JAARSTUKKEN 2014 Maasdelta Groep
1
Algemeen Toegelaten instelling: Gevestigd te: Adres: Postadres: Telefoon: Telefax: E-mail: Website: Oprichtingsdatum: Laatste statutenwijziging: KvK-nummer: Aangesloten bij: Bedrijfstakcode Woningcorporaties:
2
Stichting Maasdelta Groep Spijkenisse Thorbeckelaan 80 3201 WK Spijkenisse Postbus 34 3200 AA Spijkenisse 0181 – 60 37 03 0181 – 62 42 69
[email protected] www.maasdelta.nl 1 januari 2006 4 december 2008 24218464 Aedes De Maaskoepel N.R.V.nr. 2069
Inhoud Voorwoord.............................................................................................................................................. 4 Verslag van de Raad van Commissarissen...................................................................................... 9 1 De ambitie van de Maasdelta Groep ........................................................................................ 17 2 Huur en verhuur ........................................................................................................................... 24 3 Duurzame woningen – Projecten............................................................................................. 28 4 Vitale Wijken................................................................................................................................. 32 5 Betrokken bewoners ................................................................................................................... 38 6 Goede dienstverlening ................................................................................................................ 40 7 Onderhoud.................................................................................................................................... 45 8 Organisatie ................................................................................................................................... 49 9 Samenwerking en deelnemingen ............................................................................................. 60 JAARREKENING 2014 ...................................................................................................................... 69 Geconsolideerde balans per 31 december 2014 (na verwerking resultaat) .......................... 70 Geconsolideerde Winst- en verliesrekening over 2014 ............................................................ 72 Geconsolideerd kasstroomoverzicht............................................................................................ 73 Geconsolideerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling ................................... 74 Toelichting op de geconsolideerde balans ................................................................................. 85 Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening ............................................... 104 Enkelvoudige balans per 31 december 2014 (na verwerking resultaat) .............................. 110 Enkelvoudige Winst- en Verliesrekening over 2014................................................................ 112 Toelichting op de enkelvoudige balans ..................................................................................... 113 Toelichting op de enkelvoudige winst- en verliesrekening ..................................................... 130 OVERIGE GEGEVENS ............................................................................................................... 136
3
Voorwoord Kern 2014: efficiënter handelen Na het hectische jaar 2013, waarin de economische en politieke ontwikkelingen veel onzekerheden met zich mee brachten en wij even pas op de plaats moesten maken qua investeringen, hebben wij in 2014 extra aandacht besteed aan de interne organisatie, met het doel de stabiele, gezonde en klantgerichte Maasdelta organisatie nog efficiënter te maken. Dat proces vond haar oorsprong in 2011 en is erop gericht onze dienstverlening en het aanbod van geschikte woningen te borgen en te waarborgen en de Maasdelta organisatie te versterken. Juist door onze behoedzame en doelgerichte opstelling hebben we de economische, sociale en politieke stormen van de afgelopen jaren goed doorstaan en kunnen we met recht stellen dat onze Groep er, financieel en operationeel gezien, goed voorstaat. De beheerskosten gaan omlaag, de efficiency gaat verder omhoog. Met andere woorden: er wordt de komende jaren nog efficiënter omgegaan met mensen en middelen, dit ten nutte van onze klanten. Politiek turbulente tijd Ook 2014 was een politiek onzeker en turbulent jaar met veel ontwikkelingen waarop we geen of in slechts beperkte mate invloed hadden. Zo had en heeft de voortdurende economische crisis diepgaande gevolgen voor onze doelgroep en voor de woningmarkt en is het economisch perspectief ook voor de komende jaren onduidelijk en niet voorspelbaar. Het beschikbaar hebben van betaalbare woningen voor onze doelgroep wordt dan ook een belangrijk onderwerp van aandacht in de komende ondernemingsperiode (2016-2020). Ons ondernemingsplan 2011-2015 is in 2014 het vierde jaar in gegaan. De omstandigheden die ten grondslag lagen aan dit plan zijn inmiddels fundamenteel veranderd. In 2014 hebben we daarom een eerste aanzet geven voor het maken van een nieuw ondernemingsplan 2016-2020, dat in 2015 zijn definitieve vorm krijgt en waarin zeker rekening wordt gehouden met ons strategisch opgave beleid, externe ontwikkelingen en de financiële slagkracht van onze huurders. De samenwerking van Maasdelta met de gemeentebesturen in de steden waarin we actief zijn, was ook in 2014 uitstekend. Dat stelde ons in staat gezamenlijk projecten te realiseren en goed rekening te houden met de economische en sociaal/maatschappelijke situatie van onze huurders. Samen hebben we er alles aan gedaan om 2014 tot een goed jaar te maken. Punt van aandacht is het feit dat de Huurdersraden (vertegenwoordiging van de huurders) hun zorg hebben uitgesproken over de stijgende woonlasten van huurders. Interne organisatie Daardoor was het onderwerp ‘woonlasten’ een van de belangrijkste aandachtspunten in 2014; belangrijk voor Maasdelta, maar ook voor de corporatiesector als geheel. In 2014 is veel werk verzet om er voor te zorgen dat de gehele Maasdelta organisatie op 1 januari 2016 klaar is voor het werken met en via het KlantContactCentrum (KCC). Het KCC vraagt veel van onze organisatie. Het betekent dat we efficiënter met middelen moeten omgaan, teneinde de klant goed te kunnen blijven bedienen. Daarbij is het belangrijk dat de medewerkers zich flexibel opstellen ten aanzien van de veranderingen die het nieuwe werken via het KCC voor de organisatie met zich meebrengen. We hebben daarover veel gecommuniceerd met onze medewerkers in 2014. Ik ben er van overtuigd dat iedereen zich ten volle inzet voor het nieuwe werken vanaf 2016 en voor de aanloop daarnaartoe. Het handhaven van de goede kwaliteit van ons woningbezit is een van onze kernopdrachten. Aan het maken van de meerjarenonderhoudsbegroting 2015-2024 is hard gewerkt in 2014. Een derde van alle complexen zijn dit jaar in het kader van de complexstrategie tegen het licht gehouden in. De resultaten zijn neergelegd in het nieuwe complex beheer boek (CBB). Het CBB zal een van de belangrijke werktuigen zijn voor het KCC. De huurdersorganisaties van de drie Maasdelta vestigingen werken steeds nauwer samen. Dat vinden wij een goede zaak. Daarom werd in 2014 een overleg van deze drie huurdersorganisaties met Maasdelta ingesteld: het centrale koepel overleg. Dit jaar kwamen in het overleg zaken als de warmtewet, servicekosten, visitatie en participatie aan de orde.
4
Visitatie 2014 Maasdelta heeft in 2014 weer een visitatie laten uitvoeren – de vorige was in 2010 – en was daarmee één van de eerste corporaties die beoordeeld is op basis van de nieuwe visitatiemethodiek 5.0. Hoewel het stelsel dus gewijzigd is – wat over het algemeen leidt tot lagere cijfers – heeft Maasdelta gelijk aan en op onderdelen zelfs beter gescoord dan in 2010. Daar zijn we trots op en blij mee. We hebben het Visitatierapport van Ecorys goed geanalyseerd en de geadviseerde punten van verbetering worden verwerkt in het in 2015 verder te ontwikkelen ondernemingsplan voor de periode 2016-2020. Toch geef ik met plezier een korte samenvatting van het visitatierapport. Dat stelt dat: • We een gedegen en maatschappelijk gedreven corporatie zijn. • Onze ambities in lijn zijn met de opgaven. • We ruim voldoende presteren volgens onze belanghebbenden. • Maasdelta een financieel sterke corporatie is, en • Onze governance op orde is. Continuïteit in ons handelen in 2014 Ook in 2014 is het zo dat elke euro die wij geïnvesteerd hebben in onze woningen, in onze buurten en in onze dienstverlening, ten goede is gekomen aan onze klanten. Uitgangspunt blijft daarbij dat de financiële continuïteit van de organisatie gewaarborgd is. Wij zijn en blijven een financieel gezonde onderneming en tegelijkertijd zetten we – juist in deze tijd – zo veel als mogelijk is in op het doen van investeringen ten behoeve van onze klanten. Dit jaarverslag geeft een getrouw beeld van het functioneren van Stichting Maasdelta Groep en van haar financiële positie. Het Bestuur verklaart dat alle uitgaven zijn gedaan in het belang van de volkshuisvesting, conform het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH). Maasdelta Groep verhuurt ruim 17.500 verhuureenheden in Hellevoetsluis, Maassluis en Spijkenisse, waar lokale vestigingen zijn. De vestigingen bieden huur- en koopwoningen aan en zijn actief in de lokale sociaal maatschappelijke netwerken. Wij hebben onze acties in 2014 geanalyseerd en beoordeeld. Onze conclusie is dat wij adequate inspanningen hebben geleverd om: - Een juist inzicht te hebben in de mate waarin wij onze doelstellingen bereiken. - Te opereren binnen de geldende wet- en regelgeving. - De betrouwbaarheid van de interne en externe rapportages te verzekeren. - De minimaal noodzakelijk geachte solvabiliteit niet in gevaar te brengen. - Te blijven voldoen aan de kredietwaardigheidseisen van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Organisatie Het bestuur van Maasdelta Groep ligt in handen van René de Groot. De directie bestaat uit de directeuren Wonen (Frank van Velzen), Vastgoed (Sander Verschoor) en Bedrijfsvoering (Jan Roza). Onze concern controller is mevrouw Ragnhilda Bonis. Samenwerking betekent samen werken De bevredigende resultaten van Maasdelta Groep in 2014 zijn mede het gevolg van de inzet van onze medewerkers. Het is dan ook zeker op zijn plaats dat ik mijn waardering uitspreek voor hun inzet en voor de wijze waarop ze onze ambities – in samenwerking met onze bewoners, stakeholders en partners – waarmaken. Samen met deze belangrijke groepen zullen wij ook in de komende jaren uitvoering geven aan onze ambities en doelstellingen. Maasdelta gaat met de tijd mee en moderniseert. We doen dat echter zonder daarbij geweld te doen aan het goede dat we in de voorbije periode hebben opgebouwd. Het KCC zal daardoor vanaf 1 januari 2016 laten zien hoe wij de dienstverlening aan onze klanten blijven verbeteren en vergemakkelijken. Dit betekent derhalve dat men, ook in onzekere tijden, op Maasdelta kan rekenen. We kennen onze verantwoordelijkheid en nemen die, op een moderne en verantwoorde wijze en met open oog voor de noden van en ontwikkelingen in de samenleving. Op die verantwoordelijkheid kan iedereen ons blijven aanspreken! René de Groot, Bestuurder
5
Risico’s en integriteit 1.Risico paragraaf 1.1. Systeem van risicobeheersing en interne controle Stichting Maasdelta Groep hanteert al jaren een intern kwaliteitssysteem waarbij wordt toegezien op risicobeheersing en dat zorgt voor controle op het eigen handelen. Risico´s worden vastgelegd in een risicoregister – de zgn. risicotabel – waarin we per proces de belangrijkste risico’s, gevolgen ervan en belangrijkste beheersingsmaatregelen opnemen. In de interne controle cyclus worden deze beheersingsmaatregelen getoetst op opzet, gebruik en effect ervan. De risicotabellen worden jaarlijks geactualiseerd. Omdat bij deze risicotabellen de nadruk m.n. lag op operationele risico’s, is in 2014 gekozen voor nadruk op het beoordelen op strategisch niveau. Deze risico inventarisatie op strategisch niveau heeft plaatsgevonden en er zijn beheersingsmaatregelen aan de risico’s gekoppeld. Hierdoor zijn niet alleen de operationele risico’s inzichtelijk gemaakt, maar nu ook de strategisch/tactische risico’s. 1.2. Opstelling t.o.v. risico’s (risk appetite) Ten aanzien van risico’s en risicobeheersing geldt dat Stichting Maasdelta Groep zich terughoudend opstelt t.o.v. het nemen van risico’s. Stichting Maasdelta Groep opereert ‘risico mijdend’. 1.3. Ontwikkelingen in risicobeheersing en risicomanagement In 2015 zal de nadruk liggen op het verder opzetten en uitbouwen van het risicomanagement en het inbedden van integraal risicomanagement in de gehele organisatie. In het nieuwe ondernemingsplan zullen strategische risico’s gekoppeld worden aan onze strategische doelen. Uit deze strategische doelen en hun risico’s volgen tactische en operationele doelen en risico’s, die goed omschreven en in samenstel gehanteerd zullen worden. Dat leidt tot beheersingsmaatregelen voor de doelen en hun risico’s. In vervolg op het verder ontwikkelen van het risicomanagement zal een risico analyse per organisatie onderdeel en organisatie proces worden opgesteld. Zo krijgen we een totaal beeld van de risico’s voor de gehele organisatie. 1.4. Belangrijkste risico’s Op basis van de risico inventarisaties en analyses die we gemaakt hebben, zijn we gekomen tot het volgende overzicht van de belangrijkste risico’s: Risico gebied Politiek.
Woningen – SOB.
6
Omschrijving risico Onzekerheid ten aanzien van weten regelgeving en andere beslissingen op overheidsniveau.
(Beheersings)maatregelen
Mate van risicobeheersing
Het op de voet volgen van wet- en regelgeving. Deelnemen aan diverse werkgroepen en bijeenkomsten op dit gebied. Het zorgdragen voor een flexibele organisatie, waardoor op veranderingen ingespeeld kan worden. Tijdig organiseren van overleggen met stakeholders, zodat op nieuwe wet- en regelgeving geanticipeerd kan worden.
Onvoldoende uitgewerkt Strategisch voorraadbeleid, waardoor frictie tussen vraag en
Het vanuit het ondernemingsplan en de vastgestelde missie en visie opstellen van een wensenportefeuille, waarin de behoeften van de markt zijn meegenomen. Deze wensenportefeuille vertalen in
Door de te nemen maatregelen is een deel van het risico beheersbaar geworden. Er is een flexibele organisatie gecreëerd, waardoor op veranderingen ingespeeld kan worden. Wat rest is enige onzekerheid, omdat geen invloed op externe ontwikkelingen uitgeoefend kan worden. Dit is een acceptabel risico. Door genomen maatregelen is het risico in voldoende mate beheerst.
aanbod van woningen ontstaat.
Huurders Betaalbaarheid en verhuurbaarheid.
Invloed van weten regelgeving, huurverhoging e.d. op betaalbaarheid en verhuurbaarheid, alsmede onvoldoende flexibiliteit van de organisatie om op deze veranderingen in te spelen, met alle gevolgen van dien.
Interne organisatie Veranderingen, cultuur en structuur.
Onvoldoende aandacht voor gevolgen voor de organisatie van de op handen zijnde interne veranderingen in de organisatie. Negatieve invloed van incidenten in de organisatie, niet integer zijn van personeel, met grote gevolgen voor het imago.
Interne organisatie en externe omgeving Integriteit, Fraude en imago.
haalbare portefeuille- en complex strategieën, waarbij kwaliteit van de woningen een belangrijk uitgangspunt is. Daarnaast jaarlijks evalueren of de behoeften van de markt veranderen en of daardoor de vraag naar woningen verandert, en bijsturen op deze veranderingen. Jaarlijks herijken van het huurbeleid, waarbij evaluatie van afgelopen jaar wordt meegenomen. Tevens wordt een doorkijkje genomen naar komende jaren en worden scenario analyses gebruikt om de diverse mogelijkheden in kaart te brengen. Door deze scenario analyses kan makkelijker ingespeeld worden op op handen zijnde veranderingen en benodigde oplossingen betreffende betaalbaarheid en verhuurbaarheid. Hierbij wordt ook aandacht geschonken aan invloed van te ondernemen acties ( zoals huurverhoging) op betaalbaarheid en verhuurbaarheid van woningen. Tevens worden tijdig plannen ontwikkeld, samen met belanghebbenden, zoals zorginstellingen. Directie en management veel op werkvloer laten zijn om sfeer te proeven, een open cultuur bevorderen. Evalueren van afgeronde projecten en dan nadrukkelijk de menselijke kant hierbij meenemen. Procedures om interne fraude te voorkomen, zoals betaalprocedure en interne controle hierop. Daarnaast is het integriteitsbeleid herijkt en met alle medewerkers besproken. Hierin zijn normen en waarden van Maasdelta benoemd en intern gedeeld. Adequaat handelen als zich een incident voordoet.
Door genomen maatregelen worden risico’s voldoende beheerst.
Na deze beheersingsmaatregelen is het risico in voldoende mate afgedekt.
Deel van het risico ligt buiten onze invloedssfeer, zoals incidenten bij derden. Door plan van aanpak voor hoe te handelen op deze momenten kan gevolgschade beperkt worden en verder wordt het restrisico geaccepteerd.
2. Integriteitsbeleid 2014 – Terugblik Het nieuw geformuleerde integriteitsbeleid is – samen met de integriteitscode, de meldingsprocedure en het protocol voor de vertrouwenspersoon integriteit – in 2014 goedgekeurd. Het volledige document is ten behoeve van de medewerkers op intranet geplaatst en voor de externe relaties op internet. De jaarlijkse cyclus van evaluatie –> planning –> uitvoering –> check -> en eventuele bijstelling van het integriteitsbeleid is inmiddels opgenomen in de normale bedrijfsvoering. Het is gebleken dat dit goed werkt, wat rust geeft binnen de organisatie.
7
Teneinde de leidinggevenden te informeren over de inhoud van de genoemde stukken en om met hen het gesprek aan te gaan over de integriteitsbeleving binnen hun werkgebied, heeft met de vestigingsmanagers en coördinatoren op de verschillende locaties een bijeenkomst plaatsgevonden. Daar is gemeld dat het bij de discussie over integriteit landelijk gezien maar in een klein percentage van de gevallen om fraude en corruptie gaat en in veel meer gevallen om zaken als ongewenst gedrag, intimidatie, misbruik, verspilling e.d. De bijeenkomsten werden door iedereen als waardevol ervaren. Het op deze wijze met elkaar spreken over integriteit bevordert het integriteitsbewustzijn en vergroot het draagvlak voor en de betrokkenheid bij het onderwerp integriteit. Daarom werd besloten om – begeleid door HRM – eenzelfde exercitie te houden met alle medewerkers op het afdelingsoverleg. Doel was hen te informeren over de nieuwste documenten en de mogelijkheid om misstanden te melden, maar ook om de ervaringen van mensen op de werkvloer te vernemen. Deze gesprekken vonden in alle openheid plaats, waarbij een aantal aandachtspunten naar voren kwam. Het belang van een zorgvuldig handelende organisatie wordt breed gedeeld. Als vervolg op de bijeenkomsten is een brochure gemaakt waarin kort uitgelegd wordt wat Maasdelta Groep onder integriteit verstaat, voor wie het geldt en hoe dat in de praktijk wordt gebracht. De meldingsprocedure misstand geeft – weergegeven in een stroomschema – een duidelijk beeld van de procedure. Vooruitblik – 2015 In het directieteam zullen gesignaleerde verbeterpunten worden besproken en zal besloten worden hoe tot het gewenste gedrag gekomen wordt. Voorts zal bekeken worden hoe de terugkoppeling binnen de organisatie vorm gegeven moet worden. Over het bevorderen van de zichtbaarheid van de vertrouwenspersoon binnen de organisatie wordt met PR en Communicatie gesproken.
8
Verslag van de Raad van Commissarissen Algemeen De Raad van Commissarissen (RvC) is belast met het toezicht op de algemene gang van zaken bij Stichting Maasdelta Groep en de met de groep gelieerde ondernemingen. De Raad houdt toezicht op de uitvoering van het beleid door het bestuur en heeft daarnaast een adviserende rol en een klankbordfunctie. In dit jaarverslag legt de RvC, als toezichthouder van een maatschappelijk organisatie, publiekelijk verantwoording af over de wijze waarop zij haar taken heeft ingevuld en van haar bevoegdheden heeft gebruikgemaakt. Daarnaast is de RvC verantwoordelijk voor benoeming, beoordeling en beloning van de bestuurder en geeft zij opdracht aan de accountant voor controle van de jaarstukken. Samenstelling, benoemingstermijnen en nevenactiviteiten van de Raad van Commissarissen De RvC bestaat, volgens de statuten, uit minimaal vijf en maximaal zeven leden. De huurdersorganisaties mogen twee leden bindend voordragen. De heer E.A. van der Veer en mevrouw N.Y. Peeters zijn in de RvC benoemd op bindende voordracht van huurders of vertegenwoordigers van een huurdersorganisatie. In de Governance Code is opgenomen dat commissarissen een zittingstermijn hebben van maximaal tweemaal vier jaar. Een aantal van de huidige commissarissen zal die termijn overschrijden. Daarvoor is bewust gekozen om inhoudelijke continuïteit in het toezicht te waarborgen en om een goede overdracht van de toezichthoudende taak te bewerkstelligen. De Raad van Commissarissen heeft een rooster van aftreden opgesteld. Vanaf 31 december 2013 tot en met 31 december 2017 treedt ieder jaar een van de zittende leden af. In 2014 is – na een wervings- en selectieprocedure – een nieuw lid aangesteld. Het nieuwe lid, de heer B. Pilon, is per 1 januari 2015 aangetreden. Per dezelfde datum is de heer H. Steen afgetreden. Voor alle nieuwe leden geldt een zittingstermijn van maximaal tweemaal vier jaar. Zoals uit onderstaand overzicht blijkt, hebben de commissarissen geen nevenactiviteiten welke leiden tot belangenverstrengeling met hun toezichthoudende rol bij Stichting Maasdelta Groep.
Naam
Dhr. H. Steen
Dhr. B.G.J. de Koning
Mw. J.M. Hoek
9
Leef tijd
Functie
71
Voorzitter
59
57
Vice voorzitter
Lid
Nationaliteit
Beroep
Nevenfuncties
Nederland se
Gepensioneerd
geen
Nederland se
Bestuurder/ directeur beheer Frankeland Groep te Schiedam
Nederland se
Advocaat vastgoed, bouw en aanbesteding te Amsterdam
Bestuurslid Stichting FSG NWN Bestuurslid stichting Fonds Schiedam Vlaardingen Voorzitter bestuur Zorg Coöperatief Vlietland Lid RvC ZEL bv Lid RvA Hoboken advocaten bv Voorzitter klachtencommissie Beahuis & Bloemenhove Kliniek te Heemstede Lid examen beroepscie Cobex – Amsterdam School of Real Estate
Benoemd/ Herbenoemd per 01-012006/ 01-012014
Aftredend per
31-122014
01-012006/ 01-012014
31-122016
01-012006/ 01-012014
31-122017
Bindend adviseur Teamcoaching en opleiding bij VvAA
Mw. N.Y. Peeters
Dhr. E.A. van der Veer
39
51
Lid
Lid
Nederland se
Directeur Vastgoed bij Staedion Den Haag
geen
Nederland se
Directeur Financiën Control en informatieman agement, st. Yulius te Dordrecht
Toezichthouder CuraMare Toezichthouder ActiVite
01-012014
31-122017
01-012006 /01-012014
31-122015
Profielschets Het samenstellen van de RvC geschiedt uiterst zorgvuldig. De RvC werkt met een profielschets. Ontstaat er een vacature, dan wordt de profielschets concreet ingevuld. De profielschets omvat algemene en specifieke kenmerken. Bij de algemene kenmerken gaat het om het hierna genoemde. De RvC hanteert een toezichthoudende taakopvatting, waarbij zij stuurt op hoofdlijnen van het strategisch beleid. Dit betekent, dat de leden op een abstract niveau moeten kunnen opereren. Ze moeten zich richten op strategisch beleid en op de lange termijn, sturen op afstand, alternatieven beoordelen en grote lijnen aangeven. Daarnaast dienen de leden bestuurlijk inzicht te hebben en moeten ze zich richten op ontwikkelingen, die betrekking hebben op Maasdelta en op de sector. De profielschets geeft aan de volgende kwaliteiten van leden van de RvC te eisen: 1. Beschikken over bestuurlijke kwaliteit: de leden moeten een helikopterview hebben, afstand kunnen nemen van de dagelijkse gang van zaken, een analytisch vermogen hebben en dus in staat zijn hoofd- van bijzaken te kunnen scheiden. 2. Kennis hebben van en inzicht in de volkshuisvesting. 3. Beschikken over teamgeest en de vaardigheid hebben om in een team samen te werken. 4. Een maatschappelijke visie hebben, dat wil zeggen: belangstelling voor de doelstelling van Maasdelta als corporatie en voor haar maatschappelijke context. 5. Inzicht hebben in lokale en regionale verhoudingen. 6. Besluitvaardig zijn. 7. Over communicatieve vaardigheden beschikken. 8. Voldoende tijd hebben voor de werkzaamheden van de RvC. Daarnaast geeft de profielschets een aantal terreinen aan waarop de leden bij voorkeur over kennis dienen te beschikken om hun taak te kunnen vervullen. Dat betreft: Volkshuisvestelijke kennis, zowel op regionaal als op lokaal niveau. Inzicht in regelgeving. Financieel-economische/bedrijfseconomische kennis. Juridische kennis. Kennis van personeel en organisatie. De voorzitter dient over de volgende extra competenties te beschikken: Groepsgericht leiderschap, waardoor de RvC als team kan functioneren. Goede mondelinge communicatieve vaardigheden. Vergadertechnische vaardigheden. Het vermogen vergaderstukken goed te kunnen beoordelen. Representatieve vaardigheden, teneinde Maasdelta – indien aan de orde – te kunnen vertegenwoordigen.
10
Reglement RvC Naast de profielschets is er ook een huishoudelijk reglement Raad van Commissarissen van toepassing. In 2013 is dit reglement aangepast en opnieuw vastgesteld in de vergadering. Dit reglement is openbaar gemaakt door het te plaatsen op de website van Maasdelta Groep. Toezichtskader en governance structuur De taken en verantwoordelijkheden van de RvC zijn in artikel 16 van de statuten van Stichting Maasdelta Groep omschreven. Een en ander is verder uitgewerkt in het reglement voor de Raad van Commissarissen. Onder de toegelaten instelling Stichting Maasdelta Groep is een dochtervennootschap geplaatst met een aantal kleindochters. De juridische structuur van de Groep is door de RvC getoetst. In de statuten van dochters en kleindochters is een groot aantal onderwerpen benoemd, waarvan een besluit door het Bestuur is onderworpen aan voorafgaande instemming door de RvC als het toezichthoudend orgaan van Stichting Maasdelta Groep. In het bijzonder behoort het bewaken van de doelstelling van de Stichting tot de taken van de RvC. Om haar toezichthoudende taak goed te kunnen vervullen, laat de RvC zich regelmatig door het Bestuur – en andere bij de organisatie betrokkenen – informeren over de resultaten. Hierbij maakt de Raad van Commissarissen gebruik van een toezichtskader dat onder andere bestaat uit het realiseren van de in het ondernemingsplan geformuleerde doelen, uit relevante externe ontwikkelingen en uit het realiseren van de financiële doelen in overeenstemming met de begroting. Het toezicht wordt uitgeoefend binnen de gestelde eisen in het BBSH, de Governance Code en andere van toepassing zijnde wet- en regelgevingen. Om haar toezichthoudende rol goed te kunnen vervullen heeft de Raad van Commissarissen in haar reglement en in de statuten situaties opgenomen waarin de bestuurder voorgenomen besluiten ter goedkeuring dient voor te leggen aan de Raad van Commissarissen. Overige besluiten worden ter informatie gezonden aan de Raad van Commissarissen. Ten aanzien van de governance structuur geldt dat in 2014 geen belangrijke wijzigingen in deze structuur hebben plaats gevonden. Voor de governance structuur verwijst de Raad van Commissarissen naar de website van Stichting Maasdelta Groep. Governance Code Per 1 juli 2011 is de (vernieuwde) Governance Code Woningcorporaties van kracht. Net als bij de vorige Governance Code geldt het beginsel ‘pas toe’ of ‘leg uit’. Van de normen uit de Governance Code mag de corporatie afwijken als de governance van de corporatie beter gediend is met een andere uitwerking dan in de code genoemd staat. Drie bepalingen zijn echter dwingend: • Het toepassen van de Sector-brede Beloningscode voor bestuurders (principe II.2) en/of geldende wet- en regelgeving. • De honoreringsregeling voor commissarissen. • De zittingstermijnen voor commissarissen (principe III.7). Voor de bezoldiging van commissarissen en bestuurder wordt verwezen naar de hierna opgenomen paragraven beloning bestuurder en beloning Raad van Commissarissen. Ten aanzien van de zittingstermijn van commissarissen wordt verwezen naar hetgeen hiervoor is vermeld. De bestuurder en de Raad van Commissarissen hebben vastgesteld, dat Stichting Maasdelta Groep de Governance Code op hoofdlijnen volgt. Op een aantal punten wordt afgeweken. Deze punten zijn de volgende: 1. Benoemingsperiode bestuurder (punt II.2.1): In de code wordt gesproken over een benoemingstermijn van de bestuurder voor een periode van vier jaar. Na deze periode van vier jaar zal herbenoeming moeten worden beoordeeld. De Raad van Commissarissen heeft op dit punt besloten af te wijken van de code omdat de bestuurder van Stichting Maasdelta Groep een arbeidsovereenkomst heeft van onbepaalde tijd. Deze arbeidsovereenkomst is aangegaan voor het van kracht worden van de Code en de Raad van Commissarissen geeft de voorkeur aan continuïteit van het Bestuur. 2. Openbaarmaking remuneratieverslag (punt II.2.5): De Raad van Commissarissen legt in het jaarverslag verantwoording af over de wijze van beloning van de bestuurder, haar eigen functioneren, haar eigen beloning en overige zaken die tijdens de vergadering van de remuneratiecommissie aan de orde komen. De RvC acht die verantwoording
11
toereikend en ziet geen toegevoegde waarde in het openbaar maken van het remuneratieverslag op de website van Stichting Maasdelta Groep. 3. Opstellen reglement auditcommissie en remuneratiecommissie (punt III.5.1): De RvC kent een auditcommissie en een remuneratiecommissie. Beide commissies bestaan uit leden van de RvC. Beide fungeren als vooruitgeschoven posten voor de Raad van Commissarissen maar nemen als zodanig geen besluiten. Het nemen van besluiten is voorbehouden aan de voltallige Raad van Commissarissen, waarvoor reeds een reglement is opgesteld. Om deze reden heeft de Raad van Commissarissen ervoor gekozen om geen afzonderlijke reglementen op te stellen voor de auditcommissie en de remuneratiecommissie. 4. Overleg Raad van Commissarissen met externe accountant buiten bestuurder (punt III.5.9): Jaarlijks voert de auditcommissie, voorafgaand aan de interim-controle, overleg met de externe accountant over accenten voor de controle. Jaarlijks evalueert de auditcommissie met de accountant de uitkomsten van de controle door de externe accountant. Doordat korte lijnen bestaan vindt de auditcommissie het niet noodzakelijk dat een aanvullende vergadering buiten de bestuurder om plaats vindt. Indien noodzakelijk neemt de auditcommissie rechtstreeks contact op met de externe accountant. 5. Bestuur en audit committee rapporteren afzonderlijk aan de RvC (punt IV.2.2): Zowel interne als externe betrokkenen rapporteren afzonderlijk aan de Raad van Commissarissen over het functioneren van de accountant. Gezien de korte lijnen is door de Raad van Commissarissen besloten om deze zaken gezamenlijk met bestuurder en audit committee te bespreken. 6. Toetsingskader verbindingen (punt II.1.3 en II.1.4): Het toetsingskader voor verbindingen was opgenomen in de interne controle van Stichting Maasdelta Groep en niet formeel vastgelegd, gezien de omvang en activiteiten van reeds bestaande verbindingen. Met het oog op de nieuwe woningwet en de Governance Code is besloten om dit toetsingskader in 2015 te herijken en formeel vast te leggen in een verbindingenstatuut. Nieuwe Governance Code 2015 In 2015 zal de Governance Code opnieuw gewijzigd worden. In deze vernieuwde Governance Code is een aantal zaken aanvullend als dwingend bestempeld. Deze bepalingen zijn: • Tegenstrijdige belangen en nevenfuncties van Bestuur en leden RvC. • Periodieke evaluatie met externe begeleiding. • Jaarlijkse evaluatie Bestuur en RvC. • Onafhankelijkheid van de RvC. • Bevordering deskundigheid en eisen samenstelling Bestuur en RvC. • Tijdelijk voorzien door een lid van de RvC in de bestuursfunctie. In 2015 zal een totale evaluatie van de vernieuwde Governance Code plaatsvinden. De Raad van Commissarissen heeft, vooruitlopend op deze evaluatie, in ieder geval van de dwingende bepalingen in de nieuwe code vastgesteld dat Stichting Maasdelta Groep en de Raad van Commissarissen aan deze bepalingen voldoen, met uitzondering van het punt periodieke evaluatie met externe begeleiding. Dit punt zal in 2015 opgepakt worden. Risico beheersing Ten aanzien van de risico beheersing geldt dat Stichting Maasdelta groep gebruikt maakt van een intern risico beheersingssysteem, waarbij de risico’s jaarlijks in kaart worden gebracht en worden besproken in de audit committee. Hierbij worden zowel strategische als tactisch/operationele risico’s in kaart gebracht. De beheersingsmaatregelen ten aanzien van deze risico’s worden getoetst aan de hand van de interne control cyclus. Bevindingen betreffende de risico’s en beheersingsmaatregelen worden gerapporteerd aan de Raad van Commissarissen. Werkzaamheden Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen heeft in 2014 vier maal vergaderd, waarbij ook de bestuurder aanwezig was. Geen van de leden is frequent afwezig geweest. In deze vergaderingen zijn onder andere de volgende onderwerpen besproken c.q. besluiten genomen over: • Treasury beleid. • Goedkeuring begrotingswijzigingen voor de meerjarenbegroting 2014 – 2022. • Begroting 2015 goedgekeurd. • De jaarrekening 2013 en het jaarverslag 2013 goedgekeurd. • Investeringsaanvragen projecten goedgekeurd. • De kwartaalrapportages beoordeeld.
12
• • • • • • • • •
Kennis genomen van mededelingen van het Bestuur. Kennis genomen van het efficiency traject. Kennis genomen van de ontwikkelingen rondom de D.E.E.M. Kennis genomen van de risicoscan van het bezit van Maasdelta. Kennis genomen van het huisvestingsplan van Maasdelta. Kennis genomen van de gewijzigde regelgeving. Herijken van de ambities naar aanleiding van het regeerakkoord goedgekeurd. Wijzigingen in het verkoopbeleid goedgekeurd. Benoeming nieuw lid van de Raad van Commissarissen.
Met betrekking tot het efficiencytraject heeft de Raad zich laten informeren door het Bestuur, maar ook door de voorzitter van de ondernemingsraad. Daarnaast heeft de Raad van Commissarissen eenmaal in beslotenheid vergaderd zonder aanwezigheid van de bestuurder. In deze vergadering heeft de zelfevaluatie en beoordeling van de bestuurder plaats gevonden. In april en december 2014 heeft de RvC een tweedaagse bijeenkomst gehouden over het thema treasury, begroting, projecten Maasdelta en het huurbeleid. Auditcommissie De RvC van Stichting Maasdelta Groep heeft uit haar midden een auditcommissie samengesteld, bestaande uit twee leden. In 2014 werd de auditcommissie gevormd door de heren H. Steen en E.A. van der Veer. De auditcommissie treedt namens de Raad van Commissarissen op als vooruitgeschoven post voor het toezicht op de interne risicobeheersings- en controlesystemen, de financiële informatieverschaffing door Stichting Maasdelta Groep, de naleving van aanbevelingen en de opvolging van opmerkingen van de externe accountant. Ook bereidt de auditcommissie de evaluatie van de relatie met de externe accountant voor. Ten behoeve van de uitvoering van haar taken heeft de auditcommissie in 2014 twee maal vergaderd, waarbij onder meer de volgende onderwerpen zijn besproken: - Relatie met en evaluatie van de externe accountant. - Interne controleplan 2014. - Interim-controle accountant (specifieke aandachtsgebieden). - Aansluiting bedrijfseconomische en fiscale jaarrekening. - Risicomanagement. - Treausry jaarplan 2014. De auditcommissie heeft haar bevindingen over genoemde zaken gerapporteerd aan de RvC in de vergaderingen van 13 juni en 11 december 2014. Remuneratiecommissie De RvC heeft uit haar midden een remuneratiecommissie samengesteld, bestaande uit twee leden. In 2014 werd de remuneratiecommissie gevormd door de heren H. Steen en B.G.J. de Koning. De remuneratiecommissie heeft in 2014 eenmaal vergaderd en heeft haar bevindingen besproken met de RvC in de vergadering van 11 december 2014. In deze vergaderingen zijn de volgende zaken behandeld: • Zelfevaluatie Raad van Commissarissen zowel in zijn geheel als het afzonderlijk functioneren van individuele leden. • Aanwezigheid leden van de Raad gedurende vergaderingen afgelopen jaar. • Beloning van de Raad van Commissarissen. • Sfeer binnen de Raad van Commissarissen en de relatie met de bestuurder. • Betrokkenheid Raad van Commissarissen bij gevoerd interne beleid. • Aanwezige expertise en noodzaak volgen scholing en trainingen. • Onafhankelijkheid van individuele leden. • De gedurende het jaar besproken onderwerpen in de vergaderingen en de rol van diverse leden hierin. • Het functioneren en de beloning van de bestuurder. • Aftredingsrooster Raad van Commissarissen.
13
In deze vergadering zijn geen zaken naar voren gekomen die in dit jaarverslag vermeld moeten worden. Werving- en selectiecommissie In 2014 is een werving- en selectiecommissie benoemd voor het werven van nieuwe RvC leden conform het rooster van aftreden. Deze commissie bestond uit twee leden van de RvC. De bestuurder heeft in dit traject een adviserende rol gehad. Integriteit Al jaren beschikt Stichting Maasdelta Groep over een Integriteitscode, een Klokkenluidersregeling en Protocol Vertrouwenspersoon Integriteit. In 2014 is een overkoepelend integriteitsbeleid opgesteld waarin al deze zaken samen zijn gekomen. Tevens is er een Vertrouwenspersoon aanwezig en staat integriteit hoog op de agenda bij Stichting Maasdelta Groep. Jaarlijks vindt evaluatie plaats van het onderwerp. Hieruit komt naar voren dat voldaan wordt aan gestelde richtlijnen inzake integriteit. Voor verdere uiteenzetting over het onderwerp integriteit verwijst de Raad van Commissarissen naar het volkshuisvestelijk verslag. In 2014 is de vertrouwenspersoon tweemaal benaderd voor een gesprek. Dit heeft beide keren niet geleid tot een melding. Geschillencommissie Maasdelta Groep heeft voor het omgaan met klachten en geschillen beleid geformuleerd. Indien een huurder een probleem niet kan oplossen met een medewerker, kan hij/zij een klacht indienen bij het management van de desbetreffende vestiging. Mocht de huurder ontevreden zijn over de afhandeling van deze klacht of zich niet kunnen vinden in de geboden oplossing, dan kan de huurder – afhankelijk van de soort klacht – onder andere terecht bij de Geschillencommissie Maasdelta. Aan de RvC is gemeld dat er in 2014 veertien geschillen aan de Geschillencommissie zijn voorgelegd. Zeven zaken zijn niet ontvankelijk verklaard. In vijf van de zeven zaken hadden de betreffende huurders daarbij Maasdelta onvoldoende gelegenheid gegeven om tot een oplossing te komen. Bij de overige twee zaken hadden de klagers zich tot de verkeerde commissie gericht. Deze huurders zijn naar de juiste instantie verwezen. Van de zeven klachten die wel ontvankelijk waren, zijn er twee voordat de hoorzitting gehouden werd alsnog opgelost. De klagers hebben daarna hun klachten ingetrokken. Een klacht wordt aangehouden (onderzoek loopt). Daarnaast zijn er twee klachten gedurende een hoorzitting behandeld en zijn beide klachten gedeeltelijk gegrond verklaard. Het bijbehorend advies is door Maasdelta overgenomen. De afwikkeling van de laatste twee ontvankelijk verklaarde klachten hebben niet meer in 2014 plaatsgevonden en lopen door in 2015. Daarnaast heeft de commissie in 2014 nog een zaak behandeld die eind 2013 door de huurder was ingediend. Deze klacht is door de commissie ongegrond verklaard. Beloning Vanaf 1 januari 2013 moeten alle salarissen van nieuwe topfunctionarissen voldoen aan de Wet Normering Topinkomens (WNT). Voor bestaande contracten, aangegaan voor 1 januari 2014 en voorzover niet gewijzigd, geldt een overgangsregeling. Naast bestuurder en directie vallen ook de commissarissen onder de WNT. De WNT bepaalt dat de bezoldiging van leden, respectievelijk voorzitter, van de RvC van een corporatie per kalenderjaar niet meer mag bedragen dan 5, respectievelijk 7,5 % van het voor de bestuurder van de corporatie geldende bezoldigingsmaximum.
14
De bezoldiging per lid van de Raad in € is als volgt: 2014
2013
H. Steen
14.531
B.G.J. de Koning
14.745
14.530 14.420
J.M. Hoek
12.457 237
W. van der Toorn Vrijthoff* E.A. van der Veer
12.369 12.286 12.302
12.345 N. Peeters 0 7.500 *afgetreden per 1 januari 2014. Betreft een nabetaling over 2013. De bezoldigingsnorm voor de leden van de Raad van Commissarissen is de volgende: Voorzitter: € 12.525 Overige leden: € 8.350 De bezoldiging van de Raad van Commissarissen is conform de WNT, inclusief de overgangsregeling. Hierbij geldt dat de bezoldigingsnormen voor 2015 zal stijgen, waardoor de bezoldiging van de commissarissen binnen de gestelde norm vallen. Op basis daarvan, en van het rooster van aftreden en de bijstelling van de bezoldiging in 2015, is besloten om de bezoldiging voor 2014 te handhaven. De Raad als werkgever De RvC is verantwoordelijk voor het toezicht houden op een goed functioneren van het Bestuur. Ze doet dit onder meer door het benoemen, schorsen, ontslaan en/of jaarlijks evalueren van de prestatie van de bestuurder. Sinds 1 januari 2006 bestaat het Bestuur uit één lid. In 2014 is de samenstelling van het Bestuur niet gewijzigd. De RvC stelt jaarlijks ten behoeve van het functioneren van de bestuurder prestatie-eisen vast. Belangrijke prestatie-eisen die de RvC heeft afgesproken met de bestuurder in 2014 zijn: Uitwerking Ondernemingsplan 2011-2015. Verbeteren efficiency organisatie. Het met voortvarendheid en visie vooruitlopen op politieke- en marktomstandigheden, waardoor de financiële continuïteit gewaarborgd blijft. Het voorstellen en doorvoeren van zodanige maatregelen, dat het behalen van volkshuisvestelijke doelstellingen bij wijzigende marktomstandigheden gewaarborgd blijft. De RvC heeft in haar vergadering van december 2014, buiten aanwezigheid van de bestuurder, het functioneren van de bestuurder besproken. De voorzitter en vicevoorzitter van de RvC hebben vervolgens in het jaarlijkse beoordelingsgesprek vastgesteld, dat de prestatie-eisen in 2014 naar verwachting zijn gerealiseerd. In het kader van zijn functie als bestuurder van Maasdelta vervult de heer I.M.J. de Groot, met toestemming van de remuneratiecommissie, de volgende nevenfunctie: Lid Raad van Toezicht Stichting Rijndam revalidatiecentrum (bezoldigd). Dit is geen onverenigbare nevenfunctie. Het salaris van de bestuurder is getoetst aan de Wet Normering Topinkomens (WNT). Voor een nadere toelichting op de beloning van de bestuurder verwijst de Raad van Commissarissen naar de toelichting in de jaarrekening.
15
De relatie tussen de RvC en de bestuurder is goed. De voorzitter en de vicevoorzitter van de RvC onderhouden nauw contact met de bestuurder. De belangrijkste gespreksonderwerpen betroffen: De algemene gang van zaken. Personele zaken. Arbeidsvoorwaarden Bestuur. Maatschappelijke ontwikkelingen. Benoeming nieuw lid RvC. Voorbereiding agenda vergaderingen auditcommissie en RvC.
Spijkenisse, 5 juni 2015 B.G.J. de Koning
E.A. van der Veer
Voorzitter
Vicevoorzitter
J.M. Hoek
B. Pilon
Lid
Lid
N.Y. Peeters Lid
16
1 De ambitie van de Maasdelta Groep Missie Maasdelta Groep (‘Maasdelta’) heeft in haar huidige ‘Ondernemingsplan 2011-2015, Maasdelta = wonen²’ de volgende missie opgenomen: Missie 2011 - 2015 Maasdelta zorgt samen met haar partners – in het bijzonder voor de meest kwetsbare groepen in onze samenleving – voor een duurzaam, kwalitatief hoogwaardig en betaalbaar woonklimaat in buurten en wijken. Wij richten ons op het realiseren, verbeteren en beheren van betaalbare en duurzame woningen. We koppelen dit aan aandacht voor de woonomgeving en aan het bereiken van leefbare woongemeenschappen voor onze klanten. Ook ontwikkelen en beheren we maatschappelijke voorzieningen binnen ons werkgebied. Voor Maasdelta staat daarbij het verrichten van maatschappelijke prestaties en het voldoen aan maatschappelijke verwachtingen voorop. We richten ons op de vier speerpunten die centraal staan in onze missie. Het gaat om Duurzame woningen, Vitale wijken, Betrokken bewoners en Goede dienstverlening. 1.2 Ondernemingsplan 2011–2015 In het huidige Ondernemingsplan van Maasdelta hebben we onze ambities voor de jaren 2011-2015 vastgelegd en deze vertaald in te leveren prestaties. Voor 2016 zal Maasdelta een nieuw ondernemingsplan geformuleerd hebben inclusief concrete prestaties. Daar is in 2014 een aanvang mee gemaakt. Voor elk van de vier speerpunten in het huidige ondernemingsplan – Duurzame woningen, Vitale wijken, Betrokken bewoners en Goede dienstverlening – geven we aan hoe we onze ambities vertalen naar handelingen in de dan voorliggende periode, in concrete acties dus.
Duurzame woningen Maasdelta zorgt voor een woningvoorraad van voldoende omvang en van goede kwaliteit en betaalbaarheid, die is afgestemd op de vraag naar woningen van huishoudens die behoren tot de lagere inkomensgroepen. Wij bieden verscheidenheid in het woningaanbod en de woonkwaliteit. Dit doen wij, onder meer, door nieuwbouwprojecten uit te voeren en door te investeren in onze bestaande woningvoorraad. Wij treffen energie beperkende maatregelen in de woningvoorraad en ontwikkelen duurzame projecten, zodat het milieu wordt ontzien en de energielasten – en dus de totale woonlasten – van onze klanten beheersbaar blijven. We bereiken dit door: 1. Duurzame woningen te realiseren We ontwikkelen, samen met partners, duurzame woningen. Daarbij stellen we hoge eisen aan de locatie en de kwaliteit van deze woningen. Kwaliteit gaat boven kwantiteit. De woningen zijn zoveel mogelijk levensloopbestendig en daardoor geschikt voor alle doelgroepen. De verscheidenheid van onze woningvoorraad stelt onze huurders in staat een passende wooncarrière te maken en dus te wonen in een woning naar keuze, qua grootte en huurprijs. Huishoudens met een inkomen onder € 34.678 vinden bij Maasdelta voldoende mogelijkheden tot huisvesting. 2. Te investeren in duurzaamheid en energie Maasdelta investeert aanzienlijke bedragen in energie beperkende maatregelen in onze woningvoorraad. Doel: de duurzaamheid van de woningen te verhogen, het energieverbruik te beheersen en de woonlasten van bewoners omlaag te brengen. Wij hebben hiertoe een investeringsprogramma voor de bestaande voorraad opgesteld.
17
3. Te investeren in de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad Maasdelta gaat door met het doen van investeringen in de bestaande woningvoorraad. Doel: de kwaliteit van de woning en het woonplezier van huurders te verhogen en het mogelijk te maken dat senioren in hun woning kunnen blijven wonen. Voorbeelden: het beter toegankelijk maken van woongebouwen en het verbeteren van het wooncomfort, door bijvoorbeeld mechanische ventilatie en beter hang- en sluitwerk aan te brengen en te investeren in keuken, toilet en/of badkamer (KTB beleid). Huurders worden zoveel mogelijk vooraf bij onze plannen betrokken. 4. Bestaande woningen te verkopen Maasdelta is doende een deel van haar woningen te verkopen. Dit komt de gewenste verscheidenheid in de woningvoorraad ten goede en biedt onze huurders de mogelijkheid om voor een aantrekkelijke prijs een woning te kopen. Daarnaast verschaft de verkoop van bestaande woningen ons de noodzakelijke financiële middelen om onze maatschappelijke opgaven te kunnen blijven realiseren. Vitale wijken Maasdelta voelt zich verantwoordelijk voor ‘haar’ wijken en stimuleert betrokkenheid van de bewoners en haar strategische partners bij die wijken. We volgen er de ontwikkelingen op de voet en zijn betrokken bij en aanwezig in de wijken. Door het nemen van fysieke en sociale maatregelen, dragen we er aan bij dat de kwaliteit van de woon- en leefomgeving van bewoners gewaarborgd of verbeterd wordt. We bereiken dit door: 1. Herstructurering Herstructurering van ‘oude’ wijken is een belangrijk middel om ons doel te bereiken. We doen daar veel aan. De herstructurering van de Burgemeesterswijk in Maassluis is nog in volle gang en die in Spijkenisse Noord is afgerond. Deze, voorheen eenzijdig opgebouwde, wijken zijn of worden weer aantrekkelijk voor alle leeftijdsklassen en inkomensgroepen. Verouderde woningen worden vervangen door nieuwe huur- en koop eengezinswoningen en levensloopbestendige appartementen in diverse prijsklassen. Ook zijn wij in onze vestigingsgemeenten betrokken bij een aantal kleinere complex- en buurtgerichte opgaven. 2. Aanpak van de woonomgeving Maasdelta is betrokken bij de aanpak van de woonomgeving in wijken waarin we woningen bezitten. Wij geven er, in samenwerking met de verantwoordelijke gemeentes, een kwaliteitsimpuls aan het beheer en de kwaliteit van de woonomgeving in diverse wijken. We doen dat samen met bewoners en onze strategische partners. We willen onze inspanningen de komende jaren continueren, maar dan wel meer complex- en buurtgericht. Per wijk/buurt formuleren we, daarin voorgegaan door de gemeenten, doelstellingen die de basis voor de aanpak vormen. Na afloop meten en evalueren we de resultaten van onze inspanningen. 3. Sociaal beheer Maasdelta ziet graag dat de wijken vitaal zijn. We doen daar wat aan door de nadruk te leggen op het verbeteren van de kwaliteit van het wonen. Sociaal beheer is erop gericht om in de behoeften van groepen en individuele personen in woningen te voorzien en problemen aan te pakken. We doen dit onder meer door huis- of wijkmeesters aan te stellen in bepaalde wijken, het toezicht te intensiveren en een bijdrage te leveren aan de uitstraling van een wijk. Onze medewerkers kunnen signalen oppakken achter de voordeur, waar dat nodig of gewenst is. Zo krijgen we inzicht in de problemen, vragen en behoeften van bewoners en kunnen we in kaart brengen wat de woonwensen van huurders zijn. Signalen spelen we, waar nodig, door aan onze maatschappelijke partners in de wijken. Daarnaast blijven we aandacht besteden aan de leefbaarheid en de veiligheid in onze wijken. We stellen vast of een plek of complex nog steeds schoon, heel en veilig is. Is dat niet zo, dan zorgen we er, samen met de gemeente, voor dat dit wel het geval is. Nadrukkelijk vinden wij dat bewoners hierbij zelf een belangrijke signalerende en uitvoerende rol hebben.
18
4. Het voorzien in maatschappelijke voorzieningen Maasdelta houdt zich bezig met het realiseren, het technisch beheren en het exploiteren van voorzieningen die ten doel hebben wijken een sociale impuls te geven of die een antwoord geven op een regionale maatschappelijke huisvestingsvraag. Wij investeren daarom in onze vestigingsgemeenten in maatschappelijke voorzieningen met en zonder woonfunctie. We werken daarbij samen met gemeentes en zorg- en onderwijsinstellingen. Betrokken bewoners Wij zorgen ervoor dat onze huurders – waar nodig of door de klant gewenst – vooraf betrokken worden bij onze beleids-, beheer- en projectontwikkeling. Participatie en inspraak van onze klanten is belangrijk, want zij kunnen aangeven wat nodig is voor hun woning en voor de woonomgeving. We faciliteren en stimuleren de klant om van de hen geboden participatiemogelijkheden gebruik te maken. Goede communicatie is daarbij belangrijk. We spelen een faciliterende rol bij het bevorderen van een goed contact tussen bewoners onderling. We bereiken dit door: 1. Participatie en inspraak van klanten te stimuleren Het communiceren met klanten en strategisch betrokken stakeholders is van groot belang voor ons beleid, voor de keuze van onze projecten en voor het realisatieproces van die projecten. Bewoners hebben behoefte aan goede inspraakmogelijkheden. In het kader van ons participatiebeleid legt Maasdelta nadruk op ‘meer interactie’ en op een projectmatige aanpak van participatie. Dat betekent, dat we bewoners en andere betrokkenen in een zo vroeg mogelijk stadium en op projectmatige basis betrekken bij het voorbereiden, bepalen, uitvoeren en beoordelen van ons beleid en van onze projecten. 2. Contacten tussen bewoners te stimuleren Een goed contact tussen bewoners onderling is van belang voor een prettige leefomgeving. Maasdelta heeft nauwelijks invloed op de manier waarop bewoners met elkaar omgaan, maar wil hun betrokkenheid bij de buurt stimuleren, ondersteunen en faciliteren. Goede dienstverlening Wij streven er naar dat onze huurders tevreden zijn door hen goede dienstverlening te bieden, die minimaal op het niveau van het KWH-huurlabel ligt. De klant staat centraal en we stellen hoge eisen aan ons assortiment woonproducten en aan onze communicatie met de klant. We komen onze afspraken na en onze medewerkers hebben een professionele en actieve, klantgerichte houding. We investeren in ICT-technieken, die gericht zijn op het leveren van goede dienstverlening. We bereiken dit door: 1. De kwaliteit van onze dienstverlening te verbeteren Maasdelta vindt het belangrijk dat onze klanten tevreden zijn over onze dienstverlening. Een van de manieren om dat te bereiken, is door alle Maasdelta vestigingen te laten voldoen aan de eisen minimaal op het niveau van het KWH-huurlabel. Dit label is door alle vestigingen behaald, maar dit label zal in 2015 vervangen worden door een ander door Maasdelta gekozen kwaliteitssysteem. We doen dat omdat dit systeem beter past bij de vraag en wensen van onze huurders en onszelf. Ook vinden we het belangrijk om onze werkprocessen te verbeteren. Bij dit alles is een actieve en professionele houding van al onze medewerkers vanzelfsprekend. 2. Goede communicatie met de klant en binnen de organisatie De communicatie met onze huurders loopt goed, de KWH- en andere kwaliteitsmetingen van de afgelopen jaren geven dat aan. Maar het kan altijd beter, en daar waar het niet goed gaat, veroorzaken we soms stress en irritatie bij klanten. Daarom hebben we ook in 2014 stevig ingezet op het verbeteren van de interne en externe communicatie. Kijken we naar externe communicatie, dan eisen we dat al onze medewerkers een klantgerichte, professionele en actieve houding hebben. Dit
19
betekent, dat we: afspraken met klanten nakomen; een zakelijke en open houding hebben; duidelijk communiceren met de klant; en de klant serieus nemen. Bij de interne communicatie staat het onderling goed, open en snel communiceren centraal. Dit betekent, dat we: afspraken nakomen; collega’s informeren en betrekken bij beslissingen; minder gebruik maken van de mail maar juist langslopen bij een collega; er voor zorgen dat er goed overleg plaatsvindt tussen afdelingen; verantwoordelijkheden niet afschuiven en open en professioneel met elkaar omgaan. Goede interne communicatie heeft een positieve invloed op de externe communicatie. Dit alles telt te meer nu we aankoersen op de start van het KCC. 3. Klanten een grotere keuzevrijheid bieden De trend is dat de huurder steeds meer vraagt om een, op de individuele behoefte afgestemd, woonproduct. Daarom houdt Maasdelta bij het ontwikkelen van (nieuwe) producten en diensten zoveel mogelijk rekening met de specifieke wensen van het individu of van groepen klanten. Dit beleid om huurders een grotere keuzevrijheid te geven zal de komende jaren scherper vorm krijgen. Daarnaast blijven we de informatievoorziening naar de klant toe verbeteren. 1.3 Ontwikkelingen in de sector Ontwikkelingen in onze sector hebben uiteraard invloed op ons handelen. 2014 was, wat dat betreft, een uitdagend jaar, net als 2013. We noemen de belangrijkste ontwikkelingen. 1.3.1
Rijksbegroting 2015: maatregelen huurmarkt
Het kabinet draait de eerder aangekondigde bezuiniging van € 31 miljoen op de huurtoeslag terug. De huishoudentoeslag is definitief van de baan. In 2015 komt er een aangepast woningwaarderingsstelsel, komen er meer mogelijkheden voor tijdelijke verhuur en wordt de liberalisatiegrens voor huurwoningen bevroren. Huurtoeslag Minister Blok stelde in augustus 2014 voor om de kwaliteitskorting in de huurtoeslag met twee procentpunten te verhogen. Dat zou jaarlijks een bezuiniging van € 31 miljoen moeten opleveren voor de jaren 2015-2017. Het kabinet vult deze tekorten aan, schrijft minister Blok op 17 september 2014 in een brief aan de Tweede Kamer. Het kabinet schaft per 2016 wel de ouderentoeslag af, waardoor het beroep op de huurtoeslag vanaf dat jaar € 22 miljoen lager uitvalt. Huishoudentoeslag De huishoudentoeslag gaat definitief niet door. De toeslag, die vanaf volgend jaar de huidige zorgtoeslag, de huurtoeslag, het kindgebonden budget en een toeslag voor ouderen zou gaan vervangen, zou een bezuiniging opleveren van € 800 miljoen in 2015, oplopend tot € 1,3 miljard in 2017. Het ministerie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid vult de eerder ingeboekte bezuiniging op door een aantal andere maatregelen, waaronder de afschaffing van de ouderentoeslag. 1.3.2
Rijksbegroting 2015
Nadruk op kerntaken De begrotingstoelichting 2015 stelt dat ‘de herziening de basis legt voor een focus van woningcorporaties op de kerntaken, een versterking van de lokale verankering van woningcorporaties en een adequaat intern en extern toezicht.’
Toezicht Verder wordt het financieel toezicht op woningcorporaties versterkt en rechtstreeks onder ministeriële verantwoordelijkheid gebracht. ‘Deze ingrijpende wijzigingen hebben aanzienlijke gevolgen voor de interne organisatie van woningcorporaties en de relatie tussen gemeenten, corporaties en andere stakeholders’, aldus de begrotingstoelichting.
20
1.3.3 Rijksbegroting 2015: verhuurdersheffing verhoogd naar € 1.335 miljoen De verhuurdersheffing wordt verhoogd van € 1.165 in 2014 naar € 1.335 miljoen in 2015. Dit is conform het Woonakkoord dat het kabinet in 2013 sloot met regeringspartijen VVD en PvdA en oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP. De heffingen op basis van dit Woonakkoord, dat loopt tot 2017, zijn lager dan afgesproken in het regeerakkoord van het kabinet Rutte 2. Op de langere termijn echter is het de bedoeling dat de verhuurdersheffing volgens het Woonakkoord hetzelfde bedrag oplevert. 1.3.4
Rijksbegroting 2015: nieuw energielabel en verlenging laag BTW-tarief
In de rijksbegroting staat een aantal maatregelen op het gebied van bouwregelgeving en energie en duurzaamheid. Om de werkgelegenheid in de bouw te ondersteunen, blijft het lage Btw-tarief tot 1 juli 2015 gelden bij het verbouwen en renoveren van woningen. Dit om de werkgelegenheid in de bouw te stimuleren. Aanvankelijk gold deze verlaging tot 1 januari 2015. Verdere maatregelen o.a.: • Per 1 januari 2015 wordt een nieuw energielabel ingevoerd. De Tweede Kamer stemde daar op 1 juli 2014 mee in. • Er komt een wetsvoorstel om de kwaliteitsborging van de bouw te verbeteren, door verantwoordelijkheden duidelijker te beleggen en door onafhankelijke toetsing. 1.3.5
WSW: ‘Houd financieel en volkshuisvestelijk toezicht gescheiden’
Financieel en volkshuisvestelijk toezicht moeten volgens het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) gescheiden blijven. Het WSW wil dat financieel toezicht zelf uitvoeren en het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) kan, wat het WSW betreft, worden opgeheven. Dat schrijft het WSW in haar visie op toezicht, die het Waarborgfonds op 24 oktober 2014 publiceerde. Het WSW stelt in haar visie het zogeheten twin peaks-model voor: financieel en volkshuisvestelijk toezicht op corporaties los van elkaar. Volkshuisvestelijke belangen zijn namelijk vaak in strijd met financiële belangen. ‘Zo is het vanuit financieel toezicht prettig als een corporatie beschikt over zo veel mogelijk (stille) reserves. Vanuit volkshuisvestelijk toezicht is dit echter niet gewenst, omdat het ten koste gaat van de volkshuisvestelijke prestatie’ schrijft het WSW op haar website.
De Nederlandsche Bank (DNB) Het WSW staat verder een scheiding tussen beleid en toezicht voor: het financieel toezicht zou niet onder verantwoordelijkheid van de minister moeten plaatsvinden. De wetgever bepaalt in de visie van het WSW het regelgevend kader en het WSW zou moeten controleren of corporaties binnen dat kader blijven. DNB zal er vervolgens op moeten toezien dat het WSW haar werk goed uitvoert. 1.3.6
Onderzoek Planbureau: huurders in zwaar weer
Steeds meer huurders lopen het risico dat ze hun huur niet meer kunnen betalen. Ook zijn er iets minder sociale huurwoningen beschikbaar in verhouding tot het aantal woningzoekenden dan in 2002. Dat blijkt uit een rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). In 2002 liep in de gereguleerde huursector vier procent van de huurders het risico dat zij hun huur niet meer konden opbrengen. In 2012 was dit ruim drie keer zoveel: 13 %. De toegankelijkheid van sociale huurwoningen is in de periode 2002-2012 gedaald. In 2002 waren er nog ruim drie woningzoekenden per aangeboden sociale huurwoning, in 2012 bijna vier. Stedelijke regio’s Vooral in stedelijke regio’s verkeren steeds meer mensen in financieel zwaar weer, omdat daar relatief veel jongere huishoudens wonen. De economische crisis brengt een toenemende werkloosheid en een achterblijvende loonontwikkeling met zich mee. Het PBL merkt op dat economisch herstel niet per se een betere financiële positie voor veel huishoudens betekent. Die positie is mede afhankelijk van onder andere zorgpremies, kosten van voeding en energie en het woonbeleid.
21
1.3.7
Geen saneringsheffing in 2015
Het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) legt woningcorporaties in 2015 geen saneringsheffing op. Dat staat in de begroting die het CFV medio oktober 2014 vaststelde. Het CFV heeft voldoende geld in kas om eventuele nieuwe saneringsaanvragen in 2015 te kunnen financieren. Met de saneringsheffing van € 460 miljoen uit 2014 bestaat het saneringsfonds eind 2014 uit € 250 miljoen. Dat is bijna twee procent van de totale huuropbrengst in de corporatiesector. 1.3.8
Hoe ziet het nieuwe woningwaarderingsstelsel eruit?
Het voorstel voor een nieuw Woningwaarderingsstelsel (WWS), het puntensysteem waarmee de maximale huur van sociale huurwoningen wordt berekend, ligt bij de Tweede Kamer. De WOZ-waarde van woningen krijgt meer invloed op de huurprijs. De landelijk gemiddelde maximale huur blijft gelijk. Het kabinet streeft naar invoering van het nieuwe WWS per 1 juli 2015. Wat verandert er met het nieuwe WWS? Het aantal WWS-punten bepaalt de maximumhuur die de verhuurder voor een (gereguleerde) huurwoning mag vragen. De belangrijkste wijzigingen in het nieuwe WWS zijn: • De punten voor woonvorm en woonomgeving en de schaarstepunten vervallen. •
Voor de woonvorm en woonomgeving komt een puntenwaardering in de plaats, op basis van de WOZ-waarde van de woning. Die worden gebaseerd deels op de WOZ-waarde per vierkante meter en deels op de absolute WOZ-waarde van de woning.
•
Het WWS gaat uit van de meest actuele WOZ-waarde. Dit betekent dat voor de huurverhoging van 1 juli 2015 de WOZ-waardebeschikking van 1 januari 2015 bepalend is.
•
Voor woningen met een heel lage WOZ-waarde of woningen waarvan de WOZ-waarde ontbreekt, geldt een ondergrens van € 40.000,-.
1.3.9
Voorlopig geen nieuwe ‘Vestia-heffing’
Het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) heeft het verbeterplan van Vestia goedgekeurd. Met dit plan heeft de woningcorporatie eind 2021 zicht op duurzaam financieel herstel, aldus het CFV. Vestia heeft nu bovendien voldoende liquide middelen, waardoor de corporatie de komende drie jaar geen saneringssteun nodig heeft. Een nieuwe ‘Vestia-heffing’ is hiermee voorlopig van de baan. Toch sluit het CFV een tweede heffing in de toekomst niet uit. 1.3.10 Huren ruim 9 procent duurder sinds inkomensafhankelijk huurbeleid De gemiddelde huurprijs van sociale en particuliere huurwoningen steeg in juli 2014 met 4,4 %. Het jaar daarvoor nog met 4,7 %. De huren liggen hiermee gemiddeld ruim 9 % hoger sinds de invoering van het inkomensafhankelijke huurbeleid. Dat meldt het CBS.
Variatie door huurbeleid De maximale huurverhoging is in 2013 en 2014 gebaseerd op de inflatie van het voorgaande jaar, een vast opslagpercentage en de inkomensafhankelijke huurverhoging. Door de invoering van het inkomensafhankelijke huurbeleid in 2013 varieerde de maximale huurstijging: van 4,0 % voor de huurders met de laagste inkomens tot 6,5 % voor de huurders met de hoogste inkomens.
Vooral sociale huurwoningen duurder Bij sociale verhuurders steeg de huur met gemiddeld 4,7 %, bij particuliere verhuurders met 3,2 %. Bij geliberaliseerde huurwoningen, waarvoor de inkomensafhankelijke huurverhoging niet geldt, was de huurstijging lager: 2,9 %. Sociale verhuurders pasten de maximale huurstijging vaker toe dan particuliere verhuurders.
22
1.3.11 Warmtewet: gevolgen voor corporaties en huurders De Warmtewet, die op 1 januari 2014 inging, heeft veel gevolgen voor woningcorporaties en hun huurders. Aedes stelde daarom een handreiking op voor corporaties met antwoorden op de belangrijkste vragen. De handreiking is in september 2014 geactualiseerd. Door de Warmtewet veranderen corporaties in energieleveranciers. Ze moeten daarom een leveringsovereenkomst aangaan met de verbruikers. In de handreiking staat een overzicht van de wijzigingen en informatie over hoe een corporatie zich het beste kan voorbereiden. Handreiking De geactualiseerde handreiking geeft onder meer duidelijkheid over de rol van de corporatie als leverancier, de verplichting voor de centrale GJ-meter, de op te richten onafhankelijke geschillencommissie en het in rekening brengen van warmtekosten en servicekosten. Verder geeft de handreiking antwoord op de veel gestelde vraag over gevolgen van de wet voor de BTW-afrekening.
23
2 Huur en verhuur Het woningbezit De woningvoorraad is in 2014 toegenomen tot 16.613. Onderstaand overzicht toont de mutaties in de woningvoorraad en overige verhuureenheden:
MDS Woningvoorraad 1-12014 Nieuwbouw Sloop Verkocht (exclusief 2 VOV uit voorraad) Woningvoorraad per 31-1-2014 Wooneenheden Garage, parkeerplaatsten Bedrijfsruimte Overig Totaal verhuureenheden 31-122014
MDH
MDM
TOTAAL
5.805 29
4.786
5.994 77
16.585 106
-31 5.803 172 453 91 11
-35 4.751 177 66 26 47
-12 6.059 124 189 51 2
-78 16.613 473 708 168 60
6.530
5.067
6.425
18.022
De verdeling van het bezit over de huurklassen is als volgt:
MDS € 0 t/m € 389,05 € 389,06 t/m € 596,75 € 596,76 t/m € 699,48 € 699,49 en meer Totaal
403 3823 1099 478 5.803
MDH 273 3172 1041 265 4.751
MDM 797 3881 828 553 6.059
Totaal 1.473 10.876 2.968 1.296 16.613
Het woningbezit naar woningtype is als volgt:
Eengezinswoning Begane grond woning Woning in flat zonder lift Woning in flat met lift Totaal
MDS MDH MDM Totaal 1.858 2.021 1.787 5.666 317 585 440 1.342 1.021 592 1.168 2.781 2.607 1.553 2.664 6.824 5.803 4.751 6.059 16.613
Beheer Naast deze verhuureenheden beheert Maasdelta voor de gemeenten Maassluis en Hellevoetsluis een aantal woonwagencentra. Ook beheren we nog enkele woningen en garages voor derden. In Rotterdam voeren wij het beheer van een door Stichting KSA geëxploiteerd pand voor dak- en thuislozen. Dit pand is voor 50% eigendom van Maasdelta en 50% van HW Wonen. Woonruimteverdeling (verhuur aan doelgroep) Voor 2014 geldt dat woningcorporaties ten minste 90 % van de woningen met een sociale huur (netto huur beneden de € 699,48) moeten verhuren aan huishoudens met een gezinsinkomen tot € 34.678.
24
Woningzoekenden Sinds 1 januari 2012 zijn ook de vestigingen Hellevoetsluis en Spijkenisse ondergebracht bij Woonnet Rijnmond (Maassluis zat hier al), zodat nu de woonruimteverdeling stadsregionaal plaatsvindt. Verhuringen en leegstand De verhuur per vestiging zag er in 2014 als volgt uit: MDH Leegstand per 1-1-2014 Bij: beëindigde verhuringen tot 31-122014 Bij: opgeleverde woningen Af: verkochte woningen Af: gesloopte woningen Af: nieuwe verhuringen Leegstand per 31-12-2014
MDS
MDM Totaal 153 322
56
113
390 35
463 29 31
456 77 12
361 50
488 86
532 142
1.309 106 78 1.381 278
Mutatiegraad De mutatiegraad geeft het aantal beëindigde verhuringen aan, uitgedrukt in een percentage van het aantal woningen. Voor 2014 geeft dit het onderstaande beeld:
MDH MDS MDM Totaal
8,2% 8,2% 7,5% 7,9%
De mutatiegraad over 2014 ligt daarmee in lijn met voorgaande jaren en is in lijn met de landelijk gemiddelde mutatiegraad over voorgaande jaren.
Bijzondere doelgroepen Maasdelta Hellevoetsluis Statushouders In Hellevoetsluis heeft Maasdelta in 2014 29 statushouders geplaats, terwijl de taakstelling van de gemeente 36 was.
Begeleid wonen In 2014 is de AWBZ-wetgeving veranderd, wat leidde tot een verdere scheiding van wonen en zorg. Diverse zorginstellingen benaderden ons voor zelfstandige huisvesting van hun cliënten. Maasdelta streeft er naar om hierover op lokaal niveau afspraken te realiseren tussen de zorgaanbieders en woningaanbieders. Op basis van een overeenkomst tussen Pameijer Rotterdam en Maasdelta Hellevoetsluis van 1 januari 2014 zijn er zes cliënten geplaatst in woningen van Maasdelta met begeleiding van Pameijer. Maasdelta Spijkenisse Statushouders In Spijkenisse heeft Maasdelta in 2014 20 statushouders geplaats, waarvan twee meerpersoonshuishoudens. Maasdelta Maassluis Statushouders De taakstelling voor huisvesten van statushouders bedroeg in 2014 voor Maasdelta Maassluis 34 personen. In totaal werden 39 statushouders gehuisvest, waaronder 18 jongeren (tot 18 jaar). Door de
25
toename in de taakstelling en de daling van het mutatiepercentage wordt het lastiger geschikte huisvesting te vinden voor de statushouders.
Begeleid wonen Eind 2010 is met Stichting Budgethulp Stoed overeengekomen in een vleugel van ouderencomplex De Vloot maximaal 32 ‘beschermd wonen’ plaatsen te creëren. In de woningen worden bewoners geplaatst die passen binnen de doelgroep van het complex De Vloot en die veel begeleiding nodig hebben. De begeleiding is 24 uur per dag aanwezig. In 2014 zijn er drie nieuwe bewoners gehuisvest, waarmee het totale aantal op 18 gekomen is. De ervaringen tot nu toe zijn bevredigend, er doen zich weinig problemen voor tussen de oorspronkelijke bewoners, veelal hoogbejaard, en de bewoners die in het programma van Stoed meedraaien. Twee huurders van Maasdelta Maassluis hebben aangeven dat zij willen verhuizen, omdat hun ervaringen met de Stoed bewoners niet bevredigend zijn. Aan die wens wordt vanzelfsprekend gevolg gegeven door Maasdelta. In 2014 is er door Stoed voor gekozen om de 24-uurszorg in samenwerking met Gemiva-SVG te organiseren. Gemiva huurt ten behoeve van haar doelgroep twee etages met circa 20 wooneenheden in de nieuwbouw van De Vloot. Tijdelijke arbeidsmigranten in Maassluis De huisvesting van arbeidsmigranten ten behoeve van de tweede Maasvlakte via United Homes is in 2014 verminderd. Vanaf september 2015 zal United Homes in het geheel geen woningen meer gebruiken voor arbeidsmigranten. Sloopwoningen in Sluispolder-west worden nu verhuurd in het kader van de leegstandswet via Villex Vastgoedbescherming. Tijdelijk arbeidsmigranten vinden op dit moment, als gevolg van de verminderde druk op de woningmarkt, woonruimte via de normale woningtoewijzing. Ondanks een korte inschrijfduur is huisvesting voor hen bereikbaar in met name het minder gewilde deel van de voorraad, bijvoorbeeld in de gestapelde bouw zonder lift.
Huurachterstand en huurincasso Huurachterstand De huurachterstand ziet er – gesplitst naar actief en niet actief – voor Maasdelta Groep als geheel als volgt uit: 2013
2014
Actieve huurders
852
867
Niet actieve huurders
579
799
1.431
1.666
Huurachterstand (x € 1.000)
Totaal huurachterstand
Gedurende het jaar hebben we diverse acties uitgevoerd en maatwerk geleverd om de achterstand te beperken. Ontruimingen Jaarlijks moeten we er helaas toe overgaan een aantal woningen te ontruimen. Dat gebeurt meestal vanwege een te hoog opgelopen huurachterstand. In 71% van de gevallen wordt, na de aanzegging van een ontruiming, alsnog een oplossing gevonden en hoeft niet tot daadwerkelijke ontruiming te worden overgegaan. Huurbetaling staat onder druk. De belangrijkste oorzaak lijkt te zijn het ongure economische klimaat van de laatste jaren. Door gerichte acties en het bieden van maatwerk is dit economisch klimaat niet zichtbaar geworden in de ontwikkeling van de ontruimingscijfers. De cijfers van de laatste jaren zijn als volgt:
26
2011
2012
2013
2014
Aange- UitgeAange- UitgeAange- UitgeAange- Uitgezegd voerd zegd voerd zegd voerd zegd voerd Hellevoetsluis 68 15 70 12 70 15 71 15 Maassluis 72 37 51 24 60 19 62 20 Spijkenisse 63 21 62 21 65 21 72 24 Totaal aantal 203 73 183 57 195 55 205 59 Totaal % 36% 31% 28% 29% Huurbeleid Er is een basishuurverhoging van 4 % toegepast per 1 juli 2014. Conform de inkomensgrenzen is de inkomensafhankelijke huurverhoging toegepast van 4,5% en 6% binnen de sociale huur. In de vrije sector is 4% toegepast. Voor een aantal woningen werd in verband met bijzondere omstandigheden geen of beperkte huurverhoging berekend.
Woonfraude Maasdelta Hellevoetsluis Maasdelta Hellevoetsluis had een aantal zaken in behandeling wegens onrechtmatig gebruik. Het ging bijvoorbeeld om inwoning zonder toestemming van Maasdelta of om overlastzaken. Ook hennepteelt werd geconstateerd. Er zijn 0 ontruimingen geweest vanwege hennepteelt, wel was er driemaal sprake van een bijlage in de huurovereenkomst. Maasdelta Hellevoetsluis wil een overeenkomst met politie en gemeente afsluiten over ontruiming bij hennepteelt. Maasdelta Spijkenisse Maasdelta Spijkenisse had uiteenlopende zaken in behandeling wegens onrechtmatig gebruik. Regelmatig ging het om inwoning zonder toestemming van Maasdelta of om overlastzaken. Ook hennepteelt wordt regelmatig geconstateerd. In drie hennepzaken is het huurcontract beëindigd. Maasdelta Maassluis In 2014 zijn op twee adressen hennepkwekerijen ontmanteld. In beide gevallen is de huurovereenkomst beëindigd. In nog eens 14 gevallen was er sprake van een vermoeden van hennepteelt, veelal aangegeven door buurtbewoners. In die 14 gevallen is hennepteelt niet aangetoond. In 2014 zijn vijf meldingen binnengekomen van mogelijke woonfraude in de vorm van illegale onderhuur. Het rondkrijgen van de bewijslast is doorgaans zeer lastig. In een geval is woonfraude aangetoond en is de huur beëindigd via tussenkomst van de rechter. In een ander geval heeft de huurder zelf de huur opgezegd. In de overige drie gevallen kon woonfraude niet aangetoond worden.
27
3 Duurzame woningen – Projecten Algemeen De afdeling Vastgoed Ontwikkeling (VGO) had in 2014 29 projecten onderhanden, met een investeringsvolume van circa 28 miljoen. Dit cijfer is exclusief de projectontwikkeling Balkon CV/BV in Maassluis. De verdeling over onze vestigingsgemeenten en andere locaties is eind 2014: Vestiging
Aantal Projecten
In voorbereiding (x € 1 mln.)
In uitvoering (x € 1 miljoen)
Spijkenisse
11
1
5
Maassluis
8
1
17
Hellevoetsluis
8
0
4
Overige locaties
2
0
0
Totaal
29
2
26
De volgende projecten zijn in 2014 in opdracht gegeven en in uitvoering genomen: - Turnkey afname nieuwbouw 20 sociale huur appartementen aan de Molshoek te Hellevoetsluis. - Renovatie van 300 galerijwoningen Parnassia te Hellevoetsluis. - Sloop- nieuwbouw van Voorstraat 65 te Spijkenisse. - Sloop oude school De Vloot in Maassluis. In 2014 zijn de volgende projecten opgeleverd c.q. in gebruik genomen: - ’t Buitenrijk, deelplan 3A Burgemeesterswijk Maassluis. Er is gestart met 26 grondgebonden koopgarant woningen (na een voorverkooppercentage van meer dan 70%), 28 sociale huur appartementen en 39 middeldure- en dure huurwoningen. Aan ERA Contour is de grond geleverd. - Hart van Groenewoud. Als deel van een grotere ontwikkeling neemt Maasdelta in dit plan 29 appartementen turnkey af. Het zijn appartementen in de sociale huur waarvoor afspraken zijn gemaakt met Careyn die de huurders daarvoor aanbrengt. - Sloop- nieuwbouw van Voorstraat 65. 3.2 Risico-inventarisatie projecten We verwachten dat de in uitvoering zijnde projecten binnen de gestelde budgetruimte zullen worden gerealiseerd. Alle gerealiseerde koopwoningen in ’t Buitenrijk zijn verkocht. De laatste dure huurwoning in ’t Buitenrijk is nog niet verhuurd. Aandachtspunten – c.q. risico’s bij lopende projecten van 2014 en de effecten als gevolg van de krediet- en woningmarkt crisis en de te nemen beheersmaatregelen – zijn: o De stagnerende verkoop van woningen, waardoor er sprake is van een latere start van projecten. Dit in verband met de voorverkooppercentages. Om de start te bevorderen – wat m.n. van belang is in herstructureringsgebieden – wordt voor een aantal projecten overgegaan tot verkoop van woningen in een ‘koopgarant constructie’ of is nog een aantal woningen tegen kostprijs afgenomen in de huur om een locatie toch te kunnen afronden. Dit laatste hebben we gedaan voor een aantal grondgebonden huurwoningen aan het hofje in ‘t Buitenrijk. o De nog te realiseren koopwoningen zijn tot een minimum beperkt, hierdoor is het risico op een verdere daling van de prijzen van koopwoningen grotendeels ondervangen. o Daling van de grondprijzen voor Balkon. o De renteontwikkeling. o Faillissementen. Met name bij de aannemers is dit risico toegenomen. Wij letten vaker dan voorheen op het betalingsgedrag en zijn er vooral alert op dat er strikt naar rato van uitgevoerd werk wordt betaald. o Onzekerheid op het gebied van het scheiden van Wonen en Zorg.
28
Projecten in ontwikkeling In de drie vestigingsgemeenten hebben wij diverse projecten in voorbereiding. - Sluispolder-West Maassluis. In 2009 zijn we, samen met de gemeente, begonnen plannen te maken voor een omvangrijke herstructurering van dit gebied. Het College van B&W heeft begin 2014 – in lijn met onze interne besluitvorming – conform besloten en heeft het plan doorgestuurd naar de Raad ter finale besluitvorming. De Raad heeft medio 2014 positief over de herstructurering beslist, waarna in september 2014 de mantelovereenkomst werd getekend. - Sluispolder-West deelplan 1B. Nadat de raamovereenkomst was getekend, is het daarbij behorende sloopbesluit geeffectueerd. Daarmee kwam het verhuiskostenbudget beschikbaar en kon gestart worden met het actief uitplaatsen van huurders. Het herhuisvesten ligt in maart 2015 op schema; het doel is om uiterlijk in het vierde kwartaal van 2015 te kunnen gaan slopen. Voor het eerste deelplan is een investeringsbesluit in voorbereiding. - Voor- en Achterstraat Spijkenisse. Een schuur vormt een bijzonder object binnen het plan; er is tot op heden geen partij geweest die hier een huurcontract voor wilde afsluiten. Al diverse keren zijn initiatieven afgeketst. Een andere mogelijkheid is om in de schuur een viertal appartementen te realiseren. Dit heeft qua invulling niet de voorkeur en is ook financieel minder aantrekkelijk. Voorstraat 48 is door wanbetaling van de huurder leeg komen te staan. Gezien de toestand van het pand lijkt het moeilijk hiervoor weer een huurder te vinden. Voorstraat 44 lijkt ook leeg te komen doordat de winkelier niet meer aan z’n verplichtingen kan voldoen. Voorstraat 50/52 komt medio 2015 leeg. Careyn, dat het pand vele jaren heeft gehuurd als kantoorruimte, heeft de huur opgezegd. Kortom: het ziet er voor exploitatie van de aangekochte panden op de Voorstraat (behoudens Voorstraat 65) vooralsnog niet positief uit. Er heeft zich een mogelijke koper gemeld om de gehele locatie – schuur, 50/52 en 48 – te kopen. Nieuwe taxaties laten een grote prijsdaling zien t.o.v. de aankoopprijzen. Diverse alternatieven zullen naast elkaar worden gelegd voor deze locatie. - Verder worden nog acht woningen ontwikkeld op de locatie Vredehofstraat. Mogelijk zal dit plan verkocht worden aan Vorm Ontwikkeling dat in 2012 50% van het risico in dit project overnam. Als laatste is er het appartementengebouw aan de Achterstraat. Voorzien was dit als koop te ontwikkelen en af te zetten. Thans wordt overwogen dit complex tegen kostprijs in de sociale huur af te nemen, nu blijkt dat dit passend is in het herijkte SOB. - Herontwikkeling complexen Vliedberg en Voornestein in Hellevoetsluis. Met Careyn is in 2014 samengewerkt aan een intentieovereenkomst voor een sloop-nieuwbouw traject van het Careyn deel. Inzet: een gedifferentieerd programma van zelfstandige woningen in de sociale huur t.b.v. in eerste instantie zware zorg. De bedoeling is in het eerste kwartaal van 2015 samen met de gemeente Spijkenisse te tekenen.
3.3 Verkoopvormen en verkoop De verkoop van woningen uit bestaand bezit liep in 2014 boven verwachting. Bij het opstellen van de begroting voor 2014 was uitgegaan van de verkoop van 50 woningen van het bestaand bezit. Dat zijn er 80 geworden. De gemiddelde leegstand van de te koop staande woningen daalde in 2014. De taxatiewaarden zijn in de tweede helft van de 2014 iets gaan stijgen. Verder zijn in de loop van 2014 alle koopwoningen in complexen in aanbouw verkocht. We zagen een afvlakking van de neergaande lijn van de woningprijzen. In het totaal van verkochte woningen in 2014 zaten twee Koopgarant woningen die terugkwamen. Deze zijn opnieuw in Koopgarant verkocht, maar nu met een kortingspercentage van 10% i.p.v. 30%. Verkoop bestaande woningen Onderstaand overzicht laat zien hoeveel bestaande woningen in 2014 werden verkocht.
Aantal verkopen Verkocht Begroot Afwijking in 2014 in 2014 Spijkenisse 31 18 13 Hellevoetsluis 35 20 15 Maassluis 14 12 2 Totaal 80 50 30
29
In 2014 is besloten tot complexgewijze verkoop van de Koninginnetoren in Rotterdam, nadat eerder al het besluit viel tot het verkopen van huurwoningen waarvoor op dat moment weinig tot geen belangstelling bestond (uitponden). E.e.a. past in het beleid woningbezit buiten de vestigingsgemeenten af te stoten. Het gaat hier om totaal 82 appartementen (28 DAEB en 24 niet DAEB), vier bedrijfsruimten (drie DAEB en een niet DAEB) en 20 parkeerplaatsen (daeb bezit). We hebben daartoe Capital Value – dat werkt op basis van ‘no cure no pay’ – in de arm genomen. Capital Value heeft ervaring met complexgewijze verkoop van corporatiebezit. In het tweede kwartaal van 2015 zal blijken of de geplande biedingsprocedure leidt tot succesvolle verkoop voor een door het directieteam vastgesteld minimaal bedrag. Verkoop onder voorwaarden In 2012 is in Spijkenisse gestart met de verkoop van woningen in de wijk ‘Sterrenkwartier’. De woningen zijn zowel regulier als onder koopgarant aangeboden, waarbij met name de verkoopvorm koopgarant goed aansloeg. De voordelen van koopgarant, lagere maandlasten en een lager risico, zijn onder de huidige economische omstandigheden belangrijke pluspunten voor starters op de koopmarkt. In 2014 zijn in Spijkenisse 31 woningen van het bestaande bezit verkocht. Hiervan zijn er vijf verkocht onder de verkoopvorm Koopgarant. In 2013 betrof dit 15 woningen. Het kortingspercentage is 20% van de taxatieprijs.
Verkoop niet-DAEB BOG In 2013 is het besluit genomen al het niet-DAEB Bedrijfsonroerend goed (BOG) van Maasdelta te verkopen. Dit als gevolg van de beleidsbeslissing dat we als corporatie principieel ‘niet van commercieel onroerend goed zijn’ en daar ook de nodige (leegstands)risico’s mee lopen. Voor het complex aan de Brielsestraatweg was in 2013 al een (intentie)koopovereenkomst gesloten. Medio 2014 is definitief gebleken dat de koper de financiering niet rond kreeg. Het pand waarin de Albert Hein in City Plaza is gehuisvest is in 2014 verkocht en getransporteerd. Verder is in 2014 een plan opgesteld om tot daadwerkelijke verkoop van het niet-DAEB BOG te komen. Panden zijn aangeboden aan zittende huurders of (particuliere) beleggers. Hiervan zijn nog geen verkoopresultaten te melden. 3.5 Overige projecten Op het gebied van wonen en zorg houdt Maasdelta zich actief bezig met uiteenlopende projecten en diensten. Maasdelta Hellevoetsluis Activiteiten nieuwbouw, renovatie en herstructurering • Project Parnassiagebied. Begin 2015 is de renovatie gestart van de 298 galerijwoningen verdeeld over zes flats. Een flat zal bij mutatie levensloopbestendig worden gemaakt, waardoor deze woningen goed geschikt zijn voor mensen die thuis kunnen blijven wonen en daar alle zorg geleverd kunnen krijgen. In dit complex is ook een nadrukkelijke rol voor leefbaarheidsaspecten opgenomen. Er is een aparte projectleider leefbaarheid betrokken bij het project die initiatieven ontplooit om de leefbaarheid te verbeteren, wat aansluit bij de renovatie en verbetering van het vastgoed. • Toekomstvisie seniorencomplexen. In 2013 heeft Careyn besloten dat het haar zorgaanbod in de Eik gaat afbouwen. In 2017 zal Careyn daadwerkelijk de deuren sluiten. Dit heeft gevolgen voor de dienstverlening aan onze huurders in dit complex. In 2014 is met Careyn overlegd over een toekomstperspectief voor deze locatie. Er is hierover een intentieovereenkomst gesloten met Careyn en de gemeente. Daarin is opgenomen dat voor Careyn de haalbaarheid van nieuwbouw van 42 woningen – verdeeld over zes groepen met woonkamers – onderzocht wordt in de eerste helft van 2015 en dat de huidige ontmoetingsruimte gehandhaafd blijft voor m.n. onze huurders. • Dijkweg. Betreft twee WoonZorg boerderijen in Hellevoetsluis. Met de 3 Notenboomen is een 20 jarige huurcontract afgesloten. De uitvoering zou eind 2014 starten, ware het niet dat er onverwacht asbest in de gierkelders werd aangetroffen. De oude eigenaar is hiervoor aansprakelijk gesteld. Het opgestelde saneringsplan is afgerond en de uitvoering is in maart 2015 ter hand genomen.
30
Maasdelta Spijkenisse Activiteiten nieuwbouw, renovatie en herstructurering • Puttensteijn. Voor dit seniorencomplex is een plan ontwikkeld om er 32 (ouder wordende) cliënten van Philadelphia te huisvesten. Het gaat om een doelgroep van mensen met een licht verstandelijke beperking die deels zelfstandig kunnen wonen. Omdat voor de huidige doelgroep de verhuurbaarheid onder druk komt te staan, is dit een mooie aanvulling. Besluitvorming heeft bij beide partijen begin 2015 plaatsgevonden. De implementatie zal via mutatie drie a vier jaar in beslag nemen. In de uiteindelijke situatie zullen de cliënten van Philadelphia in een bepaalde vleugel van het complex wonen en daar ook een aantal woningen hebben die zijn omgebouwd tot huiskamers. Overige activiteiten - Overleg Lokaal Zorgnetwerk met diverse maatschappelijke instanties. - Maasdelta legt contact met zorg-en welzijnorganisaties om een netwerk op te bouwen voor Wonen-Zorg-Welzijn. Hiervoor zijn onder andere contacten met Careyn, Stichting Welzijn Ouderen, Zadkine College. - In de Wijkontwikkelingsplannen voor Groenewoud en Sterrenkwartier wordt aandacht besteed aan het thema vergrijzing. De veranderende vraag naar Woon-, Zorg- en Welzijnsproducten vraagt aandacht.
Maasdelta Maassluis Activiteiten nieuwbouw, renovatie en herstructurering • •
31
Herstructurering van de wijk Sluispolder-west/Binnenstad is van start gegaan met het uitverhuizen van de eerste twee complexen. In de plannen is een woon-service zone opgenomen. Complex het Klooster is in 2014 door Stoed (dak- en thuislozen) gedeeltelijk verlaten. Er zijn nog geen definitieve plannen voor de toekomst van het complex. Deze worden in 2015 gemaakt.
4 Vitale Wijken 4.1 Maasdelta Spijkenisse Omgevingsbeheer Medewerkers van de sociale werkplaats Welplaat zijn aangetrokken om in de wijken Noord, Groenewoud en Sterrenkwartier aanvullende werkzaamheden te verrichten: bijhouden van het GrijsGroen (bestrating en openbaar groen; zwerfvuil tegengaan, onkruid, snoeien, sneeuwvrij maken, enz.). Maasdelta heeft tuingereedschap aangeschaft om in bruikleen te geven aan onze huurders. Hier wordt regelmatig gebruik van gemaakt. De politie organiseert met enige regelmaat inbraakpreventieacties, zoals een avondronde door de wijk, waarbij bewoners worden gewezen op inbraakgevoelige situaties. De wijk- en huismeesters doen altijd mee aan deze acties. In 2014 is er een nieuwe werkindeling gemaakt voor de wijk- en huismeesters. De medewerkers rouleren zo in de verschillende wijken en complexen en kunnen elkaars werkzaamheden goed opvangen. Centrum Marrewijkflat: de buitenzijde op de begane grond van de flat is gereinigd: de gevel, het looppad en het plafond van de bovenliggende galerij. Het geheel heeft weer een frisse uitstraling gekregen. Noord Verspreid over de wijk zijn 100 fietsenrekken bij de flats geplaatst. Er zijn bewakingscamera’s geplaatst in diverse portieken. In de wijk Noord is tijdens de burendag het infopunt VraagRaak, dat wekelijks open is in de Mei (Herman Gorterhof), van start gegaan. Trekker is Stichting Welzijn Ouderen. Maasdelta heeft hier een klein aandeel in. Sterrenkwartier Samen met gemeente en politie werden voorbereidingen getroffen voor het starten van een Buurtpreventieteam. In veel andere wijken zijn deze teams van wijkbewoners al actief om ongewenste situaties in de buurt te signaleren. In januari 2015 is ook in het Sterrenkwartier een buurtpreventieteam gestart. In enkele portieken zijn beveiligingscamera’s geplaatst. De tuinen langs de Planetenlaan, behorend bij de beganegrondwoningen (galerijflats), zijn in samenwerking met de bewoners en een hovenier opgeknapt. Groenewoud In het wijkkantoor aan de Eikenlaan is op de landelijke burendag in september het Zadkine Center geopend. De leerlingen/stagiairs verlenen hand en spandiensten aan bewoners in de wijk. De opening vond plaats met een door Maasdelta georganiseerd feest, waaraan alle zorgpartijen in de wijk deelnamen. Waterland Wezelveen/Vlinderveen Verspreid over de buurt is het ‘snippergroen’ (op grond van Maasdelta) vernieuwd. Ook zijn de trappen in de open portieken schoongespoten.
32
4.2 Maasdelta Hellevoetsluis Omgevingsbeheer Wijken De wijkmeesters zijn zichtbaar in de wijk; ze zijn een aantal uren per week in de complexen aanwezig. Voor die aanwezigheid betalen bewoners servicekosten. De wijkmeester voert kleine reparaties uit, hangt naamplaatjes op voor nieuwe bewoners en maakt met hen kennis. De wijkmeester is dan ook het ‘gezicht van de buurt’. Ook heeft hij een signalerende rol in wijken. Hij registreert bijvoorbeeld lappen voor de ramen, vervuilde woningen, verwaarloosde tuinen en is het aanspreekpunt van bewoners en samenwerkingspartners. De geregistreerde signalen worden doorverwezen naar de juiste persoon binnen of buiten Maasdelta. Conform het jaarplan 2014 zijn we in de volgende wijken aan de slag gegaan: Atalanta De achterkant van deze flats is aangepakt, waarmee het complex een open uitstraling gekregen heeft. Zalm, Bliek en Spiering Er zijn diverse activiteiten georganiseerd in de ontmoetingstuin van dit complex, samen met de jongeren uit de buurt en met diverse partijen waarmee we samenwerken, zoals Flexis Jeugdplein en Stichting Push. Daarnaast is er ook voldoende aandacht besteed aan de overlastproblematiek bij dit complex en wordt dit op regelmatige basis gevolgd door Maasdelta. Melkweg/Kosmos/Hooischelf Er stonden aan het begin van 2014 veel bomen aan de Melkweg/Kosmos en aan de Hooischelf, die inmiddels zijn verwijderd. Het project Melkweg en Kosmos is onderdeel van de buurtaanpak die we met de gemeente uitvoeren en waar we samen met de bewoners voor oplossingen in de wijk zorgen. Zo werd de brandtrapoverlast tot een minimum beperkt door een technische aanpassing. Diverse portieken zijn dankzij schilderwerk opgeknapt, hetgeen uit het leefbaarheidsbudget betaald werd. Aan de Hooischelf is er sprake van intensieve samenwerking met de senior woonconsulenten in het kader van het achter de voordeur beleid. Larix/Esdoorn De kleuren in deze buurt gaven een verpauperde indruk. Er zijn schilderswerkzaamheden uitgevoerd, waardoor de buurt een veel beter aanzien heeft gekregen. Vogelbuurt Er is een contract afgesloten voor beplanting en onderhoud van 32 bloembakken in de Sternstraat, Gruttostraat, Pluvierhof. Dat deed Maasdelta in overleg met de gemeente, omdat deze bloembakken in de openbare ruimte staan. Parkzicht I De containerruimte is opgeknapt door schilderwerk. Parkzicht III Er is vaste beplanting op het dakterras aangebracht. Polaris Samen met de brandweer hebben we een presentatie gehouden voor de bewoners van de huurwoningen en de woningen van de VvE. Daar werd informatie gegeven over het belang van het obstakel vrij houden van de galerijen, dit om ongelukken te voorkomen bij brandgevaar. Parnassia Maasdelta heeft er in 2014 bij het maken van het renovatieplan bewust voor gekozen een sociale rol te verbinden aan deze ontwikkeling. Dit heeft er mede toe geleid dat er anders gekeken wordt naar de omgang met bewoners en naar de wijze waarop bewoners benaderd worden. De verwachting dat het project gepaard zou gaan met de nodige overlast leidde tot het idee om een soort van time-out ruimte te creëren in een portocabin die ingericht werd als een soort tweede woonkamer. Naast aandacht voor het gebouw is ook nagedacht over de manier waarop wij de
33
bewoners konden gaan betrekken bij de ontwikkelingen. Er is, samen met de bewonersvereniging, een jaarplan gemaakt waarin talloze activiteiten staan die bijdragen aan het gemeenschapsgevoel. Daarnaast moesten praktische zaken worden geregeld, zoals openstelling en gebruik van de ruimte. Er worden activiteiten georganiseerd die ertoe zullen bijdragen, dat ook na afloop van het project nog evenementen plaatsvinden. Dit alles met het doel de anonimiteit en het individualisme te verminderen. Voorbeelden hiervan zijn: huiswerkbegeleiding en het geven van EHBO-AED cursussen met als uiteindelijk resultaat: AED teams. Zalm Bliek en Spiering Het oorspronkelijk plan om een binnentuin te verwezenlijken, waarvoor een stadsregionale subsidie van € 100.000,- was verkregen, is in de startfase op cruciale punten gewijzigd. Daardoor kwam het beheer en het actieve gebruik van deze binnentuin onder druk te staan. Hierdoor heeft er – op een evenement met Kerstmis na – geen enkele activiteit plaatsgevonden. Gevolg was dat dit complex – en de binnentuin en de jongerenfoyer – het onderwerp werd van acties van een groep omwonenden. Het indienen van een petitie leidde ertoe dat het een politieke kwestie werd. Maasdelta heeft daarbij bewust geen initiërende positie ingenomen, maar heeft gekozen voor een participerende rol. Hierdoor werden er vanuit de gemeente en de politiek acties gestart die er op gericht waren om de overlast aan te pakken. Gelukkig zag de stuurgroep, dankzij Maasdelta, in dat alleen inspelen op negatieve ontwikkelingen niet het gewenste resultaat zou opleveren. Een verandering van de opzet – met nadruk op de aspecten ´sociaal´ en ‘gebruik maken van kansen’ – leidde ertoe dat er ook meer positieve geluiden hoorbaar werden. Door het inschakelen van een extern bureau krijgt dit project in 2015 verder gestalte. Algemeen Wijkbeheer Maandelijks wordt er overlegd met het wijkbeheer van de gemeente. Daarin worden allerlei zaken besproken met de gemeente, politie, Push en Stichting Welzijn Schiedam. Ook is er adviesoverleg met betrokken bewoners. Alle jaarplannen van de wijkpartners zijn samengevoegd in een document. Op die manier informeert men elkaar over acties in de wijken en werkt men gezamenlijk aan allerlei plannen. Bonaire, van Galen, Curaçao Uit het wijkbeheerbudget zijn roestvrijstalen containerafscheidingen bekostigd, bedoeld om de bovenwoningen te voorzien van een vaste plaats voor de kliko. De benedenwoningen moeten de kliko voortaan in de tuin zetten, zodat het straatbeeld bij binnenkomst in de wijk aanzienlijk opgeruimder is. De samenwerking met de Afdeling Beheer, Vergunningen en Handhaving van de gemeente Hellevoetsluis wordt in 2015 verder voortgezet. Verder zijn de ruimten onder de trappen afgetimmerd, zodat de bewoners er geen (rommelige) stalling van kunnen maken. Buurtaanpak Glaciswijk De gemeente heeft gezorgd voor een eenrichtingsweg, bredere stoepen en meer parkeergelegenheid. Maasdelta heeft voor nette voortuinen gezorgd voor de bewoners, allemaal in dezelfde stijl. Voor de Glaciswijk is de veiligheid vergroot door het verbeteren van de brandpaden dankzij verlichting. Deze verlichting wordt door de gemeente betaald en zal door de wijkmeester in 2015 worden aangebracht. De wijkmeester heeft veel onveilige situaties in de brandpaden verbeterd door het aanspreken van bewoners en door hen op hun verantwoordelijkheid te wijzen. Verder heeft Maasdelta de wateroverlast verminderd door het plaatsen van extra kolken in het brandpad. Dit is betaald uit het leefbaarheidsbudget. Ook is het brandpad op twee plaatsen geheel opnieuw betegeld, wat eveneens betaald werd uit het leefbaarheidsbudget. Veel tuinonderhoud is aangepakt door de wijkmeester; dit gaat door in 2015. Trespagroen Aan de Vaargeul heeft Maasdelta de trespa gevelplaten laten reinigen, omdat de groenaanslag het aanzicht ernstig vervuilde. In diverse complexen blijft het trespagroen een onderwerp van aandacht.
34
Tuinonderhoud Het budget is volledig opgegaan aan het verwijderen van bomen en struiken in tuinen, waardoor schade aan het gebouw voorkomen werd. Seniorentuinonderhoud Door een contract van de bewoners met de firma Vibor BV hebben de senioren nu de mogelijkheid om voor een vast laag maandbedrag het tuinonderhoud van januari tot en met december op afspraak door Vibor te laten verrichten. 4.3 Maasdelta Maassluis Veiligheid Toezicht Er zijn acht huis- en wijkmeesters actief in de complexen. De vacature die half 2013 ontstond na pensionering van een wijkmeester, is per 1 januari 2014 intern ingevuld. Het aantal schoonmakende huismeesters – die vast zijn verbonden aan een complex – bleef gelijk op drie. Zij worden ingehuurd via een schoonmaakbedrijf. Ook wordt wijkmeestercapaciteit voor 16 uur per week extern ingehuurd. Deze capaciteit wordt ingezet voor het aanpakken van allerhande onverwachte c.q. incidentele zaken in de directe woonomgeving, zoals graffitiverwijdering, het opruimen van incidentele vervuiling in achterpaden e.d.. Toezichtcamera’s worden in drie complexen toegepast. In een beperkt aantal gevallen zijn beelden door de politie opgeëist in verband met een onderzoek. In 2014 is begonnen met avondrondes, twee per week. De rondes worden in koppels uitgevoerd, samen met de buurtagent of een andere professionele kracht. In 2014 kreeg één wijkmeester te maken met agressie van fysieke aard. Helaas is het niet tot juridische vervolging van de dader gekomen. Schoon Graffiti Graffiti overlast vertoont al jaren een dalende trend en komt nog maar sporadisch voor. Graffiti wordt per geval direct aangepakt. Schoonhouden algemene ruimten In 2014 is één schoonmaakcontract aanbesteed en wel voor de nieuwbouw in de Burgemeesterswijk. Alle overige contracten liepen door. Het regelmatig controleren van de uitvoering van het schoonmaakwerk en, bij nalatigheid, het aanspreken van de schoonmaakbedrijven, blijft noodzakelijk. Het contract met Dukdalf (Sluipolder-oost) is als gevolg van de tegenvallende prestaties per 31 december 2014 beëindigd. Ook de kwaliteit van het schoonmaakwerk in het VVE-complex ‘de Vier Geuzen’ is in de ogen van Maasdelta onder de maat. Een voorstel om het contract opnieuw aan te besteden kwam echter niet door de VVE-vergadering. Bouwdorpen De steun aan de bouwdorpen in de Burgemeesterswijk en in Maassluis-oost vond ook in 2014 plaats. Diverse activiteiten Beheerplan Burgemeesterswijk In 2014 is er in het kader van het beheerplan een pannakooi geplaatst. In 2013 is in samenwerking met Dukdalf door bewoners van de flat een buurtwachtprogramma gestart. Dit buurtwachtprogramma ‘toezicht in de wijk’ liep ook in 2014 door. Onder leiding van Dukdalf houdt een team van bewoners toezicht in en rond de flats. En met succes! Er worden door de vrijwilligers steeds minder onregelmatigheden gemeld. Het Nissenhut overleg – een samenwerking van gemeente, Dukdalf, flatcontactpersonen, commissie leefbaarheid Burgemeesterswijk en Maasdelta – is zes keer bij elkaar geweest. In het overleg worden uitvoeringszaken van het beheerplan besproken en lopende zaken betreffende leefbaarheid. De leefbaarheid in en rondom de Zaneveldflats is door de leefbaarheidsaanpak sterk verbeterd.
35
Herstructurering Sluispolder-west Het toezicht door wijkmeesters in Sluispolder-west is in verband met het sloopbesluit eerste fase opgevoerd, teneinde de leefbaarheid in de deels leegstaande flatgebouwen op peil te houden. Gebiedsinvesteringsplannen Maasdelta heeft, samen met de gemeente, gebiedsinvesteringsprogramma’s gemaakt. In de gebiedsplannen zijn op diverse beleidsterreinen – en gerelateerd aan het wonen en de woonomgeving – voor die wijken diverse analyses gemaakt en voorstellen voor maatregelen gedaan. Gemeente en Maasdelta bespreken de voortgang twee maal per jaar. Overige activiteiten Maasdelta werkt mee aan een groot aantal activiteiten voor en met de bewoners van haar complexen. We doen dit samen met andere beheerders van de gebouwde omgeving, zoals gemeente, politie, brandweer en diverse zorgpartijen. Een greep uit de activiteiten in 2014: - Fietsenwrakactie. - Ondersteuning organisatie bouwdorp–west (in de vorm van menskracht). - Het Gebiedsoverleg is in 2014 15 keer bij elkaar geweest. Het overleg werd in 2014 beter dan voorheen door bewoners bezocht. Dit komt o.a. door een pr-campagne van de gemeente. Thema: ‘Bij ons in de Wijk’, een initiatief van de gemeente en Maasdelta. Onder deze noemer wordt regelmatig gecommuniceerd over de activiteiten die door bewoners worden georganiseerd. Ook werden actuele thema’s in het gebiedsoverleg besproken, zoals buurtwacht, groenvoorziening, verlichting e.d. - Het Project brandveiligheid – dat in 2013 in Sluispolder-oost, in samenwerking met de brandweer, van start ging – is in 2014 uitgebreid naar andere delen van de stad. Huis aan huis en per brief is voorlichting gegeven over brandveiligheid en zijn rookmelders (gratis) ter beschikking van de bewoners gesteld. - Extra scootmobielstallingplaatsen werden gerealiseerd: in De Vloot, van Beethovenlaan en Sparrendal. - In De Vloot zijn twee fietsenstallingen gerealiseerd aan de buitenzijde van de huidige bebouwing om extra scootmobielruimte in de huidige stalling te krijgen. - Project defibrillatoren in flatgebouwen: dit project startte in 2011. In 2014 is nog in een complex een defibrillator aangebracht en is de bijbehorende opleiding voor de vrijwilligers gegeven. - Diverse opzoomeracties in en rond complexen. - Burendag Sluispolder-west: in samenwerking met Stoed. - Voorlichtingsbijeenkomsten ‘senioren en veiligheid’ in seniorencomplexen, in samenwerking met brandweer, politie en gemeente Maassluis. In 2014 is dit project voortgezet onder de naam ‘Focus woninginbraken’. Dit project richt zich niet meer alleen op senioren, maar ook op buurten en complexen waar zich veel inbraken voordoen. - In samenwerking met gemeente en politie is een plan van aanpak gemaakt ter voorkoming van inbraken. Thema: ‘Laat de inbreker in de kou staan’. Doel is het aantal (pogingen tot) woninginbraken terug te brengen en de bewoners meer bewust te maken van hun rol bij het tot stand brengen van een veilige woonomgeving. Gezamenlijk zijn er informatieavonden en wijkschouwen georganiseerd, gericht op het aantal inbraken in de wijk. Met regelmaat wordt hier zowel in de plaatselijke krant als in de nieuwsbrief van Maasdelta aandacht aan besteed. - In februari is door politie, gemeente, brandweer en Maasdelta Maassluis een Roadshow in de Binnenstad georganiseerd over veilig wonen. Dit werd groots opgezet om zoveel mogelijk bewoners erbij te betrekken. Na een prijsvraag ontvingen 20 bewoners een digitale deurviewer van de gemeente en Maasdelta. - In 2014 is de stuurgroep ‘Aansturing fysieke en sociale wijkontwikkeling Sluispolder-west’ van start gegaan. Besloten is om een stuurgroep Herstructurering (fysiek) en een stuurgroep Leefbaarheid en participatie (sociaal) op te zetten. Onder de Stuurgroep Leefbaarheid hangt een projectgroep. De bedoeling is dat deze projectgroep voor zowel de Zaneveldstraat als Sluispolder-west actief is. - In 2014 is in de tuin van De Vloot een instructiecircuit voor scootmobielen uitgezet. Dit betrof een samenwerking van gemeente, ROGPlus en Maasdelta. Doel: rijvaardigheid opkrikken. Voorafgaand aan de uitgave van scootmobielen worden eerst lessen in de tuin gegeven. Dit moet leiden tot minder ongelukken en minder schade aan complexen. - In verschillende wijken in Maassluis is door Maasdelta meegewerkt aan activiteiten in het kader van Burendag (27 oktober).
36
-
-
37
Op 28 september was Maasdelta op de dag van de duurzaamheid op de markt aanwezig met een energiebesparingskraam. Op 24 oktober werd het nieuwe wijkcentrum van wijkvereniging ‘De Flat’ in de Burgemeesterwijk geopend. Ummah Wahida: in 2014 vond vijf keer een overleg plaats met het bestuur van Ummah Wahida. Hun activiteitenplan werd goedgekeurd. Het werken volgens het activiteitenplan verloopt steeds beter. Het rapporteren kan nog beter. Het overleg met wijkvereniging De Flat stond in 2014 vooral in het teken van de verhuizing naar de nieuwe behuizing. Vanaf 2015 wordt ook met De Flat gewerkt volgens een activiteitenplanning.
5 Betrokken bewoners 5.1 Inleiding Maasdelta hecht sterk aan een goede relatie met haar klanten. Door regelmatig overleg met huurdersorganisaties, een goede informatievoorziening, goede bereikbaarheid, het maandelijks verzenden van een virtuele Nieuwsbrief, het beschikken over een duidelijke en goed toegankelijke website en het leveren van kwaliteit in de dienstverlening, geeft Maasdelta hieraan invulling. 5.2 Gezamenlijk overleg met de drie huurdersorganisaties en de vestigingen (Koepeloverleg) In 2014 vonden er vier overleggen plaats van de drie huurdersorganisaties met de vestigingsmanagers (Koepeloverleg). De volgende onderwerpen werden behandeld: • Huurverhoging 2014 • Afrekening service- en stookkosten • Warmtewet • Energielabels woningvoorraad • Asbestbeleid • Participatieconvenant • Evaluatie Energieconvenant • Huurdersbeloning • Scootmobielruimten • Doelgroepkeuze - sociale huur / (middel)dure huur • Glasfonds • Centrale Huurders Raad - Actualisering Samenwerkingsovereenkomst en Leidraad bewonerscommissies
5.3 Maasdelta Spijkenisse Stichting Huurdersraad Spijkenisse (SHS) is de overkoepelende organisatie van de bewonerscommissies van Maasdelta Spijkenisse. In 2014 is er vijf keer met Maasdelta Spijkenisse vergaderd. Onderwerpen die behandeld werden: • Jaarverslag 2012 en 2013 • Huurverhoging 2014, behandeling bezwaren • Voortgang nieuwbouw- energie- en verbeterprojecten • Afhandeling afrekening service- en stookkosten • Glasfonds • Communicatie tussen Maasdelta en bewonerscommissies over (individuele) problemen bij het woningcomplex • Richtlijnen oplevering woning • Planmatig Onderhoud 2014 • Uitkomsten Enquête Noord • Novelle Blok • Ontwikkelingen binnen Maasdelta Overleg bewonerscommissies Eind 2014 waren er 24 bewonerscommissies actief waar Maasdelta Spijkenisse regelmatig overleg mee voert. In de overleggen kwamen beheeronderwerpen aan de orde, evenals de servicekosten. Met enkele bewonerscommissies werden energie- en onderhoudsprojecten besproken. Maar ook verbeteringen aan installaties of bv. de vernieuwing van een ontmoetingsruimte. Bewonerscommissies zijn ook vaak actief in het organiseren van activiteiten voor bewoners in hun complex/buurt. 5.4 Maasdelta Hellevoetsluis De Koepel Hellevoetsluis is de overkoepelende organisatie van de bewonerscommissies van Maasdelta Hellevoetsluis. In 2014 is er vijf keer met Maasdelta Hellevoetsluis vergaderd. Behandelde onderwerpen zijn:
38
• • • • • • • • • •
Jaarplan 2014 Afhandeling afrekening service- en stookkosten Glasfonds Communicatie tussen Maasdelta en bewonerscommissies bij (individuele) problemen in een woningcomplex Richtlijnen oplevering woning Planmatig Onderhoud 2014 Ontwikkelingen binnen Maasdelta o.a. KCC Ontwikkelingen op het gebied van nieuwbouw en renovatie in Hellevoetsluis Scootmobielruimten Werving nieuwe leden voor De Koepel
Overleg bewonerscommissies Eind 2014 waren er enkele bewonerscommissies actief waar Maasdelta Hellevoetsluis regelmatig overleg mee voert. In de overleggen kwamen beheeronderwerpen aan de orde, evenals de servicekosten. Met enkele bewonerscommissies werden energie- en onderhoudsprojecten besproken, verbeteringen aan installaties of bv. de vernieuwing van een ontmoetingsruimte. Bewonerscommissies organiseren vaak ook activiteiten voor bewoners in hun complex/buurt, bijvoorbeeld in de buurt Parnassia. 5.5 Maasdelta Maassluis Vereniging Bewoners Belangen Maassluis (VBBM) is de overkoepelende bewonersorganisatie voor huurzaken en leefbaarheid. Het merendeel van de bewoners- of complexcommissies is hierbij aangesloten. Maasdelta Maassluis en VBBM-bestuur overleggen zes keer per jaar. Belangrijke onderwerpen in 2014 waren onder andere: - Jaarplan 2014 / jaarverslag 2013 - Onderhoudsplanning 2014 - De (inkomensafhankelijke) huurverhoging - Warmtewet - Stand van zaken diverse projecten - Aanpak herstructurering Sluispolder-west/Binnenstad - Aanpak Catsstraat e.o - Glasfonds - Verbetering communicatie tussen Maasdelta en VBBM / bewonerscommissies - Herhuisvestingsregeling Sluispolder-West Overleg met bewonerscommissies Met bewonerscommissie wordt in principe elke maand door de woonconsulenten telefonisch contact onderhouden om kort bij te praten. Verder worden alle afspraken en uitstaande vragen schriftelijk of per mail bevestigd en in de communicatie-actiepuntenlijst vastgelegd. Doel is misverstanden over afspraken, openstaande / afgehandelde actiepunten en dergelijke zoveel mogelijk te voorkomen. Met elke bewonerscommissie wordt tenminste één keer per jaar formeel vergaderd; al naar gelang de zaken die in een complex spelen, wordt de vergaderfrequentie opgevoerd.
39
6 Goede dienstverlening 6.1 Resultaten klantmeting Maasdelta vindt de kwaliteit van dienstverlening aan haar klanten belangrijk. Om deze kwaliteit te kunnen meten is een goed klantmeting systeem essentieel. Maasdelta scoorde op alle labelonderdelen, met uitzondering van ontevredenheid, goed. De achterliggende reden voor de score op dit onderdeel is ondanks herhaaldelijke verzoeken nooit duidelijk geworden. Dit was onbevredigend voor Maasdelta. Resultaat cijfers KWH Labelonderdeel 2013 Contact 7,5 Woning zoeken 7,8 Nieuwe woning 7,8 Huur opzeggen 8,1 Reparaties 8,2 Onderhoud 7,9 Ontevredenheid* Klachtafhandeling 6,5
2014 7,1 7,2 7,3 7,8 7,9 8,3 6,0 -
Norm 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 7,0 6,5 -
*) Het onderdeel Ontevredenheid heeft het onderdeel Klachtafhandeling vervangen, maar is niet een op een te vergelijken met Klachtafhandeling. Ontevredenheid wordt gemeten in elk labelonderdeel.
6.2 Overstap KWH naar KCM (KlantContactMonitor) Mede door het uitblijven van een duidelijk antwoord en andere gevoelens van onvrede, richtte Maasdelta in 2014 de projectgroep Klantmeting op. Deze projectgroep onderzocht andere vormen van klantmeting. Uit deze projectgroep is de keuze naar voren gekomen voor KCM De keuze voor KCM is gebaseerd op de volgende gronden: korte vragenlijsten, wel direct gericht op het proces en lage kosten. Doorslaggevende mogelijkheden waren real-time 24/7 meting en een overzichtelijk, gebruiksvriendelijk dashboard. Per 1 januari 2015 heeft dit geleid tot een overstap van KWH naar KCM. 6.3 Geschillencommissie Maasdelta Groep heeft voor de behandeling van klachten en geschillen beleid geformuleerd. Indien een huurder een probleem niet kan oplossen met een medewerker, kan hij/zij een klacht indienen bij het management van de desbetreffende vestiging. Mocht de huurder ontevreden zijn over de afhandeling van deze klacht of zich niet kunnen vinden in de geboden oplossing, dan kan de huurder – afhankelijk van de soort klacht – onder andere terecht bij de Geschillencommissie Maasdelta. In het verslag van de Raad van Commissarissen is reeds dieper ingegaan op de behandeling van deze geschillen.
6.4 Maasdelta Spijkenisse Wonen en Zorg Op het gebied van Wonen, Zorg, Welzijn en Onderwijs is Maasdelta Spijkenisse actief betrokken bij uiteenlopende projecten en levert het vele diensten. In hoofdstuk 3 zijn de verschillende projecten gedetailleerd beschreven. -
In 2014 werd het Hart van Groenewoud opgeleverd, een project van Careyn. Maasdelta neemt hier 29 woningen af, die bij de verhuur in 2014 met voorrang werden aangeboden aan cliënten van Careyn.
Overige activiteiten - Overleg Lokaal Zorg Netwerk met diverse maatschappelijke instanties.
40
-
In de Wijkontwikkelingsplannen voor Groenewoud en Sterrenkwartier wordt aandacht besteed aan het thema vergrijzing. De veranderende vraag naar Woon-, Zorg- en Welzijnsproducten vraagt aandacht. Ook de problematiek rondom armoede en vereenzaming vraagt aandacht. Maasdelta Spijkenisse is daarom in Groenewoud gestart met het opbouwen van een netwerk van wijkprofessionals voor Wonen-Zorg-Welzijn: Groenewoud & Co. Maasdelta en Careyn zijn hierin de trekkers en hebben in 2014 enkele bijeenkomsten georganiseerd. Diverse organisaties hebben zich hierbij aangesloten: o.a. Stichting Welzijn Ouderen, Zadkine College, wijkagent, basisschool, kerk, Pameijer, speeltuinvereniging, buurtpreventieteam. In 2015 wil Maasdelta een vergelijkbaar netwerk in het Sterrenkwartier opstarten.
-
In september werd met Groenewoud & Co een Burendag georganiseerd, waarbij de wijkbewoners de diverse organisaties konden bezoeken via een wandelroute door de wijk. Dit werd gecombineerd met een Open Dag van de nieuwe Careyn-locatie Hart van Groenewoud.
-
In de onderbouw van de Serreburgh werd het ZadkineCenter geopend. Leerlingen van het Zadkine College lopen stage bij wijkbewoners. Het kan gaan om administratieve hulp, helpen met de computer, boodschappen doen of andere ondersteuning. Vanuit het netwerk van Groenewoud & Co komen aanmeldingen van wijkbewoners; het ZadkineCenter geeft stagiairs zo de kans praktijkervaring op te doen.
Beleid achter de voordeur: Laatste Kansbeleid - Betalingsregeling via Schuldhulpverlening In de afgelopen jaren is er gewerkt aan een convenant tussen corporaties en de gemeente Spijkenisse voor het Laatste Kansbeleid, voor een betalingsregeling voor huurders die anders ontruimd zouden worden. Dit convenant is niet tot stand gekomen. Maasdelta sluit nu zelf met problematische klanten een laatste-kans-contract af, waarin de voorwaarden worden vermeld om huurder van Maasdelta te kunnen blijven; betreft o.a. voorwaarden voor de huurbetaling en/of bewoning.
Gesprek ter voorkoming van deurwaarderszaak Voor huurders die twee maanden huurachterstand hebben en waar, conform de reguliere procedure, de zaak in handen van de deurwaarder wordt gelegd, neemt Maasdelta – als dit een eerste keer wordt geconstateerd – contact op met deze mensen. Zo nodig/mogelijk wordt een betalingsregeling getroffen. Hulp bij tuinonderhoud In de Akkers-gestapelde bouw hebben de begane grondwoningen een kleine tuin. Via huisbezoeken is onderzocht welke bewoners hulp nodig hebben bij het onderhoud van hun tuin. Er is bekeken of dit binnen de familie of met buren geregeld kan worden. Ook heeft Maasdelta wat tuin opknapwerkzaamheden laten uitvoeren. 6.5 Maasdelta Hellevoetsluis Activiteiten nieuwbouw, renovatie en herstructurering Op het gebied van Wonen, Zorg, Welzijn en Onderwijs zijn we actief bij uiteenlopende projecten en diensten. In hoofdstuk 3 zijn de verschillende projecten gedetailleerd beschreven.
41
Beleid achter de voordeur Laatste Kansbeleid - Betalingsregeling via Schuldhulpverlening Maasdelta sluit met problematische klanten een laatste-kans-contract af, waarin de voorwaarden staan om huurder van Maasdelta te kunnen blijven; betreft o.a. voorwaarden voor de huurbetaling en/of bewoning. Er was sprake van 10 laatste kans zaken in 2014 en er werden 80 huisbezoeken afgelegd vanwege het te laat betalen van de huur. Bemoeizorg In Hellevoetsluis zijn door de twee seniorconsulenten van Maasdelta 93 probleemgevallen doorgeleid naar Bemoeizorg. Overlast Er deden zich 18 gevallen van burenoverlast voor; daarbij is sprake van overlast waarbij de buren er onderling niet uit komen. Ook werden er 13 huisbezoeken afgelegd in verband met vervuiling en 12 bezoeken in verband met geluidsoverlast. Buurtbemiddeling In totaal zijn er in 2014 68 verzoeken gedaan voor bemiddeling, waarvan acht door Maasdelta. De belangrijkste oorzaken van de problemen waren burenruzie, parkeeroverlast en geluidsoverlast. Ook was er sprake van intimidatie en licht psychische problemen. De afhandeling ging met name in de vorm van coaching van een of van beide partijen. Er was in 2014 extra inzet nodig inzake de jongerenfoyer aan de Zalm/Bliek/Spiering, waar we door overlast van de jongeren met boze omwonenden te maken kregen. De senior woonconsulent van Maasdelta heeft, samen met de politie, met alle bewoners gesproken over de overlast. Alle betrokkenen waren hiervoor uitgenodigd. Nadat er een petitie was getekend vond er een breed overleg plaats in buurthuis de Kooistee, dat geleid werd door burgemeester Erik van Heijningen. Alle betrokken instanties namen hier aan deel. Deze aantallen bewoners staan overigens niet vermeld in de overlastcijfers. 6.6 Maasdelta Maassluis Beleid ‘achter de voordeur’ Vervuiling In 2014 zijn er 58 meldingen van vervuiling behandeld. Eind 2014 zijn 35 dossiers afgesloten. Van deze 35 dossiers zijn er maar drie als ‘niet succesvol’ afgesloten. Dit was zo, omdat deze huurders zeiden geen behoefte te hebben aan hulp. We hebben deze huurders hierna een brief gezonden waarin opnieuw hulp werd aangeboden en waarin we hen erop wezen wat de consequenties kunnen zijn als de woning in de huidige staat blijft en men geen maatregelen neemt. Overigens is er geen sprake van gevaar in deze woningen, die eventueel directe actie zou vereisen. Twee huurders hebben de huur van de woning zelf opgezegd en zijn er twee huurders ontruimd voordat er gericht acties ingezet konden worden (vonnis op basis van huurachterstand). Ook heeft één huishouden een uitgesteld vonnis gekregen (overlastproblematiek als basis, maar ook betreft het een vervuild huishouden, dit vonnis loopt door in 2015). Wel is er bij dit gezin een gezinscoach ingezet op verzoek van Maasdelta en zijn er tot op heden geen nieuwe meldingen meer gekomen. De verwachting is dat het vonnis niet aangezegd c.q. uitgevoerd wordt. De procedure is dat er – nadat een traject is afgesloten – na een half en na één jaar nog een huisbezoek volgt. Tot nu toe komt recidive zelden voor en geven de huurders tijdens het laatste afsluitende bezoek ook aan dat het traject positief is verlopen en dat er sprake is van continuering van het eindresultaat van de inspanningen. Bij de herhuisvesting van bewoners in Sluispolder-west is een aantal bewoners waarbij achter de voordeur problematiek speelde, in overleg met een aangepast contract geherhuisvest. Het contactmoment bij de herhuisvesting is op die manier benut om de al bestaande problemen aan te pakken.
42
Betalingsachterstanden Sinds 2013 worden door senior woonconsulenten maandelijks gemiddeld 20 huisbezoeken afgelegd in verband met betalingsproblemen. Via deze huisbezoeken worden ook huishoudens met (ernstige) huurbetalingsproblemen bezocht, waarbij wordt gewezen op de mogelijkheden die er zijn om betalingsproblemen te regelen. Treffen de senior woonconsulenten de bewoners niet aan, dan wordt er informatie achtergelaten en bestaat de mogelijkheid om een afspraak te maken om verder geïnformeerd te worden. In 2014 is een nog betere communicatie tussen de senior woonconsulenten en de afdeling huurincasso tot stand gekomen, wat hielp om het aantal formele trajecten te verminderen en meer maatwerk aan huurders met betalingsproblemen te kunnen bieden. De samenwerking met de (gemeentelijke) schuldhulpverlening verliep in 2014 moeizaam. Met name door het vertrek van veel ervaren medewerkers bij de schuldhulpverlening is de samenwerking onder druk komen staan. Gevolg is dat schuldtrajecten lang opgerekt worden, achterstanden oplopen en huurders daardoor nog meer in de problemen komen. Verhuurbevordering Diverse maatregelen zijn genomen om de verhuurleegstand te beperken. Hierdoor is de leegstand in 2014 met zo’n 0,5% afgenomen.
6.7 PR en Communicatie Communicatie speelt een grote rol bij het verwezenlijken van de doelstellingen van een organisatie. Voor de interne organisatie is goede communicatie van belang voor het realiseren van een goede kwaliteit van producten en diensten. Hoe beter de gehele organisatie geïnformeerd is over ontwikkelingen, des te sneller er actie kan worden ondernomen. Een beter onderling begrip binnen de organisatie leidt ook tot betere resultaten. De gezamenlijke inspanningen om het KCC te realiseren zijn daar een goed voorbeeld van. Externe communicatie Goede externe communicatie is voor een belangrijk deel bepalend voor het goed overkomen van het juiste imago van de organisatie. Niet alleen de inhoud van de boodschap is belangrijk, maar vooral ook de wijze waarop erover gecommuniceerd wordt en hoe dit bij derden over komt. Op het gebied van PR & Communicatie zijn in 2014 onder andere de volgende zaken aan de orde geweest:
43
•
Maasdelta Groep is gestart met een pilot Social Media. PR & Communicatie is beheerder van een Facebookpagina en beheert ook een Twitter account. De vestigingsmanagers en wijkbeheer zijn sinds het vierde kwartaal van 2014 ook actief op Twitter. Het definitieve Social Media beleid wordt pas in de loop van 2016 bepaald als het KCC voor 100% functioneert. We plaatsen nieuwsberichten en geven antwoord op de reacties die we van huurders krijgen.
•
Festiviteiten worden georganiseerd bij start- en oplevering van projecten; ook worden samenwerkingsverbanden van Maasdelta onder de aandacht gebracht.
•
Internet: de website van Maasdelta Groep wordt actueel gehouden.
•
Energiebesparende maatregelen: Maasdelta heeft in het ondernemingsplan ambitieuze doelstellingen op het gebied van energiebesparing staan. De woningvoorraad moet 20% zuiniger worden en er moet een reductie van 15 % plaatsvinden van de CO2 uitstoot. Dit alles is neergelegd in een Energiebeleidsplan 2011-2020. Energiebeleid is een van de nieuwe speerpunten uit het ondernemingsplan. Op basis van het Energiebeleidsplan is een energiecommunicatieplan gemaakt. In de drie vestigingssteden wordt hiermee uitvoering gegeven ste aan diverse energieprojecten in onze complexen. Voorjaar 2015 wordt de 1.000 woning opgeleverd die is voorzien van energiebesparende maatregelen.
•
44
Digitale Nieuwsbrief: Deze wordt maandelijks verstuurd en heeft een bereik van ongeveer 8.000 ontvangers. Voor de huurders die niet over internet beschikken wordt eens per kwartaal in de lokale krant van de vestigingsplaats een zogenaamde ‘advertoriorial’ geplaatst met de belangrijkste nieuwsfeiten en mededelingen.
7 Onderhoud Onderhoud van ons woningenbestand is van groot belang. Immers, bij het zorgen voor een woningvoorraad van voldoende omvang én van een goede kwaliteit en betaalbaarheid – die is afgestemd op de vraag naar woningen van huishoudens die behoren tot de lagere inkomensgroepen – is de staat van die woningen van het grootste belang. Ook in 2014 is hieraan veel aandacht besteed. Uitgevoerde deel in % van de totale begroting 1e kwartaal 2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
Begroting 2013
7%
21%
40%
76%
Begroting 2014
13%
32%
51%
74%
-
Het uitgevoerde deel van de begroting bedraagt € 19.601.702,- (2013 € 20.267.029,-). Dat is 74% van het begrote bedrag.
De realisatie is lager dan begroot, dit komt onder andere door: • Btw-voordeel door de tijdelijke verlaging van het btw tarief; • Voor 2 complexen in Spijkenisse was een energieproject begroot. In werkelijkheid bleek het energielabel hoger dan tijdens het opstellen van de begroting bekend was; • De voorziene asbestsanering in Spijkenisse bleek minder omvangrijk dan begroot; • In Maassluis zijn de geplande kozijnvervanging en energiemaatregelen in complex 345 (Jac. Catsstraat e.o.) niet doorgegaan. Er wordt nu een sloop-nieuwbouwproject voorbereid; • Aanbestedingsvoordelen door concurrentie en specifieke planvoorbereiding. Overlopend deel (naar opvolgend kalenderjaar) in % van de totale begroting Begroting 2014
7%
KTB Er zijn in 2014 1.263 eenheden van KTB uitgevoerd. Voor 58% was dit in bewoonde woningen en 42% in mutatie woningen. Het enquête cijfer is 7,79.
Energiebeleid voortgang - Tot en met het vierde kwartaal van 2014 zijn bij 1.073 woningen energiemaatregelen uitgevoerd of in uitvoering. De overall gemiddelde deelname is nu, inclusief mutatie woningen, 68,91%. - De verwachte extra maximale huuropbrengst tot en met het jaar 2020 is € 3.922.099,(40,43% van het geprognotiseerde € 9.700.000,-). Uitgaande van het volledig doorberekenen van de huurverhogingen op grond van de labelstappen.
45
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
-
-
-
46
Totaal overzicht 2014 Aantal Deelname E Plan Plan won H721 oud H527 24 20 83,33% M 376 oud M40,1 23 13 56,52% S 24 oud S13-15 egw 90 19 21,11% M 312 oud M44.1 egw 272 75 27,57% S 66 oud S41-42 egw 201 130 64,68% H710-H711 oud H511-512 egw 55 16 29,09% M 377 oud M40.2 egw 33 16 48,48% H 602 oud H123 meergezins (uitgevoerd via po16 plan) 16 100,00% M 321 oud M 42.2 Dennendal meergeins 69 63 91,30% S 95 oud S27 10 3 30,00% S 96 oud S32 egw 18 5 27,78% S61 oud 31 Groenewoud laagb 212 147 69,34% M 356 oud 3.1 Kapelpolder egw 275 78 28,36% S 50 Panoramaflat 112 111 99,11% S 67 Baarsveen meergezins 46 39 84,78% H 632 oud 223 Nautulus 101 37 36,63% H 712 Koniginnebuurt 133 102 76,69% 1557 890 57,16%
Deelname totaal incl. mutaties 23 95,83% 15 65,22% 44 48,89% 119 43,75% 152 75,62% 19 34,55% 20 60,61% 16 100,00% 67 97,10% 4 40,00% 7 38,89% 147 71,23% 143 52,73% 111 99,11% 39 84,78% 45 44,55% 102 76,69% 1.073 68,91%
Het Energiebeleid heeft als doelstelling een besparing in 2019 op gasgebruik van 20% ten opzichte van 2010. Deze interne doelstelling is afgeleid van het Aedes convenant. Aan het eind van 2014 is de besparing 16,0%. In 2014 vlakt de grafiek af, omdat er minder energie maatregelen zijn uitgevoerd dan in de voorgaande jaren. Er vonden met name minder vervangingen van CV ketels plaats. In 2014 zijn de laatste correcties uitgevoerd op grond van de totale opname van het gehele bezit. De komende jaren zullen er weer meer energie maatregelen uitgevoerd worden.
47
-
Het Energiebeleid heeft als doelstelling een reductie op CO2 uitstoot van 15% in 2019 ten opzichte van 2010. Aan het eind van 2014 is de besparing 10,1%.
-
Het Energiebeleid heeft als doelstelling om in 2019 op de Energie Index het Label C met 1,60 te behalen. Aan het eind van 2014 is de Energie Index Label D met 1.68.
48
8 Organisatie 8.1 Personeel Algemeen De afdeling Human Resource Management heeft zich in 2014 met een veelheid aan uiteenlopende zaken bezig gehouden. In 2014 hebben we de puntjes op de i gezet voor wat betreft het strategisch HR-beleid. De uitgangspunten van het Ondernemingsplan 2011-2015 zijn gerealiseerd. HRM is in 2014 voornamelijk bezig geweest met het vormgeven van de efficiencyslag binnen de Maasdelta Groep. De in 2013 gehouden ambitiegesprekken, de gehouden Vlootschouw (HR3P-matrix) en de aangepaste Werving & Selectie procedure stelden ons in staat om het resultaat te bereiken dat wij voor ogen hebben. Door het aanpassen van dit beleid, en uiteraard dankzij de flexibiliteit van onze medewerkers, hebben wij diverse medewerkers op de juiste functie kunnen plaatsen. Bijna is het zover: op 1 januari 2016 moet het Klant Contact Centrum (KCC) klaar zijn voor de start. In 2013 hebben we alle benodigde informatie verzameld, teneinde zo goed mogelijk de leerlijnen voor het KCC uit te kunnen werken. Dit hebben we samen met leidinggevenden en medewerkers gedaan. Uiteindelijk heeft elke medewerker die in opleiding is voor het KCC een loopbaanpaspoort ontvangen. In 2014 zijn onze toekomstige KCC’ers, met succes, gestart met het opleidingstraject. Naast de ontwikkeling van het KCC is er nog een aantal andere grote thema’s. Het efficiency traject, Ons Nieuwe Werken, de ontwikkeling van de Tweede lijn. Want zonder goed ingerichte Tweede lijn is de kans van slagen van het KCC klein. Daarnaast gaan we over op een nieuw Klant Volg Systeem. Om al deze veranderingen te laten slagen, moeten onze leidinggevenden en medewerkers opgeleid worden. HRM heeft zich in 2014 vooral met het opzetten van opleidingstrajecten bezig gehouden. Projectgroepen HRM was is 2014 vertegenwoordigd in een aantal projectgroepen: Tweede lijn. Klant Contact Centrum. Ons Nieuwe Werken. Beleid achter de voordeur. Wijkgericht Werken. Op deze wijze is HRM vanaf de start betrokken bij de ontwikkelingen binnen Maasdelta Groep. Naast de reguliere HRM-werkzaamheden op de locaties, is er een aantal onderwerpen die organisatie breed aandacht vragen. We geven ze hieronder kort weer. Gesprekscyclus in samenhang met Ons Nieuwe Werken In de projectgroep Ons Nieuwe Werken is een andere manier van het voeren van contract gesprekken ontwikkeld, waarmee wij in 2015 starten. ONW vraagt ook een andere manier van leidinggeven. Om ervoor te zorgen dat de organisatie snel en adequaat kan handelen, is het van belang dat de verantwoordelijkheid zo laag mogelijk in de organisatie ligt. Medewerkers zijn dan in staat vraagstukken zoveel mogelijk direct zelfstandig op te lossen. Dit vraagt van de manager en de medewerker dat ze heldere afspraken maken over wat de resultaten dienen te zijn, zodat de medewerker zijn/haar verantwoordelijkheid kan nemen. Er is geen onduidelijkheid over de verwachtingen; zowel kwantiteit als kwaliteit zijn deze helder verwoord en hierover zijn SMART afspraken gemaakt. Om inzichtelijk te krijgen welke werkzaamheden de medewerker in zijn/haar takenpakket heeft, is een concrete manier van interviewen vereist. Wij hanteren hiervoor de STAR methodiek. Dit is een andere benadering dan we binnen Maasdelta altijd gewend waren. Meer en meer wordt het een samenspel tussen leiding en medewerk(st)er, waarin beiden ook een eigen verantwoordelijkheid hebben. Opleidingen HR heeft in 2014 voor alle beoogde KCC medewerkers de loopbaanpaden uitgezet, rekening houdend met de vier verschillende disciplines. Toegevoegd zijn stages en sofwareopleidingen. Daarnaast zijn er in 2014 leerlijnen ontwikkeld voor de gehele organisatie. Want in 2015 worden alle medewerkers en leidinggevenden getraind op de thema’s ‘Ons nieuwe werken’ en ‘Samenwerken met de Eerste lijn’.
49
Persoonlijk loopbaanbudget Alle medewerkers van Maasdelta hebben als corporatiemedewerkers recht op een persoonlijk loopbaanbudget; ook in 2014 is hier door een aantal medewerkers gebruik van gemaakt. Zo zijn er opleidingen gevolgd op het gebied van persoonlijke ontwikkeling, zoals mediation. Medewerkers die 55 jaar of ouder zijn mogen hun persoonlijk loopbaanbudget gebruiken voor het kopen van uren, ook hier is in 2014 veelvuldig gebruik van gemaakt. Efficiency traject / werving en selectie In 2014 hebben veel interne verschuivingen plaatsgevonden als gevolg van het efficiency traject. Hierdoor is er weinig sprake van externe werving geweest. Er zijn wel wat externe medewerkers aangenomen, echter alleen op basis van een tijdelijke overeenkomst. Formatie Maasdelta is in 2014 gestart met het efficiencytraject. Een van de maatregelen die is genomen om de formatie terug te brengen, is het niet omzetten van tijdelijke contracten in contracten voor onbepaalde tijd. Dit heeft bijgedragen aan het terugbrengen van de formatiegrootte. Daarnaast is door een aantal medewerkers, al dan niet door alle op komst zijnde veranderingen, besloten om uit dienst te gaan en een aantal medewerkers heeft besloten om eerder gebruik te maken van het flexpensioen. Ook is in de loop van 2014 de keuze gemaakt om de commerciële activiteiten op het gebied van VvE beheer af te stoten, dit heeft uiteindelijk geresulteerd in een besparing van twee fte. Helaas hebben we ook in 2014 afscheid van een drietal medewerkers moeten nemen op basis van arbeidsongeschiktheid. Alle maatregelen en overige wijzigingen hebben geresulteerd in een forse besparing op de formatie.
Begroting 2014
31-12-2014
Verschil 2014
196,8
185,9
-10,9
Totaal Maasdelta Groep
8.2 Personeelsmanagement en personeelsbeleid Ziekteverzuim Het ziekteverzuim bij Maasdelta is in 2014 gedaald met 0,6%. Gemiddeld Gemiddeld ziekteverzuim 2013
5,6%
Gemiddeld ziekteverzuim 2014
5,0%
Verschil
-0,6%
Ten opzichte van 2013 liet 2014 een daling zien in het gemiddelde verzuimpercentage. Dit is te verklaren doordat er drie medewerkers zijn toegelaten tot de WIA/IVA en daardoor Maasdelta hebben verlaten. Omdat in 2014 vijf medewerkers langdurig verzuimen heeft het percentage niet verder kunnen dalen. Twee van deze medewerkers zijn langer dan zes maanden ziek. Drie van de vijf medewerkers zijn aan het re-integreren in de eigen functie. Voor de andere twee medewerkers zijn deze mogelijkheden er helaas nog niet. De medewerkers worden regelmatig opgeroepen voor het spreekuur van de bedrijfsarts van de Arbodienst om een oordeel te geven over de benutbare mogelijkheden. HRM heeft als schakel tussen de bedrijfsarts en de leidinggevenden intensief contact met beide partijen. Op deze wijze wordt geborgd dat waar er re-integratiemogelijkheden zijn, deze worden opgepakt en benut. Eenmaal per kwartaal vindt een Periodiek Verzuim Overleg (PVO) plaats op de vestigingen. Daarvoor neemt een HR- adviseur deel aan het managementteam.
50
Eens in de vier weken is een vaste bedrijfsarts van de Arbodienst op locatie aanwezig. Naar behoefte kan de bedrijfsarts bij het PVO aanschuiven. Dit zal echter ten koste gaan van de tijd die we afnemen bij De Arbodienst. 8.3 Arbeidsomstandigheden Overstap van CZ naar De Arbodienst Tweer jaar geleden is een samenwerkingsverband aangegaan met CZ Bedrijf en Gezondheid. In de afgelopen twee jaar hebben we samen met onze casemanager van CZ gepoogd het verzuimpercentage te verlagen en meer grip te krijgen op het verzuim. Bij de meeste onderdelen van Maasdelta is het percentage inderdaad gedaald naar een cijfer rond 4 %; dat is een uitstekend resultaat. Leidinggevenden hebben meer kennis gekregen van de verplichtingen uit de Wet Verbetering Poortwachter en we zien een uitbreiding van de initiatieven tot re-integratie van zieke medewerkers. Per 1 januari 2015 wordt CZ Bedrijf en Gezondheid overgenomen door Human Capital Care. Maasdelta werd als opdrachtgever voor een aantal definitieve wijzigingen gesteld waaraan we ons zouden moeten conformeren. Een voorbeeld hiervan is dat we een nieuw verzuimsysteem zouden moeten invoeren. Daarnaast zouden de afspraken met artsen opnieuw wijzigen. Over het geheel genomen zijn we redelijk positief over de begeleiding vanuit CZ Bedrijf en Gezondheid. Toch valt er het een en ander te verbeteren bij de aanpak van ons verzuim. Deze overname door HCC hebben we aangegrepen om de situatie in 2014 nog eens kritisch te bekijken. Zo waren er de afgelopen jaren veel klachten/opmerkingen over het bezoek aan de bedrijfsarts. Artsen wisselden nogal eens en de locatie waar men werd ontvangen bleek ook niet in alle gevallen even professioneel. Ook ‘de eerste dag beoordeling’ door de casemanager werd niet altijd als prettig ervaren. Dit alles was voor ons reden om per 1 januari 2015 een andere weg in te slaan. Het contract met CZ is beëindigd en met ingang van 2015 gaan we met De Arbodienst samenwerken. Dit is voor onze organisatie een oude bekende. Deze arbodienst zal een vaste bedrijfsarts leveren die op de vestiging zijn/haar spreekuur zal houden. Deze bedrijfsarts zal in ieder geval een mondelinge toelichting geven na het spreekuur aan de betreffende leidinggevende en zal de terugkoppeling verzorgen in Verzuimsignaal. Dit systeem zullen we in eigen beheer gaan gebruiken. Hieraan verandert voor leidinggevenden dus niets. De lopende verzuimdossiers worden overgenomen. Vanuit HRM zal er meer regie worden gevoerd dan tot nu toe het geval was. We plannen zelf het spreekuur voor de bedrijfsarts en in overleg met leidinggevenden bepalen we wie er zal worden uitgenodigd. Arbocommissie De Arbocommissie/HRM heeft in 2014 twee maal een incident gemeld waarbij agressie aan de orde was. Deze gevallen zijn geregistreerd en er is nazorg verleend aan de betrokken medewerkers. Naar aanleiding van drie incidenten is aangifte gedaan bij de politie. Via HRM werden, in overeenstemming met het arbeidsvoorwaardenbeleid van Maasdelta Groep, drie veiligheids- en beeldschermbrillen verstrekt. En werd een werkplek aangepast. Agressie In 2014 is er geen agressietraining gehouden. Risico-inventarisatie en -evaluatie De beeldschermwerkplekken hebben twee maal een grondige reiniging gekregen en zijn behandeld met een antibacteriële coating.
51
Overig In het eerste kwartaal van 2014 heeft Holland Fit een Health-check uitgevoerd. Dit onderzoek vervangt de reguliere PMO die eerder werd afgenomen door de bedrijfsarts. Deze Health-check geeft medewerkers de mogelijkheid zich op verschillende aspecten van gezondheid en leefstijl te laten controleren. Interne communicatie Personeelsbijeenkomsten De diverse ‘cafés’ in de vier vestigingen zijn ook in 2014 regelmatig gehouden. Voor bestuurder, directieleden, managers en medewerkers is dit een uitstekend platform om de collega’s te informeren over het te voeren beleid, lopende en nieuwe projecten en andere actuele onderwerpen. De ‘cafés’ leveren, naast Intranet, een wezenlijke bijdrage aan de interne communicatie van Maasdelta Groep. 8.4 Ondernemingsraad Efficiencytraject De directie heeft aan de OR gevraagd schriftelijk advies te geven over het document ‘Formatie 20142016’ in het kader van het efficiencytraject, waarbij de verwachting is dat de personeelsformatie van Maasdelta Groep de komende jaren kan worden verminderd. De OR heeft aangegeven dat zij nut en noodzaak van het terugbrengen van de personeelsformatie begrijpt, maar tegelijkertijd van mening is dat het gedefinieerde doel van 179,4 fte niet per definitie ook de benoemde formatie-ingrepen rechtvaardigt. Advies evaluatie HNW Maasdelta Spijkenisse In dit dossier heeft de directie gevraagd om een advies over het document ‘Evaluatie Het Nieuwe werken Maasdelta Spijkenisse’. De OR heeft in haar reactie aangegeven dat zij zich in principe kan verenigen met de conclusies van de evaluatie en heeft daarbij nog aanvullende zaken onder de aandacht gebracht van de directie en aangegeven dat Het Nieuwe Werken gaat om een echte organisatieverandering. Deze kan alleen een succes worden als invulling gegeven wordt aan de in het advies beschreven brede aanpak. Integriteitsbeleid Maasdelta Groep en cameratoezicht De directie heeft in twee afzonderlijke verzoeken instemming gevraagd voor deze onderwerpen. De OR heeft in beide dossiers haar instemming gegeven. KCM-meten per medewerker Ook voor dit dossier is aan de OR instemming gevraagd. De OR heeft hiermee niet zonder voorwaarden haar instemming verleend. De OR wil dat er een plan komt per afdeling en dat per medewerker wordt aangegeven hoe de bereikbaarheid dient te worden ingevuld. En voorts dat de individuele gegevens vooralsnog niet gebruikt mogen worden bij de individuele beoordeling van medewerkers. Ook wil de OR graag een definitieve regeling zien waarin is opgenomen een beroepsmogelijkheid, zulks nadat het bereikbaarheidsplan is opgesteld. Wijziging reglement Ondernemingsraad Maasdelta Groep Dit keer was er sprake van een verzoek van de OR richting de directie en wel om een advies over de wijziging van het reglement van de OR zelf. Hierop heeft de OR een positief bericht ontvangen van de directie. Wijziging Arbodienst Aan de OR wordt gevraagd in te stemmen met het stopzetten van het contract met CZ, het casemanagement niet langer uit te besteden en te gaan samenwerken met De Arbodienst. De OR heeft hiermee in gestemd, maar ook aangegeven dat zij er belang aan hecht dat de overleggen met en informatieverstrekking vanuit De Arbodienst – zoals omschreven in bijlage 6 behorende bij de overeenkomst met De Arbodienst – ook daadwerkelijk plaats zullen vinden. Voorts dat zij met belangstelling de afspraak tot kennismaking met de bedrijfsarts en andere bij de dienstverlening betrokken medewerkers van De Arbodienst tegemoet ziet.
52
Concept procedure SALTO-toegangssysteem De directie vraagt aan de OR in te stemmen met bovengenoemde procedure. Deze instemming geeft de OR niet, omdat de OR van mening is dat niet voldaan wordt aan de eisen van de Wet Bescherming persoonsgegevens. Gezamenlijk wordt overlegd over het aanpassen van de procedure, zodat deze wel aan de bewuste eisen voldoet. 8.5 Ontwikkelingen Bij Maasdelta Groep vindt beleidsontwikkeling op projectmatige basis plaats binnen groepsbrede en tijdelijke samenwerkingsverbanden. Dit om op een efficiënte wijze tot gedragen beleid te komen. SAP tenzij In het voorjaar van 2014 is een visie vastgesteld voor het ICT-landschap, met het jaar 2020 als stip op de horizon. In die visie is gekeken naar het huidige landschap dat uit veel, meestal niet onderling gekoppelde, verschillende softwarepakketen bestaat. Daardoor worden gegevens versnipperd bijgehouden, hebben medewerkers een beetje kennis van veel systemen en is het ICT-beheer omslachtig. Dit kan in de toekomst efficiënter en de manier om dat te bereiken is geformuleerd in de betreffende visie. In 2020 werkt Maasdelta met één allesomvattend softwarepakket en alleen daar waar een functionaliteit niet door dit pakket geleverd kan worden, is eventueel ruimte voor een ander pakket. Het allesomvattende pakket waarvoor gekozen is, is SAP. SAP wordt nu al gebruikt bij Maasdelta en dit zal vanaf nu verder worden uitgebreid. Bij elke gewenste nieuwe aanschaf van software wordt eerst gekeken of de daarbij gevraagde functionaliteiten in SAP onder te brengen zijn. Is dit niet het geval, dan wordt verder gekeken. Dit noemen wij het ‘SAP-tenzij’ principe. Het doel is om alle data van Maasdelta op één plek bij elkaar te brengen en te (onder)houden, eventueel wel benaderbaar vanuit andere systemen en processen. Op die manier worden medewerkers opgeleid in zo min mogelijk systemen. Daarnaast is bepaald dat de software gebruikt moet worden op basis van zijn kracht en dat Maasdelta geen maatwerk wil. Naast het opstellen en vaststellen van de ICT-visie, is ook een plan van aanpak gemaakt voor de omslag van de huidige naar de toekomstige ICT-situatie. De komende jaren worden de (huidige) softwarepakketten en processen onder de loep genomen. Op die manier koersen we stap voor stap richting het doel in 2020. KCC Met het oog op de start van het KCC is de keuze gemaakt om te gaan werken met de software van ZIG. Met deze software is het mogelijk om ook woning- en complexgegevens op te nemen. Er is besloten om de betreffende Woningbezitmodule aan te schaffen en het samen met de overige software voor het KCC te ontwikkelen. In het najaar van 2014 is het ontwerp van de module bepaald en is opdracht aan ZIG gegeven om de module te bouwen. Ook is ernaar gekeken welke koppelingen er mogelijk zijn met NCCW, SAP en eWorX, zodat gegevens die hierin worden bijgehouden ook geraadpleegd kunnen worden in de Woningbezitmodule. De oplevering staat gepland voor 1 juli 2015. De ontwikkeling van het KlantContactCentrum (KCC) richt zich steeds meer op concrete zaken. De medewerkers van het KCC worden sinds 1 januari 2014 door hetzelfde management aangestuurd, ondanks het feit dat zij nog wel op de diverse vestigingen gehuisvest zijn. De opleiding van de KCCers tot goed getrainde allround medewerkers is gestart. Naast teambuilding is ook veel energie gestoken in klantbeleving, klantcommunicatie en klantgerichtheid. Individueel hebben de medewerkers ook kennis genomen van hun nieuwe functie en taken. De onderlinge samenwerking wordt steeds meer versterkt, onder meer door elkaar – over de vestigingsplaatsen heen – te vervangen bij afwezigheid. De medewerkers van de reparatielijn zijn in augustus 2014 verhuisd naar Maassluis en bedienen de huurders sindsdien dus vanuit één centraal punt. Onderlinge verschillen worden daarmee sneller afgestemd en de bezetting is gewaarborgd. Dit is een goede tussenstap naar het uiteindelijke KCC. Er zijn twee zogenaamde ‘vliegende keepers’ aangesteld. Vanuit de afdeling KCC hebben twee medewerkers deze bijzondere, tijdelijke functie gekregen. Zij hebben zich in korte tijd alle betrokken taken eigen gemaakt en zijn hierdoor overal inzetbaar. Dit is nodig om de bezetting tijdens opleidingen te garanderen, maar heeft inmiddels ook zijn nut bewezen in periodes van vakantie en bij ziekte.
53
Op het gebied van werkprocessen is gekeken naar waar ‘de knip’ tussen de Eerste lijn (KCC) en de Tweede lijn gezet moet worden. Door dit per proces helder te beschrijven, wordt duidelijk (tot) waar de verschillende verantwoordelijkheden en taken liggen. Ook zijn er voorstellen ontwikkeld over hoe de overdracht tussen Eerste lijn en Tweede lijn moet plaatsvinden. Deze werkzaamheden vormen, samen met het voorwerk ten behoeve van de in te richten Kennisbank, de basis voor het ontwerpen van de software voor het KCC. De officiële vaststelling van de aangepaste processen gebeurt pas nadat de inrichting van de software – en het gebruik ervan – heeft bewezen dat de juiste keuzes zijn gemaakt. Zoals de Woningbezitmodule de woning- en complexgegevens samenbrengt, zo wordt met de Kennisbank de informatie over onze dienstverlening gecentraliseerd. In de Kennisbank worden de mogelijke vragen en bijbehorende antwoorden opgeslagen die klanten aan Maasdelta kunnen stellen. Via een ‘Google-achtige’ functie kunnen onderwerpen en vragen gemakkelijk opgezocht worden. Voor het bouwen van de Kennisbank is in 2014 veel voorwerk verricht. Na de inventarisatie van de vragen en antwoorden in 2013, is het afgelopen jaar vooral gekeken of de antwoorden die vanuit de verschillende vestigingen en afdelingen kwamen, met elkaar overeen komen. Waar dit niet het geval is, wordt een eenduidig antwoord vastgesteld. Na de softwarematige bouw van de Kennisbank, worden in 2015 de verschillende vragen met de antwoorden ingevoerd. De stappen die in het afgelopen jaar gemaakt zijn, worden in 2015 verdiept, met als doel om op 1 januari 2016 een goed draaiend KCC te kunnen starten. ICT KCC De ontwikkeling van het KCC wordt (groten)deels ook bepaald door de ontwikkeling van de ondersteunende software. In deze software moet veel informatie samengebracht worden, zoals klantcontacten, klantvragen en woning- en complexgegevens. In 2014 is een intensief selectietraject doorlopen om tot de juiste leverancierskeuze te komen. Naast een offertetraject, waarvan demonstraties onderdeel uitmaakten, is ook een zogenaamde ‘proeftuin’ en een Proof of Concept (PoC) uitgevoerd. In de proeftuin konden medewerkers zelf met de software werken om proefondervindelijk te ervaren of het een geschikt systeem is. Tijdens de PoC zijn koppelingen gerealiseerd tussen de software van ZIG (de op dat moment beoogde leverancier) en de software van bestaande ICT-partners (NCCW, SAP, Square). Dankzij deze koppelingen kon informatie over en weer tussen de verschillende systemen gedeeld worden. Met de PoC heeft ZIG woorden in daden omgezet, waarna de opdracht voor de nieuwe KCC-software met een gerust hart aan ZIG Websoftware kon worden gegeven. In het najaar van 2014 is het implementatietraject van de software gestart. Dit traject bestaat uit drie fases, te weten: ontwerpen, bouwen en testen. Per werkproces worden deze fases doorlopen. Voor bijna alle processen is in het najaar de ontwerpfase afgerond, zodat gestart kan worden met de andere fases. De oplevering van de software staat gepland voor 1 juli 2015. De software zal niet alleen het KCC gaan ondersteunen. Iedere medewerker van Maasdelta die klantcontacten heeft, zal deze gaan registeren en afhandelen in het KlantVolgSysteem van ZIG. Ook de Kennisbank en de Woningbezitmodule zijn voor alle medewerkers toegankelijk en te raadplegen. Na de oplevering van de software worden alle medewerkers daarvoor opgeleid. De gekozen software wordt door de medewerkers die er tot nu toe mee ‘gewerkt’ hebben als gebruiksvriendelijk, toegankelijk en overzichtelijk ervaren. Zonnepanelen In de eerste helft van 2014 zijn zes proefprojecten geselecteerd om zonnepanelen te plaatsen. Tevens is ZAV-beleid vastgesteld voor de bewoners die zelf zonnepanelen willen plaatsen. Voor de pilotprojecten is in elke vestigingsgemeente een complex eengezinswoningen en een complex met gestapelde woningen (zonnestroom voor het collectieve verbruik van verlichting e.d.) geselecteerd. Voor Maasdelta draagt de plaatsing van zonnepanelen bij aan het behalen van haar doelstellingen op het gebied van het energiebeleid. De bewoners van de (87) eengezinswoningen hebben in het najaar een aanbieding gekregen voor het plaatsen van de zonnepanelen. Hierbij is de verwachte besparing op de energierekening van de bewoner hoger dan de in rekening te brengen huurverhoging. Per vestiging is een inloopbijeenkomst gehouden waar bewoners persoonlijk advies konden krijgen. Eind 2014 heeft 10% van de aangeschreven bewoners zich aangemeld voor het plaatsen van zonnepanelen. Dit percentage bleef achter bij de verwachtingen. Bij de bewoners die van het aanbod gebruik maken, worden de panelen
54
begin 2015 geplaatst. De panelen op de meergezinswoningen zijn in het vierde kwartaal van 2014 geplaatst. Voor de bewoners van de meergezinswoningen zijn er verder geen wijzigingen. Zij blijven via de servicekosten dezelfde energiekosten voor het algemene stroomverbruik betalen. In de loop van 2015 worden de proefprojecten geëvalueerd en wordt bepaald of er een vervolg aan het project wordt gegeven. Ons Nieuwe Werken In december 2013 stemde het Directieteam in met het Plan van Aanpak voor Ons Nieuwe Werken (ONW), oftewel Het Nieuwe Werken binnen Maasdelta. Het Nieuwe Werken is een visie om werken voor zowel de organisatie als de medewerkers effectiever, efficiënter en plezieriger te maken. Die visie wordt uitgevoerd door de medewerker centraal te stellen en hem/haar, binnen bepaalde grenzen, de ruimte te geven om zelf te bepalen hoe hij/zij werkt, waar hij/zij werkt, wanneer hij/zij werkt, waarmee hij/zij werkt en met wie hij/zij werkt. De medewerker wordt verantwoordelijk voor het behalen van bepaalde resultaten en krijgt de vrijheid om zelf te bepalen hoe deze resultaten behaald worden. In de eerste helft van 2014 is een implementatieplan voor ONW opgesteld. In het implementatieplan wordt onderscheid gemaakt tussen de fysieke werkomgeving (huisvesting en kantoorinrichting), de mentale werkomgeving (mens en organisatie) en de digitale werkomgeving (ICT). De invoering van ONW vindt plaats in de tweede helft van 2015, parallel aan de uitvoering van het Huisvestingsplan. Voor de nieuwe afdeling KCC geldt dat die nog niet overgaat tot ONW. Het vormgeven van de nieuwe afdeling heeft prioriteit boven plaats- en tijdsonafhankelijk werken. Daarnaast lijken voor deze afdeling de mogelijkheden voor plaats- en tijdsonafhankelijk werken momenteel beperkter dan voor andere afdelingen. Na de evaluatie van ONW wordt besloten of en wanneer eventueel ook de medewerkers van het KCC over kunnen gaan tot ONW. Huisvestingsplan Door de organisatie ontwikkeling, het efficiencytraject en de invoering van Ons Nieuwe Werken kan Maasdelta toe met minder oppervlakte voor bedrijfshuisvesting. Om deze reden is de bedrijfshuisvesting van Maasdelta initieel te koop c.q. te huur gezet. Er zijn tegelijkertijd diverse huisvestingsalternatieven onderzocht. Hierbij kwam het scenario ‘Hoofdlocatie Thorbeckelaan te Spijkenisse’ als voorkeursscenario naar voren. Uitvoering van het huisvestingsplan biedt organisatorische en financiële voordelen, ook nu er nog geen huurders of kopers zijn gevonden voor de te huur en te koop staande kantoorlocaties. Besluitvorming over de definitieve huisvesting van de organisatieonderdelen van Maasdelta vond plaats in het vierde kwartaal van 2014. Kort samengevat ziet de toekomstige huisvesting er als volgt uit. • Thorbeckestaete 80 en 82 (Spijkenisse): Maasdelta Groep, de vestiging Maasdelta Spijkenisse en het KCC. Voor de huisvesting van Maasdelta Spijkenisse en het KCC wordt de eerste en tweede verdieping van de ruimte op nummer 82 verbouwd. De organisaties kunnen gebruik maken van elkaars overlegfaciliteiten. • Bruggehoofd (Hellevoetsluis): de vestiging Maasdelta Hellevoetsluis (gaat terug in oppervlakte). • Schubertlaan (Maassluis): de vestiging Maasdelta Maassluis (de tweede en derde verdieping van de betreffende bedrijfsruimte). • Te koop / te huur: de ‘oude’ bedrijfshuisvesting in de panden City Plaza (Spijkenisse), P.J. Troelstraweg (Maassluis), hal Brielsestraatweg en een deel van het Bruggehoofd (Hellevoetsluis). Voor de Servicedienst geldt dat deze in de loop van 2015 overstapt op een nieuwe werkwijze waarbij gewerkt wordt met zogenaamde distributiepunten. De huidige locaties van de Servicedienst worden gesloten en de vakmannen kunnen dan gebruik maken van de voorzieningen op de vestigingen. Een belangrijke verandering voor de vestigingen is dat klantgesprekken op de vestiging in de toekomst alleen nog op afspraak mogelijk zijn. De centrale ontvangsthal of woonwinkel komt binnen de nieuwe huisvesting te vervallen. Vanzelfsprekend is er wel een spreekkamer voor klantgesprekken. In het vierde kwartaal van 2015 vinden de betreffende verhuizingen plaats, gevolgd door de start van Ons Nieuwe Werken.
55
Servicedienst Op 1 januari 2014 zijn twee vaklieden van de Servicedienst, als volgende stap naar een gecentraliseerde Servicedienst, aan de slag gegaan in Spijkenisse. Hierdoor worden ook onze huurders in Spijkenisse met hun reparatieverzoeken geholpen door onze eigen vakmannen. De ervaringen in de afgelopen periode zijn positief en besloten is om de inzet van de vaklieden in Spijkenisse voort te zetten. In 2014 is verder gewerkt aan de voorbereidingen van de centralisatie van de Servicedienst en het uitbesteden van het voorraadbeheer. In de nieuwe werkwijze wordt samengewerkt met één leverancier voor de voorraad en worden de huidige centrale magazijnen en werkplaatsen gesloten. Vakmannen zijn daarbij flexibeler inzetbaar in de verschillende vestigingsgemeenten. De voorgestane werkwijze vraagt ook om aanpassingen in de ondersteunende automatisering. De nieuwe werkwijze wordt in de loop van 2015 gefaseerd ingevoerd. Asbestbeleid Na in 2013 begonnen te zijn met het ontwikkelen van een asbestbeleid in de werkgroep Asbest, werd de opdracht gegeven tot inventariseren en saneren van asbest door de afdeling Vastgoedbeheer (VGB). In 2014 is structuur gebracht in de kennis van asbest binnen ons bezit en van de wijze waarop Maasdelta hiermee het beste kan omgaan. In oktober 2014 heeft de werkgroep het directieteam geïnformeerd over de stand van zaken en aangegeven wat er nodig is om het project Asbest in te bedden in de reguliere bedrijfsvoering. Ook is er een ‘stip op de horizon’ beschreven waar Maasdelta inzake asbest eind 2015 wil staan. Hierin staan onder andere de volgende doelstellingen benoemd. • Elke woning van Maasdelta die voor 1995 gebouwd is, is voorzien van een meterkastkaart asbest, zodat een huurder weet waar eventueel asbest zit en hoe hij hier mee om moet gaan. • Alle ontdekte asbest uit categorie 1 (urgent) is dan, conform ons vastgestelde asbestbeleid, gesaneerd. • Alle geïnventariseerde asbest in woningen/complexen en alle meterkastkaarten staan in een interne, centrale database. • Elke medewerker die direct te maken heeft met asbest in een woning/complex is zorgvuldig geschoold en er zijn binnen Maasdelta minstens vier asbestdeskundigen. • De werkprocessen inzake asbest zijn up-to-date, besproken met de betreffende afdelingen en geïmplementeerd. Deze werkprocessen maken onderdeel uit van de reguliere werkprocessen van de betreffende afdelingen. • Er is een beslissing genomen over het mogelijke gebruik van het externe Landelijke Asbest Volgsysteem (LAVS). Warmtewet De Warmtewet is op 1 januari 2014 in werking getreden. Het belangrijkste doel van deze wet is het bieden van consumentenbescherming aan afnemers van warmte. Het betreft een markt die niet was gereguleerd en waarop het zicht ontbrak, maar de voornoemde wet heeft dit zicht vooralsnog niet duidelijker gemaakt. Maasdelta heeft in 2014 i.s.m. verschillende externe partijen definitieve beleidskeuzes in het kader van de gevolgen van de Warmtewet gemaakt en de doelstellingen voor 2015 geschetst. • Per stookjaar een volledige en voldoende gespecificeerde nota verstrekken aan gebruikers (huurders) met daarop te rechtvaardige tarieven. • Alle huurders binnen een complex dat valt onder regie van de Warmtewet hebben de beschikking over de aanvullende of algemene voorwaarden, inclusief tarievenblad en geschillenregeling. • Alle huurders weten wat ze moeten doen als er een storing is en weten of ze eventueel gecompenseerd worden. Maasdelta houdt een storingsregistratie bij i.o.m. installateurs. • Er zijn goede afspraken gemaakt met de meetbedrijven en installateurs over service en dienstverlening. • Er is een keuze gemaakt over het vanaf 2016 te volgen model: Maasdelta zelf, coöperatie met een installateur of volledige uitbesteding. • Alle complexen met een collectieve installatie die nog niet voldoet aan de Warmtewet zijn voorzien van een warmtedoorstroommeter en de andere, noodzakelijke aanpassingen. • Alle complexen met een collectieve installatie te voorzien van een op afstand uitleesbare gasmeter (wordt uitgevoerd door Stedin). • In alle complexen waar de verdeelmeters voor de warmtekosten in de woningen niet voldoen aan de Warmtewet worden deze in twee fases vervangen.
56
ANPO De omschakeling naar de nieuwe werkwijze blijft voor sommige medewerkers lastig, maar het gaat steeds beter. Begin 2014 is de werkgroep ANPO opgericht waaraan onder andere de managers Wonen, manager KCC, manager ICT en een medewerker Functioneel Beheer deelnemen. Doel van dit overleg is om operationele problemen te bespreken en uniforme oplossingen te vinden. De voor 2014 geplande Changes zijn in het derde kwartaal voorbereid door Ctac. Voorafgaand aan de daadwerkelijke productie worden eerst zogenaamde functionele ontwerpen uitgeschreven en goedgekeurd door Maasdelta. De daadwerkelijke productie van SAP wijzigingen in het kader van bijvoorbeeld de financiële administratie zijn in het vierde kwartaal gerealiseerd. Voor 2015 staan wederom enkele (aanzienlijke) aanpassingen van het systeem op de agenda, zoals de wijzigingen in het kader van een gecentraliseerde uitvoering van KTB i.c.m. asbest en de uitbesteding van het voorraadbeheer van de Servicedienst. Deze wijzigingen moeten, na productie, uitgebreid worden getest door de afdeling Functioneel Beheer voordat ze operationeel kunnen worden. Daarnaast worden medewerkers via trainingen vooraf voorbereid op de komende systeemwijzigingen. Wijkgericht Werken In oktober 2014 heeft de projectgroep Wijkgericht Werken (WW) haar eindrapportage ingediend bij het directieteam en daarmee is het project feitelijk afgerond. De aan WW verbonden activiteiten voor de vestigingen uiteraard niet. Die worden elk jaar opgepakt conform de organisatiestructuur, de bijbehorende werkprocessen en de jaarlijkse activiteitenlijst. De eindrapportage bevat niet alleen de definitie van WW, de belangrijkste trends en het beleid achter de voordeur. Er is ook specifiek gekeken naar een praktische aanpak van de activiteiten in het kader van leefbaarheid, de specifieke activiteiten in het kader van WW voor 2015 e.v. en de implementatie en beheersing van deze activiteiten. 8.6 ICT en Informatisering (ICT & I) Realisatie 2014 Conform het Ondernemingsplan 2011-2015 worden ICT-diensten en ICT-activiteiten nadrukkelijker ingezet voor het realiseren van onze ambities. Binnen de bedrijfsprocessen leidt een brede inzet van ICT tot een efficiëntieslag, die ten goede komt aan de klantgerichtheid en het beheersen van de operationele kosten. De invoering van een KCC (Klant Contact Centrum), dat per 1 januari 2016 operationeel is, leidt met name tot centralisering van bedrijfsprocessen en optimalisering van de informatievoorziening. Parallel aan deze ontwikkeling loopt de herinrichting van de huisvesting, hetgeen ook zijn weerslag heeft op de in de inzet van automatisering. KCC In het kader van de inrichting van het KCC zijn de volgende activiteiten uitgevoerd en producten opgeleverd: • Een informatieplan, op basis waarvan systemen worden ingericht. Er is een visie geformuleerd voor de te volgen marsroute richting 2020. • Een goed beeld van de huidige situatie van het applicatielandschap, in relatie tot processen. • Zicht op processen en functionaliteit, in relatie tot automatisering. • Inventariseren van de huidige en gewenste situatie van de informatievoorziening. • Een leverancier is gekozen. Aan de leverancier, maar ook aan koppelpartijen, is een opdracht verstrekt. • Contracten met diverse partijen zijn afgesloten. • Realisatie is gestart. Het KCC-project is veel omvattend en op te delen in een aantal sub projecten. De belangrijkste hierin zijn het CBB (Complex Beheer Boek(woningcartotheek), CRM (Customer Relationship Management), een kennissysteem en een portaal voor KCC-medewerkers. Deze onderdelen vormen onderdeel van het KCC project. De ontwikkeling hiervan is gestart. Overige Activiteiten in 2014 In 2010 is een omvangrijk project gestart ter ondersteuning van het bedrijfsproces NPO (Niet Planmatig Onderhoud). De applicatie die ontwikkeld werd op een SAP platform is medio 2013
57
live gegaan. Het systeem is in beheer genomen en is conform de visie verder ontwikkeld in 2014. Daarnaast heeft de afdeling ICT&I de opdracht gekregen om de bedrijfscontinuïteit mede te waarborgen door uitvoering te geven aan het informatiebeveiligingsbeleid. Het beleid is geactualiseerd en doorgevoerd in onder andere de SAP-omgeving. Binnen het operationeel beheer heeft de nadruk gelegen op het verder virtualiseren van de serveromgeving. Deze ontwikkeling draagt bij aan de continuïteit van de bedrijfsvoering en de flexibiliteit van de inzet van ICT-middelen. Ook bij de afdeling ICT&I is de inzet van automatisering doorgevoerd, wat ten goede komt aan de dienstverlening aan de Maasdelta gebruikersorganisatie. Functioneel beheer Met de introductie van SAP is functioneel beheer als bedrijfsfunctie geïntroduceerd bij de Maasdelta organisatie. Al snel werd duidelijk dat hiermee een bijzonder belangrijke koppeling is gelegd tussen de Maasdelta gebruikersorganisatie en de automatisering. De afdeling heeft in 2014 in hoge mate bijgedragen aan de opleiding en begeleiding van medewerkers. Daarnaast is veel aandacht besteed aan het ontwikkelen en doorvoeren van de nieuwe functionaliteit en het optimaliseren van de bestaande SAP inrichting, alsmede de integratie met de overige bedrijfssystemen. Dit is terug te zien in de ontwikkeling van het KCC, waarbij integratie de sleutel tot succes zal blijken te zijn. De afdeling is in korte tijd gegroeid tot een professioneel niveau en vormt een onmisbare schakel in de organisatie. Thans vormt de groep onderdeel van de afdeling Groepsbeleid, waarmee de afstand tot de Maasdelta gebruikersorganisatie kleiner en beter geborgd is. Activiteiten 2015 Het doorvoeren van een efficiënte bedrijfsvoering is mede in gang gezet door technologische ontwikkelingen. De binding met cliënten wordt op een andere manier ingevuld. De balie functie is nagenoeg verdwenen en hiervoor in de plaats zijn meer persoonlijke contacten gekomen als de situatie daar om vraagt. Verder vinden contacten plaats via elektronische weg. Diverse multimedia kanalen bieden veel mogelijkheden om een betere invulling te geven aan de (gewenste) klantgerichtheid, waarbij het behoud – maar zeker ook verbetering – van de kwaliteit een voorwaarde is. Veel van deze veranderingen hebben gevolgen voor medewerkers. De inzet van mobiele apparatuur en applicaties vormen in 2015 een ware uitdaging voor zowel de medewerkers als de afdeling ICT&I. Zowel op de Helpdesk, als bij operationeel beheer en op functioneel beheer, wordt een enorm beroep gedaan om de introductie van deze nieuwe systemen (computers en applicatie) soepel te laten verlopen. Ten behoeve van de backoffice worden activiteiten uitgevoerd die veel minder zichtbaar zijn, maar zeker zo belangrijk. Hierbij moet men denken aan zaken als beschikbaarheid, toegang tot, beveiliging, flexibiliteit, prestaties. Belangrijke ontwikkelingen hierin zijn de virtualisatie van server systemen, wat bijdraagt aan schaalbaarheid en continuïteit. Verder ontwikkelen zich telefonie- en document management. Plaats onafhankelijk werken en digitaal werken gaan hand in hand! KCC Naast de ontwikkeling van de diverse applicaties die ondersteunend zijn aan het KCC, vindt ook een heroriëntatie plaats op processen, huisvesting en functies. Op diverse fronten is de inbreng van ICT noodzakelijk om deze organisatieveranderingen te ondersteunen. De fysieke inrichting van de diverse locaties leidt tot een aanpassing van de infrastructuur. Medewerkers gaan beschikken over meer elektronische hulpmiddelen en programmatuur waarmee zij hun (soms aangepaste) taak kunnen uitvoeren. De inzet van meer en andere apparatuur en software vraagt om opleiding, begeleiding en instructie. Indirect (middels spin off) biedt automatisering, door bovengenoemde ontwikkelingen, meer mogelijkheden om een goed en actueel beeld te krijgen van de prestaties die we als organisatie leveren. Door dit zowel intern als extern goed te volgen wordt adequaat gestuurd op de processen.
58
Ons Nieuwe Werken (ONW) Dankzij deze technologische ontwikkelingen – in relatie tot bedrijfsontwikkelingen en maatschappelijke trends – introduceert Maasdelta ‘Ons Nieuwe Werken’. Tijd en plaats onafhankelijk werken biedt de organisatie nieuwe mogelijkheden. Voor medewerkers ontstaan manieren om zakelijke en privé activiteiten beter op elkaar af te stemmen. In praktische zin betekent dit onder andere, dat vaste en mobiele telefonie geïntegreerd wordt. Dit draagt bij aan de bereikbaarheid van medewerkers en daarmee aan de kwaliteit van de dienstverlening. Immers, de beschikbaarheid van medewerkers en afdelingen komt hierbij goed in beeld; sneller en efficiënter doorverbinden reduceert wachttijden voor cliënten en voorkomt onnodig terugbellen. Tijd en plaats onafhankelijk werken stelt ook eisen aan de middelen die dit mogelijk maken. De vaste desktop computer maakt plaats voor draagbare apparatuur; de mobiele telefoon biedt mogelijkheden om gebruik te maken van verschillende communicatiekanalen. Operationeel beheer De inzet van de genoemde middelen en technologieën – gezien in de context van de bedrijfsontwikkeling – leidt ertoe dat een fors beroep wordt gedaan op het operationele beheer. De inzet beperkt zich niet meer tot een desktop computer met daarop enkele applicaties. Het werkgebied breidt zich uit van lokaal beheer tot ondersteuning van mobiele apparatuur, diensten en infrastructuur die locatie overschrijdend is. Huisvesting ONW, tijd en plaats onafhankelijk werken, impliceert ook een heroriëntering op de huisvesting. Vestigingslocaties en wijkkantoren krijgen een andere functie. Op alle bedrijfslocaties vindt in meer of mindere mate een verandering plaats, wat gevolgen heeft voor de inrichting van de organisatie. Het is duidelijk dat dit gepaard gaat met een aanpassing van de netwerkinfrastructuur. Ter plaatse wordt ONW mogelijk; medewerkers maken gebruik van hun persoonlijke apparatuur, die eenvoudig gekoppeld wordt aan de Maasdelta systemen. Maar ook de dienstverlening ter plaatse wordt ingericht in overeenstemming met de functie die die locatie heeft. Het is niet ondenkbaar dat medewerkers moeten kunnen beschikken over printers, scanners of een PIN-automaat. Extern gericht heeft deze nieuwe manier van werken vooral gevolgen voor de infrastructuur. Koppelingen met primaire bedrijfsinformatiesystemen moeten voldoen aan minimale eisen op het gebied van snelheid, beschikbaarheid, beheersbaarheid. Kortom 2015 biedt in alle opzichten bijzonder interessante uitdagingen.
59
9 Samenwerking en deelnemingen Maasdelta heeft samenwerkingsverbanden met diverse andere organisaties en neemt met allerlei partijen deel in organisaties. De deelnemingen zijn in de jaarrekening gewaardeerd op basis van de netto vermogenswaarde. Maasdelta Groep heeft een risico inventarisatie uitgevoerd en een fraude risico analyse gemaakt. Beide zijn van toepassing op de dochterondernemingen en verbindingen. 9.1 Deelnemingstructuur Per 31 december 2014 ziet de structuur er als volgt uit: MDG Holding BV Statutair gevestigd op het adres Thorbeckelaan 80, 3201 WK Spijkenisse. 100% dochter. De Holding is 100% moeder van de volgende vennootschappen: MDG Projecten Derden BV, MDG Commerciële Activiteiten BV en MDG Commandiet BV. De holding neemt deel in ‘kleindochters’ van Maasdelta. MDG Projecten Derden BV Statutair gevestigd op het adres Thorbeckelaan 80, 3201 WK Spijkenisse. Doel: het ontwikkelen van vastgoedprojecten door Maasdelta, in samenwerking met andere partijen. • Balkon Beheer BV Statutair gevestigd op het adres Pieter Jelle Troelstraweg 6, 3144 CX Maassluis. MDG Projecten Derden BV neemt voor 50 % deel in Balkon Beheer BV – samen met Rabo Bouwfonds – ten behoeve van de woningbouw op het Balkon in Maassluis, een en ander als beherend vennoot van de ‘Ontwikkelingscombinatie Balkon CV’ in Maassluis.
MDG Commerciële Activiteiten BV Statutair gevestigd op het adres Thorbeckelaan 80, 3201 WK Spijkenisse. Besloten vennootschap voor commerciële diensten, waaronder het beheren en besturen van Verenigingen van Eigenaren. Deze BV neemt deel in: • Duurzame Energie Exploitatiemaatschappij Maassluis BV (100%) Sinds het tweede halfjaar van 2011 statutair gevestigd op het adres Warandelaan 2, 4904 PC Oosterhout. Deze BV zorgt voor het leveren van duurzame warmte – en draagt zorg voor de exploitatie hiervan – aan de Waterwegtorens en Hof Zuid in Maassluis.
• Energie Exploitatiemaatschappij Maasdelta (EEM) BV (100%) Statutair gevestigd op het adres Thorbeckelaan 80, 3201 WK Spijkenisse. Deze BV zorgt voor het leveren van duurzame warmte – en draagt zorg voor de exploitatie hiervan – aan de Buurtwachters in Maassluis. MDG Commandiet BV Statutair gevestigd op het adres Thorbeckelaan 80, 3201 WK Spijkenisse. Doel: deelnemen als commanditair vennoot in samenwerkingsverbanden – BV/CV constructies – van Maasdelta Groep. Deze BV fungeert als commanditair vennoot in de ontwikkelingscombinaties Balkon CV. De beherend vennoot van de ontwikkelcombinatie Balkon CV is de ontwikkelcombinatie Balkon beheer BV. 9.2 Activiteiten deelnemingen en financiële positie De (klein)dochters van Stichting Maasdelta Groep zijn opgericht met het doel op diverse gebieden – zoals het ontwikkelen, uitvoeren en beheren van projecten – werkzaam te kunnen zijn. Dit is destijds mede ingegeven met het oog op het afsplitsen van commerciële activiteiten, in het kader van de op dat moment aan de orde zijnde partiële belastingplicht voor de vennootschapsbelasting. Hieronder geven we een overzicht van de activiteiten tot dusver en de verwachte komende ontwikkelingen. Tevens geven we de vermogenspositie per 31 december 2014 weer en de resultaten van de deelnemingen over 2014.
60
Activiteiten Binnen MDG Holding BV, MDG Projecten Derden BV, MDG Commandiet BV vinden geen uitvoerende activiteiten plaats; De Commerciële Activiteiten BV draagt zorg voor het beheer van een aantal Verenigingen van Eigenaren en beheert het Bedrijfsmatig Onroerend Goed (BOG). Deze BV is tot 2013 voor 50% en vanaf 2014 voor 100% betrokken bij de exploitatie van een tweetal warmtepompinstallaties in Maassluis via Duurzame Energie Exploitatiemaatschappij Maassluis (D.E.E.M.) en is voor 100% aandeelhouder in Energie Exploitatiemaatschappij Maasdelta (E.E.M.) BV. In 2014 is het beheer van de Verenigingen van Eigenaren overgedragen aan P Kwadraat VvE Beheer & Advies BV. P Kwadraat is geen onderdeel van de deelnemingenstructuur van Maasdelta. D.E.E.M. exploiteert warmtepompinstallaties voor een tweetal complexen woningen – Hof Zuid en Waterwegtorens – in Maassluis. Het belang van Maasdelta in deze BV is 100%. In 2001 is Ontwikkelingscombinatie Balkon Maassluis C.V. opgericht. OC Balkon Beheer B.V. treedt als beherend vennoot op in de commanditaire vennootschap ter ontwikkeling van het plangebied Balkon te Maassluis. In de Balkon CV wordt, in samenwerking met Bouwfonds, een nieuwbouwprogramma ontwikkeld en uitgevoerd in vier fasen. In totaal worden ongeveer 871 woningen in de komende jaren gerealiseerd, waarvan een deel huurwoningen. Het eigendom en beheer van de individuele duurzame energie installaties in complex Buurtwachters in Maassluis is ondergebracht in E.E.M. BV. E.E.M. is, zoals aangegeven, een 100% dochter van MDG Commerciële Activiteiten BV. Vermogen en resultaat (x € 1.000):
Deelneming
Vermogen
Omzet
Resultaat 2014
31-12-‘14
2014
na belasting
MDG Holding BV
-4.649
-
-580
MDG Commandiet BV
-1.796
-
172
MDG Commerciële Activiteiten BV
-2.055
349
-755
-197
63
11
- 1.348
260
1
88
-
3
102
-
3
Energie Exploitatiemaatschappij Maasdelta BV D.E.E.M. BV MDG Projecten Derden BV OC Balkon Beheer BV Ontwikkelingscombinatie Balkon CV (belang 50%)
6.394
755
234
Samenwerking •
Prodomus VoF
De vennootschap onder firma houdt kantoor aan het Thorbeckelaan 80 te 3201 WK Spijkenisse. Vennootschap van Maasdelta en Stichting De Leeuw van Putten te Spijkenisse ten behoeve van de ontwikkeling van City Plaza, Spijkenisse. De v.o.f. fungeert als ‘ontvangstkantoor’ voor de huur van de supermarkt in City Plaza. In 2014 is het pand waarin de supermarkt is gehuisvest verkocht. Door deze verkoop is de bestaansreden voor samenwerking in Prodomus vof komen te vervallen. Per 31 december 2014 is de vof ontbonden.
61
9.5 Financieel beleid
Administratie en controle De administratie van Maasdelta Groep wordt volledig in eigen beheer gevoerd. Voor de administratieve bedrijfsvoering maken wij primair gebruik van de administratiepakket van het NCCW. Het Niet Planmatig Onderhoud is ondergebracht in SAP, waarbij een koppeling is gerealiseerd met het NCCW. De financiële administratie valt onder de verantwoordelijkheid van de directeur Bedrijfsvoering. De controle is opgedragen aan Deloitte Accountants BV. Treasury Periodiek vindt overleg plaats over treasury aangelegenheden. Dit overleg vindt minimaal viermaal per jaar plaats in de treasury commissie. De treasury commissie bestaat uit de directeur bedrijfsvoering, de concern controller, de teamleider planning en control en een treasurer (extern). De bijeenkomsten van de treasury commissie worden bijgewoond door de bestuurder. De commissie krijgt secretariële ondersteuning van de directiesecretaresse. Besluiten die passen binnen het treasury statuut, worden genomen door de bestuurder op basis van schriftelijke transactievoorstellen. De leden van de treasury commissie adviseren de bestuurder gevraagd en ongevraagd over treasury vraagstukken. Binnen de treasury commissie hebben de deelnemers veel kennis opgedaan van het gebruik van derivaten, deels door kennisoverdracht van de externe adviseurs en deels door werkervaring in voorgaande functies. De overwegingen die tot het besluit hebben geleid worden genotuleerd. In de reguliere bijeenkomsten van de treasury commissie worden de volgende onderwerpen behandeld: • • • • • • •
Ontwikkelingen en treasury transacties over de afgelopen periode; Faciliteringsvolume bij het WSW; Liquiditeitsprognoses; Risicoanalyses; Rente- en marktontwikkelingen; Toets aan de ratio’s van het WSW; Ingebrachte transactievoorstellen inclusief de effecten op het risicoprofiel en de financieringsbehoefte.
Van elke bijeenkomst van de treasury commissie wordt een verslag gemaakt. De uitvoering van besluiten geschiedt uitsluitend op basis van een schriftelijke machtiging en dienen te passen binnen de randvoorwaarden van het treasurystatuut. De beleidsregels financiële derivaten zijn onlosmakelijk met het statuut verbonden. De externe accountant toetst jaarlijks de treasuryfunctie binnen Maasdelta en rapporteert hierover aan het bestuur. Deze rapportages worden besproken in de audit committee en altijd aan de overige leden van de RvC voorgelegd. Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Onderstaand wordt een samengevat overzicht gegeven van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de functionarissen die een rol spelen in het treasury proces. De Raad van Commissarissen: • Stemt in met het treasury statuut en eventuele wijzigingen daarin; • Stemt in met transactievoorstellen die buiten het bereik van het treasury statuut vallen; • Wordt geïnformeerd over en houdt toezicht op het gevoerde treasury beleid, mede aan de hand van de controlebevindingen van de accountant; • Ten tijde van het instemmen met de jaarrekening wordt separaat verantwoording afgelegd over het gevoerde treasury beleid.
62
Bestuurder: • Stelt het treasury statuut vast; • Stelt de werkwijze en procedures vast; • Laat zich periodiek informeren over de treasury activiteiten; • Neemt besluiten op grond van schriftelijke transactievoorstellen; • Legt transactievoorstellen, die buiten het bereik van het treasury statuut vallen, ter instemming voor aan de Raad van Commissarissen; • Legt verantwoording af aan de Raad van Commissarissen. Directeur bedrijfsvoering: • Initieert en coördineert de beleidsvoorbereidende informatievoorziening; • Beoordeelt de in het treasury overleg ingebrachte rapportages en analyses op consistentie, juistheid en volledigheid; • Beoordeelt transactievoorstellen op wenselijkheid; • Houdt toezicht op de naleving van besluiten en richtlijnen door medewerkers binnen het treasury proces; • Legt per kwartaal verantwoording af over de uitvoering van het treasurybeleid aan de bestuurder; • Vertegenwoordigt Maasdelta bij banken en andere partijen actief op de geld- en kapitaalmarkt, alsmede de sectorinstituten CFV en WSW. Planning en Control: • Legt iedere transactie vast in de administratie. Tevens worden verplichtingen uit hoofde van financieringen en/of derivaten geregistreerd en gecontroleerd; • Voert, op basis van de toegekende procuratie, de operationele treasury activiteiten inzake het liquiditeitenbeheer uit; • Stelt liquiditeitsprognoses op; • Draagt zorg voor de nakoming van verplichtingen van Maasdelta jegens geldgevers; • Bewaakt de verplichtingen die geldnemers dienen na te komen jegens Maasdelta; • Monitort de kredietbeoordeling van tegenpartijen; • Houdt het beschikbare faciliteringsvolume bij het WSW bij; • Vertegenwoordigt samen met de directeur bedrijfsvoering Maasdelta bij de sectorinstituten CFV en WSW Concern controller: • Vervult binnen het treasury proces een onafhankelijke interne adviesfunctie richting de bestuurder; • Beoordeelt achteraf de effectiviteit van treasury activiteiten en transacties; • Controleert de naleving van genomen besluiten en gemaakte afspraken; • Ziet toe op de juiste vastlegging van treasury transacties (intra- en extracomptabel); • Ziet toe op de juiste verantwoording van treasury resultaten in de verslaglegging; • Ziet toe op de naleving van de AO/IC van de treasury functie; • Rapporteert over de geconstateerde afwijkingen aan de bestuurder. Treasurer (extern): • Stelt jaarlijks samen met de directeur bedrijfsvoering het treasury jaarplan op; • Houdt marktinformatie bij en interpreteert deze; • Brengt kennis in van financiële markten en de werking van financiële producten; • Bereidt de bijeenkomsten van de treasury commissie voor; • Stelt ten behoeve van de treasury commissie analyses en rapportages op;
63
• • •
• • •
Werkt op basis van de ingebrachte rapportages en analyses, indien nodig, transactievoorstellen uit; Geeft uitvoering aan de operationele treasury activiteiten inzake financieren, beleggen en renterisicobeheer; Legt binnen twee weken nadat de rating van een uitzetting, belegging of een rente-instrument verlaagd wordt (door minimaal 2 rating-agencies) tot een niveau lager dan ‘Strong’(A), een advies aan de treasury commissie en bestuurder voor; Is uitsluitend bevoegd te handelen op basis van getekende transactievoorstellen; Legt terstond verantwoording af aan de bestuurder over de uitgevoerde transacties; Doet, indien noodzakelijk, voorstellen ter actualisering van het treasury statuut.
Afgesloten leningen In 2014 zijn de navolgende leningen ontvangen: -
Fixe lening per 3 februari van € 10 miljoen bij Aegon Levensverzekering. De lening heeft een looptijd tot 6 februari 2039. De rente is vastgesteld tegen 3,53%. Fixe lening per 3 februari van € 10 miljoen bij de Nederlandse Waterschapsbank. De lening heeft een looptijd tot 3 februari 2022. De rente is vastgesteld tegen 3,56%. Fixe lening per 1 april van € 10 miljoen bij de Nederlandse Waterschapsbank. De lening heeft een looptijd tot 1 april 2043. De rente is vastgesteld tegen 3,798%. Fixe lening per 28 maart van € 15 miljoen bij de Nederlandse Waterschapsbank. De lening heeft een looptijd tot 6 april 2021. De rente is vastgesteld tegen 3,52%.
Aanpassingen leningen In 2014 is een lening bij de Gemeente Spijkenisse, rentepercentage 8,875%, voor een bedrag van € 0,751 miljoen vervroegd afgelost. De opslagen van een tweetal roll-over leningen bij de BNG Bank (Bank Nederlandse Gemeenten), twee maal € 10 miljoen, zijn verlaagd van 0,50% naar 0,35%. Een annuïteiten lening bij de Bank Nederlandse Gemeenten – met een schuldrestant eind 2014 van € 4,6 miljoen – heeft in 2014 een rente aanpassing ondergaan van 4,67% naar 2,56%.
Derivaten Eind 2014 zijn tegenover alle swaps – in totaal € 97,5 miljoen – roll-over leningen aangetrokken. De opbouw van de swaps is als volgt: • Artesia bank € 20 miljoen • BNG Bank € 25 miljoen • ABN AMRO/Fortis € 52,5 miljoen Alleen met ABN AMRO/Fortis zijn contractueel afspraken gemaakt om één keer per maand de marktwaarde van deze swaps te bepalen, om te beoordelen of – op basis van marktwaarde versus nominale waarde – een bedrag in depot moet worden geplaatst. Als de marktwaarde van deze swaps meer dan € 6,5 miljoen afwijkt van de nominale waarde – de threshold – wordt het meerdere in een depot geplaatst. Dit geld blijft van Maasdelta en er wordt door de bank rente over vergoed. Dit, om voor de tegenpartij zekerheid te bieden dat toekomstige renteverplichtingen worden voldaan. Per 31 december hebben wij c.a. € 2,830 miljoen in depot geplaatst. In het treasurystatuut is opgenomen dat Maasdelta ervoor zorgt dat zij kan beschikken over voldoende middelen om te allen tijde aan haar margin call verplichtingen te kunnen voldoen, rekening houdend met een rente die 2% lager ligt dan de marktrente. Embedded derivaten Maasdelta heeft 10 leningen met een opslagherziening voor een totale nominale waarde van €107.500.000 en 1 basis rentelening voor een nominale waarde van €20.000.000. De totale marktwaarde van de leningen met opslagherziening bedraagt €107.550.521 en de marktwaarde van de basis rentelening bedraagt €39.656.435. De marktwaarde van de basisrentelening wijkt zoveel af van de nominale waarde doordat er sprake is van een lange looptijd van de lening (2060) en het
64
relatief grote verschil tussen de basisrente van het contract ten opzichte van de huidige variabele rentestand. De impact op de jaarrekening is beperkt doordat voor die leningen waar sprake is van embedded derivaten (basis renteleningen/ leningen met opslagherziening) gesteld kan worden dat de kredietherziening nauw is verbonden met het basiscontract. Het embedded derivaat behoeft dan niet te worden afgesplitst. Daarnaast is het zo dat een eventuele afsplitsing naar verwachting cijfermatig geen impact zal hebben. Een herziening naar een marktconforme rente/ opslag kent een marktwaarde van nihil. De plicht om een rente te gaan betalen die gelijk is aan de rente die je zou moeten betalen op een nieuw contract, kent een marktwaarde van nihil. Indien dit embedded derivaat derhalve wel afgesplitst zou moeten worden, zou dit embedded derivaat op nihil gewaardeerd worden. In het eerste kwartaal van 2014 heeft Maasdelta een plan van aanpak gemaakt om toezicht belemmerende bepalingen in de derivatencontracten te elimineren en aan het CFV verzonden. In dit plan zijn de concrete acties benoemd om de toezicht belemmerende bepalingen te elimineren. Bij Maasdelta ging het om 2 contracten van de BNG. Inmiddels is de overeenkomst tot wijziging raamovereenkomst financiële derivaten goedgekeurd, ondertekend en zijn daarmee de toezicht belemmerende bepalingen geëlimineerd. De marktwaarde van de swaps bedraagt eind 2014 € 18,12 miljoen negatief. In de jaarrekening van Maasdelta worden deze swaps tegen kostprijs gewaardeerd, omdat bij alle swaps sprake is van een onderliggende waarde, namelijk de roll-over leningen. De swaps worden, zowel nu als in de toekomst, ingezet om renterisico’s te hedgen. De vorming van een voorziening ten laste van het resultaat is dus niet aan de orde. Voor kortlopende financieringsbehoefte beschikken wij over een kredietfaciliteit bij de BNG Bank van maximaal € 27 miljoen. Over deze kredietfaciliteit wordt 1 maands Euribor plus een opslag van 0,75% berekend. Het totaal van de lening portefeuille per eind 2014 is circa € 594 miljoen (2013 € 605 miljoen). Het gemiddelde renteniveau is 3,89% (2013: 3,94%). 9.6 Jaarresultaat Het jaarresultaat over 2014 bedraagt – na belasting – € 6,3 miljoen positief (2013: € 5,5 miljoen positief). De stijging van het resultaat met € 0,9 miljoen laat zich op hoofdlijnen als volgt verklaren: 2014
2013
Bedrijfsopbrengsten
127.209
119.186
Bedrijfslasten
-98.555
-87.849
Financieringsresultaat
-22.924
- 23.717
634
-2.109
6.365
5.511
Belastingen Jaarresultaat
Bedrijfsopbrengsten De stijging van bedrijfsopbrengsten met € 8,0 miljoen is te verklaren door de stijging van de huuropbrengsten van ruim € 5,3 miljoen en een stijging van het netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille van ruim € 3,4 miljoen. Stijging huuropbrengsten De hogere huuropbrengsten van € 5,3 miljoen, zijn te verklaren door de jaarlijkse huurverhoging per 1 juli – gemiddeld voor de gehele groep goed 4% – en de mutaties in het woningbezit, met name door opleveringen nieuwbouw in 2013 en 2014 en sloop en verkoop. Daar tegenover staat een toename van de huurderving van € 3,0 miljoen in 2013 naar € 3,2 miljoen in 2014. Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille In 2014 zijn uit het bestaande woningbezit 80 woningen verkocht. Tesamen met de verkoop van het AH pand in City Plaza en de verkopen vanuit projecten, is het verkoopresultaat € 3,4 miljoen hoger.
65
Bedrijfslasten Ondanks de daling van afschrijvingen, waardeveranderingen, werkapparaatskosten, leefbaarheidsuitgaven en overige bedrijfslasten stijgen de bedrijfslasten met € 10,7 miljoen. Deze stijging wordt met name veroorzaakt door gestegen onderhoudslasten en de verhuurdersheffing. Onderhoudslasten De onderhoudslasten zijn gestegen door het in 2014 opnemen van de voorzieningen WKO installaties en Asbest voor in totaal € 4,9 miljoen. Vervolgens is in 2014 € 2,3 miljoen meer aan Planmatig Onderhoud uitgegeven en is € 0,7 miljoen uitgegeven aan Niet Planmatige Onderhoud. Verhuurdersheffing In 2013 heeft Maasdelta € 0,3 miljoen aan verhuurdersheffing afgedragen. In 2014 is dit bedrag gestegen naar € 8,1 miljoen. Financiële baten en lasten De lasten nemen ten opzichte van 2013 met circa € 0,8 miljoen af. Dit wordt deels veroorzaakt door afname van de lening portefeuille met € 10,4 miljoen en een verdere daling van de gemiddelde rentevoet van 3,94% naar 3,89%.
Vennootschapsbelasting De post vennootschapsbelasting is als volgt opgebouwd: (x € 1.000)
2014
2013
Acute vennootschapsbelastinglast
-834
-7.346
200
9.455
-634
2.109
Mutatie latenties Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
In 2014 is er sprake van een fiscaal verlies van €3,3 miljoen, wat leidt tot een VPB bate van € 0,8 miljoen. De mutaties in de latenties zorgen voor een aanvullende VPB bate van €0,2 miljoen. De VPB bate over 2013 van € 7,3 miljoen bestaat voor € 2,9 miljoen uit het verwerken van de uitkomsten van het boekenonderzoek VPB over voorgaande jaren en voor € 4,4 miljoen aan VPB-bate over 2013. De aanpassingen over voorgaande jaren betreffen geen correcties van fouten in voorgaande jaren, maar in de jaarrekening is de fiscale positie altijd voorzichtig opgesteld, rekening houdend met de mogelijkheid dat niet alle mogelijke verliezen, fiscaal zouden worden geaccepteerd als verlies. Door het ontbreken van jurisprudentie inzake de VSO 2 is de exacte uitwerking nog niet volledig uitgekristalliseerd. Het verschil in fiscaal resultaat tussen 2013 en 2014 ontstaat met name door de extra fiscale last van €38 miljoen die in 2013 is verantwoord als gevolg van het vormen van een fiscale onderhoudsvoorziening. Door de vorming van een fiscale onderhoudsvoorziening is in 2013 een passieve latentie ontstaan. De totale mutatie van de latentie bedraagt in 2013 € 9,4 miljoen negatief tegenover € 0,2 miljoen negatief in 2014. Hierdoor kan het voornaamste verschil tussen de mutaties in de latenties in 2013 en 2014 worden verklaard.
66
Vermogenspositie Per balansdatum is de vermogenspositie van Maasdelta als volgt: 2014
2013
Eigen vermogen (x € 1.000)
264.501
257.702
Balanstotaal (€ 1.000)
922.873
921.590
Solvabiliteit
28,7%
28,0%
De toename van het eigen vermogen wordt veroorzaakt door het positieve jaarresultaat, alsmede door de verwerking van de waardeverandering van verkoop onder voorwaarden bestaand bezit ad € 0,4 miljoen. Solvabiliteit De solvabiliteitsratio geeft het aandeel weer van het eigen vermogen in het totale vermogen en geeft de mate aan waarin een organisatie in staat is om op middellange of lange termijn aan haar verplichtingen te voldoen. Op groepsniveau is een minimale solvabiliteiteis verlangd van 10%. Aan deze eis voldoet Maasdelta al een reeks van jaren. 9.7 Meerjarenperspectief Positie Maasdelta groep Stichting Maasdelta Groep wordt in haar bedrijfsvoering geconfronteerd met diverse regeringsmaatregelen voor de gereguleerde huursector. Deze maatregelen betreffen onder meer de Wet Verhuurderheffing en een verruiming van het huurbeleid. Daarnaast wordt de sector geconfronteerd met een door het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting opgelegde extra heffingen voor saneringssteun. Deze heffingen lopen volgens de huidige inzichten de komende vijf jaar op tot zo’n € 11 miljoen per jaar. Daarnaast wordt rekening gehouden met hogere leegstandsderving van zowel woningen als bedrijven. Stichting Maasdelta Groep kan zonder beleidswijzigingen door te voeren blijven voldoen aan kengetallen zoals die door externe partijen worden gehanteerd en die relevant zijn voor het behouden van toegang tot de kapitaalmarkt. Wel is er reeds voorafgaand aan de regeringsmaatregelen een efficiencytraject ingezet dat onder meer zal leiden tot kostenbesparingen van de beheerorganisatie. De formatie eind 2014 is met 9% afgenomen ten opzichte van 2012. Vervolgens daalt de formatie de komende jaren met nog eens 3%. Op onze maatschappelijke prestatie zullen de heffingen naar verwachting geen negatieve invloed hebben. Wel is het noodzakelijk dat Stichting Maasdelta Groep gebruikt maakt van de mogelijkheid tot verruiming van het huurbeleid. Dit om de financierbaarheid van de voorgenomen activiteiten te waarborgen door te blijven voldoen aan de ratio’s waarop Maasdelta door het WSW wordt beoordeeld. • Interest Coverage Ratio – meet in hoeverre Maasdelta in staat is de rente-uitgaven op het vreemd vermogen te voldoen uit de kasstroom uit operationele activiteiten – norm WSW is minimaal 1,4 Maasdelta 2,1 • Debt Service Coverage Ratio – meet in hoeverre Maasdelta in staat is om voldoende kasstromen te genereren om, indien nodig, voldoende aflossingen op het vreemd vermogen te kunnen doen – norm WSW is minimaal 1,0 - Maasdelta circa 1,4 • Loan To Value – meet in hoeverre de kasstroom generende capaciteit van de portefeuille op lange termijn, gemeten aan de hand van de “bedrijfswaarde” van het vastgoed in exploitatie, in een gezonde verhouding staat tot de schuldpositie – norm WSW maximaal 75% - Maasdelta 52% • Solvabiliteit o.b.v. bedrijfswaarde – meet de omvang van het weerstandsvermogen van Maasdelta in relatie tot het totale vermogen – norm WSW minimaal 20% - Maasdelta 46% • Dekkingsratio – meet de verhouding tussen de onderpandwaarde van het bij WSW ingezet onderpand en het schuldrestant van door WSW geborgde leningen – norm WSW maximaal 50 % - Maasdelta circa 24%
67
Maasdelta voldoet derhalve aan alle door het WSW gestelde normen. In december 2014 is de begroting voor 2015 en het meerjarenperspectief afgerond en vastgesteld. Het meerjarenperspectief van de Maasdelta Groep ziet er, gebaseerd op de vastgestelde (meerjaren)begroting 2015 en verder, als volgt uit: 2015
2016
2017
2018
2019
Resultaat (x € 1.000)
6.740
6.421
10.314
14.207
14.491
Eigen vermogen (x 1.000)
271.241
277.662
287.976
302.183
316.674
Balanstotaal (x 1.000)
909.700
913.380
899.034
899.016
921.014
Solvabiliteit
29,8%
30,4%
32,0%
33,6%
34,3%
Uit de prognoses blijkt dat de solvabiliteit de komende jaren oploopt. Ook op termijn voldoet Maasdelta dus ruimschoots aan de interne solvabiliteitseis van minimaal 10%.
68
JAARREKENING 2014
69
Geconsolideerde balans per 31 december 2014 (na verwerking resultaat) (x € 1.000) ACTIVA Ref
31-12-2014
31-12-2013
893.732
897.952
678.545
711.813
Sociaal vastgoed in exploitatie 1.1 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 1.2 Onroerende en roerende zaken t.d.v. exploitatie 1.3
662.796
694.069
4.857
7.442
10.892
10.302
Vastgoedbeleggingen
187.298
160.772
169.587
135.998
17.072
16.246
639
8.528
Vaste activa Materiële vaste activa
1
2
Commercieel vastgoed in exploitatie 2.1 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 2.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 2.3 Financiële vaste activa
3
27.888
25.367
Actieve belastinglatentie
3.1
27.888
25.367
29.142
23.638
6.704
2.923
Vlottende activa Voorraden
4
Vastgoed bestemd voor de verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop Voorraad grond Overige voorraden
4.1
561
50
4.2 4.3 4.4
4.659 1.383 101
1.270 1.383 220
Vorderingen
5
2.542
2.023
Huurdebiteuren Gemeenten Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige vorderingen Overlopende activa
5.1 5.2
887 0
809 46
5.3 5.4 5.5
6 1.216 433
4 558 606
Liquide middelen
6
19.896
18.692
922.873
921.590
TOTAAL
70
PASSIVA Ref
31-12-2014
31-12-2013
Groepsvermogen
7
264.501
257.702
Overige reserves
7.1
264.501
257.702
Voorzieningen
8
16.406
9.610
Voorziening onrendabele investeringen Voorziening latente belastingen
8.1 8.2
0 10.527
0 8.665
Voorziening jubileumuitkering
8.3
413
364
Voorziening herstel WKO installatie Voorziening asbest
8.4 8.5
1.073 4.393
581 0
Langlopende schulden
9
612.313
622.704
Leningen overheid Leningen kredietinstellingen Terugkoopverplichting onder voorwaarden Waarborgsommen
9.1 9.2 9.3 9.4
18.664 576.066 17.206 377
19.303 586.522 16.530 349
Kortlopende schulden
10
29.653
31.574
Onderhanden projecten Gemeenten Schulden aan leveranciers Belastingen en premies sociale verzekeringen Overlopende passiva
10.1 10.2 10.3 10.4 10.5
2.021 80 7.068 1.511 18.973
401 129 8.815 2.583 19.646
922.873
921.590
TOTAAL
71
Geconsolideerde Winst- en verliesrekening over 2014
Ref Bedrijfsopbrengsten Huuropbrengsten Opbrengsten servicecontracten Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Geactiveerde productie eigen bedrijf Overige bedrijfsopbrengsten
Bedrijfslasten Afschrijvingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille Erfpacht Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Onderhoudslasten Leefbaarheid Lasten servicecontracten Overige bedrijfslasten
11 12 13 14 15
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Bedrijfsresultaat Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Andere baten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten
26 27 28
Saldo financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belastingen Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Resultaat na belastingen
72
29
(x € 1.000)
(x € 1.000)
2014
2013
109.709 6.358 9.220 449 1.473
104.366 6.949 5.814 668 1.389
127.209
119.186
24.940 0 14 10.054 1.567 1.794 28.308 683 6.129 25.066
25.001 2.068 17 10.573 1.650 1.880 20.268 734 6.971 18.687
98.555
87.849
28.654
31.337
293 117 -23.333
-138 35 -23.614
-22.924
-23.717
5.731
7.620
634
-2.109
6.365
5.511
Geconsolideerd kasstroomoverzicht indirecte methode 2014
2013
6.365
5.511
24.940 0 -174 -2.521
25.001 2.067 138 -6.555
6.796 119 -519 -1.934 -186
8.322 814 480 -4.584 516
32.885
31.710
-19.160 1.897
-30.272 2.489
-5.965 2.763 0
-9.485 334 19
-20.465
-36.915
45.591 -56.835 0 28
102.000 -86.217 -1.229 229
-11.216
14.783
1.204
9.578
saldo liquide middelen eind vorig jaar
18.692
9.114
nieuwe saldo liquide middelen
19.896
18.692
(x € 1.000) Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat Aanpassingen voor: Afschrijvingen Waardeveranderingen Waardeverandering verkoop onder voorwaarden bestaand bezit Mutatie actieve belastinglatentie Veranderingen in werkkapitaal: Mutatie voorzieningen Mutatie voorraden Mutatie vorderingen Mutatie kortlopende schulden ( excl kredietinstellingen) Mutatie onderhanden projecten
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiele vaste activa Desinvesteringen van materiele vaste activa Investeringen in vastgoedbeleggingen Desinvesteringen in vastgoedbeleggingen Desinvesteringen van Financiele vaste activa
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuwe leningen Aflossingen Mutatie kortlopende financieringen Mutatie waarborgsommen
totaal kasstroom
73
Geconsolideerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Algemeen Activiteiten De activiteiten van Stichting Maasdelta Groep, statutair gevestigd Thorbeckelaan 80 te Spijkenisse, en haar dochters bestaan voornamelijk uit: het bouwen, onderhouden en exploiteren van woningen in het belang van de volkshuisvesting en daarmee samenhangende zaken alsmede het beheren van VVE's en exploiteren van WKO installaties. Groepsverhoudingen Overzicht kapitaalbelangen: Opgenomen in consolidatie
Deelneming
Statutaire vestigingsplaats
Aandeel kapitaal
MDG Holding BV
Thorbeckelaan 80, Spijkenisse
100%
MDG Commandiet BV
Thorbeckelaan 80, Spijkenisse
100%
100%
MDG Commerciële Activiteiten BV
Thorbeckelaan 80, Spijkenisse
100%
100%
100%
Energie Exploitatiemaatschappij Maasdelta BV
Thorbeckelaan 80, Spijkenisse
100%
100%
D.E.E.M. BV
Warandelaan 2, Oosterhout
100%
100%
MDG Projecten Derden BV
Thorbeckelaan 80, Spijkenisse
100%
100%
OC Balkon Beheer BV
P.J. Troelstraweg 6, Maassluis
50%
50%
Ontwikkelingscombinatie Balkon CV (belang 50%) P.J. Troelstraweg 6, Maassluis
50%
50%
Prodomus V.O.F
50%
50%
Thorbeckelaan 80, Spijkenisse
Grondslagen voor de consolidatie In de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Maasdelta Groep zijn de financiële gegevens verwerkt van de tot de groep behorende maatschappijen en andere rechtspersonen waarop een overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend of waarover de centrale leiding wordt gevoerd. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling van Stichting Maasdelta Groep. De financiële gegevens van de groepsmaatschappijen en de andere in de consolidatie betrokken rechtspersonen en vennootschappen zijn volledig in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen onder eliminatie van de onderlinge verhoudingen en transacties voor zover dit 100% belangen treft. Proportioneel in de consolidatie worden opgenomen deelnemingen in entiteiten voor zover eenzelfde invloed op het beleid kan worden uitgeoefend als door elk der overige participanten. Looptijd en rechtsvorm zijn hierbij niet van belang. Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen zijn waar nodig gewijzigd om aansluiting te krijgen bij de geldende waarderingsgrondslagen voor de Groep. Daar waar van de gegevens in totaliteit geen belangrijke invloed uitgaat op de geconsolideerde winsten verliesrekening is van correctie van de grondslagen afgezien. Het aandeel dat Maasdelta heeft in diverse Verenigingen van Eigenaren is gezien het beperkte belang niet in de consolidatie meegenomen. Algemene grondslagen voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening De jaarrekening van de Maasdelta Groep is opgesteld volgens de bepalingen van het Besluit beheer sociale huursector (BBSH). In dit besluit wordt voorgeschreven Titel 9 Boek 2 BW toe te passen, behoudens enkele uitzonderingen van specifieke aard. Tevens is deze jaarrekening opgesteld volgens de door de Raad voor de Jaarverslaggeving uitgegeven Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting.
74
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten, tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld.
1. Materiële vaste activa Algemene uitgangspunten Tenzij bij de afzonderlijke balansposten iets anders wordt vermeld gelden voor alle materiële vaste activa de volgende algemene uitgangspunten. Verkrijgings- of vervaardigingsprijs De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald als de som van alle direct toe te rekenen uitgaven onder aftrek van afschrijvingen gedurende de geschatte toekomstige gebruiksduur. Op grond wordt niet afgeschreven. Voor zover verkregen subsidies kwalificeren als investeringssubsidie worden deze in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Tevens worden hierbij de rente tijdens de bouw op vreemd vermogen en direct toerekenbare interne kosten alsmede transactiekosten geactiveerd. Rente wordt uitsluitend toegerekend indien voor te vervaardigen materiële vaste activa noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd nodig is om deze gebruiksklaar te maken, en vangt aan bij start van de bouw. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Indien grond gekocht is met opstallen, met de intentie de opstallen te slopen of teniet te laten gaan en vervolgens op de grond nieuwbouw te realiseren, dan maken de eventuele boekwaarde van de opstallen en de gemaakte sloopkosten deel uit van de verkrijgingsprijs van de grond. Sociaal vastgoed in exploitatie Typering Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. De huurtoeslaggrens is een algemeen huurprijsniveau dat jaarlijks per 1 juli door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt vastgesteld. Maatschappelijk vastgoed is bedrijfs onroerend goed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijn-, onderwijs en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Kwalificatie Het beleid van Stichting Maasdelta Groep is er primair op gericht de sociale vastgoedportefeuille aan te houden voor de doelgroep van het beleid, welke gericht is op het realiseren van volkshuisvestelijke taken waardoor het sociaal vastgoed kwalificeert als bedrijfsmiddel. Waarderingsgrondslag Sociaal vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd op verkrijgingsprijs/vervaardigingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. Of sprake is van een bijzondere waardevermindering wordt jaarlijks getoetst op basis van boekwaarde versus bedrijfswaarde. Een bijzonder waardeverminderingsverlies is het bedrag waarmee de boekwaarde de bedrijfswaarde duurzaam overschrijdt en wordt direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt onder de post overige waardeveranderingen van materiële vaste activa. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele residuwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op grond wordt niet afgeschreven.
75
Na-investeringen Uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waardeverhoging van het actief worden aangemerkt als activeerbare kosten van vernieuwing. Uitgaven die betrekking hebben op toekomstige herstructureringen, waarvan de feitelijke verplichtingen dan wel de in rechte afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan worden in de waardering betrokken. Herstructurering onderscheidt zich van renovatie door het verbeteren of vergroten van de oorspronkelijke capaciteit. Onderhoud De lasten van regelmatig voorkomend onderhoud, waaronder renovatie, onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. De lasten van onderhoud worden direct in het resultaat verantwoord. Componenten Binnen het vastgoed worden componenten onderkend met een verschillende levensduur. Naast de grond (geen afschrijving) en de opstal worden keuken, badkamer, lift en overige installaties onderkend. Van een afzonderlijke component is sprake indien deze component meer dan 10% uitmaakt van de waarde van het actief en/of indien de afschrijvingslast (als gevolg van een afwijkende levensduur van de component ten opzichte van de opstal) meer dan 10% afwijkt van de situatie dat geen component zou zijn onderkend. Bijzondere waardevermindering Stichting Maasdelta Groep beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden ten laste van de winst- en verliesrekening verantwoord. Afschrijvingen De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele residuwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname. Op grond wordt niet afgeschreven. Indien sprake is van een afwaardering naar lagere bedrijfswaarde dan geldt deze lagere bedrijfswaarde vanaf dat moment als basis voor de afschrijvingen in de toekomst. Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Waarderingsgrondslag Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie betreft complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie. De complexen in aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van een bijzondere waardevermindering. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. Afwaardering van een onrendabele top vindt plaats indien in de betreffende PMC waartoe het nieuwe complex gaat behoren geen ruimte is om de onrendabele top te compenseren met het positieve verschil van de bedrijfswaarde en boekwaarde van de PMC. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart. Afschrijving vindt plaats na ingebruikname van de complexen. Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op grond wordt niet afgeschreven.
76
2. Vastgoedbeleggingen Algemene uitgangspunten Vastgoedbeleggingen zijn onroerende zaken die worden aangehouden om huuropbrengsten, waardestijgingen of beide te realiseren. Vastgoedbeleggingen worden geclassificeerd als 'vastgoedbeleggingen in exploitatie' indien ze beschikbaar zijn voor verhuur. Vastgoedbeleggingen in exploitatie worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. Vastgoedbeleggingen in ontwikkeling worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs en indien van toepassing verminderd met bijzondere waardeverminderingen. Op vastgoedbeleggingen in ontwikkeling wordt niet afgeschreven. De algemene uitgangspunten van Materiële vaste activa (zie paragraaf "Algemene uitgangspunten") zijn ook van toepassing op Vastgoedbeleggingen, tenzij hierna anders is vermeld. Commercieel vastgoed in exploitatie Typering Het commercieel vastgoed in exploitatie omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commerciële vastgoed. Waarderingsgrondslag Stichting Maasdelta Groep waardeert haar commercieel vastgoed in exploitatie bij eerste verwerking tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs en daarna tegen kostprijs verminderd met afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde per kasstroom genererende eenheid. Overige uitgangspunten De overige uitgangspunten van Sociaal vastgoed in exploitatie uit paragraaf "Sociaal vastgoed in exploitatie " zijn ook van toepassing op Commercieel vastgoed in exploitatie. Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden die zijn gekwalificeerd als een financieringstransactie (er is een terugkoopplicht) worden gewaardeerd op basis van actuele waarde. De waardeontwikkeling - zowel in positieve als negatieve zin - komt bij terugkoop toe aan partijen, volgens een in de oorspronkelijke verkoopovereenkomst opgenomen verdeling. Winsten of verliezen ontstaan door een wijziging in de actuele waarde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening over de periode waarin de wijziging zich voordoet, onder de categorie “Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille”. Daarnaast wordt ten laste van de resultaatbestemming een herwaarderingsreserve gevormd. De herwaarderingsreserve betreft het ongerealiseerde positieve verschil tussen de actuele waarde en de historische kostprijs. Aangezien er per saldo sprake is van een negatief verschil tussen de actuele waarde en de historische kostprijs is er geen herwaarderingsreserve opgenomen. Jaarlijks wordt de actuele waarde bijgesteld op grond van marktontwikkelingen. Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Typering Dit betreffen complexen in aanbouw die zijn bestemd om te worden ingezet als vastgoed in exploitatie zijnde een vastgoedbelegging. Waardering en verwerking De waardering en verwerking van deze post is gelijk aan Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de eigen exploitatie niet zijnde een vastgoedbelegging zoals beschreven in paragraaf "Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie". Uitzondering hierbij is de bepaling van de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde bij commercieel vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie betreft de hoogste van de opbrengstwaarde en bedrijfswaarde per kasstroomgenerende
77
eenheid.
3. Financiële vaste activa Latente belastingvorderingen Latentie voor de materiële vaste activa De latentie heeft betrekking op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en de fiscale boekwaarden van die posten. Latente belastingvorderingen worden gewaardeerd tegen contante waarde. De contante waarde van de latente belastingen is berekend op basis van een rekenrente na belasting (netto rente). Voor het bepalen van de latentie zijn de materiële vaste activa in 4 categorieën ingedeeld: 1. Bezit bestemd voor doorexploitatie 2. Bezit bestemd voor sloop zonder herbouw 3. Bezit bestemd voor sloop met herbouw 4. Bezit bestemd voor verkoop zonder voorwaarden 1. Bezit bestemd voor doorexploitatie Bij het bezit bestemd voor doorexploitatie is het onduidelijk op welk moment de latentie kan worden gerealiseerd. Om deze reden wordt de contante waarde van de latentie voor dit deel op nihil gewaardeerd. 2. Bezit bestemd voor sloop zonder herbouw Bij dit bezit is meestal niet geheel duidelijk op welk moment de latentie kan worden gerealiseerd. Om deze reden wordt de contante waarde van de latentie voor dit deel op nihil gewaardeerd. 3. Bezit bestemd voor sloop met herbouw Bij het bezit bestemd voor sloop met herbouw is nog niet zeker wat teruggebouwd gaat worden en hiermee onzeker wat de verrekenbaarheid is van de actieve latentie in de toekomst. Om deze reden wordt de contante waarde van de latentie voor dit deel op nihil gewaardeerd. 4. Bezit bestemd voor verkoop zonder voorwaarden De latentie met betrekking tot het bezit bestemd voor de verkoop zonder voorwaarden is gebaseerd op het door het bestuur vastgestelde verkoopprogramma tot einde exploitatie. Latentie voor de leningen en beleggingen De latentie die voortvloeit uit het verschil tussen de nominale waarde en de fiscale waarde van de opgenomen en uitstaande leningen wordt gewaardeerd tegen de contante waarde over de resterende looptijd per lening. Hierbij is ervan uitgegaan dat afschrijving/vrijval van het fiscale agio en disagio lineair plaatsvindt over de restant looptijd van de betreffende leningen. Eén gemeentelening (Spijkenisse) wordt fiscaal niet als lening onderkend waardoor een verschil ontstaat tussen fiscale en nominale waardering. Hiervoor dient een latentie te worden gevormd. Aangezien het moment van aflossing van deze lening niet is in te schatten (is gekoppeld aan aantallen verkochte woningen) is de latentie op nihil gewaardeerd. Latentie voor de swaps De latentie die voortvloeit uit het verschil tussen de nominale en de fiscale waarde van de swaps wordt gewaardeerd tegen de contante waarde over de resterende looptijd per swap. Hierbij is ervan uitgegaan dat afschrijving/vrijval van het fiscale agio en disagio lineair plaatsvindt. Latentie voor verrekenbare verliezen De latentie die voortvloeit uit de op balansdatum aanwezige verrekenbare verliezen wordt gewaardeerd tegen contante waarde waarbij discontering plaatsvindt tegen de netto-rente. Leningen u/g De leningen u/g worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde van het verstrekte bedrag, gewoonlijk de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. Vervolgens vindt waardering plaats tegen geamortiseerde kostprijs waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele bijzondere waardevermindering.
78
Te vorderen BWS-subsidies Vorderingen uit hoofde van binnen het Besluit Woninggebonden Subsidies toegezegde bedragen (contante waarde van de uitbetalingen) worden jaarlijks vermeerderd met de bij toekenning vastgestelde rentevergoedingen en verminderd met de door de budgethouders uitbetaalde bedragen. De uitbetalingstermijn is afhankelijk gesteld van de disconteringsvoet en beloopt vanaf de vaststelling van de subsidie maximaal 30 jaar.
4. Voorraden Vastgoed bestemd voor de verkoop Vastgoed bestemd voor verkoop betreft de voorraad opgeleverde nog niet verkochte woningen. Vastgoed bestemd voor verkoop wordt gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs of lagere nettoopbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. De vervaardigingsprijs omvat de bouwkosten, de directe loonkosten en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De netto-opbrengstwaarde is gebaseerd op een verwachte verkoopprijs, onder aftrek van nog te maken kosten voor voltooiing en verkoop. Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop betreft het onderhanden werk (onroerende zaken onverkocht in aanbouw bestemd voor de verkoop). Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop wordt gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. De vervaardigingsprijs omvat de bouwkosten, de directe loonkosten en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De netto-opbrengstwaarde is gebaseerd op een verwachte verkoopprijs, onder aftrek van nog te maken kosten voor voltooiing en verkoop. Voorraad Grond Voorraad grond betreft de voorraad grondposities en wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere directe opbrengstwaarde. Deze lagere directe opbrengstwaarde wordt bepaald aan de hand van taxatierapporten. Voorraden Onder overige voorraden is de voorraad materiaal opgenomen. Deze voorraad is gewaardeerd tegen de laatst bekende inkoopwaarde.
Onderhanden projecten De onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd tegen de gerealiseerde projectkosten vermeerderd met de toegerekende winst en verminderd met verwerkte verliezen en gedeclareerde termijnen. De projectkosten omvatten de direct op het project betrekking hebbende kosten, de kosten die toerekenbaar zijn aan projectactiviteiten in het algemeen en toewijsbaar zijn aan het project en andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend. Projectopbrengsten en projectkosten uit hoofde van de onderhanden projecten worden als opbrengsten en kosten verwerkt in de winst-en-verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties op balansdatum. De mate waarin de prestaties zijn verricht is bepaald op basis van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten/inspectie van het uitgevoerde deel van het project/de voltooiing van een fysiek onderscheidbaar projectonderdeel. Indien het totaal van alle onderhanden projecten een debetstand vertoont, wordt het totaalsaldo gepresenteerd onder de vlottende activa. Indien het totaal van alle onderhanden projecten een creditsaldo vertoont, wordt het totaalsaldo gepresenteerd onder de kortlopende schulden.
5. Vorderingen
79
Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, veelal gelijk aan de nominale waarde. Een voorziening voor oninbaarheid gebaseerd op een statische beoordeling per balansdatum wordt in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. De aan het WSW betaalde disagio wordt afgeschreven over de looptijd van de leningen.
6. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito's met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien middelen niet ter vrije beschikking staan, dan wordt hiermee bij de
waardering rekening gehouden. 8. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen In de jaarrekening wordt rekening gehouden met het onrendabele deel van een investering op het moment dat deze investering "intern" geformaliseerd en extern gecommuniceerd" is. Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen en herstructureringen worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen, wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Overigens wordt een onrendabele investering slechts afgeboekt indien er binnen de desbetreffende PMC geen " ruimte" meer is om deze onrendabele investering op te vangen. Zolang de boekwaarde vermeerderd met de investering lager is dan de bedrijfswaarde wordt derhalve geen last opgenomen. Zodra de bedrijfswaarde weer stijgt wordt een eerder verantwoorde afwaardering weer, geheel of ten dele, teruggenomen. Voorziening latente belastingverplichtingen Latente belastingverplichtingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de waarde van de activa en passiva volgens fiscale voorschriften enerzijds en de boekwaarden die in deze jaarrekening gevolgd worden anderzijds. De berekening van de latente belastingverplichtingen geschiedt tegen de belastingtarieven die op het einde van het verslagjaar gelden, of tegen de tarieven die in de komende jaren gelden, voor zover deze al bij wet zijn vastgesteld. De latente belastingverplichting opgenomen in de jaarrekening heeft betrekking op het fiscaal commerciële verschil inzake de onderhoudsvoorziening. De voorziening belastinglatenties wordt gewaardeerd tegen contante waarde. Discontering vindt plaats tegen de nettorente. Voorziening jubileumuitkeringen De voorziening voor jubileumuitkeringen wordt gevormd voor toekomstige uitgaven inzake jubilea van medewerkers waarbij rekening gehouden wordt met blijf kansen. De voorziening wordt gewaardeerd tegen contante waarde. Discontering vindt plaats tegen dezelfde disconteringsvoet
80
die bij de bedrijfswaarde wordt gehanteerd. Voorziening voor pensioenen Maasdelta heeft een pensioenregeling bij het pensioenuitvoerder SPW (bedrijfstakpensioenfonds). De regeling wordt gefinancierd door afdrachten aan pensioenuitvoerders, te weten het bedrijfstakpensioenfonds. De pensioenverplichtingen worden gewaardeerd volgens de ‘verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering’. In deze benadering wordt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst wordt beoordeeld of en zo ja welke verplichtingen naast de betaling van de jaarlijkse aan de pensioenuitvoerder verschuldigde premie op balansdatum bestaan. Deze additionele verplichtingen, waaronder eventuele verplichtingen uit herstelplannen van de pensioenuitvoerder, leiden tot lasten voor Maasdelta en worden in de balans opgenomen in een voorziening. De waardering van de verplichting is de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om deze per balansdatum af te wikkelen. Indien het effect van de tijdswaarde van geld materieel is, wordt de verplichting gewaardeerd tegen de contante waarde. Discontering vindt plaats op basis van rentetarieven van hoogwaardige ondernemingsobligaties. Toevoegingen aan en vrijval van de verplichtingen komen ten laste respectievelijk ten gunste van de winst-en-verliesrekening. Een pensioenvordering wordt in de balans opgenomen wanneer Maasdelta beschikkingsmacht heeft over de pensioenvordering, wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen die de pensioenvordering in zich bergt, zullen toekomen aan Maasdelta, en wanneer de pensioenvordering betrouwbaar kan worden vastgesteld. Ultimo 2014 (en 2013) waren er voor de groep geen pensioenvorderingen en geen verplichtingen naast de betaling van de jaarlijkse aan de pensioenuitvoerder verschuldigde premie.
9. Langlopende schulden Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Een eventueel verschil tussen het ontvangen bedrag en de reële waarde van de lening wordt verantwoord op basis van de bij die transactie horende economische werkelijkheid. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de geschatte looptijd van de schulden in de winst-enverliesrekening als interestlast verwerkt. Terugkoopverplichting onder voorwaarden In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting die mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer en de specifieke contractuele voorwaarden. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord.
10. Kortlopende schulden De kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings-/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk kan zijn aan de nominale waarde.
81
Financiële instrumenten Financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Maasdelta maakt gebruik van derivaten om het rente- en kasstroomrisico af te dekken. Voor de verwerking, waardering en resultaatbepaling, past Maasdelta met betrekking tot deze derivaten ( hedgeinstrumenten) kostprijshedge accounting toe. Bij het toepassen van kostprijshedge-accounting is de eerste waardering en de grondslag van verwerking in de balans en de resultaatbepaling van het hedge-instrument afhankelijk van de afgedekte post. Dit betekent dat Stichting Maasdelta Groep derivaten tegen kostprijs waardeert omdat de afgedekte leningen ook tegen kostprijs in de balans worden verwerkt. Het ineffectieve deel van de hedgerelatie wordt direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt indien het hedge instrument een negatieve reële waarde heeft.
Grondslagen voor resultaatbepaling Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Bedrijfsopbrengsten
11. Huuropbrengsten Onder de huuropbrengsten zijn de in rekening gebrachte netto huren verantwoord. Bij de jaarlijkse verhoging van de huren is Maasdelta gebonden aan het landelijke huurprijsbeleid.
12. Opbrengsten servicecontracten Dit betreffen ontvangen bedragen van huurders en bewoners ter dekking van te maken en gemaakte servicekosten. Jaarlijks vindt voor een deel van de componenten verrekening plaats op basis van de daadwerkelijke bestedingen. De kosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten.
13. Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille De post netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde (bestaand bezit) dan wel de vervaardigingsprijs ( projecten voor derden). Opbrengsten worden verantwoord op het moment van levering ( passeren transportakte). Mogelijke verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. Projectopbrengsten uit hoofde van de onderhanden projecten worden als opbrengsten verwerkt in de winst-en-verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties op balansdatum.
14. Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf De toegerekende interne directe kosten ten behoeve van onroerende zaken in ontwikkeling worden hieronder verantwoord, met uitzondering van geactiveerde rente welke onder de financiële baten en lasten worden opgenomen.
15. Overige bedrijfsopbrengsten Hieronder worden onder andere de opbrengsten van overige dienstverlening en incidentele opbrengsten verantwoord.
82
Bedrijfslasten 16. Afschrijvingen (materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De afschrijvingen op materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen worden gebaseerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de verwachte gebruiksduur. Met een mogelijke restwaarde wordt rekening gehouden. Over grond wordt niet afgeschreven. Binnen de afschrijvingen op het vastgoed in exploitatie worden componenten onderkend met een verschillende levensduur. Naast de grond (geen afschrijving) en de opstal worden keukens, badkamer/toilet, lift en overige installaties onderkend. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast.
17. Overige waardeveranderingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De onder deze post verantwoorde bedragen hebben betrekking op een afboekingen uit hoofde van bijzondere waardevermindering dan wel een terugneming daarvan. Mutaties in bijzondere waardeverminderingen ontstaan door een jaarlijkse toets van de bedrijfswaarde ten opzichte van de waarde gebaseerd op historische kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen. Daarnaast worden lasten verantwoord onder deze post wanneer een project niet haalbaar blijkt te zijn.
18. Erfpacht Erfpacht wordt jaarlijks door de gemeente in rekening gebracht voor het gebruik van de grond onder de verhuureenheden. De eenmalig afgekochte meerjarige erfpachtcontracten maken deel uit van de vervaardigingsprijs van het sociaal vastgoed in exploitatie en/of het commercieel vastgoed in exploitatie.
19. /20./21. Lonen en salarissen, sociale lasten en pensioenlasten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winsten-verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden door de werknemers. Voor de grondslagen ten aanzien van de pensioenlasten wordt verwezen naar de paragraaf voorziening pensioenen.
22. Lasten onderhoud Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen. Het klachten- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst, alsmede de kosten van het materiaalverbruik. In de winst- en verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen bij de kostensoort salarissen en sociale lasten. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief.
23. Leefbaarheid Leefbaarheid omvat gemaakte kosten voor fysieke ingrepen die de leefbaarheid in buurten en wijken
83
bevorderen. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden.
24. Lasten servicecontracten De gemaakte servicekosten voor huurders worden verantwoord onder de lasten servicecontracten in het verslagjaar waarop de servicekosten betrekking hebben.
25. Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben.
26. Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille betreffen winsten of mogelijke verliezen, die ontstaan door een wijziging in de waarde van de vastgoedbeleggingen in het verslagjaar.
27. Andere baten en soortgelijke opbrengsten Rentebaten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva.
28. Rentelasten en soortgelijke kosten Rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen. Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoop klaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging.
29. Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastinschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Sinds 1 januari 2008 vallen de woningcorporaties integraal onder de vigerende belastingwetgeving. Eind 2008 is er overeenstemming bereikt tussen Aedes en de belastingdienst betreffende de Vaststellingsovereenkomst 2 (VSO 2). De VSO 1 is eenzijdig in 2008 door de belastingdienst opgezegd. De Maasdelta Groep heeft de VSO 1 en VSO 2 getekend. Maasdelta heeft op basis van de uitgangspunten van VSO 1 en VSO 2 de fiscale positie ultimo 2014 en het fiscale resultaat over 2014 bepaald. Doordat jurisprudentie inzake de uitwerking van VSO 1 en VSO 2 voor woningcorporaties nog ontbreekt, kan de werkelijk te betalen of te verrekenen belasting afwijken van de in de jaarrekening opgenomen schatting. Stichting Maasdelta Groep vormt vanaf 1 januari 2008 samen met haar dochters MDG Holding BV, MDG Commandiet BV, MDG Projecten Derden BV, MDG Commerciële Activiteiten BV en Energie Exploitatiemaatschappij Maasdelta BV (E.E.M.) een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Toerekening van de vennootschapsbelasting binnen de fiscale eenheid vindt plaats alsof iedere rechtspersoon zelfstandig belastingplichtig is.
84
Toelichting op de geconsolideerde balans Vaste activa 1. Materiële vaste activa Een overzicht van de materiële vaste activa is hierna opgenomen:
vastgoed in
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen
exploitatie
exploitatie
Onroerende en roerende zaken t.d.v. de exploitatie
882.384 -188.315
7.461 0
21.906 -11.604
0
-19
694.069
7.442
10.302
711.813
19.390 -19.973 0 -1.800 49
8.410
896 -1.132
-10.994
-163 0
28.696 -21.105 0 -12.957 49
841
321
Sociaal
Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve afschrijvingen Cumulatieve waardeveranderingen Boekwaarde 1 januari 2014 Mutaties in het boekjaar: investeringen afschrijvingen afwaardering desinvesteringen overboeking naar voorraad overboeking naar mva ten dienste van de exploitatie overboeking naar Verkoop onder Voorwaarden herclassificatie (overboeking naar vastgoedbeleggingen) afgeschreven op desinvesteringen/overboekingen Mutaties in het boekjaar Saldo 31 december 2014 Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve afschrijvingen Cumulatieve waardeveranderingen Boekwaarde per 31 december 2014
-520
911.751 -199.919 -19
-82
-82
-28.337
-28.337 148
148
-31.273
-2.584
590
-33.267
871.084 -208.288
4.858
23.480 -12.588
899.441 -220.876 -19
662.796
De afschrijvingstermijnen en de gevolgde systematiek luiden als volgt:
85
Totaal
4.857
10.892
678.546
Sociaal vastgoed in exploitatie Grond algemeen 50 jaar Bouw algemeen 50 jaar Grond eengezinswoningen 60 jaar Bouw eengezinswoningen 60 jaar Keuken 25 jaar Badkamer/toilet 40 jaar Lift 20 jaar Overige installaties 15 jaar
geen afschrijvingen lineair geen afschrijvingen lineair lineair lineair lineair lineair
Op alle activa, met uitzondering van de grond, wordt afgeschreven. Voor te verkopen woningen wordt een restwaarde gehanteerd (€ 140.000 DAEB, € 185.000 niet-DAEB). De overige eenheden kennen een restwaarde van nihil. Bij alle complexen waarin verkoop van bestaand bezit aan de orde is, blijft de restant levensduur tenminste 25 jaar. Afgezien van complexen met een verkoop- of sloopbesluit is de restant levensduur van de overige complexen minimaal 15 jaar. Op activa waarvan de afschrijving is opgenomen in een jaarlijkse afrekening met huurders (afrekening servicekosten) wordt, in overeenstemming met de afrekening, annuïtair afgeschreven. Herstelkosten worden geactiveerd. Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Over vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie wordt niet afgeschreven Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Kantoor 10/15/20/25/30/50 jaar lineair Inventaris 4/5/10 jaar lineair Vervoermiddelen 5 jaar lineair
86
31-12-2014 Bedrijfswaarde De bedrijfswaarde van het sociaal vastgoed in exploitatie is als volgt opgebouwd: PMC 1 (Spijkenisse Daeb) PMC 2 (Hellevoetsluis Daeb) PMC 3 (Maassluis Daeb) PMC 4 (Overige gemeenten Daeb)
31-12-2013
329.242 277.347 289.430 21.715
360.980 305.595 325.077 16.272
917.734
1.007.924
De daling in de bedrijfswaarde kan in belangrijke mate worden verklaard door parameterwijzigingen (m.n. lagere huurstijging) en het inrekenen van de nieuwe meerjarenonderhoudsbegroting. De uitgangspunten voor de bedrijfswaardeberekening van het sociaal vastgoed in exploitatie zijn: Inflatie Voor de inflatie wordt uitgegaan van de volgende percentages: 2015 1,5% en daarna 2,00%. Huurstijging inflatie voorgaand jaar (2015 1,00%; 2016 1,50% (+1,50% voor huishoudinkomens tot € 34.922); 2017 2,00% (+1,5% voor huishoudinkomens tot € 34.922); vanaf 2018 2,00% inflatie voorgaand jaar + 0,5% voor middeninkomens (€ 34.922 tot € 43.786) 11,1% van de totale huurders. ( voor 2016 en 2017: +1,5%) inflatie voorgaand jaar + 2,5% voor hogere inkomens (boven € 43.786) 14,4% van de totale huurders. (voor 2016 en 2017 1,5%) Vanaf 2015 worden de extra scheefhuuropbrengsten bij alle sociale woningen ingerekend tot en met 2017. Op basis van een mutatiegraad van 8% wordt rekening gehouden met huurharmonisatie naar de streefhuur, zijnde een percentage van de maximaal redelijke huur. Huurderving Voor de huurderving bij woningen wordt uitgegaan van 2,2% in 2015; 2,0% in 2016; 1,75% in 2017; 1,5% in 2018; 1,25% in 2019 en daarna 1,00%. Voor maatschappelijk bog 3,4% in 2015; 3,0% in 2016; 2,75% in 2017; 2,5% in 2018; 2,25% in 2019 en daarna 2,0% en commercieel bog 15,00% in 2015; 14% in 2016; 13% in 2017; 12% in 2018; 11% in 2019 en daarna 10%.
87
Kosten Op basis van de meerjarenbegroting zijn normen bepaald voor het niet planmatig onderhoud, beheerkosten en overige exploitatielasten. Voor het planmatig onderhoud wordt gerekend met de verwachte uitgaven per complex per jaar op basis van de meerjarenonderhoudsbegroting. Voor de inflatiecorrectie van onderhoudsuitgaven wordt ook gerekend met de onder "Inflatie" vermelde percentages. Er wordt geen rekening gehouden met uitgaven voor planmatig onderhoud in de laatste vijf exploitatiejaren. Conform begroting 2015 wordt voor de beheerkosten gerekend met een index van 1% in 2015 en daarna 2,00% conform prijsinflatie. Dit geldt eveneens voor de loonkosten, sociale lasten en pensioenkosten. Verkopen In de bedrijfswaardeberekening wordt rekening gehouden met verkopen, voor zover complexen eind 2012 daadwerkelijk beschikbaar zijn voor verkoop aan de zittende huurder, danwel bij mutatie. Voor de jaren 2015 en 2016 wordt gerekend met 70 verkoopwoningen per jaar, daarna volgens vastgestelde verkoopprogramma's (een en ander in overleg met de interne makelaar en op grond van huidige marktomstandigheden). Verkoopprijzen 2015 op basis van 80% van de WOZ-waarde. De verkoopprijzen worden jaarlijks met de inflatie verhoogd. Grondwaarde Voor het sociaal vastgoed wordt gerekend met een grondwaarde van € 14.400. Voor commercieel vastgoed wordt gerekend met een grondwaarde van € 22.400. Deze waarden worden conform inflatie geïndexeerd. Verhuurdersheffing De verhuurdersheffing bedraagt voor 2015 0,449%; voor 2016 0,490% en vanaf 2017 0,536% van de WOZ-waarde vanaf 2014 de in het zogenaamde "Woonakkoord" opgenomen extra verhuurdersheffing ingerekend. Deze heffingen lopen in totaal op tot € 10,3 miljoen in 2017. Na 4 jaar stijgt de heffing conform inflatie. Maatschappelijk vastgoed (zorgprojecten). De gebruikelijke bedrijfswaardeberekening is gebaseerd op een gemiddelde huurwoning van Maasdelta. Dit is een 3-kamerwoning met een eigen badkamer en keuken met een vloeroppervlak van ca. 85 m2 GBO. De bedrijfswaarde wordt berekend aan de hand van 'normen/kengetallen. Voor zorgprojecten blijken deze normen niet zonder meer toepasbaar. Dit komt omdat een zorgappartement gemiddeld 2 maar ca. 45 m GBO groot is en ook de woonvorm en woonbegeleiding meestal afwijkend is. Deze verschillen hebben 'onder meer tot gevolg dat de huurinkomsten afwijken, maar ook dat de mate waarin onderhoud aan de orde is afwijkt en ook de 'omvang van de exploitatie- en beheerlasten afwijkend is, waaronder bijvoorbeeld lagere onroerende zaak belasting, verzekeringspremie en beheerkosten. De te onderscheiden verschillen rechtvaardigen dan ook het toepassen van andere normen en kengetallen. Voor zorgprojecten wordt afhankelijk van de samenstelling gewerkt met een factor van de toegelichte normen. Levensduur Voor nieuwbouwcomplexen wordt uitgegaan van een levensduur van 50 jaar. Bij eengezinswoningen is dit 60 jaar. Bij complexen waaruit woningen worden verkocht wordt de minimale levensduur gesteld op 25 jaar. Voor overige complexen geldt een minimum levensduur van 15 jaar tenzij daar anders over is besloten, bijvoorbeeld i.v.m. renovatie en/of sloop.
88
Disconteringsvoet De interne disconteringsvoet is afgeleid van het verwachte noodzakelijke rendement dat behaald moet worden om enerzijds de rentelasten van de leningen te kunnen blijven betalen en anderzijds om de koopkracht van het eigen vermogen in stand te houden. Een en ander is berekend conform de uitgangspunten van de begroting. Voor de financiering van de vaste activa worden daarbij de volgende uitganspunten gehanteerd: - 72% wordt gefinancierd met langlopende leningen tegen 4,75% (sociaal vastgoed) en 5,50% (commercieel vastgoed) - 0% wordt gefinancierd met kortlopende leningen tegen 3,5% (sociaal vastgoed) en 4,25% (commercieel vastgoed) - 28% wordt gefinancierd met eigen vermogen. Jaarlijks wordt hieraan de inflatiecorrectie toegevoegd. Het gewogen gemiddelde van de voormelde totale financieringslasten en dus het te behalen noodzakelijke 'rendement komt zonder risico-opslag uit op circa 4,1%. Bij de bedrijfswaardeberekeningen wordt zowel bij het sociaal vastgoed als bij het commercieel vastgoed een disconteringsvoet van 5%. Het moment van discontering ligt halverwege het jaar (medionumerando). Zekerheden Het sociaal vastgoed in exploitatie is (nagenoeg) geheel gefinancierd met leningen onder borging van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Het WSW heeft hierbij het recht van eerste hypotheek.Voor deze borgstelling wordt door het WSW een obligo per lening gevraagd. Als gevolg hiervan zijn de onroerende en roerende zaken in exploitatie die met geborgde leningen zijn gefinancierd niet met hypothecaire zekerheden bezwaard. De ultimo boekjaar bestaande obligoverplichting is onder de "niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen" opgenomen. Woningen bestemd voor de verkoop op korte termijn Het aantal woningen behorend tot het sociaal vastgoed in exploitatie, welke zijn geclassificeerd voor de verkoop bedraagt 1.199. Het aantal woningen dat naar verwachting komend jaar verkocht zal worden bedraagt 63. De verwachte opbrengstwaarde van deze woningen bedraagt € 6,9 miljoen; de boekwaarde van deze woningen bedraagt € 2,1 miljoen. Rente tijdens de bouw Aan de diverse projecten is in totaal € 190.000 rente tijdens de bouw toegerekend. Het gehanteerde rentepercentage bedraagt 4,5%.
89
2. Vastgoedbeleggingen Een overzicht van de post vastgoedbeleggingen is hierna opgenomen: Onroerende Commercieel zaken verkocht onder voorwaarden
eigen exploitatie
153.052 -17.054
18.787
8.528
0
-2.541
135.998
16.246
8.528
160.772
12.171 -321 -3.835
567 -366
2.488
15.226 -687 -3.835 0 -13.141 624
vastgoed in exploitatie
Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve afschrijvingen Cumulatieve waardeveranderingen Boekwaarde 1 januari 2014 Mutaties in het boekjaar: investeringen overboekingen afschrijvingen afwaardering desinvesteringen overige waardeveranderingen afgeschreven op desinvesteringen herclassificatie (overboeking van materiële vaste activa) Mutaties in het boekjaar Saldo 31 december 2014 Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve afschrijvingen Cumulatieve waardeveranderingen Boekwaarde per 31 december 2014
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor
-2.763
Totaal
180.367 -17.054 -2.541
-10.378 624
0 28.337
28.337
33.589
825
-7.890
26.524
191.612 -22.025 0 169.587
18.988 0 -1.917 17.072
0 639 0 639
210.600 -21.386 -1.917 187.297
De afschrijvingstermijnen en gevolgde systematiek voor het commercieel vastgoed in exploitatie zijn gelijk aan hetgeen is toegelicht bij het sociaal vastgoed in exploitatie. Over onroerende zaken verkocht onder voorwaarden en vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie wordt niet afgeschreven. Bedrijfswaarde De bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed in exploitatie (is PMC 5) berekend op basis van de uitgangspunten van het sociaal vastgoed in exploitatie bedraagt per 31-12-2014 € 215.068 (31-12-2013 € 199.644). De uitgangspunten van de bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed zijn gelijk aan de uitgangspunten zoals opgenomen bij het sociaal vastgoed met de volgende uitzonderingen:
90
Huurstijging De huurstijging van het commercieel vastgoed (niet-woningen) bedraagt de prijsinflatie voorgaand jaar voor 2015, + 1,5% voor 2016 en 2017. De huurstijging van het overig commercieel bezit bedraagt de prijsinflatie voorgaand jaar of conform huurcontracten.
Grondwaarde Voor woningen binnen het commercieel vastgoed wordt gerekend met een grondwaarde van € 22.400. Voor bedrijfspanden is dit € 14.400. Deze waarden stijgen jaarlijks met de inflatie. Marktwaarde De marktwaarde van het commercieel vastgoed in exploitatie is berekend op € 180.531.400 De waardebepaling voor commerciële vastgoed in exploitatie is gebaseerd op extern uitgevoerde taxaties conform de aanbevelingen in het rapport Goed gewaardeerd vastgoed van het platform taxateurs en accountants. Zekerheden Het commercieel vastgoed in exploitatie is (nagenoeg) geheel gefinancierd met leningen onder borging van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Het WSW heeft hierbij het recht van eerste hypotheek. Voor deze borgstelling wordt door het WSW een obligo per lening gevraagd. Als gevolg hiervan zijn de onroerende en roerende zaken in exploitatie die met geborgde leningen zijn gefinancierd niet met hypothecaire zekerheden bezwaard. De ultimo boekjaar bestaande obligoverplichting is onder de "niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen" opgenomen. Woningen bestemd voor de verkoop op korte termijn Het aantal woningen behorend tot het commercieel vastgoed in exploitatie, welke zijn geclassificeerd voor de verkoop bedraagt 162. Het aantal woningen dat naar verwachting komend jaar verkocht zal worden bedraagt 7. De verwachte opbrengstwaarde van deze woningen bedraagt € 0,9 miljoen; de boekwaarde van deze woningen bedraagt € 0,9 miljoen. Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden De prijsontwikkeling over 2014 is gebaseerd op extern uitgevoerde taxaties. In 2014 zijn 7 woningen onder voorwaarden verkocht. Rente tijdens de bouw Aan de diverse projecten is in totaal € 144.000 rente tijdens de bouw toegerekend. Het gehanteerde rentepercentage bedraagt 4,5%.
91
31-12-2014
31-12-2013
27.888 0
25.367 0
27.888
25.367
3. Financiële vaste activa Actieve belastinglatentie Lening u/g
3.1 Belastinglatentie Het saldo betreft latente belastingvorderingen die zijn ontstaan uit hoofde van verschillen tussen de waarde van activa en passiva voor de fiscale resultaatbepaling en de waarde in deze jaarrekening. De waarderingsverschillen betreffen de waardering van vastgoed dat voor verkoop is gelabeld en de waardering van leningen en derivaten. Per 31 december 2013 bedraagt de latentie op het vastgoed € 20,0 miljoen, de latentie op leningen en derivaten € 0,6 miljoen en is sprake van verliesverrekening van € 7,6 miljoen. De contante waarde van de latentie is berekend uitgaande van een rekenrente na belasting van 2,92% (2013 2.96%). In de latentie is een bedrag van circa € 1,4 miljoen opgenomen wat in 2015 vrijvalt. De nominale waarde van de latentie bedraagt per 31 december 2012 € 34,7 miljoen. De belastinglatentie heeft een overwegend langlopend karakter.
De belastinglatentie is als volgt samengesteld: Woningen Contant waarde per 1 januari Mutatie verkopen rente, looptijd en aanpassingen verkoopprogramma
31-12-2014
31-12-2013
17.683
18.360
2.317
-677
20.000
17.683
De levensduur van de complexen waarin verkocht is gesteld op 25 jaar. Het aantal te verkopen woningen bedraagt 1.361 woningen (2013 1.321 woningen). De nominale waarde van de latentie per 31 december 2014 bedraagt € 27,1 miljoen (2013 € 27,2 miljoen). Leningen Contante waarde per 1 januari Mutatie agio
390 -98
388 2
292
390
De nominale waarde van de latentie leningen per 31 december 2014 bedraagt € 0,3 miljoen (2013 € 0,4 miljoen). In 2014 is de gemiddelde restant looptijd van de leningen 5 jaar. Swaps Contante waarde per 1 januari Afschrijving agio
92
470 -115
586 -116
355
470
De nominale waarde per 31 december 2014 van de latentie Swaps bedraagt € 0,5 miljoen (2013 € 0,4 miljoen). De gemiddelde looptijd van de Swaps is 5 jaar. 31-12-2014 Verrekenbare verliezen Vennootschapsbelasting 2007 315 Vennootschapsbelasting 2009 3.202 Vennootschapsbelasting 2012 -1.045 Vennootschapsbelasting 2013 4.377 Vennootschapsbelasting 2014 834 Correctie u.h.v. contante waardering -442
31-12-2013 315 3.202 -1.050 4.357
7.241
6.824
27.888
25.367
Over de jaren 2008, 2010 en 2011 is er geen sprake geweest van fiscale verliezen. Over 2012 is er sprake geweest van een positief fiscaal resultaat. De correctie uit hoofde van contante waardering ontstaat doordat de verrekenbare verliezen in toekomstige jaren worden verrekend, waardoor de huidige contante waarde lager is dan de nominale waarde in de toekomst.
Vlottende activa 4. Voorraden Vastgoed bestemd voor de verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop Voorraad grond Overige voorraden
4.1 Vastgoed bestemd voor de verkoop Voorraad te verkopen parkeerplaatsen Voorraad te verkopen woningen
561 4.659 1.383 101
50 1.270 1.383 220
6.704
2.923
31-12-2014
31-12-2013
0
50
561 561
50
4.659
1.270
4.659
1.270
4.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop Voorraad onderhanden werk
93
De voorraad onderhanden werk betreft per 31 december onverkochte nieuwe - in ontwikkeling zijnde woningen en voorbereidingskosten nieuwe projecten. De samenstelling is als volgt:
Voorraad onderhanden werk Ontwikkeling Balkon Ontwikkeling Burgemeesterswijk Nieuwbouw koop Achterstraat appartementen Nieuwbouw koop Vredehof In ontwikkeling bestemd voor de verkoop
saldo 31-12-2013
naar onderhanden proj.
4.402 -3.076 -9 -47 1.270
4.3 Voorraad grond Grond BM wijk Belvedere afwaardering
Grond BM wijk Parkvilla's afwaardering
Grond Vloot afwaardering te slopen opstal
Grond Voorstraat afwaardering te slopen opstal
4.4 Overige voorraden Materialen interne aannemerij Keukens in bruikleen
Een voorziening voor incourantheid wordt niet noodzakelijk geacht.
94
mutatie 2014
saldo 31-12-2014
312 0 2
4.713 0 -9 -45
312
4.659
31-12-2014
31-12-2013
50
50 0
50
50
1.200
1.200
1.200
1.200
83
1.663 1.580
83
83
50
138 88
50
50
1.383
1.383
31-12-2014
31-12-2013
87 15
202 18
101
220
3.076
3.076
5. Vorderingen Huurdebiteuren Gemeenten Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige vorderingen Overlopende activa
887 0 6 1.216 433
809 46 4 558 606
2.542
2.023
1.812 -925
1.577 -768
887
809
0 0
23 23
0
46
6
4 0
6
4
2.366 -1.150
1.858 -1.300
1.216
558
31-12-2014
31-12-2013
18 415
37 569
433
606
37 -19
64 -27
18
37
5.1 Huurdebiteuren Actieve contracten en niet actieve contracten Af: voorziening dubieuze debiteuren
5.2 Gemeente Maassluis Hellevoetsluis
5.3 Belastingen Vennootschapsbelasting Ontwikkelcombinatie Balkon Beheer BV Omzetbelasting
5.4 Overige vorderingen Overige debiteuren Af: voorziening dubieuze vorderingen
5.5 Overlopende activa Disagio leningen Overige overlopende activa
De post disagio leningen is als volgt gespecificeerd: Disagio en afkoopsommen leningen af: afschrijving
95
6. Liquide middelen Diverse kassen Rekening-courant banken Margin Call's ABN-Amrobank Kruisposten gelden onderweg
2 17.049 2.830 14
3 16.121 2.560 8
19.896
18.692
De post Margin Call's ABN-Amrobank staat niet ter vrije beschikking van Stichting Maasdelta.
31-12-2014
31-12-2013
Saldo per 1 januari Jaarresultaat Waardeverandering verkoop onder voorwaarden bestaand bezit
257.702 6.365 434
250.729 5.511 1.462
Overige reserves per 31 december
264.501
257.702
10.940
9.610
8.1 Voorziening onrendabele investeringen herstructurering saldo per 1 januari onttrekkingen boekjaar
0 0
2.185 -2.185
saldo per 31 december
0
0
7. Groepsvermogen 7.1 Overige reserves
8. Voorzieningen
De voorziening voor onrendabele investeringen zag op het Project Burgemeesterswijk welke in een van de verbindingen is ondergebracht. In 2013 is zowel de grondexploitatie als projectontwikkeling opgenomen in Stichting Maasdelta Groep. Hierdoor is deze voorziening opgenomen in de projecten en loopt mee in de toets boekwaarde versus bedrijfswaarde PMC. 8.2 Latente belastingverplichting saldo per 1 januari mutatie boekjaar saldo per 31 december
8.665 1.862
0 8.665
10.527
8.665
Vanaf 2013 is een passieve latentie gevormd ten behoeve van het fiscale commerciële waarderingsverschil door de vorming van een fiscale onderhoudsvoorziening. De passieve latentie wordt gewaardeerd tegen de contante waarde. De netto rente bedraagt 2,92% (2013: 2,96%). De nominale waarde bedraagt € 11,9 miljoen. Van deze passieve latentie valt in 2015 € 1,7 miljoen vrij.
96
8.3 Voorziening jubileum uitkering saldo 1 januari mutatie boekjaar
364 49
0 364
413
364
Dit betreft de verplichting voor toekomstige uitgaven inzake jubilea van medewerkers. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 5%. 8.4 Voorziening herstel WKO installatie saldo 1 januari dotatie boekjaar onttrekkingen boekjaar
581 492
934 -353
1.073
581
De voorziening is opgenomen ten behoeve van het herstel van de WKO installatie. De werkzaamheden zullen naar verwachting in 2015 uitgevoerd worden. 31-12-2014
31-12-2013
0 4.393
0 0
4.393
0
8.5 Voorziening asbest saldo 1 januari dotatie boekjaar
In 2014 is een voorziening gevormd voor het verwijderen van asbest uit het bezit. De voorziening is contant. De uitgaven worden gedaan in het jaar 2015. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 5%. 9. Langlopende schulden Leningen gemeenten Lening gemeente Spijkenisse inzake grond
1.550 17.113
2.339 16.964
Totaal leningen overheid Leningen kredietinstellingen
18.663 576.066
19.303 586.522
Totaal leningen
594.729
605.825
19.303
19.844
149
619
-788
-1.160
18.664
19.303
9.1 Leningen overheid Saldo 1 januari bij: nieuwe leningen bij: indexering (rentebijschrijving) lening gemeente Spijkenisse inzake grond af: aflossing lening gemeente Spijkenisse als gevolg van verkoop af: reguliere aflossingen en aflossingen ineens
97
9.2 Leningen kredietinstellingen Saldo 1 januari bij: nieuwe leningen af: reguliere aflossingen en aflossingen ineens
586.522 45.591 -56.047
569.581 102.000 -85.059
576.066
586.522
De gemiddelde rentevoet van de uitstaande leningen met een vaste rente bedraagt 3,89% (2013 3,94%) Voor een bedrag van € 99,5 miljoen is er sprake van roll-over leningen met een variabele rente. De rente op deze leningen is door middel van payers swaps voor een bedrag van € 97,5 miljoen vastgelegd op een gemiddelde rente van 4,0% (2013 3,9%).
De totale aflossingsverplichting voor 2015 bedraagt € 65,0 miljoen: reguliere aflossing algehele aflossing ineens
€ in mln 5,0 60,0 65,0
Rente- en kasstroomrisico: Onderstaand de leningportefeuille naar rentepercentage(s) en naar resterende looptijd (x € 1 miljoen). rentepercentage
Rollover / Flex lening
€
99,5
0%-1%
renteherzieningsperiode
<1
€
resterende looptijd
6 mndn - 1 jr
42,5
< 1 jr
60,1
1 jr - 5 jr
9,5
1 jr - 5 jr
290,9
1%-2%
22,2
5 jr - 10 jr
18,5
5 jr - 10 jr
128,6
2%-3%
58,5
> 10 jr
27,0
10 jr - 15 jr
10,8
3%-4%
156,2
15 jr - 20 jr
8,5
4%-5% 5%-6% > 6%
247,6 5 5,7
> 20 jr
95,8
594,7
97,5
Voor een bedrag van € 243,7 miljoen is het schuldrestant langer dan 5 jaar. De rente en aflossing van de leningen van kredietinstellingen wordt door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). De totale schuld van deze leningen is € 576 miljoen.
98
€
594,7
31-12-2014
31-12-2013
Terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht Vermeerderingen/verminderingen
18.198 -1.668
16.271 -901
Boekwaarde 1 januari
16.530
15.370
676
1.927 -767
17.206
16.530
18.379 -1.173
18.198 -1.668
17.206
16.530
9.3 Terugkoopverplichting onder voorwaarden
Opwaardering Afwaardering Boekwaarde per 31 december Cumultatief Terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht Vermeerderingen/verminderingen Boekwaarde per 31 december
Dit betreft de verplichting - op termijn - uit hoofde van de onder voorwaarden verkochte onroerende zaken. In 2014 zijn 7 woningen onder voorwaarden verkocht. 9.4 Waarborgsommen
99
377
349
10. Kortlopende schulden
10.1 Onderhanden projecten in ontwikkeling
Onderhanden projecten
Saldo 31-12-2013 (x € 1.000)
Buitenrijk BMW fase 3a 245 Nieuwbouw koop Groene Pallet -11 Nieuwbouw koop Achterstraat Het dorp -660 Balkon 24 Burgemeesterswijk 0 -402
van vastgoed in ontw. (x € 1.000)
mutatie (x € 1.000)
31-12-2014
31-12-2013
2.021
401
ontvangen koopsommen (x € 1.000)
saldo 31-12-1014 (x € 1.000)
871 -28
-3.077
548 11 556 -85 1.271
-78 0 -76 -61 -1.806
-3.077
2.301
843
-2.021
80
129
7.068
8.815
868 402 158 82
1.774 416 155 238
1.511
2.583
31-12-2014
31-12-2013
12.671 2.194 369 1.940 429 620 750
13.478 2.272 1.347 733 509 574 733
18.973
19.646
10.2 Gemeente Spijkenisse 10.3 Leveranciers Crediteuren
10.4 Belastingen en premies sociale verzekeringen Omzetbelasting Loonheffing Sociale premies Pensioenpremies
10.5 Overlopende passiva Niet vervallen rente leningen o/g en swaps Vooruit ontvangen huren Nog te betalen onderhoudslasten Af te rekenen servicekosten Verlofrechten personeel Glasfonds en vervanging lampen Overige
NIET IN BALANS OPGENOMEN VERPLICHTINGEN
Financiële instrumenten Maasdelta maakt gebruik van financiële derivaten om het rente- en kasstroomrisico af te dekken. Voor de verwerking, waardering en resultaatbepaling past Maasdelta met betrekking tot deze derivaten (hedge-instrumenten) kostprijshedge-accounting toe. De marktwaarde van de derivaten is per 31-12-2014 € 18,1 miljoen negatief (31-12-2013 € 15,8 miljoen negatief).
100
Doelstellingen risicobeheer Maasdelta voert een treasurybeleid, waarin een effectieve inzet van middelen tegen een aanvaardbare rente wordt nagestreefd. Daarbij wenst Maasdelta het renterisico te beheersen, zodat dit binnen de normen van het WSW blijft. Hedge-strategie Met behulp van derivaten worden wijzigingen in te betalen rente afgedekt. Type hedge Kostprijshedge-accounting op basis van individuele leningen. Kostprijshedge-accounting wordt toegepast op basis van de aansluiting van de kritische kenmerken van de instrumenten met de financieringen. Deze kenmerken zijn terug te vinden in de originele contracten. Afgedekte positie Maasdelta dekt de variabiliteit in kasstromen voortvloeiende uit toekomstige rentebetalingen gerelateerd aan huidige leningen af. Hierbij worden de kasstromen van de rentebetalingen van de afgesloten leningen afgedekt. Hedge-instrumenten Maasdelta maakt gebruik van Interest Rate Swaps om het renterisico te hedgen. De afgesloten swaps zijn ultimo 2014 als volgt verdeeld in nominale- en marktwaarde:
looptijd van tot Abn-Amrobank Abn-Amrobank Abn-Amrobank Artesia Artesia Abn-Amrobank Abn-Amrobank Bank Nederlandse Gemeenten Bank Nederlandse Gemeenten Abn-Amrobank
2-11-2006 2-11-2006 2-4-2007 4-6-2007 3-9-2007 1-4-2008 1-12-2008 1-4-2009 2-6-2009 1-12-2009
rente
2-11-2016 2-11-2016 2-4-2015 3-6-2016 4-9-2017 1-4-2019 1-12-2021 1-4-2023 3-6-2019 2-12-2024
3,4750% 3,4750% 3,6625% 3,6550% 3,7300% 4,2350% 4,3010% 4,3300% 4,4980% 4,3670%
nominaal x € 1 miljoen 7,5 7,5 7,5 10 10 10 10 10 15 10
marktwaarde x € 1.000 508,8508,8267,7718,61.093,82.035,82.710,03.419,03.239,23.606,2-
97,5
tot 1 jaar De resterende looptijden in € mln zijn:
7,5
tussen 1 en 5 jaar 60
tussen 5 en 10 jaar 30
Tegenover alle hiervoor vermelde swaps zijn rollover leningen aangetrokken. Een rollover lening heeft een looptijd welke niet gelijk is aan de looptijd van de swaps. Dit heeft te maken met de huidige (hoge) risico-opslagen die banken berekenen.
101
18.107,8-
Toekomstige financieringen In 2014 zijn een drietal leningen afgesloten voor in totaal € 32,5 miljoen waarvan de stortingen liggen in 2015. De leningen zijn geborgd bij het WSW Marktwaarde rente opslagherzieningen en basisrente lening Maasdelta heeft basisrenteleningen en leningen met een opslagherziening in portefeuille. Ultimo boekjaar zijn de volgenden leningen in portefeuille, verdeeld in nominale waarde en marktwaarde (* € 1.000,-). nominale marktwaarde waarde Basis rentelening -€ 20.000 -€ 39.656 Leningen met opslagherziening -€ 107.500 -€ 107.551 Financiële risico's De belangrijkste financiële risico's waaraan Maasdelta onderhevig is zijn het marktrisico, valutarisico, renterisico, kredietrisico en liquiditeitsrisico. Om deze risico's te beheersen heeft Maasdelta een beleid inclusief een stelsel van limieten en procedures opgesteld om de risico's te beperken. Maasdelta zet afgeleide financiële instrumenten in, payer swaps, om de risico's te beheersen. Afgeleide financiële instrumenten worden niet ingezet voor handelsdoeleinden. Marktrisico Maasdelta beheerst het marktrisico door variatie en spreiding aan te brengen in de portefeuille en limieten te stellen. Valutarisico Maasdelta voert alleen transacties in euro's uit en loopt geen valutarisico. Renterisico kortlopende schulden. Voor de schulden met variabele renteafspraken loopt Maasdelta risico ten aanzien van toekomstige kasstromen. Het renterisico ten aanzien van deze variabele rente- afspraken zijn afgedekt door Payer swaps waarbij de variabele rente is ingeruild voor een vaste rente. Maasdelta loopt ten aanzien van deze vaste rente risico's over de marktwaarde. De marktwaarde van deze swaps is per 31 december 2014 € 18,1 miljoen negatief . De marktwaarde van deze swaps bij een dalende rente van 1% bedraagt € 23,0 miljoen negatief. Met de financiële instellingen zijn geen specifieke afspraken gemaakt omtrent afrekening van markwaarden van derivaten. Wel is met een financiële instelling een afspraak gemaakt over het aanhouden van een margin wanneer de markwaarde van de derivaten zakt onder de threshold van € 6,5 miljoen. Per 31 december 2014 wordt een margin call aangehouden van € 2,8 miljoen Kredietrisico Het gaat hierbij om het risico dat financiële instellingen niet aan hun contractuele verplichtingen kunnen voldoen. Door het spreiden van transacties over verschillende financiële instellingen beoogt Maasdelta dit risico tot een minimum te beperken. Verder moeten financiële instellingen voldoen aan diverse kredietwaardigheidseisen als opgenomen in het treasury statuut. De hoogte van het kredietrisico is afhankelijk van de grootte van het bedrag aan te ontvangen rente op derivaten en de marktwaarde van de derivaten. Met een bank zijn afspraken gemaakt om een margin aan te houden, als de marktwaarde een bepaalde grens heeft bereikt. De threshold hierbij is € 6,5 miljoen. Liquiditeitsrisico Het gaat hierbij om het risico dat over onvoldoende middelen wordt beschikt om aan de directe verplichtingen te kunnen voldoen. Dit geldt voor alle verplichtingen van Maasdelta en haar tegenpartijen, ongeacht of dit crediteuren of financiële instellingen zijn. Maasdelta heeft op verschillende manieren faciliteiten geregeld om te allen tijde aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. Naast het kunnen aantrekken van leningen, zijn kasgeld- en rekening courantfaciliteiten beschikbaar.
102
Obligo Waarborgfonds Sociale Woningbouw In het verlengde van de borgstelling verstrekt door het WSW ten behoeve van de door Maasdelta afgesloten leningen op de kapitaalmarkt, moet een obligo worden aangehouden van 3,85% van het geborgde schuld- restant van de leningen. Het obligo bedraagt circa € 22 miljoen en wordt pas invorderbaar als het vermogen van hert WSW is gedaald onder 0,25% van het geborgde volume. Investeringsverplichting Voor de volgende projecten zijn aanneemovereenkomsten aangegaan. totale investering x € 1 mln Spijk enisse Voorstraat 65 Hellevoetsluis Kanaalszone Molshoek Dijkweg 7 Parnassia renovatie
uitgaven t/m 2014 x € 1 mln
verplichting balansdatum x € 1 mln
0,4
0,4
0,1
3,7 3,1 17,3
2,1 0,0 0,3
1,6 3,1 17,0
24,6
2,7
21,9
Voorziening voor pensioenen Maasdelta is aangesloten bij het bedrijfstakpensioenfonds voor de woningcorporaties (SPW). De door het pensioenfonds verzorgde pensioenregeling is een toegezegde pensioenregeling. Het bedrijfstakpensioen- fonds is niet in staat de gegevens op te leveren die voor de onderneming zouden leiden tot een juiste weergave van de kosten, alsmede de rechten en verplichtingen zoals die voor een toegezegd pensioenrecht dienen te worden opgenomen. Daarom worden de aan het fonds betaalde premies als toegezegde bijdragen in de resultatenrekening verwerkt en is geen voorziening in de jaarrekening verwerkt. Een overschot of tekort in het bedrijfstakpensioenfonds SPW kan invloed hebben op te betalen premies. De minimum dekkingsgraad van het fonds is 105%. Ultimo 2014 bedraagt de dekkingsgraad van het fonds 114% De dekkingsgraad is de verhouding tussen het totale vermogen van het pensioenfonds en de waarde van de huidige toekomstige pensioenbetalingen. Wet ketenaansprakelijkheid Maasdelta is aansprakelijk uit hoofde van de Wet Ketenaansprakelijkheid. Om hieruit voorvloeiende risico's zoveel mogelijk te beperken vindt er door Maasdelta bij onderhouds- en nieuwbouwwerkzaamheden een selectie van aannemers plaats. Daarnaast worden bij omvangrijke opdrachten de aannemers financieel beoordeeld. Om de risico's uit hoofde van deze wet verder te beperken wordt ook gebruik gemaakt van storting op de 'G-rekening' en van de 'btw-verleggingsregeling'.
103
Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening 2014
2013
96.740 1.592 98.332 -2.296 96.036
92.673 1.503 94.176 -2.076 92.100
11.827 2.753 14.580 -907 13.673
10.275 2.910 13.185 -919 12.266
109.709
104.366
8.248 -242 -1.648
8.093 -284 -860
6.358
6.949
Bedrijfsopbrengsten 11. Huuropbrengsten Huuropbrengsten sociaal vastgoed in exploitatie Woningen en woongebouwen Onroerende zaken, niet zijnde woningen Af: huurderving Subtotaal huuropbrengsten sociaal vastgoed in exploitatie Huuropbrengsten commercieel vastgoed in exploitatie Woningen en woongebouwen Onroerende zaken, niet zijnde woningen Af: huurderving Subtotaal huuropbrengsten commercieel vastgoed in exploitatie Totaal huuropbrengsten
12. Opbrengsten servicecontracten Overige goederen, leveringen en diensten af: derving wegens leegstand bij/af: te verrekenen met bewoners
13. Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Nettoverkoopresultaat vastgoedportefeuille betreft het resultaat uit verkopen van bestaand bezit sociaal en commercieel vastgoed aan derden en het resultaat uit verkochte nieuwbouwwoningen en is als volgt te specificeren: Sociaal vastgoed in exploitatie Opbrengst verkopen bestaand bezit Af: boekwaarde Af: direct toerekenbare verkoopkosten
104
7.815 -1.585 -240
6.639 -1.684 -468
Verkoopresultaat Mutatie terugkoopverplichting verkoop onder voorwaarden
5.990 0
4.487
Totaal verkoopresultaat bestaand sociaal vastgoed in exploitatie
5.990
4.487
5.750 -2.924 -176
1.203 -493 -25
Totaal verkoopresultaat bestaand commerciel vastgoed in exploitatie
2.650
685
Verkoopresultaat vanuit projecten Opbrengst verkopen projecten Af: vervaardigingskosten
1.926 1.346
5.519 4.877
Totaal verkoopresultaat projecten
580
642
9.220
5.814
2014
2013
449
668
Commercieel vastgoed in exploitatie Opbrengst verkopen bestaand bezit Af: boekwaarde Af: direct toerekenbare verkoopkosten
Totaal netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille
14. Geactiveerde productie eigen bedrijf
Dit betreft de aan projecten doorbelast kosten van de afdeling Vastgoed ontwikkeling. 15. Overige bedrijfsopbrengsten Vergoedingen verrichte diensten /doorberekeningen aan derden Service abonnement Beheer voor derden Overige opbrengsten
684 278 31 480
651 273 49 416
1.473
1.389
2014
2013
19.973 1.132 3.835
20.428 1.574 2.999
24.940
25.001
0 0
400 1.668
0
2.068
Bedrijfslasten
16. Afschrijvingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Sociaal vastgoed in exploitatie Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Commercieel vastgoed in exploitatie
17. Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille Afboeking voorbereidingskosten Afboeking te slopen vastgoed naar grondwaarde
105
18. Erfpacht
14
17
10.054 1.567 1.794
10.573 1.650 1.880
13.415
14.103
19./20./21. Lonen en salarissen, sociale lasten en pensioenlasten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies
Per 31 december 2014 bedraagt het aantal werknemers 204 Het aantal fte's per 31 december 2014: 185,9. Op 1 januari 2015 is het aantal fte's 180,6. De in 2014 betaalde crisisheffing over de beloningen van werknemers boven de € 150.000,- bedraagt € 7.453,-. De beloning van de topfunctionarissen is als volgt:
Naam H. Steen*
Duur en omvang van het dienstverband
Functie Voorzitter Raad van Commissarissen 1 jaar / 100%
Vice voorzitter Raad B.G.J. de Koning van Commissarissen 1 jaar / 100% Lid Raad van J.M. Hoek Commissarissen 1 jaar / 100% Lid Raad van E.A. van der Veer Commissarissen 1 jaar / 100% Lid Raad van N. Peeters Commissarissen 1 jaar / 100% I.M.J. de Groot Bestuurder 1 jaar / 100% F.J. van Velzen Directeur wonen 1 jaar / 100% S.W. Verschoor Directeur vastgoed 1 jaar / 100% Directeur J. Roza bedrijfsvoering 1 jaar / 100% Directeur bedrijfsvoering ad 3,2 maanden R.V. Bonis interim / 100% * Beëindiging dienstverband per 1-1-2015
Bezoldiging totaal conform WNT
Beloning
Onkostenvergoeding
Voorziening beloning betaalbaar op termijn
€
14.531 €
14.420 €
111 nvt
€
14.745 €
14.420 €
325 nvt
€
12.458 €
12.016 €
441 nvt
€
12.346 €
12.016 €
329 nvt
€ € € €
7.500 247.019 163.228 158.920
€ € € €
€
156.083 €
€
31.352 €
7.500 185.468 137.284 132.758
nvt € € €
nvt 4.876 € 1.992 € 2.209 €
56.675 23.952 23.952
128.286 €
3.845 €
23.952
27.044 €
522 €
3.786
De bezoldigingsnorm voor de WNT bedraagt in 2014 €167.000. De bezoldigingen 2014 voldoen aan de WNT inclusief de geldende overgangsregeling. Daarnaast geldt dat de salarissen van de directieleden conform de geldende cao woondiensten zijn bepaald.
De pensioenen zijn verzekerd bij pensioenuitvoerder SPW (bedrijfstakpensioenfonds). Maasdelta verwerkt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de winst- en verliesrekening. Ultimo 2014 bedraagt de dekkingsgraad van het pensioenfonds 114%. De dekkingsgraad is de verhouding tussen het totale vermogen van een pensioenfonds en de waarde van de huidige en toekomstige pensioenbetalingen.
106
22. Onderhoudslasten
2014
2013
Planmatig onderhoud Strategische kwaliteitsingrepen Reparatie- mutatieonderhoud VVE onderhoud Dotatie voorziening WKO installaties Dotatie voorziening asbest
13.736 2.358 7.071 1.134 492 4.394
11.437 2.079 6.310 1.098 0 0
af: toegerekende kosten interne aannemerij
29.185 -877
20.924 -656
28.308
20.268
683
734
6.129
6.971
2014
2013
5.597
5.880
6.177 293 611 3.380 8.106 18.567
6.105 369 591 3.751 320 11.136
357 153 392 902
942 62 667 1.671
25.066
18.687
23. Leefbaarheid
24. Lasten servicecontracten
25. Overige bedrijfslasten Beheerkosten Heffingen Belastingen Verzekeringen Bijdrage VVE Heffing CFV Verhuurdersheffing Overige bedrijfslasten Afwaardering/afboeking dubieuze debiteuren Verhuurbevorderende maatregelen Diverse bedrijfslasten
De bezoldiging commissarissen, opgenomen onder "diverse bedrijfslasten", bedroeg € 73.000,-. Onder deze post zijn verder o.a. kosten opgenomen voor diverse door Deloitte verrichte werkzaamheden. Deze betroffen: - Controlewerkzaamheden jaarverslaglegging 133 - Overige assurance werkzaamheden 5 - Fiscale dienstverlening 24
102 10 23
162
135
2014
2013
-293
-138
26. Niet gerealiseerde waarderanderingen vastgoedportefeuille Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
107
27. Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rente liquide middelen en overige vorderingen
117
35
117
35
19.332 -334 3.819 265 179 19 53
19.541 -1.084 4.361 621 115 27 33
23.333
23.614
2014
2013
28. Rentelasten en soortgelijke kosten Rente leningen Geactiveerde rente tijdens de bouw Rente Swaps Rente lening gemeente volgens prijsindex Borgstellingsprovisie WSW Afschrijving betaalde disagio Overige rentelasten
29. Vennootschapsbelasting Vpb 2007 Vpb 2009 Vpb 2012 Vpb 2013 Vpb 2014 Mutaties belastinglatentie
0 0 834 -200 634
84 3.158 -253 4.357 -9.455 -2.109
De berekening van de acute vennootschapsbelasting is als volgt ( x € 1.000). Commercieel resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor VPB.
Bij: - Resultaat buiten fiscale eenheid - Correctie afschrijvingen - Waardeveranderingen MvA - Fysieke uitgaven leefbaarheid - Heffing CFV - Toegerekende algemene kosten projecten - Aftrekbeperking gemengde kosten
108
5.731
7.620
165 17.798 0 34 3.380 341 38
225 20.661 1.709 105 3.751 325 41
21.756
26.817
Af: - Fiscale projectresultaten 2.118 - Afwaardering Vloot school ivm sloop 1.543 - Onderhoud (fiscaal aan te merken als instandhouding) 7.479 - Bedrijfseconomisch resultaat verkoop onroerende goederen 10.022 - Afschrijving disagio, swaps en rente aflossing gemeente lening Spijkeniss 807 - Dotatie onderhoudsvoorziening 8.898
6.943 5.635 104 38.716
30.867
51.907
-3.380
-17.470
20% van 200.000 25% over het meerdere van € 200.000
40 794
40 4.317
Vennootschapsbelasting
834
4.357
25% 15%
25% 57%
-2.317 98 115 1.862 442
-677 2 -115 -8.665
200
-9.455
Fiscaal resultaat
Belastingdruk over fiscaal resultaat Belastingdruk over commercieel resultaat
509
Belastinglatenties De mutatie op de belastinglatentie is afkomstig van ( x € 1.000): Verkopen woningen bestaand bezit en nieuwbouw Leningen Swaps Onderhoudsvoorziening Te verrekenen verlies Totaal saldo mutatie belastinglatenties
109
Enkelvoudige balans per 31 december 2014 (na verwerking resultaat) (x € 1.000) ACTIVA Ref
Vaste activa
31-12-2014
31-12-2013
891.588
896.484
Materiële vaste activa
1
678.546
711.813
Sociaal vastgoed in exploitatie Vastgoed in ontwik k eling bestemd voor eigen exploitatie
1.1
662.796
694.069
1.2
4.857
7.442
Onroerende en roerende zak en t.d.v. exploitatie 1.3
10.893
10.302
Vastgoedbeleggingen
2
185.154
159.294
Commercieel vastgoed in exploitatie
2.1
167.444
134.520
Onroerende zak en verk ocht onder voorwaarden Vastgoed in ontwik k eling bestemd voor eigen exploitatie
2.2
17.071
16.246
2.3
639
8.528
Financiële vaste activa
3
27.888
25.377
Deelnemingen in groepsmaatschappijen Actieve belastinglatentie
3.1 3.2
0 27.888
10 25.367
32.391
30.225
Vlottende activa Voorraden
4
1.943
1.653
Vastgoed bestemd voor de verk oop Voorraad Grond Overige voorraden
4.1 4.2 4.3
459 1.383 101
50 1.383 220
Vorderingen
5
13.080
12.501
Huurdebiteuren Gemeenten Groepsmaatschappijen Overige vorderingen Overlopende activa
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
887 0 10.890 898 405
809 46 10.709 337 600
Liquide middelen
6
17.368
16.071
923.979
926.709
TOTAAL
110
PASSIVA Ref 31-12-2014
31-12-2013
Eigen vermogen
7
264.501
257.702
Overige reserves
7.1
264.501
257.702
Voorzieningen
8
19.033
12.654
Voorziening latente belastingen Voorziening jubileumuitkering
8.1 8.2
10.527 413
8.665 364
Voorziening vermogenstekort deelnemingen
8.3
3.700
3.625
Voorziening asbest
8.4
4.393
0
Langlopende schulden
9
611.131
622.004
Leningen overheid Leningen kredietinstellingen Terugkoopverplichting onder voorwaarden Waarborgsommen
9.1 9.2 9.3 9.4
18.664 574.884 17.206 377
19.303 585.822 16.530 349
Kortlopende schulden
10
29.314
34.349
Onderhanden projecten Vastgoed in ontwikkeling voor de verkoop Gemeenten Schulden aan leveranciers Belastingen en premies sociale verzekeringen Overlopende passiva
10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6
1.960 53 80 7.041 1.545 18.635
426 3.132 129 8.751 2.510 19.401
923.979
926.709
TOTAAL
111
Enkelvoudige Winst- en Verliesrekening over 2014
Ref Bedrijfsopbrengsten Huuropbrengsten Opbrengsten servicecontracten Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Geactiveerde productie eigen bedrijf Overige bedrijfsopbrengsten
Bedrijfslasten Afschrijvingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille Erfpacht Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Onderhoudslasten Leefbaarheid Lasten servicecontracten Overige bedrijfslasten
11 12 13 14 15
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Bedrijfsresultaat Niet gerealiseerde waarderanderingen vastgoedportefeuille Andere baten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten
26 27 28
Saldo financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belastingen Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Resultaat deelnemingen Resultaat na belastingen
112
29 30
(x € 1.000)
(x € 1.000)
2014
2013
109.709 6.358 8.987 449 1.096
104.366 6.949 5.774 668 1.115
126.599
118.872
24.838 0 14 10.054 1.567 1.794 27.816 683 6.129 25.081
24.875 2.068 17 10.573 1.650 1.880 20.268 734 6.971 18.178
97.976
87.214
28.623
31.658
293 168 -23.288
-138 85 -23.584
-22.827
-23.637
5.796
8.021
650 -81
-947 -1.563
6.365
5.511
Toelichting op de enkelvoudige balans
Vaste activa 1. Materiële vaste activa Een overzicht van de materiële vaste activa is hierna opgenomen:
Sociaal vastgoed in exploitatie
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
Totaal
21.906 -11.604
911.751 -199.919
Cumulatieve verkrijgings- of Cumulatieve afschrijvingen Cumulatieve waardeveranderingen
882.384 -188.315
Boekwaarde 1 januari 2014
694.069
7.442
10.302
711.813
19.390 -19.973
8.410
896 -1.132
28.696 -21.105
-1.800 49 -520
-10.994
-163 841
-12.957 49 321
148
-82 -28.337 148
Mutaties in het boekjaar: investeringen afschrijvingen afwaardering desinvesteringen overboeking van Voorraad dienste van overboeking naar Verkoop onder Voorwaarden herclassificatie (overboeking afgeschreven op Mutaties in het boekjaar Saldo 31 december 2014 Cumulatieve verkrijgings- of Cumulatieve afschrijvingen Cumulatieve waardeveranderingen Boekwaarde per 31 december
113
7.461
Onroerende en roerende zaken t.d.v. de exploitatie
-19
-19
-82 -28.337
-31.273
-2.584
590
-33.267
871.084 -208.288
4.858
23.480 -12.588
899.441 -220.876
662.796
4.857
10.893
678.565
De afschrijvingstermijnen en de gevolgde systematiek luiden als volgt: Sociaal vastgoed in exploitatie Grond algemeen Bouw algemeen Grond eengezinswoningen Bouw eengezinswoningen Keuken Badkamer/toilet Lift Overige installaties
50 50 60 60 25 40 20 15
jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar
geen afschrijvingen lineair geen afschrijvingen lineair lineair lineair lineair lineair
Op alle activa, met uitzondering van de grond, wordt afgeschreven. Voor te verkopen woningen wordt een restwaarde gehanteerd (€ 140.000 DAEB, € 185.000 niet-DAEB). De overige eenheden kennen een restwaarde van nihil. Bij alle complexen waarin verkoop van bestaand bezit aan de orde is, blijft de restant levensduur tenminste 25 jaar. Afgezien van complexen met een verkoop- of sloopbesluit is de restant levensduur van de overige complexen minimaal 15 jaar. Op activa waarvan de afschrijving is opgenomen in een jaarlijkse afrekening met huurders (afrekening servicekosten) wordt, in overeenstemming met de afrekening, annuïtair afgeschreven. Herstelkosten worden geactiveerd. Vastgoed in ontwik k eling bestemd voor eigen exploitatie Over vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie wordt niet afgeschreven Onroerende en roerende zak en ten dienste van de exploitatie Kantoor 10/15/20/25/30/50 jaar lineair Inventaris 4/5/10 jaar lineair Vervoermiddelen 5 jaar lineair Bedrijfswaarde 31-12-2014 De bedrijfswaarde van het sociaal vastgoed in exploitatie is als volgt opgebouwd: PMC PMC PMC PMC
1 2 3 4
(Spijkenisse Daeb) (Hellevoetsluis Daeb) (Maassluis Daeb) (Overige gemeenten Daeb)
31-12-2013
329.242 277.347 289.430 21.715
360.980 305.595 325.077 16.272
917.734
1.007.924
De uitgangspunten voor de bedrijfswaardeberekening van het sociaal vastgoed in exploitatie zijn: Inflatie Voor de inflatie wordt uitgegaan van de volgende percentages: 2015 1,5% en daarna 2,00%.
114
Huurstijging Inflatie voorgaand jaar (2015 1,00%; 2016 1,50% (+1,50% voor huishoudinkomens tot € 34.922); 2017 2,00%( + 1,50% voor huishoudinkomens tot € 34.922); vanaf 2018 2,00% inflatie voorgaand jaar + 0,5% voor middeninkomens (€ 34.922 tot € 43.786) 11,1% van de totale huurders. (voor 2016 en 2017: +1,5%) inflatie voorgaand jaar + 2,5% voor hogere inkomens (boven € 43.786) 14,4% van de totale huurders. (voor 2016 en 2017: + 1,5%) Vanaf 2015 worden de extra scheefhuuropbrengsten bij alle sociale woningen ingerekend tot en met 2017. Op basis van een mutatiegraad van 8% wordt rekening gehouden met huurharmonisatie naar de streefhuur, zijnde een percentage van de maximaal redelijke huur. Huurderving Voor de huurderving bij woningen wordt uitgegaan van 2,2% in 2015; 2,0% in 2016; 1,75% in 2017; 1,5% in 2018; 1,25% in 2019 en daarna 1,00%. Voor maatschappelijk bog 3,4% in 2015; 3,0% in 2016; 2,75% in 2017; 2,5% in 2018; 2,25% in 2019 en daarna 2,0% en commercieel bog 15,00% in 2015; 14% in 2016; 13% in 2017; 12% in 2018; 11% in 2019 en daarna 10%. Kosten Op basis van de meerjarenbegroting zijn normen bepaald voor het niet planmatig onderhoud, beheerkosten en overige exploitatielasten. Voor het planmatig onderhoud wordt gerekend met de verwachte uitgaven per complex per jaar op basis van de meerjarenonderhoudsbegroting. Voor de inflatiecorrectie van onderhoudsuitgaven wordt ook gerekend met de onder "Inflatie" vermelde percentages. Er wordt geen rekening gehouden met uitgaven voor planmatig onderhoud in de laatste vijf exploitatiejaren. Conform begroting 2015 wordt voor de beheerkosten gerekend met een index van 1% in 2015 en daarna 2,00%. conform prijsinflatie. Dit geldt eveneens voor de loonkosten, sociale lasten en pensioenkosten. Verk open In de bedrijfswaardeberekening wordt rekening gehouden met verkopen, voor zover complexen eind 2012 daadwerkelijk beschikbaar zijn voor verkoop aan de zittende huurder, danwel bij mutatie. Voor de jaren 2015, en 2016 wordt gerekend met 70 verkoopwoningen per jaar, daarna volgens vastgestelde verkoopprogramma's (een en ander in overleg met de interne makelaar en op grond van huidige marktomstandigheden). Verkoopprijzen 2015 op basis van 80% van de WOZ-waarde. De verkoopprijzen worden jaarlijks met de inflatie verhoogd. Grondwaarde Voor het sociaal vastgoed wordt gerekend met een grondwaarde van € 14.400. Voor commercieel vastgoed wordt gerekend met een grondwaarde van € 22.400. Deze waarden worden conform inflatie geïndexeerd. Verhuurdersheffing De verhuurdersheffing bedraagt voor 2015 0,449%; voor 2016 0,490% en vanaf 2017 0,536% van de WOZ-waarde. vanaf 2014 de in het zogenaamde "Woonakkoord" opgenomen extra verhuurdersheffing ingerekend. Deze heffingen lopen in totaal op tot € 10,3 miljoen in 2017. Na 4 jaar stijgt de heffing conform inflatie. Maatschappelijk vastgoed (zorgprojecten). De gebruikelijke bedrijfswaardeberekening is gebaseerd op een gemiddelde huurwoning van Maasdelta. Dit is een 3-kamerwoning met een eigen badkamer en keuken met een vloeroppervlak van ca. 85 m2 GBO. De bedrijfswaarde wordt berekend aan de hand van normen/kengetallen. Voor zorgprojecten blijken deze normen niet zonder meer toepasbaar. Dit komt omdat een zorgappartement gemiddeld maar ca. 45 m2 GBO groot is en ook de woonvorm en woonbegeleiding meestal afwijkend is. Deze verschillen hebben onder meer tot gevolg dat de huurinkomsten afwijken, maar ook dat de mate waarin onderhoud aan de orde is afwijkt en ook de omvang van de exploitatieen beheerlasten afwijkend is, waaronder bijvoorbeeld lagere onroerende zaak belasting, verzekeringspremie en beheerskosten. De te onderscheiden verschillen rechtvaardigen dan ook het toepassen van andere normen en kengetallen. Voor zorgprojecten wordt afhankelijk van de samenstelling gewerkt met een factor van de toegelichte normen.
115
Levensduur Voor nieuwbouwcomplexen wordt uitgegaan van een levensduur van 50 jaar. Bij eengezinswoningen is dit 60 jaar. Bij complexen waaruit woningen worden verkocht wordt de minimale levensduur gesteld op 25 jaar. Voor overige complexen geldt een minimum levensduur van 15 jaar tenzij daar anders over is besloten, bijvoorbeeld i.v.m. renovatie en/of sloop. Disconteringsvoet De interne disconteringsvoet is afgeleid van het verwachte noodzakelijke rendement dat behaald moet worden om enerzijds de rentelasten van de leningen te kunnen blijven betalen en anderzijds om de koopkracht van het eigen vermogen in stand te houden. Een en ander is berekend conform de uitgangspunten van de begroting. Voor de financiering van de vaste activa worden daarbij de volgende uitgangspunten gehanteerd: - 72% wordt gefinancierd met langlopende leningen tegen 4,75% (sociaal vastgoed) en 5,50% (commercieel vastgoed) - 0% wordt gefinancierd met kortlopende leningen tegen 3,5% (sociaal vastgoed) en 4,25% (commercieel vastgoed) - 28% wordt gefinancierd met eigen vermogen. Jaarlijks wordt hieraan de inflatiecorrectie toegevoegd. Het gewogen gemiddelde van de voormelde totale financieringslasten en dus het te behalen noodzakelijke rendement komt uit op circa 4,1% (sociaal vastgoed) en 4,1% (commercieel vastgoed). Bij de bedrijfswaardeberekeningen wordt zowel bij het sociaal vastgoed als bij het commercieel vastgoed een disconteringsvoet van 5%. Het moment van discontering ligt halverwege het jaar (medionumerando). Zekerheden Het sociaal vastgoed in exploitatie is (nagenoeg) geheel gefinancierd met leningen onder borging van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Het WSW heeft hierbij het recht van eerste hypotheek. Voor deze borgstelling wordt door het WSW een obligo per lening gevraagd. Als gevolg hiervan zijn de onroerende en roerende zaken in exploitatie die met geborgde leningen zijn gefinancierd niet met hypothecaire zekerheden bezwaard. De ultimo boekjaar bestaande obligoverplichting is onder de "niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen" opgenomen. Woningen bestemd voor de verkoop op korte termijn Het aantal woningen behorend tot het sociaal vastgoed in exploitatie, welke zijn geclassificeerd voor de verkoop bedraagt 1.199. Het aantal woningen dat naar verwachting komend jaar verkocht zal worden bedraagt 63. De verwachte opbrengstwaarde van deze woningen bedraagt € 6,9 miljoen; de boekwaarde van deze woningen bedraagt € 2,1 miljoen. Rente tijdens de bouw Aan de diverse projecten is in totaal € 190.000 rente tijdens de bouw toegerekend. Het gehanteerde rentepercentage bedraagt 4,5%.
116
2. Vastgoedbeleggingen Een overzicht van de post vastgoedbeleggingen is hierna opgenomen:
Commercie vastgoed in exploitatie
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
8.528
178.367 -16.532 -2.541
Totaal
Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve afschrijvingen Cumulatieve
151.052 -16.532 0
18.787
Boekwaarde 1 januari 2014
134.520
16.246
8.528
159.294
11.404
567
2.488
14.459
-321 -3.733
-366
Mutaties in het boekjaar: investeringen overboeking naar Activa ten dienste van, voorraden afschrijvingen afwaardering desinvesteringen overige waardeveranderingen afgeschreven op desinvesteringen herclassificatie (overboeking van materiële vaste activa) Mutaties in het boekjaar
-2.541
-2.763
-10.378 624
-687 -3.733 0 -13.141 624 0
28.337
28.337
32.924
825
-7.890
25.859
Saldo 31 december 2014 Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve afschrijvingen Cumulatieve waardeveranderingen
188.845 -21.401
18.988 0
639 0
208.472 -21.401
0
-1.917
0
-1.917
Boekwaarde per 31 december
167.444
17.071
639
185.154
De afschrijvingstermijnen en gevolgde systematiek voor het commercieel vastgoed in exploitatie zijn gelijk aan hetgeen is toegelicht bij het sociaal vastgoed in exploitatie. Over onroerende zaken verkocht onder voorwaarden en vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie wordt niet afgeschreven.
117
Bedrijfswaarde De bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed in exploitatie (is PMC 5) berekend op basis van de uitgangspunten van het sociaal vastgoed in exploitatie bedraagt per 31-12-2014 € 215.068 (31-12-2013 € 199.644). De uitgangspunten van de bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed zijn gelijk aan de uitgangspunten zoals opgenomen bij het sociaal vastgoed met de volgende uitzonderingen: Huurstijging De huurstijging van het commercieel vastgoed (niet-woningen) bedraagt de prijsinflatie voorgaand jaar voor 2015, + 1,5% voor 2016 en 2017. De huurstijging van het overig commercieel bezit bedraagt de prijsinflatie voorgaand jaar of conform huurcontracten. Grondwaarde Voor woningen binnen het commercieel vastgoed wordt gerekend met een grondwaarde van € 22.400. Voor bedrijfspanden is dit € 14.400. Deze waarden stijgen jaarlijks met de inflatie. Marktwaarde De marktwaarde van het commercieel vastgoed in exploitatie is berekend op € 180.531.400. De waardebepaling voor commerciële vastgoed in exploitatie is gebaseerd op extern uitgevoerde taxaties conform de aanbevelingen in het rapport Goed gewaardeerd vastgoed van het platform taxateurs en acountants. Zekerheden Het commercieel vastgoed in exploitatie is (nagenoeg) geheel gefinancierd met leningen onder borging van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Het WSW heeft hierbij het recht van eerste hypotheek. Voor deze borgstelling wordt door het WSW een obligo per lening gevraagd. Als gevolg hiervan zijn de onroerende en roerende zaken in exploitatie die met geborgde leningen zijn gefinancierd niet met hypothecaire zekerheden bezwaard. De ultimo boekjaar bestaande obligoverplichting is onder de "niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen" opgenomen. Woningen bestemd voor de verkoop op korte termijn Het aantal woningen behorend tot het commercieel vastgoed in exploitatie, welke zijn geclassificeerd voor de verkoop bedraagt 162. Het aantal woningen dat naar verwachting komend jaar verkocht zal worden bedraagt 7. De verwachte opbrengstwaarde van deze woningen bedraagt € 0,9 miljoen; de boekwaarde van deze woningen bedraagt € 0,9 miljoen. Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden De prijsontwikkeling over 2014 is conform waardevaststelling volgens opgave NVM. In 2014 zijn 7 woningen onder voorwaarden verkocht. Rente tijdens de bouw Aan de diverse projecten is in totaal € 144.000 rente tijdens de bouw toegerekend. Het gehanteerde rentepercentage bedraagt 4,5%.
118
31-12-2014
31-12-2013
0 27.888
10 25.367
27.888
25.377
10 -6 -4 0
15 -5 0 10
0 -580 -580 0 505 75 0
0 -1.558 -1.558 583 0 975 0
3. Financiële vaste activa Deelnemingen Actieve belastinglatentie
3.1 Deelnemingen in groepsmaatschappijen Prodomus VOF 50% Stand 1 januari resultaat boekjaar ontbinding VOF Stand 31 december MDG Holding BV 100% Stand 1 januari resultaat boekjaar Stand 31 december Verrekening met rekeningcourant vordering Correctie voorzieningvermogenstekort 31-12-2013 Opname voorzieningvermogenstekort
3.2 Belastinglatentie Het saldo betreft latente belastingvorderingen die zijn ontstaan uit hoofde van verschillen tussen de waarde van activa en passiva voor de fiscale resultaatbepaling en de waarde in deze jaarrekening. De waarderingsverschillen betreffen de waardering van vastgoed dat voor verkoop is gelabeld en de waardering van leningen en derivaten. Per 31 december 2013 bedraagt de latentie op het vastgoed € 20,0 miljoen, de latentie op leningen en derivaten € 0,6 miljoen en is sprake van verliesverrekening van € 7,6 miljoen. De contante waarde van de latentie is berekend uitgaande van een rekenrente na belasting van 2,92% (2013 3,29%). In de latentie is een bedag van circa € 1,4 miljoen opgenomen wat in 2015 vrijvalt. De nominale waarde van de latentie bedraagt per 31 december 2012 € 34,7 miljoen. De belastinglatentie heeft een overwegend langlopend karakter.
De belastinglatentie is als volgt samengesteld: Woningen Contant waarde per 1 januari Mutatie verkopen rente, looptijd en aanpassingen verkoopprogramma
31-12-2014
31-12-2013
17.683 2.317
18.360 -677
20.000
17.683
De levensduur van de complexen waarin verkocht is gesteld op 25 jaar. Het aantal te verkopen woningen bedraagt 1.361 woningen (2013 1.321 woningen). De nominale waarde van de latentie per 31 december 2014 bedraagt € 27,1 miljoen (2013 € 27,2 miljoen). Leningen Contante waarde per 1 januari Mutatie agio
119
390 -98
388 2
292
390
De nominale waarde van de latentie leningen per 31 december 2014 bedraagt € 0,3 miljoen (2013 € 0,4 miljoen). In 2014 is de gemiddelde restant looptijd van de leningen 5 jaar. Swaps Contante waarde per 1 januari Afschrijving agio
470 -115
586 -116
355
470
De nominale waarde per 31 december 2014 van de latentie Swaps bedraagt € 0,5 miljoen (2013 € 0,4 miljoen). De gemiddelde looptijd van de Swaps is 5 jaar. Verrek enbare verliezen Vennootschapsbelasting 2007 Vennootschapsbelasting 2009 Vennootschapsbelasting 2012 Vennootschapsbelasting 2013 Vennootschapsbelasting 2014 Correctie u.h.v. contante waardering
315 3.202 -1.045 4.377 834 -442
315 3.202 -1.050 4.357 0 0
7.241
6.824
459 1.383 101
50 1.383 220
1.943
1.653
31-12-2014
31-12-2013
0 459
50 0
459
50
Grond BM wijk Belvedere
50
50
Grond BM wijk Parkvilla's
1.200
1.200
83 0
1.663 1.580
83
83
50 0
138 88
50
50
1.383
1.383
Saldo 31 december
Vlottende activa 4. Voorraden
Vastgoed bestemd voor de verkoop Voorraad grond Overige voorraden
4.1 Vastgoed bestemd voor de verkoop Voorraad te verkopen parkeerplaatsen (2 stuks) Voorraad te verkopen woningen (vov)
4.2 Voorraad grond
Grond Vloot afwaardering te slopen opstal
Grond Voorstraat afwaardering te slopen opstal
120
4.3 Overige voorraden Materialen interne aannemerij Keukens in bruikleen
87 15
202 18
101
220
887 0 10.890 0 898 405
809 46 10.709 0 337 600
13.080
12.501
31-12-2014
31-12-2013
1.812 -925
1.577 -768
887
809
0 0
23 23
0
46
8.061 861 15 1.099 832 22
8.006 842 15 1.045 756 45
10.890
10.709
2.048 -1.150
1.637 -1.300
898
337
Een voorziening voor incourantheid wordt niet noodzakelijk geacht. 5. Vorderingen Huurdebiteuren Gemeenten Groepsmaatschappijen Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige vorderingen Overlopende activa
5.1 Huurdebiteuren Actieve contracten en niet actieve contracten Af: voorziening dubieuze debiteuren
5.2 Gemeente Maassluis Hellevoetsluis
5.3 Groepsmaatschappijen MDG Commandiet BV MDG Commerciele activiteiten BV MDG Projecten derden BV Energie exploitatiemaatschappij Maasdelta BV D.E.E.M. BV Prodomus VOF
5.4 Overige vorderingen Overige debiteuren Af: voorziening dubieuze vorderingen
121
5.5 Overlopende activa Disagio leningen Overige overlopende activa
De post disagio leningen is als volgt gespecificeerd: Disagio en afkoopsommen leningen af: afschrijving
6. Liquide middelen Diverse kassen Rekening-courant banken Margin Call's ABN-Amrobank Kruisposten gelden onderweg
18 387
37 563
405
600
37 -19
64 -27
18
37
31-12-2014
31-12-2013
2 14.521 2.830 14
3 13.500 2.560 8
17.368
16.071
De post Margin Call's ABN-Amrobank staat niet ter vrije beschikking van Stichting Maasdelta.
7. Eigen vermogen 31-12-2014
31-12-2013
Saldo per 1 januari Jaarresultaat Waardeverandering verkoop onder voorwaarden bestaand bezit
257.702 6.365 434
250.729 5.511 1.462
Overige reserves per 31 december
264.501
257.702
10.940
12.654
8.665 1.862
0 8.665
10.527
8.665
7.1 Overige reserves
8. Voorzieningen 8.1 Latente belastingverplichting saldo per 1 januari dotatie boekjaar saldo per 31 december
Vanaf 2013 is een passieve latentie gevormd ten behoeve van het fiscale commerciële waarderingsverschil door de vorming van een een fiscale onderhoudsvoorziening. De passieve latentie wordt gewaardeerd tegen contante waarde. De netto rente bedraagt 2,92%. De nominale waarde bedraagt € 11,9 miljoen. Van deze passieve latentie valt in 2015 € 1,7 miljoen vrij. 8.2 Voorziening jubileum uitkering saldo 1 januari dotatie boekjaar
364 49
0 364
413
364
Dit betreft de verplichting voor toekomstige uitgaven inzake jubilea van medewerkers. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 5%.
122
8.3 Voorziening vermogenstekort deelnemingen saldo 1 januari resultaat boekjaar verrekening rekening courant vordering
3.625 75 0
2.628 1.558 -561
3.700
3.625
Voor de negatieve vermogenspositie van MDG Holding is een voorziening gevormd. MDG Holding is een 100% dochter van van Stichting Maasdeltagroep en is statutair gevestigd te Spijkenisse. Deze voorziening heeft een overwegend langlopend karakter. 8.4 Voorziening asbest saldo 1 januari dotatie
0 4.393
0 0
4.393
0
In 2014 is een voorziening gevormd voor het verwijderen van asbest uit het bezit. De voorziening is contant. De uitgaven worden gedaan in het jaar 2015. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 5%. 9. Langlopende schulden
31-12-2014
31-12-2013
1.550 17.113
2.339 16.964
Totaal leningen gemeente Leningen kredietinstellingen
18.664 574.884
19.303 585.822
Totaal leningen
593.548
605.125
19.303 0 149 -788
19.844 0 619 -1.160
18.664
19.303
585.822 45.000 -55.939
568.780 102.000 -84.959
574.884
585.822
Leningen gemeenten Lening gemeente Spijkenisse inzake grond
9.1 Leningen overheid Saldo 1 januari bij: nieuwe leningen bij: indexering (rentebijschrijving) lening gemeente Spijkenisse inzake grond af: reguliere aflossingen en aflossingen ineens
9.2 Leningen kredietinstellingen Saldo 1 januari bij: nieuwe leningen af: reguliere aflossingen en aflossingen ineens
De gemiddelde rentevoet van de uitstaande leningen met een vaste rente bedraagt 3,89% (2013 3,94%)
123
Voor een bedrag van € 99,5 miljoen is er sprake van roll-over leningen met een variabele rente. De rente op deze leningen is door middel van payers swaps voor een bedrag van € 97,5 miljoen vastgelegd op een gemiddelde rente van 4,0% (2013 3,9%).
De totale aflossingsverplichting voor 2015 bedraagt € 65,0 miljoen:€ in mln reguliere aflossing 5,0 algehele aflossing ineens 60,0 65,0 Rente- en kasstroomrisico: Onderstaand de leningportefeuille naar rentepercentage(s) en naar resterende looptijd (x € 1 miljoen). rentepercentage Rollover / Flex lening 0%-1% 1%-2% 2%-3% 3%-4% 4%-5% 5%-6% > 6%
€ 99,5 22,2 58,5 155,1 247,6 5,0 5,7
renteherzieningsperiode € 6 mndn -<11jr 42,5 1 jr - 5 jr 9,5 5 jr - 10 jr 18,5 > 10 jr 27,0
593,6
resterende looptijd € < 1 jr 60,0 1 jr - 5 jr 290,6 5 jr - 10 jr 127,9 10 jr - 15 jr 10,8 15 jr - 20 jr 8,5 > 20 jr 95,8
97,5
593,5
Voor een bedrag van € 243 miljoen is het schuldrestant langer dan 5 jaar. De rente en aflossing van de leningen van kredietinstellingen wordt door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) gegarandeerd. De totale schuld van deze leningen is € 576 miljoen.
9.3 Terugkoopverplichting onder voorwaarden
Terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht Vermeerderingen/verminderingen Boekwaarde 1 januari
31-12-2014
31-12-2013
18.198 -1.668 16.530
16.271 -901 15.370
676
Opwaardering Afwaardering Boekwaarde per 31 december
17.206
1.927 -767 16.530
Cumultatief Terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht Vermeerderingen/verminderingen Boekwaarde per 31 december
18.379 -1.173 17.206
18.198 1.66816.530
Dit betreft de verplichting - op termijn - uit hoofde van de onder voorwaarden verkochte onroerende zaken. In 2014 zijn 7 woningen onder voorwaarden verkocht. Er is cumulatief geen sprake van een ongerealiseerde herwaarderingsreserve. 9.4 Waarborgsommen
124
377
349
10. Kortlopende schulden
31-12-2014
31-12-2013
0
0
0
0
10.1 Schulden aan kredietinstellingen Rekening courant banken
Maasdelta beschikte ultimo 2014 over een kredietfaciliteit van € 27 miljoen bij de BNG. Rente over deze kredietfaciliteit wordt berekend tegen 1 maands Euribor plus een opslag van 0,75% 10.2 Onderhanden projecten in ontwikkeling
Onderhanden projecten
Buitenrijk BMW fase 3a Nieuwbouw koop complex 16 Nieuwbouw koop Achterstraat Burgemeesterswijk
Saldo van vastgoed 31-12-2013 in ontw. (x € 1.000) (x € 1.000)
mutatie (x € 1.000)
245 -11 -660 0
3.077-
548 11 556 1.271
-426
-3.077
2.386
10.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop
Vastgoed in ontwikkeling
Saldo naar onder31-12-2013 handen proj. (x € 1.000) (x € 1.000)
Burgemeesterswijk -3.076 Nieuwbouw koop Achterstraat appartem.-9 Vredehof -47 -3.132
investeringen (x € 1.000)
1.960
426
ontvangen koopsommen (x € 1.000)
Saldo 31-12-1014 (x € 1.000)
871
78761.806-
843
-1.960
53
3.132
ontvangen koopsommen (x € 1.000)
Saldo 31-12-1014 (x € 1.000)
-28
3.077
1 945-
2 3.077
2
0
-53
Hellevoetsluis Maassluis Spijkenisse
58 22 0
0 0 129
Totaal
80
129
7.041
8.751
10.4 Gemeente
10.5 Leveranciers Crediteuren
125
10.5 Belastingen en premies sociale verzekeringen Omzetbelasting Loonheffing Sociale premies Pensioenpremies
31-12-2014
31-12-2013
902 402 158 82
1.701 416 155 238
1.545
2.510
12.671 2.194 369 1.940 429 620 412
13.478 2.160 1.347 733 509 574 600
18.635
19.401
10.6 Overlopende passiva Niet vervallen rente leningen o/g en swaps Vooruitontvangen huren Nog te betalen onderhoudslasten Af te rekenen servicekosten Verlofrechten personeel Glasfonds en vervanging lampen Overige
NIET IN BALANS OPGENOMEN VERPLICHTINGEN
Financiële instrumenten Maasdelta maakt gebruik van financiële derivaten om het rente- en kasstroomrisico af te dekken. Voor de verwerking, waardering en resultaatbepaling past Maasdelta met betrekking tot deze derivaten (hedge-instrumenten) kostprijshedge-accounting toe. De marktwaarde van de derivaten is per 31-12-2014 € 18,1 miljoen negatief (31-12-2013 € 15,8 miljoen negatief). Doelstellingen risicobeheer Maasdelta voert een treasurybeleid, waarin een effectieve inzet van middelen tegen een aanvaardbare rente wordt nagestreefd. Daarbij wenst Maasdelta het renterisico te beheersen, zodat dit binnen de normen van het WSW blijft. Hedge-strategie Met behulp van derivaten worden wijzigingen in te betalen rente afgedekt. Type hedge Kostprijshedge-accounting op basis van individuele leningen. Kostprijshedge-accounting wordt toegepast op basis van de aansluiting van de kritische kenmerken van de instrumenten met de financieringen. Deze kenmerken zijn terug te vinden in de originele contracten. Afgedekte positie Maasdelta dekt de variabiliteit in kasstromen voortvloeiende uit toekomstige rentebetalingen gerelateerd aan huidige leningen af. Hierbij worden de kasstromen van de rentebetalingen van de afgesloten leningen afgedekt.
126
Hedge-instrumenten Maasdelta maakt gebruik van Interest Rate Swaps om het renterisico te hedgen. De afgesloten swaps zijn ultimo 2014 als volgt verdeeld in nominale- en marktwaarde: looptijd van Abn-Amrobank Abn-Amrobank Abn-Amrobank Artesia Artesia Abn-Amrobank Abn-Amrobank Bank Nederlandse Gemeenten Bank Nederlandse Gemeenten Abn-Amrobank
2-11-2006 2-11-2006 2-4-2007 4-6-2007 3-9-2007 1-4-2008 1-12-2008 1-4-2009 2-6-2009 1-12-2009
tot
rente
2-11-2016 2-11-2016 2-4-2015 3-6-2016 4-9-2017 1-4-2019 1-12-2021 1-4-2023 3-6-2019 2-12-2024
tussen 1 en 5 jaar
tot 1 jaar De resterende looptijden in € mln zijn:
3,4750% 3,4750% 3,6625% 3,6550% 3,7300% 4,2350% 4,3010% 4,3300% 4,4980% 4,3670%
7,5
60
nominaal x € 1 miljoen 7,5 7,5 7,5 10 10 10 10 10 15 10
marktwaarde x € 1.000 508,8508,8267,7718,61.093,82.035,82.710,03.419,03.239,23.606,2-
97,5
18.107,8-
tussen 5 en 10 jaar 30
Tegenover alle hiervoor vermelde swaps zijn rollover leningen aangetrokken. Een rollover lening heeft een looptijd welke niet gelijk is aan de looptijd van de swaps. Dit heeft te maken met de huidige (hoge) risico-opslagen die banken berekenen. Toekomstige financieringen In 2014 zijn een drietal leningen afgesloten voor in totaal € 32,5 miljoen waarvan de stortingen liggen in 2015. De leningen zijn geborgd bij het WSW
Marktwaarde rente opslagherzieningen en basisrente lening Maasdelta heeft basisrenteleningen en lenningen met een opslagherziening in portefeuille. Ultimo boekjaar zijn de volgende leningen in portefeuille, verdeeld in nominale waarde en marktwaarde (* € 1.000,-). nominale waarde marktwaarde Basis rentelening -€ 20.000 -€ 39.656 Leningen met opslagherziening -€ 107.500 -€ 107.551 Financiële risico's De belangrijkste financiële risico's waaraan Maasdelta onderhevig is zijn het marktrisico, valutarisico, renterisico, kredietrisico en liquiditeitsrisico. Om deze risico's te beheersen heeft Maasdelta een beleid inclusief een stelsel van limieten en procedures opgesteld om de risico's te beperken. Maasdelta zet afgeleide financiële instrumenten in, payer swaps, om de risico's te beheersen. Afgeleide financiële instrumenten worden niet ingezet voor handelsdoeleinden. Marktrisico Maasdelta beheerst het marktrisico door variatie en spreiding aan te brengen in de portefeuille en limieten te stellen. Valutarisico Maasdelta voert alleen transacties in euro's uit en loopt geen valutarisico.
127
Renterisico Maasdelta loop renterisico over de rentedragende vorderingen en rentedragende langlopende en kortlopende schulden. Voor de schulden met variabele renteafspraken loopt Maasdelta risico ten aanzien van toekomstige kasstromen. Het renterisico ten aanzien van deze variabele rente- afspraken zijn afgedekt door Payer swaps waarbij de variabele rente is ingeruild voor een vaste rente. Maasdelta loopt ten aanzien van deze vaste rente risico's over de marktwaarde. De marktwaarde van deze swaps is per 31 december 2014 € 18,1 miljoen negatief . De marktwaarde van deze swaps bij een dalende rente van 1% bedraagt € 23,0 miljoen negatief. Met de financiele instellingen zijn geen specifieke afspraken gemaakt omtrent afrekening van markwaarden van derivaten. Wel is met een financiele instelling een afspraak gemaakt over het aanhouden van een margin wanneer de markwaarde van de derivaten zakt onder de threshold van € 6,5 miljoen. Per 31 december 2014 wordt een margin call aangehouden van € 2,8 miljoen Kredietrisico Het gaat hierbij om het risico dat financiële instellingen niet aan hun contractuele verplichtingen kunnen voldoen. Door het spreiden van transacties over verschillende financiële instellingen beoogt Maasdelta dit risico tot een minimum te beperken. Verder moeten financiële instellingen voldoen aan diverse kredietwaardigheidseisen als opgenomen in het treasury statuut. De hoogte van het kredietrisico is afhankelijk van de grootte van het bedrag aan te ontvangen rente op derivaten en de marktwaarde van de derivaten. Met een bank zijn afspraken gemaakt om een margin aan te houden, als de marktwaarde een bepaalde grens heeft bereikt. De threshold hierbij is € 6,5 miljoen. Liquiditeitsrisico Het gaat hierbij om het risico dat over onvoldoende middelen wordt beschikt om aan de directe veplichtingen te kunnen voldoen. Dit geldt voor alle verplichtingen van Maasdelta en haar tegenpartijen, ongeacht of dit crediteuren of financiële instellingen zijn. Maasdelta heeft op verschillende manieren faciliteiten geregeld om te allen tijde aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. Naast het kunnen aantrekken van leningen, zijn kasgeld- en rekening courantfaciliteiten beschikbaar. Obligo Waarborgfonds Sociale Woningbouw In het verlengde van de borgstelling verstrekt door het WSW ten behoeve van de door Maasdelta afgesloten leningen op de kapitaalmarkt, moet een obligo worden aangehouden van 3,85% van het geborgde schuldrestant van de leningen. Het obligo bedraagt circa € 22 miljoen en wordt pas invorderbaar als het vermogen van het WSW is gedaald onder 0,25% van het geborgde volume. Investeringsverplichting Voor de volgende projecten zijn aanneemovereenkomsten aangegaan. totale investering x € 1 mln Spijk enisse Voorstraat 65 Hellevoetsluis Kanaalszone Molshoek Dijkweg 7 Parnassia renovatie
128
uitgaven t/m 2014 x € 1 mln
verplichting balansdatum x € 1 mln
0,4
0,4
0,1
3,7 3,1 17,3
2,1 0,0 0,3
1,6 3,1 17,0
24,6
2,7
21,9
Voorziening voor pensioenen Maasdelta is aangesloten bij het bedrijfstakpensioenfonds voor de woningcorporaties (SPW). De door het pensioenfonds verzorgde pensioenregeling is een toegezegde pensioenregeling. Het bedrijfstakpensioenfonds is niet in staat de gegevens op te leveren die voor de onderneming zouden leiden tot een juiste weergave van de kosten, alsmede de rechten en verplichtingen zoals die voor een toegezegd pensioenrecht dienen te worden opgenomen. Daarom worden de aan het fonds betaalde premies als toegezegde bijdragen in de resultatenrekening verwerkt en is geen voorziening in de jaarrekening verwerkt. Een overschot of tekort in het bedrijfstakpensioenfonds SPW kan invloed hebben op te betalen premies. De minimum dekkingsgraad van het fonds is 105%. Ultimo 2014 bedraagt de dekkingsgraad van het fonds 114%. De dekkingsgraad is de verhouding tussen het totale vermogen van het pensioenfonds en de waarde van de huidige en toekomstige pensioenbetalingen. Wet ketenaansprakelijkheid Maasdelta is aansprakelijk uit hoofde van de Wet Ketenaansprakelijkheid. Om hieruit voorvloeiende risico's zoveel mogelijk te beperken vindt er door Maasdelta bij onderhouds- en nieuwbouwwerkzaamheden een selectie van aannemers plaats. Daarnaast worden bij omvangrijke opdrachten de aannemers financieel beoordeeld. Om de risico's uit hoofde van deze wet verder te beperken wordt ook gebruik gemaakt van storting op de 'G-rekening' en van de 'btw-verleggingsregeling'. Fiscale Eenheid Zowel voor de vennootschapsbelasting als de omzetbelasting maakt Stichting Maasdelta Groep deel uit van een fiscale eenheid met haar 100% (klein)dochters. Hieruit volgt dat er hoofdelijke aansprakelijkheid bestaat voor eventuele belastingschulden van alle van de fiscale eenheid deel uitmakende organisaties uit de periode dat de stichting deel uitmaakt van de fiscale eenheid. Aansprakelijkheid Dochters Maasdelta heeft zich garant gesteld voor eventuele schulden van MDG Holding bv en daarmee indirect ook voor de schulden van alle 100% '(klein)dochters'.
129
Toelichting op de enkelvoudige winst- en verliesrekening 2014
2013
96.740 1.592 98.332 -2.296 96.036
92.673 1.503 94.176 -2.076 92.100
Af: huurderving
11.827 2.753 14.580 -907
10.275 2.910 13.185 -919
Subtotaal huuropbrengsten commercieel vastgoed in exploitatie
13.673
12.266
109.709
104.366
8.248 -242 -1.648
8.002 -284 -769
6.358
6.949
Bedrijfsopbrengsten 11. Huuropbrengsten Huuropbrengsten sociaal vastgoed in exploitatie Woningen en woongebouwen Onroerende zaken, niet zijnde woningen Af: huurderving Subtotaal huuropbrengsten sociaal vastgoed in exploitatie Huuropbrengsten commercieel vastgoed in exploitatie Woningen en woongebouwen Onroerende zaken, niet zijnde woningen
Totaal huuropbrengsten
12. Opbrengsten servicecontracten Overige goederen, leveringen en diensten af: derving wegens leegstand bij/af: te verrekenen met bewoners
13. Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Nettoverkoopresultaat vastgoedportefeuille betreft het resultaat uit verkopen van bestaand bezit sociaal en commercieel vastgoed aan derden en het resultaat uit verkochte nieuwbouwwoningen en is als volgt te specificeren: Sociaal vastgoed in exploitatie Opbrengst verkopen bestaand bezit Af: boekwaarde Af: direct toerekenbare verkoopkosten
Verkoopresultaat Mutatie terugkoopverplichting verkoop onder voorwaarden
130
7.815 -1.585 -240
6.639 -1.684 -468
5.990
4.487
Totaal verkoopresultaat bestaand sociaal vastgoed in exploitatie
5.990 2014
4.487 2013
5.750 -2.924 -176
1.203 -493 -25
2.650
685
Totaal verkoopresultaat bestaand commerciel vastgoed in exploitatie 2.650
685
Commercieel vastgoed in exploitatie Opbrengst verkopen bestaand bezit Af: boekwaarde Af: direct toerekenbare verkoopkosten Verkoopresultaat
Verkoopresultaat vanuit projecten Opbrengst verkopen projecten Af: vervaardigingskosten
843 -496
4.961 -4.359
Totaal verkoopresultaat projecten
347
602
8.987
5.774
449
668
Totaal netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille 14. Geactiveerde productie eigen bedrijf
Dit betreft de aan projecten doorbelast directe kosten van de afdeling Vastgoed ontwikkeling. 15. Overige bedrijfsopbrengsten Vergoedingen verrichte diensten /doorberekeningen aan derden
684
674
Service abonnement
278
273
Beheer voor derden
31
46
Overige opbrengsten
103
122
1.096
1.115
2014
2013
Bedrijfslasten
16. Afschrijvingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Sociaal vastgoed in exploitatie Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Commercieel vastgoed in exploitatie
19.973 1.132 3.733
20.428 1.574 2.873
24.838
24.875
0 0
400 1.668
0
2.068
17. Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille Afboeking voorbereidingskosten Afboeking te slopen vastgoed naar grondwaarde
131
18. Erfpacht
14
17
10.054 1.567 1.794
10.573 1.650 1.880
13.415
14.103
19./20./21. Lonen en salarissen, sociale lasten en pensioenlasten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies
Per 31 december 2014 bedraagt het aantal werknemers 204 Het aantal fte's per 31 december 2014: 185,9. Op 1 janauri 2015 is het aantal fte's 180,6. De in 2014 betaalde crisisheffing over de beloningen van werknemers boven de € 150.000,- bedraagt € 7.453,-. Meer informatie over de beloning van topfunctionarissen is opgenomen in de toelichting van de geconsolideerde wins- en verliesrekening. De pensioenen zijn verzekerd bij pensioenuitvoerder SPW (bedrijfstakpensioenfonds). Maasdelta verwerkt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de winst- en verliesrekening. Ultimo 2014 bedraagt de dekkingsgraad van het pensioenfonds 114%. De dekkingsgraad is de verhouding tussen het totale vermogen van een pensioenfonds en de waarde van de huidige en toekomstige pensioenbetalingen.
22. Onderhoudslasten
2014
2013
13.736
11.437
Strategische kwaliteitsingrepen
2.358
2.079
Reparatie- mutatieonderhoud
7.071
6.310
VVE onderhoud
1.134
1.098
Dotatie voorziening asbest
4.394
0
28.693
20.924
-877
-656
27.816
20.268
683
734
6.129
6.971
Planmatig onderhoud
af: toegerekende kosten interne aannemerij
23. Leefbaarheid
24. Lasten servicecontracten
132
25. Overige bedrijfslasten Beheerkosten Heffingen: Belastingen Verzekeringen Bijdrage VVE Heffing CFV Verhuurdersheffing
5.597
5.879
6.177 293 611 3.380 8.106 18.567
6.105 369 591 3.751 320 11.136
357 153 407 917
941 62 160 1.163
25.081
18.178
Overige bedrijfslasten Afwaardering/afboeking dubieuze debiteuren Verhuurbevorderende maatregelen Diverse bedrijfslasten
De bezoldiging commissarissen, opgenomen onder "diverse bedrijfslasten", bedroeg € 73.000,-. 2014 2013 Onder deze post zijn verder o.a. kosten opgenomen voor diverse door Deloitte verrichte werkzaamheden. Deze betroffen: - Controlewerkzaamheden jaarverslaglegging 133 102 - Overige assurance werkzaamheden 5 10 - Fiscale dienstverlening 24 23 162
135
-293
138
168
85
168
85
19.287 -334 3.819 265 179 19 53
19.541 -1.084 4.361 619 115 27 5
23.288
23.584
26. Niet gerealiseerde waarderanderingen vastgoedportefeuille Onroerende zaken verkocht onder voorwaarde
27. Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rente liquide middelen en overige vorderingen
28. Rentelasten en soortgelijke kosten Rente leningen Geactiveerde rente tijdens de bouw Rente Swaps Rente lening gemeente volgens prijsindex Borgstellingsprovisie WSW Afschrijving betaalde disagio Overige rentelasten
133
29. Vennootschapsbelasting Vpb 2007 Vpb 2009 Vpb 2012 Vpb 2013 Vpb 2014 Mutaties belastinglatentie
2014
-850 200
-650 2014 De berekening van de acute vennootschapsbelasting is als volgt ( x € 1.000). Commercieel resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor VPB.
5.796
Bij: - Correctie afschrijvingen 17.839 - Waardeveranderingen MvA 0 - Fysieke uitgaven leefbaarheid 34 - Heffing CFV 3.380 - Toegerekende algemene kosten projecten 341 - Aftrekbeperking gemengde kosten 38 - Bedrijfseconomische waardeverandering verkoop onder voorwaarden 21.632 Af: - Fiscale projectresultaten 1.878 - Afwaardering ivm sloop 1.543 - Correctie geactiveerde rente 240 - Onderhoud (fiscaal aan te merken als instandhouding) 7.479 - Resultaat verkoop onroerende goederen 9.729 - Afschrijving disagio, swaps en rente aflossing gemeente lening Spijkeniss 807 - Dotatie onderhoudsvoorziening 8.898 - Bedrijfseconomische waardeverandering verkoop onder voorwaarden 293 30.867 Fiscaal resultaat
2013 -84 -3.157 -933 -4.334 0 9.455 947 2013
8.021
20.661 1.667 105 3.751 325 41 138 26.688 -270 0 779 6.943 5.773 104 38.716 52.045
-3.439
-17.336
20% van 200.000 25% over het meerdere van € 200.000
40 810
40 4.294
Vennootschapsbelasting
850
4.334
25% 15%
25% 54%
-2.317 98 115 1.862 442
677 -2 115 8.665 0
200
9.455
Belastingdruk over fiscaal resultaat Belastingdruk over commercieel resultaat Belastinglatenties De mutatie op de belastinglatentie is afkomstig van ( x € 1.000): Verkopen woningen bestaand bezit Leningen Swaps Onderhoudsvoorziening Te verrekenen verlies Totaal saldo mutatie belastinglatenties
134
30. Resultaat deelnemingen Prodomus VOF MDG Holding BV
135
-6 -75
-5 -1.558
-81
-1.563
OVERIGE GEGEVENS Controleverklaring van de onafhankelijk accountant Hiervoor wordt verwezen naar de hierna opgenomen verklaring. Statutaire regeling betreffende de bestemming van het resultaat Bestemming van de winst 2014 Het bestuur stelt voor om de winst over 2014 als volgt te bestemmen: 2014 €
Resultaat
6.365.000
Toevoeging overige reserves
6.365.000
Vooruitlopend op de goedkeuring door de Raad van Commissarissen is dit voorstel reeds in de jaarrekening verwerkt.
Ondertekening jaarstukken Spijkenisse, 5 juni 2015
Spijkenisse, 5 juni 2015
Vaststelling door het bestuur van Maasdelta Groep
Goedkeuring vaststelling door Raad van Commissarissen van Maasdelta Groep
I.M.J. de Groot / bestuurder
B.G.J. de Koning / voorzitter
E. van der Veer / vicevoorzitter
J.M. Hoek / lid
N. Peeters / lid
B. Pilon / lid
136