanwezig is. De uitkomsten van de heroriëntatie en de bijeenkomst worden verwerkt in een advies aan de gemeente Houten. Begin 2013 zal dit advies gereed zijn. Sociaal-culturele centra Op 15 mei 2012 is een bijeenkomst georganiseerd voor de gebruikers van de sociaal-culturele centra. Op deze bijeenkomst is met circa 60 gebruikers gediscussieerd over de mogelijke gevolgen van de ombuigingen op deze centra. Regionale samenwerking Sociale In november 2012 hebben de gemeenteraden van de vijf lekstroomgemeenten Zaken besloten tot het oprichten van een regionale sociale dienst die op 1 mei 2013 van start gaat. Daartoe is een gemeenschappelijke regeling vastgesteld. Cliëntenraad Werk en Inkomen In 2012 is de samenstelling van de Cliëntenraad op enkele posities gewijzigd. De gemeente is blij dat opnieuw kandidaten vanuit de doelgroep konden worden benoemd, naast vertegenwoordigers van belangenorganisaties. De cliëntenraad is betrokken bij de totstandkoming van de regionale sociale dienst. Begin 2012 vroegen de wijziging van de WWB (huishoudinkomenstoets en de aangekondigde Wet werken naar vermogen) veel aandacht. Na de val van het kabinet werden deze onderwerpen controversieel, waarna opnieuw met de klanten moest worden gecommuniceerd. De Cliëntenraad heeft op deze terreinen adviezen gegeven aan de bestuurder en de vakafdeling. Bezuinigingen individuele voorzieIn 2011 is in overleg met de Wmo-raad een pakket besparingsmaatregelen saningen Wmo mengesteld. Als gevolg daarvan zijn in 2012 de volgende maatregelen doorgevoerd: Verhoging van de Eigen Bijdrage Hulp bij het Huishouden. Invoering Eigen Bijdrage Hulpmiddelen. Afschaffen 65+ pas Regiotaxi. Invoering ritbijdrage Regiotaxi.
Jaarstukken 2012
184
Programma Vitaal Onderwerp Burgerpanel dienstverlening Wmo
Ombuigingen Cultuur
Cultuurplatform Bijeenkomsten cultuurcafé
Gluren bij de buren
Gebruikersoverleggen sporthallen
Brede school ontwikkeling
Leerlingenvervoer
Jeugdpeiling
Leefbaarheidsmonitor
Programma Duurzaam Onderwerp Platform Biodiversiteit
Resultaat In 2012 is door middel van het Burgerpanel een onderzoek gedaan naar de dienstverlening binnen de Wmo. Het doel van dit onderzoek was om inzicht te verkrijgen in de bekendheid en het gebruik van diverse hulpverlenende instellingen binnen Houten. Het gaat daarbij zowel om professionele instanties als organisaties die voornamelijk draaien op vrijwilligers. Ook is gekeken naar de (rol van de) hulp die mensen ontvangen uit eigen kring (mantelzorg). Tenslotte is gevraagd in welke mate de geboden hulp volstond. Het burgerpanel bestaat uit een doorsnee van de Houtense bevolking. Op 12 maart 2012 is een bijeenkomst gehouden voor alle culturele organisaties omtrent de concrete uitwerking van de ombuigingen op Cultuur. Hierbij is met de aanwezigen onder andere gediscussieerd over ‘de kanteling’ in de subsidiëring van amateurverenigingen en de spelregels van het nieuw op te richten Cultuurfonds. Er waren circa 25 mensen uit het culturele veld aanwezig. Het Cultuurplatform wil aansporen tot meer samenwerking en afstemming in het culturele veld. Er zijn Ideeën ontwikkeld over versterking van de culturele infrastructuur (circa15 deelnemers). Het Cultuurcafé is een bijeenkomst waar Houtense inwoners met interesse in of betrokkenheid bij kunst en/of cultuur, elkaar kunnen ontmoeten, ervaringen uit kunnen wisselen of kennis kunnen delen. In 2012 werden acht bijeenkomsten georganiseerd met bezoekersaantallen die varieerden van 15 tot 100 personen. Verschillende bewoners in Houten stelden in het kader van het project ‘Gluren bij de buren’, hun huiskamer beschikbaar voor muzikale en theatrale optredens. Dit project wordt steeds meer bekend bij de inwoners van Houten. De zichtbaarheid is vergroot en er waren meer bezoekers dan in 2011. Mensen komen op een leuke en laagdrempelige manier in aanraking met kunst en cultuur. Er is gestart met halfjaarlijkse gebruikersoverleggen per sporthal (Molenwiek, Den Oord en Slinger). Daarnaast worden in het kader van accommodatiebeheer met regelmaat op ad-hoc basis bilaterale gesprekken gevoerd met de diverse ‘grotere’ huurders/gebruikers van diverse gemeentelijke sport- en welzijnsaccommodaties. In alle kwadranten van de kern Houten vinden inmiddels Brede School activiteiten plaats. Per kwadrant hebben de deelnemende partijen (Kunst aan Bod, Sportpunt, Van Houten&Co en de scholen) samen activiteitenfolders gemaakt met een aanbod voor jongeren in het basis en voortgezet onderwijs. In 2012 heeft MEE het project OV-maatjes in Houten gedraaid. In dit project worden leerlingen in de gelegenheid gesteld om ervaring op te doen met het zelfstandig reizen. Op 13 september 2012 is hiervoor een kickoff bijeenkomst georganiseerd voor ouders, leerlingen en andere belangstellenden. In 2012 is het leerlingenvervoer opnieuw aanbesteed. Dit heeft geleid tot meerdere vervoerders, nieuwe afspraken en meer samenwerking met andere gemeenten. De veranderingen zijn ingegaan na de zomer 2012. De gemeente heeft besloten eerst ervaring op te doen met de nieuwe vervoerders voordat de ouders worden bevraagd naar hun ervaringen. De ouder-bijeenkomst is daarom uitgesteld tot begin 2013. In 2012 heeft de gemeente Houten een peiling gehouden onder jongeren tussen de 16 en 23 jaar over de volgende thema’s: (1) ‘De gemeente Houten en je eigen buurt’, (2) ‘Voorzieningen, vrije tijd en uitgaan’, (3) ‘Iets voor anderen doen’, (4) ‘Meedenken over de maatschappij en Houten’. De uitkomsten zullen begin 2013 bekend zijn. Voor de zevende keer is in het najaar van 2012 de Leefbaarheidsmonitor Houten uitgevoerd. Primair doel van het onderzoek is het in kaart brengen van de stand van zaken op het gebied van leefbaarheid en veiligheid op gemeente- en wijk- en buurtniveau. Door de resultaten te vergelijken met de vorige metingen worden trends en ontwikkelingen zichtbaar gemaakt. Resultaat In 2012 is een vervolg gegeven aan het Platform Biodiversiteit met de ‘groene organisaties’ in Houten. Dit heeft geleid tot het gezamenlijk organiseren van de Houtense Duurzaamheidsdag op 2 juni. Met de nieuwe locatie voor Natuur en Milieueducatie (NME) Houten op de Heuvel heeft dit platform ook een mooie centrale ontmoetingsplek. Daarnaast kan iedereen voor zijn of haar duurzame activiteiten gebruikmaken van het nieuw ontwikkelde logo voor Duurzaam Houten.
Jaarstukken 2012
185
Programma Duurzaam Onderwerp Moderne media en duurzaam Houten
Zonnepanelen
Energiesprong Houten
Vereniging Ecowijk Houten Natuur en Milieueducatie (NME)
Educatie over afvalwater
Repaircafé
Energieservice aan Huis
Communicatie over schoon
Titel van Nederland voor projecten Houten Schoon
Initiatieven opschoonacties
Resultaat Door het jaar heen heeft de gemeente verschillende e-mails en telefoontjes beantwoord met vragen over en suggesties voor een duurzamer Houten. Steeds vaker weten mensen ook het nieuwe mailadres
[email protected] te vinden. De Linked In-groep ‘Houten 2.0: duurzaam+’ is in 2012 gegroeid tot ruim 150 leden. Nieuw zijn de twitter-account en Facebook-pagina Duurzaam Houten. Dit zijn op dit moment nog pilots, die kleinschalig en anoniem gestart zijn. Met de lancering van de website duurzaamhouten.nl in 2013 moeten deze media geïntegreerd worden. Het initiatief ‘Groen Zonnig Houten’ heeft ook in 2012 weer enkele honderden houtenaren geïnformeerd over zonnepanelen en ook andere organisaties hebben presentaties verzorgd. Ook op de Duurzaamheidsdag waren de zonnepanelen prominent aanwezig. Energiesprong Houten is een projectorganisatie, waarmee wijk voor wijk de woningen van 25 jaar en ouder aangepast kunnen worden aan de energetische eisen van nu. Het project Energiesprong Houten is gestart als een gemeentelijk project, maar is inmiddels verbreed met andere participanten: een aantal bedrijven én een ambassadeur-inwoner. In 2012 is in wijk de Oorden het concept van Energiesprong Houten uitgeprobeerd. Zo’n 80 huishoudens hebben zich laten voorlichten, terwijl zo’n 50 huishoudens één of meerdere maatregelen hebben laten uitvoeren. De Vereniging Ecowijk Houten (VEH), die graag in samenwerking met de gemeente een ecowijk in Houten wil realiseren, is in 2012 gestaag verder gegaan met het uitwerken van hun ideaal. NME Houten werkt met twee benamingen: BuitenWijs voor het totale aanbod voor alle Houtense basisscholen en NME Houten, natuur- en milieueducatie voor alle buitenschoolse activiteiten. De NME-contactpersonen van alle basisscholen hebben tijdens een bijeenkomst kennis kunnen nemen van het jaarprogramma. Van het aanbod van BuitenWijs hebben nagenoeg alle scholen gebruik gemaakt in 2012. In het kader van een project over water heeft de gemeente in het najaar 80 kinderen van drie groepen zes van basisschool De Vlinder uitleg gegeven over het afvalwatersysteem in de gemeente Houten. Van Houten&Co is in 2011 gestart met repaircafés, waar vrijwilligers de bezoekers helpen bij de reparatie van (oude) spullen. De gemeente heeft hiervoor ruimte beschikbaar gesteld en een bijdrage geleverd in de promotie. De gemeente en Vakwerk Houten werken samen in het project “Energieservice aan huis”. In het najaar 2011 en voorjaar 2012 heeft de voorlopige laatste lichting van dit project plaatsgevonden bij circa 135 huishoudens. Uit evaluatie is gebleken dat vrijwel alle deelnemende huishoudens ten minste een deel van de geadviseerde maatregelen heeft doorgevoerd. Zo hebben zij energie én geld bespaard. In 2012 is er gestart met het communiceren over schoon via de sociale media. Houten heeft een eigen twitter-adres ‘Houtenschoon’ en een eigen pagina op de gemeentelijke website met een eigen URL Houtenschoon. In 2013 wordt er een facebookpagina ingezet als interactief middel voor betrokkenen. Naast deze middelen van sociale media verspreidt de gemeente haar boodschappen via de twee lokale Houtense kranten, Houten Actueel, de Lichtkrant, bewonersblad van Viveste en de wijkkrant de Noordooster van Van Houten&Co en via posters en spandoeken en foldertjes. Dankzij de betrokkenheid van jong en oud voor een schone school- en woon- en sportomgeving ontving de wethouder de titel ‘ZAP gemeente van het jaar’ van Stichting Nederland Schoon (ZAP staat voor ‘ZwerfAfvalPakkers’). Deze werd aangeboden door Rob Geus en de directeur van Nederland Schoon. De gemeente heeft een beeldje, oorkonde en prijzengeld ontvangen om de vrijwilligers te belonen. Doordat Houten de titel van Nederland ontving, ontstonden er diverse initiatieven in Houten die met dit onderwerp te maken hadden. Groen Links heeft een initiatief ingediend om vanaf 2013 de Houtense opschoondag buurtgericht te organiseren. Dit initiatief is in december door het college goedgekeurd. Theatergroep Splinter heeft de voorstelling Schoon Genoeg geschreven en in het theater De Slinger gespeeld. In het filmtheater draaide een filmdocumentaire Wasteland. Ollie was een project over petflessen. Met dit trash-art-project is de
Jaarstukken 2012
186
Programma Duurzaam Onderwerp
Landelijke Opschoondag
Speldjesregen voor ZwerfAfvalPakkers
Werkgroep Centrum Schoon rond de Slinger
Basisscholen in de week van Nederland Schoon Schoonmaakmaterialen
Schone omgeving voor basisscholen en middelbare scholen en sportclubs
Studentenactie papier prikken
Maatschappelijke stages zwerfafval
Resultaat aandacht gevestigd op een schone wereld. De gemeente heeft dit project ondersteund. Er stonden diverse artikeltjes in de lokale kranten over het onderwerp zwerfafval. Op 9 maart (bij de uitreiking van de bovenstaande titel) was de landelijke Opschoondag. Ruim 100 bewoners en een paar verenigingen startten vanuit de Meerkoet en vanuit cultuurcentrum Schoneveld de Opschoonactie. De gemeente organiseerde deze opschoonactie en stelde schoonmaakmaterialen beschikbaar. Medewerkers van de wijkposten ondersteunden de actie. Op 13 december heeft wethouder van Dalen 45 bewoners in het zonnetje gezet voor hun fantastische inzet bij het vrijwillig schoonhouden van hun woonomgeving. Van het gewonnen prijzengeld is een hele geslaagde en gezellige bijeenkomst georganiseerd in de nieuwe Kringloopwinkel. Op deze avond lanceerde de gemeente samen met Groen Links het initiatief voor het werven van buurtambassadeurs ‘schoon’ voor de landelijke Opschoondag in maart 2013. Enkele ZAP’ers uit het centrum hebben dit jaar deelgenomen aan een pilotwerkgroep ‘Schone Buurt’. Aan deze werkgroep deden ook mee: Viveste, de Heemlanden, C1000, AH en de vaste sportverenigingen in sporthal ‘De Slinger’. Het doel van de pilot was om de omgeving van De Slinger vrij te houden van zwerfvuil. De deelnemers waren erg tevreden over de samenwerking en willen hiermee doorgaan. In maart is een samenwerkingsconvenant ondertekend. De werkgroep gaat verder onder de naam ‘Centrum Schoon rond de Slinger’. In september heeft de werkgroep gemonitord en opgeschoond. Ze hebben een voorstel gedaan om de afvalbakken aan De Slinger te optimaliseren. Dit verzoek is begin 2013 uitgevoerd. Er is in de week van Nederland Schoon een ‘Schone Scholen Wedstrijd’ uitgezet. Zeven scholen gaven zich hiervoor op. Leerlingen konden meedoen door zwerfafval op te halen uit de buurt. Openbare basisschool Ridderspoor heeft de wedstrijd gewonnen en alle leerlingen op een ijsje getrakteerd. Alle basisscholen (26 stuks) konden in november 2011 gratis afvalgrijpers, hesjes, vuilniszakken en afvalzakringen krijgen van de gemeente. Om van dit aanbod gebruik te kunnen maken, moeten scholen een afvalproject organiseren en daarvan een verslag naar Het Groentje sturen. Ook mochten ze deelnemen aan de Schone Scholen wedstrijd. Zestien basisscholen hadden belangstelling voor de gratis schoonmaakmaterialen. In 2012 in de week van ‘Nederland Schoon’ zijn de materialen verstrekt. Scholen kunnen nu op eigen gelegenheid aandacht besteden aan hun schoolomgeving. En hierover plaatsen ze artikeltjes in de krant. Er is met de vier Houtense middelbare scholen overleg geweest over het afsluiten van een Schone School convenant. Scholen en verenigingen hebben een gebied bij hun school geadopteerd om zwerfafvalvrij te houden. Deze partijen hebben eigen schoonmaakspullen en materiaal voor bewustwording zoals lesmateriaal en posters. Het Wellantcollege en college De Heemlanden hebben in het voorjaar 2012 het convenant als eerste ondertekend. De brugklassen VMBO van het Wellantcollege hebben in januari het project ‘Schone Buurt’ gedaan. Een gastles over zwerfafval en een rondleiding op het afvalscheidingsstation waren hier onderdeel van. Ook de Berg en Boschschool en Het Houtens hebben samen met de voetbalvereniging FC Delta’s 92 een convenant ondertekend om samen de Kruisboog schoon te houden en aan bewustwording te werken. Basisschool De Plantage heeft in oktober op eigen initiatief een deel van het park Schoneveld geadopteerd om samen met alle leerlingen schoon te houden. Zij hebben dit formeel vastgelegd in een convenant. De coördinator Schoon heeft in acht klassen van de bovenbouw gastles gegeven over zwerfafval. Als onderdeel van de jaarlijkse kennismakingsweek is studentenvereniging Veritas na de zomervakantie met 250 studenten in Houten geweest om papier te prikken. De studenten werden ontvangen bij wijkpost Noord en vervolgens verdeeld over de wijken. De actie werd ondersteund door de wijkteams. Er zijn drie maatschappelijke stages voor zwerfafval ontwikkeld samen met de stagemakelaar van Van Houten&Co. Een leerling van College De Heemlanden is aan de slag gegaan met de stage sociale media en heeft deze in 2012 afgerond. Ook van Het Houtens hebben twee leerlingen de stage sociale media gedaan. Het resultaat van de stages is te zien op www.houten.nl/houtenschoon.
Jaarstukken 2012
187
Programma Duurzaam Onderwerp
Vuurwerkafvalcampagne
Beheer openbare ruimte
Groenadoptie
Resultaat De drie stages staan op de website www.houten.nl/zwerfafval. De middelbare scholen zijn blij met dit aanbod en zullen hun leerlingen erop attent maken. In januari 2012 was er voor de tweede keer een campagne tegen vuurwerkafval. Bewoners konden vuurwerkafval verzamelen en inleveren op de wijkposten. Voor elke zak met vuurwerkafval was er een beloning van fiches ter waarde van 50 cent. Het aantal ingeleverde zakken afval is gestegen van 7 in 2011 naar 29 stuks in 2012. Vanaf medio 2012 is er een klankbordgroep Beheer Openbare Ruimte van 10 bewoners actief in de gemeente Houten. Op verzoek van de gemeente houdt deze klankbordgroep de effecten van de bezuinigingen op het beheer van de openbare ruimte in de gaten. Wethouder Openbare Werken Kees van Dalen is voorzitter van de klankbordgroep. De deelnemers wonen verspreid over Houten en het buitengebied. De klankbordgroep komt ongeveer 2 keer per jaar bijeen. De gemeente wil voorkomen dat er onvoorziene en ongewenste maatschappelijke effecten optreden door de vastgestelde bezuinigingen. Zo moet natuurlijk de veiligheid gegarandeerd blijven en mogen bezuinigingen niet averechts werken. Door bewoners te betrekken die dagelijks in hun buurt en wijk zien wat er gebeurt, kan de gemeente beter een vinger aan de pols houden. Het gaat bijvoorbeeld om gevolgen van het minder vaak grasmaaien, minimaliseren van klein onderhoud aan straatmeubilair zoals bankjes, borden etc. en het verminderen van het aantal afvalbakken waar dat kan. In 2012 zijn 104 groenadoptie-overeenkomsten met bewoners aangegaan. Naast enkele kleinere objecten gaat het om de volgende projecten: Hagen In het kader van de ombuigingen zijn alle gemeentelijke hagen naar maximaal 1.50 m hoog gebracht. Voor tuinen naast een gemeentehaag betekent dat verlies van privacy. Om dit te voorkomen zijn bewoners in de gelegenheid gesteld de haag te adopteren en te laten doorgroeien tot 1.80 m. Er zijn 230 brieven verspreid. Dit heeft geleid tot 96 adoptie-overeenkomsten. Buurtmoestuin de Buurtklaver In Houten Noord-Oost is een buurtmoestuin gerealiseerd naast basisschool Klavertje Vier. Op de plek waar begin 2012 nog noodlokalen stonden, beheert een groep enthousiaste bewoners nu een gezamenlijke moestuin. Hier komen tal van andere bewonersinitiatieven uit voort. Op de website www.debuurtklaver.nl, die de bewoners rond dit initiatief hebben opgericht, leest u meer. Schooltuintjes De Brug Op initiatief van de kinderraad van basisschool De Brug is gestart met de aanleg van schooltuintjes. 16 leerlingen uit de hoogste groepen hebben samen met hun ouders in het najaar de grond bewerkt om voorjaar 2013 te kunnen starten met hun moestuintjes. Bosplantsoen Troubadoursborch Door de nieuwe ARBO-wetgeving zou het bosplantsoen moeten worden verwijderd. De bewoners van de Appelgaarde en de Troubadoursborch wilden deze beplanting behouden en hebben dit gedeelte nu geadopteerd. Bloembakken Bewoners van de Rijnpolder zijn van mening dat automobilisten in hun straat te weinig rekening houden met spelende kinderen. Om de lange rechte weg optisch te onderbreken en op enkele plaatsen te versmallen zijn hier bloembakken geplaatst. De bewoners zorgen met elkaar voor de beplanting en het onderhoud. Op de Randhoeve zijn zes grote houten bloembakken geplaatst. Tijdens een ontmoetingsdag voor de straat zijn deze bakken beplant door de bewoners. Zij hebben zelf de beplanting aangeschaft en gaan de bakken onderhouden.
Groot Onderhoud Borchen-Campen
In de pijplijn In 2013 verwacht de gemeente de adoptie-overeenkomsten rond te maken voor een buurtmoestuin aan de Klaverhof en een door bewoners gesponsorde haag aan de Edelsteen. In 2012 heeft de gemeente in de wijken Borchen en Campen onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd aan de bestrating en de bomen en heeft zij het hemelwater afgekoppeld. 17 april 2012 zijn bewoners uitgenodigd voor een inloopavond,
Jaarstukken 2012
188
Programma Duurzaam Onderwerp
Onderhoud Vossenakker
Invoering papierkliko Schalkwijk
Banken Beekmos
Speeltoestel Castellum
Speeltoestellen Leebrugpad
Speeltoestel Zuringhof
Steiger Imkersplas
Behoud historische grafstenen Prinses Ireneweg
Aanplant bomen diverse locaties
Resultaat welke erg goed bezocht is (ca. 150 bewoners). De werkzaamheden zijn nagenoeg geheel afgerond. Begin 2012 heeft de gemeente een reconstructie uitgevoerd van de Vossenakker. Na een eerste brief waarin de gemeente de werkzaamheden aangaf, kreeg zij diverse reacties van bewoners. Hierop heeft zij een overleg gevoerd met de bewoners van de straat en is zij gezamenlijk met hen tot een nieuw en beter ontwerp gekomen. De werkzaamheden zijn inmiddels afgerond. In overleg met de vrijwilligers van de stichting Oud Papier Actie Schalkwijk is in september 2012 de papierkliko ingevoerd in Schalkwijk. De vrijwilligers hebben meegedacht over het tijdstip van invoering en de communicatie over de invoering. De papierkliko zorgde er voor dat de eerste drie maanden ongeveer de 1,5 keer zoveel papier werd opgehaald in Schalkwijk, als in dezelfde periode het jaar ervoor. Enkele buurtbewoners hebben voorgesteld drie banken te plaatsen op het speelveld aan het Beekmos om de ontmoeting tussen buurtbewoners te bevorderen. Ze hebben hierover een brief naar de buurt gestuurd. Hieruit bleek dat hier draagvlak voor is. De banken worden begin 2013 geplaatst en zijn gesponsord door welzijnsstichting van Houten&Co en worden onderhouden door de bewoners zelf. Een groep van drie bewoners heeft aangegeven graag meer speelgelegenheid te willen voor kinderen in Castellum op Het Forum. Na meerdere malen overleg met medewerkers van de afdelingen Openbare Werken en Projectontwikkeling is er ruimte ontstaan voor realisatie van hun initiatief. De bewoners hebben in overleg met de gemeente een voorselectie gemaakt van passende toestellen voor de locatie. Dit initiatief met een selectie aan toestellen is voorgelegd aan een groot gedeelte van Castellum-Oost. De initiatiefnemers hebben deur aan deur de formulieren persoonlijk afgeleverd en toegelicht of in de brievenbus gedaan. De bewoners konden reageren via mail op een speciaal aangemaakte g-mail account of per post. Zowel deze account als de poststukken zijn gecontroleerd door de gemeente en van de 242 adressen hadden 77 gereageerd. Er waren 73 stemmen voor en 4 tegen. Met deze uitslag is in december 2012 de speelvoorziening die als meest gekozen uit de bus kwam, gerealiseerd. Uit een buurtproject (‘De wijk voor elkaar’) van Viveste en Van Houten&Co kwam naar voren dat de bewoners graag een aanpassing zouden willen van de speeltoestellen aan het Leebrugpad. Na meerdere malen overleg tussen een groep betrokken bewoners, Van Houten&Co en de gemeente bleek ook hier ruimte voor een samenwerking te zijn. De toestellen zijn afgeschreven in 2013 en mogen dan vervangen worden. Samen met de bewoners is een voorselectie gemaakt van geschikte toestellen. Deze selectie is voorgelegd aan alle huishoudens rondom de hofjes van de Bouwen en de Houten. Men kon reageren per email op
[email protected], per post of de kinderen laten stemmen op een pannenkoekenmiddag op 21 november. Op deze pannenkoekenmiddag en ook later in een nieuwsbrief zijn de winnende speeltoestellen bekend gemaakt. Realisatie vindt plaats tijdens de vervangingsronde begin 2013. Op de Zuringhof beleefden buurtbewoners overlast van de verouderde speeltoestellen achter op het hofje. Deze toestellen werden niet meer gebruikt door de spelende kinderen maar voornamelijk door jongeren. Op een bewonersavond is in goed overleg besloten om de toestellen die al afgeschreven waren niet te vervangen maar te verwijderen. De steiger in de Imkersplas is in slechte staat en er zijn onvoldoende middelen om deze op een duurzame wijze op te knappen. Er is gecommuniceerd dat de steiger gaat vervallen en bewoners en de visvereniging in Houten (AUHV) gaven te kennen dit een ongewenste ontwikkeling te vinden. De visvereniging probeert subsidie te krijgen bij Sportvisserij Nederland om de steiger alsnog (deels) op te kunnen knappen. Op de begraafplaats Prinses Ireneweg staan vele oude grafstenen van voor 1962. De Werkgroep Monumenten die uit bewoners bestaat, heeft jaren geleden verzocht om het historisch karakter van deze begraafplaats te behouden. In 2012 is dit verzoek vastgelegd in de beheerverordening begraven van de gemeente Houten. Het project loopt door in 2013. Na overleg met de Vlinderstichting, de Bijenvereniging en bewoners is er, na de reconstructies op locaties waar bomen herplant moesten worden, gekozen voor bomen die de biodiversiteit vergroten. Dit geeft de wijk een meer divers karakter en is goed voor de flora en fauna.
Jaarstukken 2012
189
Programma Duurzaam Onderwerp Kappen van bomen in Noord-West
Natuur en landschap
Winkelgebieden
Zondag-openstelling van supermarkten
Verbeteren weekmarkt
Informatieavond Tolgaarderserf
Project Digitalisering en Actualisering Bestemmingsplannen
Bestemmingsplan Woonschepen
Bestemmingsplan Bouwlocaties Tull en ’t Waal Voorbereiding bestemmingsplan ’t Goy en omgeving
Resultaat Om in de wijken in Noord-West snel een groene uitstraling te realiseren, zijn er bij de aanleg meer bomen geplant dan op den duur wenselijk is. Tijdens het integraal groot onderhoud van enkele wijken zijn onder andere bomen die te dicht op elkaar stonden, onvoldoende ondergrondse groeiruimte hadden en bomen die te veel wortelopdruk veroorzaakten, verwijderd en deels herplant. Bij dit proces zijn de bewoners betrokken. De gemeente heeft een inloopavond georganiseerd en de bewoners via brieven, het Houtens Nieuws en de website op de hoogte gebracht van de bomenkap. Op de bewonersavonden en in sommige gevallen ook in kleiner comité, zijn op verzoek een aantal wijzigingen doorgevoerd. Over deze reconstructie is eveneens overleg geweest met de Milieu Werkgroep Houten. Op het gebied van natuur en landschap heeft de gemeente op diverse vlakken ondersteuning geboden en advies gegeven aan particulieren. Dit betreft de aanleg, het herstel en/of onderhoud van landschapselementen, vragen met betrekking tot flora en fauna(wet), ondersteuning bij zaken als planvorming, aanvragen subsidies, vergunningen en dergelijke. Via de actie ‘Boeren Planten Bomen’ zijn er op tien adressen nieuwe landschappelijke beplantingen aangelegd. Ook heeft de gemeente ondersteuning geboden bij het onderhoud van de Tuin van Jonkheer Ram. De vrijwilligerswerkgroepen van de Milieuwerkgroep Houten hebben in samenwerking met de gemeente veel werk verzet voor de broeihopen voor ringslangen, paddentrek, (weide)vogels en het knotten van bomen Met het oog op de ontwikkeling van het Sport- en Werklandschap De Meerpaal en het verdwijnen van broedgelegenheid voor weidevogels, zijn er met een drietal agrariërs op het Eiland van Schalkwijk overeenkomsten afgesloten voor weidevogelbeheer. In 2012 is er contact gelegd met de ondernemersvereniging Het Rond om duidelijke afspraken te maken over het schoonhouden van het winkelcentrum en de facilitering. De afspraken zullen geïntegreerd worden in het al bestaande Keurmerk voor Ondernemers. De gemeente maakt gebruik van een adviseur via GemeenteSchoon. In 2012 heeft de raad op basis van een grondig onderzoek – met behulp van een uitgebreide burgerpanelrapportage – besloten over het onderwerp ‘zondagopenstelling van supermarkten’. Hoewel de raad formeel eind januari 2013 hierover een beslissing neemt, is nu al 100% zeker dat de verruimde zondagopenstelling er niet komt. De burgers van Houten hebben goed gereageerd op de uitvraag van het burgerpanel en actief meegedacht of de zondag-openstelling er nu moest komen of niet. In het najaar van 2012 heeft een burgerpanel-uitvraag plaatsgevonden over de weekmarkt. Circa 60 % van de bezoekers is (zeer) tevreden over de weekmarkt. Wensen van de bezoekers zijn o.a. een meer divers productaanbod en het clusteren van food en non-food-kramen. De marktkooplieden zijn zelf aan zet om deze mogelijke verbeterpunten op te pakken. Ook voor de gemeente kwamen er enkele aandachtspunten uit het onderzoek. Deze worden in 2013 in een rapport verwerkt en aan het college voorgelegd. In 2012 is begonnen met uitvoering van de aan bewoners gedane toezeggingen. De geluidwal tussen De Koppeling en de woningen aan het Tolgaarderserf is op hoogte gebracht en er is opdracht gegeven voor het ontwerpen van een geluidsscherm voor op het fietsviaduct. In verband met het project, waarin binnen relatief korte tijd 23 bestemmingsplannen worden herzien, is een digitale nieuwsbrief opgezet, die belangstellende inwoners actueel informeert over genomen procedurestappen. Er zijn momenteel ongeveer 50 abonnementhouders. Van 3 plannen heeft het burgerparticipatietraject in 2011 plaatsgevonden. In 2012 zijn voor 18 plannen participatieactiviteiten georganiseerd. In 2013 zullen voor de laatste 2 plannen (Hofstad IV en Open Plekken Zuid, participatieactiviteiten plaatsvinden. Hieronder volgen de 18 plannen waarbij de burger op enigerlei wijze betrokken werd in 2012. In 2012 heeft dit plan als ontwerp ter inzage gelegen. Er is geen (aanvullende) burgerparticipatie geweest, anders dan dat er zienswijzen ingediend konden worden en/of beroep. In 2012 heeft dit plan als ontwerp ter inzage gelegen. Er is geen (aanvullende) burgerparticipatie geweest, anders dan dat er zienswijzen ingediend konden worden en/of beroep. Er is op 16 februari een toelichting gegeven aan de ondernemersvereniging Kleine Kernen. Er waren ongeveer 20 mensen aanwezig.
Jaarstukken 2012
190
Programma Duurzaam Onderwerp Bestemmingsplan MFOA Hofstad IV Bestemmingsplan Eiland van Schalkwijk Bestemmingsplan De Hoon Bestemmingsplan Sport- en Werklandschap Meerpaal Bestemmingsplan Fort ’t Hemeltje (e.a.) Bestemmingsplan Laagraven – Oudwulverbroek Bestemmingsplan Oude Dorp Bestemmingsplannen Loerik III e Noord, Loerik VI, Leebrug II 2 fase, Schonauwenseweg, RondeelMeerpaal Bestemmingsplan Hofstad III Loerik V Voorbereiding bestemmingsplannen Houten Noord en Zuid Bestemmingsplan Van Dort Bestemmingsplan Waijensedijk 1 Programma Duurzaam Projectontwikkeling/onderwerp Stenen Poort
Resultaat Er is een inloopavond gehouden op 27 februari over het voorontwerpbestemmingsplan. Er waren ongeveer 10 mensen aanwezig. Er is een enquête en er zijn ‘tafeltjesoverleggen’ gehouden onder alle agrariërs van het Eiland (9 en 13 maart) Er is op 21 maart een Inloopavond gehouden voor niet agrarische ondernemers over het bestemmingsplan. Er waren ongeveer 20 deelnemers. Op 24 april is er een inspraakavond voor bestemmingsplan De Hoon georganiseerd. Hierop kwamen circa 15 belangstellende inwoners af. Er is op 26 juni een inloopavond gehouden. Er waren ongeveer 30 deelnemers. (Zie ook onder onderdeel Projectontwikkeling) Tijdens een inloopavond zijn meerdere bestemmingsplannen gepresenteerd. Over dit plan zijn geen vragen gesteld. Er is een inloopavond gehouden op 22 oktober over het voorontwerpbestemmingsplan. Er waren ongeveer 15 mensen aanwezig. Tijdens een inloopavond op 2 juli zijn meerdere bestemmingsplannen gepresenteerd. Er waren ongeveer 10 deelnemers aanwezig. Tijdens een inloopavond op 2 juli zijn meerdere bestemmingsplannen gepresenteerd. Er waren ongeveer 15 deelnemers aanwezig. Voor bestemmingsplan Loerik VI is een uitgebreide inspraakreactie reden geweest voor een gesprek over deze reactie. Op 19 december is tijdens een inloopavond het plan gepresenteerd. Tijdens de avond hebben circa 10 omwonenden vragen gesteld. Tijdens de voorbereiding van deze bestemmingsplannen zijn functiekaarten gepubliceerd met de vraag of deze overeenstemmen met de huidige situatie. Hierop is door enkele inwoners gereageerd. Brief ontvangen van omwonenden Beusichemseweg 30 en Groenedijkje 5. Tijdens een persoonlijk gesprek zijn buren geïnformeerd over dit bestemmingsplan. Aantal deelnemers
Resultaat
50 personen 3 personen
Op 11 januari bewonersavond. Op 7 februari overleg met belanghebbenden over bouwverkeer en beheer. Op 25 oktober bewonersavond. Informatieavond op 20 november m.b.t. ter inzage leggen concept proefverkaveling. Inloopavond op 13 december. Voorontwerp bestemmingsplan getoond en toegelicht, vragen over bestemmingsplan en over proefverkaveling beantwoord. Op 15 mei bijeenkomst voor huurders SCC binnen Rondweg over komende bezuinigingen. Er is geïnformeerd over de opdracht, maar ook naar eisen van gebruikers m.b.t. centra. Op 16 januari overleg met klankbordgroep. Op 22 februari overleg over bereikbaarheid. Op 27 februari overleg met klankbordgroep. Overleg met klankbordgroep op 26 april. Op 7 mei informatieavond voor bewoners over aanleg, in aanwezigheid van wethouder. Bewoners konden na centrale deel aan thematafels verder informatie krijgen. Op 22 oktober informatieavond voor bewoners over de start van de aanleg. Op 26 april bijeenkomst voor direct omwonenden om getuige te zijn van het bereiken van het diepste punt t.b.v. warmte/koude opslag. Op 2 juni opening. Op 18 april vond er een informatieavond plaats waarbij de uitvoering van het busstation werd toegelicht door de aannemer aan de hand van tekeningen per fase en een maquette. Bewoners konden vragen stellen. Aan-
50 personen 10 personen 10 personen Sociaal Culturele Centra
50 personen
Fietspad Beusichemseweg
circa 7 personen circa 7 personen circa 7 personen circa 7 personen circa 150 personen
circa 150 personen Kringloopwinkel
circa 15 personen
circa 15 personen Informatieavond busstation De Molen 12 personen
Jaarstukken 2012
191
Programma Duurzaam Projectontwikkeling/onderwerp
Aantal deelnemers
Resultaat
nemer gaf telefoonnummers, website, contactpersoon en informatie over spreekuur door. Opening busstation De Molen Op 12 december opening busstation De Molen. Informatiebijeenkomsten bewoners 7 bewoners Op 18 juni 2012 zijn bewoners geïnformeerd over de Sport & werklandschap Meerpaal proefverkaveling van het Werkgebied en voorontwerp. (proefverkaveling Werkgebied en bestemmingsplan Sport & Werklandschap Meerpaal. voorontwerp bestemmingsplan Sport 30 personen Op 26 juni 2012 zijn belangstellenden geïnformeerd & Werklandschap Meerpaal) over de proefverkaveling Werkgebied en voorontwerp bestemmingsplan Sport & Werklandschap Meerpaal. Eerste handeling nieuwbouw van het 5 bewoners Op 2 juli 2012 werd op feestelijke wijze de eerste multifunctionele clubgebouw op het 4 journalisten officiële handeling gevierd op het Sport- en werklandSportgebied Meerpaal 10 sportvertegenwoordigers schap Meerpaal. 20 vertegenwoordigers van Gemeente en aannemerij Castellum Op 29 juni feestelijke start bouw 68 woningen Castellum West. Op 14 december feestelijke start bouw 31 appartementen Castellum West. Visie Oude Dorp 2030 5 leden klankbordgroep Klankbordgroep Oude Dorp op 31 mei. Onderwerp: stand van zaken korte termijn en toekomstplannen. Herontwikkeling locatie Boger18 personen Op 1 november bijeenkomst voor direct omwonenden. manschool Onderwerp: wat vinden omwonenden belangrijk, inbreng en rol van omwonenden. Haalbaarheidsonderzoek biovergister 9 personen Informatiebijeenkomst op 19 april van de gemeente en Adem Houten B.V. voor bewoners en bedrijven aan de Schonauwenseweg. De aanwezigen zijn geïnformeerd over: Het initiatief en de steun daaraan vanuit duurzaamheidsoogpunt. Het proces van het haalbaarheidsonderzoek. De manier waarop belanghebbenden en belangstellenden daarbij worden betrokken. Daarnaast konden de aanwezigen vragen stellen en een eerste reactie geven. Bestemmingsplan Hofstad IVb Noord; Circa 5 belangstellenden en Informatieavond op 27 februari 2012. Multifunctionele onderwijsaccommo- de projectgroep datie Hofstad IVb Noord. Circa 60 belangstellenden Inloopavond m.b.t. bouwplan MFOA op 13 december en de projectgroep. 2012. Belanghebbenden inzicht gegeven in het bouwplan vooruitlopend op de omgevingsvergunning. Programma Bereikbaar Onderwerp Duurzame mobiliteit
Blauwe zone Klankbordgroep parkeerregulering Houten-centrum Rode loper
Parkeervisie
Resultaat Er zijn inmiddels 9 openbare oplaadpunten voor elektrische auto’s gerealiseerd in Houten, waarvan 3 in 2012. Daarnaast is in 2012 gestart met een pilot van twee inwoners die zelf een (openbaar) oplaadpunt willen realiseren. Het functioneren van de blauwe zone in het centrum van Houten wordt voorlopig gemonitord. Hiervoor is onder andere een klankbordgroep ingesteld die ongeveer 4 keer per jaar bijeenkomt. De klankbordgroep bestaat uit 6 bewoners en een vertegenwoordiger van de belangenvereniging winkelcentrum Het Rond. De voorzitter is de portefeuillehouder Openbare Werken. Om de entree van het overdekte winkelcentrum naast het station bereikbaar te houden, zijn in samenwerking met de winkeliersvereniging en de fietsersbond twee rode lopers uitgerold. Deze moeten het lukraak parkeren van fietsen voor de entree tegengaan. De uitrol ging gepaard met een flyeractie door de fietsersbond, winkeliersvereniging en gemeente. De eerste ervaringen zijn positief. De aanleiding voor het opstellen van de parkeervisie was de toename van meldingen van bewoners over parkeerproblemen. De uitvraag aan het Burgerpanel eind 2011 bevestigde dit probleem. Nadat ook een parkeerdrukmeting is uitgevoerd, zijn de uitkomsten van beide onderzoeken mede basis geweest voor de parkeervisie die vervolgens door de raad is vastgesteld.
Jaarstukken 2012
192
Programma Veilig Onderwerp Burgernet
Resultaat
Burgernet is een samenwerkingsverband tussen politie, gemeente en burgers om de veiligheid in de woon- en werkomgeving te bevorderen. Sinds mei 2010 is de gemeente Houten ook aangesloten bij Burgernet. Inmiddels zijn er meer dan 3.500 Houtense burgers die deelnemen aan Burgernet. Waaks Waaks is evenals Burgernet een samenwerkingsverband tussen politie, gemeente en burgers (voornamelijk hondenbezitters). Waaks is opgezet met als doel om de veiligheid en de leefbaarheid in de wijken te vergroten en de criminaliteit terug te dringen. In Houten is Waaks van start gegaan in juni 2011. Inmiddels hebben zich meer dan 50 hondenbezitters aangemeld. Meldpunt Jeugd en Veiligheid Het meldpunt Jeugd & Veiligheid bij de afdeling Welzijn is in 2012 telefonisch en schriftelijk benaderd voor meldingen over ervaren overlast door jongeren. Voor het melden is in 2012 een digitaal meldingsformulier ontwikkeld dat via de gemeentelijke website kan worden ingevuld. Ook in 2012 vond maandelijkse afstemming plaats tussen gemeente, politie en jongerenwerk. In totaal waren er in 2012 25 meldingen van overlastlocaties, waarvan er 12 nog lopend zijn. Voor een aantal locaties is besloten tot een intensievere aanpak, waarbij ook bewoners betrokken werden: park Putterhaag, Imkerspark en het park nabij Wagenhoeve/ Jachthoeve. Hierbij zijn afspraken gemaakt, waarbij de inzet van politie, het jongerenwerk en de actieve bijdrage van bewoners heeft geleid tot een afname van de overlast. Buurtbemiddeling In 2012 is de pilot Buurtbemiddeling door wijkcoördinatie voortgezet. Er zijn in 2012 13 burenruzies aangemeld. In vier gevallen werden deze aangemeld door bewoners zelf, zes werden aangemeld door Viveste en drie door de politie. In de meeste gevallen traden Houtense vrijwilligers op als bemiddelaars. Twee gevallen zijn na de intake niet in behandeling genomen. Bij één van deze twee is er integraal overleg geweest met de gemeentelijke veiligheidscoördinator, de burgemeester en zorgverlenende partijen m.b.t. een juiste afhandeling. In totaal is er in drie gevallen overleg geweest met of een melding gedaan aan de gemeentelijke veiligheidscoördinator over mogelijk gevaarlijke situaties. Het draagvlak voor buurtbemiddeling onder bewoners en samenwerkingspartners is onverminderd groot, maar vooralsnog ontbreken de financiële middelen om de pilot om te zetten in een structurelere voorziening. Fietsverlichtingsactie De gemeente Houten heeft eind november voor de derde keer samen met Veilig Verkeer Nederland, de Fietsersbond en de politie en de lokale fietswinkels op Het Rond, Het Plein en Castellum een fietsverlichtingsactie georganiseerd. In die week is de fietsverlichting gecontroleerd. In tegenstelling tot voorgaande jaren ontvingen alleen fietsers zonder licht een rode kaart. Zij kregen de kans om hun verlichting te laten repareren. Vanaf begin december heeft de politie weer gecontroleerd en daarbij zijn ongeveer 125 boetes uitgedeeld. De actie zal hoogstwaarschijnlijk in 2013 weer plaatsvinden, maar dan misschien in een andere opzet. Campagne aanpak brommeroverlast, In 2011 is de campagne gestart om de brommeroverlast in de gemeente terug te w.o. Meldpunt Brommeroverlast dringen. Dit onder de naam F.A.S.T. Het betreft een Engelse afkorting van Friendly, Aware, Safe en Technically Skilled. Het tweede jaar van deze campagne heeft zich meer gericht op alle Houtense brommer- en scooterrijders en niet alleen op de rijders van de koeriersbedrijven. In 2012 is in het kader van deze campagne het volgende gebeurd: 1. Er zijn F.A.S.T-veiligheidshesjes aan de rijders van de koeriersbedrijven uitgereikt. Hierdoor vallen de rijders goed op in het verkeer en kan iedereen zien dat het bedrijf deelneemt aan het F.A.S.T.-project. 2. Op 26 januari is het Meldpunt Brommeroverlast opgericht. Dit om in kaart te brengen welke brommeroverlast zich voordoet en in welke mate. Bovendien biedt het de inwoners de mogelijkheid brommeroverlast door te geven. 13 bewoners hebben gebruik gemaakt van dit meldpunt. 3. Het rouleren van een E-scooter heeft geleid tot de anschaf van een Escooter door Jolidé. 4. Evenals in 2011 heeft begin oktober weer het brommer-evenement op het plein Het Rond plaatsgevonden. Veilige straat, Fluweelmos Eind 2011 hebben bewoners van de Fluweelmos contact gezocht met de gemeente over het verkeer dat in hun straat (te) hard rijdt. Samen met de bewoners heeft de gemeente de werkwijze ‘Veilige Straat’ toegepast. Omdat meetresultaten hebben uitgewezen dat er te hard werd gereden in de Fluweelmos, is de verkeerssituatie aangepast. Er is een as-verspringing aangebracht en er zijn twee verlaagde banden op de parallelweg aangelegd. Dergelijke maatregelen helpen alleen als ook het gedrag wordt aangepast. Aansluitend is er daarom in augustus 2012 een informatie- en trainingsavond over verkeersveiligheid in basisschool De Fontein georganiseerd. De avond bestond uit een theoriegedeelte en demonstra-
Jaarstukken 2012
193
Programma Veilig Onderwerp
Veilige straat, Edelsteen
Veilige straat, Waalsteen
Poefjes Kostersgang
Programma Betrokken Onderwerp ‘Werken aan een houdbaar evenwicht’
Resultaat ties door het Nederlands Instituut voor Verkeersverkeersveiligheid (NIV) uit Barneveld. Ondanks een uitgebreide communicatie, was er voor het theoriegedeelte weinig belangstelling. Eenmaal buiten kwamen meer bewoners kijken. In dezelfde periode zijn in de Fluweelmos vrolijke silhouetborden met verschillende uitingen van Nijntje-tekenaar Dick Bruna neergezet en opgehangen. Hiermee worden automobilisten op een ludieke gewezen op hun gedrag en de aanwezigheid van spelende kinderen in de straat. Daarbij is tevens de flyer ‘Let op de kinderen in onze straat’ verspreid. In 2011 hebben bewoners van verschillende delen van de Edelsteen contact gezocht i.v.m. verkeer van en naar Castellum. Dit heeft geleid tot de uitvoering van het project ‘Veilige Straat’ met twee verschillende werkgroepen in 2012. In het voorjaar zijn metingen uitgevoerd. Hieruit bleek dat er door 85% van het verkeer te hard werd gereden. Er werden wel snelheden tot 60 km/uur gemeten. De resultaten waren aanleiding om in afstemming met bewoners verkeersmaatregelen te nemen. Er is voor gekozen om de kruispunten aan te passen en de voorrangssituaties (conform richtlijnen) op de kruispunten op te heffen. Door deze aanpassingen en het toepassen van uitstulpingen op een aantal kruisingen en een wegversmalling (gelijk oversteekplek) kan het verkeer niet meer zo makkelijk doorrijden en moet meer rekening worden gehouden met ander verkeer. In het voorjaar van 2013 wordt weer een (snelheids)meting gedaan om de maatregelen samen met de werkgroepen te evalueren. In de zomer is op verzoek van een groep bewoners van de Waalsteen ook hier een project ‘veilige straat’ opgestart. Op basis van uitgevoerde metingen heeft de gemeente een aantal maatregelen geopperd. Omdat het hier vooral gaat om het rijgedrag van bewoners uit de straat heeft de gemeente gesteld dat een kleine ingreep in de inrichting bespreekbaar is mits hiervoor draagvlak is bij de direct aanwonende bewoners en de werkgroep ook actie onderneemt naar de buurtbewoners. Hiervoor heeft de gemeente een trainingsavond over verkeersveiligheid (net zoals uitgevoerd in De Mossen) aangeboden. Op basis van de reactie en plannen van de werkgroep zullen in 2013 verdere stappen worden genomen. Aan de Kostersgang hadden enkele bewoners last van automobilisten die keren op het pleintje dat eigenlijk bedoeld is voor spelende kinderen. Op het pleintje staan betonnen poefjes, maar deze zijn in de loop der jaren weggesleept door bewoners zodat het plein toegankelijk is geworden voor auto’s. Toen bekend werd gemaakt dat de poefjes weer op hun plek gezet zouden worden, bleken de bewoners verdeeld te zijn. Nadat de poefjes weer op hun plek stonden heeft een buurbewoonster het initiatief genomen om de poefjes samen met buurtkinderen te schilderen. De gemeente heeft hieraan bijgedragen door de verf te bekostigen. Door het rechtzetten en schilderen van de poefjes is er een soort gevoel van samenhorigheid ontstaan in de buurt en hebben ze een buurtfeest georganiseerd. Later is nog geld bij het Oranjefonds aangevraagd om een extra speeltoestel te kunnen plaatsen. Dit heeft geresulteerd in het plaatsen van een duikelrek en een evenwichtsbalk. Het burencontact in deze straat is erg plezierig geworden. Resultaat In de zomer van 2012 stelde het college, ‘Werken aan een houdbaar evenwicht’ op, een plan van aanpak voor de ombuigingen 2014 en verder. Dit plan van aanpak bestaat uit drie fases waarbij in de eerste fase (inventarisatie ideeën) het college experts van buiten aantrok om op professioneel maar vooral ook ‘hoog’ creatief niveau ‘out of the box’ na te denken over de ombuigingen. Tijdens twee creatieve sessies op 10 en 15 november opperden deze 15 in Houten wonende en/of werkende experts 175 ombuigingsideeën aan de hand van drie thema’s die hen werden voorgelegd. Die thema’s waren: de mens (voorzieningen, ondersteuning, zelfredzaamheid, sociaal), de stad (inrichting, eigen verantwoordelijkheid, onderhoud, fysiek) en de gemeente (organisatie, dienstverlening en bestuur). Elk thema werd besproken aan de hand van drie vragen: Wat is er in Houten teveel? Wat is er in Houten te weinig? Wat is in Houten precies goed? Dezelfde vragen werden op 3 december voorgelegd aan een groep van 25 ‘frisdenkende’ medewerkers die 120 ideeën leverden en op 17 december aan de 9 raadsleden van de klankbordgroep die daar nog eens 28 ideeën aan toevoegden. In 2013 wordt de vangst (samen met de verzamelde best practices) geanalyseerd (fase 2) en zullen het college en de raad besluiten welke ideeën (wanneer) haalbaar zijn en tot uitvoering kunnen worden gebracht (fase 3).
Jaarstukken 2012
194
Programma Betrokken Onderwerp Benchmark Publiekszaken
Resultaat In 2012 heeft de gemeente Houten, samen met 69 andere gemeenten, deelgenomen aan de Benchmark Publiekszaken. Daartoe zijn zowel de baliebezoekers als de telefonische en digitale klanten (burgers) van de gemeente gevraagd naar de tevredenheid met de dienstverlening. De benchmark maakt de prestaties op het gebied van dienstverlening zichtbaar door deze te vergelijken met andere gemeenten aan de hand van kengetallen. Op die wijze wordt duidelijk hoe de publieksfunctie van Houten presteert en hoe anderen dat doen. De resultaten van die vergelijking bieden handvatten om de kwaliteit van dienstverlening te verbeteren. De gemeente Houten scoort te midden van de deelnemende gemeenten relatief gunstig met een negentiende positie in de benchmark.
Jaarstukken 2012
195
Jaarstukken 2012
196
JAARREKENING
Jaarstukken 2012
197
Jaarstukken 2012
198
Uitgangspunten financiële verslaglegging De jaarrekening is samengesteld met inachtneming van de betreffende bepalingen in de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Waarderingsgrondslagen balans In de Financiële verordening (ex. Art 212 Gemeentewet) die in de raad van 24 mei 2011 is vastgesteld zijn de uitgangspunten voor het financiële beleid opgenomen. Bij het samenstellen van de balans is een bestendige gedragslijn in acht genomen. Vaste activa Onder de vaste activa worden afzonderlijk opgenomen de immateriële, de materiële en de financiële vaste activa. Alle activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijging- of vervaardigingsprijs. De verkrijgingprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs wordt voorts een redelijk deel van de indirecte kosten opgenomen dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Daarnaast wordt een actief dat buiten gebruik wordt gesteld, afgewaardeerd op het moment van buitengebruikstelling. Materiële vaste activa 1. Materiële vaste activa met economisch nut worden lineair afgeschreven. Uitzondering hierop zijn de activa ten behoeve van de producten riolering en afvalinzameling. Op deze activa wordt annuïtair afgeschreven. 2. De volgende materiële vaste activa met economisch nut worden afgeschreven in: a) gronden en terreinen: niet, en 10-40 jaar b) gebouwen: 15-50 jaar (schoolgebouwen en overige gebouwen per 1-1-2011 ouder dan 10 jaar: 40 jaar en nieuw en jonger dan 10 jaar: 50 jaar) c) Grond-, weg en waterbouwkundige werken: 8-70 jaar d) vervoermiddelen : 6-11 jaar e) machines, apparaten en installaties (incl. theatertechniek): 5-30 jaar f) Automatisering: 4-11 jaar 3. Activa met economisch nut en een verkrijgingprijs van minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatst genoemden worden altijd geactiveerd. 4. Aankoop en vervaardiging van activa met een maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden ten laste van de exploitatie gebracht. Financieel technische gronden kan de oorzaak zijn om bij raadsbesluit hiervan af te wijken. Dan wordt het actief lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere door de raad aan te geven tijdsduur. Financiële vaste activa De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met de ontvangen aflossingen of tegen marktwaarde indien deze lager is dan de verkrijgingsprijs. De kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Onderhanden werk aangaande investeringen De post onderhanden werk aangaande investeringen ontstaat als uitvloeisel van de Notitie Investering, Waardering en Afschrijving 2011. Het betreft investeringen die nog niet in het verslagjaar zijn opgeleverd en waarvan de restantkredieten worden overgebracht naar het volgende boekjaar. Na oplevering van de investering zal feitelijke activering plaatsvinden en zal een aanvang worden genomen met het afschrijven conform de richtlijnen. De onderhanden werk aangaande investeringen worden gewaardeerd tegen verkrijging- of vervaardigingspijs en opgenomen onder de activaposten, zoals hierboven genoemd.
Jaarstukken 2012
199
Vlottende activa Onder de vlottende activa worden afzonderlijk opgenomen de voorraden, de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar, de liquide middelen en de overlopende activa. Voorraden De verschillende voorraadcomponenten zijn als volgt gewaardeerd: De verspreide percelen zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs, vermeerderd met de bijgeschreven rente en exploitatiekosten. Indien deze waarde hoger is dan de intern getaxeerde waarde, wordt voor het verschil een voorziening gevormd. De gronden die nog niet in exploitatie zijn genomen zijn gewaardeerd tegen de verkrijging- of vervaardigingprijs, vermeerderd met rente en exploitatiekosten. De onderhanden werken zijn gewaardeerd tegen de verkrijging-/vervaardigingprijs, vermeerderd met de bijgeschreven rente en exploitatiekosten en verminderd met de opbrengst wegens gerealiseerde verkopen. Indien wordt verwacht dat de geactiveerde kosten niet door verkopen van grond kunnen worden terugverdiend, is ter grootte van het geraamde tekort een voorziening gevormd. De voorraad brandstof is gewaardeerd tegen de gemiddelde inkoopprijs. De voorraad burgerzaken zijn gewaardeerd tegen de laatst bekende inkoopprijs. Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar De uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar zijn opgenomen tegen de nominale waarde. De voorzieningen wegens oninbaarheid worden met de nominale waarde verrekend. De voorzieningen wegens oninbaarheid betreffen: Algemene debiteuren Alle vorderingen worden per stuk beoordeeld op inbaarheid. Dat is vervolgens het uitgangspunt om een minimale stand van de voorziening te bepalen. Als de voorziening onder de minimale stand komt wordt er een bedrag aan toegevoegd vanuit de algemene dekkingsmiddelen. Debiteuren op het gebied van gemeentelijke belastingen Hier wordt dezelfde werkwijze toegepast als bij de algemene debiteuren. Vorderingen bijstandsverlening Ook de vorderingen bijstandsverlening worden per vordering beoordeeld op oninbaarheid en dienovereenkomstig opgenomen in de voorziening. Liquide middelen De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Overlopende activa De overlopende activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Vaste passiva Onder de vaste passiva worden afzonderlijk opgenomen het eigen vermogen (reserves en het rekeningresultaat), de voorzieningen en de vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer. De vaste passiva, met uitzondering van de voorzieningen, worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen contante waarde. Reserves en Voorzieningen Het beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen is vastgelegd in de Nota Reserves en Voorzieningen 2004. Genoemde nota is in de raad van 3 februari 2004 vastgesteld. Deze nota is in principe ingetrokken in 2007, maar behoud zijn werking totdat in 2013 de notitie reserves en voorzieningen door het college is vastgesteld. Op 24 mei 2011 is de Financiële Verordening (ex. art. 212 Gemeentewet) vastgesteld. Deze is met terugwerkende kracht in werking getreden per 1 januari 2011. Reserves Reserves zijn het eigen vermogen van de organisatie en dienen om tegenvallers in de exploitatie op te vangen en om investeringen te kunnen financieren. Algemene reserves en bestemmingsreserves vormen samen met het saldo van de exploitatierekening het eigen vermogen. De algemene reserves (niet zijnde bestemmingsreserves) zijn bestemd voor opvang van tekorten, als buffer voor risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen en voor onvoorziene, onuitstelbare en onvermijdbare (drie O’s) uitgaven.
Jaarstukken 2012
200
Bestemmingsreserves zijn van de algemene reserves afgezonderde bestanddelen waaraan de politiek een bepaalde bestemming heeft gegeven of door een geldgever bijzondere voorwaarden zijn gesteld (geoormerkt). Vermeerderingen en verminderingen vinden plaats op basis van: de in de begroting vastgestelde bedragen; resultaatbestemming; aanvullende besluitvorming. Aan bovengenoemde vermeerderingen en verminderingen liggen raadsbesluiten ten grondslag. Zij maken daarom deel uit van de resultaatbepaling. Voorzieningen Voorzieningen worden gerekend tot het vreemd vermogen en worden gevormd wegens: verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten; op balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen, waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten; kosten die in het volgende boekjaar worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. Dotaties en onttrekkingen aan voorzieningen vinden plaats op basis van: de in de begroting vastgestelde bedragen; verkregen subsidiegelden; aanvullende besluitvorming. Aan bovengenoemde dotaties en onttrekkingen liggen raadsbesluiten ten grondslag. Zij maken daarom deel uit van de resultaatbepaling. Vlottende passiva Onder de vlottende passiva worden afzonderlijk opgenomen de netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar en de overlopende passiva. De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Waarderingsgrondslagen baten en lasten Baten en lasten De baten en lasten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Bij het bepalen van het resultaat is een bestendige gedragslijn in acht genomen. Als bedrijfsresultaat van de grondexploitatie wordt aangemerkt de resultaten van de afgewikkelde complexen. De baten en lasten die betrekking hebben op de verspreide percelen, de nog niet in exploitatie genomen gronden en de onderhanden werken, worden verrekend met de boekwaarde van deze gronden. Afschrijvingen Het afschrijven op een investering vangt aan per 1 januari van het verslagjaar volgend op het jaar waarin de investering is opgeleverd. Investeringen worden lineair afgeschreven, met uitzondering van investeringen waarvan de kapitaallasten gedekt worden uit de afvalstoffenheffing of rioolrecht. De afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar (met uitzondering van specifieke besluiten ten aanzien van investeringen met een maatschappelijk nut). Op gronden wordt niet afgeschreven. Daarnaast wordt ook niet afgeschreven op de investering met betrekking tot het politiebureau. Dit is conform de met de Rijksgebouwendienst overeengekomen Financieringswijze.
Jaarstukken 2012
201
Rente De rentelasten betreffen het saldo van: aan geldverstrekkers werkelijk betaalde rente; werkelijk ontvangen rente op uitgezette gelden; aan de grondexploitatie en de vaste activa toegerekende rente. De rentelasten worden door middel van een omslagpercentage over de rekening van baten en lasten verdeeld. Kostenplaatsen De op de kostenplaatsen verantwoorde lasten en baten zijn in 2012 verdeeld op basis van de begrote sleutels. Er zijn voorcalculatorische tarieven gehanteerd. De begrote kostenverdeling is daarvoor ook in de realisatie geboekt. Een eventueel saldo op de kostenplaats kan daarom alleen ontstaan door een verschil tussen begrote en gerealiseerde uitgaven of inkomsten en niet als gevolg van de doorbelastingen. Het (eventuele) saldo van de kostenplaatsen is doorgeboekt naar Saldo kostenplaatsen. De doorbelasting van de uren van eigen personeel die zijn gemaakt ten behoeve van de grondexploitatie zijn in de realisatie doorbelast op basis van werkelijke uren en voorcalculatorisch tarief. Het (eventuele) verschil in de dekking kan dan alleen worden verklaard in een verschil tussen begrote bestede uren en gerealiseerde bestede uren. Dit verschil komt eveneens tot uitdrukking op Saldo kostenplaatsen.
Jaarstukken 2012
202
Jaarstukken 2012
203
Balans per 31 december 2012 ACTIVA
31-12-2012
31-12-2011
Vaste activa Materiële vaste activa - investeringen met een economisch nut - investeringen met een maatschappelijk nut - erfpachtsgronden
Financiële vaste activa - leningen aan woningbouwcorporaties - overige langlopende leningen - kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen
Totaal vaste activa
126.596.928 4.127.601 0 130.724.529
121.999.622 3.323.055 0 125.322.679
18.487.003 8.921.335
18.913.532 9.126.220
18.323 27.426.661
18.323 28.058.075
158.151.190
153.380.753
5.635.654 35.682.783 22.913 41.341.349
5.658.379 29.586.497 18.607 35.263.482
3.281.062 3.943.757 7.224.819
4.878.731 2.723.655 7.602.386
679.674
2.976.546-
1.177.399
2.100.751
50.423.242
41.990.073
208.574.432
195.370.826
Vlottende activa Voorraden - grond- en hulpstoffen: verspreide percelen - onderhanden werk: bouwgronden in exploitatie - gereed product en handelsgoederen
Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar - vorderingen op openbare lichamen - overige vorderingen
- liquide middelen Overlopende activa
Totaal vlottende activa Totaal generaal
Jaarstukken 2012
204
PASSIVA
31-12-2012
31-12-2011
Vaste passiva Eigen vermogen - algemene reserves - bestemmingsreserves
42.052.845 7.358.103 49.410.948
43.750.983 5.485.702 49.236.685
1.077.909 50.488.857
233.222 49.469.907
9.487.531
10.445.328
114.135.712 5.672 114.141.384
111.691.075 5.672 111.696.746
174.117.773
171.611.981
27.709.171 27.709.171
14.857.725 14.857.725
6.747.487
8.901.120
34.456.658
23.758.844
Totaal generaal
208.574.432
195.370.826
Borg- en Garantstellingen
166.178.622
165.578.149
- nog te bestemmen resultaat jaarrekening
Voorzieningen Vaste schulden met een rentetypische looptijd >= 1 jaar - onderhandse leningen van binnenlandse banken - waarborgsommen
Totaal vaste passiva
Vlottende passiva
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar - overige schulden
Overlopende passiva
Totaal vlottende passiva
Jaarstukken 2012
205
Toelichting op de balans
Jaarstukken 2012
206
Jaarstukken 2012
207
Jaarstukken 2012
208
Het overzicht van het verloop van de financiële activa in 2012 ziet er als volgt uit:
Verloop van de financiële vaste activa Oorspronkelijk bedrag per 31-12-2011
Leningen aan Overige Kapitaalwoningbouw- langlopende verstrekkingen aan corporaties leningen deelnemingen 18.913.532 9.126.220 18.323
Correctie i.v.m. volledige aflossing
-
-
-
-
-
-
18.913.532
9.126.220
18.323
28.058.075
-
-
-
-
18.913.532
9.126.220
18.323
28.058.075
-
-
-
-
18.913.532
9.126.220
18.323
28.058.075
426.529
204.885
-
631.414
-
-
-
-
18.487.003
8.921.335
18.323
27.426.661
Correctie i.v.m. wisseling activasoort
Investeringen
Aflossingen Overige verminderingen Boekwaarde per 31-12-2012
-
waardeverminderingen per 31-12-2011
Boekwaarde per 01-01-2012
28.058.075
-
Cumulatieve aflossingen en overige
Boekwaarde per 31-12-2011
Totaal
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Grond- en hulpstoffen
31-12-2012
31-12-2011
-
5.635.654
5.658.379
35.682.783
29.586.497
18.689
14.493
Verspreide percelen
Onderhanden werken Bouwgronden in exploitatie Gereed product en handelsgoederen Documenten burgerzaken -
Voorraad brandstof
Totaal
4.224
4.114
41.341.349
35.263.482
Grond- en hulpstoffen: Verspreide percelen De boekwaarde van de verspreide percelen kunnen als volgt worden gespecificeerd: Specificatie: Grond- en hulpstoffen, verspreide percelen Investeringen: Gronden buiten Houten Zuid Grond Schalkwijk II ( Spoorlaan)
31-12-2012
31-12-2011
703.000 m²
9.660.879
9.683.604
570 m²
56.894
56.894
9.717.773
9.740.498
4.025.225
4.025.225
Af: voorziening herwaardering: Gronden buiten Houten Zuid Grond Schalkwijk II (Spoorlaan)
Per saldo
Jaarstukken 2012
56.894
56.894
4.082.119
4.082.119
5.635.654
5.658.379
209
Onderhanden werk: bouwgrond in exploitatie De bouwgronden in exploitatie betreffen: Specificatie: Onderhanden werken, bouwgrond in exploitatie Exploitatie stedelijk Centrumplannen Houten-Zuid
31-12-2012
31-12-2011
8.418.887
6.906.186
52.946.928
42.419.558
Bedrijventerrein de Meerpaal GBH
3.258.366550.691
3.161.385172.593
Sport en werklandschap de Meerpaal
1.733.736
2.211.311
Exploitatie landelijk Parklandgoed Wulven
249.484
316.026-
Gebiedsvisie Schonauwenseweg
117.487-
156.149-
Exploitatie Eiland van Schalkwijk Linieland Tull en 't Waal 2e fase Financieel afgewikkelde deelcomplexen Totaal
2.050.332-
611.707
111.196
149.313
22.901.95535.682.783
19.250.61129.586.497
31-12-2012 31.596.340
31-12-2011 16.955.238
Het verloop van de boekwaarde is als volgt: Verloop van de boekwaarde "Bouwgronden in exploitatie" Boekwaarde per 1 januari 2012 In mindering gebrachte fondsen conform BBV Boekwaarde per 1 januari exclusief in mindering gebrachte voorzieningen Af: boekwaarden naar financieel afgewikkelde complexen Bij: investeringen en dotaties aan fondsen en voorzieningen Af: inkomsten
1.256.167
1.331.167
32.852.507
18.286.405
1.000.000-
18.286.405
14.003.141
25.405.769
45.855.648
43.692.174
7.438.38538.417.263
Af: vrijval voorziening stedelijk en bovenwijks: Vinex Af: fondsen conform BBV Boekwaarde per 31 december 2012
Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen Overige vorderingen Algemene debiteuren -
Debiteuren inzake gemeentelijke belastingen
-
Bijstandsverlening
-
Voorschotten
Totaal
Jaarstukken 2012
-
31.852.507
10.839.66632.852.508
-
-
38.417.263
32.852.508
2.734.48035.682.783
3.266.01129.586.497
31-12-2012 3.281.062
31-12-2011 4.878.731
2.443.467
1.389.015
70.660
31.233
1.408.469
1.283.165
21.162
20.241
7.224.819
7.602.386
210
Vorderingen op openbare lichamen Onder de vorderingen op Openbare lichamen is de vordering op de Belastingdienst opgenomen in het kader van de BTW-aangiften 2012 en de opgaaf BTW-Compensatiefonds 2012. Overige vorderingen: Algemene debiteuren Het saldo van de algemene debiteuren is opgebouwd uit de volgende componenten: Overige vorderingen: Algemene debiteuren -
Algemene debiteuren
-
Voorziening dubieuze algemene debiteuren
Bedrag 2.485.427 41.9602.443.467
De grondslag voor de berekening van de voorziening dubieuze algemene debiteuren is weergegeven in het hoofdstuk "Uitgangspunten financiële verslaglegging". Overige vorderingen: Debiteuren inzake gemeentelijke belastingen Debiteuren inzake gemeentelijke belastingen
Bedrag
-
Debiteuren inzake gemeentelijke belastingen
-
Voorziening dubieuze belastingdebiteuren
213.596 -142.936 70.660
De grondslag voor de berekening van de voorziening dubieuze belastingdebiteuren is weergegeven in het hoofdstuk "Uitgangspunten financiële verslaglegging". Overige vorderingen: Bijstandsverlening De vorderingen in het kader van bijstandsverlening hebben met name betrekking op verhaal van onterecht verstrekte uitkeringen, verhaal alimentatie, verstrekte leenbijstand, krediethypotheek e.d. Het saldo van de vorderingen in het kader van bijstandsverlening is opgebouwd uit de volgende componenten:
Overige vorderingen: Bijstandsverlening -
Totaal vorderingen bijstandsverlening
-
Voorziening dubieuze bijstandsvorderingen
Bedrag 2.151.270 -742.801 1.408.469
In de vordering met betrekking tot de BBZ heeft het Rijk een bijdrage verstrekt van 75%. Bij invordering zal dan ook 75% van de vordering terugbetaald moeten worden aan het Rijk. Het bedrag dat terugbetaald moet worden, is als overige schuld in de balans opgenomen onder de netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar. Overige vorderingen: Voorschotten
Bedrag
-
21.162
Diversen voorschotten
21.162 Liquide middelen Liquide Middelen Bank en giro Deposito's Voorschotkassen Geld onderweg
31-12-2012 674.963 4.711 -
Totaal
679.674
31-12-2011 2.995.1664.933 13.686 2.976.546-
Voorschotkassen Voorschotkassen - Kas Burgerzaken - Subkassiers
Bedrag 4.651 60 4.711
Jaarstukken 2012
211
Overlopende Activa
31-12-2012
31-12-2011
Nog te ontvangen bedragen
448.062
Vooruitbetaalde bedragen
729.337
707.337
1.177.399
2.100.751
Totaal
1.393.414
Nog te ontvangen bedragen De nog te ontvangen bedragen hebben betrekking op: Saldo per 31-12-2012
Specificatie: Nog te ontvangen bedragen Aankopen niet duurzame goederen en diensten
36.111
Baten m.b.t. vergoeding en verhaal sociale uitkeringen
196.500
Energie
21.000
Inkomensoverdrachten van het rijk
19.311
Inkomensoverdrachten aan overheid (niet rijk)
13.908
Overige vermogensoverdrachten
89.003
Vergoeding voor personeel
41.869
Werkelijk ontvangen rente en winstuitkeringen
30.360 448.062
Toelichting De nog te ontvangen bedragen per 31 december 2012 hebben betrekking op bedragen die in 2013 binnen komen en die ten gunste komen van boekjaar 2012. Deze bedragen zijn als nog verwerkt in de jaarrekening 2012. Vooruitbetaalde bedragen De vooruitbetaalde bedragen hebben betrekking op: Saldo per 31-12-2012
Specificatie: Vooruitbetaalde bedragen Aankopen niet duurzame goederen en diensten Inkomensoverdrachten aan overheid (niet rijk)
658.173 70.057
Overige vooruitbetaalde bedragen
1.108 729.337
Toelichting De vooruitbetaalde bedragen per 31 december 2012 hebben betrekking op facturen die eind 2012 zijn betaald en die betrekking hebben op boekjaar 2013.
Jaarstukken 2012
212
PASSIVA EIGEN VERMOGEN Reserves
31-12-2012
Algemene reserves
42.052.845
Bestemmingsreserves
7.358.103
Totaal
49.410.948
31-12-2011 43.750.983 5.485.702 49.236.685
Het overzicht van het verloop van de reserves in 2012 is als volgt: Verloopoverzicht van reserves Reserve
Saldo 1-12012
Bestemming resultaat 2011
Toevoegingen
Onttrekkingen
Saldo 31-122012
A. Algemene reserves: 1. Algemene reserve(vrij)
1.975.719
2. Algemene beklemde reserve
41.775.264
Totaal A. Algemene reserves
43.750.983
-135.528
-135.528
0
62.610
1.777.581
1.500.000
40.275.264
1.562.610
42.052.845
B. Bestemmingsreserves: 1. Archeologiebeleid
83.745
83.745
2. Kunstobjecten 3. Overlopende posten 4. Initieel onderhoud openbare ruimte 5. Riolering 6. WWB werkdeel 7. Afschrijving extra krediet cultuurcentr. 8. Organisatie-ontwikkeling 9. Economische crisis 10.Beheer Openbare ruimte 11.Linieland 12.Ruiming explosieven 13.Programma Transities in Samenhang
58.018 0 1.650.000 699.970 361.855 1.116.250 96.337 33.789 385.738 1.000.000
Totaal B. Bestemmingsreserves
5.485.702
368.750
3.211.229
1.707.578
7.358.103
49.236.685
233.222
3.211.229
3.270.188
49.410.948
Totaal alle reserves
368.750 575.000 120.773
368.750 971.382 84.282 29.375
286.000 1.500.000 83.428
253.789
425.228 220.800
58.018 0 1.253.618 820.743 277.573 1.086.875 382.337 1.280.000 469.166 1.000.000 425.228 220.800
A. Algemene reserves: 1. Algemene reserve(vrij). Het doel van de algemene reserve is het afdekken van algemene risico's en onvoorzienbare, niet uitstelbare en onvermijdbare uitgaven, voorzover daarvoor geen dekking kan worden gevonden binnen de exploitatie. De algemene reserve dient als buffer voor eventuele rekeningtekorten en maakt onderdeel uit van het weerstandsvermogen. In 2012 is het rekeningresultaat 2011 ad € 233.222 aan deze reserve toegevoegd. Daarnaast is € 368.750 aan deze reserve onttrokken t.b.v. in 2012 uit te voeren projecten 2011 en € 62.610 ter dekking van de kosten 2012 van het in 2009 gestarte project Digitale Impuls. 2. Algemene bek lemde reserve De Algemene beklemde reserve kent een inkomensfunctie. Het doel is middelen te reserveren, waarvan de renteopbrengst structureel ingezet kan worden als algemeen dekkingsmiddel. In 2012 is € 1.500.000 onttrokken uit deze reserve ten behoeve van de bestemmingsreserve economische crisis. Bij de begroting 2012 is door de raad besloten om € 10 miljoen uit deze algemene beklemde reserve vrij te maken ter versterking van het concernweerstandsvermogen. Om deze € 10 miljoen in te kunnen zetten ter versterking wordt dit bedrag gefaseerd rente vrij gemaakt. B. Bestemmingsreserves: 1. Archeologiebeleid Deze reserve is bedoeld om de lasten en baten te egaliseren en schommelingen te voorkomen in het resultaat. Gezien de onzekerheid over de inzet(toekomstige plannen) van deze reserve is voor het jaar 2012 gekozen om de jaarlijkse toevoeging van € 15.000 achterwege te laten.
Jaarstukken 2012
213
2. Kunstobjecten Het spreiden van de lasten die samenhangen met de aanschaf van een kunstwerk, eens in de drie jaar. Dat leidt er toe dat niet eens in de drie jaar aanspraak op de Algemene Middelen hoeft te worden gedaan en wordt piekbelasting van de exploitatie voorkomen. In 2012 hebben geen toevoegingen en onttrekkingen bij deze bestemmingsreserve paaltsgevonden. 3. Overlopende posten Deze wordt elk jaar gevormd bij de rekening om uitgaven die gepland waren in het vorige jaar in het volgende jaar op te kunnen vangen. In 2012 is hier vanuit de jaarrekening 2011 € 368.750 in gestort, waarna elke € 368.750 ook weer onttrokken worden t.b.v. in 2012 uit te voeren projecten 2011. Dit betreft niet besteed rijksbudget Stimuleringsregeling lokale klimaatinitiatieven(SLOK) Energiesprong, energiemonitoring, actualistie bestemmingsplannen 2011-2013, onderuitputting personeelsbudget 2011 toevoegen aan het budget flankerend personeelsbeleid om de ombuiging op salaris- en inhuurbudgetten te realiseren, implementatiebudget besparingsmaatregelen individuele voorzieningen Wmo, realiseren van koppelingen van diverse applicaties met de BAG-applicatie, regieagenda zorgvriendelijke wijken en opstartkosten van buurtbemiddeling. 4. Initieel onderhoud openbare ruimte Het beschikbaar houden van de middelen die vanuit de grondexploitaties worden overgedragen, voor het initieel onderhoud van de openbare ruimte. In 2012 wordt € 575.000 vanuit de grondexploitaties toegevoegd, daarnaast wordt € 881.981 onttrokken ten behoeve van asfalteringswerkzaamheden Zuidelijke Rondweg en € 89.401 electriciteitskast Castellum , bloembakken toegankelijkheid wijken, vervanging kastanjes rondwegwal, extra werkzaamheden BLVC en onderhoud geluidschermen. 5. Riolering Het spreiden van de lasten die samenhangen met het onderhoud en de vervanging van riolering en daarmee het bevorderen van een gelijkmatige ontwikkeling van de rioolheffing. Er vindt een storting plaats van € 120.773 zijnde het positieve exploitatieresultaat van het product riolering. 6. WWB werk deel Onder dit product valt het budget dat beschikbaar is voor de financiering van de uitstroom naar betaalde arbeid. Via deze reservering worden de rijksbijdragen gereguleerd ingezet teneinde een zo groot mogelijke uitstroom te realiseren. Veel van deze trajecten lopen langere tijd en de kosten worden dan via de reserve over de jaren vereffend. Dit jaar wordt € 60.567 aan deze reserve onttrokken ter dekking van het benodigd werkbudget t.b.v. vakwerk en € 23.715 ter dekking van de kosten 2012 Implementatiefase 2 en 3 Werk en inkomen Lekstroom(WiL). Toevoegingen vinden al enige jaren niet meer plaats, gezien er geen overschotten zijn bij de uitvoering van de WWB werkdeel. 7. Afschrijving extra k rediet cultuurcentrum In verband met het faillissement van de bouwer zijn er extra kosten gemaakt om het cultuurcentrum af te kunnen bouwen. Deze reserve is gevormd om de extra kapitaallasten te financieren. De onttrekking in 2012 bedraagt € 29.375. 8. Organisatie-ontwik k eling Het doel van deze reserve is om de kosten die gepaard gaan met de organisatieontwikkeling gelijkmatig over de betreffende jaren te spreiden. De onttrekking van € 96.337, welke in 2012 begroot is voor opleidingskosten lean-trajecten, is niet nodig omdat deze kosten gedekt kunnen worden uit het reguliere opleidingsbudget. Daarnaast wordt het niet gebruikte budget van € 96.000 op stelpost flankerend personeelsbeleid, samen met nog eens € 190.000, zijnde een tussentijdse verhoging van het salarisbudget 2012 ten laste van deze stelpost, welke verhoging niet nodig was toegevoegd aan deze reserve. Deze gelden blijven door deze storting beschikbaar, zodat in 2013 de ombuiging op salaris- en inhuurbudgetten gerealiseerd kan worden. 9. Economische crisis Eenmalige negatieve gevolgen van de economische crisis met incidentele middelen op te vangen. Vanuit de algemene beklemde reserve is in 2012 € 1.500.000 in deze reserve gestort. Verder wordt in 2012 € 220.000 onttrokken, ter dekking van de lagere economische crisis gerelateerde inkomsten door de gewijzigde woningbouwfasering (lagere algemene uitkering/ Onroerendzaakbelasting) en hogere kosten voor de schuldhulpverlening. Deze ontrekking heeft plaatsgevonden op grond van een raadsbesluit bij de perspectiefnota 2012. Daarnaast wordt er nog € 33.789 uit gehaald om de rentekosten geleverde grond De Wiese te dekken. 10.Beheer Openbare ruimte De kosten met betrekking tot fluctuaties in de omvang van het vervangingsprogramma Openbare Verlichting op te vangen. 11.Linieland Gereserveerde gelden voor de ontwikkeling van Linieland. Hieruit zullen de komende jaren geen onttrekkingen plaats. Deze onttrekking zal pas plaatsvinden als de raad in 2015 besluit om deze gelden te willen gebruiken voor dit project. 12.Ruiming explosieven Het doel van deze reserve is gelden speciaal beschikbaar gesteld via de algemene uitkering voor dit doel te reserveren voor de in kaart gebrachte nog uit te voeren projecten ruiming explosieven. De toevoeging in 2012 bedraagt € 425.228.
Jaarstukken 2012
214
13.Programma Transities in Samenhang Conform het raadsbesluit van 28-6-2012 vindt er een storting plaats van € 220.800 zijnde het overschot op het begrote budget 2012 voor het programma Transities en Samenhang. Nog te bestemmen resultaat jaarrekening
31-12-2012
Nog te bestemmen resultaat algemene dienst
1.077.909
Nog te bestemmen resultaat grondexploitatie
-
-
1.077.909
233.222
Totaal
31-12-2011 233.222
Nog te bestemmen resultaat algemene dienst Een analyse van het resultaat is in dit jaarverslag opgenomen. Per (deel)programma zijn de uitkomsten nader geanalyseerd en toegelicht. Daarnaast is in het jaarverslag een analyse op hoofdlijnen opgenomen in het hoofdstuk Analyse rekeningsaldo 2012 versus begroting 2012. Nog te bestemmen resultaat grondexploitatie Vanaf 2004 worden tussentijds geen winsten of verliezen meer genomen op de grondexploitatie Vinex. VOORZIENINGEN Voorzieningen
31-12-2012
31-12-2011
Egalisatievoorzieningen
5.729.920
7.069.265
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's
3.757.611
3.376.063
Totaal
9.487.531
10.445.328
Het overzicht van het verloop van de voorzieningen in 2012 is als volgt: Verloopoverzicht van voorzieningen Voorziening
A. Egalisatievoorzieningen: 1. Groot onderhoud welzijns-/ sportaccommodaties/ Sociaal Culturele Centra 2. Vastgoedinformatie 3. Huisvesting onderwijs 4. Gemeentelijke huisvesting
Saldo 1-12012
T.g.v. Toevoegingen exploitatie vrijgevalle n bedragen
561.381
Aanwendingen
386.905
310.613
13.001 387.031
742.489
Saldo 31-122012
637.673
9.850
3.151
984.037
145.483
795.573
141.692
17.978
919.287
3.354.679
570.179
1.194.245
2.730.613
6. Brandweergebouwen
67.275
23.465
7. Overig gemeentelijk vastgoed
70.628
25.650
5. Beheer Openbare Ruimte(BOR)
8. Egalis. graf- en lijkbezorgingsrechten
90.740 96.278
489.612
41.550
448.062
201.180
658.633
2.759.453
5.729.920
483.722
93.123
1.979.762
99.450
105.877
9. Egalisatie tarieven afvalstoffenheffing
1.330.085
505.954
35.682
Totaal A. algemene Egalisatievoorzieningen reserves
7.069.265
505.954
1.926.062
0
B. Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's 1. Wethouderspensioen 2. Decentrale middelen
1.589.163 136.955
2.624
127.904
3. Volkshuisvesting gerealiseerd
1.649.945
Totaal B. Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's
3.376.063
2.624
583.172
199.000
3.757.611
10.445.328
508.578
2.509.234
2.958.453
9.487.531
Totaal alle voorzieningen
1.649.945
Jaarstukken 2012
215
Jaarstukken 2012
216
8. Egalisatie graf- en lijk bezorgingsrechten Het langdurig egaliseren van de tarieven, die gelden voor de grafrechten en de lijkbezorgingsrechten. Op basis van de exploitatiekosten 2012 van de begraafplaatsen dient € 41.550 van deze voorziening te worden gebruikt. Op basis van deze onttrekking is deze egalisatievoorziening nog voldoende om 10 jaar de tekorten op begraafplaatsen op te vangen. 9. Egalisatie tarieven afvalstoffenheffing Door inzet van deze voorziening kan de jaarlijkse exploitatie van de afvalstoffen worden genivelleerd en wordt een grillig beeld in de hoogte van de jaarlijkse afvalstoffenheffing voorkomen. De tarifering heeft namelijk kostendekkendheid als basis. Op basis van de te hoge stand van deze voorziening per 31-12-2011 is gekozen om in 2012 € 505.954 aan te wenden om via eenmalige tariefsverlaging 2012 van de afvalstoffenheffing het teveel in voorgaande jaren betaalde terug te geven aan de burger. Daarnaast heeft een toevoeging van € 35.682 aan de voorziening plaatsgevonden op basis van een voordeligere aanbesteding van de papierinzameling. Daarna dient € 201.180 onttrokken te worden aan deze voorziening zijnde het negatieve exploitatieresultaat van het product afvalstoffenheffing. B. Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's: 1. Wethouderspensioen Het in financiële zin voorzien in de pensioenaanspraken die voormalige wethouders, of diens nabestaanden, hebben op de gemeente en het separeren van de voor dat doel overgedragen middelen. Aan de hand van berekeningen pensioenaanspraken (oud) wethouders door een actuaris wordt de hoogte van deze voorziening bepaald. Op basis hiervan het noodzakelijk om € 483.722 toe te voegen aan deze voorziening. Dit is veel meer dan de € 195.000 welke begroot is. De oorzaak hiervan is o.a. doordat de actuaris de rekenrente heeft verlaagd van 3% naar 2,5%. De aanwending van € 93.123 betreft de via de salarisadministratie uitbetaalde pensioenen aan (oud) wethouders of eventuele nabestaanden. 2. Decentrale middelen Het beschikbaar houden van het niet in de exploitatie gebruikte deel van de persoonsgebonden budgetten van personeelsleden, waardoor de verplichting wordt veilig gesteld. De toevoeging € 99.450 betreft het aantal personeelsleden 425 x € 234 (persoonsgebonden budget per personeelslid). De aanwending € 105.877,- betreft het inzetten van deze (gespaarde) budgetten ten behoeve van de aankoop van een fiets of een tegemoetkoming in de eigen bijdrage reiskosten woon-werkverkeer of aankoop van verlof. 3. Volk shuisvesting gerealiseerd Het voorzien in middelen om de sociale woningbouw met een subsidie te ondersteunen. Geen toevoeging of aanwending in 2012. Deze voorziening zal in 2013 komen te vervallen, omdat dan deze gelden worden overgemaakt naar de woningbouwvereniging voor eerder genoemd doel.
VASTE SCHULDEN MET EEN RENTETYPISCHE LOOPTIJD >= 1 JAAR Vaste schulden met een rentetypische looptijd >= 1 jaar
31-12-2012
Onderhandse leningen van binnenlandse banken
114.135.712
Waarborgsommen Totaal
31-12-2011 111.691.075
5.672
5.672
114.141.384
111.696.747
Het overzicht van het verloop van de vaste schulden met een rentetypische looptijd >=1 jaar in 2012 is als volgt:
Verloopoverzicht van de vaste schulden Schuldrestant per 31-12-2011
Onderhandse leningen van binnenlandse banken 111.691.075
Opgenomen bedragen
Totaal
5.672
111.696.747
5.000.000
-
5.000.000
116.691.075
5.672
116.696.747
Aflossingen Schuldrestant per 31-12-2012
Waarborgsommen
2.555.363
-
2.555.363
114.135.712
5.672
114.141.384
In 2012 zijn de volgende geldleningen aangetrokken bij Interpolis: * Leningnummer 70102-1511274-1 voor een bedrag van € 5.000.000,-, aflossing vindt plaats in 2013, rentepercentage 1,13%. Toelichting “Langlopende schulden” Het saldo van de langlopende schulden bedraagt aan het einde van het boekjaar € 114.141.384,-. Deze leningen zijn opgenomen om in de grote liquiditeitsbehoefte te kunnen voorzien die is ontstaan door de grote projecten en investeringen, die onderhanden zijn. De betaalde rente over de opgenomen leningen bedroeg in 2012 € 3.915.598,72.
Jaarstukken 2012
217
VLOTTENDE PASSIVA Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar
31-12-2012
Kasgeldleningen
31-12-2011
23.000.000
10.000.000
Overige schulden -
Crediteuren
4.161.609
4.379.779
-
Latente verplichtingen
401.358
323.661
-
Waarborgsommen grondexploitatie
146.204
154.284
27.709.171
14.857.725
Totaal
Kasgeldleningen Het saldo van de opgenomen kasgeldleningen bedraagt aan het einde van het boekjaar 23.000.000,-. De kasgeldleningen zijn het afgelopen jaar aangetrokken bij diverse aanbieders tegen de laagst geoffreerde prijs. Overige schulden: Crediteuren Begin maart 2013 stond van het saldo van de crediteuren volgens het financiële systeem nog een bedrag van € 335.874,-open.
Overige schulden: Latente verplichtingen Het opgenomen bedrag aan latente verplichtingen heeft betrekking op de terugbetalingsverplichting die de gemeente heeft aan het Rijk in het kader van de Wet Werk en Bijstand. Op grond van deze wet dient 75% van de vorderingen in het kader van bijstandsverlening die te maken hebben met verstrekte leenbijstand ingevolge de BBZ (onder aftrek van het opgenomen bedrag in de voorziening dubieuze bijstandsvordering) opgenomen te worden als terugbetalingsverplichting aan het Rijk. (Zie ook de post overige vorderingen: bijstandsverlening die is opgenomen onder de balanspost uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar.) Overige schulden: Waarborgsommen grondexploitatie De waarborgsommen voor grondverkopen worden verrekend bij de koop van de grond. De door de aannemers gestorte waarborgsommen zijn bedoeld om verhaal van schade welke optreedt bij bouwactiviteiten op relatief eenvoudige wijze te verhalen. Terugbetaling van deze waarborgsommen geschiedt na oplevering van het betreffende bouwwerk, waarbij eerst tot uitbetaling wordt overgegaan na controle door de projectleider. Eventuele schade wordt in mindering gebracht. Over de waarborg-sommen die door aannemers worden gestort, wordt een rente tegen het wettelijke rentepercentage vergoed.
Overlopende passiva
31-12-2012
31-12-2011
Specifieke vooruitontvangen uitkeringen
1.799.751
4.222.902
Overige overlopende passiva
4.947.736
4.678.218
Totaal
6.747.487
8.901.120
Specificatie overlopende passiva Specifieke vooruitontvangen uitkeringen Breedtesportimpuls
Boekwaarde 1-1-2012
Vermeerderingen
Verminderingen
Boekwaarde 31-12-2012
51.681 193.134
0 26.560
Onderwijsachterstanden
51.681 111.514
108.180
Centrum Jeugd en Gezin
33.391
45.840
Sociale Agenda
30.499
68.586
Volwasseneneducatie t/m 2008
39.594
Inburgering RMC subsidie kwalificatiemiddelen Stimulering Woningbouw Verbetering binnenklimaat scholen Combinatiefuncties (Alg.Uitk.) Cultuurparticipatie 2009-2012 Tijd subs. Mooi Nederland Subsidie energie/ledverlichting Participatiebudget NUP (algemene uitkering)
79.230 99.085 39.594
415.555
415.555
7.766
47.598
45.918
2.155.300
104.000
2.259.300
56.775
9.446 56.775
136.153
192.193 -
-
43.200
43.200
795.000
56.040 795.000
6.559
6.559
-
162.926
0
28.785
134.141
-4.245
168.744
72.421
92.079
Sp.en Bew.in de Buurt/Br.imp.comb.func.2012-2016
-
33.560
33.560
Vooruitontvangen Meer Energie Bedrijvenambassadeur
-
18.000
18.000
Vooruitontvangen Vrijwilligersbeleid
-
6.700
6.700
Bestrijding jeugdwerkloosheid
15.187
15.187
Bedragen GB
76.541
76.541
Totaal
4.222.902
Jaarstukken 2012
4.790.644
2.990.893
0 1.799.751
218
Er zijn voorschotbedragen ontvangen van Nederlandse overheidslichamen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren. Het betreft een bedrag van € 1.799.751,- dat conform BBV als vooruitontvangen bedragen is opgenomen.
Overige overlopende passiva
Bedrag
Diverse afdrachten sociale dienst
189.387
Diverse afdrachten algemeen (niet zijnde sociale dienst)
1.460.850
Diverse nog te betalen bedragen
1.842.534
Diverse vooruitontvangen bedragen
114.993
Overige
20.742
Overige transitoria (rente geldleningen)
1.319.229
Totaal
4.947.736
Overige transitoria Dit betreft de nog te betalen rente over de langlopende geldleningen. Voor de meeste leningen vindt de betaling van de rente en aflossing pas in 2013 plaats. Gewaarborgde geldleningen De gemeente staat borg voor nog uitstaande geldleningen van andere instellingen tot een bedrag van € 156.546.850. Het verloop van de gewaarborgde geldleningen in 2012 is als volgt: Naam geldnemer
% Borgstelling Gew aarborgd per 1-1-2012
Gew aarborgd per 31-12-2012
Oorspronkelijke bedrag
100
2.765.103
2.765.103
5.445.363
100
140.625
103.125
375.000
2.905.728
2.868.228
2.868.228 301.553.337
Diverse instellingen WCN Heemstede BV Stichting Openbare Bibliotheek Totaal diverse instellingen Woningbouwcorporaties (Achtervangpositie WSW) Stichting Viveste
50
150.672.420
141.178.622
Volksbelang Vianen
50
12.000.000
12.500.000
34.000.000
162.672.420
153.678.622
335.553.337
165.578.149
166.178.622
369.553.337
Totaal WSW achtervangpositie Totaal gewaarborgde geldleningen
De gemeente heeft in het verleden garanties verstrekt op leningen o.a. voor restauraties. Bij deze is er sprake van een faillissement van de hypotheekverstrekker. Op dit moment wordt in samenwerking met de geldverstrekker en een koper gewerkt aan een constructie, waardoor de gemeentegarantie niet hoeft te worden aangesproken. Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
Bedrag
Het saldo van de aangegane verplichtingen van de grondexploitatie per 31-12-2012 is
3.521.171
Het saldo van de aangegane verplichtingen van de algemene dienst per 31-12-2012 is Totaal
32.230.354 35.751.525
Jaarstukken 2012
219
Jaarstukken 2012
220
Staat van baten en lasten per programma Conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dient een overzicht van baten en lasten per programma opgenomen te worden. In het jaarverslag is al bij de verschillende programmaverantwoordingen een overzicht van de baten en lasten weergegeven en de toelichting daarop. Dit staat opgenomen in de verschillenanalyse per programma. Tevens is een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen opgenomen. In dit hoofdstuk zal een financiële samenvatting gegeven worden van deze overzichten voor zowel de primitieve begroting 2012, de begroting na wijziging 2012 en de rekening 2012. In de overzichten is een resultaat voor bestemming en een resultaat na bestemming opgenomen. Het resultaat voor bestemming betreft het ‘zuivere’ resultaat per programma. In het resultaat na bestemming zijn per programma de mutaties in de reserves verwerkt, op grond van de gedurende het begrotingsjaar door de raad opgenomen besluiten. Nr.
Programma
Bedrag begroot primitief uitgaven 2012 37.393.178
Bedrag begroot primitief inkomsten 2012 10.372.225
Saldo begroot primitief 2012
Bedrag begroot uitgaven na wijziging 2012 -27.020.953 37.625.183
Bedrag begroot inkomsten na wijziging 2012 9.449.535
Saldo begroot na wijziging 2012
Bedrag werkelijk uitgaven 2012
Bedrag werkelijk inkomsten 2012
saldo werkelijk 2012
01.
Vitaal
-28.175.648
36.093.813
9.988.342
-26.105.471
02.
Duurzaam
58.434.973
47.827.296
-10.607.677
58.285.091
46.397.313
-11.887.778
46.995.169
35.243.015
-11.752.154
03.
Bereikbaar
3.328.574
20.454
-3.308.120
4.835.042
1.070.348
-3.764.694
4.504.556
948.102
-3.556.453
04.
Veilig
3.418.987
320.712
-3.098.275
4.868.792
1.729.493
-3.139.299
4.777.934
1.760.258
-3.017.675
05.
Betrokken
6.147.656
800.221
-5.347.435
6.073.773
810.139
-5.263.634
6.043.086
815.872
-5.227.214
59.340.908 -49.382.460
111.687.881
59.456.828 -52.231.053
98.414.557
48.755.590
-49.658.968 36.956.902
Totaal programma's
108.723.368
Algemene dekkingsmiddelen Algemene Algemene dekkingsmiddelen uitkering
69.032
Dividend Hondenbelasting
4.090
OZB Onvoorzien
35.596.952
35.527.920
169.000
169.000
131.090
127.000
9.339.604
9.339.604
61.922
Overige belastingen
428.541
Saldo financieringsfunctie
0 4.090
-61.922
0
116.000
-312.541
426.408
3.493.077
3.493.077
37.037.912
37.037.912
36.956.902
7.176
7.176
7.176
7.176
130.466
126.376
139.096
136.284
10.519.604
10.519.604
10.517.006
10.517.006
2.811
0 116.000
-310.408
3.093.495
3.093.495
424.020
122.663
-301.357
3.208.766
3.208.766 -426.690
WOZ
424.891
104
-424.787
449.303
197
-449.106
427.057
367
overige alg. dekkingsmiddelen
164.540
1.548.265
1.383.725
640.754
1.548.265
907.511
1.315.795
1.895.625
579.830
1.153.016
50.394.092
49.241.076
1.520.555
52.453.115
50.932.560
2.169.683
52.847.600
50.677.916
113.208.436
111.909.943
-1.298.493
100.584.241
101.603.189
-1.018.949 107.143
Totaal Algemene dekkingsmiddelen
Bedrag begroot primitief Bedrag begroot uitgavenprimitief Bedrag inkomsten begroot primitief Resultaat voor bestemming
109.876.384
109.735.000
141.384
0
29.375
-29.375
0
255.959
255.959
220.800
113.657
635.720
10.000
625.720
716.731
66.000
-650.731
779.200
36.651
742.550
2.750
-2.750
0
902.750
902.750
894.731
-894.731
Mutaties reserves 01.99.02 Programma Vitaal mutaties reserves 02.99.02 Programma Duurzaam mutaties reserves 03.99.02 Programma Bereikbaar mutaties reserves 04.99.02 Programma Veilig mutaties reserves A8.01.01 Mutaties reserves algemeen
0
40.000
-40.000
425.228
40.000
-385.228
425.228
40.000
385.228
1.500.000
1.743.100
-243.100
2.101.972
2.901.371
799.399
2.387.972
2.787.121
-399.149
112.012.104
111.560.225
451.879
116.452.367
116.076.023
-376.344 104.397.441
105.475.350
-1.077.909
Resultaat na bestemming Resultaat na bestemming
Jaarstukken 2012
221
Incidentele baten en lasten In 2012 zijn baten en lasten verantwoord met een incidenteel karakter. In het onderstaande overzicht worden deze incidentele baten en lasten gespecificeerd. Bij het samenstellen van het overzicht zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: In het overzicht zijn alleen posten van materiële betekenis opgenomen (minimaal € 25.000). Posten worden als incidenteel aangemerkt indien er sprake is van eenmalige baten en lasten. In het overzicht zijn tevens posten meegenomen die, conform raadsbesluit, rechtstreeks in mindering zijn gebracht op de algemene middelen reserves.
Jaarstukken 2012
222
Jaarstukken 2012
223
Jaarstukken 2012
224
SISA
Jaarstukken 2012
225
Jaarstukken 2012
226
Ontvanger
Juridische grondslag
Nummer
D9
Specifieke uitkering
Departement
OCW
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
Onderwijsachterstanden Besteding (jaar T) aan beleid 2011-2014 (OAB) voorzieningen voor voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel Gemeenten 166, eerste lid WPO)
I Besteding (jaar T) aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO)
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 01
I&M
E10
€ 100.036 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Tijdelijke subsidieregeling Innovatieprogramma Mooi Nederland
N D I C A T O R E N Besteding (jaar T) aan Opgebouwde reserve ultimo afspraken over voor- en (jaar T-1) vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van Deze indicator is bedoeld voor scholen, houders van de tussentijdse afstemming kindcentra en van de juistheid en volledigheid peuterspeelzalen (conform van de artikel 167 WPO) verantwoordingsinformatie.
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 02
€ 3.325 Besteding (jaar T)
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 03
€0 Eindverantwoording Ja/Nee
Aard controle nvt Indicatornummer: D9 / 04
€ 21.741 Cumulatieve bestedingen tot en met (jaar T)
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie.
Tijdelijke subsidieregeling innovatieprogramma Mooi Nederland Provincies en gemeenten Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E10 / 01
1 I&M
E26
Spoorse doorsnijdingen, tranche 1
Aard controle R Indicatornummer: E10 / 02
IPMNS1003BVKCU €0 Aantal projecten (waarvoor een Aantal afgeronde projecten beschikking ontvangen is) (jaar T) Afspraak
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E10 / 03
Nee Eindverantwoording Ja/Nee
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E10 / 04
€0
Realisatie
Regeling eenmalige uitkeringen spoorse doorsnijdingen Gemeenten SZW
G1C-1
Aard controle R Indicatornummer: E26 / 01
3 Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en Wet sociale beschikbaar is om een werkvoorziening (Wsw) dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel Gemeenten verantwoorden 7 van de wet te aanvaarden op hier alleen het 31 december (jaar T); gemeentelijk deel indien er in (jaar T) enkele of alle exclusief deel openbaar inwoners werkzaam zijn lichaam bij een Openbaar lichaam o.g.v. de Wgr. Aard controle R Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Gemeentedeel 2012
Indicatornummer: G1C-1 / 01
110,50
Aard controle R Indicatornummer: E26 / 02
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E26 / 03
Nee 3 Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren;
exclusief deel openbaar lichaam Aard controle R Indicatornummer: G1C-1 / 02
4,84
Jaarstukken 2012
227
Jaarstukken 2012
228
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Besteding (jaar T) IOAZ
Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 05
€ 25.534 I.4 Besluit Besteding (jaar T) Bbz 2004 bijstandverlening levensonderhoud beginnende zelfstandigen 2004 zelfstandigen (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. I. 5 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. SZW
G3
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 06
€0 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 07
€ 121.221 Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 08
€ 14.265
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 09
€0 Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)
Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
Baten (jaar T) levensonderhoud Baten (jaar T) gevestigde zelfstandigen kapitaalverstrekking (exclusief (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Bob) (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)
Besteding (jaar T) Bob
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004 Aard controle R
Gemeenten verantwoorden Indicatornummer: G3 / 01 hier het totaal (jaar T) € 126.303 indien zij de uitvoering in Baten (jaar T) Bob (exclusief (jaar T) helemaal niet Rijk) hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. Aard controle R
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 02
€ 114.004 € 62.952 Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 04
€ 13.898
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 05
€ 25.374
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 08
Indicatornummer: G3 / 07
€0
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 03
€0
Jaarstukken 2012
229
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 06
€0
SZW
G5
Wet participatiebudget (WPB)
Besteding (jaar T) participatiebudget
Waarvan besteding (jaar T) van Baten (jaar T) (niet-Rijk) educatie bij roc's participatiebudget
Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s
Dit onderdeel is van toepassing voor gemeenten die in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk.
Wet participatiebudget (WPB) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet Aard controle R hebben uitbesteed aan Indicatornummer: G5 / 01 een Openbaar lichaam € 798.730 o.g.v. Wgr. Het aantal door de gemeente in (jaar T) ingekochte trajecten basisvaardigheden
Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 06
VWS
H10_2010
Brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin (BDU CJG)_Hernieuwde uitvraag 2008 tot en met 2011 Tijdelijke regeling CJG Gemeenten
19 Besteding 2008 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin. Aard controle R Indicatornummer: H10_2010 / 01
€ 615.798
Besteding (jaar T) Regelluw
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 02
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 03
€ 200.511 € 29.250 Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in (jaar T) behaalde NT2certificaten, dat niet meetelt bij de output-verdeelmaatstaven uit de verdeelsleutel van Onze Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel.
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 04
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 05
€0
€0
Besteding 2011 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin.
Is er ten minste één centrum voor jeugd en gezin in uw gemeente gerealiseerd in de periode 2008 tot en met 2011? Ja/Nee
Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 07
84 Besteding 2009 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin. Aard controle R Indicatornummer: H10_2010 / 02
€ 918.684
Jaarstukken 2012
Besteding 2010 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin. Aard controle R Indicatornummer: H10_2010 / 03
€ 978.369
Aard controle R Aard controle D1 Indicatornummer: H10_2010 / Indicatornummer: H10_2010 / 04 05
€ 1.030.096
230
Ja
Controleverklaring
Jaarstukken 2012
231
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan de gemeenteraad van gemeente Houten Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening 2012 van gemeente Houten gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de programmarekening over 2012 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SiSa-bijlage en is opgenomen in de volgende delen van de jaarstukken: Jaarverslag 2012: Toelichting op de programmarekening zoals opgenomen bij de verschillenanalyse in de programmaverantwoording Jaarrekening 2012: Balans Toelichting op de balans Staat van baten en lasten per programma SISA Verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving waaronder gemeentelijke verordeningen. Het college van burgemeester en wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO) en het opgestelde controleprotocol dat door de gemeenteraad is vastgesteld. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Jaarstukken 2012
232
Deze financiële rechtmatigheidscriteria zijn vastgesteld met het normenkader door de gemeenteraad op 28 februari 2012. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2, lid 7 BADO is deze goedkeuringstolerantie door de gemeenteraad vastgesteld bij raadsbesluit van 23 augustus 2010. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van Houten een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2012 als van de activa en passiva per 31 december 2012 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2012 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving waaronder gemeentelijke verordeningen. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213, lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Utrecht, 9 april 2013 Deloitte Accountants B.V. was getekend: K.Bruggeman RAFout! Verwijzingsbron niet gevonden.
Jaarstukken 2012
233